Chemie magazine - maart 2012

Page 1

Chemie werft meer studenten

Natuur & Milieu handelt in duurzaamheid

Industrie moet aan de slag met security

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 03 • 23 maart 2012

ONDERNEMEN IN CHINA VEREIST

Magazine


UITNODIGING

LEERGANG OPERATIONEEL MANAGEMENT & PERSOONLIJK LEIDERSCHAP

gratis proef colleg 25 ap e ril 201 2 14.00 -17.00 uur Den H aag

We nodigen u graag uit voor het proefcollege Leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap. In de opleiding staan vragen uit uw praktijk situatie centraal:

Hoe coach ik anderen effectief op resultaat en ontwikkeling? Hoe creëer ik een stimulerende werkomgeving voor mezelf en anderen? Hoe ga ik efficiënt om met tegenstrijdige belangen en spanningsvelden? Hoe initieer en begeleid ik veranderingsprocessen tot een succesvol resultaat? Hoe ga ik doeltreffend om met stressoren voor mij en anderen?

Voor wie? De leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap is gericht op alle beginnende en gevorderde leidinggevenden in de industrie. Dit zijn o.a productiemanagers, managers, wachtchefs, teamleiders en andere leidinggevenden. Aanmelden Meld u aan voor het proefcollege op www.vapro-college.nl/proefcollege

Meer weten?

Neem voor vragen over onze opleidingen contact op via: 070 301 10 86 of opleidingen@vapro.nl of kijk op vapro-college.nl


INHOUD 03 23 maart 2012

20

Twee China-pioniers vertellen over hoe ondernemen in China werkt. Guanxi, je relatie met de ander, blijkt daarbij essentieel.

DIRECTEUR NATUUR & MILIEU TJERK WAGENAAR:

“Wij zijn kooplieden in duurzaamheid”

24 maart 2012 Chemie magazine 3


AkzoNobel Science Award Nederland 2012

Bij AkzoNobel werken we elke dag aan het realiseren van Tomorrow’s Answers Today: vandaag leveren van antwoorden op de vragen van morgen. Samen met de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen zijn we op zoek naar nominaties voor de AkzoNobel Science Award in Nederland 2012. AkzoNobel beloont de beste wetenschapper op het gebied van chemie en materiaaltechniek met een prijs van ₏ 50.000,-. Nominaties kunnen worden ingediend tot 14 mei 2012. Voor meer details kunt u terecht op www.khmw.nl

In samenwerking met:


INHOUD 03 23 maart 2012

34

“Je ontkomt niet meer aan een securitymanagementsysteem”

Opinie

07

Agenda

07

Wordt er straks gevochten om een baan in de chemie?

NIEUWS

40

Hans Alders en Jan Zuidam over het belang van biodiversiteit

08 11 13 15 17 18

Wetenswaardig Innovatie Veiligheid Visie 2030-2050 Milieu Actueel

ACHTERGROND

Ondernemingsklimaat

20

Visie 2030-2050

24

Onderwijs

28

Veiligheid Voorop

32

Veiligheid

34

Uitgelicht

38

Milieu

40

Logistiek

44

Plantmanager of the Year

46

Responsible Care

51

Bedrijven Column hoofdredacteur Service Mensen Volgende maand Colofon

53 53 54 54 54 54

In China is een contract pas het begin Natuur & Milieu werkt samen met de VNCI aan de biobased economie Drie VNCI-initiatieven voor het aantrekken van extra bètawerknemers

44

Méér vervoeren met mínder mensen, hoe moet dat?

Arkema beoordeelt regelmatig zijn key performance indicators Chemiebedrijven moeten aan de slag met security DSM gaat in de mode “Behoud biodiversiteit van wezensbelang voor industrie” Vervoer moet efficiënter Michel Meertens (DSM) heeft geen tijd om stil te zitten

28

Chemie voortvarend van start met masterplan onderwijs

VNCI-beleidsmedewerker Sjoerd Looijs tijdelijk naar Brussel

maart 2012 Chemie magazine 5


Advies- en ingenieursbureau

dhv.nl

Economie, veiligheid, of win-win?

Hoe manage je risico’s op het gebied van milieu en veiligheid binnen een bedrijf? Welke maatregelen neem je zodat er veilig gewerkt kan worden? Wat zijn effectieve milieumaatregelen? En dragen Europese Richtlijnen echt bij aan een verbetering van de veiligheid in Nederland? Milieu en Veiligheid Industrie van DHV buigt zich over deze en nog veel meer vragen. De adviseurs kennen de brandstoffenbranche, ze spreken de taal en opereren gemakkelijk in het krachtenveld tussen bedrijf en belanghebbenden. Daarbij wordt bewezen dat innovatie en samenwerking leidt tot vooruitstrevende win-win oplossingen.

De adviesdiensten bestaan o.a. uit: • Ondersteunen bij vergunningsaanvragen, beoordelen van vergunningsvoorschriften; • Ondersteunen bij ruimtelijke ordeningsvraagstukken (bestemmingsplannen en vestigingsplaatsonderzoek); • Ondersteuning en advies bij diverse veiligheidsvraagstukken (BRZO, A(RI&E), PGS, ATEX, etc); • Uitvoeren van onderzoeken op het gebied van water, geluid, energie, geur en bodem; • Verbeteren van de veiligheidscultuur; • Opzetten en invoeren van managementsystemen (kwaliteit, Arbo, milieu en veiligheid). DHV doet dat al 90 jaar.

Meer weten? DHV B.V. Milieu & Veiligheid – Industrie Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort www.dhv.nl/mvi www.dhv.nl/mkb-desk Tel (033) 468 32 66

Altijd een oplossing verder


AGE NDA

Agenda / Voorwoord

28 maart C2W Career Expo Jaarbeurs, Utrecht

18 april Safety & Fashion @ Work Ahoy, Rotterdam

19 april Partners in Kunststof en Rubber High Tech Campus, Eindhoven 24 april Chemie zonder grenzen Beatrixgebouw, Utrecht VNCI 28 maart VNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag 28 maart BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu VNCI, Den Haag 29 maart WG Security VNCI, Den Haag 2 april Bestuursadvies Commissie VNCI, Den Haag 3 april WG Responsible Care Global Charter VNCI, Den Haag 5 april Netwerkbijeenkomst RBCN Locatie nog niet bekend 5 april BG Energie en Klimaat Shell, Moerdijk

VNCI-directeur Colette Alma

TALENT

O

nlangs dienden de gezamenlijke topsectoren het Masterplan Bèta en Technologie in bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De titel van dit plan, Naar 4 op de 10, benadrukt dat het aantal afgestudeerden in bètavakken veel te laag is om in de toekomstige behoefte van de topsectoren te kunnen voorzien. Als je het plan doorleest wordt duidelijk dat ook het niveau van de opleidingen belangrijk is, evenals de aansluiting van die opleidingen op de vraag van het bedrijfsleven. Kwaliteit is minstens zo belangrijk als kwantiteit. Dit geldt in versterkte mate voor onze sector. De chemische industrie is kapitaal- en arbeidsextensief. Met relatief weinig mensen produceren we een grote toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie. Ons resultaat is daardoor extra gevoelig voor de kwaliteit van de inbreng van de mensen die in de sector werken. Excellent menselijk talent kan van een middenmoter een voorloper maken. De sector is zich daar steeds meer van bewust, en met projecten zoals het beurzenplan (zie artikel pagina 28) proberen we de bollebozen voor de sector te winnen. Maar het gaat niet alleen om het moment van binnenkomst in de sector. De periode daarna is mogelijk nog belangrijker. Willen we de beloften van de topsector chemie en onze Visie 2030/2050 waarmaken, dan zullen we de beste talenten naar de sector moeten trekken en daar moeten houden. Dat kan alleen door hen een aantrekkelijke loopbaan te bieden met ontwikkelingsmogelijkheden, werkzekerheid, maatschappelijke status en een goede balans tussen werk en privé. Het masterplan is nog maar het begin. Het uiteindelijke doel is natuurlijk dat er straks wordt gevochten om een baan in onze prachtige sector.p

13 april Dagelijks bestuur VNCI, Den Haag 13 april Algemeen bestuur VNCI, Den Haag 26 april WG Milieuzorg VNCI, Den Haag maart 2012 Chemie magazine 7


141.538 m

2

PV

8 Chemie magazine maart 2012


Wetenswaardig

FOTO: OLYMPIC DELIVERY AUTHORIT Y

VC

Het Olympic Park in Londen. Links het Velodrome, de Basketball Arena en de Olympic en Paralympic Village. In de verte het Aquatics Centre en het Olympic Stadium. Rechts de Handball Arena en het International Broadcast Centre.

voor Olympische Spelen 2012

Voor de bouw van de diverse sportfaciliteiten van het Olympisch Park in Londen is in totaal 141.538 m2 polyvinylchloride (pvc) gebruikt. Hiervan is 98.038 m2 vrij van weekmakende ftalaten. De London 2012 Sustainability Group erkent daarmee dat pvc ten opzichte van andere materialen in veel gevallen de beste keuze is voor gezondheid, veiligheid en levensduur. Daarnaast stelt de organisatie dat de Olympische organisatie in de toekomst de totale levenscyclus van producten en

materialen in overweging moet nemen om tot goed afgewogen keuzes te komen. Ook moet er meer aandacht worden besteed aan de mogelijkheid van re-engineering, zodat materialen kunnen worden gerecycled. De Olympische Spelen 2012 vinden plaats van 27 juli tot 12 augustus, gevolgd door de Paralympics van 29 augustus tot 9 september. (BRON: NRK NETWERK )

maart 2012 Chemie magazine 9


Optimaal voeden van mengers en processen

Automatisch efficiënt

Optimale uptime Gecertificeerd onderhoud

AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.

AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel. : +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02

www.azo.be

Mettler-Toledo B.V., Tiel, contact.nl@mt.com Mettler-Toledo N.V./S.A., contact.be@mt.com

ance

Mainten

april 18 en 19 en Antwerp

1013 Stand A

Voedingssystemen voor mengers :

Continuïteit en kwaliteit zijn sleutelwoorden voor productieprocessen in de hedendaagse industrie. METTLER TOLEDO Service helpt u met het optimaliseren van beide. Daarbij blijft u voldoen aan de steeds strengere wet- en regelgeving. Elektronische kalibratiecertificaten zorgen voor eenvoudigere traceerbaarheid; een hele geruststelling bij audits.

www.mt.com/service


Innovatie

Centrum voor biobased eConomie opgeriCht

Foto: c3

Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) heeft samen met Wageningen University en drie andere agrarische hogescholen het Centre for Biobased Economy opgericht. VHL gaat voor Noord-Nederland, als de spil voor groene onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven en andere kennisinstellingen, kennis en onderwijs voor de biobased toekomst ontwikkelen.

Scholieren en ouderS op expeditie in het lab Ouders spelen een belangrijke rol bij de studiekeuze van hun kinderen, maar hieraan wordt vaak weinig aandacht besteed in de voorlichting. In de laboratoriumwereld is daarom een formule ontwikkeld om scholieren en ouders samen kennis te laten maken met de beroepsmogelijkheden: de Lab Experience Days. Na een succesvolle pilot in het najaar van 2011 gaat dit project verder in het voorjaar van 2012.

T

ijdens de Lab Experience Days zijn scholieren en ouders een dag in-house bij werkgevers te gast. Scholieren brengen een bezoek aan het lab, voeren zelf proeven uit en krijgen zo een goed beeld van de beroepen in het lab. Voor de ouders is er een apart programma met presentaties over onder meer het beroepsbeeld en de arbeidsmarkt. Ruim duizend scholieren en ouders bezochten de pilot in 2011. De leerlingen beoordeelden de dag gemiddeld met een 7,6, terwijl ouders een 8 invulden. Ruim tweederde van de deelnemers gaf aan een beter beeld te hebben gekregen van laboratoriumtechniek, ruim eenderde claimde enthousiast te zijn geworden voor deze sector. Met de Lab Experience Days willen de organisatoren, Stichting C3, FeNeLab, DAS en Kenniscentrum PMLF, meer leerlingen voor laboratoriumopleidingen strikken. Dit voorjaar staan er drie nieuwe dagen gepland: op 13 april bij VU medisch centrum in Amsterdam, op 18 april bij Nuplex Resins in Bergen op Zoom en op 5 juni bij Nunhems Zaden in Venlo. p Meer informatie: www.labexperience.nl

H

et Centre of Expertise for the Biobased Economy (CBBE) wordt een knooppunt van onderwijs, onderzoek en innovatie. In het CBBE treedt Wageningen University op als Centre of Excellence. HAS Den Bosch, CAH Dronten, InHolland Delft en Van Hall Larenstein Leeuwarden zijn Centres of Expertise. De agrarische hogescholen hebben ieder in zijn regio een loketfunctie voor het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Zo kan een kennisvraag uit de praktijk leiden tot een onderzoeksproject over mestvergisting, grasraffinage, de ontwikkeling van biobased producten of de verwerking van reststromen. Als CBBE in Noord-Nederland wil VHL dat de biobased economie duidelijk herkenbaar wordt in de curricula van onder meer de opleidingen milieukunde, landbouw en bedrijfskunde. Daarnaast wil VHL een HBOminor biobased opzetten en uitvoeren in het studiejaar 2012-2013. Ook wordt de haalbaarheid van een major biobased onderzocht. Het doel is om een complete opleiding biobased economie aan te bieden vanaf studiejaar 2014-2015. Kernbegrippen van de opleiding zijn technische, maatschappelijke en economische innovatie. Verder gaat VHL zorgen voor kennisoverdracht tussen de Wageningen University en de agrarische hogescholen (HAO), onder meer via docententrainingen, gezamenlijke onderwijsontwikkeling, uitwisseling van docenten en bepaling van doorstroommogelijkheden tussen HAO en wetenschappelijk onderwijs (WO). Een ander speerpunt is de koppeling van wetenschappelijke kennis en praktijkkennis, inclusief terugkoppeling vanuit de praktijk naar het WO. Pp maart 2012 Chemie magazine 11


Want to focus on your profession?

Safety is

OUR PROFESSION Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft

of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en kennisnetwerk u grote voordelen.

vandenAnker.com

Reliability engineeR Emerald Kalama Chemical BV is wereld markleider met betrekking tot de productie en verkoop van benzoëzuur, derivaten en volgproducten daarvan. Eindmarkten zijn o.a. voedingsproducten voor mens en dier, producten voor persoonlijke verzorging en geneesmiddelen. Voor onze productiesite in de Botlek in Rotterdam zoeken wij een enthousiaste Reliability Engineer, die samen met ons de performance van onze productinstallaties verder kan verbeteren. Functiebeschrijving Als Reliability Engineer ben je verantwoordelijk voor het realiseren van een hoge betrouwbaarheid van de installaties. Kerntaak is het opstellen en optimaliseren van het preventieve onderhoudsprogramma met als doel de betrouwbaarheid te verhogen en de kosten te verlagen. Kerntaken • Borgen van de technische kwaliteit van alle installaties en verbeteren van de fabrieksperformance; • Maken van kritische analyses, o.a FMEA studies, en het opzetten van preventieve onderhoudsprogramma’s. • Rapporteren met betrekking tot de voortgang van de uitvoering van het preventieve onderhoudsprogramma. • Initiëren van restlevensduurstudies en het verbeteren van turn around intervallen; • Meewerken aan de realisatie van verbeterplannen en projecten; • Bepalen van correctieve en preventieve maintenance kosten, structureel evalueren en rapporteren.

Functie-eisen • Technische HBO+ met bedrijfskundige vervolgopleiding, 5 -10 jaar werkervaring; • Ervaring met het opstellen van onderhoudsprogramma’s, bekend met tools zoals RCM, Six Sigma en TPM; • Analytisch vermogen • Gewend om multi-disciplinair een trekkersrol te vervullen; • Communicatief vaardig, proactief en resultaatgericht. Wat bieden wij? Het salaris is marktconform en afhankelijk van leeftijd en ervaring. De secundaire arbeidsvoorwaarden bestaan uit 40 vakantiedagen incl. ATV, een prima pensioenregeling, collectieve ziektekostenregeling plus uitstekende scholing- en opleidingsmogelijkheden. Contactinformatie Voor meer informatie neem contact op met: Sophia Wolters-Douma, HR officer van Emerald Kalama, telefoonnummer: 0181-249222. Sollicitaties svp richten aan reccen@recruitment.nl.

Meer informatie over deze vacature of direct solliciteren? Ga naar RECCEN.NL/EMERALD

Baanbrekend in Recruitment!


Veiligheid “Als je vervoerders bij de veiligheidsnetwerken wilt betrekken, moet je op de bijeenkomsten ook veel aandacht besteden aan de veiligheid bij het verladen, transporteren en opslaan van gevaarlijke stoffen.”

Veiligheidsnetwerk MCV discussieert over Veiligheid Voorop

“BetreK hele Keten Bij veiligheid” Hoe kunnen brancheverenigingen en veiligheidsnetwerken niet-aangesloten bedrijven bij het actieplan Veiligheid Voorop betrekken? Die vraag stond centraal tijdens een bijeenkomst van de Masterclass Veiligheid ZuidWest in februari. Tekst: Erik te Roller

H

et actieplan Veiligheid Voorop is een initiatief van vier brancheorganisaties om nog veiliger te werken met gevaarlijke stoffen in de gehele keten en de samenleving meer inzicht te geven in de activiteiten op dit gebied. Voor initiatiefnemers VNCI, VNPI, VHCP en VOTOB is alleen het probleem dat maar een kwart tot eenderde van de bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken bij een branchevereniging is aangesloten. Voor de bijeenkomst van de Masterclass Veiligheid Zuid-West (MCV) bij Sabic in Bergen op Zoom in februari waren daarom ook de directies uitgenodigd van deze bedrijven. Daarnaast was het hogere management aanwezig van bedrijven die wél lid zijn van een van de betrokken brancheorganisaties. Tijdens de bijeenkomst onderstreepte VNCI-directeur Colette Alma het belang van de regionale veiligheidsnetwerken. Deze kunnen namelijk helpen ook de niet-aangesloten bedrijven bij het actieplan Veiligheid Voorop te betrekken. Veel van de zestig aanwezigen opperden daarnaast om de gespreksonderwerpen van de netwerken te

verbreden. Zo is bijvoorbeeld procesveiligheid voor procesbedrijven een belangrijk onderwerp, maar niet voor vervoerders, tankopslagbedrijven en verpakkers. “Als je die bedrijven bij de veiligheidsnetwerken wilt betrekken, moet je op de bijeenkomsten ook veel aandacht besteden aan de veiligheid bij het verladen, transporteren en opslaan van gevaarlijke stoffen, dus de veiligheidsaspecten waarmee zij dagelijks te maken hebben”, aldus Paul Tock, lid van de stuurgroep van MCV en werkzaam bij Sabic. Vervolgens bespraken de aanwezigen in acht groepen vijf vragen en stellingen, zoals wat de brancheverenigingen en veiligheidsnetwerken kunnen doen om ‘achterblijvers’ bij het actieplan te betrekken. Tock: “Uit de discussie bleek dat iedereen achter het actieplan staat, maar zich afvraagt hoe het nu verder moet. Het verzoek aan de brancheorganisaties is dan ook om het actieplan verder te verdiepen.”

Ketenveiligheid

De meeste deelnemers hebben zich volgens Tock voorgenomen om de discussie over ketenverantwoordelijk in het eigen bedrijf aan de orde te stellen, ook in het kader van Responsible Care. “Het doel van de veiligheidsnetwerken, zoals MCV, was oorspronkelijk dat grote bedrijven kennis en ervaring over veiligheid konden uitwisselen. Nu gaat het erom de hele keten bij veiligheid te betrekken”, aldus Tock.p maart 2012 Chemie magazine 13


Mengen ...

... transporteren, doseren, breken, zeven: GERICKE beschikt over de kennis en de technieken voor iedere denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al meer dan 115 jaar machines en complete systemen als optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen. Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in combinatie met onze betrouwbaarheid, efďŹ ciĂŤnte en wereldwijde service.

Geavanceerde stortgoedtechnologie CH-8105 Regensdorf T +41 (0)44 871 36 36

DE-78239 Rielasingen T +49 (0)7731 92 90

Singapore 787813 T +65 64 52 81 33

FR-95100 Argenteuil T +33 (0)1 39 98 29 29

NL-3870 CA Hoevelaken T +31 (0)33 25 42 100

www.gericke.net

gericke.nl@gericke.net

GB-Ashton-under-Lyne Lancashire, OL6 7DJ T +44 (0)161 344 1140

Het gaat om de juiste chemie Als het gaat om de flexibele inzet van arbeidskrachten, bent u bij SWA aan het juiste adres. Maar het gaat om meer: het recept voor een goede samenwerking vraagt ook om de juiste chemie, de juiste klik. SWA is arbeidsmarktspecialist in de techniek, dus ook in de chemische branche. U kunt bij ons terecht voor uitzending of detachering, maar ook voor loopbaanadvies, outplacement en nieuwe instroom via leer/werktrajecten.

Zaken doen met SWA? Neem contact op met een vestiging bij u in de buurt: SWA Amsterdam

(020) 627 81 17

SWA Beverwijk

(0251) 27 88 10

SWA Breda

(076) 572 21 66

SWA Utrecht

(030) 232 61 40

Mailen kan ook: info@weetvanwerken.nl weetvanwerken.nl


Visie 2030/2050

Stakeholderdialoog in het teken van langetermijnvisie chemie

“Het zijn ingewikkelde vergezicHten” Hoe kan de VNCI ervoor zorgen dat haar leden de langetermijnvisie 2030/2050 oppikken en meenemen in hun strategie? Deze vraag stond centraal tijdens een van de sessies van de stakeholderdialoog van de VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling) en de VNCI op 15 februari in Utrecht. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e organisaties hielden voor de derde keer de dialoog, waarbij onder meer vertegenwoordigers van chemische bedrijven, financiële instellingen, overheden en universiteiten met elkaar in gesprek gingen over een aantal actuele thema’s in de chemische industrie. De visie van de VNCI voor de chemische industrie in Nederland in 2030-2050 kwam dit jaar uitgebreid aan bod. Deze visie is gebaseerd op het begin dit jaar verschenen onderzoek van Deloitte en de VNCI naar de toekomst van de branche in Nederland en WestEuropa.

Unaniem

Uitdagend toekomstperspectief

Uit een enquête van de VBDO onder de stakeholders bleek verder dat 50 procent het scenario van de groene transitie, waarbij grondstoffen steeds meer uit biomassa worden gehaald, het meest waarschijnlijk acht. “Olie, kolen en gas raken op termijn immers op en zorgen door de CO2-uitstoot die met hun verbruik gepaard gaat voor klimaatproblemen”, stelde een van de aan-

wezigen. “Door de overgang naar een op groene grondstoffen gebaseerde economie kunnen we hier een halt aan toeroepen”, merkte een ander op. “Tegelijkertijd scheppen we zo niet alleen een uitdagend toekomstperspectief voor jonge bètastudenten, maar versterken we ook onze internationale concurrentiepositie. Het zal namelijk erg lastig zijn om te concurreren met de grote, moderne industriële complexen in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië of China.” Het Responsible Care-programma van de chemische industrie, bedoeld om haar prestaties voor veiligheid, gezondheid en milieu te verbeteren, speelt volgens de deelnemers aan de stakeholderdialoog een grote rol bij de verwezenlijking van de visie. “Goed veiligheids- en milieumanagement is immers essentieel voor het imago en de acceptatie van de branche door de maatschappij, en zonder draagvlak komt de uitvoering van de visie in gevaar”, aldus een van de deelnemers. Verschillende aanwezigen benadrukten verder dat de sector de goede logistieke positie en de grote kennisvoorsprong moet blijven benutten om de groene transitie mogelijk te maken. “De continuering van de positieve samenwerking met de grote technologische topinstellingen en universiteiten is daarbij van groot belang”, onderstreepte een andere spreker. p

Foto: chris bonis

De aanwezigen bij de stakeholderdialoog waren het er unaniem over eens dat de uitgangspositie van de sector bijzonder gunstig is en dat er in alle vier de toekomstscenario’s die het onderzoeksbureau schetst volop kansen liggen voor de verduurzaming van de maatschappij. Tegelijkertijd bleek de visie voor een groot deel van de aanwezigen nog ver weg te staan. “Het zijn ingewikkelde vergezichten, maar ik vraag mij af hoe chemische bedrijven

hier op korte termijn handen en voeten aan kunnen geven. Hoe wordt de visie geconcretiseerd en getoetst bij bedrijven?” aldus een van de deelnemers. VNCI-directeur Colette Alma reageerde positief op het idee om de komende maanden het actiepad dat naar de visie leidt in kaart te brengen, zodat stakeholders kunnen zien hoe de sector naar de realisatie toewerkt. “Als belegger kan ik daar zeker mijn voordeel mee doen”, reageerde een vertegenwoordiger van een financiële instelling. “Door bijvoorbeeld in de jaarverslagen van bedrijven te kijken in hoeverre ze al bezig zijn om over te schakelen op groene grondstoffen.”

Uit een enquête van de VBDO onder de stakeholders blijkt dat 50 procent het scenario van groene transitie het meest waarschijnlijk acht.

maart 2012 Chemie magazine 15


Transportservice van huis uit

• • • • • •

Aggregaten; Mobiele lichtmasten; Kabels; Trafo’s; Verdeelkasten; Tijdelijke stroom en lichtvoorziening voor industriële toepassingen. 24 UUR, 7 DAGEN PER WEEK

Parkweg 67a, 4153 XL Beesd T 0345 684000 - F 0345-680907 info@voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

Professioneel, flexibel, modern & innovatief

Het afvullen en mengen van chemische stoffen is een vak apart. Een vak dat wij beheersen als de beste. Al sinds 1934. Of het nu gaat om het afvullen van een kleinverpakking of het mengen van stoffen met een UN classificatie in een 1000-liter verpakking, Bleko Chemie heeft de perfecte mix in huis.

Meer weten?

Bel 053-4315835 of kijk op blekochemie.nl

blekochemie.nl Innovatief sinds 1934


Forse emissiereductie via slimme stoomlevering Stedin is in de Botlek begonnen met de aanleg van een stoomnetwerk. Op 15 februari tekende deze regionale beheerder van het gas- en elektriciteitnetwerk de eerste contracten met afvalverwerker en stoomleverancier AVR en chemiebedrijf en stoomgebruiker Emerald Kalama Chemical. Het project moet uiteindelijk leiden tot een CO2-emissiereductie van 200 kiloton per jaar.

H

et doel van het netwerk is om de stoom die de ene fabriek maakt te transporteren naar andere fabrieken die stoom als productiemiddel nodig hebben en deze nu nog tegen hoge kosten opwekken met fossiele brandstof. Het eerste deel van het netwerk wordt aangelegd in het westelijk deel van het industriegebied. Fabrieken langs het tracé kunnen dan, afhankelijk van hun behoefte, stoom invoeren of afnemen. AVR en Emerald in Botlek West zijn de eerste klanten. “Het is de bedoeling dat er nog vele bedrijven volgen en dat we het stoomnetwerk kunnen doortrekken naar andere delen van de Botlek”, aldus Stedin-directeur Jeroen de Swart. Met het gehele stoomnetwerk wordt de CO2-uitstoot jaarlijks met meer dan 200.000 ton teruggedrongen. Naast Stedin zijn ook het Havenbedrijf Rotterdam en ontwikkel- en bouwbedrijf Visser & Smit Hanab initiatiefnemers bij de ontwikkeling van het stoomnetwerk. Het netwerk levert een belangrijke bijdrage aan de Rotterdamse klimaatdoelstelling: 50 procent CO2-reductie in 2025. Het project is de afgelopen jaren actief ondersteund en mede gefinancierd door het Rotterdam Climate Initiative, onder meer via de Rotterdamse Green Deal met het Rijk.

Foto: shut terstock

Milieu

Chemiebedrijven voor flexibele milieumaatregelen Investeren in milieumaatregelen moet zinvol zijn. Die boodschap geeft de VNCI aan de overheid in de discussie over de gevolgen van op handen zijnde nieuwe milieuregels voor onder andere de uitstoot van stikstof (NOx). Met de nieuwe regels lopen grote chemiebedrijven het gevaar veel geld te moeten steken in maatregelen met een relatief klein effect. Volgens de VNCI kunnen bedrijven dat geld beter besteden aan milieumaatregelen met een groter effect. Later dit jaar wordt duidelijk hoe de nieuwe regels worden geïmplementeerd.

D

irecte aanleiding voor het pleidooi van de VNCI is het plan om bedrijven met een grote impact op het milieu (IPPC-bedrijven) te laten vallen onder de algemene regels voor bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen. Dit betekent onder meer dat de kleine stookinstallaties van een IPPC-bedrijf minder NOx mogen uitstoten, terwijl hun bijdrage aan de totale NOx-emissie van dit bedrijf klein is. Het is voor bedrijven niet aantrekkelijk om deze installaties te optimaliseren, omdat voor hetzelfde geld betere emissiebeperkingen mogelijk zijn in andere onderdelen van de installatie.

De VNCI pleit bij de overheid daarom voor het bubble-concept. Hierbij kijken controlerende diensten als het bevoegd gezag niet per bedrijfsschoorsteen wat eruit komt, maar naar de totale uitstoot van de fabriek. Er wordt dan als het ware een stolp over de plant geplaatst, waarbij op één punt wordt gemeten wat de fabriek opgeteld uitstoot. De emissieeis qua concentratie geldt dan alleen voor dat meetpunt. Met het bubble-concept kunnen bedrijven investeren in milieumaatregelen die de grootste milieuwinst met zich meenemen. p maart 2012 Chemie magazine 17


Foto: Nedstack

Solvay haalt elektriciteit uit waterStof Bij Solvay in het Belgische Lillo draait al enkele maanden met succes een demonstratie-brandstofcel van Nedstack met een vermogen van 1 megawatt. Deze industriële brandstofcel met een protonenmembraan (PEM) zet waterstof, een reststof uit de chloorindustrie, om in elektriciteit.

NVDB wil gelijke kaNseN BioBraNDstof

D

e mini-elektriciteitscentrale bij Solvay, PEM Powel Plant genoemd, heeft gedurende de eerste 800 uren meer dan 500 megawattuur opgewekt, wat neerkomt op het stroomverbruik van 1.370 gezinnen. De brandstofcel zet de chemische energie van waterstof om in schone elektriciteit via een elektrochemische reactie met zuurstof, en produceert daarbij alleen elektriciteit, water en warmte. Dergelijke brandstofcellen worden steeds meer als een belangrijke nieuwe energietechnologie beschouwd voor tal van toepassingen zoals autobussen, auto’s, vaartuigen, heftrucks, warmtekrachtkoppelingen en stroomaggregaten. De internationale koploper is Japan. Daar wordt zowel door de overheid als door autobouwers als Toyota en Honda zwaar geïnvesteerd in de brandstofceltechnologie.

18 Chemie magazine maart 2012

E

en belangrijk onderwerp voor de NVDB is het gelijke speelveld voor verschillende vormen van hernieuwbare energie in het wegverkeer. Volgens haar moet de overheid de doelen en randvoorwaarden voor duurzame energie stellen, terwijl de wijze waarop de doelen worden bereikt aan de markt overgelaten moet worden. “Een gelijk speelveld, waarop technieken onder dezelfde voorwaarden met elkaar concurreren, biedt de grootste garantie dat de beste en meest betaalbare vormen van duurzame energie worden ingezet”, aldus NVDB-voorzitter Rob Voncken. “We moeten helaas constateren dat de overheid dit principe met de mond belijdt, maar niet altijd toepast. Elektrische auto’s kunnen rekenen op subsidie én tellen mee voor de bijmengverplichting, terwijl expliciet is besloten dat biogas en biobrandstof onder maximaal één stimuleringsregeling vallen. Elektrische auto’s krijgen bovendien tal van fiscale voordelen. Wij roepen het kabinet op om dit verschil recht te trekken en te zorgen voor eerlijke concurrentie.” p

beeld: shut terstock

Energie-intensieve chloor- en chlooraatfabrieken kunnen met dit brandstofcelsysteem in respectievelijk 20 en 40 procent van hun eigen elektriciteitsbehoefte voorzien. Naast 1 megawatt elektriciteit levert de PEM Power Plant ook 500 kilowatt warmte, die op de Solvaysite wordt gebruikt. De brandstofcel vergroot daarmee ook de energie-efficiëntie van zoutelektrolyse. p

De biobrandstoffensector heeft een branchevereniging opgericht. De Nederlandse Vereniging voor Duurzame Biobrandstoffen (NVDB) wil een consistent geluid in politiek Den Haag laten horen, en zo een ambitieus en duurzaam Nederlands biobrandstoffenbeleid stimuleren.


Actueel

amBitieuze DoeleN Basf Voor milieu, gezoNDheiD eN VeiligheiD

ZeeuwSe Dow-kraker breekt recorDS

BASF stelt zichzelf een aantal nieuwe doelen voor milieu, gezondheid en veiligheid. Zo wil het bedrijf 35 procent energie besparen in 2020 (was 25). Daarnaast moet rond die tijd de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent verminderd zijn (was 25).

De Light Hydrocarbon (LHC) ethyleenproductie in Terneuzen staat qua productie, betrouwbaarheid en veiligheid in de absolute mondiale top. Dit is mede te danken aan een nieuw record van ethyleenkraker 3.

O

S

ok gaat het chemiebedrijf verantwoordelijker gebruikmaken van water als hulpbron. BASF is van plan om in 2020 (in vergelijking met 2010) de hoeveelheid drinkwater bij de productie te halveren. Daarnaast gaat het bedrijf duurzame watermanagementsystemen realiseren op alle productievestigingen in gebieden met waterschaarste. Bovendien speelde BASF de laatste jaren een doorslaggevende rol in de ontwikkeling van de European Water Stewardship Standard, een vrijwillige, Europese standaard voor verantwoord watergebruik door de industrie. Bescherming van de gezondheid op het werk meet BASF met de Health Performance Index, zijn wereldwijde meetinstrument. Deze index kijkt naar vijf criteria: gerapporteerde gevallen van beroepsziekten, medische rampplanning, eerste hulp, preventieve geneeskunde en promoten van gezondheid. Om de veiligheid op het werk en bij transport verder te vergroten wil het bedrijf voor 2020 werkgerelateerde ongevallen met 80 procent (ten opzichte van 2002) en transportongevallen met 70 procent (ten opzichte van 2003) terugdringen. p

inds de kraker na de laatste onderhoudsstop in maart 2006 opgestart is, draait deze inmiddels meer dan 2150 dagen zonder een dag oponthoud productie. Dat is zowel voor Dow als de chemische industrie een ongeëvenaarde prestatie. Daar komt bij dat kraker 3 bewijst dat betrouwbaarheid en veiligheid hand in hand gaan. Sinds de ingebruikname in november 2001 hebben zich bij deze kraker namelijk geen persoonlijke ongevallen of procesveiligheidsincidenten voorgedaan.

www

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

De ethyleenproductie in Terneuzen heeft een reputatie hoog te houden in de industrie. Het krakercomplex in Terneuzen is niet alleen het grootste gemeten naar productievolume, maar wordt door het continu en veilig opereren ook alom gezien als best in class wat betreft betrouwbaarheid en veiligheid. p

SweDer van wijnbergen Spreekt op vnci-jaarvergaDering Tijdens de komende VNCI-jaarvergadering belicht professor Sweder van Wijnbergen de chemische industrie vanuit een macro-economisch perspectief. Van Wijnbergen is hoogleraar macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam en publiceert veel over internationale economie en public finance.

Foto: holl aNdse hoogte

V Sweder van Wijnbergen.

an Wijnbergen promoveerde in 1980 op economie aan het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge. Hij werkte daarna bij de Wereldbank als hoofdeconoom Oost-Europa, Mexico en Latijns-Amerika. Tot 1997 was hij als hoogleraar verbonden aan de London School of Economics en tot 1999 was hij secretaris-generaal bij het Ministerie van Economische Zaken. Hij lanceerde veel originele ideeën over de staatsschuld, de nieuwe economie, het nieuwe belastingstelsel, marktwerking en privatisering. Daarnaast is Van Wijnbergen al geruime tijd een belangrijk en invloedrijk

adviseur voor diverse overheden, bedrijven en banken in Oost-Europa, LatijnsAmerika, het Midden-Oosten én Nederland. Tijdens de VNCI-jaarvergadering gaan diverse gastsprekers in op het grote economische en maatschappelijke belang van de chemie in Europa en Nederland, nu én in de toekomst. Daarbij komen onder meer aan bod: het verwachte rendement van investeringen, het aantrekken van financiering, en de risico’s en kansen voor bedrijven bij het investeren. Ook zal een VNCI-lidbedrijf vertellen over ervaringen met gemaakte investeringen. Verder staan de vaste jaarlijkse onderdelen, zoals de overhandiging van de Responsible Care-prijs en de VNCI-borrel, op het programma. p De VNCI-jaarvergadering 2012 vindt plaats op 20 juni in De Nieuwe Kerk in Den Haag. Meer informatie: timmerman@vnci.nl maart 2012 Chemie magazine 19


Een contract is pas een begin

k alligr afie: hong

China, het land van groot en snel

De Chinese chemische industrie is de afgelopen jaren op indrukwekkende wijze gegroeid. Het land heeft de leidende rol van Europa overgenomen, terwijl menig Nederlands chemiebedrijf toegang zoekt tot de immense markt van 1,3 miljard inwoners. Maar let op: ondernemen in China draait om guanxi, aldus twee China-pioniers. Tekst: Marga van Zundert

20 Chemie magazine maart 2012


Ondernemerschap Brazilië, Rusland, India en China - de zogehete BRIC-landen - vertegenwoordigen een grote ontluikende afzet- en productiemarkt met grote groeimogelijkheden voor de chemiesector. Of zijn de BRIC’s een hype? Een serie over de potentiële economische grootmachten van de toekomst en de kansen voor de chemie.

‘D

e eerste anammox-installatie die vanuit China werd besteld, was ruim tien maal groter dan wat we ooit ontworpen hadden”, vertelt Rob Heim, directeur van Paques. En ook de grootste biopaqinstallatie van het Friese bedrijf in biologische gas- en waterzuiveringstechnieken staat in China. Heim is nog vaak verbaasd over het enthousiasme en de snelheid waarmee China nieuwe technologie omarmt. ‘Dat is het leukste aspect van ondernemen in China. Bij ons staan de kranten bol over innovatie en kenniseconomie, maar dáár wordt het veel sneller verwezenlijkt.” China is de C uit de BRIC’s, de landen met de sterkste economische groei in de afgelopen tien jaar. China is ook de absolute koploper. Vanaf begin jaren tachtig groeide de Chinese economie jaar op jaar gemiddeld tien procent. In het ‘crisisjaar’ 2009 daalde de groei tot zes procent. In februari 2011 streefde het land Japan voorbij en werd het de tweede grootste economie. De verwachting is dat China in 2020 ook de VS inhaalt. Chemie is na de textiel- en machineindustrie de derde grootste industriesector van China, goed voor 10 procent van het bruto binnenlands product in 2010. Een groot deel van de Chinese chemische industrie is basischemie. Maar uit China komen lang niet meer alleen goedkoop speelgoed en matrassen. Ook in zonnepanelen en consumentenelektronica (denk aan alle iPads) is China de strijd aan het winnen. Het land bezit echter, met uitzondering van steenkool en een aantal belangrijke zeldzame aardmetalen, weinig

Guanxi, oftewel het maken en onderhouden van persoonlijke relaties in de Chinese maatschappij, is een van de belangrijkste aspecten van het zakendoen in China China: kans of bedreiging?

grondstoffen. Het is daarom nauwe banden aangegaan met grondstofrijke landen in Afrika zoals Zimbabwe, Angola, Kongo en Nigeria.

De Europese chemische industrie was lange tijd leidend in de wereld, maar in 2010 heeft China deze koppositie overgenomen. Veel basischemie is zelfs uit Europa verdwenen. Gaat de Nederlandse chemie het onderspit delven tegen China? Werner Fuhrmann, VNCI-voorzitter: “Dat China snel moderniseert en groeit, is een goede zaak voor de Chinezen die daardoor welvarender worden. Dat moet je daarom niet als bedreiging zien. De chemie in Nederland zal de groei niet kunnen evenaren, maar blijft een veelbelovende toekomst houden. Daarvoor moeten we de fundamenten, een goede infrastructuur en onderwijs, wel op het hoogste niveau houden.” Herman de Jongste, oud-voorzitter VNCI’s economic outlook group: “Nederland moet erg zuinig zijn op haar chemie. Een fabriek die sluit komt niet meer terug. Je kunt alle troeven zetten op hoog-technologische ontwikkeling, maar een piramide heeft een brede basis nodig om de top te kunnen dragen.” Rein Willems, voorzitter topteam chemie: ‘We moeten zeker niet het geloof in onszelf verliezen. De positie van de chemie in Nederland is sterk, en de sleutel tot behoud ligt in technologische ontwikkeling én in goede samenwerking met de opkomende economieën.’

Sneller

Sinoloog Henk Schulte Nordholt is een China-pionier. Hij werkt sinds de jaren tachtig in Bejing, destijds voor de toenmalige Amro Bank. Nu heeft hij al weer twintig jaar een eigen onderneming: Hofung Technology, een leverancier van procestechnologie voor de (petro)chemie. Sinds 1985 is het zakendoen in China beduidend sneller geworden, vertelt Schulte Nordholt. Dat komt vooral doordat er steeds meer privéondernemingen zijn. “Maar het blijft China”, benadrukt hij. “Het land is modern, maar niet Westers. Het draait hier natuurlijk om prijs en kwaliteit, maar óók om guanxi.” Dat laatste betekent zo veel als ‘relatie’ of ‘verbondenheid’. Schulte Nordholt: “Een contract stelt hier niet veel voor, al moet je er hard voor onderhandelen. China is geen sterk gejuridiseerde samenleving zoals de VS. Ontstaan er problemen, dan grijp je niet terug op een contract, maar los je ze samen op. Dat betekent dat je enkel zakendoet met mensen die je vertrouwt en waar je je goed bij voelt. Iedereen is ermee bezig zijn relaties op te bouwen en te onderhouden. Het lijkt haast een spel, maar het is heel reëel.” Guanxi vergt ook veel geduld en tijd. Schulte Nordholt: “Chinezen denken doorgaans in langere termijnen dan Europeanen.”

Boot gemist

Grote Nederlandse multinationals als DSM, Shell, Unilever en AkzoNobel zijn actief in China. Inmiddels

e maart 2012 Chemie magazine 21


“kritiek leveren is hier absoluut not done”

foto: ak zonobel

Chemisch technoloog Ronny de Ridder werkt sinds een jaar als plant engineer in het Chinese Huizhou (provincie Guangdong) voor de joint venture CSPC van staatsoliebedrijf CNOOC en Shell. Hij is de enige buitenlander in een operationele rol.

In november 2010 opende AkzoNobel een multi-site in het Chinese Ningbo.

“Een contract stelt hier niet veel voor.”

hebben ook kleinere chemiebedrijven hun weg gevonden. Betekent dit dat je de boot hebt gemist als je China nu nog wilt veroveren? “Dat is wat extreem uitgedrukt”, vindt Schulte Nordholt. “Maar je moet wel iets bijzonders in huis hebben. China heeft veel geleerd de afgelopen jaren en kan inmiddels heel veel zelf.” In 2006 ontving Paques een China Trader Award van het Nederlandse Centrum voor Handelsbevordering en de Hong Kong Trade Development Council voor innovatief, succesvol en duurzaam ondernemen. Paques was er vroeg bij in China: al in 1997 opende het bedrijf een vestiging in Shanghai. Heim: “In de jaren negentig zag Paques China langzaam opengaan. In potentie was het land natuurlijk een enorme groeimarkt, en daar wil je als internationaal bedrijf bij zijn.” Via een Chinees die in Nederland studeerde en bij 22 Chemie magazine maart 2012

Paques onderzoek deed naar de Chinese markt werden eerste contacten gelegd. De man is nu ceo van de vestiging in Shanghai. China is ondertussen goed voor bijna de helft van de totale jaarlijkse omzet van Paques. Heim heeft ook plannen in twee andere BRIC-landen: Brazilië en India. In het Braziliaanse Piracicaba is onlangs een kantoor geopend met zeven lokale medewerkers. In India is Paques nog in de oriëntatiefase. Heim: “Groei-economieën zijn strategisch belangrijk, maar je kunt niet zomaar je Nederlandse of Chinese aanpak kopiëren. Dat zou ook van weinig respect getuigen voor de cultuur. Het succes valt of staat bij goede lokale managers die weten hoe het land en de gewoonten in elkaar steken. Van hen kun je veel leren, en die mensen moet je de ruimte geven.” p

Hoe bevalt het? “Ik voel me hier regelmatig Alice in Wonderland. Elke dag brengt verwondering en avontuur. Boodschappen doen, eten bestellen of ergens heenreizen gaat altijd net even anders dan verwacht door spraakverwarringen en cultuurverschil. Maar iedereen is erg behulpzaam, open en nieuwsgierig. Als de serveerster in een restaurant je niet begrijpt, haalt ze er een tweede bij, en binnen de kortste keren staan er tientallen mensen aan je tafel in het Chinees te discussiëren over wat je bedoelt. Hilarisch!” Je werkt met Chinese collega’s. Wat gaat er anders dan met Nederlanders? “Werkelijk alles. De Nederlandse manier van zeggen wat je denkt en weinig aan hiërarchie hechten is absoluut not done. Het hoogste goed wordt gevormd door respect tonen, gezichtsverlies voorkomen en harmonie. Vergaderingen zijn chaotisch. Mensen komen te laat, vallen in slaap en kakelen door elkaar heen. En er wordt niets besloten. Veel zaken blijven impliciet en besluiten vallen in informele een-op-een-gesprekken. Maar alles gebeurt in een ongelofelijk tempo, en per saldo is de productiviteit vaak hoger dan in Nederland. En het is grappig om te merken dat mijn Chinese collega’s me af en toe inzetten om juist wél kritiek te leveren. Een verschil is ook dat mijn Chinese collega’s, hoewel ze universitair geschoold zijn, vele jaren praktijkervaring hebben. Je begint je carrière hier altijd onderaan. Als er een pomp piept, weten ze precies wat er aan de hand is.’ Wat valt je op aan het land? “Oud en nieuw bestaan hier naast elkaar, en dat levert contrastrijke plaatjes op. Ik zie dagelijks stokoude mannen en vrouwen op gammele driewielers met manden schriele kippen naar de lokale markt fietsen. Ze worden daarbij links en rechts ingehaald door de nieuwste hybride Lexus SUV’s. Er zijn gigantische zonnecentrales en windmolenparken, maar tegelijkertijd is de smog in Beijing werkelijk ongelofelijk.” Is China de toekomst? “China is hard op weg de nieuwe wereldmacht te worden. Vrijwel dagelijks worden hier nieuwe raffinaderijen en fabrieken aangekondigd. Binnen een week ligt er een nieuwe zesbaanssnelweg. Maar China is ook een kruitvat. De controle en beperkte vrijheid zijn dagelijks voelbaar. En het is duidelijk dat de ontwikkeling slechts een deel van de bevolking bereikt. Hoe wordt die druk van de ketel gehaald? Daar hangt volgens mij veel vanaf.”


Logistics Control Tower Cost Saving Tools Carrier Connectivity KPI Dashboards

tro le ? rt o n d e r co n o sp n a tr w U

CO2

Bekijk de DSM business case

WIJ DE CONTROLE, U HET INZICHT IDS is gespecialiseerd in ADR, Temp- en vorstvrijzendingen. Ga naar idsnl.com/ADR

HEAVY DUTY ECLIPSE®

Volledige mechanische overvulveiligheid, geschikt voor SIL 2, en ontworpen voor zowel zuivere als vervuilde vloeistoffen (tot 10.000 cP) zijn de basisingrediënten voor de Eclipse “heavy duty” reeks. Met een minimum aan sondes kan een maximum aantal toepassingen bediend worden, gaande van sterk aanklevende vloeistoffen met lage diëlectrische konstante, hoge of cryogene temperaturen, of van volledig vacuüm tot 430 bar. Eclipse is sinds 1998 de eerste en onbetwiste leider in 2-draads Golfgeleide Radartechnologie.

FOCUS OP NIVEAUMETING

FE T Y I

NT

SA

V EL LE

WORLDWIDE LEVEL AND FLOW SOLUTIONS

EGRITY

®

Europees hoofdkwartier & produktie - Zele, België Heikensstraat 6 9240 Zele, Belgium Tel: +32 (0)52 45 11 11 Fax: +32 (0)52 45 09 93 e-mail: info@magnetrol.be www.magnetrol.com


Directeur Natuur & Milieu Tjerk Wagenaar

“Wij zijn kooplieden in duurzaamheid”

24 Chemie magazine maart 2012


Visie 2030/2050

“Wij denken graag mee hoe we op een constructieve manier samen oplossingen kunnen vinden.” Dat zegt directeur Tjerk Wagenaar van Natuur & Milieu naar aanleiding van de visie 2030-2050. Daarom ruimt de milieuorganisatie samen met de VNCI belemmeringen uit de weg die de overgang naar een biobased economie vertragen. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

foto: ca sper ril a

T

jerk Wagenaar, sinds kort directeur van milieuorganisatie Natuur & Milieu, was in januari aanwezig als panellid tijdens de presentatie van VNCI’s visie 2030-2050 in Utrecht. In deze visie voorspellen zij en organisatieadviesbureau Deloitte dat de chemie in Nederland en Noordwest-Europa de komende tientallen jaren een substantiële groei zal doormaken. En terwijl Natuur & Milieu in het verleden vooral politiek actief was, werkt Wagenaar anno nu daarnaast actief samen met bedrijven en consumenten. Hij is daarom positief over de boodschap die de visie schetst, namelijk dat er een toekomst is voor de chemische industrie in ons land. “Vaak hoor je geluiden dat er in ons overvolle, kleine Nederland geen ruimte is voor nog meer industrie. Het opvallende aan deze studie is voor mij dat de chemische industrie haar omzet nog kan verdubbelen, uiteraard binnen de beschikbare milieugebruiksruimte. Dat hadden veel mensen volgens mij niet verwacht. Het onderstreept voor mij bovendien nog eens hoe belangrijk het is dat de VNCI en Natuur & Milieu samen optrekken.”

Wat bedoelt u daar precies mee? “De chemische industrie heeft maatschappelijke organisaties als Natuur & Milieu nodig. Samen kunnen zij de juiste randvoorwaarden scheppen om de groene groei in de toekomst mogelijk te maken. Je kunt hierbij denken aan dilemma’s oplossen over welke biomassa waarvoor te gebruiken, eenvoudige regels of prikkels aandragen om dit te bereiken, of maatschappelijk draagvlak creëren voor de gewenste stappen. Natuur & Milieu kan zich prima vinden in de activiteiten van de sector om het energieverbruik verder te reduceren, of het streven naar zo veel mogelijk transparantie over de herkomst en opbouw van de te gebruiken grondstoffen. Verder vindt de VNCI ons aan haar zijde om een aantal belangrijke belemmeringen voor de overgang naar de biobased economie uit de weg te ruimen.” Waar moeten we dan aan denken? “In de eerste plaats is het belangrijk dat de branche zekerheid krijgt over het effect van toekomstige investeringen in de biobased economie. De sector wil op termijn graag overschakelen op groene grondstoffen e maart 2012 Chemie magazine 25


“Ik verwacht van de VNCI leiderschap bij het benoemen van de belemmeringen.” voor de productie van hoogwaardige biomaterialen. Daarvoor is het belangrijk om te weten hoe veel biomassa we kunnen importeren en hoe we die goed kunnen verdelen. De Europese biobrandstoffenrichtlijn schept een kunstmatige markt voor biobrandstoffen, waardoor veel van deze stromen worden weggelokt van de chemische sector naar de energiesector. Denk daarnaast aan een stabiele CO2-prijs zonder dat daarmee de mondiale concurrentiepositie wordt aangetast. Ook is het belangrijk dat de overheid de juiste wet- en regelgeving opstelt die de overgang naar de biobased economie faciliteert.” Kunt u dat toelichten? “Ik zit bijvoorbeeld in de Adviesgroep Modernisering Omgevingsrecht. Deze adviseert minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu over de vereenvoudiging van het omgevingsrecht. De regels voor milieu, ruimtelijke ordening, natuur en water zijn momenteel veel te complex en vaak los van elkaar tot stand gekomen. De samenhang ontbreekt, en dat bemoeilijkt een integrale benadering van de omgeving. Ik heb mij er sterk voor gemaakt dat er in de nieuwe Omgevingswet experimenteerruimte komt voor duurzame ontwikkelingen. Zo moet het mogelijk zijn om tijdelijk bepaalde emissies beperkt toe te staan als dit bijdraagt aan structurele duurzaamheid. Stel dat een bedrijf in de Botlek een nieuwe proeffabriek wil neerzetten die op groene grondstoffen draait. Dan moet de onderneming er wel van verzekerd zijn dat er ook in de toekomst ruimte is voor bepaalde emissies. De maatregel van het kabinet om de maximum snelheid rond Rotterdam weer tot 100 kilometer per uur te verhogen, heeft momenteel direct invloed op dit soort investeringsbeslissingen. Het beperkt de ruimte voor vernieuwing in de chemische industrie in Rotterdam. Staan we daar 26 Chemie magazine maart 2012


Visie 2030/2050

met z’n allen wel bij stil, vraag ik mij soms af.” Welke rol ziet u hierbij voor de VNCI weggelegd? “Ik verwacht van de VNCI leiderschap bij het benoemen van de belemmeringen die uit de weg geruimd moeten worden. Daarnaast kan de vereniging aangeven welke stimuleringsmaatregelen nodig zijn. Ook kan de VNCI een belangrijke rol spelen bij het creëren van een positief imago voor de gehele sector.” Op welke manier? “Bijvoorbeeld door ervoor te pleiten dat iedere middelbare scholier minimaal twee keer tijdens zijn opleiding

over natuur & milieu

In de lobby van VNO-NCW verontschuldigt directeur Tjerk Wagenaar zich voor het uitlopen van een eerdere afspraak aldaar. Zijn aanwezigheid in het kantoor van de ondernemersorganisatie typeert de omslag die Natuur & Milieu al een paar jaar geleden heeft gemaakt. Was de organisatie voorheen sterk gericht op het Haagse en Brusselse lobbycircuit, tegenwoordig werkt zij constructief samen met bedrijven, overheid, consumenten en maatschappelijke organisaties om de overgang naar een duurzame samenleving te realiseren. Ook de financiering is veranderd. Een paar jaar geleden was de overheid de belangrijkste financier van Natuur & Milieu en vroegen sommigen zich wel eens af waarom de organisatie niet gewoon deel uitmaakte van het toenmalige ministerie van Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Inmiddels haalt Natuur & Milieu tweederde van haar inkomsten uit onafhankelijke projecten voor een scala aan opdrachtgevers. De rol van versneller en verbinder van de duurzame samenleving is Wagenaar op het lijf geschreven. Sinds december 2010 leidt de natuur- en bedrijfskundige de maatschappelijke organisatie. Daarbij profiteert hij ook van zijn uitgebreide ervaring in het bedrijfsleven, onder andere als directeur warmte en koude bij Eneco, tijdens gesprekken in de board rooms van de toonaangevende ondernemingen van ons land. Daarnaast mengt Wagenaar zich graag in het publieke debat over ontwikkelingen in de industrie.

een chemische fabriek van binnen heeft gezien. Ik weet nog uit mijn periode als directeur bij Eneco hoe leuk het is om jongeren met gepassioneerde technici of marketeers in aanraking te laten komen. Dat werkt heel stimulerend voor beide partijen. Verder is het essentieel dat bedrijven die zich niet aan de regels houden intern keihard worden aangepakt. De uitstraling van de brand bij Chemie-Pack op de sector is natuurlijk killing. Eén rotte appel in de mand verpest het voor iedereen, ook al is het bedrijf geen lid van de VNCI. Verder is het belangrijk dat de vereniging haar tegenkrachten goed organiseert, want anders krijg je je eigen zaken niet goed voor elkaar.” Tegenkrachten? “Daarbij doel ik op goed en professioneel overheidstoezicht bij chemische bedrijven. Er bestaat een breed gedragen beeld dat het hieraan schort. Daarom is de overheid al een tijdje bezig om het toezicht te professionaliseren via gespecialiseerde uitvoeringsdiensten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van BRZO-bedrijven in een regio. Deze diensten konden er in mijn ogen al veel eerder zijn als er meer druk op de overheid was uitgeoefend.” Doet u liever rechtstreeks zaken met bedrijven of met hun koepelorganisaties? “Dat ligt aan het onderwerp. Als het bijvoorbeeld om sectorbrede ontwikkelingen gaat, zoals het opzetten van keurmerken, het oplossen van dilemma’s of het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak, dan stemmen we dat uiteraard graag af met de koepelorganisaties. Maar bedrijven kloppen steeds vaker zelf bij ons aan om duurzaamheid in hun organisatie een stimulans te geven. Wij helpen ze om hun eigen dilemma’s scherp te krijgen en intern enthousiasme te kweken. Door onze brede blik kunnen wij ze ook adviseren over relevante ontwikkelingen in

andere sectoren, zoals het emissiehandelssysteem in de luchtvaartindustrie. Ook ondersteunen wij bedrijven bij het terugdringen van hun energieverbruik. Daarmee versterken ze niet alleen hun concurrentiepositie, maar werken ze tevens aan duurzaamheid.” Hoe kunnen bedrijven duurzaamheid stimuleren? “Bij de koplopers in de chemische industrie maakt duurzaamheid integraal deel uit van het management. Daar kijken ze bijvoorbeeld bij iedere investeringsbeslissing naar de duurzaamheidscomponent en is duurzaamheid onderdeel van de beloningsstructuur. Dat is alleen zeker nog niet overal het geval. Ik pleit ook altijd voor meer promotiekansen voor mensen die invulling geven aan duurzaamheid.” Natuur & Milieu heeft zich in de afgelopen jaren dus ontwikkeld tot een volwaardige sparringpartner voor het bedrijfsleven. Hoe bevalt die rol? “Ik vind het bijzonder inspirerend om voor het grootste deel afhankelijk te zijn van vrije opdrachten. Graag adresseer ik onderwerpen die standaard niet ter sprake komen om aan te geven dat we het over een bepaald thema moeten hebben en om voortgang te krijgen. Dat doe ik niet met de intentie om te zeggen of iets wel of niet goed is. Natuur & Milieu zit graag aan tafel, en niet aan de zijkant. Wij hangen geen spandoeken aan fabrieken, maar zoeken actief de dialoog, publiceren in de media en entameren discussie. En als we het écht niet met elkaar eens zijn, gaan we naar de institutie waar we nog steeds veel vertrouwen in hebben: de rechter. Maar dat komt steeds minder voor. De tijd van de dominees hebben we voorgoed achter ons gelaten. Dat past niet meer bij het nieuwe profiel van Natuur & Milieu. Ik zie ons meer als kooplieden in duurzaamheid, en daarbij gaat het om het resultaat.” p maart 2012 Chemie magazine 27


Masterplan vraagt om veel extra bèta- en technologiewerknemers

chemie VoortVa Van start Op 13 februari is het Masterplan Bèta en Technologie Naar 4 op de 10 aan minister Verhagen gepresenteerd. Een van de belangrijkste conclusies uit het rapport is dat er veel extra bèta- en technologiewerknemers nodig zijn als de topsectoren willen blijven groeien. De chemie zet zich hiervoor al met drie projecten in die hier voorgesteld worden. Tekst: Emma van Laar

28 Chemie magazine maart 2012

O

m de groei van de topsectoren te waarborgen moeten er gedurende langere tijd jaarlijks minstens 40.000 bètatechnologische mensen extra aangetrokken worden. De langetermijnambitie: in 2025 heeft 40 procent van alle afgestudeerden een bèta- of technologische opleiding gevolgd. Momenteel ligt dit percentage nog rond de 25 procent. Om dit voor elkaar te krijgen zijn investeringen van de topsectoren, de overheid en het onderwijs noodzakelijk, aldus het Masterplan Bèta en Technologie Naar 4 op de 10 – meer technologietalent voor Nederland. Het plan is opgesteld door de negen topsectoren (AgroFood, Tuinbouw en uit-


ILLUSTR ATIE: ROY WOLFS

Onderwijs

1

chemieBeUrs

De Universiteit Utrecht (UU) start komend studiejaar met een pilot waarbij chemiebedrijven beurzen aan talentvolle startende studenten ter beschikking stellen. Deze zogeheten topsectorchemiebeurs bedraagt 500 euro per maand tijdens de bachelor. “Dit kan helpen om briljante scholieren te laten kiezen voor chemie”, vertelt professor Andries Meijerink, hoogleraar vaste stof chemie en onderwijsdirecteur scheikunde aan de UU. “Met de beurs kunnen ze hun talent optimaal benutten en is er geen bijbaan nodig om de studie te financieren. Daarnaast geeft de industrie hiermee aan alle scholieren het signaal af dat chemie belangrijk is en de toekomst heeft.” De topsectorchemiebeurs is gelinkt aan een bedrijf, wat zowel multinationals als mkb’ers kunnen zijn. “Met deze beurs willen we als industrie laten zien dat het wat ons betreft menens is”, zegt Nelo Emerencia, VNCI-speerpuntmanager onderwijs en innovatie. “Komend studiejaar zullen er drie tot vijf beurzen beschikbaar zijn. De lering die we trekken uit deze pilot zullen we benutten als we het plan in 2013 landelijk uitrollen met zestig beurzen. Hiervan gaan er twintig naar het wo en veertig naar het hbo.”

Varend gangsmaterialen, High Tech, Energie, Logistiek, Creatieve Industrie, Life Sciences, Chemie en Water) en bouwt voort op de plannen van de topsectoren om talent aan zich te binden.

Wat is de bedoeling?

Het Masterplan Bèta en Technologie (MB&T) benoemt vier doelen die in de komende tien jaar bereikt moeten worden. Ten eerste zijn meer bèta- en technologiegediplomeerden in de topsectoren nodig. Daarnaast moet de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren. Het derde doel is om technische mensen te binden, boeien en ontwikkelen. Tot slot is het cruciaal om de arbeidsmarkt interessanter

te maken voor buitenlandse werknemers. Voor de realisatie zijn zowel de topsectoren en de industrie als de overheid en het onderwijs verantwoordelijk. Als eerste stap zal een implementatieplan worden opgesteld. Dit gebeurt onder leiding van de stuurgroep MB&T en in samenwerking met onder andere het Platform Bèta Techniek en de Groene Kennis Coöperatie.

Wat doet de chemie?

De chemiesector is al voortvarend aan de slag gegaan met drie concrete projecten die in het masterplan en de Human Capital Agenda Chemie vallen. e

maart 2012 Chemie magazine 29


2

Verschillen in competenties

Twee onderzoeken, een van de Europese koepelorganisatie van de chemische industrie Cefic (2009) en een van de VNCI (2011), laten zien dat chemiebedrijven en universiteiten een verschillende kijk op de gewenste vaardigheden van chemici hebben. Waar universiteiten zich vooral toeleggen op het overbrengen van technologische kennis, zijn bedrijven juist op zoek naar multidisciplinaire werknemers met persoonlijke en businessvaardigheden. De industrie, het onderwijs en de wetenschap zijn het erover eens dat het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en industrie een gezamenlijke aanpak vergt (zie ook het artikel ‘Wie onderwijst wat?’ in de februari-editie van Chemie Magazine). Op basis van dit onderzoek ontwikkelt de VNCI samen met de onderwijsinstellingen een plan voor het onderwijs in innovatievaardigheden.

“Met deze beurs willen we laten zien dat het wat ons betreft menens is.”

3

samenwerken in amsterdam

Onderdeel van het plan om de vaardigheden van studenten beter op het bedrijfsleven te laten aansluiten is een pilot in de regio Amsterdam, waarbij de samenwerking tussen chemiebedrijven en de universiteiten verstevigd wordt. In Amsterdam lopen bijvoorbeeld plannen om het bedrijfsleven te betrekken bij de voorlichting over de scheikundestudie. Marly van den Boom, studievoorlichter scheikunde van de VU, merkt dat ze van scholieren vaak de vraag krijgt wat je uiteindelijk met de studie scheikunde kunt. “We vroegen ons af hoe we dit al in de voorlichting en werving duidelijker konden maken. Daarbij gebruikmaken van chemiebedrijven lijkt ons een goed idee, bijvoorbeeld door ze in te zetten bij een beroepenmiddag of tijdens voorlichtingsdagen. Dit heb ik met de VNCI besproken, en zij heeft een lijst met bedrijven in de regio opgesteld. Het idee is om dit naar een landelijk niveau te tillen. Het plan staat nog in de kinderschoenen, maar zowel bedrijven als de universiteiten zijn zeer positief.”

30 Chemie magazine maart 2012

reactie VsnU op het masterplan

Universiteiten spannen zich al langere tijd samen met het bedrijfsleven in om het aantal bèta-afgestudeerden fors te verhogen en hen te interesseren voor een bètaberoep. Dit zegt de Vereniging van Universiteiten (VSNU) in reactie op het masterplan. “Zo zijn de curricula verbeterd en aantrekkelijker gemaakt”, zegt Sijbolt Noorda, woordvoerder van VSNU. “Bovendien zijn de ambities en de onderwijskwaliteit verhoogd en worden scholieren in een vroeg stadium over deze opleidingen geïnformeerd.” Om bèta’s meer in hun eigen sector te houden en het tekort te verkleinen is meer dan alleen de inspanning van de universiteiten nodig, denkt de VSNU. Noorda: “Tot op heden kiest maar de helft van de bètastudenten voor een carrière in zijn eigen sector. Een intensievere samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs kan ons helpen dat aantal te vergroten. Denk bijvoorbeeld aan een bijdrage van het bedrijfsleven aan het onderwijs door docenten en stageplekken aan te bieden, maar ook aan aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Daarnaast is het goed om beurzen beschikbaar te stellen voor getalenteerde studenten en het internationaal perspectief te bevorderen.”



Maarten Dankloff (Arkema): key performance indicators regelmatig beoordelen

ToeTsen is weTen M

aarten Dankloff van Arkema Nederland verkeert in een bijzondere situatie voor een health, safety & environment (HSE)-manager. Hij heeft namelijk te maken met vijf vestigingen, verspreid over het land, die ook nog eens heel verschillende producten maken (zie kader). “Het veiligheidsbeheerssysteem verschilt van bedrijf tot bedrijf”, vertelt hij. “De uitvoering ervan is de verantwoordelijkheid van het management op de locatie. Alle sites hebben een HSE-manager die hiërarchisch onder de locatiemanager valt, maar wel aan mij rapporteert. Naast toezicht en advies is het ook mijn taak om ervoor te zorgen dat de bedrijven gebruikmaken van elkaars kennis en expertise. Ze hoeven tenslotte niet allemaal opnieuw het wiel uit te vinden als het gaat om veiligheid.”

Zeven elementen

Een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) bestaat standaard uit zeven elementen. Drie daarvan zijn specifiek voor het werken met gevaarlijke stoffen: identificatie van gevaren en beoordeling van risico’s; voorbereiden op noodsituaties (emergencies) en het aanbrengen van wijzigingen (management of change). De andere elementen hebben betrekking op personeel en organisatie, toezicht op uitvoering, toezicht op prestaties en het uitvoeren van audits en inspecties. In het VBS is in detail omschreven hoe de verschillende elementen moeten worden ingevuld. Voor bijvoorbeeld het element ‘identificatie van gevaren en beoordeling van risi32 Chemie magazine maart 2012

Een van de aandachtspunten van het actieplan Veiligheid Voorop is het excellent uitvoeren van het veiligheidsbeheerssysteem. Bij de vestigingen van Arkema in Nederland is dit systeem verregaand geïntegreerd in het gewone managementssysteem. Maarten Dankloff, HSE-manager Benelux, legt uit hoe dat in zijn werk gaat. Tekst:Joost van Kasteren

co’s’ worden scenario’s voor het vrijkomen van gevaarlijke stoffen en de gevolgen daarvan (loss of containment) opgesteld. Dankloff: “Door verschillende technieken te gebruiken, zoals HAZOP (hazard and operability study) en risico-inschatting, kun je op verschillende momenten in het proces nagaan wat de kans hierop is.”

Gezamenlijk oefenen

Desgevraagd zegt Dankloff dat de overheid – in juridische terminologie het bevoegd gezag - ook graag wil weten hoe een bedrijf de verschillende elementen van het VBS invult en de veiligheidsprestaties meet. “Als het bijvoorbeeld gaat om het element loss of containment, dan worden regelmatig een of twee van onze scenario’s doorgelicht door bijvoorbeeld mensen van de brandweer of de arbeidsinspectie. Stel dat het gaat om een brand in een tankopslag, dan wordt er gecontroleerd of we de tank wel goed onderhouden, of een tankput wel vloeistofdicht is, en of de mensen adequaat zijn opgeleid en weten wat ze moeten doen bij een incident.” Het doorlichten en daarna oefenen van scenario’s heeft volgens Dankloff als nuttig neveneffect dat de operationele diensten van de over-

heid ook beter weten wat ze moeten doen als zich een incident voordoet. “Het leidt soms ook tot een gezamenlijke oefening. Dat is natuurlijk alleen maar gunstig, omdat het helpt om situaties zoals bij Chemie-Pack in Moerdijk te voorkomen.”

Klachten

“Naast de reguliere rapportage moeten we ook alle gebeurtenissen die konden leiden tot een ongeval of het vrijkomen van gevaarlijke stoffen melden bij het bevoegd gezag”, vervolgt Dankloff. “Eind januari bleek bijvoorbeeld dat een aantal automatische kleppen in een van onze installaties in Rotterdam niet meer naar behoren functioneerde bij 14 graden vorst. Dat heeft gelukkig geen problemen gegeven, omdat we de productie hebben stopgezet. Maar we moesten het wel melden.” De meldingsplicht geldt voor alle voorvallen die ertoe kunnen leiden dat de operationele diensten, zoals brandweer, politie en ambulance, in actie moeten komen. Daaronder valt dus ook de onderhoudsstop en het weer opstarten van de installatie. Dankloff: “Bij zulke operaties is de kans dat er iets misgaat groter dan bij de reguliere productie. Vandaar dat we dat vooraf moeten melden. Het is ook een vorm van geruststel-


Veiligheid Voorop

In Vlissingen maakt Arkema impact modifiers, polymeren die de slagvastheid van kunststoffen verbeteren.

ling. Als er bijvoorbeeld ineens klachten komen over geur, dan weet het bevoegd gezag dat dat misschien komt door de onderhoudsstop.”

Key performance indicators

Voor elk van de elementen van een VBS zijn key performance indicators (KPI’s) geformuleerd. Die kunnen per afdeling van het bedrijf verschillend zijn. Afhankelijk van het type indicator wordt er eens per maand of per kwartaal over gerapporteerd aan de HSE-afdeling en het management. Daarnaast worden eens per kwartaal de KPI’s overzichtelijk gerangschikt in een process safety management-overzicht. Dankloff laat een kleurig staatje zien met groene vakjes (een score van 90 procent op het betreffende element van het veiligheidsbeheerssysteem), gele vakjes (score tussen de 70 en 90 procent) en rode vakje (score lager dan 70 procent). “Die rode kleur kan diverse oorzaken hebben”, aldus Dankloff. “De emissie kan hoger zijn geweest dan gepland, de operationele controle kan tekort zijn geschoten, of er is sprake geweest van meer bijna-incidenten. Het betekent wel dat je om de tafel moet gaan zitten en moet kijken wat er aan de hand is of was. Tijdens zo’n gesprek wordt wel verwacht dat de afdelings-

managers zelf met voorstellen komen voor verbetering. Gelukkig gebeurt dat meestal ook.”

Hearts and minds

Naast de regelmatige rapportage en bespreking met het management worden de VBS’en van de verschillende vestigingen om de zoveel jaar getoetst via een audit door mensen van Arkema zelf, samen met auditors van het certificeringbureau Det Norske Veritas (DNV). Daarnaast zijn er eigen Arkema-richtlijnen, bijvoorbeeld voor reizen naar risicogebieden, afhandeling van calamiteiten en rapportage van incidenten. Bij de audit vindt ook een inspectie plaats van de plant. Dit gebeurt meestal aan de hand van een checklist, waarbij de inspecteur over het terrein loopt en kijkt wat er niet klopt. Het grote voordeel van een audit door derden is dat het VBS kritisch onder de loep wordt genomen. Daardoor komen niet alleen de zwakke punten aan het licht, maar wordt ook het belang van veiligheid nog eens extra benadrukt. Dankloff: “Heldere procedures en processen zijn essentieel voor een goed veiligheidsmanagement. Maar ze werken alleen als veiligheid in de hearts and minds van de mensen zit.” p

oVeR ARKeMA

Het van oorsprong Franse chemiebedrijf Arkema heeft vijf vestigingen in Nederland, waarvan er drie vallen onder het besluit risico zware ongevallen (BRZO). In totaal telt Arkema in Nederland een kleine driehonderd medewerkers. Wereldwijd zijn dat er 16 duizend. De omzet bedraagt ongeveer 6 miljard euro per jaar. Het hoofdkantoor is gevestigd in Parijs.

VeiLiGHeiD VooRoP

Het excellent uitvoeren van het veiligheidsbeheerssysteem is een van de kernelementen van een solide veiligheidscultuur en is een van de aandachtspunten van het actieplan Veiligheid Voorop. Daarbij gaat het om het: continu verbeteren van de kwaliteit van het systeem en de uitvoering ervan, meten van de veiligheidsprestaties, en versterken van de competenties. Voor Veiligheid Voorop gaat de VNCI met haar leden na welke gegevens verzameld gaan worden voor het meten van de veiligheidsprestaties op brancheniveau. Die gegevens worden jaarlijks gepubliceerd. Daarnaast wil de VNCI bevorderen dat de leden de kwaliteit van hun veiligheidsbeheerssysteem continu verbeteren, dat werknemers beschikken over de vereiste competenties, en dat het onderwerp veiligheid een belangrijke plaats krijgt in de Nederlandse opleidingen.

maart 2012 Chemie magazine 33

FOTO: ARKEMA

VEILIGHEID VOOROP


Chemiebedrijven moeten securitymanagementsysteem implementeren

“Je ontkomt er niet meer aan” Naast safety is voor chemiebedrijven vandaag de dag ook security belangrijk: het gevaar van terrorisme, spionage, cybercrime en misbruik van chemicaliën. Volgens Jos Dingemans, speerpuntmanager VGM bij de VNCI, loopt de chemische industrie alleen nog achter met de verdediging hiertegen. Tekst: Igor Znidarsic

responsible Care seCurity Code De Responsible Care Security Code bestaat uit zeven managementmethoden: 1. Inzet van leidinggevenden 2. Risicoanalyse 3. Uitvoering van beveiligingsmaatregelen 4. Training, begeleiding en informatie 5. Communicatie, dialoog en uitwisseling van informatie 6. Reactie op bedreigingen voor de veiligheid en incidenten 7. Inspecties, controle en voortdurende verbetering Zie ook www.cefic.org/responsible-care

34 Chemie magazine maart 2012

“V

an oudsher heeft onze industrie veel aandacht voor procesveiligheid”, zegt Jos Dingemans, speerpuntmanager veiligheid, gezondheid en milieu (VGM) bij de VNCI. “Je wapenen tegen onploffende ketels, brandgevaar, schadelijke stoffen, dat zit in onze genen.” Maar in de loop der tijd zijn er veel meer gevaren bijgekomen. Zo werd begin jaren zeventig duidelijk dat het milieu beschermd moest worden. “Dus richtten we onze processen zo in dat we het milieu zo veel mogelijk ontzien.” Daarna kwamen er strengere eisen voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen. En na 9/11 werd de industrie zich bewust van haar kwetsbaarheid voor terroristische aanslagen. Zo werd security een belangrijk thema. Onder security valt naast terrorisme ook spionage, al bedreigt die vooral de continuïteit van het bedrijf en niet zozeer de volksgezondheid. Daarnaast is er cybercrime. Dingemans: “Bijna alle installaties in de chemische industrie zijn gecomputeriseerd. Je moet er niet aan denken dat iemand met kwade bedoelingen kan inbreken in de besturingssoftware.” Het vierde onderdeel is misbruik van chemica-

liën. Dingemans: “Chemicaliën worden gemaakt voor maatschappelijk relevante doelen: brandstof, isolatiemateriaal, geneesmiddelen. Maar je kunt er ook producten mee maken die illegaal en gevaarlijk zijn: chemische wapens, drugs. Wees daarom alert als een bedrijf waar je nog nooit zaken mee hebt gedaan vraagt of je tien ton aceton kan leveren.”

Toxische wolk

Na 9/11 onderzocht de Nederlandse overheid welke sectoren bij een aanslag de maatschappij kunnen ontwrichten of stilleggen en daarom een doelwit van terrorisme kunnen zijn. Naast de drinkwater- en de energievoorziening kwam ook de chemische industrie op de lijst. Hierbij woog - naast een afgesneden olie- en energietoevoer - vooral het gevaar van een toxische wolk zwaar, omdat daarbij slachtoffers kunnen vallen. In 2008 werd een securityconvenant getekend tussen de overheid en de brancheverenigingen van de vitale sectoren. De bij de brancheorganisaties aangesloten bedrijven verplichtten zich daarmee binnen een jaar een securitymanagementsysteem in te voeren. Voor e


illustr atie: joost van lierop

Veiligheid

maart 2012 Chemie magazine 35


de chemie gold dit voor bepaalde bedrijven die aangesloten zijn bij de VNPI (Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie), de NAV (Nederlandse Aerosol Vereniging) en de VNCI. Op basis van VROMinformatie over risico’s werden vervolgens 24 VNCI-lidbedrijven geselecteerd die in aanmerking kwamen voor zo’n managementsysteem. De overheid zou de implementatie faciliteren met de benodigde informatie. Dingemans moet helaas constateren dat het convenant niet de beoogde resultaten heeft geboekt. “Uit onderzoek van de VROM-inspectie uit 2010 blijkt dat slechts 5 van de 24 chemiebedrijven volledig aan de eisen van het convenant voldoen. Sommige zeggen dat ze zich er helemaal niet van bewust zijn dat ze het convenant hebben ondertekend”, aldus Dingemans.

Salesorganisatie

In 2010 heeft koepelorganisatie Cefic security op Europees niveau een speerpunt gemaakt en toegevoegd aan het Responsible Care-programma. Dit betekent dat als een bedrijf deelneemt aan dit programma, het automatisch aan de meeste verplichtingen van het convenant moet voldoen. “Je ontkomt er gewoon niet meer aan”, benadrukt Dingemans. “Wees je ervan bewust dat de maatschappij verwacht dat je een securitymanagementsysteem implementeert en de noodzakelijke maatregelen neemt. Niet eenmalig, maar als vast onderdeel van je business.” Een probleem kan zijn dat voor de verkoop van chemicaliën en voor cybersecurity niet direct de securitymanager verantwoordelijk is, maar respectievelijk de afdelingen sales of logistiek en ICT. Dingemans: “Instrueer daarom ook die afdelingen. Houd het overzicht over de securitythema’s – terrorisme, spionage, verkoop van chemicaliën en cybercrime - en 36 Chemie magazine maart 2012

breng ze onder in het securitymanagementsysteem. Zorg ervoor dat één persoon, met voldoende senioriteit en mandaat, daarover verantwoording kan afleggen en minimaal eenmaal per jaar rapporteert aan de hoogste leidinggevende. In een kleiner bedrijf kan dat een MT-lid zijn die het erbij doet, in een groter bedrijf een securitymanager.”

Onacceptabel

Dingemans kan zich goed voorstellen dat een chemiebedrijf geen zin heeft in nog meer papierwerk en daardoor zo’n securitymanagementsysteem overbodig vindt. “Ik zou tegen zo’n bedrijf zeggen: ik begrijp al je argumenten en ben het er zelfs mee eens. Ik deel alleen niet je conclusie, want die is onacceptabel. Je hebt gekozen voor een productiesite in Nederland en deze samenleving verwacht gewoon dat je de zaken goed regelt. De chemiebranche wil niet alleen de basale veiligheid borgen, maar ook een gewaardeerde maatschappelijke partner zijn. Daar hoort bij dat je ook de security regelt. Je kunt niet je kop in het zand steken. De enige verlichting die ik kan bieden is: doe het op de maat van je bedrijf, zo lean and mean mogelijk, maar baseer het wel op de specifieke risico’s voor jouw bedrijf.”p

oproep VnCi

doW CHemiCal

Dow Chemical heeft een securitymanagementsysteem. “Als je de zeven stappen van de Responsible Care Security Code implementeert en laat zien dat het onderdeel is van je managementsysteem, voldoe je al voor 90 procent aan het convenant”, zegt emergency services & security expertise center leader Wicher Mintjes, tevens voorzitter van de VNCI-werkgroep security. Een belangrijk punt is training van de medewerkers: “Wij hebben bij Dow mensen bewust gemaakt van wat er allemaal kan gebeuren. Ze moeten ook op beveiligingszaken letten, zoals mensen aanspreken die je niet kent of die geen badge dragen.” Dow organiseert ook regelmatig trainingen op het gebied van cybercrime. “Confidentiële informatie moet je niet laten rondslingeren. Vraag je ook af waar je bent als je over iets confidentieels praat.”

De VNCI roept lidbedrijven op om security in het bestaande managementsysteem te implementeren. Ook zal de vereniging de overheid vragen om het instrumentarium dat is ontwikkeld voor het convenant opnieuw ter beschikking te stellen. De workshops die in 2008 zijn gehouden kunnen, eventueel aangepast, weer worden opgestart. Voor de zeven punten van de Responsible Care Security Code hebben Dow, BASF en Evonik met Cefic een wat uitgebreider document gemaakt. De Nederlandse vertaling wordt binnenkort besproken in de VNCI-werkgroep security. “Daarna willen we het met name uitrollen naar het mkb om te zorgen dat security ook bij kleinere bedrijven onderdeel wordt van het managementsysteem”, aldus Mintjes. Er komt ook een online evaluatietool. “Daarmee kan een bedrijf globaal het eigen managementsysteem en het securityaspect daarvan beoordelen.”


Bezuinigingsmaatregelen? het veiligste lading zekeringssysteem voor chemisch transport over land en zee

Tygard is dĂŠ enige economische bezuinigingsmaatregel die risico op ladingschade en incidenten verminderd. Ty-Gard omsluit de lading op zeer betrouwbare en effectieve wijze. Het werkt snel, veilig en milieuvriendelijk: onze producten zijn speciaal ontwikkeld en gecertificeerd voor vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor, over zee en op de weg. Voor meer informatie over dit product, bezoek onze website. Of ervaar het zelf: vraag naar een vrijblijvende proefverscheping of demonstratie over dit unieke product van Walnut Industries.

ty-gard.eu


DSM in de mode 38 Chemie magazine maart 2012


FoTo: JEroEN SNIJDEr

“De droom van elke ontwerper is om aan de wieg te staan bij de ontwikkeling van stoffen, van grondstof tot draad. En dit is mogelijk bij een Nederlands bedrijf!” aldus Cohen. p

De ‘Tony Cohen for DSM’-collectie werd tijdens de Amsterdam Fashion Week onder grote belangstelling gepresenteerd en leverde veel positieve reacties op. Cohen paste polyamide en acryl toe in lange, vloeiende silhouetten en gedrapeerde stoffen. De getoonde collectie was stijlvol en luxueus, met een ingetogen kleurenpalet van voornamelijk zwart- en grijstinten, aangevuld met rood en paars. Topmodel Kim Feenstra opende en sloot de show.

Het idee om DSM op de catwalk te plaatsen komt van Aukje Doornbos en Carry Hendrix, twee modefans die bij DSM Fibre Intermediates werken, de marktleider op het gebied van grondstoffen voor man made fibres. Zij namen contact op met de Amsterdamse modeontwerper Tony Cohen, die in zijn creaties steeds vaker kunststoffen gebruikt. Deze stoffen zijn gebaseerd op producten zoals polyamide en acryl en bieden ontwerpers veel nieuwe mogelijkheden. Zo zijn ze beter verwerkbaar, intenser van kleur, vallen ze mooier en gaan ze langer mee.

Tijdens de Amsterdam Fashion Week in januari toonde modeontwerper Tony Cohen zijn exclusieve ‘Tony Cohen For DSM’-collectie. Deze bestaat uit kleding van polyamide en acryl, twee door DSM geproduceerde kunstvezels.

Uitgelicht

maart 2012 chemie magazine 39


Foto: shell

Shell Moerdijk

Oud-milieuminister Hans Alders:

“Behoud Biodiversiteit van wezen “Het verdwijnen van ecosystemen schaadt de economie. Wie daar niets aan doet, betaalt later een hoge prijs.” Dat is de opvallende conclusie van een breed samengestelde commissie: de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen. De commissie werd geleid door oudmilieuminister Hans Alders. Tekst: Jos de Gruiter

40 Chemie magazine maart 2012

L

aat de term ‘biodiversiteit’ vallen en menig ondernemer slaat de schrik om het hart. Herinneringen doemen op aan de korenwolf, de zeggekorfslak, de rugstreeppad en andere diertjes waarvan niemand had gehoord, maar die erin slaagden om de aanleg van bedrijventerreinen, wetenschapsparken en wegen te vertragen omdat hun habitat niet mocht worden verstoord. Lang was het begrip dan ook synoniem voor belemmering van economische ontwikkeling, maar er is een kentering gaande. Neem het volgende citaat: “Het uitsterven van planten en dieren is iets waar ondernemers zich wel degelijk druk over moeten maken, simpelweg omdat het vroeg of laat flinke gevolgen kan hebben voor hun bedrijfsvoering. Niet alleen in de voedingsindustrie, die bijvoorbeeld nu al aanloopt tegen de overbevissing van de zeeën, maar ook in tal van andere sectoren.” Stelling van een militante vertegenwoordiger van de milieubeweging? Niet bepaald, want de schrijver is August Mes-


Biodiversiteit

Foto: IIsD Rs

alders: “Stimuleer de frontrunners en voorkom dat achterblijvers die alles aan hun laars lappen, profiteren van de inspanningen van de koplopers. Bestraf freeridergedrag.”

ker, secretaris van het Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie van VNO-NCW. Op de website van de werkgeversorganisatie vraagt hij zo aandacht voor het rapport Groene Groei, investeren in biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen van de breed samengestelde Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen. De werkgroep werd in oktober 2008 door het kabinet-Balkenende in het leven geroepen met de opdracht advies uit te brengen over het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen op de langere termijn. Ze bestond uit vertegenwoordigers van overheid, wetenschap, werkgevers en NGO’s. Voorzitter was oud-milieuminister Hans Alders. Namens de chemische industrie had (toenmalig) VNCI-voorzitter en DSM-bestuurder Jan Zuidam zitting in de commissie.

Hoge prijs

De taskforce presenteerde medio december 2011 zijn eindrapport in het pand van VNO-NCW. Van de conclusies en aanbevelingen was niet direct te verwachten dat het georganiseerde bedrijfsleven ze zal omarmen. “Het

aanpak moet ertoe leiden dat het evenwicht in 2050 is hersteld en dat de balans weer positief wordt. “Onze economie draait op het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Afname van biodiversiteit leidt tot de vernietiging van deze bronnen”, schrijft de werkgroep. “Het is hoog tijd om de bakens te verzetten en de omslag te maken van interen op natuurlijk kapitaal naar een groene groei.”

Waarde toekennen

De korenwolf komt ter sprake, de hamstersoort die in 2000 de bouw van bedrijventerrein Avantis bij Heerlen stillegde omdat natuurbeschermers erop wezen dat het in Nederland met uitsterven bedreigde dier schade zou ondervinden van het verdwijnen van zijn habitat. “We realiseerden ons dat we weg moesten van het uitgangspunt ‘u ondernemer doet iets fout en daarmee moet u stoppen’”, herinnert Alders zich. “Je mag aannemen dat economische activiteiten nut hebben, maar soms hebben ze een keerzijde. Voor een zinvolle discussie moet je daaraan een economische waarde toekennen en die

ezensBelang voor industrie” verdwijnen van ecosystemen schaadt de economie. Wie daar niets aan doet, betaalt later een hoge prijs. In 2020 moet het streven naar no net loss van ecosystemen een belangrijk onderdeel zijn van het beleid van overheid en bedrijven.” “We hebben een intensieve discussie gevoerd over de vraag of we slim omgaan met biodiversiteit”, legt commissievoorzitter Alders uit. “Veel van hetgeen we produceren is afhankelijk van een grote biodiversiteit. Als we doorgaan met het vernietigen van de natuur blijkt straks dat er grondstoffen zijn verdwenen die we nu for granted nemen. En het is de vraag of de natuur ons nieuwe, vervangende stoffen kan leveren.” De westerse mens gebruikt meer natuurlijke hulpbronnen dan de aarde kan aanvullen. Nederlanders leggen gemiddeld een vier keer groter beslag op deze hulpbronnen dan er beschikbaar zijn. Volgens het rapport moet er naar gestreefd worden de ecologische voetafdruk van de Nederlandse burger in 2030 te halveren. De

meewegen in het beleid, in investeringsbeslissingen en in bedrijfsstrategieën. Een voorbeeld: ik kan tegen een ontwikkelingsland zeggen dat het geen bomen mag kappen omdat dat slecht is voor het klimaat. Als je een boom laat staan levert hij alleen niets op, maar wel als je hem kapt en het hout verhandelt. Dus in plaats van een moreel beroep te doen op regeringen, betalen we nu sommige landen een prijs om bomen te laten staan. Dan praat je met elkaar in termen van economische grootheden.” De gedachtewisselingen in de taskforce hebben de oudmilieuminister optimistisch gestemd. “In de discussie over vergroening van de economie hebben we grote stappen gezet. Afgelopen winter in Davos kwam het onderwerp overal op tafel, en niet in de zin van ‘leuk thema om over te praten’. Ceo’s zijn ermee bezig in hun strategische verkenningen. Ik heb grote sprongen voorwaarts gezien van een bemoedigend aantal koplopers uit het bedrijfsleven, ook uit de chemie. En zonder die

e

maart 2012 Chemie magazine 41


Foto:vncI

zuidam: “Fossiele grondstoffen worden op de lange termijn schaars. We moeten daarom innovatief omgaan met de voorraden die we hebben en zoeken naar nieuwe mogelijkheden.”

de chemie duurzaamheid als strategisch thema gekozen in haar visie 2030-2050. Ook zijn diverse chemiebedrijven duidelijk bezig met de transitie naar het gebruik van biogrondstoffen. Wat de commissie aan conclusies en aanbevelingen heeft geformuleerd is een extra duw in de goede richting. Verder was het een bijdrage aan de bewustwording en schetste het een kader voor beleid dat ruimte biedt aan innovaties in de chemie, wat essentieel is om het verlies aan biodiversiteit te keren. Het rapport was bovendien een goed bewijs van het feit dat groeperingen met verschillende invalshoeken tot gezamenlijke, breed gedragen aanbevelingen kunnen komen.” “De chemie is in dit verhaal heel belangrijk”, benadrukt Alders. “De bedrijfstak heeft er als vanouds groot belang bij om te kijken wat de natuur aan stoffen levert. Ik zie het als een sector die de leiding kan nemen in het transitieproces naar vergroening van de economie. Dat blijkt al uit initiatieven als de Green Deal tussen de sectoren chemie, papier, agro en energie. In elk geval moeten we ervoor oppassen dat we achterover leunen in de overtuiging dat alles goed zal komen. Het is een permanente zoektocht en er zijn geen eenvoudige oplossingen.”

Weinig vertrouwen

frontrunners komen we er niet. Dat is mijn belangrijke boodschap aan de overheid: stimuleer de frontrunners, help de middengroepen om mee te komen en voorkom dat een achterblijvende groep, die alles aan zijn laars lapt, kan profiteren van de inspanningen van de koplopers. Bestraf freeridergedrag.” Volgens het rapport moet de overheid het belastingsysteem vergroenen: wie innoveert en nieuwe schone producten maakt, betaalt minder belasting. De vervuilers in de economie moeten juist meer betalen. Op die manier wordt de druk op het milieu in de kosten van producten verwerkt. Een andere manier om dat te doen is een heffing op het onttrekken van grond aan de open ruimte, zoals de werkgroep aanbeveelt.

Hart van de chemie

Voormalig VNCI-voorzitter en DSM-bestuurder Jan Zuidam voelde zich zeer op zijn plaats in de taskforce. “De wereldbevolking gaat van zeven naar negen miljard mensen. Die willen allemaal dezelfde levensstandaard als wij in het westen. Dat is een geweldige uitdaging, alleen al om die mensen te voeden. We kunnen de zeeën niet blijven leegvissen, dus moet er veel meer vis worden gekweekt. Daarvoor moeten we efficiënter visvoer ontwikkelen. Verder worden fossiele grondstoffen op de lange termijn schaars. We moeten daarom innovatief omgaan met de voorraden die we hebben en zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Daarover ging de discussie en dus hadden we het over het hart van de chemie. Als VNCI-voorzitter was ik groot voorstander van versterking van het overleg tussen overheid, wetenschap, NGO’s en bedrijfsleven. Bij DSM was ik verantwoordelijk voor duurzaamheid, dus dat paste ook. Daarnaast heeft 42 Chemie magazine maart 2012

Ten tijde van de presentatie van het rapport liet Willem Ferwerda van IUCN Nederland (de samenwerkingsorganisatie van de 36 in Nederland gevestigde leden van de International Union for Conservation of Nature, zoals de Vogelbescherming, het Wereldnatuurfonds, Natuur & Milieu en de waddenvereniging) optekenen dat hij de aanbevelingen uit het rapport “erg belangrijk” vond. Het huidige kabinetsbeleid heeft volgens hem alleen het vertrouwen bij de leden van IUCN dusdanig geschaad dat er weinig vertrouwen over is. “Bij de uitwerking van de aanbevelingen moet de regering dat vertrouwen weer terug te zien krijgen.” Alders: “Omdat de taskforce in het leven is geroepen door het vorige kabinet, hebben we het kabinet-Rutte gevraagd of het er prijs op stelde dat we ons werk zouden voortzetten. Toen duidelijk werd dat onze aanpak economisch van aard was, is onze vraag in positieve zin beantwoord. De eerste reacties op het rapport hebben me ook optimistisch gestemd. Men is het eens met onze analyse, en ik lees niet dat de bewindslieden van Economische Zaken en Milieu de conclusie afwijzen dat ze een rol te vervullen hebben in het stimuleren van de koplopers en het bestraffen van freeridergedrag. Ik heb begrip voor de opstelling van IUCN Nederland. Het was natuurlijk een opgave om de 36 lidorganisaties op één lijn te houden. In feite hebben zij er wel mee ingestemd dat er niet opeens protesterende milieuorganisaties op de stoep staan als ergens volgens de lijnen van de aanbevelingen van de commissie wordt gewerkt.” Zoals August Mesker (VNO-NCW) schrijft: “Voor de verdere uitwerking zetten bedrijfsleven, overheid en milieuorganisaties hun samenwerking voort. Ze kijken hoe ze de aanbevelingen van Alders’ commissie in de praktijk kunnen brengen. Het is goed dat ondernemers en natuurorganisaties heel praktisch kijken hoe ze het beste hun gezamenlijke belangen kunnen verdedigen. Dat levert een stuk minder frustratie op voor ondernemers en effectievere maatregelen voor natuurbehoud.” p


Jaren lange oplei ding ser va ••• ring ••• ••• Gesp ecial iseer de mod ules

Wist u dat… U met de ATEX opleidingen van Elsevier Opleidingen ook internationaal goed zit?

Elsevier Opleidingen heeft al 40 jaar ervaring in het opleiden van veiligheidsexperts en mag zich dan ook met recht dé veiligheidsopleider noemen. Naast de meest actuele informatie over de ATEXrichtlijnen biedt Elsevier Opleidingen u ook de mogelijkheid een IECEx 05-persoonscertificaat aan te vragen. Met dit certificaat kunt u wereldwijd aan de slag. Werkt u niet in het buitenland? Ook dan is dit certificaat waardevol. 1. ATEX VOOR DESKUNDIGEN De opleiding ‘ATEX voor deskundigen’ is bedoeld voor mensen werkzaam in een explosiegevaarlijke branche*. In twee dagen tijd worden alle generieke onderwerpen uit de ATEX modules EX002 tot en met EX0010 behandeld. Hierna kunt u een examen afleggen waarmee u bewijst het overgrote deel aan kennis in huis te hebben. Duur: 2 dagen Prijs: € 735,- excl. BTW

2. ATEX SPECIALISATIE Met een ATEX specialisatie krijgt

3. VAN ATEX NAAR IECEX 05 Met het behaalde PBNA diploma

u meer diepgaande kennis van bijvoorbeeld: - installatie materieel

en een werkgeversverklaring kunt u bij Dekra een IECEx 05

incompany plaatsvinden. Duur en prijs: op aanvraag

UW 3 STAPPEN NAAR UW IECEX 05:

Verwachte startdata: 1 ste helft 2012

1. Elsevier Opleidingen geeft u een bewijs van deelname 2. Bij PBNA kunt u het examen afleggen

Startdata: 23** maart, 3, 12, 14, 18, 21 en 23 april 2012 Locaties: Amsterdam, Zwijndrecht en Utrecht * speciaal voor operators is er ‘ATEX voor

persoonscertificaat aanvragen.

- onderhoud materiaal - reparatie & revisie. Deze modules kunnen ook

ATEX online? Kijk op www.ATEXelearning.nl

3. Dekra kan u een persoonsgebonden certificaat IECEx 05 afgeven op basis van uw PBNA examen en uw werkgeversverklaring

operators’. Voor meer informatie www.elsevieropleidingen.nl/ATEX ** gegarandeerde startdatum

DIRECT INSCHRIJVEN? WWW.ELSEVIEROPLEIDINGEN.NL/ATEX

Meer weten? Ga naar www.elsevieropleidingen.nl en schrijf u meteen in voor onze digitale nieuwsbrief! Over de incompany mogelijkheden informeert onze adviseur Incompany Paul van der Sneppen u graag. Hij is te bereiken op 06 300 14 657.

Neem contact op met onze relatiebeheerder Brigitte de Wolf. Zij is te bereiken op tel. (078) 62 53 888 of mail naar brigitte.de.wolf@elsevieropl.nl


Chemie en vervoerders moeten samenwerken

Meer vervoer Met Mind Chemiebedrijven en vervoerders moeten de handen ineenslaan om het transport veel efficiënter te maken. Zonder tegenmaatregelen stijgen de kosten voor het wegvoer tot 2020 met zo’n 20 tot 25 procent, waardoor de bedrijven uiteindelijk minder klanten in het buitenland kunnen beleveren. Dit stelt Walther Ploos van Amstel, expert op het gebied van logistiek. Tekst: Erik te Roller

44 Chemie magazine maart 2012

‘D

e grote uitdaging voor de komende jaren is méér vervoeren met mínder mensen en mínder middelen”, zegt Walther Ploos van Amstel. Hij is universitair docent logistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en supply chain expert bij TNO Mobiliteit. Onlangs heeft hij een essay geschreven over de mogelijke ontwikkelingen in transport en logistiek tot 2040, dat onder meer gaat over de chemische industrie. Dit essay is een preadvies voor de Raden voor de Leefomgeving en Infrastructuur, die dit najaar een beleidsadvies uitbrengen aan minister Schultz van Infrastructuur en Milieu. Hij licht enkele punten toe die voor de chemie van betekenis zijn. Voor de komende jaren voorziet hij stijgende vervoerskosten: “Binnen acht jaar gaat 20 tot 25 procent van de chauffeurs met pensioen, terwijl nieuwe chauffeurs moeilijk te krijgen zijn. Ook gaat per 1 januari 2014 de Euro 6-norm in, waardoor vervoerders extra maatregelen moeten nemen om de emissies van het vrachtvervoer te beperken. Die moeten ze doorberekenen aan hun klanten. Verder heffen de overheden

in de verschillende landen steeds meer tol.” Volgens Ploos van Amstel kan de chemie zich geen stijgende transportkosten veroorloven. “De waarde van een chemisch product per kubieke meter is vaak relatief laag, waardoor de transportkosten dus relatief hoog zijn. Bij hogere transportkosten loont het niet meer om klanten verder weg in Europa nog te beleveren, met omzetverlies als gevolg.”

Achterblijvers

De komende tien jaar dreigen de kosten van het wegvervoer met in totaal 20 tot 25 procent toe te nemen. “Om dat te voorkomen is het zaak de productiviteit in transport en logistiek met 20 tot 25 procent te verhogen. Dit kan door leeg rijden te voorkomen, het wagenpark 24 uur per dag te benutten, en meer in te zetten op spoor en binnenvaart. Op die manier kun je met minder mensen en middelen meer vervoeren tegen lagere kosten.” Verladers kunnen zich daarom niet meer veroorloven transportbedrijven tegen elkaar uit te spelen om ad hoc de laagste prijs voor een transportopdracht te bedingen. “Efficiënt


Logistiek

“Bij hogere transportkosten loont het niet meer om klanten verder weg in Europa nog te beleveren.”

inder vervoer vraagt om het combineren van vracht, en dat vraagt weer om tijdige planning”, aldus Ploos van Amstel. “Dit kan alleen bij langlopende contracten tussen chemiebedrijven en vervoerders. Sabic, winnaar van de Nederlandse Logistiek Prijs, werkt al op die manier.” Alleen de grote vervoerders zijn volgens Ploos van Amstel goed in staat vracht slim te bundelen. Die vervoerders komen nu dan ook razendsnel op. Hij noemt als voorbeeld de twee Duitse logistieke dienstverleners Alfred Talke en DB Schenker, die over tientallen locaties in Europa beschikken en een vloot van meer dan duizend vrachtwagens hebben. “De Nederlandse transporteurs moeten oppassen dat ze niet achterblijven.”

Argusogen

Ploos van Amstel ziet dat verschillende chemiebedrijven al partnerships zijn aangegaan met logistieke dienstverleners. Dit doen ze niet alleen vanwege de kosten, maar ook vanwege de veiligheid en het milieu voor Responsible Care. Ook constateert hij dat de verticale samenwerking bij vervoer in de keten toeneemt. Een klassiek voorbeeld

hiervan is het leidingnet dat producenten en afnemers van etheen in de Benelux en Duitsland met elkaar verbindt. Daarnaast ziet de docent horizontale samenwerking van concurrenten die vervoer combineren of aan swapping doen: de producent die het dichtste bij de klant zit, levert het product en verrekent dit met de producent bij wie de klant zijn order heeft geplaatst maar elders zit. De mededingingsautoriteiten kijken met argusogen naar dergelijke vormen van samenwerking, maar Ploos van Amstel ziet geen probleem. “Juridisch gezien kan het, mits je vooraf goed vastlegt wat wel en niet mag in de regelgeving op mededingingsgebied.”

Kansloos

Het spoorvervoer blijft voor de chemie belangrijk. “Wel neemt door de verstedelijking het publieke draagvlak voor oude, lawaaiige en piepende wagons af”, meent Ploos van Amstel. “En terecht. Stillere, met crashbuffers uitgeruste wagons bieden de oplossing.” Aanleggen van spoorlijnen rondom de steden is volgens hem kansloos, omdat er te weinig ruimte is. “Dat vraagt om de aanleg van tunnels, waarvan je de kosten nooit meer terugverdient.” Ook voor de binnenvaart bepleit hij meer planning en bundeling van vracht om nieuwe, schone schepen zo goed mogelijk te benutten. Nauwe samenwerking tussen schippers en haventerminals is eveneens van belang om lange wachttijden te voorkomen. ECT en Contargo doen dat al. “Het gevolg zal zijn dat meer dan de helft van de schepen uit de vaart kan worden genomen. Voor sommige beroepsvaarders geen prettig vooruitzicht, maar die kant gaat het wel op.” p

topsector en transport

Ploos van Amstel vindt het spijtig dat in het jongste plan van aanpak van de topsector chemie geen aandacht is voor innovatie op transportgebied. “Een gemiste kans. Je kunt het huidige innovatieverhaal ook voor Frankrijk schrijven, maar wat Nederland bijzonder maakt, is de combinatie met logistiek. We kunnen kiezen uit vervoer over de weg, het spoor en het water, en moeten zoeken naar nieuwe combinaties daarvan. Dat vraagt om innovatie waarbij de topsectoren chemie, agrofood en logistiek elkaar kunnen versterken. Daarom raad ik iedereen in de chemie aan het innovatieve plan van de topsector logistiek alvast door te lezen.” VNCI-beleidsmedewerker onderwijs en innovatie Nelo Emerencia, die zitting heeft in de Regiegroep Chemie en medeauteur is van het beleidsstuk van de topsector chemie geeft aan dat er wel degelijk is gekeken naar innovatie voor het logistieke aspect van de bedrijfstak. Dit moet alleen nog verder uitgewerkt worden in het zogenoemde innovatiecontract. Als voorbeeld noemt hij het verder uitbreiden van multicore pijpleidingen, een bundel van pijpleidingen die te huur is. Dit moet niet alleen gebeuren in de regio Europoort en Rotterdam, maar ook tussen Rotterdam en Antwerpen. “In de hele chemiecluster die wij in de toekomst zien ontstaan van Nederland, België en het Roergebied zullen bedrijven op deze manier een logistiek netwerk vormen”, aldus Emerencia.

maart 2012 Chemie magazine 45


PLANTMANAGER MICHEL MEERTENS BIJ DSM SINOCHEM PHARMACEUTICALS

GEEN TIJD OM STIL TE ZITTEN “Ons bedrijf is nog steeds een van de grootste producenten van antibiotica in de wereld, maar onze concurrenten leren snel en proberen ons in te halen. Daarom is het niet zozeer belangrijk dat we onze prestaties verbeteren, maar vooral het tempo waarin we dat doen.” Was getekend: Michel Meertens, plantmanager van DSM Sinochem Pharmaceuticals in Delft én genomineerd voor Plantmanager of the Year.

FOTO: CA SPER RIL A

Tekst: Erik te Roller

46 Chemie magazine maart 2012


Plant manager of the Year year

I

n september vorig jaar heeft DSM zijn wereldwijde antibiotica-activiteiten (anti-infectives) ondergebracht in DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP), een 50/50 joint venture met het Chinese chemieconcern Sinochem. De oprichting hiervan heeft vooral in Delft heel wat voeten in de aarde gehad. Voorheen waren de activiteiten voor antibiotica (DSM AntiInfectives) en voedingsingrediënten (DSM Food Specialties) op de site in Delft namelijk sterk met elkaar verweven. Toen DSM en Sinochem medio 2010 van plan waren een joint venture op te richten, kreeg Michel Meertens, nu plantmanager DSP in Delft, dan ook de taak om op de locatie eerst de activiteiten van DSM Anti-Infectives te isoleren. Toen hij hier in mei 2011 mee klaar was, kon DSP (na toestemming van de antitrustautoriteiten) in september van start gaan.

Fietsenstallingen

De splitsing bracht Meertens, van huis uit technoloog met veel kennis van productie en onderhoud, voor het eerst in aanraking met allerlei juridische en financiële aangelegenheden. Hij heeft zich de kennis van deze terreinen razendsnel eigen gemaakt. “Voor de ontvlechting moesten we onder meer uitzoeken welke mensen naar DSP zouden overgaan en onder welke voorwaarden”, vertelt Meertens. “Met de vakbonden zijn we een overgangs-cao overeengekomen, waarbij de arbeidsvoorwaarden praktisch hetzelfde zijn gebleven. Ook moesten we kijken naar de milieuvergunning. De Provincie ZuidHolland heeft voor de locatie al eerder een overkoepelende milieuvergunning afgegeven en ziet de locatie nog steeds als één geheel. Met DSM hebben we daarom duidelijke afspraken gemaakt over wat we doen als één van de partijen van de vergunning afwijkt. Verder hebben we het eigendom, van fabrieken tot en met fietsenstallingen, moeten splitsen en de mogelijkheden voor toekomstige uitbreidingen zeker gesteld. Daarnaast zijn er tientallen diensten die we over en weer aan elkaar leveren. Zo verzorgen wij de afval-

waterzuivering voor het hele terrein in Delft. Voor al die diensten hebben we duidelijk op papier gezet wat ze behelzen, wat ze kosten, wie er betaalt als er iets kapot gaat, enzovoorts.” Hij benadrukt het belang van zo’n gedetailleerde aanpak: “Wil je je als bedrijf volledig op een nieuwe toekomst kunnen richten, dan moeten er geen losse einden zijn. Die leiden je nodeloos af van de kern van het werk: tegen zo laag mogelijke kosten produceren en de strategie volgen. Bekijk het ook eens vanuit Sinochem: dit bedrijf wil naderhand niet met onvoorziene kosten worden geconfronteerd. Veel joint ventures zijn gestrand vanwege zaken die niet goed vastlagen. Zowel Sinochem als DSM moet er daarom op kunnen vertrouwen dat er een scherpe overeenkomst ligt. Het succes van de joint venture staat of valt immers met het vertrouwen dat beide eigenaren erin stellen.” Om dezelfde reden heeft DSP bij de afsplitsing van DSM niet het onderste uit de kan geëist. “Op de locatie blijven we elkaar nodig hebben, ook al volgen we onze eigen weg en lopen onze belangen niet parallel. Tot nu toe gaat het goed. De lakmoesproef was het opstellen van de budgetten voor de diensten voor 2012. De gesprekken hierover zijn in een goede, zakelijke sfeer verlopen.”

DE PLANTMANAGER OF THE YEAR 2012

De Plant Manager of the Yearverkiezing is een initiatief van het blad Petrochem en de VNCI, in samenwerking met Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam. De wedstrijd wil bijdragen aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanningen en prestaties van plantmanagers voor onder andere veiligheid, gezondheid, milieu en productiviteit te benoemen en te waarderen. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens Deltavisie 2012 op 7 juni op de RDM Campus in Rotterdam.

Platte organisatie

Meertens geeft leiding aan een productieteam met managers die verantwoordelijk zijn voor de productie, logistiek, kwaliteit, onderhoud en EHS (veiligheid, gezondheid en milieu), aangevuld met managers van verschillende onderdelen van de onderneming. Hij staat erom bekend dat hij iedereen in zijn waarde laat en correct behandelt, ongeacht het niveau in de organisatie. Bij gesprekken luistert hij eerst goed naar anderen en neemt dan pas een besluit. Eigenschappen die goed van pas komen bij de platte organisatie van DSP. “We hebben een productieclub die zich elke dag moet bewijzen tegenover de concurrentie in China. Dat vraagt om een hoogwaardige e platte organisatie.” maart 2012 Chemie magazine 47


CV Michel Meertens

• Afgestudeerd als chemisch technoloog aan de Technische Universiteit Eindhoven in 1996 • Procesingenieur bij ingenieursbureau Fluor Daniel (1996 – 1999) • Werkzaam bij een service-afdeling van DSM voor engineering support en licensing (verkoop van kennis) voor DSM businessgroepen (1999 – 2004) • Onderhoudsmanager bij het vroegere DSM Anti-Infectives in Delft (2004 – 2006) • Productiemanager van DSM Anti-Infectives (2007) • Plantmanager van DSM Sinochem Pharmaceuticals (sinds 2008)

DSM SINOCHEM PHARMACEUTICALS DSM heeft zijn activiteiten voor antibiotica in september 2011 ingebracht in een 50/50 joint venture met het Chinese staatsbedrijf Sinochem. Het resultaat, DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP) geheten, telt wereldwijd zo’n tweeduizend medewerkers en heeft vestigingen in Nederland (Delft), Spanje, Mexico, India en China. De vestiging in Delft maakt deel uit van de businessunit voor Europa en Noord-Amerika. Dit wordt ook wel de gereguleerde wereld genoemd, omdat de geneesmiddelenautoriteiten (FDA in Amerika en EMA in Europa) streng toezien op de werking van de geneesmiddelen en de kwaliteit van de productie ervan. In Delft staat de zogenoemde ZOR-Ffabriek die 7-ADCA levert, een belangrijk ingrediënt voor antibiotica van de cefalosporine-familie. Dit gebeurt via een milieuvriendelijk proces waarbij vrijwel geen organische oplosmiddelen te pas komen. DSP verwerkt de 7-ADCA elders in eigen producten en levert de verbinding ook aan andere bedrijven. In Delft maakt DSP ook de enzymen die de andere DSP-fabrieken inzetten bij hun eigen productie. 48 Chemie magazine maart 2012

Tien jaar geleden begon DSM in Delft met zelfsturende teams. Nu breidt Meertens deze manier van werken voor DSP verder uit. De teams bestaan uit een aantal topoperators die in hoge mate verantwoordelijk zijn voor het dagelijks werk en rechtstreeks rapporteren aan de productiemanager. Er zijn dus geen ploegbazen. Voordeel is dat deze manager alle operators regelmatig spreekt. Op die manier slagen ze erin snel problemen op te lossen en productieverbeteringen door te voeren. “Zelfsturend wil niet zeggen dat ze maar hun eigen gang kunnen gaan. Ze werken binnen een bepaald kader met een mandaat: een zekere ruimte waarbinnen ze zelfstandig kunnen werken”, verklaart Meertens.

Concurrentiestrijd

De meeste operators hebben ook een extra rol. De ene operator is bijvoorbeeld het aanspreekpunt voor veiligheid, de ander voor personeelszaken, en weer een ander voor kwaliteit. “Die rollen geven de functies van de operators nog meer inhoud”, aldus Meertens. Sommige operators werken al tien jaar in de fabrieken van DSP. “Die willen we een nieuwe uitdaging bieden. Daarvoor hebben we de functie van assistent-technoloog in het leven geroepen. Hierbij ondersteunt de

operator een technoloog bij het verbeteren van het productieproces. Hiervoor hebben een aantal operators zich inmiddels de Six Sigma-aanpak (bedrijfsprocessen verbeteren door oorzaken van fouten op te sporen en te verwijderen – red.) eigen gemaakt. Anderen volgen nog. Dit helpt hen de problemen nog scherper te definiëren en via statistiek knelpunten in het proces te analyseren. Dat is heel anders dan wanneer ze alleen op hun praktijkervaring afgaan. Op deze manier helpen ze mee om alle problemen effectief op te lossen, waardoor we uiteindelijk nog meer product met nog minder grondstoffen kunnen maken.” Volgens Meertens is het de ultieme uitdaging om met deze fabrieken die middenin de Randstad staan op kostprijs te concurreren met producenten in China. “Tot nu toe lukt dat omdat we over een geavanceerd proces beschikken. Bij de concurrentiestrijd geven niettemin uiteindelijk de mensen en het management de doorslag. Het gaat er dus om dat we als klein team efficiënt en effectief opereren. Tijd om stil te zitten hebben we niet. Iedereen knokt mee, ook bij onderhoud en logistiek. Ik zeg wel eens: ‘Als we even met de ogen knipperen worden we links en rechts ingehaald door de concurrentie’. We moeten dus continu in hoog tempo verbeteren en vernieuwen.” p


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Afvalstoffen Terminal Moerdijk BV Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


LESCHACO – your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental logistics with responsible care for the chemical industry.

Experienced. Dedicated. Customized.

GEVAARLIJK GOED VERPAKT ?! CarePack Holland heeft het grootste assortiment UN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen - monsterverpakkingen

- jerrycans

- dozen, standaard maten

- blikken

- dozen, op maat

- vaten

- 4GV-dozen

- palletboxen

- medische verpakkingen

- flessen

- transportbakken

- zakken

Logistics – phone +31

and beyond.

(10) 2953 153

Since 1879.

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

Johan, productiemanager bij een olieraffinaderij, werkt in een explosiegevaarlijke omgeving. En jij?

Werk veilig met ATEX. Haal het certificaat snel en eenvoudig via e-learning!

Probeer nu gratis proefabonnement

C areP ack H olland B V - T el 020-3540787 - Fax 020-3540650 E m ail info@ carepack.nl - W ebsite www.carepack.nl

Samen met


Foto: ca sper ril a

Responsible Care

VNCI-beleIdsmedewerker sjoerd looIjs tIjdelIjk Naar brussel VNCI-beleidsmedewerker Sjoerd Looijs vertrekt naar Brussel om de rol van manager Responsible Care voor Europa te vervullen. “De komende vier jaar wil ik samen met mijn Europese en Cefic-collega’s nieuwe indicatoren ontwikkelen. Daarmee krijgen stakeholders meer inzicht in de voortgang van duurzaam ondernemen in het Responsible Care-programma. Meer uniformiteit in de verschillende duurzaamheidsrapportages aanbrengen is een ander belangrijk doel.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

L

ooijs is sinds februari actief als manager Responsible Care van Cefic, de Europese brancheorganisatie voor de chemische industrie in Brussel. Na ruim veertien jaar VNCI, waarin hij tien jaar verantwoordelijk was voor de uitrol van het Responsible Care-programma onder de VNCI-leden, was hij toe aan een nieuwe uitdaging. Die vindt hij onder meer in duurzaam ondernemen stimuleren via Responsible Care. Het zwaartepunt van het programma ligt immers vooral op het continu verbeteren van de prestaties voor veiligheid, gezondheid en milieu, terwijl duurzaam ondernemen veel breder is. Daarbij gaat het om vragen als: waar haalt een bedrijf zijn grondstoffen vandaan? Hoe gaat het om met de mensenrechten? Neemt het de juiste arbeidsvoorwaarden in acht voor contractors in projecten in het buitenland? “De huidige indicatoren in het programma bieden stakeholders te weinig inzicht in de voortgang op deze gebieden, vandaar dat er nieuwe moeten komen”, aldus Looijs.

Meer uniformiteit

Een ander heikel punt is de rapportage over Responsible Care-resultaten van de internationale federatie van de chemische industrie ICCA, de Europese brancheorganisa-

tie Cefic, de nationale verenigingen en de aangesloten bedrijven. Gegevens uit verschillende databases zijn niet altijd vergelijkbaar, en in sommige landen verschaffen lidbedrijven informatie op vrijwillige basis. Daarnaast worden nog lang niet overal de gegevens door een externe partij geverifieerd, waardoor bij sommige stakeholders het beeld bestaat van de slager die zijn eigen vlees keurt. Dat is uiteraard niet bevorderlijk voor het vertrouwen in de sector. Verder moet Looijs ervoor zorgen dat de Europese standpunten van Cefic doorklinken in internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Programme (UNEP) en de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OECD).

Kwaliteit en diepgang

Dat is een uitdagende opgave, aangezien er in de drie grote blokken waarin de internationale chemische gemeenschap is opgedeeld, Azië, Europa en Amerika, nogal eens verschillend wordt gedacht over bepaalde onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan wet-en regelgeving die mens en milieu beter moeten beschermen tegen de effecten van chemische stoffen, of aan de keuze voor veiligheidsindicatoren die meer de nadruk leggen op persoonlijke veiligheid, zoals het aantal arbeidsongevallen in plaats van leading indicators die meten hoe goed het veiligheidsmanagementsysteem functioneert. “Ik hoop dat ik er over vier jaar met mijn collega’s in ben geslaagd om deze onderwerpen internationaal gezien meer op één lijn te krijgen. Doel is om uiteindelijk de zichtbaarheid en de transparantie van het Responsible Care-programma onder de stakeholders verder te vergroten. Ook moet het programma een volwaardig onderdeel worden van het Cefic-duurzaamheidsbeleid, inclusief aantoonbare kwaliteit en diepgang”, besluit Looijs. p maart 2012 Chemie magazine 51


Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Neem eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe (EL&I) amp e Bergk ie René bied chem topge

tlijn: o-rich e Sevesur telt me cultu

over

r achte emie De ch erzorging huidv

Ruim baan voor procesintensificatie

Bert Weckhuysen (topteam chemie) waarschuwt voor brain drain

Arbeidsinspectie focust op chemie

Ambitieuze doelen topteam Chemie

Maandblad van

g van

dblad Maan

van de

Relatie chemie-pers kan beter

TU Eindhoven duale opleidingstopt

zine Maga

rland de Nede

ische se Chem

Indu

strie

• 04

• 27

april

2011

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

Chemische Industrie • 05 • 25 mei 2011

Magazine

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• 06 • 29 juni 2011

Magazine

nigin Vere

CommuniCatie Chemie-PaCk

hoe het NIet moet

BioBas ase ed d eco benut comple nomy xiteit biomoleculen

gE ona Io fSSp eeN gratis proefaboNNemeNt ,Dik RIjwil E B

Ja

uw rsch wAA AIVD

r t Voo

3x

grat

is

op Chemie magaziNe

h Chemie magazine proefabonnement (3 edities) h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, E-mail: timmerman@vnci.nl

Meer informatie over onderstaande cursussen en andere cursussen op het gebied van Technisch Management en Procestechnologie vindt u op:

cursus.paotechniek.nl

Polymeerchemie en -technologie Modulair traject van 6 modules, inschrijven per module mogelijk Start 18 april 2012 In zes modules levert de cursus de totale ketenkennis, die nodig is om polymere materialen en moleculen te begrijpen en daarmee goed te kunnen functioneren binnen het bedrijfsleven of onderzoeksinstituut waar polymeren het hoofdthema zijn.

Leergang Plantmanagement Modulair traject van 6 modules Start 22 mei 2012 De leergang is gericht op plantmanagers in de productie- en procesindustrie die hun kennis en kunde willen verdiepen en verbreden. Ervaren experts leiden een modulair traject en behandelen voor plantmanagers relevante managementaspecten. Door de interactieve opzet is er veel ruimte voor deelnemers om ervaringen met elkaar te delen.

Postbus 5048 2600 GA Delft 015 278 83 50 info@paotechniek.nl


Column

hoofdredacteur ReplicatoR B e d r i j v e n

…iPa d s…

foto: Ca sper ril a

B at t eri jen…

BASF neemt de activiteiten en patenten rondom batterijen voor elektrische auto’s over van Merck. Ook neemt het Duitse bedrijf het Amerikaanse Ovonic over, wereldleider in de productie en ontwikkeling van oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterijen. BASF wil ‘s werelds belangrijkste leverancier van batterijmaterialen worden om zo samen met fabrikanten van batterijen bij te dragen aan de toekomst van elektrische mobiliteit. p

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van chemie magazine

Eastman Chemical neemt Solutia over, dat chemicaliën levert voor de productie van onder meer consumentenelektronica als de iPad en autobanden. Met deze acquisitie wil Eastman zijn groei in opkomende markten (vooral in Azië) versnellen. De overname wordt medio dit jaar afgerond. p

… zonnePa nel en…

DuPont en Suntech Power Holdings,’s werelds grootste producent van zonnepanelen, hebben een strategische overeenkomst getekend voor meer toevoer door DuPont van fotovoltaïsch materiaal en technologie. De overeenkomst is voornamelijk gericht op technische verbeteringen, optimalisering van de leveringsketen, kostenbesparingen en levering van Tedlar, de polyvinylfluoridefolie van DuPont. p

…P l a s t ic s…

DSM Engineering Plastics heeft zijn mondiale hoofdkwartier verhuisd naar Singapore. Het bedrijf heeft een aantal belangrijke activiteiten verplaatst naar Azië om de betrokkenheid bij deze markt duidelijk te laten blijken. Verwacht wordt dat dit werelddeel de komende jaren verantwoordelijk zal zijn voor een groot deel van de groei van het bedrijf. p

…en g a s sen

Air Products gaat in Krasny Sulin in Rusland een installatie bouwen en beheren voor het vloeibaar maken van zuurstof, stikstof en argon, plus een depot voor het vullen van cilinders. De investering past in het beleid van Air Products om te investeren in groeiregio’s. p

“Zo moeilijk kan het toch niet zijn?”

Afgelopen zomer reed ik in de Provence regelmatig langs een groot complex dat vanwege de strenge beveiliging op een gevangenis leek. Google vertelde me dat hier de International Thermonuclear Experimental Reactor wordt gebouwd, een van de grootste wetenschappelijke projecten ooit. Rond 2030 zal er voor het eerst rendabele kernfusie plaatsvinden (er komt meer energie uit dan erin gaat). Daarna is het een kwestie van tijd voor er commerciële reactoren worden gebouwd. En voilà: overvloedige energie, een van de scenario’s van The Chemical Industry in the Netherlands in 2030/2050, de toekomstvisie van de VNCI en Deloitte. De Japanse hoogleraar natuurkunde Michio Kaku weet zeker dat kernfusie straks doodnormaal is. Hij zegt dit in zijn boek Reis naar de toekomst, waarin hij het leven in het jaar 2100 beschrijft op basis van honderden interviews met vooraanstaande wetenschappers. Behalve kernfusie is tegen die tijd ook supergeleiding bij kamertemperatuur mogelijk, en daarmee supersterk magnetisme. Hiermee belanden we in het magnetisch tijdperk. Nu verbruikt een auto het grootste deel van zijn benzine nog voor wrijving met de weg en de lucht, maar straks zweven auto’s en treinen soepel en snel door de lucht. Bestuurd door robots, want die hebben naast het grasmaaien ook veel ander werk overgenomen. Ook biochemie en biotechnologie gaan deze eeuw een hoge vlucht nemen, voorspelt Kaku: kweek van nieuwe organen, nanosensors die inwendig ziekten detecteren, gentherapie, kinderen naar eigen ‘ontwerp’, vertraging (of zelfs stop) van het verouderingsproces, en het werkelijkheid worden van Jurassic Parc. De heilige graal wordt de replicator, de ultieme chemische bouwdoos. Met deze molecuulbouwer kun je werkelijk alles creëren. Fijntjes merkt Kaku op dat er al een versie van bestaat: “Moeder natuur kan hamburgers en groenten in slechts negen maanden omzetten in een baby, een proces dat uitgevoerd wordt door DNA-moleculen die de blauwdruk voor de baby coderen.” Zo moeilijk kan het toch niet zijn om een machine te bouwen die dit ook kan? We hebben al een MRI-scanner en een 3D-printer. Kwestie van steeds verder verfijnen en we zijn er. Maar wel met de nodige ethische en morele dilemma’s. De sleutel tot de toekomst ligt volgens Kaku dan ook in “het opbrengen van voldoende wijsheid om het zwaard van de wetenschap te kunnen hanteren.”p maart 2012 Chemie magazine 53


Service

Colofon

MENSEN ROOSEVELT ACADEMY

Gerard van Harten, voorzitter van de Raad van Bestuur van Dow Benelux, is benoemd tot voorzitter van het nieuwe bestuur van de Roosevelt Academy (RA) in Middelburg. Het nieuwe stichtingsbestuur is onlangs geïnstalleerd en bestaat naast de voorzitter uit vier leden. De voorzitter wordt benoemd op gezamenlijke voordracht van de Universiteit van Utrecht en de Provincie Zeeland. De RA is een internationaal hoog aangeschreven honors college van de Universiteit Utrecht en participeert in uitwisselingsprogramma’s met internationale topuniversiteiten. Gerard van Harten volgt de voormalig minister van landbouw Cees Veerman op.

Chemie magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Drs.ing. Inge Janse (eindredacteur)

SAXION

Gregor Luthe is bij het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie begonnen als lector Nanotechnology. Hiermee is Saxion de eerste hogeschool in Nederland met een officieel lectoraat Nanotechnology. Luthe promoveerde aan de VU en specialiseerde zich in de VS in de toxicologie van nanodeeltjes. Het lectoraat heeft twee hoofddoelen: verdere ontwikkeling van de studieroute Nanotechnology en onderzoek doen met en voor het bedrijfsleven, inclusief bijbehorend servicecentrum.

Jos de Gruiter (redacteur) Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl Medewerkers Adriaan van Hooijdonk, Ir. Joost van Kasteren, drs. Emma van Laar, ir. Gerard van Nifterik, Casper Rila, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, Marga van Zundert Vormgeving Curve, Haarlem Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag,

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

VOLGENDE MAAND (25 APRIL)

BRIC-LAND BRAZILIË GENOMINEERDEN RESPONSIBLE CARE-PRIJS VGM CHECKLIST VOOR OPDRACHTGEVERS

PLASTICS UIT BIOMASSA DANKZIJ NANOKATALYSATOR PLANTMANAGER OF THE YEAR COMPLEXE DATA-ANALYSE VERBETERT SCHATTING TOXICITEIT

T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie Druk DeltaHage, Den Haag Abonnementen Chemie magazine is gratis voor VNCIleden en voor leden van de aangesloten lidverenigingen. Voor anderen bedragen de abonnementskosten per jaar 80 euro in Nederland en 100 euro in overige landen (incl. btw). Abonnementen eindigen per 31 december. Als niet voor 1 november wordt opgezegd, loopt het abonnement door. Nieuwe abonnementen/mutaties schriftelijk opgeven via crs@vnci.nl. Meer info: 070 337 87 28 Overname Overname van artikelen uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

WWW.VNCI.NL/LINKEDIN

Discussieer mee met meer dan 1000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI 54 Chemie magazine maart 2012

Beeld cover Hong, www.chinesekalligrafie.nl ISSN 1572-2996

EN NOG VEEL MEER…


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

As an active and dynamic agency we recruit specialised and experienced professionals in chemistry and life sciences. We continuously offer an extensive job portfolio and will actively look for the job that is made for you.

services

Would you like to know what CLS Services can do for you? You can find us at the

C2W Career Expo March 28 Jaarbeurs Utrecht

matching the best in chemistry & life-sciences

Dedicated to Excellence

www.cls-services.nl

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.