Chemie Magazine - juni 2015

Page 1

Self Assessment Questionnaire beschikbaar

Chemie in Nederland floreert in 2030

Beoordeel zelf risico’s materiaalschaarste

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 57 • 06 • 25 juni 2015

COMPOSIET

HET NIEUWE STAAL VOOR BRUGGEN, SLUIZEN EN AUTO'S


Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.

HRD/personeelsontwikkeling

2.

Persoonlijke effectiviteit

3.

Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4.

Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5.

Procesoptimalisatie

6.

Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7.

Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl voor actuele data en locaties

Loire 150

Postbus 24090

2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86

E trainingen@vapro.nl

I www.vapro-trainingen.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 06 | 25 juni | 2015

COMPOSIET HEEFT DE TOEKOMST

18

Wat de lucht- en ruimtevaart al eerder heeft gedaan, begint nu door te sijpelen in andere sectoren: de toepassing van vezelversterkte kunststoffen, ofwel composiet, voor lichtgewicht, sterke en duurzame constructies. “Composiet kan voor heel veel toepassingen staal gaan vervangen.� De eerste bruggen, sluisdeuren en auto-onderdelen zijn er al. Nederland speelt hierin een belangrijke rol.

BEDRIJVEN KUNNEN ZICHZELF OP VEILIGHEID DOORLICHTEN De Self Assessment Questionnaire, die Royal HaskoningDHV samen met de brancheverenigingen van Veiligheid Voorop (VV) heeft ontwikkeld, is nu beschikbaar. De tool, waarmee bedrijven zichzelf op veiligheid kunnen doorlichten, is een van de Safety Deals die zijn afgesproken tussen staatssecretaris Mansveld van IenM en voorzitter Van Beek van VV.

22 juni 2015 Chemie Magazine 3


Extra troef achter de hand En de Knock-Out Drum. En de Separator. En de Feedwater Heater. En de Sump. Wanneer procescondities de beste niveaucontrole vragen, moet je de juiste kaarten spelen! De Eclipse® Model 706 golfgeleide niveaumeter kan zo goed als elke procesconditie aan – zelfs de meest uitdagende. • Meest betrouwbare en accurate niveaumeting door een superieure signaal-ruisverhouding (SNR). • Uitgebreid assortiment sondes, waaronder overvulveilige, die tal van uiteenlopende uitdagingen op het gebied van niveaumeting aankunnen. • Geavanceerde diagnosemogelijkheden die het gebruiksgemak en de werkzaamheid naar een hoger niveau tillen. • HART® en FOUNDATION Fieldbus™ protocollen bieden volledige digitale communicatiemogelijkheden. • Handige voorconfiguratie waardoor installeren minder tijd kost - aansluiten op een 24 VDC-voeding en klaar is Kees. • De sonde met snelkoppeling maakt het onderhoud makkelijker.

Neem geen risico met betrouwbaarheid. Contacteer Magnetrol® – de innovator van golfgeleide radar – en leer meer over ECLIPSE Model 706.

eclipse.magnetrol.com • +32 (0)52 45 11 11 • info@magnetrol.be

©2014 Magnetrol International, Incorporated


INHOUD 06 | 25 juni | 2015

30

Chemie heeft goede ervaringen met bedrijfsspecifieke afspraken

38

Positief streefbeeld voor Nederlandse chemie in 2030

7

Voorwoord Colette Alma

7

Evenementen

8 9 11 13 15 17

17 22 26 38 30

42

Bedrijven kunnen nu zelf risico’s materiaalschaarste beoordelen

32 36 38 40 42

26

Veel belangstelling voor compliancerichtlijn ISO 19600

46 51 53 54 54

Netwerkmoment

NIEUWS

SABIC wint VOMI Safety Experience Award Chemie helpt patiëntveiligheid verbeteren Afval als duurzame grondstof voor chemie Ronald Hoenen Plant Manger of the Year Trinseo wint RC-prijs Elementis zet e-learning in

ACHTERGROND Materialen

Composiet heeft de toekomst Veiligheid

Self Assessment Questionnaire Compliance

Compliance-richtlijn ISO 19600 Uitgelicht

Shell Eco-marathon Energie en klimaat

Raamwerk voor bedrijfsspecifieke afspraken Arbeidsmarkt

Wouter Stam over zijn werk bij Flowid Veiligheid

De ambitie van SSVV-directeur Kamphuis Toekomst

Nederlandse chemie in 2030 VNCI

Jaarvergadering in teken van innovatie Materialen

Zelf risico’s materiaalschaarste beoordelen Innovatie

Coci Green Chemistry Campus Transport

Spitsmijden op de A15 VNCI Nieuws Mensen Colofon

juni 2015 Chemie Magazine 5


Heeft u proceskoeling of tijdelijke stroom nodig? Zoekt u ervaring en expertise? Aggreko verhuurt al ruim 50 jaar aggregaten, koelmachines en koeltorens voor de petrochemische industrie. Dit doen wij met een team van specialisten die 24/7 voor u klaar staan. Van een calamiteit tot een volledige energievoorziening voor uw plant. Van het koelen van ruimtes tot het opheffen van bottlenecks in uw productieproces.

Aggreko, de expert in tijdelijke stroom en (proces)koeling voor de Petrochemische industrie Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie T: +31 (0)88 6441 441 E: John.Gijsbers@aggreko.nl Aggreko opereert vanuit meer dan 200 vestigingen wereldwijd. Voor de dichtstbijzijnde vestiging gaat u naar: www.aggreko.com/contact


Voorwoord

NETWERKMOMENT

E

en dagvoorzitter met sokken van gerecyclede visnetten, de start van een crowdfunding voor een kunststof fiets, een van onze eigen medewerksters die ondergoed showt met microcapsules van VNCI-lid Tanatex, en een magnetische wijnkoeler. Als u er niet bij was, heeft u echt iets gemist. Kleding en gordijnen van petflessen, een innovatieve brandstof, de ontwikkeling van de Smart: allemaal inspirerende innovaties, mede mogelijk gemaakt door de chemie. De ene innovatie werd nog enthousiaster dan de andere gepresenteerd op de beursvloer en op het podium tijdens onze Jaarvergadering op 11 juni. Dit jaar waren we in de industriële omgeving van de Fokker Terminal in Den Haag, die veel ruimte bood voor de beursvloer en ook ideaal bleek voor netwerken. Voor de VNCI is de jaarvergadering altijd het moment waarop we definitief het voorgaande jaar afsluiten. Formeel met de Algemene Leden Vergadering, en in geschrift met de publicatie van het Jaarverslag en het Responsible Care-rapport, dit jaar in digitale vorm. Voor mij

persoonlijk is de jaarvergadering vooral een groot netwerkmoment. Ik kan in informele sfeer veel leden en andere bij de VNCI betrokken mensen spreken. En dat geldt niet alleen voor mij, constateerde ik met vreugde: overal om me heen zag ik geanimeerde en geëngageerde gesprekken, positief van toon. Ook de stands met productinnovaties – een nieuw initiatief op de jaarvergadering – konden op een warme belangstelling rekenen. En de winnaar en de genomineerden van de Responsible Care-prijs benadrukten nog eens de weerbaarheid en de toekomstgerichtheid van onze sector. Hetzelfde geldt voor het op de jaarvergadering gepresenteerde Streefbeeld voor de Nederlandse chemische sector in 2030 (zie ook pagina 38). Voor mij is het duidelijk: de jaarvergadering vervult een belangrijke rol in het versterken van de kracht van de chemische industrie. Nóg een goede reden om erbij te zijn. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 19-22.7 World Congress on Industrial Biotechnology ’s Werelds grootste evenement over industriële biotechnologie, voor ondernemers, investeerders en beleidsmakers in biobrandstoffen, biobased producten en hernieuwbare chemicaliën. Locatie: Montréal Convention Center, Canada Organisatie: Biotechnology Industry Organization 26.9 Dag van de Chemie De open dag biedt chemiebedrijven en gerelateerde organisaties (ziekenhuislaboratoria, waterbedrijven, keuringsdiensten en onderwijs- en kennisinstellingen)

de kans om de omgeving te laten zien welke rol chemie speelt in het dagelijks leven en wat het belang van de chemie is. Locatie: Heel Nederland Organisatie: VNCI 30.9 Prestaties en indicatoren in de chemische keten Hét jaarlijkse congres van de chemische keten in de Benelux. Locatie: Dordrecht Organisatie: VNCW 3-4.10 Weekend van de Wetenschap Diverse organisaties, zoals bedrijven, instituten, universiteiten, onderzoeksinstellingen, musea en sterrenwachten

openen hun deuren om bezoekers van jong tot oud een blik te gunnen in de wereld van wetenschap en technologie. Locatie: Heel Nederland Organisatie: NEMO

VERGADERINGEN VNCI 2.7 BG Communicatie 6.7 Dagelijks Bestuur 7.7 VAT 26.8 WG Stoffenbeleid 27.8 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN juni 2015 Chemie Magazine 7


De fabriek staat op het terrein van AkzoNobel.

Minister Henk Kamp van Economische Zaken opende op 11 mei de nieuwe productielocatie van FrieslandCampina in Borculo. Hier verduurzaamt de zuivelgigant de stoomvoorziening door gebruik van pyrolyseolie. Die olie komt van Empyro in Hengelo, een van de eerste pyrolyseoliefabrieken in Europa.

M

et de pyrolyseolie verstookt FrieslandCampina jaarlijks 10 miljoen kubieke meter minder aardgas en ontstaat een CO2-reductie van 16.000 ton. “Het is een voorbeeld voor de rest van de wereld”, aldus Kamp. “Gebruik van pyrolyseolie zou in de toekomst op grotere schaal en overal ter wereld kunnen worden toegepast.” Empyro opende de fabriek op het terrein van AkzoNobel officieel op 20 mei. Hier worden houtsnippers in een zuurstofarme omgeving verhit, waarbij pyrolyseolie ontstaat. Bij het proces komt ook stoom vrij, die AkzoNobel afneemt via een nieuw aangelegde leiding. De stroom die tijdens de productie nodig is, wekt Empyro zelf op met een stoomturbine. De techniek is in de afgelopen jaren doorontwikkeld door BTG-BTL, het moederbedrijf van Empyro. De olie kan ook als basis dienen voor de productie van hoogwaardige chemicaliën en grondstoffen. De bouw van de Empyro-fabriek en de nieuwe installatie bij FrieslandCampina werden ondersteund door de Topsector Energie / TKI-BBE. “Het is fantastisch om te zien hoe twee innovatieve bedrijven uit verschillende sectoren elkaar vonden in hun gedeelde ambities”, aldus Kamp. p 8 Chemie Magazine juni 2014

Foto: BTG

FrieslandCampina verduurzaamt stoomvoorziening met pyrolyseolie

SABIC Geleen veiligste opdrachtgever voor contractors Van alle bedrijven in de procesindustrie waar contractors werken, zorgt SABIC in Geleen voor de meest veilige omgeving. Dat maakte de jury van de VOMI Safety Experience Award bekend tijdens het Deltavisie-congres op 4 juni.

D

at SABIC met het goud naar huis mag, komt volgens juryvoorzitter en Bilfingerdirecteur Ruud van Doorn omdat de samenwerking met de contractors éxtra positief opviel. Zo zijn de grootste vijf contractors altijd aanwezig bij alle belangrijke meetings over veiligheid. Ook het meerjarenplan voor veiligheid wordt samen met hen opgesteld. Bovendien, zo noteerde de jury, staat SABIC Geleen open om te leren van incidenten en gelooft het er heilig in dat een ongevalvrije omgeving realiseerbaar is. Dieter Hollman, de productiedirecteur van de site, is zeer trots op de award. “Alle medewerkers die bij ons op de site komen, zien en voelen dat wij er alles aan doen om een veilige werkplek in te richten. Dat is het beste compliment dat wij

kunnen krijgen.” En om te bewijzen dat SABIC écht hetzelfde omgaat met eigen personeel als met contractors, haalt Hollman graag één belangrijk wapenfeit aan: “Bij ons in de kantine kost een frikandel evenveel voor iedereen.”

Bonus

Maar ook de andere twee finalisten, ExxonMobil Rotterdam en de Amsterdamse afvalverwerker AEB, ontvangen veel lof. Zo merkte de jury dat ExxonMobil uitblinkt in procedures en overal goed over heeft nagedacht. Daarnaast heeft het bedrijf buddymanagers aangesteld. Dit zijn topmanagers van ExxonMobil die per persoon verantwoordelijk zijn voor één contractor en vaak op de site rondlopen. Op die manier zorgt de oliereus ervoor dat de lijnen kort blijven. Bij AEB roemt de jury de goede relatie met zijn contractors. Het legt niet zomaar de schuld bij hen, stimuleert probleemmeldingen en is constant in gesprek. Exemplarisch daarvoor is de keuze van AEB om na een brand een bonus uit te


Actueel

N

et als de chemische industrie heeft de ziekenhuiswereld talloze procedures vol gedetailleerde afspraken om de veiligheid van de patiënten en het personeel te garanderen. Maar hoe zorg je ervoor dat iedereen op de hoogte is van alle regels en zich daar ook aan houdt? Dat

was een van de onderwerpen tijdens de workshop in het OLVG. HSE-manager Jaap de Bruin van DSM en HSE-manager Michiel Berendrecht van Lyondell Basell waren, net als de tachtig aanwezige medewerkers van de afdelingen operatie, anesthesie en recovery, in operatiekleding gestoken. “Wij legden vooral uit hoe chemiebedrijven het veiligheidsgedrag van medewerkers beïnvloeden”, vertelt De Bruin. “Ook de rol van de leidinggevende, het naleven van belangrijke regels en het doorvoeren van verbeteringen kwamen uitgebreid aan bod.” Hij benadrukt dat er de afgelopen jaren al veel verbeteringen zijn doorgevoerd. “Zo besteedt het OKpersoneel veel aandacht aan de voorbereiding van een operatie. Ligt de goede patiënt op tafel? Zijn de juiste materialen

V.l.n.r.: Site director Dieter Hollmann, QESH manager Olaf Derkx en Math Peeters, director site logistics & site affairs.

reiken voor de contractor die op de meest veilige manier de schade kon repareren. Het resultaat: de partij die het veiligste werkte, realiseerde het project ook nog eens op tijd én binnen het budget.

Goede huisvaders

De Safety Experience Award, die voor het eerst werd uitgereikt, is in het leven geroepen door VOMI, de branchevereniging van dienstverlenende ondernemers in de procesindustrie. Zij wil zo de veiligheid bij bedrijven vergroten door te meten hoe de man en vrouw op de werkvloer dit ervaren. Om daarachter te komen, vroeg

VOMI aan haar aangesloten contractors om te vertellen hoe veilig zij zich voelen bij de driehonderd bedrijven waar zij actief zijn. Neemt de opdrachtgever zijn verantwoordelijkheid voor het personeel van de contractor? Zijn problemen makkelijk bespreekbaar? En durf jij je zoon of dochter bij dit bedrijf te laten werken? Uit alle afgenomen enquêtes kwamen SABIC, ExxonMobil en AEB naar voren als ‘goede huisvaders’ voor hun contractors. De jury benadrukte dat de uitslag überhaupt hoopvol stemt. Van Doorn: “Deze drie zijn net iets beter dan de rest. Echte verliezers zijn er niet.” p

Foto: Eric de Vries / Industrielinqs

HSE-managers van DSM en Lyondell Basell gaven op 28 mei een workshop voor het OK-personeel van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam over hoe ze de patiëntenzorg nog veiliger kunnen maken. “Papier is geduldig. Wanneer je écht wilt verbeteren, moet je een gedragsverandering bij je medewerkers realiseren”, is de belangrijkste les voor Marc van Manen, afdelingsleider van de operatiekamers.

foto: shut terstock

Chemie helpt OK-personeel patiëntveiligheid verbeteren

aanwezig? Is de patiënt allergisch voor antibiotica? Deze aanpak kun je vergelijken met de ‘Laatste Minuut Risico Analyse’ in de chemie. Bovendien vindt na een operatie een evaluatie plaats om van eventuele fouten te leren.”

Levensreddende regels

Marc van Manen, afdelingsleider van de operatiekamers, was vooral onder de indruk van de levensreddende regels van de chemiebedrijven. De regels zijn opgesteld na een analyse van alle oorzaken van ongevallen in de afgelopen jaren en zijn bedoeld om incidenten te voorkomen. “Eenvoudige regels die iedereen begrijpt en waar allen, van hoog tot laag, zich in het bedrijf aan moeten houden”, licht Berendrecht van Lyondell Basell toe. Maar dat blijkt in de dagelijkse praktijk in het ziekenhuis niet altijd even eenvoudig, weet Van Manen. “Een van de regels is dat medewerkers nooit alleen met patiënten mogen zijn. Het personeel is hiervan op de hoogte, maar in de praktijk blijkt consequente naleving lastig. Daarom is het belangrijk dat wij elkaar hier in de toekomst op blijven aanspreken.”

Onveilig gedrag

Sommige artsen stellen het niet op prijs dat ze op verkeerd gedrag worden aangesproken, bleek tijdens de discussie met het OK-personeel. Van Manen wijst erop dat er de afgelopen jaren wel het nodige is veranderd, mede onder druk van patiëntenorganisaties en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. “Die accepteren geen onveilige situaties meer door verkeerd gedrag. Ook in de opleiding van artsen is veel meer aandacht gekomen voor het aanspreken op onveilig gedrag en het openstaan voor kritiek.” Nu komt het er volgens hem op aan duidelijke afspraken te maken over het naleven van de regels in het ziekenhuis. “Ook als er geen leidinggevende aanwezig is. De workshop biedt daarvoor genoeg aanknopingspunten.” p juni 2015 Chemie Magazine 9


CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


twi tter

Actueel

illustr atie: Ak zoNobel

Suzanne van Tilburg @SuzannevTilburg In de Fokker Terminal, de oude pilotenschool, Den Haag; inspiratie en netwerk bij de @vnci jaarvergadering opdoen over chemie-innovaties! DrzmBedrijfsleven.nl @DuurzaamBV Veel meer banen dankzij #groene grondstoffen. #chemie http:// duurzaambv.nl/1Mb4zh9 Carlo Brantsen @Brantsen Als dit waar is... “@vnci: Maakt ontdekking van @TUeindhoven opslag van duurzame energie in waterstof mogelijk? http://ow.ly/MDKRV “ Anouk Bouwmeester @AnoukBouwm Crowdfunding voor .@DutchFiets op jaarvergadering .@vnci! Even thuis overleggen ;-) wat een gave fiets! #duurzaam #hip #mooi tjebbe will @tjebbefwill Tevreden terugkijken op Nationale Scheikunde Olympiade #yara #vnci. Winnaars veel succes in Bakoe Deelnemers bedankt Jazy BibinatorJenco @Jazy_bibinator Ich werde heute den ganzen Tag Chemie lernen... Sorry, wenn ich nucht so aktiv bin. ILY! Vitusmavo @Vitusmavo Hoe werkt het in de chemische industrie? #techniek #klas3 bezoekt @ Givaudan #veelzijdig

Afval als duurzame grondstof voor chemie Een omvangrijk Nederlands initiatief dat onderzoekt hoe afval kan dienen als grondstof voor chemische productie, krijgt extra vaart door het aanhaken van acht aanvullende commerciële partijen. De samenwerking is geïnitieerd door AkzoNobel, Enerkem en vier regionale partners.

D

e deelnemers willen gebruikmaken van de techniek van het Canadese bedrijf Enerkem om synthesegas, een grondstof voor producten als methanol en ammoniak, te maken uit huishoudelijk en restafval. Het publiek-private partnerschap gaat de mogelijkheden onderzoeken voor een eerste Europese fabriek op basis van deze technologie in Rotterdam of Delfzijl. “Dit unieke partnerschap is qua grootte en diversiteit ongekend voor Nederland”, zegt Peter Nieuwenhuizen, researchdirecteur van AkzoNobel Specialty Chemicals. “Samen vormen we een sterke en vruchtbare combinatie van op elkaar aansluitende ondernemingen met alle capaciteiten die we nodig hebben om deze belofte realiteit te maken in Nederland.” Volgens Vincent Chornet, CEO van Enerkem, is het proces van Enerkem volledig compatibel met de bestaande afvalinfrastructuur en kan de productie van synthesegas en methanol uit afval een duurzame en rendabele bron van grondstoffen zijn voor de chemische industrie. De nieuwe commerciële partijen zijn: Van Gansewinkel (grondlegger van het Circularity Center), EEW Energy from Waste, BioMCN, Air Liquide, Veolia, Visser & Smit Hanab, Havenbedrijf Rotterdam en DNV GL. Ze sluiten zich aan bij oprichters AkzoNobel, Enerkem, de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM), Groningen Seaports, Clean Tech Delta en de Zuid-Hollandse ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). juni 2015 Chemie Magazine 11


System 800xA It’s all about control

It’s a great feeling — the feeling that you get when you are in complete control of your cyber security, costs, and productivity. Take control with System 800xA version 6.

www.abb.com/800xA


Verkiezing Ronald Hoenen (midden) met zijn team.

RONALD HOENEN VERKOZEN TOT PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015

EEN DIENEND LEIDER Ronald Hoenen, plantmanager van DSM Dyneema in Heerlen, is tijdens het Deltavisie-congres op 5 juni uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2015. Hij werd geroemd om zijn dienend leiderschap en kwam zowel bij de vakjury als bij het publiek als winnaar uit de bus. Tekst: Inge Janse

‘S

orry, ik heb zweterige handen.” Verontschuldigend neemt Ronald Hoenen de prijs voor Plant Manager of the Year aan tijdens het avondprogramma van het Deltavisie-congres. Hij is gespannen, meldt hij, maar ook euforisch over de winst. “Het is een enorme eer om hier te staan. Ik ga hier niet mijn moeder en vader bedanken, maar wel iedereen van de site. Dit is een fantastische opsteker voor ons allemaal.” Dan, richting zijn medefinalisten Frank de Leng (Botlek Tank Terminal in Rotterdam) en Eugene Kuijpers (BASF Maastricht), lachend: “Ja, dit is jammer voor jullie. Maar we hebben afgesproken contact te houden en van elkaar te leren.” Eerder op de dag pitchte Hoenen, de benjamin van de finalisten, als een waar orakel zijn visie als manager, gestoeld op vier principes: richting, ruimte, vertrouwen en transparantie. Hij gebruikt deze voor zijn dienende leiderschap, dus ruimte creëren

voor zijn medewerkers. Dat is niet altijd makkelijk, erkende hij: “Ik probeer dat elke dag, en misluk daar ook elke dag in. Maar daar kan ik van leren.” Ook zijn medewerkers hoeven niet foutloos te werken in de ruimte die zij krijgen: “Als er een duidelijke focus is en mensen proberen tien projecten, dan slagen er negen.”

Concurrentie

Jos Benders, voormalig topman van Lyondell en oud-bestuurder van de VNCI, vertelt achteraf dat concurrentie bij alle drie de finalisten reden was om op te vallen. “Bij DSM willen ze graag dat hun Dyneema het nieuwe Kevlar wordt, de Botlek Tank Terminal heeft veel concurrentie in de buurt en bij het grote BASF moest de vestiging in Maastricht opnieuw op de kaart gezet worden.” Waarom ging dan toch Hoenen met de hoofdprijs naar huis? Benders: “Ronald moest via een organisatiewijziging de innovatie stimuleren. Om dat te doen heeft hij zijn dienende leiderschap aangewend om zijn medewerkers meer vrijheid te geven. Die vrijheid heeft hij bovendien goed afgekaderd, plus dat hij de juiste richting aangeeft en transparant opereert.”

Voorbeeldfunctie

In het juryrapport staat: “Ronald draagt

zijn leiderschap op charismatische en inspirerende wijze uit. Hij is consistent in de uitvoering, communicatief vaardig en hij enthousiasmeert de organisatie.” En blijkbaar ook het publiek: Hoenen won zowel de online verkiezing als de stemronde tijdens het Deltavisie-congres. Toch kan zelfs de Plant Manager of the Year nog verbeteringen boeken. “Definieer de ultieme medewerkersbetrokkenheid én gebruik je voorbeeldfunctie buiten je eigen organisatie”, aldus de jury.” p

OVER DE VERKIEZING De Plant Manager of the Year-verkiezing is bedoeld om de prestaties van plantmanagers te waarderen en zo het imago van de Nederlandse chemie en procesindustrie te verbeteren. De verkiezing vond voor de achtste keer plaats en is een initiatief van het Petrochem Platform, in nauwe samenwerking met de VNCI en VOTOB, de belangenvereniging voor de tankopslagsector. De winnaar fungeert een jaar lang als boegbeeld van de procesindustrie. juni 2015 Chemie Magazine 13


Wil jij werken een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid

• Uitvoering grote projecten/turn arounds

• Procestechnologie en installaties

• Externe veiligheid/BRZO/PGS6

• Processchema’s, P&ID’s

• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s

• Mechanische veiligheid, PED

• Explosies

• Maintenance

• Gevaarlijke stoffen

• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)

• Incidentenonderzoek

• Instrumentele beveiliging

• ATEX

Volg ook deze opleiding! Ik heb me al ingeschreven.

Data: 23 en 30 september, 7 en 14 oktober, 4, 11, 18 en 25 november en tentamen op 9 december 2015.

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl

Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_150504_adv_ProcesVeiligheid_185x130_wt.indd 1

04-05-15 14:08

Milieu en Omgevingsvergunning vergt kennis m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – –

Nederland Dordrecht Pieter Zeemanweg 155 3316 GZ Dordrecht

Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming

België Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond

Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel

Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur

T +31 475 420 191 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be

T +32 11 223 240 info@m-tech.be

T +32 81 226 082 info@m-tech.be

www.m-tech-nederland.nl m-tech_2014_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1

9/09/14 21:37


Responsible Care Styrene technology center leader Adrie Overdulve en run-plant engineer Michèle

FOTO: JEROEN POORT VLIET

Verbandt van Trinseo.

ENERGIE-EFFICIËNTER MET INNOVATIEVE THERMOCOMPRESSOR

TRINSEO WINT RC-PRIJS 2015 Trinseo Netherlands heeft op slimme wijze zijn fabriek en het Industry Park Terneuzen in zijn geheel energie-efficiënter gemaakt. Via een innovatieve thermocompressor lukt het er om de energie in stoom optimaal in te zetten. Hiervoor ontving Trinseo tijdens de VNCI-jaarvergadering op 11 juni de Responsible Careprijs, de belangrijkste milieuprijs voor chemiebedrijven in Nederland.

T

rinseo Netherlands in Terneuzen, voorheen Styron, is een toonaangevende wereldproducent van onder meer de grondstof styreen en de kunststoffen polystyreen, rubber en latex. Het gebruikt daarvoor stoom op verschillende drukniveaus. Doordat Styron in 2014 een zogeheten thermocompressor installeerde (een investering van 640 duizend euro die zich binnen twee jaar terugverdient), kan het die stoom makkelijker een hogere of lagere druk geven, waardoor zo veel mogelijk energie bewaard blijft. In het verleden werd er juist veel druk weggegooid. Hiermee geeft het bedrijf praktisch invul-

ling aan de afspraken uit het SER Energieakkoord over verbetering van de energieefficiëntie van de industrie.

Kostenpost

In de chemische industrie is energie vaak een grote kostenpost. Hierop besparen betekent een sterkere concurrentiepositie. Bovendien draagt energie-efficiëntie bij aan minder uitstoot van CO2, wat weer goed is voor het klimaat. Volgens de onafhankelijke jury geldt het project van Trinseo daarom als voorbeeld voor andere chemiebedrijven, schrijft zij in het juryrap-

port: “Vooral nu door de hoge gasprijs steeds meer warmtekrachtkoppelingscentrales (WKK’s) worden stilgezet, is de focus op energie-efficiency nog belangrijker.”

Blue energy

De andere finalist was Fujifilm Manufacturing Europe met zijn membranen om zogeheten blue energy mee op te wekken. Een goed voorbeeld hiervan is de proefcentrale die op de Afsluitdijk staat en het concentratieverschil tussen zout en zoet water gebruikt om energie mee op te wekken. p

RESPONSIBLE CARE-PRIJS De VNCI reikt de Responsible Care-prijs jaarlijks uit aan het meest inspirerende en aansprekende project uit de Nederlandse chemische industrie. Het winnende project moet zorgen voor een substantiële verbetering van prestaties voor veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaamheid of ketenbeheer. De VNCI stimuleert en inspireert haar leden met deze prijs nog actiever te zijn op dit vlak. De winnaar dingt bovendien mee naar de internationale Responsible Care Award van Cefic. De afgelopen jaren wonnen onder meer Latexfalt, OCI Nitrogen en AkzoNobel. juni 2015 Chemie Magazine 15


Werkt u aan risicogestuurd verbeteren?

Een risico gebaseerde aanpak leidt tot inzicht in het verbeterpotentieel van uw organisatie. Met behulp van risicoanalyses, checks en registraties doorziet u juist die verbeterkansen die gekoppeld zijn aan uw doelstellingen op het vlak van kwaliteit, medewerkerstevredenheid en (financieel) resultaat. De professionals en tools van Infoland ondersteunen u bij dit verbeterproces van identificeren tot verbeteren en verankeren. Kijk voor meer informatie op www.infoland.nl

kwaliteitsmanagement | veiligheidsmanagement | risicomanagement | auditmanagement | procesmanagement


Onderwijs

‘De cursisten volgen Foto: R. Strijker

de trainingen bewuster omdat ze weten dat ze meteen een toets moeten afleggen.’

Leren wanneer het uitkomt

Elementis zet e-learning in Elementis Specialties Netherlands (ESN) ontwikkelde een meerjarenprogramma voor leeractiviteiten in het kader van veiligheid en compliance. Personeel en contractors maken daarbij deels gebruik van een elektronische leeromgeving. “Vanaf oktober vorig jaar volgen ze trainingen op het moment dat hun het beste uitkomt”, vertelt opleidingscoördinator Raymond Bouwmeester. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

E

lementis Specialties Netherlands (ESN) in Delden koos om meerdere redenen voor de introductie van een meerjarenprogramma waarin e-learning een ondersteunende rol speelt. “Het werken in een volcontinu bedrijf met vijf ploegendiensten vraagt veel van de medewerkers. Klassikale trainingen vormen dan een extra belasting”, stelt opleidingscoördinator Raymond Bouwmeester van ESN. “Daarnaast moeten wij aan steeds meer wetten, regels en normen voldoen. Ook moeten we aantonen dat wij alle regelgeving goed naleven en acties en procedures hebben ingevoerd om dat te garanderen.”

ESNacademy

Samen met NetPoint Groep (deskundigen op het gebied van mens- en organisatieontwikkeling en veiligheid) en ProCademy (online opleidingsportaal) ontwikkelde het bedrijf daarom ook een elektronische leer-

omgeving. De cursisten loggen hierbij in op een beveiligde website, de ESNacademy. “Het voordeel van de ESNacademy is dat wij het personeel, en in sommige gevallen ook de contractors, nu veel sneller trainingen kunnen aanbieden. Bovendien kunnen wij de kwalificaties en de competenties van de mensen goed en efficiënt in het systeem vastleggen. Ook zien leidinggevenden realtime welke trainingen zijn aangeboden of afgewezen, zodat ze de ontwikkeling van hun mensen beter kunnen volgen”, legt Bouwmeester uit. ESN begon vorig jaar met een online training waarin de veiligheidsfilm van het bedrijf centraal stond. Daarna legden de cursisten een toets af om te kijken of ze de

materie ook echt hadden begrepen. Het bedrijf biedt de informatie online zo visueel mogelijk aan, zodat het voor alle doelgroepen goed is te volgen. “Inmiddels hebben wij de komende jaren diverse trainingen vastgelegd. Bijvoorbeeld de training ‘Kleine blusmiddelen’ of de herhalingscursus ‘Hef- en reachtruckbediening’”, vult Jos van Otten, manager HSE & compliance officer van ESN, aan.

Tijdwinst

“Vaak gaat het om een combinatie van een e-learning-module waarin wij de theorie behandelen en een praktijkgedeelte, bijvoorbeeld in workshops of praktijkinstructies”, vertelt Bouwmeester. “Deze sterke combinatie levert tijdwinst op omdat medewerkers individueel, wanneer het hun uitkomt, al een belangrijk deel van de training kunnen volgen. Het praktijkdeel is daardoor korter, maar ze blijven van elkaar leren. Het examen leggen ze klassikaal af, maar wel via de ESNacademy.” Hij voorziet dat het bedrijf steeds meer online trainingen gaat geven om de kennis en expertise van het personeel up-to-date te houden. “Door een elektronische leeromgeving te gebruiken, zijn wij intern minder tijd kwijt om de content samen te stellen en examens voor te bereiden en af te nemen. Daardoor kunnen wij meer trainingen aanbieden dan voorheen. Ook volgen de cursisten de trainingen bewuster omdat ze weten dat ze meteen een toets af moeten leggen.” p

Platform zorgt voor toename operators in spe Van acht naar negentig inschrijvingen voor de opleidingen proces- en laboratoriumtechniek aan het ROC van Twente. Dat is een van de belangrijkste resultaten van het in 2008 opgerichte platform ‘Er zit muziek in de laboratorium- en procestechniek’. Een aantal Twentse bedrijven in de procestechniek (waaronder ESN) en het roc kwamen tot dit initiatief omdat de opleiding procestechniek op sterven na dood was. Het initiatief krijgt nu een vervolg in het virtuele PraktijkCentrum ProcesTechnologie Oost-Nederland, waarin ook food- en feedtechnologie-bedrijven en Agrarisch OpleidingsCentrum Oost participeren. Hiermee willen de betrokken partijen meer jongeren interesseren voor een baan als operator. “Daarnaast willen ze hun werknemers gerichte vervolgopleidingen aanbieden, afgestemd op de specifieke behoeften van de ondernemingen”, vertelt Bouwmeester. “Het centrum heeft leslocaties bij bedrijven en scholen. Daarnaast gebruiken wij online mogelijkheden om theorie en praktijk met elkaar te verbinden.” juni 2015 Chemie Magazine 17


VEZELVERSTERKTE KUNSTSTOF ALS CONSTRUCTIEMATERIAAL DRINGT LANGZAAM DOOR

Foto: corbis

COMPOSIET HET NIEUWE STAAL

18 Chemie Magazine juni 2015

De BMW i8 bevat, net als de Lamborghini, onderdelen van gevlochten carbonvezel.


materialen

Wat de lucht- en ruimtevaart al eerder heeft gedaan, begint nu door te sijpelen in andere sectoren: de toepassing van vezelversterkte kunststoffen, ofwel composiet, voor lichtgewicht, sterke en duurzame constructies, die niet roesten en onderhoudsvrij zijn. De eerste composieten bruggen, sluisdeuren, auto-onderdelen en pijpleidingen zijn er al.

polyester en ook epoxyharsen, zijn een stuk stijver en smelten niet meer als ze uitgehard zijn. Een coating rond de vezel (sizing) zorgt ervoor dat de vezel en hars goed aan elkaar hechten.

Onbekend

Tekst: Astrid van de Graaf

‘E

r is een duidelijke transitie gaande”, vindt Jasper Klarenbeek, business developer bij CompoWorld, een publiek-private samenwerking voor innovatieprojecten. “We willen steeds duurzamere materialen, met lange levensduur en laag onderhoud. Dan kom je al snel bij vezelversterkte kunststoffen uit. Bovendien heeft alles wat in beweging is – vliegtuigen, auto’s, boten en zelfs bruggen – direct voordeel bij een lichter materiaal. Minder gewicht betekent minder brandstof en dus een lagere carbon footprint.” Moderne luchtvaarttoestellen zoals de Airbus A350 zijn al voor 52 procent van composiet gemaakt. Ook de grote automerken zijn ermee bezig. “Er wordt al een tijd geroepen dat composiet staal gaat vervangen. Ik zie het meer als een extra legosteen in de doos met bouwmaterialen voor ontwerpers”, zegt Theo Dingemans, hoogleraar polymeerchemie aan de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft. “Composiet kan voor heel veel toepassingen staal gaan vervangen, dat geven ook alle marktonderzoeken aan. Zolang er maar een duidelijk voordeel is.”

Enorme variatie

Composieten zijn er in allerlei soorten en maten. Door de mix van een vezel met een kunststofhars is een

enorm aantal variaties mogelijk. De vezels bepalen de sterkte en stijfheid, met name in de vezelrichting. Daarom worden vezels vaak eerst verwerkt tot een weefsel of een mat. “Veel gebruikte vezels zijn van koolstof en glas. De aramidevezel holt daar een beetje achteraan”, vertelt Dingemans. “Veel materiaalkeuzes zijn prijsgedomineerd. Glas is goedkoper, maar weer iets zwaarder dan koolstof, dat weer sterker is. Het is altijd zoeken naar de juiste balans tussen composietsamenstelling, gewenste eigenschappen en prijs. Voor windturbines kun je prima volstaan met bladen van minder dure materialen, zoals glasvezel en polyester.” Ook aan biocomposieten, met natuurlijke vezels als vlas, hennep en hout in combinatie met natuurlijke harsen, wordt gewerkt. De kunststofhars zorgt voor bescherming en verbinding van de vezels en voor chemische resistentie. Als hars worden zowel thermoharders als thermoplasten gebruikt. Thermoplasten zijn in het algemeen wat taaier, smelten weer bij verhitting en zijn beter vervormbaar. De meestgebruikte en goedkoopste materialen zijn polyethyleen (PE) en polypropeen (PP). Voor duurdere toepassingen in de lucht- en ruimtevaart kom je uit bij polyfenyleensulfide (PPS), polyetherimide (PEI) en polyetheretherketon (PEEK). Thermoharders, zoals het veelgebruikte

Ondanks alle begerenswaardige eigenschappen is het materiaal vrij onbekend. “Dat komt doordat de huidige maatschappij er niet mee is grootgebracht”, geeft Klarenbeek aan. Het gebruik van composiet vergt een geheel andere denkwijze en engineering. De grote bedrijven blijven hangen in hun vertrouwde ontwerp- en productietechnieken, waardoor volgens Dingemans composiet als constructiemateriaal nu pas langzaam doorsijpelt. “Met composiet kun je alle kanten op, maar dan moet je wel mensen hebben die de materiaaleigenschappen en de productietechnieken snappen”, aldus de chemicus. “Jonge ingenieurs hebben dat wel geleerd, en kiezen er dan liever voor om een eigen bedrijf te beginnen, zoals destijds Airborne International. Composiet moet het hebben van jonge start-ups die slim kijken waar het materiaal het meeste voordeel biedt.” Voor onderzoekers en ingenieurs zijn er nog genoeg uitdagingen, zoals het hergebruik en 3D-printen met composiet. Ook hechting is nog grotendeels onbegrepen. Dingemans: “Wanneer er problemen zijn met composieten, dan is dat meestal op de hars-vezel-interfase. Voor de chemie is de uitdaging om een hars te bedenken die een heel hoge affiniteit heeft met het vezelmateriaal.” Hijzelf is al aardig op weg met een speciale hybridehars (liquid crystal thermoset, LCT), dat veel op een koolstofvezel lijkt en zonder sizing hecht. “Het materiaal hecht ook goed aan aluminium, titanium en staal, en kan tegen hoge e juni 2015 Chemie Magazine 19


‘Voor de chemie is de uitdaging om een hars te bedenken die een heel hoge affiniteit heeft met het vezelmateriaal’

Foto: shut terstock

De composieten buizen voor de olie- en gasindustrie zijn goed oprolbaar, lichtgewicht, corrosievrij en bestand tegen zuur.

temperatuur. We willen kijken of we het kunnen toepassen rond het motorblok. Dit met het oog op gewichtsbesparing, maar ook om titanium te vervangen, dat weliswaar licht is, maar ook duur en moeilijk te verwerken.”

Opleiding

Nederland speelt een belangrijke rol op het gebied van composieten, vinden de experts, en wel in alle lagen van de industrie. Om aansluiting te houden moet Nederland wel blijven investeren in het opleiden van mensen en in onderzoek en ontwikkeling, benadrukt Klarenbeek. In het mbo ontbrak tot voor kort bijvoorbeeld een opleiding voor composiet. Het hbo heeft het mondjesmaat. De universiteiten moeten het hebben van lucht- en ruimtevaart. Naast grote spelers als de grondstofleveranciers Akzo, DSM en Ten Cate, is er een hele grote club midden- en kleinbedrijven waar producten worden ontworpen en gebouwd. “Daar zit enorm veel creativiteit. We hebben een van de eerste composietbruggen ter wereld, dat is toch prachtig”, vindt Dingemans. “We zijn hier heel goed in, maar we schreeuwen het niet van de daken.” Dat vindt hij ook niet nodig: “Het komt vanzelf. Zo’n transitie heeft gewoon een bepaalde adaptatietijd nodig.” 20 Chemie Magazine juni 2015

Het Limburgse bedrijf Eurocarbon, gespecialiseerd in gevlochten en geweven versterkingsvezels voor composieten, gaat dakbalken leveren voor de nieuwe BMW 7-serie.

lichtGeWicht bAlKen voor topseGment

H

et Limburgse bedrijf Eurocarbon, gespecialiseerd in gevlochten en geweven versterkingsvezels voor composieten, gaat binnenkort gevlochten dakbalken leveren voor de nieuwe 7-serie, de grootste limousine van BMW. Het is opnieuw een grote order van een bekend automerk. Eerder maakten zij al lichtgewicht onderdelen van gevlochten carbonvezel voor Lamborghini, BMW i8 en Mercedes McLaren SLR. “De koolstofcomposieten dakbalken leveren een aanzienlijk gewichtsvoordeel van maar liefst 40 kilo”, zegt Stephan Voskamp, sinds kort directeur van het familiebedrijf – dat ooit onderdeel was van DSM. “Dat bespaart uiteraard benzine en vermindert CO2-emissie, maar ook het zwaartepunt van de auto komt hierdoor lager te liggen, waardoor hij stabieler op de weg ligt.” Vader Voskamp zag vanuit zijn achtergrond als productmanager van kunstharsen al vroeg de potentie van kant-en-klare vezelpakketen die direct geïnjecteerd konden worden met hars.

Door deze order moet Eurocarbon flink uitbreiden. Het bedrijf is recent verhuisd naar een tienmaal grotere locatie. Er staan nog meer automotive-potjes op het vuur; de speciale vlechttechniek, waarbij drie versterkingsrichtingen worden geïntegreerd in één enkele laag, is namelijk geschikt voor grote volumes. Alles is geautomatiseerd en computergestuurd. Voskamp: “Het bijzondere is dat we de vezels ook in de lengterichting kunnen neerleggen, waardoor ons product tegen buiging en verdraaiing kan. Hierdoor kunnen de balken bij een botsing veel energie opvangen.” De indrukwekkende vlechtmachines bouwen ze zelf. Sinds kort is er ook een te bewonderen in de onlangs geopende proeffabriek voor de productie van composieten vliegtuigonderdelen van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium en Fokker in Marknesse. De eerste klus is het ontwikkelen van een composieten landingsgestel voor de Joint Strike Fighter.


Achilleshiel van composiet voor infrastructuur

Kilometers oprolbare composietbuizen

H

et Nederlandse Airborne Oil&Gas in IJmuiden levert na vele jaren ontwikkeling thermoplastische composieten buizen aan de olie- en gasindustrie. Voor de kust van Brazilië en in Azië zijn ze al in gebruik. “De huidige stalen buizen bestaan uit kunststof met een staalwapening. Net zoals bij een doucheslang, zitten staaldraden en -strips in lagen in de buis gewikkeld en kunnen zo de belasting door interne en externe druk opvangen”, vertelt Marcus Kremers, technisch directeur van het bedrijf. “Deze systemen zijn zwaar en het staal corrodeert uiteindelijk. Bovendien treedt bij staal metaalmoeheid op door het regelmatig op- en afrollen.” De composietbuizen van Airborne kennen deze euvels niet. De buizen zijn goed oprolbaar, lichtgewicht, corrosievrij en bestand tegen zuur en agressieve chemicaliën. “We gebruiken glasvezel omdat je de buizen dan nog beter kunt oprollen. Koolstofvezel is vrij stijf en dan worden de haspels te groot”, vertelt Kremers. Airborne heeft speciale flowlines: composietbuizen die op de zeebodem liggen en het olie of gas vanaf de boorput aan land of naar het boorplatform brengen. Een ander product zijn downlines, die van het platform naar de zeebodem naar het platform gaan. “Deze buis hangt verticaal en beweegt dus continu met de stroming mee. Om een levensduur van twintig jaar te garanderen, testen we de buizen voor ongeveer veertien maanden op veel hogere druk. Als ze dit aankunnen, houden ze het ook twintig jaar uit bij lage druk.” Daarnaast is Airborne bezig om hun composietbuizen voor warmere oliebronnen tot 120 graden Celsius en hogere werkdruk dan 660 bar geschikt te maken.

nfrastructuur en vezelversterkte kunststoffen zijn geen gebruikelijke combinatie. Decennia waren onthechting en delaminatie (het loslaten van de boven- of onderhuiden in een bouwelement dat uit meerdere lagen bestaat) de grootste barrière voor grootschalige toepassing van composiet voor zwaarbelaste draagconstructies. “Op een wegconstructie komt een heel specifiek krachtenspel te staan, waardoor bij composieten constructies na impact versnelde vermoeiing optreedt, met onthechting en delaminatie als catastrofaal gevolg”, zegt Simon de Jong, directeur van FiberCore Europe in Rotterdam. “Die achilleshiel van composiet voor infrastructuur hebben wij opgelost en met gecertificeerde testen bewezen. Daarmee voldoet onze gepatenteerde InfraCore-technologie als enige in dit segment aan de Eurocode (Europese norm voor het toetsen van de constructieve veiligheid van alle mogelijke bouwconstructies – red.).” Hij vervolgt: “We gebruiken dezelfde glasvezel, dezelfde hars en dezelfde productietechnologie; het enige wat wij anders doen, is dat we de wapening van glasvezel op een andere manier in de constructie verwerken. We leggen glasvezelmatten in een Z-vorm met een kleine tussenruimte achter

Foto: Quist Wintermans Architek ten

Foto: Airborne Oil & Ga s

I

elkaar. Hierdoor vormt de glasvezelwapening ononderbroken zowel de bovenhuid als de onderhuid, en daarmee ook de kern. Deze constructie is ongevoelig voor het effect van impactschade en onthecht ook op lange termijn niet.” De afgelopen paar jaar heeft het snelgroeiende bedrijf voor gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat weer een paar honderd (verkeers)bruggen en sluisdeuren van composiet gebouwd, waaronder zelfs de eerste biocomposietbrug – samen met DSM. “Voor infra kun je eigenlijk geen andere technologieën accepteren dan die wij nu hebben ontwikkeld”, bepleit De Jong. Hij doelt daarmee op andere technologieën die dezelfde robuustheid claimen die in de Eurocode wordt geëist, zoals traditionele sandwichconstructies of pultrusies (composietprofielen die worden gemaakt door glasdraden door een matrijs te trekken, waardoor de wapening slechts in één richting ligt). Met de gepatenteerde technologie kan FiberCore nog jaren toe. De technologie is veel breder toepasbaar dan bruggen en sluisdeuren, stelt De Jong. “Er zijn zo honderden applicaties te bedenken waar een lichte én sterke vlakke constructie nodig is, zoals de offshore, LNG, maar ook windmolenbladen of applicaties in lucht- en ruimtevaart.”

De Spieringbrug bij Muiden, die dit jaar wordt opgeleverd. Het beweegbare deel van het dek is van composiet.

juni 2015 Chemie Magazine 21


SELF ASSESSMENT QUESTIONNAIRE NA GESLAAGDE PROEF BESCHIKBAAR

EIGEN VEILIGHEID DOORLICHTEN

22 Chemie Magazine juni 2015


Veiligheid

Dit voorjaar hebben vijf chemiebedrijven hun veiligheidssituatie in een proef doorgelicht met de Self Assessment Questionnaire (SAQ). Ze zijn enthousiast over de tool, die Royal HaskoningDHV samen met de brancheverenigingen van Veiligheid Voorop heeft ontwikkeld ter uitvoering van een van de Safety Deals met het Rijk. Het instrument is inmiddels beschikbaar. Tekst: Erik te Roller

D

e door VOTOB (vereniging van Nederlandse tankopslagbedrijven) en Royal HaskoningDHV ontwikkelde Safety Maturity Tool voor tankopslagbedrijven bleek zo succesvol, dat Veiligheid Voorop het advies- en ingenieursbureau gevraagd heeft een sectorbrede tool te ontwikkelen. Dat werd de Self Assessment Questionnaire (SAQ). “Bij SAQ beantwoordt een team van medewerkers vragen over de veiligheidscultuur, het veiligheidsbeheerssysteem en de integriteit van de installaties”, legt Johan van Middelaar uit. Hij is bij Royal HaskoningDHV deskundige op het gebied van veiligheid voor olie- en gasindustrie en de chemie. “SAQ zet de antwoorden om in een score. Dit levert een beeld op van de veiligheidssituatie. De discussie daarna leidt tot een verbeterplan. Na verloop van tijd voert het bedrijf opnieuw een SAQ-meting uit, om te kijken of het verbeterplan goed is uitgevoerd en of de score is verbeterd.” SAQ vraagt volgens Van Middelaar ook naar de staat van onderhoud van de technische installaties. Die moet niet alleen op papier kloppen, maar ook in werkelijkheid in orde zijn. “Bij SAQ zien we veiligheid dus als de resultante van veiligheidsprestaties op het gebied van respectievelijk cultuur, veiligheidsmanagement en techniek.”

Vier stappen

Een bedrijf voert een SAQ in vier stappen uit. Eerst vult het personeel een cultuurenquête in. Bij de tweede stap beantwoorden managers en interne deskundigen vragen over

het naleven van wet- en regelgeving en het voldoen aan normen, best practices en industriële richtlijnen. Zijn de juiste procedures, werkinstructies en vergunningen aanwezig? Worden ze daadwerkelijk zo uitgevoerd? Ten slotte zijn er vragenlijsten over onder meer procesinstallaties, opslagtanks, opslagmagazijnen, leidingen, mengen, afvullen en verblijfsgebouwen. Bij de derde stap vullen specialisten hiervan de vragenlijsten in die relevant zijn voor het bedrijf. “De meerwaarde van SAQ is dat de afzonderlijke resultaten daarna in teamverband worden vergeleken en besproken. Punten waarop het bedrijf voldoende en onvoldoende scoort, komen bij deze vierde stap vanzelf aan de orde”, aldus Van Middelaar. Vooral kleine en middelgrote bedrijven kunnen volgens hem met SAQ praktisch en snel een beeld krijgen van hun eigen veiligheidsprestatie over de volle breedte. Uit de pilot blijkt bovendien dat dit instrument ook uitstekend aansluit bij bestaande selfassessment-tools van de ‘grote’ chemiebedrijven. “Je gebruikt de resultaten in eerste instantie voor je eigen bedrijf, maar kunt ze ook met zusterbedrijven of branchegenoten bespreken, omdat de vragenlijsten en werkwijze uniform zijn. Je kunt ze zelfs aan de overheid tonen. Door een SAQ uit te voeren, geef je een positief signaal af aan de overheid. In plaats van louter inspectielijsten en -thema’s af te vinken, neem je de regie in eigen hand. Op die manier is de kans kleiner dat overheidsinspecteurs iets vinden dat je zelf nog niet had ontdekt.” e

SNEL RESULTAAT BIJ VIVOCHEM

”Met SAQ kun je gemakkelijk nagaan hoe het met de veiligheidscultuur in je bedrijf gesteld is”, zegt Niels Vogelzang, EHSQ-manager van ViVoChem, distributeur van chemicaliën. ViVoChem is een van de vijf bedrijven die SAQ heeft beproefd. In maart en april heeft een team van vier mensen diverse vragenlijsten ingevuld. Per persoon kostte dat ongeveer een uur. Daarna hebben ze op een ochtend de berekende resultaten besproken. Vogelzang: “In 2011 zijn we verhuisd. Toen hebben we al grote stappen met onze veiligheidscultuur kunnen zetten. Daarom valt het nu wel mee met de verbeterpunten. Het gaat vooral om enkele interpretatieverschillen en de communicatie over veiligheid. Ik ben benieuwd wat er straks uit de vergelijking van onze SAQ-uitkomsten met die van andere bedrijven komt.”

KOLB HOUDT ZICHZELF SPIEGEL VOOR

”Met SAQ houd je jezelf als bedrijf een spiegel voor. Je ziet waar je bij veiligheid nog aan moet werken”, zegt sitemanager Mark Bramer van Kolb Nederland, dat grondstoffen maakt voor was- en reinigingsmiddelen. Slechts enkele mensen hebben de vragenlijsten bij de pilot ingevuld. “Als je echter een goed beeld wilt hebben, moet je dit bedrijfsbreed uitzetten, zeker voor wat betreft de veiligheidscultuur. Dat gaan we ook doen, zodra de definitieve versie van SAQ beschikbaar is”, aldus Bramer. “Je moet alle vragen wel serieus beantwoorden. Dat bepaalt het succes van SAQ. Als je minder kritisch bent, komt er een wat rooskleuriger beeld uit, maar dan houd je jezelf voor de gek. Hoe het ook zij, SAQ is de tool waarmee wij hier gaan werken.” juni 2015 Chemie Magazine 23


‘In plaats van louter inspectielijsten en -thema’s afvinken, neem je met SAQ regie in eigen hand’ In SAQ zijn ook vragen opgenomen gebaseerd op de kenmerken van een high reliability-organisatie, die niet alleen goed is in preventie, maar ook snel en adequaat kan handelen als er toch wat misgaat. Van Middelaar: “Je kunt niet voor alle mogelijke situaties en condities procedures opstellen. Een veelheid van regels maakt de zaken complex en zet mensen onder druk, waardoor de kans toeneemt dat ze minder flexibel worden. De SAQ-vragen stimuleren een bedrijf daarom om ook na te denken over het verbeteren van het aanpassingsvermogen, veerkracht en het vermogen om snel en flexibel te reageren.”

Werkgroep

Royal HaskoningDHV heeft hiervoor samengewerkt in een werkgroep van leden van de partners van Veiligheid Voorop, die de SAQ-vragenlijsten heeft opgesteld en heeft laten toetsen door technische experts. Daarna is SAQ getest bij vijf bedrijven (zie kaders), besproken met diverse branchewerkgroepen en met ambtenaren van IenM en SZW en BRZO-vertegenwoordigers. Volgens Van Middelaar is SAQ heel geschikt voor bedrijven die een eerste stap willen maken en gestructureerd willen werken aan een verdere verhoging van de veiligheid. “Het geeft ze een breed beeld van de veiligheidsprestaties en verbetermogelijkheden. Ook kunnen ze hun veiligheidsambities en veiligheidsprestatie-indicatoren definiëren en bijstellen.” Een bedrijf kan de kwaliteit van de SAQ-resultaten borgen door een onafhankelijke en kritische voorzitter voor het proces te benoemen, een goed beoordelingsteam samen te stellen en de resultaten in een open en (zelf)kritische setting te bespreken. p Meer informatie: Peter Bareman, speerpuntmanager VGM bij de VNCI, bareman@vnci.nl, 070 337 87 39 of Corine Baarends, projectleider VV, 070 349 02 86, baarends@vnoncw-mkb.nl 24 Chemie Magazine juni 2015

UNIVAR BRENGT VEILIGHEIDSCULTUUR IN BEELD

”Met SAQ kun je aan mensen gemakkelijk laten zien waar ruimte voor verbetering is”, zegt Koos van Etten, manager ESH&Q bij Univar Zwijndrecht, een bedrijf dat per jaar 100.000 ton chemicaliën verhandelt en honderd medewerkers telt. Zes mensen hebben de proef uitgevoerd. Onverwachte zaken leverde dat niet op. “In het vervolg gaan we SAQ met minimaal vijftien mensen doen, verspreid over alle lagen van de organisatie. Dat zal een nog betrouwbaarder beeld van de veiligheidscultuur en -situatie opleveren. We kunnen dan meteen zien of bepaalde acties daadwerkelijk tot verbetering hebben geleid. Sommige stellingen van SAQ mogen wel wat duidelijker geformuleerd worden. Voor de rest is het een prima tool om de veiligheidscultuur te meten en onze prestaties straks met die van andere bedrijven te vergelijken”, aldus Van Etten.

AKZONOBEL BEVEELT SAQ AAN

”Wij hebben al een SAQ, waarmee alle locaties wereldwijd controleren of ze aan de strenge interne standaarden van AkzoNobel voldoen. Deze SAQ, die nauw aansluit bij onze HSE-managementstructuur, is in hoge mate te vergelijken met de SAQ van de VNCI”, zegt Peter Klappe, manager Health & Safety, en lid van de VNCI-werkgroep Procesveiligheid. “De drie onderdelen van SAQ hebben we op verschillende locaties getest. Onze conclusie is dat de tool heel geschikt is om vast te stellen waar je als bedrijf met veiligheid staat en wat er te verbeteren valt. Dit geldt vooral voor mkb-bedrijven die geen eigen tool hebben. Je hebt minimaal een dag nodig om het uit te voeren, maar als je het in je organisatie breed uitzet en er met verschillende disciplines tijd aan besteedt, levert het een compleet en scherp beeld op.”

SAFETY DEALS

SAQ is, naast de essaywedstrijd ‘Veiligheid en leiderschap’, een van de twee Safety Deals die staatssecretaris Mansveld van IenM en voorzitter Anton van Beek van Veiligheid Voorop vorig jaar hebben afgesproken. Via de Safety Deals investeren bedrijven en de overheid gezamenlijk verder in de veiligheid van de chemieketen. De drie winnende essays zijn gepresenteerd tijdens de Veiligheidsdag vorig jaar en leidden tot drie studiebeurzen voor de postacademische opleiding Master of Safety, Health and Environment. SAQ is verder uitgewerkt en is nu beschikbaar. Op 1 juni hebben Mansveld en Van Beek een nieuwe serie Safety Deals gepresenteerd waarmee Veiligheid Voorop aan de slag gaat, waaronder: aandacht voor veiligheid in curriculum hbo-onderwijs en uitdiepen best practices veiligheid in de keten via de regionale veiligheidsnetwerken.


Havep moet je hebben...

PR

NA

LS

AP P

VED BY O R

OFESS

IO

Voor

ons

is

er

geen

twijfel

mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.

Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf

TEL MAAR OP!

John Senior operator

Paul Shiftleader

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?

KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com


VEEL INTERESSE VOOR NIEUWE RICHTLIJN ISO 19600

‘WE WERKEN AAN COMPLIANCE OMDAT WE ERIN GELOVEN’ De nieuwe richtlijn ISO 19600 voor compliance kent nu ook een Nederlandse vertaling. De interesse onder bedrijven is groot om de naleving van wettelijke en branche-specifieke eisen te borgen. De Inspectie Leefomgeving en Transport is positief. Ook het lokale bevoegd gezag waardeert de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Tekst: Pieter van den Brand

E

ind mei verscheen de Nederlandse vertaling van de vorig jaar gepubliceerde richtlijn ISO 19600 voor compliance-management. Tijdens een seminar van NEN, dat het secretariaat voert van de normcommissie voor de ontwikkeling van ISO 19600 in ons land, werd de richtlijn ten doop gehouden. Een feestelijk moment, stelde NEN-directeur Hein Daverveldt, maar de klik met het

26 Chemie Magazine juni 2015


Compliance

GOED UITGERUSTE GEREEDSCHAPSKIST

hele veld van bedrijven en bevoegd gezag moet nog komen. De aanwezigen, afkomstig uit alle sectoren van het bedrijfsleven, gaven aan zeer geïnteresseerd te zijn in de nieuwe ISO-richtlijn (zie kader). De brede vertegenwoordiging van het Nederlandse bedrijfsleven in de normcommissie, van bouw, energiesector en financiële wereld tot afvalverwerking en vliegtuigindustrie, toont volgens René Dijkmans het belang van het onderwerp compliance aan. De senior manager environment van SABIC zit namens de VNCI in de normcommissie en was aanwezig op het seminar. “Compliance is essentieel”, stelt hij. “Niet alleen wil je als bedrijf laten zien dat je wet- en regelgeving naleeft, maar je wilt ook vertrouwen wekken bij de overheid, het publiek en andere stakeholders. Implementatie van ISO 19600 kan ons weer verder helpen. Voor bedrijven die serieus met dit thema bezig zijn, maakt deze richtlijn compliance met een gouden randje mogelijk.”

Overheid

Een belangrijke stakeholder is de overheid. Die is niet vertegenwoordigd in de normcommissie, maar is wel bij de ontwikkeling van de richtlijn betrokken geweest, in de vorm van een klankbordgroep met een aantal toezichthouders. De normcommissie werkt aan een selfassessmentmodel voor bedrijven. ISO 19600 biedt dan een toetsingskader, waarmee bedrijven aan hun toezichthouder duidelijk kunnen maken hoever ze met hun compliance-management zijn. Inspecteur-generaal Jenny Thunnissen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zit in het comité van aanbeveling voor ISO 19600. “Toezichthouders worden altijd blij als bedrijven die onder toezicht staan zelf initiatieven nemen in de naleving”, zei Thunnissen in het slotdebat op het seminar. “Het invoeren van ISO 19600 doe je als bedrijf echter niet om vervolgens met minder toezicht beloond te wor-

den. De essentie van deze ISO-norm is dat je als bedrijf je eigen verantwoordelijkheid neemt op basis van intrinsieke motivatie. Dat moet de drijfveer zijn en dat juichen we als Inspectie toe.”

Tijdgeest

Eerder maakte afdelingshoofd Toezicht en Handhaving Jaap Cats van de Omgevingsdienst Zuid-HollandZuid ook duidelijk dat de implementatie van de ISO-norm niet vanzelf andere toezichtlasten oplevert. “We ervaren het uiteraard als positief dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. We gaan echter niet zomaar tegen bedrijven die ISO 19600 hebben ingevoerd zeggen dat we de komende jaren niet meer langskomen. Daar is de tijdgeest niet naar. Toezichthouders ervaren steeds grotere druk van de omgeving, de pers en ook van de onderzoekscommissies die kritisch meekijken.” Sinds de Odfjell-affaire zullen bedrijven het vertrouwen volgens Cats opnieuw moeten winnen. “Daar ligt nog een uitdaging voor ze. Als bedrijven hun zaakjes op orde hebben, zullen we daar beslist op inspelen. Als bedrijven in de fout gaan, kunnen we echter geen enkele ruimte toestaan. Al blijven we kijken of fouten opzettelijk of per ongeluk zijn gemaakt, hoe ingewikkeld dat in de praktijk ook is. Wel is voor veel van onze medewerkers het controleren van een vloeistofdichte vloer heel wat anders dan het doorgronden van de veiligheidscultuur van een bedrijf. Die realiteit moeten we onder ogen zien.”

Lijstjes

Thunnissen van de ILT blijft een groot voorstander van het nemen van eigen verantwoordelijkheid door bedrijven. ISO 19600 ziet ze als een onderdeel van systeemgericht toezicht en kan volgens haar een opstap zijn naar een handhavingsconvenant. Daar komen er steeds meer van in het land. “Het vak van inspecteur houdt in dat je bedrijven

Met de ISO-richtlijn 19600 voor compliancemanagement beschikken bedrijven nu over een goed uitgeruste gereedschapskist om bij hun stakeholders aan te tonen dat ze de naleving van wet- en regelgeving en andere eisen (denk aan klanteneisen, interne gedragscodes en brancheafspraken) in hun organisatie hebben geborgd. Neem de programma’s Responsible Care van de chemie of Veiligheid Voorop van alle ketenpartners.

De ‘plug-in’-structuur van ISO 19600 – overigens niet certificeerbaar voor in een mooi lijstje aan de muur – biedt een extra stekker in de contactdoos van managementsystemen, zoals de ACC RC14001 (Responsible Care) maar ook de NTA 8620, de norm voor het opzetten van een veiligheidsbeheerssysteem bij BRZO-bedrijven. Compliance speelt niet alleen bij milieu, maar ook bij thema’s als arbo en procesveiligheid.

‘De essentie van deze norm is dat je als bedrijf je eigen verantwoordelijkheid neemt op basis van intrinsieke motivatie’ stimuleert tot goed gedrag, niet dat je alleen lijstjes afvinkt om fouten op te sporen. Het is best een lastig concept. We hebben altijd van inspecteurs gevraagd vooral te kijken naar wat fout gaat. Nu vragen we ook om te kijken naar wat er goed gaat.” Compliance-management, stelt Dijkmans, is allereerst een zaak voor de bedrijven zelf. “Natuurlijk zou het mooi zijn als toezichthouders de inspanningen die veel bedrijven zich op dit vlak getroosten, zouden waarderen. Los daarvan ben ik ervan overtuigd dat dit de implementatie van de ISO 19600 niet in de weg zal staan. We werken aan compliance omdat we erin geloven.” Daarnaast heeft de overheid minder tijd en geld en moet ze haar handhavingsinspanningen gaan richten op waar deze het meest opleveren, “en dat is niet bij bedrijven die ISO 19600 omarmen en volop systemen en procedures in huis hebben die de naleving van wettelijke eisen garanderen.” p juni 2015 Chemie Magazine 27


Foto: Jiri Buller / AP Images for Shell

Bezoekers konden met zelfgebouwde Eco-marathon-autootjes, die rijden op zout water, tegen elkaar racen.

28 Chemie Magazine juni 2015


Uitgelicht

31ste Shell Eco-marathon

Techniek en energie zien en ervaren

Tijdens het Shell Energy Lab konden jongeren door middel van interactieve attracties, experimenten en activiteiten kennismaken met de wereld van energie, innovatie en mobiliteit. Het evenement was onderdeel van de Shell Eco-marathon Europe van 21 tot en met 24 mei in Ahoy Rotterdam. Bezoekers konden bijvoorbeeld aan het branden van de lichten in de tegels van de kinetische dansvloer zien dat hun dansmoves stroom opwekten. En door zo hard mogelijk in een grote ‘hamsterbal’

te rennen, werden dynamo’s in beweging gezet die stroom opwekten voor bijvoorbeeld licht en warmte in huis. Bij de Lego-stand namen tijdens de mini Shell Eco-Marathon LegoFerrari’s het tegen elkaar op. Ze maakten gebruik van energie in een springveer, waarmee de autoo tjes de baan op werden geschoten. Verder konden bezoekers voetballen met robots en racen met zelfgebouwde zoutwaterauto’s. De bedoeling van het Shell Energy Lab is de jeugd te enthousiasmeren voor (een baan in de) techniek.

Buiten op het stratencircuit van Ahoy vond de Shell Eco-marathon Europe plaats, een zuinigheidswedstrijd waarmee studenten worden uitgedaagd de grenzen van brandstofefficiëntie te verleggen. Meer dan drieduizend studenten uit heel Europa kwamen bij elkaar om de meest energiezuinige voertuigen te ontwerpen, bouwen en testen. Het Eco-Runner Team Delft werd de winnaar. Hun waterstofaangedreven auto haalde een gebruik van 1 (l) op 3653 (km), ruim voldoende om op 1 liter naar Madrid en terug te rijden. p juni 2015 Chemie Magazine 29


Chemische industrie profiteert van intensief contact met EZ

‘ Wij zijn die weg al eerder ingeslagen’

Het actieplan voor ‘economische structuurversterking’ van het chemiecluster Eemsdelta legde een stevige basis voor het behoud, de versterking en op de langere termijn groei en verduurzaming van het cluster.

Onlangs zijn EZ en IenM, VNO-NCW en de brancheorganisaties van de bedrijven die onder het MEEconvenant vallen, akkoord gegaan met het ‘Raamwerk voor bedrijfsspecifieke afspraken’. Dit Raamwerk moet de samenwerking tussen overheid en bedrijven op het gebied van energie-efficiëntie bevorderen. De VNCI heeft hier al goede ervaringen mee, door de intensieve contacten met EZ bij de versterking van de chemieclusters. Tekst: Igor Znidarsic

I

n het Energieakkoord voor duurzame groei van de SER zijn een aantal afspraken voor de industrie vastgelegd die bijdragen aan 9 petajoule aan energie-efficiëntiewinst in 2020. Eén daarvan is het onlangs door de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu, VNO-NCW en de brancheorganisaties, waaronder de VNCI, gesloten akkoord over het ‘Raamwerk voor bedrijfsspecifieke (één-op-één) afspraken’. Vanaf nu kunnen (groepen) bedrijven met de overheid afspraken maken over energie-efficiëntieprojecten en het wegnemen van eventuele knelpunten. Het gaat om bedrijven die onder ETS (het Europese systeem van CO2emissierechten) en de Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie (MEEconvenant) vallen. De bedrijfsspecifieke afspraken kunnen gaan over restwarmte-benutting, projecten waarbij apparatuur wordt vervan-

30 Chemie Magazine juni 2015

gen door state of the art energiezuinige apparatuur of waarbij een nieuwe energiebesparende technologie wordt gedemonstreerd. Het is een mooi een-tweetje tussen overheid en industrie: de inzet van het bedrijf is realisatie van een bepaalde energie-efficiëntie, de overheid kan regelgeving aanpassen, stakeholders bijeenbrengen of innovatie stimuleren.

Seinen op rood

Het Raamwerk moet bedrijven in de verschillende industrieën helpen bij te dragen aan het behalen van de doelstelling voor energiebesparing in het Energieakkoord en de concurrentiepositie te verbeteren. De chemische industrie is deze weg al drie jaar geleden ingeslagen, naar aanleiding van het rapport The shale gas revolution and its impact on the chemical industry in the Netherlands, dat Deloitte in opdracht van de VNCI eind 2013 uitbracht. De conclusie

luidde dat de Nederlandse chemische industrie het moeilijk heeft, dat de ethyleenketen het meest kwetsbaar is door de lage gasprijzen in de VS dankzij grootschalige schaliegaswinning, maar dat ook in andere chemieketens – zoals die van ammoniak en chloor – de seinen op rood stonden. Om de competitiviteit van de chemie te vergroten, onderhoudt de VNCI sindsdien intensieve contacten met EZ. Er zijn onder meer rondetafelgesprekken geweest met minister Kamp, waarin de versterking van de chemieclusters rond Rotterdam, de Kanaalzone (Zeeland/Bergen op Zoom), Delfzijl, Emmen en Geleen centraal stond, vooral gericht op energie-efficiëntie. Uit deze samenwerking zijn verschillende concrete projecten ontstaan (zie kader Clusterversterking). “Wat betreft het wegnemen van belemmeringen door EZ, zoals nu is afgesproken binnen het Raamwerk, daar zijn wij


Energie en klimaat

Een-tweetjes tussen overheid en industrie helpen energie-efficiëntie bevorderen dus al enige tijd succesvol mee bezig”, zegt Reinier Gerrits, speerpuntmanager Energie en Klimaat bij de VNCI. “Die weg zijn wij als chemische industrie samen met het ministerie van EZ al ingeslagen.”

Revolving fund

Gerrits had gehoopt dat het Raamwerk verder zou gaan dan het wegnemen van eventuele knelpunten. “Voor ons waren vooral additionele financiële instrumenten belangrijk. Uit de gesprekken binnen de clusterversterking blijkt dat hier behoefte aan is.” Die gewenste additionele financieringsmogelijkheden biedt het Raamwerk niet. Gerrits hoopt daarom dat het aangekondigde ‘revolving fund’ er wel komt. Naar aanleiding van een onderzoek van EZ bij vijftien MEE-bedrijven, uitgevoerd door Jeroen Drost (NPM Capital) en Bas Pulles (RVO, NFIA), besloot de overheid geen aanvullende instrumenten te ontwikkelen,

maar binnen het bestaande instrumentarium maatwerk te leveren en mee te werken aan het ontwikkelen van een revolving fund, dat door andere partijen dan de overheid gevuld zou moeten worden. “Dat klinkt veelbelovend”, aldus Gerrits. Naast het versterken van de chemieclusters, is de VNCI met EZ ook in de weer op andere thema’s, zoals biobased grondstoffen. “We kijken of daarvoor een specifieke regeling opgetuigd kan worden.” Volgens Gerrits heeft de VNCI de afgelopen jaren ondervonden dat intensief contact met EZ zijn vruchten afwerpt. Hij hoopt dan ook dat bedrijven in andere sectoren ook hun voordeel zullen doen met het ‘Raamwerk voor bedrijfsspecifieke afspraken’ en dat de contacten met EZ voor hen net zo positief zullen uitpakken als voor de chemische industrie tot nu toe. p

Foto: Jeffre y Bos

Clusterversterking

Clusterversterking is het verbinden van bestaande en potentiële sterke punten tussen chemiebedrijven binnen een cluster, in samenwerking met overheid en kennisinstituten. Het eerste rondetafelgesprek met EZ in 2013, waarbij de VNCI minister Kamp wees op de verslechterde internationale concurrentiepositie van de Nederlandse (en Europese) chemische industrie vanwege de hoge energie- en grondstofkosten, leidde in maart 2014 tot een actieplan voor ‘economische structuurversterking’ van het chemiecluster Eemsdelta. Het actieplan werd opgesteld door de door Kamp in het leven geroepen werkgroep Willems (onder leiding van oud-VNCI-voorzitter Rein Willems). Het legde een stevige basis voor het behoud, de versterking en op de langere termijn groei en verduurzaming van het cluster. Inmiddels zijn diverse projecten van de grond gekomen. Zo hebben de chemiebedrijven ChemCom Industries en PPG een subsidie ontvangen uit de Regionale Investeringsregeling Groningen. ChemCom bouwt een productie-installatie voor een nieuwe grondstof voor mest, PPG gaat een nieuw type silica produceren voor de productie van autobanden. Een mooi voorbeeld van de mogelijkheden van biomassa voor het opwekken van stoom is de Eneco Bio Golden Raand-centrale in Delfzijl, die straks in plaats van elektriciteit stoom gaat leveren aan het chemiecluster. Daarvoor was het nodig dat de MEP-subsidie (Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie) voor de centrale werd omgezet naar een SDEsubsidie (Stimulering Duurzame Energieproductie). Na een inventarisatieronde en een gesprek met Kamp eind 2014, zijn ook versterkingstrajecten opgestart voor de chemieclusters rond Bergen op Zoom, Emmen, Geleen en Rotterdam. Chemelot is gestart met een strategietraject voor het industrieel park in relatie tot Brightlands. In Rotterdam loopt een aantal initiatieven op het gebied van (rest)warmte. In Zeeland hebben elf energie- en grondstofintensieve bedrijven onderzocht hoe zij via ketensamenwerking hun concurrentiepositie kunnen verbeteren door grondstoffen en energie slimmer in te zetten. Hieruit hebben onderzoeksbureau ECN-ISPT en Smart Delta Resources, het platform voor versterking van de concurrentiekracht in Zeeland, twintig kansrijke projecten geselecteerd. Gerrits wijst erop dat de clusterversterking ook gebruikt kan worden om actuele zaken op te pakken, zoals de problematiek rond de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). “Dat is nadrukkelijk in het clusterversterkingstraject naar voren gebracht en daarin door een aantal partijen opgepakt.” juni 2015 Chemie Magazine 31


foto: fr aNco gori

‘WE ZETTEN DE CHEMISCHE INDUSTRIE OP Z’N KOP’ 32 Chemie Magazine juni 2015


arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

Wouter Stam meDeOPriCHter eN DireCteur bij flowid

Bij de chemische industrie denk je niet direct aan hippe startups die sexy apparaten bouwen en op TEDxbijeenkomsten hun idee mogen pitchen. Wouter Stam bewijst niettemin het tegendeel. Zijn bedrijf, Flowid, is de hipste en meest gehypte start-up van de Nederlandse chemie. Over tien jaar zijn onze Spinning Discreactoren mainstream in de industrie. Tekst: Inge Janse

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam?

Ik ben Wouter Stam en werk bij Flowid als algemeen directeur. Mijn mededirecteuren zijn Jeoffrey van den Berg en Wessel Hengevelden. Ieder heeft zijn eigen specialiteit, waarbij ik me voornamelijk bezighoud met de klantcontacten en het personeelsbeleid. Dat moet ook wel, want we zijn inmiddels met vijftien mensen. Wat Flowid is? Simpel: we zetten de chemische industrie op z’n kop! Dat doen we door chemische processen gemiddeld met een factor honderd kleiner te maken. Dus geen grote vaten meer met gevaarlijke pruttelende chemie, maar alles gecontroleerd in een koektrommel. Onze Spinning Disc-reactor is dat echt: een koektrommel met draaiende cd-roms om chemicaliën te mengen en warmte af te voeren.

2

Wat vertel je je kinderen als zij vragen wat voor werk je doet?

Stel dat je koffiemelk in je koffie giet. Je ziet dan van die strepen ontstaan zolang het nog niet gemengd is. Wij hebben een manier gevonden om de koffiemelk heel snel te mengen, zelfs als de koffie in een heel grote kop zit. Bovendien zorgen wij ervoor dat als er heel veel warmte ontstaat tijdens het mengen, je hier geen last van hebt. Daardoor kun je de melk er sneller dan normaal ingieten. Maar mijn vriendin, die zegt gewoon tegen onze kinderen: “Wat je papa is op zijn werk? Baas!”

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?

Tijdens mijn middelbare school was ik met alles bezig behalve met mijn school. Ik bleef daarom twee keer zitten in de brugklas van havo-vwo, waardoor ik naar de mavo moest. Toen heb ik mezelf terug gepraat naar havo 3, juni 2015 Chemie Magazine 33

e


Curriculum vitae Naam Wouter Stam Leeftijd 38 Woonplaats Bunnik (“Maar tijdelijk in een vakantiepark in Leersum vanwege de verbouwing van ons huis.”) Huwelijkse staat Samenwonend Kinderen Vier: een dochter van 6, een zoon van 5 en twee dochters van 2 Opleidingen Chemische technologie (TU Eindhoven, 20052009), procestechnologie (Hogeschool Utrecht, 1998-2003) en Middelbaar Laboratorium Onderwijs (Rijn IJssel Arnhem, 1994-1998) Lachend: “En geen middelbare school afgemaakt.” Nevenactiviteiten Behalve een oudercommissie van de crèche géén (“Ik heb daar geen tijd voor of zin in, en ben ook geen politiek dier.”) Werkgevers Algemeen directeur bij Flowid B.V. (2008-heden), procestechnoloog bij OctoPlus (2004-2009), projectplanner bij A. Hak Industrial Services B.V. (2004) en onderzoekstechnoloog bij Kiwa (2003)

maar in havo 4 bleef ik weer zitten. Ik koos daarom voor het Middelbaar Laboratorium Onderwijs, een prima opleiding, waar ik secuur leerde werken. Maar het was voor mij niet uitdagend genoeg. Ik ging daarom daarna chemische technologie studeren op het hbo. Mijn eerste echte baan was bij Octoplus, een biotechbedrijf in Leiden. Daar werkte ik vijf jaar als procestechnoloog. Ik merkte alleen dat ik kennis miste en ging daarom deeltijd naar de Technische Universiteit van Eindhoven. Daar hoorde ik over microreacteren, die me interessant leken voor Octoplus. Ik zag daar dat 34 Chemie Magazine juni 2015

‘ Het is heel leuk dat na 2,5 jaar werken onze producten klaar zijn, bedrijven ermee experimenteren en dat het werkt’ het opschalen niet lukte, maar Octoplus zag zichzelf niet als een technologiebedrijf. Toen dacht ik: dan ga ik het zelf maar doen. Mijn mededirecteur Wessel wilde rond die tijd een bedrijf beginnen. Ik wist al wat ik wilde doen: emulsies maken voor de farmaceutische industrie. Daarna kwam ook Jeoffrey erbij. In 2007 gingen we vanuit de TU Eindhoven werken als consultants om microreactoren te implementeren bij bedrijven. Pas in 2012 kwam de Spinning Disc ter sprake, die was ontwikkeld op de TU Eindhoven. Wij kregen, in ruil voor wat aandelen, een licentie voor het exclusieve gebruik van dit patent. Sindsdien zijn we de Spinning Disc aan het vermarkten.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet?

(lachend) Ik ben met iets bezig waar ik voor 100 procent achter sta. We hebben Flowid zelf bedacht, zorgen voor een product en regelen de inzet daarvan in de industrie. Zo ben ik bezig met technologie, chemie, ontwikkeling, implementatie en ondernemerschap. Elke dag is daarom anders. En wat heel leuk is, is dat na 2,5 jaar werken onze producten klaar zijn, dat bedrijven ermee experimenteren en dat het werkt! Ons doel uit 2007, het op z’n kop zetten van de chemische industrie, gaat daadwerkelijk gebeuren. Bovendien werk ik met een leuke ploeg hoog gemotiveerde en goede mensen om me heen.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots?

Toen ik in 2009 definitief mijn vaste baan opzegde, zeiden

mensen tegen mij: je bent gek. De AEX-koers stond op slechts 200 punten, de crisis was in volle gang en ik had net een dochter gekregen. Maar ik kon mijn ei niet meer kwijt bij Octoplus. Na overleg met mijn vriendin zei zij: “Doe maar.” En hoewel ik in het begin geen drol verdiende, zei ze na een paar maanden: “Ik ben blij dat je dit gedaan hebt, want je bent een veel leuker persoon geworden.”

6

Wat drijft je in je werk?

Mijn passie en hart liggen in de potentie van microreactoren en continu produceren. De kosten worden lager en de veiligheid hoger. Bovendien hoef je met microreactoren gevaarlijke chemicaliën niet meer over de weg te vervoeren, want je zet gewoon een apparaat neer dat ter plaatse produceert. In die toekomst geloof ik en daaraan wil ik meebouwen. Dit zeg ik zowel als Flowid-directeur als als Wouter. Ik heb geen verkoopmodus. Mijn werk wordt gedreven door passie.

7

Wat levert je werk je op?

Of ik hier rijk van word? (lachend) Nee joh. Ik verdien een beperkt salaris waar ik van kan leven. We stoppen alle winst terug in het bedrijf, want we doen dit met een doel. Gaan we eenmaal op grote schaal apparaten verkopen, dan kunnen we onszelf misschien ook wat meer uitkeren. Ik vind het veel belangrijker dat ik de directeur ben van een bedrijf waarvan we zelf kunnen bedenken waar het naartoe gaat. Bovendien leer ik hier heel veel van. Ik startte als technoloog, terwijl ik nu weet hoe ik jaarverslagen maak, mensen aan-


Arbeidsmarkt

stuur, functioneringsgesprekken voer en presentaties houd.

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage?

Een fabrikant van geur-, kleur- en smaakstoffen test momenteel onze apparaten. We werken ook met Amerikaanse farmaceuten en die test was een groot succes. Onze apparaten zijn handig voor high-end chemische processen met meerdere fasen en waarbij veel warmte vrijkomt, zoals in de farma en voedingsmiddelengerelateerde chemie.

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet?

Ik zou graag één dag in de week docent willen zijn. Zo geef ik een gastcollege bij het vak Duurzame Bedrijfsvoering op de Fontys Hogeschool. En stel dat we Flowid ooit verkopen en ik mijn schapen op het droge heb, dan wil ik dat fulltime gaan doen. Ik vind het mooi om mijn kennis uit het bedrijfsleven over te brengen op studenten. Als je dat goed doet, dan worden ook zij enthousiast en gepassioneerd. Maar zelfs voor één dag in de week heb ik nu nog geen tijd.

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar?

Dan zijn onze Spinning Disc-reactoren mainstream in de industrie. Dat is een reëel scenario. Dit jaar testen veel bedrijven de reactoren, dus volgend jaar ontstaat momentum. Zelf ben ik in 2025 directeur valorisatie bij Flowid. Dat is dan een innovatieve kern met twintig mensen die nieuwe producten van de universiteiten valoriseren. Want dáár ligt onze kracht: het omvormen van een product dat iets kan tot een iets wat echt vermarktbaar is. p

Wouter is een fanatiek wielrenner met de jongens uit zijn dorp (“We zijn aan het trainen voor een helse tocht”), dus al zijn vrije tijd gaat daaraan op (“Ik heb gisteren 200 kilometer gefietst, dus dat doe ik vrij serieus, zo’n 3500 kilometer per jaar”). Hij volgt ook de financiële wereld op de voet (“Dat intrigeert mij en ik handel ook in aandelen, als investering voor mijn kinderen”).

Foto: fr anco gori

?

Wie is Wouter Stam naast zijn werk?

Wouter Stam: ‘Toen ik in 2009 definitief mijn vaste baan opzegde, zeiden mensen tegen mij: je bent gek.’

juni 2015 Chemie Magazine 35


De ambities van SSVV-directeur Anne Kamphuis

Een lerend netwerk Als het aan Anne Kamphuis ligt, gaat er een nieuwe wind waaien door SSVV. Meer samenwerking tussen de aangesloten branches is daarbij het credo. Dat zal op termijn ongetwijfeld effect hebben op de VCAcertificatie, die bedoeld is voor bedrijven die werkzaamheden uitvoeren in een risicovolle omgeving. Tekst: Igor Znidarsic

‘S

SVV is een prachtig netwerk van branches en bedrijven en VCA is een mooi systeem, dat op zich goed draait. Toch kan de samenwerking tussen de deelnemende branches verbeteren. Het mag wat mij betreft meer een lerend netwerk worden, meer een community”, aldus Anne Kamphuis, sinds begin dit jaar directeur van de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV). SSVV is de eigenaar van VCA (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers). Een bedrijf dat een contractor inhuurt, wil er zeker van zijn dat het bedrijf veilig werken serieus neemt en dat de medewerkers op het gebied van veiligheid voldoende opgeleid zijn. Een bedrijf toont dat aan met een VCA-certificaat, een medewerker met het VCA-diploma. Het succes van dit systeem blijkt uit de aantallen examens en bedrijfscertificaten. Met 150.000 examens per jaar gaat het om het op een na grootste examenstelsel van Nederland (er worden jaarlijks alleen meer rijbewijzen afgegeven), en zo’n 15.000 bedrijven

Samenwerken voor veiligheid SSVV (Stichting Samenwerken Voor Veiligheid) is een onafhankelijke stichting ter bevordering van de veiligheid, arbeidsomstandigheden, het milieu en de competenties van de leden van de aangesloten (branche)organisaties. SSVV is de juridische eigenaar van VCA (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers). Binnen SSVV functioneert naast het bestuur een Centraal College van Deskundigen VCA, dat de checklists VCA, VCU en VCO, de criteria en het certificatiesysteem beheert en toezicht houdt op de juiste interpretatie hiervan. Daarnaast maken diverse commissies en werkgroepen deel uit van de stichting. VCA-certificatie is bedoeld voor bedrijven die werkzaamheden uitvoeren met verhoogd risico in een risicovolle omgeving. Vaak gaat het om constructie- of onderhoudswerkzaamheden op bouwterreinen, in fabrieken en werkplaatsen en bij installaties. 36 Chemie Magazine juni 2015

in Nederland hebben een VCA-certificaat.

Geen verslapping

Volgens Kamphuis is SSVV zich er altijd van bewust geweest dat VCAcertificatie geen doel op zich mag worden, want dan wordt het systeem een papieren tijger. “Zo schijnt het voor te komen dat VCA ook wordt geëist voor werkzaamheden waarvan je je kunt afvragen of de checklist er wel bij past. Daarnaast wordt beweerd dat het voor sommige partijen meer een manier is om een opdracht te krijgen dan het bewijs dat men werkelijk geïnteresseerd is in bewust veilig werken. Dit zijn natuurlijk bijverschijnselen; het systeem is nooit zo bedoeld. Toch kan het geen kwaad om de oorspronkelijke bedoelingen weer eens fris onder de aandacht te brengen, zodat er geen verslapping optreedt.” Wat dit betekent voor het functioneren van SSVV wordt dit jaar onderzocht. Kamphuis wil overigens wel duidelijk stellen dat hiermee wordt voortgebouwd op het werk van zijn voorganger Eugène Hillen, die met pensioen is gegaan. “Ik constateer, op basis van gesprekken die ik heb gevoerd, dat er een goed systeem staat, met een sterk fundament en een mooie missie: veilig en gezond werken. De tijd is nu rijp voor verdere aansluiting en samenwerking van de deelnemers aan SSVV. De tweede S in de afkorting staat voor samenwerken, en dat is een werkwoord.”

Cognitief

Volgens Kamphuis is het VCA-examenstelstel nu vooral cognitief, op


Veiligheid

praten en heeft besloten om de ingezette beweging te continueren door een werkgroep Missie, Visie en Strategie in te stellen.

Foto: Tamar Uiterwijk

SSVV-pet

Kamphuis wil vooral veel vragen stellen, luisteren en de antwoorden delen. “Vragen stellen is gericht op de toekomst. Hoe krijg je veilig gedrag in de mensen? Bewustzijn creëren, hoe krijg je dat voor elkaar? We hebben experimenten nodig: waar leiden maatregelen tot veiliger gedrag? De chemische industrie zou op dit vlak als voorbeeld kunnen dienen. Er zijn verschillen per branche. We hebben nu één checklist met drie niveaus voor alle branches: VCA*, VCA** en VCA-P (de Petrochemie). Een vraag is of we meer differentiatie voor meer type branches willen. Het Centraal College van Deskundigen VCA praat hier eind juni verder over door.” Het streven is dat de bestuursleden na deze heisessie vaker hun ‘SSVV-

CV Anne Kamphuis Anne Kamphuis is sinds 1 januari 2015 de nieuwe directeur van SSVV. Hij studeerde bestuurskunde aan de TU Twente en volgde aanvullende cursussen op het gebied van teamcoaching en leiderschap. Hij begon zijn carrière bij de Orde van Nederlandse Raadgevende Ingenieurs en werkte daarna als adviseur (milieumanagement, ruimtelijke ordening en managementconsultancy) bij Royal Haskoning. Sinds 2013 is hij zelfstandig adviseur en professioneel facilitator via AK Advies. Daarnaast richt hij zich via OK Workshops op het organiseren en faciliteren van creatieve sessies.

kennis gebaseerd. En kennis leidt niet vanzelf tot gedrag. “Iets weten betekent niet dat je het ook doet. Het is een beetje als met goede voornemens. Minder eten, vaker de fiets pakken, de trap in plaats van de lift nemen: je begint er wel aan maar het beklijft vaak niet. Met een VCAdiploma laat je zien dat je de kennis op het gebied van veiligheid hebt. Dat is een belangrijke eerste stap. De uitdaging voor SSVV is om ook de volgende stap te zetten en aan veilig gedrag te werken. Bij de afzonderlijke branches die bij SSVV zijn aangesloten, gebeurt al heel veel inte-

ressants op dit gebied. Dat geldt zeker ook voor de VNCI. Nu willen we de goede ervaringen delen en kennis uitwisselen. Het VCA-netwerk kan een creatief en lerend netwerk worden, waarin de branches beter samenwerken en van elkaars inspirerende voorbeelden leren. Zowel het SSVV-bestuur als het College van Deskundigen VCA zijn hier met hernieuwd elan aan bezig. Met het uiteindelijke doel om de veiligheid, vooral op de werkvloer, nog verder te verbeteren.” Het SSVV-bestuur is in maart een hele dag bijeen geweest om hierover te

pet’ opzetten binnen hun eigen branches. “En dat ze vervolgens elkaar laten zien wat er bij hun branche gebeurt en elkaar daar goede vragen over stellen. Het geheel moet uiteindelijk meer worden dan de som der delen. Ik verwacht dat het SSVV-bestuur concrete ambities gaat tonen: ongevallenstatistieken met elkaar delen, een uniform meetsysteem overeenkomen, een gezamenlijke communicatiestrategie met elkaar afspreken. Dat is er nu allemaal nog niet. SSVV gaat wat dat betreft interessante tijden tegemoet.” p juni 2015 Chemie Magazine 37


Streefbeeld is geen ‘wishful thinking’ maar ‘ambitieus en haalbaar’

Chemie floreert in

De Nederlandse chemie is onderdeel van het ARRRA-cluster, het grootste en meest geïntegreerde chemiecluster ter wereld. Op de foto de Rijn bij Duisburg.

Het recent verschenen Streefbeeld voor de Nederlandse chemische sector in 2030 van de Topsector Chemie, samen met de VNCI samengesteld in opdracht van EZ, laat een rooskleurig beeld zien. Het illustreert wat er over vijftien jaar bereikt kán zijn en onder welke randvoorwaarden. Boegbeeld Gerard van Harten: “Zonder stippen op de horizon is er geen richting. Zonder richting ga je nergens heen.” Tekst: Henk Engelenburg

38 Chemie Magazine juni 2015

D

e Nederlandse chemiesector floreert in 2030, zo staat te lezen in Streefbeeld voor de Nederlandse chemische sector in 2030. De omzet is gestegen (naar 84 miljard euro), evenals de onderzoeksbestedingen (gemiddeld 1,4 procent van de omzet), er is risicodragend kapitaal beschikbaar en vijftien starters zijn commercieel gaan produceren (zie verder kader). Dit ‘Streefbeeld’ is door de Topsector Chemie, in samenwerking met de VNCI, samengesteld op verzoek van het ministerie van Economische Zaken. Het geeft de positie van de Nederlandse chemiesector in 2030 weer; dat wil zeggen: de positie van de chemieclusters, de wetenschap, de kennisinstellingen én van de rubber- en kunststofindustrie. De andere acht Topsectoren presenteren binnenkort eveneens een

streefbeeld. Het streefbeeld is geen “wishful thinking” maar is “ambitieus en haalbaar”, zegt Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie. “Zonder stippen op de horizon is er geen richting. Zonder richting ga je nergens heen. Het formuleren van de visie van de Topsector Chemie en de instelling van één TKI Chemie met kennis- en innovatieagenda’s heeft geleid tot actieve betrokkenheid van bedrijven en wetenschap. Op identieke wijze illustreert het streefbeeld dat er iets moet gebeuren en welke randvoorwaarden vervuld moeten worden door bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid.”

Mondiaal weer aansluiten

Het haalbare aspect is volgens Van Harten dat het beeld een groeipotentieel voor de chemiesector

foto: corbis

2030


Toekomst

De chemie in 2030

• De omzet van de chemische industrie in Nederland komt op circa 84 miljard euro uit (2014: 49 miljard), exclusief 13 miljard omzet van de rubber- en kunststofsector. De gemiddelde jaarlijkse omzetgroei is 3%, in lijn met de afgelopen periode. • Door de forse stijging van de omzet ontstaat een eveneens forse stijging van de onderzoeksbestedingen. Chemiebedrijven besteedden in 2012 gemiddeld 1,1% van de omzet aan onderzoek en ontwikkeling. Het percentage gaat naar 1,4% in 2030, tot een bedrag van 1,2 miljard euro. De innovatiegraad stijgt naar 80% (2012: 65%). • Voor risicodragend kapitaal, al dan niet voor innovatiedoeleinden, kan de industrie putten uit diverse bronnen, onder meer een actieve venture capital-sector. De campussen huisvesten jaarlijks tien nieuwe starters. In de periode tot 2030 zijn vijftien starters op commerciële schaal gaan produceren, waarvan twaalf in Nederland. • 80% van de productie betreft export (circa 75% in 2013). • De meeste grootschalige productie-installaties in de huidige clusters (2014) zijn in 2030 in verjongde vorm behouden. • Het aantal werknemers blijft gelijk: 45.000 in de chemie, 31.000 in rubber- en kunststof. Hun opleidingsgraad stijgt van 1 op de 4 werknemers (2012) met een hbo/woopleiding naar 3 op de 4 (inclusief rubber- en kunststof). • De grondstoffen zijn voor 75% fossiel, 15% biogebaseerd en 10% (chemisch) gerecycled. • De doelstelling van 40% reductie van CO2-emissie (ten opzichte van 2005) is gehaald. • De industrie heeft geïnvesteerd in kleine decentrale productie-eenheden (bij de klant) en heeft voor de verwerking van biogebaseerde grondstoffen aansluiting gezocht bij agro- en chemielocaties.

beschrijft, “terwijl iedereen vijftien jaar terug dacht dat de chemie binnen afzienbare tijd uit Nederland zou zijn verdwenen. Chemie blijkt echter te belangrijk om af te schrijven, vanwege de grote verwevenheid met andere sectoren en het verdienmodel van Nederland en Noordwest-Europa.” Het ambitieuze aspect is dat de groei moet komen uit onder meer een toename van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling naar 1,2 miljard op jaarbasis. Van Harten: “Daarmee krijgen we weer aansluiting op het mondiale niveau. We hopen dat de chemiebedrijven in Nederland hun R&Dbestedingen in deze zin opvoeren, want dan gaan ook de publieke middelen mee.” Die hoop is volgens Van Harten niet ijdel, want hij heeft “aanwijzingen” dat de investeringen in innovatie kunnen toenemen. “De chemie in Nederland heeft een aantal uitstekende uitgangsposities. De Topsector heeft op grond daarvan in het transitieplan (Transitieplan Chemie maakt het verschil – red.) een aantal aansprekende projecten aangekondigd en is nu volop in de weer om die uit te werken tot aantrekkelijke proposities.” Die projecten hebben, aldus Van Harten, het “unique selling point” van de Nederlandse chemie gemeen: een mondiale concurrentiepositie op basis van een uitstekende waardeketen die met

Europa de grootste en meest vooruitstrevende consumentenbasis ter wereld bedient. De Nederlandse chemie behoort immers tot het ARRRA-cluster (Antwerpen, Rotterdam, Rijn- en Ruhrgebied), het grootste en meest geïntegreerde chemiecluster ter wereld. Van Harten spreekt van een uniek ecosysteem waar productie, wetenschap en consumenten bijeen liggen op een afstand van maximaal drie uur rijden. “Het meest innoverende ontstaat als je dicht bij elkaar zit en snel kunt schakelen. Deze kracht moeten we nog veel meer in de wereld verkondigen en ondersteunen met een grotere inzet op innovatie.”

Innovatie versnellen

Meer innovatie moet leiden tot meer startende bedrijven die de pijplijn aan nieuwe chemieproducten in wording vullen. Daarmee ontstaat aanbod van durfkapitaal van venture capital-maatschappijen, zoals het streefbeeld beschrijft, die tot op heden niet actief zijn voor de Nederlandse chemie – simpelweg door gebrek aan aanbod van innovatieve producten. Als de sector gaat versnellen op innovatie, ontstaat meer druk op de overheid om actiever de randvoorwaarden te vervullen, onder meer door regels en voorschriften aan te passen. Van Harten: “Door de Topsector heeft de over-

Randvoorwaarden

Om de chemische industrie te laten floreren, zijn een aantal beleidsmatige randvoorwaarden nodig: • Europa heeft de bronnen waaruit het zijn energie betrekt gediversifieerd en haar interne energiemarkt verder ontwikkeld, met als gevolg een hoge liquiditeit en voorzieningszekerheid. • De Europese wetgeving die betrekking heeft op de chemiesector heeft een grondige revisie ondergaan, waardoor de lasten voor bedrijven niet hoger zijn dan in andere regio’s in de wereld. • Europa heeft een vooruitstrevend R&I-beleid gevoerd gericht op verduurzaming, en heeft daardoor een internationaal leidende rol in kennisontwikkeling op chemisch, procestechnologisch en polymeer-gebied. • De steden rond de clusters zijn uiterst aantrekkelijk als woonlocatie voor kenniswerkers.

‘De chemie in Nederland heeft een aantal uitstekende uitgangsposities’ heid al meer dan voorheen betrokkenheid bij de chemie. Maar de overheid is groot en kent vele schijven. Hoe de overheid, ook op regionaal niveau, mee te krijgen in het versnellen van veranderingen, daar ligt inderdaad een uitdaging.” Van Harten noemt het ten slotte “opvallend” dat het aandeel duurzame chemie is bepaald op 15 procent biogebaseerd en 10 procent (chemisch) gerecycled. “Dit verwachten we op grond van een doorlopende ontwikkeling. Het plaatst de discussie over biogebaseerd en circulair in een realistisch perspectief, aangezien we in de sector steeds het idee koesteren dat biogebaseerd onze sector over vijftien jaar dramatisch zal hebben veranderd. Het zou natuurlijk mooi zijn als die 15 procent het dubbele zou zijn. We kunnen echter geen rekening houden met disruptive technologies, want die kun je niet kwantificeren.” p Het 'Streefbeeld' is te downloaden via www.vnci.nl/nieuws/publicaties juni 2015 Chemie Magazine 39


Start crowdfunding voor DutchFiets.

Jaarvergadering in teken van productinnovatie door chemie

‘ Samen duurzaam innoveren’

Alexander Pothoven: ‘Begrijp waar de wereld naartoe gaat.’

Het gaat beter met de chemische industrie, maar vanwege de hoge energie- en grondstofkosten blijft versterking van de concurrentiepositie hard nodig. Dit zei VNCIvoorzitter Werner Fuhrmann in zijn jaarrede tijdens de VNCI Jaarvergadering, die bruiste van de innovatie.

D

e chemische industrie heeft de laatste tijd de wind wat mee gehad, vooral vanwege de lage olieprijs. Maar dat is een tijdelijk effect, waarschuwde VNCIvoorzitter Werner Fuhrmann in zijn jaarrede tijdens de VNCI Jaarvergadering op 11 juni in de Fokker Terminal in Den Haag. Hoewel er voorzichtig optimisme is voor 2015, blijft versterking van de concurrentiepositie hard nodig. De innovatiecijfers wereldwijd laten zien dat Europa achterblijft, met name bij de VS.

Trots

Daarom is TTIP volgens Fuhrmann ook zo belangrijk voor Europa. Hij zei verder trots te zijn op de sector. “Met focus op innovatie, veiligheid en duurzaamheid levert de chemie oplossingen voor de toekomst.” Samen duurzaam innoveren, zo vatte hij die toekomst samen, met samenwerking als sleutelwoord. Een blik in de toekomst biedt ook de uitgave Streefbeeld voor de Nederlandse chemische sector in 2030 van de Topsector Chemie, die tijdens de jaarvergadering werd gepresen40 Chemie Magazine juni 2015

teerd. “Het is in 2030 voor alle industrieën belangrijk om zuinig met grondstoffen om te gaan, en dat is precies wat de chemie doet”, zei VNCI-directeur Colette Alma. Daarnaast speelt chemie in 2030 een belangrijke rol in energie(opslag), wordt er beter omgegaan met gevaarlijke stoffen en is er een goed leefklimaat in de chemie, waar veel mensen met plezier werken. Volgens boegbeeld Gerard van Harten van de Topsector Chemie is die toekomst bij de Topsector met de innovatieagenda en de nauwe samenwerking tussen onderwijs, industrie en wetenschap al begonnen.

Imago

Qua imago valt er voor de chemie nog wat te verbeteren, zo bleek uit de straatinterviews die dagvoorzitter Gert-Jan Jansen had gemaakt. Het grote publiek heeft een negatief beeld van chemie, maar blijkt gewezen op de pluspunten bereid dat bij te stellen. Er werd dan ook opgeroepen om de communicatie over chemie met de samenleving te intensiveren. ‘Productinnovatie door chemie’, dat

was het thema van deze jaarvergadering. Op de beursvloer en in innovatieflitsen op het podium werden vele slimme beloften voor de toekomst getoond. Zo droeg de dagvoorzitter sokken van gerecyclede visnetten die Healthy Seas maakt, met dank aan chemie. Het Nuon Solar Team van de TU Delft toonde de Nuna7, de zonnewagen waarmee de World Solar Challenge 2013 werd gewonnen.

Crowdfunding

DutchFiets startte tijdens de jaarvergadering een crowdfunding voor een kunststof fiets, wat meteen 21 van de benodigde 100 deelnemers opleverde. Tanatex presenteerde CosmetoTextiles, kleding met in microcapsules cosmetische ingrediënten, zoals Q10 van Nivea, die tijdens het dragen de huid verzorgen. Waste2Wear maakt van petflessen kleding, garen en gordijnen, wederom met dank aan chemie. 3DPPM weet afval van 3D-printers om te zetten tot nieuwe grondstof. Verder liet BASF een magnetische wijnkoeler zien, presenteerde Shell een innovatieve brandstof en pro-

foto: corbis

Tekst: Igor Znidarsic


VNCI Werner Fuhrmann: versterking van concurrentiepositie blijft hard nodig.

Claudia showt CosmetoTextiles.

Colette Alma en Gerard van Harten presenteren het ‘Streefbeeld’.

Drukte bij de haringkar.

Belangstelling voor kleding van petflessen.

mootte het Kleuren Applicatie Centrum (KLAC) biobased grondstoffen.

Smart

‘Wat me opvalt aan het werken in de chemie? Veel mannen!’

Stand van 3DPPM.

foto’s: JEroEN Poort VLiEt

De auto-industrie kan niet zonder chemie, stelde keynote speaker Alexander Pothoven (Overall Vehicle Design & Package bij Daimler/ Smart). Ook hij wees erop dat Europa voorsprong moet houden, door samenwerking en consortia. Maar de toekomst voor zijn industrie ziet hij vooral in China. Daarna schetste hij de ontwikkeling van de Smart, die eigenlijk al in de jaren zeventig begon, en door toepassing van nieuwe materialen en nauwe samenwerking met ‘systeempartners’, ook uit de chemie, leidde tot de huidige Smart. Zijn innovatietip aan de zaal: “Zorg dat je een visie voor de toekomst hebt. Begrijp waar de wereld naartoe gaat en speel daarop in.” De jaarvergadering werd afgesloten met de uitreiking van de Responsible Care-prijs (zie pagina 15), met aansluitend een gezellige borrel, waar de traditionele haringkar niet ontbrak. p

juni 2015 Chemie Magazine 41


Bedrijven kunnen zelf risico’s materiaalschaarste beoordelen

Kwetsbaarheid in kaart

42 Chemie Magazine juni 2015


Grondstoffen

Een consortium met onder meer TNO en NEVI (Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement) ontwikkelt met steun van het ministerie van Economische Zaken een self-assessment tool voor bedrijven om het risico op verstoring in de aanvoer van grondstoffen of halffabricaten te beoordelen. Het instrument moet de bedrijven ‘een extra duwtje’ geven dat risico te managen. Tekst: Joost van Kasteren

S

inds het verschijnen van het rapport van de Club van Rome, meer dan veertig jaar geleden, zijn we ons ervan bewust dat grondstoffen kunnen opraken. Tot op heden is dat nog niet gebeurd, omdat er steeds weer nieuwe voorraden worden gevonden, dan wel omdat de behoefte aan bepaalde grondstoffen daalt, omdat er alternatieve oplossingen zijn. “Die uitputting spreekt weliswaar tot de verbeelding,” zegt Elmer Rietveld van TNO, “maar voorlopig is daar nog lang geen sprake van. Het echte probleem is het falen van de markt: vraag en aanbod zijn uit evenwicht, met als gevolg dat prijzen van grondstoffen erg volatiel zijn geworden. Binnen een paar maanden kunnen ze verdrievoudigen in prijs om vervolgens weer te kelderen. Daarbij komt dat waardeketens complexer zijn geworden. Een bedrijf kent zijn toeleveranciers, maar wie kent de toeleveranciers van zijn

Kennisloket

De komende maanden wordt een kennisloket in het leven geroepen waar bedrijven, brancheorganisaties, onderzoeksinstellingen en adviseurs terecht kunnen met vragen en oplossingen. Het loket is een Wikipedia-achtige omgeving die gaandeweg steeds meer en ook steeds betere informatie bevat over grondstoffen en materialen, en over mogelijkheden om kwetsbaarheid voor verstoringen in de aanvoer te verminderen.

toeleveranciers? Of hun toeleveranciers?” Marktfalen neemt vele vormen aan. Als gevolg van concentratieprocessen zijn er soms maar een of enkele leveranciers van grondstoffen. Het voorbeeld is natuurlijk China, dat tot voor kort nog als vrijwel enig land zeldzame aardmetalen produceerde. Als je een monopolie hebt, hoef je niet meteen te reageren op veranderingen in de wereldmarkt. Of je kunt ervoor kiezen om de uitvoer te beperken om eerst aan de vraag in eigen land te voldoen. Soms spelen ook politieke of strategische overwegingen een rol, zoals indertijd de olieboycot van Nederland en van recenter datum de weigering van China om zeldzame aardmetalen aan Japan te leveren. Daarnaast kan de markt worden verstoord door monopolies of oligopolies verderop in de keten. Rietveld: “Stel dat je dertig mijnen hebt, maar ze leveren hun grondstof allemaal aan één verwerker of er is maar één transporteur die de grondstoffen of halffabricaten kan vervoeren, dan kan die zijn monopolie gebruiken om de markt te manipuleren.”

Kritische materialen

Vorig jaar heeft TNO een studie gedaan naar de kwetsbaarheid van de Nederlandse economie en een aantal industriële sectoren voor een aantal kritische materialen, die van groot belang zijn voor de industriële export. Daarbij gaat het onder meer om de al genoemde zeldzame aard-

metalen en om de metalen uit de platinagroep, waaronder ijzer, platina, ruthenium, rhodium en nikkel, maar ook om meer grofstoffelijke materialen zoals fosfaat en cokeskool – in totaal ruim twintig materialen (zie grafiek). Een dergelijk onderzoek is vaker gedaan, onder meer door de Europese Commissie, maar het bijzondere aan dít onderzoek is dat de grondstoffen zijn gekoppeld aan productgroepen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Op die manier ontstaat een beeld per sector van het belang van bepaalde grondstoffen en dus ook van de economische kwetsbaarheid als gevolg van verstoringen in de aanvoer. De meest kwetsbare sectoren blijken de productie van transportmiddelen, elektrische en elektro-optische apparatuur en computers te zijn. Met landbouw, voeding en mijnbouw behoort de chemie tot de minst kwetsbare.

Voor in de keten

“Eigenlijk ligt dat ook wel voor de hand”, zegt Peter Nieuwenhuizen, R&D director bij AkzoNobel en tot voor kort betrokken bij het ‘future proof’ maken van de toeleveringsketen. “De chemische industrie zit tamelijk voor in de keten en is behoorlijk innovatief. Als de prijs van een grondstof omhooggaat, begint de innovatiemachine te draaien en worden er op relatief korte termijn processen ontwikkeld voor efficiënter gebruik of voor hergebruik van de grondstof, of wordt die zelfs compleet vervangen. Anderzijds zien we, als gevolg van de opkomst van schaliegas, momenteel de prijs van propyleen en aromatische verbindingen stijgen ten opzichte van ethyleen, en dat is een signaal om te zoeken naar alternatieven. We hebben als industrie ook in Brussel aangegeven dat Europa wat dit betreft een grondstoffenuitdaging heeft. Ook de beweging richting een biobased economie bouwt op de verwachting dat ruwe olie schaars zal worden. Een bijkomend voordeel is dat biologische moleculen soms een functionaliteit hebben die chemisch moeilijk te evenaren is. Het is niet meteen een revolutie, maar over een langere periode bekeken, is de chemische industrie behoorlijk e juni 2015 Chemie Magazine 43


‘ De risico’s rond toelevering worden wel onderkend, maar nog niet vertaald naar het managen ervan’

flexibel in zijn grondstofgebruik.” Voor bedrijven verder in de keten ligt dat anders. Vaak zijn ze erg afhankelijk van hun directe toeleveranciers. “Uit Europees onderzoek is gebleken dat bedrijven zich ervan bewust zijn dat toelevering van grondstoffen – of meestal halffabricaten – een risico kan zijn, maar dat het niet hoog op hun prioriteitenlijstje staat”, zegt Erik van Assen, netwerkmanager bij NEVI (Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement). “Ze hebben andere dingen aan hun hoofd: milieuregels, veiligheid, imago. Bijna 80 procent vertrouwt op hun leverancier als het gaat om prijs en leveringszekerheid van grondstoffen en minder dan de

helft verdiept zich in de achterliggende ontwikkelingen die prijzen doen stijgen of dalen en de leveringszekerheid in gevaar kunnen brengen.” Voor het voortbestaan van het bedrijf is het essentieel dat inkoopmanagers “verder kijken dan hun huidige toeleverancier”, aldus Van Assen. “Wat voor grondstoffen zitten er in die elektro-optische component? Kan die nog wel geleverd worden als de aanvoer van een bepaalde grondstof stagneert? Ze moeten dus ook verder kijken dan de materialen die ze nu gebruiken. Zou ik eventueel andere grondstoffen kunnen gebruiken voor dezelfde functionaliteit? Of kan ik grondstoffen hergebruiken? Een inkoopmanager kan zich niet meer beperken tot de vraag waar hij zijn materialen goedkoper kan krijgen, maar moet gaan denken in risico’s en kansen, zoals het inzetten van alternatieve materialen. En verbindingen leggen met partijen binnen de organisatie, zoals R&D en productie, en buiten de organisatie.”

Pragmatische tool

De self-assessment tool, die nu wordt ontwikkeld door een consortium met daarin onder meer TNO en NEVI, sluit daarbij aan. De tool bestaat uit een stresstest en een kennisloket (zie kaders). “Het uitgangspunt is heel pragmatisch”, zegt Rietveld. “Concepten als circulaire economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belangrijke drijfveren, maar hebben de neiging om te complex te worden. Met als gevolg dat er wel steeds over wordt gepraat, maar dat er weinig gebeurt. Ons doel is om die con44 Chemie Magazine juni 2015

Stresstest

De stresstest heeft drie dimensies, elk met een aantal indicatoren. De dimensies zijn in feite de vragen die elk bedrijf zich moet stellen om te beoordelen wat zijn kwetsbaarheid is: • Is er een probleem met de levering van de juiste kwaliteit grondstoffen? • Zijn er ontwikkelingen in prijs en leveringszekerheid die mijn winstgevendheid bedreigen? • Zijn er externe effecten of aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen die invloed hebben op leveringszekerheid of op mijn vrijheid om te opereren (wet- en regelgeving)? Bij indicatoren gaat het om zaken als de reserve/ productie-verhouding (RPV) van een grondstof – de verhouding tussen bewezen reserves en jaarlijks verbruik in de wereld – maar ook om bijvoorbeeld de ecologische footprint en prestaties van bronlanden en mijnbouwbedrijven rond arbeidsomstandigheden, loonniveau en scholing. Andere vragen betreffen het effect van een eventuele prijsstijging van de grondstof op de winstgevendheid van het bedrijf. In totaal gaat het om achttien indicatoren. Wat getalsmatige gegevens betreft, zoals de RPV, zijn ze gekoppeld aan openbare gegevensbestanden van geologische diensten, maar ook van CBS, Eurostat (het CBS van de EU) en aan gegevensbestanden van de Verenigde Naties, bijvoorbeeld voor de Human Development Index. Elke indicator wordt gewaardeerd met een getal tussen 1 en 10 en bij elkaar opgeteld levert dat een maat op voor de kwetsbaarheid van de onderneming. Door de stresstest jaarlijks of halfjaarlijks uit te voeren, kan een bedrijf nagaan of de kwetsbaarheid kleiner of groter wordt. Is het laatste het geval, dan is de volgende vraag natuurlijk wat je eraan kunt doen, het handelingsperspectief.

cepten handen en voeten te geven zodat – in dit geval – de inkoopmanagers van bedrijven ermee aan de slag kunnen. Het is een gereedschap om de kwetsbaarheid van het bedrijf voor materiaalschaarste in kaart te brengen.” Daar valt nog genoeg te verbeteren. Rietveld: “De risico’s rond toelevering worden wel onderkend, maar nog niet vertaald naar het managen ervan. De self-assessment tool kan bedrijven net dat duwtje extra geven. De chemie kan hier een belangrijke rol in spelen, omdat chemische bedrijven als geen ander begrijpen hoe belangrijk de ongestoorde aanvoer van grondstoffen is, maar ook weten hoe je kunt anticiperen op verstoringen. Zulke voorlopers hebben we nodig om van de tool een succes te maken.” p


Your Application – Our Solution

NETZSCH Pompen Nederland B.V Tel.: +31 30 230 7160 Fax: +31 30 230 7161 info.npn@netzsch.com www.netzsch.com


COCI GREEN CHEMISTRY CAMPUS ZOEKT NIEUWE DEELNEMERS

AGRO-CHEMIE ALS USP

Green Chemistry Campus wil uitgroeien tot kenniscentrum van topniveau met als unique selling point: biogebaseerde innovaties op het snijvlak van agro en chemie. Er zijn al veel vruchtbare samenwerkingsrelaties gerealiseerd, maar voor verdere groei zoekt de Coci in Bergen op Zoom nog nieuwe partijen die zich willen aansluiten. Tekst: Henk Engelenburg

D

e Green Chemistry Campus op het terrein van SABIC Innovative Plastics in Bergen op Zoom is sinds de start vier jaar geleden uitgegroeid tot een incubator voor inmiddels veertien ondernemers die actief zijn in biogebaseerde innovaties op het snijvlak van agro en chemie. De kennisinstellingen Avans Hogeschool (Brabant), Hogeschool Zeeland en de onderzoeksorganisaties TNO en VITO (uit Vlaanderen) participeren in de onderzoeksprogramma’s en -projecten. Voor het verdiepen en optimaliseren van de kennis werkt de campus nauw samen met de Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP) in Gent en de Bioprocess Pilot Facility (BPF) in Delft, waar fermentatieprocessen op relatief grotere schaal kunnen worden getest. De campus heeft zijn positie van Centre for Open Chemical Innovation (Coci) versterkt door eind 2013 in samenwerking met TNO en VITO het gezamenlijke

46 Chemie Magazine juni 2015

onderzoeksprogramma Biorizon te starten. Dit programma moet door deelneming van bedrijven en kennisinstellingen uitgroeien tot een wereldcentrum voor de technologische ontwikkeling van biobased aromaten voor hoogwaardige materialen, chemicaliën en coatings.

Topniveau

De campus werkt nauw samen met het op 10 kilometer afstand gelegen onderzoekscentrum van SuikerUnie en Cosun op Nieuw Prinsland (gemeente Steenbergen). Daar worden uit de raffinage van suikers nieuwe biogebaseerde (chemische) bouwstenen ontwikkeld. De campus ontwikkelt die en andere bouwstenen uit suikers verder tot hoog-

waardige applicaties, bijvoorbeeld plastics, met specifieke kwaliteiten voor specifieke markten. Daarnaast werkt de Green Chemistry Campus samen met Coci Brightlands, voorheen Chemelot in Heerlen, dat gericht is op het creëren van nieuwe materialen. Met deze positie tussen agro en nieuwe materialen heeft de campus volgens campusmanager Dennis van der Pas in de afgelopen vier jaar een unique selling point gecreëerd, een belangrijke voorwaarde om op een specifiek terrein te kunnen uitgroeien tot een kenniscentrum van topniveau. “Om dat waar te maken, moeten we in de komende periode meer focus creëren op ons kennisterrein. We hebben daartoe nieuwe

‘Het liefst hebben we ook grotere chemiebedrijven met een dagelijkse aanwezigheid op de campus’


Innovatie

De mobiele pyrolyse-installatie is vooral geschikt voor het platteland van Afrika en Azië.

nettenergY maaKt moBiele pYrolYse-installatie

deelnemingen nodig, liefst ook van grotere chemiebedrijven met een dagelijkse aanwezigheid op de campus.” Van der Pas heeft deze behoefte omschreven in een meerjarenplan dat is voorgelegd aan de campus-aandeelhouders NoordBrabant, Bergen op Zoom en ontwikkelingsmaatschappij Rewin West-Brabant. Deze partijen hebben in een eigendomsverhouding van 60-20-20 in totaal 1,6 miljoen euro vrijgemaakt voor de start van de campus. SABIC heeft, als ‘landlord’ en actief participant in de ontwikkeling, intussen een bijna vergelijkbaar bedrag ‘in kind’ bijgedragen, aldus Van der Pas.

Investeringsgeld

Met alle aandeelhouders en stakeholders wordt nu de basis gelegd voor de volgende schaalsprong die de campus moet maken. Dit zal enige tientallen miljoenen euro’s aan investeringen vergen. Investeringen zijn nodig in fysieke infrastructuur en de financiering van het

Nettenergy, een bedrijf van scheikundig technoloog Rob Vasbinder, heeft de eerste mobiele pyrolyse-installatie van Europa ontwikkeld. Pyrolyse is het kraken van plantaardige biomassa bij temperaturen tot 900 graden zonder dat er zuurstof bij komt. De installatie produceert continu bio-olie, houtskool, houtazijn en ook nog gas waar de installatie op kan draaien. De eerste koper voor de installatie, die tussen een kwart en een half miljoen euro kost, is Shirke Energy, een Indiaas bedrijf actief in biomassa. Het gaat Nettenergy vertegenwoordigen in vijftien Aziatische landen. Nettenergy richt zich vooral op het platteland van Afrika en Azië waar landbouwers, dorpen en bosbeheerders elektriciteit, brandstof en warmte willen opwekken en de halffabricaten, zoals de olie, naar een naburige stad brengen als brandstof voor generatoren. Doordat de installatie inspeelt op biomassa op lokale markten, hebben de gebruikers niet de lasten van de transportkosten van biomassa die naar een centrale pyrolysefabriek moet worden getransporteerd. De installatie speelt daarmee in op de lokale economie en schept daar werkgelegenheid. Op de Green Chemistry Campus onderzoekt Nettenergy samen met het eveneens eenmansbedrijf Nimaro Ageno Consult nadere chemische toepassingen van de producten uit de installatie. Zoals houtazijn uit gemeentelijk plantsoen- en tuinafval voor de productie van chloor- en corrosievrij strooizout en bio-olie als grondstof voor de productie van coatings en bioaromaten. Verder in onderzoek is het pyrolyseren van landbouwmest om fosfaten terug te winnen en kosten te besparen op het afvoeren van mest. Er is een overeenkomst met een Nederlands bedrijf voor het pyrolyseren van afvalwaterslib op locatie voor de winning van onder meer azijnzuur en koolstof, dat de waterzuiveraars gebruiken voor hun zuiveringsproces. Vasbinder: “Meer circulair krijg je het niet.”

campusmanagement. Er is ook veel behoefte aan risicodragende investeringsgelden. In de chemie staan, in tegenstelling tot de farmasector, geen big chemicals klaar om venture capital-maatschappijen uitzicht te bieden op een ‘exit’ met voldoende rendement. Het provinciale Biobased Fonds van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) is, aldus Van der Pas, een stap in de goede richting.

Daarnaast is er volgens hem behoefte aan een groter en meer early stage fonds, waarbij de rendementen gekoppeld kunnen worden aan de verdere ontwikkeling van de campus. De campus is immers de versneller. Want de open innovatie en de gezamenlijke faciliteiten drukken de initiële kosten voor ondernemers en onderzoekers en daarmee het risico van investeringen. e juni 2015 Chemie Magazine 47


Vangrail van bermgras.

Het olifantsgras levert cellulose en lignine voor de productie van biopapier, bioplastics en biobeton.

Vergroenen met Millvision

NNRGY Crops haalt profijt uit olifantsgras NNRGY Crops concentreert zich op de campus op de teelt van olifantsgras om de cellulose en de lignine aan te wenden voor de productie van biopapier, bioplastics en biobeton. Het gras wordt ingezaaid op braakliggende bouwgronden. NNRGY heeft verspreid over Nederland circa 20 hectare van het speciale gras staan en nog eens 80 hectare met derden. De doelstelling is 1000 hectare binnen vijf jaar, zegt oprichter, meerderheidsaandeelhouder en weg- en waterbouwkundige Jan-Govert van Gilst. Vorige maand nog is olifantsgras ingezaaid op een terrein van chemieconcern SABIC. Dit moet de grondstof gaan leveren voor bioplastics voor autodashboards, een product dat NNRGY op termijn met SABIC in de markt wil zetten. Van Gilst heeft niet eerst de interesse van de auto-industrie gepeild: “Ik ben meer een doener dan een verkenner.” Die insteek blijkt succesvol met olifantsgras voor de productie van papier. De toepassing en de kwaliteit ervan zijn sinds de start in 2012 al zodanig geaccepteerd, dat NNRGY nu in gesprek is met een printerfabrikant die zich met printerpapier op basis van dit speciale gras wil onderscheiden. Biobeton, een combinatie van olifantsgras, vliegas en glaspareltjes, is een derde toepassing waar NNRGY aan werkt, die eveneens moet bijdragen aan winstgevendheid van het bedrijf binnen twee jaar. Biobeton ligt volgens Van Gilst voor de hand omdat het zand en het grind uit de rivieren dat voor ‘gewoon’ beton wordt gebruikt, uitgeput raakt. NNRGY heeft met Rabobank en BDP, voorheen Bouwfonds, een overeenkomst getekend om de gronden van BDP op deze manier te benutten. Er is in beginsel 11 hectare in Zwolle aangeplant. De verwerking leidt tot beton waarvan de druksterkte nu nog onvoldoende is. Daarom nu nog geen draagmuren van olifantsgras maar wel al ‘lichte wanden’, aldus Van Gilst. 48 Chemie Magazine juni 2015

Millvision ondersteunt bedrijven in het ‘vergroenen’ van processen en producten en het vermarkten van groene innovaties – vandaar de aanwezigheid op de campus in Bergen op Zoom. De acht technologen, onder wie de aandeelhouders Leon Joore en Ronald van de Plas, bedenken en ontwikkelen de recepturen en de producten. Dat gebeurt al dan niet in opdracht van en in samenwerking met derden. Millvision heeft van natuurvezels onder meer vangrails, walbeschoeiing, plantenpotten en verpakkingsmateriaal vervaardigd. Zo is er een verpakking gemaakt van oud papier en paprikavezels, die nu wordt geoptimaliseerd in samenwerking met een kartonproducent en een fruithandelaar die de doos wil gaan afnemen. De groene producten zijn doorgaans tot 20 procent duurder. Afnemers kiezen daarvoor, aldus Joore, op voorwaarde dat het ‘groen’ ook functioneel iets toevoegt, zoals een specifieke eigenschap. Zo wordt de walbeschoeiing in drie waterschappen in het noorden gemaakt van biocomposiet dat is vervaardigd uit (onder meer) het gemaaide bermgras van de waterschappen. Het vervangt het tropisch hardhout dat eerst altijd werd gebruikt. De biocomposieten plantenpot die in de koude grond afbreekbaar is en waarvan de bestanddelen de plant voeden, bespaart de handeling van het verpotten, het gebruik van kunstmest en het afval van plastic potjes. De marktvraag is hoog, aldus Joore, want gemeenten gaan steeds meer duurzaam aanbesteden en ze betalen daarvoor de ‘onrendabele top’. De marktacceptatie zou volgens Joore beter kunnen wanneer de overheid groene producten zou uitzonderen van de 19 procent btw.


Kennis verbreden en verdiepen

pao.tudelft.nl

Sproeidrogen - 18 en 19 november Explosieveiligheid - 18, 19 en 20 november Toxicologie - 3 dagen in november Industriële meng- en roerprocesssen - 24, 25 en 26 november Thermische analyse - 9, 10 en 11 december Modulaire cursussen: volg het gehele traject of losse module(s): Chemical engineering Module 1: Fysische transportverschijnselen - 10 november, 8 december, 12 januari Module 2: Mengen en roeren - 26 januari, 9 februari Module 3: Reactorkunde - 8 en 22 maart Module 4: Destillatie en gasabsorptie - 5 april Module 5: Unit operations: Vloeistof-vloeistof extractie - 19 april Module 6: Unit operations: Membraanscheiding - 10 mei Module 7: Unit operations: Kristallisatie, vloeistof-vast scheiding en droging - 24 mei Leiderschapsontwikkeling voor ingenieurs 14, 15 september, 4, 27 november, 5, 25 januari, 15 februari Cursussen op aanvraag: ATEX: Voldoet uw bedrijf aan deze richtlijn? - 1 dag, op aanvraag Dispersies in de industrie - 2 of 2,5 dag(en), op aanvraag Blootstelling aan elektromagnetische velden - 3 dagen, op aanvraag Interesse in andere cursussen op het gebied van chemie, procestechnologie of technisch management? Kijk voor alle cursussen op www.pao.tudelft.nl Postbus 5048 2600 GA Delft

015 278 83 50 info@paotechniek.nl

Advertentie PAO - Chemie Magazine - juni 2015.indd 1

15-6-2015 14:23:11

Safety is onze eerste prioriteit! We zien vaak dat de juiste ATEX kennis bij bedrijven ontbreekt. Tijdens het gratis ATEX-seminar geven wij u praktische handvatten om ATEX nisatie. in te regelen en te borgen in uw organisatie. en: Vragen die o.a. beantwoord worden: • Wanneer heeft u ATEX goed ingeregeld? geld? • Hoe houdt u het EVD up-to-date? • Welk risico loopt u wanneer ATEX niet goed op orde is?

ATEX seminar 17 september Postillion hotel Dordrecht

Hoe borg ik de ATEX wetet- en re regelgeving ege gelg lge lg geving binnen mijn bedrijf?

atex.actemium.nl


“ Is your plant ready for the future? “

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

Please visit us at www.yokogawa.com/eu


Transport

75 spitsmijdingen per week Vervoerders voor de chemie realiseren wekelijks 75 minder spitstransporten op de A15. Bovendien gaan chemiebedrijven, vervoerders en verladers beter samenwerken aan efficiëntere logistiek om files op de drukke weg te verminderen. Dat blijkt uit het onlangs afgeronde programma Beter Benutten van De Verkeersonderneming. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

S

amenwerken in de keten is het hoofddoel van Beter Benutten Logistiek in de Rotterdamse regio. Voor dit landelijke programma sloegen het Rijk, regionale overheden en het bedrijfsleven in 2012 de handen ineen om de bereikbaarheid in de drukste regio’s over weg, water en spoor te verbeteren en files te verminderen. Tijdens een bijeenkomst op 28 mei in de Markthal in Rotterdam werden de belangrijkste resultaten van het programma in de regio op een rij gezet. Een van de opvallende resultaten is dat er van 2012 tot 2014 14.167 structurele spitsmijdingen zijn gerealiseerd. Negenhonderd hiervan werden veroorzaakt door het programma Logistiek. Het project Truckspotten, waarbij trucks in de spits op de weg werden gespot, was in dit programma het meest effectief. “Vervoerders die vaak werden gezien, kregen een telefoontje van ons met het aanbod om te kij-

Foto: holl andse hoogte

Chemievervoerders helpen filedruk A15 verminderen

ken of we elkaar konden helpen”, vertelt Aernout van der Bend, directeur van De Verkeersonderneming. “Ook konden vervoerders en verladers 1000 euro per structurele spitsmijding verdienen. De vervoerders voor de chemie realiseren nu wekelijks 75 minder transporten op de A15.”

shift Top-20, het netwerk van vervoerders en verladers in de Rotterdamse haven, geeft een voorbeeld: “Zo zijn er chemiebedrijven die hun vervoerders extra betalen om buiten te spits te rijden. Deze ondernemingen willen niet het risico lopen dat er in de spits een ongeval met specifieke gevaarlijke stoffen plaatsvindt.”

Extra betalen

Nachtrijden

Van der Bend benadrukt dat efficiencyverbetering in de logistieke keten, zeker in de chemie, vooral een zaak van lange adem is. “Het logistieke vervoer is immers een ingewikkelde keten. Wanneer je het vervoer verandert, zorgt dat voor grote veranderingen bij alle partijen in de keten.” Toch vindt er volgen hem een verandering in de chemiesector plaats. “Bedrijven, vervoerders en verladers werken aan diverse projecten mee om efficiëntere logistieke oplossingen in kaart te brengen.” Jos Benders, voormalig topman van Lyondell en scheidend voorzitter van de Spits-

Een ander voorbeeld is de overstap van Den Hartogh Logistics naar meer nachtrijden. Daarbij levert het bedrijf tanks buiten de spits af om ze later weer gevuld op te halen, zodat chauffeurs er niet op hoeven te wachten. Hierdoor bespaart het bedrijf circa 20 minuten per rit. Verder onderzoeken Den Hartogh Logistics, Hoyer Group en GCA Nederland of ze samen iets kunnen doen aan vertragingen door piektijden bij laad- en losadressen. Meer informatie: Macco Korteweg Maris, 070 337 87 48, kortewegmaris@vnci.nl p

Marktplaats voor Logistiek De goede resultaten van Beter Benutten 1 (2012-2014) resulteren in een vervolgprogramma. Daarbij ligt de focus voor de chemie op meer spreiding van transporten en meer intermodaal transport vanuit de Maasvlakte en Botlek, bijvoorbeeld via spoor en water. Bovendien start in september het digitale platform Marktplaats voor Logistiek. Hierop kunnen verladers en vervoerders uit de regio Rotterdam logistieke vraagstukken en verbetermogelijkheden onder de aandacht brengen. juni 2015 Chemie Magazine 51


Niet voldoeN aaN ReaCH bReNgt uw bedRijfsCoNtiNuïteit iN gevaaR! Bent u Bereid dat risico te nemen? Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. de gevolgen van reacH worden steeds duidelijker nu ook de gebruikers de effecten zien en merken. inspecties door de overheid kunnen leiden tot boetes, vertraging bij import, zelfs stopzetten van activiteiten… daarom: Hou de controle over uw bedrijf! tno triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.: -- inspectie van uw reacH implementatiesysteem -- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen -- evalueren van risico’s met nano-deeltjes -- risico’s van humane- en milieublootstelling in kaart brengen -- opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s -- assisteren in reacH autorisatie/sVHc processen -- nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates Voor meer informatie zie onze website www.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op. tel: 088 866 1620 / e-mail: chemistry@tno.triskelion.nl

TNO.13.724 adv vnci 180 x 130.indd 1

03-05-13 16:04

BHT2012-005 adv BHT NL Automatie.indd 2

16-02-2012 17:27:35

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE mert g belem Wetgevinreststromen k gebrui

a gramm erkpro Leerw groot succes t DuPon

ne artpho mie De sm de che barst van

h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Lignine: de grondst of van de toekomst Duurzaamheid volgens Jan Paul van Soest

Maandblad

van de

g Verenigin

van

Indus

trie •

01

Adviezen voor circulair ondernemen

Maandblad van

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

ische Chem rlandse de Nede

Britten aan de slag met schaliegas

de Vereniging van

de Nederlands

Visiedocument basis dialoog onderwijs voor en industrie

e Chemische Industrie

• 03 • 19 maart

Chemische Industrie • 02 • 19 februari 2014

ri 2014 • 22 janua

AS E D B I O BN O M Y E CO O M T K IJ TERB DICH

JOHAN SANDERS

(WAGENINGEN

‘ OV ERSTAP N AA R BI O GA AT TE TR AAG’

2014

Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Digitaal veilighe idspaspoort ingevoe rd

UR)

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/


VNCI

VNCI nieuws Dag van de Chemie

Jaarverslag en Responsible Care-rapport

Of het nu gaat om Responsible Care, onderwijs en innovatie, dienstverlening en ondernemingsklimaat, wet- en regelgeving, communicatie of public affairs: de VNCI en de chemische industrie hebben in 2014 veel activiteiten ondernomen om de concurrentiekracht van de sector te versterken. Ze staan vermeld in het gecombineerde Jaarverslag en Responsible Care-rapport 2014: https://vnci.nl/nieuws/publicaties

Er zijn al dertig deelnemers voor de Dag van de Chemie op 26 september. De open dag biedt chemiebedrijven en gerelateerde organisaties (zoals ziekenhuislaboratoria, waterbedrijven, keuringsdiensten en onderwijs- en kennisinstellingen) de ideale kans om de omgeving te laten zien welke rol chemie speelt in het dagelijks leven en wat het belang van de chemie is. Inschrijven kan via de website van de Dag van de Chemie: www.dagvandechemie.nl.

Safety Deals

Op 1 juni lanceerden staatssecretaris Mansveld van IenM en Anton van Beek, voorzitter van het programma Veiligheid Voorop, zes veiligheidsplannen voor de chemische industrie als onderdeel van het programma Veiligheid Voorop. Via deze zogeheten Safety Deals investeren bedrijven en de overheid gezamenlijk verder in de veiligheid van de chemieketen.

Activiteitenbesluit Milieubeheer

De VNCI heeft alle lidbedrijven opgeroepen om aan te geven welke regels in het huidige Activiteitenbesluit Milieubeheer en het huidige Bouwbesluit 2012 leiden tot kosten die niet in verhouding staan tot het beoogde doel van de regelgeving. Dit zijn bijvoorbeeld investeringen in tijd, geld en moeite om aan de regels te voldoen. De VNCI gaat de feedback gebruiken om de regelgeving niet onnodig complex te maken voor grote chemiebedrijven.

In de media In Schelde Kringen van 31 mei stelde VNCIdirecteur Colette Alma in een artikel over de biobased economy dat de chemische industrie grote belangstelling heeft voor het grootschalig benutten van biobased grondstoffen, maar dat dit in de chemische industrie nog van de grond moet komen. Alma stelt dat er “flink moet worden aangepoot” en doet tevens een beroep op de overheid, die een grotere bijdrage zou moeten leveren om ervoor te zorgen dat biobased projecten een vlucht nemen en multinationals hier hun investeringen plegen. Op 18 mei meldde de VNCI in een persbericht dat de chemische industrie in Nederland een goed eerste kwartaal achter de rug heeft. De productie is met ruim 4 procent toegenomen ten opzichte van het laatste kwartaal van 2014. Ook de export is licht gestegen. De chemiebedrijven profiteren hiermee van de lage olieprijs en de gunstige dollar-eurokoers. Het persbericht is breed opgepikt door verschillende online en offline media, waaronder Het Financieele Dagblad, de Volkskrant, Trouw, NOS, BN De Stem, de telegraaf en Elsevier. “Maar de lage olieprijs is niet blijvend”, citeerde het FD VNCI-directeur Colette Alma. “Bedrijven zijn zich dan ook aan het voorbereiden op weer een hogere olieprijs.” Dat doen zij volgens Alma door nieuwe producten te ontwikkelen met hogere toegevoegde waarde, met een betere “performance”. Daarnaast is er terrein te winnen door in te zetten op recycling, hergebruik van polymeren, plastic afval en op een biobased economy. De Volkskrant citeerde directeur Ruud Koene van Rütger Resins, die stelt dat chemiebedrijven – door te innoveren – minder afhankelijk moeten worden van wisselkoersen en olieprijzen.

Nieuwe leden

Maschem

Maschem bouwt een ethoxyleringsfaciliteit op de site van Dow Benelux in Terneuzen. Er worden oppervlakte-actieve stoffen gemaakt op basis van alcoholen, oliën, esters, vetzuren en amines. De producten kunnen worden verwerkt in persoonlijke verzorgingsproducten en wasmiddelen. Het Indonesische moederconcern Musim Mas Group levert de palmolie die daarvoor nodig is. Maschem zal zelf operator zijn van de faciliteit, Dow levert grondstoffen en site-services.

Chemours

Het van DuPonts Performance Chemicals afgesplitste Chemours is een nieuwe, beursgenoteerde wereldleider in titaniumdioxide, fluorproducten en chemische producten. De naam weerspiegelt een focus op de wetenschap van de chemie en een verwijzing naar de oorsprong van de Du Pont-familie in het Franse Nemours. Chemours Nederland heeft het oude VNCI-lidmaatschap van DuPont Nederland overgenomen. Chemours heeft 37 productie-installaties in 12 landen. juni 2015 Chemie Magazine 53


Service MENSEN SAMENWERKENDE BEDRIJVEN EEMSDELTA

Frans Alting is vanaf 1 augustus de nieuwe directeur van Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE). Hij volgt Patrick Brouns op, die gedeputeerde Groningen voor Ondernemen, Financiën en Gemeentelijke herindeling is geworden. Alting heeft als voormalig regiodirecteur van de Kamer van Koophandel ervaring met belangenbehartiging, programma-management en ondernemingsadvisering. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als manager in het bedrijfsleven. Hij kent de regio goed en heeft een groot netwerk in overheid en bedrijfsleven.

COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie

NEFARMA

Gerard Schouw, nu nog Tweede Kamerlid voor D66, wordt per 1 augustus directeur van Nefarma, de brancheorganisatie van farmaceutische bedrijven die zich richten op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Hij volgt Michel Dutrée op, die tot 1 april directeur van Nefarma was. Schouw was eerder Eerste Kamerlid, fractievoorzitter en partijvoorzitter, wethouder in Dordrecht en adviseur bij Boer & Croon. Hij gaat bij Nefarma de gezamenlijke belangen van de leden behartigen, de vereniging naar buiten vertegenwoordigen (ook in de media), contacten onderhouden met de diverse stakeholders en leiding geven aan het bureau.

Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Joost van Kasteren, Emma van Laar, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

DNV GL

Remi Eriksen is de nieuwe groeps-CEO van DNV GL. Hij volgt Henrik Madsen op, die op 1 augustus met pensioen gaat. DNV GL levert wereldwijd diensten op het gebied van classificatie en technische inspectie, software en onafhankelijk advies aan de maritieme, olie en gas-, en energiesector. Daarnaast levert DNV GL certificatiediensten aan klanten in een groot aantal sectoren.

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk

KNAW

De KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) heeft zestien nieuwe leden gekozen, waarvan drie een link hebben met de KNCV (Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging): Joost Reek, Huib Bakker en Sjaak Neefjes. Leden van de KNAW, vooraanstaande wetenschappers uit alle disciplines, worden gekozen op grond van voordrachten van peers binnen en buiten de Akademie. Een lidmaatschap is voor het leven. Reek, hoogleraar supramoleculaire katalyse aan de UvA en KNCV-bestuurslid, houdt zich bezig met de ontwikkeling van supramoleculaire concepten in de katalyse. Bakker, hoogleraar spectroscopie aan de UvA/ FOM-instituut AMOLF en KNCV Gouden Medaillewinnaar, is wereldwijd bekend als expert in het onderzoek naar eigenschappen van water en ijs. Neefjes, groepsleider Antoni van Leeuwenhoek en KNCV-lid, is een internationaal vooraanstaand onderzoeker op het gebied van de cellulaire immunologie.

MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

WW.VNCI.NL/LINKEDIN

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

54 Chemie Magazine juni 2015

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Shutterstock ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

Manager Quality Assurance

services

Being a global industry leader DSM Nutritional Products faces the challenging position to satisfy needs and expand in a continously changing market through innovation, leading quality management and by driving a sustainability agenda. The Global Distribution Center of DNP is looking for a candidate with thorough experience in Process- (Life Science) and/or Logistics Industry, preferably in a multi-national environment. You ensure that the applicable Quality Standards are met whilst maximizing the efficiency and effectiveness of the flow of goods both in the Netherlands as well as global. An understanding of the dynamics of the business of DNP on the one hand, and knowledge of Law and Regulations, Corporate and Business Group Directives and Quality Guidelines on the other hand is crucial. The complexity of the job makes it challenging and requires that you have experience in auditing, in problem solving and decision making on quality issues within Supply Chain, and in project management. Interested? Then visit our website for more information.

DSM Nutritional Products Nederland BV - Venlo Dedicated to Excellence for 10 years!

matching the best in chemistry & life sciences

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food


Naadloos over naar ISO 14001:2015 Voor alle ISO-normen gaat de structuur flink op de schop. Eén gemeenschappelijke structuur voor het eenvoudig integreren van verschillende managementsystemen, dat is het idee. Wat is nieuw en wat gaat dit voor uw organisatie betekenen? Pak nu uw kans met onze praktische tips & trucs tijdens onze workshops en trainingen om de nieuwe elementen in te voeren in uw managementsysteem. September 2015 lijkt nog ver weg, maar begin op tijd met de voorbereidingen om een naadloze overgang zeker te stellen: - het plannen van specifieke trainingen op het gebied van Annex SL/High Level Structure - gap analyse en workshops specifiek op de voor u van toepassing zijnde norm: transitietraining ISO 14001:2015, ISO/DIS 14001:2015, ISO/DIS 9001:2015, enz. Voor een uitgebreider uiteenzetting van wat er staat te gebeuren bezoek:

www.lrqa.nl/herziening_iso_normen Gap-analyse nieuwe ISO-normen Om een goed beeld te krijgen van de impact van de nieuwe ISO 14001/9001 norm op uw managementsysteem, kunnen wij een gap analyse uitvoeren. Een Gap Analyse helpt u inzicht te krijgen in de status van uw managementsysteem: in hoeverre voldoet het systeem al aan de eisen van de betreffende norm? Aan het einde van de Gap analyse wordt er een rapportage en een eerste opzet voor een plan van aanpak opgeleverd. Elke Gap Analyse is maatwerk en uitvoerbaar vanaf € 1100,- (excl. BTW).

LRQA, uw partner voor certificatie en trainingen. • Annex SL • High Level Structure • Structuur ISO 14001 • Wat is nieuw? • Wat moet, wat mag? • Naadloze transitie • GAP Analyse • Coaching voor Integratie

Management Systemen

Transitietraining ISO 14001:2015 (gebaseerd op ISO/DIS 14001:2014) 1-daags / € 495 incl. locatiekosten, lunch, hand out & orginele versie van de ISO/DIS 9001:2014 Regio Midden Regio West

22 september 2015 24 november 2015

Workshop ISO/DIS 14001:2015 1/2-daags / € 150 incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 14001:2014 Regio Midden Regio West

23 september 2015 17 november 2015

Workshop ISO 9001:2015 1/2-daags / € 150 incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 9001:2014 Regio Midden Enschede Regio West

15 september 2015 30 september 2015 27 oktober 2015

T +31 (0)10 201 8445 training@lrqa.nl • www.lrqa.nl

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.