Chemie Magazine - juni 2017

Page 1

Smart Industry benut data en ICT maximaal

Sustainability Hotspot Scan voor mkb

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

GERT-JAN GRUTER (AVANTIUM)

Kankerverwekkende stoffen op werkvloer

JAARGANG 59 • 06 • 22 JUNI 2017

‘GEEN BETERE TIJD OM CHEMICUS TE ZIJN’


Gebruiksvriendelijke & flexibele maintenance management software

Met de Ultimo software brengt u meer structuur aan in uw onderhoudswerkzaamheden, werkt u efficiĂŤnter en creĂŤert u ruimte om te besparen. Bovendien toont u met de inzet van de software eenvoudiger aan dat u aan belangrijke wet- en regelgeving voldoet. Heldere dashboards en rapporten verschaffen u en uw stakeholders meer inzicht in de prestaties.

MET ULTIMO IS MEER MOGELIJK: + Een uitgebreide HSE-suite voor ondersteuning op het gebied van Health, Safety & Environment. + Mobiel werken met de app Ultimo Go. + Standaard software, die eenvoudig op maat kan worden gesneden. + Een vrij instelbare, persoonlijke startpagina met ruimte voor grafieken, dashboards en andere overzichten. + Diverse standaard interfaces, bijv. met ERP-systemen. + Starten met Ultimo Lite, een eenvoudig, maar toch compleet systeem voor de kleine TD of als instapmodel.


INHOUD 06 | 22 juni | 2017

14

GERT-JAN GRUTER: ‘WE MOETEN NU DOORPAKKEN’ ‘Vroeger zou ik voor elk bedrijf kunnen werken. Nu niet meer. Avantium is ideaal gepositioneerd om een heel stuk van de klimaatdoelen voor de chemiekant te realiseren. Noem het verantwoordelijkheid voelen: nu moeten we gewoon doorpakken.’ Aldus organisch chemicus Gert-Jan Gruter, medeoprichter van Avantium, geestelijk vader van een duurzame oplossing voor plastic flessen én genomineerd voor de European Inventor Award.

WINDOW OF OPPORTUNITY VOOR CHEMIE IN NEDERLAND De chemische industrie in Nederland zit weer in de lift. Dit biedt ons een ‘window of opportunity’, die we moeten gebruiken door volop te innoveren en te investeren. Dit zei VNCI-voorzitter Mark Williams tijdens het VNCI Jaarevent, dat mede door de vernieuwde opzet een hoog aantal bezoekers telde, wat ook aan Nobelprijswinnaar Ben Feringa of aan de ‘caviarace’ kon liggen.

19 juni 2017 Chemie Magazine 3


The difference between a packaging supplier and a value added packaging partner is the difference between spending money and saving money

Want to know why and how?

Contact us!

Packaging Management From Another Perspective

Coldenhovenseweg 79 - 6961 EC Eerbeek - Postbus 108 - 6960 AC Eerbeek - Tel: +31 (0)313- 67 95 30 Fax: +31 (0)313- 67 95 31 - E-mail: bark@bark-verpakkingen.com - Internet: www.bark-verpakkingen.com


INHOUD 06 | 22 juni | 2017

7

22

Duurzaam assetmanagement een van de roadmaps van Duurzame Veiligheid 2030

28

Sustainability Hotspot Scan brengt bij mkb sociale en milieu-impact van producten in kaart

7

NIEUWS 9 11 13

AkzoNobel in zee met tien start-ups na innovatiewedstrijd Imagine Chemistry

14 19 22 26 28

34 36 40 42 46 49

42

Croda wint Responsible Care-prijs Emre Kaya Plant Manager of the Year Plant One krijgt Coci-status

ACHTERGROND

32

34

Voorwoord Colette Alma Gezamenlijkheid Evenementen

50 50 50

Arbeidsmarkt Gert-Jan Gruter is trots op Avantium VNCI Hoge opkomst VNCI Jaarevent Veiligheid Roadmaps Duurzame Veiligheid 2030 Wetenswaardig RDM Training Plant bereikt hoogste punt Duurzaamheid Sustainability Hotspot Scan voor mkb VNCI-lid Schmits Chemical Solutions Innovatie Imagine Chemistry groot succes Industrie 4.0 Smart Chemical Industry benut data Veiligheid Veiligheidscurriculum in hbo chemie Arbo Blootstelling kankerverwekkende stoffen Uitgelicht Chemicus van de toekomst duurzaam inzetbaar Jubileum Vijftig jaar fluorpolymerenproductie Mensen Colofon VNCI online

Kankerverwekkende stoffen op werkvloer: Inspectie SZW controleert op naleving regels

juni 2017 Chemie Magazine 5


TACKLE VEILIG IEDERE KLUS

Werkkleding die je nooit in de steek laat, daar staat HAVEP voor, en daar blijven we voor gaan. Of je nu streeft naar duurzaamheid, veiligheid, comfort of uitstraling, met het advies en de persoonlijke service van HAVEP sta je er nooit alleen voor. Kom langs bij HAVEP op A+A beurs in Düsseldorf van 17 t/m 20 oktober en we inspireren je met ons enthousiasme!

www.havep.com

STAND 3D04


Voorwoord

GEZAMENLIJKHEID

M

et groot genoegen kijk ik terug op het VNCI Jaarevent op 1 juni in de Fokker Terminal in Den Haag. Ik heb er velen van u, lezers van Chemie Magazine, in persoon mogen begroeten. De vernieuwde opzet met ‘Learninglabs’ en themahoeken bood veel gelegenheid tot ontmoetingen, discussies en netwerken, en daar werd dan ook uitgebreid gebruik van gemaakt. Het fotoverslag op pagina 19 (en op onze website) laat dat mooi zien. En ik kan me vergissen, maar ik heb de indruk dat binnen de Nederlandse chemie weer meer dan een aantal jaren geleden een sfeer van gezamenlijkheid, verbondenheid heerst. Misschien komt dat door een groeiend bewustzijn dat de chemiesector als geheel de grote uitdagingen van de toekomst beter aankan dan een bedrijf alleen. Of door het besef dat er vereende krachten nodig zijn om de prachtige dingen die de chemie de samenleving te bieden heeft over het voetlicht te krijgen. Of misschien alleen maar omdat we de fascinatie en de oneindige mogelijkheden van

ons vak met elkaar willen delen. Zoals Nobelprijswinnaar prof. dr. Ben Feringa dat op onnavolgbare wijze deed op het Jaarevent. Wat ook de reden is, ik ben blij met deze ontwikkeling. De chemische industrie kent een grote diversiteit en is als geen andere industrie intern verknoopt. Samenwerking, natuurlijk binnen de grenzen van de concurrentieregels, maakt sterker. En een sterke bedrijfstak is precies wat we nu nodig hebben, willen we onze (duurzame) ambities kunnen verwezenlijken. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 27.6 Chemical Control Regulations in Asia and the Americas Jaarlijks Knoell-congres over chemicaliënregelgeving. Biedt een duidelijk beeld over de wereldwijde trends in de regelgeving in de verschillende delen van de wereld. Locatie: Pullman Hotel, Keulen Organisatie: Dr. Knoell Consult 14.9 EemsDeltavisie 2017 In synergetische samenwerking tussen buurbedrijven liggen veel mogelijkheden voor verbetering en verduurzaming van industriële clusters. Synergie is mogelijk tussen energiesector, landbouw en che-

mie, maar ook tussen overheid, onderzoek en bedrijfsleven. Locatie: Evenementenhal Delfzijl Organisatie: Petrochem 21 t/m 23.9 Springtij Forum 2017 Zo’n vijfhonderd beslissers uit het bedrijfsleven, vooraanstaande wetenschappers, ngo’s, overheden, consumenten en burgers delen met elkaar de laatste inzichten en initiatieven op het gebied van klimaat, grondstoffen, landbouw, natuur en economie. Locatie: Veerterminal, Harlingen (slotdiner op Terschelling) Organisatie: Springtij

VERGADERINGEN VNCI 27.6 Telcon Dagelijks Bestuur 28.6 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu 4.7 BG Duurzaamheid 30.8 WG Stoffenbeleid 31.8 WG Arbeidsveiligheid 31.8 BG Duurzaamheid

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN juni 2017 Chemie Magazine 7


Evaluate Enhance Educate Bühler Aeroglide Dryer Services.

Innovations for a better world. thomas.babitz@buhlergroup.com - +43 664 8832 8530

o

• World class facilities for product & process development • Process engineers experienced in a wide variety of applications • Fully scalable results

t

at i

p m e nt & T es

er vices

• Dryer evaluations, on-site adjustments, & improvement recommendations • Increase production capacity with retrofits, refurbishments, & expansions • Replacement parts & accessories

D

e lo ev

Ed u c

.

ct

in

Pr o d u

a n d . M a i nt a

gS

O pt i m

.

p Ex

in

i ze

For all brands of conveyor dryers.

n

• Thermal processing seminars & on-site dryer training • Training that improves process efficiency • Troubleshooting techniques & actionable dryer improvements


Actueel AFVALSTROOM GLYCERINE VIA VERGISTER OMGEZET IN BIOGAS

Het is voor de industrie van groot belang om goed te kijken naar het verwaarden van ‘reststromen’. Croda heeft maximaal nagedacht over hoe de reststroom glycerine efficiënt kan worden benut en zet deze nu in als energiedrager voor de vergisting van biogas. Het bedrijf in Gouda werd hiervoor op 1 juni tijdens het VNCI Jaarevent beloond met de Responsible Care-prijs.

D

e jury vindt het project ‘Quarterback’ een enthousiast, mooi voorbeeld van nadenken vanuit de eigen keten. Het is slim opgezet, integraal aangepakt en ondersteund door het moederbedrijf. De besparing is relatief klein, maar een goed voorbeeld van Responsible Care. Het project heeft geleid tot 14 procent waterbesparing voor het bedrijf als geheel en 6,5 procent CO2-reductie. Bovendien vindt er circa 7700 ton minder glycerinetransport per jaar plaats. Positief is ook het belang dat het bedrijf hecht aan het betrekken van de lokale omgeving: aan de bewoners is zorgvuldig uitgelegd wat er in het proces ging veranderen. Juryvoorzitter Gert-Jan de Geus: “Croda werkt hard aan het neerzetten en tonen

V.l.n.r.: juryvoorzitter Gert-Jan de Geus, VNCI-directeur Colette Alma, site director Hubert Legius en chief engineer Danny Zwakhals.

van leiderschap in het kader van Responsible Care. Het project is een goed voorbeeld waarin het langetermijndenken heeft geresulteerd in een project met een langere terugverdientijd, maar met ondersteuning vanuit corporate en de vasthoudendheid van de projectleiding en directie resulteert in een uitstekend RC-project.” De biovergistingsfabriek van Croda werd, samen met een nieuwe productie-unit, officieel geopend op 1 juni. Het andere genomineerde project is van SABIC. Eind april werd de eerste ‘groene’ gastanker van SABIC officieel gedoopt. De aanpassing aan de boeg van het schip en de mogelijkheid om verschillende brandstoffen (vanuit de lading) te benutten zijn goed doordacht. Er kan zodoende circa 30 procent meer lading worden getransporteerd. Met name de vorm en constructie van de tanks is innovatief en ingewikkeld

om te fabriceren. Het brandstofbesparingspercentage bedraagt tussen 10 en 20 procent. “Het is een project dat navolging verdient en als goed voorbeeld binnen en buiten de chemiesector kan dienen. Het laat zien dat bedrijven ook met toeleveranciers op het gebied van transport duurzame innovaties kunnen ontwikkelen”, aldus de jury. De VNCI reikt de Responsible Care-prijs jaarlijks uit aan het meest inspirerende en aansprekende project uit de Nederlandse chemische industrie. Het winnende project moet zorgen voor een substantiële verbetering van prestaties voor veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaamheid of ketenbeheer, de kernwaarden van het Responsible Care-programma. De winnaar dingt ook mee naar de internationale Responsible Care Award van Cefic. p

ANILINE UIT BIOMASSA Materiaalfabrikant Covestro heeft een doorbraak bereikt in het onderzoek naar het gebruik van plantaardige grondstoffen voor de productie van aniline, een belangrijke chemische basisstof.

T

ot nu toe werden alleen fossiele grondstoffen gebruikt voor de productie van aniline, dat een belangrijke rol speelt in de chemische industrie en als grondstof dient voor talloze producten. Covestro is er nu in geslaagd om een volledig nieuw procedé te ontwikkelen, in eerste instantie in het laboratorium, om aniline uit biomassa te produceren. De volgende stap is opschaling naar een proefinstallatie, met als uiteindelijk doel productie op industriële schaal. Covestro werkt hiervoor samen met de universiteit van Stuttgart, het CAT Catalyic Center van de RWTH Universiteit Aken en Bayer AG. Momenteel wordt aniline verkregen uit benzeen, dat is afgeleid van aardolie. Wereldwijd wordt jaarlijks 5 miljoen ton geproduceerd. Met een productiecapaciteit van circa 1 miljoen ton is Covestro al een van de belangrijkste producenten. Het bedrijf

Projectmanager Gernot Jäger (m.) met zijn teamleden Swantje Behnken (l.) en Wolf Kloeckner.

heeft aniline nodig voor de productie van polyurethaan-hardschuim. In het nieuwe procedé wordt een micro-organisme gebruikt als katalysator om de industriële suiker (uit mais, stro en hout) om te zetten in een voorproduct voor aniline. In een tweede stap wordt dan aniline afgeleid via chemische katalyse. “Door aniline uit biomassa te winnen zetten we een nieuwe belangrijke stap voorwaarts om de chemische en kunststofindustrie minder afhankelijk te maken van fossiele grondstoffen en marktschommelingen”, aldus Markus Steilemann, commerciële topman bij Covestro. p juni 2017 Chemie Magazine 9

FOTO: MARIEKE WIJNTJES

CRODA WINT RESPONSIBLE CARE-PRIJS


Transportservice van huis uit

WIJ HEBBEN ENERGIE VOOR TIEN. Samen met u werken we aan een optimale aardgaslevering .

www.wingas.nl

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl


Actueel Het project levert een potentiële reductie op van 15.000 ton

2017 FOTO: PETROCHEM

CO2-uitstoot per jaar.

EMRE KAYA PLANT MANAGER OF THE YEAR Emre Kaya is op 8 juni tijdens Deltavisie uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2017. De site director van chemiebedrijf Organik Kimya heeft de afgelopen jaren met zijn team flinke stappen gezet op het gebied van veiligheid, productiviteit, klanttevredenheid en medewerkerstevredenheid.

D

e jury over Emre Kaya: “Vanuit een moeilijke startperiode heeft men hier het tij weten te keren door een rigoureuze aanpak van cultuuroverbrugging en -verandering, een transparante communicatie, een structurele veiligheidsaanpak, opleiding van het personeel en aandacht voor de mens in de organisatie. Dit alles resulteerde in verbetering van de veiligheidscijfers, de productiecijfers, tevredenheid van het personeel en het vertrouwen in de organisatie. Nieuwe investeringen kwamen eraan, zijn opgestart en continue aandacht voor het productieproces resulteert in continue verbetering. Emre is gestart met het invoeren van ‘Lean’ en heeft mooie voorbeelden getoond van verbeterideeën van medewerkers die zijn uitgevoerd. Het is Emre Kaya gelukt om met de juiste passie en dialoog de mensen in de organisatie te bereiken. Hij was dusdanig succesvol dat het Turkse moederbedrijf gedeeltes van zijn ‘Nederlandse’ aanpak overnam. Met de titel op zak wil Kaya zich sterk maken voor duurzame groei. “Bij groei moet je rekening houden met alle aspecten in het bedrijf. Je kan niet alleen maar zeggen dat je 50 procent meer wilt produceren. Je moet nadenken over investeringen, veiligheid, het milieu, de leveringsketen, tevredenheid van het personeel, en investeren in human capital. Voor groei heb je iedereen uit je bedrijf nodig.” De jaarlijkse verkiezing van de Plant Manager of the Year is een initiatief van het Petrochem platform, de VNCI en VOTOB, in samenwerking met Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De jury bestond uit Jos Benders (voormalig topman Lyondell), Cor Kloet (voormalig directeur SPIE Nederland), Sandra de Bont (directeur VOTOB), Colette Alma (directeur VNCI), Ronald Hoenen (site manager DSM Dyneema) en Jeroen van Woerden (managing director Kemira en Plant Manager of the Year 2016). Kaya nam het in de finale op tegen Roelof van Wijk van Avebe en Henk Veldink van Hexion. p

FORSE CO2-REDUCTIE DOOR WARMTELEIDING HUNTSMAN-EVIDES Evides Industriewater en Huntsman hebben een warmtekoppeling gerealiseerd. Deze levert een substantiële besparing van fossiele brandstoffen in het petrochemisch cluster in de Botlek op, en een CO2-reductie van 15.000 ton.

W

armte-uitwisseling tussen bedrijven is een effectieve manier om energieverbruik omlaag te brengen. “In plaats van de warmte uit te stoten naar de lucht, hergebruiken we de warmte”, aldus Max van der Meer van Huntsman, producent en leverancier van gedifferentieerde chemicaliën. Evides benut de overtollige warmte van Huntsman voor het opwarmen van gedemineraliseerd water (demiwater). Demiwater is vrij van mineralen, heeft een lage geleidbaarheid en wordt vooral gebruikt bij de productie van hogedrukstoom. Evides levert het warmere demiwater aan een groot aantal bedrijven in de Botlek. Met een substantiële besparing van de inzet van fossiele brandstoffen en jaarlijks een flinke CO2-emissiereductie tot gevolg. Niet alleen bij Huntsman en Evides, maar des te meer bij de afnemers van het verwarmde demiwater. “Verduurzaming en kostenbesparing gaan hier hand in hand”, zegt Jan Robert Huisman, directeur Evides Industriewater. “Niet alleen Huntsman en Evides, maar ook onze klanten profiteren hiervan.” In de wintermaanden moet Evides het innamewater op zijn demiwaterfabriek DWP Botlek opwarmen tot minimaal 5 graden om het zuiveringsproces optimaal te laten verlopen. In de zomer heeft Huntsman juist behoefte aan extra koelcapaciteit. Door het innamewater van Evides en het koelwater van Huntsman langs een warmtewisselaar te leiden, kunnen beide bedrijven hun water het hele jaar door op de juiste temperatuur houden. Het project levert een potentiële reductie op van 15.000 ton CO2-uitstoot per jaar. “Dit is een prachtig voorbeeld van publiek-private samenwerking naar een duurzame haven”, aldus Alice Krekt, programmadirecteur Deltalinqs Energy Forum (DEF). De warmtekoppeling kwam tot stand met steun van gemeente Rotterdam, het ministerie van EZ en ondernemersorganisatie Deltalinqs. p juni 2017 Chemie Magazine 11


Tankmarkering

Overzichtsborden

Leidingmarkering

Veiligheidssignalering

Total Project Service

Visit our website:

BLOMSMA-SAFETY.COM

SPECIALIST IN TEMPERATUUBEHEERSING VOOR UW PROCES Advies op maat, ruim aanbod chillers uit voorraad leverbaar, capaciteit variërend van 0,9 kW tot 2,4 MW.

VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7 +31 (0)88 - 258 2580 info@icscoolenergy.nl THE TE MP E RATURE CONTROL SPEC IALIS TS. V E R H U U R . V E R KO O P. S E R V I C E .

Opmaak advertentie Chemiemagazine-185 x 130.indd 1

W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L

15/05/2017 09:40


TWI TTER

Actueel

Jennifer Schuytvlot @schuytvlot Ben Feringa: “we moeten kijken hoe we processen kunnen doen zoals moeder natuur dit doet”. #klimaatcavia @vnci ExxonMobil Nederland @ExxonMobil ‘Ruggengraat’ nieuwe hydrocracker in aanbouw: plaatsing 1e module van Onsite PAR #raffinaderij #Rotterdam Maarten van Gils @icosysteem Wat een gaaf voorland: de Smart Chemical Industry! Kernwoorden: digitization & circular economy! #moleculesmeetsdigits #transitie aanstaande Huntsman Holland @huntsmannl Huntsman Holland heeft geretweet VNCI Collega’s Peter en Christiaan demonstreerden op het VNCI jaarevent de Field Operator Training. #leuk Moniek van de Wiel @MoniekvandeWiel Op weg naar VNCI jaarevent. Het is nu al een prachtige dag @vnci Topsector Chemie @topsectorchemie Topsector Chemie heeft geretweet Mooi initiatief @VoltaChem waarin bedrijven & onderzoeksinstellingen @ topsectorchemie werken aan de elektrificatie chemische industrie Denisa Kasova @KasovaDenisa De Groene Chemie. Grote kansen voor NNL @ChemportEurope @ fransalting @TopDutchCom https:// www.vnci.nl/nieuws...

Plant One beschikt over een Flex-unit die het testen van milieuvriendelijkere katalysatoren mogelijk maakt.

PLANT ONE KRIJGT COCI-STATUS Het Topteam Chemie heeft Plant One Rotterdam officieel erkend als Centre for Open Chemical Innovation (Coci). De diensten en testfaciliteiten van de industriële testlocatie in het Rotterdams havengebied voldoen daarmee aan de standaards om ondernemers in de chemie in staat te stellen met succes hun innovatieve activiteiten op te schalen.

P

lant One Rotterdam is het kennis- en innovatiecentrum in Rotterdam-Botlek voor het testen en valideren van duurzame procestechnologie met veel toepassingen in de chemie. Dankzij de mogelijkheid om op semi-industriële schaal te kunnen testen, verdient deze hotspot een plek in het veld van Coci’s in Nederland, waarvan er nu zes zijn. Samen met de tien Ilabs vormen zij het netwerk ChemieLink. Plant One Rotterdam houdt zich vooral bezig met het inrichten van pilotinstallaties voor pyrolyse, CO2-afvang, H2-brandstof en waterbehandeling. De locatie beschikt over een Flex-unit (hydrotreating-installatie voor pyrolyse-olie) die het testen van milieuvriendelijkere katalysatoren mogelijk maakt. Daarnaast biedt de locatie gecertificeerde bij- en nascholing voor bedrijven en werkt ze samen met diverse hogescholen in de regio. Onder de bedrijven die zich al bij Plant One Rotterdam hebben gevestigd, bevinden zich: • Ioniqa (recycling PET-plastic) • SoliQz (hydraulische waskolom) • ENT Tech BV (pyrolyse-installatie) • EDSG (carbon capturing utilization) • ARTEQ Power (thermische energieconversie) • DURA Vermeer (ontgas-unit) • H2CiF (fuel cell) • TOV Hazel (research & recycling van edelmetalen) • CATO (carbon capturing) • Air Liquide (warehousing) • Evides (werkplaats en pilots) • Invista (analytisch laboratorium) • GoodHout (industrieel en productontwerp) • ExtraBio & Research Development (onderzoekslaboratorium). www.plantone-rotterdam.nl

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). juni 2017 Chemie Magazine 13


14 Chemie Magazine juni 2017


Arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Gert-Jan Gruter, en ik werk als chemicus. Dat is bij toeval, want ik wilde vroeger altijd geneeskunde studeren, maar werd drie keer uitgeloot. Bij Avantium ben ik CTO, chief technology officer. Hier ben ik verantwoordelijk voor de afdeling waar we producten en processen voor hernieuwde chemie ontwikkelen, zoals YXY voor plastic uit plantensuikers. Ik ben heel inhoudelijk bezig met het identificeren van opportunities. Ook predik ik hier vaak mijn filosofie, namelijk dat onze chemici moeten samenwerken met onze engineers, wat in grote bedrijven vaak niet gebeurt. Daardoor ziet een chemicus veel sneller wat economisch de beste aanpak is in zijn experimenten.

Gert-Jan Gruter CHIEF TECHNOLOGY OFFICER BIJ AVANTIUM TECHNOLOGIES

‘ER IS GEEN BETERE TIJD OM CHEMICUS TE ZIJN’

2

Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? Begin dit jaar gingen we naar de beurs. We zijn daarbij naar drie lagere scholen geweest om uit te leggen wat we doen. We vertelden dat heel veel uit kunststof bestaat, zoals tapijt en verf. Kunststof komt normaal uit olie, maar wij maken het uit suikers. We namen ook maiskorrels en houtsnippers mee, waar we de suikers uit halen. Onze boodschap was: de toekomst van de wereld ligt boven de grond. Niks mag meer van onder de grond komen, want heb je het gebruikt, dan is het op.

Medeoprichter van Avantium, geestelijk vader van een duurzame oplossing voor plastic flessen én dit jaar genomineerd voor de European Inventor Award: het gaat goed met organisch chemicus Gert-Jan Gruter. “Maar ik wil ook best wel bier gaan brouwen.”

3

FOTO’S: MIRJAM VAN DER LINDEN

Tekst: Inge Janse

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik studeerde af in organische chemie en ging gelijk daarna promoveren, want ik wilde in de research verder. Daarna kon ik gaan postdoccen in Amerika en Engeland, maar ik kreeg ook een aanbieding van DSM, terwijl de markt heel slecht was. Ik dacht: die kans krijg ik niet meer, dus we gaan het doen. Met geluk kwam ik als groepsleider in een groep die een heel nieuw type research deed naar katalysatoren. Enkele jaren later zat ik namens DSM met AkzoNobel en Shell in een discussie om samen een bedrijf op te richten voor high e juni 2017 Chemie Magazine 15


LEEFTIJD 54 jaar. WOONPLAATS Heemstede. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee zoons en een dochter (die wél geneeskunde studeert). OPLEIDINGEN PhD organische chemie (Vrije Universiteit Amsterdam, 1990-1994), (organische) chemie (Vrije Universiteit Amsterdam, 1985-1990), militaire dienst (UNIFIL in Libanon, 1983-1985), havo en vwo (Rijksscholengemeenschap in Breda, 1975-1982). NEVENACTIVITEITEN Gert-Jan is één dag per week bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en zit in meerdere commissies, waaronder het Platform AgroPapier-Chemie en de PPS-raad van NWO. Sinds zijn nominatie voor de European Inventor Award wordt hij steeds vaker gevraagd. “En ik doe het allemaal, zolang ik het leuk vind en er tijd voor heb. Ik ben altijd wel een beetje bezig met mijn werk.” WERKGEVERS Hoogleraar duurzame industriële chemie aan de Universiteit van Amsterdam (2016-heden), chief technology officer bij Avantium Technologies (2003heden), hoogleraar aan de Eindhoven University of Technology (1999-2005), VP Technology bij Avantium (2000-2003), research group leader bij DSM Research (1994-2000).

throughput in de chemie (een methode om snel veel chemicaliën te testen – red.). Dat was voor niemand de corebusiness, dus ze wilden samen een bedrijf opzetten dat de methodologie en apparatuur ontwikkelt – die we vervolgens zelf konden gebruiken. Dat is Avantium geworden. Ik begon daar als technology manager chemie en heb het katalyselab opgebouwd.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Het leukste vind ik om met de mensen die echt de research doen te sparren: waar staan we en wie moeten we erbij halen om een probleem op te lossen? We moeten nu echt van fossiel af; niet omdat het op is, maar van16 Chemie Magazine juni 2017

‘We moeten vandaag met nieuwe materialen komen, zodat de groeiende vraag naar plastics met biobased opgelost kan worden’ wege de CO2. We moeten daarom vandaag met nieuwe materialen komen, zodat de groeiende vraag naar plastics met biobased opgelost kan worden. Er is geen betere tijd dan nu om chemicus te zijn. De transitie komt er echt aan! Avantium is ideaal gepositioneerd om een heel stuk van de klimaatdoelen voor de chemiekant te realiseren. Noem het verantwoordelijkheid voelen: nu moeten we gewoon doorpakken. Ik ben daarvoor echt gedreven. Ik heb nog zo’n vijftien jaar te gaan, en daarin wil ik een stuk verder komen. Gelukkig zitten we daar ook heel dichtbij. Dat moet ook wel, want er gaat heel veel gebeuren als die temperatuurstijging doorgaat.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Ik heb iets meer dan honderd patenten, maar dat is het niet. Avantium is mijn grootste trots. We zijn begonnen met de filosofie dat we altijd heel vroeg starten met het conceptueel ontwerpen van het proces. Daarnaast maken we zo veel mogelijk gebruik van high throughput experimentation: katalysatoren zo efficiënt mogelijk testen – dus met echte grondstoffen, echte katalysatoren en echte reactoren. En die filosofie hebben we nog steeds, terwijl we in het begin heel hard moesten knokken om daar geld mee te verdienen. In 2003 gingen we echt langs het randje, maar we kregen grote deals en hebben het gered.

6

Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Ik wil nog meer nieuwe materialen met veel potentie ontwikkelen. Neem onze YXY-technologie, die ontwikkeling is pas geslaagd als de eerste fles in de winkel ligt. De allerbelangrijkste stap is dat de fabriek daarvoor opgestart wordt in Antwerpen. Onze ambitie is dat van

de vraag naar 1,1 miljard ton kunststof in 2050, de helft biobased gemaakt is. Dat betekent dat de komende tien jaar daar de polymeren voor ontwikkeld moeten worden. Komen die er niet, dan ben je te laat. Met PEF zijn we tien jaar bezig geweest. Gelukkig kunnen we nu sneller producten ontwikkelen. We hebben veel geleerd, en we hebben voor de komende tijd ook voldoende funding. Onze beursgang heeft daarom veel rust gegeven.

7

Wat levert je werk je op? Ik verdien goed. Geld is prettig om bepaalde dingen te kunnen betalen. Denk aan mijn kinderen, die allemaal studeren en op kamers zitten. Ik vind het prettig dat ik daarbij ondersteuning kan geven. Maar vergelijk ik het met andere beursgenoteerde bedrijven, dan hebben we een bescheiden salaris. Daar ben ik ook niet in geïnteresseerd, want ik hoef geen exorbitante vakanties of een huis in Frankrijk. Ik ben tevreden. Ik vind het heel prettig dat ik met veel plezier naar mijn werk ga. Dat komt doordat we hier gave dingen doen. We zijn bezig om de transitie vorm te geven, dat geeft een goed gevoel. En ik ga regelmatig in Geleen in de pilotplant voor mijn technologie kijken. Dan denk ik: dit is het gewoon, de uitvinding uit 2005 in een verhit aluminiumblokje met een pijpje erdoorheen en suiker uit het restaurant hier. Dat was het allereerste experiment. Dan is het heel indrukwekkend om die pilotplant te zien.

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? PEF is geschikt voor textiel, film en flessen. Vermoedelijk ga je in 2021 het eerste product zien: onze plastic flessen. We concurreren in eerste instantie niet met PET, want


Arbeidsmarkt Gert-Jan Gruter: ‘Ik predik vaak mijn filosofie: door samen te werken met engineers, ziet een chemicus veel sneller wat economisch de beste aanpak is in zijn experimenten.’

dat red je niet qua productieprijs. We richten ons op gespecialiseerde toepassingen, zoals kleine flesjes cola, die nu uit meerdere lagen bestaan en daardoor twee keer zo duur zijn als een normale PET-fles. Ons materiaal kan veel beter CO2 binnenhouden en is ook veel makkelijker te recyclen, omdat het maar uit één materiaal bestaat. Daarnaast werken we aan biobased ethyleenglycol en oxaalzuur, dat gaat weer in andere kunststoffen. Dus ja: uiteindelijk willen we voor zo veel mogelijk segmenten biobased materialen ontwikkelen.

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Niks. Ik ben sinds kort deeltijdhoogleraar aan de UvA; dat maakt mijn werk helemaal ideaal. De leerstoel heet Industrial Sustainable Chemistry. Ik doe vooral onderzoek, zoals met Bas Haring en een PhD bij psychologie naar consumentengedrag. Ook ga ik lesgeven over duurzame chemie aan studenten, zoals over de voor- en nadelen van duurzame opties. Dus mijn werk is hartstikke mooi zo. Ik ben helemaal tevreden. Maar ik zou ook best happy kunnen zijn in iets anders. Tien jaar geleden dacht ik weleens: wat nou als Avantium omvalt? Dan wil ik wel bier gaan brouwen.

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Vermoedelijk ben ik over tien jaar nog hier. Het kan altijd zijn dat ik besluit mee te gaan met een product dat we uitspinnen, maar ik heb nu het idee dat ik hier tot mijn pensioen blijf. We hebben nu een heel portfolio van programma’s die naar een pilot kunnen gaan en Avantium kunnen verlaten. Als technologiebedrijf nieuwe technologieën richting commercialisatie brengen, daar wil ik nog een aantal jaren mee verder. p

?

WIE IS GERT-JAN NAAST ZIJN WERK? Gert-Jan was altijd voetbalfanaat, maar kijkt tegenwoordig vooral hockey bij zijn dochter, die in de hoofdklasse speelt. Jaarlijks fietst hij zo’n 6000 kilometer via woon-werkverkeer (“Dat doe ik elke dag – zomer of winter, droog of regen”). Daarnaast leest Gert-Jan veel over technologie en de opwarming van de aarde. “En ik ben sinds mijn jeugd postzegelverzamelaar, maar daar heb ik heel weinig tijd voor. Dat komt wel weer als ik gepensioneerd ben.”

juni 2017 Chemie Magazine 17


WORLD-LEADING TRADE FAIR N RNBERG, DUITSLAND

26 T/M 28 SEPTEMBER 2017 CHEMIE UW VAKGEBIED. UW BEURS. UW MOGELIJKHEDEN. HANDLING EN KARAKTERISERING VAN POEDER, GRANULAAT EN ·· STORTGOED - NIEUWE IMPULSEN VOOR SLEUTELTECHNOLOGIEEN. BELEEF DE DYNAMIEK VAN DE POWTECH.

INFORMATIE B. V. Beech Business Promotion B.V. (0) 5 47.27 10 71 T + 31 31(0) info@beechbp.nl

EERVOL SPONSOR

POWTECH.DE HIT_Versie1_HighRes.pdf

1

22/01/14

21:37

PT17_185x130_NL_Chemie_Magazine_CHEMIE.indd 1

09.05.17 09:51

raad niet naar C

M

Y

UW KOSTEN

CM

MY

CY

CMY

K

Laten we ervoor zorgen dat u uw kosten voor inkoop, mengen, bewerken, afvullen, verpakken, transport en naleving van wetgeving tot in elk gewenst detail kunt beheren. Zo weet u waar u uw marges kunt verbeteren en uw onderneming competitiever maakt.

T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be

ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE


VNCI Mark Williams.

HOGE OPKOMST VERNIEUWD VNCI JAAREVENT

MARK WILLIAMS: ‘WE MOETEN INNOVEREN EN INVESTEREN’ De chemische industrie in Nederland zit weer in de lift. Dit biedt ons een ‘window of opportunity’, die we moeten gebruiken door volop te innoveren en te investeren. “Op de wereldmarkt bieden we dan de meeste duurzame en innovatieve producten en worden zo dé exportkampioen.” Dit zei VNCI-voorzitter Mark Williams tijdens het VNCI Jaarevent, dat mede door de vernieuwde opzet een hoog aantal bezoekers telde. Maar het kon ook aan Ben Feringa of aan de ‘caviarace’ liggen. Tekst: Igor Znidarsic

juni 2017 Chemie Magazine 19


Colette Alma.

Learninglab ‘Gratis energie voor iedereen in 2050?’.

Netwerkmoment.

Learninglab ‘Perceptie van risico’s voor de omgeving’.

Learninglab ‘Plantmanager of the future’.

‘H

et gaat goed met de chemische industrie in Nederland”, zei VNCIvoorzitter Mark Williams in zijn jaarrede tijdens het VNCI Jaarevent 2017. De cijfers laten over 2016 een groei van de productie zien. Voor dit jaar zijn de verwachtingen nog veel beter, met een productiegroei van 10 procent in het eerste kwartaal. “Maar het is van groot belang dat we nu innoveren en investeren om deze positieve trend vol te houden”, zei Williams er meteen achteraan. “Het duurt niet lang meer voordat er extra chemische producten vanuit de nieuw gebouwde productiecapaciteit in het Midden-Oosten en de VS op de markt komen. Daar moeten we ons op voorbereiden.” Volgens Williams hebben we nu een ‘window of opportunity’, die we moeten gebruiken door volop te innoveren en te investeren. “Op de wereldmarkt bieden we dan de meeste duurzame en innovatieve

20 Chemie Magazine juni 2017

producten. Zo zorgen we ervoor dat we dé exportkampioen worden. Om dit te bereiken moeten bedrijven en overheid de handen ineenslaan en samen zorgen voor de beste uitgangspositie.” Als uitdagingen voor de toekomst noemde hij onder meer veiligheid, gezondheid en milieu (“We moeten de lat hoog blijven leggen”) en de transitie naar een low carbon economy, die bemoeilijkt wordt door de concurrentie op een wereldmarkt zonder level playing field. Bovendien vinden geen investeringen plaats in nieuwe fabrieken, terwijl China in opkomst is. “We need disruptive technologies”, zei Williams, en verwees naar de huidige kabinetsformatie: “We kunnen dit als industrie niet alleen. Ik kijk daarom uit naar de samenwerking met een nieuwe ambitieuze regering.” Dat doet ook VNCI-directeur Colette Alma, die op een vraag hierover van dagvoorzitter Annette van Soest zei:

“Ik hoop op een kabinet waarmee we kunnen samenwerken. Wij willen op CO2 sturen en niet op energie, want voor verduurzaming hebben we meer energie nodig. We hebben een kabinet nodig dat de condities schept voor innoveren.”

Learninglabs

Het vernieuwde VNCI Jaarevent vond plaats op 1 juni in de Fokker Terminal in Den Haag en had een hoge opkomst (rond 400 aanmeldingen). Er was met name grote belangstelling voor de kleinschalige ‘Learninglabs’ over de thema’s Fabriek van de Toekomst, Chemicus van de Toekomst, Onderneming van de toekomst, Energie van de Toekomst en Jeugd heeft de Toekomst. De sessies gingen onder meer over ‘Plantmanager of the future’, ‘Brexit’, ‘Jongerencommunicatie’ en ‘Duurzame inzetbaarheid’. Tijdens een van de sessies moesten de deelnemers vanuit persoonlijk perspectief aangeven of het


VNCI

Learninglab ‘Jongerencommunicatie’.

Traditionele haringkar. Themahoek.

Netwerkmoment.

Prof. dr. Ben Feringa.

‘ Ik kijk uit naar de samenwerking met een nieuwe ambitieuze regering’ kan dat er in 2050 gratis energie is voor iedereen, of ze dat willen, of dat het zou moeten. Daarna moesten ze dat aangeven vanuit zakelijk perspectief. Velen bleken ‘twee petten’ op te hebben, met argumenten als: ‘Financiële middelen werken beperkend’ en ‘Als de overheid het niet oplegt, gebeurt het niet’. In de pauzes konden de bezoekers terecht in de themahoeken op het netwerkplein, die gekoppeld waren aan de vier beleidsthema’s van de VNCI: VGM en RC, Vernieuwing en Human Capital, Ondernemerschap en Resource Efficiency. Hier werd onder meer Operator Training Solutions gepresenteerd, was er een meet-and-greet met Emmo Meijer, het nieuwe boegbeeld van de Topsector Chemie, en konden bezoekers kennismaken met de pilot/demo-

onderneming BioBTX. Elders op het plein was intussen de ‘caviarace’ gaande, geïnspireerd op de Wie-kent-kwis van Fred Oster uit de jaren zeventig. De cavia’s Mark, Jesse, Sybrand, Alexander, Lodewijk en andere worstelden zich via diverse obstakels naar een al of niet duurzame toekomst.

Start small

Als laatste betrad prof. dr. Ben Feringa het centrale podium. Hij had een Chemie Magazine in zijn hand. Daarin stond een interview met hem, met de kop ‘Ik wou dat ik weer 20 was’. “Ik wou dat de chemie weer 20 was”, begon hij, doelend op de vele uitdagingen die er voor de chemie liggen op het gebied van energie, katalyse en nieuwe materialen. ‘Start small’ was een van zijn uit-

spraken, waarmee hij een link legde tussen de nanomotor, waarvoor hij vorig jaar de Nobelprijs ontving, en het feit dat je al op de lagere school moet beginnen met enthousiasmeren voor techniek. In zijn presentatie liet hij meerdere keren zien hoeveel inspiratie hij uit de natuur haalt. Ook haalde hij het Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium (ARC CBBC) aan, waarvan hij de initiator is. Dit publiekprivate onderzoekscentrum, opgezet samen met OCW, EZ, Shell, AkzoNobel, BASF en enkele universiteiten, gaat de komende jaren de belangrijkste energie- en chemievraagstukken aanpakken en doorbraaktechnologieën versnellen. “We hebben minimaal tien jaar commitment voor dit langetermijnonderzoek”, aldus Feringa. Aansluitend op zijn inspirerende presentatie volgde een gezellige borrel, waar de traditionele haringkar niet ontbrak. p juni 2017 Chemie Magazine 21

FOTO’S: MARIEKE WIJNTJES

Caviarace.


‘Non intrusive inspections’ zijn een mogelijkheid om productie-installaties, processen, energiestromen en energie-efficiëncy te monitoren.

DUURZAAM ASSETMANAGEMENT ONDERDEEL PROGRAMMA ‘DUURZAME VEILIGHEID 2030’

HARDWARE, SOFTWARE EN MINDWARE 22 Chemie Magazine juni 2017


Veiligheid

In 2030 is de veiligheid in de (petro)chemische sector duurzaam en significant verbeterd. Dat is het doel waar industrie, wetenschap en overheid gezamenlijk aan werken in het programma ‘Duurzame veiligheid 2030’. In een serie artikelen belicht Chemie Magazine de vijf roadmaps waaruit het programma bestaat. Te beginnen met duurzaam assetmanagement. Tekst: Henk Engelenburg

V

erbeteringen in modern beheer van productieinstallaties in de chemische industrie is van alle tijden, maar met de toenemende digitalisering ontstaan echt spectaculaire mogelijkheden. Zoals een mobiele robot die tanks en vaten intern inspecteert. Of een apparaat dat door het isolatiemateriaal heen de wanddikte van leidingen kan meten of dat kan aantonen of onder de isolatie corrosie optreedt. Een drone die in vaten, kolommen en reactoren rondvliegt en videobeelden maakt van de status. Innovatieve verfsystemen om corrosie nog meer te voorkomen. Richard Schouten, BU directeur bij Sitech, dat het assetmanagement verzorgt voor diverse internationale chemiebedrijven op chemiepark Brightlands in Geleen, schudt de voorbeelden zo uit zijn mouw. Hij weet er nog één: naar het voorbeeld van de olie- en gassector is een pipe crawler ontwikkeld, een bolvormig instrument dat door de leidingen van de chemie-installaties wordt gestuurd om die intern te inspecteren. Er wordt nu onderhandeld met een Amerikaans bedrijf dat in staat wordt geacht een pipe crawler te ontwikkelen van materiaal dat in agressieve omgevingen, zoals zuurleidingen, kan opereren. Schouten is een van de drijvende krachten achter het Sitech Asset Health Center, dat digitale mogelijkheden ontwikkelt om productieinstallaties, processen, energiestromen en energie-efficiëncy realtime te monitoren. “We zoeken methoden en technologieën die nog meer zekerheid bieden dat stoffen

die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu, binnen de leidingen van de fabriek blijven.” Sitech vertaalt dat in het monitoren van de installaties om beter de slijtage van leidingen te kunnen beheren en nog beter te voorspellen wanneer leidingen aan vervanging toe zijn, opdat lekkages worden voorkomen. Schouten: “Het ultieme doel is: onbemande operaties van alle typen productie-installaties door gebruik te maken van digitale oplossingen en voorspellingsanalyses. Zo gaan we op weg naar 100 procent beschikbaarheid, het volledig voorkomen van niet-geplande uitval van installaties en voortdurende optimalisatie.”

KPI’s en ageing

De non intrusive inspections van Sitech worden als projectvoorstel ingebracht in de roadmap Duurzaam assetmanagement, een van de vijf roadmaps die samen het programma ‘Duurzame veiligheid 2030’ vormen (zie kader). Twee andere projectvoorstellen gaan over het werken met key performance indicators en ageing van installaties van chemiebedrijven die met gevaarlijke stoffen werken (BRZO-bedrijven). Erik Klooster, trekker van de roadmap Duurzaam assetmanagement, tevens directeur van de Vereniging van de Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI), licht toe: “Het werken met key performance indicators is afkomstig van Shell. Het komt erop neer dat het management heel precies per installatie het aantal dagen achterstallig onderhoud in kaart brengt. Het derde projectvoorstel is bedoeld om gegevens over ageing van productie-installaties in de chemie verder te brengen. Die gegevens zijn vorig jaar inzichtelijk gemaakt door rapportages van de veiligheidsinspecties bij BRZObedrijven. We willen daar een project starten om te kijken wat er precies is uitgekomen.” Klooster is erop gebrand dat binnenkort daadwerkelijk concrete projecten van de grond komen en er geen tijd verloren gaat met het uitputtend formuleren van een langetermijnvisie voor duurzaam assetmanagement. Daarom wordt nu e juni 2017 Chemie Magazine 23


‘Het gaat niet alleen om de installaties, maar ook om de cultuur en om de mensen die de technieken in operatie nemen en onderhouden’ tegelijkertijd aan een dergelijke visie gewerkt op basis van onderzoek naar de impact van trends zoals digitalisering, cultuur, energietransitie en marktomstandigheden op duurzaam assetmanagement. Volgens Peter Bareman, secretaris van de roadmap, tevens hoofd Veiligheid en Gezonde werk-

PROGRAMMA DUURZAME VEILIGHEID 2030

Het programma ‘Duurzame veiligheid 2030’ is een uitvloeisel van de High Level Meeting vorig jaar september bij VNO-NCW, waar zo’n 45 managers en bestuurders uit de (petro)chemische industrie (inclusief de branches), wetenschap en overheid aanwezig waren. In het programma werken industrie, wetenschap en overheid samen aan het doel om de veiligheid in de (petro)chemische sector in 2030 duurzaam en significant te hebben verbeterd. “Als het gaat om veiligheid in de chemische industrie is de huidige insteek vooral ad hoc en op incidenten gebaseerd”, zegt programmamanager Saskia Raas van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. “Het programma is gericht op veiligheid op een langere termijn en verschilt dan ook van andere projecten en initiatieven die merendeels op de huidige toestand inzoomen.” Raas benadrukt de unieke situatie in Nederland: een naar verhouding grote chemische industrie op een relatief klein oppervlak. “Dat geeft de industrie veel verantwoordelijkheid. Bedrijven moeten daarom niet alleen nagaan of de installaties er nu goed bij staan, maar zeker ook hoe ze problemen op langere termijn kunnen voorkomen. 2030 is door het programma bewust als horizon genomen. Belangrijke vragen zijn dan hoe je ermee omgaat en welke technieken je gaat gebruiken.” Het programma bestaat uit vijf roadmaps: duurzaam assetmanagement, integrale uitvoering van beleid, transparante en beveiligde sector, ruimte voor (petro)chemieclusters en hoogwaardiger kennissysteem voor de chemie. Elke roadmap wordt getrokken door een van de drie aan het programma deelnemende partijen. Zo wordt de roadmap duurzaam assetmanagement getrokken door de industrie. Een stuurgroep definieert en bewaakt de strategie. Begin juli worden de eerste ingediende projectvoorstellen door de stuurgroep geïnventariseerd en beoordeeld, waarna de roadmaps hun eerste projecten kunnen gaan uitvoeren. Voor budget kunnen de deelnemers een beroep doen op de subsidieregeling Versterking omgevingsveiligheid BRZO-sector. In september 2018 zal in een High Level Meeting worden bekeken wat het programma op dat moment heeft bereikt en wordt het vormgegeven. Raas zou graag zien dat meer individuele bedrijven gaan deelnemen. “We zien dat het voor bedrijven lastig is om capaciteit vrij te maken om deel te nemen aan het programma. Dat is jammer omdat een groot deel van de expertise bij de bedrijven ligt en we deze heel goed kunnen gebruiken.” “Deze publiek-private samenwerking is uniek in Europa”, zei Veiligheid Vooropvoorzitter Anton van Beek vorig jaar tijdens de High Level Meeting. “Hierin onderscheidt Nederland zich van de rest van de wereld.” 24 Chemie Magazine juni 2017

omgeving bij de VNCI, richt de langetermijnvisie zich op goed onderhoud van het huidige machinepark en op het ontwikkelen en op schaal brengen van nieuwe technieken en onderhoudsthema’s van de toekomst. Bareman: “We kiezen voor een uitwerking langs de lijnen hardware, software en mindware, want het gaat niet alleen om de installaties, maar ook om de cultuur en om de mensen die de technieken ontwikkelen, in operatie nemen en onderhouden.”

Overlegplatform

Al met al moet de roadmap overzicht en inzicht bieden in alle initiatieven op het gebied van duurzaam assetmanagement en uitgroeien tot een overlegplatform voor alle betrokken organisaties en mensen, inclusief contractors en de onderhoudsbranche. Daarmee ontstaat een gezamenlijke agenda met technische thema’s en managementvraagstukken zoals investeringen en personeelsbeleid. Want het gaat niet alleen om ageing van installaties, maar ook van personeel. Zo ziet Richard Schouten van Sitech een bedreiging in het feit dat veel chemiebedrijven worstelen met een gebrekkige aanwas van assetmanagement-experts. “Veel van de bestaande experts gaan met pensioen en er is naar verhouding weinig interesse bij hbo-studenten werktuigbouw in materiaalcorrosie en statisch staalwerk.” Bareman ziet behalve een bedreiging, ook een kans. “Want als het lukt jonge mensen binnen te halen, zullen zij nieuwe technieken introduceren en zullen zij anders tegen onderhoud aankijken dan de gevestigde orde. De combinatie van jong en oud is een ijzersterke tandem om de levensduurverlenging van assets een volgende stap te geven.” p


HVK OPLEIDING HOGERE VEILIGHEIDSKUNDE OPLEIDING

Navigator Training is onderdeel van Navigator Consult b.v.; een adviesbureau in Manufacturing, Supply Chain en Safety management. Wij hebben een geintegreerde benadering voor het verbeteren van veiligheid samen met de andere bedrijfsprocessen.

Theorie in praktijk

Kleinschalig en interactief leren

Onze opleiding is sterk praktijkgericht. Theorie en inzicht

Kennis en inzicht krijg je door middel van literatuur en

zijn nodig om de gewenste richting te bepalen, maar

webinars. In groepsbijeenkomsten werk je samen aan

vaardigheden zijn nodig om de gewenste richting te

inspirerende en eigen casussen.

beïnvloeden. Die meest wenselijke combinatie is te allen tijde ons uitgangspunt.

Uiteraard zetten we top klasse docenten in om je leerproces maximaal te bevorderen.

Persoonlijk Assessment en

Beperkt afwezig op je werk en

individuele Coaching

minimale reistijden

Er wordt veel aandacht besteed aan je persoonlijke

De dagen dat je afwezig bent op je werk zijn tot een

effectiviteit. We starten met een persoonlijk assessment, je

minimum beperkt. Studeren en webinars volgen kun je

krijgt vaardigheidstrainingen en individuele coaching in je

doen, waar dat voor jou het meest prettig is.

eigen werksituatie

Meer weten? Bekijk: www.navigatortraining.nl

Waarin zijn wij onderscheidend? • Theorie in de praktijk toegepast

• Probleemloze software en klantvriendelijke cursusorganisatie

• Top klasse docenten

• Uitstekende prijs/kwaliteit verhouding

• Goede en actuele literatuur

• Persoonlijk assessment

• Beperking afwezigheid tijdens werktijd door webinars die vanuit huis

• Aandacht voor persoonlijke effectiviteit

te volgen zijn

• Individuele coaching in de functie op je bedrijf


40

RDM TRAINING PLANT BEREIKT HOOGSTE PUNT VAN

METER

Op 31 mei werd de laatste en hoogste toren van de RDM Training Plant in Rotterdam omhoog gehesen, nadat burgemeester Ahmed Aboutaleb hiervoor het startsein had gegeven. Hiermee bereikte de bouw van de oefenfabriek het hoogste punt van ruim 40 meter. De RDM Training Plant gaat bijdragen aan het versterken van bewust veilig werken in de procesindustrie. Het project is een initiatief van diverse publieke en private partijen. Zeven industriele contractors, die zich hebben verenigd in het bouwconsortium Project Realisatie Oefenplant (PRO), realiseren de levensechte oefenfabriek. Voorafgaand aan het bereiken van het hoogste punt stond tijdens een symposium de samenwerking tussen de betrokken publieke-private partners centraal. Daarna mocht burgemeester Aboutaleb met een ‘Digital Safety Passport’ het bouwterrein op, om plaats te nemen in de hijskraan. Voor het besturen daarvan kreeg hij de vereiste werkvergunning overhandigd.

FOTO: ROY BORGHOUTS

Op de RDM Training Plant gaan toekomstige en huidige medewerkers trainen om zo efficiënt mogelijk en volgens de hoogste en meest actuele veiligheidseisen te werken. De oefenfabriek is bedoeld voor medewerkers in diverse bedrijfssectoren, techniekstudenten vanuit een mbo- of hbo-opleiding en personen vanuit omscholingstrajecten en zij-instromers. Trainees volgen op de plant praktijkgerichte veiligheidstrainingen in een realistische setting, gegeven door trainers die gevormd zijn door de beroepspraktijk. De trainingen zijn in handen van een nieuwe exploitatie-bv: Deltalinqs Training & Services. Bas Janssen, directeur van Deltalinqs, is verheugd over het bereiken van het hoogste punt: “We bouwen aan de nieuwe standaard voor veilig werken om de veiligheid van werknemers en de werkzaamheden te kunnen borgen. We zijn er dan ook uitermate trots op dat wij dit samen met onze leden en partners kunnen realiseren. De oefenfabriek draagt bovendien bij aan de economische groei en werkgelegenheid in Rotterdam.” Partners van de Stichting RDM Training Plant zijn onder meer VOMI (de brancheorganisatie voor dienstverlenende bedrijven in de procesindustrie), Havenbedrijf Rotterdam, het regionale beroepsonderwijs en Deltalinqs. De oplevering wordt in de zomer verwacht. p 26 Chemie Magazine juni 2017


Wetenswaardig

Burgemeester Aboutaleb mocht met een ‘Digital Safety Passport’ het bouwterrein op, om plaats te nemen in de hijskraan. juni 2017 Chemie Magazine 27


SUSTAINABILITY HOTSPOT SCAN: LIFE CYCLE THINKING VOOR MKB

IN NO TIME ZICHT OP DUURZAAMHEIDSPRESTATIES Ook van mkb-bedrijven wordt verwacht dat zij oog hebben voor de sociale en milieu-impact van hun product in de keten. De deze maand door MVO Nederland gepresenteerde Sustainability Hotspot Scan ondersteunt ze bij het in kaart brengen van duurzaamheidsissues en brengt life cycle thinking op gang. Tekst: Marloes Hooimeijer

T

ransparantie over duurzaamheidsprestaties in de keten van chemiebedrijven laat nog te wensen over. Simpelweg omdat zij vaak niet goed in beeld hebben wat de sociale en milieu-impact is van hun producten (upstream bij hun toeleveranciers en downstream bij klanten en eindgebruikers). Dit zegt Elsbeth Roelofs, sectormanager Chemie bij MVO Nederland. “Dit speelt met name bij mkb-bedrijven, omdat zij niet zoals grote bedrijven de kennis en capaciteit in huis heb-

CHEMIESECTOR NEEMT VERANTWOORDELIJKHEID

Oog hebben voor de sociale en milieu-impact van de producten in de keten is onderdeel van het Responsible Care-programma, waar elk VNCI-lid zich aan committeert. Het tweede punt van het Responsible Care Global Charter luidt: ‘Beschermen van mens en milieu door continue verbetering van de SHE-prestaties, de beveiliging van onze faciliteiten, processen en technologieën, en door continu te verbeteren op het gebied van productveiligheid en stewardship in de hele keten.’ Daarnaast neemt de chemiesector zijn verantwoordelijkheid via de drie actielijnen voor een duurzame toekomst binnen de VNCI Beleidsgroep Duurzaamheid: low carbon economy, minimale impact chemische industrie op mens en milieu, en bijdragen aan welzijn en welvaart. 28 Chemie Magazine juni 2017

ben om die informatie te vergaren. Als ze duurzame producten willen ontwikkelen, kijken ze vaak naar het eigen productieproces, maar vergeten ze te kijken naar waar grondstoffen vandaan komen, wat voor keten daarachter zit. Als je niet weet wat daar speelt, hoe kun je dan duurzame producten ontwikkelen?” Opgeteld bij het feit dat de import en export van mkb-bedrijven in de chemie van en naar ontwikkelingslanden en de opkomende economieën Brazilië, India en China substantieel is, is dit reden tot zorg. Uit een overzicht dat MVO Nederland in 2015 maakte van duurzaamheidsproblemen in die internationale ketens van de Nederlandse chemiesector, blijkt dat er van alles speelt. Sociale problemen: van kinderarbeid tot verkapte slavernij, oneerlijke beloning, onveilige en ongezonde werkplekken, tot verbod op vakbonden, belastingfraude en corruptie. En qua milieuproblemen is bijvoorbeeld sprake van bodem-, lucht- en watervervuiling, van uitputting schaarse grondstoffen en aantasting biodiversiteit.

Discussie aanzwengelen

Om meer transparantie over duurzaamheid in de chemieketen van mkb-bedrijven te brengen, heeft TNO in opdracht van MVO Nederland en de bedrijven Baril Coatings

en C. Kornuyt de Sustainability Hotspot Scan ontwikkeld. De scan is op 22 juni gepresenteerd. Het is een hulpmiddel om de duurzaamheidsrisico’s én -kansen (de sustainability hotspots) voor het bedrijf en zijn keten in kaart te brengen, op sociaal en milieugebied. “De bedoeling is dat dit intern de discussie aanzwengelt over welke zaken er verder onderzocht en verbeterd moeten worden in de keten”, aldus Roelofs. “Stel, er komt een risico rond oneerlijke beloning uit, dan kan het bedrijf in gesprek gaan met de leverancier of andere partijen als vakbonden of ngo’s over wat er precies speelt. Of misschien is er voor die grondstof of het halffabricaat wel een duurzamere vervanging mogelijk. Die zoektocht willen we hiermee op gang brengen.” Roelofs onderstreept dat bedrijven volgens de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles verplicht zijn om in hun ketens te kijken wat er speelt aan duurzaamheidsrisico’s. “Als blijkt dat zich risico’s voordoen, is het niet de bedoeling daarvan weg te lopen, maar juist met andere stakeholders in gesprek te gaan om te kijken hoe die risico’s aan te pakken. Het mkb krijgt er ook steeds vaker vragen over vanuit de multinationals en brand owners waar zij zaken mee doen. De druk wordt ook vanuit de e overheid opgevoerd. Zo eist EU-


UR

S E C

DI S

PO

L

RE

SA

SO

Duurzaamheid

DE

T C FA

IN G R U

USE Life cycle thinking vormt de basis voor de Sustainability Hotspot Scan.

juni 2017 Chemie Magazine 29

L IV

ERY

M

A N U


‘Hoe kun je duurzame producten ontwikkelen als je niet weet wat er speelt in de keten?’

wetgeving rond conflict minerals dat bedrijven kunnen aantonen dat ze hun metalen niet uit conflictgebieden halen. De Amerikaanse Modern slavery act vraagt van bedrijven die producten importeren in de VS aan te tonen dat er geen verkapte slavernij of kinderarbeid in zit. Hetzelfde geldt in de UK. Ook de maatschappelijke druk neemt toe. De scan helpt mkb-bedrijven op dit soort ontwikkelingen te anticiperen en sluit goed aan bij de Responsible Care-gedachte.”

Halve dag werk

De tool is overigens niet alleen bestemd voor mkb-bedrijven die grondstoffen of halffabricaten uit ontwikkelingslanden en opkomende economieën halen. Roelofs: “Ieder bedrijf dat internationaal zakendoet en meer wil weten over de duurzaamheidsrisico’s en -kansen in zijn keten kan hem gratis gebruiken. Ook voor grote bedrijven die geen hele levenscyclusanalyse wensen uit te voeren, kan het handig zijn. In een halve dag tijd kunnen de bedrij-

ven betrekkelijk eenvoudig de benodigde gegevens invullen, zoals over samenstelling en gebruik van het product, productieprocessen en -locaties. De tool resulteert na zes stappen uiteindelijk in diverse kleurentabellen, die de scores op de verschillende duurzaamheidsthema’s weergeven – de ordegrootte van de impact ten opzichte van het wereldgemiddelde, van heel negatief tot positief.” (Zie kader Vereenvoudigde levenscyclusanalyse.) Bedrijven kunnen met de scan in hun hand geen claim doen over de duurzaamheid van hun product, benadrukt Roelofs. “Dat staat ook duidelijk in de disclaimer. Maar het levert wel een mooi praatplaatje op over wat er goed gaat en wat er beter kan.” p Download de scan (gratis): www.mvonederland.nl/publicatie/ sustainability-hotspot-scan Mkb-bedrijven die de scan samen met TNO willen uitproberen, kunnen zich aanmelden via elise.boukris@tno.nl

VEREENVOUDIGDE LEVENSCYCLUSANALYSE

Life cycle thinking vormt volgens Toon van Harmelen, senior onderzoeker bij TNO, de basis voor de Sustainability Hotspot Scan. “We hebben de principes van de levenscyclusanalyse (LCA) op een zeer vereenvoudigde manier toegepast in deze tool. De scan brengt de sustainability hotspots op drie plekken in de keten in beeld: rond het eigen productieproces; upstream rond de productie en het aanleveren van grondstoffen; en downstream rond het gebruik van het eindproduct. De uitkomst is als het ware een vingerafdruk die aangeeft welke aspecten in de keten beter en welke slechter dan het wereldgemiddelde scoren.” De tool is gebaseerd op bestaande (breed gedragen) methodes en mondiale datasets, die het mogelijk maken de scan met relatief weinig inspanning en aanvullende informatie uit te voeren. Van Harmelen: “Voor de sociale aspecten gebruiken we de Social life cycle metricsx van de World Business Council for Sustainable Development en allerlei nationale data die via de OESO en Wereldbank beschikbaar zijn. Ook de gegevens die al via de MVO Risico Checker beschikbaar waren, hebben we als bron gebruikt. Voor milieu sluiten we aan bij bestaande LCAmethodiek en bij beschikbare data rond grote dossiers als toxiciteit (REACH), klimaatverandering (UNFCC, IPCC), circulaire economie (OESO, Grondstoffenscanner) en lucht-, water- en bodemkwaliteit volgens de EU-kaderrichtlijnen (European Union System for the Evaluation of Substances EUSES 2.0).” 30 Chemie Magazine juni 2017

BARIL COATINGS: ‘GESPREK IN DE KETEN OP GANG BRENGEN’ Baril Coatings heeft als partner van MVO Nederland zijn inhoudelijke en financiële bijdrage geleverd aan de Sustainability Hotspot Scan. Joost Broeders, technical director, licht toe: “Wij willen duurzame producten ontwikkelen en daarom ook zicht hebben op de exacte sociale en milieu-impact van ons handelen en onze producten. Niet alleen de impact van het eigen proces, maar ook terug in de keten – de impact van de keuze van grondstoffen – en in het gebruik. We denken dat we goed bezig zijn, maar hoe zit het eigenlijk precies met de eco-toxiciteit, CO2-footprint, impact op watergebruik? Je kunt bijvoorbeeld wel denken dat je met biobased grondstoffen een duurzaam product maakt, maar voor hetzelfde geld levert dat lokaal meer vervuiling en afval op dan fossiel. En sociaal: wat betekent het vergaren van onze grondstoffen voor de maatschappij in die betreffende landen? Is er misschien sprake van uitbuiting, slechte arbeidsomstandigheden of corruptie? We weten het vaak niet. En mijn ervaring is dat als ik er informatie over vraag aan onze leveranciers, zij die niet of nauwelijks beschikbaar hebben – ook de grote bedrijven niet. Ze zeggen eerlijk dat er nooit om wordt gevraagd.” De tool kan volgens Broeders helpen om daar verandering in te brengen. “Nu is nog maar een selecte groep mkb-bedrijven met dit soort duurzaamheidsvragen bezig, maar als dat er straks dankzij de tool steeds meer worden, zal ook het gesprek binnen de keten op gang komen. Zelf hebben we in de testfase al ondervonden hoe prettig het is om via de scan de probleemgebieden in beeld te krijgen. We gaan er nog over in gesprek met leveranciers en klanten. Er kwamen bijvoorbeeld rode vlakjes uit bij grondstoffen uit Zuid-Afrika en Zuid-Amerika, vanwege de sociale omstandigheden. Misschien dat we die toch beter uit Duitsland kunnen halen. Al is dat niet altijd mogelijk: voor titaandioxide, gebruikt als wit pigment in coatings, zijn wereldwijd niet heel veel bronnen voor het ruwe erts.” De scan is goed onderbouwd, maar toch eenvoudig, aldus Broeders. “Je wilt niet dat bedrijven eerst drie weken informatie moeten verzamelen. In een paar uur tijd – zelfs al tijdens het invullen – krijg je inzicht in de issues die spelen. Dat is de meerwaarde voor het mkb.”


Verhuur stoom- en heetwaterketels

Eco Ketelservice Verhuur bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com


Schmits Chemical Solutions levert onder meer een brandvertrager voor textiel in auto’s en een antislipcoating voor de vloermat.

SCHMITS CHEMICAL SOLUTIONS BREIDT CAPACITEIT UIT

’WIJ LOSSEN PROBLEMEN VAN KLANTEN OP’ De crisis is ook aan Schmits Chemical Solutions niet voorbijgegaan, maar inmiddels is het chemiebedrijf in Almelo weer volop in de lift, met een recente forse uitbreiding en nieuwe producten op het gebied van textielveredeling, voor onder meer een prestigieus automerk. Tekst: Igor Znidarsic

32 Chemie Magazine juni 2017

H

et gaat goed met Schmits Chemical Solutions in Almelo. “In 2008 hebben we een behoorlijke tik gehad van de crisis”, vertelt algemeen directeur Jurgen Bolscher. “De omzet daalde 30 procent. Wij hadden het bedrijf vlak daarvoor via een managementbuyout overgenomen en moesten flink schakelen. Maar in 2009 trok het alweer aan. Wat mee heeft geholpen is dat we na de overname de drie traditionele kernwaarden van Schmits Chemical Solutions – flexibiliteit, kwaliteit en leverbetrouwbaarheid – hebben uitgebreid met een vierde: strategische samenwerking. We waren ervan overtuigd dat als je meer samenwerkt, met klan-

ten en leveranciers, de effectiviteit en efficiency van je R&D toeneemt. Daar zijn we op gaan sturen, in alle drie takken van sport waarin we actief zijn: textielveredeling, reiniging en loonproductie. Met als resultaat een veel bredere klantenbasis. Bij klanten waarvoor we voorheen één product maakten doen we nu veel meer, en voor klanten die producten van ons afnemen doen we ook loonwerk, en andersom.” De omzet is ten opzichte van 2008 verdubbeld en bedroeg vorig jaar bijna 9 miljoen. Afgelopen jaar is de fabriek met 60 procent (in kubieke meters) uitgebreid, met een nieuwe expeditiehal, een dubbel laaddock, een systeem met een shuttle voor opslag van 550 pallets gereed pro-


VNCI-lid

‘ Wij zijn in staat om binnen één à twee weken een product te ontwikkelen, te produceren en te leveren’ duct en grondstoffen en een vrije ruimte voor eventuele productieuitbreiding. Bolscher: “Veel bedrijven doen loonwerk om de vrije capaciteit op te vullen. Wij behandelen loonwerkklanten net als andere klanten en zetten als de ketels gevuld zijn gewoon een ketel erbij. Ook in het loonwerk willen we flexibiliteit bieden.”

Groeimarkt

’Naturally… added value… to stay ahead’, zo luidt de slogan van Schmits Chemical Solutions. Ongeveer de helft van de productie betreft chemicaliën voor de veredeling van technisch textiel, de laatste stap in de textielketen. Volgens Bolscher nog steeds een groeimarkt. Hoewel Schmits Chemical Solutions hierin een kleine speler is, noemt technisch directeur Miechel Zweers dat ook de kracht van het bedrijf: “Wat wij veel doen is maatwerk, problemen van klanten oplossen. De klant wil een bepaalde eigenschap in het textiel aanbrengen en vraagt of wij daarbij kunnen helpen. Dan gaan wij in ons lab, waar 25 procent van ons personeel werkt, aan de slag om het voor elkaar te krijgen. Door onze grootte en door onze manier van werken zijn wij in staat om binnen één à twee weken een product te ontwikkelen, te produceren en te leveren. De meeste concurrenten hebben daar veel meer tijd voor nodig, vanwege hun grootte. Bovendien is voor grote bedrijven een bepaalde vraag vanwege de schaalgrootte niet interessant, maar voor ons is dat niet op voorhand een belemmering.” Het textiel is na behandeling bijvoorbeeld brandvertragend, verstevigd of water- of olieafstotend. Het wordt toegepast in auto’s, werkkleding, de bouw, kunstgras, zonneschermen, vliegtuigen en hotels. Gevraagd naar een concreet product noemt Bolscher de auto. “Daarin zit veel textiel, waarvan een deel brandvertragend. Wij leveren de brandvertrager. Vloermatten in auto’s worden vaak vastgezet, maar sommige

fabrikanten vinden dat niet mooi. Dan komt er een antislipcoating onder. Die leveren wij. Daarmee zitten we momenteel in een heel prestigieus automerk.” Er worden ook producten voor consumententextiel ontwikkeld. Zweers: “Voor interlining – dat dient om twee lagen stof meer body te geven, zoals boorden van hemden en pakken – hebben wij een product voor de verlijming, om het stijver te maken. Steeds vaker wordt textiel ook digitaal bedrukt. Daar is een bepaalde onderlaag voor nodig, die wij leveren.” Ook krijgt textiel steeds meer een bepaalde eigenschap, zoals afstoting en dimensiestabiliteit, en ook hiervoor biedt het Almelose bedrijf de oplossing.

Voldoende personeel

Ook de bouwindustrie is een belangrijke markt voor (technisch) textiel, veel producten worden brandvertragend behandeld, of verlijmd, of harder of zachter of antislip gemaakt. Verder vinden de producten die Schmits Chemical Solutions maakt hun weg naar uiteenlopende industrieën, zoals micro-elektronica, papier, glas, composiet, metaal en recent denim. De reinigingsmiddelen belanden voornamelijk in de professionele en industriële schoonmaak. “Ook hier bieden we maatwerk en ondersteuning”, aldus Bolscher. “Door de aandacht van een dedicated account manager en technische ondersteuning bieden we onze klanten een op maat gesneden pakket professionele reinigingsmiddelen.” Er is veel contact met regionale kennisinstellingen, zoals Saxion en TU Twente. Zweers: “Wij helpen mee mensen op te leiden door stageplekken aan te bieden, en door wat werk uit te besteden krijgen zij extra toegang tot de markt.” Het lukt goed om voldoende personeel te vinden. “We blijken een interessante werkgever te zijn, met gevarieerde en uitdagende functies, met groeimogelijkheden en volop innovatie. Dat spreekt mensen aan.” p

COATING VOOR ONKRUIDPREVENTIE

Zonder bestrijdingsmiddelen onkruid voorkomen in potplanten, dat is wat een recente innovatie van Schmits Chemical Solutions doet. De coating wordt aangebracht op de potgrond van potplanten en houdt licht tegen, waardoor onkruidzaadjes geen kans krijgen. Het product laat wel water door en zorgt voor een goede vochthuishouding. Als de zon erop schijnt houdt de coating ook beter warmte vast, waardoor de groei versnelt. Een bijkomend voordeel is dat de aarde in de pot blijft als de pot omvalt. “Een grote aardbeienplantenteler gebruikt het product al”, aldus Bolscher.

HISTORIE

Schmits Chemical Solutions is in 1974 in Weerselo door de heer Schmits opgericht als toeleverancier voor de Twentse textielindustrie. In 1978 werd een producent van reinigingsmiddelen overgenomen. Het productieproces bestond uit het mengen van chemicaliën tot een breed scala aan producten voor de textielveredeling en reiniging. Daarnaast werden opdrachten uitgevoerd voor derden. In 1994 is een nieuwe fabriek op het Bedrijvenpark Twente in Almelo geopend. In 2007 zijn de aandelen via een managementbuy-out overgenomen door de huidige directie. Afgelopen jaar werd de fabriek fors uitgebreid. Er werken nu 37 mensen. Dit jaar worden ISO 9001:2015 en ISO 14001 geïmplementeerd. juni 2017 Chemie Magazine 33


AKZONOBEL IN ZEE MET START-UPS NA INNOVATIEWEDSTRIJD

‘ MET GOEDE IDEEËN KUN JE ALTIJD BIJ ONS TERECHT’ Tien start-ups uit de chemie gaan samenwerken met AkzoNobel om hun innovaties uit te werken tot toepassingen. De bedrijven deden hiervoor mee aan Imagine Chemistry, een wedstrijd voor open innovatie. Tekst: Inge Janse

M

et ruim tweehonderd deelnemers, twintig finalisten, tien prijzen en drie winnaars (zie kader) was de eerste editie van Imagine Chemistry een groot succes. Het initiatief, bedoeld voor start-ups in de duurzame chemie en aanverwante domeinen, komt uit de koker van de chemietak binnen AkzoNobel. Doel: invulling geven aan ‘open innovatie’, dus samen met andere partijen werken aan nieuwe kansen voor groei. De twintig finalisten bezochten daarom begin juni AkzoNobels Open Innovation Center in Deventer. Daar stonden negentig experts van AkzoNobel, medeorganisator KPMG en partner Lux Research klaar om de start-ups advies te geven. “Imagine Chemistry is een van de aspecten van onze R&D-strategie”, vertelt Peter Nieuwenhuizen, de wereldwijde directeur RD&I van AkzoNobel Specialty Chemicals. Open innovatie (door AkzoNobel ook wel ‘collaboratieve innovatie’ genoemd) speelt hierbij een belangrijke rol, net als een investeringsfonds voor start-ups. “Zo laten we zien dat als je goede ideeën hebt, je altijd bij ons terecht kunt.”

Echt slimme mensen

Via Imagine Chemistry hoopte AkzoNobel op goede ideeën voor de zeven grote uitdagingen die het bedrijf heeft gedefinieerd, zoals slim omgaan met afvalwater en biobased alternatieven voor synthetische verdikkingsmiddelen. Een wereldwijde pr-campagne voor de wedstrijd leverde 220 inzendingen op, zowel van universiteiten als van kleine bedrijven. De eerste selectieronde vond online plaats. Deelnemers vertelden over hun idee, waarna 35 AkzoNobel-experts vragen stelden: wat bedoel je precies, heb je hier wel aan gedacht, hoe zou dit werken voor onze fabriek in China? Gelijkwaardigheid speelde hierbij een grote rol, bena34 Chemie Magazine juni 2017

drukt Nieuwenhuizen. “Start-ups hebben de ideeën en passie, terwijl AkzoNobel de expertise, ervaring en toegang tot de markt heeft. Zo creëer je een basis voor echte samenwerking.” Dat bleek ook uit de afhandeling van het intellectueel eigendom, waarbij AkzoNobel pas mede-eigenaar wordt als het écht met de start-up aan de slag gaat. Gebeurt er niets, dan blijft de start-up de eigenaar. “Doe je dat niet, dan is de drempel heel hoog. Echt slimme mensen, met echt slimme ideeën, die laten zich niet vastleggen.”

Vervolg

De finale-tweedaagse in Deventer zorgde voor tien bedrijven waar AkzoNobel verder mee in zee gaat, zoals via joint development agreements, coachingtrajecten en het aanbieden van labruimte en -begeleiding bij AkzoNobel. Doorslaggevend was daarbij hoe goed de innova-

‘ Start-ups hebben de ideeën en passie, terwijl AkzoNobel de expertise, ervaring en toegang tot de markt heeft’ tie van de start-up past bij de doelstellingen van AkzoNobel. “Wij innoveren voor onze klanten en fabrieken, en dus zoeken wij partijen die ons daarbij kunnen helpen.” Mocht gaandeweg alsnog blijken dat de innovatie niet past bij AkzoNobel, dan mag de start-up de opgedane kennis meenemen naar een andere partij. “Uiteindelijk wonen we allemaal op dezelfde planeet; iedereen moet ervoor zorgen dat het beter wordt. Ik voel me daarom niet vervelend als we een ander bedrijf helpen”, aldus Nieuwenhuizen. Vanwege het succes van Imagine Chemistry krijgt de competitie in ieder geval de komende twee jaar een vervolg. Komend jaar vindt deze plaats in de onderzoeksfaciliteiten van AkzoNobel vlak bij Gotenburg in Zweden; in 2019 keert de wedstrijd terug naar Deventer. En ja, Imagine Chemistry gaat ook gewoon door als de chemietak van AkzoNobel zich afsplitst. “Het is een echte chemistry challenge, dus dat blijven we doen – in welke constellatie dan ook.”


Innovatie De drie winnaars van een joint development agreement: Ecovia, Renmatix en Industrial Microbes.

DE DRIE WINNAARS VAN IMAGINE CHEMISTRY ECOVIA RENEWABLES:

VAN BIOMASSA NAAR ACRYLAAT

Ecovia Renewables (VS), een start-up van Jeremy Minty, Andrew Hertig en de Universiteit van Michigan, maakt polyglutaminezuur (PGA) uit hernieuwbare biomassa via een fermentatietechnologie. Dit is in potentie voor AkzoNobel inzetbaar om verdikkingsmiddelen te maken voor persoonlijke verzorgingsproducten en luiers. “En onze producten zijn ook toepasbaar voor voeding, landbouw en andere industriële applicaties die een biobased alternatief zoeken voor conventionele acrylaatpolymeren”, vertelt Minty. Het bedrijf won een van de drie samenwerkingsovereenkomsten omdat AkzoNobel op zoek was naar biobased verdikkingsmiddelen. “En ons proces en product sluiten hier direct op aan. Onze route kan de productiekosten voor PGA drastisch verlagen en zo nieuwe markten voor PGA aanboren die eerder economisch niet levensvatbaar waren.” Het duo hoorde over de wedstrijd en zag direct raakvlakken. “AkzoNobel zoekt naar manieren om een meer duurzame

en leefbare wereld te creëren via chemie, terwijl de missie van Ecovia is om high performance biochemicaliën te ontwikkelen via duurzame processen.” Deelname bleek inderdaad een schot in de roos. “Via Imagine Chemistry legden we contact met belangrijke stakeholders en experts van AkzoNobel. Hun feedback op onze business en technologie is onbetaalbaar voor de verdere ontwikkeling van Ecovia.” RENMATIX:

VAN BIOMASSA NAAR SUIKER

Het eveneens Amerikaanse Renmatix is het kind van Charles Sanderson en Jeremy Austin. Via hitte en water breken zij plantaardige biomassa af tot celluloseproducten; hydrolyse maakt daar vervolgens suikers en suikeroligomeren van, die inzetbaar zijn voor een breed scala aan chemische toepassingen. “En aangezien ons proces geen chemicaliën gebruikt en zo min mogelijk energie kost, past het ook goed bij de milieudoelstellingen van AkzoNobel”, aldus Sanderson. Renmatix schreef zich in voor Imagine

Chemistry omdat het partners zoekt die zijn technologie omzetten naar toepassingen. “Het contact met de technologen van AkzoNobel leidde tot diepgaande gesprekken over potentiële toepassingen en samenwerkingen. Dat was zeer waardevol voor ons.” De hoofdprijs volgde uit het grote succespotentieel en de klik met AkzoNobel. Samen gaan zij de technologie verbeteren en proberen nieuwe markten aan te boren voor de groene suikers. Sanderson verwacht niet dat zijn huisvesting in de VS daarbij problematisch is. “Renmatix en AkzoNobel delen veel fundamentele culturele waarden. Hiermee kunnen we meer dan compenseren voor uitdagingen die te maken hebben met het werken in verschillende tijdzones.” De derde winnaar van een ontwikkelingsovereenkomst met AkzoNobel is INDUSTRIAL MICROBES. Via de technologie van de Amerikaanse Noah Helman kunnen gemodificeerde micro-organismen CO2 en aardgas omzetten in belangrijke chemische bouwstenen, zoals ethyleenoxide. juni 2017 Chemie Magazine 35


SMART INDUSTRY BEPALEND VOOR FABRIEK VAN DE TOEKOMST

DATA IS DE NIEUWE OLIE

36 Chemie Magazine juni 2017


Smart Industry

Smart Industry of Industrie 4.0 staat voor het maximaal benutten van data en ICT-mogelijkheden, om efficiëntie en effectiviteit van processen te vergroten. Theorie wordt inmiddels razendsnel omgezet in realiteit, zo maken BASF, AkzoNobel en Sitech duidelijk. “We doen nu meer voor relatief minder geld dan ik twee jaar geleden kon bedenken. De toename is exponentieel”, aldus Maurice Jilderda van Sitech. Tekst: Leendert van der Ent

‘N

aast biobased/circulair en elektrificatie is ‘de fabriek van de toekomst’ het belangrijkste thema in mijn agenda geworden”, beaamt Marco Waas, directeur RDI & Technology van AkzoNobel Industrial Chemicals. “Naast radicaal nieuwe procestechnologie bepaalt digitalisering ‘de fabriek van de toekomst’. We hebben beide onderwerpen bovendien onlangs samengevoegd. Voor nieuwe processen wil je namelijk meteen weten met welke sensoriek en data-analyse je die processen kunt monitoren.” Hoe groot is de belofte van Industrie 4.0 voor de chemische industrie eigenlijk? PwC raamt de mogelijke kostenreductie op 4,2 procent en de mogelijke extra omzetgroei tegen 2020 op 3,1 procent per jaar. Chemiebedrijven startten in 2015 met digitaliseringsprogramma’s om dit waar te maken. Zo ook BASF, zegt chief digital officer dr. Frithjof Netzer van BASF in Ludwigshafen: “Sindsdien onderzoeken we de kansen voor intelligente toepassingen van data en digitale technologie in productie, toelevering, innovatie en nieuwe businessmodellen. We testen de toepassingen in pilotprojecten en rollen ze uit binnen de organisatie.”

Predictive analytics

Maintenance is een van de belangrijke toepassingsgebieden. Netzer: “We hebben in onze stoomkraker in Ludwigshafen een applicatie voor predictive maintenance geïnstalleerd, die het optimale tijdstip voor maintenance aangeeft. Sensoren genereren data over operationele omstandigheden en voorspellen op basis daarvan de functionele staat van kritische onderdelen zoals compressoren en warmtewisselaars. Analysemodellen vergelijken die data met historische procesdata voor een evaluatie. Daarmee willen we stilstand en ongeplande reparaties reduceren en de afstemming tussen maintenance- en productieprocessen optimaliseren.” Sitech Services, de organisatie voor assetmanagement

en manufacturing services op Chemelot, is eveneens druk bezig dergelijke predictive analytics uit te rollen en op te schalen. Project director predictive analytics Maurice Jilderda licht toe: “We hebben modellen voor apparatuur ontwikkeld die drie grootheden in de gaten houden: de prestatie in het proces, de conditie en de energie- en CO2-prestatie.” Als de prestatie en conditie achterblijven, leidt dit tot productiederving en dervingskosten door stilstand. De energie- en CO2-prestaties bepalen de duurzaamheidsprestatie. “Als een fabriek op een van die vlakken een probleem heeft met een bepaald apparaat, geven realtime procesdata in het model aan wat er scheelt, wat eraan te doen is en welke gevolgen het heeft. Stel, de olietemperatuur is te hoog. Aan die informatie kan het model voldoende hebben om een oplossing te suggereren. Het kan ook zijn dat je dieper je model in moet, meer geregistreerde omstandigheden moet meenemen om een verklaring en een oplossing te vinden.” Wanneer de uitvoering van werkzaamheden eenmaal aan de orde komt, kan dat bijvoorbeeld met drones, robots of augmented reality. Bij BASF ondersteunt een applicatie op dit laatste gebied medewerkers bij hun dagelijkse taken. Netzer: “Die geeft hun directe toegang tot noodzakelijke informatie via speciaal uitgeruste tablets of smartphones. Het maakt processen efficiënter en zorgt voor borging in de kennisoverdracht.” Zo nemen de mogelijkheden constant toe, weet Waas. “Goedkopere sensoren, betere connectiviteit en grotere rekenkracht zorgen daarvoor. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat we in Noorwegen een remote plant hebben: een fabriek die we op afstand besturen. Daarnaast komt kunstmatige intelligentie binnen bereik. Het is nog vroeg, maar bruikbare concepten daarvoor zijn er al.” Data verzamelen en verwerken leidt niet alleen tot betere interne processen, maar ook tot waardevolle klantoplossingen, aldus Netzer. “Digitalisering biedt een enorm potentieel om klanten, toeleveranciers en partners beter te integreren en klanten toegevoegde waarde te leveren.” Onder de naam Horizontal Integration heeft BASF een cloud-oplossing geïmplementeerd die het mogelijk maakt om belangrijke planningsdata uit de toeleveringsketen bijna realtime met een klant te delen. Netzer: “Vervolgens simuleren we verschillende scenario’s om optimaal op de situatie in te spelen. Daarmee zijn we van langdurige planningscycli af en kunnen we onmiddellijk reageren op aanpassingen in de productieplanning van de klant.”

Onderzoek

Netzer gaf al aan dat Smart Industry zich ook uitstrekt tot onderzoek. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Innovation Ecosystem: “In katalyseonderzoek combineren we data uit verschillende bronnen dankzij vernetwerkte datastructuren en voeren we snelle testen uit. Dat geeft een veel eenvoudiger inzicht in complexe relaties. Het resultaat: eerder en doelgerichter testen van hypotheses, waardoor we innovatiekansen beter benutten.” De projectresultaten bevestigen volgens Netzer het potentieel van digitalisering. BASF gaat dus door met nieuwe projecten, zoals de opdracht aan Hewlett Pac- e juni 2017 Chemie Magazine 37


DE JUISTE MENSEN

Waas benadrukt dat de nieuwe technologie eisen aan medewerkers en de organisatie stelt. “Digitalisering vereist een multidisciplinaire aanpak: ICT én procestechnologie. Dat heeft gevolgen voor de competenties en vaardigheden die je organisatie nodig heeft: operators en maintenance engineers met meer kennis bijvoorbeeld. Dat betekent: bestaande medewerkers bijscholen en hogere eisen aan nieuwe medewerkers.”

‘Er kan technisch zo veel, dat je moet sturen op haalbaarheid’

houdsmedewerkers en de inzet van drones en robots voor het uitvoeren van inspecties en onderhoud onder moeilijke omstandigheden.”

Meer believers

kard voor de bouw van een supercomputer voor industrieel chemisch onderzoek voor het BASF-hoofdkantoor. Die supercomputer moet alle onderzoeksvelden in staat stellen complexere vragen te beantwoorden en de rekentijd enorm te bekorten. “Die investering verlaagt de kosten, doordat we bijvoorbeeld processen op de oppervlakte van katalysatoren preciezer kunnen simuleren. Een ander voorbeeld: we kunnen het ontwerp van nieuwe polymeren met vooraf gedefinieerde eigenschappen versnellen en zo de time to market bekorten.” Bij Waas ligt de nadruk vooral op productie en maintenance, maar hij stuurt zelf wel onderzoek naar Industrie 4.0 aan. “Samen met Deloitte, Delftse studenten en hoogleraren van de TU Delft en de TU Eindhoven werken we aan een lijst met snel uitvoerbare en verder weg liggende mogelijkheden. Er kan technisch zo veel, dat je moet sturen op haalbaarheid. De focus ligt daarbij zowel op het continu verbeteren en versnellen van bestaande processen als op een select aantal radicale verbeteringen.”

Niet overcompliceren

In de praktijk leidt dat tot een hybride aanpak: “In een flagship-fabriek kun je veel nieuwe mogelijkheden bundelen. Maar je moet vooral niet overcompliceren of blijven doorontwikkelen totdat je de holy grail bereikt. We ontwikkelen ook praktische projecten en mobiliseren mensen om laaghangend fruit te plukken. Daarbij kun je bijvoorbeeld voor een hele fabriek de data van bestaande sensoren analyseren om de knelpunten op systeemniveau te kunnen aanpakken. Dat zijn we in onze zoutfabriek in Delfzijl aan het doen, waar we dankzij big data-analyse een hoger productievolume verwachten te kunnen realiseren. Daarnaast draait het om het voorkomen van stilstand. Bijvoorbeeld om door middel van sensoriek vroegtijdig roestvorming aan pijpen onder isolatiemateriaal te detecteren. Het derde aspect is veiligheid. Denk daarbij aan exoskeletten voor onder-

38 Chemie Magazine juni 2017

Industrie 4.0 raakt al met al de hele organisatie. “Waarmaken van de belofte vergt niet alleen ICT-kerntechnologie, maar vraagt van hele organisaties de bereidheid tot digitale transformatie”, aldus Netzer. Voor Jilderda was dat gegeven twee jaar geleden een uitgangspunt. “Je kunt beginnen vanuit assetmanagement: welke ingrepen leveren het meeste geld op? Ik ben mijn pilots bewust begonnen vanuit verandermanagement. Sommigen wilden een probleem met een warmtewisselaar liever zelf met een Excell-sheet oplossen. Daartegenover stonden enthousiaste believers, die geloofden dat predictive analytics de oplossing voor hun probleem kon bieden. Daar ben ik mee begonnen, ongeacht de winst. Nu blijkt dat de meeste pilots werken, werkt het enthousiasme aanstekelijk, zowel top-down als bottom-up. Het werkt veel positiever dan ik had ingeschat.” Het topmanagement toont belangstelling en steeds meer mensen van de werkvloer zoeken het Living Lab van het Asset Health Center op met een concreet probleem. “Ze zijn verbaasd over de oplossingen die er al liggen – op basis van pilotresultaten van believers.” Leuk, die Excel-sheets, maar je kunt niet om het gemak van opschalen en de precisie bij het volgen van de prestatie van apparatuur van predictive analytics heen, vindt Jilderda. “We schalen op en sturen steeds meer op opbrengst. Begin dit jaar hadden we één warmtewisselaar in een pilot voor realtime dataverwerking. Daardoor konden we tijdig waarschuwen voor vervuiling. Zo hebben we ook op tijd een falende pomp, een vervuilde oliekoeler en te vervangen oliefilters ontdekt. Inmiddels monitoren we tien warmtewisselaars op ons onlineplatform. Een robuuste applicatie is makkelijk opschaalbaar naar honderd of duizend apparaten van één type. Die opschaling verloopt nu rap, terwijl er ook snel nieuwe pilots van de grond komen. In totaal hebben we voor twintig assettypen een oplossing klaarliggen: pompen, kleppen, compressoren, kolommen ... We zoeken verder naar de juiste sensoriek om nog meer te realiseren.” Als het goed gebeurt, dan is de beloning ernaar. Voor Sitech beginnen de financiële resultaten zich steeds duidelijker af te tekenen. Voordelen van tijdig ingrijpen variëren van geringe bedragen tot tienduizenden euro’s per incident per apparaat, geeft Jilderda aan: “Wanneer je eenmaal duizenden pompen en warmtewisselaars monitort, gaat het over vele miljoenen.” p


Logi Label heeft oog voor kleur

Process Automation Solutions is een wereldwijd opererende , merkonafhankelijke Solution Provider. Met meer dan 1200 medewerkers ontwerpen en realiseren wij uw proces controle systemen, (DCS) veiligheidssystemen (SIS) en historians (MES) Process Automation Solutions Nikkelstraat 2 4823 AB Breda, Nederland Phone +31 (0) 76 58 76 738 www.pa-ats.com/nl/ Info.nl@pa-ats.com

Process Automation Solutions NV Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, BelgiĂŤ Phone +32 (0) 37 109 970 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com

Process Automation Solutions NV Avenue Flemming 12 1300 Wavre, BelgiĂŤ Phone +32 (0) 10 309 180 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com


LESMODULES VEILIGHEID VAST ONDERDEEL HBO-OPLEIDING CHEMISCHE TECHNOLOGIE

VEILIGHEIDSBAGAGE ST UDENTEN VERBETEREN De hbo-opleidingen chemische technologie hebben in samenwerking met de VNCI en Veiligheid Voorop een nieuw curriculum ontwikkeld om veiligheid als basiscompetentie op een hoger niveau te brengen. “Er was echt een mismatch tussen de basisbagage van studenten en de behoeften van de industrie.”

FOTO: HANS TAK

Tekst: Hester Jansen

40 Chemie Magazine juni 2017


Veiligheid

VRIJ BESCHIKBAAR

‘A

ls ik bij de Hogeschool Zeeland sta, noem ik deze cursus ‘Honderd manieren om dood te gaan’.” Aan het woord is Peter Goossen, fulltime medewerker van Dow en parttime docent aan de Hogeschool Zeeland. Goossen krijgt de klas meestal wel stil met zo’n opmerking. “Zelf heb ik nooit een goed safety-curriculum gehad aan de TU Delft. Toen ik van de universiteit af kwam had ik helemaal geen kennis van veiligheid. Kwam je bij een bedrijf te werken, werd je ineens een hazop-onderzoek (hazard and operability study – red.) in gesleurd. Er was echt een mismatch tussen de basisbagage van studenten en de behoeften van de industrie.” Uit die mismatch ontstond bij chemiebedrijven de behoefte om werk te maken van meer veiligheid in de opleidingen. Benjamin Broeze van de Hogeschool Utrecht kreeg de schone taak om dit ‘co-creatie-traject’ te begeleiden. Broeze: “Ik vond het heel boeiend, maar ook best ingewikkeld. De basis was gauw gelegd, maar voor nieuwe onderdelen als veilig gedrag werden wel telkens oplossingen aangedragen maar duurde het even tot het kwartje viel. Dat gebeurde na een workshop Brain Based Safety van Juni Daalmans. Een andere doorbraak was om geen boeken te gebruiken, maar dictaten te laten schrijven door experts.” Goossen is ervan overtuigd dat je veiligheid alleen in de praktijk leert. Vandaar dat hij zijn studenten aan de Hogeschool Zeeland geen tentamens geeft, maar hen beoordeelt op basis van opdrachten, op de actieve toepassing van kennis. “Het is van groot belang dat je je handen vuil maakt op het gebied op veiligheid.”

Meer dan veiligheidsbril

Ook Corine Baarends (projectleider Veiligheid Voorop) is ervan overtuigd dat je in de opleiding niet vroeg genoeg met het onderwerp veiligheid kunt beginnen. “Op die manier hebben ze een voorsprong wanneer ze in be-drijven aan het werk gaan. Bedrijven hebben aangegeven dat

daar behoefte aan is, via een onderzoek van de industrie is dat aan het licht gekomen. Als je terugkijkt verbaas je je eigenlijk dat het nog niet eerder bestond: een veiligheidscurriculum in het hbo-chemieonderwijs. Volgens Baarends heeft ‘veiligheid’ in het hbo vooral de betekenis van ‘lab-veiligheid’, en gaat het soms niet verder dan ‘draag een veiligheidsbril in het lab’.” Dankzij de structurele aandacht die er in de laatste jaren voor veiligheid is, is het tegenwoordig een integraal thema in het onderwijs en onderdeel van alle lesstof. Baarends: “De drie uitgewerkte syllabi – ‘general safety’, ‘safe behaviour and leadership’ en ‘process safety’ – kunnen vanaf nu zó gebruikt worden in de opleidingen.” Door Domein Applied Sciences (een landelijke stichting van alle hbo-opleidingen die een Bachelor of Science-diploma in de toegepaste natuurwetenschappen afgeven) zijn nu criteria vastgesteld en opgenomen in de body of knowledge and skills waaraan de opleiding moet voldoen.

Voorbij Hearts and Minds

Gedragspsychologie is de jongste loot aan de stam van de veiligheidskennis. Juni Daalmans geeft met zijn bedrijf Brain Based Safety veiligheidstrainingen in de industrie. Daalmans was verantwoordelijk voor het gedragspsychologische onderdeel van het curriculum. Daalmans: “Het was best wat duwen en trekken om alle hogescholen bij het curriculum betrokken te krijgen, maar ik ben heel blij dat alle scholen nu meedoen.” Daalmans is van huis uit psycholoog en heeft zich in de loop der tijd toegelegd op gedrags-

Het veiligheidscurriculum, dat mede door financiële middelen vanuit het ministerie van I&M (Safety Deal) tot stand is gekomen, is vrij beschikbaar voor alle hbo-opleidingen. Ook voor branches die zich met het ontwikkelen van trainingen en onderwijs bezighouden, kunnen de syllabi (‘general safety’, ‘safe behaviour and leadership’ en ‘process safety’) relevant zijn. Geïnteresseerden kunnen zich hiervoor melden bij Corine Baarends: baarends@vnoncw-mkb.nl

psychologie in de chemische industrie. “Het is eigenlijk per toeval ontstaan. SABIC vroeg me om een analyse te maken van de psychologische aspecten van veiligheid en daaruit is mijn praktijk geboren, zo’n zes jaar geleden.” Een bedrijf zou zijn processen zo moeten inrichten dat mensen niet in de verleiding worden gebracht om een onveilige keuze te maken. Volgens Daalmans is de focus op gedrag het logische vervolg op het Hearts and Mindsdenken: “Het probleem met denken over veiligheidscultuur is dat het té breed gedefinieerd is. Eigenlijk mag je dat niet hardop zeggen, maar Hearts and Minds heeft niet gebracht wat men ervan gehoopt had. Het is een paraplubegrip en daarom komen veranderingen niet op gang. Niet voor niets is Shell er nu ook van afgestapt; men werkt nu met life saving rules.”

Interesse gewekt

Marloes Nieuwenhuis is docent chemische technologie aan Hogeschool Saxion. Zij heeft het onderdeel process safety voor het curriculum ontwikkeld, dat ze vorig jaar in haar eigen opleiding al heeft toegepast. Ze merkt aan de studenten dat het vruchten afwerpt. “Ik heb sinds januari al één afstudeerder op het onderwerp procesveiligheid en twee van mijn studenten willen een veiligheidsgerelateerde stage lopen.” p

SAFETY FIRST? NIET VAN NATURE

De mens is een zoogdier en het bijzondere van zoogdieren is dat de meeste soorten overleven door in groepsverband samen te leven en kinderen groot te brengen. Het overleven van de soort is dus sterk afhankelijk van het overleven van de groep, of stam. In de wereld van vandaag is de rol van de stam overgenomen door de rol van de familie en de werkgever. Onze biologische achtergrond als ‘savanne-zoogdier’ zorgt ervoor dat werknemers er van nature toe geneigd zullen zijn om werkzaamheden te doen die ‘goed’ zijn voor de werkgever: even snel nog een taak afmaken voor het einde van een shift. De gedragspsychologie leert ons dat mensen van nature juist geneigd zijn om wél risico’s te nemen. juni 2017 Chemie Magazine 41


ALLES DOEN OM BLOOTSTELLING AAN KANKERVERWEKKENDE STOFFEN TE REDUCEREN

WERK MAG NIET TOT KANKER LEIDEN

De vermindering van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen op het werk staat hoog op de agenda bij overheden, branche- en werkgeversorganisaties en vakbonden. Dirk van Well van de VNCI en Diana Martens van de Inspectie SZW gaan in op het belang van maatregelen om de blootstelling zo veel mogelijk te reduceren en op de insteek van de inspecties die in mei zijn gestart. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e VNCI vindt het net als overheden, vakbonden en andere branche- en werkgeversorganisaties belangrijk dat chemiebedrijven voldoende aandacht besteden aan het beschermen van hun medewerkers tegen blootstelling aan kankerverwekkende stoffen op de werkplek, benadrukt Dirk van Well, senior beleidsmedewerker Stoffen en Arbeidshygiëne van de VNCI. Het belang van een gezonde werkplek en het voorkomen van kanker door een te hoge blootstelling, vereisen volgens hem voortdurende aandacht van het management van chemiebedrijven. “Op de korte termijn is er vaak meer urgentie voor medewerkers die door een incident, zoals struikelen, niet inzetbaar zijn. Kanker openbaart zich vaak pas na tientallen jaren, soms als medewerkers al met pensioen

42 Chemie Magazine juni 2017

zijn. Bovendien spelen bij het ontstaan van de ziekte ook andere factoren mee, zoals een ongezonde levensstijl, erfelijkheid en luchtverontreiniging. Daarom is het lastig om een duidelijk verband te leggen”, aldus Van Well. Ook Diana Martens, projectleider gevaarlijke stoffen van de Inspectie SZW, stelt dat het ingewikkeld is om aan te tonen dat er een directe relatie is tussen werk en kanker. “Tegelijkertijd is het zo dat van een aantal stoffen bekend is dat er een duidelijke relatie is met arbeidsgerelateerde kanker.” Zo krijgen volgens het RIVM jaarlijks 90.000 tot 150.000 mensen in de EU te horen dat ze kanker hebben door blootstelling aan kankerverwekkende stoffen op hun werk. Uiteindelijk sterven hieraan 60.000 tot 105.000 mensen per jaar. In de meeste gevallen lopen werknemers kanker op door het

werken met asbest, anderen krijgen de ziekte door blootstelling aan steengruis en andere (chemische) stoffen. Alleen al de zorg en behandeling van deze kankerpatiënten kost de EU-landen 2,4 miljard euro per jaar. Daar komt nog 2 tot 5 miljard euro per jaar bij doordat ze niet kunnen werken.

Niet-reguliere situaties

De VNCI biedt dan ook al geruime tijd ondersteuning aan de achterban om de blootstelling op de werkplek zo laag mogelijk te houden. “De afgelopen tien jaar hebben wij er tijdens de jaarlijkse stoffendag voortdurend aandacht aan besteed”, zegt Van Well. “De inspectieresultaten tonen aan dat chemiebedrijven steeds beter in staat zijn om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. Bovendien maken chemiebedrijven meestal gebruik van gesloten syste-


Arbo

ILLUSTR ATIE: HA JO DE REIJGER

De Inspectie kijkt onder meer naar de verplichting om volgens de arbeidshygiënische strategie STOP (substitutie, technische maatregelen, operationele maatregelen, persoonlijke bescherming) de blootstelling zo veel mogelijk te voorkomen.

men om chemische stoffen te produceren.” Volgens Martens vindt de blootstelling in de chemische industrie inderdaad vooral plaats bij nietreguliere situaties, zoals incidenten en onderhoudstops. Maar in hoeverre die boven een onaanvaardbare grenswaarde ligt, weet ze niet. “Dat zullen de inspecties in de komende maanden moeten uitwijzen.” Van Well is het met haar eens dat niet-reguliere situaties de kans op blootstelling vergroten. “Daarom besteedt de VNCI ook veel aandacht aan het stimuleren van goed opdrachtgeverschap. Bijvoorbeeld door chemiebedrijven te ondersteunen met de ontwikkeling van instrumenten die ervoor zorgen dat contractors tijdens een onderhoudstop niet in aanraking komen met kankerverwekkende stoffen. Dat begint al bij de poortinstructie en krijgt op e

FNV: ‘SUBSTITUTIE MOET HOGER OP DE AGENDA’ Voor FNV-beleidsmedewerker Wim van Veelen is substitutie een onderwerp dat hoger op de agenda moet. De vraag of een kankerverwekkende stof niet kan worden vervangen door een niet-kankerverwekkende stof komt volgens hem onvoldoende aan bod en wordt te weinig gesteld. “Dat vind ik jammer, want met substitutie ben je meteen van het probleem af en vervalt de schuldvraag richting de werkgever”, zegt Van Veelen. Preventie van arbeidsgerelateerde kankers door substitutie, het scheiden van bron en werknemer, het stellen van scherpere grenswaarden en de blootstelling zo laag en kort mogelijk houden, zorgt volgens hem voor een enorme vermindering van het aantal arbeidsgerelateerde kankers. “Belangrijker nog vind ik dat je zo het immense verdriet bij de mensen die het overkomt en hun families verzacht. Kanker krijgen door werk aan het einde van je carrière is een afscheidscadeau uit een horrorscenario.” Van Veelen wijst verder op het gevaar van blootstelling tijdens niet-reguliere situaties, zoals onderhoudstops. “Contractors kunnen prijsvechters zijn. Wanneer partijen voor niet-reguliere situaties contractors voor een te lage prijs inkopen, kan te weinig inzet van goed gekwalificeerd personeel leiden tot ongewenste situaties. Een klus wordt een haastklus, de werk- en tijdsdruk leiden vervolgens tot minder zorgvuldigheid. En dat kan weer ongelukken veroorzaken. Onverwachte hoge blootstelling door onachtzaamheid ligt dan op de loer. En dat is net zo goed een ongeluk”, aldus Van Veelen. juni 2017 Chemie Magazine 43


‘Chemiebedrijven zijn verplicht werknemers een gezonde en veilige werkomgeving te bieden’

de werkplek een vervolg door werkvergunningen en last minute risicoanalyses. Daarnaast stimuleert de VNCI dat chemiebedrijven goede praktijken met elkaar delen.”

Grenswaarden

Grenswaarden die aangeven wat de maximaal toegestane concentratie van een kankerverwekkende stof op de werkplek is, zijn belangrijk om medewerkers tegen kanker te beschermen. Voor een groot aantal stoffen zijn echter geen grenswaarden beschikbaar. Hoe kunnen chemiebedrijven deze waarden zelf vaststellen? Volgens Martens is er al veel informatie beschikbaar, maar is het lastig om de gegevens boven water te krijgen. “Daarom raad ik aan op sites van de Sociaal Economische Raad, het Europees Chemicaliënagentschap en de Duitse arbeidsinspectie te kijken. Daarnaast is het voor downstream-users goed om gesprekken met leveranciers en afnemers te voeren om informatie uit te wisselen. Verder kunnen bedrijven deskundigen inhuren om de grenswaarden vast te stellen.”Van Well benadrukt dat de verplichting voor chemiebedrijven om zelf grenswaarden vast te stellen al langer bestaat. Sommige chemiebedrijven werken volgens hem 44 Chemie Magazine juni 2017

WAT GAAT DE INSPECTIE SZW PRECIES CONTROLEREN? De Inspectie SZW heeft zes experts op het gebied van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen vrijgemaakt. Tot het einde van het jaar bezoeken de specialisten dertig tot veertig bedrijven. Ze kijken naar alle aspecten van de naleving van de regelgeving, zoals de aanvullende registratieplicht voor kankerverwekkende stoffen en de verplichting om volgens de arbeidshygiënische strategie STOP (substitutie, technische maatregelen, operationele maatregelen en persoonlijke bescherming – in die volgorde) de blootstelling zo veel mogelijk te voorkomen. Bedrijven moeten kunnen aantonen waarom ze de kankerverwekkende stoffen niet kunnen vervangen. Als er geen alternatieven zijn voor deze stoffen, moeten ze aantonen dat ze hun medewerkers optimaal beschermen. Wanneer bepaalde zaken niet conform de regels zijn, gaan de bedrijven een traject in tot alles in orde is. Het project vindt plaats in het kader van het programma ‘Bedrijven met Gevaarlijke stoffen 20162019’, bedoeld voor de chemische industrie en andere sectoren waarin veel met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. De inspecties zijn in eerste instantie gericht op bedrijven die werken met de volgende stoffen en stofgroepen: chroom-6, formaldehyde, benzeen en andere kankerverwekkende stoffen in aardolieproducten zoals 1,4-butadieen en PAK’s, acrylamide, grondstoffen kunststofproductie (vinylchloridemonomeer, epichloorhydrine, acrylonitril, perfluoroctaanzuur [PFOA], tetrafluorethyleen en carbonanotubes [CNT]). Daarnaast is er mogelijk extra aandacht voor trichloorethyleen, cytostatica en dichloormethaan. Dit betekent echter niet dat de Inspectie SZW zich uitsluitend op deze stoffen zal richten. Bij de selectie van bedrijven gaat de Inspectie uit van een zekere mate van complexiteit van het bedrijf. Er zullen dus ook BRZO-bedrijven geselecteerd worden.

met honderden stoffen waarvoor nog geen grenswaarden bestaan. “En dan is het lastig om voor alle stoffen grenswaarden vast te stellen. Dat neemt niet weg dat het goed mogelijk is om te prioriteren en modellen te gebruiken om snel en eenvoudig te concluderen of er voor bepaalde stoffen extra maatregelen nodig zijn.”

Betere procedure

De VNCI is overigens bezig om in nationaal en Europees verband de procedure om tot grenswaarden te komen, te verbeteren. Dat hangt samen met de ambitie van demissionair minister Lodewijk Asscher van SZW om voor minimaal vijftig stoffen grenswaarden vast te stellen. Nadat de Europese Commissie

vorig jaar al een voorstel had gedaan om voor dertien stoffen Europees bindende grenswaarden in te voeren, heeft ze begin dit jaar voor nog eens vijf nieuwe stoffen grenswaarden vastgesteld en aangekondigd nog dit jaar met een derde voorstel te komen. Lidstaten mogen wel lagere, maar geen hogere grenswaarden vaststellen, zodat het minimale beschermingsniveau overal in de EU gelijk is. Van Well: “Het voorstel van de VNCI is erop gericht werkgevers te verleiden om zelfs als ze aan de grenswaarden voldoen, de blootstelling nog verder te beperken. Chemiebedrijven zijn immers verplicht op grond van de Arbowet werknemers een gezonde en veilige werkomgeving te bieden.” p


Wil jij werken een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan

nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid

• Uitvoering grote projecten/turn arounds

• Procestechnologie en installaties

• Externe veiligheid/BRZO/PGS6

• Processchema’s, P&ID’s

• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s

• Mechanische veiligheid, PED

• Explosies

• Maintenance

• Gevaarlijke stoffen

• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)

• Incidentenonderzoek

• Instrumentele beveiliging

• ATEX

Schrijf je alvast in, deze opleiding zit altijd snel vol.

Data: 21, 28 september, 5 oktober, 2, 9, 16, 23 november en tentamen op 7 december 2017.

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl

Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_170606_Adv_185x130_wt.indd 1

Veilig werken met VAPRO

12-06-17 14:07

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


CHEMICUS VAN DE TOEKOMST DUURZAAM INZETBAAR De VNCI, Opleidingsfonds Procesindustrie OVP en werkgeversvereniging AWVN hebben tijdens het VNCI Jaarevent een overeenkomst getekend om nauw te gaan samenwerken om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de chemische industrie te bevorderen. Alle drie organisaties houden zich bezig met aspecten van duurzaam ondernemen en duurzame inzetbaarheid. Ze bundelen de krachten voor het bevorderen van duurzame organisaties en vitale medewerkers. Er wordt een actieprogramma opgesteld voor de procesindustrie, met name de chemische industrie, gericht op: • Hoe veranderen de bedrijven en wat betekent dit voor de functies van de toekomst? • Wat betekent dit voor kennis en vaardigheden van de medewerkers? • Hoe kan de werkgever de duurzame inzetbaarheid van medewerkers stimuleren? 46 Chemie Magazine juni 2017

• Hoe blijven medewerkers fit, gezond en productief, ook op latere leeftijd? De eerste stap in de samenwerking is een volledig gesubsidieerd traject om aan de slag te gaan met duurzame inzetbaarheid in bedrijven tot 250 medewerkers. Ook is er een door TNO gevalideerd rekenmodel waarmee bedrijven de effecten van verschillende aspecten van duurzame inzetbaarheid kunnen doorrekenen. OVP heeft een reflectiespel ontwikkeld waarmee organisaties in gesprek kunnen gaan met hun medewerkers om het bewustzijn over duurzame inzetbaarheid te vergroten. Voor werknemers en werkgevers bracht AWVN in januari Tiptrack op de markt. Tiptrack faciliteert werkenden om zelf de regie te voeren over hun eigen duurzame inzetbaarheid en daarmee hun eigen loopbaan. De interactieve online tool is gebouwd op de vier pijlers van duurzame inzetbaarheid: werk, ontwikkeling, gezondheid en financiën. p


Uitgelicht

FOTO: MARIEKE WIJNTJES

V.l.n.r.: Renske Rietbergen, directeur HR, Innovatie & Marketing AWVN; Theo Seip, directeur OVP; Colette Alma, directeur VNCI; en Mark Williams, voorzitter VNCI.

juni 2017 Chemie Magazine 47


WWW.VERSTEIJNEN.NL

OPSLAG

Wat is de + voor uw bedrijf?

HANDLING

(GECONDITIONEERD) TRANSPORT

• ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9) • DIRECTE DISTRIBUTIE • GECONDITIONEERD TRANSPORT • GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN • ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD

The + in your logistics

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160


Jubileum

VIJFTIG JAAR FLUORPOLYMERENPRODUCTIE CHEMOURS DORDRECHT

ZO VEEL MEER DAN ANTIAANBAKLAAG Chemours Dordrecht ligt momenteel onder een vergrootglas vanwege de lozingen van de polymerisatiehulpstof GenX. Desondanks vierde het in mei het 50-jarig jubileum van zijn fluorpolymerenproductie. Iedereen kent wel de teflonpan, maar ook voor dotteroperaties, ICT, auto’s en legio andere toepassingen doen fluorpolymeren dienst. Tekst: Marloes Hooimeijer

Jubileumbijeenkomst met klanten.

‘O

ns 50-jarig bestaan is een mijlpaal omdat wij de eerste “Iedereen kent teflon als antiaanbaklaag in pannen of het teflonfluorpolymerenfabriek in Europa waren”, zegt value tape om waterleidingen af te dichten”, zegt De Wolff. “Maar wat chain manager Charles de Wolff. “In Nederland zijn we vrijwel niemand weet is dat ook over de katheterdraden die voor nog steeds de enige.” Vanaf het begin maakt Chemours dotteroperaties worden gebruikt een klein laagje PTFE-coating Dordrecht – toen nog DuPont – polytetrafluoretheen zit, zodat ze onderweg niet aan de aderen blijven plakken. Het zit (PTFE, ook wel Teflon genoemd, een geregistreerd handelsmerk eveneens in het kleine plastic buisje dat in de ader achterblijft bij van Chemours). “Het plakt niet en reageert met niets, het kan het aanbrengen van een infuus. En in glascoating van de transgoed tegen hitte en corrosieve stoffen”, aldus De Wolff. portband waarop koekjes in fabrieksbakkerijen de oven in gaan, Chemours Dordrecht levert PTFE (bereid uit het monomeer zodat ze niet blijven plakken. Ken je de Millennium Dome in Lontetrafluorethyleen, TFE) inmiddels in diverse varianten, als disden? Dat dakdoek is ermee gecoat. Het maakt het textiel waterafpersie, granulair (korrels) en fijnpoeder. stotend, vuilbestendig én uv-resistent; Daarnaast produceert het fluorinated ethydaardoor blijft het zo mooi wit.” ‘Een nieuwe toepassing lene propylene (FEP), een copolymeer van industrie maakt veel gebruik van fluorbetreft warmtewisselaars De TFE en hexafluorpropeen (HFP). “Met FEP polymeren in diverse apparatuur. “Oliepijkun je heel dun coaten, je kunt het smelten voor de elektriciteitsindustrie’ pen gaan langer mee doordat al die smurrie en vervormen. Het wordt veel voor ICTer niet aan blijft zitten. Een belangrijke kabels gebruikt, omdat het niet geleidend is en zo datalekken nieuwe toepassing betreft warmtewisselaars voor de elektricivoorkomt. Het brandt ook niet. In Amerika is het al verplicht om teitsindustrie, die bijdragen aan een hoger energierendement en kabels te isoleren met FEP voor gebruik in systeemplafonds en minder CO2-uitstoot. Doordat die vol zitten met PTFE-tubing kunhet is standaard voor kabels in vliegtuigen.” De ‘laatste tak aan de nen ze de hitte en corrosieve stoffen in de rookgassen aan.” fluorpolymerenboom’ is het fluorelastomeer Viton, een synthetisch rubber, terug te vinden in bijvoorbeeld turbo hoses (flexibele Trots buizen) onder de motorkap van een auto en o-ringen (afdichtrinOp 19 mei waren er 48 klanten in Dordrecht aanwezig om het jubigen) voor chemische apparatuur. leum te vieren. De Wolff: “We hebben een tentoonstelling ingericht met samples van hun producten. Aan de hand daarvan hebben we tijdens het feest met onze medewerkers op 20 mei Katheterdraden Er werken 450 man aan de fluorpolymerenproductie in Dordrecht. benadrukt dat zij trots mogen zijn op wat wij hier doen. We zijn met z’n allen zo gewend aan al die toepassingen, maar iemand Er staan twee TFE-fornuizen, twee HFP-fornuizen en zes reactomoet dat ook mogelijk maken – en dat doen wij.” p ren. Jaarlijks verlaten duizenden tonnen product in vaten, drums, zakken en rubber slabs het fabrieksterrein richting afnemers. juni 2017 Chemie Magazine 49


COL OFON

MENSEN

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-

GRONINGEN SEAPORTS

Cas Kรถnig wordt per 1 september benoemd tot directeur van Groningen Seaports. Hij volgt Harm Post op, die na zeventien jaar bij het havenbedrijf een nieuwe uitdaging aangaat bij Groningen Airport Eelde. Kรถnig is sinds enkele jaren directeur van Klesch Aluminium Delfzijl, daarvoor was hij van 2009 tot 2015 directeur bij het Delfzijls bedrijf (en VNCI-lid) ESD-SIC. In die periode werd hij uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2013. Hij is bij diverse belangenorganisaties actief geweest, waaronder de VNCI en de Samenwerkende Bedrijven Eemsmond (SBE) en VNO-NCW Noord. Kรถnig is een kenner van het noordelijke bedrijfsleven.

sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers

GREEN CHEMISTRY CAMPUS

De Green Chemistry Campus heeft per 1 juni 2017 een nieuwe directeur: Petra Koenders. De afgelopen jaren stond zij aan het roer van het Center of Expertise Biobased Economy (CEBE), waarbij ze uitgebreide ervaring opdeed met het faciliteren van biobased innovaties en goed bekend raakte met het nationale en internationale netwerk. Zij volgt voormalig REWIN-directeur Paul Nijskens op. Onder zijn leiding groeide de Green Chemistry Campus uit tot een incubator die een totaaloplossing biedt voor innovatieve biobased ondernemers op het snijvlak van agro en chemie.

Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Rรถntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

50 Chemie Magazine juni 2017

toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Mirjam van der Linden ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

chemical industry.

documentation and certification.

benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the

Overview of production capabilities

Production capabilities

is a part of AD International

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability,

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen

adinternationalbv.com

Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

PROCESS DEVELOPER BESI / MECO - DRUNEN

As a part of Besi, a leading supplier of semiconductor assembly equipment for the global semiconductor and electronics industries, Meco supplies, installs and services top quality, high reliable plating systems whereby they have established an international reputation for high performance and unbeatable economy. As Process Developer you will be responsible for the development and implementation of a new or improved (electro-) chemical process, concept or design. Amongst others you will be developing and applying chemical recipies, executing feasibility studies, including analysing, statistical reviewing and verification testing of the processes. In co-operation with the customer you will guide the whole process of implementation while giving operational (process) support. Besides the required MSc. or PhD. degree in chemistry / chemical engineering and experience in a comparable function, you are able to translate complex problems into simple concepts. Being accurate and able to keep an overview while focusing on details and being hands-on comes naturally to you. Are you the team player with excellent (English) communication skills we are looking for? Interested? Then visit our website for more information.


Zomer Special 2017 Trainingen in juli/augustus voor speciale prijzen Maak gebruik van onze zomer aanbieding om tegen gereduceerde prijzen de trainingen van LRQA te volgen in de zomermaanden! Wilt u handvaten om het auditproces van uw organisatie te verbeteren? Maak gebruik van deze zomeraanbieding en profiteer van een flinke korting! We bieden de lead auditor training ISO9001:2015 en de interne audittraining ISO9001:2015 (beide open inschrijving) deze maanden extra aan. Na de zomerperiode hebben wij natuurlijk ook trainingen (open inschrijvingen) gepland staan die u kunnen helpen om uw vaardigheden te vergroten en uw doelen te bereiken.

Interne Audittraining ISO9001:2015 van € 930 voor € 795* *Voor LRQA klanten € 780

Lead Auditor training ISO9001:2015 van € 2.195 voor € 1.725* *Voor LRQA klanten € 1.695

Tijdens deze tweedaagse training leert u op een praktische en doeltreffende wijze een interne audit uit te voeren. Auditen is een vaardigheid en daarom wordt er tijdens deze training veel geoefend met cases en rollenspellen. 25 en 26 juli 2017, locatie: BCN Capelle a/d IJssel

Deze vijfdaagse training leert u uw auditvaardigheden te verbreden en te verdiepen. Daarnaast krijgt u handvaten bij het leiding geven aan auditors en een auditteam. 31 juli tot en met 4 augustus 2017, locatie: BCN Capelle a/d IJssel 21 tot en met 25 augustus 2017, locatie: BCN Capelle a/d IJssel

Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2017 en excl. BTW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.