Chemie Magazine - juni 2013

Page 1

Groot tekort aan personeel verwacht

Negen duivelse dilemma’s voor Cas König

OCI Nitrogen bleef geloven in goede afloop

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 06 • 19 juni 2013

OP=OP

WESTEN VERLIEST MACHT OP GRONDSTOFFENMARKT


ANDUS group companies: Construction HSM Steel Structures Lengkeek Staalbouw RijnDijk Construction Armada Rail Armada Mobility Armada Janse Offshore HSM Offshore Royal Van Voorden Castings Van Voorden Maritime Process FIB Industries Refractories Gouda Refractories Gouda Vuurvast Services Gouda Vuurvast Belgium Gouda Feuerfest Deutschland

Serving the industry FIB Industries BV te Leeuwarden ontwerpt en produceert kwalitatief, hoogwaardige proces- en drukvaste apparatuur zoals: • • • •

Drukvaten en reactoren Kolommen en scrubbers Reactor internals en kolom internals Warmtewisselaars

• Industriële vergassingsbranders (vergassing en Lo-NOx) • In- en uitlaatsystemen van gasturbines • Modules voor rookgasreiniging (DeNOx)

De producten worden gebouwd in alle roestvast staalsoorten, duplex, lean duplex, super duplex, hoog nikkellegeringen en exotische materialen zoals titanium en zirkonium. FIB Industries werkt voor uiteenlopende opdrachtgevers, zowel nationaal als internationaal, in alle sectoren van de procesindustrie.

FIB Industries BV Einsteinweg 18 8912 AP Leeuwarden NL T +31 (0)58 - 294 59 45 E info@fib.nl

FIB Industries is een zelfstandige werkmaatschappij binnen de Process divisie van Andus Group. De overige divisies zijn Construction, Offshore en Refractories. Andus Group is een internationale onderneming met circa 1.000 medewerkers en 14 gespecialiseerde werkmaatschappijen wereldwijd actief in een breed, industrieel werkveld. Kennismaken? Graag. Bel of kijk op www.fib.nl of www.andusgroup.com


INHOUD 06 | 19 juni | 2013

18

‘KOMEN ER WEL VOLDOENDE GRONDSTOFFEN ONZE KANT OP?’ Voor een aantal grondstoffen is Europa volledig afhankelijk van import. Lang was dat geen probleem, maar de mondiale machtsverhoudingen veranderen. In opkomende economieën, zoals China, groeit de vraag. “We hoeven ons niet zozeer zorgen te maken om het opraken van grondstoffen, maar over de vraag of er wel voldoende grondstoffen onze kant op komen.” De oplossing ligt in recycling en substitutie.

23

CHEMISCHE INDUSTRIE VERWACHT GROOT TEKORT AAN PERSONEEL Bijna twintigduizend mbo’ers, ruim vierduizend hbo’ers en vijfduizend academici. Zo groot is het tekort aan chemisch en procestechnisch personeel dat de industrie in 2020 verwacht. Dit blijkt uit een onderzoek van Duo Market Research en de VNCI. Het onderzoek laat zien hoeveel mensen chemie gaan studeren, welk percentage afstudeert, wie er in de chemie gaat werken en hoeveel vacatures er zijn.

juni 2013 Chemie Magazine 3


(Advertorial)

Uitnodiging congres woensdag 11 september, Diemen Bestaat de duurzame productiemedewerker? Is uw productiemedewerker ook in de toekomst inzetbaar? Het Sociaal akkoord van april 2013: “Werknemers moeten zicht houden op duurzame deelname aan het arbeidsproces. Dat is een verantwoordelijkheid die iedere burger zelf draagt en waarbij, indien nodig, de maatschappij een extra steun in de rug kan bieden. Duurzaam inzetbaar zijn moet een permanent streven zijn.” Wat is het belang van duurzame inzetbaarheid? Wat betekent dit voor u als werkgever? Beschikt uw productiemedewerker over de juiste middelen en voorwaarden? Wie is hiervoor verantwoordelijk? Zijn uw productiemedewerkers in staat om tot hun pensioen optimaal werkzaam te blijven? Op woensdag 11 september 2013 organiseert VAPRO in samenwerking met Randstad een congres waar wij u als werkgever in de industrie handvatten aanreiken hoe u invulling kunt geven aan duurzaam inzetbaarheid. Vorig jaar is OVP (Opleidingsfonds Procesindustrie, waarin vertegenwoordigd sociale partners AWVN, VNCI, FNV en CNV) in samenwerking met VAPRO en Randstad een onderzoek gestart naar de duurzame inzetbaarheid van productiemedewerkers in de industrie. Dit onderzoek werd mede gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit de ESF Actie E: sociale innovatie, duurzame inzetbaarheid sectoren. Tijdens deze interactieve middag presenteren wij de resultaten van dit onderzoek. Het vormt de katalysator voor een discussie en de uitwisseling van best practices en ervaringen. Sprekers delen inzichten met u, waaronder Marjolijn ten Hoonte, directeur arbeidsmarkt bij Randstad Nederland en vertegenwoordigers van industriële bedrijven.

Praktische informatie:

Geïnteresseerd? Meld u aan voor het congres op 11 september via vapro.nl/duurzaamheid. Als u vragen heeft, dan kunt u mailen naar onderzoek@vapro.nl of bellen met 070 337 83 30.

Locatie: Randstad, Diemen, Diemermere 25

De plaatsten zijn beperkt. Reageren kan tot uiterlijk 26 augustus. Tot woensdag 11 september in Diemen!

Tijd: 13.30 tot 17:30

P.S. Meld u nu aan en u hoort de uitkomsten van het onderzoek uit de eerste hand en wisselt belangrijke ervaringen uit met collega’s. Toegang is kosteloos.

Loire 150

Postbus 24090

T 070 337 83 00

Datum: woensdag 11 september

Aanmelden: via www.vapro.nl/ duurzaamheid

2490 AB Den Haag

T 070 320 51 86

E info@vapro.nl

I www.vapro.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 06 | 19 juni | 2013

30

Delftse Leerlijn leert middelbare scholieren alles over groene chemie

7

Voorwoord

7

Agenda

9 11 13 17 18

42

Topsector Chemiebeurs wordt na succesvolle pilot landelijk uitgerold

23 28 30 34 36

46

Kisuma Chemicals in Veendam is marktleider in hydrotalciet

40 42 44 46 48

36

Sabine Roeser:

‘Emoties onmisbaar bij beoordeling technologische risico’s’

51 53 53 54 54 54

Inspirerende leiders

NIEUWS

Veiligheid Businessmodel Actueel Twitter

ACHTERGROND Resources

Grondstoffenschaarste dreigt Arbeidsmarkt

Onderzoek naar tekorten aan chemici Uitgelicht

VNCI-jaarvergadering Onderwijs

Scholieren buigen zich over duurzame chemie Wetenschap

Belang van Vidi-subsidies voor chemie Veiligheid

Sabine Roeser: neem emoties serieus Responsible Care-prijs

OCI Nitrogen bleef geloven in goede afloop Onderwijs

Topsector Chemiebeurs landelijk uitgerold Wetenswaardig

Grote onderhoudsstop AkzoNobel in Botlek Mkb

Kisuma produceert magnesiumverbindingen Plant Manager of the Year

Negen dilemma’s voor Cas König Discussie

Is er wel een tekort aan personeel? Column Jos Roosen Bedrijven Mensen Volgende maand Colofon

juni 2013 Chemie Magazine 5


Valuepark Terneuzen beschikt over 140 hectare ideaal gelegen terrein. Als bedrijf profiteert u van de nabijheid van gevestigde proces industrie waaronder Dow Benelux BV, de ondersteuning van Zeeland Seaports en diensten van service bedrijven die zich hier al gevestigd hebben.

NOG 80 HECTARE BESCHIKBAAR!

Op zoek naar een unieke locatie voor uw proces industrie?

Waarom Valuepark Terneuzen kiezen? - In het hart van de Noord/West-Europese industrialisatie; - Diepzeehaven met directe toegang tot de Noordzee (100.000 dwt); - Uitstekende verbindingen met het achterland via weg, spoor en binnenwateren; - Rail en shortsea container terminal; - Granulaatopslag en -overslag; - Opslagtanks en verwerking; - Diverse utiliteiten inclusief centrale brandbluswatersystemen.

www.vpterneuzen.com Valuepark Terneuzen is een gezamenlijke onderneming van Zeeland Seaports en Dow Benelux.

park your added value where it can grow


AGE NDA 20 juni - 1 september Zomertentoonstelling De Uitvindfabriek Nemo, Amsterdam

21 juni

Schaliegas: kans of bedreiging? F&B Training Centre, Hilversum Kiezen voor een duurzame bio-economie Regardz, Amersfoort

25 juni

Green Deal Informatiebijeenkomst Agentschap NL, Utrecht

2 juli

Resource, environmental and energy efficiency Bio Base Europe Pilot Plant, Gent

VNCI 24 juni

Dagelijks Bestuur Teleconferentie

12 juli

BG Communicatie Du Pont de Nemours, Dordrecht

22 augustus

WG Energie en Klimaat Novotel, Breda

10 september

WG Procesveiligheid VNCI, Den Haag

Voorwoord

INSPIRERENDE LEIDERS

D

e afgelopen maand kende twee feestelijke prijsuitreikingen. Op de VNCI-jaarvergadering mochten we de Responsible Careprijs uitreiken aan OCI Nitrogen voor het project ‘COOL! Emissie naar nul, productie omhoog’. Er waren elf inzendingen, waarvan winnaar OCI Nitrogen een van de drie genomineerde bedrijven was. De jury oordeelde dat het project niet alleen een grote milieuwinst oplevert, maar dat het tevens een voorbeeld is van ondernemersvisie, doorzettingsvermogen en verantwoord ondernemen (zie pagina 40). Tijdens Deltavisie 2013 op 6 juni werd Cas König van ESD-SIC uit drie kandidaten verkozen tot Plant Manager of the Year 2013 (zie pagina 48). Volgens de jury is hij “een charismatisch en inspirerend directeur. Transparant in zijn aanpak, enorm gedreven met een grote mate van ownership. Cas werkt met overtuigingskracht in een spanningsveld van enerzijds bedrijfseconomisch overleven door focus op level playing field en anderzijds een maatschappelijk verantwoorde operatie.” Als we stilstaan bij de zorgen die de chemische industrie op dit moment omringen, over de concurrentiepositie en over veiligheid, is het goed om te beseffen hoeveel goede mensen in deze industrie werken en met wat voor doorzettingsvermogen en ambitie zij dingen voor elkaar krijgen die niet eerder vertoond zijn. De drie genomineerde Responsible Care-projecten waren stuk voor stuk langjarige projecten, die zonder de drijvende kracht van individuen gemakkelijk door de waan van de dag overspoeld hadden kunnen worden. Ook de genomineerden voor de Plant Manager of the Year-verkiezing geven alle drie blijk van een volgehouden focus op het bereiken van resultaten met hun plant en hun team. Ik denk dat we hier te maken hebben met iets wat typisch is voor onze sector: successen stoelen veelal op een langjarige inzet en trekkracht van inspirerende leiders. Mensen met durf, visie en doorzettingsvermogen, of het nu operators, engineers, ondernemingsraadleden, veiligheidskundigen of managers zijn. Dit sterkt me in het vertrouwen dat zolang we dit soort mensen aan de sector kunnen blijven binden, we ook in staat zullen zijn de problemen die op onze weg komen te overwinnen. Alle reden dus om onze mensen met waardering te omringen.

11 september

WG Logistieke Veiligheid VNCI, Den Haag

12 september

WG Responsible Care Global Charter VNCI, Den Haag WG Stoffenbeleid VNCI, Den Haag

VNCI-directeur Colette Alma

Meer agenda: www.vnci.nl/actualiteit/ evenementen-kalender.aspx

juni 2013 Chemie Magazine 7


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

ATM

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


Veiligheid AAntAl incidenten met druppellekkAges stAbiel

Het aantal druppellekkages bij het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Dat meldden vervoerder DB Schenker en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op 29 mei tijdens de vervolgbijeenkomst over dit type incidenten.

T Jaarverslag InspectIe sZW: mInder controles, meer handhavIng De inspectie Major Hazard Control (MHC) heeft in 2012 minder controles dan gepland uitgevoerd bij BRZO- en Arie-bedrijven (bedrijven die grootschalig met gevaarlijke stoffen werken, zoals veel chemiebedrijven). Maar aan die inspecties waren wel meer handhavingsacties gekoppeld dan verwacht. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), waarvan het MHC-onderdeel voor de chemische industrie het belangrijkst is.

N

ederland kent 429 BRZO-bedrijven, die variërend van jaarlijks tot eens in de drie jaar gecontroleerd moeten worden. De 289 Arie-bedrijven krijgen periodiek inspecteurs op bezoek. De MHC-inspectie ging 512 keer op bezoek bij bedrijven uit een van deze twee klassen. 44 procent van de inspecties mondde uit in een reprimande, zoals een hercontrole, waarschuwing, eis, stillegging of proces-verbaal. Volgens het jaarverslag nam het aantal zware handhavingsinstrumenten toe in vergelijking tot 2011: meer eisen (van 228 naar 396), meer stilleggingen (van 5 naar 11) en meer processen-verbaal (van 10 naar 14). Ook waren er 3 incidenten waarbij zo veel gevaarlijke stoffen vrijkwamen dat een melding aan de Onderzoeksraad voor de Veiligheid verplicht was. Alleen het aantal waarschuwingen nam af: van 426 naar 321. In reactie op de cijfers stelt de VNCI op de hoogte te zijn van de problemen. “We erkennen

dat er nog de nodige stappen genomen moeten worden om de veiligheids- en gezondheidsprestaties op een hoger niveau te brengen”, zegt Macco Korteweg Maris, beleidsmedewerker Veiligheid. “De VNCI is ook veel in overleg met de Inspectie SZW en met haar leden om die verbeterslagen te maken.”

Controlekamer

Het jaarverslag maakt in het MHChoofdstuk (zonder namen te noemen) melding van enkele chemiebedrijven die onder extra toezicht stonden vanwege ‘slechte prestaties’. Zo was er veel aandacht voor een chemiebedrijf dat door de slechte marktsituatie failliet ging, voor een tankopslagbedrijf met veel tekortkomingen en voor een bedrijf dat zijn controlekamer niet meer mocht gebruiken. Naast het MHC-onderdeel is ook het hoofdstuk over blootstelling aan gevaarlijke stoffen van belang voor de chemie. Het jaarverslag is hierin alleen weinig specifiek. Wel erkent de Inspectie SZW dat de chemische industrie een bedrijfstak is waarin de arboproblematiek complex is. Volgens haar kan handhaving daarom niet het enige instrument zijn om verbeterslagen te maken, maar zijn samenwerking met branches en voorlichting ook belangrijk. De VNCI onderschrijft deze visie. p Het jaarverslag is te vinden op: www.rijksoverheid.nl

ijdens de bijeenkomst, in samenspraak met DB Schenker georganiseerd door de VNCI, waren vrijwel alle relevante partijen aanwezig: ProRail, Keyrail, diverse verladers uit de achterban van de VNCI en Votob, vergunningverleners van spoorwegemplacementen, en afgevaardigden van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de ILT, zijn handhavende instantie. DB Schenker liet zijn licht schijnen op de achtergronden van druppellekkages, incidenten waarbij kleine hoeveelheden chemicaliën vrijkomen uit een spoorketelwagen of tankcontainer, wat kan leiden tot stank en veiligheidsproblemen. Uit de presentatie bleek dat het meestal Nederlandse ketelwagens zijn die het probleem veroorzaken. Om de situatie beter te analyseren is volgens de vervoerder een betere beschrijving van de gebreken nodig. ProRail bood direct aan om dit in overleg met de andere stakeholders te coördineren. Ook de ILT vertelde wat haar inspecties aan inzichten hebben opgeleverd. Zo zag zij het aantal druppellekkages de afgelopen vijf jaar stabiel blijven: zo’n twintig per jaar. Volgens de ILT komen de lekkages geregeld voor doordat de leidingen onder de tank niet altijd goed leeggemaakt worden, maar dat blijkt in de praktijk ook niet altijd mogelijk.

Adequaat leren

Afsluitend gaf samenwerkingsverband ProRail/Keyrail/KNV de stand van zaken weer voor Informatie Gevaarlijke Stoffen (IGS). Dit project is be doeld om het systeem te automatiseren dat realtime laat zien waar op welk emplacement welke ketelwagens met gevaarlijke stoffen zich bevinden. IGS moet eind dit jaar actief worden. De VNCI is tevreden over de bijeenkomst. Macco Korteweg Maris, beleidsmedewerker Veiligheid: “Het is goed dat er weer concrete afspraken zijn gemaakt om de communicatie in de vervoersketen te verbeteren. Hiermee kan adequater geleerd worden uit incidenten met druppellekkages.” p juni 2013 Chemie Magazine 9


WWW.

.cOM

thERMIsch REINIgEN VaN WaRMtEWIssElaaRs, uW VOORdElEN: > 100% schoon tot in de kern > Uitermate effectief, zowel in als rond de bUizen > werkt ook perfect bij bUndels met een vaste mantel > snelle levertijden, ook bij bitUmineUze vervUilingen > verwijdert bovendien ook cokesaanslag

BEtERE REINIgINg = kOstEN spaREN! MEER INFO: +32 (0)13 53 90 60 • INFO@thERMOclEaN.cOM

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Businessmodel

VNCI PROMOOT NIEUW BUSINESSMODEL

LEASEN CHEMICALIËN VERGT RADICALE OMSLAG

Het nieuwe businessmodel Take Back Chemicals (ook wel ‘chemicaliën leasen’ genoemd) houdt in dat een leverancier van chemicaliën betaald krijgt voor een dienst in plaats van voor de hoeveelheid geleverd product. Het model is ontwikkeld door advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, in samenwerking met Essenscia Vlaanderen en A-worx. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

R

oyal HaskoningDHV heeft eerder in opdracht van het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform (MIP) Vlaanderen, en ondersteund door Essenscia en A-worx, drie proefprojecten bij chemiebedrijven in Vlaanderen uitgevoerd. Daarbij ging het om projecten bij Solvay, Johnson & Johnson en Tessenderlo Chemie. Een van de overeenkomsten tussen deze bedrijven is dat ze voor een aantal processen gebruikmaken van leveranciers van chemicaliën die de afvalstroom die hierbij ontstaat samen met hun opdrachtgevers willen hergebruiken. Dat voorkomt niet alleen verspilling van beschikbare grondstoffen, maar betekent tevens een lagere milieubelasting. “Zo maakt Solvay voor de productie van pvc in Antwerpen gebruik van zwavelzuur”, licht innovatiedirecteur Bart van der Velpen van Royal HaskoningDHV een van de

projecten toe. “Het zwavelzuur is nodig om water uit het chloorgas te verwijderen, dat vervolgens als bouwsteen dient voor de productie van pvc. Tot nu toe werd het zwavelzuur door Solvay bij de leverancier ingekocht, gebruikt en na neutralisatie op de Schelde geloosd. Maar in de nieuwe opzet blijft de leverancier verantwoordelijk voor het zwavelzuur. Ook wordt gestreefd naar regeneratie van het gebruikte zwavelzuur. Daardoor ontstaat een gesloten kringloop waar beide partijen hun voordeel mee doen.”

Vertrouwen

Wederzijds vertrouwen én bereidheid om inzicht te geven in de bedrijfsprocessen is volgens Van der Velpen essentieel voor een succesvolle invulling van het businessmodel. “Daarom is het met name geschikt voor zij-activiteiten van een bedrijf, zoals schoonmaken, ontvetten of koelen. Vooral de kleinere chemiebedrijven hebben vaak een tekort aan kennis over het juiste gebruik van chemische producten. Daardoor hebben ze soms moeite om niet alleen optimaal van chemicaliën gebruik te maken, maar ook om aan wettelijke verplichtingen, zoals Reach, te voldoen. Door samen met de leverancier een beter inzicht te krijgen in de bedrijfsprocessen, kunnen nieuwe economische en

ecologische voordelen worden gecreëerd die invulling kunnen geven aan de duurzaamheidambitie van beide partijen.” Arnout Schikhof, VNCI-beleidsmedewerker Responsible Care en Duurzaam ondernemen, maakt inmiddels deel uit van de stuurgroep onder leiding van Agentschap. nl die het model onder de VNCI-leden gaat promoten. “Er is nog veel zendingswerk te verrichten. Het gaat om een radicale omslag waarbij leveranciers niet meer voor de kilo’s product, maar voor de toegevoegde waarde die ze leveren geld krijgen. Bovendien heeft het model juridisch nogal een grote impact. Wie is bijvoorbeeld eigenaar van een afvalstroom? Is dat de leverancier of de gebruiker? Daarom sluiten we zo veel mogelijk aan bij de businesscases die door Royal HaskoningDHV en Essenscia in Vlaanderen zijn uitgewerkt. Die maken het model concreet.” Een van de grote voordelen van Take Back Chemicals is volgens hem dat leveranciers en afnemers nauwer bij elkaar zijn betrokken en gezamenlijk hun productieketens kunnen verduurzamen. “De eerste VNCIleden hebben inmiddels belangstelling getoond om met het model aan de slag te gaan”, zegt Schikhof. “Waarschijnlijk kunnen ze daarbij een subsidie krijgen van de overheid. De onderhandelingen daarover zijn momenteel in volle gang.” p juni 2013 Chemie Magazine 11


DĂŠ Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Bereken nu zelf Ăşw besparing op www.idsnl.com/besparing

Houdt u uw kennis binnenboord? Sitech Services verzorgt het complete onderhoud van fabrieksinstallaties, van management en uitvoering tot verbeterprojecten. We hebben alle expertise in huis om de maximale opbrengst uit uw installaties te halen. U profiteert van synergievoordelen op specialistische terreinen en daardoor het waarborgen van technische competenties.

SITECH SERVICES VERBETERT UW PRESTATIES

www.sitech.nl


Actueel

ROYAL DAHLMAN MAG ECN’S BIOVERGASSER VERMARKTEN

TU/E-PROF BREEKT PUBLICATIERECORD IN CHEMIETIJDSCHRIFT

Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft een licentieovereenkomst gesloten met Royal Dahlman om de Milena-technologie voor biovergassing wereldwijd in de markt te zetten. De door ECN ontwikkelde technologie maakt het mogelijk om aardgas, elektriciteit of vloeibare brandstoffen te winnen uit biomassa en afval.

Prof.dr.ir. Hans Kuipers, hoogleraar Chemische Technologie aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), is de eerste auteur die honderd artikelen heeft gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Chemical Engineering Science. Om deze bijzondere prestatie te vieren is een speciale virtuele uitgave van het tijdschrift gemaakt met al zijn artikelen. Van zijn eerste artikel op basis van zijn afstudeerwerk over massaoverdracht met complexe reversibele chemische reacties, tot aan zijn meest recente artikelen over fluïdisatie.

D

e Milena-biovergasser bij ons in Petten kan 150 kilo biomassa per uur verwerken. Maar een uiteindelijke plant moet zeker tien tot wel duizend keer zo groot zijn”, zegt Ruud van den Brink, business development manager bij ECN. “De experimenten laten goede resultaten zien, maar we hebben investeerders nodig om de technologie op te schalen.” Dit jaar wordt duidelijk of de partijen Gasunie, HVC, provincie Noord-Holland en het Rijk per 2015 een pilotplant in Alkmaar gaan realiseren.

E

r is ook een gelimiteerde papieren oplage samengesteld met een selectie van twaalf artikelen die een grote impact hebben, of naar verwachting zullen hebben, op het gebied van meerfase-reactormodellering. “Het is een eerbetoon aan een buitengewone carrière, die nog steeds volop gaande is”, schrijven zijn collega’s dr.ir. Niels Deen en prof.dr.ir. Martin van Sint Annaland in het voorwoord. Ze omschrijven Kuipers als zeer consciëntieus en precies in zijn werk. Naast het doen van onderzoek, verzorgt hij met grote passie wetenschappelijk onderwijs. Kuipers studeerde af in 1985. In datzelfde jaar begon hij met zijn promotieonderzoek bij de Reaction Engineering Group van de Universiteit Twente op het onderwerp detailed micro balance modeling of gas-fluidized beds. Na te zijn aangesteld als universitair docent en later universitair hoofddocent, werd hij fulltime hoogleraar Fundamentals of Chemical Reaction Engineering aan de Universiteit Twente. In 2009 kreeg hij de prestigieuze Advanced Grant van de European Research Council. Een jaar later breidde hij zijn onderzoeksactiviteiten uit naar de TU/e en verhuisde hij met zijn voltallige staf naar Eindhoven om het werk op het gebied van meerfase-reactoren voort te zetten. p

FOTO: BART VAN OVERBEEKE

De Milena is een indirecte vergasser die in tegenstelling tot traditionele directe vergassers de verbranding en vergassing in gescheiden delen uitvoert. De biomassa wordt in een reactor op 850 graden grotendeels omgezet tot gas, en deels tot kool. Bij andere vergassingsmethoden is de kool onbruikbaar, maar de Milena vangt de kool in een tweede reactor op, doet er lucht bij zodat die verbrandt en de benodigde warmte levert voor de vergassingsreactor. Van den Brink: “De stikstof blijft achter in de verbrandingsreactor en de vergassingsreactor levert onverdund gas, terwijl er bij directe vergassing zo’n 50 procent stikstof in zit.” Door de relatief lage temperatuur blijft veel energie uit de biomassa behouden en is niet alleen schoon hout voor vergassing geschikt, maar ook landbouwafval zoals rijstkaf en stelen van sojaplanten, sloophout ‘met verfresten en spijkers’, en huishoudelijk afval. Het gas met de hoge calorische waarde dat de Milena levert dient volgens Van den Brink vele doeleinden: “In Petten maken we er synthetisch aardgas van, maar ook benzeen, en in de toekomst willen we er biodiesel van maken, je kunt er ethyleen uithalen, maar ook waterstofmoleculen. De eerste markttoepassing zal waarschijnlijk opwekking van duurzame elektriciteit zijn via een gasmotor.” p juni 2013 Chemie Magazine 13


Want to focus on your profession?

Safety is

OUR PROFESSION Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft

of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en kennisnetwerk u grote voordelen.

vandenAnker.com

Passie voor douanezaken Bij KGH Customs Services en Douaneopleidingen, bouwen wij bruggen tussen uw bedrijf en de bestaande regelgeving in de internationale handel. We hebben een passie voor douanezaken en kijken er naar uit u van dienst te zijn om een een nog betere afhandeling van uw douaneprocessen te garanderen. Onze focus is om u van A tot Z te begeleiden. Uniek product portfolio Wij bieden gestandaardiseerde en op maat gemaakte oplossingen voor al uw douaneprocessen met als doel optimale besparingen binnen uw organisatie te realiseren. Douanecompetentie We hebben meer dan 50 jaar ervaring op het gebied van douanezaken. Vandaag hebben we meer dan 600 medewerkers in heel Europa, die zijn toegewijd en klaar staan om u te ondersteunen. Geografische dekking Wij zijn gevestigd in 7 Europese landen met een uitgebreid netwerk en breiden nog steeds uit, niet alleen binnen maar ook buiten Europa. Voor meer informatie: sales.nl@kghcustoms.com

Voor de nieuwe start van onze cursussen zie: www.kghdouaneopleidingen.nl

YOUR INDEPENDENT PARTNER FOR CUSTOMS COMPLIANCE AUSTRIA

BELGIUM

DENMARK

GERMANY

NETHERLANDS

NORWAY

SWEDEN

www.kghcustoms.nl


Actueel

EnEco hElpt AkzonobEl EnErgiEvErbruik tE vErduurzAmEn De nieuwe biomassacentrale Eneco Bio Golden Raand in Delfzijl gaat AkzoNobel Industrial Chemicals voorzien van duurzame energie. Na opening van de centrale in juli zal ongeveer de helft van de opgewekte duurzame elektriciteit aan het concern worden geleverd. Het gaat om circa 10 procent van de totale elektriciteitsbehoefte van AkzoNobel Industrial Chemicals in Nederland.

foto: shut terstock

D

e biomassacentrale op industrieterrein Farmsum te Delfzijl wordt met een capaciteit van 49,9 megawatt de grootste en meest efficiënte biomassacentrale in de Benelux. De elektriciteitscentrale zal een groot deel van de bedrijven en woningen in de omgeving van Delfzijl (120 duizend huishoudens) van duurzame energie voorzien. De centrale, die snippers van gerecycled hout als materiaal gebruikt, is half juli bedrijfsklaar. Eneco produceert een steeds groter deel van de elektriciteit voor haar klanten met windturbines, zonne-installaties en biomassa. Als leider van de sector chemie in de Sustainability Index van het Zwitserse onderzoeksbureau SAM, kijkt AkzoNobel bij de verduurzaming van haar productieprocessen naar de gehele keten, van leverancier tot klant. Verduurzaming van de energievoorziening is daar een belangrijk onderdeel van. Voortdurend wordt gezocht naar mogelijkheden om nog duurzamer te produceren, grondstoffen efficiënt in te zetten en zo tegelijk besparing te realiseren. p

De voorraadsilo’s in aanbouw.

Chemie passeert tweede deadline reaCh Makkelijk was het niet, maar de chemische industrie in de EU heeft op 31 mei de tweede deadline van de Reach-wetgeving gehaald. Dit betekent dat alle chemicaliën die jaarlijks in hoeveelheden van meer dan 100 ton vervaardigd of geïmporteerd worden, geregistreerd zijn bij het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA).

H

et afronden van de tweede fase ging niet zonder slag of stoot. Het ECHA kreeg veel registratiedossiers later dan verwacht. Dit kwam volgens de Europese chemiekoepel Cefic doordat bedrijven tegelijkertijd ook stoffen moesten laten evalueren en autoriseren, wat een tijdsintensief proces is. Bovendien moeten bestaande registratiedossiers up-to-date gehouden worden. Hubert Mandery, directeur-generaal van Cefic, stelt daarom op zijn website niet onverdeeld positief te zijn over Reach. “We willen dat Reach werkt, en hebben hard gewerkt om ervoor te zorgen dat bedrijven de tweede deadline hebben gehaald. Reach wordt niettemin door bedrijven beschouwd als één van de meest belastende wetgevingen in Europa.” Met het passeren van de tweede fase start automatisch de derde fase. De industrie verwacht dat dit de lastigste wordt, want hiervoor moeten vóór 2018 alle chemische stoffen geregistreerd worden waar jaarlijks meer dan één ton van gemaakt of geïmporteerd wordt. Effectief betekent dit dat vrijwel alle chemiebedrijven aan de slag moeten met Reach, en dat houdt in dat het mkb veel van zijn geld en onderzoekstijd moet besteden aan het registeren van stoffen. De VNCI is intensief betrokken bij programma’s (zowel nationaal als internationaal) die bedoeld zijn om de lasten voor het mkb te beperken. p juni 2013 Chemie Magazine 15


Optimaal voeden van mengers en processen

LESCHACO – your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental

Automatisch

logistics with responsible care for the chemical

efficiënt

industry.

Experienced. Dedicated. Customized.

Logistics – phone +31

and beyond.

(10) 2953 153

Since 1879.

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

Voedingssystemen voor mengers : AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.

AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel. : +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02

www.azo.be

GEVAARLIJK GOED VERPAKT?! CarePack Holland heeft het grootste assortiment UN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen. monsterverpakkingen

medische verpakkingen

vaten

dozen, standaard maten

transportbakken

palletboxen

dozen, op maat

jerrycans

flessen

4GV-dozen

blikken

zakken

Douglassingel 25 Schiphol-Rijk | The Netherlands | +31 (0)20 3540787 | Info@carepack.nl

www.carepack.nl


TWI TTER #vnci!

Stichting C3 StichtingC3 C3 zit strak in het pak, klaar voor de jaarvergadering van de

NellekeBarning @NellekeBarning Ik zeg: ga #chemie studeren - tot 2020 bijna 30.000 mensen tekort in NL, stelt DUO Research tijdens @vnci jaarcongres. Irene van Luijken @IrenevLuijken Steeds meer vrouwen in zaal bij @vnci chemische industrie jaarvergadering. Goede ontwikkeling. Hans Grünfeld @Hans_Gruenfeld Toekomst chemie bouwen op sterke punten infrastructuur, kennis en veiligheid, Fuhrmann @VNCI jaarvergadering Ellen Speetjens @EllenSpeetjens Studietip van Jaarvergadering VNCI: komende 7 jaar komen er duizenden banen in de chemie beschikbaar! Michela van Kampen @MichelavKampen Veel focus op instroom jongeren in chemie op #vnci congres Ik mis duurz. inzetbaarheid&kennisbehoud huidig personeel #mvo_nl VNCI@vnci Conclusie @AtzoNicolai tijdens VNCI-jaarvergadering: zoek als chemie je kracht in innovatie, en wees toekomstgericht bezig. Moniek van de Wiel @MoniekvandeWiel trein naar Den Haag @vnci jaarvergadering, hopelijk voor uitreiking Responsible Care-prijs. Gladiolen of zakdoekjes?

Actueel

AARDVERSCHUIVINGEN IN DE CHEMIE “De wereld verandert snel en Europa speelt onvoldoende in op de veranderingen. Europa moet oppassen om niet irrelevant te worden als vestigingsplaats voor de maakindustrie.” Die waarschuwing uitte VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann tijdens de VNCI-jaarvergadering op 30 mei in Den Haag.

V

olgens Fuhrmann heeft de chemische industrie met vier ontwikkelingen te maken die de mondiale verhoudingen op zijn kop zetten. Naast schaliegas zijn dat de opkomst van China, de keuze van landen in het Midden-Oosten om ‘downstream te gaan’ en de mondialisering van innovatie. De VNCI wijst erop dat de chemie in Nederland als motor van de maakindustrie in staat moet zijn het hoofd te bieden aan deze uitdagingen. De positie van Nederland binnen de Europese chemie is goed dankzij haar gunstige ligging, sterke clusters en de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Europa heeft de industrie nodig om economisch welvarend en stabiel te kunnen zijn. In een gezond industrieel landschap is de chemie, met zijn innovatieve kracht, een onmisbare bedrijfstak. De VNCI ondersteunt de ambitie van ‘Brussel’ om de rol van de maakindustrie in Europa te verstevigen. Europa zou daarbij moeten kiezen voor industriële bedrijvigheid die past bij haar sterktes. Er moet hoog ingezet worden op innovatie, maar in toenemende mate verplaatst de innovatiekracht zich naar Azië. Dit vraagt extra inspanning op innovatiegebied. Door de verwevenheid van R&D en productie slaagt dat alleen als de productiefaciliteiten in Nederland behouden blijven. Daarnaast kan versterking van de concurrentiekracht gerealiseerd worden door productiviteitsverbetering, resource efficiency en voorspelbaar beleid. Cijfers voor de Nederlandse chemie over het eerste kwartaal van 2013 laten een omzetdaling van bijna 7 procent en een productiedaling van 10 procent zien ten opzichte van het eerste kwartaal van 2012. De productiedaling van 10 procent volgt op vier kwartalen waarin de productie elke keer toenam ten opzichte van dezelfde periode in 2011. De investeringsverwachting voor 2013 ligt 16 procent lager dan in 2012. De VNCI ziet dat grote producenten reorganisaties hebben moeten doorvoeren en een enkel bedrijf failliet is gegaan. De situatie in heel Europa is zorgelijk. p

DSM VERRIJKT VOEDING ONTWIKKELINGSLANDEN

DSM en de organisatie voor ontwikkelingshulp World Vision gaan samenwerken om kindersterfte in de wereld tegen te gaan.

D

e twee partners bundelen hun kennis en middelen om de komende drie jaar voeding te verbeteren voor 150 miljoen kwetsbare kinderen. DSM gaat meel, tarwe en rijst verrijken met voedingssupplementen. In het eerste project in Tanzania wordt maïsmeel verrijkt. Volgens World Vision verhoogt de levensstandaard als het voedsel van kansarme kinderen wordt verbeterd. Zij presteren daardoor ook beter op school en zullen hun eigen kinderen ‘gezonder’ opvoeden. Jaarlijks sterven wereldwijd bijna 7 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar, waarvan ondervoeding de grootste oorzaak is.

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). juni 2013 Chemie Magazine 17


Machtig China zet markt onder druk

oP=oP! GroNdstoFsCHaarste:

Schaarste aan grondstoffen is van alle tijden, maar wordt wel steeds bedreigender nu het Westen de macht op de grondstoffenmarkt lijkt te verliezen. Vooral China rukt snel op. De opkomende economieĂŤn zullen een grotere wissel gaan trekken op de beschikbare voorraden. Vuurvaste stenen, fosfaat, zeldzame aardmetalen, koper: hoe gaan we ze veilig stellen? Tekst: Joost van Kasteren

18 Chemie Magazine juni 2013


resources

KoPer Grote onzekerheid over prijsontwikkeling De hoge prijzen, die zelfs tot brutale koperdiefstallen leiden, doen vermoeden dat koper schaars is en voorlopig ook zal blijven. Die veronderstelling wordt gesteund door de groeiende vraag naar koper, enerzijds door de opkomende economieën en anderzijds door de overgang naar meer duurzame vormen van energie en de bijbehorende ontwikkeling van smart grids – slimmere netwerken die vooral bestaan uit koperen kabels. Tegelijkertijd is er grote onzekerheid over de toekomstige prijsontwikkeling van koper, zo blijkt uit de recente studie Futures for Copper van denktank HCSS en de TU Delft. Naast conjuncturele oorzaken heeft dat vooral te maken met de beschikbare reserves in onder meer de zeebodem. Een andere factor die een rol speelt is de prijs van energie. Hoe lager die is, hoe aantrekkelijker het wordt om laagwaardige ertsen te exploiteren. Ten slotte wordt de prijs van koper ook voor een deel bepaald door de beschikbaarheid van substituten. Zo kun je elektriciteit ook over aluminium stroomkabels transporteren. De hoge prijs van dit moment vormt wel een impuls voor de recycling van koper; niet alleen illegaal via diefstal, maar ook legaal. Zo heeft het bedrijf Inashco, een spinoff van de TU Delft, een mechanische techniek ontwikkeld om koper en aluminium terug te winnen uit de bodem-as van verbrandingsinstallaties voor huisvuil. En heeft Elemetal, nog zo’n spin-off, een chemische techniek ontwikkeld om koper uit bodem-as te halen, waarbij microscopisch kleine koperdeeltjes worden opgelost in zuur om vervolgens via elektrolyse neer te slaan als zuiver koper. e

foto: shut terstock

Hoge koperprijs leidt tot koperdiefstal en innovatieve technieken om koper (terug) te winnen.

foto: shut terstock

V

orig jaar augustus werd de London Metal Exchange (LME), waar 80 procent van de wereldhandel in metalen plaatsvindt, overgenomen door de Hong Kong Exchange. Achter die beurs gaat de China Development Bank schuil, een staatsfonds dat onder directe controle staat van de Chinese regering. Er werd 180 maal de jaarwinst voor de LME neergeteld. Michel Rademaker, adjunct-directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), ziet het als een belangrijke strategische zet: “Met de overname van de LME heeft de Chinese overheid nu de macht en de kennis om met voorraden te gaan speculeren ten gunste van de eigen industrie.” Door die verschuivende machtsverhoudingen op de grondstoffenmarkt kan het volgens Rademaker nog weleens lastig worden in de Europese grondstofbehoefte te blijven voorzien. In de opkomende economieën groeit de middenklasse en daarmee ook de koopkrachtige vraag naar meer en meer luxe goederen. Daarvoor hebben zij steeds meer grondstoffen nodig. Rademaker: “We hoeven ons niet zozeer zorgen te maken over het opraken van grondstoffen, maar veel meer over de vraag of er wel voldoende grondstoffen onze kant op komen.”

‘Met overname LME kan China gaan speculeren ten gunste van eigen industrie’ juni 2013 Chemie Magazine 19


foto: shut terstock

‘De ruimere beschikbaarheid van “fysieke” voorraden fosfaaterts wil nog niet zeggen dat er ook voldoende fosfaat beschikbaar zal zijn voor de voedselproductie in Europa.’

FosFaat Nog voldoende reden voor recycling Nog maar een aantal jaar geleden leek het einde van de voorraden fosfaat in zicht. Er zou nog maar genoeg zijn voor zeventig jaar. Inmiddels blijkt dat het fosfaattekort voor het moment niet zozeer geologisch als wel politiek van aard is, en komt recycling op gang. In het Jahrbericht 2012/2013 stelt het Duitse Industrieverband Agrar dat de winbare voorraad bij huidig gebruik nog voldoende is voor bijna vierhonderd jaar, vooral dankzij nieuwe vondsten in Marokko, de Westelijke Sahara en het MiddenOosten. “Daarmee lijkt de druk van de ketel, maar dat is voor ons geen reden om onze inspanningen op het gebied van hergebruik van fosfaat te verminderen”, zegt Kees Langeveld. “We blijven vasthouden aan onze doelstelling om in 2015 voor 15 procent met herwonnen fosfaat in onze behoefte te voorzien en in 2025 voor 100 procent.” Langeveld is vicepresident business development van ICL Fertilizers Europe in Amsterdam, dat na het verdwijnen van Thermphos nog de enige grootschalige hergebruiker van fosfaat in Nederland is. ICL Europe ondertekende het Ketenakkoord Fosfaatkring, bedoeld om een duurzame markt te creëren voor secundair fosfaat en het Nederlandse fosfaatoverschot – geschat op 50.000 ton per jaar – zo veel mogelijk te exporteren. Koop Lammertsma, hoogleraar Organische Chemie aan de VU, zegt over dit Ketenakkoord: “Het is niet alleen bedoeld om 20 Chemie Magazine juni 2013

tekorten te vermijden, maar ook om het overschot aan dierlijke mest en het fosfaat dat vrijkomt bij de zuivering van rioolwater te verwerken.”

Laagwaardiger erts

Naast het benutten van overschotten is de afnemende kwaliteit van fosfaaterts een belangrijk argument voor herwinning en hergebruik, zo stelt de hoogleraar. “Het erts wordt laagwaardiger, waardoor er veel meer gesteente gedolven en verwerkt moet worden. Bovendien nemen de gehaltes zware metalen, zoals cadmium, en radioactieve stoffen toe per ton gewonnen fosfaat. Die stoffen wil je niet in het milieu hebben.” Volgens Rademaker wil de ruimere beschikbaarheid van ‘fysieke’ voorraden fosfaaterts niet zeggen dat er ook voldoende fosfaat beschikbaar zal zijn voor de voedselproductie in Europa. “Een deel van de voorraden fosfaaterts bevindt zich in China, dat de komende decennia alle zeilen bij moet zetten om zijn bevolking te voeden. Uit strategische overwegingen kan het voor China bovendien interessanter zijn om fosfaaterts aan Afrikaanse landen te verkopen dan aan Europa. Grote voorraden bevinden zich ook in politiek gevoelige gebieden, zoals de Westelijke Sahara, waar al decennia lang een strijd om autonomie wordt gevoerd. De Arabische revolutie is weliswaar voorbijgegaan aan Marokko, maar de regio is er niet rustiger op geworden.”

ZeldZame aardmetaleN de komende jaren nog meer onder druk Uit de analyse Scarcity of Rare Earth Elements, die VU-hoogleraar Koop Lammertsma samen met Marissa de Boer schreef voor de KNCV, blijkt dat er ondanks de dringende noodzaak nog geen begin is van internationale politieke en economische samenwerking om de dreigende schaarste van zeldzame metalen het hoofd te bieden. Michel Rademaker van HCSS verwacht eveneens dat de beschikbaarheid van zeldzame aardmetalen de komende jaren nog meer onder druk komt te staan. Met name als China van exporteur importeur wordt, omdat het de metalen nodig heeft voor de eigen industrie. “Er wordt gesuggereerd dat die omslag al in 2014 of 2015 plaats kan vinden”, zegt hij.

VuurVaste steNeN de dupe van dumping door China Vrijhandel gedijt alleen bij eerlijke handel en daarvan is momenteel geen sprake als het gaat om magnesiumoxide en vuurvaste stenen, die onder meer als bekleding voor hoogovens worden gebruikt. Althans, dat vindt Paul Schipper, managing director van producent van magnesiumoxide Nedmag in Veendam. “China investeert heel stevig in de productie van vuurvaste steen en drukt

‘De productie van vuurvaste steen wordt economisch steeds onaantrekkelijker doordat de markt wordt overspoeld met goedkope vuurvaste steen uit China.’


resources

Oude en nieuwe mijnen

Inmiddels zijn er buiten China enkele mijnen (opnieuw) in productie genomen, zoals de Mountain Pass-mijn in Californië en Mount Weld in Australië. Winning is echter maar een deel van het verhaal: het erts, met gehaltes zo laag als 0,1 procent, moet ook worden verwerkt. De fabriek die Lynas Corp. daarvoor heeft laten bouwen in Maleisië roept nogal wat verzet op van omwonenden, die willen dat de fabriek onmiddellijk wordt gesloten. Lynas zou geen veilige oplossing hebben voor de opslag van afval, waarvan een deel radioactief is. De vraag is of het (her)openen van oude en nieuwe mijnen op de langere termijn veel soelaas zal bieden. Lammertsma en Rademaker denken van niet. Enerzijds omdat de

daarmee Westerse producenten uit de markt.” Het probleem is volgens Schipper niet zozeer dat er te weinig magnesiet (magnesiumcarbonaat) beschikbaar is voor de productie van vuurvaste steen, maar dat de productie ervan economisch steeds onaantrekkelijker wordt doordat goedkope vuurvaste steen uit China de markt overspoelt. “De grondstof voor vuurvaste steen is magnesiumoxide, of beter gezegd: DBM – . Wij maken dat op basis van magnesiumchloride, dat hier in Groningen indertijd min of meer bij verrassing werd ontdekt tijdens het boren naar aardgas. Een efficiënt en schoon proces, ook al omdat onze magnesiumchloride buitengewoon zuiver is. In China gaat men uit van magnesiumcarbonaat waar de CO2 wordt uitgebrand: een vrij grofstoffelijk proces dat een behoorlijke milieubelasting met zich meebrengt.” Sinds begin jaren negentig is voor 1 miljard ton aan productiecapaciteit verdwenen in Europa. “Wij zijn nog een van de laatste onafhankelijke producenten van DBM”, zegt Schipper. “De enige oplossing is om het dumpen van magnesiumoxide en vuurvaste steen tegen te gaan met een importheffing. De Verenigde Staten zijn ons al voorgegaan.”

vraag nog sterk zal stijgen en anderzijds omdat de milieukosten, en daarmee ook de economische kosten, hoog zijn. “Op de lange termijn is de enige weg uit de schaarste aan zeldzame aardmetalen het terugdringen van de behoefte aan virgin materialen”, zegt Rademaker. “Door substitutie met andere, ruimer voorkomende materialen, en door recycling en hergebruik.” Maar daarover zegt Lammertsma: “We wachten nog steeds op een integrale, economisch rendabele strategie voor het inzamelen en hergebruiken van zeldzame aardmetalen.”

Zeldzame aardmetalen zijn van cruciaal belang voor de hightechsector.

foto: shut terstock

niet verder toe – eerder af – maar de binnenlandse vraag bleef wel stijgen, wat in 2009 uiteindelijk resulteerde in exportlimieten.

WerNer FuHrmaNN: slimmer inspelen op schaarste De ene grondstof is de andere niet en daarom moeten we slimmer inspelen op schaarste, vindt VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. Als voorbeeld noemt hij ethyleen, een van de basisgrondstoffen voor de chemische industrie, die in Europa wordt gemaakt uit – grotendeels geïmporteerde – aardolie. “In de Verenigde Staten komen grote installaties op stoom die ethyleen produceren uit schaliegas. In Nederland en in andere Europese landen is de gasprijs nu nog te hoog. Om de processen in de chemische industrie rendabel te houden, moeten we de gasprijs loskoppelen van de olieprijs.” Een ander voorbeeld is titaniumdioxide, een belangrijke grondstof voor kunststoffen, verf en drukinkt en zonnebrandcrème. Achterblijvende investeringen in winning en ertsverwerking in combinatie met een groeiende vraag uit opkomende economieën hebben geleid tot tekorten en zeer volatiele prijzen. “Omdat Europa, afgezien van Noorwegen, geen ertsen voor titaniumdioxide produceert en omdat de productie zeer energie-intensief is, kunnen we in dit geval het beste op de schaarste inspelen door substitutie”, stelt Fuhrmann. “In eigen huis hebben we bijvoorbeeld polymeren ontwikkeld die ongeveer 20 procent titaniumdioxide vervangen.” Bij fosfaat ten slotte, grondstof voor kunstmest, is er nog geen sprake van absolute schaarste, mede dankzij het contract dat de Europese Unie heeft gesloten met Marokko. Maar er is wel een risico van geopolitieke schaarste. Fuhrmann: “We moeten daarom inzetten op hergebruik van fosfaat. Een bijkomend voordeel is dat ook het milieu daarbij gebaat is.” foto: cA sPer rIL A

Zeldzame aardmetalen of REE’s (rare earth elements) zijn van cruciaal belang voor de hightechsector. Ze worden onder andere gebruikt in magneten (voor windturbines bijvoorbeeld), zuinige verlichting, batterijen, elektronica, katalysatoren en polijstmiddelen. Hoewel ze niet heel zeldzaam zijn, overal in de aardkorst voorkomen, zijn de winbare hoeveelheden beperkt. Reserves worden momenteel geschat op 114 miljoen ton, maar die hoeveelheid kan oplopen als de prijs stijgt. Zo heeft Japan plannen om REE’s te gaan winnen uit de zeebodem. Ongeveer de helft van de winbare voorraad bevindt zich in China, maar van de jaarlijkse productie van 134 kiloton wordt 97 procent in China geproduceerd. Tot 2007 nam de productie jaarlijks toe, maar vanaf dat jaar ging de Chinese overheid meer nadruk leggen op het handhaven van de wetgeving op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden. De productie nam

juni 2013 Chemie Magazine 21


“ Is your plant ready for the future? “

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

Please visit us at www.yokogawa.com/eu

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl


Arbeidsmarkt

Hoe ontstaat het tekort aan chemici?

: T h c o Z GTeienduiZenden ) V / m ( s r e m e n k r we

Bijna twintigduizend mbo’ers, ruim vierduizend hbo’ers en vijfduizend academici. Zó groot is het tekort aan chemisch en procestechnisch personeel dat de industrie in 2020 verwacht. Dat blijkt uit het onderzoek van Duo Market Research en de VNCI dat tijdens de jaarvergadering werd gepresenteerd. Chemie Magazine dook in de cijfers, en laat zien waar de grootste gaten vallen onderweg van eerstejaarsstudent naar werknemer.

H

et was voor het eerst dat de chemie- en procesindustrie zo grootschalig in kaart hebben gebracht hoe vraag en aanbod van personeel zich de komende jaren ontwikkelen. Het resultaat is een overzicht waarin duidelijk wordt hoeveel mensen chemie gaan studeren, welk percentage afstudeert, wie er in de chemie gaat werken, en hoeveel vacatures daar zijn. e

Tekst: Inge Janse

juni 2013 Chemie Magazine 23


1

Inschrijvingen

Beginnend bij het begin: hoeveel mensen starten er met een studie chemie? Gedetailleerde cijfers voor het middelbaar onderwijs zijn lastig te vinden (onder meer door veel interne doorstroom en werknemers die er een opleiding naast doen), maar cijfers van de Kennisbank Bèta Techniek laten zien dat de afgelopen tijd jaarlijks gemiddeld 4359 studenten met een mbo-opleiding in chemische richting zijn begonnen. Voor gegevens over het hoger onderwijs steken we ons licht op bij de Vereniging Hogescholen, de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU), en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, de voormalige IB-groep). Uit deze cijfers blijkt dat de animo voor een chemiestudie in het hoger onderwijs sinds 2008 toeneemt. Dat jaar startten 2114 leerlingen aan een studie chemie op hbo-niveau, en in 2012 waren dat er 2382. Deze stijging van 13 procent is flink wat groter dan de groei van slechts 1 procent van het totale aantal hbo-studenten.

3

Studie-uitval

Dat zijn flinke aantallen, al die studenten. Jammer genoeg redt lang niet iedereen het tot het eind, waardoor het aantal gediplomeerde chemici wat lager ligt. Op mboniveau zijn de exacte aantallen wederom lastig te bepalen, maar zijn er wel enkele percentages bekend. Uiteindelijk maakt 70 procent zijn studie af, waarna 30 procent van die gediplomeerden doorstroomt naar een andere mbo- of hbo-studie. Over hbo’ers is een stuk meer bekend. Vergelijk je bijvoorbeeld het aantal hbo-studenten chemie dat in 2007 gestart is met het aantal gediplomeerden in 2012, dan haalt 55 procent de eindstreep, een percentage dat al sinds 2000 redelijk stabiel is. Geef je een hbo-student acht jaar de tijd, dan is de kans 70 procent dat hij met een diploma vertrekt. Chemieleerlingen presteren 24 Chemie Magazine juni 2013

2

Populairste studies en scholen

INSTROOM WO CHEMIE 1000 800 600 400

2008

2009

WO-Chemie

2010

2011

2012

WO-totaal (x100)

INSTROOM HBO CHEMIE 2500 2000 1500 1000 500 2008

2009

HBO-Chemie

2010

2011

HBO-totaal (x100)

Maar op wetenschappelijk niveau presteerde chemie slechter dan het landelijk gemiddelde. Want terwijl tussen 2008 en 2012 het totale aantal nieuwe academici-in-wording toenam met 10 procent (van 47 duizend naar 52 duizend), gingen in 2012 4 procent minder scholieren chemie studeren ten opzichte van 2008 (van 846 naar 814).

daarmee niet opmerkelijk beter of slechter dan alle hbo-studenten (54 procent afgestudeerd na vijf jaar; 70 procent na acht jaar) of alle hbostudenten techniek (respectievelijk 53 en 70 procent). Ook op academisch niveau staan er tussen droom en daad de nodige wetten en praktische bezwaren in de weg. Voor de chemische bacheloropleidingen geldt dat 47 procent van de studenten die in 2008 van start gingen zijn diploma ontving en door kon stromen naar werk of een masteropleiding. Dat percentage ligt hoger dan voorgaande jaren, want toen werd er meestal rond de 40 procent gescoord. Geef je studenten zeven jaar de tijd voor hun bachelor, dan rondt zo’n 60 procent zijn studie succesvol af. Wetenschappelijke chemici scoren daarmee beter dan alle techniekstudenten bij elkaar, want daar is slechts 53 procent na zeven jaar klaar met zijn bachelor.

2012

Als we kijken naar wat de populairste chemiestudie is, dan is op hbo-niveau Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek met ruim 1000 inschrijvingen in 2012 veruit de meest populaire richting. Goede tweede is Chemie (bijna 600 studenten), en Chemische Technologie is met bijna 300 nieuwe liefhebbers een goede derde. De meest bezochte hbo-instelling voor een chemiestudie is de Hogeschool Leiden (301 inschrijvingen in 2012), op de voet gevolgd door de Avans Hogeschool (291) en de Hogeschool Utrecht (272). Op academisch niveau is de bachelor Life Science & Technology de grote favoriet van 2012 met bijna 250 inschrijvingen. Scheikunde mag bijna 200 nieuwe studenten verwelkomen, en Scheikundige Technologie bijna 150. Om chemie te studeren trokken de meeste studenten in 2012 naar het hoge noorden, waar de Rijksuniversiteit Groningen bijna 200 nieuwe studentnummers verstrekte aan prille chemici. Daarnaast gingen er 132 studenten naar de Technische Universiteit Delft en bijna 100 naar de Technische Universiteit Eindhoven.

4

Gediplomeerden

Ondertussen neemt het aantal studenten dat een diploma haalt voor een chemiestudie sinds 2008 toe. Op wetenschappelijk niveau haalden in 2008 bijna 300 kersverse chemici hun doctoraal- of masterdiploma op, terwijl dat er in 2012 ruim 400 waren. Die stijging van 44 procent is hoger dan de totale groei in uitgegeven doctoraal- of masterdiploma’s van 36 procent. Ook op hbo-niveau is er flinke groei zichtbaar: van 1055 gediplomeerden in 2008 naar 1330 in 2012, oftewel 26 procent méér diploma’s chemie. Ter vergelijking: in dezelfde periode steeg het totale aantal hbo-diploma’s maar met 8 procent.


Arbeidsmarkt HBO INSCHRIJVINGEN PER SCHOOL

HBO INSCHRIJVING PER RICHTING Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek

1077

Chemie

583

Chemische Technologie

277

Milieukunde

139

Applied science

122 109

Biotechnologie Bio-informatica

70 0

200

400

600

800 1000

WO INSCHRIJVING PER RICHTING Life Science and Technology

244

Scheikunde

188

Scheikunde Technology

138 105

Molecular Science and Technologie

Hogeschool Leiden Avans Hogeschool Hogeschool Utrecht Hs van Arnhem en Nijmegen Saxion Hogeschool Hogeschool Rotterdam Hanzehogeschool Groningen Hogeschool Van Hall Larenstein Fontys Hogeschool Hogeschool InHolland Hs Zuyd De Haagse Hogeschool NHL HZ HAS Hogeschool Stenden Hogeschool

74

Moleculaire Levenswetenschappen

301 291 272 232 221 220 185 126 122 122 93 55 55 39 32 17 0 50 100 150 200 250 300 350

65

Farmaceutische Wetenschappen 0

50

100

150

200

250 WO INSCHRIJVINGEN PER SCHOOL Rijksuniversiteit Groningen

De meeste studenten trokken naar het hoge noorden

500 400 300

2008

2009

WO-Chemie

2010

2011

2012

WO-totaal (x100)

HBO EN HBO CHEMIE GEHAALD 1500 1200 900 600

2008

2009

HBO-Chemie

2010

132

Technische Universiteit Eindhoven

96 88

Universiteit Leiden Radboud Universiteit Nijmegen

82

Vrije Universiteit Amsterdam

81 74

Universiteit Utrecht Universiteit Twente

28

Wageningen University

27

Universiteit van Amsterdam

27 0

50

100

150

200

TopsecTor chemiebeurs Als wonderolie?

WO EN WO CHEMIE MASTER GEHAALD

200

179

Technische Universiteit Delft

2011

HBO-totaal (x100)

2012

In 2012 is de VNCI gestart met een pilot van de Topsector Chemiebeurs. Dit houdt in dat getalenteerde chemiestudenten een beurs krijgen van 500 euro per maand gedurende hun bachelor, betaald door een chemiebedrijf. Kijken we naar de inschrijfcijfers in 2012 op academisch niveau, dan heeft die beurs zijn doel niet gemist. De opleiding scheikunde in Utrecht (waarvoor in 2012 deze beurs bij wijze van proef werd afgegeven aan vijf studenten) mocht 74 nieuwe studenten in de armen sluiten, 23 méér dan in 2011, en goed voor 92 procent van de totale landelijke stijging in chemiestudenten op wo-niveau. De grote vraag is natuurlijk wat er komend schooljaar gebeurt, aangezien de Topsector Chemiebeurs dan op tien universiteiten verstrekt wordt. Was er in 2012 slechts sprake van bovengemiddeld veel interesse in Utrecht door de beurs, of zorgt de financiële prikkel ervoor dat op alle universiteiten het aantal studenten toeneemt? De toekomst moet het uitmaken.

juni 2013 Chemie Magazine 25


5

Van diploma naar baan

Maar hoeveel profijt heeft de chemische industrie van al deze gediplomeerden? Hoeveel daarvan gaan er aan de slag in de chemie? Om dat te bepalen put DUO Market Research uit het rapport Masterplan Bèta en Technologie uit begin 2012, opgesteld door het Platform Bèta Techniek. Uit dit onderzoek blijkt dat van alle mbogediplomeerde technici 43 procent daadwerkelijk gaat werken op de bèta-technische arbeidsmarkt. Onder hbo- en wo-technici is dit respectievelijk 26 en 23 procent. Daar staat tegenover dat DUO in eerder onderzoek voor de VNCI een doorstroompercentage van 70 procent zag. In zijn berekeningen van de doorstroom is het bureau daarom uitgegaan van beide scenario’s.

Het verschil tussen vraag en aanbod wordt met het jaar groter

6

Het tekort

Rest de vraag: hoeveel vraag is er naar al deze potentiële werknemers? Daarvoor vroeg onderzoeksbureau DUO Market Research aan een representatieve groep van bijna vierhonderd bedrijven (zoals VNCI-leden, maar bijvoorbeeld ook bedrijven in de voedingsindustrie) hoeveel chemici zij in 2015 en 2020 verwachten nodig te hebben vanwege uitstroom, vergrijzing en uitbreiding. Vergelijken we nu vraag en aanbod (gebaseerd op het gemiddelde van de twee doorstroompercentages), dan zien we dat er een steeds groter verschil ontstaat tussen die twee. Mochten de huidige trends hetzelfde blijven, dan verwacht de industrie alleen al dit jaar een tekort van 2500 man aan mbo-personeel, dat gestaag doorgroeit tot twintigduizend in 2020. De situatie voor hbo- en wopersoneel is iets minder nijpend (respectievelijk drieduizend en vijfduizend te weinig werknemers in 2012), maar de rode draad is duidelijk: er is een flink tekort, en dat tekort neemt jaar op jaar toe. Een gedeelte van dit tekort wordt veroorzaakt doordat veel afgestudeerde scheikundigen niet in de chemie gaan werken. Maar zelfs als alle gediplomeerde chemici in de sector aan de slag gaan, is er nog sprake van een tekort op alle niveaus. VRAAG EN AANBOD NIEUWE MEDEWERKERS MBO TOTAAL 27623

30000 20000

18194 8060

10000 3023

Vnci: ‘chemie biedT sTudenTen mooie ToekomsT’

In reactie op de verwachte kloof benadrukt de VNCI dat studenten een mooie toekomst tegemoet gaan als zij chemie gaan studeren en in de sector komen werken. “Vooral laboranten en procestechnologen op mboniveau zijn bijna zeker van werk, maar ook de vraag naar hbo-analisten en academische onderzoekers is en blijft groot”, weet Nelo Emerencia, speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie bij de VNCI. “In de chemie werken betekent innovatief bezig zijn in een hoogtechnologische industrie waar innovatieve en creatieve mensen hun talenten kunnen benutten. Als ik vandaag zou gaan studeren, zou ik het wel weten.” Ook steekt de vereniging haar hand in eigen boezem. Emerencia: “Er studeren veel meer mensen in de chemie af dan dat er in onze sector komen werken. De industrie moet daarom haar aantrekkingskracht vergroten. Dit kan zij bijvoorbeeld doen door de carrièremogelijkheden beter in beeld te brengen. Daarnaast is de industrie al druk bezig om samen met de overheid en het onderwijs het enthousiasme voor chemieopleidingen te vergroten, bijvoorbeeld via de Topsector Chemiebeurs voor getalenteerde studenten.” 26 Chemie Magazine juni 2013

0

Vraag totaal Aanbod totaal NU-2015 NU-2015

Vraag totaal NU-2020

Aanbod totaal NU-2020

VRAAG EN AANBOD NIEUWE MEDEWERKERS HBO TOTAAL 9124

10000 8000 6000

5976 4726

4000 1772

2000 0

Vraag totaal Aanbod totaal NU-2015 NU-2015

Vraag totaal NU-2020

Aanbod totaal NU-2020

VRAAG EN AANBOD NIEUWE MEDEWERKERS WO TOTAAL 8000

7149

6000 4000 2000 0

4183 2122 796 Vraag totaal Aanbod totaal NU-2015 NU-2015

Vraag totaal NU-2020

Aanbod totaal NU-2020


VED BY RO

PR

NA

LS

AP P

Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. OFESS

IO

Thomas Shiftleader

Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het

Peter

Senior operator

over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?

KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com


De stand van Jet-Net.

Ruud Lubbers pleit voor bio.

Werner Fuhrmann: Europa speelt onvoldoende in op de veranderingen.

Vraag uit de zaal.

De jaarvergadering was goed bezocht.

Het panel.

VNCI-jaarvergadering in teken van personeelstekort

‘Ga als bedrijven na

E

en spoedcursus koppen maken, daarmee opende dagvoorzitter Rens de Jong, bekend van BNR Nieuwsradio, de VNCI-jaarvergadering op 30 mei. Daarna kon de zaal zelf aan de slag door de kop ‘Chemiebedrijven … aanpakken’ af te maken. Ruud Lubbers kwam met: ‘Chemiebedrijven gaan bio aanpakken’. Marlies van Wijhe van Van Wijhe Verf maakte ervan: ‘Chemiebedrijven moeten de consument aanpakken’, waarmee ze bedoelde dat de industrie de consument duidelijk moet maken hoe belangrijk chemie is in het dagelijks leven. Een ludieke bijdrage kwam van VNCI-medewerker Inge Janse: ‘Chemiebedrijven maken banaanpakken’. Wat minder vrolijk werd het tijdens de 28 Chemie Magazine juni 2013

jaarrede van VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. “De wereld verandert snel en Europa speelt onvoldoende in op de veranderingen”, hield hij de zaal voor. “Europa moet oppassen niet irrelevant te worden als vestigingsplaats voor de maakindustrie.” Volgens Fuhrmann heeft de chemische industrie met vier ontwikkelingen te maken die de mondiale verhoudingen op zijn kop zetten. Naast schaliegas zijn dat de opkomst van China, de keuze van landen in het Midden-Oosten om ‘downstream te gaan’ en de mondialisering van innovatie.

Kloof

Een andere bedreiging is de kloof tussen vraag en aanbod van personeel. De chemi-

sche industrie staat in 2020 een groot tekort aan vooral mbo’ers, maar ook hbo’ers en academici te wachten, zo blijkt uit het onderzoek van DUO Market Research dat tijdens de jaarvergadering werd gepresenteerd (zie pagina 46). Volgens het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de VNCI, is een belangrijke oorzaak dat veel afgestudeerde scheikundigen niet in de chemie gaan werken. Deels wordt ook de vergrijzing een probleem. Bij DSM gaat de komende tien jaar de helft van het personeel met pensioen, vertelde directeur Atzo Nicolaï. Volgens hem kunnen we veel leren van Duitsland, waar 3 procent van het bnp aan R&D wordt besteed en mede door het duale leersysteem veel meer techneuten afstuderen.


Uitgelicht

Netwerkmoment.

Atzo Nicolaï: Veel leren van Duitsland.

Studente Iris van Breukelen vindt bedrijfsbezoeken ‘vet’.

naar het vmbo’ Zijn kop luidde: ‘Chemiebedrijven moeten kleuterjuffen aanpakken’. Er moet volgens hem op de pabo meer aandacht komen voor techniek.

Paneldiscussie

Na het niet onbelangrijke netwerkmoment met koffie en versnaperingen volgde een paneldiscussie over de vraag hoe bedrijfsleven, onderwijs en overheid samen kunnen zorgen voor voldoende geschoold personeel. Jan van Zijl, voorzitter MBO-raad, pleitte voor meer uitwisseling en voorlichting: “Ga als bedrijven naar het vmbo, daar moeten de mbo-studenten vandaan komen.” Hans Schutte, directeur-generaal van het ministerie van OCW, onderstreepte de behoefte aan gastlessen op scholen.

Atzo Nicolaï stelde dat we de sector positief moeten presenteren: “De maakindustrie moet cool zijn.” Marijn Meijer, directeur Stichting C3, merkte onder andere op dat ouders heel belangrijk zijn bij de studiekeuze van hun kind. Hoogste tijd voor studenten en docenten op het podium. Mbo-student Rudi Poschmann vertelde dat hij voor procestechniek heeft gekozen dankzij ooms die in de sector werken. Volgens Iris van Breukelen, student Molecular Science & Technology aan de TU Delft, heerst er een verkeerd beeld over bètastudies en lopen er niet allemaal nerds rond. Zij pleitte voor (meer) bedrijfsbezoeken, die ze zelf als ‘vet’ heeft ervaren. Daarnaast zouden leerlingen al in de onderbouw met chemie in aanraking moe-

foto’s: ca sper ril a

DUO Market Research: groot tekort aan personeel.

ten komen. Juul Slits, docent chemie in het voortgezet onderwijs, vond dat het beeld van de sector (vies en eng) anders is dan de werkelijkheid: “Scheikunde is toch gewoon leuk?” Huub Nelis van YoungWorks benadrukte ten slotte dat beeldvorming een belangrijke rol speelt bij de keuze voor een bedrijf en dat jongeren vooral een goede werksfeer belangrijk vinden (52 procent), gevolgd door leuke collega’s (45 procent) en een eerlijk salaris (41 procent). De jaarvergadering werd afgesloten met de uitreiking van de Responsible Careprijs (zie pagina 40), met aansluitend een gezellige borrel – waar de traditionele haringkar niet ontbrak. p juni 2013 Chemie Magazine 29


Havisten en vwo’ers buigen zich over duurzame productie

Groene chemie Gaat naar school Atoomeconomie, rendement, E-factor, Q-factor, MACwaarde, energiebalansen, het zijn niet zomaar wat begrippen waar middelbare scholieren mee aan de slag gaan tijdens de onderwijsmodule Groene Chemie. Nee, met kennis van deze termen leren zij complexe duurzaamheidsvraagstukken van de chemie te begrijpen. Door zelf berekeningen te maken en advies uit te brengen over waarheidsgetrouwe casuïstiek. Tekst: Marloes Hooimeijer

‘G

roene chemie is voor het onderwijs een heel nieuwe tak van sport”, zegt scheikundedocent Jan van Rossum van het Ashram College in Alphen aan de Rijn. “Men wilde het onderwerp enkele jaren terug opnemen in het centraal scheikunde-examen voor havo en vwo, maar dan moest er wel eerst fatsoenlijk lesmateriaal beschikbaar komen om het goed aan leerlingen uit te kunnen leggen.” Dus financierde de VNCI ontwikkeling van de lesmodule Groene Chemie voor havo-5-leerlingen, die sinds verschijning in 2010 gretig opgevraagd wordt door zowel havoals vwo-scheikundedocenten. De module staat inmiddels model voor de eindtermen van het centraal examen en de vragen die daarin gesteld kunnen worden. “Maar vwo-docenten misten aandacht in de module voor het ingewikkelde thema ‘evenwichten’, het berekenen van evenwichtsreacties

32 Chemie Magazine juni 2013

bij chemische processen”, zegt Van Rossum. Als mede-ontwikkelaar van de Delftse Leerlijn, een serie van toepassingsgerichte scheikundemodules voor het vwo binnen de Nieuwe Scheikunde (zie kader), heeft hij de havo-module Groene Chemie met een aantal collega’s vorig jaar vwo-proof gemaakt.

Geen modegril

“Aandacht voor groene chemie is geen modegril, maar een thema waar we in de toekomst niet omheen kunnen”, meent Emiel de Kleijn, curriculumontwikkelaar scheikunde bij het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO. “Aangezien Nederland daarin straks voorop wil lopen, is het van groot belang dat het thema vast onderdeel van het scheikundecurriculum is geworden. De lesmodule Groene Chemie laat leerlingen de essentie zien: dat je bij het ontwerpen van productieprocessen over duurzame efficiency in brede zin moet nadenken. Het gaat

niet alleen om recycling en hernieuwbare grondstoffen, maar ook om zo min mogelijk grondstofverbruik, afval, bijproducten, toxiciteit, en het verwerken van zo veel mogelijk beginstoffen in het eindproduct - de atoomeconomie.” Vandaar ook dat de inhoud van de module is gebaseerd op de twaalf – wereldwijd geaccepteerde – uitganspunten van Paul Anastas voor groene chemie, en dat leerlingen aan de slag gaan met bijbehorende termen als rendement, E-factor (hoeveelheid afval), Q-factor (vervuilingsfactor), MAC-waarde (maximaal toegestane hoeveelheid gevaarlijke stoffen) en energiebalansen (verbruik en vrijkomen van energie). Van Rossum: “In eerste instantie vinden mijn leerlingen de stof pittig en taai, maar als ze er in de casusopdrachten mee gaan werken snappen ze opeens wat ze ermee kunnen.” Ook de leerlingen van scheikundedocente Aky van der Beek (scholen- e


Foto: holl andse hoogte

onderwijs

nieuwe scheikunde leGt verbindinG met maatschappij

V

anaf komend schooljaar moeten alle vierde klassen havo en vwo gaan werken met het examenprogramma nieuwe scheikunde. “de nieuwe scheikunde is meer contextgericht dan de oude scheikunde”, zegt curriculumontwikkelaar emiel de Kleijn. “het verbindt de lesstof aan actuele maatschappelijke vraagstukken: groene chemie, duurzaamheid, nieuwe materialen, energieomzettingen. leerlingen krijgen direct een duidelijk beeld van de relevantie van het vak.” het examenprogramma schrijft voor ‘wat’ in de nieuwe scheikundelessen behandeld moet worden, maar in het ‘hoe’ zijn docenten en scholen vrij. om docenten te ondersteunen zijn er diverse leerlijnen ontwikkeld waarin de lesstof op eigen (didactische) wijze wordt behandeld. een voorbeeld is de groene leerlijn voor de havo of het equivalent hiervan voor het vwo, de delftse leerlijn. daarin gaan leerlingen in groepjes zelf actief aan de slag met brede, maatschappe-

lijke chemievraagstukken, zoals gezonde voeding of duurzaam vervoer. de lesstof is uitgewerkt in tal van modules die docenten, los of als onderdeel van een leerlijn, kunnen gebruiken. de VnCI heeft de ontwikkeling van acht modules gefinancierd waarin de chemische industrie centraal staat: groene chemie, melkzuur, kunstmest, antibiotica, zelfherstellend beton, zelfherstellende materialen, nanomaterialen en biotechnologie. de ontwikkeling van de delftse leerlijn door de tU delft wordt eveneens door de VnCI gefinancierd.

Beroepsperspectief

In de nieuwe scheikunde moet ook het beroepsperspectief volgens de Kleijn meer aan bod komen, zodat leerlingen geënthousiasmeerd raken voor een vervolgstudie in de chemie. “er is meer tijd nodig om iets te zeggen over het effect op de instroom in de scheikundeopleidingen. Wel geven veel leerlingen uit onze testpilot aan dat ze door

het nieuwe scheikundeonderwijs de relevantie van het vak veel meer zien.” scheikundedocent Jan van Rossum beaamt dit: “Mijn leerlingen zijn zó enthousiast. tien jaar terug was scheikunde op onze school het minst populaire en nu het meest populaire bètavak. Ze vinden het veel toepassingsgerichter dan biologie. ‘Je weet tenminste waar je het voor doet’, zeggen ze. In mijn vwo-5-klas zitten nu al zes leerlingen die iets met scheikunde willen gaan doen.” scheikundedocent Bert Klont op scholengemeenschap schaersvoorde doet er nog een schepje bovenop: “drie excellente leerlingen hebben mij gevraagd een aanbevelingsbrief te schrijven voor een topsector Chemiebeurs. Modules nieuwe scheikunde helpen je vak te verkopen!” Meer informatie: www.nieuwescheikunde.nl en www.scheikundeinbedrijf.nl

juni 2013 Chemie Magazine 33


‘Wij deden in het verleden helemaal niet aan groene chemie’ gemeenschap De Passie in Utrecht) zijn enthousiast over de module. “Ze vinden het plezierig dat de behandelde onderwerpen terugkomen in de oefenopdrachten, zoals het berekenen van de atoomeconomie bij verschillende soorten reacties. De casussen vinden ze ook erg leerzaam.” En voor haar als docente zelf is het ook handig dat er een ‘overzichtelijke module’ bestaat om groene chemie in de klas te behandelen. “De Nieuwe Scheikunde kijkt veel specifieker naar groene chemie dan voorheen. In het oude examenprogramma was er slechts algemene aandacht voor: goed of slecht voor het milieu, punt. Nu betrek ik groene chemie ook bij andere onderwerpen die ik behandel, zoals gebruik van grondstoffen en oplosmiddelen.” Docente Brechtje Maas van OSG Sevenwolden zegt hierover: “Wij deden in het verleden helemaal niet aan groene chemie, maar nu leren we de leerlingen aan de hand van een werkelijke situatie groen te denken. Dat vinden ze leuk, al vinden ze de eindopdracht wel veel werk.”

Advies aan gemeenteraad

In die eindopdracht vormen de leerlingen het fictieve adviesbureau Green Chemistry, dat door de gemeenteraad is gevraagd advies uit te brengen over de beste productieroutes voor titaandioxide en adi34 Chemie Magazine juni 2013

pinezuur in een nieuw te vestigen fabriek. “Het voorbeeld van titaandioxide komt van chemiebedrijf Tronox”, vertelt Van Rossum. “We mogen gebruikmaken van filmpjes over hun productieproces en andere informatiebronnen. De andere casus komt van de TU Delft. Zonder deze inbreng uit de praktijk hadden we de module nooit kunnen maken.” De leerlingen moeten in teams voor vier mogelijke productieroutes berekenen hoe ‘groen’ die zijn en uiteindelijk richting de gemeenteraad beargumenteren voor welke twee routes, voor respectievelijk titaandioxide en adipinezuur, een vergunning verleend moet worden. “Ze komen erachter dat dit geen simpele optelsommetjes zijn, maar dat ze moeten bepalen welke criteria van Anastas ze voor de stad zwaarder vinden wegen dan andere. Gaat minder energieverbruik boven meer toxiciteit? Of gaat minder afval boven minder energieverbruik? Ze leren dat ook in groene chemie ethische kwesties spelen.” Meer informatie: http://ocw.tudelft.nl/high-school/ de-delftse-leerlijn-voor-scheikunde/

Wat gebeurt er als spieren bij fanatiek sporten door rechtsdraaiend melkzuur verzuren?

van ecoreis tot melkZuur

een andere populaire module binnen de nieuwe scheikunde, bij zowel leerkrachten als leerlingen, is ecoreizen: groepjes leerlingen doen mee aan een ‘prijsvraag’ en zetten een reis uit die alle continenten aandoet met zo min mogelijk Co2-uitstoot. de module wordt volgens Van Rossum binnen de delftse leerlijn door zo’n honderdvijftig scholen gebruikt. “de ervaring van andere docenten en mij is dat leerlingen direct met de opdracht aan het werk gaan. terwijl er veel chemisch rekenen bij komt kijken: niet bepaald het populairste, eenvoudigste onderdeel voor veel leerlingen.” Volgens scheikundedocente Brechtje Maas van osg sevenwolden zien leerlingen meteen waar ze de lesstof voor nodig hebben: “het is inderdaad veel rekenwerk, levert soms ook wel wat stress op, maar na de module kunnen ze het!” Peter groenen, scheikundedocent op scholengemeenschap schaersvoorde, geeft zijn leerlingen de VnCImodule ‘Melkzuur, van spierpijn tot kunstknie’ (voor havo- en vwo-3). “de module bevat alle belangrijke zaken over de scheikunde die noodzakelijk zijn om in de bovenbouw met nieuwe scheikunde verder te kunnen, zoals reactievergelijkingen en berekeningen. de leerlingen leren contextmatig te werken: ze herkennen praktische zaken die ze in relatie tot sport en voeding tegenkomen in hun dagelijkse praktijk.” Zo leren ze wat er precies gebeurt als de spieren bij het fanatiek sporten door rechtsdraaiend melkzuur verzuren. Ze gaan thuis en in de supermarkt op zoek naar producten met e270 (melkzuur). Maken yoghurt en zuurkool. en vergelijken materiaaleigenschappen en toepassingen van het bioplastic polymelkzuur met de gangbare plastics. Ze leren hoe dit snel afbreekbare plastic uit suikers een tijdelijke kunstknie kan vormen die zich langzaam laat vervangen door weefsel uit het eigen lichaam. “Mijn leerlingen vonden de praktische opdrachten leuk om te doen”, vertelt groenen. “de leerstof vonden ze soms wel moeilijk, maar uiteindelijk waren de resultaten van de repetitie goed en is er met deze module zeker interesse voor het scheikundevak gewekt.” Zijn collega Bert Klont, scheikundedocent bovenbouw, vult aan: “Mijn vwo-5-leerlingen zijn momenteel bezig met stereochemie en daar komt melkzuur in terug. Ze vertellen mij spontaan dat de module uit vwo-3 nu zorgt voor een beter begrip van de stof.”


20.25 uur melding van de storing verwachte aankomsttijd 04.48 uur

Uw vacu端m- of drukluchtsysteem defect? Plotselinge piekproductie? Dan eist u een snelle oplossing. Aerzen International Rental staat 24/7 voor u klaar met 100% olievrije huurblowers en -compressoren. Wij helpen u razendsnel uit de brand met transport, installatie en inbedrijfname.

24/7 seRvice & suppoRt +31 (0)26 446 47 23 Aerzen i n t e r n At i o n A l r e n tA l Fotograaf 3, 6921 RR Duiven, +31 (0)26 4464723, info@aerzenrental.com, www.aerzenrental.com


Verder excelleren met NWO-subsidie voor negen chemici

‘Als het lukt, betekent het een doorbrAAk’ In mei heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) 9 van de in totaal 86 Vidi-subsidies toegekend aan excellente chemische wetenschappers. Drie van hen vertellen hoe ze hun subsidie van 800.000 euro de komende jaren gaan besteden en wat dit de chemische industrie kan opleveren. Tekst: Erik te Roller

Chris slootweg

(Vrije UniVersiteit)

Goedkope katalysatoren zonder zware metalen

D

e chemische en farmaceutische industrie maakt veel gebruik van katalysatoren met overgangsmetalen, waaronder zware metalen, om grondstoffen in de gewenste producten om te zetten. Een probleem is dat restjes van de katalysator, en dus zware metalen, in medicijnen terecht kunnen komen. Ook zijn veel overgangsmetalen schaars en dus duur. “Stel dat de prijs in korte tijd verdrievoudigt, wat tegenwoordig niet ondenkbaar is, dan nemen de proceskosten direct toe”, zegt wetenschapper Chris Slootweg (organische chemie aan de VU). De Vidi-subsidie stelt hem in staat om de komende vijf jaar met drie promovendi katalysatoren te ontwikkelen op basis van goedkope elementen, zoals aluminium en stikstof, die deze nadelen niet hebben. Overgangsmetalen zorgen tijdens reacties voor een snelle uitwisseling van elektronen tussen de reagentia, waardoor zelfs sterke chemische bindingen kunnen breken. De meeste niet-metalen kunnen dit niet. Er

bestaan echter organische verbindingen die boor of aluminium bevatten, zogenaamde Lewiszuren, die een elektronenpaar kunnen opnemen. Daarnaast zijn er Lewisbasen die vrije elektronen kunnen afstaan aan een Lewiszuur. “Als je een Lewiszuur en een Lewisbase combineert, maar zorgt dat ze niet met elkaar reageren door bepaalde hindernissen in te bouwen, kun je ze als goedkope katalysator gebruiken”, meent Slootweg. “We gaan dit uittesten met omzettingen van waterstof, ammoniak en kooldioxide in andere stoffen. Als het lukt kan dit een doorbraak betekenen voor het katalyseren van meerdere basisprocessen in de chemie en voor het afvangen en omzetten van CO2 in nieuwe producten. Ook levert het voor de chemie een nieuwe manier van denken op. Waarschijnlijk zullen de katalysatoren binnen tien tot twintig jaar voor het eerst in de fijnchemie worden toegepast.”

de overige zes chemici met een vidi-subsidie

• dr. maarten Altelaar (Universiteit Utrecht): onderzoek naar het proces van hyperactivatie van communicatielijnen binnen de cel, wat kanker kan veroorzaken.

34 Chemie Magazine juni 2013

• dr. rosa bulo (Vrije Universiteit): computersimulaties om het chemisch proces bij het gebruik van fossiele grondstoffen (voor consumentenproducten) beter in beeld te krijgen.

• dr. daan geerke (Vrije Universiteit): computermethoden voor nauwkeurige en efficiënte voorspelling van de medicijnafbraak door Cytochroom P450-leverenzymen.


onderzoek

rienk eelkema

(teChnisChe UniVersiteit Delft)

Jorge gasCon

(teChnisChe UniVersiteit Delft)

Methanol maken met enzym-achtige katalysatoren

“i

n de komende jaren willen we een katalysator ontwikkelen waarmee het mogelijk is methaan, oftewel aardgas, rechtstreeks om te zetten in methanol bij temperaturen beneden 100 graden Celsius en met water als mogelijk oplosmiddel”, zegt Jorge Gascon, universitair hoofddocent katalyse aan de TU Delft. Dit vergt volgens hem veel minder energie dan de huidige methanolprocessen, die stammen uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Hierbij zetten chemiebedrijven methaan in twee stappen bij hoge temperaturen en drukken om in methanol. Op zoek naar een geschikte katalysator gaat Gascon uit van zogenoemde metal organic frameworks (MOF’s). Dit zijn driedimensionale moleculaire netwerken die lijken op zeolieten. Het enige verschil is dat ze behalve anorganische ook metaal-organische functionele groepen bevatten. “We kijken hoe enzymen uit de natuur methaan omzetten in methanol en proberen daarna een synthetische katalysator te maken, die ongeveer volgens hetzelfde principe werkt, maar veel meer actieve plaatsen bevat, zodat de omzetting sneller plaatsvindt”, legt Gascon uit. Hij doelt op de plaatsen in het netwerk, waar de eigenlijke chemische reactie plaatsvindt. “Als het lukt, betekent het een doorbraak. De ervaring leert dat het dan nog wel twintig tot veertig jaar kan duren voordat de industrie zo’n nieuw proces met nieuwe katalysator op wereldschaal toepast.” Dergelijke katalysatoren kunnen ook interessant zijn voor de omzetting van koolwaterstoffen in specifieke alcoholen, zoals pentaan in pentanol. De uitdaging is een katalysator te ontwikkelen die zorgt dat een alcoholgroep in één keer op de goede plek komt te zitten en niet ergens anders of op meerdere plaatsen tegelijk.

• dr. Pascal Jonkheijm (Universiteit Twente): beter inzicht in cellulaire processen door een chip met schakelbare namaak-celmembranen te maken.

• dr. Arjan kortholt (Rijksuniversiteit Groningen): met behulp van structuur en biochemische analyse het ontstaan van Parkinson door mutaties in het LRRK2-gen leren te begrijpen.

Slimme materialen besturen met katalysatoren

r

ienk Eelkema, wetenschappelijk onderzoeker van de afdeling chemical engineering van de TU Delft, kan met de Vidi-subsidie twee promovendi voor vier jaar aantrekken en een postdoc voor twee jaar. “We hebben in Delft al enige tijd aan het onderwerp gewerkt en het voorwerk beschreven in het aprilnummer van nature Chemistry. Met de subsidie gaan we onderzoek doen naar zachte supramoleculaire gels. Dit zijn materialen opgebouwd uit moleculaire bouwstenen met een betrekkelijk laag moleculegewicht. Door hier katalysatoren in te bouwen kunnen we de eigenschappen beïnvloeden, zoals sterkte, hardheid, vloeibaarheid en het vermogen om zelf te herstellen.” “In principe werken katalysatoren twee kanten op”, vervolgt Eelkema. “Ze versnellen niet alleen de reactie heen, maar ook terug. De chemische industrie gebruikt ze alleen om de reactie heen te versnellen, dus om producten snel, schoon en energie-efficiënt te maken. Wij willen ze ook voor de terugwaartse reactie gebruiken, om zo tot een snelle uitwisseling van producten en bouwstenen in het materiaal te komen, waardoor bijvoorbeeld krassen en scheurtjes vanzelf herstellen. Er is al veel onderzoek gedaan naar zelfherstellende kunststoffen en coatings. Maar het gebruik van katalysatoren hierbij is nieuw.” Verder werkt hij aan materiaal dat met katalysatoren van een soort aan-uitmechanisme kan worden voorzien, waardoor het materiaal gemakkelijk van vloeibare in vaste vorm kan veranderen, en omgekeerd. Bij toepassingen van katalytisch gecontroleerde zachte materialen denkt hij aan kunststoffen, coatings, gecontroleerde afgifte van onder andere medicijnen en actuatoren. Actuatoren zijn materialen die op een signaal (aan of uit) van vorm veranderen, zoals kunstmatige spieren of een klepje dat open of dicht gaat. Hij heeft nog geen idee wanneer deze materialen beschikbaar komen voor de markt.

• dr. Anjali Pandit (Universiteit Leiden): onderzoek naar het mechanisme dat zuurstofproducerende fotosynthetische organismen in staat stelt om te schakelen tussen ‘zonlicht doorgeven’ en ‘zonlicht uitdoven’ om fotoschade te voorkomen. juni 2013 Chemie Magazine 35


Sabine Roeser: “Aan de technische universiteiten verzorgen we ethiekonderwijs bij bijna alle opleidingen, om zo aan moreel besef en reflectie van toekomstige ingenieurs bij te dragen.”

Sabine Roeser ziet technocratie en populisme in debat over risico’s

FOTO’S: CA SPER RIL A

’eMoTieS LeRen Je DinGen oP WaaRDe Te SCHaTTen’

36 Chemie Magazine juni 2013


Veiligheid

Bij een ongeval in een chemiefabriek of bij plannen om naar schaliegas te boren kunnen de emoties bij het publiek hoog oplopen. Experts nemen deze emoties vaak niet serieus, zien ze als irrationeel en niet objectief. Fout, vindt hoogleraar ethiek Sabine Roeser. Volgens haar moeten we emoties juist heel serieus nemen: “Ze zijn onmisbaar bij de beoordeling van technologische risico’s.” Tekst: Igor Znidarsic

N

ieuwe technologieën, zoals nanotechnologie, biotechnologie en kernenergie, kunnen ons welzijn verhogen, maar brengen ook het risico op ongelukken en milieuvervuiling met zich mee. Hierdoor kunnen ze emoties opwekken, zoals angst en verontwaardiging. Deze emoties leiden vaak tot conflicten tussen experts en leken. “Emoties worden óf genegeerd ten faveure van technocratische benaderingen, óf ze worden als eindpunt van discussie gezien omdat met het zogenaamd ‘irrationele want emotionele’ publiek niet te praten zou zijn”, stelt Sabine Roeser, hoogleraar ethiek aan de TU Delft. Dit noemt ze respectievelijk de technocratische en de populistische valkuil bij debatten over risico’s. Volgens haar zouden we emoties juist seri-

eus moeten nemen en als beginpunt van discussie moeten zien, omdat ze ons op moreel belangrijke overwegingen wijzen. “Dan komt er meer begrip tussen experts en leken en kan er een vruchtbaar debat plaatsvinden met voor iedereen aanvaardbare oplossingen.” Bij het recente treinongeval in België gingen in Nederland meteen stemmen op om allerlei extra maatregelen te treffen, terwijl het spoorvervoer in Nederland heel veilig is. Mensen blijken slecht geïnformeerd. Hoe betrouwbaar zijn hun emoties dan?

Sabine Roeser: “Emoties zijn feilbaar, dat klopt, maar dat geldt voor al onze kennisbronnen. Misschien zijn onderbuikgevoelens zeer onbetrouwbaar, maar bij morele emoties is er ook sprake van een hoge mate van reflectie. Ze kunnen onze ratio-

naliteit corrigeren en ervoor zorgen dat we geen kille houding aannemen en cynisch en onverschillig worden jegens het welzijn van anderen. Emoties zijn een onmisbare gids bij de beoordeling van de morele aspecten van technologische risico’s. Ze zijn nodig om een betere objectieve beoordeling te maken. Het is daarom vruchtbaar om emoties altijd serieus te nemen. In dit geval zal de expert op het gebied van spoorvervoer en gevaarlijke stoffen zich moeten verplaatsen in de bezorgde leek. Waar komt die bezorgdheid vandaan? Komt het doordat hij het niet snapt? Zou het kunnen dat hij niet weet dat het Nederlandse spoorwegnet beter beveiligd is? Dan kun je een dialoog aangaan en uitleggen waarom de veiligheid in Nederland op dit gebied groot is.” Zijn mensen dan nog vatbaar voor rationele argumenten? De emotie heeft immers al hun mening bepaald.

“Als je het debat meteen laat polariseren, kom je in loopgraven terecht, mensen bijten zich dan krampachtig vast in hun standpunten. Maar als je open bent en zegt: ‘Ik kan me dat heel goed voorstellen, ik zou dat ook denken als ik niet in dit vak zat’, dan luisteren mensen naar je. Maar vaak verzuchten experts heel arrogant: ‘Ach, daar heb je ze weer, het domme, emotionele publiek.’ Logisch dat mensen dan niet willen luisteren. Een tekenend voorbeeld is de burgemeester die bij de brand bij Chemie-Pack zei: ‘Ik snap uw emotie, maar u heeft niet gelijk.’ Je ziet in traditionele risicocommunicatie vaak eenrichtingsverkeer: van experts naar leken. Maar communicatie moet twee kanten op gaan. Alleen dan stellen mensen zich open en is er bereidheid om te geven en te nemen.” Als expert heb je wel vaak onderzoek en cijfers achter je staan die je gelijk bewijzen.

“De ander betweterig met feiten om de oren slaan komt de relatie nooit ten goede. Als de huisarts heel neerbuigend tegen je praat vind je dat ook naar. Het kan overigens ook de andere kant op schieten, dat hij de patiënt de expert laat zijn: ‘Wat denkt u zelf dat u heeft?’ Dat is ook weer niet de bedoeling. Je moet het publiek niet laten vertellen wat voor e juni 2013 Chemie Magazine 37


CV Sabine RoeSeR Sabine Roeser is hoogleraar ethiek aan de TU Delft (een Antoni van Leeuwenhoek-hoogleraarschap voor excellente jonge wetenschappers) en Socrates-hoogleraar politieke filosofie en ethiek aan de TU Twente. Zij doet onderzoek naar risico, intuïtie, emotie en morele kennis. Ze kreeg hiervoor prestigieuze Veni- en Vidi-subsidies van NWO. Ze publiceerde veel artikelen en boeken, waaronder het boek Emotions and Risky Technologies (2010). Ze studeerde aan de kunstacademie in Maastricht en daarna filosofie en politicologie aan de UvA. Ze is aan de VU gepromoveerd in de filosofie.

standaarden de chemische industrie moet implementeren. Maar je kunt wel samen praten over de morele argumenten en de onderliggende emoties. Emoties leren je dingen beter op waarde te schatten. Dankzij emoties snap je de bezorgdheid van iemand die vlak langs het spoor woont of naast een chemiefabriek.” Met zo’n dialoog creëer je dan ook meteen draagvlak.

“Dat moet nooit het doel zijn. Mensen hebben feilloos door als een dialoog alleen maar een marketingtool is. Dat moet je om ethische en strategische redenen voorkomen, omdat je het vertrouwen ondermijnt en je doel voorbijschiet. Je moet gezamenlijk een betere oplossing vinden; draagvlak komt dan vanzelf als een neveneffect.” Leken hebben geen verstand van spoorvervoer en gevaarlijke stoffen. Dat bemoeilijkt de communicatie.

“Je hebt bij risicovraagstukken aan de ene kant de technische aspecten, waar de experts alle ins en outs van weten en met een goed voorstel kunnen komen. Maar bij elke afweging zijn er ook morele aspecten. Zoals tradeoffs tussen verschillende waarden, bijvoorbeeld veiligheid versus duurzaamheid. Je kan het duurzamer maken, maar dan wordt het misschien minder veilig, en andersom. Dat zijn morele aspecten die onlosmakelijk aan de technische aspecten vastzitten. Als je je afwegingen transparant voorlegt, met alle implicaties, zoals kostenplaat38 Chemie Magazine juni 2013

jes, en je schetst alle mogelijke scenario’s, dan kun je aan de stakeholders en het lekenpubliek vragen welke scenario’s zij wenselijk vinden. ‘Als we stoppen met kernenergie moeten we meer windmolens in zee plaatsen, maar als jullie dat ook niet willen, wat dan? Minder energie verbruiken met z’n allen willen we ook niet, dus zegt u het maar.’ Als je zo de dialoog aangaat, laat je zien dat het geen probleem van de experts is, maar van iedereen. Zo kun je ook het Nimby-probleem – Not in my backyard – te lijf gaan. Door mensen kritisch op hun eigen tegenstrijdige emoties te laten reflecteren. Wat zelf weer emoties vereist, namelijk door zich in andere perspectieven te verplaatsen.” Uw collega Ira Helsloot haalt vaak het voorbeeld van de hoogspanningsmasten aan. Omdat de straling schadelijk zou zijn gaat de overheid omwonenden uitkopen en laat kabels onder de grond leggen. Kosten: 1,7 miljard euro. Dit zou jaarlijks één kind met leukemie schelen. De onderliggende vraag is: hebben we zo veel gemeenschapsgeld over voor één mensenleven?

“Je moet die vraag anders stellen: als het je eigen kind is, vind je het dan het geld waard? Dan antwoordt iedereen ‘ja’. De kosten-batenanalyse wordt veel gebruikt, onder andere in het verzekeringswezen. Het is deels onvermijdelijk als je collectieve beslissingen wilt nemen. Maar er zitten veel dubieuze aannames in.” Zoals?

“Bijvoorbeeld welke waarde je aan een mensenleven hangt: is dat 2 ton, 3 ton, 1 miljoen, 10 miljoen, 1 miljard euro? De moeder van dat leukemiepatiëntje zal zeggen: het is onbetaalbaar. Maar iemand die bij een verzekeringsmaatschappij werkt, zou een van de tabelletjes gebruiken en misschien voor het laagste bedrag kiezen. Het is afhankelijk van welke bril je op hebt, van wat jou het beste uitkomt. De kosten-batenanalyse lijkt

deskundig, objectief en onaantastbaar, maar je kunt deze helemaal naar je eigen hand zetten. Je kunt met cijfers heel goed liegen. Je kunt de analyse wel pro forma toepassen, maar je moet niet de illusie hebben dat je dan een morele vraag hebt opgelost. Blijf daarom kritisch kijken naar de gegevens en de aannames die je erin stopt. En besef ook dat er naast de twee alternatieven – het ene onbetaalbaar, het andere met slachtoffers – misschien een derde weg mogelijk is. Kunnen we die hoogspanningskabels bijvoorbeeld niet anders leggen en ervoor zorgen dat er op een bepaalde afstand ervan niet gebouwd mag worden?” De chemische industrie produceert gevaarlijke stoffen. Wat is uw visie op het eventuele gevaar daarvan?

“Uit onderzoek is gebleken dat bepaalde rampen erg beeldbepalend zijn geweest voor hoe over de chemische industrie wordt gedacht. Het probleem daarmee is dat zo’n ramp vaak een uitzondering is, en je moet niet alles over één kam scheren. Maar nogmaals: neem dat serieus, ga een dialoog aan. Naast het risico op een ontploffing, zijn er de toxicologische risico’s. Veel stoffen worden op volwassenen getoetst, maar daar worden ook kinderen aan blootgesteld. Natuurlijk moet je grenswaarden bepalen, maar de werkelijkheid is niet zo simpel en lineair. Het is vaak een kunstmatige grens. Dat je er net onder blijft betekent niet dat het dan helemaal onschadelijk is. Ook hier moet je rekening houden met een emotie zoals bezorgdheid, en die kan terecht zijn. Je moet mensen vragen waarom ze bang zijn voor bepaalde stoffen. In het ene geval is het misschien een indianenverhaal, in het andere geval misschien niet.” U pleit voor een cultuuromslag in het bètadenken, met meer aandacht voor communicatieve vaardigheden, ethiek en emoties. Kun je dat verwachten van techneuten en nerds?

“Ingenieurs zijn goed in het uitreke-


Veiligheid

nen van dingen. Maar het zijn ook mensen, met morele emoties die ze op allerlei dingen kunnen wijzen. Juist een ingenieur weet als geen ander wat er allemaal mogelijk is, dus áls hem iets niet lekker zit, is dat des te meer reden om met collega’s te gaan kijken waar het aan ligt. Aan de technische universiteiten verzorgen we ethiekonderwijs bij bijna alle opleidingen, om zo aan moreel besef en reflectie van toekomstige ingenieurs bij te dragen.” Een ander vermeend risico: schaliegas. Nog voor er gedegen onderzoek is gedaan zijn velen ertegen. Ze reageren vanuit de emotie, waardoor een objectieve discussie niet meer mogelijk is. Is dat niet jammer?

“Ook hier loop je kans om in een bekende reflex te vervallen; om in de technocratische of de populistische valkuil te stappen. In het eerste geval negeer je het publiek, omdat het er toch niets van snapt. In het tweede geval doe je het niet omdat het publiek het niet wil. Maar er is nog een derde weg. Misschien spe-

‘Verras het publiek en ga echt met mensen praten’ len er andere dingen. Ga het gesprek aan. De emoties zijn vaak gegrond in allerlei bezorgdheden, allerlei morele overwegingen. Ik moet hierbij denken aan de CO2-opslag in Barendrecht. Mijn analyse is dat het een technocratische valkuil was. De overheid zei arrogant: ‘Jullie hebben er geen verstand van, we weten toch dat we het gaan doen.’ Mensen werden daarna boos. Niet vanwege de CO2-opslag op zich, maar omdat ze niet serieus werden genomen. De procedure klopte niet. Sindsdien heeft CO2-opslag een slechte naam.

Het zou kunnen dat dit patroon zich herhaalt bij schaliegas, omdat men de overheid op dit terrein niet meer vertrouwt. Mensen denken: als we niet meteen in opstand komen worden ons allerlei dingen door de strot geduwd waar we niet over mee kunnen praten, dus laten we voor de zekerheid maar meteen dwars gaan liggen. Daarom zeg ik: probeer je te verplaatsen in de mensen. Mensen die geen boorput in de achtertuin willen, mensen van wie het huis is verzakt door gasboringen, het huis waar hun hele pensioen in zit en

waar ze hun kinderen in hebben zien opgroeien...” Is het tij nog te keren?

“Ik zou zeggen: verras het publiek en ga echt met mensen praten. Zet niet drie experts op een podium en in de zaal het lekenpubliek, maar zet ze allemaal aan een ronde tafel en ga een echt gesprek aan. Dan hoef je ook niet meer in vijandbeelden te denken, maar ga je samen aan de slag. Dan kom je misschien tot een heel nieuwe oplossing, en krijg je het draagvlak er gratis bij.” p juni 2013 Chemie Magazine 39


OCI Nitrogen wint Responsible Care-prijs met innovatief koelsysteem

Proces van vallen en vooral veel oPstaan

Geduld, doorzettingsvermogen, creativiteit én vertrouwen in het team zijn doorslaggevende redenen geweest voor het succes van Responsible Care-prijswinnaar OCI Nitrogen in Geleen. Waar andere ingenieurs wellicht allang de handdoek in de ring hadden gegooid, bleef het team van chief operating officer Gert-Jan de Geus geloven in het innovatieve waterkoelsysteem om de uitstoot van fijnstof door de kunstmestfabrieken van 174 ton naar nul te reduceren. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e oorspronkelijk als levensmiddelentechnoloog opgeleide Gert-Jan de Geus kan zich de overstap van Unilever naar de kunstmestbusiness van DSM (inmiddels overgenomen door het Egyptische bedrijf OCI Nitrogen) nog goed herinneren. “Vergeleken met Unilever vond ik dat er weinig aan productontwikkeling werd gedaan. De procestechnologie is echter volop in beweging. Wij zijn continu bezig om onze producten slimmer, efficiënter en goedkoper te maken. Een spannend en uitdagend proces waarbij wij steeds weer de grenzen opzoeken.” Dat geldt zeker voor de zoektocht van de Geus en zijn mensen naar een oplossing om de stofemissie tijdens de productie van kunstmestkorrels mee terug te dringen. Een proces van vallen en vooral veel opstaan dat in 2008 begon met het tekenen van een convenant met de overheid. “Die wilde een einde maken aan de ammoniaktransporten van onze locatie in Geleen naar IJmuiden om het vervoer per spoor veiliger te maken. Afgesproken werd dat we onze locatie in IJmuiden zouden sluiten. Ook moesten we een salpeterzuurfabriek naar Geleen verplaatsen”, licht De Geus toe. “Met het overbrengen van de salpeterzuurfabriek konden we onze productie in Geleen verder

40 Chemie Magazine juni 2013

uitbreiden. Wij hadden een milieuvergunning voor 1,2 miljoen ton, maar wilden de productie verhogen naar 1,5 miljoen ton. Daarvoor hadden we een nieuwe milieuvergunning nodig. Maar die kregen we niet zomaar. De emissie van fijnstof moest van 174 ton naar 10 ton, maar dat ging ons niet ver genoeg. Wij wilden de uitstoot terugdringen naar nul.”

Haast onmogelijk

De opgave leek in eerste instantie een haast onmogelijke opdracht. Een dergelijke reductie was immers nog nooit eerder vertoond in de industrie. Volgens De Geus wisten hij en zijn team op voorhand dat het met de gangbare, traditionele luchtinstallaties in ieder geval zeker niet zou lukken. “Daarom hebben we gekozen om het op water gebaseerde koelsysteem op de locatie in IJmuiden als uitgangspunt te nemen bij onze zoektocht naar een oplossing. Het apparaat stond er al een jaar of negen, maar was in de praktijk geen succes. Het liep continu vast, maar toch hadden we het idee dat we hiermee ons doel zouden kunnen realiseren. Water koelt immers veel beter dan lucht. We sloten het convenant met de overheid af in april 2008 in het vertrouwen dat we dit probleem zouden kunnen oplossen. Dat bracht uiteraard een risico met zich mee. We

hadden immers nog geen milieuvergunning en de technologie was zeker nog niet bewezen.” Toen het bedrijf in contact kwam met de leverancier van het beoogde waterkoelsysteem, Coperion, raakten de ontwikkelingen in een stroomversnelling. De technologie was al wel succesvol toegepast in de kunststofindustrie, maar niet in de kunstmestbranche. “Vervolgens hebben we een testopstelling in Geleen gebouwd. Een installatie van circa 2 meter met zo’n dertig buizen waarin we de kunstmestkorrels konden koelen. Het apparaat werkte perfect, we hadden geen last van verstoppingen en waren ervan overtuigd dat we het ei van Columbus hadden gevonden.” Uiteindelijk werd de beslissing genomen om de installatie op te schalen. Een forse investering van

‘We waren ervan overtuigd dat we het ei van Columbus hadden gevonden’


responsible care

ruim 7 miljoen euro per koeler, waarvan er in totaal drie nodig waren. “Daarmee namen we een groot risico, want we wisten niet zeker of de installatie ook op grote schaal zou werken. We wilden echter bij de overheid aantonen dat we er alles aan hadden gedaan om onze inspanningsverplichting te halen. Dat doe je niet met een paar schroefjes, maar wel met zo’n forse en risicovolle investering.” De dag dat de installatie in werking werd gesteld zal hij niet snel vergeten: “Een complete ramp. Al na vijf minuten sloeg de installatie van 30 meter volledig vast. Dagen zijn we bezig geweest om de meer dan vijftienhonderd buizen schoon te maken en weer opnieuw te beginnen. Maar wat we ook probeerden, in het eerste half jaar leek niets te lukken.”

Meest idiote ideeën

De betrokkenheid van De Geus en zijn team (samengesteld uit ingenieurs van OCI Nitrogen, Sitech en Coperion) ging zelfs zo ver dat een van de technologen de installatie gedeeltelijk nabouwde in zijn huis om in zijn vrije tijd het gedrag van de kunstmestkorrels op verschillende manieren te bestuderen. De ‘meest idiote ideeën’ werden volgens hem aangedragen om het project alsnog tot een succes te maken. Bovendien werd er continu een technoloog

vrijgehouden om samen met de leverancier naar oplossingen te zoeken. “We hebben voor honderdduizenden euro’s verschillende aanpassingen gedaan. Zo hebben we de bovenkant van de installatie wel vier keer veranderd. De mislukte onderdelen staan nu als tastbare herinnering bij een van onze mensen als bloembakken in de tuin. Maar uiteindelijk is het tóch gelukt en wisten we een rendement van 95 procent te behalen. Ook hebben we altijd begrip gekregen van de provincie Limburg, de vergunningverlener, dat de testen iets langer duurden dan oorspronkelijk gepland.” Hij benadrukt dat niemand weet hoe het proces nu eigenlijk precies werkt. “De werking is van zo veel factoren afhankelijk, zoals zwaartekracht, warmteoverdracht en temperatuur, dat je daar nooit exact een vinger achter krijgt. Het belangrijkste resultaat is dat we de stofuitstoot hebben gereduceerd van 174 ton per jaar naar nul. Bovendien is het energieverbruik in de koelsectie met 75 procent afgenomen en de productie met 20 procent toegenomen. Een prestatie van formaat, waar wij met z’n allen bijzonder trots op zijn. Wanneer de installatie zo blijft draaien, gaan we ervan uit dat de technologie zal uitgroeien tot dé standaard in de industrie.” p

FOTO: HUB VAN MARIS

FOTO: CA SPER RIL A

Het team van OCI Nitrogen. Staand vlnr: Jos Claassen (plantmanager), Sylvia Vanhommerig (improve manager), Gert-Jan de Geus (chief operations officer), Hub van Maris (process engineer productions), Martin Voorwinden (technology manager fertilizer), Marian Delbressine (plant controller), Petra van Oppen (secretaresse). Zittend vlnr: Lou Terstappen (production manager manufacturing), Bastiaan van Os (maintenance manager).

De bovenkant van de installatie is wel vier keer veranderd. De mislukte onderdelen staan nu bij een medewerker als bloembakken in de tuin. juni 2013 Chemie Magazine 41


Succesvolle Topsector Chemiebeurs trekt het land in

Chemietalent in ruil v De Topsector Chemiebeurs, betaald door bedrijven uit de chemieindustrie, stimuleert veelbelovende scholieren om voor een scheikundige opleiding te kiezen. Na een succesvolle pilot in Utrecht maken komend studiejaar studenten door het hele land kans op een studiebeurs. Deelnemende bedrijven kunnen aan ‘hun’ talenten laten zien wat de chemie ze te bieden heeft. Tekst: Emma van Laar

‘W

e zijn bij de vijf deelnemende bedrijven op bezoek geweest”, vertelt Erik Maris. Hij is een van de vijf gelukkige chemiestudenten aan de Universiteit Utrecht (UU) die dit studiejaar een Topsector Chemiebeurs kregen. “Het is erg leuk om te merken dat de bedrijven waarde hechten aan onze aanwezigheid. We werden bijvoorbeeld rondgeleid door de chief executive officer en onderzoekers maakten echt tijd voor ons.” De vijf bedrijven die de eerste chemiebeurzen beschikbaar stelden waren: AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra. De Topsector Chemiebeurs is in het leven geroepen om het tekort aan afgestudeerde chemici te verminderen door veelbelovende scholieren met een bijdrage in de studiekosten tot een scheikundige opleiding te verleiden. In de pilot, een samenwerking van de UU en de VNCI, kregen de vijf bachelorstudenten een beurs van 500 euro per maand. Ook Melanie Balhuizen kreeg door

haar studiebeurs de gelegenheid bij diverse chemiebedrijven binnen te kijken. “Ik vond het erg leuk om te zien hoe het er daar aan toegaat”, zegt zij. “Het bedrijfsleven is misschien niet meteen de carrièreoptie waar je aan denkt als je met scheikunde start. Het is geweldig dat we live konden zien hoe scheikunde toegepast wordt. Bij Synbra waren we getuigen van het productieproces van BioFoam, een duurzaam en volledig biologisch afbreekbaar verpakkingsschuim. En we zagen bij Sachem een indrukwekkende opstelling die dient om zo veel mogelijk metaal uit het water te halen en zo grondstof uit te sparen. Deze metalen komen vervolgens weer in het productieproces.” De doelstelling van de beurs is drieledig: het bevorderen van de instroom en van talent, en het verbeteren van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het aantal inschrijvingen voor de scheikunde-opleiding in Utrecht steeg met ruim 30 procent. Uit de selectiegesprekken bleek volgens onder-

topseCtor Chemiebeurs op tien universiteiten

Elf universitaire opleidingen doen vanaf komend studiejaar mee aan de Topsector Chemiebeurs: Scheikunde aan de Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit Nijmegen, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Amsterdam en de Rijksuniversiteit Groningen; Molecular Science & Technology aan de Technische Universiteit Delft en Universiteit Leiden; Scheikundige Technologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Twente en Technische Universiteit Eindhoven en tot slot Moleculaire Levenswetenschappen aan Wageningen University. Coördinator Margot Kok: “De komende tijd zullen we met de opleidingen samenwerken om het talentenprogramma te maken. Hoewel de hoofdlijnen hetzelfde zullen zijn, kan de uitvoering van het programma per onderwijsinstelling verschillen.” 42 Chemie Magazine juni 2013

wijsconsultant Margot Kok van de UU dat verschillende studenten zonder de beurs waarschijnlijk geen scheikunde waren gaan studeren. Ze is tevreden: “Het pilotjaar is goed bevallen; bij ons, bij de studenten en bij de bedrijven. De originele groep van vijf beursstudenten is uitgebreid met vijf excellente studenten die ook het honours-programma doorlopen, maar dan zonder beurs. Zij zijn bij de bedrijven langs geweest en er zijn afspraken voor stages gemaakt.”

Ministers en André Kuipers

Het was volgens student Maris ‘soms nog wel een beetje zoeken naar de juiste invulling’, zo’n eerste jaar van de Topsector Chemiebeurs. “Dat was eigenlijk erg leuk, omdat we mochten meedenken en onze input gewaardeerd werd. Op basis van de bezoeken bij de bedrijven hebben we een artikel geschreven voor C2W over duurzaamheid. En tijdens de ondertekening van het Techniekpact op 13 mei mochten we ten overstaan van een aantal ministers en André Kuipers wat vertellen over onze beurs en een symbolische cheque voor duizend topsectorbeurzen in ontvangst nemen. Zoiets had ik anders nooit meegemaakt.” Om ook hun medestudenten een indruk te geven van ‘hoe het er in de chemie-industrie aan toegaat’, zijn Maris, Balhuizen en de andere honours-studenten nu druk met het organiseren van een rondleiding bij de vijf bedrijven. Zelf lopen zij de laatste weken van dit studiejaar nog een korte stage bij drie van de bedrijven. “Op 9 juli horen we of we


onderwijs

FoTo: CHRiSTiA AN KRoUWEL S

l voor studiebeurs

volgend jaar door mogen gaan met het programma”, zegt Maris. “De bedoeling is dat de stage elk jaar wordt uitgebreid en studenten steeds bij een ander bedrijf komen.”

88 aanmeldingen

Na het succes in Utrecht wordt de Topsector Chemiebeurs komend collegejaar landelijk uitgerold op elf universitaire opleidingen (zie kader). Op hbo-niveau zijn er voor tweedejaarsstudenten twintig specialisatiebeurzen van 3000 euro voor analytische wetenschappen beschikbaar, gecoördineerd door de organisatie COAST (Comprehensieve Analytical Science and Technology). Ook zijn er vijf beurzen voor masterstudenten. Coördinator Kok is momenteel hard bezig om nog meer bedrijven te werven die de beurzen willen faciliteren. “Zowel multinationals als

kleine bedrijven zijn meer dan welkom! We merken dat bedrijven enthousiast zijn, maar nog wat afwachtend. Het is misschien niet direct zichtbaar wat ze voor deze investering terugkrijgen.” Terwijl de Topsector Chemiebeurs ze direct in contact brengt met de beste chemiestudenten en de samenwerking met de onderwijsinstellingen kennisdeling en betere aansluiting tussen opleiding en bedrijf oplevert. De Kok: “Aangezien het ook voor bedrijven interessanter is om meer studenten te zien, stappen we af van het 1-op-1 koppelen, maar laten we meerdere studenten kennismaken met verschillende bedrijven.” Aan het animo van potentiële beursstudenten zal het volgens haar in ieder geval niet liggen. “De inschrijving voor universitaire studenten sloot 16 mei en heeft 88 aanmeldin-

gen opgeleverd. We bekijken momenteel al die aanmeldingen en starten de selectieprocedure op. De media-aandacht en de interesse vanuit de arbeidsmarkt lijken ervoor te zorgen dat meer scholieren over scheikunde nadenken. Het is prachtig dat zo veel enthousiaste en ambitieuze jongeren zich aanmelden. Er zijn heel veel goede talenten en het is fijn dat ze hiermee gestimuleerd kunnen worden.” p

Melanie Balhuizen: “Het is geweldig dat we live konden zien hoe scheikunde toegepast wordt.”

Meer informatie: onderwijsprojecten. webs.com/topsector-chemiebeurzen

Bedrijven kunnen zich via www.vnci.nl/chemiebeurs nog aanmelden om getalenteerde chemiestudenten te steunen juni 2013 Chemie Magazine 43


Grote onderhoudsstop AkzoNobel in de Botlek

970 RUIM

In april vond op de locatie Rotterdam Botlek van AkzoNobel een grote onderhoudsstop plaats, ook wel turnaround genoemd. De eigen medewerkers en de zeshonderd contractors verrichtten ruim 970 grote en kleine onderhoudsklussen aan: de chloorfabriek, het energievoorzieningsbedrijf van Industrial Chemicals en het metaalalkylenbedrijf van Functional Chemicals. Ook de klanten die chloor afnemen, zowel op het bedrijventerrein als daarbuiten, deden groot onderhoud. Er waren zestig portacabins nodig voor de huisvesting en kantine. Omdat de omliggende bedrijven ook een onderhoudsstop hadden, werd in samenwerking met het Havenbedrijf en de diverse bedrijven gekozen voor een grote parkeergelegenheid van 20 duizend vierkante meter in de regio. Hiervandaan reden dagelijks non-stop vier pendelbussen naar het bedrijventerrein. 44 Chemie Magazine juni 2013

Veiligheid stond bovenaan. De LifeSaving Rules (LSR) waren overal op de site herkenbaar te zien op posters, safety flashes, beeldschermen en op de uitgereikte draagtassen. De contractfirma’s hadden al weken van tevoren het verzoek gekregen al hun medewerkers via e-learning de LSR bij te brengen en het certificaat te laten behalen. Wie geen certificaat had, kon alsnog ter plekke de test doen. Twee weken voor de start werd iedereen geïnstrueerd tijdens een kick-off. Ook bij aanvang en tijdens de turnaround werd scherp toegezien op de veiligheid. AkzoNobel introduceerde de acht Life-Saving Rules in 2012 wereldwijd. Voorbeelden zijn: Werk met een geldige werkvergunning als dit vereist is, Zorg ervoor dat bewegende machines zijn afgeschermd, en: Gebruik geen alcohol of drugs op het werk. Sinds 2 april, de datum van invoeringe, moet iedereen zich aan de regels houden en nog bewuster omgaan met veiligheid. p

FOTO: AK ZONOBEL

KLUSSEN


Wetenswaardig

Inspectie van een installatieonderdeel uit de chloorfabriek. juni 2013 Chemie Magazine 45


Kisuma Chemicals in Veendam is marktleider in hydrotalciet

‘We zijn een klein bedrijf, maar groot in Wat We doen’

Een aanzienlijk deel van het ledenbestand van de VNCI bestaat uit mkbbedrijven. Deze ‘kleine’ ondernemingen maken vaak bijzondere (niche) producten en staan niet zelden aan het begin van opmerkelijke innovaties en productverbeteringen. Daarom in Chemie Magazine een serie portretten van mkb-leden. Kisuma Chemicals in Veendam, producent van magnesiumverbindingen, bijt het spits af. Tekst: Igor Znidarsic

‘I

n elke Toyota Prius zit 7 kilo van ons product”, zegt Teus Wigmans, business director van Kisuma Chemicals. “Wij maken de vlamvertrager in de isolatie van de bekabeling, gebaseerd op Kisuma magnesiumhydroxide.” Dit is een sprekend voorbeeld van de onzichtbaarheid en tegelijkertijd noodzakelijkheid van de producten die het bedrijf uit Veendam maakt. Het Japanse moederbedrijf Kyowa Chemicals Industry begon ooit met de productie van magnesiumoxide en -hydroxide uit zeewater, voor de rubber- en farmaceutische industrie. Vandaag de dag maken de verschillende vestigingen nog steeds vooral magnesiumverbindingen, maar uit verschillende grondstoffen. De fabriek in Veendam werd in 1999 in gebruik genomen. Buurman Nedmag Industries levert de zuivere magnesiumchloridepekel aan Kisuma Chemicals.

Maagzuurremmers

De drie Japanse vestigingen van Kyowa produceren naast industriële ook farmaceutische magnesiumproducten, zoals het basismateriaal voor de Talcid maagzuurremmers van Bayer en laxeerpillen, een groeimarkt in Japan vanwege de vergrijzing. Daarnaast worden in een Chinese joint venture industriële producten voor de Chinese markt gemaakt. Kisuma Chemicals is de enige niet-Aziatische vestiging en produceert alleen industriële magnesiumverbindingen – bestemd voor de wereldwijde export, met name buiten Azië. Het belangrijkste product is hydrotalciet, qua structuur een gelaagd dubbel hydroxide [gehydrateerd magnesium-aluminium-carbonaat: Mg6Al2(CO3) (OH)16·4(H2O)], waarin soms een deel van het magnesium door zink is vervangen. “Dit milieutechnisch ongevaarlijke product absorbeert chloor en kent daardoor 46 Chemie Magazine juni 2013

een aantal belangrijke toepassingen”, legt Wigmans uit. “Het gebruik als maagzuurremmer was de eerste praktische toepassing. Daarna is door Kyowa gezocht naar toepassingen bij de productie van polymeren. Tegenwoordig wordt hydrotalciet als standaard toevoeging gebruikt voor het neutraliseren van de zure ZieglerNatta katalysatorresiduen bij de productie van polyolefines. Ons marktaandeel hierin is wereldwijd, samen met het moederbedrijf, zo’n 80 procent. In eenderde tot de helft van alle polypropyleen die in de wereld gemaakt wordt zit een snufje van ons product DHT-4A.”

Hittestabiliteit pvc

De grootste toepassing van het hydrotalciet qua volume is als co-stabilisator in pvc. “Zonder toevoegingen is pvc een waardeloos product”, zegt Wigmans. “Daarom is het de grootste markt voor plastic additives, zoals stabilisatoren, antischimmelmiddelen en kleurstoffen. Hierin gaat wereldwijd 20 tot 30 miljard euro om. Ons product Alcamizer, chemisch gezien vergelijkbaar met DHT-4A, verbetert de hittestabiliteit van pvc. Het zorgt ervoor dat chloorradicalen, die bij verhitting van pvc ontstaan, worden afgevangen. Vroeger werd hiervoor cadmium gebruikt, maar dit is in de jaren tachtig verboden en daarna vervangen door lood. De gezamenlijke pvc-producerende en -verwerkende industrie in Europa heeft in 2000 vrijwillig afgesproken om dit zware metaal voor 2015 uit pvc te laten verdwijnen. Ons product maakt dit mogelijk. Toen wij in 1999 begonnen hadden we een verkoop van ongeveer 1000 ton Alcamizer per jaar, nu is dat ruim het tienvoudige. Dit heeft gezorgd voor de belangrijkste groei sinds ons bestaan.” De fabriek in Veendam is de grootste ter wereld in zijn soort. “We zijn een klein bedrijf, maar groot in wat we


FOTO: KISUMA

mkb

‘Ons specialisme moet ook op termijn onze kracht blijven’ doen”, zegt Wigmans. Kisuma en Kyowa hebben samen 60 procent van de wereldmarkt voor Alcamizer-type producten in handen. In Europa en de VS is de andere 40 procent in handen van Kyowa’s licentienemer Clariant, dat werkt met magnesiumoxide uit de Dode Zee.

Vlamvertrager Kisuma-5

Het derde belangrijke product is de vlamvertrager Kisuma-5, tevens de naamgever van het bedrijf. “Wat ons hierin speciaal maakt is de zuiverheid en de vorm van de kristallen. Hierdoor kan het tot een gehalte van 70 procent in kunststoffen verwerkt worden zonder de basiseigenschappen hiervan aan te tasten. Magnesiumhydroxide gaat rond 350 graden ontleden, er komt water vrij, en water is een blus- en koelmiddel. Alle minerale vlamvertragers werken zo. Alleen werkt ons product bij een hogere temperatuur. Het wordt in heel dunne elektriciteitskabeltjes gebruikt. Veel in de ICT, maar de belangrijkste markt is de automotive, vooral hoogvoltage auto’s, zoals de Prius.” Om de markt verder te verbreden zoekt Kisuma voortdurend naar nieuwe toepassingen. “We zoeken bedrijven en markten die een probleem hebben dat ons product zou kunnen oplossen. Vanwege het chloor adsorberend vermogen van hydrotalciet is anticorrosie hierbij het sleutelwoord. Hierdoor kom je automatisch uit bij bijvoorbeeld metaalverven en beton, om betonrot

te voorkomen.” Ook een nieuwe toepassing is spandex, bekend onder de productnamen Lycra en Dorlastan, een polyurethaan-vezel die onder invloed van chloride in het zwembad zijn elasticiteit verliest. Door toevoeging van hydrotalciet wordt de duurzaamheid verlengd. Omdat Kisuma een beperkt aantal typen product maakt is het bedrijf vrij kwetsbaar. Wat als er een (goedkoop) alternatief voor hydrotalciet komt? “Dan hebben wij een grote uitdaging”, zegt Wigmans. “Om die reden blijven wij op zoek naar nieuwe toepassingen voor gelaagde dubbel hydroxides. Mede hiervoor hebben we sinds kort een eigen R&D-afdeling: ons specialisme moet ook op termijn onze kracht blijven.” p

Kisuma Chemicals in Veendam is de enige niet-Aziatische vestiging van het Japanse Kyowa Chemicals.

3 eUro inVeSteren Voor 1 eUro ProdUCt De fabriek in Veendam is een technologisch hoogwaardig, volcontinu bedrijf met tachtig medewerkers, inclusief een kleine Japanse staf. Vanwege een uitbreiding van de opslag van zinkchloride is Kisuma sinds enkele jaren BRZO-plichtig. De productiecapaciteit is sinds de opening meerdere keren vergroot om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag. Kapitaalkosten zijn de grootste kostenpost. “Voor de verkoop van 1 euro van ons product moeten we 3 euro investeren”, verduidelijkt Wigmans. “En we hebben zware afschrijvingen omdat we een relatief nieuw bedrijf zijn.” Van de grondstoffen zorgt natronloog voor de hoogste kosten. “Voor elke ton product hebben we ruim 1 ton natronloog nodig. De prijs hiervan is de laatste jaren verdrievoudigd.” In 2009 daalde de omzet door de crisis zodanig dat de productie vier maanden stillag. Het bedrijf deed een beroep op ‘het potje van Donner’, bedoeld voor financiële compensatie van werktijdverkorting. Daardoor hoefden er geen ontslagen te vallen. Inmiddels is Kisuma weer opgekrabbeld tot het niveau van 2007, met een omzet van rond de 40 miljoen euro. juni 2013 Chemie Magazine 47


Tien duivelse dilemma’s voor PlanT manager of The Year Cas König

‘Ik probeer bedreIgde dIersoort te verhuIzen’ directeur Cas König van esd-siC is tijdens deltavisie 2013 verkozen tot Plant manager of the Year. hij is een jaar lang het boegbeeld van de procesindustrie. hoe kijkt hij tegen belangrijke issues aan? om daarachter te komen confronteert Chemie Magazine hem met tien duivelse dilemma’s. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

dilemma 1

Je mag een nieuwe fabriek bouwen. Ga je voor de korte termijn en zet je die neer in de Verenigde Staten, waar de energie momenteel spotgoedkoop is, of toch in Nederland, ondanks de relatief hoge energiekosten? “ik kies voor de verenigde staten omdat ik ervan overtuigd ben dat bij het huidige tempo van de politiek het veel te lang gaat duren voor er werkelijk sprake is van een level playing field op energiegebied. door de grote hoeveelheden schaliegas is de energie daar immers veel goedkoper dan in de eu.”

dilemma 2

Je zoon kondigt aan Griekse letterkunde te gaan studeren, waarmee hij zich kansloos maakt op de arbeidsmarkt. Respecteer je die keuze, of ga je hem proberen om te praten naar een kansrijkere studie in de techniek, mogelijk zelfs chemie?

48 Chemie Magazine juni 2013

Juryvoorzitter Jos Benders (r.) feliciteert de winnaar.

“ik zou hem proberen om te praten. het is immers al ingewikkeld genoeg om in de huidige barre economische tijden een baan te vinden. overigens zal hij waarschijnlijk niet naar mij luisteren. mijn zoon studeert international business & management, dus hij gaat al de goede kant uit.”

dilemma 3

Je hebt een beperkt budget en de overheid heeft tijdens een inspectie gezien dat je opslag van gevaarlijke stoffen (PGS 15) niet in orde is: vakken zijn niet goed gemarkeerd, blusleidingen zijn niet in de goede kleur (rood) geverfd, signalering met pictogrammen is wat verouderd. Voor een paar duizend euro ben je klaar, maar voor datzelfde geld kun je ook de veiligheidsstudie van een van je risicovolle processen laten actualiseren. Maar daar vraagt de overheid niet om. Waar kies je voor? “Compliance is essentieel, dus ik kies voor wat de overheid mij oplegt. maar ik

zal er alles aan doen om de betrokken ambtenaren te overtuigen dat het eigenlijk zonde van het geld is.”

dilemma 4

Steek je je geld liever in Reach of in fundamenteel onderzoek? Je moet kiezen. “Wij voldoen al aan reach, dus het is voor mij een hypothetische vraag. maar ook hier geldt dat we in compliance willen blijven. daarom kies ik toch voor reach.”

dilemma 5

Je kunt de productielocatie fors gaan uitbreiden, er komen vijftig arbeidsplaatsen bij. Op de beoogde plek leeft een bedreigde diersoort, en jij bent de enige die dat weet. Houd je dit stil, of meld je het aan de betreffende instanties, met als gevolg uitstel of zelfs afstel van de uitbreiding? “ik meld het aan de instanties. Tegelijker-


plant Manager of the Year

Cv Cas König

de 47-jarige Cas König raakte als twintiger tijdens een bodemonderzoek voor een milieuadviesbureau bij siliciumcarbideproductent esd-siC in delfzijl gefascineerd door het bedrijf. het bijzondere productieproces, waarbij zand wordt gemengd met petroleumcokes en verhit tot ongeveer 2500 graden Celcius, bood tal van uitdagingen voor een jonge, ambitieuze milieukundige. op zoek naar nog meer intellectuele verdieping studeerde hij in zijn vrije tijd bedrijfskunde en wisselde hij het bedrijf in 2000 in voor een heel andere bedrijfstak: zorgverzekeringen. maar hij kwam er al snel achter dat zijn hart bij esd-siC lag. Toen het bedrijf in 2005 iemand voor de internationale verkoop zocht, was hij er dan ook als de kippen bij om te solliciteren en weer bij zijn oude werkgever te gaan werken. vier jaar later werd hij er plantmanager.

FoTo: InDusTRIeLInqs – eLLen vAn Den BuRG

CharismaTisCh & insPirerend

tijd probeer ik om de bedreigde diersoort te verhuizen naar een andere plek zodat de uitbreiding toch doorgang kan vinden. mocht het nodig zijn, creëren we zelf een stukje nieuwe natuur.”

dilemma 6

Aandeelhouders en ondernemingsraden kunnen lastig zijn. Stel dat je de macht had, welk van de twee zou je dan kwijt willen? “esd-siC heeft één aandeelhouder. Wanneer die wegvalt, kunnen we hier (prima) overleven. maar zonder een goede ondernemingsraad kan een modern bedrijf niet functioneren.”

dilemma 7

Na drie jaar ‘zeuren’ heb je eindelijk toestemming om één extra HSE-specialist aan te nemen. Je zou er wel drie kunnen gebruiken: een arbeidshygiënist om het programma

Cas König won de strijd van mede-finalisten Peter Kilburn (Lubrizol Advanced Materials Resins, Delfzijl) en Gerwin Meulenbeld (Purac Biochem, Gorinchem). Doorslaggevend was volgens de jury dat hij een charismatisch en inspirerend directeur is: “Cas is transparant in zijn aanpak, enorm gedreven met een grote mate van ownership. Hij werkt met overtuigingskracht in een spanningsveld van enerzijds bedrijfseconomisch overleven door focus op level playing field en anderzijds een maatschappelijk verantwoorde operatie.”

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen te managen; een milieuspecialist die de naleving van alle milieuvoorschriften, met name uit de vergunning, goed kan implementeren; en een veiligheidsspecialist die onder andere de BRZO-naleving, het VBS, de scenario’s en de veiligheidsstudies naar een proactief niveau kan brengen. Wie kies je? “de veiligheidsspecialist. Wanneer je veiligheid op orde hebt, zit het met de arbeidshygiëne immers ook wel goed. van huis uit ben ik milieukundig ingenieur, dus het milieugedeelte pak ik zelf op.”

dilemma 8

Je moet bezuinigen en twee procesoperators ontslaan. De ene is 32, de ander 58. Verder zijn ze gelijkwaardig. Wie krijgt de ont-

slagbrief? “de 58-jarige heeft zich waarschijnlijk al jaren uit de naad gewerkt voor het bedrijf. hoe lullig het ook is, ik gun de jongere garde een kans om zich te ontwikkelen.”

dilemma 9

Een medewerker krijgt van jou een verkeerde instructie. Er gaat iets mis en dat heeft grote gevolgen. Neem jij de schuld op je schouders of wentel je het af op het personeelslid? “ik neem de volle verantwoordelijkheid. ook al zou de medewerker de instructie krijgen van een andere hogergeplaatste. ook dan voel ik mij verantwoordelijk. Kennelijk hebben we dan iets niet georganiseerd in de interne opleiding.”

dilemma 10

De concurrent biedt je een even leuke baan aan, met verdubbeling van je salaris. Maak je af waar je nu mee bezig bent of vertrek je? “ik maak af waar ik mee bezig ben. ik heb heel veel met dit bedrijf, de mensen én de regio. Bovendien bevinden al onze concurrenten zich in het verre, vooral niet-westerse buitenland en ik zie mijzelf daar niet zo snel werken.” juni 2013 Chemie Magazine 49


Breken ...

... transporteren, doseren, mengen, zeven: GERICKE beschikt over de kennis en de technieken voor iedere denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al meer dan 115 jaar machines en complete systemen als optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen. Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in combinatie met onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

Geavanceerde stortgoedtechnologie

Kennis verbreden en verdiepen

CH-8105 Regensdorf T +41 (0)44 871 36 36

DE-78239 Rielasingen T +49 (0)7731 92 90

Singapore 787813 T +65 64 52 81 33

FR-95100 Argenteuil T +33 (0)1 39 98 29 29

NL-3870 CA Hoevelaken T +31 (0)33 25 42 100

www.gericke.net

gericke.nl@gericke.net

GB-Ashton-under-Lyne Lancashire, OL6 7DJ T +44 (0)161 344 1140

www.cursus.paotechniek.nl

Chemical Engineering

6 modules, inschrijven per module mogelijk Start 11 september 2013

Polymeerchemie en -technologie

6 modules, inschrijven per module mogelijk Start 1 oktober 2013

Toxicologie

3 dagen in oktober 2013

PAO Techniek cursussen later in het najaar: Explosieveiligheid - 13 t/m 15 november 2013 Sproeidrogen - 20 en 21 november 2013 Poeders en Granulaten - 20 en 21 november 2013 Sproeidrogen - 20 en 21 november 2013 Geluidarm Construeren in de Industrie - 20 t/m 22 november 2013 Dispersies in de industrie - 27 t/m 29 november 2013 Thermische Analyse - 27 t/m 29 november 2013 Industriële Meng- en Roerprocessen - 3 dagen medio november 2013 Interesse in andere cursussen op het gebied van Chemie of Techniek? Kijk voor alle cursussen op www.cursus.paotechniek.nl

Postbus 5048 2600 GA Delft

015 278 83 50 info@paotechniek.nl


Discussie

Is er wel een tekort aan personeel in de chemie? Bijna dertigduizend. Zo veel werknemers denkt de VNCI dat de sector tekortkomt in 2020. Aan de andere kant doen de huidige economische crisis en reorganisaties vermoeden dat er juist te veel personeel is. In de VNCI-groep op LinkedIn werd er druk over gediscussieerd. Tekst: Inge Janse

Schizofrene sector

→De reacties geven het beeld van een schizofrene sector. Sommigen zijn al tijden op zoek naar een baan, anderen zitten met de handen in het haar omdat ze geen personeel kunnen vinden. Neem Ron Tillemans, operator bij DSM Stanyl: “Er is zeker een tekort aan goed geschoold personeel in de chemische industrie. De huidige groep vergrijst de komende jaren terwijl de nieuwe instroom van medewerkers al jaren achterblijft.” Ook Henk Sulmann, voorzitter van de ondernemingsraad bij Teijin Aramid, ziet gaten in het werknemersbestand. Hij rekent dat de sector zelf aan: “De jeugd wordt binnengehaald met behulp van subsidies, maar als het traject ten einde is, zijn de vooruitzichten bijna nihil. De jeugd wil best, maar dan moet er perspectief zijn!”

Banen bij bosjes

→Diametraal daartegenover staat onder meer Henk Stuiver, veiligheidskundige bij Avebe. “Op dit moment verdwijnen er banen bij bosjes in de chemische industrie. Alleen al in mijn directe omgeving staan ruim 150 (vaste) banen op de nominatie. Hoe wil je scholieren nog motiveren om een studierichting chemie te kiezen? Zij kunnen ook begrijpend lezen!” Puk Daniels, onder meer bij Sabic betrokken bij reorganisatieplannen, ziet zelfs het omgekeerde gebeuren: “Met de trend dat er meer en meer concurrentie vanuit het Verre Oosten komt zie ik eerder dat we straks met een overschot komen te zitten! Kijk naar de petrochemische industrie. Daar zie je duizenden banen verloren gaan als gevolg van nieuwe productielocaties in het Midden-Oosten en China.”

Lichaam van 30-jarige

→Er klinkt ook kritiek uit de hoek van enkele chemici die sinds kort werkeloos zijn, zoals Dinant van den Belt. “Ik ben nu een aantal maanden werkeloos, en kom erachter dat mijn ervaring wel wordt gevraagd, maar dan wel in een lichaam van een 30-jarige met lagere looneisen.” Hans van Roon, een zelfstandig adviseur in de chemie, herkent dat wel: “Ook ik heb de ervaring dat als je boven de 45 bent, met veel ervaring, het moeilijk is weer een plaatsje te vinden. En ik heb gezocht in het hele land!” Aan het einde van de discussie schuift ook Ronald Dekker aan, arbeidseconoom en universitair onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg. “Ik heb met een aantal collega’s onderzoek gedaan naar hoe bedrijven omgaan met schaarste aan personeel. Onze belangrijkste conclusie is dat bedrijven die strategisch, tactisch en operationeel de ‘goede dingen’ doen, de schaarste altijd voor zijn. Voor hen geldt met andere woorden: schaarste bestaat niet. Schaarste bestaat vooral voor bedrijven die lui en kortzichtig hr-beleid voeren.”

--------------------“Instroom blijft al jaren achter” --------------------“Overschot door concurrentie Verre Oosten” --------------------“Ik heb gezocht in het hele land!”

WWW

Volg de discussie op: www.vnci.nl/linkedin juni 2013 Chemie Magazine 51


Intertek is able to support clients all over the world with a global network of more than 1,000 laboratories and offices and over 30,000 people in more than 100 countries.

Intertek services include: • • • • •

• •

Laboratory support Quality assurance & testing (Cargo) Inspection Certification Regulatory advisory services

Technical inspection Auditing & business assurance Engineering support Training Laboratory management Outsourcing

• • • •

Intertek is a global and trusted service provider for quality and safety solutions for many of the world’s leading brands and companies, including the chemical industries. Intertek Netherlands T: +31 88 126 8888 E: info.polychemlab@intertek.com

Intertek Belgium T: +32 3 543 90 89 E: info.benelux@intertek.com

www.intertek.com / www.intertek-nl.com

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Ja

, ik wil eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe

Neem eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe

3x

grat

is

t de eg me p' ore: 'W tenscha k Mo we Patric seerde liti gepo

rner tter We nnen pla voorzi Nieuwe nn en zijn ma Fuhr

e: cipati Pill’ r eman s the 50 jaayone know 'Ever

van niging de Vere

ndse erla de Ned

Seveso-richtlijn: cultuur telt mee

Schaarste arbeidsmarkt Generiek beleid kabinet Rutte chemie groeit

Problemen invoering e-MJV overwonnen

Renée Bergkamp (EL&I) over topgebied chemie

De chemie achter huidverzorging

azine Mag

che Chemis

Indu

strie

• 06

• 23

juni

g lossin n op ee aa rkt m ie we bleem Chem naspro vulkaa

Maandblad van

2010

r doo gen s Vlielkaana Vu

van ndblad Maa

h Chemie magazine proefabonnement (3 edities) h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

Chemische Industrie • 11 • 17 november 2010

Magazine

Import aardgas kost miljoenen

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• 04 • 27 april 2011

Magazine

Bedrijsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: timmerman@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/magazine


Bedr ijven

Column/Bedrijven Jos Roosen

HandHaaf met verstand

E

BASF gaat 1,4-butaandiol (BDO) uit hernieuwbare grondstoffen produceren in een nieuwe fabriek. Het bedrijf heeft daarvoor een licentie genomen op een gepatenteerd proces waarbij suikers in één fermentatiestap omgezet worden in 1,4-butaandiol. BASF verwacht in de tweede helft van 2013 kleine hoeveelheden bio-BDO beschikbaar te hebben voor monsters en proeven. Sabic heeft een BCG 2013 Global Challengers-award gewonnen. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan bedrijven die een grote impact hebben gehad op het gebied van groei en globalisering. Thomas Bradtke, managing director van BCG Dubai, reikte de prijs uit aan Mohamed AlMady, CEO van Sabic.

Mr. Jos Roosen is bedrijfsjurist bij de VNCI.

Ruud Joosten, topman van de verftak van AkzoNobel, sluit nieuwe overnames niet uit. “We zullen altijd acquisities blijven doen als dat onze activiteiten versterkt, maar dat is nu niet onze hoofdprioriteit’’, zegt hij in het AD. De prioriteit ligt nu bij sanering in WestEuropa en het versneld opvoeren van de activiteiten in Azië en Brazilië. De kraker van BASF en Total in Port Arthur (Texas) kan sinds kort tot 40 procent van het etheen produceren uit ethaan. Daarmee speelt de joint venture in op de schaliegasrevolutie in de VS. In schaliegas zit veel ethaan. Het tweede kwartaal 2014 neemt de joint venture een nieuw fornuis in gebruik voor het kraken van ethaan, waarmee de capaciteit van de hele kraker met 15 procent wordt vergroot. Syngenta heeft van DuPont een wereldwijde licentie verkregen om producten te ontwikkelen die het fungicide oxathiapiprolin van DuPont bevatten. De ontwikkeling van dit nieuwe type gewasbescherming tegen schimmel betekent een aanzienlijke verbetering voor telers om ziekten in aardappelen, druiven, groenten en andere bijzondere gewassen te beheersen.

‘Inspecteurs werken lijstjes af’

en bedrijf heeft verschillende stimulansen om zich aan wet- en regelgeving te houden. Overheidstoezicht is er één van. Onder het motto ‘Minder last, meer effect’ kwam de overheid in 2005 met een visie die stelde dat toezicht een aanvullende functie heeft op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. Een van de uitgangspunten: ‘Nalevingstoezichthouders hebben een afgewogen handhavingsstrategie’. Chemie-Pack en Odfjell hebben meer toezicht uitgelokt, maar hoe afgewogen is die handhavingsstrategie anno 2013 nog? Helaas krijgt de VNCI signalen dat het toezicht zich momenteel vooral concentreert op het onverkort handhaven van de regels, die in een aantal gevallen tot doel worden verheven. Inspecteurs werken dan lijstjes af, kijken naar de letter van de wet en te weinig naar de situatie of het beoogde doel: de vraag of de situatie een onaanvaardbaar of ongewenst risico inhoudt. Opmerkingen die je als een verbeterpunt zou moeten zien worden soms als een overtreding van de voorschriften gezien. Het kan dan om de eigen interpretatie van de inspecteur gaan. De oorzaak of de gevolgen van de tekortkoming komen niet aan de orde. Vooral als deze gegevens openbaar worden gemaakt wekt men ten onrechte de indruk dat een bedrijf onveilig is. Het gebeurt ook dat een inspectie een naleeftekort constateert als een bedrijf een iets andere strategie volgt dan die waarmee de inspectie bekend is. Is het zinvol te handhaven op het niet meten van een stof die ontstaat bij de productie maar die automatisch weer in het proces wordt ingezet, alleen maar omdat de wet dit verplicht? Toezicht hierop is goed, maar is hierop onverkort handhaven nou zo nodig? Waarom een bedrijf een slechte pers geven voor het niet hebben van een (brandblus)installatie, die men niet kan installeren omdat het bevoegd gezag geen beslissing kan of durft te nemen? Spelen redelijkheid en billijkheid nog een rol voordat tot zoiets wordt overgegaan? Eerst preventief handhaven, vertellen hoe het (ook) kan, is veel effectiever. Het levert tevens een uitwisseling van goede praktijken op. Jammer dat dit niet meer wordt toegepast en dat de vele ervaringen van toezichthouders niet worden uitgewisseld. Het zou goed zijn als de Europese Commissie dit meeneemt in de nieuwe regels over inspecties die zij later dit jaar wil presenteren.

juni 2013 Chemie Magazine 53


COL OFON

Service

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

MENSEN

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur)

SHELL

De Zwitser Peter Voser treedt in de eerste helft van 2014 af als bestuursvoorzitter van Royal Dutch Shell. Shell maakte dit tegelijkertijd met de eerste kwartaalcijfers bekend. Voser volgde in 2009 Jeroen van der Veer op, die dat jaar met pensioen ging. Met de komst van Voser werd het Brits-Nederlandse concern voor het eerst in de geschiedenis niet door een Brit of Nederlander geleid. Financieel directeur Simon Henry zei in een toelichting dat Voser Shell meer stabiliteit heeft gebracht na een fase van wederopbouw onder Van der Veer.

Marloes Hooimeijer (eindredactie) Inge Janse (redacteur) Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers

UNIVERSITEIT UTRECHT

De vakgroep Anorganische Chemie en Katalyse van Bert Weckhuysen aan de Universiteit Utrecht is onlangs meermaals in de prijzen gevallen. Inge Buurmans, die eind 2011 promoveerde op het doorlichten van FCC-katalysatordeeltjes, ontving de KNCV-katalyseprijs. Masterstudente Katinka Wondergem won de Viran-award voor de beste poster. Enkele dagen eerder had zij ook al de tweede prijs behaald tijdens de PAC-posterwedstrijd. Weckhuysen ten slotte kreeg van de Northwestern University (VS) een Vladimir N. Ipatieff Lectureship toegekend.

Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

Vormgeving Curve, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl

VOLGENDE MAAND (19 JUNI)

Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

RESULTATEN ARBEIDSMARKTONDERZOEK CHEMISCHE INDUSTRIE PROF. SABINE ROESER OVER RISICO’S EN ETHIEK ERVARINGEN MET TOPSECTOR CHEMIEBEURS WINNAAR RESPONSIBLE CARE-PRIJS DELFTSE LEERLIJN PLANTMANAGER OF THE YEAR VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

54 Chemie Magazine mei 2013

DeltaHage, Den Haag

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie magazine is TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover WW.VNCI.NL/LINKEDIN

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Druk

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Casper Rila ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V.

services

Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

Dedicated to Excellence

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.