Belangrijke procesinnovatie: kraken
Milieuproblematiek in jaren zestig
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
ANDRIES KNEVEL
‘ANTIBIOTICA ZIJN EEN ONGELOOFLIJKE ZEGEN’
CO2-reductie via procesintensivering
JAARGANG 60 • 05 • 24 MEI 2018
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Lek- en afsluitertesten
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.nl
E info.netherlands@applusrtd.com
Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
INHOUD 05 | 24 mei | 2018
14
‘MIDDELLIJKERWIJS HEB IK MIJN LEVEN AAN DE CIPRO TE DANKEN’ “Ik ben een religieus mens, dus ik hou rekening met de kracht van God en medicijnen, in een prachtige balans die ik niet begrijp. Maar middellijkerwijs heb ik mijn leven natuurlijk aan de uitvinding van het antibioticum te danken.” Aldus Andries Knevel, die nog steeds herstellende is van een legionellabesmetting in 2016. Vijfde deel van de serie over belangrijke chemische innovaties van de afgelopen 100 jaar: antibiotica.
E-REFINERY WIL ELEKTROCHEMIE OPSCHALEN De grootschalige beschikbaarheid van wind- en zonne-energie brengt de elektrochemie weer volop in de belangstelling. Reden voor de TU Delft om te starten met ‘e-Refinery’, een initiatief dat zich sterk maakt voor het ontwikkelen en opschalen van de techniek om chemische stoffen te produceren met behulp van elektriciteit.
38
mei 2018 Chemie Magazine 3
Available across the globe, Bühler Customer Service is far more than just a phone number: We offer comprehensive services that are customized to your requirements. Got a question? Let’s talk about it. cs.gd@buhlergroup.com
Bühler Customer Service. We cover the entire life cycle of your equipment and plant.
Innovations for a better world.
INHOUD 05 | 24 mei | 2018
7
24
Een van de belangrijkste procesinnovaties van de afgelopen 100 jaar: kraken
7 9 11 13
14
48
Groei chemische industrie in jaren zestig had een keerzijde: milieuproblematiek
20 22 24 30 34
56
Procesintensivering kan substantiĂŤle bijdrage leveren aan reductie CO2-uitstoot
38 42 44 48 51 54 56
54
61 62 62 62
Voorwoord Colette Alma Blik in het verleden Evenementen
NIEUWS
Redefining Chemistry Afvalplastic wordt biobrandstof Dow en Yara delen waterstof
ACHTERGROND
VNCI 100 Jaar Grote chemische innovatie: antibiotica VNCI 100 Jaar 1958-1968: spectaculaire groei VNCI 100 Jaar Wat gebeurde er nog meer op 17 mei 1918? VNCI 100 Jaar Belangrijke procesinnovatie: kraken VNCI 100 Jaar Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek Arbeidsmarkt Manuel de la Haije over zijn werk bij Kemira Duurzaamheid E-Refinery wil elektrochemie opschalen Uitgelicht Zilver en brons voor Nederland tijdens EUSO Verkiezing Wie wordt de Plant Manager of the Year 2018? VNCI 100 Jaar Milieuproblematiek in de jaren zestig Veiligheid Nieuw alarmeringssysteem Duurzaamheid De chemie in een windmolen Energie en klimaat CO2-reductie via procesintensivering VNCI Nieuws Mensen VNCI Online Colofon
Hoeveel chemie zit er in een windmolen?
mei 2018 Chemie Magazine 5
Magnetrol werkt
Dus dit werkt
Dus dit werkt
Olie en gas is van cruciaal belang in het leven van uw klanten. Niveau- en debietcontrole op zijn beurt is van cruciaal belang om er voor te zorgen dat die energievoorziening niet stokt. Vertrouw daarom op MAGNETROL voor controle-oplossingen die werken. Al meer dan 80 jaar zorgen wij voor niveau-instrumentatie in de olie- en gasindustrie. Bovendien bieden we de technologisch meest geavanceerde niveau- en debietmeting die vandaag beschikbaar is. Vertrouw op MAGNETROL om uw proces zorgeloos en veilig te laten verlopen, zodat uw klanten op u kunnen rekenen.
magnetrol.com • +32-(0)52-45.11.11 • info@magnetrol.be
Š 2018 Magnetrol International, Incorporated
Voorwoord
BLIK IN HET VERLEDEN Doorgaans houden we ons bij de VNCI vooral met het heden en de toekomst bezig. Maar een jubileumjaar als dit is ook een goede aanleiding om eens terug te kijken. In deze editie van Chemie Magazine doen we dat volop. Op pagina 48 besteden we onder andere aandacht aan de ontwikkeling van milieumanagement in onze sector. Gegeven het feit dat de VNCI 100 jaar bestaat, lijkt het schrikbarend kort geleden dat de sector zich pas begin jaren zestig begon te realiseren dat er actief iets gedaan moest worden aan de impact op het milieu. En dat ook de overheid toen pas begon met het maken van wettelijke regelingen. Voor die tijd leek het aanvaardbaar te denken dat de chemie weliswaar een bron van emissies was, maar dat de natuur voldoende afvoeren verwerkingscapaciteit had, zodat het leefmilieu voor mensen binnen redelijke grenzen bleef. Eens te meer besef je dan hoezeer sindsdien de situatie veranderd is:
onze sector heeft milieumanagement met verve opgepakt, en emissies zijn met factoren teruggebracht, zodat mensen nauwelijks meer hinder ondervinden van de activiteiten van de chemische industrie. Een geweldige prestatie in korte tijd waar de sector met recht trots op mag zijn. Maar er is nog iets veranderd: de wereldbevolking is enorm toegenomen, en met z’n allen leggen we een veel grotere druk op de natuur dan in het verleden. Daarmee vermindert ook het natuurlijk herstelvermogen om een eventuele aangerichte schade te boven te komen. En dat legt de lat voor ons milieumanagement toch weer hoger. ‘Een minimale impact op de omgeving’ blijft daarom een belangrijke doelstelling in de duurzaamheidsambitie van onze sector. Zo geeft een blik in het verleden toch weer een extra impuls voor de toekomst. Colette Alma, directeur VNCI
EVENEMENTEN 30.5 Process Safety Congres Doel is het versterken van de regionale procesveiligheidscultuur door te netwerken en kennis te delen. Locatie: Van der Valk, Dordrecht Organisatie: PSCongres 14.6 CO2 Conferentie Ruim 150 CEO’s, (R&D-)directeuren en projectmanagers delen hun visie op de CO2-reductie. VNCI-leden ontvangen korting. Locatie: LantarenVenster, Rotterdam Organisatie: Management Producties
25.6 VNCI Jubileumevent De VNCI bestaat 100 jaar. Tijdens het jubileumevent trakteert de vereniging leden en relaties op een feestelijk programma. Locatie: Koninklijke Schouwburg, Den Haag Organisatie: VNCI 29.6 Elektrochemische Conversie & Materialen Internationale sprekers uit de academische wereld en industrie delen de stand van zaken in wetenschap en technologie rond dit thema. Locatie: Hotel NH, Den Haag Organisatie: Holland Chemistry
VERGADERINGEN 29.5 BG Duurzaamheid 29.5 BG Human Capital 31.5 Algemene Ledenvergadering 31.5 BG VGM 7.6 BG Energie en Klimaat 7.6 BG Innovatie 7.6 WG Logistieke Veiligheid 22.6 Overleg Regionaal Netwerken Veiligheid 26.6 VNCI Advocacy Team
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN mei 2018 Chemie Magazine 7
Process Automation Solutions is een wereldwijd opererende , merkonafhankelijke Solution Provider. Met meer dan 1200 medewerkers ontwerpen en realiseren wij uw proces controle systemen, (DCS) veiligheidssystemen (SIS) en historians (MES) Process Automation Solutions Nikkelstraat 2 4823 AB Breda, Nederland Phone +31 (0) 76 58 76 738 www.pa-ats.com/nl/ Info.nl@pa-ats.com
Process Automation Solutions NV Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, België Phone +32 (0) 37 109 970 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com
Process Automation Solutions NV Avenue Flemming 12 1300 Wavre, België Phone +32 (0) 10 309 180 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com
Competitieve tarieven en specialistische services Wij beschikken over kennis van veel projecten en stellen u in staat alle gewenste resultaten binnen aanzienlijke tijd te realiseren!
Door internationale samenwerkingen kunnen wij altijd een passende en geschikte oplossing vinden voor een onderzoeksvraag of productieprobleem. SYNEX SYNTHETICS BV Karveelweg 20
•
6222 NH Maastricht
CUSTOM SYNTHESIS
CONTRACT RESEARCH
PROCESS DEVELOPMENT & SCALE-UP
ANALYSIS
synexsynthetics.com •
+31(0)43-205 8102
•
info@synexsynthetics.com
Actueel
SUBSIDIEREGELING BELEIDSEXPERIMENT CO2-REDUCTIE INDUSTRIE
Center Court op de Chemelot Campus Geleen biedt onderdak aan onder meer Chemelot Innovation & Learning Labs.
Sinds begin deze maand is een nieuwe (eenmalige) subsidie beschikbaar van 17,5 miljoen euro voor pilot- en demonstratieprojecten die kosteneffectief bijdragen aan de CO2-reductie in de industrie.
D
REDEFINING CHEMISTRY: VOOR START-UPS IN CHEMIE EN MATERIALEN Onder de noemer Redefining Chemistry is Brightlands een nieuw meerjarig programma gestart dat zich richt op start-ups in materialen en chemie, gecombineerd met de nieuwste technieken in blockchain en kunstmatige intelligentie.
E
lk jaar veertig start-ups binnenhalen voor de vier Limburgse campussen, dat is de doelstelling van de Brightlands Innovation Factory. Dat blijkt tot nog toe geen probleem. Althans, niet qua aantallen. “Wel qua specialisatie”, zegt commercieel directeur Patrick van der Meer. “Met de Innovation Factory trekken we nu starters aan op het gebied van datascience, medtech, agro, food enzovoort. Potentiele ondernemers die passen op een van de vier campussen. Helemaal prima, maar we zouden graag meer start-ups aantrekken die gefocust zijn op materialen of chemie.”
Voor deze start-ups heeft Van der Meer met zijn team met Redefining Chemistry een programma ontwikkeld, gebaseerd op de eerdere ervaringen in de Brightlands Innovation Factory. Het programma kent een incubatiefase van drie delen, die maximaal twee jaar vergt, gevolgd door de accelaratie-, validatieen uiteindelijk de opschaalfase, die ook meerdere jaren kunnen duren. “We begeleiden zo lang mogelijk. Elke fase vergt een andere begeleiding. En een andere financiering. Het uiteindelijke doel is uiteraard de wording van een zelfstandig bedrijf dat zich het liefst op een van de campussen of op de industrial site hier met een productiefaciliteit op Chemelot vestigt.” De naam is niet voor niets gekozen. “De chemie is toe aan een herdefinitie. Ze kan niet meer zonder de nieuwe technologieën. Wij leveren die en dat maakt onze propositie uniek.” p
e subsidieregeling ‘Beleidsexperiment CO2reductie industrie’ is bedoeld voor projecten op het gebied van alternatieve grondstoffen, nieuwe productietechnieken, energie-infrastructuur en overige CO2-reducerende maatregelen. Projecten worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Aanvragers moeten het project in 2018 realiseren, maar het project mag nog niet gestart zijn. Per project is maximaal 5 miljoen euro beschikbaar. De subsidieregeling is onderdeel van subsidies onder de Regeling nationale EZ-subsidies. Het budget komt uit de Klimaatenvelop, een extra middel uit het regeerakkoord ter ondersteuning van de realisatie van de klimaatdoelstellingen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat draagt 1,5 miljoen euro bij aan het budget voor deze regeling voor demonstratieprojecten op het gebied van chemische recycling van kunststoffen. p
Meer informatie: rvo.nl/subsidiesregelingen
mei 2018 Chemie Magazine 9
waar zit uw WINST ?
Natuurlijk maakt u niet evenveel winst op elk product. Net zo min behaalt u dezelfde winstmarge bij elke klant. Precies weten waar uw winst zit, zal u andere en betere beslissingen doen nemen. Laten we samen ontdekken wat nodig is om uw winst veilig te stellen zodat u kunt blijven investeren.
T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be
ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE
SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING EEN EFFICIËNT PROCES RESULTEERT IN DUURZAAM PRODUCEREN
Imperium 209 kW - 3.178 kW
Temperatuurregelaars water en olie tot 400°C
Koeltoren: 825 kW – 1.900 kW Dry Air Cooler: 250 kW – 500 kW
Chillers - Dry Air Coolers - Koeltorens - Temperatuurregelaars - Luchtbehandelingsunits Heaters - Boilers - Mobiele units VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7: 088 - 258 2580 | info@icscoolenergy.nl W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L
DutchMay18-Halfpage-2.indd 1
16/02/2018 11:00
Actueel
AFVALPLASTIC WORDT BRANDSTOF
In de Amsterdamse haven komt een fabriek die afvalplastic omzet in scheepsbrandstoffen, meldt Het Parool. Bin2Barrel wil in de fabriek jaarlijks uit 35.000 ton afvalplastic 30 miljoen liter dieselachtige brandstoffen produceren. Het gaat om plastics die niet meer te recyclen zijn en anders zouden worden verbrand in afvalverbrandingsovens.
I
n de fabriek, die momenteel wordt gebouwd en eind 2018 klaar moet zijn, is 28 miljoen euro geĂŻnvesteerd. Uiteindelijk wil Bin2Barrel vier fabrieken in de Amsterdamse haven neerzetten, om daarna uit te breiden naar BelgiĂŤ en Duitsland. De brandstoffen zijn ook geschikt voor andere sectoren, maar Bin2Barrel mikt in eerste instantie op de scheepvaart. Op termijn wil het overschakelen op de productie van chemische grondstoffen. Het havenbedrijf is blij met de komst van Bin2Barrel. Die sluit goed aan bij de circulaire economie, een van de speerpunten van de haven voor de toekomst. Jaarlijks zouden de brandstoffen uit afvalplastic de uitstoot van 57.000 ton CO2 uitsparen. p
mei 2018 Chemie Magazine 11
Milieu en Omgevingsvergunning vergt kennis m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland Dordrecht Pieter Zeemanweg 155 3316 GZ Dordrecht
Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming
België Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond
Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel
Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur
T +31 475 420 191 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be
T +32 11 223 240 info@m-tech.be
T +32 81 226 082 info@m-tech.be
www.m-tech-nederland.nl m-tech_2014_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1
CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl
9/09/14 21:37
Actueel
Harold van Garderen @hvgard Als antwoord op @hvgard @hans_koevoet We moeten niet vergeten dat moleculen gewoon heel handige, handzame en duurzame verzamelplaatsen zijn voor electronen. Chemie heeft gewoon de toekomst in energie. #musk zit op de verkeerde route. Toyota snapt dat al. Rijksmuseum @rijksmuseum Achter schilderijen schuilt meer chemie dan je denkt. Vandaag tijdens Masterclass voor scheikundeleraren nieuw scheikunde lesmateriaal gelanceerd. http://bit.ly/2GV8QfV Roon Van Maanen @MaanenRoon Roon Van Maanen heeft geretweet Het Parool Heel trots op de vestiging van #Bin2Barrel in de @HavenAmsterdam! #endoflife #plastics naar brandstof en later als input voor #chemie Durk Jan Tabak @durk_jan_tabak Als antwoord op @Anjawashere @ D66Dordrecht Helaas kan de chemische industrie niet zonder emissie. Ik deel echter je zorgen. Van alle stoffen die geloosd worden, moet duidelijk zijn welke gevaren zij dragen. Van GenX wordt dat (helaas te laat, maar fijn dat het nu gebeurt) onderzocht Plant One Rotterdam @PlantOneRdam Plant One Rotterdam heeft geretweet New Plastics Economy Één van de succesvolle pilots van @PlantOneRdam Watch @Unilever’s Sanjeev Das explain how the company’s new technology could eliminate PET waste René van Hoof @renevanhoof Bijzonder, op de @TUeindhoven is dit mooie fel gekleurde blad ontwikkeld om als een antenne zonne-energie op te vangen voor de chemische industrie, door @NoelGroupTUE
DOW EN YARA DELEN WATERSTOF VIA OUDE GASPIJP
Dow Benelux, Yara en Gasunie gaan in het kader van Green Deal ‘Waterstof voor de regio’ samen met Green-Deal-partner ICL-IP waterstof voor industriële toepassing uitwisselen via een niet meer in gebruik zijnde gastransportleiding.
V
olgens Gasunie zorgt het ondergronds transport via het gasnetwerk voor een efficiënt en veilig vervoer van waterstof. De samenwerking maakt onderdeel uit van de Industriesamenwerking voor duurzame groei binnen het Smart Delta Resources platform, dat wordt gefaciliteerd door de Zeeuwse ontwikkelingsmaatschappij Impuls en ondersteund door provincie Zeeland. De waterstof die vrijkomt bij de kraakinstallaties van Dow wordt ingezet als grondstof voor hoogwaardige producten van Yara. Dat leidt tot een daling in het energiegebruik van in eerste instantie 0,15 petajoule per jaar. Naast deze energiebesparing levert het een CO2-besparing op van 10.000 ton. Wanneer de benodigde vergunningen zijn verkregen, kan de ombouw van de gasleiding en de aansluitingen van Dow en Yara starten. “Waterstof speelt een cruciale rol bij CO2-reductie in de industrie. Het kan zowel als grondstof en als brandstof dienen en draagt bij aan het verlagen van de CO2-emissies”, zegt Gerard van Pijkeren, directeur Gasunie Waterstof Services. De Gasunie-dochter verzorgt vanaf het vierde kwartaal van 2018 het transport van waterstof tussen Dow in Terneuzen en Yara in Sluiskil. Van Pijkeren: “De overheid wil dat de CO2-uitstoot in Nederland al in 2030 49 procent lager is dan in 1990. Als we in 2030 over voldoende waterstof willen beschikken, moeten we nu stappen zetten om de productie op te schalen en een dekkend waterstoftransportnetwerk aan te leggen.” Volgens Anton van Beek, president van Dow Benelux, gaat het hier om een bijzonder project waarbij verschillende bedrijven samenwerken aan CO2-reductie en de chemische industrie een sleutelrol heeft. “Dit restwaterstofproject is een volgende stap om onze ambitie voor een emissieloze fabriek te realiseren”, zegt Michael Schlaug, algemeen directeur van Yara Sluiskil. “Sinds 2005 heeft Yara de CO2-uitstoot van haar grootste productievestiging met 60 procent gereduceerd, terwijl onze productie met 1,5 miljoen ton toenam in diezelfde periode. Nadat we binnen ons hek tegen de grenzen van energie-efficiency aanliepen, zijn we buiten het hek verdergegaan om onze ambitie te realiseren.” p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). mei 2018 Chemie Magazine 13
DE VNCI BESTAAT DIT JAAR 100 JAAR. CHEMIE MAGAZINE VIERT DIT MET EEN SERIE ARTIKELEN OVER CHEMISCHE INNOVATIES DIE DE AFGELOPEN 100 JAAR GROTE MAATSCHAPPELIJKE IMPACT HADDEN.
ANTICONCEPTIEPIL
KUNSTMEST
SYNTHETISCHE VEZELS
VOEDINGSADDITIEVEN
1928
PENICILLINE LUIDDE EEN NIEUW TIJDPERK IN GENEESKUNST IN
VAN MACHTELOOS TOEKIJKEN NAAR SPECTACULAIRE GENEZING Zoals wel meer grootse vindingen, was ook penicilline een toevallige ontdekking. Sinds de Tweede Wereldoorlog tot vandaag de dag hebben velen hun leven aan antibiotica te danken. Zo ook EO-presentator Andries Knevel: “Antibiotica zijn een ongelooflijke zegen.” Om dit in de toekomst zo te houden, moet toenemende antibioticaresistentie een halt toegeroepen worden. Ook door de industrie.
PENICILLINE
Tekst: Marloes Hooimeijer
‘H
PLASTIC
GENEESMIDDELEN
DESINFECTIE
GEWASBESCHERMING
VERF EN COATINGS (volgorde is willekeurig)
14 Chemie Magazine mei 2018
et eerste werkzame antibioticum was natuurlijk penicilline, op basis van de schimmel Penicillium notatum. Het kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog beschikbaar voor militairen en had een ongelooflijk positief effect op allerlei wondinfecties – en weinig bijwerkingen”, vertelt Roel Coutinho, hoogleraar life sciences aan de Universiteit Utrecht. “Na de oorlog kwam het voor iedereen beschikbaar en werden er nog veel meer antibiotica ontwikkeld, uit andere schimmels en later synthetisch.” Het belang van antibiotica bleek immens. Coutinho: “Ze hebben de geneeskunde spectaculair veranderd: van machteloos toekijken naar spectaculaire genezing. Een nieuw tijdperk brak aan. Ik herinner me nog colleges uit mijn studietijd van hoogleraren die die verandering zelf hadden meegemaakt. Het was natuurlijk
voor patiënten onvoorstelbaar, maar voor artsen ook. Een heleboel aandoeningen waar patiënten vroeger aan doodgingen, zoals longontsteking en kraamvrouwenkoorts, werden opeens goed behandelbaar. Ze spelen ook een heel belangrijke rol bij allerlei chirurgische ingrepen met risico op infecties. Dankzij antibiotica kun je hierin veel meer doen dan vroeger.”
Resistentie
Inmiddels zijn deze ‘fantastische middelen’ allang niet meer weg te denken uit de geneeskunde, stelt hij. Desalniettemin werd de hoerastemming van destijds al snel overschaduwd door de resistentieproblematiek. “Het besef drong door dat bacteriën slim zijn en die middelen op een gegeven moment niet meer werken.” Het devies: geen antibiotica gebruiken als het niet per se nodig is. Nederland doet het in die zin volgens Coutinho wel goed, met een relatief
IN 2016 GEBRUIKTEN 1,19 MILJOEN NEDERLANDERS HET ANTIBIOTICUM AMOXICILLINE TEGEN EEN BACTERIËLE INFECTIE (STICHTING FARMACEUTISCHE KENGETALLEN)
ANDRIES KNEVEL:
laag antibioticagebruik. Maar in Zuid-Europa schrijven artsen veel sneller antibiotica voor en in landen als India kunnen ze zelfs zonder recept bij de apotheek worden gehaald. “Het overmatig gebruik zorgt ook voor resistentie tegen antibiotica die we normaal als last resort gebruiken. Van de mensen die terugkomen uit India heeft een groot deel resistente bacteriën in de darmen. Meestal verdwijnen die wel weer, maar het vormt wel een risico.” Hij pleit voor goede diagnostische faciliteiten in armere landen, zoals in Afrika. “Omdat je alleen met betrouwbare laboratoria de diagnose goed kunt stellen en vervolgens gericht met antibiotica kunt behandelen.”
Doodziek
Wie aan den lijve ondervond hoe cruciaal antibiotica zijn, is EO-pre-
FOTO: LUMENPHOTO.NL
‘Middellijkerwijs heb ik mijn leven te danken aan de antibiotica’ sentator Andries Knevel. Hij is nog altijd herstellende van een legionellabesmetting die hij in november 2016 opliep tijdens opnames in Bolivia, maar hij kan het in ieder geval navertellen. “Hoge koorts, rillingen, duizelig, spierpijn, algehele malaise, dat ware de eerste symptomen”, vertelt hij. “We gingen ervan uit dat het verlate hoogteziekte was, aangezien we in korte tijd de Boliviaanse hoogvlaktes hadden bedwongen. Dat zeiden we ook tegen de arts die bij me kwam toen ik op het vliegveld van Sucre was flauwgevallen. Achteraf bezien had ik nooit mogen vliegen. Het werd een hele lange rotreis naar huis.” Zijn huisarts constateerde een dubbele longontsteking en gaf hem het antibioticum amoxicilline. Maar hij werd alleen maar doodzieker. De volgende middag trof zijn zoon hem thuis bewusteloos aan. “Ik ben met de ambulance naar het Tergooi-
VETERANENZIEKTE
De veteranenziekte werd in 1976 ontdekt toen in Philadelphia (VS) 221 veteranen die voor een reünie in hetzelfde hotel hadden gelogeerd een longontsteking kregen, waaraan er 34 overleden. De veroorzaker bleek de tot dan toe onbekende bacterie Legionella pneumophila, die zich via waternevel kan verspreiden. In 1999 kostte een legionellauitbraak in Nederland aan 32 mensen het leven en werden nog eens 206 mensen ernstig ziek. Een bubbelbad op de Westfriese Flora in Bovenkarspel bleek de boosdoener. Directe diagnose en antibioticabehandeling had waarschijnlijk veel leed kunnen voorkomen. e mei 2018 Chemie Magazine 15
KORT VOOR D-DAY KWAM DE MASSALE PRODUCTIE VAN ANTIBIOTICA OP GANG. HET AMERIKAANSE LEGER HAD VOOR DE INVASIETROEPEN BIJNA 2,5 MILJOEN DOSES PENICILLINE BESCHIKBAAR MROEP GELDERL AND)
1928 PENICILLINE
God en medicijnen
Het antibioticum sloeg niet meteen aan. Zijn toestand verslechterde de eerste dagen alleen maar verder, dus werd hij op de IC enige tijd in een kunstmatige coma gehouden. Maar uiteindelijk werkte het en merkte de presenstator ‘het eerste voorzichtige signaal van herstel’. Knevel: “Ik ben een religieus mens, dus ik hou rekening met de kracht van God en medicijnen, in een prachtige balans die ik niet begrijp. Ik heb ook steeds geloof gehouden in herstel. Maar middellijkerwijs heb ik mijn leven natuurlijk aan de cipro te danken. Aan de uitvinding van het antibioticum dus. Dat besef ik ook heel erg.” Hij voegt toe: “Ik vind de uitvinding van antibiotica een ongelooflijke zegen en dat had wat mij betreft ook wat eerder gemogen. Want er zijn in 16 Chemie Magazine mei 2018
ROEL COUTINHO:
‘Een heleboel aandoeningen waar patiënten vroeger aan doodgingen, werden opeens goed behandelbaar’ het verleden natuurlijk een heleboel mensen doodgegaan voor wie antibioticum de redding had kunnen zijn.”
Legionellabewust
Zijn conditie is nog steeds niet wat die geweest is, maar hij wandelt, fietst en werkt weer. En is tegenwoordig ambassadeur van de Stichting Veteranenziekte (zie kader). Een levensbedreigende bacterie zit in een klein hoekje, of beter gezegd: druppeltje. En slaat toe op een onoplettend moment, realiseert Knevel zich maar al te goed. “Normaal laat ik in een hotel of vakantiehuis de kraan altijd eerst even doorlopen. Ik ben heel legionellabewust. Alleen bij die ene kraan in Bolivia, ik kan ‘m nog precies aanwijzen, ben ik dat een keertje vergeten.” p
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
ziekenhuis gebracht, werd in quarantaine geplaatst omdat ze niet wisten wat het was en kreeg een mix van antibiotica, waaronder ciprofloxacine. De volgende dag werd duidelijk dat ik een ernstige legionellabesmetting had. Cipro is daarvoor het enige aangewezen antibioticum. Het toeval wil dat ik datzelfde antibioticum soms gebruik tegen prostaatontsteking en ik het tijdens mijn reis naar Bolivia uit voorzorg in m’n koffer had zitten. Maar ja, daar had ik op dat moment dus niks aan.”
WIST U DAT?
In 1928 ontdekte de Schotse arts en microbioloog Alexander Fleming dat een schimmel die bij toeval op een bacteriekweek terecht was gekomen de groei van de bacterie Staphylococcus aureus remde. De bewuste schimmel heette Penicillium notatum, waarvan de naam van het bekende eerste antibioticum penicilline is afgeleid. Aangezien het moeite kostte de werkzame stof in voldoende mate beschikbaar te krijgen, duurde het tot 1941 tot penicilline voor het eerst als medicijn tegen bacteriële infecties op de markt kwam. Daarbij kreeg Fleming hulp van de chemici Howard Florey en Ernst Chain. De drie ontvingen hiervoor in 1945 de Nobelprijs voor de Geneeskunde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog inves-
IN NEDERLAND WORDEN DE MINSTE ANTIBIOTICA VERSTREKT VAN EUROPA, IN GRIEKENLAND DE MEESTE: 11 VERSUS 32 DAGELIJKSE DOSERINGEN PER 1000 INWONERS (OESO)
FRANS VLAAR, BUSINESSUNIT-DIRECTEUR BIJ VNCI-LID DSM SINOCHEM PHARMACEUTICALS: “DSM Sinochem Pharmaceuticals is wereldleider op het gebied van duurzaam geproduceerde antibiotica. We produceren de bouwstenen (uit glucose en energie met behulp van micro-organismen), de werkzame stof (active pharmaceutical ingredients) en zelfs de pillen, capsules en suspensies, al zie je niet onze naam maar die van onze klanten op het doosje staan. In 1940 produceerden we als Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek al penicilline in Delft en waren daarmee een van de eerste in de wereld. We deden dit onder de schuilnaam Bacinol, zodat de antibiotica niet in verkeerde handen zouden vallen. Na de oorlog zijn we hier op grote schaal deze basispenicilline gaan produceren. In 2014 is de productie ervan verhuisd naar China. In Delft leggen we ons sinds 2001 toe op een verbijzondering van penicilline: cefalosporine. We produceren hiervoor de complexe bouwsteen 7-ADCA, die vervolgens in Spanje en China met een enzymproces in actieve stof wordt omgezet. Vroeger werd de bouwstof gemaakt door eerst een micro-organisme penicilline te laten maken en die vervolgens met allerlei chemische en enzymatische processen om te zetten. Wij laten een micro-organisme in één keer 7-ADCA maken. Deze manier is tientallen procenten minder belastend voor de omgeving: veel minder oplos-
teerde Amerika veel geld in antibiotica, waardoor de ontwikkeling en productie van penicilline en vergelijkbare verbindingen in een stroomversnelling kwam. Ook in Delft werd tijdens de oorlog al penicilline geproduceerd (zie kader DSP). Een belangrijke tekortkoming was dat penicilline niet actief was tegen Mycobacterium tuberculosis, de bacterie die tuberculose veroorzaakt. In 1944 ontdekte Selman Waksman het hiervoor geschikte antibioticum streptomycine. Antibioticaresistentie vormt vanaf het begin een probleem. De bacteriën ontwikkelen verdedigingsmechanismen en passen hun DNA snel aan om door te geven aan hun nageslacht. Al kort na de introductie, vanaf eind jaren veertig, bleek penicillineresistentie op te treden en
middelen en CO2-uitstoot. We zorgen ook voor goede afvalwaterzuivering, want willen geen anti-microbiologische activiteit in de omgeving achterlaten. Vervuild afvalwater is een van de oorzaken voor antibioticaresistentie, maar dit besef is nog lang niet overal doorgedrongen. Daar nemen we een voortrekkersrol in. Onze CEO sprak de Algemene Vergadering van de VN hierover toe en we hebben met allerlei ketenpartijen een actieplan voor de industrie ondertekend om ervoor te zorgen dat onze supply chain schoon is.” (Zie ook kader Toekomst.)
DSM Sinochem Pharmaceuticals in Delft.
werden er varianten van penicilline ontwikkeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen smalspectrum- en breedspectrumantibiotica. Smalspectrumantibiotica kunnen alleen ingezet worden tegen enkele zeer specifieke soorten bacteriën en hebben weinig bijwerkingen. Breedspectrumantibiotica kunnen worden ingezet tegen allerlei verschillende bacteriën, bijvoorbeeld als niet duidelijk is om welke bacterie het gaat, maar doden tegelijkertijd ook goede bacteriën en hebben allerlei bijwerkingen. Inmiddels begint door verkeerd en overmatig antibioticagebruik de toenemende resistentie een groot zorgpunt te worden. De ziekenhuisbacterie MRSA bijvoorbeeld is resistent tegen de meeste vormen van antibiotica. In 2017 is de Europese
Joint Action antibioticaresistentie gelanceerd. Binnen Europa is Nederland een van de koplopers in de strijd tegen antibioticaresistentie. Zo investeerde voormalig VWSminister Schippers 2 miljoen euro in de ontwikkeling en productie van nieuwe antibiotica.
FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUMS
DSP: ‘ALLERHOOGSTE PRIORITEIT AAN VERANTWOORDELIJKE PRODUCTIE EN JUIST GEBRUIK’
Alexander Fleming in zijn lab in St Mary's, Paddington, London tijdens WO II. mei 2018 Chemie Magazine 17
e
LONGONTSTEKING IS EEN STILLE RAMP WAARAAN WERELDWIJD ELK JAAR 900.000 KINDEREN OVERLIJDEN. MET DE OPBRENGST VAN SERIOUS REQUEST 2016 WERDEN ONDER MEER 40.000 KUREN ANTIBIOTICA VERSTREKT
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
CHEMIE VAN PENICILLINE
Dorothy Hodgkin.
1928
Penicilline bestaat uit een kern van een 5-ring plus een 4-ring (een betalactam-groep) met daaraan gekoppeld een zijketen. Deze ongewone ringstructuur werd in 1944 ontdekt door Dorothy Hodgkin en verschafte aanwijzingen over de manier waarop het antibioticum werkte. Hiervoor kreeg zij in 1964 de Nobelprijs voor de Scheikunde. Betalactam-antibiotica zijn antibiotica die zo’n betalactam-ring bevatten. Het zijn afgeleiden van penicilline, waarbij de zijketen chemisch is veranderd (bijvoorbeeld methicilline) of synthetische varianten van penicilline (zoals carbapenem). Een andere variant is cefalosporine, met een 6-ring in plaats van een 5-ring in de kern. Daardoor doodt het antibioticum andere bacteriën. Betalactam-antibiotica gaan de vorming van de celwand door de bacterie tegen, waardoor die zichzelf niet kan beschermen en er geen nieuwe cellen kunnen worden gevormd. Om resistentie tegen betalactam-antibiotica als gevolg van de inactiverende enzymen beta-lactamases tegen te gaan, worden beta-lactamase-remmers aan de antibiotica toegevoegd. Andere groepen antibiotica werken op andere wijze in op de bacterie, zoals chinolonen, die zorgen voor breuken in het DNA-molecuul en daardoor de bacterie doden, of antibiotica als tetracyclinen en macroliden, die de bacteriële eiwitsynthese als doelwit hebben.
PENICILLINE
TOEKOMST: DE RACE GAAT DOOR
18 Chemie Magazine mei 2018
liggen bij resistentie. Maar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde vorig jaar al dat er vrijwel geen nieuwe klassen antibiotica in de pijplijn zitten. We zullen daarom beter moeten omgaan met de huidige antibiotica, om deze werkzaam te houden en toename van resistentie tegen te gaan. Verantwoordelijke productie en een juist gebruik van antibiotica moeten hierbij de allerhoogste prioriteit hebben.” Ook een van de vindingen van Nobelprijswinnaar Ben Feringa komt in de verre toekomst misschien van pas: een antibioticum met een ingebouwde moleculaire lichtschakelaar. Die werkt als een op afstand bestuurbare aan-uitknop. “Het voordeel daarvan is dat je het antibioticum pas aanzet als het op de plek van de infectie is aangekomen. Op die manier kun je resistentieontwikkeling verminderen”, aldus Feringa op NEMO Kennislink.
BACTERIOFAGEN
In maatschappelijke en wetenschappelijke kring wordt steeds vaker de vraag gesteld of ‘faagtherapie’ uitkomst kan bieden bij de behandeling van patiënten met infecties door resistente bacteriën. Bacteriofagen zijn virussen die specifieke bacteriën kunnen vernietigen. In Georgië wordt dit al als officiele behandeling toegepast, maar aangezien er nog weinig wetenschappelijke gegevens zijn, is het UMC Utrecht gestart met een biobank met bacteriofagen om daar onderzoek mee te doen.
Bronnen: o.a. Chemische Feitelijkheden en Wikipedia
Ten aanzien van de toekomst zegt hoogleraar Coutinho: “Hoe dan ook zal er publiekprivaat geïnvesteerd moeten blijven worden in de ontwikkeling van nieuwe antibiotica, zodat we straks niet terug bij af zijn. Want tegen elk antibioticum dat je vindt, zal weer resistentie ontstaan. Die race gaat gewoon door. Er wordt tegenwoordig ook veel over bacteriofagen als alternatief voor antibiotica gesproken (zie kader – red.), maar daar zit ik te weinig in om over te kunnen oordelen.” Frans Vlaar van DSM Sinochem Pharmaceuticals voegt toe: “Nu al sterven er jaarlijks 700.000 mensen aan antibioticaresistentie. Als we geen betaalbare, werkzame antibiotica meer zouden hebben, wordt de basis onder de wereldgezondheidszorg weggeslagen. Zelf produceren we alleen generieke antibiotica, maar we zijn ervan overtuigd dat er nieuwe antibiotica ontwikkeld moeten blijven worden om op de plank te hebben
Voorkom calamiteiten met gevaarlijke stoffen
Chemiekaarten® breidt haar service uit Naast ons online platform en nieuwste Chemiekaartenboek, bieden we nu ook de Chemiekaarten® 2018 Light Editie. Een praktisch handboek speciaal voor uw medewerkers in het veld! 500 enkelvoudige stoffen met de chemische eigenschappen en basisgegevens De Light Editie is speciaal ontwikkeld als praktisch handboek voor dagelijks gebruik op de werkvloer U ziet zo in één oogopslag welke risico’s het werken met een stof met zich mee brengt Gevalideerde informatie, door onafhankelijk team van chemische en medische experts Chemiekaarten® bewijst al ruim 30 jaar haar autoriteit Sluit risico’s uit en haal benodigde kennis in huis. Een veilige gedachte.
Kom in actie en ga naar sdu.nl/chemiekaarten
0371 Adv_Chemiekaarten_230x295mm.indd 1
06-12-17 08:38
1928 1938
1948 1958
1918 1928
1938 1948
1958 1968
DE GESCHIEDENIS VAN DE VNCI
ENORME GROEI
In tien afleveringen gaat Chemie Magazine door de historie van de VNCI en de chemie in Nederland, vanaf de oprichting van de vereniging in 1918 tot de viering van het 100-jarig bestaan dit jaar. Aflevering 5: de jaren 1958-1968.
FOTO: HARRY POT - GAHETNA (NATIONA AL ARCHIEF NL)
Tekst: Igor Znidarsic
Koningin Juliana op bezoek bij Organon in 1961.
CHEMISCHE INDUSTRIE IN NEDERLAND IN DE JAREN ZESTIG Mede door de sterke ontwikkeling van de petrochemie zet de naoorlogse voorspoed in de jaren zestig verder door. Shell nam in 1947 een raffinaderij in Pernis in gebruik, gevolgd door Caltex in 1950. Daar komen in rap tempo bij: Esso (1960, Botlek), Gulf Oil (1963, Europoort), BP (1967, idem), Mobil Oil (1968, Amsterdam) en Total (1974, Vlissingen). Naast de oliemaatschappijen zelf verwerkt een groot aantal bedrijven de door de raffina-
20 Chemie Magazine mei 2018
derijen geleverde grondstoffen tot een keur aan producten, zoals polyethyleen, pvc, polyamide- en polyestervezels, synthetische wasmiddelen en oplosmiddelen. Daaronder ook steeds meer buitenlandse ondernemingen, waaronder Dow Chemical, Hoechst en DuPont de Nemours. Waar de chemietak van De Staatsmijnen in 1960 nog volledig gebaseerd was op steenkool, verschuift de productie na het sluiten van de Limburgse mijnen in 1967 ook hier naar petrochemie. Het terrein van de voormalige Maurits-mijn in Geleen groeit later via Dutch State Mines (DSM) uit tot het huidige Chemelot-complex. Andere industrieĂŤn die een grote groei doormaken zijn kunstmest, verfstoffen, was- en reinigingsmiddelen, gassen, zetmeel, reuk- en smaakstoffen en de farmaceutische industrie. In 1969 ontstaat uit een fusie van KZO (Koninklijke Zout-Organon, een fusie van Koninklijke Zout Ketjen en Koninklijke Zwanenberg Organon) en AKU (Algemene Kunstzijde Unie) het Akzo-concern. Laat de chemische industrie gedurende de jaren zestig nog een spectaculaire groei zien, aan het begin van de jaren zeventig worden de eerste tekenen zichtbaar van een kentering in de conjunctuur. Debet daaraan zijn de toegenomen internationale concurrentie en de oliecrisis van 1973. Tevens groeit in de maatschappij het onbehagen over de gevolgen van de economische groei voor het milieu (zie ook p. 48).
1978 1988
1998 2008
2018 2030?
1988 1998
2008 2018
1963 FOTO: GEHEUGEN VAN NEDERL AND/ WIEL VAN DER R ANDEN
De VNCI organiseert in café-restaurant Esplanade in Utrecht een ‘Veiligheidsdag’ (Symposium inzake Wettelijke Maatregelen op het gebied der Industriële Veiligheid). VNCI-secretaris G.A. van Haeften opent, verder spreken VNCI-adviseur A.J. Pieters en vertegenwoordigers van District der Arbeidsinspectie, Dienst voor het Stoomwezen, Brandweerwezen, E.V.O en Veiligheidsinstituut. De Algemene Ledenvergadering, door het groeiende aantal bezoekers ‘Dag van de chemische industrie’ gedoopt, vindt plaats in Enschede, vanwege ‘de aanwezigheid van een van onze bodemschatten “het zout”’, aldus NCI. Het jaar ervoor was Groningen de locatie, vanwege het daar aangetroffen aardgas.
1958
De VNCI heeft zich ontwikkeld tot een van de grootste brancheorganisaties van Nederland. In maart houden KIVI, KNCV, VNCI en CIVI een symposium over de Nederlandse chemische industrie. De sprekers gaan in op het economisch klimaat en de stand van techniek en research. ‘Er was zeer grote belangstelling voor’, meldt NCI (Nederlandse Chemische Industrie), het blad van de VNCI dat sinds kort tweewekelijks verschijnt en dat ‘vele berichten heeft over wat er in onze chemische industrie en daarbuiten gaande is’.
1967
De omzet van de chemische industrie is het afgelopen jaar met 17 procent gestegen. Dat doet de VNCI-voorzitter opmerken dat “per hoofd van de bevolking sinds kort de omzet van onze chemische productie ongeveer gelijk is aan die van de industrieel hoogst ontwikkelde landen om ons heen, en het valt te verwachten dat deze tak van industrie hier sterker dan elders in de wereld zal groeien”. (De jaren zeventig zouden een ander beeld laten zien.)
1968
De VNCI bestaat 50 jaar en viert dit met een ‘Chemie-jaar’. ‘Onder het motto “Leven met chemie” zal een aantal
activiteiten worden ontplooid die erop gericht zijn de Nederlandse bevolking een reëler beeld van de chemie te geven dan ze tot dusver heeft’, meldt Staatsmijnen Nieuws op 8 december 1967, naar aanleiding van een persconferentie hierover. VNCI-secretaris Van Haeften ging er in op het thema van het jubileumjaar: “Chemie en chemische industrie zijn niet meer weg te denken uit de samenleving, omdat zij een levensvoorwaarde zijn geworden. Dit betekent dat wij gedwongen zijn de chemie te aanvaarden, ermee te leren leven, zoals wij dat ook met het snelverkeer hebben geleerd.” J. van Aken, hoofddirecteur van De Staatsmijnen en sinds kort voorzitter van de VNCI, wees op de spectaculaire ontwikkeling van de chemische industrie in de laatste tien jaar: “Er is nagenoeg geen levensterrein meer waarop de chemie niet is doorgedrongen. De chemie is onmisbaar geworden in onze moderne samenleving.” Ter gelegenheid van het jubileum verschijnen onder meer een extra uitgave van NCI over de chemische industrie per provincie en het boekje Leven met chemie en worden een symposium over de Nederlandse procesindustrie en een congres over ‘Het beeld van de chemie’ georganiseerd. p mei 2018 Chemie Magazine 21
Bronnen: Delfstoffenwinning en chemische industrie: een geschiedenis en bronnenoverzicht – J. ten Hove, 1993 Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Delfstoffen, energie, chemie – E. Homburg, F. van der Most, A.J. van der Selm, P.M.A.V. Hooghoff, 2000
Zoutwinning in Boekelo (1934). Leidingen met daaraan ‘ijspegels’ van zout.
17 MEI 1918 Op vrijdag 17 mei 1918 werd in Amsterdam de Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie (VNCI) opgericht. Hoe stond Nederland er toen voor en wat gebeurde er die dag nog meer? Tekst: Igor Znidarsic
Mark Rutte voor het portret met Cort van der Linden (midden, met baard) en diens ministers.
HET WEER
FOTO: ANP
19,5°
Een mooie voorjaarsdag. De gemiddelde temperatuur bedraagt 19,5 graden, de hoeveelheid neerslag is 0,0 en er waait een zwakke wind van 2 Bft.
INWONERS
Huwelijksakte van Marinus Bal en Adriaantje van Oeveren.
Nederland telt zo’n 7 miljoen inwoners. De populairste jongensnamen zijn Johannes, Jan en Cornelis, de populairste meisjesnamen Maria, Johanna en Anna. In Bruinisse treden landbouwersknecht Marinus Bal (24) en dienstbode Adriaantje van Oeveren (24) in het huwelijk.
22 Chemie Magazine mei 2018
REGERING
Aan het hoofd van het koninkrijk staat koningin Wilhelmina. Het land wordt geregeerd door het kabinet-Cort van der Linden. De liberaal Van der Linden voert met zijn regering een neutrale politiek en houdt Nederland buiten de Eerste Wereldoorlog. Door het algemeen kiesrecht voor mannen, dat zijn regering in 1917 heeft ingevoerd, wordt zijn coalitie in september 2018 verslagen door de confessionelen en de sociaaldemocraten. Van der Linden is de laatste liberale premier van Nederland totdat Mark Rutte in 2010 premier wordt van het kabinet-Rutte I.
MEDIA
FOTO: SHUT TERSTOCK
De voorpagina van de Nieuwe Rotterdamsche Courant bevat op 17 mei grotendeels mededelingen van de overheid. Zo vordert de minister van landbouw, nijverheid en handel ‘van een ieder, die meer dan 25 K.G. cacaopoeder in voorraad heeft, opgave te doen van de hoeveelheid daarvan en de plaats, waar die poeder zich bevindt’. Wie hier geen gehoor aan geeft riskeert een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van 6000 gulden. Terwijl met Duitsland onderhandelingen gaande zijn ‘betreffende het waarborgen van een veilige vaart aan onze schepen’, zijn de maximumprijzen voor aardappelen niet van toepassing op de vroege aardappelen, ‘welke vóór 1 Juni in den handel worden gebracht’. In Amsterdam werken woningbouwverenigingen ondertussen hard ‘om aan den nijpenden tekort aan woningen, die met den dag erger wordt, zoo goed mogelijk tegemoet te komen’.
FOTO: SHUT TERSTOCK
BUITENLAND
In Vilnius wordt de republiek Litouwen uitgeroepen. De nationalisten maken hierbij gebruik van de verwarring in Rusland, waar in februari tsaar Nicolaas II is afgezet en in april Vladimir Lenin, de leider van de bolsjewieken die al jaren in ballingschap leefde in het buitenland, door de Duitsers is binnengesmokkeld, in de hoop hiermee Rusland te verzwakken. In Zweden wordt Birgit Nilsson geboren, die een van de bekendste sopranen van na de Tweede Wereldoorlog zou worden. In 2009 werd voor het eerst de Birgit Nilsson-prijs voor ‘uitzonderlijke bijdragen aan de wereld van de opera’ uitgereikt, aan Plácido Domingo.
WO I
Op 17 mei veroveren de Britten na een maand vechten Bullecourt en trekt het Duitse leger zich terug uit Noord-Frankrijk op de Antwerpen-Maasstelling. Behalve dat in mei 1918 de Spaanse griep heerst, woedt ook de Eerste Wereldoorlog nog volop. Maar het einde is in zicht, mede doordat Frankrijk en Brittannië versterking hebben gekregen van de Verenigde Staten. Zes maanden later, op 11 november, zou het Verdrag van Versailles worden getekend. p
mei 2018 Chemie Magazine 23
DE VNCI BESTAAT 100 JAAR. CHEMIE MAGAZINE VIERT DIT MET EEN SERIE ARTIKELEN OVER INNOVATIES DIE DE AFGELOPEN 100 JAAR GROTE IMPACT HADDEN. DEZE KEER EEN PROCESINNOVATIE: KRAKEN.
DANKZIJ KRAAKPROCES KUNNEN WE VAN OLIE ‘ALLES’ MAKEN
KRAKEN TOT IN PERFECTIE Om sneller te kunnen racen in zijn Bugatti’s, vond Eugène Houdry het kraakproces uit. 75 jaar later wordt er elke dag nog gepuzzeld hoe het kraken nog beter kan ‘om elk koolstofatoom uit een vat aardolie te benutten’. Tekst: Marga van Zundert
24 Chemie Magazine mei 2016
Z
even maal voetbaltempel de Arena tot de nok gevuld, elke dag weer. Zo veel ruwe olie gebruikt de wereld: 90 miljoen vaten per dag. Raffinaderijen maken er benzine, diesel, kerosine en stookolie van om alle auto’s, vliegtuigen en schepen in beweging te houden. Maar ook bijna alle kunststoffen in de wereld zijn ge-maakt van grondstoffen uit aardolie. We vinden ze overal om ons heen: in kleding, tuinmeubilair, koffiebekertjes, pijpen, tandenborstels, isolatiemateriaal en toetsenborden. Dat we van olie ‘alles’ kunnen maken, is te danken aan het kraakproces. Kort voor de Tweede Wereldoorlog ontdekte de FransAmerikaanse ingenieur Eugène
Houdry dat kraken de opbrengst aan benzine uit aardolie kan verdubbelen. En dat was zeer welkom. De oorlog werd gevoerd met propellervliegtuigen zoals de Spitfire, Mustang en Boeing B17. Allemaal vlogen ze op benzine. Menig historicus durft zelfs te verkondigen dat de geallieerden de oorlog wellicht niet gewonnen hadden zonder het kraakproces, dat hun een belangrijke voorsprong gaf.
Opbreken
Maar wat is dat kraken? Ruwe aardolie bestaat uit de resten plankton, kleine plantaardige en dierlijke organismen. Honderden miljoenen jaren geleden dwarrelden ze naar de zeebodem, en werden langzaam
FOTO: TU DELFT
Eelco Vogt met een model van de kraakkatalysator ZSM-5 voor de PEARL-neutronendiffractometer van de TU Delft.
’ELK KOOLSTOFATOOM BENUTTEN’
In de 75 jaar dat het kraakproces bestaat, is het belang in raffinage alleen maar toegenomen. ExxonMobil breidt momenteel in Rotterdam zijn kraakinstallatie uit, een investering van meer dan 1 miljard dollar. Zie kader ExxonMobil.
samengeperst onder een dikke laag zand en rots tot een stroperige vloeistof. Chemisch gezien is het een ratjetoe: lange en korte koolwaterstoffen, vertakt, recht of ringvormig. In een raffinaderij wordt de mix gescheiden. De olie wordt verhit in een destillatiekolom waarbij de kleine moleculen als eerste verdampen en hoog uit de kolom kunnen worden afgetapt. Dat zijn stoffen als lpg en propyleen, een bekende grondstof voor folies en verpakkingsmateriaal. Iets lager stromen kant-en-klare producten zoals diesel, kerosine en benzine uit de kolom. Onderaan concentreren zich de grootste moleculen die niet verdampen en deels verbranden: de
In de afgelopen decennia is het kraakproces geoptimaliseerd. “De industrie probeert elk koolstofatoom uit een vat aardolie te benutten”, vertelt Eelco Vogt, hoogleraar Katalyse van olieraffinageprocessen in Utrecht en R&D-adviseur van katalysatorproducent Albemarle. “De hoeveelheden olie die de wereld gebruikt, zijn gigantisch. Het proces een tiende of honderdste procent schoner en efficiënter maken, levert veel op.” Verbeteringen zijn ook nodig omdat het olieaanbod verandert. De makkelijk winbare olie in de wereld raakt op. Nieuwe bronnen leveren olie die vaak zwaarder is en meer vervuilingen bevat. Er moet dus meer worden gekraakt in een lastiger ‘milieu’. Daarvoor is een steeds
teerfractie. Maar tussen teer en diesel zit een grote hoeveelheid koolwaterstoffen, die vóór 1880 gebruikt werd als lampenolie. Na de uitvinding van de gloeilamp was weinig behoefte meer aan deze paraffine-achtige mix. Daarom worden deze grotere moleculen ‘gekraakt’: opgebroken in kleinere. Zo stijgt de opbrengst aan benzine en propyleen. Meer dan een derde van alle ruwe aardolie gaat door een kraakinstallatie heen. Zonder zouden we een belangrijk deel van alle aardolie niet benutten.
Bugatti
De historie van het kraakproces begint al voor de Tweede Wereldoorlog, in 1891. De Russische weten-
complexer mengsel van katalysatoren nodig. Maar het lukt. En met de katalysatorkeuze is de opbrengst van de kraakreactie ook steeds beter te sturen. Zo levert de ene producent meer aan de benzinepomp, de ander aan kunststoffabrikanten. En innovatie in het kraakproces blijft relevant, benadrukt Vogt: “De energietransitie vindt niet van vandaag op morgen plaats. De komende dertig jaar zal de wereld krakers nodig hebben, al zal het belang van brandstoffen waarschijnlijk afnemen en zullen we steeds meer kraken om grondstoffen voor de chemische industrie te maken, zoals propeen, buteen en aromaten.”
100 90 gas
80 70
lpg
60 50
benzine
40 light cycle oil ‘smeerolie’
30 20
high cycle oil, paraffine-achtig restproduct
10 0
cokes/teer Thermisch
1950
1960
1970
1980
Het kraakproces leverde in de loop van de vorige eeuw steeds meer benzine, diesel en andere waardevolle producten op. BRON: RE VIEW 2015 VOGT/ WECKHUYSEN IN CHEMICAL SOCIETY REVIEWS VAN DE ROYAL SOCIET Y OF CHEMISTRY
mei 2016 Chemie Magazine 25
BIOMASSA KRAKEN? Kunnen we kraakinstallaties en hun katalysatoren ook inzetten om biomassa te kraken? Om er duurzame brandstoffen en grondstoffen voor de chemische industrie van te maken? Aardolie is immers ook (oeroude) biomassa. Eenvoudig is dat helaas niet, vertelt Jean-Paul Lange, hoogleraar Chemische bio-raffinage aan de Universiteit Twente en principal research chemist bij Shell. “Plantaardige oliën kun je inderdaad aan een katalytische, stoom- of hydro-kraker voeden. Dat zijn koolwaterstoffen. Maar het staal is waarschijnlijk niet bestand tegen de corrosieve stoffen die ontstaan. Bovendien zijn zonnebloem- of olijfolie veel te duur.” Hout en restafval uit de landbouw zijn nog lastiger te kraken. Ze bestaan uit cellulose, hemicellulose en lignine. Cellulose kun je kraken met hete stoom, vertelt Lange. Al wordt dat doorgaans geen kraken maar pyrolyse genoemd. Een katalysator is niet nodig omdat koolhydraten makkelijker uit elkaar vallen, maar daarbij houden alle voordelen op. De olie die ontstaat – pyrolyseolie – is nat en zuur. De stoomkraker moet daarom van speciaal staal zijn. De opbrengst is ook inherent een stuk lager bij koolhydraten. “Aan al die ingebouwde zuurstof heb je niets als je brandstof wilt produceren”, aldus Lange. En de kwaliteit van het product is nog lang niet goed genoeg, stelt hij. Katalytisch kraken kan ook. De olie is van hogere kwaliteit, maar de opbrengst laag. Lange denkt dat de oplossing uiteindelijk ligt in meer verfijnde kraaktechnologie: lagere temperaturen en uitgekiende katalysatoren. Daarvoor is nog veel onderzoek nodig. “Maar we hebben geen keus. Voor transportbrandstoffen is er een alternatief: elektriciteit. Voor de chemische industrie is de omschakeling naar biomassa als grondstof op lange termijn onontkoombaar.”
Eugène Houdry met een katalytische converter in het onderzoekscentrum in Pennsylvania (1943).
26 Chemie Magazine mei 2016
In 1952 vond de officiële opening plaats van de eerste kraakkatalysatorfabriek in Nederland bij zwavelzuurproducent Ketjen in Amsterdam, waar nu Albemarle is gevestigd. Onder de gasten was ook de minister van Economische Zaken Jelle Zijlstra (tweede kabinet-Drees).
schapper Vladimir Sjoechov ontvangt een patent voor thermisch kraken. Sjoechov verhit olie onder druk tot zeker 400 graden. Door de hitte breken de oliemoleculen spontaan. Dat levert wat benzine op, maar praktisch is zijn proces niet. Het kost veel energie en er ontstaat veel teer dat de apparatuur verstopt. Het lukt de Amerikaanse William Merriam Burton desalniettemin in 1913 een eerst industriële installatie te bouwen voor thermisch kraken. In 1938 zet Houdry een belangrijke stap voorwaarts. Hij experimenteert met zure kleien en mineralen op zoek naar een geschikte katalysator, een stof die de kraakreactie versnelt en mogelijk maakt bij lagere temperaturen. Houdry’s interesse komt vooral voort uit zijn hobby: autoracen. Houdry is zoon van een rijke staalmagnaat en liefhebber van snelle sportauto’s. Hij is op zoek
naar de snelste autobrandstof voor zijn Bugatti’s. Het is bekend dat zure klei kraken versnelt, maar na een tijd niet meer werkt. Houdry vindt een oplossing: regeneratie. Hij brengt de katalysator aan op roosters. Ze zijn al snel bedekt met ‘roet’ en inactief, maar Houdry verwisselt ze en brandt ze telkens weer schoon: regeneratie. Hij verhuist naar de VS, waar in 1938 in Pennsylvania de eerste kraakinstallatie draait. Het is een commercieel succes: de fabriek levert tweemaal zo veel benzine op. De installatie ligt echter telkens stil bij een wisseling. Ook daar bedenkt Houdry een oplossing voor. Hij gebruikt losse katalysatordeeltjes die in de oliestroom ‘dansen’ en in een regenerator continu worden schoongebrand en weer toegevoegd (zie ook kader). In 1942 draait een eerste fluid catalytic cracker (FCC)
[BRON: FIGUUR 3, RE VIEW 2015 VOGT/ WECKHUYSEN]
Kraken, het omzetten van zwaardere oliefracties in brandstoffen en grondstoffen, vindt meestal plaats in een lange, verticale metalen buis (de ‘riser’). De olie wordt onderaan de pijp vermengd met katalysator en snel verhit tot zo’n 700 graden Celsius. Terwijl de mix met meer dan honderd kilometer per uur door de buis omhoogschiet, breken de langere oliemoleculen. Bovenaan de buis valt de katalysator (een vaste stof) omlaag in de regenerator, een soort oven. Daar wordt de katalysator schoongebrand: olieresten verdwijnen, waarna de kat opnieuw wordt gebruikt. De kraakproducten (gassen en hete vloeistoffen) stromen naar een destillatiekolom (niet op afbeelding) waar ze worden gescheiden in benzine, etheen (‘ethyleen’), kerosine etc. Bron: Review 2015 Vogt/Weckhuysen
KRAAKINSTALLATIE EXXONMOBIL KRIJGT UPGRADE
gebaseerd op dat idee. Ondertussen zijn er ook al zes andere FCC’s in aanbouw, omdat de vraag naar benzine enorm is in oorlogstijd. Na het Manhattanproject (atoombom) en de radar, is het FCC-proces het derde grote techproject van de geallieerden in WOII. Houdry bleef overigens uitvinden. Hij legde ook de basis voor de driewegkatalysator, de autokatalysator die al decennialang de uitlaatgassen van benzineauto’s opschoont. Een grote verbetering was er in de jaren zestig: zeolieten als katalysatoren. Het zijn kristallijne vormen van de tot dan toe gebruikte silica/ alumina-verbindingen, ook wel aangeduid als moleculaire zeven. Ze hebben precies gevormde holtes waarin de oliemoleculen reageren. En door de grootte te variëren, valt de kraakreactie ook wat te sturen. Een andere belangrijke innovatie is
ExxonMobil breidt zijn kraakinstallatie in Rotterdam momenteel uit, een investering van meer dan 1 miljard dollar. De startup staat eind 2018 gepland. De upgrade van de kraker is een belangrijk onderdeel van eerder aangekondigde wereldwijde productieuitbreidingen van ExxonMobil. Na de upgrade wordt een grotere fractie van de ruwe olie – de raffinaderij verwerkt 190.000 vaten per dag (ruim 30 miljoen liter) – omgezet in laagzwavelige diesel, kerosine en hoogkwalitatieve smeerolie. Het betekent dus een verdere optimalisatie van het raffinageproces. De bestaande hydrocracker produceert vooral diesel en kerosine, maar ook een laagwaardig bijproduct: hydrocrackate. Door gebruik van nieuwe, gepatenteerde katalysatoren kan dit straks in de aangepaste kraker worden omgezet in hoge kwaliteit basisolie, diesel en kerosine. Tegelijkertijd wordt ook de capaciteit van de kraker
vergroot, waardoor de kraker ook een bestaande stroom hoogzwavelige olie kan verwerken die elders in de raffinaderij vrijkomt. ExxonMobil zal de geproduceerde basisolie zelf verder verwerken tot smeermiddelen en industriële olie. Dankzij de nieuwe hydrocracker produceert de raffinaderij straks ruim 3 miljoen liter basisolie per dag en stijgt de opbrengst aan diesel en kerosine met ruim 3,5 miljoen liter per dag. Ellen Ehmen, woordvoerder ExxonMobil Nederland: “Wij investeren in sterke fabrieken. De Rotterdamse haven is interessant voor ons, met als achterland Duitsland en de Benelux, maar ook door de samenwerking met andere petrochemische bedrijven. We verwerken ruwe olie tot hoogwaardige brandstoffen en grondstoffen voor de kunststofindustrie. Het gaat dus niet om stookolie of benzines, maar om hoogwaardige producten.” mei 2016 Chemie Magazine 27
In 1942 draait de eerste ‘fluid catalytic cracker’ in Baton Rouge, Louisiana. Op de foto hetzelfde type van Standard Oil in 1942.
het hydro-kraken: kraken met toevoeging van waterstofgas. Dit zorgt voor meer diesel-achtige producten. Ongeveer een kwart van de raffinaderijen wereldwijd heeft (ook) een hydro-kraker.
Eigen auto
De groeiende welvaart in Europa in de jaren vijftig en zestig brengt een eigen auto binnen bereik van de ‘gewone burger’ en laat de vraag naar benzine verder stijgen. De Nederlandse havens vormen een prima plek om olieproducten te ontvangen, te verwerken en door te voeren naar het achterland. In Rotterdam en Amsterdam verschijnen naast de raffinaderijen van oliebedrijven zoals Shell, Esso en Mobil ook kraakinstallaties. Met de hui28 Chemie Magazine mei 2016
SHELL: ’KRAKERS BLIJVEN CRUCIALE ROL VERVULLEN’
dige zes raffinaderijen, die bijna 10 procent van de Europese markt bedienen, is Nederland nog steeds groot in kraken. Voor de nieuwe krakers zijn natuurlijk kraakkatalysatoren nodig. Een van de grote producenten, het Amerikaanse Cyanamid, zoekt een Europese partner om ze dichtbij te produceren. Ze vinden een partner in het Amsterdamse chemiebedrijf Ketjen, producent van ‘vitrioololie’, oftewel zwavelzuur. Een logische keuze omdat dit zuur nodig is voor het zuiveren en neerslaan van alumina en silica. Ketjen start in 1953 met de productie onder licentie, maar ontwikkelt al snel eigen verbeterde katalysatoren. Later wordt Ketjen onderdeel van AkzoNobel, dat de katalysatoractiviteiten in
Bijna vijftig jaar oud is de stoomkraker van Shell in Moerdijk. Opgestart in 1972 is het nog steeds een van de grootste en modernste krakers van Europa, dankzij verschillende uitbreidingen. De kraker kan zeer diverse vloeibare stromen vanuit de raffinaderij in Pernis verwerken. De fabriek produceert vooral gasvormige grondstoffen voor de chemische industrie, zoals etheen en propeen. Deze basischemicaliën gaan naar afnemers in Nederland en Europa, die er onder meer kunststoffen van maken. Door optimalisatie van de procesregeling, efficiënte compressoren, moderne scheidingstechnieken en fakkelgas-reductie is het energieverbruik van de stoomkraker over de jaren met meer dan een kwart gedaald. Shell wil de CO2-uitstoot de komende jaren nog verder reduceren door bijvoorbeeld ook zelfopgewekte, groene elektriciteit te gebruiken. “Met de groeiende wereldbevolking en welvaart zal de vraag naar basischemicaliën blijven toenemen”, stelt Tim Kezer, woordvoerder van Shell International. Krakers blijven daarom een cruciale rol vervullen. Dit jaar startte het bedrijf een grote nieuwe kraker op in Huizhou (Guangdong, Zuid-China) met de Chinese partner CNOOC (China National Offshore Oil Corporation). Deze kraker levert vooral aan de thuismarkt. In het Amerikaanse Pennsylvania is een volgende nieuwe kraker in aanbouw, die wordt volledig met gas (ethaan) gevoed. Het Shell research- en technologiecentrum in Amsterdam werkt continu aan nieuwe kraaktechnologieën. Kezer: “We ontwikkelen nieuwe routes, vaak op basis van nieuwe katalysatoren. Het doel is om etheen en andere basischemicaliën te produceren vanuit methaan (aardgas) of ethaan met een lage CO2-uitstoot. Innovatieve technologie die concurrerend is met het conventionele kraakproces.”
2004 onderbrengt bij het Amerikaanse Albemarle. Anno 2018 zijn dagelijks duizenden tonnen verse kat nodig om alle krakers draaiende te houden. De katalysatoren slijten snel door de hoge temperaturen en grote krachten in de installatie. Wereldwijd vormen kraakkatalysatoren nu een markt van 800 duizend ton per jaar. Gebruikte kat is overigens prima bruikbaar in bouwmateriaal en wordt grotendeels hergebruikt. p
33e internationale vakbeurs voor fijn- en speciaalchemicaliën
NIEUW:
a Zoek & vind p
rtners
Hèt sourcing- en networkingevent in de branche Ongeveer 400 internationale deelnemers bieden maatoplossingen en specifieke stoffen aan voor verbetering van producten of ontwikkeling van nieuwe chemische oplossingen.
Hoogstaande workshops symposiums en info over le met waardevol rojecten! -p D & lopende R
rochemie Symposium ag ièreclinic rr Chemspec ca aceutica rm Symposium fa regelgeving en et Symposium w n de RSC Symposium va t-ups Innovatieve star
Fijn- en speciaalchemicaliën voor uiteenlopende branches: • Farmaceutica • Landbouwchemie • Petrochemie • Cosmetica • Kleef- en dichtingsmiddelen • Verven en coatings • Polymeren • Biotechnologie • Kleurstoffen • Drank en levensmiddelen • Industriële reiniging • Reprografie en drukwerk • Waterzuivering en nog veel meer
Koelnmesse Keulen, Duitsland
20 – 21 JUNI 2018 www.chemspeceurope.com
Organisatie:
20 – 21 June 2018 | Koelnmesse Cologne, Germany
Wetenswaardig Zicht op de voormalige fabrieken vanaf de Weteringsevest. Rechts de Watertoren uit 1895.
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SPIRITUSFABRIEK (1926-1967) BIO
FOTO: BR AM K AISER
I
n 1869 richtte technoloog Jacques van Marken een gistfabriek op. Voor de vestiging koos hij een terrein ten noorden van Delft. Belangrijke factoren waren de nabijheid van een ruim afzetgebied (de grote steden), de infrastructurele voorzieningen (vaarwater en een spoorlijn) en de ruime arbeidsmarkt (Delft). Naast gist voor broodbakkerijen maakte het bedrijf brandspiritus. In 1879 volgde een eerste uitbreiding met een mouterij. Naast gerst werden ook mais en melasse als grondstof gebruikt. In 1883 richtte Van Marken samen met J.R. Tutein Nolthenius op hetzelfde terrein de Nederlandse Olie Fabriek op voor de productie van olie uit
30 Chemie Magazine mei 2018
pinda’s. Deze onderneming kreeg in 1898 na een fusie met een Franse firma de naam Calvé. Na een voorspoedige groei, nam de onderneming diverse verwante bedrijven over, terwijl Van Marken ook nieuwe bedrijven startte. De onderneming verwierf zo uiteindelijk een groot deel van de binnenlandse gist- en spiritusmarkt. Tussen 1920 tot 1930 werden 27 nieuwe fabrieken in Delft gebouwd, in 1926 volgde de overname van de Rheinische Presshefe und Spiritwerke in Duitsland en in 1930 kwam een buitenlandse productievestiging tot stand in Portugal. In 1932 werd de basis van de onderneming verbreed
door de productie van oplosmiddelen verkregen op basis van gistingstechnologie, onder meer toegepast in de lak- en verfindustrie. Al eerder werd uit gerectificeerde spiritus zwavelether voor technische en farmaceutische doeleinden gemaakt, waaronder narcose-ether. Nadat de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek in Delft er al in 1940 mee was gestart, werd er na de oorlog op grote schaal penicilline geproduceerd. In 1950 kreeg het bedrijf ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan het predicaat Koninklijk. In het Delftse hoofdbedrijf werkten toen zo’n 1700 mensen. In 1968 fuseerde de Koninklijke
GIST- EN OTECH CAMPUS DELFT Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek met Brocades tot de Koninklijke Gist-Brocades, dat in 1998 werd overgenomen door DSM. Naast penicilline, waarmee sinds de Tweede Wereldoorlog miljoenen levens waren gered, waren belangrijke innovaties het natuurlijke schimmelwerende conserveermiddel natamycine, gebruikt om levensmiddelen tegen bederf te beschermen, en zuivelenzymen waardoor miljoenen mensen met een lactose-intolerantie toch voedzame zuivelproducten kunnen consumeren. In 2014 verhuisde de productie van penicilline naar China. Inmiddels is
de Delftse site uitgegroeid tot een belangrijke productiesite voor onder meer halffabricaten voor antibiotica en gistextracten en smaakstoffen. DSM Delft vormt er samen met de TU Delft, de gemeente Delft en de provincie Zuid-Holland de Biotech Campus Delft, die internationaal bekend staat om zijn expertise en zijn toonaangevende positie op het gebied van biotechnologische ontwikkeling. p Bronnen: wikipedia.org, Wikidelft.nl, Koninklijke Bibliotheek
PERSONEELSBLAD IN HET GUINNESS BOOK OF RECORDS Onder het motto ‘De fabriek voor allen, allen voor de fabriek’ streefde Van Marken naar een sociaal ondernemerschap. Dat betekende onder meer winstaandeel voor de arbeiders, een pensioenfonds en een medezeggenschapsorgaan, het eerste in zijn soort in Nederland (1878). De fabriek was een micromaatschappij: behalve voor werk zorgde het bedrijf ook voor wonen, onderwijs, winkels en ontspanning. Met het personeelsorgaan De Fabrieksbode beoogde Van Marken toenadering en verbetering van de onderlinge communicatie tussen bedrijf en werknemers. Het was het eerste Nederlandse bedrijfstijdschrift, dat met 121 jaargangen (1882-2001) het langst onafgebroken verschenen bedrijfsblad ter wereld zou worden, mét vermelding in het Guinness Book of Records. mei 2018 Chemie Magazine 31
‘IK WIL MEER PRODUCTIERECORDS HALEN’ 34 Chemie Magazine mei 2018
Arbeidsmarkt
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.
1
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Manuel de la Haije, 31 jaar en woonachtig in Zwartewaal. Ik werk aankomende augustus elf jaar voor Kemira, sinds 1 januari 2017 als production specialist. We maken hier vooral eindproducten voor waterzuiveringsinstallaties. Ik zorg ervoor dat onze producten aan de kwaliteitsnormen voldoen, en optimaliseer de manier waarop we dat doen. Een simpel voorbeeld. Bij de productie verwarmen we vloeistoffen al mengend tot 30 graden Celsius. Vroeger verwarmden we pas als alle vloeistoffen gedoseerd waren, maar dat kon ook al eerder. Zo bespaar ik vijf minuten op het proces. Zulke kleine optimalisaties betekenen vele duizenden extra kilo’s volume per jaar. En omdat momenteel al onze producten helemaal zijn uitverkocht, is elke kilo meer gewenst.
Manuel de la Haije
PRODUCTIESPECIALIST BIJ KEMIRA
2
Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? In onze fabriek maken we verschillende soorten soep, zoals tomatensoep en erwtensoep. Ik zorg ervoor dat deze zo lekker mogelijk smaakt en zo snel mogelijk wordt bereid. Die soep komt niet kant-enklaar uit blik, maar we doen alles zelf. Al die stappen vormen het recept. Dan moet bij stap twee niet staan: snij de tomaten en ruim je snijplankje op, want later moet je ook nog wortels en uien snijden. Ook bedenk ik of je niet beter het water eerder kan laten koken.
Tekst: Inge Janse
3
FOTO’S: JORIS DEN BL A AUWEN
Sommige mensen vinden hun werk zó leuk, dat ze er verslaafd aan raken. Zoals Manuel de la Haije, die zich van tegensputterende vmbo’er ontpopte tot optimalisatie-expert bij Kemira. “In mijn werk snak ik nooit naar de vrijdagmiddag.”
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Op school in Brielle was het vooral lang leve de lol. Zo kwam ik van de havo/mavo op het vmbo. Maar na twee jaar kreeg ik een wake-upcall. Mijn vader zei: ‘Als je zo doorgaat, dan betaal ik je opleiding niet meer, dan ga je maar langs de snelweg witte lijnen trekken.’ In die periode was ik veel bezig met mijn scooter. Ik had weinig geld als tiener, dus ik wilde deze met weinig middelen zo mooi en zo snel mogelijk maken. Ik wist bijvoorbeeld e mei 2018 Chemie Magazine 35
‘Zo’n scorebord van golden batches – de snelste ooit gemaakt – werkt heel verslavend’ NAAM Manuel de la Haije. LEEFTIJD 31 jaar. WOONPLAATS Zwartewaal. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Een zoon van 6 en een dochter van 1. OPLEIDINGEN Operator C, richting Proces Operator (Technicom Opleidingen, 2012-2016), Operator A Maintenance & Operator B Procesindustrie (Scheepvaart Transport College, 2003-2007), havo/mavo/vmbo (Maerlant Brielle, 1999-2003). NEVENACTIVITEITEN Geen. WERKGEVERS Production specialist bij Kemira (2016-heden), lead technician / lab bij Kemira (2013-2016), process operator bij Kemira (2009-2011), operator bij Kemira (2008-2009), leerling-operator bij Kemira (20072008).
eigenhandig het maximale aantal pk’s eruit te persen. Zo kwam het Scheepvaart- en Transport College in beeld, want ik wilde mijn handen laten spreken. Na de opleiding tot Operator A en B liep ik stage bij Kemira. Sindsdien heb ik hier altijd gewerkt. Ik begon als leerling-operator. Daarna werkte ik in het veld als procesoperator, maar daar verloor ik mijn enthousiasme. Het voelde meer als werk, dus inklokken en acht uur later weer naar huis. Dat wilde ik de komende veertig jaar niet blijven doen. Ik volgde daarom in 2012 via Kemira mijn Operator C-opleiding. Sindsdien heb ik de touwtjes meer in eigen handen.
4
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Ik haal heel veel voldoening uit het rendement van mijn optimalisaties. Vorig jaar maakten 36 Chemie Magazine mei 2018
we van een product bijna 2,5 miljoen kilo méér. Je doet zoiets natuurlijk als team, maar ik doorbrak de cirkel van processen die we al dertig jaar hetzelfde deden. Het verschil maken is voor mij heel belangrijk. Ik kan niet aan een lopende band staan, ook al krijg ik elke maand 100.000 euro. Hier kan ik mezelf bewijzen, wat hartstikke goed bevalt. In het begin had ik zelfs moeite om het werk los te laten. Thuis vanachter de laptop spiekte ik vaak mee of het wel goed ging. Maar voor je het weet, jaag je jezelf over de kop. Bovendien leverde het thuis boze ogen op. Overwerk is soms nodig, maar vaak geldt gewoon: morgen weer een nieuwe dag. Daarin moest ik mezelf corrigeren.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Je kunt optimaliseren door voor heel veel geld een nieuwe reactor of pomp te installeren, maar ik optimaliseer zonder geld. Ik probeer in alle processen minuten eruit te halen. We hebben hier golden batches, dat is de snelste batch die ooit gemaakt is. In een digitaal systeem kun je dat voor de afgelopen tien jaar zien. Zo’n scorebord werkt heel verslavend. Het meest trots ben ik op mijn optimalisatie van het polyamine-proces. Veel instellingen hiervoor stonden heel apart, zoals een transferpomp die op 1000 toeren stond, terwijl deze 1500 aankon. Op een uur levert dat twintig minuten winst op. Na alle pijnpuntjes aangepakt te hebben, gingen we zo veel produceren, dat de bevoorradingsvrachtwagen eerder moest komen.
6
Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? We gaan een nieuwe productgroep maken, een proces waar Kemira wereldwijd in meekijkt. Die groep is voor een heel belangrijke
en grote klant, die voldoende product van de juiste kwaliteit wil. Lukt ons dat, dan gaan er heel nieuwe deuren voor Kemira Botlek open. In dat proces ga ik optimaliseren, maar ook de operators trainen. Dat is nieuw voor mij. Gelukkig werk ik heel graag met mensen. Mijn opleiders hier zeiden altijd: je team is zo sterk als de zwakste schakel. Dat ben ik nooit vergeten. Ik wil daarom al mijn kennis en informatie delen. En ik word er ook slimmer van, want ik leer veel van hun ervaring. We beginnen dit voorjaar met de productie. Dat wordt een spannende en leuke periode.
7
Wat levert je werk je op? Bedoel je of ik rijk ben? Zeker, ik ben heel gezond! (lacht) Ik verdien zeker voldoende om weinig financiële zorgen te hebben. Maar geld is absoluut niet alles. Vroeger dacht ik daar anders over, toen wilde ik zo veel mogelijk verdienen. Maar doordat ik een gezin startte, werden mijn verantwoordelijkheden anders. Zo kwam ik erachter dat ik vooral voldoening uit mijn werk moet halen. Dan maar een keer minder per maand uit eten. In mijn werk snak ik nooit naar de vrijdagmiddag. Ik zie positieve ontwikkelingen en kan daar mijn steentje aan bijdragen. Natuurlijk, ook ik heb soms een rotdag. Maar ik stap altijd met een gezonde glimlach in mijn auto, omdat ik weet welke uitdagingen er voor me klaarliggen. Ik kan me hier ook persoonlijk ontwikkelen. Eind januari mocht ik voor het eerst naar het buitenland, voor een zakenreis naar Kemira in Amerika. In mijn eentje op pad, de wijde wereld in, een andere taal, nieuwe mensen: ik dacht dat het helemaal niets voor mij was. Ik ging met buikpijn van de stress erheen. Maar daar was het ijs direct gebroken. Ik leerde van hen, zij van mij. Die ervaringen neem ik mee naar huis en werk.
Arbeidsmarkt
8
Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Aan schoon water. Ons product wordt toegevoegd aan verontreinigd water. De vaste, vuile deeltjes vlokken hierdoor samen en vormen een grote klont, die je via scheiding in de waterzuivering kunt weghalen. Ons product wordt ook toegepast in de papierindustrie. Door water te onttrekken, bepaal je de sterkte van het papier. En we werken voor de olie-industrie, om meer uit bronnen te halen.
Manuel de la Haije: ‘Bij Kemira zijn deuren voor mij geopend waarvan ik nooit had gedacht dat die open zouden gaan.’
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? De nieuwe Robin van Persie worden is een heel mooie droom, maar ik ben inmiddels 31 en ik ken mijn beperkingen. (lacht) Maar verder? Ik heb daar nooit bij stilgestaan. Ik wil vooral een uitdaging hebben en ik neem graag mijn verantwoordelijkheid. Ik zit op een ideale plek. Ik heb ook heel veel met dit bedrijf. Ik heb bij een groot petrochemisch bedrijf gewerkt, daar had ik meer het gevoel dat ik een nummer was. Plantmanagers en teamleiders zeiden soms amper gedag tegen de jongens in overalls. Hier werken negentig mensen, het is ons kent ons. We zijn collega’s, maar tonen veel betrokkenheid. En er zijn hier deuren voor mij geopend waarvan ik nooit had gedacht dat die open zouden gaan.
10
Hoe zie je jezelf over tien jaar? Dan werk ik nog steeds hier. Zeker weten. Dat komt onder meer door de ontwikkelingen bij Kemira. Het management geeft mij het gevoel dat het vertrouwen in me heeft. Ik heb daarom geen ambitie om bij een buurtbedrijf te werken, ook al word ik daarvoor soms gepeild. Over tien jaar ben ik hopelijk production manager. Ik merk dat sommige dingen nog beter kunnen, maar dat ik daar de verantwoordelijkheid niet voor heb. Ik kan al veel naar eigen hand zetten, maar ik heb ook een visie over het bedrijf en het produceren. Die wil ik werkelijkheid laten worden. Het gaat me daarbij niet om de functietitel, maar om de verantwoordelijkheid. Ik wil meer productierecords halen. Het is nooit genoeg. Stilstand is achteruitgang! p
?
WIE IS MANUEL NAAST ZIJN WERK?
Manuel houdt van voetbal: hij kijkt naar Feyenoord en speelt zelf (‘als een soort tien, een aanvallende middenvelder’) in een seniorenteam. Manuel zwemt ook graag met zijn zoontje, dus hij is in de weekenden vaak te vinden in een zwembad of het Plaswijckpark. En dan is er nog zijn auto, een Volkswagen Golf 6 GTI. “Vroeger sleutelde ik aan scooters, maar aan mijn auto zit ik niet te veel. Die moet me gewoon naar mijn werk brengen.”
mei 2018 Chemie Magazine 37
E-REFINERY GEEFT IMPULS AAN OPSCHALING NAAR INDUSTRIËLE TOEPASSING
TEMPO MAKEN MET ELEKTROCHEMIE
38 Chemie Magazine mei 2018
Duurzaamheid
Door de grootschalige beschikbaarheid van wind- en zonne-energie staat elektrochemie volop in de belangstelling. Reden voor de TU Delft om te starten met ‘e-Refinery’, een nationaal initiatief dat zich sterk maakt voor het ontwikkelen en opschalen van de techniek om chemische stoffen te produceren met behulp van elektriciteit.
D
e TU Delft heeft op 22 mei de aftrap gegeven voor ‘e-Refinery’, een nationaal initiatief dat zich sterk maakt voor het ontwikkelen en opschalen van elektrochemie. Deelnemers zijn onder meer de technische universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente, de Topsectoren Chemie, Energie en HTSM, de chemiebedrijven Shell, DSM, AkzoNobel en Yara en staalproducent Tata Steel. Het consortium volgt de visie die de Commissie Elektrochemische Conversie en Materialen ECCM vorig jaar op uitnodiging van de drie Topsectoren heeft opgesteld voor de transitie naar een CO2-neutrale samenleving met behulp van duurzaam opgewekte energie. Elektrochemie werd ruim 160 jaar geleden ontwikkeld, maar is het laboratoriumstadium toen nooit ontstegen. Nog in de jaren tachtig van de vorige eeuw legden pilots met elektrochemie het volledig af tegen de klassieke productiewijze in de chemie en staakten bedrijven hun investeringen in de techniek. Het proces staat opnieuw in de belangstelling vanwege de sterk veranderde en nu gunstige economische omstandigheden, lees: de grootschalige beschikbaarheid van wind- en zonne-energie en het potentiële gebruik van CO2 als grondstof. “CO2 kan voorlopig beschikbaar komen als grondstof voor elektrochemische conversie uit onder meer energiecentrales die op fossiele brandstof draaien”, zegt dr. ir. Paulien Herder, hoogleraar Engineering systems design in energy & industry aan de TU Delft en ‘trekker’ van e-Refinery. “Op de lange duur, als de technologie verder is ontwikkeld, zal CO2 op grote schaal beschikbaar
moeten komen via direct air capture, ofwel het aan de atmosfeer onttrekken van CO2. Intussen kunnen we werken aan het opschalen van elektrochemische synthese naar industriële toepassing en aan integratie ervan in de industrie. Idealiter werken we daarbij toe naar weinig verspillende reacties, minder energieverbruik, minder chemicaliën en minder processtappen.” Wat houdt het proces precies in? Herder: “Elektrochemie maakt de productie mogelijk van chemische stoffen met behulp van elektriciteit. Het is de synthese van chemische stoffen in een elektrochemische cel bestaande uit elektrodes, een elektrolyte en vloeibare of gasvormige reactanten. Een elektrochemische cel is een soort reactor: je zet er stroom op en er vindt een chemische reactie plaats doordat elektronen heen en weer gaan bewegen. Op laboratoriumschaal zijn het apparaatjes met twee platen. Je stopt er bijvoorbeeld CO2 en water in en zet dat onder spanning. Daarmee wordt water gesplitst en wordt CO2 gereduceerd tot CO en verder omgezet in bijvoorbeeld mierenzuur of methanol. Op die manier maak je moleculen door middel van elektriciteit.” Wat is de stand van zaken? “Hoewel toepassing op industriële schaal nog ver weg is, zijn bij laboratoriumproeven hoogwaardige chemicaliën geproduceerd, wat positieve verwachtingen op korte termijn rechtvaardigt. Terwijl we de technologie verder ontwikkelen, moeten de klimaatdoelen van Parijs worden gehaald en moet de winkel van het petrochemische complex openblijven. Dat komt neer op het stapsgewijs invoeren van de nieuwe technologie en
FOTO: SAM RENTMEESTER
Tekst: Henk Engelenburg
Paulien Herder is ‘trekker’ van e-Refinery.
het tegelijkertijd stapsgewijs afbouwen van conventionele technieken. We zullen wel tempo moeten maken. Elektrochemie heeft in Nederland de afgelopen decennia weinig aandacht gehad en we moeten de belangrijke rol van ons petrochemische cluster in Rotterdam voor onze economie en welvaart zien te behouden.” Wat doen andere landen op dit vlak? “Buiten Europa zijn er sterke groepen in de VS, Canada en China. In Europa lopen onderzoeksprogramma’s op dit gebied in Frankrijk en Denemarken en is vooral Duitsland heel actief. Ik kijk met enige jaloezie naar Duitsland, dat een half miljard heeft vrijgemaakt voor het realiseren van de energietransitie – het zogenoemde ‘Kopernikus’-programma. Daarvan is 100 miljoen uitgetrokken voor ‘Power-to-X’, een wetenschappelijk programma voor het verder ontwikkelen van elektrochemie met ondersteuning van grote bedrijven zoals BASF. We gaan volgende maand in 4TU- en Topsectorverband met de Duitsers praten om na te gaan in hoeverre ons consortium met hen kan optrekken.” Wat gebeurt er concreet in Nederland? “De ECCM-commissie coördineert de inzet van wetenschappers van
e
mei 2018 Chemie Magazine 39
‘We werken aan verscheidene technologieën, moleculen en producten. Bedrijven doen al in een vroeg stadium mee’ universiteiten en onderzoekers van de deelnemende bedrijven om met goede programmavoorstellen voor NWO te komen. De eerste calls van NWO staan inmiddels uit, zoals de NWO cross-over call en de Nationale WetenschapsAgenda call (NWA). Overigens spreken we met bedrijven ook over mee-investeren. Op het lagere R&D-niveau is relatief minder geld nodig, maar wanneer het aankomt op implementeren, spreek je al snel over in eerste instantie tientallen miljoenen euro’s.” Waar richt het onderzoek zich precies op? “In zo’n elektrochemische cel zit een elektrode. We onderzoeken wat het
beste materiaal daarvan zal moeten zijn, dat wil zeggen, in industriële omstandigheden. We zijn druk bezig met stromingsverschijnselen. Want als die elektrode straks in een groter apparaat zit, hoe verzeker je dan dat de grondstoffen er goed doorheen stromen? In die cel ontstaan immers gassen en die geven belletjes. Wat gebeurt er als een belletje zich vormt en wanneer laat het los? Welk ontwerp van de elektrodes past hierbij? Want zolang er een belletje zit, zit er geen andere reactant meer. Vervolgens moeten de reactoren in een systeem passen dat past in de circulaire economie. We moeten al in het lab beseffen dat we voor de reactoren bijvoorbeeld geen zeld-
TOPSECTOR ZIET ELEKTROCHEMIE ALS GROTE KANSHEBBER
De Topsector Chemie staat achter het initiatief van het consortium om programmatische stappen te maken met elektrochemie. De Topsector selecteert vooral technologieën in de innovatieportfolio die uitzicht bieden op succesvol opschalen in de komende decennia. Elektrochemie hoort daar zeker bij, aldus Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie. De toenemende beschikbaarheid van duurzame energie creëert gunstige economische omstandigheden voor de technologie, ‘waarvan we voorheen nog niet eens durfden te dromen’. Meijer wijst op het overaanbod van elektriciteit uit zonnepanelen en windmolens dat onlangs ontstond op een zonnige dag met veel wind, met als gevolg negatieve prijsvorming. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om in de toekomst het overaanbod van elektriciteit vast te leggen in bijvoorbeeld ammoniak of waterstof. Daarmee balanceert de chemische industrie de fluctuaties in energievraag en -aanbod en krijgen de
40 Chemie Magazine mei 2018
bedrijven tegen veel goedkopere condities energiedragers ter beschikking. Al met al ontstaan totaal andere economische omstandigheden dan in het verleden, aldus Meijer. Dat de kennis over elektrochemie sindsdien in Nederland is weggezakt, is volgens hem niet onoverkomelijk aangezien kennis tegenwoordig internationaal voorhanden is. Zo heeft Duitsland elektrochemie ‘als platform in de lucht gehouden’ en in Nederland is er sinds een jaar een brede discussie om elektrochemie weer leven in te blazen. Er is een grote conferentie gehouden en de commissie Elektrochemische Innovatie en Materialen ECCM heeft in beeld gebracht wat elektrochemie kan brengen. Eind volgende maand is er in Den Haag een internationale conferentie over elektrochemie. En de industrie? Meijer: “In de industrie bestaat zonder meer veel belangstelling, maar bedrijven committeren zich pas als er programma’s zijn geschreven.”
zame metalen toepassen en we moeten nu al nadenken over de hele levenscycli van de grondstoffen. Die maatschappelijke invalshoek is overigens voor iedereen heel inspirerend. Verder werken we aan elektrotechnische uitdagingen zodat de chemische industrie straks fluctuaties op het elektriciteitsnet kan balanceren. Het is belangrijk dat elektrochemische cellen stabiele elektriciteitsinput krijgen, want bij andere spanningen krijg je andere producten. Al dit onderzoek moet internationaal opgetuigd worden met nationale programma’s van minstens 30 miljoen euro. Daarna moeten de bedrijven het stokje overnemen met demo’s en pilots.’ De systemen moeten straks aansluiten bij de industrie. “Binnen e-Refinery mikken we niet alleen op het ontwikkelen van de allerbeste elektrode of reactor, maar optimaliseren we het gehele systeem, zodat die het beste zijn te implementeren in de bestaande toepassingen in de industrie. Dit gaat ook op voor de procescondities. Je kunt namelijk van alles onderzocht en geoptimaliseerd hebben onder labcondities, maar op industriële schaal zijn de procescondities zoals de pH geheel anders, wat in een elektrochemische cel tot geheel andere producten leidt. Overigens leggen we ons in de vroege onderzoeksfase niet vast op één technologie; we werken aan verscheidene technologieën, moleculen en producten. Bedrijven doen al in een vroeg stadium mee om een indruk te krijgen wat voor hen een relevante route is. Daarna zullen ze daadwerkelijk gaan kiezen.” Chemici hebben nauwelijks kennis van elektrochemie. Hoe los je dat op? “We werken aan programma’s om de kennis over elektrochemie te introduceren. Dat begint al in het onderwijs, op alle niveaus, van mbo tot en met het wetenschappelijk niveau. En verder door mensen in de sector op te leiden, elektrochemie onderdeel te maken van het levenslang leren en bijvoorbeeld ook door mensen in de sector te ondersteunen die op elektrochemie willen promoveren.” p
7th Annual Symposium
Chemical Control Regulations in Asia and the Americas Frankfurt – June 19, 2018 Further Information: +49 621 86189330 www.knoell.com
Korea: AREC (K-REACH) Japan: CSCL reform
Taiwan: TCSCA and OSHA
ASEAN countries
China: Order No.7 and Decree 591
Russia and the EEU
Turkey: KKDIK
South America
USA: New TSCA
Canada: NSN
To play by the rules you have to know them
V.l.n.r.: (boven) Radovan Stanislav Pejovnik (voorzitter Association Technical Culture of Slovenia), Nena Slaats, Louw Feenstra , Miriam Zegelaar, Tobias Veerkamp, Wietske de Bondt, Sebastiaan Hoek, minister van Onderwijs Maja Makovec Brenčič; (onder) gids Lara Jerman.
ZILVER EN BRONS VOOR NED De twee teams die voor Nederland meededen aan de zestiende EUSO (European Union Science Olympiad) behaalden een zilveren en een bronzen medaille. De EUSO werd gehouden van 28 april tot en met 5 mei in Ljubljana (Slovenië). Bij de opening zei Alojz Kovšca, president van de National Council van Slovenië, dat technolo-
42 Chemie Magazine mei 2018
gische oplossingen nodig zijn voor duurzaam omgaan met onze aarde, zodat volgende generaties hiervan kunnen blijven genieten. Hiervoor ziet hij ook een rol voor de jonge EUSO-deelnemers, wetenschappers in spe, weggelegd. Dit jaar deden 25 EU-landen met in totaal 52 teams mee. Nederland was vertegenwoordigd met twee teams. Het gemengd scholenteam
met Tobias Veerkamp (Mencia de Mendoza Lyceum, Breda), Louw Feenstra en Sebastiaan Hoek (beiden van het Stedelijk Gymnasium Haarlem) sleepte een zilveren medaille in de wacht. Het team met Wietske de Bondt (CSG Het Streek, Ede), Nena Slaats (Lorentz Casimir Lyceum, Eindhoven) en Miriam Zegelaar (Bernardinuscollege, Heerlen) behaalde een bronzen
Uitgelicht
DERLAND TIJDENS 16 EUSO e
medaille. Een van de Tsjechische teams eindigde als eerste. In wijnland Slovenië moesten de deelnemers door middel van chromatografie en spectroscopie bepalen welke pigmenten ervoor zorgen dat druivenplanten de energie uit zonlicht kunnen opnemen om glucose te maken. Vervolgens werd onderzocht hoe het enzym werkt dat
bruinkleuring van druiven veroorzaakt en hoe het geremd kan worden. Bij de tweede onderzoeksopdracht bepaalden de leerlingen het gehalte aan organische zuren in verschillende wijnsoorten. Ook gingen zij na of wijnen te onderscheiden zijn door hun verschil in stroperigheid en werd het verband gelegd tussen het ‘tranen’ van de wijn in het glas en de oppervlaktespanning.
Het doel van de EUSO is leerlingen te enthousiasmeren voor natuurwetenschappen en technologie, ze uit te dagen het beste uit zichzelf te halen en ze in contact te brengen met gelijkgestemde leeftijdsgenoten uit andere Europese landen. p
mei 2018 Chemie Magazine 43
2018
WORDT HET EDUARD REITSEMA, MARTIJN DE GIER, NIELS SMITS OF ROB REINARTZ?
De vier genomineerden van de Plant Manager of the Year-verkiezing zijn bekend. Dit jaar wisten kandidaten van Wilmar, Vopak , Dow Terneuzen en Anqore tot de finale door te dringen. De winnaar wordt bekendgemaakt op 7 juni tijdens Deltavisie 2018. Teksten: Laura van der Linde/Dagmar Aarts/Liesbeth Schipper/Wim Raaijen, Industrielinqs
44 Chemie Magazine mei 2018
FOTO'S: SHUT TERSTOCK, DAGMAR A ARTS, L AUR A VAN DER LINDE, DOW TERNUEZEN, WIM R A AIJEN
DE FINALISTEN VAN 2018
Plant Manager of the Year
EDUARD REITSEMA WILMAR OLEOCHEMICALS
‘Er is veel drang om te verbeteren’
I
n 2014 startte Wilmar Oleochemicals een nieuwe fabriek in de Botlek. Toen die draaide, bleek er een ander soort leiderschap nodig dan tijdens de bouw. Er was onrust en onvrede in de organisatie, hoewel de betrokkenheid van de medewerkers wel hoog was. Eduard Reitsema werd in 2015 als plant manager aangenomen om de rust terug te brengen en ervoor te zorgen dat de fabriek goed ging draaien. Wilmar is in Azië marktleider op het gebied van agrarische grondstoffen. “In Rotterdam zetten wij methylesters, een bewerkt product uit palmpitolie, via hydrogenering om naar een vetalcohol”, vertelt Reitsema. “Wij maken een bulkproduct dat in andere fabrieken verder wordt bewerkt, zodat het kan dienen als basis voor zeep en cosmetica.”
goed zijn in de dingen waar ze goed in zijn, zodat ze vanuit hun eigen kracht kunnen acteren. Door gesprekken aan te gaan en te onderzoeken waar er verschillen in inzicht zijn, is het gelukt om de onvrede uit de organisatie weg te nemen.” Dat blijkt uit het feit dat alle operators zijn gebleven. “Zij zijn vanaf de bouw bij de fabriek betrokken. De aansturing is nu alleen anders. Ik merk dat er veel drang is om te verbeteren.” Vorig jaar vond de eerste onderhoudsstop plaats. Als Reitsema de bouw opnieuw had mogen doen, was hij eerder over onderhoud gaan nadenken. “Tijdens de design- en constructiefase is niet goed nagedacht over hoe je onderdelen uit elkaar haalt en of je ergens goed bij kan. Inmiddels hebben we preventieve onderhoudsplannen opgesteld.”
Met zijn team zette Reitsema een visie neer van waaruit kon worden gehandeld. Zo zijn problemen stapsgewijs opgelost. Communicatie was een daarvan. Reitsema: “Tijdens de constructieperiode werd gewoon tegen iedereen gezegd wat hij moest doen, maar dat werkt niet meer als een fabriek draait. Nu laten we mensen
Sinds half mei werkt Reitsema als hoofd Onderhoud bij AVR, waar restafval wordt omgezet in energie en grondstoffen voor huishoudens en bedrijven. “Ik vind het fantastisch om te mogen werken bij een bedrijf waar enorme stappen worden gezet om maximale waarde uit restafval te halen.”
MARTIJN DE GIER VOPAK
‘Kwaliteit gaat voor kwantiteit’
M
artijn de Gier is terminal manager van twee opslagterminals van Vopak: Terminal Amsterdam Westpoort en Terminal Eemshaven. Westpoort is in 2011 in gebruik genomen. Terwijl vloeistoffen als benzine, gasolie en diesel er alleen tijdelijk worden opgeslagen, is Eemshaven juist een strategische opslaglocatie. “Hier vindt voor bepaalde tijd reserveopslag van de voorraden voor overheden plaats.” Op de Amsterdamse terminal is het een komen en gaan van ladingen. Die dynamiek nodigt uit tot een snelsneller-snelst aanpak, maar dat wil De Gier voorkomen. “Ik probeer mijn mensen ervan te overtuigen dat het belangrijk is om de rust te bewaren. Uiteraard willen onze klanten dat we zo snel mogelijk laden en lossen, maar wij zetten
kwaliteit voor kwantiteit. Uiteindelijk leveren we dan een betere én snellere service.” Om die reden is het motto van de terminal: In één keer goed. “Het is onderdeel van onze werkwijze. Door geen fouten te maken zorgen we voor een snelle afhandeling. Het daagt uit om na te denken over hoe dingen beter kunnen.” De Gier is gespecialiseerd in het optimaliseren van processen en is graag op een gestructureerde wijze bezig met verbeteren. Daarom is ruim een jaar geleden ‘de verbeterruimte’ geïntroduceerd. Het centrale punt hiervan is een statafel met een verbetermodel. “Uitgedacht en uitgewerkt door een van onze eigen mensen”, vertelt De Gier. “Met elkaar bespreken we wat goed gaat en wat beter kan. De tafel geeft
houvast en structuur. Vervolgens worden er concrete verbeterideeën aan gekoppeld en ook welke acties ermee zijn gemoeid om het, bij voorkeur binnen dertig dagen, te realiseren.” De Gier heeft alle afdelingen een jaarbudget gegeven om de voorstellen te kunnen uitvoeren. “Zodra het ‘eigen geld’ is, gaan medewerkers ook nadenken over maximaal bereik tegen minimale kosten. De verbetervoorstellen worden afgestemd op het budget en dat potje gaat zelden helemaal leeg.” De aanpak heeft al tot een aantal verbeteringen geleid. De komende jaren wil De Gier zich sterk maken voor een positieve beeldvorming van tankop- en overslag. e mei 2018 Chemie Magazine 45
ROB REINARTZ ANQORE
NIELS SMITS DOW TERNEUZEN
H
et industriecomplex van Dow in Terneuzen maakt bouwstenen voor de chemische industrie. “Van grondstoffen als nafta, propaan en butaan maken wij onder andere etheen en propeen”, vertelt Niels Smits. Hij is als production leader LHC Area verantwoordelijk voor drie etheenkrakers, drie aromatenfabrieken en twee butadieenfabrieken. Zijn manier van communiceren was een van de aanleidingen voor zijn nominatie. “Ik vind het belangrijk om medewerkers ruimte en richting te bieden, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Als mensen de ruimte krijgen om te mogen doen wat ze kunnen, binnen een kader van spelregels, geeft dat ze energie. Natuurlijk wordt het ook weleens moeilijk. Juist dan moet er steun zijn, en dat ontbreekt er nog weleens aan. Want ruimte bieden is makkelijk, maar hoe reageer je als het misloopt?” Smits probeert er dan voor te zorgen dat alle betrokkenen ervan hebben geleerd en verdergaan. “Zodra mensen bang worden om fouten te maken, stagneert hun ontwikkeling.” Het vertrouwen dat Smits in zijn medewerkers stelt, werpt zijn vruchten af, want de fabrieken hebben momenteel de hoogste winstmarge van alle Europese fabrieken, zelfs hoger dan die van een aantal Amerikaanse. Dit is gelukt via het binnenhalen van een aantal strategisch belangrijke projecten en een uitstekende operationele discipline. “Ik geloof er heilig in dat mensen gaan meedenken als ze begrijpen waarom je iets wilt. En dat je bedreigingen kunt omzetten in kansen. Neem de veranderingen in de beschikbare grondstoffen voor de aromatenfabrieken. Door constructief na te denken hebben we van die zwakte onze sterkte gemaakt. Natuurlijk was het nog moeilijker om niet alleen mijn eigen medewerkers maar ook een bredere groep in de organisatie te laten geloven in dit project. De basis was vertrouwen in elkaar dat iedereen zou gaan bewegen.” Voor de toekomst ziet Smits nog een uitdaging in het realiseren van een nul-ongevallencultuur. “Daarnaast wil ik de footprint van onze fabrieken verkleinen.”
‘De basis is vertrouwen’ 46 Chemie Magazine mei 2018
‘We hebben alles beter onder controle dan ooit’
I
n 2015 kocht CVC Capital Partners 65 procent van de acrylonitril-tak van DSM. DSM heeft nog steeds 35 procent van de aandelen in handen, maar het nieuwe bedrijf Anqore opereert volledig zelfstandig, met twee fabrieken op Chemelot. Vanwege zijn senioriteit werd Rob Reinartz gevraagd om chief operating officer te worden. Van deze stap heeft hij geen moment spijt gehad. “Hoewel ik een geweldige tijd bij DSM heb gehad, zijn dit de mooiste jaren van mijn carrière”, stelt hij. “Vooral het ondernemerschap stimuleert enorm. We mogen ons overal mee bemoeien. In een groot bedrijf wordt een klein onderdeel al gauw onzichtbaar, maar bij Anqore werd acrylonitril meteen corebusiness. We groeien momenteel enorm. En we scoren heel goed op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. We hebben alles gewoon beter onder controle dan ooit.” Natuurlijk zit de conjunctuur mee, maar daaraan ligt het niet alleen dat de winst nu al in de lift zit. “De markt is gunstig, maar als we niet in staat waren geweest om de productie te laten groeien, hadden we daar weinig aan gehad.” Aandacht voor de mens is heel belangrijk bij het huidige succes. “Vorig jaar hebben we
veel aandacht gegeven aan de cao-onderhandelingen. We hebben 28 sessies erover belegd en begonnen met veel wantrouwen. Zo’n overname brengt veel onzekerheid met zich mee. Maar gaandeweg groeide het vertrouwen. We hebben veranderingen in het beloningssysteem doorgevoerd, maar ook voor iedere werknemer doorgerekend wat het in diens specifieke situatie betekende.” Reinartz is nog trotser op de prestaties van de afgelopen jaren als hij bedenkt dat de helft van de mensen ouder dan 54 is. “Geweldig dat we met een relatief oud team zo veel stappen voorwaarts hebben kunnen zetten.” De vergrijzing van het personeel levert een aardige uitdaging op: “Anqore heeft de komende tien jaar vijftig nieuwe operators nodig.” Dat biedt ook de mogelijkheid om nieuw bloed binnen te halen, want hij verwacht niet dat mensen één-op-één zullen worden vervangen. “Digitalisering en industry 4.0 gaan ervoor zorgen dat onze fabrieken misschien nog wel dertig tot veertig jaar meegaan, maar ze zullen op een heel andere manier worden bestuurd.”
PLANT MANAGER OF THE YEAR De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt sinds 2008 jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van het Petrochem Platform en de VNCI, in samenwerking met Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam en sinds 2015 ook VOTOB. Een vakkundige jury brengt alle finalisten een bezoek en beoordeelt ze op hun maatschappelijke betrokkenheid, leiderschap en communicatieve vaardigheden. Daarnaast mag het publiek een stem uitbrengen. Tijdens het congres Deltavisie op 7 juni wordt bekendgemaakt wie zich een jaar lang Plant Manager of the Year mag noemen. Vorig jaar was dat Emre Kaya van Organik Kimya. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanningen en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. p Meer info: www.petrochem.nl/plant-manager-the-year/
CE-regelgeving Check: Machines Check gratis en eenvoudig de Europese richtlijnen waaraan uw product moet voldoen! NEN heeft deze online tool als hulpmiddel ontwikkeld om gericht te zoeken naar de toepasselijke Europese regelgeving voor een product.
Zo werkt de CE-regelgeving Check: Machines • Keuze uit 12 onderwerpen met betrekking tot producten uit de machine-industrie • 12 concrete ja/nee vragen • Alle relevante richtlijnen op een rijtje Voordelen van CE-regelgeving Check: Machines • Snel op de hoogte • De eerste stap naar CE-markering • Vergroot uw kennis • Altijd actuele richtlijnen • Sla uw uitgevoerde checks op • Altijd en overal bereikbaar
Ga naar www.ce-regelgevingcheck.nl voor meer informatie
Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • Procestechnologie en installaties • Externe veiligheid/BRZO/PGS6 • Processchema’s, P&ID’s • Kwalificeren en kwantificeren van risico’s • Mechanische veiligheid, PED • Explosies • Maintenance • Gevaarlijke stoffen • Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Incidentenonderzoek • Instrumentele beveiliging • ATEX Data: 13, 27 september, 4, 11 oktober, 1, 8, 15 november het tentamen is op 29 november 2018.
T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
Schrijf je alvast in, deze opleiding zit altijd snel vol.
MILIEUPROBLEMEN IN JAREN ZESTIG NOOPTEN TOT ACTIE
WINDERIG KLIMAAT
De opkomst van de grote chemiecomplexen, met name in het PernisBotlek-Europoort-gebied, ging gepaard met een toename van de milieuproblematiek. Samen met de overheid bracht de chemische industrie een proces op gang waarin zij er uiteindelijk in zou slagen de uitstoot naar water en lucht aanzienlijk terug te dringen. Tekst: Igor Znidarsic
L
ucht- en watervervuiling door chemiebedrijven waren in de jaren vijftig geen nieuwe fenomenen. Over de superfosfaat- en zwavelzuurfabrieken in Pernis en Vlaardingen klaagden omwonenden al sinds de oprichting ervan aan het begin van de eeuw, en door de clustering van industrie binnen een betrekkelijk klein gebied in de Rijnmond was de hinder voor omwonenden in de loop der jaren fors toegenomen. Daar kwam nu de luchtverontreiniging bij van de snelgroeiende raffinaderijen van BPM (Bataafsche Petroleum Maatschappij, later Shell) en Caltex (later Chevron), respectievelijk in 1947 en 1950 in gebruik genomen. Omdat het niet
48 Chemie Magazine mei 2018
lukte de zwavel uit de zwavelhoudende ruwe olie uit het MiddenOosten volledig te verwijderen, kwamen er aanzienlijke hoeveelheden zwavel in de atmosfeer. Vanwege het toenemende aantal klachten over stankoverlast, begon Shell met systematisch onderzoek van luchtmonsters. Vanaf 1959 beschikte het bedrijf over een rijdend laboratorium, om indien nodig ‘uit te rukken naar de plaatsen waar de stankklachten vandaan kwamen’. Ook de waterverontreiniging werd in die jaren een bron van zorg. Na 1960 verergerde de situatie snel door de enorme industrialisatie en schaalvergroting in het gebied Pernis-Botlek-Europoort. In 1960 ging de Essoraffinaderij (nu ExxonMobil)
van start, gevolgd door andere raffinaderijen en chemiefabrieken. De klachten van omwonenden namen toe. Doordat de burgers in de jaren zestig ook steeds mondiger werden, bleven openlijke protesten en acties niet uit. Het publieke imago van de chemie ging sterk achteruit. In de pers verschenen koppen als ‘De giftige cocktail van de techniek’ en ‘Blijft Nederland bewoonbaar?’. Niet toevallig werd toen de ‘Vereniging tegen Luchtverontreiniging in het Nieuwe Waterweggebied’ opgericht, een van de eerste milieu-actiegroepen van Nederland. De chemische industrie trok zich aanvankelijk niet veel aan van de kritiek. VNCI-secretaris G.A. van Haeften merkte in 1965 in Elseviers
Raffinaderijen in Rijnmondgebied in 1970.
BRON: COMPENDIUM VOOR DE LEEFOMGE VING
CONCENTRATIE ZWAVELDIOXIDE IN LUCHT 100
µg SO2/m3 Stedelijke achtergrond Rijnmond Vlaardingen
80 Regionaal Zuidwest-Nederland
60
Zuidoost-Nederland Midden-Nederland
40
Noord-Nederland
20 0 1975
1985
1995
2005
2015
De concentraties zwaveldioxide in de lucht zijn afgelopen decennia fors gedaald.
Weekblad op dat Nederland ‘dankzij de afvoermogelijkheden van vervuild water en dankzij ons winderig klimaat’ binnen Europa misschien nog een van de beste locaties voor chemische industrie was.
Schoorsteenhoogten
In 1963 richtten de oliemaatschappijen de Stichting CONCAWE (Conservation of Clean Air and Water, Western Europe) op, die zich ging bezighouden met onder meer schoorsteenhoogten, afvalwater, bodemvervuiling, pijpleidingen en geluidshinder. In augustus 1965 kwamen in het Haagse VNCI-kantoor de pr-medewerkers van een aantal grote chemiebedrijven bij elkaar om te bezien wat men tegen de negatieve publiciteit kon doen. De VNCI stelde daarna een professionele voorlichter aan. Intussen hadden de centrale en lokale overheden ook niet stilgezeten. In juni 1963 werd de Raad Inzake de Luchtverontreiniging in het leven geroepen. Dit adviesorgaan van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, waarin ook de industrie was vertegenwoordigd,
bereidde mede de Wet op de Luchtverontreiniging voor. Die wet werd in 1970 aangenomen en vormde samen met de in 1968 ingevoerde Wet inzake de Verontreiniging van Oppervlaktewateren de eerste moderne milieuwetten in Nederland. De gemeenten in de Rijnmond waren al eerder tot actie overgegaan. De groeiende uitstoot van het Pernis-Botlek-Europoort-complex bracht zes gemeenten er in 1965 toe om een Raad voor de Milieuhygiëne in het Nieuwe Waterweggebied op te richten, die een Centrale Meld- en Regelkamer Luchtverontreiniging ging voorbereiden. Deze kwam in 1967 in bedrijf, twee jaar later gevolgd door een automatisch meetnet van snuffelpalen. De milieuoverlast was daarmee niet voorbij, maar de objectivering van de klachten die ermee bereikt werd gaf wel een basis voor samenwerking tussen de lokale overheden en de industrie. Zo werd er een geleidelijk proces op gang gebracht waarin de chemische industrie er uiteindelijk in zou slagen de uitstoot naar water en lucht aanzienlijk terug te dringen.
In 1968 vierde de VNCI haar 50-jarig bestaan. Tijdens een persconferentie over het jubileumjaar wees VNCIvoorzitter J. van Aken (hoofddirecteur van De Staatsmijnen) op de nadelen van de spectaculaire ontwikkeling van de chemische industrie in de afgelopen tien jaar: “Het kan niet worden ontkend dat met de snelle groei de onaangename kanten van deze bedrijfstak meer naar voren zijn gekomen, in de vorm van lucht- en waterverontreiniging. Deze zullen zo veel mogelijk moeten worden ondervangen.”
Milieuspecialisten
In 1974 werd Theo Witteman bij de VNCI de eerste beleidsmedewerker voor milieuzaken. “Tot eind jaren tachtig richtte de aandacht zich vooral op afvalstromen”, herinnert hij zich. “Na diverse incidenten met fosfaten, kwik, pcb’s, cfk’s en cadmium kwam de overheid in 1985 met de Wet milieugevaarlijke stoffen, gericht op de bescherming van mens en milieu. Bij de VNCI hielden toen tien personen zich met milieu, in de ruimste zin van het woord, bezig.” p
BRONNEN: Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 2. Delfstoffen, energie, chemie. Staatsmijnen Nieuws, Dagvantoen.nl
FOTO: HERBERT BEHRENS, NATIONA AL ARCHIEF
HOESTEND EN PROESTEND
“Omstreeks twaalf uur kwamen de leraren met hoofd- en keelpijn uit de klassen; het praten ging hoe langer hoe moeilijker”, aldus rector P. Vreeken van de Casimir-scholengemeenschap in Vlaardingen in Het Vrije Volk van 13 oktober 1970. “Veel kinderen kwamen bij me met dezelfde klachten. Tegen twee uur was er helemaal geen beginnen meer aan. We hebben iedereen naar huis gestuurd.” De hele dag hing een dikke smog over het Rijnmondgebied. “Het is een van de ernstigste toestanden die ik heb meegemaakt”, zei de Vlaardingse directeur van de GG&GD. De gemiddelde zwaveldioxideconcentratie bleek 243 microgram per kubieke meter te zijn. Normaal lag dat rond de 100 microgram. ‘Rijnmond hoestend en proestend door zware luchtvervuiling’ schreef een andere krant.
mei 2018 Chemie Magazine 49
Transportservice van huis uit
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE De vele voordele n van TTIP
Hormoonverstore nde stoffen: criteria nodig
Nut van E-numm ers in voeding Maandblad
Maandblad van
de Vereniging van
de Nederlandse
Chemische Industrie
• jaargang 57 •
ties Juridische implica BRZO 2015
Kansen voor verduurzaming
Chemie biedt oplossingen
van van de Vereniging
de Nederlands
e Chemische
Industrie • jaargang
57 • 10 • 22 oktober
Zuiveringsin stallatie Croda nog niet optimaal
Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie
AkzoNobel vervan schadelijke stoffengt
2015
Maandblad
van de Vereniging
van de Nederland
se Chemisch e Industrie
• jaargang
MET SPECIALE BIJLAGE
5 • 21 mei 2015
57 • 12 • 17
december 2015
RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015
Digitale of analoge weegschaal?
Nauwkeurig en efficiënt wegen met de nieuwe PowerDeckTM digitale vloerweegschalen.
PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?
IN TV-HITS ALS BREAKING BAD NCIS, MYTHBUSTERS EN
CHEMIE SPAT VAN HET SCHERM
OON ‘HET IS GEW TEND FORSE INVESTER EEN ONTZET ING EXXON LEUK VAK’ ADEUR CHEMIE-AMBASS
Ontdek alle voordelen van digitaal wegen! Download de nieuwe informatiegids ► www.mt.com/PowerDeck
MOBIL
KITTY NIJMEIJER
IN RAFFIN ADERIJ ROT TER
DAM
15-10-15 16:35
Cover.indd 1
CM1511_01_
A_Cover.indd
JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) CM1509_01_A_
1
CM1505_01_A_Co ver.indd 1
13-05-15 16:17
h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/
10-12-15
16:08
Veiligheid Industrieterrein Moerdijk.
NIEUW ALARMERINGSSYSTEEM CBIS BEWIJST ZICH IN MOERDIJK
SMARTPHONE-ALERT INFORMEERT BIJ CALAMITEITEN Het Calamiteiten BHV Informatiesysteem (CBIS) is sinds de introductie in 2014 vijftien keer gebruikt om bedrijfshulpverleners, werknemers en omwonenden in de regio Moerdijk via de smartphone te informeren over calamiteiten op het industrieterrein. “Ik zie het systeem als hét alternatief voor de verdwijnende WAS-palen”, aldus de burgemeester van Moerdijk. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE / SIEBE SWART
e
mei 2018 Chemie Magazine 51
’B
ij een incident komen overheid en hulpdiensten in actie. Ze starten direct met de aanpak van de bron, het verkrijgen van beeld en de inzet van communicatiemiddelen. Tijdens dat eerste uur moet de omgeving vooral zelf in staat zijn om zichzelf in veiligheid te brengen”, aldus Harry Killaars, adviseur risicobeheersing van de brandweer Midden- en West-Brabant. Hij is sinds 2009 betrokken bij de ontwikkeling van het Calamiteiten BHV Informatiesysteem (CBIS). Het is een van de resultaten van het Actieprogramma Moerdijk Veilig. Een van de doelen van het programma is om de zelfredzaamheid te vergroten en ervoor te zorgen dat bedrijfshulpverleners, werknemers en omwonenden zo snel mogelijk geïnformeerd zijn over een grote brand, een dreigende explosie of een toxische wolk. Bovendien verdwijnen binnenkort de alarmsirenes die de bevolking moeten waarschuwen bij rampspoed, de zogeheten WAS-palen. Ook zijn er tegenwoordig moderne manieren om mensen te waarschuwen voor mogelijk onheil, zoals sociale media, NL Alert en het CBIS.
Snel inzicht
Het CBIS werkt als volgt. Als zich bij een BRZO-bedrijf op het terrein iets voordoet, kan het bedrijf via het systeem een melding uitsturen. Wanneer het bedrijf niet in staat is om dit binnen vijf minuten na de eerste 112-melding te doen, activeert de overheid het CBIS. Voor zeehavenen industrieterrein Moerdijk ligt deze verantwoordelijkheid bij een piketfunctionaris van de veiligheidsregio. Deze voert de melding via de invoermodule van het CBIS-systeem in. Het systeem koppelt deze melding, samen met de actuele meteoinformatie, aan de juiste dataset met risico-informatie. Hiermee wordt een plot van het scenario en effectafstanden gegenereerd, die via een link per sms en e-mail worden verzonden aan de BHV-organisaties van de ruim vierhonderd bedrijven op het zeehaven- en in-dustrieterrein. Zo ontstaat snel inzicht in de aard van het incident, het effectge52 Chemie Magazine mei 2018
bied en de mogelijke gevolgen. Ruim 95 procent van de bedrijven op industrieterrein Moerdijk is nu bij het CBIS aangesloten. Duizend bedrijven en burgers hebben inmiddels de app gedownload. Wanneer ze zich in het getroffen gebied bevinden, krijgen ze een melding via de smartphone wat er aan de hand is en hoe ze moeten handelen. Sinds de introductie in 2014 is het CBIS vijftien keer gebruikt, vooral voor branden en explosies op het industrieterrein Moerdijk. Ook bij de brand bij Drecht Coatings in maart ging er via het CBIS een melding uit. Hoewel Drecht Coatings zich nog niet bij het CBIS had aangemeld, kon Killaars via de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant een melding via het bedrijf versturen.
Uniforme boodschap
Maar hoe verhoudt het CBIS zich nu met andere middelen om mensen te informeren, zoals sociale media en NL Alert? En hoe zorg je voor een uniforme boodschap? Killaars: “In de regio Midden- en West-Brabant gebruiken we een middelenmix. Wanneer een calamiteit plaatsvindt, zorgen de piketfunctionarissen voor de communicatie via Twitter, Facebook, NL Alert en het CBIS. Zij bepalen of er een melding uitgaat. Als dat het geval is zorgen ze voor een uniforme boodschap via alle kanalen.” Het merendeel van de vijftien meldingen tot nu toe bevatte hetzelfde advies: ga naar binnen en houd deuren en ramen gesloten. Het CBIS-systeem is ook in andere delen van Nederland in gebruik. Zo gebruiken de Veiligheidsregio Zeeland en de BRZO-bedrijven in het chemiecluster het systeem, evenals
’SNELLE MANIER OM BEDRIJVEN ADEQUAAT TE INFORMEREN’ “Het CBIS-systeem is een snelle manier om ook bedrijven in de omgeving op een adequate manier van basisinformatie te voorzien bij een incident”, zegt Marco de Kraa, SHEQ-manager bij AD International. Het is volgens hem geschikt om invulling te geven aan de wettelijke taak van ondernemingen om bij incidenten nabijgelegen bedrijven te informeren. “Wij weten niet altijd wie onze buren zijn. Zeker als loodsen om de zoveel tijd van eigenaar of huurder wisselen. Het voordeel van het systeem is dat wij hier niet over hoeven na te denken, maar dat ze vanzelf een bericht krijgen.” Ook volgens Ronald Lippens, emergency services and security leader Dow Benelux, is het systeem geschikt om bij incidenten nabijgelegen bedrijven te informeren. “In november vorig jaar is het systeem hier live gegaan, de betrokken partijen zijn nu bezig om het te finetunen.” Lippens vraagt zich af in hoeverre het systeem geschikt is om de bevolking te alarmeren. De sirenes van de WASpalen zorgen er nu voor dat burgers weten dat er iets ernstigs aan de hand is. Bovendien heeft niet iedereen een smartphone.
de haven in Amsterdam. Volgens Killaars zijn de betrokken partijen, waaronder ontwikkelaar Centric, in gesprek met het chemiecluster Limburg en de Antwerpse haven om het systeem daar ook toe te passen. “Het CBIS-systeem is een mooi voorbeeld van de manier waarop de overheid en het bedrijfsleven samen optrekken om bedrijfshulpverleners en omwonenden snel en adequaat te informeren hoe ze moeten handelen bij een calamiteit.” p Meer informatie: Macco Korteweg Maris, kortewegmaris@vnci.nl
BURGEMEESTER MOERDIJK: ‘UNIEK SYSTEEM VOOR HEEL NEDERLAND’ Burgemeester Klijs van Moerdijk windt er geen doekjes om. Hij wil doorpakken met het alerteringssysteem CBIS. “Het systeem is echt uniek. In Moerdijk hadden we de primeur. We hebben laten zien dat het werkt. Als het aan mij ligt gaat heel Nederland er gebruik van maken. We bieden bedrijfshulpverleners en omwonenden snel een handelingsperspectief, zodat ze weten wat ze moeten doen om zichzelf en hun naasten in veiligheid te brengen. Met goede voorbereiding en effectieve communicatie redden we levens. Ik zie het systeem als hét alternatief voor de verdwijnende WAS-palen.”
Samen Sterk Voor Veilig Werk HĂŠt congres over de nieuwe VCA Woensdag 20 juni | 08:00 uur - 13:30 uur | De Fabrique, Utrecht Tijdens het congres Samen Sterk Voor Veilig Werk praat de SSVV u bij over de ins en outs van de nieuwe VCA en laten we zien hoe u VCA kunt inzetten om iedere dag weer bewust met veilig werken aan de slag te gaan. Werkt u als aannemer, opdrachtgever, veiligheidsprofessional, coĂśrdinator, auditor of opleider met VCA? Dan mag u op deze dag niet ontbreken. Meer informatie en aanmelden: www.samensterkvoorveiligwerk.nl
WINDMOLEN DRAAIT OP CHEMIE De chemische industrie verduurzaamt niet alleen zelf, maar staat ook aan de basis van de verduurzaming in andere bedrijfstakken. Neem de energiesector. Neem een windmolen. Van de wieken tot de generator en van de mast tot de smeerolie: het is de chemie die er mede voor zorgt dat ze voldoen aan de vaak extreem hoge eisen. Tekst: Marga van Zundert
KOOLSTOFVEZELS
Windmolens zijn steeds groter. De reden: een tweemaal zo grote molen levert viermaal zoveel stroom. De lange wieken moeten licht, maar extreem sterk zijn. Daar zorgt een centrale ‘balk’ middenin voor. Die is gemaakt van composiet: een kunststof met daarin supersterke vezels. Bij de nieuwste modellen kiest een ontwerper vaak voor de ultralichte koolstofvezel, gemaakt van acrylonitril. Eerst worden er polyacrylvezels van gemaakt, die bij hoge temperaturen ‘verkolen’ tot koolstofvezels. Acrylonitrilproducent AnQore merkt dat de vraag groeit door de vele windmolenparken in aanbouw. Ook de andere delen van de wieken zijn van composiet, vaak glasvezel epoxy of polyester. De vezel zorgt voor sterkte en flexibiliteit; de kunststof – de ‘hars’ – houdt ze bijeen en in vorm. Het materiaal is slijtvast en zeker tweemaal zo sterk als bijvoorbeeld beton.
FOTO: SHUT TERSTOCK
BETON
54 Chemie Magazine mei 2018
De fundering van een windmolen op land is meestal van gewapend beton: beton versterkt met staaldraad. In opkomst zijn windmolens op zee op een betonnen voet. De fundering is dan een grote holle betonnen bak die de bouwers op zee vol laten lopen met water. Zo zakt de fundering op zijn plek. De chemie van beton zit in de reactie tussen cement en water. Door deze reactie bindt het cement grind aaneen tot hard, sterk beton.
STAAL
Windmolens op land hebben een stalen mast op een betonnen fundering. Op zee staat de mast op een monopilon: een stalen pijler die meters diep de zeebodem in wordt geheid. Een flinke molen kan tot 2000 ton staal bevatten. Dat staal komt uit hoogovens, waar ijzererts reageren met koolstof, een chemisch proces. Puur ijzer is zacht en vervormbaar; koolstof verhardt het tot stevig staal. Staal is er in veel varianten. Toevoeging van chroom maakt staal bijvoorbeeld roestvast, mangaan maakt het harder. De meeste molens zijn van sterk constructiestaal, dat bijvoorbeeld ook voor een reuzenrad wordt gebruikt. Het kan wisselende belastingen opvangen. Het maken van al het staal voor een windmolen kost veel energie, maar een molen op land heeft zich energetisch gezien binnen drie maanden terugverdiend, een molen op zee in zes tot negen maanden.
Energie
METALEN
Niet alleen de mast van een windmolen is van metaal. Ook de as, tandwielen, generator, alle elektronica en stroomkabels bevatten metaal. De generator die de draaiende beweging omzet in stroom bevat sterke permanente of elektromagneten. Die zijn gemaakt van koper en ijzer, en kunnen ook zeldzame aardmetalen als neodynium en dysprosium bevatten. De vuistdikke hoogspanningskabels die de stroom afvoeren, hebben een kern van staaldraad met daaromheen aluminium. En de elektronica in de molen bevat halfgeleidermetalen zoals germanium, gallium en indium. Chemie is onontbeerlijk bij de winning en zuivering van al deze metalen.
VERF
Een windmolen moet hitte, kou, zonlicht, storm en regen doorstaan en op zee ook nog golven en zeezout. Speciale coatings beschermen de wieken, de mast, de gondel en ook de fundering tegen roest, krassen en andere schade. Ze moeten zeer duurzaam zijn, omdat je een windmolen liefst maar één keer in de lak zet, en wel vóórdat hij rechtop staat. Windmolens staan immers vaak op afgelegen plekken en kunnen inmiddels 250 meter hoog zijn. De basis van de coatings bestaat uit polyurethaan, epoxy of alkyd, allemaal slijtvaste kunststoffen. De keuze van het type coating is afhankelijk van de locatie, vertelt AkzoNobel, dat onder andere de coatings levert voor de Gode Windparken voor de kust van Duitsland. Voor de veiligheid zijn windmolens overigens altijd wit of grijs, zodat ze goed afsteken tegen de achtergrond. Het wit helpt ook uv-licht, dat materialen veroudert, te weerkaatsen.
SMEEROLIE
Een windmolen heeft een versnellingsbak die zo’n zeventig maal groter is dan die van een auto. Daar gaat al snel 1000 liter smeerolie in. Ook alle bewegende delen van de molen hebben smering nodig. Denk aan as en tandwielen, maar ook aan het draaisysteem, dat de wieken van de molen continu optimaal in de wind draait. De kwaliteit, levensduur en betrouwbaarheid van de smeermiddelen moeten top zijn, aldus ExxonMobil. Een oliewissel op grote hoogte is lastig en de molen mag niet lang stilstaan voor onderhoud. De speciale smeermiddelen weren ook zout en water. p
mei 2018 Chemie Magazine 55
PIN-NL: LAAT BESCHIKBARE TECHNIEKEN BIJDRAGEN AAN CO2-REDUCTIE
‘PROCESINTENSIVERING IS VOLWASSEN’ Procesintensivering kan al op de korte termijn een substantiële bijdrage leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot van de chemische industrie. Henk Akse, voorzitter van de vereniging PIN-NL, legt uit welke mogelijkheden procesintensivering biedt en adviseert bedrijven ermee aan de slag te gaan.
FOTO: SHUT TERSTOCK
Tekst: Erik te Roller
56 Chemie Magazine mei 2018
Energie en klimaat
‘PROCESINTENSIVERING KAN INTERESSANTE BIJDRAGE LEVEREN’
I
n maart verscheen het rapport ‘Chemistry for Climate – Acting on the need for speed’, ook wel Routekaart 2050 genoemd, dat Ecofys en Berenschot in opdracht van de VNCI opstelden. Het laat zien dat de Nederlandse chemische industrie in 2050 90 procent minder broeikasgassen kan uitstoten (dan in 1990) door in de komende 32 jaar de energie-efficiency te verhogen, CO2 op te slaan, producten te recyclen en door hernieuwbare energie en alternatieve grondstoffen in te zetten. Procesintensificatie, of procesintensivering, zoals PIN-NL het tegenwoordig noemt, komt in dit rijtje niet voor. Het wordt slechts aangestipt bij de paragraaf over energie-efficiency van de roadmap. Henk Akse, voorzitter van de vereniging PIN-NL (Netherlands Process Technology Networks, een initiatief van de branches voor procestechnologie), vindt dat onterecht. In Nederland overheerst volgens hem het beeld dat procesintensivering veelbelovend is, maar commercieel niet rijp. “Procesintensivering is echter een volwassen onderdeel van de procestechnologie. Bedrijven elders in de wereld passen het al toe om concurrentievoordeel te behalen. Doorgaans leidt het tot een beduidend lager gebruik van energie en grondstoffen en dat vertaalt zich in een lagere CO2-emissie. Ook zijn installaties veiliger, doordat ze compacter zijn en dus minder van een gevaarlijke stof bevatten.”
Eén van de routes
Het kabinet-Rutte III verlangt van de Nederlandse industrie dat zij haar uitstoot op jaarbasis in 2050 met 22 megaton zal hebben teruggebracht. PIN-NL heeft uitgerekend dat een twintigtal commercieel verkrijgbare technieken hieraan 1,4 megaton kan bijdragen en een twintigtal technie-
ken die nog in ontwikkeling zijn op den duur 1,6 megaton. Dat is in totaal 3 megaton, overeenkomend met 14 procent van de gewenste uitstootvermindering. “Dat is bescheiden, maar bedenk wel dat er niet één route is waarlangs de industrie het doel van 2050 kan bereiken. Zoals de roadmap al aangeeft, moet de industrie allerlei routes bewandelen om de CO2uitstoot tot het gewenste niveau terug te brengen. Procesintensivering is daar één van”, aldus Akse. Ook wijst hij erop dat er op het gebied van procesintensivering al veel technologie beschikbaar is, terwijl industriële warmtepompen, ondergrondse CO2-opslag en elektrochemische processen op enkele uitzonderingen na nog niet beschikbaar zijn. “Elektrisch verwarmen van leidingen gebeurt al, maar moleculen maken met behulp van duurzame elektriciteit is een heel ander verhaal. Dat brengt een grondige verandering met zich mee en vergt grote investeringen.” Opmerkelijk is dat de Nederlandse wetenschap met procesintensivering in de wereld vooroploopt, terwijl de lokale industrie er niet echt warm voor loopt. “In oktober vorig jaar heb ik deelgenomen aan het tiende wereldcongres van chemisch technologen in Barcelona. Daar viel me op hoeveel bedrijven het elders al toepassen.”
Praktijkvoorbeelden
Hij geeft vier praktijkvoorbeelden. Zo produceert Covestro, de afgesplitste chemietak van Bayer, al diverse fijnchemicaliën met behulp van microreactoren op industriële schaal en roemt de voordelen van deze productiewijze boven die met behulp van klassieke batchreactoren. Het Zwitserse Lonza voerde de fluo-
”Met het rapport ‘Chemistry for Climate – acting on the need for speed’ laat de VNCI zien dat we op weg naar 2050 moeten kiezen voor die oplossingsrichtingen die zowel inzetten op het reduceren van onze eigen schoorsteenemissies als de zogenaamde ‘embedded carbon’ (die met onze producten bij het einde van de levenscyclus alsnog voor emissies kunnen zorgen)”, zegt Reinier Gerrits, hoofd Energie en Klimaat bij de VNCI. “Procesintensivering kan hieraan absoluut een interessante bijdrage leveren, waarbij de VNCI het nut onderschrijft van het vergroten van kennisoverdracht via netwerken als dat van PIN-NL. Ook zou het nuttig zijn om, zoals in het verleden ook gedaan is, bedrijven als onderdeel van de energieconvenanten scans uit te laten voeren en ze zo te helpen meer inzicht te krijgen in de concrete mogelijkheden voor hun (toekomstige) processen.”
‘Bedrijven elders in de wereld passen procesintensivering al toe om concurrentievoordeel te behalen’ ridering van een bepaalde stof in het verleden altijd uit met een geroerde reactor, waarin gasvormig waterstoffluoride omhoog borrelde en zo in contact kwam met de bewust opgeloste stof. De reactie nam heel veel tijd in beslag en omdat waterstoffluoride zwaar giftig is, was het bedrijf gebonden aan strenge veiligheidsmaatregelen. Inmiddels heeft Lonza de ouderwetse batchreactor van 4000 liter inhoud vervangen door een reactor van 15 liter, die de stof nu op commerciële schaal fluoriseert. Deze werkt bij veel hogere temperatuur en druk, waardoor de reactie sneller verloopt. Tegelijkertijd is de reactie beter in de hand te houden, met als resultaat dat kwaliteit en opbrengsten hetzelfde zijn gebleven. Door in de nieuwe reactor twee reactiestappen te combineren, vallen nu zowel de vaste kosten als
e
mei 2018 Chemie Magazine 57
TOTALE REDUCTIE MET BESTAANDE TECHNOLOGIE:
1,38 TON CO2
‘Overheid kan subsidie beter richten op kennisoverdracht dan op vormen consortia’
PER JAAR
TOTALE REDUCTIE MET TOEKOMSTIGE TECHNOLOGIE:
1,60 TON CO2 PER JAAR
de operationele kosten veel lager uit. Verder is de reactor veel kleiner van omvang en daardoor veiliger. Bij Air Liquide heeft een team van elf mensen voor de waterstofproductie een warmtewisselaar annex reactor ontwikkeld met minuscule structuren. Dit apparaat hebben ze in 3D uitgeprint. Met dit apparaat kunnen ze aardgas efficiënter in waterstof omzetten: de restwarmte die anders voor de stoomopwekking werd gebruikt, wordt nu in de reactor meteen hergebruikt. Eind dit jaar past het bedrijf dit toe in een proeffabriek. In de loop van 2019 zal de eerste commerciële productie plaatsvinden. De verwachting is dat de operationele kosten van dit proces 20 procent lager zullen uitvallen en de CO2-uitstoot maximaal 12 procent minder zal zijn. Deze technologie acht het bedrijf ook interessant voor brede toepassing in de industrie. Ook het Amerikaanse bedrijf Johnson Matthey is via procesintensivering uitgekomen bij een efficiënter proces voor de waterstofproductie. Het bedrijf en ook veel raffinaderijen voeren dit nu uit met zogenoemde steam methane reforming. Ze werken met een gepakte kolom waarin bel58 Chemie Magazine mei 2018
len met aardgas door het water naar boven stromen. Onderweg komen ze in aanraking met de katalysator, die op de pakking is aangebracht. Hierbij ontstaan waterstof, koolmonoxide en kooldioxide. Dit proces vraagt om toevoer van warmte via de wand van de kolom. Om voldoende warmte te kunnen toevoeren moet de temperatuur aan de wand behoorlijk hoog zijn. Inmiddels heeft het bedrijf een nieuwe technologie ontwikkeld, aangeduid met Catacel SSR, waarbij de gasstroom zich op een meer gestructureerde manier door de kolom verplaatst. Hierdoor is het warmtetransport vanaf de wand van de kolom veel beter en hoeft de temperatuur daar dus minder hoog te zijn, wat weer aardgas als brandstof uitspaart. Olieraffinaderijen gebruiken waterstof onder andere voor het splitsen van zware oliefracties in lichtere. Aangezien ruwweg een kwart van het energiegebruik van een olieraffinaderij samenhangt met de waterstofproductie, kan het Catacel SSRproces of een soortgelijk proces hun veel energie besparen en helpen de CO2-uitstoot verder omlaag te brengen.
Netwerkbijeenkomsten
Op een workshop van RVO in februari voor chemiebedrijven in het kader van het Intensiveringsprogramma energie-uitdagingen 2020 (IP 2020) kwam ook het onderwerp procesintensivering ter sprake. Verscheidene deelnemers lieten weten dat hun bedrijven geen mensen in huis hebben om de stand van de techniek te volgen, maar dat PIN-NL en andere netwerken hen van advies en extra ondersteuning zouden moeten kunnen voorzien. Akse: “Dat kan als we extra mensen inzetten en bijeenkomsten organiseren, maar daarvoor hebben we wel extra geld nodig.” Een goed voorbeeld hiervan vindt hij het initiatief van het American Insti-
tute of Chemical Engineers (AIChe), dat twee jaar geleden het Rapid Manufacturing Institute heeft opgericht om de Amerikaanse chemische industrie te helpen met procesintensivering een inhaalslag te maken. De Amerikanen steken 100 miljoen dollar in het bijspijkeren van bedrijven en organiseren een training waar ingenieurs zich kunnen laten bijscholen. Voor PIN-NL is er een taak weggelegd om procesintensivering dichterbij de industrie te brengen en bedrijven te stimuleren om op netwerkbijeenkomsten meer kennis met elkaar uit te wisselen. “Het probleem is alleen dat procesintensivering ook aangrijpt op de plek waar een bedrijf moleculen maakt. Een bedrijf dat met nieuwe technologie een voorsprong weet te nemen op de concurrentie wil dit soort kennis natuurlijk niet delen. De overheid wil dat bedrijven consortia op gebied van procesintensivering vormen, maar dat gaat dus niet lukken.” Aangezien de consortia niet van de grond komen, kan de overheid de subsidie beter richten op kennisoverdracht via de netwerken, meent Akse. “Als een paar mensen naar bijvoorbeeld congressen in Barcelona en Lissabon gaan, dan kunnen ze daar kennis opdoen die ze vervolgens met anderen op netwerkbijeenkomsten in Nederland kunnen delen. Ook kunnen ze geïnteresseerden helpen om in contact te komen met de experts in het buitenland.” p
PIN-NL BIJEENKOMSTEN
Dit jaar organiseert PIN-NL twee bijeenkomsten: op 27 juni met als thema ‘Intensifying for profit and safety’ en op 21 november, wanneer de vereniging haar vierde lustrum viert (thema nog niet bekend).
WINGAS Energie voor winnaars. Zonder voldoende energie is het onmogelijk om op topniveau te presteren. WINGAS levert aardgas aan industriĂŤle bedrijven: snel, flexibel en voordelig.
www.wingas.nl
Veilig werken met VAPRO
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
11/01/17 09:36
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160
VNCI
VNCI NIEUWS
IN DE MEDIA
PERSONEEL
Diverse landelijke en regionale media, zoals Het FD met een groot artikel, besteedden aandacht aan het rapport ‘Chemistry for Climate – Acting on the Need for Speed’, dat laat zien hoe de Nederlandse chemie de klimaat-ambities wil halen. Op FluxEnergy.nl pleitte VNCIdirecteur Colette Alma voor inzet op alternatieve grondstoffen en een gesloten koolstofkringloop. “Dat vergt samenwerking – niet alleen binnen de chemie, maar ook met de energiesector en de agrarische industrie. Plus: een actieve overheid.” In NVOX, het blad van de NVON (Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen) benadrukte zij hoe belangrijk het is dat docenten gevoel hebben voor wat er speelt in bedrijven en dat jonge mensen al op school geïnspireerd worden om mee te helpen onze wereld duurzamer te maken. “Zij kunnen het verschil maken.”
Per 1 mei versterkt Caroline Piet de VNCI als communicatieadviseur. Zij vervulde deze functie al enige tijd als interim. Daarvoor was zij werkzaam als zelfstandig ondernemer op het terrein van communicatie en coaching. Opdrachtgevers waren onder meer het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Innovatie-estafette, woningcorporaties en gemeenten.
DAG VAN DE CHEMIE
FOTO: MONICA STUUROP FOTOGR AFIE
Op zaterdag 6 oktober 2018 organiseert de VNCI in samenwerking met het Weekend van de Wetenschap en C3 de Dag van de Chemie. Een unieke mogelijkheid voor bedrijven om hun deuren te openen voor het grote publiek. Meer informatie: dagvandechemie.nl Meld uw organisatie aan via: hetweekendvandewetenschap.nl/organisatie-aanmelden
VNCI JUBILEUMEVENT
Tijdens het jubileumevent op 25 juni trakteert de VNCI haar leden en relaties op een feestelijk programma. Het delen van ideeën, opdoen van inspiratie en het ontmoeten van elkaar staan centraal. Er zijn onder andere vijf Creation Labs, gericht op het oplossen van het klimaatprobleem.
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE delen le voor De ve IP van TT
ad ndbl Maa
de van
rie Indust en ische Chem ans landse n: k Neder van de rinte emie ging Vereni 3D-pr de ch van de d bla Maand voo
rs nge ajo tW help aan DSM een b aan
BP) l (B ere iet Sed erb lem suik Wil oft in lo e g
ng nigi Vere
de van
ndse erla Ned
e In isch em Ch
• rie dust
gang jaar
de storen dig oonver no Horm n: criteria stoffe
57 rgang • jaa
•5•
s mmer n E-nu Nut va ing in voed ndse Chemis van de Nederla de Vereniging Maandblad van
i 2015 21 me
caties Juridische impli BRZO 2015
Kansen voor verduurzaming
Chemie biedt oplossingen
che Industrie
• jaargang 57
• 10 • 22 oktober
JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)
2015
advert Zuiveringsinstallatie Croda nog niet optimaal
57
•2
M HE KC ER RS ETWTEIGE N E ATI E S OV I T D INN MT U KO
• 19
20 uari febr
15
IS S NC S AL D EN -HIT IN TV KING BA S A BRE BUSTER H MYT
IE
AN R V AR LE G NA L E SN NDINT VI R K MA
h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)
,
MIE CHE T SPA HET VAN ERM SCH
Bestaande industrie vliegwiel voor innovatie
AkzoNobel vervangt schadelijke stoffen
Bedrijfsnaam Naam Functie Adres Woonplaats E-mail
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 57 • 12 • 17 december 2015
WOON ‘HET IS GE ALD TEND RON EEN ONTZET ’ K LEUK VA MET SPECIALE BIJLAGE Bijlage bij Chemie
2015 Magazine • 17 december
PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015
SADEUR CHEMIE-AMBAS
KITTY NIJMEI
Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren'
Dyneema-vezel DSM paradepaardje van
JER
Wie verdient er een standbeeld?
15-10-15 16:35
Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/
r.indd 1
CM1509_01_A_Cove
5-15
13-0
indd
_Cover.
5_01_A
CM150
1 -15
12-02
16:15
7
16:1
FORSE INVESTERING EXXONMOBIL
IN RAFFINADERIJ ROTTERDAM
CM
15
dd ver.in Co 1_A_ 02_0
1
CM1511_01_A_Cover.indd 1
10-12-15 16:08
COL OFON
MENSEN AKZONOBEL
Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-
Nils Smedegaard Andersen is benoemd tot voorzitter van de raad van commissarissen van AkzoNobel. Andersen, Deens staatsburger, is niet-uitvoerend bestuurder bij BP en Unilever, waar hij lid is van de audit committees van beide bedrijven. Van 2007 tot 2016 was hij group chief executive van A.P. Møller-Mærsk en hij was eerder president en CEO van Carlsberg en Carlsberg Breweries. Hij volgt Antony Burgmans op, die er drie termijnen als lid van de raad op heeft zitten.
sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl
NEMO
Marjolein van Breemen start per 1 juni als adjunct-directeur Programma van NEMO. Samen met directeur-bestuurder Michiel Buchel en adjunct-directeur Operatie Martijn van Heemskerck van Beest vormt van Breemen de directie van NEMO. Ze is verantwoordelijk voor de inhoudelijke programma’s van NEMO Science Museum en NEMO Kennislink en voor de verbinding met de museale, wetenschappelijke en onderwijsnetwerken. Zij volgt Amito Haarhuis op, die sinds april directeur is van Rijksmuseum Boerhaave in Leiden. Van Breemen is momenteel manager van de afdeling Educatie & Onderzoek van NEMO.
Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie
HUNTSMAN
Kal Khogali is bij Huntsman benoemd tot European operations director met verantwoordelijkheid voor Rotterdam en Wilton. Hij volgt Max van der Meer op, die eind 2017 aangesteld is als vice president Global Operations & Technology Huntsman Polyurethanes. Khogali zal de twee Europese locaties vertegenwoordigen in het Global Operations Leadership Team en toetreden tot het European Leadership Team. De afgelopen vier jaar had hij de leiding over de bouw van de HCI-recyclefabriek en MDI-splitter op de site in Shanghai.
Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk MediaCenter Rotterdam
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
62 Chemie Magazine mei 2018
toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover Lumenphoto ISSN 1572-2996
Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.
AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line
capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.
Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter
Production capabilities
Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)
is a part of AD International
adinternationalbv.com
Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers
Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed
MISSED US AT THE BCF EVENT?
We at CLS Services are specialised in recruitment, executive search, contracting and career coaching in chemistry and life sciences, with a focus on functional specialists and managers working on a higher vocational, university or PhD level. We fill permanent and temporary positions in areas such as R&D, process engineering, QA/QC, supply chain management, marketing and sales. Are you that ambitious professional interested in a (new) position in the chemistry and life sciences field? Then we are interested in meeting you. Have a look at our website for our services and interesting opportunities. And with our free app you have new jobs, training and workshops at your fingertips.
S CH RIJ F U NU IN O P W W W.LR QA.NL O F B E L +31 ( 0) 10 201 84 45
Investeer in training LRQA verzorgt al meer dan 30 jaar trainingen voor particuliere en zakelijke professionals die zich verder willen ontwikkelen in auditen en procesmatig werken. De trainingen zijn gericht op het verbeteren van managementsystemen gebaseerd op (ISO)-normen, EU-richtlijnen en procesverbeteringsmodellen en technieken. De trainingen worden verzorgd door enthousiaste trainers met praktijkervaring.
Workshop wijzigingen ISO 45001 1 dag /€ 540 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Eindhoven 12 september 2018
Transitietraining ISO 9001:2015 2-daags /€ 945 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Utrecht 29 & 30 mei 2018
Lead Auditor Milieu ISO 14001 5-daags /€ 2.215 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Capelle a/d IJssel 4 t/m 8 juni 2018 Utrecht (zomeractie € 1.775) 16 t/m 20 juli 2018
Interne Audit Training ISO 9001 2-daags /€ 945 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Capelle a/d IJssel 20 & 21 juni 2018 Utrecht 4 & 5 juli 2018 14 & 15 aug. 2018 (zomeractie € 795)
Meer informatie W www.lrqa.nl T +31(0)10 201 84 45 M info@lrqa.nl