Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie
JAARGANG 60 • 01 • 25 JANUARI 2018
IEC 61482-2
Class 1 ATPV 11.5 cal/cm²
EN 1149-5
EN 13034-6
3 3 EN 343
EN ISO 11611 Class 1 A1
EN ISO 11612 A1B1C1F1
NEW
HAVEP® MULTI SHIELD
Feel like a hero. Act like a hero.
EN ISO 20471
GENORMEERDE VEILIGHEIDSKLEDING DIE EXCELLEERT IN COMFORT EN UITSTRALING Ontdek HAVEP® Multi Shield. De nieuwe generatie veiligheidskleding die lekker licht draagt, er goed uitziet en 100% bescherming biedt tegen de risico’s die met jouw werk gepaard gaan. Bovendien is de collectie industrieel wasbaar (EN ISO 15797). Kies voor veiligheid, comfort, uitstraling en duurzaamheid. Onderschat de invloed van werkkleding niet. Het maakt je dag. Dus ga ervoor!
TIE OP ONTDEK DE COLLEC /MULTISHIELD WWW.HAVEP.COM
INHOUD 01 | 25 januari | 2018
14
‘POSTUUM NOBELPRIJS VOOR UITVINDERS VAN DE PIL’ Voorvechters van vrouwenemancipatie zijn nog altijd wat blij met de maatschappelijke en seksuele bevrijding die de anticonceptiepil heeft gebracht. “De uitvinders zouden postuum de Nobelprijs moeten krijgen”, zegt Cisca Dresselhuys, oud-hoofdredacteur van Opzij. Eerste deel van een serie over chemische innovaties van de afgelopen 100 jaar die ons leven drastisch hebben veranderd.
DE LEDEN VAN HET EERSTE UUR Bij de oprichting op 17 mei 1918 telde de Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie 21 leden. De meeste bedrijven zijn in de loop der jaren gestopt of na fusies en overnames opgegaan in het grotere geheel. Enkele bedrijven zijn echter nog op dezelfde locatie actief én zijn nog steeds lid van de VNCI.
34
januari 2018 Chemie Magazine 3
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Lek- en afsluitertesten
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.nl
E info.netherlands@applusrtd.com
Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
INHOUD 01 | 25 januari | 2018
7
20
1918-1928: het prille begin van de Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie
7
NIEUWS 9 11 13 14
30
Ton Heemskerk, director EHS bij Hexion, over zijn dynamische carrière in de industrie, die begon met een chemiedoos
42
‘Ruimte voor clusters’, onderdeel van het programma Duurzame Veiligheid 2030, lanceert drie thema’s
20 22 26 28 30 34 39 42 46
22
Hoe staat het met de veiligheid in Nederland? De Bosatlas van de veiligheid geeft het objectieve antwoord
Voorwoord Colette Alma Gouden leeftijd Evenementen
49 50 50 50
Groen gas op Goeree-Overflakkee Innovaties die veiligheid kunnen verbeteren Grootste elektrolyse-unit van Europa
ACHTERGROND
VNCI 100 Jaar Grote chemische innovatie: de anticonceptiepil VNCI 100 Jaar 1918-1928: de beginjaren van de VNCI Veiligheid Bosatlas van de veiligheid toont de feiten VNCI 100 Jaar Chininefabriek een van de oprichters van VNCI Contractors SSVV en Deltalinqs ontwikkelen praktijktraining Arbeidsmarkt Ton Heemskerk over zijn werk als director EHS bij Hexion VNCI 100 Jaar Hoe is het de 21 leden van het eerste uur vergaan? Veiligheid Nulmeting staat van de assets Nederlandse chemie Veiligheid 2030 ‘Ruimte voor clusters’ in Duurzame Veiligheid 2030 Biobased Krachtenbundeling in Bio Treat Center VNCI Nieuws Mensen VNCI Online Colofon
januari 2018 Chemie Magazine 5
EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods
MEMBER OF THE
BARK PACKAGING GROUP
Voorwoord
GOUDEN LEEFTIJD In 1918 verenigden 51 chemische en farmaceutische bedrijven zich in de Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie. Zij wilden samen optrekken om hun belangen te bevorderen. In die tijd was de beschikbaarheid van grondstoffen een van hun grootste zorgen. Nu, 100 jaar later, is de VNCI nog altijd een bloeiende vereniging. Een vereniging die zich nog steeds sterk maakt voor een veelheid van gezamenlijke belangen. En frappant genoeg is ook de discussie over grondstoffen weer actueel, zij het in een andere context. In de tussenliggende jaren heeft zowel de industrie als de VNCI zich sterk ontwikkeld en heeft de verbinding van de industrie met de samenleving nieuwe vormen aangenomen. De rijke historie van de vereniging en van de chemische industrie van de afgelopen 100 jaar biedt dan ook stof genoeg voor een serie artikelen in Chemie Magazine, onder meer over de chemische inno-
vaties die ons leven hebben verbeterd. Het eerste vindt u op pagina 14. Het feit dat de VNCI de gouden leeftijd van 100 jaar heeft bereikt, is ook reden voor trots. Trots op de onwaarschijnlijk belangrijke bijdrage die de chemische industrie aan de hedendaagse samenleving levert, en trots op de vereniging die een belangrijke rol speelt in het verstevigen van de relatie tussen industrie en samenleving. We zullen ons 100-jarig bestaan dan ook groots vieren. Bestaande chemische innovaties en innovaties die nog in het verschiet liggen zullen de rode draad vormen van diverse activiteiten dit jaar. Graag nodig ik u uit om dit unieke feest met ons mee te vieren. En ik wens u van harte een gelukkig, gezond en succesvol jubileumjaar toe.
Colette Alma, directeur VNCI
EVENEMENTEN 29.1 Partners in Energie-uitdagingen Evenement van ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor bedrijven die bezig zijn met energiebesparing en duurzame energieopwekking. Locatie: Midden Nederland Hallen, Barneveld Organisatie: RVO.nl en NVZE i.o.v. ministerie EZK 11 t/m 12.4 VeiligheidsCoalitie 2018 Tijdens de beurs Safety & Health @Work wordt op 11.4 de VeiligheidsCoalitie van het jaar gekozen. Locatie: Rotterdam Ahoy Organisatie: Veiligheid Voorop en Industrielinqs
24.5 Energy Tech Day Hét netwerkevent over de technologische ontwikkelingen op energiegebied. VNCIdirecteur Colette Alma is dagvoorzitter van de interactieve parallelsessie. Locatie: Igluu, Eindhoven Organisatie: Management Producties 30.5 Process Safety Congress Bijdrage aan het verder verbeteren van de procesveiligheidscultuur, nodig om complexe installaties waarin gevaarlijke stoffen omgaan te beheersen. Locatie: Van der Valk Hotel, Dordrecht Organisatie: Process Safety
VERGADERINGEN VNCI 30.1 WG Arbeidshygiëne 31.1 BG Energie en Klimaat 6.2 WG Juristen 7.2 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu 8.2 BG Duurzaamheid 8.2 BG Human Capital 14.2 BG Innovatie 27.2 WG Arbeidsveiligheid 6.3 VNCI Advocacy Team
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN januari 2018 Chemie Magazine 7
TRAINING
Basis PGS 15: de (on)mogelijkheden van de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Tijdens de training is er veel aandacht voor de praktische toepassing van de voorschriften en de daaraan verbonden consequenties/valkuilen. Aan de hand van opdrachten en het bespreken van voorbeelden uit de praktijk zullen situaties realistisch en vanuit meerdere invalshoeken benaderd worden.
Data:
am Amsterd t r a a 29 m Delft 22 juni -
De docent is betrokken geweest bij de herziening van de PGS15 en zijn ddaardoor uitstekend toegerust om toelichting te kunnen geven op de ccomplexe inhoud.
Meer data en informatie op: www.nen.nl/trainingbasisPGS15
Actueel
GROENEWATERSTOFCONVENANT OP GOEREE-OVERFLAKKEE
De Chinese delegatie van het ministerie van Milieu was onder de indruk van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven.
CHINEZEN ONDER DE INDRUK VAN SAMENWERKING BIJ INCIDENTEN Hoe gaat een groot industrieel complex om met incidenten waarbij de kwaliteit van het oppervlaktewater in gevaar komt? Deze vraag stond eind vorig jaar centraal tijdens een bezoek van een Chinese delegatie van het ministerie van Milieu aan Chemelot.
’C
hina heeft de afgelopen jaren grote problemen gehad met industriële lozingen die de kwaliteit van het oppervlaktewater in gevaar brachten”, zegt Peter Westerbeek, plaatsvervangend hoofd van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en een van de leden van de Nederlandse delegatie die de Chinezen eind november ontving. “Hoewel ze veel technologische kennis in huis hebben, willen ze vooral leren hoe het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid samen dit soort incidenten aanpakken.” Na een bezoek aan het meetpunt van Rijkswaterstaat in Eijsden, waar continu de kwaliteit van het binnenkomende Maaswater wordt gemeten, liet de Chinese delegatie zich op Chemelot informeren over de responsorganisatie van Chemelot, over de koepelvergunning voor alle bedrijven op de multi-user-site (Marc Dassen, CEO van Sitech) en over de wijze waarop men bij Chemelot met incidenten omgaat en welke middelen de bedrijfsbrandweer tot zijn beschikking heeft (Rob Smeets, performance engineer risicobeheersing en incidentbestrijding van Sitech). De delegatie vond het interessant dat de dienstdoende leider actiecentrum bij incidenten kan
beslissen over de bedrijfsvoering van alle fabrieken (van verschillende eigenaren). Tevens kreeg de delegatie uitleg over de werking van de industriële afvalwaterzuiveringsinstallatie van de Chemelot-site en hoe men omgaat met de bescherming van het milieu tijdens incidenten (Wiel Felder, manager IAZI). Ook de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven bij incidenten kwam uitgebreid aan bod. Zo werd de delegatie geïnformeerd over de wijze waarop hulpdiensten en hulpverleners snel kunnen omschakelen naar één organisatie die het incident bestrijdt. Hiervoor is de in Nederland gehanteerde Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) besproken. Vervolgens bezocht de Chinese delegatie een innamestation van Waternet in Nieuwegein. Hier zag men hoe de drinkwaterproductie door voorzuivering en innamestops van verontreinigd oppervlaktewater is beschermd tegen industriële lozingen. Verder werd duidelijk dat de chemische industrie drinkwaterbedrijven onmiddellijk waarschuwt om de inname van oppervlaktewater te stoppen als er een ongewenste lozing is geweest. De Chinese delegatieleider toonde zich onder de indruk van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven en sprak van een leerzaam bezoek. De samenwerking tussen Nederland en China op het gebied van crisisbeheersing bij industriële ongevallen zal volgens Westerbeek de komende jaren verder vorm krijgen. p
Tijdens het Goeree-Overflakkee Energy Island congres op 8 december heeft Gasunie samen met 28 partijen, waaronder Siemens, Havenbedrijf Rotterdam, Stedin, Yara en Connexxion, het regionale groene-waterstofconvenant ondertekend, met als doel de ontwikkeling van een groenewaterstofeconomie op het Zeeuwse eiland.
O
p Goeree-Overflakkee leveren windmolens, zonneparken en een getijdencentrale in 2020 al meer stroom dan de 50.000 inwoners nodig hebben. Goeree-Overflakkee is dan 125 procent energieneutraal en houdt groene energie over. Dit overschot kan worden omgezet in groene waterstof, wat een kansrijke basis vormt voor de ontwikkeling van een groene-waterstofeconomie op het eiland, in relatie met de waterstofmarkt in de regio, de elektriciteit uit wind op zee en de energy hub Rotterdamse Haven. Het programma van het convenant omvat verschillende deelprojecten, die worden onderzocht en zo mogelijk uitgevoerd: p lokale productie van groene waterstof op basis van elektrolyse; p toepassing van waterstof in de mobiliteit; p een demonstatiefabriek voor groene-ammoniakproductie; p een demonstratiewijk waarin bestaande gebouwen door middel van groene waterstof worden verwarmd; p een visie op de ontwikkeling van een regionale waterstofrotonde; p netbalancering met opslag van elektriciteit via elektrolyse. januari 2018 Chemie Magazine 9
C
M
Y
Hoge resolutie benchtop NMR binnen handbereik
Deze nieuwe NMR systemen maken gebruik van cryogene media overbodig! Sinds geruime tijd bieden wij NMR toepassingen aan voor de standaard toepassingen in de diverse kwaliteits controle laboratoria. Met de nieuwe Spinsolve range van Magritek is ons pakket voor benchtop NMR toepassingen enorm uitgebreid. ANASPEC Solutions BV Coenecoop 3C5 | 2741 PG Waddinxveen | +31 (0)182 304 005 | info@anaspec.eu | anaspec.eu HIT_Versie1_HighRes.pdf
1
22/01/14
21:37
raad niet naar
UW KOSTEN
M
Y
Y
MY
K
Laten we ervoor zorgen dat u uw kosten voor inkoop, mengen, bewerken, afvullen, verpakken, transport en naleving van wetgeving tot in elk gewenst detail kunt beheren. Zo weet u waar u uw marges kunt verbeteren en uw onderneming competitiever maakt.
T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be
ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE
Actueel
INNOVATIES DIE DE VEILIGHEID KUNNEN VERBETEREN Welke nieuwe ontwikkelingen kunnen de arbeidsveiligheid en de procesveiligheid in de procesindustrie verder verbeteren? Die vraag kwam aan bod tijdens een symposium over Innovaties en Veiligheid van het Kennis- en Innovatiecentrum Maintenance Procesindustrie en de Masterclass Veiligheid Zuidwest op 7 december in het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen.
Patrick Brouns: ‘Straks is de Eemsdelta hopelijk de eerste regio in Nederland die kan zeggen: onze chemie is helemaal groen.’
‘EEMSDELTA DANKZIJ VERGROENING ÉÉN VAN BEST PRESTERENDE REGIO’S’ Volgens Peter Arnold Jellema, bestuurder van de Economic Board Groningen, is de regio Eemsdelta een van de best presterende economische regio’s van Nederland. Dat is mede te danken aan de Regionale Investeringssteun Groningen (RIG), bedoeld om de (chemische) industrie te helpen bij de vergroening.
‘D
e RIG levert een belangrijke bijdrage aan het optimale investeringsklimaat dat we hier voor de groene groei van de economie hebben gecreeerd”, zegt Jellema in de Groninger Internet Courant. Hij was aanwezig op een persconferentie in het provinciehuis in Groningen waar gedeputeerde Patrick Brouns bekend maakte dat er opnieuw 15 miljoen beschikbaar komt voor de RIG, die ook bedoeld is voor het Zernike Science Park. “Ik ben enorm blij dat er gekozen is voor vergroening, en bovendien in gezamenlijkheid, want iedereen steunt dit streven”, aldus Brouns. “Dat gaat echt harstikke goed in de Eemsdelta, waar inmiddels veel groene grondstoffen voor de chemie worden gemaakt. Dat stimuleert de afnemers ook weer om verder te vergroenen. Straks is de Eemsdelta hopelijk de eerste regio in Nederland die kan zeggen: onze chemie is helemaal groen.” p
WIE WINT DE EERSTE VEILIGHEIDSCOALITIE VAN HET JAAR? Tijdens de Veiligheidsdag op 2 november lanceerde Veiligheid Voorop-voorzitter Anton van Beek de ‘Veiligheidscoalitie van het jaar’. “Er bestaan al aparte veiligheidsprijzen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Met deze nieuwe prijs willen we juist het veilig samenwerken van ketenpartners onderscheiden, want daar kunnen we de grootste winst boeken”, aldus
Van Beek. De eerste ‘Veiligheidscoalitie van het jaar’ wordt samen met Industrielinqs georganiseerd op 11 april tijdens de industriële beurs Safety and Health@Work in Ahoy. Kandidaten kunnen een korte omschrijving sturen naar wim@industrielinqs.nl of baarends@vnoncw-mkb.nl p
H
et symposium had als doel om veiligheids- en onderhoudsmanagers en de innovatiemanagers uit de risicovolle bedrijven in de industrie in het zuidwesten van het land de ontwikkelingen te tonen die kunnen helpen de activiteiten veiliger te maken en hen te inspireren om deze technieken toe te passen. Zoals de robotica. Die zorgt er in de Nederlandse industrie al jarenlang voor dat goedkoper en eenvoudiger geproduceerd kan worden én dat het voor de mens in het productieproces veiliger is geworden. Maar het symposium beperkte zich niet alleen tot technische innovaties. Ook aan innovaties in werkwijzen en leren werd aandacht besteed. Zo toonden Jorick Vos (HZ University of Applied Sciences) en Theo Postma (Zeeland Refinery) hoe een ‘hackaton’ ingezet kan worden om razendsnel creatieve oplossingen voor problemen uit te denken en te realiseren. In een tijdsbestek van 24 uur blijken studenten en specialisten uit het bedrijf gezamenlijk een hoog probleemoplossend vermogen te kunnen genereren. Diverse sprekers presenteerden vervolgens de laatste ontwikkelingen in educatie, hulpmiddelen en methodieken die de arbeids- en/of procesveiligheid bij werkzaamheden in risicovolle situaties verder verhogen. Toepassing van augmented reality, cleaning robots, drones, 3D-assetmanagement zijn slechts enkele voorbeelden die in de praktijk bij de voorlopers hun nut al hebben bewezen. Het enthousiasme van de deelnemers was zo groot dat het idee ontstond om dit jaar een gelijksoortig evenement te organiseren. Bedrijven die nieuwe ontwikkelingen hebben op het gebied van veiligheid en die willen delen, kunnen zich alvast aanmelden bij Marcel Ganzeman (secretaris MCV): ganzeman@vnoncwbrabantzeeland.nl p
januari 2018 Chemie Magazine 11
Transparant onderzoek op gebied van organische chemie Dat is waar Synex Synthetics als nieuwkomer op het gebied van custom research en manufacturing voor staat!
Bedrijven die vanwege beperkte budgetten of productiecapaciteit vaak projecten laten schieten of onnodig lang uitstellen, kunnen vanaf nu terecht voor op maat gemaakte chemie in Maastricht. SYNEX SYNTHETICS BV Karveelweg 20
•
6222 NH Maastricht
•
+31(0)43-205 8102
synexsynthetics.com •
info@synexsynthetics.com
CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl
TWI TTER Simone de Vries @SimonedeV1980 Als antwoord op @Boerderij.nl ‘Landbouw met 50% minder chemie: dat kan vandaag al’ Even de definitie van chemie opzoeken graag. Alles is chemie, met de natuur als ontzagwekkend voorbeeld. De titel riekt nu naar framing
Actueel
GROOTSTE ELEKTROLYSEUNIT VAN EUROPA GEPLAND IN DELFZIJL
FOTO: SHUT TERTOCK
Nicolas Vnk @nicolas_vnk Kweet echt nie meer of ik Rechten of Chemie studeer... al die wetten die vandaag moet leren pfoe ‘Power to gas’ is een noodzakelijke technologie voor een volledig
Onno de Gans @odegans Zou goed kunnen! #chemie #scheikunde Gaat thorium de wereld redden? Vrij Nederland BN DeStem @BNDeStem Shell Moerdijk vangt zon met 50.000 panelen Doortje Briedé @Vrouwenpagina Top-chemicus Moniek Tromp wil meer vrouwen in de wetenschap. www.bnr.nl/... Henkjan Olthuis @AudioHenkjan rijnmondveilig.nl Stroomstoring bij bedrijf Botlek. Is toch een ander soort framing dan als het een #chemisch bedrijf genoemd wordt.... @ KNCVchemie @vnci KNCV @KNCVchemie De KNCV en de Chemie Historische Groep werken samen om chemisch erfgoed daadwerkelijk op de kaart te zetten. kncv.nl/landmarks
duurzame energiemix.
AkzoNobel Speciality Chemicals en Gasunie onderzoeken de mogelijkheden voor een 20 megawatt waterelektrolyse-unit voor de opwekking van groene waterstof uit duurzame stroom op Chemie Park Delfzijl. De waterstof zou worden ingezet voor de verduurzaming van de chemische industrie, energievoorziening en voertuigen.
H
et besluit over de bouw wordt genomen in 2019. Bij groen licht wordt het de grootste waterelektrolyse-unit in Europa, met een jaarlijkse productie van 3 kiloton waterstof. Dit is bijvoorbeeld voldoende voor 300 waterstofbussen. De ‘power to gas’-technologie splitst water met behulp van stroom in waterstof en zuurstof. De geplande installatie is een grote stap in het opschalen van deze technologie. De samenwerking tussen AkzoNobel en Gasunie brengt de benodigde expertise samen op het gebied van gastransport en -opslag, elektrolyse en omgang
met waterstof. Beide partijen vinden het belangrijk om een actieve rol te spelen bij de overgang naar een CO2-neutrale economie. “De industrie is belangrijk voor de economie, maar ook verantwoordelijk voor een groot deel van de CO2-uitstoot”, zegt Marcel Galjee, directeur Energie van AkzoNobel Specialty Chemicals. “Alleen met een vergaande verandering van de industriële activiteiten kan Nederland de internationale klimaatdoelstellingen halen, waarbij door samenwerking tussen bedrijven over sectoren heen nieuwe waardeketens en verdienmodellen kunnen ontstaan.” Ulco Vermeulen van de raad van bestuur van Gasunie benadrukt dat ‘power to gas’ een noodzakelijke technologie is voor een volledig duurzame energiemix in 2050. Bovendien speelt waterstof een cruciale rol om in 2030 de CO2-uitstoot met 49 procent te verminderen ten opzichte van 1990. p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). januari 2018 Chemie Magazine 13
DE VNCI BESTAAT DIT JAAR 100 JAAR. CHEMIE MAGAZINE VIERT DIT MET EEN SERIE ARTIKELEN OVER CHEMISCHE INNOVATIES DIE DE AFGELOPEN 100 JAAR GROTE MAATSCHAPPELIJKE IMPACT HADDEN, SOMS ZELFS EEN REVOLUTIE TEWEEGBRACHTEN.
19601962 ANTICONCEPTIEPIL
KUNSTMEST
PENICILLINE
PLASTIC
GEEN UITVINDING WAS ZÓ BEPALEND VOOR VROUWENEMANCIPATIE EN SEKSUEEL GENOT
SLIK DE PIL EN DOE WAT JE WIL Een zegen was het: de introductie van de anticonceptiepil in de jaren zestig. Voorvechters van vrouwenemancipatie zijn nog altijd wat blij met de maatschappelijke en seksuele bevrijding die het stripje heeft gebracht. De uitvinders moesten eens weten hoe springlevend hun pil nog altijd is. Tekst: Marloes Hooimeijer
GENEESMIDDELEN
SYNTHETISCHE VEZELS
DESINFECTIE
VOEDINGSADDITIEVEN
BESTRIJDINGSMIDDELEN
VERF EN COATINGS (volgorde is willekeurig)
14 Chemie Magazine januari 2018
’I
k denk dat ik wel tot de eerste gebruiksters van de pil behoorde. Ik begon er als 17-jarige aan voor mijn menstruatieregulatie, maar met mijn nieuwe vriend was het ook heel handig”, vertelt de nu 74-jarige Cisca Dresselhuys, oud-hoofdredacteur van Opzij. “De pil heeft vrouwen van enorme angsten bevrijd, van het gevoel overgeleverd te zijn aan het moederschap, een natuurkracht waarover ze zelf niks te zeggen hadden. Met de pil was er de mogelijkheid om het krijgen van kinderen uit te stellen of überhaupt te voorkomen.” De seksuele bevrijding was volgens haar een zegen voor de vrouw. En ook voor de man, al maakte die er weleens misbruik van. Dresselhuys: “Er waren mannen die vonden dat hun vrouw nu nooit meer ‘nee’ kon zeggen; ze hoefde immers niet meer bang te zijn voor een ongewenste
zwangerschap. Dat was weleens ingewikkeld. Als mannen zich te blij met de pil toonden, werden vrouwen achterdochtig en benadrukten: deze pil is bevrijdend voor óns en niet direct voor jullie bedoeld.” In de begintijd waren de vrouwen heel blij met de pil, herinnert de feministe zich, later – toen die in groten getale werd geslikt – kwamen er kritische tegengeluiden. “Over bijwerkingen als libidoverlies, verhoogde kans op borstkanker en trombose, maar ook een beweging van vrouwen die geen tegennatuurlijke middelen wilden slikken. Toen kwamen er alternatieven als het spiraaltje. Oei, ik word al akelig bij de gedachte.”
Uitgescholden
Ze is ervan overtuigd dat de pil hoe dan ook was uitgevonden. “Aletta Jacobs was er al naar op zoek. Die andere methodes van geboortere-
FOTO: JOOST VAN DEN BROEK / HOLL ANDSE HOOGTE
40% VAN DE NEDERLANDSE VROUWEN WAS IN 1976 AAN DE PIL
CISCA DRESSELHUYS:
‘De uitvinders van de pil zouden postuum een Nobelprijs moeten krijgen’ gulering, zoals het pessarium en die vreselijke illegale abortussen met de zeepspuit, waren maar gammele oplossingen. Van mij mogen de uitvinders van de pil postuum een Nobelprijs krijgen. Dat zou zeer op z’n plaats zijn.” Ook neurobioloog Dick Swaab is lovend: “De pil heeft voor het feminisme, de bevrijding van de vrouw, meer gedaan dan wat of wie dan ook.” De onstuimige introductie in Nederland in de jaren zestig staat
hem nog zeer levendig voor de geest. “Mijn vader was gynaecoloog en deed de eerste trial met de anticonceptiepil in Nederland, met Lyndiol. In die tijd kwam Gregory Pincus, de Amerikaanse ontdekker van de pil, zo nu en dan bij ons thuis voor wetenschappelijk overleg over die trial. Ik reisde met mijn vader mee door het land naar lezingen die hij over de testfase gaf. Nooit zal ik vergeten hoe mijn vader vanuit religieuze hoek werd aangevallen en
zelfs werd uitgescholden. Ik zat met gekromde tenen te zweten.”
Dolle Mina’s
In 1971 kwam de pil na demonstraties van de Dolle Mina’s – met slogans als ‘Slik de pil en doe wat je wil’ en ‘Met de pil meer mens’ – in het ziekenfondspakket. Maar sinds 2011 wordt de pil in het basispakket alleen nog vergoed voor vrouwen tot 21 jaar. “Dat is echt de grootste onzin. Toegang tot de pil moet zo
e
januari 2018 Chemie Magazine 15
19601962
De pil heeft het lijntje tussen zwangerschap en seks losgekoppeld. En daarmee volgens de Vlaamse seksuoloog Goedele Liekens de deur naar vrouwelijk seksueel genot geopend, zo zei zij afgelopen zomer in het AD. “Doordat vrouwen niet continu hoefden te denken: oeioeioei straks ben ik weer zwanger. De pil heeft zeker bijgedragen aan meer experimenteergedrag. Een vrouw kon gaan genieten.’’ Sterker nog: “Vrouwen gingen volgens sommige mannen zó tekeer en werden zó losbandig, dat er heel veel mensen zijn die denken dat de pil door de duivel is gebrouwen en bedacht.’’
FOTO: MERLIJN DOOMERNIK / HOLL ANDSE HOOGTE
ANTICONCEPTIEPIL
DOOR DE DUIVEL GEBROUWEN?
ESMAA ALARIACHI
‘Vrouwen hoeven niet meer te vrezen voor het “cadeautje” na het vrijen’ 16 Chemie Magazine januari 2018
FOTO: PIET DEN BL ANKEN / HOLL ANDSE HOOGTE
IN DE JAREN 60 WAS SLECHTS 37% VAN DE EERSTGEBOREN KINDEREN GEPLAND
Productie van medicijnen bij Organon in 1998.
laagdrempelig mogelijk zijn, ook voor vrouwen boven de 21”, zegt de 38-jarige Esmaa Alariachi. Ze is bekend van het tv-programma Meiden van Halal: drie zussen, moslima’s, die maatschappelijke thema’s als vrouwenemancipatie belichten. Hoewel ze de pil ziet als een ‘verworven vrouwenrecht’, heeft ze ‘m zelf toen ze jong was nooit gebruikt. “Ik ben heel braaf maagd gebleven tot het huwelijk. M’n ouders hebben seks voor het huwelijk goed uit mijn systeem gehaald. Nee hoor, grapje. Ik had gewoon heel lang geen interesse in mannen, was op de middelbare school ook geen meisjemeisje, meer een tomboy. Inmiddels heb ik drie kinderen.” Als de pil er niet zou zijn, was dat volgens Alariachi wel een probleem. “Dan had de vrouw nooit zo ver kunnen komen als ze nu is. Dankzij de birth control die de pil biedt, kan zij
bezig zijn met haar ontwikkeling op zakelijk en maatschappelijk vlak, én seksueel actief zijn zonder te vrezen voor het ‘cadeautje’ na het vrijen. Ik ben blij dat er vroeger heel erg gestreden is voor de vrijheid van de vrouw, dat zij tot op de dag van vandaag baas over eigen buik kan zijn en vrij seksverkeer kan hebben. Al vind ik net zo goed dat de vrouw mag kiezen de pil niet te slikken en om veel kinderen te krijgen. Dat betekent niet dat zij dom is of niet met haar tijd meegaat.”
Schaduwzijde
Naast presentator is Alariachi docent Engels op een vmbo-school. Daar ziet ze ook de schaduwzijde van de pil. “Meiden van 12 die meedoen met de meute, aan de pil gaan en vervelende seksuele ervaringen opdoen. Populaire zangers en zangeressen hebben zo veel invloed op die meiden, met teksten als ‘bitch dit
IN DE JAREN 80 WAS DIT AL GESTEGEN NAAR 92,7%
IN OSS GEBEURT HET
In 1962 startte Organon in Oss, nu MSD, met de productie van de anticonceptiepil Lyndiol (met het progestativum lynestrenol). Het verzet onder het personeel van Organon in het overwegend katholieke Noord-Brabant tegen de anticonceptiepil was aanvankelijk zo groot, dat het inpakken van de doosjes aan een externe partij werd overgelaten. “Op de plek waar het ooit begon, vindt nog altijd volop productie van anticonceptiemiddelen plaats”, zegt Jurgen Theissen, woordvoerder van MSD. Naast diverse anticonceptiepillen biedt MSD onder meer een anticonceptiering en anticonceptiestaafje. “Ons uitgangspunt bij anticonceptie is dat er keus moet zijn.” VNCI-lid Aspen Oss levert Active Pharmaceutical Ingredients (API’s) aan farmaceutische bedrijven, die zij verder verwerken in medicijnen. In
en suck me dat’. De pil lijkt wel een ticket om van alles te gaan doen. Goede voorlichting is belangrijk. De pil beschermt wel voor 99 procent tegen zwangerschap, maar niet tegen seksueel overdraagbare ziektes. Zelf probeer ik in mijn gesprekjes met leerlingen geslachtsgemeenschap toch te linken aan liefde: het is iets moois, deel het met iemand van wie je houdt.” Voor de huidige generaties vruchtbare meiden en vrouwen is het bestaan van de pil volgens Alariachi en Dresselhuys een vanzelfsprekendheid. Ze hebben geen idee dat er zo hard voor dit recht is gestreden. Dresselhuys: “Ach, we zijn ook niet iedere dag dankbaar dat de paracetamol is uitgevonden. Ik gun het die meiden van harte, want dat geklier en die angst die vroeger bestonden, wens je niemand toe.” p
Oss produceert Aspen onder meer de werkzame stoffen voor anticonceptiepillen. Het gaat om diverse synthetische oestrogenen en progestagenen, zoals desogestrel en ethinylestradiol, die via diverse synthesestappen worden geproduceerd. In 2010 vierde MSD dat vijftig jaar eerder de allereerste anticonceptiepil ter wereld kwam. Woordvoerder Theissen verwijst naar wat toenmalig hoofd R&D van MSD/Organon Mirjam Mol-Arts bij die gelegenheid zei over de ontwikkeling van de pil: “Nederland – lees Organon – heeft daarin altijd vooropgelopen. De eerste anticonceptiepil die op de markt kwam, staat niet in verhouding tot wat we nu hebben. De dosering is verder naar beneden gebracht en de keuze is zeer uitgebreid geworden.”
WAT HEBBEN ANTICONCEPTIEPIL EN UNOX-WORST GEMEEN?
Organon, bekend vanwege de ontwikkeling van de anticonceptiepil, is voortgekomen uit hetzelfde bedrijf waar ook de Unox-worst naar terug is te voeren: Zwanenberg Slachterijen en Fabrieken. In 1923 werd Organon als dochtermaatschappij van Zwanenberg opgericht, toen bleek dat uit dierlijke organen een aantal medisch nuttige stoffen was te halen, zoals insuline uit de alvleesklier van geslachte varkens. De vleessector van het bedrijf werd in 1970 aan Unilever verkocht. (Afgelopen jaar verkocht Unilever de Unox-fabriek overigens weer aan de Zwanenberg Food Group.)
WIST U DAT? De moeder van de anticonceptiepil is de Amerikaanse feministe Margaret Sanger. De Amerikaanse uitvinder Gregory Pincus, met wie Sanger samen optrok, wordt doorgaans als de vader van de pil beschouwd. In 1960 kwam ‘zijn’ anticonceptiepil Enovid op de markt, geproduceerd door G.D.Searle. Het was een combinatie van het progestativum norethynodrel (een synthetisch vervaardigd hormoon dat lijkt op progesteron) en een synthetisch oestrogeen. Ondertussen zocht de Belgische gynaecoloog Ferdinand Peeters voor Schering naar een betere samenstelling van de pil (met lagere doseringen), met minder bijwerkingen. Dit werd Anovlar, die in 1961 op de markt kwam. Het maakt dat sommigen Peeters de ‘ware vader van de pil’ noemen. In 1962 kwam Organon uit Oss met zijn pil op de markt, Lyndiol (zie kader). Max de Winter, vader van producent en programmamaker Harry de Winter en hoogleraar pedagogiek Micha de Winter, speelde daarin een belangrijke rol: als een van de uitvinders van het bestanddeel lynestrenol. Hij werkte 35 jaar bij Organon in Oss en is in 2012 overleden. e januari 2018 Chemie Magazine 17
CIJFERS
Vrouwen aan de pil
19601962
1976
1995
2013
Ondanks het feit dat Paulus VI in 1968 de pil verbood, nam het percentage pilgebruiksters een hoge vlucht: meer dan 40 procent van de Nederlandse vrouwen was in 1976 aan de pil. In de jaren negentig was dit 50 procent. Daarna is het gaan dalen, naar 37 procent in 2013. Het spiraaltje won terrein – van 4 procent onder de 18- tot 45-jarige vrouwen in 2003 naar 12 procent in 2013 – maar de pil is nog altijd het meest gebruikte voorbehoedsmiddel.
--------------------------
ANTICONCEPTIEPIL
De pil is heel betrouwbaar: bij consequent gebruik wordt minder dan 1 procent van de vrouwen binnen een jaar zwanger.
--------------------------
CHEMIE VAN DE PIL
Gepland eerstgeboren kinderen
NIET ZWANGER
Het progestageen in de pil zorgt voor een drievoudige werking om zwangerschap te voorkomen: - Het remt de vorming van de hypofysehormonen LH en FSH, waardoor de follikelrijping en eisprong niet tot stand komen. - Het maakt het baarmoederslijmvlies ongeschikt voor innesteling. - Het maakt het slijm van de baarmoederhals dikker en moeilijk doorlaatbaar voor zaadcellen. Gebruikte stoffen: Levonorgestel Drospirenon Desogestrel
PROGESTAGEEN OESTROGEEN Meest gebruikte stof: Ethinylestradiol
Hulpstoffen
± 1967
± 1977
± 1987
De geboortecijfers in Nederland zijn sinds de introductie van de pil sterk gedaald: van 19,9 geboorten per 1000 inwoners in 1965 naar 13 in 1975, een daling van 35 procent. In 1960 werden er nog 239.128 baby’s geboren, in 1980 181.294. Nog duidelijker was het effect van de pil op het probleem van ongewenste zwangerschap. In de tweede helft van de jaren zestig was slechts 37 procent van de eerstgeboren kinderen duidelijk gepland. Tien jaar later was dat al 80,3 procent en aan het eind van de jaren tachtig zelfs 92,7 procent. Dit zorgde ook voor een reductie van gedwongen huwelijken.
--------------------------
Eénfasepil: Iedere pil gelijk Meerfasenpil: Samenstelling varieert
Het programma Family Planning 2020 van het United Nations Population Fund heeft als doel om per 2020 120 miljoen extra vrouwen in 46 arme landen toegang te verschaffen tot anticonceptie. Na injecteerbare anticonceptiemiddelen is de pil er de meest gebruikte vorm (25 procent). In 2016 stond de teller op ruim 30 miljoen extra gebruiksters ten opzichte van peiljaar 2013.
In de meeste anticonceptiepillen zit een combinatie van oestrogeen en progestageen (een synthetische variant van progesteron). De meeste ‘combinatiepillen’ bevatten het synthetisch oestrogeen ethinylestradiol. De progestagene component varieert, bijvoorbeeld levonorgestrel, drospirenon of desogestrel.
Nadelen: van de 10.000 gebruiksters krijgen er 3 tot 4 last van trombose. Het risico dat pilgebruiksters op borstkanker lopen is 24 procent verhoogd ten opzichte van niet-pilgebruiksters. 1 tot 10 procent van de pilgebruiksters krijgt last van depressieve stemming of stemmingsveranderingen.
Het oestrogeen heeft geen anticonceptieve werking, maar biedt de vrouw het voordeel van een regelmatige menstruatiecyclus (en soms ook minder menstruatieklachten).
TOEKOMST
Inmiddels zijn er ook anticonceptiepillen beschikbaar die dichter bij de natuurlijke vrouwelijke hormonen (progesteron en het oestrogeen estradiol) blijven. Voor de toekomst 18 Chemie Magazine januari 2018
--------------------------
is de uitdaging om een hormoonloze pil te produceren, die de hormoonbalans van de vrouw niet verstoort. De farmaceutische industrie heeft al lang aandacht voor die vraag, maar
de ontwikkeling van een hormoonloze pil met hetzelfde niveau van effectiviteit en veiligheid als de bestaande anticonceptiepillen blijkt niet eenvoudig.
Investeer in training
LRQA verzorgt al meer dan 30 jaar trainingen voor particuliere en zakelijke professionals die zich verder willen ontwikkelen in auditen en procesmatig werken. De trainingen zijn gericht op het verbeteren van managementsystemen gebaseerd op (ISO)-normen, EU-richtlijnen en procesverbeteringsmodellen en technieken. De trainingen worden verzorgd door enthousiaste trainers met praktijkervaring.
Transitietraining ISO 9001:2015
Introductie ISO 13485
Lead Auditor Voedselveiligheid
Lead Auditor Kwaliteit 9001:2015
2-daags / € 945
1-daags / € 540
5-daags / € 2.595
5-daags / € 2.195
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Regio midden: 27 maart 2018
Regio midden: 22 februari 2018
Regio midden: 19 t/m 28 maart 2018
Regio west: 5 t/m 9 maart 2018
Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45
Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.
Genoemde prijzen zijn geldig in 2018 en excl. BTW
1928 1938 1918 1928
1948 1958 1938 1948
1958 1968
DE BEGINJAREN VAN DE VNCI
’OPRICHTING VAN EENE VEREENIGING’ In tien afleveringen gaat Chemie Magazine door de historie van de VNCI, vanaf de oprichting in 1918 tot de viering van het 100-jarig bestaan dit jaar. Aflevering 1: het prille begin. Tekst: Igor Znidarsic
Notulen van de oprichtingsvergadering.
17 MEI 1918 ‘Om half twee opent de Voorzitter Jhr. Mr. S.M.S. van Panhuys de vergadering met eenige woorden van dank aan hen, die niettegenstaande de drukke tyden, gelegenheid vonden heden aanwezig te zyn.’ Zo beginnen de notulen van de eerste ledenvergadering van 17 mei 1918 in Amsterdam. ‘De vergadering is byeen geroepen, om in breeden kring steun te zoeken voor de verwezenlyking der denkbeelden, die in de rondgezonden circulaire zyn uiteengezet. De Commissie, aan den voet dier circulaire vermeld, meent, dat zoo spoedig mogelyk overgegaan moet worden tot de oprichting van eene Vereeniging van Chemische en Pharmaceutische Fabrieken.’ De naam werd uiteindelijk: Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie. De VNCI begon met 21 leden. De contributie bedroeg 100 gulden per jaar. 20 Chemie Magazine januari 2018
1978 1988
1998 2008 1988 1998
2018 2030? 2008 2018
AUGUSTUS 1918 Voorzitter Jhr. Mr. S.M.S. van Panhuys was directeur van de Maatschappij tot Bereiding van Koolteerproducten in Krimpen aan de IJssel. Nadat hij in augustus op jonge leeftijd overleed, nam G. Hondius Boldingh van de Chemische Fabriek ‘Naarden’ de voorzittershamer over. Hij was buitengewoon hoogleraar farmaceutische en analytische scheikunde, microchemie en toxicologie aan de Universiteit van Amsterdam en speelde ook een belangrijke rol bij de oprichting van de Nederlandse Chemische Vereniging in 1903 (nu KNCV). Daarnaast was hij directeur en commissaris van verschillende chemiebedrijven.
5 OKTOBER 1918 Tijdens de ledenvergadering van 5 oktober rees de vraag of de naam van de vereniging impliceert of deze er alleen is voor Nederlandse bedrijven. ‘De VOORZITTER’ (met hoofdletters – red.) antwoordt hierop “dat het bestuur van meening is, dat onder ‘Nederlandsche’ de chemische industrie moet worden verstaan, die in Nederland gevestigd is.” De volgende vraag was of ‘de Nederlansche Indische’ chemische industrie hier ook onder valt. “Welke vraag de VOORZITTER bevestigend meent te moeten antwoorden.” Tijdens deze vergadering werd ook besloten dat het bestuur uit ten minste vijf leden moest bestaan. Het aantal leden was sinds de oprichting gestegen naar 41.
Gerrit Hondius Boldingh was vanaf augustus 1918, na het overlijden van de eerste voorzitter S.M.S. van Panhuys, voorzitter van de VNCI.
JUNI 1920 Het doel van de vereniging was aanvankelijk vooral het gezamenlijk bevorderen van de aanvoer van grondstoffen en het zich teweerstellen tegen uitbreiding van overheidsinvloed onder druk van de oorlogsomstandigheden (1918 was het laatste jaar van WO I). De secretariaatswerkzaamheden van de vereniging werden uitgevoerd door de Vereniging der Nederlandse Werkgevers in Den Haag. In juni 1920 kwam het secretariaat van de VNCI op eigen benen te staan. Dit werd mogelijk omdat de vereniging zich nu ook met arbeidsaangelegenheden ging bezighouden. p januari 2018 Chemie Magazine 21
BOSATLAS VAN DE VEILIGHEID TOONT DE FEITEN
BIJENSTEEK GEVAARLIJKER DAN TERRORIST
Killer nummer 2 in Nederland is fijnstof, onder andere afkomstig van het wegverkeer.
22 Chemie Magazine januari 2018
Veiligheid
Wie wil weten hoe het echt zit met de veiligheid in Nederland, moet De Bosatlas van de veiligheid raadplegen. Dit door een onafhankelijke redactie samengesteld naslagwerk is gebaseerd op wetenschappelijke feiten en laat zien dat we voor de verkeerde dingen bang zijn. Tekst: Igor Znidarsic
H
oe staat het met de veiligheid in Nederland? Het objectieve antwoord op die vraag, ontdaan van alle emoties, vooroordelen, meningen en belangen, is te vinden in De Bosatlas van de veiligheid. Het boek staat vol met kaarten, statistieken en cijfers, waarbij de onafhankelijke redactie gebruik heeft gemaakt van de op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde data van onder meer het RIVM, het CBS en het Planbureau voor de Leefomgeving. De atlas behandelt diverse thema’s, uiteenlopend van persoonlijke tot nationale veiligheid, waarbij alleen gekeken is naar gevaren van buiten en de bescherming daartegen. Het gaat dus niet over gevaren van binnen als ziektes en aandoeningen. “Onze conclusie is dat het goed gaat met de veiligheid in Nederland”, zegt sociaal geograaf Henk Donkers, een van de samenstellers van de atlas. “Mede dankzij de inzet van zo’n 180.000 mensen die zich dagelijks bezighouden met veiligheid en beveiliging.” Bijna overal is een dalende lijn te zien: het aantal moordslachtoffers, de emissie van luchtvervuilende stoffen, het aantal verkeersdoden (al was er afgelopen jaar een kleine stijging), de schade door fraude met internetbankieren, et cetera. Een stijging is bijvoorbeeld wel te zien bij het aantal natuurrampen wereldwijd (storm, overstroming), het aantal valongevallen bij ouderen en het aantal dumpingen van drugsafval.
De atlas bevat ook een hoofdstuk ‘Industrie en mijnbouw’. Toen Donkers, die als docent verbonden is aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, de opdracht kreeg om dit hoofdstuk in te vullen, begon hij onbevooroordeeld, want nauwelijks bekend met de materie, de nodige informatie te verzamelen. Achteraf vindt hij het op basis van alle verzamelde gegevens ‘geruststellend’ dat er voor onder meer chemiebedrijven zeer strenge regelgeving geldt, zoals het BRZO.
BRZO-stelsel
Donkers: “Ook wordt goed gekeken naar incidenten en worden er lessen uit getrokken. Zie de OvV-rapporten over ChemiePack en Odfjell. En het actieprogramma Veiligheid Voorop laat zien dat de industrie zelf een hoop doet aan het verbeteren van de veiligheid, zowel voor de mensen die er werken als voor de omgeving. De cijfers wijzen ook uit dat het werkt.” Ook ongelukken tijdens het transport van gevaarlijke stoffen zijn zeldzaam, zo concludeert de atlas. Wel vraagt Donkers, die gespecialiseerd is in informatieoverdracht (en onder meer vaste medewerker was van NRC), zich af of het BRZO-stelsel niet te complex is. “Er zijn vele controlemechanismen en zekeringen, en er zijn veel verschillende ministeries en overheden bij betrokken. Wie overziet dat nog?”
Gsm-masten
Een andere conclusie die je uit de
FIJNSTOF EN STRALING Na vallen geven fijnstof en straling de grootste kans om te overlijden. Bronnen van fijnstof zijn vooral het buitenland, zeezout, het wegverkeer, de landbouw, het overig verkeer en de internationale scheepvaart en huishoudens (bron: RIVM). Overschrijdingen van grenswaarden vinden alleen plaats in havengebieden (Rijnmond, IJmuiden) en langs drukke verkeerswegen, drukke binnenstedelijke straten en in de nabijheid van stallen. In stallucht komen hoge concentraties stofdeeltjes voor. Hierin zitten onder andere endotoxinen (resten van dode bacteriën) en microorganismen. Bij inademing kan dit gezondheidseffecten veroorzaken. Overigens is de concentratie fijnstof tussen 2014 en 2015 fors verminderd. De oorzaak is niet bekend. De straling is behalve uit de medische apparatuur (bijvoorbeeld de foto bij de tandarts) afkomstig uit bouwmaterialen, met name uit het edelgas radon. Het ontstaat uit radium, dat van nature voorkomt in vrijwel elke bodemsoort en daarom ook in bouwmaterialen zoals baksteen en beton zit. Mensen worden vooral binnenshuis aan radon blootgesteld. Niet alleen zijn we meer binnen dan buiten, ook is de radonconcentratie binnen aanzienlijk hoger dan buiten. Het Compendium voor de Leefomgeving geeft het volgende overzicht van bronnen van straling: medisch: 34%; radon en thoron: 23%; straling door inname van voedsel en drank: 16%; bouwmaterialen: 15%; kosmische straling (uv): 9%; terrestrische (aardse) straling: 2%.
Fijnstofconcentraties Concentratie PM10 in microgram per m3, 2015 15 17 18 19 20 21 22 23 25
39
Hoogste concentraties fijnstof vlakbij drukke wegen en bedrijven. januari 2018 Chemie Magazine 23
e
RISICOMATRIX VOOR DE BELANGRIJKSTE RISICO’S VAN DE NATIONALE VEILIGHEID voor de belangrijkste risico’s voor de nationale veiligheid n Risicomatrix Effect*
Catastrofaal (meer dan 10.000 doden)
Rampen, crises en dreigingen die de samenleving kunnen ontwrichten Bedreiging voor gezondheid en milieu
Destabilisatie financieel systeem Verstoring digitale infrastructuur
Ernstige overstroming vanuit zee
Internationaal conflict
Zwaar ongeval
Zeer ernstig (1000 tot 10.000 doden)
Grieppandemie (ernstig) Overstroming (rivier) Aantasting internetfundament Verstoring satellietsystemen
Ernstig (100 tot 1000 doden) Stralingsongeval Europa
Inmenging bedrijfsleven (ernstig) Chemisch ongeval scheepvaart
€ €
Meervoudige terroristische aanslag
€
Uitbraak vogelgriep
Verstoring elektriciteitsvoorziening (extreem weer) Ondermijning vanuit buitenland
Crimineel buitenlands concern
Ernstige aardbeving door gaswinning
Ondermijnende enclaves
Natuurbrand Cyberaanval hoogwaardig betalingsverkeer
Chemisch ongeval industrie
Kans
Financieel-economische bedreiging Geopolitieke dreiging
Keteneffecten elektriciteitsuitval Stralingsongeval Nederland
Beperkt (minder dan 10 doden)
Ondermijning, extremisme en terrorisme
€
Verstoring vitale infrastructuur
Grondstoffenschaarste
Aanzienlijk (10 tot 100 doden)
Cyberdreiging
Natuurramp
€
Cyberspionage bij overheid
Grieppandemie (mild)
Uitbraak dierziekte (MKZ) Gewelddadige eenling
Aardbeving (natuurlijk) * In de getoonde effecten is rekening gehouden met een combinatie van gevolgen op het gebied van doden en gewonden, economie, ecologie, samenleving en rechtstaat. Hier zijn alleen de criteria voor het aantal doden weergegeven.
Zeer onwaarschijnlijk (minder dan 0,05%)
Onwaarschijnlijk (0,05 tot 0,5%)
Enigszins waarschijnlijk (0,5 tot 5%)
Waarschijnlijk (5 tot 50%)
Bron: Nationaal Veiligheidsprofiel 2016
Risico’s bestaan uit een kans (waarschijnlijkheid dat er iets misgaat) en een effect (de schadelijke gevolgen). Van alle rampen, crises en dreigingen die Nederland kunnen ontwrichten, heeft een overstroming vanuit zee
© Noordhoff Uitgevers
het grootste effect. Maar de kans daarop is niet groot. Waarschijnlijker is dat er een dierziekte uitbreekt of dat cyberspionnen binnendringen bij bijvoorbeeld de overheid. De gevolgen daarvan zijn echter minder groot.
‘Je kan je afvragen of er in het beleid altijd de juiste keuzes worden gemaakt’ atlas kun trekken is dat we voor de verkeerde dingen bang zijn. Voor in het boek laat een groot slakkenhuis de overlijdensrisico’s in Nederland zien. De grootste kans om te overlijden loop je door te vallen (1 op 4900), gevolgd door fijnstof (1 op 5900) en straling (1 op 8500). (Zie ook kader.) De kleinste kans om te overlijden loop je door gsm-masten (1 op 1 miljard). De kans dat je wordt vermoord (1 op 163.500) is ongeveer even groot als de sterftekans door de griep (1 op 170.000). Passief roken is gevaarlijker (1 op 32.100). Ook de kans dat je overlijdt door een 24 Chemie Magazine januari 2018
Zeer waarschijnlijk (meer dan 50%)
Het gevaarlijkst is de uitbraak van een wereldwijde griepepidemie (zie rechtsboven), het minst gevaarlijk is een zwaar ongeval in de chemische industrie (linksonder).
terroristische aanslag is bijzonder klein. Een bijensteek is gevaarlijker. Toch zijn we veel banger voor terroristen dan voor bijvoorbeeld killer nummer 2, fijnstof. “Je kan je afvragen of er wat dat betreft in het beleid altijd de juiste keuzes worden gemaakt”, aldus Donkers.
Perceptie
De mens is nu eenmaal een emotioneel wezen en sommige risico’s worden daarom anders beleefd of beoordeeld dan je zou verwachten op grond van technisch-wetenschappelijke kennis. Achter in de atlas staat weergegeven welke factoren een rol spelen bij risicoperceptie, onder meer bekendheid, zichtbaarheid (risico’s die we niet zelf kunnen waarnemen accepteren we minder makkelijk) en vrijwilligheid (risico’s waar we niet zelf voor kiezen schatten we groter in). Mensen zijn vooral bang voor wat ze niet
kennen of niet begrijpen. De ‘grote’ gevaren als terreur, neerstorten in een vliegtuig of vermoord worden scoren hoog, terwijl de statistische kans dat je dat overkomt verwaarloosbaar is. Overigens overlijdt ongeveer 95 procent van de Nederlanders niet aan externe maar aan interne factoren. De kans dat iets wat in de atlas vermeld staat je overkomt, is dus klein. Wel moeten we uitkijken voor vallen, fijnstof en straling. p De Bosatlas van de veiligheid (128 blz.), Noordhoff Atlasproducties. (Andere atlassen in de serie zijn: De Bosatlas van het voedsel, De Bosatlas van de energie, De Bosatlas van het klimaat, De Bosatlas van ondergronds Nederland en De Bosatlas Nederland Waterland.)
Europe
North America
Asia
New Amsterdam
Africa South America
New Holland
Waar zal 2018 ons brengen? Wij Nederlanders hebben een lange historie van wereldreizen. Nieuwe werelden ontdekken en producten van ver naar Nederland halen, maar ook Nederlandse producten elders op de wereld introduceren. Niet altijd zonder problemen, maar wel altijd met gedrevenheid. Dat is nog steeds zo en overal op de wereld kom je Nederlandse producten tegen. Niet alleen onze kaas en klompen, maar ook hoogwaardige producten op het terrein van o.a. fijnchemicalien, techniek, landbouw en voedselnoviteiten. En met die internationale handel krijg je te maken met internationale regelgeving. Laten wij daar nou juist specialist in zijn!
Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels ruim 550 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het middenen kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:
Deze regelgeving heeft te maken met algemene product stewardship zaken, zoals verantwoord produceren, veiligheidsinformatiebladen, classificatie en etikettering, maar ook specifieke werkgebieden zoals biociden, gewasbeschermingsmiddelen, cosmetische producten, medische apparaten, diergeneesmiddelen en voedselverpakking kunnen van belang zijn. Laten we 2018 goed beginnen en ons focussen op dat waar we goed in zijn. U op uw specialiteit, wij op de onze. En samen bereiken we de beste resultaten. Met kantoren in 7 Europese landen en in China, Thailand, Zuid Korea, Japan en de VS, kunnen we dit voor u bijna wereldwijd organiseren. In de meeste andere gebieden hebben we partners waarmee we samenwerken. Met meer dan 550 mensen, bieden wij een enorme capaciteit, een breed scala aan expertise en vele jaren aan ervaring. Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen. Wetgeving is al complex genoeg. Waarom zou u dat niet uitbesteden aan een deskundige partner?
Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com www.knoell.com
Wetenswaardig
AMSTERDAMSCHE CHININEFABRIEK EEN VAN DE OPRICHTERS VAN DE VNCI
→ 1882 1 CHININEFABRIEK
24 Chemie Magazine januari 2018
Gezicht op het gebouwencomplex aan de Straatweg in Maarssen. Foto uit 1958.
In 1882 startte Johann Gerhard Wilhelm Sieger aan de De Wittenkade in Amsterdam-West de Amsterdamsche Chininefabriek. In de loop der jaren had het bedrijf, dat later Amsterdam Chemie Farmacie ging heten, verschillende vestigingen in Nederland, waaronder in Maarssen langs de Vecht. Oorspronkelijk verwerkte het van Java afkomstige bast van de kinaboom tot kinine-extract. Later ging het bedrijf ook andere geneesmiddelen produceren en in 1917 ontwikkelde zich een groothandels-poot. Siegers zoon Wilhelm Sieger, scheikundige, werd in 1918 directeur. In dat jaar was het bedrijf ook een van de oprichters van de VNCI.
D
DSM
FOTO: J.A. STORM VAN LEEUWEN
1991
e geneeskrachtige werking van de bast van de kinaboom werd begin 17e eeuw door de Spanjaarden in Peru ontdekt. Het medicijn werd in 1820 voor het eerst geïsoleerd door twee Franse apothekers. Drie jaar later werd in Amsterdam door de apothekers Nieuwenhuys en d’Ailly al kinine gemaakt. Met de Amsterdamsche Chininefabriek werd de productie fors opgeschaald. Later werden uit de bast ook bijalcaloïden gewonnen en werd de productie uitgebreid met andere farmaceutische producten, zoals theobromine, cafeïne, jodium- en bismuthzouten, sulfonamiden en andere synthetische geneesmiddelen, zowel voor humaan als veterinair gebruik, alsmede de smaakstof vanilline. De productie was geconcentreerd in Maarssen, de overige afdelingen waren gehuisvest in Amsterdam. In 1969 fuseerde Amsterdam Chemie Farmacie met de handelspoot van Koninklijke Gist-Brocades tot Brocacef. In 1991 werd Brocacef overgenomen door DSM. Sinds 1956 is er in Amsterdam een Johan Siegerstraat. Het laboratorium van de vestiging in Maarssen staat te boek als een rijksmonument. p
Het voormalige laboratorium in Maarssen. januari 2018 Chemie Magazine 25
SSVV EN DELTALINQS ONTWIKKELEN NIEUWE PRAKTIJKTRAINING VOOR AANNEMERS
‘ALLEEN VEILIGHEIDSRISICO’S HERKENNEN IS ONVOLDOENDE’ Steeds meer chemiebedrijven richten Safety Centers op. Hier trainen ze aannemers en het eigen personeel om zo veilig mogelijk te werken. Om te voorkomen dat ze overal verschillende instructies krijgen, ontwikkelde de Stichting Samenwerken voor Veiligheid (SSVV) met Deltalinqs een nieuwe praktijktraining. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
C
hemiebedrijven willen meer aandacht besteden aan het standaardiseren en vergroten van de praktische veiligheidsvaardigheden van contractors. Daarom richten steeds meer chemiebedrijven Safety Centers op. Hier trainen ze hun aannemers en het eigen personeel om zo veilig mogelijk te werken. Het ligt dus voor de hand om één gemeenschappelijke training te organiseren om te voorkomen dat cursisten verschillende trainingen in Safety Centers krijgen. Daarom ontwikkelde de Stichting Samenwerken voor Veiligheid (SSVV) met Deltalinqs in 2017 de training ‘Toepassen basisveiligheid in de (petro) chemie’. “Alleen de veiligheidsrisico’s herkennen is niet voldoende. Medewerkers moeten ook weten hoe ze moeten handelen. Hier spelen wij met de training op in”, vertelt Alfons Buijs,
technisch-directeur van de SSVV. “Aannemers die in een chemische fabriek willen werken, moeten altijd over het basisdiploma VCA beschikken. In de opleiding en het examen is veel aandacht voor theoretische kennis over veiligheid. In deze nieuwe training leren de mensen risico’s op de werkvloer te herkennen en de praktische vaardigheden om veilig te werken.” De nieuwe RDM Training Plant van onder meer ondernemersorganisatie Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam op de Heijplaat is volgens Buijs goed uitgerust voor de gezamenlijk ontwikkelde training. In deze Training Plant staan machines, stellages en destillatiekolommen. Ook liggen er kabels en leidingen en is er een controlekamer ingericht. De RDM Training Plant biedt veertig opleidingen aan, variërend van beroepstrainingen als flensmonteur tot ‘werken op hoogte’ en het ‘betre-
‘Aannemers moeten ook weten hoe ze moeten handelen bij risico’s op werkvloer’ 28 Chemie Magazine januari 2018
den van besloten ruimtes’. De RDM Training Plant richt zich naast op personeel in de procesindustrie, ook op mbo- en hbo-studenten die in de sector aan de slag willen gaan.
Proeve van bekwaamheid
Tijdens de ééndaagse training nemen cursisten eerst met de trainer de werkvergunning voor een opdracht door. Vervolgens voert een van de cursisten de opdracht uit, zoals het betreden van een besloten ruimte. Dat gebeurt onder het toeziend oog van de trainer en de medecursisten. In totaal voeren de cursisten vier opdrachten uit. Aan het einde van de dag neemt de trainer de resultaten met de cursisten door. “De terugkoppeling is vooral bedoeld om de verbeterpunten van de cursist in kaart te brengen”, benadrukt Buijs. “De praktijkoefeningen zijn dus nog geen examen, zoals het VCA-diploma. Anders dan bij het theoretische VCA-diploma worden de deelnemers aan de praktijkoefeningen beoordeeld met behulp van een proeve van bekwaamheid. De bedoeling is wel om stapeling van trainingen, en dus kosten, te vermijden. Daar worden
Veiligheid De RDM Training Plant is goed uitgerust voor de gezamenlijk ontwikkelde training.
DOW TRAINT CONTRACTORS IN VERNIEUWD SAFETY CENTER
“De training is een goed initiatief voor kleinere chemiebedrijven die zelf geen Safety Center hebben”, stelt Marcel Gokke, arbeidsveiligheidspecialist bij Dow Benelux in Terneuzen en lid van de werkgroep Arbeidsveiligheid van de VNCI. “Ook is het goed om de instructies te standaardiseren en in een gemeenschappelijke training te verwerken.” Dow heropende in september 2017 in Terneuzen zijn eigen, vernieuwde Safety Center in samenwerking met alle hoofdaannemers. “Hier staan diverse praktijkopstellingen die gericht zijn op de Dow-processen en de veiligheidsregels in de plants op ons terrein”, licht Gokke toe. “Contractors en ook Dow-personeel worden hier interactief getraind en verrichten daarbij uiteenlopende handelingen, zoals het veilig betreden van een steiger.” Of Dow ook daadwerkelijk de nieuwe training gaat aanbieden is nog onbekend, maar het initiatief zal intern wel onder de aandacht worden gebracht.
momenteel afspraken over gemaakt.” Buijs verwacht dat de eerste cursisten in de loop van volgend jaar met de training op de RDM Training Plant kunnen starten. Alle documenten zijn door de werkgroep Arbeidsveiligheid van de VNCI goedgekeurd. “Deze nieuwe training is nu een experiment in de Deltalinqs-regio. De training is nu dus ook nog niet verplicht op grond van de VCA en de SSVV-opleidingengids”, zegt Buijs. “We letten er ook op dat andere regio’s en branches dezelfde doelen op hun eigen manier kunnen implementeren. We moeten ook nog een antwoord vinden op een vraag van de aannemers. Zij willen graag weten of deelnemers die regelmatig de nieuwe training volgen in de toekomst vrijstelling krijgen voor hun VCA-diploma. Daar zijn wij nog niet over uit.”
Croda ziet voordelen
“Ik zie voordelen in het gebruik van een extern Safety Center door onze contractors”, zegt Remko van der Heul, veiligheidsadviseur bij chemiebedrijf Croda in Gouda en lid van de werkgroep Arbeidsveiligheid van
de VNCI. “Wij zijn immers te klein om er zelf een op te zetten.” Door aannemers niet alleen theoretische veiligheidskennis bij te brengen, maar ze ook praktijksituaties te laten oefenen, kunnen de veiligheidsprestaties in de sector volgens Van der Heul nog verder verbeteren. Hij wijst erop dat contractors die bij
Croda aan de slag gaan eerst op hun veiligheidsprestaties zijn gescreend door de inkoopafdeling. Daarnaast krijgen ze eerst een poortinstructie en een formulier met de belangrijkste veiligheidsregels. Of Croda ook daadwerkelijk van een Safety Center gebruik gaat maken, is nog niet bekend. p
BETERE VEILIGHEIDSPRESTATIES SINDS SHELL SAFETY CENTER
Joop Altena, HSE-specialist bij Shell Pernis, staat positief tegenover het Deltalinqs/ SSVV-initiatief. Altena is betrokken bij het Shell Safety Center, dat begin 2014 bij Shell Pernis werd geopend. Het centrum is in nauwe samenwerking tussen Shell Pernis en grote huisaannemers opgezet, ingericht en bekostigd. De filosofie is dat aannemers en Shell-personeel samen met hun leidinggevenden door de training gaan en bewuster worden van het thema veiligheid. Hij wijst erop dat de veiligheidsprestaties van aannemers en het eigen personeel de afgelopen vier jaar, dus sinds ze van het Shell Safety Center gebruikmaken, zijn verbeterd. “Het aantal incidenten is vergelijkbaar, maar ze zijn wel minder ernstig dan voorheen.” Er staan meerdere praktijkopstellingen van onderhoudssituaties in fabrieken. De trainers komen van Shell en de huisaannemers. “In het Shell Safety Center staan de aannemers in hun gewone kleding naar de praktijkopstelling te kijken”, legt Altena uit. “Ze hoeven niet daadwerkelijk een besloten ruimte te betreden of een steiger op te klimmen, maar ze bespreken de praktijksituaties en de risico’s in die situaties met elkaar. Die gezamenlijke ervaring nemen ze mee naar buiten en daar kunnen ze elkaar aanspreken en helpen. Elkaar durven aanspreken op (onbewust) onveilig gedrag is immers essentieel voor een goede veiligheidscultuur.” Altena benadrukt dat ook andere partijen welkom zijn: “Op aanvraag is alles mogelijk. Zo ontvingen wij al brandweerlieden en lagere en middelbare scholieren.”
januari 2018 Chemie Magazine 29
‘HET ALLERLEUKSTE IS DE INTERACTIE TUSSEN MENS EN TECHNIEK’ 30 Chemie Magazine januari 2017
Arbeidsmarkt
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.
Ton Heemskerk
1
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Ton Heemskerk en werk bij Hexion in Rotterdam. Wij produceren onder meer epoxy-, fenol- en formaldehydeharsen. Die vinden hun weg naar de coatings- en composietenmarkt, maar zijn ook bruikbaar in bijvoorbeeld de farmacie. Ik ondersteun de vice president EHS voor Europa en Azië voor milieu, gezondheid en veiligheid. Verder ben ik in Nederland verantwoordelijk voor EHS. Ik doe de beleidsmatige kant, zoals anticiperen op nieuwe wetten. Omdat ik een heel lange operationele achtergrond heb, kan ik wijzigingen snel vertalen naar praktische consequenties. Hexion heeft in Europa vijftien sites. Soms werk ik twee weken in Nederland, soms een maand niet. Dinsdag zat ik bijvoorbeeld in Duitsland, daar deden we een EHS-ronde als afsluiting van een nieuwbouwproject. Werken in het buitenland is niet erg. De kinderen zijn de deur uit, mijn vrouw werkt deeltijd, en het is leuk om niet altijd op dezelfde plek te werken.
DIRECTOR EHS BIJ HEXION
2
Tekst: Inge Janse
FOTO’S: JEROEN MOERDIJK
Wat zo’n vijftig jaar geleden begon met een chemiedoos, mondde uit in een dynamische carrière in de industrie. Ton Heemskerk, director EHS bij Hexion, doet er daarin alles aan om incidenten te voorkomen. Respect voor iedereen vormt zijn sleutel tot succes. “We zijn allemaal mens en hebben allemaal onze problemen.”
Wat vertel je je kleinkind als zij vraagt wat voor werk je doet? Ik werk bij Hexion, een bedrijf dat harsen maakt, bijvoorbeeld voor de rotorbladen van windmolens. Door onze hars kunnen die rotorbladen groter worden, waardoor er meer windenergie mogelijk is. Ook maken we producten voor de kunststof van elektrische auto’s. Ik draag eraan bij dat we geen schade aan het milieu toebrengen, dat de mensen die hier werken weer gezond naar huis gaan, en dat hier geen ongelukken gebeuren.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik groeide op in Spijkenisse. Shell breidde in de jaren 50 de raffinaderij uit. Mijn vader ging daar werken omdat hij hier een huis kon krijgen. Al op 12-jarige leeftijd was ik geïnteresseerd in de dynamiek van de petrochemie. Ik kreeg e januari 2018 Chemie Magazine 31
NAAM Ton Heemskerk. LEEFTIJD 63 jaar. WOONPLAATS Spijkenisse (en eens in de twee weekenden in Drenthe). HUWELIJKSE STAAT Getrouwd (al 40 jaar). KINDEREN Twee zonen (37, hoofd planning bij een transportonderneming, en 34, HSE-manager bij AkzoNobel), plus een kleinzoon en -dochter. OPLEIDINGEN Cursus milieurecht (Universiteit Utrecht, 20052006), bachelor SHE-management (Universiteit Delft, 2003-2004), bachelor chemische technologie (Hogeschool Utrecht, 1977-1984), Aspirant Chemisch Technicus (PBNA, 1977-1984). NEVENACTIVITEITEN Ton is secretaris bij de vereniging van eigenaren op Villapark de Hondsrug in Drenthe. Ook was hij secretaris bij een kopersvereniging in Spijkenisse, maar deze organisatie heeft zijn doel bereikt en is daarom slapend. WERKGEVERS Director EHS en senior regional EHS manager bij Hexion (2009-heden), diverse EHS-functies bij Hexion (2000-2009), diverse functies bij Shell Chemicals (van procesoperator tot projectmanager) (1972-2000). voor mijn verjaardag een chemiedoos en kocht later chemicaliën bij de drogist. Daarmee maakte ik onder meer onzichtbare inkt, zeep en kruit. Op mijn 17e ging ik, na de mulo B, naar de bedrijfsschool van Shell. Betaald nog wel. Ze zochten namelijk mensen die operator, meet- en regeltechnicus of onderhoudsmonteur wilden worden. Ik begon als procesoperator. Allerlei functies volgden, zoals wachtchef, quality engineer en milieu- en veiligheidsmanager. Ik heb ook een uitstap van zo’n zes jaar gemaakt naar project32 Chemie Magazine januari 2018
management. Hierin mocht ik de nieuwbouw van fabrieken begeleiden, van de ontwerpfase tot en met de opstart. In 2000 ging een deel van Shell over naar Hexion, en in 2003 werd ik daar de EHS-manager. In 2009 ontstond binnen Hexion een regionale EHSafdeling, waarvoor ik gevraagd werd. Dat doe ik nog steeds. Het is daarmee de baan die ik in mijn carrière het langst heb gedaan.
4
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Het allerleukste aan werken in de chemische industrie is de interactie tussen mens en techniek. Je produceert dingen, daar zitten risico’s aan, en die moet je goed beheersen. Ik ben daarom altijd aan het communiceren: hoe realiseren we onze productie, binnen alle randvoorwaarden, zo efficiënt mogelijk, zonder negatieve gevolgen voor mens en milieu? Daar heb je technische kennis en ervaring voor nodig, maar ook menselijke kwaliteiten. Gelukkig kan ik zowel met ‘hoog’ als ‘laag’ goed overweg. Dat lukt omdat ik iedereen respecteer. Ik vind ieder mens even belangrijk, dus het maakt niet uit wat voor functie je hebt. De hiërarchische structuur is enkel kunstmatig. Ik waardeer en erken dat een CEO een bepaalde kwaliteit heeft die ik niet heb, maar ik ben niet minder dan de CEO. We zijn allemaal mens en hebben allemaal onze problemen. Het leuke van regionaal werk is dat ik met allerlei culturen communiceer. Duitsers zijn bijvoorbeeld meer hiërarchisch ingesteld, dus het is de kunst dat te doorbreken. In Nederland is het juist de grote uitdaging om met goede argumenten de mensen aan je kant te krijgen, want ze zijn hier heel mondig.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Voor Shell heb ik in Pernis als projectleider tussen 1999 en 2001 een fabriek gebouwd met een uniek proces waar nooit een proeffabriek van bestaan heeft.
Het concept is vanuit de labomgeving in één keer getransformeerd naar een commerciële fabriek, die vanaf de start al product maakte. Wat het nog ingewikkelder maakte, was dat Shell in die periode bezig was met de verkoop van deze site aan Hexion. We moesten dus én met Shell samenwerken, én met een heel nieuw bedrijf. Die scharnierfunctie tussen alle belangen vond ik heel prettig. Dat gaf me een gevoel van heel veel vrijheid. Het project voelde als mijn ding. Wat ik ook heel belangrijk vind, is dat ik al mijn projecten heb opgeleverd zonder incidenten. Dat lukte door dagelijks op de constructiesite te zijn en met de mensen te praten. Ik wil mensen het gevoel geven dat ze voor mij belangrijk zijn, maar ook voor zichzelf en voor hun gezin. Dan werken ze zowel rationeel als emotioneel. Het is echt de menselijke interactie die maakt dat mensen beter presteren.
6
Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Ik hoop dat ik mijn jongere collega in Duitsland zo kan begeleiden dat hij mij op zijn eigen manier kan vervangen. Ik wil aan hem mijn kennis en kunde zo goed mogelijk overbrengen. Het is een heel leuke, slimme gast. Ik vind het altijd leuk om met jonge mensen te werken. Zij zijn nog flexibeler en staan open voor nieuwe ideeën. En ik vind ze veel gezelliger, levendiger, energieker. Bij hen voel ik me meer thuis.
7
Wat levert je werk je op? Fun and meaning. Met dat laatste bedoel ik dat als mensen niks overkomt, ik bijdraag aan hun welzijn. Mensen verdienen dat; de meeste zijn van nature goed. Iedereen heeft een donkere rand, maar als je probeert om het goede in mensen te activeren, dan gebeurt dat ook. En ik lever nog steeds een belangrijke bijdrage aan dit bedrijf. Voor mijn werk word ik zeer goed betaald. Daardoor kon ik ervoor kiezen om vier dagen te werken. Dat
Arbeidsmarkt
geeft me een iets betere work-lifebalance. Ook ervaar ik goede betaling als waardering. De hoogte van mijn salaris is van belang. Het zou raar zijn als ik zeg: het boeit me niks, voor de helft doe ik het ook. Dat is niet zo.
8
Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? Onze epoxy- en fenolharsen vinden hun weg naar allerlei huishoudelijke en industriële toepassingen, zoals de elektrische BMW, maar ook de vulling van tanden. Er is niet één toepassing waar ik het méést trots op ben. Maar als ik een windmolen zie, dan denk ik: kijk, daar zit weer 25 ton mooie hars aan. Ik zeg altijd: groene energie dankzij epoxy.
‘Ik zeg altijd: groene windenergie dankzij epoxy’
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Bier brouwen. Dat vind ik geweldig. Ik brouw het op hobbyschaal, maar heb wel net geïnvesteerd in een bierbrouwautomaat van 20 liter. Echt een prachtig ding. Bij bier brouwen heb je heel veel invloed op de smaak. Alles kan. Het is gewoon heel creatief koken via ambachtelijke processen. En dat je het kunt nuttigen, maakt het ook leuk. Mijn eigen favoriet noem ik de Imperator, een zwaar, hoppig bier met daarin gedroogde bergamotsinaasappeltjes.
10
Hoe zie je jezelf over tien jaar? Ik heb geen carved in stone plan. Ik denk altijd in mogelijkheden, nooit in beperkingen. Ik zou direct ‘ja’ zeggen op een project waarvan ik van a tot z de EHS mag coördineren. In mijn huidige werk is genoeg te doen, maar zo’n project zou de kers op de taart zijn. Maar ik denk niet dat ik over tien jaar nog werk. Vermoedelijk brouw ik dan wat vaker bier. Ook wil ik jonge mensen op een positieve manier iets leren. Ik zou een bierbrouwclub voor jongeren kunnen beginnen. Dat lijkt me wel wat. p
?
WIE IS TON NAAST ZIJN WERK? In Spijkenisse heeft Ton 800 vierkante meter tuin bij zijn huis, en daar tuiniert hij graag in. Hij rijdt ook graag op de motor of in zijn cabrio. Verder klust hij graag. Zijn grootste specialiteit: keukens zetten. “Bij mijn jongste zoon heb ik mijn negende keuken gezet. Mijn kinderen kunnen daarvoor altijd een beroep op me doen.”
Ton Heemskerk: ‘Al op 12-jarige leeftijd was ik geïnteresseerd in de dynamiek van de petrochemie en maakte ik onzichtbare inkt, zeep en kruit.’
januari 2018 Chemie Magazine 33
CRODA, ALBEMARLE EN ICL NOG STEEDS OP DEZELFDE PLEK ALS VOORGANGERS
21
LEDEN VAN HET EERSTE UUR
Fabriek van Chemische Producten op de Vondelingenplaat was de voorloper van Cerexagri en Arkema.
Bij de oprichting op 17 mei 1918 telde de Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie 21 leden. Hoe is het deze bedrijven vergaan? De meeste zijn in de loop der jaren gestopt of na fusies en overnames opgegaan in het grotere geheel. Enkele bedrijven zitten echter nog op dezelfde locatie én zijn nog steeds lid van de VNCI.
V
an de 21 oprichtingsleden van de VNCI was een derde wat we vandaag de dag biobased noemen. Amsterdamsche Chininefabriek bijvoorbeeld verwerkte bast van de kinaboom tot kinine-extract (en legde zich later ook toe op andere geneesmiddelen). Chemische Fabriek ‘Gembo’ in Winschoten maakte waterglas uit zand (en later ook drukinkt). Polak’s Frutal Works in Amersfoort produceerde geur- en smaakstoffen op natuurlijke basis (later synthetisch). En Lijm- en Gelatinefabriek ‘Delft’ maakte lijm en gelatine uit beenderen.
34 Chemie Magazine januari 2018
Tekst: Igor Znidarsic Onder de eerste leden zaten ook bedrijven die we nu onder de noemer pharma zouden scharen. Zoals genoemde Amsterdamsche Chininefabriek, en verder J.J. Hofman, Apotheker, die in Den Haag een apotheek, een laboratorium en een fabriek van onder meer essences en bronzouten runde, en Koninklyke Pharmaceutische Fabriek v/h Brocades & Stheeman in Meppel, die begon als apotheek en later fijne farmaceutische chemicaliën ging produceren. Ook zat er een verffabrikant bij: Verfstoffenfabriek Holland v/h Dr. Remmert & Co. in Apeldoorn, die anorganische en organische pig-
menten produceerde. Het bedrijf werd in 1956 overgenomen door Sikkens en in 1965 door Billiton en ging later deels over in Farbenfabrieken G. Siegle und Co.
Wereldconcern
Er zijn meer bedrijven die uiteindelijk door het buitenland zijn opgeslokt. Chemische Fabriek ‘Naarden’, die ruwe glycerine en karwijzaad destilleerde (en later overstapte op antioxidanten, smaakstoffen en vitamine C), werd in 1997 na enkele fusies verkocht aan het Zwitserse geur- en smaakstoffenconcern Givaudan. Polak & Schwartz’ Essencefabrieken in Zaandam, die vruchtaroma’s, ‘giftvrije’ verfstoffen en etherische oliën maakte, ging na de fusie in 1958 met het Amerikaanse Van Ameringen Haebler verder als IFF International Flavors & Fragrances. Het eerdergenoemde Polak’s Frutal Works groeide uit tot een wereldconcern en werd na WO II vanuit Amerika voortgezet. Fabriek van Chemische Producten in Schiedam produceerde onder meer amyl-
Nederlandsche Cocaïnefabriek in Amsterdam was ooit goed voor 20 procent van de wereldproductie van cocaïne.
alcohol, ether, amylacetaat en azijnzuur, later mierenzuur en oxaalzuur en vanaf 1919 als Fabriek van Chemische Producten Vondelingenplaat anilinekleurstoffen op de Vondelingenplaat. Vanaf 1963 werden na de fusie met het Amerikaanse Pennsalt alkylmercaptanen geproduceerd. In 1990 werd Pennwalt overgenomen door Elf Aquitaine (Total). VNCIleden Cerexagri en Arkema zijn in Rotterdam overgebleven. Een aantal bedrijven verdween van het toneel. Ammoniakfabriek v/h van der Elst & Matthes in Weesp, die ammoniakwater verwerkte tot salmiak (daarna ook zwavelzure ammoniak voor kunstmest), werd in 1942 opgeheven. Chemische Fabriek van Dr. Van Hasselt in Rotterdam, die kaas- en boterstremsel produceerde (later bindmiddelen, insecticiden, vulkaniserende olie en organische peroxide) stopte in 1977. Lijm- en Gelatinefabriek ‘Delft’ deed dat in 2002. Maatschappy tot Bereiding van Koolteerproducten in Krimpen a/d IJssel, die via destillatie van koolteer onder meer pek,
Het laboratorium van Lijmen Gelatinefabriek Delft.
21 LEDEN VAN HET EERSTE UUR p Ammoniakfabriek v/h van der Elst & Matthes, Weesp p Amsterdamsche Chininefabriek, Amsterdam p Amsterdamsche Superfosfaatfabriek, Amsterdam p Chemische Fabriek van Dr. Van Hasselt, Rotterdam p Chemische Fabriek ‘Gembo’, Winschoten p Chemische Fabriek ‘Naarden’, Naarden p Koninklyke Pharmaceutische Fabriek v/h Brocades & Stheeman, Meppel p Koninklyke Stearine-Kaarsenfabriek ‘Gouda’, Gouda p Lijm- en Gelatinefabriek ‘Delft’, Delft p Maatschappy tot Bereiding van Koolteerproducten, Krimpen a/d IJssel p Maatschappy Voor Zwavelzuurbereiding v/h G.T. Ketjen & Co., Amsterdam p Nederlandsche Cocaïnefabriek, Amsterdam p Polak’s Frutal Works, Amersfoort p Polak & Schwartz’ Essencefabrieken, Zaandam p Societeit voor Chemische Industrie ‘Katwijk’, Katwijk aan Zee p Vereenigde Chemische Fabrieken, Rotterdam p Utrechtse Asphaltfabriek, Utrecht p C. van Epenhuysen’s Chemische Fabrieken, Zwijndrecht p Fabriek van Chemische Producten, Schiedam p J.J. Hofman, Apotheker, ’s-Gravenhage p Dr. Remmert & Co., Apeldoorn
In de loop van 2018 kwamen er nog 20 leden bij. januari 2018 Chemie Magazine 35
ICL FERTILIZERS HONKVAST IN AMSTERDAM VNCI-lid ICL Fertilizers is nog steeds gevestigd aan de Fosfaatweg in Amsterdam, waar in 1907 voorganger Amsterdamsche Superfosfaatfabriek startte. Deze producent van superfosfaat en kiezelzuur werd na een fusie overgenomen door DSM, kwam in 1982 in handen van ICL en produceert tegenwoordig volcontinu de meststoffen P, PK en NPK voor de Europese markt. Nieuw in de fabriek is de verwerking van secundaire fosfaten (zoals struviet uit de waterzuivering en diverse assen uit slib-, beendermeel- en houtverbranding) als alternatief voor het aloude ruwfosfaat. Daarmee is ICL frontrunner in de circular economy in de kunstmestwereld. De komende jaren staat een verdere uitbreiding hiervan op stapel. Ook het Europese hoofdkantoor van ICL staat in Amsterdam. Verder produceert ICL in Nederland met Specialty Fertilizers (fabriek in Heerlen, kantoor in Waardenburg) efficiënte hightech-producten met controlled release-functie en met ICL Industrial Products in Terneuzen vlamvertragers, boorvloeistoffen en vloeibare elektrolieten voor opslag van duurzame energie. Een recente innovatie is de PSLoop, waarbij polystyreen uit oud isolatiemateriaal wordt verwijderd en gerecycled tot nieuwe grondstoffen. 36 Chemie Magazine januari 2018
wegenteer en creosootolie produceerde, viel na 1918 onder de Utrechtse Asphaltfabriek, werd in 1959 Cindu en stopte in 1970.
Oprukkende bebouwing
Utrechtse Asphaltfabriek stond in wat nu bijna het centrum van Utrecht is, maar toen nog een uitvalsweg was buiten de stad. Veel chemiebedrijven moesten in de loop der tijd wijken voor de oprukkende bebouwing. Toch zitten een aantal nog (nagenoeg) op dezelfde plek als honderd jaar geleden. Dat geldt behalve voor Societeit voor Chemische Industrie in Katwijk, die aanvankelijk preparaten van thoriumnitraat voor gaskousjes maakte, ook voor Koninklyke Stearine-Kaarsenfabriek ‘Gouda’. Dit bedrijf fuseerde in 1929 met de Schiedamse Stearine Kaarsenfabriek Apollo en produceerde (vanwege opkomst van elektrisch licht) naast kaarsen stearine, oleïne en glycerineproducten. Na enkele overnames in de jaren 80 en 90 werd het onderdeel van het Engelse Croda. Het bedrijf, dat anno
Een derde van de oprichtingsleden was wat we vandaag biobased zouden noemen 2018 nog steeds lid is van de VNCI, zit nog steeds op de plek in Gouda waar in 1835 de Koninklyke Stearine-Kaarsenfabriek werd neergezet. Maatschappy Voor Zwavelzuurbereiding v/h G.T. Ketjen & Co. stond aan het begin van de zwavelzuurfabrieken in Amsterdam, die in 1999 werden verkocht aan PVS Chemicals. In 1959 volgde de bouw van een roetfabriek voor autobandenindustrie in de Botlek, Ketjen Carbon geheten. Werd later VNCI-lid Cabot. In 1953 werd onder Amerikaanse licentie de katalysatorfabriek Cyanamid-Ketjen gebouwd, die in 2004
Utrechtsche Asphaltfabriek vestigde zich in 1880 aan de Gansstraat in Utrecht. Op de achtergrond de Kromme Rijn. Illustratie uit 1913.
in handen kwam van Albemarle Catalysts Company en nu lid is van de VNCI. Locatie: Nieuwendammerham in Amsterdam-Noord, waar Ketjen in 1900 de zwavelzuurfabriek neerzette. Ook de Amsterdamsche Superfosfaatfabriek is niet van haar plek geweken. De producent van superfosfaat, kiezelzuur, zwavelzuur en ammoniumfosfaat werd na een fusie overgenomen door DSM en in 1982 door ICL. VNCI-lid ICL Fertilizers Europe is nog steeds gevestigd aan de Fosfaatweg 48 in Amsterdam, waar in 1907 de Amsterdamsche Superfosfaatfabriek startte.
Overnames
DSM en AkzoNobel speelden in de loop der jaren een belangrijke rol bij overnames. Zo werd Nederlandsche Cocaïnefabriek in Amsterdam, ooit goed voor 20 procent van de wereldproductie van cocaïne (stapte later vanwege strengere wetgeving over op cocainum hydrochloricum en bijproducten), in de jaren 70 overgenomen door AkzoNobel en wijzigde
VNCI-lid Croda bevindt zich nog steeds op de plek in Gouda waar in 1835 voorloper Koninklyke Stearine-Kaarsenfabriek begon. Foto uit 1919.
de naam in NCF Holding. Vereenigde Chemische Fabrieken in Rotterdam produceerde superfosfaat en werd na diverse fusies Albatros Superfosfaatfabrieken. De vestigingen in Groningen en Zwijndrecht sloten in 1917 en 1941. In 1959 richtte Albatros, samen met het Amerikaanse CMC, Albatros Zwavelzuur en Chemische Fabrieken op, waar zwavelzuur uit pyriet werd geproduceerd. Later volgde overname door Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie en uiteindelijk opname in AkzoNobel. Chemische Fabriek ‘Gembo’ kwam bij Ketjen terecht en ging in de jaren zestig over in onder meer Akzo. De vestiging in Winschoten werd later PQ Europe (en maakt nog steeds waterglas). Amsterdamsche Chininefabriek kwam in 1991 na een fusie als Brocacef bij DSM. Koninklyke Pharmaceutische Fabriek v/h Brocades & Stheeman werd in 1967 na een fusie Koninklijke Gist-Brocades, die de farmadivisie later verkocht aan het Japanse Yamanouchi. In 1998 werd Gist-Brocades ingelijfd door DSM. p
FOTO: J.D. FIL ARSKI
Maatschappij voor Zwavelzuurbereiding v/h G.T. Ketjen & Co. in Amsterdam-Noord in 1928. Midden boven de in 1917 gebouwde lodenkamerfabriek bestaande uit een ovengebouw (links), een hoog middengedeelte met de torens en een fabriekshal met loden kamers (rechts). Rechtsonder, links van de schoorsteen, de gebouwen van de contactzwavelzuurfabriek, met een batterij wastorens voor het zuiveren van het zwaveldioxidegas (met schuur bovenop). Op de kaden onder en links hopen pyriet en pyrietas. Rechtsonder de kade voor afvoer van producten, met zwavelzuurtanks en mandflessen.
CRODA 160 JAAR OP DEZELFDE PLEK VNCI-lid Croda is nog steeds gevestigd op de plek vlakbij het oude centrum van Gouda waar in 1858 voorganger Koninklijke Stearine-Kaarsenfabriek werd opgericht. In 1929 fuseerde Koninklijke Stearine-Kaarsenfabriek met de Schiedamse Stearine Kaarsenfabriek Apollo. Vanwege de opkomst van elektrisch licht werden naast kaarsen ook stearine, oleïne en glycerineproducten geproduceerd. Na enkele overnames in de jaren 80 en 90 werd het bedrijf in 2006 onderdeel van het Engelse Croda. “Dat Croda Gouda (onder verschillende namen) al 160 jaar op dezelfde plek, nabij het stadscentrum, in Gouda staat, heeft te maken met het feit dat wij een goede relatie hebben opgebouwd met onze buren”, zegt woordvoerder Karen Waroux. “Wij informeren onze buren, maar luisteren ook naar hen. Maar het heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat wij een innovatief bedrijf zijn. We zijn gestart als kaarsenfabriek en hebben ons door innovatie van ons productenpakket ontwikkeld tot een modern en specialistisch oleo-chemisch bedrijf. Ook hier luisteren wij naar de wensen van onze partners, in dit geval onze klanten, en anticiperen daarop.”
januari 2018 Chemie Magazine 37
Transportservice van huis uit
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
Veilig werken met VAPRO
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
11/01/17 09:36
Veiligheid
VNCI ROEPT LEDEN OP DEEL TE NEMEN
ONDERZOEK NAAR DE STAAT VAN ASSETS Adviesbureau Mainnovation onderzoekt vanaf februari de staat van de assets in de Nederlandse (petro)chemische industrie. Assets zijn onder meer leidingen, reactievaten tanks en andere procesinstallaties die in de (petro)chemische industrie worden gebruikt. Eind mei zijn de resultaten naar verwachting bekend. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
DE ONDERZOEKSVRAGEN
De nulmeting dient in ieder geval antwoord te geven op deze onderzoeksvragen: • leeftijd asset base; • investeringsniveau voor modernisering asset base (o.a. voor veiligheid); • resterende levensduur asset base; • ontwikkeling onderhoudskosten aan einde levensduur asset; • maintenance cost-trend over afgelopen jaren; • percentage maintenance cost/ARV procesindustrie NL vs buitenland; • percentage incidenten gerelateerd aan ageing assets NL vs buitenland; • wijze waarop industrie kenmerken van ageing assets adresseert; • toekomstverwachtingen industrie voor technologie en marktwerking en hun invloed op ageing assets.
D
e petrochemische industrie, wetenschap en overheid startten in 2016 met het programma Duurzame Veiligheid 2030. Doel is om de veiligheid in de petrochemische industrie verder te versterken. Een belangrijk onderdeel van het programma is duurzaam assetmanagement: het continu borgen van de integriteit en het optimaliseren van de beschikbaarheid van bestaande industriële installaties in Nederland. Om dit goed te doen, is het essentieel om eerst de huidige staat van de assets in de Nederlandse (petro)chemische industrie in kaart te brengen. Daarom start adviesbureau Mainnovation in februari met een onderzoek. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in samenwerking met de trekkers van de roadmap Duurzaam assetmanagement (programma Duurzame Veiligheid 2030), de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI).
Online enquête
In het onderzoek wil Mainnovation onder meer achterhalen wat de resterende levensduur is van de assets. Ook brengen de onderzoekers in kaart hoeveel er de afgelopen jaren is geïnvesteerd in de modernisering van de bestaande procesinstallaties. Daarnaast kijkt het adviesbureau hoe de petrochemische industrie omgaat met ageing. Hierbij gaat het over de conditie van de assets en hoe deze veranderen in de tijd. Daarom ontvangen 216 BRZObedrijven uit de Nederlandse (petro) chemische procesindustrie (raffinage, chemie, opslag) een online enquête. Ook interviewen de onderzoekers twintig bedrijven om de
onderzoeksresultaten te valideren. De resultaten van de enquêtes en interviews in het onderzoek worden geanonimiseerd weergegeven. Alle deelnemers ontvangen naar verwachting in mei de eindrapportage.
Faalmechanismen
Richard Schouten (director Consulting, Incubator, Asset Health Center van Sitech Services op Chemelot) is een warm voorstander van het in kaart brengen van de conditie van de procesinstallaties voor de Nederlandse (petro)chemische industrie. “De fabrieken op het Chemelotterrein zijn gemiddeld tussen de 25 en 50 jaar oud. Sitech Services denkt dat de conditie van deze onderdelen van plants in orde is, maar wil die aanname door het onderzoek graag bevestigd zien,” aldus Schouten. Daarnaast wil Sitech Services graag weten of het de juiste protocollen volgt als er zich onverhoopt problemen voordoen. “Hierbij gaat het vooral om faalmechanismen die wij, ondanks onderhoudsprogramma’s en inspecties, niet hadden kunnen voorzien. De uitkomsten van de oorzaken van deze faalmechanismen zijn niet alleen belangrijk voor Sitech Services, maar ook voor de rest van de chemische industrie.”p
OPROEP
Om de huidige staat van de assets goed in kaart te kunnen brengen, is het belangrijk dat de BRZO-bedrijven die een online enquête ontvangen deze ook invullen. De VNCI en de VNPI roepen BRZO-bedrijven die onderdeel zijn van de chemieketen dan ook om mee te doen aan deze nulmeting.
januari 2018 Chemie Magazine 39
DEVENTER OPEN INNOVATION CENTER OPEN VOOR START-UPS
40 Chemie Magazine januari 2018
Uitgelicht
De AkzoNobel-vestiging in Deventer wordt een broedplaats voor open innovatie in chemie en technologie. AkzoNobel Specialty Chemicals, de gemeente Deventer, de Herstructureringsmaatschappij Overijssel en de provincie Overijssel hebben eind december een overeenkomst voor zeven jaar getekend om samen het Deventer Open Innovation Center (DOIC) te ontwikkelen. Zij investeren ruim 25 miljoen euro.
H Â
et centrum positioneert zich als the place to go in Europa voor de meest veeleisende chemie en technologie (chemtech) waar veiligheid, procesbeheersing en kennis van wet- en regelgeving van essentieel belang zijn. Jonge bedrijven kunnen er samen met AkzoNo-
bel nieuwe toepassingen en producten in de chemie ontwikkelen en opschalen. Bedrijven, kennisinstellingen, (startende) ondernemers, investeerders en studenten krijgen toegang tot onder meer een groot kennis- en bedrijvennetwerk, speciale onderzoeksfaciliteiten, zoals het unieke veiligheidslaboratorium, het analytisch lab, proeffabrieken met mogelijkheden om productie op te schalen en onderwijs- en trainingsvoorzieningen. Eind 2025 moet het centrum onderdak bieden aan zo’n 300 kennisintensieve medewerkers en 50 gebruikers in de sfeer van training en educatie. Dit is exclusief de al aanwezige 315 medewerkers van AkzoNobel. Het centrum wordt ondersteund door het lokale en regionale bedrijfsleven, onderwijs- en kennisin-
stellingen, de VNCI en de Topsector Chemie. Inmiddels hebben de eerste startende ondernemingen al besloten om zich er te vestigen. Exxfire richt zich op brandpreventie en -bestrijding in onder andere ICT-servers en de luchtvaart. De in 2011 gestarte onderneming won meteen al de Nyenrode Innovation Contest. De eerste producten zijn al succesvol op de markt gebracht. Ahrma Holding ontwikkelt en produceert duurzame pallets met een levensduur tussen vijf en tien jaar. Ze zijn voorzien van slimme sensoren die locatie, temperatuur en schokken registreren, waarna de gegevens realtime via internet zichtbaar zijn. p
januari 2018 Chemie Magazine 41
ROADMAP ‘RUIMTE VOOR (PETRO)CHEMIECLUSTERS’: VEILIGHEIDSBELEID ALS VERBINDENDE FACTOR
SAMEN VEILIGER
De roadmap ‘Ruimte voor (petro)chemieclusters’ gaat ervan uit dat een veiligheidsbeleid op basis van een langetermijnvisie de bedrijven in de chemieclusters nóg verder kan verbinden. Het maakt nieuwe activiteiten mogelijk en tilt de veiligheid naar een structureel hoger niveau. Tweede deel in een serie over de vijf roadmaps van het programma Duurzame Veiligheid 2030. Tekst: Henk Engelenburg
‘R
uimte voor (petro)chemieclusters’, een van de roadmaps van het programma Duurzame Veiligheid 2030 (zie kader), doet vermoeden dat het gaat om fysieke ruimte voor de zes chemieclusters rond Delfzijl, Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk, Chemelot en in Zeeland. Het gaat in werkelijkheid om een langetermijnvisie op veiligheid. De samenwerkingsvormen zoals in productie, logistiek en ketens leveren de clusterbedrijven profijt op en uiteindelijk meer concurrentiekracht. De roadmap gaat ervan uit dat een veiligheidsbeleid op basis van een langetermijnvisie de bedrijven in de clusters nóg verder kan verbinden, nieuwe activiteiten mogelijk maakt en de veiligheid naar een structureel hoger niveau zal tillen. Bovendien zal zo’n beleid kunnen inspelen op veranderingen in de producties als gevolg van de klimaattransitie, stelt Jaap Hoogcarspel, ‘trekker’ van deze roadmap – na een langjarige loopbaan bij AkzoNobel, Shell en AirLiquide. Onder zijn aanvoering hebben vertegenwoordigers van de industrie, zoals Chemelot, Port of Rotterdam en de handelaren in chemische stoffen, de afgelopen maanden de eerste aanzet gegeven voor een veiligheidsvisie voor de lange termijn door drie thema’s te lanceren. Het eerste gaat over de best practices van de clusters op het gebied van veiligheid. Ze hebben hiervoor een
42 Chemie Magazine januari 2018
lange lijst met vragen ontvangen en ingevuld, zodat de roadmap binnenkort kan identificeren wie specifiek wat doet om de veiligheid te bevorderen. Vervolgens zal de clusters worden gevraagd om de best practices van elkaar over te nemen en in praktijk te brengen.
Transport
Het tweede thema is het bepalen of de clusters een ‘positief netto veiligheidsresultaat’ hebben. Dat wil zeggen, of ze als geheel hoger scoren in veiligheid dan de som van de veiligheidsprestaties van de individuele bedrijven. Blijkt dat niet het geval, dan moeten maatregelen worden vastgesteld om alsnog een netto positief resultaat te bewerkstelligen. Hoogcarspel noemt het mede een ‘raison d’être’ voor een cluster als blijkt dat het niet alleen in economisch opzicht handiger en efficiënter is om samen te werken, maar ook wat veiligheid aangaat. Transport speelt een belangrijke rol in het behalen van een positief netto veiligheidsresultaat. De roadmap ontplooit op dit vlak een aantal initiatieven, waaronder het identificeren van de stromen probleemstoffen in Nederland, wellicht in een big data-exercitie. Dan valt na te gaan in hoeverre het vervoer van die stoffen kan worden beperkt. Ook is een opdracht verstrekt aan de TU Delft en de Universiteit van Antwerpen om de parameters te identi-
FOTO: KOOS BOERTJENS
ILLUSTR ATIE: GRONINGEN SE APORTS
Veiligheid
Veel bedrijven zijn in een chemiecluster, zoals in Delfzijl, onderling verbonden door leidingen, wat een relatief veilig transportmiddel is.
‘Bedrijven moeten de voorstellen van de roadmap gaan zien als een ‘peer audit’ ’ ficeren die de veiligheid in clusters beïnvloeden. Genserik Reiniers, professor aan beide universiteiten, gespecialiseerd in veiligheid in clusters, werkt aan de opdracht. Hij vergelijkt de parameters van chemiebedrijven in clusters met de parameters van niet-geclusterde chemiebedrijven. Dit onderzoek moet voor de zomer dit jaar gereed zijn. In dit onderzoek speelt mee dat veel bedrijven in een cluster onderling verbonden zijn door leidingen, wat een relatief veilig transport vertegenwoordigt. De retorische vraag is wat het effect zou zijn op de transportintensiteit en de transportmiddelen als de bedrijven niet met elkaar op deze wijze verbonden zouden zijn. Dat beeld draagt bij aan de legitimering van een cluster, aldus Hoogcarspel.
Het derde grote thema is de blik op de toekomst: wat zijn de kansen en bedreigingen voor de clusters als veiligheid centraal staat in de klimaat- en energietransitie? Hiertoe gaan de roadmap-deelnemers de VNCI- en de VNPI-roadmaps ‘2050’, die binnenkort gereedkomen, nauwkeurig bestuderen. Zodra die transities op het netvlies staan, zal duidelijk worden welke vragen centraal komen te staan omtrent de veiligheid op langere termijn. Gaan de bedrijven bijvoorbeeld met lagere druk of met lagere temperaturen werken? Gaan de clusters heel veel waterstof produceren en gebruiken? Moeten de bedrijven hun ontwerpen en toepassingen aanpassen om giftige stoffen te vervangen door minder giftige? In de blik op de toekomst worden ook de ‘botsproeven’ meegenomen die worden gehouden om de nieuwe Omgevingswet aan de praktijk te toetsen. Onder meer in de Botlek, in Moerdijk en in Amsterdam lopen dergelijke proefprojecten. Een daarvan is de koepelvergunning van Chemelot.
Bemoeienis
Hoogcarspel: “Dit is het programma voor het komende halfjaar. Na de zomer, met de studie van Antwerpen en Delft en de andere zaken, kijken we samen met de stuurgroep hoe we de roadmap verder ontwikkelen.” Blijft over de vraag of de bedrijven eigenlijk wel zitten te e januari 2018 chemie Magazine 43
‘Veiligheid op basis van een langetermijnvisie vereist dat de overheid ‘topexperts’ als toezichthouders in dienst heeft’
wachten op de soms wellicht verregaande bemoeienis en plannenmakerij van de roadmap. Chemie- en petrochemiebedrijven worden immers al flink op de huid gezeten door het bevoegd gezag. De grote bedrijven moeten daarnaast vaak interne groepsaudits organiseren, er zijn ook nog lokale audits, managementteams die door de fabriek lopen. Kortom, er worden op vele niveaus en gelegenheden conclusies getrokken, aanbevelingen gedaan of rode vlaggen opgestoken. Bijvoorbeeld het overnemen van best practices, wie bepaalt of dat daadwerkelijk gaat plaatshebben? “Het is vooralsnog niet verplicht en evenmin vrijblijvend”, zegt Hoogcarspel. “Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de bedrijven ermee aan de slag gaan, ook al gaat het om bovenwettelijke, vrijwillige maatregelen. Gezien de prominente deelname van VNCI, VNPI en VOTOB aan dit programma is er voldoende backing in de industrie.”
Kruisbestuiving
Hoogcarspel beseft absoluut dat bedrijven doorgaans niet zitten te springen om een audit. “Een audit is doorgaans niet plezierig voor de geauditeerde, want het levert al snel kritiek en mogelijk afkeuring op. Maar een audit kan – en moet zelfs – ook opbouwend en ondersteunend zijn om er maximaal profijt uit te halen. Het is maar hoe het liedje wordt gezongen, met welke mindset partijen erin gaan. Zo kan het ook werken met de best practices.” Het is dus zeker niet de bedoeling dat de bedrijven de voorstellen van de roadmap gaan zien als een soort vermaning dat ze op veiligheidsgebied ondermaats presteren. Ze moeten het veeleer zien als een ‘peer audit’, waarbij vertegenwoordigers van chemiebedrijven bij elkaar de veiligheid onder de loep nemen, suggesties geven en vragen stellen. Bij elkaar over de site lopen voor advies en tips gebeurt overigens vooralsnog alleen op Chemelot. Daarom gaat de roadmap dit cluster vragen om meer tekst en uitleg, zodat de andere clusters er lering uit kunnen trekken. “Het is puur kruisbestuiving. Op de ene site zie je iets dat heel goed werkt, dus waarom zouden clusters elders daar hun voordeel niet 44 Chemie Magazine januari 2018
DUURZAME VEILIGHEID 2030
‘Duurzame veiligheid 2030’ is een programmatische samenwerking van industrie, wetenschap en overheid met als doel een duurzame en significante verbetering van de veiligheid in de (petro)chemische sector. Stip op de horizon is 2030. Het programma richt zich op een langetermijnperspectief voor veiligheid voor de omgeving en voor de werknemer, in samenhang met duurzaamheid en innovatie. Veiligheid op langere termijn verschilt in die zin van de huidige insteek; de veiligheid vandaag de dag is veelal incident-gedreven. De Nederlandse (petro)chemische industrie heeft een extra grote verantwoordelijkheid ten aanzien van veiligheid, aangezien Nederland een naar verhouding grote chemische industrie heeft op een relatief klein oppervlak. Bedrijven moeten daarom niet uitsluitend nagaan of de installaties er nu goed bij staan, maar zeker ook hoe ze problemen op langere termijn kunnen voorkomen. Het programma omvat vijf roadmaps: Duurzaam assetmanagement (Chemie Magazine juni 2017); Ruimte voor (petro)chemieclusters; Integrale uitvoering van beleid; Transparante en beveiligde sector; Hoogwaardige kennis voor de chemie. Daarnaast is er nog Just Culture, een gezamenlijk project van de roadmaps Transparantie en Hoogwaardige kennis waarin veiligheid in de luchtvaart model staat voor veiligheid in de (petro)chemie. Elke roadmap heeft de industrie, de overheid of een kennisinstituut als ‘trekker’ en bestaat uit fasen van het vaststellen, uitvoeren en evalueren van prioriteiten en het vaststellen van de volgende prioriteiten. Een overkoepelende stuurgroep bewaakt de strategie van het totale programma.
mee mogen doen? Het gaat vaak om generieke zaken, die helemaal niet commercieel of geheim zijn.”
Overheid
Als industrie, overheid en kennisinstituten het veiligheidsniveau in een gezamenlijke inspanning op een blijvend hoger niveau willen tillen, ziet Hoogcarspel overigens nog wel een belangrijke bijdrage voor de overheid weggelegd. Hij doelt hier op de kwaliteit van de toezichthouders, want niets is zo vervelend voor bedrijven als om te moeten werken met toezichthouders die onvoldoende verstand van zaken hebben. Veiligheid op basis van een langetermijnvisie vereist volgens Hoogcarspel beslist dat de overheid ‘topexperts’ als toezichthouders in dienst heeft, die weten waar ze het over hebben. Hij bedoelt: toezichthouders die als gelijkwaardige discussiepartners kunnen acteren, die in staat zijn om bij de bedrijven ideeën vanuit de buitenwereld in te brengen omdat ze ook elders in de veiligheidskeuken kunnen kijken. Hoogcarspel: “Supercompetente toezichthouders die de bedrijven vooral uitdagen om nog beter te presteren en die een gelijkwaardige opstelling van de handhaving in Nederland mogelijk maken.” p
Tankmarkering
Overzichtsborden
Leidingmarkering
Veiligheidssignalering
Total Project Service
Visit our website:
BLOMSMA-SAFETY.COM
Wil jij werken een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan
nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid
• Uitvoering grote projecten/turn arounds
• Procestechnologie en installaties
• Externe veiligheid/BRZO/PGS6
• Processchema’s, P&ID’s
• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s
• Mechanische veiligheid, PED
• Explosies
• Maintenance
• Gevaarlijke stoffen
• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)
• Incidentenonderzoek
• Instrumentele beveiliging
• ATEX
Schrijf je alvast in, deze opleiding zit altijd snel vol.
Data: 8, 22 maart, 5, 19 april, 17, 31 mei, 13 juni en het tentamen op 27 juni 2018.
Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_171008_Adv PV NPT 185x130_wt.indd 1
24-10-17 14:14
DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE CHEMIE
LIMBURGSE BROEDPLAATS ZET IN OP BIO-ECONOMIE Op Bio Treat Center in Venlo bundelen bedrijven hun onderzoekskrachten om biomassa te verwerken tot grondstoffen. Dat biedt grote kansen voor chemiebedrijven, mits zij samen optrekken en niet aan de zijlijn blijven staan. Tekst: Inge Janse
E
en creatieve broedplaats rond biomassa. Zo wordt Bio Treat Center (BTC), gevestigd op de Brightlands Campus Greenport Venlo, liefkozend genoemd. Zelf spreekt BTC van een ‘open innovatiecentrum voor de be- en verwerking van biomassa en reststromen tot halffabricaten en producten voor de bio-economie’. Lees: hoe kun je biomassa zo behandelen dat potentiële afnemers, bijvoorbeeld chemiebedrijven, het als grondstof kunnen gebruiken? In 2016 kwamen vijf bedrijven bijeen die biomassa transporteren, behandelen en raffineren: Grassa, Hofmans, Ingenia, Eco-Makelaar en NewFoss. Zij ervoeren een gapend gat tussen wat biomassaverwerkers bieden en afnemers willen, en besloten hun onderzoekskrachten te bundelen. “De chemie zet bijvoorbeeld in op de omzetting van lignine
46 Chemie Magazine januari 2018
naar een eindproduct”, vertelt Patrick Lemmens, als innovatiemakelaar van BTC verantwoordelijk voor het netwerk tussen de deelnemers. “Maar er zijn talloze specificaties van lignine. Als chemiebedrijven ons vertellen welke specificaties ze nodig hebben, dan richten wij ons op de technologieontwikkeling om dit te realiseren.” BTC wil zo de sleutelrol spelen tussen ruwe biomassa en eindproduct.
Half open innoveren
BTC (goed voor een projectomvang van ruim 5 miljoen euro, wat mede mogelijk wordt gemaakt door de provincie Limburg en het Europese subsidieprogramma OP Zuid) is nog in ontwikkeling. De kantoren zijn vrijwel gereed, de werkplaats voor experimenten op labschaal moet in het voorjaar van 2018 afgerond zijn. Idealiter komen de vijf initiatiefnemers vervolgens met hun installa-
ties naar BTC om voortaan hier R&D-activiteiten uit te voeren, bijvoorbeeld via drooginstallaties, fractionering en eiwitwinning. Momenteel werken de founders nog niet op één plek, maar wél samen. De oprichters geloven namelijk in het nut van steeds meer samenwerken aan R&D, vertelt Lemmens. Dat onderzoek gebeurt half open. “Je kunt hier je eigen technologie doorontwikkelen, samen met de partners. Maar je kunt ook privé, in alle vertrouwelijkheid, werken. Ik noem dat ‘samen innoveren met een muurtje ertussen’.” De innovatiemakelaar legt uit wat het centrum uniek maakt: “Ja, er zijn meer pilotfaciliteiten, maar deze is anders georganiseerd. Vaak wordt van tevoren fors geïnvesteerd in technologie en apparatuur, in de overtuiging dat externen die gaan gebruiken. Wij keren het om. BTC verbindt ondernemers, die hun eigen
Biobased
NEWFOSS: BTC ONMISBARE SCHAKEL IN CIRCULAIRE KETEN NewFoss, een bedrijf in bioraffinage, is een van de deelnemers in Bio Treat Center (BTC). Het Udense bedrijf kan via een zelf ontwikkelde techniek plantenresten voor 100 procent omzetten naar hernieuwbare grondstoffen. “Het is onze missie om de miljarden tonnen plantenresten, zoals van de wereldwijde productie van suikerriet, palmolie, rijst en soja, tot waarde te brengen, in plaats van te laten verbranden of weg te laten rotten”, vertelt oprichter en directeur Geert van Boekel, die het bedrijf in 2012 begon. Inmiddels telt het elf medewerkers. Via het bio-raffinageproces levert NewFoss lignocellulosevezels voor onder meer molded fibers (bekend van de groene eierdoosjes), papier, isolatiemateriaal, substraat en composieten. Andere
producten van de scheidingstechniek zijn mineralen en organische (vet)zuren, die inzetbaar zijn voor biologische meststof, strooizout, PLA en biogas. De volgende stap is om met partners het raffinageproces mondiaal uit te rollen.
gen. De komende jaren staan heel wat onderzoeksprojecten op stapel, variërend van de productie van natuurlijke zoetstoffen tot de ontwikkeling van vezels voor composiet board en voedingsbodem voor de kweek van champignons.
Verbinding
Chemie
“In Limburg is de verbinding goed te organiseren tussen het vinden van biomassa en het gebruik van hernieuwbare grondstoffen”, legt Van Boekel de keuze voor deelname aan Bio Treat Center uit. “Ook de ondersteuning vanuit de overheden is goed geregeld. Verder zijn hoogwaardige faciliteiten en kennisinstituten aanwezig.” De NewFoss-directeur verwacht dat BTC snel uitgroeit tot een onmisbare schakel in de circulaire keten. Aan zijn eigen bedrijf zal het niet lig-
‘Niet de pretentie zomaar even de chemie te vergroenen, maar we kunnen wel bijdragen aan haar verduurzaming’ technologie meenemen. Onze investering zit in het creëren van het juiste ecosysteem.”
Echte verbinding
De chemische industrie is zeker geïnteresseerd als potentiële afnemer van de bewerkte biomassa, merkt Lemmens. Aan de andere kant: “Contact is leuk, maar business is leuker. De chemie is pas écht geïnteresseerd als wij het gewenste product kunnen maken, liefst in een schaalbaar volume. Ze sturen onze bedrijven terug naar huis met veel nieuw huiswerk. Terwijl je juist
samen dat huiswerk moet maken.” Hij hoopt daarom dat er snel meer commitment komt. Want willen chemiebedrijven profiteren, dan moeten ook zij investeren. In eerste instantie met tijd. “Vaak denken grote concerns dat het direct om mega-investeringen gaat. Terwijl wij vooral vragen om transparante communicatie. We moeten elkaar de tijd gunnen om samen vooruit te komen.” Lemmens stelt daarom voor om in getrapte fases te werken: het eerste half jaar de keten en de businesscase op papier krijgen en zo elkaar leren verstaan, vervolgens
Van Boekel richt zijn pijlen ook op de chemie. NewFoss wil graag zijn hernieuwbare grondstof leveren voor de productie van bijvoorbeeld levuline, furfaral en xylose. Het bedrijf is in gesprek met meerdere chemiebedrijven, want er zijn toepassingen te over. Toch heeft NewFoss nog een flinke drempel te nemen, besluit Van Boekel: “Voor deze plannen is een zeer groot volume geschikte biomassa nodig, iets wat in Nederland niet makkelijk bij elkaar te krijgen is.”
praten over welke specificaties precies nodig zijn. “Pas daarna komen geld en marges aan bod. Je moet eerst aan elkaar gewend raken en vertrouwen krijgen.” Een goed voorbeeld hiervan is de constructie die BTC wil ontwikkelen met partijen op Brightlands Chemelot Campus. “Wij willen hun vragen in de ontwikkelfase van nieuwe producten specificaties van benodigde halffabricaten met ons te delen. Op deze wijze ontstaat er een echte verbinding tussen vraag en aanbod, die wij uit kunnen werken in oplossingen.” Mede door zulke successen moet het centrum rond 2020 zonder structurele subsidies kunnen draaien. “En we willen dan een erkende rol in de bio-economie hebben. We hebben niet de pretentie zomaar even de chemie te vergroenen, maar wel dat we kunnen bijdragen aan haar verduurzaming.” p
januari 2018 Chemie Magazine 47
WWW.BCFCAREEREVENT.NL
VNCI LEDEN: € 500 KORTING*
Ontmoet Chemie Talent! BCF Career is dé manier om in direct contact te komen met talent in de chemie en life sciences, uw talentpool uit te breiden en uw imago als werkgever te versterken. Voor meer informatie en het aanmeldformulier, neem contact op via info@bcfcareerevent.nl of 035-3030013. VNCI Leden: € 500 korting* *Deze eenmalige korting geldt alleen bij een eerste deelname op pakketten.
MAIN SPONSORS
SPONSOR
MEDIA PARTNERS
BCFJOBS
POWERED BY BIOBUSINESS SUMMERSCHOOL
MOVING CAREERS FORWARD IN LIFE SCIENCES
VNCI
VNCI NIEUWS
FOTO: JAN REINIER VAN DER VLIET
IN DE MEDIA
V.l.n.r.: Marian de Regt (OVP), Huub in het Panhuis (AWVN), Onno de Vreede (VNCI) en Margreet Xavier (AWVN).
AWVN, VNCI EN OVP SLAAN HANDEN INEEN
Tijdens het VNCI-jaarevent afgelopen juni ging de samenwerking tussen werkgeversvereniging AWVN, de VNCI en opleidingsfonds OVP officieel van start, om de transitie van fossiele naar circulaire grondstoffen en de voortschrijdende digitalisering, die het werk en de werkprocessen ingrijpend zullen wijzigen, te begeleiden. Het eerste wapenfeit was de openstelling van een door het ministerie van SZW gesubsidieerd adviestraject rond duurzame inzetbaarheid voor chemiebedrijven. Elf bedrijven schreven zich in en gingen aan de slag met de mkb-scan duurzame inzetbaarheid – wat doet het bedrijf nu al en waar liggen kansen voor verbetering? – en de AWVN-app Tiptrack. Daarnaast organiseerden AWVN, OVP en VNCI workshops voor de bedrijven in de sector over duurzame inzetbaarheid en over flexibel roosteren.
In Europoort Kringen legde Reinier Gerrits in een artikel over elektrificatie van productieprocessen in de chemische industrie uit dat de Routekaart Chemie 2050 drie scenario’s bevat, waar elektrificatie er een van is, naast biomassa/circulair en het verschonen van de huidige productieprocessen. Volgens Gerrits is geen van de drie zaligmakend. “Voor alleen het biomassa/circulair-scenario hebben wij een bos ter grootte van het Verenigd Koninkrijk nodig. De hoeveelheid energie voor het elektrificatie-scenario valt misschine wel van zee te halen. Maar ook alleen elektrificatie is niet de oplossing voor het gehele probleem. Het derde scenario is misschien het goedkoopste, maar is geen oplossing.” Volgens Gerrits komt het erop aan om de scenario’s te combineren, waardoor de kosten zullen dalen, en zijn er allereerst twee zaken nodig: innovatieprogramma’s en regionale implementatie. “Dit laatste om technologieën naar een volgend niveau te brengen, bijvoorbeeld in Chemelot of Delfzijl.” Brabants Dagblad berichtte over het voornemen van de Tweede Kamer om duizenden ‘niet-afbreekbare’ stoffen uit het milieu te weren. “Wat denk je dat er gebeurt als je in één keer duizenden van deze stoffen verbiedt?” reageerde Roderik Potjer, hoofd communicatie en public affairs bij de VNCI. “Die stoffen worden voor immens veel producten gebruikt. Die zouden ineens verdwijnen, of veel duurder worden. Bovendien moet je zoiets helemaal niet in Nederlands verband willen regelen, dat moet je Europees doen. Anders benadeel je Nederlandse bedrijven.” In Process Control zei Dirk van Well, senior beleidsmedewerker stoffen bij de VNCI, daarover: “De kans dat Nederland eenzijdig stoffen gaat verbieden is nihil, want de Europese regelgeving laat dit niet toe. Er is een goede reden dat het beleid Europees is; het is niet erg zinvol om dit soort problematieken op nationaal niveau te regelen want in veel gevallen is de problematiek rond zeer zorgwekkende stoffen grensoverschrijdend.”
TOPTALENT IN HET ZONNETJE
De kracht van de combinatie student, bedrijf en universiteit was goed voelbaar tijdens het Granting & Graduation event eind november. COAST, ISPT, de VNCI en de Topsector Chemie vierden voor de vijfde keer dit feestelijke samenzijn. Vanuit de VNCI Top Talents Community ontvingen 18 nieuwe toptalenten hun beurs voor de komende twee jaar. 29 studenten die hun talentenprogramma succesvol hebben afgerond kregen hun diploma. januari 2018 Chemie Magazine 49
COL OFON
MENSEN
Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-
AKZONOBEL
Renier Vree is per 1 maart 2018 de nieuwe chief financial officer van AkzoNobel Specialty Chemicals. Vree werkte de laatste acht jaar bij Arcadis, waar hij momenteel CFO is en lid van de executive board. Hij was in 2016/2017 ook zes maanden interim-CEO. Vóór Arcadis was hij meer dan twintig jaar werkzaam bij Philips, het laatst als CFO van Philips Lighting.
sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28
TU EINDHOVEN
Bert Meijer, hoogleraar organische chemie aan de TU/e, heeft eind december de Nagoya Gold Medal ontvangen. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door het Institute of Transformative Bio-Molecules van de universiteit van Nagoya aan wetenschappers in de organische chemie. Meijer voegt zich daarmee in een rijtje van 22 illustere voorgangers, waaronder winnaars van Nobelprijzen.
E redactie@vnci.nl
Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
UNIVERSITEIT TWENTE
Nathalie Katsonis, professor bio-inspired and smart materials aan de Universiteit Twente, heeft tijdens de chemieconferentie CHAINS de KNCV Gouden Medaille 2017 gekregen. De prijs is de hoogste Nederlandse onderscheiding voor chemisch toptalent. Katsonis werd na een PhD aan de Université Pierre et Marie Curie in Parijs postdoc onder Ben Feringa in Groningen. Na posities in Leuven en Toulouse maakte ze in 2011 de overstap naar de UT, waar ze haar eigen onderzoeksgroep opzette. “Ik ben van mening dat intelligente materialen voor een heuse paradigmaverschuiving kunnen zorgen”, zei ze bij de prijsuitreiking.
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk MediaCenter Rotterdam
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
50 Chemie Magazine januari 2018
toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover Studio Piraat ISSN 1572-2996
Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can
AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line
chemical industry.
documentation and certification.
benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the
Overview of production capabilities
Production capabilities
is a part of AD International
capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability,
Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)
adinternationalbv.com
Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers
Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food
QUALITY ENGINEER
DSM FUNCTIONAL MATERIALS - HOEK VAN HOLLAND
As a part of Royal DSM’s performance materials cluster, which is dedicated to the development of highperformance formulated coatings and composite materials, DSM Functional Material (DFM) is a world leader in the development of high performance ultraviolet (UV) curable materials. The DFM production site in Hoek van Holland is looking for a Quality Engineer. Being a part of a multidisciplinary team you actively support the improve plant cycle and the idea gate keeping process. Your allround focus lies on quality performance, process safety, managing projects and providing relevant technical expertise in compliance with rules and regulations. With a Bachelor’s degree in Chemical, Mechanical or related engineering field, you have at least 5 years experience in similar roles and are HAZOP trained/certified. You thrive in a high demanding and complex environment where you are able to handle multiple tasks and take responsibility. While having excellent analytical, problem solving and decision making skills, you are also able to work with Microsoft Office at an advanced level. Interested to know more about this position? Then visit our website for more information.