Snelle chemie met element 44, ruthenium
AVR Duiven is CO2-bron voor Air Liquide
Tweede jeugd voor Responsible Care
Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
MET SPECIALE BIJLAGE MARINUS Bijlage bij Chemie
2019 Magazine • 17 december
Marinus Tabak: ‘We gaan het klimaatprobleem oplossen’ RWE Eemshaven wordt CO2-neutraal Inspirerende mensen en bedrijven
MARINUS TABAK
R PLANT MANAGE19 OF THE YEAR 20
BERRY BÖGELS (FUJIFILM)
‘IK WIL ALTIJD DAT STAPJE EXTRA ZETTEN’
JAARGANG 61 • 12 • 17 DECEMBER 2019
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Lek- en afsluitertesten
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.nl
E info.netherlands@applusrtd.com
Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
INHOUD 12 | 17 december | 2019
14
MET DANK AAN LEGO, CSI EN DE NODIGE AMBITIE Met dank aan technisch lego, Crime Scene Investigation en de nodige ambitie schopte Berry Bögels het in een rap tempo tot postdoc. Zijn nieuwsgierigheid zette hij voort bij Fujifilm in Tilburg, waar hij als project leader nieuwe producten ontwikkelt, waaronder membranen. Hij zou graag doorgroeien richting management, meerdere projecten tegelijk begeleiden en het overzicht behouden. “Ik wil altijd net dat stapje extra zetten.”
AIR LIQUIDE LEVERT CO2 VAN AVR DUIVEN AAN GLASTUINBOUW Afgelopen zomer is afvalverwerker AVR in Duiven in samenwerking met Air Liquide begonnen met grootschalige afvang en distributie van CO2 uit de rookgassen. Het is voor Air Liquide, dat de CO2 levert aan de glastuinbouw in de regio, de vierde bron van CO2 in de Benelux. “Zo maken we ons veel minder afhankelijk van de grillen van de markt.”
21 december 2019 Chemie Magazine 3
Cooling, power and heating
Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie: T +31 (0)161 219 031 | E john@vanabeelen.eu
25 jaar
019
1994- 2
INHOUD 12 | 17 december | 2019
7
30
Onderzoekers van de TU/e ontwikkelden een snellere katalysator voor omzetting van elektriciteit naar waterstof
9 11 13 14 18 21
32
BTG wil in een nieuwe demoraffinaderij ruwe pyrolyse-olie gaan omzetten naar scheepvaartdiesel
06 07 08 09 10 11 44 45 46 47 48 49 50 86 87 88 89 90 91 92 93 104 105 106 107 108 109 110
24
Ruthenium is als katalysator onmisbaar voor de productie van medicijnen, chloor en kunststoffen
24 30 32 34 38 38
Voorwoord Manon Bloemer Kerstgedachte
ACTUEEL
Zeeland wil waterstoffabriek bouwen Vaatwasmiddelen uit suikerbietenpulp SABIC zet eerste stap in stadswarmte
ACHTERGROND
Human capital Berry Bögels over zijn werk bij Fujifilm Wetenswaardig Avantium opent MEG-demofabriek Waterstof AVR Duiven 4e CO2-bron voor Air Liquide Periodiek systeem Ruthenium versnelt de chemie Energie Snellere katalysator voor waterstof Uitgelicht Biobased scheepsbrandstof Responsible Care RC Rejuvenation-project van Cefic Mensen Colofon
MARINUS
34
Bijlage bij Chemie
2019 Magazine • 17 december
Marinus Tabak: ‘We gaan het klimaatprobleem oplossen’
Met het project Responsible Care Rejuvenation past Cefic het RC-beleid aan de actuele behoeften aan
RWE Eemshaven wordt CO2-neutraal Inspirerende mensen en bedrijven
MARINUS TABAK
ER PLANT MANAG 19 OF THE YEAR 20
3 4 8 11
MARINUS
Column Marinus Tabak gelooft in de energietransitie RWE Eemshaven wordt CO2-neutraal Inspiratie voor Plant Manager of the Year
december 2019 Chemie Magazine 5
Geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal CM1915_Stopper Chemie 210x148.indd 1
02-09-19 14:02
Voorwoord
KERSTGEDACHTE Met het nieuwe jaar voor de deur heb ik, zoals veel mensen, de neiging tot terugkijken en tot vooruitkijken. ‘Wat is dit jaar snel gegaan’ is mijn overwegende terugkijk-gedachte en ‘Wat gaat het nieuwe jaar brengen?’ de vooruitkijk-vraag. Bij de VNCI hebben we de laatste maanden gewerkt aan een nieuwe strategie, daarom ben ik geneigd om vooral vooruit te kijken. Maar laat ik één ding zeggen over het afgelopen jaar: de innovatiekracht en hoge ambitie van de chemische industrie hebben indruk op me gemaakt. Ik heb er vertrouwen in dat de industrie de ambities waar gaat maken, maar er is niet veel tijd, vooral omdat die tijd de neiging heeft zo vreselijk snel te gaan! Vooruitkijkend, bij het schrijven van de nieuwe strategie, hebben we eerst nagedacht over de visie voor de chemische industrie. Hierin staan, naast veiligheid, ook innovatie en verduurzaming centraal. En we stellen erin dat ‘werken in de chemie divers, uitdagend én relevant is’. Die boodschap uitdragen is één van mijn belangrijkste voornemens voor de komende jaren. Verder staat in de visie dat samenwerking de sleutel vormt tot succes. Samenwerken
in de keten, samenwerken in industriële clusters, samenwerken met energieleveranciers, met de afvalsector, met kennisinstellingen, met overheden. En ook samenwerking over de grenzen. Op deze manier kan de Nederlandse chemische industrie, nu méér dan ooit, het verschil maken en oplossingen bieden voor wereldwijde vraagstukken. We nemen in de visie dan ook enkele Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties op, zoals: Goede Gezondheid en Welzijn (goal 3), Eerlijk werk (8), Verantwoorde productie (12) en Climate Action (13). Heel duidelijk draagt de chemie bij aan het bereiken van deze doelen, en de ambitie is om daarin nog méér te doen. Als ‘kerstgedachte’ kan ik iedereen aanraden: verdiep je in de SDG’s. Kijk naar initiatieven die genomen worden en realiseer je hoe goed wij het in Nederland hebben. We zijn een enorm succesvol, verwend en gezellig volkje bij elkaar. We hebben een hoge economische welvaart (mede dankzij de chemische industrie), een goede gezondheid (idem) en ook niks te klagen over onze kwaliteit van leven (alweer: idem). Gelukkig zijn veel Nederlanders ook nog bereid om die welvaart met anderen te delen. En daarmee komen we uiteindelijk toch bij de echte kerstgedachte uit. Fijne dagen allemaal, op naar een mooi, veilig en innovatief 2020. Manon Bloemer, directeur Koninklijke VNCI
Bedankt voor het lezen van Chemie Magazine! Wij wensen je een mooi, veilig en innovatief 2020
december 2019 Chemie Magazine 7
SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING PROCESKOELING, PROCESVERWARMING EN HVAC OPLOSSINGEN
Chillers 1 kW tot 1600 kW
Temperatuurregelaars (TCU’s) tot 400°C | 6 kW tot 360 kW
Dry Air Cooler 100 kW tot 1000 kW
Chillers - Dry Air Coolers - Koeltorens - Temperatuurregelaars - Luchtbehandelingsunits Heaters - Boilers - Mobiele units VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7: 088 - 258 2580 | info@icscoolenergy.nl W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L
185x130-DutchAdvert.indd 1
05/09/2019 12:39
Actueel
FABRIEK BLACK BEAR KOMT IN ROTTERDAM Bandenrecycler Black Bear besloot na een grote brand in februari in zijn vestiging in Nederweert om elders een nieuwe, moderne fabriek te bouwen. De keuze voor de nieuwe Tyre-to-Carbon-Black-Upcycling-fabriek is gevallen op de haven van Rotterdam.
SHELL GEBRUIKT PLASTIC AFVAL OM CHEMICALIËN TE PRODUCEREN
B
lack Bear Carbon wint uit granulaat van afgedankte autobanden carbon black, een hoogwaardige grondstof voor allerlei toepassingen zoals pigment voor inkt, rubber, verf en plastic. “De haven van Rotterdam toont grote honger om onze volgende fabriek te faciliteren en heeft een aanzienlijk potentieel voor optimalisatie en synergie van onze technologie binnen het Rotterdamse industriële complex”, aldus Silvio Ghyoot, CEO van Black Bear Carbon. p
N
exus Fuels LLC uit Atlanta, dat plastic afval inzamelt en transformeert tot pyrolysevloeistof, heeft onlangs een eerste lading pyrolysevloeistof afgeleverd bij de chemiefabriek van Shell in Norco, Louisiana, VS. Daar werd de vloeistof verwerkt tot chemicaliën die de basis vormen voor alledaagse producten. De bedoeling is om de inzet van pyrolyseolie uit plastic afval op te schalen naar industriële en winstgevende hoeveelheden. Volgens een woordvoerder van Shell worden hiervoor momenteel ook de mogelijkheden bekeken voor de liquid crackers in Nederland (Moerdijk) en Duitsland (Rheinland). p
ZEELAND WIL ENORME WATERSTOFFABRIEK BOUWEN
FOTO: SHUT TERSTOCK
Z
eeland wil een waterstoffabriek van 1 gigawatt bouwen. Bestuurders en bedrijven uit Zeeland en Vlaanderen hebben daarvoor onlangs een plan gepresenteerd tijdens een symposium over waterstof. Kosten: 1 miljard euro. De waterstoffabriek zou er in 2030 moeten staan, waarschijnlijk in VlissingenOost, aldus een van de woordvoerders. Eerst wordt in 2025 een proeffabriek gebouwd ter waarde van 100 miljoen euro. De proeffabriek en de grote waterstoffabriek worden mogelijk gemaakt door de windmolenparken op zee die momenteel worden gebouwd. De initiatiefnemers hopen dat Den Haag de plannen gaat ondersteunen. p december 2019 Chemie Magazine 9
Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Procestechnologie en installaties
• Uitvoering grote projecten/turn arounds • Externe veiligheid/BRZO/PGS6
• Processchema’s, P&ID’s • Mechanische veiligheid, PED
• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s • Explosies
• Maintenance • Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)
• Gevaarlijke stoffen • Incidentenonderzoek
• Instrumentele beveiliging
• ATEX
Data: 19 maart, 26 maart, 2 april, 9 april, 16 april, 14 mei,
Schrijf je snel in, deze opleiding zit altijd snel vol!
11 juni 2020 en tentamen op 25 juni 2020.
T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_190801_Adv Procesveiligheid_190x130_wt.indd 1
01-08-19 10:58
Actueel Pulp van suikerbieten bevat waardevolle ingrediĂŤnten.
FOTO: SHUT TERSTOCK
VAATWASMIDDELEN EN BIOPLASTIC UIT SUIKERBIETENPULP
Pectines in suikerbietenpulp zijn waardevolle grondstoffen voor (vaat)wasmiddelen en biobased polymeren, zo blijkt uit onderzoek van Wageningen Food & Biobased Research (WUR), samen met Cosun, wasproducent Dalli de Klok en Rodenburg Biopolymers.
D
e pectines dienen als functionele vervangers van niet afbreekbare polymeren in vaatwasmiddelen. Daarmee zijn deze producten volgens de WUR milieuvriendelijker. Het aandeel biobased ingrediĂŤnten in vaatwasmiddelen is zo
hoger en het product is makkelijker afbreekbaar. Voor Dalli de Klok zijn de onderzoeksresultaten aanleiding om bietenpulp te gaan gebruiken in de productieprocessen. Voor bioplastics geldt dat bij gebruik van bietenpectines het aandeel biobased ten opzichte van fossiele content hoger wordt, waardoor de chemische industrie stappen kan zetten naar milieuvriendelijker produceren. Cosun, leverancier en verwerker van de bietenpulp, overweegt om bij voldoende onderbouwing voor volume en potentie van het product, te investeren in een proeffabriek. p
FORSE BESPARING AARDGAS IN EEMSHAVEN DOOR WARMTELEVERING Holland Malt, Groningen Seaports en RWE Eemshaven gaan samen de haalbaarheid onderzoeken om gasgebruik te besparen door warmte van de RWE-centrale te leveren aan Holland Malt, een wereldspeler voor de productie van hoogwaardig mout, dat onder andere gebruikt wordt voor de productie van bier. Voor het maken van mout is warmte nodig, waar tot nu toe Gronings aardgas voor wordt gebruikt.
D
oor gebruik te maken van warmte van de RWE-centrale kan het gebruik van aardgas naar nul worden gereduceerd. Daarmee wordt minimaal 20 miljoen kubieke meter aardgas bespaard. Behalve dat dit bijdraagt aan een verminderde emissie van CO2 en NOx, neemt gelijktijdig het rendement van de RWE-centrale toe. Daarnaast past dit uitstekend in de toekomstige ontwikkeling van RWE, waarbij warmte van bijvoorbeeld een elektrolyzer voor de productie van groene waterstof ingezet zou kunnen worden. Groningen Seaports ondersteunt dit
initiatief en zal in de rol van gebiedsbeheerder en ontwikkelaar zijn kennis van openbare infrastructuur in de vorm van een pijpleidingstelsel inbrengen in de studie. Warm water stroomt door deze leiding onder het Doekegatkanaal door, van RWE naar Holland Malt. Holland Malt zal de warmte gebruiken in zijn processen, waarna het afgekoelde water terugstroomt naar de centrale. Door deze innovatie wordt getracht de kosten zo laag mogelijk te houden om het project economisch aantrekkelijk te kunnen laten uitvoeren. p december 2019 Chemie Magazine 11
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal
CM1915_Stopper Chemie 105x148.indd 1
02-09-19 14:01
Leading the way
Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11
4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1
◆
e. leebv@vanderlee.nl
◆
i. www.vanderlee.nl
23-07-18 11:59
Actueel
Meer dan tweehonderd innovatieve bedrijven uit de hele wereld, onder andere uit Amerika, Hongkong en Israël, hebben zich aangemeld voor de ‘Sustainable Industry Challenge – Chemport Europe edition’. Hierin hebben Teijin Aramid, Suiker Unie, ENGIE, ESD-SIC en BioMCN uitdagingen voor de vergroening van de chemie en energiesector uitgezet. 29 bedrijven komen uit Nederland.
E
conomic Board Groningen organiseert de Sustainable Industry Challenge in samenwerking met partners uit de regio om snelgroeiende bedrijven met een mogelijke oplossing voor een van de uitdagingen te vinden en uit te nodigen naar de regio te komen. Innovatiebureau Unknown Group heeft samen met een wereldwijd team van experts de scale-ups van over de hele wereld geworven om zich aan te melden. Momenteel worden de aanmeldingen besproken met de vijf bedrijven die op zoek zijn naar oplossingen. Het is de bedoeling dat per innovatie-uitdaging vijf à tien bedrijven worden uitgenodigd voor de tweedaagse op 7 en 8 januari 2020. Tijdens deze dagen maken zij kennis met de vijf bedrijven. “Naast het vinden van de juiste technische oplossing, is het team dat eraan werkt minstens zo belangrijk voor een succesvolle samenwerking”, benadrukt Jorinde Wilbrink van Unknown Group. De grote finale vindt plaats op 8 januari 2020, tijdens de nieuwjaarsreceptie van Groningen Seaports in Delfzijl. p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site).
FOTO: CHEMELOT/SABIC
WERELDWIJDE BELANGSTELLING VERGROENING CHEMIE- EN ENERGIESECTOR NOORDGRONINGEN
SABIC ZET BELANGRIJKE STAP IN REALISATIE RESTWARMTELEIDING SABIC heeft tijdens de recente turnaround de eerste aansluiting geplaatst in zijn naftakraker Olefins 4, waardoor deze kan worden aangesloten op het stadswarmtenetwerk van Het Groene Net (HGN). HGN is een warmtebedrijf dat via een ondergronds warmtenet duurzame warmte levert aan bedrijven en woningen in Sittard-Geleen, Beek en Stein.
M
et de aansluiting is de eerste fysieke stap gezet in het project om woningen en kantoren in de regio aardgasvrij te maken met behulp van industriële restwarmte. Deze eerste stap is een concreet resultaat van de nauwe samenwerking tussen de diverse partners, waaronder HGN, SABIC, Chemelot, de provincie Limburg en gemeenten Beek, Stein en Sittard-Geleen. Het Groene Net maakt al gebruik van de hernieuwbare warmte van de biomassacentrale BES. Inmiddels zijn circa 650 woningen en 25 bedrijven en instellingen aangesloten, op termijn komen daar 20.000 tot 25.000 huishoudens en 80 kantoren bij. Volgens Bert Bosman, senior specialist duurzaamheid bij SABIC, is de verbinding met HGN het begin van een van de grootste duurzame warmtenetten van Nederland op basis van restwarmte uit de industrie, met voor HGN uiteindelijk een enorme besparing van aardgas en een vermindering van de uitstoot van CO2 met 47.000 ton. Daarnaast zijn er al concrete ideeën voor een verdere uitbreiding en koppeling van industriële restwarmte van Chemelot met een Limburgs warmtenet, waardoor nog meer woningen aardgasvrij kunnen worden. p
december 2019 Chemie Magazine 13
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.
Berry Bögels
R&D PROJECT LEADER BIJ FUJIFILM MANUFACTURING EUROPE
IK WIL ALTIJD DAT STAPJE EXTRA ZETTEN Met dank aan technisch lego, Crime Scene Investigation en de nodige ambitie, schopte Berry Bögels het in een rap tempo tot postdoc. Zijn nieuwsgierigheid kon hij voortzetten bij Fujifilm, waar hij nieuwe producten ontwikkelt. “Ik vind het heel mooi dat anderen verder willen werken met mijn onderzoek.” Tekst: Inge Janse
14 Chemie Magazine december 2019
Human capital
1
Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? Momenteel nog aan geen een. Ik doe aan product development, dus ik sta aan het begin van de ontwikkeling van producten. Omdat ik hier sinds 2017 werk, is alles waar ik aan werk nog lang niet op de markt. Waar ik aan werk, zijn producten voor het scheiden en zuiveren van bijvoorbeeld water, oplosmiddelen en gassen. Grote energieproducenten winnen ruw gas, en dat willen ze zuiveren en scheiden in losse onderdelen. Ik werk aan de producten hiervoor. Dat kan een membraan zijn, maar ook een complete module voor in een fabriek. In de beginfase van mijn werk weet ik al welke stromen ik wil scheiden of zuiveren. Dan bedenk ik welke moleculen ik nodig heb om zo’n filter te maken. Omdat ik projectleider ben, sta ik niet vaak meer op het lab, maar geef ik aan anderen het recept. Zij maken het filter en testen het resultaat. Die analysedata krijg ik terug, waarna ik kijk of het de goede kant op gaat, of dat we zaken moeten aanpassen.
FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT
2
Wat vertel jij je neefjes en nichtjes als zij vragen wat voor werk je doet? Dat het echt lijkt op koken. Ik verzin wat we willen maken en geef het recept aan collega’s. Zij koken dan daadwerkelijk wat ik heb verzonnen. Ook geef ik ze de middelen ervoor, dus de potten en pannen die ze nodig hebben. En daarna testen we of dat recept wat oplevert, en goed werkt voor wat het zou moeten doen. Het is een stuk lastiger om uit te leggen wat wij maken, want dan e december 2019 Chemie Magazine 15
NAAM Berry Bögels. LEEFTIJD 31 jaar. WOONPLAATs Eindhoven. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Geen. OPLEIDINGEN Promotie Chemische Technologie (Technische Universiteit Eindhoven, 2012-2016), master Chemie (Radboud Universiteit Nijmegen, 2009-2011), bachelor Chemie (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, 2005-2009), havo (Elzendaalcollege Boxmeer, 2000-2005). NEVENACTIVITEITEN Geen. WERKGEVERS R&D project leader en research engineer bij Fujifilm Manufacturing Europe B.V. (2017-heden), postdoctoraal onderzoeker bij de Technische Universiteit Eindhoven (2016-2017), stagiair en student-assistent bij de Radboud Universiteit Nijmegen (2009-2011), stagiair en medewerker bij Organon (2008).
moet ik gelijk naar de basis van de chemie. Misschien kun je het vergelijken met een visnet, want daar kan water wél doorheen, en vissen níet. Onze visnetten bevatten ook gaten, alleen dan heel klein, en zijn vaak heel dun en hard.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik groeide op in Oeffelt, een dorpje met een paar honderd inwoners tussen Nijmegen en Venray in. Ik was vroeger al bezig met autootjes en technisch lego. Op de havo lagen biologie, natuurkunde en scheikunde me goed. Ik begon op het Hoger Laboratorium Onderwijs met de richting biochemie, onder meer omdat de tv-serie Crime Scene Investigation me erg aansprak. Maar ik switchte binnen een jaar. Organische chemie vond ik
16 Chemie Magazine december 2019
‘Het maakt me gelukkig als ik iets nieuws ontdek’ veel interessanter, vanwege het zelf maken van moleculen en medicijnen waar je ook direct wat mee kon. Omdat ik nog jong was, wilde ik daarna nog niet werken. Ik stroomde door naar de master Chemie op de Radboud Universiteit. Pittig was dat wel, vooral de wiskunde. Gelukkig ging de scheikunde zelf me makkelijk af. Ik leerde daar wat je allemaal kan met polymeerchemie en vond de nanotechnologiekant heel interessant. Daarover heb ik ook mijn promotie-onderzoek gedaan bij de Technische Universiteit Eindhoven. Ik bleef in Eindhoven als postdoconderzoeker, maar na een jaar vond ik de eeuwige zoektocht naar funding te uitdagend. Ik koos daarom voor het bedrijfsleven. In het begin was ik bang dat ik de academische vrijheid om te onderzoeken wat ik zelf wil moest opgeven, maar hier bij Fuji heb ik een positie die me enorm aanspreekt. Ik sta aan het begin van al het onderzoek en heb veel vrijheid om onderwerpen uit te zoeken. Er zijn bijvoorbeeld weinig protocollen om op terug te vallen. Bovendien heb ik tijdens mijn promotie veel met membranen gewerkt, net als hier bij Fuji. Dat maakt mijn werk vergelijkbaar met dat op de universiteit.
4
Wat zou je je jongere zelf nu adviseren? Ik zou écht niet weten wat ik anders had moeten doen. Ik ben best tevreden met hoe alles gelopen is. Ik heb altijd mijn keuzes gebaseerd op mijn interesses. Zo ben ik snel op deze plek uitgekomen. Het is een kwestie van snel de goede beslissingen nemen, zoals na een jaar biochemie van richting veranderen, of na een jaar postdoc ermee stoppen. Er is dus geen
advies waarmee ik het leven van mijn jongere ik makkelijker had kunnen maken.
5
Wat levert je werk je op? Vooral heel veel voldoening. Ik vind het mooi om te zien hoe een idee via een project naar een product voor de markt gaat, dus van moleculair niveau tot echte werking. Het is heel mooi hoe enthousiast mijn collega’s hieraan meewerken. Ook zij halen hier veel voldoening uit. Ik verdien hier zeker wel genoeg, vooral in vergelijking met mijn jeugd, toen we weinig geld hadden. Dat geeft rust, niet altijd op je geld hoeven te letten. Mijn vrouw en ik houden bijvoorbeeld heel veel van reizen, en dat is best duur. Maar geld maakt niet op zichzelf gelukkig. Bij Fuji kunnen zaken snel veranderen, omdat de markt constant verandert. We besteden veel aandacht aan innovaties. Daardoor kan ik soms nieuwe dingen ontdekken. Dat houdt het interessant. En als ik iets nieuws ontdek, dan maakt dat me ook gelukkig. Ik ben daar niet ideologisch in, bijvoorbeeld dat mijn ontdekkingen per se voor een beter klimaat moeten zorgen.
6
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Mijn promotieonderzoek. Daar ging veel tijd in zitten, en ik moest me echt door die jaren heen worstelen. Ik dacht van tevoren te weten waar ik aan begon, totdat ik er daadwerkelijk mee geconfronteerd werd. Vooral tegen het einde vond ik het zwaar. Ik dacht: is dit het dan, mijn bijdrage aan de wetenschap? Maar als ik er langer over nadenk, dan heb ik toch wél wat nagelaten. Ik vind het heel mooi om te zien dat anderen verder willen
Human capital
werken met mijn onderzoek naar nanogestructureerde materialen voor scheidingstoepassingen. Ik onderzocht vooral de ontwikkeling van filters. Anderen kijken nu of die filters op grote schaal kunnen worden ingezet.
7
Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat zijn? Ik zou graag door willen groeien richting management, dus meerdere projecten tegelijkertijd begeleiden en het overzicht behouden. Ik wil graag meer meekrijgen van de dynamiek van al die projecten en de mensen die daaraan meewerken. Ik denk dat ik ambitieus ben. Ik wil altijd liever net dat stapje extra zetten dan blijven waar ik nu zit. Wat ik minder leuk vind aan mijn baan, is de administratieve rompslomp die er af en toe bij komt kijken. We zijn heel strikt met gevaarlijke chemicaliën. Wil ik daar iets mee testen, dan moet ik dat aanvragen. Dat kost tijd, meer dan op de universiteit. Maar dat is ook goed voor de veiligheid.
8
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Een van mijn hobby’s is reizen, dus ik zou met mijn vrouw een wereldreis willen maken, in ieder geval naar Canada en Australië. Maar het is niet voor mij weggelegd om een betaalde reisleider te worden. Daarvoor wil ik te graag een thuisbasis hebben. Gelukkig zie ik mijn werk meestal als hobby, juist vanwege die voldoening die ik eruit haal en de energie die ik ervan krijg. Er is dus niets dat ik nog liever wil doen. p
?
WIE IS BERRY NAAST ZIJN WERK?
Berry zwemt (“niet mijn grootste hobby”), fietst (“een aantal keren per jaar langere ritten, meestal met vrienden”) en staat op het punt om een hond te kopen (“ik denk een golden retriever”). Zijn grootste hobby is reizen: “Verschillende culturen zien, en de totaal verschillende natuur overal.” Zijn favoriete vakantieland is Brazilië.
Berry Bögels:‘Ik werk aan producten voor het scheiden en zuiveren van bijvoorbeeld water, oplosmiddelen en gassen.’ december 2019 Chemie Magazine 17
AVANTIUM OPENT MEG-DEMOFABRIEK MET EEN CAPACITEIT VAN
10 TON
PER JAAR
18 Chemie Magazine december 2019
Wetenswaardig
De opening van de demofabriek vormt een belangrijke mijlpaal in de commercialisering van de productie van biobased MEG. Naast voordelen op het gebied van duurzaamheid is de productie van biobased MEG ook kosten-
concurrerend ten opzichte van fossiele MEG. “Avantium is er trots op het eerste bedrijf ter wereld te zijn dat drie technologieën naar de demo-fase heeft gebracht: onze YXY-technologie, Dawn Technology en nu onze Ray Technology”, aldus Avantium-CEO Tom van Aken. “Het toont ons vermogen om geavanceerde technologieën in de waardeketen van hernieuwbare polyester op te schalen en te commercialiseren.” De demo-installatie met een capaciteit van 10 ton per jaar zal ook plantaardig MPG (monopropyleenglycol) produceren, dat in diverse industrieën wordt gebruikt, zoals cosmetica, farma en food. De installatie zal alle processtappen omvatten voor de omzetting van indus-
triële suikers in glycolen, waardoor MEG- en MPG-monsters kunnen worden geproduceerd die het eindproduct van latere fabrieken op commerciële schaal vertegenwoordigen. Volgens Zanna McFerson, managing director van Avantium Renewable Chemistries, zijn er al commerciële gesprekken gaande met partners die een economische kans zien voor de Ray Technology. “We praten met leveranciers van grondstoffen die hun markten willen diversifiëren, chemiebedrijven die een significante groeimarkt willen betreden en willen overstappen op een biobased economy en consumentenmerken die op zoek zijn naar plantaardige oplossingen voor hun textiel en verpakking.” p
FOTO: AVANTIUM
Op 7 november opende Avantium op het Chemie Park Delfzijl een demofabriek voor biobased MEG (mono-ethyleenglycol), een essentieel ingrediënt bij de productie van polyesters die veel worden gebruikt in textiel en verpakkingen. Tegelijkertijd presenteerde Avantium de naam van de innovatieve technologie om biobased MEG te produceren: Ray Technology - A Bright Step to The Future.
december 2019 Chemie Magazine 19
Goede voornemens om te groeien in 2020? Ja, het is weer de tijd van het jaar om terug te kijken en vooruit te plannen. Wat zijn uw plannen voor 2020: groeien, nieuwe landen en markten? Hoe zorg je er voor dat je goed met alle regelgeving omgaat in andere landen, op het gebied van industriële chemicaliën, biociden, gewasbeschermingsmiddelen, voedselcontact materialen, etc. U kunt proberen om al die regelgeving zelf bij te houden, of bij een expert neer te leggen. Met kantoren in 7 Europese landen, China, Thailand, Zuid Korea, Japan, Taiwan, Brazilië, de VS, kunnen we dit voor u met onze partners wereldwijd organiseren. Met bijna 600 mensen, bieden wij een enorme capaciteit, een breed scala aan expertise en vele jaren ervaring. Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen. Wetgeving is complex. Waarom zou u dat niet uitbesteden aan een deskundige partner?
Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels bijna 600 medewerkers in de vier continenten, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met: Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke Tel +31 (0)317 466 805 info@knoell.com www.knoell.com
Be the compliance superhero. Veeva helps you prepare for any challenges in your way. Veeva’s regulatory, quality, and claims management solutions help chemical companies bring innovative, high quality products to market faster without compromising compliance.
Learn more at industries.veeva.com/chemical
Agility at the speed of your imagination.
MARINUS Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2019
Marinus Tabak: ‘We gaan het klimaatprobleem oplossen’ RWE Eemshaven wordt CO2-neutraal Inspirerende mensen en bedrijven
MARINUS TABAK
PLANT MANAGER OF THE YEAR 2019
Toxic.nl Uw partner bij veilig werken met chemische producten Administratie, controle en actualisering van al uw stofinformatie.
Risicoprioritering op basis van CMR van uw chemische producten.
Persoonlijke ondersteuning door middel van hulp bij invoer, trainingen, webinars, en onze deskundige klantenservice.
Communicatie van de stofinformatie en specifieke werkinstructies per werkplek via werkplek instructiekaarten (WIKs).
Toxic biedt tevens opleidingen op verschillende niveaus en advisering bij onder andere PAS metingen, control banding en het opstellen van een RI&E. Vraag een vrijblijvende afspraak aan om te kijken of we u kunnen ondersteunen bel met (070) 3780162 of bericht ons via het contactformulier.
www.toxic.nl
Ondersteuning bij uw vervangingsbeleid van CMR-stoffen volgens zowel Nederlandse als Europese wetgeving.
INHOUD 2019
8
RWE Eemshaven: van kolen naar 100% biomassa
3 Column 4 Marinus Tabak gelooft in de energietransitie 8 RWE Eemshaven wordt CO2-neutraal 11 Inspiratie voor Plant Manager of the Year
Marinus Tabak ziet toekomst positief in
4
FOTO’S: HENK VEENSTR A
ACTIONS SPEAK LOUDER THAN WORDS Vandaag de dag hebben we het beter dan ooit. Dit geldt niet alleen voor Nederland, maar eigenlijk voor de hele wereld. Als je naar de UN Sustainable Development Goals kijkt, dan scoren we uitzonderlijk goed op nagenoeg alle doelen. Waar in 1966 meer dan 50 procent van de wereldbevolking in extreme armoede leefde, leeft nu minder dan 9 procent van de mensen in extreme armoede, terwijl het bevolkingsaantal is verdubbeld. Oké, 9 procent moet naar 0, maar laat de bovenstaande getallen eens op je inwerken en bedenk dan dat we dit in 50 jaar hebben gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor nagenoeg alle ontwikkelingsdoelen die wij ons als wereld hebben gesteld. Deze enorme vooruitgang wordt gemaakt door miljarden mensen die dag in dag uit werken aan een betere wereld. Naar welke sector je ook kijkt, of het de boer is, de operator in de fabriek, de docent voor de klas of de verpleger in het ziekenhuis, één ding hebben zij gemeen: het zijn mensen die daadwerkelijk iets doen en elke dag verbeteren – in plaats van er alleen maar over kletsen. Helaas, als je de krant openslaat of Twitter opent, krijg je een heel ander beeld van de wereld. Het lijkt wel of het nog nooit zo slecht is geweest als vandaag. Op veel congressen zie je dan een vlot pratend figuur op mooie gympen vertellen hoe slecht het wel niet gaat, dat de energietransitie pijn gaat doen en dat onze wereld binnen nu en 50 jaar niet meer bestaat, en oh ja: u moet zich daarvoor schamen. Als je dan vraagt wat we er eens aan gaan doen, blijft het angstvallig stil. Helaas blijft het meestal bij woorden en te weinig actie. Toch heb je beide nodig. Je hebt de tovenaar nodig die nieuwe dingen verzint, oplossingen implementeert en continu verbetert. Tegelijkertijd heb je profeten nodig die kritisch blijven kijken en alarmeren als het niet goed gaat. Het is als het ware een soort Plan Do Check Act-cyclus die we samen moeten doorlopen. Kortom, in plaats van polariseren moeten we weer gaan redeneren, meer vertrouwen hebben in wetenschap en geloof en zin hebben in voortuitgang. Dit is de reden waarom ik heb meegedaan aan de Plant Manager of the Year-verkiezing. Naast het feit dat het een enorme eer is en een geweldig compliment voor mijn team (zij doen het!), geeft het een kans om ook de gympen aan te trekken, het debat aan te gaan, en ons te laten zien als industrie. Want wij zijn doeners, uitvinders, en hebben oplossingen om ook het klimaatprobleem op te lossen. Maar dan moeten we wel meer naar buiten en vertellen wat we doen, waar onze uitdagingen zitten en ook eerlijk durven aangeven waar we nu nog problemen hebben. Ik ben ervan overtuigd dat we op deze manier UN-doel 13, climate action, echt wel gaan redden! Marinus Tabak Plantmanager RWE Eemshaven december 2019 MARINUS 3
FOTO: HENK VEENSTR A
2019
MARINUS TABAK VAN RWE EEMSHAVEN ZIET TOEKOMST POSITIEF IN
‘WE GAAN HET KLIMAATPROBLEEM OPLOSSEN’ 4 MARINUS december 2019
Marinus Tabak: ‘Bij biomassa wordt altijd de vraag gesteld hoe die hiernaartoe komt. Bij bananen hoor je die vraag nooit.’
Marinus Tabak werd afgelopen jaar tijdens het congres Deltavisie uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2019. Daarmee is hij een jaar lang het boegbeeld van de Nederlandse industrie. Als plantmanager van de kolencentrale RWE Eemshaven, die begonnen is met bijstook van biomassa, moet hij geregeld misverstanden uit de weg ruimen. “Het probleem is dat sommige kritiek onwaar is, en onwaarheden snap ik nooit.” Tekst: Igor Znidarsic
V
olgens de jury van de Plant Manager of the Year-verkiezing is Marinus Tabak ‘een open boek, communicatief zeer sterk, maar luistert hij vooral eerst naar anderen voordat hij “zijn” mening verkondigt. Hij formuleert zijn standpunten helder en concreet. Hij is een verbinder.’ Gevraagd naar de oorsprong van deze kwaliteit zegt hij: “Het heeft misschien met mijn jeugd te maken. Ik was enig kind, en met z’n drieën ben je meer op elkaar aangewezen. En doordat mijn ouders een eigen bedrijf hadden, zag ik van jongs af aan al dat je bij ondernemen anderen nodig hebt. In je eentje ga je snel, maar samen kom je verder.” Dat de plantmanager van energiecentrale RWE Eemshaven een tijdje in de gemeenteraad zat, hielp ook. Hij heeft er leren luisteren, beter gezegd: mensen observeren, want: “Hoe mensen kijken als ze iets zeggen, zegt vaak veel meer dan wat ze feitelijk zeggen.” Verder leerde hij er dat het belangrijk is om elkaars belangen te begrijpen en af te wegen. “Maar helaas worden in de politiek veel statements gemaakt. Daar kom je niet mee verder.” Zijn kwaliteiten als goede luisteraar en verbinder komen goed van pas in
een tijd waarin de klimaattransitie veel vragen oproept. ‘In deze tijd waarin de politiek kolencentrales wil sluiten om de CO2-reductie te realiseren, spreekt hij veel met ongeruste mensen die niet begrijpen waarom juist de meest schone centrales moeten sluiten’, aldus de jury, doelend op het kabinetsbesluit om alle kolencentrales per 2030 te sluiten. Tabak hoopt dat hij ‘zijn’ energiecentrale kan redden door van fossiele steenkool over te stappen op niet-fossiele biomassa.
Net als op kolen is daar ook de nodige kritiek op. Begrijp je die?
Marinus Tabak: “Over het algemeen wel. Maar het probleem is dat sommige kritiek gewoon onwaar is, en onwaarheden snap ik nooit. Onduidelijkheden snap ik wel. Er zijn wel onduidelijkheden rondom biomassa. Het is een heel ruim begrip. Waar heb je het over als je ‘biomassa’ zegt? Daarnaast snappen mensen vaak niet waarom biomassa CO2-neutraal is terwijl er toch CO2 uit de schoorsteen komt. Ik denk dat we dat duidelijker moeten vertellen, meer moeten uitleggen dat het in de klimaatdiscussie om fossiele CO2 draait. Die moet uiteraard onder de grond blijven.”
RWE Eemshaven stookt sinds kort houtpellets bij. Wat vind je van de kritiek dat deze over de zee worden aangevoerd met ‘vieze’ schepen?
“Bij biomassa wordt altijd de vraag gesteld hoe die hiernaartoe komt. Bij bananen, om maar wat te noemen, hoor je die vraag nooit. Laatst kocht ik bij de Albert Heijn een bakje blauwe bessen, dat schijnt gezond te zijn. Normaal staat er een Nederlands vlaggetje op, maar nu niet. Bleken ze te komen uit Argentinië. Dat is toch waanzin? Maar daar heeft blijkbaar niemand moeite mee. Met biomassa kennelijk wel. Ik vind dat bij elk product kritisch naar de supplychain moet worden gekeken. Wij doen dat met de biomassa, die bestaat uit reststromen – takken, zaagsel – uit de bosbouw, momenteel voornamelijk afkomstig uit de Baltische staten. De biomassa is onder meer gecertificeerd met het Green Gold Label en voldoet daardoor aan belangrijke duurzaamheidscriteria. De hele logistieke keten is in kaart gebracht, van de machines die gebruikt worden in het bos tot aan het pelletiseren en het transport. Die supplychain heeft nu nog een CO2-uitstoot. In de scheepvaart wordt wel nagedacht over verduurzaming en er zijn aller- e december 2019 MARINUS
5
‘Zolang we hernieuwbare energie niet kunnen opslaan voor als het niet waait of de zon niet schijnt, heb je een andere energiebron nodig’ lei initiatieven, maar momenteel is de sector nog niet CO2-neutraal. Die CO2 nemen wij wel mee in het effect dat de biomassa heeft op de CO2reductie van onze centrale. Ik vind dat we dat voor alle producten moeten doen, ook voor onze bananen en onze blauwe bessen.”
RWE Eemshaven wil opschalen naar 30 procent bijstook. De Commissie voor de milieueffectrapportage eiste dat eerst de milieueffecten werden onderzocht, die vooral afhangen van de precieze samenstelling van de biomassa. Is dat gelukt? “De milieueffectrapportage is goedgekeurd. We ontwikkelen nu plannen om op te kunnen schalen naar 30 procent bijstook.”
Avantium, hier op een steenworp afstand, gebruikt biomassa als grondstof voor nuttige chemicaliën. Is het
PLANT MANAGER OF THE YEARVERKIEZING
De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van het Petrochem Platform in samenwerking met de VNCI, VOTOB, Deltalinqs, Nogepa, het Havenbedrijf Rotterdam en het kennisplatform Het Nieuwe Produceren. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid. 6 MARINUS december 2019
niet beter om biomassa op die manier te verwaarden dan te verbranden?
“Wat Avantium doet is fantastisch. Maar elektriciteit, die wij uit de biomassa maken, is ook zeer nuttig. We laten er auto’s op rijden, we verwarmen er huizen mee, we laden er mobieltjes mee op, en je kan er ook waterstof mee maken, een heel nuttige grondstof voor de chemie. De discussie wat nuttiger is, stroom of biobased plastic, is zinloos, want je hebt beide nodig. Je moet daar iets intelligenter naar kijken. Kijk naar de olie-industrie. Toen in 1859 de eerste put in Pennsylvania werd geslagen, hebben we de olie de eerste 40 jaar gebruikt om er licht mee te maken met petroleumlampen. Daar werd maar een fractie van de olie voor gebruikt, de rest deden we niks mee. Totdat een slimmerik ontdekte dat je op een andere fractie auto’s kon laten rijden. Nog later kwam het plastic. Vandaag de dag kunnen we de olie voor 100 procent verwaarden voor producten die allemaal nuttig zijn. Zo zal het ook met biomassa gaan. Het punt is wel dat de olie-industrie 150 jaar de tijd heeft gehad, wij moeten het in 30 jaar doen. Overigens gebruikt Avantium momenteel ongeveer twee derde van de biomassa, wat overblijft is lignine. Dat gebruiken wij om er nuttige stroom mee te maken.”
Stel dat de wetenschap er binnenkort in slaagt om lignine te kraken in voor de chemie nuttige bouwstoffen, dan is dat geen reststroom meer.
“Dat zou fantastisch zijn. Ik hoop dat
wij dan die fabriek mogen bouwen. Tegen die tijd heeft deze centrale 40 jaar gedraaid en ziet de wereld er heel anders uit.”
Is biomassa niet gewoon een tussenoplossing, totdat we volledig over zijn op energie uit wind en zon?
“Probleem is dat biomassa nogal emotioneel geladen is. Het heeft te maken met natuur, met bossen. Zon en wind hebben dat niet, waardoor de discussie daar rationeler is. Maar ik denk dat biomassa goed kan bestaan naast andere energiebronnen. Er is in ieder geval voldoende van beschikbaar, zeker als je ook kijkt naar agro-residuen. Er worden honderden miljoenen tonnen stro verbrand in bepaalde landen. Als je dat kan mobiliseren … Biomassa is de meest overvloedige resource op aarde. Je kunt het gebruiken zonder inbreuk op de natuur. Al kun je je afvragen wat ‘inbreuk op de natuur’ precies is. Is landbouw dat niet?”
In 2030 wil RWE Eemshaven volledig CO2-neutraal zijn door 100 procent gebruik te maken van biomassa en zelfs meer dan neutraal door CO2 af te vangen. Hoe realistisch is dat?
“Nog los van hoe de politiek er nu naar kijkt en straks ernaar zal kijken, is het technisch allemaal haalbaar. De technieken voor inzet van biomassa en afvang van CO2 hebben een Technology readiness level van 9. Ze kunnen nu al op grote schaal en betaalbaar worden ingezet. Als we dat overal doen, kunnen we met z’n allen zonder schaamte op vakantie. Waar we mee zitten is de valley of
CV
Marinus Tabak studeerde Managerial Energy Economics aan de University of Oklahoma en heeft zijn diplôme d’ingénieur gehaald aan de École Nationale Supérieure du Pétrole et des Moteurs in Parijs. In Groningen studeerde hij onder andere bedrijfskunde. Sinds november 2017 is hij plantmanager van RWE Eemshaven. Daarvoor was hij er ruim 2 jaar manager operations. Hij begon zijn carrière als trainee bij Essent, waar hij onder andere Emissions Portfolio manager was bij Essent Energy Trading. Hierna werkte hij onder meer als performance engineer bij Amercentrale Geertruidenberg en als executive support manager voor de CTO (Chief Technology Officer) van Essent. Medio 2014 werd hij team leader Performance Engineering bij de Eemshaven-energiecentrale.
death die na TRL 9 komt. We concurreren nog altijd met fossiel. Steenkool is spotgoedkoop, gas ook. Biomassa kost het dubbele. Dat is het probleem. Je kan drie dingen doen om dit op te lossen: een heel hoge CO2-prijs, een subsidie op duurzame energie of een marktmechanisme dat je verplicht om duurzame stroom in te kopen. Het is aan de politiek om een keuze te maken.”
Staat deze RWE-centrale er nog in 2031?
“Ik denk dat de centrale pas verdwijnt als deze technisch is afgeschreven. Zolang we hernieuwbare energie niet kunnen opslaan voor de momenten dat het niet waait of dat de zon niet schijnt, heb je een andere energiebron nodig. Accupakketten zijn niet geschikt om energie van het ene seizoen naar het andere te brengen, energieopslag in waterstof of mierenzuur staat nog in de kinderschoenen. Daarom blijven grote energiecentrales nodig om de CO2-doelstellingen voor 2050 te
kunnen halen, mits deze centrales duurzaam zijn, en met 100 procent gebruik van biomassa is deze centrale dat straks. Al kan dat voorlopig niet zonder subsidie.”
Toen je de verkiezing had gewonnen, zei je dat je je wilde gaan inzetten om het beeld van de industrie te veranderen. Lukt dat?
“Ik ben minstens een keer per week op pad om ergens te spreken. Ik hoop ermee te bereiken dat mensen met een wat positievere blik naar de industrie- en energiesector kijken. Het is ook dankzij de industrie dat we het nog nooit zo goed hebben gehad als nu. De industrie bestaat niet uit kwaadwillende mensen, maar uit mensen zoals iedereen, die een stap vooruit willen maken. In die zin ben ik een optimist en denk ik dat we het klimaatprobleem gaan oplossen. Zeker als we nog meer geld en aandacht steken in innovatie.” p
december 2019 MARINUS
7
In het midden onderaan de schoorsteen de rookgasontzwaveling. Rechts de twee (identieke) energiecentrales, met ervoor de vliegasvangers. De vliegas gaat naar de beton- en cementindustrie.
EEMSHAVEN KAN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE LEVEREN AAN ENERGIETRANSITIE
EFFICIËNT EN SCHOON Vanaf 2030 mag steenkool niet meer gebruikt worden voor energieopwekking. De energiecentrale RWE Eemshaven hoopt door bijstook van biomassa 100 procent CO2neutraal te worden en zo een sluiting te voorkomen. Uiteindelijk kan de centrale zelfs CO2-negatief worden. Tekst: Igor Znidarsic
D
e RWE-energiecentrale in de Eemshaven werd in 2015 in gebruik genomen als kolencentrale. De Nederlandse overheid had de havengebieden van de Maasvlakte bij Rotterdam en de Eemshaven in Groningen aangewezen als locaties voor nieuwe centrales, vanwege de aanwezigheid van havens voor de invoer van steenkool en de beschikbaarheid van voldoende koelwater. De bouw van de ultramoderne centrale met een capaciteit van 1560 megawatt, genoeg om 2,5 miljoen huishoudens van stroom te voorzien, kostte ruim
8 MARINUS december 2019
2,5 miljard euro. Volgens plantmanager Marinus Tabak kon in 2006 bij de start van de ontwikkeling niet voorzien worden dat kolencentrales een decennium later ongewenst zouden zijn. “Ten eerste was Nederland toen bang om te veel afhankelijk te worden van buitenlands gas, vooral uit landen die om politieke redenen de gaskraan dicht zouden kunnen draaien. Ten tweede was energie vergeleken met de rest van de wereld hier veel te duur. De industrie klaagde steen en been daarover. Dat waren de belangrijkste issues toen: leveringszekerheid en prijs. CO2-
reductie was toen nog nauwelijks een thema.” Wel werd besloten om in de Eemshaven de meest moderne kolencentrale te bouwen, die vergeleken met oudere centrales 25 procent CO2 bespaart omdat deze 10 procent efficiënter is. “De tweede CO2besparing, zo was het plan, zou gerealiseerd worden met CCS (carbon capture and storage – red.), en de derde besparing met inzet van biomassa.”
Klimaatdoelstellingen
Anno 2019 is CO2-reductie wel het hoofdthema. Omdat kolencentrales
FOTO’S: HENK VEENSTR A
‘Aangezien de fossiele energiebronnen moeten worden afgebouwd, bleef er voor RWE één optie over: biomassa’
relatief veel fossiele CO2 uitstoten, is in het huidige regeerakkoord bepaald dat van de vijf kolencentrales er twee uiterlijk in 2025 moeten stoppen met het gebruik van kolen. Nu is besloten dat de Hemwegcentrale in Amsterdam al met ingang van 2020 sluit. De drie nieuwste centrales moeten vóór 2030 stoppen met kolen. Anders kunnen de klimaatdoelstellingen niet worden gehaald. Energiebedrijf RWE, dat twee kolencentrales heeft, wil sluiting voorkomen door met bijstook van biomassa de uitstoot van fossiele CO2 geleidelijk terug te brengen naar nul. “CO2-
besparing met CCS is nooit goed van de grond gekomen en lijkt zeker op korte termijn niet haalbaar”, aldus Tabak. “En aangezien de fossiele energiebronnen moeten worden afgebouwd, bleef er voor RWE één optie over: biomassa.” De Amercentrale in Geertruidenberg nadert de status van CO2neutraal als vanaf komend jaar tot 80 procent biomassa wordt meegestookt. Deze energiecentrale verstookt dan tot maximaal 20 procent kolen. De centrale in de Eemshaven stookt sinds afgelopen zomer 15 procent biomassa bij. Op termijn wordt dit mogelijk verhoogd naar e december 2019 MARINUS
9
RWE Eemshaven kan volgens Marinus Tabak een substantiële bijdrage leveren aan de energietransitie in Nederland.
30 procent en volgens Tabak uiteindelijk naar 100 procent.
Gipsindustrie
RWE Eemshaven bestaat uit twee zogeheten ultra-super-criticalketels. Ze zijn ontworpen om snel in- en uitgeschakeld te worden, waardoor ze geschikt zijn om de fluctuerende elektriciteitsaanvoer uit duurzame energiebronnen te compenseren. De centrale heeft volgens RWE dankzij een efficiënt verbrandingsproces een rendement van 46 procent, veel hoger dan het gemiddelde rendement van 36 procent van bestaande Nederlandse kolencentrales. Behalve dat de energiecentrale zeer efficiënt is, heeft deze dankzij moderne zuiverings- en filtersystemen een van de laagste emissies in zijn soort. 99,9999 procent van de schadelijke stoffen wordt uit het rookgas gehaald. De rookgassen worden ‘gewassen’ met een mengsel van kalksteen en water. Het zwaveldioxide in de rookgassen reageert met de kalksteen tot zuiver gips, dat geleverd wordt aan de gipsindustrie. Met behulp van statische elektriciteit wordt alle stof uit de rookgassen verwijderd. Deze vliegas gaat naar de beton- en cementindustrie. De biomassa die wordt bijgestookt is onder andere gecertificeerd met het Green Gold Label. Daardoor 10 MARINUS december 2019
Een van de plannen is om afgevangen CO2 te leveren aan de methanolfabriek van BioMCN voldoet deze aan belangrijke duurzaamheidscriteria.
Methanol
Behalve dat de energiecentrale in de Eemshaven straks 100 procent groene stroom levert aan een half miljoen huishoudens, levert de centrale ook een besparing op van 1,3 miljoen ton CO2 per jaar, omgerekend de CO2-uitstoot van 370.000 benzine- of dieselauto’s. Maar dat is
WATERSTOFFABRIEK
RWE en innogy willen op het terrein van RWE Eemshaven een waterstoffabriek bouwen met een capaciteit tot 100 megawatt. Het nabijgelegen windpark Westereems van innogy moet de elektriciteit gaan leveren. “We willen het windmolenpark aansluiten op een elektrolyzer en waterstof maken voor de industrie hier in het Noorden”, vertelt Tabak. “Waterstof is een belangrijke bouwsteen voor de duurzame chemie.”
niet alles. Tabak denkt dat de energiecentrale een substantiële bijdrage kan leveren aan de energietransitie in Nederland, niet alleen door CO2-neutraal te worden, maar door de niet-fossiele CO2 af te vangen en daarmee CO2-negatief te worden. “Wij kunnen dat met deze centrale. Ik denk dat hoe verder we richting 2050 komen, hoe meer dit een reële optie wordt.” Een van de plannen is om de afgevangen CO2 te leveren aan de methanolfabriek van BioMCN op hetzelfde industriepark. “Het is de enige methanolfabriek in WestEuropa en kan 1,5 miljoen ton CO2 met waterstof omzetten in groene methanol, wat weer een mooi bouwblokje is voor de chemie. Maar dan moet er wel voldoende waterstof beschikbaar komen.” p
Dat de Gasunie en het Franse energiebedrijf ENGIE een soortgelijk plan hebben, vindt Tabak geen probleem. De vraag naar waterstof is immers groot, alleen al vanuit de chemische industrie, die door gebruik van waterstof als grondstof kan verduurzamen. “Bovendien is het voor iedereen gunstig als de Gasunie hier een leiding aanlegt waar verschillende partijen op kunnen aansluiten.”
ENLIGHTENMENT NOW, STEVEN PINKER
DE ONBEKENDE ONDERZOEKER
Tabak, wiens vrouw in de farmacie werkt, heeft laatst ergens gelezen dat er een nieuw kankermedicijn op komst is. “Een pil, als je die slikt gaat het stofje direct naar de kankercel, die vervolgens zelfmoord pleegt. Een chemokuur is niet meer nodig. Ik vind dat fascinerend. Ik word er echt geëmotioneerd van als ik zie dat we dit soort dingen kunnen, dat de industrie, de chemie dit soort baanbrekende innovaties levert. En ik heb een mateloze bewondering voor die onbekende onderzoekers die 20 jaar werken aan een innovatie met zo’n mega-impact en nooit bekend worden.”
INSPIRATIE
Een boek waar Tabak veel inspiratie uit haalt is Enlightenment Now (The Case for Reason, Science, Humanism and Progress) van Steven Pinker. De uitgever prijst het boek aan met: ‘If you think the world is coming to an end, think again: people are living longer, healthier, freer, and happier lives, and while our problems are formidable, the solutions lie in the Enlightenment ideal of using reason and science.’ Bill Gates noemt het zijn favoriete boek ooit. “Ik ben een optimist en ik geloof in de vooruitgang”, aldus Tabak.
Welke personen en bedrijven bewondert Plant Manager of the Year 2019 Marinus Tabak? Waar haalt hij zijn inspiratie vandaan? Tekst: Igor Znidarsic
Nieuwe Cybertruck van Tesla.
FOTO’S: HOLL ANDSE HOOGTE, SHUT TERSTOCK
ALETTA JACOBS, HERINNERINGEN
Op het bureau van Marinus Tabak ligt het boek Aletta Jacobs, Herinneringen, een herziene uitgave waarin Aletta Jacobs haar strijd en overwinningen op het gebied van vrouwenemancipatie beschrijft. Zij was de eerste vrouw in Nederland die een hbs bezocht en de eerste die een universitaire studie afrondde. Volgens Tabak, die als zijn ouders hem niet op andere gedachten hadden gebracht geschiedenis was gaan studeren, is het aan mensen zoals zij te danken dat zoveel vrouwen vandaag de dag studeren en werken. Aletta Jacobs werd in 1877 de eerste vrouwelijke Nederlandse arts. Als arts propageerde ze het gebruik van voorbehoedmiddelen. Ze heeft ook 50 jaar gestreden voor het vrouwenkiesrecht, dat in 1919 een feit werd.
AMAZON EN TESLA
“Amazon is begonnen als online boekhandel en in no time uitgegroeid tot een van de belangrijkste en meest gewaardeerde bedrijven ter wereld.” Tabak vindt dit fascinerend en bewonderenswaardig. “Hetzelfde geldt voor een bedrijf als Tesla. Je hebt een revolutionaire visie en je gaat het gewoon doen, dat bewonder ik enorm. Het is trouwens opvallend dat dit allebei Amerikaanse bedrijven zijn.” p
december 2019 MARINUS
11
Uw partner voor een duurzaam beheer van chemisch & sensitief afval
On-site manpower
Innovatief webportaal met reporting
Kennis & expertise
GeĂŻntegreerde totaaloplossing in lijn met uw budget en proces
Veilig ADRtransport
Hoogtechnologische verwerking
Ompakken, op- & overslag
Recycling van materialen & energie
Samen met de Nederlandse industrie naar een circulaire economie www.indaver.nl
CO2
CO2 WORDT GELEVERD AAN TUINBOUW TUSSEN ARNHEM EN NIJMEGEN
AVR DUIVEN VIERDE CO2-BRON VOOR AIR LIQUIDE Afgelopen zomer is afvalverwerker AVR in Duiven in samenwerking met Air Liquide begonnen met grootschalige afvang en distributie van CO2 uit de rookgassen. Air Liquide levert de CO2 aan de glastuinbouw in de regio. Het is voor de leverancier van industriële gassen de vierde bron van CO2 in de Benelux. “Zo maken we ons veel minder afhankelijk van de grillen van de markt.”
FOTO: CEPHOTO UWE AR ANA S
Tekst: Igor Znidarsic
AVR in Duiven is de eerste afvalverbrander die op grote schaal CO2 afvangt.
e december 2019 Chemie Magazine 21
FOTO: THEO KOCK
De CO2-afvanginstallatie.
T
ot vorig jaar had Air Liquide in Nederland twee bronnen voor vloeibare CO2: via de kunstmestproductie uit aardgas op Chemelot, waar CO2 een bijproduct is, en zijn eigen fabriek in Rozenburg, die methaan uit aardgas omzet in waterstof, koolmonoxide en CO2. Sinds kort zijn daar twee bronnen bij gekomen. De eerste is een biovergistingsinstallatie in Zeeuws-Vlaanderen, die uit afval van de voedingsmiddelenindustrie, landbouw en uit mest biogas produceert. Door middel van membraantechnologie wordt daar het methaan van de CO2 afgescheiden. De tweede en meest recente bron is de afvalverwerker AVR in Duiven, waar CO2 uit rookgassen wordt afgevangen. Het is de eerste grootschalige installatie waar CO2 op deze wijze wordt afgevangen. “De CO2-markt is nogal grillig in verbruik”, legt Diederick Luijten, directeur Strategic Projects Air Liquide NEC Cluster, de keuze voor deze CO2-bron uit. “Elk jaar zijn er wel tekorten in de zomer en is er wel een CO2tekort in West-Europa. Vorig jaar bijvoorbeeld was door uitval van een aantal fabrieken de vraag veel groter dan het aanbod. In de zomer is de vraag het hoogst, met name door toepassingen in de tuinbouw, de drankindustrie en voor koel- en vriestoepassingen. De CO2-markt is de laatste decennia sterk afhankelijk geweest van energiemarkten, met name de prijs van aardgas had een grote invloed. Kunstmestproducenten zijn daarvan afhankelijk en hebben traditioneel de grote hoeveelheden CO2 beschikbaar. Als de gasprijs hoog is in Europa ten opzichte van andere geografieën, kunnen er CO2tekorten ontstaan. Daarom hebben we besloten om te diversifiëren. Zo maken we ons veel minder afhankelijk van de grillen van de markt en kunnen we onze klanten
22 Chemie Magazine december 2019
nog beter bedienen. Deze spreiding over vier grootschalige bronnen die alle actief zijn in andere markten, verstevigt onze marktpositie en maakt ons een stabiele leverancier.”
Win-win
De samenwerking met AVR is voor Air Liquide onder andere aantrekkelijk vanwege de locatie. Luijten: “We hadden nog geen CO2-productielocaties in Noord- en Midden-Nederland, waar ook een aanzienlijke tuinbouwmarkt bediend moet worden.” Een ander groot voordeel is dat AVR in Duiven juist in de zomer, als de vraag naar CO2 groot is, CO2 levert; en niet in de winter, wanneer de vraag laag is.” De CO2 bij AVR wordt afgevangen door de rookgassen op te lossen in een amine, vertelt Ad Wiltenburg, product manager Bulk & On Site Air Liquide Northwest Europe. “Om de CO2 daaruit terug te winnen moet de oplossing van amine en CO2 verwarmd worden. Het mooie nu is dat AVR, die elektriciteit en warmte produceert, de warmte in de winter aan de stad Arnhem verkoopt en in de zomer de warmteinfrastructuur kan benutten voor de CO2-afvanginstallatie. Door warmtekrachtkoppeling kan de installatie efficiënt bedreven worden om de CO2 uit de aminevloeistof te koken.” Het is volgens Wiltenburg een win-win: “Door deze samenwerking kunnen wij nu ook in de zomer CO2 leveren aan de tuinders in de regio en AVR kan ook in de zomer deze warmte nuttig toepassen. In de winter, als de warmte naar Arnhem gaat, kunnen wij geen CO2 afvangen, maar dat is niet erg, want dan is de vraag uit de tuinbouw toch erg laag. We kunnen de CO2 dan uit onze bronnen in Rotterdam en Geleen halen.”
CO2
‘Tuinders die normaal aardgas verbranden voor het opwekken van CO2 hebben door onze leveringen minder aardgas te verbranden en dat draagt bij aan het milieu’ In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het afvangen van CO2 bij een afvalverbrander en dit vervolgens leveren aan de glastuinbouw niet 100 procent ‘duurzaam’, in de betekenis dat er geen fossiele koolstof in het milieu terechtkomt. Ten eerste wordt niet alle CO2 in Duiven afgevangen, maar slechts 15 procent (60.000 ton per jaar). Wiltenburg: “Technisch zou je zo’n 90 procent kunnen afvangen, maar dat is commercieel gewoon niet haalbaar.” En ten tweede heeft de CO2 uit de rookgassen van AVR deels een fossiele oorsprong (veelal plastic) en komt uiteindelijk via de geteelde en verteerde gewassen weer in het milieu terecht. “Bij een verbrandingsinstallatie is in volume 60 procent en in tonnage 70 procent van biogene oorsprong, de rest, zo’n 30 procent dus, is van fossiele oorsprong. Je kan dus zeggen dat de CO2 die we afvangen voor 70 procent biogeen of duurzaam is.” Die CO2 wordt vloeibaar gemaakt en met speciale tankwagens vervoerd naar de afnemers, in onder meer de tuinbouwgebieden tussen Arnhem en Nijmegen. “CO2 is noodzakelijk voor de groei van planten, maar slechts een klein deel van de ingebrachte CO2 wordt door de plant opgenomen, de rest gaat door de ventilatie de openlucht in.”
AIR LIQUIDE
Air Liquide is een van de grootste leveranciers van industriële gassen, waaronder waterstof, koolstofmonoxide, koolstofdioxide, zuurstof, stikstof, methaan en syngas. Air Liquide Benelux Industries telt achttien sites, waarvan zeven in Nederland. De gassen worden onder meer toegepast in de industrie, research, elektronicasector en in de medische wereld. Air Liquide levert CO2 aan de tuinbouw (zijn grootste markt), de voedingsmiddelenindustrie en kleine hoeveelheden aan de farma en voor medische toepassingen. Voor de laatste drie markten gelden strenge eisen. Voor de voedingsmiddelenindustrie moet het product niet alleen food compliant zijn, maar ook als zodanig gecertificeerd, waarbij de frisdrankensector nog aanvullende eisen stelt. Hieraan wordt door Air Liquide hard gewerkt.
Klimaatwinst
De klimaatwinst lijkt dus klein, maar onderzoeksbureau CE Delft heeft berekend dat elke ton afgevangen CO2 toegepast in de tuinbouw een uitstootbesparing kan opleveren van 0,3 tot 0,5 ton. Luijten: “Tuinders die normaal aardgas verbranden voor het opwekken van CO2 hebben door onze leveringen minder aardgas te verbranden en dat draagt bij aan het milieu. Competitieve en betrouwbare CO2-levering zou tuinders minder afhankelijk maken van aardgas, wat een milieuwinst zou opleveren in combinatie met duurzame warmte, zoals geothermie.” p
FOTO: SHUT TERSTOCK
MYGAS
Om de klanten te ‘ontzorgen’, heeft Air Liquide recent de portal MyGas geïntroduceerd. “Zonder dat ze naar buiten hoeven om te kijken wat de niveaus van de gastanks zijn, kunnen klanten hier realtime de performance van de installaties zien”, aldus Luijten. “ Ze kunnen zien wat op welke locatie staat, ze kunnen de tankstanden bekijken en ook facturen, de laatste afleverbonnen of onderhoudsrapporten. Alle informatie is portable, via een app te benaderen. Vele duizenden klanten maken er al gebruik van en we zijn nog maar kort begonnen. We zijn er trots op dat we volledig met het digitale tijdperk meegaan en klanten zo helpen zich te concentreren op hun corebusiness.”
CO2 is noodzakelijk voor de groei van planten. december 2019 Chemie Magazine 23
VANWEGE 150 JAAR PERIODIEK SYSTEEM BESTEEDT CHEMIE MAGAZINE DIT JAAR AANDACHT AAN EEN AANTAL BIJZONDERE ELEMENTEN
44
ELEMENT NR. 44 LEVERT TOPPRESTATIES, OOK IN DE RUIMTE
SNELLE CHEMIE MET RUTHENIUM
Ruthenium 101.1
Het zeldzame ruthenium versnelt reacties. De katalysator is onmisbaar voor de productie van medicijnen, chloor en kunststoffen en zorgt ook voor een schone wc in de ruimte. Maar ruthenium is schaars, daarom zoeken wetenschappers naarstig naar ‘imitaties’. Tekst: Marga van Zundert
24 Chemie Magazine december 2019
Het wordt bijvoorbeeld gebruikt (als rutheniumoxide) voor anodes in de elektrolyse van zout tot chloorgas. Het katalyseert de oxidatie van chloride-ionen tot chloorgas.
Kunstmest
Ook voor andere grote industriële processen is ruthenium een goede katalysator. Denk aan het wegvangen van zwavel in olieraffinaderijen, de productie van ammoniak uit aardgas, azijnzuur uit methanol, en de recycling van zoutzuur tot chloor. “Maar omdat het schaars en daarom prijzig is, wordt in de praktijk niet altijd ruthenium gebruikt”, vertelt Jan Philipp Hofmann, docent en katalyse-onderzoeker aan de TU Eindhoven. “Veel kunstmestfabrikanten kiezen uit kostenoverwegingen voor ijzer als katalysator in het Haber-Boschproces, dat stikstof e
FOTO: NOURYON
A
mper een zeecontainer vol, zoveel ruthenium (element nr. 44) wordt er jaarlijks gedolven: zo’n 30.000 kilo. Het metaal komt vooral uit mijnen in Zuid-Afrika, Rusland en Zimbabwe. Het is eigenlijk een bijproduct van bekendere edelmetalen als platina, iridium en palladium. Het komt namelijk altijd samen met deze platinagroep-metalen voor in gesteenten. Ruthenium is het zeldzaamst. In pure vorm is het een zilverwit, glanzend en opvallend hard metaal. Ruwweg de helft van het gedolven ruthenium gaat in metaalvorm naar de elektronica-industrie. Het zorgt voor goed geleidende, stevige contacten op chips. Ruthenium is robuust: goed bestand tegen hitte en corrosie. Het overige ruthenium gaat naar de chemische industrie.
Ru
Periodiek systeem Ruthenium wordt als katalysator gebruikt voor anodes in de elektrolyse van zout tot chloorgas. Op de foto: Nouryon in de Botlek, dat het hart vormt van het geĂŻntegreerde chloorcluster aldaar.
december 2019 Chemie Magazine 25
Ruthenium is in 1844 ontdekt door de Russische chemicus Karl Karlovich Klaus.
‘Rutheniumverbindingen zijn stabiel, goed te hanteren, bruikbaar in water en kunnen tegen zuurstof: gewilde eigenschappen in een industrieel proces’
FOTO: SCIENCE HISTORY INSTITUTE
RUTHENIA
Bij elementen als americium, germanium, francium en polonium hoef je niet driemaal te raden waar de ontdekkers vandaan kwamen. Verrassender is wellicht dat ook ruthenium in dit rijtje thuishoort. Het metaal is in 1844 ontdekt door Karl Karlovich Klaus (1796-1864), een Russische chemicus, die ‘zijn’ element ook vernoemde naar zijn vaderland: Rusland. Hij koos daarbij voor de minder bekende Latijnse naam Ruthenia, waardoor de link niet voor iedereen direct duidelijk is. Al tweemaal eerder claimden chemici overigens de vondst van element nummer 44, maar alleen Klaus’ isolatiemethode kon door anderen worden gereproduceerd en bevestigd. Hij ontdekte het eerste ruthenium in afval van een platinaraffinaderij in Sint-Petersburg.
vastlegt als ammoniak, terwijl je met ruthenium bij lagere temperatuur en druk kunt werken en dus energie bespaart.” Een mogelijke oplossing is single atom catalysis, een concept waaraan ook de onderzoeksgroep in Eindhoven werkt. Hofmann: “Het idee is dat je met veel minder ruthenium toe kunt wanneer je het element echt alleen als katalysator gebruikt. Daartoe verspreid je rutheniumatomen op een geschikt dragermateriaal, dat de atomen vasthoudt en goed ‘presenteert’. Wanneer elk rutheniumatoom beschikbaar is voor katalyse heb je veel minder materiaal nodig.”
Veelzijdig
Maar waarom is juist ruthenium zo actief als katalysator? Hofmann: “Ruthenium kan veel oxidatietoestanden aannemen, van +2 tot +8, en is daar erg flexibel in. Dat maakt het 26 Chemie Magazine december 2019
‘Grubbs’ katalysator’ leverde de Amerikaanse chemicus Robert Grubbs in 2005 de Nobelprijs op.
een veelzijdige katalysator.” Die reactiviteit komt ook in de ruimte van pas. De NASA testte in het internationale ruimtestation ISS een in Duitsland ontwikkelde coating met zilver en ruthenium, AGXX genaamd, op de wc-deur. De antibacteriële eigenschappen van zilver zijn bekend, maar in combinatie met ruthenium blijkt de werking nog beter. Aan het oppervlak ontstaan in contact met bacteriën reactieve stoffen als waterstofperoxide en hydroxideradicalen die de organismen doden. Waar de coating was aangebracht bleken 80 procent minder bacteriën te gedijen. Eenzelfde effect als bleekmiddel, maar met het voor een ruimtestation belangrijke verschil dat AGXX slechts eenmaal per jaar hoeft te worden gereinigd, aldus NASA-onderzoeker Elisabeth Grohmann. De makers verwachten dat de coating ook nuttig kan zijn in waterfilters, watertanks, airco’s,
FOTO: ALCHEMIST-HP
Periodiek systeem
Een halve staaf hoogzuiver (99,99%) ruthenium, circa 40 x 15 x 10 mm, 44 gr.
Ruthenium zorgt voor stevige, goed geleidende contacten op chips.
wondverband en op scheepskielen om aangroei te voorkomen en zo stookolie te besparen.
Shortcut
In de fijnchemie, farmaceutische chemie en kunststofchemie is ruthenium sinds de jaren negentig vooral bekend als ‘Grubbs’ katalysator’. In 2005 kreeg de naamgever – de Amerikaanse chemicus Robert Grubbs – de Nobelprijs in chemie. Het gaat niet om ruthenium als vaste stof, als metaal, maar als verbinding. De Leidse scheikundige Sylvestre Bonnet ‘ontmoette’ ruthenium in zijn promotietijd in Frankrijk en bleef ermee werken: “Je kunt ruthenium helemaal ‘aankleden’, omringen met liganden. Het telt zes elektronen in de buitenste 4d-schil, die graag bindingen aangaan. Ruthenium is niet het enige element met die eigenschappen; iridium lijkt er bijvoorbeeld veel op,
maar rutheniumverbindingen zijn vaak ook erg stabiel en goed te hanteren. Ze zijn bruikbaar in water en kunnen tegen zuurstof. Eigenschappen die gewild zijn in een industrieel proces.” Grubbs’ katalysatoren maken metathesereacties mogelijk: reacties waarbij twee stoffen met dubbele binding groepen uitwisselen. Metathese is Grieks voor ‘verwisselen van positie’. De reactie is populair in onderzoekslaboratoria en in de fijnchemie. Een bekende toepassing is in de synthese van hepatitis-C-medicijn simeprevir. De reactie wordt ook toegepast voor de synthese van speciale rubbers, bijvoorbeeld te gebruiken om boorputten te isoleren en voor implanteerbare ooglenzen. Uitvinder Grubbs spitst zijn onderzoek steeds meer toe op ‘groene chemie’: omzettingen zonder organische oplosmiddelen en ‘shortcuts’ voor complexe stoffen. e
FOTO: UNIVERSITEIT LEIDEN
Mobiele generator op de bouwplaats van de N211 in 2018.
FOTO: DENS
BUS OP MIERENZUUR
In Eindhoven reed in 2017 een stadsbus op mierenzuur (HCOOH). Dat zuur kun je beschouwen als ‘opslag’ voor waterstof; de bus reed op waterstof (H2) die ter plekke vrijgemaakt werd uit mierenzuur. Met een rutheniumkatalysator kan het zuur namelijk efficiënt omgezet worden, en omgekeerd kan ruthenium waterstof vastleggen in mierenzuur met CO2. Mierenzuur is dus een soort waterstofbatterij. Een groot voordeel is dat het mierenzuur niet brandbaar en explosief is, zoals waterstof, en er dus minder veiligheidsmaatregelen nodig zijn. De stadsbus op mierenzuur was een idee van het TU/estudententeam FAST, onder begeleiding van katalysatoronderzoeker Evgeny Pidko. Voor transportdoeleinden is mierenzuur eigenlijk niet ideaal, omdat de energie-inhoud beduidend lager is dan bijvoorbeeld diesel – je sleept dus veel gewicht mee. Maar voor groene generatoren op een bouwplaats of festivalterrein lijkt het wel ideaal. Gebruik van waterstof is daar vanwege explosiegevaar verboden, maar een tank mierenzuur is geen probleem. Een deel van team FAST werkt binnen de start-up DENS nu op de Automotive Campus in Helmond aan de ontwikkeling van dergelijke mobiele generatoren.
Sylvestre Bonnet gebruikt ruthenium voor een chemokuur die pas gaat werken als je er licht op schijnt.
december 2019 Chemie Magazine 27
In 2017 dreef een rutheniumwolk van de Oeral richting Scandinavië, waarschijnlijk afkomstig uit het Russische Mayak-complex.
MYSTERIEUZE RUTHENIUMWOLK
FOTO: NA SA
Eind september 2017 was ruthenium plots in het nieuws. Meetstations van het internationale netwerk dat radioactieve straling monitort, rapporteerden straling afkomstig van de niet-natuurlijke isotoop ruthenium-106. De stof dreef in een mysterieuze pluim vanuit de Oeral richting Scandinavië over Europa. Direct gevaar was er niet, de hoeveelheid straling was gering. Maar wonderlijk was het zeker, vooral omdat er geen enkele melding was van een nucleair incident. Uit een reconstructie van het Franse ISRN blijkt dat de meest waarschijnlijke bron het Russische Mayak-complex was, waar gewerkt wordt met nucleair materiaal. Hoogstwaarschijnlijk is bij de bereiding van een cerium-isotoop een paar gram ruthenium ontsnapt, maar Rusland zwijgt nog altijd in alle talen.
‘Het idee is dat je met veel minder ruthenium toe kunt als elk atoom beschikbaar is voor katalyse’ Er zijn inmiddels verschillende bedrijven die Grubbs’ katalysatoren ‘op maat’ verkopen. Bonnet gebruikt ruthenium nu om kankermedicijnen te maken die pas werken wanneer ze worden bestraald met licht. Bonnet: “Ruthenium kun je activeren met zichtbaar licht. De energie van dat licht past als het ware precies bij de elektronen in de buitenste schil. Wij maken op basis van ruthenium prodrugs die 28 Chemie Magazine december 2019
uiteenvallen wanneer je ze bestraalt en pas dan echt toxisch worden. Dat kan bijvoorbeeld door de prodrug rond de tumor in te spuiten en vervolgens op de juiste plek licht door de huid te schijnen of – bijvoorbeeld bij darmkanker – een lampje op de juiste plek te brengen.” Onlangs testte Bonnet zijn concept voor de eerste maal bij proefdieren. “Het werkt, zonder schade buiten de doellocatie, maar het effect is nog niet zo groot als we zouden willen.”
Energietransitie
Een ander idee waaraan Bonnet werkt is kunstmatige fotosynthese: het omzetten van CO2 met zonlicht tot een nuttige, betaalbare brandstof – een heilige graal in de wetenschap van vandaag. Een belangrijke stap in fotosynthese is het splitsen van water. Toen cyanobacteriën zo’n 2,7 miljard jaar terug het trucje ontwikkelden, zorgde dat voor een
enorme sprong in de evolutie. Het aantal algen ‘explodeerde’. En het zuurstof dat ze produceerden maakte de evolutie van dierlijk leven mogelijk. Bonnet: “De natuur gebruikt mangaan als katalysator, maar dat is instabiel en niet erg efficiënt. In 1982 ontdekte de Amerikaanse chemicus Thomas Meyer dat een complex met een Ru-O-Ru-kern, genaamd blue dimer, water wel efficiënt kan oxideren. Maar helaas kan je dat proces niet opschalen. Daarvoor is er simpelweg niet genoeg ruthenium op aarde. De kunst is nu dus het katalyseproces te imiteren met beter beschikbare materialen.” In de afgelopen 40 jaar heeft dat nog niet tot commerciële successen geleid, maar Bonnet benadrukt dat er wel echt vooruitgang wordt geboekt. “Denk in termen van miljoenen keren sneller sinds het onderzoek startte.” p
FOTO: WIKIMEDIA / US ARMY CORPS OF ENGINEERS
Een coating met ruthenium maakt de deur van het toilet van ruimtestation ISS nagenoeg bacterievrij.
Kennis direct toepasbaar in de praktijk VIND JOUW CURSUS OP PAOTM.NL
ESSENTIALS OF PREDICTIVE ANALYTICS \ 4 en 9 maart 2020 dr. J.J.M. Rijpkema (TU Eindhoven)
WATERSTOF VOOR PROFESSIONALS \ 26 en 27 maart 2020 J. Reijerkerk MSc (Ekinetix)
RAM-OPTIMALISATIE EN ONTWERPBEOORDELING MET FMECA \ 13 en 14 mei 2020 ing. R. Korver
PRACTICAL DATA SCIENCE \ 6, 8. 13 en 15 mei 2020 dr. ir. J. Schuurmans MSc (DotX Control Solutions B.V.)
DATA MINING & BUSINESS ANALYTICS \ 7, 14, 21 en 28 oktober 2020 dr. J.J.M. Rijpkema (TU Eindhoven)
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT \ 5, 6, 12, 13, 19 en 20 november 2020 dr. A.P.J. van Deursen (TU Eindhoven)
THERMISCHE ANALYSE \ 18, 19, en 20 november 2020 ing. P.C. de Groot en ir. J.L. Brinkman (NRG Arnhem)
SCHRIJVEN ZOALS EEN INGENIEUR ONTWERPT \ 2 dagen in september 2020
WWW.HAMER.NET
INSCHRIJVEN? Dat kan op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl
NIEUWE KATALYSATOR MAAKT ENERGIEOPSLAG IN WATERSTOF 20X EFFECTIEVER
KLEINE MAAR BELANGRIJKE STAP Bij de omzetting van elektriciteit naar waterstof wordt traditioneel platina als katalysator gebruikt. Maar platina is schaars en duur. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven hebben nu een alternatief ontwikkeld dat goedkoper is en twintig keer effectiever. Het is een belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van elektrolyzers, onmisbaar voor opslag van energie uit wind en zon.
Een kleine brandstofcel, gebruikt voor testen in het lab.
30 Chemie Magazine december 2019
FOTO: SHUT TERSTOCK
Tekst: Igor Znidarsic
Energie
O
mdat hernieuwbare energie niet op elk moment beschikbaar is, is het belangrijk om de opgewekte energie te kunnen opslaan. Stoffen lijken daarvoor beter geschikt dan batterijen, en waterstof is daarbij het meest voor de hand liggend. Waterstof kan gemaakt worden met een elektrolyzer die (een overschot aan) elektrische energie met water omzet in waterstof, dat opgeslagen kan worden. Op een later tijdstip zet een brandstofcel het opgeslagen waterstof weer om in elektrische energie. Voor beide omzettingen is een katalysator nodig die het proces aanzwengelt. “Veel elektrolyzer-technologie stamt nog uit de jaren vijftig en is eigenlijk niet echt verder ontwikkeld”, zegt Emiel Hensen, hoogleraar katalyse aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). “Daar zijn nog stappen in te maken, met betere membranen en betere katalysatoren.” Een belangrijke stap heeft de TU/e onlangs gemaakt door, samen met Chinese, Singaporese en Japanse onderzoekers, een katalysator te ontwikkelen die twintig keer efficiënter is dan platina, die vanwege de hoge activiteit veelal bij deze omzettingen wordt gebruikt. Het onderzoek is gepubliceerd in Science.
Nanokooien
Omdat platina duur en schaars is, kan dit een probleem zijn als elektrolyzers en brandstofcellen op grote schaal toegepast gaan worden. “Collega-onderzoekers uit China ontwikkelden daarom een legering van platina en nikkel, waarmee de kosten omlaag gaan en de activiteit omhoog”, vertelt Hensen. Een effectieve katalysator zet per seconde meer watermoleculen om in waterstof. “Bij de TU/e hebben we de invloed van nikkel op de meest belangrijke reactiestappen onderzocht. Hiervoor ontwikkelden we een computermodel gebaseerd op beelden van een elektronenmicroscoop. Met kwantumchemische berekeningen wisten we de activiteit van de nieuwe legering te voorspellen en konden we begrijpen waarom deze nieuwe katalysator zo effectief is.” Naast de andere metaalkeuze, wis-
ten de onderzoekers ook de morfologie aan te passen. De atomen in de katalysator moeten namelijk een binding aangaan met de watermoleculen. Meer bindingsplaatsen leidt tot een hogere activiteit. Hensen: “Je wilt dan ook zoveel mogelijk metaaloppervlak beschikbaar maken. De ontwikkelde holle nanokooien zijn naast de buitenkant ook van binnenuit te benaderen. Zo ontstaat een groot oppervlak, waardoor meer materiaal tegelijkertijd kan reageren.”
Cv-ketel
Beide oplossingen blijken na het doorrekenen in Hensens model een twintig keer hogere activiteit op te leveren dan de huidige katalysatoren van platina. Dit resultaat hebben de onderzoekers ook teruggevonden in experimentele tests in een brandstofcel. “Een belangrijk kritiekpunt op veel fundamenteel werk is dat het zijn ding in het lab doet, maar als iemand het in een echt apparaat stopt dan werkt het vaak niet. Wij hebben laten zien dat het écht werkt.” Een katalysator moet zó stabiel zijn dat deze jarenlang kan blijven werken. De onderzoekers hebben de katalysator daarom 50.000 ‘ronden’ getest in de brandstofcel, en zagen daarbij een te verwaarlozen afname in activiteit. Hensen is samen met andere TU/eonderzoekers en industriële partners in Brabant betrokken bij het opstarten van het energie-instituut van de TU/e. Het doel is om de elektrolyzers die nu op de markt zijn flink op te schalen, tot een elektrolyzer op koelkastformaat van ongeveer 10 megawatt. “Ik hoop dat we straks in elke wijk in Nederland een elektrolyzer kunnen neerzetten, die de energie van de zonnepanelen op de daken in de wijk opslaat als waterstof. De ondergrondse gaslei-
Emiel Hensen: ‘Een belangrijk kritiekpunt op veel fundamenteel werk is dat het zijn ding in het lab doet, maar als iemand het in een echt apparaat stopt dan werkt het vaak niet. Wij hebben laten zien dat het écht werkt.’
dingen vervoeren voortaan waterstof, en de cv-ketel in huizen wordt vervangen door een brandstofcel, die het opgeslagen waterstof weer omzet naar elektriciteit.”
Industrie
Of elektrolyzers ook toegepast kunnen worden op de grote schaal van de (chemische) industrie, is volgens Hensen vooral afhankelijk van de kapitaalinvesteringen in de technologie. “Er zijn nog veel investeringen nodig om de technologie op een bepaalde schaalgrootte te kunnen toepassen. Het probleem van een elektrolyzer is dat deze niet altijd kan draaien, terwijl een bepaalde draaitijd wel nodig is om rendabel te zijn. Elke bijdrage om de technologie goedkoper te maken, maakt het mogelijk om de energie goedkoper op te kunnen slaan. Daarin liggen kansen voor de Nederlandse maakindustrie. Zonnecellen waren ook ooit duur, maar zijn nu spotgoedkoop.”De nieuwe katalysator is in ieder geval een stap in de goede richting. Klein weliswaar, maar belangrijk. “Dat ons onderzoek in Science is gepubliceerd, betekent dat erkend wordt dat het een doorbraak kan zijn”, aldus Hensen. p Het onderzoek is gepubliceerd in Science op 15 november, onder de titel ‘Engineering Bunched Pt-Ni Alloy Nanocages for Efficient Oxygen Reduction in Practical Fuel Cells’. DOI: 10.1126/science.aaw7493
ELEKTRICITEIT OF WATERSTOF VERVOEREN?
Wat is verstandiger: een grote elektrolyzer bouwen op de schaal van een elektriciteitsplant van bijvoorbeeld 1 gigawatt, of bij elk windmolenpark op zee of bij elke windmolen een elektrolyzer plaatsen? Verschillende studies wijzen uit dat waterstof vervoeren goedkoper is dan elektriciteit vervoeren. Waar voor elektrificatie veelal nieuwe kabels gelegd moeten worden, ligt er voor waterstof al het aardgasnetwerk, waarbij alleen bepaalde onderdelen zoals pompen en gasmeters moeten worden aangepast. Dit zou pleiten voor de tweede optie, met vervoer van waterstof vanaf de windmolenparken naar de gebruikers op het land. december 2019 Chemie Magazine 31
De demofabriek krijgt volgens CEO René Venendaal een capaciteit van 1000 ton per jaar. “Dat is voldoende om aan te tonen dat de technologie werkt en dient als basis voor verdere opschaling.”
32 Chemie Magazine december 2019
Uitgelicht
BIO-SCHEEPVAARTDIESEL UIT PYROLYSE-OLIE De Enschedese onderneming BTG wil een nieuw technologiebedrijf opzetten waar ruwe pyrolyse-olie wordt omgezet naar scheepvaartdiesel. De demo-raffinaderij, waar biobrandstof wordt gemaakt van pyrolyse-olie, krijgt een capaciteit van 1000 ton per jaar. Het nieuwe bedrijf, dat BTG-neXt gaat heten, richt zich in eerste instantie op de bouw van een demonstratie-raffinaderij waar volledig hernieuwbare scheepvaartdiesel kan worden geproduceerd uit pyrolyse-olie. Pyrolyse-olie wordt
gemaakt van natuurlijke restanten, zoals zaagsel en bermgras, en zou als vervanger van fossiele brandstof gebruikt kunnen worden. De nieuwe demofabriek heeft een beoogde capaciteit van 1000 ton scheepvaartdiesel per jaar. “Dat is voldoende om aan te tonen dat de technologie werkt en dient als basis voor verdere opschaling”, zegt René Venendaal, CEO van BTG. Doel is om op basis van de demo commerciële fabrieken met een capaciteit van enkele tienduizenden tot mogelijk honderdduizenden tonnen scheepvaartdiesel per jaar te realiseren.
Deze weg bewandelde BTG eerder met de productie van pyrolyse-olie. In 2008 werd hiervoor BTG-BTL opgericht. Ook werd de fabriek Empyro gebouwd in Hengelo, die aantoont dat het maken van olie uit zaagsel niet alleen technisch maar ook commercieel mogelijk is. Empyro is sinds 2019 onderdeel van afvalverwerkingsbedrijf Twence. BTG-BTL ontving dit jaar de eerste orders voor bijna exacte kopieën van de fabriek van ondernemingen uit Zweden en Finland, die daar vanuit de restanten van hun zagerijen pyrolyse-olie gaan maken. p
december 2019 Chemie Magazine 33
HARMONISATIE VAN DE BENADERING DOOR HEEL EUROPA
TWEEDE JEUGD VOOR RESPONSIBLE CARE 06 07 08 09 10 11 44 45 46 47 48 49 50 86 87 88 89 90 91 92 93 104 105 106 107 108 109 110
 34 Chemie Magazine december 2019
Responsible Care
Met het project Responsible Care Rejuvenation past Cefic het RC-beleid aan de actuele behoeften aan. Belangrijk onderdeel ervan is een zelfevaluatielijst voor chemiebedrijven. Het initiatief stelt ze in staat om een continue verbeteringscyclus op te zetten. Het mikt op harmonisatie van RC door heel Europa. De belangstelling – ook van buiten Europa – is groot. Tekst: Leendert van der Ent
‘W
e vonden dat de Europese benadering van Responsible Care (RC) na meer dan 30 jaar aan verjonging toe was”, zegt William Garcia, executive director van de Europese organisatie van de chemische industrie Cefic. “Het concept heeft de afgelopen decennia de gedachte van continue verbetering in de Europese chemiesector bevorderd. Met de groeiende interesse van de maatschappij en bedrijven in duurzame ontwikkelingen, achtten we de tijd rijp om RC te verbinden met de ISO-normen, Corporate Social Responsibility en de UN Sustainable Development Goals.” Dus startte Cefic met het project Responsible Care Rejuvenation. Een korte voorgeschiedenis: in 1985 lanceerde de wereldwijde chemische industrie het concept van Responsible Care. Het idee erachter is om op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu verder te gaan dan de wettelijke voorschriften. Met
ILLUSTR ATIE: ROY WOLFS
DE RC-PARADOX
Responsible Care kunnen chemiebedrijven, de nationale chemische industriefederaties en hun partners vrijwillig een continue verbeteringscyclus inzetten. Concrete doelen zijn bijvoorbeeld efficiënt grondstofverbruik en afvalreductie. Ook transparante verantwoording over de prestaties hoort daarbij.
Zelfevaluatie
De invulling van het RC-beleid bleef een zaak voor het dertigtal nationale chemische industriefederaties in Europa. Sommige federaties gingen vooroplopen, andere gaven RC minder prioriteit. Garcia: “Ook met de Rejuvenation blijft RC-beleid een vrijwillige, nationale verantwoordelijkheid. Maar als Cefic wilden we wel de aanpak binnen Europa harmoniseren. Daarnaast wilden we de nationale federaties ondersteunen in de uitvoering. In de praktijk hadden chemiebedrijven in veel landen nog geen vragenlijst om met Responsible Care aan de slag gegaan.” Daarom heeft Cefic de ‘renovatie’
In landen waar Responsible Care volwassen is, wordt het onderwerp steeds minder als apart thema benoemd, constateert senior manager Responsible Care bij de VNCI Sjoerd Looijs: “Responsible Care-beleid is steeds meer geïntegreerd geraakt in de normale bedrijfsvoering. RC maakt onderdeel uit van de reguliere activiteiten die bedrijven op het gebied van arbeidsveiligheid, milieu, logistieke veiligheid, procesveiligheid, product stewardship en security ontplooien. Daarom hoor je de term Responsible Care steeds minder, terwijl er in de praktijk eigenlijk steeds meer aan wordt gedaan.”
van RC in gang gezet door het opstellen van een vragenlijst voor zelfevaluatie. De ontwikkeling ervan was geen eenvoudige taak, omdat deze vragenlijst behalve op de ISOnormen en de UN Sustainable Development Goals ook met de International Council of Chemical Associations (ICCA) moest worden afgestemd. De lijst bevat 110 vragen, verdeeld over zes bestaande hoofdstukken, gebaseerd op de zes elementen van het Responsible Care Global Charter uit 2014. Een toelichting van vijftig pagina’s ondersteunt de bedrijven bij het invullen. Aan de uitkomst van de vragenlijst kan het bedrijf zien hoe volwassen zijn RC-beleid is. Er zijn vier niveaus: van ‘startend’ tot ‘vergevorderd’.
Positief
Op 20 juni van dit jaar lanceerde Cefic dit nieuwe RC-managementraamwerk en het instrument voor zelfevaluatie, nadat het uitvoerig was getest door 55 bedrijven in heel Europa. Daaronder waren drie Nederlandse deelnemers. Garcia: “We moedigen bedrijven aan om ermee aan de slag te gaan. Het is bedoeld voor alle bedrijven, maar chemische multinationals hebben meestal al een corporate beleid. Vooral het mkb kan zijn voordeel doen met het nieuw ontwikkelde instrument. Bedrijven kunnen beoordelen waar ze staan met RC en hoe ze zich kunnen verbeteren. Dat laatste is een nieuw aspect.” Garcia geeft aan dat het commentaar op de vragenlijst dat bij Cefic terugkwam overwegend positief is. Enkele reacties: “Het is een helder geordend instrument. De tips helpen om verbeteracties en bedrijfsdoelen te definiëren”, “De antwoorden helpen je om best practices te ontdekken” en “Het is een goed instrument om de stand van zaken in het RC-beleid naar het management en belanghebbenden te communiceren.” Vanuit een grote organisatie klonk het zo: “Het levert een goede benchmark. Daardoor kunnen we de prestaties van verschillende sites in verschillende regio’s goed met elkaar vergelijken.”
Op de kaart
Op termijn zullen de evaluaties interessante uitkomsten op een ge-
e
december 2019 Chemie Magazine 35
‘Ook bedrijven en federaties uit China, India, Zuid-Amerika, Japan en Korea tonen grote belangstelling’ aggregeerd niveau opleveren. Nu is het daarvoor nog te vroeg. Als de bedrijven de zelfevaluatie hebben ingevuld, krijgen ze een rapportage. Dat geeft ze, samen met extra informatie, een zetje in de rug in hun verbeteringsproces. Sinds 20 juni heeft Cefic het RC Rejuvenation zo goed mogelijk op de kaart gezet. Manager Responsible Care Giulia Casasole van Cefic: “Inmiddels hebben we al in dertien landen van noord tot zuid en van west tot oost lanceringsbijeenkomsten bijgewoond. Bij elf daarvan waren we aanwezig, in twee gevallen ging het om webinars. We hebben bepaald niet stilgezeten.” Zo’n workshop is er in Nederland niet geweest. Casasole: “De VNCI en de Nederlandse pilotbedrijven hebben een grote bijdrage geleverd aan de vragenlijst. Dat waarderen we zeer. Workshops in Nederland hebben niet de prioriteit, omdat de VNCI en chemiebedrijven in Nederland, net als in bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en Spanje, vaak al verder zijn. We proberen ons te focussen op de landen met een kleinere federatie in Zuid- en Oost-Europa.” RC Rejuvenation overschrijdt zelfs de Europese grenzen, maakt Garcia duidelijk. “Voor de zelfevaluatie met het idee van de vier volwassenheidsniveaus, in lijn met de zes hoofdstukken van het RC wereldwijde charter, tonen ook bedrijven en federaties uit China, India, ZuidAmerika, Japan en Korea grote belangstelling.”
Tweetrapsraket
Garcia vertelt dat de lancering van de vragenlijst voor zelfevaluatie nog maar de eerste trap van een tweetrapsraket voor RC-vernieuwing is. Nu is het tijd voor de tweede trap, die uit verschillende onderdelen bestaat: “We zijn druk bezig een webbased platform in te richten, 36 Chemie Magazine december 2019
waar bedrijven zelf hun volwassenheidsniveau kunnen vaststellen en algemeen geaccepteerde verbeteringspraktijken kunnen overnemen in hun RC. Om de drempel tot gebruik verder te verlagen, is de vragenlijst – inclusief de vijftig pagina’s toelichting – inmiddels al in vijftien verschillende talen vertaald.” De vragenlijst is op maat gesneden voor chemische productiebedrijven. Garcia: “De nieuwe webgebaseerde ontwikkeling bevat al voorbereidingen op vragenlijsten die zijn toegesneden op distributeurs en transporteurs in de sector. En ten derde komen er een app en een webpagina op de Cefic-website. Daarop komen alle vragen beschikbaar, evenals een database met informatie over good practices. De nieuwe applicatie zal benchmarking mogelijk maken op basis van de antwoorden op de vragen die vele andere gebruikers hebben gegeven.” Momenteel is Cefic bezig een ITbedrijf te selecteren om de opdracht uit te voeren. Als het goed is kan dat bedrijf in januari 2020 van start. In september 2020 moet de webgebaseerde zelfevaluatie live gaan. p
ANDERE INSTEEK
De Responsible Care-vragenlijst die de VNCI hanteert, heeft een andere insteek dan de vragenlijst van Cefic. Senior manager Responsible Care bij de VNCI Sjoerd Looijs: “Onze vragenlijst is outputgericht en kijkt merendeels kwantitatief naar de behaalde verbeteringen, zoals minder emissies of incidenten. De Cefic-vragenlijst is vooral gericht op het RC-proces zelf, dus het managen van de diverse verbeteracties. Het is nog niet zo makkelijk die twee verschillende insteken te koppelen. Dat neemt niet weg dat we wel een tool gaan aanbieden aan bijvoorbeeld nieuwe leden met geen of weinig RC-ervaring.”
HET NEDERLANDSE PERSPECTIEF: ONTLASTEN DOOR AANPAK OP MAAT
“De nationale chemieverenigingen zijn de ‘eigenaren’ van het RCbeleid”, zegt Sjoerd Looijs, senior manager Responsible Care bij de VNCI. “RC is sinds jaar en dag een vrijwillig, maar niet vrijblijvend instrument. In Nederland zien we Responsible Care vanuit de VNCI sinds 2003 als een (ver)plicht(ing) om tot minder milieubelasting te komen en veilig om te gaan met chemicaliën. We hebben vastgesteld wat bedrijven ervoor moeten doen en hebben een webtool om de voortgang te meten. Tegelijk hebben we begrip voor het feit dat leden die wat verder van de hardcore chemie afstaan, zoals de Vereniging van Fabrikanten van Industriële Gassen en de Vereniging van Geur- en Smaakstoffenfabrikanten NEA, moeite hebben met de RC-verplichting, die van nature meer gericht is op de processen en producten van de chemische industrie. Daarom hebben we een aantal jaren geleden al, voordat het Cefic Rejuvenation-project van start ging, onze Responsible Carewerkwijze aangepast aan het soort lidmaatschap. Kleinere bedrijven met minder dan vijftig medewerkers en geassocieerde leden die geen grote gevaren en risico’s kennen, kunnen volstaan met een ‘RC light’. Daarbij zijn ze 90 procent van de vragen kwijt en is het invullen van onze RC-light-vragenlijst weinig werk.” Ook de andere leden ontlasten we zo veel mogelijk, zodat ze geen dubbel werk hoeven te doen. Gegevens die we al indirect via publieke databases binnenkrijgen, vragen we niet. Al met al zijn de RC-verplichtingen voor onze leden beperkt tot het instemmen met het wereldwijde programma, het jaarlijks invullen van onze vragenlijst en het opstellen van een verbeterplan indien het bedrijf duidelijk achterblijft. Meer dan 95 procent van onze leden doet dat ook.” www.responsiblecare.nl
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
Veilig werken met VAPRO
Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
11/01/17 09:36
MENSEN DSM
CEO Feike Sijbesma van DSM draagt zijn verantwoordelijkheden per 15 februari 2020 over aan zijn collega’s van de raad van bestuur Geraldine Matchett en Dimitri de Vreeze. Hij wil ‘andere zakelijke en persoonlijke rollen nastreven’. Sijbesma was 20 jaar lid van de raad van bestuur en 13 jaar CEO. Onder zijn leiding transformeerde DSM van een bedrijf in bulkchemicaliën naar een bedrijf dat zich richt op voeding, gezondheid en duurzaam leven. Geraldine Matchett trad in 2014 in dienst bij DSM als CFO en lid van de raad van bestuur. Zij zal zich als co-CEO richten op financieel management en communicatie op de kapitaalmarkten, kapitaalallocatie, talent- en cultuurontwikkeling en digitale strategie en nieuwe manieren van werken. Dimitri de Vreeze trad in 1990 in dienst bij DSM, heeft meerdere functies bekleed en is sinds 2013 lid van de raad van bestuur. Hij zal zich richten op operationele levering, VGM, klantgerichtheid, groei en efficiëntie stimuleren, evenals innovatie- en Onderzoek & Ontwikkeling-programma’s. Sijbesma blijft nog tot 1 mei in dienst om voor een soepele overgang te zorgen.
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl
Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse,
UNIVERSITEIT TWENTE
De Universiteit Twente heeft professor Jos Keurentjes per 1 november benoemd als programmadirecteur Energy Innovation, een nieuwe functie met focus op energietransitie. Keurentjes was sinds 2014 als chief scientific officer lid van de Raad van Bestuur van TNO en verantwoordelijk voor de samenwerking tussen wetenschap, industrie en overheid. Daarnaast onderhield hij intensief contact met de internationale industrie en was hij actief binnen het veld van de overheid. Daarvoor werkte hij bij AkzoNobel, onder andere als corporate director Technology and Open Innovation en als executive vice president Industrial Chemicals.
Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk Impressed, Pijnacker
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 06 284 730 51.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
38 Chemie Magazine december 2019
Beeld cover TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
Erik van der Burgt ISSN 1572-2996
Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs 2018)! Laborant Technical Field Support
Wat bieden wij?
Heb jij een chemische studie afgerond, vlotte babbel, affiniteit
•
Mooi salaris en secundaire voorwaarden
met metaal oppervlaktebehandeling en wil je niet de hele dag
•
Werken in een no-nonsense werkklimaat
op het lab staan? Dan is dit jouw functie! In deze rol word je
•
Opleidingsmogelijkheden
middels een intensief opleidingstraject klaar gestoomd voor de functie van Sales & Process Engineer.
Solliciteren Stuur jouw CV en motivatie naar
Sales & Process Engineer
Robbin Verbeek (HR):
In deze rol ben je binnen een gedreven team verantwoordelijk
r.verbeek@adinternationalbv.com
voor de verkoop van chemische producten voor de behandeling
0167 - 526982
van metaaloppervlaktes. Met enthousiasme verdiep je jezelf in bestaande accounts (circa 60%) en ga je op zoek naar nieuwe (internationale) klanten en afzetmogelijkheden.
Vragen? Mail Robbin!
Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com
Prettige feestdagen Season’s greetings ●
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed
EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods
MEMBER OF THE
BARK PACKAGING GROUP