viaVelo magazine voor de avontuurlijke fietser
uitgave 1
Foto 2 v i Stephan a V e l o m a van g a z i Raay ne
Welkom! Welkom bij ViaVelo, het magazine voor de avontuurlijke fietser, met in iedere uitgave een selectie foto’s en verhalen van mooie fietslocaties en interessante tochten. Lang of kort, dichtbij of ver weg, met dikke offroad-banden of dunne racebanden, singlespeed of dertig versnellingen, vlak of in de bergen, regen of zon ... Over één ding zijn we het allemaal eens: de mooiste avonturen beleef je op twee wielen. Mijn dank is groot aan de fietsers Gunnar Fehlau, Elias van Hoeydonck, Willem Megens, Saskia Schrijver en Jan-Willem Seip. Zij hebben het spits willen afbijten zodat ik hier vol trots het allereerste nummer kan presenteren. Ik hoop dat de foto’s en verhalen je inspireren om meteen je tassen te pakken en op je fiets te springen. Veel leesplezier! Stephan van Raay
viaVelo magazine
3
6
GrenzStein trophy monster-mtb-tocht Gunnar Fehlau bedacht de GrenzSteinTrophy, een rit van maar liefst 1250 kilometer langs de voormalige Duits-Duitse grens, selfsupported.
22
Corsica in vijf beelden Willem Megens laat de vijf mooiste plekken van het Franse eiland zien.
Š 2015, ViaVelo Magazine Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
viaVelo magazine
48 34
IJsland eiland van vuur en ijs Saskia Schrijver en JanWillem Seip fietsen door de binnenlanden van het fascinerende eiland.
17 uur NON-STOP trainen in de sneeuw Elias van Hoeydonck trotseert een dik pak sneeuw om een tocht uit te zetten én om te trainen voor een race ter hoogte van de Noordpoolcirkel.
58
Splügenpass In Zwitserland achernagezeten door een koufront zetten Laurens en Stephan van Raay koers naar de Splügenpass.
Jouw foto’s en verhaal ook in ViaVelo?
Laat het ons weten: info@viavelo.nl www.viavelo.nl - facebook.com/viavelomagazine
Coverfoto Willem Megens
viaVelo magazine
5
GrenzSteinTrophy 1 2 5 0 k il ome t e r l a n gs he t I J z e r e n G o r d i jn Tekst en fotografie Gunnar Fehlau
De Duitse fietsjournalist Gunnar Fehlau is zelf actief lange afstandfietser en heeft onder meer Trondheim-Oslo, de Bike-Transalp en Parijs-Brest-Parijs op zijn naam staan. Omdat een extreme tocht in zijn thuisland nog ontbrak, riep hij in 2009 de Grenzsteintrophy in het leven, een mountainbikerit van 1250 kilometer langs de voormalige Duits-Duitse grens. Negentien fietsen staan verspreid tegen bomen en lantaarnpalen. Het smalle pad naar het strand wordt geblokkeerd door helmen, rugtassen en meer fietsuitrusting. De uitbater van Priwall-Treff opent de luiken van het kleine restaurant. Op de camping vlakbij heerst nog de rust van een typische vakantieochtend. Franky snoert de riemen van zijn bagagetassen vast. De smalle veertiger checkt zijn uitrusting nog
maar eens, want over enkele minuten start de Grenzsteintrophy.
Geen zondagmiddagritje De Grenzsteintrophy is een mountainbikerit van zo’n 1250 kilometer. Hij werd in 2009 voor het eerst verreden, twintig jaar na de val van de Muur. De route loopt over de voormalige Duits-Duitse grens van Lübeck-Travemünde zuidwaarts
viaVelo magazine
9
naar Mittelhammer in de regio Vogtland. De afkorting GST is een bewuste toespeling op de voormalige ‘Gesellschaft für Sport und Technik’, een paramilitaire jeugdorganisatie in de DDR die dezelfde afkorting gebruikte. De GST is geen wedstrijd, maar zeker ook geen zondagmiddagritje. Bovendien is hij ‘selfsupported’ en dat betekent: geen supportauto’s, geen hulp van buitenaf en geen ‘food drops’. Alles wat je nodig hebt moet je zelf meenemen of onderweg kopen. De 15.000 hoogtemeters en de intrigrerende politieke geschiedenis houden het startersaantal relatief beperkt. De route loopt over de vroegere ‘Todesstreifen’, een tien meter brede strook land naast de voormalige grens. Als inwoners van de DDR wilden vluchten, moesten ze deze landstrook zien te passeren om hun vrijheid succesvol tegemoet te gaan. Tot 1989 moesten ongeveer 900 mensen dit met hun leven bekopen. De ‘Kolonnenweg’ liep op ongeveer 100 meter afstand parallel aan de grens en was de belangrijkste militaire aanvoerroute voor het Oost-Duitse leger. Karakteristiek zijn de betonplaten met uitsparingen van ongeveer zeven centimeter breed en bijna 20 centimeter lang. Alleen brede banden met weinig luchtdruk, goede vering en een redelijk hoog tempo maken het mogelijk om over deze platen te fietsen.
Navigeren op gaten Het regent al drie uur. Het aanhoudende geratel en gebonk onder mijn voorwiel zegt me dat ik nog op het pad fiets. In de gaten van de betonplaten zakken zelfs de
10
viaVelo magazine
viaVelo magazine
11
brede 2,25 inch-banden van mijn 29er weg. Het geratel werkt als een perfect navigatiesysteem. Zo lang het ratelt, zit ik goed. Op zicht navigeren lukt bijna niet. Niet alleen omdat ik zowat word geblindeerd door de harde regen, maar ook omdat het pad voor een groot deel is overwoekerd door manshoge brandnetels, distels en kleine bomen. De weg is al twintig jaar verlaten en heeft het op veel plekken verloren van de natuur. Franky beukt vooruit. Zijn fietstassen schudden de regendruppels van de planten. Dat maakt het fietsen wat makkelijker voor mij. Hij was de scout voor deze Wendland-regio en zijn kennis
14
viaVelo magazine
van de omgeving zorgt bij de GST-rijders voor een heleboel avontuur naast de gebruikelijke paden en landweggetjes, zelfs op vlakke stukken waar er soms elektrische afrasteringen of kuddes koeien in de weg staan.
Wendland We stoppen voor de zoveelste keer. Een afrastering van schrikdraad sist in de regen. Franky kruipt eronderdoor. Net als ik mijn fiets heb opgetild en over de afrastering aan Franky wil geven, glijdt de fiets uit mijn handen en valt bovenop de schrikdraad. Als ik hem wil optillen klinkt er een sissend geluid en begin ik te trillen
over mijn hele lichaam. Een natte Gunnar, een natte fiets en een sterke schrikdraad zijn geen goede combinatie. Het maakt niet uit waar ik de fiets aanraak, het frame, het zadel of een band, alles is nat en zorgt voor schokken. Met een vreemde robotdans in een weiland probeer ik mijn Haibike uit de schrikkeldraad te bevrijden. Na ongeveer een kwartier van kleine trapjes en duwtjes is de fiets weer bevrijd. De daaropvolgende paardenweiden zijn dan nog maar kinderspel.
Ecologische oase Exact 1379 kilometer meet de Todesstreifen. Ooit de westgrens van het
Oostblok met landmijnen en wachttorens, is het nu een strook natuur die alleen toegankelijk is via de oude militaire wegen van de grenspatrouilles. De groene landstrook wordt nu gezien als een bijzondere aaneenschakeling van kwetsbare biotopen. Meer dan een kwart is beschermd natuurgebied. Volgens de BUND bevinden zich er 109 verschillende biotooptypes, waarvan de helft op de rode lijst van bedreigde biotopen staat. Bij een telling in 2003 hebben meer dan 500 experts en wetenschappers ongeveer 5200 dier- en plantsoorten geregistreerd. Van een aantal soorten werd gedacht dat ze niet meer voorkwamen in de rest van Duitsland.
viaVelo magazine
15
16
viaVelo magazine
Golvende platen Niet-spectaculaire ‘overbruggingsetappes’ kunnen echte valkuilen zijn en plotseling dramatisch uitpakken. Met het Harzgebergte achter me, voor de Rhön, verwachtte ik een rustig ritje. Hier liep de grens langs de Werra. Met een lekker ontbijt in het comfortabele café van het landgoed Besenhausen maak ik me op voor de rit van die dag en fietst vervolgens makkelijk naar het fort Hanstein. Van daaruit zak ik 250 hoogtemeter in maar een kilometer aan gatenplaten naar Lindewerra. In het dal van de Werra zorgt de wind in mijn rug voor een hoog tempo. Tot plotseling de weg steil omhoog gaat. Mijn hartslag zit rond de 180 slagen per minuut en ik krijg de pedalen maar met moeite rondgedraaid. De weg wordt steiler en steiler, alsmaar rechtdoor. De Duits-Duitse grens kende geen haarspeldbochten! Bij erg steile stukken liggen de betonplaten dwars, zodat de gaten een soort trappen vormen, dat is alle hulp die je krijgt. Als ik eindelijk de top heb bereikt, breng ik een bezoek aan het grensmuseum Schiffersgrund, het eerste gedenkteken van zijn soort in een weer verenigd Duitsland. Het is een macaber gezicht. Het verleden wordt opeens maar weer al te duidelijk als plotseling de groene strook verandert in een bewaard stuk ‘antifascistische grens’. Vogelvrij rijd ik verder door de mooiste natuur, met alleen mijn hartslag als klok. Er is geen gisteren of morgen, alleen een
viaVelo magazine
17
eindeloos ‘hier en nu’. Maar de grond is bebloed. De grens heeft niet alleen zijn sporen achtergelaten in de natuur maar ook in de hoofden van miljoenen mensen. Het maakt me misselijk. Het contrast raakt me. Ik trap extra hard op de pedalen. En dat komt goed van pas bij de volgende 70 kilometer naar Creuzburg: een bijna eindeloos aantal korte, felle klimmen. Na de twintigste bult stop ik met tellen. Sommige zijn zo steil dat ik zelfs met 27 versnellingen moet afstappen om mijn fiets omhoog te duwen.
De Rennsteig Het is de zesde dag van de GST. Sinds de 588e kilometer, vlak na de Harz, fiets ik alleen. Onderweg ben ik maar één fietser op de Kolonnenweg tegengekomen. Ik ben vroeg gestart vanmorgen, rond half vijf. Mijn acculamp verlicht het pad. Hier en daar lichten ogen op in de duisternis. Ik deel het bos met herten, vossen, slakken en vogels. De zon laat zich aarzelend zien. Hij kruipt langzaam omhoog over de bergen van het Coburgerland. De zonnestralen banen zich een weg door de ochtendnevel. Ik drink een koffie in een kleine bakkerij op het industriegebied van Streufdorf, een dorp aan de voormalige grens. Om kwart over zes zitten de eerste 25 kilometer er al op. Vroeg in de middag ben ik in Sonneberg en probeer ik de Rennsteig te bereiken. Dat is een van de beste lange-afstandswandelpaden. Tot Tettau moet ik heel wat improviseren. Het pad dat ik had gegoogled is lastiger
dan ik had verwacht. De fiets duwen door dicht struikgewas in een rechte lijn over bergen en dalen is niet bepaald motiverend. Vlakbij Tettau komen de voormalige grens en de Rennsteig samen. Ik besluit de Rennsteig te nemen voor de komende 16 kilometer tot Brennersgrün. Hierna ga ik weer over op de militaire weg. Ik race omlaag in een fantastisch golvend landschap naar de meest oostelijke uitlopers van het Thüringer Wald. Om negen uur ‘s avonds en 193 kilometer verder kom ik aan in Blankenstein. Een pension genaamd Rennsteig zorgt voor een goede maaltijd en een warm en comfortabel bed.
De eindsprint Met het Thüringer Wald achter me rijd ik relaxed langs de rivier Saale naar de eindstreep. Halverwege kom ik door het dorp Mödlareuth dat in het verleden werd opgesplitst door de grens. Het dorp staat wereldwijd bekend als ‘Little Berlin’. Tegenwoordig is het een ‘museumdorp’ en moet het omgaan met de recente historie, verzamelwoede en kitsch. Er zijn betere plaatsen om een idee op te doen van de scheiding van Duitsland. Je ziet echter zelden zo veel geschikte, maar ook ongepaste foto-onderwerpen op zo’n klein gebied. Ik drink snel een cola in een café, druk drie maal op de ontspanknop van mijn camera en vertrek weer. Ik wil mijn doel halen. Als ik opschiet heb ik de route in zeven dagen gefietst. Het landschap vliegt
aan me voorbij en bij Mittelhammer kom ik door een natte vallei. De trage rivier Regnitz trekt letterlijk miljoenen muggen aan. Omdat ze honger hebben en er geen grenswachters meer zijn, beginnen ze mij aan te vallen, net als ik het bordje ‘Staatsgrenze’ heb bereikt.
Dit jaar In 2015 gaat de GrenzSteinTrophy op 17 juni van start. De route is op een aantal punten aangepast en wordt dit jaar van zuid naar noord gereden. Kijk voor meer informatie op www.grenzsteintrophy.de.
C or si c a in
vijf
beel den
Tekst Willem Megens Fotografie Willem Megens en Rudi Verhagen
Rudi Verhagen en Willem Megens fietsen in april 2012 een week op Corsica. De tocht voert langs de ruige westkust, over hooggelegen wegen en door diepe kloven, vaak met uitzicht op de besneeuwde toppen van de centrale bergketen. Hierna volgen vijf prachtige plekjes om te fietsen.
Foto Rudi Verhagen
We fietsen van Bocca di San Martino naar het bovenop een heuvel gelegen Piana. Vlak na het dorpje volgt een prachtig uitzicht op de Golfe de Porto, de besneeuwde bergen en de steil uit de zee oprijzende rotsformaties genaamd Calanches. Dit alles in ĂŠĂŠn beeld en verlicht door de avondzon. Jammer dat het zo snel voorbij is.
Foto Rudi Verhagen
Vanuit Speloncato voert de D63 steil omhoog naar de Groce d’Olu op 1.100 meter. Het levert spectaculaire vergezichten op: van de vuurtoren achter Calvi tot aan de punt van Cap Corse. De weg naar het noordoosten blijkt een slechte jeep track, maar is met zijn 360 graden uitzicht wel de slagroom op de taart.
Foto Rudi Verhagen
Foto Willem Megens
We klimmen gestaag over de D38 naar de op bijna 900 meter gelegen Col de Bigorno. Deze weg kent zoals de meeste bergwegen op Corsica een matig stijgingspercentage van 4 Ă 5 procent. Pal voor ons ligt het kleine Lento te baden in het zonlicht. Wat een prachtige weg!
Foto Willem Megens
30
viaVelo magazine
We komen van de Col de Vergio, met 1.477 meter de hoogste doorgaande pas van het eiland, en rijden door de Regina naar Corte. Vlak voordat we deze oude studentenstad bereiken, zien we hoe de avondzon een bijzonder licht op de voor ons liggende weiden en boomgaarden werpt. Het lijkt wel een schilderij van Bob Ross.
Kijk voor het complete reisverslag op www.themeeg.nl. viaVelo magazine
31
Foto Willem Megens
We kunnen er niet om heen: sterattractie Val de Restonica. En het is inderdaad een prachtige weg: gevarieerd, met veel bochten, door bossen, met steile bergen om ons heen en besneeuwde toppen in de verte ... En met vele kilometers 9 tot 15 procent stijgen ook leuk voor klimgeiten, al moeten ook zij soms even bijtanken.
IJSLAND
e iland
v an
v u u r
e n
ijs
Tekst en fotografie Saskia Schrijver & Jan-Willem Seip
“IJsland. Ga je daar fietsen? Met een tentje rondtrekken!? Zelfs met een fourwheeldrive rijden vind ik al spannend! En dan die kou, die wind …” Een ander vertelde ons op voorhand de halve waarheid. Dat het daar zo prachtig fietsen was, met een landschappelijke schoonheid om u tegen te zeggen. Toen we terug waren van onze vier weken fietstrip op IJsland (2013) vertelde hij het andere deel van zijn verhaal: “Ik ga dat niet voor een tweede keer doen; op de fiets op IJsland.” Gelukkig maar dat hij ons vooraf de halve waarheid heeft verteld.
Frustrerende strijd? Waarom eigenlijk? Van wie ‘moeten’ wij daar fietsen? Voor wie doen we het? En moet het ‘af’? Het artikel in de Wereldfietser uit
de herfst van 2012 heeft een titel wat dit zo mooi verwoordt: Met de wind als dirigent. En zo hebben we het ook ervaren. Neem het zoals het komt en stel jezelf niet als doel dat je het hele land in 21 dagen rondgefietst moet hebben, want dat wordt dan vast geen fietsvakantie, maar een frustrerende strijd. Een strijd tegen de elementen water en wind. Wij hebben geluk gehad, want wij hadden op vrijwel alle stukken wind in de rug en maar tien procent van onze trip viel regen. Wat overheerst zijn verwondering, bewondering, betovering, trots en inspannende ontspanning. Kortom: een magnifieke ervaring!
viaVelo magazine
37
38
viaVelo magazine
Wegdek Als je de geasfalteerde rondweg neemt, dan ben je relatief snel het land rond. We hebben wat Amerikanen ontmoet die 150 kilometer per dag trappen op deze IJslandring. De ring rijdt, met wind in de rug, lekker en zo fiets je langs ijsschotsen, ijsmeren, vulkanen en lavalandschappen. Zodra je het asfalt verlaat, fiets je noodgedwongen in een ander tempo. De gravelachtige wegen lijken op een wasbord met daarin stenen. Met de wind in je rug moet je soms remmen om niet losgetrild te worden. Dan is 35 kilometer op een dag al een hele prestatie. Je bent druk met om je heen kijken naar de mooie, kale landschappen en naar het wegdek om de stenen en kuilen te ontwijken. Het is actief fietsen.
Landmannalaugar Als je op IJsland wilt fietsen, ga dan sowieso naar Landmannalaugar! Dit is een dal in het binnenland van IJsland, ten oosten en niet ver van de beroemde vulkaan Hekla. Het dal is bekend vanwege zijn ryolietgesteente. De omringende ryolietbergen zijn zeer kleurrijk: geel, rood, bruin en grijsgroen.
viaVelo magazine
39
40
viaVelo magazine
viaVelo magazine
41
42
viaVelo magazine
Kenmerkend van dit gesteente is dat een klein beetje zonlicht de bergen als het ware doet oplichten, waardoor ze er vaak heel helder uitzien. Aan de voet van het lavaveld ontspringen hete en koude bronnen. De hete zwavelbronnen komen uit in een beekje zodat je hier ook bij koud weer uitstekend kunt baden. Er is daar een fijne, drukke, camping waar je nauwelijks een haring in de grond krijgt en je tent moet vastzetten met stenen. De weg F224 die door het gebied loopt, doorkruist talloze ijskoude riviertjes. Afhankelijk van het seizoen moet je door lage of hoge riviertjes waden. Toen wij de riviertjes doorkruisten, kwam het water niet hoger dan onze kuiten. Fietssandalen of surfschoenen zijn aan te raden.
Kjölur De Kjölur-route is een van de drie belangrijkste bergwegen die dwars door het desolate binnenland van IJsland voeren. Het is met zijn lengte van 165 kilometer de middelste van de drie. De kortste is de Kaldidalur-route, de langste gaat over de Sprengisandur-hoogvlakte. De Kjölur-route (formeel heet hij de Kjalvegur en heeft
Vijf uur met de auto betekende voor ons vier fietsdagen. En dat met windkracht 9 in de rug! Soms was een tent opzetten geen optie en sliep je, voor veel geld, in een houten wandelhut of container bij een ‘lodge’. Hoewel de weg niet de gevaarlijkste van de drie is, zijn er in het verleden dodelijke ongevallen voorgekomen, meestal ten gevolge van het feit dat het plaatselijke klimaat snel en sterk kan wisselen waarbij in het midden van de zomer sneeuwstormen kunnen ontstaan.
Van het begin tot het eind
Wij begonnen in Keflavik (vliegveld) en fietsten in een dag naar Reykjavik. Het eerste stuk op de 41 is te doen, maar hoe dichter je bij Reykjavik komt, hoe “Als je op IJsland wilt fietsen, ga dan drukker het wordt. Wij vonden het laatste stuk erg onaangenaam sowieso naar Landmannalaugar!” om te fietsen. Ook Reykjavik weer uit was niet prettig fietsen. Hier ontdekten wegnummer F35) begint in het zuiden van we wel wat meer fietspaden. Via Þingvellir, IJsland ter hoogte van de Gullfoss-waterval Geysir (Gullfoss) fietsen we naar Flúðir, en eindigt vijf uur per auto later in het Arnes en Hrauneyjar. Toen via de F208 noorden vlakbij het Svínavatn-meer ten in 3 dagen (Landmannalaugar) naar de zuiden van Blönduós. De ongeasfalteerde 1. We fietsen over de Skeiðarársandur weg van puin, gruis en gravel voert tussen en de Breiðamerkursandur naar het de Langjökull- en Hofsjökull-gletsjers door.
viaVelo magazine
43
44
viaVelo magazine
gletsermeer Jökulsárlón. Vanuit hier naar Höfn en Djúpivogur. In Djúpivogur pakten we de bus naar Akureyri. In Akureyri pakten we de 1 weer op richting Varmahlíð. We verlieten de 1 en maakten de doorsteek naar het zuiden via de Kjölur (F35) in vier dagen. In Gullfoss weer over asfalt. Het laatste stuk van de 35 richting de 1 wordt weer druk. Via Hveragerði, Þorlákshöfn, Grindavik naar Keflavik. Deze route (over de 427) is rustig en inmiddels helemaal geasfalteerd.
Tip Trakteer jezelf op een dagje kuuroord in The Blue Lagoon. Ga er vroeg heen, want het wordt er druk, en dobber lekker in dit thermaalbad. De lunch is heerlijk. Al met al een traktatie voor je lichaam en geest na al die gedane inspanningen. Fietsfeiten: • 15 juli t/m 13 augustus 2013 • 21 fietsdagen, 7 rustdagen • 1.268 kilometer gefietst • 10.205 hoogtemeters geklommen
Lees meer fietsavonturen en bekijk filmpjes en foto’s (o.a. over IJsland) op www.2peoplecycling.com Bronnen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Landmannalaugar http://nl.wikipedia.org/wiki/Kj%C3%B6lur
viaVelo magazine
45
46
viaVelo magazine
viaVelo magazine
47
17 u u r n o n - s t o p trainen in de sneeuw Tekst en fotografie Elias van Hoeydonck
Ultra-mountainbiker Elias van Hoeydonck kent de Belgische en Luxemburgse Ardennen als zijn broekzak. Hij is testrijder voor het parcours van de Raid des Hautes Fagnes, een zware mtb-marathon in Malmédy en net terug van een aantal verkenningen voor het parcours van dit jaar. Een pak sneeuw van ruim 20 centimeter weerhield hem niet om meer dan 17 uur non-stop te fietsen. Zijn tocht is een tevens een training voor een extreme winterrace in Finland.
De takken en twijgjes kreunen onder de grote hoeveelheid verse sneeuw en buigen helemaal door naar het midden van het pad. Op een smalle singletrack krijg ik de zoveelste lading koud wit zand in mijn nek. Yes! Het gevoel van de winter die terug in het land is. Eindelijk genieten van een mooie omgeving in buitengewoon prachtige omstandigheden.
Het parcours van de Raid des Hautes Fagnes (www.rdhf.be) behoort tot het zwaarste op Belgisch gebied als het gaat om gechronometreerde marathons. Het traject uitzetten vergt veel tijd. Dankzij de uitzonderlijke kennis van onder andere Lowie Mariën werd het vele puzzelwerk tot een mooie route voor 2015 aan elkaar gebreid. Zelf wist ik steeds waar ik,
Half februari zou ik na mijn avontuur in 2012 opnieuw meedoen aan de enige Arctic Winter Race die Europa telt, in het Finse Rovaniemi, Lapland, aan de Noordpoolcirkel. De winterse omstandigheden komen dan ook als een geschenk uit de hemel, letterlijk en figuurlijk. Om zoveel mogelijk van de koude te kunnen genieten, verkies ik de Hoge Venen. Mijn geluk kan niet op, want de temperatuur duikt er vier weekends achter elkaar zowel overdag als ’s nachts onder het vriespunt met uitschieters tot min 9 graden. De sneeuw blijft er mooi liggen en er is geen spatje modder te bekennen, zodat het dak van België gedurende een maand ‘mijn’ terrein wordt.
viaVelo magazine
51
indien nodig bij onderkoeling of pech, kon inkorten. Het grappige is dat technische afdalingen in de sneeuw plots erg makkelijk worden. Wortels zijn gladgestreken, de drops zien er minder angstwekkend uit. Anderzijds worden brede grindwegen die in de zomer bollen als een trein, nu een marteling. Op enkele plaatsen probeer ik op de loipes ofwel de sporen van langlaufers te fietsen, wat niet makkelijk is aangezien ze niet breed zijn. Op de meeste andere plaatsen wordt het lopen. De heerlijk verfrissende wads in de zomer worden onheilspellend brede en diepe rivierdoorsteken. Ze vormen een ware test voor mijn Gore-tex-botinnen in combinatie met kniehoge ‘gaiters’. De losse keien op de bodem proberen me uit het lood te slaan, maar gelukkig duik ik niet kopje onder in de vele passages door de Warche en de Bayehon. Eén verkenning duurde meer dan 17 uur non-stop. Fysiek ben ik lange tochten over zo’n parcours wel gewend, maar de koude vergt toch meer energie, zodat het belangrijk is om met voldoende boterhammetjes te vertrekken. Winkels of andere bevoorradingsmogelijkheden kom je niet tegen in deze uitgestrekte wildernis. Alles meenemen in je rugzak is dus de boodschap. Voldoende vocht krijg ik binnen door verse sneeuw te eten. Veel tijd om te stoppen is er niet, maar rushen door de vallei van de Trô Marets, mét de bevroren Pouhons de Cuves, zou écht wel zonde zijn.
54
viaVelo magazine
’s Ochtends moet ik een paar keer stoppen om te warme kledij terug in de rugzak te steken. Ik werk graag met het lagensysteem, met de waterdichte Goretex als bovenste laag. Zo ga ik niet te veel zweten, wat achteraf toch afkoeling betekent. Aan de onderbenen draag ik kniehoge ‘gaiters’ die zorgen dat hoge sneeuw niet in mijn schoenen komt tijdens de vele stapstukken. De fiets is mijn getrouwe titanium Sandman Hoggar. Ditmaal niet met brede ‘fat’banden, maar met dunne 2,4 inch-
56
viaVelo magazine
banden. Waarom? Op een fatbike zou het te makkelijk zijn. Het moeten zware trainingen zijn met Finland in het vooruitzicht! De dagen zijn kort, het wordt snel donker. ‘s Avonds knip ik mijn helmlamp aan en trek ik verder de diepe duisternis in. Eén keer heb ik het geluk om na het einde van een lange tocht om twee uur ’s nachts in mijn warme slaapzak te kruipen, onder de bijna volle maan en heldere hemel, dromende van alweer een prachtige, lange dag in ons eigen landje. Slaapwel!
Meer info over de Raid des Hautes Fagnes vind je terug op www.rdhf.be. Elias: “Mogen we jullie verwachten op 21 juni 2015, helaas zonder sneeuw, maar met zekerheid wel 30 graden warmer?” Elias van Hoeydonck deelt zijn kennis en liefde voor de Ardennen graag met anderen. Een aantal van zijn favoriete tochten kun je als gps-tracks gratis downloaden op www.solosride.be. Elias’ trianingen hebben hun vruchten afgeworpen: op 23 februari kwam Elias als eerste fietser over de eindstreep van de Roavve 300. Hij legde ruim 300 kilometer af in 55 uur en 20 minuten.
viaVelo magazine
57
S p l 端 g e n p a ss Tekst Stephan van Raay Fotografie Laurens van Raay, Stephan van Raay
“Een aantal dagen eerder werden we al een keer gewaarschuwd.” In september staan mijn broer en ik aan de voet van de Splügenpass in Zwitserland. Een sneeuwfront zit ons op de hielen. Het is nu of nooit. Nog voor de zon boven de bergen uitkomt zitten we weer op onze fietsen. De dag ervoor zijn we na een snelle eindsprint tegen de avond in Thusis beland. Het dorp aan de jonge Rijn ligt een slordige 30 kilometer verwijderd van Splügen aan de voet van de Splügenpass. We hebben een prachtig uitzicht op wat ons de komende dag te wachten staat: de Zwitserse Alpen. De weersvoorspelling voor de komende
dagen is echter niet al te best. Er is sneeuw op komst en het is maar de vraag of de Splügenpass geopend is als we daar aankomen. Een aantal dagen eerder werden we al een keer gewaarschuwd door een fietser met wie we onderweg in gesprek raakten. Bij een laatste blik op de weersvoorspelling blijkt dat de sneeuw pas tegen de middag wordt verwacht. We besluiten vroeg te vertrekken en de
viaVelo magazine
61
64
viaVelo magazine
gok te wagen. Met de fietsverlichting aan vertrekken we uit het nog slaperige Thusis. Na het verlaten van de hoofdstraat zitten we al op de Via Spluga. Een uitgebreide routebeschrijving is nu niet meer nodig. Vanaf hier geldt: stevig trappen en genieten van het Zwitserse berglandschap. Het klimmen begint al snel en onze nog koude benen worden meteen op de proef gesteld. Bij het zien van de eerste halfopen tunnel parkeren we de fietsen aan de rand van de weg. Een steile trap gaat een flink eind omlaag naar het wandelpad door de Viamala-kloof. Vanwege ons voornemen om voor de middag de bergpas over te zijn en om onze benen te sparen, besluiten we niet af te dalen maar verder te fietsen.
Het is erg rustig op de weg. Behalve wat werkverkeer en een enkele auto hebben we de weg voor onszelf. Al het overige verkeer neemt de snelweg die samen met onze weg en de Achter-Rijn door het dal kronkelen. Na een goed uur onderweg te zijn bereiken we Andeer, een klein dorp tussen een aantal granietgroeven. Na een korte pauze maken we ons klaar voor de volgende serie klimmen. De weg kronkelt omhoog en dan fietsen we vlak langs de diepe kloof. Op een brug hebben we een schitterend uitzicht op de veel lager stromende Rijn. Nog twee haarspeldbochten omhoog en de Sufnersee doemt voor ons op. Door de uitgestrektheid van het meer hebben we vrij zicht vooruit en zien we besneeuwde bergtoppen in de verte.
viaVelo magazine
65
We besluiten de weg links om het meer te nemen. Als we de Rijn opnieuw kruisen, wordt het hoogteverschil pas echt goed duidelijk. We staan bovenop een in 1962 gebouwde damwand van tientallen meters hoog. De weg gaat verder als onverhard pad met halverwege een idyllisch uitzicht op het bergdorpje Sufers, omgeven door weides met grazende koeien. Aan het eind van het meer komen we weer op de doorgaande weg. Splügen is nog maar twee kilometer verwijderd. Eenmaal in het dorp met zijn typisch Zwitserse huizen aangekomen slaan we proviand in bij de supermarkt. Met de bidons gevuld maken we ons klaar voor het echte klimwerk. Weer op de fiets krijgen we na een paar honderd meter eindelijk antwoord op de prangende vraag. Een bord naast de weg meldt ons: ‘Splügenpass offen’. We kunnen!
viaVelo magazine
69
De steile weg uit het dal heeft een aantal haarspeldbochten onder een skilift door. Daarna wordt de weg geleidelijk vlakker. We fietsen inmiddels tussen de naaldbomen door. Nog een beetje in het ongewisse of we het meest steile deel nu gehad hebben fietsen we verder. Als we boven de boomgrens uitkomen zien we wat ons nog te wachten staat. Met zijn tiental haarspeldbochten moet de echte klim over de pas nog beginnen. Nu delen we de weg met een aantal auto’s en opvallend veel motoren die de pas
op een minder inspannende manier bedwingen. Gelukkig wordt er niet hard gereden. Na een wat langer recht stuk sturen we de eerste haarspeldbocht in en in een geleidelijk tempo door naar de tweede bocht. De bagagetassen aan de voordragers maken het lastig om uit het zadel te komen en eens stevig op de pedalen te staan. Ondanks het lage tempo en de lage temperatuur begin ik het aardig warm te krijgen. De lengte van de klim en
“Als we boven de boomgrens uitkomen zien we wat ons nog te wachten staat.” de extra kilo’s aan bagage maken het fietsen zwaarder dan op de heuvels waar ik heb getraind. Na de zoveelste slingerbocht staat er een man aan de rand van de weg. Het is een boer die zijn in het dal grazende vee observeert. Weer een aantal bochten verder fietsen we de Zwitserse douanepost voorbij - bijna aan de top. Op het laatste rechte stuk fietsen we langs een tunnel met om de zoveel meter een halfrond raam op. Het is de Splügengalerie, een 312 meter lange tunnel. Gebouwd in 1843 moest hij de weg en de passanten beschermen tegen lawines.
Sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw loopt de weg er echter omheen en wordt de Splügenpass in de winter volledig afgesloten voor verkeer. Nog één bocht en we zien de Italiaanse vlag hard wapperen - we hebben de top, tevens de grens tussen Zwitserland en Italië, bereikt. Verrast door de koude wind komend vanuit Italië, trekken we extra kleding en winterhandschoenen aan. De afdaling begint.
Meewerken aan ViaVelo? Of ken je iemand die in ViaVelo hoort?
Neem contact op
info@viavelo.nl www.viavelo.nl facebook.com/viavelomagazine
www.viavelo.nl facebook.com/viavelomagazine
76
viaVelo magazine