DNG - De Nieuwe Gemeenschap 12/2022 - 03/2023 (Vermeylenfonds)

Page 1

PB- PP BELGIE(N) BELGIQUE De Nieuwe Gemeenschap – driemaandelijks tijdschrift van het August Vermeylenfonds 12/2022 - 03/2023 – AFGIFTEKANTOOR GENT X erkenningsnummer P 309 575 – vu: Willem Debeuckelaere - p/a V.F. Tolhuislaan 88, 9000 Gent
VAN

Onze verhalen op onze tong...

Zonder verhaal géén leven, géén identi teit, géén charme noch gevoel. Elk van ons draagt haar of zijn verhaal. Meestal zonder veel ophef of bewust zijn: het komt wel weer boven en wordt alsmaar groter en weidser wanneer het verhaal wordt verteld. Door verhalen komt de geschiedenis weer bovendrijven of knopen de gebeurtenissen zich aan de volgende en de emoties. We zijn allemaal drager van zovele eigen of gemeenschap pelijke wedervaren en verhalen. Maar blijkbaar moeten we dat openbreken, de kans geven om het kraantje open te draaien en de verhalen er vrijelijk te laten uitstromen. Zoals Salman Rushdie het weergaloos opengooit in “Haroen en de zee van verhalen” waar de verhalen zo uit de waterleiding stromen kan… als je weet hoe het te doen.

‘Iedereen kan een verhaaltje verzinnen,’ antwoordt Mierlo. ‘Leugenaars en bedrie gers en oplichters, bijvoorbeeld. Maar voor verhalen met dat Beetje Extra, tja, daarvoor moeten ook de beste vertellers een slok Verhalenwater nemen. Verhalen vertellen vergt brandstof, net als een auto; en als je geen Verhalenwater hebt, dan droog je op.’ ‘Waarom zou ik er een woord van geloven,’ stelde Haroen, ‘als er hier in de badkamer toch niets te zien is, alleen een doodgewoon bad, een toilet, een wasbak en twee doodgewone kranen waar Warm en Koud op staat?’ ‘Voel hier maar eens,’ zei de Watergeest, en hij wees naar een stukje lege lucht op vijftien centimeter boven de wasbak. ‘Tik maar eens met de Afsluiter tegen de plek waar jij denkt dat niets is.’ Aarzelend, verdacht op een list, en pas nadat hij de Watergeest had opgedragen een flink stuk achteruit te gaan, deed Haroen wat hem gezegd werd. Ting deed het Gereedschap toen het tegen iets buitengewoon hards en buitengewoon onzichtbaars sloeg. Als je weet hoe het te doen… We zijn het nu eenmaal verleerd onze verhalen op onze tong klaar te houden om het te brengen waar het gehoord wil of moet worden. Daarom gaan we in de leer bij

wat we nu reeds eeuwen “kunstenaars” noemen. Ook al hopen we dat elk van ons genoeg te vertellen heeft, het zijn die artiesten die het ons steeds weer tonen hoe het woord, het beeld, de boodschap of de code, de vonk wordt overgedragen. Vandaar dit nummer van de DNG waar we kunstenaars bevragen hoe het verhaal hen pakt en het naar ons brengt. Hoe we in de afdelingen en groepen van het Vermeylenfonds met verhalen aan de slag gaan. Of het nu poetry slam is of “Hou me vast” of uitkijken naar het BOON-boek voor 2023… ook daar worden verhalen uit vele vaatjes getapt. En als het ene vat af is steken we een ander. Afgesproken. Willem Debeuckelaere

INHOUD 12/2022-03/2023

De helende kracht van poëzie en het Antwerpse dichterschap, interview met Cleo Klapholz 04-06 Meester Tom Liekens 07-11 Veel verhalen vertellen interview met Dominique Willaert 11-15

Tom Liekens

Recensent - Epo

Goed Nieuws

Agenda - Verslag

Frank Van Laecke

COLOFON

DE NIEUWE GEMEENSCHAP driemaandelijks ledenblad van het August Vermeylenfonds vzw; verschijnt op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december.

REDACTIE Peter Benoy, Tom Cools, Willem Debeuckelaere, Chantal De Cock, Sarah Mistiaen, Johan Notte, Kristel Gijbels, Nico Pattyn, Philippe Rombouts, Tinus Sioen, Paul Teerlinck, Eliane Van Alboom, Judy Vanden Thoren, Hans Vandevoorde, Anita Van Huffel , Arne Vlaeminck, en Anne Van De Genachte (+ vormgeving)

ALGEMEEN SECRETARIAAT Tolhuislaan 88, 9000 Gent, t. 09 223 02 88 - e-mail: info@vermeylen fonds.be - website: www. vermeylenfonds.be - openings uren: 9u - 12u en van 13u tot 17u

ABONNEMENT 15 euro (4 nummers)

LIDMAATSCHAPSBIJDRAGE 15 euro per individu. U kunt lid worden door aan te sluiten bij een plaatselijke afdeling of door overschrijving op rek.nr. BE50 0011 2745 2218 van het Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Leden ontvangen gratis De Nieuwe Gemeenschap.

COVER foto © Paul Teerlinck

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Willem Debeuckelaere, p/a Tolhuislaan 88, 9000 Gent

AUTEURSRECHTEN personen die we niet hebben kunnen bereiken i.v.m. eventuele auteursrechten kunnen de redactie contac teren.

STEUN HET VERMEYLENFONDS Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Reknr. BE50 0011 2745 2218, Vermeylenfonds, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Om reden van milieuvriendelijkheid wordt dit tijd schrift op chloorvrij recycleerbaar papier gedrukt.

03 Eyecatcher 04 Standpunten
16
18
20
22
24
¬
26
¬
¬
30
BV
-28 Column
Peter Benoy
Anita
Gedicht

Deze pagina is een coproductie tussen het Vermeylenfonds en Creatief Schrijven vzw. De tekst werd geoogst op het platform Azertyfactor, een vrijhaven waar pennenvoerders hun vruchten publiceren. Wil je kans maken op publicatie in het volgende nummer? Post je tekst op azertyfactor.be/ kansen.'

Museumbezoek

De bewaker dwaalt Met zijn ogen erover In gedachten haalt Hij zijn schouders op De vader staart Zijn ogen glanzen Ondanks de scheiding Ziet hij zijn dochter dansen De grootmoeder lacht blij Geen gekrabde krollen Hierin herkent zij Haar gekke huisdier Ieders eigen visie Verschillende talen Één schilderij Zoveel verhalen

3 EYECATCHER
Tom Liekens Het Einde van een Sombere Dag, olie en acryl op doek Amber Herstraets

poëzie

EN HET ANTWERPSE DICHTERSCHAP

De Joods-Antwerpse dichteres Cleo Klapholz ziet er verrassend fris uit voor iemand die bewogen weken achter de rug heeft. Begin november mocht ze niet alleen 33 kaarsjes uitblazen, maar nam ze, samen met drie anderen, ontslag als stadsdichter. Cleo heeft geen zittend gat: ze is communicatieverantwoordelijke, chef bij Catering Tikila, maar ook samen met de Antwerps-Congolese dichter Yves Kuabi Nelen een van de bezielers van Proza-k, een Antwerps dichterscollec tief dat sterk inzet op verbinding in de stad. Ik had een zoom-gesprek met de stadsdichteres-af over Proza-k, de he lende kracht van poëzie en het Antwerpse dichterschap.

Het Antwerpse dichterscollectief Proza-k werd in volle coronatijd opgericht. Hoe is dat eigenlijk gegaan?

Cleo Klapholz: “Yves en ik leerden elkaar enkele jaren geleden eerder bij toeval ken nen. We werkten allebei als flexijobber in een nachtclub. In de uren van de nacht ontdekten we een gemeenschappelijke liefde voor taal, woorden en poëzie. Toen was er plots corona, de club ging dicht en mensen waren meer dan ooit op zichzelf aangewezen. De goesting om samen iets uit de grond te stampen, om men sen troost te bieden via poëzie, was urgenter dan ooit en zo werd Proza-k (uit te spreken als het pilletje) geboren. We zien onszelf graag als hedendaagse poëtische esculapen, omdat we mensen graag willen genezen met onze woorden en hen ook willen engageren zelf poëzie te schrijven en te brengen.”

Welke ‘helende’ projecten hebben jullie zoal uit de grond gestampt? “We zijn begonnen met een soort livestream

met poëzie, Digitale Dichters. Live-streaming werd toen bijzonder hip, dj’s deden het, maar voor poëzie bestond er niets gelijkaardigs, toch niet in Antwerpen. Die eerste poëzielivestreams namen we op in het cafeetje van een goede vriend. Alles gebeurde coronaproof, micro’s werden altijd netjes ontsmet. In het begin waren het vooral Yves en ik die teksten brachten en dan nog voor eigen publiek, kennissen en vrienden, maar naarmate we groeiden, traden we zelf steeds minder op. We wilden vooral andere startende dichters of performers een platform bieden. Daarnaast organiseerden we workshops waar mensen podiumervaring konden opdoen. Iedereen die ook maar enigszins poëzie schreef, rapte of spoken words bracht, kon bij ons zijn creatief ei kwijt. Alles was bijzonder laagdrempelig. Die avonden kenden succes en steeds meer mensen vonden de weg naar ons. We deden dit op maandelijkse basis en ook op steeds andere locaties zoals BorGerHub, de Perme kebibliotheek, enz.

STANDPUNTEN
4

We wisten dat dit iets was dat we wilden blij ven doen, dat optreden op een podium, en zo zijn we uiteindelijk geland in KAVKA, waar de Proza-K-dichters nu maandelijks optreden en Open Mic Events worden georganiseerd. De naam Proza-k is misschien wat verwar rend voor een poëzie-collectief, maar wat wij brengen gaat verder dan louter poëzie. We bieden een crossmedia-platform waar iedereen welkom is: kunstenaars die werken willen tentoonstellen, muziek of verhalen willen brengen, performen, slam poetry, …. alles kan. Er zijn geen beperkingen.”

Proza-K is een duidelijk sociaal-artistiek project. Het heeft als doel poëzie zo laag drempelig mogelijk te maken, voor ieder een. Jullie doelgroep is divers. Iedereen is welkom, jong, oud, wit, zwart, religieus, niet-religieus, …. Hoe vinden al die ver schillende mensen de weg naar jullie? “Ja, dat is hard werken inderdaad (lacht), want poëzie heeft veelal de naam elitair en ontoegankelijk te zijn. Maar ons oudste lid is 83 jaar en ons jongste 19, dus ik denk dat het ons wel aan het lukken is. Heel veel ge beurt natuurlijk via sociale media. Yves werkt ook als communitybuilder in BorGerHub waardoor hij veel mensen met verschillende achtergronden ontmoet. Daarnaast deden we ook een poëzieproject in een aantal OKANscholen in Brugge. Het is prachtig om te zien hoe jongeren uit Oekraïne, Pakistan, … met een beperkte hoeveelheid woorden er toch in slagen fantastische gedichten op papier krij gen. Je moet die gasten uit hun comfortzone trekken. Dat kan pas als je eerst raakvlakken zoekt met die jongeren, via slam poetry of hiphop bijvoorbeeld. In de toekomst willen we zeker nog meer OKAN-scholen aanschrijven voor dergelijke initiatieven.

Andere projecten ontstaan eerder spontaan. Yves en ik zijn heel sociale mensen en spreken overal mensen aan om ze warm te maken voor poëzie. Yves’ Congolese roots helpen ook om bepaalde groepen mee over de streep te trekken. Zeker in de OKAN-scholen zag je hoe makkelijk kinderen met hem in gesprek gingen. We zijn ook contacten aan het leggen voor poëzieprojecten met senioren. Senioren zitten zo vol verhalen, maar vaak kwijnen ze weg in eenzaamheid, in woonzorgcentra… het is zo zonde om die schat aan verhalen verloren te laten gaan.

Daarnaast was het ook de bedoeling van ons stadsdichterschap om met eenzame jongeren of daklozen gedichten te maken. Nu gaan we dat nog steeds doen, maar dan zonder het geld van de stad (lacht). Voor ons is het vooral

belangrijk dat alle mensen zich welkom voelen en het idee kunnen hebben dat poëzie iets voor hen kan zijn, ongeacht leeftijd of taal.”

Begin dit jaar koos de stad Antwerpen niet een stadsdichter, maar ging het voor een poule van dichters. Doel was het stadsdichterschap te verjongen en vooral diverser te maken. Jullie werden toen samen met vier anderen geselecteerd. Op zondag 6 november dienden jullie tijdens Crossing Border, een literair festival, collectief ontslag in wegens onverzoen baarheid met het huidige stadsbestuur. Daarmee volgden jullie het voorbeeld van Ruth Lasters, die haar ontslag al in sep tember had ingediend nadat haar gedicht ‘Losgeld’ werd geweigerd. Hoe kijken jullie nu terug op dat stadsdichterschap? “We moeten daar niet flauw over doen. On danks de gebeurtenissen van de laatste maan den vormde het stadsdichterschap voor ons een geweldige opportuniteit. Proza-k stond op dat moment nog in zijn kinderschoenen. Toen de stad een oproep lanceerde voor het stadsdichterschap, hadden we eerst sterk onze twijfels. We waren nog maar net bezig, hadden weinig volgers op sociale media en waren helemaal nog niet bekend zoals som mige andere kandidaten. Aan de andere kant zagen we ook een aantal troeven: onze unieke roots en het feit dat we een duo waren. We hebben dus een dossier samengesteld en onze liefde voor de stad Antwerpen in een gedicht gegoten. Toen kwam het grote nieuws. Samen met vier andere dichters, die hun strepen al zwaar verdiend hadden, mochten we twee jaar lang het culturele landschap van Antwerpen inkleuren met onze diversiteit. Ineens ging het hard, kregen we allerlei kansen, mochten we op verschillende locaties optreden. En we hebben natuurlijk ook vijf stadsgedichten geschreven. Het is bijzonder jammer dat het zo is geëindigd, maar ons ontslag was ook nodig om mensen wakker te schudden dat er überhaupt stadsdichters waren.”

Op sociale media kondigden jullie jullie laatste optreden als stadsdichter aan. Jullie schreven ‘Toxische relaties moet je op tijd verbreken. Zeker als ze met een stadsbestuur zijn.’ Wanneer hadden jullie door dat de samenwerking niet liep zoals gewenst, dat er iets mis was?

“Er waren sowieso van in het begin beden kingen bij de keuze van de stad voor een stadsdichterspoule. Ook heel wat vorige stads dichters toonden zich bijzonder sceptisch. In het begin dachten we nog: gun ons dat toch. Ze hebben jammer genoeg wel gelijk gekregen. Ik denk nog steeds, misschien na

SENIOREN ZITTEN ZO VOL VERHALEN, MAAR VAAK KWIJNEN ZE WEG IN EENZAAMHEID, IN WOONZORGCENTRA

ief, dat een poule kans van slagen had als er voldoende ondersteuning was geweest van de stad. Ik vind het nog altijd een gemiste kans van Antwerpen om echt diversiteit uit te dragen. De voorbije jaren konden de Ant werpse stadsdichters altijd op veel steun en publiciteit rekenen. Iedereen kende hen bij naam, ze kregen een overvloed aan opdrach ten en voldoende vrijheid om zelf projecten te lanceren. Dat was bij ons wel anders. Ik heb het gevoel dat bijna niemand echt wist wie de stadsdichters waren. Er volgde geen lawine aan opdrachten zoals we gedacht hadden. Ook de aankondiging van onze aan stelling verliep achteraf gezien nogal achter de schermen. Zo vond schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA) het niet nodig om kennis te maken, laat staan om onze feestelijke inauguratieshow in de Arenbergschouwburg bij te wonen. Verschillende gedichten zagen de buitenwereld niet. Eerst zagen we daar geen graten in, dachten we dat het een kwestie van media-aandacht was. Maar toen ons eigen gedicht, Crystal Palace, een ode aan de koolkaai, last minute niet mocht verschijnen op een lelijke grijze electriciteitskast omdat de tekening te obsceen zou zijn, zijn we ons toch vragen beginnen stellen. Ik heb toen heel wat diensten aangeschreven, maar ik heb nooit antwoord gekregen.

Op 1 september barstte de bom pas echt. Collega Ruth Lasters stapte op, nadat haar gedicht Losgeld geweigerd werd. Losgeld was een kritisch gedicht over de ongelijke behandeling van jongeren in het beroepson derwijs. De schepen van cultuur noemde het een politiek pamflet en geen stadsgedicht. In

STANDPUNTEN
5

IK VIND HET NOG ALTIJD EEN GEMISTE KANS VAN ANTWERPEN OM ECHT DIVERSITEIT

UIT TE DRAGEN

de nasleep van haar ontslag werd een harde strijd gevoerd in de literaire wereld. Op sociale media werd bagger over ons gegooid en heel wat mensen, ook ex-stadsdichters, vonden dat we solidair met Ruth Lasters ontslag moesten nemen. Tuurlijk stonden we achter Ruth. Haar gedicht beoogde precies wat Antwerpen zogezegd vooropstelde met het stadsdichterschap: verbinding en diversiteit bewerkstelligen. Ik vraag me trouwens af of de schepen van cultuur het dossier van Ruth zelfs heeft gelezen. Iedereen van ons moest immers bij zijn kandidatuurstelling een dossier indienen wat je als stadsdichter wou bereiken. In ieder geval werden we zwaar onder druk gezet door de literaire wereld om ook op te stappen. Het leek wel of iedereen plots een mening had en zich in het debat mengde. We kregen haatmails, werden minder gevraagd, kregen het hard te verduren in opiniestukken, … Ook de aanvankelijke cohesie tussen de verschillende dichters van de poule begon af te brokkelen. Toch bleven we met ons vieren als stadsdichter aan. We wilden het instituut van het stadsdichterschap niet opblazen. Dit zou een belediging zijn aan het adres van alle andere dichters die mee een gooi hadden gedaan naar deze titel. Waarom zouden wij het dan zomaar opgeven?”

Na het ontslag van Ruth Lasters hebben jullie dan met het stadsbestuur overlegd om te zien hoe het nu verder moest met het stadsdichterschap. Er volgden ge sprekken met schepen van cultuur Nabilla Ait Daoud en haar kabinet. Hoe zijn die gesprekken verlopen?

“We kregen te horen dat er een licentieovereenkomst zou volgen met concrete af spraken voor de stadsdichters, eentje zoals onze voorgangers ook hadden ondertekend. Maar na twee maanden was er nog altijd geen overeenkomst. Daarom namen we collectief ontslag als stadsdichter, een beslissing die ook te maken heeft met het ruimere culturele klimaat in Antwerpen. Schepen Nabilla Ait Daoud schrapte immers alle projectsubsidies

drie jaar lang. Dat was de laatste druppel. We begrepen dat we de handdoek in de ring moesten gooien. Het huidig stadsbestuur wil geen dichters of cultuur.”

Jullie laatste optreden als stadsdichter dateert van zondag 6 november. Elk van jullie had zo zijn of haar eigen motieven om op te stappen. Zo schreef Yannick Dangre op zijn Facebookpagina over de keuze van Antwerpen voor een stadsdich terspoule: “Een doelbewuste systeemfout uiteraard: een gezichtsloos amalgaam is minder bedreigend dan een stadsdichter schap met een smoel. Want zoals altijd in de kunst: l’individu fait la force. Het ambt in vijven klieven was achteraf be keken dan ook een onvervalst staaltje divide et impera.” Was het inderdaad van in het begin een doelbewuste zet van Antwerpen om kritische stemmen in de kiem te smoren?

“Dat werd toch soms in de wandelgangen gefluisterd. Er waren in het verleden al pro blemen geweest met dichters die een kritisch stemgeluid lieten horen. Achteraf gezien was een poule van vijf dichters inderdaad geen goed idee. De ondersteuning van de stad kan niet in vijf verschillende richtingen getrokken worden, daar zijn er niet genoeg manschappen en middelen voor. De kracht van diversiteit van meningen en woorden gaat volledig verloren als er geen cohesie is.”

Hoe denk je dat het nu verder gaat? Heeft het stadsdichterschap volgens jou nog een toekomst?

“Ik denk dat het stadsdichterschap hier ein digt. Dan waren we wel de laatste stads dichters van Antwerpen. Een magere troost. Het zou goed zijn als het instituut van het stadsdichterschap gered werd en dat er terug een stadsdichter in Antwerpen is. Iemand die het gezicht van cultuur in Antwerpen kan redden mét een licentieovereenkomst, mét een centrale plek waar alle stadsgedichten worden verzameld en mét volledige steun van de stad. Maar ik vrees er een beetje voor. Ik denk dat het kabinet van cultuur op de een of andere manier nog aan eerherstel gaat doen, maar ik weet niet of dat nog gaat werken en of er nog veel mensen aangetrokken zullen zijn tot het stadsdichterschap.”

En voor Proza-K persoonlijk? Hoe gaat jullie persoonlijk verhaal verder? “Yves en ik willen in de eerste plaats onze eigen gedichten bundelen en uitgeven. We moeten het ijzer smeden nu het nog heet is. Dus we zijn dringend op zoek naar een uitgever. Daarnaast blijven we gewoon doen

wat we aan het doen waren, alleen niet meer onder de noemer van het stadsdichterschap. De open mics blijven, we plannen zelfs slamavonden met senioren. En daarnaast willen we ook die poëzieprojecten op OKAN-scholen verder uitbouwen. Nog goesting en projecten genoeg!”

(Intussen heeft schepen Nabilla Ait Daoud enkel dagen na ons gesprek ook al in de media laten weten dat het stadsdichterschap inderdaad voorbij is. Dood en begraven.)

BIO Cleo Klapholz (1989) maakt deel uit van Antwerps dichterscollectief Proza-K. Proza-K is het geesteskind van twee woord kunstenaars: Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz, twee trotse Antwerpenaren die zichzelf hedendaagse poëtische esculapen noemen. Dit is namelijk het oud-Nederlands woord voor dokter. Want in onze maatschap pij proberen zij het woord als heelmiddel voor te schrijven. Proza-K is het perfecte voorbeeld hoe Antwerpen is vervlochten met haar multiculturele roots gezien deze Belgi sche esculapen Congolese en Joodse roots hebben. Door middel van hun maandelijkse open mic events in KAVKA maar ook website en sociale media proberen zij (startende) Antwerpse dichters een platform te bieden.

STANDPUNTEN
6
© Eloy
MEESTER LIEKENS
7 STANDPUNTEN
© Paul Teerlinck

De verbeelding caleidoscopisch prikke lend, zo zou je het effect dat de wondere wereld teweegbrengt die Tom Liekens tevoorschijn tovert in zijn houtsneden en schilderijen nog het best kunnen om schrijven. Een wereld die bestaat uit ra riteitenkabinetten, mythische wezens, voyeuristische vrouwen in bontmantels en halfmensen met hondenhoofden. Figu ratieve kunst vandaag is op zijn best als ze de toeschouwer geen voorgekauwde betekenis voorschotelt, maar hun zelf betekenislagen laat creëren, en daar is Tom Liekens een meester in.

In zijn habitat De Zwarte Panter hadden we een boeiend gesprek met hem over onder meer de genese van zijn werk, onze relatie tot andere dieren en het plezier van meervoudige interpretaties. En pas sant kwamen we er de immer aimabele Adriaan Raemdonck en die andere tove naar Fred Bervoets tegen. Een meer dan geslaagde ontmoeting.

Tom, hoe is jouw werk geëvolueerd door heen de jaren?

Tom Liekens: “Ik ben afgestudeerd in 1999. Ik had hier in de galerij (De Zwarte Panter) in 2000 reeds m’n eerste expo. Ik was daarmee de jongste artiest in de galerij en ik ben dat nu, 20 jaar later, nog steeds (lacht).

Er zijn verschillende rode draden doorheen m’n werk. Ik heb een enorme interesse in natuur. M’n vader was leraar biologie en

FRED BERVOETS

MIJN WERK TREKT OP NIETS MAAR OOK OP NIETS ANDERS. SCHILDEREN IS EEN REIS NAAR ONBEKENDE EILANDEN

chemie en hij nam z’n werk mee naar huis. Hij richtte elke kamer in als Wunderkam mer, met dingen op sterk water en opgezette dieren, speciale vlinders enzovoort. Als kind gingen we veel naar natuurhistorische musea en de Zoo. Eigenlijk heb ik nu nog altijd de zelfde fascinatie. Naar het natuurhistorisch museum in Wenen gaan, daar uren zitten, kijken, verwonderd zijn en vervolgens het plein oversteken om in het museum voor Schone Kunsten dezelfde kick te krijgen.”

Combineer je in je hoofd dan beide we relden?

“Die combinatie zit in m’n werk. Ik ben niet zozeer een natuurschilder die een bos of iets specifiek schildert. Het gaat eerder over hoe wij kijken naar andere dieren en omgaan met natuur. Hoe de natuur en dieren worden voorgesteld doorheen de kunstgeschiedenis in schilderijen.

Jacht is bijvoorbeeld een thema dat ik veel gebruik. Hoewel ik fervent tegenstander ben van de jacht vind ik het wel een boeiend onderwerp. Vanaf de eerste tekeningen in de grotten van Lascaux tot de 19de eeuw is dat een genre op zich, het jachtstilleven en jachttafereel. De jacht is steeds belangrijk geweest in ons bestaan maar ik betrek het meer op het heden. Ik toon plezierjagers die bij hun trofeeën staan met een ironische of cynische insteek. Het is eerder een soort kritiek. Hoewel ik dit er ook niet vingerdik wil opleggen. Ik schilder niet om ‘pamflet tair’ te zijn.

STANDPUNTEN 8

TOM LIEKENS SCHILDEREN IS OOK ‘FIGHTING DEATH’, HÉ

Ik heb ook veel werken gemaakt die geïn spireerd zijn op de Zoo omdat dit ook een bijzondere combinatie is van cultuur en na tuur. Doorheen de eeuwen verandert het concept van de Zoo en ook onze visie op natuur en dieren. Het gaat heel breed, van landschappen tot opgestapelde dode dieren, gemaakt uit knuffels. Ik verwijs vaak ook naar de kunstgeschiedenis. Ik heb werken gemaakt rond Van Gogh bijvoorbeeld. Hier hangt ook werk dat verwijst naar de school van Barbuzon of Delacroix.”

Fred Bervoets stelt hier ook tentoon in deze prachtige galerij. Ik las ergens dat hij je docent was en een inspiratiebron? “Niet zozeer een inspiratiebron maar als docent en figuur was hij een enorme brok energie. De belangrijkste les van Fred was dat wanneer iemand tegen hem zei “Fred, ik heb u graag maar uw werk trekt op niets” hij gevat antwoordde: “Mijn werk trekt op niets maar ook op niets anders”. Dat is iets waar hij bij z’n studenten altijd op gehamerd heeft, je eigen parcours volgen, wars van modes toch je individueel pad volgen. Dat is een les die ik ter harte genomen heb.”

Kan je iets vertellen over de technieken die je gebruikt?

“Meestal grafiek, maar met grafiek ben je afhankelijk van de grootte van een pers. Ik maak collages van die gedrukte onderdelen. Sommige stukken zijn houtsnede, andere zijn afdrukken van echte planten die ik in-inkt en afdruk. Met al die onderdelen maak ik collages op doek. Zo kan ik monumentaal werk maken van één exemplaar. Ik heb ook edities, die zijn kleiner, zuivere houtsnede in een kleine oplage.”

Eerst maak je het grote werk en dan de kleinere.

“In dit geval wel. Vroeger deed ik het an dersom en begon ik met een ets als voorstudie voor de grote werken. Nu heb ik die kleinere edities achteraf gemaakt. Dat zijn dan la sercuts, met een laser uit een houten plank gesneden en dan terug gedrukt met een pers.”

foto links Tom Liekens met Fred Bervoets, foto midden Liekens met Adriaan Raemdonck © Paul Teerlinck
9 STANDPUNTEN
© Paul Teerlinck

Schilder je nog veel?

“De laatste jaren niet meer. Ik wil nu hout snedes maken in kleur om dan terug tot het schilderen te komen. Nu denk ik nog veel in zwart-wit. Tijdens de corona maakte ik ook theaterdecors, ik hoop dat ik tussen deze zaken kan wisselen. Ik ben begonnen met grafiek omdat ik voelde dat ik met schilderen uitgepraat was maar ik zie mezelf nog wel terugkeren naar het schilderen, als een slinger die over en weer gaat.”

In je vorige reeks had je ook een werk dat geïnspireerd was op Van Eyck?

“Ja, het Lam Gods. Voor het tv-programma Iedereen Beroemd hadden ze me gevraagd om een paneel van het Lam Gods uit te kiezen en te interpreteren. Mijn oog viel op De Pelgrim. Die grote figuur bleek Christoffel te zijn. Ik vond afbeeldingen uit de ortho doxe kerk en vroegchristelijke cultuur waar die wordt afgebeeld met een hondenkop. Hij zou afkomstig zijn uit het land van de ‘hondkoppigen’ waar hij bekeerde tot het Christendom, de menselijk spraak krijgt en zo het geloof verder verspreidde. Hij wordt de patroonheilige van de reiziger, de pelgrim en van de schilder.

Zoals Fred zegt ‘Schilderen is een reis naar onbekende eilanden’. Je weet waar je vertrekt maar je weet niet waar je eindigt. Hieruit is dan een reeks ontstaan van figuren met hon denkoppen. Daar bouwt deze tentoonstelling op verder. Je ziet ook verschillende figuren die hybride zijn zoals je die ook vindt in de mythologie, de Minotaurus bijvoorbeeld. Of mensen die zich verkleden als dieren en een dierenvacht aantrekken of vrouwen met bontmantels. Ik ben niet zo overtuigd van de kloof tussen ons en de dieren. Sinds Darwin weten we dat we geen omlaag gevallen en gelen zijn maar omhooggevallen apen. Als je na 2 uur s ’morgen in een café rondkijkt zie je dat mensen harder gedreven zijn door dierlijke instincten dan dat ze zelf willen toegeven (lacht)”

Eva Meijer, de Nederlandse filosofe ha mert daar ook heel hard op, op het feit dat wij ‘andere dieren’ zijn. “Volgens het Christendom zijn wij geschapen naar het evenbeeld van God en dan pas ko men de dieren. Wij heersen over de dieren. De Homo Tirannicus, de mens die alle andere diersoorten domineert. Als we beseffen dat we niet boven de natuur staan maar deel van die natuur zijn, dat is al veel.”

Zit er in je werk ook een kapitalistische kritiek, bijvoorbeeld het dragen van de bontjas, dat is toch een luxeproduct?

TOM LIEKENS

IK HOEF NIET ALTIJD HET VERHAALTJE TE KENNEN

10 STANDPUNTEN
© Paul Teerlinck

“Die bontmantel roept allerlei associaties op die verschillend zijn voor iedereen. Vroeger stond de bontjas voor een grandeur en chique nu eerder voor decadentie. Het is bijna im moreel om nu nog een bontmantel te dragen. Je kan het associëren als iets tussen de hertogin en de hoer. De overjaarse rockmuzikant of de maîtresse van de oligarch. Dat zijn de as sociaties die ik maak met bontmantels. Ook mensen die zich verkleden als dieren zoals die Furies, als een soort escapisme, mensen die zich verliezen in de vorm van een ander dier. Dat zorgt voor veel inspiratie.”

Een ander detail dat terugkomt in je werk is het gebruik van de smartphone, wat iets heel voyeuristisch heeft. Je kijkt als toeschouwer naar wat wordt opgeno men en je vervolmaakt zo de cirkel van de voyeurs.

“Ik vind het een rare reflex dat wanneer iets gebeurt het eerste wat men doet is dat filmen. Het vervangt de echte ervaring en herinnering. We leven in een maatschappij die zich enerzijds meer en bewust is van allerlei gevoeligheden, censuur toepast of iemand cancelt. Anderzijds is het een extreem exhibitionistische maatschappij waar het bijna normaal geworden is dat een jong meisje zich op Only Fans ontkleedt voor geld. Heel vreemd dat die twee stromingen door elkaar en tegelijkertijd gebeuren. Dat zijn allemaal achterliggende gedachten terwijl ik m’n werk maak. Donkere sprookjes en fantasieën die heel associatief tot stand komen. Ik probeer mezelf daar niet te veel in te analyseren.”

Maar het is uiteindelijk de toeschouwer die het verhaal maakt.

“Het is een groot cliché maar veel van de betekenis van je werk zit tussen de oren van de toeschouwer. Met een andere achtergrond en gevoeligheid kijk en interpreteer je het werk anders. Wat ik erin gestoken heb was slechts een vertrekpunt. Want zelfs mijn werk verandert ook onderweg, heel intuïtief begin ik dingen te doen, zeker bij het schilderen kan nog veel veranderen. Dus dat wijkt dan ook af van wat ik er oorspronkelijk heb ingestoken.

Mijn eerste ontwerpen waren figuren met bontmantels waar vossen en wasberen tussen liepen maar dat was bijna zoals een affiche van Gaia. Het werd een heel eenduidige le zing en ik hou er wel van dat werk meerdere betekenissen in zich draagt en kan oproepen.

Ik ben een enorme fan van Rubens, zonder dat ik enige kennis heb van de bijbeltafere len die verteld worden. Voor mij is dat van

minder belang. Ik vind het ook niet leuk om van een gids te moeten horen wat het werk bedoeld heeft of hoe het gemaakt is enz. Ik heb er genoeg aan om zelf m’n fantasie en emotie te prikkelen door naar het beeld te kijken. Ik hoef niet altijd het verhaaltje te kennen. Een jaar lang zat ik elke vrijdag voor ‘de oestereetster’ Van Ensor omdat ik het een ongelooflijk werk vind. Iemand vertelde me dat het ook een schandaal was omdat een vrouw alleen alcohol zit te drinken. Ik vroeg hem hoe hij dit wist. Blijkbaar stond het op het bijschrift. Dus in dat jaar heb ik geen enkele keer de behoefte gehad om het bijschrift te lezen.” (lacht)

Er gebeurt heel veel tegelijkertijd in je werk.

“Zoals je merkt, heb ik een grote verteldrift en ik wil er dan ook veel in stoppen. Ik hou van het grote gebaar. Je hebt mensen die heel veel uitzuiveren maar bij mij is Less is less and more is more.

Ik wil veel vertellen, zowel plastisch, met verschillende technieken door elkaar als met beelden. Ik heb ook een voorliefde voor dat soort schilderijen, druk, waar veel op staat. Maar ik denk dat dit eerder met mijn karakter te maken heeft. Ik ben druk, m’n huis is druk. Fred is ook niet de kalmte zelf. Dat zie je ook in z’n werk, de eeuwige storm.”

Heb je ook iets met sprookjes, las je zelf als kind veel sprookjes?

“Zoals iedereen, sprookjes zijn zeer bepalend over hoe we naar dieren kijken; de boze wolf werd er bij ons als kind ingedramd. In sprookjes heb je ook antropomorfe figuren, iets tussen mens en dier, met kleren aan. We zien dieren ofwel als knuffeldieren, als een schoothondje dat we zonder gêne op de mond kussen. Anderzijds heb je de wilde voorvader ervan, de wolf, die we uit de bos sen schieten, waar we bang voor zijn en die we willen domineren.”

Maar die wolf spreekt wel in sprookjes en heeft menselijke karaktertrekken. “Dat vind ik boeiend. Neem nu King Kong, die komt dikwijls in m’n werk voor, daar pro jecteert men menselijke eigenschappen op. Hij is teder, wordt verliefd op een vrouw. De echte beesten zijn eigenlijk de mensen die de behoefte hebben om hem te ketenen, er een circusattractie van te maken en uiteindelijk te doden. Natuur versus cultuur, mens versus dier. Ook de dierentuin is een manier om iets te domineren. Een soort biotoop waar je naar kijkt maar ook controleert.”

Er ligt hier ook een schedel van jezelf?

“Ik heb een botscan laten nemen en laten omzetten naar een 3D print. Als morbide grap zei ik tegen m’n dokter dat ik als laatste in m’n verzameling m’n eigen schedel zou willen hebben. Maar dit is verboden in België.”

Je maakt daarmee deel uit van een ganse reeks kunstenaars die memento mori werken hebben gemaakt.

“Ja, dat is vanitas, hé. Dat is een van de grote thema’s in de kunstgeschiedenis, die eigenlijk ook christelijk is, een stilleven met schedel en zandloper, juwelen, symbolen van de eindigheid van ons leven en die ons moeten waarschuwen dat we best in dit leven een zo vroom mogelijk bestaan leiden en dat het échte leven pas na de dood is.”

Gelukkig hebben de humanisten daar een andere visie op.

“Ik ben helemaal niet katholiek maar veel van die symbolen komen uit de religie en andere heidense rituelen.”

Caroline Pauwels hamerde voor ze stierf nog op de joie de vivre en carpe diem. “Ik geloof in the circle of life. Je bent hier tij delijk, je wordt ontbonden tot CO2 en stof, en dat blijft gewoon doorgaan. Ik vind dat eigenlijk een heel schone en troostende ge dachte. Ik hoef niet na m’n dood nog iemand tegen te komen, laat staan te reïncarneren in mens of dier.”

Maar je wil toch op een of andere manier herinnerd worden.

“Ja, schilderen is ook fighting death, hé. Het is een drang om iets te vertellen waarvan je hoopt dat het overblijft. Er is een zekere pro fileringsdrang mee gemoeid. Dirk Draulans schreef een tekst over de biologische drijfveer van een kunstenaar, hij zag het eerder als een pauw die z’n veren wijd openzet om de tegenpartij te imponeren.”

Het gaat toch ook wel over een boodschap die je wil overbrengen. Een boodschap die niet eenduidig is.

“Als je echt een zuivere boodschap wil mee geven kan je beter andere dingen doen, actie voeren of in de politiek gaan.”

Dat is niet de bedoeling?

“Nee, ik vind dat er nog genoeg poëzie moet in zitten, en dat het moet openstaan voor in terpretatie. Hoe duidelijker het is wat je werk wil vertellen, hoe slechter dat werk is want dat wil zeggen dat je uw betekenis vernauwt.”

STANDPUNTEN
11

Ik zie in jouw werk veel inspiratie uit de Griekse mythologie zoals het verhaal van Leda en de zwaan.

“Als je kijkt naar kunst uit de 17de en 18de eeuw, zijn er eigenlijk maar twee inspiratie bronnen: de mythologische verhalen en de Bijbel. Iets seksueel of gewelddadigs leidde tot duizenden schilderijen. Wanneer er stond ge schreven dat Maria de linkerborst ontblootte, dan gaf dat de legitimatie om duizenden schilderijen rond dit thema te maken. (lacht) Ook met geweld was dit zo. Neem nu Zeus die Leda probeert te verleiden, afgewezen wordt en transformeert in een zwaan als list om in haar armen te komen en zich aan haar te vergrijpen. Allerlei bestialiteiten en incest, de mythologische verhalen zijn mogelijks nog brutaler dan het Oude Testament. Maar het zijn oneindige bronnen van inspiratie doorheen de eeuwen.”

Verdiep je je dan ook die mythen?

“Ik ken die verhalen, ik lees die en die komen bij me binnen via de schilderkunst maar ik ben geen connaisseur van de Griekse mythologie. Ik raak het aan en het wordt onmiddellijk iets anders in m’n werk. Ik zeg altijd tegen m’n studenten dat je geen werk mag bedenken, je kan niet aan een tafel en denken wat je gaat maken. Het moet zowat binnenvallen. Ik heb periodes dat ik heel veel ideeën heb en andere periodes geen.

Lees je zelf veel verhaaltjes voor aan je zoon?

“Ja, ik lees die nu allemaal opnieuw. Het is wel gek dat die verhalen ook nu kunnen blijven bestaan. Je moet er eigenlijk wel veel uitleg bij geven zoals wanneer m’n zoontje vraagt ‘wat is een spinnewiel, of een molenaar?’ heel archaïsch allemaal, ik moet zelf ook al eens gaan googelen.”

Het is dan ook fascinerend dat die ver halen van generatie op generatie wor den doorgegeven steeds met een zekere boodschap.

“Heel vaak worden dezelfde verhalen in een andere vorm verteld met eeuwen ertussen. Wij als mensen zijn ook niet zoveel veran derd doorheen de eeuwen. De maatschappij rondom ons wel maar iedereen wordt nog steeds verliefd, heeft angsten, enzovoort. Alle menselijke emoties zijn nog steeds dezelfde als bij iemand uit de Middeleeuwen.”

Bedankt Tom!

Interview Tom Cools en Sarah Mistiaen

verhalen

BLIJVEN ONGEHOORD

Je hebt via diverse culturele expressie vormen gekozen om verhalen van gewone mensen te brengen. Waarom, wat drijft je daarbij?

Dominique Willaert: “Ik heb in de loop der jaren geleerd dat de klassieke, zeg maar burgerlijke media een zeer nauw spectrum van de samenleving belichten. De gewone mensen komen weinig aan bod, tenzij anekdotisch via bv. korte straatinterviews. Veel verhalen blijven ongehoord. In de media horen we bovendien meestal niet de mensen zelf aan het woord, maar wel experts die over hen en voor hen spreken. De media, zoals De Morgen of De Standaard, hebben veel mensen niets te bieden. Mij heeft het boek De onwetende meester van Jacques Rancière op dat vlak de

VEEL
12 STANDPUNTEN
GEMEENSCHAPPELIJKE
MENSEN HEBBEN NOOD AAN
VERHALEN

ogen geopend. Hij geeft kritiek op de klassieke pedagogie, waarbij de ‘meester’ aan de leer ling top-down aanleert hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Rancière vertrekt vanuit intel lectuele gelijkwaardigheid tussen meester en leerling. Hij stelt de meesterpositie in vraag, en gelooft dat mensen zichzelf emanciperen. De ‘meester’ daagt hen daarbij uit om zelf op ontdekking te gaan en tot leren te komen.

Dat heeft mij geïnspireerd om zelf met verha len van mensen aan de slag te gaan. Ik was op dat moment aan het werk in de hulpverlening. Ik werkte in Menen met mensen met een drugverslaving en leerde dat ze elk hun eigen verhaal hadden, dat ze zoveel meer waren dan hun verslaving, hun symptoom. In 1996

ben ik dan begonnen met De figuranten in Menen, en sindsdien heb ik steeds verhalen van onderuit proberen te brengen, verhalen van gewone mensen. Later hebben we dat ook met Victoria Deluxe gedaan in Gent. We brachten de verhalen van gewone mensen, met hen en ook door hen. Ik heb die verhalen vertaald naar het podium, maar het zijn niet mijn verhalen. Het blijven de verhalen van die mensen.”

Je brengt die verhalen, maar is het niet ook de bedoeling ze te vertalen naar een soort engagement? Je zegt zelf in je re centste boek, Dansen op een ziedende vulkaan, dat ‘democratische krachten in onze samenleving voor de uitdaging staan om samen met de burger nieuwe verhalen te ontwikkelen die de mensen motiveren en mobiliseren’.

“Ik treed niet in de plaats van die mensen, het gaat om de kracht van hun verhaal. Ik ben deze zomer gaan wandelen in de Den derstreek, in gebieden waar de mensen het moeilijk hebben en het gevoel hebben dat er niet naar hen geluisterd wordt. Het is al heel wat als men de tijd neemt om echt te luisteren, hun verhaal ernstig neemt.

Mensen hebben nood aan gemeenschap pelijke verhalen. We missen die verhalen in onze verbrokkelde maatschappij. Ik heb de tijd meegemaakt dat gezinnen samen naar tv keken. Met mijn ouders keek ik naar Spel Zonder Grenzen, of naar het interview van Maurice De Wilde met Léon Degrelle. Men kon er achteraf over discus siëren, men deelde een verhaal. Nu, in mijn gezin van vijf, kijken de kinderen elk apart op hun kamer naar hun programma’s. Er waren vroeger volkscafés waar generaties elkaar ontmoetten en van elkaar leerden. Als jongere stak je iets op uit de verhalen van oudere generaties. Maar de volkscafés verdwijnen, wat blijft zijn de hippere zaken voor goedverdienende middenklassers. De gemeenschappelijke publieke ruimte wordt zo uitgehold.

Bovendien kennen we al veertig jaar rege ringen van regenten, technocraten die het liberale economische bestel beheren zonder emanciperend verhaal. In de plaats komt een meritocratisch verhaal, waarbij iedereen op zichzelf teruggeworpen wordt. Voor wie uit de boot valt is er zo geen verhaal meer dat perspectief brengt. Het verhaal van collectieve lotsverbetering is ingeruild voor het streven naar individueel geluk. Wanneer 500.000 mensen op een of andere manier in ziek teverlof zijn kunnen we dat een collectieve

staking noemen. Ook dat is een boodschap die ernstig moet worden genomen.

Voor mensen die naar de rand van de maat schappij geduwd worden gaat het niet enkel om de materiële ontberingen. Er is een breed gedragen gevoel van verlies aan erkenning en waardigheid. Dat gevoel van erbij te horen en gerespecteerd te worden is heel belangrijk. Mensen die werken in precaire omstandigheden krijgen weinig loon, amper waardering, veel controle en bureaucratische rompslomp over zich heen. Daar komen dan nog eens zaken als coronamaatregelen bij. Als mensen dan hun toevlucht zoeken tot complottheorieën is dat ook een zoektocht naar zingevende verhalen, die verklaringen geven en zo mensen samenbrengen.

Het is dringend nodig dat we met een collec tief verhaal komen dat de noden en bekom mernissen van de mensen wel ernstig neemt en er probeert een antwoord op te bieden.”

Je hebt ongetwijfeld ook je eigen verhaal, een verhaal dat mee je engagement ver klaart.

“Inderdaad, ik ben afkomstig uit Geluwe, uit een eenvoudig gezin. Mijn vader was grensarbeider in Halluin, mijn moeder huis vrouw die nog wat probeerde bij te verdienen. Mijn grootvader was communist, hij was ondergedoken in de streek van Montpellier voor de verplichte tewerkstelling in Duits land tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar werd hij geholpen door communisten en is hij l’Humanité beginnen lezen. Terug in België is hij communist en abonnee gebleven en heeft zijn idealen doorgegeven aan mijn vader. Ik heb iets meegekregen van zowel die vrijzinnige, communistische kant als de katholieke kant via mijn moeder. Interesse en engagement voor en mededogen met de gewone mens, soberheid ook, en een geloof dat enkel strijdbare collectieve actie voor lotsverbetering kan zorgen. Ik kan ook sa menwerken met mensen van verschillende ideologische strekking en geloofsovertuiging.”

Hoe kunnen democratische politieke par tijen en andere politiek-maatschappelijke actoren zoals vakbonden tot dat wer vende, emanciperende verhaal komen? “Je moet luisteren naar de bezorgdheden van de mensen, en een verhaal brengen dat daaraan tegemoetkomt. Mensen gaan mee in zo’n verhaal, zolang ze merken dat hun bezorgdheden serieus genomen worden en er iets aan gedaan wordt. Extreemrechts komt in de parlementen waar ze vooral de belangen van het kapitaal verdedigen. Ze stemmen

13 STANDPUNTEN
© Yasmina-Besseghir

telkens resoluut tegen de verhoging van de minimumlonen. Dat was al zo in 1933, toen Goering een pact sloot met de voornaamste ondernemers in Nazi-Duitsland. Maar op het terrein doen ze wel alsof ze de vertolker en de verdediger van de gewone mens zijn.

Bij mijn tocht door de Denderstreek zag ik hoe het Vlaams Belang een sterk dienstbe toon uitbouwt. Ze delen voedselpakketten uit, brengen rozen naar de bejaarden en in Ninove openden ze een eigen café. Allemaal zaken die vroeger door de socialistische zuil werden georganiseerd maar teloor zijn ge gaan. Mensen kunnen bij hen hun verhaal kwijt, ze krijgen het gevoel dat naar hen geluisterd wordt.

Democratische partijen mogen dit niet aan extreemrechts overlaten. Ze moeten aan wezig zijn, luisteren naar de verhalen en beleid voeren dat het leven van die mensen sociaal verbetert. Veel van de mensen die extreemrechts stemmen zijn terug te winnen voor democratische partijen. We moeten een onderscheid maken tussen de leiders van extreemrechts en de mensen die voor hen stemmen. Die leiders construeren een verhaal dat lijkt tegemoet te komen aan de verzuchtin gen van de gewone mens, maar ondertussen zetten ze zwakkere economische groepen in de samenleving tegen elkaar op. Die verdeelen heersstrategie komt de kapitaals-groepen goed uit want bij blijven door de strijd aan de onderkant zelf buiten schot.”

Die grote ideologische en religieuze ver halen worden door de mensen toch op een heel eigen manier ervaren. Welke katholiek kent de officiële leer van de kerk, welke moslim kent alle finesses van de islam?

“Dat klopt. We vergeten dat mensen de re ligieuze en ideologische verhalen een eigen invulling geven, die verbonden is aan de concrete levenservaringen, noden en dromen van mensen. Die ruimte moet men hen geven. Als ideologieën die ruimte niet geven, als ze al wie niet strikt in de leer is vervolgen, dan krijg je autocratische regimes en dictaturen.”

Je spreekt in je boek over intersectionele klassenstrijd als uitweg voor de opge kropte maatschappelijke frustratie. Kun je dat wat uitleggen?

“Het huidige economische stelsel creëert tal van ongelijkheden. Vandaag kun je niet meer vertrekken van enkel de klassieke witte mannelijke arbeidersklasse om tot een eman cipatorisch verhaal te komen. Het kapitalisme is inherent op accumulatie gericht en brengt o.a. racisme, seksisme en uitbuiting van het leefmilieu met zich mee. Maar de tegenstel ling arbeid-kapitaal blijft essentieel. Maar je moet op zo’n inclusief mogelijke manier een 21ste-eeuwse klassenstrijd durven voeren.”

Hoe kunnen we erin slagen om tot die brede coalitie te komen? Hoe betrekken we de mensen die buiten het beschermde economische circuit vallen, zoals pakjes bezorgers, dienstencheckwerkers, mensen die illegaal tewerkgesteld zijn, met groe pen die het ook niet gemakkelijk hebben maar wel meer bescherming genieten?

“Dat is een interessante vraag. Richard Sen nett heeft hierover interessant werk geleverd. Hij heeft het over citizens, burgers van een samenleving en denizens, zij die geen rechten hebben en economisch ingeschakeld worden zonder er echt bij te horen. Er is wat hij noemt een precariaat ontstaan van rechte lozen die uitgebuit worden, mensen die de ondankbare jobs invullen tegen een karig loon in ondankbare omstandigheden. Onze Europese en nationale regeringen beschermen onvoldoende de vele rechteloze mensen in onze samenleving. Ook voor vakbonden is het bijzonder moeilijk om deze rechtelozen de nodige sociale bescherming aan te bieden.

Mensen die naar ons land migreren komen hieraan met hun eigen verhalen, maar stel len vast dat er weinig interesse is voor hun verhalen. Ze krijgen telkens te horen dat ze zich moeten aanpassen en dus moeten assimileren. We negeren op die manier de rijkdom aan verhalen die ze meebrengen. Omgekeerd krijgen de nieuwkomers weinig onze verhalen te horen, over de sociale en lokale geschiedenis die de dorpen en steden gemaakt hebben tot wat ze nu zijn. Inbur

gering gaat niet enkel over taal, maar ook over het uitwissen en delen van verhalen om dan in de vorm van luisteren en dialoog tot nieuwe verhalen te komen. We laten ons te veel opsluiten in discussies over verschillen en vergeten wat mensen universeel delen en naar verlangen, met name: het verlangen naar geborgenheid, naar sociale erkenning en bestaanszekerheid. Ik wil daarom eindigen met de oproep om sterker in te zetten op de verhalen die het hebben over wat we met elkaar willen delen, over de dromen en ver langens die we met elkaar gemeen hebben.”

Je hebt voor je project in de Denderstreek samengewerkt met het Vermeylenfonds. Wat mogen we daar nog van verwachten? “Volgend jaar publiceer ik een boek over de vele gesprekken die ik met mensen uit de Denderstreek had. We plannen ook een tournee door de streek waarbij we de mensen uit het boek met elkaar in gesprek laten gaan over zowel de noden, de verwachtingen en de dromen die deze mensen met elkaar delen.”

Hartelijk dank voor het gesprek. Nico Pattyn Dominique Willaert is regisseur, theater maker en een geëngageerde activist. Hij richtte mee de cultuurhuizen De Figuran ten in Menen en Victoria Deluxe in Gent op, waar hij ook tot 2021 artistiek leider was. Dit jaar verscheen van hem het boek Dansen op een ziedende vulkaan. Een on derzoek naar het onbehagen en de woede in onze cultuur.

GAAT NIET ENKEL OVER TAAL, MAAR OOK OVER HET UITWISSEN EN DELEN VAN VERHALEN 14 STANDPUNTEN
INBURGERING
15 Laat je verwonderen door De Bijloke Ontdek de vele concerten van seizoen 22 | 23 op bijloke.be Gebouwd in 1228 als hospitaal Heropend in 1988 als concertzaal Verrezen in 2020 als akoestische mijlpaal Seizoen 22 | 23 beleef je in Muziekcentrum De Bijloke Ledenvoordelen Vermeylenfonds 20% korting op een selectie van concerten. Info & tickets via vermeylenfonds.be with Elisso Virsaladze Boris Giltburg Lukáš Vondráček Abdullah Ibrahim Kris Defoort & Veronika Harcsa Tamara Stefanovich Keigo Mukawa Jonathan Fournel Anthony Romaniuk Bugge Wesseltoft & Henrik Schwarz François-Frédéric Guy & many more... 01- annonce - vermeylenfonds - A5 -15-11-2022-FPD.indd 1 14/11/2022 15:07:26

Tom Liekens (°1977) maakt monumentale schilderijen en houtsneden. Hij is gefascineerd door de weinig realistische wijze waarop fauna en flora worden voorgesteld op schilderijen, in sprookjes of in films. Ook de artificiële wereld van dierentuinen, natuurhistorische musea, curiositeitenkabinetten en jachtkamers vor men een blijvende bron van inspiratie. In zijn doeken geeft hij uitdrukking aan het dierlijke

in de mens en het humane in het dier. Liekens toont hoe wij ons verhouden tot de natuur en tot ‘andere’ dieren. Het werk zit niet alleen vol kunst en cultuurhistorische citaten maar verwijst impliciet ook naar de actualiteit. Voyeurisme, bestialiteiten, seks, macht en geweld in een soort van magische wereld. De fascinerende zwart-wit doeken van Liekens ogen zowel provocerend als mysterieus.

foto's boven links Congo Room, 2014 onder links Matador,2022 onder midden Parrots, 2022 rechts The Trophy, 2013

Nooit in de wereldgeschiedenis werd er meer gelezen dan vandaag. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat springt ons oog van tekst naar tekst. Vlak na ons ontwaken bekijken we onze socialmedia-accounts, we controleren de houdbaarheidsdatum van de fles melk vooraleer een vleugje melk bij de koffie te gieten, voor we de deur uitgaan gaan we via een app na wanneer onze trein vertrekt en onderweg naar het station krijgen we een myriade aan reclameboodschappen door de strot geramd.

Paradoxaal genoeg gaat de leesvaardigheid er bij grote delen van de bevolking in rasse schreden op achteruit. Vele mensen lijken verleerd te zijn hoe zich met de nodige aandacht en nauwgezetheid te richten op langere teksten of zijn er zelfs nooit toe gekomen dit te leren. Dan liever scrollend en twitterend door het leven, ploeterend in de ondiepe poel der onwetendheid. Deze achteruitgang wordt ook wetenschappelijk gestaafd. Sinds 2006 doet Vlaanderen mee aan de internationale PIRLS-onderzoeken (Progress in International Reading Literacy Study) die de leesvaardigheid van leerlingen in het vierde leerjaar in kaart brengen. Uit het onderzoek van 2016 bleek dat geen enkele andere onderwijsregio in tien jaar tijd sneller achteruit ging dan Vlaanderen, en het blijft dan ook bang afwachten hoe dramatisch de resultaten van de nieuwe PIRLS-onderzoeken zullen zijn die midden 2023 bekend gemaakt zullen worden. Verwacht wordt dat de dalende leesvaardigheid zich zal verder zetten.

Maar hoe problematisch is dat nu juist? Waarom is lezen zo belangrijk? En welke toekomst heeft lezen nog? Ruud Hisgen en Adriaan van der Weel presenteren de resultaten van hun zoektocht in De lezende mens, een razend interessant boek dat in zeven hoofdstukken de onderliggende betekenis van het lezen voor ons eigen welzijn en onze democratische samenleving blootlegt.

De auteurs onderscheiden drie vormen van lezen: het bladerend lezen waarbij je oog vluchtig over de tekst gaat, het immersief of geabsorbeerd lezen waarbij je de tekst weliswaar volledig afgraast maar niet in opperste concentratie, en tot slot het diepe lezen, de meest grondige vorm van lezen waarbij je je analytische en kritische vermogens aanspreekt. Vooral dit diepe lezen, zo sterk verbonden met het lezen van boeken,

staat onder druk. Het opbrengen van geduld en van doorzettingsvermogen, noodzakelijke voorwaarden voor het aandachtig lezen van een boek, zijn in tijden van een overaanbod aan prikkels en vrijetijdsmogelijkheden alles behalve evident.

Vervolgens komt het eigenlijke leesproces aan bod. Lezen is de complexe vaardigheid van het ontcijferen van gecodeerde boodschappen, die, eens we deze onder de knie hebben, onze cognitieve relatie met onszelf en onze wereld radicaal verandert. Op een verhelderende manier zetten de auteurs uiteen wat de elementen zijn die het lezen als handeling praktisch mogelijk maken en wat de effecten zijn van lezen op de geest van de lezer. Maar er valt nog meer interessants te rapen in dit boek. Het verhaal van de evolutie van het boek is ronduit fascinerend, met als belangrijkste gebeurtenissen de uitvinding van de drukpers in de vijftiende eeuw en de leesrevolutie in de tweede helft van de negentiende eeuw. En ook de effecten van de schermcultuur die in de twintigste eeuw zijn intrede deed en de huidige leescrisis mochten niet ontbreken.

In het laatste hoofdstuk van De lezende mens vatten de auteurs nog eens de voordelen samen die het diepe lezen te bieden heeft. Zo stelt het ons in staat kritisch te reflecteren op ons eigen handelen en dat van anderen, bevordert het ons abstracte denken, maakt het dat we zelf beter kunnen beargumenteren en behoedt het ons voor de onzin van charlatans en demagogen.

Beloningen te over dus voor de aspirantmeerlezer, maar hoe krijg je iemand die niet intrinsiek gemotiveerd is aan het lezen? De auteurs geven vijftien suggesties waarmee ze mensen meer aan het lezen willen krijgen. Deze waaieren helaas wat alle kanten uit en houden weinig rekening met de drempels die overwonnen moeten worden. Er vallen dus geen wonderoplossingen te rapen, al dienen we het gebrek hieraan de auteurs niet aan te wrijven.

De finale verantwoordelijkheid om tot oplossingen te komen ligt bij de overheden. Slagen deze hier niet snel in het tij te keren, dan zullen de gevolgen voor de arbeidsmarkt en voor ons democratisch bestel dramatisch zijn. Het leesoffensief dat in december 2020 door minister-president Jambon en minister Weyts in Vlaanderen werd gelanceerd, is alvast een stap in de goede richting, maar het succes ervan staat of valt met de middelen die hiervoor vrijgemaakt worden. Afwachten dus. Lees in de tussentijd al eens een boek. ‘Een diepe lezer heeft meer kans op een langer en gezonder leven, in geestelijk welzijn en met maatschappelijk succes.’ Nu weet u dat ook.

De lezende mens. De betekenis van het boek voor ons bestaan, Ruud Hisgen & Adriaan van der Weel, Atlas Contact, 2022

18 RESENCENT
Recensent

GEBRUIK DE KORTINGSCODE DNG202204 IN JE WINKELMANDJE.

DE MYTHEN VAN PLATO

VERHALEN VOOR ALLE TIJDEN

De vastgeketende mensen in de grot, de wa genmenner van de ziel, de bolletjesmensen van Aristophanes, de Nobele Leugen, het verzonken Atlantis... Plato, de filosoof die een rationele dialoog als de enige weg naar de waarheid beschouwde, is ook de auteur van meerdere fantastische verhalen die zo tot de verbeelding spreken dat ze een vaste plaats hebben gevonden in het westerse col lectieve geheugen. De vertellingen moesten de denkbeelden van Plato aanschouwelijk maken en geven tot op de dag van vandaag aanleiding tot reflectie en speculatie. Referentie: 9789463403214

DRIE STERKE VROUWEN

Naar een Japans volksverhaal. Een verhaal over veerkracht, wilskracht en de kracht van de verbeelding Spierballen en een dikke nek, dat zijn de grootste troeven van de beroemde worstelaar Eeuwige Berg. Als de koning hem uitnodigt om deel te nemen aan een worstelwedstrijd, is hij al zeker van zijn overwinning. Tot hij Malala, Razanna en de oude Anna tegen komt, die tot zijn grote verbazing véél sterker zijn dan hijzelf... Zij leren hem alles over veerkracht, wilskracht en de kracht van de verbeelding. Naar een Japans volksverhaal. Opgedragen aan de Russische journaliste en mensenrechtactiviste Anna Politkovskaja (1958-2006), de Palestijnse verpleegster Ra zan al-Najjar (1997-2018), en de Pakistaanse kinderrechtenactiviste Malala Yousafzai (1997). Uitgave i.s.m. walpurgis Referentie: 9789075175929

BLIJF BIJ ONS

'Blijf bij ons' is de kreet van de tv-presentator waarmee hij de kijkers aanspoort niet weg te zappen. Maar het is ook een roep tegen eenzaamheid. Eenzaamheid wanneer men sen langs elkaar heen praten, zoals in de langzamerhand doodgebloede relatie tussen de tv-presentator en zijn partner Andrea. Marek Šindelka legt haarfijn de kracht van de taal bloot en confronteert ons met alle ongemakken, venijnigheden en de daar uit voortvloeiende hilarische momenten, kortom de miscommunicatie die tussen de moderne mensen bestaat en waarop relaties stuklopen. Of zoals Šindelka zelf zegt: 'We hebben de ander nodig om onszelf te zien.

Desondanks krijgen we een vertekend beeld en onze relatie wordt er een van ongelukkige afhankelijkheid die niets goeds kan brengen.'

Referentie: 9789491738425

EEN HART VOL VERHALEN

Voorleesboek voor ouderen 12 sfeervolle en toegankelijke verhalen be stemd voor ouderen die niet meer zelfstandig lezen en die de periode 1920-1950 opnieuw tot leven brengen.

Mantelzorgers, vakkrachten en vrijwilligers uit de zorg kunnen de verhalen voorlezen. Door het napraten over de verhalen komen voorlezers opnieuw met hun luisteraars in contact. Ook onderling raken de luisteraars bijna vanzelf in gesprek over hun leven. Ver halenvertellers kunnen door gebruik van hun lichaamstaal de verhalen nog verduidelijken en verlevendigen. Bij ieder verhaal is een hel dere, warme illustratie opgenomen die nauw aansluit bij de tekst. De illustraties zijn, ook op zich, het bekijken en bespreken waard.

Referentie: 9789088501647

VERTEL !

Verhalentherapie voor kinderen en jongeren Vertel! is een indrukwekkend pleidooi om verhalen een belangrijke plaats te geven in de psychotherapie met kinderen. De werkwijzen en methodieken die Thea Giesen beschrijft zijn vernieuwend en origineel. Zij put daarbij uit een rijke ervaring. De vele voorbeelden en de heldere beschrijving van de proces sen maken van Vertel! een hoopgevend en toegankelijk boek.

Referentie: 9789088508370

19 BOEKEN
EXC.VOOR AVF-LEDEN! 20 % KORTING OP OP DEZE BOEKEN. www.epo.be/nl/12-boekenportaal

In deze rubriek leggen we nadruk op het positieve in onze kleine en grote wereld. We brengen enkel goed nieuws met veel zwarte en witte humor, cadeautjes, weggeefacties, twitteroptimisten, facebookclowns en nog veel meer… Heeft u ook heugelijk nieuws te melden, mail dan naar sarah@vermeylenfonds.be want “Optimism is a moral duty!”

IN DE WIND VAN VRIJHEID...

Een kort kopje, van de ene dag op de andere. Meestal is dat een teken van een ingrijpende ge beurtenis in je leven of een nieuw begin. Is dit bij jou ook zo?

“In mijn land van herkomst, Iran is het een oude traditie dat wanneer iemand een geliefde verliest, mannen hun baard laten groeien en vrouwen hun haar kort knippen, wat symbool staat voor opoffering en solidariteit met de overleden familie. Ik volg deze traditie om te laten zien dat ik ook in rouw ben. Het knippen van haar is niet alleen symbool voor de pijn van rouw, maar ook een teken van "protest". Ik hoop dat de vrouwen in mijn land hun haar lang genoeg zullen laten groeien om het vrolijk te laten zwaaien in de wind van vrijheid.”

Wat denk jij over deze symbolische actie waar duizenden vrouwen overal ter wereld aan deelnemen?

“Ik apprecieer al mensen die vanuit de grond van hun hart meeleven met vrouwen in Iran. Ik geloof dat alle vrouwen over de hele wereld een of andere vorm van discriminatie hebben ervaren, ze herkennen en voelen de problemen van andere vrouwen. Deze actie maakt ons bewust over de problemen van vrouwen in landen zoals Iran en Afghanistan. Ik dacht aanvankelijk dat deze actie meer ging over en voor vrouwen, maar ik realiseer me langzaamaan dat dit niet langer het geval is.”

Zal dit iets uitmaken voor de vrouwen in Iran zelf? “Ik weet het niet, de toekomst zal het tonen, er zijn verdeelde meningen over. Echter, ik schaam me omdat ik mijn haar niet eerder heb geknipt voor de mooie Afghaanse meisjes die elke dag worden vermoord op weg naar school of in de school zelf. Ik ben in mijn stilte bedroefd voor alle vrouwen en meisjes die pijn lijden of zinloos zijn vermoord of zelfmoord plegen om aan hun benarde situatie te ontsnappen.”

Is deze actie voldoende om iets te veranderen, denk je? “Er is veel werk aan de winkel voor vrouwen over de hele wereld. We mogen niet toestaan dat die protesten en acties door politici worden gekaapt.”

Zijn er ook mannen die op straat komen om te protesteren? “Blijkbaar zijn er nu meer mannen dan vrouwen op straat maar vooral voor hun eigen “agenda’s”. Vrouwen protesteren nog steeds op school of universiteit of vanuit hun ramen thuis.”

Hoe zie je de komende maanden? Waar hoop je op? “Ik hoop dat er de komende maanden in Iran en in andere delen van de wereld vrouwen en mannen in vrede en vrijheid kunnen leven, dat er geen buitenlandse sancties meer tegen dit land zullen zijn, zodat Iraniërs meer vrede en rust hebben. Ik hoop dat vrouwen hun recht zullen verwerven om hun kleding vrij te kiezen. Ik wens geen rouw meer maar wel meer leven, en vrijheid.”

Kajal foto Philippe Rombouts

ALLES WAT JE ALTIJD AL WOU WETEN OVER POETRY SLAM...

Misschien vraag je je af wat Poetry Slam eigenlijk inhoudt? Of begrijp je niet zo heel goed waarom uw Vermeylenfonds daar net zo fel op inzet?

Zo hard zelfs, dat we het Belgisch Kampioenschap - beter bekend als CBK Poetry Slam - organiseren en de voorrondes overal in België mee faciliteren en ondersteunen.

Alles hierover op onze gloednieuwe site cbkpoetryslam.be

20 GOED NIEUWS
Goed Nieuws

DE BOON 2023

Het Vermeylenfonds wil bijdragen aan dat feest van het boek en de literatuur.

De Boon is de Vlaamse prijs voor de beste Nederlandstalige boeken. Na Oostende ontvangt Stad Gent de Boon in 2023. Op 23 maart 2023 zullen de Boon voor kinder- en jeugdliteratuur en de Boon voor fictie en non-fictie uitgereikt worden. Naast de vakjury is er ook ruimte voor een publieksprijs. De longlist staat op de website van de BOON https://www.deboon.be/. Lezend Vlaanderen zal via CANVAS en DE STANDAARD uitgenodigd worden om de uiteindelijke winnaar te kiezen van de publieksprijs. Het Vermeylenfonds is kandidaat om daarmee aan de slag te gaan.

De vijf door de vakjury gekozen boeken worden in januari per mail en op onze website meegedeeld. Met die vijf boeken willen we aan de slag: in leesgroepen, in plaatselijke afdelingen, in tijdelijke ver gaderingen… laat je fantasie de vrije loop en organiseer, overleg en discussieer, deel jullie ervaring en leesplezier, en kies.

Laat vooraf weten aan het DAK (info@vermeylenfonds.be) wat jullie van plan zijn.

We hopen zo bij te dragen om de goesting voor het lezen aan te zwengelen. Lezen is weten, beleven en deel uitmaken van de nieuwe gemeenschap.

We moeten niet alleen het graf van Vermeylen restaureren, we willen ook zijn taak verder verwerkelijken.

SLAM

Boksen zonder handschoenen maar met woorden? In 2021 organi seerde het Vermeylenfonds voor de eerste keer het Belgisch kampioen schap – Championnat belge poetryslam. Tien van de beste slammers uit het land klauterden op het podium van de Arenbergschouwburg in Antwerpen en kregen drie minuten om jury en publiek te overtuigen. Slam poetry, of spoken word zo u wil, werkt zich meer en meer op in het kunstenveld en dat gaat niet onopgemerkt voorbij. Met deze bloemlezing krijgt u een zicht op het kruim van ’s lands slammers. Verkrijgbaar via www.epo.be, Vermeylenfonds.be en in de boekhandel! Referentie: 9789462674103

DE KRACHT VAN VERHALEN

Onze geest heeft vertelling nodig. Verhalen vertellen is een oude kunstvorm en een waardevolle vorm van menselijke expressie. Het is een interactieve manier van com municeren, presenteert een verhaal en stimuleert de actieve ver beelding van de luisteraars. Verhalen vertellen verveelt nooit, onze geest heeft vertelling nodig en verhalen voeden onze hersenen met ideeën, waarden en overtuigingen. Het kan van invloed zijn op hoe we denken, hoe we beslissingen nemen en hoe we anderen kunnen overtuigen met onze ideeën.

Sterke verhalen zijn onmiskenbaar geestvormend. Vroeger én nu. Wereldwijd! Goede storytelling - en de motiverende kracht die ervan uitgaat - is een niet te verwaarlozen gerief. Het mag dan ook niet verbazen dat er niet één cultuur bekend is die zónder vertellen - ongeacht de vorm - het menselijk verlangen naar "... en toen?" aan wakkert. Omdat de vaart der volkeren steeds startte bij een verhaal is Vermeylenfonds blij mee te mogen doen met het Erasmus+ project rond het uitwisselen van Europese (volks)verhalen.

‘De kracht van verhalen’ wordt gecoördineerd door AIFED (Spanje) en uitgevoerd met de partners uit Bulgarije (CPMF) en Griekenland (EILD) en België (VERMEYLENFONDS).

GOED NIEUWS 21

Een greep uit het aanbod...zin in méér? Kijk op www.vermeylenfonds.be of facebook.

Nieuwjaarsreceptie 17/12/2022

Georganiseerd door: VF Kortrijk Locatie: Mozaiek, Overleiestraat 15A, KORTRIJK Schrijf online in: mjkerckhove@telenet.be

Gin & Tonic Tasting 19/12/2022 19u00 - 23u00

Op de Gin & Tonic Tastings van Bottles on Board – Kurt’s Boutique proef je van gins, tonics en garnituur onder de kundige leiding van Kurt Heddebauw. Je komt meer te weten over de verschillende smaken, het productieproces, de verschillende categorieën van gin, de geschiedenis van gin en tonic, enz. Een demonstratie “perfect serve” kan uiteraard niet ontbreken, daarna kunnen alle deelnemers zelf aan de slag! Je proeft per persoon 6 vakkundig door jezelf klaargemaakte “mini” suggested serves van 2 cl gin, een halve fles tonic, ijs en aangepaste garnituur. Tussendoor vertelt Kurt honderduit over gin en over tonic en projecteert hij uitleg en beelden op scherm of via een QR-code op je eigen smartphone.

Georganiseerd door: VF Oostende Locatie: VLC De Geuzetorre, Kazernelaan 1, 8400 OOSTENDE Prijs: € 30 Info: katie.vancauwenberge@telenet.be

Foto tentoonstelling Brand 7/1/2023 tot 15/1/2023:

In 2023 is het 40 jaar geleden dat de afdeling Gent-centrum werd opgericht. Om dit te vieren gaan er gedurende dat jaar meerdere activiteiten door. Kijk op de website of FB voor meer info.

Met de fototentoonstelling Brand willen wij de strijd tegen censuur onder de aandacht brengen. Bekende en onbekende lezers laten zich fotograferen met een gecensureerd boek dat hen heeft ontroerd, een boek waarvan ze hopen dat het opnieuw gelezen wordt. En opnieuw. En opnieuw.

Locatie: Hof Van Ryhove, Onderstraat 22, Gent.

Organisatie: VF Gent

Hou alvast 18 maart 2023 vrij in je agenda! 18/3/2023

Algemene vergadering en viering 40-jarig bestaan afdeling VF Gent. Zaterdag 18 maart is dag op dag 40 jaar na de oprichting van de afdeling Gent. Dit wordt gevierd met o.a. een optreden van Quatre au Quai met het programma ‘Alors on chante’.

Locatie: Herberg Macharius, Coyendanspark 1, Gent

Kijk op www.vermeylenfonds.be voor meer info en inschrijvingen voor de Algemene vergadering en viering van VF Gent. Première van de documentaire over August Vermeylen.

22 VERSLAG
Impressie van een workshop ‘Levend model’ georganiseerd door Kruy3. Meer info kruy3. be. foto Jean Pierre Drubbels
Agenda
Verslag

"Catalaanse Labyrint" van Sarah de Vlam werd voorgesteld. Auteur Sarah De Vlam ging in gesprek met historicus Kas Swerts (NISE/ ADVN) en Christiane Stallaert (UAntwerpen, auteur van Het verdriet van Spanje). Uitgever en Cataloniëliefhebber Karl Drabbe modereerde het panelgesprek. Vervolgens ging auteur Sarah De Vlam in dialoog met Carles Puigdemont, voormalig minister-president van Catalonië.

Fotograaf en kunstenaar Benny De Grove stelde tentoon op 3 locaties met 3 verschillende reeksen.

In een heuse samenwerking met August Vermeylenfonds Oudenaarde, Willemsfonds Ronse, HuisvandeMens Ronse, Vrijzinning Centrum Liedts. foto Paul Teerlinck

Boekvoorstelling ‘Hou me vast’ U kunt het boek bestellen door overschrijving van € 18,5 plus € 6 verzendingskosten op het rekeningnummer van MENSEN IN NOOD – BE71 9733 4752 5469. Het kan ook afgehaald worden. Mail naar luc.curieus@gmail.com of bel: 0477 47 58 73.

De opbrengst van de verkoop van ‘HOU ME VAST’ gaat integraal naar MENSEN IN NOOD, de eigen vereniging van Carolina en Luc waarmee ze mensen helpen die in armoede leven. foto Jean Pierre Drubbels

Afdelingen Lievegem, Eeklo en Sint Laureins organiseerden een boeiende avond rond de loverboys-problematiek. Een zorgwekkend fenomeen van seksuele uitbuiting van jonge kwetsbare meisjes in Vlaanderen.

Wie zijn deze tienerpooiers en hoe gaan ze te werk, wat is er nodig om hen te identificeren en hen aan te pakken? Wat is het profiel van de jonge meisjes en jongens die gemakkelijk slachtoffer worden van loverboys? Wat zijn de actuele aanpassingen binnen de wetgeving en wat kan beter binnen de zorgsector in Vlaanderen? Hoe gaat PAYOKE te werk om deze jonge slachtoffers te helpen?

Het verhaal van mensenhandel met Patsy Sörensen, oprichtster van Payoke

Foto Lucas De Clerck

23 VERSLAG
VF Lievegem uitstap Middelburg, foto's Jean Pierre Drubbels Expo 'Joris Taeymans Leeft' Afdeling Mol

Frank Van Laecke

Acteur – scenarist – regisseur

Als het thema van dit nummer “De kracht van verhalen doorheen verschillende creatieve disciplines” is dan is een interview met Frank Van Laecke als het ware een must. Niet enkel omdat hij als scenarist en regisseur een begenadigd verteller is. Ook zijn levensloop en avontuur naar het theater toe is op zijn minst een merkwaardig verhaal.

Frank Van Laecke: “Ik was nog heel klein toen ik bijna wekelijks samen met mijn ouders het theater, de KNS in Gent, het volkstheater de Minard of de opera ging. Ik was toen erg gefascineerd door wat daar allemaal gebeurde. Ik ging ook vaak mee met mijn meter (de zus van mijn moeder) die actrice was, naar de repetities. Ik voelde meteen dat dat de wereld was waar ik thuishoorde. Ik was denk ik nauwelijks vijf jaar.”

Je hebt dan later een opleiding gevolgd in het conservatorium of het RITCS?

Frank Van Laecke: “Nee, ik mocht niet van mijn ouders. Die wilden dat ik advocaat zou worden. Uiteindelijk ben ik leraar moraal geworden en heb ik tien jaar les gegeven in het buitengewoon beroepsonderwijs. Ik nam toen wel geregeld enkele maanden verlof zonder wedde om in het theater te kunnen werken want dat was eigenlijk wat ik wilde doen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.”

Toch is het uitzonderlijk denk ik dat iemand zonder toneelopleiding het brengt tot één van de meest succesvolle regisseurs in Vlaanderen.

Frank Van Laecke: “Misschien wil dat zeggen dat opleiding niet alles is. Luc Philips bijvoorbeeld heeft nooit een opleiding gevolgd omdat dat in zijn tijd nog niet bestond in Vlaanderen maar later heeft hij wel zelf les gegeven. Mijn opleiding kreeg ik in het veld. Ik heb immers heel veel geleerd van de mensen met wie ik samenwerkte, met wie ik speelde of die mij regisseerden, veel gestolen met mijn ogen en oren. Ik was zeer leergierig. Ik heb geen theoretische opleiding gehad maar in de praktijk heb ik veel geleerd. Ben ik via een omweg op het juiste pad gebracht? Misschien was dat verbod dan toch zo slecht niet.”

Hoe ben je dan in het theatercircuit terecht gekomen?

Frank Van Laecke: “Door veel te spelen zowel in het amateur- als in het beroepstheater en door de juiste mensen tegen te komen die me vertrouwden. Ik was nog vrij jong, een twintiger, toen ik werd gevraagd om scenario’s te schrijven voor het toen erg populaire hoorspel op radio 2, het Koekoeksnest. Het programma had meer dan een miljoen luisteraars. Van daaruit ben ik dan voor televisie gaan werken onder meer als scenarist van FC De Kampioenen. Gedurende de eerste zes jaar heb ik meer dan twintig afleveringen geschreven maar dan was voor mij het vat af. Het was geen uitdaging meer. Ondertussen bleef ik wel actief in het theater, als acteur maar ook als regisseur. Zo leerde ik Gert Verhulst kennen met wie ik nu al meer dan dertig jaar samenwerk. Ik heb trouwens zijn eerste kerstshows geregisseerd. Met de musicalafdeling van het Ballet van Vlaanderen kwam ik in contact doordat de voorzitter van de Raad van Bestuur,

Marcel Van der Bruggen, naar de voorstelling Equus van Peter Shaffer was komen kijken. Dat stuk had ik geregisseerd en hij was blijkbaar zo onder de indruk dat hij aan artistiek directeur Linda Lepomme vroeg om mij te contacteren. Aanvankelijk dacht ik dat Linda Lepomme me uitnodigde om een rol te spelen in de musical Me and my Girl maar ze vroeg me om een regie te doen. En zo heb ik tal van musicals geregisseerd voor het Ballet van Vlaanderen. Om mijn loopbaan in het theater samen te vatten: het was aanvankelijk mijn bedoeling om acteur te worden maar uiteindelijk ben ik geëvolueerd naar scenarist en regisseur, wat me blijkbaar goed ligt.”

En vooral succesvol blijkt te zijn. Je hebt tal van prijzen gewonnen zowel in binnen- als buitenland.

Frank Van Laecke: “Ja en ik ben heel blij met die erkenning. Dat doet deugd. Maar ik sta daar niet bij stil. Ik relativeer dat ook heel sterk. Die erkenning garandeert immers niet dat ik de volgende producties zal maken terwijl ik op mijn rug lig. Je start altijd opnieuw met een wit blad papier.

24 BV
© Luc Monsaert
BV
De conclusie moet in de duisternis van de zaal liggen en niet in het licht van de scène

Dat brengt ons bij je recenter werk. Vorig jaar was de musical 40-45 te zien. Je was daarvan zowel de scenarist als de regisseur. Het moet toch een hele uitdaging zijn om zo’n omvangrijk onderwerp als de tweede wereldoorlog te willen samenvatten in een musical van enkele uren. Hoe begin je aan zoiets?

Frank Van Laecke: “Door veel te lezen. Uit die lectuur haal ik de topics die ik in de voorstelling wil brengen. Als we de tweede wereldoorlog als voorbeeld nemen zijn de collaboratie, het verzet en de Jodenvervolging de grote pijlers. Hoe krijg je die thema’s in een verhaal waarmee het publiek emotioneel kan meeleven? Door de ogen van dertig personages? Dan wordt het wel erg fragmentarisch. In zoveel personages verdrinkt de toeschouwer. Dus je plaatst het hele gebeuren in één huisgezin: vader, moeder en twee zoons die ook twee goeie vrienden zijn. De ene kiest de kant van het verzet, de ander die van de collaboratie. Je focust dus op vier personages om die hele oorlog te vertellen. Het volgende project dat in maart volgend jaar in première gaat, Red Star Line, vertelt het episch verhaal van miljoenen mensen die op zoek gaan naar een nieuwe wereld. Ook hier zoemen we in op een gezin waarbij iemand de stap waagt, een ander blijft thuis en een derde personage reist achter. Met een handvol personages vertel je een verhaal dat miljoenen mensen overkomt. En met die personages kan je meeleven. Met veel meer personages heb je de tijd niet om die te leren kennen en is inleven of meeleven vrijwel onmogelijk.”

Wil je met theater een boodschap overbrengen?

Frank Van Laecke: “Boodschap is wel een erg moralistisch woord. Eigenlijk wil je met theater gewoon iets vertellen en geef je altijd op een bepaalde manier een standpunt mee. Niet zo lang geleden heb ik een statement moeten maken in een operahuis waar men probeerde om mij te censureren. Nu, elke vorm van theater is in feite politiek, altijd, en censuur is de ergste politieke daad. Degene die zegt ‘in mijn theater geen politiek’ doet op dat moment de meest politieke uitspraak. Je vertelt altijd wat je denkt of voelt maar je geeft dat niet mee als boodschap waarmee iedereen dan akkoord gaat. Het publiek moet ook actief kunnen beleven en dus meedenken met wat er op de scène gebeurt. Theater is interessant als het associatief is en niet concluderend. Met andere woorden: de conclusie moet in de duisternis van de zaal liggen en niet in het licht van de scène.”

Je bent blijkbaar geen voorstander van het zogenaamde geëngageerde theater dat in de jaren 1970 vrij populair was. Denk maar aan de Internationale Nieuwe Scène, De Mannen van den Dam, Het Trojaanse Paard…

Frank Van Laecke: “Oh jawel! Ik ben absoluut voorstander! Maar dat betekent niet dat theater steeds een pamflet moet worden. Ik heb ook een periode gehad dat ik vond dat ik politiek correct moest zijn en mezelf verplichtte een of ander statement in de voorstelling te verwerken. Daar ben ik van afgestapt. Niet dat het niet meer gebeurt maar het opleggen aan mezelf dat doe ik niet meer. Ik wil een verhaal vertellen zoals ik het voel en mijn hart en mijn intuïtie zijn mijn leidraad. Dat zijn mijn gidsen, die vertellen me wat ik moet schrijven en mijn filosofie en gedachtegoed reizen mee in dat proces. Onlangs is er een polemiek geweest rond een aantal afleveringen van de serie FC De Kampioenen die niet meer mochten vertoond worden omdat er in die afleveringen her en der een racistische of seksistische ondertoon zou zitten. Geen enkele afleveringen die ik geschreven heb is geschrapt waaruit ik in alle bescheidenheid besluit dat mijn kompas op dat moment wel juist zat. Ik zeg daarmee niets over die andere afleveringen, ik spreek daar geen oordeel over uit. Ik wil alleen maar zeggen dat emotie en intuïtie een grote rol spelen bij je kunstcreatie.”

Daarnet vertelde je dat tijdens de voorstelling de toeschouwers zich moeten kunnen inleven of meeleven met de personages op de scène. Volgens de Griekse filosoof Aristoteles zou die beleving louterend werken. Hij noemde dat catharsis wat vrij vertaald uit het Grieks reiniging betekent.

Frank Van Laecke: “Elke vorm van kunst kan leiden tot een catharsis. Je kan bijvoorbeeld ontzettend ontroerd worden door een schilderij. Ik heb het geluk te kunnen meewerken aan een kunstproject van Hans en Joost Bourlon. Hans is één van de stichters van studio 100 maar vooral een grote kunstliefhebber. Het project heet Kunstuur. Momenteel loopt de vierde editie in de Heilige Geestkapel in Mechelen. In het project dat exact een uur duurt, wordt de toeschouwer ondergedompeld in een universum met enkel schilderijen waardoor je aan de rest van de wereld niet meer kunt denken. Het is opvallend hoe ontroerd sommige mensen uit de zaal komen. Ach, van elke vorm van kunst kan je een catharsis krijgen, daar ben ik van overtuigd.”

Kun je toch wat meer uitleg geven over het kunstproject ‘Kunstuur’?

Frank Van Laecke: “In de tentoonstelling hangen prachtige schilderijen geselecteerd door Hans en Joost Bourlon uit de periode 1850-1950. Bij elke schilderij verschijnt een hologram van bekende en minder bekende Vlamingen die een heel persoonlijk verhaal vertellen over hun band met het kunstwerk of kunstenaar. Wim Opbrouck bijvoorbeeld vertelt over zijn geboortestreek en dan zie je effectief een schilderij van die geboortestreek. Je kunt bijna voelen wat hij voelt op het moment dat hij het aan het vertellen is. Zo krijg je een connectie met het schilderij, word je op details gewezen die je anders over het hoofd ziet, krijg je inzicht in de bedoeling van de schilder… De groep bestaat uit maximum acht personen, uitleg krijg je via een koptelefoon en een draagstoeltje zorgt voor comfortabele rust. Ik kan je het enkel aanraden, bezoek de tentoonstelling, je zult het je niet beklagen.”

En zo geschiedde… met mijn echtgenote heb ik inderdaad de tentoonstelling bezocht en de beleving overtrof alle verwachtingen. Subliem project! Dank Frank voor de raadgeving en natuurlijk ook voor het boeiende gesprek.

Interview Johan Notte

Info en tickets kunstuur: hetkunstuur.com.

Info RSL: redstarline.nu

25 BV

De dichter, de schilder en de dief

Op 21 augustus 1911 stelt een vroege be zoeker van het Louvre te Parijs vast dat de Mona Lisa is verdwenen. ‘Le Gil Blas’ van 9 september 1911 schrijft over deze specta culaire diefstal: Une arrestation sensationnelle: un jeune écrivain connu, M. Guillaume Apollinaire, a été arrêté hier. L’enquête du service da la Sûreté relative à la disparition de la Joconde n’a pas, à proprement parlée, amené jusqu’ici de résultat définitif. Mais un coup de théâtre s’est néanmoins produit.

Het verhaal dat zal leiden tot deze aanhou ding begint in 1905 wanneer de 31-jarige Apollinaire, die vandaag beschouwd wordt als één van de grootste Franstalige dichters, bevriend wordt met de Belg Géry Pieret die evenals hij werkte bij de ‘Journal des rentiers’. In datzelfde jaar ontstaat ook een nauwe band tussen Apollinaire en Picasso, een andere speler in dit verhaal; vanaf april van dat jaar corresponderen ze uitvoerig.

Géry Piéret werd volgens de documenten van de ‘Cour d’Assises du Département de la Seine’ geboren te Merchtem (Brabant) op 22 oktober 1884, maar een andere bron spreekt van Merksem bij Antwerpen. Dat illustreert ongeveer het probleem rond de kennis van zijn biografie; er hangt een dichte mist rond hem: hij gebruikt verschillende namen, schrijft brieven door hem ondertekend, die mogelijk niet van hem zijn, geeft verblijfplaatsen op die niet kloppen, enz. Zo had Pieret zich bij Apollinaire uitgegeven voor de stiefzoon

van advocaat-generaal Hayermann. Toen het de Franse instanties navraag deden bij het Belgische gerecht bleek dat Géry Pieret er onbekend was en dat er geen magistraat met de naam Hayermann bestond.

Als 20-jarige belandde Pieret in Parijs nadat hij in België was gedeserteerd. Apollinaire vond hem een sympatieke jongen met een nog wat oppervlakkig karakter, maar wel met grote interesse in kunst en literatuur. Ze werden vrienden en Pieret kon bij de dichter logeren.

Het duurde niet lang of Pieret verloor zijn werk na een poging tot chantage. Kort na dien verbleef hij terug voor een tijd in België waarvan 28 dagen in de gevangenis.

In maart 1907 ontfermde Apollinaire zich opnieuw over hem: Ses conversations et le récit de ses avatars m’intéressaient tout particulièrement, car le personnage m’avait semblé suffisamment curieux pour être étudié et disséqué dans un but purement artistique et littéraire. Sous le nom de baron Ignace d’Ormesan j’en fis le héros d’une nouvelle ‘Amphion, faux messie’ (een van de zes verhalen van ‘L’Hérésiarque et Cie’).

In diezelfde maand heeft Pieret in het Louvre o.m. twee archeologische beelden gestolen; twee Iberische koppen die een onmiskenbare Fenicische invloed verraden. Ze zijn afkom stig van de archeologische site van Cerro de los Santos, zo’n 120 km van Valencia. In de literatuur worden ze zowel als Iberisch als Fenicisch omschreven. De ‘Fenicische zaal’ werd pas in 1904 geopend en Picasso bezocht ze vrijwel onmiddellijk; hij was bijzonder geïnteresseerd in deze nogal geabstraheerde sculpturen, die ongetwijfeld een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van zijn vroeg kubistisch werk, o.m. in Les Demoi selles d’Avignon (1907).

De beelden waren gewoon uitgestald op tafels, zonder beveiliging. De twee stenen beelden die Pieret met zekerheid had gestolen, een mannen- en een vrouwenhoofd, wogen elk zo’n 7 kilo. Alleen in de zaal, onderzocht hij een 50-tal koppen voor zijn keuze viel op een vrouwenhoofd. Hij stak het onder zijn arm in zijn overjas en wandelde rustig buiten, nadat hij de weg gevraagd had aan een bewaker. De volgende dag ging hij terug en nam een mannenhoofd mee, ‘met enorme oren’ spe cifieert hij. Hij bracht ze naar de woonst van Apollinaire aan wie hij opbiechtte hoe ze in

zijn bezit waren gekomen. Deze beweerde in latere ondervragingen dat hij zijn gast aanraadde zijn buit terug te bezorgen, maar hechtte er verder niet veel belang aan en voegde eraan toe dat Pieret hem voortdurend vroeg of hij er geen koper voor kon vinden: Comme bien vous pensez, je m’y refusai. Mais un jour il m’entendit prononcer le nom d’un peintre de mes amis (Picasso!)...Pieret alla le trouver. Mon ami, qui ne pouvait supposer qu’il s’agissait là d’objets volés, acquit l’une des sculptures pour 50 francs. Comme il refusait à acheter la seconde, Géry Pieret la lui offrit gracieusement. Pieret had in het Louvre nog andere objecten gestolen. Op een dag vroeg hij aan Marie Laurencin, schilderes en toenmalige vriendin van Apollinaire, of hij niets van het Louvre voor haar moest mee brengen. Zij was ervan overtuigd dat hij het nabije warenhuis ‘Le Louvre’ bedoelde, maar later besefte ze dat het over het museum ging.

Het leidt geen twijfel dat Picasso op dat ogen blik Pieret al vrij goed kende; laatstgenoemde verklaarde: ‘Ik verkocht het beeld aan een Parijse schilder, een vriend van mij.’ Volgens onderzoe ker Noah Charney kan men zich de vraag stellen of Picasso niet de opdrachtgever was. Dat de sculpturen gestolen waren wist hij ongetwijfeld; hij verstopte ze achterin een oude Normandische kast.

Korte tijd later emigreerde Pieret naar Mexico, hoewel Apollinaire in zijn getuigenis spreekt over Californië. Na vier jaar ver scheen hij terug te Parijs met talloze al dan niet verzonnen verhalen. Vanaf 14 mei 1911 nam hij opnieuw zijn intrek bij Apollinaire en werkte voor hem als secretaris en huishoud kracht. In zijn valies bevond zich weer een antieke sculptuur die hij kort daarvoor in het Louvre had gestolen. Opnieuw veroordeelde de dichter die diefstal en hij zette hem uit eindelijk op 21 augustus buiten, de dag dat de Mona Lisa uit het Louvre werd gestolen. Vermoedelijk dacht hij dat Pieret ook hierbij betrokken was. De beweringen van de dichter dat hij telkens het gedrag van zijn logé ver oordeelde, zijn weinig geloofwaardig; hij was juist gefascineerd door het toen erg populaire literaire personage van gentleman-misdadiger zoals Fantomas en, evenals Picasso, las hij de avonturen van Nick Carter. Pieret paste voor hem in dat rijtje, maar nu hij een mogelijke bedreiging vormde, kon hij hem niet langer onderdak bieden. Op 3 september 1911 ontmoette hij hem opnieuw en gaf hem 160 fr. om Frankrijk te verlaten. Werd hij gechan teerd of was de relatie tussen beiden meer

26 COLUMN
COLUMN
De onvoltooid verleden tijd – Peter Benoy

dan een vriendschap, zoals sommige auteurs suggereren? Pieret verkocht deze sculptuur evenals zijn verhaal van de diefstal voor 250 fr aan ‘Paris-Journal’ op voorwaarde dat zijn naam geheim bleef. De krant bezorgde het terug aan het Louvre.

Apollinaire voelde de bui aankomen en waar schuwde Picasso dat hij uiteraard betrokken zou zijn bij een eventueel gerechtelijk onder zoek. Op een nacht beslisten de vrienden een valies met de in 1907 gestolen beelden in de Seine te gaan smijten, maar na enkele uren ronddolen aan de oevers in een paranoïde bezetenheid keerden ze onverrichterzake terug. Kon Picasso toch geen afscheid ne men van zijn Iberische koppen? Fernande Olivier, toenmalige vrouw van de schilder, getuigt: Apollinaire passa la nuit chez Picasso et alla le lendemain matin à ‘Paris-Journal’ où il of frit les indésirables oeuvres sous condition que leurs provenance serait gardée secrète (6 september). De krant accepteert het voorstel omwille van de publiciteit die de teruggave aan het Louvre oplevert. Intussen was de politie op het ‘spoor Apollinaire’ gekomen en hield hem de volgende morgen aan. Ook bij Picasso verschijnt twee dagen later een politieagent die hem meeneemt naar de prefectuur als getuige. Olivier: Picasso, tremblant, s’habilla en hâte; il fallut l’aider; il perdait la tête de peur. Apollinaire zat dan al twee dagen in hechtenis en in de ondervragingen door de onderzoeksrechter trachtte hij zo veel mogelijk de rol van Picasso te minimaliseren. Bij hun

confrontatie gebeurt een waarachtige coup de théâtre, die Picasso tijdens een interview in 1959 door Gilbert Prouteau opbiecht: I can see (Apollinaire) there now, with his handcuffs and his look of a big placid boy. He smiled at me as I came in, but I made no sign. When the judge asked me: ‘Do you know this gentleman?’ I was suddenly terribly frightened, and without knowing what I was saying, I answered: ‘I have never seen this man’. I saw Guillaume’s expression change. The blood ebbed from his face. I am still ashamed. Picasso mocht na de ondervraging naar huis gaan.

Intussen was de rechtse xenofobe pers in actie gekomen en werd de dichter Juif ou Polonais pornographe genoemd en ervan beschuldigd betrokken te zijn bij une bande internationale et juive sûrement responsable du vol de la Joconde. Anderzijds vraagt een petitie van prominente kunstenaars zijn vrijlating. Op 12 september kwam de onderzoeksrechter tot de conclusie dat Apollinaire noch met de diefstal van de Joconde of de Iberische beelden te maken had en hij wordt vrijgelaten. De gedichtencyclus A la santé (1911) gaat over die zes dagen opsluiting: Avant d’entrer dans ma cellule/Il a fallu me mettre nu/Et quelque voix sinistre ulule/ Guillaume qu’es-tu devenu…

Eind 1913 werd Vicenzo Peruggia, de dief van de Mona Lisa, gearresteerd.

En Gery Pieret? Hij onderhield met Apol linaire een briefwisseling tot diens dood in 1918. Alice Halicka, echtgenote van de schil der Marcoussis, heeft hem ontmoet in New York in 1937: entouré d’une colonie de jeunes artistes parmi lesquels il jouissait du prestige de ses connais sances et de ses aventures parisiennes.

De toverstaf

We hebben een ongelofelijk voorstellingsver mogen. Zo kunnen wij ons inbeelden hoe een groep jagers in lang vervlogen tijden, thuiskomt van de jacht. Ze kennen taal, maar nog geen schrift. Hun gemeenschap komt, aangetrokken door het gejoel van de jagers, juichend aangelopen. Benieuwd naar het jacht-avontuur, maar vooral omdat ze honger hebben en willen zien hoe groot de prooi is. Daarna wordt geboeid naar het jachtavontuur geluisterd, er wordt gelachen om het verschalken van het wild. De doder van de prooi krijgt lof en veel verliefde blikken.

De verteller van het dorp, de meest fantasie rijke, breidt het verhaal avond na avond uit. Hij herwerkt het tot komedie of tragedie, al naar gelang de omstandigheden. Hij voert het op met gebaar en misbaar. Hij speelt al toneel voor hij dat woord kent. Men hangt aan zijn lippen.

Soms zingt hij een lied, beroert de harten en krijgt veel verliefde blikken. De groep verwent hem, houdt hem bij zich en gunt hem tijd, een uitzonderlijke beloning. Hij verklaart dromen, voorspelt het weer en het beste tijdstip voor de jacht. De mensen vertrouwen hem, vragen hem om raad. Ze leven in voortdurende angst en onveiligheid en kennen ontberingen. Hij brengt troost.

Als hij wijs is leidt hij zijn volk. Als hij sluw is, misleidt hij hen. Als het onweer tempeest, het woud kraakt in de storm, de mist laag in de moerassen hangt, of de zee woest tekeer gaat…geeft hij tekst en uitleg. Dankzij de brouwsels waarmee men hem verwent, fan taseert hij demonen en goden die de meest onwaarschijnlijke natuurfenomenen beheer sen. Hij schept rituelen om hun hulp af te dwingen. Hij alleen bezoekt de onderwereld. De gemeenschap vertrouwt hem. Hij luistert gretig naar hun roddels, hun noden, hun geheime verlangens…hij kent hen door en door. Hij weet en onthoudt.

De liefde van de gemeenschap echter, moet hij delen met de meest geduchte jager/krijger. Die vreest hij.

Hij breidt zijn arsenaal abrakadabra uit met truken en bezweringen. Hij leidt discipelen

COLUMN Anita 27 COLUMN
Eén van de door Pieret gestolen Iberische sculpturen (Vde tot IIIde eeuw voor Christus)

op. Straks krijgen zijn woorden het macabere gezelschap van de vervloeking.

Het wordt zijn wapen!

Daarmee stelt hij zijn toekomst veilig bij het volk en de aardse krijger Koning.

Nu vreest men ook hem.

Hij voelt de macht nog voor hij het woord kent.

Was hij eerst nog Merlijn de Tovenaar, nu wordt hij Hogepriester naast de koning.

Soms, wordt hij beide!

Straks bouwt hij zijn tempel…

Straks vaardigt hij regels uit en definieert voor eeuwig zijn wetten.

De menselijke interpretatie van ervaringen en waarnemingen, gaat gepaard met emoties. Daarom is elk verhaal op zich uniek. Alle mogelijke verhalen echter, zijn eindeloos en van alle tijden.

Vandaag valt het op dat de wereld van magie en esoterie welig tiert als inspiratiebron, van boek tot… lichtshow. Halloween wint aan hang, kinderen krijgen de grootste horror te zien tijdens bangelijke wandeltochten. Talloze evenementen brengen de discipelen van de ‘fantasy’, meestal verkleed in één of ander personage, samen om te feesten. De verha len spelen zich af in de toekomst of in het verleden. Het is in hoofdzaak entertainment, vaak goed georganiseerd, sprookjesachtig poëtisch, of juist pure horror…maar vooral dure kitsch. Het thema goed versus kwaad wordt ongenuanceerd gebracht.

’Fantasy’ is enkel beleving. Wat verklaart het succes? Is het puur geldgewin of is het een trend? Een Westers fenomeen of algemener?

Moeten we ons zorgen maken nu presidenten naar waarzeggers luisteren of menen het zelf te zijn. Nu een, met buffelhoorns gehelmde superheld, de grootste onzin uitkraamt, een nieuwe Messias opduikt die beweert de mens heid te kunnen redden?

Reikt de mens in deze tijd van dreigende epidemieën, natuurrampen en oorlog, totaal ontredderd, terug naar de toverstaf?

28 COLUMN
“Maar nu we geen eten meer hebben om gekoeld te bewaren, bedenk eens hoeveel we op elektriciteit gaan besparen . . . ”
De huiscartoonist

ik zelf heb betaald om op deze advertentie te staan?”

Brigitte Herremans

Omdat ik mondiale kwaliteitsjournalistiek belangrijker vind dan ooit.

Ik ben Brigitte Herremans. Naast Midden-Oosten-experte ben ik ook proMO*. Ik betaal dus met veel plezier elk jaar 50 euro aan MO*. Daarvoor krijg ik het magazine in mijn brievenbus, mag ik gratis naar evenementen, krijg ik exclusieve nieuwtjes in mijn mailbox en nog een aantal voordelen. Maar ik vind het vooral belangrijk dat ik daarmee betrouwbare, mondiale journalistiek steun, die mensen aan het woord laat die anders over het hoofd worden gezien. MO* geeft hen een stem zonder in hun plaats te spreken. Daarom ben ik proMO*.

29 BOEKEN Word ook proMO*. Ga naar mo.be/promo
Foto: Iratxe Álvarez
“Waarom

Eluard is ongetwijfeld één van de belangrijkste surrealistische dichters, hoewel hem wordt verweten dat dat niet altijd uit zijn poëzie blijkt. Hij debuteert in 1913 als 17-jarige met Premiers poèmes nog onder zijn echte naam, Eugène Grindel.

In datzelfde jaar ontmoet hij Elena Dimitrievna Djakonova in een Zwitsers sanatorium waar beiden worden behandeld. Spoedig groeit een passionele relatie tussen beiden. Hij noemde haar Gala, een naam die ze zal blijven dragen, ook nadat ze in 1929 met Salvador Dali trouwt. Later, de passie een beetje bekoeld, ontstaat een driehoeksverhouding met de Duitse schilder Max Ernst.

Een ontmoeting in 1919 met een trio jonge schrijvers, André Breton, Philippe Soupault en Louis Aragon, zal zijn verdere leven tekenen. Zij gaven al een spraakmakend literair tijdschrift uit, Littératur e. Met hen zal hij zijn tocht door het Dadaïsme en later het Surrealisme delen.

Intussen publiceert hij bundels die geschiedenis schrijven zoals: Mourir de ne pas mourir (1924), Capitale de la douleu r (1926) en L’Amour la Poësi e (1929). Uit die laatste bundel komt het gedicht hiernaast. Het eerste vers lijkt wel een statement om duidelijk te maken dat hij wel degelijk een surrealist is. Ook een hele tijd na de breuk met Gala blijft ze zijn liefdespoëzie beheersen.

In 1927 sluit hij, in navolging van zijn surrealistische vrienden, aan bij de nog jonge Franse Communistische partij en maakt deel uit van een lokale cel met Louis Aragon, Elsa Triolet en André Breton. Hij ontmoet de intrigerende Maria Benz, een figurante in het Grand-Guignol theater, die vooral bekend is onder haar roepnaam Nusch. Zij maakt hem gelukkig en inspireert hem tot enkele prachtige liefdesgedichten. Picasso, Dora Maar, Lee Miller en Man Ray portretteren haar talloze keren. Foto’s die laatstgenoemde neemt van haar naakte lichaam omlijsten Eluard’s gedichten in Facile (1935).

Nadat hij in 1933 uit de partij is gesloten wordt hij een officieuze in Europa rondreizende ambassadeur van het surrealisme en hun strijd tegen kolonialisme en fascisme. Zijn poëzie komt vooral in teken van zijn engagement te staan met o.m. Cours Naturel (1938), Donner à voi r (1939), Poésie et Vérité 1942 (1942) en Poèmes politiques (1948). Tijdens de Tweede Wereldoorlog kiest Eluard voor de clandestiniteit en vervoegt hij de communistische weerstand. Totaal onverwacht sterft Nusch in 1946, veertig.jaar oud. Hij gedenkt haar in enkele bundels: Poésie ininterrompue (1946) en Nusch (1950).

Eluard onderhield een nauwe band met beeldende kunstenaars; zijn biograaf Jean-Charles Gateau merkt op: Aucun poète de ce siècle, et je pèse mes mots, n’a eu comme Eluard l’amour de la peinture . Hij schrijft niet alleen gedichten over zijn vrienden-kunstenaars als Arp, Braque, Delvaux, Léger, Giaccometti, maar vraagt hen ook om zijn originele edities te illustreren. Zo werkte hij samen met o.m. Giorgio De Chirico ( Défense de savoir ), Max Ernst ( Les Malheurs des immortels ), Man Ray (L es Mains libres ), Pablo Picasso ( Les yeux fertiles ), Valentine Hugo ( Médieuses ) en René Magritte (M oralité du sommeil ).

30 IM
Peter Benoy

La terre est bleue comme une orange Jamais une erreur les mots ne mentent pas Ils ne vous donnent plus à chanter Au tour des baisers de s'entendre

Les fous et les amours Elle sa bouche d'alliance Tous les secrets tous les sourires Et quels vêtements d'indulgence À la croire toute nue.

Les guêpes fleurissent vert L'aube se passe autour du cou Un collier de fenêtres Des ailes couvrent les feuilles Tu as toutes les joies solaires Tout le soleil sur la terre Sur les chemins de ta beauté.

De aarde is blauw als een sinaasappel Nooit een vergissing woorden liegen niet Ze geven je iets meer om te zingen De beurt aan de kussen elkaar te begrijpen Gekken en liefdes Zij haar trouwringmond Alle geheimen alle lachjes En wat een goedgeefse kleren Of ze helemaal naakt is.

Groen bloeien de wespen De dageraad hangt om haar hals Een ketting van ruiten Vleugels bedekken de bladeren Jij hebt alle zonnevreugden Alle zon op aarde Op de wegen van je schoonheid.

Paul Éluard, vertaling Guus Luijters

Vrijzinnige Verenigingen vzw

Unie

Wij zijn er voor jou!

Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt.

In een huisvandeMens kan je terecht voor:

Informatie

Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten …

Vrijzinnig humanistische plechtigheden

Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid …

Gesprekken

Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving.

Waardig levenseinde

Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring.

Gemeenschapsvorming

Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra.

Vrijwilligerswerk

Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten.

De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu

deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel

deMens.nu Magazine

Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar.

Gratis proefnummer of gratis abonnement?

Mail naar info@deMens.nu

Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.