4 minute read

“Je kan Brusselse werkzoekenden aantrekken, maar je moet als bedrijf bereid zijn tweetalig te worden”

Bij Dynaco Europe in Moorsel bij Aalst werken mensen uit alle contreien: van Oezbekistan tot de Filippijnen. Het bedrijf zocht gedurende jaren moeizaam naar arbeidskrachten. Vijftig procent van de arbeiders zijn Franstalig en komen uit Brussel of Wallonië. Voor hen levert Dynaco immense inspanningen op vlak van opleiding, begeleiding en vooral van communicatie. In de praktijk is het bedrijf op de werkvloer – uit noodzaak – tweetalig geworden. “Anders lukt het gewoon niet om werkloze ‘Brusselaars’ naar hier te halen en te houden”, luidt het.

Dynaco Europe, deel van het Zweedse Assa Abloy, is een wereldspeler in deuroplossingen, toegangscontrole en ­beveiliging. De groep telt 51.000 medewerkers en is actief in meer dan 70 landen. In de fabriek in Aalst worden hoog performante deuren gemaakt voor industriële en commerciële toepassingen. Dynaco is een sterk merk op vlak van snelrolpoorten.

In Aalst zijn 95 productiearbeiders (uitzendkrachten inbegrepen) en twintig bedienden aan de slag, naast een salesploeg en een R&D­team. Door de krapte op de arbeidsmarkt ging de aandacht van de HR­afdeling in het voorbije jaar vooral naar rekrutering.

Johan De Meyer, plant manager: “Er kwamen gewoonweg geen kandidaten voor onze productie die in twee ploegen loopt. Ook al vragen wij niets bijzonders: wij leren alles aan op de vloer. Wij willen bij de werkzoekenden vooral gewoon ‘zin om te werken’ voelen, een goede attitude.”

Griet Van Malderen, HR­manager: “Wij botsen vaak op het vangnet. Mensen verdienen amper meer wanneer zij bij ons komen werken in plaats van te leven van uitkeringen. Toch hebben wij heel veel mensen een kans gegeven, vanuit de idee dat het mits goede begeleiding en opleiding misschien toch lukt.”

In het laatste kwartaal van 2022 liep het dan plotseling los en werden dertig bedienden, twintig arbeiders en een aantal interimkrachten aangetrokken. (cijfers voor het ganse jaar 2022)

Johan: “Het doet deugd te kunnen zeggen dat de ploeg in de fabriek nu eindelijk compleet is.”

Bij Dynaco zijn vijftig procent van de arbeiders Franstalig. Ze komen – in gelijke verhouding – uit Brussel en Wallonië.

De aanwezigheid van de relatief grote groep Franstaligen is voor een deel te verklaren door de verhuis van het bedrijf in 1986 van Brussel naar Aalst. De toenmalige bedrijfsleider was zelf Franstalig. Een aantal medewerkers – veelal van Marokkaanse en Italiaanse origine ­ zijn hem gevolgd. Enkele ‘Brusselaars’ zijn inmiddels verhuisd naar een plek, dicht bij de fabriek. Het bedrijf bleef sindsdien openstaan voor anderstalige culturen, ook al klinkt dit eenvoudiger dan het is.

Johan: “Als je met Franstaligen op de werkvloer aan de slag gaat, kom je als leidinggevende of bediende in de productie niet ver met wat ‘schoolfrans’. Je moet als bedrijf gewoonweg tweetalig willen worden. Ik kan me voorstellen dat er in Aalst bedrijven zijn waar men die tegemoetkoming inzake taal niet doet of kan maken.”

Griet: “De communicatie verloopt bij ons standaard in twee talen. De informatie op de schermen of een uitnodiging voor een feestje: alles wordt in het Nederlands en het Frans aangekondigd.”

Tijdens de covid­periode ging de taalbegeleiding nog veel verder en werden

JOHAN DE MEYER, PLANT

werknemers – met overheidshulp – in wel twintig talen ingelicht over de maatregelen en gedragsvoorschriften.

Dynaco volgt stipt de wetgeving op die het gebruik van talen regelt in bedrijven in Vlaanderen. Alle officiële documenten – zoals het verslag van de Ondernemingsraad –worden in het Nederlands opgesteld. Indien nodig is een vertaling ter beschikking.

Tijd voor taal

“Je kan wel vragen stellen bij de opstelling van een aantal anderstaligen”, merkt Johan op. “Er is hier iemand die al 25 jaar bij ons werkt en nog steeds geen letter Nederlands spreekt. Een andere dame, een Argentijnse, is sinds september bij Dynaco en spreekt al een behoorlijk mondje Nederlands. Alles begint dus bij de wil van iemand om meer te integreren via taal.”

Griet: “Wij hebben mensen die in een gemeenschap leven waar nooit Nederlands wordt gesproken. Zij voelen niet de nood om Nederlands te leren. Ze beseffen niet dat kennis van onze taal voor hun integratie – en vooral van hun kinderen – hoogst belangrijk is. En, omgekeerd, lijken Vlamingen mij te tolerant geworden op dat punt.”

Dynaco biedt zelf geen lessen Nederlands aan en ontvangt evenmin vragen vanuit de groep anderstaligen, maar is wel vragende partij om mensen een basiscursus Nederlands te kunnen aanbieden, “uit veiligheidsoverwegingen en uit communicatie­oogpunt.”

Hoe komen Brusselse werkzoekenden in Moorsel terecht?

Johan: “Via Aalsterse uitzendkantoren. Zij weten dat wij Franstalige mensen accepteren en gaan – vermoed ik – dan bij hun Brusselse kantoren polsen of er kandidaten voorhanden zijn.”

Zelf onderhoudt Dynaco geen contacten met de Brusselse arbeidsbemiddelaar Forem.

Dynaco biedt ook een referral bonus aan medewerkers die een goede kandidaat kunnen aanbrengen.

Griet: “Je moet er ook niet te veel van verwachten; ik denk dat wij vijf, zes keer per jaar een bonus uitbetalen. Niet iedereen die wordt aanbevolen, blijkt geschikt.”

‘Twijfelachtige profielen’ krijgen een kans in de pool van uitzendkrachten, maar de uitval blijft groot: van tien aanwervingen blijven op termijn slechts twee tot drie mensen over. Via het project Jobroad wist Dynaco wel een tweetal werkzoekenden met een moeilijk profiel een job aan te bieden.”

“Dat was vroeger wel even anders”, getuigt Griet. “Tien jaar geleden hielden wij voor een vacature gemakkelijk een viertal valabele kandidaten over en konden wij zelf kiezen. De lat ligt nu gevoelig lager. Mensen kunnen makkelijker instromen en wij geven meer kansen.”

De slotboodschap is: blijven proberen en buiten de geijkte kanalen zoeken. En wie mikt op Brusselse mensen, moet bereid zijn zich aan te passen in de richting van de werknemers, “anders mag je het vergeten.”

Kunnen de ‘Brusselaars’ een verrijking betekenen voor een bedrijf dat vergeefs zoekt naar goede werkkrachten?

Griet: “Iemand die een goede attitude meebrengt, is altijd een verrijking. Het maakt niet uit vanwaar die komt.”

This article is from: