2019 #2 DNG

Page 1

De nieuwe gemeenschap – driemaandelijks tijdschrift van het August Vermeylenfonds juni - augustus 2019 – AFGIFTEKANTOOR GENT X erkenningsnummer P 309 575 – vu: Tarik Fraihi - p/a V.F. Tolhuislaan 88, 9000 Gent

dng2_v1.indd 1

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

6/06/19 23:44


Taal zet mensen in hun kracht “We begrijpen elkaar (niet)”; “Ik versta je (niet)”; “We spreken dezelfde taal” enz… Taal gaat over zoveel meer dan alleen maar woorden en zinnen. Wat is taal? Wat betekent taal voor ons in relatie tot de andere? Kunnen mensen elkaar begrijpen zelfs wanneer er geen taal gebruikt wordt? ‘Taal’ is een ‘tool’, een krachtig middel om jezelf uit te drukken, je identiteit te tonen, je gedachten en overtuigingen duidelijk te maken en zo ook een plaats in de samenleving te krijgen of op te eisen. Imogen Stidworthy onderzoekt de fysieke en sociale impact van het gesproken woord en de drempels van taal. In veelgelaagde installaties, waarin ze meerdere media zoals film, video, fotografie en audio combineert en waarin taal centraal staat. Hind Eljadid houdt enorm van het Woord als expressievorm. Met slaande deuren opent ze voor ons de wereld van Slam Poëtry.

juni - juli - augustus 2019 04 STANDPUNTEN 04 - 07 interview met Barbara Callewaert 08 - 09 interview met Hind El Jadid 10 - 11 August Vermeylen: Taal en cultuur, zelfontplooiing en emancipatie

12 RECENSENT EN BOEKEN 14 HET RAADSEL VAN JEAN-PAUL 15 HET GELACH 16 FOCUS Imogen Stidworthy 18 VERMEYLEN LIKE 29 AGENDA EN VERSLAG 24 BV

edito

Barbara Callewaert opent ook deuren met haar project Entree Entree, waarbij taal verbinding vormt tussen buren.

Inhoud

¬ Hans Vandevoorde

26 -27 , 30 COLUMN ¬ Peter Benoy ¬ Anita

In de rubriek BV vraagt Prof Hans Vandevoorde zich af of de verengelsing van de cursussen in de masteropleiding aan de universiteit - zoals in Nederland - wel een goed idee is.

28 GEDICHT

August Vermeylen, onze “stamvader”, zag taal en cultuur niet alleen als waarde op zich maar als motor voor sociaal-economische emancipatie.

Colofon

Een krachtbron die het Vermeylenfonds nog steeds draaiende houdt.

DE NIEUWE GEMEENSCHAP driemaandelijks ledenblad van het August

SARAH MISTIAEN

RECHTZETTING

Het interview met Manu Claeys op pag.4 van het vorig nummer werd afgenomen door Judy Vanden Thoren, nieuw redactielid. De foto op pag.23 van Talking Dinner werd genomen door JeanPierre Drubbels.

Vermeylenfonds vzw; verschijnt op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december. REDACTIE Peter Benoy, Raf Burm, Tom Cools, Chantal De Cock, Caroline De Neve, Robert Huygens, Sarah Mistiaen, Johan Notte, Nico Pattyn, Tinus Sioen, Eliane Van Alboom, Judy Vanden Thoren, Hans Vandevoorde, Anita Van Huffel en Anne Van De Genachte (+ vormgeving) ALGEMEEN SECRETARIAAT Tolhuislaan 88, 9000 Gent, t. 09 223 02 88 e-mail: info@vermeylenfonds.be - website: www. vermeylenfonds. be openingsuren: 9u - 12u en van 13u tot 17u ABONNEMENT 15 euro (4 nummers) LIDMAATSCHAPSBIJDRAGE 15 euro per individu. U kunt lid worden door aan te sluiten bij een plaatselijke afdeling of door overschrijving op rek.nr. BE50 0011 2745 2218 van het Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Leden ontvangen gratis De Nieuwe Gemeenschap. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Tarik Fraihi, p/a Tolhuislaan 88, 9000 Gent AUTEURSRECHTEN personen die we niet hebben kunnen bereiken i.v.m. eventuele auteursrechten kunnen de redactie contacteren. COVER project Entree Entree © Barbara Callewaert STEUN HET VERMEYLENFONDS Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Reknr. BE50 0011 2745 2218, Vermeylenfonds, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Om reden van milieuvriendelijkheid wordt dit tijdschrift op chloorvrij recycleerbaar papier gedrukt.

dng2_v1.indd 2

6/06/19 23:44


Weerwoord ieder woord heeft een weerwoord.

en vanzelfsprekend

maar wat

laat taal me het woord voeren.

als ik dat woord niet ken?

(een half woord is voldoende)

weerloos in een wereld van woorden

na schrijven schrappen en herschrijven

kan ik niet zeggen wat ik antwoorden wil.

kan ik welbespraakt op mijn strepen staan.

taal biedt weerstand,

JOANNA WILS

haalt me de woorden uit de mond. dankzij taal kan ik me verweren, vreedzaam bewapenen en verdedigen. taal stelt vragen, taal maakt bespreekbaar. taal geeft iedereen een stem. want met taal kom je op voor jezelf, voeg je het woord bij de daad.

3 EYECATCHER

dng2_v1.indd 3

focus

Deze pagina is een coproductie tussen het Vermeylenfonds en Creatief Schrijven vzw. De tekst werd geoogst op het platform Azertyfactor, een vrijhaven waar pennenvoerders hun vruchten publiceren. Wil je kans maken op publicatie in het volgende nummer? Post je tekst op azertyfactor.be/kansen.'

6/06/19 23:44


is kunstenares en schrijfster, heeft een fetisj voor goede ideeĂŤn, gelooft in het verbindende van verhaal en brengt dat alles graag samen in haar werk. Ze organiseert workshops, schrijft columns voor Charlie magazine, schreef liedjes, won prijzen, kroop op podia en is professioneel kanttekeningmaker die o.a. de wereld weer aan het brieven schrijven wil helpen..

dng2_v1.indd 4

Een injectie van warmte

Š Isabel Pousset

stand. Barbara Callewaert

Entree Entree is een buurtproject dat bedacht werd door Barbara Callewaert en dat volbracht wordt in samenwerking met het Vermeylenfonds. Maar het wordt bovenal mogelijk gemaakt dankzij de gastvrije mensen die ons binnenlaten in hun thuis, en ook een beetje in hun hart. We portretteren mensen in een brief. Tijdens een interview typen we de brief uit, achteraf krijgen ze hem in een mooie enveloppe mee. Nadien destilleren we er een treffende zin of quote uit die de persoon typeert, en dat citaat verschijnt dan op hun stoep of op hun raam. Wanneer alle interviews achter de rug zijn, gaan we opnieuw de straat op om de zinnen te plaatsen. Zo leer je de mensen in je buurt kennen, en vang je een glimp op van hun persoonlijkheid.

4 STANDPUNTEN

6/06/19 23:44


© Isabel Pousset

Barbara, kan je jezelf eens kort voorstellen? Barbara Callewaert: “Ik ben altijd al

bezig geweest met verhalen en vertellingen, maar de vorm verandert soms. Vroeger was ik vooral in het theater actief. Nu bedenk ik in de eerste plaats creatieve concepten en soms als mensen vragen wat ik doe, zeg ik “kunstenares en schrijfster”. Ik weet niet of dat de lading dekt, maar dat is gewoon om me ervan af te maken. Er zijn een paar dingen die ik graag doe: verhalen vangen, in de hoofden kijken van mensen, zelf dingen bedenken en mensen op één of andere manier een ervaring geven, hoe klein of hoe groot dan ook. Ik wil verbinden en inspireren, dat is de kern.”

We weten dat je meegedaan hebt met de City Challenge in Nederland, maar hoe ben je initieel op het idee gekomen voor Entree Entree?

“De trigger was een buurvrouw van mij. Toen ik eens langsging vroeg ze:“Wil je koffie?”. Ze was aan het verbouwen, net zoals ik, en ze zei dat ze eenzaam was. Eén zin raakte me toen enorm: “Mensen komen alleen maar als ze in de zetel kunnen zitten met een cava”, maar er stond geen zetel. Zo jammer, dacht ik, je hebt dan twee eenzame mensen naast elkaar met hetzelfde profiel: we hebben ongeveer dezelfde leeftijd, zitten in dezelfde fase van ons leven en we waren allebei alleen aan het verbouwen.

Wanneer precies ik het idee van Entree Entree gehad heb, weet ik niet zo goed. Ik heb elke dag ideeën. Dit is er eentje die ik dan verder uitgewerkt heb. “Ik vind dat letterlijke afstand in kilometers ook afstand creëert. Als je iemand wilt zien, zelfs al woon je op tien kilometer, ga

komen ook eenzaamheid en verdriet heel hard bij mij binnen. Iedereen die op één of andere manier in de knoei zit doet dat. Ik kan er dan ook niet tegen wanneer er dan niets mee gebeurt, ik wil daar dan iets aan doen.” Je vraagt in elk interview naar kloddertjes liefde bij mensen, waren er voor jou kloddertjes die ervan tussenuit spatten?

“Eigenlijk niet echt. Als je naar liefde vraagt, laat je mensen door die bril kijken. Dat werkt, door die beweging te maken voelen ze meer liefde voor zichzelf en voor andere mensen. Het maakt hen milder naar zichzelf toe en naar anderen. Het is een erg zinvolle beweging. Die liefde wordt soms vergeten, soms wandelen ze het letterlijk of figuurlijk voorbij. Maar mensen zijn vaak liefdevoller dan ze denken.” Waarom is die zoektocht naar liefde zo belangrijk?

“Ik denk gewoon dat liefde superbelangrijk is. Ik schrijf veel brieven, en onlangs schreef ik naar iemand die wat in de put zat: “Ik denk dat liefde het antwoord is op zowat alles”, en daar geloof ik echt in. Liefde tussen mensen, maar ook liefde in dingen. Dat zit in objecten, in de aanpak van uw werk. In alles.”

Heb je moeilijkheden ondervonden wat betreft het overtuigen van mensen om mee te doen of om ze te laten openbloeien bij jou?

“Dat valt heel goed mee. Soms waren er ook mensen die hun deur dicht hielden, uit schaamte om hoe hun huis erbij lag, die nodigde ik dan uit bij mij thuis. Maar in het algemeen viel dat heel goed mee. Hetgeen ik het moeilijkst vind zijn

in hun ziel laten kijken?

“Ik zie de vragen als verlengstuk van mijn zijn, het zouden evengoed andere vragen kunnen zijn. Ik ga graag naar de kern van mensen, ik denk dat ik een heel open houding heb. De sleutel is oprechte interesse. Als je oprecht geïnteresseerd bent en niets voorgekauwd vraagt, dan pas werken die vragen. Ik denk dat mensen dat heel goed onbewust aanvoelen of de persoon die voor hun zit oprecht geïnteresseerd en veilig is.” Zijn er interviews die er voor jou echt bovenuit sprongen?

“Ik heb een heel warm hart voor oudere mensen, enerzijds omdat ze soms eenzaam zijn, en daar ben ik gevoelig aan, anderzijds hebben ze een soort rust, een “je m’en fou”-houding in zich. Dat zou je eerder aan jongeren koppelen, maar ouderen hebben dat ook enorm in zich: “Fuck it, ik heb hier niets meer te verliezen”. Ze moeten zich niet meer bewijzen aan de maatschappij en aan anderen. “Ik zie er slecht uit, maar dat is niet erg, kom maar binnen”.

Op het einde was er ook een oudere vrouw die eerst haar haren wou kammen voor de foto, toen ze haar kam niet vond zei ze: “Foert!” Dat vind ik heel typerend en mooi aan oudere mensen. Er zijn niet zo veel mensen die ouderen zo bekijken. Naast eenzaamheid is er ook het gevecht dat die mensen leveren. Als je jong bent kan je vaak een strijd aangaan met gedachten als “Wie ben ik?” of “Wie wil ik zijn?”. Ouderen kampen vaak ook met vragen zoals: “Hoe kan ik mijn leven zinvol invullen?” of “Ik wil niet naar een rusthuis”. Die worden het meest vergeten.

“Ik had niet verwacht dat het voorlezen van de brief zoveel effect zou hebben” je niet snel even passeren, dat is gewoon zo. Als je iemand wilt zien die in je straat woont, dan is de drempel veel lager. Je hoeft geen afspraak te maken, je kan gewoon langskomen en vragen: “Hey, past het?”. Dat is het eigenlijk.” Eenzaamheid, is dat iets dat je persoonlijk raakt of inspireert om er iets mee te doen?

“Absoluut. Ik ben iemand die veel voelt, zo

appartementsblokken omdat je tegen een parlofoon moet praten en ik in een persoonlijke aanpak geloof. Het is veel moeilijker om persoonlijk te zijn door een parlofoon, omdat ze niet alleen de deur kunnen dichtgooien, maar ze hem ook nog moeten openen voor je.” Denk je dat mensen zo open antwoorden door je specifieke vragen? Of waren er toch veel mensen die niet

Ik vond het ook interessant om in contact te komen met bepaalde culturen, zoals Bulgaren, Afghanen. Ik heb een zeer open blik in het leven, maar wat ik interessant vond is een vrouw die mijn blik verder heeft geopend. Ik vond haar huis echt lelijk (lacht) en ik had het gedoopt als “Kringloophuis”. In mijn ogen was dat echt rommel, er zat niets van esthetiek in, ik vond het smakeloos. Zelf

5 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 5

6/06/19 23:44


Er bestaat ook zoiets als “narratieve psychologie”, dat betekent dat je mensen rond maakt door hun verhalen rond te maken. Wij hebben dat in een “lightversie” gedaan.” Heb je het gevoel dat je wijzer uit dit project bent gekomen?

“Ik had niet verwacht dat het voorlezen van de brief zoveel effect zou hebben. In theorie wist ik wel dat het kon, maar ik heb het nog nooit zo consequent beleefd. Algemeen heeft het project meer impact gehad dan ik gehoopt of verwacht had. Voor mezelf leerde dit project me dat ik niet bang moet zijn om eigenzinnig te zijn, naar ideeën en projecten toe. Hoe eigenzinniger ik te werk ga, hoe beter (lacht). Dan ben ik eigenlijk op mijn best. Wat ik ook opmerkelijk vind is hoe snel en gemakkelijk dat mensen je binnenlaten.” Hoe verliep het opschrijven van de quotes?

“Zij ziet overal liefde waar ik eerst lelijkheid zag” zou ik zo niet kunnen leven. Maar na dat bezoek kreeg ik meer begrip en empathie, ik begrijp nu hoe zij wel zo kan leven: zij ziet overal liefde waar ik eerst lelijkheid zag. Alles wat daar staat kreeg ze, of werd gemaakt door haar of haar kinderen. Haar huis was voor haar één en al kloddertjes liefde, en ik vond het wel schoon om in die gedachtegang te kunnen kruipen.” In twee interviews ging het over hoe menselijk contact energie kan geven, hoe ervaar jij dat?

“Ik heb daar energie uitgehaald, ik kijk graag in mensen hun hoofd. Tot op zekere hoogte ga ik ermee akkoord dat emoties delen energie kan opleveren, voor zowel diegene die deelt als diegene die ontvangt. Maar aan de andere kant, als iemand

“Dat was tof. Chloë heeft meegeholpen en ondanks het hemeltergend slecht weer waren er ook buurtbewoners van de partij. Dat was mooi. Er waren ook mensen argwanend over het schrijven op hun raam. We hebben het in twee bewegingen gedaan in twee dagen: de eerste dag deden we de ramen en de tweede dag zouden we op de stoep gaan schrijven, maar dat is letterlijk in het water gevallen. Er was iemand die eerst aangaf om het op de stoep te schrijven, maar uiteindelijk kon het toch op het raam omdat ze het echt mooi vond. Fijn is dat.

in één of ander crisis of patroon zit en constant vastzit in een emotie en die dan ook de hele tijd blijft delen met me, geraak ik daar vooral gefrustreerd van.”

Ik krijg oproepen langs alle kanten. Mensen komen letterlijk aan mijn deur bellen: “Wil je ook iets op mijn raam schrijven?”.

Denk je dat je mensen hebt geholpen?

Nu is het project afgelopen, maar ik ben toch aan het nadenken over hoe ik er nog een vervolg aan kan breien.”

“Ja, dat denk ik wel. Het gaat niet alleen over het krijgen van bezoek. Wat ik heel belangrijk vind is om het interview ter plaatste uit te typen, samen met Chloë, en het ter plaatse ook voor te lezen. De insteek van warmte en het voorlezen is heel belangrijk. Soms zeiden mensen letterlijk: “Ik vind de brief ontroerend”, soms zagen we die ontroering ook. Los van het feit dat mensen eens bezoek krijgen, worden ze ook geconfronteerd met zichzelf op een warme, milde manier. Dat is een opsteker.

Was het aangenamer om niet te hoeven typen en luisteren tegelijkertijd?

“Dat is een worsteling voor mij in mijn werk: ik ben graag eigenzinnig maar ik werk niet graag alleen. Ik spring heel graag op tandems. Ook in vroegere projecten werkte ik vaak in duo. Voor mij was Entree Entree nu ook een tandem met Chloë. Ik vind het heel fijn om iets samen te doen. Het zou onnozel zijn moest ik een

6 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 6

6/06/19 23:44


project doen tegen eenzaamheid en mezelf eenzaam voelen tijdens de uitvoering ervan. Maar als ik dat niet bewaak, zit ik in die val.” Doet dat visuele eindresultaat iets met jou, je passeert er ook elke dag.

“Ik ben sowieso blij met hoe het eruit ziet. Wat me wel iets doet zijn de passanten, een man bijvoorbeeld die zondagochtend stapvoets met zijn brommer door de straat gaat, omdat hij alles wil lezen. ”

Hoe heb je de reacties ervaren van pers en buurtbewoners? Vind je beiden reacties even belangrijk?

“Het is allemaal mooi, we moeten daar niet flauw over doen (lacht) Wat ik heel mooi vind is wanneer iemand zegt: “Oh, wauw, dankjewel, dit heeft mijn dag goed gemaakt” of “Dit heeft echt een glimlach op mijn gezicht getoverd”. Of mensen die mij hun favoriete quotes doorgeven. Ook mensen die hun kinderen onder de arm nemen en een toertje doen rond de blok om alles te lezen. Nog iemand anders verraste haar kinderen met een quote en die waren enorm blij, dat is echt fantastisch”.

Vind je op zich dat het project geslaagd is?

“Ja, het enige wat ik nog anders zou willen doen in de toekomst, is een geleide wandeling organiseren samen met de buurtbewoners.” Hoe zie jij de toekomst voor dit project?

“Ik ben erover aan het nadenken hoe dat het er dan moet uitzien, in andere steden. Het overal zelf gaan uitvoeren is moeilijk, maar dat zomaar uit handen is dat ook, want idealiter wil ik dat het exact gebeurt zoals het in mijn hoofd zit. Ik zou graag lezingen geven rond het project, en dan doen mensen ermee wat ze willen en laat ik dat los. Ik zou het niet half kunnen opvolgen. Of ik doe het helemaal, of ik doe het niet. Half zou me frustreren. Ik zou er ook graag verhalen en een methodologie over schrijven, maar ook dat kost natuurlijk centen. Bovendien ben ik ook aan het nadenken over broertjes en zusjes van “Entree Entree”. Ik heb al iets concreet in mijn hoofd, maar ik wil dat nog niet verklappen (lacht).

Muziekcentrum

Een soort van guerilla-actie, maar dan erg warm en mét toestemming van de betrokkenen. Het zou in een wijk kunnen, maar ook in een psychiatrisch centrum, in een gevangenis, in een rusthuis, in een jeugdinstelling. Overal waar mensen een injectie van warmte kunnen gebruiken. Het ding is dat iedereen dat wel kan bezigen natuurlijk.” Zie je het zitten op heel dit project nog eens opnieuw te doen, of is dat voor jou te veel herhaling?

“Ik zie dat zeker zitten, het zullen andere mensen zijn. Elk verhaal is anders. Er zijn nog duizend en één dingen die ik wil doen.”

INTERVIEW: CHLOË TEETAERT Wil je meer weten over dit project of wil je dit als afdeling organiseren? Neem een kijkje op vermeylenfonds.be/entree-entree of op www.facebook.com/Entree.Entree. raamquotes/

Zo 13.10

Wo 13.11

Das Knaben Wunderhorn

Passie voor pompoenen

Antwerp Symphony Orchestra & Philippe Herreweghe

VOCAAL

Hathor Consort & Dorothee Mields

Do 19.12 & Vr 20.12

Di 26.05

Weihnachtsoratorium

Pat Metheny Side Eye

Collegium Vocale Gent & Prégardien De wandelende ongedurigheid (19.12: cantates 1 - 3 | 20.12: cantates 4 - 6) JAZZ OUDE MUZIEK

Bekijk het volledige seizoen 19 | 20 op www.debijloke.be

Info & tickets op www.debijloke.be of 09 323 61 00

7 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 7

6/06/19 23:44


Slam Poetry, tussen Rap en Poëzie Hind El Jadid, hoewel je een creatieve duizendpoot bent, word je meestal omschreven als een woordkunstenaar. Meer specifiek ben je bezig met Slam Poetry: een vrij nieuw genre. Hoe en waar zou je deze kunstvorm situeren?

“Slam Poetry maakt deel uit van de Urban Culture: een kunstvorm die ontstaan is in wat men de “ghetto’s” noemt. Rap, beatboxing, breakdance, graffiti-art vallen daar o. a. ook onder. Slam Poetry is in oorsprong de wedstrijdvorm van Spoken Word. Wedstrijden of Battles zijn een heel belangrijk element in de Hiphop en Urban Culture. ‘Slam’ betekent letterlijk slaan, dichtslaan. Poetry spreekt dan weer voor zich. Slam Poetry is eigenlijk alles wat tussen klassieke poëzie en rap ligt. Het is een hele vrije discipline. Op Slam Poetry events kan je heel diverse stijlen terugvinden. Je hebt mensen die poëzie brengen, of kunstenaars wiens teksten bijna hiphopnummers zijn, waar je de beat bijna kan horen. Er wordt met rijm en zonder rijm gewerkt. Doordat zoveel mogelijk is en een eigen stijl enorm wordt aangemoedigd, is het zeer laagdrempelig. Voor mij is het daarnaast ook een gemeenschap, een scene, meer dan enkel een kunstvorm. Slam Poets, artiesten komen samen om te schrijven, er wordt veel gedeeld.” Hoe ben jij ertoe gekomen om Slam Poetry te gaan beoefenen?“Ik schrijf al

sinds ik kan schrijven: ik hou ontzettend van het woord als expressievorm. Ik hield als kind dagboeken bij, later schreef ik kortverhalen en verhalen.

Daarnaast hou ik ook enorm van performen. Ik was het kind dat met een borstel voor de spiegel shows stond te geven. Later verplichtte ik ook mijn zus om mee audities te gaan doen voor Studio 100. Het is nooit iets geworden. Ik was niet echt het profiel dat ze zochten toen- we spreken over bijna 20 jaar geleden- Het is wat het is. Nadien ben ik me in muziek en rap gaan verdiepen, ik hou ook enorm van muziek, schrijf mijn eigen muziek. Eén van mijn beste vrienden vertelde me dat er bij JES (Jeugd en Stad – stadslabo) de mogelijkheid was om nummers op te nemen. Wat ik ook deed. Toen wees hij me er op dat ik geen rapnummer had opgenomen maar Slam Poetry. Ik ben dus eigenlijk eerder per ongeluk bij Slam Poetry terechtgekomen (lacht) Ik ben dat gaan opzoeken en heb workshops gevolgd. Via open mics (red. vrij podium) heb ik podiumervaring opgedaan en zo is de bal aan het rollen gegaan. Twee jaar geleden heb ik mijn voltijdse job opgegeven om me volledig aan woordkunst te kunnen wijden. Ik geef workshops, ben met theater bezig en ik host ook. Zo ben ik op verschillende manieren met Woord bezig.” Je staat bekend om je maatschappelijk engagement, je maatschappijkritische blik. Vanwaar komt die drive?

“Ik ben niet in de meest gemakkelijk omstandigheden opgegroeid. Wij woonden in Antwerpen Noord, in de sociale woonblokken: een buurt met heel wat problemen. Creativiteit was sowieso altijd een uitlaatklep. Daarnaast ontwikkelde ik ook een rechtvaardigheidsgevoel. Ik werd geconfronteerd met mensen die het erger hebben dan ik, problemen die veel zwaarder wegen dan de mijne. Door de

Ik hou echt niet van het woord “emancipatie”. Ik vind dat een enorm seksistisch woord. pijn van anderen te zien en ook wel te voelen, ontstond er een drang, een nood, om dit te verwoorden en aan te kaarten. Het zijn verhalen die verteld moeten worden. Ik heb een band met de Arabische gemeenschap: wat er in de Arabische wereld gebeurt raakt me. Mijn kinderen zijn donkerder dan ikzelf; zij hebben hier al vreselijke dingen meegemaakt. Het ligt me allemaal nauw aan het hart. Via mijn kunst wil ik deze moeilijke thema’s op tafel gooien, zodat er domino-effect ontstaat, dat het als trigger fungeert om mensen aan het denken te zetten. Ik ben daar wel in geëvolueerd: terwijl ik vroeger eerder een stem voor de ander wou zijn en de kwetsbaren wou empoweren vanuit het idee van totale gelijkwaardigheid en absolute inclusie, schrijf ik nu meer en meer over mezelf. Ik doe aan zelfreflectie. Dat is een ander soort schrijven. Door te reflecteren, observeren ga je op een andere manier in je kracht staan, eerder vanuit zelfbewustzijn. Ik ben nu bezig aan mijn eerste boek. Het gaat over mijn leven.

8 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 8

6/06/19 23:44


Het is een heel heftig schrijfproces, maar tegelijkertijd ook helend.” Zit daar dan de emancipatorische kracht van het Woord? “Ik hou echt niet

van het woord “emancipatie”. Ik vind dat een enorm seksistisch woord. Alsof mannen sterk zijn en vrouwen zwak. Onze taal zit vol van dergelijke insinuaties! We zeggen “met man en macht” en “huilen als een meisje”. Ik probeer er zoveel mogelijk op te letten, maar ik maak daar zeker ook nog fouten tegen. We hebben nog een hele weg te gaan. Ik zou het als vrouw fijner vinden als we ook in onze taal een meer evenwaardige positie zouden krijgen. Maar om op je vraag te antwoorden: bewustzijn, dus ook zelfbewustzijn is inderdaad de start van empowerment (of enablement). Maar ik geloof dat kunstenaars – dus niet allen woordkunstenaars, in het algemeen een motor van empowerment zijn: ze observeren de maatschappij, ze verwerken wat ze zien en geven het terug. Daar zit altijd een vorm van bewustzijn en een stukje zelfreflectie in.”

Daarnaast streef ik ernaar om een zo divers mogelijk aanbod te creëren. Ik werk graag met minderheden, niet de typische minderheden: ook mensen met een beperking bijvoorbeeld. Soms brengen mensen op die avonden iets in een andere taal. Het zijn stemmen die doorgaans niet altijd gehoord worden. Ik probeer in alles wat ik doe consequent en all-round te zijn. Ik schrijf en dicht over moeilijke thema’s, maatschappelijke thema’s. Dan is het ook maar logisch dat ik dit doortrek in wat ik professioneel doe, maar ook in mijn persoonlijk leven. Ik leef bewust en geef dat aan mijn kinderen mee.” Je krijgt daar ook erkenning voor: je won de Van Dale Spoken Award en de Bill Award op de Ultimas waar men expliciet je sociaal engagement prees. Wat doet dat met je? “Dat is fantastisch

natuurlijk! Het is een erkenning dat ik goed bezig ben en juiste keuzes heb gemaakt. Ik bereik hier meer oren mee en kan mijn boodschap bij meer mensen brengen. Daar doe ik het voor.”

Is het extra speciaal omdat je dit als vrouw hebt verwezenlijkt?

Via jouw vzw ZonderWolk wil jij ook beginnende kunstenaars de kans geven om podiumervaring op te doen, zie je dat ook als een vorm van empowerment? “ZonderWolk is echt mijn vierde baby.

Zoals ik via de open mics de kans kreeg om mezelf te ontplooien tot performer, wil ik aan jongeren dezelfde kans bieden – niet alleen jongeren: wij hebben ook al eens een deelnemer gehad van 70, die voor het eerst een stuk tekst bracht. Prachtig was dat!

“Het is een mannenwereldje. Anderzijds is de wereld van de Slam Poetry een heel links, geëngageerd wereldje. Ik merk dat er enorm op wordt gelet dat er zo inclusief mogelijk wordt gewerkt. Ik heb niet het gevoel dat ik er als vrouw gediscrimineerd word, daar toch niet. Op andere plaatsen zeker wel: ik ben vrouw, Marokkaans, lesbisch. Binnen de Slam scene is dat zeker geen punt. Mijn werk spreekt voor zich en ik heb die prijzen gekregen op basis van mijn werk.”

ZonderWolk organiseert ongeveer een maal per maand een avond in JJ house (red. netwerk en co-creatieplek in Antwerpen). We starten de avond met een multidisciplinaire line-up van artiesten, gevolgd door een “cypher”. Dat komt ook uit de hiphop wereld. Dat is een soort kring waarin de microfoon wordt doorgegeven en de deelnemers 8 bars (verzen) mogen brengen. Daarna is er een open mic.

Slam Poetry begint meer en meer zijn weg te vinden naar wat je mainstreamcultuur zou kunnen noemen. Net zoals rap, in oorsprong een underground discipline, nu op reguliere zenders wordt gespeeld. Dit heeft naar mijn aanvoelen een invloed op de kwaliteit, maar ook op de strijdvaardigheid. Denk je dat dit ook met Slam Poetry kan gebeuren?

Op die manier creëren we een heel veilige omgeving waar ook absolute beginnelingen het podium durven te betreden. Als het de eerste keer is, krijgt die persoon enorm veel aanmoediging van het publiek. Dat is op zich al erg empowerend.

“Dat zou ik toch graag even counteren. Er gebeuren in de underground nog fantastische dingen – er zijn supergetalenteerde jonge mensen bezig met rap, in Antwerpen en ook in Gent. Jonge mensen die iets te vertellen hebben. Het feit dat je een breder publiek hebt, wil

niet noodzakelijk zeggen dat de kwaliteit en het activisme afneemt. Natuurlijk zullen meer mensen bepaalde disciplines gaan beoefenen, naarmate die discipline bekendheid krijgt. Het hangt er natuurlijk vanaf wie van die mensen dan een podium krijgt. Daar ligt de verantwoordelijkheid bij organisatoren. Anderzijds kan kunst ook een escapistisch doel hebben, en dat is ook okay. Muziek is voor mij bv. eerder escapistisch dan Slam Poetry. Daar is de inhoud minder belangrijk en gaat het vooral over jezelf ergens in verliezen. Er hoeft niet altijd een boodschap te zijn. Balans is nodig.” Hoe zie je de toekomst?

“Ik ben nu heel gelukkig met alles waar ik mee bezig ben en ik hoop dat dit zo blijft. Ik ben voltijds bezig met Woord. Ik hoop dat ik mezelf de komende jaren kan blijven ontplooien en groeien en dat ik over 20 jaar kan zeggen: ‘die 25-jarige Hind, eigenlijk wist ze nog niet veel’. In 2020 komt mijn boek ‘Kruimeldief ’ uit, waar ik nu volop aan bezig ben. Ik werk mee aan een toneelstuk, ik schrijf en speel een eigen personage. Ook dat gaat in première in 2020. Ik word schrijver in residentie in de Vooruit, en ik ben uitgenodigd om creatief mee na te denken over “Mensen Zeggen Dingen’; een platform voor poëzie en performance. Ik wil mensen blijven inspireren, ook via mijn nieuw platform Slam Aleikum, in CC Gravenhof samen met Jamal Belkadi, ondersteund door VOEM. Zolang ik creatief bezig kan zijn en me kan omringen met mensen die ook liefde voelen voor de kunst, voor het woord, ben ik een gelukkig persoon. En dat hoop ik nog heel lang te kunnen doen!”

INTERVIEW: JUDY VANDEN THOREN

“Ik hou ontzettend van het woord als expressievorm”

9 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 9

6/06/19 23:44


A

U

G

U

S

T

V

E

R

M

E

Y

L

E

N

Taal en cultuur, zelfontplooiing en emancipatie Cultuur is voor August Vermeylen verbonden aan begrippen zoals vrijheid en eenheid; vrijheid niet als louter “vrij zijn van dwang” maar als de macht om zichzelf te zijn en zich volledig te kunnen ontwikkelen. Het is een soort evenwicht tussen de menselijke krachten, een

De macht om zichzelf te zijn en zich volledig te kunnen ontwikkelen. innerlijke eenheid: “Wie die eenheid en dat evenwicht bezit, bezit eerst zichzelven, bezit zichzelf geheel, en wie geheel zichzelf bezit, is eerst waarlijk vrij.” Vrijheid is de mogelijkheid om volledig in harmonie met zichzelf én met zijn omgeving te leven, want het individu kan nooit alleen staan. In balans zijn met de wereld waarin hij moet werken en leven is dus noodzakelijk.

Kunst is een diepgewortelde noodzakelijkheid van het gemeenschappelijk leven.

Tinus Sioen is student Master of Arts in de Vergelijkende Moderne Letterkunde en stagiair bij het Vermeylenfonds. Hij verdiepte zich de voorbije weken in het werk van August Vermeylen met de vraag of en hoe het denken van de stamvader van het Vermeylenfonds nog relevant kan zijn vandaag de dag.

Alle individuen samen, als samenleving, hebben op hun beurt ook een cultuur. Waar het bij die cultuur vooral om draait is de “samenhang, samenwerking, die organische eenheid der geesten”. Belangrijk is dat ieder zich deel voelt van het geheel, ook de zwakkeren, die zich op hun beurt gesteund voelen door hun omgeving, daar ze “deel hebben aan een groter leven dan het leven van den enkeling kan zijn”. Kunst is volgens Vermeylen een uiting van die gemeenschap: “voortbrenging van kunst is nooit een streng individuele daad, zij hangt nauw samen met de maatschappelijke ontwikkeling… zij is een diepgewortelde noodzakelijkheid van het gemeenschappelijk leven”. Het cultuurbegrip van Vermeylen is niet te herleiden tot kennis of veel

weten. Wat wel van belang is “is haar uitwerking. Ze moet vruchtbaar zijn. Ze moet een organisch deel van ons werkzaam wezen uitmaken. Iemand heeft cultuur wanneer zijn vermogens, naar zijn eigen aard, opgevoerd zijn tot ruim-menselijke waarde.” Ondanks het feit dat kennis dus geen voldoende voorwaarde is voor het verwerven van cultuur, is geestelijke ontwikkeling toch van groot belang: zij draagt immers bij tot individuele vrijheid en zelfstandigheid. Het is in dit verwervingsproces dat taal een fundamentele rol speelt.

Taal (zowel het linguïstische systeem als beeldtaal, lichaamstaal, digi-taal…) blijft belangrijk: het vormt je denken, het geeft je de kans je te uiten en is een verbindende factor. In onder meer “De Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool” (1920) spreekt August Vermeylen zich uit voor een Nederlandstalige Gentse universiteit. Die vernederlandsing zou uiteindelijke een feit worden in 1930, met Vermeylen als eerste rector. Vermeylen zag de universiteit als het voornaamste, intellectuele orgaan, waarvan de invloed door bemiddeling van verschillende kringen tot in de diepste lagen van het volk door kon dringen. In andere landen bestond er volgens hem reeds een grondige wisselwerking tussen de ‘hogere’ gedachte en de gehele maatschappij; in Vlaanderen scheidde de taal de intellectuelen nog van het volk, dat voor het grootste deel één van de Vlaamse dialecten als moedertaal had. Cultuur aanbrengen in het Frans leek hem onvruchtbaar, de kloof was te groot. De enige optie die Vermeylen zag om de verborgen krachten in de volksklasse te activeren, was hen bedienen van cultuur in de taal die zij verstonden. Hij zag voor het Nederlands de rol van onderwijstaal weggelegd, aangezien het de letterkundige

1 0 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 10

6/06/19 23:44


vorm van de Vlaamse dialecten was en de letterkundige taal van Nederland. Enerzijds zou de overgang van het dialect naar het Nederlands vlotter verlopen, anderzijds zou er ook aansluiting gevonden kunnen worden bij onze Noorderburen, wat de culturele opwaardering van Vlaanderen ten goede zou komen. Vermeylen zag taal en cultuur echter niet alleen als waarde op zichzelf: hij zag ze ze ook als motor voor sociaaleconomische emancipatie. Het grootste deel van de bevolking hield zich rond de eeuwwisseling nog bezig met landbouw of thuisarbeid, wat onder andere een gering loon, lange werkuren, kinderarbeid en slechte gezondheidstoestanden met zich meebracht. Volgens Vermeylen ontbrak het de mensen niet aan aanleg en wilskracht, maar was het gebrek aan ontwikkeling, algemene kennis en technische vaardigheden de grote boosdoener. Eenmaal de onwetendheid verholpen zou zijn, zou dit leiden tot gerichter werk, meer winst en verbeterde omstandigheden.

en kan zich dus enkel volledig ontwikkelen in en samen met zijn omgeving. Die wisselwerking is cruciaal en complex. De samenleving verwacht dat je je inzet, maar het individu wil zijn inzet ook symbolisch of financieel beloond zien. Wanneer het zich niet erkend voelt, kan dit tot afzondering leiden. Bijkomend probleem is dat sommigen, door hun onderdrukte, gemarginaliseerde of sociaal-economisch uitzichtloze positie, niet tot participatie komen. Door een gebrek aan middelen of verhinderde toegang tot onderwijs, cultuurinstellingen, digitale middelen… kan het activeringsproces al stokken in een vroege fase. Hierin ligt de taak van de samenleving, waarbij de socio-culturele organisaties het voortouw kunnen nemen: niet exclusief te werk te gaan, maar iedereen te betrekken; te stimuleren en

niet uit te sluiten; een cultureel aanbod en middelen te voorzien voor alle groepen of individuen ter bevordering van zowel zelfontwikkeling als participatie aan de gemeenschap. Het is een proces dat zichzelf versterkt: de samenleving plukt de vruchten van een individu dat zich inzet; een individu dat zich erkend voelt, zal zich enkel meer willen inzetten.

MET DANK AAN: HANS VANDEVOORDE TINUS SIOEN Citaten uit: ‘Methode in de kunstgeschiedenis’ (1901), ‘Eisen ener Vlaamse kultuur’ (1911), ‘De Vervlaamsing der Gentse Hogeschool’ (1920), ‘Hoger Onderwijs en Cultuur’ (1933),

Het organiseren van een universiteit die de taal van het volk sprak, zou dus leiden tot emancipatie op alle vlakken en een belangrijke maatschappelijke rol spelen. Het zou de mensen cultuur bijbrengen, hen de kans geven zich ten volle te ontplooien, ten volle mens te zijn. Eens hen de kans werd geboden om zich verstandelijk verder te ontwikkelen, zouden er hen ook op economisch vlak voorspoediger tijden te wachten staan.

Belangrijk is dat ieder zich deel voelt van het geheel, ook de zwakkeren, die zich op hun beurt gesteund voelen door hun omgeving, daar ze “deel hebben aan een groter leven dan het leven van den enkeling kan zijn” De situatie is ondertussen veranderd, maar de essentie van het betoog van August Vermeylen blijft overeind. Taal (zowel het linguïstische systeem als beeldtaal, lichaamstaal, digi-taal…) blijft belangrijk: het vormt je denken, het geeft je de kans je te uiten en is een verbindende factor. Het is een opstap naar onderwijs en het verwerven van cultuur, naar vrijheid, zelfstandigheid en zelfontplooiing. De volgende stap is de activering in de samenleving. De mens is een sociaal wezen 1 1 STANDPUNTEN

dng2_v1.indd 11

6/06/19 23:44


De recensent publiceerde ze nog Zo word je een geweldige dichter, een handboek voor de beginnende dichter. De uitgelezen persoon dus om je wat bij te leren over poëzie. In drieëntwintig hoofdstukken behandelt Ellen Deckwitz evenveel vragen over poëzie waarmee zij zelf regelmatig geconfronteerd wordt. Hoe weten we dat poëzie iets voor ons is? Waarom worden de regels halverwege afgebroken? Is er poëzie die over de actualiteit gaat? En wat is nu eigenlijk het nut van poëzie? Haar aanpak is heel agogisch. Eerder dan ons te zeggen wat we moeten denken, stimuleert ze ons zelf onze weg te zoeken. Hedendaagse poëzie heeft wel wat weg van hedendaagse beeldende kunst. Je bent nooit klaar met lezen want altijd valt er wel iets nieuws te ontdekken. Ellen Deckwitz is zo doordrongen van begeestering voor de poëzie dat ze er moeiteloos in slaagt dat vuur over te brengen. Ze doet je goesting krijgen je naar de dichtstbijzijnde boekhandelaar te reppen om daar verwachtingsvol te snuisteren tussen de - meestal karig aanwezige – dichtbundels. Dat is een verdienste om u tegen te zeggen.

TOM COOLS Olijven moet je leren lezen, een cursus genieten van poëzie, Ellen Deckwitz Uitgeverij Atlas Contact, 2016

De Nederlandstalige poëzie staat in het verdomhoekje en dat is jammer. Elke karamellenversproducent waant zich een dichter, maar zelf een dichtbundel ter hand nemen is hen te veel gevraagd. Vaak loopt het mis in het onderwijs, waar menig vakleerkracht Nederlands met de poëzie omgaat zoals met een nest ongewenste katjes: de zak in en verzuipen in de dichtstbijzijnde sloot.

Dat kan anders, zo moet Ellen Deckwitz gedacht hebben. In Olijven moet je leren lezen tracht zij poëzie op een heldere en ongecompliceerde manier inzichtelijk te maken. Zelf verzamelt Ellen Deckwitz literaire prijzen alsof het Paninistickers zijn. Zo won ze in 2009 het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam en ontving ze in 2012 de 25e C. Buddingh'-prijs voor het beste poëziedebuut van het jaar. In 2015 12 RECENSENT

dng2_v1.indd 12

6/06/19 23:44


Exclusief voor AVF-leden! Geniet van 20 % korting op op deze boeken. Surf naar

www.epo.be/nl/12-boekenportaal bestel het boek en gebruik de kortingscode DNG201901 in je winkelmandje.

IN HET UNIVERSUM VAN DE TECHNISCHE BEELDEN

Tw e e d e d e e l v a n F l u s s e r s g r o t e mediatheoretische trilogie, waarin hij de geschiedenis en ontwikkeling van communicatietechnieken in beeld en schrift vanaf de prehistorie tot en met het digitale tijdperk neerzet als een proces van toenemende abstractie. Vilém Flusser (Praag 1920-1991) vluchtte in 1938 voor de Nazis en kwam via Londen in Sao Paolo terecht. In 1963 werd hij professor in de communicatiefilosofie en publiceerde een aantal boeken in het Portugees. Begin jaren zeventig keerde hij terug naar Europa. Flusser opereerde op verschillende terreinen: design, architectuur, mediakunst, computergraphics. Referentie: 9789086841110 WAT IS EEN VOLK?

De betekenis van het woord volk lijkt zodanig te zijn verschoven dat dit woord het behoud van de bestaande orde is gaan dienen. De hier bijeengebrachte teksten laten zien op welke wijze het begrip volk aan de kant van de emancipatie verankerd blijft. Alain Badiou en Pierre Bourdieu onderzoeken de uiteenlopende contexten waarin de termen volk, volks en populair worden gebruikt. Judith Butler plaatst het spreken of demonstreren in naam van ‘wij het volk’ in een breder perspectief. Georges Didi-Huberman vraagt zich af wanneer de representatie van een volk in woorden of beelden ook ‘tastbaar maken’ inhoudt. Jacques Rancière analyseert het populisme. De auteurs hebben gemeen dat ze een simplificering van het begrip volk verwerpen:

‘het volk’ bestaat niet, er zijn slechts ‘volken’. Referentie: 9789490334161 DIVERSITEITSCOMMUNICATIE

Verbindende communicatie & marketing We leven in een kleurrijke samenleving. Burgers gericht aanspreken vraagt meer van organisaties dan ooit tevoren. Hoe leggen we de brug naar diverse burgers en gebruikers die (digitaal) allemaal verbonden zijn met elkaar? Met het nieuwe concept ‘diversiteitscommunicatie’ prikkelen we de lezer om doelgericht, duurzaam en geloofwaardig te communiceren, ook naar die groepen die te maken hebben met sociale ongelijkheid en discriminatie. Meer nog, met dit werkboek Diversiteitscommunicatie. Verbindende communicatie & marketing willen we medewerkers en teams in de social profit en overheidsdiensten een houvast bieden om meer aansluiting te vinden bij iedereen van de doelgroep. Referentie: 9789492784049 DE STRIJD OM TIJD

Vroeger was tijd schaars, vandaag is het een wurggreep. Van ploetermoeders tot bumpervaders: voor steeds meer mensen is ‘druk, druk, druk’ het nieuwe normaal. Bij Olivier Pintelon begon het te knagen toen hij en zijn vrouw na de geboorte van hun zoon weer voltijds aan de slag gingen. Dan vroeg hij zich af: hoe doen andere ouders dat toch? Of hij bleef piekeren over wat de onthaalmoeder die ochtend had gevraagd: ‘Wanneer gaat mama vier vijfde werken?’ In De strijd om tijd onderzoekt hij of onze huidige werkweek nog aangepast is aan tweeverdieners. Want dat een dag maar vierentwintig uur en een week maar zeven dagen telt, daar valt weinig aan te doen.

Maar is het een natuurwet dat het spitsuur van ons leven bestaat uit rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan? Pintelon sprokkelt verhalen, duikt in oude geschriften en werpt een blik over de landsgrenzen. Waarom experimenteert men in pakweg Zweden met de 30 urenweek terwijl dat idee hier taboe lijkt? Een inspirerend verhaal over hoe mannen en vrouwen morgen werk, zorg, engagement en me-time kunnen combineren. Referentie: 9789462671409 LANG VOOR ER WOORDEN WAREN

een briefwisseling Ken je die momenten? Iets spreekt je aan, nog voor je er de woorden voor hebt. In de ochtend als je wakker wordt en de dag nog even geen tekening heeft. Of onderweg als in de verte de contouren van een nog onbekende stad opdoemen. Of op het moment vlak voordat er iets te gebeuren staat: een feest, een ontmoeting, een afscheid. Ken je die momenten? Dat het is alsof de vertrouwde patronen in je denken en dat wat je te doen staat even worden opgeschort. Lege ruimte. De tijd die stil staat. Het lichaam dat ademt en warm is. De liefde. Wat is het dat daar opkomt, je aanspreekt, je beweegt? Wat ‘zie’ je zonder de contouren te kunnen pakken? Wat schrijf je als je op de tast dat onbekende gebied verkent? Verlangen naar die momenten als herinneringen aan geliefden. Daaruit is dit boekje ontstaan: ‘lang voor er woorden waren’. Referentie: 9789086841875

boek 13 BOEK

dng2_v1.indd 13

6/06/19 23:44


Het raadsel van Jean-Paul Jouw weg vinden (in één keer bij voorkeur) - Jean Paul Van Bendegem Vermits wij allemaal mensen zijn, kennen wij allemaal momenten van uiterste verveling en, om de tijd te ‘doden’, beoefenen we een alom geprezen praktijk, namelijk we droedelen. Hebben we een pen of potlood bij de hand, een drager van welke aard ook (papier, krant, envelop, deur, muur, …) dan staat er geen rem op onze creativiteit. Sommigen onder ons zullen tijd ‘om zeep geholpen’ hebben door zich af te vragen of bepaalde figuren in één beweging kunnen getekend worden (zonder dus een lijn twee

figuur 1

wiskundige Leonhard Euler voorgelegd en in 1736 kwam het verrassende antwoord: het kan niet. Met, zoals het hoort voor een wiskundige, een bewijs! Ik bespaar de lezer het wondermooie bewijs maar de uitkomst ervan is wel dat er een vrij eenvoudige voorwaarde bestaat om uit te maken of de figuur al dan niet in één beweging kan getekend worden. Maar eerst nog dit. Om in te zien dat het bruggenprobleem in wezen dezelfde vraag is als het huisje in één beweging tekenen, kunnen de volgende tekeningen helpen (met nog steeds dank aan Wikipedia). Meteen laten ze ook de schoonheid van de wiskunde

figuur 2

keer te tekenen). Ik durf er niet aan twijfelen dat het ‘huisje’ één van de bekendste droedels is (figuur 1). De punten waar lijnen samenkomen heb ik genummerd van 1 tot en met 6. Het blijft verrassend dat je effectief de tekening in één beweging kan maken, bijvoorbeeld als volgt: 4 – 5 – 2 – 1 – 5 – 3 – 4 – 2 – 3. Maar, zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar, bij sommige tekeningen lukt het dan weer niet. Als ik eenvoudigweg de lijn tussen de punten 5 en 2 weglaat dan lukt het niet meer (figuur 2). De vraag die zich opdringt is natuurlijk of we kunnen uitmaken wanneer wel en wanneer niet. Laat dat nu een vraag zijn die wiskundigen zich allang hebben gesteld en waaraan een mooi verhaal verbonden is. (Ik durf er meteen aan toevoegen dat het een verhaal is dat aantoont dat die wiskundigen toch echt wel heel speciale mensen zijn.) Het verhaal begint al als een echt sprookje want de oorsprong is niet gekend of toch onvoldoende. We bevinden ons in Köningsberg, ergens in de 17de eeuw. Door het stadje loopt een rivier met een eiland erin. (Zie het plannetje hiernaast, met dank aan Wikipedia.) Die zijn verbonden met het vasteland en onderling door zeven bruggen zoals de tekening laat zien. Aan de rechterkant splitst de rivier en het gebied ertussen vormt eigenlijk één langgerekt eiland maar dat doet hier niet ter zake (gelukkig!). Het is even zoeken op het plannetje maar er zijn effectief zeven bruggen die de verschillende deelgebieden van de stad met elkaar verbinden. Blijkbaar werd al in die 17de eeuw de vraag gesteld of het mogelijk was in één wandeling over alle bruggen een en slechts een keer te gaan. Uiteindelijk werd de vraag aan de beroemde

zien omdat het niet evident dat het hier daadwerkelijk over hetzelfde vraagstuk gaat. Op de tekening links is het stadsplan vereenvoudigd voorgesteld en op de tekening rechts zijn de grijze gebieden vervangen door punten en een brug wordt nu een lijn tussen twee punten. Een wandeling maken waarbij elke brug één keer wordt bezocht, komt precies overeen met de figuur rechts in één beweging te tekenen. Een eerste uitdaging voor de lezer is om die voorwaarde op het spoor te komen. Ik geef een paar hinten: (1) kijk naar de punten en hoeveel lijnen er toekomen, (2) hou het onderscheid even-oneven in het achterhoofd en (3) specifieke getallen hebben geen belang. En ik koppel er meteen een tweede uitdaging aan vast: één van de figuren hieronder, 3, 4, 5 en 6, kan in één beweging getekend worden, de andere drie niet. Welke figuur is het?

figuur 3

figuur 4

figuur 5

figuur 6

1 4 HET RAADSEL

dng2_v1.indd 14

6/06/19 23:44


Het gelach

In deze rubriek leggen we nadruk op het positieve in onze kleine en grote wereld. We brengen enkel goed nieuws met veel zwarte en witte humor, cadeautjes, weggeefacties, twitteroptimisten, facebookclowns en nog veel meer… Heeft u ook heugelijk nieuws te melden, mail dan naar sarah@vermeylenfonds.be want “Optimism is a moral duty!”

brengt. Wat betekent het nu werkelijk voor organisaties die de handen in elkaar slaan? Laat ons beginnen met het begin en elkaar een jaar lang besnuffelen. We gaan op verkenning doorheen elkaars werking om alles te weten te komen. Wie werkt hier? Hoe werkt men hier? Zijn er raakvlakken hier en daar? Samenwerken? WAAROM eigenlijk. We zoeken uit of onze verhalen in hetzelfde boek gedrukt kunnen worden en of we dezelfde wereld willen bouwen? Onderweg - op die meanderende roadtrip - experimenteren we samen, met projecten die spontaan vanuit de onderbuik ontstaan. We zoeken naar aanknopingspunten in buurten, we brengen onze vrijwilligers in contact met elkaar en de buurtbewoners, we helpen elkaar in professionalisering en we bouwen samen aan een community. Ontmoeting, vriendschap, verbinding, participatie, cultuur, ... we boetseren rond dezelfde woorden een plan, samen met de buurt, voor de buurt en in de buurt. Een spannend onderzoek! Twaalf maanden na het afsluiten van dit akkoord wisselen we plechtig het rapport uit en evalueren het voorbije jaar. Gaan we met elkaar verder? Of sluiten we de samenwerking af ? Het antwoord moeten wij voorlopig schuldig blijven. Wij staan aan het begin. En wij hopen dat dit begin nog lang mag duren.

VERMEYLENFONDS & STRAATWOORDENAAR

voorWOORD - AKKOORD

In het voorjaar van 2019 hebben Straatwoordenaar en Vermeylenfonds elkaar ontmoet. Straatwoordenaar zocht een plek om een huiskamerclub te organiseren, wij hadden een kantoor dat wij maar al te graag eens dooreen schudden. De kabels werden gelegd, de lusters gehangen. Plots zat Saidjah aan onze vergadertafel met zijn lumineus huiskameridee. Wij gingen daar meteen op in. Maar al snel bleek dat we meer dingen met elkaar gemeen hadden. Je vindt het al terug in de naam

straatWOORDenaar, bij het Vermeylenf( )nds op onze website. Beide hadden we iets met het woord, de taal, en de behoefte om deze in te zetten voor verwarming, voor dat huiskamergevoel waar ieder mens naar streeft, vanwaar hij ook komt en waar hij ook moet leven. We zaten nog eens samen. En nog eens. En daaruit ontstond de eerste kiem voor samenwerking.

Jinte Onze huispoëet Kevin Amse werd vader van een prachtige dochter Jinte. www.amse.be

Samenwerken is een fantastisch woord en tegelijk een investering die heel wat teweeg 1 5 HET GELACH

dng2_v1.indd 15

6/06/19 23:44


Š Tom Callemin

IMOGEN STIDWORTHY (Verenigd Koninkrijk, 1963) benadert de stem als iets sculpturaal, als ruimtelijke materie die we gebruiken om onszelf fysiek en cultureel te situeren. Met haar installaties, die bestaan uit video, audio, print en objecten, stelt ze vragen over de manier waarop we een ruimte waarin woorden instabiel zijn, ontbreken of niet functioneren, waarnemen of ervaren. Wat is taal? Wat doen we met taal? Wat doet de taal met ons en wat betekent de taal voor ons in relatie tot anderen? Wie of wat spreekt er? Wat gebeurt er in situaties wanneer iets de verbinding tussen een gedachte

en een woord, of tussen mensen onderling verstoort? Wat gebeurt er als de taal uitgewist wordt? Hoe bepaalt taalgebruik de communicatie tussen mensen en de objecten waarmee ze omringd worden? Hoe komt het dat twee mensen erin slagen om elkaar te begrijpen, zelfs in situaties waar geen taal gebruikt wordt? Ze gaat daarbij na welke andere inzichten in het zog van deze onleesbaarheid kunnen rijzen, in de context van bijvoorbeeld neurologische of emotionele omstandigheden, taalkundige of culturele verschillen.

16

dng2_v1.indd 16

6/06/19 23:45


DIALOGUES WITH PEOPLE [...] Imogen Stidworthy 6.4 — 30.6.2019

Imogen Stidworthy legt zich in haar films en installaties toe op de vraag hoe sociale relaties vorm krijgen wanneer woorden falen, instabiel zijn of ontbreken. Welke andere vormen van betekenis en communicatie ontstaan aan de grenzen van de taal? De installaties van Imogen Stidworthy tonen mensen wiens taal op een bepaalde manier los staat van betekenis, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor nieuwe vormen expressie en communicatie. Deze ‘andere’ stemmen vragen alternatieve manieren van luisteren, en weerspiegelen onze relatie met onze eigen taal op nieuwe en verrassende manieren. Heel uiteenlopende vormen van taal

komen aan bod, of die nu gevormd is door culturele praktijken (denk maar aan streekgebonden dialecten, of stopwoorden die eigen zijn aan leeftijdsgroepen), of door ziektes als afasie (problemen met het uiten en begrijpen van taal), of non-verbaal autisme.

Netwerk Aalst, Houtkaai 15, 9300 Aalst. www.netwerkaalst.be Open van woensdag tot en met vrijdag, telkens van 13u tot 17u. Op zaterdag en zondag zijn we open van 11u tot 17u.

We zijn altijd open na afspraak. Mail naar info@netwerk-art.be, of bel 053 70 97 73 Bij Netwerk Aalst presenteert Imogen Stidworthy zeven installaties. De tentoonstelling loopt als een lus over de gelijkvloerse en eerste verdieping van Netwerk Aalst. Er is telkens éen video actief.

17

dng2_v1.indd 17

6/06/19 23:45


Vermeylen Like Tinus Sioen maakt een keuze uit kunstenaars, schrijvers, denkers, die Vermeylen leuk vond. Grote en invloedrijke namen, maar ook personen die wat op de achtergrond verzeild zijn geraakt of ondertussen volledig vergeten. Wat vaststaat is dat Vermeylen hen belangrijk genoeg achtte om er zijn tijd en woorden aan te schenken. Ze verdienen dus ook een plekje in De Nieuwe Gemeenschap.

Guido Gezelle (1830 - 1899) Bij niemand zijn kunst en natuur zo één geworden. En dat is slechts mogelijk geweest door de volmaakte eenheid, de volmaakte waarheid van Gezelle's wezen. Zijn grote les luidt: geheel zijn met wat men in den grond is, - niets dan wezen, geen schijn, -het echtste in zich altijd getrouw blijven. Niets anders doen dan groeien uit het diepste dat men werkelijk is. A. Vermeylen, Gezelle’s Betekenis, pp. 560, in Verzameld Werk II Zelfs in de jaren, dat Gezelle zweeg, teruggetrokken en verlaten, bleef hij toch de overwinnaar: want zijn invloed leefde in anderen voort. De grote, onafgebroken traditie, die de kracht werd van onzen tegenwoordigen bloei, gaat van hem uit. A.Vermeylen, De Vlaamse Letterkunde (1912), pp. 125-126, in Verzameld Werk III

Met de stoutste taalmiddelen weet hij te spelen, niemand heeft in onze poëzie zulk een rijkdom van nieuwe, levende rythmen laten golven en zingen, zulk een overvloed van onverwacht-juiste beelden laten opbloeien. De fijnste schakeringen, de vluchtigste gewaarwordingen worden er tot schone verneembaarheid, ademende plastiek. A. Vermeylen, De Vlaamse Letterkunde (1912), pp.137 in Verzameld Werk III

18 VERMEYLEN LIKE

dng2_v1.indd 18

6/06/19 23:45


Agenda Uitgebreide info over alle activiteiten vindt u op onze website www.vermeylenfonds.be

21/6 OPENINGSWEEKEND VC DE BRUG.

INFO j.ducazu@scarlet.be LOCATIE VC De Brug, Hauwerstraat 3A in Brugge. ORGANISATIE VF Brugge 21/6 " 21u00 NACHT VAN HET VRIJZINNIG HUMANISME

INFO vermeylenfonds.rsl@outlook.com . INKOM Gratis LOCATIE café St. Georges, Stationsplein 3 in Roeselare 22/6 " 08u56 station Koksijde DAGUITSTAP NAAR BRUGGE

Voormiddag : achter de schermen van het concertgebouw Namiddag : wandeling met gids door het Hanzeatisch Brugge INFO Vooraf inschrijven door storting op rekening BE 10 0012 0731 0904 van Vermeylenfonds Koksijde. Uiterste datum inschrijving : woensdag 12 juni Maurits De Picker : 0477/29 38 37 of depicker.maurits@skynet.be INKOM 20 euro/ leden: 15 euro (treinbiljet inbegrepen) Prijs maaltijd : 25 euro ORGANISATIE: VF Koksijde 27/6 " 18.00u RONDLEIDING: DE SOCIALE ONTVOOGDING VAN GENT DOOR DE EEUWEN HEEN

Door prof. dr. Jan Dumolyn. INFO Duur rondleiding: ongeveer 2 uur. Vermeylenfonds@ugent.be – Max. deelnemers: 40 personen LOCATIE Geuzenhuis, Kantienberg 9 in Gent ORGANISATIE Vermeylen@ugent 30/6 " 15u00 tot 17u00

Muziekproject – jamsessions. INFO sorayagina@hotmail.com. LOCATIE Kerkstraat 45, 9900 EEKLO INKOM Gratis ORGANISATIE VF Eeklo ism Viva-laVida-Eeklo en Linx+. 11/7 " 14u30 BURGERS IN DE DEMOCRATIE : WAT KUNNEN WE BETEKENEN ?

Lezing door Manu Claeys. Hoe burgers en maatschappelijke organisaties betrekken bij

het boetseren van een beleid ? Als voorzitter van een succesvol burgercollectief kreeg Manu Claeys daar de voorbije jaren een helder beeld van. INFO Maurits De Picker : 0477/29 38 37 - depicker.maurits@skynet.be LOCATIE Vrijzinnig Huis Koksijde, Galloperstraat 48, Koksijde INKOM Gratis ORGANISATIE VF Koksijde 26/7 " 14u00 BOB DE MOOR - STRIPAUTEUR

Bestuurslid Walter Lembrecht stelt ons zijn tentoonstelling over Bob De Moor voor en geeft ons ondertussen zijn deskundige uitleg. INFO Myriam Maes, 0479/710 174 maes_myriam@telenet.be LOCATIE Bibliotheek, Weststraat 15, 8460 OUDENBURG ORGANISATIE VF Oudenburg, 24/8 MUSEUM DE PONT IN TILBURG

Bezoek aan het Museum De Pont in Tilburg. Tentoonstelling “The Return”, werk van de Belgische schilder Luc Tuymans. In 1995 organiseerde museum De Pont de eerste tentoonstelling in Nederland van het werk van Luc Tuymans. De inmiddels wereldberoemde kunstenaar keert terug naar Tilburg met een tweede overzicht, dat hij toepasselijk de titel The Return heeft meegegeven. De tentoonstelling, die in zeer nauwe samenwerking met de kunstenaar wordt samengesteld, zal een vijftigtal schilderijen omvatten uit de periode 1975 tot nu, waaronder enkele recente werken die niet eerder te zien waren. The Return is een van de twee grote Tuymans-tentoonstellingen die in Europa te zien zullen zijn. INFO: Verdere informatie vanaf half juni bij eliane.bonamie@telenet.be of Johan. notte@telenet.be ORGANISATIE: VF Waarschoot ism VF Eeklo-nieuwbakkers en VF Gent.

INFO Marc Mortier : 0475/97 21 98 marc-mortier@telenet.be INKOM (koffie inbegrepen) niet-leden 5 euro - leden 3 euro LOCATIE Vrijzinnig Huis Koksijde, Galloperstraat 48 ORGANISATIE VF Koksijde-Oostduinkerke in samenwerking met UPV-Westkust 19/9 " 14u15 BEZOEK AAN HET BEZOEKERSCENTRUM “DE DUINPANNE” DE PANNE

Geleid bezoek aan het vernieuwde bezoekerscentrum met zijn eveneens vernieuwde tentoonstellingen. Gids : Robert Claes INFO Maurits De Picker : 0477/29 38 37 - depicker.maurits@skynet.be INKOM niet-leden 5 euro - leden gratis LOCATIE Bezoekerscentrum “De Duinpanne” (vroeger “De Nachtegaal), Olmendreef 2, 8660 De Panne ORGANISATIE VF Koksijde-Oostduinkerke 26/9 " 20u00 WAT ZOUDT GIJ ZONDER 'T WERKVOLK ZIJN?

De voorbije 100-150 jaar brachten heel wat positieve evoluties op het sociale en politieke toneel, maar die veranderingen werden maar mogelijk dankzij de onvermoeibare inzet van geëngageerde mensen en bewegingen. Monika Triest heeft in hun midden gestaan. Zij was erbij toen de tweede feministische golf zich naar haar hoogtepunt werkte en ondervond zelf dat de weerstand tegen de gelijkheid van vrouwen en mannen groot bleef. Voor Wat zoudt gij zonder 't vrouwvolk zijn? putte Monika uit haar jarenlange ervaring als schrijfster, onderzoekster en activiste. Het resultaat werd dit overzicht van een aantal kernfiguren en belangrijke kantelmomenten in de bewogen geschiedenis van het Belgische feminisme. INFO chreet.dexters@telenet.be LOCATIE Volkshuis, Rozenberg 115, 2400 MOL

12/9 " 14u30 MONDIALE VERLICHTING VAN DE ISLAM.

Lezing door Khalid Benhaddou. Khalid Benhaddou neemt ons mee in zijn verhaal om een helder beeld te schetsen over allerlei factoren die bijdragen aan een ongenuanceerd beeld van de Islam. 1 9 AGENDA

dng2_v1.indd 19

6/06/19 23:45


Verslag VURIGE VERHALEN IN EN ROND DE SINT-BAAFSABDIJ TER GELENHEID VAN HET IRAANSE NIEUWJAAR OP 31 MAART © Ashti Malki

VF EEKLO /NIEUWBAKKERS BRENGT MENSEN SAMEN IN JAMSESSIE’S © Marc De Coninck

2 0 VERSLAG

dng2_v1.indd 20

6/06/19 23:45


REIS GEORGIË

Met 35 deelnemers vertrokken we op 8 april naar Georgië. Voor de modale toerist een vrijwel onbekende bestemming. En dat is onterecht. De hoofdstad Tbilisi is een bruisende stad die op een knooppunt ligt van wat eens de zijderoute was. We bezochten er alle soorten kerken, een synagoge en een moskee, pittoreske straatjes, geplukt uit het roemrijke verleden. In de sulfaatbaden konden we uitrusten. Hoogtepunt van deze reis was evenwel de tocht met 4x4 jeeps naar Svaneti, het hoogst gelegen bewoond gebied van de Kaukasus. Via onmogelijke wegen bereikten we het dorpje Ushguli, het hoogtepunt van deze boeiende reis.

Foto onder: bezoek aan het universiteit van Tbilisi In Tbilisi bezochten we de universiteit waar Professor Nino Pkhakadze (op de foto, 4de van rechts) het vak Nederlands doceert. Verrassend eigenlijk dat in een land als Georgië mensen geïnteresseerd zijn om Nederlands te leren terwijl hier in België vrijwel de helft van de bevolking dat niet ziet zitten. De Georgische studenten, toevallig allemaal vrouwen, vonden het Nederlands weliswaar een exotische maar mooie taal. Jaarlijks lopen ze stage in Vlaanderen waar Femke Simonis (op de foto 4de van links); bestuurslid van het AVFOostende voor enkele studenten voor opvang en logement zorgt. Het was een aangename en verrassende ontmoeting. (© JP Drubbels)

2 1 VERSLAG

dng2_v1.indd 21

6/06/19 23:45


LANDDING

Het Vermeylenfonds, OKAN Roeselare, Wereldklasse en het MSKA sloegen de handen in elkaar voor het project LANDDING. Op vrijdag 10 mei brachten zij in cultuurcentrum De Spil deze unieke voorstelling. “In dit OKAN-project onthalen de leerlingen ons op een kennismaking met hun talenten”, vertelt Geert Doom. “OKAN staat immers voor Onthaalklassen Anderstalige Nieuwkomers. Ze laten zien dat hun bagage uit meer bestaat dan het loslaten van datgene wat voor hen bekend is. Zij zijn elk hun eigen individu, met hun talent, creativiteit en persoonlijkheid. Deze leerlingen komen met bagage, een geschiedenis verspreid over vele landen. Nu landen ze hier. En maken wij deel uit van hun land-ding. We vormen samen een diversiteit aan nationaliteiten, maar ook aan karakters…” Mieke Wylin tekent voor de regie van deze voorstelling.

2 2 VERSLAG

dng2_v1.indd 22

6/06/19 23:45


EEN ALGEMENE VERGADERING MET PIT EN NIEUWE PLANNEN! foto's van Marc De Coninck en Marc Smekens

In gedachten

GREET PERNET IL EST BIEN COURT, LE TEMPS DES CERISES… Geboren in Schaarbeek op 9 maart 1957, overleden in Jette op 26 april 2019 Producer VRT Klara

Met het bestuur en de medewerkers blikken we dankbaar terug op de inzet van Greet voor het Vermeylenfonds. Zowel in Wezembeek-Oppem als in het landelijke bestuur maakte zij voor ons het verschil. Dankzij vrijwilligers zoals Greet staat onze vereniging er, voor mens en samenleving met liefde voor taal en cultuur. Greet was een intelligente en scherpzinnige vrouw in het bestuur! Die lopen dun gezaaid in het verenigingsleven. We hopen dat de familie en de vrienden veel troost vinden in de mooie herinneringen.

FREDERIK DEZUTTER DIRECTEUR VERMEYLENFONDS

© RAF THIENPONT

01- annonce - fond vermeylen - A5 -20-05-2019-new season.indd 1

20/05/2019 17:38:47

2 3 VERSLAG

dng2_v1.indd 23

6/06/19 23:45


is immers mijn grote passie. Via Van de Woestijne en vooral de Van Nu en Straks-beweging maakte ik kennis met het werk van August Vermeylen. Ik vond Vermeylen geen goede romanschrijver maar zijn essays waren uitzonderlijk goed geschreven. Telkens als ik die lees, sta ik er versteld van hoe scherp, creatief en helder die geformuleerd zijn. Voor mij is dat ook literatuur.” Was August Vermeylen de stichter van het tijdschrift Van Nu en Straks?

bv

“Hij was de bestendige stichter van tijdschriften: na de Tweede Wereldoorlog nog van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. In Van Nu en Straks was hij in elk geval de grote denker en leider, soms op het autoritaire af. Hij deelde dan misschien de lakens uit maar deed ook zelf veel praktisch werk. Van Nu en Straks is een groot keerpunt geweest voor de Vlaamse literatuur. Vele belangrijke schrijvers zoals Stijn Streuvels, Cyriel Buysse, Van de Woestijne en Herman Teirlinck hebben er hun eerste teksten gepubliceerd. De artikels van Vermeylen zelf die in het tijdschrift verschenen in het bijzonder de ‘Kritiek der Vlaamse Beweging’ en ‘Vlaamse en Europese Beweging’, hebben nog steeds een actualiteitswaarde als je ze hertaalt naar de situatie van vandaag.”

Hans Vandevoorde aan het raam waar Stijn Streuvels zijn boeken schreef

Hans

Vandevoorde ¬ Professor Nederlandse literatuur, biograaf August Vermeylen

Hans Vandevoorde doceert Nederlandse literatuur aan de VUB en werkt al geruime tijd aan een biografie over August Vermeylen. Twee jaar geleden werd Hoe Vlaming te zijn gepubliceerd met teksten van August Vermeylen en Jozef Deleu en in het najaar verschijnen onder zijn redactie en die van Ruben Mantels de dagboeken van August Vermeylen. Nochtans heeft Hans Vandevoorde zijn liefde voor literatuur niet met de paplepel meegekregen. Het zijn vooral de leraars esthetica en voordracht tijdens zijn middelbaar onderwijs die bij Hans de ogen openden voor moderne kunst en dan vooral poëzie.

Hans Vandevoorde: “Tegen het advies in van mijn ouders en het PMS, het toenmalige centrum voor leerlingenbegeleiding, koos ik in de humaniora voor de richting Latijn en Grieks. Dat werden dan ook mijn beste vakken. Mijn toekomstbeeld was om leraar klassieke talen te worden. In die tijd waren de mogelijkheden voor dat beroep echter eerder schaars. Mede door mijn interesse voor literatuur ben ik dan uiteindelijk aan de universiteit Germaanse Filologie gaan studeren, richting Nederlands en Duits. Maar de toekomstmogelijkheden op de arbeidsmarkt waren voor die opleiding ook vrij beperkt. Na mijn burgerdienst was ik lange tijd werkloos. Ik heb heel veel deeltijdse jobs en vervangingen gedaan zowel in de humaniora, het avondonderwijs als in het technisch en beroepsonderwijs. Na een omzwerving langs uitgeverijen kreeg ik eind de jaren negentig evenwel een beurs om een doctoraat te schrijven over de dichter Karel Van de Woestijne – poëzie was en

Die artikels van Vermeylen, waren op het eind van de 19de eeuw toch erg provocerend. Kreeg hij dan geen tegenstanders binnen de redactieraad?

“Het provocerende aan het artikel ‘Kritiek der Vlaamse Beweging’ was dat Vermeylen toen anarchist was en vooral geïnspireerd was door het individualistisch anarchisme van Max Stirner. Dat betekent dat hij antiparlementair en anti-Belgisch was. Daar maakte hij binnen de redactie van Van Nu en Straks geen vrienden mee. Vooral de katholiek Prosper Van Langendonck, voor wie Vermeylen heel veel respect had, was het absoluut niet eens met die tekst. Het anti-Belgisch standpunt dat Vermeylen in dat artikel innam, heeft trouwens veel jongeren vlak vóór de Eerste Wereldoorlog geïnspireerd om te streven naar een zelfstandig Vlaanderen. Maar toen had Vermeylen al lang het anarchisme afgezworen en zich gekeerd tegen het separatisme. Vermeylen wilde immers geen zelfstandig Vlaanderen. Wat hij wel uit het anarchisme heeft overgehouden, is zijn pleidooi voor de eigen verantwoordelijkheid van het individu maar dat wel ten dienste stond van de gemeenschap. Dat standpunt is hij heel zijn leven blijven verdedigen.” In het artikel was Vermeylen ook hard voor de taalflaminganten.

“Vermeylen was wel een cultuurflamingant en hij wilde net als de taalflaminganten dat het Nederlands de algemene taal in Vlaanderen werd. Maar die veralgemening van het Nederlands in Vlaanderen verbond hij met een sociale doelstelling. Dat was het grote verschil met taalflaminganten. Voor Vermeylen is de Vlaamse Beweging altijd een sociale beweging geweest. Het Nederlands was nodig om ook de lagere klassen, de minder bedeelden te verheffen. Vandaar zijn engagement voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Op een Vlaams lichaam moet een Vlaams hoofd staan, zei hij - weliswaar in het Frans - tijdens een redevoering in de senaat. De universiteit moet mensen in het Nederlands vormen: leraren, advocaten, dokters, die in het Nederlands hun expertise kunnen doorgeven aan de lagere klassen. Een soort top down beweging. 2 4 BV

dng2_v1.indd 24

6/06/19 23:45


Nog voor de Eerste Wereldoorlog was de vernederlandsing van het secundair en hoger onderwijs één van de belangrijkste doelstellingen van de Vlaamse Beweging.” Het heeft toch nog geduurd tot 1930 eer de Gentse universiteit vernederlandst werd.

“Dat het zo lang geduurd heeft is de schuld van de activisten die tijdens de oorlog meehielpen aan de oprichting van de zogenaamde Von Bissing-universiteit. Om tweedracht te zaaien bij de Belgische bevolking voerde de Duitse generaal Van Bissing een zogenaamde Flamenpolitik, een politiek die de Vlamingen wilde paaien. Een van de acties in dat kader was de oprichting van een vernederlandste universiteit in Gent in 1916. Na de oorlog heeft dat geleid tot een harde repressie tegen de activisten. Ook al was August Vermeylen een harde tegenstander van de activisten, hij ontsnapte niet aan de blinde woede van een aantal Franstalige jongeren die hem belaagden toen hij in 1923 in de senaat opkwam voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In zijn brievenbus vond hij briefjes tegen de ‘flaminboch’ en zijn collega’s moesten hem met hun paraplu’s verdedigen tegen die studenten van de ULB, waar hij les gaf. Vermeylen bleef evenwel strijden voor de vernederlandsing van die universiteit en had ook binnen het socialisme enkele belangrijke medestanders, waaronder Camille Huysmans. Dat was ook nodig want voor die vernederlandsing van de Gentse universiteit was een politieke meerderheid in het parlement nodig. De sociaaldemocratische fractie waartoe Vermeylen behoorde, bestond ten hoogste uit een derde Vlamingen. Het heeft lang geduurd om de Franstaligen ervan te overtuigen dat de vernederlandsing van de universiteit beantwoordde aan het socialistisch principe om de lagere klassen te ontvoogden. Vermeylens schrijftalent zal ook wel een rol gespeeld hebben in het succes daarvan. Zijn overtuigingskracht was gestoeld op twee principes: enkel rationele argumenten gebruiken en niet bruuskeren. De overtuiging geleidelijk laten groeien. Hij gebruikte hiervoor graag het woord ‘organisch’.”

Na een lange strijd was het dan zover, in 1930 werd August Vermeylen de eerste rector van de vernederlandste Gentse universiteit. Maar nu kondigt zich opnieuw een strijd aan. Er gaan immers steeds meer stemmen op om de lessen aan de universiteit in het Engels te geven. Denk je dat de verengelsing van de Nederlandstalige universiteiten in België een kans maakt?

“Er worden steeds meer Engelstalige cursussen gegeven aan de Nederlandstalige universiteiten in België ook al is er een quorum waardoor het aantal Engelstalige vakken beperkt wordt. Die terughoudendheid zal wel te maken hebben met het verleden dat ik daarnet heb geschetst. De drang tot internationalisering dreigt echter te leiden tot toestanden als in Nederland, waar de verengelsing erg ver gaat. Bijna alle masteropleidingen worden er nu al in het Engels gegeven en men is volop bezig ook de bacheloropleidingen te verengelsen. Maar er groeit gelukkig verzet. Omdat die verengelsing ook in Nederland in feite ongrondwettelijk is moet er een nieuwe wet gestemd worden en naar aanleiding daarvan komt toch heel wat protest zowel vanuit politieke als culturele hoek.” Wat is jouw standpunt over die verengelsing?

“Ik ben niet tegen een vorm van lingua franca. Vroeger gebruikte men het Latijn als gemeenschappelijke taal en daarna het Frans. Nu wordt Engels wereldwijd als zodanig gebruikt. Maar of het nu nodig is om aan de universiteit ook les te geven in het Engels is een andere

vraag. Er zijn toch een aantal argumenten tegen die verengelsing. Ten eerste het sociale argument: men creëert een dualiteit tussen degenen die het Engels goed beheersen en degenen die dat niet in dezelfde mate hebben kunnen leren. Daarnaast worden de studenten van wie het Engels niet de moedertaal is benadeeld. Het is immers wetenschappelijk bewezen dat de capaciteit om genuanceerd te denken en te spreken – wat toch belangrijk is in wetenschappelijk onderzoek in een vreemde taal - met 30% daalt. Ik ben lid van een commissie van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek die beurzen toekent aan doctoraatsstudenten. Studenten uit het buitenland die opgegroeid zijn met het Engels als moedertaal zijn sterk bevoordeeld ten opzichte van de studenten van hier. Opnieuw creëer je dus een oneerlijke concurrentie. Een ander argument is dat de meeste afgestudeerden het Nederlands nodig hebben op de werkvloer. Als je studenten opleidt in het Engels dan zijn ze verplicht om op de werkvloer de aangeleerde Engelse begrippen te vertalen. Onlangs kreeg ik van de administratieve dienst van mijn universiteit een brief die zogezegd Nederlandstalig was maar waarin zoveel Engelse woorden werden gebruikt dat ik de mail teruggestuurd heb en gevraagd heb of ze die niet beter meteen in het Engels zouden schrijven. En zo zijn er nog een aantal argumenten tegen die verengelsing maar die dan te maken hebben met het beheer en de financiering van de universiteit, waar ik nu niet op inga. In het dagdagelijks leven wordt het Engels door de jongeren sowieso al opgepikt via muziek, internet, enz. Een van de sterkten van de Vlamingen is altijd meertaligheid geweest. Naast het Frans konden vele Vlamingen ook nog een mondje Engels en Duits. Maar de kennis van het Frans is sterk achteruitgegaan om niet te spreken van het Duits. Toch vind ik dat minstens een passieve kennis van zoveel mogelijk talen nog steeds belangrijk is.” Sommige voorstanders van de verengelsing van het universitair onderwijs beweren dat mocht August Vermeylen nu nog leven, hij een sterke voorstander zou zijn van die verengelsing. Ga je daarmee akkoord?

“Helemaal niet. Vermeylen was een kosmopoliet. Hij keerde zich tegen een etnisch nationalisme maar was toch ook geen blinde internationalist, die het lokale niveau verwaarloosde. Dat maakt hij duidelijk met het dikwijls geciteerde citaat: ‘Om iets te zijn moeten wij Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden.’ Vrij vertaald naar die problematiek rond het taalgebruik aan de universiteit: leer eerst goed de Nederlandse taal en cultuur en treed dan naar buiten om Engels en eventueel andere talen te leren. Vermeylen kende waarschijnlijk zoals vele andere schrijvers als Buysse, Teirlinck en Van de Woestijne aanvankelijk beter het Frans dan het Nederlands. Maar omdat ze een band wilden met de gemeenschap waarin ze leefden, lag het voor hen voor de hand dat ze het Nederlands gebruikten. Vandaag betekent dat: we hanteren het Nederlands om een zo inclusief mogelijke samenleving te maken.”

Hartelijk dank voor dit boeiende gesprek.

JOHAN NOTTE Ruben Mantels & Hans Vandevoorde (red.), ‘Ik denk nog het best met een pen in den hand.’ Het dagboek 1939-1944 van August Vermeylen. Gent/Leuven, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde & Leuven University Press, 2019. [verschijnt in oktober, vooraf het boek bestellen kan via onze website.] 2 5 BV

dng2_v1.indd 25

6/06/19 23:45


Met de parlementsverkiezingen van 24 november 1991 verdriedubbelde het stemmenaantal van het Vlaams Blok tegenover dat van 1987. Het leverde haar 12 zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op. De zogenaamde ‘zwarte zondag’.

De emancipatorische ambities van het surrealisme ¬ De onvoltooid verleden tijd – een column van Peter Benoy De Antwerpse culturele wereld was op dat ogenblik volop bezig met de voorbereidingen van ‘Antwerpen ‘93 – Culturele hoofdstad van Europa’. Een aantal weken na die verontrustende verkiezingsuitslag besloten de verantwoordelijken van de bij Antwerpen ‘93 betrokken podiumkunsten zich over die zwarte zondag te bezinnen. Konden we onverstoord doorgaan met onze geplande voorstellingen of moesten we onze plannen actualiseren? Die vraag sloot aan bij het uitdagend motto van Antwerpen ‘93: ‘Kan kunst de wereld redden?’ Het lag voor de hand dat die vraag eerst moest beantwoord worden. Na een urenlange discussie waren we het er vrijwel over eens dat kunst de wereld niet zal redden, maar er wel een bescheiden bijdrage in kan leveren. Niet door te moraliseren maar wel door relevante vragen te stellen en mensen te doen nadenken over het leven dat we leiden, over de wereld waarin we leven en niet in het minst over de kunst zelf. (Was ik het die opmerkte:’Kunst is vooral bezig zichzelf te redden in onze kapitalistische maatschappij’). Een brede kunststroming in de 20ste eeuw die, zij het in andere bewoordingen en in een andere context, zich bezighield met de vraag of kunst de wereld kan redden, was het surrealisme, een beweging die niet alleen een radicale breuk met de kunst van het verleden nastreefde maar ook de bourgeoisie wou omverwerpen. Een gangbare misvatting over het surrealisme zit vooral in de perceptie bij een breed publiek van gekende schilders als Dali, De Chirico, Tanguy of Picabia. Hun herschikking van de realiteit wordt vooral gezien als een vreemd spel dat buiten de artistieke context geen relevantie heeft, terwijl hun werk in feite meer vertelt dan schilderijen die niet meer zijn dan een mimesis van de werkelijkheid. Midden in de eerste wereldoorlog in 1916 was in het Cabaret Voltaire te Zurich (in het neutrale Zwitserland) het dadaïsme geboren als een beweging die zich uitgesproken provocerend opstelde en de draak stak met het burgerdom. Door de oorlog kon dit nieuwe avant-garde fenomeen moeilijk doordringen in het Europese artistieke leven. Pas in 1920 kwam het, samen met de dichter en dadaïst van het eerste uur Tristan Tzara, naar Parijs. Onder zijn invloed begonnen enkele jonge schrijvers/dichters, André Breton, Louis Aragon en Philippe

Soupault, die dweepten met Rimbaud, Lautréamont en Jarry, met controversiële optredens en publicaties een dadaïstische groep te organiseren. Die activiteiten werkten voor hen als een soort katalysator; ze wilden de provocatie overstijgen en dat lag spoedig aan de basis van wat de belangrijkste kunststroming van de 20ste eeuw zou worden: het surrealisme, een avant-garde stroming die zich zowel in beeldende kunst als in literatuur sterk profileerde. In 1924 publiceerde Breton, die weldra met sterke hand de nieuwe beweging zal leiden, ‘Het surrealistisch Manifest’ en werd het tijdschrift ‘La Révolution surréaliste’ uitgegeven; daarnaast opende een ‘Bureau de Recherches surréalistes’ te Parijs. In de loop van zijn 50 jarig bestaan zal dit -isme talloze publicaties en kunstwerken opleveren en zijn standpunten bekend maken in een paar honderd manifesten, tracten en standpunten. De esthetiek die zij voorstonden brak radicaal met het verleden; zij zochten hun materiaal in het onderbewuste, in dromen, in het wonderbaarlijke (le merveilleux), in het streven naar vrijheid en in liefde en passie; zij introduceerden nieuwe technieken als ‘écriture automatique’, collage, frottage, enz. Eén zin van Breton spreekt boekdelen over hun benadering van de esthetiek: ‘La beauté sera convulsive ou ne sera pas.’ Die visie over kunst kwam in het Interbellum lijnrecht te staan tegenover de belangen van de bourgeoisie en de gevestigde orde wiens rationalisme, christelijke moraal en economische belangen geen beweging kon dulden die ze niet onder controle had. Het bestrijden van die kapitalistische maatschappij kwam zo in het verlengde te liggen van de artistieke opvattingen van de surrealisten. Hun esthetisch con2 6 COLUMN

dng2_v1.indd 26

6/06/19 23:45


colum

den verliezen. Toch rijst die vraag spoedig opnieuw; op 27 november 1926 geraken ze het eens over het principe van een individuele aansluiting bij de PCF. De naam van hun tijdschrift ‘La Révolution surréaliste’ wordt gewijzigd in ‘Le Surréalisme au service de la Révolution’, een belangrijke nuance. Aragon, Breton, Eluard, Péret, Unik worden spoedig lid, maar niet voor lang. Vanuit de partijleiding worden ze met argusogen bekeken; wat moeten die ‘individualistische kleinburgerlijke salonschrijvers’ in hun midden? Op het schrijverscongres van Kharkov (Oekraine) in 1930 wordt beslist dat schrijvers om volwaardig lid te zijn van de communistische beweging moeten verzaken aan het surrealisme. Aragon o.m. gaat daarop in en dat leidt tot zijn breuk met Breton en de andere surrealisten. Intussen was in Moskou, na de dood van Lenin, een machtstrijd aan de gang tussen Stalin en Trotski die eindigde met de verbanning van laatstgenoemde in 1929. Voor de kunstenaars was dat geen goed nieuws; Trotski had in 1924 ‘Literatuur en revolutie’ gepubliceerd, een helder boek dat een open beleid voorstond, terwijl Stalin vanaf 1932 van het socialistisch realisme de officiële (en enig toegelaten) kunst zou maken, m.a.w. een kunst die lijnrecht staat tegenover de surrealistische opvattingen.

André Breton, Diego Rivera, Léon Trotsky in Mexico, 1938

cept is onafscheidelijk van hun revolutionaire ethiek. Deze politieke dimensie van hun activiteiten, het verbinden van Rimbaud‘s ‘changez la vie’ met Breton’s ‘changez le monde’, blijft in studies meestal buiten beeld of wordt ondermaats behandeld. Daarom wil ik inzoomen op de complexiteit van hun streven naar een klasseloze samenleving.

De Russische revolutie was begin jaren 20 een hot item bij de Westerse intelligentia. De gedachte van een nieuwe, nooit geziene samenleving bracht een revolutionair toerisme in beweging en talloze getuigenissen werden gepubliceerd. De linkerzijde was al dan niet kritisch voorstander. Op 21 september 1925 verschijnt in L’Humanité ‘La révolution d’abord et toujours’, ondertekend door alle surrealisten (een 50-tal); een keerpunt in hun jonge bestaan, want hierin laten ze hun anarchiserende en idealistische visies achter zich en kiezen voor een materialistisch dialectische benadering. Wat hier zeker een rol heeft gespeeld is de invloed op Breton van een boek van Trotski, de nummer twee van de Russische revolutie, over Lenin. Twee weken later bespreken de surrealisten een intern document over hun ideologische positie: ‘Het gaat ons niet meer om een intellectuele revolutie. Het gaat om een mondiale revolutie, over de grootst mogelijke revolutie (…) door de methodes te accepteren die hebben geleid tot de grootste revolutionaire realisatie van de moderne tijden.’ Dan stelt zich de vraag of ze niet gewoon moeten aansluiten bij de jonge Franse Communistische Partij (PCF). Het antwoord is negatief, want als groep bezitten ze een eigenheid en een kracht die ze in een sterk gedisciplineerde en autoritaire partij zou-

Toch blijven Breton en zijn medestanders nog een tijd hopen dat ze het tij kunnen keren en kunnen wegen op de PCF en vooral diens cultuurpolitiek, maar wanneer in 1936 de processen van Moskou beginnen, waarin Stalin afrekent met de leiders van de Oktoberrevolutie, moeten ze noodgedwongen hun politiek herzien. Ze veroordelen definitief het stalinisme en de PCF die zich daaraan onderwerpt. Nu de partij waarop ze hun hoop hadden gesteld hun vijand is geworden blijven ze stuurloos achter en zoeken ze contact met linkse organisaties, vooral met de trotskisten die het perspectief bieden om marxist te zijn buiten de stalinistische (en dus aan het socialistisch realisme onderworpen) partijorganisaties, maar van een militante activiteit binnen die organisatie is, op een enkeling na, geen sprake. De volgende jaren leggen ze zich toe op de strijd tegen fascisme en kolonialisme, steunen ze de Spaanse republikeinen, zetten ze zich in voor mensenrechten, enz. In 1938 reist Breton naar Mexico om een reeks voordrachten te geven. Hij is er o.m. te gast bij de muralist Diego Rivera, (Frida Kahlo!) en de verbannen Leon Trotski, ‘Un des deux têtes de la Révolution de 1917’. Samen richten ze met een gemeenschappelijke verklaring de ‘Féderation internationale de l’art révolutionnaire indépendant’ (FIARI) op, die alle strekkingen van onafhankelijke revolutionaire kunst wil groeperen: ‘Ce que nous voulons: l’indépendance de l’art pour la révolution; la révolution: pour la libération définitive de l’art’. Van ‘Clé’ een publicatie van de FIARI verschijnen slechts twee nummers; het laatste in 1939. Met de oorlog in aantocht loopt ook dit project op de klippen. Daarna is het een ander verhaal, één waarin het anarchisme een grotere rol zal spelen. Kan kunst de wereld redden? We moeten bescheiden zijn, maar wat Victor Hugo lang geleden schreef is interessant om over na te denken: ‘...la liberté littéraire est fille de la liberté politique.’ Op deze twee vrijheden mogen we geen duimbreed toegeven.

2 7 COLUMN

dng2_v1.indd 27

6/06/19 23:45


BOBB BERN ‘terwijl in 1940 de maand augustus reeds een oog toedeed, werd op een woensdag bobb bern (toen rlm balthazar) geboren ergens in een aseptische kamer van een alisabethaans hospitaal te antwerpen, hoofdstad van een onbestaand land.’ Zo begint zijn gedicht ‘geboorte’ uit de bundel ‘walkie=talkie 2’ (1964). Die bewuste woensdag is 21 augustus 1940. Bern studeerde van 1959 tot 1961 Germaanse talen en filosofie, maar was te veel met andere dingen bezig om zijn studie met succes af te ronden; in die periode begon hij gedichten te publiceren in het tijdschrift ‘sinteze’ en in 1961 verschenen twee bundels: zijn debuut ‘monnik tee, woorden om zacht te verbranden’, -de titel roept de sfeer op van een Oosters ritueel-, en ‘walkie-talkie 1, notities over poëzie’ origineel vormgegeven door Paul de Vylder. Omstreeks die periode leerde ik hem kennen in het levendig Antwerps circuit van jazz-café’s zoals BlueNote en Gard-Sivik. Ik was toen 16 en las zijn gedichten vol bewondering. Dan verschenen: ‘jaden boek jaspis’ (1962; als speciaal nummer van het tijdschrift Ruimten), een bundel waarvan een groot deel in poëtisch proza is geschreven, ‘jonathan drinkt weer’ (1963; in eigen beheer),‘Alchimie, een toverboek’ (Antwerpen, Die Poorte,1965) en ‘geharnaste kwetsbaarheid’ (1968; in eigen beheer). ‘walkie = talkie 2. verdere notities over p.’ is een ongepubliceerd typoscript uit 1964. Intussen had Bern het experimentele tijdschrift ‘Baal’ opgericht, dat na enkele nummers een tijd samen met ‘Stuip’ verscheen.

De poëzie van Bern lezen was tot voor kort bijna onmogelijk; de kleine oplagen van zijn bundels evenals de talloze tijdschriften waarin hij publiceerde zijn vrijwel onvindbaar. ‘Woordweven. Gedichten 1959-66’, met een nawoord van Dirk De Geest (Antwerpen, Demian, 200 p.) en bijzonder mooi vormgegeven door Jelle Jespers, brengt hierin verandering. De uitgave bevat de bundels uit die periode in de oorspronkelijke spelling en typografie, evenals een aantal niet eerder gepubliceerde teksten. Na meer dan een halve eeuw en nu in een ander tijdsgewricht blijven deze gedichten hun oude zuiverheid en eenvoud bewaren. De tijd heeft hen iets bezwerend gegeven. In 1913 toen Apollinaire de drukproeven van ‘Alcools’ nakeek, besloot hij de interpunctie weg te laten. Vooral in de jaren ‘60 kreeg hij daarin navolging. Bern doet dit meestal ook en laat bovendien de hoofdletters weg; het geeft de woorden meer autonomie. Opnieuw ben ik verrast door zijn intrigerend spel van klankassociaties, binnenrijmen en prosodie. In zijn nawoord merkt De Geest op dat ‘herkenbare contouren haast onmerkbaar verglijden naar een totaal vreemd landschap, vaak met fantastische of uitgesproken exotische allures. De biotoop van deze verzen is er dan plots een van woestijnen en zand, maar evenzeer van bergen en water. (…) Die complexe ruimte is hoogst functioneel. In de eerste plaats vormt ze één dynamisch krachtenveld van contrasten en transformaties.’ KEUZE GEDICHT EN TEKST: PETER BENOY

Na ‘geharnaste kwetsbaarheid’ blijft het stil, amper voor te stellen na die heel productieve jaren. Bobb Bern oefent intussen diverse beroepen uit, reist, behaalt zijn kandidatuur in filosofie en Engelse literatuur en publiceert een boeiend essay in ‘Antwerpen: de jaren zestig’ (1988). Maar er is meer: in 1997 publiceert hij na bijna 30 jaar ‘Wonde L. of de grote ontbering’ (uitgeverij De groote Beer; een woordspeling?) Daarin vernemen we dat in 1981 tijdens een hospitalisatie van de dichter, door toedoen van het OCMW en een deurwaarder, een aantal ongepubliceerde gedichtencycli uit de jaren ‘60, samen met de inboedel van zijn woonst, op het stort van Brasschaat zijn beland. Een poging van het AMVC om ze te redden leverde niets op. Eén ervan, ‘heiliging van de zee’ wordt in 2006 teruggevonden en gepubliceerd.

dicht 28 IM

dng2_v1.indd 28

6/06/19 23:45


ALS TEE BEBLOEMD. apokrief boek 1 hij sprak hij sprak een woord, gewoon een woord, er kwam een vrouw bijzitten ook haar spreken was zacht als dauw, zelfs die maandenlange avond was dauw nu zijn er al veel mensen, tenminste hij meende dat er al veel mensen waren en herhaalde in koor dat er al veel mensen waren a want de liefde was een schip dat toch strandt, niettegenstaande water, hoop, de vorm van een stem, zo was ik de nacht was een zee, wij wrakhout, alhoewel we steeds leefden op een zij-land ,op een hij-land meestal op een ik-land b maar het licht groeit als planten tussen de stenen natuurlijk zou ik geen droom kunnen schilderen in de kleuren van taal, instappen en opstijgen, zo ben ik vuur en water, een nis vol groen zwijgen, een blauwe ruiter die bloemen plant in de wolken, meestal schommelt en naar de zondag schrijft maar hij spreekt hij spreekt een woord, gewoon een woord, er komt een vrouw bijzitten ook haar spreken was zacht, want de liefde is een schip dat nooit strandt, niettegenstaande al de mensen. Bobb Bern (uit: monnik tee)

dng2_v1.indd 29

6/06/19 23:45


De schat

column

Woorden komen tot ons. Alleen schrijvers en dichters gaan er naar op zoek. Dan komen hun woorden in ons. Ze helen, verwonden, bevragen, verduidelijken, onthullen... Maar bovenal verrijken ze ons met de mogelijkheid om beter te communiceren, te nuanceren, gevoelens te uiten enz. Daarom vormen ze als het ware een schat, een woordenschat. Tijdens een longziekte in mijn kinderjaren had ik veel tijd om te lezen. Dus verslond ik boeken. Zo drongen woorden zich bij mij naar binnen. Zo leerde ik het verschil kennen tussen ‘lommer’ en ’luwte’, woorden die ik tevoren nooit gehoord had. Mijn moeders taal was arm, net als haar portemonnee. Vandaag zou het de kinderen aan die schat van woorden ontbreken. Wat een ‘gracht’ is weten ze niet meer, laat staan het verschil tussen lommer en luwte, denk ik dan. We leven nu in een beeldcultuur. Mijn kleindochter stuurt mij een filmpje waarin haar pennenzak en boekentas zich vanzelf vullen en de orde op haar lessenaar terugkeert. Zij heeft tientallen foto’s genomen en aaneen geklit tot een vloeiende beweging waarop geen hand of mouw te zien is en de dingen vanzelf lijken te bewegen. Dit alles om te zeggen: “ik wou dat ik kon toveren, dan ben ik van die opruiming af ”. Wat een gigantisch werk is dat geweest! En ik, als woord-mens, had het eerst niet door. Beelden kunnen evenveel als woorden, alleen, ik ben er niet mee opgegroeid. Over emancipatie hoorde ik voor het eerst eind jaren 60 van vorige eeuw. Gelijkheid tussen man en vrouw, begreep ik, gelinkt aan feminisme, de historische strijd van vrouwen voor stemrecht en gelijke rechten. Vandaag praten we over de emancipatie van minderheden. De vrouwen zijn blijkbaar bijgebeend. Je zal maar tot een groep behoren die men als ‘minder’ benoemt, of ‘lager’, of ‘vreemd’, of ‘zwak’, of ‘onder’ of ‘ànders’. Ja, woorden komen binnen. Ze kruipen in ons speeksel, in ons bloed. Ze zijn uit een ver verleden in onze taal geslopen, toen er nog hoogwaardigheidsbekleders en weledelachtbaren vanuit hun hoog gelegen kathedralen, paleizen, gerechtsgebouwen en ‘ivoren torens’ letterlijk neerkeken op de lageren, hun onder-danen. Van wie ze onderdanigheid eisten. Je zal maar van vreemde origine zijn en hier geboren, tussen de land-genoten; je

zal maar een laaggeschoolde uitkeringsgerechtigde zijn, tegenover de hoogopgeleide veelverdiener; zwak begaafd zijn tegenover excellent student; ànders geaard zijn tegenover…juist geaard(?); klein mensje tegenover grote… Tegenstellingen zijn machtsverhoudingen. Je zal als migrant of vluchteling, een hooggeachte politica maar horen beweren dat de westerse samenleving ‘superieur’ is aan die van jou! Dan kan je maar best je frustratie verwoorden zoals Bernard Dewulf het doet: “…Ik kan me niet voorstellen, onze dagelijkse krant lezend, die kroniek van onze chronische mislukking, onze dagelijkse straten doend, onze norse voetgangers en tegenliggers ziend, onze graaicultuur lezend, onze ontelbare westerse depressies tellend, onze Vlaamse burn-outs vaststellend….dat uitgerekend wij beter zouden bestaan dan de anderen… Het gaat me om het hele catastrofale idee. Om ons sociale narcisme, onze pijnlijke zelfvoldaanheid, onze ziekelijke arrogantie. Onze aperte blindheid voor ons falen. Onze doofheid voor onze eigen zwanenzang…” Ach, die woordenschat: “héhé, dat lucht op”, zong Jan De Wilde. Nee, we gaan niet altijd behoedzaam om met taal. Het vereist een delicate oefening om tegelijk niemand te kwetsen en toch duidelijk te zijn. Nochtans evolueren we, zoekend, tastend. Blind. ‘Inspraak’ is ‘participatie’ geworden. Het betekent actieve deelname en veronderstelt, naar mijn gevoel, betrokkenheid. Het lijkt me evident dat betrokkenheid in de huidige complexe, zich superieur voelende maatschappij, niet vanzelfsprekend is voor een achtergestelde, zich minderwaardig voelende minderheid. Het vergt moed en doorzetting, en bovenal: de juiste woorden! Ach, die woordenschat, waar ik mij aan laaf. Ze moeten er een beeld voor maken, bedenk ik, een standbeeld. Hoog geplaatst! Anita

3 0 COLUMN

dng2_v1.indd 30

6/06/19 23:45


GENTSE FEESTEN 21-28 JULI 2019

JULI

Heb jij al een literair zomerlief? Zij wel! Bekende lezers kiezen een literair fragment dat hen raakt. Hun geliefde auteurs antwoorden. Kom luisteren naar hun gesprek over boeken, schrijvers, leven, lezen, zomer, dat wat raakt en blij hangen. Nadien kunt u in de binnentuin genieten van een glaasje.

21

TOM LANOYE AUTEUR

CHOKRI BEN CHIKHA

22

LUUK GRUWEZ

MIA DOORNAERT

23

ANN DE CRAEMER AUTEUR

24

BART MOEYAERT

25

JOZEF DELEU AUTEUR

CAROLINE PAUWELS

26

RACHIDA LAMRABET AUTEUR

NICKY AERTS

27

JOKE J. HERMSEN

AUTEUR

AUTEUR

AUTEUR

ARTISTIEK LEIDER

JOURNALIST

JEAN PAUL VAN BENDEGEM

FREEK BRAECKMAN

JOURNALIST

RECTOR

JOURNALIST

DOMINIQUE WILLAERT & NAWEL KALBI THEATERMAKER

28

ELVIS PEETERS AUTEUR

FILOSOOF

PETER ADRIAENSSENS

POËET PSYCHIATER

DATUM & UUR van 21 tot 28 juli - 17 uur LOCATIE het Huis van Oombergen (KANTL), Koningstraat 18, Gent TICKETS 8 euro, 6 euro – leden Vermeylenfonds, Trefpunt, Herita, VLAST, Herita 5 euro – Uitpas 1,4 euro, tickets via www.uitbureau.be ORGANISATIE Literair zomerlief is een organisatie van het Vermeylenfonds, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Le erkunde (KANTL), en Trefpunt vzw. met de steun van Triodos Bank

dng2_v1.indd 31

6/06/19 23:45


Wij zijn er voor jou! Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt. In een huisvandeMens kan je terecht voor: Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten … Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid … Gesprekken Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving. Waardig levenseinde Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring. Gemeenschapsvorming Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra. Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten. De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu

Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw

deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel

deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar. Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Of telefoneer naar 02 735 81 92

32

dng2_v1.indd 32

6/06/19 23:45


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.