omslag 114 mm
omslag 114 mm
pag 111 mm breedte
pag 111 mm breedte
pag 111 mm breedte
pag 111 mm breedte
Feiten en cijfers over de chemische industrie in Nederland - 2010
Fig.1: Omzet Nederlandse chemische industrie (in miljard euro) 55
Feiten & Cijfers 2010
50 45
Facts & Figures
40
058-047 F&F-9.indd 1
25
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
30 2001
mljrd euro
35
Bron: CBS
Fig. 3: Bijdrage Nederlandse chemische industrie aan handelsbalans (in miljard euro) 80
Bestemming chemische producten De chemische industrie levert producten aan vele andere industrieën. Meer dan de helft van de verkopen van de chemische industrie betreft basischemicaliën.
uitvoer / export invoer / import
Fig. 2: Index productievolume Nederlandse chemische industrie (jaar 2005 = 100)
70
110
60
105
50
Overige chemische producten / Other chemical products: 11% Zeep-, was-, reinigings- en onderhoudsmiddelen / Soap, washing, cleaning and maintenance products: 3%
40
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
Bron: CBS
Handel Ongeveer driekwart van de in Nederland vervaardigde chemische producten wordt geëxporteerd. Hiervan gaat weer ongeveer 80% naar landen binnen Europa. De totale export is in 2010 met ruim 19% gestegen ten opzichte van 2009. Opvallend was de exportstijging naar de Verenigde Staten met ruim 25% en de export naar België die met ruim 29% steeg. De export naar Azië bleef achter met een stijging van nog geen 10%. De export bedroeg in 2010 circa € 71 miljard. Van de totale goederenexport van Nederland is dat ruim 19%. De import steeg met ruim 16% naar € 51 miljard in 2010. De chemische industrie leverde in 2010 een positieve bijdrage aan de handelsbalans van bijna € 20 miljard. Dit is 51% van de totale handelsbalans (goederen) van Nederland.
2010
2009
2008
2007
2006
2005
Bron: CBS 2004
20
2003
85
Basischemicaliën / Basic chemicals: 57%
30
2002
90
Verf, lak, vernis, inkt en mastiek / Paint, enamel, varnish, ink and mastic: 11%
2001
mljrd euro
95
80
Fig. 5: Verkopen chemische producten
Farmaceutische producten / Pharmaceutical products: 18%
100
2001
Omzet De omzet in de chemische industrie is het afgelopen jaar na een forse daling in 2009 weer bijna op het oude niveau van voor de crisis. In 2010 bedroeg de omzet € 47 miljard. Dit betekent een stijging van 25% ten opzichte van 2009. Deze stijging werd mede veroorzaakt door de hogere afzetprijzen. De sector (inclusief de rubber- en kunststofindustrie) blijft met ongeveer 3% een grote bijdrage leveren aan het Nederlandse Bruto Binnenlands Product.
Productievolume Het productievolume van de chemische industrie steeg in 2010 naar bijna 104 indexpunten. Dit betekent een stijging van bijna 8% ten opzichte van 2009.
indexpunten
De Nederlandse randvoorwaarden creëren een gunstig vestigingsklimaat voor de chemische industrie. Belangrijke grondstoffen zijn beschikbaar of kunnen gemakkelijk worden aangevoerd en een uitgebreid transportnetwerk biedt toegang tot het Europese afzetgebied. Verder behoren chemisch onderzoek en opleiding in Nederland tot de wereldtop. Samen met de Nederlandse cultuur en mentaliteit, zorgen die voor een krachtige chemische industrie die een aanjager vormt van de economie en het voortouw neemt in duurzaam ontwikkelen en ondernemen.
Fig. 4: Exportverdeling Nederlandse chemische industrie Afrika / Africa: 2% Verenigde Staten / rest / rest: 2% United States: 8% Azië / Asia: 8%
rest Europa / rest of Europe: 17% Zweden / Sweden: 2% Spanje / Spain: 4% Italië / Italy: 5%
Duitsland / Germany: 24%
Bron: CBS 2009
Werkgelegenheid In 2010 werkten er ongeveer 64.000 mensen in de chemische industrie. Ongeveer een derde van het personeel in de sector heeft een hbo- of hogere opleiding gevolgd. Ruim tweederde van het personeel heeft een mboopleiding genoten. Onderzoek en ontwikkeling Innovatie is essentieel voor de Nederlandse chemische industrie. Dit blijkt onder meer uit de investeringen die de sector doet in onderzoek en ontwikkeling. De chemische industrie in Nederland geeft zo’n 2,5% van de omzet uit aan onderzoek en ontwikkeling binnen het eigen bedrijf, dit is ongeveer 1,3 miljard euro (cijfers 2007).
België / Belgium: 12% Verenigd Koninkrijk / United Kingdom: 8% Frankrijk / France: 8%
10-05-11 11:57
pag 111 mm breedte
pag 111 mm breedte
pag 111 mm breedte
pag 111 mm breedte
binnenzijde omslag 114 mm
binnenzijde omslag 114 mm
Facts and figures about the chemical industry in the Netherlands 2010
058-047 F&F-9.indd 2
werknemers / employees
105
Benchmark ref. 1999 MJA-2
100
6
95
5
90 85
4
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
20 NOx = Stifstofoxide / Nitrogen oxide
15
NMVOS = Niet Methaan Vluchtige Organische Stoffen/ NON Methane Volatile Organic Solvent
10 SO2 = Zwaveldioxide / Sulphur dioxide PM10 = Fijnstof (<10 micrometer)/Particle Matter (<10 micrometer) NH3 = Ammoniak/Ammonia
5
2009
2008
Bron: CBS 2007
0
2006
Verbetering bij (MJA3) bedrijven in 2009: • 8 procent minder energieverbruik in 2009 t.o.v. 2005 • 147 maatregelen (bij 46 bedrijven) in procesefficiency: besparing van 320 TJ • 61 maatregelen in de keten: winst van 174 TJ
Fig. 9: Emissies NEC-stoffen naar lucht
2005
Energie en klimaatbeleid Door actief in te zetten op energiebesparing (en daarmee ook beperking van CO2-emissies) heeft de chemische industrie, ondanks een sterke groei, slechts een beperkte toename van het energieverbruik laten zien. Figuur 8 toont de resultaten in het kader van de convenanten MJA-2 en Benchmarking. Deze zijn overgegaan in respectievelijk het MJA-3 en het MEE-convenant met meer aandacht voor energiebesparing in de keten. Vanaf 2009 wordt niet langer een zogenaamde Energie Efficiency Index maar een absolute energiebesparing gerapporteerd. Omdat het MEE-convenant later gestart is zijn voor 2009 alleen de resultaten uit de monitoring bekend voor het MJA3-convenant.
2004
2009
2008
2007
2006
2005
2004
Bron: VNCI
Bron: AgentschapNL
Emissies Bedrijven rapporteren jaarlijks hun emissies in het milieujaarverslag. Europees zijn nationale emissieplafonds vastgesteld voor NOx, SO2, NH3 en NMVOS (niet-methaan vluchtige organische stoffen). Dit noemen we de NEC-stoffen. De emissies naar lucht van de vier NECstoffen door de chemische industrie laten over de afgelopen jaren een dalende trend zien. Het aandeel van de chemische industrie in de NOx-emissiehandel is 19% met een emissie van 11,4 kton.
2003
0
2003
1
2001
% 70
2
2000
75
1999
80
3
2002
In Nederland is de laatste jaren een licht dalende trend in de LTIR te ontdekken. De LTIR voor eigen werknemers daalde in 2009 licht van 1,43 naar 1,38. Europees gezien is er ook een dalende trend. Wat betreft de aannemers is sprake van een substantiële daling. De LTIR voor aannemers daalde in 2009 van 3,86 naar 3,06.
Benchmark ref. 2006
2001
Een LTI (Lost Time Injury) staat voor een direct lichamelijk gebrek waardoor een werknemer lichamelijk of mentaal (vastgesteld door een competent medisch persoon) voor minimaal één dag niet in staat is om zijn geplande werkzaamheden uit te voeren. De LTIR (Lost Time Injury Rate) is het aantal LTI’s per miljoen gewerkte uren.
110
2000
Bron: VNCI 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
aannemers / contractors
1999
werknemers / employees
7
2002
aannemers / contractors
Fig. 8: Energie Efficiency Index (in %)
8
2001
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Fig. 7: Lost Time Injury Rate (LTIR)
kton
aantal sterfgevallen
Fig. 6: Aantal sterfgevallen in de chemische industrie (werknemers en aannemers)
Voor het MEE-convenant is er een inventarisatie gedaan op basis van de bij AgentschapNL aanwezige energie efficiency plannen. Deze laten zien dat er in 2009 in totaal 13.179TJ bespaard is. Hiervan is ruim de helft door maatregelen in de eigen processen gerealiseerd.
2000
Veilige werkomgeving Het aantal dodelijke ongevallen en de Lost Time Injury Rate (LTIR) in Nederland liggen over het algemeen ver onder het Europees gemiddelde en op een laag niveau. Helaas waren er in 2009 in totaal drie dodelijke ongevallen bij twee lidbedrijven te betreuren.
De introductie van de nieuwe VCA Petrochemie die verdergaande eisen oplegt aan aannemers, lijkt dus vruchten af te werpen voor wat betreft de LTIR. Een echte trendanalyse op basis van deze gegevens is echter moeilijk te maken.
aantal voorvallen/ miljoen gewerkte uren
Veiligheid, gezondheid en milieu Bij de chemische industrie is er continue aandacht voor veiligheid, gezondheid en milieu en het verbeteren van de prestaties. Bedrijven houden hun prestaties bij om verbeteringen aan te tonen en wijzigingen te signaleren. De meest recente cijfers over veiligheid, gezondheid en milieu gaan over het jaar 2009. Meer cijfers vindt u op www.vnci.nl/rc.
The Dutch preconditions create a favourable location climate for the chemical industry. Essential raw materials are available or can easily be supplied, and an extensive transport network provides access to the European sales markets. Furthermore, research and education in chemistry in the Netherlands is amongst the best in the world. In combination with the Dutch culture and mentality, this provides the basis for a strong chemical industry that drives the economy and plays a leading role in the development of sustainable enterprise. Turnover The turnover of the chemical industry, following the sharp decline in 2009, almost returned to the previous levels before the recession. In 2010, the turnover was € 47 billion. This represents an increase of 25% compared to 2009. This increase was partly due to higher sales prices. The sector (including the rubber and plastics industry) continued to make a major contribution to the Dutch Gross Domestic Product of almost 3%. [Fig. 1: Turnover Dutch chemical industry (in billion euro)] Production volume The production volume of the chemical industry went up to almost 104
index points in 2010. This represents an increase of almost 8% compared to 2009. [Fig. 2: Production Volume Index Dutch chemical industry] Trade Approximately three-quarters of the chemical products manufactured in the Netherlands are exported. Around 80% of this is to countries within Europe. Total exports, went up by more than 19% in 2010 compared to 2009. A noticeable development was the increase in exports to the United States by more than 25% and the increase in exports to Belgium by more than 29%. The exports to Asia were less impressive with an increase of less than 10%. The exports in 2010 were around € 71 billion. That represented more than 19% of all Dutch goods exports. Imports rose by more than 16% to € 51 billion in 2010. The chemical industry made a positive contribution of almost € 20 billion to the balance of trade in 2010, which was 51% of the total balance of trade (goods) in the Netherlands. [Fig. 3: Contribution Dutch chemical industry to trade balance (in billion euro)] [Fig. 4 Export share Dutch chemical industry in 2010]
Destination of Chemical Products The chemical industry supplies products to many other industries. More than half of the sales of the chemical industry concerned base chemicals. [Fig. 5: Sales of chemical products] Employment In 2010 approximately 64,000 people were employed in the chemical industry. Around one-third of the workforce in the sector had higher vocational or university qualifications. More than two thirds of the workforce had intermediate vocational qualifications. Research and Development Innovation is essential for the Dutch chemical industry. This is demonstrated amongst other things by the investment the sector continues to make in research and development. The chemical industry in the Netherlands devotes approximately 2.5% of its revenue to in-house research and development, which is equivalent to some € 1.3 billion (2007 figures). Health, Safety and the Environment The chemical industry is continually working to improve the level of health, safety, and environmental care. The industry measures its performance to show its commitment to improvement and to identify any problems. The
latest figures on health, safety, and environment are those for the year 2009. The figures for other years can be found at www.vnci.nl/rc. Safe Working Environment In general, the number of fatal accidents and the Lost Time Injury Rate (LTIR) for the industry is way below the European average. Unfortunately, in 2009 there were a total of 3 fatal accidents at two of our members. [Fig. 6: Number of fatalities in the chemical industry (employees and contractors) An LTI (Lost Time Injury) is defined as a direct physical condition whereby an employee is physically or mentally (as determined by a competent medical professional) unable to carry out the planned activities for at least one day. The LTIR (Lost Time Injury Rate) is the number of LTI’s per million hours worked. In recent years, there has been a slight decline in the LTIR in the Netherlands. The LTIR for employees within the industry fell slightly in 2009 from 1.43 to 1.38. A downward trend can also be seen at a European level. There has been a significant drop of this rate in relation to contractors. The LTIR for contractors fell in 2009 from 3.86 to 3.06. The introduction
of the new Petrochemical Safety Checklist for Contractors, which placed stricter requirements on contractors, would therefore seem to have produced positive results in terms of the LTIR. But it is difficult to make a reliable trend analysis on the basis of such data. [Fig. 7: Lost Time Injury Rate (LTIR)] Energy and Climate Policy By focusing on saving energy (and thus a reduction of CO2 emissions) the chemical industry, despite significant growth, has only shown a minor increase in energy consumption. Figure 8 shows the results produced under the MYA-2 and Benchmarking covenants, which have now become the MYA-3 and MEE covenants, with a greater emphasis on energy savings in the chain. Since 2009, reporting is no longer based on a so-called Energy Efficiency Index but on the absolute savings generated by projects. Only the results of the monitoring under the MYA-3 covenant are available for 2009 because the start of the MEE covenant was delayed. Improvement of (MYA-3) companies in 2009: • 8% less energy consumption in 2009 compared to 2005 • 147 measures (in 46 companies) to
improve process efficiency: savings of 320 TJ • 61 measures in the chain: savings of 174 TJ An assessment was carried for the MEE covenant based on the energy efficiency plans drawn up by AgencyNL, which showed that in 2009 a total of 13,179 TJ was saved, of which more than half was due to changes in the processes of companies within the industry. [Fig. 8: Energy Efficiency Index (in %)] Emissions Companies report on their emissions each year in the environmental annual report. National emission limits have been set at a European level for NOx, SO2, NH3, and NMVOS (non-methane volatile organic substances). These are known as NEC substances. The emissions into the atmosphere of the four NEC substances by the chemical industry has shown a downward trend in recent years. The share of the chemical industry in the NOx emission rights trading is 19%, which represents emissions of 11.4 Ktonnes. National limits for fine particles are currently being developed. [Fig. 9: Emissions of NEC substances into the atmosphere]
10-05-11 11:57