Chemie Magazine - september 2016

Page 1

Rotterdams CIN-systeem geeft het goede voorbeeld

Elektrificatie: grote kansen voor Nederlandse chemie

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

MARCO MENSINK (DG CEFIC)

Hoe komen kleinere bedrijven aan voldoende mbo’ers?

JAARGANG 58 • 09 • 22 SEPTEMBER 2016

‘HET HUIDIGE BELEID TREKT GEEN INVESTERINGEN AAN’


Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.

HRD/personeelsontwikkeling

2.

Persoonlijke effectiviteit

3.

Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4.

Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5.

Procesoptimalisatie

6.

Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7.

Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl voor actuele data en locaties

Loire 150

Postbus 24090

2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86

E trainingen@vapro.nl

I www.vapro-trainingen.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 09 | 22 september | 2016

14

‘ENERGY, ENERGY EN NOG EENS ENERGY’ “Als er één club is waar je hier iets mee kan, is dat Cefic”, aldus Marco Mensink, sinds maart director general van de Europese chemiekoepel. “Ik krijg hier de mogelijkheid om dingen echt verder te brengen.” De vraag op welke drie belangrijkste topics Cefic zich gaat richten, beantwoordt hij met: “Bovenaan staat competitiveness. Uiteindelijk betekent dat: energy, energy en nog eens energy.”

40

ELEKTRIFICATIE BIEDT NEDERLANDSE CHEMIE KANSEN Elektrificatie biedt grote kansen voor de Nederlandse chemie. Dat is de boodschap van de whitepaper van het industriebrede innovatieprogramma VoltaChem.

september 2016 Chemie Magazine 3


Doorbreek het

GELUID

Een betere Signaal-Ruisverhouding (SNR) betekent een betere niveaucontrole Niettegenstaande het overbrengen van de impulsamplitude (signaalgrootte) er toe bijgedragen heeft dat golfgeleide radar technologie (GWR) de standaard

3X Groter

4.40 Model 706 SNR

1.57 SNR Concurrentie De ECLIPSE Model 706 niveaumeter heeft een 3 keer grotere signaal-ruisverhouding (SNR) dan de concurrentie.

geworden is voor nauwkeurige, betrouwbare niveaumeting, is het zeker dat de signaal-ruis verhouding een veel crucialer criterium is voor de kwaliteit van de niveaucontrole. Geen enkel GWR instrument verslaat de Eclipse® Model 706 niveaumeter van Magnetrol® als het gaat over superieur SNR in alle procesomstandigheden.

Kom meer te weten over de baanbrekende ECLIPSE Model 706 GWR niveaumeter en surf naar eclipse.magnetrol.com of contacteer vandaag nog jouw MAGNETROL vertegenwoordiger.

magnetrol.com • +32 (0)52 45 11 11 • info@magnetrol.be • eclipse.magnetrol.com


INHOUD 09 | 22 september | 2016

19

State-of-the-art labgebouw DSM Delft gebouwd voor interactie

24

7

Voorwoord Colette Alma

7

Evenementen

NIEUWS 9 11 13

Evaluatie Veiligheid Voorop Green Deal Groencertificaten Chemie wil regie op topthema’s

ACHTERGROND 14

EU

19

Onderzoek

22

Enthousiasme over CIN-systeem voor het melden van ongewone voorvallen

24

34

33 34

Met creatieve oplossingen houden kleinere bedrijven aanwas mbo’ers op peil

Belangen

28

38 40

45 46 46 46

Interview Marco Mensink, DG Cefic State-of-the-art lab DSM Delft opgeleverd Wetenswaardig

€ 4,8 mln voor opslag zonne-energie in chemie Veiligheid

Bedrijfsleven enthousiast over CIN-systeem Arbeidsmarkt

Max van der Meer over zijn werk bij Huntsman Column Rosanne Hertzberger Arbeidsmarkt

Hoe komen kleinere bedrijven aan mbo’ers? Uitgelicht

YES!Delft Labs officieel geopend Energie en klimaat

Elektrificatie biedt Nederlandse chemie kansen VNCI Nieuws Mensen VNCI Online Colofon

28

Max van der Meer over zijn werk als directeur van Huntsman Holland

september 2016 Chemie Magazine 5


Heeft u proceskoeling of tijdelijke stroom nodig? Zoekt u ervaring en expertise? Aggreko verhuurt al ruim 50 jaar aggregaten, koelmachines en koeltorens voor de petrochemische industrie. Dit doen wij met een team van specialisten die 24/7 voor u klaar staan. Van een calamiteit tot een volledige energievoorziening voor uw plant. Van het koelen van ruimtes tot het opheffen van bottlenecks in uw productieproces.

Aggreko, de expert in tijdelijke stroom en (proces)koeling voor de Petrochemische industrie Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie T: +31 (0)88 6441 441 E: John.Gijsbers@aggreko.nl Aggreko opereert vanuit meer dan 200 vestigingen wereldwijd. Voor de dichtstbijzijnde vestiging gaat u naar: www.aggreko.com/contact


Voorwoord

BELANGEN

V

erenigingen bestaan bij de gratie van hun leden. Dat geldt ook voor de VNCI, die dit jaar zijn 98ste levensjaar meemaakt. En de kritische vraag van leden “Wat draagt de VNCI nu bij aan mijn bedrijf?” is van alle tijden. Toch heb ik de indruk dat die vraag de laatste jaren veel indringender gesteld wordt. Deels komt dat doordat de oriëntatie van bedrijven steeds meer internationaal gericht is. En deels doordat veel VNCI-informatie via internet ook buiten de VNCI om te vergaren is. Maar wellicht de belangrijkste reden is dat de vele successen die de VNCI behaalt niet altijd als zodanig herkend worden, omdat ze – nog meer dan vroeger – vooral in samenwerking met anderen tot stand komen. In deze complexe maatschappij is samenwerking en verbreding een randvoorwaarde om succesvol te zijn. Zo werken we in Veiligheid Voorop met andere brancheverenigingen aan een veilige chemieketen. Want ons belang is om alle incidenten met chemicaliën te vermijden, ook incidenten buiten onze fabrieken. En met een andere groep verenigingen werken we samen aan voldoende instroom in de technische

opleidingen. Want ons belang is dat ook onze contractors en toeleveranciers kunnen beschikken over goed gekwalificeerd personeel. De vraag “Welke grote belangen staan op het spel en kunnen we daar als collectief wat aan doen?” leidt dus misschien tot een beter idee van waar een vereniging als de VNCI haar pijlen op moet richten. In Cefic, onze Europese koepel, werkt dat ook zo. Op pagina 14 van deze Chemie Magazine staat een interview met Marco Mensink, de nieuwe directeur van Cefic. Hij spreekt over grote belangen als investment leakage, veiligheid van stoffen, innovatie en regeldruk. De VNCI zet zich hiervoor samen met Cefic in. Daarnaast blijven we natuurlijk vragen van individuele leden beantwoorden. Daarvoor zijn we tenslotte ook een vereniging. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 1-2.10 Weekend van de Wetenschap Blik achter de schermen bij ruim tweehonderd organisaties op het gebied van wetenschap en technologie, zoals bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen. Locatie: Heel Nederland Organisatie: NEMO

1.11 Agri meets Chemicals 2016 Over de commerciële kansen van biobased materialen. Brand owners voelen meer en meer druk van consumenten om met duurzame oplossingen te komen. Locatie: Rabobank, Utrecht Organisatie: Deloitte en Rabobank

6.10 Zelfroosteren in de procesindustrie VNCI-workshop over de mogelijkheden van zelfroosteren. SABIC in Bergen op Zoom won dit jaar met het project Zelfroosteren de RC-prijs. Eerder bewees Lubrizol al dat zelfroosteren succesvol kan zijn. Locatie: HNK, Utrecht Organisatie: VNCI

3.11 Veiligheid Voorop Veiligheidsdag Praten over veiligheid vermindert het aantal incidenten in een bedrijf nog niet; ‘veilige communicatie’ doet dat wel. Locatie: Veerensmederij, Amersfoort Organisatie: Veiligheid Voorop

3.11 Topsector Chemie dag (Inter)nationale kansen voor samenwerking in de chemie. Met onder meer innovatie-attachés, Suschem en InnovatieLink. Tevens uitreiking van de Topsector Chemiebeurzen. Locatie: Media Plaza Jaarbeurs, Utrecht Organisatie: Topsector Chemie VERGADERINGEN VNCI 30.9 BG Communicatie 4.10 WG Juristen 7.10 Overleg Regionaal Netwerken Veiligheid 14.10 BAC 19.10 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN september 2016 Chemie Magazine 7


Technip in Nederland

Technip is een wereldwijd leider in design, engineering, levering en bouw van installaties in olie & gas en (petro)chemie. De Nederlandse vestigingen zijn Technip Benelux B.V. en Technip-EPG B.V., waar in totaal 500 mensen werkzaam zijn. Technip Benelux expertise ligt in complexe EPC-projecten op het gebied van: n ethyleenproductie

n CO2-verwijdering

n waterstof/synthesegasproductie

n waste-to-energy

n raffinage

n bio-energie

n gasbehandeling

De wereldwijde activiteiten omvatten haalbaarheidsstudies tot de ingebruikname, inclusief plant ontwerp, engineering, inkoop en constructie op basis van eigen technologie en onder licentie van derden.

Contact us at: tpbenelux@technip.com infoepg@technip.com www.technip.com


Actueel

VEILIGHEID VOOROP DRAAGT BIJ AAN VEILIGHEIDSPRESTATIES EN -CULTUUR

B

ij de evaluatie zijn de BRZO-bedrijven, de bij het Veiligheid Vooropprogramma aangesloten branches en de Regionale Veiligheidsnetwerken betrokken. Alle partijen geven aan dat Veiligheid Voorop van toegevoegde waarde is

en de bedrijven ondersteunt om de veiligheidscultuur verder te verbeteren. Met de voortzetting van het programma is het van belang dat er ook verbeteringen doorgevoerd worden die de betrokken partijen hebben aangegeven. De verbeteringen richten zich met name op de betere definities en keuze van de prestatie-indicatoren, de communicatie met de betrokken partijen en de verdere versterking van zowel de participatie en deelname aan het programma als de samenwerking tussen de betrokken partijen. Bovenal is de wens geuit de werkvloer meer te betrekken bij het programma. Dit wordt direct opgepakt tijdens de Veiligheid Voorop Veiligheidsdag op 3 november. De evaluatie heeft plaatsgevonden door

middel van een digitale vragenlijst voor alle BRZO-bedrijven in Nederland. Daarnaast zijn bij alle stakeholders interviews afgenomen. De evaluatie is uitgevoerd in de periode december 2015 tot april 2016. Veiligheid Voorop is in 2011 gestart op initiatief van VNO-NCW, VNPI, VNCI, VOTOB en VHCP. Inmiddels zijn veertien branche- en beroepsverenigingen en 76 procent van de BRZO-bedrijven in de chemieketen erbij aangesloten. p

NIEUWE BIOCIDEVRIJE ANTI-FOULING AkzoNobel’s Marine Coatings heeft een nieuwe biocidevrije anti-fouling ontwikkeld: Intersleek 1000. Volgens AkzoNobel verbetert het product de operationele prestatie van het schip en verkleint het de ecologische voetafdruk. De brandstofbesparing en CO2-reductie kunnen oplopen tot 6 procent.

I FOTO: AK ZONOBEL

BRZO-bedrijven, branches en veiligheidsnetwerken vinden unaniem dat Veiligheid Voorop een goed programma is en bijdraagt aan de verdere verbetering van de veiligheidscultuur en -prestaties van de BRZO-bedrijven. Om die reden ĂŠn omdat veiligheid continu de aandacht verdient, spreken zij de wens uit dat het programma gecontinueerd wordt. Dat is een van de belangrijkste uitkomsten van de evaluatie van Veiligheid Voorop.

n het maakproces is gebruikgemaakt van biologische materialen. Scheepsrompen behandeld met Intersleek 1000 behouden langer hun egale oppervlakte. Daardoor wordt de wrijving met het water verminderd en daalt het brandstofverbruik. Volgens AkzoNobel gaat Intersleek 1000 minstens zo lang mee als de equivalente copolymeer-coatings. Een voordeel ten opzichte van copolymeer-coatings is de vloeiendere laag, die leidt tot een verminderde rompruwheid. p september 2016 Chemie Magazine 9


UW PARTNER IN CHEMIE Flexibele oplossingen voor opslag en transport van chemische vloeistoffen • Van levensmiddelenindustrie tot zware chemie • Inhoud van 5.000 tot 35.000 liter • Vele aanpassingen/aansluitingen mogelijk • Desgewenst verwarmbaar • ADR/RID/IMDG gekeurd • Lek-/calamiteitenbak mogelijk

tankverhuur b.v. Altermij tankverhuur b.v. | Westgeulstraat 5 | 3197 LD Rotterdam-Botlek (haven 4005) www.altermijverhuur.eu | info@altermijverhuur.eu | +31 10 820 84 70

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Actueel De dagverse melk van Campina zit sinds vorig jaar in een biobased pak waarvan de dop en de coating zijn geproduceerd uit gecertificeerd polyethyleen van SABIC.

PUBLIEKE OPINIE OVER CHEMISCHE INDUSTRIE IS POSITIEF

LANCERING WEBSITE GREEN DEAL GROENCERTIFICATEN De chemische industrie en de kunststoffenindustrie hebben de ambitie om een belangrijke rol te spelen in de verduurzaming van de samenleving. Ook de vraag naar producten op basis van hernieuwbare stoffen stijgt. Daarom hebben de partners in de Green Deal Groencertificaten een methode ontwikkeld waarmee bedrijven in de productieketen kunnen aantonen dat zij op transparante wijze duurzame biomassa verwerken en eindproducten leveren.

S

teeds vaker worden hernieuwbare grondstoffen (biomassa) voor toepassingen in chemische producten en kunststoffen ingezet. Dit sluit aan bij de bredere ontwikkeling richting een circulaire economie. Om te garanderen dat deze chemische producten en kunststoffen ook daadwerkelijk uit hernieuwbare grondstoffen zijn gemaakt en op duurzame wijze zijn geproduceerd en verwerkt, zijn heldere criteria ontwikkeld. Daarnaast is het van belang dat biomassa in de keten te traceren is, vooral omdat voor de productie van chemische producten en kunststoffen in de diverse processtappen meerdere grondstoffen en halfproducten verwerkt worden tot soms complexe eindproducten. De partners in de Green Deal Groencertificaten hebben een methode ontwikkeld waarmee via certificering producenten aantonen dat deze kunststof en chemische producten bijdragen aan de transitie van fossiele naar duurzame, hernieuwbare grondstoffen.

“De chemische industrie is vastbesloten haar ambitie om in 2030 15 procent hernieuwbare grondstoffen te gebruiken waar te maken”, zegt Reinier Gerrits, hoofd Energie en Klimaat bij de VNCI. “Met deze Green Deal werkt de VNCI samen met de andere deelnemers aan een van de randvoorwaarden om een belangrijke stap te zetten in het verduurzamen van grondstoffengebruik in de chemie.” Erik de Ruijter, directeur beleid en advies bij de NRK, stelt dat de ledenbedrijven van de VNCI en NRK in 2000 kozen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Een belangrijk onderdeel daarvan is ons streven naar een circulaire economie. Het Groencertificaat waarborgt de inzet van biomassa in hoogwaardige producten, waardoor tevreden gebruikers bijdragen aan behoud van grondstoffen en verlaging van CO2-uitstoot.” In samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO. nl) is een website ontwikkeld waarop informatie te vinden is over deze methode: www.greendeal-groencertificaten.nl. Ook bevat de website voorbeelden van ondernemingen die de Green Deal-methode al succesvol hebben ingezet. p

De meeste Nederlanders (78 procent) zijn neutraal tot zeer positief over chemiebedrijven. Deze worden overwegend gezien als belangrijk voor de economie, innovatief, duurzaam en bovendien veiliger, milieuvriendelijker, transparanter en een betere werkgever dan vijf jaar geleden. Dit blijkt uit een onderzoek naar de kennis en de houding van de Nederlandse bevolking over chemiebedrijven en hun producten.

U

it het onderzoek, in opdracht van de VNCI uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Ruigrok NetPanel, blijkt dat het algemeen bekend is dat chemische stoffen voorkomen in bijvoorbeeld verf en autobanden, maar dat relatief weinig mensen ervan op de hoogte zijn dat chemische stoffen ook sommige voedingsmiddelen gezonder maken. Bijna de helft is van mening dat de chemiesector producten maakt die bijdragen aan energiezuinige huizen en auto’s. Een grote meerderheid noemt de aanpak van de luchtemissies een van de belangrijkste zaken waarmee chemiebedrijven aan de slag moeten. Ruigrok NetPanel spreekt van een representatief onderzoek, waarin 1100 respondenten de vragenlijst geheel hebben ingevuld. p september 2016 Chemie Magazine 11


KENNIS DIRECT TOEPASBAAR MAKEN PAO Techniek en Management draagt met postacademische opleidingen en cursussen bij aan de ontwikkeling van de deelnemers tot voorlopers in techniek en management. Onze één- tot meerdaagse cursussen kunnen wij ook incompany verzorgen, afgestemd op uw situatie. Enkele cursussen op het gebied van chemie en procestechniek die u bij ons kunt volgen:

Process Control voor procestechnologen 8, 9, 22, 23 november en 6 december Volg het geheel of modules: van conventionele regelingen tot smart control solutions

Explosieveiligheid 9, 10 en 11 november Beheersen van gas-, damp- en stofexplosierisico’s

Chemical engineering

Op welk gebied wilt ú voorloper zijn? ZOEK UW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!

16 november, 7 december, 11, 25 januari, 8 februari, 8, 22 maart, 5, 19 april, 10 en 24 mei Volg het geheel of modules

Dispersies in de industrie 23, 24 en 25 november Alles over emulsies, suspensies, dispersies INSCHRIJVEN? Schrijf u in voor een cursus op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl

PAOTM advertentie Chemie Magazine mei 2016.indd 1

8-9-2016 10:35:08

����� p � � i � ��-��� Y��� �� i�� �r��ect� �� �

VEILIGHEIDSSIGNALERING LEIDINGMARKERING PROCESS IDENTIFICATIE TANKMARKERING ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN ANTI-SLIP SYSTEMEN EX ZONE MARKERING VERKEERSPLANNEN BLOMSMA-SAFETY.COM


TWI TTER NWO @NWONieuws Nomineer vrouwelijke #rolmodellen in de #chemie voor de Athenaprijs! De voorwaarden voor nomineren: www.nwo.nl/actueel/nieuws/2016... @ NWOCEW Marjolein van Rij @Leinnn Op naar school voor een lesje chemie (@ Station Schiedam Centrum in Schiedam, Zuid-Holland) Jiska Verbouw @JiskaVerbouw Weer een mysterie de wereld uit: de witte vlekken op De Schreeuw van Munch zijn geen vogelpoep #chemie #verrast Delft Nieuws @_Delft TU #Delft zoekt bedrijven met reststromen: De TU #Delft zoekt bedrijven uit de (petro-)chemie en voedingsmidd... Potjer @potjer Hoe jongeren enthousiasmeren voor chemie, volg @StichtingC3. Vandaag kennisgemaakt met directeur Marijn Meijer en hun mooie projecten. essenscia_NL @essenscia_NL Sterke start #duaalleren in #chemie. Dank aan ministers Hilde @ crevits & @philippemuyters. Succes aan de leerlingen! Jiska @jiskadevries Poëtisch gegeven: oprichter Joop van Caldenborgh van Museum Voorlinden handelde voorheen in chemie.

Actueel

DSM OPNIEUW DUURZAAMSTE CHEMIEBEDRIJF DSM is opnieuw benoemd tot het duurzaamste bedrijf in de sector chemie. Het bedrijf voert de Dow Jones Sustainability Index van dit jaar aan. DSM staat al dertien jaar in de top van de ranglijst, waarvan zeven keer op de eerste plaats.

‘W

e zijn heel trots dat we opnieuw benoemd zijn tot wereldleider”, aldus topman Feike Sijbesma. “Duurzaamheid is voor DSM meer dan een verantwoordelijkheid, het is onze kernwaarde en een belangrijke zakelijke drijfveer.” DSM probeert niet alleen duurzamer te produceren, maar zoekt ook naar duurzame of groene oplossingen voor behoeftes en problemen in de samenleving. Het bedrijf heeft momenteel drie focusgebieden: voeding, klimaatverandering en circulaire en bio-economie. p

CHEMISCHE INDUSTRIE WIL REGIE OP TOPTHEMA’S De VNCI kan zich vinden in het advies over het Topsectorenbeleid dat de Adviesraad voor Wetenschap Technologie en Innovatie (AWTI) begin september heeft aangeboden aan minister Kamp van EZ.

I

n het advies ‘Flexibiliseren, differentiëren, scherper kiezen – Balans van de Topsectoren 2016’ bepleit de AWTI het voortzetten en verder ontwikkelen van de Topsectorenaanpak. Zo zou er ruimte moeten komen voor nieuwe initiatieven voor publiek-private samenwerkingen. De VNCI onderschrijft het advies om het beleid voort te zetten, de TKI-toeslag te verhogen tot minimaal 40 procent en voor de deelnemende bedrijven betaling in natura mogelijk te maken. De VNCI stelt vast dat de selectiecriteria voor onderzoeksprojecten die de Topsector Chemie hanteert navolging vinden in het AWTIadvies, zoals de nadruk op crossectorale projecten, het centraal stellen van de doelstelling ‘duurzame economische ontwikkeling’ en het adresseren van de grote maatschappelijke uitdagingen. De VNCI verwelkomt het advies om de Topsectorenaanpak aan te vullen met topthema’s om zo initiatieven vanuit industriële bedrijven en onderzoeksinstellingen verder door te trekken. De AWTI erkent dat dit kan leiden tot een wildgroei van ‘Topsectorachtige initiatieven van verschillend karakter’. Om dat te voorkomen bepleit de VNCI dat de Topsectoren de regie voeren over het mobiliseren van de bedrijven en kennisinstellingen die deelnemen aan topthema’s. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). september 2016 Chemie Magazine 13


FOTO: ROB VAN HOORN

14 Chemie Magazine juli-augustus 2016


EU

MARCO MENSINK IS DE NIEUWE DIRECTOR GENERAL VAN CEFIC

ONZE MAN IN BRUSSEL Hij heeft op industriegebied de mooiste baan in Brussel, vindt hij. “Ik krijg hier de mogelijkheid om dingen echt verder te brengen.” De Nederlander Marco Mensink is sinds afgelopen maart de nieuwe topman van Cefic. Tekst: Igor Znidarsic

’D

it is de job die ik wilde hebben”, zegt Marco Mensink, de nieuwe director general van chemiekoepel Cefic. “Het is op industriegebied de mooiste baan in Brussel. Als er één club is waar je hier iets mee kan, is dat Cefic. De meeste associaties hebben een te kleine basis, maar Cefic heeft voldoende mankracht om dingen in beweging te zetten. Er is een sterk communicatieteam, een groot PA-team. De tools zijn er. Ik krijg hier de mogelijkheid om dingen echt verder te brengen.” U werkte hiervoor tien jaar bij de Europese papierkoepel CEPI. Wat neemt u mee uit die baan? Marco Mensink: “Ik ken de Brusselse wereld goed en heb een breed netwerk. Verder verschillen papier en chemie helemaal niet zoveel van elkaar. Het zijn de grootste elektriciteit- en aardgasverbruikers. Veel onderwerpen zijn hetzelfde. Wel nieuw voor mij is het chemicaliënbeleid. Maar daarvoor hebben we hier een grote groep experts.” Welke dingen wil Cefic de komende jaren gedaan krijgen? “We gaan een volgende stap zetten op het gebied van advocacy. Het landschap verandert, en Cefic moet mee veranderen. Europa wordt steeds minder een Europa van het Berlaymontgebouw (hoofdkantoor van de Europese Commissie – red.) en steeds meer een Europa van de lidstaten. Je zult ook zien dat de komende jaren overal groen in de regeringen komt. Ik ben hier niet voor niets binnengekomen op een advocacy-profiel. Ik wil Cefic tot de beste lobbyorganisatie van Brussel maken. Niet als doel op zich, maar om te kunnen garanderen dat we de leden een impact van ons werk kunnen laten zien. Dat betekent ook een versterking van de relaties met de nationale federaties. Niet alleen van de zeven

grote chemielanden, maar van alle 28 landen die een stem hebben in de Europese Raad. Ik heb de afgelopen maanden zo veel mogelijk nationale associaties gesproken, als signaal dat ik bijvoorbeeld ook Roemenië belangrijk vind. De enige manier om dingen gedaan te krijgen is dat we het allemaal tegelijk doen en gecoördineerd.” Op welke drie belangrijkste topics gaat de advocacy zich richten? “Bovenaan staat competitiveness. Uiteindelijk betekent dat: energy, energy en nog eens energy. Hoe gaan we de industrie inpassen in nieuwe elektriciteitsmarkten? En hoe vinden we een weg in de regulatory kosten, want de feitelijke kosten van elektriciteitsproductie zijn steeds minder belangrijk, het gaat vooral om heffingen en gridkosten. Het jarenlange idee om energie duurder te maken werkt niet meer, zeker sinds Amerika met schaliegas aan de gang is gegaan. Cefic is voorstander van een geliberaliseerde Europese energiemarkt, die moet leiden naar concurrerend geprijsde energie. Europa overigens ook, maar de implementatie in de lidstaten laat te wensen over. Goed werkende energiemarkten zijn voor de energie-intensieve industrie een voorwaarde om mondiaal te kunnen concurreren. Beleid richtte zich op low carbon expensive energy, maar we hebben low carbon cheap energy nodig. Wat dat gaat worden is nog de vraag, maar het zou bijvoorbeeld een combinatie van demand side flexibility en grootschalige batterijen kunnen zijn. En daarvoor levert de chemie dan weer de technologie. De tweede topic is chemical policy of the future. We staan aan het begin van een nieuw chemiebeleid. Dat gaat over zaken als fitness check on chemical legislation, non toxic strategy en chemicals in articles. We richten ons nu bijvoorbeeld op mixtures. We hebben al beleid op chemicaliën, maar wat als twee of meer chemicaliën gecombineerd bij je terechtkomen, intended – daar zijn we inmiddels goed mee bezig – maar ook unintended. We moeten nu al beginnen na te denken over het chemiebeleid over vier, vijf jaar, want de eerste zaadjes over wat dan in de Europese Commissie gaat spelen worden nu gezaaid. Substances in articles, oftewel chemicals in products zijn termen waar we zeker vaker van zullen horen. De derde topic is innovatie. De chemische industrie heeft in Brussel nog niet het imago van een zeer innovatieve sector. Dat kunnen we veranderen door veel meer te laten zien hoe innovatief we zijn. Ik heb de afgelopen maanden veel bedrijfsbezoeken gedaan om zo snel e september 2016 Chemie Magazine 15


mogelijk in de chemie te stappen. Als je ziet wat voor projecten bijvoorbeeld Dow neerzet, en ICL met energy storage met broombatterijen, dat is indrukwekkend. We moeten heel nadrukkelijk dit soort voorbeelden in onze communicatie naar voren brengen. Dat heb ik bij papier ook gedaan. Tien jaar lang consequent het positieve verhaal neerzetten. En ook doen wat je zegt. En uiteindelijk is dat ook voor de lobby belangrijk, want ergens zit er in lobby ook iets van gunnen. Je krijgt dingen allereerst gedaan met een goed verhaal, met op feiten gebaseerde argumenten, maar uiteindelijk speelt gunnen ook een rol. Men is bereid jou dingen te gunnen als je bekendstaat als een sector die wat wil. En de toon veranderen is ook belangrijk. Je kunt het bijvoorbeeld steeds hebben over carbon leakage, maar het feitelijke risico is investment leakage. Het is hetzelfde, maar een net iets ander verhaal.” Bij Cefic zijn 22 associaties aangesloten plus veel andere organisaties. Hoe krijg je één gezamenlijk geluid naar buiten toe? “Duidelijk maken wat Cefic doet en goed duidelijk krijgen wat de verschillende associaties doen. Het is veel communiceren, transparant maken, beschikbaar en toegankelijk zijn. Zoeken naar compromissen, maar vaak ook misverstanden uit de weg ruimen. Uiteindelijk is het aantal situaties waarin we niet met elkaar overeenkomen heel beperkt. Wat chemicaliënbeleid betreft zitten we op één lijn. Dat geldt ook grotendeels voor het energiebeleid.” U komt uit de papiersector, een biobased sector. In hoeverre neemt u dat thema mee naar Cefic? “Bij papier heb ik jaren aan biobased gewerkt. Voor de chemie is biobased ook een van de onderwerpen waar we verder aan moeten trekken. Cefic kan daarin een grotere rol hebben dan vandaag. Ik geloof overigens niet dat Europa preferential treatment aan biobased zal geven in de markt. Maar er is wel veel steun op R&D-gebied. Cefic heeft geen tijdslijn dat er dan en dan zoveel procent grondstoffen biobased moet zijn. Maar er is duidelijk noodzaak om te diversifiëren in onze feedstocks. 16 Chemie Magazine september 2016

FOTO: ROB VAN HOORN

‘Ik mis het plan over wat we met de industrie in Europa willen’

CV

Marco Mensink (1968) is sinds 15 maart director general van Cefic. Hij volgde Hubert Mandery op, die de leiding had sinds 2009 en in april met pensioen is gegaan. Mensink studeerde bosbouw en bedrijfskunde in Wageningen en begon zijn carrière bij Ernst & Young Management Consulting, waar hij zes jaar werkzaam was bij Environmental Management. Daarna vertegenwoordigde hij zes jaar de Nederlandse papier- en kartonindustrie in Brussel als Energy and environment director bij de Koninklijke VNP. In 2006 maakte hij als expert op het gebied van emissiehandel, renewables en energiewetgeving de overstap naar Brussel, waar hij Energy and environment director werd bij Confederation of European Pulp and Paper Industries (CEPI). Sinds juni 2014 was hij er directeur-generaal. Hij woont in België, is getrouwd en heeft drie kinderen (van 9, 12 en 14).

Biobased is een van de opties naar de toekomst toe. Het ligt eraan welke andere opties zich verder ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld verdere elektrificatie en carbon capture and use. Biobased heeft op dit moment geen gemakkelijke opstart. We krijgen de biobased raw materials niet eens naar Europa zonder extra importtarieven, kijk naar bio-ethanol. Binnen Europa werken met name de subsidies voor bio-energie verstorend. Waarschijnlijk kan de markt dat beter aanpakken. In het nieuwe EUvoorstel voor Energy Market Design gaat aan het einde


EU

van het jaar de preferential grid access for renewables er waarschijnlijk uit. Dan krijgt WKK een meer level playing field. Maar ook in de review van de Renewable Energy Directive verwachten we dat de overshoot aan subsidies voor het simpelweg verbranden van biomassa zal worden afgebouwd. Subsidie is bedoeld om iets op te starten, niet om het permanent in leven te houden.” De vorige Nederlander op deze positie, Hugo Lever, zat er van 1979 to 1999, twintig jaar. Stel dat u het tien jaar doet, wat wilt u dan over tien jaar bereikt hebben? “Een sterke, innovatieve en bruisende chemiesector, dat is het doel waar we een steentje aan kunnen bijdragen. En dat betekent investeringen in Europa. Met Cefic als boegbeeld richting de beleidsmakers, een club die gezien wordt als solution provider. Ik hoop dat er in de komende jaren vanuit de nationale overheden en Brussel een echt industriebeleid voor Europa wordt ontwikkeld, dat de industrie versterkt en investeringen aantrekt. Dat is er nu niet. Terwijl de echte toegevoegde waarde gemaakt wordt door de industrie. Daar liggen de banen, daar creëren mensen een toekomst mee. Ik mis het plan over wat we met de industrie in Europa willen. De kern van de vraag is hoe we de innovaties die komen straks in Europa geïnvesteerd krijgen. Met andere woorden: blijft de technologie bij ons? Als je kijkt naar het R&D-budget van China en hun plannen, als je ziet wat de Amerikanen met schaliegas voor elkaar krijgen, dan moeten we in Europa heel snel aan de bak. En de sleutel ligt bij innovatie. We hebben een markt van 800 miljoen inwoners, waar wij als Europese industrie de preferred supplier van zouden moeten zijn. Dit alles geldt voor de industrie in het algemeen, dus ook voor de chemie. Verder hoop ik dat we in de toekomst niet zozeer minder maar vooral een stabielere set regelgeving hebben. Op dit moment blijven er maar nieuwe onderwerpen bij komen. Over hormoonverstorende stoffen bijvoorbeeld, maar ook over recycling, REACH, circulair, emissiehandel. Uit de cumulative cost assessment die we recent hebben gedaan blijkt dat de complexe Europese wet- en regelgeving de chemische industrie op jaarbasis 10 miljard euro kost, een verdubbeling in tien jaar tijd. Veel bedrijven hebben het gevoel dat er elke drie maanden een nieuw stukje bij komt en dat het nooit ophoudt. Wij zouden de leden graag een EU laten zien die hierin verder kijkt.” Wat vindt u van de situatie in Nederland? “Nederland is cruciaal voor de chemie. Vergelijk Nederland met andere landen in de EU en het gaat er eigenlijk best goed. Dat lees je niet altijd in de pers. Er zijn natuurlijk ook zorgen. Even specifiek ten aanzien van de industrie: het huidige beleid trekt volgens mij ook in Nederland geen investeringen aan. De Nederlandse overheid moet met een duidelijk plan komen hoe je

investeringen naar Nederland krijgt en innovaties in Nederland houdt, zeker voor cruciale sectoren voor de werkgelegenheid, zoals de chemie. Overheden zouden een enorme ambitie moeten hebben om pilot demonstration en first commercial plants in de komende tien jaar te financieren, wat mij betreft tot op de grens van staatssteun. Daar is niets mis mee. Anders staan ze straks in India, Amerika of China, en hebben we het nakijken.” U zit nu een half jaar op deze positie. Wat heeft u al concreet bereikt? “Ik heb hard gewerkt om me als nieuwkomer zo snel mogelijk in de sector in te werken en te laten zien. Mijn grootste succes is dat ik het vertrouwen van de Cefic Board heb en van de nationale associaties en het team waarmee ik werk. Ik heb een aantal nieuwe mensen binnengehaald, die ook zeer goed zijn ontvangen. Eén daarvan is Irene van Luijken (voorheen hoofd Communicatie en Public Affairs bij de VNCI – red.). Zij gaat de externe communicatie vormgeven. Vertrouwen is cruciaal. Ik kan wel roepen: ‘Dit gaan we doen!’, maar dat betekent nog niet dat Polen, Parijs en de UK er morgen ook mee aan de slag gaan. Uiteindelijk heb je overtuigingskracht en communicatie nodig om dat voor elkaar te krijgen. Daarom heb ik ook heel bewust ingezet op transparantie en open contacten. Zo stuur ik elke maand een ‘Brussels update’, een korte mail over wat we bereikt hebben, naar de Cefic Board en naar alle associaties. Het begint in de stad op te vallen dat Cefic zich verder probeert te ontwikkelen, dat durf ik te zeggen. Een aantal relaties is verbeterd. De innovatieve toon begint langzaam door te dringen. Op een aantal dossiers, zoals emissiehandel en hormoonverstorende stoffen, maken we stappen, al blijft het langetermijnwerk. Daarom gaan we, naast het werk op alle cruciale dossiers van vandaag, ook al aan de slag met het beleid dat we van de volgende Europese Commissie verwachten.” Hoe kijkt u vanuit Brussel naar de VNCI? “De VNCI is een van de beste brancheorganisaties in de chemie. Colette Alma en het team zijn een grote steun. Zij trekt bijvoorbeeld het onderwerp hormoonverstorende stoffen namens de nationale associaties. Samenwerking met de VNCI is prima. Veel onderwerpen in Nederland hebben een Europese dimensie en vice versa. Het moeilijke is altijd om Nederlandse ontwikkelingen te matchen met wat er gebeurt in Brussel. Het Energieakkoord is een mooi voorbeeld. Dit zal niet eenop-een aansluiten bij de ontwikkelingen hier. Maar dit geldt niet alleen voor de Nederlanders, hetzelfde is het geval met de Duitse Energiewende. Met de verkiezingen in aantocht, niet alleen in Duitsland en Frankrijk, maar ook in Nederland, staan ons weer heel wat ontwikkelingen te wachten. Nieuwe politieke verhoudingen, nieuwe politici. De enige manier om daarmee om te gaan is een goede samenwerking tussen de VNCI en Cefic.” p september 2016 Chemie Magazine 17


32-35% minder tijd

40-41% minder oplosmiddel

Professioneler werken met Tork Cleaning Cloths Poetspapier en werkdoeken die hun werk goed doen, zijn in de meeste industriĂŤle werkplaatsen van cruciaal belang voor zowel de veiligheid als de productiviteit. Als u momenteel lompen of huurtextiel gebruikt, dan kunt u direct besparen op het gebruik van oplosmiddel.

www.tork.nl / www.tork.be

530278

654008


Onderzoek Er zijn weinig niet-transparante muren te vinden.

STATE-OF-THE-ART LAB DSM DELFT OPGELEVERD

GEBOUWD VOOR INTERACTIE

”Dit is voor 50 procent een constructieproject, en voor 50 procent een werkprocesproject. Mensen gaan hier echt op een andere manier samenwerken.” Aldus Frank Teeuwisse, locatiedirecteur van DSM Delft, over het zojuist opgeleverde kantooren laboratoriumgebouw. Tekst: Igor Znidarsic

’E

r is voor zover mij bekend geen biotechlab ter wereld waar zoveel functionaliteiten met zoveel mensen geïntegreerd zijn in één omgeving”, zegt locatiedirecteur van DSM Delft Frank Teeuwisse over het zojuist opgeleverde stateof-the-art laboratoriumgebouw van het DSM Biotechnology Center op de site. “Je hebt hier de genetica, de analytica, de fermentatie, de downstream processing, de pre-treatment. Allemaal bij elkaar, geïntegreerd.” Het nieuwe lab is er gekomen omdat het bestaande Beijerinck-lab uit 1984 niet meer voldeed aan de huidige eisen van met name wet- en

regelgeving. Zoals de eis dat waar met genetisch gemodificeerde organismen wordt gewerkt de labplekken fysiek gescheiden zijn van kantoorplekken. “Ook begonnen we een beetje uit onze voegen te barsten”, vertelt Teeuwisse. “Daarnaast pasten de huidige werkprocessen niet meer in het gebouw.” Aangezien aanpassen bijna evenveel zou kosten als nieuwbouw, is gekozen voor nieuwbouw.

Pressure cooker

Een belangrijke eis was dat het gebouw zich moest voegen naar de werkprocessen. Teeuwisse legt uit: “De meeste oplossingen voor pro-

blemen of uitdagingen worden vandaag de dag gecreëerd in multidisciplinaire teams. Om die interactie te bevorderen, hebben we in het nieuwe gebouw een aantal vakmatige disciplines op een logische wijze gegroepeerd. Zodat mensen zes weken lang in een ruimte met labs in een soort pressure cooker bij elkaar kunnen zitten om samen een oplossing te vinden. Daar is dit gebouw voor gemaakt. Je loopt heel makkelijk van het ene lab en van het ene kantoor naar het andere. Dit is voor 50 procent een constructieproject, en voor 50 procent een werkproces- en cultuurproject. Mensen gaan hier echt op een andere manier samenwerken.” Hoewel ze pas eind september gaan verhuizen, zijn de medewerkers volgens Teeuwisse “dolenthousiast”. De nieuwe omgeving zal zorgen voor een hogere motivatie, meer efficiency en daardoor meer effectiviteit. Ook zal het volgens Teeuwisse helpen om talent aan te trekken en om klanten te binden. “Als we klanten laten zien hoe wij hier voor hen bezig zijn, bindt dat veel meer dan bijvoorbeeld een glad verhaal in een brochure.” e september 2016 Chemie Magazine 19


Je loopt heel makkelijk van het ene lab en van het ene kantoor naar het andere.

Uiteindelijk moet het innovaties opleveren, die toegevoegd kunnen worden aan de lange rij eerdere DSM-innovaties, zoals enzymen voor glutenvrij bier en lactosevrije zuivel, antibiotica, stremsel voor de productie van kaas en een proces voor de omzetting van landbouwresten in ethanol. Mometeel bouwt DSM een grootschalige fabriek in de VS voor een in Delft ontwikkeld fermentatieproces voor de zoetmaker stevia.

Veel glas

Het nieuwe kantoor- en laboratoriumgebouw, gesubsidieerd door de EU en de provincie, beslaat 13.425 vierkante meter kantoren en laboratoria in de categorie ML1 en hoger. Het gebouw staat aan een nieuw ingericht plein waaraan ook het Food Innovation Centre en het Weteringkantoor liggen, waarmee het ook fysiek verbonden is. Op elke verdieping bevindt zich een andere discipline (bijvoorbeeld fermentatie op 1 en genetica op 2), met een scherpe scheiding tussen kantooren laboratoriumruimten, middels een efficiënt ingerichte sluis. Behalve deze horizontale verbinding, biedt de infrastructuur ook een 20 Chemie Magazine september 2016

snelle verticale verbinding. Er is vol ingezet op transparantie, door compromisloos veel glas te gebruiken. In het inwendige van het gebouw zijn weinig niet-transparante muren te vinden. Je kijkt recht door vergaderzalen heen, zonder matte banen op het glas voor privacy. De inrichting ademt het nieuwe werken: papierloos en zonder vaste werkplek. Er zijn veel flex- en stilteplekken, kleine en grote vergaderruimtes, gezellige zitjes. Speciale aandacht is besteed aan wifi en een goed klimaat (de warme lucht wordt direct achter de ramen afgezogen). Veel glas vraagt om een goede geluiddemping. “Er is daarom overal gebruikgemaakt van zachte vloerbedekking”, vertelt projectmanager Harry Spuyman. “Ook lopen de glazen wanden door in het systeemplafond, om geluidslekken te voorkomen.” De wand van het atrium is bekleed met een geluidabsorberend materiaal. Eind dit jaar zullen de 350 medewerkers er in de pauzes de collega’s uit het Food Innovation Center en het Weteringkantoor ontmoeten op het Food Square. “De koffie zal van Starbuckskwaliteit zijn”, belooft Spuyman. p

BIOTECH CAMPUS DELFT

DSM Delft vormt samen met de TU Delft de Biotech Campus Delft, die de status van Centre for Open Chemical Innovation (Coci) en iLab heeft. Om open innovatie te vergemakkelijken, zijn de afgelopen jaren een aantal fysieke aanpassingen doorgevoerd, zoals een nieuwe entree en aangepaste wegen, en een aantal ‘onzichtbare’, zoals de juridische opzet. De eerste externe partij vestigde zich er in 2014: de Bioprocess Pilot Facility (BPF). Voor het aantrekken van derden is er een samenwerkingsverband aangegaan met Science Port Holland (inmiddels overgegaan in Innovation Quarter, de regionale ontwikkelingsmaatschappij). Volgens Teeuwisse zijn er al gesprekken gaande met twee concrete partijen, die hij uiteraard niet kan noemen. Hij hoopt dat zich eens in de drie jaar een nieuwe partij op de campus vestigt. “Of dat er een grote investering komt, van DSM of van een ander.” Op de campus is de hele waardeketen gevestigd, van fundamenteel onderzoek en procesontwikkeling aan de TU Delft en bij DSM, tot opschaling in de BPF en industriële productie bij DSM en elders in de regio. Een belangrijke rol daarin speelt het DSM Biotechnology Center. Teeuwisse: “We hebben het aangedurfd om het nieuwe lab-gebouw neer te zetten omdat wij zien dat Delft de hub is van de biotech-kennis binnen DSM, en zich steeds verder ontwikkelt als de biotech-hub van Nederland en als een van de belangrijke in de wereld. Het is echt heel bijzonder wat we hier hebben.”


LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering

Zand- & koolfiltratie

EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN

Ultrafiltratie

Flotatie

Chemicaliën

Omgekeerde osmose

Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.

Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608266 www.logisticon.com/nl/verhuur


Het uiteindelijke doel is om bij te dragen aan de overgang naar een economie op basis van zonne-energie en gesloten materiaal- en brandstofcycli.

â‚Ź4,8

22 Chemie Magazine september 2016


Wetenswaardig

mln

VOOR OPSLAG ZONNE-ENERGIE IN CHEMIE De subsidies zijn bedoeld voor onderzoek naar oplossingen en innovaties die bijdragen aan de opslag van zonne-energie in chemie. Daarbij wordt de zonne-energie direct of indirect gebruikt om koolstofdioxide en water om te vormen tot chemische bindingen. 10 procent van het bedrag komt van private partners, NWO en FOM ďŹ nancieren samen de rest. Het uiteindelijke doel is om bij te dragen aan de overgang van een hoofdzakelijk op fossiele energie en materialen gebaseerde economie naar een economie op basis van zonne-energie en gesloten materiaal- en brandstofcycli. Het programma is door NWO Chemische Wetenschappen opgezet in samenwerking met de Topsectoren Chemie en Energie en het Topconsortium voor Kennis en Innovatie BioBased Economy (TKI-BBE). Aanvragers dienden een consortium van onderzoekers en bedrijven bij elkaar te brengen. p

DE ACHT PROJECTEN:

1. Exploring evolutionarily stable strategies in engineered biosolar cell factories (UvA, Photanol). 2. Design and optimization of a photoanode for solar fuel production (UL, SCM). 3. Photo thermocatalytic conversion of CO2 and H2O to methanol (UT, Abengoa Research). 4. Electrochemical reduction of CO2 to ethylene (UT, TNO, Shell). 5. Redox mediators in dye-sensitized photoelectrochemical cells for CO2-reduction (UvA, Merck). 6. CO2 valorisation in biogas by solar driven plasma reforming (DIFFER, Shell). 7. Vibrationally stimulated electro-fuel production in a proton conducting solid oxide electrolysis cell (DIFFER, Shell). 8. An integrated device to directly convert sunlight, water, and CO2 to syngas (TUD, Shell).

september 2016 Chemie Magazine 23

FOTO: HH KEES VAN DE VEEN

Onderzoekers in acht publiek-private consortia ontvangen in totaal 4,8 miljoen euro via het Solar to Products-programma. Hiermee kunnen zij aan de slag met onderzoek naar het opslaan van zonne-energie in chemische stoffen.


BEDRIJFSLEVEN BLIJ MET CENTRAAL INCIDENTEN NUMMER

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

ROTTERDAMS MELDSYSTEEM GEEFT GOEDE VOORBEELD

W

aar voor veel chemiebedrijven het melden van ongewone voorvallen complex is (zie kader), kent Nederland één positieve uitzondering: het Centraal Incidenten Nummer (CIN-systeem) van de regio Rijnmond, inclusief de Rotterdamse haven. Via één loket kunnen bedrijven vrijwel al hun incidenten (van kleine lekkages tot grote calamiteiten) doorgeven en daarmee alle hulpdiensten informeren. Zowel omgevingsdienst DCMR Milieudienst Rijnmond en Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) als Vopak, Shell en ExxonMobil (de top-3 van melders in deze regio) zijn daarom enthousiast over het systeem. Jolanda Trijselaar, directielid bij de

24 Chemie Magazine september 2016

VRR, legt uit wat het CIN-systeem uniek maakt. Rijnmond is namelijk het enige gebied met een centraal incidentennummer, en dat al meer dan twintig jaar, vertelt de verantwoordelijke voor de industriële veiligheid bij de VRR. “Brandweer, politie, DCMR, Havenbedrijf en Rijkswaterstaat zitten bij elke CINmelding met elkaar in een conferencecall. Zo kunnen zij direct inschatten of de situatie voor hen om actie vraagt.” Ze benadrukt dat bij de meeste meldingen geen actie nodig is. “Maar is er echt iets aan de hand, dan kun je er snel heen, weet je wat er aan de hand is en hebben alle diensten dezelfde informatie.” Ze krijgt bijval van Maarten de Hoog, directielid bij DCMR. “Het is uniek dat alle partijen direct betrokken zijn. Dat wordt in andere veiligheids-

regio’s niet gedaan. Ook kunnen we via de bedrijfsvergunning direct zien welke stoffen bij een bedrijf liggen opgeslagen, waardoor we weten hoe gevaarlijk de situatie is en of er ontruimd moet worden.”

Vertrouwen gewonnen

Hetzelfde enthousiasme klinkt vanuit het bedrijfsleven. Zo beschrijft Vopak Nederland, met 40 van de 366 CIN-meldingen in 2015 verantwoordelijk voor het grootste aandeel, het systeem als “geweldig”. Het bedrijf publiceert bijvoorbeeld alle meldingen direct op zijn website, meldt Jan Bert Schutrops, algemeen directeur bij Vopak Nederland. “Wij merken dat we daar heel veel vertrouwen door hebben gewonnen. Als je zelf zegt wat er is gebeurd, leiden incidenten niet tot speculatie.” Vroeger


Veiligheid

Van milieudienst DCMR tot bedrijven als Shell, Vopak en ExxonMobil: iedereen is enthousiast over het Centraal Incidenten Nummer, het meldsysteem voor ongewone voorvallen in de regio Rijnmond. Ondertussen blijft er in de rest van Nederland nog veel te verbeteren. Tekst: Inge Janse

In de regio Rijnmond kunnen bedrijven via één loket vrijwel al hun incidenten doorgeven en daarmee alle hulpdiensten informeren.

was dat wel anders: “Dan belden burgers met de melding ‘ik heb gehoord dat...’.” Schutrops betitelt niettransparant zijn over incidenten als “echt heel kwalijk”. “Dan ga je verliezen als bedrijf. Dat moet je echt niet willen.” Dat Vopak koploper is met 11 procent van alle CIN-meldingen, komt volgens de directeur simpelweg omdat het ook het grootste bedrijf is. “De Rotterdamse haven slaat 450 miljoen ton op en over. Wij doen ongeveer 24 procent van alle natte bulk daarvan, het meeste van alle bedrijven hier.” Bovendien hanteert Vopak een zeer liberaal meldingssysteem. “Onze afspraak is: altijd overdrijven, nooit onderdrijven. Want als een brand of ongeval erger is dan je denkt, dan ben je te laat en wordt het een calamiteit.” Medewerkers

worden daarom expliciet aangemoedigd om problemen door te geven. “Een operator moet nooit op zijn donder krijgen omdat hij zoiets zegt. Sterker nog: hij moet daarvoor een compliment krijgen.”

Alle lof

Schutrops vindt dat het CINsysteem alle lof verdient. “Het niveau en de professionaliteit van dit systeem, daar kan de rest van de wereld een puntje aan zuigen.” Volgens de Vopak-directeur geeft Nederland zichzelf daar alleen te weinig credits voor. “Vertel me maar: in welk industrieel havengebied is het beter geregeld dan hier?” Dat wil niet zeggen dat het niet beter kan. “Er is altijd nog wel wat te wensen over. Maar we hebben het hier echt goed voor elkaar. Daar ben ik

ongelooflijk van overtuigd.” Ook Shell Pernis, de een na grootste melder, doet liever te veel dan te weinig meldingen. “We willen dat elke medewerker een gebeurtenis die als incident bestempeld kan worden, deze ook meldt”, meldt zijn woordvoerder. Daar zijn twee redenen voor: enerzijds uit voorzorg, zodat er zo snel mogelijk actie kan worden ondernomen, anderzijds als bron van informatie over wat er speelt op de site. “Veelvuldig en laagdrempelig melden is ons bewuste beleid. Daar sturen we op aan, zodat medewerkers zich daar comfortabel bij voelen.” Shell ziet de top-3-notering daarom als een positief gegeven. “Het zegt iets over onze veiligheidscultuur, niet over de vraag of het hier veilig is. Zeker bij Shell Pernis, de groot- e september 2016 Chemie Magazine 25


‘Brandweer, politie, DCMR, Havenbedrijf en Rijkswaterstaat zitten bij elke CINmelding met elkaar in een conferencecall’

HOE ZIT HET IN DE REST VAN NEDERLAND? Terwijl de regio Rotterdam één meldingsloket kent waar de betrokken (regionale) instanties op zijn aangesloten, zit de rest van de Nederlandse chemie met een wirwar aan systemen. Peter Bareman, hoofd Veiligheid, Gezondheid en Milieu van de VNCI, geeft als voorbeeld een lekkage met een tankauto tijdens het lossen op een industrieterrein, inclusief arbeidsongeval en ernstige gevolgen. “Dat moet je in Rotterdam naast bij de landelijke diensten zoals I-SZW en ILT, melden bij slechts één regionaal meldingsloket, waar de betrokken regionale instanties op zijn aangesloten. Elders heb je regionaal te maken met meerdere meldpunten. Daarom ben ik voorstander van één overheidsloket voor het melden van ongewone voorvallen, waarbij ook de landelijke diensten aangesloten zijn. Een dergelijk systeem zou dan in alle regio’s uitgerold moeten worden.”

RC-enquête

ste raffinaderij van West-Europa, zou je je pas zorgen moeten maken als er weinig meldingen zijn. We zijn daarom niet bang voor veel meldingen, want die informatie is nodig om continu te verbeteren.”

Direct melden

ExxonMobil, nummer 3 op de meldingslijst, meldt zo veel mogelijk ongewone voorvallen: voorzien en onvoorzien, groot en klein. Alles om hulpdiensten zo snel mogelijk te informeren mocht er echt iets aan de hand zijn. “Dit verklaart het aantal gemelde incidenten over de jaren aan DCMR”, legt een woordvoerder uit. “Wij hanteren een laagdrempelig meldingsbeleid en stimuleren onze mensen uit voorzorg om afwijkingen direct te melden. Dat leidt tot relatief veel meldingen van, veelal voorziene, voorvallen.” Meestal is hierbij geen hulp nodig van externe hulpdiensten. “Ons doel is natuurlijk om elk incident te vermijden, maar we zijn voorbereid op incidenten als ze zich voordoen.” Ook bij ExxonMobil zijn de vele meldingen dus eerder een pre dan een con: “Tijdig en correct melden is een teken van een goed ingebed besef van het belang van veiligheid.” Mocht het daarbij om een groot probleem gaan dat ook buiten de poorten te merken is (via brand, geur of geluid), dan communiceert het bedrijf daar direct over. “Zo proberen we elke vorm van ongerustheid onder omwonenden te vermijden.” p 26 Chemie Magazine september 2016

De variatie in systemen en methodes ziet Bareman terug in de resultaten van de jaarlijkse VNCI Responsible Care-enquête. “Sommige bedrijven melden vanwege de eisen van het bevoegd gezag elke gemorste druppel, terwijl een ander bedrijf met drempelwaardes werkt die in de vergunning zijn vastgelegd. Dat maakt het moeilijk om de resultaten te vergelijken.” Die complexiteit blijkt ook uit het rapport ‘Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven 2015’, dat begin juli is gepubliceerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het coördinerend departement voor het Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO). Hierin staat onder meer dat Chemelot in 2015 meer meldingen deed dan voorheen, terwijl het aantal incidenten gelijk bleef. Wat bleek: het chemiecomplex meldt sinds vorig jaar via een andere classificatie, en dus vaker. Bareman pleit er daarom stevig voor om elke melding ook van een duiding te voorzien, inclusief genomen actie door het bedrijf. “Was het gelijk een code rood, of maakte het bedrijf gewoon een melding om transparant te communiceren met zijn buren en de overheid?”

Transparantieparadox

Wat de meldplicht verder compliceert, is de zogeheten transparantieparadox: hoe transparanter chemiebedrijven zijn, hoe meer informatie de overheid in principe heeft om bestraffend op te treden. “Melden van ongewone voorvallen is ongelooflijk belangrijk, want het draagt bij aan het leren en verbeteren van de veiligheidsprestaties. Maar als meldingen juist als toezicht- en handhavingsmiddel functioneren, dan kan het averechts werken.” Om die paradox op te lossen, moeten chemiebedrijven erop kunnen vertrouwen dat meldingen altijd op een goede manier behandeld worden. Aan de kant van de overheid hoopt Bareman daarom op één overheidsloket voor alle meldingen, zeker als het om BRZO-bedrijven gaat. Ook meer duidelijkheid over wat er precies wel en niet gemeld moet worden (bijvoorbeeld aan de hand van de door de chemische industrie ontwikkelde ongevalsclassificaties) strekt tot de aanbeveling. De nucleaire sector (die internationale afspraken kent) en de luchtvaartsector (met de no blame culture) ziet hij als goede voobeelden. Mocht dit alles lukken, dan denkt Bareman dat er ook meer lering getrokken kan worden uit de data. “In eerste instantie kan het bedrijf zelf kijken wat het kan leren, maar de data kunnen ook gedeeld worden binnen de sector om er leermomenten uit te halen. Ook de overheid kan goede analyses maken. Zo krijg je een platform voor kennisuitwisseling.”


Process Automation Solutions Systeemonafhankelijke automatisering en beveiliging van uw processen

Process Automation Solutions is marktleider als onafhankelijk leverancier van automatiseringsoplossingen in de proces- en manufacturing industrie. Met een duizendtal automatiseringsingenieurs, verspreid over Amerika, Europa en Azie, staat PA Solutions op de kaart als een globale speler en leverancier van automation engineering solutions en totaaloplossingen voor de automatiseringsindustrie. In Nederland en België zijn een 160-tal engineers actief in de vestigingen van Breda, Antwerpen (Melsele) en Waver. Wij leveren onze kennis hoofdzakelijk aan de “zwaardere procesindustrie” zoals de (Petro)chemische industrie .

High Performance HMI (Operator Awareness): Helaas denken velen bij High performance HMI nog te veel in 50 tinten grijs…. PA-Solutions is uniek in het implementeren van HP-HMI. Inmiddels hebben wij meer dan 10 HP-HMI projecten gerealiseerd in Nederland en België. Door intensief overleg met de proces engineers en operators definiëren wij volledig nieuwe graphics van level 4 tm level 1 conform de richtlijnen van ASM en PAS. Hierbij maken wij gebruik van de passende faceplates van de DCS vendor’s library. Uiteraard kunnen we ook de nieuwe graphics implementeren Op vrijwel alle moderne DCS systemen.

DCS: Process Automation Solutions focust zich op engineering van automatiseringsoplossingen, design en installatie van proces sturingssystemen (DCS). Hierbij voeren wij migraties uit van “legacy” systemen naar Moderne DCS varianten. Van tal van deze legacy systemen hebben wij de kennis – en zelfs vaak de systemen in huis. Echter realiseren wij uiteraard ook greenfield projecten en implementeren we proceswijzigingen (MOC’s) en verbeteringen uit op bestaande installaties.

Business Intelligence (MES): PA-Solutions is partner van de in de procesindustrie meest gebruikte MES systemen. Wij adviseren- implementeren en onderhouden deze Historians, maar integreren deze ook in de installed base naar zowel DCS als ERP. Onze hoogwaardige IT kennis in combinatie met onze proceskennis stelt ons in staat om oplossingen te realiseren voor een perfecte integratie van klep tot web. Dit zelfs zonder dat u additionele licenties hoeft aan te schaffen. Proces analyse, proof test rapportage, maar ook HPHMI graphics Level 1 kunnen wij u met onze MWorks oplossing web distributed beschikbaar stellen.

Proces safety (SIL): Als TÜV Certified Functional Safety company helpen wij onze klanten al jaren bij het opstellen van hun volledige veiligheidsdossier conform IEC61511. Wij beschikken over tal van FS certified engineers die uw processen snel doorgronden en op basis van de HAZOP alle safety lifecycle documenten kunnen opstellen. LOPA, PFD berekeningen, instrument selectie, SRS, testbladen, logic solver implementatie …… wij hebben de juiste ervaring.

Is uw interesse gewekt? Process Automation Solutions is graag bereidt u nader te informeren. We zullen geen verkopers op u af sturen, maar u vanuit onze competentie u onze ervaring delen. Wij bouwen op relaties en niet op sales. Met een duidelijke visie “go global, act local” volgen wij veel van onze klanten ook in hun wereldwijde uitdagingen.

Process Automation Solutions NV Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, Belgium Email: alain.wullaert@pa-ats.com stephan.hoste@pa-ats.com

Process Automation Solutions Korte Huifakkerstraat 32 4815 PS Breda, The Netherlands Email: marc.vanhooft@pa-ats.com www.pa-ats.com


‘ER MOET DYNAMIEK ZIJN, ENERGIE, VISIE’ 28 Chemie Magazine september 2016


Arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

Max van der Meer OPERATIONS DIRECTOR EUROPE BIJ HUNTSMAN EUROPE

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Max van der Meer, ik werk bij Huntsman, een Amerikaans familiebedrijf met vijf divisies wereldwijd. De belangrijkste divisie produceert grondstoffen voor polyurethaan, zoals hier in Rotterdam. Als operations director Europe ben ik verantwoordelijk voor alle productie in Europa, dus voor een locatie in Engeland en in de Botlek. Mijn tweede functienaam is algemeen directeur Huntsman Holland BV, waar zo’n 350 mensen werken. Mijn agenda zit redelijk vol met afspraken. Ik ben iemand van faceto-facecontact. Wil je impact hebben, dan moet je elkaar opzoeken. En ik reis veel, want Huntsman werkt van Texas tot Shanghai. Voor Rotterdam kijk ik elke dag even hoe de fabrieken het doen en welke veiligheidszaken er spelen. En ik probeer met walk arounds mijn neus te laten zien. Werk en privé lopen bij mij door elkaar heen. De wereld waarin ik leef is 24/7, 365 dagen per jaar. Wel probeer ik de weekenden vrij te houden. E-mails handel ik zeven dagen in de week af. Maar ik verwacht niet van mijn medewerkers dat zij altijd antwoorden. Als ze dat doen om te bewijzen dat ze aan het werk zijn, dan geef ik ze een draai om hun oren.

Van een onwillige student tot directeur van Huntsman Holland: Max van der Meer bewijst als geen ander dat je het ver kunt schoppen met chemie. In zijn werk is hij nergens bang voor: “Het zicht op de galg scherpt de geest.” Tekst: Inge Janse

FOTO: JEROEN MOERDIJK

2

Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? Vertellen? Ik laat zien wat we doen door haar mee naar Huntsman te sjouwen. Ik zou eerst wat uitleggen over de producten die we maken. Kijk, (hij pakt de kussens in zijn bureaustoel beet), samen met mensen maakt ome Max dit. En het matras waar je op slaapt. Dat maken gaat niet vanzelf, je moet het met elkaar regelen en spullen inkopen. Ik regel dat. e september 2016 Chemie Magazine 29


‘ Ik moet op tijd op de juiste plek zijn en altijd mijn voelsprieten uit hebben staan’ CURRICULUM VITAE NAAM Max van der Meer. LEEFTIJD 57 jaar. WOONPLAATS Nootdorp. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Dochter van 25 (eigenaar van fitnessketen Bodytec), zoon van 22 (eigenaar van thuisrestaurant JJ Cook-In en student Small Business Retail) en dochter van 19 (student Erasmus Rotterdam School of Management). OPLEIDINGEN Mavo en havo (Hugo Grotius College in Delft, 1971-1977), chemische technologie (Haagse Hogeschool, 1977-1981). WERKGEVERS Operations director Europe bij Huntsman Polyurethanes (2004-heden), algemeen directeur bij Huntsman Holland BV (2003-heden), diverse functies bij ICI Rozenburg (1982 tot 1999) en Huntsman Holland (sinds 1999). NEVENACTIVITEITEN Bestuurslid bij VNO-NCW, VNCI, Deltalinqs en het Scheepvaart- en Transportcollege.

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? In mijn jeugd had ik nog niets met techniek. Ik was van het buitenspelen. Lokalen benauwden me. Ook van de mavo en havo maakte ik een potje. Ik snapte de materie wel, maar had er geen zin in. Mijn ouders zullen weleens gedacht hebben. Daarna had ik geen énkel idee wat ik wilde doen. Ik had een bètapakket, want die vakken gingen me makkelijk af. Mijn scheikundeleraar zei: “Is chemische technologie niets voor jou, met grote apparaten en fabrieken?” Op de hts in Den Haag hadden ze een grote proeffabriek in een loods staan, daar kon ik leuk mee spelen. Maar ook de hts heb ik met 30 Chemie Magazine september 2016

veel starts en stops afgemaakt. Daarna ging ik even niets doen. Ja, een jaar werken in kassen, een beetje verwarmingen lassen en schermdoeken aanleggen. Ik had wel wat sollicitatiebrieven verstuurd, maar niemand zat op me te wachten. Maar toen belde ICI me: “Joh, Max, je liep hier jaren geleden stage, heb je interesse?” Zo begon ik op 23-jarige leeftijd als process engineer. In ‘99 werd ICI opgekocht en kwam ik bij Huntsman terecht. Ik deed elke twee jaar wat anders: van de afdeling inkoop en onderhoud tot het bouwen van fabrieken en management. Binnen operations heb ik alle smaken gehad. Die rollen werden steeds breder, dus zo groeide ik naar de breedste functie. In 2003 werd ik gevraagd om directeur te worden.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? In vergelijking met collega’s die voor andere Amerikaanse bedrijven werken, heb ik veel vrijheid. Dat hoort bij een familiebedrijf. Ook krijg ik de tijd en ruimte om dingen ernaast te doen. Dat waardeer ik enorm. Ik ben vicevoorzitter van Deltalinqs, toezichthouder bij het Scheepvaart- en Transportcollege en bestuurslid bij de VNCI en VNO-NCW. Dat heb ik ook echt nodig. Ik ben niet iemand die alleen op de tent past. Er moet dynamiek zijn, energie, visie, de wil om er wat van te maken.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Dat het me tegen de stroom in lukt om investeringen hiernaartoe te halen, zoals Capstone en Keystone (respectievelijk een fabriek voor flexibele polyolen en MDI-splitter – red.). Daarvoor moet ik ten eerste goede mensen hebben die me helpen om zo’n

investering transparant neer te zetten. Verder spot ik welke kant onze divisie op gaat, zodat Rotterdam daarop kan inspelen. En ik moet op tijd op de juiste plek zijn en altijd mijn voelsprieten uit hebben staan. Wacht even, hier is één en één drie, en ik kan die oplossing brengen! Vraag je aan mijn mensen: waar heb je nou last van bij het werken met Max? Dan zeggen ze allemaal: hij verzint op één dag meer dan wij in drie maanden kunnen uitwerken. Dat is een beetje mijn makke. “Time-out!”, zeggen mijn collega’s soms tegen mij. Maar ik laat me niet altijd afremmen. Dan zeg ik (lacht hard): “Ik begrijp je, maar we gaan het tóch doen.”

6

Wat drijft je in je werk? Ik wil via mensen dingen voor elkaar krijgen. Dat is een uitdaging, want de chemie in Europa heeft het enorm moeilijk met de hoge energie- en personeelskosten. Het gaat te ver om te zeggen dat ik continu crisissituaties moet hebben om te gedijen, maar laten we wel wezen: het zicht op de galg scherpt de geest. Maar ik wil niet altijd in een crisis zitten, hè? Ik ben daarom blij met investeringen zoals die bij ExxonMobil. De enige downside is natuurlijk dat ze bij mij de operators komen lenen. Maar dat gun ik ze van harte.

7

Wat levert je werk je op? Ik verdien genoeg en kan zo een Porsche betalen. Maar waarom zou ik dat doen? Omdat de buurman er een rijdt? Daar heb ik geen last van. Geld is nooit een motivator geweest. Ik stel mezelf vooral de vraag: waarom rij ik elke dag hierheen? Dat zijn de mensen. Mijn team. Met hen maak ik dit mooie bedrijf nog mooier. Lukt dat, dan motiveert dat


Arbeidsmarkt

enorm. En het levert voldoening op als we hier een investering heen halen. Maar ik ga ook weleens balend naar huis, bijvoorbeeld als ik een vervelend gesprek heb gevoerd om afscheid van iemand te nemen. Dat hoort erbij.

Max van der Meer: ‘Ik krijg dagelijks verzoeken van headhunters, maar kom elke keer tot de conclusie dat ik het hier geweldig naar mijn zin heb.’

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Wij maken halffabricaten. Dat zijn twee vloeistoffen. Meng je die, dan krijg je hard of zacht polyurethaanschuim. Hard purschuim zie je in de bouw voor isolatie. Dat zijn niet die spuitbussen, maar de grote panelen en blokken. Dat zorgt voor de beste isolatie ter wereld. Purschuim zie je ook in koelkasten en vriezers. Zacht schuim vind je in matrassen, maar ook in stoelen, vloeren en dashboards. Wij leveren bijna exclusief aan BMW.

9

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Dan ben ik 67 en doe ik niet meer wat ik nu doe. Wat ik dan wel doe? De vraag is niet wát, maar hóe ik dat doe. Dat kan vanuit Huntsman, een breder perspectief of vanuit mezelf. Neem Rotterdam en zijn industriële cluster, die ontwikkeling vind ik interessant. Maar wat precies, dat weet ik gewoon nog niet. p

?

WIE IS MAX NAAST ZIJN WERK?

Max racefietst elke zondag met een clubje (“Ik ben een teammannetje, heb moeite om alleen te sporten”), kookt graag (“Maar dan wel leuke dingen, ik ben niet van de aardappelen”), tuiniert (“Totdat de tuin iets te veel wordt, dan bel ik de tuinman, maar dat gebeurt zelden of nooit”) en helpt zijn ondernemende kinderen met raad en daad. Klinkt als een druk leven? Dat klopt. Max kan namelijk niet stilzitten. “En al helemaal niet in combinatie met tv-kijken. Dan word ik heel onrustig.”

FOTO: JEROEN MOERDIJK

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Ik zou best een keer een Tour de France willen rijden. Maar had ik professioneel willen sporten? Dat betwijfel ik. Ik reis veel en kom in hotels weleens professionele voetbalelftallen tegen. Daar ben ik niet zo van onder de indruk. Die jongens zitten heel de dag op hun telefoon te kijken, te wachten tot ze mogen gaan trainen. Ze praten niet eens met elkaar. Dat is niet mijn ding. Huntsman is een groot bedrijf, maar omdat mijn vrouw in Nederland wil blijven, loop ik tegen een plafond aan. Werkte ik bij een bedrijf met zijn hoofdkantoor in Nederland, dan had ik wereldwijde rollen kunnen invullen. Daar denk ik weleens over na. Ook krijg ik dagelijks verzoeken van headhunters en kijk ik soms naar een ander bedrijf. Maar ik kom elke keer tot de conclusie dat ik het hier geweldig naar mijn zin heb.

september 2016 Chemie Magazine 31


Specialisten in Gasdetectie

WWW.STEUMA.NL

• Nederlandse producent Gasdetectie producten met meer dan 30 jaar ervaring • Wij kunnen alle gassen detecteren: O2, CO2, H2S, Brandbare gassen LEL, CL2, H2, SO2, HF, NH3, HCN, ETO, HF, Etc • Vrijblijvend advies en begeleiding • Volledige service & onderhoud 5 jaar garantie! Flexibel en snel! Beste prijs kwaliteitverhouding! Deskundig! Kortestraat 10 • 4818 LT Breda • +31(0)76 5220901 • info@steuma.com

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

info@hiltra.com - 0342-404160

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE len voorde De vele P van TTI

mers E-num Nut van g in voedin

e torend onvers Hormo criteria nodig : stoffen

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Zuiveringsinstal Croda nog niet latie optimaal

Chemie biedt oplossingen

Maandblad

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

Maandblad

van de

iging van Veren

ische Chem rlandse de Nede

Indus

trie

•5 ang 57 • jaarg

• 21 mei

Chemische Industrie • jaargang 57 • 10 • 22

Bestaande indus vliegwiel voor trie innovatie

Juridische implicaties BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

oktober 2015

2015

van de Verenigin

g van de Nederlan

MET SPECIALE BIJLAGE

dse Chemisc he Industrie

• jaargang

57 • 12 • 17

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

december 2015

Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

AkzoNobel verva schadelijke stoffengt n

PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

, s NCIs Its al IN tV-h Ng Bad eN kI Brea ers Bust Myth

ie chem t a p s et van hrm he

‘HET IS GEWOON

FORSE INVESTER ING

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/


Column

GEBREK AAN OPENHEID

S

inds een paar weken werk ik in een co-working space: een ruimte waar ik met een tiental andere zzp’ers kantoortje speel. Er is koffie, een printer, een nietmachine, een gezamenlijke lunch. Zo’n kantoor geeft houvast en ritme. Het is een soort sociale werkplaats, maar dan voor mensen zonder arbeidsbeperking. En toch mist er iets. Iedereen typt erop los, leest, belt en vergadert, maar uiteindelijk voetballen we allemaal voor een ander team. “En wat doe jij in het dagelijks leven?”, vragen we elkaar bij de koffiemachine. Dit is georganiseerde eenzaamheid. Dus toen ik deze week een e-mail kreeg van mijn oude stagebegeleider dat er binnenkort weer een paar mooie vacatures waren, ging het kriebelen. Zal ik? De industrie blijft altijd lonken en toch doe ik het niet. Een van de belangrijkste redenen is het gebrek aan openheid. Niet gewoon precies kunnen vertellen waar je aan werkt, bijvoorbeeld. Ik vind dat belangrijk. Steeds vaker als ik oud-studiegenoten tegenkom en vraag waar ze mee bezig zijn, blijven ze vaag: iets met procesoptimalisatie, polymeren, waterzuivering. Details zijn zeldzaam, namen van moleculen of enzymen worden niet genoemd. Zeker in de echt grote bedrijven komt openheid pas als er eerst door vijf mensen hogerop groen licht is gegeven, als het intellectueel eigendom binnen is en de PR-mensen er een stempel op hebben gedrukt. Het is zeldzaam dat je in de industrie de successen gewoon authentiek ongescript van de daken mag schreeuwen. Ik weet niet zeker of er steeds meer geheim wordt gehouden in het bedrijfsleven. Wat ik wel zeker weet, is dat de wereld verandert. Mensen van mijn generatie zijn gewend om hun leven online te zetten. Daar hoort ook je werk bij als je daar enthousiast over bent. Ik ben niet de enige die openheid steeds belangrijker vind. Je ziet nu al hoe het schuurt. Op Twitter zitten vooral zzp’ers, journalisten, politici, mensen die geen toestemming van hogerhand nodig hebben om inhoudelijk te mogen meepraten. ‘Gewone’ werknemers ontbreken. En als je ze dan al op Twitter aantreft, staat er meestal een disclaimer in hun Twitter-bio: een variant op “views are my own”. Dat is angst, als je het mij vraagt. Die inmenging van gewone werknemers, chemisch ingenieurs van grote bedrijven bijvoorbeeld, mis ik zeer,

ROSANNE HERTZBERGER IS SCHRIJVER, COLUMNIST EN MICROBIOLOOG

vooral online. Hun kennis en expertise zou menig debat verder kunnen helpen. Op het voedselblog Foodlog wordt bijvoorbeeld eindeloos gedebatteerd over de voedingsmiddelenindustrie, maar heel weinig door de industrie. Neem het energiedebat dat laatst weer oplaaide. Waar zijn al die generatiegenoten die daar een professionele mening over hebben en iets nuttigs over kunnen zeggen? Ze zijn afwezig online. Ze lezen waarschijnlijk wel mee, hun handen jeuken misschien om onjuistheden recht te zetten en ontbrekende informatie toe te voegen, maar ze zijn niet in de positie om hun zegje te doen. Weet je welke professionals je wel zo nu en dan ziet meepraten? Oudere werknemers die uit de organisatie zijn gestapt en voor zichzelf zijn begonnen, als consultant bijvoorbeeld. Die komen gezellig bij ons in de co-working space werken en worden door niemand tegengehouden om te vertellen over hun industrie tijdens de gezamenlijke lunch. Ik blijf hier nog even. Het bevalt me wel. p

september 2016 Chemie Magazine 33


DREIGEND OPERATORTEKORT NOODZAAKT CHEMIE-MKB TOT CREATIVITEIT

DE FABRIEK MOET BLIJVEN DRAAIEN De zoektocht naar nieuwe operators is niet alleen voor de ‘grootgebruikers’ van de Nederlandse chemie ingewikkeld. Ook kleinere bedrijven die maar enkele nieuwelingen per jaar zoeken, het liefst al goed opgeleid, zien zich genoodzaakt tot creatieve oplossingen om de aanwas op peil te houden. Tekst: Marloes Hooimeijer

Croda Nederland (Gouda)

A

kzoNobel vult zijn eigen interne operatorklas, Shell zoekt jaarlijks honderd technici voor zijn productielocaties in Rotterdam en Moerdijk en biedt gemotiveerde mbo’ers leertrajecten met baangarantie, en ook DSM haalt alles uit de kast om de beschikbaarheid van goedopgeleide operators voor de toekomst veilig te stellen. Zo vertelden de bedrijven in eerdere nummers van Chemie Magazine. Maar hoe zit dat bij kleinere bedrijven (mkb, mgb) die op jaarbasis ‘maar’ enkele tot zeven nieuwe operators zoeken? Moeten zij ook zoveel moeite doen om die overzichtelijke aantallen te werven? Het antwoord is ‘ja’, zo blijkt uit een rondgang langs zeven chemiebedrijven verspreid over het land. De spoeling van operators is dun en ze vissen nogal eens in dezelfde vijver. Zeker nu de vergrijzingsgolf eraan komt, zien zij zich genoodzaakt tot creatieve oplossingen om het dreigend operatortekort het hoofd te bieden en voor verversing te zorgen. De fabriek moet immers ook in de 34 Chemie Magazine juli-augustus 2016

toekomst blijven draaien. Die oplossingen vinden ze vaak in regionale samenwerkingsverbanden, zoals de Process Class in Tilburg (Fujifilm), de versnelde theorie-opleiding in Gouda (Croda) en het PraktijkCentrum ProcesTechnologie OostNederland (Elementis Specialties). En ze zorgen dat ze er vroeg bij zijn, door basisschoolleerlingen en middelbare scholieren kennis te laten maken met chemie en procestechniek. Een belangrijk aandachtspunt is om de instroom naar de BOL-opleiding (beroepsopleidende leerweg) te bevorderen. Want hoewel veel bedrijven nog altijd nieuwe operators opleiden via BBL-trajecten (beroepsbegeleidende leerweg), zouden de meeste liever direct goedopgeleide BOL’ers aantrekken, bij voorkeur procesoperators B of soms zelfs C. De leerwerktrajecten vinden ze vaak te arbeidsintensief en het risico dat een leerling onderweg uitvalt, kunnen ze zich gezien de grote investering eigenlijk niet permitteren.

VERSNELDE THEORIE-OPLEIDING AANGEBODEN

Christa Revoort, hr-manager: “Afgelopen jaar hebben we samen met andere bedrijven deelgenomen aan een traject van Randstad en Vapro waarin een versnelde theorie-opleiding Vapro B werd aangeboden, bestaande uit zestien weken theorie en twintig weken stage. Dat is natuurlijk heel snel, dus moeten ze wel nog vlieguren maken. De deelnemende bedrijven detacheren de kersverse gediplomeerden vervolgens gedurende een jaar. Wij hebben twee leerlingen. Dit studiejaar wordt opnieuw zo’n traject aangeboden, maar dan in samenwerking met Technicom. Bij gebrek aan voldoende operators B met een afgeronde opleiding, leiden we ook zelf op. We laten ons niet afschrikken als een kandidaat geen technische achtergrond heeft, zolang die maar goed scoort op de competentietest die Technicom vooraf voor ons uitvoert. We hebben zelfs een voormalig hypotheekadviseur omgeschoold. Die leert nu door voor operator C.”


FOTO: TECHNIEKBEELDBANK.NU

Arbeidsmarkt

Sachem Europe (Zaltbommel)

SAMENWERKEN EN NOG EENS SAMENWERKEN

Victor van de Pas, plantmanager: “Onze strategie is om veel samen te werken met partners die ons met hun expertise aanvullen. We hebben een nauwe relatie met de roc’s en bieden uitdagende stageplekken voor BOL-studenten, op onze pilotplant bijvoorbeeld. Een grote deel van hen komt bij ons in dienst. We hebben ook wel BBL-trajecten gedaan, maar dat vraagt een behoorlijke investering. Kijk, AkzoNobel kan een eigen BBL-operatorklasje oprichten, maar voor ons als kleiner bedrijf ligt dat toch

anders. Wel participeren we in het EduLab van elektrotechnisch bedrijf Actemium, waar studenten allerlei industriële installaties kunnen leren kennen. Onze eigen operators in opleiding krijgen er onderwijs en het is een plek om geschikte monteurs te werven. Ook werken we goed samen met diverse werving- en selectiebureaus, zoals Techsharks. Zij kennen onze processen goed, weten wat wij zoeken en ontwikkelen diensten om onze behoefte aan operators te vervullen.”

Elementis Specialties (Delden)

ACTIEF DEELNEMER IN PRAKTIJKCENTRUM PROCESTECHNOLOGIE

Monique Welberg, hr-manager: “Elementis is actief deelnemer in het PraktijkCentrum ProcesTechnologie Oost-Nederland (www.pcptoost.nl). Met dit regionale samenwerkingsverband bevorderen we de studentenaantallen proces- en laboratoriumtechniek. Door het nauwe contact met het opleidingsinstituut ontstaan korte lijnen naar de mogelijke procesoperators van de toekomst. Vacatures plaatsen we op de LinkedIn-pagina van Elementis global en op career sites, en we zetten ze uit bij wervingsbureaus in de regio. Het liefst halen we ze met een Vapro-Bdiploma binnen, maar soms plaatsen we als erkend leerbedrijf ook procesoperators in opleiding (BBL). Sommigen van hen zijn na afronding van de opleiding bij ons in dienst gekomen. Na een intensief intern opleidings- en begeleidingstraject volgt een deel van de procesoperators aanvullend nog een opleiding Vapro C.”

Fujifilm (Tilburg)

GEZAMENLIJKE PROCESS CLASS OP HET ROC

Albert van Maren, manufacturing director: “Het is moeilijk om in onze regio goedopgeleide mensen te vinden. We houden in Tilburg met moeite één BOLklas proces- en milieutechniek van tien tot twintig leerlingen in de lucht. Die Process Class is in 2001 door ons en het roc gestart, omdat we een tekort voorzagen door de groeispurt van ons bedrijf. Sinds 2005 doen ook Coca-Cola, IFF en DSM Resins mee. Voor jongeren in deze regio is procestechniek een vaag begrip. Het is geen Limburg, waar procestechniek ingebakken zit in de oude DSM-cultuur. De leerlingen uit de Process Class gaan al na zes weken school stagelopen bij de deelnemende bedrijven, om verbinding met de praktijk te leggen. Tot 2012 kregen ze alle studiekosten (boeken en schoolgeld), betaald. Maar aangezien slechts een kwart van hen uiteindelijk bij een van de bedrijven aan de slag gaat (een deel studeert door en een deel verkiest een andere werkgever), is nu de regel dat ze de studiekosten krijgen terugbetaald als ze binnen een jaar na het afronden van de studie bij een van ons komen werken.” september 2016 Chemie Magazine 35


‘Als je niet meewerkt aan het onderwijssysteem, ben je als bedrijf niet goed bezig’ Arkema (Rotterdam, Vlissingen en Brummen)

NA EEN JAAR AL EEN VAST DIENSTVERBAND

Lijn Nagtegaal, hr-manager: “Bij voorkeur werven wij operators met een afgeronde opleiding, maar die kunnen we in de helft van de gevallen niet vinden. Dus bieden we ook BBL-trajecten aan. We zijn ook stagebedrijf en hebben goede contacten met opleiders in de regio, zoals Technicom en roc’s. Als je niet meewerkt aan het onderwijssysteem, aan de toekomst, dan ben je als bedrijf niet goed bezig. Ik hou de instroom van de voor ons relevante opleidingen goed in de gaten. Die neemt weer iets toe. Hopelijk geeft dat ons straks wat lucht. Door de vergrijzing zal steeds meer in dezelfde vijver gevist worden. Maar wat ons laatst verraste, is dat we voor een vacature in Rotterdam 35 heel goede reacties kregen. Er zijn in die omgeving schijnbaar toch ook wel ervaren operators die vanwege fusies en reorganisaties weer op zoek moeten. Ik zie de grote bedrijven niet als bedreiging. Sommige operators vinden het gewoon leuker bij een klein bedrijf als het onze, met de daarbij passende cultuur. Dat gebruiken we als verkoopargument. Onze filosofie is ook dat nieuwe operators al na een jaar een vast dienstverband kunnen krijgen – dat helpt om ze te binden.” 36 Chemie Magazine september 2016

ChemCom Industries (Delfzijl)

MEERJARENPERSONEELSPLAN VOLDOET PRIMA

Sebo Hillenga, plantmanager: “We werven via traditionele kanalen zoals advertenties in de regionale krant, maar gebruiken ook vacaturesites. En het contact met het Noorderpoort-college, de opleiding voor procestechniek in de regio, is goed. Om ruim op tijd voor vervanging te zorgen, hebben we een meerjarenpersoneelsplan. Dat voldoet prima. Tot nu toe kost het ons niet veel moeite om voldoende mensen te vinden. We vissen hier weliswaar uit dezelfde vijver als bijvoorbeeld Akzo en Delesto, maar dat gaat goed samen. Vaak kiezen procesoperators heel bewust voor het ene of andere bedrijf, voor de sfeer en cultuur die hen het meest aanspreken. Wij zijn een jong bedrijf met veel dynamiek. Wie hier komt werken houdt van verandering en voelt zich thuis in zelfsturende teams zonder hiërarchie in de ploeg.”

ICL (Terneuzen, Amsterdam en Heerlen)

LEERWERKPLAATSEN VOOR DE BESTE KANDIDATEN

Peggy de Mey, talent acquisition specialist: “In Amsterdam en Heerlen zetten we altijd wervingsbureaus in om goedopgeleide operators (niveau A en B) te vinden. Wat best lastig is. In Terneuzen nemen we uitsluitend nieuwe operators aan op leerwerkplaatsen, minimaal operator-B-niveau. Die werven we ook via bureaus. Ze werken op uitzendbasis totdat ze het operator-C-niveau hebben gehaald. Pas dan krijgen ze – als er plaats is – een vast contract bij ICL. Deze weg maakt voor ons het risico op uitval kleiner dan wanneer we afgestudeerde operators van de BOL zouden aannemen. Onze productieprocessen zijn zo complex dat het hoe dan ook veel tijd kost om nieuwe operators op te leiden, dan doen we dat liever via een leerwerkplaats. Aangezien we alleen de besten willen, met voldoende analytisch vermogen, is ook hier de spoeling dun. We zijn niet bang ze tussentijds kwijt te raken aan de concurrentie: voor de operators in opleiding is ICL Terneuzen door de afwisselende processen en batches heel interessant.”

Vroeg beginnen De bedrijven investeren ook in bewustwording van de jeugd over hoe leuk chemie en procestechniek zijn. Bij Croda bijvoorbeeld kunnen basisschoolklassen al een rondleiding krijgen (“Al vinden ze de brandweerkazerne op die leeftijd het leukst”). Fujifilm is aanwezig op de open dag van het roc (“Geïnteresseerde middelbare scholieren bieden we samen met hun ouders een vip-toer aan”). En technasialeerlingen komen bij Sachem onderzoek doen (“naar de stoomketel of een milieuvraagstuk bijvoorbeeld”). Verder geven deze bedrijven gastlessen op middelbare scholen en nemen ze deel aan initiatieven als de Week van de Procestechniek en Girlsday.


Het zit in ons karakter

De haven is ons leven. Aanpakken, hard werken en toegankelijke mensen, dat is ons karakter. Wanneer je Zeeland Seaports leert kennen, maak je kennis met professionals die trots zijn op hun havens. Uw belang is ook ons belang. Klanten komen op de eerste plaats. Altijd. Wij weten wat belangrijk is voor uw bedrijf. Dat zit in ons karakter en is een van onze specialiteiten: heliport locatie aan zee een diepgang van 16,5 meter goede, filevrije achterlandverbindingen geen negen tot vijf mentaliteit bereikbare havens en mensen gespecialiseerde terminals voor een breed scala aan lading u kunt ons 24/7 bereiken op +31 (0)115 647400

www.zeelandseaports.com

driven by dedication


NIEUWE YES!DELFT Technologische start-ups die kantoor- en laboratoriumruimte nodig hebben, weten de weg naar Yes!Delft Labs al aardig te vinden. Van de laboratoriumruimte is sinds het voorjaar al 70 procent verhuurd. YES!Delft Labs werd op 8 september officieel geopend. Met de komst van YES!Delft Labs heeft de TU Delft haar Science Park 38 Chemie Magazine september 2016

Technopolis uitgebreid met 2500 vierkante meter kantoorruimte en 900 vierkante meter laboratoriumruimte voor innovatieve start-ups en groeiende bedrijven. Daarmee biedt de TU Delft technologische en industriĂŤle biotechbedrijven de kans zich verder te ontwikkelen. Huurders kunnen er gebruikmaken van gemeenschappelijke labfaciliteiten, zoals een autoclaaf, een vriesma-

chine en weegapparatuur. En omdat de begane grond is gekoppeld aan het bestaande Yes!Delft-pand, kunnen ze ook de algemene voorzieningen gebruiken. Hoewel bij uitstek bedoeld voor biotechnologie, is het gebouw vooral gevuld met chemische start-ups. Zoals Carbon X, dat koolstof zodanig bewerkt dat een sponsachtige poreuze structuur van nanovezels


Uitgelicht Yes!Delft Labs (links) is verbonden met het Yes!Delft-gebouw.

LABS IN TREK oppervlakte-eigenschappen. Dit kan resulteren in efficiĂŤntere katalysatoren, langer zittende make-up, gecontroleerde medicijnafgifte of de bescherming van materialen die gevoelig zijn voor zuurstof en vocht. De TU Delft realiseerde het pand van 12 miljoen euro met steun van de EU (1,6 miljoen euro), de gemeente Delft (1 miljoen) en de provincie Zuid-Holland (0,5 miljoen). p

FOTO: CEPEZED / LÉON VAN WOERKOM

ontstaat. Gemengd met plastic, resulteert dit in een lichter, sterker en elektrisch isolerend kunststofmateriaal voor bijvoorbeeld bumpers, verpakking en behuizing van mobiele elektronica. Delft IMP (Intensified Materials Production), een andere start-up, ontwikkelt nanocoatings in fluidized bed-reactoren en intrinsiek betere producten met het combineren van verschillende

september 2016 Chemie Magazine 39


VOLTACHEM: ELEKTRIFICATIE BIEDT NEDERLANDSE CHEMIE GROTE KANSEN

Chemie aan de krachtstroom, kan dat echt? Volgens het innovatieprogramma VoltaChem wel. Elektrificatie biedt de Nederlandse chemie een gezonde en duurzame toekomst, stelt het in een whitepaper. Tekst: Harm Ikink

40 Chemie Magazine september 2016

’D

e maatschappij staat voor een fundamentele energietransitie. Daar liggen kansen die de chemie kan benutten om de concurrentiepositie te versterken én tegelijkertijd te verduurzamen”, zegt Martijn de Graaff van het industriebrede innovatieprogramma VoltaChem over de mogelijkheden van elektrificatie. De oorsprong van Voltachem ligt bij de Topsector Chemie, die elektrificatie als een van de drie belangrijkste opportunities identificeerde (naast de omschakeling naar biobased en een focus op fijnchemische speciaalproducten met hoge marges). TNO en ECN kregen de opdracht het elektrificatietraject handen en voeten te geven met een startsubsidie van 2 miljoen euro. Vorig jaar zijn verkennende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de chemiesector, de elektriciteitssector en apparatenbouwers. Dat resulteerde eerder dit jaar in een whitepaper, ‘Empowering the chemical industry - Opportunities for electrificatio’, die de mogelijkheden op een rij zet en een roadmap schetst. “Onze overtuiging is dat iedereen kan pro-

fiteren als we in Nederland de innovatie op het gebied van elektrificatie in een stroomversnelling brengen”, aldus De Graaff, die zich als business development manager van TNO Industrie voor VoltaChem inzet.

Tijdspad

Bij elektrificatie snijdt het mes aan twee kanten. Het gebruik van duurzame elektriciteit in plaats van fossiele brandstoffen reduceert direct de CO2-voetafdruk van de chemie. Maar de industrie kan die elektriciteit ook flexibel inzetten en daarmee de fluctuaties in het aanbod van zonne- en windenergie bufferen. Omdat dit een deel van de zorgen van de elektriciteitssector wegneemt, zou dit zelfs een stimulans kunnen betekenen voor verdere investeringen in duurzame energie. Zo resulteert samenwerking tussen de chemische industrie en de energiesector in een win-winsituatie. Juist Nederland heeft daarvoor kansen, stelt De Graaff: dichtbevolkt, windmolenparken op zee, een sterke concentratie van chemische industrie en een goede kennisinfrastructuur. “Ideaal om de toepassing van elektrificatie te testen.”


Energie en klimaat

POWER-2-HEAT: WARMTE GENEREREN OF OPWERKEN MET ELEKTRICITEIT

POWER-2-HYDROGEN: PRODUCTIE VAN WATERSTOF VIA ELEKTROLYSE

Drijfveren voor implementatie: kostenreductie en duurzaamheid.

Via power-2-hydrogen maakt de Georg Olahplant in IJsland, verbonden met de Svartsengi energiecentrale, jaarlijks 5 miljoen liter methanol en recyclet 5500 ton CO2 uit rookgas.

D

it is een interessante businesscase, met name voor het upgraden van afvalwarmte (met elektrische warmtepompen) en stoom (via elektrisch aangedreven mechanical vapour recompression). Hiermee zijn temperaturen tot zo’n 200 graden te realiseren. Dat is interessant voor de chemische industrie: ruim een derde van de voor verwarming benodigde energie betreft dit temperatuurbereik. Vergeleken met de verbranding van aardgas kan het ‘recyclen’ van afvalwarmte met de power-2-heattechnologie energiebesparingen tot 50 procent opleveren en daarbij aanzienlijke CO2-reductie bewerkstelligen. VoltaChem becijfert het totale reductiepotentieel voor de chemie op 6 megaton CO2. Voorwaarde is natuurlijk dat hierbij zonne- of windenergie wordt benut. Hoewel power-2-heat geen fundamentele energietransitie mogelijk maakt – het geeft slechts een ‘groene glans’ aan processen die fossiele bronnen benutten – is het zeker op de korte termijn een interessante optie. Het biedt de chemische industrie de mogelijkheid zich direct als ‘bufferpartner’ aan de elektriciteitssector te presenteren. Zo voerde Dow Benelux een haalbaarheidsstudie uit naar het opwaarderen van stoom met behulp van mechanical vapour recompression. De resultaten waren gunstig en Dow overweegt een pilotproject. VoltaChem becijfert voor Nederland een maximale power-2-heatcapaciteit van meer dan 1 gigawatt, dat is ongeveer een kwart van de huidige geïnstalleerde capaciteit van windmolens en zonnepanelen (en 4 procent van de capaciteit voorzien voor 2030).

85

43

158

158

CONVENTIONAL HEAT PRODUCTION

WITH POWER-2HEAT UP TO 200 °C

Heat below 200 °C

Heat above 200 °C

Power-2-heat in de chemische industrie kan resulteren in 15-20 procent energiebesparing voor warmteproductie.

Drijfveren voor implementatie: transitie naar duurzaam, kostenreductie (in mindere mate).

W

aterstof is een veelgebruikte chemische grondstof die vrijwel volledig uit aardgas wordt gewonnen. Elektrolyse van water met duurzame elektriciteit daarentegen levert ‘fossielvrije’ waterstof. Vooralsnog is de elektrolyseroute aanzienlijk duurder dan de fossiele route vanwege de benodigde hoge investeringen in de technologie. Het ligt in de lijn der verwachting dat dit verschil kleiner zal worden. Zo is Duitsland op dit gebied erg actief, met een flink aantal demonstratieprojecten. In het ELECTRE-project wil VoltaChem met partners als Siemens en Hydron Energy de operationele aspecten van de elektrolysetechnologie met membranen (PEM elektrolyse) verbeteren. Van waterstof is ook methaan te maken na reactie met CO2, of ammoniak na reactie met stikstof. Deze opties worden vaak gepresenteerd onder de noemer powerto-gas. Zo wil Nuon in de Eemshaven overtollige elektriciteit omzetten in ammoniak. In tijden van tekort aan duurzame elektriciteit kan de ammoniak dan weer benut worden in de Magnum-gascentrale. Maar ammoniak is ook te gebruiken als chemische grondstof, bijvoorbeeld voor de productie van CO2-neutrale kunstmest. De ammoniak-route wordt uitgewerkt in het power-2-ammonia-project, geïnitieerd door ISPT (het Nederlandse instituut voor duurzame procestechnologie). VoltaChem is een van de projectpartners. Ook het Nederlandse bedrijf Proton Ventures is actief op dit gebied.

september 2016 Chemie Magazine 41


POWER-TO-LIQUIDS

Synthesegas

CO2 O2 H2

E

Chemie Scheepvaart

E H2O |

H2O |

-CH2-

Mobiliteit

H2O |

Luchtvaart

Het Duitse Sunfire heeft een technologie ontwikkeld om koolwaterstoffen te produceren uit H2O, CO2 en elektriciteit, gebaseerd op hogetemperatuur stoom-elektrolyse.

POWER-2-SPECIALTIES: HOOGWAARDIGE CHEMISCHE PRODUCTEN VIA ELEKTROCHEMISCHE SYNTHESE Drijfveren voor implementatie: nieuwe productmogelijkheden, kostenreductie (in mindere mate).

POWER-2COMMODITIES: BULKPRODUCTEN EN ENERGIEDRAGERS MET BEHULP VAN ELEKTROCHEMIE

Drijfveren voor implementatie: transitie naar duurzaam, kostenreductie.

I

n de bulkchemie vinden we vergaand uitontwikkelde processen en sterke prijsconcurrentie bij relatief geringe winstmarges. De behoefte aan verduurzaming zal hier de voornaamste drijfveer zijn om de mogelijkheden voor elektrificatie te onderzoeken. Dat kan volgen uit een bedrijfsstrategie op het gebied van maatschappelijke verantwoordelijkheid, of uit het anticiperen op mogelijke reguleringen. Het is in deze sector lastig positieve elektrificatie-businesscases te ontwikkelen. Toch liggen er volgens de whitepaper van VoltaChem op de middellange en lange termijn wel degelijk mogelijkheden. In eerste instantie zal het dan gaan om kleinschalige, decentrale productie. Dat levert een logistiek voordeel voor bulkstoffen met een veiligheidsrisico, zoals waterstofperoxide, of

42 Chemie Magazine september 2016

relatief hoge transportkosten, zoals meststoffen. De lokale beschikbaarheid van goedkope of overtollige elektriciteit is een andere belangrijke driver voor zulke decentrale elektrificatie. Natuurlijk zijn er al bekende voorbeelden van centrale elektrificatie, zoals de productie van chloor en de winning van aluminium. Om ook in de koolstofchemie elektriciteit te benutten, moeten echter nieuwe processen ontwikkeld worden. Elektrokatalyse is daarbij het sleutelwoord. De whitepaper noemt als voorbeeld de elektrochemische reductie van CO2 tot producten zoals methaan, koolmonoxide, etheen en azijnzuur. Dit kan bijvoorbeeld interessant worden op het moment dat grote CO2-producenten zoals staal- en cementfabrieken op zoek gaan naar alternatieven voor opslag van het broeikasgas. In Duitsland wordt dit laatste uitgewerkt in het Carbon2Chem-project, waarvoor de Duitse federale overheid onlangs 60 miljoen euro ter beschikking stelde. Het Nederlandse bedrijf Coval Energy ontwikkelt reactortechnologie voor de elektrokatalytische reductie van CO2 tot (onder andere) azijnzuur. Ook waterstof, verkregen via de power-2-hydrogen-route, kan een

D

e elektrochemische benadering houdt de belofte in van grotere zuiverheid en selectiviteit bij relatief milde procescondities. Vergeleken met bestaande processen resulteert dat vaak in een reductie van bij- en afvalproducten en energieverbruik. Bovendien kan het producten opleveren die op geen enkele andere manier te maken zijn. Katalytische elektrochemische conversie biedt juist op het gebied van biobased chemie interessante mogelijkheden om de waarde van de producten te vergroten. Een voorbeeld is de selectieve oxidatie van hydroxymethylfurfural (HMF) tot 2,5-furaandicarbonzuur (FDCA). Op een beperkt aantal plaatsen in de Nederlandse chemie wordt de power-2-specialties-benadering al toegepast. Het gaat daarbij om rela-

startpunt zijn voor de duurzame synthese van commodities. Cruciaal daarbij is om ook kosteneffectief in duurzame koolstof te voorzien. Het Nederlandse bedrijf Torrgas denkt daarvoor een oplossing te hebben. Het ontwikkelde een proces om uit biomassa synthesegas te maken, een belangrijke intermediate in de chemische industrie. Dankzij voorbehandeling van de biomassa met torrefactie (gecontroleerde

Chloorproductie via elektrolyse is een van de meest bekende elektrochemische processen.


CAPACITY (MWh)

tief kleine volumes van nieuwe producten met hoge toegevoegde waarde en ook als alternatief voor inefficiënte traditionele processen. De ruimere marges op de specialties bieden relatief veel speelruimte voor vernieuwing. De verwachting is dat het vijf tot tien jaar zal duren voordat elektrochemische processen op grotere schaal een plaats in het productiescala kunnen krijgen. Dat vergt de nodige ontwikkeling op het gebied van elektrokatalytische conversie. Nederland beschikt over de nodige expertise op dit gebied, met name bij de universiteiten van Leiden, Delft, Utrecht en Twente. Maar om de mogelijkheden van elektrificatie ten volle te benutten, moet het onderzoek volgens VoltaChem flink worden uitgebreid.

POWER-2-HEAT, POWER-2-HYDROGEN, POWER-2-COMMODITIES

POWER-2-HEAT INCREASED EFFICIENCY APPLICATIONS

POWER-2SPECIALTIES SPECIALTIES AND INTERMEDIATES

POWER-2-HEAT UPGRADING POWER-2SPECIALTIES FINE CHEMICALS

POWER-2HYDROGEN COMMERCIAL SCALE

POWER-2HYDROGEN DECENTRALISED PILOTS

NOW

2020

2030

2040

2050

Tijdspad waarin de verschillende elektrificatie-opties haalbaar zullen zijn.

De whitepaper biedt een overzicht van de mogelijkheden, gegroepeerd in vier concepten: power-2-heat, power-2-hydrogen, power-2-specialties en power-2-commodities. Deze volgorde reflecteert ruwweg het tijdspad waarin de verschillende elektrificatie-opties haalbaar zullen zijn. De Graaff: “In termen van duurzaamheid heeft elektrificatie van de bulkproductie van stoffen als etheen, methanol en ammoniak het grootste effect. Dat is iets voor de lange termijn. Het mooie is dat we met power-2-heat en power-2-hydrogen al op korte termijn aan de slag kunnen om samenwerking met de elektriciteitssector te realiseren.”

gedeeltelijke pyrolyse) ontstaat een hoogwaardig teer- en stikstofvrij bio-synthesegas bestaande uit waterstof, methaan, koolmonoxide en kooldioxide. Daaruit is dan in principe langs traditioneel chemische weg een hele reeks duurzame producten te maken. Volgend jaar start in Delfzijl de bouw van een demonstratievergasser van 10 megawatt, verwacht Torrgas-medeoprichter Robin Post van der Burg.

FOTO: VINNOLIT

Sectoren bijeen

De Graaff benadrukt het resultaatgerichte karakter van VoltaChem. “We willen cases identificeren die binnen drie à vier jaar tot succes zijn te brengen. De vraag is wat er kan, wanneer dat kan en hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen. In de VoltaChem Community brengen we de elektriciteitsector en de chemiesector bij elkaar om daar antwoord op te krijgen en er samen de schouders onder te zetten.” Daarbij zou de chemie van De Graaf nog wel een tandje mogen bijschakelen. Hij ziet een aantal voorlopers die kansen zien en investeren, maar ook bedrijven die de kat uit de boom kijken. “Ik snap dat er vanuit internationaal concurrentieperspectief enige terughou-

dendheid is, en de sterk gedaalde olieprijs helpt ons ook niet. Gelukkig zien we de belangstelling toenemen en hebben we de afgelopen maanden een flink aantal members in de VoltaChem Community mogen verwelkomen.” Volgens Reinier Gerrits van de VNCI ziet de chemiesector zeker wel de mogelijkheden van elektrificatie. Als hoofd Energie en Klimaat is hij enthousiast over de vooruitzichten zoals VoltaChem die schetst. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor te hoge verwachtingen. “Uiteindelijk gaat het om gezonde businesscases. Om flexibiliteit te kunnen realiseren moet de industrie aanvullende investeringen doen. Of die renderen hangt af van de verdiensten die volgen uit het verminderen van de onbalans in het elektriciteitsnet. Zelfs bij power-2-heat, waar in principe op de korte termijn de beste mogelijkheden liggen, is dat nog vaak lastig.” Op de lange termijn is elektrificatie zeker kansrijk, denkt hij. “De industrie ziet er over dertig jaar anders uit dan nu, daar mag je wel van uitgaan. Er zal meer biobased geproduceerd worden en er zullen ook mogelijkheden zijn voor power-2-chemicals, bijvoorbeeld via elektrochemie. Al is daarvoor nog wel flink wat ontwikkeling nodig.” p Download de whitepaper: www.voltachem.com/whitepaper

september 2016 Chemie Magazine 43

BRON: WHITEPAPER ‘EMPOWERING THE CHEMICAL INDUSTRY’

Energie en klimaat


Transportservice van huis uit

WIJ HEBBEN ENERGIE VOOR TIEN.

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

Samen met u werken we aan een optimale aardgaslevering . Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE Hormoonverstoren de stoffen: criteria nodig

Nut van E-numme rs in voeding Maandblad van

Maandblad van

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• jaargang 57 •

ies Juridische implicat BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

Chemie biedt oplossingen De vele voordelen van TTIP

de Vereniging

van de Nederlandse

Chemische Industrie

• 10 • 22 oktober • jaargang 57

Zuiveringsins tallatie Croda nog niet optimaal

Bestaande industr ie vliegwiel voor innovatie

AkzoNobel vervan schadelijke stoffengt

2015

Maandblad

van de Vereniging

van de Nederland

se Chemische

Industrie •

jaargang 57

MET SPECIALE BIJLAGE

5 • 21 mei 2015

• 12 • 17 december

2015

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

IN tV-hIts als BreakINg Bad NCIs, MythBuster eN s

chemie spat van het scherm

www.wingas.nl

OON ‘HET IS GEW TEND FORSE INVESTER EEN ONTZET EXXONMOBING LEUK VAK’ IL IN RAF ADEUR CHEMIE-AMBASS

KITTY NIJME

IJER

FINADERIJ ROTTER

DAM

15-10-15 16:35

over.indd 1

CM1511_01_A

_Cover.indd

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) CM1509_01_A_C

1

CM1505_01_A_Cove

r.indd 1

13-05-15 16:17

10-12-15

16:08

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

CM1614_Stopper Chemie 105x148.indd 1

02-06-16 16:01


VNCI

VNCI NIEUWS IN DE MEDIA Verkiezingen Tweed

Chemistry Our passion Your future

e Kamer 2017

I

PRIORITEITEN VNC e groei en duurzame economisch imaat. De weg naar nieuwe vestigingskl verduurzaming en loopt via innovatie, formuleren voor moet daarom beleid Een regeerakkoord voor:

e&

Sc ho n che hulpbronne n is iolog

&b me za

cyc li

ur Du

ng

er do m

&o ud

regeldruk met vermindering van Zet het programma presterende kracht voort. zodanig dat goed Verbeter het ETS-systeem l hebben ten opzichte van bedrijven geen kostennadee Europa. de concurrenten buiten en support voor in Nederland draagkracht orden. • Stimuleer verantwoorde handelsakko totstandkoming van jven door het voor BRZO-bedri • Schep duidelijkheid bij de overheid in en de handhaving beleid, het toezicht één hand te leggen. in investeren blijf plaats: Niet in de laatste

Gezond heid

G

Vestigingsklimaat

o rt nsp tra

economie duurzame energie. van de circulaire Stimuleer de ontwikkeling te passen. regelgeving aan onder meer door dat reststoffen die die mogelijk maken Stel criteria vast grondstof worden en die elders als de fabriek verlaten als afval. bestempeld worden gebruikt, niet langer

& re

Vo e

m s li

ctie

ire economie

CO2-reductie. id uitsluitend op Stuur het klimaatbele duurzame als grondstof voor voor Ondersteun biomassa evenveel als biomassa materialen tenminste

Schone prod u

ie

Circula

Verduurzaming

rg ne

id

mee te tellen. het belang van ing systematisch Weeg bij beleidsvorm innovatie mee.

e ge ni ui

e rh ke

met name substantiële impuls fase in Geef innovatie een en de onderzoeks voor toegepast onderzoek proeffabrieken. in het leven investeringsgaranties Roep krediet- en vlot te trekken van e om de financiering en eerste commerciël demonstratiefabrieken n gericht op nieuwe technologieë toepassingen van energie efficiëncy verhogen van de een bioraffinage, het van creëren cessen en het . van productiepro hergebruik van restwarmte door infrastructuur voor de Topsector Chemie de TKI-toeslag in • Verhoog integraal 100% van de bedrijven in-kind bijdragen

ze el ds

&

z

Innovatie

en ro

de juiste prikkels

Sterk e Chem ie

DUUR WERE ZAME LD

technisch onderwijs.

Nederlandse Vereniging van de (VNCI) Chemische Industrie www.vnci.nl

VERKIEZINGSPAMFLET VNCI

De VNCI zet in haar verkiezingspamflet ‘Sterke Chemie & Duurzame Wereld’ de prioriteiten op een rij die voor de chemiesector van belang zijn voor het kabinetsbeleid na de verkiezingen van de Tweede Kamer in maart 2017. Na de jaren van de financiële crisis en van matige economische groei is het tijd voor nieuwe en duurzame economische groei. De VNCI bepleit daarom een regeerakkoord dat beleid formuleert met de juiste prikkels voor innovatie, verduurzaming en vestigingsklimaat.

COLETTE ALMA LID BEGELEIDINGSCOLLEGE PBL

De minister van IenM heeft vijf nieuwe leden benoemd voor het Begeleidingscollege PBL (Planbureau voor de Leefomgeving), het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Eén daarvan is VNCI-directeur Colette Alma. Ook zijn drie leden herbenoemd van wie de benoemingstermijn was afgelopen. Het Begeleidingscollege heeft tot taak toezicht te houden op zowel de wetenschappelijke kwaliteit als de maatschappelijke relevantie van het PBL.

ACTUELE TOPICS OP STOFFEN- EN ARBODAG

‘Werken met gevaarlijke stoffen’, dat was het thema van de Stoffen- en Arbodag 2016 van de VNCI en VHCP op 30 juni. Dat het onderwerp leeft, bleekt uit de hoge opkomst van 115 deelnemers. Stephan Segboer van de Inspectie SZW presenteerde de inspectieresultaten voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen van de afgelopen jaren. Verder lichtte Steven van de Broeck van Cefic de recente en toekomstige beleidsontwikkelingen rond het werken met kankerverwekkende stoffen toe en ging Fleur van Broekhuizen van het RIVM in op het beleid voor zeer zorgwekkende stoffen. Daarnaast waren er diverse workshops.

PERSONEEL RODERIK POTJER is sinds 1 september hoofd Communicatie & Public Affairs bij de VNCI. Vanuit deze rol zal hij samen met zijn team werken aan de reputatie van de sector, een bijdrage leveren aan het vergroten van draagvlak voor de chemische industrie bij diverse belanghebbenden en invulling geven aan het bijstellen van de perceptie van het algemene publiek over chemische stoffen. In dit kader zullen de komende verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer en de daarop volgende coalitieonderhandelingen de nodige aandacht gaan vragen. Hiervoor was Roderik werkzaam als woordvoerder bij ondernemersvereniging voor de technologische industrie FME. Eerder was hij onder meer werkzaam voor ProRail en een Haags public affairs- en communicatiebureau. Hij volgt Irene van Luijken op, die haar carrière vervolgt als directeur communicatie bij Cefic in Brussel.

De chemie speelt de komende jaren een cruciale rol in de verduurzaming van de industrie en de transitie naar een biobased economie. Dat stelt VNCIdirecteur Colette Alma in een artikel op AGROENCHEMIE.NL. Volgens haar staat de chemie voor aanzienlijke uitdagingen bij het leveren van een bijdrage aan productiegroei, zowel als het gaat om een hoger volume als om de toename van producten met een hogere toegevoegde waarde. Schaarse hulpmiddelen en klimaatverandering zijn daarin de sturende factoren. De VNCI heeft haar sleutelrol vertaald naar een ambitieus plan om de milieuvoetafdruk van de chemie – en van de producten waaraan zij een bijdrage levert – te reduceren. Onderdeel daarvan is de ambitie dat in 2030 15 procent van alle feedstock biobased moet zijn. Momenteel schommelt dit tussen 5 en 6 procent. “Gerecycleerde grondstoffen zullen in 2030 10 procent innemen, waardoor fossiele grondstoffen op 75 procent uitkomen. Het zijn stevige doelstellingen, we hebben de lat hoog gelegd”, aldus Alma.

september 2016 Chemie Magazine 45


MENSEN CEFIC

Om het public affairs-team te versterken heeft Cefic Irene van Luijken aangetrokken als de nieuwe directeur communicatie. Zij zal zich richten op strategische communicatie, om het bewustzijn over de verworvenheden van de Europese chemische industrie te verhogen. Van Luijken was hiervoor hoofd Communicatie en Public Affairs bij de VNCI, waar zij onder meer succesvol een public affairs-strategie heeft geïnitieerd en ontwikkeld. Tussen 2003 en 2011 was zij bij Shell International werkzaam in verschillende leidinggevende communicatiefuncties. Zij heeft een MA in de Japanse taal en cultuur en een postdoctorale opleiding in de internationale en EU-wetgeving.

COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag

DSM

Feike Sijbesma, bioloog en bedrijfskundige en sinds 2007 CEO en voorzitter van de raad van bestuur van DSM, heeft een Duurzaam Lintje gekregen voor zijn jarenlange inzet als aanjager van duurzaam denken, in Nederland en wereldwijd. Het Duurzaam Lintje wordt sinds 2008 uitgereikt aan mensen die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan een duurzame samenleving. De prijs is in het leven geroepen door Duurzame Dinsdag, die georganiseerd wordt door IVN, Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid, in samenwerking met een aantal partnerorganisaties.

T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Joost van Kasteren, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

TEBODIN

Omdat het aantal projecten voor Belgische klanten snel groeit, breidt Tebodin het kantoor in Zwijndrecht, vlak bij Antwerpen, uit. De nieuw aangestelde directeur van de Belgische tak Johan Vanderborght zal zich er richten op verdere groei van Tebodin. Hij heeft een brede ervaring in consultancy en engineering in de Belgische industriemarkt. Voorheen realiseerde hij de groei van KH Engineering in België en was hij projectmanager bij Total.

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

http://bit.ly/1MpcOFO)

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover INSTAGRAM.COM/VNCI_CHEMIE

VNCI brengt, in samenwerking met Chemie Is Overal, op Instagram in beeld wat chemie is, wat TWITTER.COM/VNCI De VNCI met het laatste nieuws, je ermee kunt en waarom chemie belangrijk is vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

46 Chemie Magazine september 2016

Overname

Rob van Hoorn ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

PROJECTMANAGER VERPAKKINGSONDERZOEK TRISKELION - ZEIST

Als internationaal georiënteerde contract research organisatie met innovatieve dienstverlening, verbetert en waarborgt Triskelion de gezondheid en het welzijn van mensen door de kwaliteit, veiligheid en werking van voeding, geneesmiddelen en chemische producten zeker te stellen. Dit wordt gerealiseerd door persoonlijke betrokkenheid, hoogwaardig onderzoek en professioneel advies in het werkveld. Als Projectmanager Verpakkingsonderzoek ben je, binnen het expertisegebied Regulatory Services & Risk Assessment, verantwoordelijk voor het uitvoeren van verpakkingsprojecten. In deze veelzijdige functie coördineer en bewaak je lopende projecten waarbij je zorg draagt voor het op een deskundige wijze interpreteren en rapporteren van de resultaten. Naast het aansturen van projectmedewerkers communiceer je op een effectieve wijze met de klanten. Je bouwt aan een netwerk in de verpakkingsmarkt en draagt bij aan de acquisitie van nieuwe projecten. Ben jij die ervaren kandidaat met een MSc in (analytische) chemie, met kennis van de juiste regelgeving en ervaring met de nieuwste analysetechnieken? Weet jij mensen te enthousiasmeren met een positieve en energieke instelling? Interesse? Bezoek dan onze website voor meer informatie.


Implementeer de nieuwe ISO-normen in uw voordeel. Anders kijken naar ISO 14001/9001 Wat is de status van uw managementsysteem, waar moet het heen en hoe komt u daar? Dat zijn de cruciale vragen voor uw nieuwe ISO-normering. Lloyd’s Register neemt u via enkele praktische workshops en trainingen mee. Met een slimme aanpak en handige tips die de transitie drastisch versoepelen. Veranker de aanwezige kwaliteit in uw organisatie en voeg zekerheid toe aan uw prestaties. Lloyd’s Register staat u bij in elke fase van dit kansrijke traject op weg naar een succesvolle toekomst.

GAP-analyse, een scherp beeld van morgen

Transitietraining ISO 9001:2015

Workshop ISO 9001:2015

Transitietraining ISO 14001:2015

Met een GAP-analyse krijgt u snel inzicht in de huidige staat van uw systemen en de impact van de nieuwe ISO-norm (14001/9001) daarop. Het resultaat van die analyse is een transparante rapportage die toont in hoeverre u al voldoet en wat nog noodzakelijke stappen zijn. Kies Lloyd’s Register om risico’s te verminderen en prestaties te verbeteren.

2-daags / € 925

1-daags / € 525

2-daags / € 925

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Regio Midden: 5 - 6 okt. 2016 Regio West: 23 - 24 nov. 2016 Regio Zuid: 7 - 8 dec. 2016

Regio Midden: 4 oktober 2016 Regio West: 6 december 2016

Trainingsdata in overleg. Open trainingen van LRQA kunnen in-company worden aangeboden.

Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.