3 minute read
“Fransen zijn meer revolutionair dan wij”
Galloo transformeert afval tot circulaire grondstoffen. Als marktleider in de sector recycleert de groep 1,5 miljoen ton ijzer, 200.000 ton nonferrometalen en 40.000 ton plastics per jaar. Op de 365 mensen die bij Galloo in Vlaanderen aan de slag zijn, tellen we 37 Fransen, die allen in de hoofdzetel Menen werken. In Menen werken ook 24 Walen, die voornamelijk vanuit de grensgemeente CominesWarneton en Moeskroen komen. Ze rekruteren dus iets meer Fransen dan Walen, maar dat is niet onlogisch, want de hoofdzetel van Galloo bevindt zich pal op de landsgrens, in Menen.
Els Vanneste, HRmanager: “Vanuit mijn kantoor kijk ik uit op België én Frankrijk. Deze site bevindt zich letterlijk in twee landen. Vroeger maakte de Leie in Menen een bocht en die hebben ze rechtgetrokken. Onze duwbakken varen op die Leie richting Gent (om schroot te transporteren naar hun hub in North Sea Port, red.), wij hebben een stukje Frankrijk ‘geannexeerd’ om aan de Leie te kunnen blijven liggen”, lacht ze. “Daardoor hebben wij redelijk wat Fransen op onze payroll, maar voor alle duidelijkheid: die werken enkel in Menen en niet in onze lokale filialen in Roeselare, Gent, Gavere of Dendermonde.”
Waalse met pit
Galloo staat zeker open voor Franse werknemers om hun vacatures in de OostVlaamse vestigingen in te vullen, maar volgens Els is de afstand naar Gent net iets te ver. “Een Fransman is nochtans mobiel en wil verder rijden dan een Vlaming of Waal, maar Gent is al een heel eind. Meestal raken ze tot in Waregem. In Gent werken we trouwens voor onze afdeling scheepssloop met Belgische onderaannemers, die zelf enkel buitenlandse werknemers – denk aan snijbranders – tewerkstellen (Vlamingen vindt men immers niet meer voor de ontmanteling van schepen, red.) en hen tijdens de werkweek logement aanbieden in het Gentse. Maar zover gaan wij voorlopig niet.”
Doordat Galloo zowel met Vlamingen, Fransen als Walen werkt, heeft het recyclagebedrijf een goed beeld op de culturele verschillen tussen Vlamingen, Walen en Fransen. “Voor de meeste Walen is onze Vlaamse cultuur helemaal anders dan wat zij gewoon zijn. Wij hebben een Waalse werkneemster die bij ons komt werken omdat ze wil dat de zaken vooruitgaan. Ze heeft die ‘drive’ nodig om zich nuttig te voelen. Ze wil haar kinderen de boodschap meegeven dat je door hard te werken vooruit komt in het leven. In een deel van Wallonië heerst toch veel meer het idee dat je enkel moet geld verdienen om te leven, hun drive is minder groot. Hoe kan je anders verklaren dat de werkzaamheidsgraad in Oost en WestVlaanderen op 80% ligt en in Henegouwen strandt op nauwelijks 65%?”
Hoe dieper in Wallonië, hoe groter de cultuurkloof
Els geeft aan dat de cultuurkloof groter wordt naarmate je dieper afdaalt in Wallonië. “De cultuur in Bergen of Charleroi is niet te vergelijken met bijvoorbeeld die in Moeskroen of Dottignies. In Dottignies wonen trouwens veel WestVlamingen omdat het daar goedkoper is. Dat zijn dus Vlamingen die dagelijks de grens oversteken om bij ons te komen werken.”
Wat De Fransen betreft, windt Els er weinig doekjes om. “Fransen zijn in de regel meer revolutionair dan wij. Ze moeten toch altijd een beetje ‘tegen de baas’ zijn, maar ze komen hier wel heel graag werken.” Een en ander heeft ook te maken met het lucratieve statuut van ‘grensarbeider’, dat definitief uitdooft tegen 2033. “Wie nog in dit statuut zit, blijft hier maar al te graag werken (bij hen ruim 20 op 37 Fransen, red.). Ze verdienen bruto meer dan in Frankrijk, met dank ook aan de automatische indexering. In januari kwam er nog eens 11% bij, in Frankrijk was dat slechts 5%, en de kloof was al zo groot. Door dit speciaal statuut worden ze bovendien (minder, red.) belast in Frankrijk en niet in België.”
Wat is de voertaal bij Galloo, tot slot? Els gniffelt. “Al onze werkpostfiches zijn in het
Nederlands en Frans, maar hoewel heel wat Fransen én Walen onze taal goed begrijpen, schakelen we als Vlamingen zelf te snel over op het Frans. Ik merk wel dat VDAB inspanningen levert om anderstaligen aan te sporen ook een mondje Nederlands te leren. Iedereen met een goeie werkspirit is welkom in onze groep. Het werk op zich leren ze bij ons intern wel aan.”
Case 3
DYNACO EUROPE BOORT EXTRA ARBEIDSRESERVE AAN IN DE HOOFDSTAD EN WALLONIË