Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 01
28 januari 2009
Magazine
Alleen branchespeciďŹ eke automatisering zorgt voor chemie tussen bedrijfsprocessen en ICT
aĂš ÂŹĂ?ÂŁĂĽÂ&#x;vXv•vvĂ?
Een volwaardige, exibele, betaalbare en bovendien
aĂš JĂœb•Ù JĂœb•ÙÂ&#x;ÂŹĂœĂšÂŁJ¨JÂ?vÂŁvÂ¨Ăœ
gebruiksvriendelijke ERP-oplossing die naadloos
aĂš7Ă?JbvvĂ?XJJĂ?•v˜l
alle bedrijfsfuncties in de semi-procesindustrie
aĂš ÂŁXJÂ&#x;Â&#x;JÂ?v
integreert. Dat is Q-SPI, de “Solution for Process
aĂš2ĂĽJÂ&#x;Â˜ĂœĂŽĂšÂŁJ¨JÂ?vÂŁvÂ¨Ăœ
Industry� van Qurius.
aĂš Â&#x;JbÂ•Ăœv¨Úv¨Ú¨¨ÚbÂŹÂ¨ÂƒÂŹĂ?ÂŁÂ˜ĂœÂ˜vĂ“
Q-SPI is gebaseerd op het ERP pakket Microsoft
aĂš ÂŹÂ¨ĂœJ˜¨vĂ?ÂŁJ¨JÂ?vÂŁvÂ¨Ăœ
Dynamics en biedt naast een krachtige
aĂšAv˜Â&#x;˜Â?•v˜lĂ“XÂ&#x;Jlv¨
basisstructuur uitgebreide branchespeciďŹ eke
aĂš JXvÂ&#x;Â&#x;˜¨Â?
functionaliteiten. Zo kunnen bedrijven in de semi-
aĂšAvĂ?ÂťJžž˜¨Â?Ă“Ă“ĂœĂĽÂžÂ&#x;˜Â?Ă“ĂœXv•vvĂ?
procesindustrie sneller en eďŹƒciĂŤnter ďŹƒ reageren op ontwikkelingen in de markt.
2ĂĽĂ?Â˜ĂĽĂ“ĂšVan Voordenpark 1a, 5301 KP Zaltbommel. Postbus 258, 5300 AG Zaltbommel Ăœ +31 (0)418 68 35 00, v info@qurius.nl, ˜ www.qurius.nl
Imagine. Integrate. Innovate.
Inhoud d
01 28 januari 2009
11
Veel belangstelling voor C2W Career Expo Ondanks het verslechterde economische klimaat is de belangstelling voorr de carrièrebeurs C2W W Careerr Expo op 25 maart groterr dan ooit. VNCI-speerpuntmanagerr onderwijs en innovatie Nelo Emerencia begrijpt dat wel. ‘In de chemiebranche is veel behoefte aan nieuw w talent, want uit onderzoek van de VNCI en andere organisaties blijkt dat binnen vijf tot tien jaarr een kwart v de huidige 66.000 medewerkers in de chemische industrie van met pensioen gaat.’
Veel vragen over REACH bij mkb
36 3 winnen 26 Water in de woestijn
Hans Spaans en Ron Sprokholt van Synchem Plus, het dienstenc centrum van de VNCI, constateren dat het mkb nog veel vragen heeft overr REACH. Hoe dat komt? ‘Achteraf constateren we dat de voorlichting overr REACH te weinig gericht was op de gevolgen ervan voorr het mkb. De kleinere bedrijven zijn zich pas vrij laat gaan realiseren dat ze in actie moesten komen.’ Synchem Plus heeft de afgelopen anderhalf jaarr zo’n 20 bedrijven terzijde gestaan bij REACH.
Waterr winnen in de woestijn doorr middel van hydrogels. Dit was slechts een van de ideeën voorr producten voorr de allerarmsten, die tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het Dutch Polymerr Institute werden geopperd. Maarr de polymeerchemici kwamen met veel meer, zoals een goedkoop huis voorzien van drinkwater, sanitair, een keuken en afvoer, dat uit modules kan worden opgebouwd.
januari 2009 Chemie magazine 3
Hamsters rennen eindeloos op ĂŠĂŠn plek Ze komen zo geen stap vooruit. Maar u wel. Met performance management software van SAS.
www.sas.com/nl/hamster
Inhoud d
01 28 januari 2009
Opinie
07
- Open en reëel overr kredietcrisis
7
Trends Onderwijs en innovatie
13
- Chemie schept broedplaats voorr innovatie
Veiligheid, gezondheid en milieu
17
- Eindrapport Arbeidsinspectie overr veiligheid chemie verschijnt in 2010
Duurzaam ondernemen
19
- AkzoNobel brengt CO2–voetafdruk in kaart
Actueel
15
21
- Chemie in de winter: nooit meerr bevroren vingers
Achtergrond Interview
30
- Bart Leenders, een van de genomineerden voor Plantmanagerr of the Year: ‘Goed luisteren naarr elkaar’
Uitgelicht
34
- Schaatsen op kunststof
In beeld
38
- Linde Gas maakt onze toekomst schoon, gezond en veilig
Infographic
43
- Chemische industrie realiseert grootste daling broeikasgasintensiteit
34
Feiten en Visies Het woord is aan...
44
- Hoe Rotterdam CS bereikbaarr blijft dankzij chemie
Column
47
- Egbert Schellenberg van FNV V Bondgenoten over ‘Chemie in de stress’
VNCI Chemici in het buitenland
48
- Wereldburger en topchemicus Geert-Jan Boons: ‘Ik richt mijn leven in naar kansen’
Nieuws
44
- De VNCI wil bijeenkomsten voor mkb-leden organiseren
50
Personalia en agenda
54 januari 2009 Chemie magazine 5
Infra
Industrie
Controlec Engineering
Building Systems
Asset Management
SPIE een gezamenlijke ambitie
SPIE-Asset Management Advies over en realisatie van de hoogst mogelijke economische waarde van productiefaciliteiten voor eigenaars en gebruikers. SPIE-Building Systems Advies, ontwerp, realisatie en onderhoud van elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties. SPIE-Controlec Engineering Advies en onafhankelijke, technische, multidisciplinaire oplossingen op het gebied van engineering & design, procurement, project -en construction management. SPIE-Industrie Advies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud, projectmanagement, processautomatisering en inspectie op het gebied van mechanische technieken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek, meet- en regeltechniek en analysersystemen. SPIE-Infra Ontwerp, realisatie, inspectie, service en onderhoud op de terreinen: energie, verkeer en vervoer, telecommunicatie en hoogspanningslijnen.
Met het oog op de toekomst Een onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ook duurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingen die werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend, maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedt een compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciële en institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onze specialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infrastructuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan. De bundeling van onze krachten Met het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specialisten en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook een beroep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.
SPIE NEDERLAND Huifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Breda tel. +31 (0)76 544 54 44 • info.beheer@spie.com • www.spie-nl.com
Opinie VNCI
Open en reëel e chemische industrie in ons land is zwaar getroffen door de kredietcrisis. Bedrijven leggen fabrieken tijdelijk stil, vragen werktijdverkorting aan of nemen verregaande maatregelen om kosten te reduceren. En hoewel de chemische sector gekenmerkt wordt door zijn cyclische karakter, heeft de ongekend snelle en omvangrijke daling van de vraag en de omzet ook mij verrast. Zo geven CBS-cijfers aan dat de productie van de chemische industrie in november vorig jaar bijna 20 procent minder was dan in dezelfde maand het jaar daarvoor. Zo’n scherpe daling is redelijk uniek in de geschiedenis van onze branche.
D
De oorzaken van deze uitzonderlijke daling zijn inmiddels genoegzaam bekend. De bouw- en automobielindustrie zijn zwaar getroffen, andere afnemers zoals de elektronica-industrie stellen - al dan niet door gebrek aan financiering - hun investeringen uit en houden de hand op de knip. Tel daar de spectaculaire daling van de olieprijs bij op, waardoor afnemers anticipeerden op een daling van de afzetprijzen, en het plaatje is compleet. Bij dit alles valt mij de openheid en de realiteitszin waarover onze leden over deze crisis praten op. Uit een recente belronde van de VNCI gaf geen van onze contacten er blijk van dat men bij de pakken neer gaat zitten. Integendeel, de verschillende reacties getuigen juist van initiatiefrijk leiderschap en de aanwezigheid van goede ideeën om deze crisis te boven te komen. Zo geven veel bedrijven aan dat ze de werktijdverkorting graag aangrijpen om hun personeel bij te scholen en extra trainingen te laten volgen. Daarom is de VNCI blij met de recente beslissing van minister Donner, mede op basis van een gesprek tussen hem en een vertegenwoordiging van het VNCI-bestuur, om de regeling van werktijdverkorting tot 1 maart van dit jaar te verlengen. Verder schuiven sommige bedrijven gepland onderhoud naar voren om hun fabrieken straks nóg efficiënter te kunnen laten draaien. Tegelijkertijd realiseren de meeste ondernemingen zich dat het juist nu belangrijk is om aan de toekomst te blijven denken door te investeren in onderzoek en ontwikkeling. En de aandacht voor opleiding van jongeren blijft. Bedrijven beseffen dat als de economie weer aantrekt, en binnen vijf tot tien jaar de babyboomgeneratie met pensioen gaat, ze hard nieuwe krachten nodig zullen hebben. p
VNCI-directeur Colette Alma
januari 2009 Chemie magazine 7
Ruim
miljoen
ECHA, het Europees agentschap voor chemische stoffen in Helsinki, heeft van 1 juni tot 1 december 2008 in totaal 2,75 miljoen preregistraties voor zo’n 150.000 chemische stoffen ontvangen in het kader van de stoffenwet REACH. Deze preregistraties zijn afkomstig van zo’n 65.000 bedrijven. Van de preregistraties zijn 126.000 afkomstig uit Nederland. Op 19 december heeft ECHA de lijst met gepreregistreerde stoffen op zijn website gepubliceerd. Dit is een voorlopige lijst, want ECHA is begonnen alle 2,75 miljoen preregistraties
te checken en zal daar nog maanden mee bezig zijn. In sommige gevallen hebben bedrijven bijvoorbeeld geen stoffen maar artikelen gepreregistreerd, zoals schoenen en zelfs een koe. Oorspronkelijk rekende het agentschap op zo’n 150.000 preregistraties. Er zijn er nu 18 keer zoveel binnengekomen. In de volgende fase gaan bedrijven samenwerken bij de registratie in zogenoemde SIEF’s. De verwachting is dat er naar schatting vele tientallen SIEF’s zullen zijn met meer dan 1000 leden.
januari 2009 Chemie magazine 9
s je in de industrie werkt, kies je voor VAPRO. Al meer dan vijftig jaar zorgt VAPRO voor erkende pleidingen in o.a. chemie, farmacie, papier-, kunststoffen-, voedings- en genotmiddelenindustrie. APRO staat garant voor kwaliteit, zekerheid, vakbekwaamheid en veilig werken. Daarnaast kun je j VAPRO ook terecht met vragen over personeelsontwikkeling en subsidies. Wilt u meer weten over VAPRO? Surf dan naar www.vapro.nl.
Empowering people and industri dustries www.vapro.nl o.nl
CASPER RIL A
Onderwijs en Innovatie innovatie
VNCI-beleidsmedewerker onderwijs en innovatie Nelo Emerencia:
‘Chemie heeft nieuw w talent nodig’ De VNCI werkt nauw w samen met de KNCV V bij de organisatie van de C2W W Careerr Expo, hét carrière-event voorr chemie- en life sciences dat op 25 maart plaatsvindt in het Beatrixgebouw w in Utrecht. Volgens VNCI-speerpuntmanagerr onderwijs en innovatie Nelo Emerencia biedt de beurs een uitgelezen kans voorr de leden om honderden enthousiaste afstudeerders met een chemische opleiding te ontmoeten.
E
en carrièrebeurs organiseren in een tijd dat het ene na het andere chemische bedrijf winstwaarschuwingen afgeeft of mensen op straat zet? Gezien het gure economische klimaat lijkt het niet erg voorr de hand te liggen, maarr toch wordt de beursvloerr van het evenement vollerr en voller. Naast de hoofdsponsoren AkzoNobel, CLS Services en Schering-Plough hebben zich de afgelopen maand al weerr verschillende andere bedrijven bij de organisatie aangemeld. De belangstelling is zelfs groterr dan in voorgaande jaren. VNCI-speerpuntmanager onderwijs en innovatie Nelo Emerencia begrijpt het wel. Volgens hem is err in de branche juist veel behoefte aan nieuw w talent. ‘Uit onderzoek van de VNCI en andere organisaties blijkt dat binnen vijf tot tien jaarr een kwart van de huidige 66.000 medewerkers in de chemische industrie met pensioen gaat. Daarbij gaat het om functies op alle niveaus; van mbo-ers tot hbo-ers en academici. Doorr de kredietcrisis is er op dit moment minderr werk,
maarr dat neemt niet weg dat de vergrijzing straks toch moet worden opgevangen.’ VNCI-leden kunnen op de beurs contact leggen met laatstejaars studenten, promovendi, en postdocs die voorr een chemische studie hebben gekozen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om opleidingen op het gebied van de chemische technologie, klinische chemie, microbiologie en life sciences.
Loopbaan in de branche De VNCI maakt err overigens op allerlei fronten werk van om jongeren te interesseren voor een loopbaan in de branche, stelt Emerencia. Zo heeft de vereniging vorig jaarr samen met de Regiegroep Chemie de ‘human capital agenda’ gepubliceerd. Daarbij gaat het om een reeks plannen en maatregelen om nieuw w talent aan te trekken, waarvoorr de Regiegroep Chemie subsidie van het ministerie van Economische Zaken heeft gekregen. Daarnaast voert de VNCI momenteel een imagotraject uit om de ware identiteit van de sec-
torr overr het voetlicht te brengen bij verschillende doelgroepen. Onderdeel van het imagotraject is het doorr het Amsterdamse jongerencommunicatiebureau Young Works ontwikkelde ‘bètamentalityy model’. Uit onderzoek van het bureau is namelijk gebleken dat err weliswaarr een groot aantal bèta-geïnteresseerde jongeren in Nederland aanwezig is, maarr dat ze vaak een eendimensionaal beeld hebben van de chemie. Een beeld dat bovendien vaak niet goed aansluit op de praktijk. Doorr vanuit het model (het indelen van jongeren in vier categorieën met hun eigen interesses en wensen) gerichterr te communiceren met jongeren overr bètatechniek en overr chemie, kunnen bedrijven volgens YoungWorks snellerr aan nieuwe mensen komen.
Korting voor VNCI-leden ‘Inmiddels hebben err bij verschillende chemische bedrijven workshops plaatsgevonden, waarbij de deelnemers onderr meerr antwoord kregen op de vraag hoe het keuzeproces voorr opleidingen
en beroepen bij jongeren verloopt’, zegt Emerencia. ‘Ook liet YoungWorks zien wat jongeren wel willen horen en zien over chemie en wat absoluut niet. Tevens kregen de deelnemers inzicht in de manierr waarop ze groepen jongeren kunnen bereiken met wie ze eigenlijk nooit in contact komen.’ De workshops zijn doorr de leden bijzonderr positief ontvangen. Sommige bedrijven hebben zelfs hun arbeidsmarktcommunicatie err op aangepast. En met succes. Daarom onderzoekt Emerencia momenteel of de beursbezoekers en exposanten met het model aan de slag kunnen. Verderr krijgen VNCI-leden vijftien procent korting op de kosten voorr deelname aan het evenement. Belangstellenden kunnen zich via de website www.c2wcareerexpo. nl abonneren op een digitale nieuwsbrief. Die houdt geïnteresseerden op de hoogte van het programma, dat onderr meer bestaat uit bedrijfspresentaties, workshops en een interactief programma. p januari 2009 Chemie magazine 11
Carrièrebeurs voor Chemie, Life Sciences en Procestechnologie 25 maart 2009, Beatrixgebouw Utrecht
zicht op je carrière Programma: t #FÕOWMPFE BOEFSFO CFHJO CJK KF[FMG 5IF QPXFS PG QFSTVBTJPO t )PF PWFSMFFG KF TPMMJDJUBUJFSPOEFT t *OUFSOFUXPSLJOH NPFU NFO OV XFM PG H FFO HFCSVJL NBLFO WBO XFCTJUFT BMT )ZWFT -JOLFE*O 1MBYP t *OUFSWJFX :PVOH 1SPGFTTJPOBMT (FUUJOH TUBSUFE XIBU T IPU &O NFFS
C2W C a re e r E x p o : t P O U N P F U U P F L P N T U J H F X F S L H F W F S T D P M M F H B T F O Q B S U O F S T t EF JEFBMF NPHFMJKLIFJE PN UF OFUXFSLFO t F F O S V J N F L F V [F J O X P S L T I P Q T F O Q SF T F O U B U J F T t Q F S T P P O M J K L A % SF T T G P S 4 V D D F T T B E W J F T
R e g i s t r e e r j e N U o p w w w. c 2 w c a r e e r e x p o . n l )PPGETQPOTPST
4QPOTPST
1BSUOFST
0SHBOJTBUJF
Onderwijs en Innovatie innovatie
Chemelot schept broedplaats voorr startende ondernemers
O
p de foto ondertekenen (v.l.n.r.) Gerr Wagemans (directeur Chemelot), Rein Willems (voorzitterr Regiegroep Chemie), Herman Vrehen (gedeputeerde Economische Zaken Provincie Limburg) en Jérôme Verhagen (directeurr NV V Industriebank LIOF) de intentieverklaring voorr de oprichting van een Centerr forr Open Chemical Innovation (COCI). Business development managerr Wouterr Heinen van Chemelot kijkt op de achtergrond toe. Half decemberr vorig jaarr is afgesproken dat de betrokken partijen op de Chemelot Campus in Geleen een plek creëren waarr bestaande
jonge bedrijven, actief op het gebied van chemie en materialen, versneld kunnen groeien. De startende ondernemers kunnen daarbij gebruik maken van huisvesting, financiële fondsen, ondersteunende diensten, coaching en netwerken. Het idee van een dergelijke broedplaats komt van de Regiegroep Chemie van het Innovatieplatform. Het is een van de middelen om de vooraanstaande positie van de chemie in Nederland te versterken en uit te bouwen. p Meer informatie: www.chemelot.nl en www.regiegroepchemie.nl .
Plannen voorr bètacampus in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde, Dow w Benelux x en Hogeschool Zeeland zijn met elkaarr in gesprek k om de haalbaarheid te onderzoeken van een bèta-campus techniek k in Zeeuws-Vlaanderen. Het bundelen van kennis en onderwijsfaciliteiten, plus faciliteiten als huisvesting en sportvoorzieningen, vergroot de aantrekkelijkheid voorr jongeren, ook k van buiten de regio, om in Zeeuws-Vlaanderen onderr andere procestechniek k te studeren.
‘D
at is hard nodig, want uit een recent arbeidsmarktonderzoek blijkt, dat de komende zes à zeven jaarr in deze regio bovenop het aantal verwachte studenten behoefte is aan nog eens 1000 mbo’ers en 500 hbo’ers en academici’, zegt Toine Huijsmans, voormalig directeurr van ROC Westerschelde in Terneuzen. ‘Het idee is eigenlijk voortgekomen uit het Interreg-project Bio Base Europe dat op stapel staat. Daarbij gaat het om de bouw w van een pilotplant voor biobrandstoffen in het Vlaamse deel van de Kanaalzone GentTerneuzen voorr opschaling naar
de markt en de bouw w van een proeffabriek voorr biobrandstoffen in het Nederlandse deel van de Kanaalzone. Daarnaast vestigt opleidingsbedrijf RICAS een trainingscentrum in Terneuzen voor brandweerlieden en andere hulpverleners uit heel Europa. Als je deze twee zaken en de faciliteiten van de ROC, de Maintenance Valuepark-activiteiten van Dow en andere bedrijven, en wellicht de Universiteit Gent aan elkaar koppelt, ontstaat err meerwaarde. En zo is het idee voorr de bètacampus ontstaan.’ Eind vorig jaarr vertelde Gerard van Harten, bestuursvoorzitter
w Benelux, bij de opening van Dow van een proeffabriek bij de ROC Westerschelde, dat in 2008 52 leerlingen aan het regionaal opleidingencentrum begonnen zijn aan een opleiding procestechniek; in 2007 was dat nog een tiental. ‘Dit aantal komt redelijk overeen met het aantal
dat Dow w elk jaarr moet werven en aanstellen om de vergrijzing te kunnen opvangen. En dan hebben we het nog niet eens overr de andere procesbedrijven in de Kanaalzone’, aldus Van Harten. Hij ziet daarom veel in de plannen om met de bèta-campus extra studenten aan te trekken. p januari 2009 Chemie magazine 13
4*."5*$ 1$4 4*."5*$ 1$4 POEFSTDIFJEU [JDI WBO BOEFSF %$4 TZTUFNFO BMT FFO QSPDFTT DPOUSPM BOE TBGFUZ TZTUFN WPPS IFU HFIFMF XFSLHFCJFE WBO EF QSPDFTBVUPNBUJTFSJOH &ÁO WBO PO[F TQFDJBMJTBUJFT JT EF NJHSBUJF WBO CFTUBBOEF %$4 BQQMJDBUJFT OBBS 1$4 4JFNFOT MFWFSU IJFSWPPS JOUFMMJHFOUF PQMPTTJOHFO WBO TFOTPSOJWFBV UPU .&4 .FU 4*."5*$ *5 WPPS FFO HFÇOUFHSFFSEF NPEVMBJSF .&4 PQMPTTJOH 1$4 FO 4*."5*$ *5 [JKO CJK VJUTUFL HFTDIJLU WPPS IFU TZODISPOJTFSFO WBO VX QSPEVDUJFQSPDFTTFO JO CFTUBBOEF FO JO HFIFFM OJFVXF TVQQMZ DIBJO QSPDFTTFO #F[PFL IFU %$4 TFNJOBS JO VX SFHJP LJKL PQ XXX TJFNFOT OM %$4 PG NBJM OBBS JOEVTUSZ OM!TJFNFOT DPN 4FUUJOH TUBOEBSET XJUI 5PUBMMZ *OUFHSBUFE "VUPNBUJPO
"OTXFST GPS JOEVTUSZ
Onderwijs en innovatie
Meeste geld gaat naar farma
Bayerr verhoogt R&D-budget Bayerr trekt de komende jaren meerr geld uit voorr onderzoek k en ontwikkeling. Welke innovatieve producten kunnen we verwachten van een van de grootste chemische concerns terr wereld?
B
concern tussen 2008 en 2012 in totaal 3,4 miljard euro in de ontwikkeling van nieuwe bestanddelen voorr innovatieve gewasbeschermingsmiddelen gaat investeren. Daarbij gaat het onderr meerr om producten die minderr schadelijk voorr het milieu zijn. Daarmee loopt Bayerr vooruit op het recente verbod van 22 gewasbeschermingsmiddelen doorr het Europese Parlement. De actieve bestanddelen van deze middelen mogen overigens nog wel in de rest van de wereld worden verkocht.
Vermindering milieubelasting Nieuwe producten De wetenschappers van Bayer MaterialScience lieten verschillende nieuwe producten zien die op basis van nanodeeltjes zijn geproduceerd, variërend van ski’s en surfplanken tot hockeysticks en honkbalknuppels. Ook
Het concern wil de komende jaren eveneens meerr werk maken van de vermindering van de ecologische voetafdruk. Daarbij speelt de ‘Bayerr Climate Check’ een essentiële rol. Het programma is ontworpen om CO2-emissies in de industriële
productie te analyseren. Aan het eind van het jaarr wil Bayerr met dit instrument al haarr productielocaties beoordelen. Uit gegevens van het duurzaamheidsrapport overr 2007 blijkt dat het concern op de goede weg is. Zo bleven de CO2-emissies, ondanks een wereldwijde stijging van 5 % in productievolume, met een stijging van 1 % op bijna hetzelfde niveau als in 2006. Tussen 1990 en 2007 verminderde de onderneming haarr absolute emissies al met 37 %. Bayerr is dan ook samen met Dow, Praxair, BASF en DuPont opgenomen in de ‘Carbon Disclosure Leadership Index’, een wereldwijde klimaatbeschermingsindex. Dit is een initiatief van ruim 300 financiële instellingen, zoals ABP en zakenbanken als Goldman Sachs en Merryl Lynch. Hierin geven bedrijven inzicht in de financiële risico’s die klimaatverandering op hun activiteiten kan hebben. p Meer informatie: www.bayer.com.
FOTO: BAYER
ayerr is nu al verantwoordelijk voorr vijf procent van alle R&D-uitgaven in de Duitse industrie. Ruim 2,8 miljard euro gaf het bedrijf hierr vorig jaarr aan uit. En ondanks de huidige financiële en economische crisis gaat de groep volgens topman Werner Wenning de komende jaren nog meerr investeren in onderzoek en ontwikkeling. Daarvan gaat het grootste gedeelte (66 %) naarr Bayerr Healthcare, gevolgd doorr CropScience (24 %) en MaterialScience (6 %). Begin decemberr vorig jaarr liet het concern 130 journalisten, afkomstig uit de hele wereld, invliegen om in het Bayerr Communicatie Centrum in Leverkusen te zien welke innovatieve producten het concern nu en in de toekomst op de markt gaat brengen. Zo gaven onderzoekers van Bayerr CropScience aan, dat het
een producent van rotorbladen voorr windmolens kan het concern tot zijn klanten rekenen. Die gebruikt de deeltjes om de aluminium bladen van windmolens nog lichterr te maken, zodat het energieverbruik verderr afneemt. Volgens managerr Martin Schmidt van de nanodeeltjesfabriek in Leverkusen gaan de zaken zo goed dat het bedrijf binnenkort een tweede fabriek in Duitsland opent. Eind decemberr kreeg Bayerr toestemming van het Amerikaanse Environmental Protection Agency om de Baytubes (koolstof nanotubes) in de Verenigde Staten op de markt te brengen.
januari 2009 Chemie magazine
ʸˇ˔˙ˇ˔ˍˇ˔ ˘˃ːʜ ʫːˆ˗˕˖˔ˋˇˇˎ ˃ˈ˘˃ˎ˙˃˖ˇ˔ ʱˎˋˇˊˑ˗ˆˇːˆ ˃ˈ˘˃ˎ ʤ˔˃ːˆ˕˖ˑˈ˔ˇ˕˖ˇː ʥˊˇˏˋ˕˅ˊ ˃ˈ˘˃ˎ
ʣˈ˘˃ˎ˕˖ˑˈˈˇː ʶˇ˔ˏˋː˃ˎ ʯˑˇ˔ˆˋˌˍ ʤʸ
ʸˎ˃˕˙ˇˉ ʓʔʏ ʖʙʚʔ ʲʹ ʯˑˇ˔ˆˋˌˍ ˙˙˙ʎ˃˖ˏˏˑˇ˔ˆˋˌˍʎːˎ ʶˇˎʜ ʒʓʘʚʐʕʚʛʔʚʛ ʨ˃˚ʜ ʒʓʘʚʐʕʚʛʔʙʒ ʥˑː˖˃˅˖˒ˇ˔˕ˑːˇːʜ ʴˋ˅ˍ ʮˇˇ˔ˋːˍ ʊʒʘʐʗʕʘʛʚʛʚʕʋ ʈ ʴˑː ˘˃ː ʸˇ˔ˍ ʊʒʘʐʗʓʓʔʖʒʒʖʋ ʣʶʯ ˋ˕ ˇˇː ˄ˇˆ˔ˋˌˈʎ
Veiligheid, gezondheid en milieu
Begin 2010 verschijnt eindrapport
Arbeidsinspectie p bekijkt j risico’s naarr aanleiding van BP-incident De Arbeidsinspectie onderzoekt in 2009 of (petro)chemiebedrijven hun procesapparatuur voldoende beveiligd hebben tegen overvullen/hoge druk. Het gaat daarbij om processen met ontvlambare en/of toxische stoffen. Als de beveiliging onvoldoende is, zal zij extra maatregelen eisen. Circa 120 bedrijven hebben hieroverr onlangs een brief ontvangen.
L
eo van Tatenhove, projectleiderr van het Project Petrochemie 2009 van de Arbeidsinspectie: ‘Aanleiding is de explosie die in maart 2005 plaatsvond in de BP-raffinaderij in Texas City in de Verenigde Staten. Na een onderhoudsstop werd een splitterr weerr met product gevuld, terwijl de afvoer dicht stond. De niveaubeveiliging functioneerde niet goed, waardoorr de kolom overvuld raakte. Tegelijkertijd werd het product verwarmd en kwam onderr druk te staan. Uiteindelijk stroomde het product met kracht via de veiligheidskleppen naarr een zogenoemd blow down vat van waaruit het product als een geiserr naarr buiten spoot, ontbrandde en explodeerde. Hierdoorr kwamen vijftien mensen om en raakten 180 mensen gewond. Behalve de falende beveiliging speelden bij dit noodlottige incident ook andere factoren een rol, waaronderr de locatie van de tijdelijke verblijven van het contractorpersoneel dichtbij de installatie.’ Eind 2005, begin 2006 is de Arbeidsinspectie nagegaan of dit scenario zich ook bij de vijf Nederlandse raffinaderijen zou kunnen voordoen. De raffinaderijen hadden al maatregelen genomen, of hebben dit op verzoek van de Arbeidsinspectie gedaan, zowel voorr de beveiliging als voorr hun beleid voor tijdelijke en permanente accommodaties.
geselecteerd en een vragenlijst toegestuurd, die ze voorr 1 februari kunnen beantwoorden. Bedrijven die niet met de bedoelde procesapparatuurr of ontvlambare en/of toxische stoffen werken, worden niet geïnspecteerd. De overige bedrijven bezoeken we in de periode van maart tot en met oktoberr 2009. We zullen dit zo veel mogelijk combineren met de BRZO/ARIE-inspecties. Bedrijven waarvoorr in deze periode geen BRZO/ARIE-inspectie gepland staat, bezoeken we apart. Afhankelijk van de omvang van het bedrijf zal de inspectieduur variëren van een halve tot een hele dag. Bij hele grote bedrijven kan het meerr tijd kosten. Een en andere hangt ook af van de vraag of het bedrijf zelf al studie gedaan heeft naarr aanleiding van dit incident.’ Met dit project wil de Arbeidsinspectie onderzoeken of het BP Texas-scenario mogelijk ook in de Nederlandse chemische industrie kan optreden, en welke maatregelen genomen zijn om dit scenario te voorkomen dan well de gevolgen ervan te beperken. ‘Het gaat vooral om procesapparatuur, zoals vaten en kolommen, met drukveiligheden die niet zijn aangesloten op een fakkelinstallatie en die voorzien zijn van een warmtetoevoer. Het kan zijn dat bedrijven al voldoende veiligheidsmaatregelen hebben genomen. Anders zullen wij verlangen dat zij alsnog aanvullende maatregelen treffen. Ook willen wij bij dit project onderzoeken welk beleid of welke richtlijnen bedrijven toepassen voorr de locatie van verblijfsgebouwen in de buurt van de productie-installaties, en welke eisen ze aan deze gebouwen stellen. Begin 2010 brengen we een eindrapport overr het Project Petrochemie uit.’ De werkgroep Veiligheid van de VNCI heeft overigens begin januari besproken welke veiligheidsmaatregelen de leden hebben genomen. p
Gecombineerd bezoek ‘De Arbeidsinspectie gaat de inspecties nu ook uitvoeren in de (petro)chemie. We hebben hiertoe circa 120 bedrijven
Meer informatie: VNCI-beleidsmedewerker Macco Korteweg Maris, tel. 070-3378748, e-mail: kortewegmaris@vnci.nl. januari 2009 Chemie magazine 17
-EER DAN 3TAAL
VATEN INTERNALS MONTAGE
&)" )NDUSTRIÑLE "EDRIJVEN %INSTEINWEGG !0 0 ,EEUWARDEN
&)" )NDUSTRIÑLE "EDRIJVEN SPECIALIST IN RVS VOORR DE PROCESINDUSTRIE +ENNISMAKEN 'RAAG "ELT U EVEN OFF KIJK OP WWW FIB NL
4ELL &AX X
-EMBERR OFF THE 2IJN$IJK 'ROEP OF COMPANIES F
Duurzaam ondernemen
AkzoNobel Delfzijl brengt CO2-voetafdruk in kaart
Analysemethode goed ontvangen AkzoNobel Industrial Chemicals heeft de zogenoemde CO2-voetafdruk vastgesteld van alle producten die het bedrijf op de locatie Delfzijl produceert. Per product gaat het om de uitgestoten hoeveelheid CO2 (of CO2-equivalenten) die nodig is geweest om tot dit product in een bepaald punt in de keten te komen. Hierbij zijn de emissies van de winning, productie en transport van de grondstoffen en energie meegenomen.
‘W
e hebben hiervoor een analysemethode ontwikkeld die heel werkbaar en ‘doenlijk’ is’, zegt Jos Keurentjes, Technology Director van AkzoNobel Industrial Chemicals. ‘Dit heeft ons zowel binnen als buiten het bedrijf positieve reacties opgeleverd. Inmiddels zijn ook de andere businessunits van AkzoNobel hiermee aan de slag gegaan. Verder is de methode goed ontvangen op een bijeenkomst van het Greenhouse Gas Protocol van het World Resources Institute. Dit instituut wil komen tot een internationale industriële standaard voor de CO2-voetafdruk.’ ‘Steeds meer klanten willen weten wat de CO2-voetafdruk is. Het ligt voor de hand om dit op den duur als extra productspecificatie op te nemen, zoals al gebeurt bij zakken chips in de supermarkt. We zijn goed in staat de voetafdruk te kwantificeren voor producten die we bij de klant afleveren, dus van cradle to gate. Over de voetafdruk bij de verwerking van onze producten door onze klanten kunnen we slechts kwalitatieve uitspraken doen. We letten daarbij op de pijnpunten en kansen’, verklaart Keurentjes.
Betere keuze voor klant Sinds de invoering van de handel in CO2-emissierechten tellen de kosten van de CO2-uitstoot mee in de kostprijs van elk product. Daarom is het vaststellen van de voetafdruk volgens hem geen vrijblijvende exercitie meer. ‘Het verdisconteren hiervan maakt deel uit van het hart van onze bedrijfsvoering en strategie. Door producten energieefficiënt met minder CO2-uitstoot te produceren, zijn we niet alleen voordeliger uit, maar stellen we ook de klant in staat om betere keuzes te maken. We kunnen de voetafdruk direct beïnvloeden in onze eigen productieprocessen en daarnaast bij de inkoop van grondstoffen en energie. De cradle to gate-analyse geeft ons inzicht in wat de kritische punten zijn in het hele proces van de waardeketen tot aan de aflevering bij de klant en waar dus verbetering mogelijk is.’ AkzoNobel praat inmiddels met andere chemiebedrijven over de mogelijkheden om tot een gezamenlijke aanpak te komen die eventueel kan uitgroeien tot een algemene industriële standaard. p
Meer actueel nieuws over chemie en de chemische industrie? Ga dan naar www.vnci.nl voor het dagelijks nieuws uit de sector en onze wekelijkse nieuwsbrief.
Milieuprestaties verschijnen op aparte website
Cefic publiceert Responsible Care-verslag De Europese koepelorganisatie van de chemische industrie Cefic heeft onlangs zijn Responsible Care-jaarverslag 2008 uitgebracht. Op de omslag staat de nieuwe slagzin die CEFIC vanaf 2009 in combinatie met het Responsible Care-logo gaat gebruiken: ‘Ourr commitment to sustainability’.
I
n het verslag staan tal van activiteiten en programma’s beschreven die onderr de paraplu van Responsible Care vallen. Maar cijfers overr de milieuprestaties van de Europese chemische industrie zijn praktisch niet te vinden. Dat komt omdat Cefic in 2007 met het nieuwe rapportagesysteem van start is gegaan, waarbij de nationale verenigingen de cijfers van de chemische industrie in hun land elektronisch kunnen invoeren op de website van Cefic. Niet alle cijfers (keyy performance indicators) waren op tijd binnen. Vanaf januari 2009 zijn de cijfers echterr te
vinden op de Cefic-website. Sjoerd Looijs, managerr Responsible Care en duurzaamheid van de VNCI, geeft leiding aan de werkgroep ‘Performance monitoring and reporting’ van de ICCA, de wereldwijde koepel van de chemische industrie. Hij werkt nauw w met Cefic samen, en constateert dat de invoering geen grote kinderziekten heeft ondervonden, alhoewel de gegevens wel met vertraging zijn binnengekomen. ‘Het internationale rapportagesysteem betekent een grote vooruitgang. Het levert straks cijfers op van betere kwaliteit en maakt het gemakkelijkerr om de milieugegevens en -prestaties van chemische industrieën in verschillende landen met elkaarr te vergelijken.’ p Ga voor het Cefic RC-jaarverslag 2008 naar www.cefic.org en klik bovenaan op ‘publications’
januari 2009 Chemie magazine 19
28 MAY 2009 Amsterdam RAI
09 09
event
accelerate your career at Are you a highly educated student or professional in Life Sciences, Chemistry, Food or Pharma? Are you planning the next small step or giant leap in your career? Then visit BCF Event. BCF Event offers you: • An interactive career fair; meet future employers and colleagues! • Company presentations; get to know the sector! • Workshops on e.g. job application and networking; improve your skills! • CV checks; learn to present yourself! • Career coaching by professional career coaches!
CareerEvent
Food Ca C CareerEvent ar areerEve areerEv areer aree reerEve erEve erEven rEven rEve Ev ve v e ent nt
www.bcfevent.nl
Main Sponsors BCF
Co-Sponsor
Host Sponsor
Media Partners
Partners
BCFjobs BCF jobs Exhibitors,
others (status 5 January 2009)
DUTCH SEPARATION TECHNOLOGY INSTITUTE
Uw logo hier?
Uw logo hier?
Uw logo hier?
accelerate your career at BCFevent
Actueel
Chemie in de winter
Nooit meerr bevroren vinge Je koopt ze al voorr een paarr euro: chemische handwarmers die je wel honderdmaal kunt hergebruiken. Goedkoop en effectief. Maarr hoe werkt die zogenoemde ‘hotpack’ eigenlijk?
H
et geheim schuilt in de inhoud van het plastic zakje: een oververzadigde oplossing van natriumacetaat in water. Bij kamertemperatuurr blijft dit goedje in principe vloeibaar. Maar als de inhoud van het zakje wordt getriggerd, zal de oplossing in sneltreinvaart kristalliseren. Als triggerr kan bijvoorbeeld een entkristal worden gebruikt, maar een drukpuls heeft hetzelfde effect. En daarr komen we bij deel twee van de inhoud: in de vloeistof van een acetaat-hotpack drijft een roestvrijstalen plaatje. Doorr het plaatje in te drukken, geef je
plaatselijk een drukpuls af. Dat is het sein voorr kristallisatie, het proces waarbij die prettige warmte vrijkomt. Vijf seconden laterr is de hotpack echt hot. Ruim vijftig graden Celsius, om wat preciezerr te Na een halfuurr is het fysische proces ten einde en koelt de h pack weerr af. Om de inhoud v het zakje, die dan hard is gew den, opnieuw w vloeibaarr te ma moet de hotpack een kwartie in kokend waterr worden gele zodat het kristal weerr oplost. Goed laten afkoelen, en de ho pack is klaarr voorr het volgend gebruik. p
Perspectivity Game geeft inzicht in klimaataanpak De ideële stichting Perspectivity heeft een nieuw spel ontwikkeld, het Perspectivity Game voor groepen van twaalf personen of meer. Spelers leren om economische groei en duurzaamheid met elkaar in balans te brengen.
D
e deelnemers van het nieuwe spel ervaren onder meer hoe het is om in de schoenen van politici te staan. Zo is elke speler verantwoordelijk voor de groei van een virtuele economie op het spelbord. Hierbij komen issues aan de orde als pieken en dalen in de economie, internationale onderhandelingen en conflicten. Daarbij komt ook het spanningsveld om de hoek kijken tussen gewone economische groei en duurzame ontwikkeling. Herman van der Meyden, spelontwikkelaar: ‘De spelers krijgen te maken met het zogenoemde prisoner’s dilemma. Ze kunnen kiezen voor gewone fabrieken of schone maar duurdere fabrieken.
Het eerste levert snellere groei, maar kan tot problematische vervuiling leiden. Schone fabrieken bouwen voorkomt dit, maar vertraagt de groei van de economie. De speler kan alleen zijn of haar doel bereiken door groei en duurzaamheid met elkaar in balans te brengen. Zo ervaart de speler hoe het is om voor dit soort dilemma’s te staan en dat maakt het Perspectivity Game tot een leerzaam spel.’ Studenten van diverse universiteiten hebben het spel al gespeeld, evenals managers van Shell en diplomaten in spe van het Instituut Clingendael. Het spel is geschikt voor seminars en congressen. Na een introductie
van tien minuten begint het spel en duurt het ruim een uur, waarna nog een evaluatie volgt van ruim een half uur. De kosten bedragen € 500 euro per sessie, inclusief begeleiding door twee
ervaren leden van het Perspectivity netwerk. p Ga voor meer informatie naar www.perspectivity.org
januari 2009 Chemie magazine 21
!
- ) $ ) & $ & % &"& - '&" & % *# !% !$ & ! ! - ! "!& ! $ ' & !"#%& ! " $" ! + "" % !
- ") * !%& & % - ' % %# $ ! " ' , ! !
"$% &$ &# %"#$%# % &#
'
! " "% &# "
Actueel
Regeling werktijdverkorting verlengd tot 1 maart
Donnerr heeft oog voorr belangen chemie De regeling voorr werktijdverkorting is verlengd tot 1 maart van dit jaar. Dat is mede te danken aan het recente gesprek k tussen ministerr Donnerr van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en VNCIbestuurslid Gerard van Harten.
D
FOTO: ANP - KUYPERS, VALERIE
e VNCI heeft voorr het gesprek tussen Donnerr en Van Harten een uitgebreide belronde gehouden onderr haarr leden. Daaruit bleek dat bijna alle sectoren van de chemische industrie te kampen hebben met een sterk verminderde vraag. Zelfs bedrijven die tot voorr kort iederr jaarr prachtige groeicijfers presenteerden, zagen de omzet met tientallen procenten dalen. Zo zakte de vraag bij sommige ondernemingen met ruim 75 procent in. EĂŠn bedrijf moest zelfs voorr het eerst in zijn 75-jarig bestaan in het vierde kwartaal van 2008 een verlies incasseren. De grootste klappen vallen vooral in de hoek van bedrijven die leveren aan de bouw-, automobiel-, landbouw-,
en drukinktsector. Sommige bedrijven hebben inmiddels de productie teruggeschroefd of bepaalde plants gesloten. Toch is het niet alleen maarr kommerr en kwel. Zo meldt een klein aantal bedrijven uit de petrochemische en pvc-hoek dat de vraag weerr begint aan te trekken. Die blijft overigens nog wel aanzienlijk achterr bij die van januari vorig jaar. Doorr het verlengen van de regeling tot werktijdverkorting kunnen meerr bedrijven hun personeel tijdelijk minderr laten werken met behulp van een ww-uitkering. Daardoorr kunnen ze het hoofd boven waterr houden in deze gure economische tijden. p
AkzoNobel levert verf voorr Formule-1 wagen AkzoNobel gaat verf leveren voorr het Formule 1-team van Vodafone McLaren Mercedes. Coureurs Heikki Kovaleinen en regerend kampioen Lewis Hamilton gebruiken het Sikkens-verfsysteem tijdens de voorbereiding van het team om de wereldkampioentitel 2008 te verdedigen.
D
e nieuwe Vodafone McLaren Mercedes die onlangs werd onthuld in het Verenigd
king zijn beslag kon vinden moest aan strenge technische eisen worden voldaan. AkzoNobel
aan de wetgeving voorr vluchtige organische stoffen, helpt prestaties te verbeteren en produceert
systeem produceert niet alleen een zeerr aparte glanzende chroomafwerking, maarr halveert ook de
p
januari 2009 Chemie magazine 23
#& % % $" $% $ ! $%#) # )
; *'/+4%* 0#.+45 ; #3/#%'65+4%* 0#.+45 13/6.'3+0) ; 2'3#5134
! "" # $ % &
%
; 3 '%*0+%+#0 1.'%6.#+3 +1.1)9
; '0+13 '%*0+%+#0 ; '%*0+%+#0
; '4'#3%* 44+45#05 1.'%6.#+3' +1.1)9 ; #0#)'3 #06(#%563+0) ; '0+13 ; 3 '4'#3%* 44+45#05 0#.95+4%*' *'/+'
; /$+5+'6:' 5#35'34 0#.95+4%*' *'/+' 1( +(' %+'0%'4
' % ( ) *+$' ,- - % . /) *+$$ !( 0 1 " 23'+ $* 4 5 " 23'+ + + 3 6 7 7 '2 $$ '2 * 89 2"' ''2 " : : %; "/3"* $'
; *'/+4%* 0#.+45 /45'3&#/
; +%31$+1.1)+4%* 0#.+45 ; 0#.+45 #)&+'045 ; *'/+4%* 0#.+45 #)&+'045
; 0#.+45 1.'%6.#+3' '3-'3 '%*0+'-'0 ; 0#.+45 1.'%6.#+3' '3'&'.+0)
; *31/#51)3#<' 0#.+45 ; *'/+4%* 0#.+45
; '%36+5'3 ! "''3 7''.:+,&+)' &90#/+4%*' (60%5+' +0 ''0 *'%*5 5'#/ 7#0 231('4 4+10#.4 8##3+0 ,' ,168 $3'&' 7#--'00+4 /'04'0-'00+4 '0 %1//60+ %#5+'7' 7##3&+)*'&'0 125+/##. -605 $'0655'0 ' *'$5 ''0 #()'310&' ! 12.'+&+0) +0 $+, 7113-'63 +(' %+'0%'4 /+0+/##. ,##3 .#$'37#3+0) '0 +05'3'44' +0 !
' %&# $ !" ((( # #& % % *
!!!
Actueel
Consumenten sneller verleid
BASF lanceert vernieuwende verpakkingsmaterialen BASF maakt steeds meerr verschillende innovatieve verpakkingsmaterialen die consumenten snellerr moeten verleiden tot de aankoop van een product, bleek k onlangs tijdens een klantendag in Den Bosch.
D
e verpakkingspecialisten van BASF zetten tijdens de bijeenkomst een aantal trends op een rij. Zo gaf dr. Alex Grimm aan dat consumenten lieverr een doorzichtige in plaats van een ondoorzichtige shampoo- of douchegelfles kopen. Daarr heeft het bedrijf op ingespeeld doorr de ontwikkeling van een speciale kunststof op basis van polypropeen in plaats van polyethyleen. Ook maakt BASF voorr de cosmetica-industrie verpakkingsmateriaal dat niet van glas is te onderscheiden. Het geeft een flesje parfum een luxe en kostbare uitstraling, maarr het is wel een stuk goedkoperr dan glas. En ook nog een stuk duurzamer, blijkt uit de eco-efficiency analyse die BASF inmiddels op veel van haarr producten heeft losgelaten. Maarr het ultieme duurzame verpakkingsmateriaal is toch wel Ecoflex en Ecovio dat op basis van hernieuwbare grondstoffen, zoals maïs, kan worden gemaakt. Het marktaandeel stelt nu nog weinig voor, maarr BASF is al wel uitverkocht voorr de komende maanden. Daarom besloot het bedrijf onlangs om in 2010 een nieuwe installatie te bouwen met een jaarlijkse productiecapaciteit van 60.000 ton.
FOTO: BASF
Intelligente verpakkingen
Ontwerpers van 100% mode uit Arnhem ontwikkelden speciaal voor de verpakkingsdag een collectie op basis van verpakkingsmaterialen.
Professorr Roland ten Kloosterr van de TU Twente ziet grote kansen voorr ‘intelligente’ kunststofverpakkingen. Zo is err al een speciale folie op de markt die rood kleurt als de voorverpakte kipfilet uit de supermarkt onverhoopt te veel bacteriën zou bevatten. Of wat te denken van een magnetronmaaltijd in een kunststofverpakking, die doorr middel van een barcode en een sensorr in de magnetron automatisch berekent wanneer het eten klaarr is? Ook de presentatie van onderzoekerr Maarten Bijl van TNO stond bol van de vernieuwende verpakkingen. Hij liet onderr meerr een fles ketchup met een nanocoating zien waardoorr kleven voortaan tot de geschiedenis behoort. Goed nieuws voorr de consument, want uit onderzoek blijkt dat err meestal nog zo’n twintig procent van het product in de verpakking zit als het in de vuilnisbak belandt.
Een andere interessante ontwikkeling is de bioswitch-technologie van TNO. Daarbij gaat het om antimicrobiële stoffen die in heel kleine deeltjes zijn ingekapseld en waarvan de werking op het Paard van Troje lijkt. De bioswitch deeltjes kunnen op het oppervlak van een voedselverpakking worden aangebracht. Mocht err een besmetting optreden dan scheiden de bacteriën enzymen uit die de deeltjes afbreken. En net als de soldaten die uit het Paard van Troje komen, wordt doorr de afbraak van de deeltjes de antimicrobiële stof afgegeven die de bacteriën doodt.
Kritische noten Tijdens de bijeenkomst werd ook een aantal kritische noten gekraakt. Zo stelde Ten Klooster onderr meerr vast dat de verpakkingsketen veel te ingewikkeld in elkaarr zit en te veel schakels kent, waardoorr err regelmatig van alles misgaat. En dat heeft ook voor BASF negatieve gevolgen. Neem alleen al de 34 wetten, 124 algemene maatregelen van bestuurr en 142 ministeriële regelingen op verpakkingsgebied. De wereld van de verpakkingsproducenten is volgens hem dan ook een makkelijke prooi voorr onderr andere de milieubeweging en de politiek. Neem bijvoorbeeld de doorr het bedrijfsleven fel bekritiseerde verpakkingsbelasting. Klooster ziet err de logica niet van in. En dat verduidelijkte hij met het volgende voorbeeld: als de aanvoerr van een kilo aardbeien uit Chili twee tot vierr literr kerosine à 35 eurocent kost, wat is dan de boodschap die uitgaat van het heffen van belasting op het bakje voorr de aardbeien dat 12 gram weegt? Politici zouden volgens hem naarr het totaalplaatje moeten kijken. En dan zouden ze zien dat verpakkingen onderdeel uitmaken van een systeem om een product tijd en afstand te laten afleggen. Verpakking kun je dan ook niet los zien van het product waarvoorr het bedoeld is. Maarr een dergelijke genuanceerde boodschap weet de landelijke media niet goed te brengen, stelde hij vast. p Meer informatie: www.basf.nl januari 2009 Chemie magazine 25
Hans Spaans en Ron Sprokholt van Synchem Plus:
‘REACH valt kleinere bedrijven zwaar’ Voor VNCI-leden lijkt REACH gesneden koek te zijn. Ze weten wat ze de komende jaren moeten doen. Dat is echterr anders voorr kleine bedrijven, handelaren en downstream users. Die hebben nog tal van vragen, constateren Hans Spaans en Ron Sprokholt van Synchem Plus, het dienstencentrum van de VNCI, die de afgelopen anderhalf jaar zo’n 20 bedrijven bij REACH terzijde hebben gestaan. Erik te Roller 26 Chemie magazine december 2008
e grote chemiebedrijven waren via de VNCI en Cefic al in een vroeg stadium betrokken bij de totstandkoming van REACH, de Europese stoffenwetgeving. Ook doorr uitgebreide voorlichting overr REACH hebben ze zich uiteindelijk goed kunnen voorbereiden op de nieuwe wetgeving en een plan voorr de invoering van REACH in hun bedrijf kunnen opstellen. Als producenten waren ze natuurlijk vooral geïnteresseerd in de registratieprocedure. Daardoorr voerden de technische aspecten rond de registratie en autorisatie bij de discussies de boventoon. Err is beduidend minderr aandacht geweest voorr de consequenties van REACH voorr kleine bedrijven, handelaren, importeurs en downstream users, zeg maarr het mkb, vooral die voorr de business. En dat terwijl de consequenties van REACH voorr het mkb en de downstream users naarr verhouding zekerr zo groot waren. Daardoorr is REACH de kleinere bedrijven toch nog rauw w op het dak gevallen’, stelt Hans Spaans.
‘D
Sprokholt: ‘Achteraf constateren we dat de voorlichting overr REACH van de overheid en een aantal branches te zeerr gericht is geweest op hoe REACH in elkaarr steekt en te weinig op de gevolgen ervan voorr de business van de verwerkers van chemische producten, handelaren en professionele gebruikers van chemische producten. De kleinere bedrijven zijn zich pas vrij laat gaan realiseren dat ze in actie moesten komen.’
Producten uit het buitenland ‘Zolang je als downstream userr producten betrekt van Europese leveranciers, hoef je weinig te doen’, verklaart Spaans. ‘De leveranciers zijn verplicht hun stoffen te registreren en informatie te geven overr het veilig gebruik van hun producten. Maarr als je de producten uit het buitenland betrekt, dan moeten alle stoffen die daarin zitten worden geregistreerd. Als de buitenlandse leveranciers dat niet doen, sta je als downstream userr voorr de keuze om de grondstoffen alsnog van Europese leveranciers e januari 2009 Chemie magazine 27
te betrekken of tot de registratie van de stoffen uit het buitenland overr te gaan, waarbij je nog de keuze hebt om je als onlyy representative van de buitenlandse leverancierr op te stellen of als zelfstandig importeur. In de wandelgangen van voorlichtingsbijeenkomsten heb ik gemerkt, dat men met dit soort issues geweldig worstelt, dus de vragen ‘wat betekent dit voorr mij’ en ‘welke stap moet ik als eerste zetten’. De voorlichting daaroverr had beterr kunnen zijn.’ ‘Het doel van REACH is, dat we allemaal veilig kun-
‘Zonder registratie kan er geen business zijn’
Hans Spaans van Synchem Plus: ‘De rollen tussen overheid d en bedrijfsleven zijn omgedraaid. Bedrijven zijn verantwoordelijk k voor hett leveren van informatie’
nen werken met chemische stoffen’, vervolgt Sprokholt. ‘De registratie van stoffen, die in Europa op de markt zijn of komen, is een middel om dat doel te bereiken. Dat lijkt simpel, maarr in werkelijkheid is het heel complex. Dat komt onderr andere doordat chemiebedrijven elkaarr chemische producten en halffabricaten leveren, zodat ze zowel producent als klant zijn. Ook wordt wereldwijd gehandeld in chemische producten. Dat maakt het vooral voor de handelaren, importeurs en verwerkers van chemische producten tot een ingewikkeld spel. Hoe verderr je van de productie van basischemicaliën af zit, des te minderr duidelijk is wat je voorr REACH moet doen. Daarnaast zijn veel kleine niet-chemische bedrijven zich pas na verloop van tijd gaan realiseren, dat ze ook iets met chemische stoffen doen en daardoorr ook onderr REACH vallen. Ze zijn pas gaan nadenken, nadat de preregistratie van stoffen op 1 juni 2008 begon. In oktoberr en novemberr was uiteindelijk duidelijk welke stoffen ze wilden preregistreren en dat verklaart deels de veelheid van preregistraties in novemberr vlak voorr de sluitingsdatum van 1 december.’ Synchem Plus helpt sinds april 2007 bedrijven met REACH. Aanvankelijk was err nauwe samenwerking met ReachCentrum van Cefic. Na een half jaarr koos Cefic ervoorr zich op het gebied van REACH vooral te richten op trainingen, opleidingen en consortium-
‘REACH moet net zo gewoon worden als koffiedrinken’ BAX Chemicals in Zuidoostbeemster is een distributeur van chemicaliën voor diverse toepassingen. John Kruidenier, REACH-coördinator: ‘We betrekken de chemicaliën voor een deel uit Europa. Dat levert relatief weinig REACH-verplichtingen op. Maar we importeren ook chemicaliën van buiten de EU in volumes boven de 1000 ton per jaar. Die moeten we in de meeste gevallen registreren. Het gaat in totaal om zo’n 80 verschillende stoffen. Ruim 50 daarvan zijn dusdanig belangrijk voor Bax dat ze zijn gepreregistreerd. We zoeken momenteel uit welke we daadwerkelijk gaan registreren. De grote vraag hierbij is wat het hele registratietraject per stof gaat kosten, inclusief de deelname aan SIEF’s en het inkopen van gegevens. Als we daarover meer duidelijkheid hebben, zal het REACHproces uitkristalliseren. Binnen korte tijd gaan we bij onze afnemers informeren in welke processen zij onze producten gebruiken (uses). Deze informatie moeten we verwerken, opslaan in een database en meenemen in de registratiedossiers. Bij het nemen van al die stappen in het REACH-proces laten we ons waar nodig adviseren en ondersteunen door SynchemPlus.’
28 Chemie magazine januari 2009
management, terwijl Synchem Plus vooral een rol voorr zichzelf zag weggelegd in de begeleiding van middelgrote en kleine bedrijven, inclusief handelaren, importeurs en downstream users. Via diverse brancheverenigingen heeft Synchem Plus de nodige bekendheid gegeven aan zijn activiteiten. Ook zijn in samenwerking met advocatenkantoor Brabers Association Management workshops gegeven overr andere dan alleen de technische aspecten van REACH. Toch is de respons vanuit het mkb tegengevallen. Spaans: ‘Waarom err weinig respons is, weet ik niet. Misschien hebben veel bedrijven het zelf aangepakt. We hebben geen signalen ontvangen dat bedrijven moeilijkheden ondervinden met REACH. Wel hebben de kleine bedrijven de eerste fase van REACH, de preregistratie, veelal zelf gedaan, maar dat was ook niet moeilijk. Het moeilijkste stuk volgt nu met de registratie en ook de uiteindelijke beslissingen overr de business. Dan zal naarr voren komen of alles goed gegaan is. Veel kleine bedrijven realiseren zich niet dat de rollen tussen overheid en bedrijfsleven bij REACH volledig zijn omgedraaid: de bedrijven zijn verantwoordelijk voorr het leveren van de informatie overr hun stoffen en moeten op basis daarvan verantwoorde keuzes maken overr het omgaan met deze stoffen. De overheid beperkt zich tot de handhaving van de wet. De bedrijven waren tot nu toe gewend, dat de overheid bij de invoering van een nieuwe wet vanzelf langskwam en vertelde wat err moest gebeuren. Bij REACH is dat anders. Zonderr registratie kan err geen business zijn, dus moet je registreren. Maarr vanwege de hoge kosten daarvan moet je goed nadenken overr wat je wel en niet wilt registreren. Dat is dus een business issue. Bij milieu- en arbovergunningen moet je aan bepaalde eisen voldoen, maarr de business blijft hetzelfde. Veel bedrijven hebben moeite dat te doorgronden, en vooral dat REACH een proactieve opstelling vraagt.’
Teugels strakker aantrekken REACH is geen vrijblijvende zaak, de overheid zal als handhaverr de teugels steeds strakkerr aantrekken. Sprokholt: ‘In 2008 heeft de inspectie van VROM al bij diverse bedrijven gecontroleerd of de
‘Van sommige stoffen nemen we afscheid’ Temati in Beverwijk is importeur van Foster®producten uit de Verenigde Staten en laat die als licentiehouder ook in Europa produceren. Het gaat onder meer om coatings, lijmen, materialen voor de bescherming van industriële isolatie en middelen voor de sanering van asbest. ‘In 2007 zijn we nagegaan welke producten we importeren, welke stoffen daarin zitten en welke gegevens we daarvan hebben’, vertelt bedrijfsleider Arjan Jongkind. ‘Daarna hebben we Synchem Plus ingeschakeld om ons verder met REACH op weg te helpen. Van sommige stoffen nemen we afscheid, omdat we er te weinig in doen, of omdat
Thema
up-to-date zijn. REACH eist namelijk ook dat je de VIB’s (Veiligheidsinformatiebladen, red.) op orde hebt. Ook als je inkt of verf verkoopt, moet je weten wat de eigenschappen zijn van de stoffen die daarr in zitten en op basis daarvan de klant adviseren overr het veilig gebruik van die producten. Bij veel bedrijven, met name bij de importeurs en leveranciers van preparaten, blijken de VIB’s slecht op orde te zijn. Dat vraagt de komende tijd veel aandacht. We zijn nu als keten verantwoordelijk voorr een veilig gebruik van chemische stoffen en moeten dat goed oppakken.’ Met de preregistratie hebben bedrijven aangegeven welke bestaande stoffen ze de komende jaren willen registreren, zodat ze de productie en handel daarvan kunnen voortzetten. De periode van daadwerkelijk registreren is nu aangebroken. De bedoeling is dat bedrijven samenwerken bij het verzamelen van informatie overr de stoffen voorr hun dossiers. Dat gebeurt in fora, ofwel SIEF’s. Ze zijn in elk geval
verplicht de resultaten van dierproeven met elkaar te delen. Spaans: ‘Voorr kleine bedrijven die een dossierr willen indienen is het nog knap lastig. Ze moeten bepalen hoe ze zich in een SIEF opstellen: welke informatie ze wel en niet willen delen, hoe ze een overeenkomst met andere bedrijven aangaan overr het verzamelen en delen van informatie, hoe ze de informatie moeten beoordelen en wat ze aan een anderr bedrijven willen betalen voorr testresultaten. Stel dat je een verfproduct uit Amerika importeert met titaandioxide erin voorr hooguit enkele tientallen tonnen perr jaar, zodat je de stof pas in 2018 hoeft te registreren. Je zit dan aan tafel met een titaandioxideproducent die err honderdduizenden tonnen per jaarr van maakt en daardoorr de stof al in 2010 moet registreren. Die wil de gegevens snel op tafel hebben, terwijl jij als kleine producent of importeurr de kosten van het registratieproces lieverr overr de jaren tot 2018 spreidt. Bij dat proces bieden we begeleiding met Brabers Association Management.’ p
‘We laten ons professioneel ondersteunen’ ze op termijn zeker of waarschijnlijk verboden zullen worden. Voor die stoffen hebben we inmiddels alternatieven gevonden. Het merendeel van de producten laten we in Europa in licentie maken. Onze leveranciers hebben laten weten dat ze die stoffen zullen registreren. Vanwege de importen blijven er voor ons nog zo’n 15 stoffen over om te registeren. Ook moeten we de veiligheidsadviezen voor toepassing van onze producten aanpassen. Daarvoor hebben we de input van onze klanten nodig. Synchem Plus heeft ons tot nu toe prima geholpen. Al met al hebben we de zaken nu goed op een rij.’
Triferto in Doetinchem handelt in minerale meststoffen, die uit de EU komen of van buiten de EU, en met name Rusland. ‘Wij wilden weten of onze leveranciers hun chemische stoffen gaan registreren. Een groot deel van hen liet lange tijd niets van zich horen. Slechts een klein deel van hen kwam zelf met informatie. Daardoor wisten we pas kort voor de deadline van de preregistratie waar we aan toe waren’, zegt Richard Spanjer, logistiek manager bij Triferto. ‘Vanwege de importen hebben we dertien chemische stoffen gepreregistreerd. Als bedrijf van 50 werknemers zijn we niet geëquipeerd om zelfstandig met REACH aan de gang te gaan. Via de Vereniging van Kunstmest Producenten zijn we in contact gekomen met Synchem Plus. Die heeft ons op het juiste spoor gezet. In de komende REACH-fase laten we de registraties via Synchem Plus lopen, evenals de contacten met de SIEF’s, want we hebben ons bord meer dan vol met andere zaken. Verder moeten de veiligheidsinformatiebladen bijgewerkt worden. Dat willen we allemaal professioneel voor elkaar hebben en Synchem Plus ondersteunt ons daarbij.’
januari 2009 Chemie magazine 29
Interview
Plantmanager Bart Leenders van Huntsman:
‘Goed luisteren naar elkaar’ orm maal gesproken zou Bart Lee enders, plantmanagerr bij Huntsman Holland, niet op de afgesproken plaats en hett afgesproken tijdstip van hett interview w zijn verschenen n. Een keerr perr zes weken i hij namelijk is lij emergencyy coördinator. Mocht err zich in die week een calamiteit voordoen of een oefening plaatsvinden, dan leidt Leenders de calamiteitenorganisatie op de site. ‘We nemen alle voorzorgsmaatregelen om incidenten te voorkomen, maarr tegelijkertijd moeten we goed voorbereid zijn, mocht err toch wat gebeuren. Op de fabrieken doen we minstens vier keerr perr jaarr perr shift een oefening. Daarnaast vinden err siteoefeningen plaats waarbij een incident wordt nagebootst, slachtoffers (acteurs) worden ingehuurd en de brandweerr is betrokken. Op die manierr doen we ervaring op en kijken we waarr verbeteringen mogelijk zijn. Ook vandaag is err zo’n oefening. Een collega neemt nu mijn functie als coördinatorr waar’, vertelt Leenders. Leenders is als plantmanagerr verantwoordelijk voorr drie downstream fabrieken binnen Huntsman. De polyolenfabriek produceert een grote verscheidenheid aan basispolyolen. In de variants- en de formulatiefabriek worden respectievelijk mengsels van MDI en producten op polyolgebied gecreëerd. e
N
FOTO’S: CASPER RILL A
Bij Huntsman Holland in Rozenburg is Bart Leenders als plantmanager verantwoordelijk voor drie downstream fabrieken. Innovatie en nieuwe ideeën komen bij hem vooral tot stand door veel te luisteren. Reden voor zijn baas om hem te nomineren voor de verkiezing van de Plantmanager of the Year. Evi Husson
januari 2009 Chemie magazine 31
Interview
'Ik gun onze operators meer tijd om aan hun ontwikkeling te werken' Bartt Leenders
Hoe gaan de werknemers bij Huntsman om met veiligheid? ‘Ongeveerr tien jaarr geleden was er een reorganisatie, met als gevolg dat Huntsman in Rozenburg met een kleiner, hechterr team verderr moest. De lijnen werden korter, mensen kregen meerr verantwoordelijkheid en geleidelijk vond err een mentaliteitsverandering plaats. Men startte het concept ‘oog voorr elkaar’. Iedereen binnen ons bedrijf moet kijken of alles veilig gebeurt, voorr zichzelf, voorr collega’s en voorr de omgeving. Ongeveer zeven jaarr geleden voegden we daar
‘oorr voorr elkaar’ aan toe. Je moet zonderr problemen anderen kunnen wijzen op veilig gedrag. In het laboratorium moet een laborant ook tegen de directeurr kunnen of durven zeggen dat hij zijn veiligheidsbril moet dragen. Het is de kunst om goed naarr elkaarr te luisteren. Veiligheid is inmiddels geen doelstelling meer, maarr is veeleerr een randvoorwaarde geworden. Als het niet veilig is, produceren we niet. Het is volledig geïntegreerd in onze totale cultuur.’ Die veiligheid reikt verderr dan de fabrieksgrenzen, weet Leenders:
‘Onze huiscontractors –contractors waarr we al jaren mee samenwerken– hebben zichzelf diezelfde cultuur eigen gemaakt. Ook met hen spreken we overr veiligheid. Dit zijn vaak verhelderende gesprekken, omdat zij onze situatie met die in andere fabrieken kunnen vergelijken. We willen van hen weten wat we goed doen en wat beterr kan. Ze zijn een deel van het team.’ ‘Zelfs thuis is deze cultuurr ingebakken. Mijn schoonvaderr wordt err soms een beetje kriebelig van als ik zeg dat hij ook achterin de auto een gordel
Wie wordt de nieuwe Plantmanager of the Year? De VNCI (Chemie magazine) en het blad Petrochem zijn op zoek naar kandidaten voor de verkiezing van ‘Plantmanager of the Year’. Zij willen vooral veel weten over zijn maatschappelijke betrokkenheid en zijn kwaliteiten. Hoe motiveert hij mensen? Hoe zet hij samen met zijn team de installatie optimaal in, op het gebied van flexibiliteit, efficiëntie, veiligheid en beschikbaarheid? Is de plantmanager zich bewust van zijn rol in de chemie en draagt hij dat uit? De bekendmaking van de winnaar vindt plaats tijdens het avond32 Chemie magazine januari 2009
programma van het Deltavisiecongres 2009 in Rotterdam. De verkiezing is een initiatief van het blad Petrochem en de VNCI, in samenwerking met de Rotterdamse belangenbehartigingsorganisatie Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam. De wedstrijd wil bijdragen aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers op het gebied van onder andere veiligheid, gezondheid, milieu en productiviteit te benoemen en te waarderen. Zo verschijnen er
onder meer interviews met de genomineerden én de winnaar in Petrochem en Chemie magazine. Vorig jaar nomineerden tal van sitemanagers een plantmanager, waarvan er uiteindelijk drie deelnamen aan de verkiezing. De jury, onder leiding van oud-algemeen directeur van Huntsman Holland BV, Erik Barents, koos Robin Mooldijk van Shell Nederland Chemie Moerdijk als winnaar. Volgens het juryrapport gaf de Shellmanager ‘blijk van uitmuntend technisch en organisatorisch inzicht, van excellente vaardigheden op het gebied
van coachend leidinggeven en weet hij op rustige, deskundige, charismatische en inspirerende wijze het beste uit zijn mensen te halen.’ Iedereen die een goede plantmanager in zijn omgeving kent, kan dat tot 3 april laten weten aan: redactie@petrochem.nl of het hoofd communicatie van de VNCI, Jan Willem Vreuls, tel. 070-3378730, e-mail: vreuls@vnci.nl
Interview
moet dragen. ‘Daarr heb je Bart weer’, klinkt het dan. Het is bij mij en bij veel collega’s een tweede natuurr geworden om ook op de veiligheid van anderen te letten.’ Welke normen hanteert Huntsman als het gaat om gezondheid? ‘Alles wat we vernieuwen en verbeteren moet tegen de laatste standaarden gebeuren. Ook op het gebied van ergonomie. Twee jaarr geleden bijvoorbeeld hebben we in de variantsfabriek geïnvesteerd om alle monsterpunten op zo’n hoogte te brengen dat operators niet meerr hoeven te bukken bij monsternames, terwijl het product bovendien niet in de ogen kan komen. Ook onze laad- en lospieren hebben we onlangs vernieuwd. Nu is err een systeem met nieuwe kooiconstructies, dat hydraulisch kan worden bediend. Vroegerr was hiervoorr soms nog armkracht nodig.’ Wat wilt u in de toekomst nog meer bereiken? ‘Ik zou willen investeren in de expansie van onze fabrieken, maarr daar-
Stilstaan is achteruitgaan. Je moet steeds opnieuw w wat verzinnen om de kosten, veiligheid en productie op een hogerr niveau te brengen. Om dit te realiseren moeten we overal en altijd naarr elkaarr luisteren. Luisteren is voorr mij echt het allerbelangrijkste. Ik sta err soms van versteld hoeveel kennis err in onze organisatie aanwezig is. Bij iedereen. Regelmatig trek ik mijn bedrijfskloffie weerr aan om even koffie te drinken in de controlekamer om te luisteren naarr wat err speelt. Juist dit soort dingen maakt het werk zo leuk.’ De fabrieken worden dagelijks gerund doorr de production engineers. Zij zijn in eerste instantie het aanspreekpunt in de officiële communicatie. Daar houdt Leenders rekening mee, maar dat neemt niet weg dat hij een goed contact met de medewerkers wil blijven houden. ‘Op het organogram sta ik misschien boven de mensen, maar mijn deurr staat altijd open. Ik spreek graag met de mensen, niet alleen over het werk, maarr ook wil ik weten hoe het met ze gaat. Als ik hierr naarr buiten kijk, zie ik voorr honderden, miljoenen
strengere milieueisen en energiebesparende initiatieven gelukkig in ons voordeel is. De toekomst van polyurethaan is in het algemeen goed. Err is op dit moment een slow-down, maarr belangrijk is dat iedereen zich realiseert dat deze economische dip van voorbijgaande aard is. De markt is dynamisch. Als bedrijf moet je flexibel en dynamisch zijn en je focussen op de toekomst.’ In de chemische sectorr is een focus op de toekomst nu meerr dan ooit nodig. REACH wordt ingevoerd, milieueisen worden strenger, energie-efficiencyy is het modewoord. Hoe gaat Huntsman daarmee om? ‘De laatste jaren bekijken we alle processen bijzonderr kritisch, zeker wat het verbruik van energie betreft. In tanks stonden vroegerr mixers voortdurend aan, nu worden ze uitgezet na het mixen. Ook process engineers bekijken zaken nu anders. Engineers dachten vroeger, ‘als het groot genoeg is, werkt het zeker’. Nu zijn ze in hun keuze veel kritischer. Overcapaciteit hoeft niet. Zo zijn er
'Veiligheid is inmiddels geen doelstelling meer, het is veeleer een randvoorwaarde geworden' naast zou ik onze operators graag wat meerr tijd willen gunnen om aan hun verdere ontwikkeling te werken.’ De ontwikkeling van de werknemers is volgens Leenders ook zonderr extra budget al goed geregeld. ‘Twee jaar geleden hebben we voorr ons ontwikkelbeleid extra mensen aangetrokken. In de shifts is 30 procent meerr mensen in dienst dan eigenlijk noodzakelijk is om de fabrieken draaiend te houden. Op deze manierr kunnen we de fabrieken niet alleen runnen, maarr ook verbeteren. Ploegen hebben meerr tijd om na te denken overr verbeterpunten en innovatie. En vakantieperiodes kunnen gemakkelijker worden overbrugd. Daarbovenop hebben we een aantal operators aangenomen om het mogelijk te maken dat ze zonderr problemen van de ene naarr de andere fabriek overr kunnen gaan. Zo geven we hen de kans zich meerr te ontwikkelen. Het geeft hen een carrièreperspectief.’ Hoe verloopt de communicatie? ‘Het is voorr mij een uitdaging om er iedere keerr weerr voorr te zorgen dat we met het team nieuwe wegen vinden om te verbeteren in de toekomst.
euro’s fabrieken staan, maarr die zijn waardeloos als je geen goede mensen hebt. Daarr moet je je energie in steken.’ Bij Huntsman voelen de mensen die err werken zich goed, volgens Leenders. Err is geen werknemerr die voortdurend op de klok kijkt, om snel weerr richting huis te vertrekken. Ook hijzelf forenst iedere dag met plezierr van Breda naar Rozenburg. ‘Err is hierr zoveel enthousiasme. Iedereen is hierr gezamenlijk bezig hoe we dingen beterr kunnen aanpakken. En als het nodig is, blijft iemand zo een uurtje langer. Dat is de mentaliteit. Het geheim? We luisteren naarr elkaar, zijn trots op wat we doen, belonen ideeën – hoewel dit wat mij betreft vakerr mag – we organiseren familiedagen, schoolbezoeken enzovoort. Op deze manierr proberen we ook het imago van de chemie wat positieverr neerr te zetten.’ Wat merkt u van de kredietcrisis? Leenders: ‘We zien een iets teruglopende vraag, omdat ook een deel van onze klanten tot de automobielindustrie behoort. We produceren daarnaast ook polyurethaan, geschikt voorr isolatiemateriaal, wat met de
bijvoorbeeld kleinere schroeven in een compressorr geplaatst om energie te besparen.’ Leenders vindt de strengerr wordende eisen overigens geen probleem maar een uitdaging, omdat err vaak ontwikkelingen uit voortvloeien. ‘Zolang de strengere eisen de economische haalbaarheid niet bedreigen, vind ik het prima. Het verscherpt je geest.’ p
Loopbaan Leenders bij Huntsman Studie Werktuigbouwkunde aan de TU Delft. Vakgroep Meet- en Regeltechniek. 1996 Process control engineer Project Department in Rozenburg. Tweede helft bij Engineering & Technology in Wilton (UK). 1997 Process control engineer MDI2 bij commissioning en start up van nieuwe fabriek 1999 Process engineer MDI 1 2001 Production engineer Variants 2003 Production manager Downstream operations (Variants en Formulaties) 2005 Manufacturing manager Downstream operations (Polyolen, Variants en Formulaties)
januari 2009 Chemie magazine 33
Chemie magazine januari 2009
F FOTO: ROGER DOHMEN/HOLL ANDSE HOOGTE
Uitgelicht
Naast kunstijsbanen komen err steeds meerr kunststofschaatsbanen in de open lucht , die net als een kermisattractie overal opgezet kunnen worden. Zoals die op het Plein in Den Haag (zie foto). Een groot voordeel is dat ze geen energie gebruiken. De banen bestaan uit platen van polyetheen die doorr Betech Kunststoffen in Groningen zo gezaagd zijn, dat ze niet verschuiven en vrijwel naadloos tegen elkaarr aan liggen. Daarop ligt een emulsie van was en water. Ze worden verhuurd doorr firma’s als Glice en Global Green Ice. Kinderen kunnen err goed op schaatsen, maarr voorr volwassenen laat de grip nog te wensen over. Fysisch-chemicus en oud-profschaatserr Marnix ten Kortenaarr werkt op verschillende fronten aan verbetering. ‘Samen met diverse bedrijven probeerr ik slimme polymeren uit, waaronderr blokcopolymeren en composieten. Ook kijken we naarr betere smeermiddelen en aangepaste schaatsen’, aldus Ten Kortenaar die verwacht dat de kunststofschaatsbaan snel zal doorbreken.
Schaatsen op kunststoff januari 2009 Chemie magazine 35
Polymeerchemici komen met ideeën
Producten voor de allerarmsten Zet een aantal polymeerchemici bij elkaar, laat ze brainstormen en binnen de kortste keren heb je ideeën op tafel voor producten, waar de allerarmsten op deze wereld veel baat bij kunnen hebben. Dat bleek onlangs op de jaarlijkse bijeenkomst van het Dutch Polymer Institute (DPI) bij partner en gastheer Borealis in Antwerpen. Annemarie Vroom-ten Wolde n Antwerpen stond de vraag centraal wat kunststoffen kunnen betekenen voorr de vier miljard mensen op deze wereld die van heel weinig geld moeten leven’, vertelt Peterr Nossin, programme area coordinator bio-geïnspireerde polymeren van DPI. Zo’n 250 voornamelijk polymeerwetenschappers uit de industrie, van de universiteiten, uit westerse en nietwesterse landen, brainstormden over duurzame oplossingen met name voor mensen uit de Derde Wereld, die op de ‘bottom of the pyramid’ leven. Nossin: ‘Wij hebben als DPI-Community een maatschappelijke verantwoordelijkheid, die verderr reikt dan alleen het bedenken van producten voorr consumenten in ontwikkelde landen. Ik ben ervan overtuigd dat we iets voorr een miljardenpubliek kunnen ontwerpen, dat een superlage prijs heeft, maar waarmee een bedrijf toch winst kan maken. Probeerr samen met de lokale bevolking iets te maken dat lowtech is in plaats van hightech, zodat zij het kunnen betalen. Bij de brainstorms gaven we de deelnemers de volle vrijheid om te brainstormen overr producten zonderr meteen te eisen dat err een polymeerr in moest zitten. De materiaalkeuze komt later, waarbij polymeren natuurlijk snel in beeld komen.’ Err werd in groepen gediscussieerd overr de thema’s energie, water, milieu,
‘I
Chemie magazine januari 2009
gezondheid en huisvesting. Nossin: ‘Het was echt out of the box-denken: de deelnemers werden uitgenodigd om niet met voorr de hand liggende oplossingen te komen, maarr met zaken die totaal nieuw w waren. Err zijn heel wat wilde ideeën boven tafel gekomen, waaronderr waterwinning uit cactussen en het winnen van energie uit zwemmende vissen. Het was allemaal bespreekbaarr en bracht anderen weerr op nieuwe ideeën. Zo ontstonden muurvullende mindmaps. Daarna werden de ideeën met de beste perspectieven verderr uitgewerkt in een toelichtende schets met teksten, schema’s, tekeningen en plaatjes. Ze staan op de DPI-website www.polymers.nl, zodat ook anderen erop kunnen reageren.’
Behoefte aan zuiver water In de Derde Wereld is veel behoefte aan niet-verontreinigd water. Hiervoor is het idee geleverd van een ‘one stop watershop’: een waterleiding met UV-gekatalyseerde waterleidingpijpen, die waterr met behulp van zonlicht kunnen zuiveren. Een anderr idee voor waterwinning in de woestijn is het gebruik van hydrogels die overdag waterdamp opnemen. ’s Nachts als het kouderr wordt, condenseert de waterdamp en wordt het gevormde waterr via leidingen afgevoerd. Daarnaast is err een idee voorr een
Maatschappij
Young DPI Community
Martin Patel
Peterr Nossin
huis voorzien van drinkwater, sanitair, een keuken en afvoer, die uit modules kan worden opgebouwd; een soort IKEA-bouwpakket. Dit project draagt de naam Reapplekea. Nossin: ‘Bij DPI gaan we alle ideeën rond water, energie, gezondheid, huisvesting en milieu clusteren en beoordelen op haalbaarheid. Voorr de meest kansrijke clusters organiseren we een open inschrijving voorr onderzoeksvoorstellen. De twee tot vierr beste voorstellen honoreren we met geld voorr een project waarin een assistent in opleiding (AIO) vierr jaarr wetenschappelijk onderzoek kan doen en kan promoveren. De bedoeling is verderr dat relevante DPI-partners, oftewel specifieke bedrijven, deze projecten adopteren.’ ‘We willen deze ideeën graag implementeren’, vervolgt Nossin. ‘De moeilijkheid is alleen dat we met onze westerse oplossingen vaak niet aansluiten bij de echte vraag in arme landen. Weliswaarr komt een aantal wetenschappers van DPI uit ontwikkelingslanden, maarr dat biedt geen garantie op succes. Dit zijn mensen die zich een opleiding hebben kunnen permitteren en al veel overr de wereld hebben gereisd. Het zijn niet de allerarmsten. Daarom willen we ook nauw w samenwerken met hulporganisaties die van A tot Z bekend zijn met de lokale behoeften en problemen in die landen. De basis met de concepten is nu gelegd. Het zal nog een hele klus zijn om dit goed neerr te zetten. Ik zal daar zelf nauw w betrokken bij blijven.’
Sluiten van kringlopen Op de bijeenkomst in Antwerpen kwamen ook duurzame ontwikkelingen in het algemeen aan de orde, zoals biopolymeren en cradle to cradle. Nossin: ‘Cradle to cradle is nu een wereldwijde trend in de industrie. Op de DPI-bijeenkomst van vorig jaar heeft de Duitse chemicus Michael
René Janssen
Braungart zijn cradle to cradle-concept toegelicht. Dat heeft nogal wat emoties losgemaakt. Je kunt het er wel of niet mee eens zijn, maarr hij heeft in iederr geval een duidelijke visie overr hoe we de kringlopen van materialen moeten sluiten.’ DPI kijkt vooral naarr de mogelijkheid om precompetitief onderzoek te starten, langetermijnonderzoekslijnen op het gebied van cradle to cradle, en hoe die geïmplementeerd kunnen worden. ‘Om kringlopen te kunnen sluiten, moeten we toe naarr een andere manier van ontwerpen van machines, tv’s en andere apparaten’, benadrukt hij. Op de jaarlijkse bijeenkomst in Antwerpen sprak ook Martin Patel, Universitairr Hoofddocent bij het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht, overr Life Cycle Assessments (LCA’s). Daarmee zijn traditionele (op fossiele grondstoffen gebaseerde) polymeren en biopolymeren met elkaarr vergeleken. Hij concludeert dat –technisch gesproken– 85 procent van de huidige petrochemische bulkpolymeren vervangen kan worden doorr bio-gebaseerde polymeren. Biopolymeren bieden belangrijke kansen om diverse milieueffecten te verminderen. Dat kan met behulp van een optimale portfolio van bio-gebaseerde polymeren, het sluiten van kringlopen doorr hergebruik en doorr vermindering van materiaalgebruik. Nossin: ‘Voorr de op planten gebaseerde biopolymeren bestaat vanuit de industrie heel veel belangstelling. Dat heeft aan de ene kant te maken met het feit dat aardolie langzaam opraakt of te duurr wordt, en aan de andere kant met het feit dat de Eco Footprint (ecologische voetafdruk) van biopolymeren in een aantal gevallen beterr is dan die van de traditionele, op fossiele grondstoffen gebaseerde polymeren.’ p
Voorafgaand aan de tweedaagse jaarlijkse bijeenkomst was err een dag voorr de Young DPI Communityy waarr promovendi en postdoc-onderzoekers uit de hele wereld op af kwamen. Op deze dag konden nieuwe DPI-projectmedewerkers hun verwachtingen uitspreken ten aanzien van DPI. Hieruit is het idee naarr voren gekomen om een commissie in het leven te roepen, die regelmatig bijeenkomsten gaat organiseren overr aansprekende onderwerpen. Duurzame ontwikkeling is een van de onderwerpen die jongeren op dit moment erg aanspreekt.
Dutch Polymer Institute Het Dutch Polymerr Institute (DPI) organiseert precompetitieve onderzoeksprojecten op polymeergebied, waarr universiteiten, kennisinstituten en bedrijven aan deelnemen. Daarbij gaat het om vierr thema’s: duurzame zogenoemde highvolume performance materialen, nieuwe polymeren met eigenschappen die bijdragen aan duurzaamheid, verven en membranen met een hoge toegevoegde waarde en hightech, en biomaterialen. Naast DPI is een jaarr geleden het DPI Value Centre opgezet om te zorgen dat de kennis overr polymeren van universiteiten en grondstofleveranciers bij de kleine en middelgrote bedrijven terechtkomt en daarr toepassing vindt in nieuwe producten. Begin septemberr 2008 is het Polymeren Innovatie Programma van start gegaan. De bedoeling is om hiermee een flinke bijdrage te leveren aan duurzaamheid en economische ontwikkeling. Ministerr Van derr Hoeven van Economische Zaken heeft voorr dit programma 50 miljoen euro aan subsidie beschikbaarr gesteld, voorr een periode van vierr jaar, waarvan 36 miljoen euro naarr DPI gaat en 14 miljoen naarr het DPI Value Centre.
Duurzame zonnecellen Een voorbeeld van DPI-onderzoek is dat van René Janssen, hoogleraarr aan de TU Eindhoven. Hij sprak in Antwerpen over polymere zonnecellen, waarmee inmiddels zes procent van het opvallende zonlicht in elektriciteit kan worden omgezet. Ze gaan duizenden uren mee. Op korte termijn verwacht hij dat de efficiëntie van polymere zonnecellen naarr tien procent zal gaan, en op de wat langere termijn naarr zo’n vijftien procent. januari 2009 Chemie magazine 37
In beeld
Onze toekomst: schoon, gezond en veilig
Linde Gas brengt lucht tot leven
1 januari 2009 Chemie magazine 39
2
4
3 Linde Gas Benelux produceert en levert onderr andere industriële en medicinale n. ssel).
uurstof Foto 5: Schematische weergave van het luchtscheidingsproces
40 Chemie magazine januari 2009
Foto 6: Scrubberr om ammoniak te reinigen Fo et werk Fo et een inert gas ‘spoelen’ van een gasruimte) om roduceren
In beeld
5 Gassen, om het leven aangenamer te maken
6
8
ODFJELL PID YOUR FLEXIBLE TOLLING PARTNER 0ETROCHEMICAL )NDUSTRIAL $ISTILLATION
4th unit, operational NOW!
s 0ARCEL SIZES STARTING FROM MT s MULTIPURPOSE STAINLESS STEEL DISTILLATION UNITS - Pressure range 0.1 â&#x20AC;&#x201C; 4.5 barA s #APACITY INCREASED WITH APPROX KTPA BY 4th distillation unit: - high vacuum - high throughput
- separation of high boiling components s /WN 2 $ LABORATORY s /VER YEARS EXPERIENCE IN TOLL DISTILLATION s ,OCATED AT /DFJELL 4ERMINALS 2OTTERDAM - Full logistic modalities: ship, rail, road, pipelines - More than 300 tanks with 1.6 million m3 storage space
ODFJELL TERMINALS (ROTTERDAM) B.V.
General Manager PID Piotr Skotnicki
Oude Maasweg 6 P.O. Box 5010 3197 XC Botlek-Rotterdam The Netherlands Tel. +31 10 295 3400 Fax +31 10 416 0840
Tel. +31 10 295 3445 Fax +31 10 472 0672 E-mail piotr.skotnicki@odfjell.com
WWW.ODFJELL.COM
Manager Customer Services PID Ben Boller Tel. +31 10 295 3446 Fax +31 10 472 0672 E-mail ben.boller@odfjell.com
Infographic
Chemische industrie realiseert g grootste daling broeikasgasintensiteit
INFOGRAPHIC: IDIOMORF, ANDRIES HOF
De chemische basisproductenindustrie heeft sinds de jaren negentig de grootste daling van broeikasgasintensiteit gerealiseerd. Dat blijkt uit de recent gepubliceerde milieujaarrekeningen van het CBS. De daling is het gevolg van energiebesparing en het terugdringen van procesemissies bij de productie van
salpeterzuur. Het CBS omschrijft de broeikasgasintensiteit als de broeikasgasemissie per euro toegevoegde waarde. Het is een indicator voor de efďŹ ciĂŤntie van het productieproces. Meer informatie: www.cbs.nl
januari 2009 Chemie magazine 43
Projectleider Jacob Guis: ‘De veiligheid van reizigers is cruciaal’
Stikstofoxide zorgt voorr ijswand in bouwput
Chemie houdt Rotterdam CS bereikbaar Om te voorkomen dat de bouwput op Rotterdam CS vol water loopt, was het nodig een waterdichte wand aan te brengen. Met stikstofoxide is in een deel van de put een dikke ijswand gecreëerd die de boel droog houdt. De wand is zo sterk dat tijdens de bouw het metroverkeer gewoon kan doorgaan. Estherr Rasenberg ls gevolg van de aanleg van de RandstadRail wordt het metrostation op Rotterdam Centraal uitgebreid van twee naar drie sporen. De verbouwing is halverwege 2006 gestart en zal naar verwachting medio 2011 worden afgerond. Projectleider Jacob Guis van aannemersbedrijf Haverkort-Voormolen vertelt over de complexiteit van het project en de rol van stikstof daarin. ‘Dagelijks komen hier 120.000 reizigers. Daar moet je tijdens de bouw altijd rekening mee houden, want het station moet altijd bereikbaar blijven. De veiligheid van de reizigers is
A
44 Chemie magazine januari 2009
cruciaal. Dankzij de vriestechniek kan het project in deze omgeving met minimale risico’s worden gerealiseerd. De ijswand rondom de bouwput zorgt ervoor dat omliggende gebouwen, zoals het Groot Handelsgebouw en het gebouw van Nationale Nederlanden, geen schade oplopen. Door een lek in de wand rondom de bouwput zou de grond kunnen verzakken met alle gevolgen van dien.’ ‘Voordat we halverwege 2006 daadwerkelijk met de bouw zijn gestart, zijn in de ondergrond buizen aangebracht. Er werden grote hoeveelheden vloeibare stikstofoxide door
de pijpleidingen gepompt om zo het grondwater te bevriezen. Dat gaf bijzondere neveneffecten. Midden in de zomer van 2006 stond er een flinke laag ijs op de dikke buizen die net boven het maaiveld uitkwamen. Omstanders hadden daar vaak geen notie van. In twaalf weken tijd werd met behulp van stikstof een waterdichte ijswand gecreëerd met een lengte van 80 meter, een dikte van minimaal 2,5 meter en een diepte van 40 meter. In die periode bracht Air Products vanuit de Botlek dagelijks zeven vrachtwagens stikstof.’ ‘De vriestechniek is overigens niet nieuw. We hebben de techniek ook
... Het woord is aan...
moet je er zorgvuldig mee omgaan. Dat is niet altijd makkelijk, want de tijdsdruk is groot.’
FOTO’S: CASPER RIL A
Veel belangstelling
gebruikt bij de aanleg van de Westerscheldetunnel. Nieuw is voor ons de toepassing van de techniek midden in de stad. Er zijn zoveel factoren waarmee je rekening moet houden. Pas toen de omgeving volledig bevroren was, zijn we gaan graven. Er is in totaal 60.000 kubieke meter grond uit de bouwput gekomen. Een gigantische hoeveelheid. Op een gegeven moment lag de bestaande metrobuis zelfs volledig vrij’, herinnert Guis zich. ‘Wij stonden onder de buis terwijl de metro gewoon door de tunnelbuis reed.’
Overschakelen naar pekel ‘Voor het in stand houden van de ijswand zijn we inmiddels overgeschakeld op een pekelinstallatie. Pekel is voordeliger dan stikstof. De installatie werkt als een enorme koelkast. Je ziet ook nu nog steeds ijs op de dikke buizen die boven het maaiveld uitkomen. Voor noodgevallen staan er twee vloeistoftanks met stikstof van Air Products op het bouwterrein. Bijvoorbeeld voor als de stroom zou uitvallen. Als de pekelinstallatie hapert, hebben we 72 uur de tijd voor reparatie. Haverkort-Voormolen houdt zich overigens niet bezig met de vriestechniek. Die wordt geleverd doorr het Duitse bouwbedrijff Maxx Bögl, en zij werken weerr samen met Airr Products.’
‘Tijdens het werk zelf is weinig te merken van de bevroren omgeving. We hebben een isolatielaag aangebracht, voordat we zijn gestart met de aanleg van betonnen wanden. Beton kan bij te lage temperaturen niet goed uitharden. Met een
‘We merken dat er vanuit de samenleving veel belangstelling is voor de bouw van het nieuwe metrostation. Daarom organiseren we eens in de zoveel tijd open dagen, en daar komen veel mensen op af. Op straat zie je natuurlijk weinig van de bouw. Alles is afgezet met hekken. Belangstellenden vangen hooguit een glimp op van wat er in de bouwput gebeurt. Beneden krijg je pas echt een indruk van de omvang van het project. Door bezoekers worden er dan volop foto’s gemaakt.’ Helaas is het ijs in de bouwput niet zichtbaar. Alleen op sommige plekken is te voelen dat het beton wel erg koud is. De omvang van de totale ijsmassa blijft lastig voor te stellen. Volgens Guis is de directe ondergrondse omgeving rondom de vrieswand grotendeels bevroren. ‘Deskundigen hebben uitgerekend dat het na oplevering van het station nog zeker 2000 dagen duurt, voordat het laatste stukje ijs uit de
‘Veel belangstelling voor de bouw’ isolatielaag ertussen is dat probleem opgelost. In de bouwput is het nauwelijks kouder dan normaal en het is dan ook niet nodig extra warme kleding te dragen.’ Voorlopig zal het ijs op de buizen boven het maaiveld niet verdwijnen; vermoedelijk tot en met het eerste kwartaal van 2009. De geplande opleverdatum is verschoven van november 2009 naar medio 2011. ‘Dat komt onder meer doordat de bouw een halfjaar later dan gepland, is gestart. Toen de graafwerkzaamheden eenmaal waren begonnen, werden onder onder andere verschillende funderingen van oude gebouwen aangetroffen. En die moesten worden opgeruimd. Vooraf was niet bekend wat we ondergronds allemaal zouden aantreffen. En op het moment dat je er tegenaan loopt,
grond is gedooid.’ Dat zou betekenen dat na het uitzetten van de vrieswand begin 2009 tot ver in 2014 ijs kan worden aangetroffen. p
Historische sloop Het project is voorr het van oorsprong Rotterdamse Haverkort-Voormolen speciaal, omdat het bedrijf in 1958 het oude centraal station heeft gebouwd. Guis: ‘Ruim vijftig jaarr laterr hebben we ons eigen werk weerr gesloopt. Err zijn nog slechts een paarr medewerkers in leven die zich de oplevering van het oude station goed kunnen herinneren.’ Tegenwoordig is Haverkort-Voormolen onderdeel van het concern TBI Infra. Het bedrijf is gespecialiseerd in het aannemen en uitvoeren van projecten in de civiele betonbouw w in heel Nederland.
januari 2009 Chemie magazine 45
> G H = M B G B M ">M ª EFDSFBMJTUFO OM
8IBU T JO UIF QJQFMJOF JOEVTUSJBM QSPKFDUT NVMUJEJTDJQMJOBJSF TIVUEPXOT QSFGBCSJDBUJPO QJQJOH DPOTUSVDUJPO QJQJOH
/FEFSMBOE 5 #FMHJÃ&#x2018; 5
DPOTUSVDUJPO FRVJQNFOU
TUFBN USBDJOH
JOGP!NPC CW OM XXX NPC CW OM
Column
Egbert Schellenberg S Chemie in de stress
T
ijdens allerhande overleggen in het voorjaarr van 2008 werd de verwachting uitgesproken dat het met de chemie in 2009 wel wat minderr zou gaan. De periode van positieve cijfers begon nu toch wel historisch lang te duren. Het jaarr 2008 zou het vijfde jaarr achtereen zijn van groei, en dat was nog niet eerderr vertoond. In de loop van 2008 heeft de kentering zich afgetekend. Voorr bijna iedereen kwam deze met een niet voorr mogelijk gehouden snelheid en omvang. In het laatste kwartaal lijkt alles tot stilstand te zijn gekomen. Een niet eerderr vertoonde vraaguitval. Overal zijn units stilgelegd of draaien ze op minimale doorzet. Werknemers kijken met grote verbaasde ogen om zich heen. Tot voorr een paarr maanden was elke gemiste productiedag een ramp. Nu laten ze een reparatie gewoon drie weken uitlopen.
Toch komen chemische bedrijven nog maarr mondjesmaat in aanmerking voorr werktijdverkorting. Decemberr is traditioneel een zwakke maand en dat speelt vele nu parten. Decemberr is ook altijd gebruikt om de winst te drukken; alle kosten afboeken in decemberr is gebruikelijk in deze sector. Naast het feit dat veel bedrijven onderdeel zijn van ingewikkelde BV-structuren is het niet simpel met een sluitende berekening voorr het ministerie te komen. Wat in goede tijden in het voordeel werkt, is nu opeens een nadeel. Het massaal buiten zetten van personeel is een gevoelig onderwerp. De jaren 2007 en 2008 zijn de jaren geweest van de slag om ervaren personeel. Tussen nu en 2018-2020 zal nog zo’n 40 procent van het huidige personeel via pensionering afvloeien. Dat houdt de druk op de arbeidsmarkt in stand. Als je nu ervaren krachten verliest aan de meerr kapitaalkrachtige oliebedrijven, zie je ze ook niet meerr terug.
FOTO: FNV
Het jaarr 2009 lijkt het jaarr van de hectiek te worden. Begrippen als Chapterr 11 (uitstel van betaling in de VS, red.) worden opeens gemeengoed. De massaal met vreemd vermogen gefinancierde fi bedrijven dreigen opeens te bezwijken aan hun rentelast. Wie nog geld heeft, kan nu opeens goedkoop bedrijven inslaan. Aandelen en obligaties met een waarde van 0,03 cent zijn opeens niet ongebruikelijk. De zeepbel is uit elkaarr gespat. Wie nu lef heeft zal profiteren. fi
Egbert Schellenberg is vakbondsbestuurder bij FNV Bondgenoten
De werknemers zijn onzeker. Daarr waarr de onzekerheid het grootste is, begint men te lopen. Achterblijvers vragen zich af: hoe krijgen we deze plant ooit weerr gestart als dit zo doorgaat? Moet ik ook niet de benen nemen? Een verstandige werkgever houdt nu zijn kernbezetting overeind. Want vroegerr of laterr zal de vraag terugkeren, en daarmee ook de winst. Winst die in 2004, 2005, 2006, 2007 en ook nog in 2008 netjes in de zakken van de aandeelhouderr is verdwenen. Het spreekwoord een appeltje voor de dorst is al heel oud. Dat de chemische bedrijven dat maarr in hun oren knopen. p
januari 2009 Chemie magazine 47
VNCI
Wereldburge rg r en topchemicus rg rger micu c Geert-Jan J Boons: s:
‘Ik richt mijn leven Aan het hoofd van de prestigieuze euze uze Boonss-Group van an d de e Universiteit van Georgia (USA) staat een wereldburger. Professorr Geert-Jan B Boons oons on richt rich ht zijn leven in naar kansen. Hij is flexibel en open-minded en dat geldt ook voor voo vo o zijn j vrouw, v ouw uw w tevens te eve collega. Het ambitieuze en wetenschappelijke paar heeft heefft geen geen e n vooropgestelde d plannen met het leven. Waar zich kansen voordoen, daar wonen n zij. zijij Werken en n leven e in Amerika, een Herb r openhartig gesprek met een gedreven talent.’ Irene Herbers
N
a een studie in Leiden beleefde de wetenschappelijke carrière van Boons haar kick-off in Groot-Brittannië. Daarr werkte hij in zeven jaar tijd bij drie universiteiten, en hij verhuisde van Londen via Cambridge naarr Birmingham. In Birmingham startte Boons zijn eigen onderzoeksgroep, die – onderr zijn bezielende leiding – al snel vijftien onderzoekers telde. Dat een lezing bij de Universiteit van Georgia zou uitmonden in een overzeese verhuizing had Boons niet verwacht: ‘Op een dag werd ik uitgenodigd om een lezing te geven op de plek waarr ik nu werk. Tijdens het diner vroegen ze me of ik zin had in een verhuizing. ‘Wat is ervoorr nodig om dat te bewerkstelligen?’, zo werd me gevraagd. Ik zette behoorlijk hoog in en verwachtte niks meerr te horen. Maarr twee weken laterr was het rond: een behoorlijke schok, maarr een
evenzo grote uitdaging. Voorr me lag de unieke kans om als chemicus ook een biologische vleugel te beginnen. Bij een multidisciplinairr instituut! Daar was iedereen, zekerr ook mijn studenten, bij gebaat, zo vond ik. Mijn vrouw Margreet dacht hetzelfde, dus pakten wij onze biezen en vertrokken.’ Om tot topprestaties te komen moet je hard werken. In Amerika, waarr het arbeidsethos de negen-tot-vijf mentaliteit rijkelijk overschrijdt, gaat dat min of meerr vanzelf. Boons werkt meer dan veertig uurr perr week, maarr staat daarin niet alleen. Zekerr ook in het weekend gonst zijn lab van de bedrijvigheid, want iedereen werkt zes dagen perr week. ‘Dat is niet puurr te wijten aan ambitie hoor’, zo relativeert Boons. In Amerika zijn werk en sociaal leven meerr verbonden. Iedereen maakt hierr lange dagen, maarr die zijn wat minderr intensief dan die in Nederland waarr iedereen zich na bin-
nenkomst meteen focust op het werk. Bij mij komt de een om acht uurr binnen, de anderr om half elf en weerr een anderr piept err in de middag tussenuit voorr een potje squash. In mijn lab is ook ruimte voorr een babbel: err zijn ruimtes waarr mensen gemakkelijk kunnen ontspannen.’ Dat de onderzoekers aan een Amerikaanse universiteit bereid zijn tot hard werken, wordt volgens Boons ook gevoed door culturele verschillen. Een baan van negen tot vijf past niet bij een internationale omgeving waarr de onderzoekers het ook k gewoon gezellig vinden om in het lab te zijn. Boons: ‘De studenten komen overal vandaan. Ze hebben hun familie en vrienden achtergelaten, dus zoeken ze – zekerr in het begin – wat meerr vriendschap binnen de onderzoeksgroep of de universiteit. Het is een compleet andere leefstijl en de een is niet beterr dan de ander. De culturele verschillen zorgen err gewoon voorr dat een groep zich anders gedraagt.’
Groter denken
Geert-Jan Boons en zijn koolhydraten Koolhydraten spelen een belangrijke factor in het academische leven van dr. Boons. De professor leidt een grote research group in het Complex Carbohydrate Research Center en blinkt uit. In 2003 ontving Boons de Carbohydrate Research Award for Creativity van the European Carbohydrate Association. Hij was voorzitter van de Gordon Research Conference on Carbohydrates in 2005 en behoort tot de hoofdredactie van drie wetenschappelijke tijdschriften in de chemie en biochemie. In 2004 werd het werk bekroond met de Horace Isbell Award van de afdeling Carbohydrate Chemistry van de American Chemical Society. Ook bij de eigen universiteit wordt het werk geëerd. Vanwege zijn uitzonderlijke verdiensten is Boons daar benoemd tot Franklin Professor of Chemistry. Deze eervolle titel kent het Franklin College of Arts and Sciences slechts toe aan de allerbesten. 48 Chemie magazine januari 2009
In Amerika is geen eerste geldstroom. De academische wereld drijft op subsidies en die moet je binnenhalen. De werfkracht van Boons is groot. Sinds zijn komst naarr Georgia sprokkelde hij meerr dan acht miljoen Amerikaanse dollars bij elkaar. En met de laatste toekenning van zo’n anderhalf miljoen subsidie zit de Boons Research Group err ook in het huidige economische laagtij voorlopig nog warmpjes bij. Betekent dit dat Boons kan rusten? Allesbehalve. De creatieve biochemicus is alweerr speurende naarr het volgende grote idee. Elk Amerikaans
Chemici in het buitenland
in naar kansen’ onderzoeksinstituut dat tot de top wil blijven behoren, moet zich telkens vernieuwen en groots denken. Boons houdt daarvan: groots denken scherpt de geest en houdt het onderzoek jong. Boons: ‘In Engeland kreeg ik de indruk dat je voorr elke persoon een subsidie nodig had. Hierr denk ik in termen van het gehele project, ofwel in termen van groot, groter, grootst. Wat zouden vier, vijf mensen overr een periode van vijf jaarr kunnen bereiken? Dat denken in het grotere plaatje doet mijn onderzoek goed en de enorme competitie helpt ook. Hierr moet ik scherp blijven. Je kunt hierr niet voortborduren op één goed idee en dat de komende tien jaar blijven doen. Ik moet nieuwe ideeën blijven ontwikkelen. Enerzijds is dat goed, anderzijds is het onzeker, aangezien ik de enige ben met een vaste positie. Raak ik mijn grants kwijt, dan verliezen mensen die al tien jaarr bij me werken hun baan. Tot nu toe is het altijd goed gegaan en ook de komende twee jaarr is de financiële positie van mijn onderzoeksgroep veilig, maarr dat volgende grote idee moet err straks wel zijn. Het economische klimaat is hierr vrij demanding hoor, maarr tegelijkertijd is dat erg inspirerend.’
Mogelijkheden in de VS De drang tot presteren is in het competitieve Amerikaanse klimaat groter dan in Europa. De bereidheid om risico te nemen is nog een belangrijk verschil. Ondernemerszin wordt in Amerika beloond, ook als je faalt. Boons: ‘Iemand die alles uit de kast heeft getrokken, kan desondanks falen. Falen hoort err hierr bij en daardoor durven Amerikanen meerr risico te nemen. In Europa werkt falen anders, toch?’ Boons erkent ook de voordelen van werken in een immens land. Ten eerste zijn err veel mogelijkheden om geld binnen te halen. Ten tweede herbergt het land veel geweldige wetenschappers (wat zorgt voorr een getalenteerd systeem) en tot slot zijn de onderzoeksmogelijkheden err legio. Amerika is volgens Boons een grote supermarkt als het gaat om het binnenhalen van gelden. Maar! Je moet
wel weten waarr je de beste kansen hebt en het duurt een tijdje voorr je dat snapt. Boons: ‘Mijn eerste twee jaarr in Amerika verliepen tamelijk moeizaam: ik moest alles opnieuw w uitvinden. Hoe schrijf ik een onderzoeksvoorstel? Wat zijn de beste plaatsen om geld binnen te halen? En hoe beargumenteerr ik dat ik voorr vier, vijf jaar geld nodig heb voorr behoorlijk wat mensen? Inmiddels ben ik creatief en sta ik overal voorr open. Daardoorr ontdek ik nieuwe markten. Zo zijn we net in de bio-energie gestapt. Dat is een enorme markt. En koolhydraten en bio-energie zijn met elkaarr verbonden. Dus loopt err in mijn lab nu ook een klein project op dit gebied.’
Aimabel wereldburger Gaat het gezin Boons nog terug naar Nederland? ‘Wat Margreet en ik hebben geleerd is dat je uitdagingen moet overwegen. Misschien blijven we voor de rest van ons leven hier, misschien
De biomedische bijdrage De Boons Research Group van de University of Georgia heeft aanzienlijke bijdragen geleverd op verschillende wetenschappelijke gebieden: de chemie, de biologie en de biomedische wetenschap. Zo hebben zij nieuwe en betere methoden ontwikkeld voor de synthese van uitzonderlijk complexe moleculen, alsook de methodologie voor de synthese en de bestudering van de eigenschappen van complexe koolhydraten. Veel van de moleculen die door de groep van Boons zijn gesynthetiseerd zijn ontworpen om belangrijke biomedische vragen te beantwoorden: ‘Wat zijn hun biologische functies?’ en ‘Hoe kunnen we dat medisch toepassen?’ Een deel van het programma van Boons wordt uitgevoerd in samenwerking met farmaceutische bedrijven. Het langetermijndoel van deze projecten is de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en vaccins, die op koolhydraten zijn gebaseerd. Meer informatie over de Boons Group: http://cell.ccrc.uga.edu/~gjboons/boons/Research.htm
‘Amerikanen durven meer risico te nemen’ ook niet. Wij koesteren geen vooropgestelde plannen, maarr pakken alles aan wat interessant en uitdagend is. We richten ons leven in naarr kansen. Zo heb ik nooit gedroomd van een bestaan in Amerika, maarr ineens was de kans daar. Ik sluit niet uit dat er zich wederom zo’n moment zal voordoen.’ Na zeventien jaarr buitenlandervaring weet de wetenschapper Boons als geen anderr hoe dat je leven verrijkt. Wonen en werken in het buitenland is ongelofelijk goed voorr je persoonlijke ontwikkeling. Boons: ‘In het buitenland gebeurt alles anders. Nu gaat het err niet om dat iets slechterr is of juist beter, het is gewoon anders! En dat geldt voorr alle niveaus: hoe men onderzoek doet, hoe men leeft, wat men belangrijk vindt, etcetera. De buitenlandervaring opent de ogen, het verrijkt. Bovenal is het erg leuk om de wereld te ontmoeten.’
En wat heb je eigenlijk nodig voorr een vertrek naarr het buitenland? ‘Niets’, lacht Boons. ‘Ik ga gewoon, bereid me niet voor. Zolang je je openstelt en bereid bent tot aanpassing is wonen in het buitenland erg gemakkelijk. Flexibiliteit is trouwens wel onontbeerlijk: je moet het aandurven om de wereld te omarmen.’ Wat Geert-Jan Boons tot een talentvol academicus maakt, is dat hij continu op zoek is naarr nieuwe uitdagingen. Hij wilde de chemie met de biologie gaan verbinden, en is daarin – zoals valt te lezen in de bijgevoegde kaders – wonderwel geslaagd. Maarr hoe succesvol Boons ook is als wetenschapper, hij blijft vooral mens. Geert-Jan Boons is een aimabele wereldburger.’ p
januari 2009 Chemie magazine 49
VNCI
Esso-’raffinaderij’ van Madurodam
VNCI-bestuurslid Bert Jan Lommerts:
‘Nieuwe activiteiten voorr mkb-leden’ De VNCI wil dit jaar verschillende bijeenkomsten organiseren waar mkb-leden onder meer kennis en ervaring over gemeenschappelijke onderwerpen kunnen uitwisselen. Bestuurslid Bert Jan Lommerts trekt de kar. Volgens hem is er vooral veel behoefte aan informatie over zaken op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Adriaan van Hooijdonk
50 Chemie magazine januari 2009
VNCI
Doorr middel van een speciaal ontwikkelde emulsie kreeg het saaie asfaltbeton een heel andere uitstraling.
Nieuwe uitdaging Ondanks het feit dat Lommerts het druk genoeg heeft met de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf, was hij op zoek naarr een nieuwe uitdaging. ‘En die heb ik gevonden in het VNCIbestuurslidmaatschap. In deze functie ben ik met name verantwoordelijk voorr de belangen van de kleinere en middelgrote VNCI-bedrijven. In de praktijk hebben die vaak een ander soort ondersteuning nodig dan de grotere leden. Die beschikken over goed geoutilleerde stafafdelingen met specialisten op uiteenlopende terreinen, terwijl dat bij de mkb-leden niet zo is. De kleinere bedrijven moeten de kennis en kunde die op dit soort afdelingen aanwezig is, regelmatig op een andere manierr zien te verwerven. En daarr kan de VNCI als belangenbehartigerr een belangrijke rol bij spelen. Zo heeft Latexfalt gebruik gemaakt van de VNCI-expertise op stoffengebied tijdens de preregistratieperiode voor REACH. Daarr hebben we veel baat bij gehad.’
Levendige discussie
‘E
igenlijk hebben we nog steeds geen goede omschrijving voorr het mkb. De afkorting klinkt iedereen natuurlijk bekend in de oren, maar overr wat voorr soort bedrijven het nu precies gaat, is moeilijk te definiëren. Zo hebben we in Nederland verschillende dochters van Amerikaanse multinationals met klinkende namen. Eigenlijk zou je verwachten dat deze bedrijven genoeg kennis in huis hebben, maarr dat is zekerr niet altijd het geval. Want in de praktijk zijn de stafafdelingen, met bijvoorbeeld kennis op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu, in de Verenigde Staten gevestigd. En dat betekent dat deze dochterbedrijven specifieke kennis regelmatig bij commerciële partijen, zoals ingenieursbureaus, moeten inkopen. Een onderneming zonder grote stafafdeling, dat is mijn definitie van het mkb.’ Het VNCI-bestuurslid Bert Jan Lommerts draagt het mkb een warm hart toe. Op 37-jarige leeftijd (‘en dat
is jong hoor’) werd hij benoemd tot algemeen directeurr van het Koudekerse bedrijf Latexfalt. Deze onderneming, met 80 man personeel, ontstond een aantal jaren geleden
Het komend jaarr wil Lommerts de mkb-leden van de VNCI ‘mobiliseren’ om nog meerr met elkaarr op te trekken. ‘Doel is om een aantal bijeenkomsten te organiseren, waarbij bedrijven kennis en ervaring over gemeenschappelijke onderwerpen kunnen uitwisselen. Daarmee borduren we voort op een bijeenkomst van begin novemberr vorig jaar. Toen kwa-
‘Een mkb-bedrijf is een onderneming zonder grote stafafdeling’ doorr de samenvoeging van de bedrijven Vauatol, Cindu en Latexfalt. De afzonderlijke bedrijven hadden al ruim 50 jaarr ervaring met bitumen- en polymeeremulsies voorr bouw w en wegenbouw w en bekleedden een vooraanstaande positie in binnen- en buitenland. Dat bleek onderr meerr vorig jaarr toen Latexfalt doorr de Chinese overheid werd gevraagd om joggingpaden, fietspaden, parkeerplaatsen en busbanen in en om het Olympisch dorp in Beijing van een kleurtje te voorzien.
men 20 vertegenwoordigers van kleine en middelgrote VNCI-leden bij elkaarr om aan de hand van verschillende presentaties van genodigden overr een aantal actuele thema’s te discussiëren. Denk bijvoorbeeld aan de manierr waarop een bedrijf zich het beste op kan stellen als err een inspectie plaatsvindt. Wat zijn je rechten en plichten? Moet je een ingehuurde partij die de inspectie uitvoert zo maar toelaten? Kun je een inspectie in het noorden van het land vergelijken met een inspectie in het zuiden? Kortom, e
Bertt Jan Lommerts will mkbleden ‘mobiliseren’ om nog meerr mett elkaarr op te trekken
januari 2009 Chemie magazine 51
VNCI
meerr dan genoeg onderwerpen, waar zich een levendige discussie overr ontspon.’ Ook werd err tijdens de bijeenkomst gesproken overr nieuwe ontwikkelingen op het gebied van milieuwetgeving. ‘Zo staat err een aantal veranderingen op stapel in het milieuconvenant. Tijdens de bijeenkomst bleek dat niet iedereen hier even goed van op de hoogte was.
nodige investeringen te kunnen plegen. Als collectief sta je immers sterkerr dan een individuele onderneming. Verderr willen we onderzoeken of de VNCI wel op de juiste wijze is georganiseerd. Vanuit het secretariaat krijgt het bestuurr steeds vakerr te horen dat met name de kleinere bedrijven met heel specifieke vragen en wensen komen. Maarr wanneerr houdt de collectieve belangenbehartiging op, en begint individuele ondersteuning? En hoeverr kun je daarr als VNCI invulling aan geven? Neem bijvoorbeeld de succesvolle lobbyy van de VNCI op het terrein van de emissiehandel. Chemische bedrijven hoeven straks niet al hun rechten op een veiling te kopen, een mooi resultaat. Toch staat deze politieke lobbyy veel verderr af van de kleinere leden. Die hebben hun handen vol aan operationele zaken, waar ze bovendien doorr bezuinigingen steeds minderr mensen voorr hebben. Wellicht heeft de VNCI momenteel te weinig mensen in dienst om op specifieke vragen van dit soort leden in te gaan. Of moeten we het werk op het secretariaat op een andere manier
‘Samen een visie ontwikkelen over de rol van de VNCI voor mkb-leden’ Daarom gaan we het komend jaar doorr middel van voorlichtingsbijeenkomsten meerr aandacht aan het milieuconvenant geven’, aldus Lommerts. De aanwezigen lieten zich eveneens uitgebreid informeren overr de verschillende mogelijkheden op het gebied van procesintensificatie. De VNCI heeft het afgelopen jaarr namelijk meerdere onderzoeken bij mkb-leden laten uitvoeren om te kijken op welke manierr ze hun processen nog efficiënterr zouden kunnen inrichten om zo energie te kunnen besparen. En bij een aantal bedrijven leidde dat tot verrassende uitkomsten.
Behoefte in kaart brengen Het komend jaarr staat een aantal nieuwe bijeenkomsten op de rol. Die zijn volgens Lommerts tevens bedoeld om err achterr te komen waarr de mkbleden nu precies behoefte aan hebben. ‘Zo kan ik mij voorstellen dat we gezamenlijk optrekken om extra kapitaal bij banken aan te trekken om de 52 Chemie magazine januari 2009
organiseren? Allemaal vragen waar we in de loop van het jaarr een antwoord op willen krijgen. Zodat we eind 2009 met een position paperr kunnen komen, waarin duidelijk is vastgelegd wat de VNCI voorr haarr kleinere leden kan betekenen.’
Startende ondernemers Daarbij kijkt Lommerts eveneens hoe hij startende chemische bedrijven meerr bij de VNCI kan betrekken. ‘De afgelopen jaren is err een aantal veelbelovende start ups ontstaan. Daar heb ik in de praktijk mee te maken, omdat ik studenten van de TU Eindhoven begeleid bij de eerste stappen van het ondernemerschap. Tevens ben ik lid geweest van de COCI-werkgroep (Centerr of Open Chemical Innovation, red.) waardoorr ik meerr inzicht heb gekregen in de behoeftes van startende bedrijven. Het gaat err natuurlijk om dat err een kruisbestuiving ontstaat tussen grote gevestigde bedrijven en startende ondernemers. Die kunnen op een COCI bijvoorbeeld gebruik
maken van een aantal gemeenschappelijke diensten, zoals huisvesting, apparatuurr en advisering op het gebied van wet- en regelgeving. Ik wil dit soort startende bedrijven meerr bij de vereniging betrekken. Daarom onderzoeken we momenteel of we ze bijvoorbeeld een speciaal lidmaatschap kunnen aanbieden. Want de VNCI wil óók dit soort bedrijven aan boord hebben. De start ups van nu kunnen immers uitgroeien tot de AkzoNobels en DSM’s van morgen. En daarr moet je speciale aandacht aan besteden.’
Visie ontwikkelen Lommerts ziet op basis van de actualiteit nog veel meerr onderwerpen waarr het nieuwe mkb-platform een rol in zou kunnen spelen. ‘In deze barre economische tijden, waarr veel bedrijven met een ongekende vraaguitval hebben te maken, is werktijdverkorting een gepast instrument. Toch hoorr ik van veel collega-ondernemers dat het lastig is om hiervoorr in aanmerking te komen. De regeling is te complex, bevat te veel beperkingen en bovendien is de slagingskans gering. Daarr zou je als collectief overr kunnen onderhandelen met de overheid.’ ‘Of neem bijvoorbeeld de problemen die veel bedrijven ondervinden bij de zoektocht naarr geschikt personeel. Ik kan mij voorstellen dat de VNCI een outsourcingcentrum voorr operators opricht. Bedrijven kunnen op deze manierr personeel met elkaarr uitwisselen.’ Het liefst wil Lommerts de directeuren van de kleinere leden om de tafel hebben tijdens de geplande bijeenkomsten. ‘Dan kunnen we samen een visie ontwikkelen overr welke rol de VNCI de komende jaren voorr mkbleden zou kunnen spelen. Het succes van het platform staat en valt uiteraard met de inzet van de leden. Die moeten err volledig achterr staan, en er tijd en energie in steken om err een succes van te maken.’ Tot slot, hoe gaat het eigenlijk met Latexfalt in deze tijden van crisis ? ‘We mogen niet klagen’, glimlacht Lommerts. ‘Een speedboot laveert nu eenmaal snellerr dan een logge olietanker. Dat is dan weerr de kracht van een mkb-bedrijf.’ p Belangstellenden kunnen voorr meer informatie contact opnemen met Bert Jan Lommerts via tel. 071-3419108 of e-mail: bertjan.lommerts@latexfalt.com.
/+ 12/#,
##1 #, /#%#*1#!&,'#)
-+.#,
+ )# () *+ +" * & ,&*+" "& &* !
# ,'#24# )2,0101-$ !#,1/'$2% *.-+. + &" ,. * )" ) " + + ! ) ('%( & %% ,"+ % + #) !+" +0( * "& % + & #, % + & ('%(-'$,% +'+ + & & '(-' )!'' + +'+ + 20 1 *-% ! 0 '( "# / -. / % .6 #, ! " / # , & !&', -#)+ $ +#1 7
# "# 12 #
0 3 0 5 #,#*2
% " $ $ % ! $ " !" "# "% ! #!"
)+& ) ') '$,+"'&*
" " " $ ! ! #!"
$
$$ + !&"* ! - &* & % ) -"& + , '( 444 03 012# # "#
18 # #"#/* ," )'& & ,) *"& $
)&! % )$ &
+ $
/ #,#*25 03 012# # "#
VNCI
Colofon
Redactie: Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur) e-mail: hooijdonk@vnci.nl Jos de Gruiter e-mail: de gruiter@vnci.nl
VNCI Eduard van derr Wilt is perr 1 januari benoemd tot speerpuntmanagerr Energie en Klimaat. Hij volgt Hans Veenenbos op, die eind vorig jaarr na een dienstverband van tien jaarr met pensioen is gegaan. Van derr Wilt is tevens verantwoordelijk voorr het speerpunt Veiligheid, Gezondheid en Milieu en zal het VGM-team van de VNCI blijven aansturen.
Adres redactie: Loire 150 2491 AK Den Haag, tel. 070-3378787, fax. 070-3203903 Eduard d van derr Wilt
Hans Veenenbos
DSM DSM benoemt Hans van Suijdam perr 1 april tot directeurr Corporate Operational Audit (COA) en Compliance Officer. Hij volgt Roelof Mulderr op, die in novemberr onverwacht overleed. Suijdam is op dit moment nog directeurr Strategic Projects in China. Deze rol zal worden opgepakt doorr Weiming Jiang, directeurr DSM China, en de betrokken businessgroepen.
Luca Rosetto, momenteel werkzaam als business unit directeurr Europe/Americas bij DSM Anti-Infectives, is perr 1 maart werkzaam als Corporate Vice President Safety, Health, Environment and Manufacturing. Hij volgt John Prooi op die op 1 maart met pensioen gaat. Rosetto rapporteert aan Jan Zuidam, vice-voorzitterr van de raad van bestuurr van DSM en VNCI-voorzitter.
VNCI Agenda 3 februari Beleidsgroep Onderwijs & Innovatie, Breda (Novotel)
10 maart Werkgroep Milieuzorg, Den Haag (VNCI)
10 februari Werkgroep Arbeidshygiëne, Bergen op Zoom (SABIC Innovative Plastics)
6 maart Beleidsgroep Energie en Klimaat, Den Haag (VNCI)
13 maart Beleidsgroep Communicatie, Bergen op Zoom (SABIC Innovative Plastics)
18 februari Beleidsgroep Veiligheid, Gezondheid en Milieu, Terneuzen (Dow w Benelux)
6 maart Beleidsgroep Energie en Klimaat, Voorburg (hotelrestaurant Savelberg)
18 maart Werkgroep Responsible Care Global Charter, Den Haag (VNCI)
Chemie kun je zien. Alles is chemie!
tie, s en innova , onderwij d industrie? ei h e ig ch il is ve ergie, de chem en in r ve en o g in en el (VNCI) ntwikk Meer wet e Industrie e actuele o e Chemisch se er d nd n la a f er o ed d eN g van de stoffenbelei reniging l
@vnci.n E-mail: info
VNCI Loire 150 2491 AK Den Haag Telefoon 070 - 337 87 87 www.vnci.nl
54 Chemie magazine januari 2009
Vaste medewerkers: Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van de Graaf, drs. Ingeborg van Honschooten, ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, dr. Annemarie Vroom ten Wolde Vormgeving: Basisvormgeving, art-direction en opmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels, Joachim Mahn en Julian Huiswoud Advertentie-exploitatie: Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, tel. 070-323 40 70 Fax 070-323 71 96 e-mail: vnci@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie. Druk: ALFA BASE publicatie processors B.V. Alphen aan den Rijn
4 maart Werkgroep Veiligheid, Maasvlakte, Rotterdam (LyondellBasell)
e Ve t de act op met Neem cont
Eindredactie: Orbitaal Speeches & Publications
Abonnementenadministratie: Nieuwe abonnementen/mutaties alleen schriftelijk opgeven bij: Judith van der Lugt via e-mail: vanderlugt@vnci.nl. Voor alle VNCI-leden, alsmede leden van aangesloten lidverenigingen, is Chemie magazine gratis. Abonnementen eindigen per eind december. Als niet vóór 1 december wordt opgezegd, loopt het abonnement nog een jaar door. Abonnementsprijs per jaar (incl. btw) 80 euro in Nederland en België 100 euro in de overige landen Chemie magazine verschijnt 11 x per jaar op woensdag Overname van artikelen en/of foto’s uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven. Beeld cover: ShutterStock Internet: www.vnci.nl ISSN: 1572-2996
6$"=8#647 #7 7@ =# '#7 $ #4 A 8 :6 >"' 4 4 > 4 4 < 4 =A >#7=A
<'6 #786:: 4 4
@6 $ 7(
!"#$ %& 2&12 #34#4 4 6789"7 +-% 2&1* !? #34 8
'( )*+ ,-.+/& 0%/ 1- 5 )*+ ,-.+/& 0%/ 1/1 #4:6; $#48 4 8#64 '9<(=6> ( $#48 4 8#64 '9<(=6>
' 77 B * 2(+ 0(+ /(+ C 4 ' 77 1
4 4 6@7' : =#'#8 #8 4 =64:6 > +0 % 1--% = 8#:#= $ # 4 4 ' 96 86 #"> '$ #3$ 8 47@6 8
$ 4 *- 3
< #4
#'8 " " @ 6$"=8# 6"876" = 4D #3 > 4 44#7 > 8 "(
# !$ # % ! ! ! #! $ % ! % "# $ "# "" # # % ! !
! & ! &&& & !