Chemie Magazine - mei 2013

Page 1

Techniekpact moet arbeidsmarkt vlot trekken

Dow reinigt bodem met populieren en wilgen

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 05 • 22 mei 2013

VNCI-VOORZITTER WERNER FUHRMANN

‘DIT IS GEEN NORMALE CRISIS’

Dwarsdenker Jan Rotmans wil snelle transitie


Uitnodiging: Proefcollege Middelbare Veiligheidskunde (MVK) 12 juni - Bunnik

VAPRO nodigt u graag uit voor het proefcollege MVK Industrie. Het proefcollege vindt plaats op 12 juni in Bunnik. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Gedurende het proefcollege leggen we het verband tussen uw dagelijkse praktijk en de lesstof uit de opleiding MVK Industrie. Voor wie? De opleiding MVK Industrie is interessant voor preventiemedewerkers en productiemedewerkers die binnen hun organisatie meer willen betekenen op het gebied van veiligheid. Over de MVK Industrie opleiding Veiligheid is binnen de industrie altijd een veel besproken onderwerp. We zien dat naast het handhaven van veiligheidsregels steeds meer focus komt voor een veiligheidscultuur. Niet langer plichtmatig een certificaat behalen, maar echt op een werkvloer staan waar mensen doordrongen zijn van hun werkomgeving en de risico’s die dit met zich meebrengt. VAPRO heeft vanuit haar kennis van industriële bedrijven en hun medewerkers in samenwerking met Gelling Publishing een MVK-opleiding ontwikkeld die daaraan bijdraagt. De Middelbare Veiligheidskundige is na het afronden van de opleiding in staat om zowel de harde als de softe kant (gedrag en cultuur) van risicomanagement te beïnvloeden. Deelnemers ontvangen het MVK-diploma of het VAPRO/ Gelling MVK-certificaat. De opleiding heeft een SKO-Hobeon accreditatie waardoor deelnemers industrie breed worden erkend als veiligheidskundige.

Geïnteresseerd? U kunt kosteloos deelnemen door u in te schrijven via vapro-college.nl/mvk. Voor meer informatie kunt u mailen naar trainingen@vapro-college.nl of bel met 070 3378 301.

Loire 150

Postbus 24090

T 070 337 83 01

2490 AB Den Haag

T 070 320 51 86

E trainingen@vapro.nl

I www.vapro-college.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 05 | 22 mei | 2013

18

‘EUROPA REAGEERT TE TRAAG’ De wereld verandert snel en Europa speelt onvoldoende op die veranderingen in, zo stelt VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. Vier belangrijke ontwikkelingen zetten de mondiale verhoudingen op zijn kop en de gevolgen daarvan worden volgens hem onderschat. “We leven ten onrechte in de illusie dat dingen blijven voortbestaan, maar dit is geen normale crisis.”

TECHNIEKPACT MOET GAT TUSSEN VRAAG EN AANBOD TECHNISCH OPGELEIDEN DICHTEN Op 13 mei werd het Techniekpact ondertekend door kabinet, onderwijs en werkgevers- en werknemersorganisaties. “Het is een doe-pact waarin partijen tot concrete afspraken zijn gekomen om de initiatieven die er al zijn, zoals in de Human Capital Agenda’s van de topsectoren, te versnellen en uit te rollen”, zegt trekker Paul de Krom.

22 mei 2013 Chemie Magazine 3



INHOUD 05 | 22 mei | 2013

7

30

Dow gaat dioxaanverontreiniging in Terneuzen te lijf met bomen

36

Wat zijn de meest kansrijke groene bouwstenen voor de chemie?

BRICK

42

G7

Dwarsdenker Jan Rotmans is op zoek naar een kantelaar in elke sector

48

Hoe staat het met investeringen, publicaties en patenten van de BRICK-landen?

7 9 11 13 17 18

Voorwoord

Redenen om Topsector Chemiebeurs te omarmen Agenda

NIEUWS Veiligheid Economie Actueel Twitter

ACHTERGROND VNCI

Interview met VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann

22

Arbeidsmarkt

26

Plantmanager of the Year

28

Uitgelicht

30

Milieu

34

Milieu

36

Biobased

40 42

Techniekpact wil goed werkende arbeidsmarkt in 2020 Vanaf 27 mei kan er online gestemd worden Akzo Nobel heeft het Rijksmuseum in de verf gezet

Bodemsanering met bomen bij Dow Terneuzen

Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit Meest kansrijke biobased platformchemicaliĂŤn

Wetenswaardig

400.000 ton minder CO2 dankzij stoomnetwerk Hoogleraar

Jan Rotmans wil snelle transitie naar duurzame economie

46

Starter

48

Economie

53 53 54 54 54

MOCS verbindt composietdelen zonder lijm

Halen de BRICK-landen ons in? Column Bedrijven Mensen Volgende maand Colofon

mei 2013 Chemie Magazine 5


YOUR REPUTATION IS MINE.

KAN UW REPUTATIE ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WORDEN?

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectieen keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:

Veiligheid - Kwaliteit - Milieu

WWW.VINCOTTE.NL


AGE NDA 30 mei

BCF Career Event RAI, Amsterdam VNCI Jaarvergadering Nieuwe Kerk, Den Haag

6 juni

Deltavisie 2013 RDM Campus, Rotterdam

VNCI 28 mei

WG Procesveiligheid Lyondell, Rotterdam Botlek

29 mei

BG Onderwijs VNCI, Den Haag

30 mei

WG Milieuzorg VNO-NCW, Den Haag

4 juni

WG Arbeidshygiëne Teleconferentie BG Innovatie Novotel, Breda

5 juni

WG Arbeidsveiligheid Dow/Styron, Terneuzen WG Security VNCI, Den Haag

6 juni

BG Energie en Klimaat ExxonMobil Chemical Holland, Breda

Voorwoord

LEREN

D

e snelheid waarmee technologische veranderingen plaatsvinden is de laatste decennia, en zelfs de laatste jaren, enorm toegenomen. Om bij te blijven is voortdurende (bij)scholing nodig. Leren is daardoor een steeds belangrijker onderdeel van ons werkzame leven geworden. En konden mensen van boven de vijftig in het verleden nog wel eens denken dat het ‘hun tijd nog wel zou duren’, met de verhoging van de pensioenleeftijd is dat geen optie meer. Ook zij moeten aan de bak. Bij het leren op jongere leeftijd zie ik ook een belangrijke verandering. Ook daar dringt het leren verder door in de bedrijfsomgeving. Het Techniekpact (zie pagina 22 van deze Chemie Magazine) reflecteert die ontwikkeling. Natuurlijk zijn bedrijven in onze sector al langer gewend om hun procesoperators langdurige stages en opleidingen te bieden als voorbereiding op hun specifieke taken in het bedrijf. Maar nu zien we op het niveau van hbo- en wo-opleidingen ook een verdere toenadering tussen bedrijfsleven en studenten, die al begint in het voortgezet onderwijs, met programma’s zoals Jet-net (het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, een samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid). De Topsector Chemiebeurs is ook een voorbeeld van zo’n toenadering. Critici stellen mij wel eens de vraag of dit instrument wel past in de Nederlandse context. Juist vanwege bovenstaande ontwikkelingen denk ik van wel. Bedrijven hebben behoefte aan talent. Door het sponsoren van een beurs veroveren ze een eersterangs positie in de contacten met de beste studenten, hun docenten en de onderzoekprogramma’s. Studenten op hun beurt leren al tijdens hun studie de bedrijfsomgeving kennen en kunnen daardoor veel gerichter loopbaankeuzes maken. En dankzij de stages en de contacten van docenten met het bedrijfsleven kunnen onderwijsprogramma’s zich sneller aanpassen aan de ontwikkelingen in de technologie en in de markt. Daarnaast lijkt het sociaal leenstelsel een extra stimulans voor studenten te worden om een dergelijke bètabeurs te veroveren en hun talenten specifiek in de richting van de techniek en de chemie te ontwikkelen. Daarmee maakt hun leerproces een goede start, waar zij de rest van hun werkzame leven baat bij zullen hebben. Redenen genoeg om de Topsector Chemiebeurs te omarmen.

WG Logistieke Veiligheid VNCI, Den Haag

11 juni

VNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag

12 juni

BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu VNCI, Den Haag

VNCI-directeur Colette Alma

17 juni

SusChem NL VNCI, Den Haag Meer agenda: www.vnci.nl/actualiteit/ evenementen-kalender.aspx mei 2013 Chemie Magazine 7


Clear insight

www.ApplusRTD.com Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services, met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die u inzicht geven in de integriteit van uw installaties. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties en verlagen daarmee uw total cost of ownership. Meer informatie ? Applus RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T+ 31 10 716 60 00

Postbus 10065 3004 AB Rotterdam E info.netherlands@applusrtd.com


Veiligheid

OPLEIDINGEN VGM-BEHEERSSYSTEMEN VOOR OPERATIONEEL MANAGERS Plantmanagers en VGM-managers kunnen hun inhoudelijke kennis op het gebied van ontwikkelen, uitvoeren en bewaken van VGM-beleid bijspijkeren tijdens de ‘Basiscursus VGM-beheerssysteem’ en de ‘Cursus Managen VGM’. De cursussen zijn in overleg met de VNCI ontwikkeld door het samenwerkingsverband van Chorda en PHOV.

D

e VNCI ondersteunt het actieplan Veiligheid Voorop. Een van de kernelementen daarvan is ‘Excellente implementatie van het veiligheidsbeheerssysteem’, met de hoofdpunten: continue verbetering van de kwaliteit van het systeem en de uitvoering daarvan; meten van de veiligheidsprestaties; versterken van competenties. Via actiepunt 6 promoot de VNCI het versterken van de competenties van het personeel, en daartoe behoren natuurlijk ook de operationeel managers (plant- en VGM-managers). Zij zijn eindverantwoordelijk voor de implementatie van alle maatregelen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). Om op de juiste wijze hun taak te kunnen vervullen dienen plant- en VGM-managers van deze maatregelen op de hoogte te zijn en te weten hoe ze geborgd moeten worden, zodat ze een samenhangend geheel (een beheerssysteem) vormen. Het ontwikkelen, uitvoeren en bewaken van het VGM-beleid vraagt van de managers een goede inhoudelijke kennis op dit gebied. Daarnaast dienen zij op de hoogte te zijn van de relevante, vaak complexe, wet- en regelgeving en de consequenties die deze heeft voor het VGM-beleid. Uit hoofde van hun functie zijn zij contactpersoon voor de gedegen opgeleide inspecteurs van overheden. Om een gelijkwaardige partner te zijn, dient hun kennis minimaal van hetzelfde niveau te zijn als die van de inspecteurs.

Nieuwe cursussen

Twee nieuwe cursussen helpen daarbij. Plant- en VGMmanagers kunnen hun kennis bijspijkeren en verdiepen via de tweedaagse ‘Basiscursus VGM-beheerssysteem’, bedoeld voor operationeel managers van productie-units die vallen onder de BRZO- en Arie-regel-

geving en voor VGM-managers en overige VGM-medewerkers. De driedaagse ‘Cursus Managen VGM’ is bedoeld voor VGM-managers of -coördinatoren en overige VGM-medewerkers die in de praktijk invulling geven aan de voorbereiding en uitvoering van het VGMbeleid aan de hand van het VGM-beheerssysteem. De cursussen behandelen onder andere legal compliance (arbeidsveiligheid, industriële/externe veiligheid en milieu), managementsystemen, risicoanalyse, risicobeheersing, incidentenanalyse en communicatie. De opleidingen zijn ontwikkeld door Chorda en PHOV (Stichting post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde). Dit samenwerkingsverband is in opdracht van het ministerie van SZW belast met de uitvoering van de activiteiten van de Academie LAT RB. Via deze academie worden onder andere BRZO-inspecteurs opgeleid.

Data

Bij voldoende aanmeldingen starten de cursussen dit najaar (in de omgeving van Utrecht). Basiscursus: Dinsdag 29 oktober en woensdag 30 oktober Vervolgcursus: Donderdag 14, 21 en 28 november Geïnteresseerden kunnen zich melden bij Macco Korteweg Maris van de VNCI: KortewegMaris@vnci.nl, 070 337 87 48. Of direct contact opnemen met Chorda (www.chorda.nl) of PHOV (www.phov.nl).

CURSUS ‘COÖRDINEREN BRZO’

Voor personen die binnen BRZO- en Arie-bedrijven betrokken zijn bij de coördinatie van wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid en arbeidsveiligheid in relatie tot zware ongevallen, wordt via PHOV en Chorda al twee jaar de cursus ‘Coördineren BRZO’ aangeboden. De VNCI beveelt ook deze cursus aan voor alle BRZO-bedrijven. De volgende sessie vindt plaats op 11, 24 en 25 september. Meer informatie: www.phov.nl mei 2013 Chemie Magazine 9


Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Bereken nu zelf úw besparing op www.idsnl.com/besparing

Middelbare Veiligheidskunde en Middelbare Arbeidshygiëne Dit kan nu bij PHOV! Stichting PHOV geeft al ruim 20 jaar de opleiding HVK en heeft hiermee een stempel gedrukt op het vakgebied Veiligheidskunde. Nu gaan we verder en delen onze kennis ook op MVK- en MAH-gebied.

Kies voor PHOV, dan kies je voor • avondopleiding, dus geen verlies van werktijd • boeiende combinatie van theorie en praktijk • specialisatie Middelbare Arbeidshygiëne voor MVK’ers De opleiding start op 23 september 2013 in Utrecht. De lestijden zijn van 18.00 - 21.15 uur.

Meer weten? Bel ons gerust op 030 231 82 12 of check onze website www.phov.nl


Economie

ING: NederlaNdse chemIe wacht zware tIjdeN 2013 wordt een moeilijk jaar voor de chemische industrie in Nederland. Dat stelt het economisch bureau van de ING in zijn recente Sectorvisie Chemie. Zo voorspellen de economen dat de productie in 2013 met 3 procent zal krimpen. Bovendien is er nog geen redding nabij. Wel is het bureau iets positiever over de middellange termijn. Het rapport weerlegt ook de aanname dat de fijnchemie de basischemie vervangt.

H

et goede nieuws is dat de chemische industrie in Nederland de productie in 2012 met 5 procent zag toenemen, terwijl de Europese chemie juist 2 procent minder productie uit de pijpen zag stromen. Vanwege de krimpende Europese vraag zal de Nederlandse productie in 2013 niettemin met 3 procent afnemen, terwijl de productie in 2014 hooguit stabiel zal blijven. Bovendien zijn er nog de nodige zwaarden van Damocles, zoals de schaliegasrevolutie in de VS (wat de concurrentiepositie van de Europese chemie verzwakt), de kosten van Reach (vooral voor het mkb), en de investeringsgroei in China (hoewel dit volgens de ING niet zorgt voor productieverplaatsing vanuit Europa). Ook over het lage investeringspeil, zowel in fabrieken als in onderzoek, zijn de economen negatief.

foto: shut terstock

Schaliegas

In de wat verdere toekomst zijn er wel wat lichtpunten te zien. De Aziatische economieën blijven groeien, waardoor de vraag naar chemicaliën blijft toenemen, en ook de VS krabbelt in 2014 weer op, wat goed is voor de export. Europa is daarbij het traagste jongetje van de klas, aangezien het de komende jaren gemiddeld genomen niet of nauwelijks economische groei laat zien. Verder verwacht de ING dat de VS schaliegas gaat exporteren, dat de olieprijs laag blijft, en dat Europa haar eigen schaliegas omhoog gaat pompen. Ook is de Sectorvisie Chemie enthousiast over de chemieclusters in Europa die de concurrentiepositie verbeteren, waar vooral Nederland sterk in is.

Maar de ING blijft somber: “Het voorgaande laat onverlet (vooral vanwege de zwakke Europese vraag) dat de Europese chemie moeilijke jaren tegemoet gaat met lage marges, zeer beperkte omzetgroei en herstructurering. Kleinere, niet-geclusterde fabrieken met relatief hoge aan- en afvoerkosten van materialen zijn hierbij het meest kwetsbaar.”

Basischemie

Een opmerkelijke observatie in het ING-rapport is dat de basischemie, zoals petrochemie, kunstmeststoffen en polymeren, nog steeds de kurk is waar de Nederlandse chemie op drijft, goed voor ruim 80 procent van de totale productiewaarde. Dit percentage is de afgelopen tien jaar eerder gestegen dan gedaald. Vooral de sterke clusters in Rotterdam en Limburg hebben ervoor gezorgd dat de basischemie de afgelopen tien jaar ook qua productievolume met 40 procent gegroeid is. De productie van fijnchemie, zoals landbouwchemicaliën, verf, cosmetica en harsen, is ondertussen juist gedaald met 6 procent. De veelgehoorde claim dat Nederland overstapt van basisnaar fijnchemie wordt door de cijfers van de ING, dat zich baseert op het CBS, dus weersproken. p

(VErWacHtE) proDuctIE-oNtWIkkElING NEDErlaNDsE cHEmIE 2011-2015 6%

60 5.4%

4%

58

2%

56 0.0%

0%

-2%

0.8%

-1.8%

54

52 -3.0%

-4%

50 2011

2012

Volumegroei

2013*

2014*

2015*

Waarde (€mld)

BRON: CBS, ING ECONOMISCH BUREAU

mei 2013 Chemie Magazine 11


Niet voldoeN aaN ReaCH bReNgt uw bedRijfsCoNtiNuïteit iN gevaaR! Bent u Bereid dat risico te nemen? Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. de gevolgen van reacH worden steeds duidelijker nu ook de gebruikers de effecten zien en merken. inspecties door de overheid kunnen leiden tot boetes, vertraging bij import, zelfs stopzetten van activiteiten… daarom: Hou de controle over uw bedrijf! tno triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.: -- inspectie van uw reacH implementatiesysteem -- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen -- evalueren van risico’s met nano-deeltjes -- risico’s van humane- en milieublootstelling in kaart brengen -- opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s -- assisteren in reacH autorisatie/sVHc processen -- nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates Voor meer informatie zie onze website www.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op. tel: 088 866 1620 / e-mail: chemistry@tno.triskelion.nl

Label Products PRODUCENT VAN ETIKETTEN

Uw specialist in gevaarsetiketten, behandelingsetiketten, UN labels en GHS symbolen

BESTEL NU ONLINE:

www.gevaarsetiketten.be Label Products nv - Vichtseweg 176a, 8790 Waregem - België - T. +32 56 77 22 40 - F. +32 56 77 22 44


Actueel Prinses Maxima bij TNO in Den Haag.

foto: ANP

Girlsday 2013 met een koninklijk tintje Op 25 april kregen ruim 8200 meisjes van 234 scholen de kans om een breder en beter beeld te krijgen van bèta, techniek en ICT. Het officiële startsein van Girlsday 2013 werd gegeven door (toen nog) prinses Máxima in de bassinruimte van TNO Den Haag. De aanwezige meisjes kregen er een presentatie over sonaronderzoek en de invloed van onderwatergeluid op zeezoogdieren.

foto: shut terstock

D

e kick-off in Den Haag was een van de vele activiteiten die plaatsvonden door heel Nederland. Bij verschillende organisaties en bedrijven maakten meisjes kennis met vrouwen met een bètaberoep, kregen zij presentaties en rondleidingen en mochten ze zelf aan de slag tijdens verschillende doe-activiteiten. Zo waren meisjes bij Bouwfonds Ontwikkeling voor een dag projectontwikkelaar, maakten ze bij het Nederlands Architectuurinstituut maquettes, deden ze verschillende proefjes bij waterschappen en maakten ze afdrukken van hun eigen gebit bij een tandtechnisch laboratorium. Op de Faculteit Natuurkunde, Wiskunde & Informatica (FNWI) van de UvA werden haaien ontleed. GirlsDay is een initiatief van VHTO, het expertisebureau op het gebied van meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ICT. Deelnemende chemiebedrijven waren dit jaar onder meer Akzo Nobel, Croda, Shell, Dow Benelux, Eastman Chemical Middelburg, Exxon Mobil, Huntsman en Teijin Aramid. p

TopsecTor chemie sTarT valorisaTieneTwerk en openT mkb-lokeT Ondernemers kunnen met hun vragen over innovatie van processen, slimme materialen, biobased economy en nieuwe chemische innovaties terecht bij het mkb-loket van het valorisatienetwerk Top Chemie Delta. Het loket wordt bemand door een team van experts uit de vier Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI’s) van de Topsector Chemie en het ‘Mkb chemie team’ van Syntens.

H

et valorisatienetwerk helpt ondernemers met innovatie, brengt ze in contact met mogelijke partners, en is goed bekend met de markt. Het team van het valorisatienetwerk bestaat uit experts op het gebied van polymeren (kunststoffen), processen, nieuwe chemische innovaties en bio-gebaseerde materialen, en deskundigen op het terrein van financiële regelingen en marketing. “Met de start van het valorisatienetwerk Top Chemie Delta is een belangrijke mijlpaal bereikt voor de Topsector Chemie”, zegt Bert Jan Lommerts, mkb-lid van het Topteam Chemie. “Via dit netwerk kunnen ondernemers en onderzoekers betere aansluiting vinden bij de Topsector, waardoor zij hun innovatie beter kunnen realiseren. Hiermee wordt ondernemerschap in de chemie flink gestimuleerd.” p Meer informatie: www.topchemie.nl mei 2013 Chemie Magazine 13


“ Is your plant ready for the future? “

U heeft met spoed

random packing nodig?

MADE IN HOLLAND

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

Please visit us at www.yokogawa.com/eu

Zie hoe onze machines dat mogelijk maken.. Ga naar: www.mte-bv.com/ mte-university e sales@mte-bv.com


Actueel

RICHTLIJN VOOR WERKEN OP HOOGTE IN LOGISTIEKE KETEN Cefic heeft in samenwerking met de vervoerders (European Chemical Transport Association, ETCA) en de handelaren in chemische producten (European Association of Chemical Distributors, FECC) de Best Practice Guidelines for Safe Working at Height in the Chemical Logistics Chain uitgebracht. Het document geeft richtlijnen voor veilig werken op hoogte in de logistieke keten. Dit om valgevaar van vrachtauto’s, met name tankauto’s, te voorkomen.

‘V

ooral bij de wat kleinere bedrijven die maar af en toe een vrachtwagen of tankauto ontvangen vindt nog wel eens een gevaarlijke situatie plaats”, zegt Macco Korteweg Maris, beleidsmedewerker (transport)veiligheid bij de VNCI. “Daarbij voert de chauffeur werkzaamheden uit die hij eigenlijk niet zou moeten doen, zoals het nemen van monsters boven op de tankwagen.” Deze richtlijn geeft, in samenhang met de Guidelines on safe loading and unloading of freight vehicles, ook aan wie waarvoor verantwoordelijk is bij het vervoer van onder andere gevaarlijke stoffen.

De richtlijn toont aan de hand van een aantal best practices bovendien wat de meest veilige werkwijze is als er op hoogte gewerkt moet worden. De VNCI, die bij het opstellen betrokken is geweest, raadt vervoerders en ontvangers aan om de richtlijn te gebruiken. Dit betekent dat sommige verladers en ontvangers van chemische producten hun werkwijze zullen moeten aanpassen, door bijvoorbeeld speciale trappen of een veiligheidsharnas aan te schaffen en te gebruiken. De richtlijn bevat ook een risicobeoordeling van de diverse best practices. Aan de hand hiervan kunnen vervoerder en ontvanger een duidelijke risico-inschatting maken en gezamenlijk bepalen wat de beste werkwijze is voor een optimale veiligheid. p Meer informatie: www.cefic.org

Omgaa n omgev met ingsris ic en onz ekerhe o’s den. Hoe do en w e dat sa

Accepte

Risico’

ren van

s: wisk

unde of

Alles is

Safe un

til proven

Negatie ve

harmful

men?

onzeke

Zelfgek

imago’

FOTO: SHUT TERSTOCK

De tijdelijke Raadsgroep Signalering is in 2011 in opdracht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu ingesteld om een visie te ontwikkelen voor de overheid om op integere wijze te kunnen omgaan

rderhe

Emotio

t (ten ozen o f opgele zij...) inform gd atievoor

edia

V

logisch

uwen

id beslis

s door slechte

Onzekerh eid, voor oordele n , ethiek

De Raadsgroep Signalering heeft aan staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu het advies ‘Omgaan met Omgevingsrisico’s en Onzekerheden - hoe doen we dat samen?’ aangeboden. Het advies bevat vier bijdragen van de Raadsgroep en impressies van twee bijeenkomsten die zijn gehouden met bedrijven, onderzoekers, ngo’s, instellingen en burgers. De opbrengst van de bijeenkomsten en de bijdragen van de Raadsgroep zijn van belang voor de verdere ontwikkeling van de visie van de overheid op het omgaan met risico’s.

is toch

De mee

Sociale m

ADVIES ‘OMGAAN MET OMGEVINGSRISICO’S EN ONZEKERHEDEN’

rheden

waarne ming

veilig Vertro Een betr

zieninge n

ouwba

heid neel, s oorzorg, histori ubjecti ef en ir sch besef ratione el re over

Essayb undel Dr. A. F. M. Brenn Prof. dr. inkme ijer B. de Gra Prof. dr. af S. Roeser Em. pro f. dr. W. F. Passch ier

met onzekere risico’s, in het bijzonder gezondheidsrisico’s die in de leefomgeving kunnen ontstaan. De overheid heeft een verantwoordelijkheid ten aanzien van het reguleren van (bekende) risico’s en de signalering van nog onbekende (onzekere) risico’s. De Raadsgroep stond onder voorzitterschap van dr. Alex F.M. Brenninkmeijer (Nationale Ombudsman) en bestond verder uit prof. dr. Beatrice de Graaf (hoogleraar conflict en veiligheid in historisch perspectief aan de Universiteit Leiden), prof. dr. Sabine Roeser (hoogleraar filosofie aan de TU Delft en Universiteit Twente) en prof. dr. Wim F. Passchier (emeritus hoogleraar risico-analyse, Maastricht University). p

DOET UW BEDRIJF AL MEE AAN DE DAG VAN DE CHEMIE? Op 5 oktober vindt de nieuwe editie van de landelijke Dag van de Chemie plaats. Tientallen bedrijven hebben zich al aangemeld, maar hoe meer, hoe beter! De VNCI roept daarom alle chemiebedrijven op om mee te doen.

D

oor op 5 oktober de deuren te openen voor het grote publiek kunnen bedrijven laten zien wat chemie is, een steentje bijdragen aan een beter imago van de sector, en de banden met omwonenden en geïnteresseerden aanhalen. Dit jaar staat de Dag van de Chemie in het teken van veiligheid, zodat bedrijven duidelijk kunnen maken wat zij op dit vlak allemaal doen. Behalve chemiebedrijven kunnen aan de Dag van de Chemie ook organisaties deelnemen die veel te maken hebben met chemie, zoals onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, bloedbanken, laboratoria, waterschappen en transportbedrijven. Zo wordt duidelijk welke belangrijke plek de chemie in de Nederlandse maatschappij inneemt. Alle informatie over de dag is te vinden op de speciale website hiervoor: www.dagvandechmie.nl Hier leest u onder meer op welke manieren de VNCI u ondersteunt bij de organisatie en promotie van de open dag. Tijdens de vorige editie bezochten 58.000 personen een van de zeventig deelnemende bedrijven en instanties. p

De bundel wordt uitgegeven door Bureau KLB: www.bureauklb.nl mei 2013 Chemie Magazine 15


Passie voor douanezaken Bij KGH Customs Services en Douaneopleidingen, bouwen wij bruggen tussen uw bedrijf en de bestaande regelgeving in de internationale handel. We hebben een passie voor douanezaken en kijken er naar uit u van dienst te zijn om een een nog betere afhandeling van uw douaneprocessen te garanderen. Onze focus is om u van A tot Z te begeleiden. Uniek product portfolio Wij bieden gestandaardiseerde en op maat gemaakte oplossingen voor al uw douaneprocessen met als doel optimale besparingen binnen uw organisatie te realiseren. Douanecompetentie We hebben meer dan 50 jaar ervaring op het gebied van douanezaken. Vandaag hebben we meer dan 600 medewerkers in heel Europa, die zijn toegewijd en klaar staan om u te ondersteunen. Geografische dekking Wij zijn gevestigd in 7 Europese landen met een uitgebreid netwerk en breiden nog steeds uit, niet alleen binnen maar ook buiten Europa. Voor meer informatie: sales.nl@kghcustoms.com

Voor de nieuwe start van onze cursussen zie: www.kghdouaneopleidingen.nl

YOUR INDEPENDENT PARTNER FOR CUSTOMS COMPLIANCE AUSTRIA

BELGIUM

DENMARK

GERMANY

NETHERLANDS

NORWAY

SWEDEN

www.kghcustoms.nl

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


twi tter

Actueel

Chemiewijs@chemiewijs Ongelooflijk. Engelse winkelketen Tesco vindt chemiedozen vooral iets voor jongens. Ondanks protesten. http://dlvr.it/3KkZLF

Petrochem@_Petrochem_ Wordt het weer een Nederlander? Shell-topman Voser stopt begin 2014 www.petrochem.nl/shelltopman-voser-stopt-in-2014. Niels Schenk@niels_schenk Juist! “Die schaliegasbel houdt alleen maar tegen wat noodzakelijk is: volledig inzetten op duurzaam” p55 http://ow.ly/kDGDP Quest@Questredactie Toe aan een uitdaging? Leer dan eens de taal der scheikundigen spreken. Dat kan al in tien minuten. http://bit.ly/12v7id4 Roy Johannink@hemmelhoes “Als je veiligheid wil verhogen moet je onder ogen zien wat fout kan gaan. ‘t zwartste scenario schetsen” #BenAle http://bit.ly/1236Rtf BCF Jobs@BCFJobs In contact komen met chemiebedrijven zoals Dow en BASF? BCF Career Event presenteert een speciaal chemie programma! http://www. bcfevent.nl Frank Beckx@FrankBeckx Na essenscia waarschuwt ook topman @Bayer4Materials voor verlies aan competitiviteit van Europese #chemie door goedkoop #schaliegas in VS

foto: anp

Marilein Harpe@MarileinHarpe Is het ooit alleens zo spannend geweest bij de publieksstemming voor de Responsible Care prijs op http://vnci.nl/rc-prijs ?

VEMW VErhEugd oVEr signaal aMErikaansE Export Van schaliEgas De Amerikaanse president Obama maakt zich sterk voor de bouw van LNG-installaties om in de VS gewonnen schaliegas te exporteren. Dit signaal gaf hij af tijdens een bezoek aan Midden-Amerika. VeMw, de belangenvereniging voor zakelijke energie- en watergebruikers, is hier vanuit het oogpunt van vrijhandelsverkeer verheugd over. Het biedt perspectief om de export van gas te betrekken bij de onderhandelingen over vrijhandel tussen europa en de VS.

O

bama wil een aantal Midden-Amerikaanse landen aan goedkope energie helpen. Met de honorering van (tientallen) vergunningsaanvragen voor installaties die aardgas vloeibaar maken, komt de export van goedkoop schaliegas in beeld. Tot op heden waren er in de VS sterke geluiden om de export van (schalie)gas tegen te gaan om de concurrentiepositie van de binnenlandse industrie te behouden. “Gas is een geopolitiek instrument geworden, maar opvallend genoeg met een verschillende inzet van de wereldmachten”, zegt directeur Hans Grünfeld van VEMW. “Waar Rusland de export van gas maximaliseert en probeert daarmee naast inkomsten aan politieke invloed te winnen, leek de VS de export te beperken om de eigen economie te bevoordelen. Het is interessant te zien dat die strategie mogelijk losgelaten gaat worden, waardoor de gasprijzen in de verschillende continenten naar elkaar toe kunnen groeien. De landen waarnaar Obama gas wil exporteren zijn landen waarmee de Amerikanen geen vrijhandelsdeal hebben. Wij roepen de Europese leiders opnieuw op om met de Amerikanen te onderhandelen over de vrijhandel tussen beide continenten.” Het is volgens Grünfeld goed dat de Europese Commissie ook de mogelijkheden onderzoekt voor een reguleringskader voor schaliegaswinning binnen de EU. “De winning van schaliegas in de Verenigde Staten is een game changer. Dat is een ontwikkeling die we niet kunnen negeren, omdat die ook implicaties heeft voor de concurrentiepositie van de Europese industrie en de brandstofmix van onze elektriciteitsproductie. Mogelijk zijn er ook gevolgen voor de strategische positie van Nederland en de veiligheid van onze energievoorziening. Daarom moet de discussie over schaliegas gevoerd worden en is een debat op grond van argumenten van belang. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa, omdat er sprake is van een Europese gasmarkt.” p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). mei 2013 Chemie Magazine 17


Dit is geen normale crisis, waarschuwt Werner Fuhrmann

‘eUrOPa reageerT Te Traag’

De wereld verandert snel en Europa speelt onvoldoende op die veranderingen in. Waarschuwende woorden van VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann aan de vooravond van de VNCIjaarvergadering. Vier belangrijke ontwikkelingen zetten de mondiale verhoudingen op zijn kop en de gevolgen daarvan worden onderschat, vindt de AkzoNobel-bestuurder. “We leven ten onrechte in de illusie dat dingen blijven voortbestaan, maar dit is geen normale crisis, waar we even doorheen moeten voordat het leven weer wordt zoals het was.”

FOTO’S: CA SPER RIL A

Tekst: Jos de Gruiter

18 Chemie Magazine mei 2013

Z

eg ‘schaliegas’ en de kwalificatie game changer zal zich snel aandienen. De exploratie van schaliegasvelden in de Verenigde Staten heeft een schrikeffect tot gevolg gehad, vooral op het ‘oude’ continent. De kosten van energie zijn in de VS dermate gekelderd, dat andere delen in de wereld per definitie op achterstand zijn gezet. Dat heeft gevolgen voor de concurrentiepositie van bedrijven in Europa en voor het investeringsklimaat in EU-lidstaten. Maar er is meer aan de hand. Schaliegas is niet de enige game changer, waarschuwt VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. Hij ziet vier ontwikkelingen die de chemie uitdagen: “Naast schaliegas zijn dat de opkomst van China, de keuze van landen in het MiddenOosten om downstream te gaan en de mondialisering van innovatie. Die vier hebben afzonderlijk, maar zeker in samenhang met elkaar, grote


interview

Werner Fuhrmann: “Onzeker politiek beleid is gif geworden voor Europa’s investeringsklimaat.”

‘Schaliegas is niet de enige game changer’ gevolgen voor de verhoudingen in de wereld. Het vervelende is dat die ontwikkelingen Amerika, China en het Midden-Oosten in de kaart spelen en Europa op achterstand zetten. Die dynamiek wordt onderschat. Het is niet voor niets dat bedrijven al sinds een jaar of vijf kiezen voor de VS of voor China als het gaat om grote nieuwe investeringen, en niet voor Europa.”

Geen inhaalgroei

Eind april werd tijdens de voorjaarsvergadering van het IMF in Washington in bezorgde termen gesproken over de economische ontwikkelingen in Europa. De groei op het oude continent blijft achter op die van de VS, laat staan op de opkomende economieën van China, India en Brazilië. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble waarschuwde dat de economische groei in Europa de komende jaren niet boven de 1 tot 1,5 procent zal komen.

Eurogroep-voorzitter Jeroen Dijsselbloem ging verder. “Er zijn mensen die nog altijd denken dat we te kampen hebben met een tijdelijke dip in de economie”, zei hij. “Dat we dat over enige tijd wel weer goedmaken door inhaalgroei. Maar zo is het niet. We zullen de tijden van een groei van 3 procent voorlopig niet terugkrijgen.” “Ik ben een optimist”, reageert Fuhrmann op die uitspraken, “maar op het verhaal van Schäuble en Dijsselbloem is niets af te dingen. In 2000 spraken onze regeringsleiders in Lissabon de ambitie uit om van de EU in tien jaar de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te maken, met een jaarlijkse groei van 3 procent. Van die Lissabon-agenda is niets terechtgekomen. Sterker: we worden ingehaald door andere economieën in de wereld en dat is zorgwekkend. We zien daardoor minder investeringen, minder groei en min-

der banen. Europa moet wakker worden geschud. We leven ten onrechte in de illusie dat dingen blijven voortbestaan, maar dit is geen normale crisis, waar we even doorheen moeten voordat het leven weer wordt zoals het was.”

Onafhankelijk

Op het mondiale veld zijn de spelregels veranderd, waarschuwt Fuhrmann, lid van het Executive Committee van AkzoNobel, verantwoordelijk voor de chemicals-poot en supply chain/sourcing van het bedrijf. “Iedereen heeft het daarbij over schaliegas. Terecht: de snelle ontwikkeling ervan heeft tot een opleving in de VS geleid. Tot een paar jaar geleden had schaliegas geen economische betekenis. Daarna ging het snel. President Bush wilde het land onafhankelijk maken van energie uit het MiddenOosten en de technische mogelijkheden van winning verbeterden. Inmiddels is er in de VS op 40.000 plaatsen geboord. Ter vergelijking: in Europa staat de teller op iets boven de veertig.” Veertig?

“Duizend keer minder. We kunnen Europa niet één op één vergelijken met de VS, maar ik vind het verkeerd dat schaliegas voor sommigen een taboe is. Er is nog veel onderzoek nodig, onder meer naar de chemische stoffen die nodig zijn om gas uit gesteente te winnen, maar we moeten het in eerste instantie zien als een mogelijkheid om onze problemen aan te pakken, niet als iets gevaarlijks. Is gas uit Rusland beter dan schaliegas?” Nederland heeft nog een gasbel die niet uitgeput is en ons land is dichtbevolkt. Heeft Nederland daardoor een bijzondere positie in Europa?

“Elk land moet zijn eigen oplossing vinden. Nederland heeft meer keuzemogelijkheden. Er is aardgas beschikbaar. Daarnaast is het een politieke keuze om de gasprijs te koppelen aan de wereldmarktprijs. In hoeverre willen wij afhankelijk zijn van gas-importen? Maar Europa als geheel kan het zich niet permitteren om nee tegen schaliegas te zeggen. Vanzelfsprekend moet het op een verantwoorde manier worden gewonnen, maar waar mogelijkheden zijn moeten we die benutten. Wij kunnen met onze innovatiekracht bijdragen aan ver- e mei 2013 Chemie Magazine 19


beteringen bij de winning van schaliegas. In elk geval moet Europa een beleid voeren dat ons minder afhankelijk maakt van import van energie en grondstoffen. Dan kunnen we ook af van de koppeling aan de olieprijs.” Is dat niet de kern van het verhaal: Europese energie is te duur en moet goedkoper worden om de concurrentie met Amerika aan te kunnen?

“De lage energieprijs in de Verenigde Staten is een groot concurrentienadeel voor Europa, maar ook de onvoorspelbaarheid van de energieprijs in Europa is een handicap. Stroom is op het ogenblik niet duur, maar over twee jaar kan de prijs twee- of driemaal zo hoog zijn. Investeerders zoeken zekerheden. Bij voorkeur calculeren ze met vaste prijzen, eventueel met kleine marges naar boven en naar beneden. Maar het gaat niet alleen om de prijs van energie: het gaat ook om de vraag of we hier 20 miljoen 20 Chemie Magazine mei 2013

‘Van de Lissabonagenda is niets terechtgekomen’ ton ethyleen kunnen blijven produceren tegen een concurrerende prijs. Als dat niet mogelijk is, is het snel afgelopen. Dan praten we niet meer over een beetje meer of minder winst, maar over de vraag of sommige sectoren in Europa wel of niet overleven.” Criticasters zijn bang dat door schaliegas de aandacht voor vergroening en verduurzaming van de economie vertraagt.

“We kunnen vanuit Europa niet meer de wereld besturen. Wellicht vertraagt het de ontwikkeling iets, maar hoe slecht is dat? Dankzij schaliegas is de CO2-uitstoot in de VS omlaag gegaan. Dat willen we toch? Willen de critici dan dat de Europese industrie niet-concurrerend is en kolen verstookt?”

U praat over vier game changers. China is er een van.

“De consumptiecapaciteit in China is tweemaal zo groot als in de VS of in Europa. De productie is er groter dan in de VS en Europa. Tien jaar geleden was het de helft, tien jaar daarvoor was het niets en tien jaar na nu is het opnieuw verdubbeld. Schaliegas is een game changer als het gaat om energie en energieprijs, China is een game changer door de omvang van de markt en de razendsnelle groei ervan.” En het Midden-Oosten?

“De oliestaten gaan downstream. Ze hebben om politieke redenen (werkgelegenheid, Arabische lente) de ambitie uitgesproken om zich niet meer te beperken tot de verkoop van olie. Er komt een massale productie


aan, die concurreert met die van de VS en Europa.” De mondialisering van innovatie?

“Europa zet hoog in op innovatie, maar we moeten niet de illusie hebben dat we nog altijd het innovatiecentrum van de wereld zijn. Vroeger kwam driekwart van de studenten uit het westen, in de nabije toekomst zal 70 procent van buiten Europa en de VS komen. Dat vraagt van ons een extra inspanning op innovatiegebied. Door de verwevenheid van R&D en productie slaagt dat alleen als we hier productiefaciliteiten behouden.” U schetst alles bij elkaar een problematisch beeld van Europa.

“Helaas wel. En wat me zorgen baart is dat de Europese politiek meer bezig is met de verdeling van de welvaart of de armoede, dan dat ze naar buiten kijkt. Het gaat niet hoofdzakelijk om het verdelen van de koek, niet om de concurrentie tussen Nederland, België of Polen, maar om het vergroten van de koek. Om de concurrentie tussen Europa, de Verenigde Staten en China: waar wordt grootschalig geïnvesteerd, waar komen de banen.” Profiteert Europa niet mee van groei elders in de wereld? Uiteindelijk willen Chinezen ook de luxe goederen kopen die wij produceren.

“Dat klopt: ik zie graag groei om me heen. Maar we worden nu aan alle kanten ingehaald en dat is zorgwekkend. Waar ik voor waarschuw is dat Europa insignificant wordt. Dat we onbeduidend worden als het gaat om innovatie en productie. Als ik het mag vertalen naar de chemische industrie: vanaf het tweede kwartaal van 2012 daalden onze afzetvolumes in Europa. Dat is verergerd in het vierde kwartaal en heeft doorgezet in 2013. Grote producenten hebben reorganisaties moeten doorvoeren en een enkel bedrijf is failliet gegaan. Het is geen mooi weer in de Europese chemie.” Wat moet er vooral gebeuren?

“De bottlenecks zijn achterblijvende economische groei, concurrentienadelen als het gaat om prijzen van energie en grondstoffen en strikte

regelgeving. De chemische industrie is altijd in staat gebleken om uitdagingen het hoofd te bieden. We kunnen overweg met Reach, met stijgende energiekosten en kostenverhogende regelgeving. Maar als er telkens een schepje bovenop komt, bereik je op zeker moment een punt dat het ophoudt. Wat nodig is in Europa is versterking van de concurrentiekracht door productiviteitsverbetering, resource efficiency en voorspelbaar beleid. De politiek is bijvoorbeeld al tien jaar in de weer met ETS en nog steeds is er geen duidelijkheid. Vorige maand heeft het Europees Parlement tegen back loading gestemd. Een paar dagen later werd er door een lid van de Europese Commissie alweer een vraagteken achter geplaatst. Dat soort onzekerheid is gif geworden voor het investeringsklimaat in Europa.” In 2012 presenteerde de VNCI de Visie 2030-2050. Daarvoor was onderzoek gedaan naar het toekomstperspectief van de chemische industrie aan de hand van vier scenario’s. Elk van die vier scenario’s wees op een kansrijke toekomst voor de chemie. Is dat beeld veranderd?

“Laat ik eerst dit zeggen: als ik mij zorgen maak, dan is dat om de welvaartsontwikkeling in Europa. Chemiebedrijven redden zich wel. Als we naar Azië moeten om te overleven, dan gaan we naar Azië. Maar landen kun je niet verplaatsen. Met

de chemische industrie als motor van de maakindustrie, gaat het goed. We hebben sterke clusters, gekwalificeerde medewerkers en we innoveren. We moeten echter oppassen dat de afstand tot de VS en China niet groter wordt. Het gaat goed met de economie als het goed gaat met de industrie. Stort de industrie in, dan hebben we een probleem. Zonder de chemie is er ook geen efficiënte maakindustrie. We zien dat landen met een sterke industrie de minste last hebben van de economische problemen. Ik pleit daarom voor een her-industrialisatie van Europa, maar dan wel op een slimme manier. We moeten een analyse maken van onze sterke en zwakke punten en op basis daarvan keuzes maken. Dat zal tot verschuivingen leiden, maar Europa heeft een innovatieve industrie als de chemie nodig om andere dingen mogelijk te maken. De chemische industrie heeft een andere plaats in de keten dan de grote scheepsbouw of de textielindustrie. Die sectoren zijn verdwenen en dat heeft niet geleid tot onoverkomelijke problemen. De chemie zit aan het begin van de keten: zonder producten uit de chemie zijn veel activiteiten onmogelijk of worden op zijn minst ernstig belemmerd. En het wordt duur en omslachtig - om niet te zeggen onmogelijk - om alle noodzakelijke chemische producten te importeren. Je maakt je dan bovendien erg afhankelijk van anderen.” p

30 mei: jaarvergadering vnCi Hoe vindt de chemische industrie de komende tijd voldoende personeel? Over welke kennis en vaardigheden moeten werknemers beschikken? En wat zijn de consequenties van de huidige economische omstandigheden voor de vraag naar personeel in de sector? Deze en andere vragen staan centraal tijdens de VNCI-jaarvergadering. Sprekers zijn onder meer Atzo Nicolaï, directeur DSM Nederland, en Vincent

van Grinsven, directeur DUO Market Research. Het thema sluit aan bij de ambitie van het regeerakkoord, waarin staat: ‘De positie van Nederland in de top-5 van de meest concurrerende economieën moet de komende jaren verankerd en versterkt worden. Ons land heeft daarvoor een uitstekende uitgangspositie met zijn innovatieve bedrijven en excellente kennisinstellingen.’ Cruciaal is hierbij alleen wel dat er - nu en in de toe-

komst - voldoende en goed geschoold personeel is. De VNCI-jaarvergadering vindt plaats op 30 mei in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Naast het thema staan ook de jaarrede van VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann en de uitreiking van de RC-prijs op het programma. Inschrijven kan via: www.vnci.nl/jaarvergadering

mei 2013 Chemie Magazine 21


VÉÉL MEER LEERLINGEN, AFSTUDEERDERS EN ZIJ-INSTROMERS VERLEIDEN

LanDeLijk techniekpa arBeiDsMarkt vLOt t Het landelijk Techniekpact dat op 13 mei werd ondertekend door kabinet, onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties moet het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor technisch opgeleiden dichten. Volgens Paul de Krom, oud-staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid en nu ‘aanjager’ van het Techniekpact, is de chemie al goed op weg, maar kan zij de pijlen nog wel meer richten op technici die nu aan de zijlijn staan. Tekst: Marloes Hooimeijer

H

et Masterplan Bèta en Technologie heeft de ambitie dat in 2025 40 procent van alle afgestudeerden een bèta- en technologische opleiding heeft. Momenteel is dat 25 procent. Diezelfde doelstelling uit het Masterplan ligt aan de basis van het Techniekpact. Paul de Krom, oudstaatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, werd eerder dit jaar door het kabinet aangetrokken als ‘aanjager’ van het Techniekpact. “Ik vind het economisch onhoudbaar en sociaal onaanvaardbaar dat er zo’n groot verschil zit tussen vraag en aanbod op met name de arbeidsmarkt voor technici”, zegt hij. “Zeker als je het beziet vanuit de stijgende jeugdwerkloosheid. Het is een grote kans voor de Nederlandse economie en voor bedrijven en individuen als we die aansluiting weten te verbeteren. Voldoende gekwalificeerd personeel is een absolute noodzaak voor de economische continuïteit van Nederland en is bovendien een essentiele vestigingsvoorwaarde voor buitenlandse bedrijven.”

Doe-pact

Het Techniekpact is volgens De Krom niet in het leven geroepen om opnieuw het wiel uit te vinden of om opnieuw analyses te maken van waar de schoen wringt - ‘dat weten we al’. Het is een doe-pact waarin partijen tot concrete afspraken zijn gekomen om de initiatieven die er al zijn, zoals in de Human Capital Agenda’s van de 22 Chemie magazine mei 2013

topsectoren, te versnellen en uit te rollen. De Krom: “Er zijn afspraken gemaakt over wie wat wanneer gaat doen. Dat is de kracht van het Techniekpact. Denk aan afspraken over verbeterde intersectorale mobiliteit: dat technisch geschoolden vanuit de bouw kunnen overstappen naar bijvoorbeeld de scheepvaart of bedrijven als ASML, waar meer vraag naar personeel is. Maar denk ook aan initiatieven die er al zijn om docenten in contact te brengen met techniek via stageplaatsen. Of aan de beeldvorming en promotie van de sector, die nog veel efficiënter en effectiever kan. En natuurlijk aan het realiseren van voldoende stage- en leerwerkplekken voor leerlingen. Dat is heel essentieel.” Om de ambitie van een goed werkende arbeidsmarkt in 2020 te verwezenlijken, zijn er drie knoppen waar het Techniekpact aan draait. Ten eerste ‘kiezen voor techniek’, gericht op het verhogen van de instroom. Ten tweede ‘leren in de techniek’, gericht op het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs en betere aansluiting op de arbeidsmarkt, onder meer via publiek-private samenwerking. Ten derde ‘werken in de techniek’, gericht op het aantrekken en behouden van technici, en het vergroten van de zij-instroom. In 2020 moeten er volgens het Techniekpact jaarlijks 15.000 meer techniekleerlingen zijn, 15.000 meer afgestudeerden die voor een technische baan kiezen, en 15.000 meer technici die via zij-instroom en werk-naar-werktrajecten aan de


arbeidsmarkt

N TOT TECHNIEK

FOTO: ANP

pact MOet trekken

Paul de Krom: “De chemie zag dreigend personeelstekort al heel vroeg in.”

slag gaan.“Ik heb er vertrouwen in dat dit haalbaar is”, zegt De Krom. “Nu zien we dat 50 procent van de technisch opgeleiden uiteindelijk niet in de techniek gaat werken, maar in een andere sector. En er staan nog steeds mensen met een technische opleiding langs de kant van de arbeidsmarkt. Wat ‘kiezen voor techniek’ betreft heb ik tijdens mijn werkbezoeken en gesprekken vaak gehoord dat de beeldvorming rond technische beroepen bij ouders en kinderen soms achterhaald is. Alsof iedereen met een technische opleiding in vieze overalls heel zwaar werk aan het doen is. Aan die beeldvorming moet echt worden gewerkt. Gelukkig zijn er al veel initiatieven op dit gebied, zoals het jongerenen technologienetwerk Jet-Net op scholen en TechniekTalent.nu, dat ook een beeldenbank heeft. Maar ook De Week van de Techniek, Girlsday, en allerlei open dagen bij bedrijven. De versnippering van deze initiatieven doet niet zozeer afbreuk aan de gewenste imagoverbetering voor de sector, maar door ze beter op elkaar af te stemmen creëer je meer massa om echt wat te bereiken.”

‘sectOr kan BijDraGen aan sLaGen techniekpact’

Een goede aansluiting tussen onderwijs en industrie is essentieel voor de toekomst van de chemiesector en voor de Nederlandse economie, zo vindt ook de VNCI. “Wij staan daarom volledig achter het Techniekpact. Het is voor zowel overheid, onderwijs als de industrie zelf nu echt tijd voor actie”, zegt Nelo Emerencia, speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie. De VNCI en haar leden kunnen volgens Emerencia bijdragen aan het succes van het Techniekpact door daadwerkelijk meer stageplaatsen aan te bieden voor studenten en docenten, zich als bedrijf te verbinden aan het (groeiende) initiatief Jet-Net, door vakexperts beschikbaar te stellen om tijdelijk voor de klas te staan, door bij te dragen aan aansprekend lesmateriaal, of door een Topsector Chemiebeurs beschikbaar te stellen. “Zo investeren we in de toekomst van de sector en van de bedrijven zelf. Een investering die zich dubbel en dwars zal terugbetalen doordat de chemie-industrie, met al haar voordelen, zo behouden blijft voor Nederland.”

Voortrekkersrol chemie

Volgens De Krom valt er voor chemiebedrijven wellicht winst te behalen als zij ook beter kijken naar mensen met een technische opleiding die nu aan de zijlijn van de arbeidsmarkt staan. Hij is onder de indruk van alle inspanningen die de sector al doet. “De chemie heeft het

Ook de jaarvergadering van de VNCI op 30 mei staat helemaal in het teken van goed en voldoende personeel. Meer informatie: www.vnci.nl/jaarvergadering. e mei 2013 Chemie magazine 23


‘Groot verschil vraag en aanbod technici is economisch onhoudbaar en sociaal onaanvaardbaar’

dreigend personeelstekort al heel vroeg ingezien. Met Rein Willems als voormalig boegbeeld heeft de sector in het bestrijden hiervan echt een voortrekkersrol vervuld. Studiebeurzen voor chemiestudenten, investeren in stage- en werkplekken, vakkrachten uit het bedrijfsleven les laten geven in het onderwijs, het openstellen van bedrijven tijdens open dagen, de chemie doet het allemaal al. De sector draagt ook enorm bij aan het Techniekpact. Niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat men zelf prima inziet hoe essentieel goed geschoold personeel is voor de continuïteit van de bedrijven. De maakindustrie is de ruggengraat van de economie, gelukkig is zij momenteel aan een revival bezig. Er komt daardoor niet alleen meer nadruk op het belang van de chemie-industrie, maar ook op de behoefte aan vakmensen in deze industrie.” Aandacht voor techniek in het onderwijs begint volgens De Krom bij het basisonderwijs, vooral in groep 7 en 8. Afspraken hierover in het Techniekpact moeten ervoor zorgen dat leerlingen in deze groepen in contact met techniek komen. “Aandacht voor wetenschap en techniek zou daarom ook verweven moeten worden in de pabo-opleidingen voor basisschooldocenten. Daarnaast moeten scholen ervoor zorgen dat hun aanbod goed is afgestemd op de vraag in de arbeidsmarkt. Intensieve samenwerking tussen scholen en bedrijven is daarvoor de beste garantie.” Maar aangezien techniekonderwijs doorgaans duurder is dan andere opleidingen en daardoor in sommige onderwijsinstellingen het onderspit dreigt te delven, moet ook hiervoor volgens hem een oplossing komen. “Dat is een serieus probleem, dat door het Rijk wordt erkend. Het mag niet zo zijn dat de bekostigingssystematiek van het techniekonderwijs de kansen die de technieksector ons land biedt in de weg staan. Ik teken daarbij aan dat dit een ingewikkelde problematiek is die niet in één dag kan worden opgelost. Er zal een goede balans moeten worden gevonden tussen bekostiging van technische en niet-technische opleidingen.”

Pretstudies

Jan van Zijl van de MBO Raad stelde al eens dat over het tekort aan technisch personeel ‘een beetje hysterisch’ wordt gedaan en dat er denigrerend wordt gedaan over ‘pretstudies’. In reactie daarop zegt De Krom: “Ik heb niet zo veel met kwalificaties, het lost de feitelijke pro24 Chemie magazine mei 2013

blemen niet op. En ik kijk liever naar de feiten: dát er tekorten zijn, dát studenten met technische opleidingen betere kansen hebben op de arbeidsmarkt, dát aansluiting tussen technisch onderwijs en arbeidsmarkt beter kan. Het gaat er niet alleen om wat een leuke studie is, maar ook over de vraag waar emplooi te vinden is. Onderwijs en bedrijfsleven moeten de kansen die er liggen samen aangrijpen. Zoals dat ook al op allerlei plekken in het land gebeurt: de bedrijfsschool van Tata Steel, de praktijkgerichte opleiding van Stenden Hogeschool en bedrijfsleven in Emmen, de RDM Campus in Rotterdam. Zo kan ik nog meer voorbeelden noemen van prachtige initiatieven die vrucht afwerpen.” En als het goed is gaat het Techniekpact nog veel meer van dit soort vruchten afwerpen. “Daarbij is het belangrijk dat de gemaakte afspraken worden uitgevoerd en indien nodig worden aangescherpt of bijgesteld”, stelt De Krom. “Landelijk door een regieteam, maar vooral regionaal door een goede uitvoeringsstructuur in de regio’s in te richten. Het Techniekpact is gesloten ter ondersteuning van de regio’s: dáár gebeurt het, dáár zitten de bedrijven, onderwijsinstellingen, leerlingen, studenten en werknemers. Soms kun je aansluiten op verbanden die er al zijn, zo hebben Eindhoven, Twente en Zwolle al een eigen techniekpact. Soms moet er een nieuwe structuur worden ingericht. Maar het doel is overal gelijk: op weg naar een evenwichtige arbeidsmarkt voor technici in 2020.” p Meer informatie: www.techniekpact.nl

rijk investeert in techniekpact Kiezen voor de techniek: Het kabinet trekt eenmalig 100 miljoen euro uit om meer bètadocenten in het voortgezet onderwijs te krijgen en de pabo’s in staat te stellen meer aandacht aan techniek te geven. Leren in de techniek: Er komt een investeringsfonds waar het Rijk, werkgevers en regio’s ieder 100 miljoen euro in stoppen om meer te investeren in publiek-private samenwerking in onderwijs in de regio. Werken in de techniek: Het kabinet heeft voor het bevorderen van scholing en van werk-naar-werk-trajecten 300 miljoen euro voor cofinanciering van de sectorplannen gereserveerd. De sociale partners in de techniek stellen deze sectorplannen najaar 2013 op.


VED BY RO

PR

NA

LS

AP P

Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. OFESS

IO

Thomas Shiftleader

Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het

Peter

Senior operator

over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?

KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com


ONLINE STEMBUS OP 27 MEI OPEN Aan wie kan Michel Meertens, Plant Manager of the Year 2012, het stokje doorgeven als boegbeeld van de procesindustrie? Aan Peter Kilburn, Cas König of Gerwin Meulenbeld? Op 6 juni wordt tijdens Deltavisie de Plant Manager of the Year 2013 bekendgemaakt. Voorafgaand aan de verkiezing kan iedereen vanaf 27 mei 12.00 uur filmpjes van de kandidaten bekijken en online een stem uitbrengen. Tekst: Evi Husson

T

ijdens het jaarcongres Deltavisie op 6 juni geven de drie genomineerden in een column hun visie op innovatie nu en in de toekomst; op hoe een plantmanager hiervan optimaal gebruik kan maken om het eigen bedrijf maar ook de Nederlandse en Vlaamse industrie vooruit te helpen. Na een discussie kan het publiek zijn stem uitbrengen. Deze stem wordt naast het deskundige oordeel van de jury en een online stemronde meegenomen in het eindresultaat. De jury wordt dit jaar gevormd door Jos Benders

CAS KÖNIG (46)

PLANTMANAGER BIJ ESD-SIC IN DELFZIJL, PRODUCENT VAN SILICIUMCARBIDE. 26 Chemie magazine mei 2013

(juryvoorzitter en voormalig topman Lyondell), Colette Alma (directeur VNCI), Cor Kloet (ambassadeur Spie Nederland) en de winnaars van de verkiezing van de drie voorgaande edities: Michel Meertens (DSP), Edith Romp (Avebe) en Dik Schipper (Dow). De uiteindelijke winnaar is een jaar lang boegbeeld van de procesindustrie. Kennismaken met de drie kandidaten kan nu al door de foto’s van de kandidaten in dit artikel te scannen met smartphone of tablet (zie uitleg in kader of kijk op www.petrochem.nl/pmy2013).

Innovatie ESD-SIC is de meest milieuvriendelijke en energiezuinigste siliciumcarbideproducent ter wereld en is als Best Reference beoordeeld in de EU. “Toch zijn we nog continu bezig het milieuaspect te verbeteren door middel van innovatie”, zegt König. “Zo verbranden we in onze elektriciteitscentrale het gas dat bij het productieproces vrijkomt. Hiermee wekken we ongeveer 15 procent van onze eigen energiebehoefte op. Vorig jaar deden we een investering om van die 15 procent 18 procent te maken. Innovatie is een manier om te overleven. Zonder innovatie zouden we er al lang niet meer zijn. De

ideeën komen bovendien vanzelf. Het is juist zaak ze door te zetten en het voor elkaar te krijgen. Dat is een aandachtspunt.” Wens voor de toekomst Met enige regelmaat ervaren omwonenden geurhinder van het bedrijf. Om dit aan te pakken is er met de omgeving een memorandum van verstandhouding opgezet. König wil in de toekomst nog verder werken aan het reduceren van de geuremissie. “We zijn bezig met een nieuw geurreductieplan, dat de komende jaren als gespreksdocument zal dienen.”


Plant Manager of the Year

PETER KILBURN (49)

PLANTMANAGER BIJ LUBRIZOL IN DELFZIJL, PRODUCENT VAN NAGECHLOREERDE PVC. Innovatie Innovaties en verbeteringen die in Delfzijl worden bedacht en geïmplementeerd, probeert Kilburn

ook over te brengen naar de zusteronderneming in het Amerikaanse Louisville. Maar best practice werkt volgens hem niet altijd: “De gelijkaardige fabriek in Louisville maakt anderhalf keer zo veel product als onze fabriek maar gebruikt daarbij drie keer zo veel reactoren als wij. Je wilt nieuwe ideeën delen, maar tegelijkertijd moet je het toch zelf uitvinden. Als wij een goed idee zien, pakken we dat meteen op. En daarmee kun je er in Europa echt bovenuit steken.” Wens voor de toekomst Een wens van Kilburn is om het product in de toekomst ook in Europa te verspreiden. “We zijn niet de goedkoopste plek om te produceren en we zitten erg ver af van de markt: Azië, India en het Midden-Oosten. Daarom moeten we steeds blijven

innoveren. Het zou mooi zijn om ook Europa als afzetgebied te hebben.” Quotes “De implementatie van innovatieve ideeën zorgt voor een gezonde industrie, nu en in de toekomst.” “Een van mijn hoofdtaken is de continuïteit in Delfzijl blijven behouden. Dat is ook waar onze kracht ligt. Ondernemerschap is de kracht van Nederlandse productielocaties.” “Mensen worden vaak onderbenut in hun werk, maar je kunt juist grote stappen voorwaarts maken door iedereen te betrekken bij de hele bedrijfsvoering.”

communicatielijnen, dan kun je innovaties heel snel doorvoeren. Innovatie is een must. Als er geen geld is, zoals in crisistijd, word je innovatief. Daarom is het soms noodzakelijk urgentie te creëren, om juist vooruitgang te kunnen boeken.”

WANNEER DIT ICOON IN EEN AFBEELDING STAAT KUNT U HET BIJBEHORENDE FILMPJE BEKIJKEN DOOR MET UW SMARTPHONE OF TABLET DE FOTO TE SCANNEN. • Installeer de app ‘iLinqs’ op uw smartphone of tablet. • Start de app op uw smartphone of tablet. • Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst. • Het bijbehorende filmpje verschijnt op uw smartphone of tablet.

GERWIN MEULENBELD (40)

Quotes “Goed functioneren heeft vooral te maken met het bezig blijven met productie en voldoende aandacht geven aan personeel.” “30 tot 35 procent van de bezetting volgde trainingen die puur gericht waren op het bewust maken van de eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden.” “De overheid laat zich grotendeels sturen door druk van buitenaf. Door in gesprek te gaan met ngo’s krijg je meer zaken voor elkaar op duurzaamheidsgebied.”

PLANTMANAGER BIJ PURAC IN GORINCHEM, PRODUCENT VAN MELKZUUR EN DERIVATEN.

Innovatie Sinds de operational excellence beter op orde is, kiest Purac ervoor aan de productkant te innoveren. Meulenbeld kijkt hoe producten nog verder gediversifieerd, slimmer neergezet en geperfectioneerd kunnen worden. “Je moet je processen zo begrijpen dat je innovatieve technologie verder kunt brengen. Snel nieuwe technologie volwassen laten worden. We zitten daarom erg dicht op research en marketing en durven ons open te stellen. Het is eng, zij benaderen de business van een heel andere kant, maar als je kunt zorgen voor goede

Wens voor de toekomst Meulenbeld wil met Purac nog dichter bij de klanten gaan zitten, om hen zo nog beter te kunnen helpen. Quotes “Door strak om te gaan met wetgeving heb je intern een extra driver om nog efficiënter te produceren. Het levert een win-winsituatie op.” “Nu communiceer je al bij het vermoeden dat er zich een probleem voordoet of kan voordoen. Als je niet op tijd hebt geschakeld, krijg je moeilijke vragen. Als bedrijf moet je je mensen hierin trainen.” “Je moet als management een cando-attitude uitstralen. Laat maar zien dat je plannen degelijk zijn en dat je ze graag wil uitvoeren. Als je eenmaal dat vertrouwen kunt winnen, krijg je mooie projecten gerealiseerd.” mei 2013 Chemie magazine 27


De Nachtwacht hangt na tien jaar weer op z’n plek.

28 Chemie Magazine mei 2013


Uitgelicht

FOTO: RIJKSMUSEUM

Sikkens, onderdeel van AkzoNobel, heeft alle verf geleverd voor het onlangs heropende Rijksmuseum in Amsterdam. Ook bij de ontwikkeling van de decoratiekleuren van architect Pierre Cuypers uit 1885 speelde de verffabrikant, samen met Stichting Restauratie Atelier Limburg en ontwerper Jean-Michel Wilmotte, een prominente rol. De grootscheepse renovatie van het Rijksmuseum begon in 2003. Het Spaanse architectenbureau Cruz en Ortiz wilde het museum bouwkundig in oorspronkelijke stijl terugbrengen. Dat betekende ook het terughalen van de rijke decoraties van Cuypers. Aan de hand van schilfers van oude verflagen werd de kleur en de chemi-

sche samenstelling van de oorspronkelijke verf achterhaald. De monsters werden vergeleken met oude verfrecepten, wat uiteindelijk leidde tot de samenstelling van de Cuypers-waaier: ruim zestig matte kleuren uit 1885 die gebruikt zijn voor de wand- en plafonddecoraties. De versieringen werden gereconstrueerd aan de hand van oude foto’s, archieven en restanten van decoraties. Daarnaast zijn er acht nieuwe kleuren ontwikkeld voor de wand- en plafondschilderingen. In totaal is er meer dan 8000 liter verf gebruikt voor het gerenoveerde Rijksmuseum. Sikkens was eerder betrokken bij de restauratie van onder meer het Kröller-Müller Museum, paleis Het Loo en de Van Nelle Fabriek.

mei 2013 Chemie Magazine 29


Dow gaat Dioxaan en benzeen in De gronD met bomen te lijf

PoPulieren en wilgen zuigen bodem schoon Nee, er is geen bos in aanbouw op het Dow-terrein in Terneuzen. Ook al zijn er half april 240 populieren geplant en werden er in 2010 al 33 wilgen neergezet. De bomen dienen een ander doel: bodemsanering. “Het zijn allebei snelgroeiende bomen die veel water opnemen”, zegt remediation manager Wim Staal. En daarmee zuigen ze BTEXchemicaliën, zoals benzeen en dioxaan, als een rietje uit de bodem. tekst: adriaan van Hooijdonk

30 Chemie magazine mei 2013


milieu

wat is fytosanering?

Fytosanering is een techniek voor bodemzuivering waarbij planten, bomen en meststoffen worden ingezet om vervuiling in de grond op te ruimen en verdere verspreiding te voorkomen. De techniek is zeker niet nieuw en is inmiddels bij verschillende bodemsaneringsprojecten toegepast. In de jaren tachtig werden er na de kernramp in Tsjernobyl al zonnebloemen geplant om radioactieve stoffen uit de bodem te verwijderen. En in België schakelde Total advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV in om een verontreinigd terrein door middel van fytoremediatie te saneren. Het Japanse ministerie van Landbouw en Visserij overweegt momenteel industriehennep in te zaaien om de bovenste grondlaag van het gebied dat door de kernramp in Fukushima werd getroffen te ontdoen van radioactieve stoffen. De geoogste hennep is niet alleen bruikbaar voor verschillende industriële toepassingen, maar ook voor de opwekking van groene energie.

tend was, waardoor de wilgen werden gedwongen om zo veel mogelijk grondwater in plaats van hemelwater op te nemen. Die laatste methode bleek het meest effectief. langzaam maar zeker verdwijnt een deel van de verontreiniging uit de bodem. Staal licht toe hoe deze vorm van fytosanering (zie kader) in zijn werk gaat. “in de wortelzone van de wilgen wordt het grootste deel van de benzeen, die bestaat uit koolstofringen en waterstof, afgebroken. een klein deel wordt opgenomen en in de boom omgezet zodat die kan groeien. Het restant verdampt op de bladeren. met als resultaat dat de verontreiniging grotendeels op een natuurlijke manier wordt afgebroken.”

Vervolg op succes

‘V

oor het gebruik van bomen en planten om verontreinigde grond te saneren, heb je jaren de tijd nodig”, benadrukt wim Staal, remediation manager bij Dow benelux. Dat heeft hij geleerd uit het proefproject dat Dow in 2010 startte op de site in terneuzen. er werden 33 wilgen geplant op een proeflocatie van 40 bij 60 meter om onder andere ethylbenzeen uit de bodem te verwijderen - een europese primeur. De wilgen werden op drie verschillende manieren geplant: in de bodem en met twee soorten kunststoffolie om de wortels. Daarbij sloot de ene folie de wortels rondom volledig af, terwijl de andere variant enigszins doorla-

De succesvolle proef was reden genoeg voor Dow om op het terrein ook 240 populieren te planten om een historische grondwatervervuiling met dioxaan aan te pakken. “net als wilgen zijn populieren snelgroeiende bomen en nemen ze veel water op”, zegt Staal. Dow heeft volgens hem ook de methode ‘in-situ chemische oxidatie’ (iSCo) onderzocht om de dioxaanverontreiniging te verwijderen. bij iSCo worden chemicaliën in de bodem geïnjecteerd om dioxaan in milieuonschadelijke verbindingen om te zetten. “er zijn momenteel onvoldoende succesvolle referentieprojecten. en wij willen uiteraard zeker weten dat het werkt.” Dus werden er populieren geplant. De dioxaanverontreiniging op de site kwam in 2010 aan het licht bij

gericht grondwateronderzoek. Dow heeft tot de jaren tachtig in terneuzen dioxaan geproduceerd als additief voor gechloreerde koolwaterstoffen, toegepast in papier-, katoen-, en textielindustrie en ook in koelvloeistof voor auto’s. Doordat de stof volledig oplost in water is een verontreinigde bodem erg moeilijk te saneren. Dow brengt momenteel de omvang van de verontreiniging in kaart. Staal: “Uiteraard hebben we de vervuiling meteen aan de provincie gemeld. met deze maatregelen wordt verdere verspreiding gereduceerd en beheerst, conform onze beschikking.”

Diep in de grond

Het grote verschil tussen de bodemverontreiniging op het Dow-terrein met enerzijds dioxaan en anderzijds btex - een groep chemicaliën bestaande uit benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen - is dat de dioxaanverontreiniging zich veel dieper bevindt. De btex-chemicaliën zijn normaliter een stuk lichter en drijven als het ware op het grondwater, terwijl dioxaan soms wel zes meter of dieper in de grond zit. Staal: “Daarom hebben we de populieren ‘rietjes’ gegeven, zodat de wortels het verontreinigde grondwater uit de diepere lagen halen. Doordat er enige onderdruk ontstaat ten opzichte van de omgeving wordt het verontreinigde grondwater via de rietjes en de wortels naar de bomen geleid. De bomen nemen de stof op, die vervolgens in de bladeren terechtkomt en door het daglicht in enkele seconden e mei 2013 Chemie magazine 31


Veel belangstelling Voor dow-Project

Verschillende bedrijven hebben inmiddels contact met Wim Staal van Dow Benelux opgenomen om meer informatie te krijgen over de resultaten van de eerste proef. “Wij wisselen onze ervaringen graag uit met andere ondernemingen, zodat zij er ook gebruik van kunnen maken. Dat past immers goed in de Responsible Care-gedachte van de chemie-industrie.” Dow deelt haar ervaringen eveneens in het Network for Industrially Contamined Land in Europe (Nicole). Het netwerk brengt bedrijven die kampen met bodemverontreiniging in contact met adviseurs en wetenschappers. Tijdens de eerstvolgende workshop, van 12 tot 14 juni in Lissabon, staan de nieuwste ‘groene’ technologieën om bodemverontreinigingen op te lossen centraal. Er komen onder meer vertegenwoordigers van andere chemiebedrijven om over hun ervaringen te praten.

Dioxaan wordt in bladeren onder invloed van daglicht afgebroken

Meer informatie: www.nicole.org

wordt afgebroken.” Het principe is uitvoerig getest in erkende externe laboratoria in de Verenigde Staten. “Daarbij hebben we onder meer gekeken naar de manier waarop de bomen op de vervuiling reageerden. ook hebben we met verschillende zoutgehaltes geëxperimenteerd. in zeeland hebben we door de ligging immers met brak water te maken.” Staal benadrukt dat Dow zich niet in een waterwingebied bevindt. Daarom is er geen kans dat er dioxaan in het drinkwater terechtkomt. bovendien neemt het bedrijf niet alleen met de populieren, maar ook op andere manieren maatregelen om verdere verspreiding van verontreinigd grondwater te beheersen. Hij legt uit dat het hemelwater infiltreert in de bodem en uiteindelijk na vele jaren via het grondwater naar de westerschelde stroomt. “bij een grondwaterverontreiniging op een andere locatie van het terrein zorgen wij ervoor dat we precies tussen de bron en de westerschelde zitten en verontreinigd grondwater oppompen. Het verontreinigd grondwater trekken we daardoor naar ons toe, zodat er een scheiding blijft bestaan tussen schoon en verontreinigd water. Het vervuilde grondwater, dat onder andere btex-chemicaliën bevat, reinigen we in een speciale installatie.”

Tien tot vijftien jaar

Het zal volgens Staal nog zeker tien tot vijftien jaar duren voordat de 32 Chemie magazine mei 2013

Populier Boompaal met boomband Gaas

Grind

Voedingsbuis Grond Beluchtingspijp

Boomput

'Rietje' voor opname van grondwater

dioxaanvervuiling volledig onder controle is. tot die tijd moeten de bomen voorkomen dat de dioxaanverontreiniging zich verder verspreidt. De 240 populieren hebben een zuiveringscapaciteit van ongeveer 440 kubieke meter per jaar en het bedrijf is nog volop bezig om de omvang van de bronverontreiniging in kaart te brengen. “De bomen voorkomen in ieder geval dat grondwater met dioxaan in het oppervlak-

Grondwater met dioxaan

Afdichting van bentoniet

tewater terechtkomt. wanneer we precies weten hoeveel dioxaan en in welke omvang er in de grond zit, kunnen we naar andere verwijderingsmethodes gaan kijken. bijvoorbeeld via installaties die met ultraviolet licht het product afbreken. De ontwikkeling van bodemsaneringstechnieken is volop in beweging, dus we gaan ook onderzoeken welke andere mogelijkheden momenteel beschikbaar zijn.” p


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

ATM

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


chemiesector kan met helpdesk meer werk maken van biodiversiteit

Natuurlijk kapitaal zoekt iNvesteerders De chemiesector kent een aantal koplopers die biodiversiteit al een belangrijke plaats geven in hun bedrijfsvoering, en daarmee investeren in natuurlijk kapitaal. Een groot peloton daarachter vindt het onderwerp weliswaar interessant, maar neemt nog steeds een afwachtende houding aan. Dit terwijl er diverse mogelijkheden zijn om hen richting de kopgroep te helpen, zoals de nieuwe (gratis) Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

‘b

iodiversiteit is voor veel bedrijven nog een volstrekt onbekende term”, stelt Rob Regoort. De voormalig manager duurzaamheid en innovatie van AkzoNobel werkt tegenwoordig bij natuurorganisatie IUCN NL en spreekt zelf liever van ‘natuurlijk kapitaal’. “Deze omschrijving sluit beter aan bij de taal van het bedrijfsleven. Kapitaal is immers iets waar je zuinig op moet zijn. En dat er een prijskaartje aan het gebruik van diensten die de natuur levert komt te hangen, is een onvermijdelijke ontwikkeling. De tijd dat bedrijven gratis gebruik kunnen maken van water, schone lucht en andere zaken, is over een aantal jaren zeker voorbij. Wanneer precies weet niemand, maar dát het gaat gebeuren, staat vast.”

illustr atie: a ad goudappel

Toenemende druk

34 Chemie magazine mei 2013

Hij verwijst naar rapporten van onder meer het Wereld Natuur Fonds die aangeven dat ondernemingen een te groot beslag leggen op de natuur en haar bronnen. En met de negen miljard mensen die straks op deze aarde rondlopen, wordt de druk alleen maar groter. “Nu al zie je dat de druk vanuit de overheid, maar ook vanuit de consument toeneemt om hier iets aan te veranderen. Zelfs in China realiseert de overheid zich dat ze tegen de grenzen van de groei aanlopen. Bedrijven moeten hierop anticiperen, anders komen ze in de toekomst in de problemen.” Regoort ondersteunt natuurorganisatie IUCN NL in haar contacten met het bedrijfsleven. “Ik leg verbindingen


Milieu

tussen ngo’s en bedrijven en probeer ervoor te zorgen dat ze dezelfde taal spreken. Daarbij stimuleer ik ondernemingen om vooral goed te kijken naar de ecologische effecten die ze in de keten veroorzaken. De eigen processen kunnen goed op orde zijn, maar als je niet verder kijkt, kun je voor onaangename verassingen komen te staan. Bijvoorbeeld dat bepaalde essentiële grondstoffen ineens niet meer beschikbaar zijn. Daarom is het belangrijk dat bedrijven de bedreigingen, maar ook de kansen van ketenbeheer goed op het netvlies hebben staan.” Het is tekenend voor de tijdsgeest dat bedrijven en ngo’s samen optrekken om het natuurlijk kapitaal zo veel mogelijk te beschermen.“Een aantal jaren geleden was het nog ondenkbaar”, stelt senior business advisor Pieter Copper van IUCN NL. “Maar inmiddels hebben we met twintig multinationals, waaronder AkzoNobel en DSM, het partnershipprogramma Leaders for Nature opgezet. Deze bedrijven werken met onze leden samen en zijn ervan doordrongen dat ze hun ecologische voetafdruk moeten verminderen. Dat is immers ook in hun eigen belang. Alleen al voor hun grondstoffen zijn bedrijven afhankelijk van de natuur. Daarnaast levert de natuur belangrijke diensten, zoals de zuivering van water en de opslag van CO2.”

Enthousiasmeren

Maar hoe overtuig je een sceptische plantmanager die al genoeg aan zijn of haar hoofd heeft? Rein Willems: “Ik ga liever eerst het gesprek aan met de manager die verantwoordelijk is voor de bouw of uitbreiding van een plant. Die moet vanaf het begin rekening houden met de effecten op het milieu. Het gaat erom dat bedrijven het begrip no net loss operationaliseren. Daar bedoel ik mee dat een bedrijf zijn activiteiten zo vormgeeft dat er onder aan de streep geen sprake is van biodiversiteitsverlies of negatieve gevolgen voor het ecosysteem.”

Kringlopen sluiten

Pieter Copper van IUCN NL benadrukt dat het nemen van compensatiemaatregelen, zoals de aanleg van nieuwe natuur, de allerlaatste stap is in de filosofie van no net loss. “Bedrijven moeten eerst zo veel mogelijk voorkomen dat ze negatieve impact veroorzaken. Bijvoorbeeld door hun emissies te reduceren en licht- en geluidshinder te beperken.” Chemiebedrijven kunnen volgens hem nog grote slagen maken om hun energieverbruik te reduceren. “Daarnaast maakt de sector gebruik van steeds schaarser wordende grondstoffen uit de mijnbouw, die negatieve effecten op het natuurlijk kapitaal met zich meebrengen. Daarom is het belangrijk dat bedrijven kringlopen zo veel mogelijk proberen te sluiten en nadenken hoe ze door innovatie op alternatieven kunnen overschakelen, zoals groene, hernieuwbare grondstoffen.” Regoort benadrukt dat ons huidige financieel systeem het grootste gedeelte van het natuurlijk kapitaal nog geen waarde geeft. “Daarom nemen we eigenlijk permanent verkeerde beslissingen. Maar dat gaat zeker veranderen. Bedrijven kunnen daarvoor hun kop in het zand steken, maar ik raad ze aan om over hun strategie op de lange termijn na te denken. Anders komen ze op termijn voor onaangename verrassingen te staan.” p

Rein Willems, voorzitter van het Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie (BEE), signaleert dat de belangstelling binnen bedrijven voor het onderwerp toeneemt. Het platform - een samenwerking tussen ondernemersorganisatie VNO-NCW en natuurorganisatie IUCN NL - nam het initiatief tot de gratis Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit (zie kader). “In het peloton achter de koplopers zit een grote groep bedrijven die wel interesse hebben, maar vooralsnog een afwachtende houding aannemen. Met de helpdesk richten wij ons vooral op deze groep. Doel is om hen te enthousiasmeren en concrete middelen aan te bieden waarmee ze onder meer hun Meer informatie over de subsidieregeling Biodiversiteit & ecologische voetafdruk in kaart kunnen brengen.” Bedrijfsleven: www.agentschap.nl/programmas-regelingen/subsidieregeling-biodiversiteit-bedrijfsleven Dergelijke middelen zijn op zich zeker niet nieuw. Zo ontwikkelde BASF aan het eind van de jaren negentig al Meer informatie over het platform: www.platformbee.nl een eco-efficiencyanalyse waarmee verschillende VNCI-leden aan de slag zijn gegaan. De afgelopen jaren zijn er nog veel meer tools, scans en analysemethodes beschikbaar gekomen van de meest uiteenlopende organisaties. Het zijn er eigenlijk zo veel, dat sommige bedrijven door de bomen het bos niet meer zien. Secretaris Erik van Zadelhoff van De Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit wordt bemand door adviesbuhet Platform BEE bevestigt dat het reau CREM en het Center for Sustainability van Nyenrode Business Univererg lastig is om bedrijven de juiste siteit, en biedt ondersteuning aan bedrijven die aan de slag willen met vermiddelen aan te reiken. “Momenteel duurzaming. Adviseurs van de helpdesk verkennen op welke manier behoud zijn we bezig om een quickscanmevan biodiversiteit en ecosystemen een integraal onderdeel kan worden van thode te ontwikkelen. Daarmee kun- de strategie en bedrijfsvoering van de onderneming. Als vervolg op de nen bedrijven per sector snel (maximaal drie) gratis adviesdagen kunnen bedrijven een beroep doen op inschatten waar de grootste milieuhet uitgebreide netwerk van kennisinstellingen, natuurorganisaties en impact in de keten plaatsvindt en op adviesbureaus van de helpdesk. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een biodiverwelke manier ze die kunnen reduce- siteitsactieplan of een concreet pilotproject. ren. Bedrijven hebben veel behoefte aan dit soort korte, praktische Meer informatie: www.bedrijfslevenenbiodiversiteit.nl of tel. 0346 - 29 13 33. adviezen.”

Helpdesk BedrijfsleveN & Biodiversiteit

mei 2013 Chemie magazine 35


VEEL KANSRIJKE BIOBOUWSTENEN VOOR DE CHEMIE

‘GROENE TECHNOLO ONTWIKKELEN IS EE Onderzoekers van chemiebedrijven en universiteiten zoeken al enige jaren naar mogelijkheden om uit biomassa bestaande en nieuwe chemicaliën te maken. Hoever zijn ze daarmee? Welke groene bouwstenen zijn voor de chemie het meest kansrijk? Daan van Es van de Wageningen Universiteit en Pieter Bruijnincx van de Universiteit Utrecht vertellen over de stand van zaken. Tekst: Erik te Roller

BEELD: SHUT TERSTOCK

D

36 Chemie magazine mei 2013

e inzet van groene grondstoffen is niet nieuw. Tot halverwege de negentiende eeuw maakte de chemie gebruik van grondstoffen uit de landbouw. Daarna kwamen achtereenvolgens steenkool, olie en gas als fossiele grondstoffen op en nam de chemie een hoge vlucht. De groene grondstoffen zijn overigens nooit helemaal van het toneel verdwenen. Op basis van suiker, en ook op basis van plantaardige vetzuren, worden diverse chemicaliën gemaakt, zoals ethanol en melkzuur. In de komende jaren wil de chemische industrie meer groene grondstoffen inzetten om de netto-CO2-uitstoot te verminderen en minder afhankelijk te zijn van fossiele grondstoffen. De chemische industrie kan in principe op twee manieren van grondstoffen uit biomassa worden voorzien. Ten eerste door biomassa om te zetten in bestaande bulkchemicaliën, waarmee chemiebedrijven hun bestaande producten kunnen blijven maken. Ten tweede door hoogwaardige verbindingen uit biomassa te isoleren en die chemisch aan te passen tot nieuwe chemische producten. “Maar bio is niet per definitie duurzaam”, waarschuwt Daan van Es, senior onderzoeker organische chemie en katalyse van Food & Biobased

Research van de Wageningen Universiteit, een instituut dat onderzoek doet in opdracht van bedrijven en de overheid. “Je moet goed kijken naar wat je per saldo aan CO2-uitstoot vermijdt. Als je eerst gewassen teelt en oogst, daar suiker uithaalt en die stript tot een eenvoudige koolwaterstof, is het maar de vraag of dat altijd beter is dan een bouwsteen op basis van fossiele grondstoffen te produceren. Als je van de zes koolstofatomen van suiker er slechts twee benut en vier weggooit in de vorm van CO2 dan is dat niet erg efficiënt. Je moet dat per geval bekijken. Wanneer je met petrochemie bijvoorbeeld kunststoffen voor duurzame toepassingen maakt, is daar niets mis mee.” “Je moet eigenlijk kijken naar de totale efficiëntie van de productie van biobrandstoffen en biobased chemicaliën in een bioraffinaderij”, merkt Pieter Bruijnincx op. Hij is onderzoeker van de groep Anorganische Chemie & Katalyse van de Universiteit Utrecht. “Wellicht is de CO2-winst van de productie van de chemicaliën in relatief kleine volumes minimaal of zelfs negatief. Maar de extra waarde die deze chemicaliën opleveren, maakt het mogelijk een groot volume aan biobrandstoffen economisch te produceren, wat wel een flinke CO2-winst kan opleveren.”


Biobased

OGIE EN OPEN RACE’ BIOMASSA OMZETTEN IN BESTAANDE BULKCHEMICALIËN

“Het vervangen van fossiele chemicaliën door identieke groene chemicaliën wordt drop-in replacement genoemd”, zegt Bruijnincx. Zijn onderzoeksgroep doet al jaren onderzoek naar katalysatoren voor de chemie en sinds enkele jaren ook naar katalysatoren om bulkchemicaliën uit biomassa te halen. “De groene chemie gaat voornamelijk uit van suikers. Die haal je uit zetmeel afkomstig uit graan- of maïskorrels, of uit de cellulose- en hemicellulose-componenten van niet-eetbare plantendelen, zoals stengels en bladeren. Suikers kun je met microorganismen of chemische katalyse omzetten in allerlei chemicaliën, zoals ethyleen, butadieen, propaandiol en adipinezuur. De laatste is bijvoorbeeld een grondstof voor nylon 6.6 en nylon 4.6. Voordeel is dat de chemiebedrijven deze stoffen in hun bestaande installaties kunnen verwerken tot hun bestaande producten.” Bruijnincx verwacht dat de drop-in replacements voor een eerste golf van gedeeltelijke vergroening van de chemie zullen zorgen.

TOP-5

Is er al enige consensus over een top-5 van groene bouwstenen? Bruijnincx somt er vijf op: ethanol (basisstof voor onder andere ethyleen en butadieen), furaanverbindingen, levulinezuur, glycerol en biobased polyolen (xylitol, sorbitol, glycerol en propaandiol). Hij zegt er tegelijk bij dat dit een ‘persoonlijke’ lijst is. “Welke vijf platformchemicaliën de meeste kans maken, blijft voorlopig een open vraag. Als je het weet, kun je meteen aandelen kopen van bedrijven die op deze stoffen inzetten. In werkelijkheid is er sprake van een open race in technologie-ontwikkeling. Heb je eenmaal de technologie in handen om biomassa op efficiënte wijze om te zetten in bepaalde chemicaliën, dan kun je die ook voor het maken verschillende andere chemicaliën gebruiken.” Van Es geeft zijn top-5 op basis van suikers: barnsteenzuur, fumaarzuur, melkzuur, isohexides en furaandicarbonzuur. “Als je tot een goede top-5 wilt komen, kun je beter uitgaan van de verschillende soorten biomassa die beschikbaar zijn. Behalve suiker, cellulose en hemicellulose zijn dat ook plantaardige oliën. Onverzadigde vetzu-

ren uit plantaardige oliën worden nu al op grote schaal gebruikt in alkydharsen en verf. Verder loopt er onderzoek naar het omzetten van die vetzuren in zogenoemde lineaire alfa-olefines voor de productie van zeep, wasmiddelen, weekmakers en bepaalde typen polyetheen.” Hij ziet daarom met lede ogen aan dat Europa jaarlijks 20 miljoen ton vetzuurmethylesters afkomstig van koolzaadolie bijmengt met diesel om er biodiesel van te maken. “Die stoffen verbrand je gewoon, terwijl je daar in principe heel veel hoogwaardige chemicaliën van kunt maken, zoals lineaire alfa-olefinen.” Een andere bron van groene grondstoffen is glycerol, dat als bijproduct vrijkomt bij het maken van biodiesel. Glycerol is een bouwsteen voor onder meer acrylzuur en propyleenglycol, dat weer een van de uitgangsstoffen voor polyurethaan is. Van Es ziet ook veel in het telen van algen. “Ze leveren oliën, vetten en koolhydraten op voor de chemie en eiwitten voor voedsel. Maar we hebben nog een lange weg te gaan voordat we ze goed kunnen oogsten en raffineren tot de gewenste producten.”

NIEUWE CHEMISCHE BOUWSTENEN UIT BIOMASSA Een tweede golf van vergroening van de chemie zal volgens Bruijnincx komen van nieuwe chemische bouwstenen uit biomassa, dat wil zeggen van hoogwaardige stoffen uit biomassa die na een beperkte chemische aanpassing en tegen relatief geringe energiekosten producten opleveren met nieuwe aantrekkelijke eigenschappen. “Voordeel is dat je gebruik maakt van

alle chemie die de natuur al heeft ingebouwd in die stoffen. Nadeel is dat chemiebedrijven, om deze stoffen te kunnen benutten, andere processen moeten ontwikkelen en nieuwe producten met andere eigenschappen met hun klanten moeten uittesten. Dat kost meer tijd en geld.” Een voorbeeld van de tweede golf is Avantium, dat op basis van suiker langs chemi-

sche weg furaandicarbonzuur (FDC) maakt en op basis daarvan de kunststof PEF, een alternatief voor het materiaal van frisdrankflessen PET. Het bedrijf test dit proces uit in een proeffabriek in Geleen en levert de eerste PEF als testmateriaal aan Coca-Cola. Voordeel van PEF is dat koolzuur in de fles beter behouden blijft.

mei 2013 Chemie magazine 37


SCHALIEGAS EN BIOBASED CHEMICALS

‘Duurzaam is de chemie pas als zij alleen het nieteetbare deel van planten gebruikt’

Van Es ziet de opkomst van schaliegas vooral als een bedreiging voor de markt van biobrandstoffen en meer als een kans voor biobased chemicals. Bruijnincx merkt op dat schaliegas behalve methaan ook ethaan en propaan bevat, grondstoffen voor onder andere polyetheen en polypropeen. “Bij het kraken van ethaan en propaan komt echter nauwelijks, of in ieder geval te weinig, butadieen vrij, anders dan bij het kraken van nafta in Europa. Met de opkomst van schaliegas zal het aanbod van butadieen uit fossiel afnemen. De prijs gaat omhoog, waardoor het aantrekkelijker wordt om butadieen uit biomassa te maken. In Utrecht werken we daarom aan een chemisch-katalytische route om ethanol om te zetten in butadieen.” De opkomst van schaliegas kan ook tot een geringer aanbod van aromatische verbindingen (benzeen, tolueen en xyleen) in de wereld leiden. Er is echter nog geen kant-en-klare oplossing om aromatische verbindingen uit biomassa te winnen. Lignine is hiervoor de aangewezen grondstof. DSM en het Amerikaanse bedrijf Poet nemen komend najaar een fabriek in de staat Iowa in gebruik

die de stengels en bladeren van maïsplanten met behulp van enzymen en micro-organismen via suikers omzet in ethanol. Net als hout en stro bevatten de bladeren en stengels van maïs cellulose, hemicellulose en lignine. DSM zet de eerste twee om in suikers, maar kan met de lignine momenteel niet veel beginnen en zal dit verbranden om er nog wat energie uit te winnen. “Lignine is een complex aromatisch polymeer, waaruit aromatische verbindingen zoals fenol, tolueen en xyleen te winnen moeten zijn. Maar het zal nog wel tien tot dertig jaar duren voordat hiervoor een commercieel proces is”, stelt Bruijnincx. “Duurzaam is de chemie pas als zij alleen gebruik maakt van het niet-eetbare deel van planten, zoals DSM en Poet met hun nieuwe fabriek in de praktijk gaan brengen”, concludeert Van Es. “Uiteindelijk vormen groene grondstoffen de enige echt duurzame optie voor de chemie als we onze planeet willen behouden voor toekomstige generaties. Het is technisch allemaal haalbaar, maar kost alleen wat tijd.”

VOORBEELDEN VAN GROENE BOUWSTENEN, TUSSENPRODUCTEN EN TOEPASSINGEN *) BIOMASSA

GROENE BOUWSTEEN

BOUWSTEEN VOOR

suikers

ethyleen en propyleenglycol

TOEPASSING (in combinatie met andere chemicaliën) polyesters en polyurethanen

suikers

adipinezuur

polyamiden

cellulose (hout, gras)

barnsteenzuur

fumaarzuur, maleïnezuur en butaandiol

cellulose (hout, gras)

hydroxymethylfurfural (HMF)

cellulose (hout, gras)

levulinezuur

koolzaadolie, palmolie, algenolie

glycerol

koolzaadolie, palmolie, algenolie, tallolie (van naaldbomen)

onverzadigde vetzuren

suikerriet, bagasse, stro, gras, bietenpulp, hout bietenpulp, fruitafval, wieren

*) De lijst geeft slecht een aantal voorbeelden en is verre van volledig.

38 Chemie magazine mei 2013

polyesters, polyolen, polyurethaan, polyamiden, PBS, fijnchemicaliën polyesters (PEF furaandicarbonzuur kunststof voor o.a. frisdrankflessen) valerolacton, polyamiden, synthetisch methylterahydrofuraan en rubber, kunststoffen, ethyllevulinaat geneesmiddelen acrylzuur, ethyleenpolyacrylaten, polyesters, en propyleenglycol, polyurethanen, epichloorhydrine epoxyharsen LLDPE (kunststof lineaire alfa-olefinen voor verpakkingen), detergenten


Duurzame valorisatie tot materialen & energie Indaver biedt een duurzame aanpak voor industrieel afval. Indaver valoriseert 90 % van de 4.6 miljoen ton afvalstoffen die ze beheert tot materiaal of energie. Eigen grootschalige installaties, sterke expertise en een goede kennis van de Europese afvalmarkt vormen hierbij onze unieke troeven. Ook via on site investeringsprojecten bij de grootindustriĂŤle klant valoriseren we energie en materialen uit reststromen. Dit vereist een juiste kennis van complexe afvalstoffen en voldoende inzicht in productieprocessen. Indaver realiseert lange termijnoplossingen tegen de laagste Total Cost of Ownership. Conformiteit aan wet- & en regelgeving en zero risk op liabilities staan hierbij steeds voorop. salesinternational@indaver.com

Tel. +31 115 61 90 48

www.indaver.nl www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


400.000 40 Chemie Magazine mei 2013


Wetenswaardig Netwerkbedrijf Stedin heeft op 1 mei in de Rotterdamse Botlek een 2 kilometer lang stoomnetwerk in gebruik genomen. De eerste stoomlevering vindt plaats tussen afvalverwerker AVR/Van Gansewinkel als stoomleverancier en chemiebedrijf Emerald Kalama Chemical als stoomgebruiker. Door het netwerk gaan bedrijven efficiënter om met energie, besparen ze geld én wordt een aanzienlijke reductie van CO2-uitstoot gerealiseerd.

ton

Een stoomnetwerk verbindt industrieën die stoom in hun bedrijfsproces produceren met omliggende bedrijven die juist stoom nodig hebben. Het stoomnetwerk in de Botlek gaat jaarlijks ongeveer 450.000 ton uit afval opgewekte stoom transporteren van afvalverwerker AVR/ Van Gansewinkel naar Emerald Kalama Chemical, producent van conserveringsmiddelen, grondstoffen voor smaakstoffen, geurstoffen en weekmakers. Dit levert een verminderd gebruik van fossiele grondstoffen van zo’n 450.000 gigajoule op en een gereduceerde CO2-uitstoot van 25 tot 30 kiloton per jaar. Het is de bedoeling dat meer bedrijven zich op de leiding aan-

sluiten. Hierdoor kan de CO2uitstoot op termijn met wel 400.000 ton worden gereduceerd. Het stoomnetwerk levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de Rotterdamse klimaatdoelstelling: 50 procent CO2-reductie in het jaar 2025 ten opzichte van 1990. Naast Stedin, AVR/Van Gansewinkel en Emerald Kalama Chemical zijn ook het Havenbedrijf Rotterdam en bouwbedrijf Visser & Smit Hanab belangrijke partners bij de ontwikkeling van het stoomnetwerk. Ook het Rotterdam Climate Initiative - een initiatief van de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs - heeft het project de afgelopen jaren actief gesteund. Het stoomnetwerk is opgenomen in de Routekaart Chemie 2030. Hierin beschrijft de chemische industrie de ambitie om tot 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent te reduceren ten opzichte van 2005. De Routekaart toont welke initiatieven bedrijven uit de sector al hebben genomen, welke ze nog oppakken, en hoeveel ze bijdragen aan vermindering van broeikasgasemissie.

MINDER CO2-UITSTOOT DOOR STOOMNETWERK BOTLEK

mei 2013 Chemie Magazine 41


PROF.DR.IR. JAN ROTMANS PLEIT VOOR SNELLE TRANSITIE NAAR NIEUWE ECONOMIE

CIRCULAIR, CO2-VRIJ EN BIOBASED Dwarsdenker Jan Rotmans vindt dat de verduurzaming van de samenleving niet snel genoeg gaat en roept op tot actie. Vooral de energiesector leeft volgens hem nog te veel in het fossiele verleden. Maar ook de chemische industrie zou veel meer moeten inzetten op de biobasesd economy. Alleen al om economische redenen: “Binnen afzienbare tijd verdien je meer met biochemie dan met de huidige chemie.” Tekst: Igor Znidarsic

H

ij omschrijft zichzelf als professor en progressor, friskijker en dwarsdenker. Ook noemt hij zich activist. Maar formeel is prof. dr.ir. Jan Rotmans professor transities en transitiemanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, bij het Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT). Hij heeft meer dan tweehonderdvijftig publicaties op zijn naam staan op het gebied van klimaatverandering, duurzame ontwikkeling, transities en systeeminnovaties. Zijn eind vorig jaar verschenen boek In het oog van de orkaan gaat over de transitieprocessen in Nederland in sectoren zoals de zorg, de bouw en energie. Hij laat zien hoe deze kunnen worden gestuurd naar een duurzamere samenleving. De titel verwijst naar het windstille middelpunt van een orkaan, waarin velen zich volgens hem bevinden, waardoor ze de storm die door de samenleving raast niet zien. Energie is de sector die het meest blind is voor die storm. “Men zegt: laten we op dezelfde fossiele voet doorgaan en zo veel en zo lang mogelijk rendement halen uit de gedane investeringen in fossiele energie.” In mindere mate geldt dat volgens hem ook voor de (petro)chemie.

Welke kant zou de (petro)chemie op moeten gaan?

Jan Rotmans: “Elk groot chemieconcern zou nu al met de overgang naar bioraffinage bezig moeten zijn. Je hoeft daarvoor niet meteen de bestaande installaties te slopen. Kijk naar een bedrijf als DSM, dat uit de petrochemie komt. Het transformeert zich elke tien, vijftien jaar. Ze starten eerst een verkenning van de nichemarkten, dan hebben ze een soort schaduwlijn, en op het moment dat ze daar voldoende brood in zien hevelen ze het over naar de primaire productie. Zo zou elk bedrijf moeten opereren. Klein beginnen, experimenteren, kijken wat het oplevert, bij gebleken succes opschalen.” 42 Chemie magazine mei 2013

Is er voldoende grondstof voor een massale overschakeling op bioraffinage?

“De grondstof kun je gewoon telen. De komende tien, vijftien jaar gaan daarin spectaculaire ontwikkelingen plaatsvinden. We hoeven het overigens niet allemaal uit het buitenland te halen, we kunnen het ook hier telen. Je kunt de kassen van het Westland verplaatsen naar het havencomplex van Rotterdam en er niet voedsel maar biomassa in telen. Waarom maken we dat soort verbindingen niet?” Vanwege bepaalde economische belangen?

“Vooral vanwege het belang van de grote tuinders. In het Westland, met al die lieflijke dorpjes, staat de grootste glastuinbouwindustrie ter wereld. Dat verhoudt zich helemaal niet meer tot elkaar. Vroeger was de glastuinbouw van duizenden boeren, nu is het in handen van enkele tientallen tuinders. Ik zeg dan: haal het daar weg. Industrie moet je plaatsen waar die thuishoort: bij de chemie en bij de haven.” U laat het zo makkelijk lijken.

“Dat is het ook, als je maar de verbindingen maakt. De meeste transities mislukken omdat het ontbreekt aan verbindingen tussen de verschillende sectoren. Neem het noorden van Nederland: 70 procent is landbouwgrond, er is hoog ontwikkelde chemie in Delfzijl, er zijn havens, goede infrastructuur - het enige wat ontbreekt zijn de verbindingen. Nodig honderd boeren en honderd chemische ingenieurs uit, want die vinden elkaar van nature niet, en laat ze met elkaar praten over wat voor soort biopoducten je als boer zou kunnen maken.” Wie produceert dan de melk en de maïs?

“We hebben in Nederland een melkoverschot. De landbouw wordt nog steeds voor een deel gesubsidieerd. Als


Hoogleraar

die subsidies wegvallen, overleven maar weinig boeren. Eigenlijk is het dus een ongezonde situatie. Daarnaast wordt de toegevoegde waarde steeds kleiner. Daarom kun je met een deel van de grond veel beter andere dingen doen, met een beter verdienmodel. De toegevoegde waarde per producteenheid van de bio-economie is veel groter dan van de melkveehouderij. Waarom zou je het dan niet doen? Je wilt toch een nieuwe industrie opbouwen? Met 70 procent van hun areaal verdienen de drie noordelijke provincies minder dan 7 procent van hun bruto regionaal product. Nog even en ze verdienen niks meer, als ze niet veranderen.” Wat zouden de boeren moeten produceren?

“Ze moeten zelf biomaterialen en bioproducten maken. In de toekomst staat op elk boerenterrein een kleine

foto: holl andse hoogte

CV JAN ROTMANS

na zijn promotieonderzoek en zijn werk bij RIVM werd Jan Rotmans in 1997 professor bij de Universiteit van Maastricht (ICIs, International Centre for Integrative studies). In september 2004 richtte hij het onderzoeksinstituut dRIft op, het dutch Research Institute for transitions. daarmee werd hij professor in transities en transitiemanagement aan de erasmus Universiteit Rotterdam. naast zijn wetenschappelijk werk wil Rotmans ook een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de maatschappij. daarvoor richtten hij en Marjan Minnesma in 2007 - samen met een groep koplopers uit bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties - de stichting Urgenda op. chemische fabriek. Het kenmerk van de biobased economy is dat die kleinschaliger wordt, in tegenstelling tot de oude chemie die grootschaligheid nodig heeft om rendementsvoordelen te halen.” En de veiligheid dan? Ook al is de grondstof biobased, je maakt uiteindelijk gevaarlijke stoffen.

“Juist op kleine schaal is de veiligheid makkelijker te organiseren en te controleren dan op grote schaal. Bovendien kunnen de boeren een basisgrondstof maken en die aanbieden aan de industrie in Delfzijl, die er vervolgens andere stoffen van maakt.” Dat klinkt allemaal heel visionair, maar zolang er nog voor jaren fossiele grondstoffen zijn - zie schaliegas - ontbreekt de acute noodzaak. e mei 2013 Chemie magazine 43


“Schaliegas is nu heel goedkoop, maar wordt in de toekomst duurder. Shell transformeert nu van een olienaar een gasbedrijf, met het gas uit de Oekraïne en Qatar. Ze worden iets schoner. Maar dat is natuurlijk relatief. En het blijft de oude economie. Maar los daarvan: de circulaire, CO2-vrije en biogebaseerde nieuwe economie is niet nodig omdat er te weinig fossiele grondstoffen zijn. Het is niet zozeer een schaarsteprobleem, maar een ander verdienmodel. Je verdient binnen afzienbare tijd meer met biochemie dan met de huidige chemie, en meer met schone energie dan met fossiele energie.”

wel, maar in een totaal andere vorm. Of ze transformeren zich, of ze sterven af. In transities overleven drie van de vijf bedrijven niet. Kijk naar de grote scheepvaartindustrie die we vroeger hadden, en de auto-industrie. Op zich is dat gezond. Het zijn niet de grootste die overleven, ook niet de slimste. Het zijn degene die het grootste vermogen hebben om zich aan te passen aan de steeds veranderende omstandigheden. In de sector energie voorspel ik dat RWE en Eon binnen vijf tot tien jaar sneuvelen, omdat ze volledig hebben ingezet op fossiele energie en kernenergie, die nu uit de markt worden geprijsd.”

Waar ligt het omslagpunt?

En in de chemie?

“Daar zitten we al in. Alleen reageert de orde van de fossiele energie daar extra heftig op, door van conventioneel naar onconventioneel gas en olie te gaan. Ondertussen groeit de schone technologie met 20 tot 30 procent per jaar, zelfs in de diepte van deze crisis. Dat gaat binnen vijf tot tien jaar zo snel dat elk bedrijf gewoon moet omschakelen. Het stenen tijdperk kwam ook niet ten einde omdat er te weinig stenen waren, maar omdat er betere alternatieven kwamen. Je schakelt over naar een nieuwe economie omdat het aantrekkelijker wordt: schoner, rendabeler, voordeliger.” Voordeliger?

“De industrie betaalt nu nog relatief lage energieprijzen en heeft een relatief stabiele periode gekend de afgelopen tientallen jaren. Maar het wordt steeds instabieler. De olieprijs is zelfs in deze systeemcrisis behoorlijk hoog. Als we uit de crisis komen schiet de prijs omhoog, omdat de vraag weer toeneemt. Kijk, uiteindelijk wil niemand afhankelijk zijn van instabiele politieke regio’s en variabiliteit in prijs. We willen in Nederland toch ook niet afhankelijk worden van Poetin? Ieder land, iedere regio streeft naar onafhankelijkheid wat betreft grondstoffen. En elke sector, elk bedrijf gaat dat de komende jaren ook doen. Nu vindt men het nog moeilijk om afscheid te nemen van het oude verdienmodel, omdat men daaraan gewend is. Maar als er steeds meer kleine chemiebedrijven komen die op die nieuwe basis werken, en in de buurt kruipen van de grote bedrijven... Ik zie heel veel in innovatiecampussen waarbij leren, werken en ondernemen samengaan. In Zeeland gebeurt dat al, en in Dordrecht, en in Rotterdam, op de RDM-campus.”

“Een bedrijf als Shell, daar waren we vroeger trots op. Dat was een icoon. Maar dat is het niet meer. Als je op een van de laatste ongerepte stukjes natuur, de Noordpool, wilt gaan boren naar olie, dan moet je nooit meer het woord ‘duurzaamheid’ in de mond nemen. Als je het risico op ecologische ontwrichting bewust neemt…” Hoe kunnen we het tij keren?

“Een verdienmodel ertegenover zetten dat aantrekkelijker is. Of de maatschappelijke druk opvoeren, zoals gebeurd is bij de plofkip. Die wordt uit de supermarkten gehaald vanwege druk van Wakker Dier, dat schermt met het feit dat ze honderdduizenden mensen achter zich hebben staan. Dat werkt heel effectief. Zo zou het bij Shell ook kunnen gaan. Zodra ze op de Noordpool bezig zijn en er gebeurt iets, dan zijn de rapen gaar. Dan kunnen we zo de opstand in een aantal landen organiseren. Dan gaan mensen geen Shell meer tanken.” Veel obstakels worden gevormd door wet- en regelgeving. Hoe verander je dat?

“De meeste wegwijzers staan nog richting de oude, fossiele economie. De fossiele energie wordt op 53 manieren voorgetrokken, via allerlei fiscale en investeringsen schaalvoordelen, eigenlijk verkapte subsidies. Die wet- en regelgeving kunnen we alleen via de politiek veranderen. Wat ik nodig heb is een kantelaar in elke sector. Dwarsdenkers, zoals Peter Molengraaf van Alliander dat is in de energiesector en Jos de Blok, oprichter van Buurtzorg, in de zorg. Met die dwarsdenkers moeten we de politiek gaan bewerken.” Heeft u al iemand uit de chemie?

Hoe ziet de chemische industrie er volgens u uit in 2050?

“De petrochemie is dan helemaal verdwenen. De Exxons en de Shells bestaan in naam waarschijnlijk nog 44 Chemie magazine mei 2013

“Nee. Ik wil hierbij dan ook graag een oproep doen: als iemand uit de chemische industrie zich geroepen voelt, mag hij zich bij mij melden.” p

foto: holl andse hoogte

‘Het stenen tijdperk kwam ook niet ten einde omdat er te weinig stenen waren’


20.25 uur melding van de storing verwachte aankomsttijd 04.48 uur

Uw vacu端m- of drukluchtsysteem defect? Plotselinge piekproductie? Dan eist u een snelle oplossing. Aerzen International Rental staat 24/7 voor u klaar met 100% olievrije huurblowers en -compressoren. Wij helpen u razendsnel uit de brand met transport, installatie en inbedrijfname.

24/7 seRvice & suppoRt +31 (0)26 446 47 23 Aerzen i n t e r n At i o n A l r e n tA l Fotograaf 3, 6921 RR Duiven, +31 (0)26 4464723, info@aerzenrental.com, www.aerzenrental.com


MOCS intrOduCeert nieuwe verbindingSteChniek COMpOSieten

Niet lijmeN maar versmelteN Lichter, stijver, sterker, duurzamer én goedkoper. Volgens de Delftse starter MOCS heeft composiet alles in zich om in de toekomst eerste materiaalkeuze te zijn in de maritieme -, civiele - en bouwsector. Het bedrijf hoopt industrie én regelgevers te overtuigen van zijn nieuwe verbindingstechniek, die composietdelen niet lijmt maar met elkaar versmelt.

Foto: ca sper ril a

Tekst: Noortje van Dorp

Wouter Riedijk: “De techniek is nog geheim.”

46 Chemie magazine mei 2013


starter

C

omposiet wordt al veel gebruikt, het zit bijvoorbeeld in kogelwerende vesten, surfplanken, bruggen, vliegtuigen en scheepsrompen. Maar tot op heden worden grote, volledig composietenconstructies gemeden. Het is erg kostbaar om die met grote mallen uit één stuk te maken. De goedkopere variant van modulaire opbouw wordt nauwelijks toegepast, omdat gelijmde verbindingen een verzwakking zijn in het materiaal. Wouter Riedijk van starter MOCS uit Delft licht het probleem toe: “Er zijn oppervlaktes waarbij je het lijmen niet goed in de hand hebt, doordat je niet alle hoekjes en randjes kunt zien. Ook is de oppervlaktebehandeling voorafgaand aan het lijmen erg kritisch. Dat maakt de constructie minder betrouwbaar.”

Geheim

Classificatiemaatschappijen (inspectiebureaus voor machinerie en casco van schepen) zijn doorgaans verre van content met geplakte composiet scheepsrompen. En daar zag MOCS een gat in de markt. Compagnons Riedijk en Peter Madlener studeerden beiden af in maritieme techniek aan de TU Delft. Voortbordurend op Madleners afstudeeronderzoek naar verbindingsmethoden voor een modulair schip, ontwikkelden zij een techniek om composietpanelen te verbinden die gebruikmaakt van het materiaal zelf. De techniek is nog geheim; de aanvraag van patenten is in volle gang. Maar in grote lijnen komt het erop neer dat delen van de constructie van thermohardermateriaal voor 100 procent af zijn, en de nog te verbinden delen voor 50 procent. Door verhitting en druk kunnen deze delen samengebracht worden, waardoor het materiaal in elkaar overvloeit. Dit kan lokaal - het product hoeft niet volledig in de oven - en zelfs ook op locatie. Resultaat is een verbinding die net zo stevig is als het materiaal zelf. Deze micromodulaire manier van bouwen maakt het mogelijk om ook grote, sterke constructies zoals scheepsrompen volledig van composietmateriaal te bouwen. Riedijk: “Grote composiet scheepsrompen zijn

ijzersterk

een composiet is een ijzersterk materiaal, opgebouwd uit verschillende kunststofmaterialen: vezels (aramide-, glas- en koolstofvezels) en een bindmiddel (vaak kunststofharsen zoals hypoxie en polyester). composieten hebben verschillende kenmerken en daarmee kwaliteiten. Zo worden lichte glasvezelversterkende constructies in bruggen en vliegtuigen gebruikt, stijve koolstofvezelversterkende constructies in racefietsen, en taaie aramidevezelversterkende constructies in kogelwerende vesten. tegenwoordig erg kostbaar door de hoge malkosten en vele manuren. Wij werken toe naar goedkopere panelen die op kleine, of zelfs flexibele mallen te maken zijn en die je daarna met elkaar kunt verbinden. Dit resulteert in een kostenefficiënter productieproces en betere mogelijkheden voor automatisering.”

Vertrouwen wekken

Tot op heden is MOCS vooral bezig met pogingen om de industrie te overtuigen. Interesse is er, zo waren DSM en Damen Shipyards al betrokken bij het afstudeeronderzoek van Madlener. Toch hebben ze hun eerste target, toepassing van hun techniek in de maritieme sector, wat moeten bijstellen. “Vanuit onze studie hadden we een duidelijke focus. We geloven er nog steeds in, en hebben uiteindelijk het doel voor ogen om onze innovatie in de maritieme sector te lanceren. Maar het is nog een lange weg”, zegt Riedijk. Hij doelt dan vooral op de regelgeving rondom het bouwen van scheepsrompen met composietmateriaal. “Het gebruik van composiet is redelijk nieuw en heeft momenteel weinig vertrouwen van de classificatie-

maatschappijen. Het is enorm ingewikkeld om de dynamische belasting op een schip te berekenen. Het is iets van de lange adem, vooral ook omdat het zich op internationaal niveau afspeelt.” MOCS zoekt door naar een pilotproject in de scheepvaart, maar wil ook een pilotproject in een andere industrietak starten. In een industrie die direct de stap naar micro-modulair bouwen kan zetten, met een redelijk snelle markt, bijvoorbeeld leveranciers van grote-diameterpijpen. Die geometrie is eenvoudiger, en er moeten al erg veel verbindingen gerealiseerd worden. Ondertussen werken de twee ondernemers met een bedrijf in de offshore-industrie aan een project over duurzame energie, wederom geheim. En is er al een eerste modulair project van de band gerold: een coffeecorner. Een bijna 10 meter lange bar met een complexe geometrie waarin de mogelijkheden van een modulaire composietconstructie zijn aangetoond. Riedijk: “Leuk, maar niet onze corebusiness. Zo’n coffeecorner zit vooral in de afwerking, wij zijn veel meer met het kernproces - de verbinding - bezig.”

Composiet als standaard

Hoe groen?

Hoe ‘groen’ is modulair bouwen met composiet? “De carbon-footprint van een composiet brug is vele malen kleiner dan die van een metalen brug”, stelt riedijk. “Bovendien is de levensduur van een composiet brug vele malen langer en is die onderhoudsvriendelijker doordat het materiaal niet corrodeert. Het materiaal is niet 100 procent te recyclen, maar daar zijn ook al veel ontwikkelingen gaande. er wordt gewerkt aan biobased composieten, met goede eigenschappen. Dit voorjaar heeft DsM bijvoorbeeld een hars gelanceerd die voor 40 procent uit biologische grondstoffen bestaat. De potentie van duurzaamheid is er.”

Is composiet het materiaal van de toekomst? Als het aan MOCS ligt wel. “Staal en aluminium blijven hun eigen positieve eigenschappen houden, maar composiet kan naast die materialen zeker ook een standaard worden”, zegt Riedijk. “Zo zie je in de civiele markt een duidelijke trend naar composiet bruggen tot 40 meter. Wij zijn hier ook bij betrokken via engineeringsdiensten. Zo hebben we net een voorstudie afgerond voor de gemeente Noordoostpolder, en het constructieve conceptontwerp gemaakt van een brug.” p mei 2013 Chemie magazine 47


SCienCe WatCh ziet Brazilië, ruSland, india, China en zuid-Korea naderen

Brick-landen maken meters in onderzoek en patenten De Brick-landen zijn nog steeds in aantocht, zo blijkt uit gegevens van Science Watch. Als geheel zitten ze weliswaar nog niet op het innovatieniveau van de G7, maar ze komen wel steeds dichterbij. Het aantal wetenschappelijke publicaties - én hun impact - groeit, de Bricklanden vragen steeds vaker patent aan, en Zuid-Korea en (vooral) China kunnen zich in R&D-uitgaven al meten met de groteren der aarde. tekst: emma van laar

H

et onderzoeksbureau Science Watch dook diep in de Brick-landen en kwam boven met gegevens over r&d-uitgaven, human capital, onderzoekspublicaties en aangevraagde patenten. Volgens Science Watch zijn dit prima indicatoren om het innovatieve karakter van een land te onderzoeken. de belangrijkste conclusie luidt dat de Brick-landen op onderzoeksvlak veel meters gemaakt hebben, en dat zij soms verdacht dicht in de buurt komen van Westerse economieën. opvallend zijn ook de enorme verschillen tussen deze groeilanden onderling. om te beginnen wat harde cijfers, waarin de Brick-landen worden afgezet tegen de G7: de Verenigde Staten, Canada, duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, duitsland en Japan. in 1992 wist de G7 voor elke wetenschappelijke publicatie uit een Brick-land er ruim twaalf te schrijven en verhield een Brick-patent zich tot 6,2 G7-patenten. deze verhoudingen zijn volledig omver gegooid. in 2011 is de verhouding in onderzoekspapers 1:2,5 en op patentgebied is er met een verhou-

48 Chemie magazine mei 2013

ding van 1:1,2 bijna geen verschil meer.

Investeren in R&D

het bruto binnenlands product (bbp) voor de vijf Brick-landen is de afgelopen dertig jaar enorm gestegen, waarbij China de kroon spant met een groei van 300 miljard naar bijna 10.000 miljard euro. Maar ook zuidKorea laat indrukwekkende cijfers zien: van 90 miljard naar dik 1000 miljard euro. Vergelijk je het bbp met de r&d-uitgaven, dan laten alleen deze twee landen echte groei zien. zuid-Korea zat in 2010 op bijna 4 procent en China gaf bijna 2 procent uit aan onderzoek, waarmee het investeringsniveau vergelijkbaar is met Frankrijk en Groot-Brittannië. Brazilië, rusland en india cirkelen daarentegen al jaren rond de 1 procent. ter vergelijking: de europese unie hanteert als doel om jaarlijks 2 procent van haar bbp aan onderzoek uit te geven. in China steeg het aandeel van particuliere bedrijven in de totale onderzoeksuitgaven tussen 2000 en 2010 van 60 naar 74 procent. rusland laat omgekeerde cijfers zien: van 71 procent in 2000 naar 61 pro-

cent in 2010. die daling is symbolisch voor het klimaat in rusland, waarin bedrijven steeds minder investeren en het vertrouwen in de economie daalt. ook in de G7 toont het aandeel van het bedrijfsleven in r&d-investeringen gemengde signalen: het stijgt in Frankrijk, Japan en duitsland, is stabiel in de VS, maar daalt in Groot-Brittannië.

Publicaties en hun impact

op het vlak van wetenschappelijke publicaties breekt China ook alle records: van ongeveer nul in 1981 tot ruim 150.000 in 2011. Gemiddeld over de laatste vijf jaar is China goed voor 11 procent van de wereldproductie. ook zuid-Korea en Brazilië hebben een gestage opwaartse lijn gevonden, met respectievelijk 48.000 en 30.000 publicaties. india was lange tijd een ‘slapende reus’, maar zal naar verwachting op gelijke hoogte komen met de leidende eu-landen met 100.000 publicaties in 2020. in rusland is de situatie al dertig jaar hetzelfde: jaarlijks ongeveer 25.000 publicaties. Welk land kiest voor chemie? dat is overduidelijk China, dat inmiddels 20 procent van alle artikelen over dit


economie

onderwerp schrijft. ook india houdt van chemie: van alle papers die het publiceert vallen de meeste binnen deze categorie. het land produceert bovendien 6,4 procent van álle chemiepapers. daar staat voor beide landen wel tegenover dat deze publicaties niet vaak door anderen geciteerd worden, en hun impact dus beperkt is. rusland (4,5 procent), zuid-Korea (3,7 procent, maar wel een bovengemiddeld hoge impact) en Brazilië (minder dan 2 procent) volgen op gepaste afstand als het gaat om chemiepublicaties. langzamerhand neemt de impact van de onderzoeken toe. alle Bricklanden leveren steeds meer ‘buitengewoon vaak geciteerde’ onderzoeksartikelen, hoewel geen van de Brick-landen het wereldwijde gemiddelde van 1,0 procent haalt.

Patenten

hoe interessant onderzoek ook kan zijn, uiteindelijk moet er wel brood op de plank komen. om te achterhalen of de Brick-landen de stijgende stroom aan publicaties ook omzetten in goederen of diensten die geld

waard zijn, keek Science Watch naar het aantal patenten dat elk land aanvraagt, een cruciale stap in het te gelde maken van innovatie. de Brick-landen vragen steeds meer patenten aan, waarvan maar liefst 84 procent door China en zuidKorea wordt ingediend. rusland, Brazilië en india zetten dus relatief weinig onderzoeksresultaten om in praktische, wettelijk beschermde toepassingen. het aantal patenten stijgt in deze landen met enkele procenten per jaar. in China wordt de stijgende groei in wetenschappelijke activiteiten geëvenaard door een groeiend aantal patentaanvragen. in 2011 diende het zelfs wereldwijd de meeste aanvragen in, meer dan voormalig nummer één, de Verenigde Staten. de zuid-Koreaanse wetenschappelijke publicaties lijken minder efficiënt vertaald te worden naar patentaanvragen. toch doet ook zuid-Korea goede zaken, aangezien de patenten als waardevoller dan de Chinese aanvragen worden beschouwd. Van de chemie-georienteerde aanvragen gaan opvallend veel indiase patenten over organi-

‘Steeds meer Nederlandse bedrijven vragen octrooibescherming in Brick-landen aan om te voorkomen dat ze business mislopen’ Bric, Brics of Brick?

Doorgaans wordt gesproken over de Bric-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Of over de Brics, waaraan Zuid-Afrika is toegevoegd. Maar steeds vaker is sprake van Brick-landen: het eerste rijtje plus Zuid-Korea.

Verhouding wetenschappelijke puBlicaties en patenten tussen Brick- en g7-landen researcH publications BriCK:G7

1992

2011

BriCK

G7

1:12.3 patent filings BriCK:G7

G7

BriCK

1:2.5

1992

2011

G7

BriCK

1:6.2

G7

BriCK

1:1.2 mei 2013 Chemie magazine 49


BESTEDINGEN AAN R&D (GERD, GROSS EXPENDITURE ON RESEARCH & DEVELOPMENT) ALS PERCENTAGE VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT 4

3

2

1

0

1996

1998

s Korea

2000 China

2002

2004

Brazil

2006

Russia

2008

2010

India

GECITEERDE ONDERZOEKSARTIKELEN GERELATEERD AAN HET WERELDGEMIDDELDE 1.00

WERELDGEMIDDELDE = 1.00

0.75

0.50

0.25

0.00

1981 s Korea

1986

1991 China

1996 Brazil

sche chemie, terwijl rusland sterk is in voedselchemie. Voor andere chemieterreinen vragen de Bricklanden maar weinig patenten aan, inclusief de in nederland populaire domeinen als nanotechnologie en polymeren.

Vuilnisbakpatenten

haico ebbers, hoogleraar International economics en voorzitter van het europa China instituut aan de nyenrode Business universiteit, bevestigt dat de Brick-landen enorme stappen maken. “dat doen ze met een snelheid die we onderschatten. China richt zich met name op engineering, er wordt minder fundamenteel onderzoek gedaan. het patenteert enorm veel, maar een groot deel daarvan kan bestempeld worden als ‘vuilnisbakpatenten’. deze patenten zijn belangrijk voor de hightech status van bedrijven, voor het ontvangen van geld van de overheid, maar ontstaan niet vanuit de gedachte om te innoveren. daarnaast is er een sterke concentratie: de tien meest innoverende Chinese 50 Chemie magazine mei 2013

2001 Russia

2006

patenten Brick-landen

Het Zuid-Koreaanse Samsung is in 2012 de grootste aanvrager bij het European Patent Office (EPO). Landgenoot LG staat op plek vijf en Telecombedrijf ZTE is het eerste Chinese bedrijf op plaats tien. Het eerste chemieconcern, BASF, meldt zich op plaats drie en Philips is nummer twaalf. Van alle aanvragen die in 2012 werden ingediend bij het EPO was 2,5 procent afkomstig uit Nederland, daarmee het vijfde Europese land. China en Korea waren goed voor respectievelijk 7,3 en 5,6 procent. ZTE werd in 2012 voor het tweede jaar op rij nummer één in patentaanvragen bij de World Intellectual Property Organization (WIPO). Veel van ZTE’s patenten zijn gerelateerd aan nieuwe technologieën zoals 4G/LTE, cloud-computing, internet en slimme apparaten. De oliemaatschappij Petrobras, het grootste bedrijf van Brazilië en Zuid-Amerika, kreeg begin 2013 een patent voor een productieproces van biokerosine en de compositie van luchtvaartkerosine daarmee. Een recente gepatenteerde uitvinding uit India (Süd-Chemie India) draait om gelaagde katalysatordragers en hun vervaardiging.

2011

India

bedrijven leveren het overgrote deel van de patenten.” Maar ebbers verwacht grote veranderingen: “de middenklasse verschuift naar China, maar bedrijven maken hun producten voor de westerse mens. op den duur zullen ze de nieuwe mondiale middenklasse moeten bereiken, en dus verder kijken dan de westerse wensen. 40 procent van de wereldeconomie speelt zich al af in de emerging markets, toch is het aandeel van deze opkomende economieën in de totale inkomsten van het grotere bedrijfsleven nog geen 20 procent. het speelt dus niet voldoende in op de verschuiving die plaatsvindt en loopt een tiental jaren achter.” “het effect op nederlandse bedrijven hoeft overigens niet negatief te zijn”, zegt ebbers. “de opkomst van China is over het algemeen, voor de totale economie, positief. het welvaartsniveau stijgt, ze kopen producten bij ons en er ontstaan kansen. Kostenreductie kan nog steeds in China, al neemt de concurrentie toe. er zijn genoeg nederlandse parel-

tjes die dat aankunnen. toename van concurrentie is niet altijd slecht.”

Farmaceutische octrooien

Chemicus henk de Boer, werkzaam bij nederlandsch octrooibureau, herkent de opkomst van de Bricklanden. Maar waar de VS en Japan al grote octrooiaanvragers in het buitenland zijn, geldt dit voor Bricklanden als Brazilië, india en China nog niet. “het aantal aanvragen in europa vanuit de Chinese chemieindustrie valt tegen. Wel zie je bijvoorbeeld dat de farmaceutische industrie in india enorm opkomt en octrooi aanvraagt in het buitenland. ook zuid-Korea is hierin heel actief.” en andersom? daarover zegt de Boer: “Voor steeds meer nederlandse en europese bedrijven zijn de Brick-landen belangrijk of worden dat. ze vragen steeds vaker ook buiten europa octrooibescherming aan. inmiddels zijn veel bedrijven zich ervan bewust dat een patent met een levensduur van twintig jaar - in die landen kan voorkomen dat ze business mislopen.” p


Tiloplossing op maat

Transportservice van huis uit

“Voor elke toepassing een balancer op maat.” Dalmec tilt wat u wilt. Of het nu gaat om zakken, dozen, vaten, bussen of cans. Met onze tiloplossingen verzekeren we u van een nauwkeurige, flexibele en veilige producthandling met een minimale fysieke inspanning. Daarmee verbetert u de efficiëntie en de arbeidsomstandigheden op uw werkvloer. Wilt u meer informatie? Neem contact op via 0345-63 60 50 of via info@dalmec.nl De voordelen: • Vrijwel onbeperkte mogelijkheden • Eenvoudig in gebruik • ATEX-gecertificeerd • 24/7 service en onderhoud www.dalmec.nl

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

Tijdelijk of semi permanent behoefte aan extra warmte en/of energie? Uw bron van informatie bij het kopen of huren van ketelinstallaties voor stoom, warm en heet water. Verhuur • warmwaterketels tot 8 MW • heetwaterketels tot 12 MW • automatische expansie-inrichtingen • stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st • ontgassers, voedingswatertanks, ontharders • olietanks 3, 5, 10 en 20m3 • in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services • 24 uurs storingsdienst • leidingwerkmontage • onderhoud • engineering

Milieuzorg • Low-NOx installaties • geluidsbesparende omhuizingen • CE normering

www.ecotilburg.com Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: info@ecotilburg.com


2013

LESCHACO – your specialist for supply chain solutions. We offer

Trefpunt voor veiligheid

integrated, intercontinental

4-6 juni

logistics with responsible care for the chemical industry.

Experienced. Dedicated. Customized.

Logistics – phone +31

and beyond.

(10) 2953 153

Since 1879.

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

In één dag een complete update van de markt

Rope AcceSS?

• Alle oplossingen, innovaties en trends op het gebied van beveiliging en (brand)veiligheid • Met extra aandacht voor de veiligheidsproblematiek in de zorg, retail, transport & logistiek en (semi-)overheid • Een uitgebreid kennisprogramma • Een compleet aanbod van circa 200 exposanten • De ontmoetingsplek bij uitstek Kijk op www.safetysecurityamsterdam.nl voor het programma.

NS-reto voor ur

€ 8,50

Volg ons op Twitter: @SSAAmsterdam en #SSA13

Organisatie:

Ondersteund door:

+

LSB

SKY-ACCE

SS +

Registreer nu voor gratis toegang via www.safetysecurityamsterdam.nl

Sky-AcceSS! www.LSB-Sky-AcceSS.com lsb sky-Access bV Hofdwarsweg 1, Geleen The Netherlands T. +31 (0)46 - 474 24 10 info@lsb-sky-access.com


Bedr ijven

Column/Bedrijven Dirk van Well

Beter presteren

D

DSM heeft in Sittard-Geleen een nieuwe fabriek geopend voor de productie van de anti-reflecterende KhepriCoat-coating. De behoefte aan extra capaciteit voor deze coating is een direct gevolg van de snelle groei van de markt voor zonne-energie. De coating wordt aangebracht op de glazen deklaag van zonnepanelen en vermindert de reflectie van zonlicht aanzienlijk. De verbetering van het energierendement kan oplopen tot 4 procent. Producent van synthetisch rubber Lanxess heeft in Sittard-Geleen het nieuwe hoofdkantoor voor zijn businessunit Keltan Elastomers in gebruik genomen. Vanaf nu leidt het bedrijf zijn wereldwijde activiteiten rond high performance ethyleenpropyleen-dieen-monomeerrubbers (EPDM-rubbers) onder de merknaam Keltan vanuit het hoofdkantoorop de Chemelot Campus.

Dirk van Well is beleidsmedewerker Stoffen bij de VNCI.

DSM en het Russische Rostec hebben plannen om samen vergistbare suikers van biomassa te produceren voor de productie van biobrandstoffen en biobased chemicaliën. Ook willen de bedrijven samen het glasvezelnet in Rusland uitbreiden, waarbij gebruik wordt gemaakt van uv-drogende harsen en glasvezelmaterialen van DSM. Voor de suikers willen de twee bedrijven cellulosehoudende biomassa uit bos- en landbouw gebruiken. Drie bedrijven gaan in het Pivot Park samenwerken aan nieuwe therapieën op basis van cyclodextrines. Deze ingewikkelde suikermoleculen lijken veelbelovend voor de behandeling van verschillende ziekten, maar zijn moeilijk te maken. ChemConnection weet alles van de chemie en de synthese van cyclodextrines, BioConnection zorgt ervoor dat er ook een product van gemaakt wordt, en Okklo kan de ontwikkeling zo begeleiden dat het product uiteindelijk aan alle eisen voldoet om de markt op te mogen.

Reachgegevens kunnen worden gebruikt bij het afleiden van grenswaarden

e Inspectie SZW gaat de handhaving van het beleid rond blootstelling aan gevaarlijke stoffen intensiveren. Dit is hard nodig. In de Sectorrapportage Aardolie, Chemie, Farmacie, Kunststof en Rubber 2012 is ook gekeken naar de naleving van de regels uit hoofdstuk vier van het Arbobesluit door de chemiesector, en daaruit bleek dat ruim een kwart van de bedrijven in onze sector de regels niet goed naleeft. VNCI-leden doen het iets beter dan niet-georganiseerde bedrijven, en vergeleken met aan de chemie gerelateerde sectoren met dezelfde problematiek presteert de chemie naar verhouding beter, maar niet goed genoeg. Van bedrijven wordt dan ook wel veel gevraagd. Ze moeten hun stoffen en mengsels in kaart brengen en vaststellen welke daarvan risico’s voor werknemers kunnen veroorzaken. Het gaat niet alleen om de gevaarlijke stoffen in de zin van de verordening CLP (Classification, Labelling, Packaging), maar ook om stoffen die tijdens de verwerking, dus door de omstandigheden, risico’s kunnen veroorzaken. Vervolgens wordt van bedrijven verwacht dat ze voor deze stoffen grenswaarden vaststellen. Het afleiden van kwalitatief goede grenswaarden is werk voor specialisten. Uiteraard moeten de nodige maatregelen worden genomen als werknemers risico’s lopen als gevolg van blootstelling en moet het beleid worden geborgd. De VNCI heeft de afgelopen jaren prioriteit gegeven aan deze problematiek. Inmiddels heeft zo’n 70 procent van de leden deelgenomen aan voorlichtings- en trainingsprogramma’s. Ook zijn er instrumenten, zoals de zelfinspectietool (in samenwerking met de Inspectie), en best practices ontwikkeld, en worden deze ook toegepast. Daarnaast heeft de VNCI een constructief overleg gevoerd met de Inspectie over de interpretatie van de wettelijke verplichtingen, praktische uitvoeringsproblemen en verbeteringen van het beleid. Dit heeft geleid tot afspraken over de mogelijkheid van bedrijven om te prioriteren als ze met een groot aantal stoffen werken. Vanuit de gedachte dat we Reach niet uitvoeren om dossiers in Helsinki te krijgen, maar om risico’s voor mens en milieu te beperken, heeft de VNCI er met succes voor gepleit dat Reach-gegevens kunnen worden gebruikt bij het afleiden van grenswaarden. Dit is een van de manieren waarop het bedrijfsleven - zo niet nu al, dan toch op termijn - de vruchten plukt van Reach. Inmiddels heeft de Inspectie hiervoor een handreiking ontwikkeld. De komende tijd wordt de voorlichting en de training aan leden voortgezet, zo ook het overleg met de Inspectie over verbeteringen en knelpunten. Dit zal ertoe moeten leiden dat de sector (nog) beter gaat presteren. p mei 2013 Chemie Magazine 53


COL OFON

Service

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

MENSEN

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur)

SHELL

De Zwitser Peter Voser treedt in de eerste helft van 2014 af als bestuursvoorzitter van Royal Dutch Shell. Shell maakte dit tegelijkertijd met de eerste kwartaalcijfers bekend. Voser volgde in 2009 Jeroen van der Veer op, die dat jaar met pensioen ging. Met de komst van Voser werd het Brits-Nederlandse concern voor het eerst in de geschiedenis niet door een Brit of Nederlander geleid. Financieel directeur Simon Henry zei in een toelichting dat Voser Shell meer stabiliteit heeft gebracht na een fase van wederopbouw onder Van der Veer.

Marloes Hooimeijer (eindredactie) Inge Janse (redacteur) Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers

UNIVERSITEIT UTRECHT

De vakgroep Anorganische Chemie en Katalyse van Bert Weckhuysen aan de Universiteit Utrecht is onlangs meermaals in de prijzen gevallen. Inge Buurmans, die eind 2011 promoveerde op het doorlichten van FCC-katalysatordeeltjes, ontving de KNCV-katalyseprijs. Masterstudente Katinka Wondergem won de Viran-award voor de beste poster. Enkele dagen eerder had zij ook al de tweede prijs behaald tijdens de PAC-posterwedstrijd. Weckhuysen ten slotte kreeg van de Northwestern University (VS) een Vladimir N. Ipatieff Lectureship toegekend.

Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

Vormgeving Curve, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl

VOLGENDE MAAND (19 JUNI)

Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

RESULTATEN ARBEIDSMARKTONDERZOEK CHEMISCHE INDUSTRIE PROF. SABINE ROESER OVER RISICO’S EN ETHIEK ERVARINGEN MET TOPSECTOR CHEMIEBEURS WINNAAR RESPONSIBLE CARE-PRIJS DELFTSE LEERLIJN PLANTMANAGER OF THE YEAR VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

54 Chemie Magazine mei 2013

DeltaHage, Den Haag

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie magazine is TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover WW.VNCI.NL/LINKEDIN

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Druk

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Casper Rila ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

services

Do you have what it takes? Being one of the Business Units of DSM, Food Specialties is producing innovative ingrediĂŤnts contributing to the succes of worldwide brands in food and beverages. From a local to global basis, the staff of this industry leader strive for innovation, growth and sustainability in a challenging, complex, demanding and continuously changing environment. As Maintenance Engineer you will be part of the department of Infrastructure and Services, playing an important role in supporting the DSM Biotechnoloy Center in the field of maintenance, technical projects, contract management, housing and facility services. This position requires a degree in mechanical enigineering. Hands on experience in the area is prefered, but starters are encouraged to apply. If being a teamplayer, having an open additude towards learning, showing initiative and being flexible fits you like a glove, we invite you to read more about this position at our website.

DSM Food Specialties BV - Delft Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food


making the difference

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world. SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification Governments & Institutions.

SGS GROUP NETHERLANDS

SGS GROUP BelgiUM

Malledijk 18 P.O. Box 200 NL-3200 AE Spijkenisse t +31 (0)181 69 33 33 e sgs.nl@sgs.com

SGS House Noorderlaan 87 B-2030 Antwerpen t +32 (0)3 545 44 00 e sgs.be@sgs.com

www.sgs.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.