ViaVelo 4 NL

Page 1

uitgave 4

bikepacking & long distance cycling


Contact

Colofon

Website www.viavelo.nl

Tekst en fotografie Jeroen Dijkstra, Alexander Dunlop, Harold Lanters, Jonathan KB, Willem Megens, Jurriaan Vis

E-mail info@viavelo.nl Facebook.com /viavelomagazine

Fotografie René Adelerhof, Ayal Barkai, Robert Krügel, Giovanni Toldo (cover photo), Elfi Thoonen, Rudi Verhagen Illustraties Luc Kickken

© 2016, ViaVelo Magazine Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Foto: Stephan van Raay

Vertaling Hanneke Bergsma Redactie en vormgeving Stephan van Raay


Voorwoord Welkom bij het vierde nummer van ViaVelo Magazine. Na een succesvol eerste jaar gaan we in 2016 volop door met mooie fietsverhalen en inspirerende foto’s. In deze eerste uitgave van 2016 maken we kennis met een intiem gebruik in Kirgizië, binden we fietsen op muilezels en zien we bergtoppen hoger dan 6500 meter van dichtbij. Omdat we graag naar mooie plekken én naar mooie fietsen kijken, hebben we ‘The Places We Ride’ toegevoegd - een gallery met de beste foto’s. Veel lees- en kijkplezier. Stephan van Raay


Foto: Stephan van Raay Foto Laurens van Raay


Inhoud 6 Stayeren op z’n Achterhoeks 8 The Places We Ride 20 Meeting the Willy Snatcher 40 Cairngorm 50 Himalaya in vijf beelden 64 Bilou Mountain 84 Bikepacking-weekend met mijn dochter

Reviews 88 Full Windsor The Nutter multitool 92 Odlo Vlaanderen jersey en bibshort


6

viaVelo magazine


Column

STAYEREN OP Z'N ACHTERHOEKS Tekst en fotografie Jeroen Dijkstra

Tijdens mijn trainingen heb ik niet de brede rug van Joop Zijlaard om achter te kruipen. En ook geen ploegleider die me met zijn wagen even uit de wind kan zetten. Maar soms, als ik een beetje geluk heb, dan kom ik onderweg één van de jongens van Bloemenkamp tegen. Aanhaken maar! Een teken voor harder of zachter is er niet. Het is gewoon vol gas zolang de weg het toelaat. Vrees voor een spatje modder moet je niet hebben. Want wanneer ze tijdens het uitwijken voor een groep scholieren de berm opzoeken krijg je de volle laag. Maar het is het waard, want zeg nou zelf. De rug van Joop Zijlaard of een ploegleider die je vanuit de auto iets toeschreeuwt is toch niets in vergelijking met een ronkende New  Holland-tractor? Jerome

viaVelo magazine

7



T

S

L A P CE E H

GALLERY

WE

E D RI

Foto: RenĂŠ Adelerhof Lage Vuursche, Utrecht BMC Granfondo GF02 Disc @radeler

viaVelo magazine

9


Foto: Giovanni Toldo 10

viaVelo magazine

|

In het midden van de Dolomieten, voor de Pale di San Martino, Trentino, ItaliĂŤ


@giovannitoldo viaVelo magazine

11


Foto: Jan Harald Finstad | Bodo, Noorwegen, boven de poolcirkel | 12

viaVelo magazine

@janfinstad62

norsksykling


viaVelo magazine

13


Foto: Ayal Barkai

14

|

Saharonim stream, Ramon-krater, IsraĂŤl

viaVelo magazine

|

@b_ayal


viaVelo magazine

15


Foto: Robert KrĂźgel

16

|

viaVelo magazine

Singltrek pod Smrkem, TsjechiĂŤ

|

@hagbardcel


viaVelo magazine

17


Foto: lovelo.at 18

viaVelo magazine

|

Op de hartvormige weg, Špičnik, Slovenië, nabij grens met Oostenrijk


@lovelo.at

|

www.lovelo.at viaVelo magazine

19


Sary Tash

20

viaVelo magazine


R

WIL

LY

HE

M

E

I NG TH T E E

S N ATC

Tekst en fotografie Jonathan KB

“I got bored of work and wanted to go on adventure. I found one pretty easily ...” Jonathan is ‘born and raised’ in Londen en besloot zonder enige fietservaring een wereldreis te maken. Inmiddels staat zijn teller op 20.000 kilometer. Dit is zijn verhaal over Kirgizië.

jkbsbikeride.com @jkbs.bike.ride jkbsbikeride

viaVelo magazine

21


22

viaVelo magazine


T

ussen Tajikistan en Kyrgyzstan is een niemandsland van 20 kilometer lang. Er is – niet verrassend – weinig te doen. Behalve dat er halverwege een theehuis staat dat door een familie wordt gerund. Het werd al laat toen ik Tajikistan verliet en ik was blij dat ik wat beschaving tegenkwam. Met de recentelijke temperaturen onder het vriespunt ‘s nachts had ik geen zin om nog een nacht in mijn tent te slapen, dus ik vroeg of ik er de nacht mocht doorbrengen. Gelukkig mocht dat. Ondanks dat ik al flink was afgedaald sneeuwde het ‘s nachts en in de ochtend vroor het. Vreemd om tussen twee landen te hebben geslapen, maar mijn allereerste ‘staatloze’ nacht was net zo goed als iedere andere. Ik kwam aan bij de Kirgizische grens en ik begroette de grensbeambten die er zowel verkleumd als verveeld uitzagen. Er leek niet veel personeel aanwezig te zijn. Waarschijnlijk was dat ook niet nodig, want ik had die ochtend nog geen enkele auto op de weg gezien. Mijn paspoort werd doorgebladerd en gestempeld – het eerste land waarvoor ik geen visum nodig had sinds Armenië. Kirgizstan, ik vind je nu al leuk!

Ik fietste naar het einde van de grenszone en ontdekte dat de poort gesloten was. Verbaasd ging ik terug naar de beambten om te vragen waar ik heen moest, ervan uitgaande dat ik een checkpoint had gemist. Met gebarentaal legde hij me uit dat ik mezelf moest uitlaten. Ik ging weer terug, haalde het hangslot van de grote poort en liet mezelf het land binnen. De rit vanaf de bergen naar benden was fantastisch – Kirgizstan verwelkomde me met open vlaktes, maar het was het uitzicht achter me dat me kippenvel bezorgde. De bergketen waar ik vandaan kwam zag eruit als een witte muur die verrees uit de velden aan zijn voeten. Ik zou in Sary Tash stoppen voor de nacht om wat te herstellen, maar eigenlijk wilde ik naar Osh – de eerste stad in meer dan veertien dagen en nog maar een paar dagen verwijderd voor mij. Ik was blij om in een nieuw en mooi land in de bergen te zijn, maar de bergen en de kou hadden me gesloopt. Ik besloot verder te gaan. Hoe sneller, hoe beter, dacht ik. Ik moest alleen nog een bergpas vlak achter Sary Tash beklimmen. Niet zo hoog als de bergen waar ik recentelijk was geweest, maar de berg-

viaVelo magazine

23


Onderweg naar Sary Tash - het uitzicht achterom.



De afdaling vanaf de tweede pas voor Osh.

26

viaVelo magazine


passen in Kirgizstan zijn erg heftig – echte workouts. Ik kampeerde aan de andere kant. Eindelijk was ik genoeg afgedaald om comfortabel in mijn tent te slapen, hoopte ik. Het vroor nog steeds, maar ik kon slapen! In de ochtend werd ik wakker met wilde paarden die rond mijn tent renden terwijl ik mijn pap kookte. Het voelde goed om weer naast bomen te kamperen – ik had er lang geen gezien. Langzaamaan werd het landschap groener en mensen verkochten fruit en groente vanuit hun tuinen. Halleluja! Wat had ik fruit gemist. In de Pamir was het vaak aardappelen en vettige vleessoep. Ik kocht een kilo lekkere appels van de eerste verkoper die ik zag. Dat kostte me ongeveer 40 cent. Uiteindelijk rolde ik Osh binnen. Er zijn geen woorden die kunnen beschrijven hoe blij ik was om weer eens in een stad te zijn. Schone kleren, goede koffie, supermarkten en het beste van alles: restaurants die westers eten serveren. Ik vind het leuk om de lokale keukens te ontdekken in de landen die ik doorkruis, maar ten eerste leek het erop dat ik ziek werd van het eten in Centraal Azië en ten tweede had ik wel even genoeg van de lokale gerechten.

viaVelo magazine

27


De eerste kampeerplek in KirgiziĂŤ.



Een shot wodka (of twee) met mijn nieuwe vrienden.

Ik ging eten met een paar andere fietsers, at een hamburger, checkte mijn e-mail en dronk een espresso. Dat kostte me zo’n drie euro. Ik had er wel een tientje voor over! Het was een drukke weg, dus ik moest geduldig zoeken naar een goede kampeerplek. Er waren veel dorpen en bijna al het land werd verbouwd. Op een richel boven de weg dacht ik een perfecte plek gevon-

30

viaVelo magazine

Voila, de vreemdste foto van mijn tocht: een Kirgizische vrouw knijpt in mijn ballen. Nooit een saai moment.

den te hebben, maar toen ik naar een vlak stuk zocht riepen een aantal locals naar me. Het was een groepje Kirgiezen dat rond een auto op een onverharde weg stond. Het was vrij duidelijk wat er gebeurde: een ouderwets potje zuipen op het land – je kent het wel. Ze riepen me en gaven me een enorm glas wodka. Ze waren allemaal ladderzat. Nor-


Uiteindelijk wist ik weg te komen, maar niet voordat de ‘willy snatcher’ haar gang ging voor de foto.

maal gesproken vermijd ik groepen dronken personen, maar in dit geval was ik verbaasd vanwege het gemengde gezelschap van mannen en vrouwen. Ik was nieuwsgierig hoe zo’n ‘wodkasessie’ er hier aan toeging. Ik heb heel wat wodka gedronken in de oud-Sovjetlanden waar ik doorheen ben gefietst, maar altijd met alleen mannen. Deze vrouwen waren een echte verrassing in een grotendeels conservatief en Moslim-gedeelte van de wereld. Ze kwamen meteen naar me toe, sloegen hun armen om me heen en poseerden voor foto’s. Toen werden ze wat ondeugender – ik begreep het niet helemaal maar verstond het woord ‘sex’ terwijl ze naar mij en naar zichzelf wezen en naar de auto gebaarden. Toen wreven ze hun vingers tegen elkaar en zeiden ‘dengi’ (geld in het Russisch) en ‘skolks’ (hoeveel). Ik dacht eerder dat ze mij heel wat zouden moeten betalen voor dat pleziertje … Uiteindelijk wist ik weg te komen, maar niet voordat de ‘willy snatcher’ haar gang ging voor de foto. Ik deed gewoon vrolijk mee toen ze naar mijn edele delen greep. Ondanks dat dit het eerste vrouwelijke contact was sinds een lange tijd, kan ik zeggen

dat niet anders dan erg ongemakkelijk was. En het leverde de vreemdste foto van de toer tot zover op. Ze liepen terug naar hun auto en vertrokken naar de winkel om meer wodka in te slaan. Ik beloofde te blijven, maar zodra ze uit het zicht waren maakte ik dat ik wegkwam en kampeerde even verderop. De volgende ochtend begon de weg zich een baan door de bergen te maken. Ik at bij een tunnel en keek vol genoegen hoe een aantal herders een kudde paarden over de weg leiden. De hele dag al haalde ik kuddes koeien, schapen en paarden in die uit de bergen werden geleid. De winter komt eraan en de nomadische herders trekken naar lagergelegen gebieden voor het seizoen. Ik kampeerde naast een pittoreske rivier terwijl er een storm passeerde die nacht. De volgende dag was de lucht donkergrijs boven de bergen terwijl ik hoger en hoger klom. Opeens was het warm genoeg om even in de rivier te zwemmen en een avondje kleren te wassen. Ik hing netjes wat touwen op om mijn kleren te drogen, maar ‘s nachts werd alles weer zeiknat door de aanhoudende regen.

viaVelo magazine

31


Precies zo koud als het eruitziet.

32

viaVelo magazine


Toen ik eenmaal over de bergpas was kon ik naar het Toktogul-meer rollen, maar eerst moest er nog gedronken worden. Ik stopte om te plassen. Een auto stopte naast me. Nog voor ik klaar was haalden de mannen al een fles wodka voor de dag. Ik zuchtte even ongemerkt en zette een glimlach op terwijl ze een rondje shots voor iedereen inschonken. Ik begreep dat deze mannen een soort roadtrip maakten naar het Karakol-meer en bij elke uitzichtpunt uitstapten om wat selfies te maken en wodka te drinken. Het was ongeveer twaalf uur en ze waren al dronken – Kirgizstan heeft érg veel uitzichtpunten. Ik deed ze een plezier met nog wat meer shots en zette de afdaling naar het meer voort. Ik kwam niet veel verder, want de auto haalde me in en stopte opniew. Ik probeerde door te fietsen, maar ze sprongen uit de auto en hielden me aan. De fles wodka kwam weer tevoorschijn en opeens was er een man bij die vijf minuten geleden nog niet in de auto zat. Ik had geen idee waar hij vandaan kwam, maar blijkbaar was hij verontwaardigd dat hij het proosten met de Engelse fietser had gemist, dus werd er voor ons allebei ingeschonken. Vanuit daar moest ik klimmen naar de volgende grote pas van meer dan 3000 meter hoog. De rit was prachtig – de weg liep vlak langs een snelstromende rivier. Bomen

hingen over de randen en lieten gele en rode herfstbladeren vallen. De dag dat ik de bergpas wilde bedwingen was verschrikkelijk. Ik werd wakker in de regen en wachtte een tijdje om te zien of het ophield. Ik besloot om toch maar te gaan, anders haalde ik het niet over de top. De honden waren het ergst. De viervoeters hadden zich redelijk goed gedragen in de laatste landen, maar in Kirgizstan waren ze erg lastig. Er stonden veel bijenkorven naast de kant van de weg en ze hadden allemaal een felle waakhond die naar me toe kwam en naar mijn enkels beet. Een imker met een paraplu kwam naar me toe en gaf me een fles honing. Hij gebaarde naar mijn borst en maakte het ‘maakt je sterk’-gebaar. Als je ze het hardst nodig hebt, ontmoet je de juiste mensen. Na een paar uur bereikte ik de hoogte waar de regen sneeuw werd. Ik was drijfnat – mijn waterdichte kleding is niet zó waterdicht – en had het koud. Ik wilde geen droge kleren aandoen, want in iets droogs slapen is belangrijker. Geen tijd om te stoppen, ik moest zo snel mogelijk aan de andere kant van de top naar beneden zodat ik op het plateau kon kamperen. Maar op de top werd het erger. Aan de andere kant van de pas stond een stevige wind die de zware sneeuw recht in mijn gezicht blies. Ik zag niets, mijn ogen

viaVelo magazine

33


De ‘Tunnel of Death’.

Eigenlijk is het gewoon een afschuwelijke tunnel van tweeënhalve kilometer.


prikten en ik werd wit van de sneeuw die op mijn kleren en tassen bleef hangen. Ik probeerde zo snel mogelijk tot onder de sneeuwgrens af te dalen, maar mijn lichaam begon te rillen van de kou. Het was niet leuk – een van die verschrikkelijke dagen die ik probeer te vergeten. Uiteindelijk bereikte ik een kruispunt met een aantal cafés. De eigenaar leek weinig onder de indruk toen ik plassen water mee naar binnen droeg, maar dat maakte me niet uit – ik zocht angstig naar warme thee en een schuilplaats. Ik keek uit het raam en zag dat het daglicht minder werd en het nog steeds sneeuwde. Ik had nu zeker geen zin om te kamperen. Ik vroeg aan de vrouw of er binnen een vrije kamer was waar ik kon slapen. Het duurde een minuut voordat ze doorhad wat ik bedoelde, maar toen lachte ze en gebaarde dat ik haar moest volgen. Achterin het café was een slaapzaal voor truckers! Een redelijk warme kamer met schone lakens en matrassen. Geweldig! Het voelde als een wonder. Eerst nog nat, rillend van de kou en ellendig en plotseling had ik een warme slaapplaats bij een café met warme soep. Ik vroeg niet eens wat het kostte – ik zou toch wel betaald hebben. ‘s Ochtends kreeg ik een uitgebreid ontbijt en in totaal moest ik een kleine zes euro betalen – niet slecht!

De volgende dag fietste ik over het plateau. Ik weet zeker dat het mooi was, maar er hingen lage wolken over de bergen en ik kon niet veel zien. Ik kwam langs veel donkere, ronde plekken op de grond waar in de zomer yurts hadden gestaan. Iedereen was gemigreerd naar lager gelegen gebied, samen met de dieren die ik onderweg tegenkwam. Ik had nog één bergpas te gaan voordat ik kon afdalen naar Bishkek. Het was weer een heftige klim. Scherpe haarspeldbochten brachten me tot boven de sneeuwgrens, recht onder de puntige pieken. De pas was een kleine tegenvaller: de weg ging door een tunnel dwars door de top van de berg. Het was tijd voor – tromgeroffel – de ‘tunnel of death’! Enkele fietsers refereerden zo naar de tunnel, dus het was wel ‘een ding’. Eigenlijk is het gewoon een afschuwelijke tunnel van tweeënhalve kilometer – niet de langste ter wereld, maar wel een vervelende met een ongelijk wegdek en veel kuilen, nauwelijks verlichting, geen ventilatie en smerige chemische lucht. Een aantal jaar geleden is er een fietser overleden. Daarom besluiten de meeste mensen een lift door de tunnel te nemen. De Britten die ik een aantal dagen gelden had ontmoet vertelden me dat ze hadden geprobeerd om er doorheen te


36

viaVelo magazine


fietsen. Ze werden tegengehouden door een bewaker die ze verplichtte om een lift te nemen – blijkbaar omdat ze geen masker bij zich hadden. Wie heeft er nu een masker bij zich!? Ik heb tot nu toe iedere kilometer gefietst en ik wil dat record niet zomaar opgeven. In mijn richting zou ik bergafwaarts gaan, dus toen ik bij de tunnel aankwam stopte ik en trok mijn high-vis-Ikea-jas aan, zette mijn krachtige hoofdlamp op en trok mijn buff tot halverwege mijn gezicht. Er kwam een bewaker kwam naar buiten, maar hij vroeg me alleen waar ik vandaan kwam. Ik ben door veel onplezierige tunnels over de wereld gefietst, maar deze was verreweg de ergste – het was éng. Ik hield mijn ogen strak gericht op het kleine stukje weg dat voor me werd verlicht door de hoofdlamp. Het geluid in de tunnel was oorverdovend – enorme machines bulderden om de tunnel te ventileren, maar de lucht was evengoed smerig. Toen ik eindelijk weer in het daglicht was snakte ik naar frisse lucht. Eenmaal door de tunnel herinnerde ik me dat ik mijn remmen moest afstellen. Ze werkten amper en ik bleef het afstellen maar uitstellen, maar nu moest het echt voordat ik aan de afdaling in de sneeuw begon. Ik opende mijn tas en zocht mijn multitool, maar ik kon hem niet vinden. Uh oh … Ik probeerde me te herin-

neren waar ik hem het laatst had gebruikt. Ik had hem nog toen ik wat aan het drinken was met de lokale lui. Shit – een paar shots wodka en alles gaat de mist in. Ik probeerde om zo naar beneden te fietsen, maar de remmen brachten me niet tot stoppen. Het was veel te gevaarlijk om zo naar beneden te fietsen. Ik zat in een lastige situatie – het licht werd al minder en ik zat nog te hoog om te kamperen. Ik kon proberen een lift te krijgen, maar dat was het laatste dat ik wou, zeker na die tunnel door te zijn gefietst. Ik ging alle scherpe dingen in mijn tas na op zoek naar iets dat in de afstelling van de schijfrem zou passen. Uiteindelijk paste een deel van mijn namaak-Zwitsers zakmes en kon ik de remmen net genoeg afstellen om levend beneden te komen. De afdaling was te gek – van de berg in een smal ravijn. De volgende dag stapte ik op en rolde vanzelf naar beneden langs de rivier met mijn blik op de kilometerteller, benieuwd hoe ver ik zou komen zonder te trappen. Inclusief het laatste deel van gisteren haalde ik 45 kilometer – een nieuw record. In de vallei stond me een verrassing te wachten. Plotseling waren er overal Russen! Er bestaat geen verwarring tussen een Rus en een Kirgies – en hier waren alleen blanken. Ik was in Bishkek. Eindelijk! Hier had ik één taak te doen: een Chinees visum regelen. «

viaVelo magazine

37


Een terugblik naar de bergen (blij dat ik eruit ben).



40

viaVelo magazine


CAIRNGORM Tekst en fotografie Alexander Dunlop

My heart’s in the Highlands, my heart is not here, My heart’s in the Highlands, a-chasing the deer; Chasing the wild-deer, and following the roe, My heart’s in the Highlands, wherever I go. Robert Burns

viaVelo magazine

41


A

l sinds mijn jeugd kom ik in Schotland: (wild)kamperen, wandelen, pubs bezoeken. Ik kan mijn niet eens herinneren hoeveel keer ik er exact ben geweest. Maar ik had eigenlijk nooit mijn fiets meegenomen. 2011 was mijn laatste bezoek en het werd daarom tijd om weer terug te gaan. En na wat goede avonturen met de mountainbike in Engeland en Wales werd het tijd om de fiets nu wel mee te nemen. Vanuit Aviemore de Cairngorms loop (www.cairngormsloop.net) fietsen was het

42

viaVelo magazine

doel. Na een voorspoedige reis, de trein door de Highlands kan ik iedereen aanraden, bleek in Aviemore dat Ryanair mijn frame krom had gemaakt tijdens wat ruw laad- en loswerk. Maar dat is goed gerepareerd door de mannen van BothyBikes in Aviemore (aanrader!). Wat gelijk aangeeft wat mijn plan was. Via bothies een mooi rondje rijden door de Cairngorms. Bothies zijn kleine, ‘comfortable’ hutten in de desolate gedeelten van Schotland


en Wales. VariÍrend van houten portacabins tot oude boerderijen met toilet, potkachel en ledikanten. Bothies leiden altijd naar goede gesprekken rond de kachel en zijn een soort home from home in de Highlands. Halverwege bleef ik een nacht slapen in Bob Scott’s bothy. Toen ik na drie uur ijskoude tegenwind binnenkwam stond de kachel al een paar uur aan. Instant Bliss. Maar bij Ruigh Aiteachain moest ik ook zelf houthakken om daarna de kachel goed heet te stoken en mijn

schoenen en kleren te drogen. Iets waar de groep die laat in de avond binnenkwam erg blij mee was. De uitdampende Sealskinzsokken vielen wat minder in de smaak, denk ik. Het whisky en rode wijn uitwisselen en verhalen vertellen was weer erg geslaagd. Alhoewel ik voor de zekerheid mijn tent had meegenomen, heb ik alle nachten doorgebracht in bothies. Fietsend door lieflijke dalen met mooie gravelpaden. Maar ook vloekend als het

viaVelo magazine

43




46

viaVelo magazine


voorwiel weer eens tot de as in de modder verdween. Of als het pad niet meer was dan een lange plas, net dieper dan de pedaalhoogte. Gelukkig waren er ook genoeg ‘twisty’ singletracks in de volle zon. En voldoende hike-a-bikes door ijskoude riviertjes, het was tenslotte pas mei, en lome gravelafdalingen. Het oorspronkelijke idee was om de hele Cairngorms loop te fietsen. Maar na wat opmerkingen van locals over de extreme regenval zag ik hier toch maar vanaf. Achteraf bleek dat een beetje voorbarig te zijn geweest. Maar toch heb ik voldoende mooie bergpassen en mooie, technische afdalingen en klimmen mogen fietsen. Toen ik terugkwam in Aviemore heb ik nog een paar dagen gefietst en gewandeld in Rothiemurchus Forest. Dat is zeker de moeite waard als een mooie afsluiter. Schotland blijft voor mij iets magisch. Met zijn ‘right to roam’, bothies en onvoorspelbaar weer is het voor fietsers en buitensporters zeker de moeite waard. Volgend jaar toch de Highlandtrail fietsen? Nu nog een gek vinden die wil meedoen. «

viaVelo magazine

47


48

viaVelo magazine


viaVelo magazine

49


Foto Willem Megens

50

viaVelo magazine


Tekst Willem Megens Fotografie Willem Megens, Rudi Verhagen

Ladakh & Zanskar In 2015 fietsen Rudi Verhagen en Willem Megens een maand in Noord-India. De weg voert van Leh door de brede Indusvallei naar Kargil, via het ruige Zanskar naar de beroemde Manali-Leh road, en langs Lake Tso Moriri weer terug naar de Indusvallei. Het is een erg afwisselende tocht over droge hoogvlaktes, door diepe kloven en over hoge bergpassen. Rudi en Willem leggen zo’n 1.200 kilometer af en stijgen daarbij bijna 19.000 hoogtemeters.

Kijk voor het complete reisverslag op www.themeeg.nl.

viaVelo magazine

51


Lamayuru: Bizar maanlandschap Via de oude weg naar het klooster van Lamayuru stijgen we zo’n zeshonderd meter via tientallen haarspeldbochten, de ‘Jabeli Bends’. Op het hoogste punt, op 3.700 meter, genieten we van een fantastisch uitzicht op de spectaculaire omgeving. Beneden ons ligt een bizar landschap dat lokaal bekend staat als ‘Moonland’ – een groot gebied met rotsformaties, ontstaan via erosie van bodemresten van een gletsjermeer dat hier ooit is geweest.


Foto Rudi Verhagen


Fotu La: Gigantische buckelpiste Van Lamayuru gaan we verder naar de Fotu La. Dit blijkt een eenvoudige beklimming: nergens steil en overwegend goed geasfalteerd. Wegwerkers leggen zelfs een nieuwe laag asfalt aan. De foto is net voor de top genomen. Vanaf hier heeft het landschap wel iets weg van een gigantische buckelpiste, zij het zonder sneeuw. Bovenop de 4.094 meter hoge pas gaan we op de foto met een groep enthousiaste Indiase fietsers.

Foto Willem Megens

54

viaVelo magazine


viaVelo magazine

55



Pensi La: Sprookjesachtig landschap Om in Padum te geraken, moeten we eerst de 4.492 meter hoge Pensi La bedwingen. Dit is een van mooiste paswegen waar ik ooit ben geweest. We worden getrakteerd op een prachtig uitzicht op toppen tot boven de 6.500 meter en de tientallen kilometers lange Drang-Drung-gletsjer (zie eerste foto van deze serie). De afdaling van de pas is met haar vele haarspeldbochten enerverend. Daarna rijden we langs de rivier de Stod, die zich door een diepe kloof wurmt. Aan het eind van deze kloof ontvouwt zich een sprookjesachtig landschap.

Foto Willem Megens


Shingo La: Fietsen dragen In Raru regelen we paarden voor de wandeltocht over de 5.050 meter hoge Shingo La. De komende dagen zullen zij onze fietstassen

58

viaVelo magazine

vervoeren. Zelfs nu we ’vals spelen’, is de tocht erg inspannend, en dan vooral de eerste dag. Niet alleen het duwen en dragen van de fiets is een uitdaging; we moeten


Foto Willem Megens

ook voorzichtig zijn, zeker op die stukjes waar een steenlawine het pad heeft weggevaagd. We willen niet in die woeste rivier diep beneden ons donderen.

viaVelo magazine

59


Morei Plains: Middenstreep op de weg Vanuit het tentendorp Pang stijgen we meer dan tweehonderd meter voordat we op de Morei Plains arriveren: een groot en droog plateau. De weg wordt zo breed dat er zowaar een middenstreep op is aangebracht. Met de wind in de rug gaan we in behoorlijk tempo richting de Polokonka La, de pasweg tussen Tso Kar en Tso Moriri. We zetten de tent neer op 4.810 meter, precies even hoog als de top van de Mont Blanc.

Foto Willem Megens



Hoge resolutie =

beter leesbaar & scherpere foto’s


Even offline ? De ui tgaven z ijn ook te koop in onze webshop! www.v i avelo.nl /shop



In 2010 ben ik een jaar gaan fietsen. 7.000 kilometer van Zuid-Vietnam naar Tibet, de Himalaya over naar IndiĂŤ. Dit verhaal gaat over een paar dagen in China, Yunnan-provincie. Onderweg ben ik een Duitse fietser tegengekomen en samen trekken we de onherbergzame streken in.

Tekst en fotografie Harold Lanters


66

viaVelo magazine


A

rmin en ik zijn in Cizhong. Franse missionarissen hebben hier het evangelie verspreid, kerkjes gebouwd en de mensen geleerd druiven te telen en wijn te maken. De omgeving is mooi, een kleine kerk met lampionnen in de klokkentoren, te midden van wijngaarden en omgeven door hoge groene bergen. Bij het kerkje ontmoeten we zes Chinese toeristen die vanuit Dimaluo zijn komen lopen met twee gidsen en muilezels. De gidsen en muilezels gaan morgen leeg

terug. Armin en ik kijken elkaar aan, onze ogen glinsteren. De toeristen helpen ons met het organiseren, zodat wij mee terug kunnen met de gidsen en muilezels. Bij de gidsen geven we aan dat we twee fietsen bij ons hebben. We hebben één muilezel nodig voor de twee fietsen en één muilezel voor onze bagage. We gaan drie dagen lopen en zullen daarbij over een pas van 4.400 meter hoog heen moeten. De gidsen spreken geen woord Engels en volgens de Chinezen plat Tibetaans.

viaVelo magazine

67




70

viaVelo magazine


De gidsen kijken een beetje beteuterd naar onze fietsen en geven aan dat deze uit elkaar gehaald moeten worden. Na wat gesleutel en het betere touwwerk is de muilezel opgezadeld en zijn de fietsen vastgebonden. Het is om eerlijk te zijn geen gezicht. De uitzichten zijn erg mooi, ik geniet vooral van de totaal verlaten groene vallei, omgeven door hoge groene bergen met in het midden een stroompje met kristalhelder water. We lopen in een vaste volgorde, twee muilezels, de oude gids (Toma), twee muilezels, de andere gids (Sama), ik en als laatste Armin. We lopen los van elkaar, er is maar ĂŠĂŠn pad, en ik stop af en toe om een foto te maken of om gewoon even rond te kijken, het is onwerkelijk mooi hier. Na zes uur te hebben geklommen komen we aan het einde van de vallei en er staat een verlaten hutje. We zijn van 2.000 meter hoogte naar 3.500 meter hoogte geklommen. Het begint zachtjes te regenen. Het hutje is drie bij drie meter, met in het midden een grote stookplaats. Sama en Toma geven aan dat we op planken naast elkaar moeten liggen en dat zij aan de andere kant van het vuur slapen. Dat wordt

viaVelo magazine

71




een romantische nacht! Ze snijden chopsticks voor ons en plastic flessen worden doorgesneden: onze bekers. We drinken sterke drank bij het vuur, terwijl het eten ondertussen aan het pruttelen is. Nadat de drank op is, gaan we slapen. Ik krijg de paardendekens en mijn luchtbedje doet goede dienst, maar ik moet me af en toe omdraaien omdat ik aan de ene kant de hitte van het smeulend vuur heb en aan de andere kant de ijzig koude wind die door de vele kieren van de opgestapelde rotsblokken jaagt.

74

viaVelo magazine

Sama en Toma drinken van een plastic fles zelfgestookte alcohol.


De volgende dag om zeven uur wordt het vuur aangemaakt. Armin is een gepensioneerde zeeman en moet in de ochtend koffie hebben en heeft een heel pak NescafĂŠ bij zich. Wij genieten nu mee. Glazen hebben we niet. We snijden weer wat plastic flessen open om onze koffie te drinken. Sama en Toma drinken van een plastic fles zelfgestookte alcohol. De bidons vullen we met helder rivierwater. Het heeft vannacht geregend en de groene bergtoppen van gisteren zijn hagelwit. De weg naar de top is fraai, we zien al snel de eerste sneeuw,

deze is nog van vorig jaar. Het begint te miezeren en even later lopen we door de sneeuw. Het is mistig, de paden zijn smal en glad en de afgronden diep en lang. Op de top eten we koekjes en chocolade en beginnen aan de afdaling. Al snel is de mist weg, is de sneeuw verdwenen en ziet de wereld er weer groen uit. Wederom een mooie verlaten vallei met kleine waterstroompjes die in een steeds grotere stroom uitmonden. We kunnen eindelijk omlaag lopen.

viaVelo magazine

75




Armin heeft het zwaar. Eén gids blijft op hem wachten en ik loop achter de muilezels aan. Bij een fotostop raak ik ze uit het zicht, maar ik hoor de bellen van de muilezels en weet zo dat ik goed zit. Het begint mistig te worden en het pad verandert in een modderbad, want er wordt gekapt en de boomstammen worden over ‘ons’ pad omlaag gegleden. Ik volg het pad en zoek naar muilezelhoefafdrukken en drollen en weet dan dat ik nog steeds goed zit. Bij een splitsing hoor ik links bellen rinkelen,

78

viaVelo magazine

maar het pad gaat naar rechts, dus ik blijf het pad volgen. Even later zie ik weer de vertrouwde drollen liggen en heel in de verte hoor ik weer bellen rinkelen. Bij een kleine vallei zie ik de ongezadelde muilezels lopen, dus ik ben er bijna. Ik vind wel dat Toma de muilezels snel heeft afgezadeld. Ik tel eens goed en zie zes grote muilezels - het zijn paarden. Ik ben verdwaald en alleen. Ik roep de schreeuw die de Toma en Sama voor elkaar


viaVelo magazine

79



gebruiken, maar krijg geen antwoord. Het is erg mistig en het begint al redelijk schemerig te worden. Ik loop mijn pad weer terug omhoog en roep om de minuut. Op een gegeven moment hoor ik Armin terugroepen, hij en Sama wachten op me en we lopen met zijn drieĂŤn naar de slaapplek. We slapen bij een jonge alleenstaande boer in een hutje. De boer tovert honingraten tevoorschijn. Ze worden geroosterd en de witte larven worden in een bakpan geklopt

en met jakboter gebakken. Daarna wordt er djoe overheen geschonken. Het smaakt best goed, vette sterke drank met een soort gebakken garnaaltjes. We lopen verder omlaag naar Dimaluo en dat is ons eindpunt. We kopen flessen bier en toasten met zijn vieren op de goede afloop. Deze expeditie heeft de Biluo Mountains overwonnen, we hebben de barre omstandigheden getrotseerd en hebben er zelfs van genoten. ÂŤ

viaVelo magazine

81



op h s e z n o in w Nieu ts in r p n io it d e limited

g n i l c y C f o m o The Freed n ke k ic K c u L r o o d

hop s / l .n o l e v ia .v www


84

viaVelo magazine


BIKEPACKING-WEEKEND MET MIJN DOCHTER Tekst en fotografie Jurriaan Vis

A

an het einde van de zomervakantie wierp ik een blik op de kalender, welk weekend wordt het mooi weer de komende herfst? Begin oktober, wanneer mijn dochter een lang weekend vrij zou hebben leek mij het meest geschikt. De herfst viel in en het weer was zoals vaker eind september. Met mijn dochter, ze is 7, besprak ik naar welke camping we zouden gaan. Gaan we naar dezelfde als waar we de afgelopen zomer stonden tijdens een eerdere bikepacking? Of kiezen we voor een nieuwe camping? We bladerden door het Groene Boekje. Op 20 kilometer van ons huis vond ik een geschikte natuurcamping. De vele beesten op deze camping, vijf kilometer dichterbij huis dan de afgelopen zomer en gebruik van een vuurkorf waren de doorslaggevende reden voor mijn dochter om voor deze camping te kiezen.

In de week voorafgaande aan het geplande bikepacking-weekend waren de weersvoorspellingen wel erg rooskleurig, het kon zomaar 20 graden worden. Had ik dan eind augustus inderdaad het juiste weekend gekozen om te gaan kamperen? Het begon er sterk op te lijken. Met ruim 17 graden vertrokken we vrijdag vol enthousiasme naar de camping. Onze weg voerde onder andere langs Luilekkerand. De voorboden waren ons goed gezind. Op de camping aangekomen werden we verwelkomd door een serene rust, afgewisseld met blije dierengeluiden. Plek te over, op ĂŠĂŠn tent na was de camping leeg. In een heerlijk zonnetje bouwden we ons huisje op voor de komende twee dagen. Daarna was het hout sprokkelen en de vuurkorf in gereedheid brengen voor de

viaVelo magazine

85


86

viaVelo magazine


avond. Wat ons betreft hoort een heerlijk vuur stoken op de camping er helemaal bij. Een heerlijke nacht met veel slaap volgde, een frisse start met de nodige zonneschijn beloofde veel goeds voor vandaag. Rond het middaguur was het tijd om te gaan zorgen voor een heerlijke campinglunch en dito diner. We maakten er een bonte avond van inclusief laat naar bed gaan en veel geroosterde marshmallows. De volgende ochtend werden we beneveld wakker, de zon liet het afweten. Heel anders dan de weerman ons de vorige avond had doen geloven. Een extra trui bracht

extra warmte. De natte tent wilde niet drogen dus die pakten we zo maar in. Na een goed ontbijt kwam de stemming er weer een beetje in. We maakten nog een mooie wandeling over het junglepad en bereidden ons voor op een twintigtal prachtige kilometers richting huis. Onderweg naar huis kletsten we honderduit over dit heerlijke weekend en spraken we af in 2016 zeker weer op bikepackingavontuur te gaan. Dit was ons derde bikepacking-weekend en wat mij betreft is er weinig mooier dan deze samen met mijn dochter te beleven. Laat de lente maar komen. ÂŤ

viaVelo magazine

87



Review

FULL WINDSOR

THE NUTTER Tekst en fotografie Stephan van Raay

Ik heb verschillende multitools gehad (die ik vervolgens ook weer ben kwijtgeraakt). Het idee achter het fietsgereedschap is vrijwel altijd hetzelfde. Alle onderdelen zijn uitklapbaar zoals bij een Zwitsers zakmes, het geheel zo klein en zo licht als mogelijk. Het Britse bedrijf Full Windsor pakt het met zijn The Nutter anders aan. The Nutter is een handgereedschap met losse bitjes, vergelijkbaar met het systeem dat je vast in de garage hebt rondslingeren. Er wordt zelfs een verlengstuk meegeleverd.

Waarom? The Nutter heeft een aantal voordelen ten opzichte van de traditionele multitool. Ten eerste heb je een veel betere grip door de ergonomische vorm van de tool. Je gebruikt je hele hand om iets vast of los te draaien. En omdat het gereedschap veel langer is dan een opvouwbare multitool kun je veel meer kracht zetten – en dan ook veel meer. Ik moest twee roestige schoenplaatjes van mijn mountainbikeschoenen afhalen. Normaal gesproken een lastig klusje, maar met The Nutter vormde het geen enkel probleem.

viaVelo magazine

89


90

Bits and pieces

Gewicht

In de hoes zitten vijf inbusbitjes (3, 4, 5, 6 en 8 mm), een kruiskopbitje, een plat schroefbitje en een T25-torxbitje. Het verlengstuk en de opening in de tool zijn magnetisch, zodat je je geen zorgen hoeft te maken over vallende bitjes als je in het hoge gras staat. Aan de bovenkant van de tool zit een ringsleutel van 15 millimeter, voor iedereen die niet met quick releasespanners in zijn wielen fietst. De onderkant is een kunststof(!) bandenlichter. Aan de andere kant van de bitopening zit een spaakspanner, een feature die vaak ontbreekt bij andere multitools. Omdat de bitjes en de tool zelf overzichtelijk zijn opgeborgen duurde het niet lang voordat ik het gereedschap vaker ging gebruiken, bijvoorbeeld ook voor klusjes in huis.

Full Windsor zegt dat de tool 110 gram weegt. Dat klopt, maar dat is dan alleen de grote tool. De complete set inclusief de hoes haalt 225 gram op de weegschaal. Dat is iets meer dan de gemiddelde multitool (100 – 150 gram). Maar goed nieuws voor de weight weenies onder ons die minder gewicht willen meenemen: in de grote tool kun je twee veelgebruikte bitjes kwijt (ook weer magnetisch). Stop dit in je achterzak en laat de rest thuis voor grotere trips.

viaVelo magazine

Materiaal De hoes is gemaakt van leer en verkrijgbaar in een bruine en zwarte variant. Met de twee lange lussen met klittenband hang je The Nutter aan de rails van je zadel, je Brooks-zadel of aan een willekeurige


◄ The Nutter uitgerold. De bits zijn genummerd met een krijtje zodat ik ze ook in het donker makkelijk kan vinden. ► Dit is de ‘ultralight’ setup. In de tool is ruimte voor twee bitjes (magnetisch). Let ook op de spaakspanner, hier bovenaan. ►▼ Echt leer, goede stiksels en het beste logo dat ik in de afgelopen tijd heb gezien. ▼ Het kleine magneetje zichtbaar in de bitopening.

framebuis. De bitjes zitten in een stuk gerecyclede binnenband – leuk detail! Alles van de metalen delen tot de leren hoes is goed gemaakt. Full Windsor gaat duidelijk voor kwaliteit.

Snelheid Met de losse bits en de hoes met lussen is de tool wat minder snel gebruiksklaar dan de standaard-multitool. Vooral in het begin gaat het uit de hoes halen van de tool wat lastig door het stugge leer. Is die extra tijd een probleem? Niet echt. Je zit waarschijnlijk niet middenin een race waar iedere seconde telt – en is dat wel zo, dan heb je nu toch al verloren. Stel je liever dit voor: een fietser (m/v) staat aan de kant van de weg verlegen om hulp. Je stopt. In plaats van dat gloednieuwe carbon

frame te beschadigen met je klungelige opvouwtooltje, rol je The Nutter uit en pakt instinctief het juiste bitje. Held van de Dag!

Conclusie The Nutter is niet de lichtste, niet de goedkoopste en niet de snelste multitool. Maar hij maakt het allemaal goed met zijn ergonomische greep om genoeg kracht te zetten om zowat alle aanpassingen aan de fiets te doen. Alles is van hoge kwaliteit en ziet er bovendien erg goed uit – zeker aan je Brooks-zadel. Oh, had ik al gezegd dat het middelste deel van de tool een flesopener is? Eens kijken of deze werkt. Proost! The Nutter is verkrijgbaar op www.full-windsor.com voor £ 39.99 (excl. verz.kosten).

viaVelo magazine

91



Review

ODLO

VLAANDEREN Tekst Stephan van Raay Fotografie Elfi Thoonen

O

dlo’s Vlaanderen-serie is een speciale serie. Op het eerste gezicht lijkt de set misschien op een gewone jersey met korte mouwen fietsbibshorts, maar dat zijn ze niet! De Vlaanderen-serie is bedoeld voor de tussenliggende seizoenen – als het te warm is voor volledige thermokleding maar te koud voor je ademende lichtgewicht zomerkit. En die seizoenen kunnen lang duren bij ons! Hoewel het nogal afhangt van je eigen voorkeur, noemt Odlo temperaturen tussen 6 en 16 graden Celsius. Dat komt goed uit, let’s go!

All-weather bibshorts De meeste bibshorts voldoen prima voor korte afstanden. Wij hebben er een nodig voor lange dagen in het zadel. De eerste keer dat ik de Vlaanderen-bib uitprobeerde was tijdens een rit van 100 kilometer – geen ultralange afstand, maar lang genoeg om iets over het comfort te kunnen vertellen. Beginnend bij de ‘Endurance 2’-zeem. Deze is dik waar ‘ie dik moet zijn en geeft genoeg ondersteuning aan mijn zitbotten. Van schuren of schuiven was geen sprake. Naar mijn mening is de bovenste helft van een bibshorts het op één na belangrijkste onderdeel voor een comfortabele rit. Het zwarte materiaal is verrassend rekbaar. In fietspositie trekken de bretels niet in je schouders. Hoewel het materiaal goed rekbaar is, zakt de broek niet. De pasvorm

viaVelo magazine

93


▲► De stevige kraag houdt je nek warm. De rits over de volledige lengte is afgedekt. ▲▲ De binnenzijde van de elastische biezen zijn bezaaid met minuscule rubberachtige puntjes om de mouwen op hun plaats te houden. ▲ Drie reguliere zakken aan de achterzijde en reflecterende elementen voor je eigen veiligheid.

94

viaVelo magazine


is perfect en het verschil met goedkopere bibs is heel goed merkbaar. Het duurde niet lang voordat het begon te regenen. Ik droeg beenstukken onder de broek en halverwege de rit merkte ik dat de broekspijpen nog geen centimeter waren verschoven. De blauwe banden zijn bijna volledig bezaaid met minuscule rubberachtige puntjes om te voorkomen dat de broekspijpen opstropen – dat werkt zelfs met beenstukken aan! Ook merkte ik dat het waterafstotende materiaal zijn werk deed. De regendruppels bleven op mijn benen liggen. Na wat meer regen werd de broek toch nat, maar veel belangrijker: de regen koelde me niet af – ook niet

bij het kruis. De gemiddelde temperatuur was 7 graden tijdens de tocht – ook de thermo-eigenschap werkt goed.

Korte thermobroek – vreemd? Zoals de meeste fietsers fiets ik liever in een korte broek dan in een lange broek. Maar als de zomer voorbij is, dan moet je een keer switchen. Lange dagen in het zadel betekent dat je te maken krijgt met verschillende temperaturen en weersomstandheden. Een gewone bibshorts is dan te koud voor de koude ochtenden en avonden. Je kunt beenstukken aantrekken, maar deze bedekken je heupen niet. Met de Vlaanderen thermo-bibshorts is dat probleem veel kleiner. En als de zon dan einde-

viaVelo magazine

95


96

viaVelo magazine


lijk voor de dag komt en de temperaturen stijgen, trek je de beenwarmers uit en voilà, het voelt weer als zomer.

Bijpassende jersey Voor de bijpassende thermo-jersey is windstopper-technologie gebruikt (Gore) om je bovenlichaam warm te houden bij slecht weer. Ook de jersey is waterafstotend zodat je niet telkens je regenjack voor de dag hoeft te halen als het een beetje begint te regenen. Het werkt ook goed tegen opspattend water van een nat wegdek. De jersey heeft aan de voorzijde een rits over de volledige lengte. Dat is erg fijn - zeker omdat deze Vlaanderen een soort combinatie van een gewone jersey en fietsjas is. De rits is afgedekt zodat er geen koude wind doorheen komt. Bovenaan de jersey zit een stevige, comfortabele kraag om je nek warm te houden zodat deze niet stijf wordt. Het achterpand van de jersey is extra verlengd, zoals bij een fietsjas, en komt zelfs (in mijn geval) bijna tot aan het zadel. Odlo heeft bijpassende (thermo-)armstukken die in een van de drie achterzakken passen. Omdat het een keer donker wordt hebben de bibshorts en de jersey reflecterende elementen voor je eigen veiligheid.

Conclusie De Odlo Vlaanderen-serie is perfect voor de lange periodes tussen de koude winter en de warme zomer. Het is een flexibele en comfortabele set voor fietsers die niet terugdeinzen voor kou, regen en wind.ook buiten willen fietsen. Voeg armen beenstukken toe en je bent klaar voor lange dagen in het zadel. Aanrader! Odlo Vlaanderen jersey € 149,95 Odlo Vlaanderen bib shorts € 129,95 www.odlo.com

viaVelo magazine

97


Tell your fr iends. Foto: Stephan van Raay

www.viavelo.nl

|

facebook.com/viavelomagazine


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.