ARC CBBC wil kansen Europese Green Deal benutten
Restwarmte (petro)chemie kan beter gebruikt worden
Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
VIA PIEPSCHUIM EN PUR DRAAGT CHEMIE BIJ AAN WONINGISOLATIE
VERMEDEN EMISSIES
Shell Pernis test eigen 5G-netwerk
JAARGANG 62 • 01 • 28 JANUARI 2020
Uw partner voor een duurzaam beheer van chemisch & sensitief afval
On-site manpower
Innovatief webportaal met reporting
Kennis & expertise
GeĂŻntegreerde totaaloplossing in lijn met uw budget en proces
Veilig ADRtransport
Hoogtechnologische verwerking
Ompakken, op- & overslag
Recycling van materialen & energie
Samen met de Nederlandse industrie naar een circulaire economie www.indaver.nl
INHOUD 01 | 28 januari | 2020
16
AANZIENLIJKE BIJDRAGE AAN VERMEDEN EMISSIES IN ANDERE SECTOREN De chemische industrie reduceert de uitstoot van broeikasgassen niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor aanzienlijke vermeden emissies in andere sectoren. Bijvoorbeeld door de grondstoffen te leveren voor isolatiematerialen als piepschuim en pur in gebouwen, waarmee een tiende van de totale CO2-uitstoot van Nederland kan worden bespaard. Eerste aflevering van een serie.
WEL OF NIET BAKPAPIER? Sinds de uitvinding in 1938 hebben per- en polyfluoralkylstoffen (pfas) ons veel gemak en welzijn gebracht. Dankzij pfas laat onze regenkleding geen water door, bakken onze pannen niet aan en ze maken allerlei medische toepassingen mogelijk. Inmiddels zijn er ook nadelen bekend en is er veel discussie over hoe om te gaan met deze stoffen.
20 januari 2020 Chemie Magazine 3
Cooling, power and heating
Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie: T +31 (0)161 219 031 | E john@vanabeelen.eu
25 jaar
019
1994- 2
INHOUD 01 | 28 januari | 2020
7
26
Researchcentrum ARC CBBC wil de Green New Deal for Europe benutten om het initiatief naar Europees niveau uit te bouwen
9 11 13 14 16
36
De (petro)chemische industrie kan restwarmte leveren voor stadsverwarming. Shell, SABIC en Dow zetten al stappen in die richting
42
Een 5G-netwerk op de Shellraffinaderij in Pernis zal naar verwachting bijdragen aan nog betere sturing en monitoring van de processen
30
20 24 26 30 34 36 40 42 45 46 46
Voorwoord Manon Bloemer Opgestroopte mouwen
ACTUEEL
Fdca-fabriek Avantium komt in Delfzijl Testreactor voor elektrisch kraken op Chemelot Vijf bedrijven proberen CO2 te hergebruiken
ACHTERGROND
Klimaat Chemie helpt emissies vermijden Klimaat CO2-besparing dankzij pur en piepschuim Stoffen Wel of niet bakpapier? Wetenswaardig BioBTX dichter bij realisatie fabriek Innovatie ARC CBBC wil kansen Green Deal benutten Human capital Mirjam Verhoeff over haar werk bij DSM Recycling CFK Recycling wint Sustainable Industry Challenge Energie Restwarme (petro)chemie kan beter benut worden Uitgelicht VNCI en Havenbedrijf R’dam verwelkomen Green Deal ICT Shell Pernis test eigen 5G-netwerk VNCI Nieuws Mensen Colofon
MIRJAM VERHOEFF, SITE MANAGER BIJ DSM IN HOEK VAN HOLLAND:
‘Ik vind het prachtig om meer te halen uit wat mensen in hun mars hebben’ januari 2020 Chemie Magazine 5
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Lek- en afsluitertesten
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.nl
E info.netherlands@applusrtd.com
Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
Voorwoord
OPGESTROOPTE MOUWEN De kop is eraf, 2020 is alweer bijna een maand oud. Mocht iemand zich nog afvragen of dit een spannend jaar gaat worden, het antwoord is volmondig: ja. Zowel de Nederlandse als de Europese toekomst ligt vol ambities, en die toekomst is allang begonnen. Voor de strategie van de Koninklijke VNCI hebben we als titel gekozen ‘De transitie als kans’, en die reis maken we samen met al onze leden. Nederland en Europa willen vooroplopen in de wereld als het om verduurzaming gaat. De routekaart van de eind 2019 gepresenteerde Europese Green Deal vertelt ons dat we vroeg in 2020 een Europese industriële strategie, een circular economy-actieplan én een Europese klimaatwet kunnen verwachten. De nieuwe Europese Commissie zet er vaart achter. Iets later in het jaar wordt een chemicals strategy for sustainability verwacht én een plan voor verdere verzwaring van het 2030-klimaatdoel voor Europa (naar 50 of zelfs 55 procent CO2-
reductie ten opzichte van 1999). Het is goed dat Europa de transitie ziet als kans, en zich (moreel en economisch) verplicht voelt om die voortrekkersrol op zich te nemen. Het alomvattende doel is een Europese economie die modern, CO2-neutraal, grondstof-efficiënt en concurrerend is. De Europese Green Deal gaat verder dan alleen klimaat en is gebaseerd op de drie pijlers zero emission, circulair en zero pollution. Allemaal zaken die het hart van de chemische industrie raken. De invulling van deze ambities krijgt vorm langs veelal nog onzekere paden. Daarom is het belangrijk de juiste informatie op de juiste plek te krijgen, zodat verstandige routes worden gekozen en de transitie daadwerkelijk uitpakt als kans. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de VNCI om, samen met Cefic, de ambitie met gedegen inhoud te steunen. Aan de ambitie zal het niet liggen. We gaan met opgestroopte mouwen aan de slag om de kansen die de transitie biedt volop te benutten. Dat de meeste artikelen in deze editie van Chemie Magazine over de energie- en klimaattransitie gaan is geen toeval. De toekomst is allang begonnen.
Manon Bloemer, directeur Koninklijke VNCI
EVENEMENTEN 29.1 ECHA-webinar over wijzigingen REACH-dossiers Wat verandert er voor de registrant en hoe kun je je goed voorbereiden op alle wijzigingen? Locatie: Webinar Organisatie: ECHA
7-8.4 Sustainable Plastics & Materials Expo 2020 Richt zich op de grote verscheidenheid aan biobased en circulaire oplossingen, in het bijzonder op kunststoffen en materialen. Locatie: Emmen Organisatie: KNN en Noordtij
VERGADERINGEN 28.1 4.2 7.2 11.2 11.2 12.2 3.3 3.3 5.3
WG Arbeidshygiëne ETS Industrieoverleg WG Procesveiligheid WG Juristen BG Energie en Klimaat BG Innovatie WG Arbeidsveiligheid WG Energie en Klimaat WG Security
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/AGENDA januari 2020 Chemie Magazine 7
Laat uw veiligheid met een gerust hart aan ons over PBM’s Verhuur ademlucht Safety middelen Gasdetectie
Service onderhoud Industrial Supplies Workwear
www.allsafety.com
Supply Mr. F.J. Haarmanweg 75 4538 AN Terneuzen Tel. +31 (0) 115 688 888
Rental Chr. Huygensweg 21a 3225 LD Hellevoetsluis Tel. +31 (0) 181 727 272
Supply Chr. Huygensweg 17 3225 LD Hellevoetsluis Tel. +31 (0) 181 661 600
BOEKEL CHEMICAL REPACKAGING Wat kan Boekel Chemical Repackaging voor u: • Vermalen van granulaten en poeders • Schedderen van bijvoorbeeld kunstharsen • Ompakken/verpakken van 0,1 kg tot 1.000 kg • Verpakken in open-top, ventiel- zakken, drums,dozen en bigbags
• Zeven • Mengen/verpakken • Meedenken in oplossen van calamiteiten in of met materiaal of een combinatie van deze activiteiten
BOEKELCHEMICAL.NL
Boekel Chemical Repackaging bv Dommelstraat 49 • 5347 JK Oss • t 0412 651151 • f 0412 651765 • info@boekelchemical.nl
Actueel De fabriek wordt gevestigd op Chemie Park Delfzijl in de buurt van de meg-demoplant en de proefraffinaderij
FDCA-FABRIEK VAN AVANTIUM KOMT IN DELFZIJL Avantium gaat de fdca-fabriek op Chemie Park Delfzijl vestigen. De 5-kiloton-fabriek is de eerste commerciële fabriek van Avantium en zal fdca (furandicarboxylzuur) produceren, een belangrijke bouwsteen voor veel chemicaliën en kunststoffen, zoals pef (polyethyleenfuranoaat).
A
vantium is met het Regionaal Consortium een intentieverklaring aangegaan over de financiering van de fdca-fabriek en de daarmee samenhangende kosten, voor een bedrag van 30 miljoen euro. Het gaat om de engineering en de constructie van de fabriek, het werkkapitaal, de aanloopkosten en de operatie van Avantium over de periode tot de voltooiing van de fabriek in 2023. Het consortium bestaat uit de provincie Groningen, Groningen Seaports, NOM (Agentschap voor investeringen en ontwikkeling in Noord-Nederland), FondsNieuweDoen, Investeringsfonds Groningen en het GROEIfonds. Avantium en het consortium zien de nieuwe fdca-fabriek als een belangrijke stap in de transitie van de chemische industrie van fossiele naar duurzame grondstoffen. De fabriek wordt gevestigd in de buurt van de demonstratiefabriek van Avantium voor plantaardige mono-ethyleenglycol (meg) en de proefbioraffinaderij voor de productie van glucose en lignine uit niet-voor-voedsel-bestemde biomassa.
“Avantium en Groningen delen de ambitie om de overgang naar een circulaire economie te ondersteunen”, aldus Nienke Homan, gedeputeerde voor GroenLinks in de provincie Groningen. “De Avantium-fabriek brengt innovatie naar de regio. Tevens creëert deze fabriek meer dan zestig hooggekwalificeerde banen en worden aanzienlijke indirecte werkgelegenheidskansen geboden. De beslissing van Avantium om de fabriek in Delfzijl te bouwen is een bewijs van het sterke ecosysteem voor groene chemie dat de regio biedt.” Cas König, CEO van Groningen Seaports, vindt Avantium perfect passen in het Chemport Europeecosysteem, dat als doel heeft om het chemische industriecluster voor 2050 volledig klimaatneutraal te laten zijn. EU-orgaan Bio-based Industries Joint Undertaking verleende al een PEFerence-subsidie (voor de oprichting van een innovatieve waardeketen voor het gebruik van plantaardige fdca en pef) van 25 miljoen euro. Tom van Aken, CEO van Avantium, zegt verheugd te zijn dat er nu weer een belangrijke stap is gezet in het financieringsproces voor de fabriek. “Samen met de PEFerence-subsidie en onze eigen investeringen liggen we op schema voor de financiering van de fdca-fabriek. We richten ons nu op de voortgang van onze gesprekken met potentiële strategische partners." p januari 2020 Chemie Magazine 9
FOTO: HENK VEENSTR A
voor de productie van glucose en lignine uit biomassa.
Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • • • •
Procestechnologie en installaties Processchema’s, P&ID’s Mechanische veiligheid, PED Maintenance
• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Instrumentele beveiliging
• • • •
Externe veiligheid/BRZO/PGS6 Kwalificeren en kwantificeren van risico’s Explosies Gevaarlijke stoffen
• Incidentenonderzoek • ATEX
Data: 19 maart, 26 maart, 2 april, 9 april, 16 april, 14 mei,
Schrijf je snel in, deze opleiding zit altijd snel vol!
11 juni 2020 en tentamen op 25 juni 2020.
T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_190801_Adv Procesveiligheid_190x130_wt.indd 1
01-08-19 10:58
Actueel
BASF ONDERTEKENT GREEN DEAL VOOR KUNSTSTOFRECYCLING BASF heeft begin januari de Nederlandse Green Deal ‘Betrouwbaar bewijs voor toepassen van kunststof recyclaat’ ondertekend voor chemische recycling. Het bedrijf is daarmee een van de initiatiefnemers die zich inzetten om een ‘Chain of Custody’ op te stellen voor gerecycled plastic. Het initiatief gebeurt in nauwe samenwerking met de Nederlandse overheid. FOTO: SHUT TERSTOCK
V
ia de Green Deal wordt er transparantie over het gerecycled materiaal verkregen en doorgegeven in de hele waardeketen. Het doel is om gezamenlijk verdere stappen te zetten in de creatie van een circulaire economie. Ook andere partijen uit de industrie dragen bij tot de Green Deal: de brancheverenigingen van de kunststoffenindustrie (NRK en NRK-Recycling, PlasticsEurope Nederland), Morssinkhof Rymoplast, SABIC, Philips, Unilever en NEN. De ambitie is om de methodiek in een volgende stap in te brengen in vergelijkbare Europese normalisatieinitiatieven. “We zijn verheugd dat de industrie en de overheid in deze Green Deal rond de tafel komen om de circulaire economie verder uit te bouwen”, zegt Jurgen Hoekstra, managing director BASF Nederland. “Met de efficiëntie en de schaal van onze geïntegreerde productie kunnen we hier als chemiebedrijf een wezenlijke bijdrage aan leveren. Ook de ambitie om dit naar Europees niveau te brengen is een grote meerwaarde in deze samenwerking.” p
Met ChemCyclingTM, BASF’s project voor chemische recycling, wil het bedrijf op industriële schaal producten maken op basis van gerecycled plastic afval. Chemisch recyclen biedt de mogelijkheid om aanvullend aan andere vormen van recycling zoveel mogelijk plastic afval opnieuw te gebruiken voor nieuwe producten. BASF werkt samen met een aantal klanten om prototypes te creëren van producten op basis van chemisch gerecycled afval.
Het Finse bedrijf Coolbrook gaat dit najaar op de Brightlands Chemelot Campus een testreactor voor het elektrisch kraken van nafta bouwen. De investering bedraagt 12 miljoen euro.
FOTO: COOLBROOK
D
COOLBROOK BOUWT TESTREACTOR VOOR ELEKTRISCH KRAKEN
e nafta wordt in de zogeheten RDReReactor geïnjecteerd en door middel van een rotor met een zeer hoge snelheid extreem snel verwarmd. De rotor zou kunnen draaien op duurzame energie. Volgens Coolbrook is er door een efficiëntere productie 20 procent minder nafta nodig voor dezelfde uitvoer, kan een kwart op het totale gasgebruik worden bespaard en is er aanzienlijk minder CO2-uitstoot. De te bouwen testreactor kan 500 kilo grondstoffen per uur verwerken. Tests met een kleinere reactor van 90 kilo bleken succesvol. Coolbrook zegt voor Chemelot Campus te hebben gekozen vanwege de aanwezige bedrijven en kennis, de faciliteiten en de verbindingen met universiteiten. In 2019 vormden SABIC, LyondellBasell, BASF, Borealis, BP en Total het Cracker of the Future Consortium om de kansen van elektrisch kraken te onderzoeken. p januari 2020 Chemie Magazine 11
Een nieuw jaar, nieuwe kansen Zoals met veel zaken, januari is de maand om een nieuwe start te maken. Veranderingen zijn niet altijd verbeteringen. Zo ook met regelgeving. Denk je het door te hebben, veranderen er weer „details“. Of je vindt een nieuwe afzetmarkt, blijken de regels daar toch iets anders te zijn. Maakt het u gemakkelijk. Vraag aan een expert om u te ondersteunen. Op heel veel regelgevingsgebieden en in heel veel regionen kunnen we u helpen. Om een paar zaken te noemen: industriële chemicaliën (REACH), biocides, gewasbeschermingsmiddelen, cosmetica, voedselcontactmaterialen.
Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels bijna 600 medewerkers in Europa, Azie, Brazilië en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:
Hiervoor hebben we 600 mensen in 13 landen in 4 continenten. Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen.
Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke Tel +31 (0)317 466 805 info@knoell.com
Laten we van 2020 weer een mooi jaar maken, de toekomst start nu!
www.knoell.com
Geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal
Actueel Carbon Engineering werkt met grote ventilatoren.
FOTO: CARBON ENGINEERING
VIJF BEDRIJVEN DIE CO2 PROBEREN TE HERGEBRUIKEN
FOTO: ALEKS L ABUDA
Grote investeerders in schone energie, zoals Bill Gates, zetten flink in op technieken voor hergebruik van CO2, meldt Business Insider. Het platform voor zakelijk nieuws presenteert vijf startups die werken aan technologieën om CO2 uit de lucht halen. De CO2 kan worden gebruikt voor bubbels in frisdrank, als synthetische brandstof en als betonversterking.
V
anwege de aanhoudende bevolkingsgroei neemt de productie van cement de komende jaren alleen maar toe, terwijl de cementindustrie voor flink wat CO2-uitstoot zorgt. Twee startups, het Canadese CarbonCure en het Amerikaanse Solidia Technologies, richten zich dan ook op reductie van de CO2-uitstoot van de cementindustrie. CarbonCure door CO2 in beton te spuiten, Solidia Technologies door de CO2-voetafdruk van cement zowel bij de productie van als tijdens het CO2-uithardingsproces van beton fors te verminderen, tot wel 70 procent. Carbon Engineering werkt met grote ventilatoren waar enorme hoeveelheden lucht door worden geblazen. Daarbij wordt een chemische oplossing gebruikt die reageert met CO2, zodat het broeikasgas uit de lucht wordt verwijderd. Ook de Zwitserse start-up Climeworks haalt via een chemisch proces CO2 uit de lucht. LanzaTech ten slotte vangt CO2 direct af bij (staal) fabrieken en leidt het gas naar een met microben gevulde bioreactor. Die microben ‘eten’ CO2 en leveren ethanol als bijproduct. Dat kan vervolgens worden gebruikt als brandstof in een mix met benzine. Sinds de oprichting in 2005 heeft het bedrijf al meer dan een half miljard dollar opgehaald en is daarmee volgens Pitchbook, een databureau dat investeringen in niet-beursgenoteerde bedrijven volgt, de grootste start-up die zich bezighoudt met het beperken van de CO2-uitstoot. p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site).
OP DE GRENS VAN CHEMIE EN FYSICA Quantum Droplets is de winnaar van de Royal Society Publishing Photography Competition. De foto toont stuiterende druppeltjes siliconenolie die simultaan bewegen boven siliconenolie die trilt met 15 hertz.
T
he Royal Society, de Britse academie voor wetenschappen, nodigde wetenschappers uit om hun afbeeldingen in te zenden voor de Royal Society Publishing Photography Competition. De honderden inzendingen werden beoordeeld op hun esthetiek en het wetenschappelijke fenomeen dat ze overbrachten. Winnaar werd Quantum Droplets van Aleks Labuda. De foto op de grens van fysica en chemie toont drie stuiterende druppeltjes siliconenolie die simultaan bewegen boven siliconenolie in een petrischaaltje. De olie vibreert met een frequentie van 15 hertz. “De oppervlaktegolven die door de druppels worden gegenereerd zijn analoog aan kwantummechanische”, aldus Labuda. “Terwijl de druppels bewegen als kwantumdeeltjes, gedragen ze zich als kwantumgolven.” Zulke stuiterende druppels werden in 2005 ontdekt door Yves Couder van de Université Paris Diderot en markeren de eerste praktijkdemonstratie van de pilot-wave theory van Louis de Broglie in 1927. Labuda studeerde condensed matter physics aan de McGill University in Montreal en ontwerpt atomic force microscopes bij Oxford Instruments in Santa Barbara. p januari 2020 Chemie Magazine 13
IN HET KORT o De chemische industrie zorgt via haar producten voor aanzienlijke vermeden emissies van broeikasgassen in andere sectoren. o Chemie Magazine presenteert dit jaar tien belangrijke klimaatinnovaties die bijdragen aan deze vermeden emissies. o Het gaat om producten zoals isolatiematerialen, lichte materialen in auto’s en lage-temperatuur-wasmiddelen.
CHEMIE MAGAZINE PRESENTEERT 10 BELANGRIJKE KLIMAATINNOVATIES
CHEMIE HELPT EMISSIES VERMIJDEN De chemische industrie reduceert de uitstoot van broeikasgassen niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor aanzienlijke vermeden emissies in andere sectoren. Bijvoorbeeld door isolatiematerialen in de bouw, lichtere materialen in auto’s en lage-temperatuurwasmiddelen bij de consument. Tekst: Igor Znidarsic
D
e chemische industrie in Nederland wil de eigen emissies van broeikasgassen in 2030 met ten minste 49 procent hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. De ambitie van de sector is om in 2050 nagenoeg CO2-neutraal te zijn, om zo zijn bijdrage te leveren aan de afspraken in het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde niet boven de 2 graden te laten uitkomen. Het uiteindelijke doel is om nul broeikasgassen uit te stoten én andere sectoren te helpen om daar emissiereducties te realiseren. In 2015 had de chemische industrie in Nederland al een reduc-
14 Chemie Magazine januari 2020
tie bereikt van 38 procent ten opzichte van 1990 (26 procent CO2 en 81 procent lachgas), terwijl de productie in die periode verdubbelde (PBL; NEV 2017; zie grafiek). Maar de echte bijdrage van de chemie aan het oplossen van de klimaatcrisis ligt in de bijdrage aan CO2-reductie in andere sectoren.
LCA’s
‘Chemische producten hebben een tweevoudig effect op de uitstoot van broeikasgassen. Broeikasgassen worden uitgestoten bij de productie van chemische producten, terwijl het gebruik van veel van deze producten tegelijkertijd een aanzienlijke reductie van de wereldwijde CO2-uitstoot mogelijk maakt. Deze reductie kan veel hoger zijn dan de hoeveelheid broeikasgas die wordt uitgestoten tijdens hun productie.’ Aldus de in 2009 verschenen studie ‘Innovations for Greenhouse Gas Emission Reductions’ (Report on a Life Cycle Quantification of Carbon Abatement Solutions Enabled by the Chemical Industry) van McKinsey in opdracht van ICCA (International Council of Chemical Associations). In deze studie zijn LCA’s (Life Cycle
Analysis) gemaakt van het energiegebruik en de CO2-uitstoot over de gehele levensfase van meer dan honderd producten. Hierbij ging het onder meer om isolatiematerialen, synthetisch textiel (vergeleken met katoen) en antifouling coating voor schepen. Wat bleek? Terwijl de chemische industrie wereldwijd 3,3 gigaton CO2 uitstootte, werd door de producten via zogeheten avoided emissions in andere sectoren 6,9 tot 8,5 gigaton CO2-uitstoot bespaard. Het gebruik van de producten voorkwam dus twee tot drie keer zoveel CO2-uitstoot als er bij de productie ervan vrijkwam.
Autobanden
Een vervolgstudie in 2017 door Ecofys, ‘Greenhouse gas emission reductions enabled by products from the chemical industry’, eveneens in opdracht van ICCA, focuste op de bijdrage van de chemische industrie aan zes specifieke ‘oplossingen’, waaronder wind- en zonneenergie, efficiënte verlichting en efficiënte autobanden. Uit deze studie blijkt dat de zes oplossingen een CO2-reductie kunnen realiseren van 2,5 gigaton wereldwijd in 2030,
Klimaat PRODUCTIE OMHOOG, UITSTOOT OMLAAG 120 100 80 60 40 20
Lage-temperatuur-wasmiddelen.
FOTO: SHUT TERSTOCK
Lichtere automaterialen.
FOTO: DAN GOLD / UNSPL A SH
Wind- en zonne-energie.
FOTO: SHUT TERSTOCK
0
1990
1995
2000
2005
2010
2015
Emissie chemische industrie in NL (Mton C02-eq) BRON: PBL Chemische industrie indexcijfers productie (2015=100) BRON: CBS/ VNCI
waarbij de grootste bijdrage wordt verwacht van wind- en zonne-energie. De chemische industrie speelt hierbij een sleutelrol door de levering van belangrijke materialen voor windturbines en zonnepanelen, zoals kunststoffen voor de rotorbladen, coatings voor de bladen en de panelen en oliën voor de versnellingsbak van turbines. Het VNCI-rapport ‘Chemistry for Climate – Acting on the need for speed’ (ook wel Routekaart 2050 genoemd), gepresenteerd in het voorjaar van 2018, schat de potentie aan vermeden emissies door de Nederlandse chemiesector op 50 megaton in 2030, ervan uitgaande dat de Nederlandse chemie 2 procent van de wereldmarkt uitmaakt. p
Dit jaar presenteert Chemie Magazine tien klimaatinnovaties die dankzij de chemie een onmisbare bijdrage leveren aan de vermeden emissies in andere sectoren. Te beginnen met isolatiematerialen (zie pagina 16). januari 2020 Chemie Magazine 15
IN HET KORT o Woningisolatie bespaart uiteindelijk 40 tot 400 keer zoveel energie als het kost om het materiaal te maken. o In 2030 zal isolatiemateriaal wereldwijd jaarlijks zo’n 260 megaton CO2-uitstoot vermijden. o Isolatiemateriaal van piepschuim en pur slijt nauwelijks. Hergebruik staat nog in de kinderschoenen. Chemie Magazine presenteert klimaatinnovaties die dankzij de chemie een onmisbare bijdrage leveren aan de vermeden emissies in andere sectoren. Deel 1: isolatie.
10
VIA GRONDSTOFFEN VOOR ISOLATIE DRAAGT CHEMIE BIJ AAN VERMEDEN EMISSIES
FOTO: SHUT TERSTOCK
DUURZAAMHEID BEGINT BIJ PIEPSCHUIM
16 Chemie Magazine januari 2020
Een gemiddelde Nederlandse woning verstookt zonder isolatie 3000 m3 aardgas. Met isolatie: 600 m3.
Klimaat Sinds 1992 is woningisolatie wettelijk verplicht.
FOTO: SHUT TERSTOCK
Er wordt geen huis, kantoor of bedrijfshal gebouwd zonder ‘warme jas’. Kunststof isolatiematerialen zoals polystyreen (‘piepschuim’) en pur houden de warmte binnen. De chemische industrie levert hiervoor de grondstoffen. Resultaat: behalve een lage gasrekening vooral minder CO2-uitstoot. Tekst: Marga van Zundert
D
e getallen zijn helder. Zonder isolatie verstookt een gezin in een gemiddelde Nederlandse woning ruim 3000 kubieke meter aardgas per jaar. Breng je pur of piepschuim aan onder dak en vloer, zet je (drie)dubbelglas in de kozijnen en vul je de spouwmuren op met isolatiekorrels, dan is dat slechts een vijfde: zo’n 600 kuub. Maar zover is het nu nog niet: een gemiddeld Nederlands huishouden gebruikt nog 1600 kuub. Dat verder isoleren zinvol is voor het klimaat, ontkent ook niemand. Isolatie prijkt steevast boven aan alle lijstjes van slimme klimaatmaatregelen. ‘Verduurzamen van je huis begint met isoleren’, stelt bijvoorbeeld ook MilieuCentraal, de onafhankelijke voorlichtingsorganisatie over duurzaamheid. Bovendien win je als huisbezitter de investering terug via een lagere gasrekening en voorkomt isolatie tocht, vocht- en schimmelproblemen. Sinds 1992 is woningisolatie voor nieuwbouw wettelijk verplicht en de eisen zijn langzaam maar zeker steeds strenger geworden. Sinds juli 2018 moeten nieuwe woningen aardgasvrij zijn. Dat lukt alleen met een goede isolatiejas. Dan kan een huis met zonnepanelen, warmtepompen en/of warmteopslag behaaglijk worden verwarmd. Er staan in Nederland inmiddels een half miljoen van deze ‘nul-op-de-meter’-woningen.
Grote klus
Het klimaatakkoord dicteert dat in 2050 álle Nederlandse woningen klimaatneutraal moeten zijn. In 2030 zou dat al voor de helft van het woningbestand moeten gelden. Een grote klus. Het isolatietempo moet fors omhoog naar duizend verbeterde woningen per werkdag, berekende het Centraal Planbureau. Want drie van de vier woningen moet nog (extra) worden geïsoleerd. “De markt groeit”, bevestigt Inge de Munnik, senior marketing specialist bij Kingspan Unidek Nederland, een van de grotere leveranciers van isolatiematerialen voor de bouw. En het gaat zeker niet alleen om woningen, benadrukt hij. Bekendere projecten van Kingspan
zijn de Markthal in Rotterdam, het entreegebouw van de Keukenhof en skihal De Uithof in Den Haag. De Munnik: “Daken zijn tegenwoordig vaak meer dan alleen dak. Wij verzorgen bijvoorbeeld de dakisolatie van het nieuwe AFAS Experience Center in Leusden. Daar is een deel van het dak een terras, een deel parkeerdek, een deel is begroeid, er liggen veel zonnepanelen en een deel functioneert als waterberging. Dat betekent naast isolatieeisen ook speciale eisen aan bijvoorbeeld draagkracht.”
Gevangen lucht
De chemische industrie levert al decennialang lichtgewicht kunststoffen als isolatiemateriaal: robuust, vochtbestendig, brandveilig en niet duur. Het is een belangrijke maar relatief kleine markt voor kunststofproducenten: zo’n 4 procent van alle geproduceerde kunststoffen gaat als isolatiemateriaal naar de bouw. De belangrijkste materialen zijn polyurethaan (pur) en polystyreen (piepschuim). Fabrikanten als Kingspan maken er isolatieplaten van voor zolder- en vloerisolatie en kleine kunststof bolletjes (‘parels’) waarmee spouwmuren worden opgevuld. Het gaat bij beide kunststoffen om geblazen ‘schuim’: kleine, aan elkaar vastzittende, holle bolletjes. Het materiaal bestaat zo voor maar liefst 98 procent uit ‘gevangen lucht’. Juist die lucht zorgt voor de isolatie, want stilstaande lucht geleidt nauwelijks warmte. Hetzelfde principe in feite als de isolerende luchtlaag tussen twee glasplaten in dubbelglas. De materialen zijn de afgelopen decennia vrijwel geperfectioneerd, maar de isolatiewaarde stijgt nog steeds door kleine innovaties. Polystyreen komt vooral in platen en blokken die op muren en wanden kunnen worden aangebracht; polyurethaan kan ook ter plekke worden gespoten, bijvoorbeeld in de kruipruimte onder de vloer. De twee grondstoffen reageren ter plekke tot een laag luchtig purschuim dat ook alle kieren vult. Omdat een van de twee uitgangsstoffen een isocyanaat is, is voorzichtig- e januari 2020 Chemie Magazine 17
FOTO: SHUT TERSTOCK
heid geboden. Isocyanaten zijn toxisch en kunnen tot allergie leiden. Bewoners moeten hun huis verlaten bij het aanbrengen van pur-vloerisolatie en het huis zeker een dag laten luchten. Werknemers dragen speciale beschermende kleding. Het isocyanaat wordt tijdens het aanbrengen omgezet in pur en is na uitharding ongevaarlijk.
Derde succesfactor
Polystyreen en polyurethaan worden gemaakt uit aardolie en dat kost uiteraard energie. ‘De productie-energie is al in enkele maanden tot 2 jaar terugverdiend. Woningisolatie bespaart uiteindelijk 40 tot 400 keer zoveel energie als het kost om het materiaal te maken’, vertelt de website van MilieuCentraal. De verschillen in milieubelasting tussen de vele verschillende soorten isolatiematerialen vindt de organisatie ‘erg klein vergeleken met de milieuwinst van het isoleren’. Alleen schapenwol en met hfk’s (fluorkoolwaterstoffen – per 2023 verboden) gespoten pur raadt de organisatie af. Veel isolatiebedrijven werken al met purschuim geblazen met water
TRINSEO
Trinseo is producent van kunststoffen, latex bindmiddelen en synthetisch rubber, met een grote productiefaciliteit in Terneuzen. Trinseo produceert ook styreen en polystyreen, grondstoffen voor piepschuim. Die worden geleverd aan producenten van isolatiemateriaal, die het polystyreen – STYRON genaamd – ‘opblazen’ tot lichtgewicht piepschuim. De bouw gebruikt het piepschuim vervolgens om daken, gevels en vloeren ‘in te pakken’ en spouwmuren te vullen. Voor 2010 maakte Trinseo Nederland deel uit van Dow Chemical, tot 2015 opereerde het onder de naam Styron Netherlands. Rob Slangen, Plastics & Feedstocks technology leader van Trinseo Netherlands, is zich ervan bewust dat zijn bedrijf indirect een grote bijdrage levert aan de CO2-reductie. “Ons polystyreen wordt deels verwerkt in isolatieplaten voor de bouw, en levert daarmee een mooie bijdrage aan de energiedoelstellingen.” Trinseo is voortdurend aan het onderzoeken hoe de producten verder kunnen worden verbeterd, maar op specifieke projecten kan Slangen om begrijpelijke redenen niet ingaan. Ook is recycling van polystyreen een belangrijk thema. Een van de projecten hierin is de PSLoop (zie kader). 18 Chemie Magazine januari 2020
Het klimaatakkoord dicteert dat in 2050 álle Nederlandse woningen klimaatneutraal moeten zijn, het isolatietempo moet fors omhoog of hfo’s (hydrofluoro-olefinen). Kunststoffen gaan lang mee en zijn beter vochtbestendig dan sommige natuurlijke materialen, merkt MilieuCentraal op. Als er uitstekende isolatiematerialen zijn en ze zichzelf terugverdienen, is een logische vraag: waarom zijn niet alle woningen allang geïsoleerd? Volgens Anke van Hal, hoogleraar Sustainable building aan Nyenrode University, zijn andere zaken voor bewoners vaak belangrijker, ook als budget en de juiste materialen voorhanden zijn. “Mensen hebben een ‘duwtje’ nodig om aan zo’n klus te beginnen.” Als voorbeeld noemt ze een mooie regeling voor dakisolatie in Engeland. “Op papier financieel aantrekkelijk, toch ging het pas echt lopen toen er hulp werd aangeboden bij het opruimen van de zolder. Dáár bleken mensen tegen op te zien.” Ook noemt ze een project voor gevelisolatie in een volkswijk. Het riep veel weerstand op totdat duidelijk werd dat de bewoners er brede jaren-6o-vensterbanken voor terugkregen. Het juiste duwtje is altijd situatieafhankelijk, benadrukt Van Hal. Er bestaat geen blauwdruk voor succes. “Maar ik denk dat het kwartje inmiddels is gevallen dat een bijeffect mensen over de drempel kan trekken en enthousiast kan maken. Ik noem het de derde succesfactor.” Via de website homemates.nl draagt Van Hals onderzoeksgroep die boodschap uit, met veel voorbeelden ter inspiratie.
Samenpersen
Isolatiemateriaal van polystyreen en polyurethaan in woningen slijt nauwelijks. Het is goed bestand tegen vocht en temperatuurwisselingen en is afgeschermd van uv-licht. Het gaat dus bijna eeuwig mee, doorgaans langer dan de woning of het gebouw waarin het is verwerkt. Gespoten purschuim is een lastige in recycling. Het kleeft aan het puin, wat het moeilijk te scheiden maakt. Maar plaatmateriaal dat vrijkomt bij verbouwingen of sloop kan prima nogmaals worden gebruikt. Binnen Europa is afgesproken dat niet-gevaarlijk bouw- en sloopafval in 2020 voor 70 procent moet worden hergebruikt of gerecycled, zodat het nieuw materiaal uitspaart. Polystyreen piepschuim dat vrijkomt bij sloop of verbouwingen kan worden samengeperst (zodat transport efficiënt is), vervolgens worden vermalen, gewassen en
Klimaat
CIJFERS Totale CO2-uitstoot in Nederland
150 Mton 15 Mton
Besparing bij optimale isolatie woningen
5000 kilo CO2-uitstoot per huis per jaar, dat voorkomt goede isolatie. Dat is vergelijkbaar met een dikke 20.000 gereden autokilometers. In 2030 zal isolatiemateriaal wereldwijd jaarlijks zo’n 260 megaton CO2-uitstoot vermijden, becijferde de International Council of Chemical Associations (ICCA) in 2017. Zodra alle 7,7 miljoen woningen in Nederland optimaal geïsoleerd zijn, zorgt dat voor een besparing van 15 megaton CO2. Ter vergelijking: de totale CO2-uitstoot in Nederland is nu zo’n 150 megaton. Ook zijn nog lang niet alle kantoren, loodsen en fabriekshallen geïsoleerd. Verwarming van de gebouwde omgeving is naar schatting nu goed voor circa 25-30 procent van alle CO2-uitstoot.
RECYCLEFABRIEK ISOLATIEPIEPSCHUIM IN TERNEUZEN Polystyreen-isolatiemateriaal geproduceerd voor 2017 bevat de inmiddels verboden brandvertrager hbcd. “Polystyreen is brandbaar. Zonder brandvertrager voldoet het niet aan brandvoorschriften”, vertelt Lein Tange, directeur van PolyStyreneLoop (PSLoop). Deze Europese coöperatie van zo’n zeventig (poly)styreenproducenten, fabrikanten van vlamvertragers en isolatiematerialen, bouwbedrijven en afval- en recyclebedrijven bouwt een demonstratiefabriek in Terneuzen die vanaf begin 2021 jaarlijks 3000 ton samengeperst ‘bouwpiepschuim’ zal recyclen. In de fabriek wordt het hbcd met een speciale vloeistof afgescheiden van het polysty-
reen en omgezet in broom, waar weer nieuwe vlamvertrager van wordt gemaakt bij ICL Terneuzen. Het polystyreen wordt ontdaan van eventuele vervuiling en komt in schone korrels uit het proces. Die dienen weer als uitgangsmateriaal voor nieuw isolatiemateriaal. Tange: “Nu wordt isolatieschuim dat vrijkomt bij sloop vaak verbrand. Ons recycleproces bespaart CO2. We verbruiken uitsluitend groene stroom en al het oplosmiddel wordt gerecycled.” Draait de proeffabriek de komende jaren zoals verwacht, dan volgt de bouw van een grotere plant (waarschijnlijk in Duitsland) die jaarlijks het tienvoudige aan bouwpiepschuim kan verwerken.
HUNTSMAN
Huntsman is een van de oudste chemiebedrijven ter wereld en heeft in Nederland een productiefaciliteit voor polyurethanen (pur) in de Botlek. Huntsman is wereldleider in de productie van de meest standaard uitgangsstof voor pur: methyleendifenyldi-isocyanaat (mdi). Pur kan in plaatvorm worden gebruikt voor isolatie, maar kan ook ‘gespoten’ worden tot een isolerend schuim (bijvoorbeeld onder de vloer via de kruipruimte) door mdi en een polyol ter plekke te laten reageren. Volgens een woordvoerder wordt de helft van de productie van pur gebruikt voor gebouwisolatie en koelapparatuur. De afgelopen jaren is de isolatiewaarde met zo’n 10 procent verbeterd, en voor de komende jaren wordt hetzelfde percentage verwacht. De verwachting is dat de vraag vanwege ‘Parijs’ gaat stijgen. “Een klimaatneutraal gebouw heeft efficiënte isolatie nodig, en polyurethaan heeft een lage warmtegeleidingscoëfficiënt en een laag gewicht.” Voor sloopafval zijn de volumes en de kwaliteit vooralsnog niet consistent genoeg voor recycling, voor schoon bouwafval hebben sommige leveranciers wel een terugnameplan.
weer omgezet in een granulaat dat als grondstof kan dienen voor nieuw isolatiemateriaal. Bij bijvoorbeeld visdozen is inzameling en recycling al de regel, in de bouw gaat echter nog veel piepschuim naar de verbrandingsovens. De Munnik van Kingspan: “Hergebruik van isolatiemateriaal staat nog in de kinderschoenen, ook omdat er nog maar weinig goed geïsoleerde gebouwen worden gesloopt.” Maar eigen afval recyclet Kingspan al jaren. Bij het grootste overdekte winkelcentrum van Nederland in aanbouw, de Mall of the Netherlands in Leidschendam, worden snijresten van isolatiemateriaal voor het grote golvende dak bijvoorbeeld ingezameld. “Na persen kan het opnieuw worden gebruikt.” Met ‘sloopbedrijf’ New Horizon Urban Mining (motto: demolition with a mission) is Kingspan een samenwerking aangegaan om ook voor isolatiemateriaal – net als bestaat voor beton, bitumen en baksteen – een ‘tweedehandsmarkt’ te creëren. p januari 2020 Chemie Magazine 19
IN HET KORT o Discussie over pfas gaat alle kanten op, deskundigen spreken elkaar tegen. o VNCI pleit voor evenwichtiger discussie en goed nadenken over essential use. o EU-lidstaten en Europees Parlement hebben het laatste woord.
NA HET ENORME SUCCES BLIJKEN ER OOK NADELEN TE KLEVEN AAN PFAS
WEL OF NIET BAKPAPIER? Sinds de uitvinding in 1938 hebben per- en polyfluoralkylstoffen (pfas) ons veel gemak en welzijn gebracht. Dankzij pfas laat onze regenkleding geen water door, bakken onze pannen niet aan en zijn allerlei medische toepassingen mogelijk. Inmiddels zijn er ook nadelen bekend en is er veel discussie over hoe om te gaan met deze stoffen. Tekst: Igor Znidarsic
Pfas maken regenkleding, bakpapier, pizzadozen, flosdraad, meubels en tapijt vuil- en waterafstotend.
20 Chemie Magazine januari 2020
Stoffen Bij een pan met een antiaanbaklaag zitten pfas vast in het materiaal.
‘D
oor de oersterke verbinding tussen het fluor- en het koolstofatoom kun je er mooie producten mee maken”, zegt Jacob de Boer, hoogleraar milieuchemie en toxicologie aan de VU Amsterdam. “Maar het zijn ook producten waar je vanwege hun persistentie bijna nooit meer vanaf komt.” Ziehier het dilemma van pfas (spreek uit: péfas), een groep van zo’n zesduizend per- en polyfluoralkylverbindingen. De huidige discussie over deze stoffen is volgens De Boer vergelijkbaar met die over eerder toegepaste gehalogeneerde koolwater-
stoffen zoals ddt (zie kader). Volgens De Boer kunnen pfas nier- en teelbalkanker veroorzaken en het immuunsysteem schaden. Hij pleit dan ook voor uitfasering, met uitzondering van een aantal stoffen waarbij sprake is van essential use, bijvoorbeeld voor medische toepassingen, zolang de industrie geen alternatief heeft gevonden. Zijn collega Martijn Katan, biochemicus en hoogleraar voedingsleer aan dezelfde universiteit, concludeerde vorig jaar in NRC echter dat pfas weinig of geen effect hebben op de gezondheid van de mens. Volgens hem kunnen we veel beter zonne-
‘Omdat we veel nog niet weten moeten we wel voorzichtig zijn, maar we moeten de discussie ook niet door angst laten regeren’
banken uitfaseren als we iets tegen kanker willen doen. Bijna tegelijkertijd verbaasde Majorie van Duursen, hoogleraar toxicologie aan de VU, zich bij de NOS erover dat, hoewel pfas-varianten pfoa en pfos inmiddels in de ban waren gedaan, er ‘nog duizenden stoffen met veelal dezelfde eigenschappen overblijven’, waarvoor ‘nog gewoon vergunningen worden afgegeven’.
Tegenspreken
Ondertussen valt op de website Waarzitwatin.nl van het ministerie van VWS te lezen dat producten met pfas erin bij normaal gebruik veilig zijn. ‘Dat komt doordat de stoffen meestal vastzitten in het materiaal.’ Zoals bij een pan met een ptfe-antiaanbaklaag. ‘Maar soms zitten ze ook los in een product. Bijvoorbeeld bij brandblusmiddel, ski-wax, waterafstotend impregneermiddel voor textiel of smeermiddel voor fietskettingen.’ De hoeveelheden die hierbij vrijkomen zijn volgens VWS echter zo klein dat we ons geen zorgen hoeven te maken. De discussie over pfas gaat kortom al enige tijd alle kanten op, waarbij de deskundigen elkaar niet zelden tegenspreken. Een van de redenen hiervoor is dat ze het niet altijd over hetzelfde hebben. Waar de een het alleen heeft over pfos, pfoa en GenX, stoffen die volgens het RIVM toxisch zijn, scheert de ander alle pfas over één kam, terwijl met name de fluorpolymeren zoals ptfe volgens Chemours absoluut veilig zijn en er over de stofeigenschappen van het gros van de andere pfas nog weinig tot niets bekend is. “Dat maakt de discussie nogal ondoorzichtig”, zegt Manon Bloemer, directeur van de VNCI. “De gemiddelde consument weet nu nog steeds niet of hij wel of niet bakpapier kan blijven gebruiken.” Bloemer wil de discussie op een evenwichtige manier voeren. “Omdat we veel nog niet weten e januari 2020 Chemie Magazine 21
POLITIEK HEEFT HET LAATSTE WOORD
Eind vorig jaar maakte minister Van Veldhoven van Milieu en Wonen tijdens de milieuraad in Brussel bekend een procedure te beginnen om toepassing van pfas in de EU aan banden te leggen. Dit jaar zal Nederland een ‘restrictievoorstel’ indienen bij het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA). Dat komt vervolgens met een definitie van te verbieden stoffen en uitzonderingsgronden voor stoffen waarvoor geen alternatief is. De Europese Commissie besluit vervolgens over een voorstel voor een verbod, waarover de lidstaten en het Europees Parlement het laatste woord hebben.
moeten we wel voorzichtig zijn, maar we moeten ons ook niet door angst laten regeren.” Pfas zijn niet voor niets zo’n enorm succes geworden. In 1938 maakte een chemicus van het Amerikaanse DuPont per abuis het polymeer polytetrafluoretheen (ptfe), dat bijzondere eigenschappen bleek te hebben. Het was water-, vuil- en olieafstotend, kon goed tegen hitte en werd niet makkelijk aangetast door andere chemische stoffen. DuPont verkocht ptfe onder de merknaam Teflon.
Pacemakers
Later maakten vele producenten
variaties op ptfe, zoals fep, pfa en efte. Deze fluorpolymeren worden vanaf de jaren vijftig massaal toegepast. Naast de bekende toepassing als antiaanbaklaag in pannen, zijn fluorpolymeren essentieel voor het goed functioneren van dagelijkse producten zoals auto’s (onder andere slangen), elektronica (computers, smartphones) en zonnepanelen, en zijn ze onmisbaar in veel industrieën en in de gezondheidszorg (pacemakers, katheters, hechtdraad, kunstmatige bloedvaten). Pfas zijn daarnaast veel gebruikt in het vuil- en waterafstotend maken van regen- en buitensportkleding, papier met een afstotende coating, zoals bakpapier en pizzadozen, cosmetica, flosdraad, meubels en tapijt. Binnen de grote verzameling van circa zesduizend pfas valt ook de groep non-polymeren zoals pfoa en pfos. Na een brand op een Amerikaans vliegdekschip in 1967, waarbij 130 mensen omkwamen, werd blusschuim met pfos ontwikkeld, effectief tegen branden met licht ontvlambare stoffen. “We moeten de voor- en nadelen van pfas goed tegen elkaar afwegen”, zegt Bloemer. “Ze worden gebruikt bij de productie van heel veel nuttige producten, die ons veel gemak en welzijn hebben gebracht. Als blijkt dat er gezondheidsrisico’s aan kleven, moeten ze uiteraard worden verboden of streng genormeerd, zoals nu gebeurd is met pfos, pfoa en GenX.” Over de overige pfas kunnen we volgens Bloemer nog weinig concreets zeggen, simpelweg omdat er nog zo weinig over bekend is. De stoffen worden bovendien niet in Nederland geproduceerd en komen door import ons land binnen. Het is niet altijd duidelijk welke producten pfas bevatten en welke niet.
Essentieel Pfas maken meubels en tapijt vuil- en waterafstotend.
22 Chemie Magazine januari 2020
Volgens Annemarie van Wezel, professor milieu-ecologie aan de Universiteit van Amsterdam, is nog
Stoffen
Zijn smartphones onmisbaar voor het functioneren van de samenleving?
maar een beperkt deel van alle pfas binnen REACH geregistreerd. Het gaat om 107 van de duizenden stoffen. De andere pfas – met uitzondering van de circa duizend mengsels of polymeren – zouden niet in grotere volumes in de EU gemaakt, verhandeld, toegepast of gebruikt mogen worden. Daarnaast zou de toelating beperkt kunnen worden tot ‘essentiële stof- en toepassingscombinaties’. Voor wat essentieel gebruik is verwijst zij naar het Montreal Protocol, een internationaal verdrag uit 1987 om de ozonlaag te beschermen. Daarin wordt gesteld: ‘The two elements of an essential use are that a use is “neces-
sary for health, safety or is critical for the functioning of society” and that “there are no available technically and economically feasible alternatives”.’ Als voorbeeld van essential use van pfas worden vaak medische toepassingen zoals bloedzakken genoemd, waar vooralsnog geen alternatief zonder pfas voor zou bestaan. Over andere toepassingen zal de komende tijd ongetwijfeld een discussie losbarsten. “We moeten goed gaan nadenken over essential use”, zegt Bloemer. “Zijn bijvoorbeeld smartphones onmisbaar voor het functioneren van de samenleving? Ik heb drie pubers thuis, ik denk dat die het antwoord wel weten.” p
Pfas zijn essentieel voor het goed functioneren van auto’s en computers.
DDT: VAN NOBELPRIJS TOT (BIJNA) VERBOD
Dichloordifenyltrichloorethaan (ddt), in 1948 goed voor de Nobelprijs, is het meest effectieve middel tegen de malariamug geweest en heeft tientallen miljoenen mensenlevens gered. Dankzij ddt verdween malaria uit de VS, Europa, Rusland, Japan, Australië en delen van Zuid-Amerika en grotendeels uit India. Het middel was ook zeer effectief tegen muggen die de gele koorts en knokkelkoorts veroorzaken en tegen katoen- en aardappelkevers. Dankzij ddt werden de VS en Europa in een korte tijd verlost van dodelijke ziektes als de pest en vlektyfus. Vanaf de ontdekking werd het wondermiddel dan ook in enorme hoeveelheden geproduceerd. Tot in 1962 het boek Silent Spring uitkwam. Ddt stapelde zich volgens de schrijfster via de voedselketen op in dieren en mensen en was verantwoordelijk voor onder meer genetische defecten en kanker en het uitsterven van dieren. Ddt belandde in de verdomhoek. Inmiddels mag ddt weer op beperkte schaal binnenshuis worden gebruikt in enkele Afrikaanse landen.
DARK WATERS
Bij de productie van Teflon bij DuPont in het Amerikaanse Parkersburg en bij DuPont in Dordrecht (de locaties vallen sinds 2015 onder Chemours) is de stof pfoa (C8) als hulpstof gebruikt. Volgens de recente documentaire The Devil We Know en de speelfilm Dark Waters, deze maand in Nederland in première, zijn in Parkersburg vanwege lozingen van pfoa mensen ziek geworden en heeft DuPont voor 670 miljoen dollar geschikt. Ook in Dordrecht loosde DuPont jarenlang pfoa, overigens met vergunning, evenals het Helmondse bedrijf Custom Powders. Toen de gezondheidsrisico’s van pfoa bekend werden, schakelde DuPont in Dordrecht in 2012 (vergund) over op GenX. Afgelopen zomer heeft de Europese overheid de stof gelabeld als een substance of very concern. Daardoor is de stof ook in Nederland een ‘zeer zorgwekkende stof’ en geldt er een verplichting high concern om emissies te minimaliseren. Chemours in Dordrecht is bezig de uitstoot van GenX terug te dringen, met als doel een reductie van minimaal 99 procent voor het eind van 2020. Ook produceert het bedrijf inmiddels de biobased en fluorvrije Teflon EcoElite, waarmee textiel water- en vuilafstotend gemaakt kan worden. januari 2020 Chemie Magazine 23
BIOBTX DICHTER BIJ REALISATIE FABRIEK IN
2023
BioBTX kan dankzij een gezamenlijke investering grote stappen zetten om een fabriek te realiseren die op grote schaal veelgebruikte chemicaliën produceert uit duurzame stromen zoals restplastic. Carduso Capital, Lynnovation en Vries Beheer volgden eerdere investeringen op, het GROEIfonds van Economic Board Groningen en de NOM besloten mee te financieren. “De financiering geeft een belangrijke impuls aan onze plannen”, aldus Pieter Imhof, directeur bij BioBTX. De bestaande pilotplant heeft al waardevolle kennis en ervaring opgeleverd, BioBTX wil nu de processen, technieken en producten verder optimaliseren en een aantal marktstudies afronden. Daarnaast wordt de geschikte locatie vastgelegd, worden de benodigde vergunningen geregeld en het team uitgebreid. “Deze investering wordt dus echt ingezet om een sprint te trekken naar de volgende investeringsronde die de fabriek moet kunnen financieren”, aldus Imhof.
24 Chemie Magazine januari 2020
Dat het relevant is om dergelijke investeringen te doen, juist in Noord-Nederland, staat voor Imhof vast. “Dit bedrijf is ontstaan als gezamenlijk initiatief van ondernemers (KNN, Syncom) uit NoordNederland met het besef dat duurzaamheid ontzettend relevant is voor onze toekomst en we dus echt moeten investeren in technieken die daar substantieel aan bijdragen. Maar ook dat ondernemingen zoals de onze voor Noord-Nederland belangrijk zijn. Er heerst hier een goed klimaat om innovatie uit te laten groeien tot bestendige bedrijven die niet alleen bijdragen aan onze toekomst, maar ook veel werkgelegenheid opleveren in een regio die dat heel goed kan gebruiken. Dus daar blijven we hard voor aan het werk de komende tijd.” Imhof zet in op 2023. “We weten dat dit ambitieus is. Toch geloven we absoluut in de haalbaarheid van dit plan, met name nu we de financiële ruimte hebben om alles tot in detail voor te bereiden.” p
Pieter Imhof in de pilotplant.
FOTO: BIOBT X
Wetenswaardig
januari 2020 Chemie Magazine 25
IN HET KORT o Vier chemiebedrijven werken in ARC CBBC vergaand samen met universiteiten en overheid aan duurzame chemische bouwstenen. o ARC CBBC heeft gezamenlijke onderzoeksfaciliteiten en gaat richting de honderd aio’s. o De Green New Deal for Europe biedt kansen om het initiatief naar Europees niveau te tillen; ARC CBBC bepleit een financiële injectie.
RESEARCHCENTRUM ARC CBBC: KANSEN VAN GREEN NEW DEAL BENUTTEN
METAMORFOSE CHEMIE VERDIENT EUROPESE ONDERZOEKSPOWER Het researchcentrum ARC CBBC wil de Green New Deal for Europe benutten om het initiatief naar Europees niveau uit te bouwen. Het consortium, dat onderzoekspower bundelt om duurzame chemische bouwstenen te ontwikkelen, bepleit in Brussel een groot Europees onderzoeksprogramma voor nieuwe chemie. “We hebben de fundamenten daarvoor gereed.” Tekst: Leendert van der Ent
B
ert Weckhuysen is hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse aan de Universiteit Utrecht en wetenschappelijk directeur van ARC CBBC, een consortium van AkzoNobel, BASF, Nouryon en Shell en de universiteiten van Eindhoven, Groningen en Utrecht, gesteund door de overheid (zie kader). Hij ziet in de Europese Green New Deal grote bijkomende kansen voor ARC CBBC. Dat is de reden waarom hij kort na het bekend worden daarvan spoorslags naar Brussel is afgereisd om een Europese financiële injectie te bepleiten. “Wij hebben de fundamenten gereed om ons initiatief tot een groot Europees onderzoeksprogramma uit te bouwen, zoals die ook al bestaan op het gebied van grafeen, batterijen, kanker en kunstmatige intelligentie.”
26 Chemie Magazine januari 2020
Volgens Weckhuysen zou het werken aan nieuwe chemische bouwstenen mooi passen in dat rijtje belangrijke Europese onderzoeksthema’s voor de toekomst. “ARC CBBC sluit naadloos aan bij de ambities van de Europese Green New Deal: we willen de energie- en grondstoffenbehoefte van de industrie veranderen en daarmee stappen zetten om op termijn tot een klimaatneutrale samenleving te komen. Het ligt daarom voor de hand om te onderzoeken of onze ambitie en die van de Europese Commissie samen kunnen komen.”
Bijzondere positie
“We werken aan foto-elektrochemie als energiedrager om katalysatoren in een chemische reactor te verhitten”, schetst Weckhuysen. “We onderzoeken de mogelijkheden van kleine moleculen zoals kooldioxide en methaan als alternatief voor aardolie. Daarnaast werken we aan grondstoffen uit reststromen zoals lignine (afkomstig van hout) en chitine (exoskeletten van zeedieren).” En dat is alleen nog maar de inputzijde. Aan de productkant gaat het om nieuwe – of op een nieuwe manier geproduceerde – chemische bouwstenen, nieuwe katalysatoren,
coatings en functionele materialen. Maurice Mourad, programmacoördinator van ARC CBBC: “De positie van de chemische industrie is bijzonder, omdat deze toelevert aan een reeks van andere industrieën. Dat maakt de potentiële impact van verduurzaming op de carbon footprint groot. ”
Specialistische apparatuur
ARC CBBC werkt nu 3 jaar aan zowel bilaterale als multilaterale onderzoeksprojecten. Daarmee is het nog een beetje pril om veel spectaculaire wetenschappelijke resultaten te kunnen melden. Toch zijn er wel degelijk mooie publicaties en patentaanvragen te melden. Een voorbeeld is de recente ontdekking van een methode voor de omzetting van kooldioxide aan het oppervlak van metalen tot nuttige chemische bouwstenen. Deze mogelijke bijdrage tot vermindering van de wereldwijde kooldioxideemissies werd gepubliceerd in Nature Communications. Op het vlak van samenwerking en schaalgrootte zijn er ook belangrijke doorbraken bereikt. De drie ‘hubs’ Utrecht, Groningen en Eindhoven hebben of krijgen allemaal speciaal toegeruste ARC CBBC-laboratoria
Innovatie
met bijzondere apparatuur voor wetenschappelijk onderzoek. Die apparatuur staat gelijk aan toegang tot kennis. Het Utrechtse laboratorium, dat begin 2019 officieel de deuren opende, richt zich op katalyse en nanomaterialen. Het beschikt bijvoorbeeld over een microscoop voor infrarood-onderzoek op nanoschaal, waarmee zowel meer performante katalysatoren als nieuwe materialen voor coatings bestudeerd worden. Het laboratorium in aanbouw in Groningen heeft macromoleculaire chemie en materialen als focus en Eindhoven krijgt later nieuwe faciliteiten voor chemische procestechnologie.
Sterk verweven
BERT WECKHUYZEN:
‘Onze ambitie sluit naadloos aan bij de Green New Deal: de energie- en grondstoffenbehoefte van de industrie veranderen’
Er staat geen ‘muur’ om deze faciliteiten. De samenwerking van het netwerk, zoals bijvoorbeeld tussen de universiteiten van Amsterdam en Groningen op het gebied van coatings, strekt zich uit tot vrijwel alle Nederlandse universiteiten. Bovendien is de aanpak multidisciplinair; de onderzoeksthema’s hebben raakvlakken met natuurkunde en biologie. Weckhuysen licht toe: “De onderzoeksinfrastructuur is complementair en van alle deelnemende pare januari 2020 Chemie Magazine 27
‘We bouwen aan een onderzoeksgemeenschap zoals die in de chemie niet vaak voorkomt’
tijen gezamenlijk. Misschien nog wel belangrijker dan de gezamenlijke investering in infrastructuur is de persoonlijke kant van de zaak. Publiek-private samenwerking betekende vaak: gezamenlijke financiering van onderzoek. Een deel vond binnen bedrijven plaats en een ander deel werd uitbesteed aan universiteiten. De ontmoeting beperkte zich vooral tot een jaarlijks congres en tussenliggende projectmeetings. Nu creëren we als het ware eigen ARC CBBC-campussen als permanente ontmoetingsplaatsen. Daar raken het bedrijfsonderzoek en het universitaire onderzoek veel sterker verweven.”
Trendsetter
Die nieuwe vorm van samenwerking was in het begin een kwestie van zoeken en werken aan vertrouwen, zegt Mourad: “Logisch als je elkaar als drie universiteiten en vier multinationals probeert te vinden.” Het vertrouwen kwam er, zowel binnen de verschillende projecten als op directieniveau. “Er is een echt saamhorigheidsgevoel ontstaan”, zegt Weckhuysen: “De bedrijven worstelen allemaal met dezelfde vragen, dus ga je daar in eigen huis mensen op aanstellen of kun je dat beter gezamenlijk doen? Samen kun je de massa en de impact bereiken waarnaar je streeft: kennisvolume, werkvolume en een langetermijndoelstelling gekoppeld aan invloed op de markt. Als deze vier multinationals een stoot geven aan de activering van kleine moleculen, zoals 28 Chemie Magazine januari 2020
koolstofdioxide en methaan, dan heb je de nodige massa.” Vijftig aio’s en onderzoekers uit verschillende bedrijven werken nu in de verschillende laboratoria daadwerkelijk samen. “We bouwen aan een onderzoeksgemeenschap zoals die in de chemie niet vaak voorkomt”, zegt Weckhuysen. Er is momenteel interesse in deze specifieke vorm van samenwerking vanuit het buitenland: “Hoe doe je dat?, vragen bedrijven en collega’s in het buitenland. In Scandinavië bestaat de ambitie om iets soortgelijks te doen, evenals in de VS. We zetten organisatorisch een trend – en dat verleent meteen status aan ons onderzoeksinitiatief.”
NATIONAAL RESEARCHCENTRUM
Op 10 mei 2016 ging het Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium als nationaal researchcentrum van start. In ARC CBBC werken AkzoNobel, BASF, Nouryon en Shell en de universiteiten van Eindhoven, Groningen en Utrecht met steun van de Nederlandse overheid vergaand samen in multidisciplinair chemisch, fysisch, materiaalkundig en procestechnologisch onderzoek. Daarmee is de hele kennisketen van fundamentele nieuwe vindingen tot kennisvraag vanuit de praktijk bij elkaar gebracht met als gezamenlijk doel om de transitie naar hernieuwbare energie en een lager grondstoffenverbruik in de chemische industrie vorm te geven. Het onderzoeksprogramma richt zich op nieuwe, circulaire chemie, gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen, nieuwe conversieroutes, betere coatings, nieuwe katalysatoren en op het vinden van radicaal nieuwe manieren om in de energiebehoefte van toekomstige productieprocessen te voorzien.
Flinke ambities
Hoewel de manier van samenwerken binnen ARC CBBC zich onderscheidt, sluit de consortiumvorming zelf aan bij een mondiale trend, geeft Weckhuysen aan. “Er zijn in de wereld verschillende kennisconglomeraten ontstaan en nog in wording. Je hebt ze rond de grote Amerikaanse universiteiten, zoals Stanford University en MIT, en rond onder meer de Chinese Academy of Sciences-instituten (CAS). Chemische bedrijven hebben vaak onderzoeksverbanden in Shanghai en aan de oost- en westkust van de VS. Door de Nederlandse activiteiten te bundelen dingt ARC CBBC nu mee om de gunsten van de wereldwijde talentpool.” De plannen voor 2020 zijn ambitieus: 24 aio’s erbij, zodat het totale aantal dat zich op ver-
duurzaming van de chemie richt, richting de honderd gaat. Ook vóór de Europese Green New Deal boog de directie van ARC CBBC zich al over de vraag hoe het initiatief van het nationale naar het Europese niveau kan worden getild. “We hebben een aanvraag voor Marie Curie-cofinanciering lopen en de Universiteit Utrecht is penvoerder geworden van de gefuseerde Europese onderzoeksinitiatieven ENERGY-X en SUNRISE tot SUNERGY. Zo zijn er al stappen naar een Europees schaalniveau gezet”, stelt Weckhuysen vast. Het huidige onderzoeksprogramma kan in stappen al uitgroeien tot een omvang van ruim een miljard euro aan onderzoek. p
14 MAY 2020 Beatrix building – Jaarbeurs Utrecht
BCFCAREEREVENT UNLOCK YOUR POTENTIAL IN LIFE SCIENCES VNCI LEDEN:
2 gratis vacatures t.w.v. €400
BCF Career biedt de ideale manier om hét (chemie)talent van de toekomst aan te trekken: BCF Career Event. Op 14 mei komen 2.000 hoogopgeleiden samen die op zoek zijn naar interessante banen en werkgevers. Neem deel middels een stand, profiteer van 2 gratis vacatures op BCFcareer.nl en zet uw organisatie sterk in de markt!
VNCI leden: 2 gratis vacatures t.w.v. €400 MAIN SPONSORS: SPONSORS:
PARTNERS:
Part of
Powered by
WWW.BCFCAREER.COM
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.
Mirjam Verhoeff
SITE MANAGER BIJ DSM HOEK VAN HOLLAND
LOOPT EEN TOKO GOED, DAN KOM IK NIET Aan de ene kant is chemisch technoloog Mirjam Verhoeff een echte jobhopper, met acht functies in 20 jaar. Niettemin bleef zij al die tijd trouw aan DSM en haar collega’s. “Ik vind het prachtig om meer uit mensen te halen.” Tekst: Inge Janse
30 Chemie Magazine januari 2020
Human capital
1
FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT
Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? (Mirjam loopt weg om een rol glasvezelkabel en een plastic model van de Eiffeltoren te pakken en zet die op tafel.) Wij maken uvuithardende coating, of, voor de niet-chemici, lijm. We zijn een van de weinige locaties binnen DSM Resins die een eindproduct maken, zoals de twee lagen coating rondom glasvezel. We maken ook uv-uithardend materiaal voor 3D-printers, onder andere voor prototyping in de Formule 1. In windtunnels testen ze deze prototypes, en sommige teams maken van ons materiaal de daadwerkelijke auto-onderdelen. Het liefst besteed ik mijn tijd met mijn mensen. Ik begin een dag altijd met een rondje door het hele gebouw, dan geef ik iedereen een hand. Mensen kunnen dingen vragen, en ik hoor wat er speelt. Dat doe ik ook met de middagploeg, even een rondje in de meetkamer voordat ik naar huis ga. Verder zit ik vooral in meetings. E-mail doe ik meestal ‘s avonds. Mijn belangrijkste bijdrage hier is dat ik ervoor zorg dat onze site klaar is voor de toekomst. De afgelopen 3 jaar zijn we gigantisch gegroeid. In 2016 kwam de productie van 3D-coating uit een andere fabriek naar ons toe. Hiervoor kregen we drie nieuwe reactoren, en we moesten leren het product te maken en de mensen hiervoor opleiden. Tegelijkertijd verdrievoudigde het gevraagde volume voor glasvezel. In korte tijd steeg het aantal medewerkers op de site van 35 naar 125. Verder lopen er veel investeringsprojecten om onder andere minder manueel werk uit te voeren.
2
Wat vertel jij je kinderen als zij vragen wat voor werk je doet? Hars, net zoiets als lijm, maken wij in een grote pot door goed te mengen, en dat gieten we in vaten van 1000 liter. Mijn zonen weten dat internet via glasvezel ons huis bereikt en een 3D-printer kennen ze ook, dus ze begrijpen wel wat je met onze hars kan doen. Wat ík e januari 2020 Chemie Magazine 31
‘Mijn belangrijkste bijdrage hier is dat ik ervoor zorg dat onze site klaar is voor de toekomst’ NAAM Mirjam Verhoeff. LEEFTIJD 43 jaar. WOONPLAATS Den Haag. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee zoons (7 en 8 jaar). OPLEIDINGEN Master Chemische technologie (Universiteit Twente, 1994-2000), vwo (Ashram College in Alphen aan de Rijn, 1988-1994). NEVENACTIVITEITEN Geen. WERKGEVERS Site manager bij DSM Hoek van Holland (2018heden), plant manager Beads & Urethanes Plant bij DSM Waalwijk (2017-2018), global director Responsible Care (QESH), Security & Regulatory Affairs bij DSM Sittard (2013-2017), manager Maintenance, Logistics & Engineering bij DSM Genk (2011-2013), assistent site manager bij DSM Ellesmere Port (2008-2011), special assignment for director DMC bij DSM Geleen (2006-2008), project leader debottlenecking en senior chemical engineer bij DSM (2004-2006), chemical engineer/projectleader bij DSM (2000-2004).
daarbij de hele dag doe? Met mensen praten, elke dag weer. Ik leg mensen dingen uit, vraag wat hen tegenhoudt om verder te komen, en los dat samen met ze op. Kom ik te laat thuis, dan vertel ik dat er iets anders ging dan gepland. Bijvoorbeeld omdat een grondstof er niet was, en ik moest beslissen hoe we dat gingen oplossen.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Op het vwo vond ik alle bètavakken leuk, en vooral scheikunde. Een folder zei: ‘Hou je van schei-, wis- én natuurkunde? Kijk dan bij chemische technologie.’ De TU Delft vond ik met 300 eerstejaars alleen erg massaal. In Twente waren er maar 120, plus dat daar een eigen campus was met sportfa32 Chemie Magazine januari 2020
ciliteiten. Ik ben geen topsporter, maar wel graag actief. Mijn stage bij DSM werd ook mijn afstudeeropdracht. Ik vond het daar heel leuk, dus bleef ik er werken. Sindsdien heb ik veel posities gehad, zoals in Geleen, Engeland en België. Ik vind het iets positiefs dat ik al een kleine 20 jaar bij DSM werk. Het is een groot bedrijf met veel mogelijkheden. In elke businessunit is de manier van werken anders, maar er is altijd die gemeenschappelijke DSM-cultuur. Wil ik iemand in de organisatie spreken, waar dan ook, dan kan dat. Ik ben er ook trots op dat DSM duurzame idealen heeft. 15 jaar geleden waren we in de chemie nog de enige met deze boodschap. Nu snappen we maatschappelijk breder dat de wereld niet zonder het bedrijfsleven kan om via innovaties de grote problemen in de wereld op te lossen. Een voordeel hierbij is dat het bedrijfsleven een wat langere adem heeft dan een gemiddelde regering.
4
Wat zou je je jongere zelf nu adviseren? Mijn ontwikkeling is prima zoals die gelopen is. Ik heb ook niet het gevoel dat het sneller had gemoeten. Ik heb alle banen met veel plezier gedaan. Wel was ik in het begin als manager erg taakgeoriënteerd, als een echte techneut. Heb je je werk al af, en waarom niet? Maar daar kreeg ik het heel druk van, want al die mensen kwamen elke keer bij mij terug als er iets was. Ik denk ook niet dat ik in het begin een leuke baas was. Die flexibiliteit moest groeien. In Engeland leerde ik dat je mensen ruimte en mogelijkheden moet geven, plus een duidelijke boodschap waarmee ze zelf aan de slag kunnen. Ik werkte op een kleine locatie. Daar bleek: als ik elke keer dezelfde boodschap geef aan wie dan ook, dan gaan mensen hier zelf mee aan de slag en vertellen ze de boodschap door. Ik hoorde op de
hele site en daarbuiten mijn eigen boodschap terug. Daarna hoefde ik niet meer te vragen wat de status van iets was, want mensen vertelden dat vanzelf aan mij.
5
Wat levert je werk je op? Hypothetisch zou ik dit werk voor minder geld kunnen doen. Mijn man werkt ook en we hebben bewust besloten dat we altijd van één salaris willen kunnen rondkomen. Is een nieuwe baan dan niets, dan kun je altijd besluiten ermee te stoppen. Ik zit dus waar ik zit omdat ik het uitdagend vind. Mijn voldoening haal ik er vooral uit als ik zie dat we met elkaar iets voor elkaar krijgen. Ik vind het prachtig om meer te halen uit wat mensen in hun mars hebben. Mensen kunnen me daarbij ontzettend verrassen. We hebben hier een programma waarin medewerkers zelf kleine verbeteringen doorvoeren. Dat levert soms briljante ideeën op. Iemand op het lab zei bijvoorbeeld over een kwaliteitsprobleem: “Ik weet zeker dat het komt door iets in de productie.” Ik twijfelde, want we waren daar al jaren mee bezig. Maar hij ging met de operators praten, testte samples, en bewees dat er een probleem was met onze spoelovergang. Ook bedacht hij met de operators een andere route, die bewezen goed is. Briljant! Ook was er een operator die zei: “Waarom vullen we onze vaten niet wat hoger? Hebben we opeens 16 procent meer capaciteit.”
6
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Bij de fabriek in Waalwijk was een probleem in de productie dat ons gigantisch veel geld kostte. Een operator, 50-plus, die daar al járen werkte, wist zeker dat er een oplossing was. Ik zei: “Als jij mij achter de broek aan zit, dan geef ik je een coach om het probleem mee op te lossen.” Elke keer als ik de fabriek in liep om iedereen
Human capital
gedag te zeggen, vroeg hij of ik die coach al geregeld had. Uiteindelijk deed ik dat. Het team dat ontstond kon het probleem met weinig moeite oplossen. Die man is nog altijd mijn voorbeeld om te laten zien dat mensen niet altijd weerstand hebben tegen verandering. Begeleid je mensen goed, dan zijn ze tot heel veel in staat.
7
Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat zijn? (Een lange stilte volgt.) Poeh. Sommige verplichte rapportages vind ik niet leuk, het bij elkaar vegen van allerlei info. En ik ben te ongeduldig als ik zaken opnieuw moet doen omdat er iets misging in het systeem. Maar structureel iets veranderen aan mijn baan? Nee. Invloed hebben op je werk is belangrijk, en ik heb binnen mijn baan vrijheid van kiezen. Dat zeg ik niet alleen omdat ik nu de baas ben, want daarvoor was dat ook al zo. Dat probeer ik ook met mijn mensen hier te doen. Ja, je hebt gewoon je baan als operator of engineer, maar ga je gang als je daarnaast een sustainability-team wilt beginnen omdat je dat belangrijk vindt. En heb je ergens last van in je werk, dan mag je van mij tijd besteden aan het vinden van een oplossing. Iemand vond het bijvoorbeeld vervelend om elke keer handmatig conferentiekamers te boeken. Kan dat niet automatisch? Dat klinkt heel knullig, maar er kwam iemand van IT bij, en het was opgelost.
8
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Daar heb ik geen antwoord op. Misschien deze baan op een andere locatie? Nee, zelfs dat niet. Deze plek, ook omdat de club zo jong is, is uniek. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. We zijn nog bezig hier een cultuur op te bouwen. Dat geeft een heel positieve sfeer. Wordt het hier stabiel, verandert er minder, dan ga ik op zoek naar een nieuwe uitdaging. Ik ga niet op een winkeltje passen. Loopt een toko goed, dan kom ik niet. Ik ben iemand die binnenkomt, rondkijkt, en dan zegt: deze kant moeten we op, laten we het zo met elkaar inrichten. p
?
WIE IS MIRJAM NAAST HAAR WERK?
Mirjam besteedt buiten haar werk het liefst tijd aan haar gezin en actief buiten zijn. “Ik probeer twee keer per week hard te lopen. Op zondag doe ik dat samen met mijn man, een rondje van 13 kilometer in een uur en een kwartier. En op vrijdag fiets ik naar mijn werk.” Diezelfde man leerde zij kennen in een klimhal tijdens haar studie. Samen beklommen ze onder meer een berg in Zuid-Amerika, van bijna 7000 meter hoog. “Met de voorbereidingen waren we 1,5 jaar bezig. Toen waren er ook nog geen kinderen.” Nu die er wel zijn, neemt Mirjam ze mee om te wandelen in de bergen. “We maken trektochten – rugzakje mee, van plek naar plek. Nu vinden ze dat nog leuk.”
Mirjam Verhoeff: ‘Ik ben iemand die binnenkomt, rondkijkt, en dan zegt: deze kant moeten we op, laten we het zo met elkaar inrichten.’ januari 2020 Chemie Magazine 33
IN HET KORT o CFK Recycling wint ‘Sustainable Industry Challenge – Chemport Europe edition’. o Duitse start-up gaat Teijin Aramid helpen met recycling van aramide. o Bioextrax gaat Suiker Unie helpen om suiker te verwaarden.
CFK RECYCLING WINNAAR SUSTAINABLE INDUSTRY CHALLENGE
‘TEIJIN WIL MET ONZE TECHNOLOGIE ARAMIDEKETEN SLUITEN’ CFK Recycling is gekozen tot winnaar van de ‘Sustainable Industry Challenge – Chemport Europe edition’. De Duitse scale-up heeft een methode ontwikkeld voor het recyclen van koolstofvezels. CFK Recycling wint 100.000 euro om te besteden voor het duurzaamheidsvraagstuk van Teijin Aramid: het recyclen van aramide. Tekst: Igor Znidarsic
V
oor de ‘Sustainable Industry Challenge – Chemport Europe edition’ hebben Teijin Aramid, Suiker Unie, ENGIE, ESD-SIC en BioMCN uitdagingen (challenges) voor de vergroening van de chemie en energiesector uitgezet. Hiervoor meldden zich ruim tweehonderd innovatieve bedrijven uit de hele wereld aan. “We hebben een projectteam vanuit verschillende disciplines samengesteld en hebben daarbij ook gelieerde regionale organisaties betrokken. Ook hebben we een scoutingbureau met een goed internationaal netwerk ingeschakeld, en de vraagstelling van de bedrijven die besloten om een challenge in te dienen zodanig geformuleerd dat het ook leidt tot een situatie waar scale-ups op aanslaan”, zo verklaart Kim Wilbring van initiatiefnemer Economic Board Groningen het grote animo. De Economic Board Groningen organiseerde de wedstrijd
in samenwerking met partners uit de regio om snelgroeiende bedrijven met een mogelijke oplossing voor de vergroening van de chemie en energiesector uit te nodigen naar de regio te komen. De uitdaging van Teijin Aramid luidde: ‘We are looking for startups and scaleups that want to collaborate with Teijin Aramid to reduce the CO2-footprint of her production processes and contribute to the circular economy by recycling aramid yarns and using it for new applications.’ De Duitse scale-up CFK Recycling, die was ingegaan op deze uitdaging, werd vanwege zijn technologie om koolstofvezels te recyclen tijdens de finale op 8 januari in Delfzijl verkozen tot overall winnaar. “Alle vijf finalisten waren erg sterk”, aldus juryvoorzitter Tjeerd Jongsma, directeur Institute for Sustainable Process Technology. “We hebben CFK Recycling tot winnaar verkozen omdat de innovatie van dit bedrijf de grootste impact heeft op onze regio. Windmolens recyclen, niemand anders kan dat!”
Recycling-pilot
CHEMPORT EUROPE
Het doel van de wedstrijd is bedrijven interesseren voor de regio en een dynamiek te creëren die positieve impact heeft op de bedrijvigheid in de Chemport Europe-regio. Initiatiefnemer van de ‘Sustainable Industry Challenge, Chemport Europe edition’ is Economic Board Groningen. Partners zijn Campus Groningen, NOM, Groningen Seaports, provincie Groningen en provincie Drenthe. Alle organisaties zijn onderdeel van Chemport Europe, het ecosysteem voor groene chemie in Noord-Nederland. 34 Chemie Magazine januari 2020
Edward Groen, director Energy Transition & Sustainable Development bij Teijin Aramid, kijkt uit naar de samenwerking. “Deze scale-up is al erg ver met recyclen van koolstofvezels. Wij gaan met hen een pilot op kleine schaal doen om aramide te recyclen.” Het ultieme doel is een volledige duurzame en circulaire aramideketen. Teijin Aramid is wereldleider in aramide, die sterkte, duurzaamheid, veiligheid en warmtebestendigheid combineert met een laag gewicht. De producten zijn te vinden in onder meer automotive, ballistische bescherming, marine, civiele techniek, beschermende kleding,
Recycling
CFK Recycling werd tijdens de finale op 8 januari in Delfzijl verkozen tot winnaar.
touwen en optische vezelkabels. In Delfzijl maakt Teijin Aramid de grondstof, waarvan in Emmen Twarongarens, -vezels en -pulp worden geproduceerd. Deze worden onder andere gebruikt voor vliegtuigcontainers en autobanden. Vanwege de groeiende vraag naar producten die lichter, veiliger en duurzamer zijn, gaat Teijin de productiecapaciteit in Delfzijl en Emmen verhogen. Voor de uitbreiding van de fabrieken wordt geïnvesteerd in nieuwe technologieën die zorgen voor vermindering van CO2-uitstoot.
Proces aanpassen
CFK Recycling is gespecialiseerd in het recyclen van carbon fibre reinforced plastic, oftewel koolstofcomposiet. Eerst worden droge stukjes vezel, prepreg-materialen en geharde geprefabriceerde onderdelen gesorteerd op type vezel en verwerkingsstatus. Waar nodig worden ze versnipperd. Door middel van een thermische behandeling zonder zuurstof (pyrolyse) worden zuivere koolstofvezels teruggewonnen. “Teijin wil deze technologie nu gebruiken om aramide terug te winnen en de aramideketen te sluiten”, vertelt Tim Rademacker van CFK Recycling. Hoewel aramide een ander materiaal is dan waar het bedrijf nu mee werkt, is hij ervan overtuigd dat het kan. “We moeten alleen ons bestaande proces aanpassen.” Het doel is virgin aramidevezels die Teijin Aramid opnieuw kan gebruiken. “We gaan nu een kleine pilot starten, om te kijken of de technologie van CFK Recycling ook werkt voor aramide”, zegt Edward Groen. “Ik heb alle vertrouwen in, maar het moet natuurlijk wel eerst bewezen worden.” p
SUIKER UNIE KIEST BIOEXTRAX
‘Deze scale-up is al erg ver met recyclen van koolstofvezels, we kijken uit naar de samenwerking’
Aan de wedstrijd deden veertig scale-ups mee. Ze maakten tijdens het tweedaagse event kennis met de challenge owners, de regionale bedrijven Teijin Aramid, Suiker Unie, ENGIE, ESD-SIC en BioMCN, om hier in de toekomst mogelijk mee te gaan samenwerken. Suiker Unie heeft uit zeven potentiële samenwerkingspartners Bioextrax als winnaar gekozen. Suiker Unie had gevraagd om technologieën om suiker te verwaarden in de vorm van duurzame kunststoffen. De start-up Bioextrax heeft een technologie bedacht voor de duurzame productie en winning van polyhydroxyalkanoaat (pha), een biobased grondstof voor plastics.
januari 2020 Chemie Magazine 35
IN HET KORT o Minder aardgasverbruik en CO2-uitstoot door levering restwarmte (petro)chemie aan woningen en bedrijven. o Shell en SABIC zijn er al mee bezig, Dow rondt over een half jaar een haalbaarheidsonderzoek af. o De CO2-reductie mogen zij niet aftrekken van de eigen CO2-uitstoot, waardoor andere projecten moeilijk van de grond komen.
RESTWARMTE (PETRO)CHEMIE KAN NOG VEEL BETER BENUT WORDEN
INDUSTRIE HELPT NL VAN HET GAS AF Het kabinet wil dat Nederland per 2050 van het aardgas af is om de CO2-uitstoot te reduceren. De (petro) chemische industrie kan hierbij een grote rol spelen door restwarmte te leveren voor stadsverwarming. Shell, SABIC en Dow zetten al stappen in die richting, maar stellen ook dat steun van de overheid essentieel is om restwarmte-projecten van de grond te krijgen. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
opwarmen, zodat het geschikt is om woningen en bedrijven te verwarmen. Daardoor is minder gas nodig en daalt de CO2-uitstoot. Chemiebedrijven kunnen zo een belangrijke rol spelen om het belangrijkste doel van het klimaatakkoord te halen: in 2050 90 procent minder CO2-uitstoot dan in 1990.
Weinig projecten
C
hemiebedrijven koelen in productieprocessen hun producten af met ventilatoren en water voor ze worden opgeslagen in tanks en silo’s. De restwarmte die hierbij vrijkomt, hergebruiken ze maximaal in de processen. Er komt een moment dat ze er door de lage temperaturen niets meer mee kunnen. Dan lozen ze de restwarmte, net als bij een ventilator in de auto, naar de lucht of als koelwater naar het oppervlaktewater. Dat is zonde, want met de restwarmte kunnen ze via warmtewisselaars het water
36 Chemie Magazine januari 2020
Hergebruik van restwarmte van de (petro)chemische industrie in de bebouwde omgeving is dus een uitstekende en duurzame manier om de beoogde 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen in 2050 van het aardgas af te krijgen. Maar hoe komt het dan dat er nog zo weinig projecten zijn? En dat veel initiatieven een stille dood zijn gestorven? Dat heeft meerdere oorzaken, stellen de betrokken bedrijven. Marc Zwart, energy and utility technology manager bij Shell Pernis, benadrukt hoe belangrijk het is dat partijen tegelijkertijd en gezamenlijk optrekken in een project. “Wij kunnen restwarmte aanbieden, maar als er
geen vraag is, gebeurt er niets. Omgekeerd geldt hetzelfde.” Daarnaast is het lastig om een sluitende businesscase te krijgen. De investeringen zijn vaak niet rendabel voor de betrokken partijen. Bovendien is er geen warmtemarkt, dus hoe reken je dan een waarde toe aan de energie die in restwarmte zit? Ook is er vaak een mismatch tussen vraag en aanbod. Zo gaat de warmteproductie het hele jaar door, terwijl de vraag naar warmte voor ruimteverwarming seizoensgebonden is. En wie investeert in de benodigde hardware, zoals een pijpleiding? Zwart: “Een petrochemiebedrijf gaat dat pas doen als de vraag helemaal duidelijk is.” Waarom is het in Rotterdam dan wel gelukt (zie kader)? Het hielp dat het Havenbedrijf in samenwerking met Warmtebedrijf Rotterdam de aanleg van de pijpleiding van Shell naar Rotterdam heeft gerealiseerd. Bovendien lag het warmtenet van Warmtebedrijf Rotterdam er al, zodat het om een uitbreiding op het
Energie en klimaat
SHELL PERNIS
September 2018 gaven Havenbedrijf Rotterdam, Warmtebedrijf Rotterdam en Shell het officiële startschot voor het Pernis Restwarmte Initiatief.
bestaande warmtenet gaat. Daarnaast komt Shell hiermee een deel van zijn afspraak met de overheid na om een extra stap te zetten om energie te besparen.
Samen optrekken
Bert Bosman, senior specialist duurzaamheid bij SABIC, wijst eveneens op het belang van tegelijkertijd en gezamenlijk optrekken. “Bij SABIC gaat het om een samenwerking met lokale overheden, Het Groene Net en woningbouwcorporaties. Partijen die normaal gesproken niet veel met elkaar praten.” Daarom zochten SABIC en de andere partijen stapje voor stapje naar een oplossing (zie kader). “Het Groene Net investeert in de aanpassingen bij SABIC, zoals de warmtewisselaars”, licht Bosman toe. “In ruil hiervoor krijgen ze het warme water gratis. Met steun van de lokale en landelijke overheid kunnen we de leiding aanleggen die nodig is voor het transport naar de woningen en bedrijven.” Kees Biesheuvel, innovatiemanager
‘Wij kunnen restwarmte aanbieden, maar als er geen vraag is, gebeurt er niets – en omgekeerd’
De raffinaderij van Shell in Pernis levert sinds 2018 restwarmte aan het warmtebedrijf in Rotterdam. Dat gebeurt via een pijpleiding die – buiten het terrein van Shell Pernis – door het Havenbedrijf is aangelegd. Shell plaatste vier warmtewisselaars op de raffinaderij en bouwde een intern watercircuit. De warmtewisselaars zijn nodig om het water op de juiste temperatuur voor het warmtenet te brengen: maximaal 120 graden Celsius. Wanneer het warmtenet op de maximale capaciteit draait, is er genoeg warm water voor 16.000 huishoudens, goed voor een jaarlijkse CO2-reductie van 35.000 ton.
belangen gediend zien en risico’s kunnen inschatten. Bedrijven moeten bovendien een verdienmodel hebben. Voor de overheid is dat niet het geval.” Hij verwacht dat Dow’s haalbaarheidsstudie naar de aanleg van een warmtenet in de Kanaalzone over een half jaar is afgerond (zie kader). “Dan moet duidelijk zijn of het doorgaat. De eerste berekeningen laten zien dat het financieel mogelijk is. Ook technisch is het geen probleem. Maar we hebben wel de juiste verdienmodellen nodig. En financiering, bijvoorbeeld van pensioenfondsen of via een Europese subsidie om het rendabel te maken.”
Stimulans bij Dow in Terneuzen, stelt eveneens dat het lastig is om projecten van de grond te krijgen omdat er zoveel verschillende partijen bij zijn betrokken. “Die moeten inderdaad tegelijkertijd actie ondernemen en investeren. De partijen moeten hun
De overheid focust in de (petro) chemische industrie vooralsnog op de CO2-reductie die chemiebedrijven zélf realiseren. Dat geldt ook voor andere sectoren, zoals de energiesector en de gebouwde omgeving. De CO2-reductie die chemiebedrijven in de bebouwde omgeving realiseren, mogen ze nog
e
januari 2020 Chemie Magazine 37
SABIC GELEEN
SABIC in Geleen bracht in november in een destillatiekolom een T-stuk aan om de aansluiting op het warmtenet mogelijk te maken. V.l.n.r.: Daniel Moenis, projectmanager; Rogier Dieteren, directeur Het Groene Net Ontwikkel; Bert Bosman, senior specialist duurzaamheid SABIC; Rik Neyens, projectmanager SABIC.
‘Het gaat bij dit soort projecten zeker niet alleen om geld, de overheid moet ook besluiten durven nemen’ niet aftrekken van de eigen CO2uitstoot. Daarom pleiten Shell, SABIC en Dow ervoor dat ze dit wél mogen doen. Dat zou volgens de bedrijven een enorme stimulans zijn om meer projecten van de grond te krijgen. Kees Biesheuvel van Dow noemt Denemarken als lichtend voorbeeld. “Warmte is daar een primaire levensbehoefte waarin de overheid wettelijk moet voorzien. De overheid krijgt zo een andere rol, bijvoorbeeld bij de aanleg van de benodigde warmte-infrastructuur. Daarom zie je onder meer in Kopenhagen veel meer warmte- netten dan hier.” Marc Zwart van Shell wijst eveneens op het belang van een stimulerende en besluitvaardige overheid. “Het gaat zeker niet alleen om geld om 38 Chemie Magazine januari 2020
dit soort projecten te realiseren. De overheid moet ook besluiten durven te nemen.” Daarom spreekt hij van een goede ontwikkeling bij een megaproject van onder meer de Gasunie: de aanleg van een warmtenet van de Rotterdamse haven richting Den Haag (Leiding door het Midden). Daarmee kunnen straks woningen en bedrijven in de Randstad worden verwarmd, maar ook bijvoorbeeld kassen in het Westland. Dat scheelt tonnen CO2 die de lucht in gaan, omdat de huizen en tuinbouw nu nog afhankelijk zijn van gas. p Zie ook de publicatie ‘Restwarmte, de stand van zaken’ van CE Delft (februari 2019): www.ce.nl/publicaties
SABIC in Geleen bracht tijdens de laatste onderhoudsstop in november in een destillatiekolom een T-stuk aan om de aansluiting op het warmtenet (Het Groene Net) in 2020 mogelijk te maken. SABIC gebruikt nu ventilatoren om de warmte uit de kolom af te koelen. De restwarmte verdwijnt in de lucht. SABIC installeert in 2020 warmtewisselaars bij de kolom om de restwarmte op te vangen. Hiermee kan het chemiebedrijf heet water (90 graden Celsius) maken om het aan Het Groene Net te leveren. Deze organisatie is in 2015 opgericht en gebruikt sinds 2016 ook restwarmte van de biomassacentrale BES. Inmiddels zijn circa 650 woningen en 25 bedrijven en instellingen op Het Groene Net aangesloten. Om de aansluitingen uit te breiden in Sittard-Geleen, Beek en Maastricht en andere gemeentes is ook de restwarmte van SABIC nodig. Wanneer het Groene Net in 2033 volledig draait, levert dat een enorme besparing van aardgas op en een CO2-reductie van 47.000 ton.
DOW TERNEUZEN
Dow in Terneuzen rondt over een half jaar een haalbaarheidsstudie af naar de aanleg van een warmtenet in de Kanaalzone, van Terneuzen tot Gent, gevoed met industriewater. Het dorp Hoek dient als pilot. De restwarmte komt op verschillende plaatsen in de plant vrij. Dow hergebruikt het zoveel mogelijk, maar als de restwarmte een temperatuur bereikt van 40 graden Celsius kost het te veel energie om het naar 150 graden te brengen. Daarom onderzoekt Dow of het water van 40 graden bruikbaar is als vloerverwarming voor de bewoners in Hoek. Dat is wellicht een te lage temperatuur voor de winter. Bewoners kunnen een warmtepomp plaatsen om het water naar een temperatuur van 60 graden te brengen. Voor het transport van het warme water van Dow naar Hoek moet een nieuwe leiding worden gelegd. Yara, Cargill en ArcelorMittal (in Gent) kunnen wellicht ook restwarmte leveren om de leveringszekerheid te kunnen garanderen. Dow onderzoekt momenteel wie welke rol in het project kan spelen. Ook kijkt het chemiebedrijf naar businessmodellen, zoals gratis levering van warm water. Uit de eerste berekeningen blijkt dat er ruimschoots voldoende restwarmte beschikbaar is voor de bebouwde omgeving in de Kanaalzone: honderden megawatts.
Connecting Global Competence
L
E
A3
D
L
E
AR
N2
NEW THINKING FOR THE LAB OF THE FUTURE. Whatever the future may hold, you will first learn about it at analytica: the 27th world’s leading trade fair for laboratory technology, analysis, biotechnology and analytica conference points the way to the networked lab. Exhibitors, an expert audience and experts from all over the world present and discuss specific solutions, relevant product innovations and digital visions. Come to the world’s biggest lab: analytica.de/en Contact: van Ekeris Expo service b.v., Tel. +31 23 525 8500, info@vanekeris.nl
we create lab March 31–April 3, 2020 analytica March 31–April 2, 2020 analytica conference
PROCESTECHNOLOGIE IN DEELTIJD Je verder ontwikkelen in de procesindustrie naast je huidige baan? Dat kan met de vernieuwde cursus Procestechnologie van de Universiteit Twente! Een perfecte methode waarmee jij als professional een academische opleiding goed kunt combineren met je werk en privéleven. Ontdek of het wat voor je is. Kijk op utwente.nl/pt-cursus Waarom deze cursus? • Kwalitatief hoogwaardige om- na- en bijscholing • Recentelijk vernieuwd onderwijsprogramma • Een ideale combinatie van online en face-to-face leren • Flexibel te volgen naast je werk • Individuele ondersteuning • Mogelijkheden om je netwerk uit te breiden Aanmelddeadline: 15 maart 2020 Vermeld VNCI2020 bij je aanmelding en ontvang eenmalig 10% korting op de Basic Course!
VNCI EN HAVENBEDRIJF ROTTERDAM VERWELKOMEN EUROPESE GREEN DEAL Het Havenbedrijf Rotterdam verwelkomt de Green Deal die de Europese Commissie in december 2019 heeft gepresenteerd, met daarin de doelstelling van 50 tot 55 procent CO2-reductie in 2030. “Het is goed dat Europa ambitieus is in het tegengaan van klimaatverandering, want de uitdaging is groot”, aldus CEO Allard Castelein. Ook de VNCI is positief. “Het is mooi om te zien dat er een gelijker speelveld ontstaat”, zegt VNCI-voorzitter Bernard Wientjes. “Nederland liep in de discussie voorop, maar met de Green Deal gaan we een versnelling maken in heel Europa. En dat is nodig om tot een CO2-neutrale economie te komen. Op deze manier ondersteunt Europa het Nederlandse beleid.” 40 Chemie Magazine januari 2020
Om de Green Deal tot een succes te maken is het volgens Wientjes belangrijk dat de chemische industrie als waardevolle partner en leverancier van oplossingen betrokken blijft in het proces. “Daarom is het goed om te zien dat commissaris Timmermans begin 2020 komt met Europees industriebeleid gericht op innovatievermogen en het bouwen van nieuwe waarden-
Haven Rotterdam, zicht op Nieuwe Maas met Wiltonhaven en vestiging Mammoet, Schiedam en Vlaardingen aan de horizon.
ketens. Daarmee maakt Europa duidelijke keuzes en kan de industrie de versnelling en politieke woorden ook omzetten in concrete daden.� Het Havenbedrijf kan zich goed vinden in maatregelen zoals, voor de transportsector, extra investeren in spoor en binnenvaart en het versnellen van low- en zero emission-transport. Voor de industrie is
het Havenbedrijf positief over de plannen om belangrijke technologieĂŤn te stimuleren, zoals waterstofproductie, ontwikkeling van alternatieve brandstoffen en afvang, opslag en gebruik van CO2. Ook de inzet van Europa op ontwikkeling van grensoverschrijdende infrastructuur voor (nieuwe) energie en het ontwikkelen van een circulaire economie sluiten naadloos
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
Uitgelicht
aan op de strategie van het Havenbedrijf. De VNCI ziet de Green Deal als een constructieve aanpak om de Europese economie te verduurzamen en zo bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs. De Green Deal maakt duidelijk dat de chemische industrie moet focussen op innovatie en nieuwe investeringen om een duurzame, circulaire economie te realiseren. p januari 2020 Chemie Magazine 41
IN HET KORT o Shell Pernis test 5G-netwerk. o Meer data en meer inzicht moeten leiden tot betere sturing en monitoring processen. o Test loopt tot de zomer, daarna wordt waarschijnlijk een permanent 5G-netwerk geïnstalleerd.
SHELL PERNIS TEST SNEL 5G-NETWERK
MEER DATA, MEER INZICHT, BETERE BESLUITEN 5G gaat dit jaar in Nederland in de lucht. Shell test al bijna een jaar met het snelle netwerk op de raffinaderij in Pernis. De verwachting is dat 5G zal bijdragen aan nog betere sturing en monitoring van de processen op basis van meer data en meer inzicht. Tekst: Henk Engelenburg
S
hell heeft sinds eind 2018 bij de raffinaderij in Pernis, in samenwerking met nationale en internationale telecombedrijven en met KPN als hoofdpartner, een plaatselijk 5G-netwerk in de lucht. Doel is het verkennen van de mogelijkheden van 5G in een omgeving van gas- en olieproductie. Marijn Bezuijen, business improvement coördinator bij Shell, licht de experimenten toe. Welke toepassingen worden getest? “Denk aan bijvoorbeeld mobiele inspectie van de pijpleidingen op de raffinaderij. Die hebben een totale lengte van 160.000 kilometer en dat vraagt een majeure inspectie-inspanning. We hebben al veel ervaring met mobiele robots en met drones. De robots hebben echter camera’s met een relatief lage resolutie en de videoopnames van de drones zijn pas achteraf te analyseren. Uitgerust met meer rekencapaciteit zouden de robots te warm worden en de drones te zwaar. We hebben nu auto’s getest uitgerust met camera’s in het 5G-netwerk, zodat we nu ‘live’ en met hoge resolutie al ongeveer 10.000 kilometer aan leidingen op deze wijze kunnen inspecteren. We verwachten dat dit bij een volledige uitbouw van het netwerk mogelijk zal zijn met ruim
42 Chemie Magazine januari 2020
150.000 kilometer aan leidingen. Een deel zal altijd lastig bereikbaar zijn, maar dat zijn relatief korte stukken.” Hoe gebeurt dit in het inwendige van de raffinaderij? “Hiervoor testen we ‘over the shoulder coaching’, waarbij een inspecteur de installaties inspecteert met een aan zijn helm bevestigde computer met camera en microfoon die werkt als een kleine tablet. Dit is overigens geen 5G-technologie, want de tablets communiceren met wifi en we hebben geen wifi-dekking over het gehele terrein. Vandaar dat we nu een netwerkpunt hebben dat verbinding maakt met het 5G-netwerk, zodat we kunnen profiteren van de hoge resolutie. Met als voordeel dat een inspecteur bij twijfelgevallen een expert direct kan laten meekijken naar de beelden in hoge resolutie zonder dat die naar de locatie op de raffinaderij moet komen.” Wat zijn in het algemeen de voordelen van 5G voor Shell Pernis? “5G heeft in het algemeen vier voordelen, waarvan wij er drie toepassen. Het bekendste voordeel is de hogere bandbreedte voor het transport naar buiten van de data
ICT
PARTNERS
Meer masten
Naast Shell en KPN zijn onder andere ABB, Accenture, EXRobotics, Advanced Solutions Nederland en Microsoft betrokken, met in totaal ongeveer 25 mensen verdeeld over deze partijen.
Shell Pernis gebruikt nu vijf masten rondom de raffinaderij, waarvan er momenteel één met 5G is uitgerust. Volgens de eerste indicaties zijn drie tot vijf masten extra nodig om de gehele raffinaderij met 5G te dekken.
die in de raffinaderij worden verzameld. Dat gaat bij grote datastromen mis met 4G, maar lukt prima met 5G. Een ander voordeel van 5G is de mogelijkheid om veel meer apparaten aan te spreken dan tot op heden. We hebben in de vijf tot tien verdiepingen tellende raffinaderij honderden mobiele sensoren die van alles monitoren, zoals temperatuur, druk en reactiesnelheden – allemaal informatie die ons in staat stelt om de processen beter te controleren en optimaler te laten verlopen. Als je al die elektronica wilt aanspreken, loop je met 4G al snel vast, want dat zijn relatief kleine gegevenspakketten. 5G lijkt zich hier beter voor te lenen, omdat je data en reactiesnelheden van het systeem kunt ‘schalen’. Dat wil zeggen dat we met de verschillende varianten die de 5G-standaard toestaat meer toepassingen tot onze beschikking hebben.”
‘Het transport naar buiten van grote datastromen uit de raffinaderij gaat mis met 4G, maar lukt prima met 5G’
Dan is er nog een derde voordeel? “Dat is dat 5G het mogelijk maakt om zeker te zijn van een privébandbreedte. Dat is op deze locatie van belang aangezien de raffinaderij aan een snelweg grenst. Als autopassagiers in de file staan en en masse filmpjes downloaden en bekijken, dan hebben wij met 4G al snel onvoldoende bandbreedte. Met 5G kunnen we daarentegen gedeeltes van het frequentiespectrum scheiden van het openbare netwerk. Zodoende kunnen we een deel van de bandbreedte direct met het Shell-netwerk verbinden en zo ontstaat een privénetwerk voor onze toepassingen. Een vierde voordeel is dat data in een 5G-netwerk sneller beschikbaar komen. Sneller wil zeggen tussen een meting in de raffinaderij en de beschikbaarheid van die data op afstand. Met 4G gaat dit ook al redelijk snel, vandaar dat dit voordeel voor ons niet direct meespeelt.” Houdt Shell rekening met eventuele effecten van 5G op de gezondheid? “We hebben hier natuurlijk naar gekeken. Maar de wetenschappelijke consensus lijkt te zijn dat de eventu-
ele gezondheidseffecten met 5G niet significant anders zullen zijn dan met 3G en 4G. Bovendien plaatsen we de antennes niet dicht bij mensen, laat staan bij hun hoofden, maar in de mast. Uiteindelijk gaat het hier om installaties die door de Nederlandse overheid zijn goedgekeurd.” Onderdelen van KPN’s 5G komen van Huawei. Houdt Shell rekening met vermeende spionage door Huawei? “We werken zelf niet samen met Huawei, maar we weten dat KPN Huawei-apparatuur inzet in het fieldlab hier op de raffinaderij. Het gaat daarbij overigens om een experimentele lab-opstelling, waarbij van ons geen productie-kritische data over het systeem gaan.” Wat verwacht Shell uiteindelijk van de experimenten? “We verwachten dat de tests goed verlopen en dat we in de nabije toekomst veel meer sensoren gaan plaatsen in de installaties. Het uiteindelijke doel van de toepassing van 5G is op basis van meer en sneller beschikbare data te komen tot meer inzicht voor het nemen van betere besluiten in het sturen en monitoren van de processen. De experimenten zijn voorjaar 2019 begonnen en lopen door tot deze zomer, waarna we snel naar een permanente installatie van een 5G-netwerk hopen te kunnen overgaan.” p
januari 2020 Chemie Magazine 43
Veilig werken met VAPRO
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
11/01/17 09:36
Leading the way
Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11
â—†
e. leebv@vanderlee.nl
â—†
i. www.vanderlee.nl
VNCI
VNCI NIEUWS IN DE MEDIA
Het FD meldde op 12 december dat FME en de VNCI verheugd zijn dat in Europa nu een gelijk speelveld ontstaat bij de strijd tegen de opwarming van de aarde. ‘Nederland had een koppositie’, zegt VNCI-voorzitter Bernard Wientjes met een verwijzing naar de landelijke klimaatwet. ‘Maar wij hebben altijd gezegd dat we in geheel Europa moeten gaan versnellen om tot een CO2-vrij klimaat te komen. Dat gaat nu gebeuren.’ Volgens Wientjes is een extra CO2-heffing, die het huidige kabinet wil invoeren op vermijdbare CO2-uitstoot, niet meer nodig als het Nederlandse klimaatbeleid inderdaad wordt ingehaald door Europese maatregelen. ‘Maar dan leg ik wel de nadruk op als-als-als.’
Management Scope sprak in december over de energietransitie met Gertjan Lankhorst, voorzitter van VEMW, en Martijn Broekhof, hoofd Klimaat, Energie & Innovatie bij de VNCI. ‘Bedrijven moeten de komende jaren gigantisch gaan investeren om de klimaatdoelen te kunnen halen’, zei Broekhof. ‘Als je dan te veel heft en te weinig subsidieert, zoals het er nu naar uitziet, krimpt de investeringsruimte voor bedrijven. Met als gevolg dat wereldwijd opererende ondernemingen eerder naar andere landen zullen uitwijken.’ Broekhof vindt dat het klimaatakkoord te veel focust op de doelen voor 2030. ‘Met als gevolg dat we de doelen van 2050 onvoldoende meenemen. De transitie die de industrie door moet vereist heel grote investeringen die pas na 2030 echt effect zullen hebben.’
NIEUWE LEDEN
TROY MOERDIJK Troy Moerdijk in Klundert is de nieuwe naam van DBM Blending, dat door Troy Corporation is overgenomen. Troy Corporation produceert en verkoopt via zijn wereldwijde entiteiten biociden voor het behoud van verschillende producten. www.troycorp.com
ALLNEX NETHERLANDS Allnex Netherlands in Bergen op Zoom is onderdeel van Allnex International, dat in 2016 fuseerde met Nuplex. De productie richt zich op harsen en additieven voor constructieve, industriële, beschermende, automotive en speciale toepassingen in lakken en inkten. www.allnex.com
Links Martijn Broekhof, rechts Gertjan Lankhorst.
FOTO: MANAGEMENT SCOPE
‘BV Nederland reageert wisselend op de Green Deal van eurocommissaris Frans Timmermans’ meldde De Telegraaf op 11 december. De transport- en luchtvaartsector reageerden negatief, het Havenbedrijf Rotterdam en de VNCI positief: ‘De chemische industrie ziet door deze maatregelen een gelijk speelveld ontstaan.’ Voorzitter Bernard Wientjes van de VNCI is blij dat de rest van Europa Nederland volgt in het klimaatbeleid. ‘Eerst liepen wij voorop met de doelstelling om te streven naar een nul uitstoot van CO2 in 2050. Het is goed dat dit nu voor heel Europa geldt.’
januari 2020 Chemie Magazine 45
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad
MENSEN
van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
AVANTIUM
Bart Welten is sinds deze maand chief financial officer (CFO) bij Avantium. Welten brengt 30 jaar ervaring in financiën mee en heeft uitgebreide kennis van de chemische industrie en de biowetenschappen. Hij was CFO van Centrient Pharmaceuticals (voorheen de joint venture van DSM en Sinochem) in Singapore en leidde de verkoop van het bedrijf aan Bain Capital. Daarvoor was hij CFO van DSM Resins en DSM Anti-Infectives. Hij studeerde rechten in Leiden en behaalde een MBA aan het Boston College in de VS. Edwin Moses is benoemd als voorzitter van de raad van commissarissen, als opvolger van Kees Verhaar.
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl
TU/E
Timothy Noël heeft de Hoogewerff Jongerenprijs 2019 voor veelbelovende chemisch technologen onder de 40 jaar ontvangen. De universitair hoofddocent aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) begon met fotochemie om een brug te slaan tussen de organische chemie en de ingenieurswetenschappen en zo een impact te hebben in beide domeinen. Hij ontwikkelde het kunstmatige blad, dat zonne-energie omzet in chemische energie en veel publiciteit kreeg. Een ander veelbelovend onderzoeksgebied is volgens hem de flowchemie.
UNIVERSITEIT UTRECHT
Prof. dr. Andries Meijerink, hoogleraar Vaste Stof Chemie aan de Universiteit Utrecht, heeft de Gilles Holst Medaille van de KNAW ontvangen. Hij krijgt de prijs voor het modelleren, maken en karakteriseren van nieuwe lichtgevende materialen, die onder andere verlichting en zonnecellen efficiënter laten werken. Zijn onderzoek is essentieel voor de overgang naar een duurzame samenleving, waarin efficiënte verlichting en de omzetting van zonlicht in elektriciteit een cruciale rol spelen.
Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Klaartje Jaspers, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
IN MEMORIAM
Op 28 december is op 66-jarige leeftijd Richard de Oude overleden. Hij begon zijn carrière bij Croda als head of engineering en zijn laatste functie was buying manager. Daarnaast werkte hij tot aan zijn pensioen afgelopen november aan diverse juridische zaken, waaronder de afvalstromen, en was hij namens Croda lid van MVO, de brancheorganisatie voor Margarine en Vetten. Ook behartigde hij de belangen van Croda in de contacten met de gemeente en vertegenwoordigde hij Croda in vele duurzaamheidsorganisaties en instanties. Zo was hij een zeer actief lid van de Beleidsgroep Duurzaamheid van de VNCI en betrokken bij het ontwikkelen van SDG-instrumentarium voor bedrijven.
Druk Impressed, Pijnacker
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 06 284 730 51.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
46 Chemie Magazine januari 2020
gevallen zal die graag worden gegeven. TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
Beeld cover Hollandse Hoogte ISSN 1572-2996
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed
ENGINEER/RESEARCHER ENERGY CONVERSION & STORAGE TNO SUSTAINABLE PROCESS & ENERGY SYSTEMS - DELFT
TNO group Sustainable Process & Energy Systems is working with (renewable) energy and chemistry companies and in a network of international knowledge partners. They focus on transitional topics concerning the use of new feed stock, the use of renewable energy, process and energy efficiency, introduction of circularity and, of course, carbon capture and re-use. Do you like to work in a laboratory environment? The group Sustainable Process & Energy Systems is looking for an M.Sc. with some working experience in the field of Energy Conversion & Storage. Among other things, you have experience with thermal systems, data aquisition, electrical measurements and pressurized systems and advanced engineering/research software. In this position you will either independently or in a team design, develop, engineer, and test laboratory set-ups and field pilots, of a thermal, physical and chemical nature. Projects and activities are dynamic in nature, meaning that you are flexible and innovative and able to adjust your approach to the nature of the projects. Having a creative mindset, a proactive and result-oriented approach and being a team player are key words. Interested to know more about this position? Then visit www.cls-services.nl?vac=A2000001 for more information.
Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs 2018)! Laborant Technical Field Support
Wat bieden wij?
Heb jij een chemische studie afgerond, vlotte babbel, affiniteit
•
Mooi salaris en secundaire voorwaarden
met metaal oppervlaktebehandeling en wil je niet de hele dag
•
Werken in een no-nonsense werkklimaat
op het lab staan? Dan is dit jouw functie! In deze rol word je
•
Opleidingsmogelijkheden
middels een intensief opleidingstraject klaar gestoomd voor de
Solliciteren
functie van Sales & Process Engineer.
Stuur jouw CV en motivatie naar
Sales & Process Engineer
Robbin Verbeek (HR):
In deze rol ben je binnen een gedreven team verantwoordelijk
r.verbeek@adinternationalbv.com
voor de verkoop van chemische producten voor de behandeling
0167 - 526982
van metaaloppervlaktes. Met enthousiasme verdiep je jezelf in bestaande accounts (circa 60%) en ga je op zoek naar nieuwe (internationale) klanten en afzetmogelijkheden.
Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com
Vragen? Mail Robbin!
EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods
MEMBER OF THE
BARK PACKAGING GROUP