Chemie biedt oplossingen
Kansen voor verduurzaming
Juridische implicaties BRZO 2015
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 57 • 10 • 22 oktober 2015
‘HET IS GEWOON EEN ONTZETTEND LEUK VAK’ CHEMIE-AMBASSADEUR KITTY NIJMEIJER
Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!
Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.
HRD/personeelsontwikkeling
2.
Persoonlijke effectiviteit
3.
Leidinggeven, operationeel management en communiceren
4.
Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model
5.
Procesoptimalisatie
6.
Duurzaamheid, veiligheid en milieu
7.
Vaktechnische trainingen
Ga naar VAPRO-Trainingen.nl voor actuele data en locaties
Loire 150
Postbus 24090
2490 AB Den Haag
T 070 337 83 01 F 070 320 51 86
E trainingen@vapro.nl
I www.vapro-trainingen.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
INHOUD 10 | 22 oktober | 2015
‘ZEER INSPIREREND OM IN DE CHEMIE TE WERKEN’
18
Bij De Wereld Draait Door kwam ze al twee keer vertellen hoe bijzonder de chemie is, daarna volgden andere mediabijdragen. Ook op middelbare scholen brengt ze geregeld haar enthousiasme voor het vak over. “Het is zeer inspirerend om in de chemie te werken: het is nadenken en puzzelen enerzijds en knutselen en bouwen anderzijds, met als doel om een product of proces te maken. Die aspecten wil ik graag uitdragen in de samenleving”, aldus ‘ambassadeur voor de chemie’ Kitty Nijmeijer.
OPLOSSINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN De Europese Unie presenteerde in 2014 de zeven grootste ‘maatschappelijke uitdagingen’ die tussen nu en 2020 spelen. Ze staan vermeld in Horizon 2020, het onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU. De chemie-industrie pretendeert hiervoor de oplossingen te bieden. Welke concrete oplossingen biedt de (Nederlandse) chemische industrie zoal? Een inventarisatie.
28 oktober 2015 Chemie Magazine 3
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Certificatie
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com Bekijk onze vernieuwde Nederlandse website:
www.ApplusRTD.nl
Inspectie Niet-destructief onderzoek Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
INHOUD 10 | 22 oktober | 2015
22
Elektrificatie procesindustrie biedt uitkomst voor energietransitie
48
Eerste lichting studenten met Topsector Chemiebeurs is afgestudeerd
54
Betaalbare hernieuwbare energie is volgens Cefic de sleutel
42
7
Voorwoord Colette Alma
7
Evenementen
9 11 13 15 17 18 22 26 28 32 34 38 44 46
De juridische implicaties van het BRZO 2015
48 52 54 58 61 62 62 62
COP21
NIEUWS
Cefic pleit voor internationaal gelijk speelveld Investeren in toekomstbestendig chemiecluster Europese RC-prijs voor AkzoNobel en DSM VNCW sluit zich aan bij Veiligheid Voorop Nieuw innovatielab en CIV
ACHTERGROND Imago
Kitty Nijmeijer is ambassadeur voor de chemie Energie en klimaat
Elektrificatie procesindustrie biedt uitkomst Event
CHAINS 2015 Analyse
Chemie biedt oplossingen Wetenswaardig
Toptalenten ontvangen Topsector Chemiebeurs Economie
Succes BRICS-landen verkruimelt Arbeidsmarkt
Albert Goedemoed over zijn werk bij Driessen Logistics Veiligheid
De juridische implicaties van het BRZO 2015 Veiligheid
Minder verzuimongevallen bij VNCI-leden Onderwijs
Eerste lichting afgestudeerden met Topsector Chemiebeurs Uitgelicht
Fotoverslag Dag van de Chemie 2015 Klimaat
Cefic: betaalbare hernieuwbare energie is de sleutel Veiligheid
Eerste workshop ‘Veiligheid in de keten’ VNCI Nieuws Mensen Volgende maand Colofon
oktober 2015 Chemie Magazine 5
YOUR REPUTATION IS MINE.
KAN UW REPUTATIE ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WORDEN?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectieen keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Veiligheid - Kwaliteit - Milieu
WWW.VINCOTTE.NL
Voorwoord
COP21
Z
et een vertegenwoordiger van de chemie-industrie, een wetenschapper, een parlementslid en een lid van de Europese Commissie bij elkaar, en je hebt een levendige discussie over energie en klimaat. Dat gebeurde tijdens de General Assembly van Cefic op 9 oktober. Gezamenlijk keek dit viertal uit naar de komende belangrijke politieke mijlpaal, COP21, de wereldwijde conferentie over klimaat die eind dit jaar in Parijs plaatsvindt. Hier moeten afspraken worden gemaakt over broeikasgas-emissies om de temperatuurstijging wereldwijd beneden de 2 graden te houden. De chemie-industrie bevestigde haar steun voor het doel dat Europa zichzelf gesteld heeft: 40 procent reductie van broeikasgassen in 2030 en 80 tot 95 procent in 2050 (ten opzichte van 1990). En de Europese Commissie was erg duidelijk over de drie dingen die zij uit de onderhandelingen wil halen: 1) een juridisch bindend akkoord voor het reduceren van broeikasgas-emissies, waarin elk land een eerlijke bijdrage moet leveren, 2)
een afspraak om vijfjaarlijks de voortgang te monitoren en eventueel bij te stellen, en 3) een afspraak over transparantie van de emissiegegevens en de wijze waarop die gemeten worden, zodat de bijdrage van landen door derden controleerbaar wordt. Het zou geweldig zijn als de conferentie deze uitkomst echt oplevert. In dat ideale geval hoeven we ons niet meer te bekommeren om de verstoring van het level playing field door het klimaatbeleid. Maar wie denkt dat dan alle problemen opgelost zijn, komt bedrogen uit. Er zijn nog steeds belangrijke uitdagingen: de politiek moet de beleidsmatige randvoorwaarden creëren zodat we het meest kosteneffectieve pad kunnen kiezen. En wij moeten als industrie tijdig de nodige technologieën en innovaties ontwikkelen en toepassen, door demo’s voor energie-efficiency en slimme materialen op te zetten samen met de Nederlandse overheid. En er is geen enkele reden om daar niet alvast mee te beginnen. Colette Alma, directeur VNCI
EVENEMENTEN 12.11 Veiligheid Voorop Veiligheidsdag Elk jaar besteedt Veiligheid Voorop op een andere manier aandacht aan het thema veiligheid. Dit jaar is ‘betrokken leiderschap’ het onderwerp. Locatie: Fort Voordorp, Groenekan Organisatie: Veiligheid Voorop
27.11 CTGG Voorlichtingsdag Jaarlijkse voorlichtingsdag van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG). Dit jaar ontmoeten praktijk en wetenschap elkaar. Locatie: Amsterdam Organisatie: CTTG Sdu
24.11 European REACH Congress Het congres nodigt industrie, dienstverleners, overheden en beleidsmakers uit om van elkaar te leren en faciliteert netwerken. Locatie: InterContinental Hotel, Düsseldorf Organisatie: TSGE Forum
30.11-2.12 CHAINS 2015 CHAINS brengt chemici uit alle subdisciplines samen om de nieuwste wetenschappelijke doorbraken in de chemie te delen en om elkaar te inspireren. Locatie: NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven Organisatie: NWO
VERGADERINGEN VNCI 27.10 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu 30.10 BAC 03.11 WG Energie en Klimaat 05.11 BG Onderwijs 18.11 WG Security 18.11 BG Innovatie 19.11 BG Energie en Klimaat 19.11 WG Milieuzorg 24.11 VNCI Advocacy Team 24.11 BG Energie en Klimaat 26.11 WG RC Global Charter
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN oktober 2015 Chemie Magazine 7
Jean-Pierre Clamadieu: ‘We hebben de EU nodig om ons te helpen het concurrentievermogen terug te krijgen.’
sen alle grote economieën. Op EU-niveau moet de hervorming van het Europees emissiehandelssysteem ETS de Europese chemie als energie-intensieve industrie in staat stellen concurrerend te blijven, om te voorkomen dat investeringen naar landen gaan waar de uitstoot van koolstof minder gereglementeerd is.
Traag herstel
CEFIC PLEIT VOOR INTERNATIONAAL GELIJK SPEELVELD In de aanloop naar de klimaatconferentie in december riep Cefic-president Jean-Pierre Clamadieu de EU op om te zorgen voor een internationaal level playing field. Dit deed hij tijdens de algemene vergadering van de Europese chemiekoepel op 9 oktober. Bovendien stelde hij dat Cefic de aanpak van de klimaatverandering en de ambitie van de Commissie om de EU tot concurrerende koolstofarme economie te hervormen volledig steunt.
C
efic dringt er bij de EU-beleidsmakers op aan om tijdens de VN-klimaatconferentie in december in Parijs te komen tot een ambitieuze overeenkomst en tegelijkertijd te zorgen voor een wereldwijd level playing field tus-
Cefic’s visie houdt rekening met het trage economische herstel van de EU sinds de recessie van 2009 en de hogere energiekosten in de regio ten opzichte van de VS, Azië en het Midden-Oosten. De groei van de chemie-industrie in de EU blijft volgens Cefic dit jaar en volgend jaar bescheiden, respectievelijk 1,0 en 1,5 procent. Bovendien blijft de daling van het wereldwijde marktaandeel van de Europese chemie-industrie, die begin 2000 is ingezet, waarschijnlijk tot 2030 doorgaan. Dit staat in schril contrast met de verwachte verdubbeling van de vraag naar chemische producten, met VS en Azië als de belangrijkste begunstigden in een sterk concurrerende omgeving. Zelfs met de huidige lage olieprijzen blijft het goedkope schaliegas in de VS een game changer.
Cruciale test
De komende maanden zijn een cruciale test voor de EU-beleidsmakers om de klimaatverandering aan te pakken en tegelijkertijd het concurrentievermogen op de lange termijn te behouden. “We hebben onze concurrentiepositie gewaarborgd mede door het jaar na jaar verminderen van de energie-intensiteit, een halvering sinds 1990, en we zullen onze inspanningen voortzetten”, aldus Clamadieu, die tevens CEO is van Solvay. “Als aanbieder van oplossingen en innovaties voor vrijwel alle industriële sectoren stelt de chemieindustrie de EU in staat haar doelstellingen voor het tegengaan van klimaatverandering en voor energietransitie te behalen. Maar we hebben de EU ook nodig om ons te helpen het concurrentievermogen terug te krijgen, met een duidelijk, realistisch langetermijnbeleid dat investeringen en groei terugbrengt in de regio.” p
MILITAIR TINTJE VEILIGHEIDSDAG De jaarlijkse Veiligheidsdag van de branches die gezamenlijk Veiligheid Voorop vormen, krijgt dit jaar een militair tintje. Op 12 november zullen directeuren, plantmanagers en CEO’s in Fort Voordorp meegenomen worden op de ‘missie betrokken leiderschap beleven’.
E
lk jaar besteedt het samenwerkingsverband Veiligheid Voorop op een andere manier aandacht aan het thema veiligheid. Dit jaar is ‘betrokken leiderschap’ het onderwerp. Leidinggevenden van de aangesloten bedrijven worden op 12 november in het
8 Chemie Magazine oktober 2015
Fort Voordorp in Groenekan meegenomen op missie. Na het appel ontvangen zij richtlijnen in de briefing van de commandant van Veiligheid Voorop. Vervolgens gaan de deelnemers in pelotons op verkenning en krijgen ze de opdracht om met slimme en moedige oplossingen te komen die bij gaan dragen aan het succes van de gezamenlijke veiligheidsmissie. De dag is met name bedoeld voor directeuren, plantmanagers en CEO’s. Aanmelden kan tot 2 november via www.veiligheidvoorop.nu (het aantal plaatsen is beperkt). p
Actueel
Betaprocess wint Northern Enlightenmentz 2015 Betaprocess heeft de Northern Enlightenmentz 2015 gewonnen. De Betaprocess-technologie van het bedrijf Dutch Sustainable Development maakt het mogelijk om een suikerbiet in zijn geheel te verwerken en om te zetten in brandstoffen of grondstoffen voor de chemie-industrie.
I
nstallaties op basis van Betaprocess kunnen in de toekomst mogelijk op het boerenerf terechtkomen, waar ze de eerste chemische processtappen kunnen uitvoeren. Met een decentrale aanpak kan veel transport worden vermeden. In een eerste stap kan al 75 procent van het totaal aan water uit de bie-
ten worden gehaald. Grote agrarische bedrijven of groepjes van boeren kunnen straks zo’n installatie bedrijven. “Deze techniek is breed toepasbaar en bij uitstek geschikt voor de regio Noord-Nederland. Het zou een gamechanger kunnen zijn”, aldus de jury. ‘Enlightenmentz’ zijn lichtende voorbeelden voor een duurzame toekomst. De Northern Enlightenmentz zijn in het leven geroepen om de industrie in de noordelijke provincies te inspireren bij het toepassen van hoopgevende innovaties. De winnaar is gekozen door een jury, internetstemmers en bezoekers van EemsDeltavisie. p
MINISTER KAMP OPENT EERSTE FIELDLAB Minister Kamp van EZ heeft op 7 oktober het eerste ‘Fieldlab’ geopend. Het Fieldlab Campione is een van de tien Fieldlabs uit de Actieagenda Smart Industry. Dit zijn proeftuinen waarin bedrijven samen met kennisinstellingen werken aan innovaties die bijdragen aan de digitalisering van de industrie. Doel van Fieldlab Campione is om onderhoud voor chemiebedrijven 100 procent voorspelbaar te maken.
D
e tien Fieldlabs moeten dit jaar van start gaan. Hierbij worden de nieuwste productiemiddelen als robots en sensors gecombineerd met software en internet. Fieldlab Campione is het eerste fieldlab waarvan de financiering helemaal rond is. De 100 procent voorspelbaarheid van onderhoud moet behaald worden door real-time informatie te verzamelen over de staat van installaties en die gegevens te combineren met beschikbare data. Dankzij deze zogeheten condition based maintenance kan onderhoud exact op tijd worden uitgevoerd, in plaats van te vroeg zoals bij planmatig onderhoud of te laat zoals bij correctief onderhoud. Hierdoor wordt fors bespaard op onderhoudskosten en nemen output en veiligheid toe. Sinds de indiening van het project eind april van dit jaar, is Sitech reeds begonnen met een eerste deelproject: een voorspelmodel voor het onderhoud van productiefilters op een van de plants van Chemelot. Op basis van data-analyse en bedrijfsgegevens is het gelukt om betrouwbaar vooruit te kijken en een voorspellend model te ontwikkelen.
tium is gevormd door het Dutch Institute World Class Maintenance in samenwerking met KEC en Midpoint Brabant. Projectdeelnemers zijn onder meer: Delta, Dow Benelux, Ericsson Telecommunicatie en Fujifilm. Deelnemende onderwijs- en kennisinstellingen zijn onder meer: NLR, ROC Tilburg, Tilburg University, TU Eindhoven en Hogeschool Zeeland. Andere partners zijn Tata Steel en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. De kosten van het Fieldlab bedragen 12 miljoen euro. Bedrijven brengen 5,3 miljoen in, de EU en het ministerie van EZ ieder 2,1 miljoen, provincie Noord-Brabant 1,8 miljoen en de gemeenten Tilburg en Rijen 0,7 miljoen. p Meer informatie: www.smartindustry.nl
Minister Kamp, Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink (FME) en gedeputeerde Bert Pauli (Noord-Brabant) openen het eerste Smart Industry Fieldlab.
De activiteiten van Fieldlab Campione zullen plaatsvinden op het Aeroparc in Gilze-Rijen en op de Tilburg University. Het Campione-consoroktober 2015 Chemie Magazine 9
CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl
TWI TTER Marjolein_Schlarmann @Lein_Schlarmann Prachtige chemie! Lichaam zet synthetische hartklep om tot lichaamseigen materiaal - pracht onderzoek van Cisca Wijninga #spinozanight Sina Salim @sinasalim Sina Salim heeft VNCI geretweet Felicitaties aan deze chemie top talenten. Goed werk van @vnci & goed te zien dat @bleeftink erbij was. naomi @imcalspalx Vandaag ingeschreven voor een dag proefstuderen op Avans in Breda, op de opleiding chemie! #Avans #Breda Chemie Is Overal @chemieisoveral Nobelprijzen @NobelPrize 2015 tonen het belang van chemisch onderzoek voor onze gezondheid http://bit. ly/1VGPgRe Jan Wijmenga @jwijmenga Aardige toelichting van @vnci op de problematiek met de diesels van @Volkswagen http://www.chemieisoveral.nl/weerbarstige-stikstofoxides … #Chemie Rabobank @Rabobank Samenwerking tussen de landbouw en de chemische industrie zorgt voor nieuwe kansen. Hoe dat komt lees je hier: http://rabo.coop/ecn1c22x Irene van Luijken @IrenevLuijken #topsectorchemie. Cremedelacreme van de chemie wederom bij elkaar. Chemie verbindt. Chemie innoveert @vnci
Actueel
INVESTEREN IN TOEKOMSTBESTENDIG CHEMIECLUSTER AkzoNobel gaat in Delfzijl met ingang van december 2016 groen geproduceerde stoom afnemen van Eneco. Het energiebedrijf maakt hiervoor zijn biomassacentrale Bio Golden Raand (BGR) geschikt om naast elektriciteit ook stoom te produceren.
G
roningen Seaports zorgt voor de aanleg van de benodigde infrastructuur, waaronder een stoomleiding die ook toegankelijk is voor andere partijen. De gezamenlijke miljoeneninvesteringen passen goed in het Actieplan chemiecluster Eemsdelta van de Commissie Willems om de energie-intensieve chemie in de regio Noordoost-Nederland toekomstbestendig en duurzaam te maken. AkzoNobel neemt voor een periode van twaalf jaar de groene stoom af, investeert in de noodzakelijke voorzieningen op Chemie Park Delfzijl, levert die duurzame stoom aan haar klanten en biedt op deze wijze continuïteit in de stoomvoorziening. “Gezamenlijk slaan we een stevige slag in het verduurzamen van de chemie. Competitieve duurzame stoom betekent een versterking van de toekomstbestendigheid van de energie-intensieve chemie”, aldus Knut Schwalenberg, managing director van AkzoNobel Industrial Chemicals. “Het leidt tot een aanzienlijke reductie van onze CO2-footprint, speerpunt in onze duurzaamheidsstrategie Planet
Possible: met minder, méér doen.” Naast een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen levert het gebruik van duurzame stoom bij AkzoNobel een CO2-besparing op van meer dan 100.000 ton per jaar.
Goede samenwerking
Hugo Buis, directeur van Eneco Bio, Solar, Hydro, is er blij mee: “Door een goede samenwerking tussen het ministerie van EZ, AkzoNobel en Groningen Seaports hebben wij het besluit kunnen nemen de centrale om te bouwen. Met dezelfde hoeveelheid biomassa, jaarlijks zo’n 300.000 ton houtsnippers van gerecycled afvalhout, gaan we de dubbele hoeveelheid duurzame energie maken.” Harm Post, directeur Groningen Seaports, spreekt van een tweeledig effect. “We investeren op deze manier in duurzaamheid in het gebied. Daarnaast betekent het voor Groningen Seaports een duidelijke investering in de toekomst. Met de aanleg van een eigen stoomleiding kunnen we de transportkosten van stoom lager houden dan commerciële bedrijven en een langere afschrijvingstermijn hanteren. Stoom wordt dus goedkoper. Wij kunnen hiermee nieuwe potentiële bedrijven een extra service bieden. Voor ons betekent dit een duidelijke versteviging van het vestigingsklimaat van dit gebied.” p
‘NIEUW TECHNIEK COLLEGE ROTTERDAM OOK GOED VOOR CHEMIE’ Op 1 oktober tekenden de twee Rotterdamse roc’s Albeda en Zadkine, onderwijsminister Jet Bussemaker, onderwijswethouder Hugo De Jonge en acht vertegenwoordigers van het bedrijfsleven een convenant voor de realisatie van één samenwerkingsschool techniek.
I
n de nieuwe samenwerkingsschool worden de techniekopleidingen van beide roc’s gebundeld en als één herkenbare techniekschool gepositioneerd. Eén adres dus voor studenten en bedrijven, waar met ingang van schooljaar 2016-2017 alle betrokkenen terecht kun-
nen en waarin de krachten van alle partners worden gebundeld. De nieuwe mboschool gaat Techniek College Rotterdam heten. Het opleidingscluster ‘energie, maintenance, laboratorium- en procestechnologie’ is specifiek gericht op de chemiesector. Net als ondernemingsvereniging Deltalinqs, die het convenant medeondertekende, juicht de VNCI dit initiatief toe. “Het nieuwe Techniek College Rotterdam is ook goed voor chemie”, aldus Onno de Vreede, speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie bij de VNCI en secretaris en HCA-coördinator TKI Chemie. p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). oktober 2015 Chemie Magazine 11
Uw REACH 2018 dossiER is bij ons in goEdE HAndEn Chemische stoffen met een tonnage tussen de 1 en 100 ton per jaar moeten in 2018 geregistreerd worden. Uiteindelijk gaat dit om registratie van duizenden stoffen. Dat kan niet allemaal tegelijk. Ons REACH consultancy team kent het belang van de chemische industrie en is klaar voor de 2018 dossiers.
Aarzelt u niet om ons te benaderen voor vrijblijvend advies: chemistry@tno.triskelion.nl +31 (0) 88 866 16 28 of web-aanvraag via www.tnotriskelion.com/chemistry
NETZSCH TORNADO® T2 Rotary Lobe Pumps
Full Service in Place (FSIP) Simple, fast service without dismantling Replace lobes and seals in minutes Cartridge seal design for maximum flexibility Easy to clean, manually or clean-in-place (CIP)
NETZSCH Pompen Nederland B.V Tel.: +31 30 230 7160 Fax: +31 30 230 7161 info.npn@netzsch.com www.netzsch.com
Responsible Care De Schotse Dalry Vitamin-fabriek van DSM Nutritional Products won de Environment Award.
NEDERLAND SCOORT GOED IN RESPONSIBLE CARE-COMPETITIE
AKZONOBEL EN DSM WINNEN EUROPESE RC-AWARDS Onder de drie winnaars van de jaarlijkse European Responsible Care Awards zijn twee Nederlandse bedrijven: AkzoNobel en DSM (Nutritional Products, locatie Dalry Vitamin in het Verenigd Koninkrijk). De derde winnaar is de Finse branchevereniging. Tekst: Igor Znidarsic
A
kzoNobel kreeg de Product Stewardship Award toegekend voor het ‘Priority Substance Programme’. Dit mondiaal verplichte programma ziet toe op het vaststellen, beoordelen en beheren van gevaarlijke stoffen die AkzoNobel in zijn producten en werkwijzen produceert of gebruikt. Prioriteitsstoffen (stoffen waarvan het gebruik enerzijds een hoog risico kent op langdurige schade aan de menselijke gezondheid en het milieu en anderzijds tot ongerustheid bij het publiek leidt) worden vervangen door minder gevaarlijke en duurzamere materialen. Sinds het programma in 2011 van start ging, zijn 54 prioriteitsstoffen verboden en is het gebruik van nog eens 91 van deze stoffen beperkt. Tegen het einde van 2015 zullen er 176 prioriteitsstoffen zijn beoordeeld. In de tweede fase, die in 2016 opstart, zal de scoremethodiek worden geactualiseerd en zullen nieuwe informatie en punten van zorg worden bekeken.
Nieuwe oplossingen
De Schotse Dalry Vitamin-fabriek van DSM Nutritional Products, winnaar van de Environment Award, overtreft volgens de jury op een aantal gebieden de bedrijfsdoelstellingen voor het verminderen van uitstoot, het storten van ongevaarlijk afval als
vulgrond, energie-efficiëntie en watergebruik. Het meerledige project zette de medewerkers aan tot creativiteit en tot een andere aanpak, wat nieuwe oplossingen opleverde. Het recyclen van organisch en voedingsstofrijk slib en anorganische filterkoek voor gebruik bij landherstel en in de landbouw betekende bijvoorbeeld dat het storten van afval als vulgrond met maar liefst 90 procent daalde. Het tegen lage kosten repareren van lekkages en het isoleren van overtollige apparatuur brachten het aantal benodigde luchtcompressor-units met de helft terug tot één, waardoor het elektriciteitsverbruik werd verminderd.
Unieke samenwerking
De Finse Federatie voor de Chemische Industrie won de Occupational Health & Safety Award. Een consortium bestaande uit de Federatie, de industriebond, een vak- en een beroepsvereniging stelde zich tot doel het arbeidswelzijn te verbeteren. Het project heeft niet alleen geleid tot langere beroepslevens en een geringer aantal fatale arbeidsongevallen, ook is er een impuls gegeven aan productiviteit. Netwerken en de unieke samenwerking met de sociale partners waren de sleutel tot dit succes. In Fase 1 (2010-2012) werden
bedrijven opgeroepen om met plaatselijke sociale partners in concrete welzijnsprojecten samen te werken. Fase 2 (20132014) resulteerde in een gemeenschappelijk model voor vroegtijdige interventie. In Fase 3, waarin meetmethodes en innovatieve hulpmiddelen voor welzijn worden ontwikkeld, zijn momenteel 43 bedrijven actief. Het project past in Finlands streven om tegen 2020 het land met het prettigste beroepsleven in Europa te zijn.
Eervolle vermelding
“De Awards laten zien hoe de chemische industrie hightech oplossingen biedt die innovatief en duurzaam zijn”, aldus Ceficvoorzitter Jean-Pierre Clamadieu. De winnaars werden bekendgemaakt tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van de Europese chemiekoepel Cefic in Brussel. Een panel van onafhankelijke juryleden koos de winnaars uit 68 inzendingen. Trinseo, winnaar van de Nederlandse RC-prijs, kreeg een eervolle vermelding voor het project ‘Energy efficiency through steam re-compression’. Responsible Care is het initiatief van de mondiale chemie-industrie om de gezondheid en milieuprestaties te verbeteren, de veiligheid te verhogen en het gesprek aan te gaan met belanghebbenden over producten en werkwijzen. p
oktober 2015 Chemie Magazine 13
���� � p � � i ��-���� �ect� � � � � � Y �r� �� �i��
VEILIGHEIDSSIGNALERING LEIDINGMARKERING PROCESS IDENTIFICATIE TANKMARKERING ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN ANTI-SLIP SYSTEMEN EX ZONE MARKERING VERKEERSPLANNEN BLOMSMA-SAFETY.COM
Veiligheid Luciën Govaert (l.), voorzitter en directeur van VNCW, en Anton van Beek, voorzitter van Veiligheid Voorop.
VEILIGHEID VOOROP VERWELKOMT PGS 15-OPSLAGBEDRIJVEN
VNCW DOET MEE Eind september heeft de VNCW, de vereniging van bedrijven die gevaarlijke stoffen in stukgoed of bulk opslaan, zich aangesloten bij Veiligheid Voorop. Veertien branches werken nu in VNO-NCWverband samen om veiliger te kunnen omgaan met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Tekst: Erik te Roller
B
ij de VNCW zijn ruim vijftig bedrijven aangesloten die gevaarlijke stoffen opslaan volgens de PGS 15-richtlijn. De snelgroeiende vereniging wil zich in de nabije toekomst ook richten op kleinere opslaghouders. Bij de start van Veiligheid Voorop (VV) in 2011 legde de VNCW de leden al de keuze voor om zich aan te sluiten bij het programma, maar toen stemde slechts 10 procent voor.
Terughoudend
“Die terughoudendheid is te verklaren”, zegt medeoprichter, voorzitter en directeur Luciën Govaert. “Het merendeel van onze leden bestaat uit middelgrote bedrijven. Bij inspecties zit daarom meestal de directeur aan tafel om vragen te beantwoorden, terwijl bij grote bedrijven meestal niet de CEO maar andere managers dat doen. In de loop der jaren hebben de directeuren van de opslagbedrijven al aardig wat voor hun kiezen gehad, vandaar die terughoudendheid.” Afgelopen jaar is er opnieuw
gestemd. 55 procent van de leden bleek voor deelname; dit was voor de VNCW voldoende om toe te treden. VV-leden zetten zich voor zeven zaken in: invulling geven aan de vier kernelementen van Veiligheid Voorop; deelname aan minimaal twee bijeenkomsten van een regionaal veiligheidsnetwerk per jaar; delen van kennis, ervaring, goede praktijken en lessen van (bijna-)incidenten in het regionale veiligheidsnetwerk en binnen de VNCW; jaarlijks rapporteren met behulp van de prestatie-indicatoren van VV; per locatie een contactpersoon voor het programma aanwijzen; aangaan van buddyschap met een belangrijke partner in de chemieketen en waar mogelijk ertoe bijdragen dat andere BRZO-bedrijven zich ook bij VV aansluiten.
100 procent
Anton van Beek, voorzitter van Veiligheid Voorop, liet bij de ondertekening van de overeenkomst weten dat inmiddels meer dan driekwart van de circa vierhonderd BRZO-bedrijven bij VV is aangesloten. Het doel is 100 procent. “Er zijn drie belangrijke redenen om de veiligheidscultuur en de veiligheidsprestaties in de hele chemieketen te verbeteren. De eerste is dat de chemie driekwart van haar producten exporteert. Daar kunnen we mee doorgaan zolang we een license to operate hebben, en dat kan alleen als we de veiligheid
onder controle hebben en daar ook de volle verantwoording voor nemen.” Ten tweede helpt een beter imago volgens Van Beek om toptalent aan te trekken. Derde reden: de overheid reageert met meer regels zolang de chemieketen de zaken niet genoeg onder controle heeft. p
IN GESPREK
Bij de toetreding van de VNCW vertelde Danny Croese, die zich bij DCMR Milieudienst Rijnmond bezighoudt met PGS 15-opslagbedrijven, dat bij de helft van de inspecties bij deze bedrijven inspecteurs overtredingen hebben geconstateerd. Dit is aanleiding geweest voor een beperkt onderzoek onder vier bedrijven. Daaruit komt naar voren dat opslagbedrijven bewust, en stuwadoors onbewust overtredingen begaan vanwege de kleine pakkans. “In de constatering dat opslagbedrijven bewust overtredingen begaan herkennen de VNCW en haar leden zich helemaal niet”, is de reactie van Govaert. “Hoe het onderzoek is verlopen weet ik niet, maar de uitkomst ervan lijkt mij niet juist.” Croese stelt voor dat DCMR, de branches en bedrijven met elkaar in gesprek gaan om tot een beter begrip van elkaars eisen en wensen te komen, in het belang van meer veiligheid. oktober 2015 Chemie Magazine 15
Innovatie
CIV VOOR REPARATIE VLIEGTUIGCOMPOSIETEN
Gerard van Harten (l.), boegbeeld van de Topsector Chemie, overhandigt een beeldje aan Marnix Pool tijdens de opening van Innolab Chemie.
FOTO: GEERT JOB SE VINK
Het landschap van Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) is een lid rijker met de komst van het CIV ‘Composite Maintenance Cluster West Brabant – Aviolanda Woensdrecht’. De CIV’s beogen een betere aansluiting van het middelbaar beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven.
NIEUWE PROEFTUIN IN NOORD-NEDERLAND Op 26 september is op de Zernike Campus Groningen Innolab Chemie geopend, het zevende innovatielab van Nederland. Startende ondernemers kunnen er zowel toegang tot laboratoria als bedrijfskundige ondersteuning krijgen.
‘W
e zien de laatste jaren steeds meer enthousiaste mensen en bedrijven die graag nieuwe plannen willen uitvoeren in de chemie, maar vaak ontbreekt het hun aan de middelen en connecties. Innolab Chemie stapt precies in dat gat hier in het Noorden”, aldus Marnix Pool, manager van Innolab Chemie, tijdens de opening. Een innovatielab (Ilab), gehuisvest op de campus van een universiteit, is een faciliteit voor onderzoekers die een vinding naar de markt willen brengen. Innolab Chemie biedt starters in de chemie zuurkasten, labtafels, een aantal algemene laboratoriumfaciliteiten, kantoorruimte en overleg- en presentatieruimtes. Daarnaast krijgen de starters toegang tot een aantal shared utilities and services op het gebied van inkoop, analysecapaciteit en netwerkmogelijkheden. De faciliteiten van Innolab Chemie zijn geschikt voor onderzoek op chemisch, microbiologisch en biochemisch gebied. Dat de faciliteit aansluit bij de behoeften van het bedrijfsleven wordt onderstreept door het feit dat de eerste drie bedrijven al een huurcontract getekend hebben. Innolab Chemie is de eerste proeftuin voor startups in de chemie in Noord-Nederland. Initiatiefnemers zijn onder andere Syncom, Research & Valorisation van de Rijksuniversiteit Groningen, Stichting Business Generator Groningen en Triade. De overige zes Ilabs zijn Mercator III en Novio Tech Campus in Nijmegen, Catalyst in Eindhoven, ILCA (Innovation Lab Chemistry Amsterdam), Biotech Campus Delft, Green PAC Valley (Polymer Science Park) in Zwolle en Ilab Wageningen. In november wordt het achtste Ilab geopend in Utrecht. p
H
et kersverse CIV moet inspelen op de toenemende vraag naar onderhoud en reparatie van vliegtuigcomposieten in de militaire en civiele luchtvaart. Het bedrijvencluster voor onderhoud en reparatie van vliegtuigcomposieten op de vliegbasis Woensdrecht voorziet dat er bij de huidige drieduizend banen op dit gebied de komende jaren vijfhonderd bijkomen. Bedrijven, onderwijs en overheden in West-Brabant constateren echter een tekort aan experts op dit vlak. Bovendien is het middelbaar beroepsonderwijs onvoldoende toegerust om de leerlingen de specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van composieten bij te brengen. Partijen slaan nu de handen ineen om de aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk op het gebied van composietenonderhoud en -reparatie te verbeteren. Hiertoe is een samenwerkingsverband in het leven geroepen dat ook na afloop van de initiële periode van vier jaar zal blijven bestaan: het ‘Composite Maintenance Cluster West Brabant – Aviolanda Woensdrecht’. Belangrijkste partners zijn ROC West Brabant, Aircraft Maintenance & Training School, Fokker Technologies/ Services, Koninklijke Luchtmacht, Airborne Services, Threshold Inspection & Application Training Europe, Advanced Composite Repair, St. Dutch World Class Maintenance, Gemeente Woensdrecht, Regio West-Brabant, Regionale Ontwikkelingsmaatschappij en Rewin. Met ‘Woensdrecht’ zijn er nu zes CIV’s: CIV Polymeren, composieten, coatings in Zwolle, CIV IJ5Lab in Nijmegen, CIV Maintenance en Procestechniek in Brielle, CIV Passie voor biobased in Bergen op Zoom en CHILL in Geleen. p oktober 2015 Chemie Magazine 17
Kitty Nijmeijer: ‘Er bestaat een bepaald beeld van de chemie dat volgens mij niet overeenkomt met de werkelijkheid.’
KITTY NIJMEIJER IS AMBASSADEUR VOOR DE CHEMIE
‘ HET IS GEWOON EEN ONTZETTEND LEUK VAK’ 18 Chemie Magazine oktober 2015
Imago
Bij De Wereld Draait Door mocht ze al twee keer vertellen hoe bijzonder de chemie is, daarna volgden andere mediabijdragen. Ook op middelbare scholen brengt ze geregeld haar enthousiasme voor het vak over. “Ik probeer mensen duidelijk te maken hoe belangrijk en hoe leuk de chemie is”, aldus ‘ambassadeur voor de chemie’ Kitty Nijmeijer. Tekst: Igor Znidarsic
Z
FOTO: INDR A SIMONS
e trad twee keer op in De Wereld Draait Door, de eerste keer naar aanleiding van het VNCI-nieuws dat het aantal chemiestudenten sterk stijgt, de tweede keer werd ze vanwege honderd jaar ‘E=mc2’ uitgenodigd om te komen praten over de schoonheid van formules. In kinderprogramma Klokhuis legde ze uit wat blauwe energie is. En laatst belde omroep MAX om iets met chemie te doen, naar aanleiding van haar column in Metro over de Dag van de Chemie. Kortom: media die een item aan chemie willen wijden weten ‘ambassadeur voor de chemie’ prof. dr. ir. Kitty Nijmeijer goed te vinden. Die titel is haar toebedeeld door de VNCI, omdat ze de chemie zo enthousiast over het voetlicht kan brengen. “Chemie zit in vrijwel al onze dagelijkse producten”, vertelt ze in haar kamer op de Universiteit Twente, waar ze hoogleraar membraantechnologie is. “En het is zeer inspirerend om in de chemie te werken: het is nadenken en puzzelen enerzijds en knutselen en bouwen anderzijds, met als doel om een product of proces te maken. Die aspecten wil ik graag uitdragen in de samenleving.” Wat doet een ambassadeur voor de chemie precies? Kitty Nijmeijer: “Mensen hebben niet altijd een realistisch beeld bij de chemie. Ze hebben misschien scheikunde op de middelbare school gehad, maar hebben dat laten vallen zodra dat kon. Althans, dat hoor ik vaak. Met een chemie-opleiding kun
je ontzettend veel, van zeer fundamenteel onderzoek tot zeer applicatiegericht werken aan een bepaald product of proces. Bovendien is het toepassingsveld ook zeer breed: voeding, water, energie, (bio)medisch, etc. Ik probeer mensen de breedte van het veld te laten zien en duidelijk te maken hoe belangrijk en hoe leuk de chemie is. Soms zoek ik daarvoor actief de media op, zoals tijdens de Dag van de Chemie, soms benaderen media mij. Ik word ook veel benaderd door universiteiten, studieverenigingen en middelbare scholen.” Hoe maakt u leerlingen in de onderbouw enthousiast voor chemie? “Ik doe altijd een combinatie van een experiment, een concrete toepassing, en wat theorie, zodat ze begrijpen wat erachter zit. Meestal kies ik voor een membraan-gerelateerd onderwerp, omdat dat mijn vakgebied is. Maar ik laat ook andere dingen zien. Stichting C3 heeft veel geschikte experimentjes. Laatst stond ik voor een eerste klas vwoleerlingen en vertelde ik over schoon water. Ik heb ze een membraan laten maken, waarmee ze van een glas vies water schoon water konden maken. Dan zien ze het gebeuren en zeggen ze: hé, hoe kan dat? Dan gaat het leven en zie je ze enthousiast worden.” Waarom is een ambassadeur voor de chemie eigenlijk nodig? “Er bestaat een bepaald beeld van de chemie dat volgens mij niet overeenkomt met de werkelijkheid. Chemie zou vervuilend zijn. Als je naar de Botlek rijdt, zie je allemaal rokende schoorstenen. Vroeger gingen vervuilende, giftige stoffen gewoon de lucht in, maar nu is het voornamelijk waterdamp en lucht dat uit die schoorstenen komt, alleen beseffen veel mensen dat niet. Ook zou chemie een taai en moeilijk vak zijn. Dat beeld is deels ontstaan door het weinig inspirerende onderwijs van vroeger, waarbij begonnen werd met het leren van het periodiek systeem. Maar dat is al lang niet meer zo. Ik wil dat beeld van de chemie corrigeren door te laten zien dat het juist een creatief en inspirerend vak is met een breed scala aan mogelijke werkvelden. e oktober 2015 Chemie Magazine 19
Blue Energy-proefinstallatie is een prachtig voorbeeld van hoe leuk chemie is Natuurlijk moet het je liggen, maar ik denk dat veel meer mensen het een leuk vak zouden vinden als ze een reëel beeld ervan zouden hebben. Wat mij erin aantrekt is het brede spectrum: het vakgebied loopt van zeer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tot aan werken aan een praktische applicatie. Afhankelijk van waar je hart ligt, kun je praktisch of juist zeer theoretisch bezig zijn. Daarbij kun je je richten op kleinere productverbeteringen, maar ook werken aan een oplossing voor grote maatschappelijke problemen, zoals schoon drinkwater.” Waarom bent u zelf ooit chemie gaan studeren? “Op de middelbare school vond ik zowel de technische vakken als de talen erg boeiend. Ik was goed in beide. Op een gegeven moment besefte ik echter dat zo’n taal toch vooral eendimensionaal is, terwijl chemie juist zeer multidisciplinair is en bovendien een combinatie is van theorie en praktijk. Daarom ben ik chemische technologie gaan studeren, hier aan de Universiteit Twente. Ik heb geen moment gedacht dat het een moeilijke studie zou zijn, terwijl ik helemaal niet echt uitblonk op de middelbare school. Daarna ben ik gepromoveerd op de ontwikkeling van membranen voor de scheiding van olefinen en paraffinen, twee belangrijke componenten van aardolie. Na mijn promotie kon ik hier blijven.” Houdt u als ambassadeur nog wel tijd over voor uw eigenlijke werk? “Het ambassadeurschap kost bij tijd en wijle veel tijd. Eergisteren bijvoorbeeld kreeg ik twee verzoeken op een dag. Dan moet ik nee zeggen. Ik probeer dan wel door te verwijzen naar collega’s die ook inspirerend over de chemie kunnen vertellen. Je moet hierin een balans vinden. Mijn werk in de chemie, als hoogleraar, is het belangrijkste, en vanuit die 20 Chemie Magazine oktober 2015
basis vertel ik over de chemie.” Wat doet u precies op de Universiteit Twente? “Ik ben hoogleraar membraantechnologie. Ik geef onderwijs en ik ben verantwoordelijk voor een onderzoeksgroep van zo’n vijfentwintig mensen. Wij zijn de enige onderzoeksgroep in Nederland die zelf polymeren-membranen kan maken voor een breed spectrum aan toepassingen op het gebied van water, energie en voeding. Daardoor kunnen we de eigenschappen van de membranen beïnvloeden en ze precies die eigenschappen geven die nodig zijn voor een bepaalde scheiding. We spelen met de chemie en structuur van het membraan, geven het bijvoorbeeld de eigenschappen die nodig zijn om medicijnen uit drinkwater te halen. En voor bijvoorbeeld de transitie naar een biobased society kan niet volstaan worden met bestaande membranen, daarvoor ontwikkelen we membranen met verbeterde eigenschappen. Daarnaast schrijf ik onderzoeksvoorstellen om financiering binnen te halen. Dat kost ontzettend veel tijd, maar het is belangrijk werk, want de hoeveelheid geld is beperkt. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de oliestaten, hoeveel geld daar beschikbaar is ...” U kunt zich voorstellen dat hoogleraar scheidingstechnologie Maaike Kroon naar Abu Dhabi vertrekt om daar een onderzoeksgroep op te zetten? “Ik kan natuurlijk niet voor haar spreken, maar bij wetenschappers is de inhoud vrijwel altijd de primaire drijfveer. Ze zijn zeer gedreven en ambitieus. Maaike heeft een duidelijk idee van wat ze wil. Ze krijgt nu een groot bedrag om dat te kunnen realiseren. Ik begrijp daarom dat ze het doet. Ze kan daar een verschil gaan maken. Ik vind het leuk voor haar. Maar dat er in Nederland sprake zou zijn van een
MEDIAOPTREDENS DWDD 29.4.2014
Klokhuis 6.1.2015
DWDD 18.3.2015
College over waterzuivering
braindrain, dat geloof ik niet. Er komen ook veel briljante mensen hiernaartoe. Er is nu eenmaal sprake van globalisering, op alle gebieden, ook in de wetenschap.” Heeft u zelf plannen in die richting? “Het speelveld waarin ik opereer is zeer internationaal, ik kom ook vaak in het buitenland, werk met veel buitenlandse partijen samen. Dat doe ik vanuit Nederland, maar dat zou ik in principe ook elders kunnen doen, die samenwerking zal niet veranderen. Ik heb in Nederland echter voldoende ruimte om van hieruit mijn onderzoek inhoud te geven. De Universiteit Twente is een prettige universiteit, met een prachtige campus en fijne collega’s en studenten. Het is een combinatie
Imago
CV KITTY NIJMEIJER
1991-1995 1995-1998 1998-2003 2003-2004 2004-2006
Bachelor chemical technology, Hogeschool Heerlen Master chemical engineering, Universiteit Twente (UT) PhD Membrane Technology Group, UT Postdoc Membrane Technology Group, UT Research director European Membrane Institute Twente 2007 Invited senior scientist Shell Research & Technology Center Amsterdam 2010 Visiting scientist University of California, Berkeley 2006-2010 Assistant professor, Membrane Technology Group UT 2010 Winnaar van de Professor De Winter-prijs voor ‘beste publicatie vrouwelijk toptalent’ 2011-2012 Associate professor / head research group Membrane Science & Technology 2011 Ontvangt een Aspasia-beurs van NWO van twee ton 2012-heden Hoogleraar Membrane Science & Technology, UT 2015-heden Wetenschappelijk directeur Institute for Sustainable Process Technology
FOTO: INDR A SIMONS
van fundamenteel onderzoek naar concrete toepassing. We krijgen van de industriële partijen de ruimte om fundamenteel onderzoek te doen, zij begrijpen dat je dat nodig hebt om het proces uiteindelijk beter te maken. Tegelijkertijd worden wij door Redstack en Fujifilm uitgedaagd om de toepassing hierbij niet uit het oog te verliezen. Het is een ideaal voorbeeld van publiek-private samenwerking.”
van de harde technische studierichtingen en gammastudies. ‘High tech, human touch’ is onze slogan. Dat zie je in het onderzoek, in het onderwijs, in de manier waarop we dingen doen. Het is een mooie plek om te werken. Je moet niet weggaan om het weggaan. Ik vind mijn werk en mijn vak ontzettend inspirerend, ik haal er veel energie uit. Ik wil nog zeker tien jaar hoogleraar blijven. Maar je weet natuurlijk nooit wat de toekomst brengt, kijk maar naar Maaike.” Wat is uw betrokkenheid bij Blue Energy, de proefopstelling op de Afsluitdijk waar elektriciteit wordt opgewekt door een speciaal membraan te plaatsen tussen het zoute zeewater en het zoete water uit
het IJsselmeer? “Het is een samenwerking tussen onderzoeksinstituut Wetsus en onder andere de bedrijven Fujifilm en Redstack. Wij zijn een van de kernuniversiteiten die vanaf het begin in het onderzoek participeren. Samen met Wageningen Universiteit leiden wij het onderzoeksprogramma en begeleiden we een aantal promovendi bij Wetsus. Ons onderzoek ligt aan de basis en is een van de pijlers van de installatie die nu op de Afsluitdijk staat. Als je het hebt over hoe leuk het vak is, is dit een prachtig voorbeeld. Het is een mooie samenwerking tussen universiteiten, bedrijven en het onderzoeksinstituut Wetsus. Hier komt alles samen. De deelnemers zijn complementair en beslaan de hele keten
Welke membraantoepassingen kunnen we nog meer verwachten? “Medicijnresten en pesticiden in drinkwater zijn nu nog geen probleem, maar in de toekomst mogelijk wel. Met bestaande technologie lukt het niet om die componenten eruit te halen, maar membraantechnologie kan de oplossing brengen. Waar we ook aan werken is het terugwinnen van schaarse materialen, zoals fosfor, lithium, etc. Waar wat mij betreft de ambitie voor de toekomst moet liggen, is bij het sluiten van kringlopen. Daar heb je meer technologieën voor nodig dan alleen membranen. De kracht zit daarbij in een multidisciplinaire aanpak en samenwerking. En zoals gezegd, de transitie naar een biobased society is een grote uitdaging. Die transitie zal zeker gemaakt worden de komende decennia, maar daarvoor moet nog heel veel, multidisciplinair, onderzoek gedaan worden.” Nog een laatste woord? “Ja, heb ik al gezegd dat de chemie gewoon een ontzettend leuk vak is?” p oktober 2015 Chemie Magazine 21
ELEKTRIFICATIE PROCESINDUSTRIE BIEDT UITKOMST VOOR ENERGIETRANSITIE
KANSEN VOOR VERDUURZAMING CHEMIE Met de groeispurt van duurzame energie krijgt ons land straks steeds vaker momenten waarop het aanbod van groene stroom groter is dan de vraag. Elektrificatie van productieprocessen biedt kansen voor de chemie om te verduurzamen en tegelijk een significante bijdrage aan een stabiel elektriciteitsnet te leveren. Power2Products reikt de eerste businesscases aan. Tekst: Pieter van den Brand 22 Chemie Magazine oktober 2015
E
en nieuw windpark op zee, een vers rijtje zonnepanelen op het dak: duurzame energie groeit als kool. Het CBS verwachtdat het aandeel windenergie in Nederland – onze belangrijkste groene energiebron (5 procent van de totale elektriciteitsproductie) – tot 2020 zal oplopen naar 30 procent (van 2,8 naar 12 gigawatt). En het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht een groei van duurzame energiebronnen in de mondiale elektriciteitsproductie van circa 22 procent nu naar bijna de helft in 2020. Zon- en windenergie eisen naast waterkracht een steeds grotere plek op. Maar de opkomst van deze grote groene krachtpatsers heeft ook een keerzijde. Als het stevig waait bijvoorbeeld, produceren windparken te veel elektriciteit. Zonde, want stroom die over is kan zelfs een
negatieve marktwaarde hebben. De grilligheid van wind en zon zorgt bovendien voor een instabiel net. Om door te kunnen pakken naar een grotendeels duurzame energievoorziening, moeten er voldoende partijen zijn die het surplus aan groene stroom afnemen en stabiliteit in het elektriciteitsnet brengen. Afnemer bij uitstek lijkt de procesindustrie. Maar daar moet nog wel wat voor gebeuren: als grootverbruiker van stroom en warmte worden de processen er traditioneel aangedreven door aardgas.
Vingeroefening
Het recent afgeronde project Power2Products (P2P), begeleid door adviesbureau Berenschot, energieonderzoeksbureau CE Delft en Instituut voor Duurzame Procestechnologie (ISPT), vormde een eerste vingeroefening in het elektrificeren van productieprocessen. In het
Energie en klimaat
FOTO: SHUT TERTSOCK
Als het stevig waait produceren windparken te veel elektriciteit.
eind 2014 gestarte project brachten AkzoNobel, Avebe, Dow Benelux, FrieslandCampina en Smurfit Kappa ieder een productielocatie in. Hoofdvraag: hoe kunnen de vijf bedrijven op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze een bijdrage leveren aan het afstemmen van vraag en aanbod van elektriciteit, door bij een groot aanbod duurzaam opgewekte stroom te gebruiken en hun vraag te verminderen op momenten dat het aanbod laag is? “Dit project was geen studie,” benadrukt innovatiespecialist Joost Krebbekx van Berenschot, “maar een combinatie van denken en doen. Het doel was beweging te creëren met voor de bedrijven goed uitgewerkte businesscases, die in concrete investeringsvoorstellen hun beslag krijgen.” In het project zijn staalkaarten gemaakt met een overzicht van toepassingsgebieden voor hybride en elektrische technieken, geschikt om duurzame stroom nuttig in te zetten bij het maken van producten (vandaar de naam ‘Power2Products’). De technieken waar het om gaat zijn onder meer elektrische boilers en stoomketels, damprecompressie en warmtepompen. “Om de momenten van een groot aanbod van duurzame elektriciteit te benutten, moeten bedrijven flexibel zijn. Een vereiste is de technologie in huis te hebben om snel en met een hoge frequentie op- en af te kunnen schakelen”, vertelt Krebbekx. Zaak is dat de bedrijven hun capaciteit als ‘flexvermogen’ inzetten. Alleen zo kunnen ze
‘ Om momenten van groot aanbod duurzame elektriciteit te benutten, moeten bedrijven flexibel zijn’
inspelen op het sterk schommelend aanbod van groene stroom wanneer fossiele energiecentrales in de toekomst veel minder draaien of standby staan en alleen de windparken en zonnepanelen elektriciteit produceren. Uit berekeningen die CE Delft voor het project uitvoerde, blijkt dat er in 2023 1 gigawatt aan flexvermogen nodig is. Dat is vergelijkbaar met de capaciteit van één grote energiecentrale. De procesindustrie kan dit aandeel makkelijk leveren, stelt het onderzoeksbureau, dat het potentieel aan flexvermogen in de procesindustrie op 10 gigawatt schat. Als er extra vraag komt, zal er bovendien een bodemprijs voor groene stroom ontstaan. Dat is goed nieuws voor windparkeigenaren en investeerders in duurzame energie, die een betere prijs voor hun elektriciteit krijgen.
Energiemarkt
In de businesscases zijn energie- en prijsscenario’s uitgewerkt voor de periode tot 2023 en 2030. Hiermee hebben de deelnemers inzicht in hoe hun investeringen tegenover de prijsontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt uit zullen vallen. “Met de keuze voor 2023 sluiten we aan bij de gemiddelde investeringshorizon van bedrijven”, licht Krebbekx het jaartal toe. De nieuwe rol vereist dat procesbedrijven thuis zijn in het functioneren van energiemarkten en energiebeurzen, zoals de APX met zijn day ahead-markt (24 uur) en de onba- e
VNCI: STABIEL ELEKTRICITEITSSYSTEEM VRAAGT SLIMME OPLOSSINGEN De VNCI is een van de initiatiefnemers van Power2Products (P2P). Speerpuntmanager Energie en Klimaat Reinier Gerrits legt uit waarom: “Door de groei van duurzame energie zal de elektriciteitsvoorziening met sterke fluctuaties en variabelere prijzen te maken krijgen. De chemie-industrie is gebaat bij continuïteit, leveringszekerheid en betrouwbaarheid. Slimme oplossingen zijn nodig om een stabiel elektriciteitssysteem te borgen. Tegelijkertijd is het van belang dat onze leden in staat zijn hun plants en processen zo optimaal en effectief mogelijk te bedrijven. Met dit project wilden we daar inzicht in krijgen. Aan de andere kant wil onze industrie haar processen en energievraag verduurzamen. Dat kunnen we straks doen door het grootschalig inzetten van elektriciteit uit zon en wind. Daartoe moeten we wel alle randvoorwaarden kennen.”
AKZONOBEL ZET ‘DIMMER’ OP CHLOORPRODUCTIE Het bedrijfsonderdeel Industrial Chemicals is een van de grootste energiegebruikers binnen het AkzoNobel-concern. In het Power2Products-project rekende AkzoNobel aan de optie het productiepark voor zijn membraanelektrolysebedrijf in Rotterdam (rond de 200 megawatt) af te schakelen bij hoge stroomprijzen. Met behulp van een soort ‘dimmer’ kan het bedrijf tientallen megawatts aan elektriciteit afschakelen. Daarmee zet het een flink deel van zijn capaciteit in als flexvermogen. Hoeveel precies mogelijk is, onderzoekt AkzoNobel nog. De conclusie van het project is dat ‘peak shaving’ (minder energie gebruiken bij hoge fossiele-stroomprijzen) financieel interessant lijkt en een aanzienlijke vergroening van de productie oplevert.
oktober 2015 Chemie Magazine 23
‘ De levering aan onze klanten mag onder geen enkele voorwaarde in het geding komen’
lansmarkt met zijn grotere schommelingen per kwartier. Een van de redenen waarom Thijs de Groot, innovation technologist bij AkzoNobel Industrial Chemicals, het een leerzaam project vond. De uitdaging is de elektrolyse-installatie in Rotterdam zodanig flexibel te maken dat het bedrijf direct in kan spelen op de variabele productie van zon- en windenergie. “Tot nu toe is energie een utility”, vertelt De Groot. “Je krijgt stoom en elektriciteit geleverd en dat is het. Nu heb ik in samenspel met mijn energiecollega en anderen bekeken of we op dit gebied meer kunnen bereiken. Qua kennis vulden we elkaar goed aan. We moesten erachter zien te komen wat het betekent als je met een chloorfa24 Chemie Magazine oktober 2015
DOW PLUKT VRUCHTEN VAN STOOMRECOMPRESSIE
Het restproduct van de productieprocessen van Dow Benelux in Terneuzen is stoom van lage temperatuur (circa 150 graden Celsius) en lage druk. De technologie om de laagwaardige restwarmte op te waarderen tot herbruikbare processtoom heet mechanische damprecompressie (MDR). De energie-efficiëntieprestatie (COP) van de MDR blijkt zo hoog (1 eenheid elektriciteit levert 5-10 eenheden warmte) dat elektrificatie bijna altijd goedkoper is dan stoomproductie met aardgas. De elektrisch aangedreven compressormachine is binnen één minuut afschakelbaar, maar heeft één tot twee uur opwarmtijd nodig. Een mogelijk vervolg is een on-site demo-installatie (10 ton per uur, 2 megawatt). Parallel hieraan wordt de zoektocht naar bredere toepassingen gestart. De hiervoor geldende randvoorwaarden zijn in de afgeronde studie goed in beeld gebracht.
briek op de onbalansmarkt gaat handelen.” Voor de verschillende technieken werd een merit order opgesteld: de voorkeursvolgorde naar kosten en prestatie. Dit leerde dat veel opties om overschotten aan groene stroom af te nemen en tekorten op te vangen duurder blijken dan de huidige stroomprijzen. Een dilemma, zo bleek, is dat de technieken die veel energie besparen en lage kosten hebben, veel hogere investeringen vergen. Twee deelnemers – Dow Benelux en AkzoNobel – konden uiteindelijk vaststellen dat hun businesscase vooralsnog gezond lijkt. Bij de andere drie deelnemers zijn de huidige waarde van het flexvermogen en het aantal bedrijfsuren van de onderzochte technologie (elektrische stoomketel en elektrische luchtverwarmer) onvoldoende om deze investering terug te verdienen. Maar bij AkzoNobel staat het onderwerp nu zeker op de kaart, aldus De Groot. “We gaan er intern mee verder. Er zijn nog veel zaken waar we goed naar moeten kijken. Een belangrijk aandachtspunt is dat de levering aan onze klanten onder geen enkele voorwaarde in het geding mag komen.”
Duurzaamheidsdoelen
Het duurzaamheidsaspect was voor AkzoNobel een belangrijke drijfveer om mee te doen. “Voor de productie van chloor is veel elektriciteit en
warmte nodig, traditioneel afkomstig van gascentrales”, vertelt De Groot. “We hebben ambitieuze doelen vastgesteld om de koolstofvoetafdruk van onze producten te verkleinen. Daarom kijken we intensief naar het vergroenen van onze energiebronnen.” Dow Benelux onderzocht de mogelijkheden van stoomrecompressie. Het bedrijf wil zijn restwarmte opwaarderen en opnieuw als processtoom inzetten. “We meenden een prima flexibele optie gevonden te hebben, maar ontdekten dat het interessant is om continu te elektrificeren”, zegt Kees Biesheuvel, technology innovation manager bij Dow. “Uit het project is een serieuze energiebesparingsoptie gekomen. Een optie die perfect in de duurzaamheidsdoelen voor 2025 past.” Over duurzaamheid gesproken: Krebbekx verwijst nog naar de afspraken uit het Energieakkoord om het vermogen aan windenergie te land en ter zee op te schalen met in totaal 7,25 gigawatt. De procesindustrie kan van die hoeveelheid gigawatts een substantieel aandeel rendabel afnemen. “Als de procesindustrie haar enorme energievraag gaat afstemmen op dit overvloedige aanbod van groene stroom, levert ze een aanzienlijke bijdrage aan de implementatie van hernieuwbare energie en het realiseren van de duurzaamheidsambities van ons land.” p
Magnetrol werkt.
Dus dit werkt.
Dus dit werkt.
Chemische producten zijn van cruciaal belang in het leven van uw klanten. Niveauen debietcontrole op zijn beurt is van cruciaal belang om er voor te zorgen dat die chemische productie niet stokt. Vertrouw daarom op MAGNETROL voor controleoplossingen die werken. Al meer dan 80 jaar zorgen wij voor niveau-instrumentatie in de olie- en gasindustrie. Bovendien bieden we de technologisch meest geavanceerde niveau- en debietmeting die vandaag beschikbaar is. Vertrouw op MAGNETROL om uw proces zorgeloos en veilig te laten verlopen, zodat uw klanten op u kunnen rekenen.
magnetrol.com • +32-(0)52-45.11.11 • info@magnetrol.be
© 2015 Magnetrol International, Incorporated
Centraal thema van CHAINS is dit jaar ‘Chemistry Matters for the Future’. Tijdens de chemieconferentie, die doorgaans circa 1500 chemici uit wetenschap en bedrijfsleven mag verwelkomen, worden wetenschappelijke doorbraken en innovaties volop gedeeld. “Wie iets met chemie van doen heeft, kan het zich niet veroorloven CHAINS te missen”, zegt Eelco Vogt van Albemarle Catalysts en lid van de programmacommissie. Tekst: Marloes Hooimeijer
CONFERENTIE CHAINS 2015 HEEFT CHEMICI VEEL TE BIEDEN
CHEMIE VAN BELANG VOOR DE TOEKOMST
D
e jaarlijkse chemieconferentie CHAINS brengt Nederlandse chemici vanuit alle subdisciplines, uit de academische wereld én uit het bedrijfsleven, bijeen om de nieuwste wetenschappelijke doorbraken in de chemie met elkaar te delen – en om elkaar te inspireren. De conferentie, georganiseerd door NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek), duurt dit jaar niet twee maar drie dagen: 30 november en 1 en 2 december. Dinsdag 1 december is de plenaire dag; op beide andere dagen vinden thematische (parallel)programma’s plaats. Op 30 november ligt de focus daarbij op: biochemie, moleculaire biologie, medicinale chemie, (bio-)organische chemie en analytische chemie. Op 2 december op: fysische en theoretische chemie, materialenchemie, procestechnologie en katalyse. Het centrale thema dit jaar is ‘Chemistry Matters for the Future’. Professor Wilhelm Huck, voorzitter van de programmacommissie, over deze keuze (in de NWO-uitgave Elements): “Chemie heeft een significante rol
26 Chemie Magazine oktober 2015
gespeeld in de ontwikkeling van onze wereld de afgelopen eeuw. Baanbrekend werk heeft tot (soms onvoorziene) innovaties in bijvoorbeeld medicatie en diagnostiek, materiaalontwikkeling en energieconversie geleid. We kunnen de toekomst niet altijd voorspellen, maar ik ben er zeker van dat innovatief, fundamenteel en toegepast onderzoek zullen leiden tot veel verrassende mogelijkheden voor de wereld van de toekomst en de uitdagingen waarmee die wordt geconfronteerd. Dat is wat ons samenbrengt op CHAINS 2015.”
Industry meets science
Door de dagen heen zijn er interessante plenaire lezingen van internationaal gerenommeerde sprekers (zie kader). Zij zullen hun onderzoeksbevindingen en chemische
innovaties delen met het publiek. Eelco Vogt, distinguished advisor catalyst R&D bij Albemarle Catalysts en professor Refinery Catalysis aan de Universiteit Utrecht, vertegenwoordigt het bedrijfsleven in de programmacommissie. “Tijdens CHAINS komen alle aspecten van chemie aan de orde: van fundamentele wetenschap tot innovatieve producten”, zegt hij in Elements. “Neem de plenaire spreker Jens Nørskov: hij combineert een diepgaand theoretisch en experimenteel begrip van katalyse op alle niveaus met industriële relevantie. Wie iets met chemie van doen heeft, kan het zich niet veroorloven CHAINS te missen.” Speciaal voor genodigden uit industrie en wetenschap is er op de tweede dag een netwerklunch, bedoeld om experts met verschillende achtergronden bijeen te bren-
‘Alle aspecten van chemie komen aan de orde: van fundamentele wetenschap tot innovatieve producten’
Event
WIE WINT TOPSECTOR CHEMIE STUDENTENCOMPETITIE?
Tijdens CHAINS 2015 wordt de winnaar van de Topsector Chemie Studentencompetitie bekendgemaakt. In die wedstrijd, mede mogelijk gemaakt door AkzoNobel, voerden vier geselecteerde teams een korte onderzoeksstage uit met als doel een creatieve oplossing te vinden voor een maatschappelijke of industriële uitdaging. Een van de teams ontwierp een prototype voor een apparaatje dat het mogelijk maakt tandenknarsen gedurende de dag op te sporen, de overige teams hebben oplossingen aangedragen op het gebied van biopesticiden, organische zonnepanelen en medicijnentoediening. gen om oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke wetenschappelijke problemen. Tijdens focussessies die dag kunnen deelnemers hun kennis bijspijkeren over thema’s als ‘constructie van een synthetische cel’, ‘chemische energieconversie en -opslag’ en ‘perovskietzonnecellen’. Of ze kunnen deelnemen aan de Industry meets science-sessies rond de thema’s Energy storage en Lab-on-a-chip, waarin samenwerking tussen wetenschap en industrie centraal staat. Deelnemers leren er hoe slimme chemie bijdraagt aan de doorontwikkeling van baanbrekende wetenschappelijke concepten tot producten voor de toekomst. Van wetenschap tot start-ups, tot innovatie-accelerators en grote bedrijven zullen daarbij aanwezig zijn.
Innovatiemarkt
De innovatiemarkt zet dit jaar chemische innovaties op het gebied van energy en microfluidics in de spotlights. Bezoekers zien hoe chemie bijdraagt aan de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen en aan energiebesparing. Bij microfluidics-
technologie gaat het om het ontwerpen en vervaardigen van processen en apparaten die met hele kleine hoeveelheden vloeistof (nanoliters) kunnen werken. Ze vinden toepassing op medisch terrein, in organische synthese en genetische analyse. CHAINS 2015 biedt ook veel ruimte voor (werving van) jong talent. Zo is er een carrièremarkt en zullen jonge onderzoekers hun laatste resultaten in lezingen en op posters presenteren. Verder wordt de winnaar van de Topsector Chemie Studentencompetitie bekendgemaakt (zie kader), evenals de winnaar van de Gouden Kiem (de meest bijzondere start-up in de chemie) en de winnares van de Athena Award (voor excellente vrouwelijke chemici, die hoogstaand wetenschappelijk onderzoek verrichten). p CHAINS 2015 vindt plaats op 30 november, 1 en 2 december in NH Conference Centre Koningshof in Veldhoven. Meer informatie en registratie: www.chains2015.nl
GELAUWERDE SPREKERS
De eerste plenaire spreker is niemand minder dan Nobelprijswinnaar Stefan Hell van het Max Planck Institute for Biophysical Chemistry in Göttingen. Hij ontving de Nobelprijs voor de Scheikunde 2014 (samen met de Amerikanen Eric Betzig en William Moerner) voor de ontwikkeling van superresolutie-fluorescentiemicroscopie. Hij staat in een mooi rijtje sprekers, met verder onder meer Stanfordprofessor Jens Nørskov, die theoretische methodes ontwikkelt om eigenschappen van materialen te begrijpen, en Klaus Müllen, directeur van het Max-Planck-Institut für Polymerforschung in Mainz. Professor Müllen zal tijdens CHAINS 2015 de KNAW Van ‘t Hoff Lezing uitspreken. Van Hollandse bodem is de spreker René Janssen, winnaar van de NWO-Spinozapremie 2015 en expert op het gebied van organische zonnecellen.
oktober 2015 Chemie Magazine 27
CHEMIE LOST HET OP
VIJF MAATSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN GEANALYSEERD 28 Chemie Magazine oktober 2015
Analyse
De chemie maakt op vrijwel alle vlakken serieus werk van de problemen waar de wereld mee geconfronteerd wordt. ‘Chemie biedt oplossingen’ is dan ook een vaak gehoorde kreet vanuit de VNCI en de Topsector Chemie. Maar welke concrete oplossingen biedt de chemie voor de ‘maatschappelijke uitdagingen’ nu en in de toekomst? Tekst: Inge Janse
D
e Europese Unie presenteerde in 2014 de grootste ‘maatschappelijke uitdagingen’ die tussen nu en 2020 spelen. Ze staan vermeld in Horizon 2020, het onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU dat in 2014 van start ging en zo’n 80 miljard subsidiegeld vrijmaakt. Bijna de helft hiervan is bedoeld voor die maatschappelijke uitdagingen. Twee daarvan kan de chemie niet oplossen: hoe de Europese maatschappij moet omgaan met een snel veranderende wereld en wat Europa kan doen om de vrijheid en veiligheid van zijn grenzen en inwoners te garanderen. De andere vijf wel. Niet voor niets heeft de Topsector Chemie juist deze vijf gekozen als pilaren voor zijn beleid. Maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? Welke concrete oplossingen heeft de (Nederlandse) chemie-industrie te bieden? Een korte – niet volledige – inventarisatie.
1. GEZONDHEID EN OUDERDOM
OPLOSSING
De beste samenvatting voor wat chemie doet aan gezondheidszorg is ‘heel erg veel’. Zo kent de Topsector Chemie een aparte onderzoekslijn voor ‘Chemistry of life’, oftewel de zoektocht naar hoe we levend materiaal beter kunnen begrijpen – en beïnvloeden. Onderzoekers van de Radboud Universiteit brachten aan het licht dat je weefselbeschadiging kunt opsporen door het vrijkomen van etheen te meten. Een spin-off van de Universiteit Twente, MyLife Technologies, ontwikkelde een pleister met minuscule naalden voor vrijwel pijnloze en optimaal effectieve injecties van een medicijn. En medical2market, een van de Universiteit Twente afgesplitst bedrijf, maakt een bloedfilter dat rode bloedcellen kan halen uit het bloed dat een patiënt tijdens een operatie kwijtraakt, zodat hij geen donorbloed meer nodig heeft. Maar ook de industrie draagt haar steentje bij. Dit voorjaar gaven HSEmanagers van DSM en LyondellBasell een workshop voor het ok-
personeel van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. De les van de chemiebedrijven: hanteer life saving rules, spreek je onderlinge verwachtingen uit en laat de leidinggevende het goede voorbeeld geven. Bovendien maken innovaties uit de industrie, zoals via nieuwe grondstoffen voor 3D-printers, allerlei medische toepassingen mogelijk. Wat te denken van de kunstschedel die het UMC Utrecht dit jaar fabri-
ceerde ter vervanging van een kapot exemplaar?
CONCLUSIE
Gezondheid is een van dé onderwerpen waar de chemie zich mee bezighoudt en waar zij een enorme rol speelt. Dat gebeurt zowel op fundamenteel niveau via onderzoek als via praktische toepassingen om de bestaande zorg te verbeteren.
Dit voorjaar gaven HSE-managers van DSM en LyondellBasell een workshop voor het ok-personeel van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam.
FOTO: SHUT TERSTOCK
UITDAGING
We willen allemaal lang, gelukkig en gezond leven, maar er liggen veel bedreigingen op de loer, zoals de toename van het aantal alzheimerpatiënten en antibiotica-resistente superbacteriën.
oktober 2015 Chemie Magazine 29
e
3. DUURZAME ENERGIE
Modern voedsel is gezonder, veiliger en langer houdbaar.
FOTO: SHUT TERSTOCK
UITDAGING
2A VOEDSELZEKERHEID UITDAGING
Rond 2050 telt deze aarde zo’n negen miljard mensen. Hoe zorgen we ervoor dat hun consumptie en voetafdruk de aarde niet uitputten?
OPLOSSING
Chemie biedt veel oplossingen om deze doelen te realiseren. Modern voedsel zit bijvoorbeeld vol chemische toevoegingen, waardoor ons voedsel gezonder, veiliger en langer houdbaar is. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen spelen een cruciale rol om voldoende voedsel te produceren voor de groeiende wereldbevolking. Beide hulpstoffen hebben het leven van mil-
joenen mensen gered en verlengd. Genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s) zorgen ervoor dat er meer oogsten slagen, opbrengsten hoger liggen en voedsel meer variatie kent. Multinationals als Bayer en DuPont werken aan planten die bestand zijn tegen schimmels en zilte bodems. Zo bestaan er rijstsoorten die met heel weinig water toch kunnen groeien, of juist een overstroming van twee weken overleven. De start-up Keygene in Wageningen ontwikkelde een nieuwe methode om snel genen met nuttige eigenschappen te vinden en in te bouwen.
2B DUURZAAM GEBRUIK BIOLOGISCHE HULPBRONNEN UITDAGING
Gebruik van fossiele hulpbronnen zorgt voor uitputting van de aarde, bovendien raken ze een keer op. Hoe kunnen we deze hulpbronnen vervangen door biogebaseerde?
bezit, speelt de chemie een essentiële rol in het voeden van de wereldbevolking én in het werken aan duurzame bronnen voor grondstoffen.
OPLOSSING
De chemie werkt hard aan de inzet van biologische bronnen als grondstof. De Suiker Unie denkt bijvoorbeeld dat het in de toekomst een bioraffinaderij wordt die alle onderdelen van de suikerbiet scheidt, waarna chemiefabrieken van al deze componenten producten kunnen maken. Verder onderzoeken de Universiteit van Wageningen en TNO sinds dit voorjaar hoe zij eiwitten uit plantaardig materiaal (die anders verbrand worden) in kunnen zetten om voedsel en grondstoffen te produceren. Ook zijn zowel technologiecentrum ECN als BioBTX (het samenwerkingsverband van KNN, Syncom en de Rijksuniversiteit Groningen) druk doende om uit groene afvalstoffen de chemische bouwstenen benzeen, tolueen en xyleen te halen.
30 Chemie Magazine oktober 2015
OPLOSSING
De chemie focust zich vooral op het verminderen van het energieverbruik (door efficiëntere productieprocessen) en het afnemen van duurzame energie. Zo gebruiken Shell Moerdijk en DuPont Dordrecht restwarmte van afvalverbrandingsinstallaties voor hun processen. Chemie staat aan de basis van zo ongeveer elke vorm van duurzame energie. Niet alleen levert de chemie alle materialen om zonnepanelen te maken, ook ontwikkelde DSM in 2014 een folie om het rendement met 10 procent te verhogen. Hetzelfde bedrijf vertelde deze zomer ook dat het zelf energie gaat opwekken via deze zonnecellen op een vier hectare grote vuilstortplaats vlak bij het chemieterrein Chemelot. Tegelijkertijd onderzoeken elf partijen in Groningen hoe zij duurzaam opgewekte energie in kunnen zetten om methaan te maken. Bij deze power-to-gasmethode gebruiken zij de groene energie eerst om via elektrolyse waterstof te maken. Dat is niet alleen een grondstof voor de chemie, maar een speciale bacterie kan de waterstof ook combineren met CO2 tot groen aardgas. Wat ook tot de verbeelding spreekt, is de Blue Energy-installatie op de Afsluitdijk. Fujifilm gebruikt hier een speciale folie dat ladingverschil tussen zoet en zout water omzet in elektriciteit.
De suikerbiet kan in de toekomst de grondstof leveren voor chemiefabrieken.
FOTO: SHUT TERSTOCK
CONCLUSIE
CONCLUSIE (2A EN 2B)
Zelfs al had de chemie enkel kunstmest ontwikkeld, dan was haar rol al enorm geweest. Maar via additieven, genetische modificatie en slim gebruik van elk molecuul dat voedsel
Duurzame energie is de gedroomde opvolger van fossiele bronnen. Maar hoe zorg je ervoor dat deze vorm snel genoeg groeit en in de vraag kan voorzien?
De chemie-industrie is een belangrijke toeleverancier voor makers van duurzame energie en doet er zelf alles aan om zo energiezuinig mogelijk te werken. Als grootafnemer van energie is zij gebaat bij de doorontwikkeling van veel en goedkope duurzame energie, waarbij zij vooralsnog ook andere energiebronnen nodig heeft.
Analyse
5. KLIMAATACTIE, MILIEU, HULPBRONEFFICIËNTIE EN GRONDSTOFFEN UITDAGING
4. GROENE, GEÏNTEGREERDE MOBILITEIT UITDAGING
De huidige transportsystemen zijn vooral gebaseerd op olie, veroorzaken veel files, te veel ongevallen en te veel milieuvervuiling. De EU zoekt daarom naar een ‘duurzaam transportsysteem dat past bij een modern, concurrerend Europa’.
OPLOSSING
De chemie kan de veiligheid en efficiëntie van mobiliteit een stevige impuls geven via de nieuwe materialen die zij ontwikkelt. Dit jaar vloog bijvoorbeeld de Solar Impulse over de aarde, een Zwitsers vliegtuig dat volledig op zonne-energie draait. Dat lukt onder meer door het gebruik van een zeer lichte vezelversterkte kunststof. Maar ook dichter bij huis verandert chemie het transport. Zo bevat Nuna, de zonneracewagen van de TU Delft, chemische snufjes van DSM, zoals styreenvrije composietharsen, 3D-geprinte onderdelen en met Dyneema versterkte wielkappen en veiligheidsriemen. Een speciale plek bij al die innovaties neemt composiet in, de met koolstofvezels versterkte kunststof die bijvoorbeeld auto’s, boten en vliegtuigen veel lichter kan maken. Hierdoor vragen zij veel minder brandstof voor dezelfde hoeveelheid kilometers, met alle positieve gevolgen voor portemonnee en milieu van dien. In Nederland spelen AkzoNobel en DSM een belangrijke rol bij de ontwikkeling en productie hiervan. Bedrijven experimenteren ook met duurzame grondstoffen om het transport te vergroenen. Studenten van de Technische Universiteit Eindhoven en AkzoNobel lieten dit jaar tijdens de AutoRAI een auto zien waarin de panelen versterkt zijn met biovezels. Op het terrein van SABIC in Bergen op Zoom kweekt NNRGY Crops olifantsgras om met zijn vezels kunststof auto-onderdelen te verstevigen. En asfaltfabrikant Latexfalt in Koudekerk aan de Rijn onderzoekt de inzet van raapzaadolie (in plaats van kerosine) om wegbedekking te produceren.
CONCLUSIE
De chemie speelt een belangrijke rol om bestaande vervoersmiddelen schoner, zuiniger, stiller en veiliger te laten bewegen. Ook staat zij aan de basis van revoluties in vormen van verkeer, zoals vliegtuigen en auto’s die volledig op zonne-energie draaien.
OPLOSSING
De oplossing is een groene en circulaire economie. Maar hoe realiseer je die? Een mooi voorbeeld vormt ‘Take Back Chemicals'. Hierin blijft de producent van de chemische stof eigenaar van het product. De gebruiker betaalt niet voor elke ton materiaal, maar voor de hoeveelheid werk die hij hiermee kan verzetten. Take Back Chemicals wordt momenteel via een Green Deal uitgeprobeerd in vijf projecten. Verder draagt 4C4Chem zijn steentje bij. Met deze aanpak kunnen collega-bedrijven hun goederen samen vervoeren of hun voorraden delen. In Nederland doen onder meer Dow, Shell Chemicals en SABIC hieraan mee. Ook broeikasgas wordt steeds vaker hergebruikt, zodat het niet in de lucht terechtkomt. Zo staan er in Rotterdam twee silo’s met vloeibare CO2, afkomstig van Shell Pernis en Abengoa, die tuinders gebruiken voor hun planten. Een iets andere aanpak overweegt Dow Benelux, dat in Terneuzen het overtollige waterstof uit zijn kraker wil doorgeven aan kunstmestfabrikant Yara en chemiebedrijf ICP-IL. Dit zou 30.000 ton CO2-uitstoot per jaar besparen. Maar ook buiten de poorten van de industrie betekent de chemie veel om de uitstoot van CO2 te beperken. In 2009 werd al bekend dat chemieproducten drie keer zoveel CO2 besparen (bijvoorbeeld via isolatiemateriaal, lichtere auto’s en efficiëntere motoren) dan chemiefabrikanten uitstoten tijdens de productie hiervan. Dat besparingspotentieel neemt toe naarmate de chemie nieuwe producten ontwikkelt met nog betere eigenschappen.
CONCLUSIE
Hoe minder grondstoffen en energie de chemie gebruikt, des te lager ligt de kostprijs. De chemieindustrie beschikt daarom over alle prikkels om het milieu zo min mogelijk te belasten. Ook verderop in de keten zorgen ontdekkingen en producten van de chemie voor milieuwinst, bijvoorbeeld door beter geïsoleerde huizen en lichtere auto’s. Het klimaat en het milieu profiteren dus van de chemie. p
FOTO: SHUT TERSTOCK
De Nuna 7 tijdens de VNCI-jaarvergadering.
FOTO: JEROEN POORT VLIET
Voor steeds meer grondstoffen raakt de bodem in zicht, terwijl ook hulpstoffen als schoon water niet meer vanzelfsprekend zijn. Bovendien bedreigt ons consumptiepatroon biodiversiteit en ecosystemen.
Chemieproducten besparen drie keer zoveel CO2 (bijvoorbeeld via isolatiemateriaal) dan de fabrikanten uitstoten tijdens de productie hiervan.
oktober 2015 Chemie Magazine 31
FOTO: ELODIE BURRILLON
De wo-studenten algemene chemie aan wie de VNCI een Topsector Chemiebeurs heeft uitgereikt.
66
Op 7 oktober ontvingen 66 jonge chemietalenten een Topsector Chemiebeurs, waarvan er 18 door de VNCI werden uitgereikt aan universitaire masterstudenten algemene chemie. Uit eerdere lichtingen zijn inmiddels 18 hbo-talenten afgestudeerd en hebben 5 wo-talenten hun bachelorfase afgerond.
De feestelijke uitreiking vond plaats in de Jaarbeurs Utrecht, in aanwezigheid van Gerard van Harten liet tegelijkertijd Gerard van Harten, boegbeeld van de Topmet de aanschaf van de Tesla zonsector Chemie, en Bertholt Leeftink, nepanelen op het dak van zijn directeur-generaal Bedrijfsleven & Innoschuur plaatsen. vatie bij het ministerie van EZ. Met de rea32 Chemie Magazine oktober 2015
TALENTEN
lisatie van inmiddels 113 beurzen voorziet de Topsector Chemie nu al in meer dan 10 procent van de ambitie van 1000 beurzen die door Techniekpact is gesteld. De Topsector Chemie is daarmee koploper ten opzichte van de andere Topsectoren. Sinds de start van dit beurzenstelsel in 2011 is er een duidelijke toename te zien in de instroom bij chemie-opleidingen. Met een beurs volgt de student een van de vier talentenprogramma’s van de Topsector Chemie (zie kader). Deze programma’s worden gezamenlijk met de sponsorbedrijven, hogescholen en universiteiten
vormgegeven. Ze helpen de interesse in een chemieopleiding en de uitstroom naar een baan in de chemiesector te vergroten, tevens verruimen ze het aanbod op de arbeidsmarkt van goede afgestudeerde scheikundigen en procestechnologen. De studenten komen in aanraking met verschillende bedrijven en dienen tijdens en na hun deelname als rolmodel voor potentiĂŤle chemiestudenten. Daarnaast biedt de Topsector Chemiebeurs chemiebedrijven een laagdrempeligere toegang tot hogescholen en universiteiten, wat leidt tot meer kennisuitwisseling en een betere samenwerking tussen beide partijen.
Wetenswaardig
ONTVANGEN TOPSECTOR CHEMIEBEURS De Topsector Chemiebeurzen zetten in op excellentie. De chemie-industrie is een dynamische en innovatieve sector, die een directe bijdrage levert aan een duurzame samenleving en een gezonde economie. De chemiesector streeft naar een leidende positie in Europa en moet hard blijven vernieuwen om in de toekomst een goede concurrentiepositie te behouden. Meer dan ooit zijn talentvolle scheikundigen nodig om deze ambities te verwezenlijken. p
VIER TALENTENPROGRAMMA’S De Topsector Chemiebeurs kent de volgende talentenprogramma’s: Analytical Sciences Talent Program (ASTP): 2e t/m 4e jaar hbo; 100 uur/jaar extra onderwijs; 600 uur extra stages bij bedrijven; beurs (3000-5400 €/jaar); 66 studenten. Coördinatie: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en COAST. MSc+ Analytical Sciences: 1e en 2e jaar academische MSc; 150 uur/jaar extra onderwijs; 1600 uur aan stages bij bedrijven en/of in (publiek-)private projecten; beurs (4400-5000/jaar); 12 studenten. Coördinatie: COAST. MSc WO Algemene Chemie-opleiding: 4e en 5e jaar academische MSc; honourstrajecten aan universiteiten; extra contact met bedrijven; beurs (€11.000 voor 2 jaar); 20 studenten. Coördinatie: VNCI. Process Technology Talent Program (PTTP): 2e t/m 4e jaar hbo; 300 uur/jaar extra onderwijs; stages bij bedrijven; 29 studenten. Coördinatie: ISPT. oktober 2015 Chemie Magazine 33
SUCCES BRICS-LANDEN VERKRUIMELT, MAAR NOG STEEDS KANSEN VOOR CHEMIE
HET GROEIWONDER Waar de BRICS-landen lange tijd floreerden, staat de groei er nu zwaar onder druk. De economische bubbel van China knapt en de economieën van grondstoffenlanden Brazilië, Rusland en ZuidAfrika – sterk afhankelijk van China – haperen. Maar ook in minder florissante tijden is er voor de chemie nog genoeg te doen. Tekst: Leendert van der Ent
D
e Nederlandse economie zit na zeven jaar eindelijk weer in de lift. Feest op de beurs? Nauwelijks. In augustus daalde de AEX in anderhalve week met 17 procent. Reden: China, waar ongeveer 1 procent van onze rijkdom op is gebaseerd, heeft problemen. Het land devalueerde onverwacht enkele malen zijn yuan. Officieel vertraagt de groei van 10 naar 7 procent, maar de devaluaties tonen aan dat er meer speelt. De tweede economie in de wereld – twaalf keer zo groot als die van Nederland – sukkelt. Daarmee is China het vierde BRICS-land (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) waar de economie na tijden van imposante groei stokt. In Brazilië hapert de economie al sinds 2010: de real staat laag en de inflatie bedraagt inmiddels 8 procent. En de Russische motor sputtert sinds 2013.
Grondstoffenhonger gestild
Dat verhaal begint en eindigt met China, waarvan grondstoffenlanden Brazilië, Rusland, maar ook ZuidAfrika sterk afhankelijk zijn. Voor Brazilië zijn ijzererts, aardolie, sojaproducten en suiker de belangrijkste exportproducten. Ruimschoots de grootste importeur van die Braziliaanse goederen is China en de Chinese vraag stokt. Rusland is vooral via de wereldmarktprijzen afhankelijk van de Chinese vraag; 8,1 procent van de export gaat naar China. 63 procent van de Russische export bestaat uit olie- en gasproducten, naast steenkool, hout en metalen. China transformeert zich van goedkope werkplaats en kampioen infrastructuur- en woningbouw tot specialist in hightech en biotech. Het lagelonenparadijs bestaat na spectaculaire salarisstijgingen nauwelijks meer. Taiwanese en Chinese elektronicafabrikanten verplaatsen hun productie deels naar India. Dat land is China inmiddels in groeitempo voorbijgestreefd en neemt de rol op het gebied van goedkope arbeid en staalconsumptie over. Hierdoor stilt de Chinese olie- en staalhonger – die nog 34 Chemie Magazine oktober 2015
altijd bijna de helft van het wereldstaalverbruik vertegenwoordigt. IJzererts werd dit jaar bijna een derde goedkoper. Afvlakkende Chinese vraag verklaart ook deels de halvering van de olieprijs. Rusland en Brazilië voelen dat. Samen met andere factoren leidt dit tot een krimp van 5 procent in Rusland en 2 procent in Brazilië voor 2015. Vincent Oomes, partner Strategie & Operations bij Deloitte, wijst op de rol van de ‘commodity supercycle’ die de grondstoffenlanden treft. “Bij een hoge prijs investeren producenten in extra productiecapaciteit, waarna de prijs door overaanbod daalt. Normaal duurt zo’n cyclus tien jaar, maar lange tijd zorgde China voor een onafgebroken hoge vraag naar olie, metalen en landbouwcommodity’s. Schalie-olie, schaliegas, nieuwe mijnen en nieuwe productiecapaciteit voorzien daarin. Nu de vraag afvlakt, zakt de prijs uiteindelijk toch.”
Chinese bubbel
Oomes ziet de huidige Chinese ontwikkeling als uitgesteld effect van de kredietcrisis. “Voor de Chinese overheid draait alles om interne rust. Toen het Westen in 2008 de kredietcrisis doormaakte, deed China alles om die buiten de deur te houden. We zagen in Europa de import uit China teruglopen, maar lazen dat niet in de Chinese exportcijfers. In werkelijkheid werd verminderde export gecompenseerd met kolossale, goedkoop gefinancierde binnenlandse infrastructuur- en bouwprojecten.” De bubbel die ontstond knapt nu. Willem Vaessen, directeur Chemical Value Chain bij Deloitte Consulting, zegt hierover: “Enkele jaren terug nam een collega me ’s avonds mee naar nieuwe buitenwijken van Shanghai. Hij zei: ‘Let op hoeveel licht er brandt.’ Bijna alle woningen waren onbewoond.” Zo zijn er miljoenensteden gebouwd zonder bewoners. Daardoor zijn de niet-bancaire bedrijfsschulden in China met 125 procent van het bnp opgelopen tot twee à drie keer het percentage in veel andere economieën (‘China’s very high mountain of
Economie
ILLUSTR ATIE: HALO DE REIJGER
VOORBIJ
debt’, Bloomberg 2015). De huidige reactie van de Chinese regering – nóg goedkoper geld, nóg meer kredietruimte voor investeringen en zoeken naar ‘schuldigen’ achter dalende beurskoersen – is niet hoopgevend. Vaessen: “Maar de overcapaciteit in de maakindustrie is, hoewel minder zichtbaar, uiteindelijk veel ernstiger.”
Kansen
“Shell, AkzoNobel, DSM, allemaal hebben ze hun groeiplannen in China moeten terugschroeven”, zegt Ivan Moen, hoofd beleggingen bij Optimix vermogensbeheer in augustus in NRC. Minder export, minder bouw, minder auto’s en minder infrastructuur hebben effect op de chemie. DSM en AkzoNobel hebben beide tientallen locaties in China, waaronder veel productielocaties. Voor deze chemiebedrijven is de huidige ontwikkeling oud nieuws, betoogt Vaessen. “Westerse bedrijven stellen in China tegenwoordig winstgroei boven groei. Het afbouwen van kunstmatige capaciteitsgroei begon al in 2013. De Chinese overheid blijft weliswaar megaprojecten zoals de nieuwe Zijderoute, Four Megacities en China Manufacturing 2015 aankondigen, maar het afblazen van een pijplijn naar Siberië geeft aan wat dit waard is. Der-
gelijke projecten kunnen bovendien nooit voldoende overcapaciteit absorberen.” Industriële overcapaciteit, zoals in basischemie en ook investeringen in ‘coal to chemicals’, is de achilleshiel van de Chinese ontwikkeling. De overcapaciteit in basischemie blijft, en heeft via wereldmarktprijzen effect op Europa. “DSM speelt hier al enkele jaren op in door de Caprolactam-activiteiten af te stoten en vooral te investeren in Noord-Amerika”, zegt Vaessen. “Toch ondervindt DSM ook via de prijs van ‘eenvoudige’ vitamines de
e
RUSLAND DE VLOEK VAN GRONDSTOFFEN Nederlandse chemiebedrijven hebben vooral afzetbelangen in Rusland. De lokale productie is niet doorslaggevend. Oomes: “De Russische chemie-industrie is niet zo belangrijk. De enorme olie- en gasexporten hebben de roebel zo duur gemaakt, dat alleen zeer efficiënt geproduceerde eindproducten kans maken op de wereldmarkt. ’s Lands grondstoffenrijkdom is daarmee een vloek voor de lokale maakindustrie.” oktober 2015 Chemie Magazine 35
‘China compenseerde verminderde export met kolossale, goedkoop gefinancierde infrastructuur- en bouwprojecten’
invloed van Chinese overcapaciteit. Het devies blijft: weg uit commodity’s.” Intussen kent China nog altijd economische groei en groeit de chemie sneller dan gemiddeld. De huidige gebeurtenissen versnellen een rationalisatieslag. Kleine locaties sluiten en grote, gunstig gelegen locaties verduurzamen. Vaessen: “De beurscorrectie is gezond en wijst China erop dat vrije markt en hervormingen nodig zijn, vooral bij staatsbedrijven. De politiek zal bepalen of dat ook echt gebeurt. Zo ja, dan hebben westerse en zeker Nederlandse bedrijven de kennis en de middelen om dat te realiseren. De kansen liggen in procestechnologie en eindmarkten in energie en duurzaamheid: technologie voor zonnepanelen, accutechnologie, valorisatie van biomassa, waterbehandeling en afvalverwerking. De stap van kennis naar innovatie verloopt in China moeizaam. De Chinezen zullen die behoefte invullen door overnames in het Westen en door samenwerking met westerse bedrijven.” Oomes benadrukt de kansen voor de langere termijn: “De groeiende welvaart in Azië leidt uiteindelijk tot een sterk groeiende middenklasse en groei door binnenlandse consumptie.”
Brazilië
Net als in China hebben de Nederlandse chemie-multinationals flinke belangen, productievestigingen en groeiplannen in Brazilië. Daarvoor zit de economische ontwikkeling niet mee. Nico Schiettekatte van de InnovatieRaad op de Nederlandse ambassade in São Paulo licht toe: “Naast verminderde Chinese vraag speelt ook droogte Brazilië parten. Die raakt de drinkwatervoorziening en de zeer belangrijke waterkrachtsector. Daardoor is de elektriciteitsprijs sterk gestegen.” Het land pakt de pijnpunten wel aan, vindt Schiettekatte.
ZUID-AFRIKA NEGATIEVE GROEI
De ‘S’ van South Africa maakt BRIC tot BRICS. Het land kampt met dezelfde ontwikkelingen als Rusland en Brazilië. Met edelmetaal (25,8%), steenkool (7,4%) en diamant (7,3%) als belangrijkste exportproducten en China als grootste handelspartner verklaren sterk gedaalde grondstoffenprijzen de negatieve groei in het tweede kwartaal van 2015. Haperende stroomvoorziening en massaontslagen in de mijnbouw helpen dan niet. De rand staat historisch laag tegenover de dollar. 36 Chemie Magazine oktober 2015
INDIA NIEUWE GROEIKAMPIOEN India is groot in hoogwaardige sectoren zoals ICT en farmacie. Vooral de geneesmiddelenindustrie maakt de chemie tot tweede exportsector. Het land heeft een enorme achterstand op China, dat met ongeveer evenveel inwoners een vijf keer zo grote economie heeft. India ligt lekker op koers voor die inhaalslag. De Indiase minister van financiën Arun Jaitley presenteerde eind februari een groei van 7,4 procent over 2014 en een raming van 8 tot 8,5 procent voor 2015. Dat maakt India tot wereldkampioen groei.
“Brazilië is de zesde producent van chemicaliën en heeft 400.000 directe en 2 miljoen indirecte banen in de chemie. Desondanks had het land in 2014 een handelstekort van bijna 32 miljard dollar in chemische producten. Brazilië ziet (chemische) kennis als de sleutel voor de broodnodige omslag van commodity’s naar toegevoegde waarde.” Volgens een rapport van de Braziliaanse nationale ontwikkelingsbank BNDES liggen er kansen voor de chemie. Schiettekatte: “In 2016-2017 komt ruim 500 miljoen euro beschikbaar voor plannen. Buitenlandse partijen zijn welkom. De Braziliaanse kennisvraag naar bijvoorbeeld diervoedingssupplementen, composieten en biochemicals sluit uitstekend aan bij het Nederlandse aanbod.” Het is een mooi uitgangspunt voor uitbreiding van bestaande, door NWO en BE-Basic gefinancierde publiek-private en wetenschappelijke samenwerkingsprojecten. De Topsector Chemie ziet in Brazilië een van de belangrijkste samenwerkingspartners. “Half augustus kondigde minister Bussemaker van OCenW in Brazilië aan dat de samenwerking ook het onderwijs zal omvatten: uitwisseling van studenten in ‘living labs’ voor toepassingsgericht biobased-gerelateerd onderzoek bijvoorbeeld”, aldus Schiettekatte. “Brazilië kijkt naar ons. Dat biedt goede kansen voor Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven.” Toch is het land er nog niet: “Investeerders willen zekerheid over de economische en politieke toekomst. Die stabiliteit is er gewoon niet.” p
Het zit in ons karakter
De haven is ons leven. Aanpakken, hard werken en toegankelijke mensen, dat is ons karakter. Wanneer je Zeeland Seaports leert kennen, maak je kennis met professionals die trots zijn op hun havens. Uw belang is ook ons belang. Klanten komen op de eerste plaats. Altijd. Wij weten wat belangrijk is voor uw bedrijf. Dat zit in ons karakter en is een van onze specialiteiten: heliport locatie aan zee een diepgang van 16,5 meter goede, filevrije achterlandverbindingen geen negen tot vijf mentaliteit bereikbare havens en mensen gespecialiseerde terminals voor een breed scala aan lading u kunt ons 24/7 bereiken op +31 (0)115 647400
www.zeelandseaports.com
driven by dedication
‘IK KRIJG EEN KICK VAN KLANTEN BINNENHALEN’ Het familiebedrijf Driessen Logistics mengt, mixt en transporteert voor de chemie, voedselindustrie en diervoedermarkt. Albert Goedemoed is verantwoordelijk voor het binnenhalen van nieuwe klanten en ontwikkelen van nieuwe producten. Als je je werk niet leuk vindt, dan moet je direct stoppen.
FOTO: VINCENT VAN DEN HOOGEN
Tekst: Inge Janse
38 Chemie Magazine oktober 2015
Arbeidsmarkt
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.
Albert Goedemoed SALES AND DEVELOPMENT MANAGER BIJ DRIESSEN LOGISTICS
1
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Albert Goedemoed en werk als sales and development manager bij Driessen Logistics, een 85 jaar oud familiebedrijf in Deurne. Het is gespecialiseerd in het ompakken, afvullen, oplossen, blenden, op drager zetten, zeven en verbulken van producten voor de voedingsmiddelen-, diervoedingsmiddelen- en chemische industrie. Driessen kent vier afdelingen: fabriek, transport, shipping and forwarding van containers ĂŠn luchtvracht. Als sales manager bespreek ik met potentiĂŤle klanten wat wij voor hen kunnen doen, als business developer leg ik relaties. Zegt een klant bijvoorbeeld dat hij X maakt, en heeft dat raakvlakken met een andere klant waar wij voor produceren, dan breng ik ze met elkaar in contact. Mede door mijn werk is ons klantenbestand door de jaren heen behoorlijk gegroeid.
2
Wat vertel je je dochter van zeven als zij vraagt wat voor werk je doet? Wij maken producten voor klanten die zelf geen fabriek hebben. Driessen heeft daarom een grote fabriek waarin we producten mengen en in verpakkingen van de klant stoppen. Die geven we terug aan de klant, zodat hij die kan verkopen in de winkel. Zo maken we bijvoorbeeld pannenkoekenmeel en stoppen we dat in een zakje. We maken ook spullen voor diervoeding en sportvoeding. Ik zorg er daarbij voor dat we onze diensten verkopen aan de klant.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Op jonge leeftijd bleek dat ik dyslexie had. Ik ging daarom naar de mavo, waar exacte vakken mij goed bleken te liggen. Ik koos daarna voor proces- en milieutechoktober 2015 Chemie Magazine 39
e
Goedemoed: ‘Als sales manager bespreek ik met potentiële klanten wat wij voor hen kunnen doen, als business developer leg ik relaties.’
nologie op de mts in Hilversum, gevolgd door chemische technologie op de hts in Utrecht. Ik kwam er tijdens mijn afstudeerstage alleen achter dat mijn passie niet lag bij het werken op een lab. Ik zag meer kansen in de combinatie van mijn chemische kennis met commercie. Na mijn opleiding bleek dat de appel nooit ver van de boom valt. Mijn vader werkte namelijk jarenlang in de chemische distributie, en ik begon mijn loopbaan bij chemicaliëndistributeur Interland Chemie in Oosterhout. Ik vervolgde mijn carrière in de technical sales bij Quaron in Zwijndrecht. Hier kwam ik in contact met een fabrikant van oleochemicaliën uit Maleisië, wat leidde tot een exclusief agentschap voor de Benelux en Frankrijk en promotie tot productmanager. Daarna zette ik een afdeling voor voedingsmiddelen op en werd ik business unit manager. Toen Quaron werd verkocht aan Univar, vertegenwoordigde ik specialiteiten van BASF. Dat deed ik in Brussel, waardoor ik heen en weer moest rijden vanuit Den Bosch. Ik vond het daarom erg interessant en uitdagend toen Driessen me vroeg om daar te komen werken. Het bedrijf heeft veel klanten, van grote multinationals tot kleine pannenkoekfabrieken, met elk hun eigen proces en kwaliteitseisen. Dat zie je ook terug in onze fabriek.
?
4
Albert barbecuet graag spareribs (“die gaan er zes uur op”) en is een enorm gedreven snowboarder. Hij gaat daarom elk jaar op wintersport. Hij reist ook graag en moet alleen nog Zuid-Amerika en de regio Australië bezoeken. Ook de Elfstedentocht is op zijn bucket list al doorgeschrapt (“Die schaatste ik in 1997 met mijn vader”). Wel wil hij nog graag de Nijmeegse Vierdaagse lopen, maar daar is hij tot nu toe voor uitgeloot. Ook wandelt hij graag met zijn hond over het strand van Ameland, waar zijn familie een vakantiewoning heeft. En hij tennist, klust en onderhoudt een groot zeeaquarium. (“Ik slaap inderdaad niet zoveel nee.”)
40 Chemie Magazine oktober 2015
FOTO: VINCENT VAN DEN HOOGEN
WIE IS ALBERT GOEDEMOED NAAST ZIJN WERK?
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Ik houd van presteren. Een klant binnenhalen waar we langere tijd veel voor kunnen produceren, daar krijg ik een kick van. Die samenwerking is soms heel uitdagend, want we maken veel verschillende producten. Zo hebben we hallen die halal en koosjer moeten zijn. Daarvoor krijgen we rabbijns en imams over de vloer. Ook ontvangen we veel controleurs voor onze zuivelproducten en zien we veel douane-ambtenaars. Ik houd van deze variëteit en verschillende processen, want die houden me scherp. Mijn werk zorgt soms voor spanning bij de afdeling productie, maar dan stropen we de mouwen op. Zo was er vorig jaar een snoepfabriek die door een kapot filter 600 ton zetmeel had met ijzerdraad erin. De fabriek zat met haar handen in het
Arbeidsmarkt
‘ Mijn werk zorgt soms voor spanning bij de afdeling productie, maar dan stropen we de mouwen op’ haar en meldde zich op een vrijdag bij mij. Wij haalden dat meel toen op en hebben heel het weekend lopen zeven met het hele bedrijf (lacht). Er was dat weekend ook het jaarlijks bedrijfsfeest, maar daar werd niet moeilijk over gedaan. Die saamhorigheid is typerend voor een familiebedrijf zoals Driessen.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Op het exclusiviteitscontract dat ik kreeg met de Maleisische fabrikant van oleochemicaliën. Binnen Europa krijg je bijna nooit zo’n contract. Bovendien vormden deze producten een totaal nieuwe markt voor Quaron, dus het had qua volume en doorstroom een flinke impact op het bedrijf. Ik ben met die deal al snel een dik jaar bezig geweest en had heel wat nachtelijke uurtjes nodig voor marktonderzoek en presentaties.
6
Wat drijft je in je werk? Als ik begin bij de basis, dan heb ik dit werk van huis uit meegekregen. Als mijn vader niet in de chemie zat, dan had ik dit waarschijnlijk niet gedaan. Wat ik wel van mezelf heb, is een enorme drive voor commercie. Ik sta te popelen om nieuwe markten aan te boren, klanten te benaderen en commerciële doelen te realiseren. Ook heb ik variatie nodig, wat goed lukt in dit werk. Ik reis veel, geef rondleidingen over de fabriek, bezoek netwerkbijeenkomsten en praat met bestaande en nieuwe klanten. Dat vind ik allemaal leuk.
7
Wat levert je werk je op? Ik heb een bovenmodaal salaris, maar dat heb je al snel in een commerciële job binnen de chemie. Ik heb geen 9-tot5-baan en werk zeker 50 uur per
week. Dat hoort erbij. Er zijn beurzen waar ik moet zijn en ik heb vaak zakelijke afspraken, bijvoorbeeld in onze skybox bij PSV. Zo probeer ik het leuke met het nuttige te combineren. Dit werk geeft me ook een stuk vrijheid. Ik plan mijn eigen agenda in en stippel mijn eigen beleid uit. Daarnaast kan ik me hier ontwikkelen; ook omdat ik sinds kort lid ben van het managementteam.
8
Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Het enige échte eindproduct dat wij maken, is voor de sportvoedingindustrie. Dat produceren wij kant en klaar in blik, inclusief een schepje en een spiegelend etiket. We produceren vooral veel halffabricaten voor de voedingsmiddelenen technische industrie, zoals pannenkoekenmix. Die mix gaat in grote zakken naar de klant, die er in zijn fabriek de geheime kruiden aan toevoegt en de mix in kleine verpakkingen in de winkel verkoopt. Ook maken we conserveringsoplossingen, bijvoorbeeld voor suikerbieten en frisdranken. Daarnaast vullen wij glycerine af, dat onder meer in de textiel- en coatingindustrie terechtkomt. Onze producten gaan dus de hele keten door.
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? (denkt lang na) Mijn zoon wil het liefst Spider-Man worden, maar ik ben te nuchter om over zoiets na te denken. Ik kom uit een Friese familie. Bovendien zit ik hier net drie jaar en ben dit jaar doorgestroomd naar het managementteam. Ik heb de mooiste baan die er is. Dat moet ook wel, want als je iets doet wat je niet leuk vindt, dan moet je direct stoppen. Je ligt zo in je kist.
CURRICULUM VITAE LEEFTIJD 39 jaar. WOONPLAATS Rosmalen. KINDEREN Dochter Rena (7) en zoon Hidde (5). OPLEIDINGEN Kopstudie Polymeerchemie (Hogeschool van Utrecht, 2000 - 2001), Chemische technologie, specialisatie procestechniek (Hogeschool van Utrecht, 1996 - 2001), mts Proces- en milieutechniek (Dudok College, Hilversum, 1993 - 1996). NEVENACTIVITEITEN Albert zit in het bestuur van de lokale tennisvereniging (“Maar da’s vooral een hobby hoor”) en heeft een enorme passie voor het roken van zalmen in een groot olievat dat hij heeft omgebouwd tot een rookoven (“Ik maak elke maand twintig enorme zalmen, die gaan de hele wijk en het hele bedrijf door”). WERKGEVERS Sales and development manager bij Driessen Logistics (januari 2013 - heden), product and sales manager Specialties bij Univar Benelux (januari 2012 - januari 2013), business development manager Netherlands bij Univar N.V. (juni 2011 - januari 2012), business unit manager Food and feed bij Quaron N.V. (januari 2009 - juli 2011), technical sales representative bij Quaron N.V. (november 2007 - januari 2009), sales bij Interland Chemie (januari 2005 - november 2007).
10
Hoe zie je jezelf over tien jaar? Ik wil me sowieso blijven bijscholen, zoals voor algemeen management. Ik wil uiteindelijk doorgroeien naar het hogere management. Doordat ik nu in het managementteam zit, krijg ik veel nieuwe taken. Zo zet ik kwaliteitsdoelen op en stuur ik samen met de afdeling operations de binnendienst aan. Maar waar ik precies over tien jaar ben? (lachend) Als ik in een glazen bol kon kijken, dan was ik wel naar het casino gegaan. p oktober 2015 Chemie Magazine 41
FOTO: SHUT TERSTOCK
DE JURIDISCHE IMPLICATIES VAN HET BRZO 2015
WAT IS DUIDELIJK ONVOLDOENDE? Het nieuwe BRZO 2015, sinds 8 juli van kracht, zal voor veel discussie zorgen tussen overheid (inspectie) en industrie, voorspellen juristen. Ten eerste omdat veel normen vaag zijn en ten tweede omdat er nu nog meer dan voorheen de nadruk wordt gelegd op handhaving van het besluit. Tekst: Igor Znidarsic
42 Chemie Magazine oktober 2015
‘H
et is verboden de inrichting of een gedeelte daarvan in werking te hebben wanneer de bij of krachtens dit besluit te nemen maatregelen niet zijn getroffen of deze duidelijk onvoldoende zijn uitgevoerd.’ Aldus lid 3 van artikel 5 van het nieuwe BRZO 2015 (Besluit Risico’s Zware Ongevallen). “Dit gaat voor veel discussie zorgen”, voorspelt Jaap IJdema, advocaat bij Adriaanse van der Weel Advocaten, gespecialiseerd in onder meer bestuurlijke handhaving. “Want wat is duidelijk onvoldoende?” In het vorige BRZO was het exploitatieverbod bovendien beperkt tot de veiligheid van de werknemers. Nu geldt het ook voor de externe veiligheid. De gevolgen kunnen volgens IJdema ingrijpend zijn. Het exploitatieverbod is een van de vele passages in het nieuwe BRZO waarvan onduidelijk is
Veiligheid
‘Het is een handhavingsmethode die steeds absurdere vormen aanneemt’
MEER BEDRIJVEN BRZO-PLICHTIG
hoe deze in de praktijk gaan uitpakken. Het BRZO 2015 is sinds 8 juli de Nederlandse implementatie van de Europese Seveso III-richtlijn. Herziening van de vorige richtlijn (Seveso II, in Nederland BRZO ‘99) was onder andere nodig vanwege de nieuwe stoffenclassificatie die voortkomt uit de Europese CLP-verordening (Classification, Labelling and Packaging of chemicals). “Door de aansluiting bij de CLP kunnen bedrijven die voorheen niet BRZO-plichtig waren dat nu wel worden, of omgekeerd”, legt IJdema uit. “Ook kan een bedrijf dat al BRZO-plichtig was in een zwaardere categorie vallen, een zogeheten hogedrempelinrichting worden, of omgekeerd.” Voor bedrijven die door de nieuwe regeling BRZO-plichtig worden geldt een overgangstermijn, maar er zit volgens IJdema een addertje onder het gras. “Vallen bedrijven als gevolg van een verandering aan de installatie of van activiteiten onder het BRZO 2015-regime, dan geldt de overgangstermijn niet en moet het bedrijf meteen voldoen aan het BRZO. Het kan gevolgen hebben voor bedrijven die net op het punt waren om te investeren en hun installaties aan te passen of uit te breiden. Zij moeten nu veel sneller voldoen aan alle BRZO-verplichtingen, terwijl ze onder het oude recht ook na de wijziging mogelijk niet BRZO-plichtig zouden zijn geweest. Dat is niet stimulerend voor nieuwe investeringen.”
Zwaar ongeval
IJdema constateert dat sinds de invoering van de landelijke handhavingsstrategie begin 2014 meer dan daarvoor de nadruk ligt op handhaving van het BRZO. “Waar voorheen het BRZO nog vooral als vangnet werd gehanteerd, geldt nu het uitgangspunt dat op het BRZO wordt gehandhaafd. Dat zal met het nieuwe BRZO, waarin ook meer aandacht is voor niet-routinematige inspecties, nog verder toenemen. Omdat het BRZO 2015 veel
vage normen kent, komt er veel discussie. Veel meer dan wanneer je bijvoorbeeld de voorschriften van een vergunning handhaaft, waarin vaak concretere normen staan.” Dat er nu al veel vragen zijn, merkte Bianca d’Hooghe (een kantoorgenote van IJdema en gespecialiseerd in het BRZO) tijdens de workshop die zij samen met haar collega-advocaat René de Groot (gespecialiseerd in het milieustrafrecht) gaf bij de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging. Een voorbeeld is punt 1 van Artikel 5: ‘De exploitant treft alle maatregelen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid en het milieu te beperken.’ “Dat is een heel ruime definitie”, vindt d’Hooghe. “Je komt al snel in discussie over de vraag: hebben we nou wel of niet genoeg gedaan? Of neem de term ‘zwaar ongeval’. Deze wordt door het Openbaar Ministerie steeds verder opgerekt. Er is nu in de visie van het OM al sprake van een zwaar ongeval als er een emissie plaatsvindt en als gevolg daarvan iemand gewond raakt. Wij zeggen: nee, dat is hooguit een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet. Maar in de nieuwe handhavingsstrategie kijkt de overheid niet zozeer naar overtreding van de vergunning of van de Arbowet, maar primair naar het BRZO. Men probeert alles onder het BRZO te schuiven. Het risico is dat je daardoor een enorme vervuiling krijgt met allerlei feiten die helemaal niet BRZO-gerelateerd hoeven te zijn. Dat is onnodig schadelijk voor het imago van de chemie-industrie.”
De VNCI verwacht dat door de aansluiting bij de CLP meer bedrijven BRZO-plichtig worden. Met name op milieugebied zullen via nieuwe kennis die via Reach bekend wordt meer stoffen als milieugevaarlijk worden geclassificeerd, waardoor een bedrijf al snel onder de BRZO-regelgeving kan komen te vallen. Het valt de VNCI verder op dat de aandacht vanuit de overheid voor de overstromingsrisico’s nu ineens groot is, terwijl dit risico in de oude richtlijn ook al in ogenschouw genomen diende te worden. Bedrijven krijgen nu al brieven van de bevoegde gezagen, terwijl nog niet bekend is hoe bedrijven hier uitvoering aan moeten geven. Die volgen namelijk uit de PGS 6-richtlijn, maar die is door de late publicatie van de regeling en de PGS 6 vertraagd.
Gefantaseerd
Had het een zwaar ongeluk kunnen worden? Die vraag neemt het Openbaar Ministerie volgens De Groot steeds vaker als uitgangspunt. “De visie van het OM is tegenwoordig heel kort door de bocht: er heeft een bepaald incident (bijvoorbeeld een emissie van een gevaarlijke stof) oktober 2015 Chemie Magazine 43
ACTUELE STOFFENLIJST Het BRZO 2015 wijkt volgens d’Hooghe op een aantal fundamentele punten af van Seveso III. “Nederland heeft zich meer ruimte toebedeeld dan op basis van Europa nodig was. Het BRZO is aangescherpt, ten laste van de industrie.” Zo moet volgens de Europese norm het Veiligheidsrapport voorzien zijn van een stoffenlijst. Aan de hand daarvan kan de brandweer samen met het bedrijf een noodplan maken. “Maar wat doet Nederland? Die bepaalt dat er een actuele stoffenlijst moet zijn. Dat is technisch helemaal niet mogelijk, want stoffen worden van de ene kant van de fabriek naar de andere verplaatst, en ze reageren in het proces. Het is volgens mij een reactie op Chemie-Pack, waar de stoffenlijst niet actueel was. Volgens Europa moet je op voorhand naar de stoffen kijken, in Nederland verschuift nu de aandacht naar het moment dat het fout gaat. Ik denk niet dat dit de veiligheid verhoogt.”
plaatsgevonden bij een BRZO-bedrijf, en dus had het een zwaar ongeluk kunnen worden, en dus is er sprake van overtreding van artikel 5 BRZO. Om van dat incident tot een potentieel zwaar ongeval te komen, moeten er dan vaak wel feiten bij gefantaseerd worden. Dat is nu de gangbare praktijk. Wij zeggen: nee, er is pas sprake van overtreding van artikel 5 BRZO als er of daadwerkelijk een zwaar ongeval heeft plaatsgevonden of het OM kan bewijzen dat het incident tot een zwaar ongeval had kunnen uitgroeien. Als het bewijs van dit causaal verband er niet is, kan en mag er geen beboeting wegens overtreding van artikel 5 BZRO plaatsvinden.” d’Hooghe noemt een voorbeeld uit de eigen praktijk: “Een bedrijf moet van de overheid een technische maatregel nemen, anders zou er in potentie sprake zijn van een zwaar ongeval. Waarom dat zo was, had het bevoegd gezag beargumenteerd. Het bedrijf heeft toen onderbouwd waarom deze argumentatie niet kon kloppen. Het bevoegd gezag erkende het gelijk van het bedrijf, maar kwam toen met een nieuwe argumentatie. Ook die werd met bewijs weerlegd door het bedrijf. En ook deze keer moest het bevoegd gezag het gelijk van het bedrijf erkennen, maar kwam weer met een nieuwe argumentatie. Het bedrijf werd dus keer op keer gedwongen om zelf te onderzoeken of de argumentatie van het bevoegd gezag klopte, terwijl het toch het bevoegd gezag zou moeten zijn dat moet kunnen bewijzen dat het ontbreken van de technische maatregel kan leiden tot een zwaar ongeval.”
In eigen voet
Volgens d’Hooghe wordt het BRZO veel gebruikt om bij bedrijven maatregelen af te dwingen. “Een inspecteur zegt: ik wil dat jullie daar en daar een technische maatregel nemen. Zo niet, dan overtreedt u het BRZO. Dat is 44 Chemie Magazine oktober 2015
vaak nog maar de vraag. Bovendien bemoeit de overheid zich dan met de bedrijfshuishouding.” Omdat in de praktijk steeds vaker een incident als een (potentieel) zwaar ongeval wordt beschouwd, krijgen bedrijven volgens De Groot steeds vaker ten onrechte een boete. En omdat het vaak praktischer en goedkoper is dan een advocaat inhuren, betalen ze die. Hij heeft de indruk dat dit op vrij grote schaal gebeurt. “Schieten bedrijven zich daarmee niet in de eigen voet?”, vraagt hij zich af. “Met betalen geef je de overheid gelijk, je krijgt een strafblad; bij een volgende keer ben je recidivist en kom je in een zwaarder boeteregime terecht. En last but not least: je betaalt voor iets wat je niet gedaan hebt, omdat het – meestal – helemaal geen zwaar ongeval betrof of had kunnen worden.” Om te onderzoeken hoe groot dit probleem is, is het advocatenkantoor een online enquête gestart (www.avdw.nl/brzo-vragenlijst). De Groot heeft al een aantal keren zien gebeuren dat een bedrijf een ‘Artikel 5 BRZO-geval’ werd, terwijl het kleine incident technisch gezien nooit een zwaar ongeval had kunnen worden. “Het is een handhavingsmethode die steeds absurdere vormen aanneemt.” p
INFORMATIE VOOR LEDEN Op 29 september heeft de VNCI een informatiebijeenkomst voor de leden gehouden over BRZO 2015 en de voorlopige regeling (RRZO, Regeling Risico’s Zware Ongevallen, waarin details uit het besluit verder zijn uitgewerkt) en de stand van zaken van de PGS 6. Zodra de definitieve regeling gepubliceerd wordt, zullen de leden verder worden geïnformeerd.
Havep moet . . . n e b b e h je
PR
NA
LS
AP P
VED BY O R
OFESS
IO
Voor
ons
is
er
geen
twijfel
mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.
Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf
TEL MAAR OP!
John Senior operator
Paul Shiftleader
MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?
KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com
’JE KUNT VAN IEDER ONGEVAL LEREN’ In 2014 hebben zich bij VNCI-leden wederom minder verzuimongevallen voorgedaan dan het jaar ervoor. Met gemiddeld ruwweg één ongeval per bedrijf rijst de vraag of er aan deze ongevallen nog wel wat te analyseren valt. Veiligheidsexpert Chris Pietersen vindt van wel. Tekst: Erik te Roller
46 Chemie Magazine oktober 2015
I
n 2006 is de VNCI begonnen met het analyseren van ongevallen met verzuim. De cijfers hiervoor komen uit de Responsible Careenquête, die de VNCI-leden jaarlijks invullen. Uit de jongste enquête blijkt dat het aantal ongevallen met verzuim onder de eigen werknemers per miljoen gewerkte uren met 1,27 in 2014 ietsje lager is dan in 2013 (1,28). De ongevallenfrequentie voor personeel van contractors is gedaald van 1,49 naar 1,29 en is voor het eerst vrijwel gelijk aan die van het eigen personeel. In totaal gaat het om 54
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
MINDER VERZUIMONGEVALLEN BIJ VNCI-LEDEN
Veiligheid
‘Het gaat heus wel om meer dan alleen losliggende tegels’
CRODA
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR CONTRACTORS
Bij Croda in Gouda vindt sloop en nieuwbouw van installaties plaats. De contractors zijn nieuw en moeten binnen de bestaande site hun werk doen, vertelt Reinout van Zevenbergen, SHE-manager. Het bedrijf heeft een aantal veiligheidsmaatregelen genomen, zoals het inhuren van een hogere veiligheidskundige om de projecten qua veiligheid te begeleiden. Deze meldt wekelijks de stand van zaken op basis van een aantal key performance indicators, zoals het aantal observaties, afwijken van plan en onvoldoende erkende risico’s. Ook komen contractormedewerkers niet zonder VCA-veiligheidspaspoort de poort binnen. Verder verlangt Croda van de contractors voor elk deelproject een veiligheids- en gezondheidsplan. (Na een eerste toetsing zijn veel plannen teruggestuurd, omdat ze niet specifiek genoeg waren of onvoldoende aansloten op het veiligheids- en gezondheidsplan in de ontwerpfase.) Ten slotte voert het bedrijf audits uit op het plan om te kijken of de gemaakte afspraken worden nagekomen. Resultaat: Croda heeft lange tijd geen contractor-incidenten gehad.
LTI VNCI-LEDEN 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
LTI per miljoen uren eigen werknemers LTI per miljoen uren contractors
ongevallen onder het eigen personeel en 22 onder het contractorpersoneel.
Directe oorzaken
Uit de analyse van de verzuimongevallen komen als belangrijkste directe oorzaken van onveilig handelen ‘onvoldoende identificatie van gevaar en risico’ en ‘onjuiste plaats of houding innemen’ naar voren. De meest voorkomende directe oorzaken bij condities zijn ‘onvoldoende bescherming of afscherming’ en ‘ontoereikende voorbereiding of planning’. De VNCI geeft deze keer geen overzicht van de meest risicovolle situaties, omdat de situaties heel divers zijn. Omschrijvingen van incidenten zijn in de bijlage van het veiligheidsverslag opgenomen. Dat doet de vraag rijzen of de ongevallenanalyse nog wel genoeg oplevert. Valt er aan deze ongevallen nog wat te analyseren? Kunnen de leden niet volstaan met het delen van best practices? “De VNCI kan meer doen”, vindt Chris Pietersen, directeur en eigenaar van Safety Solutions Consultants. “Nu wijst de analyse vooral in de richting van het individu. Maar de hiervoor genoemde directe oorzaken kun je niet afdoen als een menselijke fout. Beter is je af te
SABIC IP
RICHTLIJNEN VOOR VEILIG GEDRAG
vragen wat de achterliggende factoren in de organisatie zijn waardoor er onveilige handelingen of situaties ontstaan. Heeft dat te maken met onvoldoende opleiding en training of met onvoldoende communicatie over de risico’s? Waren de risico’s überhaupt wel bekend? Het gaat heus wel om meer dan alleen losliggende tegels. ‘Een ongeschikt ontwerp’ betekent dus dat bedrijven onvoldoende grip hebben op hun ontwerpproces. Dat is een structureel probleem.”
Tijdig oplossen
Van een klein ongeval, hoe triviaal ook, valt veel te leren, evenals van bijna-ongevallen, stelt Pietersen. “Zeker als het er zo weinig zijn moet je die kans grijpen. Dat is in het belang van zowel de arbeidsveiligheid als procesveiligheid.” Aan deze ongevallen ligt volgens Pietersen gewoonlijk dezelfde problematiek ten grondslag als aan grote incidenten. “Beter dan te wachten op de grote klap, kan een bedrijf de diepere oorzaak van een ongeval opsporen en zo het probleem in de organisatie tijdig oplossen en erger voorkomen. Hier ligt een taak voor het management.” p
SABIC Innovative Plastics (IP) heeft onderzocht welke letselincidenten in zijn fabrieken en kantoren wereldwijd het meest voorkomen. Het gaat om incidenten door: struikelen over tassen, kabels en dergelijke (24%), met beide handen spullen dragen op de trap (15%), uitglijden bij winterse gladheid (15%), smartphones gebruiken tijdens het lopen (13%), de trapleuning niet vastpakken (7%) en verkeerd schoeisel dragen (6%). De achterliggende oorzaken zijn: gevaar niet erkennen (40%), haast hebben (26%), afgeleid worden (19%) en negeren (“zoiets gebeurt mij nooit”) (10%). Aan de hand hiervan heeft SABIC een boekje verspreid onder alle medewerkers met twaalf richtlijnen voor veilig gedrag. Deze richtlijnen zijn van de zomer een voor een geïntroduceerd tijdens de ‘All Employee Meetings’. Herman in het Veld, hoger veiligheidskundige van SABIC IP: “We zien nu minder van dit soort incidenten, maar zijn er nog niet. Ook willen we alert blijven op het gebied van procesveiligheid.”
EXXONMOBIL
TRAINEN OP VEILIG GEDRAG
”Ons doel is dat niemand gewond raakt”, zegt Ton Jeen, beleidsadviseur veiligheid en milieuzaken bij ExxonMobil. “Dit proberen we te bereiken door mensen te helpen met veilig gedrag. Aannemers krijgen bijvoorbeeld een lijnmanager toegewezen die als ‘buddy manager’ puur op veiligheid let. Die persoon is coach en aanspreekpunt voor het contractorpersoneel en houdt de vinger aan de pols. Als er toch een ongeval plaatsvindt, is de buddy manager ook betrokken bij de analyse ervan. Hiermee laat je als bedrijf zien dat je er bent voor veiligheid. Daarnaast hebben we programma’s om mensen op gedrag te trainen, zoals bijvoorbeeld bij werken op hoogte: geen spullen meenemen in een kooiladder en op drie punten contact houden. Dus klimmen met lege handen en gereedschap en onderdelen meenemen in een rugzak of laten ophijsen in een emmer of met een lift. Dit gaat verder dan procedures opstellen voor veilig gedrag: we trainen de mensen ook op veilig gedrag.”
oktober 2015 Chemie Magazine 47
TOPSECTOR CHEMIEBEURS VANAF DIT STUDIEJAAR VOOR MASTERSTUDENTEN
TOEGANG TOT TOPTALENT De eerste lichting bachelorstudenten met een Topsector Chemiebeurs is inmiddels afgestudeerd. En de nieuwste lichting beursstudenten is net geselecteerd. Dit zijn geen bachelorstudenten meer, maar masterstudenten. Om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren: niet alleen toptalent binnenhalen, maar ook binnen houden. Tekst: Marloes Hooimeijer
O
p 7 oktober reikten de Topsector Chemie, COAST, ISPT en de VNCI voor het vierde jaar Topsector Chemiebeurzen uit. De achttien nieuwe VNCI-beurzen, gesponsord door vijftien bedrijven, gaan vanaf dit studiejaar niet meer naar bachelorstudenten scheikunde maar naar masterstudenten. Onno de Vreede, VNCI-speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie, licht toe: “De afgelopen jaren is de instroom in de scheikunde-opleidingen verbeterd, mede door de beurzen. Door voortaan masterstudenten te sponsoren, willen we de link tussen opleiding en arbeidsmarkt versterken. In de master kunnen de studenten een onderzoeksstage van drie tot zes maanden doen bij het bedrijf dat hen sponsort.” Drie jaar terug werden de eerste Topsector Chemiebeurzen beschikbaar gesteld aan scheikundestudenten van de Universiteit Utrecht door de bedrijven AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem,Van Wijhe Verf en Synbra, een beurs voor drie jaar à 500 euro per maand. Die lichting heeft inmiddels de bachelorfase afgerond (zie kaders). Ook andere bedrijven haakten later aan, zoals Dow Benelux in Terneuzen, die aan vier getalenteerde bachelorstudenten van de TU Eindhoven een beurs heeft verstrekt en hen regelmatig uitnodigt om het bedrijf en zijn cultuur goed te leren kennen. Danny van Meel, talent management advisor, is blij dat de Topsector Chemiebeurs bestaat. “De studenten zijn onze ambassadeurs binnen de universiteit, 48 Chemie Magazine oktober 2015
vertellen door waar Dow voor staat. De interesse in ons bedrijf is toegenomen. Het is toch anders als een medestudent zegt ‘Ga eens met Danny van Dow praten’, dan dat je jezelf aanprijst op een studentenbeurs. Bovendien zijn de studenten ons klankbord om te horen wat er leeft onder studenten en bieden ze ons toegang tot professoren en vakgroepen.”
Negens en tienen
Het sprak voor Dow voor zich om ook in het nieuwe systeem weer mee te doen; het bedrijf selecteerde dit jaar twee masterstudenten. “Uit een voorselectie van vier scheikundebachelors, allemaal afgestudeerd met negens en tienen. Tot dat soort topstudenten krijg je anders niet zo gemakkelijk toegang. Vlak voor het afronden van hun studie lopen ze een paar maanden stage binnen ons bedrijf, wat de kans vergroot dat we ze ook een passende baan kunnen aanbieden en ze aan ons kunnen binden: vrijdag klaar met de stage, maandag in dienst.” AkzoNobel, die eerder al drie bachelorbeurzen beschikbaar stelde (“om onze reputatie als researchgedreven bedrijf onder studenten te vergroten”), heeft dit jaar vier masterstudenten van een beurs voorzien. John de Munnik, manager Corporate Communications, vertelt: “Oorspronkelijk zouden het er twee worden, maar toen we de enorme partij reacties met goede cv’s binnenkregen, heeft de directie besloten
Onderwijs
’MEER VARIATIE IN SPONSORS ZOU GOED ZIJN’ Melanie Balhuizen (1994) ontving drie jaar een Topsector Chemiebeurs voor haar scheikundebachelor aan de Universiteit Utrecht. Inmiddels volgt zij er de tweejarige master Molecular and Cellular Life Sciences.
‘We hopen dat ze uiteindelijk een baan bij ons overwegen’
”In het begin noemden ze mij in de practicumgroep ook wel het ‘beursmeisje’. Je hebt door zo’n beurs toch een zeker aanzien, anderen gaan ervan uit dat je wel heel intelligent moet zijn als je daarvoor in aanmerking komt. Ik lachte erom. Het was ook niet vervelend bedoeld hoor. De beurs heeft mij veel opgeleverd. Financieel: ik kon er mijn collegegeld, laptop en rijbewijs van betalen, en zelfs nog een stukje van mijn masterstudie. Maar vooral een bredere blik op chemie: je komt bij bedrijven binnen waar je anders niet zou komen. Bij de verfindustrie bijvoorbeeld denk je aan kleurtjes mengen en klaar, terwijl bij ons bezoek aan AkzoNobel en Van Wijhe
Verf bleek hoeveel chemie en duurzaamheid erachter schuilgaat. Zonder de beurs had ik het bedrijfsleven minder snel als optie voor de toekomst gezien; had ik niet verder gedacht dan onderzoeker op de universiteit of bij een onderzoeksinstituut. Nu kan ik mij best voorstellen dat ik uiteindelijk (na mijn PhD) op een R&D-afdeling van een bedrijf ga werken. Al zal dat niet een van de sponsorende bedrijven zijn, maar eentje in de biochemie, zoals GSK. Aan mij hebben zij uiteindelijk dus niets en ik snap best dat ze met de Topsector Chemiebeurs voortaan masterstudenten gaan sponsoren, om die aansluiting te verbeteren. De langere stages bieden meer ruimte om bij zo’n bedrijf aan de slag te gaan. Zelf heb ik trouwens ook nog gekeken naar een Topsector Chemiebeurs voor mijn master, maar het zijn hoofdzakelijk bedrijven in de polymeerchemie. Het zou goed zijn als daar meer variatie in komt.”
dit aantal uit te breiden. Zowel op onze researchafdeling in Deventer als in Sassenheim zullen twee studenten een concreet onderzoeksproject gaan uitvoeren. We hopen dat ze uiteindelijk een baan bij AkzoNobel zullen overwegen.”
Twintig per jaar
De bedoeling is dat de nieuwe invulling leidt tot een duurzaam beurzensysteem, waarin ook de ambassadeursrol van de studenten verder wordt uitgebreid, zegt De Vreede. Het gaat erom de topstudenten niet alleen het bedrijfsleven binnen te halen, maar ze er ook binnen te houden. “Het streven is twintig beurzen per jaar, dus hopelijk willen bedrijven dit meenemen in hun interne plannen. Een speciaal ontworpen webapplicatie zorgt voor een zo efficiënt mogelijke matching tussen studenten en bedrijven.” Van Meel: “Ik hoop dat zich ook nog veel meer studenten gaan aanmelden, zodat we echt de állerbesten kunnen selecteren.” Meer informatie: Onno de Vreede, devreede@vnci.nl of 070 337 87 26. In het volgend nummer van Chemie Magazine komen masterstudenten met een Topsector Chemiebeurs aan het woord. oktober 2015 Chemie Magazine 49
’ZIT JE OPEENS MET DE TOPMAN AAN TAFEL’ Erik Maris (1994) had drie jaar een Topsector Chemiebeurs voor zijn scheikundebachelor aan de Universiteit Utrecht en voor zijn masterstudie Nanomaterials: Chemistry and Physics ontvangt hij twee jaar een Topsector Chemiebeurs van BASF. ”Als je vers van de middelbare school komt, heb je geen idee wat je je bij chemiebedrijven en hun laboratoria moet voorstellen. En dan zit je opeens met de topman van zo’n bedrijf en het hoofd R&D om tafel, die ons als studenten heel serieus blijken te nemen. Dat vind ik wel heel tof aan de Topsector Chemiebeurs: de bedrijven gooien hun deuren voor ons open. Vervolgens hoor je dat zo’n topman ook als onderzoeker is begonnen, na zijn promotie is opgeklommen in het bedrijfsleven, en bovenal in hart en nieren chemicus is. De bedrijfsbezoeken illustreerden dat het niet alleen om productontwikkeling draait, maar ook om beeldvorming, op een goede manier omgaan met de omgeving. Mede door de
bezoeken aan Sachem, AkzoNobel en Teijin Aramid heb ik besloten dat ik verder wil in de anorganische chemie en katalyse. Sachem nodigde me zelfs nog apart uit om een kijkje te komen nemen in hun stofvrije lab in Eindhoven, omdat ze zagen dat ik zo geïnteresseerd was. Door de Topsector Chemiebeurs kwam ik in het NOSjournaal en heb ik André Kuipers mogen ontmoeten. Het gaf me bovendien de financiële ruimte om penningmeester te worden van een groot lustrumevenement van de studentenzeilvereniging. Ik ben dus heel blij dat ik voor mijn master wéér een beurs heb. De click met BASF was direct goed; volgend jaar mag ik er stagelopen. Maar ik ga eerst op stage in het Zweedse Lund, om te onderzoeken hoe geladen microgels (colloïden met een zacht potentiaal) zich ordenen in verschillende omstandigheden, denk aan het uitkristalliseren of het vormen van een gel. Na mijn master maak ik mijn keuze: universiteit of bedrijfsleven?”
’ HELE EER DAT BEDRIJVEN VERTROUWEN IN JE HEBBEN’ Elian Griffioen (1993) ontving het tweede en derde jaar van zijn scheikundebachelor aan de Universiteit Utrecht een Topsector Chemiebeurs. Die is inmiddels afgerond, nu zijn bachelor psychologie nog (“Ben ik ernaast gaan doen, het gedrag van mensen in plaats van moleculen bestuderen”) en dan een masteropleiding kiezen. ”Ik ga in ieder geval een onderwijsmaster volgen, want ik draag graag dingen over, zoals tijdens de scheikundebijlessen die ik geef. Daarnaast twijfel ik nog tussen een researchmaster chemie met fundamenteel onderzoek of een master chemie met meer bedrijfseconomie en dergelijke vakken, en meer toegepast onderzoek. Ik wil straks graag met mensen werken, klantcontact lijkt me leuk. Aan de andere kant: voor mijn bachelorthesis onderzocht ik de invloed van ionentropie op de temperatuur van rivier- en zeewater (voor blauwe-energietoepassingen) – óók heel interessant. Tijdens de bezoeken aan de
50 Chemie Magazine oktober 2015
bedrijven heb ik gezien dat er best veel functies bestaan waarin (toegepast) onderzoek en contact met mensen samenkomen. Dat had ik anders nooit geweten; onderzoek is toch een beetje het paradepaardje van de universiteit. Vooral de korte onderzoeksstage die ik samen met een medestudent bij Teijin Aramid mocht doen, maakte veel indruk. We deden allerlei labwerk en zagen bijvoorbeeld hoe CO2 uit een oplossing wordt ‘uitgebubbeld’ met heliumgas en hoe ze er met een speciaal apparaat titreren. Zo’n Topsector Chemiebeurs schept wel bepaalde verwachtingen. Het is toch een hele eer dat bedrijven vertrouwen in je hebben en zo veel geld in je investeren. Dan ga je er niet met de pet naar gooien – al ben ik daar sowieso te serieus voor. Zelf ben ik naast de beurs ook gewoon blijven werken, waardoor ik nu zelfs nog een bedrag over heb. Ik hoop er uiteindelijk iets voor terug te kunnen doen. De beurs heeft de kans dat ik in het bedrijfsleven terechtkom zeker groter gemaakt.” p
Uw afval is bij ons in goede handen Op zoek naar een oplossing voor uw afval? Graag nemen we dit uit handen en vinden voor u een passende oplossing. Kwaliteit, duurzaamheid en verwerkingscapaciteit zijn in een notendop de redenen waarom klanten voor ons kiezen én blijven kiezen. We hebben jarenlange ervaring in het vinden van integrale afvaloplossingen en denken graag met u mee.
We kunnen een grote verscheidenheid aan afvalstromen verwerken zoals verontreinigde grond
verpakt chemisch afval oliehoudend slib afvalwater scheepsafvalstoffen. Ook voor
overige afvalstoffen die wij niet direct kunnen verwerken, hebben we een oplossing. Neem vrijblijvend contact op met één van onze adviseurs en wij ontzorgen u.
Afvalstoffen Terminal Moerdijk | 0168 - 389 289 | info@atmmoerdijk.nl | www.atmmoerdijk.nl
Specialised in disposable chemical protection suits and specialised in respirators.
All Safety Supply bv Chr. Huygensweg 17 3225 LD Hellevoetsluis
T +31 (0) 181 66 16 00 E info@allsafetysupply.nl W www.allsafetysupply.nl
Zeeland Supply Mr. F. J. Haarmanweg 75 4538 AN Terneuzen
T +31 (0) 115 688 888 E info@zeeland-supply.nl W www.zeeland-supply.nl
Voor service, kwaliteit & veiligheid
Op Chemelot werden bezoekers per bus langs de bedrijven vervoerd.
Shampoo maken bij Croda.
In een grote tent bij Chemie Park Delfzijl presenteerden diverse bedrijven zich met proefjes en demonstraties.
Chemelot.
52 Chemie Magazine oktober 2015
Croda.
Uitgelicht
Delfzijl.
Zinksmelter Nyrstar in Budel toonde de bezoekers onder meer de zwavelzuurfabriek, de smelterijen en de gieterij.
Chemelot.
RECORDAANTAL BEZOEKERS DAG VAN DE CHEMIE De VNCI kijkt terug op een zeer succesvolle Dag van de Chemie. Bijna 50.000 bezoekers kwamen tijdens de open dag langs bij een van de vijftig bedrijven die hun deuren voor het grote publiek openden. Het aantal bezoekers is een verdubbeling in vergelijking met de vorige editie twee jaar geleden. De negentiende editie van de Dag van de Chemie stond in het teken van innovatie. “Het was fantastisch om te zien dat de deelnemende bedrijven alles uit de kast hadden getrokken om omwonenden, ouders, kinderen en andere geïnteresseerden te informeren over alle nieuwe ontwikkelingen en producten”, aldus
Colette Alma, directeur van de VNCI. De dag was tevens dé mogelijkheid om werkzoekenden te interesseren in een baan in de chemie-industrie. Een van de deelnemende organisaties was de TU Delft, die rond de 750 bezoekers mocht verwelkomen. “Wij mogen terugkijken op een succesvolle dag”, aldus professor Eduardo Mendes (chemical engineering). “Er was veel interesse in ons speciaal opgezette Kidslab, waar kinderen hun eigen batterij konden maken.” Chemiepark Chemelot in Geleen trok ruim 3000 bezoekers. Zij werden per bus langs de verschillende bedrijven op het terrein vervoerd. De eerste menselijke
onderkaak uit een 3D-printer, vederlicht maar ijzersterk kunststof en vele spannende proefjes verbaasden het publiek. Corbion Purac in Gorinchem leidde de bezoekers in kleine groepen in twee uur langs het productieproces. De producten (melkzuur, melkzuurderivaten en lactiden) worden onder meer gebruikt voor houdbaarheidsverlenging van voedsel, cosmetische producten, biologisch afbreekbare plastics en medische toepassingen – waaronder schroeven die in het lichaam oplossen, waardoor geen tweede operatie nodig is. p De Dag van de Chemie wordt eens in de twee jaar georganiseerd door de VNCI. oktober 2015 Chemie Magazine 53
FOTO’S: FR ANCO GORI, FIEN VAN GELDER, EEMSKR ANT EN BERT JANSEN
Chemelot.
KLIMAATCONFERENTIE COP21 MOET BINDENDE AFSPRAKEN OPLEVEREN
BETAALBARE HERNIEU ENERGIE IS DE SLEUTEL De klimaatconferentie in december in Parijs moet tot wereldwijde afspraken over emissiereductie van broeikasgas leiden. De Europese chemiesector maakt hier al tijden (succesvol) werk van, stelt William Garcia van Cefic. En denkt mee over oplossingen: “Hernieuwbare energie moet écht concurrerend worden.” Tekst: Leendert van der Ent
54 Chemie Magazine oktober 2015
D
e naamgeving is wat verwarrend. Er is sprake van de 21e Conference of parties (COP21) van de United Nations Climate Change Conference (UNCCC) en van de 11e vergadering van de partijen van het Kyoto-protocol (CMP11). Het gaat in beide gevallen over de klimaatconferentie die van 30 november tot 11 december plaatsvindt in Le Bourget bij Parijs. De inzet zijn bindende wereldwijde afspraken over de uitstoot van broeikasgassen, om zo de opwarming van de aarde te beperken tot een niveau dat zo min mogelijk risico’s voor de leefomgeving oplevert. Voorgaande onderhandelingen leidden zelden tot overeenstemming. De Verenigde Staten verwierpen het onderhandelingsresultaat van Kyoto 1997, en Kopenhagen 2009 liep uit op een fiasco omdat zowel Europa en de VS enerzijds als de ontwikkelde en de ontwikkelende landen anderzijds het niet eens konden worden. Dit keer is daarom gekozen voor een andere aanpak. Afgevaardigden komen niet met een onbekende volmacht naar Parijs. Alle (grote) landen hebben hun voorgenomen maatregelen, de Intended Nationally Determined Contributions (INDC), vooraf al ingediend als ingrediënten voor een wereldwijd akkoord. De conclusie is dat alle plannen opgeteld helaas nog niet tot de beoogde
beperking leiden. Toch was er een goede reden om het zo te benaderen: er is gewoon geen alternatief voorhanden om landen aan tafel te krijgen. De nieuwe aanpak is ingegeven door de vaststelling dat elke beweging in het klimaatbeleid beter is dan de huidige stilstand. De benadering op basis van voorstellen vooraf geeft naast landen bovendien ook steden, regio’s en bedrijven de mogelijkheid om beloften af te geven. Dat gebeurt ook: steeds meer partijen geven aan wat ze willen doen om hun activiteiten (meer) klimaatneutraal te krijgen.
Aantijgingen
Op sectorniveau bestaat in de pers nog weleens de neiging om de chemie-industrie de zwartepiet toe te spelen als het om klimaatbeleid gaat. De organisatie van de Europese chemiesector, Cefic, vindt deze aantijgingen onterecht. Zij gaf begin september een verklaring af, waarin ze nog eens herinnert aan de positie die zij al heel lang inneemt als het over het Europese beleid inzake klimaatverandering gaat: “Cefic ondersteunt namens haar leden het EU-doel om een concurrerende economie met een lage uitstoot aan kooldioxide(-equivalent) te bereiken. Onze industrie heeft haar uitstoot aan broeikasgassen sinds 1990 met meer dan 50 procent verminderd. De sector onderschrijft het doel dat
FOTO: CEFIC
WBARE
WILLIAM GARCIA:
de EU nastreeft, namelijk om de Europese uitstoot van broeikasgassen met 40 procent te hebben verminderd in 2030. Wij steunen eveneens de diplomatieke inspanningen van de EU om in Parijs tijdens de COP21-onderhandelingen later dit jaar een wereldwijd bindende overeenkomst te bereiken.” (Zie kader voor overige punten in de verklaring.) “Wij vinden meer dan 50 procent emissiereductie sinds 1990 een succes”, zegt William Garcia, executive director Energy, HSE and Logistics bij Cefic, over de inspanningen van de chemiesector voor emissiereductie. “Hierin zit het vrijwel volledig stopzetten van de emissies van stikstofoxide en gefluoreerde gassen met hun sterke broeikaseffect. Ook omvat dit een reductie met meer dan 30 procent van de kooldioxideemissies vanuit brandstof- en elektriciteitsverbruik. Op dat punt zijn nog verdere verbeteringen mogelijk. In nauwe samenwerking met de aangesloten nationale federaties – vooral ook met de VNCI – helpt Cefic duizenden midden- en kleinbedrijven in de chemie om hun energie-efficiëntie te verbeteren met behulp van het SPICE3-platform op internet.”
Concurrerend
Het doel dat Cefic uiteindelijk najaagt, zegt Garcia, is vergaande
verduurzaming door innovatie. “Onze industrie onderschrijft niet alleen het doel van de EU om de Europese uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 40 procent te hebben verminderd, als vooraanstaand lid van de Europa-brede publiekprivate samenwerkingsorganisatie SPIRE delen wij de ambitie van die organisatie om in 2030 ook tot 30 procent fossiele brandstoffen te besparen. Dat willen we bereiken door nieuwe technologieën te ontwikkelen en te valideren. Verder gaan we door met investeren in het bereiken van hogere energie-efficiëntie en minder kooldioxide-uitstoot. Dat is ook vanuit zakelijk perspectief en vanuit milieuoogpunt een logisch streven. Wel is het zo dat het meeste laaghangende fruit inmiddels wel zo’n beetje is geplukt. Het zal daarom steeds moeilijker worden om nog verbeteringen te bereiken boven op de al behaalde successen.” Met je ambities verder kijken dan 2030 heeft eigenlijk niet zo’n zin, geeft hij aan: “Verdere vooruitgang hangt af van doorbraken in innovatie en die laten zich per definitie lastig voorspellen.” De strategie die Cefic nastreeft om de gestelde doelen te bereiken is verder vrij eenvoudig, aldus Garcia. “Het pas gelanceerde Global Apollo Program in het Verenigd Koninkrijk vormt een goede illustratie. Het uitgangspunt is: als je hernieuwbare
‘Innovaties kunnen hernieuwbare energie uiteindelijk zo voordelig maken dat het de goedkoopste keuze wordt.’ energie écht concurrerend maakt, dan stappen energiegebruikers, inclusief energie-intensieve industrieën, rap over. Dat is iets anders dan de huidige strategie. Die moet hernieuwbare energie goedkoop laten lijken door andere energiedragers duurder te maken. Dat leidt per saldo alleen maar tot hogere energieprijzen.” Hernieuwbare energie is niet zomaar een loze droom, benadrukt Garcia: “De kosten van energie uit hernieuwbare bronnen, zoals fotovoltaïsche zonne-energie, zijn gestaag gedaald. En sommige hernieuwbare bronnen zijn ook nu al concurrerend in termen van variabele kosten.” Maar dat geldt nog niet e oktober 2015 Chemie Magazine 55
FOTO: SHUT TERSTOCK
Klimaat
WAT VINDT DE EUROPESE CHEMIEINDUSTRIE?
‘Huidige strategie laat hernieuwbare energie goedkoop lijken door andere energiedragers duurder te maken’ voor alle technologieën. “Sommige moeten worden doorontwikkeld voor ze economisch haalbaar zijn: energieopslag om het wisselend aanbod van wind en zon op te vangen bijvoorbeeld. Dat geldt ook voor het afvangen van kooldioxide voor hergebruik als grondstof. De chemiesector kan in beide gevallen bijdragen aan oplossingen. Maar zulke doorbraken in de kooldioxidecyclus hangen af van toegang tot echt goedkope hernieuwbare energiedragers. Anders worden ze pas veel later in deze eeuw haalbaar.”
Innovaties
Cefic steunt maatregelen die klimaatverandering tegengaan en ziet technologie-ontwikkeling als de aangewezen weg daarvoor. Garcia: “Innovaties kunnen hernieuwbare energie uiteindelijk zo voordelig maken dat het de goedkoopste keuze wordt. Die strategie ondersteunt de concurrentiepositie van Europa, omdat het ons in staat stelt om de producten die we daarmee maken elders in de wereld concurrerend aan te bieden.” Volgens Garcia gaat het momenteel anders: “Een hoge prijs voor hernieuwbare energie garanderen om investeringen te subsidiëren en vervolgens de prijs voor fossiele brandstoffen opstuwen zodat die nóg duurder worden. Netto resultaat: hoge energiekosten. Het zal duide56 Chemie Magazine oktober 2015
lijk zijn dat dit in energie-intensieve sectoren, waar energie verantwoordelijk is voor 30 tot 50 procent van de totale kosten de concurrentiepositie ondermijnt.” Dat kan er volgens Garcia toe leiden dat Europese banen verdwijnen die elders worden ingevuld, waar soms minder oog is voor uitstootbeperking. “In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, waar sinds de schaliegas-revolutie de energiekosten veel lager liggen dan in Europa. De geplande investeringen in de Amerikaanse chemie-industrie bedragen 145 miljard dollar tot 2020. En dan is er China, dat alleen al in 2013 maar liefst 67 miljard euro in zijn chemieindustrie investeerde. Het laatste Chinese vijfjarenplan voor de chemie-industrie gaat over wereldmarktleiderschap door innovatie en focus op de internationale markt.”
Cefic steunt een strategie die leidt tot ‘de-carbonisatie’, door via innovatie de kosten voor uitstootverminderende technologie omlaag te brengen tot ze echt concurrerend zijn. Veel andere belanghebbenden pleiten eveneens voor een dergelijke benadering. Veel van deze innovaties betreffen bovendien chemie. De Cefic-leden hebben al producten ontwikkeld die de komende jaren de energie-efficiëntie kunnen verbeteren, de binnenlandse CO2voetafdruk kunnen verkleinen, verkeersemissies kunnen verlagen en de kosten van energieopslag en van hernieuwbare grondstoffen kunnen verlagen. Ze zijn bovendien druk bezig om meer van dergelijke ontwikkelingen te realiseren. Het doel van de EU is een concurrerende economie met een lage uitstoot van broeikasgassen. Nu er nog geen billijke wereldwijde overeenkomst is, moet de EU oog hebben voor haar concurrentiekracht. Maatregelen die de concurrentiekracht ondermijnen, moeten worden voorkomen. Die hebben als enige resultaat dat ‘Europese uitstoot’ verdwijnt doordat activiteiten hier moeten stoppen. Uitstootvermindering in Europa bereiken door de industriele activiteit te verminderen is geen oplossing. Elders worden die activiteiten dankbaar opgepakt om daar vervolgens uitstoot te veroorzaken. Zulke maatregelen hebben alleen tot resultaat dat Europa banen exporteert om uitstoot te gaan importeren.
Obstakel wegnemen
Deze ontwikkelingen kan de Europese chemiesector opvangen, benadrukt Garcia, “mits COP21 bindende wereldwijde afspraken oplevert die verstoringen van de wereldwijde concurrentieverhoudingen wegnemen. Het is belangrijk dat de kosten van broeikasemissies gelijkelijk worden verdeeld. Zo niet, dan zou het Europese beleid moeten worden aangepast om de eerdergenoemde zorgen weg te nemen. Toegang tot veilige, betaalbare en duurzame
energiebronnen is essentieel voor onze concurrentiepositie. De huidige ontwikkelingen in de Europese Commissie bevorderen eerder een hogere elektriciteitsprijs. Dat is een serieus obstakel voor investeringen in Europa.” Meer informatie: www.cop21.gouv.fr/en www.globalapolloprogram.org
WORKSHOP ‘VEILIGHEID IN DE KETEN’ BIEDT CONCRETE ADVIEZEN
’ HIERMEE KUNNEN WE SNEL BEGINNEN’ Kies als opdrachtgever één partij uit de keten en sluit een samenwerkingsverband om een nog hoger veiligheidsniveau te bereiken. En houd het simpel. Dat waren belangrijke aanbevelingen na afloop van de eerste workshop ‘Veiligheid in de keten’ op 23 september bij SABIC in Sittard. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
V
eiligheid Voorop organiseert in 2015 en 2016 samen met de zes Regionale Veiligheidsnetwerken de workshop ‘Veiligheid in de keten’. De Masterclass Veiligheid Zuid-Oost had de primeur. Tijdens de eerste workshop, georganiseerd bij SABIC in Sittard, waren vooral asset owners en contractors aanwezig. Ze bespraken hoe de veiligheid in de keten, die zich overigens richt op álle partners in de keten, verder te verbeteren. Het onderwerp krijgt binnen de chemiesector steeds meer aandacht, vooral sinds de brand bij Chemie-Pack in 2011 en de problemen bij tankopslagbedrijf Odfjell, in 2013 veroordeeld omdat het jarenlang in strijd met de veiligheids- en vergunningsvoorschriften had gehandeld. Ketenverantwoordelijkheid komt erop neer dat bedrijven zich ervan vergewissen dat ook de bedrijven waar-
’HOUD HET SIMPEL’
“Ik zie veel nuttige en waardevolle aanknopingspunten waarmee chemiebedrijven en contractors morgen aan de slag kunnen gaan om de veiligheid in de keten naar een nog hoger niveau te brengen.” Dat concludeerde programmamanager Wil Ernes van de Masterclass Veiligheid Zuid-Oost na afloop van de workshop. De voormalige 58 Chemie Magazine oktober 2015
Deelnemers brengen verdeeld in groepen obstakels en oplossingen in kaart.
mee zij zaken doen een goede veiligheidscultuur hebben. Of zoals een van de sprekers tijdens de workshop het verwoordde: “Het zijn mijn moleculen die eventueel voor narigheid kunnen zorgen in de keten. Daarom voel ik mij daar verantwoordelijk voor.” Ketenverantwoordelijkheid is dan ook een van de vier pijlers van Veiligheid Voorop. Met het programma versterken chemiebedrijven sinds 2011 hun veiligheidscultuur en veiligheidsprestaties. Daarbij werken ze nauw samen met ketenpartners, zoals bleek uit de voorbeelden van best practices van SABIC en DB Schenker die tijdens de workshop met de aanwezigen werden gedeeld.
Visuele denksessies
In een korte videofilm vertelden Anton van Beek, voor-
SABIC-directeur had een belangrijke boodschap voor de aanwezigen. “Houd het vooral simpel en kies om snel te kunnen starten één partij uit de keten om verder mee samen te werken. Dat is al moeilijk genoeg.” Hij ziet het als een uitdaging om nog meer bedrijven bij de Masterclass en de workshops te betrek-
ken. “Zo gaat de sneeuwbal rollen en kunnen nog meer partijen van elkaar leren.” Ernes riep de aanwezigen op om volgend jaar weer bij elkaar te komen om de resultaten en successen die uit de eerste workshop voortvloeien met elkaar te delen.
Veiligheid
FOTO: FOTOSTUDIO CL
’ VEILIG WERKEN KUN JE NIET ALLEEN’
zitter van Veiligheid Voorop, en ketenpartners uit de chemiesector hoe ze invulling geven aan ketenverantwoordelijkheid. Daarna verdeelden de deelnemers zich in drie groepen en brachten obstakels én oplossingen in kaart om ketenverantwoordelijkheid in te vullen. Tekenaars visualiseerden de uitkomsten op billboards. Na afloop van de visuele denksessies presenteerden de groepen hun resultaten aan alle deelnemers. Uit de resultaten werd duidelijk dat er soms grote verschillen tussen asset owners en contractors bestaan in het erkennen en herkennen van gevaren op de werkvloer. Ook is er niet altijd een goed inzicht in elkaars veiligheidscultuur. Bovendien hebben contractors vaak bij elke opdrachtgever met andere veiligheidsmaatregelen te maken. Maar de belangrijkste conclusie was dat de twee partijen elkaar onvoldoende kennen, zich te weinig in elkaar verdiepen en niet duidelijk genoeg communiceren over wederzijdse verwachtingen. Daarnaast moeten chemiebedrijven ervoor waken dat ze de juridische aansprakelijkheid van hun ketenpartners niet overnemen. “Leer ze vissen in plaats van dat je voor ze gaat vissen”, was dan ook het devies van een van de sprekers.
Oplossingen
Opdrachtgevers zouden er goed aan doen om met één partij uit de keten een samenwerkingsverband aan te gaan. Door in gesprek te gaan, elkaar te bezoeken en samen naar de oorzaken van incidenten en oplossingen te kijken, leren de partijen elkaar beter kennen en krij-
Projectleider Corine Baarends van Veiligheid Voorop kijkt terug op een geslaagde workshop. “Ik vond het inspirerend om te zien hoe de aanwezigen vanuit de position paper ‘Veiligheid in de keten’ en de checklist samen een vertaalslag maakten naar de praktijk. De workshop bood handvatten om het verbeteren van de veiligheid in de keten toe te passen in het dagelijks werk.” Net als programmamanager Wil Ernes pleit zij voor het aangaan van
een samenwerkingsverband met één partij uit de keten om samen de veiligheid naar een nog hoger niveau te brengen. Daarbij gaat het volgens haar zeker niet alleen om de contractors waar chemiebedrijven mee samenwerken. “Er moet ook oog zijn voor andere partijen in de keten, zoals op- en overslagbedrijven en transporteurs. Veilig werken kun je niet alleen. Daarvoor heb je ook de andere partijen nodig.”
gen ze meer inzicht in elkaars veiligheidscultuur. Daarnaast is het essentieel om duidelijke afspraken te maken over de scope van de werkzaamheden van een contractor en die vervolgens goed vast te leggen. Wederzijds begrip en vertrouwen zijn daarbij twee cruciale succesfactoren. Of, zoals een van de aanwezigen aangaf: “Als een van mijn monteurs het werk stil wil leggen omdat het op het terrein van de opdrachtgever niet veilig is, moet hij daarvoor geen draai om zijn oren krijgen.” Een andere voorwaarde voor het nog verder verbeteren van de veiligheidsprestaties is dat opdrachtgevers duidelijk hun leiderschap op veiligheidsgebied tonen, net als het houden van toezicht op risicovolle werkzaamheden. Opdrachtgevers moeten duidelijk aangeven wat zij op veiligheidsgebied verwachten van de contractors die zij inhuren. Goed gedrag moeten zij belonen, maar fout gedrag moet consequenties hebben, bijvoorbeeld in de vorm van een boete. Tegelijkertijd moeten beide partijen waken voor een ‘blame-cultuur’. De deelnemers aan de workshop reageerden positief op de adviezen. “Hiermee kunnen we snel beginnen”, stelde een van de aanwezigen. p
DATA WORKSHOPS
De overige workshops, in samenwerking met de andere vijf veiligheidsnetwerken, vinden plaats op 20.10, 28.10, 17.11, 24.11 en twee in januari. Meer informatie: www.veiligheidvoorop.nu/activiteiten oktober 2015 Chemie Magazine 59
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
Transportservice van huis uit
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE apporten BRZO-inspectier openbaar
Lignine: de grondsto f van de toekomst
Visiedocument basis voor dialoog onderwi js en industrie
Digitaal veilighei dspaspoor t ingevoer d de Vereniging Maandblad van
Maandblad van
de Vereniging van
de Nederlandse
JOHAN SANDE
Chemische Industrie
• 03 • 19 maart
van de Nederlandse
Wat beloven de ingen? Europese verkiez
Chemische Industrie
• 04 • 24 april
Genomineerden ijs Responsible Care-pr
Veilig werke n in besloten ruimte
Opleiding Applie in lijn met transitd Science ieplan
Croda hergeb ruikt eigen proces water
2014
Maandblad
van de Vereniging
van de Nederland
se Chemische
Industrie •
05 • 21 mei
2014
2014
RS (WAGENINGE
‘ OV ERSTAP NA AR BI O GA AT TE TR AAG’ N UR)
chemiecluster ActieplAn voorngen positief ontvA
EEmsdElta focust op biobasEd
Chemieop doen het leidingen goed
JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/
Stopper Chemie 105x148.indd 1
15-05-14 14:54
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
BHT2012-005 adv BHT NL Automatie.indd 2
Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160
16-02-2012 17:27:35
VNCI
VNCI NIEUWS
Workshop ‘Veiligheid in de keten’
7+7
Tijdens de 7+7 European Chemical Industry Meeting, het overleg van brancheorganisaties en ministeries van EZ van de zeven grote Europese chemielanden, werd gesproken over product stewardship, de gewenste beleidsontwikkeling rond energie en klimaat en de totstandkoming van BREF’s. De VNCI bracht innovatiebeleid in, waarover een paper is opgesteld die brede ondersteuning kreeg en op basis van de discussie nog wordt aangepast.
INNOVATIELINK
Half september is InnovatieLink van start gegaan. Deze non-profitorganisatie helpt bedrijven in hun zoektocht naar concrete oplossingen voor financiering, kennis, start-up-huisvesting en samenwerkingspartners, om zo innovaties in de chemieen energiesector te stimuleren. InnovatieLink wordt ondersteund door het ministerie van EZ vanuit het Topsectorenbeleid en onderhoudt nauwe banden met de VNCI.
VEILIGHEID IN DE KETEN
Tijdens de eerste workshop ‘Veiligheid in de keten’ in een serie van zes, georganiseerd door Veiligheid Voorop in samenwerking met de Regionale Veiligheidsnetwerken, bespraken de bedrijven uit de chemieketen hoe ze de veiligheid in de keten nog verder kunnen verbeteren. De VNCI is nauw betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de workshops.
DINER MET MP’S
De VNCI nam deel aan een door VNONCW georganiseerd diner in Brussel met Nederlandse Europarlementariërs en Commissieleden. Hierbij is met ambtenaren en Europarlementariërs gesproken over de noodzaak innovatie te faciliteren om de industrie op grote schaal in Europa te houden.
POWER2PRODUCTS
Het project Power2Products, waarvan de VNCI een van de initiators is, is afgerond en gepresenteerd. Hiermee is de mogelijke rol van de industrie in stabilisering van het elektriciteitsnet en verdere elektrificatie verduidelijkt.
ROL IN VERDUURZAMING
Tijdens een bijeenkomst bij de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in Brussel heeft een delegatie van het VNCI-bestuur gesproken met ambtenaren van de EC over de rol van de chemie-industrie in verduurzaming van de samenleving. Er werd levendig gediscussieerd over de initiatieven van de industrie, de kansen en de belemmeringen bij de ontwikkeling van duurzame projecten. Afgesproken werd om kansen en knelpunten nader in kaart te brengen, zodat Europa de industrie zo goed mogelijk kan ondersteunen.
IN DE MEDIA Veel media besteedden aandacht aan de Dag van de Chemie op 26 september, die als thema ‘innovatie’ had. In dagblad METRO verscheen de bijlage ‘Chemie en Innovatie’, met onder meer een column van ‘chemie-ambassadeur’ Kitty Nijmeijer, hoogleraar Membraantechnologie. In het populairwetenschappelijke magazine KIJK stond een pagina met alles wat de Dag van de Chemie in petto had. Aan de FINANCIËLE TELEGRAAF vertelde VNCI-directeur Colette Alma over de ontwikkelingen in de chemie op het gebied van innovatie en gaf zij aan hoe belangrijk chemie voor Nederland is, nu en in de toekomst. Daarnaast gaf ze mooie voorbeelden van slimme innovatie. RADIO RIJNMOND ging op bezoek bij Huntsman Holland. Tijdens de drie uur durende liveuitzending vertelden Huntsmandirecteur Max van der Meer en Plant One-directeur Gabriël Tschin over innovatie en de Dag van de Chemie binnen hun organisatie. CEO van Corbion Tjerk de Ruiter werd in de studio van BNR NIEUWSRADIO bevraagd over de Dag van de Chemie en innovatie bij Corbion. Verder besteedden veel regionale media aandacht aan de Dag van de Chemie. Het FD publiceerde de productieen omzetcijfers van Cefic, die zich grote zorgen maakt over de concurrentiepositie van de Europese chemie. Het ALGEMEEN DAGBLAD besteedde aandacht aan DutchFiets, de duurzame fiets zonder kettingen en uit één frame van recyclebaar plastic. De fiets kreeg bekendheid nadat deze was gepresenteerd tijdens de VNCIjaarvergadering 2015. “De verwachtingen zijn hooggespannen” zei Colette Alma op BRZO+ (brzoplus.nl) naar aanleiding van de Self Assessment Questionnaire voor chemiebedrijven, die na een succesvolle pilot nu klaar is voor gebruik. oktober 2015 Chemie Magazine 61
Service MENSEN DUPONT
Edward Breen is sinds 16 oktober interim-voorzitter en CEO van DuPont. Hij volgt Ellen Kullman op, die het bedrijf na 27 jaar heeft verlaten. Breen was tot nu toe lid van de raad van bestuur van DuPont. Om een fulltime vervanging te vinden heeft de raad van bestuur een bureau in de arm genomen. “In de afgelopen zeven jaar hebben we dit bedrijf getransformeerd door onze portfolio scherper aan te zetten, de organisatie te stroomlijnen en innovatie te stimuleren. We hebben nu een sterke basis. Nu is de tijd gekomen voor een nieuwe leider om de snelheid van verandering voort te zetten”, aldus Kullman.
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur)
MILIEUDEFENSIE
Vereniging Milieudefensie heeft vanaf 1 december een nieuwe directeur: Donald Pols. Hij volgt Nelke Manders op, die deze positie vanaf december 2014 ad interim heeft bekleed. Pols heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een autoriteit op milieu-issues, allereerst bij Milieudefensie zelf (2004-2007), daarna ook bij WNF Nederland, WWF International en op dit moment als senior manager Global Sustainability bij ECN.
WETENSCHAPSTALENT 2015
Maaike Kroon, hoogleraar scheidingstechnologie aan de TU Eindhoven, is uitgeroepen tot Wetenschapstalent 2015. De prijs, dit jaar voor het eerst uitgereikt, is een initiatief van het magazine New Scientist. Kroon promoveerde in twee jaar cum laude in de chemische technologie aan de TU Delft. In 2011 startte ze als jongste vrouwelijke hoogleraar van Nederland aan de TU Eindhoven. Daar tuigde ze een onderzoeksgroep op voor onderzoek naar efficiënte scheidingsmethoden. Per 1 december zet ze haar carrière voort aan het Petroleum Institute in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten.
Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl
Medewerkers Henk Engelenburg, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Joost van Kasteren, Emma van Laar, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales,
DSM DYNEEMA
Golnar Motahari Giet is de nieuwe president van DSM Dyneema. Zij volgt Gerard de Reuver op, die een nieuw project op zich neemt. Golnar Motahari Giet heeft uitgebreide internationale managementervaring en ervaring in de chemische industrie. Van 1993 tot 2007 bekleedde zij diverse managementfuncties bij General Electric Corp. Hiervoor was zij lid van het Europees Executive Committee verantwoordelijk voor de weekmaker-activiteiten van Emerald Kalama Chemical in Europa en het Midden-Oosten.
Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk MediaCenter Rotterdam
VOLGENDE MAAND (19 NOVEMBER)
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op
FIELDLAB CAMPIONE HEMICELLULOSE WEGWIJS IN SUBSIDIELAND ROADMAPS TKI CHEMIE
een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
EN NOG VEEL MEER…
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland
De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
WW.VNCI.NL/LINKEDIN
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
62 Chemie Magazine oktober 2015
gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover Indra Simons ISSN 1572-2996
Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.
AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line
capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.
Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter
Production capabilities
Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)
is a part of AD International
adinternationalbv.com
Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers
Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com
Looking for the best jobs? Consultant / Expert Toxicologie | Zeist - TNO Triskelion
services
Biosafety Officer | Bilthoven - Bilthoven Biologicals Manager Process Management | Tilburg - Janssen Cilag Bioprocess Expert | Bilthoven - Bilthoven Biologicals Program Manager | Leiden - Crucell-Janssen Interested? Then visit our website for more information.
More jobs? Download our app in Google Play store or App Store and follow us. Dedicated to Excellence for 10 years!
matching the best in chemistry & life sciences
www.cls-services.nl
recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food
Naadloos over naar ISO 14001:2015 Voor alle ISO-normen gaat de structuur flink op de schop. Eén gemeenschappelijke structuur voor het eenvoudig integreren van verschillende managementsystemen, dat is het idee. Wat is nieuw en wat gaat dit voor uw organisatie betekenen? Pak nu uw kans met onze praktische tips & trucs tijdens onze workshops en trainingen om de nieuwe elementen in te voeren in uw managementsysteem. September 2015 lijkt nog ver weg, maar begin op tijd met de voorbereidingen om een naadloze overgang zeker te stellen: - het plannen van specifieke trainingen op het gebied van Annex SL/High Level Structure - gap analyse en workshops specifiek op de voor u van toepassing zijnde norm: transitietraining ISO 14001:2015, ISO/DIS 14001:2015, ISO/DIS 9001:2015, enz. Voor een uitgebreider uiteenzetting van wat er staat te gebeuren bezoek:
www.lrqa.nl/herziening_iso_normen Gap-analyse nieuwe ISO-normen Om een goed beeld te krijgen van de impact van de nieuwe ISO 14001/9001 norm op uw managementsysteem, kunnen wij een gap analyse uitvoeren. Een Gap Analyse helpt u inzicht te krijgen in de status van uw managementsysteem: in hoeverre voldoet het systeem al aan de eisen van de betreffende norm? Aan het einde van de Gap analyse wordt er een rapportage en een eerste opzet voor een plan van aanpak opgeleverd. Elke Gap Analyse is maatwerk en uitvoerbaar vanaf € 1100,- (excl. BTW).
LRQA, uw partner voor certificatie en trainingen. • Annex SL • High Level Structure • Structuur ISO 14001 • Wat is nieuw? • Wat moet, wat mag? • Naadloze transitie • GAP Analyse • Coaching voor Integratie
Management Systemen
Transitietraining ISO 14001:2015 2-daags / € 875 incl. locatiekosten, uitgebreid lunchbuffet en alle trainingsmaterialen Regio West
10 en 11 november 2015
Workshop ISO/DIS 14001:2015 1-daags / € 495 incl. locatiekosten, uitgebreid lunchbuffet en alle trainingsmaterialen Regio West
24 november 2015
Workshop ISO 9001:2015 1-daags / € 495 incl. locatiekosten, uitgebreid lunchbuffet en alle trainingsmaterialen Regio West 27 oktober 2015 Regio Midden 17 november 2015 Regio West 3 december 2015
T +31 (0)10 201 8445 training@lrqa.nl • www.lrqa.nl
Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.
Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW