Chemie magazine mei 2011

Page 1

Ruim baan voor procesintensificatie

Bert Weckhuysen (topteam chemie) waarschuwt voor brain drain

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 05 • 25 mei 2011

Communicatie Chemie-Pack

hoe het niet moet

Arbeidsinspectie focust op chemie

Magazine


Andus Construction HSM Steel Structures Intersteel Nigeria Intersteel Slovakia Lengkeek Staalbouw Mebra Metaalbewerking P&K Rail RijnDijk Engineering RijnDijk Steel Contracting RijnDijk Technical Services WVL Staalbouwers

Andus Oil & Gas HSM Offshore

Andus Process Asselbergs Ventilatoren FIB Industries

Andus Refractories Gouda Refractories Gouda Vuurvast Services

Serving the industry

Gouda Vuurvast Belgium Gouda Feuerfest GFD Services

Ons kernwoord: klanttevredenheid. Onze kerncompetenties: vuurvaste bekledingen, grootschalige industriĂŤle staalgerelateerde projecten, sluizen en bruggen, olie- en gasplatforms, drukvaten, warmtewisselaars, opslagtanks, kelderbierinstallaties, systemen voor filtratie en separatie,

ANDUS Group BV Beukenlaan 117 5616 VC Eindhoven

luchttechniek, bovenleidingsystemen voor het spoor, service en onderhoud. Nationaal en internationaal gecertificeerd, werkend volgens de hoogste veiligheidsnormen.

Tel. +31 (0)40 - 211 58 00 info@andusgroup.com

Kennismaken? Graag. Belt u even of kijk op www.andusgroup.com.


INHOUD 05 25 mei 2011

20

Bij de brand bij Chemie-Pack ging er ook op het gebied van communicatie met de burgers veel mis. Welke lessen kunnen we hiervan leren?

INTERVIEW

‘Als je de vruchten wilt plukken, moet je de boom goed verzorgen’

24 mei 2011 Chemie magazine 3


CreĂŤert betrokkenheid van de medewerkers in ieder aspect van het werk.

Verhoogt de prestaties van operators en technici.

Direct toepasbaar in het werk en op lokatie.

Alle opleidingen zijn geschreven vanuit de industrie.

De Vapro opleiding is al 55 jaar de norm in de industrie.

5 goede redenen om uw medewerkers op te leiden met Vapro AANBOD: K J I L E D J I T PECIFIEK BEDRIJFSS GSPLAN BEKOSTIGIN De 5 van Vapro: er zijn zomaar 5 goede redenen te bedenken waarom u voor een Vapro opleiding wilt kiezen. En wij voegen daar zomaar nog een extra reden aan toe. Tijdelijk verzorgt Vapro een bedrijfsspecifiek bekostigingsplan voor u. Zo wordt iedereen er beter van. Vraag naar de mogelijkheden via vapro.nl of bel 070 301 10 86.


INHOUD 05 25 mei 2011

13

Minister ondersteunt CO2opslagproject

En verder... OPINIE

‘Als we meer over onze grenzen heen kijken, kunnen we grote ontwikkelstappen maken,’ vindt VNCI-directeur Colette Alma Agenda

TRENDS

28

AkzoNobel IC, SABIC en Nyrstar Budel strijden om Responsible Careprijs 2011

38

Deelnemers TUnascholingscursus positief

Wetenswaardig Glazen microreactoren van Chemtrix Onderwijs Geen privatisering volwassenenonderwijs Jaarvergadering VNCI/NWO presenteren boek Actueel Gratis naar Chemie aan Zee in NEMO

ACHTERGROND

Personeel Arbeidsinspectie controleert de chemie In beeld Hardlopen met chemie Procesverbetering De kracht van Theory of Constraints Water Watervoetafdruk kan kleiner Symposium Succesvolle implementatie procesintensificatie Evenement Internationaal Jaar van de Chemie

07

07

08 11 15 17

32 36 40 44 50 53

FEITEN EN VISIES

Starters 55 Eerste industriële fotobioreactor voor algenproductie Vox Chemici 57 Als ik Rutte was, zou ik… Young professionals 59 Melvin Spalburg, Process & Improvement Manager bij Decorative Paints (AkzoNobel)

46

Column Igor Znidarsic Bedrijven Service

61 61 62

‘Je moet een bedrijf zien als een corporatieve persoonlijkheid’

mei 2011 Chemie magazine 5


SPIE een gezamenlijke ambitie SPIE-Industrie SPIE-Industrie stelt uw opslag-, productie- en bedrijfszekerheid veilig in elke fase waarin u deze nodig acht. Of het nu gaat om de nieuwbouw, of onderhoud inclusief de inbedrijfstelling, of het opstellen en managen van uw werkprocedures, u kunt altijd rekenen op ons team. Met respect voor veiligheid en het milieu bieden wij een duurzame oplossing voor elk industrieel probleem. Met SPIE-Industrie haalt u een ervaren partner in huis als het gaat om werktuigbouw, elektro-, meet- en regeltechniek, procesautomatisering, piping, apparatenbouw, skid-bouw, betonbouw, HVAC en analysertechniek. Wij bouwen en verbeteren technische installaties voor (petro)chemische bedrijven, olie- en gasbedrijven, op- en overslagbedrijven, de staalindustrie, energiecentrales en de voedingsmiddelen, farmaceutische en papierkartonnage industrie. Vanzelfsprekend nemen wij de zorg op ons over alle onderdelen die extra aandacht vereisen. Steeds vaker krijgen wij daarom de verantwoordelijkheid over het volledige ontwerp, installatie- en onderhoudtraject. SPIE Nederland biedt een compleet pakket multitechnische diensten aan de industriĂŤle, commerciĂŤle en institutionele branche. De divisie SPIE-Industrie kan ook een beroep doen op de kennis en ervaring van een van de andere divisies van SPIE Nederland: SPIE-Asset Management, SPIE-Building Systems, SPIE-Controlec Engineering en SPIE-Infra.

SPIE-Industrie I Schrijnwerkerstraat 30 I 3194 AE Hoogvliet I T +31(0)10 472 63 00 De Brauwweg 74-82 I 3125 AE Schiedam I T +31(0)10 409 04 00 I www.spie-nl.com


AGE NDA 27 mei Women in Chemistry De Eenhoorn, Amersfoort www.nwo.nl

1 juni Curie-lezing ‘Chemie en Innovatie ‘ Van Leeuwenhoek Laboratory, Delft www.kncv.nl 3 t/m 26 juni CHEMISTRY- Creating new Worlds Kuist van Kijkduin www.biennalekijkduin.nl 25 juni t/m 4 september Chemie is overal NEMO, Amsterdam www.e-nemo.nl VNCI 1 juni Stoffendag & Arbodag Woudschoten, Zeist 9 juni WG Energie en Klimaat Novotel, Breda 15 juni WG Milieuzorg VNCI, Synthesium 3 15 juni Regiegroep Chemie Hotel Mercure, Den Haag Centraal 15 juni VNCI Jaarvergadering Nieuwe Kerk, Den Haag 23 juni WG Arbeidshygiëne SABIC IP, Bergen 29 juni Dagelijks Bestuur Telecon VNCI, Den Haag

Agenda / Voorwoord

VNCI-directeur Colette Alma

OVER DE GRENZEN

E

lk lid van het topteam chemie heeft zo zijn eigen invalshoek. Logisch, want de leden zijn afkomstig uit de wetenschap, de industrie en de overheid. Toch zijn er ook opvallende punten van overeenstemming. Overduidelijk spreken ze allemaal de ambitie uit om de Nederlandse chemie naar de absolute top te tillen. Daarnaast valt mij op dat alle leden graag over de muren van de eigen wereld heen kijken, omdat dat nieuwe inzichten en inspiratie oplevert. In deze Chemie magazine vindt u een interview met Bert Weckhuysen, de wetenschapper binnen het topteam. Hij vertelt over de inspiratie die het topteam opdoet op het grensvlak tussen wetenschap en bedrijfsleven, en wat betreft biomassa op de grensvlakken tussen de verschillende bedrijfssectoren. In het artikel over procesintensificatie zien we een praktijkvoorbeeld: de enorme winst die te behalen is als je niet alleen over de grenzen heen kijkt, maar daar ook in je eigen wereld je voordeel mee doet. En in het artikel over inleenpersoneel zien we dat ook een overheidsinspectie voor een frisse blik kan zorgen en verbetering kan opleveren voor bedrijven. Bert Weckhuysen geeft wel een belangrijke waarschuwing: de interface werkt ten eerste alleen positief als de beide partners voldoende ruimte hebben om zichzelf in hun eigen wereld te ontplooien, en ten tweede als ze elkaar als gelijkwaardig beschouwen en benaderen. Alleen dan kan aan beide zijden een hoge kwaliteit worden bereikt en kunnen de partijen de neiging onderdrukken om de ander te dicteren. De chemie is bij uitstek een sector met veel grensvlakken: tussen bedrijf en wetenschap, tussen bedrijf en zijn grote diversiteit aan afzetmarkten en toeleverende sectoren, tussen bedrijf en overheid. De kansen op een winstgevende wederzijdse inspiratie en beïnvloeding zijn groot. Als we nog meer over onze grenzen heen kijken, en daarbij de geleerde lessen in praktijk brengen, kunnen we grote ontwikkelstappen maken. Wat let ons? p

mei 2011 Chemie magazine 7


Meerdere microreactoren van

6,5 ml

= 100 ml

reactor van tot

8 Chemie magazine mei 2011


FOTO: BART VAN OVERBEEKE

Wetenswaardig

Chemtrix ontwikkelde in samenwerking met onder andere TNO de Micro Reactor Technology een alternatieve aanpak voor een efficiënter chemisch proces. Werden er vroeger in een ketel chemische stoffen bij elkaar gevoegd om tot een grondstof voor medicijnen te komen, nu vinden die reacties in glazen microreactoren plaats.

De kennis van het uitvoeren van organische synthese met Micro Reactor Technology is afkomstig van de wetenschapper Paul Watts uit Hull (UK), die overschakelde van zelfgeproduceerde microreactorchips naar chips die gemaakt worden door LioniX in Enschede.

Het verbinden van meerdere microreactoren met een reactorinhoud van circa 6,5 ml tot één grotere reactor van 100 ml tot 1 liter maakt dat er in een continuproces productie kan plaatsvinden, zegt Hugo Delissen, CEO van Chemtrix. ‘Een stroom van grondstoffen wordt in de microreactoren op een snelle, efficiënte en veilige manier omgezet in actieve ingrediënten voor medicijnen die voor de mens van vitaal belang zijn. Bij innovatie in de gezondheidzorg, waarbij de uitvinding van nog betere medicijnen tegen kanker en andere levensbedreigende ziekten tijdrovend is, is Chemtrix een belangrijke schakel in het versneld aanleveren van die waardevolle grondstoffen. De tijd van research en development tot commerciële productie wordt hiermee verkort.’

Samen besloten ze het bedrijf Chemtrix te starten om kanten-klare apparatuur op basis van deze technologie te gaan ontwikkelen en verkopen. ‘Wij zijn het stadium van acceptatie van het product wel al voorbij,’ aldus Delissen, ‘maar het is belangrijk dat wij blijven innoveren. Dat kan door samen te werken. Wij hebben profijt van het netwerk aan bedrijven hier op Chemelot. Alleen al in dit Van Itersongebouw zitten de “farmaceutische jongens en meisjes” op loopafstand van elkaar. Basic Pharma, INterface BIOmaterials en MagnaMedics zijn prettige collega’s waar je snel eens binnenwandelt om te sparren en ideeën uit te werken. Ideeën voor een gezamenlijke beursstand en het gezamenlijk indienen van subsidieaanvragen gaven al blijk van die goede samenwerking.’ p

Kant-en-klare apparatuur

mei 2011 Chemie magazine 9


Wat wilt u exact weten over het gascilinder­ gebruik in uw bedrijf? ACCURA® van Linde vertelt het u allemaal… Het nieuwste online systeem van Linde Gas heet ACCURA® Cilinder Management. Een naam die wáár maakt wat hij belooft. Want wordt het geen tijd dat u 24 uur per dag kunt zien waar de gascilinders in uw bedrijf staan? Uit overwegingen van kosteninzicht, efficiency, veiligheid, kwaliteit of traceerbaarheid? Nu is het er. Een abonnement waarmee u zelf voortdurend alle cilinderbewegingen, standtijden, gebruiksrapportages, keurdata en wat al niet meer heel precies kunt inzien en omzetten in spreadsheet-overzichten. Minder cilinders, minder administratie, minder kosten én veiliger! ACCURA®. Zo nauwkeurig kan gas management zijn.

Linde Gas – ideas become solutions.

Linde Gas Benelux B.V. Havenstraat 1, 3115 HC Schiedam Tel. 088 262 62 62, fax 010 246 15 06 info.lg.nl@linde.com, www.linde-gas.nl

Linde Gas Belgium NV Westvaartdijk 85, 1850 Grimbergen Tel. +32 2890 95 10, fax +32 2890 95 29 contact.lg.be@linde.com, www.linde-gas.be


Onderwijs

in de zorg, in de techniek en in de ambachtsbranches.’

Leerrecht

Volgens Visser-Van Erp is er veel te zeggen voor een systeem waarbij een leerling met een door de overheid verschaft leerrecht zelf opleidingen kan inkopen. ‘Maar zo’n systeem zet je niet ineens op. Daar komt veel bij kijken. Dat kan iets zijn voor een volgend kabinet. Met die bezuiniging zou het kabinet in feite roofbouw hebben gepleegd op de onderwijsvoorzieningen voor de jeugd. Dat hebben we goeddeels weten te voorkomen.’

Geen privatisering volwassenenonderwijs Onlangs heeft de overheid een nieuwe financieringsregeling getroffen voor middelbaar beroepsonderwijs voor mensen ouder dan 30 jaar. Aanvankelijk wilde de regering hierop 170 miljoen bezuinigen, maar na protest van werkgevers- en werknemersorganisaties is de bezuiniging beperkt tot enkele tientallen miljoenen euro’s. ‘De introductie van meer marktwerking in de onderwijssector is echter uitgesteld,’ constateert VAPRO-directeur Theo Seip. Tekst: Erik te Roller

D

e ongelijkheid tussen particulier en privaat onderwijs voor volwassenen blijft voortbestaan: de minister stuurt rechtstreeks geld naar de ROC’s voor het bekostigen van de beroepsopleidingen van 30-plussers, terwijl de zelfstandige opleidingsinstituten zoals VAPRO hun eigen broek moeten ophouden. ‘Minister Marja van Bijsterveld van OCW wilde de bijdragen aan 30-plus-onderwijs juist stoppen en de financiering meer via de bedrijven laten lopen. De privatisering van het onderwijs voor volwassenen zou hebben geleid tot meer keuzes, betere opleidingsmogelijkheden en op termijn goedkoper onderwijs. Overigens betalen de bedrijven

in de procesindustrie de opleidingen voor 30-plussers al grotendeels zelf. De Tweede Kamer zag het plan van de minister echter puur als bezuiniging op het regulier onderwijs en heeft niet meer gekeken naar de rest van het plan om dit onderwijs te privatiseren. De werkgevers zijn in die discussie met het parlement meegegaan,’ aldus Seip.

Wachtgeld

Gertrud Visser-van Erp van VNO-NCW en MKB Nederland voerde namens de werkgevers de gesprekken met Tweede Kamerleden en het ministerie van OCW. Zij is tevreden over het resultaat: ‘Als de bezuinigingen waren doorgegaan, hadden de

foto: shutterstock

Afdrachtvermindering

Bij de nieuwe regeling zal het ministerie van OCW weliswaar 170 miljoen euro bezuinigen, maar op zijn totale budget. Voor 30-plus-opleidingen wordt 130 miljoen opzij gezet. Ongeveer 59 miljoen hiervan komt van de verhoging van cursusgelden tot 1261 euro per jaar. Verder hoeven de 30-plus studenten geen leer-, loopbaan- en burgerschapsvakken meer te volgen, waardoor de opleidingen tot twee jaar beperkt kunnen blijven. In onderling overleg bepalen werkgever en werknemer wie het hogere cursusgeld betaalt. Als werkgevers

‘ Als de bezuinigingen waren doorgegaan, hadden ze docenten moeten ontslaan’ ROC’s docenten moeten ontslaan. Die waren dan in een wachtgeldregeling terechtgekomen ten laste van de ROC’s. Deze bezuiniging zou ook de 30-minners raken, want door het wegvallen van het geld voor de 30-plussers en de wachtgeldregeling zou de financiering van het gehele infrastructuur van het mbo-onderwijs in gevaar komen. En dat terwijl er juist grote behoefte is aan mbo-ers,­vooral

meer dan 1000 euro van het cursusgeld betalen, krijgen ze 625 euro extra afdrachtvermindering via de WVA (Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen). De administratieve lasten blijven gelijk. Verder hebben de werkgeversorganisaties bedongen dat branches voortaan in nauw overleg met de mbo-instellingen de globale inhoud van de opleidingen bepalen. p mei 2011 Chemie magazine 11



Energie en Klimaat De nieuwe waterstoffabriek van Air Liquide

Minister steunt CO2-opslagproject Minister Verhagen van EL&I dient het Rotterdamse Green Hydrogen Project in voor de NER300, een Europese subsidieregeling voor duurzame energie en CO2-opslag. Het gaat om een project waarbij CO2 die vrijkomt bij de productie van waterstof wordt afgevangen en opgeslagen, wat een belangrijke bijdrage levert aan de verduurzaming van de Rotterdams haven. Het is ook een cruciale schakel in de ‘CO2-hub’ die in Rotterdam wordt aangelegd.

C

CS, het opvangen en hergebruiken of ondergronds opslaan van CO2, is een belangrijk onderdeel van de Rotterdamse strategie om de CO2-uitstoot in de regio te verminderen. Rotterdam is dan ook blij met deze indiening: ‘Hiermee laat het Rijk zien dat het onze CCS-aanpak steunt,’ zegt de Rotterdamse wethouder Duurzaamheid Van Huffelen. ‘Het project maakt de industrie schoner door het afvangen van CO2. Maar het is tevens onderdeel van de grotere CO2-hub die we ontwikkelen. Bedrijven die CO2 uitstoten kunnen aansluiten op dat netwerk en kiezen uit meerdere opslaglocaties. Dat kan door het leveren van CO2 aan kassen in het Westland of opslag in lege olie- en gasvelden onder de Noordzee. Ook kijken we naar mogelijkheden om CO2 te gebruiken om meer olie en gas te kunnen halen uit bijna lege olie- en gasvelden. CO2 verandert dan van een afvalstof naar een product met een economische waarde.’

Duurzaam

De Rotterdamse klimaataanpak is ook een economische aanpak. Van Huffelen: ‘De verdere ontwikkeling van de Rotterdamse haven en stad kan alleen op een duurzame manier. We zien dat onze aanpak een belangrijk inves-

terings- en vestigingsvoordeel biedt aan bedrijven. Bedrijven moeten in het kader van Europese en nationale regelgeving hun CO2uitstoot drastisch verminderen. Dat kunnen zij doen door emissierechten te kopen of door de CO2 af te vangen. Door de afvang zo kosteneffectief mogelijk te maken, slaan we twee vliegen in een klap: we maken de Rotterdamse haven duurzamer en we maken het voor bedrijven aantrekkelijker om dat hier te doen.’

Nieuwe waterstoffabriek

Het Green Hydrogen Project is onderdeel van de nieuwe waterstoffabriek van Air Liquide. Bij de productie van waterstof, dat onder meer gebruikt wordt voor het ontzwavelen van brandstoffen, komt CO2 vrij. Deze CO2 wordt afgevangen en via een pijpleiding getransporteerd naar de nieuw te bouwen CO2-hub op de Tweede Maasvlakte. Daar wordt het gas vloeibaar gemaakt en na tijdelijke opslag per schip naar olievelden in de Deense Noordzee gebracht. Air Liquide onderzoekt, samen met Maersk Oil de mogelijkheid van permanente opslag van de CO2 in Deense olievelden, in combinatie met winning van resterende olie. Het project gaat in 2016 de eerste CO2 afvangen, een halve megaton per jaar. De CO2-hub, die Cintra (‘Carbon in Transport’) is genoemd, wordt ontwikkeld door Air Liquide, samen met Vopak (tijdelijke opslag), Anthony Veder (transport per schip) en Gasunie (pijpleiding infrastructuur). Stedin verzorgt samen met het Havenbedrijf Rotterdam het transport van CO2 door het Rotterdamse havengebied. De andere twee voorgedragen projecten zijn: Woodspirit, een innovatieve biomethanolfabriek in de Eemshaven, en Enino, een demonstratiepark voor windmolens op zee van ENECO en NUON. p

handelsplatform energie voor de industrie Powerhouse richt zich met haar energiehandelsplatform naast de glastuinbouw nu ook op de industriële markt. Het online handelsplatform biedt de mogelijkheid tot het flexibel handelen in elektriciteit en gas.

G

rootverbruikers met een flexibele energievraag krijgen met behulp van het handelsplatform toegang tot de belangrijke energiemarkten. Zij beheersen zelf de inkoop en verkoop van hun energie en kiezen voor een optimale inzet van hun productiemiddelen. Daarnaast biedt Powerhouse de klant inzicht in de (energie) bedrijfsvoering, de risico’s en marktinformatie.

Samenwerking

Recente ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat korte- en langetermijnposities voor zowel gas als elektriciteit getoond worden en resultaten tot op kwartierniveau te bekijken zijn. Dankzij de Powerhouse iPhone app kan overal inzicht worden verkregen. p

mei 2011 Chemie magazine 13



Jaarvergadering

Presentatie boek VNCI/NWO tijdens VNCI-jaarvergadering

NAAR EEN VEILIG EN DUURZAAM LEEFKLIMAAT Tijdens de VNCI-jaarvergadering op 15 juni publiceren de VNCI en NWO ter gelegenheid van het Internationaal Jaar van de Chemie een boekje met acht interviews met vooraanstaande wetenschappers. Elke wetenschapper brengt vanuit zijn/haar werkveld een duidelijke, vaak prikkelende boodschap naar voren over de toepassingen en mogelijkheden van chemische technologie als directe bijdrage aan het leefklimaat in de toekomst.

E

en van de geïnterviewden is Patrick Hudson, hoogleraar The Human Factor in Safety, die aan de TU Delft en Universiteit Leiden onderzoek doet naar de rol van het gedrag van individuen en organisaties bij veiligheid. Hij constateert dat de industrie zich nog steeds vooral richt op de technologie. ‘Wat heel logisch is. Het is natuurlijk allereerst van belang dat de technologie veilig is en dat we die begrijpen.’ Maar daarnaast is volgens Hudson ook het gedrag van het individu en de organisatie van belang. Wetenschappers en ingenieurs zouden zich daarom ook daarin moeten verdiepen. Omdat het probleem bij veiligheid in gevaarlijke sectoren zoals de chemie doorgaans de menselijke factor is, zijn volgens Hudson binnen het veiligheidsbeleid niet alleen technici maar ook psychologen nodig. Volgens Hudson betaalt het scholen van chemici in psychologie zich uit in een grotere veiligheid. ‘Voor alle rampen geldt dat er een cultuur heerste die het liet gebeuren.’ Ook de overige zeven weten-

schappers nemen duidelijke standpunten in.

Gekke dingen

Zo is Patricia Kooyman, universitair docent aan de TU Delft bij de groep Catalysis Engineering van de faculteit Technische Natuurwetenschappen, geen voorstander van valorisatie. ‘Ik snap dat een deel van het onderzoek naar de praktijk moet kunnen worden vertaald, maar je verliest echte innovatie. Echte innovatie is een weg inslaan waarvan je niet weet waar je uitkomt. De grootste ontdekkingen zijn bovendien gedaan terwijl men op zoek was naar iets totaal anders. Ik kan iedere wetenschapper aanraden om ook eens gekke dingen te doen, waarvan je niet weet wat er uitkomt. We kunnen nu nog maar een heel klein gedeelte van onze tijd hieraan besteden.’

Virusbolletje

Aan de Universiteit Twente doet Jeroen Cornelissen onderzoek naar het “virusbolletje als reactorvat”. ‘Ontdaan van hun genetisch materiaal kunnen virussen

‘Echte innovatie is een weg inslaan waarvan je niet weet waar je uitkomt’ goed dienen als minuscule reactorvaatjes, waarin reacties kunnen worden uitgevoerd of stoffen kunnen worden opgeslagen,’ zegt hij. ‘Viruseiwitten laten zich perfect assembleren tot een bolletje. Daarin kunnen we moleculen stoppen en kijken wat er bijvoorbeeld gebeurt als ze bot-

sen. Door de botsingen ontstaan er chemische reacties, die we dan mooi kunnen bestuderen. We willen graag weten hoe zogenoemde enzymkatalyse werkt. Als dat lukt, kunnen we het misschien ook in de industrie toepassen. Dan kunnen veel processen veel sneller verlopen.’ p

De overige wetenschappers die aan het woord komen zijn: Ben Feringa, Rijksuniversiteit Groningen (Synthetische Organische Chemie); Roelof Rabbinge, Wageningen Universiteit (duurzame ontwikkeling, systeeminnovatie en voedselveiligheid); Ben Ale, TU Delft (Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid); Nico Vermeulen, VU Amsterdam (onder meer Chemicaliën in de mens en Giftigheid van geneesmiddelen); en Lies Bouwman, Universiteit Leiden (Metals in Catalysis, Biomimetics & Inorganic Materials). mei 2011 Chemie magazine 15


Verwerkers van gevaarlijk afval - afvalwater, zuren, logen, beits, ontvettingsbaden, vaste stof, terugwinning metalen

• Distributie chemicaliën

• Mengen van chemicaliën

• Regeneratie/recycling ionenwisselaars

Wetering 19, 6002 SM Weert T (0495) 457901 F (0495) 457911 E bredox@bredox.nl I www.bredox.nl

Kleuren Labelling, GHS klaar

Afbeeldingen, teksten, barcodes,vervaldata, instructies – alles onder controle!

Het alom bekende oranje gevaren symbool moet zijn veranderd per 1 december 2010. Door het gebruiken van Primera’s kleuren etiketten printers zal de overgang probleemloos zijn.

T

GOED

OU

F

Voordelen van onze producten:

De CX1200e en de FX1200e. Voor het printen van kleine tot grote runs etiketten met variabel informatie. De CX1200e digitale etiketten printer en de FX1200e stansunit met laminator voor al uw etiketten toepassingen. Tot 216 mm. breed in hoge foto kwaliteit. Van tien tot vele duizenden etiketten in 1 run.

LX900e kleuren etiketten printer. Zeer hoge kwaliteit en snel. Print elk etiket tot een breedte van 209 mm. breed in dezelfde hoge foto kwaliteit. Van één label tot honderden etiketten in een run.

- Software is GHS klaar - Direct printen van uw laptop, PC of MAC - Geen cliché en stans kosten - Nooit lange levertijden - Wijzigingen zonder problemen in te voeren - Printen naar behoefte – geen overlevering mogelijk - Geen uitgebreide voorraad van etiketten meer nodig

Bekijk onze product video’s op: www.primeralabel.eu/CX1200e www.primeralabel.eu/FX1200e www.primeralabel.eu/LX900e

Voor meer informatie bezoek w w w.logilabel.com


Actueel

Gezocht

chemie-expert uit industrie voor onderwijs De VNCI is samen met de Koninklijke Neder­ landse Chemische Vereniging (KNCV) op zoek naar experts uit het (chemische) bedrijfsleven voor het Bètatechniekloket. Deze online relatiedatabase maakt het docenten uit voortgezet onderwijs, mbo en hbo mogelijk om een geschikt persoon uit het bedrijfsleven te vinden voor bijvoor­ beeld een gastles, stage of bedrijfsbezoek.

FABRIEK VOOR NATUURLIJK ALCOHOL OP TERREIN VAN HUNTSMAN

foto: shutterstock

S

Wilmar gaat een geavanceerde fabriek voor natuurlijke alcohol bouwen op het indus­ trieterrein van Huntsman in Rozenburg (Rotterdam) en zal natuurlijke alcohol gaan leveren aan Huntsman. De ingebruikname van de faciliteit staat gepland voor 2013.

W

ilmar, eigenaar en beheerder van de fabriek, is een van de leidende leveranciers van landbouwartikelen in Azië en een van ‘s werelds grootste oleochemische bedrijven. ‘Het doet ons deugd een succesvol en dynamisch bedrijf als Wilmar in Rozenburg te mogen verwelkomen, waar we al ruimte bieden aan een aantal andere bedrijven. Dit project heeft wederzijds voordelen en zal de band tussen onze twee bedrijven danig versterken,’ aldus Peter Huntsman, president-directeur en CEO van Huntsman Corporation.

Uitstekende infrastructuur

Kuok Khoon Hong, bestuursvoorzitter en CEO van Wilmar International Limited, vult aan: ‘Het 85 hectare grote terrein van Huntsman in de Europoort beschikt over een uitstekende infrastructuur en ligt in het hart van het op één na grootste industriegebied ter wereld. We zien ernaar uit om meer betrokken te raken bij de lokale chemischeindustriegemeenschap en onze positie in Europa te versterken, onder andere op het gebied van chemicaliën van biologische oorsprong.’

Groene chemie

Max van der Meer, algemeen directeur Huntsman Holland is erg blij met deze investering in groene chemie op het terrein. ‘Een investering die zeer gewaardeerd en gesteund wordt door de Nederlandse autoriteiten en het Havenbedrijf Rotterdam.’ De doorgang van het project is nog afhankelijk van de afgifte van de relevante vergunningen en voorgeschreven goedkeuringen. p 17 Chemie magazine februari 2011

inds de oprichting eind 2010 hebben al 180 experts zichzelf beschikbaar gesteld voor vragen uit het onderwijs. Door de deelname van het bedrijfsleven kunnen nieuwe ontwikkelingen in de chemie onder de aandacht worden gebracht in het onderwijs, en kunnen meer jongeren geënthousiasmeerd worden om een bètastudie te gaan volgen. p

Meer informatie: www.betatechniekloket.nl

SusChem helpt bij Europese innovatie chemie Innovatieve werknemers van bedrijven en kennisinstellingen in de chemie zijn 21 juni van harte welkom bij de informatiebijeenkomst Chemie zonder grenzen. Hierin worden bezoekers geïnformeerd over de mogelijkheden van de chemische sector in kaderprogramma’s. Deze programma’s van de Europese Unie, zoals KP7, geven onder meer financiële steun voor projecten over onderzoek en technologi­ sche ontwikkeling.

C

hemie zonder grenzen wordt mede georganiseerd door SusChem NL, het technologieplatform voor duurzame chemie van industrie, wetenschap en overheid. De bijeenkomst past in het streven van SusChem om Nederland een rol van belang te laten spelen in Europese kaderprogramma’s. Ook draagt de bijeenkomst bij aan samenwerkingen binnen de Europese SusChem-afdelingen. Daarnaast speelt het afgenomen nationale budget voor innovatie, waardoor Europese ondersteuning belangrijker wordt.

Zevende Kaderprogramma

Tijdens Chemie zonder grenzen wordt vooral gekeken naar de mogelijkheden voor de Nederlandse chemische sector binnen het Zevende Kaderprogramma en andere programma’s, zoals Eurostars. Zo worden er praktijkvoorbeelden van Europese subsidieaanvragen besproken uit de hoek van proces- en reactiedesign, biotechnologie en materialen. Daarnaast vertellen organisaties uit de chemische sector over hun ervaringen in deze programma’s en geven adviseurs van Agentschap NL persoonlijk advies.

Informatie

De middag wordt naast SusChem NL georganiseerd door VNCI, TNO, NWO en Agentschap NL en vindt plaats in het Beatrixgebouw in Utrecht. Bezoekers betalen € 25 voor deelname aan de bijeenkomst. p mei 2011 Chemie magazine 17


Gratis

De VNCI verloot een aantal gratis toegangsbe­ wijzen voor Chemie aan Zee in NEMO. Mail naam en adres naar: info@chemieisoveral.nl o.v.v. ‘Gratis naar Chemie aan Zee’. Per E-mailadres zijn maximaal vier kaarten te krijgen. Deze actie loopt van 9 mei tot en met 1 september. Wees er snel bij, want op = op!

V

an 24 juni tot en met 4 september staat Science Center NEMO in Amsterdam in het teken van de chemie. NEMO presenteert dan in samenwerking met de VNCI het thema Chemie is overal in een vrolijke, herkenbare en vooral ook zomerse omgeving: het strand. De tentoonstelling, speciaal ontwikkeld voor gezinnen met kinderen, laat zien dat als je kennis hebt van moleculen je de wereld om je heen beter begrijpt en je wensen kunt laten uitkomen.

Werking moleculen

Op het strand staan diverse zomerse objecten die uitleg geven over de werking van moleculen. Er zijn onder andere een friettent, een surfshop en een cocktailbar. De bezoekers komen er meer te weten over geuren, sterke materialen en het principe van cradle to cradle. De tentoonstelling is interactief van opzet en straalt actie, fun en ontspanning uit. Er worden dagelijks demonstraties gegeven, afgestemd op de belevingswereld van kinderen tussen 8 en 12 jaar. p Meer informatie op www.e-nemo.nl 18 Chemie magazine mei 2011

foto: holl andse hoogte

naar Chemie aan Zee in NEMO

Chemische industrie zeer positief over investeringen in 2011 Ondernemers in de chemische industrie verwachten flink te investeren in 2011. Het niveau hiervan zou volgens hen dit jaar 73 procent hoger liggen dan in 2010. Dat meldt het CBS op basis van het tweejaarlijkse steekproefonderzoek onder bedrijven in de industrie.

D

e voorjaarsmeting vond afgelopen februari plaats. Het bureau vroeg hierbij naar de totale aanschafwaarde van de zogenoemde materiële vaste activa (zoals grond, gebouwen en machines) die in het lopende of komende kalenderjaar op basis van eigendom in gebruik zijn of worden genomen.

Grote investeerder

De chemische industrie was met bijna 1 miljard euro in 2010 de op één na grootste investeerder. Zij moest alleen in de voedings- en genotmiddelenindustrie haar meerdere erkennen met € 1,4 miljard aan investeringen in 2010. Het minst positief zijn ondernemers in de hout-, papier- en grafische industrie. Zij verwachten dat de investeringen dit jaar 7 procent lager uitkomen dan in 2010. Diezelfde mensen gaven eind 2010 nog aan juist rekening te houden met een stijging van 26 procent. De volledige industrie gaat uit van 25 procent meer investeringen in 2011. p


Actueel

Contouren topsector bekend

D

e agenda is gestoeld op vier pijlers: 1) versterken van ondernemerschap, innovativiteit, bedrijvigheid en concurrentiekracht, 2) versterken van onderzoek en onderwijs, 3) intensiveren van interactie en samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen en 4) creëren van de juiste randvoorwaarden op het gebied van facilitering, stimulering, gelijk speelveld en het oplossen van knelpunten. p

Chemie speerpunt in Limburg Life Sciences, AgroFood, Che­ mie, Nieuwe Energie, Logis­ tiek, High Tech Systems, Hoog­ waardige diensten en Retail en toerisme zijn de economische speerpunten voor Limburg. Dat staat in het coalitieakkoord 2011-2015 dat PVV, CDA en VVD, de drie grootste partijen in de provincie, hebben gesloten.

V

oor Life Sciences, AgroFood, Chemie neemt de provincie aan de hand van de innovatieagenda, de campus- en clusterontwikkeling samen met het bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en gemeenten actief ter hand. Concreet zullen de coalitiepartijen Chemelot Campus, Maastricht Health Campus en Greenport Campus stevig doorontwikkelen. De coalitiepartijen willen daarbij de eerste twee campusontwikkelingen nauwer inhoudelijk en ten aanzien van positionering en acquisitie laten samenwerken. p

foto: holl andse hoogte

Het topteam chemie heeft de contouren van zijn actieagenda gepresenteerd. Deze vormen de opmaat voor het uiteindelijke advies dat het topteam voor de zomer uitbrengt aan minister Verhagen.

Veiligheid laden en lossen chemie verbeterd SULID, een nieuw informatieblad voor het laden en lossen op chemieterreinen, moet de veiligheid hier verder verbeteren. Het vorige maand gelanceerde Site (Un)loading Information Document doet dit door de uit­ wisseling van veiligheids- en technische data tussen chauffeur en bedrijfsmedewer­ kers te stroomlijnen. Aan de basis stonden de Europese koepelorganisatie Cefic en drie Europese vervoers- en opslagorganisaties.

H

et informatieblad houdt rekening met verschillende laad- en losomgevingen en drie typen goederen: vloei- en vaste stoffen in bulkformaat en verpakte goederen. Volgens Cefic is het document ontwikkeld

omdat er nog altijd ruimte voor verbetering is bij het laden en lossen, vooral op het terrein van afnemers van de chemische industrie. de grootste risico’s vormen hierbij het ontbreken van adequate materialen, procedures en training bij de betrokkenen.

Downloaden

Via de website van Cefic (www.cefic.org) kunnen geïnteresseerden een schrijfbare versie van SULID downloaden in pdf-formaat. Cefic hoopt dat chemiebedrijven het document in gebruik nemen en hun bevindingen aan de koepelorganisatie doorgeven. p

Hoe zijn omgevingsrisico’s te beheersen? In samenwerking met onder meer de VNCI organiseert het Erasmus-instituut Toezicht & Compliance het symposium ‘Manage­ mentsystemen en toezicht’. Tijdens de bij­ eenkomst wordt duidelijk hoe grote bedrij­ ven omgevingsrisico’s voor milieu, veiligheid en gezondheid beheersen via zogenoemde managementsystemen. Het symposium vindt plaats op 8 juni aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

T

ijdens het symposium licht onder meer AkzoNobel toe hoe zij managementsys­ temen inzet bij de risicobeheersing. Ook

wordt bekeken of de effectiviteit van deze systemen meetbaar is, welke eisen de overheid hieraan moet stellen, en hoe toezicht op risicobedrijven het beste uitgevoerd kan worden. Het symposium is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij systeemtoezicht en compliance management, zoals toezichthouders en handhavers van grote bedrijven, beleidsmedewerkers, juristen, en betrokken managers van bedrijven en politiek. Er zijn geen kosten verbonden aan de middag. p Meer informatie: http://www.frg.eur.nl/fis

WWW

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). mei 2011 Chemie magazine 19


Lessen uit ramp Chemie-Pack: openheid en eerlijkheid werken het best

Communi De Onderzoeksraad voor Veiligheid onderzoekt momenteel de brand bij Chemie-Pack. Behalve naar de oorzaken van de brand wordt ook gekeken naar de communicatie met burgers. Dat daarbij veel mis is gegaan, daar zijn de communicatie-experts het over eens. Tekst: Igor Znidarsic

A

ls op 5 januari rond half drie ’s middags de brand bij chemisch verpakkingsbedrijf Chemie-Pack uitbreekt, beseffen de gealarmeerde hulpdiensten dat er bij het bedrijf gevaarlijke stoffen liggen opgeslagen en dat er gevaar dreigt voor de volksgezondheid. Een uur later wordt in de regio Zuid-Holland Zuid de hoogste alarmfase afgekondigd. De rook trekt ondertussen over het Hollands Diep richting Dordrecht. Omroep Brabant en RTV Rijnmond worden gebruikt als rampenzender. In delen van de Hoeksche Waard gaan alarmsirenes af. Tot zover verloopt alles volgens het boekje.

Drie taken

De overheid heeft in een dergelijke situatie drie taken: zo veel en zo snel mogelijk (juiste) informatie verspreiden, maatregelen treffen om de schade te beperken en de gebeurtenis duiden: hoe erg is de brand? Het gaat 20 Chemie magazine mei 2011

mis als de autoriteiten het publiek gaan informeren over de ernst van de ramp. Om 19.00 uur vertelt burgemeester Denie van Moerdijk dat metingen van het RIVM hebben uitgewezen dat er geen gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen. Er is geen reden voor paniek. ‘In geruststellende termen spreken over het gevaar voor de volksgezondheid is een klassieke fout,’ meent Wim Carabain, oud-voorzitter van de landelijke projectgroep Risicocommunicatie en strategisch adviseur risicoen crisiscommunicatie voor bedrijven en overheden bij B&C Communicatieadvies. ‘In een dergelijke crisissituatie staat de ontvanger van informatie per definitie met enig wantrouwen tegenover de overheid. Daarnaast heerst er veel onzekerheid bij de burgers, misschien zelfs angst. Het wantrouwen en de angst tegemoet treden met de boodschap “gaat u maar rustig slapen” is niet verstandig. Zeg eerlijk dat je het niet weet, leg uit waar je mee


Communicatie

nicatieramp bezig bent en vertel wat je wel weet. Wees transparant en durf twijfel uit te spreken.’ De volgende ochtend deelt burgemeester Van der Velden van Breda mee dat er gelukkig geen slachtoffers zijn gevallen en dat de schade voor de volksgezondheid beperkt is. Maar voorzichtigheid is volgens hem wel geboden: het eten van producten uit de moestuin wordt afgeraden. In zijn poging om geruststellend over te komen, brengt hij een onduidelijke en tegenstrijdige boodschap.

Zorgvuldig

Carabain, die de communicatie rond de ramp goed heeft gevolgd: ‘Je moet buitengewoon zorgvuldig zijn met dit soort uitlatingen. Hij kan op dat moment niet weten wat de gevolgen voor de volksgezondheid op de lange termijn zijn. Breng iets alleen naar buiten als je het echt voor honderd procent zeker weet. Hij had hooguit kunnen zeggen: op dit moment duiden de gegevens erop dat er geen gevaar is voor de gezondheid.´ Een oorzaak van deze fouten is volgens Carabain dat de communicatie bij een dergelijke ramp veelal bij de burgemeester ligt en dat het belang van communicatie wordt onderschat. ‘Communicatie rond een crisis behoort een operatie te zijn, zoals het blussen van de brand door de brandweer een operatie is. Dat kan alleen met specialisten. Het vreemde is dat de burgemeester niet als brandweerman of als politieman aan het werk gaat, maar wel de communicatie op zich neemt.’

Flying Doctors Team

Carabain pleit voor een soort Flying Doctors Team, dat gekoppeld is aan een veiligheidsregio en in actie komt als zich een crisis voordoet. ‘Het bestaat uit specialisten op het gebied van crisiscommunicate. Zoals de brandweer het vuur bestrijdt en de politie haar taak vervult, doet dit team de woordvoering. Zo’n team kan al binnen een half uur een eerste state-

ment uitgeven. Daarna is het permanent beschikbaar voor de media. Het is tegenwoordig niet meer mogelijk om te volstaan met af en toen een persconferentie. Iedereen heeft social media tot zijn beschikking en is zender en ontvanger van berichten. Je moet als overheid permanent beschikbaar zijn om feiten naar buiten te brengen en de onjuiste feiten die door derden de wereld in zijn geholpen te corrigeren. Er is een permanente dialoog met de media nodig.’ Met zo’n team voorkom je volgens Carabain ook dat de woordvoering vanuit verschillende punten plaatsvindt, zoals bij ChemiePack het geval was.

Benzeen

Ook op 6 januari gaat er het een en ander mis. Hoewel het bluswater de sloten donker heeft gekleurd, staan de brandweerlieden, agenten en journalisten grotendeels zonder beschermende kleding rond het terrein. Het waterschap Brabantse Delta ontdekt

‘ Op een gegeven moment ben je hoe dan ook aan de beurt’ ’s avonds dat de afwateringssloten sporen van benzeen, naftaleen en tolueen bevatten. Het duurt nog een heel etmaal voordat burgemeester Denie het gebied afsluit voor publiek. Ondertussen klagen tientallen hulpverleners die tijdens en na de brand rond het industriegebied hebben gewerkt, over irritaties aan ogen en luchtwegen. Dit nieuws zorgt voor onrust bij de omwonenden. De autoriteiten hadden toch gezegd dat de brand ongevaarlijk was? Ook niet handig is dat het Openbaar Ministerie bekendmaakt dat de lijst met vrijgekomen giftige stoffen ‘in het belang van e het strafrechtelijk onderzoek naar mei 2011 Chemie magazine 21


Chemie-Pack’ geheim blijft. In het dorpshuis vertelt milieuarts Henk Jans van de GGD aan de bezorgde bewoners dat er geen concentraties schadelijke stoffen gemeten zijn. ‘Als u nu aan mij vraagt of Moerdijk veilig is, dan zeg ik volmon-

‘ Communicatie rond een crisis behoort een operatie te zijn’ dig ja.’ De bewoners nemen dit inmiddels met een korreltje zout. ‘Geen gevaarlijke stoffen, ja ja, aan me reet’, zegt een dorpsbewoner na afloop tegen de krant. ’s Avonds geeft het Regionaal Beleidsteam Midden- en West-Brabant de lijst met vrijgekomen stoffen alsnog vrij. Dat gebeurt echter zonder duiding. De 53 pagina’s zijn alleen voor een chemicus te begrijpen. Als de bewoners van ‘het rookgebied’ (Hoeksche Waard, Dordrecht-Zuid) om een informatiebijeenkomst vragen, zegt een woordvoerder van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid dat die niet nodig is, de metingen zijn immers niet verontrustend. Terwijl in elk standaardwerk over communicatie staat dat klachten te allen tijde serieus moeten worden genomen. De vraag of ze terecht zijn, is irrelevant.

Busje

Ook de landelijke overheid blundert. Als de ministers Opstelten van Veiligheid en Justitie en Schippers van Volksgezondheid het gebied bezoeken, blijven ze in een busje van de brandweer zitten. Volgens de officiële verklaring om hulpverleners niet voor de voeten te lopen, maar de bewindslieden en hun adviseurs houden geen rekening met de beeldvorming: het lijkt alsof ze voor hun gezondheid vrezen. Dan maakt het RIVM de resultaten van nieuwe metingen bekend: in de lucht en op de grond zijn geen alarmerende hoeveelheden giftige stoffen terechtgekomen. Wel is dioxine aangetroffen in een gebied van tien kilometer van de brandplek. Niettemin noemt burgemeester Brok van Dordrecht de 22 Chemie magazine mei 2011

bevindingen ‘geruststellend’. Als toxicologen het RIVM-rapport aandachtig gaan lezen, zien ze dat op 3,5 kilometer van de brandhaard een extreme hoeveelheid lood is aangetroffen, duizendmaal de norm. Tijdens de persconferentie was hier niets over gezegd. Als dit nieuws de media bereikt, moeten de woordvoerders van het instituut en de bestuurders uitleggen waarom belangrijke informatie is achtergehouden.

Verantwoordelijkheid

Bij de brand bij Chemie-Pack ontstond volgens Carabain veel onduidelijkheid doordat er van tevoren weinig bekend was over het bedrijf. ‘Wat wisten de burgers van Moerdijk eigenlijk over dit bedrijf?’ Volgens Carabain hebben bedrijven hierin een verantwoordelijkheid richting burgers. ‘Je moet meer doen dan zorgen dat de vergunningen op orde zijn. Bedrijven zouden omwonenden en omliggende bedrijven actief moeten informeren over hun activiteiten en met welke risico’s dit gepaard gaat. En vooral ook welke veiligheidsmaatregelen er gelden en wat men doet om die veiligheid te handhaven. Laat actief zien dat je een verantwoordelijke ondernemer bent die de samenleving recht in de ogen durft te kijken.’

Bewustwording

Volgens Klaas Pieter Rieksen van Brain Box, die media- en presentatietrainingen geeft aan bedrijven, begint het hierbij met bewustwording: ‘Je er als bedrijf bewust van worden dat een ongeluk ook jou kan treffen. De beste voorbereiding is je de vraag stellen: wat zou er bij ons kunnen gebeuren, wat zijn de risico’s waarmee we te maken kunnen krijgen? Dat kan een brand zijn. De standaardvragen zijn dan: hoe gaan we dat communiceren, wie gaat het communiceren, wat hebben we gedaan om de brand te voorkomen, zijn alle vergunningen op orde? Dat kun je allemaal van tevoren bedenken. Het gaat om proactief en niet reactief handelen.’ Ook al is, met name bij grotere rampen, de overheid vaak de woordvoerder, het betrokken bedrijf speelt altijd een voorname rol in de communicatie. Rieksen: ‘Op een gegeven moment ben je hoe dan ook aan de beurt. En dan moet je ook een goed verhaal hebben.’ Volgens Rieksen is er nog heel wat werk aan de winkel. ‘Ik heb de afgelopen tijd heel wat communicatierampen voorbij zien komen.’ p

Mediatraining De VNCI biedt in samenwerking met Brain Box een mediatraining aan voor de chemische industrie. Plannen hiervoor bestonden al en het incident bij Chemie-Pack heeft bewezen hoe belangrijk het is om voorbereid te zijn op contacten met de media in een crisissituatie. Tijdens de mediatraining in crisis- en risicocommunicatie leren bedrijven professioneel om te gaan met verschillende media. Ook wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van een mediastrategie. De training gaat onder meer in op de vraag hoe gevaarlijk het bedrijf is voor medewerkers en omgeving en hoe je dat communi­ceert, het belang en nut van statements en de do’s and dont’s in het mediacontact ten tijde van een crisis. Daarnaast komen ook de organisatie in het eer­ste uur: van incident naar calamiteit, het omgaan met interviewtechnieken en de kansen van social media aan bod. De training wordt gegeven in Hilversum door communicatieprofessionals. Bedrijven die meerdere medewerkers tegelijkertijd willen laten trainen, kunnen op elk gewenst moment beginnen aan de cursus. Kleinere chemiebedrijven kunnen gebruikmaken van de open inschrijving op 23 juni, waarbij in een kleine groep de cursus wordt gevolgd. VNCI-leden ontvangen 10 procent korting. Meer informatie: Irene van Luijken (VNCI, hoofd communicatie), 070 3378730, vanluijken@vnci.nl.



Bert Weckhuysen, hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse en lid topteam chemie

‘Niet alleen laaghangend fruit plukken’ 24 Chemie magazine mei 2011


Topteam

Er is niets op tegen om de kennis die aan universiteiten wordt ontwikkeld te gelde te maken, vindt Bert Weckhuysen, hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse en lid van het topteam chemie. Daarbij moeten we niet alleen kijken naar het laaghangend fruit, maar ook naar de bloemen die nog in de knop staan. Tekst: Joost van Kasteren

B

ert Weckhuysen (42) maakt als wetenschappelijk onderzoeker deel uit van het topteam chemie, dat op 14 juni zijn rapport zal aanbieden aan de minis­ ter van EL&I. Hij wordt bijgestaan door Bert Meijer, hoogleraar Macromoleculaire Chemie in Eindho­ ven, Ben Feringa, hoogleraar Synthetische Organi­ sche Chemie in Groningen en Karel Luyben, rector magni­ ficus van de TU Delft. Als hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse maakt Weckhuysen veel contact met de indus­ trie. Niet alleen via diverse publiekprivate samenwerkings­ verbanden (CatchBio, NanoNext, ACTS, M2i en BPM) maar ook bilateraal werkt hij samen met onder meer Shell, BASF, Total, Dow en Albemarle Catalysts. Een aantal pro­ motie­ en postdocplaatsen wordt bijvoorbeeld direct betaald door de industrie. Weckhuysen: ‘Katalyse is gewoon ontzettend belangrijk voor de chemische industrie. Vandaar dat er vanouds vele en goede contacten zijn.’

foto: casper ril a

Hoe ziet u die samenwerking? Is het ‘u vraagt en wij draaien’? ‘Nee, zeker niet. Mijn filosofie is dat industriële innovatie op het allerhoogste niveau alleen mogelijk is in combinatie met excellent fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Het zou een slechte zaak zijn, zowel voor ons als voor de chemische industrie, als wij serviceonderzoek voor de chemische industrie zouden uitvoeren. Dat moeten bedrij­ ven zelf doen of uitbesteden. Aan de universiteit doen we fundamenteel onderzoek en we proberen de resultaten ervan gepubliceerd te krijgen in vaktijdschriften met een zo hoog mogelijke impactfactor. Dit kan hand in hand gaan met het verwerven van waardevolle octrooien en het opstarten van spin­off activiteiten.’ De aloude ivoren toren? ‘Die hebben we al lang verlaten. Bij de keuze van onder­ zoeksthema’s laten we ons juist graag inspireren door vragen die leven in de industrie en/of maatschappij. Juist door er dieper in te duiken, kunnen we de kennis genereren op basis waarvan de chemische industrie nieuwe oplossin­ gen kan ontwikkelen. Academici moeten zich ten volle engageren om nuttige resultaten en ontwikkelde produc­ ten over te dragen aan een groot bedrijf of zelf een bedrijfje ervoor op te richten. Bovendien leveren we mensen aan, academici, die hun kennis en kunde inzetten om vernieu­ wingen te realiseren. Als Nederland de ambitie heeft om tot de top vijf van kenniseconomieën te behoren, dan moet je voldoende middelen beschikbaar stellen voor fundamen­ e

MEERWAARDE

Dat fundamenteel onderzoek direct meerwaarde heeft voor de industrie laat zich illustreren aan de hand van het project van Inge Buurmans, promovenda in de groep van Bert Weckhuysen. Met een speciale microscoop brengt ze in drie dimensies in kaart wat er tijdens een reactie gebeurt op het oppervlak van een zeolietka­ talysator. Daarbij maakt ze gebruik van een minireactor die onder de microscoop past en waarbij ze live de chemische pro­ cessen in één enkel katalysator­ deeltje kan volgen. Ondanks het fundamentele karakter – of misschien wel dankzij – wordt haar onderzoek gesponsord door Albemarle Catalysts in Amsterdam. Buur­ mans: ‘Door te kijken naar de reactiviteit van katalysatoren op microschaal krijg je meer inzicht in de werking op macroschaal en kun je het katalysatormateriaal daadwerkelijk verbeteren. Er is een direct verband tussen het fundamentele onderzoek dat we hier doen en de researchinspan­ ningen van het bedrijf om bestaande producten te verbete­ ren en nieuwe producten te ont­ wikkelen.’ Buurmans is positief over de samenwerking met haar industri­ ele sponsor. Albemarle Catalysts levert de verschillende katalysa­ toren, die onder meer worden gebruikt voor het kraken van aardolie. Bovendien leveren de contacten met onderzoekers van Albemarle Catalysts vaak weer nieuwe gezichtspunten op voor haar onderzoek. Er gelden geen beperkingen voor publicatie van de resultaten zolang het beoogde artikel maar wordt voorgelegd en bij een eventuele octrooiaanvraag een vooraf vastgelegde wachttijd gerespecteerd wordt. ‘Publicatie van onderzoeksgegevens en haar toetsing door collega­onderzoe­ kers is en blijft de essentie van wetenschappelijk onderzoek,’ zegt Weckhuysen. mei 2011 Chemie magazine 25


teel onderzoek aan de universiteiten. Als je de vruchten wilt plukken, moet je de boom goed verzorgen.’ Die boodschap is blijkbaar nog niet goed doorgedrongen, want er gaat steeds minder geld naar de universiteiten. ‘In de tien jaar dat ik hier nu hoogleraar ben, is het alleen maar achteruitgegaan. De eerste geldstroom – het geld dat de overheid via een ingewikkeld systeem verdeelt over de universiteiten – is een zielig beekje geworden. Als hoogle­ raar ben je voortdurend bezig om potjes aan te boren om onderzoeksgeld binnen te halen. Op de lange termijn is dat funest voor het fundamentele onderzoek. Omdat er zo wei­ nig geld is, heb je goede mensen na hun promotie weinig meer te bieden. Ja, één of twee jaar postdoc, maar dan houdt het op.’ ‘Om de top te halen, heb je niet alleen wetenschappelijk talent nodig, maar ook tijd en middelen om mensen te laten groeien. Je hebt minstens vijf à tien jaar nodig om een ver­ nieuwende onderzoekslijn op te zetten. Het is essentieel om jonge onderzoekers de tijd te geven om zich te ontwik­ kelen. En dat betekent middelen. Niet alleen een salaris en laboratoriumruimte, maar bijvoorbeeld ook geld voor een paar promovendi om direct aan de slag te gaan. Dat is er nu vrijwel niet meer en daarom vertrekken veel goede onder­ zoekers naar graziger weiden. En dan hoeven ze niet eens zo ver weg. Duitsland bijvoorbeeld investeert fors in weten­ schappelijk onderzoek. Er dreigt een ‘brain drain’, terwijl je voor de kenniseconomie juist een ‘brain gain’ moet hebben. Als buitenlandse talentvolle wetenschappers momenteel voor de beslissing staan, is het maar de vraag of ze voor Nederland zullen kiezen.’ Eén van uw ‘paranimfen’, Bert Meijer, maakte zich in het tijdschrift Onderzoek Nederland nogal boos op VNO-NCW. De werkgevers vinden dat de toewijzing van middelen voor fundamenteel onderzoek door NWO en KNAW ondergeschikt moest worden aan het innovatiebeleid. Hoe kijkt u daar tegen aan? ‘Iedereen mag zijn mening hebben over het verdelen van onderzoeksgelden door NWO, maar ik vind dat Meijer in dit geval gelijk heeft. Het kan niet zo zijn dat het academische onderzoek zich enkel en alleen zou moeten richten naar de wensen van de industrie. We zijn tenslotte niet de R&D afdeling van de BV Nederland. Afgezien daarvan vraag ik me af of de bedrijven zelf daarop zitten te wachten. Mijn eigen contacten met de industrie bevestigen dit geenszins. Een aantal bedrijven is weer meer gaan investeren in research en development. Die realiseren zich heel goed dat 26 Chemie magazine mei 2011

onafhankelijk onderzoek voor hen van groot belang is. In een kenniseconomie is er een symbiose tussen excellent fundamenteel onderzoek en industriële innovatie. Dat ver­ onderstelt gelijkwaardigheid.’ U maakt nu deel uit van het topteam chemie. We hebben al een Regiegroep Chemie. En we hebben ook al diverse organisaties voor publiekprivate samenwerking. Dreigt niet het gevaar dat we meer praten over onderzoek en innovatie dan dat er daadwerkelijk iets gebeurt? ‘Dat gevaar is niet denkbeeldig. In datzelfde interview wijst collega Meijer op het bestaan van een derde colonne van consultants, ambtenaren, regisseurs en controleurs die hun geld verdienen met het schrijven van nota’s, het opstellen van regels en het controleren van onderzoekers. Daardoor dreigt hetgeen waar het werkelijk om gaat, een goede wisselwerking tussen academici, chemische indus­ trie inclusief het MKB en de overheid, te verdwijnen.’ ‘In het topteam chemie proberen we die valkuil te vermij­ den. We hebben geprobeerd om goede dwarsverbanden te leggen tussen de verschillende partijen. We zijn tot elkaar veroordeeld, dus dan moet je er het beste van zien te maken.’ ‘Het zal wel te maken hebben met mijn preoccupatie met katalyse, maar ik zie het innovatieproces eigenlijk als een chemische reactie tussen drie verschillend gekleurde bol­ letjes die een nieuw, glanzend bolletje op moet leveren. Aan ons als topteam de taak om ervoor te zorgen dat de activeringsenergie voor die reactie wordt verlaagd, zodat de reactie sneller verloopt.’ De kernvraag blijft hoe je die wisselwerking tussen academische en industriële onderzoekers efficiënt en effectief tot stand kunt brengen, zonder een hele middenstructuur op te tuigen van strategen, adviseurs, controleurs en spindokters? ‘We hebben ons onder andere laten inspireren door eer­ dere initiatieven om de interactie tussen onderzoekers op de werkvloer te bevorderen, zoals de regeling voor kennis­ werkers. Die regeling is tijdens de economische crisis in het leven geroepen om kenniswerkers uit het bedrijfsleven tijdelijk te detacheren bij universiteiten en onderzoeksinsti­ tuten, zodat ze voor het bedrijfsleven behouden bleven. Die detachering bleek een enorme bron van wederzijdse inspiratie.’ In economisch betere tijden was er een vergelijkbare regeling, de Casimir-regeling, maar… ‘Inderdaad, die werd opgeheven wegens gebrek aan belangstelling. Maar dat wil niet zeggen dat het concept niet deugt. Bij een iets andere opzet kan zo’n regeling juist heel succesvol zijn.’ Tot slot: waarom is er geen topteam voor de biobased economie? ‘Iedereen is het er over eens dat de biobased economie geweldige kansen biedt. Dat staat ook in de industriebrief van minister Verhagen, waarin hij de instelling van de top­ teams aankondigt. Het thema biobased overstijgt echter de grenzen van het topteam chemie. We zijn wel de trekker, maar biobased gaat verder dan het omzetten van biomassa in chemicaliën. Andere topteams die hun inbreng voor bio­ based leveren, zijn die van agrofood, energie en logistiek. Agro, omdat die biomassa tenslotte ook geproduceerd

foto: casper ril a

‘ Er dreigt een brain drain terwijl je een brain gain moet hebben’


Topteam

cv

‘ De eerste geldstroom is een zielig beekje geworden’ moet worden; energie vanwege het belang van biobrand­ stoffen als aanjager van ontwikkelingen en logistiek, logis­ tiek omdat de rentabiliteit voor een groot deel afhangt van de vraag hoe je biomassa zo efficiënt mogelijk kunt trans­ porteren, op- en overslaan en verwerken.’ ‘Mag ik daar in zijn algemeenheid nog aan toevoegen dat ik positief gestemd ben over de samenwerking in en tussen de topteams. Ik had mijn aarzelingen toen ik gevraagd werd om lid te worden van het topteam, maar nu we een tijd bezig zijn, moet ik zeggen dat die vele uren goed besteed zijn. Ik denk dat we een flinke stap voorwaarts hebben gezet. Daarvan zullen we nog lang de vruchten kunnen plukken.’ p

Bert Weckhuysen studeerde af aan de Universiteit van Leuven als ingenieur voor de scheikunde en landbouwindustrieën en pro­ moveerde aan diezelfde universi­ teit op een onderzoek naar hete­ rogene katalyse. Na zijn promotie werkte hij in de Verenigde Staten als postdoc. Hij werd in 2000 benoemd tot gewoon hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse aan de Uni­ versiteit van Utrecht. In 2003 werd hij wetenschappelijk direc­ teur van het NIOK, het Neder­ lands Instituut voor Onderzoek in de Katalyse. In 2006 diende hij samen met anderen een onder­ zoeksvoorstel in voor een Smart­ Mix programma op het gebied van chemische katalyse voor de omzetting van biomassa in che­ micaliën, afgekort CatchBio. Het programma wordt, naast bijdra­ gen uit de chemische industrie en het MKB, gefinancierd door NWO, de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en door het ministerie van EL&I. Met zijn eigen onderzoek richt Weckhuysen zich op het ontrafe­ len van reactiemechanismen en actieve sites van heterogene katalysatoren. Deze worden vooral gebruikt in de raffinage en bulkchemie. De analyse ervan gebeurt met licht, variërend van röntgenstraling tot infrarood licht. Met zijn onderzoek heeft Weckhuysen al diverse prestigi­ euze prijzen gewonnen. mei 2011 Chemie magazine 27


AkzoNobel IC, SABIC en Nyrstar Budel strijden om Responsible Care-prijs 2011

And the winner is...

AkzoNobel Industrial Chemicals, SABIC en Nyrstar Budel zijn de drie finalisten voor de Responsible Care-prijs 2011 van de VNCI. De jury van deze jaarlijkse onderscheiding op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en duurzaamheid heeft de drie bedrijven inmiddels bezocht. Het oordeel van de jury en de uitslag van de online stemming bepalen wie de winnaar wordt. Tekst: Igor Znidarsic

AkzoNobel AkzoNobel Industrial Chemicals zit in de finale vanwege de twee kilometer lange stoomleiding tussen het bedrijf en Twence. Deze afvalverwerker in Hengelo levert door de pijpleiding restwarmte aan de zoutproducent. Voor Twence betekent dit een hogere energie-efficiency, terwijl AkzoNobel minder afhankelijk is van aardgas en minder CO2 uitstoot. De jury vindt het een mooi voorbeeld van een samenwerking tussen partijen van oorsprong geen natuurlijke partners zijn. AkzoNobel IC beschikt in Hengelo over de (vooralsnog) grootste vacuümzoutfabriek ter wereld. In 2011 wordt hier naar verwachting 2,5 miljoen ton zout geproduceerd. De energie in de vorm van lagedrukstoom wordt verkregen door aardgasgestookte warmtekrachtcentrales. Twence Afval en Energie, met meerdere Twentse gemeenten als aandeelhouder, verbrandt afval en produceert hiermee elektriciteit. Door de installaties te koppelen, worden grote voordelen behaald. Twence kan een hoger rendement behalen uit het verbranden van afval en behoort hiermee nu tot de top in Nederland op het gebied van energieefficiency. Voor AkzoNobel wordt 28 Chemie magazine mei 2011

door de strategische samenwerking met Twence de afhankelijkheid van aardgas gereduceerd. Hiermee wordt het zoutproductieproces beduidend minder afhankelijk van de prijsontwikkeling van aardgas, de belangrijkste kostencomponent in de productie van vacuümzout. De stoompijpleiding zal naar verwachting een jaarlijkse energiebesparing bij de zoutproductie opleveren die gelijk staat aan de gasvoorziening voor een stad met 80.000 inwoners. De jaarlijkse emissie van CO2 bij AkzoNobel wordt met zo’n 2 kton gereduceerd. Dit is het equivalent van alle huishoudens in een middelgrote stad als Hengelo. De koppeling is gerealiseerd met

‘ Veel aandacht is besteed aan de inpassing in het landschap’ een bovengrondse pijpleiding met een diameter van 1 meter en een lengte van 2,1 km. Er is veel aandacht besteed aan de inpassing in het landschap. Door een unieke samenwerking tussen de beide marktpartijen,

Royal Haskoning en de gemeente Hengelo is de gehele vergunningenprocedure in twee jaar doorlopen (december 2007 tot januari 2010). Partijen hebben zich maximaal ingezet om burgers te informeren.


Responsible Care

Overige aanmeldingen Latexfalt

Latexfalt BioStab MY, een emulsiestabilisator voortkomend uit natuurlijke grondstoffen, biedt de mogelijkheid harde bitumen te emulgeren met uitstekende opslagstabiliteit en goede verwerkbaarheid wanneer deze op de weg worden aangebracht. In het bijzonder kan het gehalte aan (milieuonvriendelijke) diamines als emulgator worden verlaagd. Hierdoor kunnen gelijkwaardige hoge kwaliteit emulsies worden gemaakt met zwakkere maar biologische emulgatoren, zoals bijvoorbeeld cholines afgeleid van natuurlijke grondstoffen.

Air Products / ExxonMobil

Unieke samenwerking tussen Air Products en ExxonMobil leidde tot de bouw van de nieuwe, moderne waterstoffabriek HYCO 4 op terrein van de ExxonMobil-raffinaderij, ter vervanging van de HYCO 3. Behalve lagere emissies van CO2, NOx en geluid levert het project ook veel integratievoordelen op. Zo is de energieëfficiency in de hele productieketen verbeterd, waarmee de duurzaamheid en de economische doelen in de regio worden ondersteund.

AkzoNobel Chemicals

Nyrstar Budel

Hergebruik van afvalstromen in de monochloorazijn­ zuur(MCA)-fabriek leidt tot 200 ton MCA minder in afvalwater en jaarlijkse terugwinning van 200 ton azijnzuur, inzetbaar in het primaire productieproces. Hierdoor is 50 procent minder chemicaliën nodig om het afvalwater te neutraliseren en is de organische vervuiling in het afvalwater met 50% afgenomen. Door het project is het belang van duurzame bedrijfsvoering verhoogd, wat leidde tot meerdere projecten op het gebied van duurzame MCA-productie.

Nyrstar Budel organiseerde op 3 november 2010 een educatieve Veiligheidsdag voor leerlingen van de basisscholen uit de regio en hun docenten en ouders, om hen een idee te geven van de veiligheidsprocessen in de fabriek en te laten zien hoe belangrijk zink is voor ons dagelijks welzijn. De jury ziet het als een goed voorbeeld van een kleiner bedrijf dat de moeite heeft genomen om een RCproject prima uit te voeren. Tien basisscholen namen elk met tien afgevaardigden deel aan de Veiligheidsdag. Algemeen directeur Francis Terwinghe legde de bezoekers uit hoe belangrijk veiligheid is voor Nyrstar Budel. Hij vertelde over de veiligheidregels bij het productieproces en over de toepassingen van zink. Omdat Nyrstar verantwoordelijk is voor veel vrachtverkeer, werd ook gekeken naar de rol en de veiligheid daarvan. Twee vertegenwoordigers van Veilig Verkeer Nederland toonden hoe men zich moet gedragen in het verkeer en er werd met de kinderen een quiz gedaan. Daarna konden de bezoekers een film bekijken over zink in de smelterij. De dag werd afgesloten met een bezoek aan de fabriek, waarbij de bezoekers meer te weten kwamen over de processen. Om de inzet van Nyrstar Budel voor de veiligheid te benadrukken, kregen alle leerlingen een veiligheidshesje om beter gezien te worden in het verkeer. Daarop stond de slogan “Zink saves kids”, die weergaf dat zink een essentiële stof is voor de mens en dat zink noodzakelijk is voor ondervoede kinderen om te over-

‘ Onze relatie met de buurt is heel belangrijk’ leven, te groeien en zich te ontwikkelen. Daarnaast staat de fabriek in de wijde omgeving bekend als “De Zink”. Hoofd milieu Ruud Lennaerts kwam op het idee voor de Veiligheidsdag toen hij een keer kinderen de weg zag oversteken met veiligheidshesjes. Hij zag meteen de link met de veiligheid die Nyrstar Budel nastreeft en de betrokkenheid van het bedrijf bij de directe omgeving. De dag krijgt zeker een vervolg. Waarschijnlijk wordt het thema dit keer “milieu”. Lennaerts: ‘Onze relatie met de buurt is heel belangrijk. Daarin speelt naast veiligheid en verkeer ook milieu een grote rol. We kunnen op zo’n dag aan de omgeving laten zien wat er als bedrijf aan doen om het milieu zo min mogelijk te belasten.’

Carexagri

Realisatie van innovatieve productverpakking – een volledig gesloten en gevacumeerde zak – en bijbehorende vulmachine voor het poedervormige fungicide Mancozwebn gerealiseerd. Resultaten: volledig productdicht, geen productdegradatie meer, dus geen overdosering nodig, veel langere houdbaarheid, betere leeg- en spoelbaarheid van de verpakking vanwege eliminatie van dode hoeken, 50 procent reductie van chemisch verpakkingsafval en reductie in transport vanwege efficiëntere belading pallets.

Dow Benelux

Verbod op handmatig reinigen gaf impuls tot een andere mindset bij Dow en bij de reinigingsfirma’s op de site, waaruit innovatieve technieken en toepassingen ontstonden die een doorbraak betekenden voor het effectief, efficiënt en veilig uitvoeren van industrieel reinigingswerk. De nieuwe methoden en technieken zijn inmiddels succesvol geïmplementeerd. Hogedrukreinigen is in de chemische industrie hiermee veranderd van ‘zeer risicovol’ in ‘veilig’.

ThermPhos International

e

Care-project, een procesgeïntegreerde oplossing, met als doelstelling een reductie van 70 procent in de emissies van zware metalen, heeft geresulteerd in een reductie van meer dan 90 procent van de emissie van de meest kritische componenten cadmium en lood. Het ontworpen proces is uniek in de wereld, is volledig in-house gerealiseerd en vergde innovaties in onder andere kleptechnologie. Het project heeft de cadmiumuitstoot door de industrie in Nederland met 43 procent verminderd. mei 2011 Chemie magazine 29


Nieuwe opzet De RC-prijs heeft dit jaar een nieuwe opzet. De drie finalisten zijn door de juryleden bezocht en een filmploeg bracht de genomineerde projecten in beeld. De drie video’s zijn online gezet, zodat ook het lezerspubliek (van de nieuwsbrief en Chemie magazine) mee kan stemmen. De jury neemt de uitslag van deze online verkiezing mee in haar besluit wie de winnaar is. Half mei hadden al 432 mensen hun stem uitgebracht. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens de VNCI-jaarvergadering op 15 juni. De winnaar en eventuele eervolle vermelding dingen mee in de internationale Responsible Care-award van de Europese branchevereniging Cefic. Online reacties op de video’s:

SABIC SABIC viel in de smaak van de jury vanwege Rail Safety Policy, het veiligheidsbeleid dat onder meer behelst dat het bedrijf alleen nog maar treinwagons zal huren die voorzien zijn van crashbuffers en die maximaal 20 jaar oud zijn. Een prima voorbeeld van samenwerking door de keten heen, vindt de jury. Er is ook goed nagedacht over de effecten op termijn. SABIC ziet zijn logistieke dienstverleners (Logistics Service Providers - LSP’s) als integraal onderdeel van de logistieke keten en is hierover met hen voortdurend in dialoog. Zo werden eind 2010 tijdens een Safety Day LSP’s uitgedaagd om, over de modaliteitgrenzen heen, best practices met elkaar te delen. Het doel was een gemeenschappelijk besef en het op een hoger niveau brengen van het commitment met betrekking tot VGM (veiligheid, gezondheid, milieu). De verwachting is dat dit soort initiatieven uiteindelijk zal leiden tot een hoger VGM-niveau in de gehele keten. Een ander, zeer praktisch, voorbeeld is het uitrollen van crashbuffers op de hele wagonvloot van SABIC, dus ook bij wagons waar dit niet is voorgeschreven. Het gaat om 350 wagons, met op elke wagon vier crashbuffers. De verhuurder wordt hiertoe verplicht. De crashbuffers hebben hun toegevoegde waarde bewezen bij het ongeluk in Baren-

‘ Wij zijn elke dag bezig met veiligheid’ 30 Chemie magazine mei 2011

drecht in september 2009, waar ernstiger gevolgen hoogstwaarschijnlijk zijn voorkomen doordat de wagons, die beladen waren met gascondensaat, ermee waren voorzien. ‘Wij zijn elke dag bezig met veiligheid,’ zegt SABIC-woordvoerder Ger Peereboom. ‘Dat is het meest belangrijke. De crashbuffers zijn een van de innovaties die daaraan bijdragen.’ SABIC is onder meer actief in de overleggremia binnen Cefic, de VNCI (werkgroep Logistieke Veiligheid), de CTGG (Commissie Transport Gevaarlijke Goederen) en de EVO (balangenbehartiger logistieke sector) en is de stuwende kracht achter een ‘Warme BLEVE’ Convenant voor het spoorvervoer. Binnen de regio is er overleg met de gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg, met het College van B&W en met de directe buren en de lokale politiek. Zo werd tijdens een bewonersavond eind 2010 open gediscussieerd over de veiligheid van het spoorvervoer in het licht van een voorgenomen groei van het vervoer van brandbaar gas. Volgens SABIC draagt transparantie naar de omgeving bij aan een beter begrip en neemt het wantrouwen weg. p

Nyrstar budel

• ‘Zeer goed om veiligheid al bij kinderen onder de aandacht te brengen’ • ‘Nyrstar presenteert zich naar de buitenwereld en betrekt daarbij nadrukkelijk de omgeving’ • ‘Kinderen hebben alle zorg nodig en soms bereik je met simpele dingen zoals een fluorescerend vestje het meeste’ Akzonobel

• ‘Van de drie projecten is dit het enige dat direct bijdraagt aan CO2-reductie’ • ‘De aanhouder wint. Complimenten voor Akzo dat ze doorgezet hebben’ • ‘Er liggen grote kansen tot gezond zaken doen wanneer ketenpartners samenwerken’ Sabic

• ‘Innovatief, bovenwettelijke maatregel, bewezen veiliger’ • ‘Reduceren van risico’s van transport van chemische producten heeft de hoogste prioriteit’ • ‘Omdat het om de veiligheid van duizenden mensen gaat als die treinen langsdenderen’ Bekijk de video’s en stem mee (tot 1 juni) op www.vnci.nl/rc-prijs


OMSLUIT DE LADING

TY-GARD

Betrouwbaar lading zekeren

Met Ty-Gard werkt u snel en veilig. Ty-Gard is kostenbesparend en milieu vriendelijk, voorkomt ladingschade en incidenten. Het biedt vervoer van goederen met kwaliteit en betrouwbaarheid per spoor, over zee en op de weg. Onze producten zijn speciaal ontwikkeld en gecertificeerd voor vervoer van gevaarlijke stoffen.

Voor meer informatie over dit product, bezoek de website en laat u informeren. Vraag naar een proefverscheping of demonstratie over dit unieke product van Walnut Industries.

WWW .TY-GARD. EU


Arbeidsinspectie controleert personeel tijdens onderhoudsstops

‘Fijn als een andere Tijdens onderhoudsstops wordt extra personeel ingezet. Er zijn dan veel vreemdelingen op de werkvloer aan de slag. De Arbeidsinspectie controleert momenteel specifiek op illegale arbeid. Ook de veiligheid wordt onder de loep genomen. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor het inleenpersoneel en hoe ziet zo’n inspectie eruit? Tekst: Esther Rasenberg

D

e Arbeidsinspectie voert een uitgebreide controle uit in de chemie met als insteek arbeidsmarktfraude en veiligheid. De Arbeidsinspectie bundelt hiervoor de krachten van twee verschillende onderdelen. Een aantal inspecteurs controleert op illegale tewerkstelling en onderbetaling en andere inspecteurs controleren op veiligheid. In andere sectoren, zoals de schoonmaakbranche, zijn er veel problemen met illegale werknemers. Nu wordt gekeken of er ook in de chemie sprake is van arbeidsmarktfraude.

Louche praktijken

Volgens vakbond FNV zijn 7000 van de 12.000 Nederlandse uitzendbureaus niet vies van louche praktijken. Het gaat dan onder meer om wurgcontracten, te lage lonen en onbetaald overwerk. Om dit soort misstanden en oneerlijke concurrentie tegen te gaan, komt minister Kamp van Sociale Zaken binnenkort met een wetsvoorstel voor een verplichte registratieplicht voor uitzendbureaus. Voorlopig is die registratieplicht er nog niet en dat betekent dat bedrijven zelf uiterst alert moeten zijn met wie zij in zee gaan. Uiteindelijk zijn zij namelijk zelf verantwoordelijk voor al hun inleenpersoneel. 32 Chemie magazine mei 2011

Volgens de wet mogen medewerkers uit landen die lid zijn van de Europese Unie en Zwitserland hier aan de slag zonder dat hun baas een tewerkstellingsvergunning hoeft te hebben. Voor Roemenen en Bulgaren moeten werkgevers wél beschikken over een vergunning, net als voor alle medewerkers buiten Europa. In de chemie moeten bij veel bedrijven de medewerkers ook beschikken over de juiste veiligheidsdiploma’s. VNCIleden vragen doorgaans om minimaal een VCA-diploma basisveiligheid. De Arbeidsinspectie controleert overigens niet op VCA. De Veiligheids Checklist Aannemers is een initiatief van het bedrijfsleven dat hen helpt om veiliger te werken.

Juiste papieren

Bedrijven zijn verplicht om aan de hand van het originele identiteitsbewijs te controleren of een medewerker geen valse identiteit heeft aangenomen. Kopieën van de identiteitsbewijzen en tewerkstellingsgevergunningen horen in de administratie van de opdrachtgever. Als tijdens de controle blijkt dat een bedrijf niet beschikt over de juiste papieren, legt de Arbeidsinspectie een boete op. Als de administratie niet in orde is, krijgt het bedrijf een boete van 1500 euro per medewerker. Het is dus van groot belang om alle gegevens goed te controleren en archiveren. De VNCI adviseert om ook altijd het VCA-diploma te checken op geldigheid. In het verleden zijn er bij verschillende bedrijven valse diploma’s opgedoken. In het Centraal Diploma Register staan alle VCA-diploma’s geregistreerd.

Rechten en plichten

Minjon van Heijningen van de directie Arbeidsmarktfraude van de Arbeidsinspectie gaf onlangs een presentatie voor VNCI-leden over de rechten en plichten van bedrijven.`Voor ons is de chemische industrie een nieuwe doelgroep. Ik heb de indruk dat er in deze sector geen sprake is van kwade wil, maar van onwetendheid. Er waren verschillende bedrijven aanwezig die al waren gecontroleerd en een enke-

ling had een boete gekregen. Voor hen was dat flink schrikken. Zij waren in de veronderstelling dat de contractor verantwoordelijk is voor het inleenpersoneel. Dat zij als opdrachtgever verantwoordelijk zijn voor de tewerkstellingsvergunningen, was hen niet bekend. De boete die in rekening wordt gebracht voor het illegaal aan de slag hebben van een vreemdeling is 8000 euro per overtreding. Als er dus twee mensen aan het werk zijn zonder vergunning, bedraagt die boete 16.000 euro. Waakzaamheid is dus geboden.’ Of er in de chemie veel illegale arbeid voorkomt, durft Van Heijningen niet te zeggen. ‘We hebben in de chemie nog niet eerder gecontroleerd. Ik verwacht geen massale overtredingen, maar ik kan daar pas aan het eind van dit jaar met zekerheid iets over zeggen. De controles zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat legaal personeel niet van de arbeidsmarkt wordt verdrongen. Het inhuren van vreemdelingen is natuurlijk financieel aantrekkelijk. We willen op deze manier ook oneerlijke concurrentie tegengaan.’

Ongevallen

Het werken met externe medewerkers brengt altijd extra veiligheidsrisico’s met zich mee. Van Heijningen: ‘Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat uitzendkrachten meer kans hebben op ongevallen en dat het risico op een ongeval bij buitenlandse uitzendkrachten significant hoger ligt. Er zijn in de sector diverse voorbeelden van ongevallen met buitenlandse werknemers en daar zit niemand op te wachten. Opdrachtgevers moeten dus altijd controleren of een werknemer een instructie heeft begrepen.’ Gedurende de gecombineerde inspectie tijdens de onderhoudstop doet de directie Arbeidsmarktfraude alleen administratief onderzoek. Van Heijningen: ‘Als we meer informatie van een specifieke medewerker willen, vragen wij aan een medewerker van het desbetreffende bedrijf om die persoon bij ons te brengen. We gaan dus niet in het bedrijf en over het bedrijfsterrein rondlopen. We willen de controle ook zo snel mogelijk uitvoeren, want we


Personeel

instantie meekijkt’ willen het bedrijfsproces zo min mogelijk verstoren.’

Inspectieteam

illustratie: maki maki

Sjaak Weelen van de Arbeidsinspectie Major Hazard Control legt uit hoe de gezamenlijke inspecties in zijn werk gaan. ‘Sinds oktober vorig jaar hebben we zes uitgebreide inspecties gedaan. Wij komen dan met maximaal zeven mensen. Een inspectieteam bestaat uit een inspectieleider van de directie Major Hazard Control, twee inspecteurs van de directie Arbeidsmarktfraude, een inspecteur van de directie Arbo, een inspecteur van de brandweer en een inspecteur die toeziet op de wet milieubeheer. Eind vorig jaar hebben alle bedrijven bij de Arbeidsin- e

mei 2011 Chemie magazine 33


Contractor Jan Stam van BIS Industrial Services werkt al sinds 1977 voor DuPont en heeft in zijn loopbaan nog niet te maken gehad met illegale collega’s. ‘Bij ons wordt uitgebreid gecheckt of medewerkers over de juiste papieren beschikken. Ik heb veel Turkse en Poolse collega’s, maar die spreken allemaal goed Nederlands of Engels. Wij zijn tijdens de onderhoudsstop verantwoordelijk voor de steigerbouw. Dat is risicovol werk en bij ons staat veiligheid boven alles.’

illustratie: maki maki

Steigerbouw

‘ Je moet niet wachten tot de Arbeidsinspectie komt zeggen wat je moet doen’

spectie aangegeven wanneer er bij hen een onderhoudsstop gepland staat. Weelen: ‘Bedrijven weten dus dat we komen, maar het uiteindelijke bezoek vindt onverwacht plaats. Ons team volgt ook een safety-training, anders kunnen we de plant niet op. Meestal zijn we binnen een dag klaar, maar een inspectie kan ook wel eens langer duren. Wij hebben als streven om binnen dit project veertig grote controles uit te voeren. Na afloop laten we de bedrijfstak weten welke goede en welke minder goede werksituaties we tegenkwamen. Doel is grotere zelfwerkzaamheid bij de bedrijven. Je moet niet wachten tot de Arbeidsinspectie komt zeggen wat je moet doen.’

Hoofdcontractor

DuPont had in het najaar van 2010 een grote onderhoudsstop van drie weken. 34 Chemie magazine mei 2011

Tijdens die stop vond een uitgebreide inspectie plaats, vertelt veiligheidskundige Frans Raadsheer van DuPont. ‘De controle verliep in een zeer open sfeer en alles is uitstekend gegaan. Eigenlijk had ik ook niet anders verwacht. DuPont is heel alert op veiligheid en daarbij ben je sterk afhankelijk van gekwalificeerd personeel. Wij maken bij een grote onderhoudsstop gebruik van een hoofdaannemer die ervoor zorgt dat al het papierwerk van alle onderaannemers in orde is. Dat personeel wordt door de hoofdaannemer ingehuurd via vaste uitzendbureaus. Wij gunnen de klus ook ruim op tijd aan een hoofdaannemer, zodat het bedrijf tijdig op zoek kan gaan naar voldoende, gekwalificeerd personeel. Tijdens een onderhoudsstop werken hier toch zo’n 400 man. Ik vind dat je een contractor niet voor het blok moet stellen. Daarmee kun je illegale prak-

tijken in de hand werken. Een gedegen voorbereiding voor een onderhoudsstop duurt één tot anderhalf jaar. Daar moet je als opdrachtgever rekening mee houden.’ DuPont heeft contractueel vastgelegd dat de hoofdaannemer voor de benodigde papieren van alle medewerkers zorgt. DuPont controleert die gegevens steekproefsgewijs. Frans Raadsheer: ‘Via de hoofdaannemer worden ook veel van onze vaste contractors ingehuurd. Er zijn hier medewerkers van Turkse en Joegoslavische afkomst die al zeker 15 jaar lang helpen bij de onderhoudsstops. Over die samenwerking zijn we dik tevreden. Ik ben er ook heel alert op dat mensen de taal spreken. Liefst Nederlands of anders Engels. In het verleden hebben hier tien Roemenen gewerkt waarvan alleen de voorman Nederlands sprak. De afspraak was dat hij de anderen geen seconde alleen zou laten. Zodra ik merkte dat hij zijn afspraak niet nakwam, heb ik ze allemaal naar huis gestuurd. Daar ben ik heel streng in. Met veiligheid moet je niet marchanderen.’

Safety-training

Voordat een onderhoudsstop begint, geeft DuPont alle medewerkers een safety-training. ‘Iedereen moet zich hier om 7 uur ’s ochtends bij de speciale locatie melden. Met hulp van DuPont medewerkers worden eerst alle gegevens gecontroleerd. We checken alle diploma’s in het Centraal Diploma Register. Daarin kunnen we meteen zien of mensen daadwerkelijk beschikken over bepaalde diploma’s. Als dat niet zo is, kunnen ze meteen vertrekken. Na de controle vertonen we een film en laten we iedereen een schriftelijke toets maken. Soms beweren mensen dat ze goed Nederlands spreken, maar blijkt tijdens de schriftelijke toets dat ze de taal amper beheersen. Die mensen kunnen we niet gebruiken. Slechte communicatie vormt een te groot risico. We werken hier met dusdanige gevaarlijke stoffen dat het kunnen overbrengen van informatie een absolute vereiste is. Als bedrijf zijn wij verplicht om onze medewerkers goed voor te lichten.’ Raadsheer heeft de uitgebreide inspectie als positief ervaren. ‘Het is fijn als een andere instantie meekijkt. De inspecteurs hebben een andere kijk op ons werk en dat is verfrissend. Wij zijn blij dat we met hulp van de overheid in staat zijn om de veiligheid op nog hoger niveau te brengen.’ p


Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. Thomas, 35 Shiftleader

Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk. Wij

werken

er

elke

dag

in,

dus

we

Peter, 33

weten waar we het over hebben. Als je

Senior operator

optelt

alle kwaliteiten van HAVEP bij elkaar en

je

kijkt

ook

naar

prijs,

service en levering, kom je tot maar ĂŠĂŠn conclusie: HAVEP moet je hebben.

Kijk voor meer informatie op www.havep.com/chemie T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com


hArdlOPen met Chemie Op zaterdag 10 september vormt het landschap rond Terneuzen het decor van de Chemieloop, door de VNCI georganiseerd ter ere van het Jaar van de Chemie. Zowel voor chemici als hardlopers wordt deze wedstrijd de moeite waard. Het parcours voert namelijk voor een deel over het doorgaans afgesloten fabrieksterrein van Dow Benelux. Tekst: Harm Ikkink mie. Sterker nog, we zijn zélf chemie. De biochemie in ons lijf bepaalt hoe lang spieren optimaal kunnen presteren en wanneer de verzuring gaat toeslaan. En zelfs de ‘kick’ van het duurlopen heeft uiteindelijk een chemische oorsprong. Endorfines in de hersenen van de loper zorgen voor een gelukzalig gevoel. In ieder geval bij de echte diehard duurlopers.

De Chemieloop op 10 september kent drie afstanden: de halve marathon van Dow, de tien kilometer van AkzoNobel en de DSM KidsRun van ongeveer twee kilometer. Meer informatie: www.chemieloop.nl. Voorinschrijven is mogelijk t/m 22 augustus. FOTO: CORBIS

Het idee achter het sportieve, gezonde evenement is te laten zien dat chemie op allerlei manieren een rol speelt in ons dagelijks leven, ook bij het hardlopen. Neem de uitrusting van de hardloper, een prachtige showcase van het belang van chemie. En wie nog even doordenkt ziet dat hardlopen zonder chemie haast ondenkbaar is. Voeding, sportdrank, vetten en koolhydraten, het is allemaal che-

tijdregistrAtie

De tijdregistratie kan volledig worden geautomatiseerd met behulp van RFID-chips. Duizenden lopers krijgen ieder hun eigen unieke chip. Voor éénmalig gebruik, goedkoop geproduceerd met behulp van chemische technologie.

AtletiekbAAn

Het basisrecept voor de hedendaagse atletiekbaan: rubber met polyurethaan of latex. Bestand tegen vele miljoenen bespijkerde voetstappen.

36 Chemie magazine mei 2011

sChOenen

Die moeten goed zitten, lang meegaan en de juiste demping bieden. Nieuwe, slimme functionele materialen bieden daarbij optimale afstemming op het loopgedrag van de drager. Met als laatste innovatie de toepassing van ‘moleculaire springveren’.


In beeld

huid

Chemie biedt hardlopers bescherming in de vorm van zonnebrandcrème. Met speciale moleculen en nanodeeltjes die de gevaarlijke zonnestraling absorberen of reflecteren.

wedstrijdnummer

Het wedstrijdnummer is gedrukt op veelzijdig synthetisch materiaal dat de beste eigenschappen van papier, folie en textiel combineert; scheurbestendig, watervast en licht. Ook handig voor enveloppen, autohoezen en beschermende overalls.

kleding

Juist in sportkleding zijn de nieuwste generaties high-tech weefsels te vinden. Synthetische vezels maken shirts en broeken slijtvast, ademend en waar nodig ondersteunend.

zure benen

De biochemie in je lijf bepaalt hoe lang je spieren optimaal kunnen presteren. En wanneer de verzuring toeslaat. Een goede training is allesbepalend.

mei 2011 Chemie magazine 37


Deelnemers nascholingscursus onverdeeld positief

Zwarte band voor docenten Eind april kregen 26 natuur- en scheikundedocenten het Bèta Black Belt-certificaat. Zij hadden deelgenomen aan een intensief nascholingstraject op de TU in Eindhoven. In het programma stonden Futerials, materialen van de toekomst, centraal. Tekst: Esther Rasenberg

een specifieke cursus te ontwikkelen en heeft daar ook een startsubsidie voor gekregen. Docenten uit het voortgezet onderwijs zijn om de tafel gaan zitten met docenten van de TU. Samen hebben zij inhoudelijk zes bijeenkomsten voorbereid die goed aansloten bij het onderwijs en de belangstelling van de docenten.’

Bijeenkomsten

B

èta Black Belt is een na­scholingstraject op de TU in Eindhoven voor eerstegraads natuur- en scheikundedocenten in het voortgezet onderwijs. De naam refereert aan de zwarte band voor ervaren judoka’s. Het doel van de nascholingscursus is om de kennis van de docenten te updaten. In zes bijeenkomsten werd steeds een actueel onderwerp onder de loep genomen. Zo maakten de deelnemers kennis met de laatste stand van zaken in hun vakgebied. ‘De wetenschappelijke en technische ontwikkelingen in de natuur- en scheikunde gaan zo snel dat docenten dat niet bij kunnen benen,’ vertelt programmacoördinator Stefan van Delft van de TU in Eindhoven. ‘Hun kennis veroudert in rap tempo en er dreigt een kenniskloof te ontstaan tussen het voortgezet onderwijs en de universiteiten. Daardoor loopt de kennisoverdracht naar de toekomstige generatie studenten en wetenschappers gevaar. Bèta Black Belt wil een brug slaan tussen beide.’ 38 Chemie magazine mei 2011

De bedoeling is dat docenten tijdens het programma inspiratie opdoen en dat zij met hernieuwd enthousiasme les gaan geven. Van Delft: ‘Wellicht dat zij op die manier jongeren weten te bereiken en dat het hen beweegt om te kiezen voor een bèta-opleiding. Of dat in de toekomst ook zo zal gaan werken, moeten we nog even afwachten. Duidelijk is in elk geval dat de deelnemers aan Bèta Black Belt onverdeeld positief zijn. Het programma is bijzonder goed ontvangen.’

Specifieke cursus

Het eerste Bèta Black Belt-programma over materialen van de toekomst werd in 2010 ontwikkeld naar aanleiding van een concrete behoefte van docenten. Zij gaven tijdens een brainstorm aan dat ze het met name lastig vinden om inhoudelijk op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in hun vakgebied. ‘De meeste bijscholing voor docenten is gericht op didactiek,’ aldus Van Delft. ‘Inhoudelijk bestonden er weinig serieuze programma’s. De TU heeft toen besloten

De cursusbijeenkomsten werden steeds op een andere dag in de week gepland. Zo bleef de lesuitval van de docenten beperkt en hoefden ook niet steeds dezelfde klassen lessen te missen. Een gouden greep. De docenten schreven zich massaal in voor Futerials, waarin de volgende onderwerpen werden behandeld: polymeerfysica, microscopie, halfgeleiders, coatings, katalysatoren en biosensoren. Ook de tweede reeks bijeenkomsten in 2011 werd goed bezocht. Van Delft: ‘Voor een volgende Bèta Black Belt willen we het onderwerp aanpassen. Veel docenten komen uit de regio en het is dus van belang om nieuw materiaal te ontwikkelen. We denken aan onderwerpen die passen binnen de speerpunten van de TU Eindhoven, namelijk health, mobiliteit en energie, maar ook modelleren of nanotechnologie behoren tot de mogelijkheden.’ Ook Eveline van Hoppe, Projectcoördinator Human Capital Chemie, is enthousiast over het nascholingsprogramma. ‘Bèta Black Belt is een geweldig initiatief. Het is voor docenten zeer laagdrempelig, de vakinhoud is prima en het is goed betaalbaar. Het is een initiatief dat door elke TU gevolgd zou moeten worden.’ p Informatie: www.betablackbelt.nl


Onderwijs

Docente Martine van der Zanden

‘ Ik kan nu meer praktijkvoorbeelden geven’’ ‘Een plastic bekertje smelt bij 105 graden Celsius en vormt zich vervolgens tot een ovaal. Het scheuren van een bekertje geschiedt verticaal. Dit zijn simpele voorbeelden die je in de klas heel eenvoudig bij het onderwerp polymeren kunt demonstreren,’ zegt scheikundedocent Martine van der Zanden van het Varendonck College in Asten ‘Praktijkvoorbeelden worden als prettig ervaren door de leerlingen en de leerstof wordt ook beter begrepen.’

Vakoverstijgend

Van der Zanden volgde onlangs de cursus en is blij met een aantal leuke, nieuwe ideeën en praktijkvoorbeelden. ‘Ik heb ontzettend veel geleerd bij deze vakoverstijgende cursus. Hoewel sommige natuurkundige onderwerpen niet mijn grootste interesse hebben, vond ik het toch heel boeiend. Dit kwam mede door de TU-docenten die de colleges met veel enthousiasme brachten. De docenten doen zelf onderzoek binnen hun vakgebied. Zij geven prachtige praktijkvoorbeelden en laten resultaten zien van recent uitgevoerde onderzoeken.’

Nieuwe ideeën

Wat Van der Zanden erg leuk vond, was het contact met andere docenten. ‘Dat heeft me weer tot nieuwe, verfrissende ideeën gebracht. Zeker gezien de invoering van de Nieuwe Scheikunde. Het is altijd prettig om met collega’s ervaringen uit te wisselen. Ik wil leerlingen zoveel mogelijk leren over scheikunde en daarbij gebruikmaken van voorbeelden om de link naar het dagelijks leven en bedrijfsleven duidelijk te maken.’ In maart hebben de leerlingen van het Varendonck College met een NG-profiel meegedaan aan het vakoverstijgende project medical investigators van biologie en scheikunde. ‘Tijdens dit project hebben ze met een elektronenmicro­ scoop gewerkt. Ik kon de leerlingen de werking ervan in detail uitleggen. Mede dankzij het college microscopie.’ p

Foto: Nando Harmsen

Natuur- en scheikundedocenten uit het voortgezet onderwijs krijgen op de TU Eindhoven een practicum

Docent Jean-Pierre de Bont

‘ Ik heb nu meer feeling met de universiteit’ ‘Eindelijk weer eens diep nadenken. Het cursusniveau is heel hoog en dat heb ik als zeer prettig ervaren. Ik vond het echt heerlijk om mezelf te verdiepen.’ Natuurkundedocent Jean-Pierre de Bont van het Mill Hill College in Goirle is vol lof over Bèta Black Belt. Hij volgde het programma begin 2010 en kijkt er met veel plezier op terug. ‘Het is niet zo dat mijn lessen sindsdien totaal zijn veranderd, maar je kunt nu vaak over bepaalde onderwerpen iets meer vertellen. Zo kan ik beter uitleg geven over de toepassing van de elektronenmicroscoop. Wat ik ook leuk vind, is dat ik leerlingen beter kan adviseren bij de keuze voor hun profielwerkstukken. Er is een aantal interessante, actuele onderwerpen waarbij ik hen makkelijk op weg kan helpen.’

Betere afstemming

Verder is het Mill Hill College naar aanleiding van de opleiding gestart met een betere afstemming tussen natuur- en scheikundeonderwijs. De Bont: ‘Tijdens Bèta Black Belt werd heel duidelijk dat er vaak overlap zit tussen de verschillende vakgebieden. Nu proberen we bepaalde onderwerpen in een bredere context te plaatsen en stemmen we onderling beter af wanneer we bepaalde stof behandelen. Voor de leerlingen is dat heel prettig. Het levert hen tijdswinst op en zij krijgen een bepaalde uitleg slechts één keer. Doordat ik nu zelf kennis heb gemaakt met de TU in Eindhoven, adviseer ik leerlingen eerder om daar eens een open dag te bezoeken. Ik heb meer feeling gekregen met de universiteit.’ p mei 2011 Chemie magazine 39


Eigenwijze Nederlander overtuigt Balchem van kracht van Theory of Constraints

foto: shutterstock

Zoek d beperk

40 Chemie magazine mei 2011

In de cholinefabriek in Italië combineert Balchem het beste van alle procesverbetermethoden. ‘Met de Theory of Constraints (TOC) bepalen we welke beperking het behalen van extra winst het meest in de weg staat. Als je dat eenmaal weet, bieden Lean en Six Sigma prima instrumenten om daar iets aan te doen,’ aldus plant manager Gerritjan van der Ven, trekker van het Corporate Best Practise Program van Balchem. Tekst: Jaap van Ede


Procesverbetering

e king M

iddenin het Italiaanse natuurpark Valle del Ticino ligt de cholinefabriek van Balchem, geleid door de Nederlandse plant manager Gerritjan van der Ven. Sinds vorig jaar is hij medeverantwoordelijk voor het Corporate Best Practise Program van Balchem. ISO en compliance vormen daarbij het fundament, voor het bepalen van de verbeterstrategie vindt hij de Theory of Constraints (TOC) het meest geschikt. Als Gerritjan door zijn fabriek loopt, heeft hij altijd in gedachten de formule ‘Profit = Through­put – Operational Expenses’ (P=T-OE) van Goldratt, de grondlegger van de TOC. ‘Winst is gelijk aan de doorzet, verminderd met de operationele uitgaven,’ legt hij uit. ‘Operators begrijpen dit meteen. Als je eenmaal zo denkt, zie je voortdurend mogelijkheden.’ Dat hoeft zich niet te beperken tot stapsgewijze verbeteringen. Het kan ook gaan om meer radicale veranderingen. Van der Ven geeft een voorbeeld: ‘Uiteindelijk draait het erom hoeveel producten je verkoopt, en welke marge je daarop behaalt. Een klant is niet gebaat bij de energie die je in het maken van je producten steekt. Verbruik van bijvoorbeeld stoom draagt slechts bij aan je operationele uitgaven, het liefst zou je dus helemaal geen stoom gebruiken. In een bepaalde synthesestap bleken we eerst te koelen, maar verderop weer stoom toe te voeren. Die ongewenste situatie konden we voorkomen door beide stappen voortaan in één reactor uit te voeren. Procesintensificatie dus.’

De overtuiging dat de TOC het meest geschikt is om het verbeterprogramma de gewenste focus te geven, groeide bij Van der Ven na het lezen van de boeken van Goldratt, zoals Isn’t it Obvious, It’s not Luck, Necessary but not Sufficient en vooral The Goal, hem acht jaar geleden gegeven door een consultant.

World Class

‘Onze fabriek is sinds 2007 onderdeel van Balchem, in 2004 hoorden wij nog bij AkzoNobel. Wij kregen toen een team consultants van de ARV Groep, een spin-off van Akzo, over de vloer, die een basis moesten leggen voor de adoptie van World Class-technieken. Achteraf kun je zeggen dat dit deel van de missie is geslaagd, want we profiteren nu van de kennis die toen is opgedaan. Ons bedrijf werd volledig doorgelicht, van logistiek tot onderhoud. Het World Class-programma werd vervolgens echter te breed opgezet en had daardoor te weinig focus. Bovendien zijn Italianen gewend dat het management de beslissingen neemt, terwijl het voor procesverbetering cruciaal is dat je verantwoordelijkheden overdraagt. Aan dat laatste punt werken we tegenwoordig door multidisciplinaire teams te vormen, die we eigenaar maken van bepaalde aspecten van het verbeterprogramma, zoals veiligheid, kwaliteit of onderhoud. Die werkwijze lijkt een beetje op het vormen van managementpilaren uit de methode Total Productive Maintenance. Focus voegen we toe aan het programma door de verbeterstrategie te bepalen met de

Theory of Constraints. Ook de teams doen dat: welke constraint belemmert ons het meeste om een beter resultaat te bereiken, dat is de hamvraag die iedereen in het bedrijf zich steeds stelt.’

Procesverbetermethodes

Sinds eind 2010 leidt Van der Ven het Corporate Best Practise Program van Balchem. ‘Binnen het concern bestond er al een best practices team voor Lean en Six Sigma. Ik heb Balchem als “eigenwijze Nederlander” echter weten te overtuigen van de kracht van de TOC op strategisch niveau. Met die methode kun je het beste bepalen wat je beperkt om meer winst te maken. Als je dat eenmaal weet, kun je met Lean en Six Sigma zo’n probleem te lijf te gaan. Wat dat betreft zijn die methoden weer superieur aan de TOC.’ Van der Ven is voorstander van het gemengd gebruiken van procesverbetermethodes. ‘Je bereikt dan meer. Bovendien heb je te maken met een grote diversiteit aan productieprocessen. Sommige verlopen volcontinu, om die te verbeteren heb je meer aan Six Sigma. Andere verlopen batch- of stuksgewijs, in dat geval kan Lean manufacturing worden toegepast om de productie meer stromend en/of vraaggestuurd te maken.’ Met de vraaggestuurde productie (pull in plaats van push) die Lean voorschrijft, had Van der Ven aanvankelijk wat moeite: ‘Ik dacht: leuk, maar wij kunnen onze fabriek moeilijk stilleggen als er geen vraag is. Later heb ik onderzocht of we toch niet een deel van onze productie – het verpakken van cholinepoeders – vraaggestuurd konden maken. Er bestaan wel 25 verschillende verpakkingsvormen, en op dat moment leverden we die nog uit voorraad. Dat legde onnodig beslag op ons werkkapitaal en het leidde tot gemiste kansen door out-of-stock. Na het toepassen van de Lean-principes waren we in één klap van de voorraden gereed product af. We gaan nu pas verpakken als er een order is. Bovendien is er geen planner meer nodig.’

Gerritjan van der Ven toetst zijn omgeving doorlopend aan de formuleformule ‘Profit = Throughput – Operational Expenses’

e

mei 2011 Chemie magazine 41


P = T - OE

TOC constraint (problem)

just do it (when solution is clear)

LEAN (eliminate muda)

SIX SIGMA (tackle variation problems)

Standard work IS0 9001 Samenvatting van het Corporate Best Practise Program van Balchem. Standaard Werk vormt de basis, de Theory of Constraints bepaalt de strategie, op het operationele niveau worden Six Sigma en Lean tools ingezet

Eén van de bekendste Lean-principes is: Go to the Gemba: je moet als manager zeer frequent de ‘gemba’ oftewel de ‘plek waar het gebeurt’ bezoeken om vast te stellen wat daar eventueel beter kan. Dit is een houding die Van der Ven van nature al had.

Cultuuromslag

‘Ik zag een keer hoe een vrachtwagen werd beladen. De laadbrug was zo geplaatst dat de heftruck steeds om de vrachtwagen heen moest rijden. Zoiets moet je direct veranderen. Eigenlijk had de heftruckchauffeur dat zelf moeten bedenken, maar dat vergt een cultuuromslag. Mensen moeten gaan denken: zoals ik het gisteren deed, is vandaag wellicht niet goed genoeg meer. Voor Italianen, die gewend zijn aan veel hiërarchie, is die stap wellicht groter dan voor Nederlanders. Het vergt namelijk een discussie met je leidinggevende.’ De betrokkenheid werd versterkt via de multidisciplinaire teams, bovendien bleek dat mensen die deelnemen aan verbeterprojecten vanzelf gaan meedenken. Van der Ven: ‘Tijdens een Kaizen-event hebben we een One Piece Flow gecreëerd, een keten zonder tussenvoorraden. Het ging om het klaarzetten van pallets met geëtiketteerde vaatjes, die vervolgens worden afgevuld. Steeds worden daartoe twee pallets tegelijk getransporteerd. Omdat die niet stabiel op elkaar stonden, moest er een extra plank tussen worden gestoken. De operator kwam toen zelf met het idee om dat aan te pakken.’ Go to the Gemba kan ook worden toegepast bij een afnemer. Een aanleiding om een klant te bezoeken waren voor Van der Ven klachten over te dure producten ten opzichte van de Chinese concurrentie. ‘Na analyse van het probleem bleken wij de choline op een relatief duur dragermateriaal te leveren. In dit geval was dat helemaal niet 42 Chemie magazine mei 2011

nodig, slechts de leverancier van de grondstof werd er rijker van. Voor die klant zijn we daarom overgestapt op een andere product grade. Het resultaat was meer winst voor ons én een goedkoper product voor die klant.’

Doorbreken conflicten

Typisch voor de toepassing van de Theory of Constraints op strategisch niveau is het doorbreken van schijnbare conflicten, gebaseerd op verkeerde aannames die een toename van de winst in de weg staan. Deze kunnen aan het licht worden gebracht door het maken van “strategy and tactics trees”, stroomschema’s van doelstellingen, acties en gevolgen. Van der Ven: ‘Een aanname die we hebben gecorrigeerd, betreft de ordergroottes. Vanwege de transportkosten konden klanten vroeger alleen volle trucks bij ons bestellen. Omdat we daardoor soms zonder product zaten, moesten we dan nee zeggen tegen potentiële klanten. Het kostte veel moeite om sales ervan te overtuigen, maar het blijkt meer winst, want meer klanten, op te leveren als je halve trucks uitlevert. De afname is dan namelijk meer geleveld, er verlaat een meer continue stroom je fabriek.’ Er zit wel een addertje onder het gras: ‘Als er tekorten dreigen in de markt, zijn sommige klanten geneigd te hamsteren. Daar wordt uiteindelijk niemand beter van, ook die klant niet, want als wij minder efficiënt opereren zijn de kosten hoger. Wij houden per klant het historische afnamepatroon bij en als dat plotseling afwijkt, nemen we contact op. Blijkt de extra vraag dan alleen ingegeven door de wens om zich tegen risico’s in te dekken, dan leggen we uit dat we garanderen dat we ook op lange termijn zullen voldoen aan hun vraag.’ p Meer informatie: www.procesverbeteren.nl

Swing accounts

Een typisch TOC-aspect is throughput accounting. Om te bepalen welk product voor welke klant het beste waar kan worden gemaakt, heeft Balchem een variant van dit boekhoudsysteem ingevoerd. Van der Ven: ‘Vroeger pasten we de traditionele vorm van kostprijsberekening toe, waarbij de totale overhead wordt omgeslagen over alle producten. Bovendien wezen we toen een product voor een bepaalde klant altijd definitief toe aan één van onze drie productielocaties. Vaak kwam daar dan de locatie uit die het meeste product maakt, want daar zijn de overheadkosten overall relatief laag. Dit zegt echter weinig over de overheadkosten om het specifieke product te maken, want als die fabriek al zwaar belast wordt, kan het best zijn dat er extra personeel moet worden ingehuurd, of dat mensen overuren moeten maken. Daarmee houden we nu bij de toewijzing van producten rekening. Hiertoe hebben we swing accounts gecreëerd, dat zijn klanten die we wisselend toeleveren vanuit verschillende fabrieken, afhankelijk van wat op dat moment het beste resultaat oplevert.’

Choline

Choline is een vitaminedie wordt toegevoegd aan veevoeder en (baby)voeding. De productie voor veevoer begint met de synthese van methylamines uit methanol en ammoniak, die een mengsel van mono-, di- en trimethylamine oplevert. In een vervolgproces reageert trimethylamine met ethyleenoxide en zoutzuur tot cholinechloride. Choline voor food en pharma toepassingen wordt geproduceerd via een andere syntheseroute.


ʦ̮ ˃ˈ˘˃ˎ˘ˇ˔˙ˇ˔ˍˇ˔ ʸˇ˔˙ˇ˔ˍˇ˔ ˘˃ːʜ ʫːˆ˗˕˖˔ˋˇˇˎ ˃ˈ˘˃ˎ˙˃˖ˇ˔ ʱˎˋˇˊˑ˗ˆˇːˆ ˃ˈ˘˃ˎ ʤ˔˃ːˆ˕˖ˑˈ˔ˇ˕˖ˇː ʥˊˇˏˋ˕˅ˊ ˃ˈ˘˃ˎ ʱˑˍ ˘ˇ˔˙ˇ˔ˍˇ˔ ˘˃ːʜ ʸˇ˔ˑː˖˔ˇˋːˋˉˆˇ ˉ˔ˑːˆ ˇː ʶʣʩ

ʣˈ˘˃ˎ˕˖ˑˈˈˇː ʶˇ˔ˏˋː˃ˎ ʯˑˇ˔ˆˋˌˍ ʤʸ

ʸˎ˃˕˙ˇˉ ʓʔʏ ʖʙʚʔ ʲʹ ʯˑˇ˔ˆˋˌˍ ˙˙˙ʎ˃˖ˏˏˑˇ˔ˆˋˌˍʎːˎ ʶˇˎʜ ʒʓʘʚʐʕʚʛʔʚʛ ʨ˃˚ʜ ʒʓʘʚʐʕʚʛʔʙʒ ʥˑː˖˃˅˖˒ˇ˔˕ˑːˇːʜ ʴˋ˅ˍ ʮˇˇ˔ˋːˍ ʊʒʘʐʗʕʘʛʚʛʚʕʋ ʈ ʴˑː ˘˃ː ʸˇ˔ˍ ʊʒʘʐʗʓʓʔʖʒʒʖʋ ʣʶʯ ˋ˕ ˇˇː ˄ˇˆ˔ˋˌˈʎ


Kemira speelt met producten in op toenemende schaarste aan water

Watervoetafdruk kan kleiner Olie is de prijsbepalende factor in de procesindustrie. Over twintig jaar zou dit wel eens water kunnen zijn vanwege het groeiende tekort aan schoon water. Daarom is het van belang niet alleen naar de CO2-voetafdruk van producten te kijken, maar ook naar de water footprint, vindt Henk Quarles van Ufford van Kemira Water Solutions. Tekst: Erik te Roller

H

et Finse chemiebedrijf Kemira levert al jaren chemicaliën aan verschillende bedrijfstakken, waaronder de pulp- en papierindustrie, die alle gemeen hebben dat ze veel water gebruiken. In de loop van de jaren heeft Kemira deze bedrijven geholpen het watergebruik te beperken. ‘Voorheen leverden we onze klanten chemicaliën voor waterbehandeling. Nu bieden we onze klanten specifieke oplossingen om het watergebruik te beperken, waarbij het gaat om zowel technologie als chemicaliën,’ vertelt Quarles van Ufford, directeur van Kemira Water Solutions in Rotterdam. Hij schetst de situatie rond zoet water in de wereld: de beschikbaarheid daarvan ligt vrijwel vast en komt wereldwijd overeen met 4500 miljard kubieke meter water per jaar. Wel verandert de verspreiding van het water doordat natte gebieden als gevolg van de klimaatverandering

schoonwaterverdeling

In Europa gaat 52% van het schone water naar de industrie, 33% naar de landbouw en 15% naar de huishoudens. In Noord-Amerika gaat 48% naar de indus­ trie, 39% naar de landbouw en 13% naar de huishoudens. In alle overige werelddelen gaat meer dan 70% van het water naar de landbouw. 44 Chemie magazine mei 2011

natter worden en droge gebieden droger. Daarnaast groeit de bevolking in de nieuwe industrielanden en neemt de welvaart daar toe. Die combinatie zorgt volgens studies van de OESO voor een enorme stijging van de behoefte aan water. Binnen twintig jaar zal de vraag naar water met 40% toenemen, terwijl het aanbod van grond- en oppervlaktewater min of meer gelijk zal blijven. Voor de samenleving is het daarom zaak op een slimmere manier met water om te gaan. Het gat tussen vraag en aanbod kan opgevuld worden met het maken van drinkwater uit zeewater, hergebruik van afvalwater en het opvangen van regenwater. Aan al die mogelijkheden komen kennis en chemicaliën te pas, die Kemira volgens Quarles van Ufford kan leveren. Daar komt nog bij dat de infrastructuur voor drinkwater in de meeste landen vrij oud is, waardoor er de komende jaren veel in waterbehandeling zal moeten worden geïnvesteerd. Ook daarbij kan Kemira met zijn kennis van waterbehandeling een rol spelen. Allemaal duidelijk, maar waarom haalt het bedrijf er nu het begrip “water footprint” bij? Quarles van Ufford: ‘We gaan voor onze klanten niet uitrekenen wat hun water footprint is, want ze weten vaak precies hoe groot hun waterstromen zijn. Het begrip water footprint gebruiken we vooral in de communicatie met de

samenleving om duidelijk te maken hoe belangrijk water is en hoeveel water nodig is om bepaalde producten te maken. Voor het maken van een paar schoenen is bijvoorbeeld 16.000 liter water nodig, voornamelijk om de huid van de koe te prepareren en schoon te spoelen. Dat water moet natuurlijk ergens vandaan komen. Op die manier kunnen we onze rol verduidelijken: dat wij de kennis en technologie kunnen leveren om het wateraanbod zowel in kwantiteit als kwaliteit te verbeteren en ook dat we de producten bieden die dit mogelijk maken. Tegelijk merken we dat ook onze klanten zich realiseren dat water meer is dan een utility waarvoor ze een bepaalde prijs moeten betalen. Steeds meer bedrijven zijn in de water footprint geïnteresseerd. Bij DSM bijvoorbeeld is duurzaamheid het centrale thema, waardoor het bedrijf vanzelfsprekend kijkt naar de CO2emissies die gerelateerd zijn aan grondstoffen, hulpstoffen, eigen producten en gebruik van eigen producten door de klant. Daar hoort ook watergebruik bij en de beperking daarvan.’

Biologisch slib

Kemira richt zich niet alleen op de industrie, maar ook op overheidsinstanties die veelal eigenaar zijn van afvalwaterzuiveringsinstallaties. Een klassieke zuiveringsinstallatie levert


naast gereinigd afvalwater een hoeveelheid biologisch slib op die maar voor 3 procent uit vaste stof bestaat, wat het transport en de verdere verwerking lastig en duur maakt. Met chemische toevoegingen van Kemira blijft er slib over waarvan het vastestofgehalte een factor tien hoger is. In Nederland zijn ital van afvalwaterzuiveringsinstallaties gebouwd, waardoor in die sector weinig groei meer te verwachten is.

Samenwerking

Anders is dat met India, dat volgens Quarles van Ufford voor Kemira een enorme groeimarkt vormt. Daar is Kemira een samenwerking aangegaan met een lokale bouwer van zuiveringsinstallaties. Kemira brengt kennis in over hoe deze installaties zo efficiënt mogelijk uitgevoerd kunnen worden. Dergelijke installaties zijn belangrijk in een land met 1,2 miljard inwoners waar het water permanent schaars is en een groot deel van de bevolking nauwelijks over schoon water kan beschikken. Om soortgelijke redenen is ook Indonesië interessant. Verder richt het bedrijf zich op Zuid-Amerika en met name op de suikerindustrie aldaar. Bij mijnbouw en olie- en gaswinning zijn ook grote hoeveelheden water nodig. Daarom zoekt Kemira eveneens uitbreiding van de wateractiviteiten in China, India, Rusland en Mexico.

Watervoetafdruk Product Papier Bier Schoenen Auto Industriële producten

Hoeveelheid water 10 liter per vel A4 75 liter per glas bier (incl. water voor de groei van gerst) 16.000 liter 8 miljoen liter per auto gemiddeld 80 liter voor elke dollar dat een product kost

Bron: w w w.waterfootprint.org

Hoewel Nederland zo op het oog een waterrijk land is, wordt het door de Verenigde Naties toch gerekend tot de landen waar drinkwater in 2025 tamelijk schaars zal zijn omdat er dan minder dan 1000 kubieke meter schoon water per inwoner per jaar beschikbaar zal zijn. Industrie en consument lijken dat nog niet te beseffen. Wat kan de overheid doen om consument en bedrijven te bewegen zuiniger met water om te gaan? Quarles van Ufford: ‘De overheid neemt al maatregelen zoals het stellen van eisen aan de kwaliteit van riool- en afvalwater dat op het oppervlaktewater wordt geloosd. Bij droogte kan de overheid

het sproeien van weiden, akkers, parken en tuinen verbieden. Meer maatregelen zijn voorlopig niet nodig. Verder zijn de drinkwaterbedrijven en zuiveringsinstallaties grotendeels in publieke handen. Hier heeft de overheid dus direct invloed op het gebruik van afvalwater dat eventueel weer als proceswater of drinkwater kan worden gebruikt. Ook zie je ontwikkelingen bij de drinkwaterbereiding. Er wordt geen chloor meer gebruikt om oppervlaktewater te reinigen en te ontsmetten, maar UV-licht. Dat kost echter de nodige elektriciteit, waardoor nu ook andere vormen van drinkwaterbereiding in opkomst zijn.’ p mei 2011 Chemie magazine 45

foto: shutterstock

Water


Prof.dr. Paul de Blot, hoogleraar business spiritualiteit

foto: holl andse hoogte, Tessa Posthuma de Boer

‘W e hebben kle nodig’

46 Chemie magazine mei 2011


Duurzaamheid

inschaligheid In de visie van prof.dr. Paul de Blot, van oorsprong chemicus en nu hoogleraar business spiritualiteit aan Nyenrode Business Universiteit, kunnen bedrijven niet zonder bezieling en spiritualiteit. Een duurzame economie is volgens hem alleen haalbaar via kleinschaligheid waarin de menselijke relaties centraal staan. Tekst: Igor Znidarsic

‘B

usiness spiritualiteit is een vorm van menselijkheid, want bij het zakendoen gaat het altijd om mensen. Dan spelen zowel ziel als lichaam een wezenlijke rol,’ zo schrijft Paul de Blot in zijn boek Business spiritualiteit, een vernieuwingsmodel voor organisaties in een crisis. ‘Een organisatie bestaat uit mensen en gedraagt zich als een corporatieve persoonlijkheid. Een organisatie zonder bezieling wordt ziek en valt uit elkaar. Vaak is die bezieling in de organisatie gelegd door de stichters van het bedrijf, die bezield waren door een hoog ideaal, over een grote deskundigheid beschikten in hun vak en in een sterk teamverband werkten. Dat garandeerde het succes van het bedrijf. Hierin is de grondstructuur van de business spiritualiteit vaak ook duidelijk herkenbaar met zijn idealisme,

realisme en samenwerking. In de loop der tijd kan deze spirituele krachtenbron verstopt raken of verdrongen worden door de strijd om geld en macht.’ Betekent dit dat de grote multinationals en concerns bezieling ontberen? Paul de Blot: ‘Zodra een onderneming grootschalig wordt, krijg je scheve verhoudingen, machtsstrijd, bureaucratie en gaan de menselijke relaties verloren en is de bezieling weg. In grootschalige ondernemingen kent men elkaar niet. Je bent een nummer. Daarom komen de mensen ook niet voor elkaar op. Grootschaligheid werkt alleen in een coöperatieve vorm, zoals bij de Rabobank. Niet voor niets is dat de enige bank die de bankencrisis goed heeft doorstaan, naast de kleine banken. Ook een goed voorbeeld is McDonald’s. Dat bestaat uit

kleine eenheden van twintig mensen met één baas, die zelf de verantwoordelijkheid hebben. Het zijn kleine bedrijfjes, de mensen kennen elkaar, ze kennen de lokale omgeving.’ Wat bedoelt u eigenlijk precies met kleinschaligheid? ‘Je moet een bedrijf zien als een corporatieve persoonlijkheid. Hoe kleiner het bedrijf, hoe sterker de persoonlijkheid. Het kleinste bedrijf is het gezin, een prototype van een profitorganisatie. Hoe blijft een gezin bij elkaar? Door z’n kleinschaligheid, door de verantwoordelijkheid voor elkaar, door openheid, vriendschap en liefde. Typerend voor een gezin is ook dat niet duidelijk is wie de leiding heeft.’ De (chemische) industrie staat voor de uitdaging om de eco footprint te verminderen en zich te transformeren naar een duurzame economie. Welke rol kan business spiritualiteit hierbij spelen? ‘De grote bedrijven zullen die transitie niet kunnen bewerkstelligen. Het is alleen mogelijk met kleinschaligheid. Pilotprojecten zijn hierbij het antwoord. Dan volgt de rest vanzelf. We moeten netwerkorganisaties creëren. Als je naar de natuur kijkt, zie je dat die als ecosysteem, als netwerk, perfect functioneert. Daarin stroomt de energie door. De problemen ontstaan pas als wij het netwerk, de keten, opknippen. De Rabobank is ook zo’n netwerksysteem. Als van de tien Rabobanken in een crisis er vijf failliet gaan, blijven er nog steeds vijf bestaan. Als een bank als de ABN AMRO omvalt, stort alles in elkaar en zijn we allemaal ons geld kwijt. De regering moet dat dan voorkomen door bij te springen.’ e

Collectief ideaal ‘Uit steekproeven van faillissementen in Nederland bleek dat slechts 10 procent werd veroorzaakt door gebrek aan kennis. Kennis kan gemakkelijk worden aangevuld. Bij 30 procent was er gebrek aan goede samenwerking. Dat tekort is al moeilijker van buiten af aan te vullen. De belangrijkste oorzaak bleek gebrek aan een langetermijnvisie. Het bedrijf had geen collectief ideaal. Elke afdeling volgde een eigen ontwikkeling zonder dat deze tot een samenhang kwam. Er heerste grote verdeeldheid en een te eenzijdige aandacht om op eigen terrein prestaties te leveren. De analytische aanpak op het doe-niveau schiep een verdeeldheid die niet door een gemeenschappelijk ideaal tot eenheid werd gebracht. Deze corporatieve spiritualiteit ontbrak bij 60 procent van de bedrijven.’ Uit: Business spiritualiteit, Een vernieuwingsmodel voor organisaties in een crisis (Paul de Blot) mei 2011 Chemie magazine 47


‘ Je moet niet voeden wat de mensen willen, maar ze opvoeden om minder te consumeren’

Paul de Blot

Paul de Blot (87) is geboren en opgegroeid in Indonesië, waar hij ook een deel van zijn universitaire opleiding doorliep. Hij werkte er voor de Tweede Wereldoorlog als chemicus op een suikerfabriek en kwam tijdens de oorlog in het geallieerde leger. Na vijf jaar Japans concentratiekamp werkte hij als chemisch technoloog aan de opbouw van de industrie in West Java. In 1948 werd hij Jezuïet. Na zijn filosofie- en fysica­ studie in Indonesië studeerde hij theologie in Maastricht en fysica in Keulen. Later studeerde hij in Nijmegen spiritualiteit en psychologie en specialiseerde zich aan de VU in Amsterdam in cultuurfilosofie en bij het psychiatrisch instituut in Ermelo in de psychotherapie van de Transationele Analyse. In 1979 begon hij zijn carrière op Nyenrode Business Universiteit, waar hij campusmoderator werd voor de begeleiding van de studenten. Daarnaast studeerde hij mee in bedrijfskunde en gaf hij trainingen en lessen in managementvaardigheden. Tegelijkertijd doceerde hij in Breda aan de HEAO internationaal marketing en gaf hij trainingen aan FENEDEX (Federatie voor Nederlandse Export), met name over de culturele valkuilen van het internationale zakendoen. In 2004 promoveerde hij in de bedrijfskunde op het onderwerp “Vernieuwing van organisaties in een chaotische omgeving door vernieuwing van de mens”. In 2006 werd hij hoogleraar in organisatievernieuwing met de leerstoel Business Spiritualiteit. Vanuit deze specialiteit geeft hij werkcolleges, trainingen en workshops, zowel aan studenten als aan bedrijven. 48 Chemie magazine mei 2011

Duurzaamheid heeft volgens u niets te maken met anders produceren? ‘Daarin ligt niet de sleutel. Bij de duurzame samenleving zoals die momenteel gepropageerd wordt, kijkt men alleen naar het materiële kostenplaatje. Het immateriële wordt niet meegenomen. Echte duurzaamheid is welzijn, elkaar helpen, zoals dat in het gezin gebeurt. Ik kom uit een groot gezin, mijn ouders verdienden niet veel, en toch hebben ze alle kinderen grootgebracht. Als je dat materieel zou uitrekenen, zouden mijn ouders eigenlijk failliet moeten zijn. Dat is dus duurzaamheid: in elkaar investeren.’ Wat zou u aan de chemiebedrijven willen meegeven? ‘Hetzelfde als alle andere bedrijven: het gaat altijd om mensen. Die moeten het doen. En het bedrijf moet menselijk blijven. De materie waarmee ze werken – chemische stoffen in dit geval – moet ten dienste staan van het welzijn van de mensen. Om voedsel bijvoorbeeld meer voedingsstof te geven. En niet om voedsel zo te manipuleren dat er meer winst wordt gemaakt ten koste van het milieu en de gezondheid.’ U komt steeds weer terug bij het gezin. ‘Alle marketingboeken gaan over stakeholders, maar één stakeholder wordt nooit genoemd: het gezin. De meeste relaties, en dus ook gezinnen, ontstaan op het werk. Men ontmoet er ook vaak een ander, waardoor het werk ook een bron is van kapotte gezinnen. Het bedrijf heeft dus alles met het gezin te maken. Het gezin is allesbepalend voor een succesvolle onderneming. Een gelukkige werknemer werkt prettiger en dus beter, efficiënter. Toch zijn bedrijven nogal gezinsonvriendelijk. Mensen mogen niet zelf hun werktijden bepalen. Als je kind ziek is, kun je niet zomaar vrij nemen. Een vrouw krijgt maar drie maanden zwangerschapsverlof, een man nog minder. We praten wel over het Nieuwe Werken, maar het is allemaal nog heel marginaal.’ Waarom zijn bedrijven volgens u gezinsonvriendelijk? ‘Omdat de middelen, macht en geld, tot doel zijn gemaakt. Terwijl het doel het menselijk welzijn zou moeten zijn.’

Hoe veranderen we dat? ‘Door mensen op te voeden.’ De maakbare samenleving is toch passé? ‘Je moet beginnen bij de jeugd. Alleen zijn daarvoor de klassen te groot. Alleen in kleinere klassen kun je de kinderen iets meegeven. Zoals in het gildewezen. De gildemeester leerde de kinderen niet alleen, maar voedde ze ook op met ethische normen en waarden. Ook hier weer: we hebben kleinschaligheid nodig. Vroeger hadden we op Nyenrode moderatoren die de studenten begeleidden. Nu is dat weg. Kijk, er wordt van uitgegaan dat een school kennis verkoopt aan de student. Dat is je reinste onzin. Een school verkoopt niet kennis maar de relatie student-docent. De kennis van de docent is verouderd en moet verbeterd worden door de student. Beide leren van elkaar. Het is die relatie die kennis schept. Maar je wordt voor begeleiding niet betaald. Dus doet niemand het.’ Heeft u niet een heel pessimistisch beeld van de wereld? ‘Ik ben heel optimistisch, want ik zie ook goede ontwikkelingen. De overconsumptie neemt bij de jongeren af. Ik zie onder de studenten een heel sterke kracht van spiritualiteit opkomen. Ze leven veel eenvoudiger. Ze kunnen met weinig geld toe. Ze werken meer samen.’ Straks gaan ze veel verdienen, een dure auto rijden, naar verre vakantiebestemmingen vliegen. ‘Klopt, maar ze vinden het niet erg als het niet gebeurt. Ze kopen geen luxe auto om ermee te pronken. Je moet niet proberen de consumptie te verminderen, maar deze consumptie constant te houden. Het is net als het fileprobleem. De enige oplossing is minder auto’s, door bijvoorbeeld beter openbaar vervoer. Meer asfalt is onbegonnen werk, want dan krijg je nog meer auto’s en weer andere files. Je moet niet voeden wat de mensen willen, maar ze opvoeden om minder te consumeren.’ p Meer informatie: www.pauldeblot.nl


Valuepark Terneuzen beschikt over 140 hectare ideaal gelegen terrein. Als bedrijf profiteert u van de nabijheid van gevestigde proces industrie waaronder Dow Benelux BV, de ondersteuning van Zeeland Seaports en diensten van service bedrijven die zich hier al gevestigd hebben.

NOG 80 HECTARE BESCHIKBAAR!

Op zoek naar een unieke locatie voor uw proces industrie?

Waarom Valuepark Terneuzen kiezen? - In het hart van de Noord/West-Europese industrialisatie; - Diepzeehaven met directe toegang tot de Noordzee (100.000 dwt); - Uitstekende verbindingen met het achterland via weg, spoor en binnenwateren; - Rail en shortsea container terminal; - Granulaatopslag en -overslag; - Opslagtanks en verwerking; - Diverse utiliteiten inclusief centrale brandbluswatersystemen.

www.vpterneuzen.com Valuepark Terneuzen is een gezamenlijke onderneming van Zeeland Seaports en Dow Benelux.

park your added value where it can grow


Symposium Implementation of Process Intensification Technologies

Barrières procesintensificatie overwonnen Negen verhalen over succesvolle implementatie van procesintensificatie vormden de inhoud van een door TNO georganiseerd symposium; over het overwinnen van de technische, economische en culturele barrières. Tekst: Anton Duisterwinkel

I

s procesintensificatie (PI) een eeuwige belofte? PI biedt meerwaarde door het efficiëntere en veiligere gebruik van grondstoffen en energie. Toch lijkt het niet door te breken. Arij van Berkel, Innovatiedirecteur Chemie bij TNO, opende daarom het Implementation of Process Intensification Technologies symposium in Delft met de vraag: ‘Wat houdt PI tegen, en wat is daaraan te doen?’

Voordelen

Negen sprekers uit de industriële praktijk lieten zien hoe de wetmatigheid ‘gij zult een batchreactor gebruiken’ te doorbreken is. Want het vervangen van batchreactoren met continue doorstroomde reactoren is de kern van PI. Massa- en warmtetransport zijn veel beter in zulke reactoren, zeker bij een kleine buisdiameter. Daardoor daalt de verblijftijd en krijgen zij- en volgreacties nauwelijks een kans. Exotherme reacties en giftige chemicaliën zijn veilig toe te passen, waardoor producten met minder processtappen te maken zijn. Het gevolg is een betere opbrengst en selectiviteit, en eenvoudigere scheiding tegen een lager verbruik van energie en grondstoffen. Ook de kortere time to market is een belangrijk voordeel. Continue processen verlopen honderd tot duizend maal sneller dan een batchproces. Ook opschaling kan veel sneller verlo50 Chemie magazine mei 2011

pen. Nigel Fletcher, manager specialty products bij Foster Wheeler, gaf als voorbeeld dat farmaceutica in twee tot drie dagen kon worden geproduceerd in plaats van 18 maanden. ‘Dan doen de kosten voor de installatie er nauwelijks meer toe.’

Paradigma-shift

Het farmaceutische bedrijf dat FosterWheeler opdracht gaf een continue procesapparatuur te ontwerpen en bouwen, heeft als doel 85 procent van alle processen continue te laten verlopen. Luc Moens, research fellow bij Janssen Pharmaceuticals, schat daarentegen dat maximaal 30 percent continue kan worden geproduceerd. Dat heeft alles te maken met economie. Moens: ‘De verwachte productievolumes zijn vaak te klein om te investeren in procesontwikkeling’. Als een product nu in batch wordt gemaakt, zijn de korte resterende patentduur en de extra kosten voor filing bij de FDA een belangrijke kostenpost. ‘Continue productie is een optie voor nieuwe producten, maar dat vereist een paradigma-shift door de hele organisatie,’ aldus Moens. Hij toonde zes succesvolle voorbeelden van continue processen bij Janssen, gedreven door veiligheidseisen en schaalbaarheidsproblemen. Maar wat nu al in batchreactoren loopt, verandert Moens liever niet, al was het maar om problemen met verstoppingen te voorkomen. Zulke verstoppingen kunnen worden

veroorzaakt door reagentia en producten die kristalliseren en door heterogene katalysatoren. Xiong-Wei Ni, oprichter van Nitech Solutions Ltd, liet een oplossing zien. Hij ontwierp een oscillerende buisreactor, waarin slurries niet uitzakken, vloeistoffen snel mengen en gas lange verblijftijden heeft. Onder de vele toepassingen die Ni toonde, vielen vooral kristallisaties gunstig op. Hij bereikte kristallisaties in 12 minuten in plaats van 10 uur, met een betere kristalvorm en nauwere verdeling van de kristalgroottes. Dat betekent dat ook de filtering veel sneller gaat.

Modelreactie

Gebrek aan begrip over continue reactoren en aan ervaring met opschaling staan invoering ervan soms in de weg. Betere rekenmodellen komen onderhand beschikbaar. Moens gebruikte bijvoorbeeld het commerciële softwarepakket Dynachem. Al wat hij moest doen, was het invullen van de massabalansen en reactievergelijkingen en een handvol experimentele gegevens die in een paar uur met de parallelreactor van Chemtrix waren gegenereerd. Moens: ‘In een dag of twee waren we eruit.’ Voor complexere processen zijn betere modellen nodig. Lothar Ott, hoofd innovatie bij Lonza Chemicals Ltd, wilde een dividing wall column modelleren voor een verbeterde destillatie van een bulk intermediate. Hij


foto: shutterstock

Procesintensificatie

moest de kolom modelleren alsof het er drie waren. Ott: ‘Convergentie was soms ver te zoeken’. Uiteindelijk was het vertrouwen in het model voldoende om zonder pilotfase de oplossing te implementeren. Met succes.

Culturele problemen

De techniek vormde echter niet Ott’s grootste probleem. Dat waren zijn collega’s. Ott ondervond weerstand tegen deze procesintensifactie van de werkvloer tot aan de directie. Ook de R&D-staf stond er niet om te springen. Ott: ‘Totdat we het hadden ingevoerd, toen vond iedereen het eigenlijk heel voor de hand liggend’. Vergelijkbare culturele problemen zijn aan de orde van de dag, bleek uit vele verhalen tijdens het symposium. Uitzondering vormde Gerard Peereboom, directeur van Chemtura Nederland. Hij ziet PI juist als middel om zijn staf te inspireren en enthousiast te maken. Dat heeft wellicht te maken met de geschiedenis van zijn gewasbeschermingsmiddelenfabriek, die de laatste jaren drie zware crises had doorstaan: een dreigende sluiting in 2003 vanwege concurrentie uit India and China, de moedermaatschappij die in 2007 in de problemen kwam en de economische crisis in 2009. ‘Na twee flinke bezuinigingen konden we toen niets meer uit de hoge hoed toveren’, vertelde Peereboom. Een eendagsadvies, gefinancierd door Agentschap NL, maakte een stapsge-

Kristalpurificatie

wijze analyse van het proces mogelijk. Dat leverde al snel een paar procesverbeteringen op. ‘Onze toekomst is nog nooit zo zeker geweest’, zegt Peereboom. ‘We hebben geproefd van PI en gaan er zeker mee door.’

Wat de boer niet kent

Kortom, pas als het niet anders kan, vanwege veiligheid of onder economische druk, gaan bedrijven over op PI. En dan zien ze hoe nuttig het is en gaan ermee door. Hoe is dat ‘wat de boer niet kent-effect’ te doorbreken? e

Dirk Verdoes van TNO demonstreerde een zeer efficiënte kristalpurificatiemethode: smelt kristalliseren in een hydraulische waskolom. In die kolom wordt hete moedervloeistof tegenstrooms door het bed met kristallen gepompt. De kristallen smelten en herkristalliseren met een factor 100 to 1000 minder verontreinigingen. De pure smelt wordt hergebruik, met een klein residu dat de reactor aan de top verlaat, terwijl kristallen aan de onderkant worden geoogst. Dit proces gebruikt veel minder energie dan andere zuiveringstechnieken. Het verbruikt geen oplosmiddel en is dus veiliger en milieuvriendelijker. Ook thermisch gevoelige stoffen kunnen ermee worden gezuiverd. Hoge doorzet is mogelijk. Toepassingen variëren van organische tot anorganische stoffen en metalen, zouten en afvalwater. mei 2011 Chemie magazine 51


Haarkleurmiddel

Succesverhalen waren er genoeg op het Implementation of Process Intensification Technologies symposium

Tijdens een paneldiscussie kwamen verschillende strategieën aan de orde om hiermee om te gaan. Gebruik heldere en gunstige business cases, zoek actieve steun van de overheid, deel risico’s in programma’s als Suschem en kies projecten met minimaal risico. En: kies een toepassing met hoge toegevoegde waarde. Reintjes vertelde dat whiskeystokerijen al overgingen op continue destillatie ver voor de olieraffinaderijen opkwamen. Eigenlijk is PI zo nieuw niet, blijkt ook uit andere voorbeelden. Peereboom: ‘Zelfs voor we ons PI-project startten 52 Chemie magazine mei 2011

Technisch

Struikelblokken bij invoering van PI en oplossingen

Financieel

Whiskeystokerijen

gebruikten we nog maar een kwart van het oppervlak dat in 1960 nodig was, bij gelijke productie. Procesintensificatie is een continue proces. Dat proces moet wel geïntensiveerd worden om de continuïteit van de chemische industrie in ons land te waarborgen.’ p

Cultureel

Sigurd Buchholz, senior wetenschapper bij Bayer, presenteerde twee nogal ingrijpende maatregelen. In 2004 kocht men Ehrfeld, een leverancier van installaties, om direct toegang te hebben tot reactorkennis. En in 2011 richtte Bayer een expertisecentrum op, Invite GmbH. DSM pakte het bescheidener aan. Raf Reintjes, competentiemanager PI bij DSM, werkt samen met researchpartners en heeft de interne samenwerking binnen DSM versterkt. Dirk Verdoes, senior technische consultant bij TNO, toonde hoeveel partijen erbij betrokken zijn om van uitvinding tot innovatie te komen. Maar één partij blijft constant betrokken tijdens het hele ontwikkelproces: de eindgebruiker. En daar ligt vaak het grootste struikelblok. De eindgebruiker, het hoogste managementniveau, heeft vaak meer interesse voor nieuwe producten, die nieuwe markten op kunnen leveren. Zeker als de procesinnovaties worden gezien als hoog risicoproject.

Het is bijna meer kunst dan kunde om een haarkleurmiddel te maken, vertelde Hartmut Schiemann, afdelingshoofd microreactoren bij Procter and Gamble (P&G). Bijna 30 ingrediënten moeten in precies de juiste volgorde en onder exact beheerste condities gemengd worden, anders gaan er allerlei ongewenste reacties lopen. Regelmatig moesten batches worden ‘gered’ of zelfs weggegooid in het traditionele batchproces. Bij P&G ontwierp men daarom een continu flowsysteem, waarin eerst de hoogvisceuze en laagvisceuze hoofdcomponenten in twee aparte kanalen worden vermengd. Beide stromen worden gevoed aan een reactor, waarna verscheidene microingrediënten worden toegevoegd. Op aanwijzing van in-line monitoring kon het product worden gerecycled naar de reactor of de namenger. Dit continue systeem heeft minimale productverliezen door de constante kwaliteit, en werkt 15 maal sneller dan de batchreactor. Schiemann was er vooral van onder de indruk dat daarvoor een installatie met de omvang van een bureau nodig was, terwijl de traditionele reactoren een complete fabriekshal vulden.

Probleem

Praktijkoplossing

• Risico op verstopping door vaste reactanten, producten en katalysatoren • Onvoldoende kennis over modellen en schaalvergroting • Corrosie van microreactoren • Sensoren voor dosering en in-lijn kwaliteitscontrole • Korte levensduur van pompen

• Oscillerende reactoren • Buisreactoren toepassen, microreactoren alleen voor R&D • Identificeer een kennispartner • Bouw een competentieteam op • Gebruik keramische materialen en coatings • Geen showstopper, vereist wel R&D • Pas dubbele pompen toe die snel uitwisselbaar zijn

• Grote investeringen in installatie voor één product • Hoge ontwikkelkosten in een gegevensarme omgeving • Hoge productkosten bij trial runs • Extra kosten omdat product opnieuw gefiled moet worden • Vaak zijn extra ontwikkelingen nodig in infrastructuur

• Gebruik modulair systeem dat verschillende producten kan maken • Zoek grootschalige toepassingen • Verbeter modellen zodat betrouwbare voorspellingen mogelijk zijn • Gebruik de gegevens uit veiligheidstesten en de researchfase • Sla ze over (met goede modellen) • Voer trials uit in microreactoren • Pas PI toe op nieuwe producten; zorg dat iedereen zich daarvan bewust is • Zoek toepassingen van grote omvang en winstgevendheid om dit te kunnen dragen

• Flowreactoren worden gezien als hoog risico, vrees voor het onbekende • Weerstand tegen verandering • Gebrek aan steun in de organisatie

• Start met producten met hoge waarde (‘whiskey’) of producten waar geen andere mogelijkheden zijn • Demonstreer met showcases • Onder druk wordt alles vloeibaar • Train de staf • Creëer een eerste succes waar er geen andere optie is


Jaar van de Chemie

Internationaal Jaar van de Chemie 2011 is uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Chemie. Het hele jaar door vinden activiteiten plaats om chemie te promoten als oplossing van vraagstukken rond energie, huisvesting, gezondheid, voedsel, infrastructuur en economie. Een greep uit het aanbod.

MADAME CURIE & HET GEHEIM VAN DE SIDDERENDE STRAAL OMSCHRIJVING: Muziektheaterprogramma over Marie Curie, die bezig is met een belangrijke formule (röntgenstraling) als zij ontvoerd wordt. Iedereen is ongerust, ze zou binnen enkele dagen in Zweden de Nobelprijs in ontvangst nemen. Dan worden Madame Curie en een van haar ontvoerders verliefd (Chemie!) en weten ze met behulp van een onzichtbaarheidserum te ontsnappen. TIJD EN PLAATS: Vanaf maart, onder andere in het Zeeheldentheater in Den Haag. DOELGROEP: Jeugd bovenbouw. ORGANISATIE EN INFO: Briza, info@briza.nl.

CURIE-LEZINGEN CYCLUS

THE C-TEAM: WE ARE CHEMISTRY

ZOMERTENTOONSTELLING NEMO

OMSCHRIJVING: Expositie over het mysterieuze C-Team, vijf briljante, maar enigszins excentrieke wetenschappers, die voor ieder probleem een chemische oplossing weten. Bezoekers gaan zelf aan de slag met de “uitvindingen”: ze kunnen een melodie op het schetenorgel componeren of het schoonheidsgeheim van zeep ontdekken. TIJD EN PLAATS: Discovery Center Continium, Kerkrade. Van 27 februari tot en met 18 september. DOELGROEP: Jongeren. ORGANISATIE EN INFO: www.continium.nl.

OMSCHRIJVING: Interactieve zomertentoonstelling die laat zien dat alles is opgebouwd uit atomen en moleculen, die ook met elkaar reageren. Als je weet hoe de deeltjes werken en met elkaar reageren, kun je bepaalde wensen uit laten komen. Je kunt materialen nog sterker maken of limonade nog lekkerder laten smaken. Of je kunt zorgen dat we minder afval krijgen. De tentoonstelling “Chemie aan zee” laat zien welke chemische processen er allemaal op het strand te vinden zijn. Er is een surfshop, een cocktailbar, een frietkraam en wc’s met vieze praatjes. TIJD EN PLAATS: Van 25 juni t/m 4 september. Nemo, Amsterdam. DOELGROEP: Kinderen 8+ en geïnteresseerde volwassenen. ORGANISATIE EN INFO: Nemo en VNCI, www.e-nemo.nl.

CHEMISTRY- CREATING NEW WORLDS

OMSCHRIJVING: Acht bijeenkomsten waarin twee tot vier topwetenschappers en topindustriëlen lezingen houden rondom het thema “Chemie in de Wereld”. Onderwerpen: duurzame energie, arts & sciences, astrochemie, chemie & gezondheid, chemie & voeding, bionanotechnologie, chemie voor kinderen, medicijnen op maat, forensische chemie, et cetera. TIJD EN PLAATS: 1 juni, 13:00 uur in het Atrium in het Van Leeuwenhoek Laboratory, Van der Waalsweg 14, Delft (www. vanleeuwenhoeklab.com)

OMSCHRIJVING: Twintig toonaangevende kunstenaars uit acht landen laten zich inspireren door uitvindingen van wetenschappers, met speciale aandacht voor human chemistry. Zij visualiseren de chemische denkwereld in twintig glasen lichtinstallaties. De werken zijn monumentaal, kleurrijk en transparant. Enkele lichtinstallaties zijn interactief. Voor kinderen is een schoolprogramma ontwikkeld en voor studenten, wetenschappers en technologen het internationale symposium The Art and Science of Glass. TIJD EN PLAATS: 3 tot en met 26 juni.

DOELGROEP: Studenten, Young Professionals, wetenschappers, R&D-managers, NGO’s en beleidsmakers. ORGANISATIE EN INFO: KNCV i.s.m. Industrielinqs.

Boulevard en duinen van Kijkduin. DOELGROEP: Iedereen, van jong tot oud. ORGANISATIE EN INFO: Stichting Biënnale Kijkduin, info@biennalekijkduin.nl, www.biennalekijkduin.nl.

Doelgroep: Kinderen tussen 6 en 9 jaar (afkomstig van scholen, scouting, vriendenclubs of familie). ORGANISATIE EN INFO: www.juniorfirstlegoleague.nl, JrFLL@techniekpromotie.nl.

CHEMIELOOP OMSCHRIJVING: Loopevenement in Zeeland over een indrukwekkend fabrieksterrein en door het prachtige Zeeuwse landschap. Er zijn drie varianten: de halve marathon van Dow, de 10 kilometer van AkzoNobel en een Kinderloop. DOELGROEP: Iedereen (jong en oud, lopers en toeschouwers). TIJD EN PLAATS: Zaterdag 10 september, Terneuzen. ORGANISATIE EN INFO: VNCI. www.chemieloop.nl, info@chemieloop.nl.

JUNIOR FIRST LEGO LEAGUE OMSCHRIJVING: Kinderen worden gemotiveerd om de wereld om hen heen te ontdekken en te merken dat ook zij invloed op de wereld hebben. Ze verkennen de grensverleggende wereld van de Biomedische Technologie door innovatieve manieren te ontdekken om letsel te genezen, genetische aanleg te overwinnen en de mogelijkheden van het menselijk lichaam te maximaliseren, met als insteek een gelukkiger en gezonder leven. TIJD EN PLAATS: Inschrijven kan vanaf september.

WWW

Meer informatie: www.chemistry2011.org www.jaarvandechemie.nl mei 2011 Chemie magazine 53



Starters

Eerste industriële fotobioreactor voor algenproductie

Biobrandstof uit algen rendabel in de toekomst AlgaeLink heeft de eerste industriele fotobioreactor voor de productie van algen op de markt gebracht. Het complete productiesysteem van het bedrijf, gevestigd in het Zeeuwse Yerseke, vindt wereldwijd gretig aftrek. Toepassingen zijn er binnen verschillende markten. Tekst: Emma van Laar

D

e algenproductiesystemen bieden oplossingen voor de zuivering van afvalwater en CO2-uitstoot. ‘De eigenschappen van algen zijn al jaren bekend in de literatuur. Ondanks deze indrukwekkende karakteristieken, zoals de snelle groei en het bevatten van veel olie, is er op industriële schaal nog niet veel mee gedaan,’ vertelt Peter van den Dorpel, CEO van AlgaeLink. ‘De industriële toepassing heeft lang in de kinderschoenen gestaan omdat het niet gemakkelijk is algen te groeien. Het kweken werd wel in open vijvers gedaan, maar dat is verre van efficiënt en niet geschikt voor toepassing op grotere schaal. Wij hebben een gesloten systeem ontwikkeld waarin de fotosynthese plaatsvindt.’

Afvalwater

Algen groeien tijdens het duurzame productieproces op zonlicht, CO2 en water. ‘Dat water hoeft geen schoon water te zijn. Het afvalwater van bijvoorbeeld een aardappelfabriek kan net zo goed gebruikt worden. Het belangrijkste is dat er voedingsstoffen in het water zitten en natuurlijk geen onaangename vervuilingen, maar

‘Vrijwel elke soort water kan gebruikt worden voor het kweken van algen’

De AlgaeLink industriële fotobioreactor voor de productie van algen is een compleet productiesysteem

verder kan vrijwel elke soort water gebruikt worden voor het kweken van algen,’ stelt Van den Dorpel. ‘We zijn inmiddels goed in staat om de relevante variabelen, zoals pH, licht, temperatuur en CO2, te beheersen. Toen het rendement en de efficiëntie steeds beter werden, hebben we er voor gekozen om het systeem te gaan verkopen. De verkoop loopt goed, de markt voor algen is immers groot. Ondertussen hebben we klanten over de hele wereld.’

Toepassingen

Het algensysteem kan ingezet worden voor allerlei toepassingen. Algen worden al langer gebruikt in de cosmetica- en voedingsmiddelenindustrie, maar algen zetten nu ook voet aan de grond als grondstof voor groene brandstof. ‘Eigenlijk zijn er vijf markten waarvoor klanten ons systeem gebruiken,’ legt Van den Dorpel uit. ‘Drie daarvan zijn eindproductmarkten; de drie f’s food, feed en fuel. Onder food vallen allerlei humane voedings- en farmaceutische middelen, bij feed gaat het om voedingsproducten voor dieren. In Yerseke zelf zetten we bijvoorbeeld algen in voor de productie van voeding voor schaalen schelpdieren. Daarnaast kan de olie uit algen gebruikt worden als bouwsteen voor allerlei biobrandstof-

fen en chemische applicaties. Zo werken we met een aantal commerciële en militaire luchtvaartorganisaties aan de ontwikkeling van een alternatieve vliegtuigbrandstof. Naast deze eindproducten wordt ons systeem door sommige klanten ingezet voor CO2-absorptie. Ook is er de mogelijkheid voor implementatie van de fotobioreactor in bestaande afvalwaterplants voor waterzuivering.’

Omslagpunt

Van den Dorpel: ‘Biobrandstof uit algen is nog niet rendabel in vergelijking met fossiele brandstoffen. Hoewel er meerdere groene alternatieven zijn, denk ik dat algen een grote rol zullen gaan spelen. In vergelijking met planten die hoger in de orde staan, stoppen algen namelijk meer energie in hun groei. Ze besteden minder energie aan bijvoorbeeld voorplanting en bescherming tegen natuurlijke vijanden. Vandaag de dag zijn de kosten nog te hoog waardoor biobrandstof uit algen nog niet kan concurreren met fossiele brandstoffen. Dit evenwicht zal op termijn wel omslaan door de verwachte stijging van de prijs van de traditionele brandstoffen en het goedkoper worden van het algensysteem. We streven naar steeds verdere optimalisatie en een kostendaling van tien procent per jaar.’ p mei 2011 Chemie magazine 55


Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl


Discussie

STELLING

ALS IK RUTTE WAS, ZOU IK… De chemie vergrijst. Het aantal jongeren dat voor een chemiestudie kiest, is niet voldoende om het tekort aan personeel de komende jaren op te vangen. Stel u had de leiding over dit kabinet, hoe zou u dit probleem dan aanpakken? Over deze vraag gingen lezers van dit blad in discussie op LinkedIn. Een samenvatting. Tekst: Igor Znidarsic

D

e reageerders vallen uiteen in twee kampen. De ene groep vindt dit geen taak voor de overheid. ‘Dat kan de industrie zelf het beste en heeft daar geen steun van ambtenaren bij nodig. Politici ook niet, want ook die hebben geen flauw idee hoe de chemie in elkaar zit,’ zegt de een. ‘Als de chemische industrie moeite heeft om voldoende mensen te trekken, dan heeft ze dat in de eerste plaats aan zichzelf te danken,’ zegt de ander. Hoe de industrie het probleem moet oplossen, daar zijn de meningen over verdeeld. Een suggestie is dat de industrie zichzelf beter aan de samenleving moet verkopen, door het tonen van de toepassingen en de investeringen in milieu en duurzaamheid.

Soapserie

Iemand stelt zelfs een soapserie voor. ‘Zet een paar leuke meiden en jongens bij elkaar. Maak goede, maar vooral leuke scenario’s in een bedrijfsomgeving (laboratorium, onderhoud, process omgeving) en er is binnen enkele jaren geen probleem meer om jongeren te interesseren. Het idee is bij me opgekomen door series als CSI Miami, die aantoonbaar meer studenten hebben opgeleverd.’ Maar anderen geloven niet in imagoverbetering via deze weg. ‘Om de chemie als werkgever aantrekkelijker te maken, zul je vooral iets aan de arbeidsomstandigheden, dus aan de fabrieken moeten doen. Wat er nu wordt aangeboden, heeft net iets te veel weg van het niveau “leerlingstoker op een stoomlocomotief”. Moderniseren die hap!’

OPMERKELIJK ´Als de chemische industrie moeite heeft om voldoende mensen te trekken, dan heeft ze dat in de eerste plaats aan zichzelf te danken´

´Om de chemie als werkgever aantrekkelijker te maken, zul je vooral iets aan de arbeidsomstandigheden moeten doen´

Onrealistisch beeld

Het andere kamp vindt dat er wel degelijk een taak ligt voor de overheid. Het verbeteren van het voortgezet onderwijs lijkt de sleutel. ‘Je kunt al grote winst behalen door in de scheikundeles meer toepassingen van chemie te laten zien. Nu zijn het vooral de basics op het voortgezet onderwijs, zoals redoxreacties, titraties, etc. Niks mis mee, als je maar kunt laten zien waar dat uiteindelijk toe kan leiden. Vaak wordt gedacht dat het enkel in een witte labjas lopen is en stofjes bij elkaar gooien en kijken wat eruit komt. Liefst nog met ontploffingen... geen realistisch beeld dus.’ Opgemerkt wordt dat het grootste tekort binnen de chemische industrie niet zozeer hoogopgeleiden maar vooral procesoperators op mbo-niveau betreft. ‘Wat een beroep is dat in de praktijk bar weinig te maken heeft met de reageerbuisjes-“chemie” die op de middelbare school wordt onderwezen.’

Liefde voor het vak

Veel reageerders zijn niet te spreken over de kwaliteit van de leraren, deels te wijten aan de tekorten en de vergrijzing en deels aan de ‘ondermaatse’ kwaliteit van de lerarenopleidingen. Iemand merkt op: ‘Een goede en bevlogen vakdocent kan een leerling het nut van zijn vak bijbrengen. Of het vak je vervolgens aanspreekt is een tweede, maar daar ligt zeker een rol voor de docent.’ Iemand anders vraagt zich af: ‘Waarom kiezen zo weinig studenten op de universiteit voor master educatie?’ Kortom: ‘Er moeten meer leraren komen met liefde voor het vak én de vaardigheden om dit enthousiasme over te brengen!’

´Je kunt al grote winst behalen door in de scheikundeles meer toepassingen van chemie te laten zien. Nu zijn het vooral de basics´

´Een goede en bevlogen leraar kan een leerling het nut van zijn vak bijbrengen´

Aantrekkelijk maken

Een wakkere deelnemer merkt tot slot op dat in deze discussie twee aparte vragen door elkaar lopen: “hoe maak ik chemie als studieonderwerp aantrekkelijk?” en “hoe maak ik werken in de chemische industrie aantrekkelijk?” ‘Het eerste is vooral een uitdaging voor het onderwijs, en daar heeft de overheid als organisator van dat onderwijs zeker een taak te vervullen. Het tweede is primair een taak voor de industrie zelf: als mensen met interesse voor chemie liever ergens anders gaan werken, dan doet de chemische industrie gewoon iets fout.’ p

WWW

Volg de discussie op: www.vnci.nl/discussie mei 2011 Chemie magazine 57


Vacature selectie

11660 Teamleider Recruitment

12610 (Sr.) Scientist Quality Control 12380 (Sr.) Technical Specialist

12470 Laboratorium Assistent 12505 Technicus voor Chemische Piloting

12690 Lab Technician 12695 Lab Engineer

12700 QC Research Analist 11815 Laborant Analytisch Lab

12675 Associate Scientist Kitchen Care 12645 Junior RDE Laboratory Technician

LESCHACO –

12195 Meerdere QA/ Documentatie functies

12625 Technicians

your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental

12715 (Sr.) Technician Downstream Processing 12545 Assistant Scientist Food Application

logistics with responsible care for the chemical industry.

12670 Chemical Service Technician

11880 Technician Methode Validatie 12315 Inspector

Experienced. Dedicated. Customized.

Bekijk alle vacatures op www.checkmark.nl

tel: 0182 590 210

Explore your Talent Recruitmentspecialist in chemie & life sciences

phone +31

(10) 2953 153

Logistics – and beyond. Since 1879.

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com


YPN mobiel

In de rubriek YPN Mobiel stellen leden van het Young Professionals Network (YPN) zich voor. Vervolgens geven zij de mobiel door aan iemand van wie zij graag iets meer willen weten. Tekst: Igor Znidarsic

‘DE PROJECTEN VIND IK HEEL ERG UITDAGEND’ Wat maakt Decorative Paints? ‘De verfindustrie onderscheidt solvent borne- en water borne-verven. Watergedragen verf, zoals latex, wordt voornamelijk gebruikt voor muren. Wij maken solvent borne-verven, op basis van verdunningen, die voor hout worden gebruikt.’ Wat is jouw rol daarin? ‘Ik ben sinds anderhalf jaar Process & Improvement Manager. Ik leid de technische projecten in de fabriek. Dat houdt in dat ik verbeteringsvoorstellen voorbereid en die probeer te ontwikkelen tot werkelijke technische verbeteringen. Inmiddels heb ik twee mensen die mij daarbij helpen, die aan mij rapporteren. De meeste projecten zijn geënt op efficiëntieverbetering, netter en sneller kunnen werken en vermindering van energieconsumptie.’ Kun je één zo’n project noemen? ‘Sinds vorig jaar ben ik fulltime bezig geweest met het Inline Dispenserproject. Dat is een installatie waarmee we in vergelijking met de oude situatie twee keer zo veel halffabricaten kunnen maken in de helft van de tijd. Concreet maakten we op de oude installatie een batch van 2500 liter in 7 uur tijd, nu maken we een batch van 5000 liter in 3 uur tijd. Het is een vrij geautomatiseerd systeem.’ Wat spreekt je aan in deze baan? ‘Ik vind het leuk om in de fabriek din-

gen te ontdekken die anders, beter kunnen. Ik krijg ook vaak tips vanaf de werkvloer. Ik vind het elke keer weer superuitdagend om daar dan een investeringsvoorstel van te maken, er een goede business case omheen te bouwen, het benodigde geld ervoor te krijgen en dat vervolgens op een goede manier te besteden. Ik vind het leuk dat ik de ruimte krijg om dat te doen. Dat is mijn main driver op dit moment.’ Hoe ben je bij AkzoNobel terechtgekomen? ‘Ik heb mijn afstudeerproject bij AkzoNobel Industrial Chemicals gedaan. Daarna ben ik in Groot-Ammers gaan werken op de planningsafdeling, waarbij ik ook verbeterprojecten deed. Toen kwam deze functie vrij. Ik solliciteerde en werd aangenomen. Het was een nieuwe functie binnen de organisatie en ik heb er denk ik wel wat leuks van kunnen maken.’ Wat heb je gestudeerd? ‘Ik heb technische bedrijfskunde gestudeerd in Eindhoven. In mijn master heb ik een specialisatie richting procestechnologie gekozen, waarbij ik wat meer technische vakken heb gevolgd. Zodoende heb ik een master in beide richtingen kunnen afsluiten.’ Wat zijn je plannen voor de toekomst? ‘Op dit moment is mijn functie tweeledig: aan de ene kant projectmanage-

Even voorstellen: NAAM Melvin Spalburg (27) FUNCTIE Process & Improvement Manager BEDRIJF Decorative Paints (AkzoNobel), Groot-Ammers

ment, aan de andere kant zit ik ook in de lijn. Ik heb de afgelopen jaren voornamelijk projecten gedaan, sinds een paar maanden geef ik ook leiding. Ik vind beide heel leuk om te doen, maar ik merk wel dat ik de projecten heel erg uitdagend vind. Ik kan nog niet zeggen of het in de toekomst een van de twee kanten op gaat of dat het een combinatie wordt van beide. Ik ben er nog niet over uit.’ Aan wie wil je de YPN mobiel doorgeven? ‘Aan Joelle Stokkel. Ik ben wel benieuwd wat zij precies doet bij DSM Powder Coating Resins.’ p

WWW

Meer info over YPN: ga naar www.vnci.nl/yp. mei 2011 Chemie magazine 59


NOTOX’ 10 steps to REACH compliance REACH Are you ready for the future?

CONTACT US NOW and we help you submit your registration in time.

NOTOX B.V. P.O. Box 3476 5203 DL ’s-Hertogenbosch The Netherlands reach@notox.nl

w w w . n o t o x . n l

U hebt nieuws www.brainbox.nl

Of bent u het

Mediatraining

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN GRATIS PROEFABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

NEEM EEN GRATIS PROEFABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

3x

GRAT

IS

t de eg me p' ore: 'W tenscha k Mo we Patric seerde liti gepo

rner tter We nnen pla voorzi Nieuwe nn en zijn ma Fuhr

e: cipati Pill’ r eman s the 50 jaayone know 'Ever

van niging de Vere

ndse erla de Ned

Seveso-richtlijn: cultuur telt mee

Schaarste arbeidsmarkt Generiek beleid kabinet Rutte chemie groeit

Problemen invoering e-MJV overwonnen

Renée Bergkamp (EL&I) over topgebied chemie

De chemie achter huidverzorging

azine Mag

che Chemis

Indu

strie

• 06

• 23

juni

g lossin n op ee aa rkt m ie we bleem Chem naspro vulkaa

Maandblad van

2010

r doo gen s Vlielkaana Vu

van ndblad Maa

h Chemie magazine proefabonnement (3 edities) h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

Chemische Industrie • 11 • 17 november 2010

Magazine

Import aardgas kost miljoenen

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• 04 • 27 april 2011

Magazine

Bedrijsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: timmerman@vnci.nl


Bedrijven / Column

HOOFDREDACTEUR LUISTEREND OOR B E D R I J V E N In onderling overleg hebben de gemeente Bergeijk en Diffutherm besloten dat het bedrijf per 31 december 2013 verdwijnt uit Bergeijk. Diffutherm kwam in 2004 in het nieuws door een grote explosie. De plek waar het bedrijf nu zit, wordt op kosten van het bedrijf herontwikkeld. Het blijft een bedrijventerrein, maar voor bedrijven tot milieucategorie 3.2. Diffutherm verhuist naar het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert en komt zo op veilige afstand van een woongebied. Als compensatie blijft Diffutherm eigenaar van de grond. p

FOTO: CASPER RIL A

V ERHUIZING

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van Chemie magazine

PRODUCT IEUI T BREIDING

Bayer Material Science investeert 90 miljoen euro om in Krefeld de productie van polycarbonaat uit te breiden. De huidige capaciteit in Krefeld-Uerdingen is 330.000 ton per jaar, de komende vier jaar wordt deze geleidelijk vergroot tot 400.000 ton. De mondiale vraag naar polycarbonaat neemt toe, vooral in Azië en dan met name in China. p

OV ERN A ME

LANXESS, leider op het gebied van speciaalchemie, heeft DSM Elastomers overgenomen voor 310 miljoen euro. DSM Elastomers produceert onder de merknaam Keltan het synthetisch rubber ethyleen-propyleen-dieen-monomeer (EPDM). DSM Elastomers heeft wereldwijd zo’n 420 werknemers. DSM heeft in Sittard-Geleen een EPDM-fabriek met een jaarcapaciteit van 160.000 ton. LANXESS zal zijn hoofdkwartier voor de gezamenlijke EPDM-activiteiten van het Duitse Marl naar Sittard-Geleen verhuizen. p

A A RDA PPEL EIGEN A A R

BASF Plant Science is eigenaar geworden van de genetisch gemodificeerde amylopectine zetmeelaardappel Modena. Modena is ontwikkeld door aardappelzetmeelfabrikant Avebe en bevindt zich momenteel in het goedkeuringsproces voor commercieel gebruik in Europa. p

E XCLUSIEF GEBRUIK

AkzoNobel Industrial Chemicals heeft een licentieovereenkomst met Koninklijke Hulshof afgesloten voor het exclusieve gebruik van AkzoNobel’s gepatenteerde DeMythe LDD-technologie voor de verwerking van huiden. Deze technologie is de manier voor het ontvetten en ontwateren van dierenhuiden in de leer- en proteïne verwerkende industrieën. p

‘Goed communiceren is vooral goed luisteren’

Communiceren. We doen het de hele dag, voor 7 procent met woorden, voor 38 procent met onze stem en voor 55 procent met lichaamstaal. Bij mailen en sms’en vervallen die eerste twee overigens en komt alles op het woord neer, vandaar dat er zo veel miscommunicatie is bij mailverkeer. Maar ook al pratend gaat er veel mis. Je hoeft maar even onduidelijk te formuleren, je intonatie niet onder controle te hebben en/of met je gebaren en mimiek iets anders uit te stralen, en er ontstaat onbegrip, irritatie, of erger: ruzie. Je in allerlei bochten wringen dat je het zo niet bedoeld hebt, helpt dan meestal niet meer. Naast informatie-uitwisseling is het doel van communicatie uiteindelijk begrijpen en begrepen worden. Goed communiceren is daarom vooral goed luisteren. Een veel gemaakte fout is dat je onbewust aanneemt dat je eigen filosofie of gedachtegang gelijk is aan die van de ander. Dat je dus te veel interpreteert vanuit de eigen beleving, in plaats van echt luistert naar de gedachten, ideeën of bedoeling van de ander. Als ik zo om me heen kijk, zowel professioneel als privé, denk ik dat verreweg de meeste conflicten, ruzies en ander intermenselijk ongemak hieruit voortkomen. We zijn slechte luisteraars. We luisteren vooral om een antwoord te kunnen geven: ‘Ik heb dat ook meegemaakt! Ik zal je vertellen hoe dat ging.’ We zijn bij het luisteren vooral met onszelf en niet met de ander bezig. Ook in de communicatie tussen organisaties onderling, organisaties en individuen en overheid en burgers gaat er veel mis. Dat het voor de overheid nog steeds moeilijk is om zich te verplaatsen in de burger, die gehoord wil worden en open en eerlijke informatie wil, bleek bij de ramp bij Chemie-Pack. Terwijl de aanwijzingen dat er mogelijk schadelijke stoffen waren vrijgekomen zich opstapelden en de omwonenden zich zorgen maakten over hun gezondheid, bleven de autoriteiten het gevaar bagatelliseren. ‘In een dergelijke crisissituatie staat de ontvanger van informatie per definitie met enige wantrouwen tegenover de overheid,’ zegt Wim Carabain, communicatiemanager en oud-voorzitter van de landelijke projectgroep Risicocommunicatie, in deze Chemie magazine. ‘Daarnaast heerst er veel onzekerheid bij de burgers, misschien zelfs angst. Het wantrouwen en de angst tegemoettreden met de boodschap “gaat u maar rustig slapen” is niet verstandig. Zeg eerlijk dat je het niet weet, leg uit waar je mee bezig bent en vertel wat je wel weet. Wees transparant en durf twijfel uit te spreken.´ Toen de bewoners van ‘het rookgebied’ (Hoeksche Waard en Dordrecht-Zuid) om een informatiebijeenkomst vroegen, vonden de autoriteiten die niet nodig, de metingen waren immers niet verontrustend. De autoriteiten begrepen niet dat de bewoners hier niet zozeer om harde informatie verzochten, maar vooral hun klachten en zorgen wilden uiten. Zij wilden dat de overheid naar hen luisterde, in hun behoefte aan een luisterend oor voorzag. Een gemiste communicatiekans. p

mei 2011 Chemie magazine 61


Service

Colofon

Mensen DSM

Atzo Nicolaï

Atzo Nicolaï (1960), momenteel lid van de Tweede Kamer, wordt per 1 juni directeur van DSM Nederland. Nicolaï was van 1998 tot 2002 lid van de Tweede Kamer. Van 2002 tot 2006 was hij Staatssecretaris voor Europese Zaken en van 2006 tot 2007 minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. In 2007 keerde hij terug naar de Tweede Kamer. Hij studeerde rechten en politicologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De huidige directeur, Jos Schneiders (1951), treedt op eigen verzoek om persoonlijke redenen, terug.

Redactie: Igor Znidarsic (Hoofdredacteur) e-mail: znidarsic@vnci.nl Jos de Gruiter e-mail: de gruiter@vnci.nl Adres redactie: Loire 150, 2491 AK Den Haag, tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

chemelot

Bij de Utility Support Group (USG), die de energiestromen beheert op Chemelot, is commercieel manager Har Fransen met vervroegd pensioen gegaan. Zijn opvolger is Jan Kaptijn. Kaptijn komt vers ingevlogen uit Indonesië, waar hij een aantal jaren marketing & sales director was bij DSM Kaltim Melamine in Jakarta. DSM is een van de grotere klanten van het op coöperatieve grondslag werkende USG. Andere klanten zijn onder meer Sabic, Oci-Nitrogen en Lanxess. vnci

Per 1 augustus treedt Jos Dingemans in dienst bij de VNCI als speerpunt­ manager VGM (Veiligheid, Gezondheid en Milieu). Jos heeft de studie chemische technologie afgerond aan de TU Eindhoven. Na enkele jaren als milieuambtenaar te hebben gewerkt, is hij in dienst getreden bij AkzoNobel, waar hij in diverse functies actief is geweest. Zijn laatste functie was director EHS bij MSD/Organon. Jos kijkt reikhalzend uit naar zijn nieuwe job en met name naar de samenwerking met de VNCI-collega’s en vele vakgenoten, zowel in de bedrijven als bij de overheden.

Volgende maand in Chemie Magazine (verschijnt 30 juni)

Topteam-lid Bert Jan Lommerts (Latexfalt) WTC-rapport ‘Naar een groene chemie’ Ervaringen chemiebedrijven met de pers Succes Strategische Acquisitie Unit Chemie Nederland octrooiland Verslag Dag van de Chemie Ervaringen met de duale opleiding En nog veel meer... 62 Chemie magazine mei 2011

Eindredactie: drs. Marieke Moraal (Moraal Media) Vaste medewerkers: drs.ing. Inge Janse, ir. Joost van Kasteren, drs. Emma van Laar, ir., Gerard van Nifterik , Casper Rila, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, Marga van Zundert Vormgeving: Basisvormgeving, art-direction en opmaak: Curve, Haarlem, Joachim Mahn Advertentie-exploitatie: Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, tel. 070-323 40 70 Fax 070-323 71 96 e-mail: dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie. Druk: Ten Brink, Meppel Abonnementenadministratie: Nieuwe abonnementen/mutaties alleen schriftelijk opgeven bij: crs@vnci.nl. Voor alle VNCI-leden, alsmede leden van aangesloten lidverenigingen, is Chemie magazine gratis. Abonnementen eindigen per eind maart. Als niet vóór 1 december wordt opgezegd, loopt het abonnement nog een jaar door. Abonnementsprijs per jaar (incl. btw) 80 euro in Nederland en België 100 euro in de overige landen Chemie magazine verschijnt 11 x per jaar op woensdag Overname van artikelen en/of foto’s uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven. Beeld cover: Chris Bonis Internet: www.vnci.nl ISSN: 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

Process Development Engineer

services

Meco is producent van electro-plating systemen welke een hoogstaande reputatie hebben opgebouwd op het gebied van prestatie, betrouwbaarheid en kwaliteit. Als internationaal leverancier kan zij grote spelers in de halfgeleider-, connector en film & folie-industrie tot haar klanten rekenen. Ter versterking van het onderzoeks- en verkoopteam in Drunen zoeken wij een Process Development Engineer. In deze functie heb je een belangrijke rol in de ontwikkeling en bestudering van nieuwe systemen, materiaal aspecten en chemische processen voor de selectieve electro-plating van IC leadframes en componenten voor de electronische industrie. Je analyseert, verwerkt, communiceert en rapporteert resultaten en voert de chemische opstart van Meco plating machines uit bij klanten in het buitenland. Heb jij een afgeronde HBO opleiding op het gebied van Materiaalkunde, Fysische/Chemische technologie en beschik je over werkervaring in een relevante omgeving? Ben je pragmatisch ingesteld en in staat zeer zelfstandig (binnen een team) te werken? Lees dan meer over deze functie op onze website.

Meco Equipment Engineers / Besi - Drunen Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.