
Fotowedstrijd & prijzenfestival Liefde voor Dieren


Hoeveel trucjes kan jouw kat? Lees onze tips! Kattenliefde in overvloed Hoeveel katten zijn er te veel?
De manoel Een kluizenaar op fluwelen pootjes
Fotowedstrijd & prijzenfestival Liefde voor Dieren
Hoeveel trucjes kan jouw kat? Lees onze tips! Kattenliefde in overvloed Hoeveel katten zijn er te veel?
De manoel Een kluizenaar op fluwelen pootjes
Grijze schoonheid De fascinerende
Chartreux
Zo herken je pijn en ongemak bij je kat Kat uitlaten
Ontspannen en veilig aangelijnd samen de wereld ontdekken
Uitgave Nr. 04/2025
Coveronderwerpen herken je aan een
Coverstory:
Leer hoe je je kat beter kunt begrijpen en hem vroegtijdig kunt helpen bij eventuele ziekte
42
Leuke trucjes om je katten te leren
Castratie kleine huisdieren - dit
06 In beeld Foto van de maand
08 Nieuws
Interessante, ontroerende en opvallende nieuwtjes uit de dierenwereld
12 Coverstory
Hoe gezond is jouw kat?
24 Van de redactie
Dit hield de redactie de afgelopen maand bezig
14 blz. DE GROTE RAADGEVER
26 Raadgever Hond Kankertherapie bij honden + 10 tips voor veganistische voeding + Tips, advies en interessante weetjes
32 Raadgever Kat
Hoeveel katten zijn er te veel? + Communicatie kat & personeel + Advies voor een gezond kattenleven
40 Raadgever Kleindier
Alles dat je moet weten over castratie
& kat
20 Tips & tricks
Veilig buiten wandelen met je kat
42 Mens & dier
De leukste trucjes oefenen met jouw kat
44 Gezondheid
Aandoeningen van de alvleesklier
48 Gedrag
Katten & het patchworkgezin
52 Kattenvoeding
Wist je dit?
52
Wist je dit over kattenvoeding?
58
De mysterieuze wereld van kattenkarakters
68
Bescherming: de manoel
11 Fotowedstrijd Maak kans op een professionele fotoshoot
19 Shopping Voor dierenliefhebbers
76 Wij zoeken een thuis De asieldieren van de maand
78 Liefde voor dieren Prijzenfestival
Doe mee & win een toffe fotoshoot! 11
In elke uitgave
03 Voorwoord + colofon
55 Column GAIA
67 Column Els Adams
71 Column Mirjam Addiks
82 Preview In de volgend uitgave
72 Welzijn Hoe goed heeft jouw kat het?
80 Puzzelen Onze puzzelpagina’s voor jouw vermaak
Wat vertelt de ‘M’ ons?
Tabby-katten dragen een ‘M’ op hun voorhoofd. Heeft dat iets te maken met de zogenaamde meikittens? Dit is een veelgebruikte term voor kittens die in de lente worden geboren, in tegenstelling tot de herfstkittens. Voor de ‘M’ bestaat er echter een heel andere verklaring in de folklore. Volgens een legende zou een kat in de kribbe bij het kindje Jezus zijn gaan liggen om hem te verwarmen. Maria zou daarop een ‘M’ op het voorhoofd van de kat (en haar nakomelingen) hebben getekend.
Uitlaten is niet alleen voor honden: ontdek of jouw kat klaar is voor dit bijzondere buitenavontuur en welke voorbereidingen je moet treffen voordat het zover is.
Met katten aan de lijn wandelen wordt steeds normaler, vooral door de toename van katten die vooral binnenshuis worden gehouden. Maar katten zijn geen kleine honden die je even uitlaat. Ze schrikken snel, zijn vluchtdieren en als zich verstoppen niet genoeg is, zoeken ze hun toevlucht liever omhoog. Onder de juiste omstandigheden kunnen deze uitstapjes in de grote wijde wereld echter een echte verrijking zijn voor het leven van je (binnen)kat.
Niet in elke kat schuilt een avonturier. Er zijn ook veel bange katten die niet enthousiast worden van het idee om naar buiten te gaan. Het belangrijkste principe voor alle tripjes buiten de deur is: veiligheid gaat altijd voor. Een onervaren kat mag nooit zomaar
met een harnas en lijn naar buiten worden gedwongen, gewoon omdat wij mensen het een goed idee vinden. Alleen katten die gewend zijn aan wandelingen buiten de deur en zich ook op hun gemak voelen buitenshuis, mogen mee op wandelingen. Een belangrijke voorwaarde is goede training. Het beste is dat jonge katten al in hun ‘kittenkleuterschool’ spelenderwijs leren een harnas aan te trekken en de lijn te tolereren. Pas als een kat gewend is aan deze nieuwe lichamelijke ervaring en het harnas zonder problemen accepteert en aan- en uitgetrokken kan worden, kan het zijn of haar interesse op het buitenleven richten.
Er bestaat niet zoiets als het perfecte harnas, net zoals je niet één perfect paar
Wennen aan de reismand:
De kat moet goed gewend zijn aan het reismandje en zich daar veilig in voelen.
schoenen hebt – het draait allemaal om uitproberen. Een goed passend harnas moet niet op de hals zitten, maar het borstbeen omarmen, aangezien katten heel gevoelig zijn voor druk op hun hals en daardoor snel in paniek raken. Een belangrijke tip: katten zijn haast ‘vloeibare’ wezens; zelfs als je denkt dat je kat niet kan ontsnappen uit het harnas, is het verstandig om even dubbel te checken voordat je naar buiten gaat. Let vooral op bij het achteruitgaan. Wanneer een kat de voorpootjes naar voren strekt, kan hij of zij namelijk gemakkelijk uit het harnas glippen. Een extra riempje achter de ribbenboog kan dit risico flink verkleinen, maar niet elke kat is hier van gediend. De lijn zelf moet bij voorkeur elastisch zijn, zodat de plotselinge sprongetjes van je kat opgevangen worden. Flexibele, langere lijnen hebben zich ook goed bewezen.
Laten wennen aan de reismand
Naast een goede training voor het dragen van harnas en lijn, moeten katten ook goed wennen aan hun reismand of -tas. Het instappen moet een vanzelfsprekendheid worden en de kat moet de tas zien als een veilige plek om zich terug
te trekken. Elk avontuur begint immers met het aantrekken van het harnas en het instappen in de tas. Een kat zou nooit zelf op vier pootjes de deur uit moeten gaan. Er zijn namelijk katten die, zodra ze de route eenmaal kennen, op elk moment voor de deur staan en luidkeels om avontuur vragen. Door een solide ritueel van aantrekken, instappen en dragen – zelfs als het maar korte afstanden zijn –kun je dit gedrag voorkomen. Daarnaast moet de tas of reismand altijd als mobiel huisje mee naar buiten. Wanneer de kat schrikt, bang is voor iets of wanneer wij als kattenbaasje een gevaar zien aankomen, moet de tas de eerste weg naar veiligheid zijn. Katten met een minder goede conditie stappen ook graag af en toe in de tas om even rust te nemen en zich door het baasje te laten dragen.
Katten zijn geen marathonlopers
Voor de iets voorzichtiger katten kan het buiten zitten in hun veilige mand
Risico‘s in de gaten houden: Wie uit angst een boom in klimt, is vaak moeilijk weer naar beneden te krijgen.
een mooie eerste stap richting een echt avontuur zijn. Tijdens deze uitstapjes dragen ze al een harnas en lijn, de mand blijft open en ze mogen nieuwsgierig naar buiten kijken. Soms willen ze na een kwartier het gras onder hun pootjes voelen, soms pas na de derde of vijfde keer. Wat altijd blijft, is hun veilige schuilplaats die hen geruststelt. De kat mag zeker niet gedwongen worden
om uit te stappen. Over het algemeen is een uitje met een kat eerder een staand avontuur dan een lange wandeltocht. Slechts weinig katten zijn zo sportief dat ze lange afstanden kunnen lopen. Bij een kattenwandeling draait het dan ook niet zozeer om fysieke prestaties of afgelegde afstanden. Het zijn de vele kleine dingen langs de weg die voor een kat interessant kunnen zijn: grassprietjes, kiezelstenen, hazenkeutels of een putdeksel. Alles wordt zorgvuldig besnuffeld, elk geluid is belangrijk en er wordt goed afgewogen of het interessant of gevaarlijk is. En dat kost natuurlijk tijd. Na 50 meter heeft de kat al zoveel beleefd! Het gaat vooral om het samen ervaren van nieuwe prikkels en veranderde perspectieven, zowel voor de kat als voor ons.
De juiste bestemming voor een kattenavontuur
Het buiten zijn voor je kat moet bij voorkeur op rustige plekken zijn, ver weg van verkeer, mensen of honden, het liefst zonder lawaai en fijn in het bos of op een weiland. Rondom het eigen huis kun je de beste snuffelwandeling maken op tijden wanneer het rustig is, bijvoorbeeld vroeg op
de zaterdag- of zondagochtend of ’s avonds. Hoewel grote weilanden of grasvelden voor ons mensen veilig lijken door hun overzichtelijkheid, vinden de meeste katten verhoogde structuren veel interessanter. Een uitkijkplatform, een klein bankje of picknicktafel en losse bomen bieden een katvriendelijke ruimte voor avontuur.
Het is belangrijk om kleine gaten in hekken waar de kat doorheen kan sluipen te vermijden, zodat ze niet op eigen
Gras onder de pootjes: Eerste verkenningen hoeven helemaal niet ver te zijn; katten zijn immers geen marathonlopers.
avontuur gaat. Een betrouwbare terugroep met haar naam en een fluitsignaal is altijd een voordeel, hoewel de meeste katten op onbekend terrein eerder dicht bij hun eigenaar blijven dan proberen weg te lopen.
In een veilige omgeving kunnen ervaren katten soms even helemaal vrij en zorgeloos in bomen klimmen, omdat ze na het spannende avontuur graag en tevreden terugkeren naar hun warme en vertrouwde thuis.
De volgende tips zijn handig om in gedachte te houden wanneer je samen met je kat op stap gaat:
• Je kat moet de nodige vaccinaties hebben gekregen, gechipt en geregistreerd zijn
• Je kat moet regelmatig ontwormd worden en beschermd zijn tegen teken en vlooien
• Geschikt harnas, lijn en transportmand moeten klaarstaan
• Je hebt je kat thuis al gewend aan de transportmand en het harnas
• Je hebt je kat een terugroepsignaal aangeleerd (woord, fluitje ...)
• Ideale wandelroute: weinig mensen en honden, verkeersarm, rustig gelegen
• Laat je kat niet in struiken of op bomen klimmen als ze zich onzeker of angstig voelt
• Laat je kat geen knaagdieren of vogels jagen, vermijd broedplaatsen
• Zorg altijd voor de transportmand als een veilige schuilplaats
• Denk aan vers water en kattensnacks
Elke kat is uniek, met eigen karakteristieke eigenschappen
Sommige katten zijn extravert, moedig en vol energie, terwijl andere zich meer terugtrekken, verlegen zijn of juist lui. Het karakter van onze geliefde katten is de som van al hun persoonlijke kenmerken, die vaak verrassend stabiel blijven naarmate ze ouder worden. Natuurlijk kunnen ervaringen – zowel goede als slechte – evenals de omgeving waar de kat opgroeit, de persoonlijkheid van een kat beïnvloeden.
Elke kat heeft zijn eigen unieke persoonlijkheid, een eigen wil – zoals we dagelijks ervaren. Welke factoren dragen bij aan het unieke karakter van onze geliefde viervoeters?
Er zijn twee belangrijke factoren die de persoonlijkheid van een kat bepalen: genetica en omgeving. Deze twee elementen van elkaar scheiden is zo simpel nog niet, omdat ze elkaar ook wederzijds beïnvloeden.
Geprogrammeerd voor een zacht karakter
De genetica vormt de fundering waarop de ontwikkeling van een kat plaatsvindt. Van haar ouders krijgt een jonge kat de genetisch bepaalde eigenschappen mee. Fysieke kenmerken zoals vachtkleur, bouw en grootte worden vaak voorspelbaar geërfd, waardoor de uiterlijke kenmerken van een kat vaak sterk lijken op die van haar ouders.
Hoewel persoonlijke eigenschappen en gedrag van katten ook erfelijk zijn, worden ze meestal slechts in een gematigde tot lage mate doorgegeven aan de kitten. Hierdoor heeft de omgeving waarin de kitten opgroeit een veel grotere invloed op zijn of haar persoonlijkheid en gedrag dan de genen alleen. De opvoeding, de ervaringen en de interacties met mensen en andere dieren spelen een cruciale rol in de vorming van het individuele karakter. Toch is het voor degenen die zich bezighouden met het fokken van katten ook waardevol om niet alleen te kijken naar fysieke kenmerken, zoals de grootte van de oren of de lengte van de staart, maar vooral naar de persoonlijkheid van de moeder- of vaderkat.
Ook de innerlijke waarden moeten kloppen
Raskatten zijn niet alleen populair vanwege hun unieke uiterlijk, maar ook vanwege hun specifieke eigenschappen. Siamezen staan bekend
In de wieg gelegd Perzen worden algemeen beschouwd als katten met een rustig karakter.
als bijzonder spraakzaam, Bengalen worden als actief beschreven en Perzen zijn vaak rustig. Statistisch gezien klopt dit ook – er zijn studies die deze trends gedeeltelijk bevestigen. Toch geldt dit vaak alleen voor bepaalde populaties, waardoor de Abessijn in Japan bijvoorbeeld sterk kan verschillen van de Abessijn in de VS of Groot-Brittannië. Dit geldt zelfs nog meer voor de individuele kat die ons huis binnenstapt; er zijn soms hyperactieve Perzen en verrassend rustige Bengalen. Over het algemeen blijkt de trend echter wel dat je een raskat – al is het zonder garantie – kunt kiezen op basis van de kenmerkende psychologische eigenschappen.
De appel valt niet ver van de boom
Naast de genen zijn er ook andere – misschien zelfs belangrijkere – invloeden vanuit de omgeving die het karakter van een kat vormen. Deze omgevingsfactoren beginnen al tijdens de zwangerschap. De fysieke en psychische toestand van de moederkat heeft invloed op de opgroeiende kittens.
Voorbeeldfunctie
De moederkat is een bepalende factor voor de ontwikkeling van de kittens.
Positieve ervaringen
Vriendelijke menselijke interactie vanaf het begin zorgt ervoor dat vertrouwen kan groeien.
In de eerste levensweken is de kattenmoeder nog steeds de belangrijkste omgevingsfactor voor de ontwikkeling van een kitten. Door haar aanwezigheid voelen de kittens zich veilig en leren ze van haar.
Ook de opvoedkundige vaardigheden van de moederkat kunnen een verschil maken, bijvoorbeeld of een kitten leert om goede zelfcontrole te ontwikkelen of juist impulsief en hyperactief wordt. Daarom is het belangrijk om te beseffen dat een te vroege scheiding van de moeder nadelig kan zijn voor de ontwikkeling van een kitten.
Een sociale kat opvoeden
Na de geboorte wordt de mens ook een bepalende omgevingsfactor voor de kittens. Zonder vriendelijke interactie met mensen, leren kittens niet dat ze het ‘grote roofdier’ kunnen vertrouwen, zelfs als ze opgepakt, gestreeld of rondgedragen worden. Katten kunnen later
Stresshormonen of tekorten kunnen bijvoorbeeld de ontwikkeling beïnvloeden, waardoor sommige eigenschappen ‘harder’ of ‘zachter’ tot uiting komen.
vriendschappen sluiten met andere dieren als ze op jonge leeftijd positief zijn opgevoed. De vroege levensfase is hierin cruciaal.
Het idee om de vachtkleur van een kat te koppelen aan zijn of haar karakter is niet nieuw. Een studie van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Californië (UC) onderzocht dit boeiende onderwerp voor het eerst wetenschappelijk. In feite bleek uit enquêtes onder kattenbezitters dat driekleurige katten, in vergelijking met andere katten, een bijzonder complex karakter zouden hebben en vaker agressief reageren. Verdere wetenschappelijke onderzoeken over dit onderwerp ontbreken echter nog.
Ook als de ouders van een huiskat genetisch gezien een willekeurige mix zijn, hebben we als mensen de mogelijkheid om de omgeving optimaal te beïnvloeden, zodat de kittens een gezonde, gebalanceerde ontwikkeling doormaken.
Onze katten blijven hun hele leven lang leren, waarbij de basis van hun persoonlijkheid als fundament dient. Traumatische ervaringen kunnen echter diepe sporen achterlaten en
Beschadigd vertrouwen
Misbruik van het vertrouwen van de kat kan leiden tot angst.
Ondersteuning & rust Wederzijds begrip versterkt de band.
voor angstige katten is het herwinnen van vertrouwen vaak een lang en uitdagend proces. Maar geen zorgen, met geduld, een katvriendelijke omgeving en aandacht voor hun lichaamstaal kan een angstige kat weer leren vertrouwen in mensen. Het duurt misschien langer dan bij een kitten, dat in zijn jonge jaren sneller leert, maar het is absoluut mogelijk. Het is hierbij essentieel dat wij als kattenliefhebbers hun ‘kattentaal’ leren begrijpen. Het is niet alleen het miauwen; ook hun gezichtsuitdrukkingen, geluiden en lichaamstaal vertellen ons veel. Het begrijpen van deze signalen is de sleutel tot het opbouwen van een sterke relatie met je kat. Wederzijds
vertrouwen is tenslotte de basis van elke vriendschap.
Het leven is een voortdurend leerproces
Een kitten dat opgroeit met een goed gesocialiseerde moederkat in een veilige omgeving, heeft andere basisvoorwaarden en eigenschappen dan een verwilderde kat of een kat die herhaaldelijk verhuisd is naar nieuwe baasjes en daardoor meerdere traumatische ervaringen heeft opgedaan. Bij alle katten komt de persoonlijkheid en het ontwikkelingspotentieel het beste naar voren wanneer ze in een katvriendelijk huishouden leven en door een respectvolle eigenaar als individu met hun eigen behoeften worden gezien.
Met zijn expressieve snoet lijkt de manoel op een schattige huiskat, maar vergis je niet – deze mysterieuze bewoner van de Centraal-Aziatische steppes is allesbehalve tam. Dit solitaire dier houdt zich het liefst op de achtergrond en daar heeft hij zo zijn redenen voor.
De rotsachtige steppen van Centraal-Azië zijn de thuisbasis van de manoel, een kleine katachtige die ook pallaskat wordt genoemd – vernoemd naar de Duitse natuuronderzoeker Peter Simon Pallas, die de kat ontdekte tijdens zijn Ruslandexpedities aan het einde van de 17e eeuw. Het verspreidingsgebied van de manoel strekt zich uit van de Zuid-Kaukasus en Noord-Iran over Afghanistan, Kazachstan, Tibet tot Zuid-Siberië en Mongolië. Ook in bergachtige gebieden op hoogtes van 3.000 tot 4.000 meter voelt de manoel zich nog thuis. Onderzoekers gaan ervan uit dat de manoel al meer dan vijf miljoen jaar de rotsachtige steppen doorkruist – toch is er nauwelijks iets bekend over de schuwe katten.
Wat we echter wel weten: zijn dikke vacht beschermt de manoel goed tegen de kou, nattigheid en sneeuw tijdens de koude en sneeuwrijke winters. Zijn vachtkleur varieert van okergeel tot grijs, met zwarte dwarsstrepen. De
Leefgebied van de manoel:
Zuid-Kaukasus, Iran, Afghanistan, Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Tibet, Noord-Pakistan, ZuidSiberië, Mongolië.
Geest van de steppe
De manoel ziet er schattig uit, maar hij is beslist niet geschikt als huisdier.
uiteinden van zijn vacht zijn wit. Hierdoor is de manoel in de rotsachtige en aardse landschappen zeer goed gecamoufleerd. Om zich in de winter nog beter tegen de kou te kunnen beschermen, is zijn vacht op de buik dubbel
Kraamkamer
Een manoelnestje bestaat meestal uit drie tot vijf jongen.
zo lang als op de rug en flanken. Deze dichte vacht, gecombineerd met vrij korte benen, geeft de manoel een zeer stevig uiterlijk. Hij is echter eigenlijk net zo groot als een huiskat en weegt tussen de twee en vier kilo.
Overdag verstopt de manoel zich in donkere rotskloven en holen, waar hij rust. Pas wanneer de nacht valt, gaat hij naar buiten: op jacht. Op zijn menu staan steenpatrijzen, muizen, kleine hazen en vogels. De manoel heeft
alleen contact met andere soortgenoten tijdens het paarseizoen, de rest van de tijd leeft hij solitair.
Tijdens het paarseizoen, tussen februari en april, komen mannelijke en vrouwelijke manoels samen. Na de paring blijven de mannetjes vaak nog enkele dagen het hol bewaken waar het vrouwtje zich heeft teruggetrokken. Dit doen ze om mogelijke rivalen af te schrikken. Pas daarna gaan ze op zoek naar een ander vrouwtje. Tussen april en juni worden de jongen geboren, die door het vrouwtje alleen worden grootgebracht. Een nest bestaat meestal uit drie tot vijf jongen, die na drie maanden al volledig zelfstandig zijn.
Het totale aantal Pallaskatten wordt vandaag de dag geschat op ongeveer 50.000 volwassen dieren, maar dit aantal neemt helaas af. De manoel, die tot nu toe als ‘minimaal bedreigd’ wordt beschouwd, lijdt net als veel andere dieren onder de toenemende vernietiging van zijn leefgebied. Vanwege zijn zachte vacht wordt hij, ondanks internationale jachtverboden, steeds weer illegaal bejaagd.