Chemie Magazine - juli/augustus 2015

Page 1

Baanbrekende innovaties tijdens Startupbootcamp

C3 brengt chemie tot leven bij de jeugd

Biobased alternatieven voor zorgwekkende stoffen

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 57 • 07/08 • 20 augustus 2015

PAUL BUIJSINGH (SHELL MOERDIJK)

TREKT LERING UIT EXPLOSIE VORIG JAAR


Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.

HRD/personeelsontwikkeling

2.

Persoonlijke effectiviteit

3.

Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4.

Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5.

Procesoptimalisatie

6.

Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7.

Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl voor actuele data en locaties

Loire 150

Postbus 24090

2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86

E trainingen@vapro.nl

I www.vapro-trainingen.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 07/08 | 20 augustus | 2015

DE LESSEN VAN SHELL MOERDIJK

20

Juni vorig jaar raakte de Shell-fabriek MSPO-2 in Moerdijk tijdens het opstarten zwaar beschadigd door een explosie. De oorzaak bleek de nieuwe katalysator, die opgewarmd is met ethylbenzeen. Shell had de reacties van ethylbenzeen met deze katalysator, die reactiever is dan de vorige, niet getest. “Discipline, leiderschap en chronic unease”, zo vat general manager van Shell Moerdijk Paul Buijsingh de lessen van het incident samen.

DUURZAME VERVANGERS VOOR ZORGWEKKENDE STOFFEN “Je maakt een eind aan het gebruik van een schadelijke stof én je introduceert een hernieuwbaar product.” Daan van Es van Food & Biobased Research (Wageningen UR) bekeek in opdracht van het RIVM de lange lijst van stoffen die om gezondheids- of milieuredenen ongewenst zijn en bracht potentiële biobased alternatieven in kaart.

28 juli-augustus 2015 Chemie Magazine 3


Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.

Asset Integrity

Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.

Certificatie

Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.

Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com Bekijk onze vernieuwde Nederlandse website:

www.ApplusRTD.nl

Inspectie Niet-destructief onderzoek Training & ontwikkeling Stralingsbescherming


INHOUD 07/08 | 20 augustus | 2015

24

Trinseo wint RC-prijs met opwaarderen stoom door thermocompressie

44

Stichting C3 brengt chemie tot leven bij de jeugd

48

Kostenverevening Reachdossiers baart industrie zorgen

7

Voorwoord Colette Alma

7

Evenementen

9 11 13 15 17 19 20 24 26 28 30 32 36 38 42

30

Programma Zelfregulering Gezond en Veilig Werken

44 48

50 50 50

Leren

NIEUWS

Dag van de Chemie Eric Hogenboom nieuwe voorzitter VNCI Topsector Chemie Studenten Competitie Best practices energiemanagement Handboek Adembescherming Omgevingswet biedt meer flexibiliteit

ACHTERGROND Veiligheid

De lessen van Shell Moerdijk Responsible Care

Trinseo wint RC-prijs met verbeterde energie-efficiĂŤntie Wetenswaardig

Boegbeeld Topsector Chemie rijdt duurzaam Stoffen

Biobased vervangers voor zorgwekkende stoffen Zelfregulering

Programma Zelfregulering Gezond en Veilig Werken Arbeidsmarkt

Maarten Breukel over zijn werk bij Linde Gas Stoffen

Asbestverwijdering in de industrie Innovatie

Baanbrekende innovaties tijdens Startupbootcamp Uitgelicht

Promovendus fysische chemie maakt wijn Onderwijs

C3 brengt chemie tot leven bij de jeugd Stoffen

Kostenverevening Reach-dossiers baart zorgen Mensen Volgende maand Colofon

juli-augustus 2015 Chemie Magazine 5


Wij zijn Chemours, aangenaam. Wij zijn Chemours. Een nieuwe naam in de chemische industrie, een start-up met meer dan tweehonderd jaar geschiedenis en een bewezen staat van dienst. We geloven in de kracht van chemie, in de schoonheid van verbinding. Op moleculair niveau, maar ook met de wereld om ons heen. De verbondenheid met Dordrecht is ons veel waard. We genieten veel vertrouwen in de stad en in de regio, en zetten alles op alles om dat vertrouwen iedere dag weer waar te maken. Dat deden we al, en dat zullen we blijven doen. De naam Chemours mag dan nieuw zijn, onze obsessie met veiligheid is dat niet.

We are living Chemistry.


Voorwoord

LEREN

D

e explosie in de Shell-fabriek in Moerdijk juni vorig jaar werd door de Nederlandse chemie-industrie als een schok ervaren. Hoe kon dit gebeuren bij een bedrijf dat zo goed bekendstond om zijn veiligheidsmanagement? Een antwoord op die vraag kunnen we vinden in de diepgaande onderzoeken die inmiddels zijn afgerond: Shell heeft zijn conclusies uit eigen onderzoek bekendgemaakt, daarnaast zijn er de conclusies uit het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (zie pagina 20 van deze Chemie Magazine). Wie het rapport van de Onderzoeksraad heeft gelezen, zal beamen dat hoge standaards van veiligheidsmanagement essentieel zijn om het niveau van procesveiligheid dat wij inmiddels bereikt hebben te behouden en te verbeteren. Hoewel er altijd een risico, hoe klein ook, zal blijven, gaat de sector uit van het principe dat alle ongevallen te voorkomen zijn. Daarom is de vraag ‘Wat kunnen we hiervan leren om dit in de toekomst te voorkomen?’ voor mij nog belangrijker dan de vraag ‘Hoe kon dit gebeuren?’. En de lessen die we kunnen leren moeten zo breed moge-

lijk getrokken worden: niet alleen Shell, alle bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken kunnen hieruit lering trekken, en niet alleen de veiligheidsdeskundigen binnen die bedrijven, maar alle enigszins betrokkenen in die bedrijven, van hoog tot laag. En overheden, brancheorganisaties zoals de VNCI en Veiligheid Voorop leren natuurlijk graag mee. De analyses werpen vragen op die voor een ieder relevant zijn. Wat leren we bijvoorbeeld over hoe je zwakheden in veiligheidsprocedures kunt ontdekken? Hoe je ervoor zorgt dat voorafgaand aan een handeling de juiste vragen worden gesteld? Hoe je zorgt voor de juiste betrokkenheid van alle managementlagen? Hoe je alert blijft op risicovolle ontwikkelingen in de cultuur van een organisatie als veilig opereren routine is geworden? Het zijn allemaal ook onderwerpen die passen in de context van Veiligheid Voorop. Ze krijgen nu door dit concrete ongeval een extra leerdimensie. Laten we de leermogelijkheden die dit biedt maximaal benutten. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 18.9 ‘Begin op tijd’ Voorlichtingsmiddag voor potentiële registranten van chemicaliën voor de Reach-wetgeving, bedoeld voor bedrijven met geen of beperkte ervaring met het registreren van chemische stoffen. Locatie: RIVM, Bilthoven Organisatie: Reach Helpdesk van het RIVM, de VNCI en het VHCP 26.9 Dag van de Chemie De open dag biedt chemiebedrijven en gerelateerde organisaties de kans om de omgeving te laten zien welke rol chemie speelt in het dagelijks leven en wat het belang van de chemie is. Locatie: Heel Nederland Organisatie: VNCI 3-4.10 Weekend van de Wetenschap Diverse organisaties, zoals bedrijven,

instituten, universiteiten, onderzoeksinstellingen, musea en sterrenwachten gunnen bezoekers een blik in de wereld van wetenschap en technologie. Locatie: Heel Nederland Organisatie: NEMO 6.10 Agri meets Chemicals Het eerste deel van de conferentie richt zich op de ontwikkeling van bioraffinage. Het tweede deel bespreekt de urgentie om actie te ondernemen. Locatie: Rabobank, Utrecht Organisatie: Deloitte en Rabobank 30.11-2.12 CHAINS 2015 CHAINS brengt chemici, vanuit alle subdisciplines van de chemie, samen om de nieuwste wetenschappelijke doorbraken in de chemie met elkaar te delen, en om elkaar te inspireren.

Locatie: NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven Organisatie: NWO VERGADERINGEN VNCI 26.8 WG Stoffenbeleid 1.9 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu 1.9 WG Energie en Klimaat 3.9 WG RC Global Charter 3.9 WG Arbeidshygiëne 8.9 VNCI Advocacy Team 8.9 WG Procesveiligheid 9.9 BG Onderwijs 10.9 WG Security 10.9 BG Innovatie 11.9 WG Logistieke Veiligheid 14.9 WG Juristen 15.9 WG Arbeidsveiligheid

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN juli-augustus 2015 Chemie Magazine 7


SOLIDS EUROPEAN SERIES

Ahoy Rotterdam

B er ooeknt u bij?

30 / 09 - 01 / 10 / 2015 Trade show for powder & bulk solids technologies

Vakbeurs Solids Benelux

@SolidsBenelux #SolidsBenelux

2015

Rotterdam

Gelijktijdig met Pumps & Valves

www.solidsrotterdam.nl

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Actueel

Dag van De Chemie: aanmelDen kan nog

A

l ruim veertig bedrijven hebben zich aangemeld voor de Dag van de Chemie op zaterdag 26 september. De deelnemers zijn te zien op www. dagvandechemie.nl/deelnemers . De Dag van de Chemie, om het jaar georganiseerd door de VNCI, is hét landelijke evenement van de chemiesector in Nederland en biedt chemiebedrijven en chemiegerelateerde organisaties (zoals ziekenhuislaboratoria, waterbedrijven, keuringsdiensten en onderwijs- en kennisinstellingen) de gelegenheid om het grote publiek te ontmoeten en te laten zien dat er niets geheimzinnigs is aan de sector, dat de veiligheid hoog in het vaandel staat, dat chemie een boeiende werkomgeving biedt en dat chemiebedrijven producten maken die een onmisbare bijdrage leveren aan duurzame oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. p Bedrijven die zich nog willen aanmelden, kunnen dat doen tot eind augustus, via www.dagvandechemie.nl/aanmelden-bedrijven

Chiel Chemie, de mascotte van de Dag van de Chemie, gaat dit jaar ook twitteren.

Resultaten Veiligheid VooRop: meeR zichtbaaR leideRschap en buddy’s Veiligheid is een topprioriteit voor de BRZO-bedrijven in de chemieketen die aangesloten zijn bij Veiligheid Voorop. De resultaten en ontwikkelingen van het programma Veiligheid Voorop over de vierde periode (2014-2015) laten dat duidelijk zien. De bijbehorende voortgangsrapportage is op 31 juli aangeboden aan minister Mansveld van IenM. In deze voortgangsrapportage doen de initiatiefnemers verslag van de bereikte resultaten en ontwikkelingen. Tevens geeft deze een vooruitblik op de tweede helft van 2015 en 2016. In het rapport vallen vooral de positieve ontwikkelingen voor leiderschap in veiligheid op. In 2014 is het aantal inspecties door het hoogste management duidelijk verbeterd. Het aantal inspecties per honderd fte’s ging van 17 in 2013 naar 25 in 2014. Dit geeft aan dat steeds meer managers aanwezig zijn op de werkvloer en zich betrok-

ken voelen bij wat daar gebeurt. Deze zichtbare betrokkenheid is belangrijk omdat zij een zeer positieve invloed heeft op het veiligheidsgedrag en de veiligheidscultuur bij de bedrijven. Uit de rapportage blijkt ook dat BRZO-bedrijven in de chemieketen steeds vaker buddy’s inzetten om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. Bedrijven zijn zeer positief over de resultaten hiervan. Veiligheid Voorop gaat de inzet hiervan daarom verder stimuleren en ondersteunen. De chemiebedrijven blijven voortdurend werken aan het constant verbeteren van de veiligheid, met als doel nul ongevallen. Een belangrijke drijvende factor achter het programma is het ministerie van IenM, bijvoorbeeld via de Safety Deals om de activiteiten te ondersteunen. p http://veiligheidvoorop.nu/actueel/publicaties juli-augustus 2015 Chemie Magazine 9


Werkt u aan risicogestuurd verbeteren?

Een risico gebaseerde aanpak leidt tot inzicht in het verbeterpotentieel van uw organisatie. Met behulp van risicoanalyses, checks en registraties doorziet u juist die verbeterkansen die gekoppeld zijn aan uw doelstellingen op het vlak van kwaliteit, medewerkerstevredenheid en (financieel) resultaat. De professionals en tools van Infoland ondersteunen u bij dit verbeterproces van identificeren tot verbeteren en verankeren. Kijk voor meer informatie op www.infoland.nl

kwaliteitsmanagement | veiligheidsmanagement | risicomanagement | auditmanagement | procesmanagement


Actueel

eriC hogenboom (sabiC) nieuwe voorzitter vnCi

Het rapport bevat diverse voorbeelden, zoals de biogradeerbare sportschoenen van OAT Shoes.

Het algemeen bestuur van de VNCI heeft eind juni uit zijn midden Eric Hogenboom (SABIC) benoemd tot de nieuwe voorzitter. Hogenboom volgt Werner Fuhrmann op, die deze functie sinds medio 2010 uitvoerde.

H

ogenboom is commercieel verantwoordelijk voor de engineering plastics-business van SABIC Europe. Daarvoor heeft hij als business director leiding gegeven aan SABIC’s polyethyleen-business en was hij business unit director van SABIC’s polypropyleen-business in Europa. Vóór de overname van de petrochemiedivisie van DSM door SABIC werkte Hogenboom in diverse functies voor DSM. Hij gaf leiding aan onder meer het wereldwijde programma voor IT-standaardisatie en aan de ontwikkeling van toepassingen van de hoge-sterktevezel Dyneema.

ProDuCten van biobaseD PlastiCs onDer hanDbereik Tot nu toe worden biobased plastics vooral gebruikt voor verpakkingen en wegwerpproducten, maar ontwerpers kunnen er ook hoogwaardige producten mee maken. Dit blijkt uit het onderzoeksrapport Ontwerpen met Biobased Plastics van de Hogeschool van Amsterdam.

B

iobased plastics zijn plastics van hernieuwbare grondstoffen, zoals zetmeel en mais, en afvalstromen, zoals aardappelschillen. Tot nu toe zijn ontwerpers nog niet zo bekend met de mogelijkheden om met biobased plastics bijvoorbeeld schoenen, kleding en meubels te ontwerpen. Het onderzoeksrapport Ontwerpen met Biobased Plastics van de HvA biedt voor hen een overzicht van de mogelijkheden om producten te maken met biobased plastics. Zo kunnen ze met een tabel makkelijk beoordelen welk biobased plastic geschikt is voor een nieuw product.

In het rapport komt ook naar voren dat producten van biobased plastic een unieke look and feel moeten krijgen: consumenten willen herkennen dat zij een biobased product in handen hebben. Het rapport bevat diverse voorbeelden, zoals de biogradeerbare sportschoenen van OAT Shoes. Volgens lector Inge Oskam liepen ontwerpers aanvankelijk tegen de hogere kosten van biobased plastics aan, maar er blijken steeds meer voordelen aan te zitten. “Een voorbeeld is het ‘boom-anker’ van Natural Plastics, waarmee jonge bomen rechtop worden gehouden, in plaats van met de boompalen die vroeger nodig waren. Het boomanker breekt na een paar jaar af in de grond, waardoor de onderhoudskosten veel lager zijn.” p Meer informatie: www.biobasedplastics.nl

Inzetten op duurzaamheid

“In mijn ruim 25-jarige loopbaan in de chemische industrie heb ik gezien hoe belangrijk chemie is voor de Nederlandse economische ontwikkeling en hoezeer de sector bijdraagt aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, zoals energie-efficiëntie, voorkoming van voedselverspilling en hergebruik van grondstoffen. Daarbij blijft een veilige bedrijfsvoering uiteraard prioriteit nummer één, onder ons motto ‘veiligheid voorop’. Na een aantal moeilijke jaren is er nu ook in de chemische industrie enig economisch herstel. Ik ben ervan overtuigd dat we moeten inzetten op duurzaamheid en innovatie om toekomstige groei bestendig te maken.” Hogenboom bekleedde binnen SABIC diverse bestuursfuncties, zoals in SABIC’s pensioenfonds in Nederland. Ook was hij lid en voorzitter van het polyolefins-comité van PlasticsEurope, bestuurslid van de vereniging van de Nederlandse Verpakkingsindustrie VMK en bestuurslid van de VNCI. Hij studeerde natuurkunde aan de TU Eindhoven.

Werner Fuhrmann

Het VNCI-bestuur is Werner Fuhrmann, bestuurslid van AkzoNobel, zeer erkentelijk voor zijn inspanningen voor de chemische industrie. Fuhrmann heeft met veel enthousiasme en kunde leiding gegeven aan de sector in moeilijke economische omstandigheden. p

juli-augustus 2015 Chemie Magazine 11


Specialised in disposable chemical protection suits and specialised in respirators.

All Safety Supply bv Chr. Huygensweg 17 3225 LD Hellevoetsluis

T +31 (0) 181 66 16 00 E info@allsafetysupply.nl W www.allsafetysupply.nl

Zeeland Supply Mr. F. J. Haarmanweg 75 4538 AN Terneuzen

T +31 (0) 115 688 888 E info@zeeland-supply.nl W www.zeeland-supply.nl

Voor service, kwaliteit & veiligheid


twi tter Gert Verreth @gertverreth #EU moet inzien dat chemische industrie geen tegen- maar medestander is in aanpak klimaatuitdaging www. essenscia.be/nl/PressRelease/ Detail/15292 Chemiebeurzen @Chemiebeurzen Ook in Japan kennen ze de Nederlandse Topsector Chemie. #Chemiebeurzen... http://fb.me/3lYzF8U3r Luciën Greefkes @luciengreefkes Het is inderdaad treurig te zien hoe weinig chemie en komedie er in de quiz zit waar dat in Groot-Brittannië wel is Studenten @WdKA maken leer van fruit en zoeken bedrijven voor doorontwikkeling www. agro-chemie.nl/nieuws/studentenmaken-leer-van-fruit/ … #biobased Jan Wisse @JanWisse Vanmiddag nuttig en gezellig bezoek aan het ‘oude honk’ @vnci en @ HollandBIO bijpraten over ontwikkelingen #chemie #lifesciences Port of Twente @PortofTwente 1,4 miljoen ton chemie kan van weg naar binnenvaart en spoor www. totaaltrans.nl/14-miljoen-ton-chemiekan-van-weg-naar-binnenvaart-enspoor Spinocle @spinocle Anderhalf seizoen Breaking Bad en ik snap de heisa nog steeds niet. Maar chemie <3 dus we kijken verder

Actueel

marsreep met bio-wikkel Van rodenburg biopolymers Foodconcern Mars gaat onder Duitse consumenten een Marsreep testen met een biobased wikkel waar Rodenburg Biopolymers uit Oosterhout het bioplastic voor levert. Bij succes in Duitsland gaat Mars de reep in meer West-Europese landen introduceren.

D

De verpakking van de reep is gebaseerd op second generation bioplastic van een hoge kwaliteit, die voedselveiligheid waarborgt. “Mars kwam uiteindelijk bij ons uit omdat wij bioplastic konden ontwikkelen dat aan alle eisen voldoet”, aldus directeur Thijs Rodenburg. De bedrijven presenteerden de wikkel samen op de seminar Biobased food packaging, waar de hele

keten was vertegenwoordigd, van grondstof- en verpakkingsleveranciers tot en met retailers. “In de dagen erna zijn we benaderd door diverse deelnemers, waaronder vijf serieuze leads.” De markt voor biobased verpakkingen groeit, maar er is nog een wereld te winnen, klonk op het seminar door. “Een van de obstakels is de meerprijs. Kijk je naar precieze percentages dan valt dat eigenlijk best mee, zeker bij grotere volumes, maar het werkt toch remmend. Wat zou helpen is als nog veel meer consumenten dan nu om biobased verpakkingen gaan vragen.” p

Foto: shut terstock

Vier teams geselecteerd in de topsector chemie studentencompetitie Vier studententeams die een voorstel hebben ingediend voor de Topsector Chemie Studentencompetitie zijn op basis van hun onderzoeksvoorstel geselecteerd om deze zomer hun voorgestelde project uit te voeren.

T

eams van masterstudenten en/ of laatstejaars hbo-bachelorstudenten konden dit voorjaar voorstellen indienen om een korte onderzoeksstage te doen met als doel een creatieve oplossing te vinden voor een maatschappelijke of industriële uitdaging. Het winnende team wordt bekendgemaakt tijdens de chemieconferentie CHAINS 2015, die plaatsvindt van 30 november tot en met 2 december in NH Conference Centre Koningshof in Veldhoven.

Een van de teams heeft een prototype ontworpen voor een apparaatje dat het mogelijk maakt tandenknarsen gedurende de dag op te sporen. Gebitsslijtage als gevolg van bruxisme (knarsen/klemmen) is naast cariës en tandvleesziekten een derde grote bedreiging voor het gebit. Om de technologie te ontwikkelen zijn verschillende disciplines bij elkaar gebracht: scheikunde, tandheelkunde, natuurkunde/elektronica en biologie. De overige teams hebben oplossingen aangedragen op het gebied van biopesticiden, organische zonnepanelen en medicijnentoediening. De Topsector Chemie Studentencompetitie is mede mogelijk gemaakt door AkzoNobel. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). juli-augustus 2015 Chemie Magazine 13


Uw REACH 2018 dossiER is bij ons in goEdE HAndEn Chemische stoffen met een tonnage tussen de 1 en 100 ton per jaar moeten in 2018 geregistreerd worden. Uiteindelijk gaat dit om registratie van duizenden stoffen. Dat kan niet allemaal tegelijk. Ons REACH consultancy team kent het belang van de chemische industrie en is klaar voor de 2018 dossiers.

Aarzelt u niet om ons te benaderen voor vrijblijvend advies: chemistry@tno.triskelion.nl +31 (0) 88 866 16 28 of web-aanvraag via www.tnotriskelion.com/chemistry


Energie en klimaat

Beter sturen op energieverBruik Zeven energie-intensieve bedrijven in de provincie Overijssel wisselen sinds het voorjaar best practices over energiemanagement met elkaar uit. “Doel is om het energieverbruik te verlagen door energiemanagement in de strategie van de ondernemingen te verankeren”, aldus projectleider Bruno Mulder. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

‘E

nergiemanagement is vaak lastig door te voeren in een bedrijf. De directie vraagt meteen wat het gaat opleveren. Projecten met een snellere terugverdientijd of die bijdragen aan groei komen eerder aan de beurt”, vertelt Bruno Mulder van META bv, die het project in opdracht van de provincie begeleidt. De energietechnoloog spreekt uit ervaring: “In de papierfabriek waar ik tien jaar werkte, vond iedere ochtend het productieoverleg plaats met verschillende onderwerpen, zoals veiligheid, kwaliteit en techniek. Ook het waterverbruik was een vast agendapunt. Energie niet, terwijl dit 20 miljoen euro per jaar kostte, tegen slechts 1 miljoen aan waterkosten.” Tegenwoordig gaat energieverbruik volgens hem steeds meer de aandacht krijgen die het verdient. “Het laaghangend fruit is nu wel geplukt. Hapsnap investerinkjes volstaan niet meer. Bovendien is de nieuwe ISO 50.001-norm een efficiënte handleiding voor de invoering van energiemanagement.”

Geen sturing

Mulder bracht in opdracht van de provincie Overijssel zeven energie-intensieve bedrijven uit de regio bij elkaar om te kijken hoe

ze het energieverbruik kunnen verlagen door de invoering van energiemanagement. Volgens hem stellen directies vaak energiebesparing belangrijk te vinden, maar ontbreekt de sturing. “Wanneer operators de afgesproken productie niet halen, horen ze dat meteen. Maar als het energieverbruik slecht is, heeft dat geen consequenties. Kopen we toch gewoon energie bij, hoor ik vaak.” Een van de deelnemende bedrijven aan het project Energie Koplopers Overijssel is AkzoNobel in Hengelo. Manager eco-efficiency Ruud Morssinkhof maakt deel uit van een internationaal team dat wereldwijd fabrieken van het concern bezoekt en ondersteunt om energie te besparen. Hij benadrukt dat de fabriek in Hengelo al grote slagen heeft gemaakt. “Zo nemen wij al jaren stoom af van de nabijgelegen afvalverwerker Twence om pekel in te dampen tot zout. Daardoor besparen wij 80 miljoen kubieke meter aardgas en stoten wij 150.000 ton minder CO2 per jaar uit.” Morssinkhof herkent het verhaal van Mulder: “Er is vaak een beperkte hoeveelheid geld beschikbaar voor investeringen. Dan kom je in een onderlinge projectenstrijd terecht. Hierbij valt de keuze vaker op projecten voor marktgroei of productverbete-

AkzoNobel in Hengelo neemt al jaren stoom af van afvalverwerker Twence om pekel in te dampen tot zout.

ring in plaats van initiatieven die het energieverbruik naar beneden brengen.”

Meten is weten

Technologische oplossingen om het energieverbruik te reduceren, zijn er volgens hem genoeg. “Maar hoe krijg je de investeringen goedgekeurd? Hoe zorg je ervoor dat de medewerkers goed zijn toegerust om energie te besparen? En hoe veranker je energiemanagement in de strategie van de organisatie? Op deze vragen proberen wij tijdens de bijeenkomsten de antwoorden te vinden door best practices uit te wisselen.” Morssinkhof is onder de indruk van de manier waarop deelnemer Grolsch een meet- en monitoringssysteem heeft opgezet om het energieverbruik in kaart te brengen. “Daarmee kan het bedrijf goed sturen op het energieverbruik. Meten is immers weten. Daarom gebruik ik het voorbeeld ook intern, bijvoorbeeld voor onze utilities, zoals de perslucht- en watervoorziening. Daar valt nog wel energie te besparen.” p Meer informatie: www.new-energy.tv/nederland/energie_koplopers_van_overijssel_ twence

EvaluatiE De provincie zal het Overijsselse initiatief met input van de bedrijven na de zomer evalueren. Mulder: “De wens is om de resultaten verder te verspreiden naar andere bedrijven in en buiten de provincie. Momenteel zijn er al gesprekken met de provincie Gelderland. Zij is bijzonder gecharmeerd van de energy pitch van elk bedrijf. Hierin geeft de directeur in een videoboodschap van twee minuten de ambitie van het bedrijf aan.” juli-augustus 2015 Chemie Magazine 15

FOtO: sHut terstOck

OvErijssElsE BEDrijvEn DElEn BEst practicEs


Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl

VAKBEURS

Ahoy Rotterdam

Gelijktijdig met Solids

30 / 09 - 01 / 10 / 2015

Dé Nederlandse vakbeurs voor technologie en innovatie in pompinstallaties en industriële componenten

Vakbeurs PUMPS & VALVES

www.easyfairs.com/pumps-nl

@PumpsValvesRdam / #pumpsvalves

2015

PUMPS & VALVES


Foto: shut terstock

Veiligheid

Het werken in besloten ruimtes in de chemieindustrie is niet van gevaar gespeend.

DeRDe eDItIe HAndboek AdembescHerming Heeft aanDacHt vooR Rol toezIcHtHouDeRS

mingsapparatuur en de veiligste werkmethoden kiezen”, licht Buitendijk toe.

Veilig werken in besloten ruimtes

Eind- en toetstermen

De Stichting Industriële Reiniging (SIR) bracht in juni de derde editie van het Handboek Adembescherming uit. De organisatie heeft daarin voor het eerst een apart hoofdstuk opgenomen met kennis en vaardigheden waarover toezichthouders op het werken in besloten ruimtes moeten beschikken. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

H

et werken in besloten ruimtes in de chemie-industrie, zoals in reactoren, opslagtanks en destillatietorens, is niet van gevaar gespeend. Dat benadrukt Hans Buitendijk, voorzitter van de werkgroep Adembescherming van de SIR. “Tijdens onderhouds-, inspectie-, en schoonmaakwerkzaamheden vinden regelmatig ongevallen plaats omdat medewerkers de regels niet goed naleven. Soms met dodelijke afloop, zoals enkele jaren geleden bij Thermphos en Yara. Maar ook recent nog, tijdens een fataal ongeval in het ruim van een kolenschip in Antwerpen.” Bij incidenten met dodelijke afloop gebeurt het bovendien vaak dat een collega het slachtoffer probeert te redden, daarbij ook het gevaar onderschat en zelf ook komt te overlijden. Daarom brengt de SIR vanaf 2001 (in samenwerking met opdrachtgevers, industriële reinigers en fabrikanten van ademluchtapparatuur) het Handboek Adembescherming uit. “Daarin zijn drie risicoprofielen voor het werken in besloten ruimtes opgenomen. Chemiebedrijven en contractors kunnen op basis hiervan de juiste adembescher-

Het 160 pagina’s tellende boek bevat voor het eerst een apart hoofdstuk met kennis en vaardigheden waarover toezichthouders op het werken in besloten ruimtes moeten beschikken. Buitendijk wijst erop dat de opleidingsinstituten die bij de SIR zijn aangesloten druk bezig zijn om de termen in de lesstof te verwerken. “Doel is dat toezichthouders vanaf 1 januari 2016 onder toezicht van de SIR een examen over dit onderwerp kunnen afleggen. Zo weten ze precies waar ze op moeten letten bij de naleving van de regels voor adembescherming.” Daarnaast heeft de SIR in het nieuwe handboek voorschriften opgenomen waaraan ademluchtverzorgingsunits moeten voldoen. “Bovendien moeten toezichthouders nu ook het zuurstof-, koolstof-, en watergehalte van de ademlucht voor de units controleren. De lucht komt immers vaak uit een industriële omgeving die niet altijd even schoon is”, legt Buitendijk uit.

Fitfactor-test

Een ander nieuw onderwerp in het handboek is de ‘fitfactor-test’, bedoeld om te controleren of de pasvorm van een masker goed aansluit bij het gezicht van de drager. Buitendijk benadrukt het belang hiervan. “Als een masker niet goed past, bestaat de kans dat de drager ongezonde lucht binnenkrijgt. Daarom schrijft het handboek een apparaat voor dat de omgevingslucht vergelijkt met de lucht die de gebruiker inademt via het filter in zijn masker.” Hij hoopt dat het nieuwe handboek bijdraagt aan de vermindering van het aantal ongevallen bij het werken in besloten ruimtes. Daarnaast verwacht hij veel belangstelling bij chemiebedrijven voor de opleiding en het examen voor toezichthouders. “Medewerkers kunnen een verkorte opleiding tot toezichthouder volgen. Na het examen zijn ze bevoegd om corrigerend op te treden als de regels voor het gebruik van adembeschermingsapparatuur niet goed worden toegepast. Bovendien zijn de eind- en toetstermen zo opgesteld dat ze aansluiten bij de VCA-eisen in Nederland en België. Daardoor kunnen geslaagden in beide landen aan de slag.” p juli-augustus 2015 Chemie Magazine 17


REACH heeft gevolgen voor iedereen die met chemicaliën omgaat. Of u nu producent, importeur of gebruiker bent.

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels ruim 450 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:

Voor chemicaliën of artikelen die gevaarlijke stoffen bevatten, » Als producent: controleer uw grondstoffen en eindproduct » Als importeur: controleer de herkomst en samenstelling van uw stoffen » Als gebruiker: controleer of het gebruik gedekt is in de blootstellingsscenarios U kunt zelf uw weg zoeken in het oerwoud van regels en de benodigde registraties zelf verzorgen. Of u geeft dit in handen van een ervaren deskundige, die efficiënt de zaken afhandelt. Die neemt u het meeste werk uit handen en stelt u in staat uw handel ongestoord te vervolgen. Wij kunnen voor u de registraties verzorgen en de rol als OR voor uw niet-Europese leverancier.

Dr. Knoell Consult GmbH, Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com

Neem contact op voor een vrijblijvende kennismaking.

www.knoell.com

Milieu en Omgevingsvergunning vergt kennis m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland Dordrecht Pieter Zeemanweg 155 3316 GZ Dordrecht

Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming

België Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond

Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel

Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur

T +31 475 420 191 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be

T +32 11 223 240 info@m-tech.be

T +32 81 226 082 info@m-tech.be

www.m-tech-nederland.nl m-tech_2014_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1

9/09/14 21:37


GELEEN.FOTO: MARCO VAN MIDDELKOOP/AEROPHOTO-SCHIPHOL

Milieu

UItwerkINg IN De NOg te makeN beslUIteN Is NU CrUCIaal

Meer flexibiliteit Met nieuwe OMgevingswet

De VNCI is in de basis tevreden met de nieuwe Omgevingswet, aangezien deze de bestaande wetten die de afgelopen jaren ontstonden herstructureert. Veel regels over het leefmilieu zijn nu gebundeld, samengevoegd en geharmoniseerd. Tekst: Igor Znidarsic

D

e Omgevingswet biedt op integrale en samenhangende wijze een inzichtelijker en voorspelbaarder omgevingsrecht met een groter gebruiksgemak, snellere en betere besluitvorming en een actieve en flexibele aanpak, die de bestuurlijke afwegingsruimte vergroot. De nieuwe wet moet ruimte bieden voor ontwikkeling en geeft meer afwegingsruimte voor het bevoegd gezag. Deze flexibiliteit past goed bij het maatwerk dat chemiebedrijven nodig hebben. Door de samenvoeging van regels hebben bedrijven nu ook beter inzicht in de verplichtingen en kunnen zij zaken beter afwegen. De VNCI staat daarom positief tegenover de uitgangspunten van de wet, die van alle partijen een andere instelling en aanpak vraagt om

invulling te geven aan de nieuwe ruimte en flexibiliteit, waarbij vertrouwen een belangrijke rol speelt. De Omgevingswet is op 1 juli aangenomen door de Tweede Kamer en treedt naar verwachting in 2018 in werking. Het gaat om een kaderwet, waarbij de invulling in vier besluiten gebeurt. In 2016 worden deze besluiten in concept gepubliceerd, daarna buigt de Tweede Kamer zich er nog een keer over. Voor een werkelijke beoordeling van de wet vindt de VNCI de uitwerking in de nog te maken besluiten cruciaal. Zo betekent de herintroductie van de leges voor het milieudeel van de omgevingsvergunning voor de chemie een forse lastenverzwaring. De VNCI is hier tegen, omdat dit haaks staat op de lastenverlichting die met de herstructurering is bedoeld.

Paradigmawisseling

In de kern gaat het bij de Omgevingswet om een paradigmawisseling, waarbij de uitgangspunten en benaderingswijzen van de huidige milieuwetten radicaal veranderen. Organisatorisch betekent het dat veel

OMgevingswet cOncreet p Eén wet voor de hele leefomgeving p Lokale vraagstukken lokaal oplossen p Van meerdere bestemmingsplannen naar één omgevingsplan

wetten wetsartikelen ministeriële regelingen algemene maatregelen van bestuur

Voorheen 26 5000 120 120

Nu 1 350 10 4

Chemelot, Geleen

verschillende wetten worden gebundeld, zoals de Crisis- en herstelwet, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Wabo en de Wet ruimtelijke ordening. De Natuurbeschermingswet is als aparte wet door het parlement behandeld en aangenomen. Deze wordt bij de inwerkingtreding in de Omgevingswet geïntegreerd. Voor regels voor stoffen, emissiehandel en geluid worden reserveringen gemaakt, zodat deze regels op een later tijdstip in de Omgevingswet kunnen worden ingepast. Regelgeving die het fysieke leefmilieu betreft (zoals lucht, water, bodem, bouwwerken, infrastructuur, natuur) wordt grotendeels in de Omgevingswet opgenomen. Hierbij is ook sprake van nieuwe instrumenten, termen (bestemmingsplan wordt bijvoorbeeld omgevingsplan) en uitgangspunten. Zo verdwijnt het begrip inrichting. Het wordt opgesplitst naar activiteit, en voor elke activiteit komt er in principe een aparte vergunning, al zijn wel koppelingen mogelijk. Op de invulling en uitwerking wordt nog gepuzzeld.

Decentralisatie

Organisatorisch betekent het ook dat er meer gedecentraliseerd wordt. In principe wordt de gemeente het bevoegd gezag. Voor BRZO-bedrijven blijft dat de provincie. Het bevoegd gezag krijgt meer ruimte om af te wijken van landelijk gestelde regels, tenzij dit expliciet is uitgesloten. Dat is nu vooral andersom. Op decentraal niveau moeten zowel de gemeente als de provincie de diverse regels bij elkaar brengen in één regeling, zodat de lappendeken van regels verdwijnt. Het beschermingsniveau blijft daarbij gelijk: er is geen aanscherping van de eisen voorzien. p juli-augustus 2015 Chemie Magazine 19


PAUL BUIJSINGH (SHELL MOERDIJK) TREKT MAXIMAAL LERING UIT EXPLOSIE VORIG JAAR

‘De OPWARMSTAP HAD OPnieUW MOeTen WORDen beOORDeelD’ Vorig jaar raakte de Shell-fabriek MSPO-2 in Moerdijk zwaar beschadigd door een explosie. De oorzaak blijkt later de nieuwe katalysator, die onvoldoende is getest. “Met de juiste nieuwsgierigheid hadden we de reactie mogelijk wel ontdekt”, aldus general manager van Shell Moerdijk Paul Buijsingh. Tekst: Henk Engelenburg 20 Chemie Magazine juli-augustus 2015


Veiligheid

e

r is geen woord Frans bij in het in juli gepubliceerde onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV): Shell heeft het opwarmproces (zie kader ‘Wat voorafging’) de afgelopen 35 jaar niet diepgaand onderzocht, ook niet bij het doorvoeren van wijzigingen in de installatie of van grondstoffen. Hierdoor had Shell geen zicht op de risico’s die daardoor ontstonden en konden medewerkers niet goed geïnstrueerd aan de slag. Shell bleek niet bedacht op de chemische reactie die uiteindelijk leidde tot de ontploffing. Hierdoor waren medewerkers niet in staat om tijdig in te grijpen. De OVV is verbaasd dat bij Shell Moerdijk de interne procedures niet goed zijn opgevolgd, er onvoldoende lessen zijn getrokken uit eerdere incidenten en uit signalen binnen de eigen organisatie, en dat onjuiste aannames zijn gemaakt over basale chemische reacties. Shell heeft de hoge verwachtingen over veiligheidsbeheersing binnen het bedrijf dan ook niet waargemaakt. Ook toezichthouders hadden kritischer kunnen zijn op de invulling van het veiligheidsbeleid bij Shell.

Geen evaluatie

De grote vraag is waarom er geen evaluatie plaatvond toen een ander reactortype en katalysator werden toegepast. Paul Buijsingh, die op 3 juni 2014 formeel twee dagen in dienst was als general manager van Shell Moerdijk, reageert: “We hebben 25 jaar geleden proeven en risico-analyses gedaan bij de ontwikkeling van het proces, ook met betrekking tot reacties van de katalysator met ethylbenzeen. Over de tijd heen zijn wijzigingen aangebracht in de procescondities en is een andere katalysator ingezet. Wij hebben naar aanleiding van de veranderingen nieuwe proeven en risico-analyses uitgevoerd. Enkele van onze overtuigingen hebben we niet opnieuw getest en dat geldt ook voor die ene aanname dat warm ethylbenzeen en de nieuwe katalysator niet kunnen reageren. Dat hebben we niet getest, terwijl de andere katalysator wel reactiever is. Op basis van de uitkomsten van ons onderzoek kan worden gesteld dat de opwarmstap opnieuw had moeten worden beoordeeld, bijvoorbeeld bij de selectie van

de nieuwe katalysator. Je kunt je afvragen waarom dat niet is gebeurd. We hebben er gewoon niet aan gedacht.” Volgens de OVV heeft de combinatie ethylbenzeen met deze katalysator ook in een soortgelijke fabriek in China problemen gegeven.

“Er is een incident geweest in de fabriek in het Chinese Nanhai. Daar steeg de temperatuur onverwachts naar bijna 600 graden. Maar het ging in Nanhai om een andere procesfase dan in Moerdijk. In Nanhai was de katalysator al opgewarmd. Het probleem had te maken met het toevoegen van waterstof. Wij hebben naar aanleiding van dat incident aanpassingen doorgevoerd hier in Moerdijk. We vinden dus, in tegenstelling tot de OVV, dat we van dat incident hebben geleerd.” Het incident in China was onverwacht. Juist daarom had Shell het MSPO-productieproces moeten herzien, vindt de OVV.

“We hebben lering getrokken uit het incident in China en veranderingen wereldwijd toegepast. Maar het incident vond op een heel ander moment in het proces plaats. Als we dit incident met de juiste nieuwsgierigheid hadden onderzocht, dan hadden we een aantal extra vragen kunnen stellen en hadden we de reactie mogelijk wel ontdekt.” De OVV stelt ook dat het personeel onvoldoende ervaren was om een proces dat eens in de drie tot vier

‘Ik ga meer formeler vragen stellen aan mijn leiderschapsteam’ jaar plaatsheeft te begeleiden.

“Het begrip ‘ervaren’ kun je op twee manieren interpreteren: ik heb een activiteit al enkele keren gedaan of je bent ervaren in algemene operationele vaardigheden. Met dit specifieke proces is het probleem dat het eens in de vier jaar gebeurt en je hebt te maken met vijf ploegen. Met andere woorden: hoe vaak is iemand aan de beurt? Als je één keer aan de beurt bent geweest, ben je dus al relatief ervaren. Ik denk dat de OVV hier een hint geeft hoe personen die het voor het eerst doen moeten worden begeleid. Daar gaan we over nadenken.” Wat gaat Shell Moerdijk doen om herhaling te voorkomen?

“Ethylbenzeen wordt voortaan in de opwarmfase vervangen door inerte stikstof. We gaan het ontwerp aanpassen, de selectie van de katalysator testen en de bedrijfscultuur onder de loep nemen. Samen werken aan ‘24/7 operational excellence’ wordt het programma voor de komende jaren. Het gaat om drie elementen: discipline, leiderschap en wat ik noem ‘chronic unease’.” Wat valt er te zeggen over discipline?

“Shell Moerdijk heeft beslissingsbe-

WAT vOORAFging In de Shell-fabrieken MSPO-1 en MSPO-2 in Moerdijk produceren circa 250 werknemers propyleenoxide en styreen op basis van ethylbenzeen, lucht en propeen. De MSPO-2, die in 1999 operationeel is geworden, heeft een capaciteit van circa 550 kiloton styreenmonomeer per jaar en 250 kiloton propeenoxide per jaar en is een van de grootste ter wereld. Op de avond van 3 juni 2014 raakte deze fabriek zwaar beschadigd door een explosie in de reactor. Het incident vond plaats tijdens het opstarten na een onderhoudsbeurt. Shell bericht medio juni dit jaar over de oorzaak: de katalysator, een hulpstof voor het productieproces, is opgewarmd met warm ethylbenzeen. Hierdoor stegen temperatuur en druk in 23 seconden tot een onhoudbaar niveau en ontstond een niet te controleren, zichzelf versterkende chemische reactie. Slechts twee werknemers raakten lichtgewond, hoewel brokstukken van de reactor tot 800 meter verderop zijn gevonden. Shell stelt dat ‘Moerdijk’ in de loop der tijd een nieuwe katalysator in gebruik heeft genomen zonder dat het concern de reacties van ethylbenzeen met deze katalysator, die reactiever is dan de vorige, heeft onderzocht. Het bedrijf verklaart op basis van eigen onderzoek dat de opwarmstap opnieuw had moeten worden beoordeeld. De veranderde samenstelling van de katalysator heeft bijgedragen aan het incident, aldus Shell. juli-augustus 2015 Chemie Magazine 21


Herbouw van de MSPO-2-fabriek. Naar verwachting kan deze begin 2016 weer opstarten.

voegdheden tamelijk laag in de organisatie gedelegeerd. Je moet mensen immers een bepaalde sturingsmogelijkheid en beslissingsbevoegdheid geven binnen de bestaande mogelijkheden. Je kunt immers niet alles tot in detail voorzien. Maar we zien nu ook dat de mate van flexibiliteit die we toelaten over de verschillende afdelingen niet helpt om de procesveiligheid optimaal te managen. Bijvoorbeeld: als a, b en c op een zeker moment niet werken, moet men dan meteen contact opnemen met een hogere laag in de organisatie, of mag er gewacht worden tot de volgende dag? Dat is niet altijd duidelijk vastgelegd. Dat gaan we onder de loep nemen. Ook is laag in de organisatie gedelegeerd wie wat mag doen bij het vastleggen van nieuwe verbeterstappen in de procedures. Door die aanpassingen blijken achteraf essentiële stukjes informatie van de procedures

te verdwijnen. Het is de vraag of de implicaties op dat niveau goed worden overzien. Ik denk dat Shell Moerdijk de procesveiligheid op een hoger niveau gaat delegeren.” Leiderschap?

“Hoe goed weet het leiderschapsteam of het in de fabriek ook echt goed is? Wat is goed, hoe ziet goed eruit? Dat ik dat ook daadwerkelijk ga checken met mijn team is niet vanzelfsprekend, en dat moet het wel zijn. Ik ga daarom meer formeler vragen stellen aan mijn leiderschapsteam. Wat is de eis? Weet je zeker dat het ook zodanig is geïmplementeerd? En als het antwoord ja is, oké, dan gaan we nu samen kijken. Go and see of het echt zo is als we denken dat het is.” Chronic unease?

“Als je altijd groene lichten krijgt, is het aan de leider met een goede

AAnbevelingen Ovv Shell Moerdijk moet volgens de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) kritischer zijn op veiligheidsrisico’s bij het bedrijf. Met name bij het doorvoeren van wijzigingen in productieprocessen, installaties en grondstoffen moet het bedrijf beter onderzoek doen naar eventuele nieuwe risico’s die hierbij ontstaan. In zijn aanbevelingen stelt de Onderzoeksraad dat Shell bewuster moet omgaan met risico’s. Medewerkers moeten continu alert zijn op veiligheidsrisico’s, zeker bij het doorvoeren van wijzigingen in productieprocessen, installaties en van grondstoffen. Ook moet het bedrijf kritisch blijven kijken naar eerder gedane onderzoeken, opgestelde procedures en maatregelen. Zodoende kan voorkomen worden dat het bedrijf jarenlang blijft werken op basis van achterhaalde of onjuiste aannames. Ook moet Shell meer lering trekken uit incidenten, waarbij er expliciete aandacht moet zijn voor achterliggende oorzaken. De OVV ziet ook een rol weggelegd voor Shell waar het gaat om het delen van de opgedane kennis en ervaring binnen de petrochemische industrie. 22 Chemie Magazine juli-augustus 2015

chronic unease om te kijken of het echt groen is. Als in de fabriek al langere tijd geen incident is geweest, dan kun je daar tevreden over zijn, maar bij voldoende chronic unease kun je je ook afvragen of je wellicht iets mist aan informatie op dit moment. Informatie die straks wel tot een incident leidt. Waakzaamheid, voortdurende waakzaamheid, dat is eigenlijk de beste term voor chronic unease. Als een bijna-incident wordt geconstateerd, dan wordt dat altijd met acties opgevolgd. Maar het is de vraag of dat ook gebeurt bij zwakkere signalen dat er iets is. Zwakkere signalen zijn er eigenlijk altijd. Bij voldoende waakzaamheid pak je ook die op. Dat slaat bijvoorbeeld op de conditie van je mensen. Bij voldoende waakzaamheid moet je ervan op de hoogte zijn dat iemand die in de nacht aan de knoppen draait of activiteiten uitvoert, dat die persoon mogelijk niet goed in zijn vel zit, bijvoorbeeld door problemen thuis. Je moet weet hebben van de omstandigheden en daarop inspelen.” Wat zou uw boodschap zijn aan de politiek?

“Ik zou de politici willen voorhouden dat deze industrie niet zonder risico is. Er is altijd risico, zoals dat ook geldt voor bijvoorbeeld de lucht- en scheepvaart. De uitgebreide regelgeving in Nederland schept een heel laag risiconiveau en mensen mogen altijd nog meer of beter van ons verlangen. Maar op een gegeven moment is er een keuze: als je nul risico eist, moeten wij de tent sluiten. Er moet dus een bepaalde balans zijn. Welke risico’s maatschappelijk acceptabel zijn in de industrie is een sociaal-politiek vraagstuk.” Wat betekent dit alles voor het veiligheidsbeleid van de industrie?

“Wij hebben ons voorgenomen dat we maximaal lering gaan trekken uit deze gebeurtenis en dat we dat maximaal gaan delen met de industrie.” Wat zijn de kosten van het saneren en opnieuw opbouwen?

“Daar laten we ons nooit over uit. Shell Moerdijk is het grootste chemische complex van Shell ter wereld en binnen Moerdijk is dit een grote fabriek. In Shell-termen zijn de kosten substantieel en ze beïnvloeden de kwartaalresultaten.” p


Open/Dicht ?

De betrouwbare oplossing voor de automatisering van open/dicht ventielen De elektronische klepstandmelder type 3738 met ingebouwd magneetventiel is de ideale oplossing als het gaat om het eenvoudig en efficiënt automatiseren van open/dicht ventielen voorzien van pneumatische draaiaandrijvingen.  Kostenbesparing door automatische instelling met één druk op de knop.  Alles in één magneetventiel, eindstandmelders en visuele stand indicatie.  Robuuste aanbouw voorzien van een contactloze sensor.  Geïntegreerde Partial Stroke Test-functie inclusief diagnose.

A01087NL

 Blijvende schakelnauwkeurigheid.

SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Signaalrood 10 · 2718 SH Zoetermeer Tel. 079 361 05 01 · Fax. 079 361 59 30 info@samson-regeltechniek.nl www.samson-regeltechniek.nl SAMSON GROUP · www.samsongroup.net


Styrene technology center leader Adrie Overdulve en run-plant engineer Michèle Verbandt nemen de prijs in ontvangst.

Trinseo winT responsible Care-prijs meT opwaarderen sToom door ThermoCompressie

EEnvoudig EnErgiE En gEld bEsparEn

De thermocompressor waarmee Trinseo in juni de Responsible Care-prijs won, is geschikt voor iedere geïntegreerde site om fabrieken van stoom op het juiste niveau te voorzien. Het opwaarderen van stoom voorkomt het afblazen van overschotten aan lagedrukstoom en het toepassen van stoom met een onnodig hoge druk. Tekst: Marloes Hooimeijer

‘H

et was voor ons best spannend toen de winnaar van de Responsible Care-prijs tijdens de VNCI Jaarvergadering bekend werd gemaakt”, bekent Adrie Overdulve, styrene technology center leader bij Trinseo. Trinseo, producent van onder meer de grondstof styreen en de kunststoffen polystyreen, rubber en latex, was met het project ‘Verbetering energie-efficiëntie door stoomrecompressie’ een van de twee geno-

24 Chemie Magazine juli-augustus 2015

mineerden. Heel eerlijk: vanaf het moment dat hij hoorde over het andere genomineerde project had Overdulve er een hard hoofd in. “Het leek me sterk dat we konden concurreren met zo’n aansprekend project als van Fujifilm met blue energy, energie uit water.” Maar hij bleek ongelijk te hebben en nam op 11 juni samen met zijn collega Michèle Verbandt (run-plant engineer) “verrast, blij en trots” de RC-prijs van de VNCI, de belangrijkste milieuprijs van Nederland, in ontvangst.

Energiebesparing betekent voor de energie-intensieve chemie-industrie een sterkere concurrentiepositie en een verminderde CO2-uitstoot door lager aardgasverbruik. Zeker in een tijd dat door de hoge gasprijs warmtekrachtkoppelingscentrales (WKK’s) worden stilgezet, is energie-efficiëntie volgens de jury nog belangrijker. De thermocompressor van Trinseo ziet zij daarom als “voorbeeld voor andere geïntegreerde site”. Het idee is volgens Overdulve inderdaad toepasbaar op


Responsible Care

‘Onze door 12 bar aangedreven stoomcompressor zet 3 bar stoom om naar 5 bar’ iedere site waar bedrijven op verschillende drukniveaus stoom nodig hebben, maar waar het gezamenlijke grid de fabrieken slechts in drie standaard drukniveaus voorziet: 3, 12 en 35 bar. “Wie een tussenliggend niveau nodig heeft, past hogere druk stoom toe en vernietigt daarbij de aanwezige kinetische energie via een regelklep. Daar hebben wij een oplossing voor bedacht: onze door 12 bar aangedreven stoomcompressor zet 3 bar stoom om naar 5 bar, waarmee wij in staat zijn een processtroom te verdampen. Doordat we aan de proceskant ook de verdampingstemperatuur nog enkele graden hebben weten te verlagen – door gebruik te maken van een azeotropisch mengsel met een lager kookpunt – is 5 bar stoom nu voldoende waar we eerst 12 bar gebruikten.”

breed toepasbaar

Gridbeheerder Dow is er blij mee, weet Overdulve. “Zeker in de zomer, als pijpleidingen niet verwarmd hoeven te worden, wordt een overschot aan 3 bar stoom afgeblazen naar de atmosfeer. Dow kijkt inmiddels hoe hetzelfde idee ook bij andere fabrieken op het terrein toe te passen. Zoals wij 3 naar 5 bar omzetten, kun je het ook naar 6 of 7 bar omzetten. Of je kunt 12 bar opwaarderen naar 15 bar met een door 35 bar aangedreven thermocompressor.” Overigens staat de telefoon bij Overdulve sinds het winnen van de prijs nog niet roodgloeiend: “Er hebben nog geen andere bedrijven of sitebeheerders gebeld, maar dat komt misschien nog.” Bij Trinseo is de installatie – “een eenvoudig ontwerp bestaande uit een stoomjet en een aantal afsluiters” – in april 2014 geplaatst en deed meteen wat die moest doen. “Producent Körting heeft voor ons

berekend hoeveel 12 bar stoom we nodig zouden hebben om de lage druk stoom om te zetten in 5 bar. Zoals het er nu naar uitziet, hebben we de investering van 640 duizend euro zeer waarschijnlijk in drie jaar terugverdiend. Eigenlijk is zo’n jet een heel oud ontwerp, dat vroeger al werd toegepast om vacuüm op te wekken met behulp van stoom. Terwijl daar nu vacuümpompen met elektromotoren voor worden gebruikt, bleek dit principe van thermocompressie voor ons heel bruikbaar om de lage druk stoom op te waarderen. Waarom we het niet eerder hebben bedacht? Deze techniek is naar de achtergrond verdwenen en stond daardoor niet meer scherp op ons netvlies, maar tijdens een brainstormsessie over kostenefficiëntie kwam het idee opeens op.” Het binnenhalen van de Responsible Care-prijs bleef intern niet onopgemerkt. “We hebben het direct wereldwijd met de hele organisatie gedeeld en er veel reacties op gekregen. Mijn team kreeg de complimenten en felicitaties van de bedrijfstop. Toevallig hadden we de dag na de uitreiking een bedrijfsfeest, waar er ook aandacht voor was. Een project als het onze bevestigt: Responsible Care doe je niet voor de bühne, maar om daadwerkelijk prestaties neer te zetten die goed zijn voor milieu én bedrijf. Trinseo heeft als vrij jong bedrijf al een aardig track record op RC-gebied. Vorig jaar waren we genomineerd met ons Owner Visual Inspectionprogramma (OVI) en dit jaar hebben we zelfs twee projecten ingezonden.” (zie kader)

Continu proces

Responsible Care is een continu proces, zegt Overdulve. De afgelopen jaren hebben alle investeringen

De thermocompressor.

in de styreenfabriek 15 procent energiebesparing opgeleverd. “Het wordt wel steeds lastiger nieuwe energiebesparingsideeën te bedenken die ook bedrijfseconomisch haalbaar zijn.” Het zou helpen als de rijksoverheid meer subsidiemogelijkheden beschikbaar stelt voor energiereducerende projecten in de industrie. Het stoort hem dat Den Haag voor windmolenparken, zonne-energie en groen gas langdurige exploitatiesubsidies verschaft, terwijl de eenmalige investeringsaftrek die de industrie voor energiebesparende maatregelen kan krijgen in vergelijking “peanuts” is. “Energie die je niet hoeft op te wekken is nog altijd groener dan groen opgewekte energie. Als je energiebesparingsprojecten in de industrie op eenzelfde manier stimuleert als groene energie, valt hierin van de industrie nog meer te verwachten.” p

WErEld van plastics De tweede inzending van Trinseo was het project ‘Wereld van plastics’, waarmee het bedrijf het afgelopen jaar samen met natuurorganisaties en basisscholen de bewustwording over plastic afval wist te vergroten. In twee maanden tijd werden circa 1500 basisschoolleerlingen (groep 7 en 8) op educatieve en interactieve manier door Trinseovrijwilligers voorgelicht over onder meer de productie van plastics en het belang van recyclen. juli-augustus 2015 Chemie Magazine 25


45.00 BoegBeeld TopsecTor chemie rijdT duurzaam

Gerard van Harten liet tegelijkertijd met de aanschaf van de Tesla zonnepanelen op het dak van zijn schuur plaatsen.

26 Chemie Magazine juli-augustus 2015


Wetenswaardig

00

CO2-neutrale km’s per jaar Aanvankelijk reed hij een Audi. Maar toen hij merkte dat hij wel heel vaak aan de pomp stond, dacht hij: kan dat niet anders, duurzamer? Niet alleen privé, maar ook vanuit zijn positie als boegbeeld van de Topsector Chemie. Een hybride auto bleek minder geschikt, omdat deze bij wijze van spreken al voor het verlaten van de provincie op benzine zou moeten overschakelen. Bovendien zijn hybride auto’s vergeleken met de huidige benzineauto’s niet extreem zuinig. Zo kwam hij terecht bij de volledig elektrische auto. En als je dan een beetje actieradius wilt, ontkom je bijna niet aan de Tesla. Die schafte hij dan ook aan, in mei

2014. Behalve dat het een plezierige auto is om in te rijden, legt deze op een volle batterij 350 tot 400 kilometer af, wat genoeg is, zeker gezien het steeds uitgebreidere netwerk van laadpunten. De VNCI heeft er één, net als het ministerie van EZ, en ook langs de snelwegen komen er steeds meer. Moet hij naar een verre bestemming zoals het chemiecluster in Delfzijl, dan helpt de snellader in Zwolle hem binnen een half uur verder. Om zijn vervoer nog duurzamer te maken, liet hij tegelijkertijd met de aanschaf van de Tesla zonnepanelen op het dak van zijn schuur plaatsen. Omdat de Tesla vooral ’s nachts wordt opgeladen, is deze nog wel afhankelijk van het elektriciteitsnet, dat zoals we weten grotendeels op fossiel gas en kolen draait. Maar dat wordt gecompenseerd door overdag duurzame energie te leveren aan het net. De panelen wekken namelijk meer op dan huize Van Harten nodig heeft. Zo maakt het boegbeeld zijn kilometers dus nagenoeg volledig CO2neutraal.

Foto: ca sper ril a

Gerard van Harten, voormalig topman van Dow terneuzen, werd na zijn pensionering eind 2012 boegbeeld van de topsector Chemie. Omdat hij in Zeeland woont en de meeste werkbezoeken (ver) buiten zijn provincie plaatsvinden, legt hij jaarlijks zo’n 45.000 km af. met zijn volledig elektrische tesla.

juli-augustus 2015 Chemie Magazine 27


Duurzame vervangers voor zorgwekkenDe stoffen zijn kansrijk

Een tv verpakt in biobased piepschuim van polymelkzuur is slechts een euro duurder.

De lijst van zeer zorgwekkende stoffen is lang. Onderzoeker Daan van Es van de Wageningen UR liep de lijst door en ziet goede kansen voor biobased vervangers. Tekst: Marga van Zundert

‘J

e maakt én een eind aan het gebruik van een schadelijke stof én je introduceert een hernieuwbaar product”, vertelt Daan van Es. De onderzoeker van onderzoeksinstituut Food & Biobased Research (Wageningen UR) ziet het vervangen van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) als twee vliegen in één klap. Van Es bekeek in opdracht van het RIVM de lange lijst van stoffen die om gezondheids- of milieuredenen ongewenst zijn en bracht poten-

28 Chemie Magazine juli-augustus 2015

tiële biobased alternatieven in kaart. “Een eerste snelle scan”, benadrukt hij. Er rolde een shortlist uit van kansrijke vervangers (zie kader). Het gaat nadrukkelijk niet om het vervangen van een schadelijke stof door de identieke stof gemaakt uit biomassa. Van Es: “Dat kan klimaattechnisch mooi zijn, maar de stof zelf blijft even zorgwekkend.” Het groene alternatief dient onschadelijk, of in ieder geval minder schadelijk, te zijn. Én het totale CO2-plaatje moet gunstig zijn. Dus geen exoti-

sche stof afkomstig van een spons in de Stille Zuidzee, maar een stof uit de opkomende biobased industrie.

short cut

Want juist die groeiende stroom aan biobased producten biedt kansen, net als de vriendelijk geprijsde bijproducten. De traditionele chemie zocht immers al naarstig naar betaalbare alternatieven, zonder doorslaand succes. En er is nog een goede reden waarom juist biobased alternatieven succesvol kunnen zijn. Biomassa is op moleculair niveau diverser dan fossiele grondstoffen. De ‘verse’ koolwaterstoffen in biomassa bevatten meer andere atomen dan kool- en waterstof in vergelijking met fossiele grondstoffen zoals olie. Dat maakt de chemie van biomassa vaak complexer, maar is

Foto: Peter Hilz / Holl andse Hoogte

Twee vliegen in


Biobased

één klap volgens Van Es ook “een inherent voordeel dat je slim kunt benutten, want veelgebruikte chemicaliën bevatten vaak heteroatomen”. Hij denkt bijvoorbeeld aan een nog duurzamere productie van de plantaardige kunststof PEF. PEF wordt gemaakt uit biobased furaandicarbonzuur (FDCA) en ethyleenglycol. Een traditioneel tussenproduct van ethyleenglycol is ethyleenoxide, een stof die op de ZZS-lijst staat vanwege kankerverwekkende eigenschappen. Ethyleenglycol is ook direct uit suikers te maken, weet Van Es. Een short cut die ethyleenoxide omzeilt, mogelijk doordat suiker al rijk in zuurstof is. Ook sommige weekmakers staan op de lijst. Weekmakers zoals ftalaten maken plastics flexibeler en minder bros, maar er zijn zorgen over de mogelijk hormoonverstorende werking. Van Es: “Er is al jaren een alternatief op basis van olie uit wonderbonen, maar dat is erg prijzig. Di-esters van FDCA zijn wellicht een betaalbare optie. In die richting doen wij zelf ook onderzoek.”

ketenbreuk

Op de shortlist staan vooral stoffen die breed worden toegepast in hoeveelheden van 1000 tot 10.000 ton binnen Europa. Dat is geen toeval. Alternatieven komen niet spontaan op de markt omdat per bedrijf of branche het gebruik te gering is voor gedegen onderzoek of ontwikkeling. Bovendien is de oplossing voor de ene toepassing zelden 1-op-1 te kopiëren naar de andere toepassing. Een goed voorbeeld zijn niet-vluchtige, polaire oplosmiddelen zoals NMP, DMAc en DMF. Ze zijn toxisch, maar tot nu toe onmisbaar voor de schoonmaakbranche, de productie van kunststoffen, geneesmiddelen en watergedragen verven. Jan van Breugel, die al meer dan 25 jaar biobased producten voor Corbion ontwikkelt en als zelfstandig adviseur biobased innovatie en technologie werkt, zegt hierover: “Bij de productie van halfgeleiderchips zijn ze succesvol vervangen

Top-3 kansriJke vervangers

1 2 3

ZEER ZORGWEKKENDE STOF

TOEPASSING

VERVANGEND BIOBASED ALTERNATIEF

1,2-dimethoxyethaan (dMe, ‘glyme’) en 1-methoxy-2-(2methoxyethoxy) ethaan (‘diglyme’)

giftig, ontvlambaar, schaadt vruchtbaarheid

oplosmiddel in de productie van o.a. elektronica, cartridges, remvloeistof, lijm

dimethylisosorbide, gamma-valerolacton, methyllevulinaat, melkzuuresters

2-nitropropaan

kankerverwekkend, giftig, ontvlambaar

oplosmiddel en tussenproduct in de productie van coatings en explosieven

melkzuuresters, met name ethyllactaat

tussenproduct in polyester en polyamideproductie, o.a. auto-industrie, kabels, vlamvertragers

biobased polyamides, sebacinezuur (uit ‘wonderolie’), vetzuurdizuren

cyclododecatrieen bijtend

door ethyllactaat. Maar vervang je één stof in de keten, dan kan dat overal gevolgen hebben. Bij verven is bijvoorbeeld vaak een hele nieuwe formulering nodig vanwege interacties met de andere componenten.”

omslag

Bulkchemicaliën ontbreken op de shortlist. Van Es: “Bij zulke grote hoeveelheden moet je een niveau hoger kijken: is er een alternatief product of proces denkbaar.” Dat stelt ook Hans van Leeuwen, directeur van Bioprocess Pilot Facility in Delft: “Vroeger vroeg de productie van penicillines sloten methyleenchloride. Maar al sinds begin jaren negentig zijn water en suiker de belangrijkste grondstoffen en klaren micro-organismen de klus.” Hij pleit voor een brede blik. Want nu is zo’n omslag sneller dan ooit te realiseren omdat micro-organismen op maat kunnen worden gemaakt. “Omzettingen verlopen ook steeds efficiënter en daarmee stijgt ook de economische haalbaarheid.” De consument kan ook een belangrijke drijvende kracht zijn voor biobased alternatieven, denkt Van Breugel. Een nieuwe tv verpakt in piepschuim van polymelkzuur is bijvoorbeeld een euro duurder. Op een tv van 300 euro vindt een klant dat verwaarloosbaar en waardeert

de duurzaamheid. Maar in de praktijk redt het biobased piepschuim het niet omdat de inkoper van het elektronicaconcern een miljoenenpost voorziet. “De technologieën zijn er vaak, maar sneuvelen met het idee dat een klant alleen naar kosten zou kijken. Bewustwording speelt misschien wel een doorslaggevende rol.” p Het rapport is te vinden via: http://bit.ly/1BXJx5t

vnCi enThousiasT

dirk van Well, senior beleidsmedewerker stoffen en arbeidshygiëne bij de VnCi, is enthousiast over de resultaten van het onderzoek. “Uit eerder onderzoek door Ce delft bleek dat veel VnCibedrijven al investeren in biobased producten en research naar biobased producten en processen. Het onderzoek van Van es bevestigt dat de biobased route voor bedrijven interessant kan zijn. terecht wijst Van es erop dat het daarbij niet primair moet gaan om de vervanging van een zorgwekkende stof van fossiele oorsprong door een identieke, en dus even zorgwekkende, biobased stof. zijn onderzoek laat zien dat het vervangen van zorgstoffen door minder schadelijke (biobased) producten kansrijk is. ook de topsector Chemie ziet deze kans, en heeft het onderzoek hiernaar opgenomen in zijn roadmap ‘Chemistry of advanced materials’.” juli-augustus 2015 Chemie Magazine 29


GEZOND EN VEILIG WERKEN VRAAGT INSPANNING WERKGEVERS EN WERKNEMERS

Veilig en gezond werken lukt alleen als de mensen in bedrijven dat zelf belangrijk vinden en goed willen organiseren. De overheid kan dat niet alleen met regels afdwingen, hooguit met zachte hand stimuleren. Dit is de gedachte achter het programma Zelfregulering Gezond en Veilig Werken van het ministerie van SZW, dat eind juni officieel van start ging tijdens een landelijke bijeenkomst in Den Haag. Tekst: Erik te Roller

30 Chemie Magazine juli-augustus 2015

’W

e willen bereiken dat alle bedrijven niet alleen de wet- en regelgeving naleven, maar zelf actief met veiligheid en gezondheid aan de slag gaan”, zegt Sabine van Eck, projectleider van het programma Zelfregulering Gezond en Veilig Werken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. “De uitdaging is om te bereiken dat werkgevers en werknemers inzien hoe belangrijk het is om veilig en gezond te werken, waardoor ze zelf het initiatief nemen om dit zowel in hun bedrijf, branche als keten te organiseren en te verankeren. Op die manier kunnen we het aantal bedrijfsongevallen verder verminderen en schade aan de gezondheid voorkomen.” Cees Meijer, communicatie-adviseur bij Gezond en Veilig Werken, voegt toe: “Gedrag en veiligheidscultuur zijn de belangrijkste zaken


Zelfregulering

EErdEr bElonEn dan sTraffEn

Tijdens de landelijke bijeenkomst op 24 juni in Den Haag presenteerden sprekers uit diverse branches hun aanpak van gezond en veilig werken en vonden er tafeldiscussies plaats over verschillende aspecten daarvan. De meeste aanwezigen waren het erover eens dat gezond en veilig werken bijdraagt aan de winstgevendheid van een bedrijf. Maar over straffen en belonen verschillen ze van mening. Sommigen beweren dat bestraffen van onveilig gedrag met boetes of afpakken van vrije dagen alleen maar leidt tot aversie. Op het matje komen bij de baas zien anderen niet als straf en het wegsturen van notoire overtreders als een logische zaak. Belonen met taart of andere geschenken hoeft niet altijd; waardering uitspreken en complimenteren is zeker zo belangrijk. Ook kan gezond en veilig werken alleen van de grond komen als het management het initiatief neemt en vervolgens de medewerkers inschakelt om het handen en voeten te geven. Een andere constatering is dat meer veiligheid vaak de bonus is van programma’s die op efficiënter werken zijn gericht. Het efficiënter indelen van magazijnen bijvoorbeeld leidt tot een hogere productiviteit en verlicht tegelijkertijd de taak van de ‘orderpickers’ zonder dat hier een ergonoom aan te pas komt. Ook het opzetten van een managementsysteem voor Reach (stoffenwetgeving) leidt tot betere arbeidsomstandigheden. Maar dergelijke programma’s kunnen een gerichte aanpak van gezondheid en veiligheid en het tegengaan van ongevallen niet vervangen, is de conclusie.

waar bedrijven aan moeten werken. Meestal is de techniek wel op orde en leven bedrijven de wet na. Houding en gedrag van leiding en medewerkers ten aanzien van veiligheid laten echter vaak te wensen over. Dat topdown opleggen vanuit het ministerie van SZW werkt niet. Bedrijven hebben voorbeelden van andere bedrijven nodig over waar die bij cultuurverandering tegenaan zijn gelopen en hoe ze dat opgelost hebben. Het aanspreken van collega’s op onveilig gedrag is vaak een heikel punt.”

Inspirators

De doelstellingen van het programma Zelfregulering Gezond en Veilig Werken komen in grote lijnen overeen met die van het programma Veiligheid Voorop, waarmee de chemieketen letterlijk vooroploopt. Dat komt goed van pas. Het ministerie ziet namelijk graag dat bedrijven binnen branches en tussen branches praktijkkennis uitwisselen van hun omgang met gezondheid en veiligheid. Vandaar ook dat zes inspirators zijn aangewezen, waaronder Arnd Thomas, algemeen directeur Dow Benelux en Peter Bareman, speerpuntmanager Veiligheid, Gezondheid en Milieu van de

VNCI. Zij zijn het aanspreekpunt voor zowel bedrijven in de branche als daarbuiten. Uiteraard kan de chemieketen ook zijn voordeel opdoen met de praktijkervaringen uit andere branches. “We richten ons op tien branches waarvoor veiligheid en gezondheid erg belangrijk zijn”, zegt Meijer. “Samen met deze branches willen we een beweging op gang brengen, die ertoe moet leiden dat over vier jaar minimaal 20.000 bedrijven met gezond en veilig werken aan de gang zijn.” Van Eck: “Het programma biedt een platform voor zowel communicatie over gezond en veilig werken, als voor subsidies voor pilots, als voor themabijeenkomsten. Per jaar organiseren we twee tot drie themabijeenkomsten over zaken waar verschillende branches mee te maken hebben, zoals veiligheid in de keten en het verbeteren van de veiligheidscultuur. Een nieuw thema is hoe om te gaan met gezondheid en veiligheid nu er naast vaste medewerkers steeds meer flexwerkers en zzp’ers werken.” p Meer informatie: www.gezondenveiligwerkt.nl, projectteam@szwzelfregulering.viadesk.com Twitter: @ZelfOrgGenVWerk

‘Het aanspreken van collega’s op onveilig gedrag is vaak een heikel punt’

Tips

• Geïnteresseerd in het zelf organiseren van gezond en veilig werken? Neem dan in elk geval contact op met branchevereniging of een ‘inspirator’. Die helpen je als bedrijf verder op weg. • Is het inhuren van een trainingsbureau nodig en zo ja welke is dan het meest geschikt? Informeer naar de ervaringen van andere bedrijven in de branche. • Gebruik humor bij het voorschotelen en bespreken van gewenst en ongewenst gedrag. Dat verlaagt de drempel voor iedereen om mee te doen. • Een half uur per dag achter elkaar actief bewegen, zeven dagen per week, houdt je fit en vermindert het risico op harten vaatziekten, suikerziekte en dementie, aldus Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie aan de VU, die sprak op de landelijke bijeenkomst. • Aarzel niet om met een concurrent over veiligheid en gezondheid te praten, dat is legaal en niet concurrentiegevoelig. Hiermee doet ieder zijn voordeel. • Kom tot uitruil in de keten. Neem bijvoorbeeld als steigerbouwer deel aan de voorbereiding van een project door de opdrachtgever of ga als opdrachtgever bij de steigerbouwer langs om eens te zien hoe het er daar toegaat. Dat leidt tot meer begrip, ook voor het opvoeren van kosten voor veiligheidsmaatregelen in offertes. juli-augustus 2015 Chemie Magazine 31


Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

Maarten Breukel OPERATOR bij Linde Gas beneLux

‘Hier is elke dag een verrassing’ Hij heeft dan wel vakantie, maar procesoperator Maarten Breukel komt graag terug naar Linde Gas in Rozenburg voor een gesprek met Chemie Magazine. Met zijn 27 jaar is hij in deze serie niet alleen de jongste tot nu toe, maar ook de enige zonder LinkedIn-profiel. “Daar heb ik nog nooit over nagedacht. Waarom zou ik?”

Foto: ca sper riL a

Tekst: Inge Janse

32 Chemie Magazine juli-augustus 2015


Arbeidsmarkt

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam?

Ik ben Maarten Breukel, 27 jaar, en werk sinds 2013 bij Linde Gas in Rozenburg als procesoperator. Hier scheiden we lucht in zuurstof, stikstof en argon, waarna we die stoffen via pijpleidingen en vrachtwagens naar klanten sturen. Ook hebben we drie kleine CO2plants. We lopen hier met veertien procesoperators en werken in ploegen van twee. Met mijn collega bestuur ik de fabriek en houd haar in de gaten. Ik heb een binnen- en buitenfunctie. Binnen bestuur ik het hele proces, buiten controleer ik alles. Ook zet ik daar dingen klaar voor derden, check ik op lekkages en voer ik kleine werkzaamheden uit. Linde Gas draait 24 uur per dag. Ik draai daarom in zes dagen zes diensten van acht uur: twee keer ‘s ochtends, twee keer ‘s middags en twee keer ‘s nachts. Daarna heb ik vier dagen vrij. Dat vind ik heerlijk. Als ik doordeweeks boodschappen doe of naar de stad ga, dan is het hartstikke rustig. Het is soms lastig dat mijn vrienden er een ander patroon op nahouden. Ik moet weleens nee zeggen als ik uitgenodigd word voor een feest. Maar ik doe dit werk nu al bijna tien jaar, dus ik ben het gewend.

2

Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet?

Dat vind ik lastig, want zelfs veel mensen van mijn eigen leeftijd weten het ook niet. Ik zeg daarom altijd: binnendienst is een soort computerspel. Ik zit voor een beeldscherm waarop dingen gebeuren. Als ik ergens op klik, dan gebeurt er wat in de fabriek. Maar als ik hier op iets verkeerds klik, dan zijn de gevolgen groter dan in een game. (lachend) Ja, je kunt altijd opnieuw beginnen, maar daar zit de nodige schade aan vast. juli-augustus 2015 Chemie Magazine 33

e


‘Ik ben communicatief een stuk beter geworden, want ik was nooit zo’n prater’ CuRRiCulum viTAE naam Maarten Breukel LeeFtijd 27 WoonpLaats Rozenburg HuWeLijkse staat Alleenstaand (“Nee, ook geen vriendin”) kinderen Geen opLeidinGen Mbo procesoperator B (2004-2007, Scheepvaart en Transport College in Brielle) Vmbo theoretische leerweg (2000-2004, Maerlant in Brielle) nevenactiviteiten Geen (“Maar ik ben wel gevraagd voor de organisatie van de bardienst bij mijn tennisvereniging, dus dat lijkt me leuk om weer op te pakken”) WerkGevers Procesoperator bij Linde Gas Rotterdam (2013heden) Procesoperator bij DSM Special Products Rotterdam (2007-2013)

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?

Ik kom uit Rozenburg en was altijd al nieuwsgierig naar wat hier allemaal gebeurt. Ook was ik altijd al bezig met techniek. Als mijn vader een band plakte, ging ik altijd kijken. Na mijn lagere school verhuisden we naar Brielle. Daar volgde ik vmbo theoretische leerweg en koos ik in het derde jaar voor de exacte vakken, dus scheikunde, natuurkunde en wiskunde. Toen ik zeventien was, begon ik aan de mbo-opleiding tot procesoperator in Brielle. Ik zat eerst op de opleiding op C-niveau, die vier jaar duurt en dieper op de leerstof ingaat. Maar dat werd te pittig voor 34 Chemie Magazine juli-augustus 2015

mij. Ik kon toen kiezen tussen een jaar blijven zitten of naar B gaan. Ik heb dat laatste gedaan, want ik zit niet graag in de schoolbanken. Achteraf heb ik daar spijt van. Met de C-opleiding kun je veel meer kanten op. Hoe goed ik ook ben, ik blijf iemand die alleen B heeft gedaan. Tijdens mijn opleiding liep ik stage bij DSM, wat tegenwoordig Emerald Kalama is, hier drie huizen verderop. Na mijn stage mocht ik daar gelijk blijven als procesoperator. Ik ben totaal geen jobhopper, maar na zes jaar was het goed om weg te gaan. Bij Linde Gas kreeg ik in april 2014 een nieuwe kans.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet?

Elke dag op kantoor zitten en hetzelfde doen, dat lijkt me helemaal niets. Weer getalletjes invullen, joepie! Hier is elke dag een verrassing. Ik weet nooit wat ik tegen ga komen, want je kunt het zo gek niet verzinnen. Dat komt doordat het allemaal draaiende onderdelen zijn, dus dat slijt. Ik moet daarom flexibel zijn. Een rustige dag kan opeens heel anders lopen dan verwacht. Gelukkig werk ik in een team. Daardoor kan ik altijd overleggen over wat we gaan doen en hoe. Omdat we maar met z’n tweeën zijn, vraagt dat meer van mezelf. Hoe goed ben ik eigenlijk? Wat kan ik nou echt? Dat vind ik leuk.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots?

Op mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik ben communicatief een stuk beter geworden, want ik was nooit zo’n prater. Maar omdat ik zo vaak met klanten bezig ben, moet ik vaak bellen. Terwijl ik het vroeger zelfs verschrikkelijk vond om een bioscoopkaartje te reserveren. Ik ben hier voor de leeuwen gegooid, maar ik heb het geleerd. Nu gaat

alles een stuk makkelijker. Dat merk ik ook in mijn dagelijks leven. Vroeger zou ik in een winkel niet zo snel zeggen dat er iets niet klopt, terwijl ik dat nu wel doe.

6

Wat drijft je in je werk?

Als ik zie hoe ik mijn werk doe, dan zie ik dat dit bij me past. Het trekt aan me. Ik ben hier altijd met techniek bezig, wat ik heel interessant vind. Bovendien is elke dag anders. Mijn echte passie is sport, maar als ik een sportopleiding had gedaan, dan zou ik niet weten wat ik daarmee zou doen, plus dat ik nu vermoedelijk werkeloos zou zijn. Sport is daarom vooral een hobby.

7

Wat levert je werk je op?

Ik verdien heel leuk, meer dan de meesten van mijn vrienden. Ik verdien zelfs meer dan sommige vaders met een normale baan. Er zullen ook niet veel mensen kunnen zeggen dat zij hun huis kochten toen zij 21 waren. En ook geen flatje, maar gelijk een rijtjeshuis. Dat is een groot voordeel van dit werk. Maar geld is niet alles. Het helpt mee, dat was het. Het gaat mij om het plezier in mijn werk. Ik word hier gelukkig van en ga bijna elke dag met plezier naar mijn werk. Dat moet ik ook hebben, anders moet ik wat anders zoeken. Ik vind het ook belangrijk dat mijn werk een hoop vrije tijd oplevert. Officieel werk ik maar 33,6 uur in de week. En mijn werk heeft me persoonlijk verbeterd, dat is een extra dat ik erbij kreeg.

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage?

(met Rotterdamse tongval) Soo, hebbie effe? Je ziet het vaak niet, maar neem Coca-Cola of bier, daar zit CO2 in, dat wij leveren.


Arbeidsmarkt Maarten Breukel: ‘Elke dag op kantoor zitten en hetzelfde doen, dat lijkt me helemaal niets.’

Daarnaast gaat onze zuurstof naar ziekenhuizen en zit er in verpakkingen van voedingsmiddelen een vleugje van onze stikstof om de producten goed te houden. (lachend) Dat staat vaak niet op de verpakking, want dan durven mensen het niet meer open te maken. En tuinders gebruiken CO2 voor hun kasplanten en -bloemen. Bovendien leveren we aan klanten die er zelf verder mee gaan, zoals Shin-Etsu, Shell en AVR.

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet?

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar?

Ik denk dat ik nog steeds als operator werk. Dat hoeft niet per se bij Linde Gas, maar dat kan wel. Ik wil in ieder geval gegroeid zijn, bijvoorbeeld tot wachtchef. Dan ben je de baas over de ploeg. Het lijkt me leuk om verantwoordelijk te zijn en mijn ervaring te kunnen delen met collega’s. Maar ik ben niet bezig met mijn carrière, dus ik zeg niet dat ik over tien jaar dat en dat móét zijn. Heel veel later wil ik misschien wel wat anders, zoals naar het buitenland toe. Frankrijk trekt me heel erg, ook al heb ik geen duidelijk idee wat ik daar wil doen. Maar dat is voor ooit eens, niet voor over tien jaar. p

?

WIE IS Maarten Breukel NAAST zIJN WERK?

maarten tennist, voetbalt en gaat naar de sportschool. daarnaast heeft hij een hond (“die kan prima acht uur alleen thuisblijven, want hij slaapt meestal nog als ik thuiskom”). verder gaat hij regelmatig met vrienden op stap in rozenburg (“er zijn hier acht kroegen, maar meestal zijn het dezelfde waar ik naartoe ga”). en hoewel rozenburg bij rotterdam hoort, is maarten voor ajax (“dat komt door mijn broer, die was vroeger al voor ajax. maar ik heb ook een Feyenoord-shirt thuis, hoor”).

Foto: ca sper riL a

Vroeger wilde ik het liefste iets met sport doen, maar daar was ik te introvert voor. Tegenwoordig zit ik op tennis, voetbal en ga ik naar de sportschool. Vroeger heb ik nog op selectieniveau gevoetbald, maar ik was nooit goed genoeg om profvoetballer te worden. Ook sportdocent gaat hem niet worden. Van sport moet ik geen vak maken, dat moet mijn hobby blijven. En iets anders wat ik liever zou doen? Lastig. Ik denk daar vrijwel nooit over na. Nee, echt niet.

juli-augustus 2015 Chemie Magazine 35


VIA: HOUD BIJ ASBEST REKENING MET SPECIFIEKE ASPECTEN INDUSTRIE

‘JE KUNT NIET ZOMAAR EV Er is een groot verschil tussen verwijdering van asbest uit een woning of een fabriek, waar de omstandigheden vaak heel anders zijn en processen niet zomaar stilgelegd kunnen worden. De wetgever houdt daar nog te weinig rekening mee, vindt Stichting VIA. Tekst: Igor Znidarsic

I

n procesinstallaties is veel asbest verwerkt, onder andere als isolatiemateriaal. “Het zit bijvoorbeeld in plaatpakkingen tussen flenzen”, weet Pieter van Zijl, voorzitter van Stichting VIA (Verenigd Industrie overleg inzake regelgeving omtrent Asbest en schadelijke vezels) en specialist environment and permits bij Nuon. “Het verschil met de bebouwde omgeving is dat je behalve met het risico van asbest voor de gezondheid ook te maken hebt met risico door onder andere chemicaliën, hoge temperaturen, hoogspanning en draaiende delen. In de industrie kun je ook vaak niet zonder consequenties voor het productieproces het eventueel aanwezige asbest verwijderen. Je kunt niet zomaar even de boel stil-

NIEUWE LEDEN GEZOCHT Om een goede gesprekspartner te zijn bij de verschillende stakeholders, kan Stichting VIA goed de kennis en mankracht van nieuwe leden gebruiken. Stichting VIA op haar beurt kan hen vervolgens weer helpen met de ervaring onder de aangesloten leden. Meer info en aanmelden: http://stichting-via.nl 36 Chemie Magazine juli-augustus 2015

leggen.” Stichting VIA is een samenwerkingsverband gericht op regelgeving over asbest en schadelijke vezels in industriële installaties. Lid zijn diverse brancheorganisaties, waaronder de VNCI, en bedrijven uit industriële sectoren, waaronder Dow Chemical, Exxon Mobil, Fujifilm, IOI Loders Croklaan, Shell/ NAM en Shell Refinery, Essent/ RWE, Nuon/Vattenfall, NXP Semiconductors, Damen Shiprepair & Conversion en Tata Steel. Bedrijven constateerden in toenemende mate dat in regelgeving over asbest niet of nauwelijks rekening werd gehouden met de specifieke aspecten van de industrie. Dit leidde tot de oprichting van Stichting VIA begin dit jaar. “Wij willen de risico’s van asbest niet bagatelliseren”, benadrukt Van Zijl. “We willen alleen dat het zo aangepakt wordt dat de bedrijfsvoering er niet te veel onder lijdt. Daar is in de regelgeving nog te weinig oog voor.”

Gelaatsmaskers

De regelgeving moet volgens medebestuurslid René Bekman, arbeidshygiënist en veiligheidskundige bij Fujifilm, behalve voor de gezondheidskundige aspecten ook oog heb-

ben voor de realistische haalbaarheid. “Dat zagen wij misgaan bij de verlaging van de grenswaarden.” Die lagen op 10.000 vezels per kubieke meter en werden medio 2014 verlaagd naar 2000 voor serpentijnachtige en 300 voor amfiboolachtige asbest. Bekman: “Die norm van 300 bleek praktisch niet haalbaar, omdat de huidige gelaatsmaskers niet aan de daarbij horende beschermingsfactor kunnen voldoen. Dat heeft te maken met de uitvoering en materialen, maar ook met het gebruik.” Een ander probleem betrof het verwijderen van het containment, een soort folietent. “Je moet eerst aantonen dat alles schoon is voordat je het containment verwijdert. Maar de norm was zo scherp gesteld dat je het risico liep dat je het helemaal niet kon verwijderen.” Stichting VIA heeft bij de SER aangegeven dat een zo drastische verlaging van de grenswaarde niet per se leidt tot een lager gezondheidsrisico, maar wel tot een praktisch probleem in het bedrijfsleven. Van Zijl: “Dat heeft ertoe geleid dat er een traject is afgesproken voor de komende vijf jaar waarbij de verlaging van de norm per 1 januari aanstaande is beperkt tot 2000 vezels


Arbeidsveiligheid

EN DE BOEL STILLEGGEN’

ASBEST

‘Wij willen asbestrisico’s niet bagatelliseren, maar pak het zo aan dat bedrijfsvoering er niet te veel onder lijdt’ per kubieke meter en wij in de tussentijd gaan kijken hoe we in de toekomst eventueel alsnog aan een lagere grenswaarde kunnen voldoen. Daarmee hebben we voorkomen dat een niet praktisch haalbare norm opgelegd zou worden die het bedrijfsleven zou kunnen schaden.” Daarnaast doet elke medewerker in de asbestverwijdering nu een pastest, om te kijken of het gelaatsmasker goed aansluit bij het gezicht. Tegelijkertijd krijgen de medewerkers beter onderricht en voorlichting over het gebruik van hun masker. De grenswaarden waren volgens

Asbest bestaat uit kleine minerale vezels, onder te verdelen in gekrulde/gebogen, ofwel ‘serpentijn’ vezels en rechte, ofwel ‘amfiboole’ vezels. Omdat asbest goed isoleert, sterk, slijtvast en goedkoop is, is het heel veel gebruikt, in onder meer schepen, woningen, schoorsteenpijpen, kacheldeuren en procesinstallaties. Sinds bekend is dat asbest gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en in 1993 een verbod op toepassing intrad, wordt het niet meer toegepast. Maar woningen en installaties van voor 1993 bevatten nog vaak asbest. Zolang het niet beschadigd wordt, komen er geen vezels vrij en is er geen gevaar voor de gezondheid. Bij het verwijderen van asbest zou dat wel kunnen gebeuren. Daarom gelden daarvoor strenge regels.

Bekman verlaagd vanwege gezondheidskundige aspecten en “omdat de regels in asbestland niet altijd even goed werden nageleefd”.

Steeds strenger

Daarnaast is Nederland volgens hem het beste jongetje van de Europese klas. Deels om voorop te lopen, deels vanwege een aantal incidenten, “met als standaard reactie van de overheid strengere normen”, aldus Van Zijl. “Maar als je zaken steeds strenger maakt, is het in de praktijk niet meer handhaafbaar. Bovendien verbeter je met verlaging van de grenswaarden de blootstelling voor de medewerkers, maar of je daarmee bereikt dat ze veiliger gaan werken, daar heb ik mijn twijfels over. Je kunt veel beter kijken naar de processen. Zijn die goed beschreven, worden ze goed nageleefd, sluit de regelgeving goed op elkaar aan?”

Een ander aandachtspunt betreft de risicoclassificaties. Bij risicoklasse 1, waarbij geen vezels vrijkomen, kan een bedrijf zelf de asbest verwijderen, met daarvoor opgeleide medewerkers. Bekman: “Sommige bedrijven doen dat. Andere laten het over aan een gecertificeerde saneerder. Nadeel daarvan is dat deze volgens een bepaald protocol werkt, met de nodige bureaucratie. Daarnaast is er een grijs gebied tussen klasse 1 en 2. Leidt het loshalen van een aantal bouten bij een pakking tot emissie van vezels of niet? Een gecertificeerde saneerder zal altijd ‘ja’ zeggen, omdat hij niet het risico wil lopen om zijn certificaat te verliezen. Waardoor een verwijdering onnodig vaak in risicoklasse 2 valt, met alle gevolgen van dien voor het bedrijf. We zijn nu met TNO en Ascert (Stichting Certificatie Asbest) in gesprek om deze problematiek in goede banen te leiden.” p juli-augustus 2015 Chemie Magazine 37


Startupbootcamp geeft podium aan baanbrekende innovatieS

Vliegende start Negen starters presenteerden op 10 juli hun innovaties aan investeerders tijdens de finale van de Startupbootcamp Smart Materials in Sittard. “Nu zijn de start-ups klaar om hun bedrijven verder uit te bouwen”, stelt directeur Anique Soetermeer.

Speciaal ambassadeur voor start-ups Neelie Kroes riep de ondernemers op vooral niet te bescheiden te zijn.

Tekst: Adriaan van Hooijdonk

TiameT 3D: gronDsTofrevoluTie in 3D-prinTen De Spaanse ondernemer Tico Morales ontwikkelde samen met de Japanner Jefferey Karasawa, de Amerikaan Reid Larson en twee wetenschappers van de TU Delft een nieuwe grondstof voor 3D-printers. “Het grote voordeel is dat het materiaal in vrijwel iedere 3D-printer kan worden gebruikt”, legt Larson uit. “Dus niet alleen in professionele, kostbare 3D-printers, maar ook in goedkopere modellen voor de consumentenmarkt.” De start-up maakt voor de grondstof gebruik van drie basismaterialen: PLA, 38 Chemie Magazine juli-augustus 2015

PET en PEI. Door hier zelf ontwikkelde nanodeeltjes aan toe te voegen, worden de materialen volgens Larson minimaal twee keer zo sterk als het origineel. “Daardoor is het mogelijk om tegen aanzienlijk lagere kosten robuuste en niet-poreuze 3D-ontwerpen te printen. Bovendien zorgt onze samenwerking met de Maastrichtse printerproducent MaukCC ervoor dat industrieel 3D-printen ook voor het mkb veel goedkoper wordt.”


Innovatie

‘Wanneer een nieuw product hier aanslaat, ligt succes in de rest van Europa in het verschiet’

gel tegen gewrichtsslijtage, tot supersterk materiaal uit koolstofvezel-versterkte keramiek en gepersonaliseerde 3D-geprinte botimplantaten.

ideale testmarkt

Neelie Kroes, door de overheid benoemd tot speciaal ambassadeur voor start-ups, riep de ondernemers op vooral niet te bescheiden te zijn, hun ideeën met anderen te delen en vol te blijven houden. Daarnaast vroeg zij aan pensioenfonds ABP om minder in het buitenland te beleggen en vooral te investeren in startende, innovatieve Nederlandse bedrijven. Ook gaf zij aan dat de Nederlandse consument openstaat voor veranderingen, waardoor ons land een ideale testmarkt is. “Wanneer een nieuw product hier aanslaat, ligt succes in de rest van Europa in het verschiet. Bovendien heeft Nederland een uitstekend ecosysteem

CeraCarbon: ijzersTerk, liChT en slijTvasT

FOTO: SHUT TERSTOCK

d

e startende ondernemers volgden van april tot en met juli op de Brightlands Chemelot Campus in SittardGeleen een intensief programma om hun innovatie in korte tijd te vermarkten. Daarbij werden ze begeleid door 150 mentoren die hun kennis en netwerk gratis ter beschikking stelden. Ook konden ze gebruikmaken van de mogelijkheden van de Brightlands Chemelot Campus, zoals R&D-voorzieningen, pilotplants en productiefaciliteiten. De start-ups zijn allemaal actief in smart materials: duurzame materialen die een positief effect hebben op gezondheid, levensstijl en milieu. Tijdens de finale pitchten de startende ondernemers op een podium negen baanbrekende innovaties voor investeerders. Ze varieerden van ultra-absorberend materiaal voor luiers en injecteerbare hydro-

De Nederlandse start-up CeraCarbon uit Stein ontwikkelde een nieuw, ijzersterk materiaal dat de eigenschappen van carbonfiber en keramiek combineert. “Het keramisch gecoate materiaal is sterker dan staal, terwijl het zo licht is als carbonfiber”, licht oprichter Roeland Coumans toe. ”Carbonfiber heeft echter als nadeel dat het niet slijtvast is. Daardoor is het niet geschikt voor bijvoorbeeld gebruik in machines. CeraCarbon lost dat probleem op: het is slijtvaster dan staal.” De eerste toepassing van het nieuwe materiaal is inmiddels in de praktijk getest. Op het circuit in het Belgische Zolder is een geslaagde testrit gehouden met motoren met een voorvork van CeraCarbon. “Dat leverde een gewichtsreductie van 75 procent op, waardoor deze voorvork voor een revolutie in de motorsport gaat zorgen”, verwacht Coumans. CeraCarbon is inmiddels met meerdere grote partijen uit de racewereld in gesprek om de voorvork toe te passen. Daarnaast is het materiaal volgens hem bij uitstek geschikt voor bijvoorbeeld het landingsgestel van vliegtuigen en de bladen van windmolens. “Fokker heeft al interesse getoond.” juli-augustus 2015 Chemie Magazine 39


voor start-ups, met tien technologische clusters die nauw met elkaar verbonden zijn.” Anique Soetermeer, directeur van de Startupbootcamp Smart Materials, kijkt terug op een geslaagd evenement. “Nu zijn de start-ups klaar om hun bedrijven verder uit te bouwen. Drie start-ups hebben inmiddels geld ontvangen van het Limburg Business Development Fonds. De overige zes zijn in gesprek met investeerders om een samenwerking op te zetten.” Ze benadrukt dat alle start-ups nog drie maanden in het programma blijven meedraaien om hun innovaties succesvol te vermarkten. “Zo organiseren wij bijvoorbeeld nog een-opeengesprekken met adviseurs. Ook volgen er nog events.” Zeven start-ups hebben volgens haar al aangegeven in de regio actief te blijven als ze genoeg kapitaal weten aan te trekken. Na de zomer starten de voorbereidingen voor de volgende Startupbootcamp. p

veel meDisChe innovaTies Tijdens de Smart Materials Demo Day presenteerden ook zes andere start-ups hun innovaties, waaronder vijf medische projecten: • Medical Device Works ontwikkelde een technologie om organen met kanker chemotherapie-medicijnen toe te dienen zonder dat de rest van het lichaam last heeft van de nadelige effecten van de chemokuur. • Onderzoekers kunnen met de technologie van Nestegg Biotech levend weefsel printen met een 3D-printer. • Hy2care bedacht een injecteerbare pleister om de afbraak van kraakbeenweefsel, bijvoorbeeld in een kniegewricht, te stoppen. • Orthonova ontwikkelde niet alleen een technologie om heupoperaties te vereenvoudigen, maar ook bijbehorende implantaten. • Matricore gebruikt 3D-technologie voor de ontwikkeling van botimplantaten. • NovioPhonics bedacht een hydrogel waarmee boeren en tuinders de dosering van gewasbeschermingsmiddelen met minimaal 50 procent kunnen verlagen. 40 Chemie Magazine juli-augustus 2015

resens: ulTra-absorberenD luiermaTeriaal “De beste innovatie in de luierindustrie die ik de afgelopen jaren heb gezien”, jubelde de R&D-directeur van Libeltex (producent van technisch en smart textiel) na een demonstratie van het nieuwe polymeer van ReSens. Volgens Marco Claessens van ReSens is de start-up erin geslaagd om een polymeer te ontwikkelen dat niet alleen veel meer vocht opneemt, maar ook een stuk goedkoper is dan de huidige polymeren die de luierindustrie gebruikt. Bovendien hebben luierfabrikanten minder korrels nodig voor de productie van luiers, waardoor het draagcomfort toeneemt. Naast de luierindustrie toont ook de land- en tuinbouw veel belangstelling. Claessens legt uit: “Het nieuwe polymeer kunnen wij vermengen met jute om er ver-

volgens ‘plantpluggen’ voor de aanplant van sla of orchideeën van te maken. Daardoor krijgt het gewas of de bloem, afhankelijk van de soort, 10 tot 25 procent meer wortels, zodat ze meer vocht op kunnen nemen. Een slateler kan hierdoor zeker één keer per jaar extra oogsten. Ook het groeiproces van een orchidee heeft met onze oplossing minder uitval.” De innovatie heeft volgens Claessens zelfs de aandacht getrokken van de Bill Gates Foundation: “De Foundation wil jute doeken met ons materiaal in Afrika in greppels plaatsen, zodat malariamuggen er eitjes in leggen. Door de doeken vervolgens te verbranden, willen ze de ziekte terugdringen.”


Het zit in ons karakter

De haven is ons leven. Aanpakken, hard werken en toegankelijke mensen, dat is ons karakter. Wanneer je Zeeland Seaports leert kennen, maak je kennis met professionals die trots zijn op hun havens. Uw belang is ook ons belang. Klanten komen op de eerste plaats. Altijd. Wij weten wat belangrijk is voor uw bedrijf. Dat zit in ons karakter en is een van onze specialiteiten: heliport locatie aan zee een diepgang van 16,5 meter goede, filevrije achterlandverbindingen geen negen tot vijf mentaliteit bereikbare havens en mensen gespecialiseerde terminals voor een breed scala aan lading u kunt ons 24/7 bereiken op +31 (0)115 647400

www.zeelandseaports.com

driven by dedication


Uitgelicht 42 Chemie Magazine juli-augustus 2015


juli-augustus 2015 Chemie Magazine 43

Als kind van (zoals Brinkman het zelf noemt) “nog net geen hippies”, lette hij goed op wanneer zijn vader zelf wijn maakte. Ongeveer een jaar geleden kwam hij de oude apparatuur weer tegen en hij was direct geïntrigeerd. Hij kocht een wijnreceptenboek en begon te experimenteren. Hoewel wijn gewoonlijk wordt gemaakt van druiven, gebruikt Brinkman geen enkele druif in zijn recepten. In plaats daarvan gebruikt hij ingrediënten die gratis of makkelijk te verwerken zijn. Zijn eerste creatie was gemaakt van vlierbloesem en later ook vlierbessen die hij zelf had geplukt. Momenteel gebruikt hij bijvoorbeeld honing, nectarine, banaan en zelfs earlgreythee. Volgens Brinkman bevat het basisrecept voor wijn suiker, water, gist en overige toevoegingen die de gist helpen groeien. “Kort gezegd: de gist eet de suiker en poept alcohol en koolstofdioxide uit”, aldus Brinkman. Ieder brouwsel is ongeveer 20 liter en hij heeft momenteel zo’n 85 liter in verschillende

Op het eerste gezicht lijkt Aldo Brinkmans appartement een vrij normale woning, totdat je oog valt op allerlei grote flessen. Brinkman, promovendus in fysische chemie aan de TU Delft, is toevallig ook een amateurwijnmaker.

BRon: Delta (tU DelFt)

Zoals het een echte academicus betaamt, houdt Brinkman een labjournaal bij waarin hij al zijn creaties vastlegt. Hij houdt bij welke ingrediënten, tijdslijnen en procedures hij uitprobeert, omdat hij experimenteert met meerdere variabelen. Sommige materialen, zoals kurken, móét hij wel kopen, maar Brinkman recyclet zo veel mogelijk. Zo verzamelt hij lege wijnflessen bij restaurants voor het bottelen van zijn wijnen. Hij heeft zelfs z’n eigen etiketten ontworpen en uitgeprint. “Het moet vooral leuk zijn”, zegt Brinkman over zijn hobby. Hij vertelt dat hij graag zijn flessen cadeau doet, omdat dat unieker en persoonlijker is dan gewoon iets kopen. Daarnaast waardeert hij eerlijke feedback, zowel op zijn successen als op zijn mislukkingen. “Het hoogtepunt is de wijn delen met vrienden: geweldig om alle verschillende meningen te horen.”

fases van gisting. Het proces kan enkele maanden of enkele jaren duren, afhankelijk van het gewenste resultaat. Brinkman geeft aan dat de snelst gebrouwen wijn ongeveer zes maanden nodig heeft.

Wijn zonder druiven

ChemiCus-amateurwijnmaker experimenteert zelfs met earlgreythee

Foto: Sam RentmeeSteR


Vmbo-leerlingen aan de slag met het ‘witte-poedermysterie’ tijdens het studie- en beroepskeuzeevenement ‘Spots on jobs’.

Stichting c3 brengt chemie tot leven bij de jeugd

Investeren In jong talent Kinderen enthousiasmeren voor wetenschap en technologie en jongeren voor een opleiding en beroep in de chemiesector, dat is Stichting C3 in een notendop. Veel C3-projecten richten zich op scholen: een belangrijke ingang om de jeugd te bereiken. Directeur Marijn Meijer: “We proberen het bedrijfsleven daarin zo veel mogelijk te betrekken, om de praktijk dicht bij de leerlingen te brengen.” Het eerste deel in een serie over C3. Tekst: Marloes Hooimeijer

a

fgelopen juni bestond de Stichting C3 22 jaar. Ze werd destijds opgericht door de VNCI, de beroepsvereniging KNCV en de vereniging van onderwijzers in de natuurwetenschappen NVON. “De oprichters zagen de noodzaak om een evenwichtig beeld van de chemie, chemische bedrijvigheid en de beroepsactiviteit te scheppen bij jongeren”, vertelt directeur Marijn Meijer. Samen met de huidige vaste partners VNCI,

44 Chemie Magazine juli-augustus 2015

Stichting DAS, OVP, KNCV en NWOCW en met de projectpartners uit bedrijfsleven en onderwijs zet zijn zevenkoppige team zich nog altijd vol overgave in om kinderen te enthousiasmeren voor wetenschap en technologie en jongeren voor een opleiding en beroep in de chemiesector. “De belevingswereld van de doelgroep staat daarbij centraal”, zegt Daphne Koeman, projectleider communicatie en voorlichting. “Ik ben ervan overtuigd dat het helpt als je kinderen en jongeren zo veel

mogelijk ervaringen in wetenschap en technologie meegeeft; om hun interesse te wekken, hun talenten te laten ontdekken en een bewuste keuze voor chemie mogelijk te maken.” C3 initieert zelf projecten, maar levert ook projecten op maat, aan bedrijven bijvoorbeeld. Programmamanager voortgezet onderwijs Pauline Sloet vertelt: “We zoeken altijd naar een effectieve manier om de chemiepraktijk zichtbaar te maken in de klas of op locatie, bedrijven te helpen een relatie met hun omgeving op te bouwen, onder meer door contact met scholen te leggen, en bij het overbrengen van hun boodschap aan de doelgroep.” Meijer: “Veel van onze projecten richten zich op het onderwijs, omdat we ervan overtuigd zijn dat scholen een belangrijke ingang zijn om kinderen en jongeren te bereiken. We proberen het bedrijfsleven daarin zo veel mogelijk te betrekken, om de praktijk dicht bij de leerlingen te brengen. Het is mijn taak te zorgen dat bedrijven weten wat er speelt in het onderwijs en andersom, en om die twee werelden aan elkaar te koppelen.”


Onderwijs

voortgezet onderwijs

Een van de succesvolle formats die C3 ontwikkelde voor activiteiten bij bedrijven, is de Lab Experience Day (LED). Jaarlijks organiseert zij de LED’s in house bij labbedrijven om scholieren en hun ouders daar een beter beeld van de laboratoriumwereld te geven. Een op-maat-project is de Chocolate Challenge, die Stichting C3 samen met Shell heeft bedacht. “Daarin maken vmbo-leerlingen kennis met het beroep van procesoperator en gaan de leerlingen zelf met helm en veiligheidsbril de proeffabriek in”, vertelt Sloet. De Chocolate Challenge bezocht inmiddels tientallen vmbo-scholen en er zullen er nog vele volgen. “Uit de pre- en postenquêtes komt duidelijk naar voren dat de jongeren procesoperator na de Challenge meer als potentieel beroep zien. Ook na de Lab Experience Days zeggen jongeren (en hun ouders) een beter beeld te hebben van werken in een laboratorium.” Meijer vult aan: “Ons streven is niet alleen dat leerlingen voor chemie kiezen, maar dat ze dit bewust doen, zodat er ook na die keuze zo min mogelijk uitvallers zijn.” Voor het voortgezet onderwijs kop-

pelt C3 haar materialen zo veel mogelijk aan concrete beroepspraktijken, zoals in de lessenseries Talent4U voor vmbo’ers, PROEF!werk voor havisten en Research4U voor vwo’ers. “In die laatste nemen jonge wetenschappers de scholieren mee in verschillende fases van hun wetenschappelijk onderzoek en dagen zij hen uit om mee te denken”, aldus Sloet. De bestanden behorende bij de lessenseries werden vorig jaar 3.870 keer gedownload.

basisonderwijs

Door deel te nemen aan C3-projecten investeren chemiebedrijven in jong talent. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen, maar bedrijven geven volgens C3 geregeld aan dat het basisonderwijs ver van hen afstaat. Meijer: “Voor ons basisschoolproject Expedition Chemistry is het best lastig projectpartners te vinden – we kunnen zeker nog nieuwe partners gebruiken. Als je de basisschool overslaat, wordt de vijver om uit te vissen in het voortgezet onderwijs alleen maar kleiner. Daarom willen we chemie in het basisonderwijs juist nog meer profileren. Door leerkrachten, vaak géén

Projecten exact wat je zoekt!: Activiteiten en materialen om vmbo’ers tot vwo’ers enthousiast te maken voor een opleiding en carrière in de chemie, life sciences, procestechniek en natuurkunde. exPedItIon chemIstry: Materialen en activiteiten om basisschoolkinderen op een speelse manier te laten kennismaken met chemie en toepassingen van chemie in het dagelijks leven. lab exPerIence days: Tijdens een LED ervaren middelbare scholieren hoe het is om in een laboratorium te werken. Ze doen er experimenten die laboranten zelf ook doen. De ouders krijgen informatie over beroepsmogelijkheden en arbeidsperspectieven. week van de ProcestechnIek: Vmbo-leerlingen bezoeken procestechnologische bedrijven, waar ze een rondleiding krijgen, zelf aan de slag mogen en een beter beeld van het beroep van procesoperator krijgen. jet-net junIor Parels maken: In dit project werkt Stichting C3 samen met ouders uit het bedrijfsleven en leerkrachten aan beter wetenschap- en technologie-onderwijs op de basisschool. Meer informatie: www.c3.nl/projecten juli-augustus 2015 Chemie Magazine 45


het team

FoTo: WILMAr PhoTogr APhy

V.l.n.r.: Directeur Marijn Meijer, projectleider voortgezet onderwijs Anne-Lotte Masson, programmamanager voortgezet onderwijs Pauline Sloet, projectleider basisonderwijs Florien de Brouwer, projectleider communicatie en voorlichting Daphne Koeman, projectleider voortgezet onderwijs Ilonka Mekes en projectleider basisonderwijs Winnie Meijer.

‘Als je de verwondering in hun blik ziet, weet je dat je ze te pakken hebt’ bèta’s, te ondersteunen, zodat ze uit hun comfortzone durven te stappen en merken dat een chemieles geven hartstikke leuk is.” In het project ‘Parels maken’ biedt C3 workshops en coaching aan chemici en leerkrachten. “Chemici hebben de kennis van de chemie in huis, maar vinden het vaak lastig om aan te sluiten bij de taal- en belevingswereld van een kind”, aldus Koeman. “Door samen met een leerkracht een gastles op te zetten, ontstaan er mooie samenwerkingen, waarbij bedrijven en scholen beide hun verantwoordelijkheid nemen.”

hulP bIj de dag van de chemIe

Voor deelnemers aan de Dag van de Chemie op 26 september heeft Stichting C3 allerlei materialen beschikbaar om jongeren die dag te inspireren. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld een eigen ‘Kinderlab’ inrichten met behulp van draaiboeken, kanten-klare werkbladen en aankledingsmateriaal. De Kinderlabgids biedt hierbij de benodigde tips. op de website www.C3.nl/kids staan allerlei leuke proefjes voor kinderen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld hun eigen frisdrank, haargel, shampoo of glitterbal maken. De kinderpagina’s (met proefjes, puzzels, weetjes en kleurplaten) en proevenwaaier zijn geschikt om uit te delen. 46 Chemie Magazine juli-augustus 2015

“De twinkeling in de ogen – bij leerlingen, maar ook bij de ouders, leerkrachten en chemici – dat is en blijft het mooiste en belangrijkste resultaat dat Stichting C3 steeds weer weet te realiseren”, meent Sloet, met instemming van haar collega’s. “In het begin zie je vragende blikken: wat gaat er nu gebeuren?, maar aan het einde zie je verwondering en weet je dat je ze te pakken hebt. Ook bij de leerlingen die niet voor een chemiestudie zullen gaan, kun je wel een positief gevoel over chemie achterlaten.”

blijven vernieuwen

De grote uitdaging voor C3 is volgens haar “om vernieuwend bezig te blijven en niet te vervallen in herhaling”. Koeman: “In september komt bijvoorbeeld een app uit waarmee leerlingen zich kunnen oriënteren op hbo-opleidingen applied sciences. Er loopt momenteel ook een pilot coaching voor chemieprofessionals uit het bedrijfsleven, waarin ze leren hoe ze een gastles in het voortgezet onderwijs of een bedrijfspresentatie tijdens een open dag kunnen geven die aansluit bij de belevingswereld van jongeren.” Meijer: “Binnen het voortgezet onderwijs richten we ons de komende tijd meer op vmboleerlingen, aangezien uit onderzoek

Het team van Stichting C3 bestaat uit zeven enthousiastelingen. Scheikundige en ‘oudgediende’ Pauline sloet werkt er sinds 2002 en is momenteel programmamanager voortgezet onderwijs. “Ik zet met de projectleiders de koers uit om middelbare scholieren een beter beeld te geven van de beroepsmogelijkheden in de chemie, in de breedste zin van het woord.” Chemisch technoloog marijn meijer werd er in 2012 directeur. “Ik geef leiding aan het team. Om onze mooie projecten te realiseren, ben ik altijd op zoek naar enthousiaste projectpartners. En om op de hoogte te blijven van wat er in het onderwijs en de chemiesector speelt, zit ik bijvoorbeeld in het kernteam van Jet-Net en ben ik betrokken bij de Human Capital Agenda.” daphne koeman, zelf master in Health and Life Sciences, begon er in februari als projectleider communicatie en voorlichting. Ze laat geen kanaal onbenut om iedereen kennis te laten maken met de activiteiten van C3. Onlangs kwam het jaarverslag 2014 uit. Koeman: “Hoogtepunten vorig jaar waren het ontwikkelen van twee nieuwe leerkrachtgidsen, de start van het project ‘Parels maken’, maar ook de vierhonderd bezoekers voor de Lab Experience Days. Met als primeur de eerste LED in de avond – een groot succes.” Het c3-bestuur bestaat uit voorzitter Gerrit van Meer (bètadecaan Faculty of Science, Universiteit Utrecht) en leden vanuit de vaste C3-partners, waaronder directeur Colette Alma van de VNCI.

blijkt dat het verwachte tekort aan vakbekwame chemici op mboniveau het grootst is. Chemiebedrijven geven aan personeelsproblemen te verwachten op hun maintenance-afdelingen. Zo’n signaal pikken we uiteraard op en krijgt extra aandacht.” p Meer informatie: Daphne Koeman, 070 – 337 87 86, dkoeman@c3.nl


BHT2012-005 adv BHT NL Automatie.indd 2

16-02-2012 17:27:35

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE ramma rkprog Leerwe groot succes DuPont

rt belemme omen Wetgeving reststr gebruik

e artphon mie De sm de che barst van

h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Lignine: de grondsto f van de toekomst Duurzaamheid volgens Jan Paul van Soest

Maandblad

van

rlandse de Nede

ische Chem

Indus

trie •

01 • 22

Adviezen voor circulair ondernemen

Maandblad van

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

iging van de Veren

Britten aan de slag met schaliegas

de Vereniging van

de Nederlandse

Visiedocument basis voor dialoog onderwi js en industrie

Chemische Industrie

• 03 • 19 maart

Chemische Industrie • 02 • 19 februari 2014

2014 januari

JOHAN SANDE

2014

Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Digitaal veilighe idspaspoor t ingevoer d

RS (WAGENINGE

‘ OV ERSTAP NA AR BI O GA AT TE TR AAG’

AS E D B I O BN O M Y E CO O M T K IJ TERB DICH

N UR)

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

CEO’S LUIDEN NOODKLOK

“ENERGIEKOSTEN EUROPA TE HOOG”

Stopper Chemie 210x74.indd 1

INTERESTED IN SAVING UP TO 20% ON YOUR MAINTENANCE, REPAIR & OPERATIONS LOGISTICS COSTS?

WE CAN HELP! To find out more, download our MRO logistics whitepaper (www.dhl.nl/mro-logistics), talk to us at StrategieForum Chemie in Rotterdam on March 25 - 26 or contact us: supplychain.benelux@dhl.com DHL Supply Chain - the right chemistry

17-04-14 16:32


EC komt tEgEmoEt AAn zorg industriE mEt implEmEntAtiEwEtgEving

VereVenIng reach-kosten leIdt tot problemen De manier waarop chemiebedrijven de kosten van onderzoek naar het effect van chemische stoffen met elkaar kunnen delen, is zo ingewikkeld dat het in de praktijk voor veel problemen zorgt. Maar de Europese overheid en de bedrijven zelf kunnen daar wat aan doen, zo bleek op 25 juni tijdens de drukbezochte Voorlichtingsdag Stoffen en Arbo van de VNCI en de VHCP. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

I

n de Europese stoffenwetgeving Reach is bepaald dat chemiebedrijven met elkaar moeten samenwerken om hun stoffen te registreren bij het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) in Helsinki. Alleen dan mogen ze hun stoffen uiteindelijk blijven maken en verkopen. Zo is er per stof maar één registratie vereist, onder het motto ‘One substance, one registration’. Doel is om onnodige dierproeven te voorkomen en door samenwerking de kosten voor het aanleggen van de dossiers te beperken. Het gaat

48 Chemie Magazine juli-augustus 2015

immers om uitgebreide studies naar de effecten van stoffen op mens en milieu die soms veel geld kosten. Tijdens de Voorlichtingsdag Stoffen en Arbo blijken de uiteindelijke kosten voor het indienen van een gezamenlijk dossier echter voor veel stoffenspecialisten van chemiebedrijven en handelaren bijzonder moeilijk in te schatten. Sommige spreken zelfs van ‘een blanco check’. Dirk van Well, senior beleidsmedewerker Stoffen en Arbeidshygiëne bij de VNCI, wijst erop dat de kosten van veel variabe-

len afhankelijk zijn. “Zo maakt het nogal uit met hoeveel partijen je de kosten uiteindelijk kunt delen. Het scheelt uiteraard in de kosten of je een stof met twee of dertig partijen registreert. Daarnaast zijn de kosten bijvoorbeeld afhankelijk van de vervaardigde of geïmporteerde volumes van de stof die de registrant moet registreren, de beschikbare onderzoeksgegevens en de kwaliteit ervan. Daarbij kan het voorkomen dat ECHA om aanvullende onderzoeksgegevens vraagt na het indienen van de registratie, waardoor de kosten flink kunnen oplopen.”

Aanvullende regels

De Europese Commissie heeft oog voor de zorgen van de chemie-industrie, blijkt uit de presentatie van Mike Rasenberg, head of unit computational assessment and dissemination van het Europees Chemicaliënagentschap. Zo geeft hij aan dat de Europese Commissie in 2015 met implementatiewetgeving komt over eerlijke en transparante kostenverdeling bij gezamenlijke registratie. De aanvullende regelgeving moet onder meer voorkomen dat partijen die over de onderzoeksgegevens


Stoffen

betere InformatIeVoorZIenIng Het ministerie van Infrastructuur en Milieu gaat de informatie over Reach beter vindbaar en toegankelijker maken om de bekendheid met de Europese stoffenwetgeving voor bedrijven te vergroten. Daarbij let het ministerie op de samenhang met de voorlichting over de CLP-verordening (over het indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels). Daarnaast voegt het ministerie de helpdesks voor Reach en CLP per 1 januari 2016 samen. Ook wordt het serviceniveau verhoogd door verbetering van de websites, een gecombineerde nieuwsbrief en een inloopspreekuur.

beschikken hiervoor te veel geld kunnen vragen. Ook vertelt Rasenberg dat ECHA haar IT-systemen gaat aanpassen om de gezamenlijke registratie van stoffen te vereenvoudigen. Daarnaast gaat de organisatie de informatievoorziening op haar website verbeteren. Tijdens diverse bezoeken aan mkb-bedrijven in Europa heeft ECHA volgens hem nog meer oog gekregen voor de specifieke uitdagingen van het midden- en kleinbedrijf om aan Reach te voldoen. Van Well benadrukt, evenals Rasenberg, dat chemiebedrijven er goed aan doen om nu al te beginnen met de registratie van stoffen. Uiterlijk 1 juni 2018 moeten fabrikanten en importeurs immers

‘Het maakt nogal uit met hoeveel partijen je de kosten uiteindelijk kunt delen’

hun chemische stoffen registreren bij tonnages boven de 1 ton per jaar.

registratiedossier

Om de kosten zo veel mogelijk te beperken en aanvullende vragen van ECHA te voorkomen, is het volgens Rasenberg essentieel om vanaf het begin veel tijd en energie te steken in de kwaliteit van het registratiedossier. “Ook is het belangrijk om op een eerlijke en transparante manier te communiceren in de informatie-uitwisselingsfora, de zogeheten SIEF’s. Daarmee voorkom je dat ECHA na het indienen van de registratie alsnog met aanvullende vragen komt, waardoor de kosten op kunnen lopen.” Van Well wijst er verder op dat de Europese Commissie ook met maatregelen komt die moeten voorkomen dat slimme bedrijven misbruik maken van de mogelijkheden om op een oneerlijke manier geld aan de Europese stoffenwetgeving Reach te verdienen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om bedrijven die zich als hoofdregistrant van een stof opwerpen, maar verzuimen om goede studies aan te leveren. Daardoor kunnen de andere co-registranten op hoge kosten worden gejaagd om

de aanvullende informatie alsnog te leveren.

reach werkt

Ondanks de problemen van chemiebedrijven met de kostenverevening werkt Reach goed, stelt Hans Meijer van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. “Dat is niet alleen de mening van staatssecretaris Mansveld, maar blijkt ook uit een EUevaluatie van twee jaar geleden. De veiligheid van mensen die met chemische stoffen werken of in aanraking komen is aanzienlijk verbeterd. Een prestatie van formaat, waar iedereen in de zaal terecht trots op mag zijn.” Tegelijkertijd toont een recente studie van Panteia volgens hem aan dat met name mkb-bedrijven moeite ondervinden bij de uitwerking van Reach door het gebrek aan specialistische kennis. Toch is het volgens de onderzoekers mogelijk om in het mkb 10 tot 20 procent kosten te besparen. “Daarbij gaat het voor een groot deel om de kosten voor het opstellen van veiligheidsinformatiebladen. Daarom is het ministerie samen met het bedrijfsleven druk bezig om hiervoor oplossingen te bedenken”, aldus Meijer. p

Zes stappen naar succesVolle regIstratIe 1. Ken uw Reach-portfolio. 2. Vind de co-registranten. 3. Deel uw informatie. 4. Verzamel de benodigde informatie. 5. Maak het dossier (IUCLID). 6. Dien in bij ECHA (Reach-IT).

juli-augustus 2015 Chemie Magazine 49


Service MENSEN NWO SPINOZAPREMIE

René Janssen, hoogleraar Moleculaire Materialen en Nanosystemen en Fysisch-Organische Chemie aan de TU Eindhoven, heeft de NWO Spinozapremie ter waarde van 2,5 miljoen euro ontvangen, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland. Janssen combineert op een unieke manier chemie met natuurkunde en fundamenteel onderzoek met toegepast onderzoek. Hij wordt gedreven door een van de grote maatschappelijke uitdagingen voor de toekomst: de transitie naar onuitputtelijke en duurzame energiebronnen.

COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

DSM ENGINEERING PLASTICS

Roeland Polet is sinds 3 juli directeur van DSM Engineering Plastics. Hij is afkomstig van de Valspar Company, waar hij de divisie Global Industrial Coatings leidde. Daarvoor was hij onder meer werkzaam bij Ticona/Celanese en DSM Engineering Plastics. Hij volgt Roelof Westerbeek op, die sinds 2008 directeur was van DSM Engineering Plastics. Hij zal tot 1 juli 2016 voor DSM betrokken blijven bij diverse projecten, waarna hij het bedrijf zal verlaten.

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Adriaan van Hooijdonk, Inge

HUNTSMAN

Drs. Frans W. Weisglas is sinds 27 mei voorzitter van de raad van commissarissen van Huntsman Holland, waar hij sinds 2009 lid van is. Hij nam het voorzitterschap over van Erik Barents. De raad van commissarissen bestaat verder uit Natasja Degrieck, Hans ten Cate en Steen Weien Hansen. Anneke van der Helm is secretaris.

DSM LEIDEN

Atul Thakrar leidt sinds 1 juli Bio-based Products & Services van DSM Leiden. Hij was in zijn meest recente functie president en CEO van de Amerikaanse start-up Segetis Inc. Bio-based Products & Services richt zich op de ontwikkeling van technologieën om hernieuwbare biomassa om te zetten in brandstoffen en chemicaliën. De activiteiten vinden voornamelijk plaats in Delft, Elgin (VS) en São Paulo (Brazilië).

Janse, Joost van Kasteren, Emma van Laar, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid

VOLGENDE MAAND (24 SEPTEMBER)

van de redactie

SIMON ROZENDAAL BEJUBELT DE CHEMIE KLIMAATTOP: CHEMIE DENKT MEE IN OPLOSSINGEN BBI JU INVESTEERT € 120 MILJOEN IN BIOBASED PROJECTEN PROFESSOR FLORIS RUTJES OVER WERKEN IN DE CHEMIE KLEUREN APPLICATIE CENTRUM

Druk

EN NOG VEEL MEER…

een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname

toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

WW.VNCI.NL/LINKEDIN

50 Chemie Magazine juli-augustus 2015

Wie werkzaam is in de chemische industrie of op

alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

Abonnementen

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

MediaCenter Rotterdam

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Shell ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

services

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

Did you enjoy your summer holidays and are you recharged for a brand new season? We have a lot of new jobs available. So visit our website and be inspired. See you soon!

Dedicated to Excellence for 10 years!

matching the best in chemistry & life sciences

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food


Naadloos over naar ISO 14001:2015 Voor alle ISO-normen gaat de structuur flink op de schop. Eén gemeenschappelijke structuur voor het eenvoudig integreren van verschillende managementsystemen, dat is het idee. Wat is nieuw en wat gaat dit voor uw organisatie betekenen? Pak nu uw kans met onze praktische tips & trucs tijdens onze workshops en trainingen om de nieuwe elementen in te voeren in uw managementsysteem. September 2015 lijkt nog ver weg, maar begin op tijd met de voorbereidingen om een naadloze overgang zeker te stellen: - het plannen van specifieke trainingen op het gebied van Annex SL/High Level Structure - gap analyse en workshops specifiek op de voor u van toepassing zijnde norm: transitietraining ISO 14001:2015, ISO/DIS 14001:2015, ISO/DIS 9001:2015, enz. Voor een uitgebreider uiteenzetting van wat er staat te gebeuren bezoek:

www.lrqa.nl/herziening_iso_normen Gap-analyse nieuwe ISO-normen Om een goed beeld te krijgen van de impact van de nieuwe ISO 14001/9001 norm op uw managementsysteem, kunnen wij een gap analyse uitvoeren. Een Gap Analyse helpt u inzicht te krijgen in de status van uw managementsysteem: in hoeverre voldoet het systeem al aan de eisen van de betreffende norm? Aan het einde van de Gap analyse wordt er een rapportage en een eerste opzet voor een plan van aanpak opgeleverd. Elke Gap Analyse is maatwerk en uitvoerbaar vanaf € 1100,- (excl. BTW).

LRQA, uw partner voor certificatie en trainingen. • Annex SL • High Level Structure • Structuur ISO 14001 • Wat is nieuw? • Wat moet, wat mag? • Naadloze transitie • GAP Analyse • Coaching voor Integratie

Management Systemen

Transitietraining ISO 14001:2015 (gebaseerd op ISO/DIS 14001:2014) 1-daags / € 495 incl. locatiekosten, lunch, hand out & orginele versie van de ISO/DIS 9001:2014 Regio Midden Regio West

22 september 2015 24 november 2015

Workshop ISO/DIS 14001:2015 1/2-daags / € 150 incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 14001:2014 Regio Midden Regio West

23 september 2015 17 november 2015

Workshop ISO 9001:2015 1/2-daags / € 150 incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 9001:2014 Regio Midden Enschede Regio West

15 september 2015 30 september 2015 27 oktober 2015

T +31 (0)10 201 8445 training@lrqa.nl • www.lrqa.nl

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.