Rob Voncken over pionieren in biomethanolmarkt
Versnelde invoering geavanceerde biobrandstoffen
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie ä 10 ä 16 oktober 2013
BERNARD WIENTJES, VNO-NCW:
'DE CHEMIE HEEFT NU HULP NODIG'
Innovatie Attachés over kansen in ‘hun’ land
Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO College zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!
Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.
HRD/personeelsontwikkeling
2.
Persoonlijke effectiviteit
3.
Leidinggeven, operationeel management en communiceren
4.
Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model
5.
Procesoptimalisatie
6.
Duurzaamheid, veiligheid en milieu
7.
Vaktechnische trainingen
Ga naar VAPRO-College.nl voor actuele data en locaties
Loire 150
Postbus 24090
T 070 337 83 31
2490 AB Den Haag
T 070 320 51 86
E trainingen@vapro.nl
I www.vapro-college.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
INHOUD 10 | 16 oktober | 2013
19
‘KABINET KAN NIET WEGLOPEN VOOR VERANTWOORDELIJKHEID’ Spannende tijden in Den Haag. Eigenlijk een slecht moment voor een interview, want de panelen verschuiven per dag. VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes stoort zich aan de “politieke spelletjes” van de Eerste Kamer. Ondertussen geeft hij zijn visie op het Energieakkoord (“Ik begrijp dat de keuze over WKK de chemie als een steen op de maag ligt”), schaliegas (“Deskundigen zeggen dat er nog voor 200 jaar gas en voor 100 jaar olie in de grond zit. Die tijd moeten we gebruiken voor het transitieproces”) en de hoge kosten van Reach voor het mkb (“Onacceptabel”).
COMMISSIE CORBEY ADVISEERT VERSNELDE INVOERING GEAVANCEERDE BIOBRANDSTOFFEN In een recent advies pleit de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (Commissie Corbey) voor versnelde invoering van geavanceerde (tweede generatie) biobrandstoffen via verplichte bijmenging. Daarbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het gebruik van biomassa als grondstof voor de chemische industrie.
24 oktober 2013 Chemie Magazine 3
INHOUD 10 | 16 oktober | 2013
24
‘Ambtenaren hebben te lang in de rol gezeten van adviseur en ondersteuner’, stelt de directeur van de Omgevingsdienst Middenen West-Brabant. ‘Dat is niet de taak van een toezichthouder’
30
De meeste ongevallen met verzuim in de chemische industrie leiden tot letsels die niet veel afwijken van verwondingen in andere sectoren, zo blijkt uit een arbeidsongevallenanalyse
32
Nick, Jeffrey en Marcel kozen net als hun vaders niet alleen voor een carrière in de chemische industrie, maar ook nog in hetzelfde bedrijf
7 7 9 13 17 19 24 28 30 32 37 38 40 44
40
Onder leiding van Rob Voncken groeide BioMCN uit tot een toonaangevende producent en ontwikkelaar van tweedegeneratie-biomethanol. Makkelijk ging dat niet.
46 50
Voorwoord
Talent Agenda
NIEUWS Veiligheid Actueel Twitter
ACHTERGROND Ondernemingsklimaat
Interview Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW Veiligheid
OMWB-directeur: geen vrijblijvendheid in toezicht en handhaving meer Wetenswaardig
Haven Moerdijk benoemd tot Europese kernzeehaven Veiligheid
Aantal ongevallen met verzuim in de chemie blijft laag Arbeidsmarkt
Chemie van vader op zoon Publicatie
Pleidooi voor realistische grondstoffenstrategie Biobrandstoffen
Commissie Corbey adviseert versnelde invoering Biobased
Rob Voncken over zes jaar pionieren in de biomethanolmarkt Uitgelicht
Dag van de Chemie Ondernemingsklimaat
Vier Innovatie Attachés over de kansen in ‘hun’ land Arbeidsmarkt
Topsector Chemiebeurs uitgereikt aan 42 studenten
55 57 57 58 58
VNCI Nieuws Column Reinier Gerrits Bedrijven Service Colofon
oktober 2013 Chemie Magazine 5
AGE NDA 12 november Innovatie-estafette RAI Amsterdam
14 november The Chemical Conference 2013 De Fabrique, Utrecht
20 november Lab Career Event 2013 Jaarbeurs Utrecht
VNC I 23 oktober Mkb-workshop energie-efficiency Groot Kievitsdal, Baarn
28 oktober VNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag
1 november BAC VNCI, Den Haag BG Communicatie VNCI, Den Haag
5 november BG Innovatie Arnhem, locatie nog niet bekend WG Procesveiligheid VNCI, Den Haag
Voorwoord
TALENT
E
en ‘leading innovation eco-system’ is een van de elementen die nodig zijn om de chemische industrie in Nederland ook in de toekomst te laten floreren. Dat is een van de conclusies uit The Chemical Industry in the Netherlands: World leading today and in 2030-2050, de visie op de toekomt die we vorig jaar samen met Deloitte voor de chemische industrie hebben gepresenteerd. Andere elementen uit deze toekomstvisie zijn ‘flexibility to use a wide range of feedstock’ en een ‘clear regulatory framework’. Ik moest hieraan denken toen ik het artikel op pagina 40 van deze Chemie Magazine las. Hierin kijkt Rob Voncken, voormalig CEO van BioMCN, terug op zes jaar pionieren in de biomethanolmarkt. Hij vertelt over de moeilijkheden die een (chemie)bedrijf moet overwinnen om een innovatief en duurzaam product op de markt te zetten. Het verhaal van BioMCN illustreert treffend dat de verschillende elementen van de toekomstvisie allemaal tegelijkertijd aanwezig moeten zijn om als bedrijf succesvol te kunnen zijn. Maar het illustreert ook nog iets anders: voor vernieuwende onderdelen van de chemie moeten de elementen op maat worden gemaakt. Belemmeringen in de wet- en regelgeving moeten bijvoorbeeld worden aangepast. Dat kost de nodige creativiteit, ondernemerschap en doorzettingsvermogen. En daar komt menselijk talent bij kijken. Talent is daarom niet alleen een wezenlijk onderdeel van het ‘leading innovation eco-system’, maar ook een voorwaarde om de andere elementen te realiseren. Een extra reden dus om talent in het centrum van onze toekomststrategie te plaatsen.
6 november WG Security NCTV, Den Haag
7 november BG Energie en Klimaat Air Liquide, Rozenburg
VNCI-directeur Colette Alma
8 november WG Stoffenbeleid VNCI, Den Haag
12 november WG Arbeidshygiëne SABIC, Bergen op Zoom
13 november WG Arbeidsveiligheid Shell, Moerdijk
14 november WG Milieuzorg VNCI, Den Haag WG RC Global Charter VNCI, Den Haag
oktober 2013 Chemie Magazine 7
VED BY RO
PR
NA
LS
AP P
Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. OFESS
IO
Thomas Shiftleader
Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het
Peter Senior operator
over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.
MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?
KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com
Veiligheid
Vorig jaar bleek dat de veiligheid bij tankterminalbedrijf Odfjell in Rotterdam jarenlang benedenmaats was. VNCI-leden en andere opdrachtgevers beseften dat ze het bedrijf daar vanuit hun ketenverantwoordelijkheid beter op hadden moeten aanspreken. Odfjell mee hadden moeten trekken naar een hoger veiligheidsniveau. De assessments van het Chemical Distribution Institute bieden hiervoor een handvat. Tekst: Erik te Roller
H
et Chemical Distribution Institute (CDI), een Nederlands non-profitinstituut dat kantoor houdt in Engeland, richt zich op het inspecteren van tankterminalbedrijven. De ruim zeventig bedrijven die lid zijn van het CDI – waaronder vijftien VNCI-leden – kunnen de rapporten inzien van CDI-veiligheidsaudits bij tankterminalbedrijven. Het CDI beschikt wereldwijd over 150 geaccrediteerde inspecteurs, die een veeleisende training hebben gevolgd. Doorgaans vraagt een tankterminalbedrijf een audit aan, waarna een inspecteur de terminal in enkele dagen doorlicht (zie kader). Het aantal audits is de afgelopen vijf jaar fors toegenomen. De CDI-database bevat al meer dan 150 rapporten. De CDI-statuten verbieden de inspecteurs een oordeel te geven over terminals of iets uit de auditrapporten te onthullen. Algemeen directeur Howard Snaith zegt hierover: “We beoordelen niet of een tankterminalbedrijf goed of slecht is en rangschikken niet. Het gaat simpelweg om een audit met vragen waarop de inspecteur met ‘ja’, ‘nee’ of ‘niet van toepassing’ antwoordt, plus een toelichting op nee-antwoorden. Het is aan de chemiebedrijven om de informatie tot zich te nemen en te beslissen of het tankterminalbedrijf goed genoeg is om zaken mee te doen.” Als Nederlandse chemiebedrijven iets extra’s in de audits willen opnemen, dan kan dat. “Wij maken de inspectieprogramma’s om de paar jaar up-to-date aan de hand van feedback van bedrijven, veranderingen in wet- en regelgeving en updates van Responsible Care. Onze inspectieprogramma’s reflecteren in feite de bestaande best practices in de industrie.” p
PRESENTATIE CDI IN JANUARI De VNCI juicht de CDI-inspecties toe en heeft directeur Howard Snaith bereid gevonden om op 21 januari een presentatie te geven over het systeem. Een CDI-inspecteur geeft nadere toelichting over de praktijk en een chemiebedrijf en tankterminal delen hun ervaring over de CDI-inspectie. Meer informatie en aanmelden: Macco Korteweg Maris, KortewegMaris@vnci.nl, 070 337 87 48.
FOTO: SHUT TERSTOCK
CDI-INSPECTIES GEVEN INZICHT IN VEILIGHEID TERMINALS
DE CDI-INSPECTIE ”De inspectie begint met een openingsbijeenkomst waar de inspecteur het management vertelt hoe hij te werk gaat”, vertelt Henk Engelsman, geaccrediteerd CDI-inspecteur uit Maassluis. Daarna loopt de inspecteur anderhalf uur over het terrein om een indruk te krijgen hoe de zaken erbij staan. Vervolgens werkt hij de vragenlijst af over de managementsystemen voor kwaliteit en Responsible Care, waarbij zaken als onderhoud, training van personeel, klachten van klanten en beroepsziekten aan de orde komen. Neeantwoorden moet de inspecteur toelichten. “Het is niet alleen afvinken. Je moet ook verifiëren of bijvoorbeeld een bepaald onderhoudsschema aanwezig is”, aldus Engelsman. Vervolgens gaat de inspecteur zo’n vijf uur het terrein op om vragenlijsten over de technische installaties, zoals brandblussystemen of laaden lossystemen, te kunnen invullen. Tijdens een slotbijeenkomst informeert hij het management. Discussie is niet mogelijk. Ook mag hij geen advies geven. Hij is slechts waarnemer. Is er sprake van een vergissing, dan corrigeert hij die onmiddellijk. Het terminalmanagement tekent ten slotte het rapport, dat naar de CDI-database gaat. Binnen twee weken kan het terminalmanagement het nog van commentaar voorzien en bepalen welke klanten (chemiebedrijven) toegang hebben. Die kunnen het rapport daarna inzien (andere chemiebedrijven en tankterminalbedrijven niet). Binnen drie maanden kan het terminalbedrijf nog commentaar toevoegen, daarna alleen nog informatie over aanpassingen van de installaties en werkwijzen.
oktober 2013 Chemie Magazine 9
DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG
ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)
Transportveiligheid
SSVV OPLEIDINGENGIDS 2014 WEER OP PAPIER Eind oktober brengt de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) voor het eerst sinds jaren weer een gedrukte opleidingengids uit. “Dat lijkt vreemd in deze tijd, maar we merken dat niet iedereen via de website snel een totaalbeeld heeft van alle opleidingen voor het uitvoeren van risicovol werk. Gezien de bijdrage van de VCA-opleidingen aan veiligheid op het werk is het noodzakelijk om mensen goed te informeren. Vandaar dit besluit”, aldus Willem Wagemakers, technisch directeur van de SSVV.
V
CA staat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) Checklist Aannemers. Ieder jaar leggen 150.000 kandidaten het VCA-examen af en nemen 40.000 mensen deel aan de opleidingen die
in de gids vermeld staan of doen hiervoor examen. De SSVV Opleidingengids 2014 is vooral bedoeld voor degenen die bepalen welke opleiding wanneer gevolgd moet worden of moet nagaan of medewerkers de juiste competenties hebben om een risicovolle taak te kunnen uitvoeren. Verder wenst de SSVV dat alle opleidingsinstellingen, dus de bureaus die de opleidingen geven, de juiste informatie uit de gids gebruiken, zodat ze hierover eenduidig communiceren en dezelfde kwaliteitscriteria hanteren. Alle VCA-opleidingen zijn tot stand gekomen in overleg met de verschillende brancheorganisaties, waaronder de VNCI. Opdrachtgevers in onder meer de chemische industrie verlangen dat hun aannemers VCA-gecertificeerd zijn. Dit betekent dat een medewerker van een dienstverlenende firma alleen het terrein op komt in het bezit van een geldig diploma. De opdrachtgever kan dit controleren door het Centraal Diploma Register te raadplegen. In plaats van diploma’s wordt ook wel van VCA-certificaten gesproken. In de loop van 2014 gaan alle bewijzen van afsluiting van opleidingen uit de SSVV Opleidingengids (SOG-opleidingen) diploma’s heten. p De SSVV Opleidingengids is per 29 oktober te bestellen via www.vca.nl (button Opleidingen).
CTGG-VOORLICHTINGSDAG VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN Is de Veiligheidsadviseur Vervoer Gevaarlijke Stoffen in staat zijn taak goed uit te oefenen? Betekent het Basisnet iets voor u? Leveren communicatieproblemen, of meer specifiek: verschillen van taal, veiligheidsproblemen op? En hoe gaan we daarmee om? Dit zijn enkele vragen die aan bod komen tijdens de CTGG-voorlichtingsdag op 29 november.
De bijeenkomst is bedoeld voor iedereen die werkzaam is in of verbonden is met het transport van gevaarlijke stoffen. Meer informatie: secretaris@ctgg.nl Programma en aanmelden: www.evo.nl/site/bijeenkomst-ctgg-voorlichtingsdag-vervoer-gevaarlijke-stoffen
VEILIGHEIDSDAG OP 21 NOVEMBER Op 21 november vindt in het Woudschoten Conferentiecentrum in Zeist de Veiligheidsdag plaats. De bijeenkomst is onderdeel van het actieplan Veiligheid Voorop en richt zich op operations- en veiligheidsmanagers van BRZO-bedrijven. Vragen die aan de orde zullen komen zijn onder meer: wat is goed leiderschap en hoe spreek je elkaar aan op veilig gedrag (veiligheidscultuur)? Hoe ga je als bedrijf om met je verantwoordelijkheid in de keten? Welke systematiek is er om inci-
denten te onderzoeken? Hoe ga je om met de vele wettelijke verplichtingen en de wensen vanuit het bedrijf (compliance management)? Veiligheid Voorop is opgesteld door VNONCW en de brancheorganisaties VNCI, VNPI, VHCP en Votob en richt zich op vier pijlers: betrokken leiderschap, een excellente uitvoering van het veiligheidsbeheerssysteem, actieve veiligheidsnetwerken en het in de keten alleen zaken doen met bedrijven die ook een solide veiligheidscultuur hebben.
BIJ INCIDENT WACHTEN OP GROEN LICHT ILT Vanaf 1 januari 2014 moeten bedrijven na melding van een incident met het vervoer van gevaarlijke stoffen wachten met verdere handelingen tot de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT) toestemming geeft door te gaan of tot er een ILT-inspecteur ter plekke is. Ze mogen alleen doorgaan als het noodzakelijk is het gevaar in te dammen of verdere schade te voorkomen.
H
et gaat om een wijziging van artikel 47 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen van afgelopen juli. De ILT is sinds 1 oktober dag en nacht telefonisch bereikbaar. Melders krijgen meteen iemand aan de lijn en hoeven niet eerst een keuzemenu te doorlopen. En ILT belooft na een melding ‘onverwijld’ uitsluitsel te zullen geven. Vanaf 2014 gaat de ILT er scherper op toezien dat bedrijven incidenten melden. Bedrijven doen dat vaak niet, omdat ze bang zijn voor boetes. De Inspectie zegt echter geen boetes uit te delen, tenzij een bedrijf nalatig is geweest. “Incidenten leveren gevaar en hinder voor de omgeving op. Logisch dat de ILT op de hoogte wil zijn. Het doel is ook om van alle incidenten te leren, wat de VNCI trouwens onderschrijft”, zegt Henk Bril van SABIC en voorzitter van de werkgroep Logistieke Veiligheid. “Mijn enige kritiekpunt is dat in de memorie van toelichting op de wetswijziging staat dat bij de meldingsplicht een inschatting van de veiligheidssituatie ter plekke voorop staat. Maar wie bepaalt dat? De vertegenwoordiger van het bedrijf of de ILT? Dat is niet helemaal duidelijk.” Bedrijven verwarren de meldingsplicht weleens met het registreren van incidenten volgens artikel 1.8.5 van de ADR (Europees verdrag voor vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg). Maar dat staat hier geheel los van en is bedoeld voor de Europese statistieken. p
oktober 2013 Chemie Magazine 11
DĂŠ Logistics Control Tower voor de chemische industrie
Bekijk de DSM business case
Bereken nu zelf Ăşw besparing op www.idsnl.com/besparing
Actueel
SOLVAY WINT EUROPESE RC-PRIJS
Officiële opening van de fabriek
Solvay is de winnaar van de Europese Responsible Care Award. Het chemiebedrijf heeft de prijs in de wacht gesleept met het project Rare earth recycling, waarmee zeldzame aardmetalen in energiezuinige lampen worden gerecycled.
door CEO Craig Rogerson (links) en President Petroleum Addi-
FOTO: CHEMTUR A
tives Simon Medley.
CHEMTURA OPENT NIEUWE FABRIEK IN AMSTERDAMSE HAVEN Op 23 september is de nieuwe fabriek van Chemtura Netherlands geopend in de Amsterdamse haven. De fabriek produceert synton, een basis voor de productie van zeer hoogwaardige smeermiddelen met extreem lange levensduur en excellente smeereigenschappen. Die smeermiddelen worden onder andere toegepast bij windturbines.
C
hemtura heeft voor Amsterdam gekozen vanwege de mogelijkheden op vestigings- en logistiek gebied en de ondersteuning van de gemeente, het
havenbedrijf en de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). De totale investering bedraagt 25 miljoen euro. In de fabriek werken 25 mensen. Volgens het Havenbedrijf Amsterdam past de komst van Chemtura in de visie van Amsterdam om innovatieve, duurzame en maatschappelijk verantwoorde bedrijven te binden aan de regio. Chemtura Corporation produceert in veertien landen specialistische chemicaliën en verkoopt deze in meer dan honderd landen. Het hoofdkantoor bevindt zich in Philadelphia. p
AMSTERDAM KRIJGT FOSFAATFABRIEK Waternet, een afvalwaterverwerker in de regio Amsterdam, gaat in het Westelijk Havengebied een grote fosfaatfabriek bouwen. Fosfaat in het rioolwater zorgt voor verstopte leidingen en slijtage bij de waterzuiveringsinstallaties. Door het fosfaat uit het water te halen zijn er minder onderhoudskosten voor de installaties, terwijl fosfaat als schaars wordende grondstof geld oplevert.
W
aternet heeft in totaal 4 miljoen euro geïnvesteerd in de bouw van de fabriek. Dit bedrag moet in tien jaar terug verdiend worden. Fosfaat is een kostbare grondstof, die nu vooral geïmporteerd wordt. De fabriek, die eind 2013 ope-
rationeel zal zijn, gaat onder meer leveren aan kunstmestproducenten. Met het fosfaat uit het Amsterdamse afvalwater kunnen jaarlijks 10 duizend voetbalvelden worden bemest. De fabriek krijgt ook een speciaal innamepunt voor pure urine, waaruit fosfaat gehaald kan worden. Omdat het door Waternet teruggewonnen fosfaat afkomstig is uit afvalwater, is het wettelijk gezien geen meststof maar afvalstof. Waternet is samen met de Nederlandse waterschappen in gesprek met de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken om de wet aan te passen. p
I
In de fluorescerende poeders van energiezuinige lampen worden zes zeldzame aardmetalen gebruikt, waaronder terbium, gadolinium en europium. Ze zijn voornamelijk afkomstig uit China, dat hun export beperkt terwijl de behoefte wereldwijd toeneemt. Rhodia, ontwikkelaar van het recyclingproces en nu onderdeel van Solvay, heeft daarom een technologie ontwikkeld om de zeldzame aardmetalen te recyclen en opnieuw te gebruiken. Door 99 procent van de gloeilampen te recyclen, wordt de levering van terbium in Frankrijk in 2015 veiliggesteld. Recycling-projecten voor zeldzame aardmetalen zijn al operationeel in twee productiefaciliteiten in Frankrijk: Saint-Fons en La Rochelle. De prijs voor het mkb ging dit jaar naar twee bedrijven. Recordati Ireland heeft met het project A five year journey to energy efficiency in vijf jaar tijd met een investering van 165.400 euro de gas- en elektriciteitsrekening met 773.192 euro omlaag gebracht en 4436 ton CO2 bespaard. Rottapharm heeft met het project Greenshots - changing culture sinds 2008 de CO2-emissie met een kwart en het energiegebruik met 37 procent verminderd. De Responsible Care Award 2013 werd uitgereikt tijdens de Global Chemical Industry European Convention in München door Ceficpresident Kurt Bock. p
oktober 2013 Chemie Magazine 13
Passie voor douanezaken Bij KGH Customs Services en Douaneopleidingen, bouwen wij bruggen tussen uw bedrijf en de bestaande regelgeving in de internationale handel. We hebben een passie voor douanezaken en kijken er naar uit u van dienst te zijn om een een nog betere afhandeling van uw douaneprocessen te garanderen. Onze focus is om u van A tot Z te begeleiden. Uniek product portfolio Wij bieden gestandaardiseerde en op maat gemaakte oplossingen voor al uw douaneprocessen met als doel optimale besparingen binnen uw organisatie te realiseren. Douanecompetentie We hebben meer dan 50 jaar ervaring op het gebied van douanezaken. Vandaag hebben we meer dan 600 medewerkers in heel Europa, die zijn toegewijd en klaar staan om u te ondersteunen.
Wij zijn gevestigd in 7 Europese landen met een uitgebreid netwerk en breiden nog steeds uit, niet alleen binnen maar ook buiten Europa. Voor meer informatie: sales.nl@kghcustoms.com
Voor de nieuwe start van onze cursussen zie: www.kghdouaneopleidingen.nl
YOUR INDEPENDENT PARTNER FOR CUSTOMS COMPLIANCE AUSTRIA
BELGIUM
DENMARK
GERMANY
NETHERLANDS
NORWAY
SWEDEN
www.kghcustoms.nl
20.25 UUR MELDING VAN DE STORING VERWACHTE AANKOMSTTIJD 04.48 UUR
Uw vacuĂźm- of drukluchtsysteem defect? Plotselinge piekproductie? Dan eist u een snelle oplossing. Aerzen International Rental staat 24/7 voor u klaar met 100% olievrije huurblowers en -compressoren. Wij helpen u razendsnel uit de brand met transport, installatie en inbedrijfname.
24/7 SERVICE & SUPPORT +31 (0)26 446 47 23 AERZEN I N T E R N AT I O N A L R E N TA L Fotograaf 3, 6921 RR Duiven, +31 (0)26 4464723, info@aerzenrental.com, www.aerzenrental.com
Actueel
CHEMIE PAKT INTERACTIEF UIT OP INNOVATIE-ESTAFETTE 2013 De Topsector Chemie pakt tijdens de Innovatie-estafette 2013, op 12 november in de RAI Amsterdam, uit met diverse aansprekende innovaties op 100 vierkante meter beursvloer. De Innovatieestafette is een tweejaarlijks evenement dat met bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en de samenleving zorgt voor het versnellen en stimuleren van innovaties. e Innovatie-estafette brengt innoverende ondernemers, onderzoekers en overheden bij elkaar om te komen tot nieuwe oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en tot economische kansen, door over sectorgrenzen heen samen te werken en van elkaar te leren. Naast een beursvloer vol innova-
D
tieve oplossingen biedt het evenement veel workshops en presentaties. Dit jaar staat de Innovatie-estafette in het teken van Smart Cities, Green Transport en Circular Economy. De presentatie van de Topsector Chemie richt zich op groene chemie en slimme materialen, op talent, ondernemerschap en innovatiekracht, en op de oplossingen die chemie biedt voor problemen van de toekomst. Bezoekers kunnen met een aantal gepresenteerde innovaties zelf interactief aan de slag. Tijdens de Innovatie-estafette vindt ook de aftrap plaats van het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020. p Meer informatie: www.innovatie-estafette.nl
PERIODIEKSYSTEEM.COM LAAT TOEPASINGEN VAN ELEMENTEN ZIEN
ZOEKTOCHT NAAR GOEDKOPE KATALYSATOREN VOOR BIOMASSA Het Europese project Novacam gaat de ontwikkeling onderzoeken van goedkope katalysatoren op basis van niet-zeldzame materialen, voor de omzetting van biomassa in bruikbare brandstof en in basismaterialen voor de chemische industrie. Deze katalysatoren zijn essentieel voor het rendabel hergebruik van houtachtig afval. De EU steunt het project met 1,8 miljoen euro.
H
et sleutelwoord van Novacam is duurzaamheid. Doordat fossiele brandstoffen opraken, moeten we overschakelen op hernieuwbare energiebronnen, zoals houtachtige (afval)materialen. Om die efficiënt om te kunnen zetten in bruikbare grondstoffen zijn nieuwe soorten katalysatoren nodig. Ze worden breed toegepast in de chemische industrie, maar ze bestaan vaak uit zeldzame en dus dure materialen, die van buiten Europa moeten worden geïmporteerd. De onderzoekers van Novacam willen daarom katalysatoren ontwikkelen op basis van nietzeldzame materialen. De coördinatie van het project, met een totaal budget van 2,4 miljoen euro, is in handen van Emiel Hensen, TU/e-hoogleraar Moleculaire heterogene katalyse. Andere projectpartners zijn Cardiff University, het Britse kennisnetwerk Chemistry Innovation en het Instituto de Tecnologia Quimica in Valencia. Verder neemt een Japans consortium van bedrijven en kennisinstellingen deel. p
De vernieuwde website www.periodieksysteem.com van de VNCI geeft het periodiek systeem weer door de dagelijkse toepassingen te laten zien waarin de elementen te vinden zijn. Zo is germanium (in kristalvorm) transparant en ideaal voor infrarood licht.
G
ermanium en germaniumoxide worden toegepast in de lenzen van infraroodapparatuur, zoals kijkers, camera’s, detectoren en periscopen. Het element tin bijvoorbeeld is vanwege de goede klankkleur, de makkelijke verwerkbaarheid en de grote stevigheid ideaal voor de fabricage van orgelpijpen.
Naast de toepassingen biedt de website ook informatie over de naam, de ontdekking, het voorkomen en de bereiding van de elementen. Periodieksysteem.com is een initiatief van de VNCI in samenwerking met Stichting C3. p oktober 2013 Chemie Magazine 15
Houdt u uw kennis binnenboord? Sitech Services verzorgt het complete onderhoud van fabrieksinstallaties, van management en uitvoering tot verbeterprojecten. We hebben alle expertise in huis om de maximale opbrengst uit uw installaties te halen. U proďŹ teert van synergievoordelen op specialistische terreinen en daardoor het waarborgen van technische competenties.
SITECH SERVICES VERBETERT UW PRESTATIES
www.sitech.nl
Label Products PRODUCENT VAN ETIKETTEN
Uw specialist in gevaarsetiketten, behandelingsetiketten, UN labels en GHS symbolen
BESTEL NU ONLINE:
www.gevaarsetiketten.be Label Products nv - Vichtseweg 176a, 8790 Waregem - BelgiĂŤ - T. +32 56 77 22 40 - F. +32 56 77 22 44
Actueel
TWI TTER
Werkzaamheden onderhoudsstop bij DuPont al twee jaar van tevoren gepland.
Niels Schenk @niels_schenk BioBTX: Overheid moet investeren in groene technologie. Lees het artikel in Chemie Magazine: http://issuu.com/vnci/docs/chemie_ magazine_oktober_2013/4 1?e=1205132/4971376 … GreenChemistryCampus @GreenChemCampus RT @agrochemie: Nederland goed vertegenwoordigd op EFIB, accent op Zuid-West NL http://ow.ly/pnFTq #EFIB #EFIB2013 #EFIB13 #biobased AkzoNobel @AkzoNobel Congratulations to #scientists Lars Hultman and Per Claesson for winning our 2013 Science Award #ANSAward http://bit. ly/17mjaEH marlies van wijhe @marliesvanwijhe Vandaag naar de Innovatie Conferentie in de Ridderzaal. Ben benieuwd en ga hopelijk geinspireerd weer naar huis vanavond. OCI Nitrogen @OCINitrogen Onze Nutramon-KAS heeft de laagste CO2 footprint van Europa, lees meer op: http://www.ocinitrogen.com/NL/newscenter/Pages/Nutramon-KAS-laagste-CO2-footprint-van-Europa.aspx … Linde Gas Benelux @LindeGasBenelux Leuk gassenweetje | Zuurstof veel eerder in atmosfeer dan gedacht: http://bit.ly/1fTWhMg | RT @NUnl Wetenschap Hans Grünfeld @Hans_Gruenfeld Forse daling netwerkrekening elektriciteit en gas goed nieuws voor burgers en bedrijven http://www.vemw. nl/cms/showpage.aspx?id=2272 …
GROOT ONDERHOUD BIJ DUPONT Kunststoffenproducent DuPont in Dordrecht voerde tussen half september en half oktober grootschalige onderhoudswerkzaamheden uit aan verschillende fabrieken op het terrein. “Jaarlijks gaat steeds een van de twee fabriekscomplexen in groot onderhoud en heeft de andere een kleinere stop”, zegt onderhoudsplanner Robert Bernaards. “Dat wordt nauw afgestemd met de zusterfabrieken elders in de wereld, zodat we onze klanten hun producten kunnen blijven leveren.”
M
et de onderhoudswerkzaamheden zorgt het bedrijf ervoor dat de fabrieken veilig kunnen produceren en voldoen aan de geldende eisen. Wat tijdens de onderhoudsstop moet gebeuren wordt bijna twee jaar van tevoren al
FOTO: DUPONT
NFIA Holland @nfiaholland #Chemtura opens new factory in Port of Amsterdam for production of #Synton http://bit.ly/16ZhGjr #Holland
gepland omdat het vaak om complexe ingrepen gaat en omdat al het materiaal ruim van tevoren moet worden besteld. “We maken systemen in de fabriek schoon, we voeren wettelijke inspecties uit en installeren nieuwe apparatuur. Hieraan gaat een gedegen voorbereiding vooraf”, aldus Bernaards. Bij DuPont werken meer dan 870 mensen. Maar tijdens zo’n onderhoudstop komen tot wel vijfhonderd extra mensen binnen, die eerst allemaal een veiligheidstraining van DuPont hebben gevolgd. Ook tijdens de werkzaamheden wordt scherp toegezien op veilige uitvoering van de klussen. Na de onderhoudswerkzaamheden worden alle systemen technisch gecontroleerd en wordt de fabriek weer overgedragen aan de productie. p
BRANDWEERKAZERNE INDUSTRIETERREIN MOERDIJK GEOPEND De nieuwe brandweerkazerne in Moerdijk is op 20 september officieel geopend. De kazerne is sinds 1 februari 2013 in gebruik en is voortgekomen uit een unieke samenwerking tussen Haven- en Industrieterrein, Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, gemeente Moerdijk en Stichting Bedrijfsbrandweerzorg Moerdijk.
V
anuit de kazerne bieden twintig in de bestrijding van industriële incidenten gespecialiseerde brandweerlieden 24-uurs-brandweerzorg speciaal voor het haven- en industrieterrein. Het materieel is toegespitst op de risico’s en aard van de bedrijven in het
gebied. De brandweerlieden verzorgen ook de (publieke) basisbrandweerzorg in het gebied. De kazerne wordt 24 uur per dag bemenst door ten minste zes man. De bedrijven en de veiligheidsregio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het in stand houden en bekostigen van de publiek-private brandweerorganisatie. Gemeente Moerdijk is juridisch en economisch eigenaar van de kazerne en betaalt de kosten voor beheer en onderhoud van het pand. De kosten voor personeel, aanschaf en beheer van materieel worden via een verdeelsleutel betaald door het havenschap en het bedrijfsleven. p
oktober 2013 Chemie Magazine 17
NIET VOLDOEN AAN REACH BRENGT UW BEDRIJFSCONTINUÏTEIT IN GEVAAR! BENT U BEREID DAT RISICO TE NEMEN? Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. De gevolgen van REACH worden steeds duidelijker nu ook de gebruikers de effecten zien en merken. Inspecties door de overheid kunnen leiden tot boetes, vertraging bij import, zelfs stopzetten van activiteiten… daarom: Hou de controle over uw bedrijf! TNO Triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.: -- Inspectie van uw REACH implementatiesysteem -- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen -- Evalueren van risico’s met nano-deeltjes -- Risico’s van humane- en milieublootstelling in kaart brengen -- Opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s -- Assisteren in REACH autorisatie/SVHC processen -- Nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates Voor meer informatie zie onze website www.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op. Tel: 088 866 1620 / e-mail: chemistry@tno.triskelion.nl
Ondernemingsklimaat
Wientjes: kabinet kan niet weglopen voor verantwoordelijkheid
e
FOTO’S: CA SPER RIL A
‘TOPSECTOR CHEMIE HEEFT NU HULP NODIG’
oktober 2013 Chemie Magazine 19
e
Spannende tijden in Den Haag. Als gevolg van een ‘weeffout’ zijn PvdA- en VVD-ministers druk op zoek naar een meerderheid in de Eerste Kamer. VNO-NCWvoorzitter Bernard Wientjes stoort zich aan de “politieke spelletjes” van de senaat. “Een novum”, noemt hij het. Ondertussen geeft hij zijn visie op het Energieakkoord, schaliegas, de hoge energieprijs in Nederland, toezicht op veiligheid en de hoge kosten van Reach voor het mkb. Tekst: Jos de Gruiter
O
ppositiepartijen en kabinet hebben tot twee uur in de nacht overlegd, maar Bernard Wientjes is bijtijds gaan slapen. “Ik moest fit zijn voor dit interview”, grapt hij. Serieus: “Ik vind die nachtelijke vergaderingen niet verstandig. Als je moe bent loop je het risico verkeerde beslissingen te nemen.” Hij had een telefoontje kunnen verwachten als de politici tot elkaar waren gekomen, realiseert hij zich, want de stem van werkgeversorganisatie VNO-NCW weegt zwaar. “Dat had ik dan wel gemerkt”, reageert hij laconiek. Het zijn spannende tijden in Den Haag. Eigenlijk een slecht moment voor een interview, want de panelen verschuiven per dagdeel. Zo wordt op de dag van het vraaggesprek het pensioenplan van het kabinet weggevaagd in de Eerste Kamer. Het is geen verrassing voor de werkgeversvoorzitter, maar hij betreurt de gang van zaken ten zeerste. “Voor ons is het pensioenplan een van de pilaren van het sociaal akkoord.” Wat hem vooral stoort is het “politieke spel” in de Eerste Kamer. “De Eerste Kamer moet oordelen of wetgeving zorgvuldig is. Wat er nu gebeurt is anders. Het CDA heeft vooraf laten weten tegen te zijn en heeft gekozen voor harde oppositie. Dat vind ik zorgelijk. Het past niet in de traditie van de partij.”
Waarom is het pensioenplan zoals het kabinet voorstelde voor u zo belangrijk?
“Het pensioenplan is een bezuinigingsmaatregel. Het wordt gelegitimeerd met het argument dat we 20 Chemie Magazine oktober 2013
langer gaan werken en dus meer tijd hebben om de opbouw van ons pensioen te spreiden, maar in werkelijkheid gaat het om de bezuiniging van bijna drie miljard, door per 1 januari 2015 de pensioenopbouw te beperken. In het regeerakkoord is daarom het voorstel opgenomen om de maximale jaarlijkse opbouwpercentages voor nieuwe pensioenopbouw te verlagen van 2,25 naar 1,75 procent. Ook was opgenomen dat mensen vanaf een inkomensniveau van 100.000 euro niet langer fiscaal gefaciliteerd kunnen sparen voor het pensioen. Dat laatste is een onaanvaardbare loonmaatregel. Dat heeft niets te maken met hogere of lagere inkomens, maar met de ongewenstheid van overheidsingrijpen in de loonontwikkeling. Iedereen moet de vrijheid hebben om te kunnen sparen voor zijn pensioen. In het sociaal akkoord zijn we daarom overeengekomen dat werkenden uit hun netto inkomen een bedrag kunnen inleggen voor pensioensparen. Over het opgebouwde bedrag hoeft geen vermogensrendementheffing (Box 3) betaald te worden, en ook over de uitkering wordt geen loonbelasting ingehouden. Die afspraak weegt zwaar voor ons en zou voor de politiek ook zwaar moeten wegen. Ik wil niet tornen aan het primaat van de politiek, maar het is toch wel bijzonder dat we in dit land in een tijd van crisis in alle rust de grootste hervormingen (ontslagrecht, WW) gaan doorvoeren waarvoor draagvlak is gecreëerd. We hebben elkaar gevonden in een breed akkoord. Maak daarvan gebruik, zou ik tegen de politiek willen zeggen.”
Volgens president Klaas Knot van De Nederlansche Bank is het einde van de recessie in zicht, want het voor ons relevante buitenland groeit. Dat betekent dat onze export zal profiteren. Daarnaast is er in delen van het land een einde gekomen aan de daling van de huizenprijzen. Maar hij voegde eraan toe dat de politiek de belangrijkste onzekere factor is.
“Dat klopt. De wereldhandel stijgt volgend jaar met vier of vijf procent. De problemen zijn dus nationaal: de pensioenen, de huizenmarkt en het overkoepelende probleem: het gebrek aan vertrouwen. In zo’n situatie moet elke politieke partij vechten voor landsbelang en niet meedoen aan partijpolitieke spelletjes. Ik hoop dat dat nog lukt. Uiteindelijk is Nederland toch een land dat het redt als het er echt op aankomt.” Peilingen zeggen niet alles, maar de huidige coalitie van VVD en PvdA zou nog kunnen rekenen op zo’n 30 zetels. De kiezer is weer terug naar de uiterste flanken en de traditionele bestuurderspartijen zijn weggezakt. Dat leidt toch tot profileringsdrang?
“In een crisis zijn de peilingen voor
Ondernemingsklimaat ‘Ik begrijp dat de keuze over WKK de chemie als een steen op de maag ligt.’
Een belangrijk akkoord van het maatschappelijk middenveld is het Nationaal Energieakkoord. Na de ondertekening noemde u het een ‘akkoord van de dominee en de koopman’.
“Een akkoord dat door maar liefst 40 partijen wordt ondertekend heeft de schijn tegen. Het lijkt een akkoord van niks. Maar dit is een enorm belangrijke overeenkomst.” De VNCI was een van de 40 partijen die aan tafel zaten en is positief over delen van het akkoord, maar stelt ook vast dat het slechts ten dele antwoord geeft op de vraag hoe het probleem van verstoring van de internationale concurrentiepositie op het gebied van de kosten van energie en grondstoffen het hoofd biedt. Bovendien is er onbegrip over de keuze van het kabinet om warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) niet te stimuleren.
Bernard Wientjes: ‘Ik begrijp dat de keuze over WKK de chemie als een steen op de maag ligt.’
regeringscoalities altijd slecht, maar dit is inderdaad extreem slecht. Toch verontrust me dat niet zozeer. Lastiger is het dat de coalitie geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Dat is een weeffout. Waaraan ook CDA en D66 schuldig zijn: alle partijen adviseerden de informateur na de verkiezingen van september 2012 om VVD en PvdA samen aan de slag te laten gaan. Kennelijk heeft niemand voorzien dat de Eerste Kamer zich zo politiek zou gaan opstellen en zich zelfs niets gelegen laat liggen aan maatschappelijk draagvlak. Er liggen nu hervormingsplannen die geen enkel kabinet heeft gerealiseerd en er is draagvlak voor in het maatschappelijk middenveld. Het is een in historisch perspectief nieuw dat de senaat zich opstelt zoals ze nu doet. Onderdeel van het pensioenplan was de zogenoemde excedentenregeling (een aanvullende pensioenregeling bovenop de basisregeling en de aanvullende basisregeling – red.). Als de Eerste Kamer van mening is dat die regeling wetstechnisch niet deugt en dus niet instemt, dan vervult ze haar rol. Niet als ze
zegt: ik ben tegen en dat daardoor een gat in de begroting valt van drie miljard en ze dat niet ziet als haar probleem. Dat is een novum.” Sinds Fortuyn is de kiezer op drift en de politiek zoekende.
“Tot twintig jaar geleden was onze wereld goed geordend. Daarna begon het zoeken naar nieuwe verhoudingen. Na Fortuyn was er een explosie van ontevredenheid die toen niet goed verklaarbaar was en die nog altijd niet goed is uitgekristalliseerd. In Duitsland hebben CDU en SPD zich ontwikkeld tot stabiele partijen. Er zijn twee belangrijke verschillen met Nederland, waarnaar we eens serieus zouden moeten kijken: de Duitse Bondsdag kent een hoge kiesdrempel. Aan de jongste verkiezingen deden 50 partijen mee, slechts vier partijen hebben de kiesdrempel gehaald. De Piratenpartij viel buiten de boot, maar zou in Nederland omgerekend drie zetels hebben gehaald. Daarnaast is het bijna onmogelijk om de Bondsdag tussentijds te ontbinden. Ik wou dat wij dat hadden. Er moet grondig gekeken worden naar het systeem.”
“Niemand is zonder kritiek op het akkoord. Daarom is het een goed akkoord. Als er één partij juichend over de streep zou komen en de rest sikkeneurig achterop zou blijven, was het niet goed. Ik begrijp dat de keuze over WKK de chemie als een steen op de maag ligt. Temeer daar die keuze is gemaakt vanuit een bezuinigingsoogpunt. Maar laten we ook naar de winst kijken, naar het feit dat de milieubeweging eindelijk inziet dat het sluiten van de energieintensieve industrie in Nederland leidt tot een toename van CO2-uitstoot elders in de wereld. Door jarenlange aandacht behoren de energie-intensieve sectoren in Nederland tot de meest energieefficiënte ter wereld. Ik was even bezorgd over de invloed van een partij als GroenLinks, maar die is inmiddels opgestapt. GroenLinks wil de industrie miljarden aan lastenverzwaringen opleggen en rekent er dan tot overmaat van ramp op dat bedrijven dat gaan betalen. Maar die bedrijven betalen niet, ze sluiten. Kortom, wat het energieakkoord betreft ga ik ervan uit dat het kabinet dat overeind houdt.” De chemische industrie in Nederland heeft als weinig andere sectoren te lijden onder de hoge energieprijzen in Nederland. Voor de chemie is gas zowel grond- als brandstof. De mondiale concurrentieverhoudingen zijn verstoord door de opkomst van schaoktober 2013 Chemie Magazine 21
‘Kennelijk heeft niemand voorzien dat de Eerste Kamer zich niets gelegen laat liggen aan maatschappelijk draagvlak.’
liegas in de Verenigde Staten. In Nederland ontbreekt draagvlak voor een inhaalslag. Hoe gaat zich dat ontwikkelen?
“In Europa is de prijs van aardgas op initiatief van Nederland gekoppeld aan de prijs van ruwe olie. We bevinden ons op een ideale plek om aardgas te gebruiken als betaalbare grondstof, maar door de koppeling en het feit dat daardoor jaarlijks twaalf miljard euro naar de schatkist vloeit, lukt dat niet. Maar de schaliegasdiscussie is niet voorbij. Het minste wat we kunnen doen is onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Dat kost een half hockeyveld. Ik vind het onverstandig dat zelfs dát wordt tegengehouden.” Het wordt de tegenstanders wel gemakkelijk gemaakt: leden uit uw eigen achterban, zoals de Rabobank en de bier- en frisdrankenindustrie, hebben hun bezwaren kenbaar gemaakt en zelfs Shell-topman Peter Voser noemt de inspanningen van Shell in de VS een ‘gok’.
“Nederland is een land waar iedereen een opvatting heeft. Wat je ook zegt: binnen 24 uur staat er iemand op die er een mening over heeft. Maar het mondiale verhaal is interessant. Deskundigen zeggen dat er nog voor 200 jaar gas en voor 100 jaar olie in de grond zit. Die tijd moeten we gebruiken voor het transitieproces. We kunnen gecontroleerd overstappen. In het energieakkoord is bijvoorbeeld gekozen voor de geleidelijke opbouw van een windenergiepark op zee. Dat stelt ons in 22 Chemie Magazine oktober 2013
staat jaarlijks de laatste stand van de techniek toe te passen en niet - zoals wanneer je alles in één keer bouwt - de techniek van gisteren. Ook op het gebied van zonne-energie worden nog baanbrekende innovaties verwacht. Schaliegas kan ons de extra tijd bieden om een ontdekking uit het lab te ontwikkelen tot betaalbaar marktrijp product.” Blijft het feit dat de chemie een acuut probleem heeft.
“VNO-NCW heeft gepleit voor een fundamenteel gesprek tussen chemie en kabinet. Het kabinet is op die uitnodiging ingegaan. We hebben ooit ons aardgas ingezet om energie-intensieve bedrijven naar Nederland te lokken. In de huidige omstandigheden zouden we ons aardgas kunnen inzetten om onze industrie te helpen. Iedereen vertelt me dat Europa dat verbiedt. Daarom zeg ik: als het kennelijk niet nationaal opgelost mag worden, doe het dan in Europees verband. Dus kabinet: neem het initiatief voor een gesprek op Europees niveau. Op de lange termijn stabiliseert de situatie als de VS gas gaan exporteren en de situatie in Japan - dat na de sluiting van de kerncentrales een enorme energiebehoefte heeft - normaliseert, maar de chemie heeft nu hulp nodig. VNO-NCW steunt de VNCI in dat gevecht. Het kabinet heeft niet voor niets een Topsector Chemie in het leven geroepen. Als je dat doet kun je niet weglopen voor je verantwoordelijkheid.”
Tot slot: u hebt onlangs gepleit voor stroomlijning van het toezicht op veiligheid. Verwacht u dat die oproep snel wordt opgepakt?
“Een chemiebedrijf in de regio Rotterdam heeft te maken met de Rotterdamse milieudienst DCMR, de Inspectie SZW (Arbeidsinspectie), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de brandweer. En misschien vergeet ik er nog een. Die inspecties rapporteren allemaal langs andere lijnen naar boven. Dat is niet efficiënt. Na een paar nare incidenten heeft de industrie, samen met de branche-organisaties, de hand in eigen boezem gestoken en het initiatief genomen voor Veiligheid Voorop. De industrie heeft gezegd: we stoten de achterblijvers niet af, maar trekken ze bij, want een incident bij een achterblijver heeft gevolgen voor alle bedrijven die hun zaken voor elkaar hebben. Aan de andere kant zien we dat elk incident leidt tot nieuwe regels en meer toezicht. Dat kan niet zo doorgaan. Uiteindelijk zal iedereen begrijpen dat het moet worden gebundeld. Maar het gaat heel langzaam.” Wie zou uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid moeten krijgen?
“Ik denk dan in eerste instantie aan de ILT. Daar zit de kennis.” Laatste vraag: de nieuwe implementatiefase van Reach leidt tot een enorme kostenpost voor het mkb. De verplichting om stoffen te registreren waarvan per jaar 100 ton wordt omgezet betekent een lastenverzwaring voor kleinere bedrijven van in totaal 300 tot 400 miljoen euro. Kan VNO-NCW iets doen voor die bedrijven?
“Ik vind het onacceptabel. Reach is op zichzelf uitstekende regelgeving, maar in de huidige tijd, waarin veel bedrijven het water tot de neus staat, moet je voorzichtig zijn met lastenverzwaring. Kleine bedrijven kunnen dit niet betalen. Sommige zullen ervoor kiezen om bepaalde stoffen niet meer te leveren. Voor VNO-NCW is dit een heel belangrijk onderwerp in onze gesprekken met departementen en de politiek.” p
Technische isolatie, vormgegeven door experts. EXPERT TOOL
Bestel gratis uw ProRox Process Manual via www.rockwool-rti.com
www.rockwool-rti.com
Haal meer voordeel uit onze kennis. De combinatie van kwaliteitsproducten en gedreven specialisten is de sleutel tot het succes van ROCKWOOL Technical Insulation. Dankzij onze expertise en ruim 75 jaar ervaring kunnen onze klanten rekenen op duurzame ProRox steenwoloplossingen. Deze bieden een optimale brandveiligheid, warmteen geluidisolatie, energiebesparing en reductie van CO2-emissies. We delen onze kennis ook graag met u. Bel 0475 35 36 18 of ga naar www.rockwool-rti.com voor een recente versie van onze expert tools die uw projecten vorm helpen geven.
DIRECTEUR OMWB WIL AF VAN VRIJBLIJVENDHEID IN TOEZICHT EN HANDHAVING
‘RUD IS GEEN MAATJE VAN HET BEDRIJFSLEVEN’ Deze zomer zijn de 28 Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s), ook wel Omgevingsdiensten genoemd, gevormd. Zes richten zich op BRZObedrijven. De 340 medewerkers van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant zijn van hun vertrouwde werkplek bij provincie en gemeente gehaald en bij elkaar gezet in het kantoor in Tilburg. “Ik heb een organisatiestructuur gebouwd waarin wederzijdse afhankelijkheid centraal staat”, aldus directeur Ad Houtman. “Zo proberen we ‘eilandjes’ te voorkomen.”
FOTO: MICHA VAN DEN OUDENHOVEN
Tekst: Adriaan van Hooijdonk
24 Chemie magazine oktober 2013
OMWB-directeur Ad Houtman: “Ik vind het net iets te ver gaan om een bedrijf de meest geavanceerde techniek voor te schrijven, terwijl de sprinklerinstallatie in feite ook voldoet.”
Veiligheid
‘TOEZICHT EN HANDHAVING BIJ ÉÉN MINISTERIE GOED IDEE’
e Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) is één van de zes BRZO-RUD’s in het land die vorig jaar in het leven zijn geroepen om onder meer versnippering in vergunningverlening, toezicht en handhaving tegen te gaan. Het samenwerkingsverband van de provincie Noord-Brabant en 26 gemeenten voert niet alleen taken uit op het gebied van het omgevingsrecht, maar levert eveneens als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een leefbare en veilige werk- en leefomgeving. De betrokken ambtenaren van de provincie en de verschillende gemeenten zijn allemaal van hun vertrouwde werkplek gehaald en bij elkaar gezet in deze nieuwe OMWB. Deze dienst is volledig ingericht volgens de principes van het nieuwe werken. De centrale kantoorlocatie is gevestigd aan de Spoorlaan in Tilburg, dicht bij het centraal station. De medewerkers maken naast dit kantoor gebruik van werkplekken bij provincie en gemeenten en beschikken over faciliteiten om ‘thuis en onderweg’ te kunnen werken. Volgens directeur Ad Houtman, van huis uit arbeids- en organisatiepsycholoog, vraagt de nieuwe structuur met de BRZO-RUD’s en de verwachtingen die uiteenlopende partijen ervan hebben ook om een cultuuromslag binnen de ambtenarij. “Onder het motto ‘Werken met vertrouwen’ zijn we aan het begin van het jaar gestart met een intensief begeleidingstraject voor alle medewerkers. De eerste stap is dat ze elkaar leren kennen. Daarnaast heb ik heel bewust een organisatiestructuur gebouwd waarin wederzijdse afhankelijkheid centraal staat. Zo proberen we ‘eilandjes’ te voor-
D
komen. De versnippering werd immers in de hand gewerkt doordat onderwerpen op verschillende tafels lagen en iedereen zo zijn eigen aanpak had”, stelt Houtman.
De suggestie van de VNCI om de verantwoordelijkheid voor de BZRO-wetgeving bij één ministerie (I&M) weg te leggen, is volgens Houtman een goed idee. “Dan wordt de regelgeving eenduidig en kan zorggedragen worden voor een goede prioriteit voor veiligheid. Het is wel van belang dit zo te doen dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid dicht bij het lokale bestuur blijft. Uiteraard is het belangrijk dat een gemeenteraad competent is, maar kiezers krijgen iedere vier jaar de kans om zich daarover uit te spreken. Daarmee voorkom je dat het thema veiligheid voor de burger een ‘vervan-mijn-bedshow’ wordt.”
Accountmanagers De nieuwe organisatie, met op papier 340 fte’s, is sinds juni operationeel en richt zich op de sectoren zware industrie, stedelijk gebied en agrarische sector. Voor iedere sector zijn aparte teams samengesteld die zich bezighouden met vergunningverlening en toezicht en handhaving. Verder is er een team specialisten dat voor de hele organisatie verschillende taken verricht. Houtman benadrukt dat het voor de OMWB van groot belang is dat zijn medewerkers een goede relatie hebben met hun opdrachtgevers, de provincie en de gemeenten. “Daarom heb ik drie accountmanagers aangesteld die hier veel tijd en energie in steken. Deze managers zijn tevens afdelingshoofden die voor de helft van hun tijd hun deel van de organisatie aansturen en de rest van hun uren aan provincie en gemeenten besteden. Ze werken niet alleen voor de eigen afdeling, maar ook voor andere onderdelen van de organisatie. Vooral medewerkers van kleinere gemeenten moesten even wennen aan hun nieuwe rol. Daar hielden ze zich met een breed werkterrein bezig, waardoor ze niet altijd aan de kwaliteitscriteria van de nieuwe organisatie voldeden.” Houtman, die eerder verschillende managementfuncties bekleedde, waaronder die van directeur Publieke Zorg bij de GGD Middenen West-Brabant, is momenteel druk bezig om de kwaliteit van de medewerkers goed in kaart te brengen. “Uit een eerste analyse blijkt dat de kennis van onze academisch
en hbo-geschoolde mensen op peil en onderhouden is. Voor 1 januari wil ik het complete beeld hebben, zodat we eventuele achterstanden in het jaar daarop kunnen wegwerken. Al met al denk ik dat er vijf jaar voor nodig is tot de OMWB alle ambities volledig kan waarmaken.”
Geen tien Hij wijst erop dat de OMWB het voor de 65 BRZO-bedrijven in de provincie niet ‘bonter’ wil maken dan nodig is. “Ik kan mij voorstellen dat sommige bedrijven veel last hebben gehad van de manier waarop vergunningverlening, toezicht en handhaving in het verleden was geregeld. Neem bijvoorbeeld de brandveiligheid. Ik vind het net iets te ver gaan om een bedrijf de meest geavanceerde techniek voor te schrijven, terwijl de sprinklerinstallatie in feite ook voldoet. Het hoeft niet altijd een tien te zijn, het gaat erom dat de brandveiligheid op orde is.” De OMWB gaat veel intensiever samenwerken met andere landelijke inspectiediensten, zodat bedrijven overal in het land op dezelfde manier worden behandeld. “Ook krijgen bedrijven met meerdere vestigingen één aanspreekpunt. Verder wil ik met de bestuurders kijken of er niet te veel overbodige wet- en regelgeving is. Wat heb je aan regels die je in de praktijk toch niet handhaaft? Het debat met de bestuurders is hierover inmiddels in volle gang.” e oktober 2013 Chemie magazine 25
ZES BRZO-RUD’S
De brand bij Chemie-Pack en de verschillende rapporten die over de veiligheid in de chemische industrie zijn verschenen, hebben de bestuurders in Noord-Brabant een stuk alerter gemaakt, stelt de OMWBdirecteur. “Uit de rapporten van onder meer de Onderzoeksraad voor Veiligheid komt het beeld naar voren dat ambtenaren te veel met bedrijven hebben meegedacht. Overleg en samenwerking is prima, maar het is essentieel om professionele afstand te houden. Ik voel mij daarom ook geen ‘maatje’ van het bedrijfsleven, hoewel ik mij heel goed het economisch belang van de industrie realiseer.” Ambtenaren hebben veel te lang in de rol gezeten van adviseur en ondersteuner, vindt Houtman. “Dat is niet de taak van een toezichthouder. Ze moeten leren dat een bedrijf niet hun klant is, maar dat ze namens de overheid toezicht houden en regels handhaven. De vrijblijvendheid moet verdwijnen, daarvoor is echter wel een cultuuromslag nodig die wij met de oprichting van de BRZO-RUD’s hopen te realiseren.” De onafhankelijke rol geldt volgens hem eveneens richting bestuurders. “Ik begrijp dat bestuurders ook een afweging moeten maken op het gebied van economische belangen, zoals werkgelegenheid. Maar dat mag nooit ten koste gaan van de veiligheid of het milieu. In de praktijk zal het niet altijd even makkelijk zijn, want bestuurders en mensen uit het bedrijfsleven komen elkaar tenslotte ook tegen bij sociale clubs, zoals de Rotary. Maar de bestuurders hebben het mandaat om de veiligheid te beoordelen bij de BRZO-RUD’s weggelegd en het is daarom aan ons om te beoordelen of het niveau in orde is. En niet andersom.”
Risicoprofielen Het bedrijfsleven heeft volgens Houtman de taak om ketenpartners en achterblijvers op hun verantwoordelijkheid te wijzen. “De ver26 Chemie magazine oktober 2013
1. BRZO-RUD Groningen 2. BRZO-RUD Noordzeekanaalgebied 3. BRZO-Omgevingsdienst Regio Nijmegen 4. BRZO-DCMR Milieudienst Rijnmond 5. BRZO-RUD Midden- en West-Brabant 6. BRZO-RUD Limburg Zuid
‘Sommige bedrijven wel heel erg lang laten doormodderen’ antwoordelijkheid voor veiligheid ligt in eerste instantie bij de bedrijven zelf. Daarom besteden wij in de risicoprofielen die nu in ontwikkeling zijn veel aandacht aan de veiligheidscultuur binnen een onderneming. Is dat alleen een zaak van de CEO, of is de organisatie in staat om veiligheid zo te verankeren dat ook een medewerker van een bedrijf als Chemie-Pack niet denkt ‘Door de vorst doet de pomp het niet, laat ik eens een brandertje pakken’?” Houtman wil samen met het bedrijfsleven en andere partijen bespreken welke factoren op een goede of slechte veiligheidscultuur wijzen. “De jaarrekening biedt daarvoor een goed aanknopingspunt. In deze crisistijden is de kans groter dat bedrijven gaan rommelen als ze
er financieel slecht voorstaan, lijkt mij.” Hij wil ook meer gebruik gaan maken van informatie van het OM en het ministerie van Veiligheid en Justitie om te bepalen naar welke bedrijven de meeste aandacht moet uitgaan. “Het gaat erom dat wij alle bronnen die de overheid tot haar beschikking heeft op een adequate manier gebruiken.” En hij is voorstander van ‘naming and shaming’. “Als bedrijven de kans hebben gekregen om bepaalde zaken te verbeteren, maar niets hebben gedaan, mag de buitenwereld dat best weten. Ik vind overigens dat we sommige bedrijven wel heel erg lang hebben laten doormodderen. Wat mij betreft gaat een bedrijf in zo’n geval dicht tot men de zaken op orde heeft.” p
1.000+ Memberdossiers REACh
ca. 800 Leaddossiers REACh
100+ Productdossiers Biociden
25+ ‘Werkzame Stof’-dossiers Biociden
REACh en Biociden: De beste oplossing voor uw registratievragen nu in Nederland beschikbaar Als een van de meest ervaren dienstverleners voor Nederland en België helpen wij uw registratieproblemen tijdig oplossen. Wij ondersteunen U bovendien met het bepalen van uw strategie en geven U wetenschappelijke adviezen. Of het nu voor de nieuwe Biocidenverordening of voor REACh is, wij bieden:
De hoogste kwaliteit en betrouwbaarheid met oog voor „Non Testing Methods“ en een optimale prijs/kwaliteitsverhouding Ervaring met REACh door het samenstellen van meer dan 800 Leaddossiers en ver boven de 1.000 Memberdossiers en met Biociden ruim 100 Productdossiers en meer dan 25 ‘Werkzame Stof’-dossiers.
U kunt onze support ook wereldwijd inzetten voor: Industrial Chemicals Agrochemicals Biocides Veterinary Medicine Feed Additives Food Additives Cosmetics Pharmaceuticals Medical Devices Training
Kennis verbreden en verdiepen
Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels meer dan 400 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met: Dr. Knoell Consult GmbH, Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com
www.knoell.com
www.pao.tudelft.nl
Chemical Engineering Deelnemen vanaf module 2 nog mogelijk 30 oktober, 13, 28 november, 11 december 2013, 15, 29 januari, 12 februari 2014
Polymeerchemie en -technologie Deelnemen vanaf module 2 nog mogelijk 29 oktober, 5, 12, 19, 26 november, 10 december 2013
Toxicologie - 3 dagen in oktober 2013 Explosieveiligheid - 13, 14 en 15 november 2013 Sproeidrogen - 20 en 21 november 2013 Poeders en granulaten - 20 en 21 november 2013 Sproeidrogen - 20 en 21 november 2013 Industriële Meng- en Roerprocessen - 26, 27 en 28 november 2013 Dispersies in de industrie - 27, 28 en 29 november 2013 Thermische Analyse - 27, 28 en 29 november 2013 Cursussen op aanvraag t %FFMUKFTLBSBLUFSJTFSJOH t 7BMJEBUJF WBO .FFUSFTVMUBUFO t $BSDJOPHFOF TUPGGFO Interesse in andere cursussen op het gebied van Chemie of Techniek? Kijk voor alle cursussen op www.pao.tudelft.nl
Postbus 5048 2600 GA Delft
015 278 83 50 info@paotechniek.nl
Oude luchtopname (2008) van de insteekhaven van het Industrie- en Havenschap Moerdijk.
28 Chemie Magazine oktober 2013
Wetenswaardig
De verhoging van de status komt tegelijkertijd met de presentatie van de conceptHavenstrategie ‘Port of Moerdijk 2030’, die pleit voor economische groei en meer werkgelegenheid, in goede balans met de omgeving. Het Zeehaven- en Industrieter-
rein van Moerdijk wil in 2030 hét belangrijkste knooppunt van duurzame logistiek en chemie en procesindustrie zijn. Het aantal zeeschepen dat de haven aandoet, de logistiek, de containerafhandeling en de groene chemische industrie moeten groeien. Voor de extra goederenstromen is een goede spoorverbinding onontbeerlijk. Het Havenschap zelf heeft geen geld om de knelpunten op te lossen. Mogelijk lukt dat wel met de Europese subsidie die gepaard gaat met de benoeming tot kernzeehaven.
FOTO: HTTPS://BEELDBANK.RWS.NL, RIJKSWATERSTAAT / JOOP VAN HOUDT
De Europese Commissie heeft de haven van Moerdijk benoemd tot ‘Europese kernzeehaven’. Moerdijk is hiermee de vierde Nederlandse kernzeehaven, naast Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen/ Terneuzen.
oktober 2013 Chemie Magazine 29
VOORAL VERWONDINGEN DOOR ONOPLETTENDHEID
OOK IN 2012 WEINIG ONGEVALLEN Het aantal ongevallen met verzuim was vorig jaar opnieuw lager dan in andere sectoren. Dit blijkt uit de vierde Lost Time Injury-analyse, gemaakt op basis van de enquêteresultaten Responsible Care 2012. Het ging vooral om fracturen, kneuzingen en verstuikingen door onoplettende in- en externe medewerkers. Chemiegerelateerde verwondingen kwamen slechts sporadisch voor. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
‘D
e chemische industrie scoort nog steeds beduidend lager bij het aantal ongevallen met verzuim in vergelijking tot andere sectoren. Soms wel een factor tien”, stelt Bert Zandvoort, coördinator van het kennisnetwerk voor BRZO-bedrijven van de werkgeversvereniging voor Zuidwest-Nederland (BZW). De gepensioneerde EHSspecialist van Dow Chemical in Terneuzen heeft inmiddels voor de vierde keer een Lost Time Injury-analyse (LTI) gemaakt op basis van de Responsible Careenquête die de VNCI ieder jaar onder haar leden houdt. Uit de resultaten blijkt dat 37 bedrijven in totaal 81 ongevallen hebben gemeld. Dit komt neer op een ongevallenfrequentie van 1,74 ongevallen met verzuim per miljoen gewerkte uren, vrijwel hetzelfde als het jaar daarvoor (1,71). De ongevallenfrequentie voor contractors daalde substantieel van 2,26 naar 1,57. Toch is een kanttekening bij de cijfers op zijn plaats, meent Zandvoort. “Nog niet alle leden die incidenten hebben gemeld, in totaal 48, delen de inhoudelijke informatie daarover met de VNCI. Slechts 37 bedrijven, 77 procent van het totaal, hebben dat gedaan. En dat is jammer, want de leden kunnen op deze simpele manier heel eenvoudig van elkaars ongevallen leren. Er zit echter wel een stijgende lijn in de terugkoppeling. Dat komt mede door de gestandaardiseerde rapportagemethode die de VNCI sinds drie jaar gebruikt.”
Fietsongelukken De meeste ongevallen vinden plaats tijdens de productie (29%), gevolgd door onderhoud en constructie (19%). Het aantal ongevallen tijdens transport (16%) is toegenomen en het aantal ongevallen tijdens laden en lossen (6%) afgenomen. Net als in voorgaande jaren komen de meeste ongevallen in de winter voor. “Vooral fietsongelukken”, licht Zandvoort toe. “Chemische complexen zijn 30 Chemie magazine oktober 2013
vaak erg groot en medewerkers maken graag gebruik van de fiets, ook om gereedschap en dergelijke te transporteren. Maar met een flinke laag sneeuw of ijzel ga je natuurlijk snel onderuit.” De ongevallen leiden voornamelijk tot fracturen, kneuzingen en verstuikingen van voeten en enkels, en wijken daarmee niet veel af van de verwondingen in andere sectoren. Opvallend is het lage aantal chemiespecifieke verwondingen, veroorzaakt door het werken met gevaarlijke stoffen: brandwonden (8%), bedwelming of vergiftiging (3%) en huidirritatie (1%). De meeste ongevallen worden veroorzaakt doordat mensen niet goed opletten of onvoorzichtig handelen (20%). Het rapport geeft verschillende voorbeelden, zoals het fietsen op een besneeuwde weg, zich verstappen of het misgrijpen van een slijptol. Ook kiest niet iedereen voor de juiste plaats om bepaalde werkzaamheden uit te voeren (17%). Zo is het natuurlijk niet verstandig om achter een vorktruck te gaan staan als de chauffeur bezig is om pallets te lossen. Het niet borgen of veiligstellen (13%) levert eveneens problemen op, zoals bij het verwijderen van flenzen. In vier gevallen kregen slachtoffers hierdoor product over zich heen. Daarnaast komt het volgens Zandvoort nog steeds te vaak voor dat bepaalde zaken niet goed zijn ontworpen. “Denk bijvoorbeeld aan het ontbreken van afscherming bij draaiende onderdelen van machines, laaghangende instrumenten of afsluiters waar je niet goed van kunt zien of ze open of dicht zijn. Maar ook aan personeel dat van vervuilde gereedschappen en beschermingsmiddelen gebruikmaakt. Of zich snijdt aan de scherpe randen die aan de machines zitten.”
Veiligheidsgedrag Veiligheidsdeskundige Herman in het Veld van SABIC in Bergen op Zoom herkent zich in de LTI-analyse. “Uit
Veiligheid Net als in voorgaande jaren komen de meeste ongevallen in de winter voor.
VNCI-LEDEN ONTVANGEN INCIDENTENANALYSE VNCI-leden zijn eind september geïnformeerd over de incidentenanalyse op basis van de Responsible Care-enquête 2012. Deze bevat ook een benchmark van incidenten die hebben plaatsgevonden bij leden met een vergelijkbaar aantal werknemers.
onderzoek blijkt dat ook bij ons het veiligheidsgedrag van de in- en externe medewerkers de belangrijkste reden is voor ongevallen met verzuim. Wanneer afwijkende taken worden uitgevoerd, zijn risico’s moeilijker te herkennen. Ook komt het voor dat met de juiste intenties andere belangen voorop worden geplaatst. Daardoor handelen mensen wellicht te snel of nemen ze niet alle procedures in acht. In 2012 hadden wij een LTI voor de eigen medewerkers van 0,82. Bij de contractors kwamen helemaal geen ongevallen met verzuim voor.” Soms zit een ongeluk volgens In het Veld in een klein hoekje. “Zo wilde iemand onder een steiger door fietsen, maar raakte met zijn hoofd de ligger. De steiger was niet volgens de standaardprocedures opgebouwd. Hij was te laag, maar dat stond niet aangegeven. Bovendien fietste de persoon in kwestie op een voetpad.” De EHS-programma’s van SABIC zijn er vooral op gericht het veiligheidsgedrag op een positieve manier te beïnvloeden. Het bedrijf doet er alles aan om veiligheid tot een individuele én collectieve verantwoordelijkheid
te maken. “Dat is wel een zaak van lange adem. Daarom lopen onze managers ook regelmatig rondes over het terrein en in de fabrieken. Ze spreken mensen aan op onveilig gedrag en gaan met ze in discussie over de reden daarvan. We willen ook begrijpen waarom bepaalde ongevallen blijven plaatsvinden. We evalueren regelmatig en besluiten op grond daarvan soms om bepaalde procedures of processen aan te passen.”
Honderden procedures Dat is zeker niet altijd een eenvoudige zaak. “Sommige fabrieken hebben wel honderden procedures. Erg ingewikkeld, en je kunt niet van iedereen verwachten dat ze alle procedures uit het hoofd kennen en ernaar handelen. Daarom besteden we de laatste tijd ook veel aandacht aan vereenvoudiging en standaardisering.” Uiteraard moeten installaties, apparatuur en gereedschap wel aan de strengste eisen blijven voldoen. “Als er wijzigingen worden aangebracht, komt het weleens voor dat ze niet meer aan de eisen voldoen. Daarom is het essentieel dat je bij een dergelijk project de juiste mensen betrekt, die ervoor zorgen dat er nog steeds veilig gewerkt kan worden. Bij al onze activiteiten staat veiligheid voorop. Wij willen dat niemand gewond raakt, iedereen gezond blijft en dat er geen lozingen naar water, lucht en bodem plaatsvinden.” p
Meer informatie: Macco Korteweg Maris, tel: 070-337 87 48, e-mail: kortewegmaris@ vnci.nl
oktober 2013 Chemie magazine 31
ALS KLEINE JONGEN AL MEE NAAR DE FABRIEK
ZO VADER, ZO ZOON Onbekend maakt onbemind. Dit is een van de redenen waarom te weinig jongeren chemie gaan studeren. Maar geldt het omgekeerde ook? In ieder geval wel voor Nick, Jeffrey en Marcel. Net als hun vaders kozen zij voor een carrière in de chemische industrie, en bovendien in hetzelfde bedrijf. “Thuis praten we veel over het werk, over storingen. Hij kan me de dingen die ik niet snap uitleggen.”
FOTO: CA SPER RIL A
Tekst: Noortje van Dorp
Peter van den Eijnden (m.) met zonen Marcel en Erwin.
32 Chemie Magazine oktober 2013
Arbeidsmarkt
Uit recent onderzoek van Duo Market Research en de VNCI blijkt dat de chemische industrie de komende jaren een groot personeelstekort staat te wachten. Debet daaraan is de vergrijzing van het personeelsbestand, waarbij het ontstane tekort onvoldoende wordt aangevuld door jonge afgestudeerden. Een van de redenen waarom te weinig jongeren chemie gaan studeren is onbekendheid met het vakgebied en de chemiesector. Het is daarom belangrijk om kinderen al in een vroeg stadium met techniek en chemie te laten kennismaken. Niet alleen in het voortgezet onderwijs, maar al op de basisschool. Gelukkig gebeurt dit de
laatste tijd steeds meer, onder andere door Stichting C3. Ouders kunnen hierbij ook een belangrijke rol spelen. Zeker als zij in een technisch beroep of in de chemie werkzaam zijn geldt het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ niet meer en is de kans op een beroepskeuze in de chemie groter. Dit gaat zeker op voor Nick Schwab, Jeffrey van Dorp en Marcel en Erwin van den Eijnden. Net als hun vaders kozen zij niet alleen voor een baan in de chemische industrie, maar ook nog in hetzelfde bedrijf. Al heeft Erwin zijn ambitie inmiddels wat verlegd.
‘We kunnen niet meer zonder chemie’ Zoon Marcel (30) wilde de baas worden van zijn vader, zoon Erwin (27) boer. De huidige stand van zaken is dat ze beiden net als hun vader Peter van den Eijnden (58), EHS-manager bij Sabic, in de chemie werken. Maar Marcel is als manager IT governance bij Momentive níet de baas van zijn vader geworden en Erwin is naast zijn baan als medewerker technische dienst bij Sabic óók boer geworden.
Z
elf mocht hij alles worden van zijn vader, als hij maar niet net als hij boer werd. Na de middelbare school en een studie werktuigbouwkunde schreef Peter van den Eijnden de enige sollicitatiebrief van zijn leven, aan GE Plastics – inmiddels Sabic. “Ik zag wel mogelijkheden in het werken voor zo’n groot Amerikaans bedrijf”, kijkt hij terug. Sinds 1978 heeft hij er zo’n beetje alle functies gehad: van engineer en supervisor tot plantmanager en manager van alle compounding fabrieken in Europa, voor zijn huidige functie was hij supply chain manager en zag hij het bedrijf groeien van zo’n 400 naar 2400 man, maar ook weer teruggaan naar de huidige 1350 man. Tegenwoordig buigt Peter zich ‘met wat levens- en werkervaring op zak’ over veiligheid op de site in Bergen op Zoom.
Tot zover vader. Zoon Marcel had zich al voorgenomen om de baas te worden van zijn vader. Een tweejarig verblijf in Spanje voor zijn vaders werk maakte een toekomst in de chemie voor hem nog aantrekkelijker. Hij koos de studie bedrijfskundige informatica en studeerde met een strategie voor internetverkopen heel gericht af op de chemie. Bij GE waren ze zo enthousiast dat hij er een traineeship mocht volgen. Uiteindelijk belandde hij in de siliconentak van GE, die in 2005 werd overgenomen door Momentive.
Chemie leeft “Chemie leeft voor mij. Ik moet kunnen zien wat er gemaakt wordt, door de fabriek kunnen lopen”, zegt Marcel. Hij merkt dat er ‘heel veel onwetendheid’ is over de chemiesector. “Ik vertel weleens voor de
grap dat zonder de chemie wij hier allemaal op de grond in vodden zouden zitten. We kunnen niet meer zonder. En dat maakt mij ook trots op mijn werk.”
Eigen landbouwbedrijf Jongste zoon Erwin had zich na een stage bij Sabic voor zijn opleiding werktuigbouwkunde juist voorgenomen om nooit in de chemie te gaan werken. Zijn hart lag bij de agrarische sector en hij had daarin zelfs al een baan aangeboden gekregen. Maar het was zijn oom, een broer van Peter en ook werkzaam bij Sabic, die Erwin liet zien wat een monteur binnen een chemiebedrijf kon verdienen en hem ervan overtuigde bij Sabic aan de slag te gaan. Een keuze waar Erwin zich nu nog prima in kan vinden: “Je begint onder aan de ladder, maar er zijn hier zo veel kansen en mogelijkheden om door te groeien.” Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: sinds een paar jaar is Erwin óók boer. Inmiddels werkt hij 24 uur bij Sabic en de rest van de tijd in zijn eigen landbouwbedrijf. Tot het moment dat het lonend genoeg is, dan stopt hij waarschijnlijk helemaal. “Ik hou het nu nog even achter de hand, tot ik zeker weet dat het boer-zijn gaat lukken.” e oktober013 Chemie Magazine 33
‘Ik wil met mijn handen aan de machines zitten’ Hij had zich vroeger voorgenomen om nooit zoals z’n vader te worden. Nu, zo’n twintig jaar later, werkt Nick Schwab (30) niet alleen net als zijn vader Earl (59) in de chemie, maar ook nog eens bij hetzelfde bedrijf: MCA-AkzoNobel Industrial Chemicals. Vader is er wachtchef in ploegendienst en zoon reserve-productoperator.
A
FOTO: JAN BUWALDA
ls kind dacht hij dat zijn vader als wachtchef helemaal niks deed: “Beetje naar een computer staren.” Maar op zijn veertiende kwam Nick erachter wat procestechniek precies inhield. “Ik maakte schoon bij AkzoNobel, toevallig ook in de MCA-fabriek. Bij het zien van al die machines en processen begon het toch wel te kriebelen.” Nick maakte destijds gewoon zijn opleiding tot elektromonteur af, werkte daarna met weinig zin in de bouw, om vervolgens bij een bandenfabrikant de kneepjes van de procestechniek te leren. Toen er daar gereorganiseerd werd, schroomde hij niet zijn vader om werk te vragen. Van het één kwam
Earl Schwab (l.) met zoon Nick.
34 Chemie Magazine oktober 2013
het ander – al benadrukken de twee dat Nick zijn plek zelf heeft verdiend. Sinds 2008 werken vader en zoon in dezelfde fabriek, waar monochloorazijnzuur wordt geproduceerd. Maar procestechniek vind je overal, waarom dan toch de liefde voor de chemie? “Bijna alles dat je via de opleiding van Vapro leert zit in deze fabriek”, aldus Nick. Earl voegt toe: “Bij MCA heb je alle facetten van de procestechniek: van reageren en destilleren tot vaste stoffen. Ik doe dit al 42 jaar en nog steeds met plezier.”
Eén grote familie Heeft Earl de keuze van zijn zoon, al dan niet bewust, beïnvloed? “Het is vooral het bedrijf dat in mijn hart
zit”, vertelt Nick. “Ik liep als kleine jongen hier al rond. Het is één grote familie.” Earl: “We kennen wel rangen en standen, maar de plantmanager zit ook gewoon bij ons aan tafel.” Nadelig van werken in hetzelfde bedrijf als zijn vader is voor Nick dat Earl alles hoort. Ook de zaken die niet goed gaan. Nick: “Tegelijkertijd is het ook handig. Thuis praten we veel over het werk, over storingen. Hij kan me de dingen die ik niet snap uitleggen.”
Vaders plannen Op ambitiegebied verschillen de twee nogal. Nick: “Ik zal nooit mijn vader worden. Hij heeft veel meer plannen, ook voor mij. Ik vind het werk dat ik nu doe wel prima. Ik wil niet achter de computer zitten; ik wil met m’n handen aan de machines zitten. Dat doe ik met plezier, daar geniet ik van.” Earl: “Ik zeg dat hij verder moet studeren. Elke keer als je een diploma haalt, kun je meer verdienen.” Nick reageert lachend: “En ik zeg: nu even niet.”
FOTO: CA SPER RIL A
tig jaar nog steeds uitgedaagd om zorgvuldig na te denken, processen te analyseren en problemen op te lossen. Ik ben nu veel bezig met vernieuwingen en shut downs. Ik kan na al die jaren nog steeds mijn ei kwijt.”
Martin van Dorp (l.) met zoon Jeffrey.
Bijbaan bij vader Jeffrey kent het werk van zijn vader als zijn broekzak. Hij kwam als kleine jongen al bij Sabic (destijds nog GE Plastics), en dan vooral bij de brandweer waar zijn vader ook bij zit. “Mocht ik slachtoffer spelen”, glimlacht Jeffrey. Toen wist hij al dat hij ‘iets in systemen wilde’, en bij de brandweer. Omdat hij als jongetje altijd al aan het sleutelen was, koos hij op advies van zijn vader voor de opleiding mechatronica, een combinatie van elektrotechniek, werktuigbouwkunde, meet- en regeltechniek en besturingstechniek. Twee keer liep hij stage bij Sabic. En hij had er zelfs nog anderhalf jaar een bijbaan waarin hij voor zijn vader werkte tijdens de voorbereidingen van een shut down. Sinds een jaar heeft hij een contract bij het petrochemiebedrijf in Bergen op Zoom. De gedrevenheid en het enthousiasme zijn zichtbaar van vader op zoon overgegaan. “Ik kan hier werken met mijn handen, terwijl ik tegelijkertijd ook mijn hoofd moet gebruiken om de processen te begrijpen”, vertelt Jeffrey. “Een ideale combinatie voor mij.”
‘Problemen oplossen aan de keukentafel’ Ze werken allebei bij Sabic, maar zitten ieder aan een andere kant van het proces. Vader Martin van Dorp (50) werkt als chemisch operator aan de grondstoffenkant, terwijl zoon Jeffrey (22) als medewerker technische dienst onderhoud doet aan de machines in de fabrieken. En ’s avonds aan de keukentafel? Daar worden de storingen tijdens het werk nog eens stap voor stap geanalyseerd en problemen opgelost.
O
pgeleid tot timmerman en daarna gewerkt bij een autobedrijf is het misschien wel bijzonder te noemen dat Martin dertig jaar geleden überhaupt in de chemie belandde. Maar hij maakte een carrièreswitch, haalde zijn Vapro-diploma en had direct zijn zinnen gezet op de chemiesector. Martin: “De ploegendienst, de continu doorgaande processen, de enorme installaties. Ik word na der-
Avondstudie lassen Het liefst zou Jeffrey in de ploegendienst werken, maar dat is met zijn functie niet mogelijk. Wel is hij vastbesloten om zich te blijven ontwikkelen. Op dit moment volgt hij een avondstudie lassen en hij is van plan om de komende jaren nog flink door te leren. “Het is belangrijk om je te blijven ontwikkelen”, aldus Jeffrey. “Zonder diploma ben je tegenwoordig nergens”, reageert Martin. Hij vindt het jammer dat veel jongens als Jeffrey direct kiezen voor managementfuncties: “We hebben ook goede jongens op de vloer nodig. Over een paar jaar gaat zo’n 20 procent van de operators in de chemie met pensioen. Dat gaan we merken.” oktober013 Chemie Magazine 35
KKK"J9FGH9=>B9B"B@
CDG@5;
KUh ]g XY jccf ik VYXf]^Z3 H\Y ]b mcif `c[]gh]Wg
<5B8@=B;
;97CB8=H=CB99F8 HF5BGDCFH
58F CDG@5; ?@5GG9 ' * , 9B - 8=F97H9 8=GHF=6IH=9 ;97CB8=H=CB99F8 HF5BGDCFH ;9GD97=5@=G99F8 =B H=>8@9J9F=B;9B =GC 59C 9B GE5G ;979FH=:=799F8
Opinie
TON BASTEIN VAN TNO PLEIT VOOR REALISTISCHE GRONDSTOFFENSTRATEGIE
‘AL TE OPGEKLOPTE VERWACHTINGEN EEN BEETJE TEMPEREN’ Grondstoffen raken niet op, er is wel groeiende onzekerheid over de levering. Bedrijven gaan daar op verschillende manieren mee om, blijkt uit een studie van TNO en het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Enig realisme is daarbij volgens Ton Bastein, een van de auteurs, op zijn plaats: “Laten we wel eerlijk blijven.” Tekst: Joost van Kasteren
I
n de studie van TNO en HCSS, Resources for our Future, Key Issues and Best Practices in Resource Efficiency getiteld, laten ruim twintig bedrijven zien hoe ze omgaan met de groeiende onzekerheid over prijs en levering van grondstoffen. Dat varieert van procesoptimalisatie tot recycling van materialen en van herontwerp tot het zoeken naar alternatieven. Ton Bastein, programmamanager Grondstoffen bij TNO, analyseerde de praktijkvoorbeelden. Hij pleit voor een realistische grondstoffenstrategie. “Neem het optimaliseren van processen. Op zich prima, maar veel processen in de chemische industrie, met name de basischemie, worden al voortdurend geoptimaliseerd. Een procent efficiencyverbetering levert vaak al miljoenen op. Met veel geld en inspanning kun je misschien een doorbraak realiseren, zoals de nieuwe hoogoven die Tata Steel ontwikkelt, het HIsarna-proces. Dat levert een efficiencywinst op van 20 tot 25 procent. Revolutionair, maar toch nog ver verwijderd van een efficiencyverbetering met een factor 5, die nodig is voor een duurzame samenleving.” Dat is overigens geen reden om het niet te doen, vindt Bastein, maar je moet wel eerlijk zijn over de perspectieven. “Duurzame ontwikkeling gaat niet alleen over people en planet, maar ook over profit. Als ik duur-
zaamheidsverslagen van bedrijven lees en het gaat alleen maar over CO2-uitstoot, biodiversiteit en oprakende hulpbronnen, word ik wantrouwend. Ik weet zeker dat in de bestuurskamers voorstellen en projecten primair worden beoordeeld op de vraag of er business in zit.”
Niche naar mainstream De voortdurende procesoptimalisatie in de chemie bemoeilijkt ook de introductie van nieuwe processen, constateert Bastein. Het is moeilijk om ze vanaf dag één al te laten concurreren met processen die niet alleen al zeer efficiënt zijn, maar waarvan bovendien de investeringen vaak al geheel of gedeeltelijk zijn afgeschreven. “In zo’n situatie kan de strategie zijn dat je een bepaalde ‘niche’ in de markt opzoekt en probeert om van daaruit ‘mainstream’ te worden. Vaak bestaat die niche uit afnemers die bereid zijn om wat meer te betalen voor duurzaam gemaakte producten. Dan is het niet zo makkelijk om de stap naar mainstream te zetten, waar je vaak op prijs moet concurreren.” Ook recyclen kent barrières. “Gerecyclede kunststoffen moeten aan hoge eisen voldoen voor kwaliteit en kleurstelling. Daarnaast wordt de logistieke opgave onderschat om kunststoffen in te zamelen en te scheiden zodat ze weer geschikt zijn voor hoogwaardig hergebruik.”
Aan de inzet van biobased grondstoffen zitten volgens Bastein nog veel haken en ogen. “Behalve dat je ook hierbij moet opboksen tegen ver uitontwikkelde combinaties van grondstoffen en processen, heb je te maken met sterke prijsfluctuaties. Van de biobased grondstoffen zelf, maar ook van de grondstoffen die ze vervangen, ruwe olie en aardgas.” Nogmaals, geen reden om het niet te doen, benadrukt hij. “Al was het alleen maar om alternatieven beschikbaar te hebben voor het geval de aanvoer van grondstoffen daadwerkelijk stagneert of de prijzen langdurig hoog blijven. Maar laten we wel eerlijk blijven en al te opgeklopte verwachtingen een beetje temperen. Dan nog blijven er meer dan genoeg uitdagingen over.” p
TWEE PRAKTIJKVOORBEELDEN Twee van de twintig bedrijven in de studie zijn DyeCoo en Suiker Unie. Voor het verven van textiel ontwikkelt DyeCoo machines waarin water is vervangen door superkritisch CO2. Normaal is voor het verven van een kilo textiel 100 tot 150 liter water nodig. Suiker Unie bouwt grote opslagtanks voor diksap. Wat nafta is voor de petrochemie, wordt diksap voor de biobased industrie: een intermediair voor de productie van tientallen chemicaliën. Download de studie via www.hcss. nl/reports of bestel via www.aup.nl
oktober 2013 Chemie Magazine 37
ADVIES COMMISSIE CORBEY KOMT OP HET JUISTE MOMENT VOOR INDUSTRIE
‘GEAVANCEERDE BIOBRANDSTOFFEN VERSNELD INVOEREN’ In een recent advies pleit de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa voor versnelde invoering van geavanceerde biobrandstoffen (tweede generatie) via verplichte bijmenging. Daarbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het gebruik van biomassa als grondstof voor de chemische industrie. Tekst: Joost van Kasteren
B
iomassa is een populaire brandstof, omdat het een snelle manier is om de doelstellingen voor hernieuwbare energie te realiseren. Inzet van biomassa wordt dan ook flink gestimuleerd, onder andere door het verplicht bijmengen van ethanol en biodiesel en door het subsidiëren van biomassa als brandstof in elektriciteitscentrales. Er zijn echter twee problemen met deze biobrandstoffen van de eerste generatie. Allereerst concurreert het gebruik van biomassa als brandstof met de productie van voedsel voor mens en dier. Direct, doordat maïszetmeel dat wordt omgezet in ethanol niet meer beschikbaar is om er bijvoorbeeld tortilla’s van te maken. Indi-
38 Chemie magazine oktober 2013
rect, doordat de teelt van biobrandstoffen teelt van voedselgewassen verdringt, waardoor vooral kleine boeren hun heil zoeken op land waarop eerder een tropisch oerwoud groeide (ILUC – indirect land use change). Het tweede probleem is dat het financieel en anderszins stimuleren van biomassa als brandstof het gebruik van biomassa als grondstof voor de biobased industrie op achterstand zet. Op een symposium over het nationale energieakkoord zei VNCI-directeur Colette Alma hier het volgende over: “In plaats van biomassa meteen te verbranden is het natuurlijk veel duurzamer om deze eerst te gebruiken als grondstof voor nuttige producten. Veel van die producten worden uiteindelijk
toch ook verbrand met energieterugwinning.” Om de huidige, oneigenlijke concurrentie tegen te gaan, stelde Alma voor om de biomassa die gebruikt wordt als grondstof te laten meetellen als hernieuwbare energie en deze toepassing op gelijke wijze te stimuleren. Om de concurrentie met voedsel te voorkomen, heeft het Europees Parlement begin september een voorstel goedgekeurd om de verplichte bijmenging van ethanol en biodiesel in transportbrandstoffen te verlagen naar 6 procent in 2020, een stuk lager dan de eerder afgesproken 10 procent. Die 6 procent is een compromis tussen de wens van de Europese Commissie, die een limiet van 5,5 procent wilde, en de industrie, die de afgelopen jaren fors heeft geïnvesteerd in productiecapaciteit voor biobrandstoffen. Het gevolg is wel dat Europa extra moet inzetten op de ontwikkeling van geavanceerde biobrandstoffen van de tweede generatie (zie kader) om de afgesproken 10 procent hernieuwbare energie in de transportsector te halen in 2020.
Stevige aanbevelingen Zo bezien komt het in september gepubliceerde advies van de Commissie Duurzaamheidsvraagstuk-
FOTO: POET-DSM ADVANCED BIOFUEL S
Biobased
DSM bouwt samen met het Amerikaanse bedrijf POET in Iowa een fabriek waarin gewasresten van maïs (stengels en bladeren) via fermentatie worden omgezet in alcohol.
ken Biobrandstoffen – naar haar voorzitter meestal de Commissie Corbey genoemd – op het juiste moment. Daarin staat een aantal stevige aanbevelingen voor het versneld invoeren van geavanceerde biobrandstoffen, waarbij de commissie ook nadrukkelijk oog heeft voor het gebruik van biomassa als grondstof. De beste manier om technologie en markt voor geavanceerde biobrandstoffen te ontwikkelen, is volgens de commissie een langdurig stabiel overheidsbeleid. Op de korte termijn – de eerstkomende tien jaar – kan dat het beste via een bijmengverplichting, zoals ook geldt voor de biobrandstoffen van de eerste generatie. Een bescheiden 0,5 procent in 2020, oplopend tot 2 procent in 2024. Daarmee wordt dus niet de beoogde 10 procent hernieuwbare energie in
‘Green deal sluiten voor ontwikkelen geavanceerde brandstof en groene grondstof’
de transportsector gerealiseerd, erkent commissievoorzitter Dorette Corbey. “Ja, dat zal op een andere manier moeten, want daarvoor is de ontwikkeling van geavanceerde biobrandstoffen nog niet ver genoeg.”
Opslag brandstofprijs Naast de volgens Corbey realistische bijmengverplichting, adviseert de commissie daarom ook om geld vrij te maken voor onderzoek, ontwikkeling en demonstratieplants. Dat kan budgettair neutraal voor de overheid door een tijdelijke en minieme opslag op de brandstofprijzen van een halve cent per liter. Voor de automobilist is dat nauwelijks merkbaar, maar bij een verbruik van 12 miljard liter motorbrandstoffen per jaar levert dat toch het aardige bedrag van ruim 60 miljoen euro op. Dat versterkt de rol van Nederland in de ontwikkeling van geavanceerde brandstoffen, waardoor ook weer stappen gezet kunnen worden naar de biobased economie. Op de langere termijn, rond 2030, kan de bijmengverplichting vervallen en moet er worden gestuurd op CO2. Corbey: “Sturen op emissiereductie van CO2 en overige broeikasgassen is de beste en meest eenduidige manier om klimaatdoel-
GEAVANCEERDE BIOBRANDSTOFFEN Geavanceerde biobrandstoffen zijn biobrandstoffen op basis van lignocellulose (hout en houtachtig materiaal zoals stro) en op basis van aquatische biomassa, zoals algen en zeewier. Ze onderscheiden zich van biobrandstoffen van de eerste generatie doordat ze niet concurreren met voedsel. Er wordt gebruikgemaakt van gewasresten. De productie van geavanceerde biobrandstoffen leidt dan ook niet of nauwelijks tot verschuivingen in landgebruik, maar dat moet wel aangetoond worden door te voldoen aan duurzaamheidscriteria. Wereldwijd zijn en worden initiatieven genomen om geavanceerde biobrandstoffen te ontwikkelen en te vermarkten. Zo bouwt DSM in een joint venture met het Amerikaanse bedrijf POET een fabriek waarin gewasresten van maïs (stengels en bladeren) worden omgezet in alcohol via fermentatie. In Nederland en elders zijn diverse bedrijven en kennisinstellingen bezig met de productie van diesel en kerosine uit algen. Er zijn dus wel aanzetten, met name in de VS, maar de ontwikkeling gaat te langzaam.
stellingen te realiseren. Het voordeel is bovendien dat je geen subdoelstellingen meer hebt voor bepaalde soorten brandstof, zoals biobrandstof, maar dat je een duurzame transportmix krijgt, inclusief elektrisch vervoer.” Een bijkomend voordeel van sturen op emissiereductie is volgens haar dat de oneigenlijke concurrentie tussen biomassa als brandstof en biomassa als grondstof kan verdwijnen. “Bioraffinage levert naast brandstof ook andere waardevolle producten op. Daarom is de emissiereductie allicht groter dan wanneer biomassa alleen als brandstof wordt gebruikt. Via accijnskortingen of -vrijstelling voor biobrandstoffen op basis van de CO2-uitstoot in de hele keten kun je bioraffinage stimuleren.” Eigenlijk moeten we volgens Corbey de huidige productie van biobrandstoffen zien als een ‘stepping stone’ op weg naar het grootschalig gebruik van biomassa als brandstof en als grondstof voor de biobased industrie. “Door op korte termijn een green deal te sluiten tussen betrokken sectoren en de rijksoverheid, kun je de technologie en de markt ontwikkelen voor zowel geavanceerde brandstoffen als voor groene grondstoffen.” p oktober 2013 Chemie magazine 39
ROB VONCKEN OVER ZES JAAR PIONIEREN IN DE BIOMETHANOLMARKT
DE LEERCURVE VAN BIOMCN Onder leiding van Rob Voncken groeide BioMCN uit tot een toonaangevende producent en ontwikkelaar van tweede-generatie-biomethanol. Nu biomethanol de fase van marktacceptatie heeft bereikt, is hij na zes jaar toe aan een nieuwe uitdaging. “Het businessconcept van het product biomethanol is onveranderd goed”, kijkt hij terug. Maar als hij het over mocht doen koos hij wel een andere locatie. “In de VS zou het bedrijf nu extreem winstgevend zijn.”
FOTO: PIT T FOTOGR AFIE
Tekst: Igor Znidarsic
40 Chemie magazine oktober 2013
Rob Voncken:“We hebben echt land voor land moeten veroveren. De Europese markt is eigenlijk helemaal geen Europese markt.”
Biobased
‘T
oen BioMCN in 2007 startte was de prijs van ruwe glycerine ontzettend laag”, vertelt Rob Voncken, voormalig CEO van BioMCN. “Maar door de food versus fuel-discussie ontstond er druk op de productie van eerste-generatie-biodiesel en daarmee op de beschikbaarheid van ruwe glycerine als residu en feedstock voor biomethanol. De prijzen gingen omhoog. In onze businesscase was wel rekening gehouden met een toekomstige prijsstijging, maar niet in de mate die zich vorig jaar heeft voorgedaan.” Sinds 1973 produceerde Methanor, een joint-venture van DSM, Akzo en Dynea, op het Akzo-terrein in Delfzijl methanol uit aardgas. Stijging van de gasprijs deed het bedrijf in 2006 de das om. Eind 2006 werd het overgenomen door de groene multinational Econcern. De fabriek ging onder de naam BioMCN ruwe glycerine, een restproduct van de biodieselproductie, vergassen en omzetten in biomethanol. Het procedé was een patent van Paul Hamm en Sieb Doorn. Dankzij de eind 2008 uitgekomen Europese Renewable Energy Directive, die een bijmengverplichting van biobrandstof in benzine en diesel verplicht stelde, lag de markt van oliemaatschappijen en blenders open. De stijgende prijs van ruwe glycerine is een tegenslag die het bedrijf zal moeten overwinnen. Voncken: “We realiseerden ons dat ons businessmodel, gebaseerd op één type feedstock, kwetsbaar was. Daarom zijn we al in een vroeg stadium gaan zoeken naar andere grondstoffen.”
Houtafval Biogas bleek een prima grondstof. Het leidde onder meer tot de recent bezegelde samenwerking tussen Suiker Unie, GasTerra en BioMCN, waarbij de biomassavergister van Suiker Unie Vierverlaten groen gas
produceert, GasTerra voor de logistiek en levering zorgt en BioMCN de afnemer is. Het gaat om 10 miljoen kubieke meter groen gas per jaar. “Maar het is niet voldoende om de ruwe glycerine volledig te vervangen”, aldus Voncken. “De verwachtingen omtrent biogas waren in Nederland aanvankelijk hoog, maar het groene gas is niet volgens verwachting van de grond gekomen. De beschikbare subsidies zijn niet gebruikt, omdat de meeste bedrijven de financiering niet rond kregen.” Een andere bruikbare grondstof is houtafval. Daarvoor is BioMCN samen met onder andere de Noord Nederlandse Ontwikkelingsmaatschappij en Siemens betrokken bij het project Woodspirit, dat een Europese NER300-subsidie voor grootschalige duurzame energieprojecten in de wacht heeft gesleept. Naast de 199 miljoen euro subsidie zal er nog een aanvullende financiering bij elkaar gebracht moeten worden tot een totale investering van meer dan 400 miljoen euro. Als alles goed gaat zal vanaf 2016 een biomassaraffinaderij jaarlijks 750 duizend ton houtafval uit onder meer de bosbouw via torrefactie en vergassing omzetten in synthesegas en uiteindelijk in 225 miljoen liter biomethanol, wat overeenkomt met de huidige capaciteit van BioMCN. Siemens zal de vergassingstechnologie leveren. Hoewel Voncken trots is op het project, vindt hij het jammer dat het er nu pas komt. “Ook deze ontwikkeling, vergassing van houtafval, heeft veel te lang op zich laten wachten. 2016 is nog ver weg, en ondertussen moeten er wel enorme investeringen plaatsvinden in een lastige financieringsmarkt.” Naast diversificatie in grondstoffen heeft BioMCN de productenlijn verbreed door gezuiverde glycerine te gaan verkopen. “De focus ligt
momenteel op bulklevering aan tussenhandelaren. Zij leveren aan de chemie, die er onder meer antivriestoepassingen, coatings en grondstoffen voor de cosmeticaindustrie van maakt.” Verder is BioMCN samen met de Wageningen Universiteit betrokken bij een project om CO2 als grondstof te gebruiken.
Italië ”Dankzij innovatie in feedstock en verbreding van de product line hebben we BioMCN overeind kunnen houden”, zo vat Voncken samen. Ondertussen liep het bedrijf tegen de ene na de andere barrière op het gebied van wet- en regelgeving aan. “Deels kwam dat doordat biomethanol een nieuw product was, dat eerst erkend moest worden als biobrandstof en geregistreerd. De Renewable Energy Directive had formeel eind 2009 in alle EU-landen geïmplementeerd moeten worden. Nederland deed dat onder minister Kramer als eerste. De andere Europese landen volgden niet, met als argument: ‘We hebben andere prioriteiten, het is crisis’. We hebben echt land voor land moeten veroveren. In Duitsland konden we pas eind 2011 verkopen. Italië is pas in december 2012 opengegaan.” Voncken kwam overal conflicterende wet- en regelgeving tegen. “Je denkt dat je het voor elkaar hebt, maar dan komt als een duveltje uit een doosje weer iets nieuws tevoorschijn dat opgelost moet worden. Dat komt omdat de wet- en regelgeving in de Europese landen zo verschilt. In Engeland bijvoorbeeld bestonden er volgens een wet uit 2003 twee soorten biobrandstof: ethanol en biodiesel. Biomethanol stond niet op de lijst. Daarom konden we niet aan Engeland leveren. Die wet moest eerst aangepast worden. Het ministerie gaf ons gelijk, maar het duurt ontzettend lang voor zo’n wet is aangepast.”
e
oktober 2013 Chemie magazine 41
Schaliegas En ondertussen woedde de crisis. Voncken: “Toen we begonnen zag het er op papier perfect uit, inclusief interesse van de oliemaatschappijen. We gingen een gouden toekomst tegemoet, zo leek het. Maar door de crisis haakten diverse oliemaatschappijen af. Ze stopten veel van hun innovatieprogramma’s. Voor je iets nieuws zoals biomethanol gaat bijmengen, moet dat in de hele keten getest worden – en dat vergt investeringen. Die kwamen on hold te staan.” Daarbij ging ook nog eens Econcern failliet. Gelukkig verwierf investeringsmaatschappij Waterland een meerderheid van de BioMCN-aandelen. Een aaneenschakeling van leercurves, zo zou Voncken zijn zes jaar bij BioMCN omschrijven. “We hebben de technische leercurve van idee naar testen en opschaling doorgemaakt, daarna de implementatie in de markt, vervolgens de leercurve van registratie en wet- en regelgeving in diverse landen.” Hij is altijd rotsvast blijven geloven in de kansen van bedrijf. “Het businessconcept van biomethanol is onveranderd goed. Hoewel het veel langer duurt dan gepland, gaat het product biomethanol zonder meer een succesvolle toekomst tegemoet. Dat had ik in 2007 met de kennis van nu ook gezegd. Alleen had ik waarschijnlijk voor een ander implementatietijdstip gekozen, niet vlak voor een economische crisis, en voor een andere locatie. Als we toen een idle plant in de VS hadden gekocht en daar ons businessconcept hadden uitgerold, was BioMCN nu extreem winstgevend geweest. Onder meer vanwege goedkoop schaliegas. Het verschil in inkoop van feedstock is 42 Chemie magazine oktober 2013
bij de volledige productiecapaciteit van BioMCN tientallen miljoenen euro’s per jaar. Ook een voordeel van de VS is dat de biobrandstofindustrie fiscaal gunstig wordt gestimuleerd, niet alleen vanwege duurzaamheid maar ook vanwege economische onafhankelijkheid.”
Drijfzand De Nederlandse politiek is volgens Voncken altijd welwillend en ondersteunend geweest. Wat hij mist is continuïteit in het beleid. “Het wisselt te veel. Het ene half jaar is het dit, het andere half jaar dat. Door de onduidelijkheid die Europees en daarmee ook in Nederland wordt gecreëerd, wordt de discussie telkens weer opengebroken en ontstaat er twijfel en onzekerheid. Dat verlamt de markt. De financiering komt daardoor niet van de grond, je klanten gaan niet mee en alle innovatie wordt vertraagd. Het is niet één specifiek ministerie aan te rekenen. Als je je verhaal vertelt aan de staatssecretaris of de minister of
aan een directeur-generaal, is deze heel enthousiast. Maar er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Zo’n politicus of ambtenaar loopt, hoe welwillend hij misschien ook is, uiteindelijk overal het drijfzand in, omdat er bepaalde percepties leven en er te veel twijfel en verwarring is. Dat is funest voor de biobased markt en innovatieve businessconcepten.” Het ontbreekt volgens Voncken in Nederland ook aan steun voor startups. “We zijn best goed in innovatie, maar we zijn slecht in het vermarkten ervan. De VS doet dat beter, andere landen zoals Israël ook. Wij hebben onvoldoende mensen die in staat zijn om het kaf van het koren te scheiden, en ook niet de fondsen die deze ontwikkeling financieren. Te weinig mensen realiseren zich dat daar een groot deel van de problematiek ligt.” p
CV ROB VONCKEN Rob Voncken studeerde chemische technologie en bekleedde daarna verschillende management- en directiefuncties bij DSM. In 2007 begon hij als CEO van BioMCN. Hij is ook initiator van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Biobrandstoffen, waarvan hij tot voor kort voorzitter was. Onlangs is hij gestopt bij BioMCN, om zich te oriënteren op nieuwe uitdagingen. Die vond hij bij Topell Energy, een toonaangevend bedrijf op het gebied van ontwikkeling en commercialisatie van torrefactie-technologie, waar hij per 1 oktober tot CEO is benoemd. Daarnaast maakt hij onderdeel uit van de raad van advies van HarvestaGG, dat een integraal businessconcept voor bioLNG ontwikkeld.
FOTO: KEES VAN DE VEEN
Ook een probleem is volgens Voncken dat de Europese landen lokale producenten beschermen. “Het mag officieel niet, maar de overheden vinden altijd wel een manier om het te doen, behalve in Nederland, dat altijd het braafste jongetje van de klas wil zijn. Dat is een van de vele leercurves van BioMCN geweest: de Europese markt is eigenlijk helemaal geen Europese markt.”
“ Is your plant ready for the future? “
U heeft met spoed
random packing nodig?
MADE IN HOLLAND
Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.
Please visit us at www.yokogawa.com/eu
Zie hoe onze machines dat mogelijk maken.. Ga naar: www.mte-bv.com/ mte-university e sales@mte-bv.com
1
DAG VAN DE CHEMIE TREKT RUIM 25.000 BEZOEKERS Meer dan 25.000 mensen bezochten zaterdag 5 oktober tijdens de Dag van de Chemie één of meer van de veertig organisaties en bedrijven die hun deuren hadden opengesteld voor het publiek. De bezoekers zagen met eigen ogen hoe bijvoorbeeld het remvermogen van banden verhoogd wordt of hoe glossy magazines zo glossy gemaakt worden. Daarnaast werd duidelijk dat de chemie een interessante werkomgeving is met een grote diversiteit aan leuke banen. Ook was er de nodige aandacht voor de inspanningen van de chemiebedrijven om hun fabrieken zo goed en veilig mogelijk te laten opereren. Tijdens de tweejaarlijkse Dag van de Chemie kunnen mensen een kijkje nemen achter de schermen van chemiebedrijven en organisaties die veel met chemie te maken hebben, zoals onderwijsinstellingen, bloedbanken, laboratoria, waterschappen en transportbedrijven. De deelnemende chemiebedrijven boden een gevarieerd programma voor jong en oud(er), bestaande uit rondleidingen, productinformatie, demonstraties en kinderlabs. Op de Chemelot Campus in Geleen bijvoorbeeld lieten verschillende bedrijven hun activiteiten zien en kon de jeugd kennismaken met chemie door zelf proefjes te doen. Het programma van Shell Moerdijk bestond uit een film, een tentoonstelling en een rondrit over het terrein, met bezoek aan een controlekamer. De rondrit eindigde op het ‘veiligheidsplein’, met een bezoek aan de stands van verschillende aannemers, de milieustand en de bedrijfsbrandweer. Croda in Gouda liet langs een aangegeven route het proces van grondstof tot product (toegepast in onder meer shampoo, schoonmaakmiddel en cosmetica) zien. Daarnaast legden medewerkers uit op welke manier het bedrijf veiligheid hoog in het vaandel heeft staan, vertelden zij hoe belangrijk de relatie met de omgeving is en welke vacatures er zijn.
Kinderen doen proefjes bij AkzoNobel in Amersfoort Croda in Gouda Shell Moerdijk Demonstratie van de bedrijfsbrandweer bij Elementis in Delden AkzoNobel in Amersfoort Shell Moerdijk TU Delft AkzoNobel in Amersfoort Shell Moerdijk
5
6
7
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. FOTO’S: CA SPER RIL A, JOS DE GRUITER, SHELL MOERDIJK, CRODA
44 Chemie magazine oktober 2013
2
3
Uitgelicht
4
9 8
oktober 2013 Chemie magazine 45
DE ECONOMISCHE DIPLOMATIE VAN HET INNOVATIE ATTACHÉ NETWERK
ONZE MAN IN HET BUITENLAND Ze onderzoeken de kansen in ‘hun’ land voor de Nederlandse topsectoren, waaronder de chemie. Met als doel publiek-private samenwerking. “Daaruit volgt uiteindelijk handel, en daar gaat het om.” Innovatie Attachés van drie door de Topsector Chemie aangewezen prioriteitslanden vertellen welke kansen zij er voor de chemie zien. Tekst: Igor Znidarsic
46 Chemie Magazine oktober 2013
H
et Innovatie Attaché (IA) Netwerk, onderdeel van Agentschap NL van het ministerie van EZ, ondersteunt de topsectoren in hun internationale R&D- en innovatieambities. Vanuit ambassades en consulaten in vijftien landen (‘posten’) bedrijven de Innovatie Attachés ‘economische diplomatie’ in R&D, technologie en kennis. “Zij werken zo veel mogelijk rechtstreeks met en voor de Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen”, vertelt Bart Sattler, Coördinator Thuisbasis Innovatie Attachés. “Maar elk jaar zijn er een aantal thema’s waar wij vanuit de Thuisbasis centraal regie op voeren, ook op het gebied van de chemie. Afgelopen mei hebben we in Nederland bijvoorbeeld een groot congres georganiseerd over de biobased economy. Daarvoor is de informatie die op alle posten over dat thema is verzameld in één themaspecial gepubliceerd, vervolgens hebben we de toppers op R&D-gebied uit de IA-landen naar Nederland gehaald voor een presentatie, gevolgd door matchmaking-gesprekken met Nederlandse partijen.” De verzamelde informatie, te vinden op www.ianetwerk.nl, geeft volgens Sattler een goed algemeen beeld van de kansen in de diverse landen. “Maar de echte toegevoegde waarde van het IA Netwerk ligt in het ondernemen van specifieke activiteiten met en voor de Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen. De Innovatie Attachés zijn dan ook rechtstreeks te benaderen voor alle partijen die daaraan behoefte hebben.”
Buitenland
ROBERT THIJSSEN, VS (WESTKUST) ”Er is hier veel bedrijvigheid op het gebied van advanced biofuels en biochemicals. Dat komt door de sterke kennisconcentratie, waar de University of California in Berkeley en geaffilieerde instituten zoals het Joint Bio Energy Institute een grote rol in spelen. En het komt door het risicokapitaal in Silicon Valley en de aanwezigheid van talent. Binnenkort gaat een stagiair voor ons in detail in kaart brengen waar de mogelijkheden tot samenwerking liggen. Het probleem is dat waar de Oostkust traditioneel sterk op Europa gericht is, hier op de Westkust Azië op het eerste plan komt. Als Europees land heb je een achterstand. Toch zijn er voorbeelden van samenwerking. BE Basic (door de TU Delft opgericht publiek-privaat samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van groene technologieën – red.) werkt samen met het Energy Bioscience Institute, gelieerd aan de University of Berkeley en gefinancierd door BP, om biofuels naar de next level te brengen. En
andere partner is Amyris, een spinoff van Berkeley op het gebied van biofuels, waar mensen van de TU Delft rondlopen. Ruim een jaar geleden hebben we op het Nederlandse Consulaat Generaal in San Francisco een grote bijeenkomst georganiseerd op het gebied van biochemie, waarbij we spelers uit Nederland en uit de regio bij elkaar hebben gebracht. Samen met onder andere de Suiker Unie is een propositie op tafel gelegd om Nederland te positioneren als belangrijk biochemie-land, waar suiker goedkoop en makkelijk voor-
gevraagd over de Amerikaanse markt en was Waste2Chemical, een Wageningse spin-off die technologieën ontwikkelt om biologisch afval om te zetten in nuttige chemicaliën, hier vorig jaar mee met een startup-tour van veelbelovende cleantech-bedrijven. En in mei 2014 vindt in Philadelphia de ‘BIO World Congress on Industrial Biotechnology’ plaats, door de Topsector Chemie uitgeroepen tot een van de twee prioritaire beurzen wereldwijd. Daar kunnen we Nederland presenteren. Verder is de Westkust heel ver met algen als feedstock. Wageningen
‘Veel bedrijvigheid op het gebied van advanced biofuels en biochemicals’ handen is. In het kader van de conferentie over bioproducts zijn we met een onderzoeker van het Joint Bio Energy Institute – een van de drie nationale onderzoekslaboratoria voor advanced biofuels van het Department of Energy – in de Bio Process Facility in Delft geweest. De interesse was groot, omdat Amerikaanse labs geen goede faciliteiten hebben om een laboratoriumopzet op te schalen. We zijn nu in gesprek met Delft om samenwerking in gang te zetten. Verder heeft BTG-BTL, een Twents bedrijf dat houtachtige biomassa omzet in pyrolyse-olie, ons advies
Universiteit, die een partnerschap heeft met de Arizona State University, heeft ons gevraagd om de wetenschappelijke connecties die ze gelegd hebben uit te bouwen met bedrijvigheid en publiek-private partnerschappen. Er gebeurt dus van alles, maar het is niet voldoende. De concurrentie is groot, iedereen wil iets hier in de Silicon Valley en de San Francisco Bay Area. Je zult moeten identificeren met welke partijen je iets wilt, en mensen hierheen halen om te spreken over wat Nederland kan bieden. Daarom is die stagiair zo belangrijk.”
‘Veel winst te behalen in verbetering van bestaande processen’
JAN REINT SMIT, CHINA
“De afgelopen jaren richtte China zich op groei, het bouwen van plants, en minder op verbetering van bestaande processen. De Chinese chemiesector is over het algemeen weinig efficiënt, met een fors water- en energieverbruik. Daar is nog veel winst te behalen. Samenwerking in R&D is wellicht
nog een stap te ver, maar in het verkopen van bewezen state-ofthe-artkennis en -technologie liggen veel mogelijkheden voor Nederland. De Nederlandse chemiesector is relatief onbekend in China. Men kijkt vooral naar de VS en Duitsland, doordat veel Chinezen daar e
oktober 2013 Chemie Magazine 47
JAN REINT SMIT, CHINA gestudeerd hebben. Men weet niet dat de industriële technologie in Nederland heel sterk is en dat bijvoorbeeld de vezels Twaron en Dyneema in Nederland ontwikkeld zijn. Wij proberen dat op verschillende manieren over het voetlicht te brengen. Onlangs hebben we in Sjanghai het event ‘Dutch Innovators in Science & Technology’ georganiseerd, met korte pitches over Nederlandse technologie en een presentatie van Teijin Aramid over vezeltechnologie. Vorig jaar hebben we tijdens een chemieworkshop in Sjanghai de Nederlandse chemiesector gepromoot. In 2012 heeft het Innovatie Attaché Netwerk in Nederland een conferentie georganiseerd over smart materials, en in 2013 de conferentie From biomass to bioproducts. Daarvoor hebben we artikelen geschreven over de stand van zaken in China. Verder neemt de industrie ook zelf initiatieven. DPI bijvoorbeeld is zeer actief in China.
Al jaren aanwezig in China zijn DSM en AkzoNobel. DSM heeft er een grote campus, doet er onderzoek en produceert er. Dat geldt ook voor Akzo, dat een China Technology Centre heeft opgezet. Dat betekent niet dat bedrijven die nu naar China willen te laat zijn. Het hangt er van af wat ze te bieden hebben. Dat het kan bewijst Teijin, dat er niet al te lang geleden een technology centre heeft opgezet. Ik denk dat meer Nederlandse bedrijven een kans maken in China. We willen beter in kaart brengen wat de specifieke mogelijkheden zijn. Daar hebben we wel capaciteit voor nodig. Vergeet niet dat wij voor alle topsectoren actief zijn. Op basis van de resultaten zou je een missie kunnen organiseren naar China, waarbij de sector zijn sterktes laat zien. Onze activiteiten zouden versterkt worden als de sector vaker zijn gezicht hier laat zien.”
PUBLICATIES IA Special Bio Based Economy in Nederland: www.agentschapnl.nl/sites/ default/files/Biobased_economy. nl_.pdf
IA Special Advanced Materials: www.agentschapnl.nl/sites/ default/files/Smart%20Materials%20%28NL%29.pdf
‘In april 2014 is Nederland partnerland op de Hannover Messe’
EELCO VAN EIJK, DUITSLAND ”Als Duitse en Nederlandse bedrijven samen, al dan niet met publieke partners, investeren in onderzoek, volgt daar uiteindelijk handel uit, en daar gaat het om. Het goede nieuws is dat er op gebied van chemie al veel wordt samengewerkt tussen de twee landen. Zo is in 2012 een publiek-privaat samenwerkingsverband opgericht tussen BE-Basic en het Cluster Industrielle Biotechnologie in Noordrijn-Westfalen. Wij hebben er ook aan bijgedragen dat Winfried Kretschmann, de minister48 Chemie Magazine oktober 2013
president van Baden-Württemberg, de Bio Process Facility (BPF) in Delft bezocht. De BPF en de Universiteit Utrecht zijn nu lid van het Industrielle Biotechnologie Bayern Netzwerk. Dit is interessant voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen nu er binnen ‘Horizon 2020’ een joint technology initiative voor bio-based industries wordt opgericht. Verder zie ik zelf veel kansen voor nieuwe materialen, zoals composiettechnologie. Die kan toegepast worden in de luchtvaarten automotive-sector, waarvoor Duitsland natuurlijk een zeer interessant land is. Duitsland heeft een aantal belangrijke clusters, zoals Bio Pro Stuttgart, IBB-Netwerk in Beieren en het Spitzen Cluster Bio Economy. Op verzoek van Nederlandse clusters diepen wij uit hoe die clusters in elkaar zitten en wie de relevante spelers zijn. Die informatie delen wij via publicaties en tijdens het jaar-
lijkse congres van het Innovatie Attaché Netwerk. Het is niet makkelijk om in een groot en hoogontwikkeld industrieland als Duitsland voet aan de grond te krijgen. Zeker niet op de korte termijn. Je moet als sector goed weten wat je wilt en een langetermijnstrategie hebben, voor minstens vijf jaar. Anders kom je er niet. Daarbij kunnen met name middelgrote en kleinere bedrijven ook baat hebben bij Holland-branding. In april 2014 is Nederland partnerland op de Hannover Messe, de grootste industriebeurs ter wereld, met veel exposure in Duitsland en de rest van de wereld. Dit biedt een prima kans om het vlakke beeld dat men in Duitsland van Nederland heeft te kantelen in de richting dat er in Nederland op topniveau onderzoek en wetenschap wordt bedreven en dat Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen goede partners zijn voor Duitse counterparts.”p
Transportservice van huis uit LESCHACO – your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental logistics with responsible care for the chemical industry.
Experienced. Dedicated. Customized.
Logistics –
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
phone +31
and beyond.
(10) 2953 153
Since 1879.
Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com
Automation. Solutions. Competence.
Fully automated by M+W
M+W stands for
Just one of numerous projects realized by M+W over the last 25 years. Globally. Across all sectors of the Process Industry.
s
M+W Process Automation A Company of the M+W Group Korte Huifakkerstraat 32 4815 PS Breda, The Netherlands Phone +31 (0) 76 / 5 87 67 38 www.nld.pa.mwgroup.net
+25 years experience in Automation Chemical Processes Vendor independent DCS/PLC system integrator s Safety loop engineering (TÜV) s High performance HMI expertise s … s
M+W Process Automation NV A Company of the M+W Group Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, Belgium Phone +32 (0) 3 / 7 10 99 70 www.bel.pa.mwgroup.net
M+W Process Automation NV A Company of the M+W Group Avenue Fleming 12 1300 Wavre, Belgium Phone +32 (0) 10 / 39 01 80 www.bel.pa.mwgroup.net
CHEMIEBEDRIJVEN ‘VERLEIDEN’ 42 STUDENTEN TOT CHEMIESTUDIE
TOPSECTOR CHEMIEBEURS IS SCHOT IN DE ROOS De animo voor de Topsector Chemiebeurs groeit. Er doen steeds meer bedrijven en onderwijsinstellingen mee, en de beurzen vinden gretig aftrek bij talentvolle studenten. Vijf van de 42 gelukkigen vertellen waarom zij deze uitgestoken hand van de chemiesector hebben aangenomen. En drie bedrijven lichten hun keuze voor deelname toe. Tekst: Emma van Laar
D
e Topsector Chemiebeurs, betaald door bedrijven uit de chemische industrie, stimuleert veelbelovende scholieren om voor een scheikundige opleiding te kiezen en verbetert de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dit studiejaar ontvangen maar liefst 27 hbo- en 15 wo-talenten een beurs. Ze krijgen een jaarlijkse toelage van 3000 euro (hbo) of 5000 euro (wo), volgen een extra programma en doen ervaring op binnen bedrijven. Studente Klára Š upáková: “Het is hard werken en intensief, maar erg leuk. Ik bouw bovendien een netwerk op met mensen bij wie ik in de toekomst kan aankloppen.” De combinatie van extra kennis en het opdoen van werkervaring binnen bedrijven levert de studenten een voorsprong op in hun professionele loopbaan. Volgens minister Jet Bus-
50 Chemie magazine oktober 2013
semaker van Onderwijs, die bekende scheikunde te hebben overwogen bij haar eigen studiekeuze, hebben deze studenten fantastische kansen op de arbeidsmarkt. Zij was aanwezig bij de uitreiking van de beurzen op 16 september in Utrecht. Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie, benadrukte dat mede door de beurzen de instroom bij technische opleidingen al aanzienlijk is toegenomen, maar er nog veel meer nodig is. “Onze doelstelling is dat Nederland in 2050 hét groene chemieland is en we daarnaast in de top-3 staan als het gaat om de ontwikkeling van slimme materialen.”
Overal in het land Sinds 2011 worden er al beurzen uitgereikt aan tweedejaars hbostudenten door CEAS (Centre of Expertise Analytical Sciences). Dit gebeurt binnen het Analytical Science
Talent Programme (ASTP) van COAST, een publiek-private samenwerking in de analytische wetenschap en technologie. ASTP wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en investeert in ambitieuze en getalenteerde studenten binnen het Hoger Laboratorium Onderwijs. Met een beurs bekroonde hbo-studenten studeren aan de HAN, Hogeschool Zeeland, Fontys Hogeschool Eindhoven, Hogeschool Utrecht, Inholland Amsterdam, Hogeschool Leiden, Avans Hogeschool Breda en Hogeschool Rotterdam. De VNCI en de Universiteit Utrecht hebben vorig jaar een pilot uitgevoerd met beurzen voor eerstejaars universitaire studenten. Inmiddels doen de universiteiten in Nijmegen, Eindhoven, Groningen, Amsterdam, Delft, Leiden en Twente ook mee.
Arbeidsmarkt
WAT VERWACHTEN DE STUDENTEN? Chemie Magazine legde vijf talentvolle studenten met een Topsector Chemiebeurs de volgende vijf vragen voor: 1. Waarom heb je je aangemeld voor de beurs en waarin kan de beurs je helpen? 2. Waar zie je jezelf over pakweg tien jaar? 3. Welk (wereld)probleem zou je met chemie willen oplossen en hoe wil je dat doen? 4. Hoe zou je chemie als studierichting aanprijzen bij andere jongeren? 5. Hoe kan het imago van de chemie verbeterd worden?
BEELD: SHUT TERSTOCK
DOMENIQUE VAN DER HORST (vierdejaars Chemie, Hogeschool Rotterdam)
KLÁRA Š UPÁKOVÁ (derdejaars Life Sciences, Hogeschool Zeeland)
KIT MING WONG (tweedejaars Chemie, Hogeschool Leiden)
‘Beurs levert me een voorsprong voor de toekomst’
‘Mijn droom: een behandeling vinden voor ongeneeslijke ziekte’
‘Ik sluit niet uit dat ik in China terechtkom’
1. Het is interessant om meer de diepte in te gaan. Bovendien levert de beurs me een voorsprong op die veel voor me kan betekenen in de toekomst, op de arbeidsmarkt. 2. Ik zou graag een bedrijf helpen bij het ontwikkelen van nieuwe apparatuur. Het lijkt me leuk om zo aan het begin te staan van iets nieuws. 3. Ik zou graag problemen ophelderen die zich voordoen bij het ontwikkelen van nieuwe technieken. Bijdragen aan de maatschappij door te werken aan de rand van het bekende. 4. Chemie betekent veel voor de maatschappij. Je bent overigens nooit te oud om te leren, ik ben op mijn 23ste aan chemie begonnen. 5. De rol van de chemie bij groene projecten – biobrandstof en gezondheidszorg – zou beter kenbaar gemaakt moeten worden.
1. Ik kom uit Tsjechië en was op zoek naar goed en betaalbaar onderwijs in het Engels en ben in Nederland terechtgekomen. Deze beurs biedt me de kans op nog betere educatie en helpt bovendien bij het financiële plaatje. 2. Ik hoop dan te werken binnen de immunologie, toxicologie of drug discovery. Met het ASTP-programma zal ik beter begrijpen hoe de analytische technieken werken binnen dit soort onderzoek. 3. Mijn droom is om een behandeling te vinden voor een nu nog ongeneeslijke ziekte. Dit zal veel werk én geluk opleveren. 4. Als je je weleens afvraagt hoe dingen werken – bijvoorbeeld hoe water kookt – is chemie misschien wat voor jou. Ga eens kijken bij een open dag! 5. De impressie dat de chemie vies is klopt niet. De gebouwen en laboratoria bij bedrijven zijn erg mooi, dit moet ook het algemene publiek zien.
1. Omdat het eerste studiejaar vrij goed ging zocht ik naar meer uitdaging. Het programma zal me meer kansen bieden, ervaring opleveren en me verbreden. Bovendien is het goed dat het in het Engels is. 2. Ik leer Mandarijn en sluit niet uit dat ik in de toekomst in China terechtkom. Dat lijkt me een enorme ervaring. 3. Ik zou met chemie een positieve bijdrage willen leveren aan het milieu of de gezondheid van mensen. 4. Scheikunde is een vak vol uitdagingen waarbij je nieuwe dingen leert. De chemie is constant in beweging. 5. Misschien zou het helpen als de chemie positiever in het nieuws zou komen. Mijn ouders vroegen zich af of scheikunde studeren niet gevaarlijk was.
e oktober 2013 Chemie magazine 51
‘Positief verrast over het niveau van de beurskandidaten’ BASF, Teijin Aramid en DSM Resolve behoren tot de bedrijven die beurzen voor chemietalenten sponsoren. Waarom doen zijn mee?
LEON ROSSEAU (eerstejaars Scheikundige Technologie, TU/e)
‘Een technische studie is niet saai of heel moeilijk’ 1. Mijn scheikundedocent heeft me aangeraden me op te geven, hij dacht dat ik een goede kans zou maken. Ik hoop hiermee nog meer op te steken. 2. Ik wil me richten op procestechnologie en zou als chemisch ingenieur een fabriek willen helpen om grondstoffen te besparen, uitstoot te verminderen en meer te recyclen. 3. Ik wil bijdragen aan het duurzamer maken van processen. Het recyclen van fosfor uit rioolslib vind ik bijvoorbeeld een mooi project; mijn profielwerkstuk ging over Thermphos. 4. Een technische studie is niet saai of heel moeilijk, maar uitdagend. Het zou helpen als duidelijker is wat dergelijke studies inhouden. 5. Als chemische fabrieken in de krant staan is het doorgaans negatief. Er zou meer goede informatie verstrekt moeten worden. Een extra pagina in de zaterdagkrant, zelfs al leest maar 2 procent het, kan helpen.
52 Chemie magazine oktober 2013
DIEUWERTJE MODDER (eerstejaars Scheikunde, UvA-VU)
‘Positieve resultaten chemie meer belichten’ 1. Ik hoorde over de beurs nadat ik had meegelopen bij Scheikunde in Utrecht. Het geld is fijn, maar met name de uitdaging is belangrijk. Het zal me meer laten zien van de rol van scheikunde binnen het bedrijfsleven. 2. Ik hoop er tijdens mijn studie achter te komen wat ik wil. Op dit moment zie ik mezelf in de toekomst in het bedrijfsleven werken. 3. De biochemie spreekt me erg aan. Misschien kan ik een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van medicijnen. 4. Meer voorlichting over wat je allemaal met scheikunde kunt zou goed zijn. Iedereen die ik spreek gaat ervan uit dat je alleen op het lab terechtkomt, terwijl het een brede studie is waarmee je vele richtingen op kunt. 5. Alle positieve resultaten van de chemie zouden meer belicht moeten worden. Die zijn er namelijk heel veel, al blijven de negatieve effecten de mensen het meeste bij.
BASF is dit studiejaar gestart met het ondersteunen van het beursprogramma. “De chemische industrie heeft goede mensen nodig, nu en in de toekomst”, vertelt Peter Berben van BASF. “Deze beurzen zijn een mooie manier om zowel meer studenten te enthousiasmeren als de kwaliteit omhoog te brengen. Ik verwacht dan ook dat over vijf jaar de kwaliteit van chemici op de markt toeneemt. Ik was al positief verrast over het niveau van de beurskandidaten.” Teijin Aramid doet vanaf het begin mee aan de COAST-beurzen voor leerlingen op het Hoger Laboratorium Onderwijs. Anton Schotman: “We vinden het belangrijk om de chemie op een goed niveau te houden, daarvoor moeten talenten gestimuleerd worden. Met het talentenprogramma ASTP kon aan de analytische chemie, die in de verdrukking dreigde te raken, een boost gegeven worden. Inmiddels doen we ook mee aan de beurzen voor academici. Het niveau van de studenten is zeer hoog. Niet alleen de studenten zijn erg enthousiast, maar het is ook erg stimulerend voor onze medewerkers.” Ook Maarten Honing van DSM Resolve onderschrijft het belang van de analytische chemie. “We willen goede Nederlandse studenten hebben, daarom onderbouwen en versterken we het niveau van talenten. Bovendien zien we zo de medewerkers van de toekomst al. We denken graag mee over de vakken en lessen om de kwaliteit die we willen hebben te waarborgen en verhogen. We zijn geïnteresseerd in hbo’ers en academici die fundamenteel en breed zijn opgeleid. Tot nu toe voldoet het zeker aan de verwachtingen. De studenten met een Topsector Chemiebeurs zijn goed, gemotiveerd en proactief.”
FOWJSP DIFNJF OM
ROPE ACCESS?
SKY-ACCESS! +
LSB
SKY-ACCE
SS
"M KBBS MFWFSBODJFS WBO JOEVTUSJqMF XBUFS FO BGWBMXBUFS [VJWFSJOHTJOTUBMMBUJFT
+
WWW.LSB-SKY-ACCESS.COM LSB Sky-Access BV Hofdwarsweg 1, Geleen The Netherlands T. +31 (0)46 - 474 24 10 info@lsb-sky-access.com
8BBSEFSXFH $ #1 )BBSMFN
JOGP!FOWJSP DIFNJF OM
Ben je op zoek naar een cursus over Procesveiligheid, Externe veiligheid of BRZO? Kijk dan snel bij PHOV! Wil je bijvoorbeeld meer weten over onderhoud, MOC of de organisatie van grote projecten en turnarounds in de procesindustrie? Of meer over procesveiligheid zelf? Wil je een helder overzicht van de wet- en regelgeving rond externe veiligheid? Draag je als manager of als medewerker VGM (eind-)verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen, uitvoeren en het bewaken van de aspecten die samenhangen met dit VGM werkveld?
Dan heeft PHOV de volgende cursussen voor jou: Basiscursus BRZO/Externe Veiligheid
7 november 2013
Basiscursus Managen VGM
29 oktober 2013
Vervolgcursus Managen VGM
14 november 2013
Opleiding Procesveiligheid
19 maart 2014
Meer informatie? www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
Tiloplossing op maat
â&#x20AC;&#x153;Voor elke toepassing een balancer op maat.â&#x20AC;? Dalmec tilt wat u wilt. Of het nu gaat om zakken, dozen, vaten, bussen of cans. Met onze tiloplossingen verzekeren we u van een nauwkeurige, ďŹ&#x201A;exibele en veilige producthandling met een minimale fysieke inspanning. Daarmee verbetert u de efďŹ ciĂŤntie en de arbeidsomstandigheden op uw werkvloer. Wilt u meer informatie? Neem contact op via 0345-63 60 50 of via info@dalmec.nl De voordelen: t 7SJKXFM POCFQFSLUF NPHFMJKLIFEFO t &FOWPVEJH JO HFCSVJL t "5&9 HFDFSUJm DFFSE t TFSWJDF FO POEFSIPVE www.dalmec.nl
Transporteren ...
... doseren, mengen, breken, zeven: GERICKE beschikt over de kennis en de technieken voor iedere denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al meer dan 115 jaar machines en complete systemen als optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen. Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in combinatie met onze betrouwbaarheid, efďŹ ciĂŤnte en wereldwijde service.
Geavanceerde stortgoedtechnologie CH-8105 Regensdorf T +41 (0)44 871 36 36
DE-78239 Rielasingen T +49 (0)7731 92 90
Singapore 787813 T +65 64 52 81 33
FR-95100 Argenteuil T +33 (0)1 39 98 29 29
NL-3870 CA Hoevelaken T +31 (0)33 25 42 100
www.gericke.net
gericke.nl@gericke.net
GB-Ashton-under-Lyne Lancashire, OL6 7DJ T +44 (0)161 344 1140
VNCI
VNCI NIEUWS PERSONEEL PETER BAREMAN Sinds 1 oktober versterkt Peter Bareman als speerpuntmanager Veiligheid, Gezondheid en Milieu het VNCI-team. De laatste vijf jaar gaf hij bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) landelijk leiding aan een afdeling gericht op (onder meer) het verbeteren van naleving van veiligheidseisen volgens IPPC en BRZO bij grote bedrijven. Daarvoor was hij plaatsvervangend hoofd bij de afdeling crisismanagement van het ministerie van VROM. Peter is zijn loopbaan begonnen als chemisch analist bij Cerestar (tegenwoordig Cargill) en researchmedewerker bij TNO.
IN DE MEDIA “De hoge gasprijs is gif voor de chemie.” Dat zei VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann namens de chemische industrie in Forum, het blad van VNO-NCW, als reactie op de Miljoenennota. “De situatie is heel bedreigend. Dat hebben we nog nooit zo meegemaakt. Nederland is een echt chemieland. Maar door de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten en de Europese energiepolitiek is de gasprijs in Europa inmiddels drie, vier, vijf keer zo hoog als in de VS.” BN DeStem besteedde op 21 september in de bijlage deOndernemer aandacht aan de Dag van de Chemie. Colette Alma vertelde hierin dat chemiebedrijven dit evenement gebruiken om hun naamsbekendheid te vergroten, goed personeel aan te trekken en goede contacten te leggen. Verder gaf zij het grote belang aan van de chemie voor de economie en voor het vinden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken
EN VERDER... op het gebied van onder meer energie, klimaat en vergrijzing. Ook wees zij op het probleem van de hoge gasprijs in Europa. “Zo krijgen wij er een vierde toezichtmacht bij. Onnodig, een heilloze weg.” Dit zei Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie, op 2 oktober in een artikel in het Het Financieele Dagblad naar aanleiding van de Dag van de Chemie – die in het teken stond van veiligheid. Van Harten reageerde op de roep van de Tweede Kamer om intensievere controles, hogere boetes, het vaker sluiten van onveilige bedrijven en bevoegdheid voor staatssecretaris Mansveld van Milieu om zelf bedrijven stil te leggen als de veiligheid van mens of milieu in gevaar komt. “Een sectorbrede aanpak waarbij bedrijven zelf verantwoordelijk blijven voor veiligheid en de kans krijgen die te verbeteren, is veel effectiever”, aldus Van Harten. De VNCI was betrokken bij de totstandkoming van een artikel in Elsevier over de Nederlandse chemische industrie, waarin een kort beeld wordt gegeven van de vijf chemieclusters. Verschillende media besteedden aandacht aan de Dag van de Chemie op 5 oktober. Het NOS-achtuurjournaal opende ermee. De veiligheid bij SABIC, zowel voor de omgeving als voor de werknemers, was het thema. Toen de interviewer aan directeur Koos van Haasteren vroeg of hij tegen mensen die vlakbij een huis willen kopen zou zeggen: ‘U kunt hier veilig gaan wonen’, antwoordde Van Haasteren met een veelbetekenende glimlach: “Ik woon hier zelf vlakbij.”
TOPSECTOR CHEMIEBEURS Tijdens een feestelijke bijeenkomst aan de Universiteit Utrecht ontvingen op 16 september 42 chemiestudenten (27 hbo en 15 wo) de Topsector Chemiebeurs, een initiatief van de Topsector Chemie in samenwerking met een aantal onderwijsinstellingen en chemiebedrijven. Voor universitaire bachelorstudenten is de beurs vorig jaar door de VNCI geïntroduceerd aan de Universiteit Utrecht en wegens succes dit jaar landelijk uitgerold. PERIODIEKSYSTEEM.COM De website Periodieksysteem.com, een initiatief van de VNCI in samenwerking met Stichting C3, is vernieuwd en laat nu ook de dagelijkse toepassingen zien waarin de elementen te vinden zijn. DAG VAN DE CHEMIE De VNCI, organisator van de Dag van de Chemie, kijkt tevreden terug op de tweejaarlijkse open dag van de sector. Ruim 25.000 bezoekers trokken op 5 oktober naar één of meer van de veertig organisaties die een kijkje achter de schermen organiseerden.
CHEMVISION FORUM Vlaamse en Nederlandse chemiebedrijven gingen tijdens het Chemvision Forum in gesprek met hun politici en vertegenwoordigers van de overheid over de energiekosten en hernieuwbare energie. Zij bespraken op welke gebieden samenwerking tussen beide lidstaten van toegevoegde waarde kan zijn. SCHALIEGASRAPPORT De VNCI sprak zich positief uit over de uitkomsten van het rapport dat door het ministerie van Economische Zaken is gepresenteerd over de mogelijkheden van de winning van schaliegas in Nederland. De minister heeft inmiddels aangegeven zelf tot een oordeel te willen komen over welke locaties het meest geschikt zijn, alvorens over te gaan tot proefboringen. oktober 2013 Chemie Magazine 55
20 november 2013 - Jaarbeurs Utrecht Dé carrièrebeurs voor laboratoriumopgeleiden en werkzoekenden
Ontmoet uw toekomstige laboratoriumpersoneel! VNCI-leden €1000 korting! Heeft u komende maanden één of meerdere vacatures voor laboratoriummedewerkers? Maak dan gebruik van deze speciale actie! Als lid van de VNCI kunt u met korting deelnemen aan Lab Career Event 2013. Voor slechts €1500 staat u met een stand op Lab Career Event! Voor meer informatie over de voorwaarden en het aanmeldingsformulier, mail: info@labcareer.nl of bel: 035-3030343.
Organisatie
Hoofdsponsor
Partner
Mediapartner
www.labcareerevent.nl
BEDR IJVEN
Column/Bedrijven REINIER GERRITS
DISCUSSIES AAN SER-TAFEL
Thermphos maakt definitief geen doorstart, zo heeft de provincie Zeeland bekendgemaakt. Er was sprake van dat het Oostenrijkse Phoenix de fabriek zou overnemen, maar gebleken is dat het bedrijf niet aan de voorwaarden van de provincie kon voldoen. De plannen voor de zakelijke en technische kant waren niet realistisch.
Reinier Gerrits is speerpuntmanager Energie en Klimaat bij de VNCI.
AkzoNobel heeft wederom de toppositie behaald op de invloedrijke ranglijst Dow Jones Sustainability Indexes (DJSI). Het bedrijf staat bovenaan in de groep Materials industry (voorheen Chemicals supersecto). De nieuwe ranglijst benadrukt het streven van de onderneming naar continue verbetering. Dit is het achtste opeenvolgende jaar dat AkzoNobel in de top-3 van de ranglijst staat genoteerd. Lanxess neemt met een omvangrijk efficiëntieprogramma (Advance) maatregelen om de moeilijke marktomgeving het hoofd te bieden. Momenteel zijn het vooral de activiteiten met synthetisch rubber die een tijdelijke verminderde vraag ondervinden, gecombineerd met toegenomen concurrentie op de markt en schommelende grondstofprijzen. Vermindering van de kosten, inkrimping van het personeelsbestand en optimalisering van de portfolio maken deel uit van het programma.
e uitspraak ‘dat is appels met peren vergelijken’ hoor je vaak genoeg, maar klopt die ook altijd? Niet alles hoeft immers overal hetzelfde te zijn. Voorkeuren kunnen verschillen, en vooral ook de situaties. Vanuit het perspectief van de een ziet het er vaak heel anders uit dan vanuit de ander. Het zijn dit soort discussies die schuilgaan achter termen als level playing field en compensatie of stimulering. Neem als voorbeeld hernieuwbare energie. Zij die zich richten op het ontwikkelen van projecten voor hernieuwbare energie spreken over oneigenlijke subsidies voor fossiele energietoepassingen. Subsidies op hernieuwbare energie drijven echter relatief schone gasgestookte WKK-centrales uit de merit-order, waardoor zij ook ondersteuning nodig hebben om te kunnen draaien. De vraag is: welke factoren neem je allemaal mee in een afweging? Deze discussie kennen we zeer goed uit de wereld van de Levens Cyclus Analyse: hoeveel van de productieketen neem je mee? Wat mij betreft zo veel mogelijk. Zie de Routekaart Chemie 2030, waarin we de breedte van onze bijdrage aan het verbeteren van de klimaatbalans in beeld hebben gebracht. Interessant in dit licht waren ook de discussies aan tafel bij de vorming van het Energieakkoord voor duurzame groei van de SER. Belangrijke winst van deze gesprekken is dat we een beter inzicht hebben gekregen in het kader dat ieder hanteert. In het geval van hernieuwbare energie hebben we het gehad over de onbalans die hernieuwbare energie met zich meebrengt en vervolgens over de vraag hoe de industrie, die volcontinu 24/7 opereert, kan omgaan met de toenemende onbalans. We hebben het veel gehad over hernieuwbare elektriciteit en inzet van biomassa voor energietoepassingen. Uit de gesprekken bij de SER hebben velen aan tafel bovendien begrepen dat er voor de chemie een relatie bestaat tussen energie en grondstof. Als er gesleuteld wordt aan de toepassingen van biomassa voor energietoepassingen, betekent dat ook wat voor de balans met grondstoftoepassingen. Er zijn ook partijen die voorzichtig kijken naar mogelijkheden om overschotten aan hernieuwbare energie in te zetten om daar bijvoorbeeld weer grondstof mee te maken, denk bijvoorbeeld aan power-to-gas. Zomaar twee voorbeelden waar chemie de cross-over maakt tussen energie en grondstoffen. Wij zijn ervan overtuigd dat we door dit soort cross-overs een belangrijke rol zullen gaan vervullen in het energiesysteem en daarmee zullen bijdragen aan de verduurzaming van onze samenleving.
D
Recruitmentbureau Progressive heeft zich aangesloten bij het Petrochem Platform, dat begin dit jaar is opgericht rond het blad Petrochem en het Deltavisie-congres. Het netwerk wil proactief informatie delen en gezamenlijk tot meer inzichten komen op onder andere het gebied van veiligheid, innovatie, arbeidsmarkt en efficiëntie in de industrie. Eerder sloten onder meer Huntsman, Neste Oil, Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs zich aan.
‘Chemie maakt crossover tussen energie en grondstoffen’
oktober 2013 Chemie Magazine 57
Service MENSEN TKI BBE Jos Keurentjes, directeur technologie en open innovatie van AkzoNobel, is per 1 oktober toegetreden tot de directie van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie voor de Biobased Economy (TKI BBE). Keurentjes houdt zich in de directie vooral bezig met het verstevigen van de technologie-basis en onderhoudt de relatie met de chemische industrie. Keurentjes is, naast zijn functie bij AkzoNobel, ook hoogleraar Process and Equipment Design aan de faculteit Scheikundige Technologie van de Technische Universiteit Eindhoven. Daarnaast bekleedt hij verschillende bestuursfuncties. Zo is hij onder andere voorzitter van de innovatiewerkgroep van de VNCI, lid van de innovatieprogrammaraad van Cefic, lid van de programmaraad van NWO-NCI en lid van de commissie technologie en innovatie van VNO-NCW.
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie) Jos de Gruiter (redacteur)
Contact redactie
ROEL WESTERTERP
Loire 150, 2491 AK, Den Haag
Op 24 augustus is op 85-jarige leeftijd prof. dr. ir. K.R. (Roel) Westerterp overleden. Hij was internationaal een bekende naam in de chemische reactorkunde. Hij was onder meer co-auteur van het standaardwerk Elements of Reactor Design and Operation, op universiteiten over de hele wereld verplichte kost. Hij studeerde in 1952 af als ingenieur in Delft en werkte daarna zes jaar voor Shell. Van 1958 tot zijn promotie in 1962 was hij hoofd van het laboratorium van de TU Delft. Daarna werkte hij als manager voor AKU, Enka en Philips Duphar. Hij was buitengewoon hoogleraar chemische technologie en vanaf 1979 gewoon hoogleraar. Na zijn emeritaat in 1998 verhuisde hij naar Spanje.
T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl
Medewerkers Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert
Vormgeving Curve, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70,
VOLGENDE MAAND (14 NOVEMBER)
E dm@mooijmanmarketing.nl
FAMILIEBEDRIJVEN IN DE CHEMIE POSITIEVE RESULTATEN LEVEL-PROJECT SAMENWERKING ONDERWIJS EN INDUSTRIE WINNAAR EUROPESE RC-PRIJS MENNO BAKSTEEN (DEGAS) OVER VEILIGHEID
heid van de redactie
Advertenties vallen buiten de verantwoordelijk-
Druk DeltaHage, Den Haag
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx
EN NOG VEEL MEER …
en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland
Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifteTWITTER.COM/VNCI
De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover Casper Rila
WW.VNCI.NL/LINKEDIN WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
58 Chemie Magazine soktober 2013
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
ISSN 1572-2996
chemistry, blends & knowledge
AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren
en mengen van chemische vloeistoffen en poeders
AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart
T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com
Quality above all?
services
DSM Biologics stands for transformative technologies and services to revolutionize existing biopharmaceutical manufacturing processes. With a focus on Health, Nutrition and Materials they strive to provide solutions and brighten the lives of people today and generations to come. The class-leading facility in the â&#x20AC;&#x2DC;City of talentâ&#x20AC;&#x2122; offers a nourishing and dynamic environment in which you can integrate your experience and develop your qualities. Are you looking for an interesting quality management job? Does working with a team or coaching one appeal to you? Besides an academic degree and a broad knowledge of cGMP systems, your competencies focus on responsibility, decisiveness, interpersonal skills and a client oriented behaviour? Than take a look at our website to see what DSM Biologics can offer you.
DSM Biologics - Groningen Dedicated to Excellence
matching the best in chemistry & life-sciences
www.cls-services.nl recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food