ViaVelo Magazine 2

Page 1

viaVelo magazine voor de avontuurlijke fietser

uitgave 2


Foto 2 v i Laurens a V e l o m avan g a z i Raay ne


Kilometers Telkens als ik een ambitieuze fietser spreek realiseer ik me hoe veel het fietsen is geïntegreerd in het leven. Voor alle fietsers in deze tweede uitgave betekent fietsen ontspannen, maar ook inspannen, onderzoeken, mensen ontmoeten en culturen beleven. Het is dé manier van reizen in alle vrijheid. Illustrator Luc Kickken heeft dit prachtig weten te vangen in zijn illustratie op pagina 24 en 25. Het gezamelijk aantal afgelegde kilometers in verschillende landen op verschillende continenten is gigantisch. Maar hoe ver je ook fietst: na elke bocht, achter elke heuvel begint een nieuw avontuur! Deze uitgave zou niet compleet zijn zonder Susanne van Aardenne en Martin Lohmann Møller, Elwin Kersten, Luc Kickken, Roel Manders, Willem Megens en Rudi Verhagen, Erik Nomden, Laurens van Raay, Elfi Thoonen en Henri van Winkoop. Mijn dank is groot. Veel lees- en kijkplezier! Stephan van Raay

viaVelo magazine

3


6 onverwachte ontmoetingen in

TURKIJE Susanne van Aardenne en Martin Lohmann Møller fietsen van Rotterdam naar Nepal. Hier lees je over hun tocht dwars door Turkije.

38 26 Noorwegen in vijf beelden Dit keer neemt Willem Megens ons mee van Stavanger naar Trondheim.

interview

Dit is Gekkenwerk Eind juli neemt Henri van Winkoop opnieuw deel aan de Transcontinetal Race. We spreken hem over deze loodzware tocht.

© 2015, ViaVelo Magazine Coverfoto Susanne van Aardenne en Martin Lohmann Møller

4

viaVelo magazine

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


44 bikepacken langs de

WESTWALL Roel Manders combineert zijn interesses in WOII en bikepacken.

56 De Zwarte Bergen en de Witte Bergen Erik Nomden fietste 16 maanden lang door Zuid, Midden- en NoordAmerika en schreef er een boek over. In dit hoofdstuk is hij onderweg in Peru.

72 Ultralight in 4 dagen naar Basel Hoe licht kan het tegenwoordig? We gaan bikepacken met de racefiets voor een snelle tocht naar Basel.

Jouw foto’s en verhaal ook in ViaVelo? Laat het ons weten: info@viavelo.nl www.viavelo.nl - facebook.com/viavelomagazine

viaVelo magazine

5


Uitzicht over Nieuw-Mardin en de Mesopotamische vlakte vanaf Oud-Mardin.


Tekst en fotografie Susanne van Aardenne en Martin Lohmann Møller


Fietsen over een gravelweg door een canyon in Centraal-Turkije.


Susanne van Aardenne en Martin Lohmann Møller begonnen vorig jaar op 2 februari een lang gekoesterd avontuur: fietsen van Rotterdam naar Nepal. Tijdens hun reis brengen ze verslag uit. Dit is het verhaal van hun tocht door Turkije.

journalist te zijn en in een mengelmoes van Turks, Duits en Engels weten we ons verhaal uit te leggen. We weten niet of het artikel geplaatst is, maar een ervaring was het wel! We wisten niet goed wat onze route zou brengen, maar we zijn positief verrast. De weg blijft rustig en is heuvelachtig wat zorgt voor wegen met mooie uitzichten. De dorpen die we tegenkomen zijn traditioneel. Erg mooi vinden we het dorp Goynuk, ook al moeten we hiervoor 200 meter afdalen om Aangezien de zomer in aantocht was kozen vervolgens weer te klimmen. We moeten we voor een route die vrij direct en toch onze voorraden aanvullen, dus we hebben interessant was. Istanbul verlaten we het er graag voor over om door de kleine met een ferry en zodra we Yalova aan de straatjes van dit overkant hebben dorp met witte bereikt is het “Hij komt ons op een brommer tegemoet huizen te lopen. rustig op de weg. en nodigt ons uit voor een thee.” We fietsen door Vanwege visamooie groene redenen zijn we valleien en op het moment dat we dichter onderweg naar Ankara. Veel belangrijker bij Ankara komen, bij Beypazari, wordt de zijn de plaatsen tussen onze bestemmingen, rotsachtige omgeving erg bijzonder. de onverwachte ontmoetingen en de charmante wegen. Wildkampeerplekken zijn gemakkelijk te vinden en erg mooi. We denken vooral goed Een zo’n onverwachte ontmoeting is met terug aan de middag dat we de Duitse fietser een Turkse man. Het is elf uur ‘s ochtends Mo tegenkwamen die op weg naar huis was en we fietsen door zijn dorp. Hij komt ons vanuit China. Met hem hebben we een mooie op een brommer tegemoet en nodigt ons kampeerplek gevonden in de groene vallei uit voor een thee. Zo’n uitnodiging is geen aan het water en fietsverhalen gedeeld. Een uitzondering en we zijn wel toe aan een bijzondere ontmoeting! pauze. Eenmaal aan tafel blijkt de man Dat Turkije een goed fietsland is, is bij de meeste fietsers wel bekend. Echter velen kiezen voor een rondje Cappadocia of een route langs de kust. Wij kozen ervoor om vanuit Istanbul landinwaarts te trekken richting het zuidoosten.

viaVelo magazine

9


Onze prettige kampeerplek samen met de Duitse fietser Mo.



Ankara in fietsen viel ons zwaar en zullen we niet snel een tweede keer doen. Druk, heuvelachtig en alleen vanwege ons Iraanse visum. We trekken vervolgens richting Cappadocia waar we heel mooi fietsen en veel fietsers tegenkomen op de weg. Het is de moeite waard om hier in de omgeving te fietsen! Vanuit Cappadocia rijden we richting het oosten en vervolgens zuiden. We gaan richting Irak. Deze plannen zouden we later wijzigen vanwege IS. Ook hier nemen we een route weg van de gebaande paden. Ja, het is gemakkelijk fietsen langs de highways met de vele tankstations, maar toch ook saai en lawaaierig. In plaats daarvan kiezen we voor kleine wegen die heuvelachtig zijn, soms onverhard, maar ons zeker mooie uitzichten geven. We zien vulkaangebergte in de verte, kleine marmotten langs de weg en langzamerhand wordt het droger en warmer. Al midden in Turkije komen we voor de eerste keer Koerdische dorpen tegen. We hadden wel gezien dat de dorpen anders waren. Maar pas aan het eind van de dag, als er een auto stopt bij onze niet zo goed verborgen kampeerplek, komen we erachter dat we in een gebied zijn met Koerdische dorpen. De man die Duits spreekt wenst ons een fijne avond en vertrekt weer. Op een kleine bergweg worden we gestopt door een witte auto. Een man stapt uit en begint een praatje met ons, in het Engels deze keer. Zijn oom heeft een restaurant in het volgende dorp en vraagt of we een

12

viaVelo magazine


Een ezel staat op de bazar van Mardin te wachten op zijn lading. Omdat de straten zo klein zijn worden alleen ezels gebruikt voor het transport van goederen.


De weg in Zuidoost-Turkije, prachtige rotsbergen en vaak een rivier om te volgen.



Groente en fruit in overvloed op de kleine markten langs de weg.

kebab willen eten. Hier zeggen we geen nee tegen en we proberen zijn omschrijvingen te begrijpen. In het volgende dorp zien we zijn auto staan en we worden hartelijk ontvangen. In het lokale restaurantje hangt het vlees aan de muur, vliegen vliegen door de kamer, we zitten op plastic stoeltjes en er worden business deals gesloten aan de tafel achter ons. Na een heerlijke kebab wensen we Kayhan een fijne bruiloft toe, over 10 dagen gaat hij trouwen. Inmiddels hebben we vernomen dat hij vader is geworden. De weg gaat verder en na toch een stuk op de grote weg te hebben gefietst bereiken we Malatya. Een fietsstad bij uitstek. We zien veel fietsers, fietsenwinkels en de volgende

16

viaVelo magazine

dag komen we een toergroep tegen die ons een grote doos koekjes cadeau geeft. Hiermee komen we wel verder! Na Malatya is er de mogelijkheid om de grote weg te volgen om de berg, maar wij kiezen voor het pittoreske weggetje omhoog. De weg gaat best omhoog maar er is bijna geen verkeer wat het fietsen zeer prettig maakt. We stijgen bijna 1000 meter en komen tijdens onze lunchpauze een vriendelijke hond tegen die ons gezelschap houdt. We komen langs een mooi meer waar vele Turken aan het barbecueĂŤn zijn. Wij fietsen nog even verder voorbij het meer tot we in rustiger gebied zijn. We nemen een weggetje dat nog kleiner is dan waar we op reden en vinden een mooi rustig plekje om onze


We houden van kamperen in Turkije. Elke avond koken we ons eten bij een ander uitzicht. Dit is Cappadoccia.

tent op te zetten. We horen koebellen in de achtergrond en de koeien komen op een gegeven moment bijna door ons kamp lopen. De herder kijkt niet op of om. We hebben een rustige plek gevonden. Inmiddels zijn we in Oost-Turkije beland. We zijn onderweg naar Iran maar nemen een meer zuidelijkere grensovergang waardoor onze route langs de grens met SyriĂŤ en Irak loopt. Het begint warm te worden en we zitten nu in gebied dat overwegend Koerdisch is. Vanaf Diyarbakir wordt de militaire aanwezigheid opvallend en komen we dagelijks meerdere militaire konvooien tegen. Meestal toeteren ze vriendelijk of zwaaien ze vanuit hun controleposten.

Net voor Diyarbakir besluiten we een kampeerplek te vinden in een soort openbaar park. Er zijn nog families aan het picknicken en direct wanneer we aan komen rijden worden we uitgenodigd voor de thee en allerlei lekkere plakkerige Turkse lekkernijen. De familie wil graag met ons delen en sommige van de oudere kinderen oefenen hun Engels met ons. Vanuit Diyarbakir rijden we naar Mardin. Mardin is een bijzondere stad met een sterke geschiedenis. Om in het oude gedeelte van de stad te komen gaat de weg omhoog! Eenmaal boven zijn we aan de rand van de berg waar we uitkijken over de Mesopotamische vlakte. De stad ligt tussen

viaVelo magazine

17


Dit wordt de slaapplek van Mojo & Isaba, onze fietsen. Terwijl we ons klaarmaken komt er een boer met zijn schapen langs voor een praatje.



Aan tafel om thee te drinken met de Turkse journalist en een vriend.

Een lieve hond houdt ons gezelschap tijdens de lunch op de top van de pas. 20

viaVelo magazine


de rivieren Tigris en Eufraat. Het is de plek waar de Romeinen met de Perzen vochten, het vroege christendom bloeide en waar de karavanen van de zijderoute passeerden. In eerste instantie waren we teleurgesteld door de moderne buitenwijken en de vele in aanbouw zijnde gebouwen. Echter de binnenstad is uniek en de uitkijk over de vlakte met SyriĂŤ in de verte is als in een historische film. De route vanaf Mardin naar de grens met Iran bij Yuksekova is zwaar. Het is ramadan, dus we passen op met publiekelijk eten en drinken, we zijn beide ziek geweest, het is warm en de bergen zijn steil. De wegen zijn ongelofelijk mooi, ruig, de rivieren zijn blauw en de mensen zijn uiterst vriendelijk. In de dorpen worden we toegezwaaid. Als een van ons besluit een aantal stukken te liften is dat geen probleem en wordt ze snel opgepikt en gedropt op de gewenste plek. Het stadje Cizre zullen we niet snel vergeten. Het is de warmste stad van Turkije en op geen enkel moment voelt de lucht fris aan. Het is stoffig en droog. Het is als een 24 uurs-sauna en we zorgen dat we snel weer op de weg zijn om verkoeling te vinden van de wind. Ramadan in Turkije is feestelijk. Elke avond als de muezzin klinkt bij het vallen van de avond begint de maaltijd. Zowel in Sirnak als in Hakkari maken we dit moment mee. Mensen eten gezamenlijk onder partytenten in de stad en drinken daarna thee tot laat in de avond. Om vier uur ‘s nachts eten ze voor het laatst om de volgende dag dit te herhalen. Interessant om ook deze

cultuur van zo dichtbij te kunnen zien. We worden uitgenodigd door een Koerdische familie die dit ritueel met ons deelt en wat achtergronden geeft. Het einde van Turkije is in zicht. Voorbij Yuksekova kamperen we nog een keer op een berg met uitzicht op Iran en Irak vanuit Turkije. Turkije is een geweldig fietsland maar voor ons misschien om andere redenen. Het dichtbij de cultuur kunnen komen en met eigen ogen zien hoe de situatie in ZuidoostTurkije is vonden we zeer leerzaam.

Uitgenodigd om met een familie thee te drinken en een bijzondere ervaring te delen.

Mocht je vragen hebben over de route die wij hebben gefietst, dan horen we het graag. Tracks en een uitgebreider verslag zijn te vinden op www.twistingspokes.com.

viaVelo magazine

21


Tijd om te koken en te slapen. We houden van de avonden tijdens onze fietsreis en genieten van ontspannen in de natuur.



Illustratie Luc Kickken / luckickken.nl



N o o r w e g e n in

vijf

beel den

Tekst Willem Megens Fotografie Willem Megens en Rudi Verhagen

Foto Willem Megens



Rudi Verhagen en Willem Megens fietsen in 2014 in twee weken van de zuidwestelijk gelegen oliestad Stavanger naar de oude koningszetel Trondheim. Ze fietsen door bossen, langs fjorden en over passen en hoogvlaktes, leggen daarbij 1.370 kilometer af en plussen zo’n 17.500 hoogtemeters bij.

Vanaf het pittoresk gelegen Eidfjord gaan we zuidwaarts langs het Eidfjordvatn. De alternatieve ‘oude’ en autoloze weg door smalle tunneltjes en pal langs het water tegen loodrechte rotswanden mag er wezen. Ook de klim naar Måbø verloopt via de oude autoweg: een afwisselende route door een ruige kloof met steile wanden.

28

viaVelo magazine


Foto Rudi Verhagen

viaVelo magazine

29



Haugastøl is de startplaats van de sterattractie Rallarvegen. Honderden huurfietsen staan hier gereed voor de treinladingen dagjestoeristen langs het hooggelegen treinspoor tussen Geilo en Voss ‘op avontuur gaan’. Om die meute morgen voor te zijn fietsen we alvast een stukje vooruit. Na vijf kilometer vinden we een prachtig kampeerplekje.

Foto Rudi Verhagen


De Rallarvegen is vanaf de oostkant niet erg lastig: een brede jeep track die nergens steil wordt. Er is genoeg tijd voor een plaspauze. We bereiken het lelijke Finse al snel. Hier lopen veel backpackers die snel tegen het decor van het station en de bergen selfies maken voordat de trein zijn reis voortzet.


Foto Willem Megens



Bij Djupvasshytta begint de tolweg naar Dalsnibba: 460 meter klimmen in 5 kilometer. Over prachtig asfalt, dat wel. We hebben inmiddels een goede conditie: zelfs met bepakking blijven we een fietstoerist eenvoudig voor. Bovenop de 1.500 meter hoge top hebben we een prachtig uitzicht op het Geirangerfjord en de bergen naar het westen en zuiden.

Foto Rudi Verhagen


36

viaVelo magazine


We bereiken de Trollstigen: de elf spectaculair in de steile wand uitgehakte haarspeldbochten tegen het decor van de Dronning (1568 m), de Kong (1593 m) en de Bispe (1475 m). Het is hier wel druk, met talloze auto’s, campers en niet te vergeten de bussen die cruisebootpassagiers vanuit Åndalsnes ‘eventjes’ naar het uitzichtpunt brengen.

Foto Willem Megens

Kijk voor het complete reisverslag op www.themeeg.nl.

viaVelo magazine

37


Afzien naar de controlepost op de Stelviopas. 38 v i a op V e lde o mzware a g a z i nklim e


I nt e r v i e w m e t H e n r i v a n W i n ko o p

“Dit is gekkenwerk” Tekst Stephan van Raay Fotografie Henri van Winkoop

Op de startlijst van de Transcontinental Race van dit jaar staat ook de 26-jarige Henri van Winkoop uit Den Bosch. Hij fietst voor de tweede keer mee. We spreken hem over de meest spraakmakende unsupported langeafstandswedstijd van Europa. schoenen aan te trekken en mee te doen”. Henri van Winkoop begon zo’n zeven jaar Zo maakte Henri in 2014 zijn debuut in de geleden fanatiek te wielrennen. Zijn eerste Transcontinental Race en sprong bij het kennismaking met het langeafstandsfietsen toenmalige startpunt in Londen op zijn was tijdens zijn studententijd. Henri fietste zadel toen de Big Ben acht keer sloeg. in groepsverband non-stop van Parijs naar Henri: “De eerste dagen geeft het een Tilburg met een volgauto. apart gevoel. Je kunt het bijna niet bevatten. Daarna volgde twee keer AmsterdamPlat gezegd is het elke dag overleven.” Bij zo Parijs als tweetal met een vriend. Een keer veel lange dagen 500 kilometer “De eerste dagen geeft het een apart gevoel. achtereen in het zonder volgauto zadel komen er in 24 uur en een Je kunt het bijna niet bevatten” onherroepelijk keer mét volgauto ongemakken. Henri: “Zadelpijn is echt in maar liefst 18 uur, om een jaar later weer killing voor de motivatie. Een telefoontje de 420 kilometer van Parijs naar Tilburg te helpt dan vaak om uit een dip te komen. fietsen. Aan de andere kant is het ook erg lekker dat je helemaal ‘los’ bent van de wereld: geen Stoute schoenen internet, geen lastige vragen, maar fietsen, In 2013 vond de eerste Transcontinental eten en slapen.” Race plaats. Henri was direct geïnteresseerd, maar begon rond die tijd net met een nieuwe baan. Henri: “Ik heb het Noodlot toen laten gaan. Het jaar daarop liep het op Na een week zo goed als non-stop racen het werk op rolletjes en besloot ik de stoute was Henri de eerste twee controleposten,

viaVelo magazine

39


Henri 40 v i aan a V e l de o mstart a g a z van i n e de Transcontinental Race 2014.


in Parijs en bovenop de Stelviopas, gepasseerd. Maar eenmaal in Kroatië sloeg het noodlot toe. Henri vertelt: “In Karlobag begon mijn achterwiel te ratelen en op een gegeven moment trapte hij helemaal door. Ik haalde mijn achterwiel eruit om hem te demonteren. Een metalen ringetje dat de drie palletjes in het Campagnolo-freewheel bij elkaar houdt bleek gebroken te zijn.” Henri zocht tevergeefs de plaatselijke fietsenmaker op. “Het beste wat hij had liggen was Shimano 600. Ik overnachtte in Karlobag en pakte de volgende ochtend heel vroeg de bus naar Split. Daar heb ik alle fietsenzaken afgestruind.” Maar ook hier kon Henri niet worden geholpen en zag hij zich genoodzaakt om de handdoek in de ring te gooien. Spijt heeft hij niet. “Ik weet dat ik alles heb gedaan om het te fixen. Het is gewoon pech. Je leert ervan”.

Nagenieten Voor Henri is de Transcontinental Race dan ook niet alleen maar een race. “Het is het nagenieten achteraf van de dingen die je hebt beleefd en de mensen die je hebt ontmoet. Ik heb twee keer bij mensen thuis mogen overnachten. Die vriendelijkheid blijft je bij.” Henri herinnert zich die overnachtingen nog goed. “De eerste keer was het al rond elf uur. Op straat vroeg ik naar een hotel, maar ze vertelden me dat ik niets meer zou vinden. Toen zette ik mijn puppy-ogen op.” Dat bleek te werken, want ze boden Henri een slaapplaats aan. De tweede keer vroeg Henri naar een adres. Hij kreeg echter direct als antwoord: ‘kom maar bij ons slapen.’

viaVelo magazine

41


Revanche Door de pech van vorig jaar, maar meer nog vanwege een aantal nieuwe controleposten, neemt Henri dit jaar meer reserve-onderdelen mee. Eén van die nieuwe controleposten is namelijk de fameuze onverharde bergweg Strada dell’Assietta. “Vorig jaar had ik binnenbandjes en één schoenplaatje mee. Ik denk dat ik dit jaar twee schoenplaatjes en ook een buitenband meeneem met al die onverharde passen. Anders sta je daar misschien in de middle of nowhere.”

Nóg langer Ook neemt Henri dit jaar een slaapzak mee om minder afhankelijk te zijn van

42

viaVelo magazine

hotels en zo tijd te besparen. Henri legt de noodzaak hiervan uit: “Dit jaar kun je je bijna niet meer permitteren om elke nacht in een hotel te slapen, als je op tijd binnen wilt zijn.” Het startpunt is verplaatst van Londen naar Geraardsbergen in België. Dat mag korter lijken, maar het tegendeel is waar. De nieuwe controleposten, waaronder ook de Mont Ventoux in Frankrijk, zorgen voor een flinke toename in het totaalaantal kilometers.Henri: “Van grofweg 3500 kilometer vorig jaar, is de afstand nu zo’n 4100 kilometer geworden. Het zal zo’n 300 kilometer per dag worden, terwijl ik vorig jaar nog wegkwam met 250 kilometer op een dag.”


De Transcontinental Race is sinds 2013 een begrip bij zelfstandige langeafstandfietsers. Deze bijzondere fietswedstrijd kent maar één etappe: van Geraardsbergen in Vlaanderen (voorheen Londen) naar Istanbul.

Voorbereidingen Inmiddels is Henri bezig met de voorbereiding voor de monstertocht. Vanzelfsprekend betekent dat vooral veel kilometers maken op de wielrenner. Henri fietst twee keer per week vanuit zijn woonplaats ‘s Hertogenbosch naar zijn werk in Utrecht. “Dan heb ik 120 kilometer te pakken. En als de tijd het toelaat fiets ik ook nog in het weekend.” Zijn ervaringen van vorig jaar neemt hij mee. Henri: “Je weet hoe zwaar het is en dat het echt geen pretje wordt. Elke keer als ik na zo’n tocht afstap zeg ik ‘dit nooit weer, dit is gekkenwerk’. En toch trap ik er elke keer weer in.”

Je fietst unsupported, dus hulp van buitenaf is niet toegestaan. Behalve een viertal controleposten is de route volledig vrij. Dit jaar start de race op 24 juli en moeten de deelnemers binnen 15 dagen de eindstreep halen. Alle fietsers hebben een GPS-zender bij zich en zijn te volgen via de website transcontinentalrace.com Start: Geraardsbergen, België Controle 1: Mont Ventoux, Frankrijk Controle 2: Strada dell’Assiietta, Italië Controle 3: Vukovar, Kroatië Controle 4: Mount Lovcen, Mentenegro Finish: Istanbul, Turkije

viaVelo magazine

43


BIKEPACKEN L ANGS DE

Tekst en fotografie Roel Manders




De Westwall, of Siegriedlinie, was een 630 kilometer lange verdedigingslinie, gebouwd door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Langs deze lijn vonden hevige gevechten plaats. Roel Manders fietst langs de restanten en begraafplaatsen. De trein rijdt het station van Maastricht binnen. Mijn fietsreis langs de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog kan eindelijk beginnen. Nog een laatste keer mijn fiets en bepakking controleren, hup op het zadel, schoenen in de klikpedalen en fietsen maar. Ik had besloten om naar de Amerikaanse begraafplaats bij Margraten te fietsen. Het weer zit mee: een blauwe lucht, geen wind en fris. Ik ben vroeg en de begraafplaats is nog maar net open. Andere bezoekers zijn nog niet te bekennen. Ik parkeer mijn fiets en loop langs de vijver naar de zee van

witte kruizen. Ieder kruis markeert het graf van een soldaat die lang geleden voor onze vrijheid is gestorven. Ik sta even stil bij die jonge jongens. Dat doet wel wat met je. Even later vervolg ik mijn weg richting de grensovergang met België, De Planck, en fiets richting de Amerikaanse begraafplaats van Henri-Chapelle, niet ver van Margraten. In de verte zie ik de gouden leeuw en de wapperende ‘Stars and Stripes’. Ook hier zie ik weer duizenden witte kruizen. Het zijn er zo ontzettend veel. Dat zoiets heeft kunnen

viaVelo magazine

47


gebeuren. Voor iemand die in vrijheid is geboren is het moeilijk te begrijpen.

Eclair Het is tijd om verder te gaan, op naar Eupen! Niet het mooiste stuk van BelgiĂŤ, maar wel de kortste route naar het Hautes Fagnes. Inmiddels had ik toch wel zin gekregen in een fameuze Belgische Eclair. Ik koop een puddingbroodje bij een bakker

48

viaVelo magazine

in Welkenraedt. Mijn honger gestild vervolg ik mijn weg. Er volgt een korte klim en daarna een flinke afdaling. Ik kan eindelijk aan de beklimming van de Monschauer Strasse beginnen. Dat is een lange weg met een geleidelijk stijgingspercentage. Maar ... het zakje van mijn tas staat open. Shit! Waar is mijn portemonnee?! Al mijn geld, mijn kaarten, alles weg! Rustig blijven, nadenken, wat is er gebeurd en waar kan


het liggen? Ik fiets de route die ik zojuist gereden heb terug. Na acht kilometer kom ik weer bij de bakkerij in Welkenraedt uit. Met de moed der wanhoop loop ik naar binnen. De vrouw achter de kassa lacht al. ‘Bonjour monsieur, u heeft hier iets laten liggen.’ Opgelucht dank ik de vrouw achter de kassa in drie talen. Ik verlaat de openbare weg en volg nu een verhard fietspad. Het pad kronkelt

tussen de heuvels, bossen, hagen en huizen door. Richting het Oberes Rurtal en het Perlenbach-Fuhrtsbachtal verruil ik het verharde fietspad voor een grindpad. Ik fiets nu tussen de bomen door de dalen. Voor het eerst geen geluid meer van voorbijrazende auto’s. Tussen de bomen zie ik ineens een bunker opdoemen. Mijn eerste Westwall-bunker is gespot! Daar moet ik zeker even een foto van maken.

viaVelo magazine

49


50

viaVelo magazine


Bunkerspotten op de mountainbike, het blijft leuk en uniek. Ik fiets verder, het gaat omhoog, licht glooiend. Ik volg de route nog een aantal kilometer en kom dan bij de parkeerplaats in Wahlerscheid uit. De Amerikanen noemden dit in december 1944 ‘Heartbreak Crossroads’. In de winter van 1944 stonden hier bunkers en houten kruizen rondom de T-splitsing in het besneeuwde, donkere bos. Nu is het er erg rustig en mooi. Het is moeilijk voor te stellen hoe de Amerikanen hier grote verliezen hebben geleden om het bunkernest in te nemen.

Stille getuigen Ik volg de openbare weg richting Schleiden en duik na een kilometer het bos weer in, bergaf richting de Oleftalsperre. Tijdens de afdaling zie ik MG-schilden en loopgraven in de berghang. Beneden in het dal sla ik rechtsaf en passeer een bunker. Geen tijd om weer te stoppen voor foto’s, want ik kom zo niet verder! Dan fiets ik richting de Hollerather Knie. Daar begon het Ardennenoffensief op 16 december 1944. Nu staat er een gedenksteen om mensen aan deze gebeurtenis te herinneren. Ook hier is het weer moeilijk voor te stellen dat het karrepad door het donkere bos destijds een van de Rollerbahns van het Duitse leger was waarover SS-divisies de Maas en uiteindelijk Luik en Antwerpen moesten zien te bereiken. Ik fiets nu een stuk verder langs de toenmalige frontlinie richting Losheim. Langs de weg zie ik in de bossen hier en daar schuttersputten, bomkraters, drakentanden (betonnen anti-

viaVelo magazine

51


tank-versperringen) en loopgraven. Ook dit zijn stille getuigen van een verschrikkelijke oorlog. Vanuit Losheim fiets ik verder naar Ormont en van daaruit volg ik de L20 richting Brandscheid. Inmiddels ben ik toch wel erg moe en wordt het tijd om een overnachtingsplek te zoeken. Maar, voorlopig nog even niet. Langs de L20 ligt namelijk een bunkerlinie die ik graag wilde zien. De weg ging wederom omhoog richting de Schwarzer Mann, het hoogste punt in de regio met 697 meter. Het gaat niet meer zo soepel. Ik ben moe, het wordt donker en mijn motortje is gewoonweg leeg. Na een zoektocht vind ik in het gehucht Herscheid een boerenerf waar ik kan overnachten. Ik vraag aan de boerin of er ergens een restaurant in de buurt is. Het antwoord is: Nein, gibt es hier nicht. Daarop komt ze met een folder van een Chinees restaurant aan.

52

viaVelo magazine

Dertig minuten later stopt een brommertje en kan ik aan een feestmaal beginnen.

Langs de Our Het was vroeg en nog lekker fris. Opnieuw dook ik de bossen in, nu richting het mooie dal Hengstbach. Ik fiets onder de snelweg van Sankt Vith naar Bitburg en vervolg mijn weg richting Watzerath. Daar volg ik het fietspad over een oude treinbaan richting Pronsfeld en kom uiteindelijk in het middeleeuwse stadje Neuerburg aan. Ik besluit vanaf Neuerburg richting Luxemburg te fietsen. Langs de rivier Our, de grens tussen Duitsland en Luxemburg, is tijdens de Tweede Wereldoorlog ook hard gevochten. Tijd voor een bezoek dus. Richting Luxemburg kom ik weer verschillende bunkers tegen, de een nog groter dan de ander. In Luxemburg volg ik


viaVelo magazine

53


54

viaVelo magazine


de Our. Wederom een redelijk makkelijk traject. In Vianden koop ik wat kaartjes en stuur die naar mijn familie, want een kaart doet meer dan een sms. Ik vervolg mijn weg richting Wallendorf. Daar heeft een Amerikaanse patrouille voor het eerst Duits grondgebied betreden. In 1944 was dit natuurlijk groot nieuws! Bij Langsur, waar de Our in de Mosel uitmondt, fiets ik stroomafwaarts richting Trier. Daar aangekomen vind ik redelijk snel een hotel. Mijn schoenen laat ik maar buiten staan, want ik zit volledig onder modder. De volgende ochtend vervolg ik mijn weg richting Briedern, een klein plaatsje aan de Mosel en het eindpunt van mijn Westwalltocht. En tevens de plaats waar ik mijn familie zou treffen. Ze zijn er echter nog niet. Dat verbaast me. Rond vier uur komen

ze aan. Blijkbaar wilden ze goedkoop tanken en zijn ze half BelgiĂŤ doorgereden. Tja ...

Roel Manders combineert zijn interesses in bikepacken en de Tweede Wereldoorlog.

viaVelo magazine

55


De 56 Cordillera v i a V e l o m Blanca. agazine


De Zwarte Bergen en de Witte Bergen Tekst en fotografie Erik Nomden

viaVelo magazine

57


Na 58 de v i regen, a V e l o mHuamachuco. agazine


Erik Nomden zegde zijn baan op en verliet voor 16 maanden zijn kring van familie, vrieden en collega’s om door Zuid, Midden- en Noord-Amerika te fietsen. In zijn boek ‘De Lange Weg’ doet hij uitgebreid en persoonlijk verslag. Dit hoofdstuk speelt zich af in Peru. Trujillo is gewijde grond voor de aanwaaien. We bezochten met zijn allen langeafstandsfietser. Het is de plek van het de lemen pre-Incastad Chan Chan en het allereerste Casa de Ciclistas. Het roemruchte vissersstadje Huanchaco, waar met puntige ‘huis van de fietsers’ werd gerund door rieten bootjes de golven en getijden van de Lucho, die in zijn jeugd een goede fietser was ruige oceaan werden getrotseerd om vis te en er nog altijd perfect afgetraind uitzag. vangen. In een van de visrestaurants konden Fietsers kunnen in een Casa de Ciclistas we de vangst testen. En die bleek uitstekend. resideren zo lang ze maar willen. Tal van De verse vis smaakte fris en werd perfect op ‘beroemde’ fietsers smaak gebracht “Na de drukte van het zware vracht- met kruiden en waren mij al voorgegaan, zoals sausjes. Trujillo verkeer volgde de eenzaamheid” Heinz Stücke en Huanchaco met zijn ‘never ending tour’ die nu al ruim bleken ideale plaatsen om bij te tanken vijfenveertig jaar duurt. Een landkaart voor de zware hooggebergtetrajecten die van de wereld toonde de plekken waar hij de komende dagen en weken op me zouden de kerstdagen had doorgebracht en was wachten. voorzien van het opschrift ‘Alles endet unvollendet’. Een andere klassieker was een Ik verliet Trujillo met de Colombiaanse klok zonder wijzers met het opschrift ‘El langeafstandsfietser Andrés. We fietsten tiempo no importa’. De tijd doet er niet toe. zuidwaarts over de Panamericana. De Het zou de lijfspreuk kunnen zijn van vele langste weg van het Amerikaanse continent Zuid-Amerikanen. voert in Peru dwars door een goeddeels In de Casa de Ciclistas trof ik Andrés, een vegetatieloze woestijn. Alleen in de 27-jarige Colombiaanse fietser en Françoise, rivierdalen waren groene oases. Na tachtig een Franse vrouw van bijna 63 jaar die van kilometer al verliet ik de Panamericana weer Venezuela naar Vuurland fietste. Een pittige om in de richting van de Cordillera Blanca tante, die ondanks mijn waarschuwingen te fietsen, de hoogste bergketen van Peru. wilde fietsen over de route langs de mijnen, Andrés had last van zijn knie en fietste over waarvan ik zojuist was afgedaald. De de Panamericana door naar Chimbote en Zwitserse Oliver en Milena kwamen ook Lima voor medische faciliteiten.

viaVelo magazine

59


AndrĂŠs op de Panamericana.

Na de drukte van het zware vrachtverkeer op de Panamericana volgde de eenzaamheid. De mist gaf een spookachtige lading aan het levenloze landschap. Een minuscule onverharde weg leidde door uitgestrekte vlaktes zonder bomen en zonder planten. Verkeer was er niet. Ik was de enige levende ziel in het desolate woestijnlandschap. De weg slingerde tussen eenzame bergmassieven die oprezen uit de aardedonkere stenen vlakte. Toen ik na enkele uren het kloofdal van de Rio Santa bereikte, had ik eindelijk de door mist doordrenkte landschappen achter me gelaten. Een stralende, diepblauwe hemel strekte zich boven me uit en wierp het landschap in een oogverblindend licht. Er was bijna geen verkeer in het kloofdal van de Rio Santa. Twee of drie maal per dag passeerde een toeristenbusje of vrachtwagen. In het gebied waren

60

viaVelo magazine

geen restaurants en hotels. Ik leefde op voorraden biscuitjes en gedroogd fruit uit de fietstas en ik overnachtte op het erf van een vriendelijke boer. Het was een warme avond en ik hoefde slechts mijn matje uit te rollen voor een gerieflijke nachtrust. Ik sliep onder de fonkelende sterren van de oneindig uitgestrekte sterrenhemel. In onze existentiĂŤle eenzaamheid zoeken we greep op de wereld om ons heen, maar in feite zijn we slechts speelballen van grotere krachten. De filosofische bespiegelingen over de nietigheid van de mens werden kracht bijgezet door kale flanken die viertot vijfduizend meter hoog oprezen naar de hemel, als reusachtige toegangspoorten tot de mythische bergmassieven van de Cordillera Blanca. Als in een film trokken de duizelingwekkende landschappen aan me voorbij. Mijn ervaringswereld was vloeibaar.


In de kloof van de Rio Santa.

Waarnemingen en indrukken rezen op en verstierven en vloeiden in elkaar over. Het ene moment trok ik langs inktzwarte rotsformaties en op het volgende moment bevond ik me tussen bergen met uitzinnige oranjerode en purperen kleuren. De weg voerde langs torenhoge rotswanden. Een enkele keer opende het kloofdal zich tot een vallei van enkele tientallen meters breed. In de minuscule oases was juist voldoende oppervlakte voor een boerderij en een kleine lap grond waar avocado’s konden worden verbouwd. Altijd was er de rivier die zich in machtige slingers een weg baande tussen de verticale kliffen. Er waren vele tunnels uitgehouwen in de rotsen om de loodrechte passages te overwinnen. Er was geen licht in de tunnels. Elke keer voordat ik een zwart gat in fietste, stopte ik om mijn koplamp op te doen en om mijn achterlamp aan te zetten.

Ondanks de maatregelen was ik nog steeds bang dat tegenliggers me niet zouden zien. Of dat ik zou vallen over een grote steen. In enkele minuten fietste ik door een tunnel heen om opgelucht het daglicht te bereiken. Tientallen diep zwarte tunnels lagen er op mijn weg en tientallen malen heb ik het procedĂŠ van aan- en uitdoen van voor- en achterlampen en aan- en uittrekken van hesjes doorlopen. Er is altijd licht aan het einde van de tunnel en aan het einde van de eindeloze serie tunnels was daar het oogverblindende, witte licht van de gletsjers van de Cordillera Blanca of witte bergen. Aan de andere zijde lagen de zwarte bergen van de Cordillera Negra. In de Huaylas, de vruchtbare vallei van de bovenstroom van de Rio Santa, was ik weer in de bewoonde wereld. Na een kort verblijf in Caraz, een kleine stad in de vallei, trok ik

viaVelo magazine

61


De lange weg naar boven: op weg naar de LLanganucopas.



Uitzicht 64 v i a V over e l o mde a g LLanganucomeren. azine


de bergen in. Een lappendeken van akkertjes kleurde het landschap in okerbruin, okergeel, oranje en olijfgroen. Eucalyptusbomen boden de benodigde bescherming tegen erosie. De kleinschalige idylle van het boerenland stak scherp af tegen de wilde pracht van de ijzige, helwitte gletsjers en de donkere granieten rotstorens van de Cordillera Blanca die duizenden meters boven de dorpen uittorenden. Er was in de loop van de jaren niet veel veranderd in de afgelegen bergcommunes. De mensen leefden in, van en met de natuur. Het land werd nog altijd bewerkt zonder geavanceerde technische hulpmiddelen. De bewoners hadden geen auto voor de deur van hun lemen huizen staan en de televisie was nog niet tot de huiskamers doorgedrongen. De paisanos leidden een ongecompliceerd leven. De dorpelingen konden zich bedruipen, maar leefden wel in een isolement. Veel bewoners bleken “Als ik een nauwelijks of geen Spaans stoven de te spreken. Toch was het contact met de bevolking warm en intens. Als ik een dorp binnen fietste, stoven de kinderen van de dorpen op me af en was ik in een mum van tijd omringd door tientallen zwijgende kinderen. Het was zaak om met grappen en grollen het ijs te breken. Daarna voelden de kinderen zich vrij om in gesprek te komen. Geregeld verbleef ik enkele uren met de kinderen en soms kreeg ik via de kinderen ook contact met de ouders. Als ik dan uiteindelijk weer op de fiets stapte, renden de kinderen enthousiast achter me aan om me uit te zwaaien.

De weg baande zich in tientallen haarspeldbochten omhoog tussen de granietwanden. De dorpen en nederzettingen van de bewoonde wereld had ik definitief achter me gelaten. Na vele uren klimmen bereikte ik de Lagunas de LLanganuco, de turquoise bergmeren aan de voet van de hoogste berg van Peru, de Huascarån. De kampplaats aan de meren was een van de mooiste van mijn reizen. Ik kon niet lang genieten van de pure schoonheid van de bergmeren. Toen de zon achter de bergen verdween, zakte de temperatuur tot ver onder het vriespunt. Mijn behaaglijk warme slaapzak moest uitkomst bieden tegen de vrieskou. Bij de LLanganucomeren was ik nog niet boven. De Abra de LLanganuco ligt negenhonderd meter hoger op 4.750 meter hoogte. Ik stond vroeg op om ruim de tijd te hebben voor de dorp binnen fietste, klim naar de pas kinderen op me af� en om mogelijke sneeuwbuien voor te zijn. De bewolking was er vroeg bij. Toen ik wegfietste van de kampplaats was er al een vrijwel gesloten wolkendek boven mijn hoofd. Steeds verder klom ik boven de meren uit. Over tientallen haarspeldbochten leidde de weg omhoog. Naar de hemel en nog verder. Alle indrukken kwamen samen. De vermoeidheid van het fietsen over de met stenen bezaaide weg. Het ademtekort door de hoogte. De kou die uitstraalde van de omringende sneeuwvelden. Maar ook de adembenemende uitzichten over de verticale wereld van gletsjers en granietwanden. De

viaVelo magazine

65


Het Plaza de Armas van Chacas.

ontberingen werden overvleugeld door een uitzinnige extase. Scheuten adrenaline spoten door mijn lichaam. Ik had de eerste pas over de Cordillera Blanca bereikt, de hoogste pas op de reis tot dusverre. Een lange afdaling over een erbarmelijke, met vuistgrote stenen bedekte weg leidde naar het armoedige YanamĂĄ. Ik betrok een simpel hotelletje. De eigenaren bleken een aardigheidje voor me in petto te hebben. Om twee uur in de nacht begonnen ze pal voor mijn appartement zware ijzerbewerkingen uit te voeren. Daarbij

66

viaVelo magazine

kwamen de nodige knarsende, piepende en schurende geluiden vrij. Dit alles werd muzikaal begeleid met het toepasselijke liedje Hey Gringo, dat op de herhaalstand stond. Het liedje was niet bepaald vriendelijk voor westerlingen en was muzikaal evenmin een topper. Ik wist niet of de muziek bewust was opgezet om de gringo enkele meters verderop te treiteren, maar deze liet zich niet zo maar op de kast jagen. Ik had mijn ipod opgezet met Zuid-Amerikaanse muziek die wĂŠl lekker in het gehoor ligt. Dit onder het motto dat het beter is om door goede muziek uit de


slaap te worden gehouden dan door slechte muziek. Het was natuurlijk wel sneu voor deze oude mensen dat ze blijkbaar niets beters te doen hadden in hun trieste leven dan te proberen om een vreemdeling het leven zuur te maken. En dat ze bovendien niet in die opzet slaagden. Na het muzikale nachtelijke intermezzo werd er de volgende dag weer gewoon gefietst. De weg, die omhoog voerde over een zijketen van de Cordillera Blanca, moest leiden naar Chacas. Of ik het bergdorp ooit zou bereiken over deze weg, was tot het einde aan toe onzeker. Er

was al jaren niets aan onderhoud gedaan. Elk moment kon ik een onoverbrugbare passage verwachten. De smalle, steile weg was nauwelijks begaanbaar. Ze was gedeeltelijk overgroeid en werd hier en daar door riviertjes als bedding gebruikt. De klim was bij tijd en wijle z贸 steil, dat ik de fiets nog maar net omhoog kon duwen. Na enkele uren van zware inspanning bereikte ik opgelucht de pas. De weg werd iets beter aan de overzijde en ik passeerde weer dorpjes. Aan het einde van de dag bereikte ik Chacas, de plaats waar een van de epische klims van Zuid-Amerika begint.

viaVelo magazine

67


De vallei van de Huaylas met op de achtergrond de gletsjers van de Huascarรกn.

De klim naar de Punta Olimpica voert naar bijna vijfduizend meter hoogte. Kilometers lang slingerde de weg omhoog over een kale berghelling tussen twee grote gletsjers. Zowel links als rechts onder me lag een spletenrijke ijstong in de diepte. Er was maar weinig zuurstof als gevolg van de grote hoogte. Er was maar weinig zuurstof. De laatste kilometers voerden over een besneeuwde bergwand naar een smalle doorgang tussen de ijzige bergen. Het was bitter koud op de pas. De razende wind voelde als duizend kleine scheermesjes. Klappertandend begon ik aan de afdaling. Duizend meter onder me lag een hangend dal, welke via diverse series van haarspelden kon worden bereikt. Low van de hoogte en high van de adrenaline stortte ik me naar beneden. Er lagen diverse verspreide sneeuwbuien tegen de bergen. Sneeuwvlokken joegen met grote horizontale

68

viaVelo magazine

snelheid voorbij. De zon was de grote afwezige. Het was extra koud doordat ik met het nodige oponthoud werd geconfronteerd. Door grootschalige wegwerkzaamheden had ik te maken met talloze wachtbeurten. Ik moest al mijn diplomatieke vermogens aanwenden om er voor te zorgen dat ik zo snel mogelijk de vele passages met wegwerkzaamheden mocht passeren. En als het langs diplomatieke weg niet lukte, dan moest het maar op een minder mooie manier. Regelmatig zag ik mezelf zeuren, zeiken en zeveren bij de wegwerkers. Het was maar zeer de vraag of ze na de confrontatie met de klagende en jammerende Eenzame Fietser ooit nog andere fietsreizigers zouden toelaten op het traject. Ik bereikte na ruim veertig wachtbeurten uiteindelijk toch nog de bewoonde wereld. Het was donker toen ik het stadje Carhuaz binnen stuiterde en de bewoonde wereld bereikte.


Via Huaraz klom ik naar een nieuwe pas over de Cordillera Blanca en daalde af naar ChavĂ­n de Huantar. Naast het dorp ligt een van de mooiste pre-incasites van Zuid-Amerika. In een herberg aan het gezellige dorpsplein dineerde ik met plaatselijke archeologen, die de nodige achtergrondinformatie verschaften over de archeologische erfenis van de regio. Ze vertelden honderduit over hun werkveld. Tot het moment dat de voetbalwedstrijd begon en de verrichtingen van het Peruviaanse elftal op de Copa AmĂŠrica alle aandacht opeisten. De vierde en laatste klim over de Cordillera Blanca leidde door een open, panoramisch landschap. De steenweg voerde tussen de stugge gele grassen van de koude, hoge en droge puna omhoog. Langzaam naderde ik de besneeuwde bergtoppen. Ik passeerde een paarsrood meer aan de voet van de bergen. De weg voerde verder omhoog langs hellingen met Puya Raimundii, een plantensoort die maar op een paar plaatsen in Peru en Bolivia voorkomt en in alle opzichten afwijkend is van de overige vegetatie op onze Aarde. Een volwassen exemplaar is maar liefst twaalf meter hoog en bestaat uit een smalle, zwarte basis van twee meter hoogte met daarbovenop een bol van drie meter doorsnede met gigantische stekels, en daar weer boven een topstuk dat bestaat uit een tien meter lange stam, die recht omhoog wijst en mee wiegt met de wind. Volgens een bekende reisgids zouden de reuzenplanten slechts eens in de honderd jaar tot bloei komen en wel met zijn allen tegelijk. De parkwachter vertelde me echter dat de

mysterieuze planten ieder jaar bloeien in de lente. Na de pas bleek de weg hoog te blijven en zelfs nog verder te klimmen om een zijketen van de Cordillera Blanca te overwinnen. Na enkele tientallen ruige kilometers op grote hoogte daalde de weg af naar de Abra Yanashalla. Daar voerde een geasfalteerde weg naar beneden, naar de bewoonde wereld in Huallanca. Ik had de sneeuw- en ijswereld van de Cordillera Blanca definitief achter me gelaten.

Erik Nomden maakt sinds 1999 fietsreizen. Zijn eerste reis voerde vanaf zijn huis naar Spanje. Lees meer op www.lonelycyclist.rtij.nl Eriks boek De Lange Weg is op een beperkt aantal plaatsen verkrijgbaar (bijvoorbeeld Interglobe en Broes Kemink in Utrecht en Donner in Rotterdam). Erik heeft zelf ook een kleine voorraad en kan op aanvraag exemplaren toesturen. Neem voor meer informatie contact op via eriknomden@hotmail.com.

viaVelo magazine

69


De puna en de cordillera bij Recuay.

70

viaVelo magazine


viaVelo magazine

71



U LT R A L I G H T in

4

d ag e n

n aar

Basel

Tekst Stephan van Raay Fotografie Laurens van Raay, Stephan van Raay



Bikepacking-tassen zijn voornamelijk bedoeld voor offroad-fietsen, maar ze zijn ook prima te gebruiken voor ultralight touring op de racefiets om met zo min mogelijk bagage elke dag flinke afstanden af te leggen. We pakken de tassen in en fietsen in vier dagen van Nederland naar Zwitserland. Inmiddels is het mei 2015 en staat Het moment herinner ik me nog mijn racefiets bepakt klaar. Ik heb de goed. Een aantal jaar geleden minimalistische stijl omarmd. De snelheid, stonden mijn broer Laurens en ik de lange afstanden, alleen het noodzakelijke te wachten voor een kruispunt in bij je hebben, het afzien en het doorbijten een klein Zwitsers stadje. We waren het geeft een kick. Vorig jaar fietsten onderweg met volgepakte OrtliebLaurens en ik naar München, 800 kilometer tassen aan onze randonneurs. in vier dagen. In september van hetzelfde Op de achterdragers nog jaar fietsten we naar Berlijn, weer 800 meer bepakking en eerder kilometer in vier dagen. Nu fietsen we ingeslagen proviand. We opnieuw naar Zwitserland en moet het ook hadden alles bij ons en waren in vier dagen gebeuren. op alles voorbereid. Plotseling stonden er Anders dan de vorige keren willen twee wielrenners naast ons. Ze vroegen we nu niet in hotels overnachten, maar ons waar we naartoe gingen. Wij moesten nemen we kleine tenten mee, waaronder rechtsaf. Zij gingen rechtdoor. Na een snelle de Telemark I van het Deense outdoormerk groet sprintten ze weg. Ik keek ze na en zag Nordisk (zie kader verderop). Deze dat er alleen achtertassen onder hun zadels lichtgewicht tent hingen. Het zette “Fietsreizigers net als wij, maar dan met neemt maar me aan het denken. weinig plaats Het waren geen weinig bagage, héél weinig bagage” in beslag. In de ‘locals’ die hun vaste achtertas van Apidura blijft zo nog genoeg ronde fietsten hoorden we aan hun accent. ruimte over voor een lichtgewicht matje van Het waren fietsreizigers net als wij, maar Thermarest, een 3-seizoenen-slaapzak, een dan met weinig bagage, héél weinig bagage. paar gewone schoenen en wat kleine spullen Kun je zo heel Zwitserland door, ook over de zoals een tandenborstel. Aan het stuur Alpen? Hoeveel kilometer rijden ze op een hangt de Apidura Handlebar Pack Compact dag? Wat zat er in die tassen, of belangrijker: (zie kader verderop) voor mijn gewone wat zat er niet in die tassen? Wij gingen kleding en regenkleding. Aan de Handlebar rechtsaf en zochten een plek om ons Pack hangt de bijpassende Accessory Pocket proviand naar binnen te werken. Eenmaal voor allerlei spullen die ik snel bij de hand gestopt zagen we de twee fietsers over een wil hebben, zoals een camera, eten en geld. lange brug aan de horizon sprinten.

viaVelo magazine

75


In 76 dev vroege i a V e l o mochtends a g a z i n e op de Kylltalradweg.


Fout geparkeerd tijdens de lunch. In de achtertas de campingspullen (tent, matje, slaapzak) en gewone schoenen. In de voortassen extra kleding, regenkleding, minitool, camera, reserve-accu en meer. In het frametasje: eten.

Naar het zuiden Op de eerste dag willen we flink wat kilometers maken. We steken de Nederlands-Duitse grens over om verder naar het zuiden af te zakken. De eerste noemenswaardige hoogteverschillen dienen zich aan en de Eifel komt in zicht. We komen langs het Wehebach-meer en door H端rtgenwald. De brede weg maakt een bocht naar rechts, maar wij nemen de kleinere afslag naar links. Vlak voor we de bocht insturen zien we een waarschuwingsbord met het hellingspercentage: 16 procent. Binnen notime storten we naar beneden. Een snelle blik op de Garmin: 65 kilometer per uur!

Onderaan draait de weg scherp naar rechts en volgt er een serieuze remtest met volle bepakking. Gelukkig, geslaagd. Het is al bijna donker als we bij de Kronenburger See aankomen. We zijn 224 kilometer verder en hebben ruim 2000 hoogtemeters geklommen. Even verderop zetten we in de berm van een fietspad de tent op.

Glad asfalt De volgende ochtend blijkt het fietspad niet zomaar een fietspad, maar de Kylltalradweg. Het gitzwarte, gladde asfalt rolt erg lekker en we besluiten het fietspad verder te volgen. Geen slechte keuze, want het is een prachtige route door het dal

viaVelo magazine

77


Over heuvels en door kleine Franse dorpen.


van de Kyll, dwars door kleine dorpjes en mooie landschappen. Na 100 kilometer genieten komen we aan bij de Moezel en fietsen even later door de Porta Nigra, de overgebleven Romeinse stadspoort van Trier. Een paar kilometer verder mondt de Saar in de Moezel en ook hier loopt een fietspad pal aan de rivier. Het begint aardig, zeker als het prachtige, hoger gelegen stadje Saarburg in zicht komt. Maar niet veel verder fietsen we tussen de Saar en de 51, een grote weg die samen met de rivier door het landschap meandert. Heel wat anders dan het pittoreske Kylltal. Met ongeveer 200 kilometer op de dagteller fietsen we langs gigantische hallen en onder kilometerslange, metersdikke leidingen door: de staalindustrie van Vรถlklingen aan de Saar. Bij een pizzeria aan het fietspad stappen we af. Een menukaart hebben ze er niet. Je noemt gewoon op wat je op je pizza wilt en ze maken het voor je. Zo kan het natuurlijk ook! Tijdens het eten en de nodige cola besluiten we dat na twee dagen fietsen een douche geen overbodige luxe is. Laurens belt tevergeefs een camping in de buurt: ze zijn gesloten. We besluiten naar een hotel uit te wijken. Weer op de fiets passeren we in het donker bijna onopgemerkt de DuitsFranse grens. Het is nog maar een paar kilometer naar het Franse Forbach.

Naar de Vogezen Grote delen van de ochtend regent het. Vanuit het hotel zakken we door de regen opnieuw af naar de Saar. Gelukkig

viaVelo magazine

79


Minimaal uitzicht op de Col du Donon.

is de route hier, die grotendeels langs het naastgelegen kanaal loopt, een stuk interessanter dan het Duitse deel. Ondanks dat besluiten we stukken af te snijden. We komen door kleine, rustige dorpjes die met elkaar verbonden zijn door smalle wegen met nauwelijks verkeer. De heuvels worden hoger en we naderen de Vogezen. Wolken pakken samen en niet veel later fietsen we door een flinke stortbui. Shit, toch niet hier!? Rond drie uur ‘s middags bevinden we ons even voorbij Abreschviller, halverwege de klim naar de Col du Donon en merk ik dat mijn voorband langzaam leegloopt. Na een snelle bandenwissel klimmen we verder. Inmiddels is het droog, maar hoe hoger we komen, hoe mistiger het wordt. Als

80

viaVelo magazine

we op het hoogste punt staan, is het zicht amper een paar meter. Het mooie uitzicht gaat aan ons voorbij. Als Laurens aan de afdaling begint ben ik hem ondanks zijn felgele regenjas na een paar seconden al kwijt. Na de afdaling slaan we bij Fouday linksaf om aan de volgende klim te beginnen. De Col de la Charbonnière is met 961 meter iets hoger. De afdaling is prachtig. Niet veel later fietsen we over kleine weggetjes door de wijngaarden van de Elzas, terwijl de zon langzaam ondergaat achter de bergen.

De laatste kilometers De vierde en laatste dag gaat richting Colmar om daarna verder af te zakken naar


De zon gaat onder in de Elzas.

de Rijn, hier tevens de grens met Duitsland. Het tussenliggende landschap is niet bijster interessant en we zijn blij als we bij de Rijnbrug aankomen. Aan de Duitse kant van de rivier fietsen we over de bekende Rheinradweg verder naar het zuiden. Rond de klok van vijf komen we in Basel aan. Bij de zeer drukke grenspost vlak voor de Johanniterbrücke staat een flinke rij auto’s, maar fietsers hoeven gelukkig niet te stoppen. Eenmaal in de binnenstad parkeren we onze fietsen in de bewaakte stationsstalling (tip!) en gaan de stad in voor een verdiend diner met bier. Als we ’s avonds het perron oplopen staat de City Night Line-slaaptrein naar Amsterdam al klaar. We hebben het gehaald, een Hemelvaartsweekend goed besteed.

Op de Johanniterbrücke, even voorbij de grenspost.

viaVelo magazine

81


Door de wijngaarden in de Elzas.



Nordisk Telemark I - ultralight eenpersoons tent Op zoek naar een ultralight tent kwamen we uit bij het Deense outdoormerk Nordisk. De Telemark I is een enkelboogs tent die nog geen 900 gram weegt. Met een pakmaat van 41 bij 12 centimeter neemt hij erg weinig plaats in beslag. Het opzetten is een kwestie van een paar minuten en met een waterkolom van 2000 millimeter blijf je zelfs bij een flinke bui droog. Voor een eenpersoons tent is hij verrassend ruim. Kijk op www.viavelo.nl voor een uitgebreide review.

84

viaVelo magazine


Apidura Handlebar Pack en Accessory Pocket De Handlebar Pack is een stuurtas van waterdicht materiaal met aan beide zijdes rolsluitingen. Hiermee is hij variabel in breedte. Rol je beide zijdes volledig op dan past hij net tussen een racestuur. Wij namen de Compact-variant mee. Om wat spullen zoals een camera, geld en eten voor het grijpen te hebben, heeft Apidura de Accessory Pocket, een losse tas met ritssluiting die je vastklikt aan de Handlebar Pack. Kijk op www.viavelo.nl voor een uitgebreide review.

viaVelo magazine

85


Meewerken aan ViaVelo? Neem contact op

info@viavelo.nl www.viavelo.nl facebook.com/viavelomagazine

86

viaVelo magazine


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.