The best is yet to come
Voorwoorden
Beste ondernemers, beleidsmakers en lezers,
Voor u ligt de nieuwste editie van de Toekomstindicator van Voka – Kamer van Koophandel Limburg. Dit rapport schetst, net als voorgaande jaren, een genuanceerd beeld van de economische en sociale ontwikkelingen in onze provincie, en bevat een aantal belangrijke conclusies en aanbevelingen. Deze publicatie verschijnt op een bijzonder moment: een tijd waarin zowel de wereld als onze regio geconfronteerd wordt met ongekende uitdagingen, maar ook met nieuwe kansen In dit dynamisch economisch klimaat is het belangrijk dat we een helder inzicht hebben in de trends en ontwikkelingen die de toekomst zullen vormgeven.
Na het gemengde beeld van vorig jaar, slaat de balans dit jaar jammer genoeg verder door naar de negatieve kant. Ondanks de vele uitdagingen die voor ons liggen, zijn er wel voldoende lichtpunten waarop we kunnen voortbouwen. De indicator voor internationalisering staat over het algemeen in het rood. Dit is grotendeels toe te schrijven aan mondiale factoren. Rusland is, sinds de Oekraïnecrisis, weggevallen als belangrijke handelspartner en onze bedrijven voelen de impact van de Inflation Reduction Act in de Verenigde Staten. De zoektocht naar nieuwe afzetmarkten en meer buitenlandse investeerders verloopt moeizaam. Toch blijft het vertrouwen in onze regio groot, getuige het recordbedrag dat dit jaar in Limburg werd geïnvesteerd.
Ook de indicator voor innovatie laat de gevolgen van de huidige economische turbulentie zien. Het aantal aanvragen voor innovatiesteun, startende ondernemingen en octrooiaanvragen is helaas in dalende lijn. Dit is begrijpelijk gezien de huidige economische onzekerheid. Net zoals bij de internationalisering zien we dat de investeringen in bedrijven blijft groeien, wat dan wel weer een positief signaal is. Zorgwekkend is echter de daling in het aantal Limburgers dat zich bezighoudt met wetenschap en techniek. Wetenschappelijke domeinen zijn vandaag de dag van cruciaal belang in het stimuleren van innovatie. De ontwikkeling van nieuwe
Jos Lantmeeters
GOUVERNEUR
producten, diensten en productiemethoden vergroot het concurrentievermogen en kan leiden tot meer output met dezelfde hoeveelheid input. Met de Einsteintelescoop aan de einder is het van belang dat we als regio blijven inzetten op innovatie!
Om de vele uitdagingen het hoofd te bieden, is het belangrijk om verder te werken aan, onder andere, de verhoging van de werkzaamheidsgraad. Met een mooie stijging naar 76,4% komt de magische grens van de 80% binnen handbereik. Ook ons onderwijs kan een belangrijke rol spelen in het vinden van oplossingen. We moeten meer studenten motiveren om hun opleiding succesvol af te ronden en drempels naar een hogeschool- of universiteitsopleiding wegnemen. Onze jeugd is immers de toekomst en de sleutel tot het waarborgen van onze economische welvaart.
In de economie komen cycli van op- en neergaande bewegingen regelmatig terug. Mindere economische momenten zijn van alle tijden en bieden kansen om te leren en te groeien. Als we kijken naar het parcours dat we in Limburg hebben afgelegd, dan kunnen we alleen maar trots zijn. In economisch zwaar weer blijven de fundamenten stevig, waarop we kunnen voortbouwen en heropbouwen.
Voka – Kamer van Koophandel Limburg is daarin een belangrijke partner. Zij waken over de belangen van onze ondernemers, behartigen deze belangen en dragen bij aan de economische vitaliteit van onze regio. Deze waardevolle Toekomstindicator 2024 helpt ons om de uitdagingen van vandaag om te zetten in de kansen van morgen. Laat het ook een bron van inspiratie zijn aan onze recent verkozen Limburgse volksvertegenwoordigers. Het zijn de gezamenlijke inspanningen die ons zullen leiden naar een bloeiend en veerkrachtig Limburg. Het verleden heeft ons geleerd dat we de toekomst zelf moeten vorm geven, met een strategie, met een plan dat impact heeft! Want ‘The best is yet to come’.
Ondanks de vele uitdagingen die voor ons liggen, zijn er wel voldoende lichtpunten waarop we kunnen voortbouwen.
Het startpunt van de jubileumeditie van de Toekomstindicator viel samen met de sluiting van Ford. De cijfermatige analyse van de voorbije tien jaar bewijst dat de Limburgse economie de gitzwarte bladzijde van de sluiting op vele vlakken heeft omgedraaid en de achterstand op Vlaanderen heeft goed gemaakt.
Elke Limburgse ondernemer heeft hierin zijn verdienste. Het is ook een pluim voor alle Limburgse instellingen die zich collectief hebben geschaard achter de visie en vervolgens de uitvoering van SALK en onze vervolgstrategie SALKturbo.
Halfweg de planperiode is aan 82 projecten, goed voor een investeringsvolume van 232 miljoen euro, het SALKturbolabel toegekend omdat ze een bijdrage leveren aan onze doelstelling om de Limburgse economie competitiever, digitaler, duurzamer en inclusiever te maken. Bijna 60 miljoen Europese steun wordt met deze projecten in Limburg geïnvesteerd.
Het groot jo-jo-effect van de parameters van de toekomstindicator wijst erop dat onze economie nog heel crisisgevoelig is en de nodige dosis robuustheid mist. Het succes van het ene jaar verdampt het volgende jaar. Daarom moet Limburg op het vlak van internationalisering, talentontwikkkeling en innovatie een versnelling hoger schakelen
Voor een duurzame innovatiesprong maken we met de thematische campussen in Health, Bouw, Maak en Logistiek sterke eco-systemen met de 4 O’s: onderwijs, onderzoek, ondernemers en overheid. Het circulaire parkeergebouw van de Bouwcampus is eind augustus reeds in gebruik genomen. De symbolische eerste steen van de Health Campus wordt volgende maand gelegd. De bouw van de Logistieke Campus, sluitstuk van de reconversie van de Ford-site, is gegund. De tweede fase van de Bouwcampus gaat vanaf 2025 in uitvoering. POM Limburg
Tom Vandeput
GEDEPUTEERDE VAN ECONOMIE, INDUSTRIETERREINEN, INNOVATIE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN VOORZITTER POM LIMBURG
is partner in de Maakcampus en is erin geslaagd om het kenniscentrum voor de technologische industrie Sirris in FacThory te verankeren.
Via diverse bedrijfsprojecten begeleidt en ondersteunt POM Limburg bedrijven in digitale en circulaire innovatie. Financiële impulsen worden gegeven via de provinciale innovatiepremie en het zorginnovatie-, het XR- en het Einsteintelescoopfonds. Het economisch belang van dit groots wetenschappelijk project mag niet onderschat worden. In 2026 valt pas de definitieve beslissing doch de voorbereiding van de kandidatuur zorgt nu reeds voor een grote innovatiedynamiek bij Limburgse bedrijven.
De groeikansen van de bedrijven kunnen pas worden verzilverd als we investeren in ons menselijk kapitaal, in onderwijs en de transitie van de arbeidsmarkt. Meer STEM-opgeleiden, meer hoger en universitair afgestudeerden en de inzet van de arbeidsmarktreserve zijn dringend nodig om het Vlaams en Europees podium te halen. Want in de economie geldt de Olympische gedachte niet. Winnen is wel degelijk belangrijker dan deelnemen.
Begin dit jaar werd ik voorzitter van Voka – KvK Limburg. De conjunctuur begon toen langzaam terug aan te trekken, maar het herstel is broos. Het vertrouwen van de ondernemers is ook duidelijk nog niet hersteld. Je voelt dat als je met ondernemers spreekt, maar we zien dat ook terugkomen in de meest recente enquête die Voka – KvK Limburg hield in juni 2024. Daaruit blijkt dat de helft van de ondernemers de economische situatie momenteel als negatief beschouwt. 34% ziet dat zelfs nog verder verslechteren de komende 12 maanden. Toch ook wel opvallend is dat één op drie van de ondernemers overweegt om investeringen buiten België te doen, als ze al investeringen doen. De zorgen blijven zoals steeds de hoge loonkost, het vinden van geschikt personeel, maar ook in de top drie: gebrek aan vraag.
De cijfers die u hieronder zal lezen, bevestigen eveneens de economische teneur. De covidpandemie en de Oekraïnecrisis lijken al lang achter de rug, maar de naweeën daarvan op de Limburgse en Vlaamse economie worden snel duidelijk. De koopkracht van de mensen werd misschien gewaarborgd de afgelopen jaren, maar de bedrijven hebben daar een zware prijs voor betaald. Los van de gestegen kosten (vooral loon- en energiekost) is de competitiviteit van onze bedrijven zwaar achteruitgegaan.
Joris Vrancken
VOORZITTER
VOKA-KAMER VAN KOOPHANDEL LIMBURG
In de economie geldt de Olympische gedachte niet. Winnen is wel degelijk belangrijker dan deelnemen.
Echter, we kunnen ook stellen dat in de laatste tien jaar de Limburgse economie, althans op basis van de 15 indicatoren die worden gebruikt in dit boek, quasi is verdubbeld. We hebben dus mooie stappen vooruit gezet. We stijgen zelfs sneller dan de rest van Vlaanderen. Het grote lichtpunt in deze editie is zeker het recordbedrag aan buitenlandse investeringen dat onze provincie heeft binnengehaald. Maar daar houdt wel meteen het goede nieuws op voor wat betreft internationalisering. Al verschillende jaren
daalt de extra-Europese handel waardoor we vandaag zelfs terug op het niveau zitten van 2014. Qua innovatie moeten we ook opletten dat we als bedrijven, maar ook als overheid voldoende blijven investeren om het economisch weefsel ook echt future-proof te maken om onze industrie nog een kans te geven. Nergens verdween er de afgelopen jaren zoveel industrie als in Limburg! Tot slot, wat betreft talent zijn de pijnpunten bekend. Te veel openstaande vacatures. Onder andere door de vergrijzing, maar ook door een mismatch tussen onderwijs en de profielen die de markt vraagt.
‘The best is yet to come’. De cijfers van 2024 zijn voorlopig licht positief. Echter, willen we in de volgende Toekomstindicator opnieuw een verhaal van groei brengen dan is er nood aan grondige hervormingen. Het lijkt erop dat de politiek dat ook begrepen heeft en ook de kiezer heeft de kaarten in de meest recente verkiezingen duidelijk gelegd. Met de 15 voorstellen die Voka – KvK Limburg na elk hoofdstuk voorstelt, helpen we de nieuwe regeringen al graag op weg.
Het grote lichtpunt in deze editie is zeker het recordbedrag aan buitenlandse investeringen
Inhoud
SAMENSTELLING ECONOMISCH DASHBOARD
Deel 1
SAMENSTELLING ECONOMISCH
Om de economische gezondheid van de Limburgse fundamenten te beoordelen, kijken we overeenkomstig de Voka-formule E = TI² naar de factoren talent, innovatie en internationalisering.
Binnen deze beoordeling bekijken we de Limburgse cijfers op zich, maar vergelijken we deze ook met Vlaanderen. Op deze manier krijgen we niet alleen een zicht op de Limburgse evolutie, maar ook op de relatieve positie ten opzichte van Vlaanderen. Deze indicatoren worden zowel in absolute cijfers als in indices uitgedrukt en definiëren we als jaarlijkse procentuele veranderingen ten opzichte van een referentiejaar (index = 100). Het referentiejaar is vastgelegd op 2014, de sluiting van Ford Genk. In deze ‘jubileumeditie’ blikken we dus terug op de Limburgse groei van de afgelopen tien jaar. Het zal al snel duidelijk worden dat we in het afgelopen decennium ontzettende grote stappen vooruit hebben gezet, maar dat de meest recente crisissen, zoals de coronacrisis en de Oekraïnecrisis, een verdere groei hebben gehypothekeerd. In deze editie, waar we terugblikken op de cijfers van 2023, wordt dat meer dan duidelijk. De economische gezondheid van onze provincie meten we nog altijd op basis van de thema’s talent, innovatie en internationalisering, maar we hebben enkele deelindicatoren toegevoegd of aangepast t.o.v. vorige edities.
Onder de noemer INTERNATIONALISERING kijken we enerzijds naar de mate waarin bedrijven internationaal georiënteerd zijn. Met een kleine binnenlandse afzetmarkt moeten bedrijven minstens alert zijn voor wat er in het buitenland gebeurt. Hoe meer bedrijven internationaal actief zijn, hoe groter de slagkracht van de economie. Daarom kijken we naar de totale exportcijfers, maar in bijzonder naar de cijfers van de extra-Europese handel gezien onze rol als Kamer van Koophandel. Anderzijds onderzoeken we in welke mate onze regio aantrekkelijk is voor buitenlandse investeerders. Niet alleen het aantal investeringen, maar ook het investeringsbedrag is hierbij belangrijk.
In het luik TALENT gaan we na hoe groot de arbeidsreserve is waaruit ondernemingen kunnen rekruteren om hun vacatures in te vullen. Hoe evolueert de verhouding tussen het aantal werkzoekenden en de ontvangen vacatures? Sluiten zij bij elkaar aan of bestaat er een mismatch? De grote instroom van talent op de arbeidsmarkt komt vanuit het onderwijsveld. Levert ons onderwijs voldoende en bekwaam talent aan? Willen we de economische groei veilig stellen dan is er nood aan voldoende handen en hoofden om het werk op kwalitatieve wijze gedaan te krijgen.
Onder INNOVATIE verstaan we de veranderingsbereidheid van bedrijven samen met de investeringen die bedrijven doen om de concurrentie voor te blijven. Ook overheidsstimuli voor veranderingsbereidheid vallen hieronder. Door nieuwe producten te ontwikkelen kan een bedrijf zich wapenen voor de toekomst. De enige constante is veranderen, want stilstaan is achteruitgaan. Ook de opstart van nieuwe bedrijven, het aantal octrooiaanvragen en eigen investeringen beschouwen we als een uiting van innovatie en wendbaarheid van een regio.
In het kader van de Toekomstindicator gaan we ervan uit dat hoe beter een regio scoort op deze drie indicatoren, des te gezonder de basis is voor verdere economische groei. Die groei lijkt voorlopig voor ons land dan ook beperkt. In België zal de economische groei naar verwachting stabiel blijven op 1,3% in 2024 en 1,4% in 2025, aldus de Europese Commissie. Om in de toekomst sterk te staan als regio moet het met andere woorden de uitdaging zijn om steeds beter te scoren inzake talent, innovatie en internationalisering. Om te weten wat ‘beter scoren’ betekent in dit verband, is het belangrijk inzicht te geven in de verschillende deelindicatoren die aan de basis liggen van deze jaarlijkse Toekomstindicator.
INTERNATIONALISERING
Aantal exportcertificaten van oorsprong
Vanaf 2014, bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg en Federatie van Belgische Kamers van Koophandel
Certificaten van oorsprong worden afgeleverd aan bedrijven die exporteren buiten de Europese Unie. Ze zijn dus een graadmeter voor het aantal exportbewegingen van Limburgse en Vlaamse bedrijven of voor bestellingen die bij hen geplaatst worden vanuit landen buiten de EU. Hoe groter het aantal bestellingen dat wordt gerealiseerd, hoe beter het gesteld is met de internationaliseringsgraad van de bedrijven.
Exportwaarden
Vanaf 2014, bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg en Federatie van Belgische Kamers van Koophandel
Exportcertificaten vertegenwoordigen niet alleen het aantal bestellingen die geplaatst worden bij Limburgse en Vlaamse bedrijven. Zij geven ook aan wat de onderliggende waarde (in euro) van de bestellingen is. Minstens zo belangrijk als het aantal keren dat bestellingen geplaatst worden, is de waarde die per bestelling wordt gerealiseerd.
Totale exportwaarde
Vanaf 2014, bron: Statbel – verwerking door POM Limburg
Naast de eigen cijfers inzake verre (extra-Europese) export kijken we ook naar de cijfers van de totale exportwaarde van de Vlaamse en Limburgse bedrijven. Dit betreft dus zowel de verre als de intra-Europese export.
Aantal buitenlandse
investeringsprojecten
Vanaf 2014, bron: FIT
Hoe beter het ondernemersklimaat en het omgevingskader voor bedrijven, en hoe beter de perceptie die hierover bestaat, hoe groter de kans dat buitenlandse investeerders kiezen voor een regio als vestigingsplaats of als plaats om bijkomende investeringen te doen. Indien het aantal buitenlandse investeringen stijgt, heeft dit een positieve impact op de Toekomstindicator. Nieuwe investeringen staan immers borg voor nieuwe jobs en toegevoegde waarde.
Investeringsbedrag
buitenlandse investeringsprojecten
Vanaf 2014, bron: FIT
De nekdu drft
van Limburgse en Vlaamse bedrijven of voor bestellingen die bij hen geplaatst worden vanuit landen buiten de EU. Hoe groter het aantal bestellingen dat wordt gerealiseerd, hoe beter het gesteld is met
Louter het aantal investeringen is uiteraard niet alleszeggend. Kijken naar het investeringsbedrag en het aantal gecreëerde jobs, geeft ons dan ook een beter beeld over hoe kwalitatief deze investeringen zijn.
INNOVATIE
Human Resources in Science and Technology
Vanaf 2014, bron: Eurostat
Deze indicator wijst op het aantal personen dat in een regio hoger opgeleid is in een technische of wetenschappelijke discipline en/of werkzaam is in een wetenschappelijk of technisch beroep. Deze indicator geeft de ontwikkeling van de kennisgedreven economie in een regio aan. Van deze categorie arbeidskrachten wordt verondersteld dat ze in belangrijke mate betrokken zijn bij de totstandkoming van innovaties op vlak van kennis of technologie.
Evolutie VLAIO-innovatiesteun
Vanaf 2014, bron: Agentschap Innoveren en Ondernemen
De mate waarin bedrijven een beroep doen op overheidssteun in het kader van investeringen in innovaties is een indicatie van de innovatiebereidheid van Limburgse ondernemingen. De benchmark met Vlaanderen vraagt echter enige nuance aangezien grote onderzoekscentra van multinationals vaak in andere provincies zijn gevestigd. Limburg zal in absolute cijfers nooit kunnen tippen aan de andere provincies. Daarom kijken we ook naar de relatieve groei in het Vlaamse geheel.
Startende ondernemingen
Vanaf 2014, bron: Belfirst
Het aantal starters wordt in deze context van de Toekomstindicator gezien als een maatstaf voor vernieuwing van het economisch weefsel. Nieuwe bedrijven wijzen op de mate waarin spelers op de markt risicobereid zijn, ondernemend ingesteld en gedreven zijn om nieuwe projecten te realiseren.
Octrooiaanvragen
Vanaf 2014, bron: FOD Economie
Voor een duurzame economische groei en het behoud van onze concurrentiepositie beschouwen we octrooiaanvragen als een graadmeter voor het innovatieve karakter van onze kenniseconomie. Intellectuele eigendom draagt immers bij tot het doorgeven van kennis achter innovaties. Het aantal octrooiaanvragen dat ingediend wordt in een regio geeft ook deels weer in welke mate bedrijven bezig zijn met innovatie. Een uitvinding moet immers voldoen aan strikte voorwaarden die cumulatief vervuld moeten worden: het moet nieuw, inventief, industrieel toepasbaar en geoorloofd zijn.
Investeringen
Vanaf 2014, bron: Statbel – verwerking door POM Limburg
Uit de afgelopen enquêtes van Voka – KvK Limburg blijkt dat veel bedrijven er over nadenken om hun investeringen terug te schroeven of te verplaatsen naar het buitenland. Echter zonder deze investeringen is er ook geen ruimte voor innovatie in Vlaanderen en Limburg. Daarom kijken we ook naar het investeringsbedrag van de bedrijven (op basis van de btw-aangiften).
TALENT
Werkloosheid, aantal
werkzoekenden zonder werk
Jaargemiddelden vanaf 2014, bron: VDAB
Een stijging van het aantal werkzoekenden wordt in het kader van de Toekomstindicator gezien als een teken dat het economisch slechter gaat, en omgekeerd. Hoe lager het aantal werkzoekenden zonder werk, hoe beter het gesteld is met de deelindicator talent. Minder werkzoekenden betekent immers dat meer mensen hun talenten op de arbeidsmarkt benutten.
Werkaanbod
Jaargemiddelden vanaf 2014, bron: VDAB
Niet alle vacatures worden bij de VDAB bekendgemaakt. Dat neemt niet weg dat de VDAB-cijfers omtrent het aantal ontvangen vacatures een goede indicator zijn voor de jobcreatie en expansiedrang van bedrijven. Een stijging van het aantal vacatures wijst in het kader van de Toekomstindicator op groei, terwijl een daling van het aantal vacatures eerder een afkoeling van de economie inluidt.
Doorstromingscoëfficiënt
Vanaf 2014, bron: Federaal Planbureau
Demografische evoluties zoals de vergrijzing hebben een grote impact op onze economie. Hoeveel talent aanwezig is, bekijken we dus ook vanuit dit standpunt. De doorstromingscoëfficiënt is de ratio tussen de bevolkingsgroep van 15-24 jaar en 55-64 jaar. Als deze coëfficiënt groter dan 100 is, betekent dit dat de leeftijdsklassen die de arbeidsmarkt zullen verlaten meer dan volledig vervangen zullen worden door jonge instromers. Omgekeerd duidt een coëfficiënt lager dan 100 erop dat de bevolkingsstructuur de vervanging van de uittreders niet volledig zal kunnen compenseren met jonge intreders.
Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten
Jaargemiddelden vanaf 2014, bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
We vergelijken hier het aantal studenten hoger onderwijs met woonplaats in Limburg met de totale, Vlaamse studentenpopulatie in het hoger onderwijs. De bedoeling van deze indicator is om na te gaan in welke mate Limburgse jongeren ten opzichte van Vlaamse jongeren doorstromen naar het hoger onderwijs. Het laat ons toe om een kwantitatieve inschatting te maken van de toekomstige arbeidsreserve. We kijken meer specifiek naar de Limburgse studenten, aangezien we van hen kunnen verwachten dat zij makkelijker hun weg zullen vinden naar jobs op de Limburgse arbeidsmarkt.
Schoolse achterstand met minstens twee jaar
Vanaf 2014, bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
Het is belangrijk dat elke leerling de kans krijgt om zijn of haar talenten ten volle te ontplooien. Wanneer een leerling dit niet kan doen, zien we vaak dat de kans op vroegtijdig schoolverlaten toeneemt. De kans op vroegtijdig schoolverlaten neemt sterk toe met elk bijkomend jaar schoolse achterstand. Daarom dat we hier ook inzoomen op de cijfers omtrent leerlingen met minstens twee jaar schoolse achterstand.
METHODOLOGIE TOEKOMSTINDICATOR
Deze 15 indicatoren vormen samen ons economisch dashboard waaruit de groei van een bepaalde regio kan worden afgelezen. In deze editie lopen de cijferreeksen van 2014 tot en met 2023. Waar mogelijk wordt op basis van data van de eerste jaarhelft een prognose gedaan van de prestaties in 2024. De Toekomstindicator geeft telkens de evolutie voor Vlaan-
deren en Limburg weer waarbij 2014 als het referentiejaar moet worden gezien en bijgevolg alle data tot 100 punten geconverteerd zijn (index). In het jaar 2014 sloot Ford Genk de deuren en daarnaast wordt het algemeen gezien als het einde van de financiele crisis. Hierdoor is dit een ideaal ijkpunt. Zo kan de evolutie tussen de verschillende jaren onderling vergeleken worden alsook ten opzichte van het referentiejaar. De evolutie van Vlaanderen en Limburg dienen afzonderlijk geïnterpreteerd te worden. Dat wil zeggen dat er vooral naar de groei van de afzonderlijke regio’s moet worden gekeken veeleer dan naar de absolute waarden.
Grafiek 1 - Toekomstindicator 2024
INTERNATIONALISERING
Deel 2
ANALYSE DEELINDICATOREN
ANALYSE DEELINDICATOREN
Verre export
De exportcijfers voor verre export zijn gebaseerd op oorsprongscertificaten. Die documenten zijn nodig om de oorsprong van de goederen aan te duiden en worden gebruikt voor verre export (buiten de Europese Unie). De bestellingen vertegenwoordigen ook een onderliggende waarde. Eén bestelling kan bijvoorbeeld over één machine gaan, of over vijf machines tegelijkertijd.
Grafiek 2 - Index exportcertificaten
Vlaanderen Limburg
Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg & Federatie van Belgische Kamers van Koophandel
Voor het derde jaar op rij werden er in 2023 minder certificaten van oorsprong afgeleverd. Dit geldt voor zowel Vlaanderen als Limburg. In Vlaanderen konden we in 2023 310.872 certificaten optekenen, oftewel een daling van -7,2% t.o.v. het jaar ervoor. Daarmee is de daling iets minder groot dan in de vorige editie van de Toekomstindicator, maar wel nog omvangrijk. Limburg duikt met 19.650 oorsprongscertificaten onder de symbolische grens van 20.000 certificaten. Dit is geleden van 2014. De handel buiten de EU zakt daarmee opnieuw bijna 10% (-9,5%) t.o.v. 2022. Ook hier is de daling beperkter dan de vorige editie, maar blijft het een opvallend grote achteruitgang. Bovendien zakt daarmee het aandeel van Limburgse certificaten in Vlaanderen verder naar 6,3%, een historisch dieptepunt. Tien jaar geleden zat dit aandeel nog op 7,5%. De oorzaak van deze daling moeten we logischerwijs zoeken bij de Oekraïnecrisis. Na Turkije en China was Rusland het land buiten de EU waarvoor de meeste exportcertificaten werden afgeleverd. Op het eerste zicht hebben de Limburgse bedrijven dus niet meteen een nieuwe niet-Europese afzetmarkt gevonden om de verliezen te compenseren.
Wanneer we een doorrekening maken op basis van de prestaties uit de eerste jaarhelft van 2024, blijkt dat de daling van het aantal exportcertificaten zich nog verder doorzet. Voor Vlaanderen zien we het aantal oorsprongscertificaten onder de 300.000 zakken. Dit is van 2017 geleden. Voor Limburg moeten we zelfs al teruggaan naar 2013 willen we een slechter cijfer vinden en doen het daarmee dus slechter dan ons referentiejaar 2014.
Grafiek 3 - Index exportwaarden
Een exportcertificaat kan afhankelijk van het product en de hoeveelheden een andere waarde bevatten. Om de evolutie van de verre export te bekijken, moeten ook die waarden mee in beschouwing genomen worden.
Voor 2023 mag het aantal certificaten misschien wel verminderen voor zowel Vlaanderen als Limburg, maar de exportwaarde stijgt wel gemiddeld gezien in Vlaanderen terwijl die in Limburg duidelijk daalt. Voor Limburg gaat het over een waarde van ongeveer 1,04 miljard euro (-186 miljoen euro) en voor Vlaanderen in zijn geheel 41,42 miljard euro (+9,3 miljard euro). Echter, die stijgingen hebben voornamelijk te maken met de inflatie die de producten duurder hebben gemaakt, maar verklaart niet waarom dit in Limburg niet het geval is.
Als we ook voor de exportwaarde naar de eerste jaarhelft van 2024 kijken dan zien we toch iets opmerkelijk. De voorspelde waarden van de goederen in Vlaanderen in zijn geheel neemt af met ongeveer 1,6 miljard euro, maar in Limburg zien we dat deze waarden toch licht toenemen (+58 miljoen euro) ondanks de daling van het aantal certificaten. Vorig jaar was dit nog andersom. Vermoedelijk zien we in deze voorspelling de inflatie wel doorgerekend komen.
Grafiek 4 - Index - totale export
Bovenstaande cijfers gaan dus enkel over de extra-Europese export, maar sinds de inval van Rusland in Oekraïne zien we ook dat bedrijven proberen een deel van de wegvallende export naar Rusland te compenseren door meer handel binnen de EU. Het is dus ook belangrijk om een goed beeld te hebben van de totale export van Vlaanderen en Limburg (binnen en buiten de EU). Cijfers van Statbel leren ons dat de totale export in Vlaanderen in 2023 goed was voor ongeveer 342 miljard euro en Limburg voor 21 miljard euro. Voor beide regio’s een dalend cijfer t.o.v. het jaar voordien. De daling is zelfs groter dan enkel de daling van de extra-Europese export (zie boven) wat doet vermoeden dat de intra-Europese export ook gedaald moet zijn. Het Limburgs aandeel van de totale export in Vlaanderen blijft rond de 6% hangen.
2014 257.591,0
Bron: Statbel – Verwerking POM Limburg
Directe buitenlandse investeringen (DBI)aantal
Het aantal buitenlandse investeringen is een goede graadmeter voor de aantrekkelijkheid van een regio. Bovendien zegt het veel over het vertrouwen in onze economie als buitenlandse bedrijven bereid zijn om in onze contreien nieuwe vestigingen te openen of hun activiteiten uit te breiden. Deze cijferreeks bevat de buitenlandse investeringsprojecten inclusief de overnames.
Na een mooie stijging in 2022 kenden we in 2023 slechts 29 nieuwe investeringen in Limburg, oftewel een daling van -39,58% t.o.v. het jaar voordien. We moeten terug naar 2018 voor minder dan 30 buitenlandse investeringen. Voor Vlaanderen daalt het aantal DBI’s ook van 278 naar 265, een beperktere daling van slechts -4,68%
waardoor het Limburgs aandeel in Vlaanderen daalt naar 10,94%. Dit is een vergelijkbaar aandeel met tien jaar geleden terwijl we vorig jaar nog een record mochten optekenen. De verklaring is vooral te vinden in het terugvallen van de investeringen van Amerikaanse bedrijven die omwille van de eigen Inflation Reduction Act
werden aangemoedigd om in eigen land te investeren. Waar de Verenigde Staten steevast op plaats één stonden voor de Limburgse investeringen zakken zij nu terug tot plaats 13. De top drie bestaat dit jaar uit Zwitserland, Nederland en Japan.
Grafiek5 - – Index buitenlandse investeringen (aantal)
Tabel 3 - Investeringsbedrag buitenlandse investeringen (in miljard euro)
Jaar Vlaanderen Limburg Limburgs aandeel
2014 2,77 0,13 10,33% 2015 2,70 0,21 11,45% 2016 1,87 0,39 15,15% 2017 2,08 0,64 14,42% 2018 4,24 0,37 8,97% 2019 5,20 0,28 14,34%
2020 2,39 0,18 15,63%
2021 2,86 0,51 11,86% 2022 5,26 0,58 17,27% 2023 4,92 1,06 10,94%
Bron: Flanders Investment & Trade –
Verwerking: Voka – Kamer van Koophandel Limburg
Grafiek 6– Index buitenlandse investeringen (bedrag)
Vlaanderen Limburg
Bron: Flanders Investment & Trade –
Verwerking: Voka – Kamer
Louter het aantal investeringen is uiteraard niet alleszeggend. Kijken naar het investeringsbedrag en het aantal gecreëerde jobs, geeft ons dan ook een beter beeld over hoe kwalitatief deze investeringen zijn. Dit geeft zelfs een volledig ander beeld voor Limburg. Het aangekondigd DBI investeringsbedrag ligt in Limburg op meer
dan 1 miljard euro en daarmee moeten we enkel Antwerpen laten voorgaan. Daarenboven is dit bijna een verdubbeling van vorig jaar en stijgt het Limburgs aandeel naar meer dan 21%! Veruit het hoogste cijfer in jaren. Dit komt vooral door een aantal specifieke projecten. Zo valt op dat vijf Zwitserse investeringsprojecten
goed zijn voor 442 miljoen euro en één Turks bedrijf goed voor 500 miljoen euro. Ook als we kijken naar de evolutie van de afgelopen 10 jaar zien we dat 2023 goed was voor bijna een vierde van het totale investeringsbedrag sinds 2014.
Vlaanderen Limburg
Bron: Investment & Trade –
Verwerking: Voka – Kamer van Koophandel Limburg
Het vers kapitaal biedt ook zicht op heel wat nieuwe jobs. Zo zullen de investeringen gepaard gaan met 1.479 extra arbeidsplaatsen in Limburg. Dit is het grootste aantal van alle provincies. Het gros, 1380 jobs, komt door de opstart van nieuwe bedrijven. De nieuwe arbeidsplaatsen zullen voornamelijk voor de logistieke sector en productie zijn.
Conclusies internationalisering
Op onderstaande grafiek die de indicator internationalisering weergeeft, valt af te lezen dat de indicator voor Limburg in stijgende lijn zit. Echter, dit wordt volledig beïnvloed door enkele uitzonderlijk hoge buitenlandse investeringen die werden gedaan in onze provincie in 2023. De andere vier deelindicatoren zijn duidelijk een pak minder positief.
Als we kijken naar het aantal certificaten van oorsprong dan doet onze provincie het helemaal niet goed, opnieuw een daling t.o.v. 2022 van bijna 10%. We zakken onder de symbolische 20.000 certificaten en zitten daarmee terug op het niveau van 10 jaar geleden. Het Limburgs aandeel in Vlaanderen is nog maar goed voor een kleine 6%, een absoluut dieptepunt. Ook voor 2024 zit er niet meteen positief nieuws aan te komen gezien de daling zich blijft verderzetten en we voorlopig uitkomen onder het referentiejaar van 2014.
Als we kijken naar de exportwaarde van de goederen buiten de EU zien we voor Vlaanderen een lichte stijging en voor Limburg een daling in 2023. Als we 2024 er bij nemen dan zien we het omgekeerde: een lichte stijging van de exportwaarde in Limburg en een daling in Vlaanderen. We moeten wel blijven nuanceren dat de inflatie hier een belangrijke rol blijft spelen veeleer dan dat we van winst kunnen spreken. De totale exportwaarde, dus inclusief de goederen binnen de EU, kennen voor beide regio’s ook een dalende trend voor het eerst in drie jaar. De intra-Europese handel lijkt ook niet aan te trekken. Het is duidelijk dat de Limburgse en Vlaamse bedrijven niet meteen hun verliezen als gevolg van de Oekraïnecrisis kunnen compenseren met nieuwe afzetmarkten. Tot slot, de buitenlandse investeringen. In 2022 kende Limburg hier een topjaar met maar liefst 48 buitenlandse investeringen. In 2023 is dit teruggezakt naar 29. We moeten naar crisisjaar 2018 voor een slechter cijfer. In Vlaanderen zakt dit cijfer ook (beperkter) terug. De binnenlandse focus van de bedrijven in de Verenigde Staten moeten we hier als oorzaak zien. Het cijfer dat dan toch zorgt voor wat positivisme in dit hoofdstuk moet brengen is de waarde van deze buitenlandse investeringen. Het aangekondigd DBI investeringsbedrag ligt in Limburg op meer dan 1 miljard euro. Dit is bijna een verdubbeling van vorig jaar waarmee het Limburgs aandeel stijgt naar meer dan 21%! Als we dat vergelijken met 10 jaar geleden is dit zelfs maar liefst acht keer meer.
Aanbevelingen internationalisering
1. Ga voor een performante structuur voor het opvolgen van de Europese legislatieve agenda
Hoewel de EU als beleidsniveau aan belang blijft winnen, loopt de standpuntbepaling tussen de verschillende beleidsniveaus in ons land vaak stroef en duiken Europese initiatieven vaak laat op op de nationale agenda, denk bijvoorbeeld aan de Europese Natuurherstelwet. Daarom moet nagedacht worden hoe het opvolgen van de Europese legislatieve agenda beter kan worden georganiseerd. Dat kan o.a. door sociaaleconomische impactanalyses van EU-wetgeving in te voeren en meer samenwerking met socio-economische actoren. Op deze manier kan beter worden ingeschat wat de impact van Europese wetgeving is op dichtbevolkte gebieden of ‘groene’ regio’s zoals Limburg.
2. Rond binnen België hangende handelsakkoorden af
3. Maak van de Europese interne markt opnieuw een prioriteit
Niet alleen de extra-Europese handel vermindert, maar ook binnen de interne markt is er dertig jaar na de start nood aan een nieuwe dynamiek. De toegenomen complexe administratieve procedures en verscheidenheid aan nationale voorschriften voor goederen en diensten zijn een aanzienlijke last voor het bedrijfsleven. Als exportgerichte en grensregio zien we dit in Limburg in het bijzonder verergeren. Daarom is het van cruciaal belang dat de lidstaten de belemmeringen opnieuw wegnemen en moet een nieuwe Europese Commissaris van Interne Markt (met mogelijkheid tot sancties) toezien op de coördinatie en harmonisatie van de interne markt.
4. Neem drempels weg voor buitenlandse investeringen
Grafiek 7 - Deelindicator internationalisering
Vlaanderen Limburg Lineair (Vlaanderen) Lineair (Limburg)
Op dit moment zijn er acht hangende handelsakkoorden die in ons land nog niet zijn geratificeerd en goedgekeurd door alle bevoegde instanties. Een volgende regering moet hier absoluut een prioriteit van maken, willen we onze geloofwaardigheid op het internationale toneel niet verliezen. We zien al een tijdje het aantal exportcertificaten dalen in Limburg dus ook onze regio heeft nood aan nieuwe afzetmarkten buiten Europa. We moeten daarbij wel niet naïef zijn en daarom moet de EU in deze akkoorden ook handelsbeschermingsinstrumenten inzetten tegen oneerlijke handelspraktijken.
Hoewel de overheid niet rechtstreeks bevoegd is voor het aantrekken van buitenlandse investeringen bepaalt het wel de faciliterende voorwaarden. Via een focus op competitieve en energie- en loonkosten en een stabiel en voorspelbaar fiscaal beleid kan de aantrekkelijkheid van België als investeringsland worden verhoogd. Ook de rechtszekerheid doet vele investeerders afhaken dus hier kunnen zeker nog stappen gezet worden. Daarbij vragen we dat in Limburg de focus wel moet liggen op kwaliteit en investeringen die bijdragen aan bestaande ecosystemen en duurzame economische groei.
5. Stel een geïntegreerd en coherent industriebeleid op
Internationalisering en industrie gaan hand in hand aangezien de industrie goed is voor meer dan 55% van de totale export. Er is de laatste maanden veel gesproken over industrie, maar we zien vooral nog een lappendeken aan initiatieven. Nochtans de nood is groot. In Limburg was 20 jaar geleden de industrie nog goed voor 29,5% van het bbp, vandaag nog 19,1%. Daarom is er nood aan een echt coherent industriebeleid met een Vlaamse minister van Industrie en een Europees Commissaris bevoegd voor een Industrial Deal (naar analogie met de Green Deal). Deze moet enerzijds een afwegingskader uitwerken om om te gaan met de vaak botsende Europese doelstellingen en anderzijds een ‘competitiviteitscheck’ invoeren om de regellast in kaart te brengen.
Interview
Erwin DEZEURE MANAGING DIRECTOR VAN CENTER PARCS BELGIË
Stukje van de wereld in Limburg: Center Parcs weet wat internationaliseren is
Niet alleen de gasten van Center Parcs komen vanuit heel Europa naar Limburg, ook de staff heeft een grote internationale reikwijdte. Volgens Erwin Dezeure, Managing Director Center Parcs België, is het multinationale karakter van de medewerkers een belangrijke factor in het succes van de groep, en is het bovendien een troef om gemotiveerde collega’s aan te trekken en aan boord te houden.
Center Parcs is een bedrijf dat deel uitmaakt van PVCP (Pierre & Vacances Center Parcs) en bestaat uit een aantal merken. Center Parcs is het grootste, aangevuld met reisorganisatie Maeva, Pierre & Vacances en Adagio, de exploitant van stedelijke, meer businessgerichte accommodatie. Al deze activiteiten situeren zich in diverse landen van Europa. Center Parcs heeft in totaal 29 parken in landen als Nederland (9), Frankrijk (7), Duitsland (6) en België (7), waar met Sunparks nog een tweede merk actief is. Weldra opent een gloednieuwe bestemming in Denemarken, meteen het vijfde land waar de gekende keten actief is. Een werelds bedrijf dus…
“Ja, dat klopt”, bevestigt Erwin Dezeure, een Limburger die na diverse opdrachten in buitenlandse vestigingen, nu opnieuw in eigen regio actief is. “We streven ernaar om in elk land een Managing Director aan te stellen die de nationaliteit van daar heeft. Dat maakt het makkelijk om naast de internationale aspecten, voeling te houden met de lokale eigenheid, leveranciers en medewerkers. Voor het overige zijn onze teams heel divers samengesteld. We gaan er niet actief naar op zoek, maar als je de balans opmaakt, hebben we in elke vestiging een mooie mix qua achtergrond, cultuur, geslacht of leeftijd. En die diversiteit is heel verrijkend. Al neemt het niet weg dat de clichés over elke nationaliteit doorgaans wel kloppen. Stipt op tijd zijn of altijd te laat komen, zich bescheiden opstellen of graag op de voorgrond treden, de zaken ‘regelen’ of alles strikt tijdens de vergaderingen vastleggen: vul zelf maar in welke nationaliteiten daar het meest mee overeenstemmen (lacht).”
De cultuurverschillen worden bij Center Parcs op een positieve manier uitgespeeld. “Vroeger werd daar niet zoveel aandacht aan besteed, toen was het eerder grappig om de clichés bevestigd te zien. Maar vandaag worden we tijdens leadership trainingen gewezen op culturele diversiteit, zodat we in de omgang met elkaar rekening kunnen houden met gewoontes, gevoeligheden, waarden en normen
die bij de collega’s van tel zijn. Vergelijk het met de kleurentypes, die eveneens toelaten om je in te leven in de persoonlijkheid van mensen waar je mee moet samenwerken.”
Verrijking
En dat is belangrijk bij Center Parcs, aangezien de medewerkers over de landsgrenzen heen een hecht team vormen met de collega’s uit andere parken. “We organiseren inderdaad heel veel internationale evenementen, zoals een overkoepelende sportdag of 2 keer per jaar een summit met alle managers. We kennen elkaar veel beter dan vroeger en overleggen vaak over de uitdagingen die we gemeenschappelijk hebben. Ook binnen andere functies in de hoofdkantoren is er veel uitwisseling van informatie en samenwerking. Dat geeft een leuke dynamiek. Neem bijvoorbeeld onze mensen die verantwoordelijk zijn voor Corporate Social Responsability (CSR), een erg belangrijk thema binnen onze groep. Wel, op dat vlak worden er veel ‘best practices’ uitgewisseld en toegepast. Er is zelfs een wedstrijd waarbij de beste ideëen van medewerkers uit elk land worden gepitcht en vervolgens kunnen overgenomen worden in andere vestigingen. Zo komt het idee van natuurwandelingen met een gespecialiseerde gids van bij ons, en kan je deze Nature Trails nu in diverse landen terugvinden.”
De diversiteit in culturen is natuurlijk ook op het niveau van de gasten terug te vinden in Center Parcs. “We houden zeker rekening met de nationaliteiten die het meest vertegenwoordigd zijn op ieder moment”, weet de Managing Director. “Nederlanders eten bijvoorbeeld heel vroeg, Fransen juist heel
laat. Op basis van de bezetting pas je dan de openingsuren van je restaurants aan. Een ander voorbeeld: de voorraad in de supermarkt is aangepast aan de voorkeur van de gasten. Waar veel Nederlanders komen, mag de pindakaas zeker niet ontbreken! En ook qua programmatie zijn
er verschillen. Fransen nemen graag deel aan activiteiten, zoals bowlen, muurklimmen, fietsen of andere animatie. Belgen en Nederlanders komen vaak louter voor de bungalow en het zwembad naar Center Parcs. Allemaal factoren waar je als management rekening mee houdt.”
Center Parcs mag dan wel heel internationaal zijn, het lokale aspect wordt niet uit het oog verloren.
Center Parcs mag dan wel heel internationaal zijn, het lokale aspect wordt niet uit het oog verloren. “Zeker niet, in tegendeel zelfs”, zegt Erwin Dezeure. “Onze CSR-richtlijn schrijft zelfs voor dat het bieden van toegevoegde waarde voor de regio, één van de speerpunten is. We houden onze gasten dus niet meer binnen het hek van ons domein, maar spelen de lokale toeristische troeven ook ten volle uit. Zo stimuleren we de bezoekers van onze parken in Limburg om het fietsroutenetwerk uit te proberen. Een ander voorbeeld is dat we werken met streekgebonden voedingsproducten. Er staan altijd regionale gerechten op de kaart en leveranciers worden zo kortbij mogelijk gezocht.
Dat is een extra troef naar onze gasten toe én het beperkt bovendien onze CO2-uitstoot.”
Limburgse bescheidenheid
Dezeure vindt dat we in Limburg misschien wat te bescheiden zijn over de internationale uitstraling van onze regio. “Terhills Resort is hét voorbeeld: een zuiver Limburg product, waar je internationaal mee voor de dag kunt komen. De inrichting van Creneau is wereldklasse, en naar de evolutie van industrie naar recreatieve natuur: daar komen ze van ver met
bewondering naar kijken. Limburg staat bekend als kwaliteitsvol, met als grootste troeven de natuur en de professionele, vriendelijke en multiculturele medewerkers We worden tevens geprezen om onze combinatie van natuur en stedelijke beleving. In andere regio’s kunnen ze daar alleen van dromen. En daarom: we zijn heel internationaal, maar tegelijk ook megafier op de eigenheid van onze streek.” Think global, act local: het schoolvoorbeeld ligt in onze achtertuin!
INNOVATIE
Human Resources in Science and Technology
De snelle technologische veranderingen brengen een stijgende vraag naar mensen met zich mee die de juiste vaardigheden en competenties hebben om deze innovaties te bedenken, te ontwikkelen en toe te passen in de praktijk. Een regio die wil innoveren heeft met andere woorden nood aan menselijk kapitaal dat hoog
opgeleid is en wil werken in een technische of wetenschappelijke discipline.
De indicator Human Resources in Science and Technology, bijgehouden door Eurostat, wijst op de mate waarin de kennisgedreven economie in een regio ontwikkeld is. Het cijfer geeft immers
aan hoeveel werkenden actief zijn in een wetenschappelijk of technisch beroep en hoeveel hooggeschoolden in techniek en wetenschap er in een specifieke regio leven.
and technology
In 2023 waren zo’n 270.000 Limburgers bezig met wetenschap en techniek. Opvallend, een (beperkte) daling van -2,2% in vergelijking met 2022. Ook in Vlaanderen is de index dalende. Met 2.127.700 personen actief binnen wetenschappelijke domeinen werd -2,4% slechter gepresteerd dan in 2022. Indexmatig zien zowel Limburg als Vlaanderen dus voor het eerst in lange tijd een knik in de stijgende lijn. Onze provincie blijft daarmee steeds onderaan staan wanneer de cijfers worden vergeleken met de andere Vlaamse provincies. In West-Vlaanderen, de tweede slechtst scorende provincie, zien we iets meer dan 335.000 mensen actief in de wetenschap en techniek. De kloof is dus nog groot.
Innovatiesteun
De mate waarin VLAIO subsidies verleent aan innovatieprojecten vormt een graadmeter voor de innovatiekracht van een regio. Aangezien niet iedereen die innoveert steun aanvraagt en/of ontvangt, kan deze index gezien worden als de ondergrens van innovatie. Deze steuninstrumenten werken
dus bottom-up en de bedrijfssteunevolutie is dan ook afhankelijk van de individuele initiatieven van de ondernemingen. Bedrijven innoveren echter permanent en doen dit meestal zonder steunmaatregelen van de overheid.
De totaal verleende innovatiesteun groeit voor 2023 opnieuw voor Vlaanderen van 194 miljoen naar meer dan 220 miljoen euro (+13,5%). Daarmee zitten we wel nog een stuk onder de piekjaren 2019-2021 waar de overheid doelbewust meer investeerde in innovatie. Tegelijkertijd zien we in 2023 in Limburg een stevig daling van -25,6%. Hiermee zitten we nog onder de waarde van 2018 terwijl we de afgelopen jaren juist een stijgende trend zagen. Enerzijds blijkt de onderzoeks- en ontwikkelingscapaciteit van bedrijven te beperkt en is deze omwille van de krapte op de arbeidsmarkt niet zomaar op te drijven. Anderzijds weegt de huidige economische onzekerheid op de bereidheid om bijkomende dure en risicovolle projecten op te starten, in het bijzonder voor de industriesectoren. Bijgevolg zakt ook het aandeel van Limburg in Vlaanderen naar minder dan 7%, het slechtste cijfer in 10 jaar. Opvallend is wel dat bijna 90% van de Limburgse innovatiesteun naar kmo’s ging, dat is een pak meer dan in de rest van Vlaanderen (56%).
Grafiek 9 - Index VLAIO-innovatiesteun (grote ondernemingen en kmo’s) Tabel 4 - VLAIO-innovatiesteun (in euro)
Startende ondernemingen
Starters beschouwen we als innovatief aangezien ze vernieuwing in onze economie implementeren. Zeker als ze zich met nieuwe ideeën in de
markt willen vestigen. Ze oefenen dan ook een belangrijke invloed uit op de Limburgse economie.
De eerste helft van 2024 ziet er voorlopig terug wat beter uit. Voor Limburg voorspellen we dat er 9.424 nieuwe starters bijkomen in 2024. Daarmee wordt de kaap van 9.000 starters opnieuw gehaald na twee jaar en is dit vergelijkbaar met 2021, het voorlopige recordjaar. Voor Vlaanderen in zijn geheel zien we een ook opnieuw een stijging naar 73.300 starters.
De daling van Limburgse starters in 2022 heeft zich helaas ook doorgezet in 2023. Vorig jaar kwamen er namelijk 8.661 ondernemingen bij in Limburg, een daling van opnieuw -5,1%. Opnieuw werd de kaap van 9.000 starters dus niet gehaald. Vlaanderen
Bron: Belfirst - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
daarentegen herstelt zicht terug in 2023. Met 71.689 starters in Vlaanderen doet het Vlaams gemiddelde het dus beter (+1,5%) , maar wordt de recordwaarde van 2021 ook hier niet gehaald. De internationale spanningen en de daar bijhorende economische
onzekerheid deden veel mensen twijfelen om een nieuwe onderneming te starten en dat zien we ook in de cijfers. Het Limburgs aandeel starters blijft daarmee rond de 12% hangen.
Octrooiaanvragen
Om na te gaan hoe innovatief een bepaalde regio is, kijken we onder meer naar het aantal octrooiaanvragen dat werd ingediend bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendommen. De ingediende octrooiaanvragen vormen een graadmeter voor de mate waarin bedrijven bezig zijn met innovatie. Ondernemingen die een octrooi aanvragen zijn immers bezig met het
ontwikkelen van innovatieve producten. Deze producten komen daarom nog niet op de markt, maar de evolutie van het aantal octrooiaanvragen beschouwen we wel als een bijkomende criterium van het innovatiegehalte van een regio. Ook voor een duurzame economische groei en het behoud van onze concurrentiepositie motiveren we octrooiaanvragen als graadmeter voor het innovatieve karakter van onze kenniseconomie. Net als bij subsidieaanvragen mogen we ons niet blindstaren op deze deelindicator. Ook in deze is het niet zo dat iedereen die met innovatie bezig is ook effectief een octrooiaanvraag indient.
Grafiek 11 - Index octrooiaanvragen
Vlaanderen Limburg
Bron: FOD EconomieVerwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Tabel 6 - Limburgs aandeel octrooiaanvragen
2014 645 70 10,85%
2015 665 60 9,02%
2016 740 79 10,68%
2017 662 69 10,42%
2018 586 86 14,68%
2019 643 86 13,37%
2020 620 50 8,06%
2021 573 47 8,21%
2022 467 59 12,63%
2023 464 49 10,56%
Bron: FOD Economie
Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Het aantal Limburgse octrooiaanvragen nam een diepe duik in 2020, was in 2022 weer herstellende, maar nu zitten we in 2023 met 49 aanvragen opnieuw eerder aan de lage kant. Deze daling is goed voor -17% t.o.v. het jaar voordien. Voor Vlaanderen zien we dat het aantal octrooiaanvragen met 464 eerder status quo blijft (-0,6%). Het Limburgs aandeel daalt daarmee opnieuw naar 10,56%.
Investeringen
Om te kunnen innoveren is er natuurlijk nood aan voldoende investeringen. Uit de meest recente enquête van Voka – KvK Limburg (zomer 2024) blijkt dat de investeringsplannen van de Limburgse bedrijven onzeker blijven. 25% van de bedrijven gaven aan hun investeringen voor de komende twee jaar te zullen verlagen. Van de bedrijven die deel uitmaken van een internationale groep, kijkt 33% voornamelijk naar het buitenland voor hun investeringsplannen. Dit zou een enorm gemiste kans zijn voor wat betreft innovatie in onze regio.
Als we naar de cijfers van 2023 kijken zien we die negatieve tendens gelukkig niet terugkomen. Integendeel in Limburg zien we zelfs dat de afgelopen jaren het aantal bedrijfsinvesteringen gestegen is (meer dan het dub-
bel t.o.v. van tien jaar geleden zelfs). 2023 was goed voor bijna 4 miljard euro aan investeringen in onze provincie oftewel bijna 500 miljoen euro meer dan het jaar voordien (+13,8%). Vlaanderen kende een nog iets sterkere groei (+20,2%), maar kende in tegenstelling tot Limburg wel een kleine terugval in het coronajaar 2020.
Grafiek 12 - Investeringen van bedrijven volgens btw-aangiften
Conclusies innovatie
In 2022 wist Limburg nog stand te houden voor wat betreft de innovatie-indicator, maar voor 2023 zien we het omgekeerde. Limburg daalt op deze indicator, waar Vlaanderen nog licht stijgt. Dat komt omdat Limburg voor alle deelindicatoren, op het aantal eigen bedrijfsinvesteringen na, verlies moest optekenen.
Toch wel een verrassing is dat het aantal mensen actief in de technische of wetenschappelijke discipline is afgenomen, dit zowel in Vlaanderen als in Limburg. Een gelijkaardige daling voor Limburg is van 2017 geleden. Ook verrassend is dat de Vlaio-steun voor innovatie in Vlaanderen gemiddeld toeneemt terwijl die in Limburg stevig terugvalt (-25,6%). Het Limburgs aandeel zakt hiermee onder de 6% en dit is het slechtste cijfer in de afgelopen 10 jaar. Een gelijkaardige trend zien we bij het aantal startende bedrijven. Hoewel dit in Vlaanderen toeneemt, zien we dat dit in Limburg in 2023 nog steeds afneemt en we zakken zelfs onder de grens van 9.000 starters. Hoopvol is dan wel dat de voorlopige cijfers van 2024 aangeven dat er terug voldoende vertrouwen is om te ondernemen en terug een stijgende lijn te krijgen in deze deelindicator. Helaas houdt het negatieve verhaal nog niet op want ook het aantal octrooiaanvragen neemt na hersteljaar 2022 opnieuw een diepe duik (-17%) terwijl dit in de rest van Vlaanderen eerder stabiel is gebleven.
Om deze conclusie positief te eindigen, kijken we nog naar de eigen bedrijfsinvesteringen. In Limburg zijn deze de afgelopen 10 jaar alleen maar gestegen, terwijl we in Vlaanderen een kleine terugval kenden in de covidperiode. 2023 was goed voor bijna 4 miljard euro aan investeringen in Limburg. Meer dan dubbel zoveel als in het referentiejaar 2014. We gaan die investeringen zeker nodig hebben om de omslag te maken naar een innovatieve Limburgse economie die weerbaar is voor de toekomst.
Aanbevelingen innovatie
1. Haal de Einsteintelescoop naar Limburg
Dankzij de Einsteintelescoop krijgt Limburg een stevige innovatieboost. Halen we de Einsteintelescoop naar hier, dan brengt dat heel wat voordelen met zich mee, zoals grote investeringen en hoogwaardige jobs. Limburgse bedrijven zullen hun diensten en producten kunnen aanbieden aan het observatorium. De effectieve opstart is pas voorzien in 2032, maar nu al zullen er opdrachten worden uitgeschreven. Niet alleen voor hightechbedrijven, maar bijvoorbeeld ook voor bedrijven uit de planning- en bouwsector.
2. Werk aan de industriële transitie: bijkomende middelen te voorzien voor O&O
We zien dat bedrijven nog steeds investeren in hun eigen toekomst, maar in de nieuwe legislatuur is ook een bijkomende injectie van de overheid nodig van 250 miljoen euro voor de ondersteuning van demo- en pilootinstallaties om de industriële transitie mogelijk te maken. De bottom-upbenadering moet leidend blijven als beste garantie voor baanbrekende innovaties. Enkel zo kunnen we internationaal concurrentieel blijven. Die innovatie zal bovendien disruptief moeten zijn.
3. Nood aan meer en gerichter ondersteunen en valoriseren van innovatie
Het aandeel Limburgse innovatiesteun van Vlaio daalt naar een van de laagste niveaus in jaren. Daarom vragen we voor een betere invulling van het steuninstrumentarium door meer steun voor hogere Technology Readiness Levels (TRL’s) te voorzien. Dat kan via gerichte
subsidies en/of terugbetaalbare voorschotten om piloot- en demo-installaties te faciliteren en risicovolle innovaties sneller naar de markt te brengen, zodat duurzame innovatie ook in Limburg gevaloriseerd en verankerd wordt. Daarbij moet de overheid ook meer de Europese steuninstrumenten zoals het European Innovation Fund activeren.
4. Maak van Limburg een volwaardige start- en scale-up regio
Uit onderzoek van Flanders Investment & Trade (FIT) en ook recent uit eigen onderzoek i.s.m. Deloitte is gebleken dat het aantal start- en scale-ups in Limburg eerder beperkt is. Nochtans zijn het deze bedrijven die vaak zorgen voor innovatieve oplossingen voor maatschappelijke problemen. Aan de andere kant zien we dat er wel een aantal troeven zijn in onze regio zoals het incubatorennetwerk van LRM. Willen we dit ecosysteem verder versterken dan is er o.a. nood aan voldoende regelluwe kaders waarbinnen starters kunnen experimenteren en moet het voor hen ook makkelijker gemaakt worden om deel te nemen aan overheidsaanbestedingen.
5. Voorzie 1 miljard euro voor zorginnovatie
De zorgsector is de grootste werkgever in Limburg met bijna 50.000 loontrekkende jobs. Deze sector kent heel wat uitdagingen door de stijgende vergrijzing en het moeilijk vinden van personeel. Dit is dan ook de sector bij uitstek die veel te winnen heeft aan gerichte innovatie. Daarom moet er minstens 1 miljard euro worden voorzien worden (via RIZIV) voor middelen om zorginnovatie te stimuleren. Dit gaat om middelen die het werk slimmer, sneller, beter en meer kosteneffectief moeten doen, maar eveneens middelen die de digitale competenties van het personeel kunnen versterken.
Interview
Tom VAN DE SANDE CEO VAN PVS
Innovatie is nodig om voorsprong te behouden
Hoe kan je als Limburgse kmo opboksen tegen de grote wereldspelers? Bij PVS in Hasselt, fabrikant van audio-apparatuur voor vaste installaties, weten ze dat maar al te goed: “Meer dan een kwart van onze mensen is fulltime bezig met ontwikkeling”, zegt zaakvoerder Tom Van de Sande. “Als we een veelbelovende ontdekking doen, kunnen we heel snel schakelen en blijven we de concurrentie voor.” Innovatie is dus het succesrecept, en dat al meer dan 40 jaar.
PVS werd 4 decennia geleden opgericht door Patrick Van de Sande. Als tiener recupereerde hij al afgedankte materialen van Philips Hasselt om er nieuwe producten en reserve-onderdelen van te maken. “Mensen uit de buurt die een defect aan hun toestel hadden, kwamen bij hem aankloppen voor herstellingen”, vertelt zijn zoon Tom, die nu al 7 jaar het bedrijf PVS leidt. “Hij was echt gepassioneerd door technologie en haalde veel voldoening uit zijn experimenten om nieuwe, en vooral betere dingen te creëren. Zo is het idee gegroeid om een eigen zaak op te starten, en dat met kwaliteitsvolle materialen. Dit bedrijf is dus gestoeld op technologische innovatie, en dat is nog altijd de motor van PVS.”
Strategie
De producten van de Hasseltse onderneming worden vandaag wereldwijd verkocht onder merknamen als Audac (luidsprekers en versterkers), Procab (audiobekabeling) en Caymon (statieven en rekken). In alle uithoeken van de wereld zijn er professionele klanten die de toepassingen uit Hasselt verkiezen boven de alternatieven van grote, internationale spelers. “En dat heeft vooral te maken met onze vastberaden strategie om te blijven innoveren”, zegt Tom Van de Sande.
“Het is onze manier om het verschil te maken. Wij hebben niet de megabudgetten van de multinationals om aan marketing te doen, maar investeren wel veel in onze R&D-afdeling. In ons bedrijf is 26 procent van de mensen bezig met ontwikkeling, wat meteen aangeeft hoeveel belang wij daar aan hechten. We hebben als kmo bovendien het voordeel dat we snel kunnen schakelen om nieuwe producten in de markt te zetten. De beslissingslijnen zijn heel kort, wat ervoor zorgt dat we flexibel kunnen inspelen op de vraag van de markt. Bij de concurrentie vergt de ‘go to market’ van nieuwigheden veel meer tijd, en zo behouden wij onze voorsprong.”
Bluts met de builen
Een andere factor die volgens de CEO belangrijk is om succesvolle innovaties te lanceren, is het ondernemerschap van het management. “Wie uiteindelijk het licht op groen zet om de creaties van de R&D-collega’s op de markt te brengen, mag niet louter financieel gedreven zijn”, vindt Tom Van de Sande. “Je moet risico’s durven nemen en ook op het buikgevoel afgaan. Zekerheid op succes is er nooit, maar de schrik om geld te verliezen mag niet overheersen, anders komt er niks van.” Nochtans is niet elke innovatie even lucratief. “Uiteraard is het al gebeurd dat we de bal misgeslagen hebben. Dat zijn de risico’s van het vak. Maar gelukkig hebben we doorheen de jaren al een stevige buffer en ruggengraat opgebouwd, waardoor we een kleine mislukking wel kunnen opvangen. Innoveren is dus een beetje de bluts met de builen nemen.”
Het is soms een strijd
van David tegen
Tom Van de Sande heeft in dat verband een tip voor andere ondernemers: “Om de kans op succes te vergroten, moet je je eigen product kritisch durven bekijken. Je moet een innovatie evalueren door de ogen van de klant en niet snel tevreden zijn. Er zijn altijd verbeterpunten om de kwaliteit of het gebruiksgemak nog te verhogen. En net die puntjes, hoe klein ook, maken wel degelijk het verschil.”
Ja, de behoefte van de klant moet vertaald worden in een ambitieus project.
Bij PVS zijn ze dus rotsvast overtuigd weg van innovatie te blijven . “Onze markt is voortdurend in beweging”, legt de CEO uit. “De wordt steeds meer geAudio gaat vandaag vaak samen met video en IT, waardoor de oplossingen die we moeten aanbieden, veel breder dienen te gaan. Tegelijk moet alles eenvoudig zijn, compatibel blijven met alle merken, makkelijk te installeren en te bedienen zijn, én gekend zijn als kwalitatief hoogstaand. Er zijn dus heel wat uitdagingen die we voor de voeten krijgen, en innovatie moet daar een antwoord op bieden. Waar anderen tegen zo’n opdrachten opzien, vinden wij die zoektocht juist heel fijn.
De zoektocht naar vernieuwing zit nu eenmaal in ons dna. Ja, allemaal, want al onze collega’s zijn, net zoals ikzelf, doordrongen van technologie en hebben een grote passie voor onze producten Ze zijn gebeten om de concurrentie voor te blijven, en dat is absoluut nodig om het verschil te kunnen maken. Het is soms een strijd van David tegen Goliath, maar in de rol van underdog voelen we ons sterk en blijven we de mooie resultaten neerzetten.”
Beleving
Toch zijn er ook actuele valkuilen die opduiken als je vandaag de dag wilt innoveren. “Zeker”, weet Tom Van de Sande. “Trendsetter zijn, met steeds de nieuwste techologie, wordt steeds moeilijker en duurder. Neem nu ons eigen nieuwe productengamma: aan de marktintroductie gaat een investering van zo’n 4,5 miljoen euro vooraf. Dat is niet niks voor een bedrijf als het onze, en dus moet er toch wel héél goed over nagedacht worden. Als we hiermee de mist ingaan, hebben we een probleem. Daarom is het niet voldoende om alleen maar de beste kwaliteit te bieden. Tegenwoordig dien je ook extra beleving, zeg maar emotie, aan je producten te koppelen. Er moet een gevoel vrijkomen als je met onze technologie naar muziek luistert. Dat allemaal samen in één product stoppen is niet niks. Ik zei het al: uitdagingen genoeg!”
Professionaliseren
Nog een valkuil is dat de organisatie na het opstapelen van de successen, groter wordt en extra managmentniveaus gaat oprichten. “Dat maakt de processen log en stug, wat nefast is voor een speler die het moet hebben van zijn wendbaarheid en flexibiliteit. De dag dat we door teveel tussenniveaus de voeling met de klantenbasis verliezen, zijn we een vogel voor de kat. Professionaliseren is noodzakelijk, maar dan wel op een andere manier dan extra beslissingnemers aan te stellen en niet meer ‘lean’ te blijven.” Luisteren naar de klant, dus. “Ja, de behoefte van de klant moet vertaald worden in een ambitieus project. Een innovatief product mag geen niche blijven, maar moet zo snel mogelijk ‘main stream’ worden op grote schaal. Je moet dus zelf overtuigd zijn dat je een succesrecept in handen hebt en dat ook breed willen uitdragen. Want daar draait business uiteindelijk om: samen met het team een veelbelovend groeiparcours afleggen en de concurrentie te slim af te zijn. Als je terdege rekening houdt met al deze aandachtspunten, tegelijk op technisch vlak de limieten opzoekt (in positieve zin), en je innovatie betaalbaar houdt, kan je ongetwijfeld een ijzersterk verhaal neerzetten.” En dat is precies wat PVS al meer dan 40 jaar doet…
TALENT
Arbeidsmarkt
Werkloosheid
De economische gezondheid van de regio kan bepaald worden door het aantal werkzoekenden op de arbeidsmarkt te gebruiken als maatstaf.
Een daling van het aantal werkzoekenden kan gezien worden als een positief effect op het economische welzijn in een regio. Een stijging van het aantal werkzoekenden wordt gezien als een teken dat het economisch slechter gaat.
Zoals vorig jaar al te lezen viel in de Toekomstindicator 2023 zou het aantal niet-werkende werkzoekenden verder oplopen in 2023. Als we naar de voorspelling van vorig jaar kijken, zien we dat de cijfers voor zowel Vlaanderen als Limburg zelfs nog iets slechter zijn dan voorspeld. In Vlaanderen, waar sinds eind 2022 het aantal niet-werkende werkzoekenden al aan het stijgen was, neemt het aantal niet-werkende werkzoekenden toe tot 205.598. Dit is een stijging van iets meer dan 14%. In Limburg zagen we eind 2023 25.782 niet-werkende werkzoekenden. Hier goed voor een vrij gelijkaardige stijging van 12%. Een deel van de stijging kan verklaar worden door het feit dat de VDAB de laatste jaren een kortere opvolging kent. Daarentegen moet gezegd worden dat onze provincie de laatste
jaren bezig was aan een inhaalbeweging en dat heeft geen windeieren gelegd. Limburg kon het afgelopen jaar de sterkste groeicijfers voorleggen van alle Vlaamse provincies. We zitten vandaag met een werkzaamheidsgraad van 76,4% wat voor het eerst overeenkomt met het Vlaams gemiddelde en daarmee komt een werkzaamheidsgraad van 80% zelfs in zicht.
Voor de eerste maanden van 2024 zien we gelukkig in zowel in Vlaanderen als in Limburg het aantal werkzoekenden terug afnemen. Ondanks het feit dat we in juni 2024 met 25% meer faillissementen zaten in Limburg t.o.v. 2022 lijkt het er dus op dat er snel nieuw werk wordt gevonden. De krapte op de arbeidsmarkt zit daar natuurlijk voor iets tussen. Het aantal faillissementen blijft wel een aandachtspunt want in Vlaanderen nam dit aantal slechts met 5% toe t.o.v. een jaar geleden. Dit heeft te maken met het feit dat de sectoren die het meeste worden getroffen, de bouw én transport, klassieke sectoren zijn in onze provincie.
Werkaanbod
Om een objectief beeld te kunnen vormen van het werkaanbod en de Limburgse economie gebruiken we statistieken van de VDAB. We gebruiken enkel de vacatures die rechtstreeks aan de VDAB bekend gemaakt worden om dubbeltellingen te voorkomen. Natuurlijk is dit slechts een fractie deel op de markt voorhanden is. Er zijn immers heel wat bedrijven die gebruik maken van andere kanalen om jobs in te vullen of sollicitanten aan te trekken. Ook de interim-opdrachten zitten niet vervat in de gebruikte cijferreeksen.
Ook voor wat betreft het aantal vacatures zien we dat de terugval van de Oekraïnecrisis zich pas in 2023 laat opmeten. Zo zien we in Vlaanderen dat het aantal openstaande vacatures daalt naar 300.155 oftewel 20.000 minder vacatures dan het jaar voordien. In Limburg daalt het aantal openstaande vacatures naar 36.826 oftewel bijna 6.500 minder dan in 2022.
Voor 2024 zet deze trend zich voorlopig verder. Het jaargemiddelde in juni voor Limburg bedroeg 33.628 vacatures, oftewel opnieuw een daling van -8,7%. Voor Vlaanderen is met -5,5% de daling iets minder groot.
Ratio werkaanbod –werkloosheid
Voor de volledigheid bekijken we ook de verhouding tussen werkaanbod en de arbeidsreserve. Bij een ratio gelijk aan 1, zijn er evenveel werkzoekenden als dat er werkaanbod is op de markt. Een ratio boven 1 betekent dat er meer jobs dan werkzoekenden zijn. Deze ratio wordt niet als een aparte subindicator opgenomen aangezien de subindicatoren ‘niet-werkende werkzoekenden’ en ‘werkaanbod’ zo een dubbel gewicht zouden hebben in deze Toekomstindicator.
16 - Ratio werkaanbod - werkloosheid
In de vorige editie van de Toekomstindicator viel te lezen dat de ratio werkaanbod – werkloosheid voor Vlaanderen en Limburg respectievelijk 1,94 en 1,88 waren. Net onder de symbolische waarde van ‘2,00’, maar nog steeds zeer hoog. Dat wil dus zeggen dat bijna dubbel zoveel vacatures openstonden als er werkzoekenden waren. Voor 2023 zakken de ratio’s voor Vlaanderen en Limburg naar respectievelijk 1,46 en 1,43. De druk op de arbeidsmarkt daalt dus, maar van goed nieuws kunnen we niet spreken gezien de groei van de bedrijven sputtert en faillissementen zorgen voor een groeiend aantal werkzoekenden.
De voorlopige cijfers van 2024 geven aan dat die spanning verder (licht) afneemt (omwille van dezelfde redenen als bovenstaand). Deze beweging geldt voor zowel Vlaanderen als Limburg. Hierdoor kunnen we een ratio opmeten van 1,41 in Vlaanderen en 1,38 in Limburg. De ratio’s voor Vlaanderen en Limburg liggen dus zeer dicht bij elkaar.
Doorstromingscoëfficiënt
De doorstromingscoëfficiënt is de ratio tussen de bevolking in de leeftijdscategorie 15-24 jaar en 55-64 jaar. Als deze coëfficiënt groter is dan 100%, dan wil dit zeggen dat de leeftijdsklassen die de arbeidsmarkt zullen verlaten meer dan volledig zullen vervangen worden door jonge instromers. Omgekeerd duidt een coëfficiënt lager dan 100% erop dat de vervanging van uittreders niet volledig zal kunnen opgevangen worden door jonge intreders. Er stromen immers
meer mensen uit de arbeidsmarkt dan dat er nieuwe arbeidskrachten bijkomen. Een coëfficiënt gelijk aan 100% duidt aan dat de potentiële instromers en uittreders elkaar in evenwicht houden.
Grafiek 17 - Doorstromingscoëfficiënt (in %)
Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Er is een kwalitatieve krapte op de arbeidsmarkt, maar ook de kwantitatieve krapte blijft jaar na jaar toenemen. De vergrijzing wordt zeer tastbaar door naar de doorstromingscoëfficient te kijken. Voor iedere 100 personen die de arbeidsmarkt verlaten, zijn er in 2023 71 personen die diezelfde arbeidsmarkt betreden in Limburg. Dat is iets beter dan vorig jaar (70 in 2022). In Vlaanderen is de situatie eveneens ernstig, maar minder prangend. Voor iedere 100 uitreders, zijn er daar zo’n 80 toetreders. Dit is ook voor Vlaanderen een lichte stijging (79 in 2022). Echter, aan dit tempo zal het minstens vijftig jaar duren voordat de magische 100% doorstroming gehaald kan worden.
Onderwijs
Hoger onderwijs
In academiejaar 2022-2023 waren er 326.943 Vlaamse jongeren die een hogeschool- of universiteitsopleiding genoten. Daarmee stijgt het aantal licht (+1,2%). Opvallend, het aantal Limburgse studenten lag op 33.777 en daalt daarmee licht (-1,7%) na vijf jaar stijgingen gekend te hebben. Het aandeel Limburgse hogeschool- of universiteitsstudenten t.o.v. de rest van Vlaanderen blijft met 10,33% stabiel in vergelijking met het vorige academiejaar, maar blijft toch laag.
Een andere interessante vergelijking is het aantal hogeschool- en universiteitsstudenten te bekijken per vestigingsplaats. Zo zien we hoeveel studenten de provincie aantrekt (al dan niet met een woonplaats in Limburg). Het vorige schooljaar schreven er 23.451 studenten zich in een van de Limburgse hogescholen of universiteit daarmee komt het Limburgs aandeel op 7,17% in Vlaanderen dit is opnieuw een lichte daling t.o.v. de twee vorige academieja-
ren en daarmee staan we ook op de laatste plaats van alle provincies. Dit bekent ook dat voor het vorig schooljaar meer dan 10.000 Limburgs in een andere provincie gingen studeren.
Tabel 7 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten
Jaar Vlaanderen Limburg Limburgs aandeel
2014 260.770 30.143 11,56%
2015 273.682 31.287 11,43%
2016 276.470 31.512 11,40%
2017 279.281 30.353 10,87%
2018 282.841 30.476 10,77% 2019 285.520 30.062 10,53% 2020 307.497 32.923 10,71% 2021 319.944 34.223 10,70% 2022 323.209 34.369 10,63% 2023 326.943 33.777 10,33%
Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming
Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Tabel 8 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten – per vestiging
Jaar Vlaanderen Limburg Limburgs aandeel
2014 260.770 18.772 7,20%
2015 273.682 19.033 6,95%
2016 276.470 19.554 7,07%
2017 279.281 19.923 7,13%
2018 282.841 20.094 7,10%
2019 285.520 19.872 6,96%
2020 307.497 22.520 7,32%
2021 319.944 23.667 7,40%
2022 323.209 23.661 7,32%
2023 326.943 23.451 7,17%
Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming
Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Grafiek 18 - Index hogeschool- en universiteitsstudenten
Tabel 9 - Leerlingen met minstens twee jaar schoolse achterstand
Vlaanderen Limburg
Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming
Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
In de vorige editie van de Toekomstindicator was één van de aanbevelingen rondom talent het structureel uitrollen van Talentcenters in het overheidsbeleid. Talentcenters moeten jongeren bij de start aan het secundair onderwijs helpen om de juiste studiekeuze te maken. Dit is mogelijk op basis van een wetenschappelijk onderbouwd talentenrapport dat ze leerlingen ontvangen. Want wie goed kiest, voelt zich beter op school en zal betere resultaten halen. Voka – KvK Limburg investeerde samen met PXL al in een Talentcenter in Hasselt (met de steun van Provincie Limburg). Ondertussen worden deze Talentcenters uitgerold over heel Vlaanderen (met de steun van de Vlaamse overheid). Ook in Limburg is op 9 september een tweede Talentcenter geopend op de T2-Campus in Genk in samenwerking met Educathor en met de steun van ESF Vlaanderen.
Dat dit nodig is, bewijzen de cijfers nog maar eens. Uit de meest recente cijfers (schooljaar 2021-2022) blijkt dat 14,1% van de leerlingen het secundair onderwijs verlieten zon-
der voldoende kwalificaties. Dat is niet alleen een hoog cijfer, maar ook stijgend. Het percentage vroegtijdige schoolverlaters is tussen de schooljaren 2014-2015 en 2018-2019 gestegen van 9,7% naar 12,1%. Limburg scoort net onder het gemiddelde met een ongekwalificeerde uitstroom van 13,8%.
De kans op vroegtijdig schoolverlaten neemt sterk toe met elk bijkomend jaar schoolse achterstand. Daarom dat we hieronder ook inzoomen op de cijfers omtrent leerlingen met minstens twee jaar schoolse achterstand. Het goede nieuws is dat dit cijfer de laatste tien jaar structureel aan het dalen is, zowel in Limburg als in Vlaanderen. In Limburg ligt het cijfers zelfs nog iets onder het Vlaams gemiddelde.
Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming
Verwerking: Voka – Kamer van Koophandel Limburg
Grafiek 19 – Index leerlingen met minstens twee jaar schoolse achterstand
Vlaanderen Limburg
Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming
Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Conclusies talent Aanbevelingen talent
Ook voor de derde deelindicator verliest Limburg terrein. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is opgelopen in 2023, zelfs nog iets meer dan dat vorig jaar werd voorspeld. Echter, met een werkzaamheidsgraad van 76,4% heeft Limburg een mooie inhaalbeweging gedaan en is de gewenste werkzaamheidsgraad van 80% toch in het vooruitzicht. Bovendien zien we bij de voorlopige cijfers van 2024 dat het aantal werkzoekenden weer opnieuw afneemt. Ook voor wat betreft het aantal vacatures zien we de terugval van de Oekraïnecrisis vooral in 2023. In 2024 zet die daling van het aantal vacatures zich voorlopig verder. De ratio werkaanbod – werkloosheid blijft hiermee weg van de symbolische waarde van ‘2,00’ en daalt juist naar 1,43 in Limburg. Dit wil dus zeggen dat de krapte op de arbeidsmarkt iets gedaald is. Goed nieuws is dit ook niet meteen gezien de groei van de bedrijven afneemt en het aantal faillissementen toeneemt. Daarnaast is er lang gesproken geweest over de vergrijzing in onze regio’s, maar het is nu duidelijk dat we er middenin zitten. in Limburg zijn er vandaag voor iedere 100 uittreders uit de arbeidsmarkt slechts 71 personen die toetreden. Iets beter dan vorig jaar, maar we zullen toch minstens 50 jaar moeten wachten voordat we terug een doorstromingscoëfficiënt van 100% zullen halen.
Inzake onderwijs keken we enerzijds naar het aantal hogeschool- en universiteitsstudenten en anderzijds het aantal leerlingen in het secundair onderwijs met een schoolse achterstand. Het aantal Limburgse studenten die een hogeschool- of universiteitsopleiding genoten blijft redelijk stabiel, maar daalt toch licht na vijf jaar lang een (beperkte) stijging gekend te hebben. Een gelijkaardig cijfer zien we voor het aantal studenten dat een opleiding geniet aan een van de Limburgse onderwijsinstellingen. Tegelijkertijd zien we dat gemiddeld in Vlaanderen er wel een stijging is van het aantal studenten. Voor wat betreft de leerlingen van de middelbare school viel recent nog te lezen dat het aantal zonder diploma stijgend is. Een problematisch cijfer. Een van die oorzaken is schoolse achterstand. Het goede nieuws is dat dit aantal wel al jaren dalend is en dat Limburg met 3,1% daar zelfs beter dan het Vlaams gemiddelde scoort.
1. Trek meer internationaal talent aan
Ondanks de negatieve economische situatie zien we dat de krapte op de arbeidsmarkt een groot probleem blijft. In Limburg zitten we met meer dan 33.000 openstaande vacatures. Daarom moet een Single Permit verkrijgen sneller en eenvoudiger, met een maximale doorlooptijd van drie weken. Voorzie in een snelwegprocedure voor trusted companies. De tweejaarlijkse lijst voor eenvoudige economische migratie voor derdelanders moet ook worden herzien. De lijst moet actueler alsook minder selectief zijn. Daarnaast moet er voldoende aandacht zijn voor huisvesting zoals bijvoorbeeld het Flexwonen in Nederland.
2. Stimuleer pensioenopbouw met langere loopbanen
Zoals uit de doorstromingscoëfficiënt blijkt, is de vergrijzing nu effectief aan het doorwerken op onze arbeidsmarkt en in het bijzonder in Limburg. De komende vijftig jaar verwachten we geen beterschap. Gezien de penibele overheidsfinanciën hebben we geen andere keuze dan te werken aan langere loopbanen. We laten ons inspireren door Duitsland waar sprake is van een vermindering van 3,6% op het pensioenbedrag per jaar vervroegde opname. We moeten ook de pensioenleeftijd laten meestijgen met de levensverwachting zoals in Nederland het geval is. Eindeloopbaan stelsels zoals SWT en landingsbanen moeten uitdoven.
3. Begeleid langdurig zieken
Waar we zien dat het aantal werklozen nog steeds historisch laag is, zien we tegelijktijdig ook dat het aantal zieken jaar na jaar toeneemt. Daarom is een goede begeleiding noodzakelijk. Na vier weken afwezigheid moet elke zieke werknemer gescreend worden. Na uiterlijk zes weken is er een re-integratieplan klaar op maat met concrete afspraken. Cruciaal blijft natuurlijk het verhinderen dat mensen uitvallen door een uitgewerkt welzijnsbeleid
4. Voeg meer STEM toe aan het onderwijsaanbod
Zowel in Limburg als in Vlaanderen zagen we het afgelopen jaar het aantal mensen actief in STEM-beroepen dalen. Nochtans zien we vooral daar veel openstaande vacatures. Het is daarom cruciaal dat het onderwijsaanbod beter afgestemd wordt op dat onderwijsaanbod. Een aangepaste financiering kan hiervoor een katalysator zijn. Dit geldt ook voor graduaatsopleidingen met een groot aandeel werkplekleren.
5. Organiseer de opleiding burgerlijk ingenieur aan de UHasselt.
Vandaag telt de UHasselt 52 opleidingen. Ter vergelijking: KU Leuven telt 260 opleidingen. Het is dus niet onredelijk dat de Limburgse universiteit meer opleidingen zou mogen aanbieden. Vooral als je weet dat de gestage uitbreiding van het opleidingsaanbod de participatie van Limburgse jongeren aan het universitaire onderwijs heeft bevorderd de afgelopen jaren. Meer masteropleidingen betekent ook minderen jongeren die naar een andere provincie moeten gaan om hun opleiding af te maken waardoor de braindrain kan verminderen. Dit geldt ook voor doctoraatsstudenten. Om onze kenniseconomie verder vorm te geven zijn bijkomende opleidingen noodzakelijk. Voka – KvK Limburg gelooft dat de opleiding van burgerlijk ingenieur een grote toegevoegde waarde zou hebben.
Interview
HR-CONSULT VAN RIGORGEOUS
Onze mensen moeten over de hele lijn ‘rigorgeous’ zijn
RiGorgeous, het overkoepelende cosmeticabedrijf van Caroline Rigo met merken als Cent Pur Cent, i.am.klean, Café Beauté en Blush Academy, is de afgelopen 5 jaar in België gegroeid van 5 naar 70 mensen. Deze enorme groeispurt vereist een verdere professionalisering van de onderneming – zeker ook op vlak van talentmanagement. “Onze mensen geloven allemaal in de ‘why’ en in de strategie die we hanteren, en dat is de grote kracht van ons verhaal”, zegt HR-manager, Mies Neven.
De structuur en organisatie binnen snelgroeiende bedrijven evolueert logischerwijs continu en RiGorgeous is geen uitzondering op deze regel. Deze overkoepelende holding omvat al Rigo’s haar merken in cosmeticaproducten en -diensten. Het succes van de KMO heeft al snel tot een explosieve toename van werknemers gezorgd en daarom moet het management regelmatig de zeilen bijzetten in alle geledingen. Om het talentmanagement in goede banen te leiden kan Rigo rekenen op een doorwinterde HR-professional: Mies Neven. Zij zorgt voor de nodige maturiteit en creativiteit voor de HR-verantwoordelijkheden binnen de organisatie. En dat blijkt cruciaal.
“RiGorgeous heeft de afgelopen 5 tot 6 jaar een enorme sprong gemaakt”, blikt HR-verantwoordelijke Mies Neven terug op een turbulente, maar intensieve periode van permanente groei. “Het personeelsbestand is exponentieel gegroeid. Waar we in 2018 nog maar met een 5-tal mensen waren, is dat intussen toegenomen tot zo’n 70. Omdat de positieve resultaten en succesvolle innovaties de verdiensten zijn van ons hele team, spreekt het voor zich dat we deze troef verder moeten professionaliseren. Dat houdt in dat we zowel de motivatie en ambitie van de bestaande collega’s blijven aanwakkeren, maar tegelijkertijd nieuwe medewerkers klaarstomen met de normen en waarden die ons als overtuigde RiGorgeous-believers met elkaar verbinden.”
Hoe pakken Mies en haar collega’s deze uitdaging bij RiGorgeous aan?
“We vertrekken vanuit de strategische planning gebaseerd op de visie en ambities van onze founder Caroline Rigo en co-CEO’s, Katrien Dierickx en Bie Buelens Om hieraan een invulling te geven gaan we kijken naar de vereiste profielen, en vergelijken die met de talenten en competenties die we reeds in huis hebben. Het is voor mij heel belangrijk om kansen te geven aan in-house talenten die willing en able zijn of collega’s een opleiding aanreiken om nieuwe competenties te verwerven en zo als professional te kunnen blijven groeien.
Ik vind mijn inspiratie hiervoor in het Hersey-Blanchardmodel. Vinden we intern niet de juiste mogelijkheden, dan gaan we extern op zoek naar de juiste professionals om ons team te vervoegen.”
Good Inspired Alles vertrekt vanuit de fundamenten, met name de bedrijfscultuur en ambities die Caroline Rigo en haar co-CEO’s zorgvuldig in kaart brengen. “Caroline is dé inspirator naar wie onze collega’s opkijken”, weet Mies Neven. “Ze slaagt er buitengewoon in om haar enthousiasme en ondernemerschap over te brengen naar elke collega binnen het team. Haar ondernemerschap en visie voor het bedrijf draagt ze in het bijzonder over aan de leidinggevende functies. Die zetten op hun beurt de juiste toon bij hun directe collega’s. Dat geldt trouwens absoluut ook in de andere richting, want het management zelf vindt ook inspiratie bij eender welke medewerker in ons team. Het enthousiasme en engagement van onze medewerkers is daarom echt opmerkelijk.”
Om alle nieuwkomers op dezelfde lijn te krijgen met hun collega’s richt RiGorgeous een ‘New Rigo’s Day’ in. “Het maakt deel uit van ons onboardingproces, waarbij we stilstaan bij wie Caroline Rigo is, en met welke ‘purpose’ ze de onderneming is gestart.
Tijdens deze sessie, legt Caroline zelf de visie en missie van het bedrijf uit en dat is heel belangrijk om alle profielen op elkaar af te stemmen. Zo wordt iedereen ‘rigorgeous’: een term die ons pallet van normen en waarden reflecteert, nl. ‘Good Hearted’, ‘Good Connected’ en ‘Good Inspired’. We
maken iedereen in hun onboarding klaar om een echte Rigo te worden.”
“Om op de hoogte te blijven van de cijfers, aankomende lanceringen en trends op de markt, organiseren we een keer per kwartaal onze RiGorgeous Academy Day. Naast de cijfers
en planning uit de interne keuken organiseren we ook inspirerende professionaliseringsmomenten voor het hele team. Dit gaat van workshops met onze nieuwste producten, opleidingen over programma’s en software die we gebruiken, tot externe sprekers die hun expertise over welzijn komen
delen of tonen waar de potentiële valkuilen van een groeiende KMO liggen en hoe we deze proactief kunnen aanpakken. We nodigen ook klanten uit om te getuigen hoe onze producten hun leven verbeteren. Zo hebben we al mogen luisteren hoe RiGoreousproducten vrouwen die strijden tegen kanker laten stralen. Onze producten zijn namelijk ontwikkeld om ook deze gevoelige huiden, die na een chemobehandeling en zware medicatie de huid veranderen, uitdrogen en erg dun maken, te kunnen laten stralen zonder bijwerkingen. Onze medewerkers bewust maken van hun bijdrage hierin, vinden we belangrijk. Deze creatieve, menselijke insteek verenigt alle collega’s en versterkt de waardering voor elkaar en voor RiGorgeous zelf.” Afsluiten doet RiGorgeous ook in stijl: met een leuke drink voor zij die graag blijven.
We hebben een perfecte mix van positieve energie gecreëerd die zowel elke collega als het bedrijf ten goede komt.
Connected moments
“We hebben een perfecte mix van positieve energie gecreëerd die zowel elke collega als het bedrijf ten goede komt: iedereen is betrokken, kan zich permanent bijscholen, komt met plezier naar het werk, kan goed overweg met de collega’s en staat zelf achter de producten die we aanbieden. Het geeft een drive om samen de doelstellingen te verwezenlijken en niet als ‘cavalier seul’ voor persoonlijk succes te gaan. Dat groepsgevoel versterken we nog eens door regelmatig feestjes te organiseren, zoals onze ‘Connected Cocktails’, en samen drie dagen op teambuilding te gaan. We bespreken dan de ambities van het bedrijf op korte en lange termijn, de onderlinge samenwerking, en we denken na over mogelijke verbeteringen en uitbreidingen van ons gamma. Hier voegen we dan een heleboel leuke activiteiten aan toe om de onderlinge connecties te versterken. Op zo’n driedaagse kan je heel goed merken dat iedereen bij RiGorgeous uit hetzelfde hout gesneden is en zich goed thuis voelt in onze bedrijfscultuur. De karaoke-microfoon is daarom ook nooit onbemand.”
Andere blikvanger in het talentmanagement van RiGorgeous is het toekomstige initiatief om voor een dag de werkplek van een collega binnen een andere afdeling in te nemen. “Het is een manier om bij te leren over de organisatie, maar vooral het werk en
de inzet van de collega’s waarmee je een team vormt beter te begrijpen. Je ervaart zo zélf waar de moeilijkheden en uitdagingen liggen en waarom bepaalde processen binnen het team soms langer duren. Het biedt een houvast voor de invulling van de eigen taken omdat je je beter kunt inleven in de schakel waar je collega’s voor instaan.” Uiteraard wordt het talentmanagement verder ondersteund door een performance managementsysteem dat focust op de belangrijkste competenties die elke Rigo moet bezitten en de organisatie futureproof houdt.
Feedbackkaartjes
Nog een ultiem voorbeeld van creatief talentmanagement zijn de feedbackkaartjes georganiseerd door HR. “We delen tijdens onze RiGorgeous Academy Days deze kaartjes uit aan onze collega’s. Er staat een naam op van een collega en over die persoon moeten ze dan kort opschrijven wat ze appreciëren aan hem of haar, en hoe de samenwerking nog kan verbeteren. Dit kaartje vormt de basis om een persoonlijk gesprek aan te knopen met een collega, hun een compliment te kunnen geven en een open feedback cultuur te creëren. Op deze manier houden we de cultuur levendig, en daar ligt volgens ons de sleutel tot het succes.”
Deel 3
Voorlopig ontoombaar: 5 structurele sociaaleconomische krachten
We leven in een ‘ tijdperk van verandering ’, zo wordt vaak stellig geponeerd. Maar is deze karakterisering wel specifiek genoeg? Verandering is immers een constante: ‘panta rhei’ (alles stroomt), zo wist Herakleitos al. De dagelijkse nieuwsstroom is uiteraard indrukwekkend en bij momenten overweldigend. Maar toch zijn er, te midden van al het dagelijkse tumult, een aantal structurele trends die maar blijven aanhouden en het grotere plaatje vormgeven. Laten we ze kort overlopen.
DE BLIK VAN HANS BEVERS
Hoofdeconoom
Bank
Degroof Petercam
GUY GEENS, regiodirecteur Limburg bij Degroof Petercam:
“Onze Private Bankers stellen zich op als uw sparringpartner. Ze denken met u mee, kaarten belangrijke thema’s aan, loodsen u langs valkuilen en reiken u totaaloplossingen aan.”
1. Vergrijzing van de samenleving
Tegen het eind van deze eeuw zullen er waarschijnlijk 10,2 miljard mensen op aarde leven. Dat is nog altijd een forse toename ten opzichte van het huidige aantal (8,2 miljard), maar toch 700 miljoen mensen minder dan de prognose van tien jaar geleden. Met name China wordt de komende decennia hard getroffen op demografisch vlak. Volgens de VN zal de Chinese bevolking dalen van 1,4 miljard mensen vandaag tot minder dan 650 miljoen in 2100. Door de vergrijzing zullen er steeds minder Chinese jongeren zijn om de uitstroom van gepensioneerden op te vangen. Ook ons land kampt met demografische tegenwind. Het goede nieuws is natuurlijk dat we langer leven. Maar er is ook een economische keerzijde Zijn er momenteel zo’n 3,6 personen op actieve leeftijd (18-66 jaar) voor één 67-plusser, dan bedraagt dit cijfer in 2070 slechts 2,4 personen. En terwijl er vandaag zo’n 1,8 werkenden zijn per gepensioneerde zal dit in 2070 naar verwachting verminderen tot 1,4 werkenden. We kunnen evenmin om de budgettaire impact heen. Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing lopen de sociale uitgaven van de overheid tegen 2050 op met 4,5 procentpunten van het bbp of ruim 26 miljard in euro’s van vandaag. Echter, in een scenario waarin de productiviteitsgroei zou achterblijven op de verwachte 1,5%, dan vallen de budgettaire kosten nog enkele procentpunten hoger uit.
2. Digitalisering van de economie
De opkomst van het internet in de jaren 1990 zette de digitalisering van de economie op de rails. Zo’n 65% van de Belgen bestelde de afgelopen drie maanden goederen of diensten via het internet, een duidelijke stijging ten opzichte van vijftien jaar geleden (27%). Vandaag verkoopt 27,3% van de Belgische KMO’s online producten, goed voor 16,7% van de omzet. En ook hier is het einde nog lang niet in zicht. Of nog, 87% van de grote Belgische bedrijven worden vandaag als ‘digitaal of zeer digitaal-intensief’ beschouwd (ten opzichte van 73% in 2021). Opvallend, toch was er tot nu toe geen wijdverspreide macro-economische stijging van de productiviteitsgroei merkbaar, een fenomeen dat ook wel eens wordt aangeduid als de productiviteitsparadox. Artificiële intelligentie zou wel eens kunnen zorgen voor een ommekeer. De grootste impact van AI zal waarschijnlijk komen door het verhogen van wat economen de totale factorproductiviteit' noemen. Eenvoudig gezegd gaat het om de efficiëntie waarmee arbeid en kapitaal worden gebruikt om output te produceren. Vertrekkende vanuit de assumptie dat AI binnen afzienbare tijd (de timing is onzeker) zo’n driekwart van de economische activiteit affecteert, dat de gemiddelde totale productiviteitsverhoging 10 à 20% bedraagt (aannemelijk volgens de meeste studies) en dat de impact wordt uitgespreid over tien à 20 jaar, dan lijkt een significante productiviteitsstijging (tussen 0.4%-1.5%-punt) inderdaad realistisch.
3. Vergroening van de economie
Allicht vormt klimaatverandering, samen met bedreigingen voor de biodiversiteit, de grootste maatschappelijke, wetenschappelijke en economische uitdaging van de 21ste eeuw. Of de opwarming van de aarde tegen 2050 kan beperkt worden tot 1,5 °C ten opzichte van het pre-industriële niveau valt sterk te betwijfelen maar het is duidelijk dat de internationale politieke trein vertrokken is en moeilijk te stoppen valt. In december 2019, bijna vijf jaar na het klimaatakkoord van Parijs, gaf de EU Green Deal aanleiding tot een vloedgolf aan duurzame initiatieven. De EU nam daarbij wereldwijd het voortouw en vele internationale initiatieven zouden volgen. Denk onder andere aan de impactvolle subsidies van de ‘Inflation Reduction Act’ in de VS. De energietransitie steunt grotendeels op elektrificatie waarbij de elektriciteit wordt opgewekt door hernieuwbare bronnen. Het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie (IRENA) schat dat tegen 2050 90% van alle elektriciteit ter wereld afkomstig kan zijn van hernieuwbare energie. Eén van de belangrijkste aanjagers, naast overheidsreglementering, is de snel dalende prijs voor hernieuwbare energietechnologieën. Terwijl de wereldwijde gewogen gemiddelde LCOE (‘levelized cost of electricity’) van fotovoltaïsche zonnepanelen in 2010 ruim 700% duurder was dan de goedkoopste oplossing op basis van fossiele brandstoffen, kostte deze in 2022 zo’n 30% minder. Voor onshore wind bedragen de cijfers respectievelijk 95% (meer in 2010) en 52% (minder in 2022). Voortdurende technologische vooruitgang zorgt er voor dat hernieuwbare energiebronnen economisch nog interessanter worden wat betekent dat investeringen in duurzame initiatieven zullen aanhouden.
4. Fragmentatie van de wereldeconomie
In de afgelopen vijftien jaar onderging het narratief rond globalisering een heuse ommekeer. Terwijl beleidsmakers en bedrijfsleiders in de jaren 1990 en 2000, de zogenaamde periode van hyperglobalisering, volop de kaart trokken van economische en financiele integratie, zijn we vandaag beland in een verhaal waarin de blik eerder inwaarts gericht is. Na de Grote Financiële Crisis van 2008-2009 groeide het besef dat de baten van globalisering niet gelijk verdeeld zijn. Ook in de Westerse landen zagen we duidelijke winnaars (diegenen met kapitaal en technologische skills) en verliezers (overwegend lager opgeleiden). In het recente verleden leidden ook geopolitieke spanningen - tussen het Westen en Rusland en tussen het Westen en China - alsook storingen in de voorraadketens in het zog van de Brexit, de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne tot ongerustheid. De focus ligt vandaag minder op efficiëntie en lage arbeidskosten, meer op zekerheid en veiligheid van bevoorrading. In combinatie met nieuwe technologische ontwikkelingen betekent dit waarschijnlijk dat handelsketens een regionaler karakter krijgen. In dit verband wordt regelmatig gesproken van de ‘fragmentering van de wereldeconomie’. In veel landen en regio’s staat ‘industrieel beleid’ nu helemaal bovenaan de economische agenda. Met name inzake halfgeleiders, batterijen, energie en belangrijke mineralen wordt geprobeerd de afhankelijkheid van derden af te bouwen. Let wel, de grootste economieën zijn tot nader order redelijk sterk met elkaar verweven. Bovendien is de kans reëel dat, terwijl de internationale handel van goederen met tegenwind kampt, de grensoverschrijdende handel in diensten (mede onder invloed van AI) een versnelling hoger schakelt.
5. Democratie onder hoogspanning
Met zijn glorieuze ‘einde van de geschiedenis’ voorspelde Francis Fukuyama vijfendertig jaar geleden de definitieve triomf van de liberale democratie. Anno 2024 echter is de geschiedenis springlevend en zit het westerse liberaal-democratische gedachtegoed in het slop. Voor het achttiende jaar op rij al, zo blijkt uit cijfers van Freedom House, is het aantal landen waarin de politieke rechten en burgerlijke vrijheden afnemen, groter dan het aantal landen waarin de liberaal-democratische waarden aan kracht winnen. Vele westerse burgers stellen de legitimiteit van de liberale democratie en het (sociaal-gecorrigeerde) kapitalistische systeem ernstig in vraag. Uit universitair onderzoek van mei 2023 (in opdracht van De Standaard en de VRT) bleek bijvoorbeeld dat maar liefst 35% van de Vlaamse kiezers het oké vindt om een zogenaamde ‘sterke leider’ in het zadel te hijsen. Voorts zou 60% het goed vinden dat experts, en niet het parlement en de regering, besluiten nemen om daadkrachtige beslissingen te nemen. Tussen haakjes, in landen als Nederland en Frankrijk vallen gelijkaardige cijfers te noteren. Het is niet eenvoudig om te weten wat precies aan de basis ligt en in welke mate. Maar allicht spelen financieel-economische instabiliteit, sociaaleconomische ongelijkheid, multiculturele diversiteit, suboptimale publieke voorzieningen en dienstverlening, snelle technologische evoluties (waaronder ook sociale media) en inadequate beleidsmaatregelen een significante rol. Hoewel een ruime meerderheid van kiezers zich principieel achter de democratie blijft scharen, staat het geloof in het westerse politiek-economische model onder druk. Niet zelden wordt geponeerd dat liberale democratie zich al een hele tijd in een recessie bevindt. Voorlopig zijn er weinig aanwijzingen dat het onbehagen afneemt.
Deel 3 Deel 4
CONCLUSIES
TOEKOMSTINDICATOR
In de vorige editie van de Toekomstindicator werd in de laatste alinea gewezen op een vuurrode editie 2024. Op het eerste zicht doet de grafiek hieronder anders vermoeden. Echter, er is één deelindicator, namelijk het investeringsbedrag buitenlandse investeringen dat de trend extreem positief beïnvloed. Hoewel we geen afbreuk willen doen aan dit recordbedrag zien we zonder deze deelindicator dat de trendlijn een duidelijke neerwaartse beweging kent (rode stippenlijn). Vlaanderen kent daarentegen een (zeer beperkte) stijging die eerder doet denken aan een status quo. Als we in Vlaanderen de trendlijn zonder investeringsbedrag direct buitenlandse investeringen bekijken, heeft dit duidelijk minder impact (groene stippenlijn). 2023 was dus alles behalve een goed
Grafiek 20- Toekomstindicator 2024
jaar voor ondernemend Limburg. Dat zien we ook terugkomen in de verschillende indicatoren. Voor wat betreft internationalisering zijn het dalend aantal exportcertificaten, de waarde van die certificaten, de totale export en het aantal buitenlandse investeringen de boosdoeners van de terugval. Voor innovatie tekenen we een dalende trend op voor het aantal mensen in de wetenschappelijke en technische beroepen, de Vlaio-innovatiesteun, het aantal starters en octrooiaanvragen. Tot slot nam het aantal werkzoekenden toe en het aantal vacatures nam af. De doorstromingscoëfficiënt en het aantal studenten in hoger onderwijs lijkt eerder te sputteren. Dit resulteert ook voor de indicator talent in een neerwaartse trend. Samenvattend, 11 van de 15 deelindicatoren kenden
een terugval in vergelijking met de cijfers van het jaar voordien. Het goede nieuws moest in deze editie komen van het investeringsbedrag buitenlandse investeringen, de eigen bedrijfsinvesteringen, en de dalende schoolse achterstand. De doorstromingscoëfficiënt blijft stabiel.
Vlaanderen doet het dus iets beter, maar kent op de meeste deelindicatoren ook een terugval, hetzij minder fel. Toch zijn er ook een paar opmerkelijke verschillen. Zo neemt de waarde van de exportcertificaten hier wel toe. Inzake innovatie neemt ook de Vlaio-innovatie steun nog steeds toe, alsook het aantal starters. Voor de deelindicator talent zijn de trends vrij gelijklopend al blijft de doorstromingscoëfficiënt gemiddeld in Vlaanderen wel hoger.
Voka - Kamer van Koophandel Limburg
In deze jubileumeditie is het ook interessant om de cijfers te vergelijken met tien jaar geleden om het groter plaatje te zien (zie ook tabel 9 hieronder). Wat opvalt is dat op quasi alle deelindicatoren flinke sprongen vooruit zijn gezet. Het investeringsbedrag buitenlandse investeringen (+715%), eigen bedrijfsinvesteringen (+149%), aantal vacatures (+141%) en het aantal starters (+108%) springen daar duidelijk bovenuit. Hiermee wordt ook een groot deel van de achterstand met de rest van Vlaanderen weggewerkt. De vergelijking laat daarenboven ook toe om werkpunten te duiden. Wat betreft de exportcertificaten is het toch wel heel opvallend dat tien jaar later het aantal en de waarden zelfs gedaald zijn in Limburg (Vlaanderen zag gemiddeld de waarde verdubbelen!). Ook het aantal octrooiaanvragen daalt stevig, hoewel dit wel vergelijkbaar is met de rest van Vlaanderen. Voor talent is het geen verrassing dat de doorstroom een groot probleem vormt. Daarnaast is het aantal gestegen vacatures positief, maar bedrijven kunnen ook niet verder groeien als ze niet worden ingevuld dus die uitdaging blijft overeind.
Tot slot, een aantal vooruitblikken naar de cijfers van 2024. Het aantal werkzoekenden zou in 2024 opnieuw moeten dalen, zowel in Vlaanderen als Limburg. Daarenboven neemt de krapte op de arbeidsmarkt ook af omdat het aantal vacatures eveneens terug dalen. Het aantal gestegen faillissementen speelt daar zeker een rol. De extra-EU handel verbetert voorlopig niet. Wat betreft het aantal certificaten gaan we in Limburg zelfs onder het referentiejaar 2013. Het aantal starters trekt gelukkig wel weer aan. Voorlopig een gemengd beeld dus voor 2024.
We hebben de afgelopen jaren grote stappen vooruit gezet in de provincie, maar de crisisjaren zetten ons met beide voeten op de grond. De naweeen van die crisissen zien we zelfs nog in de cijfers van 2023 en 2024 lijkt ook eerder het jaar van het status quo te worden. Met 15 concrete aanbevelingen in deze Toekomstindicator kunnen we het tij keren want ‘the best is yet to come’.
Deelindicatoren (2014 vs. 2023)
Investeringsbedrag buitenlandse investeringen +715%
Eigen bedrijfsinvesteringen +149%
Tabel 9 - Key takeaways: 10 jaar later
Deel 3 Deel 5
AANBEVELINGEN
We moeten nu een versnelling hoger schakelen, willen we de komende jaren niet achter de feiten aanlopen. Vooral omdat we weten dat de cijfers van 2024 eerder gemengd zullen zijn. Voka – Kamer van Koophandel Limburg heeft daarom een checklist met aanbevelingen klaar op basis waarvan we onze economie écht kunnen transformeren en aansluiting zoeken bij Europese topregio’s.
INTERNATIONALISERING
1. Ga voor een performante structuur voor het opvolgen van de Europese legislatieve agenda
2. Rond binnen België hangende handelsakkoorden af
3. Maak van de Europese interne markt opnieuw een prioriteit
4. Neem drempels weg voor buitenlandse investeringen
5. Stel een geïntegreerd en coherent industriebeleid op
INNOVATIE
6. Haal de Einsteintelescoop naar Limburg
7. Werk aan de industriële transitie: bijkomende middelen te voorzien voor O&O
8. Nood aan meer en gerichter ondersteunen en valoriseren van innovatie
9. Maak van Limburg een volwaardige start- en scale-up regio
10. Voorzie 1 miljard euro aan zorginnovatie
TALENT
11. Trek meer internationaal talent aan
12. Stimuleer pensioenopbouw met langere loopbanen
13. Begeleid langdurig zieken
14. Voeg meer STEM toe aan het onderwijsaanbod
15. Organiseer de opleiding burgerlijk ingenieur aan de UHasselt
Internationalisering
Vlaanderen Aantal exportcertificaten
Exportwaarden (in miljard €)
Totale export (in miljard €)
Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Vlaanderen
Waarden buitenlandse investeringsprojecten in Vlaanderen (in miljard €)
Index Aantal exportcertificaten
Exportwaarden
Totale export
Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Vlaanderen
Waarden buitenlandse investeringsprojecten in Vlaanderen
Vlaanderen
Limburg Aantal exportcertificaten
Exportwaarden (in miljard €)
Totale export (in miljard €)
Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Limburg
Waarden buitenlandse investeringsprojecten in Limburg
Index Aantal exportcertificaten
Exportwaarden
Totale export
Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Limburg
Waarden buitenlandse investeringsprojecten in Limburg
Limburg
Innovatie
Vlaanderen Human Resources in Science and Technology
Evolutie totale IWT-bedrijfssteun (go + KMO) Vlaanderen (in miljoen €)
Startende ondernemingen Vlaanderen
Octrooiaanvragen Vlaanderen
Investeringen (in miljard €)
Index Human Resources in Science and Technology, Vlaanderen
Evolutie totale innovatiesteun (go + KMO) Vlaanderen (in miljoen €)
Startende ondernemingen Vlaanderen
Octrooiaanvragen
Investeringen
Vlaanderen
Limburg Human Resources in Science and Technology, Limburg
Evolutie totale IWT-bedrijfssteun naar Limburgse bedrijven (go + KMO) (in miljoen €)
Startende ondernemingen Limburg
Octrooiaanvragen Limburg
Investeringen (in miljard €)
Index Human Resources in Science and Technology, Limburg
Evolutie totale Innovatiesteun (go + KMO) (in miljoen €)
Startende ondernemingen Limburg
Octrooiaanvragen Limburg
Investeringen
Limburg
Talent
Vlaanderen Werkzoekenden zonder werk (gemiddelde werkloosheid) Vlaanderen
Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Vlaanderen
Vlaamse hogeschool- en universiteitsstudenten
Schoolse achterstand (in %)
Doorstromingscoëfficient Vlaanderen
Index NWWZ (gemiddelde werkloosheid) Vlaanderen
Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Vlaanderen
Vlaamse hogeschool- en universiteitsstudenten
Schoolse achterstand
Doorstromingscoefficient Vlaanderen
Vlaanderen
Limburg Werkzoekenden zonder werk (gemiddelde werkloosheid) Limburg
Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Limburg
Limburgse hogeschool- en universiteitsstudenten
Schoolse achterstand (in %)
Doorstromingscoëfficient Limburg
Index NWWZ (gemiddelde werkloosheid) Limburg
Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Limburg
Limburgse hogeschool- en universiteitsstudenten
Schoolse achterstand
Doorstromingscoefficient Limburg
Limburg
Samengestelde indicator
Vlaanderen
Limburg
Grafiek
Grafiek
Grafiek
Grafiek
Grafiek
Grafiek
Grafiek
Tabel 1 - Totale buitenlandse export Vlaanderen en Limburg
Tabel 2 - Aantal buitenlandse investeringen
Tabel 3 - Investeringsbedrag buitenlandse investeringen
Tabel
Tabel 7 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten
Tabel 8 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten (per vestiging)
Tabel 9 - Leerlingen met minstens twee jaar schoolse achterstand
Tabel 10 - Key takeaways: 10 jaar later
Grafiek
Grafiek 19 - Index leerlingen met minstens twee jaar schoolse achterstand
Grafiek 21 - Toekomstindicator 2024 (excl. DBI)
Meer weten
over de Toekomstindicator
van Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Johann Leten Gedelegeerd bestuurder
Johann.j.l.leten@voka.be
+32 11 56 02 11
Jonas De Raeve Directeur Belangenbehartiging
Jonas.deraeve@voka.be
+32 473 76 65 07
Philippe Reyners Adviseur Belangenbehartiging
Philippe.reyners@voka.be
+ 32 479 93 57 70
Menno van Gemeren
Senior adviseur Belangenbehartiging
Menno.vangemeren@voka.be
+32 487 98 16 31
in samenwerking met: met dank aan onze partners:
Tom Vandeput Gedeputeerde van economie – voorzitter POM
Tom.vandeput@limburg.be
+32 11 23 70 42
De overname van teksten uit de Toekomstindicator wordt aangemoedigd, mits bronvermelding.
Verantwoordelijke uitgever:
Joris Vrancken
Voorzitter Voka – Kamer van Koophandel Limburg