Chemie magazine - september 2012

Page 1

Futurologen over Visie 2030/2050

Veroorzaakt schaliegas een gaslek?

Energie-efficiency naar hoger plan

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 09 • 19 september 2012

HET LOT VAN DE SYNTHETISCHE HARTKLEP, DE OPROLBARE GSM EN ANDERE GROTE CHEMIEONTDEKKINGEN

EUREKA! MAAR WAT NU?

Magazine


De techniek om te groeien


INHOUD 09 19 september 2012

20

VEELBELOVENDE ONTDEKKINGEN De afgelopen jaren maakte Chemie magazine melding van tientallen grote chemieontdekkingen. De beloftes varieerden van lichaamseigen hartkleppen tot straatstenen die stikstof eten. Maar in hoeverre zijn die ronkende beloftes ook waargemaakt?

43

Trendwatchers kijken naar toekomst chemie

september 2012 Chemie magazine 3


MELD U AAN

Start: 26 februari 2013, Bunnik

De Leergang Opleidingsmanagement is bedoeld voor leidinggevenden met opleiderstaken en voor opleiders met een praktijkachtergrond. Dit zijn o.a. opleidings- en trainingscoördinatoren, opleidingsmanagers en gevorderde mentoren en examinatoren. In de opleiding staan vragen uit uw praktijk situatie centraal: Hoe kan ik met ‘gezond verstand’ plannen onderbouwen met bewezen modellen en inzichten? Hoe overtuig ik het MT van het nut van leren en opleiden? Hoe zet ik opleiding(beleids)plannen op met lijnmanagers? Hoe zorg ik dat het effect van opleiden zichtbaar wordt en geborgd blijft? Hoe motiveer ik leerlingen en begeleiders van deze leerlingen?

Meer weten?

Neem voor vragen over onze opleidingen contact op via: 070 301 10 86 of opleidingen@vapro.nl of kijk op vapro.nl


INHOUD 09 19 september 2012

36

VNCI en DB Schenker pakken drupellekkages aan

48

Aanzienlijke besparing op onderhoudskosten mogelijk

Opinie

07

Agenda

07

Innovatoren hebben optimisme hard nodig

NIEUWS

Actueel Onderwijs Milieu Veiligheid

09 13 15 17

ACHTERGROND Young Professionals

18

Innovatie

20

Criminaliteit

26

Wetenswaardig

30

Energie

32

Veiligheid

36

Column Twitter Uitgelicht

39 39 40

Visie 2030/2050

43

Onderhoud

48

Energie

51

Onderwijs

54

Energie

57

Vox Chemici Bedrijven Column hoofdredacteur Mensen Volgende maand Colofon

59 61 61 62 62 62

Hoe belangrijk is het salaris? Het lot van veelbelovende ontdekkingen

Drugscriminelen spelen kat-en-muisspel met justitie 80 hectares voor chemische industrie Veroorzaakt schaliegas een gas leakage?

Druppellekkages spoorwegketelwagons aangepakt

51

EEP legt nadruk op ketenefficiency

Universiteit Utrecht weer de grootste in chemie

Trendwatchers over kansen en toekomstscenario’s Win-winsituatie voor chemie en dienstverleners EEP: meer nadruk op ketenefficiency VNCI-stimuleringsprijs voor drie bollebozen Next Generation plastic zonnecellen

Industriële renaissance VS dankzij schaliegas

48

september 2012 Chemie magazine 5


The Power of Knowledge Engineering Delivering profit through reliability


AGE NDA 26 september Conferentie ‘Werken aan veilige PGS15-opslagen’ Carlton Oasis, Spijkenisse 2 oktober Landelijke Stoffendag De Meervaart, Amsterdam 9 oktober Kickoff-bijeenkomst Topsector Chemie Madurodam, Den Haag 24 oktober Biobased Congres 2012 Theater de Mythe, Goes VNCI 25 september WG Arbeidshygiëne SABIC-IP, Bergen op Zoom 27 september VNCI Veiligheidsdag Groot Kievitsdal, Baarn 2 oktober WG Milieuzorg VNO-NCW, Den Haag 4 oktober Prioritair Stoffenbeleid Agentschap NL, Utrecht 4 oktober Regiegroep Chemie Academiegebouw, Utrecht

Agenda / Voorwoord

VNCI-directeur Colette Alma

OPTIMISME

V

indt u artikelen over technische vindingen en nieuwe toepassingen ook zo inspirerend? Ze bieden een uitzicht op ongekende nieuwe mogelijkheden en doen de bestaande technologie meteen gedateerd lijken. Het optimisme dat eruit spreekt is aanstekelijk.

In deze Chemie magazine wordt gekeken hoe het gelopen is met tien opmerkelijke ontdekkingen waarover dit blad de afgelopen jaren schreef. Stuk voor stuk beloofden deze innovaties een gerichte toepassing en een duidelijk businessplan. En zonder uitzondering voorspelden ze een bijdrage aan verduurzaming: grote vooruitgang in de werking van producten, meer welzijn en gezondheid, minder energie- of materiaalgebruik, of minder kans op blootstelling van mens en milieu aan toxische stoffen. Toch hebben jaren later slechts enkele van deze ontdekkingen geleid tot een commercieel succesvolle toepassing of product. Het overgrote deel bevindt zich nog in de ontwikkelingsfase. Gelukkig stralen hun voorvechters nog steeds groot enthousiasme en een rotsvast geloof uit. Uit het artikel blijkt dat de weg van veelbelovende ontdekking in een experimentele omgeving naar een stevige plek op de markt geplaveid is met grote en kleine uitdagingen. Techniek, kosten, financiering, partners, klanten, en niet te vergeten beleidscontext: ze moeten allemaal meewerken om de grote stap vooruit te maken. Innovatoren hebben optimisme daarom hard nodig, want het helpt hen de vele barrières te overwinnen die ze tegenkomen. Beleidsmakers daarentegen zouden er juist voor moeten waken overoptimistisch te zijn. Een gevaar kan namelijk zijn dat ze op de feiten vooruit gaan lopen en alvast aan de slag gaan met beleidsmaatregelen om de nieuwe mogelijkheden als “stand der techniek” verplicht te stellen. Dit zou tot onmogelijke eisen aan bedrijven kunnen leiden. Zij mogen terecht veel van de innovaties verwachten, maar enig geduld is wel aan te bevelen. p

10 oktober BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu VNCI, Den Haag 19 oktober BAC VNCI, Den Haag 25 oktober WG Energie en Klimaat Novotel, Breda september 2012 Chemie magazine 7



Actueel

kLeine kans Op chemie-cOaLitie Bij de coalitieonderhandelingen zal chemie waarschijnlijk alleen ter sprake komen als de PvdA, SP, GroenLinks en ChristenUnie mogen meedoen. De chemische industrie wordt namelijk alleen specifiek genoemd in de verkiezingsprogramma’s van deze vier partijen, zo blijkt uit een analyse van de verkiezingsprogramma’s door de VNCI. Opvallend is dat juist de VVD, CDA en D66, de partijen die traditioneel pro-bedrijfsleven zijn, over deze ‘industry of industries’ in alle toonaarden zwijgen. Nieuwkomer SOPN valt vooral op door zijn opmerkelijke standpunt over de chemie. Tekst: Inge Janse

GroenLinks

Van alle partijprogramma’s maakt dat van GroenLinks het meest specifiek melding van de chemie. Zo wil de partij - onder meer via een ‘Kafka-brigade’ - het de chemische industrie makkelijker maken om over te stappen op biobased grondstoffen. Ook moet de overheid meer gaan investeren in handhaving bij chemische en andere risicovolle bedrijven. Daarbij gaan de boetes omhoog en moeten notoire overtreders de poorten sluiten.

ChristenUnie

De ChristenUnie ziet de chemische industrie vooral als een kans. De partij noemt onder meer de biochemie en petrochemie als belangrijke industrieën voor de werkgelegenheid en welvaart in Nederland. Om deze sectoren verder te laten floreren pleit de ChristenUnie daarom voor een langjarig industriebeleid en een gelijk Europees speelveld.

PvdA

Een sector van mogelijkheden. Dat beeldt verschijnt in de omschrijving die de PvdA van de chemie geeft. Zo halen de socialisten onder meer de ‘chemische innovatiesector rondom Emmen’ aan als bewijs dat Nederland nog altijd de economie kan laten draaien. De partij wil daarom bijvoorbeeld investeren in campussen voor chemie en life sciences in Zuid-Limburg.

SP

Bij dat laatste sluit ook de SP zich aan, die Chemelot ziet als een voorbeeld van ‘slimme samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen’. Roemer en consorten willen daarom die samenwerking verder intensiveren om onderzoek en ontwikkeling aldaar naar wereldniveau te tillen.

SOPN

Het meest opmerkelijke standpunt over de chemie heeft nieuwkomer SOPN. Volgens de Soeverein Onafhankelijke Pioniers Nederland moet namelijk het uitsproeien van chemicaliën vanuit vliegtuigen verboden worden. Vliegtuigen die chemtrails verspreiden moeten daarom door de luchtmacht tegengehouden worden. De uitgestoten chemicaliën worden volgens de SOPN onder meer gebruikt voor ‘geo-engineering, cloud-seeding, weermodificatie, solar radiation management, het experimenteel uitsproeien van ziekten en het experimenteel uitsproeien van nanotechdeeltjes en chemicaliën’. p

VraGen oVer chemie? Boek een leZinG! Altijd al willen weten wat nanotechnologie precies is of wat er bedoeld wordt met duurzame energie? In dat geval kan sinds kort een beroep gedaan worden op Chemielezingen.nl. Jan Hilhorst, Mikal van Leeuwen en Matti van Schooneveld zijn alumini van de afdeling chemie aan de Universiteit Utrecht en vertellen op aanvraag over chemie. Hun doel: een laagdrempelig aanspreekpunt zijn voor chemie-gerelateerde vragen uit de samenleving.

V

ia de presentaties wil het drietal praten en kennis delen met onder meer buurtbewoners, stichtingen en ondernemers. Zij hopen zo de kennis over chemie en bètawetenschap te vergroten en de overgang naar een duurzame samenleving te versnellen. Er zijn zowel standaardpresentaties, zoals over nanotechnologie en bierbrouwen, als lezingen over specifieke onderwerpen mogelijk. Aangezien Hilhorst, Van Leeuwen en Van Schooneveld vinden dat universitaire kennis terug moet vloeien naar de maatschappij, werken zij zonder winstoogmerk. p september 2012 Chemie magazine 9


Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

k T & Logistie Vakbeurs IC r 2012 be m ve no .B051 13 t/m 16 ursstand 10

Jaarbeurs Ut

recht, Be

Bezoek ons op de stand en wij berekenen live úw besparing. Wij keren uw eerste winst direct uit. www.idsnl.com

Wil jij het hele veiligheidsplaatje overzien? Ga dan voor de (gecombineerde) opleiding HVK – AH van PHOV

Meer informatie www.phov.nl

Persoonlijk studieadvies 030 231 82 12 info@phov.nl

Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf PHOV al 20 jaar toonaangevend in veiligheidskunde

27 september 2012 en 30 januari 2013 start de avond opleiding Hogere Veiligheidskunde, Arbeids hygiëne of combinatie HVK-AH


Actueel

Gesmeerde samenwerkinG dsm en paralympische wielerploeG De Nederlandse wielerploeg maakte tijdens de Paralympische Spelen in London gebruik van kettingen waarin hoogwaardige polyamide is verwerkt. Dit maakt de kettingen lichter, maar zorgt ook voor minder wrijving, waardoor meer snelheid kan worden behaald.

I

n de nieuwe kettingen is gebruikgemaakt van het zogeheten Stanyl-polyamide 46. Het materiaal is onder meer ontwikkeld door DSM, dat innovatiepartner is van NOC*NSF. “De ketting geeft mij zekerheid en kracht. Daardoor heb ik meer rust in mijn lijf”, blikt paralympiër Alyda Norbruis terug. De wielrenster was tijdens de spelen goed voor een zilveren medaille op de 500 meter tijdrit. “Ook geeft het mij meer balans, en hoe meer balans, hoe beter.” Volgens Eelke van der Wal, bondscoach van het Paralympische wielerteam, is deze innovatie de toekomst. “Ik denk dat bij de volgende spelen in Rio iedereen hiermee rijdt.” Stanyl wordt in de toekomst ook gebruikt in kettingen voor gewone fietsen. Het voordeel is dat smeren met olie en piepende kettingen tot het verleden behoren. DSM en NOC*NSF zijn al sinds 2001 ‘Partners in Sport’. Deze zomer presenteerde DSM daarom diverse innovaties voor voeding en materialen, waaronder de wielrenbroek met Dyneema die bij een val bescherming biedt op de meest kwetsbare plekken, zoals dijbenen en onderrug. Daarnaast heeft DSM, als innovatiepartner van de Roeibond, nieuwe boten ontwikkeld, waaronder de boot van de ‘Vrouwen Acht’. En niet zonder resultaat: het achttal won een bronzen medaille. p

WetenschapsWeekend tijdens OktOber kennismaand Voor het eerst tijdens de Oktober Kennismaand staat een weekend geheel in het teken van Wetenschap en Technologie. Op 6 en 7 oktober openen namelijk meer dan honderdvijftig organisaties in Nederland hun deuren en maken de bezoekers kennis met spannende experimenten en interessante hightechactiviteiten.

W

ie benieuwd is wat er gebeurt in onderzoeksinstellingen, science centra, bedrijven, sterrenwachten en musea heeft tijdens Oktober Kennismaand de kans om een kijkje te nemen achter de schermen. Bezoekers horen verhalen die gewoonlijk alleen tot experts zijn gericht. Uiteraard kunnen zij zelf meedenken en -doen. Tijdens het Weekend van de Wetenschap, het kloppend hart van Oktober Kennismaand, ontdekken jong en oud de fascinerende wereld van wetenschap en technologie. Zij kunnen onder meer hun eigen radioactiviteit meten bij COVRA in Nieuwdorp, een vals kunstwerk ontdekken met uv-licht bij Teylers Museum in Haarlem, in InnoSportLab De Tongelreep in Eindhoven zien hoe olympische zwemmers hun zwemprestaties verbeteren via wetenschappelijke camera-analyses, of een kijkje nemen bij EPZ, leverancier van elektriciteit uit kernenergie, kolen en biomassa. Oktober Kennismaand wordt georganiseerd door het Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie (NCWT ) en vindt voor de 27e keer plaats. Vorig jaar werden er meer dan 900 activiteiten door heel Nederland georganiseerd voor ruim 400.000 bezoekers. p

Meer informatie: www.oktoberkennismaand.nl september 2012 Chemie magazine 11


Jaren lange oplei ding ser va ••• ring ••• ••• Gesp ecial iseer de mod ules

Wist u dat… U met de ATEX opleidingen van Elsevier Opleidingen ook internationaal goed zit?

Elsevier Opleidingen heeft al 40 jaar ervaring in het opleiden van veiligheidsexperts en mag zich dan ook met recht dé veiligheidsopleider noemen. Naast de meest actuele informatie over de ATEXrichtlijnen biedt Elsevier Opleidingen u ook de mogelijkheid een IECEx 05-persoonscertificaat aan te vragen. Met dit certificaat kunt u wereldwijd aan de slag. Werkt u niet in het buitenland? Ook dan is dit certificaat waardevol. 1. ATEX VOOR DESKUNDIGEN De opleiding ‘ATEX voor deskundigen’ is bedoeld voor mensen werkzaam in een explosiegevaarlijke branche*. In twee dagen tijd worden alle generieke onderwerpen uit de ATEX modules EX002 tot en met EX0010 behandeld. Hierna kunt u een examen afleggen waarmee u bewijst het overgrote deel aan kennis in huis te hebben. Duur: 2 dagen Prijs: € 735,- excl. BTW Startdata: 23** maart, 3, 12, 14, 18, 21 en 23 april 2012 Locaties: Amsterdam, Zwijndrecht en Utrecht * speciaal voor operators is er ‘ATEX voor

2. ATEX SPECIALISATIE Met een ATEX specialisatie krijgt

3. VAN ATEX NAAR IECEX 05 Met het behaalde PBNA diploma

u meer diepgaande kennis van bijvoorbeeld: - installatie materieel - onderhoud materiaal - reparatie & revisie. Deze modules kunnen ook incompany plaatsvinden.

en een werkgeversverklaring kunt u bij Dekra een IECEx 05 persoonscertificaat aanvragen.

Duur en prijs: op aanvraag

UW 3 STAPPEN NAAR UW IECEX 05:

Verwachte startdata: 1 ste helft 2012

1. Elsevier Opleidingen geeft u een bewijs van deelname 2. Bij PBNA kunt u het examen afleggen

ATEX online? Kijk op www.ATEXelearning.nl

3. Dekra kan u een persoonsgebonden certificaat IECEx 05 afgeven op basis van uw PBNA examen en uw werkgeversverklaring

operators’. Voor meer informatie www.elsevieropleidingen.nl/ATEX ** gegarandeerde startdatum

DIRECT INSCHRIJVEN? WWW.ELSEVIEROPLEIDINGEN.NL/ATEX

Meer weten? Ga naar www.elsevieropleidingen.nl en schrijf u meteen in voor onze digitale nieuwsbrief! Over de incompany mogelijkheden informeert onze adviseur Incompany Paul van der Sneppen u graag. Hij is te bereiken op 06 300 14 657.

Neem contact op met onze relatiebeheerder Brigitte de Wolf. Zij is te bereiken op tel. (078) 62 53 888 of mail naar brigitte.de.wolf@elsevieropl.nl


Onderwijs

ChemiesTudieveRenigingen bezoRgd oveR langsTudeeRboeTe

BezuINIgINgeN fuNest Voor BètastudIes

De langstudeerboete, harde knip en andere bezuinigingsmaatregelen in het hoger onderwijs vallen niet in goede aarde bij chemiestudieverenigingen. Ze vrezen voor hun eigen voortbestaan en waarschuwen dat door de maatregelen het aantal bètastudenten zal dalen, terwijl er juist méér nodig zijn. Tekst: Igor Znidarsic

ren. Ik snap alleen niet hoe de overheid aan de ene kant een topsectorenbeleid kan voeren, met daarin veel nadruk op techniek, en aan de andere kant maatregelen in het onderwijs neemt die daar haaks op staan.” Zij hoopt dan ook dat het volgende kabinet de maatregelen kritisch bekijkt en eventueel aanpast.

“H

et gevaar van de langstudeerboete is dat uit tijdgebrek minder mensen in het bestuur van een studievereniging gaan zitten, waardoor studieverenigingen het moeilijk krijgen of zelfs verdwijnen.” Die waarschuwing geeft Lineke Pelleboer af. Zij is bestuurslid van de Jonge Leden van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) en vertegenwoordiger van de verschillende chemiestudieverenigingen in Nederland. De gewraakte boete houdt in dat een student zowel over de bachelor als over de master één jaar langer mag doen dan de theoretische studieduur. Voor elk jaar extra geldt bovenop het collegegeldtarief - een boete van 3063 euro. Deze maatregel is op 1 september ingegaan, en volgens Pelleboer met alle gevolgen van dien. “Studieverenigingen worden als een grote toegevoegde waarde gezien, zowel door universiteiten als door bedrijven. Die vinden naast kennis ook de soft skills, zoals kunnen organiseren en netwerken, belangrijk. Studieverenigingen organiseren ook veel activiteiten die iets toevoegen aan de studie, zoals studiereizen naar bedrijven in het buitenland.”

Red de latente bèta’s

Een andere bezuinigingsmaatregel is het verdwijnen van de studiefinanciering voor de masterstudie. In plaats daarvan komt een sociaal leenstelsel. Pelleboer: “Nog meer dan de langstudeerboete zal dat ervoor zorgen dat mensen niet kiezen voor technische studies, want die hebben een tweejarige master. Ik hoor die geluiden heel duidelijk: ‘Als ik het zelf moet betalen, dan wil ik wel zeker weten dat ik het haal’. Juist de latente bèta’s, die twijfelen tussen bijvoorbeeld chemie en bedrijfskunde, zullen daarom eerder voor bedrijfskunde kiezen. Het gevolg: op de lange termijn minder mensen met een technische achtergrond, terwijl de vraag juist toeneemt.” Verder vindt ze de samenvoeging van masterstudies, waardoor je een studie nog maar op één plaats in Nederland kan volgen, geen goed idee. “Je krijgt vervlakking.”

Topsectorenbeleid?

Pelleboer denkt dat de overheid onvoldoende heeft nagedacht over de consequenties van alle maatregelen. “Natuurlijk moet er bezuinigd worden en kan een financiele prikkel een drive zijn om als student goed te preste-

Lineke Pelleboer: “Je krijgt vervlakking.”

VNCI-INItIatIeVeN

Pelleboer zou graag zien dat de industrie meer verantwoordelijkheid neemt en is dan ook blij dat de VNCI dit jaar de Topsector Chemiebeurs heeft gelanceerd, waarbij excellente studenten een beurs van 500 euro per maand ontvangen van de chemische industrie. Na een pilot aan de Universiteit Utrecht wordt de beurs volgend jaar landelijk uitgerold. Vanaf 2013 sluit de VNCI zich ook bij de KNCV aan om gezamenlijk de chemiestudieverenigingen en de Stichting KERF (KNCV Excursie en Reis Fonds) te steunen. Daarnaast heeft de VNCI samen met andere topsectoren duidelijk geprotesteerd tegen het leenstelsel, aangezien dit vooral de studenten van technische opleidingen benadeelt. september 2012 Chemie magazine 13


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Afvalstoffen Terminal Moerdijk BV Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


Energie en milieu

Natuurwater voor iNdustrie iN de Botlek Op 5 september nam Evides Industriewater de nieuwe voorzuivering van de DemiWaterPlant Botlek in gebruik. Deze stelt Evides in staat om (in plaats van drinkwater) het Brielse Meer-water om te zetten in gedemineraliseerd water voor de industrie in de Botlek. Zo wordt bijna de gehele havenindustrie op duurzame wijze van gedemineraliseerd water voorzien.

O

Foto: shut terstock

ppervlaktewater heeft een hoger zoutgehalte dan drinkwater, en dus moet Evides voor de ontzouting van het water nieuwe technologieën gebruiken. Deze technieken gebruikt het bedrijf sinds deze maand in de DWP Botlek-installatie, die zo’n 12 miljoen kubieke meter gedemineraliseerd water per jaar levert aan bijna twintig afnemers in de haven van Rotterdam. Demiwater wordt gebruikt in krachtcentrales voor de productie van hogedrukstoom, die op zijn beurt ingezet wordt als warmtebron bij de destillatieprocessen in de petrochemie. Alle ionen die het drinkwater zijn smaak geven worden uit dit water verwijderd. Met een capaciteit van 1400 kubieke meter per uur is DWP de grootste demiwaterinstallatie van Evides Industriewater en ook veruit de grootste in de Rijnmond. p

Shell inveSteert miljarden in ChineeS SChaliegaS

LESCHACO –

Shell gaat de komende jaren minstens 1 miljard dollar per jaar investeren in de ontginning van schaliegasvelden in China. Dat meldde de hoogste Shell-baas in het land, Lim Haw Kuang, eind augustus in een interview met persbureau Reuters. De plannen sluiten aan op de strategie van Shell om te groeien in de grootste energiemarkt ter wereld. Schaliegas zorgde de afgelopen jaren voor een transformatie van de Amerikaanse energiemarkt. Een vergelijkbare omslag wordt in China verwacht.

logistics with

C

hina maakte afgelopen voorjaar bekend de – momenteel marginale - jaarlijkse productie van schaliegas te verhogen naar 6,5 miljard kubieke meter (goed voor 6 procent van de huidige energieproductie van het land) in 2015, en nog eens tien keer zo veel in 2020. Het Chinese ministerie van Natuurlijke Rijkdommen schat de winbare schaliegasreserve in China op 25 biljoen (25.000 miljard) kubieke meter, wat de grootste voorraad ter wereld is. Met de productie van schaliegas wil China zijn afhankelijkheid van kolen, die ongeveer 70 procent van de elektriciteit in het land genereren, verminderen. p

your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental responsible care for the chemical industry.

Experienced. Dedicated. Customized.

Logistics – phone +31

and beyond.

(10) 2953 153

Since 1879.

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

september 2012 Chemie magazine 15


www.ApplusRTD.com

Asset Integrity Services... Kwaliteit verzekerd, al 75 jaar.

Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services, met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die de integriteit van uw installatie waarborgen. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties en verlagen daarmee uw total cost of ownership.

Meer informatie ? Applus RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T+ 31 10 716 60 00 Postbus 10065 3004 AB Rotterdam E info.netherlands@applusrtd.com


Veiligheid

WWW

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

FOTO: SHUT TERSTOCK

NIEUWE RICHTLIJN VOOR BRZOBEDRIJVEN AANGENOMEN

ROKEN OP TERREIN REDEN VOOR ONTSLAG Chemiebedrijf Elementis stond in zijn recht toen het in 2010 een werknemer op staande voet ontsloeg die op het bedrijfsterrein rookte. Dat heeft het Gerechtshof Arnhem in augustus bekendgemaakt. Oorspronkelijk vond de kantonrechter dat roken slechts een licht vergrijp was, en dat ontslag op staande daarom een te zware sanctie vormde. Het Brzo-bedrijf in Delden ging hiertegen in beroep om helder te krijgen wat het wel en niet mag doen om de veiligheid te garanderen.

E

lementis werkt met brandbare stoffen en hanteert daarom een streng rookbeleid. Omdat een werknemer halverwege 2010 op een plek rookte waar dat niet was toegestaan, werd hij op staande voet ontslagen. De ontslagen man ging hier niet mee akkoord en eiste via een kort geding zijn werk terug. Toen dit niet werd gehonoreerd schikte hij daarin, maar eiste een schadevergoeding omdat hij ontslagen zou zijn op onredelijke gronden. De kantonrechter die hier toentertijd uitspraak over deed, kende vervolgens een vergoeding toe omdat het vergrijp te licht

zou zijn voor ontslag op staande voet. Wel vond hij het redelijk dat de arbeidsovereenkomst ontbonden werd. Omdat Elementis zeker wilde weten welke middelen een bedrijf heeft om de veiligheid te garanderen (zoals het rookverbod met ontslag als sanctie bij overtreding), ging het in hoger beroep. Het Gerechtshof Arnhem zag vervolgens het overtreden van het rookverbod wél als een zwaar genoeg vergrijp voor direct ontslag. Het hof kwam tot deze uitspraak omdat Elementis duidelijk genoeg heeft verteld dat er ontslag volgt op overtreding. Ook werkte de werknemer al lang in de chemie, en moest daarom weten wat de gevaren zijn. Bovendien wist de werknemer dat Elementis veel waarde aan veiligheid hecht, en dat het verbod dus geen loze kreet was. Het gerechtshof stelt daarom: “Elementis heeft als werkgever en ondernemer deze afweging gemaakt, en ook mogen maken, door duidelijk aan te geven waar wel en waar niet mag worden gerookt. (...) Dit behoort tot de beleidsvrijheid van de ondernemer/werkgever.” p

Deze zomer is de Seveso III-richtlijn in Europa aangenomen voor bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen werken. Uit deze richtlijn volgt de Nederlandse Brzo-wetgeving (Besluit Risico’s Zware Ongevallen), en bedrijven moeten vanaf 1 juni 2015 hieraan voldoen. Voor bedrijven die op de grens zitten van de Brzo-status kan de nieuwe richtlijn betekenen dat ze vanaf dan net wél of níet aan de veeleisende wet moeten voldoen.

E

ssenscia, de Belgische zustervereniging van de VNCI, heeft daarom een rekenmodule ontwikkeld waarmee bedrijven kunnen vaststellen hoe de nieuwe richtlijn voor hen uitpakt. Eerder had de vereniging al een concept-rekentool gelanceerd, en deze is op basis van de definitieve wet aangepast. De VNCI raadt vooral bedrijven die behoorlijke hoeveelheden gevaarlijke stoffen opslaan met klem aan om na te gaan of zij onder de nieuwe richtlijn vallen. Mochten zij voortaan in de Brzo-categorie vallen, dan is er namelijk een compleet veiligheidsmanagementssysteem nodig. De opzet hiervan is zeer intensief, waardoor de termijn van drie jaar echt nodig is om het systeem te ontwikkelen en te implementeren. VNCI-leden krijgen deze maand meer informatie over de overige consequenties van de nieuwe richtlijn. Zo moeten bestaande Brzo-bedrijven mogelijk zaken aanpassen voor de omgang met veiligheid en milieu. Ga naar de online rekentool op www. sncia.be/seveso/input.aspx

september 2012 Chemie magazine 17


YOUNG PROFESSIONALS GEVEN HUN MENING OVER ACTUELE THEMA’S IN DE CHEMIE

IS GELD BELANGRIJK? Nu de zomer voorbij is, krijgt de carrière weer meer aandacht. Veel jonge chemici en techneuten zoeken de inhoudelijke uitdaging in hun werk. Maar wat vinden ze het allerbelangrijkste: gewoon een leuke, uitdagende baan, of gaat het hun om de carrièrevooruitzichten? Geeft salaris de doorslag bij de keuze voor een werkgever? Young Professionals uit ons panel geven hun mening. Tekst: Hagar Roijackers - Textuur

FRANK BAKHUIZEN (34)

Global product manager phosphorus derivatives bij Thermphos

“Ik wil trots zijn op mijn werk” De vragen zijn actueel voor Frank Bakhuizen. Hij start deze maand namelijk met een nieuwe baan: productmanager bij Eastman Chemical. Wat waren zijn afwegingen om over te stappen? “Eastman is ontzettend innovatief. Ze durven fors te investeren, onder meer in China. Dat vind ik interessant en boeiend. Ik wil trots zijn op mijn werk.” Het was destijds niet vanzelfsprekend dat hij in de chemie ging werken. Frank rolde via uitzendwerk de branche in, destijds als orderprocessor bij Tyco Healthcare – Mallinckrodt Baker. Vervolgens klom hij op via diverse banen in sales- en marketingmanagement. “Met de chemie had ik een gouden match. Het is een prachtige industrie met prachtige producten. De branche heeft altijd oog voor people en planet.” Dit geldt ook voor de werknemers. Frank ziet namelijk regelmatig collega’s switchen naar banen tegen een lager salaris, maar met meer inhoud, perspectief of een kortere reistijd. Daarom heeft hij advies voor werkgevers die goede kandidaten willen aantrekken en behouden. “Laat een duidelijk plan zien, een aantrekkelijk toekomstperspectief. Houd regelmatig de vinger aan de pols en geef eerlijke feedback. Exitgesprekken geven nuttige terugkoppeling, maar duidelijk te laat…” linkd.in/frank-bakhuizen

BÉATE HERU UTOMO (30)

Base oil unit technologist & production specialist bij Shell Nederland Raffinaderij

“Het is uiteindelijk de beloning voor wat je doet” Voor Béate Heru Utomo speelt salaris wel degelijk een rol in de baankeuze, naast genoeg inhoudelijke uitdaging. Het belang van loon mag volgens haar door werkgevers niet onderschat worden, want “het is uiteindelijk de beloning voor wat je doet.” Béate vindt het daarom verbazingwekkend dat chemie- en techniekspecialisten in Nederland relatief weinig verdienen. Algemene opleidingen in recht of economie leveren vaak een beter salaris op, terwijl een technische opleiding in de regel veel zwaarder is. “In Duitsland ligt de verhouding beter, zie ik bij vrienden.” Ook in de beeldvorming kan wel wat veranderen. Te vaak nog ziet ze de branche gerepresenteerd door één man met machine of één vrouw in labjas. “Neem nu commercials voor biermerken. Daarin draait het om samenwerking, om mensen. Dat is in onze branche eigenlijk niet anders.” Verwijzend naar haar eigen werk bij de Shell-raffinaderij in Pernis: “De processen luisteren heel nauw en grijpen in elkaar. Onze technieken zijn verfijnder dan ooit. Innovatie zit in de details. In je eentje kun je niet innoveren. Dus draait veel om communicatie, om mensen. Als chemiesector kun je dat veel meer laten zien.” linkd.in/beate-heru-utomo

18 Chemie magazine september 2012


Young Professionals

ELLEN SPEETJENS (28)

Associate scientist applied biochemistry bij DSM Food Specialties, Delft

“Waar wil je over vijf jaar zijn?” De wereld van de multinationals verkennen, dat wilde Ellen Speetjens na het afstuderen. Onderzoek op de universiteit was haar bovendien niet tastbaar genoeg. Bij DSM Food Specialties draait het juist om toepasbaarheid. “Onze onderzoeksresultaten kun je omrekenen naar concrete producten, naar kilo’s en euro’s.” Toch zou ze niet kunnen werken voor een bedrijf dat alleen maar commercieel denkt, zelfs niet tegen een veel hoger salaris. “DSM vindt sustainability erg belangrijk . Het bedrijf werkt nauw samen met ngo’s bij de verbetering van producten en processen. Die verbinding met een betere wereld is voor mij een vereiste.” Een onderschat element van onderzoekswerk vindt Ellen de interactie met collega’s. “Neem nu ons team. Twaalf mensen, dus twaalf stel hersens. Als wij niet met elkaar praten, kom je er veel te laat achter dat iemand iets weet wat waardevol is voor jouw werk. In de mensen zit de kennis en kunde.” Behoud van goede krachten is daarom essentieel. “Niet iedereen is zo pro-actief om de eigen carrière vorm te geven. Vraag als werkgever dus vaker: waar wil je over vijf jaar zijn, en wat hoort daarbij?” linkd.in/ellen-speetjens

MELVIN SPALBURG (28)

Process & improvement manager bij AkzoNobel Decorative Paints

“Steeds je grenzen verleggen, dat zoek ik in mijn werk” Ook Melvin Spalburg zit niet stil. Hij wisselt weliswaar niet van werkgever, maar wel van werkplek. Binnenkort vertrekt hij voor AkzoNobel naar London. “Steeds je grenzen verleggen, dat zoek ik in mijn werk. Continu kansen krijgen om te leren en te groeien.” Zijn baan biedt hem ruimte voor verdieping, maar tegelijkertijd nieuwe uitdagingen. “Al ben ik nog vrij jong, toch mag ik zware opdrachten doen, zelfs als ze niet direct in het verlengde liggen van wat ik al kan en weet. Dat gebeurt uiteraard onder goede begeleiding. AkzoNobel weet dat je mensen zoals ik niet in hun comfort zone moet laten, dus deze kans grijp ik met beide handen aan.” Zou Melvin een commerciëlere functie overwegen tegen een forse salarisverhoging? “Daar heb ik wel eens over nagedacht, maar het lijkt mij veel van hetzelfde.” Hij kan het weten, want hij huurt voor de inkoop van technische diensten regelmatig contractors in. Vaak zijn dat engineers die voor de commerciële kant kozen. Zijn eigen baan vindt Melvin veel afwisselender. Lachend: “Tegen mijn vrienden zeg ik vaak: met je salaris ben je één dag per maand blij, als het gestort wordt. Op alle andere dagen telt het plezier.” linkd.in/melvin-spalburg

september 2012 Chemie magazine 19


De dromen en daden van grote chemie-ontdekkingen

EUREKA! MAAR WAT NU?

Met de regelmaat van de klok sieren grote ontdekkingen de pagina’s van Chemie magazine. De beloftes die eruit voortkomen variÍren van synthetische hartkleppen en oprolbare digitale schermen tot straatstenen die stikstof eten. Maar worden die ronkende beloftes eigenlijk wel ingelost? Navraag bij tien projecten leert dat de resultaten variÍren van enorme productie-eenheden tot naderende faillissementen. Tekst: Emma van Laar

20 Chemie magazine september 2012


Innovatie

N

a tientallen Chemie magazines uit de periode 20062010 doorgebladerd te hebben, kozen we tien projecten die samen een evenwichtige mix bieden van onderwerpen en een balans tussen start-ups, gevestigde bedrijven en academische projecten. Van ieder project vroegen we na wat er de laatste jaren mee is gebeurd, in welk stadium de ontwikkeling zich nu bevindt, en of er (commerciële) successen te melden zijn. De rode draad: tussen droom en daad staan wetten in de weg, maar vooral praktische bezwaren. Gelukkig zijn er uitzonderingen.

STIKSTOFETENDE STRAATSTENEN

NATUURLIJKE KLEURSTOFFEN

Halverwege 2009 bevond Rubia Natural Colours zich in de opstartfase van de ontwikkeling van natuurlijke kleurstoffen. Op dat moment produceerde het rode kleurstof uit de wortels van meekrap (Rubia tinctorum) en bekeek het de mogelijkheden om gele kleurstof uit wouw (Reseda luteola) en blauwe kleurstof uit wede (Isatis tinctoria) te produceren. “In de laatste anderhalf jaar is er veel gebeurd”, kijkt Rudolph de Jong, marketingdirecteur bij Rubia, terug. “We kunnen inmiddels rood, bruin, geel, groen, blauw en zwart maken uit natuurlijke grondstoffen, en daarmee miljoenen kleuren produceren. Alleen exceptionele kleuren als fluoriserend geel zijn lastig. Bovendien hebben we een

grote slag gemaakt naar marktgericht denken. We helpen bedrijven bij het realiseren van duurzame processen en producten. Dit hebben we bereikt door onze uitstraling te veranderen en ons te presenteren als een professionele industriële partner. We hebben daarom vijf strategische segmenten gedefinieerd: tapijt, bekleding voor meubels, mode, cosmetica en verpakkingen. We merken namelijk dat bedrijven graag voor duurzame kleurstoffen kiezen, ondanks dat deze iets duurder zijn dan synthetische.”

Eind 2008 werkte de Universiteit Twente aan de zogeheten DeNoxsteen. Deze straatsteen breekt stikstofoxiden (NOx) direct af zodra deze vanuit de uitlaat met het wegdek in contact komen. De stenen met een laagje titaandioxide, een Japans idee, verwerken met wat hulp van zonlicht NOx tot onschadelijke nitraatzouten die bij de volgende regenbui wegspoelen. De weg naar de toekomst leek dus geplaveid: zo konden de stenen in het lab 40 procent van de NOx omzetten, en dus werd er in 2009 een weg in Hengelo voorzien van een strook DeNox. “Dit is inderdaad gebeurd, waarna we van 2009 tot 2012 metingen aan het wegdek uitvoerden”, vertelt betrokken professor Jos Brouwers. “Deze metingen lieten positieve resultaten zien. Op een gemiddelde dag noteerden we een stikstofdioxidereductie van 25 procent, terwijl we bij ideale omstandigheden zoals zonnige, onbewolkte en windstille middagen zelfs verminderingen van 45 procent zagen. De volgende stap is het meten met professionele meetstations die dag en nacht actief zijn. Om sceptici te overtuigen moeten we namelijk een grootschaliger, continu en langduriger experiment uitvoeren. We zijn daarom momenteel bezig om de financiering hiervoor rond te krijgen.”

VOORTGANG: 40% Uitvinding

VOORTGANG: 90% Uitvinding

Succesvol produkt

Succesvol produkt

september 2012 Chemie magazine 21


NANO-ZINKOXIDE

Dankzij een vinding van zijn r&dafdeling deed zich in 2006 bij Umicore Nederland een nieuwe kans voor. Het bedrijf produceert al ruim 140 jaar zinkoxide, maar kon met de nieuwe vinding ook nano-zinkoxide gaan maken. Dit product is transparant in plaats van wit en absorbeert daarnaast UV-straling. Een ideaal onderdeel voor zonnebrandcrèmes dus. In 2006 werd daarom de zinkoxide, Zano gedoopt, voor het eerst geproduceerd in een proefinstallatie in het Belgische Olen. Naast zonnebrand werden ook vernis en plastic

Technische oxide en antraciet, de grondstoffen voor zinkoxide

folies gezien als toekomstige toepassingen. Nu, zes jaar later, wordt nano-oxide ingezet in drie groepen producten via twee productie-units. “Zano heeft zich goed doorontwikkeld”, weet Jeroen van den Bosch, applicatiemanager voor Zano. “Het is namelijk succesvol in cosmetica, plastics en rubbertoepassingen. In Olen en Eijsden draait daarom een volwaardige industriële zinkoxideproductie-unit. We hebben bij plastic- en rubbertoepassingen vanaf het begin samengewerkt met klanten zodat de producten aansluiten bij hun wensen. Zo is ervoor gezorgd dat Zano-poeder makkelijk te vermengen en verdelen is, plus dat we voor bepaalde toepassingen Zano zo aangepast hebben dat het voor een betere elektrische geleiding zorgt.”

VOORTGANG: 100% Uitvinding

Succesvol produkt

NIEUWE KLASSE ORGANOTINVERBINDINGEN In 2006 onderzochten Arkema in Vlissingen en de sectie Organische Synthese en Homogene Katalyse van de Universiteit Utrecht een industrieel toepasbare methode voor het bereiden van een nieuwe klasse organotinverbindingen. Dit zijn koolstofverbindingen met tin voor uiteenlopende toepassingen, waaronder als stabilisator in pvc. Met behulp van de Casimir-subsidieregeling kon gedurende twee jaar een onderzoeker van Arkema in Utrecht en een academische onderzoeker bij Arkema werken. Berth-Jan Deelman, r&d-manager bij Arkema en deeltijd hoogleraar in Utrecht, was destijds al bij het project betrokken en vertelt wat er is bereikt. “We zijn in 2006 begonnen met het ontwikkelen van een nieuwe procesmethode om met goedkope grondstoffen in weinig stappen organotinverbindingen te maken voor pvc-producten, bijvoorbeeld om verpakkingsmateriaal voor voedsel van te maken. Dat is gelukt, want na twee jaar is een octrooi aangevraagd en toegekend. Het proces is inmiddels op grote schaal getest en succesvol bevonden. We 22 Chemie magazine september 2012

bekijken nu of we het ook kunnen commercialiseren. Voor dit proces is namelijk een nieuwe fabriek nodig.” Het Casimir-project heeft bovendien voor een mooi extraatje gezorgd. “Sommige organotinstabilisatoren zijn giftig en daarom niet geschikt voor verpakkingstoepassingen van pvc. We hebben gelukkig tijdens dit onderzoek onverwacht een pure, niet-toxische stabilisator gevonden, en staan op het punt om hiermee de markt op te gaan. De relatie met de onderzoekers in Utrecht is er daarnaast nog steeds. We werken samen op een manier waar beide partijen wat aan hebben.”

VOORTGANG: 50% Uitvinding

Succesvol produkt

ECN-membraanmodule

WATERSTOFMEMBRAAN

In mei 2008 toonde Chemie magazine via een infographic de mogelijkheden van een nieuw waterstofmembraan dat door ECN ontwikkeld wordt. Het onderzoekscentrum deed dit in opdracht van het Italiaanse technologiebedrijf Technimont KT. De Italianen waren op zoek naar een demonstratie-installatie voor hun waterstofscheidingsmodule die waterstof bij een lagere temperatuur aan het reactiemengsel kan onttrekken. “Als het project slaagt, kunnen raffinaderijen deze techniek over vijf jaar inzetten”, stelde projectleider Yvonne van Delft toen. ECN is anno 2012 op de goede weg, meent Van Delft. “We hebben wat tijd nodig gehad om het membraan van palladiumlegering te maken. Daarna is deze geïnstalleerd in de demonstratieplant in Italië en heeft succesvol gedraaid. We wisten met 10 procent minder energie waterstof uit aardgas en stoom te produceren, want we werkten bij een reactietemperatuur van zo’n 600 graden Celcius, bijna 300 graden lager dan normaal. De resultaten op labschaal konden dus worden geëvenaard.” Inmiddels is ECN bezig met het licenseren van het membraan, dat onder de naam Hysep op de markt wordt gebracht. Van Delft: “Daarnaast werken we aan een Europees voorstel voor een tien keer zo grote demonstratieplant, iets waarover we onderhandelen met Technimont en andere grote afnemers, zoals raffinaderijen. We zijn al met al heel blij met de resultaten en willen de volgende stap maken voor zowel de waterstofproductieschaal als de fabricage van het membraan zelf.”

VOORTGANG: 65% Uitvinding

Succesvol produkt


Innovatie

OPROLBARE TELEFOONS

ACCOYA-HOUT

Polymer Vision werd in 2006 opgericht als een spin-off van Philips Electronic. Het doel was om een technologie voor flexibele e-paperdisplays verder te ontwikkelen en zo oprolbare readers en telefoons mogelijk te maken. In mei 2007 schetste het bedrijf tegen Chemie magazine de toekomst als volgt: binnen twee jaar de introductie van schermen met kleur, en binnen vijf jaar schermen die full colour videobeelden tonen. Navraag leeft dat het niet goed gaat met Polymer Vision. Recent vertelde hoofdinvesteerder Wistron namelijk niet verder te willen gaan. Ook is er nog geen alternatieve investeerder gevonden, en is er op dit moment slechts een kleine groep werknemers over. Het is dus de komende maanden afwachten of er een doorstart komt, of dat de toko echt afgebouwd moet worden. Dat is jammer, want technologisch heeft Polymer Vision de afgelopen vijf jaar flinke stappen gemaakt. Zo was het bedrijf al in gesprek met klanten over het uitbrengen van elektronisch papier met kleur. Daarnaast zijn er prototypes die daadwerkelijk videobeelden kunnen tonen.

VOORTGANG: 20% Uitvinding

Succesvol produkt

Titan Wood, tegenwoordig Accsys Technologies, wist een duurzaam alternatief voor tropisch hardhout te maken door hout te acetyleren, een truc waarbij via azijnzuuranhydride de moleculaire structuur van hout veranderd wordt. Het resultaat: duurzaam en vormvast hout, waarvan in maart 2007 de eerste partij - onder de naam Accoya - uit de fabriek in Arnhem rolde. “In 2007 waren er vooruitstrevende en zeer ambitieuze plannen,” memoreert Hans Pauli, CFO en COO bij Accsys Technologies, “maar intussen is zowel management als strategie gewijzigd. De aanpak van snel groeien door licenties te verkopen zonder actieve verkoop van Accoya-hout bleek niet te werken. We zijn daarom sinds 2009 bezig om de fabriek optimaal te laten te draaien. Zo is de productiecapaciteit opgevoerd en het proces verbeterd. Het resultaat is ernaar, want de verkoop stijgt, ondanks de huidige moeilijke tijd voor de bouwmarkt. We gaan dus voor-

uit, al is het misschien niet zo snel als we willen.” Daarnaast richt Accsys zich op uitbreiding van het productportfolio. Pauli: “We maken Accoya nu ook van een tweede houtsoort, Red Alder, en streven ernaar elk jaar een houtsoort aan ons assortiment toe te voegen. Daarnaast richten we ons op MDF-platen. Normaal kunnen deze niet tegen contact met water, maar met een Accoya-achtige technologie kunnen we dit probleem oplossen. Hierdoor zijn de platen, die we verkopen onder de naam Tricoya, ook buitenshuis bruikbaar.”

VOORTGANG: 75% Uitvinding

Succesvol produkt

AMMOXIMATIEKATALYSATOR

Onderdeel gemakt van nylon-6

Chemie magazine schreef in april 2010 over de nieuwe zogeheten ammoximatiekatalysator, een handig hulpmiddel om cyclohexanonoxim te maken. Deze stof staat aan de basis van caprolactam, waar op zijn beurt nylon-6 van gemaakt kan worden. De nieuwe katalysator vermindert het aantal bijproducten flink, plus dat er minder hulpstoffen nodig zijn. De ontdekker is Raveendran Shiju, universitair docent en onderzoeker van de groep Heterogene Katalyse en Duurzame Chemie van de Universiteit van Amsterdam. “Sinds 2010 onderzoeken we hoe het proces zich laat opschalen naar industriële schaal. Ook spraken we met veel geïnteresseerde partijen. Uiteindelijk deed DSM het beste bod, en dus is begin dit jaar het patent aan dit

bedrijf overgedragen”, vertelt Shiju twee jaar later. Inbegrepen bij de transactie is een vijfjarig samenwerkingsproject tussen beide partijen om de katalysator verder te ontwikkelen. Shiju: “Samen met DSM kunnen we deze vinding verder testen. We richten ons daarbij vooral op nylon. De katalysator werkt op labschaal, en dus is het nu zaak verder op te schalen. Binnen vijf jaar verwachten we op pilotschaal te kunnen produceren, en misschien zelfs al een flink eind op weg te zijn naar commerciële schaal.”

VOORTGANG: 40% Uitvinding

Succesvol produkt

september 2012 Chemie magazine 23


FOTO: TU/E FACULTEIT BIOMEDISCHE TECHNOLOGIE

BIO-METHANOL

Synthetische hartklep

LICHAAMSEIGEN HARTKLEP

In het onderzoeksprogramma BioMedical Materials werken bedrijven, kennisinstellingen, gezondheidsfondsen, universiteiten en academische ziekenhuizen sinds september 2007 samen om tot innovaties in biomedische materialen te komen. Zo wordt onder andere aan een synthetische hartklep geknutseld die de huidige mechanische en biologische hartklep moet vervangen. Eenmaal ingebracht creëert deze namelijk een nieuwe, levende lichaamseigen hartklep. Aan dit project, iValve genaamd, werken onder meer Jolanda Kluin (cardiothoracaal chirurg bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht) en professor Carlijn Bouten (hoogleraar Cell-Matrix Interaction in Cardiovascular Regeneration aan de faculteit Biomedische Technologie van de TU/e). Kluin vertelde eind 2007 dat de groep in staat was om kleppen te kweken in het lab, maar dat er nog een raamwerk (scaffold) nodig was om die kleppen in het lichaam te laten groeien. De doelstelling was om de onderzoeksperiode van vijf jaar af te sluiten met proefdieron24 Chemie magazine september 2012

derzoek. Bouten: “Inmiddels kunnen we een intelligente scaffold maken die zelf de cellen die nodig zijn uit de bloedbaan kan halen. Bovendien is de procedure versimpeld, wat een hoop handelingen scheelt. We staan inmiddels aan de vooravond van een groot experiment waarin hartkleppen bij schapen geïmplanteerd zullen worden.” Er is alleen nog veel kennis nodig, onder meer voor de uitdagingen op materiaalniveau die er nog liggen. “Het is daarom fijn dat we samenwerken met veel partners, waaronder Philips, TNO en de universiteit van Zürich”, meldt Bouten hoopvol. “We hebben goede hoop dat we de stap naar de patiënt kunnen maken, al is het lastig financiering te krijgen voor het dure, maar noodzakelijke preklinische onderzoek.” Kluin vult aan: “Ons project is gelukkig verlengd en loopt tot juli 2014.”

VOORTGANG: 50% Uitvinding

Succesvol produkt

In 2008 ontving methanolproducent BioMCN de Europese Responsible Care-prijs voor het midden- en kleinbedrijf. De aanleiding: het bedrijf had een proces ontwikkeld om bio-methanol te maken van ruwe glycerine, wat een bijproduct van biodiesel is. Eind 2008 begon BioMCN daarom met de bouw van een glycerine-zuiveringsunit en -plant met een capaciteit van 200.000 ton. In juni 2009 werd de installatie in bedrijf genomen, waardoor de helft van de totale methanolproductie uit bio-methanol bestond. Een jaar later meldde het bedrijf zelfs te streven naar een 100 procent groene productiecapaciteit van 800.000 ton. “En dat is nog steeds ons streven”, stelt BioMCN-directeur Rob Voncken. “Maar hoewel de vraag naar bio-methanol zich goed ontwikkelt, zitten we nog steeds op een totale productiecapaciteit van 400.000 ton waarvan de helft bio-methanol is. De vertraagde vergroening komt met name door de te late implementatie van Europese regelgeving voor hernieuwbare energie, inclusief biobrandstof. Ondertussen zijn we wel tot nieuwe inzichten gekomen en bekijken we de inzet van andere duurzame grondstoffen naast glycerine. Zo zijn we bezig met een project waarin we, onder andere met Siemens en Linde, afvalhout via een vergassingsinstallatie omzetten in bio-methanol. Al met al blijven onze doelstellingen staan, maar het zal wel wat langer duren dan verwacht. We zien gelukkig in de markt dat de belangstelling voor bio-methanol gestaag toeneemt.”

VOORTGANG: 60% Uitvinding

Succesvol produkt


Technip: a leader in plant design and construction

Technip is een wereldwijd leider in design, engineering, levering en bouw van installaties in de olie & gas en (petro)chemie. Met vertegenwoordigingen in 48 landen en 25.000 medewerkers kan Technip projecten van elke omvang en op elke locatie uitvoeren. In Nederland werken 500 mensen bij Technip.

Technip Benelux B.V. Technip Benelux B.V. voert wereldwijd complexe EPC projecten uit op het gebied van o.a. ethyleen- en waterstof/ synthesegasprojecten, raffinaderijprojecten, gasbehandeling, alsmede LNG processing, LNG-opslag, CO2-verwijdering en bio-energie. Onze activiteiten gaan van de haalbaarheidsstudiefase tot de ingebruikname, dus inclusief plant ontwerp, engineering, inkoop, bouw en management (EPCM) op basis van eigen technologie en onder licentie van derden.

Technip-EPG B.V. Technip-EPG levert, als multidisciplinair ingenieursbureau, ruim 30 jaar haar diensten en services aan de Nederlandse markt. Om onze dienstverlening verder te optimaliseren en uit te breiden, werken we binnen de Technip Groep intensief samen. Hierdoor wordt onze ervaring op het gebied van olie & gas, (petro)chemie, offshore, bouw & infra, HVAC en energy & water gecombineerd met de uitstekende project- en constructiemanagement expertise van Technip.

Technip Benelux B.V. Postbus 86 2700 AB Zoetermeer Tel: 079 3293 600 Email: tpbenelux@technip.com URL: www.technip.nl

www.technip.com

Technip-EPG B.V. Postbus 8568 3009 AN Rotterdam Tel: 010 220 70 70 Email: infoepg@technip.com URL: www.technip-epg.nl


Drugscriminelen veranderen stoffen om justitie een stapje voor te zijn

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

CHEMISCH KAT-E

26 Chemie magazine september 2012


Criminaliteit

-EN-MUIS-SPEL

Als bepaalde chemicaliën in verkeerde handen vallen, kunnen er synthetische drugs van worden gemaakt. Maar hoe voorkom je dat? Het antwoord is niet eenvoudig, al was het maar omdat ook drugscriminelen chemici in dienst hebben. Chemiebedrijven en handelaren moeten daarom op hun hoede zijn wie ze wat leveren. Tekst: Igor Znidarsic

“C

riminaliteitbestrijding is toch een beetje dweilen met de kraan open.” Cees van Spierenburg, landelijk officier van justitie sythetische drugs & precursoren van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie, is een realist. “Criminaliteit vindt altijd een nieuwe weg. Er zijn nu bijna geen bankovervallen meer. Daarvoor in de plaats hebben we ramkraken en winkelovervallen gekregen. Hetzelfde geldt voor drugs en precursoren, de grondstoffen voor de productie van synthetische drugs. Heb je een stof onder controle, komt er weer een andere.” De officier vertelt zijn verhaal om ervoor te zorgen dat chemiebedrijven en handelaren in chemicaliën niet per ongeluk meewerken aan de ontwikkeling van nieuwe drugs. Criminelen hebben namelijk steeds vaker chemici in dienst, en die kunnen - vaak met een minieme verandering aan de moleculen - het uiterlijk van een chemische grondstof voor drugs zodanig wijzigen dat de stof langs de (douane)controles komt. Vervolgens kan de oorspronkelijke stof er weer makkelijk uitgehaald worden. Wanneer zo’n miniem veranderde stof uiteindelijk óók op de lijst van gecontroleerde stoffen wordt geplaatst, maken de criminele chemici snel een nieuwe stof met dezelfde effecten, maar met weer een ander uiterlijk. De United Nations Office on Drugs and Crime (UNDOC) sprak daarom eind mei van een kat-en-muisspel met justitie: ‘Traffickers are using “limitless” ways to disguise manufacture of party pills.’

Douanebrochure

Voorbeelden van vervangingsstoffen die door criminelen zijn gefabriceerd om de wetgeving te ontduiken zijn BMK bisulfiet adduct (een poedervorm van BMK, gebruikt voor amphetamine), PMK-glycidate (een grondstof voor xtc) en APAAN (ook voor BMK). Chemicaliën die als grondstof kunnen dienen voor synthetische drugs worden ook wel ‘categorie 1-, 2- of 3-stoffen’, of ‘geregistreerde stoffen’ genoemd. Maar op de lijsten die de douane gebruikt voor identificatie, de Europese Voluntary monitoring list en de Nederlandse Douanebrochure voor Drugsprecursoren, staan ook niet-geregistreerde stoffen, zoals de drie genoemde vervangings-

stoffen. Dat komt omdat uit deze stoffen makkelijk de geregistreerde stoffen te halen zijn. Chemiebedrijven en handelaren in chemicaliën worden daarom geacht de Douanebrochure te kennen en dus te weten dat deze stoffen verboden zijn. “Het zijn stoffen waarvan is gebleken dat ze bij de drugsproductie betrokken zijn geweest en die je kunt scharen onder de Opiumwet”, legt Van Spierenburg uit. Die wet stelt namelijk ook voorbereidingshandelingen strafbaar, en het in bezit hebben van deze stoffen geldt als zo’n handeling. Er kunnen namelijk vrij makkelijk drugs uit gemaakt worden.

“Heb je een stof onder controle, komt er weer een andere” Bezwaar

Momenteel is APAAN een groot probleem. Van Spierenburg kent de chemische naam uit zijn hoofd: “Alpha2phenyl-aceto-aceto-nitrile. Je hoeft er maar water en de juiste hoeveelheid zoutzuur, zwavelzuur of fosforzuur aan toe te voegen en je hebt BMK.” Omdat er zo makkelijk drugs van gemaakt kan worden, verbiedt de Opiumwet het bezit ervan. Onlangs hoorde de officier van de douane op Schiphol dat een bedrijf 1000 liter APAAN had ingevoerd. De in beslag genomen zending kwam uit China. Het bedrijf, dat de 33.000 euro al had betaald aan de leverancier, was het niet eens met de inbeslagname en maakte bezwaar. Van Spierenburg: “Ze vonden dat ze niet konden weten dat de stof verboden was. Maar ze hadden het wel kunnen weten, want de stof staat in de Douanebrochure.” Het bezwaar werd dan ook verworpen.

Contanten

Volgens Van Spierenburg is het belangrijk dat marktdeelnemers, vooral ook chemiebedrijven en (tussen) handelaren, niet alleen naar de geregistreerde stoffen, e september 2012 Chemie magazine 27


WET- EN REGELGEVING

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

Opgerolde xtc-lab in Haarlem.

maar ook naar deze niet-geregistreerde stoffen kijken. Treffen ze deze aan, dan moeten ze direct het meldpunt bellen. Daarnaast is altijd alert het devies. “Chemiebedrijven en handelaren hebben nu eenmaal stoffen in handen die misbruikt kunnen worden, dus zorg dat je administratie in orde is, stel een verantwoordelijk persoon aan, en meld het wanneer je ongebruikelijke transacties hebt.” Hoe je die kan herkennen staat beschreven in de Europese Guidelines for operators en de Douanebrochure. Enkele voorbeelden van dubieuze verkopen: een klant die de producten direct meeneemt, een klant die geen lid is van een handels- of producentenorganisatie, een privéadres of postbusnummer als afleveradres, betaling in contanten, ophalen van de goederen met een privévervoermiddel, vraag om levering in niet-commerciële of niet-gemerkte verpakking, en orders door bedrijven die geen gebruiksdoel voor de goederen hebben. Volgens Van Spierenburg is de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de overheid voor criminaliteitsbestrijding en -preventie in Nederland, Europa en mondiaal goed geregeld. “Het probleem zit vooral aan de rand van de handel in chemicaliën. Daar zitten wat mensen die op een eenvoudige manier rijk willen worden. Het is nu eenmaal makkelijk geld verdienen als een partij een paar duizend liter aceton komt kopen en je daar niks over meldt.” De meeste grondstoffen voor de illegale productie van drugs komen overigens niet uit West-Europa. “We hebben zo veel controlemogelijkheden en zicht op het chemische bedrijfsleven dat het eigenlijk niet meer voorkomt dat handelaren en producenten chemicaliën leveren aan criminelen. Momenteel is vooral de chemische industrie in Polen een probleem. Verder komt er veel slechts uit China. Vooral de vervangingsstoffen komen vrijwel allemaal daar vandaan.” p 28 Chemie magazine september 2012

“Chemiebedrijven en handelaren hebben nu eenmaal stoffen in handen die misbruikt kunnen worden”

Bij het voorkomen van het misbruik van chemicaliën hebben marktdeelnemers, zoals chemiebedrijven, behalve met de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën ook te maken met de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens. Hierin staan de verplichtingen waaraan bedrijven en onderzoeksinstellingen zich moeten houden. De betreffende stoffen zijn te vinden in de Stoffenbijlage van het Verdrag Chemische Wapens. Verder is er nog de Dualuse verordening, met daarin de stoffen die hieronder vallen. Dual-use-goederen zijn goederen die zowel een civiele als een militaire toepassing kunnen krijgen. Een voorbeeld: koolstofgarens. Niet alleen zijn deze populair om tennisrackets en golfclubs mee te versterken, maar ook om ultracentrifuges mee te bouwen waarin uranium wordt verrijkt voor kernwapens. De instantie die in Nederland toezicht houdt op de in- en uitvoer van bovengenoemde stoffen en goederen is het Team Poss (Precursoren, Oorsprong, Strategische goederen en Sanctiewetgeving) van de Douane. Treft Team Poss een synthetische drug of presursor aan, dan wordt dit gemeld aan het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie, dat onder meer (inter)nationaal georganiseerde (drugs)misdaad bestrijdt. Wordt een stof aangetroffen die gebruikt kan worden voor chemische wapens, dan gaat de melding naar het Functioneel Parket, dat criminaliteit op het gebied van milieu, economie, fraude en fiscale delicten bestrijdt. De scheiding tussen deze Parketten kan voor de buitenwereld verwarrend zijn, geeft Van Spierenburg toe. “Maar drugsbestrijding is nu eenmaal een heel ander vakgebied dan chemicaliën voor chemische wapens.” In een van de volgende edities van Chemie magazine wordt nader ingegaan op de complexe wet- en regelgeving.


Duurzame valorisatie tot materialen & energie Indaver biedt een duurzame aanpak voor industrieel afval. Indaver valoriseert 90 % van de 4.6 miljoen ton afvalstoffen die ze beheert tot materiaal of energie. Eigen grootschalige installaties, sterke expertise en een goede kennis van de Europese afvalmarkt vormen hierbij onze unieke troeven. Ook via on site investeringsprojecten bij de grootindustriĂŤle klant valoriseren we energie en materialen uit reststromen. Dit vereist een juiste kennis van complexe afvalstoffen en voldoende inzicht in productieprocessen. Indaver realiseert lange termijnoplossingen tegen de laagste Total Cost of Ownership. Conformiteit aan wet- & en regelgeving en zero risk op liabilities staan hierbij steeds voorop. salesinternational@indaver.com

Tel. +31 115 61 90 48

www.indaver.nl www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


80 Volgend jaar gaat Havenbedrijf Rotterdam de belangstelling in de chemische industrie peilen voor de ‘pukkel’ van de tweede Maasvlakte. Dit is een opgespoten gebied van zo’n 80 hectares tegenover het gebied met fabrieken van Neste en LyondellBayer op Maasvlakte 1. Het gebied heeft in de ontwikkelingsplannen een industriële bestemming Als het Havenbedrijf een huurder vindt,

30 Chemie magazine september 2012

dan wordt dat - na de containerterminals van RWG en APMT - de derde op Maasvlakte 2. Volgens de uitbater hoeft het terrein niet in zijn geheel aan één gegadigde verhuurd hoeft te worden, maar kunnen er ook meerdere bedrijven terecht. Het Havenbedrijf mikt op bedrijven die zich met nieuwe vormen van biochemie bezighouden. Mogelijk worden er centrale voorzieningen aangeboden, zoals de beschikbaarheid van stoom en industriële gassen.

FOTO: E VELYNE JACQ -HOLL ANDSE HOOGTE

Te huur:


Wetenswaardig

Sluiting van de zeewering van Maasvlakte 2 door Hare Majesteit de Koningin (met hoed) op 11 juli.

september 2012 Chemie magazine 31


Industriële renaissance VS dankzij schaliegas

Van carbon naar g De grootschalige winning van schaliegas maakt de Verenigde Staten – weer – aantrekkelijk voor chemiebedrijven om nieuwe installaties te bouwen. De lage energieprijzen leiden bovendien tot investeringen in andere bedrijfstakken: een industriële renaissance waar ook de chemische industrie aldaar weer van profiteert. De gevolgen voor de concurrentiepositie van Europa stemmen somber. “De enige uitweg is dat er net als voor olie een wereldwijde gasmarkt ontstaat.” Tekst: Joost van Kasteren

“E

illustr atie: Menno wit tebrood

en paar jaar geleden zagen we al dat schaliegas een game changer kon worden voor de chemische industrie in de Verenigde Staten”, vertelt John Baker, redacteur van het Britse tijdschrift ICIS Chemical Business. “Wat we niet hadden verwacht is dat er in zo korte tijd zulke hoeveelheden schaliegas op de markt zouden komen. Schaliegas maakt nu al een kwart uit van de totale hoeveelheid gas in de Verenigde Staten. En dat in een paar jaar tijd.” Uit een online enquête die het blad afgelopen mei heeft gehouden en die door 750 mensen is ingevuld, blijkt dat de wereldwijde chemische industrie zich zeer wel bewust is van de effecten van schaliegas op de bedrijfstak. De enorme volumegroei leidt tot een sterke daling van de gasprijs, maar ook van die van ethaan, een belangrijke bouwsteen voor de chemische industrie. Baker: “Zeker een half dozijn petrochemische bedrijven heeft vergevorderde plannen en is voor een deel ook al bezig om de capaciteit uit te breiden van kraakinstallaties voor de

32 Chemie magazine september 2012

omzetting van ethaan in ethyleen.”

Blijvend lage prijzen

Begin augustus kondigde mijnbouwbedrijf BHP Billiton aan dat het een kleine 2,5 miljard dollar moest afschrijven op zijn reserves aan schaliegas in de staat Arkansas. De kosten van winning bleken te hoog in verhouding tot de gasprijs. De aankondiging kwam te laat om nog een rol te spelen in de enquêteresultaten, maar volgens Baker zijn dit soort bewegingen niet onoverkomelijk. “Mensen realiseren zich heel goed dat ook het gebruik van schaliegas als grondstof problemen met zich mee kan brengen. De overheersende trend tot nu toe is echter dat er een overvloedig aanbod aan gas is en dat de prijs daardoor ongekend laag is. Dat zien we ook terug in de enquête. Meer dan 90 procent van de respondenten verwacht dat de prijzen voor energie en grondstoffen laag blijven dankzij het schaliegaseffect.”

Help! Export!

Vanwege de dalende gasprijzen in eigen land willen de producenten


Energie

r gas leakage? van schaliegas hun product graag exporteren. Met name afnemers in China, maar ook elektriciteitsbedrijven in Europa hebben al belangstelling getoond. Twee bedrijven, Freeport LNG Development en Cheniere Energy, willen bijvoorbeeld aan de Golf van Mexico een terminal bouwen voor het vloeibaar maken van aardgas. “Van de kant van de afnemers, waaronder de chemische industrie, is echter een lobby op gang gekomen tegen de export van schaliegas”, vertelt Baker. “Ze zijn bang dat de export van gas zal leiden tot hogere gasprijzen in eigen land, waardoor hun herwonnen concurrentiekracht weer afneemt of zelfs verdwijnt.”

Hoogste winstmarges

De overvloedige beschikbaarheid van goedkoop gas heeft nog een ander effect, en daar was niet iedere deelnemer zich direct bewust van: een forse daling van de kosten van energie. Dat geldt niet alleen voor de chemische industrie, maar ook voor andere energie-intensieve bedrijfstakken zoals de papier-, glas- en staalindustrie. Baker: “Ook de klanten van de chemische indus-

trie investeren weer in de Verenigde Staten, en dat stimuleert de afzet van chemicaliën. Het mes snijdt dus aan twee kanten: grondstoffen en energie worden goedkoper, en de afzet neemt toe.” Een bijkomend voordeel is dat de afnemers van de chemische industrie in de Verenigde Staten innovatiever en meer sophisticated zijn dan in China en India. “Aan de ene kant stellen ze daardoor hogere eisen aan de producten die geleverd worden”, weet Baker. “Maar aan de andere kant weten de afnemers ook meer waarde toe te voegen aan de producten van de chemische industrie. De winstmarges zijn voor de chemiebedrijven die in staat zijn om deze markten te bedienen.” Dat

blijkt ook uit de antwoorden op de vragenlijst: voor bijna de helft van de ondervraagden is Noord-Amerika de regio met de hoogste winstmarges.

Renaissance

De industriële renaissance in de Verenigde Staten, zoals Baker het noemt, wordt niet alleen gevoed door de lage prijzen van energie en grondstof. Uit de resultaten blijkt dat volgens bijna 90 procent van de deelnemers ook de kosten van arbeid in de VS concurrerend zijn. Dat is een betere score dan China en India, waar de kosten van arbeid volgens 80 en 76 procent van de respondenten concurrerend zijn. Het verschil met West-Europa is e

“Investeringen die tot voor kort in Azië zouden zijn gedaan, komen nu in NoordAmerika terecht”

september 2012 Chemie magazine 33


Voor bijna de helft van de ondervraagden is Noord-Amerika de regio met de hoogste winstmarges zelfs enorm: slechts iets meer dan 20 procent van de ondervraagden acht de arbeidskosten daar concurrerend. De vergelijking op arbeidskosten pakt in de nabije toekomst nog meer in het voordeel van NoordAmerika uit. Volgens de respondenten blijven de arbeidskosten daar namelijk waarschijnlijk gelijk of gaan zelfs dalen, terwijl ze in China en India sterk zullen stijgen. “De spreiding wordt snel kleiner,” voorspelt Baker, “zeker als je de Verenigde Staten vergelijkt met de Chinese oostkust, waar de arbeidskosten al bijna op hetzelfde niveau liggen. Als je ook kijkt naar het hogere niveau van automatisering, dan denk ik dat investeringen die tot voor kort in Azië zouden zijn gedaan, nu in Noord-Amerika terechtkomen.” p

34 Chemie magazine september 2012

gas leakage “we hebben nog geen signalen dat europese chemiebedrijven op grote schaal verhuizen naar de Verenigde staten”, zegt william Garcia, executive director van Cefic. “Maar die kans is zeker niet denkbeeldig. we praten veel over carbon leakage, de uittocht van bedrijven vanwege de kosten van deelname aan de Co2emissiehandel. nu is er een nieuw gevaar, namelijk het substantiele risico dat bedrijven hun productie gaan verplaatsen vanwege de gasprijs. een gas leakage dus. die prijs ligt in de Verenigde staten momenteel rond de 7 eurocent per kubieke meter, een niveau waarvoor we in europa heel ver terug moeten gaan in de tijd.” Momenteel ligt de gasprijs in europa rond de 47 eurocent per kubieke meter. “een lage gasprijs maakt niet alleen de grondstoffen voor de chemische industrie goedkoper”, voegt Peter botschek, director energy van Cefic, eraan toe. “ook de prijs van elektriciteit daalt, en dat is interessant voor bijvoorbeeld de chloor-alkalibedrijven waar de elektriciteitskosten tot wel 40 procent van de productiekosten uitmaken. ik neem aan dat zij met meer dan gewone belangstelling de elektriciteitsprijzen in de Verenigde staten in de gaten houden, temeer omdat dankzij het Co2-beleid van de europese unie de elektriciteitsprijs bij ons juist gaat stijgen.” bovendien, merken Garcia en botschek op, ziet het er naar uit dat de Verenigde staten – hoewel ze het verdrag niet hebben ondertekend – de Kyoto-doelstellingen ruimschoots gaan halen. Zo bleek deze zomer dat de Co2-uitstoot in het eerste kwartaal op hetzelfde niveau lag als twintig jaar geleden, met dank aan de vele kolencentrales die omgebouwd zijn naar aardgas. daardoor wordt per kilowattuur de helft minder Co2 uitgestoten. Garcia: “Zonder extra financiële lasten voor de industrie – integendeel zelfs, de lasten gaan omlaag – boeken de Verenigde staten wat de uitstoot van Co2 betreft een beter resultaat dan de europese unie met al zijn regels en wetten.” afgaand op de effecten in de Verenigde staten zou het natuurlijk mooi zijn als ook europa zijn voorraden schaliegas gaat exploiteren. afgezien van Polen en in mindere mate Groot-brittannië gebeurt er echter weinig op dat vlak. “sterker nog,” zegt botschek, “in een aantal lidstaten, zoals Frankrijk en duitsland, zijn zelfs exploratieboringen verboden. we moeten nog heel wat barrières slechten voordat schaliegas ook in europa een game changer is voor de chemische en overige industrie.” de grootste barrière is de maatschappelijke acceptatie, die in de Verenigde staten veel groter is dan in europa. “niet in de laatste plaats”, denkt Garcia, “omdat de eigenaar van de grond daar ook eigenaar is van de bodemschatten. in geen enkel europees land is dat het geval.” een bijkomende factor is dat de Verenigde staten veel minder dichtbevolkt zijn dan de meeste europese landen. Garcia: “Het maakt nogal een verschil of je een boortoren neerzet ergens in de oneindige maïsvelden van ohio of in een buitenwijk van een middelgrote stad ergens in duitsland.” naast de barrière van de maatschappelijke acceptatie zijn er ook nog enkele praktische belemmeringen die een snelle ontwikkeling van schaliegas in europa in de weg staan. Zo beschikken de Verenigde staten over veel meer boorcapaciteit in termen van installaties en mensen. en hoewel europa over een aardig netwerk van buisleidingen voor chemicaliën beschikt, lopen de Verenigde staten ook in dat opzicht voor op ons. Maar dat zijn praktische belemmeringen. botschek: “Vooral het ontbreken van maatschappelijke acceptatie maakt dat de vooruitzichten voor schaliegas in europa niet erg rooskleurig zijn.” “de enige uitweg”, concludeert Garcia, “is dat er net als voor olie een wereldwijde gasmarkt ontstaat, zodat de verschillen in de gasprijs tussen de verschillende regio’s in de wereld niet te groot worden. Het probleem is alleen dat de Verenigde staten tot nu toe categorisch weigeren om hun grondstoffen te exporteren. Hun beleid is erop gericht dat ze zelf waarde willen toevoegen aan hun producten. Het exporteren van lnG zou een van hun grondregels schenden.” desondanks neemt de druk van de gasproducenten om lnG te exporteren toe. botschek: “Het zou goed zijn als de europese Commissie het onderwerp hoog op de agenda zet van de transatlantische besprekingen, want anders kan de schaliegaswinning in de Verenigde staten ernstige gevolgen hebben voor de chemische industrie in europa.”


ND

K ONZE STAND

20

ST A

E ZO

OP

BE

Gedreven door efficiëntie Elk onderdeel een meesterwerk

NUM

1.B MER 1

0

Bij de nieuwe reeks oliegeïnjecteerde GA-schroefcompressoren van 30 - 90 kW is elk onderdeel een meesterwerk. Samen vormen ze een oplossing die met recht efficiënt-gedreven genoemd mag worden. Zo zet de serie de nieuwe standaard qua duurzaamheid, betrouwbaarheid en bereikt het de hoogst mogelijke luchtopbrengst. Bezoek onze website en zie hoe deze nieuwe compressorreeks een impuls kan geven aan uw productiviteit. www.atlascopco.com/drivenbyefficiency Atlas Copco Compressors Nederland Merwedeweg 7, 3336 LG Zwijndrecht Postbus 200, 3330 AE Zwijndrecht Tel (078) 6230 230 Fax (078) 6100 670 www.atlascopco.nl

Download een QR-reader, scan de code en bekijk het filmpje.


Treinincidenten nopen VNCI en DB Schenker tot handelen

Er zit een stijgende lijn in het aantal druppellekkages. Hierbij komen kleine hoeveelheden chemicaliën vrij uit een spoorwegketelwagon of een tankcontainer. De maatschappelijke gevolgen zijn niettemin groot, en daarom hebben de VNCI en railtransportbedrijf DB Schenker de handen ineengeslagen om het probleem op te lossen. Dat moet ook wel: “Wij hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

I

n de meeste gevallen gaat het slechts om een half koffiebekertje met chemicaliën die vrijkomen uit een spoorwegketelwagon of tankcontainer. Toch hebben druppellekkages grote, ontwrichtende maatschappelijke gevolgen. Zo werd het treinstation in Roosendaal het afgelopen jaar tweemaal ontruimd nadat er chemische stoffen, waaronder zoutzuur en methanol, uit een spoorwegketelwagon waren gelekt. De brandweer rukte met groot materieel uit, en ook werd de bovenleidingspanning uitgeschakeld, waardoor vele reizigers hun reis niet konden vervolgen. Ook in Oss ging het mis, want daar zorgde een lekkende ketelwagen met het oplosmiddel methylisobutylketon ervoor dat het treinverkeer tussen Nijmegen en Den Bosch in juni moest worden stilgelegd.

Stijgende lijn

De lekkages en hun gevolgen vormden reden voor de SP om kritische vragen te stellen over de situatie aan minister Schultz van Haegen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Uit de recente antwoorden van de minister blijkt dat 36 Chemie magazine september 2012

er sinds begin 2011 tot midden juli 2012 35 druppellekkages met gevaarlijke stoffen zijn gemeld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT, voorheen VROM-inspectie). Dat beeld wordt bevestigd door woordvoerder Jelle Rebbers van railvervoerder DB Schenker, de Duitse railvervoerder die in 1999 NS Cargo overnam. “Uit onze cijfers blijkt helaas dat er sprake is van een stijgende lijn. Alleen al in de eerste helft van 2012 hebben we twaalf lekkages geconstateerd, terwijl dit er in dezelfde periode in 2009 nog maar zeven waren. Hoewel het in de meeste gevallen om kleine hoeveelheden chemicaliën gaat, zijn de maatschappelijke gevolgen groot. Daarnaast is het ook niet bevorderlijk voor het imago van ons bedrijf en de chemische industrie.”

Menselijk falen

De belangrijkste oorzaak van druppellekkages is meestal een combinatie van menselijk falen en technische problemen, stelt senior inspecteur Arjan Grob van de Inspectie Leefomgeving en Transport. “Denk aan het gebruik van verkeerde pakkingen, het niet tijdig wisselen van pakkingen, of het

foto: thymen stolk

actieplan voor druppellekkages

onjuist sluiten van afsluitrichtingen.” Het probleem speelt volgens hem niet alleen in Nederland, maar ook in andere Europese landen. “Daarom zijn druppellekkages de afgelopen jaren meerdere malen besproken in Europees verband, waarna de bestaande regelgeving op verschillende manieren is aangepast.” Rebbers bevestigt dat het probleem ook in andere Europese landen voorkomt. “Wij zijn in heel Europa actief, en ik weet van mijn collega’s dat druppellekkages ook in andere landen spelen. De maatschappelijke acceptatie lijkt in Nederland echter veel kleiner dan in de ons omringende landen. Volgens mij komt dat onder meer door de politiekbestuurlijke verhoudingen in ons land. Veel zaken over het vervoer van gevaarlijke stoffen liggen op het bordje van lagere overheden, zoals gemeenten. Die hebben er geen economisch voordeel bij en willen daarom ook geen enkele overlast. In andere landen draagt de centrale overheid veel meer verantwoordelijkheid, en hebben lagere overheden minder over het vervoer te vertellen.”


Veiligheid Station Roosendaal is op 15 mei drie uur ontruimd geweest vanwege een lekkende afsluiter van een spoorwegketelwagon.

voorlichtingsbijeenkomst vnci & db schenker

Complicerende factor

DB Schenker heeft inmiddels maatregelen genomen om een einde aan de lekkages te maken. Zo controleert een inspecteur van de onderneming de wagons op een groot aantal punten voor ze uiteindelijk in Nederland arriveren. Hierbij ziet ook woordvoerder Rebbers de combinatie van menselijk falen en technische problemen als een van de belangrijkste oorzaken van druppellekkages. “Een complicerende factor is dat de handelsstromen steeds internationaler worden. Daardoor zien we in de praktijk bijvoorbeeld een toename van transport door Oost-Europese vervoerders. Vullers uit dit deel van Europa gebruiken soms afsluiters, ringen of pakkingen die niet geschikt zijn, bijvoorbeeld voor het transport van styreen. Daarnaast is het essentieel dat bij het vullen van spoorwegketelwagons of containers de juiste werkprocedures worden gevolgd. Door hier meer aandacht aan te besteden, kunnen we veel problemen voorkomen.” Daarnaast benadrukt Rebbers dat vervoerders en chemiebedrijven een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om de relatief kleine

incidenten met grote maatschappelijke gevolgen te voorkomen. Daarom hebben de VNCI en DB Schenker eind augustus een informatiebijeenkomst gehouden waar verschillende mogelijkheden werden besproken om de druppellekkages aan te pakken (zie kader). Tijdens de drukbezochte bijeenkomst bleek onder meer dat het probleem inderdaad in veel gevallen is te voorkomen door bij het vullen van het materieel de juiste werkprocedure te volgen. Zo’n procedure, met daarin onder meer een door de Europese brancheorganisatie van de chemische industrie Cefic ontwikkelde controlelijst, richt zich vooral op het nauwgezet volgen van instructies om spoorwegketelwagons of tankcontainers te vullen en elke afwijking te corrigeren.

Speciale aandacht

Volgens ILT-inspecteur Grob treedt er bij het juist uitvoeren van deze checklist een duidelijke verbetering op. Dat is dan ook de reden dat de checklist vanaf volgend jaar is opgenomen in de internationale wet- en regelgeving die het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor regelt, het zogeheten RID. Tegelij-

Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst van de VNCI en DB Schenker presenteerden diverse chemiebedrijven goede praktijken. Zo vertelde een grote speler dat het na een aantal lekkages, waarvan twee buiten de poort van het bedrijf, besloot om een geheel nieuw ladingsconcept in te voeren. De aanwezige veiligheidsadviseur benadrukte dat het bedrijf er alles aan heeft gedaan om de spoorwegketelwagons dicht weg te sturen. “Maar uiteindelijk bleef er door het laadproces toch product in de onderleiding zitten. Daarom hebben we besloten een project te starten om voortaan de bodemleiding leeg te houden. Hierbij werken we met een methode om de wagons van boven te laden. Een onafhankelijke partij heeft deze aanpak inmiddels uitvoerig getest. Daarbij zijn geen afwijkingen gevonden op de dichtheid van de bodemklep. Bovendien voeren we extra controles uit op afsluiters en ringen voor en na belading.”

kertijd loopt er momenteel een inspectieproject dat zich richt op het voorkomen van druppellekkages. “Deze actie loopt tot volgend jaar, dus we kunnen momenteel nog niets zeggen over de bevindingen tot nu toe. We besteden vooral aandacht aan de laad- en losprocedure van afzenders, vullers en ontvangers. Wanneer we een lekkage constateren, kijken we ook of deze wordt gerepareerd. Speciale aandacht gaat verder uit naar de dichtheid van de sluitingsrichtingen en de volgorde van sluitingen.” p september 2012 Chemie magazine 37


WWW.VERSTEIJNEN.NL

OPSLAG

Wat is de + voor uw bedrijf? The + in your logistics

HANDLING

(GECONDITIONEERD) TRANSPORT

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)

DIRECTE DISTRIBUTIE

GECONDITIONEERD TRANSPORT

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD


Twitter/Column

Jeffrey Pyncket @JeffreyPyncket Chemie ik vervloek je! #herexamen Ilze Smit @Ilze_GP @vnci Kan toch niet zo zijn dat de hardwerkende Nederlander betaald voor gepruts bij Odfjell? Remi Tromer @RemiTromer ‘Chemie overal’ wauw ik heb nu al zin in scheikunde.. Sander Molenaar @SanderMolenaar Mooi verhaal van @ReinierGerrits over sectorbrede aanpak CO2 uitstoot in de Chemie inspirerend voorbeeld voor netbeheerders #VNCI KimVic @KimVic92 Mooie meisjes doen Chemie. #watmeopvalt Michel Schuurman @meschuurman Vraag naar groene producten in #chemie groeit sterk aldus nieuw #McKinsey rapport. #mvo_nl Tim Van Hal @Tim_Van_Hal Juist herexamen organische scheikunde gehad, mijn pen van BASF (“Sterk in chemie!”) ging leeg tijdens het examen. #BadOmen

Hoe word ik een goede manager?

K

ent u deze manager? U klopt aan en wilt graag een paar minuten van zijn tijd om de dagelijkse werkzaamheden te bespreken. Maar de manager heeft geen tijd. Hij is heel druk. Met dagelijkse werkzaamheden. We kennen deze manager allemaal. Geen slechte kerel of vrouw hoor, vriendelijk in de omgang, met grote waarschijnlijkheid de langst dienende van de afdeling. Maar wat hij het leukste vindt om te doen is niet het zijn van een manager, maar de werkzaamheden die hem de titel van manager hebben opgeleverd. In zijn carrière groeide hij namelijk uit tot een werknemer die door ervaring en ontwikkeling langzaamaan de beste van de groep werd. Maar ja, meer salaris zat er niet in, want de cao vertelde dat iedereen als een gemiddelde werknemer wordt beloond. De directeur wilde hem niet kwijt, dus werd een nieuwe functie gecreëerd: de manager. De werknemer kreeg zo meer geld, maar bleef hetzelfde werk doen. Er zijn bedrijven waar op deze manier elke derde fte een leidinggevende, coach of manager is. Natuurlijk kan iedereen binnenkomen op kantoor, het nieuwe kaartje afgeven en collega’s wijsmaken de manager te zijn. Maar manager is niet zomaar een titel; managen is een proces. Wie manager wordt moet zich realiseren dat hij niet langer een medewerker is, maar een facilitator. Hij stelt de collega’s elke dag opnieuw de vraag: “Wat kan ik vandaag doen zodat jullie optimaal presteren?” Als je dat goed wilt doen, is er geen of nauwelijks tijd meer voor de dagelijkse werkzaamheden. Stel, u bent manager, wat moet u dan nog meer doen? Vertrouw erop dat de mensen die uw werkzaamheden overnemen een net zo goed resultaat neerzetten. Accepteer ook dat ze dat op hun manier doen, en dat dat vaak een andere manier is. Omarm dat, en sputter niet tegen. Zeg je mensen elke dag opnieuw: “Ik vertrouw je!” Laat bovendien het succes daar waar het hoort en ga er niet zelf mee aan de haal. Fouten van collega’s zijn daarentegen wél uw fouten. Bescherm zo uw collega’s altijd. En dan misschien wel het moeilijkste: motiveer uw collega’s tot dezelfde instelling. Daag ze uit zichzelf dagelijks af te vragen: “Wat kan ik toevoegen aan het leiderschapproces van ons team?” Beheerst u ook dit, dan is de kans groot dat u een natuurlijke leider bent. Dan hoeft u niet meer te zwaaien met uw visitekaartje, maar zijn de collega’s blij dat ze voor u mogen en kunnen werken.

Stichting C3 @StichtingC3 Wil jouw kind een spreekbeurt houden over chemie in zijn/ haar basisschoolklas? Vraag dan C3’s spreekbeurtpakket aan! http://bit.ly/ yZGP6w Marco Hesselink is manager purchase & procurement bij Elementis Specialties.

september 2012 Chemie magazine 39

illustr atie: menno wit tebrood

twi tter


Studenten op het Domplein in Utrecht op 13 augustus, het begin van de introductiedagen in de domstad.

40 Chemie magazine september 2012


Uitgelicht

FOTO: ANP MICHAEL KOOREN

Universiteit Utrecht weer de grootste De Universiteit Utrecht is sinds 20112012 weer de populairste instelling voor studenten die chemie willen studeren op academisch niveau. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Platform Bèta Techniek. De UU was van 2000 tot 2005 de grootste, maar werd daarna ingehaald door de Rijksuniversiteit Groningen. In 2010-2011 studeerden ook op de Wageningen University meer chemiestudenten dan in Utrecht. Sinds

het afgelopen schooljaar is dat niet meer het geval en is de UU weer de grootste. Het aankomend studiejaar ziet er nóg beter uit voor de Universiteit Utrecht. De instelling mocht namelijk ruim 50 procent méér chemiestudenten inschrijven dan vorig jaar. Dit komt mede door de Topsector Chemiebeurs die vanaf 2012-2013 uitgereikt wordt.

Hierbij krijgen de vijf meest talentvolle chemiestudenten maandelijks 500 euro van bedrijven uit de chemische industrie. Uit de selectiegesprekken die hiervoor gevoerd werden, kwam onder meer naar voren dat de beurs studenten heeft aangetrokken die anders een andere studie waren gaan doen. Ook zorgde de beurs ervoor dat ouders hun kinderen stimuleerden om zich voor chemie in te schrijven. p september 2012 Chemie magazine 41


Recruitmentspecialist in Chemie & Life Sciences

Vacature selectie

Analist microbiologie (3302) Technician (3484) Research Technician (3487) QualiďŹ cation Technician (3492)

Recruiter (3301) Executive Search Consultant (32-40 uur) (3466)

Senior Technician (3485)

Commercieel medewerker binnendienst tbv laboratorium (3449)

Scientist DSP Development (3483) Technician Viral Vaccines (3440) Laboratory Head Release and Stability (3457)

Bioprocess Technicians & Engineers (3493)

Vestiging Gouda T +31 (0)182 590210 Connect met ons

Vestiging Hoogvliet T +31 (0)10 2310975 @CheckMarkLab

Bekijk alle vacatures op www.checkmark.nl


Visie 2030/2050

VIER TOEKOMSTSCENARIO’S

De toekomst van de chemische industrie is niet te voorspellen door bestaande ontwikkelingen lineair door te trekken naar 2030 en verder. Om toch houvast te hebben, hebben de VNCI en Deloitte in het rapport The Chemical Industry in the Netherlands: World leading today and in 2030-2050 vier toekomstscenario’s beschreven waarin de chemische industrie haar weg moet zien te vinden. 1. fRagmeNTaTie Hierin is sprake van sterke economische groei, in combinatie met weinig baanbrekende vernieuwingen. Landen concurreren met elkaar in hun zoektocht naar grondstoffen.

Drie trendwatchers beoordelen Visie 2030/2050

TOEKOMST CHEMIE VOORSPELD De vorig jaar uitgebrachte studie van de VNCI en Deloitte schetst via vier scenario’s een toekomstbeeld van de chemische industrie in ons land. Chemie magazine vroeg aan drie trendwatchers waar de komende decennia de kansen liggen en welk toekomstscenario van de Visie 2030/2050 ze het meest realistisch vinden. “Het huidige economische systeem is een doodlopende weg.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

2. gRoeNe RevoLUTie Biomassa wordt economisch en sociaal aanvaardbaar en vormt een deel van de oplossing voor het tekort aan grondstoffen. Landen werken op bescheiden schaal met elkaar samen. 3. oveRvLoedige eNeRgie Dit scenario gaat uit van de beschikbaarheid van voldoende en goedkope traditionele grondstoffen. Daardoor blijft op nafta gebaseerde chemie aantrekkelijk. Er is een bloeiende vrijhandel. 4. high-Tech WeReLd Innovatieve doorbraken leiden tot grote stappen voorwaarts. De chemie is in staat veel waarde toe te voegen aan haar producten. Sommige producten worden vervaardigd in kleine installaties op locaties van afnemers. De chemische industrie vertoont trekken van Silicon Valley. Landen werken op bescheiden schaal samen. The Chemical Industry in the Netherlands, waarin de vier scenario’s uitvoerig staan beschreven, is te downloaden van www.heeftdechemietoekomst.nl

e

september 2012 Chemie magazine 43


RichaRd Lamb Richard Lamb is sinds 1989 actief als trendwatcher en voorspelde als één van de weinigen de financiële crisis. hij heeft een achtergrond in informatiekunde (TU delft), ict en elektronica. Samen met zijn vrouw Lieke zette hij het bureau TrendWatcher.com op. het duo is wekelijks te gast bij bNR Nieuwsradio met zijn trendsverwachting over ontwikkelingen en trends.

1

Wat vindt u van het rapport? “Ik vind het een gedegen en toegankelijk geschreven document dat een goed overzicht geeft van de kansen voor de branche in de komende decennia. Chemiebedrijven moeten echter nog wel een vertaalslag naar de eigen situatie maken om de kansen te verzilveren.”

2

Wat zijn de grootste kansen voor de chemische industrie? “De heilige graal waar men naar op zoek gaat, zijn nieuwe ‘elementen’ met dezelfde of betere eigenschappen dan de schaars wordende grondstoffen. De chemische industrie zal leidend zijn bij het creëren van deze nieuwe elementen. Verder biedt de koppeling van 3D-technologie aan nanotechnologie de mogelijkheid voor de sector om straks zelf grondstoffen en zeldzame aardmetalen te maken. Met de opvolger van de 3D-printer, de nano-assembler, kunnen mensen straks zelfs thuis op atomair niveau producten in elkaar zetten. De chemische industrie kan de regie naar zich toetrekken van de handel in licenties waarmee je deze machines aanstuurt. Daarnaast zie ik voor de chemische industrie een grote rol weggelegd bij de ontwikkeling van geavanceerde generatoren en motoren op basis van permanente magneten, waarmee we zonder enige vorm van vloeibare brandstof op vernieuwende wijze energie kunnen opwekken.”

3

Op welke knelpunten moet de chemische industrie bedacht zijn? “Pas op dat de opslag en distributie van chemische stoffen niet te veel naar het buitenland worden verplaatst. Nu zie je al dat sommige bedrijven biobrandstoffen niet in de haven van Rotterdam opslaan, maar in Brazilië en andere opkomende economieën. Dat heeft niet alleen met het vermijden van Europese heffingen te maken, maar maakt ook deel uit van een trend waarin lokale assemblage de norm wordt, en grondstoffen dus

44 Chemie magazine september 2012

langer in basisvorm blijven behouden. De kans bestaat daarom dat we in Nederland op termijn alleen nog het papierwerk doen, en dat de opslag en distributie elders plaatsvinden.”

4

Welk toekomstscenario vindt u het meest reëel? ‘‘De groene revolutie, waarin biomassa centraal staat, acht ik het meest waarschijnlijk omdat met name politici hier hoog op in zullen zetten. Ook de komende decennia maken de politici de dienst uit, en niet de technologen. De invloeden van technological singularities, technische ontwikkelingen die zó snel verschijnen dat de gevolgen niet meer te voorspellen zijn, zullen zeker merkbaar worden in de samenleving. Deze blijven alleen ondergeschikt aan politieke thema’s door het type niet-technische beslissers die het onderwijs voortbrengt.”

5

Welke aanbevelingen wilt u voor de toekomst doen? “Mijn belangrijkste advies: innoveer sectoroverstijgend. Dat gaat een stuk verder dan open innovatie. Natuurlijk is het een goede ontwikkeling dat bedrijven, zoals op de Chemelot-campus, samen met afnemers en leveranciers aan innovatie werken. De echte doorbraakinnovaties komen echter pas tot stand door samen met kennisinstellingen en bedrijven uit andere sectoren aan geheel nieuwe concepten en verdienmodellen te werken.”

1. fRagmeNTaTie 2. gRoeNe RevoLUTie 3. oveRvLoedige eNeRgie 4. high-Tech WeReLd


Visie 2030/2050

ToNy boSma al tijdens zijn opleiding interactieve marketing en internationaal management richtte trendwatcher Tony bosma zich op het in kaart brengen en analyseren van ontwikkelingen in wetenschap, technologie, maatschappij en economie. Sinds 2000 is de tweemaal voor de Trendwatcher of the year-award genomineerde futurist in dienst van ordina consulting, waar hij in 2007 werd benoemd tot partner.

1

Wat vindt u van het rapport? “Zijn de vier scenario’s wel verstrekkend genoeg? De samenstellers redeneren immers veel vanuit huidige onderzoeken, en voorspellen veelal niet de toekomst. Bovendien houden de auteurs er geen rekening mee dat we in een tijd van radicale veranderingen leven. De manier waarop organisaties in de maatschappij staan, hoe het geluk van mensen wordt bepaald en wat waarde en groei is, krijgen steeds meer aandacht. Deze ontwikkelingen mis ik volledig. Er wordt nog steeds gerekend vanuit traditionele waarden als economische groei en aanbodgedreven consumptie.”

2

Wat zijn de grootste kansen voor de chemische industrie? “De branche kan een belangrijke rol spelen bij de overgang naar een werkelijk duurzame samenleving. Innovatie en samenwerken met andere branches en kennisinstellingen staan daarbij centraal. Daarom moeten we alle kennis met elkaar delen en verouderde concepten als patenten en concurrentiebedingen volledig loslaten. De uitdagingen waar we als mensheid voor staan, zijn zo groot dat we in iedere industrie de handen ineen moeten slaan om oplossingen te vinden. Onze traditionele denk- en handelswijze moeten we echt loslaten.”

3

Op welke knelpunten moet de chemische industrie bedacht zijn? “Het huidige economische systeem is een doodlopende weg. We kunnen niet blind vertrouwen in het oplossend vermogen van de wetenschap en de industrie. Om het systeem in stand te houden moeten we steeds meer consumeren. Een andere manier van kijken naar menselijk gedrag rondom consumptie, overvloed en schaarste is daarom essentieel. Er vindt in de wereld een ‘reset’ plaats, en ik vraag mij af in hoeverre de chemische industrie hier op inspeelt. Is de branche

niet alleen maar bezig om in de scenario’s het verleden efficiënter te maken?”

4

Welk toekomstscenario vindt u het meest reëel? “Alle scenario’s hebben elementen die ook uit kunnen komen. Toch kies ik voor de groene transitie als het meest waarschijnlijk, want het past in de huidige tijdsgeest. Daarnaast zie ik de laatste jaren een stijging in het aantal groene patenten en komen er steeds meer startups in deze sector. Bovendien is er in de maatschappij een toenemende wil om over te schakelen van fossiele naar groene grondstoffen.”

5

Welke aanbevelingen wilt u voor de toekomst doen? “De chemische industrie staat aan het begin van de industriële keten. Daarom moet de branche er alles aan doen om nog meer de verbinding op te zoeken met andere bedrijven, klanten en burgers. Zo is er over de sector nog altijd veel gebrek aan kennis in de maatschappij en de politiek. Tegelijkertijd heeft de sector de kennis en de middelen in handen om het verschil te maken voor toekomstige generaties. De chemische industrie moet met andere branches de handen ineenslaan. Samen moeten zij bewustzijn kweken over de uitdagingen waar we voor staan vanwege de opkomende economieën die schijnbaar hetzelfde consumptiepae troon als het Westen nastreven.”

1. fRagmeNTaTie 2. gRoeNe RevoLUTie 3. oveRvLoedige eNeRgie 4. high-Tech WeReLd september 2012 Chemie magazine 45


PaUL oSTeNdoRf Paul ostendorf studeerde elektrotechniek in den bosch en startte zijn loopbaan in de jaren zeventig als programmeur bij volmac. daarna volgden verschillende ict-functies (van programmeur tot directeur) bij grote ondernemingen. ook zette hij diverse bedrijven op voor software, research en financiële systemen. daarnaast is hij als kerndocent verbonden aan de academie voor Leiderschap.

1

Wat vindt u van het rapport? “Het geeft een mooi overzicht van hoe de chemische industrie ervoor staat en welke kansen er liggen. Daar zit helaas ook de beperking, want in de periode 2030 tot 2050 is de Europese Unie hopelijk een stuk verder en telt vooral het mondiale perspectief. Daar geeft het rapport geen uitsluitsel over. Bovendien mis ik de onderbouwing van de wijze waarop de branche de geschetste kansen kan verzilveren.”

2

Wat zijn de grootste kansen voor de chemische industrie? “Ik voorspel een gouden toekomst voor chemiebedrijven die hun vakgebied weten te ontstijgen en een koppeling maken met aanpalende disciplines, zoals de bio-, nano- en gentechnologie. De belangrijkste vooruitgang wordt immers al jaren geboekt door ondernemingen die excelleren in interdisciplinaire gebieden. Iedereen probeert op het eigen vakgebied zo veel mogelijk vooruitgang te boeken, maar het vraagt om visie om ook de kennis van aanpalende gebieden te benutten. Meerdere partijen hebben dan belang bij het succes. Ik zie vooral kansen voor bedrijven die kennisintensieve hightechproducten weten te maken waarop ze een hoge marge kunnen halen.”

3

Op welke knelpunten moet de chemische industrie bedacht zijn? “De kennisaanwas is een van de grootste problemen. Ondanks de vele goedbedoelde initiatieven is er nog steeds te weinig aandacht in het onderwijs voor het stimuleren van een keuze voor de exacte vakken. Bovendien kun je veel eenvoudiger carrière maken in een alfarichting en krijg je in het bedrijfsleven ook nog eens beter betaald.”

4

Welk toekomstscenario vindt u het meest reëel? “We streven af op een periode van enorme groei omdat de kennis in de wereld veel harder groeit dan op welk moment hiervoor dan ook. De vele bèta’s die met name in het Verre Oosten afstuderen zorgen voor een innovatiestimulans. Daarom vind ik het high tech world-scenario, waarin innovatieve doorbraken tot grote stappen voorwaarts leiden, het meest reëel.”

5

Welke aanbevelingen wilt u voor de toekomst doen? “Er is een cultuuromslag nodig, zodat bedrijven uit de hightechwereld de koppen bij elkaar steken om na te denken over hoe ze gezamenlijk het onderwijs kunnen verbeteren en een aantrekkelijk loopbaanperspectief kunnen schetsen voor jonge, veelbelovende bètatalenten. Ook moeten de salarissen voor bèta’s omhoog.”

1. fRagmeNTaTie 2. gRoeNe RevoLUTie 3. oveRvLoedige eNeRgie 4. high-Tech WeReLd

46 Chemie magazine september 2012


Systemen die u helpen

voor elke situatie een professionele oplossing Tork biedt u een breed assortiment poetsdoeken voor iedere schoonmaakklus. Of u nu iets op moet ruimen na een ongelukje of voor een andere taak. De Tork poetsdoeken laten uw medewerkers efficiĂŤnter schoonmaken en poetsen. Met minder oplosmiddel en zonder te pluizen. Neem contact op met Tork via www.tork.nl


Aanzienlijke besparing op onderhoudskosten mogelijk

WIN-WINSITUATIE VOOR CHEMIE EN DIENSTVERLENERS Chemiebedrijven en raffinaderijen kunnen aanzienlijk op hun onderhoudskosten besparen door een langdurige samenwerking aan te gaan met industriële dienstverleners. “Iedereen kent de mogelijkheden, maar in de praktijk wordt het maar met mondjesmaat toegepast”, zegt VOMI-directeur Mark Ammerdorffer. Tekst: Erik te Roller

D

e meeste procesbedrijven besteden het onderhoud op de klassieke manier aan: ze stellen een plan op voor het (groot)onderhoud en zoeken industriële dienstverleners die dat tegen een acceptabele prijs willen uitvoeren. In het contract staat beschreven hoeveel uur de aannemer per installatie of apparaat in rekening mag brengen. “Zo’n contract prikkelt de aannemer echter niet om het efficiënter en sneller te doen.” Dat constateert Mark Ammerdorffer, directeur van VOMI, de branchevereniging voor dienstverlenende bedrijven in de procesindustrie. Bedrijven als Shell, DSM en Sabic hebben volgens hem inmiddels gunstige ervaringen met andere manieren van samenwerken met de dienstverleners. “Hierbij gaan opdrachtgever en opdrachtnemer een langdurige samenwerking aan om het onderhoud efficiënter te kunnen aanpakken. Weliswaar kan de aannemer na verloop van tijd 48 Chemie magazine september 2012

minder onderhoudsuren in rekening brengen, maar daar staat financiële compensatie tegenover voor de besparingen die zijn gerealiseerd”, legt Ammerdorffer uit. Om zijn stelling beter te onderbouwen wil VOMI met de Technische Universiteit Delft in kaart brengen welke verschillende contractvormen bedrijven hanteren en welke het meest succesvol zijn. Ook wil de branchevereniging nagaan welke omvang de contracten hebben, welke knelpunten er zijn, en hoe groot de behoefte is aan technisch personeel. “Verder gaan we graag de discussie aan met opdrachtgevers om samen tot efficiënter onderhoud en uitbesteding te komen”, meldt Ammerdorffer. Volgens de VOMI-directeur kent iedereen de mogelijkheden, maar wordt het in de praktijk maar met mondjesmaat toegepast. Hij verklaart: “Wat meespeelt is dat intensievere samenwerking aanvankelijk meer geld kost en pas na een jaar of

twee geld bespaart. Dat vormt een drempel nu het slecht gaat met de economie. Ook vraagt samenwerking om transparantie, waarbij mensen zich afvragen of je een aannemer wel kunt vertrouwen. Verder zal de opdrachtgever een deel van de controle op het onderhoud moeten loslaten. Vooral mensen op de werkvloer zijn hiervoor beducht, want daarmee kan hun functie in het geding komen.” Volgens Ammerdorffer is investeren in de samenwerking met industriële dienstverleners echter bittere noodzaak. “De concurrentie vanuit het Midden-Oosten en Azië neemt toe. Door de onderhoudskosten over de hele linie te verlagen, kan de Nederlandse procesindustrie concurrerend blijven. Ook helpt samenwerking om het groeiend tekort aan technisch personeel op te vangen. Zo kunnen bij een efficiëntere aanpak onderhoudsmonteurs meer onderhoud uitvoeren.” p


Onderhoud

“Samenwerking vraagt om transparantie”

SHELL EN COFELY: EEN NIEUWE LEIDER Bij de onderhoudsstop van de MSPO-2-fabriek in Moerdijk in het najaar van 2011 hebben Shell en zijn vaste aannemers de zaken anders aangepakt. En met succes. “Uit een internationaal benchmarkonderzoek bleek dat we het veel beter moeten kunnen doen, vooral qua voorspelbaarheid van de duur en de kosten van de stop”, zegt Michiel Bedaux, hoofd projecten & turnarounds van Shell Moerdijk. Uit dat onderzoek bleek ook dat de besten van de klas van veel minder aannemers gebruikmaken en die veel meer verantwoordelijkheid geven. Bedaux: “Daarom hebben we onze vaste aannemer Cofely West Industrie gevraagd om, naast zijn bestaande activiteiten bij het onderhoud, als managing contractor de leiding te nemen en andere aannemers aan te sturen. Wij kennen de fabriek en weten wat er bij een stop moet gebeuren, maar hoe dat moet

gebeuren weet Cofely veel beter. Op die manier zijn we nagegaan wie het beste wat kan doen en waarvoor de verantwoording kan nemen”, stelt Bedaux. Shell en zijn aannemers maken nog steeds gebruik van bestaande contracten. Om toch voor een maximaal gezamenlijk resultaat te gaan, is een regeling bedacht. Hierbij behalen alle partijen financieel gezien het meeste voordeel als de stop in zijn geheel succesvol is, dus voor veiligheid, kwaliteit, stopduur én budget. De onderhoudsstop van de MSPO-2-fabriek is uiteindelijk prima verlopen: er waren geen incidenten en de fabriek kon in één keer opgestart worden. Shell en de aannemers zijn daarom unaniem tevreden over de nieuwe manier van samenwerken, en gaan hiermee door.

DSM, STORK EN SPIE: GEEN COMMERCIËLE TARIEVEN Zo’n tien jaar geleden kreeg DSM te maken met felle concurrentie vanuit Azië voor antibiotica. De nieuwe zogenoemde ZOR-F-fabriek moest daar een weerwoord op geven, maar dat niet alleen. Het bedrijf vroeg aan zijn dienstverleners Stork en Controlec (nu Spie) of zij het onderhoud van de fabriek beter en goedkoper zouden kunnen uitvoeren. Dat leidde tot de oprichting van een gezamenlijke firma, DSC, dat het onderhoud onder haar hoede nam. “We kozen voor een nieuwe contractvorm”, licht Peter Weerdenburg toe. Hij is maintenance manager van DSM Sinochem Pharmaceuticals, het bedrijf waaronder de antibioticaproductie in Delft tegenwoordig valt. “Volgens het contract voerden Stork en Controlec het onderhoud uit tegen kostprijs. Ze brachten dus geen commerciële tarieven in rekening. Als ze vervolgens zouden helpen om de onderhoudskosten door een slimmere aanpak nog verder te verminderen, dan zouden ze meedelen in de besparingen op het onderhoudsbudget. Hierdoor bleef de samenwerking toch aantrekkelijk. Dat nieuwe contract pakte goed uit, want de onderhoudskosten per kilogram product daalden in een periode van vijf jaar met 20 procent.” “Op een gegeven moment waren de mogelijkheden om verder te besparen op onderhoud praktisch uitgeput”, vervolgt Weerdenburg. “Daarom moedigden we de aannemers aan om voortaan mee te denken over de mogelijkheden om de kostprijs van de producten te verlagen en mee te delen in de besparingen.” Zij kwamen met voorstellen voor verbetering van het productieproces en verlaging van het energiegebruik, waardoor DSM nogmaals profiteerde. “De clou van dit verhaal is dat DSM met traditionele onderhoudscontracten nooit zo ver had kunnen komen. Dienstverleners laten meedenken over kostprijsverlaging is uniek. Een belangrijk detail hierbij is dat DSM een eigen maintenance engineeringgroep heeft die strategische kennis heeft van het onderhoud. Zo lekt deze kennis niet weg, maar blijft ze voor DSM behouden”, besluit Weerdenburg. september 2012 Chemie magazine 49


SEW-EURODRIVE—Driving the world

Hoog koppel? Of grote bedrijfszekerheid?

Waarom of? Tegenstellingen smelten samen: ontdek nu waarom u bij een aandrijfoplossing niet meer voor het ene of het andere hoeft te kiezen – als u voor een wereldspeler in aandrijftechnologie kiest. SEW-EURODRIVE: dat is 80 jaar ervaring in het oplossen van aandrijfproblematiek, van een enkel component tot een compleet systeem. Wij noemen dat Drive 360° – Seeing the big picture. www.sew-eurodrive.nl


Energie

Chemie streeft naar 2 procent energiebesparing per jaar

ENERGIE-EFFICIENCY NAAR HOGER PLAN Ruim duizend industriële bedrijven moeten per 1 oktober dit jaar hun geactualiseerde energie-efficiencyplan voor de periode 2013 – 2016 inleveren. Meer nog dan in voorgaande perioden is er de komende jaren veel aandacht voor ketenefficiency. Er ligt alleen een gevaar op de loer: bureaucratie. Tekst: Joost van Kasteren

S

amen met partners in de wegenbouw ontwikkelde Latexfalt een ‘antirimpelcrème’ voor asfalt. “Een emulsie die je over het wegdek verspreidt, waardoor zoab, zeer open asfaltbeton, veel langer mee gaat”, weet Leendert van ’t Hof, procestechnoloog bij Latexfalt. “Dat levert een maatschappelijke besparing op van energie en materiaalkosten, ook omdat hierdoor de doorstroming verbetert.” Van ’t Hof noemt het levensduurverlengende onderhoudsmiddel als voorbeeld van ketenefficiency, waarbij een innovatie direct leidt tot energiebesparing verderop in de keten. Dat is goed nieuws, want in de zogeheten meerjarenafspraken energie-efficiency mag die besparing (in ieder geval voor een deel) worden meegeteld voor het beoogde doel: de efficiëntie van energieverbruik met 2 procent per jaar verbeteren.

Kwart energieverbruik

Meerjarenafspraken zijn er in twee smaken: MJA3 voor bedrijven die niet deelnemen aan het CO2-emissiehandelssysteem, en MEE voor de veelal grotere bedrijven die daar wél toe verplicht zijn. Beide lopen van 2001 tot 2020 en zijn geen wetten maar convenanten, dus afspraken tussen de overheid en het bedrijfs-

leven. Deelnemers leveren elke vier jaar een energie-efficiencyplan (EEP) in, waarin staat wat het huidige energieverbruik is en wat de besparingsopties zijn. De afspraken zijn vrijwillig maar niet vrijblijvend, want het EEP maakt deel uit van het Activiteitenbesluit of de milieuvergunning, inclusief het verplichte karakter daarvan. In totaal doen ruim duizend bedrijven mee aan de meerjarenafspraken, ofwel 80 procent van de industriële energieverbruikers. Samen zijn ze goed voor een kwart van het totale energieverbruik in Nederland, waarbij in zowel MJA3- als MEE-vorm chemiebedrijven de grootste partij voor energieverbruik vormen.

ten vaak overheden, en die stellen bij de aanbesteding steeds vaker eisen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. CO2-reductie en zuinig omgaan met energie en materialen zijn daar belangrijke onderdelen van.” Latexfalt heeft ook deelgenomen aan Care+, een proefproject van Cefic. Het gaat om een methodiek waarmee middelgrote en kleine bedrijven snel inzicht verwerven in hun besparingsopties. “Erg nuttig”, oordeelt Van ’t Hof. “Onze bevindingen gebruiken we voor onze eerste EEP. We zijn benieuwd of het aan de e eisen voldoet.”

Maatschappelijk verantwoord

Latexfalt is producent van polymeer-gemodificeerde bitumen en emulsies voor de bouw en wegenbouw, en heeft zich kort voor de zomer aangemeld als deelnemer aan MJA3. Waarom? Van ’t Hof: “We willen meer aandacht besteden aan energiebesparing en verbetering van de energie-efficiency. Energie is voor ons een belangrijke kostenpost, met name de verwarmingskosten van bitumen. Tegelijkertijd zien we dat energiebesparing belangrijker begint te worden in de keten. In de wegenbouw bijvoorbeeld zijn de klanten van ónze klan-

september 2012 Chemie magazine 51


Rompslomp

Enige zorg heeft hij wel over die eisen, met name over de uitvoeringsvoorschriften. “Laat ik het zo zeggen: ik hoop dat de bureaucratie niet de overhand krijgt. We willen graag veel energie besparen met zo min mogelijk bureaucratie.” De administratieve rompslomp baart ook Christine de Laeter zorgen. Zij is energiecoördinator van Dow Benelux en voorzitter van de VNCI-werkgroep energie & klimaat. “Natuurlijk kost het convenant tijd. Je moet jaarlijks monitoren en om de vier jaar een EEP opstellen. Maar dat zouden we zonder convenant ook doen. Het wordt lastiger als de overheid te veel wil standaardiseren. Zo kijkt zij bij het zogeheten ‘Energieverbruik naar functies’ ook naar ventilatie, perslucht en zelfs heftrucks. Als bedrijf moet je dan uitzoeken hoeveel energie een heftruck of ventilator verbruikt. Dat is niet alleen administratieve overkill, maar de kans is ook heel klein dat hiermee in de zware industrie relevante projecten worden gevonden. Je kunt veel beter per fabriek bekijken wat de belangrijkste verbruikscategorieën en besparingsopties zijn. Dat doen we al jaren, want dat is het meest effectief.”

Lastig klimaat

Wat betreft energie-efficiency (en dan met name de energieconversie,

ROUTEKAART

dus meer doen met minder) ontlopen de ambities van de meerjarenafspraken en die van Dow zelf elkaar niet veel. Ook Dow ambieert wereldwijd een verbetering van de energieefficiency. De Laeter: “Tussen 1995 en 2005 hebben we de energie-efficiëntie van onze installaties met meer dan 20 procent verbeterd. Om significante stappen te maken zijn echter vaak grote investeringen nodig, maar die zijn in het huidige klimaat moeilijk te rechtvaardigen.” Ook voor ketenefficiency neemt Dow initiatieven. De Laeter: “We hebben opbrengsten weten te verhogen, zodat er minder grondstoffen nodig zijn voor dezelfde hoeveelheid product. Verder passen we transportmodaliteiten aan, zoals meer over water dan over de weg. Daarnaast richten we ons op productinnovaties, want die leiden tot besparingen in de gebruiksfase. Neem bijvoorbeeld onze lichtgewicht kunststof toepassingen voor auto’s. De verlaging van het brandstofverbruik mogen we voor een deel op ons conto schrijven.”

Kennis en ervaring

Via de keten zijn de meerjarenafspraken over energie-efficiency gekoppeld aan andere initiatieven voor duurzame ontwikkeling. “De Green Deals bijvoorbeeld”, licht Reinier Gerrits toe, speerpuntmana-

52 Chemie magazine september 2012

Verbetering van de energie-efficiency is ook een van de hoofdthema’s van de Routekaart Chemie 2030. Dat wil echter niet zeggen dat met de Routekaart de energieconvenanten overbodig zijn geworden. Ze zijn complementair, legt Gerrits uit. “De meerjarenafspraken richten zich op stapsgewijze verbetering van de energie-efficiency met gemiddeld 2 procent per jaar. Maar naast stapsgewijze verbeteringen heb je ook sprongsgewijze innovaties nodig voor de transformatie van de chemische industrie. De Routekaart schetst waar we in 2030 willen zijn als het gaat om duurzame chemie; de meerjarenafspraken en de ‘green deals’ zijn de middelen om er te komen.”

ger energie & klimaat van de VNCI. “Dat zijn afspraken tussen bedrijven en overheden over concrete projecten. Veel deals gaan over energiebesparing en het gebruik van duurzame energie. Ze maken formeel geen onderdeel uit van de meerjarenafspraken, maar helpen wel om de doelstellingen te realiseren. Dat lukt onder meer door kennis en ervaring te delen. Hetzelfde geldt voor de levenscyclusanalyses, zoals we vorig jaar hebben uitgevoerd voor de energie-efficiency van de hele chloorketen, dus van keukenzout tot gerecycled pvc. Die leveren nuttige gegevens op voor het verbeteren van ketenefficiency. Zo kwamen we erachter dat de energieinhoud van gerecycled pvc slechts een kwart is van nieuw pvc. We streven er daarom naar om de inzameling van pvc te verdubbelen voor meer recycling, want dat levert een forse besparing op.” p


ADR-Pro

Direct duidelijkheid over gevaarlijke stoffen Download de app ADR-Pro van Beurtvaartadres

De ADR-Pro is een zeer complete app voor iPhone en Android. Het is een ideaal hulpmiddel voor iedereen die te maken heeft met wegvervoer van gevaarlijke stoffen. Bent u vrachtwagenchauffeur, veiligheidsadviseur, planner of magazijnmedewerker? De ADR-Pro biedt u veel handige tools die u kunnen ondersteunen in uw dagelijkse praktijk. Naast een alfabetische stoffenlijst bevat de app een helder overzicht van alle gevaarsetiketten. Heeft u uw transportlijst ingevoerd? Dan brengt de app ook de betreffende tunnelbeperkingen en tankcleaningstations voor u in kaart. Ook kunt u aan de hand van uw transportlijst zien of uw transport in aanmerking komt voor de 1000-puntenvrijstelling. Bereken het gemakkelijk en snel met de ADR-Pro. De app denkt zelfs met u mee over de omschrijving van uw goederen op de vrachtbrief. En met de kennisquiz kunt u uw parate kennis op peil houden. Voor meer informatie bezoekt u www.beurtvaartadres.nl/adr-app

Beurtvaartadres is voor de logistieke keten geen onbekende. Al sinds 1927 faciliteert Beurtvaartadres de keten in het onderling uitwisselen en bewaren van gegevens over logistieke transacties, om zo de totale transactiekosten te verlagen. De ADR-app is de eerste in een reeks van applicaties voor smartphones en tablets, die Beurtvaartadres de komende tijd gaat introduceren.

Postbus 24023, 2490 AA Den Haag E info@beurtvaartadres.nl I www.beurtvaartadres.nl T 088 55 22 111 F 088 55 22 103

HEAVY DUTY ECLIPSE®

Volledige mechanische overvulveiligheid, geschikt voor SIL 3, en ontworpen voor zowel zuivere als vervuilde vloeistoffen (tot 10.000 cP) zijn de basisingrediënten voor de Eclipse “heavy duty” reeks. Met een minimum aan sondes kan een maximum aantal toepassingen bediend worden, gaande van sterk aanklevende vloeistoffen met lage diëlectrische konstante, hoge of cryogene temperaturen, of van volledig vacuüm tot 430 bar. Eclipse is sinds 1998 de eerste en onbetwiste leider in 2-draads Golfgeleide Radartechnologie.

FOCUS OP NIVEAUMETING

® WORLDWIDE LEVEL AND FLOW SOLUTIONS

Europees hoofdkwartier & produktie - Zele, België Heikensstraat 6 9240 Zele, Belgium Tel: +32 (0)52 45 11 11 Fax: +32 (0)52 45 09 93 e-mail: info@magnetrol.be www.magnetrol.com


VNCI-stimuleringsprijs uitgereikt aan drie bollebozen

“presenteren is niet eCht mijn Ding” GA ZO DOOR!

Martijn, Mike en Karst haalden vorig jaar uitzonderlijk hoge cijfers voor scheikunde op het Centraal Examen en wonnen daarmee de VNCI-stimuleringsprijs. Het drietal volgt inmiddels een chemiestudie aan een hogeschool of universiteit. Maar waarom kozen ze juist voor dit ‘ontzettend interessante’ vak? Tekst: Emma van laar

miKe DruijFF

“Het eerste jaar is me goed bevallen”

M

O

p 14 juni reikte VNCI-directeur Colette Alma de VNCIstimuleringsprijs uit aan Martijn Blom, Mike Druijff en Karst Wierenga. De prijs, een studiebeurs van 2500 euro, is bedoeld voor de drie middelbare scholieren die de hoogste ogen gooiden voor scheikunde op het Centraal Eindexamen havo/vwo én een chemieopleiding zijn gaan volgen aan een hogeschool of universiteit. Chemie magazine voelde de bollebozen aan de tand over hun motivatie en toekomstplannen.

54 Chemie magazine september 2012

ike haalde zijn eindexamen havo (Natuur en Techniek) aan Lyceum De Oude Hoven in Gorinchem en studeert inmiddels Chemical Engineering aan de Hogeschool Utrecht. Na een gemeenschappelijke propedeuse gaat hij zich vanaf dit studiejaar specialiseren in chemical engineering. “Ik ben altijd beter geweest in de bètavakken, dus het was voor mij vanzelfsprekend dat ik zo’n studie zou kiezen”, stelt Mike. “Ik heb voor deze studie gekozen omdat zowel scheikunde, natuurkunde als wiskunde aan bod komt. Een bredere basis leek me namelijk afwisselender.” Dat pakt tot dusver goed uit, want het eerste jaar is hem bevallen. “De vakken zijn interessant en het gaat goed. Daarnaast ben ik lid van de studievereniging en daarbinnen actief met een gezellige groep studenten.”

Wat hij later met zijn opleiding wil gaan doen? Dat weet Mike nog niet. “Ik ben daar nog niet zo mee bezig. Ik ga eerst eens kijken hoe chemical engineering bevalt. Daarna groei ik langzaam toe naar een beroepskeuze. Het mooie van deze opleiding is dat er een heleboel mogelijkheden zijn. Door de brede studie kun je in de hele chemische industrie terecht.” Mike is zelf echt een bètatype en snapt niet waarom andere jongeren niet voor bijvoorbeeld een chemieopleiding kiezen. “Ik denk dat alfastudies als wat makkelijker worden gezien. Ik vind de zwaarte van de studie wel meevallen, maar zie wel mensen om me heen die er moeite mee hebben. Zo zijn er helaas een aantal mensen waar ik goed mee omging na het eerste jaar afgevallen.”


Onderwijs

VnCi-stimuleringsprijs -> topseCtor Chemiebeurs martijn blom

“Ik wil in de toekomst iets doen met het opschalen van processen”

M

der van de aankomende eerstejaars scheikundige technologie. “Het is erg gezellig om nieuwe studenten wegwijs te maken.” Die nieuwe aanwas komt goed uit, want van de 46 studenten waar Martijn het jaar mee begon is 30 procent afgevallen. Op dit moment lijkt het hem leuk om in de toekomst iets te doen met het opschalen van processen. “Dit vind ik ontzettend interessant, maar ik ben pas een jaar onderweg en heb nog geen heel goed beeld van wat ik kan en wil doen.” Waarom zouden jongeren moeten kiezen voor een chemische vervolgopleiding? Martijn: “Dit zijn studies waarbij je naast de theorie uit boeken ook praktisch bezig bent. Bovendien zijn er goede baanperspectieven. Toch kiezen veel jongeren voor alfastudies, vermoedelijk omdat die minder zwaar zijn. Zo verwachten studenten meer van hun studententijd te genieten.”

artijn haalde een tien voor zijn scheikunde-eindexamen aan het RSG Enkhuizen en studeert nu scheikundige technologie aan de Universiteit Twente. “Ik was op de middelbare school goed in scheikunde en natuurkunde en wist dat ik iets in die richting wilde gaan studeren”, blikt Martijn terug. “Omdat ik technisch aangelegd ben, ben ik bij scheikundige technologie en technische natuurkunde aan de Universiteit Twente gaan kijken. Scheikundige technologie leek me toen het leukst.” De studie bevalt hem tot nu toe goed. “Ik heb in het eerst jaar al veel nieuwe dingen geleerd, met name tijdens de practica. Het was in het begin wel even wennen en erg veel om te behappen, maar daar ben ik inmiddels aan gewend.” Aan het begin van zijn tweede studiejaar is Martijn druk met de introductieweek van de universiteit als begelei-

Karst Wierenga

“Elektrotechniek bleek toch niet leuk genoeg.”

K

arst haalde aan het CSG Anne Maria van Schurman in Franeker een tien voor scheikunde op het Centraal Examen. Inmiddels studeert hij chemie aan Hogeschool Larenstijn in Leeuwarden. “Vroeger wilde ik graag elektricien worden, maar op de middelbare school vond ik scheikunde erg leuk en was ik er goed in”, weet Karst. “Elektrotech-

niek bleek toch niet leuk genoeg toen ik naar studies ging kijken, dus ik heb niet getwijfeld over de keuze voor chemie.” Het eerste jaar is de chemiestudent goed bevallen: “Het was zoals ik had verwacht. Het sloot goed aan op vijf havo en was ook niet te moeilijk. Het vakkenpakket is breed en bevat niet alleen maar pure chemie. Ik vind

De VNCI-stimuleringsprijs is opgevolgd door de Topsector Chemiebeurs. Hierbij stellen chemiebedrijven studiebeurzen van 500 euro per maand beschikbaar, en zorgt een honoursprogramma voor extra uitdaging van de excellente studenten. Bovendien lopen de leerlingen stage bij het betrokken chemiebedrijf. Dit studiejaar is gestart met een pilot bij de Universiteit Utrecht. Volgend jaar wordt de beurs landelijk uitgerold met naar verwachting zestig beurzen voor zowel universiteiten als hboinstellingen.

met name praktijk leuk. Het bijhouden van het labjournaal is daarentegen veel werk, maar moet nou eenmaal gebeuren. Presenteren is daarnaast niet echt mijn ding. Het is wel goed dat er aandacht aan wordt besteed, maar wel wat te veel.” Waarom zo weinig scholieren voor een bètastudie kiezen? Karst denkt dat het jongeren te technisch en moeilijk lijkt, plus dat ze niet goed weten wat het inhoudt. Zelf wil hij verder in de organische chemie, of misschien de farmaceutische kant. “Ik vind het nog erg lastig om dat te bepalen. Ik weet wél dat ik het leuk vind om in het lab te werken.” september 2012 Chemie magazine 55


HieperdePieper! … HOERA! Al 35 jaar dé specialist in draagbare en vast opgestelde gasdetectiesystemen. Voor onder andere de chemische industrie en laboratoriummarkt. Naast het verkopen en verhuren van gasdetectieproducten, adviseren we u graag, voeren preventief onderhoud uit en verhelpen mogelijke storingen. Ter bescherming van mens en milieu. Want ons motto is ‘Better Safe than Sorry!’

www.buveco.com

STAND

2C064


20

“ procent efficiëntie is haalbaar” Plastic zonnecellen zijn goedkoop, licht en flexibel, en vormen zo een belofte voor de duurzame energierevolutie. Ze zijn al te vinden in hippe toepassingen, zoals een schoudertas met on board energie-opwekking. De Groningse hoogleraar Kees Hummelen kan er net zijn iPod mee opladen. Dat moet beter, vindt hij: “Met onze Next Generation plastic zonnecellen zal mijn laptop erop kunnen lopen.” Tekst: Harm Ikink

V

oor de nieuwe generatie plastic zonnecellen is een rendement van 20 procent haalbaar, denkt Kees Hummelen, hoogleraar Chemie van Moleculaire (Bio)Organische Materialen bij de Rijksuniversiteit Groningen. Hij zegt dit na een verkenning die hij in mei van dit jaar in het wetenschappelijke vakblad Advanced Energy Materials publiceerde, samen met collega’s Jan Anton Koster en Sean Shaheen. 20 procent zou een verdubbeling betekenen van het huidige rendementsrecord van 10,6 procent, dat in handen is van Yang Yang (University of California, Los Angeles) die geleidend plastic van het Japanse Sumitomo Chemical toepaste. In een interview met tijdschrift Technology Review voorspelde Yang Yang een rendement van 15 procent te

kunnen halen. Voor Kees Hummelen is dat nog maar het begin. “Er heerst een soort minderwaardigheidsgevoel onder wetenschappers die aan plastic zonnecellen werken. Ze denken dat hun zonnecellen nooit zo goed worden als die van silicium. Volgens ons kan dat wel. Béter zelfs.”

Zoektocht

Hummelen kan optimistische rendementscijfers publiceren omdat hij zich niet laat beperken door de belemmeringen van de nu gebruikte materialen, maar uitgaat van veel beter polariseerbare plastics. Computermodellen geven aan dat de efficiëntie van de zonnecellen daarmee inderdaad flink kan oplopen. De vraag is dan wel met welke materialen Hummelens next generation-zonnecellen de hoge efficiën-

Foto: Jeroen van Kooten

Energie

Kees hummelen

is hoogleraar Chemie van Moleculaire (Bio)Organische Materialen bij de Rijksuniversiteit Groningen. Bij het universitaire Zernike Institute for Advanced Materials heeft hij de leiding over de focusgroep ‘Next generation organic photovoltaics’ van de stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM). Met een budget van 5 miljoen euro hoopt hij binnen tien jaar plastic zonnecellen te ontwikkelen die in grote aantallen zijn in te zetten voor voordelige en duurzame elektriciteitsopwekking. Dit betekent onder andere dat de levensduur omhoog en de kostprijs omlaag moet, maar bovenal dat het rendement flink moet verbeteren.

Nieuwe plastic zonnecel is goedkoper én beter dan silicium tie in de praktijk kunnen waarmaken. Hoe sneller de hoogleraar daarop een antwoord vindt, hoe liever. “Maar het is een enorme zoektocht. Daarom hebben we dit nu gepubliceerd, zodat zo veel mogelijk andere onderzoeksgroepen kunnen meezoeken.” p september 2012 Chemie magazine 57


U dacht dat er geen mass transfer equipment meer in Nederland werd geproduceerd?

Transportservice van huis uit

MADE IN HOLLAND

demisters wire mesh / vane pack metal / plastic

liquid distributors deck / trough / pan type metal / plastic

structured packing wire mesh / sheet metal / plastic / ceramic

support internals support plates / grids bed limiters / hold down grids metal / plastic

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

liquid redistributors deck type / collectors metal / plastic

random packing Pall Ring / I-ring / Q-Pac metal / plastic

altijd voorraad

www.mte-bv.com

column internals random packing structured packing

catalyst bed support media top grading media molecular sieves

• • • • • •

Aggregaten; Mobiele lichtmasten; Kabels; Trafo’s; Verdeelkasten; Tijdelijke stroom en lichtvoorziening voor industriële toepassingen. 24 UUR, 7 DAGEN PER WEEK

t +31 (0) 10 231 0 260

e sales@mte-bv.com

Parkweg 67a, 4153 XL Beesd T 0345 684000 - F 0345-680907 info@voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl


Discussie

MOET DE INDUSTRIE ELKE CHEMIESTUDENT EEN BEURS GEVEN?

Voor de zomer verblijdde de VNCI vijf aankomende chemiestudenten met een beurs van 500 euro per maand. Doel hiervan: meer studenten interesseren voor chemie. Maar zou de chemische industrie niet elke chemiestudent financieel moeten ondersteunen? Deze vraag vormde de basis voor een discussie in de VNCI-groep op LinkedIn. “Goed plan, maar het is slechts een deel van de oplossing.” Tekst: Igor Znidarsic

WEINIG SEXY BEELDEN →Nee, beantwoordt een veiligheidsmanager de vraag. De studenten hoeven nu weliswaar geen bijbaantje te nemen en kunnen meer aandacht aan hun studie geven, “maar willen de bedrijven waar ze straks gaan werken niet juist graag zien dat ze tijdens hun studie ook wat levenservaring hebben opgedaan door een bijbaantje of een activiteit buiten de studie?” De manager is verheugd over de media-aandacht die de actie heeft opgeleverd, maar hij twijfelt aan de wervende werking van de volgens hem weinig sexy beelden in de media van studenten met labjas en veiligheidsbril voor de zuurkast. “Wellicht een gemiste kans om ook de wereld achter de zuurkast (de industrie en vooral ook de (duurzame) producten die zij maakt) te laten zien.”

GELD OP DE DERDE PLAATS →Een voorbeeld van een sector die erin slaagt voldoende personeel te werven is volgens een veiligheidsconsultant de ict. “Deels doordat de ict-wereld dichter bij de beleving van de jongere staat. Bovendien verschuift onze economie naar een interneteconomie. Ict staat dus dichter bij de toekomst.” Maar volgens iemand werkzaam in de technische ondersteuning kozen jongeren destijds vooral massaal voor de computers vanwege “het in het vooruitzicht gestelde salaris en emolumenten.” Van meisjes weet hij het niet, maar jongens vinden het volgens hem ‘stoerder’ om een eigen huis, mooie auto en een boot te hebben dan een fantastisch ‘leuke’ baan als onderzoeksanalist. “Op verjaardagen weet toch bijna niemand wat research is, laat staan analist.” Maar een journalist ziet dit anders: “Je gaat toch vooral ergens werken omdat je denkt dat je er plezier aan beleeft? Dus blijft het toch een eerste vereiste dat de chemische industrie duidelijk maakt dat het er ‘leuk’ is? Je capaciteiten en je aangetrokken voelen tot een sector lijkt me het belangrijkst, met geld op een goeie derde plaats.”

STUG OF ZINVOL? →Een chemie-ingenieur is voorstander van een beperkt aantal beurzen. “Daag de student uit wanneer hij in aanmerking wil komen voor z’n beurs. Dit zorgt ervoor dat hij veel eerder gaat nadenken of hij die richting in wil en wat hij moet doen om er te komen.” De technisch ondersteuner blijft echter twijfelen: “Persoonlijk lijkt het me stug dat mensen die weten wat ze kunnen en dit ook willen middels een beurs gestimuleerd moeten worden. Alleen voor wie het niet kan betalen is een beurs zinvol.” Een senior veiligheidsexpert, inclusief chemie studerende zoon, vindt de beurs een goed idee, maar het is volgens hem niet voldoende. “De opleiding moet uitdagend lijken, dat ook zijn én blijven. De op en top gemotiveerde (beginnende) studenten zullen de financiële prikkel leuk vinden, maar het zal ze niet over de streep trekken.” De groep daaronder wellicht wel. “Maar daarvoor is goede coaching gedurende de studie noodzakelijk.” Verder dienen de stages beter geregeld te zijn en moet de opleiding beter aansluiten op de praktijk. Conclusie: “Goed plan, maar het is slechts een deel van de oplossing.”

---------------------------------

“Ict staat dichter bij de toekomst”

---------------------------------

“Daag de student uit”

---------------------------------

“De opleiding moet uitdagend zijn én blijven”

---------------------------------

“Coaching tijdens de studie is noodzakelijk” ---------------------------------

WWW

Volg de discussie op: www.vnci.nl/linkedin september 2012 Chemie magazine 59


|

nu in Schrijf u

|

Energy 4 Next Generations II

Initiatiefnemers:

Designing a Sustainable Future

Datum: • 1 november thema: Sustainable Urban Design • 2 november thema: Sustainable Product Design Onderdeel van: Enlightenmentz Organisatie: Industrielinqs, in samenwerking met NEMO

Mediapartners:

Amsterdam • Science Centre NEMO • 1 en 2 november 2012

Designing a sustainable future Duurzame keuzes hoeven niet noodzakelijk in te houden dat je inlevert op comfort, design en mogelijkheden. Nieuwe technologie kan zo worden ontworpen dat duurzame producten ook op andere vlakken goed scoren. Soms mag het zelfs iets meer kosten, omdat je er dan ook meer voor terugkrijgt. Verschillende onderzoekers en industriële bedrijven begrijpen steeds beter dat de combinatie van design en duurzaamheid straks essentieel is voor hun eigen voortbestaan. Energy 4 Next Generations II wil voorbeelden naar voren brengen, waarbij goed ontwerp van beschikbare technologie leidt tot duurzame en comfortabele oplossingen. Daarbij heeft elke dag een andere invalshoek. Op 1 november gaat het om duurzame stedelijke ontwikkeling en sociale innovaties, terwijl op 2 november duurzame productontwerpen met de x-factor centraal staan. Ook komen duurzame processen uitgebreid aan de orde.

www.energy4nextgenerations.com

Mengen ...

... transporteren, doseren, breken, zeven: GERICKE beschikt over de kennis en de technieken voor iedere denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al meer dan 115 jaar machines en complete systemen als optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen. Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in combinatie met onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

Geavanceerde stortgoedtechnologie CH-8105 Regensdorf T +41 (0)44 871 36 36

DE-78239 Rielasingen T +49 (0)7731 92 90

Singapore 787813 T +65 64 52 81 33

FR-95100 Argenteuil T +33 (0)1 39 98 29 29

NL-3870 CA Hoevelaken T +31 (0)33 25 42 100

www.gericke.net

gericke.nl@gericke.net

GB-Ashton-under-Lyne Lancashire, OL6 7DJ T +44 (0)161 344 1140


Bedrijven/Column

hoofdredacteur pr B e d r i j v e n

foto: Ca sper ril a

dier v oeding

DSM neemt het Braziliaanse diervoerbedrijf Tortuga over voor 465 miljoen euro. De overname, die wordt afgerond in het eerste kwartaal van 2013, draagt volgens DSM direct bij aan de winst per aandeel. Tortuga heeft zijn hoofdkantoor in het Braziliaanse Sao Paulo en heeft ruim duizend mensen in dienst. Via Tortuga wil DSM de “zeer aantrekkelijke markt voor diervoeding in Latijns-Amerika” betreden en zo ook bestaande producten van DSM, zoals vitaminen, verkopen. p

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van chemie magazine

a cr y l zuur

BASF, Cargill en Novozymes hebben een overeenkomst ondertekend om gezamenlijk technologieën te ontwikkelen voor de productie van acrylzuur uit hernieuwbare grondstoffen. Novozymes en Cargill hebben daarvoor micro-organismen ontwikkeld die de biobased grondstoffen omzetten in 3-hydroxypropionzuur (3-HP). Dit is een chemische voorloper om acrylzuur te ontwikkelen. BASF is tot de samenwerking toegetreden om het proces te ontwikkelen voor omzetting van 3-HP in acrylzuur. p

P P-c omP o sie t

Sabic Innovative plastics gaat de Stamax-capaciteit in het Belgische Genk uitbreiden. In juni is het bedrijf daarom begonnen met de bouw van een nieuwe productielijn die in de tweede helft van 2013 gereed moet zijn. Het bedrijf speelt hiermee in op de groeiende vraag van afnemers uit de autoindustrie. Stamax is een met lange glasvezel versterkte PP (polypropileen)-composiet die licht en sterk is. p

ol ef inen

De Universiteit van Amsterdam heeft voor een periode van drie jaar een onderzoeksovereenkomst getekend met Lanxess voor het ontwikkelen van nieuwe katalytische routes naar olefinen, de belangrijkste bouwstenen voor synthetische rubberpolymeren. Het project wordt uitgevoerd door de groep Heterogene Katalyse en Duurzame Chemie, geleid door professor Gadi Rothenberg van het Van ‘t Hoff Institute for Molecular Sciences. p

“politici mogen zich achter de oren krabben”

“Met de juiste mix van lobbyactiviteiten en crossmediale communicatie ontstaat er maatschappelijk draagvlak voor uw standpunten.” Was getekend: de website van IvCB, het door Odfjell ingehuurde PR-bureau om de publieke opinie over het bedrijf te beïnvloeden door e-mails naar politici en andere belanghebbenden te sturen waarin zogenaamd onjuiste berichtgeving in de media werd gecorrigeerd. De tekst op de website van IvCB ronkt verder: “Public Affairs nieuwe stijl: uw belangen worden rechtstreeks en via de media onder de aandacht gebracht van uw stakeholders. Altijd met de juiste boodschap, de juiste intensiteit en op het juiste moment.” Toen deze ‘Public Affairs nieuwe stijl’ niet langer bleek te werken en de onvolkomenheden bij Odfjell dankzij de pers toch aan het licht kwamen, trok het PR-bureau zich terug. Wél liet het in een brief aan onder meer Tweede Kamerleden weten te optimistisch te zijn geweest over de verbeteringen bij Odfjell. “Dat was niet alleen voor het managementteam van Odfjell, maar ook voor ons een behoorlijke tegenvaller en heeft uiteindelijk geleid tot een door Odfjell onder druk van de toezichthoudende instanties uitgevoerde safety shutdown. Hoewel de directie van Odfjell dat destijds niet kon voorzien, evenmin als wij, bieden wij u hiervoor als brenger van de boodschap wel onze welgemeende verontschuldigingen aan.” Promt vlogen ons tweets om de oren als “Heel veel politici zijn getrapt in de smoesjes van PR-bureau” en “PRbureau biedt excuses aan voor het schetsen van een te positief beeld. Ik noem het liever misleiden.” Toch zou het nu te gemakkelijk zijn om het PR-bureau in de beklaagdenbank te zetten. Dit soort bureaus wordt niet betaald om de waarheid en niets dan de waarheid te vertellen, maar om een door de klant gewenst beeld te creëren. Alles draait vandaag de dag om beeldvorming, en het PR-bureau heeft alleen maar z’n werk gedaan. En nog goed ook, aanvankelijk. De enige die hier iets te verwijten valt is Odfjell zelf, dat kennelijk niet tot transparantie bereid was. Daarnaast mogen alle politici en andere stakeholders die de positieve berichten in hun mailbox kritiekloos hebben geslikt zich achter de oren krabben, want juist zij moeten als geen ander weten hoe misleidend PR kan zijn. p

september 2012 Chemie magazine 61


Service

Colofon

MENSEN REGIEGROEP CHEMIE

Cees van Verseveld, directeur van het Instituut Applied Sciences van de HAN, is door minister Verhagen benoemd tot lid van het Topteam Chemie. Het vakgebied chemie is een van de tien topsectoren die het kabinet heeft aangewezen. De instelling van deze topteams maakt onderdeel uit van het Nederlandse bedrijfslevenbeleid dat moet leiden tot versterking van de innovatieve kracht van de (kennis)economie. Van Verseveld was eerder een aantal jaren lid van de Regiegroep Chemie.

Chemie magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur)

HUMAN CAPITAL AGENDA

Eveline van Hoppe is sinds 1 augustus programmamanager Human Capital Agenda (HCA) voor de chemie. Zij focust zich op de twee speerpunten van de HCA chemie: verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en industrie en vergroting van de aantrekkingskracht van de sector. Zij zal ook nauw samenwerken met het Platform Bèta Techniek bij de uitvoering van het Masterplan Bèta en Technologie. Daarnaast coördineert zij het opstellen van het businessplan Kennisinfrastructuur hbo voor focus en massa van hbo-chemieopleidingen en –onderzoek. SPINOZAPREMIE

Xander Tielens, hoogleraar Fysica en Chemie van de Interstellaire Ruimte, heeft op 7 september uit handen van OCW-staatssecretaris Zijlstra de Spinozapremie in ontvangst genomen. De hoogleraar bestudeert de rol van grote moleculen, met name PAK-moleculen, en interstellair stof in het universum. Om dat te doen combineert hij astronomie met fysica en chemie. Tielens ontving een onderzoeksbudget van 2,5 miljoen euro, de hoogste prijs voor wetenschap in Nederland.

Inge Janse (eindredacteur) Jos de Gruiter (redacteur) Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl Medewerkers Adriaan van Hooijdonk, Joost van Kasteren, Emma van Laar, Gerard van Nifterik, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert Vormgeving Curve, Haarlem Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70,

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/LINKEDIN

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI 62 Chemie magazine september 2012

VOLGENDE EDITIE (17 OKTOBER)

PRESENTATIE ROUTEKAART CHEMIE 2030 IMAGO CHEMIE VOLGENS PAN EUROPEAN SURVEY URINE EN SLIB ALS BRON VAN GRONDSTOFFEN WAT WILLEN DE POLITIEKE PARTIJEN MET CHEMIE? VEILIGHEID VOOROP IN DE PRAKTIJK EN NOG VEEL MEER…

E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie Druk DeltaHage, Den Haag Abonnementen Chemie magazine is gratis voor VNCIleden en voor leden van de aangesloten lidverenigingen. Voor anderen bedragen de abonnementskosten per jaar 80 euro in Nederland en 100 euro in overige landen (incl. btw). Abonnementen eindigen per 31 december. Als niet voor 1 november wordt opgezegd, loopt het abonnement door. Nieuwe abonnementen/mutaties schriftelijk opgeven via crs@vnci.nl. Meer info: 070 337 87 28 Overname Overname van artikelen uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven Beeld cover Curve, Roy Wolfs ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

services

Can you push the limits? A highly dynamic, complex, demanding and continuously changing environment. A local, regional and global basis, and a multicultural network with staff of varied experience and expertise. Being an industry leader, with a drive for innovation, growth and sustainability, these are the settings you will find when working as a Quality Assurance Officer for DSM Nutritional Products. This position, focussed on Supply Chain processes, requires a technical understanding and a sound knowledge of Quality Management, Quality Systems, Law and Regulations, Logisitics and Warehousing. Interested? We invite you to read more about this position at our website.

DSM Nutritional Products - Venlo Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.