Meststoffen Nederland presenteert Kunstmest 4.0
S/park in Deventer mikt op ‘veeleisende chemie’
WUR pleit voor nieuwe biobased chemicaliën
Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
MET SPECIALE BIJLAGE
Colette Bijlage bij Chemie
2019 Magazine • 28 mei
E ALMIA COLE19TT DIRECTEUR VNC 2004-20
s Column Bernard Wientje Openhartig afscheidsinter view 2004-2019 in beeld Wat heeft zij beteken voor de chemie?
d
ELEMENT 74, WOLFRAAM
DE TANDARTS KAN NIET ZONDER
JAARGANG 61 • 05 • 28 MEI 2019
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Lek- en afsluitertesten
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.nl
E info.netherlands@applusrtd.com
Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
INHOUD 05 | 28 mei | 2019
14
WOLFRAAM WEET RAAD MET TANDGLAZUUR Vanwege de hardheid wordt wolfraam veel gebruikt in boren, zoals de tandartsboor. ‘Tandglazuur is het hardste materiaal in het lichaam’, weet Joris Muris van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam en bekend van het RTL4-programma Gênante tanden. Hij gebruikt per behandeling vijf of zes verschillende boortjes. ‘Bij een gaatje boor je het aangedane weefsel weg, eerst met een wat grover boortje, dan met een wat fijner exemplaar.’
EERSTE DEELNEMERS OP WEG NAAR BRZO-RIJBEWIJS
30
Betrokken leiders zijn een voorwaarde bij het bereiken en behouden van een hoog veiligheidsniveau binnen BRZObedrijven. Daarom zijn onlangs de eerste deelnemers gestart met de pilotopleiding voor managers van BZRO-bedrijven: het curriculum Betrokken Leiderschap BRZO Top Management. Aanvullende trainingen op het gebied van wet- en regelgeving en proces- en technische veiligheid zijn in de maak. Het einddoel is een ‘BRZO-rijbewijs’.
mei 2019 Chemie Magazine 3
Cooling, power and heating
Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie: T +31 (0)161 219 031 | E john@vanabeelen.eu
25 jaar
019
1994- 2
INHOUD 05 | 28 mei | 2019
7 7
20
9 11 13
Meststoffen Nederland presenteert visie op toekomstige voedselvoorziening
14 20
38
28 30 34
WUR pleit voor ontwikkeling van biobased chemicaliën met nieuwe functionaliteiten
38 40 42
42
46 46
S/park in Deventer, het 7e Center for Open Chemical Innovation, mikt op ‘veeleisende chemie’
34
EELCO VOGT, ADVISOR CATALYST R&D BIJ ALBEMARLE:
‘Ik wil weten hoe de wereld in elkaar zit’
Voorwoord Manon Bloemer Snoepwinkel Evenementen
ACTUEEL
Finalisten Plant Manager of the Year 2019 BASF De Meern bestaat 50 jaar Behind the scenes@Eemsdeltavisie
ACHTERGROND
Periodiek systeem Wolfraam, nummer 74 Sector Meststoffen Nederland presenteert Kunstmest 4.0 Wetenswaardig Yara Sluiskil bestaat 90 jaar Veiligheid Managers op weg naar BRZO-rijbewijs Human capital Eelco Vogt over zijn werk bij Albemarle Opinie WUR pleit voor nieuwe biobased chemicaliën Uitgelicht Nieuw hoofdkantoor Dow Benelux geopend Coci S/park mikt op ‘veeleisende chemie’ Mensen Colofon
Colette Bijlage bij Chemie
2019 Magazine • 28 mei
3 4 10 12
COLETTE
Column Bernard Wientjes Interview Colette Alma 2004-2019 in beeld Wat heeft zij betekend voor de chemische industrie?
E ALMIA COLE19TT DIRECTEUR VNC 2004-20
s Column Bernard Wientje Openhartig afscheidsinter view 2004-2019 in beeld Wat heeft zij beteken voor de chemie?
d
mei 2019 Chemie Magazine 5
© Veolia Photo Library
Mobile Water Services
WATER TECHNOLOGIES
NOODGEVAL
GEPLAND
MEERJARIG
Levering van betrouwbare tijdelijke waterbehandelingsoplossingen voor een breed scala aan toepassingen: • Tijdens onderhoudswerkzaamheden, noodgevallen, geplande projecten of lange termijn huur. • Bij veranderde omstandigheden in voedingswater of productwatereisen. • Tijdens inbedrijfstelling (chemisch reinigen, spoelen) en vullen van boilers en leidingwerk. De voordelen voor u zijn: • Zeer snelle respons- en levertijd. • Verbeterde betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van waterbehandelingsinstallaties. • Gegarandeerd het juiste productwater, zowel kwalitatief als kwantitatief. • Volledige technische en operationele ondersteuning. www.mobilewaterservices.com • mobilewaterservices@veolia.com • +31 (0) 318 691 661
Voorwoord
SNOEPWINKEL In 1985 deed ik eindexamen, onder andere in scheikunde, en slaagde vol trots met een mooi B-pakket. Na een jaar buitenland lootte ik mee voor bedrijfskunde in Rotterdam. Dat was toen dé nieuwe studie en ik was blij, want ik werd ingeloot. Met de kennis van nu had ik natuurlijk iets technisch moeten kiezen, bèta heeft de toekomst, maar ja, das war einmal. Ik heb me in het bedrijfsleven, bij Unilever en Vopak, zeker niet verveeld en heb er een meer algemeen profiel ontwikkeld. En nu? Sinds ik weet dat ik bij de VNCI mag starten, verslind ik alles dat raakt aan de chemie (en dat is veel!). Er is zoveel te volgen over verbeteringen, vernieuwingen, innovaties. Op het gebied van vergroening, slim grondstoffengebruik, veilig
werken, de energietransitie, nieuwe materialen, efficiëntere processen, noem maar op. Voor iemand die houdt van oplossingen, lijkt het wel een snoepwinkel. Al weet ik ook wel dat sommige snoepjes minder lekker zijn (zo leerde ik de afkorting ZZS) en dat veiligheid en risicoreductie permanente aandacht verdienen. De chemie, waaronder ook het thema veiligheid, is voor mij: ontdekken, samenwerken, kennis delen, nationaal en internationaal. Bedrijven, groot en klein, ontwikkelen partnerships om te zoeken naar oplossingen voor (wereld)problemen. Ik voel me heel klein in dat perspectief en realiseer me dat ik met de opvolging van Colette ‘grote schoenen’ heb om te vullen. Ik ben Colette, de collega’s bij de VNCI én allen waar ik inhoudelijk op mag gaan steunen nu al dankbaar. Ik zie uit naar de kennismaking en samenwerking met de leden en andere betrokkenen. En ondertussen nog even hard studeren in de scheikundeboeken van mijn kinderen. Manon Bloemer, directeur VNCI
EVENEMENTEN 16.6 Loss Prevention 2019 Zestiende editie van het internationale symposium over loss prevention en safety promotion in de procesindustrie. Locatie: TU Delft Organisatie: EFCE en TU Delft
29.7 International Conference on History of Chemistry Twaalfde editie van de internationale conferentie over de geschiedenis van de chemie. Locatie: Universiteit Maastricht Organisatie: EuChemS
VERGADERINGEN 4.6 WG Arbeidsveiligheid 5.6 BG Innovatie 11.6 BG Energie en Klimaat 12.6 WG Logistieke Veiligheid 14.6 Overleg Regionaal Netwerken Veiligheid 19.6 BG VGM
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/AGENDA mei 2019 Chemie Magazine 7
Milieu en Omgevingsvergunning vergt kennis m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland
België
Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond
Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel
Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming
Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur
T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be
T +32 11 223 240 info@m-tech.be
T +32 81 226 082 info@m-tech.be
www.m-tech-nederland.nl m-tech_2018_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1
Verkoop stoom- en warmwaterketels
13/03/18 22:58
Eco Steam Trading & Consultancy bv
www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com
Actueel
FINALISTEN PLANT MANAGER OF THE YEAR 2019 Alweer voor de twaalfde keer wordt de Plant Manager of the Year gekozen. De finalisten dit jaar zijn Marinus Tabak (RWE Eemshaven), Hanno Schouten (Neste Netherlands) en Sander Schiereck (Brenntag). Op 20 juni, tijdens het congres Deltavisie, wordt bekend wie het boegbeeld van de Nederlandse procesindustrie wordt.
D
e jaarlijkse verkiezing van de Plant Manager of the Year is een initiatief van het Petrochem Platform in samenwerking met de VNCI, VOTOB, Deltalinqs, Nogepa, het Havenbedrijf Rotterdam en het kennisplatform Het Nieuwe Produceren. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid. Marinus Tabak is plantmanager van de Eemshavencentrale van RWE. Deze energiecentrale is bezig met een project om van kolen over te schakelen op biomassa. “Als je echt wat wil doen aan klimaatsverandering en de CO2-uitstoot moet je juist hier gaan werken”, zegt hij. Hanno Schouten is site director bij Neste Netherlands in Rotterdam en Sluiskil. Hij is trots op wat het bedrijf heeft weten te bereiken, op het gebied van veiligheid, duurzaamheid, de productieresultaten en bovenal de cultuur. Dat is gelukt doordat medewerkers zelf verantwoordelijkheid krijgen en nemen. Hij stimuleert ze en helpt ze om te groeien en te verbeteren. Sander Schiereck is plantmanager bij Brenntag Benelux in Rotterdam. Het bedrijf richt zich op de distributie van chemicaliën. Hij is trots op de open cultuur. “Ik wil een bijdrage leveren aan het werkplezier van anderen.” Daarnaast is hij bezig om het bedrijf technisch en organisatorisch klaar te maken voor toekomstige groei. p
mei 2019 Chemie Magazine 9
SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING EEN EFFICIËNT PROCES RESULTEERT IN DUURZAAM PRODUCEREN
Imperium 79kW - 2.416kW
Temperatuurregelaars (TCU’s) tot 400°C | 9 kW tot 360 kW
Koeltoren: 825 kW – 1.900 kW Dry Air Cooler: 250 kW – 500 kW
Chillers - Dry Air Coolers - Koeltorens - Temperatuurregelaars - Luchtbehandelingsunits Heaters - Boilers - Mobiele units VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7: 088 - 258 2580 | info@icscoolenergy.nl W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L
Dutch-Nov18-Halfpage-2.indd 1
06/11/2018 10:21
Actueel
ZON ZET CO2 ZEER EFFICIËNT OM NAAR METHAAN TNO en de Universiteit Hasselt (België) zijn erin geslaagd om CO2 bij lage temperatuur met zonlicht als duurzame energiebron om te zetten naar methaan, waarbij het zonlicht met een uitzonderlijk hoge efficiëntie wordt gebruikt.
D
e resultaten zijn bijzonder omdat een ongewenst afvalproduct, CO2, met behulp van zonlicht wordt omgezet naar methaan als bruikbare brandstof. Daarbij wordt 55 procent van de energie uit het zonlicht gebruikt, wat een uitzonderlijk hoge efficiëntie is. Conventionele fotokatalysatoren gebruiken in de
meeste gevallen alleen het uv-deel van het zonlicht, waardoor een groot deel van het licht niet gebruikt wordt en de efficiëntie veel lager is. Met het door TNO en de Universiteit Hasselt ontwikkelde concept wordt methaan bovendien geproduceerd bij lage temperatuur en lage druk. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of
bijvoorbeeld ook farmaproducten of synthesegas op deze manier kunnen worden geproduceerd. Synthesegas wordt nu al veelvuldig als bouwsteen in conventionele chemische processen gebruikt. De innovatie kan bijdragen aan de transitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energie en aan de vermindering van CO2-uitstoot. De onderzoeksresultaten zijn bereikt in het kader van het project EnOp (programma Interreg V Vlaanderen-Nederland). p
BASF DE MEERN 50 JAAR
O
BASF De Meern tijdens de Dag van de Chemie 2018.
p 29 mei vierde BASF in De Meern het 50-jarig jubileum met een conferentie in het Academiegebouw Utrecht. Behalve stilstaan bij deze mijlpaal werd er ook vooruitgekeken naar nieuwe kansen en de toekomstige uitdagingen in de samenleving en duurzaamheid, en hoe katalyse en chemie waardevolle oplossingen kunnen creëren. Sprekers waren onder meer directeur Paul Evers, vicepresident BASF Benelux Jurgen Hoekstra, burgemeester van Utrecht Jan van Zanen, hoogleraar katalyse aan de Universiteit Utrecht Bert Weckhuysen en Nobelprijswinnaar Ben Feringa, hoogleraar aan de Universiteit Groningen. In De Meern worden katalysatoren geproduceerd, die toegepast worden in onder meer de voedingsmiddelenindustrie en de petrochemische industrie. Er werken 270 mensen. p mei 2019 Chemie Magazine 11
Leading the way
Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11
◆
e. leebv@vanderlee.nl
4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1
◆
i. www.vanderlee.nl
23-07-18 11:59
CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl
CM1614_tabletadvert 210x148.indd 9
08-06-16 15:53
Actueel
HAVENS WERKEN SAMEN AAN CO2-OPSLAG
Dokter Harry @dokterharry Als antwoord op @dokterharry @MvWoensel Patient: “Ik hoef die chemische middelen niet in mijn lichaam” Ik: “alles is chemie, mevrouw. Ook een banaan of ei.” Patient: “ja maar… dat bedoel ik niet…” Ik: “wat dan wel, mevrouw?” Patient: “nou ja, medicijnen zijn extra chemisch.” Robert Tieman @RobertTieman Eric Wiebes @MinisterieEZK deed eerder dit jaar een oproep aan het havenbedrijfsleven om o.a. uit te leggen wat ze precies doen & welke toegevoegde waarde ze creëeren. Leden @vnci @ deltalinqs geven hier op 13 mei gehoor aan ‘Behind the scenes R’dam’ Reinier Gerrits @ReinierGerrits Op #bbe19 Twence: @WimdeJong2 willen op termijn oa mierenzuur gaan produceren uit CO2 van biomassa installatie, maar ook terugwinning van grondstoffen uit mest. Véél interessante initiatieven gaande bij @twencehengelo chapeau! Chantal Michielsen-Kaijen @Chantalmicka Plagen, schimmels, virussen, bacteriën, driftreductie, emmissie. Maar bovenal geïntegreerde bestrijding: combineren van preventie, biologisch, thermisch, fysisch, mechanisch en als laatste chemisch bestrijden. Teler en boer zijn geen gifmengers die alles maar willen vernietigen Chemical Science @ChemicalScience This week’s #ChemSciPicks comes from @Itamilab at @NagoyaITbM and describes a simpler route to some nonplanar 4,5-diarylphenanthrenes. These twisted phenanthrenes could act as building blocks to some exciting new materials. https://pubs.rsc.org... Nour Alchazli @Nour_Alchazli Sommige mensen snappen het niet. Alles is chemisch. Water = chemisch. Chemie is de leer van ‘stoffen’
Uniper, beloofden de twee energiebedrijven hun CO2 te zullen afvangen en in het gasveld op te slaan. Maar dit bleek te duur. Sindsdien is Port of Rotterdam bezig met de voorbereiding van het Porthosproject, waarbij CO2 van vooral de chemische industrie en de raffinaderijen in de haven wordt afgevoerd naar het gasveld. De investering zou rond 450 miljoen Het idee is om van alle deelnemende havengebieden pijpleidingen euro bedragen. Nu ook de haven van Antwerpen en North Sea Port aan te leggen naar Rotterdam, waarvandaan een pijpleiding wordt meedoen, komt het project mogelijk in aanmerking voor Europese subaangelegd naar het lege gasveld sidie. De havens hebben de EU P18, zo’n 10 kilometer uit de kust. Per jaar zou daar 10 miljoen ton CO2 gevraagd om het CO2TransPortsproject te erkennen als Project of kunnen worden opgeslagen. Het Common Interest (PCI). De beslisgasveld is al langer kandidaat als opslagplaats voor CO2. Toen op de sing wordt in juni of september verwacht. p Maasvlakte twee kolencentrales werden ontwikkeld, door Engie en De havens van Rotterdam, Antwerpen, Vlissingen en North Sea Port (het grensoverschrijdende havengebied dat Vlissingen, Terneuzen en Gent verbindt) willen samen een systeem opzetten om CO2 op te slaan in een oud gasveld onder de Noordzee. Dit meldt de Vlaamse krant De Standaard.
OPROEP
BEN JE STUDENT OF YOUNG PROFESSIONAL? Op 16 oktober organiseert de VNCI de laatste in de serie ‘Behind the scenes’, evenementen waarbij chemieclusters centraal staan, dit keer het chemiecluster in de Eemsdelta, in samenwerking met Eemsdeltavisie. Behind the scenes @Eemsdeltavisie is tevens de finaledag van Northern Back from the Future, een scenariowedstrijd voor studenten en young professionals. Met de industrie-agenda en het overleg over het Klimaatakkoord zijn de afgelopen twee jaar stevige doelstellingen geformuleerd voor de Eemsdelta. Scope is daarbij 2050 en 2030. Maar wat zijn de stappen die nu gezet moeten worden? Dat is de centrale vraag van de scenario-wedstrijd Northern Back from the Future. Hiervoor beschrijven teams van drie personen de toekomst van het industriecluster en formuleren stappen die nu en op de middellange termijn nodig zijn. Het winnende team krijgt een geheel verzorgde studiereis naar Japan. Op 12 juni is het aftrapsymposium in Groningen. MEER INFO: www.petrochem.nl/schrijf-scenario-wedstrijd-eemsdelta-en-win-studiereis
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). mei 2019 Chemie Magazine 13
VANWEGE 150 JAAR PERIODIEK SYSTEEM BESTEEDT CHEMIE MAGAZINE DIT JAAR AANDACHT AAN EEN AANTAL BIJZONDERE ELEMENTEN
74
WOLFRAAM, DIAMANT ONDER DE METALEN
NR. 74 BOORT ALLES
W
Tungsten 183.84
Het metaal wolfraam is hard. Wolfraamcarbide, een mix van wolfraam en koolstof, komt qua hardheid zelfs in de buurt van diamant. De meest alledaagse toepassing is in balpenpunten. Maar het meeste wolfraam zit in boren, van megagrote tunnelboren tot het gevreesde tandartsboortje. Tekst: Marga van Zundert
14 Chemie Magazine mei 2019
grote ronddraaiende boren die graniet verpulveren voor auto- en treintunnels in de Alpen bevatten het metaal, net als boren die diepe gasen olieputten slaan. Ook in werkplaatsen zijn de meeste boren en boortjes, slijptollen, messenslijpers, draaibeitels en frezen van wolfraam of bekleed met wolfraam. En ja, ook de minuscule boortjes waarmee de tandarts gaatjes vult, zijn vaak van het metaal. “Tandglazuur is het hardste materiaal in het lichaam, veel harder dan bot”, vertelt Joris Muris, onderzoeker bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) en tandarts in dezelfde stad. Glazuur scoort een 5 op de hardheidsschaal van Mohs, die loopt van 1 voor talk tot 10 voor het hardste natuurlijke materiaal: diamant. Het toplaagje van onze tanden is zo hard omdat het voor 96 procent uit kristallen van het mineraal hydroxyapatiet (Ca5(PO4)3OH) bestaat. Om er e
JORIS MURIS:
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
H
ard, zwaar en hittebestendig. Element nr. 74 is een stoer grijs-wit metaal dat twee wat wonderlijke namen draagt: het officiële Nederlandse ‘wolfraam’ en het meer internationale ‘tungsten’. Je komt het element waarschijnlijk meer tegen dan je vermoedt. Het kogeltje in je balpen is er bijvoorbeeld van gemaakt, de gloeidraad in ouderwetse peertjes, de punt van dartpijltjes, de draden in gewapend glas en de achterruitverwarming in auto’s. En wolfraam laat je mobiel vibreren bij een telefoontje of bericht. Maar wolfraam vindt vooral toepassing in draaiend gereedschap zoals de boor. Niet alleen omdat het metaal hard is, maar ook omdat het tegen grote hitte kan. Het smeltpunt ligt bij 3422 graden Celsius, het hoogste van alle metalen. Een wolfraamboor zal dus niet smelten door wrijvingswarmte. De koppen van
‘Om nauwkeurig in tandglazuur (veel harder dan bot) te kunnen boren, is een zeer hard materiaal nodig’
Periodiek systeem
mei 2019 Chemie Magazine 15
FOTO: SHUT TERSTOCK
Het kogeltje van de balpen en de punt van het dartpijltje zijn gemaakt van wolfraam.
CHINA IS GROOTLEVERANCIER
China is grootleverancier van wolfraam. Het land is goed voor meer dan 80 procent van de wereldproductie van circa 80 miljoen kilo per jaar. Vaak is wolfraam een ‘bijproduct’ van het meer gewilde metaal molybdeen, dat staal versterkt. Wolfraam kost momenteel zo’n 25 euro per kilo. Naast China delven Rusland, Canada, Bolivia en Vietnam wolfraam. Ook in Europa zijn (kleine) mijnen: in Portugal, Oostenrijk en Spanje. De grondstof, het gesteente wolframiet of scheeliet, wordt eerst in kleine stukken geblazen met springstof en vergruisd. Om het metaal te isoleren wordt gebruikgemaakt van gravitatie-scheidingstechnieken; wolfraam heeft een relatief hoge dichtheid. Wolfraamoxide wordt vervolgens verhit tot 550-850 graden Celsius met waterstof, waarbij puur wolfraam ontstaat: een grijs-wit glanzend metaal.
nauwkeurig in te kunnen boren is dus een zeer hard materiaal nodig. Muris, bekend van het tv-programma Gênante tanden van RTL4, waarin hij patiënten behandelde die al in jaren geen tandarts hadden gezien, gebruikt per behandeling al snel vijf of zes verschillende burrs. “Je bent veel aan het wisselen. Bij een gaatje boor je het aangedane weefsel weg. Eerst met een wat grover boortje, dan met een wat fijner en dunner exemplaar. Dan maak je het oppervlak geschikt voor het vulmateriaal en die vulling wordt ook nog gepolijst.” En om een tand te prepareren voor een kroon, voor het verwijderen van een oude vulling of voor het uitboren van een zenuw bij een wortelkanaalbehandeling, zijn er weer andere boortjes, vervolgt Muris. “De één zweert bij dit of dat type, mij gaat het vooral om de grootte, de grofheid en de vorm.” 16 Chemie Magazine mei 2019
Met een boor van wolfraamcarbide wordt de Brenner-basistunnel geboord, een straks 55 kilometer kaarsrechte spoortunnel dwars door de Alpen van Innsbruck naar Fortezza.
Het hardste natuurlijke materiaal, diamant, is uitstekend geschikt om mee te boren, maar ook prijzig. In 1896 ontdekte de Franse chemicus Henri Moissan min of meer per ongeluk een alternatief. Moissan was eigenlijk op zoek naar een manier om diamant te synthetiseren. Hij probeerde in een hete oven allerlei recepten uit met koolstofrijke grondstoffen om de unieke vorm van koolstof in handen te krijgen. Tijdens een van die experimenten verhitte hij wolfraamoxide met suiker. Het leverde wederom geen diamant op, maar wel wolfraamcarbide, dat een dikke 9 scoort op de hardheidsschaal van Mohs. Het staat ook bekend als widia, van het Duitse Wie Diamant (‘als diamant’).
Dubbelkristal
De stof wordt tegenwoordig gemaakt door wolfraamoxide te mengen met koolstof en met water-
stof om te zetten in wolfraamcarbide (WC). Dat wordt vervolgens gesinterd: langdurig verhit net onder het smeltpunt. De korrelgrenzen die het materiaal kunnen verzwakken worden zo aaneen ‘gesmeed’. Wolfraamcarbide is moleculair gezien een bijzonder compact materiaal. De veel kleinere koolstofatomen vullen de ‘gaten’ op in het metaalrooster van wolfraam. Je kunt het ook zien als een dubbelkristal. Met ‘nepdiamant’ wordt sinds 2007 de Brenner-basistunnel geboord, een straks 55 kilometer kaarsrechte spoortunnel dwars door de Alpen, van het Oostenrijkse Innsbruck naar het Italiaanse Fortezza. Een bijna 2 miljoen kilo wegende, 200 meter lange tunnelboormachine, genaamd Gripper (7500 pk), beslecht het graniet met 42 roterende stalen schijven bekleed met wolfraamcarbide. De tunnel is een alternatief voor de
Periodiek systeem
druk bereden Brennerpas, waar jaarlijks 2,25 miljoen vrachtwagens passeren om van Noord- in ZuidEuropa te belanden. De basistunnel bekort de huidige reis met 20 kilometer, en – nog belangrijker – met zo’n 800 meters omhoog en weer omlaag. De treinreistijd tussen Innsbruck en Bolzano zal straks 50 minuten bedragen in plaats van 2 uur. Het is niet het eerste huzarenstukje van wolfraamcarbide. De langste tunnel ter wereld, 57,1 kilometer, opende in 2016 na 17,5 jaar boren: de Gotthard-basistunnel tussen Zwitserland en Italië. Die heeft de treinreis van mensen en goederen tussen Zürich en Milaan met een heel uur verkort. Voor de tunnel is in totaal een volume van vijf piramides van Giza uit het Gotthardmassief geboord.
Witte vulling
Ook de minuscule burrs van de
De Duitse duikbommenwerper Stuka werd tijdens WO II geladen met wolfraam-munitie die dwars door de Britse tanks heen sneed.
tandarts zijn vaak gemaakt van wolfraamcarbide of van ‘hardmetaal’, een legering die 70 tot 95 procent wolfraamcarbide bevat, met daarnaast nikkel, kobalt, chroom en/of titanium. Muris: “De boortjes breken zelden, maar ze worden op den duur wel bot. Dat komt niet alleen door het boren, maar ook omdat ze na elk gebruik natuurlijk grondig gereinigd en gesteriliseerd worden.” De boortjes draaien rond met toerentallen tot 400.000 per minuut en zijn watergekoeld om het tandbeen niet heet te laten worden. De trillingen en ook het geluid dat een tandartsboor produceert, zijn de afgelopen decennia fors verminderd. Toch boezemt de tandartsboor nog vaak angst in. “Maar één op de vijf mensen ligt echt ontspannen in een tandartsstoel”, bevestigt Muris. Maar boren doet een tandarts steeds minder, benadrukt hij. Een grote stap werd gezet rond de
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
FOTO: WIKIPEDIA
TWEEDE WERELDOORLOG
Helaas wordt wolfraam niet alleen voor vredelievende toepassingen gebruikt. Kort voor de Tweede Wereldoorlog begon het Duitse leger de tips van kogels, torpedo’s en bommen van wolfraamcarbide te maken. Het bleek een game changer. Er wordt gezegd dat wolfraam misschien wel bepalender was voor de snelle opmars van de Duitse veldmaarschalk Erwin Rommel in 1941 in Noord-Afrika, dan de roemruchte strategieën van ‘De Woestijnvos’ (Rommels bijnaam). De gevreesde duikbommenwerper Stuka werd geladen met wolfraam-munitie die dwars door de Britse tanks heen sneed. NaziDuitsland kocht tijdens de oorlogsjaren al het wolfraam op waar het de hand op kon leggen. De productie van wolfraamcarbide door staal- en wapenfabrikant Krupp ‘explodeerde’ tot 500 ton in 1945. Het was vooral neutraal Portugal dat de grondstof leverde. Dictator Antonio Salazar handelde zowel met de geallieerden als met Duitsland. Hij verdiende er goed aan, de prijs verduizendvoudigde gedurende de oorlogsjaren. De nazi’s betaalden voor een belangrijk deel met goud geroofd van vermoorde joodse burgers.
Nazi-Duitsland kocht tijdens de oorlogsjaren al het wolfraam op waar het de hand op kon leggen
e mei 2019 Chemie Magazine 17
FOTO: SHUT TERSTOCK
Wolframiet
Een wolfraamboor zal niet smelten door wrijvingswarmte, het smeltpunt ligt bij 3422 graden
18 Chemie Magazine mei 2019
In de hoogtijdagen van de gloeilamp, zo rond 2000, gebruikten lampenfabrikanten elk jaar zo’n 20 miljoen kilometer wolfraamdraad.
GLOEIDRAAD
In de hoogtijdagen van de gloeilamp, zo rond 2000, gebruikten lampenfabrikanten elk jaar zo’n 20 miljoen kilometer wolfraamdraad. De wolfraam gloeidraad was bijna 100 jaar eerder ‘uitgevonden’ door Kroatische chemici op zoek naar een materiaal dat bij hoge temperaturen stabiel bleef. Wolfraam was met het op één na hoogste smeltpunt van alle elementen (3422 graden Celsius) een logische keuze, maar het metaal zelf was erg bros. De Amerikaan William D. Coolidge voegde een ‘snufje’ calcium, silicium en aluminiumoxide toe, en perste het materiaal door een kleine opening. In de loop der tijd lukte het om het draadje dunner en langer te maken. De laatste generatie 60W-lamp heeft een ragfijne helixvormige gloeidraad van bijna 2 meter lang en een kwart millimeter dik. Sinds de opkomst van de veel zuinigere ledlamp en het Europese verbod van 2011 op de verkoop van gloeilampen verdwijnt wolfraam uit onze huizen.
eeuwwisseling met de komst van de ‘witte vulling’. Amalgaam, het klassieke, grijs-zwarte vulmiddel van kwik, zilver en tin, is vervangen door composiet. Dat witte materiaal bestaat uit een matrix (‘cement’) van kunststof (meestal polymethylacrylaat) vermengd met glas, kwarts of keramiek. Het wordt als een pasta in gaatjes gebracht, waarna het uithardt onder blauw licht. Composiet hecht sterk aan tand en glazuur, je kan er zelfs een afgebroken hoekje aan een tand mee ‘opmetselen’. Muris: “Amalgaam hecht niet. Daarom moest je een gat boren dat naar beneden breder uitliep. Anders blijft zo’n vulling niet zitten. Maar daarvoor moest je gezond tandbeen opofferen. Dat is natuurlijk het laatste wat je wilt als tandarts.” Nieuwe inzichten zorgen er ook voor dat groeven in kiezen niet langer preventief worden gevuld, en beginnende gaatjes blijken zich soms zelf
te herstellen wanneer ze goed schoon worden gemaakt. Muris: “We kijken het nu vaker even aan voordat we ingrijpen.” Ook worden kleine gaatjes in melktanden en -kiezen zelden gevuld. “Wanneer je zo’n gaatje goed toegankelijk maakt voor de tandenbostel, is regelmatig poetsen genoeg om het tandbederf te stoppen. En de behandeling is zo veel minder intensief voor het kind.” Is de toekomstige tandartspraktijk dan helemaal boorloos? “Nee, dat is een utopie zolang mensen hun gedrag niet veranderen. We houden van zoet en zuur, maar dat is slecht voor je tanden.” En zeker 10 procent van de Nederlanders mijdt de tandarts helemaal. Vaak uit angst, soms ook vanwege de kosten. “Heel spijtig, want juist met regelmatige controle voorkom je problemen als cariës, tandvleesontstekingen en tanderosie.” p
FOTO: SHUT TERSTOCK
WOLFRAAM ALIAS TUNGSTEN
In 1779 onderzocht de Engelse mineraloog Peter Woulfe het gesteente dat nu bekendstaat als wolframiet (ijzer-mangaan-wolfraam-oxide, (Fe,Mn)WO4). Hij concludeerde dat het een nog onbekende substantie bevatte. Twee jaar later ontdekte de Zweedse chemicus Carl Wilhelm Scheele een nog onbekend zuur dat gemaakt kon worden uit tung sten (Zweeds voor ‘zware steen’). Tung sten, zo bleek later, was CaWO4, en is nu bekend als het mineraal scheeliet. Kort daarna toonden twee Spaanse chemici, de broers Juan José en Fausto Elhuyar, aan dat Scheele’s zuur ook uit wolframiet kon worden bereid. En het lukte hun de onbekende substantie te isoleren door het zuur te reduceren met houtskool. Het element, een metaal, kreeg toen officieel de naam wolfraam, naar het mineraal wolframiet. Dat had zijn naam gekregen in de late middeleeuwen in de Duitse tinindustrie. Wanneer wolframiet in tinerts voorkwam, verminderde het de opbrengst. De ovenwanden werden bedekt met een dikke laag zwart gesteente, want wolfraam heeft een zeer hoog smeltpunt. Het mineraal werd daarom gezien als een ‘wolf’ die het tin opvrat. In de Engelstalige wereld burgerde echter de Zweedse naam tungsten in voor het element, en sinds 2005 heet het element ook officieel zo, al blijft de afkorting W.
Een lange hete zomer! Sommigen houden ervan, voor anderen is het te lang, te heet, teveel. Hoe u het invult en ervaart moet ieder zelf uitmaken, maar we hebben het wel allemaal nodig. Knoell kan er voor zorgen dat u echt kunt genieten van uw vakantie!
Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels bijna 600 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden en kleinbedrijf.
Maakt het u gemakkelijk. Vraag aan een expert om u te ondersteunen. Op heel veel regelgevingsgebieden en in heel veel regionen kunnen we u helpen. Om een paar zaken te noemen: industriële chemicaliën (REACH), biocides, gewasbeschermingsmiddelen, cosmetica, voedselcontactmaterialen. Hiervoor hebben we 600 mensen in de EU, Amerika en Azië.
Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:
Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen.
Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke Tel +31 (0)317 466 805 info@knoell.com
Zou het niet geweldig zijn om overal ter wereld uw product tegen te komen!
www.knoell.com
Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • Procestechnologie en installaties • Externe veiligheid/BRZO/PGS6 • Processchema’s, P&ID’s • Mechanische veiligheid, PED
• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s • Explosies
• Maintenance • Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Instrumentele beveiliging
• Gevaarlijke stoffen • Incidentenonderzoek • ATEX
Data: 26 september, 10 oktober, 7, 14, 21 en 28 november,
Schrijf je snel in, deze opleiding zit altijd snel vol!
12 december en het tentamen is op 19 december 2019.
T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_190205_Adv Procesveiligheid_185x130-wt.indd 1
12-02-19 12:42
De hele landbouwketen, van boer tot retailer, moet de impact op klimaat en milieu verder reduceren. Dit vereist een nieuwe visie op de voedselvoorziening en de rol van (minerale) meststoffen. Centraal hierin staat een meer circulaire benadering met een hoge maar verantwoorde productiviteit per hectare. Aldus KunstMest 4.0, de visie op de toekomstige voedselvoorziening die Meststoffen Nederland onlangs presenteerde. Tekst: Igor Znidarsic
MESTSTOFFEN NEDERLAND PRESENTEERT VISIE OP KRINGLOOPLANDBOUW
DE JUISTE BEMESTING H
et is al lang niet meer zo dat de producenten van kunstmest zoveel mogelijk volume willen afzetten richting de landbouw. “Onze klanten willen eigenlijk zo min mogelijk van ons product gebruiken”, zegt Reinier Gerrits, directeur van Meststoffen Nederland, de vereniging voor de Nederlandse meststoffensector. “Zij willen advies over het juiste gebruik en het ontwikkelen van de juiste combinaties voor precisielandbouw. Het gaat niet om de hoeveelheden, maar om het juiste product, in de juiste hoeveelheid, op het juiste moment, op de juiste plek.” Kunstmest is daarbij geen vervanging van dierlijke mest. Dit is een valse tegenstelling volgens Anthony Zanelli, voorzitter van Meststoffen Nederland. “Want de een kan niet zonder de ander.” Meststoffen Nederland is voorstander van basisbemesting met onbewerkte organische mest en op maat aangevuld met hoogwaardige bewerkte meststoffen (waarvan de oorsprong ook organische mest kan zijn). Hoewel er minder kunstmest wordt gebruikt, hoeft de sector zich over de omzet geen zorgen te maken. De Nederlandse kunstmestproducenten produceren voor een groot deel voor de export, en de vraag zal zeker buiten Europa fors stijgen. Nu al wordt zo’n 50 procent van de wereldbevolking gevoed dankzij kunstmest. In 2050 zal de wereld naar verwachting 9,1 miljard mensen
20 Chemie Magazine mei 2019
tellen en moet de voedselproductie volgens de Food and Agriculture Organization met 60 procent groeien om aan de vraag te voldoen. Zonder kunstmest is dat onmogelijk. Niet voor niets werd kunstmest vorig jaar, tijdens het 100-jarig bestaan van de VNCI, door de lezers van Chemie Magazine verkozen tot de grootste chemische innovatie.
Misverstanden
Het is een misverstand dat kunstmest slecht zou zijn voor het gehalte aan koolstof (organische stof) in de bodem. Gerrits: “De basisbemesting met organische mest levert een belangrijk deel van de koolstof die in de bodem wordt vastgelegd, via humusvorming. Daarnaast helpt de kunstmest, die daarbovenop de nodige nutriënten aanvult, de planten en daarmee ook het wortelstelsel om zich beter te ontwikkelen en te groeien en draagt zo dus bij aan de vorming van meer organische stof.” Een ander misverstand is dat alléén organische mest afdoende zou zijn. Een feit is dat zonder de toevoeging van kunstmest de wereldbevolking niet kan worden gevoed. Gerrits: “De dierlijke mest die de landbouw produceert moet zo goed mogelijk worden gebruikt, maar deze organische mest bevat niet de juiste of onvoldoende nutriënten voor de intensieve landbouw die we in Nederland bedrijven. Elke akkerbouwer heeft de behoefte om bij te kunnen sturen aan de hand van wat
FOTO: SHUT TERSTOCK
Sector
zijn gewassen nodig hebben, per gewas, per tijdstip in het seizoen en per type bodem. En daarvoor is kunstmest onmisbaar.” Aan de basis van (stikstof)kunstmest staat het met de Nobelprijs bekroonde Haber-Boschproces, dat stikstof uit de lucht met waterstof uit aardgas bindt tot ammoniak. Aanvankelijk was het proces nogal energie-intensief, maar de energie-efficiency is in de loop der tijd enorm verbeterd. Wat het proces verder kan verduurzamen is de inzet van biogas als grondstof (in plaats van aardgas). Een andere uitdaging is de inzet van duurzame elektriciteit, waarmee via elektrolyse waterstof gemaakt kan worden en vervolgens in combinatie met luchtstikstof ammoniak. Gerrits: “Ammoniak is als goede energiedrager een zeer geschikt opslagmedium voor het wisselende aanbod van zon- en windenergie. Als er grotere productie van duurzame ammoniak van de grond komt vanuit de energiesector, zou je daarmee ook CO2-vrije stikstofkunstmest kunnen maken.”
Kringlopen sluiten
Nederland is al jaren de tweede landbouwexporteur ter wereld (na de VS). Dit brengt verantwoordelijkheden met zich mee, vindt het ministerie van LNV. Het ministerie wil dat Nederland in 2030 koploper is in kringlooplandbouw, met op een zo laag mogelijk schaalniveau gesloten kringlopen van grondstoffen en e
‘Op verantwoorde manier produceren en toepassen van meststoffen is gezamenlijk belang landbouw en industrie’
MESTSTOFFEN NEDERLAND
Meststoffen Nederland is drie jaar gelden ontstaan vanuit de krachtenbundeling van de producenten van de VKP (Vereniging Kunstmest Producenten) en de importeurs en distributeurs van de MMF (Minerale Meststoffen Federatie). Meststoffen Nederland verenigt nu de producenten, de blenders en de groot- en kleinhandelaren in minerale meststoffen. De missie: ‘Bijdragen aan een beleid waarin nutriënten efficiënt en verantwoord worden ingezet voor een duurzame en veilige agrarische productie’. mei 2019 Chemie Magazine 21
N-cyclus om onontkoombaar verlies aan te geven in het systeem. Het ‘lekken’ van stikstof uit de voedselkringloop door microbiologische activiteit en weersinvloeden is niet volledig te voorkomen, zelfs bij maximaal hergebruik. Er is daarom continu aanvulling nodig in de vorm van N-meststoffen.
hulpbronnen. Meststoffen Nederland sluit zich met haar op 15 april gepresenteerde toekomstvisie KunstMest 4.0 hierbij aan. Uitgangspunt is dat de voedselvoorziening voor grote uitdagingen staat vanwege de snelle bevolkingsgroei en de toenemende vraag naar veilig en kwalitatief hoogstaand voedsel. De totale landbouwketen, van boer tot retailer, zal in toenemende mate op een duurzame wijze moeten gaan opereren om de impact op klimaat en milieu te minimaliseren. Meststoffen Nederland zet hierbij in op een meer circulaire benadering van de voedselvoorziening, met een hoge maar verantwoorde productiviteit per hectare, met zorg voor een vitale bodem en biodiversiteit en minder impact op klimaat en milieu. “Dit is onze blik op de toekomst”, aldus Zanelli. “Die past in het Nederlandse beleid, en ik denk uiteindelijk voor een groot stuk ook in het Europees beleid.” Zanelli, in het dagelijks leven vice president ICL Phosphate Operation Europe, ziet nog wel een klein verschil met de visie van LNV: “LNV wil de hoeveelheid dieren in Nederland op hetzelfde niveau houden. Wij sluiten ons meer aan bij het model van de Wageningse hoogleraren De Boer en Van Ittersum: als je wilt overstappen naar een landbouw met een zoveel mogelijk gesloten kringloop, moet je die zo inrichten dat al de vruchtbare landbouwgrond gebruikt wordt om voedsel te verbouwen voor mensen, en het minder vruchtbare land gebruik je voor gras, dus voor dieren.”
Duurzame landbouw
De leden van Meststoffen Nederland willen aan de omslag bijdragen via advies aan de landbouw over een gezonde bodem en de juiste toepassing van alle meststoffen (onbewerkt en bewerkt). Goed advies leidt immers tot een hogere benuttingsgraad van mineralen en tot minder verliezen naar het milieu. Ook willen zij minerale meststoffen met specifieke en variabele samenstelling ontwikkelen, om zo, in combinatie met organische bemesting, bij te dragen aan de verdere ontwikkeling en implementatie van precisielandbouwtechnieken. Daarnaast streven zij onder meer naar verdere verduurzaming van de productie van stikstof-, fosfaat- en andere meststoffen. Gerrits, die afkomstig is van de VNCI, trof bij zijn aantreden als directeur van Meststoffen Nederland een jaar geleden een sector aan die nauw verweven is met de landbouwsector. “Het gaat erom deze twee werelden, de landbouw en de industrie, bij elkaar te brengen. Het gezamenlijke belang is het op een verantwoorde manier produceren en toepassen van meststoffen.” De juiste 22 Chemie Magazine mei 2019
VOORBEELDEN VAN VERDUURZAMING
Er zijn al vele voorbeelden te vinden van de omslag naar verduurzaming. Zo zette ICL met de onlangs geopende ICL Phosphate recycling Unit in Amsterdam een eerste stap naar volledige fosfaatkringloop. Deze installatie verwerkt alternatieve bronnen van fosfaat, zoals verbrandingsassen van rioolslib en beendermeel, op een schaal die uniek is in de wereld. Op Chemelot is de bouw begonnen van Zitta Biogas Chemelot. Deze installatie gaat ruim 700.000 ton varkensmest uit Limburg en Brabant opwerken tot 60 miljoen kubieke meter biogas, dat grotendeels ingezet wordt ter vervanging van aardgas voor de kunstmestproductie op Chemelot. En in het glastuinbouwgebied van Zeeuws-Vlaanderen worden restwarmte (warm koelwater) en CO2 van Yara Sluiskil al jaren gebruikt om de groei van gewassen te bevorderen. Op het gebied van precisielandbouw biedt Yara al enige tijd de N-Tester. Dit mobiele optische instrument wordt gemonteerd op het dak van de tractor en meet het chlorofylgehalte van het blad en daarmee de stikstofstatus van het gewas. Op basis van die gegevens wordt de kunstmeststrooier aangestuurd.
bemesting is een complex vraagstuk, en de bodem staat daarbij centraal. “Een vitale bodem heeft minder gewasbescherming nodig, kan betere gewassen voortbrengen en heeft een betere afwatering. Er zijn veel verschillende belangen, en ieder kijkt naar de bodem met zijn eigen bril op.” Daarom is samenwerking tussen de producenten, importeurs als distributeurs van meststoffen met de hele landbouwketen van cruciaal belang. “Het doel van onze visie is duurzame landbouw”, zegt Zanelli. “Dat is alleen haalbaar als alle betrokken partijen deze visie delen. We zullen het als ketenpartners gezamenlijk moeten doen.” Het ontwikkelen van het ‘voedseltransitiemodel’ van de hele voedselproductieketen dat Meststoffen Nederland wil opstarten moet de relatie met de ketenpartners verder intensiveren. “Dat is een model waarbij je de effecten van de visie kan zien en aan welke knoppen je moet draaien om te zorgen dat bepaalde dingen lukken, vergelijkbaar met het Energietransitiemodel, maar dan voor de landbouw. We willen hier binnenkort met verschillende partners mee aan de slag.” p
SERO ZELFAANZUIGENDE ZIJKANAALWAAIER POMPEN TOEPASSINGEN
Zeer goed zelfaanzuigend Capaciteit tot 36 m3/h Opvoerhoogte tot 800 m Temperatuur -20 tot +220°C Leverbaar met NPSH voortrap met NPSHr tot 0,2 m Leverbaar in gietijzer en roestvaststaal AISI 316 Vele mogelijkheden m.b.t. de asafdichtingen Ook uitvoeringen in API 610 1:1 uitwisselbaar met andere merken Bedu Pompen BV - Nederland
WWW.BEDU.NL
+31 (0) 88 4802 900
info@bedu.nl
Voor het verpompen van o.a. gashoudende vloeistoffen of vloeistoffen met een hoge dampspanning zoals oplosmiddelen, diverse koolwaterstoffen en vloeibare gassen. Tevens geschikt voor logen en zuren.
Bedu Belgium BVBA - BelgiĂŤ
+32 (0) 3 8087 980
made for your process
info@bedu.be
WWW.BEDU.BE
& K E ER DI W TU S
Module Polymer Engineering
VAN FOSSIELE KUNSTSTOFFEN NAAR BIOBASED? Wil jij je kennis van kunststoffen vergroten om stappen te zetten richting een
Meer weten?
en leer alles over (biobased) polymeren. Na het volgen van de module ben je in staat
masteropleiding? Kijk dan op windesheim.nl/
circulaire economie? Volg dan de praktijkgerichte mastermodule Polymer Chemistry om oplossingen te bedenken voor productie- of kwaliteitsproblemen, weet de
kritische eigenschappen bij nieuwe materialen te benoemen en kunt adviseren
bij het gebruik van nieuwe materialen. De module is onderdeel van de hbo-masteropleiding Polymer Engineering en is ook los te volgen.
Wil je meer informatie over de module of de polymerchemistry
No more sleepless nights worrying about product submissions. Veeva’s regulatory, quality, and claims management solutions help chemical companies bring innovative, high quality products to market faster without compromising compliance. Meet us at: Chemical Watch Expo: Global Chemical Regulations June 12-13, Brussels
Learn more at industries.veeva.com/chemical
Agility at the speed of your imagination.
TRAINING PGS 15:
BASISKENNIS EN DE PRAKTIJK • • • •
De (on)mogelijkheden van opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Aan de hand van opdrachten en het bespreken van voorbeelden uit de praktijk PGS 15 is aangewezen als BBT-document Waardering Hobéon SKO-VK, onderhoudssysteem AH/VK toegekend van 1 punt
Meer informatie? Ga naar www.nen.nl/basispgs15
Colette Bijlage bij Chemie Magazine • 28 mei 2019
COLETTE ALMA 2004-2019 DIRECTEUR VNCI Column Bernard Wientjes Openhartig afscheidsinterview 2004-2019 in beeld Wat heeft zij betekend voor de chemie?
Uw partner voor een duurzaam beheer van chemisch & sensitief afval
On-site manpower
Innovatief webportaal met reporting
Kennis & expertise
GeĂŻntegreerde totaaloplossing in lijn met uw budget en proces
Veilig ADRtransport
Hoogtechnologische verwerking
Ompakken, op- & overslag
Recycling van materialen & energie
Samen met de Nederlandse industrie naar een circulaire economie www.indaver.nl
INHOUD DESKUNDIG EN GEDREVEN
E
4
‘Ik ben altijd een bruggenbouwer geweest’
3 Column Bernard Wientjes 4 Interview Colette Alma 10 2004-2019 in beeld 12 Wat heeft zij betekend voor de chemische industrie?
‘Ze was een sterke directeur’
12
en complete bijlage over een directeur van een branchevereniging, is dat niet wat overdreven? Nee. Ik heb Colette Alma in de tijd dat ik voorzitter was van VNO-NCW heel goed leren kennen en waarderen en weet wat zij heeft betekend voor de Nederlandse chemische industrie. Haar aanwezigheid in het algemeen bestuur van VNO-NCW kenmerkte zich door deskundigheid en gedrevenheid. Haar inhoudelijke kennis van alle facetten van de chemische industrie was en is superieur. Haar vasthoudendheid aan een standpunt, dat volgens haar het enige juiste was, leidde ertoe dat ze zeer gerespecteerd werd en meestal haar doel bereikte. Toen ik gevraagd werd extern voorzitter van de Koninklijke VNCI te worden, waren twee vragen voor mij belangrijk: 1) Steunt Colette de benoeming van een externe voorzitter?, 2) Is Colette bereid haar formele pensioendatum van 31 december 2018 naar achteren te schuiven in het belang van de Koninklijke VNCI? Het antwoord op de tweede vraag was bevestigend, Colette bleef tot eind mei. Ook het antwoord op de eerste vraag was een ‘ja’, niet alleen formeel, maar ook in de wijze waarop Colette en ik de afgelopen tijd hebben samengewerkt. Door haar buitengewoon positieve inzet is het ingroei-traject van de nieuwe voorzitter heel soepel verlopen. Met Colette samenwerken is een buitengewoon groot genoegen en soms ook een uitdaging. Zij is niet onder de indruk van formele bevoegdheden, het gaat haar om de inhoud. Zij is daarom zeer bereid van mening te verschillen wanneer zij overtuigd is van de juistheid van haar argumenten. Wat kan een voorzitter nog meer wensen? Juist de kracht van argumentatie en respect voor elkaars opvatting zijn absolute voorwaarden voor een evenwichtig en slagvaardig bestuur. Colette laat een sterke Koninklijke VNCI achter, midden in een turbulente en soms onvriendelijke omgeving. Ik zie haar niet achter de geraniums verdwijnen. Dat zou ook zonde zijn. De maatschappij heeft grote behoefte aan mensen met de kennis, ervaring en inzet waarover Colette beschikt. Ongetwijfeld krijgt zij veel aanbiedingen. Ik ben benieuwd voor welke zij zal kiezen. Ik weet zeker dat wij haar in de wereld van de chemische industrie blijven tegenkomen. Dit is goed voor de wereld, voor de chemische industrie en voor Colette. Bernard Wientjes Voorzitter Koninklijke VNCI
mei 2019 COLETTE 3
COLETTE ALMA NEEMT NA 15 JAAR AFSCHEID
’IK BEN ALTIJD EEN BRUGGENBOUWER GEWEEST’ Bijna 15 jaar was ze directeur van de VNCI, de branchevereniging van een van Nederlands grootste en belangrijkste industrieën. Nu, bij haar pensionering, kijkt ze terug op de successen en spreekt ook openhartig over wat ze achteraf bezien anders had willen doen. “De manoeuvreerruimte voor bedrijven moet zo groot mogelijk zijn, dat is van het begin af aan mijn motto geweest.” Tekst: Igor Znidarsic
Z
e studeerde moleculaire wetenschappen aan de Wageningen UR en promoveerde in biofysische chemie aan de Radboud Universiteit. Daarna werkte ze 18 jaar in diverse functies bij Shell. In 1999 maakte ze een uitstapje naar het NIDO (Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling), met de toezegging dat ze daarna weer terug kon keren bij Shell. Toen ze in 2004 bij het NIDO stopte en bij Shell informeerde naar de mogelijkheden, kreeg ze de tip dat er een vacature was bij de VNCI. De toenmalige directeur ging met pensioen. Ze besloot te solliciteren en vond zichzelf niet lang daarna ergens in een Van der Valk-restaurant voor een uitgebreide commissie van het VNCI-bestuur. Ze was lang niet de enige kandidaat. Maar ze bleek wel de meest geschikte.
Waarom wilde u die baan?
Colette Alma: “Ik vond dat het heel goed bij mijn ontwikkeling paste. Ik heb bij Shell veel posities gehad op 4 COLETTE mei 2019
de interface met de buitenwereld. Ik heb bijvoorbeeld alle uitbestedingscontracten met de universiteiten gemanaged, en bij Shell Moerdijk was ik als milieumanager alleen maar met de buitenwereld bezig. In mijn laatste functie bij Shell deed ik public affairs, waarbij ik de belangen behartigde van Shell Nederland bij de overheid, de Tweede Kamer en andere externe stakeholders. En bij het NIDO draaide het om de contacten tussen het bedrijfsleven en de maatschappij. Voor mij was directeur van de VNCI worden daarom een vrij logische stap.”
Wat voor VNCI-bureau liet uw voorganger Peter Noordervliet achter?
“Een professioneel bureau, maar ook nogal gefragmenteerd. Dat had deels te maken met de huisvesting: iedereen had een eigen kamertje, en ook nog verdeeld over twee verdiepingen. Sommige mensen zagen hun collega’s nauwelijks. Iedereen had zijn taak en deed die ook op een goede manier, maar er was weinig
interactie. Toen we in 2006 verhuisden van Leidschendam naar de Loire in Den Haag, kwam er een kantoortuin. Dat was voor velen een schok, en ik begrijp dat goed, want een open werkruimte heeft zoals alles ook nadelen. Behalve die fysieke aanpassing heb ik ook mijn best gedaan om mensen meer dingen samen te laten doen. Volgens mij is dat uiteindelijk goed gelukt.”
Wat trof u nog meer aan?
“Het beeld bij onze leden, en ook naar buiten toe, was dat we een soort ambtenaren waren die het werk deden dat gedaan moest worden en verder niet. Dat stoffige beeld klopte niet helemaal, maar ik constateerde wel dat de VNCI een weinig vooruitstrevende organisatie was, met weinig dynamiek en levendigheid. Verder was de VNCI toen op sommige vlakken behoorlijk reactief. Als er bijvoorbeeld een wetsvoorstel aan kwam, was de reactie: hoe kunnen we dat zoveel mogelijk tegenhouden?”
Hoe heeft u daar verandering in gebracht?
“Door leden te laten anticiperen op de bestaande wetgeving, zodat ze op tijd de gewenste aanpassingen doorvoeren en vooruitgang boeken, en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat de bewegingsruimte voor bedrijven in de wetgeving zo groot mogelijk is. Aan de ene kant tegen de wetgever e
FOTO: ROB TER BEKKE
‘De politici konden vroeger geen stemmen winnen met een robbertje vechten met de industrie. Die situatie is nu totaal veranderd’ mei 2019 COLETTE
5
‘Dat ik de brug heb kunnen leggen tussen industrie en wetenschap beschouw ik als een van mijn grootste successen’
zeggen: niet iedereen is zo ver, dus even kalm aan, en aan de andere kant bedrijven stimuleren om actie te ondernemen, want de wetgeving komt eraan. Zo voorkom je dat er een situatie ontstaat waarin bedrijven vreselijk in de problemen komen vanwege wetgeving die ze op dat moment nog niet aankunnen. De manoeuvreerruimte voor bedrijven moet zo groot mogelijk zijn, dat is van het begin af aan mijn motto geweest. Dat betekent niet dat je alles wilt tegenhouden, er moet wel vooruitgang zijn, de wetgeving moet wel telkens een stapje verder gaan. Wetgeving is een soort klikfonds. Een aantal voorlopers vindt nieuwe technieken uit om bijvoorbeeld emissies te reduceren, op een gegeven moment worden die technieken goedkoper en eenvoudiger, en dan zegt de wetgever: klik, ik heb je, dat is nu de standaard. Zo gaat elke keer de norm iets omhoog. Je moet er daarbij voor zorgen dat je de dynamiek aan beide kanten beheerst.”
Had u in het begin voldoende bestuurlijke ervaring voor het managen van dergelijke processen en belangen?
“Ik heb toen ik nog bij Shell werkte een MBA gehaald. De theorie van bestuurskunde beheerste ik dus, de praktijk had ik deels opgedaan bij het managen van het NIDO. Een waardevolle branche-ervaring deed ik op 6 COLETTE mei 2019
tijdens mijn periode bij Shell, toen we met alle leden van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie aan tafel zaten voor de veiling van de locaties van benzinestations.”
Wat voor industrie trof u aan bij uw aantreden in 2004?
“Een heel professionele industrie, die haar verantwoordelijkheid neemt. Veiligheid was in die tijd minder een issue dan nu, milieu juist meer. In 2004 liep nog het Milieuconvenant, dat in 2010 zou eindigen. Daarmee heeft de chemische industrie een enorme vermindering van emissies van stoffen bereikt, op het gebied van NOx, VOS en stoffen als benzeen. Een enorme prestatie. Ik ben altijd trots geweest op deze industrie, omdat zij haar taak serieus neemt.”
U heeft een chemische opleiding. Is dat een pré geweest?
“Voor mij wel. Ik heb daardoor makkelijk de connectie kunnen maken met verschillende bedrijven en kon snel zien wat de chemische kant van de zaak was en de daarmee samenhangende belangen. Het helpt als je begrijpt hoe een chemisch bedrijf werkt. Vooral in mijn tijd bij Shell Moerdijk stond ik echt op de werkvloer, draaide met de ploegen mee. Dat heeft me enorm geholpen. Mijn chemische opleiding heeft mij ook geholpen in de interface met innovatie, waar de verbinding met wetenschap belangrijk is. In mijn begintijd bij de VNCI hebben we de Regiegroep Chemie opgericht. Dat is een heel belangrijk startpunt geweest van allerlei positieve ontwikkelingen. Er was voor mijn tijd bij de VNCI een enorm conflict geweest tussen de wetenschap en het bedrijfsleven. De industrie wilde bepalen waar de wetenschap zich mee moest bezighouden, de wetenschap wilde dat zelf beslissen. Toen ik bij de VNCI kwam zat ik in het bestuur van NWO Chemische Wetenschappen, daardoor kon ik de connectie leggen met de wetenschap en heb ik het voor elkaar gekregen dat de industrie en de wetenschap een gezamenlijk visiedocument schreven. Van daaruit is
de Regiegroep Chemie ontstaan, waarin de chemische industrie en de wetenschap een structurele verbinding aangingen, wat later resulteerde in de Topsector Chemie en het ecosysteem van Coci’s en Ilabs. Dat ik die brug heb kunnen leggen beschouw ik als een van mijn grootste successen.”
Wat beschouwt u nog meer als uw successen?
“Dat we de chemieclusters op de kaart hebben gezet. Het beginpunt was de schaliegasrevolutie in de VS. In 2012 brachten we samen met Deloitte een toekomstvisie uit en een jaar later een aanvulling, waarin we de nadelige economische impact van die schaliegasrevolutie op de Nederlandse chemiesector lieten zien. De vraag was: wat is onze competitive advantage? We hebben toen voor het eerst expliciet het ARRRAcluster en de clusters in Nederland benoemd. We zijn daarna met minister Kamp van EZ gaan praten en die zegde toe dat hij zich ging inzetten voor de verbetering van de concurrentiepositie van de Nederlandse chemische industrie door versterking van de chemieclusters. Nu zijn de clusters niet meer weg te denken, ook niet uit het overheidsbeleid. Ze spelen ook een rol in het programma Duurzame Veiligheid 2030, en ook in Europees verband wordt het competitief voordeel van clusters nu erkend, en men ziet in dat er een vorm van organisatie en management nodig is. Een ander succes is Veiligheid Voorop. Daarmee hebben we de veiligheid echt naar een hoger plan kunnen tillen. Het is jammer dat Chemie-Pack de aanleiding was, maar het feit alleen al dat we daarin met zoveel branches samenwerken is een prestatie op zich. Belangrijk is ook dat Veiligheid Voorop een stichting is geworden, want daarmee is het een speler geworden die blijft. En vergeet de Regionale Veiligheidsnetwerken niet. Nadat in 2003 Deltalinqs University was opgericht, nam de VNCI het initiatief om de Regionale Veiligheidsnetwerken op te richten. Het zijn er inmiddels zes. Daarin delen bedrijven hun kennis
en ervaring over alle aspecten van veiligheid en milieu, om zo van elkaar te leren. Zonder de VNCI hadden ze niet bestaan, al zijn ze nu wel zelfstandig en volwassen, elk met een eigen dynamiek. Verder vind ik het Basisnet als principe een succes. Daar hebben we iets van 9 jaar over onderhandeld. Al moeten we nu wel kijken naar de heroverwegingen om ervoor te zorgen dat de ruimte die we hebben binnen Basisnet voldoende is en we aan de oorspronkelijke doelstellingen blijven voldoen.”
“De 9 petajoule energiebesparing, daar kijk ik met gemengde gevoelens op terug. Dat issue heeft een flinke deuk geslagen in het vertrouwen. Met de kennis van nu hadden we veel eerder in het proces op het hoogste niveau moeten ingrijpen. Het tweede wat ik betreur is dat het gebrek aan vertrouwen tussen het overheidstoezicht en de industrie niet is weggenomen. Dit speelde al toen ik begon bij de VNCI. Er zijn in al die jaren zowel aan overheidskant als aan onze kant stappen gezet om tot een oplossing te komen, maar ondanks alle positieve intenties en de stappen is het er niet beter op geworden. Dat geldt ook voor het gebrek aan vertrouwen tussen de overheidsdiensten onderling. Bedrijven opereren nog steeds in een omgeving waarin er niet één overheid is die een oordeel geeft over hoe ze met de risico’s omgaan. Ik denk dat we veel eerder en veel hoger in de boom aan de bel hadden moeten trekken. Dan was het waarschijnlijk nog niet in één keer opgelost, maar het proces was misschien ietsje sneller gegaan. We zijn er nog steeds mee bezig, en ik zie licht aan het einde van de tunnel, maar we zijn er nog niet. Ik vind het heel erg jammer dat ik dit niet heb kunnen oplossen.”
En wat betreft het VNCIbureau, wat is u daar tegengevallen?
“Van begin af aan was bijvoorbeeld
FOTO: ROB TER BEKKE
Naast successen waren er vast ook zaken waar u minder tevreden op terugkijkt.
CV
Colette Alma studeerde moleculaire wetenschappen aan de Wageningen University & Research en promoveerde in de biofysische chemie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze werkte daarna 18 jaar in diverse functies bij Shell, waaronder research scientist, senior research planner, hoofd milieumanagement en head R&D planning, public affairs and quality improvement. Haar laatste functie bij Shell was manager corporate external relations. In 1999 werd zij directeur van het NIDO (Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling), een ngo met het doel om de transitie naar duurzaamheid te bevorderen, door samenwerking tussen bedrijven en hun stakeholders. In september 2004 werd zij directeur van de VNCI.
duidelijk dat we public affairs verder moesten ontwikkelen. In het begin was onze lobby vooral technisch en richting de departementen, maar in de huidige periode is het allemaal veel meer politiek geworden en hebben we een sterke politieke lobby nodig. Die ontwikkeling is naar mijn gevoel niet snel genoeg gegaan. We zijn wel redelijk op streek, er zijn stappen gemaakt, maar het is nog niet helemaal ingebouwd in alle routines en volledig geabsorbeerd
door de organisatie. Dat duurt blijkbaar wat langer dan ik me in mijn ongeduld realiseerde. Hetzelfde geldt voor de communicatieafdeling. Die had ik sneller willen ontwikkelen tot het niveau waar die nu is. Verder zijn onze ICT-tools in het contact met de leden niet optimaal. Maar ik realiseer me ook dat een organisatie niet alles tegelijk kan. We hebben afgelopen jaar bijvoorbeeld intensief ons 100-jarig jubileum gevierd. De capaciteit die e mei 2019 COLETTE
7
‘Vrienden adviseren me om niet te snel ja te zeggen tegen nieuwe activiteiten’
daarvoor nodig is kun je niet voor iets anders inzetten. Er zit ook een grens aan onze begroting. Met die begrenzingen kun je maar een beperkt aantal dingen doen op het gebied van organisatieontwikkeling, naast de normale processen die altijd door moeten gaan. Dat is me wel wat tegengevallen.”
Iets wat in al die jaren niet beter is geworden is de reputatie van de chemische industrie. Dat moet u pijn doen.
“Het is zelfs slechter dan ooit. Tijdens de eerste 8 jaar van mijn directeurschap kwamen de woorden ‘chemie’ en zelfs ‘industrie’ nauwelijks of helemaal niet voor in regeerakkoorden. Chemie was iets waarover gewoon overleg was met de departementen, soms stevig, maar nooit negatief. Als we de strijd met de departementen hadden gevoerd, ging de politiek meestal wel akkoord, met minimale wijzigingen. Behalve dat de politiek geen affiniteit had met de techniek, kon men er ook publicitair geen slaatje uit slaan. De politici konden geen stemmen winnen met een robbertje vechten met de industrie. Die situatie is nu totaal veranderd. We zijn een speelbal geworden van de politiek. De chemische industrie en de industrie in het algemeen zijn nu dagelijks in het nieuws, niet in positieve of bevorderende, maar in negatieve zin. Die verandering heeft zich de laatste twee, drie jaar voorgedaan. Debet daaraan zijn niet alleen incidenten zoals bij Chemours, maar ook de publiciteit rond dividendbelasting en 8 COLETTE mei 2019
belastingontwijking. Dat heeft enorm bijgedragen aan de slechte reputatie van de industrie en multinationals in het algemeen. Daarbij zijn ook de maatschappelijke en politieke verhoudingen totaal veranderd, met een sterke polarisatie, waarbij de flanken zich bedienen van heel eenzijdige perspectieven op de werkelijkheid en de extremen worden uitgelicht. En waarbij de media, vanwege overlevingsdrang, de verschillende doelgroepen met eenzelfde informatie bedienen, waardoor mensen nog meer in bubbels blijven zitten. De VNCI-organisatie ontwikkelt de laatste tijd gelukkig wel de competenties om hiermee om te gaan. Waar ik me zorgen over maak is of de sector zelf ook voldoende aandacht geeft aan die competenties. De bedrijven zullen zelf ook heel actief het beeld moeten managen en de relatie moeten ontwikkelen met alle maatschappelijke spelers. We zijn als VNCI die richting ingeslagen, maar de sector als geheel moet die stap nog maken …”
Kunt u de VNCI desondanks verlaten met een goed gevoel?
“Ik vind het heel vervelend dat ik wegga in een tijd waarin de sector voor zulke grote problemen staat. Maar je kunt nu eenmaal weinig doen aan de politieke dynamiek. Wel heb ik nog steeds de hoop dat we op weg gaan naar een klimaatbeleid dat de industrie kan dragen en we uiteindelijk naar een positief transitieproces gaan. Als dat niet zou lukken vlak voor of vlak nadat ik weg ben gegaan, zou dat me echt een enorme kater geven. Ik hoop dat we een vorm van overeenstemming kunnen bereiken, en daarmee ook uit dat publicitaire dal kunnen klimmen.”
Wat nu? Na een 70-urige werkweek ligt daar een zee van tijd.
“Vrienden adviseren me om niet te snel ja te zeggen tegen nieuwe activiteiten. Ik ga maar eerst rustig rondkijken. Ik weet van mezelf dat ik analytisch heel sterk ben. Ik wil met
inhoud bezig zijn. Met wetenschap en kennisontwikkeling en innovatie. Ik vind het leuk om bij de industrie en de maatschappelijke context daarvan betrokken te blijven. Ik wil op allerlei vlakken nog een bijdrage leveren, en heb het gevoel dat ik een behoorlijke bagage daarvoor heb. En uiteraard ga ik ook meer tijd besteden aan mijn hobby’s, zoals dansen.”
Wat zou u uw opvolger willen meegeven?
“Wees zuinig op de organisatie, op dit geweldige team. Ik ben er echt trots op. Besteed aandacht aan werkdrukmanagement, zorg ervoor dat mensen zich kunnen ontplooien, ondersteun initiatieven. En bedenk dat verenigingsmanagement een heel apart vak is. Het is geen democratie waarbij de meerderheid beslist. Uiteindelijk moet je ervoor zorgen dat alle leden achter je staan. Verder is het belangrijk om leden aandacht te geven, maar ook de externe relaties, zowel de medestanders als de ‘natuurlijke’ tegenstanders. Al met al is het een wereldbaan, een dankbare baan ook, want je kan veel voor elkaar krijgen.”
Tot slot: hoe wilt u herinnerd worden?
“Als iemand die altijd meerdere kanten van de medaille wilde zien en zich verplaatste in verschillende partijen, en die altijd het beste voorhad voor de hele sector, en daarbij ook de maatschappelijke context meenam, dus ook het beste voorhad met Nederland. Daarbij ben ik nooit manipulatief geweest en ben ik nooit voor de eigen winst of voor een deelbelang gegaan, maar heb altijd het algemene belang voorop gesteld. Ik ben altijd een bruggenbouwer geweest, op zoek naar het compromis. Verder hoop ik dat mijn VNCIcollega’s zich mij herinneren als iemand die de mensen de mogelijkheid heeft gegeven zich te ontplooien.”
En hoe wilt u herinnerd worden als persoon? “Eerlijk en fair.” p
34th International Exhibition for Fine and Speciality Chemicals
26 – 27 June 2019 | Messe Basel, Switzerland
Europe’s most renowned industry hotspot
eciality p s d n a Fine fo r s l a c i m che ustries d n i s u vario
Meet suppliers and experts from around the globe and find bespoke solutions, new approaches and innovative substances for your enterprise. fine chemicals • agrochemicals • pharmaceuticals • adhesives & sealants • paints & coatings colourants & dyestuffs • flavours & fragrances • pulp & paper chemicals household & industrial cleaning • leather & textile plastics additives • food & feed ingredients cosmetics • polymers • surfactants water treatment • petrochemicals electronic chemicals and much more
Top conferences and workshops offer valuable insights into ongoing R&D projects!
• • • • • •
Agrochemical Lecture Theatre Chemspec Careers Clinic Pharma Lecture Theatre Regulatory Services Lecture Theatre RSC Lecture Theatre Innovative Start-ups
www.chemspeceurope.com Organisers:
COLETTE ALMA 2004-2019
Ondertekening Responsible Care Global Charter, met VNCIvoorzitter Rein Willems. Februari 2006.
Aanbieding Veiligheid Voorop. September 2011.
VNCI-Cefic-bijeenkomst, met staatssecretaris Mansveld en GL-EuroparlementariĂŤr Bas Eickhout. December 2014.
Innovatie Estafette, met minister Kamp van EZ en Annita Westenbroek van de Dutch Biorefinery Cluster. November 2013.
Uitreiking Responsible Care-prijs. Juni 2015.
10 COLETTE mei 2019
IN BEELD
Een kleine greep uit de ontelbare openingen, (dag)voorzitterschappen, presentaties, ondertekeningen, aanbiedingen, uitreikingen enzovoort.
Aanbieding Routekaart Chemie 2030, met Chris Buijink, ministerie EZ, en Gerard van Harten, Regiegroep Chemie. November 2012.
Chemical Conference van VNCI, Deloitte en TNO. November 2013.
Jaarvergadering. Juni 2016.
Overhandiging Routekaart 2050 aan minister Wiebes. Maart 2018.
Uitreiking predicaat Koninklijk. Juni 2018.
mei 2019 COLETTE
11
BETROKKENEN OVER BELANG COLETTE ALMA VOOR DE CHEMISCHE INDUSTRIE
’ZIJ ZETTE CHEMIE OP DE KAART’
Wat heeft Colette Alma, van september 2004 tot mei 2019 directeur van de VNCI, betekend voor de (Nederlandse) chemische industrie? Die vraag kregen tien personen uit politiek, bedrijfsleven, wetenschap en milieubeweging voorgelegd. Zij hebben allemaal een korte of langere periode met haar samengewerkt. Tekst: Igor Znidarsic
Jacqueline Cramer
HOOGLERAAR MILIEUKUNDE EN -MANAGEMENT (1990-1999) ZELFSTANDIG ADVISEUR NIDO (1999-2004) MINISTER VROM (2007-2010)
‘Ik heb heel plezierig met haar samengewerkt’ 12 COLETTE mei 2018
“Ik heb met Colette in 2000 het NIDO (Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling) opgezet, een door de overheid gefinancierd programma om ervaring op te doen met systeemverandering in duurzaamheid. Zij was directeur, ik zette het programma voor maatschappelijk ondernemen met het bedrijfsleven op. Ik heb daarin heel plezierig met Colette samengewerkt. Dat was nog voor de tijd dat veel mensen met energie- en grondstoffentransitie bezig waren. Die bagage nam Colette mee naar de VNCI en kon de chemie zo meenemen op de weg naar duurzaamheid. Transitiemanagement begon toen ook te leven bij overheid en bedrijfsleven, al zat zij bij de VNCI in een heel ander spanningsveld, met een voorhoede en een peloton, maar ook met defensieve achterblijvers. Zij heeft daarna de Regiegroep Chemie opgericht, die de ambitie had om een sleutelrol te vervullen bij het vergroten van de welvaart en het inrichten van een duurzame samenleving. En ze heeft initiatieven genomen die zijn uitgemond in de Routekaart Chemie. Colette is iemand die heel duidelijk is in wat ze vindt en dat met argumenten kan staven. Dat is prettig, ook al ben je het niet altijd met elkaar eens. De vertrouwensband die ik met haar had opgebouwd bij het NIDO is ook daarna gebleven. Dat was fijn. Later kregen we met elkaar te maken tijdens mijn ministerschap van VROM. Ik ging, na een kabinet dat had ingezet op fossiel, een klimaatprogramma opzetten, in samenwerking met alle relevante partijen. Ik kan me de MJA3 nog goed herinneren, dat was best een struggle. In de onderhandelingen kwam Colette op voor het peloton en niet zozeer voor de achterblijvers. Haar doel was vooral de middenmoot meekrijgen. Ze begreep het gedachtegoed waar we mee bezig waren uitermate goed en zag dat er lange-termijnafspraken nodig waren. Die kwamen er ook. Na het kabinetBalkenende IV, waar ik in zat, kwam er in Rutte I met gedoogsteun van de PVV helaas weer een rem op die ingezette duurzame weg.”
Rein Willems
DIRECTEUR SHELL NEDERLAND (2003-2007) VOORZITTER VNCI (2004-2007) “Ik zat in het VNCI-bestuur toen Colette solliciteerde en heb enthousiast meegewerkt aan haar benoeming. Zij had een gedegen chemische achtergrond en een goede kennis van de chemiesector. Misschien wat minder ervaring in het bedrijfsleven, maar ze kwam uit een goede stal, als je begrijpt wat ik bedoel. En bij het NIDO had ik als bestuurslid geconstateerd dat zij uitstekend geschikt was voor die baan. Zij heeft op meer dan voortreffelijke wijze ervoor gezorgd dat de VNCI de chemische industrie op de kaart heeft gezet, ook in Den Haag. Met alle issues die speelden was ze een goede gesprekspartner, en dat merkte ik, meer op afstand, ook toen ik van 2007 tot 2011 Eerste Kamerlid was. Ook heb ik haar als voorzitter van de Topsector Chemie meegemaakt in haar ondersteunende rol in het topsectorenbeleid, die ze op meer dan voortreffelijke wijze vervulde. Verder heeft ze een sterke rol gespeeld in het Energieakkoord, waarbij de druk vanuit de samenleving op de sector werd vertaald in een constructieve en positieve bijdrage. Natuurlijk blijven er altijd criticasters, maar over het algemeen geldt de chemie in Nederland als een sector van belang. Dat is misschien wel een van haar grootste bijdragen. En vergeet ook de discussie rond veiligheid niet, vooral na Chemie-Pack. Daar is zij heel goed, bijna klinisch, mee omgegaan: erkennen dat er in de sector fouten worden gemaakt, ondanks dat Chemie-Pack geen VNCI-lid was, en de betreffende branches wijzen op hun verantwoordelijkheid om hun huis op orde te krijgen. Het heeft geresulteerd in Veiligheid Voorop. Het siert Colette dat ze altijd heel efficiënt en zakelijk was. Tegelijkertijd wist ze met haar charme ook tot een harde discussie te komen indien nodig. Zij was een stevige discussiepartner, wat ik tijdens mijn VNCI-voorzitterschap als zeer plezierig heb ervaren, want een sterke directeur betekent minder werk voor de voorzitter. En ze wás een sterke directeur. Ze heeft helaas de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, anders zou ik zeggen: blijf nog een paar jaar.”
Tjerk Wagenaar
DIRECTEUR NATUUR & MILIEU (2010-2017)
‘Ze was een sterke directeur’
‘Zeer deskundig en benaderbaar, en ook te weinig ruimte’
“Zij is zeer deskundig. Ze weet waar het over gaat, kent alle details. En ze is integer. Dat is prettig, want je maakt ook anders mee. Ik kwam bij Natuur & Milieu om het bedrijfsleven te verleiden om te bouwen aan een duurzame wereld in plaats van het bedrijfsleven als een bedreiging te zien. Ik vond bij haar altijd een open mind. En dat is belangrijk in deze polder. Ze was heel benaderbaar. Maar wat ik ook gemerkt heb is dat ze, in ieder geval in woorden en als persoon, graag de verandering richting duurzaamheid wilde vormgeven, maar daar nauwelijks de ruimte voor kreeg. En ook de reacties, bijvoorbeeld op bepaalde incidenten, waren vaak verdedigend. Of er kwam een fantastisch plan over de chemie van de toekomst, en dan vroeg je later wat ermee gebeurd was, bleek het alleen maar op papier te zijn. Wat dat betreft had ik ..., hoe zal ik het zeggen ..., een beetje te doen met haar worstelingen. Ik moet bij haar, en bij de chemische industrie, denken aan het door Pieter Winsemius geïntroduceerde begrip ‘meestribbelen’. In onderhandelingen heb je mensen die ‘ja’ zeggen of ‘nee, dit zijn mijn condities om mee te doen’. Maar er zijn ook mensen die wel willen meedoen, maar eigenlijk niet kunnen. Je voelt dat de partij waar je mee aan tafel zit best wel wil, maar ook dat het eigenlijk niet kan. Wat overigens absoluut niet wil zeggen dat Colette niets bereikt heeft. Integendeel. Bij het opstellen van het Energieakkoord heeft zij ervoor gezorgd dat de band tussen chemie, ministerie van EZ, milieubeweging en ook een aantal politieke partijen aan de linkerflank van de grond kwam. En inhoudelijk, in het Energieakkoord zelf, stond zwart-op-wit dat de chemische industrie in actie moest komen. Zij heeft de chemie toch in stapjes mee kunnen krijgen en kunnen doordringen van de kansen om met concrete plannen te komen. Het was al met al een persoonlijk genoegen om met haar te hebben mogen optrekken.”
mei 2019 COLETTE
13
Marco Mensink
DIRECTEUR-GENERAAL CEFIC (2015-NU)
“Colette is bijzonder prettig in de omgang, is altijd behulpzaam en kent haar dossiers van binnen en van buiten. Daarmee is zij altijd een baken geweest in de discussies, zowel binnen de Cefic National Associations Board, de groep van grotere Europese chemie-associaties, als binnen het Product Stewardship-programma van Cefic. Colette is binnen de National Associations Board en AFEM, de groep van 31 Europese nationale associaties, een van de leidende figuren geweest. En dat geldt ook voor Product Stewardship, waarvan zij de dossierhouder was. Op alle nano-, endo- en micro-dossiers is zij de centrale vraagbaak voor de associaties geweest. Door haar konden er coalities worden gevormd, konden problemen uit de weg worden geruimd en konden allerlei gezamenlijke standpunten worden opgesteld, met name op het stoffendossier. Veel associaties bouwden en vertrouwden op haar, bijna blindelings. Verder heeft zij een belangrijke rol gespeeld in de REACHimplementatie, en in het in goede banen leiden van de stoffendossiers, zoals endocrine disruptors. Wat ook niet onderschat moet worden is haar bijdrage aan de pro-activiteit van de industrie op het gebied van klimaat. Ik zou haar omschrijven als ‘een vriendin binnen de chemie’. Ik kan haar altijd bellen, ze is altijd positief, en iemand waar je absoluut op kan bouwen. Dergelijke banen doe je omdat je passie erin zit en Colette heeft een enorme passie. Ik hou van mensen die van hun werk houden. Ik vind het echt jammer dat ze weggaat.”
‘Een baken voor andere associaties’
‘Veel voor elkaar gekregen’
14 COLETTE mei 2018
Utz Tillman DIRECTEUR VCI, VERBAND DER CHEMISCHEN INDUSTRIE (2008-NU)
‘Zij kan goed luisteren’ “Ik heb met Colette onder meer te maken gehad in de National Associations Board en AFEM van Cefic en in ‘7+7’, waarin de chemie-brancheverenigingen en de overheden van de zeven grootste chemielanden van Europa bij elkaar komen. Zij is een goede netwerker. Dat is iets wat ik van haar heb geleerd. En luisteren, dat kan zij ook goed. Alleen als je luistert en probeert je in de ander te verplaatsen kun je zijn positie begrijpen, en begrijpen waarom hij op een bepaalde manier denkt. Daarnaast is Colette iemand die mensen motiveert en ze aanzet to actie. Met die instelling heeft zij het voor elkaar gekregen dat we tot goede oplossingen zijn gekomen in de diverse discussies. Dat ze chemie heeft gestudeerd helpt daarbij, vooral bij Product Stewardship. Dat is een zeer complex issue, met veel links naar andere thema’s. Het helpt als je het wetenschappelijke aspect erachter begrijpt. Ze is heel deskundig. Als ze het woord nam was het altijd duidelijk wat ze wilde zeggen. Ze zal door mij herinnerd worden als zeer betrokken en toegewijd, en zeer positief, met de intentie om bruggen te bouwen en oplossingen te vinden.”
Floris Rutjes
HOOGLERAAR SYNTHETIC ORGANIC CHEMISTRY RADBOUD UNIVERSITEIT (1999-NU) VOORZITTER KNCV (2016-NU)
”Ik heb Colette leren kennen toen we allebei in de Regiegroep Chemie zaten, zij namens de VNCI, ik namens de wetenschap. Verder zijn we ooit met een delegatie een aantal dagen naar Zuid-Korea geweest om een Koreaans chemiebedrijf ertoe te bewegen zich in Nederland te vestigen. De laatste 3 jaar hebben we met elkaar te maken gehad door mijn voorzitterschap van de KNCV. Wat zij betekend heeft voor de chemie is dat zij altijd heel duidelijk het standpunt van de chemische industrie heeft verwoord, op een constructieve manier, en daarbij ook streed voor het imago van de chemie. Kenmerkend voor haar is dat zij dingen op zo’n manier weet te benoemen, met een goede onderbouwing, dat je er niet omheen kunt en je er dus iets mee moet. Op die manier heeft ze veel voor elkaar gekregen. In de omgang houdt ze altijd wat afstand, op een positieve manier, maar ze is tegelijkertijd ook hartelijk en warm.”
Cees Oudshoorn
ALGEMEEN DIRECTEUR VNO-NCW (2016-NU)
Willem Lageweg
MEDEOPRICHTER EN DIRECTEUR-BESTUURDER MVO NEDERLAND (2006-2016) LID BESTUUR ADVIES COMMISSIE (BAC) VAN DE VNCI (2007-2016) ”Een van de verdiensten van Colette is dat ze met de Bestuur Advies Commissie de buitenwereld heeft binnengehaald. Ze nodigde kritische geesten uit en gaf hun de ruimte om vanuit het eigen perspectief de discussie met de sector aan te gaan over strategische vraagstukken. Ik heb zelf een aantal jaren in deze externe adviesraad gezeten en ik herinner me dat Colette zeer goed in staat was om zo’n vergadering te voeden en de relevante vraagstukken op tafel te leggen. Een van de thema’s die zij heeft geagendeerd was veiligheid. Er waren in die periode nogal wat veiligheidsincidenten. Hier is heel indringend over gedebatteerd, omdat de heersende cultuur in de chemie toen nog sterk gericht was op protocollen en procedures, terwijl je veel meer moet doen aan leiderschap, gedrag, cultuur, eigen verantwoordelijkheid. Dit inzicht is mede door de adviesraad gevoed. Een ander thema was duurzaamheid. Dat kun je benaderen vanuit de technische kant en focussen op zaken als minder afval, CO2-reductie en recycling, waartoe de industrie geneigd is. Maar er is nog een andere kant van duurzaamheid, de gedragskant, waar het gaat om persoonlijke verantwoordelijkheid, er een prioriteit van maken, je er echt voor inzetten. Ook hier hebben we indringend over gesproken. Ik heb het erg gewaardeerd dat Colette ook deze meer sociale kant van duurzaamheid opzocht, die voor de sector vaak toch wat tegennatuurlijk is. Daarmee heeft zij de chemische industrie in agenderende zin zeker de goede kant op geduwd.”
‘Ze heeft inhoudelijk gezag’
”Colette heeft een grote rol gespeeld in de totstandkoming van diverse convenanten, zoals Veiligheid Voorop en het MJA-convenant, en het Energieakkoord en nu het klimaatakkoord. Zij heeft veel kennis van de chemische industrie, weet goed de gevolgen van maatregelen voor de grote diversiteit aan chemiebedrijven te duiden, en ze heeft tegelijkertijd gevoel voor de politieke kant van het verhaal. Als overheden en maatschappelijke organisaties de chemische industrie bijvoorbeeld vragen om te verduurzamen, weet zij die brug te slaan. Het zijn geen ideologische verhalen die je van haar hoort, maar meer: hoe zit het en hoe gaan bepaalde maatregelen uitwerken. Ook weet ze dat sommige maatregelen volstrekt tegenstrijdig zijn aan het beoogde doel. Daarbij baseert zij zich altijd op een sterke inhoudelijke kennis, die zij goed weet over te brengen, naar overheden, ngo’s en andere partijen, ook VNO-NCW. In elke sector wordt een jargon gesproken, ook in de chemie. Voor de buitenwereld heb je daarom een tolk nodig, en Colette was dat. Ik heb haar vooral de laatste tijd meegemaakt in het kader van het klimaatakkoord, en eerder bij het Energieakkoord. Daarnaast zat zij in het algemeen bestuur van VNO-NCW. Zij is heel feitelijk, met veel kennis van de praktijk. Mensen luisteren naar haar, niet omdat ze een bepaalde machtspositie heeft, maar omdat ze weten dat wat zij zegt klopt. Zo onderhandelt ze ook. Zij is geen gewiekste of getruukte onderhandelaar, nee, zij vertelt precies hoe de zaken in de industrie worden beleefd en wat de daadwerkelijke consequenties zijn van maatregel X of Y. Daarmee heeft ze gezag, inhoudelijk gezag.”
‘Ze nodigde kritische geesten uit’ mei 2019 COLETTE
15
Bert Weckhuysen TOPSECTOR CHEMIE (2011-NU) HOOGLERAAR ANORGANISCHE CHEMIE EN KATALYSE UU (2000-NU)
‘Het was niet alleen maar zaken doen’
Bertholt Leeftink
DIRECTEUR-GENERAAL BEDRIJFSLEVEN EN INNOVATIE, MINISTERIE VAN EZ(K) (2011-2018)
“Ik heb met Colette vooral te maken gehad binnen de Topsector Chemie en in het kader van het industrie-onderdeel van het klimaatakkoord. Zij is een betrokken persoon, met veel kennis van de chemische industrie, maar ook met goed zicht op de brede politiek-maatschappelijke discussie. De contacten verliepen altijd heel prettig en aangenaam, zonder geheime agenda’s en spelletjes. Zij is zeer deskundig en toegankelijk en benaderbaar, en zat altijd zeer constructief in de wedstrijd. In de discussies diende zij natuurlijk een bepaald belang, zij behartigde de belangen van de chemische industrie en onderbouwde de standpunten van daaruit, maar zij deed dat bepaald niet met oogkleppen op en had altijd een open oog en oor voor de bredere maatschappelijke en politieke belangen. Een heel prettige belangenbehartiger, kortom. Wat zij betekend heeft voor de chemische industrie? Zij heeft hard gewerkt aan de brugfunctie tussen het bedrijfsleven en politiek Den Haag en is heel belangrijk geweest voor het verstevigen en verbeteren van de relatie tussen aan de ene kant de chemische industrie en aan de andere kant de overheid, in het bijzonder Economische Zaken.” 16 COLETTE mei 2018
“Ik heb met Colette vooral geïnteracteerd in het Topteam van de Topsector Chemie, waarin ik het boegbeeld ben namens de wetenschap. Colette heeft aan het begin gestaan van de Regiegroep Chemie, de voorloper van de Topsector Chemie. Zij heeft er mede aan bijgedragen dat de chemie destijds werd erkend als een topsector. Als topsector heb je direct toegang tot besluitvorming en heb je het privilege om publiek-private samenwerkingen te stimuleren met overheidsmiddelen en om innovatiecontracten op te stellen. Zo’n innovatiecontract vormt het kader waarbinnen de Topsector Chemie chemische innovatie en ontwikkeling stimuleert en ondersteunt met kennis, netwerk en middelen. Dit is heel belangrijk geweest voor de innovatie-ontwikkeling. Colette heeft de gouden driehoek van industrie, overheid en wetenschap, die in de Topsector samenkomen, altijd als essentieel beschouwd. Zij was er in eerste instantie natuurlijk voor de industrie, maar had ook respect voor de andere twee. Het ging haar altijd om het hele ecosysteem, inclusief de wetenschap. Dat heeft ze altijd ook tot uiting laten komen wanneer we met elkaar interacteerden. Overigens zat ze niet altijd in een makkelijke positie, want de VNCI kent allerlei bloedgroepen, waardoor je altijd een compromis-rol moet spelen. Het valt niet mee om in zo’n complexe organisatie met heel veel beslissingen – momenteel rond het klimaat, maar daarvoor waren het andere zaken – voor continuïteit te zorgen. Door haar betrokkenheid lukte dat, en dat is een pluim waard. Ik zou haar omschrijven als een betrokken persoonlijkheid. En doortastend, maar wel altijd met een glimlach en met respect. Als ik met haar praatte stelde ze altijd ook een of twee persoonlijkere vragen, die te maken hadden met wie je bent. Het was niet alleen maar zaken doen.”
‘Belangrijk geweest voor brug tussen industrie en overheid’
Profiteer van de nieuwste kennis en kunde VIND JOUW CURSUS OP PAOTM.NL
NIEUW LEIDERSCHAPSONTWIKKELING VOOR INGENIEURS Volg het complete programma of modules k mei t/m december 2019 # ir. G.H.S. Weisz (Canitiem)
SPROEIDROGEN k 24 en 25 september 2019 # ir. C.M. van ‘t Land (Van ‘t Land Processing)
PBM’s Verhuur ademlucht
Workwear
Safety middelen
Service onderhoud
Gasdetectie
Industrial Supplies
POLYMEERCHEMIE EN -TECHNOLOGIE k 1, 8, 29 oktober, 5, 12, 19 en 26 november 2019 # dr. ir. H.A. Visser (Synvica C.V.), prof. dr. A.J. Schouten en dr. ir. K. Tazelaar
CARCINOGENE STOFFEN k 11 oktober 2019 # prof. dr. B. van de Water (LACDR, Division of Toxicology)
Supply Mr. F.J. Haarmanweg 75 4538 AN Terneuzen Tel. +31 (0) 115 688 888
CONFIGURATIEMANAGEMENT k 29 en 30 oktober 2019 # D. Terleth (ADSE Consultancy & Engineering Services)
PROCESS CONTROL k 30 oktober, 6, 13, 20 en 27 november 2019 # dr. ir. J. Schuurmans (DotX Control Solutions B.V.)
Supply Chr. Huygensweg 17 3225 LD Hellevoetsluis Tel. +31 (0) 181 661 600
NIEUW WATERSTOF VOOR PROFESSIONALS k 31 oktober en 1 november 2019 # J. Reijerkerk MSc (Ekinetix)
BREUKMECHANICA k 31 oktober 7, 14, 21 en 28 november 2019 # ir. J. Spiekhout (B&B Advisor)
INSCHRIJVEN? Dat kan op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl
Rental Chr. Huygensweg 21a 3225 LD Hellevoetsluis Tel. +31 (0) 181 727 272
www.allsafety.com
YARA SLUISKIL BESTAAT JAAR
90
De fabriek startte in 1929 onder de naam Compagnie Néerlandaise de l’ Azote. Later werd de naam veranderd in Nederlandse Stikstof Maatschappij, in 1979 ingelijfd door het Noorse Nork Hydro. Via Hydro Agri Sluiskil werd de naam in 2004 veranderd in Yara Sluiskil, naar het Noorse moederbedrijf Yara. De fabrieken maken op dezelfde locatie nog steeds hetzelfde product: minerale meststoffen. De basisgrondstof is aardgas. Verder produceert het bedrijf ook industriële producten zoals AdBlue, toegepast als bijvoeging bij voertuigen die diesel gebruiken, om ze schoner te laten rijden. De fabrieken in Sluiskil behoren tot de veiligste, betrouwbaarste en efficiëntste ter wereld. Er werken zo’n zeshonderd mensen. p
28 Chemie Magazine mei 2019
FOTO: YAR A
Met een Open Dag vierde Yara Sluiskil op 25 mei het 90-jarig jubileum. Tegelijkertijd werd het 10-jarig bestaan van WarmCO2 gevierd, het project waarbij de glastuinbouw in Zeeuws-Vlaanderen wordt voorzien van restwarmte en CO2 afkomstig van Yara Sluiskil.
Wetenswaardig
De site van Yara in Sluiskil. mei 2019 Chemie Magazine 29
NIEUWE VEILIGHEIDSOPLEIDING VERGROOT VAARDIGHEDEN TOPMANAGERS RISICOBEDRIJVEN
BRZO-RIJBEWIJS VOOR BETROKKEN LEIDERS Betrokken leiders zijn de sleutel tot het realiseren van een hoog veiligheidsniveau binnen risicovolle bedrijven. In de recent gestarte pilotopleiding Betrokken Leiderschap BRZO Top Management vergroten BRZOmanagers de bijbehorende competenties.
ILLUSTR ATIE: ROY WOLFS/CURVE MAGS AND MORE
Tekst: Adriaan van Hooijdonk
30 Chemie Magazine mei 2019
Veiligheid BREEDGEDRAGEN OPLEIDING
‘Operators hebben een speciale opleiding nodig, maar BRZO-managers niet’
W
at betekent betrokken leiderschap precies? En hoe pas je dit als leider toe om ongevallen en incidenten te voorkomen in een bedrijf waar gewerkt wordt met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen? Deze vragen staan centraal in het curriculum Betrokken Leiderschap BRZO Top Management. Twaalf BRZO-managers, werkzaam bij kleine en grote chemiebedrijven, verpakkers en logistieke ondernemingen, namen op 16 april deel aan de eerste van vijf opleidingsdagen. De regionale veiligheidsnetwerken constateerden dat de betrokkenheid van managers van de BZRO-bedrijven bij veiligheid wel een impuls kon gebruiken, stelt Corine Baarends, programmamanager van de Masterclass Veiligheid Midden en een van de ontwikkelaars van de opleiding. “Een betrokken leider is immers de sleutel tot het realiseren van een hoog veiligheidsniveau binnen de BRZO-productielocatie. De sitemanager of plantmanager heeft een cruciale rol en het vergt betrokken leiderschap om een goed veiligheidsbeleid en een excellente veiligheidscultuur te realiseren.” Dat is volgens haar niet zo makkelijk. Werknemers en contractors en externe stakeholders, zoals overheden en omwonenden, verwachten leiderschap van de leider van een BRZO-site. “Een echte opleiding was er niet. Daarom hebben de regionale netwerken in 2017 de handen ineen-
geslagen voor de ontwikkeling van een nieuw en innovatief curriculum.” De opleiding besteedt onder meer aandacht aan de dilemma’s waarmee leiders te maken krijgen als ze keuzes moeten maken. Zo reiken drie ervaren trainers de principes van betrokken leiderschap als theoretische kennis aan. Daarnaast delen ‘storytellers’ via persoonlijke verhalen leerpunten over vijf onderwerpen die relevant zijn voor een BRZO-bedrijf: productie, organisatie, cultuur, omgeving en risico’s, de zogeheten beheersfactoren. Vier storytellers staan aan het roer als manager van een BRZO-bedrijf en vertellen over de dilemma’s waar zij bij de vijf onderwerpen tegenaan lopen, de vijfde is een gepensioneerde BRZO-inspecteur die risico’s van een andere kant belicht.
Juiste competenties
De komende maanden volgen nog drie trainingsdagen, waarna de deelnemers op basis van nieuwe kennis en inzichten een persoonlijk verbeterplan voor betrokken leiderschap ontwikkelen en uitvoeren in hun bedrijf. Tijdens de terugkomdag in maart 2020 presenteren ze aan de groep hun ervaringen en krijgen ze ook feedback van hun BRZO-collega’s. Sjoerd Visser, sitemanager van BASF in Heerenveen, tekende namens de industrie de Safety Deal met het ministerie van IenW (zie kader). Hij is een groot voorstander
De opleiding is ontwikkeld vanuit en onder regie van de zes regionale veiligheidsnetwerken in Nederland. In de ontwikkelgroep werkten Masterclass Veiligheid Zuid-West, Deltalinqs, Masterclass Veiligheid ZuidOost, Masterclass Veiligheid Midden en BASF aan de inhoudelijke ontwikkeling. Corine Baarends (programmamanager van de Masterclass Veiligheid Midden) en Wil Ernes (programmamanager van de Masterclass Veiligheid Zuid-Oost) treden tijdens de opleiding op als facilitators. Sjoerd Visser is als sitemanager BASF Heerenveen sterk betrokken als lid van het ontwikkelteam. De wetenschappelijke adviezen over de opzet en inhoud van de opleiding komen van Ira Helsloot, hoogleraar Besturen van Veiligheid van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat financierde de ontwikkeling van de opleiding via de Subsidieregeling versterking omgevingsveiligheid BZRO-sector (een zogeheten Safety Deal). Deze regeling ondersteunt initiatieven van samenwerkingsverbanden die bijdragen aan het veiliger maken van industriële activiteiten met gevaarlijke stoffen. De subsidie is aangevraagd onder de vlag van Veiligheid Voorop en met Erik Klooster als sponsor. Hij is naast directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) binnen Veiligheid Voorop trekker van de pijler Betrokken Leiderschap.
DEELNEMERS GEZOCHT
BRZO-managers die willen deelnemen aan de tweede pilotopleiding BZRO Top Management (die in november start), kunnen zich aanmelden bij Corine Baarends via corine@quirineconsulting.nl Deelname is gratis, maar de organisatoren vragen commitment voor de eigen tijd die deelname kost (vijf trainingsdagen en tijd voor huiswerkopdrachten). Verder werken deelnemers mee aan de evaluatie van de opleiding. Ook kunnen ze in de toekomst mogelijk een bijdrage leveren als ‘storyteller’ voor nieuwe groepen. mei 2019 Chemie Magazine 31
EMRE KAYA (ORGANIK KIMYA)
‘Mismanagement kan grote schade opleveren’
‘Technische mensen vergeten soms hoe belangrijk het is om mens- en netwerkgericht te opereren’
Emre Kaya, site director van Organik Kimya in de Botlek, chemisch technoloog en een van de ‘storytellers’ in de opleiding, stelt dat een BRZO-manager niet altijd de kans heeft om met collega’s van andere BRZO-bedrijven in een intieme en vertrouwde setting te praten over de dilemma’s waarmee zij worstelen. “Dat is voor mij een belangrijke reden om hieraan deel te nemen. Door kennis en ervaring uit te wisselen kun je van elkaar leren.” Als storyteller gaat Kaya in op het belang van goede relaties met externe stakeholders naar aanleiding van een waargebeurd verhaal bij Organik Kimya. “Technische mensen vergeten soms hoe belangrijk het is om mens- en netwerkgericht te opereren als leider van een BRZO-bedrijf. Mismanagement kan grote schade opleveren. Daarom is het belangrijk om goede relaties met de omgeving en stakeholders op te bouwen.” Kaya wil de deelnemers niet alleen “triggeren” met zijn verhaal, maar is ook benieuwd naar de manier waarop zij met het incident en de afhandeling om zouden gaan.
ROB-JAN VENHUIZEN (OCI NITROGEN)
‘Betrokken leiderschap is niet eenvoudig’ van de opleiding. “Operators hebben een speciale opleiding nodig om een technische installatie te bedienen. Maar om een BRZO-bedrijf aan te sturen, heb je geen specifieke opleidingen nodig. Natuurlijk is de kans minimaal dat je zonder relevante kennis zo’n risicovolle onderneming mag leiden, maar formeel is er niets geregeld”, licht hij toe. Visser heeft na zijn benoeming als sitemanager in Heerenveen “on the job” veel geleerd. Ook volgde hij een masterclass van de Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV). Het leiden van een BRZObedrijf neemt immers grote verantwoordelijkheden met zich mee, benadrukt hij. Daarom moet de chemische industrie volgens hem aan stakeholders, zoals overheidsdiensten, kunnen laten zien dat de mensen die aan het roer staan over de juiste competenties beschikken. Betrokken leiderschap is daarvan het belangrijkste element, naast kennis over wet- en regelgeving en proces- en technische veiligheid. “Samen vormen deze elementen het BRZO-rijbewijs dat de ontwikkelaars van de pilotopleiding voor ogen hebben. Persoonlijk streef ik naar een gecertificeerde opleiding met deze drie onderdelen, zodat je als industrie aan je stakeholders kunt laten zien dat de BRZO-bestuurders capabel zijn om een risicovol bedrijf te leiden.” p 32 Chemie Magazine mei 2019
“Ik vind de pilotopleiding een uitstekend initiatief. Uiteraard kom je niet zomaar aan het roer van een BRZO-bedrijf te staan, maar formeel is er niets geregeld qua opleidingsniveau. Daarom werk ik er graag aan mee, ook om mijn kennis en ervaring te delen om er een succes van te maken”, zegt cursist Rob-Jan Venhuizen, plantmanager Melamine van OCI Nitrogen in Geleen. Daarnaast vindt hij het interessant om te zien hoe anderen invulling geven aan hun rol als betrokken leider. “Dat is niet altijd even eenvoudig. Het gaat om respect voor elkaar en weten wat er speelt op de werkvloer.” Venhuizen vond de eerste bijeenkomst zeer geslaagd. “Er was meteen een connectie tussen de deelnemers. We hebben elkaar nooit eerder ontmoet, maar bleken toch veel gemeen te hebben.” De plantmanager kijkt uit naar de andere bijeenkomsten, maar is nu al begonnen om het geleerde in de praktijk te brengen. “Zo ga ik met andere managementteamleden op zoek naar de informele leiders binnen de organisatie, naar aanleiding van de presentatie van een van de trainers. Deze mensen bepalen voor een deel wat er gebeurt binnen een bedrijf als de manager er niet is. Als zij het niet eens zijn met besluiten, gaat het op termijn mis. Daarom gaan wij kijken hoe wij met deze mensen het beste het gesprek aan kunnen gaan.”
HANNO SCHOUTEN (NESTE NETHERLANDS)
’Interessante mix van theorie, praktijk en discussie’ “Binnen Neste doen wij ons uiterste best om veiligheidsrisico’s te beheersen. Dat past ook binnen onze veiligheidscultuur. Maar wij zijn ons ook bewust dat wij altijd moeten blijven leren”, zegt Hanno Schouten, site director Neste Netherlands in de Botlek. Schouten is zeer positief over de eerste bijeenkomst van de pilotopleiding. “De mix van theorie en praktijkverhalen, evenals de discussies met medecursisten, vind ik zeer interessant. Het kan ons zeker helpen om de veiligheidscultuur nog verder te versterken.” Daarom bespreekt Schouten zijn nieuwe inzichten ook met andere leidinggevenden van Neste Netherlands. De zorg voor elkaar om veiligheidsrisico’s te beheersen staat hoog op de agenda binnen het bedrijf. “Daarom is alles hier bespreekbaar. Mensen mogen fouten maken en kunnen alles melden. Wij vinden het vooral belangrijk om in alle openheid te kunnen discussiëren hoe wij de veiligheid met z’n allen nog verder kunnen verbeteren.”
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE De vele voordele n van TTIP
Hormoonverstore nde stoffen: criteria nodig
Nut van E-numm ers in voeding Maandblad van
Maandblad van
de Vereniging van
de Nederlandse
Chemische Industrie
• jaargang 57 •
ties Juridische implica BRZO 2015
Kansen voor verduurzaming
Chemie biedt oplossingen
de Vereniging
van de Nederlands
e Chemische
57 Industrie • jaargang
• 10 • 22 oktober
Zuiveringsin stallatie Croda nog niet optimaal
Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie
AkzoNobel vervan schadelijke stoffengt
2015
Maandblad
van de Vereniging
van de Nederland
se Chemisch e Industrie
• jaargang
MET SPECIALE BIJLAGE
5 • 21 mei 2015
57 • 12 • 17
december 2015
RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015
pLant manaGer OF the Year 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?
IN tV-hIts als BreakINg Bad NCIs, MythBusters eN
chemie spat van het scherm
OON ‘HET IS GEW TEND FOrse invester EEN ONTZET inG eXXOn LEUK VAK’ ADEUR CHEMIE-AMBASS
mOBiL
KITTY NIJMEIJER
IN RAFFIN ADERIJ ROT TER
DAM
15-10-15 16:35
Cover.indd 1
CM1511_01_
A_Cover.indd
JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) CM1509_01_A_
1
CM1505_01_A_Co
ver.indd 1
13-05-15 16:17
10-12-15
16:08
h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/
CM1614_Stopper Chemie 105x148.indd 1
Passionate about providing solutions 02-06-16 16:01
To develop solutions that create the maximum benefits for the customer: this is the aim of GEA
GEA is one of the largest suppliers of process technology and components for sophisticated production processes for the chemical industry. These technologies include solutions for drying, crystallization, filtration, distillation, evaporation, emission control, vacuum systems and ejectors. We supply world-class precision engineering for the industry in order to control costs for our customers and protect the environment. GEA Nederland, +31 570 66 33 66 nederland@gea.com
‘IK WIL WETEN HOE DE WERELD IN ELKAAR ZIT’ 34 Chemie Magazine mei 2019
Human capital
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.
1
Eelco Vogt
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik heet Eelco Vogt en werk op twee plekken: een dag per week als hoogleraar Raffinaderijkatalyse bij de Universiteit Utrecht en vier dagen per week bij Albemarle Catalysts in Amsterdam als distinguished advisor catalyst R&D. Ik zoek nieuwe inzichten en technologieën voor onze research, zoals nieuwe materialen die mensen buiten de deur hebben verzonnen. Ik hou daarvoor bij wat er in de wereld gebeurt. Dat betekent vooral veel literatuur lezen. Deze paper kwam ik vandaag bijvoorbeeld tegen: Design and testing of an operandoRaman annular reactor. Dat is een methode waarbij je met Ramantechnologie in situ bijvoorbeeld kunt kijken hoe onze katalysator het in de reactor doet. Ook praat ik veel in de netwerken waar ik in zit, zoals de Beleidsgroep Innovatie van de VNCI.
ADVISOR CATALYST R&D BIJ ALBEMARLE CATALYSTS
Een carrière als marathonloper zat er nét niet in, maar gelukkig zit katalyse-expert Eelco Vogt bij Albemarle precies op de plek waar hij wil zijn. Toeval speelde daarbij een grote rol. Hoewel, toeval? “Kijk altijd om je heen en wees voorbereid op wat er kan komen.” Naast vier dagen Albemarle in de week is hij ook nog één dag hoogleraar. Tekst: Inge Janse
FOTO’S: MIRJAM VAN DER LINDEN
2
Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? Ik zeg dat ik een uitvinder ben. Dat is ook echt waar, want ik ben mede-uitvinder op twaalf octrooien. Ik verzin betere manieren om brandstof te maken. Dat moet ook wel, want we hebben nog wel even fossiele brandstoffen nodig. De katalysatoren die ik daarvoor maak, zijn vergelijkbaar met een filter in een vijver. Die halen alle rotzooi eruit, zodat er schoon water overblijft. Maar katalysatoren doen meer dan alleen filteren, omdat ze werken door een chemische omzetting. Een mooier voorbeeld is het Chinese woord voor katalysator. Dat betekent namelijk ook ‘huwelijksmakelaar’. En dat is zo ongeveer wat een katalysator doet: zorgen dat twee moleculen bij elkaar komen en een verbinding leggen, ook al hebben ze daar niet eens zoveel zin in. Daarna zijn de katalysatoren weer beschikbaar om elders iets te doen.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik ben 58, dus ik ben geboren in het Apollo-tijdperk, toen Neil Armstrong voor het eerst e mei 2019 Chemie Magazine 35
‘Ik kan me niet iets anders voorstellen dat nog leuker is dan dit’ NAAM Eelco Vogt. LEEFTIJD 58 jaar. WOONPLAATS Culemborg. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Drie dochters: 29, 27 (die promoveert bij Bert Weckhuysen) en 23. OPLEIDINGEN Promotie Anorganische Chemie & Katalyse (Universiteit Utrecht, 1984-1988), doctoraat Anorganische Chemie & Katalyse (Universiteit Utrecht, 1979-1984), atheneum (St. Bonifatius College Utrecht, 1973-1979). NEVENACTIVITEITEN “Oh jee, heb je even?” Eelco is voorzitter van de programmaraad Chemical Conversion, Process Technology and Synthesis van de Topsector Chemie, is voorzitter van VIRAN (de Industriële Adviesraad voor NIOK, het Nederlandse Instituut voor Onderzoek en Katalyse), en zit in de Beleidsgroep Innovatie van de VNCI. Ook heeft hij in de commissies gezeten van de twee grote katalyseroadmaps en de Commissie Dijkgraaf voor Chemistry & Physics. WERKGEVERS Director R&D en adviseur bij Albemarle (2004heden), bijzonder hoogleraar Katalyse van Olieraffinageprocessen bij Universiteit Utrecht (2014heden), onderzoeker en onderzoeksmanager bij AkzoNobel (1988-2004).
op de maan stond. Dat was het helemaal. Ik was ook echt een bèta. Na mijn middelbare school twijfelde ik lang of ik biologie of scheikunde ging studeren, dus ik dacht: biochemie! Maar daar vond ik helemaal niets aan. Gaandeweg kwam ik aan de anorganische kant terecht, wat ik echt leuk vond. Mijn cijfers gingen ook ineens omhoog. Ik promoveerde omdat ik gevraagd werd, en omdat ik de katalyseclub in Utrecht heel leuk vond. Bovendien kon ik me zo betaald oriënteren op wat ik daarna wilde doen. En wat er ook gebeurt, na een promotie ben je nooit minder waard dan daarvoor. Daarna ging ik bij een aantal bedrij36 Chemie Magazine mei 2019
ven praten. Hier bij AkzoNobel, voor de overname door Albemarle, beviel de sfeer me het beste. Ik rolde richting management, om uiteindelijk research director te worden voor 250 mensen. Tegenwoordig zit ik vooral in de adviserende rol. Een paar jaar geleden kwam Bert Weckhuysen langs. Hij zei: ‘Zou jij het niet leuk vinden om hoogleraar te worden?’ Ja, dat vond ik eigenlijk wel.
4
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? De grote verscheidenheid. Ik ben consultant, maar ik ben vanuit de directie ook betrokken bij bijvoorbeeld de cao-onderhandelingen. En op de universiteit doe ik wetenschap, in een groep met een paar van de beste katalyse-onderzoekers van misschien wel de wereld. Ik zit ook nog in programmaraden van Holland Chemistry, waar ik meedenk over de kennis- en innovatieagenda. Geen dag is hetzelfde. Natuurlijk zijn er ook dingen die vervelender zijn, bijvoorbeeld de juridische implicaties van ontdekkingen. Maar dat hoort erbij en daar sla ik me wel doorheen.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Toen we in 2004 werden overgenomen door Albemarle, stonden we op het punt om een heel grote investering van een paar miljoen euro te doen in highthroughput screening. Dat was gelijk de eerste belangrijke beslissing die Albemarle moest nemen nadat het ons gekocht had. Ik ben er heel trots op dat we dat geld gekregen hebben, omdat we sindsdien op een fundamenteel andere manier onderzoek doen. We slagen er veel beter in om producten snel op de markt te zetten, en bij industriële research is time to market heilig.
6
Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Ik wil vooral mijn enthousi-
asme overdragen. We moeten op aarde onze energie-infrastructuur fundamenteel omver gooien. Dat gaat nog lang duren. Ik zal daarin het verschil niet meer maken, dat wordt pas de volgende generatie. Dus ik hoop die generatie zo goed mogelijk te trainen, zodat zij met voldoende kennis en enthousiasme de transitie kunnen uitvoeren.
7
Wat levert je werk je op? Ik werk op directieniveau bij een chemisch bedrijf, dus ik verdien een heel aardig salaris, een aantal keren modaal. Natuurlijk is dat fijn, maar in mijn carrière ging ik zo’n 20 jaar geleden door het niveau heen dat méér geld niet meer belangrijk is. Ik had voldoende om comfortabel te leven. Alles wat erbij komt is hartstikke leuk, je kunt een keer extra op vakantie, een mooie auto of huis kopen, maar heb ik dat echt nodig? Nee. Geld is, en dat geldt denk ik voor iedereen die in dit vakgebied zit, niet de primaire drijver. Nooit. Als dat wel zo is, dan ga je economie, een MBA, of een andere fancy study doen. Chemici hebben als intrinsieke motivatie om te weten hoe de wereld in elkaar zit. Doordat ik bij een internationaal chemisch bedrijf en een universiteit werk, kom ik nog eens ergens. Er zijn maar twee continenten waar ik nog niet geweest ben, Australië en Antarctica. Ik woonde ook een tijd in Houston, vlak naast NASA. Ik vind reizen, op plekken komen waar alles anders georganiseerd is, verschrikkelijk leuk. Dat zijn mooie dingen die bij dit werk komen kijken.
8
Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Elke keer als je met je auto bij de benzinepomp staat, en elke keer als je met je fiets de pont op gaat: benzine en diesel zijn de belangrijkste producten waar wij ons mee bezighouden. Alleen zie je onze katalysatoren nooit, en dat is
Human capital Eelco Vogt: ‘Ik zoek nieuwe inzichten en technologieën voor onze research, zoals nieuwe materialen die mensen buiten de deur hebben verzonnen.’
precies de bedoeling. Wij willen enkel dat het systeem voor het maken van transportbrandstoffen zo efficiënt mogelijk verloopt, dus dat raffinaderijen zoveel mogelijk koolstof en waterstof omzetten in benzine en diesel.
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Ik kan me niet iets anders voorstellen dat nog leuker is dan dit. Ja, ik loop al 40 jaar minimaal vier keer per week hard en heb negen marathons gelopen. Mijn snelste tijd voor een marathon was 3.05, en 5 kilometer rende ik in 15:20. Ik kon dus wel hard lopen, maar liep nooit hard genoeg om daar echt iets mee te gaan doen. Ik vind het ook heel leuk om zelf computeranimatiefilmpjes te maken om chemie te visualiseren. Lekker rotzooien. Maar bij Pixar kan ik nooit werken, want ik ben kleurenblind.
10
Hoe zie je jezelf over 10 jaar? Dan ben ik 68, dus net met pensioen. Er zijn dagen dat ik denk: het zou fijn zijn om even rust te hebben. Maar na een week of twee is dat gevoel weg, dan moet ik wat gaan doen. Ik wil nog graag doorgaan, want we hebben hier nog een aantal heel leuke ideeën om het mechanisme van onze katalysatoren fundamenteel te begrijpen. Een eigen onderzoeksgroep zou mooi zijn. Maar omdat ik als buitengewoon hoogleraar betaald wordt door Albemarle, kan dat niet. Voor mijn promotie ben ik gevraagd, bij AkzoNobel ging ik toevallig langs, mijn hoogleraarschap is me aangeboden, ik mocht een tijd in Amerika wonen. Het is onmogelijk om te voorspellen waar ik over 10 jaar zit. Het enige dat ik kan doen, is altijd om me heen kijken en voorbereid zijn op wat kan komen. Reageer ik op zo’n moment op de goede manier, dan kom ik vanzelf op een goede plek terecht. p
?
WIE IS EELCO NAAST ZIJN WERK?
Hardlopen is al 40 jaar een van Eelco’s grootste hobby’s, inclusief diverse wedstrijden (zoals de Dam tot Damloop in Amsterdam, de Sylvesterloop in Soest en een aantal in Culemborg). “Vroeger probeerde ik altijd bij de beste 10 procent te zitten, dat wordt nu een beetje de beste helft.” Hij zit ook graag achter de computer voor zijn computeranimaties, plus dat hij graag rekent aan kwantummechanische molecuulmodellen. Daarnaast reist Eelco graag, het liefst naar ZuidAfrika. “Dat is een van de mooiste landen van de wereld, qua natuur, mensen en de uitgestrektheid. Ik vind het verschrikkelijk leuk om daar wilde beesten te spotten en te fotograferen met een grote telelens.”
mei 2019 Chemie Magazine 37
OPINIE NIEUWE BIOBASED CHEMICALIËN ONTWIKKELEN MET NIEUWE FUNCTIONALITEITEN
NIET ALLEEN MAAR DROP-IN Met het oog op de naderende onderhandelingen over het klimaatakkoord, presenteerde de VNCI vorig jaar de ‘Routekaart 2050’. Die bevat veel goede aanknopingspunten voor de verduurzaming van de chemische industrie, zoals inzetten op waterstof. Daarnaast wordt er onder andere voor gepleit dat we de huidige basischemicaliën moeten vervangen door een biobased variant van dezelfde stof. Maar met die aanpak laten we flink wat kansen liggen, vindt Jacco van Haveren. Tekst: Jacco van Haveren
D JACCO VAN HAVEREN is programmamanager Biobased Chemicals and Fuels bij Wageningen Food & Biobased Research.
38 Chemie Magazine mei 2019
e plannen in de ‘Routekaart 2050’ (Chemistry for Climate – Acting on the need for speed) zullen ongetwijfeld leiden tot een schonere en duurzamere chemische industrie en het is dan ook zeker een belangrijke richtlijn. Maar daarnaast moeten we volgens mij tijdens deze veranderingen ook de kansen grijpen om het systeem echt te verbeteren, vooral op het gebied van nieuwe biobased chemicaliën. De Routekaart richt zich nu vooral op het vervangen van basischemicaliën door hun biobased varianten gemaakt uit biomassa. Het grote voordeel van
deze zogenoemde ‘drop-in’ chemicaliën, zoals bio-ethyleen of bio-xyleen, is dat bedrijven ze kunnen verwerken in bestaande installaties, waardoor de overgang minder investeringen vergt. Daarnaast zijn de eigenschappen van deze producten al bekend en zijn ze al op de markt. Ik snap volledig dat de industrie voor deze aanpak kiest, en voor producten die lang meegaan zoals pvc lijkt het een prima idee. Echter, voor producten met een korte levensduur pleiten wij toch voor het gebruik van nieuwe biobased en bij voorkeur ook bio-afbreekbare grondstoffen.
‘We moeten op zoek naar een functioneel alternatief dat biobased en bio-afbreekbaar is’
Verpakkingsindustrie
Volgens mij en mijn collega’s ontstaan de problemen vooral in de verpakkingsindustrie, waar ongeveer een derde van de huidige bulkchemicaliën terechtkomt. Het liefst willen we deze verpakkingsmaterialen natuurlijk zo veel mogelijk recyclen en hergebruiken om afdanking te voorkomen. Maar in de praktijk komt bijvoorbeeld plastic toch vaak in het milieu terecht. Volgens ons moeten we eigenlijk op zoek naar een functioneel alternatief dat biobased en bio-afbreekbaar is, zodat al die verpakkingen niet ophopen in het milieu. Maar ook toxiciteit is een belangrijke reden om nieuwe chemicaliën te ontwikkelen. Als je kijkt naar bijvoorbeeld weekmakers of broomhoudende vlamvertragers zie je al een hoop chemicaliën die toxicologisch verdacht of zelfs bewezen toxisch zijn. Daar wil je geen drop-ins van maken. En de ontwikkeling van deze nieuwe materialen biedt bovendien de kans om extra eigenschappen toe te voegen. We willen biobased alternatieven vinden die minstens even goed zijn als het oorspronkelijke materiaal, maar het liefst natuurlijk beter. Kijk bijvoorbeeld naar het PEF dat Avantium heeft ontwikkeld. Dat is niet alleen biobased maar heeft ook betere barrière-eigenschappen dan PET. Dit soort betere materialen vinden is nog wel een flinke uitdaging, vaak ben je allang blij als je een biobased en bio-afbreekbaar alternatief kan vinden. Toch zie ik die extra functionaliteiten wel als de toekomst, omdat op die manier de eigenschappen van de biomassa optimaal benut worden. Je kunt biomassa wel kraken, van alle functionele groepen ontdoen en er een soort bio-nafta van maken, maar ik zie liever dat we de functionaliteiten in die moleculen gebruiken. En daarin ben ik niet de enige, we werken veel samen met bedrijven die het ook zo zien. Als het aan ons ligt gaan we dus snel op zoek naar nieuwe biobased chemicaliën om onze toxische en kortlevende materialen te vervangen. Nu kun je je afvragen of dat eigenlijk niet al in verschillende bedrijven gebeurt. Dat is zeker waar, maar ik denk dat we er nog meer aandacht aan moeten besteden. De bekende stoffen krijgen nu aandacht, maar voor veel verpakkingsmaterialen en toxische moleculen wordt nog helemaal geen biobased alternatief gezocht. Wij zouden daarom dit soort doelstellingen graag duidelijker terug zien komen in de Routekaart, zodat dit soort
duurzame plastics over 20 jaar een significant marktaandeel kunnen hebben.
Genoeg biomassa
Het zou dus mooi zijn als we in de komende jaren allemaal nieuwe biobased chemicaliën ontwikkelen met nieuwe functionaliteiten die huidige vervuilende producten kunnen vervangen. Maar voor deze biobased chemicaliën heb je wel biomassa nodig, en de vraag blijft of we daar wel genoeg van hebben voor de gehele chemische industrie. Wij denken dat er genoeg biomassa op de wereld is, zolang we die alleen gebruiken voor de productie van (dier)voeding, chemicaliën en materialen en beperkt voor energie. Maar om al die biomassa te pakken te krijgen zullen we wel slimmer te werk moeten gaan, en bijvoorbeeld meer moeten kijken naar reststromen. Zo werken wij bij Wageningen Food & Biobased Research aan verschillende projecten in de agro-foodindustrie. Met suikerproducent Cosun kijken we bijvoorbeeld naar de mogelijkheden om suikerbietenpulp te hergebruiken als component in vaatwasmiddelen. Ik denk dat we meer moeten samenwerken en meer moeten kijken naar de verbindingen tussen de agro-foodindustrie en de chemische industrie. Zij hebben de overtollige biomassa, wij hebben de kennis om daar gebruik van te maken. Natuurlijk zal het ontwikkelen van deze nieuwe chemicaliën en het vervangen van producten met een korte levensduur niet makkelijk zijn en zeker niet goedkoop. Maar naast de winst voor het milieu en de maatschappij levert het gebruiken van reststromen en het creëren van nieuwe functionaliteiten op termijn ook winst op. Ik hoop dat de grote chemische bedrijven dit ook in gaan zien. Voor grote bedrijven is de drempel nog hoog vanwege hoge investeringen en de kans dat hun klanten de transitie niet zien zitten. Maar als we alleen maar kijken naar drop-in graven we ons volgens mij in. Dan zitten we vast in een situatie die op de lange termijn niet goed is voor het milieu, de maatschappij, de innovatiepositie van Nederland en ook de positie van de chemische industrie zelf. p mei 2019 Chemie Magazine 39
40 Chemie Magazine mei 2019
FO TO: CAMILE SCHEL STR AETE
Uitgelicht
In het bijzijn van minister-president Mark Rutte en Dow-CEO Jim Fitterling werd op 24 april het Terneuzen Diamond Center, het nieuwe kantoorgebouw van Dow Benelux, geopend. Het grootste kantoorgebouw in Zeeland is gebouwd volgens de nieuwste maatstaven op het gebied van duurzaamheid en veiligheid. In het nieuwe kantoor op het Maintenance Value Park in Terneuzen zijn alle customer-serviceafdelingen voor Europa, het Midden-Oosten, Afrika en India samengebracht. “Om een nog betere ervaring en nieuwe mogelijkheden te creëren voor onze klanten en medewerkers”, aldus CEO Jim Fitterling. “Samen willen we onze Dow-ambitie waarmaken: het meest
innovatieve, klantgerichte, inclusieve en duurzame materials science-bedrijf ter wereld zijn.” Het gebouw creëert een open en inclusieve werkomgeving voor de ongeveer 1100 medewerkers. “Met ons nieuwe kantoorgebouw geven we ook een impuls aan onze Zeeuwse regio en de gemeentes waar we wonen en werken”, zei Anton van Beek, president van Dow Benelux. In het gebouw is gebruikgemaakt van materialen die gebaseerd zijn op Dow-technologieën, zoals verf en coatings, vloerbedekking, isolatie en siliconenkit. Het kantoor is gebouwd volgens de nieuwste maatstaven op het gebied van duurzaamheid en veiligheid. Het is voor-
zien van zonnepanelen en warmtepompen en is niet aangesloten op gas. Een van de veiligheidsaspecten is een ‘lichtlijn’ in de trapleuningen die automatisch oplicht als je de leuning vasthoudt, wat verplicht is onder Dow’s veiligheidsvoorschriften. Dit zorgt elke keer weer voor een herinnering dat veiligheid altijd voorop staat. De aardse kleuren van het gebouw zijn een verwijzing naar de Zeeuwse klei, de blauwtonen reflecteren de Westerschelde, en de rode lijn refereert aan Dow en het diamantvormige Dow-logo dat al meer dan een eeuw het beeldmerk van het bedrijf is. De naam van het kantoor, Terneuzen Diamond Center, verwijst naar de vorm van Dow’s logo. p
Dow-CEO Jim Fitterling, premier Mark Rutte en Dow Benelux-topman Anton van Beek bij het nieuwe kantoor van Dow in Terneuzen. mei 2019 Chemie Magazine 41
INNOVATIECENTRUM S/PARK DEVENTER IS EXPERT IN ‘VEELEISENDE CHEMIE’
VEILIGE OMGEVING VOOR SCALE-UPS Jonge bedrijven die hun productie moeten opschalen in een omgeving met speciale expertise en de strengste veiligheidsvergunningen, kunnen terecht bij S/Park in Deventer. Dit is sinds vorige maand het zevende Center for Open Chemical Innovation (Coci) van de Topsector Chemie. Tekst: Henk Engelenburg
S
/Park is gesitueerd op het bedrijfsterrein van Nouryon, het voormalige AkzoNobel Specialty Chemicals, dat vorig jaar oktober is overgenomen door de Amerikaanse investeringsmaatschappijen Carlyle Group en GIC. Nouryon heeft het leeuwendeel van de productie van organische peroxides nadien verplaatst naar België en Mexico, waardoor 250 fte’s voor de site verloren zijn gegaan. Het besluit hiertoe was overigens al in 2013 genomen, dus ruim vóór de overname. Sitemanager Marcel Schreuder Goedheijt stelt dat de nieuwe eigenaren de opslag en Europese distributie van organische peroxides voor ‘Deventer’ zullen behouden. 42 Chemie Magazine mei 2019
Daarmee blijft de site een BRZO-locatie met vergunningen van de hoogste veiligheidscategorie voor het opslaan en hanteren van uiterst risicovolle chemische stoffen. Nouryon heeft volgens Schreuder Goedheijt ook uitgesproken dat de afdeling research & development & innovatie met 260 hoogopgeleide chemici op deze locatie blijft. Met die afdeling zijn sinds kort stappen gezet naar open innovatie met een ‘Expert Capability Center Deventer’ (ECCD) en een ‘Veiligheidslaboratorium’. Het ECCD stelt voor derden expertise en apparatuur beschikbaar in analytische en procestechnologie. Het Veiligheidslab ondersteunt derden met onderzoek naar
Coci De muurschildering op een deel van het oude Akzo-pand is geïnspireerd door de geschiedenis, het heden en de toekomst van de plek.
proces- en productveiligheid. Hiermee onderstrepen de Amerikaanse investeerders dat ze zich volledig committeren aan de ontwikkeling van S/Park, aldus Schreuder Goedheijt.
Hoeksteen
Marc Leeuw, directeur van S/Park, die op dagelijkse basis met Schreuder Goedheijt samenwerkt, beschouwt Nouryon als de hoeksteen van S/Park. “Zonder deze omvangrijke en kennisintensieve organisatie begin je weinig en zou er geen sprake zijn van een open-innovatiecentrum.” De combinatie van infrastructuur, speciale vergunningen en expertise voor derden geeft deze nieuwe Coci het onderscheidend vermogen om bedrijven aan te trekken die willen opschalen in ‘highly reactive chemicals’, ofwel ‘veeleisende chemie’, aldus Leeuw. Hoewel innovatieparken staan of vallen met participatie van kennis en expertise van een naburige universiteit, ontbeert Deventer die universiteit. In plaats daarvan heeft S/Park korte lijnen met chemische procestechnologie van de Universiteit Twente in Enschede, katalyse en data van Wageningen UR, de faculteiten chemie van
Het Delftse T-Minus Engineering is sinds kort actief op S/Park. Het bedrijfje, 7,5 jaar terug opgericht door vier aan de TU Delft afgestudeerde studenten ruimtevaarttechnologie en elektronica, ontwikkelt en produceert raketten van 3 meter lang en 35 kilo zwaar voor specifieke wetenschappelijke doeleinden. “We gaan de brandstofontwikkeling en -productie, en de integratie daarvan in de raketmotoren op S/Park doen. Dat mag niet zomaar overal gebeuren, het valt onder klasse 1 van gevaarlijke stoffen”, stelt Hein Olthof, een van de oprichters van het bedrijf. “S/Park heeft de unieke positie dat het beschikt over de nodige vergunningen. Het is voor ons een match made in heaven. Het scheelt ons heel veel tijd en kosten in het verkrijgen van de vergunningen, want die zijn er dus al.” T-Minus bouwt de complete raketten in de vestiging in Delft in opdracht van partijen die daarmee onderzoek uitvoeren in de hogere atmosfeer. Dit gebeurt onder meer om na te gaan op welke wijze de ionisatie op dat niveau de satellietcommunicatie hindert en welke processen op die hoogte het klimaat op lange termijn beïnvloeden. Het bedrijf voert de productie momenteel op tot circa twintig raketten op jaarbasis en verwacht, gelet op de toenemende vraag, dat de productie na 2025 zal gaan stijgen naar honderd stuks per jaar. De oprichters hebben zonder steun van investeerders circa 1 miljoen euro in het bedrijf gestoken, kapitaal dat is verdiend met projecten in opdracht van ruimtevaartorganisaties in Europa. Of de productie van complete raketten op een gegeven moment zal verhuizen naar S/Park is volgens Olthof nog niet aan de orde: “De tijd zal het leren.”
FOTO: T-MINUS
FOTO: HISSINK
RAKETBRANDSTOF VAN T-MINUS
Universiteit Utrecht en RU Groningen, en chemische technologie en analytische chemie van de hogeschool Saxion in Deventer. Leeuw: “Als je die opsomming beziet, zitten we geografisch tamelijk in het centrum van de wetenschappelijke kennisinfrastructuur.” Schreuder Goedheijt: “Nog vorige week hadden we bezoek van een promovendus van Wageningen UR die voor zijn start-up een plek zoekt om zijn vinding op te schalen.”
Opschalen
Leeuw en Schreuder Goedheijt mikken voor de uitbreiding van S/Park op ondernemingen die specifiek kiezen voor de speciale veiligheidsomgeving van het innovatiecentrum. Dat kunnen chemiebedrijven zijn of bedrijven die producten met chemie als kerntechnologie in de markt willen introduceren. S/Park heeft met T-Minus en ExxFire (zie kaders) nu twee van dergelijke ondernemingen in huis. Leeuw: “We zijn met diverse kandidaten in gesprek, waarvan er twee tot drie wellicht al kunnen opschalen richting productie. Verder is er een partij die overweegt zijn lab op ons terrein te vestigen en een mei 2019 Chemie Magazine 43
KOELGASGENERATOREN VAN EXXFIRE Scale-upbedrijf ExxFire is in 2018 neergestreken op S/park voor de ontwikkeling van de productie van zijn koelgasgeneratoren. Deze drukloze gasopslagtechnologie genereert stikstof voor brandblustoepassingen in bedrijfskritische ruimten. De voordelen zijn evident, stelt ExxFireoprichter en directeur-grootaandeelhouder Harm Botter. “Het gas komt op lage druk vrij en op omgevingstemperatuur, wat de technologie onderhoudsvrij maakt bij een lange levensduur en bij lagere kosten voor ontwerp, transport, installatie en onderhoud. Drukloze gasopslag is bovendien ongevaarlijk en milieuvriendelijk vergeleken met de huidige hogedrukstikstof of chemische blusgassen.” Botter kwam op het idee om branden te blussen met deze technologie toen hij bij TNO een gasgenerator voor gebruik op een satelliet zag. Satellieten van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in Noordwijk gebruiken deze gasgeneratoren om brandstoftanks op druk te bren-
gen en zodoende de stuurraketten van brandstof te voorzien. ExxFire is in 2011 bij ESA gestart met het vertalen van de technologie in brandblussystemen. Botter spreekt van “een gamechanger” in de wereldwijde gasblusmarkt van 3 miljard dollar, die toepasbaar is in vele sectoren. De systemen worden intussen al verkocht door wereldwijde distributeurs zoals Siemens en UTC. Investeerders en management hebben tot op heden 6 miljoen euro in ExxFire gestoken, dat de wereldwijde licentie op productie en verkoop heeft terwijl TNO de patenten houdt. ExxFire werkt al enkele jaren samen met chemici van het Nouryon R&D-lab in Deventer. Botter: “Er zijn niet veel andere locaties waar we een beroep kunnen doen op zo’n professioneel R&D-lab en experts. Vanzelfsprekend zijn er ook de voordelen van een functionerend fabrieksterrein met beschikbare infrastructuur, veiligheidsprocedures en dergelijke.”
‘Zonder de omvangrijke en kennisintensieve organisatie van Nouryon zou hier geen open-innovatiecentrum zijn’ partij die wellicht een deel van zijn productie hiernaartoe wil brengen.” Sinds het vertrek van de productie van organische peroxides is er in elk geval voldoende ruimte voor nieuwe vestigingen. De locatie omvat 13 hectare, waarvan nu 9 hectare ter beschikking is gekomen voor open innovatie van S/Park.
Thema’s
Leeuw wil S/Park doen uitgroeien tot een innovatiecentrum dat ook congressen en seminars organiseert. Hij denkt daarbij in de eerste plaats aan ‘veiligheid’, dat immers naadloos aansluit op de expertise van S/Park in veeleisende chemie in een veilige omgeving. Daarnaast zullen thema’s aan de orde komen als het opschalen van lab naar pilotproductie, groene chemie en smart chemical industry. Leeuw: “Digitalisering gaat in de chemie een enorme vlucht nemen om productieprocessen effi44 Chemie Magazine mei 2019
ciënter en veiliger te maken en meer op maat toe te snijden.” Ook Nouryon doet in dit opzicht van zich spreken. Het werkt in een speciaal digitaal innovatielaboratorium, onder de naam LAB 1838, aan toepassingen als digitalisering en virtual reality in de chemie. Het lab heeft in samenwerking met een start-up in Twente een simulator ontwikkeld waarmee operators kunnen droog-oefenen op het risicovolle karwei om met metaal-alkyl gevulde tanks aan te sluiten op de installaties van de site van de klant.
Imagine Chemistry
Nouryon doet ook een duit in het zakje als het gaat om congressen. Op 24 mei wordt de finale van Nouryons open-innovatieprogramma Imagine Chemistry 2019 bij S/Park gehouden. Uit een inzending van 160 innovatieve ideeën van startende en opschalende bedrijven en universitaire spin-outs zijn dertien inzendingen geselecteerd, uit Nederland, Duitsland, VS, Groot-Brittannië, Zweden, Canada en Finland. Experts van Nouryon zullen de ideeën in samenwerking met de inzenders tegen het licht houden. De inzendingen worden beloond met onderscheidingen variërend van gezamenlijke R&Dprojecten tot ondersteuning door Nouryon. De vorige twee edities van het congres hebben geleid tot meer dan vijfhonderd vindingen en oplossingen, waarvan verscheidene zich in de commerciële fase bevinden. p
Veilig werken met VAPRO
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
11/01/17 09:36
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160
COL OFON
MENSEN
Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
KNCV
Het KNCV-team is versterkt met Hanneke Reinders. Zij houdt zich bezig met evenementen en communicatie rondom de chemie. Reinders studeerde life science & technology (LS&T) in Leiden en deed voor haar master de specialisatie science communication & society (SCS). Zij vindt het belangrijk dat wetenschap begrijpelijk en toegankelijk is voor een breed publiek. Hiervoor werkte zij bij de afdeling SCS als onderzoeker binnen het citizen science-project Schone Rivieren en organiseerde zij projecten voor scholieren bij stichting Technolab Leiden. Drie leden van de KNCV hebben de jaarlijkse Vici-beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) ontvangen: Jeroen CodĂŠe (zoete reactiemechanismen) en Sylvestre Bonnet (kankereiwitten remmen met metaalhoudende medicijnen en licht) van de Universiteit Leiden en Gijsje Koenderink (hoe levende cellen omgaan met stress) van AMOLF. Met deze beurs kunnen de wetenschappers de komende 5 jaar een eigen vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen en een onderzoeksgroep opbouwen. Het is een van de grootste persoonsgebonden wetenschappelijke premies van Nederland.
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl
Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius RĂśntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk Impressed, Pijnacker
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
46 Chemie Magazine mei 2019
Beeld cover TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
Mirjam van der Linden ISSN 1572-2996
Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs 2018)! Laborant Technical Field Support
Wat bieden wij?
Heb jij een chemische studie afgerond, vlotte babbel, affiniteit
•
Mooi salaris en secundaire voorwaarden
met metaal oppervlaktebehandeling en wil je niet de hele dag
•
Werken in een no-nonsense werkklimaat
op het lab staan? Dan is dit jouw functie! In deze rol word je
•
Opleidingsmogelijkheden
middels een intensief opleidingstraject klaar gestoomd voor de functie van Sales & Process Engineer.
Solliciteren Stuur jouw CV en motivatie naar
Sales & Process Engineer
Robbin Verbeek (HR):
In deze rol ben je binnen een gedreven team verantwoordelijk
r.verbeek@adinternationalbv.com
voor de verkoop van chemische producten voor de behandeling
0167 - 526982
van metaaloppervlaktes. Met enthousiasme verdiep je jezelf in bestaande accounts (circa 60%) en ga je op zoek naar nieuwe (internationale) klanten en afzetmogelijkheden.
Vragen? Mail Robbin!
Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed
OCTROOIGEMACHTIGDE IN OPLEIDING EDP PATENT ATTORNEYS - WAGENINGEN
Gevestigd in één van de mooiste en meest inspirerende kantoren van Nederland assisteert EDP Patent Attorneys B.V. wereldwijd inzake octrooistrategie. Tot haar cliënten behoren nationale en internationale multinationals, kennisinstellingen, MKB, en startups. In haar werkwijze staan betrokkenheid bij de cliënt, het streven naar hoge kwaliteit en transparantie voorop. EDP Patent Attorneys is op zoek naar een Octrooigemachtigde in opleiding. De werkzaamheden omvatten diverse aspecten van octrooirecht en octrooistrategie en tevens ben je betrokken bij advies inzake nietigheid en inbreuk. Deze functie biedt zowel externe opleidingen als interne training on the job. Je krijgt de ruimte om je te ontwikkelen en door te groeien tot (inter)nationaal aanspreekpunt in een octrooiportfolio en in het begeleiden van de processen van A tot Z. Naast een passende afgeronde academische opleiding, en bij voorkeur enige jaren werkervaring, ben je klantgericht, integer, communicatief vaardig en resultaatgericht. Je werkt efficiënt met een praktische en proactieve instelling. Heb je interesse en wil je meer weten over deze vacature? Bezoek dan www.cls-services.nl?vac=A1900072 voor meer informatie.
EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods
MEMBER OF THE
BARK PACKAGING GROUP