Chemie Magazine - mei 2014

Page 1

Veilig werken in besloten ruimte

Opleiding Applied Science in lijn met transitieplan

Croda hergebruikt eigen proceswater

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 채 05 채 21 mei 2014

CHEMIEOPLEIDINGEN DOEN HET GOED


Hoe komen we aan vakmensen met verstand van zaken?

VAPRO Detachering; Dé partner die vakmensen levert met kennis én kunde!

Operators en technici die goed allround zijn opgeleid door VAPRO kunnen nu ook flexibel worden ingezet via VAPRO Detachering. De detacheringtak van Nederland’s eerste en grootste opleider van procesoperators. En omdat wij de vakmensen persoonlijk kennen vanuit de opleiding, zijn wij bovendien uitstekend in staat om mensen met kennis én kunde te matchen met uw organisatie. Nieuwsgierig naar onze aanpak? Bel met VAPRO Detachering: 035 - 677 61 60, wij vertellen u er graag meer over.

VAPRODETACHERING.NL

STERK IN VAKMENSEN


INHOUD 05 | 21 mei | 2014

18

S U

G

J

US

Uit VNCI-onderzoek naar de instroom van scheikundestudenten blijkt dat zowel op hbo- als op universitair niveau het aantal studenten fors is toegenomen. Daarnaast sluiten de curricula van chemieopleidingen in hbo en wo steeds beter aan bij de behoefte van de industrie.

VOORBEELDBRANCHE VOOR WERKEN IN BESLOTEN RUIMTES Het dodelijke ongeval in een mestsilo in Makkinga vorig jaar had wellicht voorkomen kunnen worden als de strenge veiligheidsmaatregelen uit de chemische industrie voor werken in besloten ruimtes in acht waren genomen, blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

32 mei 2014 Chemie Magazine 3


System 800xA It’s all about control

It’s a great feeling — the feeling that you get when you are in complete control of your cyber security, costs, and productivity. Take control with System 800xA version 6.

www.abb.com/800xA


INHOUD 05 | 21 mei | 2014

7

30

Chemiebedrijf Niacet in Tiel wil een goede buur zijn

40

Bij maatschappelijke controverses volstaat wetenschappelijke onderbouwing niet

7 9 15 17 18 20 26 28 30 32

44

Croda hergebruikt afvalwater dankzij ultramoderne membraanfiltratie

36 38 40 44 46

46

Multidisciplinaire opzet hbo-opleiding Applied Science in lijn met transitieplan Topsector Chemie

Voorwoord Colette Alma

Goed nieuws Evenementen

NIEUWS Novio Tech Campus krijgt iLAB-status Nieuwe opleidingen First Responder CHEMProjects pakt jeugdwerkloosheid aan

ACHTERGROND Onderwijs

Chemieopleidingen doen het goed Vereniging

Jan Willem Toering wil KNCV nieuw leven inblazen Plant Manager of the Year

De finalisten: Fieret, Van de Lavoir en Scheeren Wetenswaardig

Bayer levert dak voor WK-stadion in Brazilië Mkb

Niacet-directeur is positief over de toekomst Veiligheid

Werken in besloten ruimte Onderwijs

Nieuwe C3-voorzitter Van Meer wil imago aanpakken Uitgelicht

Recordaantal girls neemt deel aan Girlsday 2014 Communicatie

Onderzoek Rathenau Instituut Duurzaamheid

Croda hergebruikt afvalwater Onderwijs

Opleiding Applied Science in lijn met transitieplan

51 53 53 54 54 55

VNCI Nieuws Bedrijven Column: Geoffrey Schouten Mensen Volgende maand Colofon

mei 2014 Chemie Magazine 5



Voorwoord

GOED NIEUWS indelijk konden we dan het goede nieuws melden: de instroom in chemieopleidingen neemt significant toe. De jarenlange inspanning van organisaties als C3 en JetNet en de intensieve samenwerking tussen scholen, universiteiten en bedrijven hebben tot resultaat geleid. Aangemoedigd door de uitstraling van ‘Chemie is overal’, de Topsector Chemiebeurzen en vele andere initiatieven stromen jonge mensen nu in groten getale de chemieopleidingen binnen. De chemieopleidingen zelf hebben ook een verjongingskuur ondergaan en hebben de curricula beter aangepast aan de behoefte van de industrie. Ze bieden niet alleen de nieuwste fascinerende ontwikkelingen op chemisch vakgebied, maar voorzien jonge mensen ook van de vaardigheid om de verbinding te leggen met aanpalende vakgebieden, om samen te werken in multidisciplinaire teams, en om nieuwe producten als ondernemer in de markt te zetten. Daarmee creëren we een nieuwe generatie chemici en chemisch technologen, die de potentie heeft om een frisse wind te laten waaien in de chemiesector: als vernieuwende kracht binnen de bestaande industrie, als ondernemer in een

E

innovatief bedrijf, of als onderzoeker naar oplossingen voor de vele uitdagi onze maatschappij voor staat. Maar met de goede instroomcijfers v zijn we er nog niet. We zullen onze su programma’s, zoals de Topsector Ch moeten volhouden om de stroom stu stand te houden en verder te verhoge len we in gesprek moeten blijven met om de relevantie van de opleidingen s te passen aan de behoeften van de se minstens zo belangrijk, we zullen de talenten na hun studie de ruimte moe den om zich te ontplooien en hun ken vaardigheden maximaal ten nutte te voor de ontwikkeling van de sector. Dat is voorwaar geen makkelijke opg een situatie waarin de industrie het m heeft, en waar elke euro telt. Maar ál daarin slagen, dan ben ik ervan overt het succes van vandaag van grote bet zal blijken voor het toekomstig result de sector.

Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 27.5 Biomassa als grondstof voor de industrie Ontmoet de top uit de sector, deel inzichten en discussieer mee tijdens de tweede editie van dit event. De centrale vraag: hoe kan er waarde gecreëerd worden met duurzame oplossingen uit biomassa? VNCI-leden ontvangen 20 procent korting op de deelnameprijs. Locatie: RDM Campus, Rotterdam Organisatie: IRR 4.6 Is the ECHA Board of Appeal helping or hindering Reach registrants? Tijdens deze workshop Reach-evaluatie staat de ECHA Board of Appeal (BOA) centraal. Verschillende standpunten komen aan bod, ook die van de Commissie en de BOA zelf. Beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Locatie: Brussel, België Organisatie: Keller en Heckman in opdracht van Essenscia UIC en de VNCI

4/5.6 Labtechnology 2014 Vakbeurs voor professionals in het laboratorium. Op de beursvloer is de nieuwste laboratoriumtechnologie te vinden. Daarnaast is er een interessant programma, met lezingen over onder meer meetmethodieken, innovatie, labautomatisering en -inrichting. Locatie: Jaarbeurs Utrecht Organisatie: Bèta Publishers 5.6 Deltavisie 2014 Wat zijn de winnende productieketens in de Rijnmond en andere havengebieden? Hoe blijven zij overeind in het internationale geweld? En hoe kunnen industriële ketens duurzame alternatieven aanbieden en zo nieuwe markten creëren? Het evenement eindigt met de Plant Manager of the Year-verkiezing. Locatie: RDM-Campus, Rotterdam Organisatie: PetrochemPlatform i.s.m. Deltalinqs en Havenbedrijf Rotterdam

19.6 Jaarvergadering VNCI De VNCI presenteert het eerste sectorduurzaamheidsrapport van de Nederlandse chemie, creatief ontwerper en inspirator Daan Roosegaarde toont vernieuwende mogelijkheden voor verduurzaming en (chemie)bedrijven laten hun bijdrage aan verduurzaming zien. Verder onder meer bekendmaking van de Responsible Care-prijs 2014. Locatie: De Nieuwe Kerk, Den Haag Organisatie: VNCI VERGADERINGEN VNCI 22.5 WG RC Global Charter 27.5 WG Procesveiligheid 27.5 BG Innovatie 3.6 WG Arbeidshygiëne 3.6 WG Security 4.6 WG Arbeidsveiligheid 5.6 BG Energie en klimaat 10.6 WG Logistieke Veiligheid 10.6 VNCI Advocacy Team 11.6 BG VGM 19.6 WG Milieuzorg

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN mei 2014 Chemie Magazine 7


DĂŠ Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Bereken nu zelf Ăşw besparing op www.idsnl.com/besparing

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is.

NEMENT AF:

Abonnementen

ww.magzine.nu magazine/Chemiemagazine NOLN RS ROJHQV RS Nu kopen NW X YHUYROJHQV RS Afrekenen HQ Verder ZQORDG YLD www.magzine.nu GH JUDWLV

DSS ORJW X LQ PHW KHW ]RMXLVW DDQJHPDDNWH Download Magazines HQ OHHV GH ODDWVWH &KHPLH QH YLD GH NQRS Mijn Magazines

VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Actueel

JONGEREN IN DE CHEMIE BEZOEKEN TATA STEEL Op 11 april bracht het netwerk JIDC (Jongeren in de Chemie) een bezoek aan Tata Steel. Dit was de eerste bijeenkomst van JIDC die in samenspraak met de VNCI werd georganiseerd.

J

IDC is een platform gericht op young professionals die werkzaam zijn in de productie, handel, opslag en/of transport van chemische producten in Nederland en België. Het VNCI-netwerk van young professionals is afgelopen maart opgegaan in JIDC. Tijdens de eerste gezamenlijke activiteit stonden onder andere een bedrijfspresentatie van Tata Steel, een korte film over het productieproces, een rondrit over het terrein en een walking dinerr op het programma. p

DELTAVISIE 2014: WINNENDE KETENS Tijdens Deltavisie, het jaarlijkse congres van het Petrochem Platform, zal Richard Verhagen van Huntsman optreden als keynote speaker. r In zijn lezing vertelt de purchasing director Feedstock & Energyy hoe je duurzaamheid kunt realiseren door ketens slim in te zetten. Aan het eind van de congresdag wordt de Plant Manager of the Year 2014 gekozen.

K

etenefficiëntie is de sterke troef van de Europese industrie. Hoe kan zij deze kaart optimaal uitspelen als antwoord op de schaliegasrevolutie in de VS en de investeringen die daarnaartoe gaan? Deltavisie 2014, op 5 juni op de RDM Campus in Rotterdam, brengt in kaart wat de winnende productieketens zijn in de Rijnmond en andere havengebieden. Hoe blijven zij overeind in het internationale geweld, en wat kunnen andere daarvan leren?

ESD-SIC en Dow Cas König, directeur ESD-SIC en Plant Manager of the Year 2013 (PMY), vertelt over zijn doel om energie-efficiëntie op de agenda te zetten. Hij bezocht tapijtenproducent Interface in Scherpenzeel en vertelt tijdens Deltavisie wat de zero emission-doelstelling van dit bedrijf inhoudt en waarom hij daarvan onder de indruk is. Verder heeft het veiligheidsproject Safety Buddy een vervolg gekregen. Zo ging Michel Meertens (DSM, PMY 2012) afgelopen

jaar op bezoek bij Dik Schipper (Dow Benelux, PMY 2010). Ook gingen directeur Bart Leenders van Neste Oil en buurman Frank Tazelaar van de containerterminal van APM op de Tweede Maasvlakte bij elkaar op bezoek. Wat kunnen zij van elkaar en anderen van hen leren?

Masterclasses Tijdens Deltavisie zijn er diverse masterclasses, zoals over: Enlightenmentzz (energie-efficiënte oplossingen uit de Rotterdamse haven en industrie), wat chemie kan leren van ketens in de elektronica en aerospace (door hoogleraar Henk Akkermans), big data voor de industrie (onderzoekers van Ortec), goed gebruik van social media (Lisette van der Pijl van Port-Able), het belang van meer vrouwen in de haven (wethouder Korrie Louwes en het netwerk Port Angels) en de (on)mogelijkheden van groene grondstoffen (Ad de Kok van de Hogeschool Rotterdam in combinatie met diverse bedrijven).

Plant Manager of the Year Aan het eind van de dag vindt de verkiezing van de Plant Manager of the Year 2014 plaats. p Meer informatie: www.deltavisie2014.nl mei 2014 Chemie Magazine 9


MIJN PRODUCTIEPROCES STAAT STIL, WAT LEVERT DAT OP? MET ENCHARGE VAN GDF SUEZ PROFITEERT U VAN UW FLEXIBILITEIT IN ENERGIEVERBRUIK

Stilstand kan geld opleveren. Heeft uw onderneming een duidelijke piek in de energievraag of heeft u significant vermogen binnen uw bedrijfsproces dat op verzoek tijdelijk opgeschakeld of verminderd kan worden? Dan is EnCharge van GDF SUEZ waarschijnlijk interessant voor u. Kijk op www.encharge.nl voor meer informatie.

www.gdfsuez.nl/zakelijk

Milieu en Omgevingsvergunning vergt kennis m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland Breda Reduitlaan 33 - Unit 0.10 4814 DC Breda

Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming

België Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond

Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel

Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 3500 Hasselt 9032 Gent 5004 Namur

T +31 767 630 661 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be

T +32 11 223 240 info@m-tech.be

T +32 81 226 082 info@m-tech.be

www.m-tech-nederland.nl


Actueel

SOLAR-JET MAAKT KEROSINE UIT ZONLICHT Het Europese innovatieproject Solar-Jet is erin geslaagd om door middel van geconcentreerd, gesimuleerd zonlicht kerosine te maken. Het licht veroorzaakt warmte die CO2 en water omzet in koolmonoxide en waterstofgas. Dit syngas kan vervolgens worden omgezet in brandstoffen zoals kerosine en benzine. Deze zijn dan zonder problemen in bestaande motoren te gebruiken.

S ALGEN ZUIVEREN AFVA V LWA WATER YARA Kunstmestfabrikant Yara in Sluiskil is een proef gestart waarbij algen het afvalwater zuiveren. De algen eten reststoffen zoals CO2, stikstof en mineralen op en maken het afvalwater zo schoner.

Y

ara gebruikt dagelijks zo’n 600.000 liter water. Ongeveer een zevende daarvan blijft over als afvalwater. Het wordt grotendeels geloosd in het kanaal van Gent naar Terneuzen. In de proef wordt getest of het technisch en economisch mogelijk is om dit afvalwater te zuiveren met behulp van algenkweek in een open bassin. Volgens Yara eten de algen de reststoffen binnen enkele dagen op. De komende twee jaar moet blijken of dat werkelijk zo is en of het proefproject kansrijk genoeg is voor vervolginvesteringen vanuit het bedrijfsleven.

olar-Jet gebruikt voor het project een reactor die is ontwikkeld aan de ETH in Zürich en die gebruikmaakt van de gevoeligheid van ceriumoxide voor zeer hoge temperaturen. Voor omzetting naar brandstof maken de onderzoekers gebruik van het Fischer-Tropsch-proces. Dit proces zet de geproduceerde gassen met een katalysator om tot een vloeibare brandstof. Er is nog maar één glas zonne-kerosine geproduceerd in het laboratorium, maar dit betekent toch een doorbraak volgens de onderzoekers. “Met dit bewezen concept zetten we een belangrijke stap naar vrijwel onbeperkte, duurzame brandstoffen in de toekomst”, aldus projectcoördinator Andreas Sizmann. p

De ETH-reactor (midden) concentreert het licht en leidt het naar het ceriumoxide.

In het project werkt Yara samen met Evides, AlgaSpring, Sagro en de sociale werkvoorziening Dethon, die algen gaat oogsten. Het algenproject past binnen de tranche Biobased Economyy van de Economische Agenda 2013-20155 van de provincie Zeeland. Het stimuleert de ontwikkeling van nieuwe biobased activiteiten op basis van algen in de Kanaalzone. Provincie Zeeland steekt 300.000 euro in het project. In totaal bedragen de kosten circa 1 miljoen euro. p

NOVIO TECH CAMPUS KRIJGT ILAB-STATUS Novio Tech Campus in Nijmegen ontving op 17 april de status van iLab (InnovationLab) van de Topsector Chemie. De campus, sinds oktober vorig jaar operationeel, biedt aan ruim vijftien bedrijven laboratoriumruimte en huisvesting. ILab Nijmegen heeft nu twee vestigingen met een iLab-status. In 2011 werd op de Radboud Universiteit het eerste iLab in Nederland geopend.

E

en iLab faciliteert ondernemers (veelal startups en spin-offs van kennisinstellingen) met laboratoriumruimte en apparatuur en ondersteunt hen bij zaken als het opstellen van een gezond bedrijfsplan, het beschermen van hun idee of het verwerven van kapitaal. “We hebben de infrastructuur en expertise om jonge bedrijfjes op weg te helpen”, zegt John Schalken, program-

madirecteur van SMB Life Sciences, een dochter van het Radboudumc, die op de campus hoogwaardige (flex)labfaciliteiten verhuurt en begeleidingstrajecten aanbiedt voor starters en jonge bedrijven. “En door meetings te organiseren om ervaringen en kennis te delen, ontstaat de gewenste kruisbestuiving die nodig is om innovaties aan te jagen.” De Topsector Chemie wil de innovatiekracht van middelgrote en kleinere bedrijven vergroten en versnellen en de slaag- en groeikansen voor startende en groeiende bedrijven verbeteren. ILabs zijn hierbij een belangrijk instrument. Inmiddels ligt er een netwerk van zes iLabs in Nederland. p Meer informatie: www.noviotechcampus.com mei 2014 Chemie Magazine 11


Forwarding is our passion. Since 1879.

LESCHACO – your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental logistics with responsible care for the chemical industry.

Leschaco Nederland B.V. Hoogvlietsekerkweg 164 NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet

phone (31) 10.7541 600 | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

GEVAARLIJK GOED VERPAKT?! CarePack Holland heeft het grootste assortiment UN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen. monsterverpakkingen

medische verpakkingen

vaten

dozen, standaard maten

transportbakken

palletboxen

dozen, op maat

jerrycans

essen

4GV-dozen

blikken

zakken

Douglassingel 25 Schiphol-Rijk | The Netherlands | +31 (0)20 3540787 | Info@carepack.nl

www.carepack.nl


TWI TTER FOTO: SHUT TERSTOCK

TU Delft @tudelft Heeft Walter White chemie populair gemaakt? Morgen is de uiterste inschrijfdatum

Tata Steel Jobs NL @TataSteelJobs RT Indrukwekkend, spectaculair en interessant... horen wij vaker ;-) @vnci Chemie Jongeren #JIDC bezoeken #TataSteel

RICHTLIJN STEIGERS AFGESTEMD OP PRAKTIJK CHEMISCHE INDUSTRIE

Samira Bouhadou @SamiraBouhadou Leuke baan als Chemisch Analist in Friesland! http://bit.ly/1u7N2iF

De VNCI heeft in nauw overleg met de Vereniging van Steigerbouwers (VSB) de Richtlijn Steigers afgestemd op de praktijk in de chemische industrie. De oorspronkelijke richtlijn was met name bedoeld voor de civiele bouw en week op een aantal punten fundamenteel af van de steigerbouw bij chemische bedrijven.

C2W @Chem2W VNCI-directeur Colette Alma toont bewonderenswaardige zelfbeheersing tijdens radiogesprek met Giel Beelen: http://bit.ly/1jdp1BT

TienerFeiten @TienerFeiten Als er chemie is tussen 2 personen, kunnen ze communiceren met hun ogen zonder ook maar 1 woord te zeggen

L. Van Nistelrooij @LvNistelrooij @JKutterink @pvklinken @johanaalberts kansen zijn er zeker. Chemische industrie moet niet terugtrekken uit nieuwe ontwikkelingen. #CDA7

Stichting C3 @StichtingC3 De dochter van Diane Wessels maakte van haar spreekbeurt een leerzame les over chemie. Lees verder: http://bit.ly/1m6eyrk

‘D

e in maart van dit jaar geactualiseerde Richtlijn Steigers houdt veel meer rekening met de manier waarop de chemische industrie steigers gebruikt”, vertelt Bert Zandvoort, coördinator van de masterclass veiligheid Zuidwest-Nederland van de Brabants-Zeeuwse werkgeversvereniging. “Zo gaat het in de bouw veelal om vierkante constructies, terwijl er in de chemische industrie veel meer verschillende objecten zijn, zoals tanks, destillatietorens en reactievaten. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de manier waarop je een steiger bouwt en de regels waaraan ze moeten voldoen. Het bouwen, afbreken en werken op steigers is, in tegenstelling tot de bouw, onderhevig aan werkvergunningen. Daardoor is de betrokkenheid en kennis van de opdrachtgever rond het gebruik van steigers van belang.”

Inspectiefrequentie Bovendien zijn steigers op bouwprojecten vaak van tijdelijke aard, terwijl ze in de industrie soms maandenlang staan opgesteld. Daarom is het niet nodig iedere veertien dagen te inspecteren, zoals in de bouw het geval is. Verder is in de geactualiseerde richtlijn de terminologie afgestemd op de taal van de industrie. Zo wordt er bijvoorbeeld niet meer over een gevelsteiger maar over een objectsteiger gesproken. Daarnaast is rekening gehouden met specifieke industriewensen op het gebied van aarding en verankering.

Erkend diploma Steigerbouwers moeten bovendien vanaf 1 januari 2017 over een door de overheid en branche erkend diploma beschikken. Ook moeten ze iedere vijf jaar met goed gevolg een examen afleggen. “In het Centraal Diploma Register dat de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) hier speciaal voor open heeft gesteld, kunnen opdrachtgevers zien of aan deze eis is voldaan”, aldus Zandvoort. De Vereniging van Steigerbouwers hoopt zo eens en voor altijd een einde te maken aan de wildgroei en fraude met pasjes en certificaten. p Meer informatie en bestellen: www.richtlijnsteigers.nl mei 2014 Chemie Magazine 13


Sinds 1945 produceert en levert Fike wereldwijd veiligheidsproducten voor de procesindustrie. Zowel explosiebeveiligingsapparatuur als systemen voor brandbestrijding, -detectie en -controle. Fike staat garant voor onderscheidend betrouwbare oplossingen die de verwachtingen van haar prestigieuze klanten veelal overstijgen.

De breekplaat die het verschil maakt De Fike breekplaat is voor sanitaire toepassingen het meest betrouwbaar gebleken en voldoet aan de strengste hygiëne-eisen. Het is de enige breekplaat met een volkomen gladde proceszijde zonder inkervingen en groeven.

Fike Europe Toekomstlaan 52 2200 Herentals, België T +32-14-210031 F +32-14-210743 Ä RL L\YVWL@Ä RL JVT

Vraag de gratis White Paper ”Sanitairy Connections in pressure relief” nu aan. Stuur een email naar jan.heijnen@Fike.com

Een stap in jouw carrière maken? Ga dan voor de opleiding HVK en/of AH Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit! • docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • PHOV al 20 jaar toonaangevend in veiligheidskunde 23 september 2014 (avondopleiding): Arbeidshygiëne, Hogere Veiligheidskunde, Hogere Veiligheidskunde en Arbeidshygiëne gecombineerd

“PHOV al 25 jaar een begrip in veiligheidskundig onderwijs”

Al afgestudeerd HVK’er of AH’er? Volg dan: 15 september 2014 (avond): Specialisatie Hogere Veiligheidskunde voor AH’ers 22 september 2014 (avond): Specialisatie Arbeidshygiëne voor HVK’ers

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl


Veiligheid g

CURSUS MANAGEN VGM VOOR BRZOBEDRIJVEN

FOTO: NATIONALE BEELDBANK

Op 16 juni start de basiscursus Managen VGM van stichting PHOV. Deelnemers leren om in de praktijk op juiste wijze invulling te geven aan de (eind-) verantwoordelijkheid voor het vormgeven, implementeren en uitvoeren van VGM-beleid. De cursus is bedoeld voor operationeel managers van productie-units van BRZO- en Ariebedrijven.

E NIEUWE OPLEIDINGEN FIRST RESPONDERS IN 2015 VAN START De VNCI heeft samen met het NIBHV en IFV nieuwe opleidingen voor First Responders in bedrijfsnoodorganisaties in de chemie opgezet. “Doel is om met name hulpverleners van ondernemingen die niet over een bedrijfsbrandweer beschikken de juiste kennis en vaardigheden mee te geven om op basis van de specifieke risico’s een incident adequaat te bestrijden”, aldus Paul Toonen van het NIBHV.

‘D

e VNCI heeft behoefte aan structuur en duidelijkheid op het gebied van opleidingen die vallen tussen bedrijfshulpverlenings- en aangewezen-bedrijfsbrandweeropleidingen”, zegt opleidingskundig adviseur Paul Toonen van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV). Om die reden starten per 2015 nieuwe modulaire opleidingen voor First Responders in bedrijfsnoodorganisaties (BNO) in de chemie. De VNCI wil daarmee een bijdrage leveren aan het vergroten van de veiligheid. “De chemische industrie telt nogal wat bedrijven die net niet onder de Wet op de veiligheidsregio’s vallen, maar wel een vergelijkbare noodhulpstructuur moeten opzetten”, vertelt Toonen. “Deze bedrijven vallen onder de Arbowetgeving, die onder meer voorschrijft dat ze door middel van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) de verschillende risico’s in kaart brengen. Bij een overheidscontrole moeten ze aantonen dat ze over de juist opgeleide medewerkers beschikken, die een incident adequaat kunnen bestrijden. Het NIBHV en

het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV) spelen daar met de nieuwe modulaire opleidingen voor First Responders op in. Daarbij werken wij in de projectgroep samen met de VNCI en de Stichting Calamiteitenbeheersing in Bedrijven en Organisaties.”

Maatwerk Toonen benadrukt dat de nieuwe opleidingen zijn geënt op de incidentenscenario’s van de betrokken ondernemingen. “Het gaat om maatwerk waarbij de First Responders onder meer leren om met de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om te gaan. Na hun opleiding kunnen en mogen ze meer dan basis bhv’ers, zoals het gebruik van adembeschermingsapparatuur en chemicaliënpakken. Op basis van de risico’s en incidentenscenario’s kunnen bedrijven de juiste modules uit het opleidingsaanbod kiezen, zodat ze hun First Responders op maat kunnen opleiden. De opleidings- en oefensystematiek is gericht op de competenties die ze op hun eigen werkplek nodig hebben.” De nieuwe opleidingsstructuur voorziet ook

xcellente uitvoering van het beheerssysteem Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) is een van de kernelementen van het VNO-NCW-initiatief Veiligheid Voorop. De VNCI geeft via het actieplan Veiligheid Voorop invulling aan een ‘Excellente implementatie van het veiligheidsbeheerssysteem’ met de hoofdpunten: continue verbetering van de kwaliteit van het systeem en uitvoering daarvan, meten van de prestaties, versterken van competenties. De cursussen Managen VGM leveren een bijdrage aan het versterken van deze competenties. De cursussen zijn op verzoek van en in overleg met de VNCI ontwikkeld door het samenwerkingsverband Chorda en Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV). p Meer informatie: www.phov.nl

in het op peil houden van de vakbekwaamheid van de First Responders. Zo wordt in het registratiesysteem van het NIBHV niet alleen het behaalde persoonscertificaat opgenomen, maar ook de geoefendheid op de werkplek. Daarnaast zijn de verschillende partijen momenteel bezig met de ontwikkeling van een nieuw certificeringssysteem. Daarmee kunnen opleiders worden geaccrediteerd voor het op maat aanbieden en examineren van de opleidingen First Responder bedrijfsnoodorganisatie. Onafhankelijke audits zorgen voor de kwaliteitsborging van de examens. Persoonscertificering waarborgt de kwaliteit van de opgeleide cursist. “Het grote voordeel van deze systematiek is dat bedrijven bij een overheidscontrole kunnen aantonen dat zij hun zaken op orde hebben”, aldus Toonen. p mei 2014 Chemie Magazine 15


Energiek met Energie

Oplossend vermogen dat er toe doet!

Debbemeerstraat 25 | 2131 HE Hoofddorp +31(0)23 5680080 | info@getec-benelux.eu | getec-benelux.eu


Onderwijs

JEUGDWERKLOZEN WEER AAN DE SLAG Door jongeren een korte en gedegen opleiding te geven binnen de vaktechniek wil CHEMProjects bijdragen aan het oplossen van de jeugdwerkloosheid. Tegelijkertijd biedt het een oplossing voor het tekort aan jong technisch personeel. In Rotterdam start een pilot gericht op koelmonteurs. Tekst: Emma van Laar

‘H

et is zonde dat jongeren zonder werk en ook zonder uitkering thuiszitten, terwijl we ze heel goed kunnen gebruiken binnen de vaktechniek”, vertelt Paul Heinerman van CHEMProjects, de tak van CHEMGroep BV in de Rotterdamse Botlek die leer- en werktrajecten aan jongeren aanbiedt. Zo ontstond het idee voor een korte technische opleiding gericht op de praktijk. “Binnen één of twee maanden hebben ze de kennis, kunde en vaardigheden die nodig zijn om een vak binnen de techniek uit te voeren”, stellen Heinerman en zijn collega’s Wubbo van der Roest en Kik Verhoeven. Het initiatief van CHEMProjects trekt veel belangstelling. In Rotterdam loopt een pilot voor de opleiding tot koelmonteur. “De gemeente Rotterdam heeft een groep jongeren geselecteerd voor de pilot. Half mei is de eerste klas gaan draaien”, zegt Verhoeven. “Andere gemeentes zijn ook geïnteresseerd en wachten met spanning de pilot af. Verloopt het goed dan gaan we het verder uitrollen.” (zie kader)

Bij de jongeren wordt een persoonlijkheids-, intelligentie- en drijfverentest afgenomen, zodat er een duidelijk profiel van de kandidaten is. De jongeren leren intern van echte vakspecialisten uit het bedrijfsleven het vak, zodat ze per direct operationeel inzetbaar zijn op de werkvloer. Maar voordat ze de praktijk in gaan komen onderwerpen als houding bij tegenslag, presentatie en communicatie aan bod, evenals ‘mental attitude training’. “Ze worden gemotiveerd om het beste uit zichzelf te halen”, zegt Heinerman. “Met de verschillende tests vooraf verwachten we de gebruikelijke uitval van 50 procent, die we nu kennen binnen de sector, terug te kunnen brengen naar 15 procent. Dit leidt natuurlijk tot een flinke kostenbesparing.”

Leermeester De leerlingmonteur wordt afgeleverd bij een bedrijf dat van tevoren heeft aangegeven nieuwe monteurs te willen hebben. Daar zal een persoonlijke leermeester hem een jaar lang ondersteunen. Heiner-

PROJECT UITBREIDEN NAAR ANDERE VAKGEBIEDEN CHEMProjects richt zich op opleidings-, leer- en werktrajecten in verschillende branches: havenbedrijf, bouw, grond-, weg- en waterbouw, transport en logistiek, metaal en industrie, safetybranche en afval en milieu. De volgende stap in het project zal zijn om jeugdwerklozen ook naar andere vakgebieden dan de koeltechniek te laten uitstromen. CHEMProjects praat naast met bedrijven ook met gerenommeerde opleidingspartners over samenwerking, zoals met het ROVC in Ede. “We hebben echter ook politieke ondersteuning nodig”, zegt Van der Roest. “Inmiddels hebben we reacties van PvdA, VVD en SP; ze gaan kijken wat ze voor ons kunnen doen.”

man: “Het lukt bedrijven vaak niet om ervaren krachten vrij te maken om leerlingmonteurs te begeleiden. Daarom hebben we gekozen om enthousiaste ex-vaktechniekers van boven de vijftig jaar de jongeren bij te laten staan. Het unieke van ons project is dat wij het hele traject aanbieden: testen, opleiden en begeleiding bij het stage- en werktraject bij de klant.” p mei 2014 Chemie Magazine 17

FOTO: TECHNIEKBEELDBANK.NU

CHEMProjects slaat twee vliegen in één klap


VNCI-ONDERZOEK: MEER CHEMIESTUDENTEN EN BETERE AANSLUITING BIJ PRAKTIJK

MISMATCH INDUSTRIE EN ONDERWIJS LOST OP De media sprongen begin mei massaal op de uitkomsten van het VNCI-onderzoek naar de instroom van scheikundestudenten. De inventarisatie bracht aan het licht dat zowel op hbo- als op universitair niveau het aantal studenten fors was toegenomen. Daarnaast sluiten de curricula van chemieopleidingen in hbo en wo steeds beter aan bij de behoefte van de industrie. Tekst: Jos de Gruiter

J

ohn van der Willik herkent de cijfers uit het recente VNCI-onderzoek naar de instroom van scheikundestudenten en kan ze ook verklaren. Hij is directeur van het cluster Techniek aan de Hogeschool Leiden (8000 studenten) en hij werd in september 2011 voor een periode van vier jaar benoemd tot lid van het Topteam Chemie. “De afgelopen tien jaar is er aandacht voor techniek en chemie gevraagd”, blikt de van oorsprong bioloog terug. “De campagnes gaan nu vruchten afwerpen. Bovendien merk ik dat ouders van studenten meer dan in het verleden de vraag stellen of een studie opleidt voor een baan. Zeker sinds de start van de crisis in 2008 speelt dat een grotere rol. De derde factor is het feit dat het kabinet chemie tot Topsector heeft gebombardeerd.”

Breaking Bad Een groot artikel in De Telegraaf legde nog een andere link: het succes van de televisieserie Breaking Bad, waarin scheikundeleraar Walter White de drug crystal meth gaat produceren. “Flauwekul”, denkt Van der Willik. “Ik hoor geen enkele student die link leggen. Televisieprogramma’s spelen hooguit een kleine bijrol als de keuze voor een studie aan de orde is.” VNCI-directeur Colette Alma plaatste eerder ook al vraagtekens bij de veronderstelling van de wakkere ochtendkrant. In het ochtendprogramma van Giel Beelen op Radio 3FM merkte ze op dat in de chemie geen drugs worden gemaakt, maar dat er desondanks interessante banen zijn te vinden in de sector. Het VNCI-onderzoek leert dat zich vorig jaar voor de 18 Chemie Magazine mei 2014

traditionele chemieopleidingen scheikundige technologie en algemene scheikunde in totaal 392 studenten inschreven. Zij zorgden daarmee voor 26 procent van de totale instroom, gevolgd door life science and technology met 19 procent en biomedische technologie met 16 procent. De multidisciplinaire opleiding advanced technology aan de Universiteit T Twente laat de grootste stijging zien: 97 procent ten opzichte van 2009. Op nummer twee volgt life science and technology aan de TU Delft met een stijging van 95 procent. Daarna volgt de opleiding scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen met een stijging van 74 procent. TU Eindhoven en de Universiteit Twente laten de sterkste stijging voor alle bacheloropT leidingen chemie zien (respectievelijk 58 en 48 procent). Voor 1 mei 2014 hebben zich in totaal 66.000 studenten aangemeld. Dat is 5 procent meer dan vorig jaar. De instroom in de hbo-opleidingen chemie en chemische technologie is de laatste vijf jaar met 33 procent toegenomen. De instroom bij de chemiegerelateerde hbo-opleidingen applied science, biotechnologie, bioinformatica, milieukunde en biologie & medisch laboratoriumonderzoek nam de laatste vijf jaar met 28 procent toe. Het totaal aantal inschrijvingen voor een hbo-opleiding is dit jaar met 105.095 even groot als vorig jaar.

Sexy opleidingen “Een van de overwegingen om het onderzoek te starten was omdat we antwoord wilden krijgen op de vraag of de zogenoemde ‘harde chemieopleidingen’ nog wel stand hielden”, vertelt speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie Nelo Emerencia van de VNCI. “Veel universie


Onderwijs Melanie Balhuizen begon in 2012 aan de Universiteit Utrecht met een Topsector Chemiebeurs.

DUALE EN DEELTIJDSTUDIE OP STERVEN NA DOOD Hbo-directeur Van der Willik ziet weinig toekomst voor deeltijd- en duale opleidingen op hbo- en mbo-niveau. Hij ziet ze zelfs binnen drie jaar verdwijnen. “Werkgevers zijn niet bereid om duaal studeren mogelijk te maken en een deeltijdstudie in combinatie met een baan blijkt vaak te zwaar. Je ziet het ook aan de studentenaantallen: in heel Nederland studeren 116 jongens en meisjes in deeltijd en zijn er 70 duale studenten. Daarnaast is er ook geen belangstelling vanuit de chemie voor zogenoemde associate degree-opleidingen aan hogescholen. De opleidingen aan InHolland en Hogeschool Utrecht zijn dan ook stopgezet.�


KANS OP WERK VERSCHILT PER RICHTING De chemie is blij met de toegenomen belangstelling van studenten voor chemie- en chemiegerelateerde opleidingen. En hoewel de uitstroom lang niet gelijk is aan de instroom – eenderde tot de helft haakt onderweg af of wisselt van studie – zal de hogere instroom tot meer afgestudeerden leiden. Zij zijn hun studie onder meer begonnen omdat een bul of diploma op het terrein van de chemie een grote kans op werk zou betekenen, maar is dat in de praktijk ook het geval? Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (Universiteit Maastricht) voorspelt elke twee jaar hoe de arbeidsmarkt er over vijf jaar zal uitzien. Het ROA vertaalt dat in een ranglijst van studies en hun uitzicht op werk. Zo biedt een wo-studie tandheelkunde de beste kans op werk in 2019. In de ranglijst volgen daarna wo-elektrotechniek en wowerktuigbouwkunde. Op de vijfde plaats staat de hbo-opleiding chemische technologie. Van der Willik: “Dat laatste geldt ook voor een universitair opgeleide scheikundig technoloog. In die richting heb je een baan. Punt. Op andere gebieden is het beeld wisselend. Met scheikunde op universitair of hbo-niveau en in de analytische chemie heb je grote kans op werk. In de organische synthese is het weer moeilijker, in katalyse makkelijker. Zoek je het in de richting van moleculaire levenswetenschappen of biomedische technologie, dan wordt het weer lastiger. Dat zijn de chemiegerelateerde opleidingen die procentueel sterker zijn gegroeid en waarnaar minder vraag is.”

20 Chemie Magazine mei 2014

‘Behoefte aan brede kennis, maar harde chemieopleiding houdt gelukkig stand’

teiten en hogescholen hebben de afgelopen jaren sexy opleidingen gecreëerd om de collegebanken vol te krijgen. Dat gebeurde op zo’n schaal dat wij ons afvroegen of de kern-chemieopleidingen nog wel voldoende aandacht kregen. Per slot van rekening heeft de industrie ook behoefte aan ingenieurs met een gedegen kennis op het gebied van procestechnologie. Gelukkig hebben de resultaten van het onderzoek die ongerustheid kunnen wegnemen.” Daarnaast heeft de chemische industrie in toenemende mate wel degelijk behoefte aan wo- en hbo-ingenieurs met kennis op aanpalende vakgebieden en met vaardigheden op het terrein van communicatie, benadrukt hij. “Ik noem het een minimum awareness levell waar het gaat om aanpalende disciplines. Het is in de toekomst haast een noodzakelijkheid dat een ingenieur met een opleiding algemene chemie en een baan in de organische chemie, tevens kennis heeft van biochemie of toepassingen van organische chemie in life science. Of dat tijdens de opleiding een minimale kennis wordt bijgebracht van bedrijfseconomie, financiën, marketing en rendement. Ik noem maar een paar voorbeelden. En tot slot is het van belang dat de toekomstig ingenieur beschikt over een aantal persoonlijke vaardigheden, bijvoorbeeld op het terrein van communicatie. Vroeger was het geen probleem als een ingenieur uitsluitend zijn vakgebied beheerste. In toenemende mate wordt van hem gevraagd dat hij zijn vakkennis goed over het voet-


Onderwijs j

CHEMIE STAAT AAN BEGIN VAN PENSIONERINGSGOLF Vorig jaar presenteerde de VNCI de resultaten van onderzoek naar de personele gevolgen van uitstroom, vergrijzing en uitbreiding in de sector. Daaruit bleek dat de chemie in 2020 een tekort vreest van bijna 20.000 mbo’ers, ruim 4000 hbo’ers en 5000 academici in de chemie en procesindustrie. Een gedeelte van dit probleem wordt veroorzaakt doordat veel afgestudeerde scheikundigen niet in de chemie gaan werken, maar zelfs als alle gediplomeerde chemici in de sector gaan werken, is er nog sprake van een tekort op alle niveaus. Om studenten te stimuleren chemie te studeren, is onder meer de Topsector Chemiebeurs in het leven geroepen. “De gevolgen van vergrijzing zullen de komende jaren overal te zien zijn, maar het verschijnsel speelt in hoge mate in de chemische industrie”, zegt VNCI-speerpuntmanager Emerencia. “In onze sector is de loyaliteit van mede-

licht kan brengen, zodat er over de grenzen van dat gebied heen begrip ontstaat en er verbindingen gelegd kunnen worden, synergie kan ontstaan.” De VNCI noemt het in een persverklaring ‘van groot belang’ dat de kwalitatieve mismatch tussen industrie en onderwijs verdwijnt. “Chemiebedrijven kampen vaak met het probleem dat zij niet de juiste mensen vinden voor innovatieve activiteiten”, aldus het bericht. “Zij zijn daardoor gedwongen productietakken weg te halen uit Europa. De groei van de chemische industrie in Nederland en Europa vindt steeds meer plaats in zogenoemde nichetoepassingen die gebaseerd zijn op nieuwe technologieën, processen en grondstoffen.”

Afgestudeerde op maat Uit het onderzoek blijkt een toenemende belangstelling voor de basis chemieopleidingen en voor chemieopleidingen die naast technologische kennis ook kennis bijbrengen op aanpalende gebieden zoals natuurkunde, economie en ondernemerschap. Ook worden bij alle chemie-opleidingen steeds vaker sociale, persoonlijke en businessvaardigheden bijgebracht. De VNCI zegt blij te zijn met dit diverse aanbod van chemici. “Voor de verschillende nichemarkten en technologieën is een breed palet van mensen nodig voor de ontwikkeling van de innovatieve industrie in Nederland om het voortbestaan van de industrie in Nederland te verzekeren.” Van der Willik (Hogeschool Leiden) heeft begrip voor die

werkers erg groot. Daardoor is de gemiddelde leeftijd hoog. Over een aantal jaren zal een kwart van het medewerkersbestand met pensioen gaan. Dat gebeurt niet in één keer, maar gaat geleidelijk. Het begin daarvan wordt langzaamaan zichtbaar.” Hij hoopt dat bedrijven zich voldoende bewust zijn van die ontwikkeling. “Zeker in crisistijd is de focus in eerste instantie gericht op overleven. De cijfers moeten kloppen. Maar de vervangingsvraag komt snel op de bedrijfstak af. Daarnaast zit de chemie in een transitieproces. Nieuwe technologieën moeten bestaande en nieuwe markten gaan bedienen om substantiële groei te krijgen. Dat proces begint klein, maar zal een steeds grotere omvang krijgen. Nieuwe medewerkers moeten de capaciteiten en kwaliteiten hebben om dat proces mede te sturen.”

wens en wordt er in de praktijk op uiteenlopende wijzen mee geconfronteerd. “De ene werkgever gaat ervan uit dat aanvullende behoeften in het eigen bedrijf worden bijgebracht, een ander is van mening dat het in de opleiding had moeten gebeuren, maar tekortkomingen zien ze altijd en die zullen er altijd blijven. We leveren bijvoorbeeld een prima opgeleide student af en wat zegt de werkgever: wij doen veel zaken met China, jammer dat hij weinig kennis heeft van de Chinese cultuur. Of: hij is een prima ingenieur, maar jammer dat hij niet meer specifieke kennis heeft van oplosmiddelen. Iedereen wil een afgestudeerde op maat.” Volgens Van der Willik heeft het hbo op dat vlak een voorsprong op het wetenschappelijk onderwijs. “Studenten in de hoogste klassen van het mbo en hbo lopen stage in een bedrijf en maken daardoor al tijdens de opleiding kennis met de specifieke behoeften van het bedrijfsleven in het algemeen en het bedrijf waar hij stage loopt in het bijzonder. Ik kan me voorstellen dat academici tijdens hun studie meer in de universitaire en onderzoekswereld actief zijn en daardoor niet organisch met de behoefte van het bedrijfsleven worden geconfronteerd.” VNCI-speerpuntmanager Emerencia bevestigt die analyse: “In veel chemieopleidingen op hbo-niveau komen studenten tijdens hun stage op plaatsen waar de handen uit de mouwen moeten. Een wo-student heeft dat in veel mindere mate. Maar ik durf te voorspellen dat dat verschil gaat verdwijnen. Van wo-studenten zal in toenemende mate worden gevraagd dat ze zich verdiepen in zaken die met de winstgevendheid en continuïteit van een bedrijf te maken hebben.” p mei 2014 Chemie Magazine 21


“…een prettige club met gedreven, enthousiaste en loyale mensen.”

JAN-WILLEM TOERING DIRECTEUR BEROEPSVERENIGING CHEMICI

‘GAMMAMAN’ WIL KNCV NIEUW LEVEN INBLAZEN


Vereniging

Mr. drs. Jan-Willem Toering werd op 1 maart directeur van het bureau van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging. Toering heeft weliswaar geen chemische achtergrond, maar was opmerkelijk genoeg jarenlang bestuurslid van de organisatie. De ‘gammaman in bètaland’ wil zijn vereniging nieuw leven inblazen. Tekst: Jos de Gruiter

W

ie het cv van de nieuwe directeur (‘gehuwd, twee jongens’) van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) leest, zal zich achter de oren krabben. Wat te denken van het volgende: Jan-Willem Toering was stafofficier voorlichting/adjudant commandant Zeemacht Caraïbisch Gebied bij de Koninklijke Marine. Hij was werkzaam bij de Rijksvoorlichtingsdienst en verzorgde de communicatie rond publieke optredens van het Koninklijk Huis. En om het raadsel compleet te maken: Toering leidt een familiebedrijf in de interieurinrichtingbranche. Meteen maar met de deur in huis vallen dus: hoe komt een meubelverkoper in de directie van een club die chemici verenigt?

“Ik ben een uitgesproken gammaman, met mijn studies rechten en bedrijfseconomie en een loopbaan in communicatie en die loopbaan bracht me op enig moment bij chemieconcern BASF, waar ik hoofd communicatie en lid van het managementteam werd. Daar heb ik de wereld van bèta’s en chemici leren kennen en ik moet zeggen dat ik me er geweldig in thuis voelde. Op zeker moment, zo rond de eeuwwisseling, ben ik op voordracht van president-directeur Harry de Vries van BASF bestuurslid van de KNCV geworden. Ik vond het een prettige club met gedreven, enthousiaste en loyale mensen, die bereid bleken om me in te wijden in de wereld van de chemie. Dat leidde er onder meer toe dat ik na mijn vertrek uit het bestuur tot de dag van vandaag het jaarverslag ben blijven verzorgen.” En de meubelbranche?

“Dat is een verhaal apart. Mijn ouders hadden een interieurzaak. Mijn vader werd ziek, waardoor ze voor de keuze kwamen te staan: verkopen of de leiding overdra-

BEROEPSVERENIGING KNCV De KNCV V is de beroepsvereniging voor mensen die werkzaam zijn in de chemie, life sciences, procestechnologie en (bio)moleculaire wetenschappen. Doel van de organisatie is het vergroten van de (vak)kennis van haar leden, bevordering van contacten tussen leden onderling en behartiging van hun belangen. Daarnaast maakt de KNCV V zich hard voor een goede beeldvorming van de chemie. De club telt zo’n achtduizend leden. Meer informatie: www.kncv.nl

gen aan een familielid. We zijn erop uitgekomen dat ik de zaak ging leiden. Een uitdagende klus, maar na een aantal jaren heb ik de dagelijkse leiding in handen van een ander gegeven en ben ik op enige afstand betrokken. Wel draag ik nog de verantwoordelijkheid voor het geheel.” Hoe anders is de KNCV die u nu aantrof dan de organisatie die u tien jaar geleden als bestuurslid verliet?

“De KNCV stond er destijds stralend bij. We hadden de uitgeefpoot Bèta Publishers opgericht, het ledenbestand nam toe en er heerste een sfeer van optimisme. Verder was het lidmaatschap van de club vanzelfsprekend en had de KNCV gezag. Nu trof ik een vereniging aan die een beetje in een isolement was geraakt. Er werden minder initiatieven ontplooid, Bèta Publishers was failliet en het ledenbestand was weliswaar niet dramatisch afgenomen, maar er was wel sprake van vergrijzing. Bovendien was het lidmaatschap niet meer vanzelfsprekend.”

‘We moeten af van klant-leverancierrelatie r met onze leden’ U schetst een zorgwekkend beeld. Dat laatste is overigens een probleem waarmee elke vereniging te kampen heeft.

“De heersende gedachte is dat mensen zich bij de keuze voor een lidmaatschap in eerste instantie laten leiden door de vraag ‘what’s in it for me?’ Maar tegen die gedachte verzet ik me. Je legt je dan neer bij het idee dat er in verenigingen sprake moet zijn van een klant-leverancierrelatie omdat de leden anders weglopen. Volgens mij werkt dat niet meer. Je kunt producten en diensten met korting aanbieden, maar er is op dat vlak niets meer wat je via internet niet nóg goedkoper kunt krijgen. Dus begin er niet aan. Ik zoek naar binding tussen leden die is gebaseerd op hun gezamenlijke achtergrond: hun passie voor chemie, voor moleculen en wat daarmee te maken heeft. Dat is niet iets nieuws, maar ik wil wel onderzoeken of we het bestaande niet kunnen verbeteren door naar de vorm te kijken. Er is veel interessants beschikbaar binnen de KNCV en ik zou het gesprek willen aangaan over de vraag of een betere benutting ervan mogelijk is.” e mei 2014 Chemie Magazine 23


Waaraan denkt u dan?

“Ik zou in zijn algemeenheid meer de breedte willen zoeken. Tot nu toe is de KNCV vooral ge ericht op het vakgebied chemie. Op dat vlak worden onzze initiatieven ontwikkeld. Maar het ledenbestand besstaat uit meer dan hardcore chemici. Ik zou meer sam menwerking met andere partijen in de moleculaire wetenschappen willen zoeken.” Zoals?

“Ik denk dan aan partijen in de biotechn nologie, de biologie, de agro-foodsector, maar ook in he et mkb. Ik ben ervan overtuigd dat de innovatie in Ned derland moet komen van kleine bedrijfjes en clusterss van zulke bedrijfjes. In die bedrijven werken vaak k chemici die alles van hun vakgebied weten, maar minderr goed op de hoogte zijn van zakelijke, financiële en jjuridische aspecten van het ondernemerschap. Hoe ma aak ik een goed businessplan, bijvoorbeeld. Op internet vind je ook antwoorden op dat soort vragen, maar vaa ak net niet op jouw specifieke situatie toegesneden. M Met achtduizend leden vormen wij een interessante groe ep potentiële klanten voor adviseurs op die gebieden n. Het zijn alle-

‘Als ik kijk j naar rrecente cijfers jf over de insstroom van studenten da an stemt mij dat hoo opvol’

recente cijfers over de instroom van studenten dan stemt mij dat hoopvol. Ik verwacht wel dat de groei van de werkgelegenheid moet komen van startende en kleinere bedrijven die innoveren, want de grotere hebben voor een deel hun laboratoria geoutsourcet. Daarnaast moeten we hoe dan ook de weg naar biobased chemie inslaan en die zal een heleboel nieuwe kansen bieden. Kortom: ik ben positief gestemd als het gaat om de toekomstige werkgelegenheid voor chemici.” De concurrentiepositie van chemiebedrijven staat onder druk door de hoge kosten van energie en de hoge lastendruk in Nederland. Maakt u zich daar geen zorgen om?

“De concurrentiepositie staat onder meer onder druk door de beschikbaarheid van schaliegas in andere delen van de wereld. Energie en grondstoffen zijn daardoor elders veel goedkoper dan in Nederland. Maar ik denk dat schaliegas niet zaligmakend is en niet blijvend de concurrentiepositie van de Europese chemie nadelig zal beïnvloeden. De chemie zal blijven. Ook in Nederland. De producten van de sector zijn niet eenvoudig tegen lage kosten over de hele wereld te transporteren, dus er zal regionaal geproduceerd moeten worden. Verder ben ik ervan overtuigd dat de toekomst bij solarr en biomassa ligt. Op die terreinen is er heel veel kennis en kunde in Nederland. Het is nog duur en gecompliceerd en we moeten nog iets vinden om zonne-energie op te slaan, maar die problemen zullen overwonnen worden. Dat is een kwestie van tijd.” p

maal nog eerste gedachten, maar ik ka an me voorstellen dat de KNCV tot afspraken komt met de e advieswereld.” Komt de KNCV daardoor niet in het vaarwater van belangenorganisaties als de VNCI?

“Dat is zeker niet de bedoeling. Simpel gesteld: de VNCI is de belangenvereniging voor bedrijven, de KNCV is er voor de chemici die in die bedrijven werrkzaam zijn. Maar als een chemicus die lid is van de KNCV V een bedrijf wil starten, dan mag hij bij ons aankloppen n. Grote kans dat wij hem in een aantal gevallen doorverrwijzen naar de VNCI.” Hoe ziet u vanuit uw positie de arbeidsmarkt voor chemici zich ontwikkelen?

“We hebben het over een branche met een omzet van meer dan 60 miljard euro per jaar en w werkgelegenheid voor ruim 60.000 mensen. Dat is substa antieel. Er wordt gewaarschuwd voor vergrijzing, maar a als ik kijk naar

CHEMIECONFERENTIE EN MASTERDAG De KNCV V is partner bij Chains, de grote chemieconferentie die op 17 en 18 november in Veldhoven wordt gehouden. De vereniging zal er de ‘Gouden KNCV Medaille’ uitreiken, de belangrijkste Nederlandse prijs voor onderzoekers die zich hebben onderscheiden in chemisch speurwerk. Voor volgend jaar staat een ‘masterdag’ op het programma. “Een dag op de Utrechtse Uithof,” aldus Toering, “waar we, in samenwerking met de studieverenigingen, bachelorstudenten gelegenheid bieden om zich te oriënteren op de verschillende masteropleidingen.” Meer informatie: www.chains2014.nl


Havep moet je hebben...

PR

NA

LS

AP P

VED BY O R

OFESS

IO

Voor

ons

is

er

geen

twijfel

mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.

Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf

TEL MAAR OP!

John Senior operator

Paul

Shiftleader

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?

KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com


WORDT HET PLANTMANAGER ARJEN FIERET, RONNY VAN DE LAVOIR OF FRANS SCHEEREN?

DE FINALISTEN VAN 2014

De verkiezing voor de Plant Manager of the Year kreeg dit jaar meer aanmeldingen dan ooit. Uiteindelijk heeft de jury onder leiding van oudLyondell-topman Jos Benders uit zeven genomineerden drie finalisten gekozen. Voor haar bezoeken reist de jury nu af naar drie toonaangevende industriecomplexen: Rotterdam, Terneuzen en Geleen. En sinds half mei kan er online gestemd worden op de favoriete kandidaat. Tekst: Wim Raaijen

Stem hier

O DOORZETTER ARJEN FIERET WIL MET ZIJN CARRIÈRE JONGEREN INSPIREREN Als het om de installaties van Air Products gaat, kun je plantmanager Arjen Fieret niets wijsmaken. Hij heeft zich bij de producent van industriële gassen de afgelopen 25 jaar opgewerkt van procesoperator tot plantmanager van de fabrieken op de Botlek-locatie. Hij kent daardoor de fabrieken als geen ander. 26 Chemie Magazine mei 2014

ok de nieuwe waterstoffabriek op het terrein van Exxon kent hij van haver tot gort. Hij was daar vanaf de opstart plantmanager, voordat hij de fabrieken op de Botlek-site onder zijn hoede kreeg, waarvandaan nu ook de waterstoffabriek wordt bestuurd. Evenals een fabriek op een NAM-locatie in Drenthe. Besturing op afstand dus. Zijn collega’s noemen hem gedreven en ambitieus. Dat kan natuurlijk niet anders, wil je zo’n carrière maken. Hij richt zijn aandacht volledig op de fabrieken en de mensen die hij onder zijn hoede heeft. Volgens zijn collega’s is zijn leiderschap persoonlijk en stáát hij voor zijn team. Tegelijkertijd is hij veeleisend en direct. Voor zichzelf, maar ook voor zijn medewerkers. Daarbij helpt het dat hij zo veel kennis heeft van de installaties. En nog steeds houdt hij alles goed in de gaten, zelfs vanachter zijn computer thuis, waarop hij van afstand de processen

in de fabriek kan volgen. En dat doet hij dan ook met plezier. Trots is hij vooral op de veiligheidssystemen die hij de afgelopen jaren met zijn team heeft doorgevoerd, ook bij de integratie van de waterstoffabriek en het op afstand besturen van de Drentse fabriek. Momenteel is hij vooral bezig om het veiligheidsbewustzijn van zijn team te vergroten. Want veiligheid staat voor hem serieus op de eerste plaats. Mocht Arjen Fieret Plant Manager of the Year 2014 worden, dan wil hij zich graag inzetten voor een beter imago van de chemische industrie. Er zijn volgens hem veel bedrijven waar met veel passie aan veiligheid wordt gewerkt. De procesindustrie is volgens hem een fantastische sector om te werken. En er zijn genoeg mogelijkheden om een mooie carrière op te bouwen. Daar is hij zelf een goed voorbeeld van.


Plant Manager of the Year

MENSELIJKE RONNY VAN DE LAVOIR STELT TEAMPRESTATIE CENTRAAL Collega’s hebben de goedlachse Ronny van de Lavoir niet vaak chagrijnig gezien. De plantmanager van de polyoleninstallaties van Dow Chemical in Terneuzen benut zijn positieve levensinstelling om zijn team tot betere prestaties te inspireren.

‘TOFFE PEER’ FRANS SCHEEREN WIL METERS MAKEN IN FIRMAVEILIGHEID Frans Scheeren van OCI Nitrogen ziet zijn finaleplaats vooral als een teamprestatie. Zo is er tijdens normale productie in de afgelopen tien jaar geen enkel veiligheidsincident geweest. Dat kan alleen maar het resultaat van goed teamwork zijn.

I

n Geleen is Scheeren plantmanager van twee ammoniakfabrieken van OCI Nitrogen, die toeleveren aan de eigen kunstmest- en melaminefabrieken, maar ook aan derden. Volgens zijn collega’s is Scheren een prettige leider, ‘gewoon een toffe peer’. Hij geeft zijn mensen veel vertrouwen en begrijpt dat zij het beste functioneren als ze in staat worden gesteld om zelf hun taken goed uit te voeren. Hij stelt soms vragen, maar geeft de mensen veel eigen verantwoordelijkheid. Hij schept daarmee een prettige en vertrouwde omgeving en als het echt nodig is, staat hij er gewoon. Scheeren is er trots op dat zijn team erin is geslaagd de afgelopen jaren keer op keer de productie te verho-

gen, emissies te reduceren en echt stappen te maken in duurzamere productie. Maar de resultaten op het gebied van veiligheid zijn voor hem toch wel het meest bijzonder. Tien jaar geen ongeval tijdens normale productie is dan ook een hele prestatie. Toen hij tien jaar geleden net aantrad als plantmanager van de ammoniakfabrieken vond het laatste incident plaats. Alleen tijdens grote onderhoudstops, met veel mensen op de site, zijn er drie kleine incidenten gemeld met letsel: twee verzwikte enkels en een snijwond. Hoewel het om klein en niet-chemiegerelateerd letsel gaat, zijn het er voor hem nog steeds drie te veel. Zou hij Plant Manager of the Year worden, dan zou hij veel aandacht willen geven aan veiligheid in de chemische industrie en in het bijzonder aan wat ze op Chemelot ‘firmaveiligheid’ noemen. Daarbij gaat het vooral om safety in de samenwerking met contractors. Zij leveren de services op de site en laten volgens Scheeren daadwerkelijk de handjes wapperen. Zij moeten hakken en er vallen nog te veel spaanders. Ook werknemers van contractors moeten veilig en ongeschonden weer naar huis terugkeren. Op dat vlak zijn er volgens de plantmanager nog wat meters te maken in de industrie.

H

ij is er trots op dat de afgelopen jaren de veiligheid door gezamenlijke inspanning beduidend is verbeterd. Bovendien verhoogde zijn team de productiecapaciteit met maar liefst 11 procent, zonder extra investeringen. Dat lukt volgens hem alleen maar met een goed op elkaar ingespeelde groep mensen die 100 procent gefocust is. Door zijn menselijk leiderschap en het stellen van heldere doelen stimuleert Van de Lavoir anderen om meer uit zichzelf te halen. De mens en de teamprestatie staan voor hem centraal. Toch maakt de plantmanager zich ook weleens zorgen. Met name over de negatieve publiciteit die de chemische industrie de laatste jaren meer dan eens krijgt. Zij verdient een positievere benadering. Er werken heel veel goede mensen die serieus werk maken van veilige chemische productie, en die zich dagelijks inspannen om de productie kwalitatief te verbeteren en te verduurzamen. De industrie moet volgens hem niet zozeer tegen de negatieve berichtgeving ingaan, maar juist vooral haar successen in de openbaarheid brengen. Misschien moeten mensen met gevoel voor communicatie de chemiebedrijven daarbij helpen. Meer openheid over wat er dagelijks op veel plaatsen in de industrie gebeurt, moet toch een tegenwicht kunnen bieden aan de te overheersende negatieve publiciteit, denkt hij. Van de Lavoir draagt daaraan zelf graag een steentje bij. p mei 2014 Chemie Magazine 27


7500

BAYER LEVERT VOOR WK-STADION

28 Chemie Magazine mei 2014


DAK

De keuze viel op Bayer door de onbreekbaarheid en dubbelzijdige uv-bescherming van de door de Tieltse vestiging geleverde polycarbonaatplaten, gecombineerd met een uitstekende lichtdoorlaatbaarheid. Bovendien is het materiaal vrij licht. De platen deden ook al dienst tijdens de Confederations Cup van vorig jaar. Daarnaast werkte Bayer mee aan stadions voor de vorige voetbalkampioenschappen en de Olympische Spelen in Peking. De Tieltse vestiging maakt sinds 1999 deel uit van Bayer en produceert onder andere polyurethaan voor isolatie en matrassen en polycarbonaat, een kunststof waarvan auto-onderdelen, dvd’s, skibrillen en medische apparatuur wordt gemaakt. Er werken 140 mensen. Onlangs maakte Bayer bekend zijn chemietak Bayer Material Science, waartoe de vestiging in Tielt behoort, te willen afsplitsen. Material Science is goed voor 29 procent van de groepsomzet van Bayer, maar voor slechts 15 procent van de bedrijfswinst. Volgens analisten zou de verkoop 7,8 miljard euro kunnen opbrengen. Bayer startte de afbouw van zijn chemiedivisie al in 2004 door de productie van rubber en andere basiskunststoffen af te splitsen onder de noemer Lanxess. Bayer is een van de laatste concerns in Europa die nog chemie- en farmaactiviteiten combineren. Het Belgische Solvay verkocht in 2009 zijn farmatak om zich volledig toe te leggen op chemie. Het WK voetbal vindt plaats van 12 juni tot 13 juli. Het Nederlands elftal (in Groep B) speelt de eerste wedstrijd op 13 juni tegen wereldkampioen Spanje.

mei 2014 Chemie Magazine 29

FOTO: TOMĂ S FAQUINI/PORTAL DA COPA

M

2

Het vernieuwde voetbalstadion Estadio Nacional in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia, dat gebruikt wordt voor het WK voetbal deze zomer, heeft een Belgisch dak. De binnenring van 18 meter van de dakconstructie, goed voor 7500 vierkante meter en een gewicht van 110 ton, is gemaakt in de Tieltse vestiging van Bayer.


ZOUTFABRIEK NIACET POSITIEF OVER TOEKOMST

EEN GOEDE BUUR

Vorig jaar nam het Amerikaanse bedrijf Niacet Kemira ChemSolutions in Tiel over. De fabriek, die sterk verbonden is met de omgeving, produceert voornamelijk organische zouten voor de voedingsmiddelen- en de farmaceutische industrie. Directeur Larry Montani ziet de toekomst na het verkrijgen van de milieuvergunning en het vieren van duizend dagen zonder ongevallen positief tegemoet. Tekst: Igor Znidarsic

M

aart vorig jaar nam Niacet Kemira’s dochteronderneming Kemira ChemSolutions in Tiel over. De productie in Tiel behoorde niet meer tot de corebusiness van Kemira. De Tielse fabriek werd daarmee de tweede Niacet-locatie, naast die in Niagara Falls in de staat New York. In Tiel produceert Niacet per jaar zo’n 50 miljoen kilo organische zouten, propionaten en acetaten, vooral bestemd voor de voedingsmiddelen- en de farmaceutische industrie. “De producten spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven, ze verbeteren de kwaliteit van leven en sommige zijn zelfs essentieel voor het leven”, vertelt managing director Larry Montani. “Denk aan producten om de versheid van levensmiddelen te behouden, zoals schimmelremmers voor brood. Ook maken we een essentieel ingrediënt voor nierdialysevloeistoffen en een stof die onmisbaar is voor de productie van insuline.” Verder maakt het bedrijf ook producten voor industriële toepassingen. De markten waarin Niacet opereert stellen hoge eisen en zijn zeer competitief. Hoe blijft Niacet overeind? Montani: “Je moet enerzijds concurrerend zijn bij de aanschaf van de grondstoffen, die het grootste deel van

30 Chemie Magazine mei 2014

RESPONSIBLE CARE AWARD De Niacet-fabriek in Niagara Falls is de trotse bezitter van de Responsible Care Performance Award 2014, uitgereikt door de American Chemistry Council (ACC). De prijs wordt toegekend aan een lidbedrijf dat voldoet aan de ‘goals and targets’ van ACC. In 2013 ontving Niacet de Company of the Year Award van ACC in de categorie mkb, een prijs voor bedrijven die hun betrokkenheid bij Responsible Care laten zien.

onze kosten uitmaken, en ook bij de conversie naar de eindproducten. We zijn de efficiency van onze plant voortdurend aan het verbeteren. En anderzijds moet je een zeer hoge productkwaliteit leveren. We slagen daarin dankzij de grote inzet van onze kwalitatief zeer hoogstaande, betrokken en hardwerkende medewerkers.”

Vergunning Op de locatie in Tiel was al in 1926 een fabriek gevestigd, ver buiten de bebouwing. Maar in de loop der jaren is de


Mkb

API’S

FOTO: NIACET

Niacet produceert in Tiel Active Pharmaceutical Ingredients (API’s). Sinds begin februari is de site, zoals nieuwe Europese wetgeving vereist, geregistreerd als producent van API’s. Deze maand hoopt het bedrijf een GMP-certificaat (Good Manufacturing Practices) te behalen voor de API’s calciumacetaat en sodiumacetaat tri-hydrate. Producenten van medische producten moeten voortaan checken of een bedrijf zo’n certificaat bezit voor ze de producten mogen gebruiken.

Op 8 april was Niacet duizend dagen ongevallenvrij (geen LTI’s, Lost Time Injuries), wat gevierd werd met het personeel en een bezoek van de burgemeester. Daarbij bood Niacet de gemeente 5000 euro aan voor ondersteuning van de verbouwing van de plaatselijke schouwburg. Volgens productiedirecteur Martin van Heiningen is de lange LTI-vrije periode te danken aan de veiligheidscultuur die over vele jaren is gegroeid. Dat de chemiefabriek vlak bij een woonwijk staat speelt daarin een rol. De veiligheid voor de omgeving is onder meer verbeterd door het weghalen van een grote ammoniaktank en door ervoor te zorgen dat vrachtwagens niet meer op de weg langs de fabriek staan. “Wij bestaan dankzij de gemeenschap”, zegt Montani, doelend op onder meer het feit dat van de 95 werknemers zo’n 40 procent in Tiel woont. Tijdens de laatste open dag kwamen er meer dan 750 bezoekers. De open dag was voor Montani nieuw. “Dat kennen we in de VS niet. Ik ben er heel blij mee.” Behalve van het grote aantal bezoekers was hij ook onder de indruk van de inzet van het personeel. “59 werknemers gaven vrijwillig hun vrije zaterdag op om aan de buren te vertellen wat we hier doen.”

Toekomst site ingesloten door woonwijken. “De gemeenschap begint meteen bij het hek”, zegt Montani. “We zijn ons daar zeer van bewust, en zijn er altijd op gefocust dat onze omgeving geen last heeft van onze handelingen. Deze site heeft altijd al, ook in Kemira’s tijd, veel geïnvesteerd in de reductie van geluid en emissies en in een goede controle van het site-verkeer. We willen een goede buur zijn. Transparantie is daarbij heel belangrijk. De gemeente weet wie we zijn, wat me maken, wat er op de site aanwezig is. Men snapt ook welke eisen gesteld worden aan onze industrie.” Alleen tijdens het vergunningstraject was de relatie met de overheid wat stressvol. Montani: “Het verkrijgen van de milieuvergunning was een erg langdurig proces. Langer in ieder geval dan ik in de VS gewend was. Het is een forse inspanning geweest om aan sommige verwachtingen te voldoen, maar we hebben ons proactief opgesteld, met als doel de kwesties op te lossen. Waarbij we er ook op hebben gewezen dat wij in een concurrerende markt opereren, wat een bepaalde druk met zich meebrengt. Je moet daarin een balans zien te vinden.” In de VS zijn de eisen volgens Montani van tevoren duidelijker. “Het wordt daardoor geen discussie.”

De energieprijs in Tiel is drie keer zo hoog als in Niagara Falls, en dat baart Montani zorgen. “We moeten dit probleem oplossen, anders schiet de rest van de wereld Europa voorbij.” De goedkope energie en grondstoffen in de VS dankzij schaliegas zijn nog geen directe bedreiging voor de Tielse fabriek. “Niacet gaat de plant hierdoor niet verplaatsen naar de VS, dat is gewoon te kostbaar. Wel zou de plant gesloten kunnen worden. Wij zijn erg afhankelijk van de aanvoer van grondstoffen. Als we onze concurrentiepositie daarin niet kunnen behouden hebben we een groot nadeel.” Een andere uitdaging is het dreigende personeelstekort. Het wordt volgens Van Heiningen steeds moeilijker om vacatures op het gebied van onderhoud te vervullen. “Technische beroepen, waar je met je handen werkt, zijn de afgelopen jaren helaas minder populair geworden. Toen de glasfabriek hier in Tiel dichtging, verwachtten we daar wat mensen vandaan te kunnen halen. Maar de meesten gingen meteen iets anders doen.” Ondanks dergelijke beperkingen ziet Montani de toekomst positief. “De bereidheid van het personeel om elke uitdaging aan te gaan en de hoge kwaliteit van de producten leiden zonder twijfel naar een veelbelovende toekomst.” p mei 2014 Chemie Magazine 31


Onderzoeksraad voor Veiligheid analyseert ongeval mestsilo

WERKEN IN BESLOTEN CHEMIE WEET HOE HET Het dodelijke ongeval in een mestsilo in Friesland vorig jaar had wellicht voorkomen kunnen worden, zo blijkt uit het evaluatierapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Als de drie medewerkers de strenge veiligheidsmaatregelen die de chemiebranche hanteert voor het betreden, vrijgeven en werken in besloten ruimtes in acht hadden genomen, waren zij nu misschien nog in leven. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

E

en paar maanden geleden publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) zijn rapport over de toedracht van het ongeval in een mestsilo in het Friese Makkinga, waarbij vorig jaar juni drie mensen om het leven kwamen. De conclusies liegen er niet om. Het bedrijf dat voor de werkzaamheden was ingehuurd maakte de ene fout na de andere en lapte de meest basale veiligheidsmaatregelen aan zijn laars. Zo werd er niet met een goedgekeurde compressor en deugdelijke adembeschermingsmaskers gewerkt. Ook was het door het ontbreken van een lier onmogelijk voor omstanders om veilig in de silo af te dalen om de bedwelmde medewerkers te redden. Het ongeval staat niet op zichzelf. De OvV ontdekte dat er tussen 1980 en 2013 ten minste 35 ongevallen met mestgassen plaatsvonden. Slachtoffers zijn vaak veehouders, loon-

32 Chemie Magazine mei 2014

werkers en anderen die met mest werken. De ongevallen resulteerden in 57 slachtoffers, waarvan 28 het ongeval niet overleefden. Gemiddeld komt dat neer op ongeveer 3 slachtoffers per jaar. “Veiligheid heeft de afgelopen decennia te weinig aandacht gekregen bij de ontwikkeling rond opslag en verwerking van mest”, stelt de OvV in het rapport.

Vergelijkbaar werk De OvV verwijst in het rapport naar de chemische industrie, waar – veelal gespecialiseerde – reinigingsbedrijven opslagtanks schoonmaken waarin chemische stoffen hebben gezeten. Werkzaamheden die vergelijkbaar zijn met het werken in een mestsilo. “In vergelijking tot vergelijkbaar werk in de chemische industrie wordt in veel gevallen geen recht gedaan aan de risico van mestgassen in mestsilo’s”, concludeert de OvV. “Deze verwijzing is niet toevallig,

want vrijwel direct na het ongeval heb ik contact opgenomen met de Onderzoeksraad”, vertelt plaatsvervangend manager stafbureau Martin van Teijlingen van de Stichting Industriële Reiniging (SIR). “Onze leden hebben immers veel ervaring met het reinigen van opslagtanks in de chemische industrie. Ik was ervan overtuigd dat de OvV haar voordeel zou kunnen doen met onze kennis en expertise om vergelijkbare ongevallen in de toekomst te voorkomen.” Een van de SIR-leden heeft daarom op verzoek van de OvV een werkplan gemaakt om een mestsilo te reinigen waarin zich nog een ingedikte laag mest bevond. Uit het rapport blijkt dat de OvV zeer is te spreken over de aandacht van het bedrijf voor de informatiedeling en analyse van de risico’s voorafgaand aan het werk en de keuze van de geschikte veiligheidsmaatregelen. Ton Jeen, Benelux environmental


Veiligheid Het bedrijf dat voor de werkzaamheden in de mestsilo in Makkinga was ingehuurd maakte de ene fout na de andere.

advisor & SHE team lead Exxon Mobil en tevens voorzitter van de werkgoep Arbeidsveiligheid van de VNCI, benadrukt dat er in de chemische industrie strenge regels gelden voor het betreden, vrijgeven en werken in besloten ruimtes. “Het uitgangspunt is dat wij proberen te voorkomen om een besloten ruimte te betreden. Die kan immers resten van vloeistoffen, gassen en dampen bevatten. Door de gevaarlijke atmosfeer bestaat de kans op verstikking, bedwelming, brand en explosie.”

Toch ontkomen medewerkers er soms niet aan om een besloten ruimte te betreden. “Bijvoorbeeld bij onderhouds-, inspectie-, reparatie-, en schoonmaakwerkzaamheden in reactieketels, opslagtanks en destillatietorens. Ook door het graven van putten en sleuven voor pijpleidingen kun je overigens een besloten ruimte creëren. Gas dat zwaarder is dan lucht kan zich hier ophopen.” Het betreden van een besloten ruimte kan volgens Jeen alleen met

SIR LANCEERT VERNIEUWD HANDBOEK ADEMBESCHERMING De Stichting Industriële Reiniging (SIR) legt momenteel de laatste hand aan een nieuwe druk van het Handboek Adembescherming, die dit jaar verschijnt. “Daarin hebben wij drie risicoprofielen opgenomen op basis waarvan chemiebedrijven en contractors onder meer de juiste adembeschermingsapparatuur kunnen kiezen met de daarbij behorende veilige werkmethoden”, aldus manager stafbureau Jan Braber. “Zo is het voor sommige werkzaamheden in besloten ruimtes essentieel om een backupsysteem te hebben. Of een dubbellijns ademsysteem als er onverhoopt een luchtfles mocht uitvallen.” Hij benadrukt dat opdrachtgevers verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van de juiste informatie over de werkplek, de werkcondities, de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en alle overige zaken die de veiligheid op de werkplek kunnen beïnvloeden. “Daarom hopen wij dat nog meer opdrachtgevers onze opleiding Toezichthouder Adembescherming gaan volgen en deze SIR-richtlijnen in praktijk gaan brengen.”

Verschillende bedrijven ontwikkelen met behulp van een subsidie van het EU-programma Robotics een robot die geheel zelfstandig de bodemdikte van olietanks kan inspecteren. Daardoor hoeven mensen niet meer in een tank af te dalen. Ook zijn er inmiddels inspectierobots op de markt die door middel van akoestische signalen de sludge-inhoud van een tank in kaart brengen. En door in de tank een gat te boren en slangen aan te sluiten kunnen medewerkers de tank op afstand reinigen. Een speciale machine kan vervolgens de inhoud veilig afzuigen.

een geldige werkvergunning en een mangatwacht. “Die moet de mensen in de gaten houden die in de besloten ruimte aan het werk zijn en als het misgaat de hulpdiensten inschakelen. Ook is het essentieel om voor de aanvang van de werkzaamheden de installatie of het installatiedeel veilig te stellen. Dit is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie, de opdrachtgever. De medewerkers moeten de risico’s kennen en zich ervan overtuigen dat deze ook goed worden beheerst. Daarom is het belangrijk om de werkvergunning goed te lezen en te controleren of de beheersmaatregelen zoals omschreven daadwerkelijk aanwezig zijn.”

Metingen Ook is het essentieel om de nodige metingen uit te voeren, zodat de werknemers de juiste veiligheidsmaatregelen kunnen nemen. “Bijvoorbeeld in de vorm van op het werk afgestemde ademhalingsap-

e

mei 2014 Chemie Magazine 33

FOTO’S: ANP

RUIMTES: MOET

ROBOTS VOORKOMEN BETREDEN BESLOTEN RUIMTES


CONTROLES BIJ INDUSTRIËLE REINIGING

paratuur. Een goede voorbereiding en voortdurend overleg met de contractors is daarbij essentieel”, aldus Jeen. Hij benadrukt dat de leden van de VNCI-werkgroep en de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) continu nadenken of de procedures aangepast moeten worden, zoals die van de mangatwacht in de VCA. “Daarvoor zijn de analyses van de Onderzoeksraad altijd welkom.”

Risico’s in kaart Bert Zandvoort, de coördinator van de Masterclass Veiligheid ZuidwestNederland van de BrabantsZeeuwse werkgeversvereniging, onderschrijft de woorden van Jeen. “De eerste stap is om een besloten ruimte te definiëren. Het hoeft zeker

‘Een goede voorbereiding en voortdurend overleg met de contractors is essentieel’ 34 Chemie Magazine mei 2014

De Inspectie SZW voert van mei tot en met juli 2014 controles uit in de sector industriële reiniging. Bedrijven in deze sector voeren werkzaamheden uit waarbij werknemers blootgesteld worden aan gevaarlijke stoffen. Deze blootstelling kan op (korte en lange) termijn van invloed zijn op de gezondheid. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om wet- en regelgeving na te leven en werknemers voldoende tegen blootstelling te beschermen. Voor aanvang van werkzaamheden moet de werkgever inventariseren wat de risico’s zijn en de geschikte beschermingsmaatregelen treffen. De inspecteurs bekijken tijdens de controles of de werkgever zich aan wet- en regelgeving houdt en de juiste maatregelen neemt. Deze maatregelen moeten voldoende bescherming bieden tegen deze risico’s van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Het gaat dan bijvoorbeeld om acute gevaren, zoals verstikking en vergiftiging. Maar langdurige blootstelling aan bepaalde stoffen kan ook op langere termijn ziekten opleveren. In totaal worden er vijftig bedrijven bezocht, waarbij er zowel inspecties verricht worden op locatie als op de vestiging zelf.

niet alleen om een reactievat of een destillatietoren te gaan, maar het kan ook een gat of een sleuf in de grond zijn. Vervolgens breng je samen met de contractor de risico’s van de werkzaamheden in kaart en bepaal je samen of het écht nodig is om de besloten ruimte te betreden. Door de ontwikkeling van op afstand bestuurbare robots (zie kader) is het voor sommige werkzaamheden niet altijd meer noodzakelijk. In de praktijk zijn er echter zo veel verschillende gevaren dat het vrijwel onmogelijk is om hiervoor een generieke procedure te beschrijven. Toch hebben wij een paar jaar geleden een aantal regels opgesteld, mede naar aanleiding van twee incidenten met dodelijke slachtoffers enkele jaren

terug bij het werken in besloten ruimtes in de chemische industrie.” Want ondanks de voortdurende aandacht voor veiligheid, gaat het ook in de chemische industrie weleens mis. “Zo bleek tijdens de evaluatie van het ongeval bij Termphos dat een afsluiter lekte waardoor stikstof in het reactievat vrijkwam”, aldus Zandvoort. “Tijdens de Masterclass en de bijeenkomsten in het kader van het Veiligheid Voorop-programma wisselen de medewerkers van chemiebedrijven de leermomenten van deze en andere ongevallen met elkaar uit om ze in de toekomst te voorkomen. Daarnaast kunnen ze de procedures voor het betreden, vrijgeven en werken in besloten ruimtes verwerken in op hun cultuur gebaseerde VGMplannen.” p


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


NIEUWE C3-VOORZITTER VAN MEER WIL IMAGOPROBLEEM SCHEIKUNDE AANPAKKEN

‘CHEMIE GRENST AAN KUNST’ Bij hemzelf was het ooit zijn biologieleraar die hem enthousiasmeerde voor de biochemie. Gerrit van Meer wil er als kersverse bestuursvoorzitter van Stichting C3 aan bijdragen dat jongeren net zo geënthousiasmeerd raken voor chemie als hij destijds. Want het vieze en gevaarlijke imago doet volgens hem geen recht aan zo’n boeiend vakgebied, ‘dat overal om ons heen aanwezig is’. Tekst: Marloes Hooimeijer

E

r ging ‘een wondere wereld’ voor Gerrit van Meer open toen hij voor het eerst kwam kennismaken met het C3-team. Voorzitter Karel Luyben, rector magnificus van de TU Delft, had hem enige tijd daarvoor benaderd om zijn opvolger te worden. Dat zag Van Meer, decaan van de faculteit bètawetenschappen aan de Universiteit Utrecht, wel zitten. Op 16 mei nam hij de voorzittershamer van Luyben over. “Wie in het onderwijs gaat werken,” verklaart hij, “heeft doorgaans de behoefte het eigen plezier in het vak over te brengen, anderen ervoor te enthousiasmeren.” Laat dat nou precies de uitdaging zijn waarvoor Stichting C3 staat: chemie promoten onder jongeren in het basis- en voortgezet onderwijs. “Na die kennismaking kwam ik met een kist vol fleurige en kleurige promotiematerialen thuis. Ik vind de website van C3 met onderwijsmiddelen geniaal. Die handleidingen en lespakketten zijn ontzettend bruikbaar. Als je mij voor een basisschoolklas neerzet om een les te geven over scheikunde sta ik ook met een mond vol tanden, dat vraagt

36 Chemie Magazine mei 2014

echt een andere aanpak.” Er staan de chemie forse personeelstekorten te wachten, maar ‘dé’ sleutel tot een oplossing voor dit probleem heeft Van Meer niet. “Ik wil je niet teleurstellen, maar wie ben ik, als ook de deskundigen op dit terrein hier niet uitkomen? Wat volgens mij een belangrijke rol speelt is dat kinderen nog wel een voorstelling kunnen maken bij het beroep van hun ouders of van de leraar, maar dat zij bij werken in de chemie geen enkel beeld hebben. Die aansluiting mist. De kunst is om jongeren (én hun ouders) het besef te geven dat chemie overal is: in de materialen om ons heen, in ons praten en bewegen, in alles wat buiten groeit en bloeit – het zijn allemaal (bio)chemische processen.”

Materiaalkunde Bovendien is er iets vreemds aan de hand, zegt hij. “Waarom heeft chemie zo’n vies imago, terwijl kunst als verheven wordt beschouwd? Chemie grenst aan kunst. Bij beide is materiaalkunde heel belangrijk, zowel de chemicus als de kunstenaar is met tastbare materialen bezig. Als je kinderen ‘kunst’ laat

maken vindt iedereen het heel normaal dat ze vieze gips- of verfhanden krijgen. Maar scheikundeproefjes worden blijkbaar niet alleen gezien als vies, maar ook als gevaarlijk. Terwijl er niets gevaarlijks is aan een proefje waarin je een colafles laat spuiten, dat spreekt leerlingen juist aan.” Stichting C3 brengt chemie tot leven en geeft jongeren de kans hun talenten in de chemie te ontdekken. Door ze chemie te laten ervaren, context te bieden. “Dan bedoel ik relevante context,” zegt Van Meer, “die aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Je kunt ze voor De Nachtwacht in het Rijksmuseum neerzetten en zeggen: dat is ge aa met gemaakt e chemie. c e e Maar aa het e sluit su veel beter aan als ze zelf met de handen in de verf zitten of ervaren hoe vloeibaar gips in vaste vorm verandert. Je moet ze ook kennis laten maken met heel verschillende werkzaamheden en rolmodellen, hun talenten prikkelen, zodat die jongere zich afvraagt: past dit bij mij? Daarom zijn activiteiten als Lab Experience Days, kinderlabs, Week van de Procestechniek, Dag van de Chemie, Jet-Net en gastlessen door


Onderwijs

CV GERRIT VAN MEER Gerrit van Meer (60) is van huis uit biochemicus. Hij werkte als hoogleraar Celbiologie bij het AMC Amsterdam en als hoogleraar Membrane enzymology aan de Universiteit Utrecht (UU). Inmiddels is hij aan die universiteit decaan van de faculteit bètawetenschappen. Hij is ook lid van het wetenschappelijk instituut KNAW.

kundeonderwijs, denkt zij er wel op diverse fronten over mee. Zoals over de Nieuwe Scheikunde in het voortgezet onderwijs. “Waarin leerlingen veel meer context bij de lesstof krijgen aangereikt. Ze leren wat de relevantie is van een lesonderwerp voor de maatschappij en voor de economie en waarom onderzoekers zo gedreven zijn antwoorden te vinden op chemievraagstukken.” Hij herinnert zich hoe destijds – in de zestiger jaren – het enthousiaste verhaal van zijn eigen biologieleraar over internationaal onderzoek naar DNA-moleculen hem deed besluiten biochemie te gaan studeren.

‘Chemiebedrijven zullen moeten uitleggen wat werken in de sector zo leuk maakt’ bedrijven zo belangrijk.”

Concurrentie Hij realiseert zich dat er heel veel permanente en tijdelijke initiatieven zijn om jongeren aan te moedigen voor een bèta-opleiding te kiezen. Soms overlappen ze elkaar of zitten ze elkaar in de weg. “Ik zie het als mijn taak om hierin goed af te stemmen met andere partijen. Dat kan soms wat gevoelig liggen: wie doet wat en voor wie? Als jij een kind uitlegt dat jouw vak leuker is dan mijn

FOTO: SIMONE-MICHELLE DE BL AUW

Basisonderwijs

vak, ligt er voor mij een uitdaging. Chemiebedrijven zullen moeten uitleggen wat werken in de sector zo leuk maakt, hoe afwisselend het is, de uitdagingen die er liggen. Enige concurrentie houd je, maar ik geloof in eerlijke voorlichting en serieuze matching: in welke opleiding en in welk vak is die jongere uiteindelijk het beste op zijn plaats? We hebben er niks aan als een student na het eerste jaar al afhaakt en zich ‘vals’ voorgelicht voelt.” Hoewel C3 niet verantwoordelijk is

Zeker in het basisonderwijs mag er wel met wat meer enthousiasme en aandacht zijn voor het scheikundevak. “Er lijkt onder (aankomende) docenten een aversie te heersen tegen alles wat met techniek te maken heeft. Als ze op de pabo al niets over scheikunde leren, hoe wil je het dan aan de kinderen meegeven? In 2020 moeten alle basisscholen gelukkig verplicht structureel Wetenschap & Technologie aanbieden. C3 levert haar input om zeker te zijn dat ook chemie daarin straks voldoende voorkomt. Zo zijn we met de pabo’s in gesprek om chemie een plek in hun curriculum te geven en bieden we workshops aan.” Ja, dat kost allemaal geld en ja, techniekonderwijs is duurder dan andere vakken. Maar dit is volgens Van Meer allerminst reden om hierin niet te investeren. “Een uitdrukking die veel indruk op mij heeft gemaakt, luidt: If you think education is expensive, wait until you see the cost of ignorance.” p mei 2014 Chemie Magazine 37


8400 MEIDEN NAM DEEL AAN GIRLSDA In samenwerking met bedrijven en scholen meisjes van 10 tot 15 jaar kennis laten maken met bèta, techniek en ICT, dat is het doel van de landelijke Girlsday, die dit jaar plaatsvond op 24 april. Meer dan 300 bèta/ technische en ICT-bedrijven openden hun deuren voor 8400 meisjes, een record. 38 Chemie Magazine mei 2014

De landelijke kick-off van Girlsday 2014 vond plaats bij ICT-bedrijf IBM in Amsterdam. Andrée van Es, wethouder Werk, Inkomen, Diversiteit, heette de 92 aanwezige meisjes namens de Gemeente Amsterdam welkom. Schaatscoach en schaatskampioen Renate Groenewold

vertelde de meisjes hoe zij techniek gebruikte bij het optimaliseren van haar schaatsploeg. Zij begeleidde hen vervolgens bij het bouwen van een eigen laser. Minister van onderwijs Jet Bussemaker wenste in een videoboodschap alle meisjes een leuke dag toe: “Ik hoop dat jullie ple-


Uitgelicht

MEN AY 2014 zier hebben, ik hoop dat jullie durven te dromen, en wellicht komt er ooit een keuze voor een technische opleiding uit voort. Want zonder meisjes in de techniek, kunnen we echt niet!” Girlsday is een initiatief van VHTO, het expertisebureau op het gebied van meisjes

en vrouwen in bètawetenschap, techniek en ICT. Volgens VHTO wordt de ondervertegenwoordiging van meisjes en vrouwen in die vakgebieden niet veroorzaakt door minder aanleg voor deze vakken, maar door beïnvloeding door de omgeving, zoals ouders, docenten en decanen. Dat bete-

FOTO: ANP REMKO DE WA AL

Schaatscoach Renate Groenewold begeleidt meiden bij het bouwen van een eigen laser tijdens Girlsday op het hoofdkantoor van IBM.

kent ook dat het mogelijk is deze genderkloof kleiner te maken. Aan het evenement namen ook chemiebedrijven deel, waaronder AkzoNobel, Croda, Dow Benelux, Eastman, ExxonMobil Chemical, Lyondell Basell, Niacet, SABIC, Shell en Van Wijhe Verf. p mei 2014 Chemie Magazine 39


CONTROVERSES NIET MET DE MANTEL DER WETENSCHAP BEDEKKEN

’GA VROEGTIJDIG DE DIALOOG AAN’ Ondergrondse CO2-opslag en schaliegaswinning zijn voorbeelden van maatschappelijke kwesties die veel weerstand oproepen. Het Rathenau Instituut analyseerde zes van dergelijke controverses in de beleidsarena waarbij wetenschap als onderbouwing moest dienen. Belangrijke conclusie: beleidsmakers kunnen bij controverses níet volstaan met een beroep op wetenschappelijke kennis. Tekst: Leendert van der Ent

‘A

bsoluut veilig”, poneerde toenmalig minister Cramer in 2009 over de geplande ondergrondse CO2-opslag in Barendrecht. Die stellige uitspraak kwam tijdens een emotionele bijeenkomst op het verkeerde moment. Als de wetenschappelijke argumenten eenmaal over en weer gaan, werkt zo’n uitspraak contraproductief. Een jaar later was CO2-opslag onder land in heel Nederland van de baan. CO2-opslag is naast schaliegaswinning, elektromagnetische straling van zendmasten, HPV-vaccinatie, klimaatrapporten IPCC en de EHECuitbraak een van de geruchtmakende kwesties rond wetenschap en beleid die het Rathenau Instituut onlangs onderzocht. “Of deze keuze representatief is weet ik niet”, zegt dr. ir. Geert Munnichs, co-auteur van het onderzoek Wetenschap als strijdtoneel. “Verschillen zijn er best. Bij het IPCC en de EHEC-kwestie kun je aanvoeren dat hierbij het organisatiemodel de boosdoener is. Het is gericht op wetenschappelijke consensus voor beleidsaanbevelingen. Daardoor wordt kritiek uitgefilterd. Dat maakt het eindresultaat kwetsbaar voor dissidente geluiden.”

40 Chemie Magazine mei 2014

Het is dus verstandig de afstand tussen beleid en wetenschap groot genoeg te houden. Munnichs: “Verleen als beleidsmaker bijvoorbeeld niet alle opdrachten aan dezelfde kennisinstelling. Dat ondergraaft het vertrouwen in de wetenschappelijke onafhankelijkheid. Onderzoekers kunnen met het oog op onafhankelijkheid bijvoorbeeld ook vragen om een aangepaste vraagstelling. Ze dienen er alert op te zijn alleen wetenschappelijke vragen te beantwoorden en geen beleid te verdedigen. Dat is hun taak niet.”

Dwarsverbanden Nog interessanter dan de verschillen tussen de cases zijn de overeenkomsten. De cases op het gebied van milieu en volksgezondheid vertonen veel dwarsverbanden. Ze zijn allemaal via hetzelfde stramien verlopen. Er is een beleidsvoornemen, onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek. De onzekerheden daarin komen in de communicatie onvoldoende naar voren. Er ontstaat kritiek op zowel het voornemen als de onderbouwing. Wetenschappelijke ‘framing’ gaat de discussie beheersen. Er komen wetenschappelijke of

pseudo-wetenschappelijke tegenargumenten, waarna de overheid besluit tot meer onderzoek. Dit brengt geen oplossing, weet Munnichs: “Er blijft altijd wetenschappelijke onzekerheid, ongeacht de hoeveelheid onderzoek. Neem het gebruik van wetenschappelijke modellen: daarvoor maken onderzoekers keuzes die ook anders kunnen uitvallen. Die onzekerheid lijkt een zwakheid en daarom voelen beleidsmakers de neiging tot maskeren. Maar hoe meer ze onzekerheid negeren of bagatelliseren, des te meer het als een boemerang terugkomt. g Gebrek aan openheid p ondergraaft het fundament, namelijk: vertrouwen.” Een kwestie draait nooit uitsluitend om een wetenschappelijke vraag. Er spelen bredere zorgen en belangen. Munnichs: “Zorgen over bijvoorbeeld horizonvervuiling of de waarde van onroerend goed kunnen mee bijdragen aan een controverse. Meer wetenschappelijk onderzoek neemt die zorg niet weg en leidt alleen tot een herhaling van zetten. Zolang de bredere belangen geen plaats krijgen, zullen belangengroepen zich vastbijten in wetenschappelijke onzekerheden. De contro-


FOTO: ANP X TR A KOEN SUYK

Communicatie

In 2011 was er veel protest tegen mogelijke CO2-opslag in de lege gasvelden in het noorden. Nadat Barendrecht was afgevallen kwamen de plaatsen Boerakker, Sebaldeburen en Eleveld in beeld als opslaglocatie.

BURGERLIJKE SCEPSIS IS ‘UITING BEZINKEND CULTUURGOED’

‘Negeren of bagatelliseren van wetenschappelijke onzekerheid komt als een boemerang terug’ verse verdiept, de kloof wordt onoverbrugbaar.”

Luisteren Neem kritiek vooral serieus, maant Munnichs: “Ga bij tegengas van enige omvang en met enige organisatiegraad meteen om tafel. Is er een actiegroep ‘Schaliegasvrij Haaren’? Inventariseer de zorgen. Vaak organiseren overheden informatiebijeenkomsten. Beleidsmakers leggen hun zaak daarin uit. Maar uitleg brengt je niet in gesprek, luisteren wel. Doe je dat niet, dan krijg je het vroeg of laat om de oren. In dit vroege stadium is het nog mogelijk een brug te slaan. Benut die mogelijkheid. We hebben tijdens bijeenkomsten met eigen ogen gezien tot welke omslag in de toon van het debat dat kan leiden.” Stel dat de kritiek niet wetenschappelijk is, maar pseudo-wetenschappelijk, wat dan? “Zorgen komen altijd ergens vandaan, ook als de

uiting ervan niet valide of nietwetenschappelijk is”, antwoordt Munnichs. “De vraag is dan: waar gaan de zorgen echt over? Een denigrerende reactie bevredigt het eigen wetenschappelijk gelijk, maar schaadt het beleidsdoel. Door bagatellisering gaat pseudo-wetenschap een eigen leven leiden. Mensen hoeven niet altijd gelijk te krijgen, maar willen wel gehoord worden.” Wek vooral niet de indruk dat de besluitvorming eigenlijk al een gepasseerd station is en dat beleid wordt opgedrongen, zegt hij. “En moffel de onzekerheden in de eigen wetenschappelijke onderbouwing niet weg, maar wees er open over. Dat heet ook wel good enough science: alle partijen moeten accepteren dat 100 procent wetenschappelijke zekerheid over milieu- en gezondheidsrisico’s niet bestaat. De bereidheid dat te aanvaarden hangt af van de mate waarin bredere zorgen en belangen een plaats krijgen.”

Munnichs zoekt de oorsprong van de burgerlijke scepsis in de jaren zeventig, toen kritische wetenschap en de milieubeweging opkwamen. “In onze cases maken omwonenden en actiegroepen de beweging door die de wetenschap toen doormaakte. Het is een uiting van bezinkend cultuurgoed; de burger emancipeert en eist zijn plek op in het debat. In geen van de cases waren beleidsmakers en deskundigen voldoende ingespeeld op mondige burgers.” Zeker de expert die zich beroept op zijn autoriteit in plaats van argumenten, roept dit over zichzelf af. Daardoor laat de mondige burger zich niet meer imponeren. Munnichs: “Het is te makkelijk om sceptici af te doen als hysterici. Dat is de eerste valkuil. Zelfs al is de kritiek wetenschappelijk niet valide, dan is dat een gegeven waar je als beleidsmaker of ‘case-eigenaar’ mee om moet gaan.” De burger ziet scherp dat de overheid en bedrijven financieel belang hebben bij een bepaald project. Dat wekt wantrouwen over de onafhankelijkheid van de wetenschappelijke onderbouwing. Het gaat niet om tanend vertrouwen in de wetenschap op zich. “De tegenstanders doen er zelf ook een beroep op, ze vinden contra-experts.” e mei 2014 Chemie Magazine 41


IRA HELSLOOT: ‘SPONSOREN PLAATSELIJKE FANFARE IS EEN GOED BEGIN’

‘Mensen hoeven niet altijd gelijk te krijgen, maar willen wel altijd gehoord worden’ Als ergens nadelen aan kleven, compenseer die dan ook echt, stelt Munnichs. “Het sommetje kan eenvoudig zijn. Als er aan één kant risico’s staan en aan de andere kant staat niets, dan kun je niet verwachten dat mensen blij zijn. De uitkomst van de som is voor hen negatief. Daar is bijvoorbeeld bij de CO2opslag in Barendrecht onvoldoende rekening mee gehouden. Zo kon een treinongeluk daar, dat niets met de zaak te maken leek te hebben, uitgroeien tot de laatste druppel. Mensen redeneerden: we lopen hier al risico, waarom zouden we nog meer risico – hoe klein ook – moeten accepteren? Dat bredere perspectief is belangrijk. Als er bijvoorbeeld extra werkgelegenheid of andere voordelen in de som betrokken zijn, blijken mensen veel eerder bereid risico’s te accepteren.” Behalve om (meer) werkgelegenheid kan het ook gaan om compensatie voor gevreesde schade, zoals de daling van huizenprijzen. “Ook kunnen de gedachten uitgaan naar zaken als het mee kunnen praten over de precieze locatie van een zendmast of boortoren of ander object dat aan de orde is. Omdat de zorgen en belangen die meespelen heel divers kunnen zijn, kunnen flankerende maatregelen dat ook zijn. Het belangrijkste blijft dat met de betrokkenen over die belangen en zorgen wordt gepraat, ook over

wat in hun ogen een adequate maatregel of compensatie zou zijn. Kijk naar windmolenprojecten. Op het moment dat wijkbewoners op eigen initiatief tot hun eigen voordeel een windmolen plaatsen, zijn ze trots. Dan vindt er een hele andere discussie plaats.”

Onvoorspelbaar Bij welk beleidsvoornemen de vlam in de pan slaat is helaas moeilijk te voorspellen. “Kernenergie zal vrijwel altijd tot controverse leiden en als in het buitenland ergens discussie over ontstaat, bereikt die Nederland ook. Maar de kritiek op HPVvaccinatie bleek een uitzondering te midden van andere vaccinaties.” De onvoorspelbaarheid veroorzaakt risico op onderschatting en te late, inadequate reactie op kritiek. “Ontstaat er geen vruchtbare dialoog, vergeet het dan maar. Communiceren is de alfa en de omega in dit soort kwesties”, concludeert Munnichs. “Als de stellingen betrokken zijn en het vertrouwen weg is, kun je beter ophouden.” p

WAT VOORAL NIET EN WEL DOEN? ä Versmal een controverse niet tot een wetenschappelijk discours – er speelt altijd meer mee. ä Verwacht van onderzoekers niet dat zij het beleid verdedigen. Houd de afstand tussen beleid en wetenschap groot genoeg. ä Stel de wetenschappelijke basis niet zekerder voor dan die in werkelijkheid is. Wees open over wetenschappelijke onzekerheid. ä Neem kritiek serieus en ga vroegtijdig met critici om tafel. En wek vooral niet de indruk dat het besluit eigenlijk al is genomen.

42 Chemie Magazine mei 2014

Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen, reageert vooral instemmend: “Het Rathenau Instituut raakt (natuurlijk) op de meeste punten de pijnlijke werkelijkheid van een onvoldoende begrip bij ambtenaren en politici van hoe burgers werkelijk denken en reageren. Uit onterechte angst voor de irrationele en egoïstische burger proberen beleidsmakers stilletjes om die burger heen te manoeuvreren en dat leidt altijd tot ellende.” Toch twee ‘hartenkreten’ van zijn kant. “Wanneer Munnichs zegt: ‘ga bij de eerste kritiek om tafel’ of ‘wek vooral niet de indruk dat de besluitvorming eigenlijk al een gepasseerd station is’, dan roept hij zelf toch ook het beeld op dat burger pas laat en als redmiddel bij het beleidsproces betrokken moet worden. Veel sterker is het om consequent burgers te betrekken en altijd na te denken over wat er voor burgers ‘in het vat zit’. Die dialoog moet je altijd willen voeren. We weten dat betrokkenen begrijpen dat er nu eenmaal extra risico’s en overlast aan ontwikkelingen vast zitten maar dat ze, natuurlijk, het ook vanzelfsprekend vinden dat als anderen eraan verdienen dan zij ook. Divers onderzoek laat ook zien dat burgers het meestal prettiger vinden als die compensatie op ‘gemeenschapsniveau’ wordt aangeboden. Het sponsoren van de plaatselijke fanfare is daarmee een goed begin.” De tweede hartenkreet betreft het vertrouwen dat Munnichs in de wetenschap uitspreekt. “Onderzoek laat inderdaad zien dat burgers nog steeds vertrouwen in de wetenschap hebben, maar veel minder in wetenschappers. En vooral dat laatste is terecht. De meeste hedendaagse wetenschappers die je in beleidsprocessen tegenkomt zijn bijna onvermijdelijk eenzijdig gericht op hun vakdomein terwijl beleidsprocessen veel onderling tegenstrijdige belangen raken: veiligheid, milieu en economie staan nu eenmaal vaak op gespannen voet met elkaar. Of lijken dat te staan, want uiteindelijk weten we dat winst bepalend is voor de veiligheid van bedrijven en dat werkeloosheid gevaarlijker is dan roken.”


Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Cavitatie (g)e (g)een probleem ?

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE orten BRZO-inspectierapp openbaar

Wat beloven de zingen? Europese verkie

al veili ort inge Maandblad van

Maandblad van

de Vereniging van

de Nederlands

e Chemische Industrie

ä 03 ä 19 maart

de Vereniging

van de Nederland

se Chemische

Industrie ä 04

Genomineerden rijs Responsible Care-p

Veilig werke n in besloten ruimt e

Opleiding Applie in lijn met trans d Science itieplan

ä 24 april 2014

Maandblad van de Verenigin g van de Nederlan dse Chemisch e Industrie

ä 05 ä 21 mei

2014

2014

CHEMIECLUSTER ACTIEPLAN VOOR ANGEN POSITIEF ONTV

EEMSDELTA FOCUST OP BIOBASED

O

CHEMIEO DOEN HETPLEIDING GOED

ENT OP CHEM

T

h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Transportservice van huis uit

Cavitatie in regelventielen kan leiden tot ongewenste onderhoudskosten en - in het uiterste geval - uitval van uw productieproces.

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

A01149NL

De door de R&D-afdeling van SAMSON AG op maat ontwikkelde AC-trim voorkomt schade en geluid ten gevolge van hoge drukval in uw proces.

SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Signaalrood 10 · 2718 SH Zoetermeer Tel. 079 361 05 01 · Fax. 079 361 59 30 info@samson-regeltechniek.nl www.samson-regeltechniek.nl SAMSON GROUP · www.samsongroup.net


MILIEUAMBITIES REIKEN HOOG

CRODA BESPAART 500 MILJOEN LITER WATER In zijn fabriek in Gouda onderneemt het Engelse bedrijf Croda een continue zoektocht naar innovatieve duurzame oplossingen. Met een nieuwe zuiveringsinstallatie realiseert de producent van specialiteitschemicaliën uit natuurlijke grondstoffen een aanzienlijke water- en energiewinst. En de ambities reiken verder. Tekst: Pieter van den Brand

D

e aanleiding voor het bezoek aan Croda is de officiële ingebruikname medio april van een ultramoderne waterzuiveringsinstallatie. De toegepaste schoonmaaktechnologie vormt ‘de eerste stap om een grote bijdrage te leveren aan het verder verbeteren van de duurzaamheid van de productie in Gouda’, aldus de uitnodiging. Site engineering managerr Danny Zwakhals laat vol trots de ‘Puurwaterfabriek’ zien. Hij gaat ons voor –

44 Chemie Magazine mei 2014

via de eigen tunnel van Croda onder de dijk van de Hollandsche IJssel – naar de afvalwaterzuivering. Hij licht een putdeksel op, we zien bruisend water onder ons. Het effluent van de zuivering gaat voor een deel naar een drie verdiepingen tellend gebouw, de rest gaat naar de rivier. Op de begane grond van het groene gebouw staan felblauwe containers met erin membraanfilters die het effluent zuiveren. De tweede etage is ingericht op het kunnen ophijsen van de mem-

branen voor het onderhoud. Op de bovenste verdieping staan opstellingen met lange buizen, waarin een tweede type membraanfilter het gezuiverde water van zouten ontdoet. “Het schone water gebruiken we voor de stoomproductie en voor onze processen”, zegt Zwakhals. “Dit proceswater en de stoom eindigen weer in de waterzuivering. We hoeven niet langer grondwater te gebruiken, maar hebben een eigen waterkringloop ingericht.”

Winst De winst, verduidelijkt Zwakhals, zit hem niet alleen in de 500 miljoen liter grondwater die jaarlijks niet meer nodig is. “Wat aantikt is dat we de chemicaliën uitsparen voor de onthardingsinstallatie voor het grondwater en de jaarlijks 700 ton loog en zoutzuur waar nog maar eentiende van nodig is voor het demineraliseren van het water. Bovendien kost de productie van


FOTO’S: CRODA

Duurzaamheid

Verdieping met omgekeerde-osmoseapparatuur.

deze chemicaliën veel energie. Doorgerekend in de keten reduceren we ook enorme hoeveelheden CO2.” Zwakhals verwacht de investering van 2 miljoen euro in de membraanzuivering binnen zeven jaar terug te verdienen. Met een capaciteit van 50 duizend liter gezuiverd afvalwater per uur voorziet de installatie volledig in de waterbehoefte. “Niet dat dit volume continu nodig is”, zegt Zwakhals. “In de zomermaanden staat de stoomproductie op een lager pitje.” De membraantechnieken die Croda heeft gekozen voor het zuiveren van het effluent uit de afvalwaterzuivering zijn verder robuust en laag in energieverbruik. Het gaat allemaal om reeds bewezen technologie. In Emmen staat van dezelfde leverancier (Logisticon) een installatie – NieuWater gedoopt – die driemaal zo groot is. Deze installatie werkt gezuiverd rioolwater van het waterschap op tot ultrapuurwater dat bij de NAM in de vorm van stoom in oliehoudende zandsteenlagen in Schoonebeek wordt geïnjecteerd om de stroperige olie te winnen. De uitdaging in Gouda zat in de samenstel-

Danny Zwakhals, site engineering manager, licht tijdens de officiële opening de procestekening toe.

ling van de te behandelen afvalwaterstroom. “Het geheim van de smid”, legt Zwakhals uit, “is het innovatieve systeem dat de leverancier heeft ontwikkeld om de zuiveringsinstallatie te reinigen en draaiende te houden. De optimale werking hebben we goed uit moeten zoeken. We hebben negen maanden lang een proefinstallatie in gebruik gehad.”

Balans De prikkel voor de waterbesparing was tweeledig. De onthardingsinstallatie voor het grondwater was aan het eind van haar Latijn. Op de terugweg maakt Zwakhals een ommetje langs de oude installatie, met haar met gebluste kalk omgeven leidingwerk. “Ziet er toch triest uit, nietwaar.” De tweede driver was de concernbrede ambitie van Croda om in 2015 voor al zijn zeventien fabrieken 10 procent waterbesparing te realiseren. “Met de nieuwe zuiveringsinstallatie zitten we meteen op 15 procent”, glundert Zwakhals. “Niet dat we bij het opstellen van deze doelstelling pas in actie geko-

men zijn. We zijn hier al veel langer mee bezig.” Zwakhals toont zich de gedreven ingenieur, continu op zoek naar innovatie van de processen in de Goudse biochemiefabriek, in de juiste balans van milieu en economie. Om dat nog even te benadrukken, wijst hij op het onderkomen van de nieuwe waterzuiveringsinstallatie: “In dit gebouw zat de slibindikker. We hebben het een nieuwe functie gegeven. Een nieuw gebouw was dus niet nodig.” Ook de locatie van de afgedankte onthardingsinstallatie krijgt een nieuwe rol. De aanvraag voor een biovergister ligt al bij het bevoegd gezag. Croda wil het bijproduct glycerine uit het productieproces ter plekke gaan omzetten in biogas. “Hiermee kunnen we in onze eigen energiebehoefte voorzien. Een pluspunt is dat we niet langer zijn overgeleverd aan de grillige wereldmarktprijzen voor glycerine.” Eind 2015 is de vergister volgens planning in gebruik. Samen met de ombouw van de warmtekrachtcentrale verwacht Zwakhals zo Croda’s andere milieu-ambitie te realiseren: 25 procent CO2-reductie in 2015. p

CRODA: DUURZAAM GAMMA VAN TOEPASSINGEN Voor Croda geldt wat voor andere chemiebedrijven ook opgaat: de producten zijn in een gamma van toepassingen terug te vinden, van autolak, smeermiddel en tv-scherm tot mobiele telefoon, sportschoen en zonnebrandcrème. Met één groot verschil: de grondstoffen die het bedrijf gebruikt, zijn biobased. Croda (de naam verwijst naar de oprichters Crowe en Dawe, in 1925) was van oorsprong producent van lanoline, natuurlijk beschermend vet uit schapenwol dat prima tegen roest bleek te werken. Later werd lanoline een grondstof voor de cosmeticaindustrie. In de jaren negentig ging het van origine Engelse bedrijf (actief in 35 landen, omzet 1,3 miljard euro, 3200 medewerkers en 28e op de Global 100 van meest duurzame bedrijven

ter wereld) over op de productie van fijnchemicaliën. De fabriek in Gouda werd in 2006 gekocht van het eveneens Britse ICI en heeft een lange oleochemische geschiedenis. In 1858 startten lokale industriëlen de productie van stearinekaarsen. Het verklaart de aanwezigheid van het chemiecomplex aan de rand van de historische binnenstad van Gouda, wat niet altijd even makkelijk is. De grootste stroom van grondstoffen in Gouda zijn raapolie en dierlijke vetten. In de hydrolysekolommen worden de grondstoffen gescheiden in vetzuren en het co-product glycerine. Er zijn 27 chemische processtappen voorhanden, van destillatie tot verestering, om de onverzadigde vetzuren naar klantspecifieke producten op te werken. mei 2014 Chemie Magazine 45


HBO-STUDIE APPLIED SCIENCE VOORZIET IN PERSONEELSWENSEN CHEMIE

BREDE BLIK IS PRÉ OP HET CV Drie oud-studenten van de hbo-opleiding Applied science die vertellen dat ze na hun afstuderen binnen no time een baan vonden in de chemie, het is geen toeval. De multidisciplinaire studie sluit goed aan bij de roep uit de sector om breed opgeleide medewerkers. “Bedrijven zijn positief en geven aan dat onze afstudeerders meteen zelfstandig aan de slag kunnen”, zegt adjunct-directeur Wedershoven van Fontys. Tekst: Emma van Laar

‘D

eze opleiding is multidisciplinair opgezet, precies waar we met de sector heen willen”, zegt Nelo Emerencia, VNCI-speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie. “De wens van de chemische industrie is werknemers met vaardigheden die passen in een team met verschillende disciplines. Goede vakkennis is nodig, maar daarnaast is ten minste begrip van aanpalende vakken noodzakelijk.” De opleiding Applied science is in 2008 gestart door het samenvoegen van de opleidingen Biologie & medisch laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische technologie, vertelt Hub Wedershoven, adjunct-directeur Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen. “We

hadden eind jaren negentig te maken met een dalend studentaantal bij deze opleidingen. Daarnaast adviseerden twee onderwijsrapporten het accent te leggen op brede interdisciplinaire programma’s met een aantal opleidingsroutes.” De school heeft het werkveld betrokken en is nagegaan wat bedrijven belangrijk vinden. “We hebben onderzocht of, en hoever, we zouden kunnen verbreden. Het antwoord was ja, we konden een behoorlijk stuk verbreden naar een competentiegestuurde toegepaste natuurwetenschappelijke opleiding.”

550 studenten De opleiding startte al in 2004, al werd er nog inge-

OPLEIDINGEN APPLIED SCIENCE IN DE LIFT Het Domein Applied Science (DAS) is een landelijk samenwerkingsverband van hbo-opleidingen die een bachelordiploma Applied science afgeven. Het domein omvat inmiddels vijftien hogescholen met negen verschillende bacheloropleidingen. “Naast de gecombineerde Applied science-opleiding van Fontys gaat ook Zuyd Hogeschool naar een combinatie van de drie richtingen toe. De overige hogescholen geven de opleidingen Biologie & medische laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische technologie. Daarnaast zijn er kleine opleidingen, zoals Bio-informatica, Voedingsmiddelentechnologie en Biotechnologie”, zegt dr. Ellen Hilhorst, DAS-voorzitter en directeur Institute for Life Sciences & Chemistry Hogeschool Utrecht. Volgens Hilhorst is het goed dat er zowel brede als smallere opleidingen zijn. “Er zijn ook studenten die vanaf dag één

46 Chemie Magazine mei 2014

weten welke richting ze op willen. Anderen hebben juist brede interesses en hebben baat bij ruimere oriëntatie. Er zijn meerdere typen studenten, hiervoor zijn verschillende typen opleidingen nodig. Wel is het belangrijk dat we als hogescholen in de hoofdfase aan verbreding doen. Het is goed om studenten van verschillende opleidingen in projecten te laten samenwerken. Zo begrijpen ze van elkaar wat ze doen en hoe ze werken, dat is van meerwaarde.” Dit studiejaar is het aantal aanmeldingen binnen het domein enorm gestegen en voor komend jaar lijkt dat door te zetten. “We moeten op de werkgelegenheid letten als de groei blijft aanhouden. Bovendien is het belangrijk dat het werkveld voldoende plekken voor stages en afstudeerprojecten heeft. Gelukkig is de samenwerking met de chemische sector goed”, besluit Hilhorst.

e


Onderwijs

ESTHER ROEVEN:

‘Het is belangrijk dat het werkveld voldoende plekken voor stages en afstudeerprojecten heeft’

VOORSPRONG OP GEBIED VAN MULTIDISCIPLINAIR WERKEN Esther Roeven, die Applied science studeerde van 2008 tot 2012, werkt als R&D-engineer bij Surfix BV in Wageningen. “Op de middelbare school vond ik zowel scheikunde als biologie erg leuk, ik kon destijds

ERIK PEETERS: ONTVING OP VRIJDAG DIPLOMA EN KON OP MAANDAG STARTEN Erik Peeters heeft van kleins af aan affiniteit gehad met deze tak van sport. “Zolang ik me kan herinneren wilde ik weten hoe alles in elkaar zat. Ik heb er nooit over getwijfeld deze kant op te gaan. Ik heb voor Eindhoven gekozen omdat je daar de mogelijkheid had breed opgeleid te worden”, legt Peeters uit. De opleiding beviel Peeters goed, hij rondde hem vorig jaar dan ook na drieënhalf jaar af. “Je wordt gestimuleerd om kennis op te doen en er is veel binding met de praktijk en het bedrijfsleven.” Met zijn specialisatierichting Chemische procestechnologie is hij als systeemspecialist bij FujiSeal

geen keuze maken. Omdat de opleiding heel breed begint, leek Applied science me een goede keuze. Na open dagen en een meeloopdag heb ik me ingeschreven.” Na haar afstuderen (juni 2012, specialisatie Molecular science & engineering) kon ze direct aan de slag bij Surfix. “Ik ontwikkel hier moleculaire nanocoatings voor de micro- en nanotechnologische markt, met name (micro)chips en biosensoren. Erg leuk en uitdagend werk.” “Hoe goed de opleiding aansluit hangt natuurlijk af van de baan die je uiteindelijk krijgt”, vervolgt Roeven. “Op het gebied van multidisciplinair werken heb je als Applied sciencestudent zeker een voorsprong vergeleken met anderen. Door de brede opleiding is het makkelijker om samen te werken binnen verschillende vakgebieden. De basiskennis is tijdens de opleiding zeker uitgebreid behandeld, maar ik merk wel dat er daardoor misschien te weinig aandacht is geweest voor ‘dieptekennis’ of specialisatie. Daarentegen heb je wel de mogelijkheid zelf de verdiepingsminor in te richten en stages te kiezen. Daar heb ik goed gebruik van kunnen maken.”

terechtgekomen. “Ik ontving op vrijdag mijn diploma en kon op maandag starten. Mijn werk bij de machinevestiging in Deurne – het bedrijf heeft daarnaast drie productielocaties (voor krimpsleeves) in andere landen – sluit goed aan op de opleiding. Ik zocht een combinatie tussen machines en materialen. Al mijn collega’s zijn afgestudeerd op mechanica, ik ben de enige die kennis van zowel de apparatuur als van ons product heeft. Daardoor heb ik een flink streepje voor.” Het contact dat studenten met hun docenten hebben is volgens Peeters uniek bij de opleiding. Nog steeds heeft hij goed contact met de school en schrijft nu zelfs projecten voor de opleiding.

mei 2014 Chemie Magazine 47


LUKAS BALK:

‘We geven studenten vanaf het begin mee: oriënteer je op verschillende gebieden’ schreven onder de oude opleidingen. In 2007 is, op verzoek van studenten, registratie in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (Croho) aangevraagd en gekregen. “In april 2008 is iedereen overgeschreven zodat ze het diploma Applied science konden krijgen”, aldus Wedershoven. De opleiding telt op dit moment 550 studenten, waarvan 200 eerstejaars. Fontys leidt met Applied science studenten op voor verschillende beroepsdomeinen, zoals materialen, chemische technologie, life science, diagnostics, kwaliteitszorg en hygiëne. In het eerste jaar van deze vierjarige hboopleiding doen studenten brede kennis op. Ze volgen vakken chemie, (micro)biologie, wiskunde, statistiek, natuurkunde en technologie. Bij ieder vak horen practica. Daarnaast starten ze met projecten van en voor het werkveld. “We geven studenten vanaf het begin mee: oriënteer je op verschillende gebieden. En sturen erop dat ze zowel biologie-, chemie- als technologieprojecten doen, zodat ze kunnen bepalen wat ze leuk vinden”, zegt Wedershoven. Aan het eind van het eerste jaar kiezen ze voor een leerroute: Science & life, Science & materials of Science & technology. y “Inmiddels is een extra leerroute toegevoegd, Science & food, naar behoefte vanuit het werkveld.” Ook in het tweede jaar is er connectie met de praktijk, in de vorm van open opdrachten van en voor bedrijven. Jaar drie bestaat voor de helft uit een stage en daarnaast uit verdieping. Tijdens het vierde jaar stu48 Chemie Magazine mei 2014

KON KIEZEN TUSSEN VIER GOEDE BANEN Lukas Balk kwam via het mbo (laboratoriumtechniek) bij Applied science terecht. “Ik merkte dat ik op het lab meer aankon dan van een mbo’er gevraagd wordt. Ik ben aan Applied science begonnen om de uitdaging van verbreding en verdieping aan te gaan.”

Hij startte in 2009 en studeerde augustus 2012 af in de richting Moleculair science & engineering. “Zo kon ik organische chemie met procestechnieken combineren.” De opleiding is volgens hem altijd ‘prikkelend en uitdagend’ geweest. “Ik heb het er erg naar mijn zin gehad. De mogelijkheden zijn groot binnen de opleiding, bijvoorbeeld als het gaat om projecten en afstudeerstages, maar ook door het variabele vakkenpakket kun je zelf een specialisatie of verbreding kiezen. Bovendien is de opleiding bijna één grote familie. Het is een goede club mensen met dezelfde doelen, een erg fijne omgeving.”Balk werkt nu als quality control technician bij Banner Pharmacaps in Tilburg. “Het is een mbo-functie, maar mijn werkgevers dagen me uit. Ik heb verschillende trainingen gehad en geef bijvoorbeeld rondleidingen. Het effect van verbreding door Applied science heb ik gezien toen ik in september 2012 ging solliciteren. Ik kon kiezen tussen vier goede banen, waarvoor ik niet in aanmerking was gekomen zonder de opleiding.”

deren studenten af bij een bedrijf of onderzoeksinstelling op een onderwerp passend bij de gekozen specialisatie.

Beroepspraktijk Er is vanaf het begin contact met de beroepspraktijk. Wedershoven: “We vragen bedrijven naar ervaringen met onze studenten tijdens stages en passen de competenties daar zo nodig op aan. Bedrijven zijn positief en geven aan dat onze afstudeerders meteen zelfstandig aan de slag kunnen. Daarnaast is een groot voordeel dat studenten zich beter oriënteren en daardoor weten waar ze naartoe willen.” Afgestudeerden vinden vaak snel een baan. Studenten gaan onder meer aan de slag bij Philips, AkzoNobel, DSM, Shell, maar ook bij TNO, RIVM, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, ziekenhuizen of een universiteit. Applied science sluit goed aan bij het transitieplan Chemie maakt het verschil!! dat de Topsector Chemie begin 2014 heeft ingediend bij het ministerie van Economische Zaken. Hierin staat dat de chemische industrie zich richt op de grote maatschappelijke uitdagingen van de toekomst. “Deze opleiding heeft leerlijnen die focussen op life science, materialen, voeding en technologie en ligt daarmee in het verlengde van het transitieplan”, aldus Nelo Emerencia. “Wij ondersteunen deze opleiding dan ook.” p


Your Partner for Design and Turnkey Realization of GMP Facilities 'LVFRYHU \RXU EHQHĆ„WV :KHWKHU JUHHQĆ„HOG H[SDQVLRQ RU RSWLPL]DWLRQ t RXU VSHFLDOLVWV GHYHORS KLJK TXDOLW\ VROXWLRQV IRU \RXU SURMHFWV LQ 7KH 1HWKHUODQGV DQG DOO DURXQG WKH JOREH Consulting Engineering Construction Validation TFM

M+W Process Industries A Company of the M+W Group www.pi.mwgroup.net

raad niet naar

UW KOSTEN

Laten we ervoor zorgen dat u uw kosten voor inkoop, mengen, bewerken, afvullen, verpakken, transport en naleving van wetgeving tot in elk gewenst detail kunt beheren. Zo weet u waar u uw marges kunt verbeteren en uw onderneming competitiever maakt.

T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be

ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE


Wat vertelt een fabrikant van veiligheidskleding u over stikstof? Niets! Maar als specialisten weten wij wel exact waar het in de chemische industrie om draait: Het beschermen van professionals Wij weten alles van stikken, stoffen, comfort, gebruiksgemak, normeringen en service. Wij zijn u graag van dienst. Als fabrikant kunnen wij prima inspelen op de wensen van onze klanten. Meer weten? Bel: 0113 213 440

Partners van PWG.

PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. • POSTBUS 103, 4460 AC GOES TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675 • INFO@PWG.NL • WWW.PWG.NL


VNCI BEZOEK KURT BOCK

VNCI NIEUWS IN DE MEDIA

Het persbericht van 28 april waarin de VNCI meldde dat chemieopleidingen steeds beter aansluiten bij de behoeften van de industrie en dat het aantal chemiestudenten toeneemt, is breed opgepikt door de media, waaronder TROUW, HAARLEMS DAGBLAD, AD, NRC en HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE TELEGRAAF meldde dat een van de sleutels tot dit succes de tv-serie Breaking Bad is (over een terminaal zieke scheikundeleraar die, om zijn gezin een goede erfenis na te laten, crystal meth gaat produceren). VNCI-directeur Colette Alma ontkrachtte dit in het 3FM-programma GIEL. Met de huidige chemieopleidingen is volgens haar leuker werk te vinden dan in de serie wordt gesuggereerd. In DE WERELD DRAAIT DOOR werd de vraag of de toegenomen interesse in chemie door Breaking Bad komt gesteld aan Jan van Maarseveen, universitair hoofddocent Organische chemie aan de Universiteit van Amsterdam, en Kitty Nijmeijer, hoogleraar Membraantechnologie aan de Universiteit Twente. Hun antwoord: nee. Wat vooral heeft bijgedragen aan het succes, aldus Nijmeijer, “is de gezamenlijke inspanning van universiteiten en bedrijven om de chemie op de kaart te zetten.” Vervolgens hielden ze een warm pleidooi voor de studie scheikunde, compleet met schaalmodellen van moleculen en scheikundige proefjes.

Uitzending De Wereld Draait Door http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/ media/313756

Op 28 april pleitte VNCI-directeur Colette Alma op BNR NIEUWSRADIO voor een concurrerende gasprijs en lagere belastingen op de industrie. “De chemische industrie verdient bescherming, juist omdat wij aan de basis staan van allerlei andere industrieën en een belangrijke rol moeten spelen in de verduurzaming van Europa.” Alma deelt de zorgen van Ineos-topman Ratcliff, die in een brief aan de Europese Commissie waarschuwde voor het verdwijnen van de chemie uit Europa vanwege de hoge energie- en grondstofkosten. Verder wees Alma op de veel te hoge regeldruk in Europa, die de laatste tijd alleen maar onvoorspelbaarder is geworden. Naar aanleiding van het onderzoek van Essenscia en de VNCI plaatste het AD een artikel waarin de chemische industrie de noodklok luidt over de hoge energieprijs. Die is zo hoog dat Antwerpen en Rotterdam miljarden aan investeringen en duizenden banen mislopen. “Grote multinationals als Dow en DSM investeren elders in de wereld”, aldus Irene van Luijken, manager Communicatie en Public Affairs bij de VNCI. “Ook bestaat de kans dat een deel van onze productie teloor gaat omdat productie verplaatst wordt.”

PERSONEEL

ONNO DE VREEDE Onno de Vreede versterkt het VNCI-team vanaf 1 juni als speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie. Hij volgt Nelo Emerencia op, die met pensioen is gegaan. Onno was de afgelopen 25 jaar werkzaam bij Gist-Brocades en DSM in Delft en bekleedde functies in R&D, Continuous Improvement en Duurzame Ontwikkeling. Hij heeft biochemie gestudeerd aan de RU Leiden en tweede fase biotechnologie aan de TU Delft.

De VNCI kijkt terug op een succesvolle bijeenkomst met Cefic-voorzitter Kurt Bock, topman van BASF. Hij bracht, tijdens zijn rondgang langs nationale brancheorganisaties, op 8 mei een bezoek aan de VNCI. Naar aanleiding hiervan verscheen een interview in Het Financieele Dagblad, waarin hij zijn zorgen uit over het ontbreken van betaalbare energie in Europa. Ook zegt hij het Nederlandse energiebeleid beter te vinden dan dat van Duitsland, omdat Duitsland veel geld uitgeeft zonder dat bedrijven gestimuleerd worden om die energie echt op te wekken, terwijl Nederlandse bedrijven alleen subsidie krijgen als er daadwerkelijk groene stroom wordt opgewekt.

GEZAMENLIJK RAPPORT Essenscia en de VNCI hebben een gezamenlijk rapport uitgebracht over de uitdagingen waar de chemie in Nederland en Vlaanderen voor staan vanwege de energie- en grondstofkosten. Het rapport geeft aanbevelingen aan de Nederlandse en Vlaamse overheid met als doel om in oktober 2014 een gezamenlijk pakket met actiemaatregelen vanuit overheid en industrie te presenteren. De industrie wil zo komen tot een nieuwe Europese energiestrategie, zodat de chemie in Nederland en Vlaanderen zich met gelijke wapens op de internationale markt kan begeven. Essenscia heeft het rapport op 8 mei overhandigd aan de Vlaamse minister-president Peeters. De komende maanden worden besteed om te komen tot concrete acties vanuit de nationale overheden.

mei 2014 Chemie Magazine 51


Laboranten en analisten van SWA versterken! Als het gaat om inzet van laboratoriumpersoneel bent u bij SWA aan het juiste adres. Want wij leveren u (tijdelijke) vakkrachten met de juiste chemie, die passen in uw organisatie. SWA is arbeidsmarktspecialist in de techniek, wij leveren u laboranten en analisten. Bovendien leiden wij deze specialisten ook voor u op in maatwerk leer/werktrajecten. Of verzorgen werving & selectie.

Uw organisatie versterkt met SWA? Kijk op onze website voor alle informatie.

LABORATORIUMTECHNIEK

www.vacaturelaboratoriumtechniek.nl

PGS15 opslagsystemen voor

RUIM 30 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160


BEDR IJVEN QCP (Quality Circular Polymers) bouwt een kunststoffabriek op Chemelot. QPC is een nieuw bedrijf dat hoogwaardige grondstoffen voor de kunststofverwerkende industrie gaat produceren op basis van gebruikte kunststoffen afkomstig van huishoudens en industrie. In totaal wordt 75 miljoen euro geïnvesteerd in het project. De productiecapaciteit zal uiteindelijk jaarlijks 100.000 ton bedragen. De totale investering bedraagt ongeveer 75 miljoen euro. AkzoNobel heeft in het Duitse Rhein-Main-gebied een nieuwe, efficiënte chloorfabriek geopend. Nieuwe membraantechnologie zorgt ervoor dat er per ton product 30 procent minder energie nodig is. De productie bedraagt 250 kiloton chloor per jaar, waardoor het bedrijf leidend blijft in de Europese markt voor chloor-alkali. Kosten: 140 miljoen euro.

Column/Bedrijven

GEOFFREY SCHOUTEN

BENT U KODAK OF FUJIFILM?

V Geoffrey Schouten is senior beleidsmedewerker Duurzaamheid en Responsible Care bij de VNCI.

Stahl, met de grootste productielocatie en het internationale hoofdkantoor in Waalwijk, heeft alle activiteiten van de Leather Services Business van het Zwitserse Clariant overgenomen, waaronder de productievestigingen in Duitsland, Italië en India. Stahl is specialist in hoogwaardige bewerkingsproducten voor leer, zoals kleurstoffen en coatings, en ontwikkelt daarnaast performance coatings voor allerlei materialen. AkzoNobel wordt exclusief lakkenleverancier voor Care Autoschade. De schadeherstelketen wil overgaan op een uniforme werkwijze en verwacht door met één lakkenleverancier te werken beter een constante kwaliteit te kunnen leveren. AkzoNobel kwam als winnaar uit de tender die Care had uitgeschreven.

olgens mijn visitekaartje heb ik een verantwoordelijkheid voor duurzaam ondernemen binnen de chemische industrie in Nederland. Klinkt prachtig, en ik vind het een geweldige uitdaging om iets bij te dragen aan duurzaamheid. De inspiratie vind ik in mooie, innovatieve vindingen en in de mensen die ik ontmoet. Maar mijn grootste inspiratiebron heeft niets met werk, laat staan met chemie te maken. Het zijn mijn kinderen van 1, 5 en 7 jaar. U bent het hopelijk met mij eens dat onze westerse consumptiemaatschappij geen houdbare zaak is. Door onze manier van leven plunderen we de aarde leeg. Om de samenleving in een meer duurzame richting te ontwikkelen, moeten we veranderen. We moeten innoveren. En het bedrijfsleven, ook de Nederlandse chemische industrie, heeft daarin een grote verantwoordelijkheid. Nu blijkt uit recente studies dat sociale innovatie in grote mate het innovatiesucces van bedrijven bepaalt. Drie keer meer dan technologische innovatie. Sociale innovatie kan worden omschreven als flexibel organiseren en samenwerken en het aanleren en toepassen van nieuwe vaardigheden. Uit het verleden kunnen we leren dat – vooral grote – bedrijven moeite hebben met veranderingen, met zogenoemde disruptive innovations. Kodak ontwikkelde in 1975 als eerste de digitale camera, maar moest in 2012 uitstel van betaling aanvragen. Concurrent Fujifilm heeft zich wel kunnen aanpassen en floreert anno 2014 nog steeds. Het verschil zit hem in vernieuwing van de organisatie. Maar wat heeft dit alles met mijn kinderen te maken? Van kinderen kun je leren hoe je je moet vernieuwen. Als ik naar ze kijk en luister bemerk ik dat ze elke dag nieuwe vaardigheden aanleren en toepassen. Als ze met vriendjes spelen en plannetjes maken beleggen ze geen vergaderingen met agenda’s, notulen en richtlijnen. Nee, ze beginnen gewoon. Ze werken samen wanneer en met wie dat op dat moment het gewenste resultaat oplevert. Ze organiseren op hun eigen manier, en als dat niet werkt proberen ze iets anders. Ze zijn precies zo flexibel als nodig is. Als ik naar mijzelf kijk, in mijn rol als opvoeder, zie ik vooral eenrichtingsverkeer van mij naar mijn kindren, vanuit mijn eigen – oude – paradigma. En dan bekruipt me weleens het gevoel dat ik Kodak ben en zij Fujifilm. En dan neem ik me voor om te proberen meer van hen te leren en toe te passen. Ook in mijn dagelijkse bijdrage aan duurzaam ondernemen. p

‘Van kinderen kun je leren hoe je je moet vernieuwen’

mei 2014 Chemie Magazine 53


Service MENSEN SHELL MOERDIJK Shell Moerdijk heeft per 1 juni een nieuwe general manager: Paul Buijsingh. Hij volgt Joke Driessen op die per 1 maart bij Perstorp is gaan werken. Tot 1 juni blijft Johan Verburgh, manager production and maintenance, de interim general manager op Shell Moerdijk. Buijsingh heeft dertig jaar ervaring bij Shell en is een bedreven leider in productie en operatie. Hij werkte al eerder bij Shell Moerdijk als MSPO production unit manager. r Op dit moment is hij manager Shell Groep Process Safety.

COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

KNCV

Jos de Gruiter (redacteur)

De KNCV heeft prof. dr. Saskia M. van der Vies benoemd tot Lid van Verdienste omdat zij zich op uitzonderlijke wijze ingezet heeft voor de vereniging, op een manier die ver uitstijgt boven de verplichtingen die een bestuurslid onder normale omstandigheden heeft. Zij is tijdens haar voorzitterschap nauw betrokken geweest bij een aantal zeer complexe dossiers. Met grote inzet en vasthoudendheid is zij erin geslaagd de vereniging door een veelbewogen periode heen te loodsen en heeft zij in belangrijke mate bijgedragen aan een stabiele oplossing zodat de vereniging weer kan bouwen aan haar toekomst.

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

Vormgeving Curve, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales,

VOLGENDE MAAND (26 JUNI)

Julius Röntgenstraat 17,

STAATSSECRETARIS MANSVELD OVER VEILIGHEID DIALOOG CHEMIE EN BURGERS ROZENBURG HOE GROEN IS DE VS? SPECIAL DUURZAAMHEID: BIJDRAGE CHEMIE AAN DUURZAAMHEID RUUD KOORNSTRA, DE GROENE ZAAK BERT WECKHUYSEN, UNIVERSITEIT UTRECHT NINA HODZIC, ING INVESTMENT MANAGEMENT

2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer

EN NOG VEEL MEER…

informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname

VNCI ONLINE

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-

WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Christiaan Krouwels

WW.VNCI.NL/LINKEDIN WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

54 Chemie Magazine mei 2014

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders

AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

Looking for the best jobs? Senior GMP QualiďŹ cation and Validation Services Professional | Senior Validation Specialist | Leiden - Janssen Biologics Scientist Virology & Analytical Development | Associate Director QC Development | Leiden - Crucell

services

Sr Project manager Respiratory Infectious Diseasess | Zeist - TNO Triskelion QA (QESH) Manager | Venlo - Geodis (Vitesse) Logistics Netherlands Account Manager Specialties | Rotterdam - Caldic Nederland Senior Technician Food Science | Delft - DSM Food Specialties Technician DSP/USP | Leiden - Batavia Bioservices Medical Advisor | Regulatory Affairs OfďŹ cer | Zuid Holland

Interested? Then take a look at our website for further information.

Follow us! Download our app in Google Play store or App Store.

Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food


MAKING THE DIFFERENCE

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world. SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification Governments & Institutions.

SGS GROUP NETHERLANDS

SGS GROUP BELGIUM

Malledijk 18 P.O. Box 200 NL-3200 AE Spijkenisse t +31 (0)181 69 33 33 e sgs.nl@sgs.com

SGS House Noorderlaan 87 B-2030 Antwerpen t +32 (0)3 545 44 00 e sgs.be@sgs.com

WWW.SGS.COM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.