7 minute read

afkickverschijnselen geven. pagina

Next Article
Kort | pagina

Kort | pagina

De inflatie van het uitroepteken

Het uitroepteken is een eigenzinnig

Advertisement

leesteken. Het laat zich voor elk karretje

spannen. Met de opkomst van sociale

media begint het ook een steeds

luidruchtiger indringer te worden.

HANSMAARTEN TROMP

is zelfstandig tekstschrijver en eindredacteur van Tekstblad. D e Amerikaanse journalist en statisticus Ben Blatt laadde voor zijn boek Nabokov’s Favorite Word Is Mauve duizenden romans – voornamelijk Angelsaksische klassiekers en hedendaagse bestsellers – in verschillende databanken met uiteenlopende zoekopdrachten en liet er gespecialiseerde software doorheen bladeren. Bijvoorbeeld om te bepalen of de favoriete auteurs van hedendaagse lezers conventionele schrijfadviezen volgen over het gebruik van clichés, bijvoeglijke naamwoorden en de lijdende vorm (wat ze vaak doen). Of om uit te zoeken of algoritmes een schrijver kunnen identificeren aan de hand van zijn of haar prozastijl (dat kan). Ook liet hij uitzoeken welke auteurs de meeste uitroeptekens gebruik(t)en (daar val je van achterover). Om dit laatste maar meteen te verklappen: James Joyce, die het in zijn drie romans klaarspeelde om 1105 uitroep

tekens per 100.000 woorden te gebruiken. Dat zijn er grofweg tien op elke twee getypte A4’tjes.

Hoewel Joyce kan worden beschouwd als een van de belangrijkste auteurs van de vorige eeuw, schreef hij zijn boeken in strijd met de nog steeds geldende regel dat uitroeptekens slechts spaarzaam moeten worden gebruikt; vaak dienen ze als vals accentje achter een zin die, indien beter geschreven, zo’n toevoeging helemaal niet nodig heeft. F. Scott Fitzgerald had er in elk geval een gruwelijke hekel aan: ‘Een uitroepteken is als lachen om je eigen grap.’

Het uitroepteken als buitenbeentje

Aan de randen van ons toetsenbord bevinden zich de leestekens die de letters die ze insluiten betekenis en context geven. Ze hebben een specifieke functie als punt, komma, gedachtestreep of vraagteken. Het uitroepteken is het enige leesteken dat weigert zich aan een vastgelegde rol te houden; het kan enthousiasme uitdrukken, lik op stuk geven, ironiseren en aansporen. Het is een allemansvriend, een meeloper, een draaikont:

Verstappen wint in kolkend Zandvoort! En jij maar denken dat ik me aanstel! De zegeningen (!) van het kapitalisme. De tolk van Java verpulvert alle clichés over Nederlands-Indië. Lezen!

Maar het kan, toegegeven, soms ook levens redden: Duiken!

Intensiverende typografie

Taal maakt gebruik van intensiveringen, een stilistisch middel waarmee een uiting kracht wordt bijgezet. De meest voorkomende intensiverende elementen zijn bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden om een uiting te versterken of te bagatelliseren. We spreken ook van intensiverende typografie, waarbij niet voor woorden wordt gekozen om iets te benadrukken, verster

Het uitroepteken is het enige leesteken dat weigert zich aan een vastgelegde rol te houden. Het is een allemansvriend, een meeloper, een draaikont

ken of af te zwakken. Leestekens, kapitalen en accenten versterken een uitleg op een visuele manier (Liebrecht, 2015), wat te vergelijken is met het verheffen van de stem om een gesproken uiting kracht bij te zetten (dat hebben jullie voor elkaar gekregen!).

Eind negentiende, begin twintigste eeuw werden met name uitroeptekens in de Angelsaksische wereld en overal in Europa juist ingezet als verduidelijkende emotiedragers. Vooral de Victorianen waren er dol op. Voor hen schreef Anton Tsjechov waarschijnlijk zijn korte verhaal ‘Het uitroepteken’ (1885) – over een ambtenaar die zich beledigd voelt omdat een collega hem verwijt dat hij hem in zijn 40jarige loopbaan nog nooit een uitroepteken heeft zien gebruiken. De protagonist heeft er nachtmerries over, waarin alle beelden in lugubere uitroeptekens veranderen. In de eerste helft van de vorige eeuw nam het gebruik van het uitroepteken af, wellicht (ook) door toedoen van schrijfhandboeken en steeds wijdverbreider taal en grammaticaonderwijs. Zo werd aankomend journalisten en copywriters op Amerikaanse universiteiten met een nonfictiecurriculum op het hart gedrukt in hun hele carrière hoogstens één uitroepteken te gebruiken. En in de academische wereld zijn uitroeptekens altijd taboe geweest, behalve als ze onderdeel zijn van een aanhaling of een (boek)titel. Niemand zou het in haar hoofd halen om op de titelpagina van haar dissertatie te schrijven: Mijn proefschrift onderzoekt het effect van zuurstofgehaltes in de hogere luchtlagen op de cytokinese van plantencellen!

Intussen bestaat er algemene consensus over het gebruik van uitroeptekens: geniet ervan, maar zeer met mate. Renkema noch Tiggeler maakt er veel woorden aan vuil, hoewel de laatste in zijn Vraagbaak Nederlands met gevoel voor ironie opmerkt dat sommige schrijvers het uitroepteken ‘te pas en te onpas’ gebruiken om de lezer bij de les te houden ‘of om nadruk te vestigen op een lollige of bijzondere formulering’. Maar deze en andere schrijfhandboeken gaan over voor publicaties of beleidsrapporten geschreven teksten. Op het gebied van sociale media vertellen ze niets over hoe met leestekens om te gaan.

Een woeker op sociale media

Bijna ongewild is er door de toenemende populariteit van Twitter en WhatsApp ook een wildgroei aan leestekens ontstaan. Waarbij het vraag en uitroepteken de kroon spannen. Met name het uitroepte

ken laat de inflatie van dit leesteken op sociale media zien.

Ikzelf raakte zonder het me bewust te zijn verslaafd aan !. Het tikt zo lekker weg en je bespaart veel woorden om duidelijk te maken wat je bedoelt. Hoe erg het met me was gesteld, werd mij duidelijk toen ik alweer een tijdje geleden het volgende appje kreeg: Is het handig om je van Schiphol op te halen, met al die bagage van je? Hoe te reageren? Fijn. Fijn! Geweldig!!! De eerste reply kan koud en onverschillig overkomen. Hij zoekt het maar uit. Er rijden ook treinen. Het tweede antwoord oogt al enthousiaster. En het derde impliceert dat ik als teruggekeerde reiziger nooit mijn huis zou kunnen bereiken zonder het bereidwillige aanbod. Hier doet zich iets vreemds voor. Ik zet mijn uitroepteken in de tweede reply weliswaar in om een prettige emotie aan de zender terug te sturen, maar bij nader inzien vind ik dat niet genoeg om duidelijk te maken dat ik zonder hulp echt niet thuiskom. Dus ik versterk mijn reply door een enthousiaster klinkend woord te gebruiken en zet er – voor de zekerheid!!! – drie aanhalingstekens achter. En blijf achter met de vraag of de afhaler ook gewoon na één uitroepteken naar Schiphol zou zijn gekomen.

Sindsdien neem ik mij op nieuwjaarsdag voor om de komende twaalf maanden hoogstens vijf uitroeptekens in mijn appverkeer te gebruiken. En als het maar even kan, geen enkel. Gebruik ik er een, bijvoorbeeld achter een cynisch of humoristisch bedoelde opmerking, dan lach ik na versturen besmuikt om mijn eigen grap. ■

Uitroeptekens!!!

De Tekstwijzer (1995) van Karel Treebus vermeldt dat het uitroepteken waarschijnlijk van Latijnse afkomst is: ‘(...) volgens één verklaring was het oorspronkelijk io, een uitroep van vreugde. Dit evolueerde tot i en nog later kwam de punt ook onder de i, waarna het nog maar een kleine stap naar ! was.’

Ook al is het uitroepteken niet meer weg te denken, taalhistorisch gezien is het een betrekkelijk jong verschijnsel. Het bestaat pas een eeuw of wat. En tot begin jaren zeventig van de vorige kwam het uitroepteken niet eens op schrijfmachines voor. Je tikte een punt, schoof de wagen met de terugtoets een positie naar links en zette een enkel aanhalingsteken boven de punt.

In GrootBrittannië ontstond in 1966 ophef over de regels voor het gebruik van het uitroepteken, opgesteld door de toenmalige regeringWilson. Daarin stond dat basisschoolleerlingen in toetsen over grammatica, spelling en leestekens alleen punten konden krijgen voor ‘het juiste gebruik van een uitroepteken’. Volgens de richtlijnen mocht een zin alleen op een uitroepteken eindigen als hij begon met het woord what of how (What a lovely day! en How exciting!). De regel veroorzaakte veel ophef en kranten werden bedolven onder lezersbrieven. In vele daarvan werd de vraag opgeworpen of de regering niet een ander doel had met de regel, namelijk het terugdringen van de populariteit van het uitroepteken.

Van demissionair ministerpresident Mark Rutte is bekend dat hij veel via sms communiceert. En met heel veel uitroeptekens. Dat weten we dankzij de Volkskrant, die een beroep deed op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) om diens berichten vrij te geven. Een paar voorbeelden van zijn korte sms’jes, met altijd twee uitroeptekens: Zeker!!, Eens!!, Te gek!!, Super!!, Top!!

In zijn lied Uitroepteken! bezong Drs. P de gebruiksmogelijkheden van dit ‘onmisbare’ leesteken: Ontaarde booswicht! Leve de Chinezen! / Te gek! Hojo! Laat schallen nu de luit! / In prijs verlaagd! De Here zij geprezen! / Ha ha ha ha! Free kick! Daar komt de bruid!

Een correspondentie in leestekens, zo kun je dit apocriefe verhaal wel noemen. Een paar dagen na de publicatie van zijn Les Misérables (1862) was Victor Hugo zo nieuwsgierig naar de verkoop ervan, dat hij zijn uitgever een telegram stuurde met alleen ‘?’ erin. Waarop deze, in zijn nopjes met inmiddels 6000 verkochte exemplaren, enthousiast met ‘!’ reageerde.

Bron: William S. Walsh, Handybook of Literary Curiosities (1892)

This article is from: