1 minute read
slobeenden
Als je wat langer naar vogels kijkt kun je vaak al aan het gedrag zien welke vogel het is, ook al bevindt die zich op grote afstand en valt er geen kleur te onderscheiden. Een mooi voorbeeld daarvan zijn slobberende slobeenden.
de winter doorgebracht rond de Middellandse Zee en zoeken alweer vroeg in het voorjaar een plekje op in het boerenland. Het lijkt erop dat er een stevig mannenoverschot is, want in maart en april zie je voortdurend twee of drie stalkende slobeendmannen die eindeloos achter een vrouwtje aanjakkeren. Laag boven de weilanden vliegen de heren steeds weer achter het vrouwtje aan dat met plotselinge zwenkingen aan al die aandacht probeert te ontkomen. Het lijkt erop dat slobeendmannen geen ‘me too’ kennen en allemaal heel vrouw- onvriendelijk opereren, maar in werkelijkheid test het vrouwtje zo de fysieke kracht van de mannen. Uiteindelijk wordt de stoerste slobeendman geaccepteerd.
Advertisement
Na de paring verstopt het bruine vrouwtje zich in een ruige slootberm om de eieren te leggen en uit te broeden. Het mannetje blijft steeds in de buurt. Door de witte borst, die sterk opvalt, zie je hem al van veraf als een witte stip op wacht staan. De donkergroene kop en nek lijken, ook van veraf gezien, bijna zwart. De vierkante bruine zijkant contrasteert met de witte flanken. Als zo’n slobeendman opvliegt, let dan goed op het roffelgeluid van de vleugels, want ook dat doet geen enkele andere eend hem na. Het zijn dus niet alleen slobberaars maar ook… roffelaars!