5 minute read
Dossier cleantech Schone technologie: booming business
Met de klimaatambities in het vooruitzicht, zetten bedrijven massaal in op duurzaamheid. Cleantech, of schone technologie, kan die transitie versnellen en is aan een sterke opmars bezig in Vlaanderen. In het brede ecosysteem steekt Gent er bovenuit en wil de stad zelfs continentaal een hoofdrol spelen. We schetsen de contouren van het landschap, duiken de academische wereld in en laten drie cleantechbedrijven aan het woord.
Midden jaren negentig verschijnt cleantech voor het eerst aan de horizon. Vooral in de Amerikaanse financiële sector bestempelen investeerders het als een verzamelnaam voor milieuvriendelijke technologieën. Zeker na de internetbubbel rond de eeuwwisseling gaat cleantech pas echt over de tongen.
‘Schone’ stad Gent zet cleantech hoog op agenda
Dat een belangrijke rol is weggelegd voor techbedrijven is al langer het credo in Gent. De stad richt zijn pijlen op vier speerpunten: biotech, healthtech, digitale technologie en cleantech. Door slim in te zetten op deze vier speerpunten wil het de ecosystemen naar internationaal topniveau tillen.
Hoewel de term al even tot onze woordenschat behoort, bestaat over de precieze invulling nog altijd onduidelijkheid.
In Vlaanderen promoot Cleantech Flanders als overkoepelende organisatie cleantech en helpt ze bedrijven met de implementatie ervan. De organisatie ontstond in 2008 en is sinds 2018 deel van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Als tandem trekken Charlotte Struye en Frans Snijkers de kar van Cleantech Flanders. “Cleantech is sectoroverschrijdend en dus geen klassieke industriële sector an sich. Je vindt het onder meer terug in domeinen zoals energie, circulaire economie, mobiliteit, lucht, water en bodem. Er is een onderscheid tussen bedrijven die duurzame technologie maken en degenen die het implementeren. Zo heb je bijvoorbeeld starters met een revolutionaire technologie, maar evengoed grote bedrijven die aanzienlijk investeren in hun R&Dafdeling om processen volledig te verduurzamen”, verduidelijkt Charlotte.
Booming business
In Gent doen ze dit als overheid samen met burgers, kennisinstellingen en industrie. Zo is de stad voor cleantech trekker van het Europese PlastiCity en URBCON-project. PlastiCity zet in op recycling van industriële en commerciële plastic en URBCON gebruikt afvalstromen in een innovatief en duurzaam beton.
Gent maakt dus werk van een bruisende community voor cleantech. Die maakt het mogelijk kennis, technologieën en materialen te delen waar alle betrokken partijen winst uit halen. Stad Gent is onder meer betrokken bij Smart Delta Resources (SDR), een publiek-privaat netwerk met als doel het samenbrengen van grote industriële spelers in de chemie-, staal-, energie- en voedingssector in de Schelde-Deltaregio om de klimaattransitie aan te pakken. Deze samenwerking moet de ambitie van een klimaatneutrale industrie in de regio tegen 2050 mogelijk maken.
Voor meer info over cleantech in Gent kan je terecht op stad.gent/nl/investeren-gent/de-toekomst-tech/clean-tech.
Om het landschap in kaart te brengen, brengt Cleantech Flanders een jaarlijks rapport uit. De analyse leidde in 2022 tot de identificatie van 1980 actoren binnen de innovatieve Vlaamse cleantechsector. Die zijn verdeeld over 4 categorieën: pioneers passen cleantech toe in hun productieproces, enablers maken mee het ecosysteem mogelijk, implementors helpen andere bedrijven om cleantech aan te wenden en tech providers maken effectief een cleantechproduct of dienst. Met 170 actoren steekt Gent als hub er met kop en schouders bovenuit.
Dat cleantechinnovatie ook in werkgelegenheid heel wat te bieden heeft, bewijst een jaarlijkse gestage stijging in jobs. In 2020 werkten 29.564 voltijdse equivalenten in de sector waarvan zo’n 70% bij techleveranciers en enablers. “We verwachten dat dit aantal nog verder zal stijgen in de toekomst. Het is een erg dynamische sector waar investeringen, overnames en fusies gebruikelijk zijn om marktposities te versterken”, aldus Frans.
“We hebben in Vlaanderen een goed ontwikkeld ecosysteem. Om de vergelijking met de rest van de wereld te maken, is het zinvol om per domein binnen de cleantech te kijken. Zo blinken we Europees uit op een aantal gebieden zoals offshore windturbinecapaciteit per kilometer kustlijn (4de), zonneenergie per inwoner (2de) en recyclage van verpakkingsafval (1ste). Bovendien zien we dat ondersteunende technologieën in de toekomst een gamechanger kunnen zijn in de transitie. We zullen meer gebruik maken van digitale toepassingen zoals artificiële intelligentie of machine learning om incrementeel te innoveren binnen cleantech.”
Om de regio internationaal nog meer op de kaart te zetten, wil Cleantech Flanders zoveel mogelijk bedrijven promoten. “Je kan gratis partner worden en beroep doen op de knowhow en ons netwerk. Vooral start en scaleups hebben hier baat bij. We proberen vooral als facilitator op te treden en hun groei te accelereren”, besluit Charlotte.
CAPTURE
Kennisplatform CAPTURE helpt
Vlaamse bedrijven vooruit in circulariteit
In het florerende cleantechnetwerk loopt ook de academische cluster aardig voorop. Onderzoeksplatform CAPTURE (een letterwoord voor Centre for Advanced Process Technology for Urban REsource recovery) werkt concreet rond het hergebruik van CO₂, water en plastics. Het initiatief ontstond in 2014 aan de UGent. Enkele professoren in watertechnologie beantwoordden de vraag van de bedrijfswereld naar meer samenwerking op vlak van innovatieve technologieën tussen academici onderling, bedrijven en overheden. Lang bleef het niet bij water alleen. Men koos drie thema’s die kwamen uit raakvlakken tussen enerzijds de sterktes van de universiteit en anderzijds de noden binnen onze maatschappij. Vandaag is CAPTURE een Vlaamse samenwerking tussen UGent, UA, VUB en VITO als kennispartners en een dertigtal bedrijven die lid zijn. Het kernteam bestaat uit 12 mensen die de link vormen tussen de bedrijfswereld en 65 professoren met hun onderzoeksgroepen.
Simulatielabo
“Wat ons uniek maakt, is de visie op lange termijn”, zegt manager industriële innovatie Jan Arends. “De Vlaamse speerpuntclusters werken nog net iets meer vraaggedreven terwijl we met CAPTURE technologieën ontwikkelen waar we zeker van zijn dat ze binnen 10 jaar klaar moeten zijn voor implementatie in brede zin. Onderzoekers wisten ook niet altijd welke regelgeving of veranderende productieprocessen er spelen bij bedrijven. Door de drie pijplijnen, waarvan CO₂ en water hun eigen bedrijfsplatform hebben met toegang tot onderzoek, houden beide partijen meer vinger aan de pols.”
“Sommige bedrijven komen met heel concrete vragen rond milieuvergunningen. Dat is meer het werk voor consultancybedrijven. We willen meer werken aan uitdagingen die in de toekomst voor ons liggen. Zo zijn we bijvoorbeeld samen met alle Vlaamse drinkwaterbedrijven het Biostableproject gestart. Daarmee willen we de drinkwaterkwaliteit binnen een aantal decennia nog altijd garanderen en rekening houden met factoren zoals veroudering van het netwerk of de klimaatverandering die de bodemtemperatuur doet stijgen. In ons labo op het eiland Zwijnaarde bouwen we zulke simulaties waar we observeren hoe de microbiologische kwaliteit wordt beïnvloed.”
“Rond plastic hebben we al concrete resultaten gehaald met het Europees project PlastiCity. Vooral in de stedelijke omgeving is nog veel plastic afval beschikbaar voor recyclage. Maar je moet voldoende schaalgrootte hebben zodat een logistieke ophaling zin heeft. Met CAPTURE en andere onderzoekspartners bekeken we of we alle folies in een winkelgebied – zoals bijvoorbeeld in de Gentse Veldstraat – kunnen centraliseren en opnieuw verwerken. Voor concrete verwezenlijkingen in CO₂ is het nog wat vroeg. Er is al veel onderzoek aan vooraf gegaan en nu komen de eerste pilootinstallaties naar buiten, zoals CO₂ omzetten naar methanol of plasmatechnologie gebruiken om CO₂ te capteren en te scheiden van de gasstroom.”
Leek of professional
De grote uitdaging in de circulaire economie is de knowhow brengen tot de bedrijven die ermee aan de slag moeten. “Het is niet evident om ons initiatief en alle kennis die we ontsluiten bekend te maken bij het brede publiek. Met de CAPTURE Academy proberen we daaraan tegemoet te komen. Het is een gratis leerplatform met eigen ontwikkeld videomateriaal (Massive Open Online Courses, of MOOCs). Van leek tot professional: iedereen met een gezonde interesse kan snel bijleren over wat de toekomst in CO₂, water of plastics te bieden heeft.”
HYDROHM