Geactualiseerde PGS 14 verschenen
Recycling HBCD-houdend polystyreenafval
Brexit: welke stappen moet bedrijf nemen?
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
PIETER VAN GEEL (VOORZITTER BAC)
‘ER IS GEEN SILVER BULLET’
JAARGANG 59 • 11 • 16 NOVEMBER 2017
IEC 61482-2
Class 1 ATPV 11.5 cal/cm²
EN 1149-5
EN 13034-6
3 3 EN 343
EN ISO 11611 Class 1 A1
EN ISO 11612 A1B1C1F1
NEW
HAVEP® MULTI SHIELD
Feel like a hero. Act like a hero.
EN ISO 20471
GENORMEERDE VEILIGHEIDSKLEDING DIE EXCELLEERT IN COMFORT EN UITSTRALING Ontdek HAVEP® Multi Shield. De nieuwe generatie veiligheidskleding die lekker licht draagt, er goed uitziet en 100% bescherming biedt tegen de risico’s die met jouw werk gepaard gaan. Bovendien is de collectie industrieel wasbaar (EN ISO 15797). Kies voor veiligheid, comfort, uitstraling en duurzaamheid. Onderschat de invloed van werkkleding niet. Het maakt je dag. Dus ga ervoor!
TIE OP ONTDEK DE COLLEC /MULTISHIELD WWW.HAVEP.COM
INHOUD 11 | 16 november | 2017
14
BAC HOUDT DE VNCI SPIEGEL VOOR De Bestuurs Advies Commissie (BAC), het externe adviesorgaan van de VNCI, houdt het bestuur van de VNCI een maatschappelijke spiegel voor. De BAC signaleert maatschappelijke ontwikkelingen die voor de chemische industrie relevant zijn en brengt deze ter sprake. Vaak gaat het over communicatie en percepties, zo blijkt uit een gesprek met voorzitter Pieter van Geel.
BREXIT: WELKE STAPPEN NEMEN WE EN WANNEER? Wat betekent de Brexit voor (chemie)bedrijven? Welke stappen moeten er worden genomen en wanneer? Volgens Leon Kanters en Robert van der Jagt van KPMG Meijburg & Co zijn douaneformaliteiten voor handel met het Verenigd Koninkrijk onvermijdelijk. Afwegingen hierover kunnen verstrekkende gevolgen hebben. Ook niet onbelangrijk: bijna alle anticiperende maatregelen kosten veel tijd.
34
november 2017 Chemie Magazine 3
Full service dienstverlener
Mourik Sterk in ontwikkeling
MAXIMALE UPTIME
HYDRA™: Een nieuwe standaard in bundelreiniging Innovatie loopt als een rode draad door de geschiedenis van Mourik. Wij zoeken altijd al naar methodes voor een betere, efficiëntere en veiligere industrie. Hydra, de robotic exchanger cleaning, is hét voorbeeld waarmee wij er voor zorgen dat u homogeen schone bundels krijgt én inzicht in de conditie van uw bundels. U weet wat u kunt verwachten. Schoner, sneller + maximale uptime. Met Mourik, +31-10-296 54 00.
Mourik Services B.V. Telefoon +31-10-296 54 00
Twitter.com/mourikholding LinkedIn.com/company/mourik
www.mourik.com E-mail info@mourik.com
INHOUD 11 | 16 november | 2017
7
18
Vernieuwde PGS 14 biedt een overzicht van de beschikbare blussystemen voor de opslag van gevaarlijke stoffen
7 9 11 12 13
Voorwoord Colette Alma Klimaatkrapte Evenementen
NIEUWS
Aanleg waterstofleiding Chemie Park Delfzijl Bacterie zet aardolie om in bouwstenen ChemieLink lanceert business angels-netwerk AkzoNobel wint Environment Responsibility Award
ACHTERGROND
28
PolyStyreneLoop start op terrein naast ICL-IP in Terneuzen recycling van HBCDhoudend polystyreenafval
38
Lignocellulose is een kansrijk alternatief voor olie om chemicaliĂŤn van te maken, maar de eerste bioraffinaderij laat op zich wachten
22
Tijdens de Veiligheidsdag van Veiligheid Voorop werden de deelnemers op ruimtemissie gestuurd
14 18 22 26 28 30 34 38 42 44 46 49
50 50 50
VNCI BAC-voorzitter Pieter van Geel Veiligheid Geactualiseerde PGS 14 gepubliceerd Veiligheid Veiligheidsdag stuurt HSE-managers de ruimte in Wetenswaardig Haalbaarheidsstudie CCS onder Noordzee Circulair Recycling HBCD-houdend polystyreenafval Arbeidsmarkt Eva Lacasa Bonis over haar werk bij Eastman Economie Navigator toont stappen richting Brexit Duurzaamheid Kansrijke ontwikkeling: bioraffinage van lignocellulose Veiligheid Modelaanpak risicocommunicatie bij Elementis Uitgelicht Consortium onderzoekt mogelijkheden rookgas Onderwijs C3 presenteert nieuwe ambitie en uitstraling VNCI 100 jaar Dag van de Chemie en Weekend van de Wetenschap bundelen krachten Mensen VNCI Online Colofon
november 2017 Chemie Magazine 5
Pro Industry landelijk actief met 11 vestigingen. Vanaf 1 oktober ook in Goes!
Op zoek naar werknemers of een baan? Al meer dan 16 jaar werft en selecteert Pro Industry de beste vakmensen in de procesindustrie.
Onze accountmanagers kunnen u van het beste advies voorzien! Neemt contact op of kijk voor meer informatie op www.pro-industry.nl
Arnhem 026 744 07 44
Goes 0113 204 000
Haarlem 020 262 22 22
Oldenzaal 0541 201 000
Sittard 046 202 20 00
Breda 076 531 94 03
Groningen 050 205 22 22
IJsselstein 076 531 94 03
Rotterdam 010 707 01 00
Veghel 041 374 47 44
Zwolle 038 202 30 00
Voorwoord
KLIMAATKRAPTE Eindelijk stonden ze dan op het bordes bij de koning, de bewindslieden van Rutte III. De lange formatie heeft een doorwrocht regeerakkoord opgeleverd, dat blijk geeft van grote ambities op klimaatgebied. Met een reductie van de emissie van broeikasgassen van 49 procent ten opzichte van 1990 slaat Nederland een pad in dat afstevent op 95 tot 100 procent emissiereductie in 2050. Daarmee kunnen de doelen van het akkoord van Parijs gehaald worden. En de keuze voor een minister van Economische Zaken en Klimaat onderstreept de ambitie van het kabinet om een kostenefficiënt transitiepad te bewandelen en de groeikansen van de transitie maximaal te benutten. De VNCI ondersteunt de ambities van het kabinet. Ook wij zien dat het klimaatprobleem reëel is en een urgente aanpak behoeft. En ook wij zien kansen in de transitie. In onze Routekaart 2050 werken we uit hoe de chemische industrie de transformatie kan maken. En waar de chemie in de
internationale markt de kosten van de transitie niet terug kan verdienen, willen we in partnerschap met de overheid bekijken hoe er toch belangrijke stappen kunnen worden gezet. Als het goed gaat, zou Nederland de kosten van de transitie moeten kunnen terugverdienen met inkomsten uit nieuwe economische activiteiten. Maar dat neemt niet weg dat die kosten wel genomen moeten worden. Het Planbureau voor de Leefomgeving becijferde afgelopen voorjaar dat de nationale kosten van de energietransitie bij ‘ideale’ omstandigheden op circa 5,5 miljard euro per jaar zullen liggen, maar verwacht dat die in de praktijk hoger zullen uitvallen. Het kabinet heeft in zijn begroting bijna 4 miljard voor klimaat beschikbaar, naast een bijdrage van decentrale overheden. De vraag is dus of die begroting niet te krap bemeten is.
Colette Alma, directeur VNCI
EVENEMENTEN 21.11 Duurzame inzetbaarheid in de chemie Learninglab over duurzame inzetbaarheid en de vele opties van flexibel roosteren. Locatie: VNCI, Den Haag Organisatie: OVP, AWVN, VNCI
onder meer omgevingsveiligheidsbeleid, preparatie op incidenten, totstandkoming van regelgeving en Basisnet. Locatie: Inn Style, Maarssen Organisatie: CTGG i.s.m. Gevaarlijke Lading/Sdu
22.11 Roundtable Chemistry 4.0 Presentatie van het rapport ‘Chemistry 4.0 - Growth through Innovation in a Changing World’ van VCI & Deloitte. Organisatie: VCI en Deloitte Locatie: Deloitte, Amsterdam
05.12 CHAINS 2017 CHAINS brengt de Nederlandse chemici drie dagen samen om de nieuwste wetenschappelijke doorbraken in de chemie met elkaar te delen en om elkaar te inspireren. Locatie: NH Conference Centre, Veldhoven Organisatie: NWO Chemical Sciences
24.11 CTGG Dag Voorlichtingsdag van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen over
12.12 Stoffendag 2017 Laatste ontwikkelingen, best practices en veranderingen in wet- en regelgeving m.b.t. omgaan met gevaarlijke stoffen. Locatie: De Reehorst, Ede Organisatie: VNCI e.a. VERGADERINGEN VNCI 28.11 VNCI Advocacy Team 28.11 WG Arbeidsveiligheid 30.11 BG Energie & Klimaat 7.12 Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur 7.12 Mkb-kopgroep 7.12 Logistieke Veiligheid 13.12 WG Security
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN november 2017 Chemie Magazine 7
UW PARTNER IN CHEMIE Flexibele oplossingen voor opslag en transport van chemische vloeistoffen • Van levensmiddelenindustrie tot zware chemie • Inhoud van 5.000 tot 35.000 liter • Vele aanpassingen/aansluitingen mogelijk • Desgewenst verwarmbaar • ADR/RID/IMDG gekeurd • Lek-/calamiteitenbak mogelijk
tankverhuur b.v. Altermij tankverhuur b.v. | Westgeulstraat 5 | 3197 LD Rotterdam-Botlek (haven 4005) www.altermijverhuur.eu | info@altermijverhuur.eu | +31 10 820 84 70
Verhuur stoom- en heetwaterketels
Eco Ketelservice Verhuur bv
www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com
Actueel
TECHNOLOGIEPARTNERSCHAP DSM EN TOYOTA MOTORSPORT DSM heeft een technologiepartnerschapsovereenkomst ondertekend met Toyota Motorsport (TMG), een 100 procent dochteronderneming van de Toyota Motor Corporation. De overeenkomst heeft betrekking op alle DSM-bedrijven die actief zijn in het leveren van materialen en technologie aan de automobielsector, waaronder Engineering Plastics en Dyneema.
T
MG is een high performance ontwikkelings-, test- en productiebedrijf dat een breed scala aan technische diensten aanbiedt en betrokken is bij diverse
motorsportdisciplines. Op grond van de overeenkomst zal DSM de mogelijkheid hebben om op te treden als leverancier van materialen en producten. TMG zal nieuwe engineering-oplossingen ontwikkelen en testen waarbij gebruik wordt gemaakt van DSM high performance materialen en producten voor potentiële toepassingen in de automobielindustrie. TMG test en evalueert ook DSM-producten en fungeert als testgebruiker. “DSM biedt een scala aan materialen die ideaal zijn voor toepassingen met hoge prestaties in de automotive en we geloven dat we door samen te werken met TMG
onze horizon nog verder kunnen verbreden”, aldus Golnar Motahari Pour, president van DSM Dyneema. “DSM-thermoplasten zoals Stanyl, ForTii en Akulon hebben al een belangrijke plaats in de automobielindustrie, vooral onder de motorkap, maar we gaan ook snel over in thermohardende composieten. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld Dyneema Carbon geïntroduceerd, dat volgens ons een sprong voorwaarts betekent in de ontwikkeling van koolstof.” p
AANLEG WATERSTOFLEIDING IN DELFZIJL Begin november is Groningen Seaports gestart met de aanleg van een waterstofleiding op het terrein van het Chemie Park in Delfzijl. Het gaat om een leiding tussen AkzoNobel en het toekomstige waterstoftankstation van Pitpoint.
D
e verwachting is dat Qbuzz vanaf 2018 twee waterstofbussen inzet tussen Delfzijl, Groningen en Assen. AkzoNobel levert hiervoor de waterstof. Het betreft hier een pilotproject met een looptijd van vijf jaar, financieel mede mogelijk gemaakt door het OV-bureau, provincie Groningen en het
ministerie van Infrastructuur en Milieu. De investering in de waterstofinfrastructuur is een relatief groot deel van de totale investering. Groningen Seaports legt deze waterstofinfrastructuur aan om zo de ontwikkelingen voor waterstof te kunnen faciliteren binnen haar beheergebied. AkzoNobel wordt de eerste gebruiker van deze waterstofleiding. Samen met andere bedrijven in het havengebied onderzoekt Groningen Seaports de mogelijkheden voor uitbreiding en aansluiting op deze waterstofinfrastructuur. p
november 2017 Chemie Magazine 9
raad niet naar C
M
Y
UW KOSTEN
CM
MY
CY
MY
K
Laten we ervoor zorgen dat u uw kosten voor inkoop, mengen, bewerken, afvullen, verpakken, transport en naleving van wetgeving tot in elk gewenst detail kunt beheren. Zo weet u waar u uw marges kunt verbeteren en uw onderneming competitiever maakt.
T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be
ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE
CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl
Actueel
FOTO: KNN CELLULOSE
Productieproces van Recell.
TOILETPAPIER UIT RIOOLWATER VOOR BOUW EN CHEMIE KNN Cellulose ontwikkelde samen met CirTec een technologie om toiletpapier uit rioolwater om te zetten in de bruikbare grondstof Recell. Na enkele succesvolle proefprojecten in de infrasector mikt het bedrijf uit Leeuwarden nu op een productie van 1000 ton per jaar. De chemische industrie is een potentiële afnemer.
D
e potentie van de duurzame grondstof cellulose wordt nog te weinig benut, omdat er nieuwe ketens voor nodig zijn, stelt directeur Erik Pijlman van
KNN Cellulose. “Wij koppelen daarom technologie en productie aan het ontwikkelen van functionele ketens en het creëren van marktvraag.” Het hergebruik van oud papier wordt al veelvuldig toegepast, maar cellulose is meermalen te recyclen. KNN richt zich op zogeheten tertiaire cellulose, gewonnen uit toiletpapier in rioolwater, maar ook uit andere afvalstromen, zoals luiers, melkverpakkingen en pizzadozen. “De technologie hebben we, daarom gaan we nu volop investeren in de hardware om productie te kunnen draaien”,
zegt Pijlman. Alleen al de rioolwaterzuivering biedt kans op 180.000 ton cellulose per jaar, andere afvalstromen zijn nog veel omvangrijker. Pijlman verwacht vanaf 2018 een continue productie van minimaal 1000 ton per jaar, mede dankzij de waterschappen die hun rioolwater beschikbaar stellen. Recell wordt al gebruikt om asfalt te verbeteren. In succesvolle proefprojecten werden een fietspad bij Jelsum, een deel van de dijk op Ameland en een stuk stadspark in Groningen geasfalteerd met een mengsel van steenslag, bitumen en ‘opgewerkt wc-papier’. De duurzame grondstof kan ook worden benut in de bouwsector, bijvoorbeeld als isolatiemateriaal. Een derde markt die KNN Cellulose wil aanboren is de chemische industrie. Daar zijn bedrijven volgens Pijlman in toenemende mate op zoek naar duurzame grondstoffen en cellulose is interessant omdat het natuurlijke polymeer is opgebouwd uit suikermoleculen. Dat het jonge technologie- en handelsbedrijf een kansrijk product maakt én zich doelbewust richt op ketenontwikkeling, is de noordelijke fondsen niet ontgaan. Zowel Doefonds Fryslân en het Aanjaagfonds van de NOM als het Ir. G.J. Smid Fonds investeren in KNN Cellulose. p
AANGEPASTE BACTERIE ZET AARDOLIE OM IN BOUWSTENEN VOOR KUNSTSTOFFEN Een met speciale enzymen uitgeruste E. coli-bacterie maakt bouwstenen voor kunststoffen zoals polyesters rechtstreeks uit alkanen, een aardoliecomponent, zonder veel energie te verbruiken. Dat ontdekte onderzoeker Youri van Nuland in een studie waarop hij onlangs aan Wageningen University & Research is gepromoveerd.
O
m kunststoffen te maken moeten de bouwstenen aan elkaar gekoppeld worden. Elke bouwsteen heeft voor de koppeling aan de uiteinden twee speciale chemische groepen nodig. Belangrijke bouwstenen zijn de alkaandiolen. Dat zijn alkanen, zoals propaan of butaan, met twee alcoholgroepen aan de uiteinden. Ze kunnen gebruikt worden voor de productie van polyesters, polyurethanen, polyamides en andere kunst-
stoffen. De alkaandiol-bouwstenen die nu op de markt zijn worden vaak gemaakt uit de complexere grondstoffen acetyleen of benzeen, via een aantal energie-intensieve stappen waarbij grote hoeveelheden CO2 vrijkomen. Het ligt daarom voor de hand om deze bouwstenen rechtstreeks uit de eenvoudige en ruim voorradige alkanen te maken, door beide uiteinden van deze moleculen rechtstreeks te voorzien van een alcoholgroep. Deze omzetting kost weinig energie en levert geringe hoeveelheden broeikasgassen op. Het lukte vele industriële en universitaire laboratoria tot nu toe echter niet om deze directe route voor de synthese van bouwblokken voor de kunststoffabricage te realiseren. De promovendus bij de Wageningse groep Bioprocess Engineering,
Youri van Nuland, is er nu in geslaagd om met het enzym alkaanhydroxylase (AlkB) de gewenste omzetting van alkanen tot alkaandiolen te realiseren. Hij rustte via genetische modificatie een bacteriestam van E. coli uit met AlkB en alcohol acetyltransferase (Atf1). Verdere optimalisatie en schaalvergroting is nodig om er een industrieel proces van te maken. p
november 2017 Chemie Magazine 11
TWI TTER KNCV @KNCVchemie KNCV-erelid Simon Rozendaal sluit de Woudschoten Chemie Conferentie af. (Bijna) alles wordt beter! #woudschoten #chemie Marieke @Mariekehohnen Marieke heeft geretweet Veiligheid Voorop. Apollo 1 wordt in een interactieve workshop als casus gebruikt om veiligheid en eigenaarschap onder de loep te nemen @Veiligheid_BRZO RTV Rijnmond @RTV_Rijnmond Auto-inbraken Sliedrecht fors gedaald door chemisch DNA Rosanne Hertzberger @ryhertzberger Iglo hamdingetjes met snijbiet. Waarom? Dan hoeft er geen E250 op het etiket. Chemisch gezien precies hetzelfde hoor https://www.ah.nl/producten/product/wi400732/iglo-flapjesham-kaas … Brightlands @Brightlandsnl Nog 7 dagen! Schrijf je in voor een unieke kans om jouw mogelijkheden te ontdekken binnen Chemie & Materialen. http://www.brightlandschemelottalentday.com Akkie Jonkman @AkkieJonkman Bij AkzoNobel in Delfzijl opnieuw mogelijkheid om een aantal BBL leerlingen, VaproB chemie, op te leiden. Topsector Chemie @topsectorchemie Topsector Chemie heeft geretweet Judith HD. Welkom aan onze nieuwe communicatieadviseur bij de Topsector Chemie @JudithHofstra ! 12 Chemie Magazine november 2017
CHEMIELINK LANCEERT BUSINESS ANGELS-NETWERK Voor veel mkb-ondernemers in de chemie is het financieren van een onderneming niet eenvoudig. De investeringen zijn hoog en de winstgevendheid is in het begin lang niet altijd gegarandeerd. Om dit te veranderen is ChemieLink een samenwerking aangegaan met Business Angels Connect en BAN Nederland, waardoor business angels kunnen investeren in veelbelovende chemiebedrijven.
C
hemieLink, een label van InnovatieLink, richtte zich al op het helpen van innovatieve chemici bij het vinden van een locatie met de juiste faciliteiten. Sinds de samenwerking met BAN Nederland komt daar ook de bemiddeling bij het vinden van de juiste investeerders bij. “Chemici zijn gewend om hun financieringsaanvraag bij de bank en/of de overheid onder te brengen. Maar als je bedenkt dat een investering al snel een half miljoen euro is, snap je dat dit zeker voor start-ups niet altijd haalbaar is”, zegt directeur Chris Bruijnes. Middels het Business Angels Network ChemieLink (BANC) kunnen business angels (ook wel informele durfkapitaalverstrekkers genoemd, vaak vermogende particulieren) investeren in veelbelovende mkb-ondernemers in de chemie. Daarnaast kunnen de chemici hun bedrijfsmodel optimaliseren naar aanleiding van de feedback van de angels. De vraag naar financiering komt uit de hotspots voor nieuwe bedrijvigheid die worden gecoördineerd door ChemieLink. Via haar eigen netwerk is er een bereik van ruim vijfhonderd chemiebedrijven en met behulp van BAN Nederland kan nu dus ook de match worden gemaakt met potentiële investeerders. Begin december vindt de eerste bijeenkomst voor investeerders plaats, waarbij een aantal geselecteerde chemiebedrijven wordt geïntroduceerd. Vanaf januari wil ChemieLink de eerste bedrijven van een financiering gaan voorzien. “Komend jaar willen we elk kwartaal zo’n vijf bedrijven helpen bij hun financieringsaanvraag”, aldus Bruijnes. “Gezien de financieringsomvang in de chemie komt dat neer op zo’n 15 tot 20 miljoen euro aan investeringskapitaal.” p
ELEKTRICITEIT OPSLAAN IN CHEMIE NODIG VOOR ENERGIETRANSITIE Efficiënte energieopslag, waarbij duurzaam opgewekte elektriciteit (gedeeltelijk) wordt omgezet in chemische verbindingen, is noodzakelijk voor de transitie naar duurzame energie. Dit stelt Wiebren de Jong in zijn intreerede als hoogleraar aan de TU Delft. Het overgrote deel van ons energieverbruik betreft niet elektriciteit, maar warmtegebruik in industrie en huishoudens en transportbrandstoffen. “Wind en zon zijn (geografisch en in de tijd) variabele bronnen en dus lastig voorspelbaar”, aldus hoogleraar Large Scale Energy Storage De Jong. Hierdoor ontstaat een mismatch tussen elektriciteitsvraag en -aanbod, met als gevolg periodes van goedkope en dure elektriciteit. “Dan is het interessant om wat systeemflexibiliteit te creëren, bijvoorbeeld door in goedkope perioden elektriciteit op te slaan, om die later bij elektriciteitsschaarste weer in te zetten. Energieopslag op grote schaal draagt dan bij aan stabilisatie en het minder afhankelijk worden van fossiele bronnen.” p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).
Award
Marcel Galjee, directeur Energie bij AkzoNobel, ontving de prijs eind oktober uit handen van Heinz Haller, vice president van Cefic.
AKZONOBEL WINT EUROPESE ENVIRONMENT RESPONSIBILITY AWARD
SAMENWERKING EN DAADKRACHT AkzoNobel heeft de Environment Responsibility Award in de wacht gesleept, een jaarlijkse prijs van de Europese chemiekoepel Cefic. De prijs is niet toegekend aan één, maar aan vier projecten, ofwel aan het vermogen van AkzoNobel om consortia te smeden voor nieuwe waardenketens die het gebruik van fossiele grond- en brandstoffen terugdringen. Tekst: Henk Engelenburg
D
e vier projecten zijn: afname van biostoom in Delfzijl; bussen op waterstof in Groningen; een consortium voor het omzetten van afval naar grondstoffen voor de chemie; en een consortium voor de afname van elektriciteit van twee nieuwe windparken. In het laatste geval gaat het behalve AkzoNobel om Google, Philips en DSM. Marcel Galjee, directeur Energie bij AkzoNobel, ontving de prijs eind oktober tijdens het jaarlijkse Ceficevent in Wenen. Hij stelt dat het realiseren van het doel om in 2050 te komen tot een industrie met nul CO2-emissie sterk leunt op het creëren van nieuwe, duurzame waardenketens. AkzoNobel probeert gerenommeerde partijen aan zich te binden die het beste bij de rollen passen in een nieuwe waardeketen en daar ook echt werk van willen maken. “Dat wil zeggen, bedrijven
met dezelfde drive en toekomstgerichtheid, met dezelfde focus op duurzaamheid op de lange termijn en met het mandaat om stappen te nemen. Dan kom je al snel bij de multinationale concerns.”
‘Geen land ter wereld is al zo goed voorgesorteerd op de nieuwe waardenketens als Nederland’ Rol overheid
Waar AkzoNobel blijkbaar slaagt in het creëren van samenwerking en daadkracht, lopen vele duurzaamheidsprojecten in onder meer de Rotterdamse haven vast op gebrek aan investeringsbereidheid van der-
den en gebrek aan medewerking van de overheid om infrastructuur aan te leggen. Galjee: “CO2-reductie in 2050 en daarmee een industrie die volledig op een nieuwe leest is geschoeid, is de agenda van zowel de overheid als de industrie. De overheid heeft in al dergelijke projecten een belangrijke rol. Bedrijven moeten echter het initiatief nemen en doorzetten. Dat vergroot de slagingskans maximaal. Wij zijn niet van de hand ophouden en van het vragen om nieuwe regelingen. We praten wel met de overheid, maar alleen over wat ons gedeeld belang is. Dan vind je ook aan die kant de weerklank en wil om bij te dragen.”
Tweede kans
Het gedeelde belang is volgens Galjee ook precies de kracht van Nederland: de veruit geïntegreerde clusters, de sterke kennisbasis, de toppositie in biobased, de fijnmazige logistieke keten. Galjee durft de stelling aan dat geen land ter wereld al zo goed is voorgesorteerd op de nieuwe waardenketens als Nederland. Maar: “Tot dusver heeft Nederland geprobeerd om zo goedkoop mogelijk de 14 en de 16 procent duurzame elektriciteit te halen waar Europa om vraagt. Daarom bungelen we onderaan en is een groot deel van de bedrijvigheid in de omringende landen ontwikkeld. We hebben nu een tweede kans met de nieuwe industrialisatie. Het initiatief ligt bij de industrie. Die moet komen met de visie, met de plannen, de grootschalige investeringen, de daadkracht en de agenda om andere partijen mee te nemen. Hoe zijn de Botlek, Chemelot, de Eemsdelta, het gasnet gebouwd? Allemaal vanuit een gedeelde visie en een fundamentele keuze voor een toekomst. Dan is er veel mogelijk. Dat is hard nodig, want de gestelde duurzaamheidseisen vragen om de ontwikkeling en toepassing van nieuwe grootschalige technologieën in de industrie. Met lef en durf die tot op heden niet aan de dag zijn gelegd.” p november 2017 Chemie Magazine 13
PIETER VAN GEEL, VOORZITTER BAC, HET EXTERNE ADVIESORGAAN VAN DE VNCI
’ ER IS GEEN SILVER BULLET’ De Bestuurs Advies Commissie (BAC) houdt het bestuur van de VNCI een maatschappelijke spiegel voor. De commissie signaleert maatschappelijke ontwikkelingen die voor de chemische industrie relevant zijn en brengt deze ter sprake. Vaak gaat het over communicatie, imago, percepties, zo blijkt uit een gesprek met voorzitter Pieter van Geel. Tekst: Igor Znidarsic
D
e Bestuurs Advies Commissie (BAC) adviseert al meer dan twintig jaar het bestuur van de VNCI over allerlei actuele zaken. De leden zijn afkomstig uit diverse maatschappelijke velden en kijken vanuit verschillende perspectieven naar de chemische industrie. “Wat wij doen is reflecteren op de maatschappelijke rol van de sector”, aldus Pieter van Geel, voormalig staatssecretaris van VROM en sinds een jaar voorzitter van de BAC. “Onze taak is de chemische industrie een spiegel voorhouden.”
Wat ziet de chemische industrie in die spiegel? Pieter van Geel: “Allereerst een bizar soort gespletenheid. Aan de ene kant roept de naam ‘chemie’ associaties op met risico’s en veiligheidsissues, en elk incident met een stof biedt weer een voedingsbodem voor aversie tegen de chemie. Aan de andere kant is iedereen buitengewoon trots als Ben Feringa de Nobelprijs wint en Nederland op de kaart zet, omdat hij bijzondere dingen kan doen met moleculen, dus chemie bedrijft. Als staatssecretaris van milieu had ik tien jaar geleden met REACH te maken. Dat gaat over gevaar van stoffen, wat direct gekoppeld wordt aan de chemische industrie. Maar een van de gevaarlijkste stoffen waar ik als staatssecretaris mee te maken had was asbest. Dat is 14 Chemie Magazine november 2017
een natuurproduct, waar nog steeds veel mensen aan doodgaan. Er is een beeld dat producten uit de chemie gevaarlijk zijn en producten uit de natuur niet. Ook weer die rare gespletenheid.”
Wat zou u hierover adviseren?
“Er is geen simpele, kant-en-klare oplossing. Er is geen silver bullet. Het enige wat ik kan doen is een aantal bouwstenen aandragen die een rol spelen in de beoordeling en de positionering van de chemie. Je moet het ten eerste plaatsen tegen de achtergrond van de ontwikkeling dat wetenschappelijke kennis en kunde steeds minder relevant worden in de beeldvorming over sectoren. De oorzaak daarvan ligt voor een deel in de toegenomen communicatiemogelijkheden van de social media. Informatie wordt ongecontroleerd, zonder enige duiding, in allerlei fora geplaatst. Die informatie, vaak meningen, roept bepaalde niet door feiten gefundeerde beelden op. Daar heeft niet alleen de chemische industrie, maar ook de biotechnologie met genetische modificatie last van. Bij gsm-masten zie je hetzelfde effect. Er zijn ontelbare gevalideerde onderzoeken die aantonen dat straling van gsm-antennes ongevaarlijk is, toch hebben veel mensen daar negatieve beelden bij en denken zij dat die straling gevaarlijk is. Of neem mensen die hun kinderen ineens niet meer laten inenten omdat ze iets hebben gelezen op internet. De ontwikkeling dat de rationaliteit en wetenschappelijke feiten het afleggen tegen beeldvorming, is al een tijdje aan de gang en plaatst een op wetenschap gebaseerde sector als de chemie in een lastig parket. Er ontstaat een imago dat je zelf niet kunt sturen. Ik ben zelf absoluut iemand van de Verlichting, van de rationaliteit, en ik betreur deze ontwikkeling dan ook met leedwezen.”
Wat is de beste strategie?
“Je moet om te beginnen als wetenschap, als sector, als bedrijfsleven naar jezelf kijken. Voortdurend zelfonderzoek doen. Zijn we altijd consequent geweest? Is onze communicatie altijd adequaat geweest? Zijn we transparant en onafhankelijk in onze onderzoeken? Je moet nooit in discussies terechtkomen waarin getwijfeld wordt aan een onderzoek omdat het betaald is door X of
FOTO: CHRIS BONIS
VNCI
‘ Je moet wel blijven informeren, maar de houding van ‘ik leg het je nog eens uit’ kan arrogant overkomen’ november 2017 Chemie Magazine 15
CV Pieter van Geel was gemeentesecretaris van Helmond en lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Tussen november 2006 en juni 2010 maakte hij voor het CDA deel uit van de Tweede Kamer, van februari 2007 tot mei 2010 als fractievoorzitter. Van juli 2002 tot februari 2007 was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, belast met milieu. Daarna was hij vicevoorzitter van het CDA. Momenteel werkt hij als zelfstandig consultant.
Y. Je moet ook niet proberen dingen nog een keer uit te leggen. Je moet wel blijven informeren, maar de houding van ‘ik leg het je nog eens uit’ kan arrogant overkomen, alsof je de ander dom vindt. Het kan aversie oproepen. Je kan zeggen: ‘Mevrouw, u kunt wel van alles over deze stof vinden, maar het is toch gewoon een lichaamseigen stof, volstrekt ongevaarlijk. Het is precies hetzelfde molecuul.’ Maar die communicatie werkt niet meer.”
Belangrijk daarbij is dat je ook de nut en noodzaak van producten en technieken blijft communiceren. Neem genetische modificatie. Die techniek wordt in allerlei sectoren gebruikt. Medicijnen bijvoorbeeld worden op grote schaal via genetische modificatie gemaakt. Toch is er geen Nederlander die daar tegen is, want iedereen wil die medicijnen, iedereen wil beter worden als hij ziek is. Het gaat hier dus niet over de techniek an sich, maar over de context waarin die techniek benut wordt.”
Wat dan wel?
Het probleem is dat de chemie wel het nut van haar producten ziet, maar de buitenwereld niet altijd.
“Nogmaals, er is geen silver bullet. Percepties zijn hardnekkig. Wat je nog meer dan nu gebeurt zou kunnen doen, is mensen wijzen op de irrationele keuzes die ze maken. Als mensen zelf ergens voor kiezen, blijken ze daar veel minder kritisch over te zijn dan als ze iets moeten ervaren waar ze niet zelf de hand in hebben gehad. Ze keren zich bijvoorbeeld tegen de gsm-antenne vanwege de vermeend gevaarlijke straling, maar de straling van de telefoon die ze tegen hun oor houden, daar stappen ze zo overheen. Is iemand tegen een gsm-antenne, dan zou je dus moeten zeggen: prima, halen we weg, maar dan moet je ook je telefoon inleveren. 16 Chemie Magazine november 2017
“Daarom moet je mensen uit die buitenwereld gebruiken om de boodschap over te brengen. Mensen die vanuit een bepaalde kennis en kunde vertellen waarom ze die geweldige producten gebruiken. De commercie heeft dat goed door. Die associeert producten met beroemde figuren en creëert zo een bepaald imago. Maar dit is wel een gevaarlijk pad. Je gaat dan weg van de ratio, de wetenschappelijke feiten. Je vaart dan alleen nog maar op beelden, en dan zijn we weer terug in de Middeleeuwen, voor de Verlichting, toen beelden
VNCI
‘ Dat rationaliteit en wetenschappelijke feiten het afleggen tegen beeldvorming, plaatst chemie in lastig parket’
ook dominant waren boven feiten en kennis. Deze problematiek is overigens niet specifiek voor de chemie, maar speelt in meer sectoren in de samenleving waarin techniek, kennis en informatie bij elkaar komen en waar het ingewikkeld wordt. De meeste mensen houden niet van complexiteit. Ze gaan dan op internet op zoek naar iets wat die complexiteit reduceert tot simpele zaken. De politiek heeft daar ook last van. Dingen zijn vaak niet simpel of zwart-wit. Maar mensen zijn toch gevoelig voor geluiden die de zaken simplificeren.”
Is het tij nog te keren?
“Er komt altijd een reactie. Het internet beloofde ons informatievrijheid. Maar nu zie je dat de informatie wordt gedomineerd door een paar grote bedrijven die jou precies vertellen wat zij denken dat jij moet weten. Dus die vrijheid blijkt nogal relatief. Er komt nu al een tegengeluid. Er komt een reactie. Maar voorlopig zitten we er nog wel mee. Vooralsnog hebben we te maken met twee types mensen. Aan de ene kant mijn vader zaliger, die als hij langs Chemelot zou rijden, zou roepen: prachtig, industrie, werk. En ook gefascineerd zou zijn door de techniek. Het andere type mens ziet diezelfde Chemelot-installaties, maar denkt meteen aan milieuverontreiniging en veiligheid. Er zit weinig tussen deze twee extremen, en daar moeten we het mee doen. Ze bestaan naast elkaar en zullen blijven bestaan.”
Conclusie?
“De tijdgeest kun je niet veranderen. Wat je wel kan doen is alles doen wat in je macht is: maximale veiligheid, transparante communicatie enzovoorts. Zodat je het gevoel hebt dat je alles gedaan hebt wat redelijkerwijs mogelijk is. Dat je thuis tegen je kinderen kunt zeggen: ik heb er alles aan gedaan. Meer kun je niet doen. Als de perceptie dan in de buitenwereld toch anders is, en als er desondanks een incident gebeurt ... Wat dat betreft leven we in rare tijden. De samenleving accepteert geen risico’s meer. Er wordt de suggestie gewekt dat er nooit meer iets ergs mag gebeuren. Niet met tbs’ers, niet met chemische installaties, noem maar op. Maar nul risico bestaat niet. Dat is een illusie.” p
BAC
De Bestuurs Advies Commissie (BAC) adviseert het bestuur van de VNCI. De leden zijn afkomstig uit diverse maatschappelijke velden en kijken vanuit verschillende perspectieven naar de ontwikkelingen in de samenleving waar de chemische industrie mee te maken heeft. “Zij kijken met andere ogen naar een thema, dat is hun toegevoegde waarde”, vertelt secretaris Colette Alma (directeur van de VNCI). “De BAC registreert ontwikkelingen in de samenleving die wij met onze nauwe industrieblik nog niet oppikken, zodat we daarop kunnen anticiperen. De BAC laat ons zien hoe de buitenwereld tegen ons aankijkt.” De leden worden voor drie jaar benoemd, met een mogelijke verlenging van drie jaar. Er zitten altijd twee bestuursleden in, die rapporteren aan het VNCI-bestuur. Tijdens elke halfjaarlijkse sessie worden actuele zaken besproken. Zo staan voor de volgende sessie op de agenda: opkomende stoffen, het interview met Wouter van Dieren in Chemie Magazine en Carbon Capture and Storage (CCS), naar aanleiding van het regeerakkoord. “We willen weten hoe zij daartegen aankijken”, aldus Alma. “Dat levert misschien niet direct een actie de volgende dag op, maar wel begrip bij het bestuur voor de visie van andere partijen. Niet dat je daarmee je industrie-standpunt meteen verlaat, maar je kunt het wel beter over het voetlicht brengen en je kunt er beter voor zorgen dat ook een deel van het belang van de andere partij wordt behartigd en je gezamenlijk tot een uitkomst komt die voor alle partijen aanvaardbaar is. Als je oog hebt voor de belangen van anderen, kun je een betere oplossing vinden voor een issue. Daar helpt de BAC enorm bij.” Een van de adviezen die de VNCI ter harte heeft genomen is dat het weinig zin heeft om je druk te maken over het gebruik van misleidende termen zoals ‘giftreinen’ door de media. “Dat ga je nooit winnen.” Verder geeft de BAC geregeld aan dat de sector te defensief communiceert met de buitenwereld. Ook is er een discussie geweest over de rol van brancheorganisaties, die de laatste tijd steeds meer vooroplopen en de leden meetrekken, in plaats van zich te richten op de achterblijvers.
LEDEN: • Pieter van Geel, Pieter van Geel Consultancy (voorzitter) • Colette Alma, directeur VNCI (secretaris) • Frits Spangenberg, oprichter marktonderzoeksbureau Motivaction • Atzo Nicolaï, president DSM Nederland • Harry Bitter, hoogleraar biobased chemistry and technology WUR • Mark Huijbregts, hoogleraar environmental science Radboud Universiteit • Peter ter Horst, managing partner communicatiebureau Hague Corporate Affairs
• Eiso Alberda van Ekenstein, voormalig CEO Teijin Aramid • Nico van Dooren, director Energy & Industry Havenbedrijf Rotterdam • Alexandra van Huffelen, directeur GVB Amsterdam • Hans Blokker MCM, manager Operational Excellence & Auditing TNO • Herbert Fisch, managing director BASF Nederland • Maria van der Heijden, directeur MVO Nederland • Dorette Corbey, initiatiefnemer Federatie Bio-economie Nederland
november 2017 Chemie Magazine 17
NIEUWE PGS 14 VERSCHENEN VOOR BLUSSYSTEMEN OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN
BLUSSYSTEEM NOG Onlangs verscheen de geactualiseerde PGS 14. De handreiking biedt een overzicht van de beschikbare blussystemen voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook het proces om tot de keuze voor het juiste blus-systeem te komen is veranderd. De belangrijkste veranderingen op een rij. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
‘D
e PGS 14 is eigenlijk een vreemde eend in de bijt in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen”, stelt Anton van Ballegooijen, divisiedirecteur van inspectie- en certificeringsorganisatie Kiwa. “Het document beschrijft welke blussystemen er op de markt zijn en waar gebruikers ze kunnen toepassen. De eisen waaraan de blussystemen moeten voldoen, evenals de richtlijnen hoe chemiebedrijven gevaarlijke stoffen precies moeten opslaan, zijn in de PGS 15 beschreven. Deze eisen zijn onder meer afhankelijk van de hoeveelheid en de soort chemische stoffen die zijn
18 Chemie Magazine november 2017
opgeslagen in een loods en worden vertaald in beschermingsniveaus.” Actualisatie van de PGS 14 was nodig vanwege doorontwikkeling in de techniek van blussystemen, gewijzigde regelgeving, het verschijnen van de geactualiseerde PGS 15 en enkele nieuwe ervaringen met brandbestrijdingssystemen. Onder regie van de NEN werkten verschillende partijen, waaronder de VNCI, de afgelopen drie jaar aan de vernieuwde PGS 14. Onlangs verscheen de geactualiseerde handreiking als supplement op de PGS 15. Het opstellen van de nieuwe PGS 14 is een lang proces geweest. Maar wat is nu de grote verbeterslag?
“Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het actualisatieproces van PGS 14 aangegrepen om de toepassing van innovatieve blussystemen te stimuleren”, vertelt Van Ballegooijen. “Daarom is voor het eerst een aerosol blussysteem (mengsel van stofdeeltjes of vloeistofdruppels in een gas – red.) opgenomen. Er zijn ook twee andere systemen in beeld geweest, maar die zijn uiteindelijk niet in de handreiking gekomen.”
Zuurstofreductie
Hierbij gaat het om een watermistsysteem en een zuurstofreductiesysteem. “De techniek van het
Veiligheid
OP ORDE? watermistsysteem is nog niet rijp”, stelt Van Ballegooijen. “Het zuurstofreductiesysteem komt in de PGS 14 zijdelings aan de orde, maar is eerder een preventiesysteem in plaats van een blussysteem. Hiermee breng je een ruimte door middel van onder andere stikstof onder een laag zuurstofgehalte, zodat een brand niet kan ontstaan. In de praktijk worden deze systemen echter maar weinig gebruikt.”
Handige tabellen
Specialisten van chemiebedrijven die een keuze moeten maken voor een nieuw blussysteem, hebben volgens hem vooral veel baat bij de tabellen en de matrix die voor het eerst aan de PGS 14 zijn toegevoegd. “Hiermee kunnen ze snel en eenvoudig zien welk blussysteem beschikbaar is voor de opslag van specifieke chemische stoffen.” Het proces om tot het juiste blussysteem te komen, is in de nieuwe PGS 14 ook aangepast. Van Ballegooijen: “De gebruiker van het blussysteem moet eerst een zogeheten e
In de PGS 14 is een paragraaf gewijd aan de manier waarop een brand met IBC-containers het beste bestreden kan worden.
WAAROP LETTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN BLUSSYSTEEM? Bij de keuze van een blussysteem spelen verschillende overwegingen een rol, stelt Marco de Kraa, manager SHEQ van AD International in Heijningen. De chemietak van het bedrijf richt zich op de productie van chemicaliën voor metaaloppervlaktebehandeling, variërend van een eenvoudige ontvetter om ijzer te reinigen tot speciale chemicaliën voor specifieke toepassingen in metaaloppervlaktebehandeling. “De keuze voor een blussysteem is in de eerste plaats afhankelijk van de hoeveelheid en de soort chemische stoffen die een bedrijf opslaat”, legt hij uit. “Daarnaast is het belangrijk om te kijken wat de vergunningverlener nu precies vraagt. Verder is het goed om na te denken over wat voor schade je als bedrijf acceptabel vindt. Als er een brand uitbreekt in een loods met producten in kartonnen dozen die met een sprinklerinstallatie met water en een schuimsysteem wordt geblust, worden de producten zeer waarschijnlijk onverkoopbaar. Bij de keuze van een ander blussysteem
is dit mogelijk niet aan de orde.” Bij het gebruik van sprinklers is er volgens hem een zwembad nodig om het vervuilde bluswater op te vangen en zo te voorkomen dat bluswater in het riool terechtkomt. Ook kost het geld om het vervuilde bluswater af te voeren. Zuurstofreducerende systemen leveren daarentegen volgens De Kraa, naast rook- en roetschade, maar weinig nevenschade op. Deze systemen werken echter niet als er veel zuurstofdragende producten, zoals waterstofperoxide, liggen opgeslagen. Verder is het volgens De Kraa belangrijk om na te gaan hoe snel een blussysteem operationeel is als het eenmaal is afgegaan. “De meeste systemen zijn erop gericht dat hoogstens één of maximaal twee delen van het bedrijf in brand gaan en geblust moeten kunnen worden. Dit betekent dat je het blussysteem na een brand snel moet kunnen aanvullen. Bij het ene systeem is hier veel meer tijd voor nodig dan bij het andere.” november 2017 Chemie Magazine 19
uitgangspuntendocument (UPD) maken. Hierin moet je beschrijven hoe de opslag van gevaarlijke stoffen tegen de gevolgen van een brand is beschermd. Een inspectie-instelling moet het UPD beoordelen. Vervolgens werkt een installatiebedrijf het ontwerp van het blussysteem verder uit. Diverse partijen, waaronder de brandweer, het bevoegd gezag en soms ook de eigen verzekering, moeten het ontwerp eerst goedkeuren. Daarna kan de installatie beginnen. Wanneer het blussysteem is opgeleverd, volgen testen om te kijken of het systeem aan de doelen en de ontwerpeisen uit het uitgangspuntendocument voldoet. Als dat het geval is, krijgt de gebruiker desgewenst een inspectiecertificaat. Er wordt dus niet meer op de norm getoetst, maar op wat is afgesproken en vastgelegd in het uitgangspuntendocument.” Van Ballegooijen raadt chemiebedrijven aan om vooral gebruik te maken van de aparte handreiking om een uitgangspuntendocument op te stellen, die eveneens verscheen in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.
IBC-container
In de PGS 14 is verder een speciale paragraaf gewijd aan de manier waarop een brand met kunststof IBC-containers het beste bestreden kan worden. Van Ballegooijen benadrukt dat een brand met kunststof IBC’s met brandbare vloeistoffen erg moeilijk is te bestrijden. “De mogelijk toepasbare systemen zijn in de PGS 14 in tabellen weergegeven.” Chemiebedrijven die eenmaal een blussysteem hebben geïnstalleerd, moeten er verder rekening mee houden dat ze eens in de vijf jaar door een geaccrediteerde inspectieinstelling een beoordeling moeten laten uitvoeren van het uitgangs20 Chemie Magazine november 2017
‘ De keuze voor een blussysteem is in de eerste plaats afhankelijk van de hoeveelheid en de soort chemische stoffen’
puntendocument. Hierbij kijkt de instelling of de inzichten over het blussysteem eventueel veranderd zijn op basis van ervaringen met branden in opslagloodsen van gevaarlijke stoffen in binnen- en buitenland, waardoor de normen zijn veranderd. Mocht dat het geval zijn, dan moet een chemiebedrijf de installatie wellicht aanpassen naar de nieuwe inzichten.
Transportzone
Van Ballegooijen komt regelmatig bij chemiebedrijven en bij andere partijen waar chemische stoffen zijn opgeslagen over de vloer. Een lastig onderwerp blijft de inrichting van de
transportzone, ook wel bekend als loading docks, waar chemische stoffen na vervoer tijdelijk zijn opgeslagen alvorens ze naar de definitieve opslag gaan. “Eigenlijk zouden bedrijven de transportzone direct aan de PGS 15-opslag moeten bouwen. Maar dat is in de praktijk soms lastig en vereist bovendien vaak grote investeringen.” De geactualiseerde PGS 14 mag dan wel een vrij technisch document zijn, Van Ballegooijen is tevreden over het uiteindelijke resultaat. “De handreiking biedt veel inzicht in de voor- en nadelen van blussystemen en helpt de gebruikers om tot de juiste keuze te komen.” p
AD INTERNATIONAL: OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN IN TWEE DELEN
AD International startte in 2013 in Heijningen met de voorbereidingen van de bouw van nieuwe loodsen voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Drie jaar later nam het bedrijf de loodsen in gebruik. “Wij kozen ervoor om gevaarlijke stoffen in twee aparte gedeeltes op te slaan”, licht SHEQ-manager Marco de Kraa toe. “In het ene gedeelte liggen stoffen die van nature veel zuurstof bevatten, zoals waterstofperoxide. Daarom hebben we in dit gedeelte een sprinklerinstallatie met schuimtoevoeging laten aanbrengen. In het tweede gedeelte liggen de licht ontvlambare stoffen opgeslagen. Hier maken wij gebruik van een zuurstofreductiesysteem, om bij een brand de zuurstof snel uit de ruimte te verwijderen. De muren en deuren moesten uiteraard stevig genoeg zijn om te voorkomen dat ze beschadigd raken door de overdruk tijdens de inblaasactie van het inerte gas van het zuurstofreductie-systeem. Daar is in het bouwontwerp goed naar gekeken, in combinatie met een drukontlasting in het dak om overdruk in de loods te voorkomen.”
Innovating together TechnipFMC is a world-class leader in design, engineering, procurement and construction of process plants for the oil, gas and petrochemical industries. Our office near The Hague is a dedicated technology center with a team skilled in worldwide execution of full EPC projects in: `` Ethylene production `` Hydrogen/syngas production `` Fast pyrolysis bio-oil production `` EDC, DRI, and special and refinery heaters We also specialize in modernizing: `` Ethylene furnaces and plants `` Reformers and hydrogen/syngas plants `` EDC, DRI, and special and refinery heaters Our dedicated service team is prepared to support the operation of your plants.
For more information, please contact us: tpbenelux@technipfmc.com Technip Benelux B.V. Afrikaweg 30 P.O. Box 86 2700 AB Zoetermeer TechnipFMC.com
VEILIGHEIDSDAG STUURT HSE-MANAGERS DE RUIMTE IN
GO FEVER VERSUS VEILIGHEID Tijdens de Veiligheidsdag van Veiligheid Voorop op 2 november gingen de deelnemers op ruimtemissie. Zij moesten een ruimteschip veilig naar de maan en weer terug op aarde brengen. Vóór de ‘countdown’ moesten ze, onder tijdsdruk, nog wel wat veiligheidsissues oplossen, als ingenieur, astronaut of CEO van NASA. Ze wisten toen nog niet dat het geen fictie was. Tekst: Igor Znidarsic
22 Chemie Magazine november 2017
Veiligheid
T
ijdens de zesde Veiligheidsdag van Veiligheid Voorop op 2 november bij AkzoNobel in Arnhem moesten de ruim tweehonderd deelnemers verdeeld in groepjes een ruimteschip veilig naar de maan en weer terug op aarde brengen. Daarvoor kropen zij in de rol van de diverse betrokkenen, zoals ingenieur, astronaut, CEO van NASA, directeur van Flight Solutions (FS), de bouwer van het schip, en de onderaannemer die een deel van het ruimtevoertuig heeft gebouwd. De achtergrond van de missie was de ruimtewedloop tussen de SovjetUnie en de Verenigde Staten in de jaren zestig. In 1957 had de SovjetUnie de eerste satelliet in een baan om de aarde gebracht. De VS was bang dat de controle van de ruimte door de Sovjet-Unie nadelige militaire en economische gevolgen zou hebben en besloot de rivaal op dit vlak technologisch te overtreffen. De in 1961 gekozen president John F. Kennedy stelde als doel dat de VS voor het einde van het decennium de eerste mens op de maan zet. Hiervoor startte de NASA, verantwoordelijk voor het ruimtevaartprogramma, het Apollo-project. Toen de eerste capsule bijna klaar was, moest deze van de westkust, waar bouwer FS is gevestigd, naar Cape Canaveral aan de oostkust worden gebracht, waar de raket gelanceerd zou worden. Verschillende onderdelen waren echter nog niet af. FS wilde de oplevering vertragen, NASA stond op tijdige levering. Ziehier het eeuwige dilemma tussen go fever (tijdsdruk) en veiligheid, waar elke organisatie mee te maken heeft: de commerciële afdeling heeft de klant beloofd dat er vandaag wordt geleverd, de safety manager wordt onder druk gezet om het werk snel uit te voeren. Dit
NASA-ingenieur Max (rechts) in discussie met directeur life support Margaret van Flight Solutions (links) en NASA-onderdirecteur Joe (buiten beeld).
was dan ook, naast ‘eigenaarschap’, het centrale thema van de Veiligheidsdag.
Eigen belangen
Onder leiding van de facilitators van RedZebra Group mochten de deelnemers de discussies tussen de verschillende betrokkenen in groepjes naspelen. De CEO van de NASA stelde bijvoorbeeld: “De lanceerdatum is al een keer uitgesteld. De president wil resultaten zien!” Maar de onderdirecteur bemande ruimtevlucht van de NASA wilde een conflict vermijden en vond dat het technische team van NASA met hulp van ingenieurs van FS de technische problemen wel ter plekke kon oplossen. De FS-directeur daarentegen vond dat er tijd moest worden genomen en budget moest worden vrijgemaakt om onvoorziene problemen op te lossen. Hoewel geacteerd, was het toch confronterend om te zien hoe de gesprekspartners voornamelijk hun eigen belangen verdedigden, slecht naar elkaar luisterden en vooral hun eigen standpunt bleven herhalen. Toen de capsule eenmaal was aangekomen in Cape Canaveral, moesten nog een aantal problemen worden opgelost. Terwijl al een
lanceerdatum was bepaald, uitte een ingenieur zijn zorgen over de bedrading in de module. Een andere ingenieur stelde vraagtekens bij het luik: “Stel de astronauten moeten de capsule snel verlaten, voldoet het huidig ontwerp wel?” Ook over de samenstelling van de lucht in de capsule ontstond discussie. De onderdirecteur bemande vlucht wilde de atmosfeer, nu 100 procent zuurstof, niet aanpassen. Het was volgens hem proven technology. De directeur life support twijfelde hieraan en stelde een mengsel van zuurstof en stikstof voor. Sinds het zien van een demonstratie waarbij een doek in brand was gestoken in aanwezigheid van pure zuurstof, wist zij hoe snel vuur zich onder die omstandigheden kon uitbreiden. Er werd echter niet naar haar geluisterd. “De astronauten gaan toch geen doek in de fik steken?” Ook maakten de astronauten zich zorgen over de brandbare materialen in de capsule, zoals het klittenband waarmee dingen aan de muren waren bevestigd. Bovendien waren er zorgen over de veiligheid tijdens de plugs-out-test, waarbij de capsule wordt losgekoppeld. De NASAonderdirecteur vond een routinetest voldoende. “We hebben nooit pro-
e
november 2017 Chemie Magazine 23
Dagvoorzitter Ben van der Burg in gesprek met Knut Schwalenberg en Anton van Beek.
blemen gehad met deze tests.” De directeur life support was er vanwege de genoemde zorgen niet gerust op en stelde de aanwezigheid van brandweer en ambulance voor.
Bemanning komt om
Met hulp van de facilitators acteerden de deelnemers aan de Veiligheidsdag met groot inlevingsvermogen de discussies en luisterden slecht, verplaatsten zich niet in de ander, kwamen vooral voor hun eigen belangen op. Ze wisten toen nog niet dat dat wat zij naspeelden de werkelijkheid was en dat de per-
VEILIGHEIDSCOALITIE VAN HET JAAR
Tijdens de Veiligheidsdag lanceerde Veiligheid Voorop de ‘Veiligheidscoalitie van het jaar’, een prijs voor samenwerking van bedrijven in de chemieketen. De eerste editie wordt samen met Industrielinqs georganiseerd op 11 april 2018 tijdens de industriële beurs ‘Safety and Health@ Work’ in Ahoy. Een van de belangrijke uitdagingen van het veilig werken in de chemie is dat – onder meer door specialisatie – steeds meer (onder)aannemers worden ingehuurd voor deelwerkzaamheden. In zo’n situatie, waar verschillende belangen spelen, is het cruciaal dat alle partijen op veiligheidsgebied nauw samenwerken. “Er bestaan al aparte veiligheidsprijzen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Met deze nieuwe prijs willen we juist het veilig samenwerken van ketenpartners onderscheiden, want daar kunnen we de grootste winst boeken”, aldus Anton van Beek, voorzitter van Veiligheid Voorop. 24 Chemie Magazine november 2017
sonen die zij speelden echt hebben bestaan. Apollo 1 moest de eerste testvlucht worden van de Apollomissies. Tijdens de plugs-out-test op 27 januari 1967 ontstond er kortsluiting in de cabine door een fout in de bedrading. De combinatie van brandbare materialen en zuurstof leidde tot een brand die zich razendsnel uitbreidde. De drie astronauten aan boord probeerden nog het luik open te maken, maar zonder succes. Ze kwamen alle drie om. Er werd een groot onderzoek gestart naar de oorzaken van het ongeluk. Uiteindelijk werden verschillende maatregelen ingevoerd. Het ontwerp van het luik werd aangepast, er kwamen betere brandwerende materialen, de kwaliteit van de bedrading werd aangepast. In totaal werden meer dan 1500 veranderingen doorgevoerd. Ook werden er nieuwe procedures opgezet om de veiligheid over de hele keten te overzien en kwam er een centraal systeem om alle problemen te bespreken. En misschien wel het belangrijkste: er werd voortaan geluisterd naar de astronauten en de ingenieurs.
Do you dare to fly?
De verschillende deelnemersgroepen moesten hun sessies besluiten met een tweet terug in de tijd, gericht aan de betrokkenen van de Apollo 1-missie. Eén daarvan luidde: ‘Listen to the concerns. Look in the mirror. Do you dare to fly?’ Met andere woorden: menig ingenieur
‘Als er naar de ingenieurs was geluisterd, was de missie waarschijnlijk niet fataal afgelopen’
was nooit de Apollo 1-capsule ingestapt. Als er naar hen was geluisterd, was de missie waarschijnlijk niet fataal afgelopen. Anton van Beek (president Dow Benelux en voorzitter Veiligheid Voorop) had aan het begin van de dag al gezegd dat eigenaarschap zo laag mogelijk in de organisatie moet worden gelegd en dat managers moeten luisteren naar de werkvloer. Dat vond ook Knut Schwalenberg (directievoorzitter AkzoNobel Nederland en managing director Industrial Chemicals), die stelde dat eigenaarschap niet alleen iets van de top is, maar vooral ook van de uitvoerenden. “Zij moeten het adopteren.” Volgens hem zijn regels niks waard als je de mensen er niet in meeneemt. Op de vraag van dagvoorzitter Ben van der Burg welke eigenschappen nodig zijn voor eigenaarschap werden vertrouwen en betrokkenheid genoemd. Ondanks de ingevoerde verbeteringen ging het later toch weer mis. In januari 1986 ontplofte het ruimteveer Challenger 73 seconden na de lancering. Alle zeven bemanningsleden kwamen om. Oorzaak bleek een gat in de afdichting van een brandstoftank. Gelukkig verliepen de twee missies van keynote speaker André Kuipers wel goed. Tijdens zijn een uur durende presentatie luisterde de zaal ademloos naar zijn verslag, waarbij met name de extreem doorgevoerde veiligheidsmaatregelen opvielen. p
Wil jij werken een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan
nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid
• Uitvoering grote projecten/turn arounds
• Procestechnologie en installaties
• Externe veiligheid/BRZO/PGS6
• Processchema’s, P&ID’s
• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s
• Mechanische veiligheid, PED
• Explosies
• Maintenance
• Gevaarlijke stoffen
• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)
• Incidentenonderzoek
• Instrumentele beveiliging
• ATEX
Schrijf je alvast in, deze opleiding zit altijd snel vol.
Data: 8, 22 maart, 5, 19 april, 17, 31 mei, 13 juni en het tentamen op 27 juni 2018.
Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_171008_Adv PV NPT 185x130_wt.indd 1
Veilig werken met VAPRO
24-10-17 14:14
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
11/01/17 09:36
Rotterdam Botlek.
HAVENBEDRIJF, GASUNIE EN EBN DOEN HAALBAARHEIDSSTUDIE NAAR CCS
VANAF 2020
2 MILJO CCS, het afvangen en opslaan van CO2, wordt zowel internationaal als in het regeerakkoord genoemd als een belangrijk instrument om tijdig de CO2-uitstoot terug te dringen. CCS biedt met name olieraffinaderijen en de chemiesector mogelijkheden om de CO2-uitstoot te verminderen in de periode dat ze de transitie naar biobased, hernieuwbaar of circulair nog niet gemaakt hebben. CCS (Carbon Capture and Storage) is onderdeel van een breed palet maatregelen voor CO2-reductie, naast fundamentele innovaties in 26 Chemie Magazine november 2017
productieprocessen en -ketens om de economie te verduurzamen, zoals biobased industrie, hernieuwbare energie, elektrificatie van de industrie, recycling, ontwikkeling van waterstof als energiedrager en geothermie. CCS wordt vooral beschouwd als een kosteneffectieve en snel toepasbare oplossing die er gedurende de transitie voor zorgt dat klimaatdoelstellingen kunnen worden gehaald. Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en EBN (Energie Beheer Nederland) onderzoeken daarom gezamenlijk de mogelijkheden om een basisinfrastructuur (een ‘backbone’) te realiseren voor het verzamelen en transporteren van CO2 in het
EN TON
CO2 PER JAAR OPSLAAN Rotterdamse havengebied, dat vervolgens opgeslagen kan worden in (lege) olie- en gasvelden onder de Noordzee. De planning is om deze haalbaarheidsstudie rond de jaarwisseling af te ronden. Bij een positieve uitkomst volgt verdere uitwerking. Er wordt naar gestreefd om in 2018 een investeringsbeslissing te nemen. Het systeem kan dan in 2020 operatoneel zijn. De ambitie is om vanaf 2020 2 miljoen ton CO2 per jaar op te slaan, oplopend naar 5 miljoen ton per jaar in 2030. Alle industrieĂŤn in Rotterdam samen stootten in 2015 bijna 30 mil-
joen ton CO2 uit. Er lopen gesprekken met verschillende bedrijven in de chemie en raffinagesector over het afvangen en leveren van CO2. Tot aanleg van de infrastructuur wordt pas overgegaan als duidelijk is dat bedrijven ook daadwerkelijk van het systeem gebruik gaan maken. Het ligt in de bedoeling om, naast opslag onder de Noordzee, ook meer CO2 aan tuinders te leveren en in de toekomst mogelijk ook aan andere (industriĂŤle) afnemers (CCU). Twee bedrijven, Alco en Shell, leveren nu al CO2 aan de glastuinbouw in het Westland. p november 2017 Chemie Magazine 27
FOTO: SHUT TERSTOCK
Wetenswaardig
POLYSTYRENELOOP BOUWT DEMONSTRATIEFABRIEK
TWEEDE LEVEN VOOR BROOMHOUDEND POLYSTYREENAFVAL PolyStyreneLoop start in de tweede helft van 2018 met de bouw van een demonstratiefabriek in Terneuzen die HBCD-houdend polystyreenafval volledig recyclet, de eerste ter wereld in zijn soort. “Het opzetten van een systeem om het polystyreenafval (EPS) in te zamelen is het komend jaar de grootste uitdaging”, zegt directeur Lein Tange van PolyStyreneLoop. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
28 Chemie Magazine november 2017
Recycling
D
rie jaar geleden namen Lein Tange, werkzaam bij chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen, en Jan Noordegraaf, directeur van polystyreenproducent Synbra Technology in Etten-Leur, het initiatief voor de bouw van een demonstratiefabriek die broomhoudend polystyreenafval volledig recyclet. Hun bedrijf, PolyStyreneLoop, doet dit op een terrein naast chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen. De twee mannen hebben uitgebreide ervaring in de chemische industrie. Met PolyStyreneLoop willen zij een oplossing vinden voor de grote stroom broomhoudend polystyreenafval die de komende jaren vrijkomt bij de sloop van woningen vanaf de jaren 60. Dit bouwpiepschuim werd gebruikt om huizen te isoleren en bevatte uit brandveiligheidsoverwegingen de broomhoudende vlamvertrager HBCD. Deze persistent organic pollutant (POP) is in Europa sinds 2015 verboden, omdat die niet afbreekbaar is in het milieu.
Zuivere broom
Om HBCD uit het polystyreenafval te scheiden, maakt PolyStyreneLoop gebruik van een proces dat twaalf jaar geleden werd ontwikkeld door het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer en het bedrijf CreaCycle GmbH. Daarbij wordt polystyreen opgelost in een mengsel van organische oplosmiddelen. Verontreinigingen en additieven, waaronder de broomhoudende vlamvertrager HBCD, worden in het proces afgescheiden. Wat overblijft is schone polystyreen, dat probleemloos kan worden hergebruikt voor allerlei toepassingen. Het broomhoudende residu kan door ICL-IP worden verwerkt in zijn Broom Recovery Unit, die in 2002 op het terrein in Terneuzen is gebouwd. Her resultaat, zuivere broom, is een grondstof voor de productie van gebromeerd butylstyreenrubber: de nieuwe generatie brandvertrager voor polystyreen. Deze nieuwe brandvertrager is niet schadelijk voor gezondheid en milieu en ook eenvoudig te recyclen en hergebruiken.
Bull’s eye
Sinds de initiatiefnemers begin 2016
hun plannen lieten optekenen door Chemie Magazine volgden er drie belangrijke ontwikkelingen. In de eerste plaats waren er in april en mei van dit jaar gesprekken met vertegenwoordigers van de Conventie van Bazel. Dat zorgde ervoor dat het proces om het HBCD-houdende EPS-afval te recyclen is opgenomen in de technische richtlijnen als een best beschikbare recyclingtechnologie, naast energieterugwinning bij verbranding. “Dit is heel belangrijk voor ons”, stelt Tange. “Hierdoor kunnen wij eenvoudiger een exportvergunning krijgen om bijvoorbeeld EPS-afval uit Duitsland naar Nederland te transporteren.” De tweede belangrijke ontwikkeling is de oprichting in februari van het samenwerkingsverband PolyStyreneLoop coöperatief U.A. Dit verband wil zo veel mogelijk partijen bij het project betrekken. Inmiddels telt het samenwerkingsverband 54 leden, waaronder grote EPS- en XPS-producenten en recyclingbedrijven. Ontwikkeling drie is de succesvolle aanvraag van een Europese LIFE-subsidie van 2,7 miljoen euro. Tange: “Wij zijn de enige partij binnen de milieu-aanvragen in Nederland aan wie deze is toegekend. Europese ambtenaren spraken tijdens de presentatie van onze plannen in Brussel van een bull’s eyeproject. Het is uniek omdat wij zowel piepschuim-polystyreen als broom een tweede leven geven.”
Inzamelingssysteem
Verder is er het afgelopen jaar een bv opgericht die vier mensen in dienst heeft, naast Tange en Noordegraaf. Het team is druk bezig met alle voorbereidingen om in de tweede helft van volgend jaar met de bouw van de demonstratiefabriek te starten. “Het komend jaar zijn wij vooral bezig om samen met ministeries, gemeenten en afvalverwerkers een inzamelingssysteem op te zetten”, zegt Tange. “Daarnaast brengen wij met het RIVM en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alle polystyreenafvalstromen in Nederland in kaart.” Hierbij gaat het volgens hem zeker niet alleen om EPS-bouwafval. “De grootste stroom komt inderdaad uit de bouw. Alleen al in 2018 komt daar
in Europa tot 150 duizend ton EPSXPS-afval vrij. Maar wij maken ook gebruik van elektronicaverpakkingen en polystyreen uit afgedankte caravans en koelwagens in het geval die mogelijk HBCD bevatten.” Er is analyseapparatuur ingehuurd om alle afvalstromen op het HBCDgehalte te controleren. Zo willen de stakeholders voorkomen dat HBCD in het milieu terechtkomt. Een unicum volgens Tange, want recyclingbedrijven beschikken vaak niet over de apparatuur en de chemische kennis om het HBCD-gehalte aan te tonen.
8,5 miljoen euro
De demonstratiefabriek komt op een terrein naast ICL-IP in Terneuzen en moet ruim 6,5 miljoen euro kosten. PolyStyreneLoop beschikt gelukkig over 8,5 miljoen euro, afkomstig van de Rabobank (4,5 miljoen euro), de LIFE-subsidie (2,7 miljoen euro) en het samenwerkingsverband (2,1 miljoen euro). De twee miljoen meer dan de fabriekskosten is onder meer nodig voor de grondaankoop, inrichting van het terrein en de voorbereidingskosten. “Voor onze utilities worden wij met een pijpenbrug met ICL-IP verbonden”, zegt Tange. “Maar wij kunnen onafhankelijk van ICL-IP opereren en groeien. Verder ben ik blij dat wij met onze oplossing een bijdrage leveren aan de circulaire economie. Het afgedankte isolatiemateriaal reduceerde eerst de CO2-uitstoot van de geïsoleerde gebouwen en krijgt nu, net als het broom afkomstig van HBCD, een tweede leven. Hoe circulair kun je zijn?” p
GROOTSE TOEKOMSTPLANNEN
Het kost veel moeite, tijd en energie om EPS-afval te collecteren, sorteren, compacteren en naar Nederland te transporteren, stelt Tange. Maar als het inzamelingssysteem eenmaal van de grond is gekomen, staat niets de bouw van nieuwe fabrieken meer in de weg. Naast de demonstratieplant in Terneuzen wil PolyStyreneLoop de komende jaren wellicht fabrieken openen in het oosten van Nederland, Duitsland en de rest van Europa. De exacte locaties zijn volgens Tange afhankelijk van de plaats waar de afvalstromen vandaan komen. “Wij willen de transportafstanden uit milieuoverwegingen en kostenbesparingen zo veel mogelijk beperken.”
november 2017 Chemie Magazine 29
‘VAN TEVOREN KEUZES VASTLEGGEN IS NIET MIJN STIJL’
30 Chemie Magazine november 2017
Arbeidsmarkt
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.
Eva Lacasa Bonis
PRODUCTIE-ENGINEER BIJ EASTMAN CHEMICAL MIDDELBURG
1
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Mijn naam is Eva Lacasa Bonis en ik kom uit Spanje. Sinds drie jaar werk ik bij Eastman Middelburg. Hier maken we harsen die worden gebruikt in kleefstoffen, bijvoorbeeld voor in luiers. Ik begon als trainee, werkte daarna als process improvement engineer, en ben sinds afgelopen maand productieengineer. In die functie zorgen ik en mijn collega’s ervoor dat de plant zo goed mogelijk draait. We bedenken oplossingen voor vraagstukken en verbeteringen voor processen, waarna wij dit met operators en technici implementeren in de fabriek.
2
Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? Ik zeg dat ik stoffen maak om dingen te laten plakken. En omdat onze producten bijna overal in terechtkomen, kijk ik vervolgens om me heen of ik een voorbeeld zie. Een luier bijvoorbeeld, of de sluiting van een doos met ontbijtgranen. Die stoffen maken we door componenten aan elkaar te verbinden, waarna ze plakkerig worden. Ik zorg er daarbij voor dat de producten zo goed mogelijk worden gemaakt en dat machines en apparaten die we daarvoor gebruiken goed blijven draaien.
Via Spanje, de VS en Duitsland kwam chemisch technoloog Eva Lacasa Bonis terecht bij Eastman in Middelburg. Haar eerste promotie is al binnen, met dank aan zichzelf. “Mijn eerste prioriteit is professionele ontwikkeling.”
3
FOTO’S: SANDR A PEERENBOOM
Tekst: Inge Janse
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik kom uit Alicante, ten zuiden van Valencia. Al op de lagere school hield ik het meest van wiskunde, veel meer dan van taal of literatuur. Op de middelbare school koos ik daarom voor de technische route, met daarin wiskunde, scheikunde, natuurkunde en technisch tekenen. Daarna ging ik chemische technologie studeren. Ik was altijd heel benieuwd naar chemiefabrieken. Als ik bijvoorbeeld een documentaire zag over het maken van medicijnen, dan dacht ik: hoe cool zou het zijn om zelf in zo’n fabriek te werken? e november 2017 Chemie Magazine 31
‘ Als student dacht ik al: hoe cool zou het zijn om zelf in een chemiefabriek te werken?’ NAAM Eva Lacasa Bonis. LEEFTIJD 28 jaar. WOONPLAATS Middelburg. OPLEIDINGEN Post-master Process and product design (Technische Universiteit Eindhoven, 2013-2015), Chemische technologie (Universitat d’Alacant, 20072013), Bachillerato (Calasancio, 2005-2007). NEVENACTIVITEITEN Eva is namens de Middelburgse locatie van Eastman ambassadeur binnen de wereldwijde Eastman Professional Development Club. “Hierin kunnen werknemers hun netwerk uitbreiden en zich ontwikkelen. Iedereen kan er lid van worden.” WERKGEVERS Productie-engineer bij Eastman Chemical Company (2017-heden), process improvement engineer bij Eastman (2015-2017), trainee process improvement engineer bij Eastman (2014-2015), stage process engineer bij SABIC Spanje (2013).
Tijdens mijn studie kreeg ik twee beurzen, om naar Duitsland en de VS te gaan. Ik wilde graag weten hoe het vak daar onderwezen wordt. Het was ook heel waardevol voor mijn persoonlijke ontwikkeling, bijvoorbeeld door veel mensen uit verschillende culturen te leren kennen. Ik raad het iedereen aan om te doen. Tijdens mijn stage, bij SABIC in Spanje, realiseerde ik me dat ik een goede keuze had gemaakt. Het werk was net zoals ik hoopte dat het zou zijn. Ik ging vervolgens niet direct werken, maar volgde een tweejarige post-master in Nederland. Dat vormde een mooie brug tussen de universiteit en de échte industrie. Ik kreeg zo meer praktische focus, met onder meer les in projectmanagement. In het tweede jaar moest ik een trai32 Chemie Magazine november 2017
neeship lopen bij een bedrijf. Dat werd Eastman in Zeeland, dus ik verhuisde naar Middelburg. Eerst ging ik in de weekenden vooral om met mijn vrienden, want we hadden onze eigen, kleine Spaanse gemeenschap door heel Nederland. Maar inmiddels heb ik ook hier een eigen leven opgebouwd. Ik merkte dat ik bij Eastman de professionele ontwikkeling en mogelijkheden vond die ik zocht. Ook de atmosfeer in het team en de begeleiding door de coaches waren heel goed. Een paar maanden voor het einde van mijn periode ontstond er een vacature in mijn team. En sindsdien werk ik hier.
4
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Het is heel erg dynamisch. Elke dag is er wel weer wat nieuws te doen. Ik hou van die diversiteit. Daarnaast leer ik hier elke dag wat nieuws. Vaak zijn dat technische zaken in de plant, over hoe je problemen kunt oplossen of processen kunt verbeteren. Samenwerken in teams vind ik ook heel leuk. Alleen samen kun je verder komen. Bovendien werk ik samen met verschillende functies en afdelingen. Zo ontwikkel ik ook mijn soft skills. Want om samen te werken, moet ik met iedereen van het team op één lijn komen.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Dat is mijn eerste project als trial leader. De researchgroep van Eastman had een idee voor de verbetering van een product. Ik en mijn team vertaalden dat naar de implementatie van een proces in de plant. We bekeken werking, veiligheid en budget, kochten het benodigde materiaal en bouwden de opstelling in de fabriek.
Daarna ontwikkelden we een gedetailleerd plan voor een proefproces. Na uitvoering hiervan analyseerden we de resultaten. Deze proef verliep succesvol en kreeg veel aandacht vanuit Eastman wereldwijd. Ik ben er trots op omdat dit mijn eerste experiment op de plant was. Dat had ik nog nooit eerder gedaan. Gelukkig kreeg ik veel ondersteuning van collega’s. En doordat het goed ging, kreeg ik veel zelfvertrouwen.
6
Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Ik ben net begonnen in mijn nieuwe functie en wil in ieder geval bijdragen aan de veiligheid, bijvoorbeeld via standaarden, gedrag en cultuur. Veiligheid is de eerste prioriteit van Eastman. Ook wil ik meehelpen aan het halen van onze doelen voor kwaliteit en productie. En ik zou graag de samenwerking tussen collega’s onderling en teams verder verbeteren.
7
Wat levert je werk je op? Mijn eerste prioriteit is professionele en persoonlijke ontwikkeling. Dat kan bij Eastman, want ik leer hier elke dag wat nieuws. Zo investeer ik in mezelf. Geld vind ik minder belangrijk. Daar koos ik deze baan niet voor. Ik zou ook niet van baan veranderen als die meer oplevert maar minder uitdagend is. Een andere prioriteit is hoe ik me door mijn werk voel. Ik besteed er zo’n veertig à vijftig uur per week aan, dus het moet iets zijn waar ik van geniet. Ik loop hier bijna altijd gelukkig de poort uit en krijg meer energie dan het me kost. Natuurlijk zitten er soms dingen tegen. Ik probeer me daar dan niet over te frustreren, maar situaties juist te zien
?
Arbeidsmarkt
WIE IS EVA NAAST HAAR WERK?
Eva reist graag en veel, zoals naar andere steden en landen, plus zo’n vijf keer per jaar naar Spanje. Daar gaat ze ook heen om te skiën, iets dat ze ‘s winters graag doet. Thuis luistert ze naar Spaanse popmuziek, buiten houdt ze nog steeds van rolschaatsen. Bovendien fietst ze elke dag van en naar haar werk. Eva, lachend: “Zo probeer ik me aan te passen aan de Nederlandse cultuur.”
als kansen om het verschil te maken.
8
Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Onze producten zie je in heel veel dingen die je in het dagelijkse leven gebruikt. In de supermarkt vind je dus veel producten waar ik aan bijdraag. Verpakkingen van voedsel, bijvoorbeeld. Luiers, waarin de lagen worden vastgelijmd met onze producten. En kauwgom, waar wij de natuurlijke harsen voor maken. Daarbinnen ben ik niet specifiek trots op één product. Maar als een sticker niet goed plakt, dan zeg ik altijd: die is niet van Eastman.
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Toen ik jong was, deed ik veel aan kunstrijden op rolschaatsen en reed ik ook wedstrijden. Maar daar zou ik mijn baan niet voor willen opgeven. Sterker nog: had je me deze vraag een paar maanden geleden gesteld, dan had ik gezegd: productie-engineer bij Eastman. En dat ben ik nu.
10
Hoe zie je jezelf over tien jaar? Ik zit aan het begin van mijn carrière. Die begon in de technologie, nu in de productie, en ik sta open voor andere functies. Ik wil eerst meer ervaring opdoen, dus het ligt nog helemaal open. Van tevoren keuzes vastleggen is niet mijn stijl. Ik hoop in ieder geval dat ik over tien jaar nog in de chemische industrie werk, want ik hou van de processen en de chemie. Het liefst werk ik bij een wereldwijd opererend bedrijf. Dus ja, het is heel goed mogelijk dat ik over tien jaar nog bij Eastman werk. Maar je weet het nooit. p
Eva Lacasa Bonis: ‘Ik loop hier bijna altijd gelukkig de poort uit en krijg meer energie dan het me kost.’ november 2017 Chemie Magazine 33
ILLUSTR ATIE: TRIK
‘Straks staat iedereen in de rij. Wie achter aansluit moet langer wachten.’
34 Chemie Magazine november 2017
Economie
BREXIT NAVIGATOR: WELKE STAPPEN NEMEN EN WANNEER?
‘ NIET AFWACHTEN MAAR ANTICIPEREN’ Het zal wel meevallen met die Brexit? Erg onwaarschijnlijk, menen Leon Kanters en Robert van der Jagt van KPMG Meijburg & Co. En bijna alle anticiperende maatregelen kosten veel tijd. De Brexit Navigator die KPMG opstelde, helpt bedrijven het vraagstuk gestructureerd en tijdig te benaderen. Tekst: Leendert van der Ent
’T
he permanent damage of Brexit’ heet het rapport dat de Rabobank op 12 oktober publiceerde. De strekking: de Brexit kost Nederland veel meer dan gedacht. Bovendien zit momenteel het minst gunstige scenario, een harde Brexit (29 maart 2019), er dik in: de onderhandelingen zitten muurvast. Leon Kanters, partner bij KPMG Meijburg in Eindhoven: “Veel bedrijven die met Groot-Brittannië handelen, vragen zich af wat te doen. Vele wachten af zolang er geen zekerheid is. Wij zeggen juist: anticipeer! Hard of zacht, de kans dat Brexit doorgaat is levensgroot. Daardoor komt er veel op bedrijven af.” Wat? Als antwoord ontwikkelde KPMG een tijdlijnmodel, de Brexit Navigator. Deze maakt duidelijk wanneer een bedrijf welke stappen moet nemen om de situatie zo goed mogelijk te beheersen. Ook geeft de Navigator een cijfermatige vertaling, bijvoorbeeld over het budget dat een bedrijf moet vrijmaken voor de nodige maatregelen. Kanters: “Voor veel acties is onbelangrijk hoe de Brexit vorm krijgt; Groot-Brittannië ligt
VHCP: ‘Er zijn geen winnaars’ Namens de Vereniging van Handelaren in Chemische Producten (VHCP) zegt voorzitter Willem Augustinus: “Voorop staat dat de Brexit slecht is voor iedereen. Er zijn geen winnaars. Het zal resulteren in allerlei extra kosten, zonder dat die waarde toevoegen. Handelaren en distributeurs van chemische producten zijn echter flexibele, servicegerichte spelers. Ze hebben vaak al ruime ervaring met handelen buiten de Europese Unie en het aanbieden van diensten op het gebied van douanezaken. Juist in een onzekere omgeving is er voor ons een rol weggelegd om andere ketenpartners te ontzorgen. Daar denken we wel over na, maar echt concreet is het nog niet. Daarvoor is het nog te ver weg en te onduidelijk hoe het plaatje eruit gaat zien.”
dan buiten de EU en dat heeft grote gevolgen. Bijvoorbeeld: moet je voor honderden zendingen per jaar apart aangifte doen, dan is dat een flinke administratie. Vereenvoudigde douaneprocedures kunnen die lastendruk verminderen. Maar daarvoor moet je veelal de Authorized Economic Operator-status hebben of aan de voorwaarden daarvan voldoen. Daarvoor moeten de administratie en administratieve organisatie aan hoge kwaliteitsnormen voldoen. Het verkrijgen van die status kost snel zes maanden. Wie afwacht, loopt achter dat soort feiten aan.” Kanters’ collega Robert van der Jagt, KPMG Meijburg-partner in Amstelveen: “Temeer omdat straks iedereen in de rij staat. Wie achter aansluit moet langer wachten.” Fase één van de Brexit Navigator is vaststellen waar een bedrijf staat. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de statistische gegevens die de bedrijven rapporteren in de Intrastat-aangiften, eventueel in combinatie met eigen im- en exportdata. Op basis hiervan wordt de Brexit gesimuleerd en krijgen bedrijven beter inzicht in wat de uittreding van Groot-Brittannië voor hen zal betekenen. “Een van de andere zaken die nuttig zijn om nu te bepalen,” zegt Van der Jagt, “is de eventuele toegevoegde waarde van een bijzondere regeling, zoals een douane-entrepot. Als je producten van buiten de Unie naar de Rotterdamse haven vervoert en deze al dan niet na bewerking naar het Verenigd Koninkrijk uitvoert, kan zo’n douane-entrepot nuttig zijn om dubbele heffingen te voorkomen. In een douane-entrepot worden de douanerechten geschorst in afwachting van de definitieve bestemming van goederen. Zo voorkom je dat je eerst invoerrechten in de EU betaalt en vervolgens nog eens in Groot-Brittannië.”
Grensformaliteiten
Beide voorbeelden gelden voor elk bedrijf, ongeacht of de Brexit hard, zacht of met een overgangsperiode zal plaatsvinden. “Hoe eerder je het uitzoekt en regelt, hoe beter”, concludeert Van der Jagt. Kanters: “Hier op het continent ervaren we de noodzaak om nu te handelen veel minder dan in het Verenigd Koninkrijk. Bedrijven daar zijn er veel meer mee bezig. Logisch ook, daar beheerst de Brexit het nieuws, hier is het een van de onderwerpen. “Veel bedrijven in Nederland verwachten dat het uiteindelijk allemaal meevalt. Dat is de vraag. Zelfs bij een zachte landing ontkomen bedrijven niet aan maatregelen. Dat besef is er onvoldoende”, aldus Van der Jagt. Kanters: “Dat het VK binnen de douane-unie of interne markt blijft is vrijwel uitgesloten. Dus krijgen we te maken met grenzen en grensformaliteiten.” Nederlandse (chemie)bedrijven gebruiken in hun pro- e november 2017 Chemie Magazine 35
ductieproces vaak goederen uit derde landen, zoals China. Heeft zo’n bewerkt product dan een Nederlandse of Chinese oorsprong? Bij voldoende waardetoevoeging is het Nederlands en kan het eventueel bij uitvoer profiteren van de vrijhandelsakkoorden van de EU. Als er na de Brexit een vrijhandelsakkoord met het VK komt, dan hoeft het bedrijf bij invoer daar geen invoerrechten te betalen. Maar in veel gevallen zal die bewerking of toevoeging onvoldoende zijn. Dus voldoet het product niet aan de ‘rules of origin’ en moet het bedrijf invoerrechten afrekenen bij invoer in Groot-Brittannië. “Een bijzondere regeling, in dit specifieke geval actieve veredeling, kan ervoor zorgen dat in ieder geval de heffing van invoerrechten over de grondstof uit China wordt voorkomen”, zegt Kanters. Een goede overweging kan tot verstrekkende gevolgen leiden. Van der Jagt: “Het kan voordeliger zijn grondstoffen elders te betrekken of meer waarde toe te voegen: je hele inkoop, logistiek en processen gaan dan op hun kop.” Of neem een bedrijf met meerdere productielocaties, waaronder het VK. “Heroverweging waar wat geproduceerd wordt is dan op z’n plaats”, vindt Kanters. “Dat soort vraagstukken kan opkomen; dat kun je beter nu vaststellen. De criteria zijn nog niet helemaal uitgekristalliseerd, maar elk bedrijf kent zijn eigen processen en kan wanneer fase één van de Navigator doorlopen is, al voor een belangrijk deel de mogelijke gevolgen vaststellen.” Bij bedrijven die de Brexit Navigator gebruiken, komen er vaak flink wat aanbevelingen uit. “Die early adopters weten wat ze moeten doen en hebben nog voldoende tijd voor de uitvoering”, aldus Van der Jagt.
Overheid voorbereid
De Nederlandse politiek en overheid sorteren ook voor op de Brexit. Van der Jagt: “Het regeerakkoord gaat erop in. Misschien nog interessanter is wat aan bepaalde keuzes is af te lezen. Verlaging van de vennootschapsbelasting naar 21 procent, behoud van 30 procent belastingvrij loon voor buitenlandse werknemers, afschaffing van de dividendbelasting, ze staan allemaal in het teken van de toekomstige concurrentieverhouding met Groot-Brittannië.” De douane bereidt zich ook voor. “Nederland is de derde exporteur naar het VK dankzij directe export en indirecte export uit de EU via bijvoorbeeld Rotterdam”, merkt Van der Jagt op. “Voor die laatste categorie gebeurt de aangifte voor uitvoer ook in Nederland. De douane houdt daarom rekening met een sterke stijging van het aantal aangiften en administratieve processen als het VK uit de interne markt verdwijnt. Groot-Brittannië zelf schat de extra douanekosten op 4 miljard pond. Er zijn veel en veel meer handhavers nodig.” Dergelijke cijfers moeten bedrijven aan het denken zetten. Kanters: “In het bijzonder de 35.000 Nederlandse bedrijven die momenteel handeldrijven met het VK, maar die verder geen bemoeienis met douaneformaliteiten hebben, baren ons grote zorgen. Zij zijn goed voor een derde van de Nederlandse export naar het VK, om en nabij 7,3 miljard euro. Deze grote groep onbekende bedrijven weet niet wat ze niet weten en lopen het grootste risico dat zij volledig onvoorbereid zijn op Brexit Day,” p 36 Chemie Magazine november 2017
Emerald Performance Materials:
‘Nog net iets te vroeg’
“Wij hebben zowel productielocaties in Nederland als in Groot-Brittannië”, zegt Karel van der Wijngaart, financial controller van Emerald Kalama Chemical in Rotterdam. “Vanuit de Botlek gaan veel producten naar onze Britse site voor verdere bewerking en rechtstreeks naar klanten. Ook komen er producten van onze Britse site naar Europa. Er is nog veel onzeker: wordt het een harde of zachte Brexit? We kunnen te maken krijgen met invoerrechten. Dan kan een Britse productielocatie tot een concurrentienadeel leiden, want die verplaats je niet zomaar. Omdat nog niets concreet is, volgen we de ontwikkelingen op de voet, maar zijn we bijvoorbeeld nog niet bezig een douane-entrepot te regelen. Daarvoor is het naar onze mening en die van onze Britse collega’s nog net iets te vroeg.”
VNCI voorstander van zachte Brexit Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn op het gebied van chemie zeer belangrijke handelspartners. “Een Brexit zonder een nieuw handelsakkoord is dan ook de slechts mogelijke uitkomst voor de Nederlandse chemische industrie”, stelt Rein Coster, hoofd ondernemerschap bij de VNCI. “In dat geval zal een overgangsperiode, totdat er zo’n akkoord is, ervoor moeten zorgen dat de chemische markten optimaal blijven functioneren.” De VNCI is voorstander van een zachte Brexit. Zonder omslachtige handelsprocedures die voor vertraging en extra kosten zorgen, en met vrij verkeer van geschoolde arbeid tussen de 27 EU-landen en het VK. Nederland moet samen met de overige EU-landen een aantrekkelijk vestigings- en investeringsklimaat behouden.
HET WAARDEVOLLE VERSCHIL IN BODEM- EN WATERKWALITEITSZORG!
Milieu & Water
Verhoeve Milieu & Water is een innovatief uitvoerend bedrijf gericht op het uitvoeren van bodem- en waterkwaliteitszorg. Onze primaire taak is het ontzorgen van onze opdrachtgevers op het vlak van realisatie, service en onderhoud aan diverse waterbehandelingsinstallaties.
Service & Onderhoud
VerhoeVe Milieu & Water Nederland Aventurijn 600 • NL-3316 LB Dordrecht T +31(0)78 652 00 70 • www.verhoevemw.com • www.verhoeve-so.com
Logi Label heeft oog voor kleur m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland Dordrecht Pieter Zeemanweg 155 3316 GZ Dordrecht
Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming
België Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond
Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel
Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur
T +31 475 420 191 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be
T +32 11 223 240 info@m-tech.be
T +32 81 226 082 info@m-tech.be
www.m-tech-nederland.nl m-tech_2014_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1
9/09/14 21:37
DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE CHEMIE
OP WEG NAAR EEN BIORAFFINADERIJ Lignocellulose is een beloftevol alternatief voor olie om chemicaliën van te maken. Toch laat in Nederland de eerste bioraffinaderij nog op zich wachten. Bioforever en Biobased Delta leggen uit hoe dat komt en wat er nodig is om vooruitgang te boeken. Tekst: Inge Janse
O
p papier is hout hét alternatief voor olie. De droge materie waar het uit bestaat, lignocellulose, zit tjokvol polymeren met koolstof (cellulose en hemicellulose) en aromaten (lignine), en is ‘s werelds meest voorkomende grondstof voor biobrandstoffen. Toch zijn er wereldwijd nog maar een handvol bedrijven die hier op grote schaal mee experimenteren. Bekende voorbeelden waar land- en bosbouwresidu wordt omgezet naar ethanol zijn van POET en DSM in de VS, Beta Renewables en Novozymes in Italië (hoewel moederbedrijf M&G net faillissement heeft aangevraagd) en Sekab in Zweden. In Nederland bouwen het duurzamechemiebedrijf Avantium en energieproducent RWE een pilotplant op Chemie Park Delfzijl, die halverwege 2018 van start gaat. Maar een grote, commerciële bioraffinaderij van enkele honderden miljoenen euro’s voor de omzetting van hout naar chemicaliën is in Nederland nog nergens te vinden. Twee organisaties die daar mogelijk verandering in kunnen brengen zijn Bioforever en Redefinery.
38 Chemie Magazine november 2017
BIOFOREVER ZOEKT KANSRIJKE LOCATIES IN EUROPA
B
ioforever is een internationaal samenwerkingsverband van veertien Europese bedrijven (waaronder DSM, Avantium en het Havenbedrijf Rotterdam, en deels gefinancierd door de Europese Unie) dat kijkt waar in Europa een bioraffinaderij het meest levensvatbaar is. Bioforever onderzoekt daarvoor welke grondstoffen het meest beloftevol zijn, welke technologieën zorgen voor de beste raffinage en wie geschikte afnemers zijn. Binnen Bioforever is Anton Robek verantwoordelijk voor de commercialisatie van grootschalige bioraffinaderijen. Hij weet waarover hij praat, want in een vorig leven was
hij bij DSM verantwoordelijk voor de DSM-POET-fabriek. In die tijd leerde hij de belangrijke les dat duidelijkheid cruciaal is om succes te boeken. “De VS heeft een heel duidelijk beleid voor bio-ethanol. Zo geven ze investeerders zekerheid over de te verwachten markt. In Europa is die zekerheid er zeker niet.” Hij legt uit dat de Europese Unie bijvoorbeeld melding maakt van de wenselijkheid om advanced biofuels verplicht bij te mengen, maar achterwege laat wat dat precies zijn. Daarom weet niemand of hij moet inzetten op ethanol, biodiesel, butanol, methanol of gecomprimeerd biogas, met een impasse als gevolg. “Ik zeg weleens gekscherend: In de VS maken ze eerst keuzes en kijken ze dan pas naar de consequenties, terwijl we in Europa vooral veel piekeren over mogelijke problemen, waardoor er helemaal niks gebeurt.”
Goede hoop
Robek hoopt dat de Europese Unie
1á2
Support overheid nodig
± 10
Cascadering groene grondstoffen
Duurzaamheid
BELOFTEVOLLE ONTWIKKELINGEN GRONDSTOFFEN
PRODUCTEN
ORGANISCH ‘AFVAL’
CHEMISCHE PRODUCTEN
groente/fruitresten
GRONDSTOFFEN
PRODUCTEN
HOUTAFVAL
CHEMISCHE GRONDSTOFFEN
vetzuren
houtpellets
suikers
plastic afval
synthesegas & methanol
lignocellulose
ethanol & butanol
SUIKERS
FURANEN
suikerbieten & maïs
PEF
‘in hemelsnaam’ duidelijkheid geeft over waar de industrie op moet inzetten. “Wees zo specifiek mogelijk, bijvoorbeeld ‘in alle landen benzine met 15 procent ethanol aan de pomp in 2030’. Dan weet je als investeerder hoeveel ethanol er nodig is. We moeten stoppen met discussiëren en gewoon keuzes maken.” Ondanks dat heeft hij goede hoop dat er in Europa een of meerdere grootschalige bioraffinaderijen komen. Robek heeft namelijk in het afgelopen jaar twintig potentiële sites bezocht om te peilen hoe groot de kansen daar zijn. De belangrijkste factor is of duurzame biomassa makkelijk en in grote hoeveelheden beschikbaar is. “Is dat niet zo, dan kun je meteen stoppen.” De vervolgvraag is of er voldoende kapitaal beschikbaar kan worden gemaakt, zo rond de 250 miljoen euro. Subsidies kunnen daarbij helpen, maar een project moet structureel op eigen benen kunnen staan “Zo’n raffinaderij financieren is niet
makkelijk, want het is de eerste in zijn soort. Vrijwel geen enkel bedrijf kan of wil dat in zijn eentje betalen. Ik kijk daarom nadrukkelijk naar consortia.”
Top-5 kanshebbers
Op basis van zijn bezoeken maakte Robek een top-5 van kanshebbers. De grootste succeskans bevindt zich in Finland. Enerzijds omdat er grote hoeveelheden houtafval beschikbaar zijn tegen goede prijzen, anderzijds omdat er een substantiele leninggarantie aanwezig is. Het enige nadeel is de beperkte aanwezigheid van industriële afnemers in de directe buurt. “Rotterdam en Delfzijl vormen ook een optie, maar die hebben een stevige uitdaging om voldoende biomassa aangeleverd te krijgen, zo’n 500 duizend ton droge stof per jaar.” Bovendien hekelt hij contraproductieve maatregelen in Nederland: “Neem de SDE+-regeling voor de bijstook van biomassa. Hierdoor neemt de marktprijs toe, waardoor
RECYCLING HOOGWAARDIGE RESTSTROMEN
plastic afval
kwalitatief plastic
‘We moeten stoppen met discussiëren en gewoon keuzes maken’ bioraffinaderijen niet meer zonder subsidie uitkomen.” Daarnaast speelt hier het grote gebrek aan financiële instrumenten. In België kan bijvoorbeeld een groot gedeelte van de honderden miljoenen gevonden worden via een leninggarantie van de overheid. De Nederlandse overheid gaat niet verder dan een garantie voor maximaal 75 miljoen euro, een bedrag dat bovendien hooguit de helft mag vormen van de totale lening. “Dat is frustrerend voor Nederland, maar niet voor mij. Ik kijk Europees. Als Nederlander juich ik een project in Nederland toe, maar als België economisch aantrekkelijker is, dan kiezen we daarvoor.” e
november 2017 Chemie Magazine 39
D P C (V
Kiest u ook voor intrinsieke veiligheid? Garandeer procesveiligheid en efficiëntie Bescherm uw processen met intrinsiek veilige weegsystemen. Ontdek de voordelen van deze innovatieve technologie in de white paper 'Intrinsically Safe Solutions'. ► www.mt.com/NL-Intrinsiek
Transportservice van huis uit
WINGAS Energie voor winnaars. Zonder voldoende energie is het onmogelijk om op topniveau te presteren. WINGAS levert aardgas aan industriële bedrijven: snel, flexibel en voordelig.
www.wingas.nl
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
VEILIGHEIDSREGIO EN ELEMENTIS ONTWIKKELEN MODELAANPAK RISICOCOMMUNICATIE
NIET REPUTATIE MAAR OMWONENDEN ALS VERTREKPUNT
Een onderzoekspilot van de Veiligheidsregio Twente bij Elementis Specialities heeft geleid tot een vernieuwende modelaanpak voor risicocommunicatie. De resultaten op het gebied van risicobewustzijn en zelfredzaamheid bij omwonenden waren zeer positief. “Open communiceren over de risico’s levert áltijd winst op.” Tekst: Marloes Hooimeijer
I
n 2015 kwam de Veiligheidsregio Twente (VRT) samen met omwonenden al tot een aanpak voor risicocommunicatie rond het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. De provincie vroeg VRT vervolgens een soortgelijke aanpak te ontwikkelen voor risicovolle bedrijven. Kenmerkend daaraan is dat die niet gericht is op reputatiemanagement, maar op betere communicatie met en zelfredzaamheidsbevordering van omwonenden. De modelaanpak, bestaande uit vijf essentiële stappen en zeven gouden regels (zie kaders), kwam tot stand dankzij een onderzoekspilot bij chemiebedrijf Elementis Specialties in Delden. Hoewel zich daar volgens Jos van Otten, manager HSE en compliance officer, nooit grote calamiteiten hebben voorgedaan waarbij de veiligheid in de buurt in het geding was, kan het altijd een keer gebeuren. “Wij wilden graag aan het project meewerken omdat Elementis veel belang hecht aan een goede relatie met de buurt – ook in het licht van toekomstige vergunningtrajecten. We wilden onze noabers, zoals wij ze hier in Twente noemen, beter voorbereiden op een mogelijk incident. En ze tegelijkertijd laten
42 Chemie Magazine november 2017
zien wat we er allemaal aan doen om dat te voorkomen.”
Nulmeting
Het was ‘spannend’, zegt Van Otten, om dit vanuit een ander perspectief dan risicomanagement op te zetten en omwonenden als eerste aan het woord te laten. Dat gebeurde in diverse stappen. Te beginnen met een nulmeting door Hogeschool Saxion, waaruit bleek dat een derde van de omwonenden (binnen een straal van 700 meter rond Elementis) verwachtte getroffen te worden door een ernstig ongeval bij het chemiebedrijf en dat 60 procent geen vertrouwen in het eigen handelen had als er iets zou gebeuren. “Er heerste een flink, onrealistisch onveiligheidsgevoel en omwonenden hadden echt geen idee wat te doen”, aldus Myrte Sival, coördinator risicocommunicatie bij VRT. Blijkbaar was de bestaande risicocommunicatie van Elementis niet afdoende. Van Otten: “Al jaren komen we twee keer per jaar samen met de ‘noabergroep’, een keer met het bestuur en tijdens onze nieuwjaarsreceptie is de hele buurt welkom. We praten ze bij over mogelijke risico’s en actuele ontwikkelingen,
zoals rond vergunningen.” Mischa Wessels, brandweercommandant en HSE-engineer bij Elementis, voegt toe: “Desondanks bleek er onder de omwonenden achterdocht en onwetendheid te bestaan, werd gedacht dat het gevaar groter was dan wij vertelden. We hebben een werkgroep gevormd waarin we de wensen en behoeften van de omwonenden hebben gepolst.”
Rondleiding
Op basis daarvan zette Elementis diverse middelen in om de risicocommunicatie te verbeteren. Tijdens bijeenkomsten met de buurt belichtte het bedrijf wat het allemaal doet aan preventie, rond veiligheidsstudies, -cultuur en managementsystemen, maar ook aan repressie, zoals frequente calamiteitenoefeningen met de bedrijfsnoodorganisatie. In rondleidingen door de productieomgeving kregen buurtbewoners alle ‘lines of defence’ te zien, zoals rond de ethyleenoxide- en propyleenoxideopslag. Van Otten: “We vertelden over hoe veilig zo’n tank geconstrueerd is en lieten ze de detectieapparatuur, technische beveiligingen en sprinklerinstallatie zien, mocht er toch
Veiligheid
Wat kan er gebeuren b ij Ik zie
7
BLIJF BINNEN OF GA NAAR BINNEN
VUUR
ROOK
1 Risicocommunicatie gaat over relatie. 2 Beschouw de beleving, wensen en
behoeften van ontvangers als vertrekpunt. 3 Pas maatwerk toe. 4 Houd rekening met gevoeligheden vanuit het bedrijf. 5 Houd rekening met de specifieke situatie van het bedrijf en de relatie met omwonenden. 6 Beperk je tot toepasbare informatie. 7 Risicocommunicatie is een proces.
Bedek neus en mond bij hevige rook
Wat is het?
ik zie/ruik
DE GOUDEN REGELS
Elementis?
BRAND
Ik voel
HITTE
Loop dwars op de wind
windrichting looprichting
Sluit ramen, deuren en luchttoevoer
Ik hoor hoog
FLUITEND GELUID Ik zie (mogelijk)
VUUR
Wat is het? Dreigende
BLIJF OF GA NAAR BINNEN
EXPLOSIE
Ik zie een (gekleurde)
BLIJF BINNEN OF GA NAAR BINNEN
WOLK
ik ruik een
VREEMDE GEUR ik voel prikkeling in
NEUS OF MOND
Schuil op een veilige plek, weg van ramen en deur en
Bedek neus en mond
Wat is het?
Loop dwars op de wind
GIFWOLK
windrichting looprichting
Sluit ramen, deuren en luchttoevoer
Scan de QR-code met je smartphone om te zien wat jij kunt doen bij brand, een dreigende explosie, of gifwolk.
Elementis
iets gebeuren.” Wessels: “De angst voor een explosie die heel Delden van de kaart zou vegen, verdween gaandeweg wel.” Tijdens een van de bijeenkomsten kregen alle omwonenden een ‘meterkastkaart’ uitgereikt, gericht op de zelfredzaamheid. Op de kaart staat wat de mogelijke signalen zijn van brand, (dreigende) explosie en gifwolk, wat de risico’s zijn en welke acties buurtbewoners zelf kunnen nemen. De kaart wordt ondersteund met een filmpje. Sival: “Op de kaart staat ook hoe omwonenden gealarmeerd worden als er iets aan de hand is. Lang niet iedereen weet dat daarvoor NL Alert en de zogenaamde WAS-palen (van het maandelijks alarm) worden ingezet.” Daarnaast is Elementis samen met de noabers een WhatsAppgroep begonnen, waarvan inmiddels zo’n vijftig omwonenden lid zijn. De meeste meldingen waarvoor de brandweer aanrijdt, zijn loos alarm; via de groepsapp kan het bedrijf dit snel laten weten. Wessels: “Zo haal je de angel eruit en kun je de eerste ongerustheid bij bewoners wegnemen.” Na het project zag bijna driekwart van de omwonenden zichzelf in staat
Delden
Het bereik van de effecte n voor de omgeving is van verschillende factore n afhankelijk, zoals windrichting en bebouwing.
WWW.VRTWENTE.NL
zich voor te bereiden op een ongeval. Ook waren de veiligheidsgevoelens over het wonen in de buurt van Elementis sterk toegenomen.
Levend houden
Een van de zeven gouden regels uit de modelaanpak is om risicocommunicatie als een voortdurend proces te zien. Van Otten zegt hierover: “De bijeenkomsten en rondleidingen houden we erin, waarbij we de meterkastkaart en filmpje steeds weer onder de aandacht zullen brengen. Misschien dat we tijdens de Dag van de Chemie, waaraan we altijd meedoen, ook iets extra’s voor omwonenden organiseren. Je moet het levend houden. De openheid en transparantie zijn uiteindelijk heel goed bevallen.” Bij andere BRZO-chemiebedrijven in de regio en daarbuiten bespeurt Sival nog wat koudwatervrees voor deze open aanpak. “Ze willen geen slapende honden wakker maken of vragen zich af wat het oplevert. Ter-
wijl open communiceren over de risico’s áltijd winst oplevert. Het is ook een morele plicht van bedrijven om de buren te informeren over de risico’s. Bedrijven mogen er best trots op zijn dat ze zo veilig werken en er bijna nooit iets gebeurt.” Download de modelaanpak: www.vrtwente.nl/media/351239/ samenvatting-modelaanpak.pdf
DE
5
ESSENTIËLE STAPPEN
STAP 1 Inzicht in de risico’s en effecten. STAP 2 Inzicht in de huidige risicocommunicatie met omwonenden door/over het bedrijf. STAP 3 Inzicht in huidige risicobewustzijn, risicoperceptie, zelfredzaamheid en informatiebehoeften. STAP 4 Samen de communicatieaanpak ontwikkelen. STAP 5 Evaluatie en opvolging. november 2017 Chemie Magazine 43
The Dream Production Facility produceert polyurethaan voor onder meer matrassen.
44 Chemie Magazine november 2017
Uitgelicht
CONSORTIUM CARBON4PUR ONDERZOEKT MOGELIJKHEDEN ROOKGAS STAALINDUSTRIE
CO EN CO2 GRONDSTOF
“Samen zijn we op weg naar een cruciale innovatie: afvalgasmengsels van de staalindustrie kunnen koolstof leveren voor chemische processen en kunnen uiteindelijk worden gebruikt voor de productie van isolatiematerialen en coatings”, zegt Markus Steilemann, in de raad van bestuur van Covestro verantwoordelijk voor innovatie, marketing en sales. “Dit project helpt ons om onze grondstofbasis te verbreden en onze voetafdruk op het klimaat te verkleinen.”
Covestro, voorheen Bayer MaterialScience, behoort tot ’s werelds grootste polymeerproducenten en beschouwt zichzelf als een pionier op het gebied van CO2-exploitatie. In 2016 opende het bedrijf in het Duitse Dormagen de Dream Production Facility, waar het CO2-afval van een nabijgelegen plant jaarlijks wordt omgezet in 5000 ton polyolen voor de productie van polyurethaanschuim. Het bevat tot 20 procent chemisch gebonden CO2. Het schuim wordt gebruikt voor onder meer matrassen. Het nieuwe project Carbon4PUR krijgt 8 miljoen euro steun van de Europese Commissie. De partners gaan CO en CO2 uit rookgas van de staalindustrie gebruiken voor de productie van polyolen, die doorgaans worden gemaakt uit aardolie. Een mogelijke productie-eenheid zou gebouwd kunnen worden in Zuid-Frankrijk, waar een staalfabriek van ArcelorMittal en een productiebedrijf van
Covestro naast elkaar staan. Het consortium bestaat uit de RheinischWestfälische Technische Hochschule in Aken, de Technische Universiteit Berlijn, Dechema, het Imperial College London, de universiteiten van Gent en Leiden, het Franse Commissariat à l’énergie atomique et aux énergies alternatives, het South Pole Carbon Asset Management, de Grand Port Maritime de Marseille en PNO Innovatieadvies. p
Carbon4PUR: kick-off in Brussel
november 2017 Chemie Magazine 45
FOTO: COVESTRO
Een consortium van veertien partners uit zeven landen, geleid door materiaalproducent Covestro, gaat onderzoeken hoe rookgas van de staalindustrie kan worden gebruikt om op een efficiënte en duurzame manier grondstoffen voor isolatiematerialen en coatings te produceren. Het sector-overschrijdende project, Carbon4PUR, wordt gesubsidieerd door de EU.
C3 MET NIEUWE AMBITIE EN UITSTRALING KLAAR VOOR DE TOEKOMST
DE JUISTE STUDENT OP DE JUISTE PLEK Volgend jaar bestaat c3 25 jaar. Daar hoort een nieuwe ambitie en een nieuwe jas bij, vertelt directeur Marijn Meijer. “We hebben nu een veel duidelijker uitstraling: als je iets wilt doen met jongerencommunicatie in de chemie, moet je bij ons zijn.” Tekst: Igor Znidarsic
V
an een clubje enthousiastelingen die lesmaterialen over chemie maakten en kinderlabs organiseerden, is c3 uitgegroeid tot een dynamische organisatie met een brede achterban in het (chemie)onderwijs en een heldere visie op jongerencommunicatie. Via allerlei activiteiten biedt c3 leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs de kans hun talenten te ontdekken en te laten ervaren wat chemie is, wat je ermee kunt, wat de beroepen inhouden en hoe chemie bij het leven
IMAGINATION AT WORK
hoort. Volgend jaar bestaat c3 25 jaar, en dat wordt gevierd met een nieuw gedefinieerde ambitie voor de komende vijf jaar en een nieuwe visuele identiteit. “De juiste student op de juiste plek, dat is onze stip op de horizon”, vertelt directeur Marijn Meijer. “Dat kan alleen als die student een bewuste keuze maakt. Daarvoor moet hij een waarheidsgetrouw beeld van de sector hebben, weten waar de mensen die er werken zich mee bezighouden en wat hun drive is om elke dag met plezier naar hun werk te gaan. Ook willen
Het jubileumproject Imagination at work is een van de TU Delft overgenomen en breder opgezette sector- of profielwerkstukkenwedstrijd voor vmbo en havo/vwo. Experts uit bedrijven worden gekoppeld aan leerlingen van het voortgezet onderwijs. Scholieren kunnen zich via hun sector- of profielwerkstuk oriënteren en kunnen met een concreet vraagstuk van de toekomst bezig zijn. De experts leren communiceren met jongeren. “Leg je onderzoek maar eens begrijpelijk uit aan jongeren die nog nergens wat van afweten”, aldus Meijer. Een debatwedstrijd tussen experts, met groep 7/8-leerlingen als jury, maakt deel uit van het project. Imagination at work is tevens een langetermijninvestering in de werknemer van de toekomst. Om het project van de grond te krijgen roept c3 bedrijven op om experts te leveren en/of een geldbedrag (2500 of 5000 euro) te doneren. Meer informatie: jkerklaan@c3.nl 46 Chemie Magazine november 2017
we laten zien wat voor nieuwe dingen ze daar bedenken en welke problemen ze oplossen. Daarnaast willen we chemiebewustzijn creëren: het besef dat chemie en life sciences essentieel zijn voor ons huidige welvaartspeil en voor het oplossen van de grote vraagstukken rond bijvoorbeeld duurzaamheid, gezondheid en voedsel.” De student moet ook een realistisch beeld hebben van zijn eigen wensen en talenten. “De sector wil werknemers die affiniteit hebben met de sector en gemotiveerd zijn”, aldus Meijer. “Dat betekent dus ook dat als je niet geschikt bent voor de sector, je beter iets anders kunt gaan doen.” Met de sector worden hierbij overigens ook pharma, de staalindustrie en bedrijven als Unilever bedoeld. Uit onderzoek is gebleken dat gemiddeld 20 procent van de chemiestudenten direct in de chemie komt te werken, de rest komt terecht in andere sectoren waar chemie vereist is.
Emotioneel raken
Het realistische beeld en het chemiebewustzijn worden bereikt door
Onderwijs
‘ Student kan alleen bewuste keuze maken als hij waarheidsgetrouw beeld van de sector heeft’ gepersonaliseerde beroepsvoorlichting, samengevat in de pay-off ‘Ontdek, ervaar, kies’. Meijer: “We willen jongeren niet alleen motiveren, maar ook emotioneel raken, laten zien dat zij die nieuwe maatschappelijke vraagstukken kunnen gaan oplossen. De beroepenvoorlichting bestaat daarom uit ervaringen organiseren en reflectie. Er zijn twee keuzemomenten in het voortgezet onderwijs: vakkenpakket kiezen en de studiekeuze. Je moet dan weten of je iets leuk vindt en of je het aankan. Daarom is het belangrijk dat je daarvóór al een en ander hebt ontdekt en ervaren.” Dat maakt c3 al 25 jaar mogelijk via diverse activiteiten. Ook voor ouders en leraren, die belangrijke influencers zijn bij de keuze van het vakkenpakket en de studie. “Het is essentieel dat ook zij een realistisch beeld van de chemie hebben en weten hoe belangrijk chemie is”, aldus Meijer. C3 organiseert hiervoor onder andere de Lab Experience Days, waarbij middelbare scholieren ervaren hoe het is om in een laboratorium te werken en hun ouders alles komen te weten over
de beroepsmogelijkheden. Ook biedt c3 cursussen ‘gastles geven’ aan bedrijven, zodat zij een gastles kunnen verzorgen op een school.
Ambitieuze doelen
De doelen die Meijer gesteld heeft zijn ambitieus: over vijf jaar is 80 procent van de 12-jarigen chemiebewust en ziet 80 procent van de bedrijven c3 als het centrum voor jongerencommunicatie in de chemiesector. “Met gemakkelijk te halen doelen schiet je niks op”, aldus Meijer. Een nieuwe naam (c3, zonder de toevoeging Stichting), logo (met daarin ‘Centrum JongerenCommunicatie Chemie’), pay-off (‘Ontdek, ervaar, kies’), huisstijl en website moeten die ambities ondersteunen. “Het logo zegt in één oogopslag wat we doen”, aldus Meijer. “De pay-off laat zien wat we daarmee willen bereiken: kinderen en jongeren de wereld van chemie laten ontdekken en ze het mooie werkveld laten ervaren, zodat ze in het voortgezet onderwijs bewuster kiezen voor een profiel of studie. Het beeld sluit aan bij de verwondering en het enthousi-
asme van onze doelgroep als ze met chemie in aanraking komen. We kiezen daarbij ook voor een informelere schrijfstijl, die past bij de moderne en toegankelijke organisatie die we willen zijn.”
Vernieuwde website
De vernieuwde website www.c3.nl bundelt op eenduidige wijze alle c3-activiteiten. De website fungeert niet alleen als overzichtelijk dashboard richting alle websites die c3 beheert, maar biedt ook de mogelijkheid aan leerkrachten en docenten om direct de onderwijsmiddelen te bestellen. Het aanbod is grotendeels vormgegeven rond vragen die het onderwijs heeft over bijvoorbeeld onderzoekend & ontwerpend leren, studievoorlichting, beroepenoriëntatie, open dagen en lab of bedrijf in de klas. Meijer besluit: “We hebben nu een veel duidelijker uitstraling naar het bedrijfsleven en de sector: als je iets wilt doen met jongerencommunicatie in de chemie, moet je bij ons zijn.” p
november 2017 Chemie Magazine 47
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
Tankmarkering
Visit our website:
Overzichtsborden
BLOMSMA-SAFETY.COM
info@hiltra.com - 0342-404160
Leidingmarkering
Veiligheidssignalering
Total Project Service
100 JAAR VNCI
DAG VAN DE CHEMIE EN WEEKEND VAN DE WETENSCHAP BUNDELEN KRACHTEN
BACKSTAGE IN DE CHEMIE 2018 biedt chemiebedrijven een unieke kans om zich te presenteren aan de buitenwereld. De VNCI bestaat dan 100 jaar, en een van de jubileumactiviteiten is de samenvoeging van de 20e editie van de Dag van de Chemie op 6 oktober met het Weekend van de Wetenschap. Hierdoor zal het aantal bezoekers aan chemiebedrijven naar verwachting fors stijgen.
D
e tweejaarlijkse Dag van de Chemie had eigenlijk dit jaar moeten plaatsvinden, maar vanwege het 100-jarig bestaan van de VNCI in 2018 is het event opgeschoven naar volgend jaar. Tevens is een samenwerking aangegaan met het Weekend van de Wetenschap, dat een vergelijkbaar doel heeft. Het Weekend van de Wetenschap laat het grote publiek jaarlijks kennismaken met de brede wereld van wetenschap en technologie, de Dag van de Chemie van de VNCI doet dat tweejaarlijks met de chemie. “Wij laten mensen graag backstage kijken op plekken waar ze normaal niet zo snel komen”, zegt Solange Cleutjens van het Weekend van de Wetenschap. “We vinden het daarom fantastisch dat we nu in het programma ook veel chemiebedrijven kunnen aanbieden.” Behalve voor het Weekend van de Wetenschap maakt de samenwerking ook het bereik van de Dag van de Chemie groter. Vicky Hendriks,
bij de VNCI verantwoordelijk voor de Dag van de Chemie: “Als je op de website van het Weekend van de Wetenschap je postcode invult, kun je meteen zien welke locaties je bij jou in de buurt kunt bezoeken. Je kunt zo een gevarieerd dagprogramma samenstellen en daarin ook een chemiebedrijf meenemen.” Zij gaat uit van een verdubbeling van het aantal bezoekers aan chemiebedrijven ten opzichte van de vorige editie van de Dag van de Chemie. Volgens Hendriks biedt deze Dag van de Chemie de chemische industrie een unieke kans om de deuren naar de buitenwereld te openen en zo het imago verder te verbeteren. “Bedrijven kunnen aan nog meer mensen dan voorheen laten zien wat voor bijzondere en nuttige producten er achter de fabriekspoort gemaakt worden en hoe dat gebeurt.” De dag is van oudsher vooral ook bedoeld om jongeren te enthousiasmeren voor de chemie. “Niet onbelangrijk, gezien het dreigende personeelstekort in de sector.” p
INSPIRATIESESSIE
Hoe kun je collega’s enthousiast krijgen om mee te helpen met de organisatie? Welke activiteiten zijn leuk voor jong en oud? Hoe communiceer je de open dag naar de verschillende doelgroepen? Op 7 december organiseert de VNCI een inspiratiesessie voor leden die (willen) meedoen aan de Dag van de Chemie 2018. Tijdens de middagsessie deelt Solange Cleutjens van het Weekend van de Wetenschap de do’s en don’ts voor het organiseren van een open dag. Marijn Meijer van Stichting C3 geeft tips voor activiteiten gericht op jongeren, van basisschool tot beroepsstudent. Uiteraard is er ook voldoende gelegenheid om ideeën voor activiteiten en organisatie te delen.
ORGANISATIE
De Dag van de Chemie is een project van de VNCI. Het Weekend van de Wetenschap wordt georganiseerd door het Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie, met steun van OCW. Bekendste activiteit is het NEMO Science Museum. Tijdens de laatste Dag van de Chemie in 2015 openden 45 organisaties waar chemie een belangrijke rol speelt hun deuren. Er kwamen bijna 50.000 bezoekers op af. Aan het laatste Weekend van de Wetenschap deden zo’n 300 organisaties mee, die 150.000 bezoekers ontvingen.
MEER INFORMATIE
www.hetweekendvandewetenschap.nl www.vnci.nl www.facebook.com/dagvandechemie Vicky Hendriks, hendriks@vnci.nl november 2017 Chemie Magazine 49
COL OFON
MENSEN
Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-
YARA SLUISKIL
Michael Schlaug is de nieuwe directeur van kunstmestproducent Yara Sluiskil. Hij volgt Jon Sletten op, die per 1 december vertrekt naar de productievestiging van Yara in Porsgrunn (Noorwegen). Schlaug is al twintig jaar werkzaam voor de Noorse multinational en bekleedde eerder functies in onder andere Duitsland, Noorwegen en België. De laatste zes jaar was hij algemeen directeur van de productievestiging in Belle Plaine in Canada. De nieuwe directeur zal per 1 februari 2018 aan de slag gaan. In de tussenliggende periode vervult adjunct-directeur Rik Lambotte de functie.
sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28
ICL-IP
Saskia Goole heeft Edie Engels opgevolgd als algemeen directeur van ICL-IP in Terneuzen. Goole werkte na haar studie chemische technologie in Eindhoven bij DSM in Geleen, bij energieconcern EPZ en bij LyondellBasell in Moerdijk. ICL-IP is geen onbekende voor haar: ze komt oorspronkelijk uit Zuiddorpe en liep stage bij het bedrijf. “De uitdaging is om hoogopgeleide mensen naar Zeeuws-Vlaanderen te krijgen”, zo omschrijft ze haar missie. ”Wat dat betreft is het gelukkig dat de Westerscheldetunnel er is. Hooggeschoold personeel bij ICL-IP komt de laatste jaren bijna uitsluitend van ‘de overkant’.”
E redactie@vnci.nl
Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving
AVANTIUM
Kees Verhaar is de nieuwe president-commissaris van Avantium. Verhaar was tot vorig jaar bestuursvoorzitter van Arizona Chemicals, dat in 2016 is overgenomen door Kraton Performance Polymers. Hij is ook aandeelhouder in Ten Cate. Arizona Chemicals (Kraton) is net als Avantium actief op het terrein van chemie op basis van biomassa. Verhaar, die per 30 november aantreedt, heeft dertig jaar ervaring in de chemische industrie bij Amerikaanse bedrijven, zoals Hexion Specialty Chemicals, Lubrizol-onderdeel Noveon en Johnson Polymer. Hij studeerde economie aan de UvA. Hij was ook lid van de Commissie Corbey.
Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
C3
Lutgarde Buydens is de nieuwe bestuursvoorzitter van c3. Zij is professor in de analytische chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en decaan van de faculteit Natuurwetenschappen, wiskunde, en informatica. In haar onderzoek ontwikkelt Buydens patroonherkenningsmethoden voor het selecteren van cruciale informatie uit grote hoeveelheden meetgegevens. Een belangrijk onderzoeksgebied is de analyse van spectrale beelden zoals satellietbeelden en medische scans. Hiermee heeft zij onder meer de diagnostiek van hersentumoren verbeterd. Buydens maakt zich hard voor meisjes in de chemie/techniek en onderstreept de missie en visie van c3. Het belang van de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs uit zich onder andere in haar bestuursfunctie bij COAST.
Druk MediaCenter Rotterdam
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
50 Chemie Magazine november 2017
toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover Chris Bonis ISSN 1572-2996
Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can
AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line
chemical industry.
documentation and certification.
benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the
Overview of production capabilities
Production capabilities
is a part of AD International
capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability,
Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen
adinternationalbv.com
Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers
Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food
SENIOR GLP QUALITY ASSURANCE AUDITOR | STUDY DIRECTOR ANALYTICAL SERVICES
TRISKELION - ZEIST
Als internationaal georiënteerde contract research organisatie met innovatieve dienstverlening, verbetert en waarborgt Triskelion de gezondheid en het welzijn van mensen door de kwaliteit, veiligheid en werking van voeding, geneesmiddelen en chemische producten zeker te stellen. Dit wordt gerealiseerd door persoonlijke betrokkenheid, hoogwaardig onderzoek en professioneel advies in het werkveld. Triskelion biedt twee vacatures. Als Senior GLP Quality Assurance Auditor begeleid je allround de audit activiteiten rondom de diverse fasen van GLP studies. Zowel uitvoerend als adviserend. Je beschikt over een BSc of MSc op het gebied van Life Sciences met minimaal 3 jaar ervaring als GLP auditor. Als Study Director Analytical Services fungeer je in alle facetten als inhoudelijke adviespartner bij het vertalen van de klantvraag naar effectieve oplossingsrichtingen op het gebied van GPL. Je beschikt over een MSc op het gebied van analytische chemie. Naast ervaring als study director in een GLP omgeving heb je ervaring met LC(-MS), ICP-MS en GC-MS. Beide functies vragen om sterke communicatieve vaardigheden (in het Nederlands en Engels) en een gedreven en klantgerichte houding. Interesse? Bezoek dan onze website voor meer informatie.
Investeer in training
LRQA verzorgt al meer dan 30 jaar trainingen voor particuliere en zakelijke professionals die zich verder willen ontwikkelen in auditen en procesmatig werken. De trainingen zijn gericht op het verbeteren van managementsystemen gebaseerd op (ISO)-normen, EU-richtlijnen en procesverbeteringsmodellen en technieken. De trainingen worden verzorgd door enthousiaste trainers met praktijkervaring. Workshop Wijzigingen ISO 9001:2015
Interne Audit Training ISO 9001:2015
Lead Auditor Kwaliteit 9001:2015
1-daags / € 530
2-daags / € 930
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
5-daags / € 2.195 Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Regio West: 28 november 2017
Regio zuid: 28 en 29 november 2017 Regio west: 12 en 13 december 2017
Transitietraining ISO 9001:14001
Verkorte lead auditor 14001, ook IRCA geregistreerd
2-daags / € 930 Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Regio midden: 6 en 7 december 2017
Regio zuid: 11 t/m 15 december 2017
3-daags / € 1.295 Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Regio west: 19 t/m 21 december 2017
Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45
Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.
Genoemde prijzen zijn geldig in 2017 en excl. BTW