Chemie Magazine - januari 2013

Page 1

Nieuwe EU-definitie nanostoffen

CO2 als nuttige grondstof

Van pet- naar biocokes

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 01 • 23 januari 2013

TEGENSTRIJDIGE BERICHTGEVING OVER BEDREIGINGEN BRIC-LANDEN, SCHALIEGAS EN CRISIS

Wat is waar?


MELD U AAN

Start: 14 maart 2013, Bunnik

De Leergang Opleidingsmanagement is bedoeld voor leidinggevenden met opleiderstaken en voor opleiders met een praktijkachtergrond. Dit zijn o.a. opleidings- en trainingscoördinatoren, opleidingsmanagers en gevorderde mentoren en examinatoren. In de opleiding staan vragen uit uw praktijk situatie centraal: Hoe kan ik met ‘gezond verstand’ plannen onderbouwen met bewezen modellen en inzichten? Hoe overtuig ik het MT van het nut van leren en opleiden? Hoe zet ik opleiding(beleids)plannen op met lijnmanagers? Hoe zorg ik dat het effect van opleiden zichtbaar wordt en geborgd blijft? Hoe motiveer ik leerlingen en begeleiders van deze leerlingen?

Meer weten?

Neem voor vragen over onze opleidingen contact op via: 070 301 10 86 of opleidingen@vapro.nl of kijk op vapro.nl


INHOUD 01 | 23 januari | 2013

18

WAAR OF NIET WAAR? Schaliegas, de Bric-landen en de economische crisis zouden als zwaarden van Damocles boven de chemiesector hangen. Maar hoe groot zijn de bedreigingen echt? Chemie Magazine ging op zoek naar de waarheid en ontdekte vele nuances.

C02 ALS GRONDSTOF Een manier om de uitstoot van CO2 te verminderen is het gas afvangen en (her)gebruiken als grondstof, voor bijvoorbeeld aspirine, als voeding voor onze tomaten of als handig hulpje bij olie- en gaswinning.

30 januari 2013 Chemie Magazine 3


Technip: a leader in plant design and construction

Technip is een wereldwijd leider in design, engineering, levering en bouw van installaties in de olie & gas en (petro)chemie. Met vertegenwoordigingen in 48 landen en 32.000 medewerkers kan Technip projecten van elke omvang en op elke locatie uitvoeren. In Nederland werken 500 mensen bij Technip.

Technip Benelux B.V. Technip Benelux B.V. voert wereldwijd complexe EPC projecten uit op het gebied van o.a. ethyleen- en waterstof/ synthesegasprojecten, raffinaderijprojecten, gasbehandeling, alsmede LNG processing, LNG-opslag, CO2-verwijdering en bio-energie. Onze activiteiten gaan van de haalbaarheidsstudiefase tot de ingebruikname, dus inclusief plant ontwerp, engineering, inkoop, bouw en management (EPCM) op basis van eigen technologie en onder licentie van derden.

Technip-EPG B.V. Technip-EPG levert, als multidisciplinair ingenieursbureau, ruim 30 jaar haar diensten en services aan de Nederlandse markt. Om onze dienstverlening verder te optimaliseren en uit te breiden, werken we binnen de Technip Groep intensief samen. Hierdoor wordt onze ervaring op het gebied van olie & gas, (petro)chemie, offshore, bouw & infra, HVAC en energy & water gecombineerd met de uitstekende project- en constructiemanagement expertise van Technip.

Technip Benelux B.V. Postbus 86 2700 AB Zoetermeer Tel: 079 3293 600 Email: tpbenelux@technip.com URL: www.technip.nl

www.technip.com

Technip-EPG B.V. Postbus 8568 3009 AN Rotterdam Tel: 010 220 70 70 Email: infoepg@technip.com URL: www.technip-epg.nl


INHOUD 01 | 23 januari | 2013

22

Promovendus wil extra onderzoek naar toxiciteit nano

39

Jaaroverzicht VNCIactiviteiten in 2012

44

Aan ecosysteem-diensten hangt voortaan een prijskaartje

7

Voorwoord

7

Agenda

9 11 13 14 16

18 22 24 28 30 34 36 39 44

24

47 47 49 50 50 50

Goed voornemen

NIEUWS

Innovatie Veiligheid Energie en klimaat Actueel Twitter

ACHTERGROND Economie

Bedreiging chemiesector kent vele nuances Stoffen

EU-definitie nanostoffen zegt niets over toxiciteit Energie

Interview Ser-voorzitter Wiebe Draaijer Wetenswaardig

Reactor-innovatie met spinning disctechnologie Energie en klimaat

CO2 afvangen en als grondstof (opnieuw) gebruiken Uitgelicht

Campagne ‘Chemie is overal’ de weg op Energie en klimaat

CO2-reductie door bio-cokes Terugblik

VNCI in 2012 van maand tot maand Biodiversiteit

Schade aan ecosysteem terugbetalen Column Bedrijven Vox Chemici Mensen Volgende maand Colofon

Ser-voorzitter Draijer werkt aan nationaal energieakkoord januari 2013 Chemie Magazine 5


The Power of Knowledge Engineering Delivering profit through reliability


AGE NDA 7 februari

Praktijkdag Bio-energie Amsterdam Arena

13 februari

Event Biobased Business Fokker Terminal, Den Haag

VNCI 25 januari

BG Communicatie VNCI, Den Haag

31 januari

VNCI-middag over Activiteitenbesluit en Richtlijn IndustriĂŤle Emissies Beatrixgebouw, Utrecht

31 januari

Regiegroep Chemie Academiegebouw, Utrecht

5 februari

WG RC Global Charter VNCI, Den Haag

12 februari

WG Procesveiligheid VNCI, Den Haag

Voorwoord

GOED VOORNEMEN

S

oms wordt de negatieve manier waarop de maatschappij tegen chemie en technologie aankijkt mij te veel. Neem nu de artikelen in dit Chemie Magazine: wij worden erop aangesproken ons beroep uit te oefenen zonder vermindering van biodiversiteit (p. 44), zonder schade door nanotechnologie (p. 22), zonder broeikaseffect op het klimaat (p. 30 en 36) en ga zo maar door. Al die vragen zijn met het oog op de veiligheid en duurzaamheid zeer legitiem, en wij doen natuurlijk ons uiterste best om daaraan tegemoet te komen. Maar waar ik me aan stoor is dat het besef ontbreekt dat deze negatieve effecten louter bijeffecten zijn van de grote positieve bijdrage die we leveren. Zonder de hedendaagse technologie, waarin chemie een belangrijk aandeel heeft, zou het onmogelijk zijn de bijna zeven miljard mensen op aarde te voeden, zouden ziektes, ongelukken en natuurrampen veel meer slachtoffers maken, en zou ons leven veel minder comfortabel zijn. Ik zou veel gelukkiger zijn als de maatschappij ons met urgentie zou vragen om oplossingen voor effectievere voedselproductie, voor beter warmte- en koudemanagement, voor goedkopere bescherming tegen natuurverschijnselen als overstromingen en brand, om opslag van energie, en nieuwe oplossingen in de gezondheidszorg. En ik zou het volstrekt normaal vinden dat de maatschappij dan ook om deze oplossingen vraagt zonder negatieve bijeffecten. Maar het feit dat de focus uitsluitend ligt op de bijeffecten staat me tegen. Aan het begin van dit mooie jaar is er alle reden om deze negatieve gedachten om te zetten in positieve actie. Mijn goede voornemen voor 2013 is om voor iedereen zichtbaar te maken wat de belangrijke hoofdeffecten zijn van onze chemische activiteit. En natuurlijk ben ik dan best bereid ook melding te maken van de verminderde bijeffecten. Een heel gelukkig nieuwjaar!

12 februari

VNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag

27 februari

Dagelijks Bestuur Teleconferentie

4 maart

VNCI-directeur Colette Alma

SusChem NL VNCI, Den Haag

4 maart

WG Arbeidsveiligheid Esso, Breda

6 maart

WG Security BASF, Arnhem

6 maart

Onderwijs Symposium Nog nader te bepalen Meer agenda: www.vnci.nl

januari 2013 Chemie Magazine 7


U dacht dat er geen mass transfer equipment meer in Nederland werd geproduceerd?

The better match in Chemistry & Life Sciences Jobs MADE IN HOLLAND

demisters wire mesh / vane pack metal / plastic

liquid distributors deck / trough / pan type metal / plastic

structured packing wire mesh / sheet metal / plastic / ceramic

support internals support plates / grids bed limiters / hold down grids metal / plastic

liquid redistributors deck type / collectors metal / plastic

random packing Pall Ring / I-ring / Q-Pac metal / plastic

altijd voorraad

www.mte-bv.com

Workshop: Succesvol solliciteren in de chemie & life sciences De avond bestaat uit een interactieve workshop en een ‘speed date’ met onze recruiters waarin u uw CV kunt laten screenen en persoonlijke tips krijgt.

Wilt u zich nog beter en professioneler onderscheiden bij uw volgende sollicitatie(gesprek)?

Schrijf u in! Wanneer: Tijd: Waar: Trainer:

Woensdagavond 13 februari 2013 19.00 tot 21.30 uur (incl. netwerkborrel) Seats2Meet Centraal Station Utrecht drs. Sven Hemmink, Algemeen Directeur CheckMark Labrecruitment Kosten: € 35,- (dit is inclusief cv check, 1 op 1 gesprek met recruiter, consumpties, werkmateriaal en boekje “Linkedin voor dummies”) Inschrijven: Bestel via www.checkmark.nl/events 2013 je ticket.

Mail tevens uw cv naar Charlotte@checkmark.nl ovv “deelname workshop” zodat onze recuiters u op de 13e gerichte feedback kunnen geven. column internals random packing structured packing

catalyst bed support media top grading media molecular sieves

Meer info over deze workshop vindt u op

www.checkmark.nl/events 2013 Vestiging Gouda Tel: (0182) 590 210

t +31 (0) 10 231 0 260

e sales@mte-bv.com

Vestiging Hoogvliet Tel: (010) 231 09 75

w w w. c h e c k m a r k . n l


Nieuwe Ford FusioN boekt milieuwiNst met bAsF-hArs De bekleding rond de raamschakelaars in de Ford Fusion 2013 levert een besparing van ruim 10.000 liter diesel en ongeveer 27.000 kilo CO2-uitstoot per jaar, zo meldt Ford. Dankzij een nieuwe hars, ontwikkeld door BASF, kan de autofabrikant de blanke laklaag achterwege laten die normaliter op de gegoten plastic onderdelen wordt aangebracht.

A

ls Ford de blanke laklaag wel op deze onderdelen zou hebben aangebracht, had de leverancier van Ford onderdelen uit Kalamazoo (Michigan) moeten transporteren naar de spuiterij in Grand Rapids (Michigan). Hiervoor zou de inzet van meerdere vrachtwagens en bijbehorende brandstoftoevoer noodzakelijk zijn geweest, met de uitstoot van tonnen kooldioxide tot gevolg. Vervolgens zou het aanbrengen van een hoogglansafwerking op de onderdelen leiden tot de uitstoot van vluchtige organische stoffen. Door gebruik te maken van het krasvrije hars van BASF kon Ford deze handeling achterwege laten.

De heen- en terugrit tussen de gieter van de plastic onderdelen in Vicksburg (Michigan) en de spuiterij bedraagt ruim 200 kilometer. De vrachtwagen verbruikt ongeveer 68 liter diesel per rit. Deze rit wordt drie keer per week uitgevoerd, waarvoor 204 liter brandstof nodig is. Uitgaande van 50 productieweken per jaar betekent dit dat Ford bij de productie van de Ford Fusion jaarlijks ruim 10.000 liter diesel bespaart en daarmee de uitstoot van CO2 met 27.000 kilo vermindert. Ook bespaart de fabrikant hiermee 50 procent in de bekledingskosten van de raamschakelaar. De Ford Fusion 2013 is in Amerika uitgeroepen tot zuinigste middelgrote sedan. Het milieubeschermingsagentschap EPA certificeerde het hybride model voor een brandstofverbruik van 47 mpg (miles per gallon) in de stad, 47 mpg op de snelweg en 47 mpg in combinatie. Hiermee overtreft de Fusion de Toyota Camry met 8 mpg op de snelweg en 4 mpg in de stad, stelt Ford. p

Foto: Ford

Innovatie

Straatnaamborden van duurzame compoSiet ARN Recycling en NPSP hebben samen een nieuw composiet ontwikkeld, gemaakt van materialen uit gerecyclede auto’s en een biobased hars. Het materiaal, BlueRoots genaamd, kan onder andere toegepast worden in straatnaamborden.

D

e composiet bestaat uit een mengsel van een bind- en een vulmiddel. Als bindmiddel wordt een biobased hars toegepast, waar NPSP als producent van vezelversterkte kunststoffen al jaren ervaring mee heeft. ARN Recycling produceert de vulstoffen, afkomstig van gerecyclede auto’s, in de nieuwe PST-fabriek (Post Shredder Technology) in Tiel. Vroeger werden deze materialen verbrand of gestort, maar dankzij de PSTfabriek en de toepassing in het nieuwe composietmateriaal is dat nu niet meer nodig. Eén van de eerste toepassingen van de duurzame composiet zijn straatnaamborden. Het materiaal is zeer sterk en kan worden gegoten en bedrukt. Volgens de producenten overstijgt de uiteindelijke prijs die van conventionele straatnaamborden van aluminium niet. p

januari 2013 Chemie Magazine 9


Een stap in jouw carrière maken? Ga dan voor de opleiding HVK en/of AH Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit!

• docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • PHOV al 20 jaar toonaangevend in veiligheidskunde 9 april 2013 (middag-avond): Arbeidshygiëne, Hogere Veiligheidskunde en HVK-AH combi Al afgestudeerd HVK-er of AH-er? Volg dan: 6 juni 2013 (avond): Specialisatie Arbeidshygiëne en Specialisatie Hogere Veiligheidskunde

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl

ChemiCals management Houd de controle Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. de gevolgen van reAcH worden nu ook voor alle gebruikers van kracht. Het niet voldoen aan de eisen van REACH brengt uw bedrijfscontinuïteit in gevaar. Bent u bereid dat risico te nemen? tno triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.: -- Inspectie van uw reAcH implementatie systeem -- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen -- evalueren van risico’s met nano-deeltjes -- risico’s van humane en milieu blootstelling in kaart brengen -- opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s -- Assisteren in reAcH autorisatie/SVHc processen -- nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates Voor meer informatie zie onze website www.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op. tel: 088 866 16 20 / e-mail: chemistry@tno.triskelion.nl


Veiligheid

HULP BIJ CRISISCOMMUNICATIE Goede communicatie is bij een groot of klein incident uiterst belangrijk. Maar welke communicatiestappen moet je als bedrijf nemen? De folder Crisiscommunicatie, uitgegeven door de VNCI, beschrijft kort en bondig de stappen die het beste ondernomen kunnen worden in de eerste, cruciale uren tijdens en na een incident. Alle VNCI-leden hebben de folder inmiddels ontvangen. p de eerste Communicatie tijdens ident 24 uur van een crisis/inc

KWIKLEKKAGE ONDER CONTROLE DANKZIJ LIOGS Afgelopen december trof een inwoner van Rotterdam op het trottoir een grote hoeveelheid kwik aan. Via de schoenen was het al verspreid in minstens drie portieken. De gewaarschuwde GGD schakelde de andere hulpdiensten in, waaronder DCMR Milieudienst Rijnmond. Dankzij het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen kon DCMR snel aan meetapparatuur voor kwik komen en maatregelen treffen.

D

CMR Milieudienst Rijnmond constateerde bij aankomst dat meerdere personen al door het kwik waren gelopen en het metaal door de buurt hadden verspreid. Het bleek te gaan om een kwiklekkage van meer dan een liter. De verspreiding, met name naar woonhuizen en auto’s, moest zo snel mogelijk in kaart worden gebracht. Maar hoe kom je aan meetapparatuur voor kwik? Binnen het ICE-programma, dat gekoppeld is aan het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (LIOGS), verlenen chemiebedrijven hulp bij ongevallen met chemische producten. Het LIOGS, net als ICE ondergebracht bij DCMR, is 24 uur per dag voor hulpverleners bereikbaar voor informatie over gevaarlijke stoffen. De ICE-database bevat weliswaar geen kwikproducent, maar een oproep via Deltalinqs bracht DCMR in contact met Shell. Vanwege het kwik in de aardolie die Shell uit de Noordzee wint, beschikt het bedrijf wel over kwik-meetapparatuur. Daarmee kon de verspreiding op straat worden gemeten. Voor de verspreiding in huizen en auto’s was de apparatuur volgens Marco van den Berg, chemisch adviseur bij DCMR, minder geschikt, omdat de volksgezondheidsnormen lager liggen dan de arbo-normen. Daarvoor werd meetapparatuur van het RIVM gebruikt. In een aantal huizen bleken de schoenen en deurmatten de grenswaarden soms ver te overstijgen. Deze werden daarom weggehaald en vernietigd. Geen van de veertig woningen hoefde ontruimd te worden. De verspreiding naar de automatten viel volgens Van den Berg erg mee. Mogelijk is het kwik verloren door een verzamelaar, want kwik brengt veel geld op. De brandweer bleek ervaringen te hebben met kwik in de Surinaamse gemeenschap. Via spirituele sites ontdekte Van den Berg dat kwik gebruikt wordt om geesten te vangen. “Er zijn dus mensen met een potje kwik bij de voordeur.” Het politieonderzoek loopt nog. p

VEEL ONGEVALLEN IN CHEMIE VEROORZAAKT DOOR STRUIKELEN In 2011 hebben zich in de chemische industrie 73 ongevallen met verzuim voorgedaan. Dat is 1,71 per miljoen gewerkte uren. Hiermee behoorde de chemie ook in 2011 tot één van de veiligste sectoren van de industrie.

D

eze ongevallencijfers komen uit de veiligheidsenquête 2011 die de VNCI elk jaar onder haar leden houdt als onderdeel van de Responsible Care-enquête. In 2010 was het aantal ongevallen met 72 praktisch gelijk, maar draaide het personeel 13 procent meer uren, waardoor het aantal ongevallen met verzuim per miljoen gewerkte uren lager uitkwam op 1,49. In 2011 zijn geen dodelijke ongevallen gerapporteerd, tegen één dodelijk ongeval in 2010. Onder personeel van aannemers die op het terrein van chemiebedrijven werkten, deden zich 38 ongevallen met verzuim voor. Dit komt neer op 2,26 per miljoen gewerkte uren, ongeveer 6 procent minder dan in 2010. De laatste vier jaar is sprake van een stabiele ontwikkeling. Dit betekent aan de ene kant dat de chemische industrie haar veiligheidsniveau weet te handhaven, aan de andere kant dat er nog werk aan de winkel is om het aantal ongevallen zover terug te dringen dat zich uiteindelijk helemaal geen ongevallen met letsel meer voordoen. Uit de analyse van de VNCI-werkgroep Arbeidsveiligheid van 66 van de 73 ongevallen uit 2011 blijkt dat bij de meeste ongevallen sprake is van fracturen, kneuzingen, verstuikingen of verrekkingen. Weinig letsels hebben te maken met het omgaan met chemicaliën. Slechts 9 procent van de ongevallen is terug te voeren op de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Het gaat om brandwonden die mensen hebben opgelopen, doordat ze bijvoorbeeld in aanraking kwamen met natronloog of zwavelzuur. Eenderde van de 66 ongevallen heeft te maken met struikelen, al dan niet over een obstakel. Struikelen voorkomen blijft een belangrijk aandachtspunt de komende jaren, evenals het voorkomen van beklemmingen. Andere aandachtspunten zijn: gebruik van de juiste beschermingsmiddelen; veilig omgaan met slangverbindingen en koppelingen bij laden en lossen; en het ontwerp en onderhoud van gereedschappen en middelen. p januari 2013 Chemie Magazine 11


Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Bereken nu zelf úw besparing op www.idsnl.com/besparing

Automation. Solutions. Competence.

Fully automated by M+W

M+W stands for

Just one of numerous projects realized by M+W over the last 25 years. Globally. Across all sectors of the Process Industry.

M+W Process Automation A Company of the M+W Group Korte Huifakkerstraat 32 4815 PS Breda, The Netherlands Phone +31 (0) 76 / 5 87 67 38 www.nld.pa.mwgroup.net

+25 years experience in Automation Chemical Processes Vendor independent DCS/PLC system integrator • Safety loop engineering (TÜV) • High performance HMI expertise • … •

M+W Process Automation NV A Company of the M+W Group Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, Belgium Phone +32 (0) 3 / 7 10 99 70 www.bel.pa.mwgroup.net

M+W Process Automation NV A Company of the M+W Group Avenue Fleming 12 1300 Wavre, Belgium Phone +32 (0) 10 / 39 01 80 www.bel.pa.mwgroup.net


Energie en klimaat

Woodspirit investeert 500 miljoen in biomassaraffinaderij Het samenwerkingsverband Woodspirit heeft 199 miljoen euro Europese subsidie ontvangen voor de bouw van een grootschalige biomassaraffinaderij in Delfzijl, bestemd voor duurzame productie van bio-methanol. Met een totale investering van circa 500 miljoen euro is dit een van de grootste duurzame energieprojecten in Nederland tot nu toe en bovendien een van de grootste investeringen in de chemische industrie de afgelopen jaren.

D

e Woodspirit-installatie gaat restmateriaal uit de bosbouw en houtverwerkende industrie verwerken tot geavanceerde biobrandstoffen. De geproduceerde bio-methanol is een zogeheten tweedegeneratiebiobrandstof, wat betekent dat er geen gewassen voor geteeld worden. De biomassa wordt eerst voorbewerkt door middel van torrefactie, waarbij biocoal ontstaat, die dezelfde eigenschappen heeft als steenkool. De biocoal wordt daarna omgezet in ruw bio-synthesegas waar vervolgens bio-methanol van wordt gemaakt, te gebruiken als duurzame bijmengbrandstof bij benzine, of als grondstof in de chemische industrie.

Woodspirit bestaat uit BioMCN, Siemens Nederland, Linde en Visser & Smit Hanab. Het consortium wordt ondersteund door de provincie Groningen, NV NOM, NV Nederlandse Gasunie, Groningen Seaports, de stichting Energy Valley en andere. p

Foto: huntsman

Het geld is afkomstig uit het Europese NER300-programma, dat geld beschikbaar stelt voor grootschalige projecten die nieuwe technieken ontwikkelen en toepassen met hernieuwbare energie. De stichting Energy Valley

ziet het project als een cruciale stap voorwaarts in de verduurzaming van de chemie en heeft daarom het project in de voorbereidingsperiode actief gesteund. “De fabriek gaat een grote bijdrage leveren aan de verduurzaming van de samenleving en ook nog eens enkele honderden banen opleveren”, zegt directeur Gerrit van Werven van Energy Valley. “Bovendien is de strategische samenwerking van het consortium Woodspirit weer een stap in de uitbouw van de Energy Valley-regio tot leidend energiecluster in Europa.”

ElEktrisch opladEn bij huntsman Sinds half december kan er op het parkeerterrein aan de Merseyweg 10 in de Botlek elektrisch ‘getankt’ worden. Huntsman en advies- en ingenieursbureau Tebodin, beide gevestigd op het adres, hebben er twee oplaadpunten voor elektrische auto’s gerealiseerd. Het opladen is gratis. Huntsman en Tebodin leveren hiermee niet alleen een dienst aan hun medewerkers die een elektrische auto rijden, maar ook aan elektrische rijders uit de omgeving. p De twee groene parkeervakken liggen voor het kantoorgebouw en zijn duidelijk aangegeven.

januari 2013 Chemie Magazine 13


Japan-cursus voor EuropEsE managErs Het EU-Japan Centre for Industrial Cooperation is op zoek naar kandidaten voor het ‘Human Resources Training Programme’. Deze cursus, bedoeld voor managers die zaken (gaan) doen met Japan, biedt een unieke gelegenheid om in korte tijd inzicht te krijgen in de Japanse industrie. De eerstvolgende cursus vindt plaats in Tokio van 13 mei tot en met 7 juni.

De voordracht was een onderdeel van de uitreiking van de nieuwe Almanak, een jaarlijkse terug- en vooruitblik van het Technologisch Gezelschap. Rechts Mischa Andriessen.

’Chemie verbindt mensen en mogelijkheden’

H

et programma bestaat uit colleges, een seminar en bedrijfsbezoeken. Het laat de cursisten kennismaken met zowel de culturele als de economische facetten die de zakelijke en technologische successen van Japan bepalen en verklaren. Ze krijgen een beter begrip van de taal, de economie, de geschiedenis, de politiek en de handelspraktijk. Deelnemers moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten zij staatsburger zijn van een EU-lidstaat en werkzaam zijn voor een organisatie die juridisch onder een EUlidstaat valt. Voor mkb-bedrijven is een subsidie beschikbaar. Het aantal deelnemers is beperkt. p

“Veel modern comfort en maatschappelijk welzijn is rechtstreeks te danken aan het werk van scheikundigen.” Dit zei Mischa Andriessen bestuurslid van het Young Professionals-netwerk van de VNCI - tijdens de Diesrede die hij in december uitsprak voor het Technologisch Gezelschap, de Delftse studentenvereniging voor scheikundigen.

V

olgens Andriessen (32), commercieel eindverantwoordelijke voor de business units Genchem en Telesales Nederland van Univar, heeft de chemie in de afgelopen vijftig jaar op explosieve wijze aan maatschappelijk belang gewonnen. “De grote uitdaging is nu om te zorgen voor steeds meer economisch verantwoorde, energiezuinige en milieuvriendelijke productiemethoden. Een grondige kennis van moleculen en van hun reacties is essentieel om dergelijke nieuwe materialen en processen te ontwerpen, waarbij tevens een goed en objectief inzicht is vereist in de interacties van chemische producten met het leefmilieu.”

Meer informatie: www.eu-japan.eu/global/ business-training/human-resourcestraining-programme.html

Verbinding

Andriessen studeerde zelf technische microbiologie en polymerisatietechniek. Hij ziet chemie als veel meer dan een verbinding tussen moleculen: “Chemie maakt ook de verbinding tussen mensen en mogelijkheden mogelijk om het verschil te kunnen maken op veel vlakken waar de mensheid op zit te wachten. Chemici produceren, zuiveren, controleren en verbeteren gebruiksvoorwerpen, voedingswaren, geneesmiddelen, verven en materialen, zoals kunststoffen, synthetische vezels en hoogwaardige legeringen.” Hij schetste in zijn rede een beeld van de kansen en bedreigingen van de Nederlandse chemie-industrie en verwees daarbij regelmatig naar de ‘Visie 2030-2050’ van de VNCI. Over de onmisbare rol van de Nederlandse chemie zei Andriessen: “De Nederlandse bevolking telt 0,2 procent van de wereldbevolking, maar produceert wel 2 procent van de chemie wereldwijd.”

Foto: shut terstock

Vrouwelijk schoon

14 Chemie Magazine januari 2013

Natuurlijk kon een knipoog naar zijn eigen studententijd niet uitblijven waarin hij ontdekte dat wis- en natuurkunde niet zijn sterkste vakken waren. “Ik had uiteindelijk in de lessen meer aandacht voor het vrouwelijk schoon dan voor de lesstof. Op dat vlak had ik ook meer succes dan met mijn wiskunde- en natuurkunde-examens. Nu, jaren later, is dat exact vice versa: wel succes in de chemie en minder bij het vrouwelijk schoon.” p


Actueel

‘EuropEsE industriE bEnadEEld door miliEurEgEls’ Schaliegas biedt de Amerikaanse industrie een groot concurrentievoordeel en brengt de positie van de Europese industrie in het gedrang. Maak daarom de milieuregels niet nog strenger. Hiervoor pleit Yves Verschueren van essenscia, de Belgische evenknie van de VNCI, in De Standaard.

wel bij onze eerder gemaakte keuzes kunnen blijven. Europa kan het klimaat nu eenmaal niet in zijn eentje redden. Als de rest van de wereld niet meedoet, kampen wij met een concurrentienadeel dat met de dag erger wordt.” p

D

Yves Verschueren (essenscia)

Foto: ca sper ril a

e winning van schaliegas in de VS heeft verstrekkende gevolgen voor de Europese industrie, zegt Verschueren. “De heropleving van de chemie in de VS gaat in een ongelooflijk snelle vaart door de goedkope energie en door de mooie fiscale voordelen waarmee president Obama de herindustrialisering van zijn land wil aanmoedigen. Waar investeerders vroeger nog een beetje rondkeken naar de beste kansen, trekken ze nu zonder aarzelen naar de VS.” Volgens Verschueren moet dringend en grondig worden nagedacht over de gevolgen voor de industrie in Europa. “Onze Belgische en Europese beleidsmakers moeten eens heel goed naar hun energiebeleid kijken, want wij duwen onze energieprijzen almaar verder omhoog.” Zijn boodschap aan de politici is duidelijk: “De wereld verandert en dus moeten we ons afvragen of we

bezorgd over Amerikaans concurrentievoordeel door schaliegas.

Weinig problemen met coördinatie onderzoek in topsector chemie Anders dan in sommige andere topsectoren, levert de coördinatie van het publiek-privaat onderzoek in de Topsector Chemie weinig of geen problemen op. Dit blijkt uit een recent verschenen onderzoek van het Rathenau Instituut. Vertegenwoordigers uit de sector bevestigen deze constatering en zien daarom geen reden voor een actievere rol van de overheid, zoals het instituut bepleit.

V

olgens de onderzoekers van het Rathenau Instituut valt er nog het nodige te verbeteren aan de coördinatie van het publiek-privaat onderzoek in Nederland. Er wordt met name te weinig geleerd van het verleden en van elkaar, waardoor het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden. “Op zich hebben de onderzoekers een punt”, vindt Gerard van Harten, voorzitter van de Topsector Chemie. “Ervaringen uit het verleden helpen je om het beter te doen in het heden. Datzelfde geldt voor ervaringen van anderen.” Uit het rapport blijkt dat de Topsector Chemie kan putten uit vele jaren ervaring met publiek-privaat onderzoek. Ervaring die goed wordt benut, stelt Herman van

Wechem, voorzitter van de Stuurgroep Kennis en Innovatie van de Topsector Chemie. Hij verbaast zich over de conclusies van het Rathenau Instituut. “Juist in de chemie hebben we al veel stappen gezet om te voorkomen dat we het wiel steeds opnieuw uitvinden. Zo hebben we een paar jaar geleden een blauwdruk gemaakt voor een samenwerkingsovereenkomst tussen bedrijven en kennisinstellingen.” Van Wechem vindt het onnodig dat de overheid richtlijnen uitvaardigt om eventuele coördinatieproblemen het hoofd te bieden, zoals het instituut bepleit. VNCI-directeur Colette Alma vindt dat ook:“Topsectoren kunnen dat best zelf organiseren. De ene topsector is er misschien wat verder mee

dan de andere, maar dat wil niet zeggen dat er behoefte is aan een nieuwe paraplu. Ik zie veel meer in het regelmatig uitwisselen van kennis en ervaring.” Van Harten sluit zich daarbij aan. “Het reguliere overleg tussen de voorzitters van de topsectoren is een prima platform om kennis en ervaring uit te wisselen over opzet en werkwijze van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s). Bovendien nemen we deel in twee TKI’s waar meer topsectoren bij betrokken zijn. Op die manier krijg je vanzelf uitwisseling van kennis en ervaring. Coördinatie is maatwerk, zegt het instituut zelf. Daar passen geen overheidsrichtlijnen in.” p

Wie Wint Responsible caRe-pRijs 2013? Inzendingen voor de Responsible Care-prijs 2013 kunnen tot 1 maart ingediend worden. Zowel initiatieven met een bescheiden resultaat als grote projecten maken kans. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens de VNCI-jaarvergadering op 30 mei. Aanmelden kan via www.vnci.nl/rc Meer informatie: Arnout Schikhof, 070 337 87 47, schikhof@vnci.nl januari 2013 Chemie Magazine 15


Michiel Scheffer @MichielScheffer Vanochtend gesprek bij Radboud over samenwerking overheid/ onderzoek ondernemingen in chemie #kwartiermaker #D66 Leo @Leoverdegaal Toch wel een lekker gevoel om al te weten wat voor opleiding je wilt gaan doen #chemie Harmen Weijer @hweijer Maar zijn de vrachtwagens ook duurzaam? RT @DSMNederland: Imagocampagne chemie gaat de weg op @VNCI: http://bit.ly/101r4Rt Cefic @Cefic Industry federations play key role in raising awareness on #biodiversity - @vnci at @Cefic #biodiversity workshop Siimgee @xPriincipessa Officeel bewezen dat chemie zorgt voor depressiviteit en andere problemen zoals verveeldheid en tijdverlies.. Niels Schenk @niels_schenk We did it! De eerste batch Nederlandse #BioBTX! Geweldig moment! Zie foto: http:// ow.ly/gcevO #biobased Jill Jansssn @xjilljanssenx Nieuw wereldwonder, ik snap chemie! :D Mohamedouaamari @mohamedouaamari breaking bad is een leuke motivatieserie voor studenten chemie die school beu zijn. #ikdistantieermijvolledigvancrystalmetbereidingen

16 Chemie Magazine januari 2013

biobAsed Chemie hooPt oP voortrekkersrol overheid “Stel dat biobased consumentenproducten veel duurder blijken te zijn dan conventionele producten die gebaseerd zijn op olie, wilt u deze dan toch kopen?” Die vraag stelde Gerard van Harten, aanvoerder van de Topsector Chemie, aan een 20-koppig burgerpanel. Hun antwoord: ja, als we inzicht krijgen in waarom ze duurder zijn en we direct zien wat de voordelen zijn.

A

anleiding voor dit gesprek was My2030s, het eerste kwalitatieve onderzoek in Nederland naar de wensen en zorgen van burgers over de biobased economie. De initiatiefnemers hiervan - Tertium, het Centre for Society and the Life Sciences en BE-Basic - hopen burgers zo te betrekken bij de (volgens hen onvermijdelijke) veranderingen die op stapel staan. De resultaten van het onderzoek werden recent gepresenteerd in Den Haag. De belangrijkste conclusie is dat burgers over het algemeen weinig weten over de biobased economie. Verdiepen zij zich erin, dan vinden zij het ook al snel noodzakelijk dat deze op duurzame grondstoffen gebaseerde economie er komt. Het burgerpanel, in opbouw representatief voor de Nederlandse bevolking, vindt dat de overheid de eerstverantwoordelijke is om consumenten hierover objectief voor te lichten. Ook pleit het panel ervoor dat de overheid bij bedrijven goed biobased gedrag beloont en slecht gedrag bestraft. Gerard van Harten sprak namens de sector chemie de hoop uit dat de overheid de voortrekkersrol wil nemen bij het aanjagen van de biobased economie. Dat kan zij doen door voortaan alleen nog maar duurzame producten af te nemen, waardoor het voor de chemie een stuk makkelijker wordt om niet-eetbaar plantaardig materiaal in te zetten als grondstof voor producten. Volgens hem doet de sector al veel om biomassa toe te passen, en daarbij zou hulp van de overheid de cruciale zet in de goede richting kunnen geven. p Meer informatie: www.tertium.nl/my2030s

dE vnci vErWElKomt pco EuropE PCO Europe, een toonaangevende fabrikant en leverancier van inktcartridges voor de offsetdruk-industrie, is lid geworden van de VNCI. Het in 1976 opgerichte bedrijf is gevestigd in Etten Leur, waar het beschikt over een moderne en uitgebreide R&Dfaciliteit. PCO Europe streeft naar een duurzame manier van werken en vraagt ook zijn leveranciers om duurzame producten. p

Gerard van Harten, aanvoerder Topsector Chemie

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

Foto: ca sper ril a

TWI TTER



Schaliegas, Bric-landen en economische crisis:

ILLUSTR ATIE: JEROEN MURRÉ

Bedreigingen chemie genuanceerd

18 Chemie Magazine januari 2013


economie

Wie je ook spreekt en wat je ook leest: schaliegas, Bric-landen en de economische crisis komen altijd voorbij als zwaarden van Damocles voor de Europese chemische industrie. Maar hoe groot zijn die bedreigingen eigenlijk? Chemie Magazine zocht de nuances bij de verhalen, en stuitte op lege gasvelden, stagnerende groeitijgers en een sterke Nederlandse chemie vol toekomstperspectief. Tekst: Inge Janse

hoe duur en oneindig iS SchaliegaS?

h

ét woord van 2012 was voor de chemische industrie zonder twijfel schaliegas. Deze grondstof wordt sinds een aantal jaar massaal uit de grond gefrackt in de Verenigde Staten. Het resultaat: extreem lage prijzen voor energie en de grondstof ethyleen, waardoor de Amerikaanse chemische industrie een ware revival doormaakt, met veel nieuwe kraakinstallaties en chemiefabrieken. Maar vertonen schaliegasbronnen in de VS wel écht dezelfde onuitputtelijke eigenschappen als de knapzak van Douwe Dabbert? Daar verschillen de meningen sterk over. Want terwijl de Amerikaanse overheidsdienst Energy Information Administration (EIA) uitgaat van een eeuw aan rendabel winbaar schaliegas, stelde Probe Economics, een consultancybureau voor de chemie, eind 2012 dat er nog hooguit voor vijftig jaar schaliegas te vinden is. Bovendien voorspelt Probe dat de prijzen voor olie en gas steeds dichter bij elkaar komen te liggen, waardoor het kraken van ethaan straks nauwelijks meer winstgevend is.

Volgende luchtbel

De Amerikaanse energieconsultant, geoloog en schaliegascriticus Arthur Berman is nog veel stelliger. Volgens hem is schaliegas niets meer dan de volgende luchtbel die op het punt van knappen staat. Berman claimt op de website SmartPlanet.com dat de productie

zoek het kritiSche tegengeluid In zijn boek The Information Diet pleit de Amerikaanse Clay Johnson ervoor dat mensen veel kritischer met informatie moeten omgaan. “De overconsumptie van ‘nieuws’ dat je geloof bevestigt, verwijdert je alleen maar verder van de mogelijkheid om de waarheid te zien, en verschanst je in een set opvattingen waar je niet los van kunt komen”, waarschuwt hij op InformationDiet.com. Zijn advies? “Wees je ervan bewust welke informatie je consumeert én wat de reden daarvoor is. Hierdoor leer je kritisch nadenken.” Oftewel: overtuigd van schaliegas? Ga dan vooral op zoek naar bronnen die er diametraal anders over denken. Zeker weten dat het niets wordt met de Bric-landen? Blijf dan vooral geen rapporten lezen die je gelijk bevestigen, maar zoek het kritische tegengeluid.

van gas (de optelsom van conventioneel gas en schaliegas) sinds 2009 niet meer toeneemt, en dat er in 2011 zelfs momenten waren waarop de productie afnam. Dit staat in schril contrast met de productiecijfers die de EIA hierover publiceert: de totale gasproductie, vooral dankzij schaliegas, is tussen 2009 en 2011 sterk gestegen, en zal dat ook minstens tot 2035 blijven doen. Volgens Berman gebruikt de EIA onvolledige en onjuiste data. Hij bouwde daarom een eigen database met schaliegasgegevens, en op basis daarvan constateert hij dat er steeds meer bronnen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid gas te produceren. Hierdoor wordt het steeds lastiger om het productieniveau op peil te houden.

Kelderende aandelen

Bovendien ziet hij dat door de enorme vraag naar gas er zo veel geproduceerd wordt dat de verkoopprijs sterk daalt, waardoor exploitatie van schaliegas niet meer rendabel is. Adviesbureau Ernst & Young deelt deze conclusie en liet eind 2012 in de New York Times optekenen dat de top-50 van olie- en gasbedrijven die betrokken zijn bij schaliegas veel meer aan de productie uitgeeft dan dat de verkoop oplevert. Het gevolg: kelderende aandelen en toenemende schuldenlast. Als die lage prijs blijft aanhouden, zal de productie teruggeschroefd worden om verdere verliezen te voorkomen.

Groene economie

Rest natuurlijk de vraag: als schaliegas minder voorradig en minder winstgevend is dan iedereen denkt, waarom gaan energiebedrijven er dan mee door? Volgens criticaster Berman komt het door de diffusietheorie: “Slechts 5 procent van de mensen baseert zijn keuzes op informatie, terwijl de andere 95 procent zijn keuzes baseert op wat alle anderen denken.” Bovendien betekent schaliegas niet alleen rampspoed, want verrassend genoeg kan het de stap naar een biobased economie juist versnellen. Uit de fossiele grondstof kun je ethyleen maken, een molecuul met een korte koolstofketen. Omdat de focus nu vooral op ethyleen ligt, stijgt de prijs van grondstoffen met meer C-atomen, zoals butadieen. Voor producenten van synthetische rubbers, isolatieschuim en absorberende materialen (die gebaseerd zijn op butadieen) wordt het daarom een stuk interessanter om die producten uit groene grondstoffen te maken. Misschien zorgt schaliegas er dus voor dat deze bedrijven een stuk sneller de transitie maken naar de groene economie. e januari 2013 Chemie Magazine 19


‘De industry of hoe hard groeien de industries zal Bric-landen écht? a profiteren van een netto brain gain’ SchaliegaS in hollywood Wat steracteur Matt Damon met schaliegas te maken heeft? Sinds kort alles, want hij is de hoofdrolspeler in Promised Land. Deze Hollywoodfilm vertelt het verhaal van een lobbyist (Matt Damon) die namens een groot energiebedrijf het land wil opkopen van boeren en dorpelingen die financieel op de rand van de afgrond verkeren. De reden: de schaliegasbronnen onder het dorp. Dat levert in eerste instantie veel euforie op bij de inwoners aan wie Damon gouden bergen belooft, maar langzamerhand wordt duidelijk dat er ook keerzijden aan de ontginning zitten. Energiebedrijven in de VS zijn not amused met de film, die volgens hen een eenzijdig beeld schetst en de vele voordelen van schaliegas onderbelicht laat. Het is niet voor het eerst dat schaliegas voor controverse zorgt op het filmdoek. In 2010 kwam de documentaire Gaslands uit, waarin wordt geportretteerd hoe schaliegas zijn opmars maakt en welke effecten de winning heeft op het milieu. Ook toen reageerden energiebedrijven furieus, onder meer omdat sommige als feiten gepresenteerde zaken helemaal niet door fracking veroorzaakt werden. Zoals een kraan waar brandbaar gas uitkwam; de documentairemakers zagen de schaliegasboringen als oorzaak. Matt Damon in Hollywoodfilm Promised Land over schaliegas

20 Chemie Magazine januari 2013

l jaren komen ze eraan: de Bric-landen, ofwel de groeitijgers Brazilië, Rusland, India en China. Door de goedkope arbeid, immer uitdijende afzetmarkten, onstuitbare economische groei en spaarzame concurrentie leken het de landen van melk en honing. Mede gevoed door de economische crisis in Europa, richten chemiebedrijven hun pijlen daarom massaal op deze groeigebieden. Ze plaatsen er fabrieken, openen er kantoren, en vestigen er hun hoop op. Maar hoe zit het precies met die ongebreidelde groei? In het vorige nummer van Chemie Magazine vertelde oudminister Ben Bot dat de groeiverwachting voor de Briclanden ‘sterk overtrokken’ is. Volgens hem blijkt uit recente economische cijfers dat de Bric-landen te maken krijgen met een groeivertraging: “De Braziliaanse en Russische groei is al gehalveerd, India zit er dicht tegenaan en de Chinese economie groeit met 6 en niet meer met 9 procent per jaar.”

Ghost towns

Ook in chemievakblad ICIS Chemical Business is het niet alleen hosanna wat de klok slaat als het over China gaat. In de oktobereditie stelden evangelisten dat de afgelopen twee zwakke jaren voor de Chinese chemie veroorzaakt werden door inflatie, overproductie en malaise in de bouw, maar dat alles weer beter wordt door de verstedelijking (en dus meer bouw) en groei van de middenklasse (en dus meer consumptie). Maar tegenstanders wijzen erop dat veel groei kunstmatig is, en halen daarbij onder meer de vele ghost towns (gebouwde maar volledig verlaten steden) aan. Een analist stelt dat er “tientallen miljoenen onbewoonde hoogwaardige appartementen zijn gekocht als durfinvestering, en niet als investering die zichzelf via huur terugverdient. Naar schatting kunnen de appartementen die de afgelopen vier jaar gebouwd zijn en nog leeg staan, ruim 200 miljoen Chinezen huisvesten.”

Corruptie

In Brazilië en India houdt ondertussen de ondermaatse logistiek al jaren de economische groei tegen. Rusland heeft daar minder last van, maar daar worden de economische groei en innovatie steeds meer belemmerd door de ijzeren greep van de overheid op het bedrijfsleven, ondermaatse wetten voor de bescherming van intellectueel eigendom en corruptie.


economie

hoe zwaar iS de economiSche criSiS in europa?

n

a het topjaar 2007 stortte het kaartenhuis van de chemische industrie in 2008 ten dele in elkaar vanwege de bankencrisis. Toen die voorbij leek te zijn, kwam daar de economische crisis overheen, waarna de interne markt in Europa drastisch verslechterde. Met stagnerende productie, omzet, winst, investeringen en personeelsbestanden tot gevolg. Maar is het echt allemaal kommer en kwel in Nederland en Europa? Dat valt te bezien. Er zijn ook lichtpuntjes, hoe zwak soms ook. Zo concludeerde ING Economisch Bureau eind 2012 dat de chemische industrie in Nederland de komende jaren relatief meer exporteert dan andere industrieën in Nederland, terwijl ABN Amro voor 2013 sterke productiegroei voorspelt.

Toekomstscenario’s

Ook op Europees niveau is er hoop. In oktober 2012 vertelde BASF-president Rainer Diercks aan vakblad ICIS Chemical Business dat Europa weliswaar dure grondstoffen heeft, maar dat in het Midden-Oosten en de VS het vervoer van deze grondstoffen weer veel duurder is. “Veel Europese fabrikanten gebruiken goed geïntegreerde productiesites die op korte afstand van consumenten staan, over geavanceerde energie-integratie beschikken en geoptimaliseerd zijn voor grondstofgebruik.” Competitief blijft de Europese chemie dus zeker wel, wil hij maar zeggen.

Bovendien is er de ‘Visie 2030/2050’, de toekomstvisie van de chemie in Nederland. Voor dit in januari 2012 gepubliceerde rapport spraken initiatiefnemers VNCI en adviesbureau Deloitte met honderden chemiebedrijven, stakeholders, banken en andere betrokkenen over de toekomst van de chemische industrie in Nederland. Hun conclusie: vanwege onder meer het sterke logistieke netwerk en de sterke kennisbasis in West-Europa zal de chemische industrie er in alle mogelijke toekomstscenario’s anno 2030 uitstekend voorstaan.

Oplossingen

Wel moet de sector er hard aan werken om de omstandigheden optimaal te maken. Zo benadrukt het rapport het belang van een gelijk speelveld voor Nederland en Europa met de rest van de wereld, van innovatie, en van efficiënt gebruik van verschillende soorten grondstof, variërend van olie tot biomassa. Als dat lukt, zal de chemische industrie in 2050 oplossingen voor andere sectoren maken in plaats van stoffen en korrels. Het rapport stelt daarom dat “de industry of industries zal profiteren van een netto brain gain en het imago zal verdienen van een aantrekkelijke, schone, veilige, duurzame en innovatieve topsector.”

usie l c n co

waarom de feiten zo moeilijk te vinden zijn

d

e wereld zit complex in elkaar. Toch neemt iedereen dezelfde mening voetstoots aan en vergeet de nuances. Henri Beunders, hoogleraar Geschiedenis van Maatschappij, Media & Cultuur aan de Erasmus Universiteit, weet wel hoe dat komt: “Mensen praten elkaar na omdat veel zaken heel complex zijn, en daar houdt het brein niet van, zéker niet als informatie tegenstrijdigheden met zich meebrengt, want dan raakt de mens in paniek. Mensen werken met schema’s, en als een feit daar niet in past, dan stoten we dat af omdat het brein anders het schema moet aanpassen.” Bovendien willen we volgens Beunders in elke situatie een duidelijke good guy en bad guy aanwijzen: “Dat past het makkelijkst in een schema.” Daarnaast is het lastig om in de overdaad aan informatie de échte feiten te vinden. Beunders: “Overvloed zorgt ervoor dat mensen gestresst raken of zich afslui-

ten voor de informatie. Dat klinkt lui, maar we moeten gewoon over veel te veel dingen nadenken. Daarom gaan we ook heel snel mee met de mening van anderen. Het is veel makkelijker om je aan te sluiten bij een bestaande mening van een columnist of opinieleider dan om er zelf over na te denken.” Ligt daar dan geen taak voor journalisten die alle facetten van een situatie beschrijven? “Journalisten zijn ook maar gewoon mensen en denken ook gewoon in schema’s”, verzucht de hoogleraar. “Daarnaast zorgt het commerciële oogpunt van media ervoor dat dure onderzoeksjournalisten vervangen worden door algemene verslaggevers, want die leveren meer rendement op. Als er dan iets nieuws is onder de zon, rennen er van alle kanten tientallen journalisten op af die allemaal even weinig kennis hebben van de materie. Dat versterkt de hypevorming.”

januari 2013 Chemie Magazine 21


Promovendus Pieter van Broekhuizen over eC-definitie nanomaterialen

‘aanvullend onderzoek toxiciteit nodig’ Waarschijnlijk hoeven chemiebedrijven die hun personeel al met zorgvuldige maatregelen tegen de blootstelling aan gevaarlijk stoffen beschermen, geen extra maatregelen te nemen met de komst van de nieuwe Europese definitie van nanomaterialen. Biochemicus Pieter van Broekhuizen, recent gepromoveerd op nanotechnologie, verwacht dat bestaande maatregelen efficiënt genoeg zijn. Maar over de eventuele risico’s van nanomaterialen zegt de definitie niets. “Ik pleit voor aanvullend onderzoek op dit terrein.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

T

ot voor kort ontbrak het aan een algemene definitie van nanomaterialen, waardoor het voor beleidsmakers moeilijk was om weten regelgeving voor nanogebruik op te stellen. Maar eind 2011 maakte de Europese Commissie bekend dat alle materialen waarvan minimaal 50 procent van het hoofdbestanddeel een grootte tussen de 1 en 100 nanometer heeft, voortaan onder nanomaterialen vallen. “Een breed geaccepteerde definitie door de industrie, ngo’s en vakbonden, al was het maar omdat de Europese Commissie heeft aangegeven dat er in 2014 een evaluatie volgt”, stelt Pieter van Broekhuizen van de Onderzoeks- en Adviesgroep voor Duurzaamheid IVAM van de Universiteit van Amsterdam. Eind december promoveerde hij op het proefschrift ‘Nano Matters - Building Blocks for a Precautionary Approach’. De Europese Commissie onderscheidt volgens hem drie soorten nanomaterialen: natuurlijke, incidentele en synthetische. “Wanneer er bijvoorbeeld een vulkaan uitbarst, komen er natuurlijke deeltjes vrij. Incidentele deeltjes, zoals roetdeeltjes, ontstaan onder meer bij verhitting en verbrandingsprocessen, maar ook tijdens het gebruik van conventionele elektromotoren. Synthetische deeltjes worden in alledaagse materialen soms al decennialang gebruikt. Denk bijvoorbeeld

omslag in denken Van Broekhuizen vindt het interessant dat de Europese Commissie accepteert dat nanomaterialen worden benaderd op basis van het aantal nanodeeltjes en niet op basis van hun gewicht, de gangbare benadering in het stoffenbeleid. Dit impliceert dat ook voor de risicobeoordeling, en dus ook voor het vaststellen van grenswaarden voor nanomaterialen, de deeltjesbenadering wordt aanbevolen. Hij benadrukt dat dit voordelen biedt voor de uitvoering van blootstellingsmetingen, maar dat het wel een omslag in denken vergt. Het gaat bij nanomaterialen niet meer om blootstelling van zoveel milligram per kubieke meter, maar om blootstelling van zoveel nanodeeltjes per kubieke centimeter. 22 Chemie Magazine januari 2013

aan amorf silica dat in de Tweede Wereldoorlog is ontwikkeld om aan autobanden toe te voegen. Een meer recentere toepassing is nanozilver, onder meer door de medische wereld gebruikt om besmetting met bacteriën te voorkomen.”

Grenswaarden

Van Broekhuizen benadrukt dat de definitie niets zegt over de eventuele risico’s van nanomaterialen voor mens en milieu. “Daarom pleit ik in mijn proefschrift ook voor aanvullend onderzoek op dit terrein. Sommige nanodeeltjes kunnen bijzonder toxisch zijn, andere weer niet. Daar weten we nog te weinig van, waardoor het lastig is om gezondheidskundig onderbouwde grenswaarden af te leiden en vast te stellen. Het ontbreken van grenswaarden, in combinatie met het uitgangspunt ‘no data, no exposure’, betekent dat alle bedrijven maatregelen moeten nemen om blootstelling aan nanodeeltjes te voorkomen. In Ser-verband heb ik mij sterk gemaakt voor voorlopige referentiewaarden voor synthetische nanodeeltjes, gebaseerd op het voorzorgsprincipe. Minister Asscher van SZW heeft het advies eind vorig jaar in zijn geheel overgenomen.” De Europese Commissie heeft volgens de biochemicus tijdens de tweede herziening van de definitie in oktober 2012 bepaald dat de Europese chemicaliënwetgeving Reach het beste kader vormt voor het risicobeheer van nanomaterialen. “Risicobeoordeling moet per materiaal en per toepassing plaatsvinden. Er zijn inmiddels drie aanvullende documenten verschenen die bedrijven hierbij kunnen ondersteunen. Het eerste stuk beschrijft hoe je nanomaterialen kunt herkennen, het tweede hoe je in de keten moet communiceren, en het derde gaat vooral over blootstellingsscenario’s. Er zit enige vrijblijvendheid in en


stoffen

Consumenten hebben het recht om te weten of er nanodeeltjes in de producten zitten die ze kopen, vindt Van Broekhuizen. Hij toont daarmee begrip voor het standpunt van de milieubeweging, die bezorgd is over nanodeeltjes in consumentenproducten. “Maar bedrijven zijn vanuit concurrentieoverwegingen vaak terughoudend om deze informatie te delen. In sommige landen, zoals Frankrijk, bestaat de verplichting voor bedrijven om aan te geven dat ze nanodeeltjes gebruiken. Nederland richt zijn pijlen op een Europese oplossing en maakt zich sterk om het onderwerp op de Europese agenda te krijgen, maar wil vooruitlopend daarop geen extra stapje zetten, zoals de Fransen doen. Een bijzondere eigenschap van nanodeeltjes is overigens dat ze niet vluchtig zijn, zoals weekmakers. De deeltjes zijn vaak ingekapseld en kunnen daardoor niet vrijkomen. Desalniettemin is er aanvullend onderzoek nodig naar de toxiciteit.”

daarom is er in Europees verband veel discussie over.”

Handleiding

Van Broekhuizen verwacht dat er voor chemiebedrijven vooralsnog weinig zal veranderen als gevolg van de nieuwe definitie. “Bestaande technieken, zoals afzuigers, blijken vaak efficiënt genoeg om nanodeeltjes op de werkplek af te vangen. Ook uit onderzoek op een aantal Nederlandse werkplekken blijkt dat de blootstelling in het algemeen beneden de voorlopige nanoreferentiewaarden blijft die ik samen met anderen voor de Ser heb opgesteld. Wel raad ik bedrijven aan om door metingen in kaart te brengen of er nanomaterialen vrijkomen en na te gaan of ze de risico’s op een zorgvuldige manier hebben ingeschat. Daarbij kunnen ze gebruikmaken van de handleiding die wij samen met werkgevers en werknemers hebben opgesteld.” p Meer informatie: download de handleiding via www.vnci.nl/Files/Handreiking_veilig_werken_met_nanomaterialen_en_producten.pdf

FoTo: RGBSToCk

‘begrip voor zorg milieubeweging’

Nanotechnologie wordt onder meer veel toegepast in sportattributen, zoals hockeysticks en ski’s.

nanosokken tegen zweetvoeten De afgelopen jaren zijn veel nieuwe consumentenproducten met nanomaterialen ontwikkeld, zoals uv-filters in zonnebrandcrèmes en lippenstift. Daarnaast zijn er talrijke medische en technische toepassingen, zoals een gerichte toediening van geneesmiddelen, efficiëntere zonnecellen, krasvaste autolak of batterijen voor elektrische auto’s. Verder gebruiken bedrijven metaaloxides en zilveren nanodeeltjes als antibacteriële middelen, onder andere in textiel, zoals nanosokken om zweetvoeten te voorkomen. Nano komt van het Griekse woord nanos, wat dwerg betekent. Eén nanometer is een miljardste meter, maar wat zegt dat nu eigenlijk? Ter vergelijking: een rode bloedcel is 7000 nanometer groot. Een menselijk haar is zo’n 80.000 nanometer dik. En onze vingernagels groeien 5 tot 10 nanometer per minuut. Nanotechnologie richt zich op de bouwstenen van mensen, dieren en planten. Maar ook op de fundamenten van de chemie, elektrotechniek en fysica. Nanotechnologie maakt niet alleen vele nieuwe toepassingen mogelijk, maar kan ook bestaande technieken sterk verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan snellere computerchips, vuilwerende kleding of ultragevoelige sensoren. Sommige onderzoeksbureaus gaan er dan ook vanuit dat de marktwaarde van producten op basis van nanotechnologie wereldwijd stijgt van 200 miljard euro in 2009 tot 2 biljoen euro in 2015.

nano op stoffen- en arbodag Pieter van Broekhuizen is komend voorjaar een van de sprekers tijdens de Stoffen- en Arbodag van de VNCI en het VHCP. Arbo- en veiligheidsaspecten van (het omgaan met) nanomaterialen krijgen die dag uitgebreid de aandacht. Zowel ontwikkeling van overheidsbeleid voor nanomaterialen als de praktische consequenties voor bedrijven komen aan de orde.

januari 2013 Chemie Magazine 23


Ser-voorzitter Wiebe Draijer over nationaal energieakkoord:

‘ALLE SIGNALEN ZEGGEN: ZORG VOOR CONSISTENT BELEID’ Eind november gaf minister Kamp van Economische Zaken de Ser groen licht om toe te werken naar een breed, op duurzame groei gericht energieakkoord. Binnen een half jaar moet dit akkoord er liggen. Servoorzitter Wiebe Draijer onderstreept het belang hiervan: “De verduurzaming van Nederland blijft achter. Er is een versnelling nodig.” Tekst: Jos de Gruiter

24 Chemie Magazine januari 2013


Energie

N

Ser-voorzitter Draijer: “Waar het om gaat is dat we voor Nederland de klimaat- en energiedoelstellingen halen, zowel ten aanzien van onze CO2-footprint als ten aanzien van hernieuwbare energieopwekking. Tot nu toe is de voortgang onvoldoende.”

ederland heeft op korte termijn een breed energieakkoord nodig waarin bindende afspraken staan over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Daarvoor pleitte de Sociaal-Economische Raad (Ser) vorig jaar in een brief aan de onderhandelaars in de kabinetsformatie. Volgens het adviesorgaan is er in het huidige energie- en klimaatbeleid te weinig continuïteit en samenhang, wat het verminderen van de CO2-uitstoot en de ontwikkeling van duurzame energiebronnen belemmert. Ook zet het de concurrentiepositie van Nederland onder druk en maakt het ons land steeds afhankelijker van de import van energie uit instabiele regio’s. Volgens de ad hoc Ser-commissie Energie en Economie, voorgezeten door Ser-voorzitter Wiebe Draijer en met VNCI-directeur Colette Alma als ondernemersvertegenwoordiger, biedt zo’n energieakkoord het nieuwe kabinet een uitgelezen kans om de weg in te slaan naar een ‘robuust en toekomstbestendig’ energie- en klimaatbeleid. Het nieuwe kabinet reageerde snel én positief op het advies; met een brief aan de Tweede Kamer gaf minister Kamp van Economische Zaken eind november groen licht om de voorbereidingen te starten. “Een akkoord tussen betrokken partijen als natuurorganisaties, bouw, energiesector en industrie levert een bijdrage aan de overgang naar een duurzamere economie”, schreef de bewindsman.

Foto: ca sper ril a

Zes maanden

De Ser heeft op zich genomen om het akkoord binnen zes maanden te realiseren. De vier domeinen waarop deelakkoorden bereikt moeten worden zijn: de gebouwde omgeving, de combinatie van ETSindustrie en grootschalige opwekking, en versnelling van de export en mobiliteit. Alles bij elkaar aanleiding voor een vraaggesprek met Ser-voorzitter Wiebe Draijer, sinds 1 september 2012 opvolger van Alexander Rinnooy Kan. Complicatie: de Ser-voorzitter is voorzichtig in zijn uitspraken. “Het is erg belangrijk dat dit initiatief slaagt. Ik ben voorzitter van het traject dat nu gaat lopen en dat brengt terughoudendheid met zich mee.” Draijer wil wel kwijt dat zijn belangrijkste zorg het ontbreken van consistentie is in het overheidsbeleid ten aanzien van het verminderen van de CO2-uitstoot en de ontwikkeling van duurzame energiebronnen. “Alle signalen die je in ons advies leest, wijzen op een dringende behoefte daaraan. Zo zijn er veelzeggende anekdotes rond de ontwikkeling van lokale energieopwekking, waarbij je je kunt voorstellen dat burgers en bedrijven afhaken omdat het beleid snel verandert. Er is een goed idee, er komt een pot met geld

om dit te stimuleren, maar als de pot leeg is verdwijnt de regeling. Daardoor is er nog weinig terechtgekomen van de energie en de innovatiedrang die latent aanwezig zijn.” Volgens de Ser-voorzitter ‘funest’ en ‘een gemiste kans’. “We hadden verder kunnen zijn dan we nu zijn. Dat zie je ook aan de staatjes die Nederland beoordelen op duurzaamheid. Bijvoorbeeld: hoeveel bnp halen we uit de energieconsumptie in dit land? Dat is een relevante maat. Nederland behaalt relatief veel toegevoegde waarde per geconsumeerd energieproduct, maar wij zijn wel het enige westerse land waar de afgelopen jaren een daling van energieproductiviteit is ontstaan. Alle omringende landen laten een stijging zien. Ik vind dat alarmerend en wil weten wat dat effect verklaart. Ook op concurrentiestaatjes en internationale rankings voor duurzaamheid scoren we structureel laag. We moeten daar echt iets extra’s doen. Het draagvlak daarvoor is aanwezig, zo blijkt onder meer uit de reacties op ons advies.” Laten we het onderwerp tot de kern terugbrengen. Stel, u zit tegenover een kind van elf jaar, hoe vertelt u hem wat u beoogt?

“Ik zou uitleggen dat we willen proberen een groei tot stand te brengen die de beperkte hoeveelheid grondstoffen niet verspilt. Ik zou vertellen dat we proberen de aarde schoner achter te laten dan we hem aantroffen. Maar ook dat we tegelijkertijd onze welvaart, ons welzijn, onze werkgelegenheid en onze bedrijfsactiviteiten willen laten toenemen, dat we duurzame groei willen versnellen. We richten daarbij onze primaire aandacht op energie. We moeten een voor het klimaat belangrijke grootheid als de hoeveelheid CO2 beperken. Er zijn mondiale doelstellingen en we kunnen in Nederland niet alles, maar we moeten een bijdrage leveren die past in de doelstelling van volledige duurzaamheid in 2050.” U wilt dat vastleggen in een nationaal energieakkoord, waarbij diverse partijen met uiteenlopende belangen zijn betrokken. Dat klinkt als een ambitieus plan. U wilt het bovendien in zes maanden op tafel hebben liggen. Is dat niet krap bemeten?

“Misschien. Maar zonder tijdsdruk krijg je dit niet voor elkaar. Velen zeggen dat de periode van zes maanden kort is, maar als ik vraag hoeveel tijd dan nodig is, krijg ik geen antwoord. Ik hoop dat tijdsdruk partijen makkelijker in een gezamenlijke richting stuurt.” Is het erg als er een goed akkoord ligt, maar niet binnen de gestelde termijn?

“Ik ben groot geworden in een omgeving waar beloften worden nagekomen. Ik denk niet na over de e januari 2013 Chemie Magazine 25


‘Ik ben groot geworden in een omgeving waar beloften worden nagekomen’ gevolgen van een mogelijke vertraging. Er is bovendien sprake van een zekere urgentie: de achterstand van Nederland is over een langere periode opgebouwd. We hebben wel bedrijven met fantastische technologieën die internationaal goed acteren en bedrijven die hoog staan op lijstjes van duurzaam ondernemen, maar er hangt nog geen label aan dat het Nederlandse prestaties zijn. Als goede kooplieden moeten we dat beter uitventen. Bovendien moeten we niet veel langer wachten dan tot juni als we eerste stappen willen zetten in de begroting voor 2014. Dus streven we naar beide: een goed akkoord en op tijd.” Wat verwacht u van de begroting? In het Ser-advies staat onder meer dat er budgettaire beperkingen zijn.

“De overheid zat aan tafel en was blij met ons advies om te komen tot een akkoord. In die zin is ze partij in de verkenning en is ze binnen de grenzen van de mogelijkheden gecommitteerd. Qua intentie zitten zowel de centrale als decentrale overheden aan ieder van de vier tafels die het uiteindelijke akkoord moeten vormgeven.” In hoeverre is het commitment van de overheid noodzakelijk? De industrie zet al veel stappen op het gebied van verduurzaming en energiebesparing omdat ze zelf de noodzaak ervan inziet.

“Ik ben er zelf ook overtuigd voorstander van dat de private sector zich eigenaar voelt van het onderwerp. Tegelijkertijd heeft de overheid een kaderstellende en regelgevende rol en kan middelen vrijmaken en toewijzen. In het verleden is vaak een poging gewaagd in de vorm van convenanten en intentieverklaringen, maar terugkijkend is het lastig de precieze impact daarvan vast te stellen. Ik hoop dat, als er een breed draagvlak is, de overheid voor prikkels kan zorgen. Het is in mijn ogen niet zo dat de overheid als politieagent aan tafel zit en vertelt hoe het moet. Je komt met elkaar overeen dat een doelstelling zinvol is en dat een pakket van maatregelen kan helpen die doelstelling te bereiken. Vervol26 Chemie Magazine januari 2013

gens kun je daaraan via stimulerende, kaderstellende regelgeving of financiële prikkels vorm en invulling geven. De invoering van katalysatoren onder auto’s was daarvan een goed voorbeeld. Dat was snel geregeld omdat er draagvlak voor was en de overheid een stimulerend beleid voerde. In lijn daarmee is een verkenning nodig welke maatregelen bijdragen aan het bereiken van de doelstelling en welke niet. Dat is de functie van het akkoord. Maar ik wil geen voorschot nemen op de uitkomsten. Ik vind dat het proces in relatieve transparantie tussen partijen tot uitkomsten moet leiden, in die zin dat iedereen er eigenaar van wordt.” De chemische industrie heeft afgelopen jaar de Routekaart Chemie 2030 gepubliceerd, een initiatief dat erop gericht is tot 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent te reduceren ten opzichte van 2005.

“Dit soort initiatieven past in het verhaal. Waar het om gaat is dat we voor Nederland de klimaat- en energiedoelstellingen halen, zowel ten aanzien van onze CO2footprint als ten aanzien van hernieuwbare energieopwekking. Tot nu toe is de voortgang onvoldoende om er vertrouwen in te hebben dat we de scherpe doelstellingen voor 2020 en de haast ondenkbare, maar wel geformuleerde doelstelling voor 2050 bereiken. We hebben versnelling nodig en bij voorkeur een versnelling die groei genereert. In die zin houdt het advies om tot een energieakkoord te komen geen waardeoordeel in; wel de vaststelling dat we er in het huidige tempo niet komen. En wat ik overal hoor: burgers en bedrijven willen graag, dus overheid zorg voor robuust, consistent beleid dat ruimte creëert om te versnellen. Ik hoop dat het bedrijfsleven ziet dat het akkoord een mogelijkheid is om iets te bereiken dat helpt zijn energiebesparingsdoelen te bereiken.” Een van de tafels waarin een deelakkoord gesloten moet worden, gaat zich buigen over het Emissions Trading System (ETS) voor de handel in CO2-emissierechten. Met welk akkoord hoopt u dat de onderhandelaars aan die tafel op de proppen komen?

“Ik heb daar wel een mening over, maar die beschouw ik als particulier. Ik ben geen deskundige. Het lijkt me wel duidelijk dat ETS niet heeft gebracht wat het zou moeten brengen. Het is de nadrukkelijke opdracht van een van de tafels om met een akkoord over omvorming in de juiste richting te komen. Van belang lijkt me dat Nederland met één mond in Brussel spreekt en dat de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven niet nadelig wordt beïnvloed, terwijl we wel voortgang maken.” p


Asset Integrity Services... Kwaliteit verzekerd.

www.ApplusRTD.com Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services, met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die de integriteit van uw installatie waarborgen. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties en verlagen daarmee uw total cost of ownership. Meer informatie ? Applus RTD Nederland Postbus 10065 Delftweg 144 3004 AB Rotterdam 3046 NC Rotterdam E info.netherlands@applusrtd.com T+ 31 10 716 60 00 Of bezoek ons op StocEXPO Antwerpen.


€ 225.000 SPINID ZET SPINNING DISC-TECHNOLOGIE IN DE MARKT

Spinid zet spinning disc-technologie in de markt

De spinning disc-technologie is het resultaat van tien jaar onderzoek aan de TU Eindhoven.

28 Chemie Magazine januari 2013

V R


Wetenswaardig

VOOR INNOVATIEVE REACTOR Spinid is een spin-off van de TU Eindhoven. De hightech-starter ontwerpt en bouwt spinning disc-apparatuur, waarin op zeer gecontroleerde wijze reacties en scheidingen plaatsvinden. Hierdoor kan precies het gewenste product gemaakt worden, met minimale bijproducten en reststromen. Omschakelen van het ene naar het andere product gebeurt in enkele seconden. Het is bovendien mogelijk om de energie die bij het proces vrijkomt terug te winnen. “Het is belangrijk voor ons welvaartsniveau dat we in Nederland en Europa zelf kunnen blijven produceren”, zegt Spinid-directeur Jeoffrey van den Berg. “In een tijd waarin de winstgevendheid van fabrieken sterk onder druk staat, moeten we kijken naar de manier waarop we produceren. Dat gebeurt nu veelal met gedateerde techniek van tientallen jaren oud, in fabrieken die zijn gebouwd toen energie nog praktisch gratis was. We leven nu in een andere tijd, die vraagt om alternatieven

en vooral om véél goedkopere oplossingen door hedendaagse technologie.” De spinning disc-technologie (in octrooi vastgelegd) is het resultaat van tien jaar onderzoek aan de TU Eindhoven in de onderzoeksgroep van prof.dr.ir. Jaap Schouten en dr.ir. John van der Schaaf. De apparatuur maakt het mogelijk om met extreme druk en temperatuur reacties uit te voeren. Met conventionele technologieën is dit vaak niet haalbaar vanwege beperkingen op het gebied van onder meer veiligheid en techniek. Kenmerkend voor de technologie zijn de schijven ter grootte van een dvd die hard ronddraaien in een nauw aansluitende behuizing. Dit bevordert de menging van de vloeistoffen of gassen, bovendien kan vrijkomende warmte efficiënt worden afgevoerd. Door de kleine afstand tussen schijf en behuizing blijft het reactorvolume klein, waardoor de chemische reacties onder veilige condities plaatsvinden. Om potentiële klanten kennis te laten maken met de nieuwe manier van produceren heeft Spinid een transporteerbare pilot-plant beschikbaar, met een productiecapaciteit van 10 ton per dag. Voor de bouw van de pilot-plants en realisatie van productieplants werkt Spinid samen met SPIE Nederland. Volgens directeur Van den Berg zijn er meerdere partijen geïnteresseerd is een pilot, maar hij kan niet zeggen welke.

FOTO: SPINID

Hightech-starter Spinid ontvangt 225.000 euro subsidie van technologiestichting STW. Spinid gaat deze Valorisation Grant, bestemd voor kansrijke innovatieve hightech-starters, gebruiken om chemische reactoren op basis van spinning disc-technologie in de markt te zetten. Die technologie maakt chemische reacties veiliger, flexibeler en efficiënter in gebruik van grondstoffen en energie.

januari 2013 Chemie Magazine 29


FOTO: GET T YIMAGES

MET CO2 KUNNEN WE ALLE KANTEN OP

VAN ASPIRINE TOT TOMAAT

30 Chemie Magazine januari 2013


Energie en klimaat

Door CO2 slim af te vangen en als grondstof te (her)gebruiken kunnen we de uitstoot terugdringen. Binnen de chemische route, bio- of geo-route kunnen we vele kanten op: CO2 als grondstof voor onze aspirine, als voeding voor onze tomaten of als handig hulpje bij olie- en gaswinning. Tekst: Joost van Kasteren

D

e Nederlandse chemische industrie gaat tot 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent reduceren ten opzichte van de situatie in 2005. Deze ambitie staat beschreven in de ‘Routekaart Chemie 2030’, die toont welke initiatieven bedrijven al hebben genomen, welke ze nog oppakken, en hoeveel ze bijdragen aan vermindering van de emissie van broeikasgassen. De routekaart werkt zes oplossingsrichtingen uit. Een daarvan is carbon capture and usage (CCS/CCU), ofwel het afvangen en (her)gebruiken van CO2 als grondstof. Hiervoor zijn drie routes mogelijk: de chemische route, de bio-route en de geo-route.

140 miljoen ton

Wereldwijd wordt momenteel 80 miljoen ton CO2 per jaar gebruikt, waarvan meer dan de helft voor de winning van aardolie. Daarnaast gebruiken we CO2 voor de productie van kunstmest en in de agrofoodindustrie, onder andere als prik in frisdrank. Volgens de Routekaart kan het gebruik van CO2 als grondstof de komende jaren bijna verdubbelen tot 140 miljoen ton per jaar in 2020. Al blijft dat een druppel op de gloeiende plaat, want verstoken van brandstoffen in elektriciteitscentrales, fabrieken, woningen en vaar-, vlieg- en voer-

tuigen levert jaarlijks 32 miljard ton CO2 op. Ongeveer een half miljard daarvan is relatief goedkoop te winnen (minder dan 15 euro per ton). Daarbij gaat het om CO2 als bijproduct bij de winning van aardgas, de productie van kunstmest en waterstof en van enkele andere industriële bronnen. Van de rest kan ongeveer de helft (18 miljard ton) worden afgevangen bij elektriciteitscentrales, hoogovens en cementfabrieken. De prijs van dat CO2 ligt tussen de 50 en 90 euro per ton.

ONDERZOEK CO2-NEUTRALE BRANDSTOF In februari lanceert NWO het multidisciplinaire onderzoeksprogramma CO2-neutrale brandstoffen, dat zich richt op de omzetting van CO2 en water in vloeibare brandstof. Voor het programma, dat onderdeel uitmaakt van de NWObijdrage aan de Topsector Energie, is 10 miljoen euro uitgetrokken. Het zal zes jaar duren. In die periode hoopt men verschillende technieken te ontwikkelen voor de directe en indirecte omzetting van CO2 en water in vloeibare brandstof met zonlicht. Bij de directe omzetting gebruiken de onderzoekers slimme katalysatoren die met nanotechnologie worden geoptimaliseerd. Bij indirecte methoden moeten we denken aan het - aanzienlijk - verbeteren van de elektrolytische omzettingen van water en CO2 in syngas met duurzame elektriciteit en de omzetting ervan in vloeibare brandstoffen. De fondsen voor het onderzoeksprogramma zijn afkomstig van NWO, Shell en het netwerkbedrijf Alliander. Het Dutch Institute For Fundamental Energy Research (Differ) coördineert het onderzoek.

Terugverdienen

Het motief voor hergebruik van CO2 is dan ook niet zozeer het klimaatprobleem als wel het terugverdienen van een deel van de kosten die bedrijven betalen voor de uitstoot van CO2. Bovendien oogt het een stuk aantrekkelijker dan het alternatief: het ondergronds opslaan van CO2. Afgezien van de hoge investeringskosten, stuit ondergrondse opslag ook op groeiend maatschappelijk verzet. In Nederland hebben Eon en Electrabel hun plannen voor de opslag van een deel van de CO2 van de twee kolencentrales op de Maasvlakte voorlopig in de ijskast gezet. De praktijkproeven met CO2-opslag in Barendrecht en Groningen zijn twee jaar geleden stopgezet door de regering.

e januari 2013 Chemie Magazine 31


Bayer heeft in 2011 een proeffabriek gebouwd voor de omzettingen van CO2 en propyleenoxide in een meervoudige alcohol (polyol), een van de bouwstenen van polyurethaan. Polyurethaanschuim wordt onder meer gebruikt in matrassen.

Chemische route Als grondstof voor chemicaliën gebruiken we CO2 al op grote schaal voor de productie van ureum, een grondstof voor kunstmest. Een andere traditionele toepassing is de productie van natriumcarbonaat, ofwel soda, dat uiteenlopende toepassingen kent, variërend van waterontharder tot glas. Ook bij de productie van salicylzuur, het actieve bestanddeel van aspirine, wordt CO2 gebruikt. Het ontwikkelen van nieuwe routes is nog niet zo makkelijk, omdat CO2 een zeer stabiel molecuul is, dat traag of niet reageert met andere stoffen. Toch zijn er al enkele toepassingen ontwikkeld die - in ieder geval vanuit recyclingoogpunt - perspectief bieden.

Bij de productie van salicylzuur, het actieve bestanddeel van aspirine, wordt CO2 gebruikt.

Bayer heeft in 2011 een proeffabriek gebouwd voor de omzettingen van CO2 en propyleenoxide in een meervoudige alcohol (polyol), een van de bouwstenen van polyurethaan. Polyurethaanschuim is geschikt om in matrassen te gebruiken, maar ook als isolatiemateriaal in de bouw. De CO2 voor de proeffabriek komt uit het rookgas van een RWE-elektriciteitscentrale. Bayer en RWE zijn ook betrokken bij het project CO2RRECT, waarin ze CO2 afvangen uit rookgas van elektriciteitscentrales en met waterstof laten reageren tot onder meer mierenzuur en andere chemische bouwstenen. De waterstof maken ze door elektrolyse van water met - overtollige - elektriciteit van windmolens en zonnepanelen. DSM ontwikkelt samen met het Amerikaanse Novomer een proces waarbij CO2 reageert met epoxide tot polycarbonaat, onder meer gebruikt als bindmiddel voor verf. Op deze manier zou jaarlijks 180 miljoen ton CO2 worden vastgelegd. Tenminste, als iedereen de verf zou gaan gebruiken. Productie van carbonaten is eveneens het doel van het EU-onderzoeksproject CyclicCO2R, een acroniem dat staat voor ‘cyclische carbonaten uit CO2 met behulp van hernieuwbare bronnen’. Het idee is om twee reststro-

32 Chemie Magazine januari 2013

men, CO2 en glycerol dat vrijkomt bij de productie van biodiesel, te gebruiken voor ringvormige carbonaten. Volgens Coen Schuurbiers van TNO zijn deze carbonaten bruikbaar als grondstof voor fijnchemicaliën, bijvoorbeeld als bindmiddel in verf, als oplosmiddel en als toevoeging in cosmetica en zeep. Wereldwijd is er een tiental proeffabrieken gebouwd, vaak in combinatie met kunstmestfabrieken, om CO2 te gebruiken als grondstof voor methanol. Daarbij wordt CO2 toegevoegd aan syngas, een mengsel van koolmonoxide en waterstof, dat vervolgens wordt omgezet in methanol. Een nieuwere variant is de directe omzetting van CO2 in methanol door het te laten reageren met waterstof (hydrogenering). De benodigde waterstof komt uit elektrolyse van water. Het idee is om daarvoor elektriciteit uit duurzame bronnen (wind, zon) te gebruiken op tijden dat het aanbod groot en de vraag naar elektriciteit klein is. Methanol kan als brandstof worden gebruikt door het - net als alcohol - bij te mengen in benzine. Een iets andere route naar vloeibare brandstof wordt ontwikkeld door het Britse bedrijf Air Fuel Synthesis (AFS). Eind vorig jaar maakte het bekend dat het vijf liter kerosine had weten te maken met CO2 als grondstof. Daarvoor maakt het bedrijf gebruik van bestaande technieken, waarbij CO2 en water worden omgezet in het al genoemde syngas. In plaats van methanol wordt daar via de aloude Fischer-Tropschreactie kerosine van gemaakt. Energetisch kan het proces niet uit: het kost meer energie dan het oplevert. Ook hier geldt dat de winst vooral zit in het feit dat duurzame elektriciteit in tijden van overaanbod wordt omgezet in waterstof en vervolgens kerosine. Volgens AWF blijven vloeibare brandstoffen de komende decennia noodzakelijk, omdat vliegtuigen voorlopig niet op waterstof of accu’s kunnen overschakelen.


Energie en klimaat

Bio-route Door alle discussies over klimaatverandering zien we over het hoofd dat CO2 de belangrijkste voedingsstof is van het leven op aarde. Via fotosynthese zetten planten CO2 om in voedingsstoffen die wij vervolgens weer kunnen consumeren. In een recent artikel in Nature rekenen onderzoekers van de Universiteit van Colorado voor dat de opname van CO2 door planten de laatste vijftig jaar verdubbeld is. Glastuinders weten allang dat CO2 goed is voor plantengroei. Al een jaar of veertig blazen ze extra CO2 in de kas en verhogen daarmee de opbrengst van hun tomaten, aubergines en paprika’s met 15 tot 20 procent. Vanaf 2005 gebruiken ze daarvoor CO2 die vrijkomt bij industriële processen. Via de vroegere oliepijpleiding van Rotterdam naar Amsterdam wordt jaarlijks een half miljoen ton CO2 getransporteerd naar vijfhonderd glastuinders in het Westland en in Lansingerland. Inmiddels gaan er stemmen op om ook het kassengebied rond Aalsmeer aan te sluiten op

de CO2-leiding en om de leiding door te trekken naar het nieuwe kassengebied langs de A7 in de Wieringermeer. Op de wat langere termijn kunnen we CO2 ook gebruiken voor de teelt van microalgen, eencellige organismen die net als planten CO2 omzetten in voor ons nuttige stoffen. Volgens Rene Wijffels, hoogleraar Bioprocestechnologie in Wageningen, kan een hectare algen potentieel zo’n 20 tot 50.000 liter olie opleveren. Ter vergelijking: een palmolieplantage levert ongeveer 6000 liter per jaar. Maar vooralsnog is een rendabele toepassing nog ver te zoeken. Glastuinders blazen extra CO2 in de kas en verhogen daarmee de opbrengst van hun tomaten, aubergines en paprika’s.

Geo-route Nog veel ouder dan de fotosynthese, waarbij CO2 wordt vastgelegd in en door planten, is het proces van verwering. Bij verwering leggen we CO2 vast in gesteenten (silicaten). Olaf Schuiling, emeritus hoogleraar Geologie, is al jaren een warm pleitbezorger van versnelde verwering om CO2 vast te leggen met behulp van het magnesiumhoudende mineraal olivijn. Tijdens het Olivijnseminar eind november in Rotterdam, bleek dat zijn pleidooi voor versnelde verwering gehoor krijgt. De Nederlandse Spoorwegen bijvoorbeeld experimenteren met gemalen olivijn als verharding voor de kilo-

meters aan ‘inspectiepaden’ langs het spoor. In Wageningen wordt onderzoek gedaan naar het verspreiden van gemalen olivijn over akkers en weiden. Na binden van CO2 zou het een interessante bron van voedingsstoffen voor planten zijn. De TU Delft ten slotte heeft in het EU-project CO2Solstock gekeken naar de combinatie van afvalwaterzuivering met de productie van kalksteen, als grondstof voor bouwmaterialen. Een andere ‘geo-route’ is de verbeterde winning van olie en (steenkool)gas met CO2. Enhanced oil recovery wordt al ruim dertig jaar toegepast om meer olie uit reservoirs te halen. CO2 blijft achter in het oorspronkelijke reservoirgesteente. Nieuwer is het gebruik van CO2 voor enhanced gas recovery, onder meer voor de winning van Noordzeegas. Een variant is enhanced coal bed methane-winning: injectie van CO2 zorgt voor verdringing van methaan en adsorbeert bovendien aan de steenkool, zodat het niet meer kan ontsnappen. p Het Lange Voorhout in Den Haag werd recent opgesierd met een kerststal gemaakt van fijngemalen olivijn. De 50.000 kilo green sand is, nadat de kerststal was afgebroken, uitgedeeld aan bewoners en bezoekers. Door het uit te strooien in tuinen en plantsoenen worden net zo veel kilo’s CO2 vastgelegd. De daarbij vrijkomende reactieproducten voeden bovendien de planten. januari 2013 Chemie Magazine 33


CHEMIE OP DE WEG De campagne ‘Chemie is overal’ van de chemische industrie is nu ook op de weg te zien. Drie vrachtwagens zijn beplakt met ‘Chemie is overal’-posters, om uit te dragen dat chemie oplossingen biedt voor uiteenlopende vraagstukken, nu en in de toekomst. Chemie is onmisbaar. Voor alledaagse producten als smartphones, verpakkingen, zonnebrillen en medicijnen, maar de sector biedt ook oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken rond energie, gezondheid, vergrijzing, voedsel, infrastructuur en economie. om dit grote belang van de chemie te benadruk-

34 Chemie Magazine januari 2013

ken lanceerde de chemische industrie de campagne ‘Chemie is overal’. De campagne nodigt uit tot een gesprek of discussie over de waarde van chemie soms met tegenstrijdige beelden die vragen oproepen. sinds deze maand wordt ook de automobilist hiertoe uitgenodigd, dankzij de drie vrachtwagens van de firma’s Van den anker uit son en Bas logistics uit ettenleur die zijn bedrukt met de campagneposters. Deze vrachtwagens vervoeren dagelijks over vele kilometers chemische producten. Dit gespecialiseerde werk wordt met grote zorgvuldigheid door de transporteurs uitgevoerd.

Met de campagne afficheert de sector zich als veilig, inventief en als een onmisbare productieschakel voor tal van consumentenproducten. Met een jaarlijkse omzet van ruim 50 miljard euro is de chemische industrie een van de belangrijkste aanjagers van de Nederlandse economie. ook neemt de branche al decennialang het voortouw in duurzaam ontwikkelen en ondernemen. Nederlandse chemici behoren tot de wereldtop en verrichten baanbrekend onderzoek op de meest uiteenlopende terreinen. De producten van de branche leveren bovendien een onmisbare bijdrage aan welvaart en welzijn.


Uitgelicht

Foto: Charlot te Grips FotoGr aFie

Sinds deze maand rijden drie ‘Chemie is overal’-vrachtwagens door het land.

januari 2013 Chemie Magazine 35


ZIJN PETROLEUMCOKES STRAKS EXIT?

SCHONE BIO-COKES L De vervanging van petroleumcokes door bio-cokes bij vier chemiebedrijven kan een aanzienlijke CO2-reductie opleveren, zo blijkt uit een studie van onderzoeksen adviesbureau CE Delft. “Maar we moeten eerst meer duidelijkheid hebben over de impact op ons proces, de leveringszekerheid en de herkomst van de grondstoffen van de bio-cokes”, vindt technologiemanager Joost Demmink van siliciumcarbide-producent ESD-SIC. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e chemische industrie in ons land wil in 2030 40 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 2005. Daarom heeft de VNCI de afgelopen tijd verschillende innovatiemogelijkheden in kaart gebracht om dit doel te bereiken. Een van de opties is de vervanging van petroleumcokes (een product dat ontstaat bij aardolieraffinage) door bio-cokes bij een viertal chemiebedrijven, zo blijkt uit een verkennende studie van onderzoeks- en adviesbureau CE Delft. Daardoor zou de CO2uitstoot van deze bedrijven met enkele honderden kilotonnen per jaar kunnen dalen.

Fruit- en notenschillen

Bio-cokes zijn eigenlijk een soort houtskool, die onder meer gemaakt kunnen worden uit houtafval, fruit- en notenschillen. Verschillende industriële sectoren in het buitenland zetten ze nu al op bescheiden schaal in. Zo gebruikt de metaalindustrie in Brazilië biocokes voor de productie van ijzererts, terwijl Australië ze toepast bij de productie van silicium. “Met een literatuurstudie hebben wij in kaart gebracht of bio-cokes ook interessant kunnen zijn voor vier chemiebedrijven in ons land die nu vooral petroleumcokes als grondstof, en als reductiemiddel, gebruiken”, vertelt onderzoeker 36 Chemie Magazine januari 2013

Harry Croezen van CE Delft. “Ook zijn we bij Tronox, Thermphos, ESD-SIC en Aluchemie gaan praten over wat er allemaal nog moet gebeuren om de overschakeling op bio-cokes van de grond te krijgen.”

CO2-voetafdruk

Dat verschilt volgens hem van bedrijf tot bedrijf en heeft vooral met de schaalgrootte te maken. “Aluchemie is bijvoorbeeld onderdeel van het grotere concern Rio Tinto en dat zou mogelijkheden bieden om zelf de productie van bio-cokes van de grond te tillen. De andere bedrijven hebben mogelijk een partner nodig die in een fabriek voor bio-cokes investeert.” Toch concludeert CE Delft op basis van de literatuurstudie en de bedrijfsbezoeken dat het gebruik van bio-cokes een technisch en economisch interessante innovatie lijkt. “Bio-cokes helpen niet alleen om de CO2-voetafdruk aanzienlijk te verkleinen, maar zijn op termijn wellicht ook goedkoper dan petroleumcokes. Gebruik van biomassa via deze route is daardoor waarschijnlijk stukken rendabeler dan het obligate meestoken in kolencentrales, waarop het huidige beleid is gebaseerd. Bovendien kunnen de bedrijven op deze manier bijdragen aan de Nederlandse doelstelling binnen de Europese richtlijn die het gebruik van energie uit hernieuwbare

bronnen moet bevorderen.” Technologiemanager Joost Demmink van siliciumcarbide-producent ESD-SIC in Farmsum vindt het een interessante optie, maar benadrukt dat het voor het bedrijf nog geen bewezen technologie is. “Zo weten we nog niet wat voor impact het heeft op de reactiviteit van ons proces, de energie-efficiency en de kwaliteit van onze producten. Daarvoor is eerst een proefproject nodig.” De belangrijkste reden voor ESDSIC om eventueel op bio-cokes over te schakelen is de potentiële CO2reductie van vrijwel 100 procent, onderstreept de technologiemanager. “Wij beschouwen onszelf als de meest milieuvriendelijke siliciumcarbide-producent ter wereld. Zo zetten wij als enige de restgassen die bij de productie vrijkomen in om elektriciteit op te wekken. Daardoor halen wij nu al een energiebesparing van 14 procent per jaar. Door een grote investering in de bouw van een geavanceerde stoomketel verwachten we deze besparing dit jaar uit te kunnen breiden tot 18 procent.”

Koploperspositie

Demmink benadrukt dat het bedrijf er alles aan is gelegen om zijn groene koploperspositie in de markt te behouden. “Wij hebben last van concurrentie uit China. ESD-SIC is zeker niet de goedkoopste, maar wel de meest milieuvriendelijke producent. Wanneer wij onze CO2-voetaf-


Energie en klimaat

S LONKEN ‘Onze afnemers vinden een groen profiel steeds belangrijker’ druk verkleinen, kan dat extra business genereren. Onze afnemers in de metaal- en keramische industrie, de zonne- en windenergie vinden een groen profiel steeds belangrijker.” Naast het feit dat het voor ESD-SIC nog geen bewezen technologie is, moet er voor het bedrijf ook eerst meer duidelijkheid komen over de leveringszekerheid. “Wij produceren maximaal 65.000 ton siliciumcarbide per jaar. Daarvoor hebben we 80 à 90 duizend ton petroleumof bio-cokes nodig. Het is voor ons essentieel dat we over deze hoeveelheden kunnen beschikken. Daarnaast moeten de grondstoffen voor de bio-cokes traceerbaar zijn. Sommige bio-cokes worden met zo’n grote CO2-voetafdruk geproduceerd dat het zijn doel voorbij schiet. In een eventuele vervolgstudie moet hierin meer duidelijkheid bieden.” p

Labinstallatie voor onderzoek naar cokes. Op voorgrond links biocokes, rechts reguliere petcokes.

EERST MEER BIO-COKESFABRIEKEN Onderzoekster Marit van Lieshout van CE Delft benadrukt dat er eerst meer fabrieken moeten komen die bio-cokes kunnen maken, voordat een grootschalige toepassing bij de vier chemiebedrijven in zicht komt. Brazilië heeft inmiddels een flinke capaciteit opgebouwd, maar heeft deze vooral voor de eigen industrie nodig. “Daarom willen we in een eventuele vervolgstudie onderzoeken wat logische en haalbare locaties voor nieuwe capaciteit zijn. Zelfs in Nederland zou zo’n installatie gebouwd kunnen worden, met houtresten van zagerijen of dunningshout uit onze bossen als grondstof.” Innovatiemanager Patrick Claudel van Aluchemie in Rotterdam kan zich voorstellen dat het moederbedrijf, de multinational Rio Tinto, in een derge-

lijke fabriek zou investeren. “De afgelopen jaren is de prijs van petroleumcokes gestegen en is er binnen Rio Tinto een aparte divisie opgericht die zich onder meer bezighoudt met onderzoek naar mogelijke alternatieven, om minder afhankelijk te zijn van petroleumcokes.” Ook de mogelijkheid om de CO2voetafdruk te verkleinen past, net als bij ESD-SIC, goed bij de groene waarden van het bedrijf. “Door bewust een groener profiel te kiezen, kunnen we wellicht marktaandeel van China terugwinnen”, zegt Claudel. De installaties van Aluchemie zijn volgens hem nu al geschikt om gedeeltelijk bio-cokes te gebruiken. Maar het bedrijf deelt de mening van ESD-SIC: eerst zeker weten dat er voldoende bio-cokes van de juiste kwaliteit beschikbaar zijn. januari 2013 Chemie Magazine 37


ADR-Pro 2013 Direct duidelijkheid over gevaarlijke stoffen Download de app ADR-Pro 2013 van Beurtvaartadres De ADR-Pro 2013 is een zeer complete app voor iPhone en Android. Het is een ideaal hulpmiddel voor iedereen die te maken heeft met wegvervoer van gevaarlijke stoffen. Bent u vrachtwagenchauffeur, veiligheidsadviseur, planner of magazijnmedewerker? De ADR-Pro 2013 biedt u veel handige tools die u kunnen ondersteunen in uw dagelijkse praktijk. Naast een alfabetische stoffenlijst bevat de app een helder overzicht van alle gevaarsetiketten. Heeft u uw transportlijst ingevoerd? Dan brengt de app ook de betreffende tunnelbeperkingen en tankcleaningstations voor u in kaart. Ook kunt u aan de hand van uw transportlijst zien of uw transport in aanmerking komt voor de 1000-puntenvrijstelling. Bereken het gemakkelijk en snel met de ADR-Pro 2013. De app denkt zelfs met u mee over de omschrijving van uw goederen op de vrachtbrief. En met de kennisquiz kunt u uw parate kennis op peil houden. Voor meer informatie bezoekt u www.beurtvaartadres.nl/adr-app

Beurtvaartadres is voor de logistieke keten geen onbekende. Al sinds 1927 faciliteert Beurtvaartadres de keten in het onderling uitwisselen en bewaren van gegevens over logistieke transacties, om zo de totale transactiekosten te verlagen. De ADR-app is de eerste in een reeks van applicaties voor smartphones en tablets, die Beurtvaartadres de komende tijd gaat introduceren.

Postbus 24023, 2490 AA Den Haag E info@beurtvaartadres.nl I www.beurtvaartadres.nl T 088 55 22 111 F 088 55 22 103

Transportservice van huis uit LESCHACO – your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental logistics with responsible care for the chemical industry.

Experienced. Dedicated. Customized.

Logistics –

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

phone +31

and beyond.

(10) 2953 153

Since 1879.

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com


blik vooruit terugblik

VNCI IN 2012

De ‘Visie 2030-2050’, de introductie van de chemiebeurs, een plan voor vermindering van CO2-uitstoot, en voortdurende nadruk op het belang van een solide veiligheidscultuur, het zijn enkele voorbeelden van activiteiten die de VNCI in 2012 heeft ondernomen om de belangen van de chemische industrie goed te behartigen. Het was een bewogen jaar, waarin iedere maand weer nieuwe activiteiten op de agenda stonden. Een selectie van maand tot maand.

Foto: sHUt terstoCK

Tekst: Cyrille Timmerman en Igor Znidarsic

januari 2013 Chemie Magazine 39


Tijdens een internationale conferentie op 20 januari presenteerde de VNCI haar toekomstvisie voor de chemische industrie.

Januari presentatie en lancerinG visie 2030-2050 Op 20 januari presenteert de VNCI tijdens een internationale conferentie samen met Deloitte haar visie voor de chemische industrie: ‘The Chemical Industry in the Netherlands: World leading today and in 2030-2050’. De toekomstvisie voorziet dat de chemische industrie - bij verschillende denkbare economische, demografische en technologische ontwikkelingen - tot 2050 in staat zal zijn bij te dragen aan welvaart en banen in Nederland. Deze blik vooruit is leidend voor het beleid van de VNCI de komende jaren. stakeHolderbiJeenkomst met europarlementariËrs Samen met bedrijven uit de sector vindt een gesprek plaats met Europarlementariërs en vertegenwoordigers van de Europese Commissie over duurzaamheid en de toekomst van de chemie.

Februari minister ontvanGt masterplan bÈta en tecHnoloGie De minister van EL&I neemt het ‘Masterplan Bèta en Technologie’ in ontvangst, waarin een serie aanbevelingen staat om het dreigende tekort aan bètaopgeleide mensen in de negen topsectoren te voorkomen. De minister reageert positief. De leiding en coördinatie van het masterplan waren in handen van de VNCI en de Topsector Chemie. masterclass veiliGHeid voorop De VNCI en de BZW Masterclass Veiligheid Zuid-West organiseren een bijeenkomst die in het teken staat van het actieplan ‘Veiligheid Voorop’. De gezamenlijke bran40 Chemie Magazine januari 2013

cheorganisaties die het actieplan hebben ondertekend en het regionale veiligheidsnetwerk wisselen met de deelnemers van gedachten over wat dit actieplan voor hun bedrijven kan betekenen en hoe zij gezamenlijk het beste de veiligheidscultuur in de regio kunnen versterken. stakeHolderdialooG responsible care Tijdens de stakeholderdialoog Responsible Care discussieert de VNCI met een brede groep stakeholders over het actieplan ‘Veiligheid Voorop’, de ‘Visie 2030-2050’ en de doorgroei van Responsible Care naar duurzaamheid. De komende periode pakt de VNCI de aanbevelingen uit de dialoog verder op.

Maart lancerinG topsector cHemiebeurs De VNCI lanceert de Topsector Chemiebeurs, noodzakelijk om het verwachte tekort aan bèta’s en technici terug te dringen. In een pilot die de VNCI samen met de Universiteit Utrecht uitvoert, krijgen vijf veelbelovende studenten voor het studiejaar 2012-2013 een maandelijkse toelage van 500 euro. Volgend studiejaar wordt het beurzenstelsel landelijk uitgerold. polymer science park Zwolle Geopend In Zwolle opent Rein Willems, toenmalig boegbeeld van de Topsector Chemie, het Polymer Science Park, een centrum voor open innovatie voor toegepaste kunststoftechnologie. stakeHolderdiner tiJdens industriepoort Tijdens een stakeholderdiner over het thema onderwijs discussiëren vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsle-

Tijdens de Responsible Care-stakeholderdialoog ging de discussie onder meer over de doorgroei van Responsible Care naar duurzaamheid.

ven en de wetenschap over de vraag hoe we voldoende studenten voor technische opleidingen kunnen aantrekken.

April ondertekeninG innovatiecontract cHemie Afgevaardigden van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid ondertekenen het ‘Innovatiecontract Chemie’. Het contract maakt onder meer duidelijk dat het de langetermijnambitie van de sector is om een mondiale toppositie te bereiken in ‘groene chemie’ en ‘slimme materialen’. Ook vormt het een startpunt voor het realiseren van de ambities uit de actieagenda ‘New Earth, New Chemistry’ en het businessplan voor de biobased economy.

Mei brancHe-innovatiecontract voor vnci en vvvf De VNCI en de VVVF ondertekenen een branche-innovatiecontract voor kennisoverdracht. Dit project is gestart als onderdeel van de VVVF-doelstelling dat 50 procent van alle coatings in 2030 biobased is. TNO is hierbij coördinator en uitvoerder.


Foto: HerMaN VaN Der Wal

terugblik

Foto: CHris BoNis

Begin maart werd in Zwolle het Polymer Science Park geopend.

voorlicHtinGsdaG stoffen & arbo Tijdens de jaarlijkse Voorlichtingsdag Stoffen & Arbo staan de volgende onderwerpen centraal: het autorisatieproces in Reach, de Classification and Labelling Inventory en de uitdagingen voor het MKB bij de uitvoering van Reach. Inleiders zijn afkomstig van de overheid, het RIVM, de VNCI, de NVZ en twee bedrijven. De dag telt zo’n 130 deelnemers, afkomstig van 80 bedrijven en organisaties.

Juni innovatiepodium routekaart cHemie De VNCI organiseert voor de ‘Routekaart Chemie 2030’ een innovatiepodium voor haar leden. Bedrijven krijgen informatie over de mogelijkheden van de Routekaart voor het opstellen van hun energieefficiencyplannen (EEP’s). plant manaGer of tHe year 2012 Michel Meertens van DSP (DSM Sinochem Pharmaceuticals) wordt tijdens Deltavisie verkozen tot ‘Plant Manager of the Year 2012’. Hij mag een jaar lang de titel dragen en het boegbeeld van de procesindustrie zijn. De verkiezing is een initiatief van het blad Petrochem en de VNCI.

twee winnaars responsible carepriJs 2012 Zowel AkzoNobel als Teijin Aramid ontvangen tijdens de VNCI-jaarvergadering de Responsible Care-prijs 2012. Het project ‘Duurzaam ontvetten en ontwateren van dierenhuiden’ van AkzoNobel en het ‘Proactieve recyclingprogramma’ van Teijin Aramid verdienen beide een eerste plaats. De eervolle vermelding gaat naar Sabic, voor zijn efficiënte vervoer van chemicaliën met het project Matchback. AkzoNobel wint later ook de Europese Responsible Care-award 2012. voortuitblik tiJdens vnci-JaarverGaderinG Het eerste halfjaar wordt afgesloten met een goed bezochte VNCI-jaarvergadering in de Nieuwe Kerk in Den Haag, waarin de nadruk ligt op de toekomst van de chemie. ‘Chemie in Nederland, de toegangspoort tot Europa’ luidt het thema, dat focust op investeringen. Keynote speaker Sweder van Wijnbergen blikt tijdens de dag vooruit op de toekomst van de chemie. topsector cHemiebeurs voor viJf studenten Op 25 juni wordt bekend welke vijf veelbelovende scheikundestudenten de Topsector Chemiebeurs krijgen voor hun studie aan de Universiteit Utrecht. De beurs van

5000 euro per jaar is een initiatief van de VNCI. De chemiebedrijven AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra stellen elk een beurs beschikbaar.

Juli vnci Geeft reactie in Het nieuws De VNCI is breed in het nieuws over de inspecties bij BRZO-bedrijven. Directeur Colette Alma geeft op radio en televisie haar reactie op de bevindingen van de NOS dat het aantal overtredingen licht gestegen is ten opzichte van het jaar ervoor. De aanleiding voor het item is de informatie die de NOS via een WOB-verzoek bij de provincies heeft verzameld over de inspectieresultaten bij BRZO-bedrijven. positionerinGstraJect vnci van start De start van het positioneringtraject van de VNCI krijgt vaart met een raadpleging van leden en medewerkers. Ook interviews met stakeholders moeten een goed beeld geven over de gewenste positionering van de VNCI. Het positioneringstraject dient om de belangen van de chemische industrie in de toekomst zo goed mogelijk te kunnen behartigen. e januari 2013 Chemie Magazine 41


Augustus Gerard van Harten nieuw boeGbeeld topsector cHemie Tijdens de vergadering van de Regiegroep Chemie draagt Rein Willems de voorzittershamer over aan Gerard van Harten. Van Harten wordt daarmee boegbeeld van de Topsector Chemie. Bij de kick-off van de Topsector Chemie TKI’s op 9 oktober neemt Willems definitief afscheid. Op 22 oktober bespreekt Van Harten met het topteam de prioriteiten voor de komende jaren en de daarvoor benodigde governancestructuur. vnci en db scHenker starten actieplan druppellekkaGes Op 28 augustus houdt de VNCI samen met de grootste spoorvervoerder DB Schenker een informatiesessie voor leden en andere stakeholders (overheid en bedrijfsleven) die te maken hebben met het fenomeen druppellekkages van spoorketelwagens. Recente incidenten in Roosendaal en Oss toonden aan dat deze kleine lekkages grote maatschappelijke onrust veroorzaken en mogelijk een veiligheidsissue zijn. De VNCI werkt nu samen met DB Schenker een actieplan druppellekkages uit.

September landeliJke vnci-veiliGHeidsdaG Op 27 september organiseert de VNCI een landelijke Veiligheidsdag voor BRZObedrijven. Er nemen 170 geïnteresseerden van ruim 100 bedrijven deel. De dag kent een plenair gedeelte, onder leiding van hoogleraar Ira Helsloot, en workshops. 42 Chemie Magazine januari 2013

Foto: Ca sper ril a

Foto: Ca sper ril a

De winnaars van de Responsible Care-prijs: Teijin Aramid (links) en AkzoNobel.

De VNCI-jaarvergadering in juni in de Nieuwe Kerk in Den Haag werd goed bezocht.

Er is voor de bedrijven veel gelegenheid om kennis te vergaren en te delen, best practices uit te wisselen en te netwerken. De deelnemers ontvangen het document ‘Hoofdpunten voor Veiligheid’. Daarin beschrijft de VNCI hoe zij invulling geeft aan het actieplan ‘Veiligheid Voorop’, dat zij samen met VNO-NCW, VOTOB, VNPI en VHCP uitvoert.

Oktober vnci participeert in ‘towards a dutcH circular economy’ De VNCI ziet de circulaire economie als een belangrijke ontwikkeling voor de toekomst van haar leden en participeert daarom in het project ‘Towards a Dutch Circular Economy’, een initiatief van OPAi (One Planet Architecture institute) in samenwerking met (en namens) de Ellen MacArthur Foundation. McKinsey verzorgt de realisatie van dit project. kick-off tki’s topsector cHemie Tijdens een bijeenkomst vindt de officiële start plaats van de vier Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) van de Topsector Chemie: Smart Polymeric Materials, Process Technology, Biobased Economy en Nieuwe Chemische Innovaties.

November ministerie ontvanGt routekaart cHemie 2030 Het ministerie van EL&I neemt het eindrapport ‘Routekaart Chemie 2030’ in ontvangst van de VNCI. Na zorgvuldige discussie in het Dagelijks Bestuur van de

VNCI is de ambitie vastgesteld om de uitstoot van broeikasgas in 2030 met 40 procent te reduceren ten opzichte van 2005. De website www.routekaartchemie.nl ondersteunt het rapport. vnci positief over reGeerakkoord De VNCI is over de gehele linie genomen positief over het regeerakkoord van de VVD en de PvdA. Nieuwe voornemens voor het klimaat, energiebeleid en regeldruk geven blijk van waardering van de chemische industrie. Wel mist de VNCI een actief industriebeleid.

December inspectie sZw rectificeert bericHtGevinG orGanik kimya De Inspectie SZW rectificeert op 22 november haar nieuwsbericht over Organik Kimya. De VNCI en Organik Kimya hebben hierop direct na de incorrecte berichtgeving aangedrongen. In de eerste berichtgeving meldde de inspectie dat zij het bedrijf een verbod had opgelegd tot het gebruik van de controlekamer, maar in haar rectificatie liet zij weten dat deze en andere mededelingen onjuist waren. 400 milJoen voor onderZoek in topsectoren Minister Kamp van Economische Zaken meldt dat er 400 miljoen euro beschikbaar is voor onderzoek in de TKI’s van de topsectoren. Vanaf 2014 maakt het kabinet 110 miljoen euro extra vrij voor onderzoek binnen de TKI’s, waarvan 43 miljoen bestemd is voor de chemie.


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

ATM

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


de nAtuuR is niet lAngeR gRAtis Hoeveel ecosysteem-diensten neem je als chemiebedrijf af en hoe betaal je dat terug? Dat was de kernvraag tijdens de Cefic-workshop ‘Biodiversity and ecosystems: What do chemical companies need to know?’ Tekst: Igor Znidarsic

W

at chemiebedrijven in ieder geval moeten weten is dat aan het gebruik van ecosysteem-diensten, die nagenoeg altijd gratis waren, een prijskaartje komt te hangen. Een ecosystem-service is een dienst die een ecosysteem (bos, zee, natuurgebied) biedt. Een bos levert bomen voor hout. De zee maakt visserij mogelijk. Een natuurgebied biedt rivierwater voor koeling van bijvoorbeeld een chemiefabriek. Maar als je bomen, vis of water aan een ecosysteem onttrekt, of überhaput activiteiten uitoefent, verstoor je de biodiversiteit en richt je schade aan. Die hoefde nooit gecompenseerd te worden. Maar de tijden zijn veranderd. Er is een klimaatprobleem, grondstoffen raken op, water wordt in veel gebieden schaars, zeeën raken leeggevist. Daarom moet de industrie de schade zo veel mogelijk beperken en de rest gaan compenseren. Dat kost geld, maar met niets doen krijg je (nog) duurdere en schaarsere hulpbronnen, toenemende regeldruk en reputatieschade. Uiteindelijk zijn bedrijven afhankelijk van ecosystemen. Ze kunnen niet zonder.

44 Chemie Magazine januari 2013

Het economisch belang is groot, gaf Gerben-Jan Gerbrandy, Europarlementariër voor de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, al eerder aan: “De diensten waarvan de natuur ons voorziet, zoals schoon water, schone lucht, vruchtbare grond en voedsel, zijn niet alleen cruciaal voor het welzijn van de mens, ze vertegenwoordigen ook een enorme economische waarde. We verliezen elk jaar 3 procent van het bbp door verlies van biodiversiteit. Dat kost de EU jaarlijks 450 miljard euro.”

No net loss

Volgens Johan Lammerant, business development manager bij Arcadis, konden bedrijven enorme winsten behalen zonder iets te betalen voor de ecosystem-services, stelde hij tijdens de Cefic-workshop ‘Biodiversity and ecosystems: What do chemical companies need to know?’. Ook gaf hij aan dat chemiebedrijven al veel doen aan biodiversiteit, maar dat dit vooral gericht is op reputatie en de relatie met de buurt. En dat is niet voldoende. De impact van bedrijven op Biodiversiteit en Ecosystem-

ILLUStR atIE: aRCaDIS

Bedrijventerrein van de toekomst volgens Arcadis.


Biodiversiteit

services, kortweg BES, is volgens Lammerant evident, zowel lokaal (geluid) als mondiaal (CO2-uitstoot). Maar hoe meet je dat? En niet alleen in de productiefase, maar door de hele keten, “want de impact is in de productiefase beperkt en juist groot in de waardeketen vanwege het onttrekken van grondstoffen.” Het antwoord kwam van Solvay. Het Belgische chemiebedrijf is op tien locaties het project ‘The Solvay Way’ gestart, vertelde environmental corporate process manager Laurent Sapet. Het doel: reductie van de impact op BES op het gebied van water. In een rivier bijvoorbeeld die koelwater biedt aan een fabriek wordt op twee punten het aantal representatieve soorten flora en fauna gemeten en vervolgens naar maatregelen gezocht om het verschil te verkleinen. Volgens Lammerant kan een bedrijf deels de impact reduceren en deels de schade herstellen, maar er blijft altijd nog een deel over. Dat kun je compenseren. Via de no net loss-methode. Door te investeren in biodiversiteit creëer je biodiversiteitswinst. Is deze gelijk aan het biodiversiteitsverlies, dan is er sprake van ‘no net loss’, geen netto biodiversiteitsverlies. Dow in Terneuzen, dat al veel doet om de biodiversiteit op en rond de site in stand te houden, gaat er volgens operations regulatory affairs leader Cees van Houwelingen volgend jaar mee aan de slag.

Veehouderij

Volgens Michael Werner, environmental verifier & head of sustainability services bij PricewaterhouseCoopers, zijn zeker tien grote bedrijven bezig met een grondige meting van hun impact op BES. “Maar ze gaan de resultaten waarschijnlijk niet publiceren.” Een bedrijf dat het wel aandurfde om met de billen bloot te gaan is Puma. De Duitse producent van sportartikelen heeft in een Profit & Loss-meting de impact van vijf indicatoren, waaronder landgebruik en uitstoot van broeikasgas, berekend in vier ketenonderdelen, waaronder landbouw, productie en opslag. De impact van de katoen-

Bewustzijn kweken

Brancheverenigingen hebben een belangrijke taak, stelde Leantine Mulder-Boeve, VNCI-beleidsmedewerker Milieu. Zij moeten bij hun lidbedrijven bewustzijn kweken voor biodiversiteit en hun impact erop. Bedrijven moeten zich voorbereiden op de eisen die nu al gesteld worden aan productielocaties en die in de toekomst voor de gehele keten gelden. Een goed begin is de publicatie ‘Biodiversity and ecosystems: What do chemical

Een pdf is te downloaden via de QR-code, gedrukte exemplaren kunnen worden opgevraagd bij Laura Maanavilja, Cefic, lma@cefic.be

‘Begin met het meten van impact op biodiversiteit en ecosysteem-diensten’ teelt en de veehouderij bleek het grootst. Puma heeft geen eigen fabrieken en kan niet direct ingrijpen. Wel gebruikt het bedrijf de twee momenten per jaar dat een nieuwe collectie wordt uitgezet om eisen te stellen aan de producenten, om bijvoorbeeld andere materialen te gebruiken. Het nieuwe aan het meten van de impact op BES is volgens Werner “dat je het productniveau, het eco-efficiencymodel, verlaat en naar het supply chainniveau gaat.” Gerbrandy voorspelde dat binnenkort iedereen voor de start van een project eerst zal moeten nadenken over de kosten van verlies van biodiversiteit. “Dit wordt een major issue.” p

ReguleRing BiodiveRsiteit

De EU Biodiversity Strategy heeft als doelstelling het verlies van biodiversiteit in 2020 een halt toe te roepen en minimaal 15 procent van de afgebroken ecosystemen te herstellen. De Roadmap to a Resource Efficient Europe spreekt van ‘prikkels’ in 2020 om te investeren in resource efficiency en van het ‘naar behoren’ op hun waarde schatten van ecosystemen. Nieuw beleid helpt om prijzen te bepalen van hulpbronnen die door de markt ‘niet op de juiste wijze worden gewaardeerd’, zoals water, schone lucht, ecosystemen en biodiversiteit. Dit beleid is niet noodzakelijkerwijs in nieuwe regelgeving

companies need to know?’, die naar aanleiding van de workshop verscheen en als leidraad kan dienen bij het opzetten van een biodiversiteitsbeleid.

gegoten, want veel is al geregeld via de Habitat-richtlijn (de term biodiversiteit komt er niet in voor en daarom wordt het niet als zodanig herkend) en via de Energy Efficiency-richtlijjn en het Resource Efficiency-beleid. In Nederland is er al regelgeving op het gebied van biodiversiteit van kracht. Voor 20 procent van het land geldt een verplichte biodiversiteitscompensatie vanwege de Natuurbeschermingswetvergunningen, die onder meer gelden voor Natura 2000-gebieden, die beschermd worden vanuit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Diverse andere (Europese)

wet- en regelgeving heeft indirect invloed op BES, zoals de Water Framework Directive en de Groundwater Protection Directive. Volgens Francois Wakenhut, head of unit biodiversity bij de Europese Commissie, moet biodiversiteit niet top down vanuit de EU geregeld worden, maar regionaal en lokaal. Het gaat immers om lokale problemen. Volgens Europarlementariër Gerbrandy heeft Rio+20 ook duidelijk gemaakt dat we op dit gebied van overheden niet veel moeten verwachten. “Het bedrijfsleven neemt duidelijk het voortouw.”

januari 2013 Chemie Magazine 45


WWW.VERSTEIJNEN.NL

OPSLAG

(GECONDITIONEERD) TRANSPORT

HANDLING

Wat is de + voor uw bedrijf?

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)

DIRECTE DISTRIBUTIE

GECONDITIONEERD TRANSPORT

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD

The + in your logistics

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Rope AcceSS?

NEEM EEN GRATIS PROEFABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE dblad Maan

van de

iging Veren

y cienc ie-effi n Energhoger pla naar

gas schalie zaakt Veroor slek? een ga

r n ove ologe Futur 2030/2050 Visie

Schaliegas game changer voor chemische industrie

Van Lieshout (Inspectie SZW) over veiligheid

Nanotechnologie lost grootste problemen op

zine Maga

van

rland de Nede

ische se Chem

Indus

trie

• 09

• 19

mber septe

2012

Ep, dE rtkl E HakkingEn tiscH ntdE ntHE iE EMiEo dE sy vangrotE cH lot HEtandErE En

Plannen politieke partijen voor chemie

Maandblad van

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

M E gs lbar opro

Chemische Industrie • 07-08 • 22 augustus

de Nederlandse

Remt schaliegas de biobased economie?

Chemische Industrie

• 10 • 17 oktober

2012

terINg: r&D-INVeSterINg:

“Keuze voor NederlaNd

Nieuw boegbee ld ToPsecToR chemie Gerard van Harten

Nd” eNd” e reKeNd” “Che “Ch was emi mie ! nuw ?as Niet vaNzelfspreKe e is noodzakeli jk als we willen blij Eka Eurar wat leven zoals we ven nu doen” Ma, IK WIL EEN GRATIS PROEFABONNEMENT

JA

Afvalwater bron van energie en grondstoffe n

Magazine

2012

DSM-DIrecteur AtZo NIcoLAï oVer receNte

de Vereniging van

3x

GRAT

IS

Sky-AcceSS!

OP CHEMIE MAGAZINE

h Chemie magazine proefabonnement (3 edities) h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, E-mail: timmerman@vnci.nl

+

LSB

SKY-ACCE

SS +

Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

www.LSB-Sky-AcceSS.com lsb sky-Access bV Hofdwarsweg 1, Geleen The Netherlands T. +31 (0)46 - 474 24 10 info@lsb-sky-access.com


Bedr ijven AkzoNobel heeft de overeenkomst over de joint venture met de Yusuf Bin Ahmed Kanoo Group verruimd. AkzoNobel verkoopt nu ook het hele assortiment van Performance Coatings in het Midden-Oosten, zoals autolakken, zeeschipcoatings en brandbeveiliging. Eerder verkocht het alleen verven van het merk International Paint en wat verpakkingscoatings. Reverdia, een joint venture van DSM en Roquette Frères, is gestart met de productie van biobarnsteenzuur in een nieuwe fabriek in het Italiaanse Cassano Spinola (capaciteit: 10.000 ton per jaar). Het is de eerste commerciële fabriek voor biobarnsteenzuur. Drie andere zijn in aanbouw: Succinity, een joint venture van BASF en Purac/CSM, hoopt dit jaar in Spanje operationeel te zijn, BioAmber en Myriant werken aan biobarnsteenzuurfabrieken in Canada en de VS. DuPont heeft de eerste paal geslagen voor zijn cellulose-ethanolraffinaderij in Nevada, Iowa (VS). De raffinaderij kost ruim 154 miljoen euro en is na ingebruikname medio 2014 een van de grootste commerciële cellulose-bioraffinaderijen ter wereld. DuPont gaat er ruim 113 miljoen liter brandstof produceren uit maïsstengels en -bladeren. De 375.000 ton droge maïsstro per jaar wordt geleverd door vijfhonderd plaatselijke boeren. AkzoNobel heeft de verkoop bekendgemaakt van Decorative Paints Noord-Amerika aan PPG Industries, ter waarde van 1,05 miljard dollar. Decorative Paints Noord-Amerika had in 2011 een omzet van 1,5 miljard dollar, 7 procent van AkzoNobels totale omzet. Het bedrijfsonderdeel is in vier jaar tijd significant verbeterd. AkzoNobel concentreert zijn Decorative Paints-activiteiten voortaan op belangrijke Europese markten en regio’s met hoge groei.

Column/Bedrijven Nelo emereNcia

Sexy SeCtor

Nelo Emerencia is speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie bij de VNCI

A

ls ik nu een middelbare scholier zou zijn en ik moest mijn studiekeuze bepalen, dan zou ik het wel weten. Ik zou een baan ambiëren in de meest dynamische sector die er is. Ik zou kiezen voor een branche die barst van de hightech, die zindert van de innovatie, en waar de biobased toekomst nu al is begonnen. Ik zou een studie kiezen die mij straks de mogelijkheid biedt om oplossingen te vinden voor de prangende maatschappelijke vraagstukken rond energie, gezondheid, vergrijzing, voedsel, infrastructuur, noem maar op. Ik zou kortom gaan voor een carrière in de meest sexy branche die er is: de chemie, de Topsector Chemie, oftewel de industry of industries, waar alles begint. De chemie maakt nieuwe materialen mogelijk die meer kunnen dan vergelijkbare materialen vandaag. De chemie staat aan de basis van kleinere en sterkere batterijen voor de elektrische auto en bespoedigt daarmee de omwenteling naar elektrisch rijden. Er zit ook veel chemie in de iPhone.

a ‘ ls ik nu vijftien of zestien was zou ik het wel weten’ Deze sexy sector heeft niet alleen behoefte aan mensen die allerlei chemische reactievergelijkingen kunnen oplossen als je ze midden in de nacht wakker zou maken, maar ook aan mensen die een brede interesse hebben, nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden van andere sectoren, in een multidisciplinair team willen werken en kunnen communiceren. Daarom zou ik beginnen met op de middelbare school te laten zien dat ik méér uit mezelf wil halen, dat ik bereid ben om ál mijn talenten aan te spreken. Al was het maar om in aanmerking te komen voor de Topsector Chemiebeurs, zodat ik straks als student mijn kostbare tijd niet hoef te verdoen met allerlei baantjes en me volledig kan richten op het doorgronden van de wondere wereld der material science, speciality chemicals en nanotechnologie. Maar heeft zo’n sexy sector dan nog wel banen te vergeven? Is niet elke arbeidsplek al tien keer bezet? Nee. De sector biedt juist een grote werkgelegenheid; als je voor chemie kiest is een baan bijna gegarandeerd. Dat we desondanks zitten te springen om mensen, komt door de onbekendheid met onze sector. En onbekend maakt nu eenmaal onbemind. Sexy en ook nog onbemind: als ik nu vijftien of zestien was zou ik het wel weten.

januari 2013 Chemie Magazine 47


THE CAREER

EVENT FOR

BIO, CHEMISTRY, FOOD & PHARMA

Ontmoet Chemie Talent VNCI leden: â‚Ź 500 introductiekorting Deze eenmalige korting geldt alleen bij eerste deelname. Voor meer info en het speciale aanmeldingsformulier, mail info@bcfevent.nl of bel 035-6230781.

Partner

Gold Sponsors

Silver Sponsors

www.bcfcareerevent.nl THE CAREER EVENT FOR 30 MEI 2013 AMSTERDAM RAI BIO, CHEMISTRY, FOOD & PHARMA


Discussie

Schrikt te strenge handhaving investeerders af? Niemand wil nieuwe incidenten zoals bij Chemie-Pack of Odfjell, maar een te strenge handhaving zou buitenlandse investeerders kunnen afschrikken. Deze stelling vormde de basis voor een discussie in de VNCI-groep op LinkedIn. Tekst: Igor Znidarsic

Consequent handhaven

→”De handhaving (systeemgericht én klassiek) is streng en mag dat ook zijn”, stelt een EHSQ-manager van een chemiebedrijf. “Onze mensen werken 24/7 in onze fabrieken en we willen dat ze veilig weer naar huis gaan. Een kritische inspecteur helpt blinde vlekken opsporen en helpt ons dit doel beter te bereiken. Als dat tot verschil van inzicht leidt kan dat uiteindelijk geformuleerd worden in de vorm van een overtreding. Dat is lang niet altijd erg, zo lang maar - ook voor overheden en media - duidelijk is wat voor overtreding het is. Is het onkruid te lang omdat de maaiplanning geen rekening hield met groeizaam weer, of ontbreekt elke vorm van preventief onderhoud van veiligheidsmiddelen?” Handhaving moet ook consequent en voorspelbaar zijn, en investeerders niet afschrikken. “En dat is niet het geval. Het afgelopen jaar zie ik als een trendbreuk, met wel degelijk een stuk afschrikking. Bijvoorbeeld: de spierballentaal over stilleggen in het persbericht van de overheid over Organik Kimya.”

Gezonde werkplek

→De oplossing: betere samenwerking. “De overheid zou niet alleen de regels moeten handhaven, maar zich ook moeten afvragen welke regels nuttig of overbodig zijn”, stelt een managing partner van een handelsonderneming. “Aangezien ik vermoed dat het kennisniveau bij de diverse inspecties onvoldoende is, zou een overlegorgaan met de chemische industrie niet verkeerd zijn.” Een adviseur is het daarmee eens: “De overheid is niet klaar als de regeltjes er zijn en het bedrijf is niet klaar als men binnen de lijntjes blijft. In situaties waar beide de nek uitsteken zie je een duidelijk beter resultaat.” Een andere adviseur schrijft:“Typisch geval van twee werelden die elkaar niet kunnen bereiken. Ik maak me hard voor de verbinding. Beide kanten hebben op hun manier ook gewoon gelijk. Daarom is het zo belangrijk dat beide zijden deskundige inspecteurs en adviseurs hebben rondlopen, die elkaars taal spreken.”

Technische kennis

→Maar het niveau van de inspecteurs is niet altijd voldoende, zo stellen meerdere deelnemers aan de discussie. “Onze branche vraagt vanwege de hoge investeringsdrempel om duidelijke en consistente wet- en regelgeving. Tot zover lijkt er nog geen al te groot conflict tussen bedrijfsleven en de regelgevers”, schrijft een regional EHSmanager van een chemiebedrijf. “De problemen liggen meer in de kwaliteit en wijze waarop inspectie en handhaving plaatsvindt, of beter gezegd aan het veranderen is. Ik zie in inspectieland een afnemend niveau van inspecteurs, vaak wel goed opgeleid maar met weinig of geen praktische en technische kennis. Ze hebben vooral verstand van de regels en gedragen zich daar dan ook naar. Tel daarbij op dat politici zich meer en meer met individuele zaken bemoeien, zowel op gemeentelijk en provinciaal als landelijk niveau. De combinatie van deze twee fenomenen leidt ertoe dat het toezicht meer en meer een lekentoezicht wordt waarbij elk onderscheidend vermogen ten aanzien van het risico van een willekeurige tekortkoming of overtreding volledig verloren is gegaan. Met name deze trend maakt het doen van investeringen uiterst risicovol, immers wat gisteren nog onderling kon worden opgelost leidt vandaag tot een proces. Ik zou mijn centen ook niet willen steken in zo’n onduidelijk rechtskader.”

--------------------“Waardoor is het onkruid te lang?” --------------------“Het afgelopen jaar zie ik als een trendbreuk” --------------------“Het toezicht wordt meer en meer een lekentoezicht” ---------------------

WWW

Volg de discussie op: www.vnci.nl/linkedin januari 2013 Chemie Magazine 49


Service MENSEN VVVF

Directeur-eigenaar Ben Berkel van Drywood Coatings in Enschede heeft per medio december Marlies van Wijhe opgevolgd als voorzitter van de VVVF, de organisatie van Nederlandse verffabrikanten. Berkel is al sinds 2000 actief in de VVVF als bestuurslid. Hij was onder meer voorzitter van de cao-onderhandelingsdelegatie. Marlies van Wijhe was voorzitter sinds december 2009. De VVVF behartigt de belangen van 81 leden uit de verfen drukinktindustrie, waaronder enkele zeer grote, zoals AkzoNobel en PPG. Bij elkaar bieden de VVVF-leden werk aan ruim 5.000 mensen.

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

CALDIC

Caldic, de in Rotterdam gevestigde producent en distributeur van voedingsingrediënten en chemische producten, heeft Philip Kock benoemd tot Director Chemical Distribution Europe en Paul Veth tot Director Food Ingredients Europe. Kock heeft een achtergrond in de chemische distributie en werkte bij Caldic zes jaar in verschillende functies. Veth heeft in diverse functies veel ervaring opgedaan in de internationale ingrediëntenmarkt en werkt bij Caldic sinds 2011. De benoemingen onderstrepen de ambitie van Caldic om verder te groeien in de distributie van voedingsingrediënten en chemische producten.

CHEMELOT

COL OFON Inge Janse (redacteur) Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers

Voormalig vicepremier en minister van EL&I Maxime Verhagen is door de provincie Limburg benoemd tot commissaris bij de Chemelot Campus in Geleen. Op de campus zijn 46 bedrijven gevestigd en werken 1200 mensen. De provincie, de Universiteit Maastricht en DSM zijn eigenaar van de campus.

Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

Vormgeving Curve, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales,

VOLGENDE MAAND (20 FEBRUARI)

Julius Röntgenstraat 17,

KARLA PEIJS, COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN ZEELAND CHEMIEBEDRIJVEN EN RUIMTELIJKE ORDENING BIODIVERSITEITSBELEID TEIJIN ARAMID MICROREACTOREN: WANNEER WORDT BELOFTE INGELOST? GELUIDSARM SPOORVERVOER EN NOG VEEL MEER…

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

50 Chemie Magazine januari 2013

E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk DeltaHage, Den Haag

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad en u matie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie magazine is TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover WW.VNCI.NL/LINKEDIN

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

T 070 323 40 70,

krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer infor-

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

2551 KS Den Haag,

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Jeroen Murré ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

services

Heb jij een missie? Zet je talenten in en kom werken bij de internationaal georiënteerde contract research organisatie TNO Triskelion in Zeist. Onder het motto ‘Vertrouwen in uw producten is onze missie’ zijn ca. 175 medewerkers actief om, middels toxicologie en chemische [risico] analyse, de kwaliteit en veiligheid van voedingsingrediënten, chemische substanties en medicijnen te kunnen garanderen voor hun klanten. Als KAM manager ben je werkzaam in een complexe omgeving waarin o.a. daadkracht, adviesvaardigheid, een oplossingsgerichte instelling en een zelfstandige werkhouding van belang zijn. Tot de verantwoordelijkheden behoren het leiding geven aan de KAM afdeling, het aansturen van drie QA auditors en het SOP beheer. Implementatie en toezicht op dierenwelzijn, veiligheid in het algemeen, alsmede radiologische en biologische veiligheid in het bijzonder, vormen belangrijke aandachtsgebieden. Affiniteit met, en kennis van, relevante wet- en regelgeving betreffende kwaliteitssystemen zoals GLP en ISO 17025 zijn dan ook een must. We nodigen je uit om meer te lezen over deze functie op onze website.

TNO Triskelion - Zeist Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.