Chemie magazine - augustus 2012

Page 1

Schaliegas game changer voor chemische industrie

Van Lieshout (Inspectie SZW) over veiligheid

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 07-08 • 22 augustus 2012

Nanotechnologie lost grootste problemen op

Magazine

DSM-DIRECTEUR ATZO NICOLAÏ OVER RECENTE R&D-INVESTERING:

“KEUZE VOOR NEDERLAND WAS NIET VANZELFSPREKEND”


SCHRIJF U IN !

LEERGANG OPERATIONEEL MANAGEMENT & PERSOONLIJK LEIDERSCHAP

20 sepstart temb er Bunn

ik

We nodigen u graag uit voor de Leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap. In de opleiding staan vragen uit uw praktijksituatie centraal:

Hoe coach ik anderen effectief op resultaat en ontwikkeling? Hoe creëer ik een stimulerende werkomgeving voor mezelf en anderen? Hoe ga ik efficiënt om met tegenstrijdige belangen en spanningsvelden? Hoe initieer en begeleid ik veranderingsprocessen tot een succesvol resultaat? Hoe ga ik doeltreffend om met stressoren voor mij en anderen?

Voor wie? De leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap is gericht op alle beginnende en gevorderde leidinggevenden in de industrie. Dit zijn o.a productiemanagers, managers, wachtchefs, teamleiders en andere leidinggevenden. Aanmelden Voor deelname aan de leergang kunt u zich aanmelden op www.vapro-college.nl.

Meer weten?

Neem voor vragen over onze opleidingen contact op via: 070 301 10 86 of opleidingen@vapro.nl of kijk op vapro-college.nl


INHOUD 07-08 22 augustus 2012

20

DSM investeert 100 miljoen euro in nieuwe r&d-faciliteiten in Nederland. “Het is hier vandaan niet makkelijk concurreren, maar op middellange termijn vormt Nederland geen slechte uitvalsbasis”, zegt Atzo Nicolaï, president-directeur van DSM.

In de VS wordt schaliegas grootschalig gewonnen. Of dat in Europa ook gaat gebeuren is nog de vraag.

26 juli/augustus 2012 Chemie magazine 3


YOUR REPUTATION IS MINE.

KAN UW REPUTATIE ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WORDEN?

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectieen keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:

Veiligheid - Kwaliteit - Milieu

WWW.VINCOTTE.NL


Inhoud 07-08 22 augustus 2012

36

Paul van Lieshout (Inspectie SZW) over veiligheid chemie

opinie

07

Agenda

07

Hoe gaan we de beschikbare resources verstandig inzetten?

NIEUWS

Actueel Veiligheid Energie Milieu

40

De chemie van de heilige koe

09 13 15 17

ACHTERGROND Young Professionals

Wat voor politiek heeft Nederland nodig?

18

Innovatie

22

onderwijs

24

Energie

26

Wetenswaardig

30

Atzo Nicolaï en DSM passen goed bij elkaar Winnaars Topsector Chemiebeurs

Schaliegas: game changer voor chemische industrie Afrika’s eerste bio-ethanolgenerator Veiligheid

32

Veiligheid

36

uitgelicht

40

Stoffen

42

Veiligheid Voorop

46

Neuropsychologie en veiligheid

42

Nanotechnologie: nieuwe stoffen met nieuwe eigenschappen

Inspectie SZW over veiligheid chemie Chemie onder de motorkap Lector Gregor Luthe over nanotechnologie Leerpunten van Onderzoeksraad Voor Veiligheid Sociale innovatie

48

Veiligheid

51

Bedrijven Column hoofdredacteur Mensen Volgende maand Colofon

53 53 54 54 54

De voordelen van flexibel roosteren Gezamenlijke brandweer Moerdijk

48

Lubrizol is zeer positief over flexibel roosteren

juli/augustus 2012 Chemie magazine 5


Advies- en ingenieursbureau

dhv.nl

Economie, veiligheid, of win-win?

Hoe manage je risico’s op het gebied van milieu en veiligheid binnen een bedrijf? Welke maatregelen neem je zodat er veilig gewerkt kan worden? Wat zijn effectieve milieumaatregelen? En dragen Europese Richtlijnen echt bij aan een verbetering van de veiligheid in Nederland? Milieu en Veiligheid Industrie van DHV buigt zich over deze en nog veel meer vragen. De adviseurs kennen de brandstoffenbranche, ze spreken de taal en opereren gemakkelijk in het krachtenveld tussen bedrijf en belanghebbenden. Daarbij wordt bewezen dat innovatie en samenwerking leidt tot vooruitstrevende win-win oplossingen.

De adviesdiensten bestaan o.a. uit: • Ondersteunen bij vergunningsaanvragen, beoordelen van vergunningsvoorschriften; • Ondersteunen bij ruimtelijke ordeningsvraagstukken (bestemmingsplannen en vestigingsplaatsonderzoek); • Ondersteuning en advies bij diverse veiligheidsvraagstukken (BRZO, A(RI&E), PGS, ATEX, etc); • Uitvoeren van onderzoeken op het gebied van water, geluid, energie, geur en bodem; • Verbeteren van de veiligheidscultuur; • Opzetten en invoeren van managementsystemen (kwaliteit, Arbo, milieu en veiligheid). DHV doet dat al 90 jaar.

Meer weten? DHV B.V. Milieu & Veiligheid – Industrie Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort www.dhv.nl/mvi www.dhv.nl/mkb-desk Tel (033) 468 32 66

Altijd een oplossing verder


AGE NDA

Agenda / Voorwoord

VNCI

23 augustus WG Energie en Klimaat Novotel, Breda 23 augustus WG Procesveiligheid VNCI, Den Haag 4 september VNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag 5 september BG Onderwijs VNCI, Den Haag 6 september BG Energie en Klimaat AkzoNobel, Amersfoort

6 september WG Arbeidsveiligheid Sabic IP, Bergen op Zoom 6 september WG RC Global Charter VNCI, Den Haag 7 september BG Communicatie VNCI, Den Haag 11 september BG Innovatie Novotel, Breda 12 september WG Stoffenbeleid VNCI, Den Haag 12 september WG Logistieke Veiligheid VNCI, Den Haag 12 september Stuurgroep Imago VNCI, Den Haag

VNCI-directeur Colette Alma

SCHALIEGAS

D

e vondst van grote hoeveelheden schaliegas in de Verenigde Staten heeft de prijs van gas er teruggebracht tot circa eenderde van de prijs in Europa. Naar verwachting zal het land binnen enkele jaren een netto exporteur van energie zijn. Daarnaast voorziet schaliegas in goedkope voeding voor krakers, zodat de Amerikaanse chemiebedrijven in één klap een grote concurrentievoorsprong krijgen op de Europese. Een indicatie daarvan zagen we al in 2011: de export van Nederland naar de VS was in dat jaar slechts de helft van die in het jaar ervoor. Ook de Europese bodem herbergt waarschijnlijk veel schaliegas, maar met de exploitatie ervan is nog nauwelijks een start gemaakt. Nu zijn er zeker milieurisico’s verbonden aan de winning van schaliegas. En hoewel het gebruik ervan veel beter voor het milieu is dan kolen, lost schaliegas het klimaatprobleem niet op. Het lijkt dus verstandig dat Europa zijn kaarten op duurzame energie zet. Toch rijst de vraag of dat de juiste strategie is. We weten dat duurzame energie uiteindelijk de enige energie zal zijn die toekomst heeft. Ontwikkeling daarvan is daarom altijd verstandig. Maar weten we zeker dat die energie ook tijdig tegen concurrerende prijzen beschikbaar zal zijn? Kunnen we het ons permitteren om een goede beschikbare energiebron zoals schaliegas ongebruikt te laten, in afwachting van een nog betere? Kunnen we het ons permitteren om, met de huidige economische en politieke verhoudingen in de wereld, onze industrie voor jaren of mogelijk zelfs decennia in een achterstandspositie te zetten? Kan Europa het zich permitteren om als enige regio in de ontwikkelde wereld sterk afhankelijk te blijven van geïmporteerde energie? De vraag stellen is hem beantwoorden. Voor mij is het niet de vraag óf, maar hóe we schaliegas verstandig gaan inzetten. Vanzelfsprekend moeten we dat doen met respect voor de gevoelens van de samenleving en omwonenden en met uiterste zorgvuldigheid voor milieu en klimaat. Ik prijs de politicus die het lef heeft dat standpunt te verdedigen. p

14 september WG Procesveiligheid VNCI, Den Haag 19 september Dagelijks bestuur VNCI, Den Haag 20 september WG Security VNCI, Den Haag

juli/augustus 2012 Chemie magazine 7


ADR-Pro

Direct duidelijkheid over gevaarlijke stoffen Download de app ADR-Pro van Beurtvaartadres

De ADR-Pro is een zeer complete app voor iPhone en Android. Het is een ideaal hulpmiddel voor iedereen die te maken heeft met wegvervoer van gevaarlijke stoffen. Bent u vrachtwagenchauffeur, veiligheidsadviseur, planner of magazijnmedewerker? De ADR-Pro biedt u veel handige tools die u kunnen ondersteunen in uw dagelijkse praktijk. Naast een alfabetische stoffenlijst bevat de app een helder overzicht van alle gevaarsetiketten. Heeft u uw transportlijst ingevoerd? Dan brengt de app ook de betreffende tunnelbeperkingen en tankcleaningstations voor u in kaart. Ook kunt u aan de hand van uw transportlijst zien of uw transport in aanmerking komt voor de 1000-puntenvrijstelling. Bereken het gemakkelijk en snel met de ADR-Pro. De app denkt zelfs met u mee over de omschrijving van uw goederen op de vrachtbrief. En met de kennisquiz kunt u uw parate kennis op peil houden. Voor meer informatie bezoekt u www.beurtvaartadres.nl/adr-app

Beurtvaartadres is voor de logistieke keten geen onbekende. Al sinds 1927 faciliteert Beurtvaartadres de keten in het onderling uitwisselen en bewaren van gegevens over logistieke transacties, om zo de totale transactiekosten te verlagen. De ADR-app is de eerste in een reeks van applicaties voor smartphones en tablets, die Beurtvaartadres de komende tijd gaat introduceren.

Postbus 24023, 2490 AA Den Haag E info@beurtvaartadres.nl I www.beurtvaartadres.nl T 088 55 22 111 F 088 55 22 103

LICHT EN VEILIG Ex-High Power LED-Spot ■ Energiezuinig (ca. 24 W) ■ Compact (doorsnede 160 mm) ■ Robuust en vibratie- en schokbestendig ■ Geschikt voor Ex-zone 2 en 22 (ook verkrijgbaar in niet Ex uitvoering) ■ Geen onderhoud noodzakelijk ■ Optimale belichting door een keuze uit 2 versies met een 8 en 38 graden openingshoek ■ Zeer hoge lichtopbrengst (3.800 lx op 2,5 meter) ■ Lange levensduur door geïntegreerd temperatuurmanagement systeem ■ Geen afkoeltijd

www.turck.com

Applicaties ■ Kijkglas verlichting op tanks ■ Verlichting op werkplek ■ Trapverlichting

Speciale introductieprijs* € 495,00 *O.v.v. „Introductieprijs“ (geldig t/m 31-12-2012)

Sense it! Connect it! Bus it! Solve it!

Turck B.V. Ruiterlaan 7, NL-8019 BN Zwolle Postbus 297, NL-8000 AG Zwolle Tel. (+31) (38) 4 22 77 50 Fax (+31) (38) 4 22 74 51 Email info@turck.nl internet www.turck.com


Actueel

VNCI-medewerkers promoteN ChemIe bIj de jeugd Onlangs hebben medewerkers van de VNCI bij Stichting C3 een workshop gevolgd over het geven van een gastles over chemie op een basisschool. Verschillende VNCI-medewerkers hebben zo’n gastles al gegeven. “De kinderen waren superenthousiast.”

D

irectiesecretaresse Sylvia Wubben bezocht met C3-directeur Arne Mast een basisschool in Breukelen. Daar gaven zij samen les aan kinderen van groep 3. Met een appel in de ene en een pot appelmoes in de andere hand vertelden zij dat appels in een fabriek tot appelmoes worden gemaakt. Daar worden allerlei stoffen, in dit geval onder meer suiker, bij gebruikt. “Met een appel en zo’n pot appelmoes maak je een proces in een fabriek meer tastbaar”, vindt Wubben. Vervolgens gingen de kinderen hun eigen shampoo maken. “Het leuke daarvan is dat ze het flesje shampoo mee naar huis nemen en zo de link leggen tussen het gebruik van alledaagse producten, een chemiefabriek, en het maken van die producten.” Vier weken later mocht ze met Arne terugkomen. “‘Wat gaan we doen, wat gaan we doen?’, vroegen de kinderen ongeduldig.” Ze gingen een pot haargel maken voor Vaderdag voorzien van een eigen etiket. “De kinderen waren superenthousiast”, concludeert Wubben.

‘Het ruikt lekker’

Reinier Gerrits, speerpuntmanager energie & klimaat, verzorgde een les in groep 5 op de basisschool van zijn zoon in Bilthoven. De materialen werden geleverd door C3. Hij begon de les met het tonen van een nachtelijke foto van de Chemelot-site, met de vraag welke stad dit was. De kinderen noemden allerlei wereldsteden, tot Gerrits hen trots meedeelde dat dit dus een hele grote chemiefabriek was. Om de omvang weer te geven, toonde hij hoe klein een mens is naast zo’n fabriek. Vervolgens werd er in kleine groepjes glitter-haargel gemaakt, waarbij de kinderen zelf mochten vertellen wat er allemaal in moest: een geurtje, kleur, water. Tot slot spoorde Gerrits hen aan om ook een verkooppraatje te houden. “Ze kwamen met dingen als ‘leuk voor feestjes’, ‘goed uitwasbaar’ en ‘het ruikt lekker’”. Volgens hem snapt de klas nu dat veel producten, zoals haargel, uit chemiefabrieken komen. “Je komt er langs op weg naar het zuiden”, hield hij hun - met het oog op de zomervakantie - tot slot voor. p Ook een chemieles geven op een basisschool? Zie voor meer informatie www.C3.nl.

Nooit meer auto wasseN Onderzoekers van de TU/e hebben een coating ontwikkeld die zichzelf herstelt na beschadiging. De potentiële toepassingen zijn legio: mobieltjes waar nooit een vingervlek op komt, auto’s die nooit gewassen hoeven te worden en minder schilderbeurten voor vliegtuigen.

F

unctionele coatings, die bijvoorbeeld sterk waterafstotend of antibacterieel zijn, hebben op hun buitenoppervlak moleculaire groepen, op ‘steeltjes’ van nano-afmetingen, die zorgen voor deze speciale eigenschappen. Maar die moleculaire groepen gaan door lichte aantasting van het oppervlak, zoals krasjes, al snel verloren, en daarmee ook hun werking. Catarina Esteves van de faculteit Scheikundige Technologie van de TU/e heeft hier nu een oplossing voor gevonden. Ze ontwikkelde oppervlakken met speciale steeltjes, met aan de uiteinden de functionele chemische groepen. Deze mengt ze door de coating. Wanneer het buitenste laagje eraf gekrast wordt, richten de steeltjes in de onderliggende laag zich vanzelf weer op uit het materiaal, waardoor de functie herstelt. Hiermee wordt het mogelijk om een auto blijvend zelfreinigend te maken, met een sterk waterafstotende coating. Doordat druppels er niet aan hechten, rollen ze van de auto af en nemen het vuil mee. Een regenbui af en toe volstaat dan voor een schone auto, waarop bovendien geen krasjes te zien zijn. Op een soortgelijke manier kan een mobieltje altijd schoon blijven, of een vliegtuig. Bij vliegtuigen geldt: des te schoner het oppervlak, des te minder luchtwrijving, des te minder kerosine is nodig. Een andere toepassing zijn contactlenzen die niet bekrast raken. De beperking van de nieuwe technologie is dat ze alleen werkt bij ondiepe krassen, die niet helemaal door de coating heen gaan. Esteves en haar team gaan de vinding nu verder ontwikkelen, in samenwerking met andere universiteiten en met industriële partners. Ze verwacht dat binnen zes tot acht jaar de eerste coatings productieklaar zijn, voor prijzen vergelijkbaar met de prijzen van huidige coatings. p juli/augustus 2012 Chemie magazine 9


Systemen die u helpen

voor elke situatie een professionele oplossing Tork biedt u een breed assortiment poetsdoeken voor iedere schoonmaakklus. Of u nu iets op moet ruimen na een ongelukje of voor een andere taak. De Tork poetsdoeken laten uw medewerkers efficiĂŤnter schoonmaken en poetsen. Met minder oplosmiddel en zonder te pluizen. Neem contact op met Tork via www.tork.nl


Actueel

V.l.n.r. : Jeroen Eijkens, Ivo slegters, Daan van Weem en Jorrit Hortensius.

Zilver en brons voor nederland op cHemieolympiade Tijdens de 44e Internationale Chemieolympiade, gehouden in de VS, sleepte Daan van de Weem van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen een zilveren medaille in de wacht. Ivo Slegers van SSG Nehelennia in Middelburg en Jorrit Hortensius van het Lyceum Vos in Vlaardingen wonnen een bronzen medaille. Jeroen Eijkens van het Vechtstede College in Weesp kreeg een eervolle vermelding.

H

et Nederlandse team werd geselecteerd aan de hand van de uitkomsten van de Nationale Scheikundeolympiade, eerder dit jaar bij de TU Eindhoven. Het practicum bestond uit het ophelderen van een reactiemechanisme met behulp van kinetiek en het isotoopeffect en de synthese van organo-metallische verbindingen die als katalysator kunnen worden gebruikt. In de theorietoets kwamen onder andere stoffen aan de orde die als therapie tegen kanker kunnen dienen, alsmede keramische supergeleidende materialen, de werking van mosterdgas op DNA, stof-

fen die helpen tegen rookverslaving en grafeen. De nationale scheikundeolympiade is een initiatief van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling en wordt ondersteund door het ministerie van OCW, de VNCI, de NVON, het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum, de RuG, de VU, de TU/e, Cito Instituut voor Toetsontwikkeling en de KNCV). Noordhoff Uitgevers, Texas Instruments en Uitgeverij Malmberg stellen prijzen beschikbaar. p

Gerard van Harten nieuw boeGbeeld topsector cHemie

Gerard van Harten volgt op 1 september Rein Willems op als boegbeeld van de Topsector Chemie en als voorzitter van de Regiegroep Chemie.

V

an Harten is momenteel voorzitter van de raad van bestuur van Dow Benelux. Sinds 2009 zet hij zich al in voor de Regiegroep Chemie als voorzitter van SusChem Nederland (de Nederlandse tak van het European Technology Platform Sustainable Chemistry). Ook geeft hij leiding bij de ontwikkeling van de internationale plannen van Topsector Chemie. Later dit jaar gaat hij met pensioen bij Dow. Vertrekkend boegbeeld Rein Willems gaf sinds 2007, eerst als voorzitter van de Regiegroep Chemie en daarna als boegbeeld van Topsector Chemie, sturing aan verschillende initiatieven die de rol van chemie in Nederland moeten versterken. p

Foto: slo

SP en VnCI krItISCh oVer raad Voor de LeefomgeVIng Paulus Jansen van de SP heeft aan staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu Kamervragen gesteld over de samenstelling van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI). Aanleiding was de bekendmaking half juli van de twaalf leden van de nieuwe RLI. Jansen vraagt zich onder meer af waarom niemand van de voormalige Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) in de nieuwe raad aanwezig is, terwijl dit vorig jaar wél was toegezegd. Ook de VNCI is er nog niet van overtuigd dat in de nieuwe raad voldoende kennis over gevaarlijke stoffen aanwezig is.

A

tsma heeft vorig jaar bij de aankondiging van de nieuwe raad, opgericht om een breed spectrum aan losse adviesgroepen samen te voegen, toegezegd dat de expertise over gevaarlijke stoffen wordt geborgd. Zo zou er één lid van de voormalige AGS in de RLI komen, terwijl de overige leden ingevlogen zouden kunnen worden voor vraagstukken over gevaarlijke stoffen. Maar afgaande op de ledenlijst blijkt dat de toezeggingen niet zijn nagekomen. De enige aanknopingspunten zijn een advocaat in milieurecht, een consultant crisismanagement en een directeur van RoyalHaskoning, maar allen zijn niet gespecialiseerd in gevaarlijke stoffen. Ook wordt er nergens expliciet melding gemaakt van de AGS of de betrokkenheid van zijn oorspronkelijke leden. In juni 2011 zetten de SP en de VNCI al kanttekeningen bij het opheffen van de AGS. De VNCI gaf aan de nieuwe raad positief-kritisch te gaan volgen. Behandeling van de brand bij Chemie-Pack zou daarvoor een belangrijke testcase worden. Uit het werkprogramma van de RLI voor 2012 en 2013 staat voor dit onderwerp alleen nog niets gepland. p

juli/augustus 2012 Chemie magazine 11


Na dat bedrijfsongeval wist ik het zeker: dit nooit meer Kijk op www.copla.nl/mvk ‘In ons bedrijf wordt gewerkt met enorme machines. Allemaal CE-gemarkeerd. Maar dat bleek niet voldoende. Mijn collega Henk raakte bekneld met zijn arm. Hij zit nu thuis om te revalideren. Op dat moment wist ik dat ik meer wilde weten over veilig werken. Wilde leren hoe je risico’s in kaart brengt en de kans op bedrijfsongevallen structureel kunt verkleinen. Mijn werkgever was positief en raadde mij aan te informeren naar de opleiding Middelbare Veiligheidskunde. Ik heb gekozen voor Copla. Ze zijn al jaren gespecialiseerd in veiligheidszorg en geven een Hobéon SKO-erkende dagopleiding. Eén dag per twee weken volop aandacht voor mijn opleiding. Dat bevalt prima.’ Ook op zoek naar een MVK-opleiding met toekomstperspectief? Copla start 13x per jaar in diverse regio’s.

Marco Suoth, productieleider

Verder met veiligheidszorg. Verder met Copla. Copla Opleiding – Training – Consultants Harderwijk | 0341 430848 | info@copla.nl www.copla.nl

Volg ons op:


Veiligheid

Vnci kritisch oVer AAngenomen wet BAsisnet De VNCI is blij dat na zes jaar de wet Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is aangenomen, maar zet er wel enige kanttekeningen bij. De Tweede Kamer gaf namelijk op 19 juni aan dat innovaties die de veiligheid vergroten niet alleen ten goede moeten komen voor het bedrijfsleven (zodat deze meer kan vervoeren), maar ook aan bebouwing en burgers in de buurt. Volgens de VNCI wordt hiermee een belangrijke prikkel voor het bedrijfsleven tenietgedaan om via innovaties de veiligheid te vergroten.

I

Foto: shut terstock

n het Basisnet ligt vastgelegd wat de regels zijn voor bebouwing en veiligheid bij vervoer over weg, water en spoor. Oorspronkelijk was het idee dat bedrijven die veiligheidswinst boeken (bijvoorbeeld door veiligere containers in te zetten) meer mogen vervoeren. De veiligheid zou hierbij hetzelfde blijven, aangezien het toegenomen risico van meer vervoer gecompenseerd wordt door veiliger vervoer.

Afnemende veiligheid

Air Products is 1.500.000 uur incidentloos De vestiging van Air Products in Rozenburg, waar industriĂŤle gassen worden geproduceerd, heeft uit handen van de European Industrial Gases Association (EIGA) een gouden award ontvangen. Op de plant vonden namelijk de afgelopen 1.500.000 uur geen incidenten plaats die tot lichamelijk letsel of een onderbreking van de productieprocessen hebben geleid.

I

n Nederland kreeg Air Products ook een award vanwege het laagst gemiddelde aantal ongelukken tijdens het transport van de producten over de weg. Wekelijks maken de 35 trucks van Air Products vele honderden ritten om de gassen in tanks of in cilinders bij afnemers of agenten af te leveren. Sommige producten, zoals vloeibare waterstof, worden door heel Europa vervoerd. In Rozenburg staan drie luchtscheidingsfabrieken, een waterstoffabriek, een fabriek voor de productie van vloeibare waterstof en twee warmtekrachtinstallaties. Hier worden zuurstof, stikstof, waterstof, argon, koolmonoxide, stoom en elektriciteit geproduceerd. p

De Tweede Kamer gaf in het debat over de wet alleen aan dat de veiligheidswinst ook toegewezen mag worden aan bebouwing in de buurt van het spoor of verhoogde veiligheid van bestaande buurtbewoners. De VNCI vreest nu dat de veiligheid juist gaat afnemen als er toch dichter op weg, water en spoor gebouwd mag worden. Er zitten volgens de VNCI ook positieve kanten aan de nieuwe wet. Zo kunnen individuele vervoerders of verladers direct beloond worden als zij veiligheidsmaatregelen nemen, bijvoorbeeld door voorrang op het spoor te krijgen op partijen die niet investeren. Ook is de VNCI blij dat na een traject van zes jaar iedereen nu eindelijk weet waar hij aan toe is.

juli/augustus 2012 Chemie magazine 13


HieperdePieper! … HOERA! Al 35 jaar dé specialist in draagbare en vast opgestelde gasdetectiesystemen. Voor onder andere de chemische industrie en laboratoriummarkt. Naast het verkopen en verhuren van gasdetectieproducten, adviseren we u graag, voeren preventief onderhoud uit en verhelpen mogelijke storingen. Ter bescherming van mens en milieu. Want ons motto is ‘Better Safe than Sorry!’

www.buveco.com

STAND

2C064

Tillen met alle gemak van de wereld

“Voor elke toepassing een balancer op maat.” De Dalmec balancers zijn intelligente oplossingen die producten tot 900 kilo schijnbaar gewichtloos maken. De systemen zijn zo ontworpen dat elke producthandling met uiterste precisie, flexibiliteit en veiligheid gebeurt. Én met minimale fysieke inspanning van uw personeel. Zo verbeteren we zowel de efficiëntie als de arbeidsomstandigheden binnen uw bedrijf. Neem voor meer informatie contact op via 0345 - 63 60 50 of balancers@dalmec.nl. Voordelen op een rijtje: • mogelijkheden vrijwel onbeperkt; • handling uiterst precies en flexibel; • ergonomisch verantwoord;

• eenvoudig in gebruik; • 24/7 service en onderhoud. www.dalmec.nl


VEMW boEkt niEuWE rEsultatEn Voor zakElijkE EnErgiEgEbruikEr VEMW, de belangenbehartiger voor de zakelijke energiegebruikers, heeft zich de afgelopen tijd succesvol ingezet voor haar leden. Zo maakte ze bezwaar tegen de evaluatie van de Elektriciteits- en de Gaswet die toezichthouder NMa niet conform de wet zou hebben uitgevoerd. Daarnaast pleitte VEMW met succes voor een aanpassing van de wetgeving voor particuliere elektriciteitsnetwerken. Tekst: Igor Znidarsic

D

e Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) evalueert elke vier jaar de werking van de Elektriciteitswet en de Gaswet. De NMa kijkt dan naar leveringszekerheid, marktwerking en -ordening en toezicht en handhaving. De verantwoordelijke minister kan daarnaast extra regels stellen voor de inhoud. Dat gebeurde bij de laatste evaluatie. “De minister wilde weten hoe kosten kunnen worden bespaard op de uitvoering van de wet”, vertelt Hans Grünfeld, directeur van VEMW, de belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers. “De NMa heeft vervolgens alleen onderzocht hoe de twee wetten efficiënter kunnen worden uitgevoerd, procedures kunnen worden verkort enzovoort, zonder de doeltreffendheid en de werking te evalueren.” De NMa lijkt zich volgens Grünfeld te focussen op kostenbesparing. “Daar is niks mis mee, maar het is wel zorgelijk dat een onafhankelijke toezichthouder zijn oor alleen te luister legt bij de minister en niet doet wat de wet hem opdraagt.” VEMW heeft de Kamer hierop geattendeerd, waarna VVD-woordvoerder Leegte de verantwoordelijke minister heeft bevraagd. Volgens Verhagen was het nog te vroeg om te kijken of de marktwerking en leveringszekerheid verbeterd zijn, aangezien de wetswijzigingen hiervoor pas vorig jaar doorgevoerd zijn. Over een paar

jaar moet het daarom volgens de minister wél lukken.

Complex bouwwerk

Daarnaast heeft de NMa drie voorstellen gedaan die Grünfeld contraproductief vindt. Zo wil de toezichthouder de afweging van belangen bij besluiten over energie bij de netbeheerders neerleggen, terwijl die volgens VEMW hun eigen belangen hebben. Ook stelt de NMa voor de tariefstructuur te wijzigen. “Zij vinden die te ingewikkeld. Maar als je aan dat complexe bouwwerk gaat sleutelen, zijn de gevolgen nauwelijks te overzien. Je zou tenminste eerst onderzoek moeten doen naar de effecten voor de afnemers.” Met het derde voorstel wil de NMa bezwaarprocedures afschaffen. Bedrijven gebruiken deze om problemen met de besluiten van de mededingingsautoriteit in een vroeg stadium op te lossen. “De NMa redeneert: als je een probleem hebt, ga je maar naar de rechter”, legt Grünfeld uit. “Maar de rechter beslist altijd binair: een besluit kan standhouden of niet. Dan komt het weer bij de NMa, die een nieuw besluit moet nemen, en dan komt het wéér bij de rechter. Het voordeel van een bezwaarschrift is dat de NMa in de bezwaarfase veranderingen in het besluit kan aanbrengen en een probleem zo snel kan oplossen.” p

ParticuliErE nEtWErkEn

VEMW heeft bij de Europese Commissie aangedrongen op een duidelijker onderscheid tussen openbare elektriciteitsnetwerken (zoals van Stedin) en particuliere (veelal op industrieterreinen, zoals Chemelot). “Beide moesten aan dezelfde regels voldoen”, licht Grünfeld toe. “Hierdoor moesten particuliere netwerken bijvoorbeeld aan allerlei eisen ter bescherming van huishoudelijke klanten voldoen.” Dankzij een aanpassing van de Europese Elektriciteits- en Gasrichtlijnen (die vervolgens geïmplementeerd worden in de Nederlandse wet) is dit voorbij. Een particulier netwerk kan nu aangemerkt worden als Gesloten Distributie Systeem (GDS). Grünfeld: “Voorheen kon een particulier netwerk ook al een ontheffing van eisen krijgen, maar deze vervalt nu. Als je een nieuwe ontheffing aanvraagt op basis van GDS hoef je aan veel minder eisen te voldoen dan voor openbare netwerken gelden.” Daarnaast kan een particulier netwerk zich kwalificeren voor een zogenoemde Directe Lijn. “Industriële locaties die hun eigen energie produceren, bijvoorbeeld via warmtekrachtkoppeling, hoeven dan geen ontheffing aan te vragen.” Naar verwachting zal de wet na de zomer in werking treden. Eind augustus organiseert VEMW een bijeenkomst om bedrijven te informeren over de nieuwe wettelijke regelingen voor particuliere netwerken. juli/augustus 2012 Chemie magazine 15

Foto: shut terstock

Energie


Logistics Control Tower Cost Saving Tools Carrier Connectivity KPI Dashboards

tro le ? rt o n d e r co n U w tra n sp o

CO2

Bekijk de DSM business case

WIJ DE CONTROLE, U HET INZICHT IDS is gespecialiseerd in ADR, Temp- en vorstvrijzendingen. Ga naar idsnl.com/ADR

SEW-EURODRIVE—Driving the world

Op maat gesneden?

Of snel geïnstalleerd?

Waarom of? Tegenstellingen smelten samen: ontdek nu waarom u bij een aandrijfoplossing niet meer voor het ene of het andere hoeft te kiezen – als u voor een wereldspeler in aandrijftechnologie kiest. SEW-EURODRIVE: dat is 80 jaar ervaring in het oplossen van aandrijfproblematiek, van een enkel component tot een compleet systeem. Wij noemen dat Drive 360° – Seeing the big picture. www.sew-eurodrive.nl


Milieu Nyrstar gaat zink terugwinnen uit rails.

met maar liefst tien Green Deals speelt de nederlanse chemie, verzameld in de topsector chemie, een grote rol in de plannen van de overheid voor groene groei in nederland. totaal zijn er bijna zestig plannen voor vergroening van de economie gehonoreerd door de betrokken ministeries. Deze projecten krijgen ondersteuning via bijvoorbeeld snellere vergunningverlening of hulp bij het vinden van samenwerkingspartners.

I

n 2011 werden de eerste 75 Green Deals afgesloten tussen overheid, bedrijfsleven en betrokken organisaties. Toen lag de nadruk vooral op energie. Eén van de afspraken was van de VNCI en de Stichting Dutch Biorefinery Cluster en verbond zo de sectoren agro, papier en chemie met elkaar. De nieuwe lichting afspraken verlegt de aandacht onder meer naar duurzaam plastic, de biobased economie en recycling.

Lignum bouwmaterialen uit gras wil maken. Ook de Kamer van Koophandel doet mee door de biobased economie in de regio Veenkoloniën-Eemsdelta te versterken. Bovendien gaat branchevereniging NRK zowel groene alternatieven zoeken voor gevaarlijke stoffen als certificaten ontwikkelen om duidelijk te maken welke chemische producten écht uit hernieuwbare grondstoffen bestaan.

De goedgekeurde projecten bestrijken het hele spectrum van de chemie en variëren van discussie tot productie. Zo gaat Nyrstar zink terugwinnen uit rails, terwijl Purac en Synbra samen met de Suiker Unie wil werken aan duurzame groene kunststoffen. Op het snijvlak van agro en chemie gaat de Green Chemistry Campus faciliteiten bieden aan jonge ondernemers, terwijl hier ook onderwijs ontwikkeld wordt om de transitie naar een biobased economie te versnellen.

De 10 Green Deals waarbIj chemIe betrokken Is: 1. Duurzame geleiderail 2. Green dutch grown polymers 3. stichting noordzeeboerderij 4. Green chemistry campus 5. biobased innovations 6. third paradise 7. nova lignum 8. kamer van koophandel, noord-nederland 9. nrk Groen certificaten 10. nrk substitutie gevaarlijke stoffen

Ondertussen zal op de NDSM-werf in Amsterdam gewerkt worden aan een maatschappelijke dialoog over de groene economie via kunst en cultuur, terwijl Nova

Foto: shut terstock

Tien Green Deals voor neDerlanDse chemie Yara wil Geen afvalwaTer meer lozen Yara in sluiskil wil vanaf 2015 geen (eerst gezuiverd) afvalwater meer lozen op het kanaal Gent-terneuzen. De kunstmestfabriek is daarom een proefproject begonnen in samenwerking met het milieubedrijf advanced waste water solutions.

I

n het Duurzaamheidsverslag 2011 meldt Yara dat de investeringen in een milieuvriendelijker watersysteem plaatsvinden omdat het bedrijf duurzamer wil werken. Daarnaast is Yara ook financieel gebaat bij deze activiteiten, aangezien de water- en energieprijzen stijgen en de normen voor het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater strenger worden. “We kunnen op termijn het gezuiverde afvalwater weer inzetten in onze processen, bijvoorbeeld als schoon demiwater”, voorspelt hoofd laboratorium Dimitri Overmeire in het Duurzaamheidsverslag.

Meer informatie over de Green Deals: www. ondernemendgroen.nl/greendeal juli/augustus 2012 Chemie magazine 17


Young Professionals De vraag: de verkiezingen op 12 september in aantocht zijn de politieke partijen druk geven hun mening Met bezig hun verkiezingsprogramma’s aan de man te brengen en wordt er volop over de mogelijke winnaars en de te vormen coalities. Een van over actuele thema’s gespeculeerd de zaken die Nederland nodig heeft is een gezonde en duurzame industrie. De kan daarin een sleutelrol vervullen. Wat voor politiek heeft Nederland in de chemie chemie nodig om dit mogelijk te maken? Vier young professionals geven antwoord. HENDRIK JAN MENSINK (34)

Teamleader technology bij Elementis Specialties Netherlands BV

“Pak grondstoffenschaarste aan; investeer in r&d en duurzame innovatie” Wat er nodig is voor een gezonde en duurzame chemiesector? Hendrik Jan weet het wel: gerichte investeringen in people, planet en profit. “Om met de mensen te beginnen: de vergrijzing gaat de komende decennia zoals bekend hard toeslaan. Gerichte investeringen in goed – beter! – technisch onderwijs zijn dan ook onontbeerlijk. En zorg ervoor dat talentvolle mensen de opleidingen ook weten te vinden.” Op milieugebied is grondstoffenschaarste het voornaamste probleem waarmee de sector te maken krijgt, voorziet Hendrik Jan. “Om ons minder afhankelijk te maken van andere landen, is het broodnodig om te investeren in recycling, bijvoorbeeld van fosfor.” Waarna we bij het laatste onderdeel uitkomen: profit. “De chemiesector is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de Nederlandse export. Onlangs kwam de VNCI met een gedegen visiestuk over de toekomst van de sector. Kern van die visie is dat de Nederlandse chemische industrie tot 2050 in staat is om welvaart en banen te genereren. Daar zijn volgens de VNCI dan wél een aantrekkelijk investeringsklimaat, gerichte r&d en duurzame innovatie voor nodig. Daar sluit ik mij van harte bij aan.” linkd.in/hendrik-jan-mensink

LINEKE PELLEBOER (29)

Shift supervisor bij Janssen Biologics

“Doorgaan met topsectorenbeleid en stimuleren duurzame producten” Wat de overheid in elk geval moet doen als het aan Lineke ligt? “Doorgaan met het topsectorenbeleid! Samen werken aan innovatie, gerichte kennisopbouw: het topsectorenbeleid vormt een heel belangrijke impuls voor de chemische industrie. Hopelijk blijft dit beleid ook in roerige politieke tijden overeind.” Onderwijs is volgens Lineke een ander speerpunt. “We hebben in de toekomst veel mensen nodig met een technische achtergrond, dus de overheid heeft een belangrijke functie om ervoor te zorgen dat het aantrekkelijk én betaalbaar is om voor een technische studie te kiezen. De industrie speelt zelf overigens ook een belangrijke rol bij het aantrekkelijker maken van de sector.” De schaarste van metalen is een ander probleem waar de overheid zich over moet buigen, vindt Lineke. “Juist metalen die nodig zijn voor de overstap naar groene energie zijn schaars. Stimuleer bedrijven om meer werk te maken van vervanging en hergebruik, bijvoorbeeld door geld beschikbaar te stellen voor onderzoek. En dan denk ik niet alleen aan subsidies, maar vooral aan stimuleringsmaatregelen en bewustwording richting het grote publiek. We staan met z’n allen voor een maatschappelijk probleem, en zullen dit dus ook met z’n allen moeten oplossen.” www.linkedin.com/in/linekepelleboer Twitter: @LinekeP

18 Chemie magazine juli/augustus 2012


Young Professionals

BART DAUTZENBERG (29)

Supply & inventory manager bij Sabic

“Lager belastingtarief voor mensen in de techniek” Een groene sector die zich onderscheidt door productontwikkeling op basis van moderne, duurzame technologie: Bart legt de lat meteen hoog als het aankomt op de toekomst van ‘zijn’ sector. ‘Voorwaarde is wél dat we als land concurrerend blijven. Helaas is de regelgeving op nationaal en Europees niveau soms wel erg rigide. Bijvoorbeeld als het aankomt op CO2-emissies: natuurlijk is het belangrijk dat hier regels voor zijn, maar te strikte regelgeving schaadt onze concurrentiepositie. Bedrijven die al best in class zijn nóg strengere regels opleggen die extra kosten met zich meebrengen, dat is volgens mij niet reëel.’ Wat er volgens Bart wél nodig is voor die groene, innovatieve sector: kennis. “Waarmee ik toch weer uitkom bij de basis, namelijk het technisch onderwijs. Maak het aantrekkelijker en plaats het meer in de spotlight. En zijn mensen eenmaal werkzaam in de techniek, houd ze dan ook vast. Bijvoorbeeld door hen een lager belastingtarief op te leggen.” Een behoorlijk onorthodoxe oplossing, geeft Bart zelf grif toe. “Maar talentvolle mensen zijn keihard nodig in onze sector. Meer outof-the-box denken kan dus zeker geen kwaad.” www.linkedin.com/in/bartdautzenberg Twitter: @aalbeek1

MARTINE WOLS (26)

Process engineer bij LyondellBasell

“Spannend techniekonderwijs en consistent beleid” Van het een iets anders maken: voor Martine is en blijft het fascinerend. “Díe verwondering, die moet gestimuleerd worden in het onderwijs. Zodat juist door de praktijk te laten zien, te beginnen op de basisschool, het vak spannend en interessant blijft. En dat is broodnodig, want voldoende goed opgeleid personeel kan de chemiesector heel goed gebruiken.” Naast goed (chemie)onderwijs is kostenbeheersing een ander punt waar de overheid zich volgens Martine hard voor moet maken. “Vergeleken met Aziatische landen zijn productiekosten in Nederland en West-Europa hoog. We moeten ervoor zorgen dat we ons niet uit de markt prijzen, zodat bedrijven blijven investeren in West-Europa. Daarnaast is het belangrijk dat de regels die gemaakt zijn, bijvoorbeeld voor subsidies, niet te snel wijzigen. Die onzekerheid maakt bedrijven afwachtender. Zonde: alleen met een goed investeringsklimaat houden we onze leidende positie vast.” linkd.in/martine-wols

juli/augustus 2012 Chemie magazine 19


Topman Atzo Nicolaï (DSM Nederland) over r&d-investering:

Keuze voor NederlaNd was Niet vaNzelfspreKeNd Tweemaal maakte hij een radicale carrièreswitch: van cultuur naar politiek, en vorig jaar van Kamer naar bedrijfsleven. Het bevalt de president-directeur van DSM Nederland uitstekend, want Atzo Nicolaï is “earning money by doing good”. Tekst: Jos de Gruiter

20 Chemie magazine juli/augustus 2012


Innovatie

“H

et bevalt erg goed. Dank je. Hier ga ik geen spijt van krijgen.” Hij glundert. Een jaar na zijn benoeming tot president-directeur van DSM Nederland weet oudpoliticus Atzo Nicolaï het zeker: zijn overstap naar de private sector - en meer in het bijzonder DSM - is een juiste geweest. Hij aarzelt of een kwinkslag zo kort na de start van het gesprek al op zijn plaats is, maar hij vond de uitspraak van een vriend zo treffend dat hij hem graag aanhaalt: “Hij zei dat DSM en ik erg bij elkaar passen, want ik heb tweemaal een radicale car-rièreswitch gemaakt, en DSM heeft zichzelf tweemaal opnieuw uitgevonden.” Nicolaï had een loopbaan ‘in de cultuur’ achter de rug toen hij, nog relatief onbekend, namens de VVD als staatssecretaris voor Europese Zaken zitting nam in het eerste kabinet-Balkenende. Na de val van dat kabinet kwam hij terug in dezelfde positie in Balkenende II. In Balkenende III was hij minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Na een termijn als woordvoerder Buitenlandse aangelegenheden in de Tweede Kamer werd hij op 1 juli 2011 benoemd bij DSM, een bedrijf dat hij slechts kende “van verhalen”. Het klikte onmiddellijk. “Het verschil tussen DSM en de publieke sector, waarin ik altijd actief ben geweest, is veel kleiner dan ik verwachtte. Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid is hier heel sterk ontwikkeld. Het is geen groen vernislaagje, geen ‘imagoding’, maar het zit écht in de organisatie. We bieden oplossingen voor de grote problemen van de wereld en daar verdienen we geld mee. We are earning money by doing good.”

“Het is niet makkelijk concurreren vanuit Nederland, maar op middellange termijn vormt het geen slechte uitvalsbasis.”

foto: ca sper ril a

Geweldige mogelijkheden

In mei maakte DSM het besluit bekend dat het bedrijf de komende twee jaar 100 miljoen euro zal investeren in drie nieuwe r&d-faciliteiten. In Delft wordt een nieuw laboratorium voor biotechnologisch onderzoek gebouwd. Ook levert DSM daar een bijdrage aan het net opgerichte consortium voor de Bioprocess Pilot Facility (BPF) voor bio-research. In Sittard-Geleen wordt op de Chemelot Campus bovendien een nieuw onderzoeksgebouw voor materiaalwetenschappen gebouwd. De laboratoria zullen naar verwachting in 2014 in gebruik genomen worden en werk bieden aan zo’n zevenhonderd mensen. “Voor een belangrijk deel zal het onder-

zoek zich richten op de mogelijkheden van biomaterialen en biomedische producten”, licht Nicolaï toe. “We hebben juist de overname van Kensey Nash afgerond, een biomedisch bedrijf uit de Verenigde Staten. Het levert biomedische producten, onder meer voor cardiologie, orthopedie, chirurgie en sportmedicijnen. De Amerikaanse afzetmarkt is groot, de grondstoffen zijn er te vinden, maar de r&d komt voor een groot deel uit Nederland. De investering moet onze ontwikkelingen op biomedisch vlak een impuls geven. Ik kan niet voorspellen wat uiteindelijk het resultaat zal zijn, maar we zien vooral mogelijkheden in de cross-over van medicijnen en hulpmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van stents en geneesmiddelen: stents om het bloedvat open te houden en medicijnen om de vaatwand te herstellen. Die technologie biedt geweldige mogelijkheden.”

Keuze voor Nederland

Het heeft er even om gespannen of de investering terecht zou komen in Nederland, blikt Nicolaï terug. “Mijn verantwoordelijkheid in DSM is Nederland, dus ik heb er wel voor gepleit. Maar uiteindelijk gaat het om het belang van het totale bedrijf. We weten dat China goedkoper is en dat in de Verenigde Staten meer overheidssteun wordt verleend dan in Nederland. We realiseren ons dat niet zo, maar het is een feit. Bovendien is energie in de VS goedkoper en blijkt de Amerikaanse economie in elke crisis flexibeler en daardoor sneller in staat uit een dal te klimmen. Het is dus niet makkelijk concurreren vanuit Nederland. Maar op middellange termijn vormt Nederland geen slechte uitvalsbasis voor dit soort activiteiten. We hebben hier nog altijd een relatief stabiele omgeving, een goede kenniseconomie, een goede infrastructuur en een uitstekende samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en universiteiten.” De Nederlandse wortels van DSM hebben daarnaast een - zij het bescheiden - rol gespeeld, erkent hij. “De meerderheid in onze managing board bestaat uit mensen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Ook is ruim tweederde van onze medewerkers actief in het buitenland. Maar we zijn wel doordrongen van het belang dat we in Nederland gevestigd zijn. De lijnen zijn kort en de overheid weet ons goed te vinden - en omgekeerd. Dat is ons wel wat waard. De tijd dat een groot bedrijf e juli/augustus 2012 Chemie magazine 21


“We moeten accepteren dat er bij de overheid geen grote zak met geld klaarstaat” alles op eigen houtje kon doen, is voorbij. Kijk naar DSM: wij worden kleiner in Nederland en de problemen die we willen oplossen worden groter. Dus moeten we allianties aangaan. De Bioprocess Pilot Facility in Delft (een joint venture voor onderzoek naar biotechnologische processen waarin CSM, Koninklijke DSM en de TU Delft participeren – red.) is een dure faciliteit die er alleen kan komen omdat de kosten worden gedragen door de verschillende deelnemers. Op Chemelot doen we vergelijkbare dingen, bijvoorbeeld met een capital venture fund en bedrijven als Lanxess. Al die zaken gebeuren met als doel om een knooppunt van internationale betekenis te maken. Dat is goed voor de regio, goed voor Nederland, en goed voor DSM en zijn partners.”

Fundamenteel onderzoek nodig

Onlangs presenteerde TNO het rapport De Staat van Nederland Innovatieland 2012. Daarin is te lezen dat Nederland in internationale vergelijking een middenmoter is op r&d-gebied. De intensiteit hiervan (de uitgaven voor onderzoek & ontwikkeling als percentage van het bruto binnenlands product) ligt in Nederland met 1,84 procent onder het EU-gemiddelde, ruim onder de Lissabon-doelstelling van 3 procent, en heeft een dalende tendens. Daar tegenover staat dat r&d-intensieve sectoren in Nederland het hardst groeien en bovengemiddeld bijdragen aan economische groei. In dit verband worden de machine-industrie, de chemische industrie, de elektrotechnische industrie, de voedingsmiddelen- en drankenindustrie en de IT-dienstverlening genoemd. De chemische industrie hoort dus bij de positieve uitzonderingen, maar het rapport roept wel de vraag op hoe goed het innovatieklimaat in Nederland is. Nicolaï: “De overheid innoveert niet, innovaties komen van bedrijven en kennisinstellingen. Maar de overheid heeft wel een rol te vervullen. Je kunt je ogen niet sluiten voor de actuele financiële problemen, dus we moeten accepteren dat er geen grote zak met geld klaarstaat. Wat er wel is, moeten we goed inzetten, slim verdelen. Dan praat je in feite over het topsectorenbeleid: je richten op onderdelen waarmee je in de toekomst geld kunt verdienen en die de samenleving ten goede komen. Ik ben van mening dat dat een juiste keuze is, vooral omdat het beleid uitgaat van een 22 Chemie magazine juli/augustus 2012

hechte samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen. Sommigen zijn van mening dat de focus vooral gericht moet zijn op het creëren van een topuniversiteit met topwetenschappers en topstudenten, maar ik geloof meer in het model waarin op het snijvlak van drie partijen de spannendste dingen gebeuren. Daarnaast kan de overheid innovatie stimuleren in haar rol als launching customer of als regelgever. Het klinkt misschien verrassend, maar DSM heeft geen bezwaar tegen verscherping van milieu- of veiligheidsnormen. Daag het bedrijfsleven maar uit! Bedrijven moeten sowiesó hun nek durven uitsteken en accepteren dat niet elke ontwikkeling tot succes leidt. De geschiedenis heeft geleerd dat de mooiste ontdekkingen vaak de bijvangst zijn. Je moet creatieve onderzoekers hebben en die de ruimte geven.” Natuurlijk moet er wel een structuur zijn en moeten er managers zijn die beslissen of een vinding commercieel is toe te passen, vult hij haastig aan. “En om misverstanden te voorkomen: ik pleit absoluut niet voor bezuinigingen op fundamenteel onderzoek. Echte innovaties zijn niet te vergelijken met productaanpassingen en vragen om hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek.”

Tandje bijzetten

Tijdens de jaarvergadering van de VNCI eind juni noemde gastspreker Sweder van Wijnbergen de eindigheid van fossiele grondstoffen “geen major issue meer”. Zijn argument: het moment waarop ze daadwerkelijk verbruikt of niet meer te winnen zijn, schuift steeds verder naar achteren. “Dat is geen reden om het kalmer aan te doen met de omschakeling naar biogrondstoffen”, waarschuwt Nicolaï. “We verwachten nu veel van schaliegas, maar de winning daarvan is in diverse landen omstreden. Bovendien verschillen de prognoses over beschikbaarheid en betaalbaarheid nogal. De enige zekerheid is dat fossiele grondstoffen eindig zijn, dus we moeten ons bijtijds richten op alternatieven. Als je kijkt naar de geschiedenis van de mensheid, dan zie je dat we altijd hebben geleefd van de opbrengst van het land, met een kleine uitzondering: sinds ruim honderd jaar halen we onze grondstoffen uit de bodem. We pakken dus gewoon de draad weer op als we biomate-

riaal gaan gebruiken. Het is de grootste uitdaging van onze tijd en bij uitstek een onderwerp dat samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en private partijen vergt. Ik ben optimistisch als u mij vraagt naar de slaagkans, maar het zou geen kwaad kunnen als we een tandje bijzetten. Opkomende economieën als China en Brazilië zitten op dit vlak echt niet stil.”

Geen toeval

In de mondiale concurrentiestrijd en ten tijde van een zware crisis doet DSM het relatief goed. Over het afgelopen jaar kon nog een positief resultaat van 860 miljoen euro worden genoteerd. Het is nooit onderzocht of er een causaal verband is, maar de topman van DSM Nederland ziet wel een opmerkelijke parallel tussen de plaats van het bedrijf op de Dow Jones Sustainability Index (over de mate van duurzaamheid van bedrijven) en de ontwikkeling op de Amsterdamse Effectenbeurs: “Op de Sustainability Index stonden we de afgelopen jaren steeds één of twee, en op de beurs waren we over de afgelopen acht jaar de grootste stijger. Dat is geen toeval: we verdienen ons geld met duurzaamheid. DSM zag steeds bijtijds de grote wereldproblemen en bleek in staat daarop in te spelen met de expertise die in het bedrijf aanwezig is. Daarom blijven we dat pad volgen: geloven in duurzaamheid, jezelf steeds opnieuw uitvinden, en bijtijds de bakens verzetten.” Hij beaamt dat DSM mede daardoor veel waardering geniet. “Vraag iemand in de straat wat DSM maakt en je krijgt veel verschillende antwoorden. Het bedrijf roept in ieder geval positieve associaties op.” Terecht, vindt hij: “Het beeld kan niet doorgeprikt worden, maar zit echt in onze genen. We hebben die uitstraling ook hard nodig. Binnen tien jaar stroomt de helft van onze zesduizend medewerkers uit. Voor hen is vervanging nodig, en dat zal moeilijk genoeg worden. Hogeropgeleide jongeren willen geld verdienen en zoeken een interessante baan, liefst met internationale mogelijkheden. Daarvoor kunnen ze terecht bij diverse bedrijven. Uiteindelijk bepalen dan vaak zaken als maatschappelijke betrokkenheid en de duurzaamheid van een werkgever de keuze.” p


foto: ca sper ril a

Innovatie

juli/augustus 2012 Chemie magazine 23


Winnaars Topsector Chemiebeurs aan de tand gevoeld

Erik Maris

Melanie Balhuizen

Op 25 juni maakte de Universiteit Utrecht bekend welke vijf veelbelovende aankomend scheikundestudenten een Topsector Chemiebeurs ontvangen, goed voor 5000 euro per jaar en deelname aan een prestigieus honoursprogramma. Wat dreef de talenten Melanie Balhuizen en Erik Maris tot deze grote hoogte, en wat verwachten zij van de toekomst? Tekst: Emma van Laar

24 Chemie magazine juli/augustus 2012

FoTo’s: Ivar Pel

Wat drijft toptalen

T

ijdens de bijeenkomst ‘Top Sector Chemistry: the added value of knowledge’ werden de winaars van de Topsector Chemiebeurs bekendgemaakt. De beurs, een maandelijkse toelage van 500 euro gedurende de bachelorstudie, is een initiatief van de VNCI en een gift bovenop de studiefinanciering. AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra stellen elk een beurs beschikbaar. De che-


Onderwijs

de andere Winnaars

enten? mische industrie en de universiteiten zijn dit initiatief gestart om meer scholieren voor de chemie te laten kiezen. Ze achten dit noodzakelijk om het verwachte tekort aan bèta’s en technici terug te dringen en de ambities van de sector te realiseren. De Universiteit Utrecht is de eerste universiteit die met de VNCI samenwerkt in dit project. Volgend jaar wordt de chemiebeurs landelijk uitgerold met zestig beurzen voor zowel universiteiten als hbo-instellingen. Aan de gezamenlijke selectieprocedure van de chemiebedrijven en de Universiteit Utrecht deden dertig aankomend studenten scheikunde mee. Dat de beurs werkt blijkt bovendien uit het aantal voorinschrijvingen sinds de aankondiging van de chemiebeurs, want dat ligt 40 procent hoger dan vorig jaar rond deze tijd.

erik Maris

Erik (Grotius College, Delft) heeft enkel achten en negens op zijn eindlijst staan, plus talent voor talen en muziek. Hij dacht er al langer over na om scheikunde te gaan studeren, maar werd écht door de chemie gegrepen tijdens een rondleiding bij de faculteit Scheikunde in Amsterdam. Dat gebeurde bij een vriend van zijn vader die hoogleraar fotochemie is. “Ik vond scheikunde op de middelbare school een mooi vak”, legt Erik uit. “Het spreekt me aan omdat het gevarieerd is. Tijdens de studie komen ook wiskunde en natuurkunde aan bod, en bovendien is het vak breed met organische, anorganische en biochemie. Ik vind nu met name biochemie en drug innovation interessant, en wil graag onderzoek gaan doen om iets bij te kunnen dragen aan een betere wereld.” Erik koos voor Utrecht omdat de studie daar net als beste uit de Elsevier-ranglijst van universiteiten komt. “Ik vond de meeloopdag erg leuk en hoorde bij het inschrijven van het bestaan van de Topsector Chemiebeurs. Aangezien

ik goede cijfers heb en de stageplek me een mooie kans leek, heb ik me opgegeven. Natuurlijk, het geld is leuk, maar op deze manier kan ik al vroeg kennismaken met het doen van onderzoek, en daar gaat het me om. Daarnaast kun je al in het eerste jaar met het honoursprogramma meedoen.” In het eerste jaar maken de talenten namelijk kennis met de bedrijven en kijken ze wat bij hen past. In het tweede jaar gaan ze stagelopen. Erik: “Ik weet nog niet zo goed wat ik daarvan moet verwachten. Het lijkt me leuk om mee te maken hoe dergelijke bedrijven werken en daarin mee te draaien.” Volgens de jury is Erik optimistisch en kan hij goed omgaan met tegenslagen, een noodzakelijke eigenschap voor een onderzoeker. Bij zijn profielwerkstuk, deels uitgevoerd bij de Universiteit Wageningen, kwam dit al goed van pas. Tegenslagen door stervende planten overwon hij, en zo droeg hij bij aan onderzoek naar een nieuw soort plant voor een brandstofcel.

Melanie Balhuizen

Melanie is zeventien en een waar multitalent met alleen maar achten en negens op haar cijferlijst. Sinds de kennismaking met het vak natuur-scheikunde wist ze het zeker: dit is mijn vak. “Ik vond het leuk en het was mijn beste vak. Wat is er leuker dan te gaan studeren in de richting waar je goed in bent en je interesse bij ligt?”, stelt Melanie retorisch. “Ik heb voor Utrecht gekozen omdat het goed te bereizen is vanuit Soest en omdat de scheikundeopleiding in Utrecht de beste van het land is (volgens dezelfde Elsevier-ranglijst – red.).” Tijdens haar profielwerkstuk richtte Melanie zich op het scheiden van olie en water. “De Deepwater Horizon-olieramp was actueel, en daarom leek het ons interessant om te kijken of het opruimen van de olie niet beter kon. Het was moeilijk omdat we de situatie niet goed konden nabootsen, maar we hebben wel wat alterna-

Ook Maarten Bransen (Leidsche Rijn College, Utrecht), Gerrit-Jan de Bruin (Van Lodensteincollege, Amersfoort) en Nienke Visser (Stedelijk Gymnasium, Haarlem) krijgen de Topsector Chemiebeurs. Ze zijn gekozen op basis van hun cijfers voor scheikunde en andere exacte vakken, creativiteit als onderzoeker, motivatie, en brede ontwikkeling. Maarten krijgt de beurs voor zijn creativiteit en initiatief in het onderzoek en zijn activiteiten daarbuiten. Gerrit-Jan vindt de combinatie van theorie en praktijk en de vertaalslag naar toepassingen van de chemie leuk. Nienke, die praktisch en theoretisch zeer vaardig is, kan zich volgens de jury ontwikkelen tot een toponderzoeker.

Van links naar rechts: Gerrit-Jan de Bruin, moeder van Nienke Visser (die bij de uitreiking op vakantie was), Maarten Bransen, Erik Maris en Melanie Balhuizen.

tieve methoden gevonden. Zo neemt haar bijvoorbeeld veel olie op.” Naast haar talent voor scheikunde toont Melanie maatschappelijke betrokkenheid en heeft ze als voorzitter van de leerlingenraad de medezeggenschap op haar school (Baarnsch Lyceum) nieuw leven ingeblazen. De jury ziet haar als een ambassadeur voor de chemie bij jongeren. Ze schreef zich in voor de selectieprocedure na een mailtje van een docent. Melanie: “Ik had niet echt het vermoeden dat ik een kans zou maken om te winnen, maar vond het toch een mogelijkheid die ik niet kon laten liggen. Ik weet nog niet zo goed wat ik moet verwachten van de kennismaking met de bedrijven. Ik hoop te kunnen zien hoe het er daar aan toegaat. Het is leuk om nu al de kennis die je leert in de praktijk te zien en daar misschien wel aan bij te dragen.” Melanie vindt nu met name de biochemie leuk en ziet zichzelf wel op het lab eindigen. p juli/augustus 2012 Chemie magazine 25


Amerikaanse chemische industrie investeert weer

SCHALIEGAS IS GAME CHANGER

In de Verenigde Staten vindt grootschalige winning van schaliegas plaats. Hierdoor zijn de kosten van ethaan, grondstof voor de chemische industrie, nu zó laag dat investeren in nieuwe installaties weer rendabel wordt. Maar waarom gebeurt dit in Europa nog niet op grote schaal? Tekst: Joost van Kasteren

I

n de Verenigde Staten wordt schaliegas gezien als game changer voor de chemische industrie. Tussen 2005 en 2010 groeide de productie van dit onconventionele gas met 45 procent per jaar, en inmiddels voorziet het in een kwart van de behoefte aan aardgas. Er zijn zelfs plannen om terminals (die oorspronkelijk zijn gebouwd om geïmporteerd Liquefied Natural Gas (LNG) om te zetten in aardgas) om te bouwen zodat ze aardgas kunnen omzetten in LNG voor de export. De petrochemische industrie speelt actief in op de groeiende gasproductie, zo blijkt uit een vorig jaar verschenen rapport van de American Chemistry Council. Waar de stijgende gasprijzen tussen 2002 en 2009 de investeringen en de bijbehorende bedrijvigheid vooral richting Midden-Oosten stuurden, leidt de dalende gasprijs ertoe dat bedrijven nu weer investeren in de VS.

Miljardeninvesteringen

ExxonMobil gaat bijvoorbeeld miljarden investeren in de uitbreiding van zijn petrochemische complex in Baytown, Texas. Onderdeel van de uitbreiding is een nieuwe ethaankraker om te kunnen profiteren van groeiende beschikbaarheid van aardgas. Ook Dow Chemical wil de kraakcapaciteit uitbreiden, terwijl Shell Chemicals zijn installaties in Texas en Louisiana momenteel geschikt maakt voor ethaan. Als het alleen gaat om winbare hoeveelheden lijkt schaliegas ook een game changer voor de Europese chemische industrie. Volgens schattingen van het Internationaal Energie Agentschap zijn de technisch winbare reserves in Europa namelijk voldoende voor 250 jaar. Schattingen voor Nederland variëren van een paar honderd tot 3000 miljard kubieke meter. In het gunstigste 26 Chemie magazine juli/augustus 2012

geval is er dus sprake van een gasbel met de omvang van die in Slochteren. Maar waar de Groningse gasbel indertijd met gejuich werd ontvangen, stuit de winning van schaliegas in Europa nog op de nodige maatschappelijke weerstand. Frankrijk en Bulgarije hebben zelfs een moratorium ingesteld. Alleen in Engeland en in Polen wordt actief geboord, maar dat komt ook omdat de huidige Poolse regering er veel aan gelegen is om de afhankelijkheid van Russisch aardgas drastisch te verminderen. In Nederland werden de eerste vergunningen voor het doen van proefboringen in 2009 verleend aan het Britse bedrijf Cuadrilla. De boortorens waren echter nog niet gebouwd of de omwonenden en de Rabobank (die in de directe omgeving een datacentrum heeft) stapten naar de rechter. Vervolgens besloot minister Verhagen tot een consultatieronde onder belanghebbenden om de mogelijke risico’s in kaart te brengen. Deze is onlangs afgerond, waarna een onderzoeksbureau werd aangetrokken om alle vragen te beantwoorden. Resultaten worden niet voor het eind van het jaar verwacht, en tot die tijd worden er geen vergunningen gegeven.

Brandend kraanwater

Een van de belangrijkste bezwaren tegen de winning van schaliegas is dat de gebruikte methode zou leiden tot vervuiling van grondwater. In de Amerikaanse documentaire Gasland worden beelden getoond van kraanwater dat vlam vat als je er een aansteker bij houdt. Volgens de makers van de film komt dat doordat er schaliegas uit de ondergrond in een zelfgeslagen drinkwaterput terecht is gekomen. Geologen hadden al hun twijfels over deze claim, aane gezien het onwaarschijnlijk is dat gas een afstand van


INFOGR APHIC: DON FOLE Y

Energie

ONCONVENTIONEEL GAS

De term onconventioneel gas verwijst naar gasvoorraden die traditioneel lastig te winnen zijn. De meest bekende is schaliegas, dat opgesloten zit in versteende kleilagen (leisteen). Een andere variant is steenkoolgas, ook wel mijngas geheten, dat opgesloten zit in steenkool. De winning van onconventioneel gas begint met het boren van een put die bij het bereiken van de gashoudende laag horizontaal wordt voortgezet. Vervolgens wordt er onder een druk van 400 tot 500 bar water in geïnjecteerd, waardoor er millimetergrote scheuren in het gesteente ontstaan. Dit is het zogeheten fracking. Met het water

wordt ook zand als vulmiddel (proppant) aangevoerd om de scheurtjes open te houden. Om te voorkomen dat het zand neerslaat worden verdikkingsmiddelen toegevoegd, zoals guar gum. Dit is een natuurlijk middel dat ook in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt (E412). Daarnaast worden nog enkele keukenkastchemicaliën toegevoegd zoals keukenzout, soda en boorzout, en een bacteriedodend middel zoals glutaaraldehyde, dat ook in ziekenhuizen wordt gebruikt. Ongeveer tweederde van het gebruikte water wordt – met chemicaliën – weer naar boven gehaald en

vervolgens gereinigd en hergebruikt. Voor de winning van schaliegas zijn meer putten nodig dan voor conventionele gaswinning omdat het gas – ondanks fracking – slecht stroomt. Vaak moet om de paar kilometer een gat worden geboord omdat de reikwijdte van de put niet veel langer is dan een kilometer. Voordeel is wel dat je met horizontaal boren vanuit een beperkt gebied van enkele voetbalvelden groot meerdere putten in verschillende richtingen kunt boren. Een goede bekleding van de boorput (casing) zorgt ervoor dat het vrijkomende gas zich niet in de bodem kan verspreiden juli/augustus 2012 Chemie magazine 27


Amerikaanse, Britse en Ierse milieu-instanties zien weinig problemen, mits de regels voor gaswinning goed worden nageleefd’

enkele kilometers door verschillende soorten gesteenten kan afleggen. Recent is bovendien uit een onderzoek van de staat Colorado gebleken dat het gas in het kraanwater alleen al vanwege zijn samenstelling niet uit de diepe ondergrond afkomstig kan zijn. Inmiddels is duidelijk dat het moerasgas was dat door bacteriën in de ondiepe bodem wordt gevormd. Overigens is het elders wel voorgekomen dat schaliegas in het ondiepe grondwater terecht is gekomen, maar dat kwam vooral door scheuren in de bekleding van het boorgat.

Vervuiling en bevingen

Een ander risico is de vervuiling van bodem en water door de chemicaliën die gebruikt worden bij de winning. Voor een deel gaat het om boorvloeistof, maar daarin onderscheidt de schaliegaswinning zich niet van de winning van conventioneel gas. Hooguit is de kans op vervuiling groter omdat er meer putten worden geboord. Voor een ander deel gaat het om water dat na gebruik weer naar boven wordt gehaald. Dat bevat onder meer verdikkingsmiddelen en chemicaliën die aan het water zijn toegevoegd om corrosie en bacteriegroei tegen te gaan. Het afvalwater bevat ook stoffen die vanuit de ondergrond meekomen. Dat kunnen organische stoffen zijn, zoals benzeen, maar ook radioactieve stoffen zoals radium, radon en uranium. Uit een studie van de US Geological Survey naar het Marcellus-voorkomen (een gebied waar veel schaliegas voorkomt) in Pennsylvania blijkt dat de gehaltes in dezelfde orde van grootte liggen als bij conventionele bronnen van aardgas. Hoewel het afvalwater wordt gereinigd, blijft het niettemin een risico om rekening mee te houden. Milieudefensie wijst in een brochure ook op de seismische risico’s van de winning van schaliegas. Door water onder hoge druk te injecteren worden scheurtjes in het gesteente gevormd (fracking), wat kan leiden tot kleine aardbevinkjes die onder bepaalde omstandigheden aardtrillingen aan het oppervlak veroorzaken. Zo vond in het Zwitserse Basel in 2006 een lichte aardbeving plaats als gevolg van het injecteren van water onder 28 Chemie magazine juli/augustus 2012

hoge druk op een diepte van enkele kilometers. In dit geval gebeurde dat overigens niet voor de winning van schaliegas, maar voor de winning van aardwarmte. Lichte aardbevingen zijn ook bij de winning van conventioneel aardgas niet ongewoon, zoals de inwoners van Groningen en Drenthe inmiddels weten. De vraag is alleen in hoeverre het risico bij schaliegas groter is. De tweede vraag is of er gebieden zijn, zoals in Limburg en Oost-Brabant, waar je misschien beter geen fracking kunt toepassen omdat die van nature al gevoelig zijn voor aardbevingen. De les van de gasbel in Groningen is in ieder geval dat je de mogelijkheid van aardbevingen beter kunt onderkennen dan ontkennen, zoals daar jarenlang gebeurd is.

Broeikas

Het laatste bezwaar tegen schaliegas is dat de winning leidt tot meer broeikasgassen. Dat komt onder meer doordat er meer energie nodig is om het gas te winnen. Bovendien ontsnapt er mogelijk meer gas. Diverse studies laten zien dat de extra uitstoot van broeikasgassen in de orde ligt van 2 à 3 procent. Volgens de Amerikaanse Environmental Protection Agency kan die echter nog met 90 procent worden verminderd door technische maatregelen en netjes werken. Omgekeerd blijkt overigens dat de uitstoot van CO2 juist afneemt dankzij schaliegas. De lage prijs zorgt er namelijk voor dat steenkool wordt verdrongen als brandstof voor elektriciteitscentrales. Volgens een recent bericht van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) heeft die verschuiving ertoe geleid dat de CO2-uitstoot in de Verenigde Staten met bijna 8 procent is gedaald sinds 2006.

Beheersbaar

Terwijl we in Nederland nog een half jaar moeten wachten op de uitkomsten, blijkt uit onderzoek elders dat het wel meevalt met de extra risico’s van schaliegas. In het recent verschenen rapport Golden Rules for a Golden Age of Gas beschrijft de IEA dat er voldoende technische mogelijkheden zijn om de risico’s binnen de perken te houden, mits bedrijven en overheden zich houden aan de golden rules. Naast technische voorzieningen om de risico’s te minimaliseren, gaat het hierbij ook om zaken als volledige transparantie en het betrekken van de lokale gemeenschap bij de plannen en projecten. Ook de Amerikaanse, Britse en Ierse milieu-instanties zien weinig problemen, mits de regels voor gaswinning goed worden nageleefd. Nadeel van het toepassen van de gouden regels is volgens de IEA dat de prijs van schaliegas 7 procent hoger komt te liggen dan die van conventioneel gas. Omdat tegelijkertijd de productie toeneemt, zal de gasprijs de komende jaren waarschijnlijk tóch fors gaan dalen. Hierdoor kan schaliegas ook in Europa een game changer worden voor de chemische industrie. p



1500 30.00 boeren produceren

30 Chemie magazine juli/augustus 2012


Wetenswaardig Dankzij het simpele en compacte op ethanol brandende kookstel kan Maria Doua voor het eerst in haar leven schoon en veilig binnenshuis koken. Toen ze nog op houtskool kookte had ze vanwege de rook tranende ogen en ademhalingsproblemen.

Onlangs is in Dondo, Mozambique Afrika’s eerste bio-ethanolgenerator in gebruik genomen. Deze voorziet families in de omgeving van schonere, goedkopere en veiligere kookbrandstof. De bio-ethanol biedt een alternatief voor houtskool, in Mozambique de voornaamste brandstof voor het bereiden van eten. Dat komt goed uit, want de prijs van houtskool is in de afgelopen drie jaar verdriedubbeld, en bovendien is koken op houtskool schadelijk voor de longen. Daarnaast is de houtskoolindustrie verantwoordelijk voor een groot deel van de omvangrijke ontbossing in Afrika.

00

De bio-ethanolgenerator, een initiatief van Cleanstar Mozambique en het Deense biotechnologiebedrijf Novozymes, kan maximaal 30.000 liter bio-ethanol per week produceren. De brandstof wordt bereid uit cassave, de voornaamste bron van voeding in de regio. De cassave zal door 1500 regionale boeren geproduceerd worden. Hierdoor geeft het project naast schone energie een positieve impuls aan de lokale landbouw. Voor elk stuk met biofuel-casave beplante grond komt er een even groot stuk waar groente, maïs of een andere graansoort verbouwd wordt. Voor eventuele overschotten aan cassave wordt er in de buurt van de generator een molen voor cassavemeel gebouwd. Momenteel draait de plant nog op een capaciteit van 25 procent, aangezien Cleanstar meer tijd nodig heeft om klanten te vinden voor de Ndzilo (‘vlam’). Dit is het op ethanol brandende kookstel dat de traditionele houtskoolbranders moet vervangen. Vooralsnog zijn er 500 verkocht en 2200 in bestelling. Cleanstar hoopt dat ook mensen in de hoofdstad Maputo, 700 kilometer verderop, overschakelen op het kookstel en de brandstof. Het bedrijf heeft plannen om meer plants te bouwen in het oosten en zuiden van Afrika.

FOTO: ANP

liter bio-ethanol liter per week juli/augustus 2012 Chemie magazine 31


Mens zwakke schakel bij ongelukken

Foto: shut terstock

De neuropsychologie van veiligheiD

32 Chemie magazine juli/augustus 2012


Veiligheid

Talloze stappen zijn er sinds de jaren vijftig gezet om veiliger te werken. Veiligere machines, veilige procedures, veiligere protocollen, en vervolgens nóg meer regels. Maar hoe veilig de werkvloer ook is, de mens blijft de zwakke schakel. We nemen bijvoorbeeld al risico’s voor een paar seconden tijdswinst. Maar hoe bewust doen we dat eigenlijk? Tekst: Noortje van Dorp

hele leven nieuwe gevaren blijven leren herkennen waar het brein ons niet automatisch voor waarschuwt.

Beloning

C

hemiereus Sabic werkt al jaren aan een veiligere werkplek. Zo lopen er verschillende veiligheidsaanpakken naast elkaar die allemaal effect hebben. “Maar na verloop van tijd zie je dat de daling van incidenten afplat”, stelt Olaf Derkx, manager veiligheid, gezondheid en milieu bij het bedrijf, vast. In 2010 volgde zelfs een terugval. Neuropsycholoog Juni Daalmans, op dat moment bezig met een teamontwikkelingstraject bij het bedrijf, werd daarom gevraagd om te onderzoeken waarom dat gebeurt. En in plaats van wéér een veiligheidsprocedure te formuleren die gebaseerd is op incidenten, begon Daalmans juist andersom: bij de mens en zijn risicoperceptie.

Oerangsten

Zijn wij spanningsjunkies? Nee, zegt Daalmans. De mens is uitgerust met een goede risicodetectie, maar deze is inmiddels wel flink verouderd. “Wij bestaan omdat onze voorouders het overleefd hebben.” De (beschermende) angsten die we toen hadden, hebben we nog steeds (zie kader primal fears). Het probleem is alleen dat de gevaren die toen aan de orde van de dag waren

inmiddels vervangen zijn door nieuwe risico’s. Daalmans: “Sinds de industriële revolutie maken we machines die vele malen sterker zijn en werken we met gevaarlijkere stoffen. Die oerprikkel van ‘dit is gevaarlijk’ hebben we daar alleen niet bij. De mens heeft de natuur zover gemanipuleerd dat het mechanisme dat ons vroeger beschermde nu niet meer werkt. Daarom moeten we ons brein opnieuw programmeren.” Samen met Sabic en aan de hand van verschillende onderzoeken, formuleerde Daalmans zijn theorie Complete Safety (zie ook kader). Kort gezegd mogen we er niet vanuit gaan dat de mens een bewust, logisch handelend wezen is. Om regels en protocollen te volgen, moeten we deze daarom ook snappen, en dat heeft iets meer om het lijf dan ze gewoon verteld worden. “Bij werknemers moet je niet aannemen dat ze zich altijd volledig beseffen wat de gevaren zijn die het werk met zich meebrengt”, waarschuwt Daalmans. Volgens de neuropsycholoog moeten we elk nieuw gevaar leren zoals een kind leert een straat over te steken. Want net zoals een kind het gevaar niet direct (her)kent van auto’s, moeten we ons

Naast het vaak niet (h)erkennen van gevaar, heeft de mens ook nog een ander naar trekje. Daalmans: “Veiligheid geeft weinig zichtbare beloning, terwijl we er wel veel moeite voor moeten doen. Moeite ervaren we als pijn: het prikkelt hetzelfde gebied in de hersens. Het vergt dus letterlijk inspanning om altijd veilig te handelen.” Zo’n inspanning was bij Sabic bijvoorbeeld de laatste-minuut-risicoanalysekaart. “Vlak voor werknemers aan de slag gaan, moeten ze een standaard kaart invullen met vragen als: Weet je wat je gaat doen? Ken je de werkmethode die je gaat toepassen? Is de werkplek veilig en het gereedschap gekeurd?”, vertelt veiligheidsmanager Derkx. “We merkten dat sommige werknemers zonder nadenken de antwoorden invulden. De kaart was geen hulpmiddel meer, maar een barrière.” Daalmans beveelt daarom aan om te variëren in vragen. Sabic overweegt daarnaast om de risicobespreking van de klus op een eerder moment te doen. Derkx: “Bijvoorbeeld op de dag ervoor. Als je dan al met de ploeg bij de klus gaat kijken, kun je als werkvoorbereider zien wat mogelijke problemen zijn, en tijdig stimuleren dat werknemers op een veilige manier gaan werken.” Een tweede aanbeveling van Daalmans gaat over de regels en procee dures. Werknemers kennen de juli/augustus 2012 Chemie magazine 33


complete safety

“Heb je wel eens meegemaakt dat je autorijdt en ineens 30 kilometer verder bent?”

regels, maar omdat ze er het nut niet altijd van inzien, passen ze deze soms niet toe. Sabic heeft daarom een coach veiligheid, gezondheid en milieu aangesteld. Deze ervaren werknemer observeert werk in uitvoering en gaat over veiligheidsaspecten in dialoog. Dat aanspreken is een belangrijk onderdeel van Daalmans theorie. Hij benadrukt het belang om elkaar goed in de gaten te houden. “Maar dan moet er wel de omgeving zijn dat men elkaar durft aan te spreken.” De neuropsycholoog pleit dan ook voor een coach op de werkvloer. “Ga er vanuit dat iemand twee jaar in een fabriek moet rondlopen om de processen en de gevaren te leren kennen en herkennen. Een coach moet niet alleen de regels vertellen, maar ook begeleiden in de praktijk.”

In uitvoering

Sabic past de Complete Safety-theorie toe door deze te bespreken met de leidinggevers. Zij kunnen en horen het voorbeeld te geven in veiligheidsgedrag, want goed voorbeeld doet goed volgen. Derkx heeft zelf de smaak zó te pakken dat hij bezig is met een product dat veilig handelen direct beloont. “In plaats van alleen maar aan het eind van het jaar de balans op te maken over de veiligheidsprestaties met een mogelijke beloning voor een behaald resultaat of niet, opteer ik 34 Chemie magazine juli/augustus 2012

Hoe krijg je volledige veiligheid? Door werknemers vroegtijdig risico’s te leren onderkennen én veiligheidsmarges in te bouwen die anticipatie op onverwachte gebeurtenissen mogelijk maakt. De Complete Safety-theorie van Juni Daalmans bestaat uit twee delen: de processen in de mens zelf en de manier waarop de omgeving de mens beïnvloedt. Werknemers moeten beide begrijpen, én werkgevers moeten op beide anticiperen.

Processen in de mens

Iedereen wordt geboren met oerangsten die zorgen voor een goede detectie van bepaalde risico’s. Het probleem is alleen dat deze risico’s tegenwoordig bijna niet meer voorkomen én dat er heel veel nieuwe risico’s bij zijn gekomen. Die risico’s moeten we leren, anders nemen we situaties te licht op. Vier breinprocessen zijn relevant voor het onderkennen én beheersen van risico’s. Allereerst is dat risicosensitiviteit. ”Hoe vaak horen we niet ‘Ik had al wat twijfel over de situatie’ na een incident”, illustreert Daalmans. “Dat tintelende gevoel in je onderbuik is risicosensitiviteit.” Dat gevoel moet je volgens de neuropsycholoog serieus nemen. “Het niet-bewuste waarschuwt ons voor gevaar.” Daarnaast is er risicobegrip: leren waar risico’s kunnen zitten in de processen waar we mee werken. Daalmans: “Neem het voorbeeld van ChemiePack. Een werknemer heeft een pomp met een brander ontdooid, en heeft nooit nagedacht bij welke temperatuur de stoffen in de buurt zouden ontbranden. Dat moet je uitgelegd worden.” Twee breinprocessen zijn gericht op het omgaan met risico’s. Zo leidt veiligheidsintuïtie ons dag in dag uit veilig door het leven. “Heb je wel eens meegemaakt dat je autorijdt en ineens 30 kilometer verder bent?”, vraagt de neuropsycholoog. “Je hebt dan misschien een half uur lang onbewust een gevaarlijke activiteit uitgevoerd. Het is ons niet-bewuste dat ons dan veilig door het leven leidt.” Het tweede proces is veiligheidsalertheid. Deze werkt alleen als het hier-en-nu-bewustzijn optimaal wordt benut tijdens het uitvoeren van een taak. Daalmans: “Autorijden kunnen we niet-bewust, maar als we tegelijkertijd gaan bellen gebeuren de ongelukken.”

voor ‘continue’ feedback. Zo’n eindejaarstarget motiveert werknemers niet om iedere dag veilig te handelen: het is te zeer op de lange termijn en bovendien is de beloning onzeker.” Derkx wil daarom onder andere op de interne webkrant en op de diverse flatscreens in het bedrijf een soort aex-achtige aandelenkoers laten zien waar de actuele veiligheidprestatie per afdeling

Invloed van omgeving

Naast interne processen staat de mens in voortdurende interactie met zijn omgeving en is zijn gedrag deels het resultaat van die interactie. Het gedrag kan dus ook worden beïnvloed via het aanpassen van de omgeving. Het inzetten van sterke rolmodellen, bijvoorbeeld ervaren werknemers, zorgt ervoor dat nieuwe werknemers gedrag automatisch gaan volgen. Dit heet spiegelen. Daarnaast is niet-bewuste beïnvloeding via priming een sterk middel. Bij deze activiteit, actief gebruikt in de reclamewereld, doe je iets dat iemand aanzet of stimuleert om aan iets te denken. Daalmans: “Er is een test gedaan waar in een kantine om de dag een emmer water met een citrusgeur onzichtbaar achter de deur stond. Na afloop bleek dat er minder kruimels op de tafels achterbleven op de dagen dat de emmer er stond. Citrusgeur zorgt namelijk voor een prikkel in ons brein waardoor we meer willen opruimen. Zet daarom minimaal twee prime-momenten per dag in, zoals bijvoorbeeld aandacht voor een specifiek veiligheidsonderdeel in een verhaal, en werknemers gaan zich automatisch veiliger gedragen.” Complete Safety verschilt van andere veiligheidstheorieën omdat het aan de andere kant begint. Daalmans: “Veel theorieën gebruiken bewustzijn en taal voor het vergroten van veiligheid, terwijl ons handelen vaak niet-bewust is. Complete Safety gebruikt de veiligheidscompetenties die mensen hebben en die ons al eeuwenlang laten overleven.”

Primal fears

Er zijn twee soorten angst: emotioneel (aangeleerd) en biochemisch (aangeboren). Beide veroorzaken een verhoogde bloeddruk, zweten en een vecht-vluchtreactie. De aangeboren oerangsten zijn anno 2012 alleen nauwelijks nog relevant. Het zijn onder andere de angst voor spinnen, slangen, hoogtes, bloed, vuur, diep water, nacht, onweer, kleine ruimtes, natuur en snelbewegende voorwerpen. Het duurt tienduizenden jaren voordat een angst aangeboren is. Zijn we daarom in 22.012 bang voor auto’s? Daalmans verwacht van niet: kleine kans dat er dan nog auto’s in hun huidige vorm bestaan.

wordt weergegeven. “Volg je een verplicht veiligheidstraject en ben je daardoor goed bezig, dan zie je dit direct in de aandelenkoers. Een positieve en directe feedback dus.” Kost dat allemaal niet te veel tijd? “If you think safety is expensive, try an accident”, citeert Derkx. “Tijd en geld zijn niet relevant als je jouw veiligheidsdoelstellingen wilt realiseren.” p


VED BY RO

PR

NA

LS

AP P

Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. OFESS

IO

Thomas Shiftleader

Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het

Peter

Senior operator

over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?

KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com


“DIJKEN MOET NATTE VO

36 Chemie magazine juli/augustus 2012


Veiligheid

Paul van Lieshout (Inspectie SZW) nuanceert veiligheidssituatie chemie

OET JE ONDERHOUDEN OM E VOETEN TE VOORKOMEN” De chemische industrie zat in de eerste helft van 2012 een paar keer in de beklaagdenbank. Paul van Lieshout (Inspectie SZW) kent de veiligheidssituatie in de petrochemie als geen ander. Zijn ideaal is een situatie waarin de inspectie meer tijd en energie kan steken in het bijtrekken van achterblijvers.

D

“Als Veiligheid Voorop slecht presterende bedrijven weet bij te trekken, dan is er al veel gewonnen.”

FOTO: WARD OR ANJE

Tekst: Jos de Gruiter

e veiligheidssituatie in de (petro)chemische industrie? Paul van Lieshout van de Inspectie SZW drukt zich beeldend uit: “Nederland is bekend met de strijd tegen het water. En we weten dat het daarvoor nodig is de dijken goed bij te houden, informatie te verzamelen, tijdig onderhoud te plegen, en dijken zo nodig aan te passen. Daar worden we ook steeds beter in. Chemiebedrijven staan voor een vergelijkbare opgave. De dijken zijn er, alleen zijn sommige aantoonbaar zwak. Die hebben versteviging nodig om zeker te weten dat ze altijd op hun taak berekend zijn” Paul van Lieshout is verantwoordelijk voor de inspecties van de directie Major Hazard Control van de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie). Al meer dan twintig jaar houdt hij zich bezig met de veiligheidssituatie in de branche, en is daarom bij uitstek de man die de recente golf aan publicaties over vermeende onveiligheid in chemische installaties kan duiden. Is het echt wachten op de volgende grote klap? “Om de zo veel jaar gaat het mis, dat is helaas de werkelijkheid”, opent hij. “Maar we moeten niet doen alsof het een niet te vermijden natuurramp is. Je hoort vaak zeggen dat een risicovrije maatschappij niet bestaat. Dat klopt. Maar analyse leert dat vrijwel elk incident het gevolg is van een falende verdedigingslinie. Met andere woorden: te vermijden was.” En niet altijd wijst de beschuldigende vinger in de juiste richting, benadrukt hij. “Een operator mist een alarm terwijl er ook nog achterstallig onderhoud is in de installatie waardoor er een brand of een explosie plaatsvindt. De vraag is: waarom heeft hij het alarm niet gezien? Dat heeft vaak een achterliggende organisatorische oorzaak. Denk bijvoor-

beeld aan hoge werkdruk waardoor de operator veel taken tegelijk af moet handelen, of onoverzichtelijke plaatsing van alarmen. Besparing op onderhoud maakt bovendien dat een volgende verdedigingslinie sneller faalt.” Hij wil maar zeggen: cultuur en onderhoud bepalen voor een belangrijk deel de veiligheidssituatie in een bedrijf. “Neem de zaak die het Openbaar Ministerie eind juli heeft aangespannen tegen Dow Chemical. Dat is ook een bevestiging van het belang van een goede veiligheidscultuur en de relatie die ook door het OM gelegd wordt tussen incidenten en cultuur.”

Probeer eens een ongeluk

Het Algemeen Dagblad publiceerde dit voorjaar een alarmerend verhaal waarin onderhoudsbedrijven de noodklok luidden over de slechte staat van onderhoud van petrochemische installaties in het Rotterdamse havengebied. Het is wachten op een grote klap, was de strekking van het artikel. Medio juli deed de krant het nog eens dunnetjes over: de inspecties waren een schijnvertoning. Zware sancties werden zelden opgelegd, het was pappen en nathouden. Van Lieshout heeft ze allebei gelezen. “Er is de klokkenluiders, die in het eerste artikel aan het woord kwamen, gevraagd gevaarlijke situaties te melden. Desnoods anoniem. Dat heeft niet tot extra signalen geleid.” Toch heeft die stilte hem niet gerustgesteld. “De economische belangen zijn heel groot. Het is crisis en onderhoud kost geld. Het is dus verleidelijk om de grenzen op te zoeken.” Daarom citeert hij met graagte nog eens de historische woorden van de Brit Trevor Kletz, een autoriteit in veiligheid van chemische installaties. Naar aanleiding van een explosie in een chemiefabriek in Flixborough in 1974 zei hij: e “Vindt u dat veiligheid veel geld juli/augustus 2012 Chemie magazine 37


VNCI VOORSTANDER STRENGE AANPAK MILIEUSCHENDERS

“Waar het écht om gaat is vergroting van de transparantie” kost? Dan moet u eens een ongeluk proberen.” Van Lieshout: “Zo is het natuurlijk. In het ergste geval kan een bedrijf compleet worden verwoest, maar het loopt op zijn minst ernstige reputatieschade op. In 2005 explodeerde een grote raffinaderij van BP in Texas. Vijftien mensen kwamen hierbij om, de boete was 87 miljoen dollar, en de totale schade liep in de miljarden. Als we zoiets in het Botlekgebied hebben, zijn de gevolgen desastreus, ook voor de economie. Het is dus ongelooflijk belangrijk dat het goed blijft gaan. Onze inzet is daar dan ook op gericht.” Hij wijst er op dat het veiligheidsbeleid ook in administratieve zin op orde moet zijn. “Een administratieve tekortkoming mag niet gebagatelliseerd worden. De feitelijke situatie is natuurlijk het belangrijkste, maar je hebt de administratieve verwerking nodig om te weten of je in control bent. Je kunt het daarom niet een jaartje laten liggen. Op tekortkomingen in de feitelijke situatie én het systeem wordt dan ook wel degelijk gehandhaafd ”

Veiligheid Voorop

De brand bij verpakkingsbedrijf Chemie-Pack in 2011 was voor de industrie aanleiding om het tien punten tellende actieplan Veiligheid Voorop te lanceren. Dit initiatief moet er, kort samengevat, toe leiden dat een solide veiligheidscultuur de standaard wordt in alle bedrijven die grootschalig met gevaarlijke stoffen werken. “De industrie heeft snel de handschoen opgepakt,” reageert Van Lieshout, “maar het is zaak nu verdere stappen te zetten. Waar het écht om gaat is vergroting van de 38 Chemie magazine juli/augustus 2012

transparantie. Op basis van mijn ervaring uit het verleden ben ik er nog niet van overtuigd dat de industrie die stap zal zetten. Ik hoop dat de praktijk me zal leren dat ik onnodig terughoudend ben, en dat bedrijven écht opereren vanuit de mindset dat veiligheid het belangrijkste aspect is van hun installaties.” Zijn ideaal is een situatie waarin Inspectie SZW relatief weinig aandacht hoeft te schenken aan goed presterende bedrijven, zodat meer tijd en energie gestoken kunnen worden in het bijtrekken van achterblijvers. “Die kant gaan we steeds meer op. De aanpak van deze achterblijvers wordt ook strenger. Nieuwe wetgeving is daarvoor in voorbereiding. De geïntroduceerde marktwerking leidde daarnaast tot een toename van de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Dat is ook een goede ontwikkeling, want installaties worden te complex om door ons tot het kleinste detail gecontroleerd te worden. Sommige bedrijven hebben hun zaken goed voor elkaar, maar er zijn er ook die de grenzen van de mogelijkheden opzoeken. Als Veiligheid Voorop die bedrijven weet bij te trekken, dan is er al veel gewonnen.”

Burgerinspecties

Halverwege juli kwam de chemische industrie opnieuw onder het vergrootglas te liggen. Niet alleen schetste het Algemeen Dagblad opnieuw een zorgelijk beeld, ook de NOS stelde vast dat bedrijven na de brand bij Chemie-Pack vaker tot de orde werden geroepen. Brzo-bedrijven (bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen werken) kregen vorig jaar samen 96 waar-

De VNCI is voorstander van een strenge aanpak van risicovolle chemiebedrijven die de milieuregels schenden. Volgens VNCI-directeur Colette Alma kunnen chemiebedrijven het zich niet veroorloven om de aandacht voor veiligheidsregels te laten verslappen. “Veruit de meeste bedrijven realiseren zich dat heel goed, maar het kan zeker beter”, zegt zij. De strenge aanpak werkt echter alleen goed als de controles uitgevoerd worden door deskundige inspecteurs, en als de handhavingsmaatregelen proportioneel zijn. Alma pleit er verder voor om rapporten van inspecteurs die chemiebedrijven controleren inzichtelijker te maken voor burgers, zodat zij een duidelijk beeld krijgen van de veiligheidssituatie. Van belang is dat de rapporten dan expliciet onderscheid maken tussen ernstige en minder ernstige overtredingen. Ook moeten bedrijven de gelegenheid hebben hun visie op het resultaat te geven. “Burgers maken zich zorgen over veiligheid. Het moet helder zijn hoe ernstig de overtredingen zijn en wat er kan misgaan als een bedrijf geen maatregelen neemt”, vindt de VNCI-directeur. Ook staatssecretaris Atsma, verantwoordelijk voor milieu en veiligheid, wil verbeteringen zien in de wijze waarop het toezicht plaatsvindt. Hij wil dat het oerwoud aan verschillende inspectiediensten en regels vervangen wordt door een landelijke, uniforme aanpak. Ook zou de hand van de rijksoverheid verder moeten kunnen reiken. Zo zou de Inspectie Leefomgeving en Transport harder moeten kunnen optreden bij risicovolle bedrijven.

schuwingen wegens onveilige bedrijfsvoering, tegenover 71 in 2010. Ook het zwaardere middel, de dwangsom, werd vaker opgelegd: 36 keer tegenover 20 keer in 2010, aldus de NOS. De reportage was aanleiding voor Kamerlid Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) om te pleiten voor ‘burgerinspecties’. “Dat kwam wel erg uit de lucht vallen”, reageert van Lieshout. “Het is onduidelijk wat het Kamerlid hiermee beoogt. “Je moet je bedenken dat goed inspecteren een vak is. Als je niet weet waar je moet kijken, kun je iemand makkelijk een rad voor ogen draaien. De communicatie met de burgers kan wel beter, bijvoorbeeld door de inspecties openbaar te rapporteren. Over een model hiervoor wordt op initiatief van de VNCI al nagedacht.”p


Want to focus on your profession?

Safety is

OUR PROFESSION Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft

vandenAnker.com

of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en kennisnetwerk u grote voordelen.


CHEMIE ONDER DE M Een moderne auto is een wonder van technisch vernuft, en chemie speelt daarin een grote rol. Niet alleen staat chemie aan de basis van benzine en de accu, nagenoeg alle onderdelen komen tot stand dankzij geavanceerde chemische technologieën. Een kijkje onder de motorkap. Tekst: Harm Ikink

Kooiconstructie & kreukelzones

Accu

De combinatie van lood en zwavelzuur in de traditionele auto-accu genereert een krachtige stroompuls voor de startmotor, cruciaal om de verbrandingsmotor aan de praat te krijgen. Bij accu’s voor elektrisch aangedreven auto’s is het vooral van belang veel energie op te slaan. Daar vinden we daarom andere elektrochemische combinaties, bijvoorbeeld van nikkelverbindingen met metaalhydrides of van lithiumlegeringen met een breed scala aan andere materialen. Het optimaliseren van de accuprestatie vergt veel chemische detailkennis.

Moderne auto’s zijn veilig dankzij een uitgekiende constructie van ‘slimme’ materialen. Metallurgen bij staalfabrieken weten hoe ze het staal voor de veiligheidskooi zeer licht en toch bijzonder stijf kunnen maken. Voor de kreukelzones ontwerpen ze nieuwe staalsoorten die bij vervorming veel energie kunnen opnemen. De legering (de chemische samenstelling) is daarnaast ook van belang voor de verwerking in de autofabriek, bijvoorbeeld in vormmachines (persen) en bij het laserlassen.

Banden

Rubber is een complex chemisch mengsel. Behalve natuurlijke en synthetische rubber zijn allerlei toeslagstoffen aanwezig om het rubber de gewenste eigenschappen te geven. Dat zijn vulmiddelen zoals roet (carbon black) en stoffen met specifieke chemische functies. Zwavel bijvoorbeeld, dat cruciaal is voor de chemische reactie die het rubber stevig en elastisch maakt (de vulkanisatie). Ter versterking van autobanden zijn sterke kunstvezels zoals polyamide (nylon) en aramide (twaron en kevlar) aanwezig. De heilige graal, een autoband die in zowel de winter als zomer optimaal presteert, vergt nog veel ontwikkeling in rubberchemie en -technologie.

40 Chemie magazine juli/augustus 2012

Kunststoffen

Na staal is kunststof het belangrijkste materiaal in de auto. Het aandeel groeit, gedreven door de noodzaak van gewichtsreductie. Dat is belangrijk om het brandstofverbruik te verminderen. Kunststof is ook populair omdat het auto-ontwerpers veel vormgevingsmogelijkheden biedt. Dat leidt tot opvallende designs, maar ook tot slimme technische onderdelen. Kunststof (plastic) is bij uitstek een chemisch product. Olieraffinaderijen leveren de grondstoffen, en chemiebedrijven maken daar polymeren van. De juiste polymerenmix leidt, samen met kleurstoffen, brandvertragers en andere hulpstoffen, tot precies de gewenste eigenschappen. De variëteit aan kunststoffen is enorm. In het interieur vind je ze vrijwel overal, van het dashboard tot de stoelbekleding en van de vloermatten tot de portiergrepen. Aan de buitenkant zie je het in de behuizing van lampen en spiegels, de dakrails en beschermstrips. Minder zichtbaar is het kunststof dat onder de laklaag staal vervangt, zoals in bumpers, kofferdeksels en achterkleppen. Tenslotte is kunststof in toenemende mate te vinden in technische onderdelen die van belang zijn voor prestaties en veiligheid: benzinetank, airbagbehuizing en remblokken. Dat geldt ook voor onder de motorkap: luchtinlaat, kleppendeksels, waterpomp, vloeistofreservoirs, verwarming, airconditioning, en ga zo maar door.


Uitgelicht

E MOTORKAP Katalysator

Wellicht het meest voor de hand liggende onderdeel als je het over autochemie hebt is de katalysator. De driewegvariant maakt vervuilende stoffen in de uitlaatgassen chemisch onschadelijk, zodat de hedendaagse auto aanzienlijk schoner is dan zijn voorgangers van nog niet zo heel lang geleden. Stikstofoxiden, koolmonoxide en vluchtige koolwaterstoffen gaan erin; water, kooldioxide en stikstof komen eruit. De omzetting gebeurt dankzij microscopische metaaldeeltjes (platina, rhodium, palladium) op een keramisch dragermateriaal. Ze faciliteren (katalyseren) de reacties, maar worden zelf niet verbruikt.

Airbag

De effectieve werking van de levensreddende luchtzak kan niet zonder chemie. Geavanceerde elektronica neemt via sensoren in een fractie van een seconde de botsing waar. Dankzij een explosieve chemische reactie stroomt de airbag vervolgens razendsnel vol. De elektronica activeert een klein en zeer snel werkend gloeielement dat de ontleding van natriumazide in gang zet. Dat levert binnen veertig milliseconden precies genoeg stikstofgas om de zak te vullen. De gasgenerator bevat ook nog kaliumnitraat en siliciumoxide om het zeer reactieve natrium dat bij de explosie vrijkomt direct onschadelijk te maken.

Olie & andere vloeistoffen

Zonder vloeistoffen kan een auto niet rijden (motorolie, koelvloeistof), maar ook niet stoppen (remvloeistof). De moleculen in die vloeistoffen zijn direct van invloed op de prestaties. Zo maakt de juiste motorolie een auto schoner en zuiniger en verhoogt optimale smering de levensduur van de motor. Het is de kunst van de chemicus ervoor te zorgen dat de eigenschappen bij zo veel mogelijk temperaturen optimaal zijn. De lengte en vertakking van de moleculen en de mate van onderlinge interactie bepalen hoe dik de olie is en hoe zij vloeit bij druk en verhitting. Het kant-en-klare product ontstaat door het mengen (blenden) van verschillende soorten olie. Die kunnen direct afkomstig zijn uit aardolie of het resultaat vormen van chemische synthese. Er is daarnaast een groeiende belangstelling voor smeerolie van natuurlijke oorsprong.

Lak

Autolakken bevatten het beste wat verffabrikanten in huis hebben voor bescherming en verfraaiing. Eerst is er de grondlaag of primer voor een goede hechting. Vervolgens komt de kleurlaag, en tenslotte de top- of clearcoat. Dit is een keiharde laag voor de ultieme glans en bescherming. Stuk voor stuk zijn het complexe chemieproducten. De belangrijkste bestanddelen van autolak zijn harsen (polymeren), kleurpigmenten, oplosmiddelen, microscopische schilfers van metaal (voor een metallic lak) of silicaat (mica, voor parelmoerglans), plus een reeks aan hulpstoffen. De precieze samenstelling hangt af van de functie (grond-, kleur- of toplaag) en de wens van de autofabrikant. Zo kun je verf op chemische wijze laten uitharden, maar ook door bestraling met uv-licht. Aan reparatielakken worden weer andere eisen gesteld dan aan de oorspronkelijke laksystemen. Het nieuwste op lakgebied zijn zelfhelende topcoatings, verkrijgbaar op sommige luxemodellen. Chemische innovatie leidde tot een harde toplaag die dankzij een ‘truc’ weer flexibel wordt. Simpelweg behandelen met een föhn of een infraroodlamp is dan voldoende om kleine krasjes te laten dichtvloeien.

juli/augustus 2012 Chemie magazine 41


Nieuwe lector Nanotechnologie in Nederlandse Nanovalley

EEn niEuw pEriodiEk systEEm? “Nanotechnologie biedt de unieke kans om materialen te creëren met eigenschappen die voorheen niet te bedenken waren”. Dat stelt Gregor Luthe, Nederlands eerste lector Nanotechnologie. Ondanks zijn enthousiasme verliest hij de risico’s niet uit het oog. Zo pleit hij voor nieuwe regelgeving voor de microscopische deeltjes. Tekst: Els van den Brink

‘N

anotechnologie speelt nu al een grote rol in ieders leven, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Of het nu gaat om groene energie, medicijnen, voedsel, elektronica of beschermende kleding: in vrijwel alle producten wordt nanotechnologie toegepast. Veranderde met de komst van de computer de maatschappij totaal, de invloed van nanotechnologie zal nog vele malen groter zijn.” Aan het woord is Gregor Luthe, sinds februari 2012 de eerste Nederlandse lector Nanotechnologie aan de Saxion hogeschool in Enschede.

Oplossing voor grootste problemen

Nanotechnologie, het werken met deeltjes van een miljardste van een meter, wordt een doorbraaktechnologie genoemd: zij verbetert bestaande technieken en maakt nieuwe toepassingen mogelijk. Wat direct opvalt zijn de grote woorden die Luthe over nanotechnologie spreekt. “Geef ons de tien grootste problemen van de mensheid, en wij lossen ze op met nanotechnologie”, waarbij hij direct aantekent dat criminaliteit, terrorisme en asociaal gedrag daar buiten vallen. “In de nanotechnologie zijn we upstream bezig. Dat wil zeggen dat we processen 42 Chemie magazine juli/augustus 2012

en materialen ontwikkelen die de standaard chemische synthese overstijgen. Juist met zulke systemen creëren we fantastische nieuwe eigenschappen.” Een voorbeeld daarvan zijn de effectieve piëzo-systemen: nanomaterialen die elektrische spanning produceren als er druk op wordt uitgeoefend. Daarmee moet het mogelijk zijn om energie op te wekken uit alledaagse bewegingen, zoals een wandeling of autorit. Luthe vindt het jammer dat nanotechnologie in Nederland zo weinig aandacht krijgt, terwijl er tegelijkertijd zo veel in wordt geïnvesteerd en de verwachtingen van de maatschappij zo hoog zijn. “We praten er bijna niet over. Dat is toch vreemd? Nederland en Duitsland zijn de grootste investeerders in nanotechnologie, Nederland zelfs groter dan Duitsland. Je zou het gebied van Enschede en Münster ook wel de Nanovalley kunnen noemen. Als er ergens in de wereld grote dingen in het nano-klein gebeuren, dan is het hier!”

Schepper van nieuwe atomen

Wat maakt de nanotechnologische aanpak zo anders dan de standaard chemie, natuurkunde of biologie? Luthe: “Meestal wordt nanotechnologie gedefinieerd


Stoffen

Foto: ANP RoYAL IMAGES RoBIN VAN LoNKHUIJSEN

Prins Willem-Alexander bekijkt een glaschip in de cleanroom van MESA+, het onderzoeksinstituut voor nanotechnologie van de Universiteit Twente. Het eind 2010 door de prins geopende laboratorium is voorzien van techniek waarmee de onderzoekers tot op de nanometer nauwkeurig kunnen werken.

als de technologie van structuren met afmetingen van maximaal honderd nanometer in één dimensie. Maar daar gaat het niet om. De essentie zit in het feit dat we werken met systemen die kwantummechanische en klassieke mechanische effecten naast elkaar vertonen. Dat is wat nanotechnologie zo speciaal maakt! Als je bijvoorbeeld een deeltje maakt van zestig atomen, dan kun je dat deeltje eigenlijk beschouwen als een quasiatoom. Zo’n kleine bal of staaf van atomen gedraagt zich niet meer als een atoom, maar ook niet als bulkmateriaal. Het heeft buitengewone eigenschappen en verenigt de voordelen van twee werelden in zich. Zulke quasiatomen van goud werden vroeger al toegepast voor de rode kleur in glas-in-lood ramen, en tegenwoordig voor de bestrijding van borstkanker doordat de deeltjes lokaal verhit kunnen worden en zo kankercellen vernietigen. Je kan zeggen dat je met nanotechnologie de schepper kunt worden van je eigen periodiek systeem van elementen. Dat is zeker zo als je bedenkt dat je niet alleen de samenstelling, maar ook de vorm en structuur kunt aanpassen om de gewenste eigenschappen te krijgen. Als traditionele chemicus ben je gebonden aan e de elementen die er zijn, maar als nano-chemicus kun

GrEGor LuthE: EErstE LEctor nanotEchnoLoGiE Gregor Luthe (1970) studeerde scheikunde in Münster (Duitsland), waarna hij promoveerde aan de VU in Amsterdam. Hij werkte vervolgens in Noorwegen en de Verenigde Staten, waar hij toxicoloog en hoogleraar werd en nu nog steeds gasthoogleraar is aan de universiteit van Iowa. Sinds 2010 zet Luthe aan de Saxion Hogeschool de studieroute Nanotechnology op, en vanaf 1 februari 2012 is hij daar aangesteld als lector Nanotechnology. Luthe heeft veel publicaties en meerdere patenten op zijn naam staan, en is eigenaar van een bedrijf dat zich richt op duurzame toepassingen van nanotechnologie. De Saxion Hogeschool heeft in juni 2012 ook René Heideman aangesteld als lector Nanotechnologie. Luthe richt zich op hoe nanomaterialen omgaan met biologische systemen, terwijl Heidemans aandacht uitgaat naar hardwareconcepten met nanodeeltjes. juli/augustus 2012 Chemie magazine 43


rEactiE Vnci VNCI-stoffenexpert Dirk van Well heeft de risico’s van nanomaterialen in zijn portefeuille. Volgens hem is het belangrijk dat bedrijven die stoffen in nanovorm maken en gebruiken voldoende kennis hebben over de gevaren en risico’s, zodat deze materialen veilig kunnen worden gemaakt en gebruikt. Hij acht nieuwe regelgeving echter niet nodig. “In de afgelopen jaren zijn veel instrumenten ontwikkeld voor het beoordelen en beheersen van risico’s en het verbeteren van de veiligheid op de werkplek.” Hij wijst onder andere op de door de industrie (in samenwerking met de Nederlandse vakbeweging) ontwikkelde Handreiking veilig werken met Nanomaterialen en de in Nederland ontwikkelde systematiek voor het vaststellen van zogeheten nanoreferentiewaarden. Daarnaast wordt in OESO-verband de systematiek voor het beoordelen van stoffen in nanovorm ontwikkeld. Van Well wijst er bovendien op dat de Europese stoffenwetgeving Reach van toepassing is op stoffen, ongeacht de verschijningsvorm ervan. “Vanwege deze regelgeving moeten zowel de fabrikanten van stoffen in nanovorm als fabrikanten van stoffen in bulk aantonen dat producten veilig gebruikt kunnen worden. Inmiddels zijn de handreikingen voor het toepassen van Reach, de zogenoemde Guidance documents, aangepast. Ook zal Reach waar nodig verder worden aangepast.”

“Geef ons de tien grootste problemen van de mensheid, en wij lossen ze op met nanotechnologie”

je je eigen atomen scheppen en materialen creëren met eigenschappen die voorheen niet te bedenken waren.” Luthe ziet tal van praktische toepassingen “Zeldzame aardmetalen worden bijvoorbeeld veel toegepast in elektronica, elektrische auto’s en zonnecellen. China is de belangrijkste producent, maar heeft de export onlangs beperkt. Om minder afhankelijk te zijn van China zouden we onze nanotechnologen kunnen vragen om quasi-atomen van andere metalen te maken die de eigenschappen vertonen van zeldzame aardmetalen.”

Ongrijpbare bezwaren

Voor zover mensen op de hoogte zijn van nanotechnologie, is er niet alleen enthousiasme over de nieuwe mogelijkheden, maar ook bezorgdheid over mogelijke risico’s voor gezondheid en milieu. Luthe heeft in die discussie het unieke voordeel dat hij behalve lector Nanotechnologie ook toxicoloog is. Hij is als gasthoogleraar Toxicologie verbonden aan de universiteit van Iowa in de Verenigde Staten. Toch vindt hij de discussie vaak lastig vanwege de ongrijpbaarheid van de bezwaren. “Soms overheerst het beeld dat nanotechnologie gevaarlijk is, terwijl niet duidelijk is waar dat gevaar nu in schuilt. Ik wil dat consumenten gaan beseffen dat de meeste producenten heel zorgvuldig omgaan met eventuele toxicologische risico’s. Het zou goed zijn om lessen te trekken uit de discussie rond gentechnologie en op een open en emotievrije manier te discussiëren. De toxicologische effecten van nanotechnologie worden vaak met die van fijnstof gemengd. Hierdoor wordt de nanotechnologie echt tekortgedaan.” Luthe benadrukt dat je aan de ene kant reëel moet zijn. “Je moet je beseffen dat alles wat je doet een bepaald risico met zich meebrengt. Aan de andere kant geldt dat net zo goed voor een reis per vliegtuig of een bezoekje aan de leeuwen in de dierentuin.” Voor de meeste toepassingen vallen de risico’s van nanotechnologie enorm mee en is bezorgdheid niet

44 Chemie magazine juli/augustus 2012

nodig, vindt Luthe. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Zo is Luthe minder positief over de toepassing van nanotechnologie in cosmetica en voeding, net als over de titaniumdioxide die al jarenlang in witte muurverf zit. “Die deeltjes komen in de lucht en ademen we in. Als die eenmaal in onze longen zitten, komen ze er niet meer uit. Dat kan echt problemen geven in de toekomst. Nanodeeltjes in cosmetica die op de ogen worden gesmeerd, kunnen via de bevochtiging van ogen aan de achterkant van de oogbol terechtkomen, en daar zitten tal van zenuwen. Maar deze producten vertegenwoordigen niet de prachtige wereld die wij als nanotechnologen voor ogen hebben. Ik hoop daarom dat de enkele negatieve voorbeelden het beeld van consumenten niet gaan overheersen, want dat zou de échte doorbraken verhinderen.”

Regels en toetsen

Luthe is van mening dat de overheid voor de toepassing van nanotechnologie aparte regelgeving moet opstellen. “We maken nieuwe stoffen met nieuwe stofeigenschappen. De veiligheid daarvan moeten we dan ook apart waarborgen. Dat kost natuurlijk geld, maar ik vind dat we verplicht zijn dat te doen. We kunnen nanodeeltjes niet zomaar hetzelfde behandelen als stoffen met bulkeigenschappen. Veel effecten kunnen producenten overigens van tevoren goed inschatten. De toxicologische effecten hangen voor een groot gedeelte af van de afmetingen van de nanodeeltjes en daarnaast van de stofeigenschappen. Bovendien weet je als nanotechnoloog hoe je met bepaalde aanpassingen sommige effecten kunt voorkomen. Dat neemt niet weg dat je nieuwe producten altijd toxicologisch moet toetsen. Die controle geeft consumenten vertrouwen en zekerheid, en is daardoor uiteindelijk ook goed voor de industrie.”

Open en eerlijk

Luthe adviseert bedrijven om open te zijn over hun data. “Volgens mij zitten consumenten niet meer te wachten op een stichting die vertelt hoe het zit. Ze struinen zelf het internet wel af, op zoek naar informatie. Wees daarom progressief met informatie en vraagstellingen. Er zijn altijd mensen die informatie misbruiken, maar ik geloof nog altijd in het goede van de mens. Ik denk dat bedrijven, consumenten en wetenschappers hun bijdrage moeten leveren om dingen op de juiste plek te laten vallen. Daar heb ik ook alle vertrouwen in. Overal tref ik open deuren bij bedrijven aan die hier graag aan willen meewerken.”p


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Afvalstoffen Terminal Moerdijk BV Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


Om de veiligheidscultuur in bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen werken verder te verbeteren, heeft de VNCI (samen met andere verenigingen) het actieplan Veiligheid Voorop opgesteld. In Chemie magazine komen de tien actiepunten hiervan aan bod. Deze keer kijkt de Onderzoeksraad Voor Veiligheid naar het gehele actieplan en komt met ‘leerpunten’.

VEILIGHEID VOOROP

Ron Smits van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid:

“MAAK ELK BRZO-BEDR EEN BRANCHEVERENIG Van de 420 bedrijven die in Nederland werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, de zogenoemde Brzo-bedrijven, zijn er ongeveer zestig geen lid van een branchevereniging. Ron Smits, onderzoeksmanager van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid, denkt dat er daardoor eerder iets mis kan gaan. Tekst: Erik te Roller

I

n februari van dit jaar heeft de Onderzoeksraad Voor Veiligheid uitgebreid gerapporteerd over de brand bij Chemie-Pack op 5 januari 2011. De raad komt daarin met drie aanbevelingen voor de industrie: voer alle punten van het actieprogramma Veiligheid Voorop consequent uit, spreek zwakke broeders aan op onveilige situaties, en informeer elkaar over de gevaren van kunststofcontainers (zoge-

46 Chemie magazine juli/augustus 2012

noemde IBC’s) bij brand (zie ook kader). Ron Smits, onderzoeksmanager van de onderzoeksraad, wil terugkijkend op de rapportage geen algemeen oordeel vellen over de veiligheidssituatie in de chemie, maar wel extra leerpunten delen. Hij vindt het actieprogramma Veiligheid Voorop van de VNCI en aanverwante brancheverenigingen goed in elkaar zitten. “Ik mis echter nog één punt. Waarom

is er niet afgesproken dat bedrijven bij elkaar gaan kijken hoe het met de veiligheid is gesteld?” Hij pleit daarom voor peer reviews, waarbij mensen van het ene bedrijf een veiligheidscontrole uitvoeren bij het andere bedrijf en de resultaten daar bespreken (zie ook kader). “Bezoekende collega’s kijken met een frisse blik. Weliswaar wijzen inspecteurs van de overheid een bedrijf óók op het niet navolgen van voorschriften, maar juist het waarom van die voorschriften wordt vaak niet begrepen. Chemie-Pack is bijvoorbeeld wel gewaarschuwd voor de risico’s van kunststof containers, maar de mensen van het bedrijf hadden niet door wat daarmee bij brand kon gebeuren. Bij peer reviews wijzen collega’s op zulke risico’s en kunnen ze daar op basis van hun eigen praktijkkennis en -ervaring tekst en uitleg bij geven. Daardoor slagen zij er veel beter in dan externe adviseurs of inspecties om mensen van een ander bedrijf


Veiligheid Voorop

PEER REVIEWS EN IBC’S

van het nut van bepaalde veiligheidsmaatregelen te overtuigen.” Ook zijn peer reviews volgens Smits minder bedreigend. “Als inspecteurs van de overheid tekortkomingen signaleren, moeten ze volgens de wet vaak overgaan tot handhaving. Bij peer reviews volgt alleen discussie. Dat vormt een veel grotere stimulans voor de bedrijven om de zaken structureel te verbeteren.”

Politieagent

Smits verbaast zich over het feit dat iedereen in Nederland een Brzobedrijf kan beginnen. “Om te vliegen heb je een brevet en een medische keuring nodig. Voor het toestel heb je een luchtwaardigheidsbewijs nodig, en het onderhoud aan het toestel moet gecertificeerd zijn. Bij een Brzo-bedrijf volstaat enkel een vergunning. Ik pleit niet voor meer en strengere regels, maar je mag toch op zijn minst verwachten dat een Brzo-bedrijf aangesloten is bij de

VNCI of een aanverwante branchevereniging. Als hier niets aan verandert, blijven de zwakke broeders het imago van de chemische industrie bepalen.” De VNCI hoeft volgens hem geen politieagent te zijn. “De onderneming is en blijft zelf verantwoordelijk voor de veiligheid. Maar in brancheverband is het wel gemakkelijker om een bedrijf op veiligheidszaken aan te spreken en over te halen om mee te draaien in veiligheidsnetwerken.”

Onbewust management

Ook vindt hij dat de VNCI-leden daadwerkelijk moeten nagaan of ze zaken doen met bedrijven die een solide veiligheidscultuur hebben (punt tien van Veiligheid Voorop). “Bij een bezoek aan een leverancier of dienstverlener heb je snel in de gaten wat voor vlees je in de kuip hebt. Het gezegde ‘de boer herken je aan zijn erf’ geldt ook in de chemie. Tijdelijke opslag van chemicaliën op het ter-

FOTO: HH/

DRIJF LID VAN NIGING”

VNCI-beleidsmedewerker (transport)veiligheid Macco Korteweg Maris beaamt dat de voorgestelde peer reviews niet expliciet in Veiligheid Voorop staan. “Maar we promoten dit aspect wel. Bijvoorbeeld via actiepunt 8: veiligheidsnetwerken. Daarbij komen bedrijven elkaar in regionaal verband tegen en wisselen onderling kennis uit. Ook brengen wij al actief achterblijvers in contact met vergelijkbare bedrijven die beter presteren.” De gevaren van IBC’s zijn volgens Korteweg Maris ook bij de VNCI bekend. “Dat geldt eigenlijk voor alle kunststofverpakkingen. Alleen veroorzaken IBC’s bij lekkage een plas van 1000 liter, en de escalatie van een incident bij brand is dan veel groter dan bij vaten van 200 liter of 25-liter-jerrycans. Deze verpakkingen worden echter heel veel gebruikt en kennen ook vele voordelen ten opzichte van andere verpakkingen. Vandaar dat IBC’s zo populair zijn.” Engelse collega’s wezen de VNCI op de Guidance for the storage of liquids in intermediate bulk containers, opgesteld door twee brancheorganisaties voor de chemie. “Die gebruikt de Engelse arbeids- en milieuinspectie inmiddels bij inspecties. Samen met de VHCP en de VVVF zijn we aan het onderzoeken of we deze richtlijn in Nederland kunnen uitzetten als best practice.”

rein op een hiervoor niet bestemde plaats, gemorste chemicaliën en aanrijdschade zijn de stille getuigen van een rommelige en dus onveilige bedrijfsvoering.” Smits constateert bovendien dat het management zich niet altijd bewust is van de gevaren. Zo zijn er logistieke bedrijven waar de chemicaliën keurig volgens de PGS-15-richtlijn zijn opgeslagen in gecompartimenteerde magazijnen, voorzien van alle veiligheidsvoorzieningen. Vlak voor het weekend gaat het alleen fout: om klanten snel te kunnen beleveren laden zij de vrachtauto’s vol en parkeren die keurig naast elkaar op het terrein. Zodoende is er geen sprake meer van compartimentering, laat staan van beheersing. “Het beheersen van veiligheid is niet alleen een kwestie van kennis uitdragen, maar vooral van het consequent toepassen daarvan in de dagelijkse productie en logistiek”, besluit Smits. p juli/augustus 2012 Chemie magazine 47


Flexibel roosteren brengt succes in crisistijd

Minder Mensen Sociale innovatie is voor een ‘oude sector’ als de chemie allesbehalve vanzelfsprekend. Wie gooit er nou succesformules uit het verleden, zoals een vast volcontinurooster, overboord? Lubrizol deed dat wel, ging flexibel roosteren, en maakte zo van sociale innovatie zijn nieuwe succesformule. Tekst: Marloes Hooimeijer

W

aarom wel processen en technieken innoveren en niet meegaan met maatschappelijke ontwikkelingen? Sociale innovatie hoort volgens Lubrizol, producent van gechloreerde pvc, net zo goed bij een modern bedrijf. “Ze richt zich op ons meest essentiële asset: onze eigen medewerkers. In hen moeten we het beste naar boven halen. Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, langer doorwerken, aangescherpte regelgeving, arbeidsongeschiktheid, maar ook veranderde eisen die wij Nederlanders aan een baan stellen, is daar geen ontkomen aan.” Grainne Barsema, Lubrizols personeelsmanager, spreekt klare taal. Ze heeft dan ook een succesverhaal te vertellen en is ontzettend trots op wat het kleine chemiebedrijf (24 personeelsleden) uit Delfzijl sinds 2006 op dit gebied heeft neergezet. Het bedrijf sleepte zelfs een Europese subsidie (het Europees Sociaals Fonds) binnen en kon daarmee een groot deel van de investeringen dekken. Wat begon met de intro-

48 Chemie magazine juli/augustus 2012

ductie van flexibel roosteren is nu uitgebreid met ‘duurzame inzetbaarheid’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’.

Overuren

“Zeker toen de economische crisis in 2008 uitbrak, werd de noodzaak tot efficiënter produceren bij ons groter. De uitdaging was om de roosters beter aan te passen aan de productievraag”, licht Jaap Wezeman toe. Hij is productiesupervisor bij Lubrizol en samen met Barsema aanjager van sociale innovatie in hun bedrijf. “In de oude situatie werkten we met een vast volcontinurooster voor twintig operators. In de nieuwe situatie, waarin operators zelf bepalen wanneer ze dienst hebben, konden we hetzelfde werk af met dertien operators. Samen vormen zij een zelfsturend team dat in wisselende samenstellingen werkt. Dat plannen ze allemaal zelf.” Naast meer werk met minder personeel boekte Lubrizol nog veel meer positieve resultaten: daling van het aantal overuren met 90 (!) procent, meer flexibiliteit voor medewerkers, minder gebruik van snipperdagen, daling van het ziekteverzuim tot 0,9


Sociale innovatie

Van ruilen tot zelfroosteren

Flexibel roosteren is een breed begrip voor alle afwijkingen van het werken met vaste ploegsamenstellingen volgens vaste roosters. De varianten lopen van het ruilen van diensten binnen een vast rooster tot zelfroosteren door individuele werknemers, zoals bij Lubrizol. Een stap verder dan ruilen gaat het repeterend rooster, gebruikt bij structurele individuele roosterwensen. Het wensenrooster lijkt hierop, maar inventariseert vooraf de voorkeuren. Het intekenrooster heeft soms een puntensysteem voor minder populaire diensten. Bij matching worden standaarddiensten losgelaten en geven medewerkers aan wanneer zij willen werken.

Maken Meer procent, grotere personeelstevredenheid, en een hoger rendement door ‘de juiste persoon op de juiste tijd op de juiste plaats’.

Comfortzone

Het voorbeeld Lubrizol komt terug in een recent onderzoek naar flexibel roosteren van de Regiegroep Chemie. Eveline Hoppe, programmamanager Human Capital Chemie en betrokken bij het onderzoek: “Er is slechts een handjevol chemiebedrijven bezig met sociale innovaties zoals flexibel roosteren. Het betekent voor zowel werkgevers als werknemers dat ze uit hun comfortzone moeten komen. Werkgevers laten zich hiervoor pas mobiliseren als de nood heel hoog is.” Die nood kan ontstaan door personeelstekorten, maar dat was de afgelopen jaren vanwege de crisis minder aan de orde. Het onderzoek laat zien dat eerder de harde, bedrijfseconomische kant bedrijven als Lubrizol over de streep trok.

Toeslag is een keuze

Programmamanager Hoppe: “In eerste instantie zie je vaak weerstand bij medewerkers. Ze zijn bang dat ze een nieuw systeem krijgen opgelegd en dat er niets te kiezen valt. Terwijl er door het flexibel roosteren juist keuzes zijn te maken. Een oudere werknemer die moeite krijgt met de nachtdienst kan besluiten geen nachtdiensten meer te draaien. Ja, daar hoort dan ook bij dat hij minder ploegentoeslag ontvangt. Dat is een keuze.” Uit het onderzoek blijkt hoe belang-

rijk het is om het personeel vanaf het begin mee te nemen in de veranderingen. Communicatie lijkt het toverwoord. Barsema noemt het ook wel ownership. “Het beste resultaat werd gehaald door de medewerkers actief bij het proces te betrekken. Ze dachten mee over de randvoorwaarden en hadden een stem in het samenstellen van de flexibele roosters. Daardoor ligt er nu een pakket waarmee ze prima kunnen leven.” Overigens heeft Lubrizol de ploegentoeslag voor iedereen overeind gehouden. Supervisor Wezeman: “Niemand is er in salaris op achteruitgegaan. Die vrees hebben we snel weggenomen. En ook de vrees om vrije tijd te verliezen is er niet meer. Een operator die ieder maandag een snippermiddag moest nemen om voor de kinderen te zorgen, kan door het flexibel roosteren de maandagmiddag gewoon vrijhouden. Voor ons als bedrijf zit het resultaat in verlaging van het aantal overuren en hogere productiviteit door betere samenwerking in de teams.”

Multi-inzetbaar

Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van flexibel roosteren is multi-inzetbaarheid. Hoppe: “Je moet mensen met verschillende ideeën in een team bijeen zetten. Kennisuitwisseling op de werkvloer en bijscholing zijn essentieel.” Lubrizol bracht daarom nauwkeurig in kaart welke werkzaamheden wanneer uitgevoerd moeten worden en welke competenties daarvoor

nodig zijn. Op basis daarvan werden de medewerkers bijgeschoold, zodat hun kennis up-to-date is en ze in iedere dienst inzetbaar zijn. Barsema: “Alle medewerkers kunnen zelf aangeven waar hun ambities liggen. De een wilde veiligheidskundige worden, een ander wilde meer kennis van onderhoud, en weer een andere operator wilde graag eens meekijken in de keuken van personeelszaken. Het kan allemaal. Zo krijg je tevreden en duurzaam inzetbare medewerkers die invloed kunnen uitoefenen op hun eigen toekomst en op de toekomst van ons bedrijf.” p

koudwaterVrees Alle positieve verhalen van Lubrizol ten spijt bestaat er bij werknemers nog veel koudwatervrees voor flexibel roosteren. Dat bleek uit onderzoek van kennisorganisatie Vapro in april dit jaar. Het belangrijkste probleem dat werknemers zien zijn de financiele consequenties. De onderzoekers raden werkgevers daarom aan om duidelijkheid te geven over de gevolgen van flexibel roosteren voor salaris, ploegentoeslag en vrije tijd. Daarnaast hamert Vapro-onderzoeker Jos van Rijswijk erop dat bedrijven een duidelijk doel voor ogen moeten hebben. “Zo kun je de werknemers het beste motiveren. Ook is het van belang dat je als bedrijf gebruikmaakt van een momentum. Lubrizol greep de financiële crisis aan, een ander bedrijf de verhuizing van productiemiddelen naar Oost-Europa. Met een duidelijk doel voor ogen én op zo’n moment is de kans het grootst dat flexibel roosteren een succes wordt.” juli/augustus 2012 Chemie magazine 49


LESCHACO – your specialist

GEVAARLIJK GOED VERPAKT ?!

for supply chain solutions.

CarePack Holland heeft het grootste assortiment UN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen

We offer integrated,

- monsterverpakkingen

- jerrycans

intercontinental

- dozen, standaard maten

- blikken

responsible care

- dozen, op maat

- vaten

- 4GV-dozen

- palletboxen

- medische verpakkingen

- flessen

- transportbakken

- zakken

logistics with for the chemical industry.

Experienced. Dedicated. Customized.

Logistics – phone +31

and beyond.

(10) 2953 153

Since 1879.

C areP ack H olland B V - T el 020-3540787 - Fax 020-3540650 E m ail info@ carepack.nl - W ebsite www.carepack.nl

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

Label Products PRODUCENT VAN ETIKETTEN

Uw specialist in gevaarsetiketten, behandelingsetiketten, UN labels en GHS symbolen

BESTEL NU ONLINE:

www.gevaarsetiketten.be

Label Products nv - Vichtseweg 176a, 8790 Waregem - België - T. +32 56 77 22 40 - F. +32 56 77 22 44


Gezamenlijke brandweer moerdijk beGin 2013 operationeel De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, de gemeente Moerdijk, het Havenschap Moerdijk en de Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk hebben een publiek-private samenwerking opgezet voor gezamenlijke brandweerzorg op industrieterrein Moerdijk. De verbouwing van de beoogde brandweerkazerne op het industrieterrein is momenteel in volle gang, en daarnaast is er nieuw materiaal en blusschuim aangeschaft. Begin 2013 moet de gezamenlijke brandweer operationeel zijn. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

N

a de brand bij Chemie-Pack in januari 2011 was het voor alle betrokken partijen duidelijk dat de brandweerzorg op het industrieterrein Moerdijk moest verbeteren. Onlangs gaf de directeur van de gezamenlijke brandweer in het Botlekgebied in Rotterdam, Ben Janssen, nog in de media aan dat de regionale brandweer heeft gefaald bij het bestrijden van de brand. Zo is er onnodig veel bluswater gebruikt, terwijl een deken van schuim de brand veel eerder had gedoofd. Ook liep veel brandweerpersoneel zonder adembescherming rond, in tegenstelling tot de brandweerlieden uit de Botlek. Hoewel directeur Nico van Mourik van de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant inhoudelijk afstand neemt van de opvatting van Janssen, heeft de gezamenlijke brandweer in het Botlekgebied volgens hem wel model gestaan voor de publiek-private samenwerking in Moerdijk. Naast alle dertien BRZO-bedrijven, waaronder Shell, participeren ook de vierhonderd andere ondernemingen op het industrieterrein. Die betalen via de Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk (BIM) een jaarlijkse bijdrage naar de omvang van het bedrijf. De gemeente Moerdijk heeft eind mei een bestaand gebouw op het

industrieterrein aangekocht dat momenteel tot brandweerkazerne wordt omgebouwd. Van Mourik verwacht dat de werkzaamheden volgend voorjaar zijn afgerond.

Nieuw materiaal

Van Mourik blikt vooruit: “Begin 2013 is de gezamenlijke brandweer operationeel. Daarvoor hebben we 27 speciaal opgeleide brandweerlieden aangetrokken, waarvan er 6 het hele jaar 24 uur per dag bereikbaar zijn. Ze hebben de beschikking over een tankautospuit, een industrieel schuimblusvoertuig, en aan het eind van het jaar komt er een hoogwerker bij. Ook hebben we 10 kubieke meter blusschuim ingekocht.” De directeur benadrukt dat er nu al maatregelen zijn genomen om de brandweerzorg te verbeteren. “De gewone brandweer in de regio heeft inmiddels een schuimblusvoertuig dat eveneens 24 uur per dag beschikbaar is. Ook kunnen we gebruikmaken van een hoogwerker en draait de regionale brandweer extra piketdiensten in de avonden en de weekenden. Bovendien is de bedrijfsbrandweer van Shell Moerdijk inzetbaar voor calamiteiten, mits de bedrijfsprocessen het toelaten.” Wanneer de gezamenlijke brandweer straks operationeel is, moet het volgens hem mogelijk zijn om binnen de wettelijk verplichte opkomsttijd van zes minuten aanwezig te zijn bij alle BRZO-bedrijven op het terrein. “Dat kunnen we nu helaas nog niet garanderen”, sipt Van Mourik. Hij tekent daarbij aan dat er wel altijd binnen de wettelijk verplichte opkomsttijd van achttien minuten hulp beschikbaar is. De juridische vorm van de samenwerking is overigens nog niet geregeld, maar hij sluit niet uit dat het een stichting gaat worden. “Daarover wil ik uiterlijk in september duidelijkheid van alle betrokken partijen.” p

trots Jan Peters is naast directeur van Dr. W. Kolb Nederland (dat alkoxylaten produceert, het was-actieve deel in wasmiddelen, industriële reinigingsmiddelen en cosmetica) voorzitter van de Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk. Hij is content met de nieuwe gezamen-

lijke brandweer. “Als bedrijven hebben we laten zien dat we in korte tijd in staat zijn om de gezamenlijke brandweer op poten te zetten. Daar ben ik best trots op.” In een vervolgtraject onderzoeken de partijen hoe de gezamenlijke brandweer, verplicht voor de

BRZO-bedrijven, ook aantrekkelijk kan worden gemaakt voor de vierhonderd andere ondernemingen op het terrein. “Denk bijvoorbeeld aan het opzetten van een medische post, een gezamenlijke meldkamer voor beveiliging en een opleidingscentrum”, legt Peters uit. juli/augustus 2012 Chemie magazine 51

Foto: holl andse hoogte

Veiligheid


Optimaal voeden van mengers en processen

Automatisch efficiënt

• • • • • •

Aggregaten; Mobiele lichtmasten; Kabels; Trafo’s; Verdeelkasten; Tijdelijke stroom en lichtvoorziening voor industriële toepassingen. 24 UUR, 7 DAGEN PER WEEK

Parkweg 67a, 4153 XL Beesd T 0345 684000 - F 0345-680907 info@voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl

Voedingssystemen voor mengers : AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.

AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel. : +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02

www.azo.be


Bedrijven/Column

hoofdredacteur Keine Chemie b e d r i j v e n

.

foto: Ca sper ril a

on t z wav el ing sfa briek

Bij de raffinaderij van Shell in Pernis heeft de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb een nieuwe ontzwavelingsfabriek geopend. Hierin kan via waterstof nog meer zwavel uit de brandstof gehaald worden dan voorheen. De zwavel kan bovendien verkocht worden aan leveranciers van onder meer kunstmest. De fabriek wordt ook gebruikt voor het ontzwavelen van huisbrandolie. De bouw kostte bijna 400 miljoen euro p

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van chemie magazine

kool s tof p r oducen t

Het Amerikaanse chemiebedrijf Cabot neemt voor bijna 900 miljoen euro koolstofproducent Norit over. Norit is nu nog eigendom van het Britse investeringsfonds Doughty Hanson en investeringsmaatschappij Euroland. p

gr ot e reor g a nis at ie

Sony heeft een overeenkomst getekend met de Development Bank of Japan voor de verkoop van Sony Chemical & Information Device en andere afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de chemische onderdelen van lcd-schermen, rfid-chips, optische schijven en touch-technieken. Sony wil de chemietak verkopen voor ruim 580 miljoen euro. Het elektronicaconcern noteerde in 2011 een verlies van 4,9 miljard euro en is genoodzaakt tot een grote reorganisatie. p

biop r op y l eenglyc ol

Oleon opende in het Belgische Ertvelde onlangs een nieuwe productie-eenheid voor biopropyleenglycol. Dit is een basisbestanddeel van onder meer antivries, cosmetica, farmaceutische producten en harsen. In de installatie wordt glycerine (een bijproduct van de verwerking van dierlijke vetten en plantaardige oliën in de oleochemieen biodieselproductie) via een nieuwe technologie omgezet in biopropyleenglycol. Aan de opstart ging ruim drie jaar ontwikkeling vooraf, wat in samenwerking met BASF gebeurde. De investering bedraagt 8,2 miljoen euro. p

“Ja, dat weten we nou wel.”

In zonnig Italië heb ik met een half oog het Nederlandse nieuws gevolgd, waarbij ik me verbaasde over de vele aandacht voor bepaalde gebeurtenissen. Zoals de asbestflat in de Utrechtse wijk Kanaleneiland, waar ik toevallig vlakbij woon. Behalve dat de emotie al snel de overhand nam, regende het ineens ook asbestmeldingen. In Groningen werd onder 100 woningen asbest vermoed, in Emmeloord moesten 18 verstandelijk gehandicapten hun wooncentrum verlaten nadat asbest was aangetroffen op de pijp van een cv-ketel, in Rotterdam werden bewoners van 42 woningen gesommeerd te vertrekken en in Wageningen konden 10 studenten hun woning niet in. Onder het kopje ‘Milieuhysterie’ deed prof. Smalhout in de Telegraaf nog een poging de zaak objectief en wetenschappelijk te benaderen, maar het was al te laat. Uiteraard volgde ik met groeiende belangstelling ook het nieuws over Odfjell. Maar verder was er weinig chemie tijdens mijn vakantie. De enige keer dat ik het woord tegenkwam was langs de Autobahn. Urimat, das wasserlose Urinal, las ik tijdens een aantal pitstops. De urinoir gebruikt geen water en ook keine Chemie. En is toch geurloos. Na wat googelen bleek de innovatie een flexibele dichtingslip te zijn die de geur onder de afsluiter houdt. De waterbesparing is enorm. Nu nog de urine opvangen en daar allerlei nuttige stoffen uit halen en de duurzaamheid is compleet. Echte chemie zag ik alleen bij Venetië. Als je ‘de stad op het water’ via de enige toegangsweg verlaat zie je links op het vasteland, bij de havenstad Mestre, wat chemische industrie staan. “Dat is nou jammer”, zei mijn reisgenote, haar hoofd nog vol pittoreske beelden, die nu lelijk werden verstoord door pijpen en buizen. Ik knikte. Maar ik realiseerde me meteen ook hoe hypocriet dit was. De chemie stond aan de basis van alles wat mijn bezoek aan Venetië mogelijk had gemaakt: het budget, de auto, de benzine, mijn kleding, schoenen, noem maar op. Ik was net zo hypocriet als de vleeseter die bij de aanblik van een varkenskop in de vitrine van een buitenlandse slager walgend zijn hoofd afkeert. Wel de lusten, maar niet de lasten. “Maar we kunnen nu eenmaal niet zonder chemie”, zei ik tegen mijn reisgenote. Het was niet de eerste keer, ik werk immers bij de VNCI. “Ja, dat weten we nou wel”, zei ze geïrriteerd. p

juli/augustus 2012 Chemie magazine 53


Service

Colofon

MENSEN CHEMELOT CAMPUS

Bert Kip is benoemd tot managing director Chemelot Campus. Boy Litjens is de nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen. Het bedrijf moet binnen de context van Brainport 2020 uitvoering geven aan de verdere ontwikkeling van de Chemelot Campus.

Chemie magazine is het maandblad

YARA SLUISKIL

Redactie

De Noor Jon Sletten is vanaf 1 augustus de nieuwe algemeen directeur van Yara Sluiskil. Hij was van 2004 tot 2009 bij Yara werkzaam als manager van de afdeling Nitraat/Ureum. Sletten volgt Geert de Raedemaecker op, die naar Brussel is vetrokken, waar hij de eindverantwoordelijkheid heeft voor de Yara-fabrieken in Midden-Europa.

van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Inge Janse (eindredacteur) Jos de Gruiter (redacteur) Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag

EASTMAN CHEMICAL

Sinds 2 juli is Jennifer Stewart de nieuwe ‘vice president and managing director Europe, Middle East and Africa’ (EMEA) bij Eastman Chemical. Stewart vervult haar nieuwe functie vanuit het EMEA-hoofdkantoor in Capelle aan den IJssel. Hiervoor was zij ‘unit director’ bij de Fibers Business Organization van Eastman. Haar voorgangers Godefroy Motte en Joost Berting hebben binnen Eastman andere verantwoordelijkheden op zich genomen.

T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl Medewerkers Adriaan van Hooijdonk, Joost van Kasteren, Emma van Laar, Gerard van Nifterik, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert Vormgeving Curve, Haarlem Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70,

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/LINKEDIN

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI 54 Chemie magazine juli/augustus 2012

VOLGENDE EDITIE (20 SEPTEMBER)

FUTUROLOGEN OVER VISIE 2030/2050 BELANG VAN ENERGIECONVENANTEN DRUPPELLEKKAGES SPOORWEGKETELWAGENS INNOVATIEVE UITBESTEDING VAN ONDERHOUD LANDELIJKE OFFICIER VAN JUSTITIE OVER MISBRUIK VAN CHEMICALIËN EN NOG VEEL MEER…

E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie Druk DeltaHage, Den Haag Abonnementen Chemie magazine is gratis voor VNCIleden en voor leden van de aangesloten lidverenigingen. Voor anderen bedragen de abonnementskosten per jaar 80 euro in Nederland en 100 euro in overige landen (incl. btw). Abonnementen eindigen per 31 december. Als niet voor 1 november wordt opgezegd, loopt het abonnement door. Nieuwe abonnementen/mutaties schriftelijk opgeven via crs@vnci.nl. Meer info: 070 337 87 28 Overname Overname van artikelen uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven Beeld cover Casper Rila ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

services

Are you the expert for this job? We are offering positions at two companies who are setting their goals and challenges on sustaining and extending growth. By doing so, they are looking for a talented Validation -Manager, -Officer and -Engineer with ambitions. SynCo Bio Partners is an independent GMP Contract Manufacturing Organization and a provider of high quality biopharmaceutical services for both clinical and market supply. Crucell is a global biotech company that focusess on the development, production and marketing of vaccines, recombinant proteins and antibodies to prevent and combat infectious and other diseases. A high level of work experience in (process) validation, QA and production environments is required. You can handle responsibility and negotiate and communicate with various parties. Your strenghts are accuracy, a drive for results, the capability of making appropriate judgments, provide solutions to problems and implement improvements. Are you looking for a job in which you will be stimulated to develop your expertise? Interested to know more? Visit our website www.cls-services.nl to read more about these positions.

SynCo - Amsterdam | Crucell - Leiden Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.