Kijk: chemie!
1
y
Uitgave:
y
Contact:
Vereniging van de
VNCI
Nederlandse Chemische
Loire 150,
Industrie, Den Haag.
2491 AK Den Haag 070 - 337 8787
September 2015
www.vnci.nl info@vnci.nl Twitter: @vnci
2
Echt overal Kom, ga mee, op ontdekkingsreis. Niet naar verre en onbekende oorden, maar gewoon dichtbij. Lekker makkelijk. In dit boekje ontdek je waar je chemie kunt tegenkomen. Op de Afsluitdijk bijvoorbeeld, in een centrale voor schone energie. Of in het museum, in een oud schilderij. Ook in een auto vind je chemie. Zelfs in je broekzak - als daar tenminste je smartphone zit.
3 Op de volgende bladzijden zie je hoe nuttig en waardevol chemie is, maar ook hoe verrassend en inspirerend. Het is een kleine collectie, maar met een brede horizon. Je komt er asfalt tegen, softijs, zonnecellen en zelfs Romeins beton. Want chemie is overal. Echt overal.
4
De chemie van blauwe energie Elektriciteit uit mengen van zoet en zout water Sinds een jaar is de Afsluitdijk niet alleen een hoogtepunt van Nederlands waterbeheer maar ook van innovatieve elektriciteitsopwekking. Een proefcentrale levert ‘blauwe’ stroom met water als grondstof. Zoet water uit het IJsselmeer en zout water uit de Waddenzee.
y
energie, materialen
Gewoon een kwestie van mengen en de chemie zijn werk laten doen. Het principe is tamelijk eenvoudig, aldus professor Kitty Nijmeijer van de onderzoeksgroep membraantechnologie bij de Universiteit Twente. Zout water bevat veel ionen, dat zijn deeltjes
met een elektrische lading. Met behulp van speciale membranen kun je daar stroom van maken.
Deeltjes scheiden De ‘truc’ is om het zoute en het zoete water aan weerszijden van zo’n membraan bij elkaar te brengen. De membranen scheiden de positieve en de negatieve deeltjes, er ontstaat een spanningsverschil en zo kun je elektriciteit opwekken. “Het principe is al langer bekend”, zegt Nijmeijer, “maar de efficiëntie was altijd veel te laag om grootschalige toepassing interessant te maken”.
Samen met wateronderzoeksinstituut Wetsus in Leeuwarden hebben onderzoekers uit haar groep daar verandering in gebracht. Daardoor kon het bedrijf REDstack op de Afsluitdijk (bij Breezanddijk) de ‘Blue Energy’ proefcentrale bouwen. Die heeft nu 400 vierkante meter membraanoppervlak, dat de komende jaren wordt uitgebreid naar 100.000 vierkante meter. Voor een commercieel rendabele installatie is uiteindelijk tien keer zoveel nodig: een miljoen vierkante meter. “ Dat lijkt veel, maar is praktisch gezien zeker haalbaar”, stelt Nijmeijer.
5
6
De echte kleuren van Renoir Zoek de verschillen
Altijd mooi, een echte Renoir. Maar het kan nog mooier. Neem het schilderij ‘Madame Leon Clapisson’ van het linker plaatje, te zien bij het Art Institute of Chicago. Zo op het oog is er niets mis mee. Maar kijk dan rechts. Deze versie is veel warmer. Mevrouw Clapisson (eigenlijk heette ze Marie Henriette Valentine Billet) lijkt y
materialen, analyse
meteen minder koel en afstandelijk. Dit is zoals Pierre Auguste Renoir het werk oorspronkelijk schilderde, denkt Richard van Duyne van Northwestern University (Chicago, VS). Zijn opnieuw ingekleurde versie van het schilderij is gebaseerd op chemische analyse van de pigmenten in Renoirs verf.
Veelgebruikte kleurstof Renoirs rode pigment blijkt karmijn te bevatten. Dat is ook vandaag de dag nog een veelgebruikte kleurstof. In voedingsmiddelen tref je het aan als E120. Het is nogal lichtgevoelig en verbleekt in de loop der jaren. Hoeveel, dat werd duidelijk aan de rand van het schilderij. Daar was een dunne strook jarenlang door de lijst beschermd tegen de inwerking van het licht. Het onderzoek liet zien dat deze rand het oorspronkelijke karmijnrood bevatte. De Amerikanen maakten vervolgens met een beeldbewerkingsprogramma een reconstructie van het schilderij waarin ze het oorspronkelijke rood overal weer ‘tot leven’ wisten te wekken.
Waardevol voor kunsthistorici In Nederland doet Joris Dik van de Technische Universiteit Delft vergelijkbaar onderzoek aan schilderijen van Van Gogh en Rembrandt. “Veel van deze schilderijen zijn chemisch gezien heel dynamisch”, vertelt hij aan het
tijdschrift Chemistry World. Dik zegt dat dit soort analyses heel waardevol zijn voor kunsthistorici die meer willen begrijpen van de materialen en technieken uit het verleden. “We willen oog in oog komen met de originelen, omdat de veranderingen behoorlijk dramatisch kunnen zijn.” Daarnaast levert het onderzoek ook inzicht in manier waarop de schilderijen het best bewaard kunnen worden, en helpt het hedendaagse verffabrikanten om meer stabiele pigmenten te ontwikkelen.
7
8
Smakelijk softijs
Typische zomerlekkernij is complex chemisch mengsel In de zomer, met de thermometer ruim boven de twintig graden en een lekker zonnetje erbij krijg je er vanzelf zin in. IJsje? Bij het maken van ijs komt meer kijken dan je denkt. y
voeding
Flinke dosis chemie Koel en romig softijs draagt bij aan je zomergevoel dankzij een flinke dosis chemie. Het is een lastig te maken mengsel van bevroren water, lucht, vet en suiker. Chemisch gezien heeft
roomijs een complexe structuur. De ijsmassa bevat een combinatie van kleine vetbolletjes, ijskristalletjes en luchtbelletjes en is daarmee in laboratoriumtermen zowel een emulsie als een schuim.
verlaagt ook ‘t vriespunt van water. Vet zorgt voor het romige mondgevoel en bepaalt mede de microstructuur van de ijsmassa. Toevoegingen zoals emulgatoren helpen water en vet te mengen. Ook melkeiwitten spelen een rol.
Gemeten naar gewicht bestaat roomijs voor ongeveer zestig procent uit water (in de vorm van minuscule ijskristalletjes). Maar als we naar het volume kijken, dan blijkt de smeuïge massa bovenop je hoorntje vooral veel lucht te bevatten. Tot wel vijftig procent!
Smaak en kleur tenslotte zijn te danken aan stoffen uit de natuur, of natuur-identieke stoffen gemaakt met chemie. Vanilline kan bijvoorbeeld uit vanillestokjes van de vanille-orchidee afkomstig zijn. Alleen wordt op de wereld veel meer vanilline gebruikt dan de natuur kan produceren. Daarom wordt het ook gemaakt via chemische synthese. De smaak is er niet minder om.
De juiste ingrediënten Zowel ambachtelijke ijsmakers als industriële producenten gebruiken uitgekiende procedures en de juiste ingrediënten voor de beste ijsmassa. Die moet niet alleen luchtig en romig zijn, maar ook lekker stevig in je hoorntje zitten, in je mond snel zacht worden en uiteraard goed smaken. Daarbij is suiker bijvoorbeeld niet alleen van belang voor de smaak, maar het
Lekker, zo’n ijsje!
9
10
Etheen in de OK
Klein gasmolecuul als indicator van weefselbeschadiging De Radboud Universiteit Nijmegen is een bijzondere toepassing van etheen op het spoor. Het relatief kleine molecuul is vooral bekend omdat er plastic van wordt gemaakt. Dit polyetheen (of polyethyleen) is een van de meest gebruikte kunststoffen. Je vindt het in allerlei varianten en y
analyse, gezondheid
kwaliteiten, van boterhamzakjes tot supersterke vezels. Naast dit synthetische etheen, gemaakt uit aardolie, bestaat er ook natuurlijk etheen. Vruchten produceren het molecuul tijdens het rijpingsproces. Bovendien is het een
soort signaalstof bij beschadigingen. Bijt in een appel en er komt etheen vrij.
Supergevoelig Opmerkelijk genoeg blijkt ook menselijk weefsel bij beschadigingen etheen te produceren. In minuscule hoeveelheden weliswaar, maar in Nijmegen kunnen ze dat toch meten. De supergevoelige detectoren van de Trace Gas Facility zijn in staat zelfs één gasmolecuul tussen een biljard andere te detecteren. Uit de hele wereld komen wetenschappers naar de Radboud Universiteit om gebruik te maken van de bijzondere apparatuur. De Nijmeegse wetenschappers hebben nu het idee de menselijke etheenproductie te gebruiken als een indicator van weefselbeschadiging. Dat zou bijvoorbeeld chirurgen kunnen helpen, zowel tijdens de operatie als bij het voorschrijven van medicatie na de operatie
Sensor In de verre toekomst zijn er mogelijkheden voor etheenmeting bij de huisarts, via een eenvoudige ademtest. Dat zou sommige bloedtesten misschien kunnen vervangen. Er is nog wel werk aan de winkel voordat de huisarts een handzaam apparaatje heeft dat hetzelfde kan als het bijzondere Nijmeegse laboratorium. Maar daar wordt inmiddels aan gewerkt, onder andere door het spin-off bedrijf Sensor Sense.
11
Nagels met chemie
Het recept voor kleurrijke, strakke nagels
Wist je dat nagellak ooit gemaakt werd door filmrestjes in de blender te stoppen, samen met alcohol, wonderolie en kleurstof? Nagellak is ondenkbaar zonder chemie. Kleurrijke, opmerkelijke chemie. We nemen de belangrijkste ingrediënten van de nagellak even met je door, zodat je weet waar je die prachtige nagels aan te danken hebt:
1. Nitrocellulose
12
Deze stof zorgt ervoor dat de nagellak lekker strak op je nagel zit. Nitrocellulose is trouwens ook het hoofdbestanddeel van celluloid. Daar werden in de eerste helft van de vorige eeuw bioscoopfilms van gemaakt. Dat verklaart het opmerkelijke blenderrecept.
2. Synthetische hars Deze hars, een kunststof eigenlijk, geeft de nagellak ‘body’ en zorgt ervoor dat de lak goed aan je nagel hecht. y
cosmetica, materialen
3. Kleurstoffen Kleurstoffen spreken voor zich; ze geven de lak de meest fantastische tinten, die je bij de drogist tegemoet spatten.
Zo maakt de cosmetica-industrie precies de nagellak die jij wilt, waarmee je jouw nagels precies de chemie kunt geven waar jij je goed bij voelt!
4. Oplosmiddel De ingrediënten van nagellak zitten in een oplosmiddel. Het verdampt direct na het aanbrengen (dat ruik je wel) en als het eenmaal verdwenen is vormen de overige ingrediënten de harde laklaag. Dat proces is te bespoedigen door flink met je handen te wapperen: het oplosmiddel verdampt dan sneller. Er zijn nog allerlei andere ingrediënten, bijvoorbeeld voor een glittereffect of een mooie parelmoerglans. Opmerkelijk weetje: voor het parelmoer worden kristalletjes gebruikt van guanine, afkomstig uit visschubben. Dat klinkt misschien wat eigenaardig, maar met chemie kun je uit allerlei grondstoffen hele nuttige producten maken.
13
14
Plantaardig asfalt
Natuurlijk lignine verbetert bitumen De raffinaderij is ĂŠĂŠn van de iconen van de chemie. Indrukwekkende installaties veranderen ruwe aardolie in allerlei nuttige producten zoals benzine, kerosine, diesel en stookolie. Zelfs het bitumen dat overblijft is nuttig te gebruiken. Deze teerachtige,
y
materialen, duurzaam
stroperige massa dient als bindmiddel in asfalt, waar het steentjes, zand en vulstoffen bij elkaar houdt.
Natuurlijk materiaal Asfalt moet stevig blijven in hete zomermaanden en tegelijk voldoende
flexibel zijn in de winterse vrieskou. Daarom worden er allerlei soorten polymeren aan toegevoegd. Onderzoek van TNO heeft nu aangetoond dat je daarvoor ook het natuurlijke polymeer lignine zou kunnen gebruiken. Lignine is na cellulose het meest voorkomende natuurlijke materiaal op aarde. Het zit vooral in houtachtige planten. Je kunt het dus uit houtafval halen, maar het is ook een afvalproduct bij de productie van papier. TNO ontwikkelde een manier om het lignine optimaal met bitumen te vermengen tot een prima bindmiddel
voor asfalt. Daarbij bleek het mogelijk tot wel vijftig procent van het bitumen door lignine te vervangen. Zo wordt het in principe mogelijk om asfalt flink te ‘vergroenen’. Dat sluit mooi aan bij de maatschappelijke wens om duurzaam te zijn en zoveel mogelijk natuurlijke grondstoffen te gebruiken.
Fietspad Of de groene grondstof het in bitumen echt gaat maken hangt uiteindelijk af van de prijs en de functionaliteit. Bij TNO zijn ze daar optimistisch over. In samenwerking met een aannemingsbedrijf voerde het onderzoeksinstituut verkennende experimenten uit met enkele vierkante meters asfalt. Dat was een doorslaand succes. De volgende stap is een echte praktijkproef. Dat wordt waarschijnlijk een stuk fietspad van een paar honderd meter. Als het een beetje meezit kun je straks over de eerste meters lignineasfalt fietsen.
15
16
Sterk Romeins beton
Scheurvaste chemie tussen vulkaanas, kalksteen en water Je zou misschien denken dat beton een typisch bouwmateriaal van deze tijd is. Niets is minder waar. De oude Romeinen gebruikten het al. En hoe. Dat iconische gebouwen als het Pantheon en de Markten van Trajanus
y
materialen
na bijna tweeduizend jaar nog zo fier overeind staan, is te danken aan beton.
Bijzondere eigenschappen Dertig jaar voor het begin van onze jaartelling beschreef bouwkundige
Marcus Vitruvius Pollio de basisingrediënten van de Romeinse betonmortel: vulkanische as, kalksteen en water. Samen vormen ze de natte pap die na uitharding de stenen in het beton bij elkaar houdt. Amerikaanse onderzoekers hebben inmiddels ontdekt dat dit Romeinse beton bijzondere chemische eigenschappen heeft.
Zo hebben de bouwwerken zelfs seismische trillingen kunnen doorstaan. En zo beschikt het Pantheon bijna twee millennia na de bouw nog steeds over de grootste koepel ter wereld gemaakt uit puur, onversterkt beton. Waarbij overigens ook de uitgekiende constructie, met een open ‘oog’ (oculus) in de top, een niet te onderschatten rol speelt.
De mineralen in de Romeinse mortel (met name verbindingen met calcium, aluminium en silicium) blijken op een hele nuttige manier te reageren.
Het is nog de vraag of het Romeinse recept ook nu beter beton kan opleveren. In onze supersnel hardende betonsoorten krijgen de mineralen waarschijnlijk niet genoeg tijd om de reacties aan te gaan waar de Romeinen zo’n baat bij hadden. Toch neemt de interesse voor het Romeinse beton toe, met name in landen waar vulkaanas voor het opscheppen ligt.
Kristalletjes Allereerst ontstaat er een hele stevige binding tussen de mortel en de stenen, zodat het beton supersterk is. Minstens zo bijzonder is dat er bij het uitharden van de mortel minuscule ‘scheurstoppende’ kristalletjes ontstaan. Die voorkomen dat microscheurtjes, die altijd ontstaan als grote krachten op het beton inwerken, tot grotere, verwoestende scheuren uitgroeien.
17
18
Sterke tanden
Inspiratie voor nieuwe supersterke materialen Dit zijn de sterkste tanden die er bestaan. Sterker nog, ze bevatten het allersterkste natuurlijke materiaal dat er bestaat. Sterker zelfs dan spinnenzijde, dat de ranglijst tot nu toe aanvoerde. Je hebt zes keer zoveel kracht nodig om het te breken. y
materialen
Volgens materiaalkundigen van de Universiteit van Portsmouth, die het opmerkelijke nieuws wereldkundig maakten, is het tandmateriaal zelfs bijna zo sterk als koolstofvezel. Dat is ĂŠĂŠn van de sterkste door de mens gemaakte materialen.
Nanovezels Mocht je nu aan tijgers, haaien of andere moorddadige dieren denken, dan zit je op het verkeerde spoor. Dit zijn namelijk hele kleine tanden, kleiner dan een millimeter zelfs. Ze behoren toe aan de zeeslak. Dit weekdier voedt zich niet met prooidieren, maar met algen. Die schraapt het in kustgebieden van de rotsen. En daar blijk je dus hele bijzondere tanden voor nodig te hebben.
Onder een soort supermicroscoop zagen ze miljoenen parallelle nanovezels van het ijzerhoudende mineraal goethiet. De vezels blijken omhuld met het zachtere chitine, een cellulose-achtig biopolymeer. Het resultaat is een materiaal met fantastische karakteristieken. De onderzoekers konden het bijvoorbeeld met een factor vier uitrekken zonder dat het zijn eigenschapppen verloor.
Biomimetica De zeeslak stelt zijn tanden op een unieke manier samen, rapporteren de onderzoekers uit Portsmouth.
Zeeslakken
Het ligt voor de hand dat de tanden van de zeeslak nieuwe, sterke synthetische materialen zal opleveren. Dit is het gebied van de biomimetica: het ontwerp van nieuwe sterke en lichte materialen gebaseerd op de chemische samenstelling en structuur van natuurlijke stoffen. Zo is spinnenzijde een voorbeeld voor de ontwikkeling van sterke vezels. En zo zou een klein onbekend schelpdiertje wel eens een revolutie kunnen ontketenen in de bouw van snelle racewagens, lichte vliegtuigen en zuinige schepen.
19
20
Wat zit daar in je oor?
Over stallucht, nagellak en zwangere walvissen Wist je dat er twee basisvariëteiten zijn van oorsmeer? Wij westerlingen hebben meestal een smeuïg geel goedje in onze oren. In Azië is oorsmeer meer schilferig en veel witter. Dat zit ‘m allemaal in de genen. Maar wat is dat nou precies, oorsmeer? Daar hebben ze bij het Monell Chemical y
materialen, analyse
Senses Center in Philadelphia (Verenigde Staten) onderzoek naar gedaan. De Amerikanen analyseerden beide oorsmeervarianten met behulp van GC-MS. Dat is gaschromatografie (om het oorsmeermengsel te scheiden) gevolg door massaspectrometrie (om de gevonden moleculen te identificeren).
Er zit een luchtje aan Wat blijkt? Onze gele prut heeft duidelijk meer vluchtige componenten dan de droge schilfers van Aziaten. Dat verklaart meteen waarom er vaker een luchtje aan zit. Stallucht, om precies te zijn, veroorzaakt door hexaanzuur. En de geur van vuile sokken of Parmezaanse kaas, als gevolg van de aanwezigheid van isovaleriaanzuur (officieel: 3-methylbutaanzuur). Aziatisch oorsmeer kan dan weer een typische geur van nagellak verspreiden vanwege het 6-methyl-5-hepteen-2-on, ook wel methylisohexenylketon genoemd.
Walvis oorsmeer
Leuk om te weten misschien, maar kun je daar iets mee? De Amerikanen denken van wel. Ze zijn al druk bezig met vervolgonderzoek. Hun idee is dat oorsmeer - net zoals lichaamsgeur en vingerafdrukken - iets heel eigens is. Dus misschien komen rechercheurs in de toekomst wel misdadigers op het spoor omdat die op de ‘plaats delict’ even in hun oor peuterden.
Hormonen Ook bij walvissen blijkt oorsmeer een dankbaar onderzoeksonderwerp. Biologen kunnen uit de aanwezigheid van hormonen in het oorsmeer opmaken wanneer de dieren onder stress stonden of zwanger waren. Het vertelt ook hoe oud de dieren zijn geworden en aan welke vervuiling ze hebben blootgestaan. Zo blijken de enorme oorsmeerproppen van de iconische beesten een soort chemisch archief waarin hun hele levensgeschiedenis ligt opgeslagen.
21
22
Zonnecellen op je tentdoek
Delftse materialenhoogleraar verbetert flexibele dunne zonnecel Goedkope, superdunne en zeer efficiënte zonnecellen. Als het aan hoogleraar Theo Dingemans van de TU Delft ligt gaan die de markt veroveren. Hij bedacht een nieuw materiaal voor zogenaamde perovskiet zonnecellen. De afgelopen jaren boekten onderzoekers spectaculaire y
energie, materialen, duurzaam
vooruitgang in de efficiëntie van zulke zonnecellen. Dankzij Dingemans’ vinding worden ze nog betaalbaar ook.
Lastig te maken Perovskiet is een soort kristal dat zich gemakkelijk in dunne lagen laat produceren, uit tamelijk alledaagse
materialen, en dat licht kan omzetten in stroom. Om die eigenschap te benutten moet je perovskiet wel combineren met een extra laag voor het elektriciteitstransport. Tot nu toe wrong daar de schoen, want die laag was chemisch gezien ingewikkeld, lastig te maken en dus duur. Te duur.
materiaal maakte hij perovskietcellen met een rendement van elf procent. Gecombineerd met hun lage kostprijs vormen die een serieus alternatief voor de bekende silicium zonnecellen, die een gemiddeld rendement hebben tussen de 15 en 35 procent. De TU Delft heeft er al octrooi op aangevraagd.
Toen Dingemans, hoogleraar Nieuwe Materialen aan de Delftse faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek, eens goed naar de laag keek kwam hij op een lumineus idee. Als chemisch technoloog van huis uit zag hij dat met een veel eenvoudiger synthesemethode een bijna vergelijkbaar soort materiaal te maken moest zijn. Uit hele goedkope uitgangsmaterialen, snel en met hoge opbrengst. “Iedere eerstejaars student scheikunde kan het”, zei Dingemans in het Delftse universiteitsblad Delta.
Omdat de dunne perovskieten hele flexibele cellen opleveren, denkt Dingemans dat ze het eerst in kleding en textiel te vinden zijn. “Het is nu aan de ontwerpers om toepassingen te vinden. Draagbare elektronica is er één van. Je zou zelfs zonnepanelen op een tent kunnen printen.”
Serieus alternatief Dingemans’ medewerker Michiel Petrus werkte het idee uit. Met het nieuwe
23
Chemie onder de motorkap In een auto kom je overal chemie tegen. Onder de motorkap natuurlijk, in de motorolie en remvloeistof, in de accu en in lichte metaallegeringen voor bijvoorbeeld het motorblok. Maar daar houdt het niet mee op. Wat te denken van de airbag, die levensreddende plofzak? Ondenkbaar zonder de chemische reactie die in een flits het vulgas genereert. En als je met 130 over de snelweg raast, dan ben je blij dat de banden contact met het asfalt houden. Dankzij geavanceerde rubbertechnologie. Zo houdt chemie je veilig op weg.
24
y
transpor t, materialen
25
Met chemie de mug te lijf
26
De strijd tegen de mug gaat via de neus Zoemende beestjes in de slaapkamer zijn een vervelende zomerergernis. Rustig inslapen is er niet meer bij en een welgemikte prik kan het genot van een diepe vakantieslaap ondermijnen. Gelukkig is er chemie om ons de mug van het lijf te houden. De neus van het insect is daarbij het belangrijkste doelwit. De bekende y
gezondheid
sprays, lotions en sticks zorgen er allemaal voor dat het beestje niet meer in staat is zijn slachtoffer te vinden. De actieve stoffen blokkeren de geurreceptoren van de mug, waarmee het beestje zijn slachtoffers lokaliseert. Een welgemikt snufje insectenspray (of een laagje op je huid) en de mug heeft niet meer door dat je er bent.
Effectief
Bescherming
Het meest effectieve middel is DEET (een afkorting voor diethyltoluamide). Het houdt de muggen het langst van je lijf. Bij een product met 30 tot 40% DEET, de meest gebruikelijke concentratie, moet je om de vier à vijf uur smeren.
Voor de Nederlandse mug hoeven we trouwens niet echt bang te zijn. Een bultje en jeuk, dat is het wel. In het buitenland moet je wel echt opletten: in Afrika kun je malaria oplopen door een beet van Anophelus gambiae. In de Aziatische en Caribische tropen kan Aedes aegypti knokkelkoorts (dengue) en gele koorts veroorzaken. Gelukkig maar dat chemie je helpt je tegen de ziekmakers te beschermen.
Een ander bekend ingrediënt is citronella, maar deze sterk geurende natuurlijke olie (gewonnen uit citroengras) is voor persoonlijke bescherming niet meer in zwang. De effectiviteit is onvoldoende aangetoond. Je komt citronella nog wel tegen in kaarsen en luchtverfrissers. Een vergelijkbare natuurlijk stof is citriodiol, dat is een aromatische olie uit de citroeneucalyptus. Daarvan is de werking wel vastgesteld, al is het niet zo effectief als DEET.
Citroeneucalyptus
27
Chemie van de smartphone Het zit in je broekzak, rugzak of handtas en het zit vól chemie. Rara wat is het? Met dit plaatje is het antwoord niet moeilijk. Inderdaad, een smartphone zit tjokvol chemie. Je moet het alleen even weten. Wist je bijvoorbeeld dat • Het glas van het beeldscherm ‘chemisch versterkt’ is? • Moderne displays gemaakt zijn uit plastic dat licht geeft als je er stroom op zet? • De kunststof cameralensjes helder, krasvast én stabiel zijn bij zowel ijzige kou als zomerhitte? • Chemici hard werken aan betere, snel oplaadbare batterijen? • In een smartphone meer dan veertig elementen zijn te vinden? Dat is bijna de helft van alle atoomsoorten die op aarde voorkomen.
28
y
communicatie, materialen
29
Fotoverantwoording
30
De chemie van blauwe energie
Sterke tanden
Pag. 4: Universiteit Twente
Pag. 18: University of Portsmouth
Pag. 5: Redstack BV
Pag. 19: Wikimedia Commons, Tango22
De echte kleuren van Renoir
Wat zit daar in je oor?
Pag. 6: Art Institute of Chicago
Pag. 20: Flickr, Travis Isaacs
Pag. 7: Shutterstock
Pag. 21: Baylor University
Smakelijk softijs
Zonnecellen op je tentdoek
Pag. 8: Flickr, Young Sok Yun
Pag. 22 & 23: Delta, TU Delft
Pag. 9: Shutterstock
Chemie onder de motorkap
Etheen in de OK
Pag. 24/25: VNCI
Pag. 10: Radboud Universiteit,
Met chemie de mug te lijf
Dick van Aalst,
Pag. 26: Shutterstock
Pag. 11: Flickr, Filosoph
Pag. 27, links: Shutterstock ,
Nagels met chemie
Pag. 27, rechts: Wikimedia Commons,
Pag. 12 & 13: Shutterstock
Greg O’Beirne
Natuurlijk asfalt
Chemie van de iPhone
Pag. 14 & 15: Shutterstock
Pag. 28/29: VNCI
Sterk Romeins beton Pag. 16: Wikimedia Commons, Keith Yahl , Pag. 17: Wikimedia Commons,
Bjørn Christian Tørrissen
y
Colofon Uitgave VNCI, Den Haag Tekst: Harm Ikink, ElementC, Amersfoort. Grafische vormgeving: Charlot Luiting Ontwerp, Amersfoort. Druk: Drukwerkdeal
31
Meer vind je op www.chemieisoveral.nl/divers
Met de campagne ‘Chemie is overal’ laat de Nederlandse chemie je zien wat chemie is, wat je er mee kunt en waarom het belangrijk is. Zodat je een juist beeld van de chemie krijgt. Op de website www.chemieisoveral.nl vind je meer informatie en kun je de Nederlandse chemie verder verkennen. De site verwijst je naar relevante sites op de gebieden · School en studie · Werk en carrière · Onderzoek en innovatie · Chemie en industrie. Je vindt er ook een groot aantal artikelen zoals in dit boekje. Het overzicht staat op www.chemieisoveral.nl/divers. Volg ‘Chemie is overal’ op Facebook facebook.com/chemieisoveral en Twitter @chemieisoveral.