Limburg Toekomstindicator 2023

Page 1

2

VLAAMS

Beste ondernemers, Geef toe: wij hebben een haat-liefdeverhouding. Niet zozeer de Voka-bonzen en de minister, al kunnen we beiden goed van ons laten horen. Maar wel de overheid en de ondernemers. Beiden fronsen we wel eens onze wenkbrauwen bij uitspraken van elkaar, we durven ook al eens een vingerwijzing te doen en dienen elkaar stevig van antwoord. We weten immers beiden erg goed hoe we de job van de andere zouden invullen. Maar of we het nu willen of niet: we kunnen niet zonder elkaar.

De bedrijven en de overheid zijn voor mij geen tegenpolen, maar partners die op een gezonde manier moeten samenwerken. Met zoals in elke goede relatie hooguit een klacht over het openstaande dopje van de tandpasta.

Maar, dat begint met nederig zijn op de juiste momenten Vooreerst vanuit de politiek. De realisaties van ondernemend Limburg zijn immers ‘gene kattepis’. Terwijl aanvankelijk werd gedacht dat de werkloosheid in Limburg na de sluiting van Ford Genk en haar toeleveranciers meer dan 2% hoger zou liggen dan het Vlaams gemiddelde, toonden jullie onze sterkste troef: weerbaarheid in moeilijke dagen. Limburgers zijn vechters. De huidige Toekomstindicator toont dat zwart op wit aan. De grootste groei in de afgelopen drie jaren realiseren terwijl er een oorlog in Europa woedt en de inflatiecijfers torenhoog zijn. Il faut le

faire. Limburg l’a fait. Je zal mij nooit horen zeggen dat dit dankzij de overheid is. Maar ik zal fors tegenspreken wie zegt dat dit ‘ondanks’ de overheid is. De voorbije jaren zijn -door verschillende niveaus- stevige inspanningen geleverd om ondernemend Limburg zo goed en zo kwaad mogelijk door de moeilijke tijden te helpen. Denk maar aan de vele steun tijdens de coronapandemie.

Maar de politiek moet meer moed hebben dan dat, geef ik grif toe. De moed om reële problemen onder ogen te komen en effectief aan te pakken: het hoort haar fulltime job te zijn.

Ondernemen is al moeilijk genoeg. Net dat was mijn drijfveer om de hervorming van de omgevingsvergunningsprocedures vlak voor de zomer door te zetten. Dat er zoveel verschillende procedures bestaan is gewoonweg om problemen vragen. Mijn mailbox puilt uit van ondernemers die helemaal vanaf nul moeten beginnen met de aanvraag voor hun onderneming, omdat ze met het verkeerde formulier de aanvraag indienden of omdat ze een kleine bijsturing willen doen. Door alles te herleiden tot één basisprocedure met enorme flexibiliteit, voorkomen we die kafka. Vlaanderen kan zich de status quo in procedures gewoonweg niet meer veroorloven. De mensen thuis verwachten dat we hervormen in daden, niet in woorden. Met ons recente vereenvoudigingsdecreet doen we dat. Ik reken dan ook op snel groen licht van het Vlaams Parlement. In uw belang, maar bij uitbreiding die van onze ganse economie en welvaart.

Hoewel Limburg al vele zwarte bladzijden in haar boek heeft omgedraaid -van de sluiting van de steenkoolmijnen over de collectieve sluitingen van Philips Hasselt en Ford Genk, dreigt evenwel nog steeds het hele boek in het donker te belanden. Letterlijk dan. Elke ondernemer zal het met me eens zijn: geen investeringszekerheid zonder energie-zekerheid. Onze energiebevoorrading blijft door oneindig trage besluitvorming een zorgenkindje. Het is aan elk beleidsniveau om daarvoor haar verantwoordelijkheid te nemen en ook verantwoording af te leggen. Vlaanderen voor de verdere uitrol van hernieuwbare energie op land en het faciliteren van energiedelen en -gemeenschappen, de lokale besturen via Fluvius voor de noodzakelijke versterking van ons distributienet in Limburg en het federale niveau voor de verzekering van onze basiscapaciteit nucleaire energie tijdens de komende winters. Het zal een huzarenstukje worden, zeker dat laatste, maar: there is no alternative

Ondernemend Limburg, Ondanks enkele knipperlichten weerhoudt niets ons ervan de komende jaren onze haat-liefdeverhouding passioneel verder te zetten. Een waarin ik verder tot het uiterste ga voor onze rechtszekerheid en het algemeen belang. En een waarin jullie hopelijk elke dag verder bouwen aan ons sterk economisch weefsel. Het occasioneel gevloek richting elkaar, zullen we er zoals in elke goede relatie bijnemen.

3
Zuhal Demir
MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME
4

GOUVERNEUR

Naar jaarlijkse gewoonte blikken we met de Toekomstindicator van Voka – KvK Limburg terug op de economische gezondheid van onze provincie van het afgelopen jaar. Dankzij dit rapport krijgen wij inzicht in de evolutie en ontwikkelingen van onze ‘lokale’ economie. Limburg heeft altijd een unieke, maar kwetsbare, positie ingenomen binnen de Belgische economie. Daarom is het belangrijk om jaarlijks de aandacht te vestigen op een aantal cruciale thema’s die ons economische landschap vormen en beïnvloeden.

De gegevens van 2022 geven een gemengd beeld weer van onze provincie. Terwijl sommige aspecten van de economie positieve ontwikkelingen laten zien, zijn er ook een aantal zorgen op andere gebieden.

Op vlak van internationalisering merken we nog altijd de impact van de Oekraïnecrisis op onze export. Laat ons niet vergeten dat na Turkije en China, Rusland altijd een belangrijk exportland is geweest buiten de EU voor onze regio. Wat mij wel gerust stelt is om te zien dat er meer en meer buitenlandse investeerders zijn in Limburg. Deze ontwikkeling toont aan dat Limburg gezien wordt als een aantrekkelijke plek om in te investeren, zelfs in (economisch) moeilijke tijden. Als regio die van oudsher sterk verankerd was in de traditionele industrieën, heeft Limburg dan ook met vastberadenheid de uitdagingen van globalisering omarmd. Onze ondernemers hebben hun horizon verbreed en zijn zich gaan richten op internationale markten om te profiteren van nieuwe kansen en synergiën. Deze internationale oriëntatie heeft niet alleen geleid tot een verbreding van de exportmarkt, maar heeft ook de deuren geopend voor buitenlandse investeringen en samenwerkingen op diverse gebieden. Laat de groei aan buitenlandse investeerders met 37% een pluim zijn voor iedereen die het ondernemersklimaat in onze provincie aangenaam, efficiënt en aantrekkelijk maakt.

Innovatie is een essentiële pijler geworden voor de economische groei van een regio. De transformatie van onze provincie tot een broedplaats voor baanbrekende ideeen, technologische vooruitgang en duurzame oplossingen werpt zijn vruchten af. Bijna alle deelindicatoren kennen een stijgende trend. Deze stijging verderzetten moet de ambitie zijn. Een project zoals de Einsteintelescoop kan zelfs voor een ongekende boost zorgen. Dit baanbrekend onderzoekscentrum kan als hefboom dienen om een omgeving te creëren die mensen aantrekt en inspireert om hun beste ideeën en vaardigheden te benutten. Niet alleen zal dit specifieke profielen aantrekken, het kan ook de braindrain uit onze provincie afremmen.

We hebben een goede versnelling gevonden om de Limburgse economie verder te doen groeien. Het is nu belangrijk om samen met de economische partners, het bedrijfsleven en het onderwijsveld, de juiste cadans te vinden. Enkel door de krachten te bundelen kunnen we aan een goed tempo vooruit gaan.

5

Onze bedrijven zoeken vaak lang en soms eindeloos naar geschikte medewerkers. Niet alleen ontbreekt het dikwijls aan de juiste opleiding. De vijver van bij de VDAB aangemelde werkzoekenden is ook zo goed als leeg, terwijl er meer dan 100.000 inactieven in onze provincie zijn. We zijn op een scharnierpunt gekomen waar elk Limburgs talent zijn bijdrage dient te leveren voor behoud en versterking van de Limburgse welvaart.

Om hierin te versnellen zullen de provincie Limburg, POM Limburg en de VDAB, in uitvoering van SALKturbo, de krachten bundelen voor een toekomstrobuuste arbeidsmarkt Samen werken de drie partners aan een kader voor duurzame loopbanen met specifieke aandacht voor kansengroepen, 50-plussers, medewerkers uit de sociale economie, inactieven,… Provincie, POM en VDAB ondernemen ook acties om lerend werken en werkend leren en om de digitale skills van werkenden en bedrijven te bevorderen.

GEDEPUTEERDE VAN ECONOMIE, INDUSTRIETERREINEN, INNOVATIE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN

Limburg bekleedt de 20ste plaats in de recente Europese competitiviteitsindex. De index meet het vermogen van een regio om een aantrekkelijke omgeving te bieden voor bedrijven en inwoners om te wonen en te werken. Tien jaar geleden stond onze provincie nog op de 35ste plaats in de Europese rangschikking van meer dan 200 regio‘s.

De nieuwe positie bewijst andermaal het succes van de Limburgse veerkracht en eenheid en is een pluim voor elke Limburgse ondernemer van een groot bedrijf of KMO, mature of start-up in welke sector dan ook.

Onze positie zou zeker nog beter zijn geweest ware het niet dat een aantal parameters zoals het scholingsniveau, de werking van de arbeidsmarkt en de lagere innovatiegraad de Limburgse score naar omlaag haalt. Toeval of net niet, ook twee parameters van de VOKA-toekomstindicator.

De Europese index toont ook dat Limburg op het vlak van onderzoek, hoger STEM-opgeleiden en innovatieve startups nog een inhaalbeweging moet maken. Met de uitbouw van de campussen in Health, Bouw, Maak en Logistiek maken we Limburg alvast klaar voor een innovatiesprong Fase 1 van de Bouwcampus start in november. De FacThory voor de maaksector opent op 1 december en de eerstesteenlegging voor de Health Campus is gepland in het 2de kwartaal van 2024. De campussen zijn meer dan enkel vastgoedontwikkeling. Elke campus krijgt, door de samenwerking met een veelheid van partners, een eigen eco-systeem dat onderwijs, onderzoek en ondernemerschap verbindt. De campussen vormen zo samen met de incubatoren de Limburgse innovatiemotor. De kandidatuur voor de Einsteintelescoop zorgt ook voor een innovatiedynamiek.

In het begin van de legislatuur hebben we SALKturbo gelanceerd als de nieuwe economische toekomststrategie. 72 projecten hebben reeds het SALKturbolabel ontvangen. 7 miljoen provinciale middelen, 6,3 miljoen Vlaamse subsidies en 32 miljoen euro EFRO zijn voor de uitvoering toegekend. De komende maanden volgen er nog projectoproepen en subsidietoekenningen zodat de volgende reeks van SALKturboprojecten in uitvoering gaat.

Het motto van deze toekomstindicator is zeker van toepassing: moving forward!

6
Tom Vandeput

De Toekomstindicator editie 2023 hebben we mogen voorstellen bij Konings. De drankenproducent- en bottelaar uit Zonhoven vond dit jaar haar (tweede) weg naar de voormalige Ford-site in Genk waar het een 30.000 vierkante meter grote fabriek liet bouwen. De link met onze Toekomstindicator kan niet groter zijn want al sinds 2010 vergelijken we in deze analyse de economische situatie van Limburg met die van 2014, het jaar waarin Ford Genk haar deuren sloot. Daarnaast kijken we ook naar de groei van onze Limburgse economie in vergelijking met de rest van Vlaanderen

Als we een terugblik werpen naar de afgelopen jaren dan zien we een geschiedenis van weerbaarheid. De gevolgen van de bankencrisis, de coronacrisis en meer recent de Oekraïnecrisis hebben allemaal hun effect gehad op onze

Limburgse economie. Deze effecten zijn dan ook duidelijk zichtbaar in onze Toekomstindicator. Maar ook in deze editie, waar we de cijfers van 2022 onder de loep nemen, zien we nog hoop. Onze provincie groeit zelfs op alle drie de thema’s: internationalisering, innovatie en talent. Deze winst is vooral toe te schrijven aan een aantal uitzonderlijke prestaties die het gemiddelde hebben beïnvloed. In het hoofdstuk internationalisering zal u lezen dat Limburg een zeer goed jaar achter de rug heeft als het gaat over het aantal buitenlandse investeringen. Voor wat betreft innovatie zagen we behoorlijk wat financiering van de Vlaamse overheid richting onze provincie komen en tot slot in het luik talent konden we ook in 2022 nog een dalend aantal werklozen optekenen en een groeiend aantal vacatures. Limburg laat zien dat het zelfs in uitdagende economische tijden weet de rug te rechten. De conclusie is dan ook opmerkelijk. Voor het eerst kent Limburg een stijging van het aantal indicatorpunten terwijl Vlaanderen gemiddeld gezien haar indicatorpunten zag dalen. In eerdere edities (2020, 2019 en 2016) was de groei gemiddeld gezien ook groter dan Vlaanderen, maar nooit daalden de waarden in Vlaanderen terwijl ze in Limburg stegen.

Zeker niet alle cijfers in deze editie zijn goed. De oorlog in Oekraïne heeft bijvoorbeeld wel degelijk een grote impact op onze exportcijfers. Eveneens doet de economische onzekerheid het aantal starters in heel Vlaanderen, en dus ook Limburg, verder dalen en de achterstand voor wat betreft het aantal hoogopgeleiden bij ons kent ook geen verbetering. Daarenboven weten we nu al dat de cijfers van 2023 er helemaal anders gaan uitzien. Het is pas vanaf begin dit jaar dat we echt zien dat de bedrijven hun groei- en investeringsplannen terugschroeven. Voor Vlaanderen zagen we vanaf eind 2022 al het aantal werklozen licht toenemen en het aantal vacatures dalen. Voor Limburg wordt dat pas duidelijk in het eerste kwartaal van dit jaar. De overige cijfers die we al beschikbaar hebben van dit jaar, o.a. het aantal starters en aantal oorsprongscertificaten, zijn verre van positief en tonen zelfs de slechtste cijfers in jaren.

‘Moving forward’. Ondanks de negatieve voorspellingen gaan we gewoon vooruit want dat gebeurde er ook met de voormalige Ford-site in Genk. Volgend jaar zal de reconversie van 250.000 vierkante meter compleet zijn. Een symbolisch jubileum dat de Limburgse wendbaarheid in de praktijk brengt. Maar, beste mensen, laten we niet vergeten dat het onze Limburgse bedrijven, jullie, zijn die hiervoor gezorgd hebben. Bedrijven doen goede zaken en daar wordt iedereen beter van!

7
Karin Van De Velde
VOORZITTER VOKA-KAMER VAN KOOPHANDEL LIMBURG

Inhoud

8
9 DEEL 1: SAMENSTELLING ECONOMISCH DASHBOARD ...............................................10 E=TI2 ................................................................................................................................ 11 Internationalisering ........................................................................................................ 12 Innovatie .........................................................................................................................13 Talent 14 Methodologie toekomstindicator ................................................................................. 15 DEEL 2: ANALYSE DEELINDICATOREN ........................................................................16 Internationalisering ........................................................................................................ 17 Verre export 17 Directe buitenlandse investeringen (DBI) 18 Conclusies internationalisering ............................................................................... 20 Aanbevelingen internationalisering ........................................................................ 21 INTERVIEW ALTREA LOGISTICS GROEP ..................................................................... 22 Innovatie 26 Human Resources in Science and Technology 26 VLAIO-Innovatiesteun .................................................................................................... 27 Startende ondernemingen ....................................................................................... 28 Octrooiaanvragen ..................................................................................................... 29 Conclusies innovatie.................................................................................................30 Aanbevelingen innovatie 31 INTERVIEW HCJ .......................................................................................................32 Talent ............................................................................................................................... 36 Werkloosheid ............................................................................................................ 36 Werkaanbod 36 Ratio werkaanbod – werkloosheid 37 Doorstromingscoëfficiënt 38 Hoger onderwijs........................................................................................................ 38 Secundair onderwijs ................................................................................................ 40 Conclusies talent 42 Aanbevelingen talent 43 INTERVIEW DIGITALUM .............................................................................................44 DEEL 3: DE BLIK VAN HANS: EEN KORTE REFLECTIE OVER (ARTIFICIËLE) INNOVATIE .......48 DEEL 4: CONCLUSIES TOEKOMSTINDICATOR .............................................................52 DEEL 5: AANBEVELINGEN .........................................................................................54 BIJLAGE 1 OVERZICHT CIJFERS .................................................................................56 BIJLAGE 2 OVERZICHT GRAFIEKEN ............................................................................60 BIJLAGE 3 OVERZICHT TABELLEN..............................................................................61

Deel 1

SAMENSTELLING ECONOMISCH DASHBOARD

10

SAMENSTELLING ECONOMISCH DASHBOARD E = TI²

Om de economische gezondheid van de Limburgse fundamenten te beoordelen, kijken we overeenkomstig de Voka-formule E = TI² naar de factoren talent, innovatie en internationalisering.

Binnen deze beoordeling bekijken we de Limburgse cijfers op zich, maar vergelijken we deze ook met Vlaanderen. Op deze manier krijgen we niet alleen een zicht op de Limburgse evolutie, maar ook op de relatieve positie ten opzichte van Vlaanderen. Deze indicatoren worden zowel in absolute cijfers als in indices uitgedrukt en definiëren we als jaarlijkse procentuele veranderingen ten opzichte van een referentiejaar (index = 100). Het referentiejaar is vastgelegd op 2014. Dit biedt ons de mogelijkheid om ons economisch weefsel te vergelijken met de periode net voor de sluiting van Ford Genk en het einde van de financiële crisis die uitbrak in 2008. Desalniettemin zitten we met (begin) 2022 en 2023 opnieuw met twee crisisjaren omwille van de nasleep van de coronacrisis en de Oekraïnecrisis.

Onder INTERNATIONALISERING kijken we enerzijds naar de mate waarin bedrijven internationaal georiënteerd zijn. Bedrijven moeten minstens alert zijn voor wat er in het buitenland gebeurt. Hoe meer bedrijven internationaal actief zijn, hoe groter de slagkracht van de economie. Anderzijds onderzoeken we in welke mate onze regio aantrekkelijk is voor buitenlandse investeerders. Deze buitenlandse investeringen zijn onder te verdelen in drie verschillende soorten: uitbreidingen, investeringen in nieuwe locaties en fusies en overnames.

Onder INNOVATIE verstaan we de veranderingsbereidheid van bedrijven samen met de investeringen die bedrijven doen om de concurrentie voor te blijven. Ook overheidsstimuli voor veranderingsbereidheid vallen hieronder. Door nieuwe producten te ontwikkelen kan een bedrijf zich wapenen voor de toekomst. De enige constante is veranderen, want stilstaan is achteruitgaan. Ook de opstart van nieuwe bedrijven en het aantal octrooiaanvragen beschouwen we als een

uiting van innovatie en wendbaarheid van een regio.

Onder TALENT gaan we na hoe groot de arbeidsreserve is waaruit ondernemingen kunnen rekruteren om hun vacatures in te vullen. Hoe evolueert de verhouding tussen het aantal werkzoekenden en de ontvangen vacatures? Sluiten zij bij elkaar aan of bestaat er een mismatch? De grote instroom van talent op de arbeidsmarkt komt vanuit het onderwijsveld. Levert ons onderwijs voldoende en bekwaam talent aan? Willen we de economische groei veilig stellen dan is er nood aan voldoende handen en hoofden om het werk op kwalitatieve wijze gedaan te krijgen.

E = TI²

In het kader van de Toekomstindicator gaan we ervan uit dat hoe beter een regio scoort op deze drie indicatoren, des te gezonder de basis is voor verdere economische groei. Die groei lijkt voorlopig dan ook beperkt. De gemiddelde raming van de Europese Commissie komt uit op een economische groei van 1,1% in 2023 en 1,4% in 2024 voor België. Om in de toekomst sterk te staan als regio moet het met andere woorden de uitdaging zijn om steeds beter te scoren inzake talent, innovatie en internationalisering. Om te weten wat ‘beter scoren’ betekent in dit verband, is het belangrijk inzicht te geven in de verschillende deelindicatoren die aan de basis liggen van deze jaarlijkse Toekomstindicator.

11

INTERNATIONALISERING

Aantal exportcertificaten van oorsprong

Vanaf 2010, bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg en Federatie van Belgische Kamers van Koophandel

Certificaten van oorsprong worden afgeleverd aan bedrijven die exporteren buiten de Europese Unie. Ze zijn dus een graadmeter voor het aantal exportbewegingen van Limburgse en Vlaamse bedrijven of voor bestellingen die bij hen geplaatst worden vanuit landen buiten de EU. Hoe groter het aantal bestellingen dat wordt gerealiseerd, hoe beter het gesteld is met de internationaliseringsgraad van de bedrijven.

Exportwaarden

Vanaf 2010, bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg en Federatie van Belgische Kamers van Koophandel

Exportcertificaten vertegenwoordigen niet alleen het aantal bestellingen die geplaatst worden bij Limburgse en Vlaamse bedrijven. Zij geven ook aan wat de onderliggende waarde (in euro) van de bestellingen is. Minstens zo belangrijk als het aantal keren dat bestellingen geplaatst worden, is de waarde die per bestelling wordt gerealiseerd.

Aantal buitenlandse investeringsprojecten

Vanaf 2010, bron: Flanders Investment & Trade (FIT )

Hoe beter het ondernemersklimaat en het omgevingskader voor bedrijven, en hoe beter de perceptie die hierover bestaat, hoe groter de kans dat buitenlandse investeerders kiezen voor een regio als vestigingsplaats of als plaats om bijkomende investeringen te doen. Indien het aantal buitenlandse investeringen stijgt, heeft dit een positieve impact op de Toekomstindicator. Nieuwe investeringen staan immers borg voor nieuwe jobs en toegevoegde waarde.

12

INNOVATIE

Human Resources in Science and Technology

Vanaf 2010, bron: Eurostat

Deze indicator wijst op het aantal personen dat in een regio hoger opgeleid is in een technische of wetenschappelijke discipline en/of werkzaam is in een wetenschappelijk of technisch beroep. Deze indicator geeft de ontwikkeling van de kennisgedreven economie in een regio aan. Van deze categorie arbeidskrachten wordt verondersteld dat ze in belangrijke mate betrokken zijn bij de totstandkoming van innovaties op vlak van kennis of technologie.

Evolutie VLAIO-innovatiesteun

Vanaf 2010, bron: Agentschap Innoveren en Ondernemen

De mate waarin bedrijven een beroep doen op overheidssteun in het kader van investeringen in innovaties is een indicatie van de innovatiebereidheid van Limburgse ondernemingen. De benchmark met Vlaanderen vraagt echter enige nuance aangezien grote onderzoekscentra van multinationals vaak in andere provincies zijn gevestigd. Limburg zal in absolute cijfers nooit kunnen tippen aan de andere provincies. Daarom kijken we ook naar de relatieve groei in het Vlaamse geheel.

Startende ondernemingen

Vanaf 2010, bron: Belfirst

Het aantal starters wordt in deze context van de Toekomstindicator gezien als een maatstaf voor vernieuwing van het economisch weefsel. Nieuwe bedrijven wijzen op de mate waarin spelers op de markt risicobereid zijn, ondernemend ingesteld en gedreven zijn om nieuwe projecten te realiseren.

Octrooiaanvragen

Vanaf 2010, bron: FOD Economie

Voor een duurzame economische groei en het behoud van onze concurrentiepositie beschouwen we octrooiaanvragen als een graadmeter voor het innovatieve karakter van onze kenniseconomie. Intellectuele eigendom draagt immers bij tot het doorgeven van kennis achter innovaties. Het aantal octrooiaanvragen dat ingediend wordt in een regio geeft ook deels weer in welke mate bedrijven bezig zijn met innovatie. Een uitvinding moet immers voldoen aan strikte voorwaarden die cumulatief vervuld moeten worden: het moet nieuw, inventief, industrieel toepasbaar en geoorloofd zijn.

13

TALENT

Werkloosheid, aantal werkzoekenden zonder werk

Jaargemiddelden vanaf 2010, bron: VDAB

Een stijging van het aantal werkzoekenden wordt in het kader van de Toekomstindicator gezien als een teken dat het economisch slechter gaat, en omgekeerd. Hoe lager het aantal werkzoekenden zonder werk, hoe beter het gesteld is met de deelindicator talent. Minder werkzoekenden betekent immers dat meer mensen hun talenten op de arbeidsmarkt benutten.

Werkaanbod

Jaargemiddelden vanaf 2010, bron: VDAB

Niet alle vacatures worden bij de VDAB bekendgemaakt. Dat neemt niet weg dat de VDAB-cijfers omtrent het aantal ontvangen vacatures een goede indicator zijn voor de jobcreatie en expansiedrang van bedrijven. Een stijging van het aantal vacatures wijst in het kader van de Toekomstindicator op groei, terwijl een daling van het aantal vacatures eerder een afkoeling van de economie inluidt. Om een zo zuiver mogelijk beeld te schetsen, kijken we hier enkel naar het aantal ontvangen vacatures die rechtstreeks bij VDAB wordt gemeld. De ontvangen vacatures via wervings- en selectiekantoren en de uitzendopdrachten worden niet opgenomen in de meting.

Doorstromingscoëfficiënt

Vanaf 2010, bron: Federaal Planbureau

Demografische evoluties zoals de vergrijzing hebben een grote impact op onze economie. Hoeveel talent aanwezig is, bekijken we dus ook vanuit dit standpunt. De doorstromingscoëfficiënt is de ratio tussen de bevolkingsgroep van 15-24 jaar en 55-64 jaar. Als deze coëfficiënt groter dan 100 is, betekent dit dat de leeftijdsklassen die de arbeidsmarkt zullen verlaten meer dan volledig vervangen zullen worden door jonge instromers. Omgekeerd duidt een coëfficiënt lager dan 100 erop dat de bevolkingsstructuur de vervanging van de uittreders niet volledig zal kunnen compenseren met jonge intreders.

Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten

Jaargemiddelden vanaf 2010, bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

We vergelijken hier het aantal studenten hoger onderwijs met woonplaats in Limburg met de totale, Vlaamse studentenpopulatie in het hoger onderwijs. De bedoeling van deze indicator is om na te gaan in welke mate Limburgse jongeren ten opzichte van Vlaamse jongeren doorstromen naar het hoger onderwijs. Het laat ons toe om een kwantitatieve inschatting te maken van de toekomstige arbeidsreserve. We kijken meer specifiek naar de Limburgse studenten, aangezien we van hen kunnen verwachten dat zij makkelijker hun weg zullen vinden naar jobs op de Limburgse arbeidsmarkt.

Aantal leerlingen in dubbele finaliteit (TSO) en arbeidsfinaliteit (BSO) in STEMrichtingen

Jaargemiddelden vanaf 2022, bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

In het verleden keken we naar leerlingen die zich ingeschreven hadden in de ‘hardere richtingen’ van het TSO en BSO. Echter, vanaf het schooljaar 2019-2020 werd het secundair onderwijs stelselmatig, leerjaar na leerjaar, gemoderniseerd. Het onderwijsaanbod werd grondig herschikt. Daarom is het in deze editie van de Toekomstindicator niet meer mogelijk om een exacte vergelijking te maken met de andere jaren en bijgevolg kijken we enkel naar het jaargemiddelde van het vorig schooljaar.

Aantal leerlingen in de doorfinaliteit (ASO) in STEM-richtingen

Jaargemiddelden vanaf 2010, bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

Ook in de doorstroomfinaliteit, het vroegere ASO, probeert de Vlaamse overheid techniek en wetenschap te promoten. Het STEM-actieplan moet jongeren motiveren om te kiezen voor Science, Technology, Engineering en Mathematics om het tekort aan afgestudeerden in exact-wetenschappelijke en technische richtingen weg te werken. Deze STEM-cijfers zijn een indicator van het aantal leerlingen dat kiest voor een studierichting waarin ook techniek en wetenschap in zekere mate aan bod komen.

14

METHODOLOGIE TOEKOMSTINDICATOR

Deze 13 indicatoren vormen samen ons economisch dashboard waaruit de groei van een bepaalde regio kan worden afgelezen. In deze editie lopen de cijferreeksen van 2010 tot en met 2022. Waar mogelijk wordt op basis van data van de eerste jaarhelft een prognose gedaan van de prestaties in 2023. De Toekomstindicator geeft

telkens de evolutie voor Vlaanderen en Limburg weer waarbij 2014 als het referentiejaar moet worden gezien en bijgevolg alle data tot 100 punten geconverteerd zijn (index). In het jaar 2014 sloot Ford Genk de deuren en daarnaast wordt het algemeen gezien als het einde van de financiële crisis. Hierdoor is dit een ideaal ijkpunt. Zo

kan de evolutie tussen de verschillende jaren onderling vergeleken worden alsook ten opzichte van het referentiejaar. De evolutie van Vlaanderen en Limburg dienen afzonderlijk geïnterpreteerd te worden. Dat wil zeggen dat er vooral naar de groei van de afzonderlijke regio’s moet worden gekeken veeleer dan naar de absolute waarden.

15
Grafiek 1 - Toekomstindicator 2023
170,00 160,00 150,00 140,00 130,00 120,00 110,00 100,00 90,00 80,00 70,00 Vlaanderen Limburg 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 90,26 95,42 96,21 94,92 100,00 103,92 106,76 109,82 122,01 128,92 127,90 140,86 136,30 96,76 93,64 92,79 94,09 100,00 115,04 116,13 118,57 125,71 145,06 140,45 147,37 157,07 2014: Index = 100
Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

Deel 2

ANALYSE DEELINDICATOREN

16

Index exportcertificaten

INTERNATIONALISERING

Verre export

De exportcijfers voor verre export zijn gebaseerd op oorsprongscertificaten. Die documenten zijn nodig om de oorsprong van de goederen aan te duiden en worden gebruikt voor verre export (buiten de Europese Unie). De bestellingen vertegenwoordigen ook een onderliggende waarde. Eén bestelling kan bijvoorbeeld over één machine gaan, of over vijf machines tegelijkertijd.

Grafiek 2 - Index exportcertificaten

Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg & Federatie van Belgische Kamers van Koophandel

Na het herstel in 2021, als gevolg van de soepelere coronamaatregelen, hebben we in 2022 opnieuw te maken met een daling. Dit geldt voor zowel Vlaanderen als Limburg. In Vlaanderen konden we in 2022 334.993 certificaten optekenen, oftewel een daling van -9,9% t.o.v. het jaar ervoor. Voor Limburg is de daling met -18,6% nog steviger (21.709 certificaten in 2022 vs. 26.662 certificaten in 2021). We moeten al terug naar 2015 om een slechter resultaat te vinden voor Limburg. Bovendien zakt daarmee het aandeel van Limburgse certificaten in Vlaanderen verder naar 6,5%. De oorzaak van deze daling moeten we natuurlijk zoeken bij de Oekraïnecrisis. Dat de impact van deze crisis zeer groot is op de Limburgse export is ook niet vreemd want na Turkije en China was Rusland het land buiten de EU waarvoor de meeste exportcertificaten werden afgeleverd.

Wanneer we een doorrekening maken op basis van de prestaties uit de eerste jaarhelft van 2023, blijkt dat de daling van het aantal exportcertificaten zeker geen tijdelijk probleem is. Als deze voorspelling klopt moeten we voor Vlaanderen in het geheel terugkijken naar 2016 voor een slechter resultaat. Voor Limburg moeten we zelfs al teruggaan naar 2013 en doen het daarmee dus zelfs slechter dan ons referentiejaar 2014 waarin Ford Genk de deuren sloot.

17
Limburg Vlaanderen 160,00 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 40,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Een exportcertificaat kan afhankelijk van het product en de hoeveelheden een andere waarde bevatten. Om de evolutie van de verre export te bekijken, moeten ook die waarden mee in beschouwing genomen worden.

Voor 2022 mag het aantal certificaten misschien wel verminderen, maar de exportwaarde is zowel in Limburg als Vlaanderen gestegen. Voor Limburg gaat het over een waarde van ongeveer 1,23 miljard euro (+ 100 miljoen euro) en voor Vlaanderen in zijn geheel 32,24 miljard euro (+ 5,14 miljard euro). Echter, die stijgingen hebben voornamelijk te maken met de inflatie die de producten duurder hebben gemaakt.

Als we opnieuw naar de eerste jaarhelft van 2023 kijken dan zien we toch iets opmerkelijk. De voorspelde waarden van de goederen in Vlaanderen nemen in zijn geheel nog altijd (spectaculair) toe met meer dan 5 miljard euro, maar in Limburg zien we dat deze waarden zelfs (ondanks inflatie) verder afne-

Grafiek 3 - Index exportwaarden

men. Als deze voorspelling klopt dan zullen we terug eindigen op het niveau van het coronajaar na twee jaren van (lichte) groei. De verklaring daarvoor moeten we o.a. vinden in het feit dat Limburg minder ondernemingen telt die exporteren naar landen buiten de EU t.o.v. de rest van Vlaanderen waar-

door de verschillen tussen de ondernemingen minder worden uitgevlakt. Ten tweede is een groter deel van die export bestemd voor landen waar er een groot verlies is, in dit geval dus Rusland. Ten derde heeft Limburg relatief weinig farmaceutische producten die vaak aan een crisis ontsnappen.

Directe buitenlandse investeringen (DBI)

Het aantal buitenlandse investeringen is een goede graadmeter voor de aantrekkelijkheid van een regio. Bovendien zegt het veel over het vertrouwen in onze economie als buitenlandse bedrijven bereid zijn om in onze contreien nieuwe vestigingen te openen of hun activiteiten uit te breiden. Deze cijferreeks bevat de buitenlandse investeringsprojecten inclusief de overnames.

18
Tabel 1 - Aantal buitenlandse investeringen
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel 2010 155 20 12,90% 2011 174 24 13,79% 2012 159 14 8,81% 2013 191 21 10,99% 2014 184 19 10,33% 2015 227 26 11,45% 2016 198 30 15,15% 2017 215 31 14,42% 2018 234 21 8,97% 2019 258 37 14,34% 2020 224 35 15,63% 2021 295 35 11,86% 2022 278 48 17,27%
Bron: Flanders Investment & Trade Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
Limburg Vlaanderen 200,00 180,00 160,00 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 40,00 20,00 00,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg & Federatie van Belgische Kamers van Koophandel

Limburg is in 2022 opnieuw een stuk aantrekkelijker geworden voor buitenlandse investeringen. Na een status quo in 2021 kenden we in 2022 48 nieuwe investeringen, oftewel een stijging van 37,14% t.o.v. het jaar voordien. Voor Vlaanderen daarentegen daalt het aantal DBI’s naar 278, een daling van -5,76% waardoor het Limburgs aandeel in Vlaanderen stijgt naar 17,26%, een record! Laten we de ingeslagen weg verder volgen en ambiëren om naar 20% van het aandeel te gaan.

Louter het aantal investeringen is uiteraard niet alleszeggend. Kij-

ken naar het investeringsbedrag en het aantal gecreëerde jobs, geeft ons dan ook een beter beeld over hoe kwalitatief deze investeringen zijn. Het aangekondigd DBI investeringsbedrag ligt in Limburg op meer dan 580 miljoen euro. Dat is goed voor een aandeel van 11% en het hoogste bedrag van de afgelopen vijf jaar.

Het vers kapitaal biedt ook zicht op heel wat nieuwe jobs. Zo zullen de investeringen gepaard gaan met bijna 1.200 extra arbeidsplaatsen in Limburg. Dit komt neer op een aandeel van 18% van alle aangekondigde jobs

in heel Vlaanderen. Iets meer dan de helft van die jobs (52%) komt er door uitbreidingsinvesteringen, het andere deel (48%) door de opstart van nieuwe bedrijven. Limburg trok vooral veel directe buitenlandse investeringen aan in de sector van de automobiel en aanverwante sectoren en ook de cleantech ziet in Limburg een belangrijke investeringspartner.

De Amerikaanse bedrijven voeren er de koppositie aan als belangrijkste investeerder, net zoals in heel Vlaanderen, gevolgd door Chinese bedrijven.

19
Grafiek 4 - Index buitenlandse investeringen
Limburg Vlaanderen 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 00,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Bron: Flanders Investment & Trade Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

Conclusies internationalisering

Op onderstaande grafiek die de deelindicator internationalisering weergeeft, valt af te lezen dat Limburg opnieuw groei kent voor 2022. Dit beeld is echter gemengd. Als we kijken naar het aantal certificaten van oorsprong doet onze provincie het eigenlijk helemaal niet goed. Wat betreft het aantal certificaten kenden we opnieuw een daling t .o.v. het jaar voordien. Die daling is zelfs bijna dubbel zo groot als de rest van Vlaanderen! Ook voor dit jaar zit er niet meteen positief nieuws aan te komen aangezien de voorspelde waarden aangeven dat we naar het slechtste resultaat gaan in tien jaar tijd.

Waar vorig jaar nog gesproken werd van stijgende waarden van de uitgevoerde producten is deze relatief status quo gebleven voor Limburg voor 2022 terwijl in de rest van Vlaanderen toch iets meer winst werd gemaakt. We moeten wel blijven nuanceren dat door de hoge inflatie de producten vooral duurder zijn geworden. Bijzonder verontrustend is dan ook dat naast het aantal certificaten van oorsprong ook de waarden van de uitgevoerde goederen in Limburg voor 2023 in dalende lijn zijn.

Het cijfer dat dan toch zorgt voor wat positivisme in dit hoofdstuk is het aantal buitenlandse investeringen. In tegenstelling tot de rest van Vlaanderen kende Limburg hier in 2022 een mooie groei van 37%! Met 48 investeringen ook meteen een record, maar ook de waarde (580 miljoen euro) is meteen het hoogste in vijf jaar tijd. Tot slot komen daarbij ook nog eens 1.200 extra arbeidsplaatsen. Dit bewijst dat Limburg wordt gezien als een aantrekkelijke plek om te investeren, zelfs in niet evidente tijden. Het verlengen van Limburg als ontwrichte zone en de daar bijhorende steunmaatregelen was dan ook een goede zaak. Nu maar hopen dat we deze groei kunnen verderzetten in 2023.

Grafiek 5 - Deelindicator internationalisering

Index Internationalisering 180,00 160,00 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

20
Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg Limburg Vlaanderen Lineair (Limburg) Lineair (Vlaanderen)

Aanbevelingen internationalisering

1. Verhoog de Belgische concurrentiekracht

In de vorige editie van de Toekomstindicator waarschuwden we voor een loonhandicap van 6% t.o.v. van onze buurlanden. Voor 2023 zal dit zelfs stijgen naar 9%. Aangezien we een grensregio zijn, stelt dit probleem zich nog meer in onze provincie. In de eerste plaats blijven we daarom als Voka – KvK Limburg oproepen om het systeem van de automatische loonindexering af te schaffen. Dit systeem zorgt misschien tijdelijk voor bescherming van de koopkracht, maar op middellange termijn zien we dat, o.a. door het uitblijven van investerings- en groeiplannen, dit de groei van de economie hypothekeert. Groei die nochtans zorgt voor welvaart voor iedereen.

2. Zet in op Europese competitiviteit

Het afgelopen jaar hebben we meermaals gezien dat Europese beleidsdoelstellingen botsten met elkaar, vooral inzake duurzaamheid. Het is natuurlijk ook niet evident om wetgeving voor bv. energie, klimaat en biodiversiteit met elkaar te verzoenen. Daarom moet die regelgeving beter gestroomlijnd worden en moet nieuwe regelgeving worden onderworpen aan een competitiveness-check, zodat er ruimte wordt gecreëerd voor ondernemen. De aankondiging van de Europese Commissie dat er 25% minder rapportageverplichtingen moeten zijn, steunen we voluit. Wetgeving zoals de Europese Natuurherstelwet heeft aangetoond dat Vlaanderen nog actiever de dialoog moet aangaan met de Europese beleidsmakers om de specifieke belangen van onze regio te verdedigen.

3. Teken een Vlaams industriebeleid uit

De Vlaamse regering moet een overkoepelende en integrale beleidsstrategie uittekenen voor de industrie, gebruik makend van de bestaande troeven. Ook de reeds bestaande industrie moet geholpen worden in haar pad naar duurzaamheid en het beleid moeten getoetst worden aan het uitgetekende industriële groeipad om ervoor te zorgen dat we als regio de boot niet missen. Denk hierbij aan het behouden en vinden van voldoende talent, het voorzien van performante (digitale) infrastructuur, een voorspelbaar fiscaal beleid en rechtszekere vergunningen. Om die reden kan worden gepleit voor een Vlaamse minister van Industrie of het samennemen van de bevoegdheden Economie en Klimaat, zoals reeds gebeurd in Duitsland en Nederland.

4. Versterk Limburg als aantrekkelijke regio om te investeren

In 2022 mochten we een recordaantal nieuwe investeringen verwelkomen in Limburg en geleidelijk aan benaderen we een aandeel van 20% buitenlandse investeringen in vergelijking met de rest van Vlaanderen. Om verder te gaan op dit elan dient het investeringsbeleid nog meer gestroomlijnd te worden. De uitbouw van een uniek investeringsloket waarbij alles samenkomt wat betreft verplichtingen, administratieve vereisten maar ook wat betreft vergunningen, moet ervoor zorgen dat buitenlandse bedrijven nog makkelijker de weg naar Limburg vinden.

5.

Intensiveer interregionale samenwerking

De oorlog in Oekraïne, die ondertussen al 1,5 jaar bezig is, toont aan hoe afhankelijk Limburg is van de schokken op de wereldeconomie. Als kleine en exportgerichte regio moeten we daarom nog meer inzetten op de samenwerking met onze directe buurlanden. Binnen een straal van 100 kilometer hebben we toegang tot zowel Nederlands Limburg als Noordrijn-Westfalen. Mobiliteit speelt daarbij een belangrijke rol. Daarom moeten infrastructuurprojecten zoals de Ijzeren Rijn en Leidingsstraat Antwerpen-Ruhr uitgevoerd worden.

21

Interview

SMETS ROEL CEO VAN ALTREA LOGISTICS GROEP

Internationalisering:

Altrea Logistics Groep, misschien nog beter gekend als één van de deelbedrijven Alders Transport, is een middelgroot transport- en logistiek bedrijf met hoofdzetel in Pelt. CEO en eigenaar Roel Smets heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op internationalisering, vooral richting Oost-Europa.

“Zowel voor de optimalisatie van de kosten als voor de commerciële opportuniteiten, is de strategische keuze voor uitbreiding naar het buitenland belangrijk”, zegt Roel Smets.

Alders Transport is een traditierijk familiebedrijf, in Pelt opgestart in 1936. Bij gebrek aan opvolging werden de aandelen in 2008 via een management buy out overgenomen door manager Roel Smets. Samen met Henri Alders, die in 2015 helemaal is uitgestapt, werd de strategie voor de komende jaren vastgelegd. Acquisities en internationalisering stonden toen al op het programma.

“Onze klanten uit de staalsector wilden graag dat we hen zouden volgen bij hun uitbreiding naar Oost-Europa”, herinnert Roel Smets zich. “Om zich volledig op hun core business te kunnen focussen, stelden ze voor dat wij hun hele logistieke organisatie zouden beheren. Op die manier hebben we eerste stappen gezet, aanvankelijk met

een partnerbedrijf uit Hongarije, daarna met een eigen vestiging. Met onze eigen mensen ter plaatse konden we het niveau van de service en kwaliteit verder opvijzelen en waren we goed vertrokken om de hele regio te bedienen.”

De voordelen van deze keuze waren meteen duidelijk. “Uiteraard was het een logische stap om mee te groeien met onze bestaande klanten en zo onze eigen business stelselmatig uit te breiden”, aldus Roel Smets. “Hadden we de internationale sprong niet gewaagd, was het transport van de staalrollen naar de auto-, bruin- en witgoedfabrieken ten oosten van ons land, zeker door concurrenten overgenomen. Andere voordelen waren de verlaging van de loonkosten door met plaatselijke werknemers in zee te gaan, en het vergemakkelijken van de zoektocht naar chauffeurs, een echt knelpuntberoep in ons land.”

Overleven

Hoewel deze voordelen nog steeds een rol spelen, is er intussen toch een grote kentering in de sector gebeurd.

“Het uitvlaggen van de Belgische vloot naar Oost-Europa, waarbij met schimmige postbusconstructies en fiscale achterpoortjes een ongelijke concur-

rentiestrijd werd gespeeld, is totaal verleden tijd”, weet de CEO van Altrea Logistics Groep. “Ten eerste zijn de lonen in Oost-Europa fors gestegen. Het grote verschil in nettoloon tussen een chauffeur van ginds en zijn Belgische collega, wat vroeger makkelijk de helft was, is nu grotendeels rechtgetrokken. En ook de arbeidsvoorwaarden zijn nu ongeveer gelijk. Wij vinden dat goed, want de oneerlijke concurrentie is hierdoor fors geminderd. Als je weet dat de marges in onze sector 1 tot 2% bedragen, en je vroeger door ‘creatief’ te zijn een prijsvoordeel van 10 tot 12% kon realiseren, is het meteen duidelijk dat die kentering noodzakelijk was om te kunnen overleven als Belgisch bedrijf dat de regels nauwgezet respecteert en opgezadeld zit met de torenhoge loonkosten hier.”

Altrea heeft de internationale expansie intussen verdergezet. “We zijn vandaag heel sterk in Centraal-Europa, Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland, enzovoort. We hebben nu eigen vestigingen in Polen, twee in Hongarije, Duitsland en het opkomende logistieke knooppunt, Turkije, gaat weldra ook van start. Luxemburg en Frankrijk zijn groeimarkten voor ons, dus mogen we inderdaad zeggen dat we een stevige internationale dimensie hebben aangenomen. Dat

23
je moet dat graag willen doen, anders lukt het niet

geldt ook voor de regio’s die we doorkruisen. We hebben strategisch gekozen voor intermodaal transport, dus de combinatie van weg- en spoortransport. Dat brengt ons makkelijk naar Polen, Tsjechië en andere bestemmingen die tot voor kort moeilijk bereikbaar waren en we nu ook ‘the last mile’ voor kunnen verzorgen.”

Talenkennis is onmiskenbaar

Naast het huifwagentransport heeft Altrea ook een divisie voor bulk en vloeibare stoffen opgezet, en ook die is in-

ternationaal actief. “We profiteren mee van onze centrale ligging in Europa en van de nabijheid van de Antwerpse haven”, vertelt de CEO. “Bovendien zijn er heel wat bedrijven die omwille van de stijgende energiekosten hun productie centraal organiseren en niet meer in China of India. Vanuit Antwerpen wordt dan alles verdeeld over Europa, en dat speelt enorm in onze kaart. We hebben dus gewoon geluk dat een wereldhaven als Antwerpen zich gewoon in onze achtertuin bevindt.”

Er zijn nog wel meer troeven die de internationale groei van de Peltse lo-

gistieker in de hand werken. “De ontsluiting naar het hinterland, met knooppunten als Genk, Venlo of Duisburg, is een groot voordeel”, weet de CEO. “Er zijn telkens combinaties mogelijk met wegtransport spoorvervoer en binnenvaart, wat zorgt voor maatoplossingen. En ja, onze talenkennis is eveneens een onmiskenbaar voordeel in de internationale ontwikkeling. Dankzij de economische migratie uit het verleden spreken de Vlamingen al heel wat talen, en dankzij de meer recente instroom van werkkrachten uit Oost-Europa, is dat nog verder toegenomen.”

24

Value Added Center

Voor Altrea Logistics Groep is de internationalisering een evidentie geworden. “Je moet er van houden om die weg succesvol te bewandelen”, vindt Smets. “De diversiteit in wetgeving, culturen, douaneformaliteiten, fiscale implicaties… Het is een métier an sich waar je de nodige expertise voor in huis moet hebben. Anders rij je jezelf hopeloos vast.” De zaakvoerder is dan ook allerminst van plan om het gaspedaal te lossen. “We bekijken niet alleen de geografische expansie, maar willen ook nog groeien in het aanbod dat we leveren. We zien bijvoorbeeld veel toekomst in de vloeistoffenlogistiek, en willen hier een value added center voor oprichten. Dan kunnen we afvullen naar kleinere verpakkingen, mengen, opslaan én distribueren. Dit zowel voor importeurs als voor buitenlandse producenten die hier in onze land een pied à terre willen hebben voor hun specifieke niche.”

Future proof

Altrea heeft de ambitie om zo te groeien tot een omzet van 250 à 275 miljoen euro. “Als je ziet dat we bij de overname in 2008 zijn gestart op 18 miljoen, mogen we bij het bereiken van die doelstellingen concluderen dat we goed gewerkt hebben”, aldus nog Roel Smets. “Dan hebben we een omvang die het niet zo eenvoudig maakt om de volledige verantwoordelijkheid in de nek van de volgende generatie te schuiven. Maar aan opvolging denken we vooralsnog niet. We werken met volle goesting verder en zien wel wat de toekomst brengt. Met nu zo’n 800 mensen die voor onze groep werken, is de continuïteit en het future proof maken van ons bedrijf een behoorlijke opdracht. Maar we zijn op de goede weg. Een internationale, dat is duidelijk. En als er straks een interessante partij voorbij komt: tja, luisteren kan nooit kwaad, zeker?”

25
We bekijken niet alleen de geografische expansie, maar willen ook nog groeien in het aanbod dat we leveren.

INNOVATIE

Human Resources in Science and Technology

De snelle technologische veranderingen brengen een stijgende vraag naar mensen met zich mee die de juiste vaardigheden en competenties hebben om deze innovaties te bedenken, te ontwikkelen en toe te passen in de praktijk. Een regio die wil innoveren heeft met andere woorden nood aan

menselijk kapitaal dat hoog opgeleid is en wil werken in een technische of wetenschappelijke discipline.

De indicator Human Resources in Science and Technology, bijgehouden door Eurostat, wijst op de mate waarin de kennisgedreven economie

in een regio ontwikkeld is. Het cijfer geeft immers aan hoeveel werkenden actief zijn in een wetenschappelijk of technisch beroep en hoeveel hooggeschoolden in techniek en wetenschap er in een specifieke regio leven.

Human Resources in Science and Technology

Grafiek 6 - Index human resources in science and technology

Bron: Eurostat - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

In 2022 waren zo’n 276.000 Limburgers bezig met wetenschap en techniek. Een stijging van opnieuw 9,5% in vergelijking met 2021. De stijging is ook meteen dubbel zo groot t.o.v. vorig jaar. Ook in Vlaanderen blijft de index stijgende. Met 2.180.400 personen actief binnen wetenschappelijke domeinen wordt 3% beter gepresteerd dan in 2021. Indexmatig zitten zowel Limburg als Vlaanderen op recordkoers. Het inhaalmanoeuvre in Limburg is mooi, maar kan niet beletten dat de provincie nog steeds onderaan staat wanneer de cijfers worden vergeleken met de andere Vlaamse provincies. In de provincie Antwerpen, die bovenaan staat, zijn meer dan dubbel zoveel mensen (622.300) actief binnen wetenschappelijke en technische sectoren.

26
Limburg Vlaanderen 135,00 130,00 125,00 120,00 115,00 110,00 105,00 100,00 95,00 90,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Innovatiesteun

De mate waarin VLAIO subsidies verleent aan innovatieprojecten vormt een graadmeter voor de innovatiekracht van een regio. Aangezien niet iedereen die innoveert steun aanvraagt en/of ontvangt, kan deze index gezien worden als de ondergrens van innovatie. Deze steuninstrumenten werken

Grafiek

dus bottom-up en de bedrijfssteunevolutie is dan ook afhankelijk van de individuele initiatieven van de ondernemingen. Bedrijven innoveren echter permanent en doen dit meestal zonder steunmaatregelen van de overheid.

De totaal verleende innovatiesteun daalt spectaculair voor Vlaanderen in 2022 (-28%) naar minder dan 200 miljoen euro. 2020 en 2021 waren duidelijk ‘piekjaren’ waar de overheid doelbewust meer investeerde in innovatie. Voor 2022 zien we terug een vermindering die meer in lijn ligt met het ‘normale jaar’ 2018. Tegelijkertijd zien we in 2022 in Limburg wel een stijging van 2,7% waardoor we terug over de waarde van 20 miljoen euro springen. Bijgevolg stijgt ook het aandeel van Limburg in Vlaanderen boven de 10%, iets wat we niet meer gezien hadden sinds 2015.

Voka – Kamer van Koophandel Limburg

Bron: VLAIO – Verwerking: Voka – Kamer van Koophandel Limburg

27
7 - Index VLAIO-innovatiesteun (grote ondernemingen en kmo’s) Tabel 2 - VLAIO-innovatiesteun (in euro) Bron: VLAIO – Verwerking:
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel 2010 114.400.00013.700.00011,98% 2011 107.600.0004.400.0004,09% 2012 104.600.00010.300.0009,85% 2013 119.200.0008.300.0006,96% 2014 140.500.0008.400.0005,98% 2015 152.400.00018.700.00012,27% 2016 156.900.00012.100.0007,71% 2017 137.900.0009.900.0007,18% 2018 198.300.00016.100.0008,12% 2019 256.500.00019.200.0007,49% 2020 283.700.00023.700.0008,35% 2021 269.300.00019.800.0007,35% 2022 193.962.28920.336.13810,48% Limburg Vlaanderen 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 00,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Startende ondernemingen

Starters beschouwen we als innovatief aangezien ze vernieuwing in onze economie implementeren. Zeker als ze zich met nieuwe ideeën in de markt willen vestigen. Ze oefenen dan ook een belangrijke invloed uit op de Limburgse economie.

Grafiek 8 - Index starters

De spectaculaire stijging van Limburgse starters in 2021 heeft zich helaas niet doorgezet in 2022. Vorig jaar kwamen er namelijk 9.123 ondernemingen bij in Limburg, een daling van -3,4%. Vlaanderen kende in 2022 een terugval van 70.616 nieuwe ondernemingen t.o.v. 73.163 ondernemingen het jaar voordien. Dit komt neer op een daling van -3,5%, gelijkaardig met Limburg dus. Vooral het najaar, met stijgingen in september en november, heeft het aantal starters in 2022 nog relatief goedgemaakt. De stijgende energiekosten, inflatie en de economische onzekerheid die hiermee gepaard ging deden veel mensen twijfelen om een nieuwe onderneming te starten en dat zien we ook in de cijfers.

De eerste helft van 2023 ziet er ook niet zo rooskleurig uit. De energiekosten mogen dan wel gedaald zijn, maar de loonkosten, als gevolg van de automatische loonindexering, swingen de pan uit. Voor Limburg voorspellen we dat er 8.884 nieuwe starters bijkomen in 2023, oftewel een daling van 2,62%. Voor de rest van Vlaanderen zien we een iets beperktere daling met 70.320 starters en blijft dus eigenlijk eerder status quo. Niettegenstaande zal dit het tweede jaar op rij zijn dat we een daling mogen noteren na jaren van groei.

Bron: Belfirst - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

Tabel 3 - Aantal startende ondernemingen

Bron: Belfirst - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

28
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel in Vlaanderen 2010 40.988 5.628 13,73% 2011 38.588 4.546 11,78% 2012 39.766 4.010 10,08% 2013 36.304 3.870 10,66% 2014 43.917 4.175 9,51% 2015 45.223 5.118 11,32% 2016 50.266 5.915 11,77% 2017 53.072 6.196 11,67% 2018 56.564 7.188 12,71% 2019 64.546 8.221 12,74% 2020 64.302 8.483 13,19% 2021 73.163 9.469 12,94% 2022 70.116 9.123 12,92% 20231 70.320 8.884 12,63% 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 00,00 Limburg Vlaanderen 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
1 Dit zijn voorspelde waarden op basis van cijfers van januari-juni 2023.

Octrooiaanvragen

Om na te gaan hoe innovatief een bepaalde regio is, kijken we onder meer naar het aantal octrooiaanvragen dat werd ingediend bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendommen. De ingediende octrooiaanvragen vormen een graadmeter voor de mate waarin bedrijven bezig zijn met innovatie. Ondernemingen die een octrooi aanvragen zijn immers bezig met het

Grafiek 9 - Index octrooiaanvragen

ontwikkelen van innovatieve producten. Deze producten komen daarom nog niet op de markt, maar de evolutie van het aantal octrooiaanvragen beschouwen we wel als een bijkomende criterium van het innovatiegehalte van een regio. Ook voor een duurzame economische groei en het behoud van onze concurrentiepositie motiveren we octrooiaanvragen als graadmeter

voor het innovatieve karakter van onze kenniseconomie. Net als bij subsidieaanvragen mogen we ons niet blindstaren op deze deelindicator. Ook in deze is het niet zo dat iedereen die met innovatie bezig is ook effectief een octrooiaanvraag indient.

Het aantal Limburgse octrooiaanvragen nam een diepe duik in 2020 (-42%). Ook in 2021 was er met 47 aanvragen opnieuw een kleine daling met -6%. Echter, vorig jaar zagen we met 59 octrooiaanvragen gelukkig opnieuw een herstel (+25,5%). Voor Vlaanderen zien we dat de daling blijft voorduren waardoor het Limburgs aandeel op 12,6% komt, een record.

Bron: FOD Economie - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

Tabel 4 - Limburgs aandeel octrooiaanvragen

Bron: FOD Economie

Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

29
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel in Vlaanderen 2010 363 37 10,19% 2011 458 49 10,70% 2012 514 41 7,98% 2013 507 44 8,68% 2014 645 70 10,85% 2015 665 60 9,02% 2016 740 79 10,68% 2017 662 69 10,42% 2018 586 86 14,68% 2019 643 86 13,37% 2020 620 50 8,06% 2021 573 47 8,21% 2022 467 59 12,63%
Limburg Vlaanderen 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 40,00 20,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Conclusies innovatie

Deelindicator innovatie

Ondanks opnieuw een jaar vol uitdagingen houdt de innovatie-indicator in Limburg stand. Vorig jaar kenden we in Limburg nog een daling, vooral door de dalende innovatiesteun, maar nu lijkt Limburg op bijna alle deelindicatoren (lichte) groei te kennen. In de rest van Vlaanderen zien we eigenlijk een omgekeerde beweging want enkel voor het aantal mensen actief in wetenschappelijke of technische beroepen (index Human Resources in Science and Technology) valt er iets positief te zeggen.

Op innovatievlak was 2022 dus een goed jaar voor Limburg. Ook hier steeg het aantal mensen dat actief is in de wetenschappelijke of technische beroepen. Een stijging die zelfs dubbel zo groot is als het jaar voordien. Eveneens steeg ook het aantal octrooien in Limburg en de innovatiesteun ging nog eens boven de 20 miljoen euro. We moeten wel opmerken dat dit nog altijd maar iets meer dan 10% is van het totale budget dat naar onze provincie gaat.

De grote zorg is, en hoogstwaarschijnlijk blijft , het aantal starters. We hebben hier in Limburg al een historische achterstand weg te werken, maar het is een grote bezorgdheid dat er maar geen kentering lijkt te komen in de maandelijkse daling van het aantal starters. Wegwijs geraken in het starterslandschap is dan ook niet altijd evident. Het is vaak inefficiënt en niet eenduidig. Als Voka – KvK Limburg willen we daarom graag nog meer startende bedrijven ondersteunen. Niet alleen met onze bestaande trajecten zoals Bryo, maar ook door het beleidskader meer op maat te maken van starters. Naast de administratieve rompslomp gaan start en scale-ups vaak gepaard met specifieke uitdagingen zoals het vinden van financiering en talent. Om die reden schreven we al eerder een brochure met beleidsaanbevelingen om van Limburg een echte start- en scale-up provincie te maken.

30
Limburg Vlaanderen Lineair (Limburg) Lineair (Vlaanderen) 180,00 160,00 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 40,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Grafiek
Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg Limburg Vlaanderen Lineair (Limburg) Lineair (Vlaanderen)
10 - Deelindicator innovatie 180,00 160,00 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 40,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Deelindicator innovatie

Aanbevelingen innovatie

1. Haal de Einsteintelescoop naar Limburg

Dankzij de Einsteintelescoop krijgt Limburg een stevige innovatieboost. Niet alleen omdat de kans bestaat dat dit baanbrekend onderzoekscentrum naar onze regio komt en van Limburg een innovatieve kennisregio maakt, maar ook omdat dit soort innovaties nu al veel bredere toepassingen kent. Voka – KvK stelt daarom ook voor om 100% voor dit project te gaan. Hoewel de Vlaamse regering al meer dan 13 miljoen euro vrij heeft gemaakt voor het project, staat dit in schril contrast met de 900 miljoen euro dat Nederland reeds heeft geïnvesteerd. Een gelijkaardige investering van België/Vlaanderen zal noodzakelijk zijn om het project binnen te halen.

2. Maak van Limburg een anker- en broedplaats voor snelle groeiers

Al langer dan vandaag benadrukt Voka – KvK Limburg het belang van snelle groeiers. Zij dragen immers het meest bij aan de netto jobcreatie en zorgen voor de nodige economische dynamiek. Zoals de cijfers aangeven gaat het niet goed met het aantal starters. Helaas zal dit ook in 2023 nog het geval zijn. De belangrijkste hinderpalen voor de Limburgse starters zijn het gebrek aan een stedelijk ecosysteem, de zoektocht naar talent, de zoektocht naar kapitaal en de bijhorende administratieve rompslomp. Voka – KvK Limburg dringt er bij de overheid op aan om deze struikelstenen zoveel mogelijk weg te nemen en kijkt hiervoor ook naar goede voorbeelden uit het buitenland.

3. Valoriseer onze Limburgse innovaties meer

In de vorige editie van de Toekomstindicator pleitten we voor een investering van 5% van het bbp in O&O. Daarnaast is het ook belangrijk om die investeringen voldoende te valoriseren want daar laten we als land nog veel

potentieel liggen. Zo staan we in de Global Innovation Index (GII) van 2022 slechts op de 26ste plaats. Bovendien slagen we er maar niet in deze positie doorheen de tijd te verbeteren. Onze slechte prestatie komt voornamelijk door slechte scores op het vlak van instituties (overheid), infrastructuur, aanvoelen van de markt en creatieve output (design, trademarks, brand value, …). Zowel de overheid als bedrijven kunnen op dit vlak meer en beter doen.

4. Werk digitale kloof tussen grote en kleine bedrijven weg

Met een gemiddelde score van 2,59 op 5 scoren Limburgse bedrijven niet slecht op het vlak van digitale transformatie. Opvallend: in Limburg zijn het vooral grote productiebedrijven met meer dan 100 werknemers die digitaal sterker staan. Het gevaar van zulke digitale en innovatiekloof is dat hoe langer die standhoudt, hoe breder ze wordt omdat het steeds lastiger wordt om ze dicht te rijden door oplopende investeringskosten in middelen en mensen. Daarbij is het belangrijk dat het hele ecosysteem wordt betrokken door bv. een jaarlijkse competitie tussen end-to-end-ecosystemen waarbij kleine en grote spelers (digitaal) van elkaar kunnen leren.

5. Zorg voor een gelijk speelveld in Europa inzake staatssteunregels

De Europese staatssteunregels spelen in het nadeel van kleinere lidstaten zoals België. De grote buurlanden slagen er steevast in om allerlei uitzonderingen te bedingen zodat ze de staatssteunregels voor hun belangrijke economische sectoren kunnen omzeilen. Dat creëert een ongelijk speelveld. Bovendien gaat de Vlaamse overheid te restrictief te werk in de interpretatie van deze regels. De opdracht voor Vlaanderen is duidelijk: weeg sterker op de Europese agenda en vermijd Europese goldplating op innovatievlak, waarbij wij als individuele regio de lat nog hoger leggen dan wat minimaal is afgesproken.

31

Interview

JAENEN RAF CEO VAN HCJ

Ooit was het bedrijf HCJ in Genk een experiment om het probleem van een klant op te lossen. De uitkomst bleek een revolutionair idee, dat uitgroeide tot een vooraanstaande Limburgse KMO die ambities koestert om de wereldmarkt te veroveren. “Om daar in te slagen ben je wel verplicht om permanent te investeren in vernieuwingen, zodat je de kloof in kwaliteit en efficiëntie kunt behouden ten opzichte van copycats en andere concurrenten”, zegt Raf Jaenen, CEO van HCJ.

Jullie bedrijf is van bij de start een schoolvoorbeeld van innovatie. Vertel!

HCJ is de afkorting van Hengelhoef Concrete Joints, in 2007 opgericht om een specifiek probleem uit de wereld te helpen… “Bedrijven die een betonnen vloer lieten aanleggen, werden constant geconfronteerd met schade als een heftruck -of ander rollend materiaal- over de voeg tussen twee betonnen vloerplaten reed”, herinnert Raf Jaenen, CEO van HCJ, zich. “Het is immers zo dat ter hoogte van de zaagsnede, dus de voeg, onvermijdelijk een impact komt en de betonnen rand kapot wordt gereden. Aan HCJ werd destijds gevraagd om een oplossing uit te dokteren, en zo is de sinus-voeg ontstaan. Als een voertuig over een S-vormige metalen voeg reed, was er

namelijk geen impact op de betonnen vloerelementen, en bleef alles intact. Hierdoor werden er aanzienlijke kosten vermeden, zowel aan de vloer als het materieel. Een zeer innovatieve oplossing, waar vooral logistieke bedrijven heel blij mee waren. De uitvinding werd dan ook meteen gepatenteerd voor de Europese markt.”

Maar op de lauweren rusten was er niet bij…

“Nee, we zijn altijd ons succesproduct verder blijven ontwikkelen. Zo ontstond in 2014 de cosinus-voeg, zeg maar de sinus-voeg 2.0, die er helemaal voor zorgt dat de lasten van de heftrucks naadloos via de voeg worden overgedragen van de ene betonplaat op de andere en de schade aan de vloer dus volledig verleden tijd is. Een mooi gevolg van ons permanent streven naar verbetering. Dat zit in ons DNA. We weten al sinds onze oprichting dat door kleine details bij te schaven, je het verschil kunt blijven maken. Een mooi voorbeeld is dat we het metaal nu lassen in de ronding van de voeg en niet meer in het midden. Het lijkt een klein detail, maar het positieve resultaat is enorm. Innovatie is dé sleutel tot succes, daar zijn we van overtuigd.”

Dat is ook de filosofie van de nieuwe eigenaars, het investeringsfonds

Down2Earth (van onder meer Ivo Marechal). “Bij hun intrede in 2018 werd HCJ volledig gesplitst van Werkhuizen Hengelhoef en zijn we een eigen koers gaan varen”, weet Raf Jaenen. “De visie op innovatie is echter ongewijzigd gebleven. We zijn nog steeds permanent in de weer om oplossingen te voorzien voor het ‘magazijn van de toekomst’. Met onze state-of-the-art voegen leveren we daar een belangrijke bijdrage aan. Het bewijs is dat wereldspelers als Ikea, Volkswagen, Amazon of iets dichterbij H.Essers, voor hun magazijnen steevast zweren bij de de voegen van HCJ. Dat zijn topreferenties, die helpen om ons groeiparcours verder te zetten.”

Het gevaar van een voorloper te zijn, is dat de innovatieve producten populair zijn om te kopiëren.

“Klopt”, aldus de CEO. “Ondanks alle patenten komt het af en toe voor dat ‘collega’s’ onze ideeën nabootsen. Enerzijds zijn we daar wel een beetje fier op, want het wilt zeggen dat ze brood zien in onze innovaties. We hebben in het verleden daar veel juridische acties tegen ondernomen, maar er kruipt veel tijd, energie en geld in. We focussen ons liever op het positieve, op onze eigen sterktes. Door te blijven innoveren kunnen we het verschil met de copycats blijven behouden. Ons doel

33
Door constant te innoveren blijven we de concurrentie voor

is dat klanten niet kiezen voor ‘een uitzetvoeg’, maar voor een HCJ-voeg. Dat we, met andere woorden, als merk dé referentie in de vloerwereld worden. En daarmee zijn we goede weg. Het houdt wel in dat je moet blijven investeren in innovatie. Je moet jezelf permanent in vraag stellen en op elk deeldomein willen verbeteren. Andere machines, robots, producten, organisatie,… het moet een dagelijkse routine zijn. We meten dus heel veel, waardoor we aan

onze parameters kunnen sleutelen. We experimenteren met nieuwigheden en berekenen de meerwaarde. Is die substantieel, dan gaan we ervoor, vaak gesteund door partners als Vlaio, die helpen om onze innovaties te realiseren. Zo behouden we voorsprong en kunnen we gelijke tred houden met de steile groei-ambities die we hebben. ”

Houdt innovatie bij HCJ eveneens de uitbreiding van de afzetmarkten in?

“Ja, we gaan geen totaal andere producten ontwikkelen vooraleer we de wereldmarkt veroverd hebben”, stelt de CEO. “Er is nog heel veel potentieel buiten de 35 landen waarin we momenteel actief zijn. Landen als Indonesië of de VS: daar zitten ze te wachten op HCJ. We zoeken constant naar sterke

34

partners die op commissie onze producten willen verdelen in interessante landen. Op die manier is een groei van 20% mogelijk. We komen van 8 miljoen omzet in 2018, zullen nu rond 13 miljoen eindigen en willen zo snel mogelijk naar 20 miljoen evolueren. Of meer visueel uitgedrukt: als je de jaarlijkse productie van onze voegen vandaag naast elkaar legt, bestrijk je 230 kilometer of de lengte van België, zeg maar. De bedoeling is om weldra ook de terugweg met HCJ-joints vol te leggen...”

D e toename betekent meestal ook dat jullie meer ruimte zullen nodig hebben?

“Inderdaad, we hebben nu al plaatsgebrek, vooral voor extra kantoren. Gelukkig hebben we nog uitbreidingsmogelijkheden in de achtergelegen weides

en bos. Het zou best ook kunnen dat we opties onderzoeken om een bijkomende vestiging in het buitenland op te zetten. Latijns-Amerika is bijvoorbeeld een grote groeimarkt voor ons, dus zou het interessant kunnen zijn om hier in Limburg de onderdelen te produceren en ze met lasrobots te assembleren in de buurt van onze klanten. Die pistes moeten we nog concreet bestuderen. Wat vaststaat: het kleine Limburgse bedrijfje van weleer is klaar om de vleugels uit te slaan. Met gezond verstand, een portie lef, ambitie, fantastisch team en werkkracht kom je al een heel eind…”

35
Je moet jezelf permanent in vraag stellen en op elk deeldomein willen verbeteren.

TALENT

Arbeidsmarkt

Werkloosheid

De economische gezondheid van de regio kan bepaald worden door het aantal werkzoekenden op de arbeidsmarkt te gebruiken als maatstaf.

Een daling van het aantal werkzoekenden kan gezien worden als een positief effect op het economische welzijn in een regio. Een stijging van het aantal werkzoekenden wordt gezien als een teken dat het economisch slechter gaat.

Index niet-werkende werkzoekenden

Net zoals met de coronacrisis heeft de Oekraïnecrisis niet meteen geleid tot grote ontslagrondes in 2022. Toch zien we dat in Vlaanderen het aantal werkzoekenden licht is toegenomen met 1,28%. Voor Limburg zien we wel nog een lichte daling van 23.263 werk-

Werkaanbod

Om een objectief beeld te kunnen vormen van het werkaanbod en de Limburgse economie gebruiken we statistieken van de VDAB. We gebrui-

Bron: VDAB - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

zoekenden naar 23.017. Echter, het effect van de stijging van de lonen laat zich pas voelen in 2023. In juni 2023 waren er 187.701 werkzoekenden zonder werk in Vlaanderen, opnieuw een stijging dus (+4,4%), maar deze lijkt momenteel verder te stagneren. Voor

ken enkel de vacatures die rechtstreeks aan de VDAB bekend gemaakt worden om dubbeltellingen te voorkomen.

Natuurlijk is dit slechts een fractie van het aantal vacatures dat op de markt voorhanden is. Er zijn immers heel

Limburg zien we in 2023 met ook een lichte stijging naar 24.012 werkzoekenden (+4,3%). Ongeveer 1000 meer dus dan december 2022, maar ook hier lijkt het cijfer verder te stagneren.

wat bedrijven die gebruik maken van andere kanalen om jobs in te vullen of sollicitanten aan te trekken. Ook de interim-opdrachten zitten niet vervat in de gebruikte cijferreeksen.

2 In juli 2021 is de VDAB overgeschakeld naar een nieuwe werkzoekendenindeling waardoor de werkloosheidscijfers licht afwijken van vorige edities van de Toekomstindicator.

36
Grafiek 11 - Index werkzoekenden zonder werk 2
Limburg Vlaanderen 160,00 150,00 140,00 130,00 120,00 100,00 90,00 80,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023

De Oekraïnecrisis heeft voor 2022 niet hetzelfde effect gehad op het aantal vacatures als de coronacrisis want net zoals in 2021 is het aantal vacatures blijven aangroeien. In december 2022 zagen we 43.323 openstaande vacatures in Limburg (+13,7%) en voor Vlaanderen 348.903 openstaande vacatures (+6,5%). Als we verder kijken naar 2023 dan zullen ook hier de effecten van de oorlog zich pas echt laten voelen. Het aantal vacatures in Vlaanderen neemt af met -8,6% en voor Limburg is dat -7,8%.

Ratio werkaanbod – werkloosheid

Voor de volledigheid bekijken we ook de verhouding tussen werkaanbod en de arbeidsreserve. Bij een ratio gelijk aan 1, zijn er evenveel werkzoekenden als dat er werkaanbod is op de markt. Een ratio boven 1 betekent dat er meer jobs dan werkzoekenden zijn. Deze ratio wordt niet als een aparte subindicator opgenomen aangezien de subindicatoren ‘niet-werkende werkzoekenden’ en ‘werkaanbod’ zo een dubbel gewicht zouden hebben in deze Toekomstindicator.

De cijfers in de twee bovenstaande grafieken maken al duidelijk dat de krapte op de arbeidsmarkt niet is afgenomen. Integendeel dit blijkt een echt structureel probleem te zijn. In de vorige editie van de Toekomstindicator voorspelden we dat de ratio in Limburg zou verder groeien naar 2,00 (en voor Vlaanderen zelfs naar 2,19) wat er op zou neer-

Grafiek 12 - Index werkaanbod

Lorem ipsum

Bron: VDAB - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

Grafiek 13 - Ratio werkaanbod - werkloosheid

Bron: VDAB - Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

komen dat er dubbel zoveel vacatures openstaan als er werkzoekenden zijn. Finaal zien we nu dat die cijfers voor 2022 respectievelijk 1,88 en 1,94 zijn. Net onder de symbolische waarde van ‘2,00’, maar nog steeds zeer hoog. De voorlopige cijfers van 2023 geven aan dat die spanning afneemt. Het aantal werkzoekenden neemt toe en het aantal vacatu-

res neemt af. Niet meteen goed nieuws dus. Deze beweging geldt voor zowel Vlaanderen als Limburg. Hierdoor kunnen we een ratio opmeten van 1,70 in Vlaanderen en 1,66 in Limburg. Net zoals in 2020 liggen die ratio's voor Vlaanderen en Limburg zeer dicht bij elkaar.

37
300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 00,00 Limburg Vlaanderen 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
4 2 0 -2 -4 -6 -8 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Limburg Vlaanderen 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Doorstromingscoëfficiënt

De doorstromingscoëfficiënt is de ratio tussen de bevolking in de leeftijdscategorie 15-24 jaar en 55-64 jaar. Als deze coëfficiënt groter is dan 100%, dan wil dit zeggen dat de leeftijdsklassen die de arbeidsmarkt zullen verlaten meer dan

volledig zullen vervangen worden door jonge instromers. Omgekeerd duidt een coëfficiënt lager dan 100% erop dat de vervanging van uittreders niet volledig zal kunnen opgevangen worden door jonge intreders. Er stromen immers meer

mensen uit de arbeidsmarkt dan dat er nieuwe arbeidskrachten bijkomen. Een coëfficiënt gelijk aan 100% duidt aan dat de potentiële instromers en uittreders elkaar in evenwicht houden.

Er is een kwalitatieve krapte op de arbeidsmarkt, maar ook de kwantitatieve krapte blijft jaar na jaar toenemen. De vergrijzing wordt zeer tastbaar door naar de doorstromingscoëfficiënt te kijken. Voor iedere 100 personen die de arbeidsmarkt verlaten, zijn er in 2022 70 personen die diezelfde arbeidsmarkt betreden in Limburg. In Vlaanderen is de situatie eveneens ernstig, maar minder prangend. Voor iedere 100 uittreders, zijn er daar zo’n 79 toetreders. Dit is voor het eerst in jaren wel een lichte stijging (zowel in Vlaanderen als in Limburg), maar het is belangrijk te beseffen dat deze situatie er één is voor vele jaren. Minstens voor de volgende vijftig jaar zal de magische 100% doorstroming niet gehaald worden.

Onderwijs

Hoger onderwijs

In academiejaar 2021-2022 waren er 314.142 Vlaamse jongeren die een hogeschool- of universiteitsopleiding genoten. Het aantal Limburgse studenten lag op 33.209 en stijgt daarmee (licht) voor het vijfde jaar op rij. Het aandeel Limburgse hogeschoolof universiteitsstudenten t.o.v. de rest van Vlaanderen blijft met 10,6% relatief stabiel in vergelijking met het vorige academiejaar, maar blijft toch laag.

Bron: Federaal Planbureau

Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

38
Tabel 5 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten
JaarVlaanderenLimburgers Limburgs aandeel 2012 247.130 28.947 11,71% 2013 255.326 29.486 11,55% 2014 260.770 30.143 11,56% 2015 265.441 30.183 11,37% 2016 268.500 30.478 11,35% 2017 271.276 29.311 10,80% 2018 274.862 29.524 10,74% 2019 277.661 29.161 10,50% 2020 298.721 31.881 10,67% 2021 310.591 33.074 10,65% 2020 270.222 31.840 11,78% 2021 310.591 33.074 10,65% 2022 314.142 33.209 10,57%
Grafiek 14 - Doorstromingscoëfficiënt (in %)
100,00 90,00 80,00 70,00 60,00 Limburg Vlaanderen 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Een andere interessante vergelijking is het aantal hogeschool- en universiteitsstudenten te bekijken per vestigingsplaats. Zo zien we hoeveel studenten de provincie aantrekt (al dan niet met een woonplaats in Limburg). Het vorige schooljaar schreven er 23.045 studenten zich in in een van de Limburgse hogescholen of universiteit daarmee komt het Limburgs aandeel op 7,34% in Vlaanderen dit is een lichte daling t.o.v. academiejaar 2020-2021 en daarmee staan we ook op de laatste plaats van alle provincies. Dit betekent ook dat voor het vorige schooljaar meer dan 10.000 Limburgers in een andere provincie gingen studeren, oftewel meer dan 30% van alle Limburgse hogeschoolen universiteitsstudenten. Van alle provincies staat Oost-Vlaanderen helemaal bovenaan met 96.161 studenten of een aandeel van 30,61%.

Tabel 6 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten – per vestiging

Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en VormingVerwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

De Limburgse achterstand inzake het aantal hoogopgeleiden bleek ook nog uit een recente studie van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Limburg. Zij analyseerden de sociale balansen van bijna 20.000 Vlaamse bedrijven met meer dan 10 werknemers, waaronder ruim 2.400 Limburgse bedrijven. In de Limburgse ondernemingen hebben 20,3% een hoger onderwijsdiploma (hogeschool of universiteit). In Vlaanderen is dit 28,2%. Ter vergelijking in Vlaams-Brabant is meer dan één op drie hooggeschoolden in dienst (35,7%). De onderwijskloof komt nog meer tot uiting als we enkel naar de universitair geschoolde werknemers kijken. Zo beschikt slechts 5,9% van de werknemers in de Limburgse bedrijven over een universitair diploma. Over heel Vlaanderen is dit gemiddeld 11,1%.

Grafiek 15 - Index hogeschool- en universiteitsstudenten 3

Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

3 De jaren 2010 en 2011 volgen een andere telling en kunnen dus niet exact vergeleken worden met de andere jaren. Deze cijfers zijn op basis van het totaal aantal studenten (tabel 5) en niet op basis van aantal studenten per vestiging in Limburg (tabel 6).

39
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel in Vlaanderen 2012 247.130 17.703 7,16% 2013 255.326 18.011 7,05% 2014 260.770 18.772 7,20% 2015 265.441 19.033 7,17% 2016 268.500 19.554 7,28% 2017 271.276 19.338 7,13% 2018 274.862 19.608 7,13% 2019 277.661 19.421 6,99% 2020 298.721 21.952 7,35% 2021 310.591 23.090 7,43% 2022 314.142 23.045 7,34%
125,00 120,00 115,00 110,00 105,00 100,00 95,00 90,00 85,00 80,00 Limburg Vlaanderen 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Secundair onderwijs

Dubbele finaliteit (TSO) en arbeidsmarktfinaliteit (BSO) (STEM)

Met deze indicator wordt gekeken hoeveel technisch- en beroepsgeschoolde jongeren er binnen afzienbare tijd vanuit het onderwijs zullen uitstromen en beschikbaar worden voor het bedrijfsleven. De economie in Limburg is erg geïndustrialiseerd waardoor er vol-

doende technisch geschoold talent voorhanden moet zijn om de Limburgse bedrijven te doen draaien én groeien.

In het verleden keken we naar leerlingen die zich ingeschreven hadden in een van de volgende richtingen: auto, bouw, chemie, hout, koeling en warmte, maritieme opleidingen, mechanicaelektriciteit en tandtechnieken. Echter, vanaf het schooljaar 2019-2020 werd het secundair onderwijs stelselmatig, leer-

jaar na leerjaar, gemoderniseerd. Het onderwijsaanbod werd grondig herschikt en de onderwijsstructuur werd gewijzigd. Sommige structuuronderdelen verdwenen (studiegebieden), andere werden herschikt en inhoudelijk grondig herzien (studierichtingen). Daarom is het in deze editie van de Toekomstindicator niet meer mogelijk om een exacte vergelijking te maken met de andere jaren.

In Tabel 7 zien we dat er 1606 leerlingen in Limburg kozen voor een STEMrichting binnen de studierichtingen dubbele finaliteit en arbeidsmarktfinaliteit (het vroegere TSO en BSO). Daar-

mee heeft Limburg een aandeel van 15,3% t.o.v. de rest van Vlaanderen. Binnen onze ‘oude telling’ van het aantal STEM leerlingen in de TSO en BSO richtingen kwam dit vorig jaar neer op

een aandeel van 14,35%. Hoewel we dit cijfer niet precies kunnen vergelijken, lijken de STEM richtingen een stuk aantrekkelijker te worden, maar er is nog werk om de 20% te behalen.

Doorstroomfinaliteit (STEM)

Ook in de doorstroomfinaliteit, het vroegere algemeen secundair onderwijs (ASO), probeert de Vlaamse overheid techniek en wetenschap te promoten. Het STEM-actieplan moet jongeren motiveren om te kiezen voor Science, Technology, Engineering en Mathematics om het tekort aan

afgestudeerden in exact-wetenschappelijke en technische richtingen weg te werken.

We definiëren een STEM-richting hier als een studierichting waar het accent helemaal of gedeeltelijk ligt op wiskunde, exacte wetenschappen, techniek of ICT

De bedoeling van een STEM-studierichting is dat afgestudeerden een wetenschappelijke en/of technisch georiënteerde job kunnen uitoefenen. In onze analyse maken we geen onderscheid tussen lichte of zware STEMstudierichtingen.3

3Studierichtingen die we als STEM beschouwen zijn: economie-wetenschappen, economie-wiskunde, Grieks-wetenschappen, Grieks-wiskunde, Latijn-wetenschappen, Latijn-wiskunde, moderne talen-wetenschappen, moderne talen-wiskunde, sportwetenschappen, wetenschappen-topsport, wetenschappen-wiskunde, wiskunde-topsport.

40
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel in Vlaanderen 2023 10.490 1.606 15,3%
Tabel 7 - Aantal leerlingen in dubbele finaliteit (TSO) en arbeidsfinaliteit (BSO) in STEM-richtingen 3

Tabel 8 - Aantal leerlingen doorstroomfinaliteit in STEM-richtingen (ASO)

Tabel 8 toont het aantal leerlingen in het voltijds secundair onderwijs (doorstroomfinaliteit, ASO) die een studierichting volgen die we als STEM definiëren. Het aantal Limburgse studenten in een STEM-richting steeg het afgelopen jaar gestaag, zij het erg traag, ten opzichte van het vorige schooljaar. Dit is vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen.

Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming Verwerking: Voka – Kamer van Koophandel Limburg

Grafiek 16 - Index leerlingen doorstroomfinaliteit in STEM (ASO)

Bron: Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming Verwerking: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

4De jaren 2010 en 2011 volgen een andere telling en kunnen dus niet exact vergeleken worden met de andere jaren.

41
JaarVlaanderenLimburg Limburgs aandeel in Vlaanderen 2012 29.593 3.623 12,24% 2013 29.810 3.610 12,11% 2014 30.068 3.779 12,57% 2015 30.194 3.776 12,51% 2016 30.668 3.806 12,41% 2017 31.311 3.857 12,32% 2018 31.738 3.858 12,16% 2019 32.000 3.848 12,03% 2020 31.824 3.800 11,94% 2021 32.716 3.867 11,82% 2022 32.948 3.945 11,97%
112,00 108,00 104,00 100,00 96,00 92,00 88,00 84,00 Limburg Vlaanderen 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Conclusies talent

Ook voor de derde deelindicator zit Limburg in de lift . In tegenstelling tot het coronajaar 2020 heeft de Oekraïnecrisis in 2022 alvast niet meteen een te grote impact gehad op de arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekenden nam in Limburg nog steeds af en het aantal vacatures nog altijd toe. In Vlaanderen zagen we een lichte stijging van het aantal werkzoekenden, maar het aantal vacatures nam wel nog steeds toe. Echter, we weten nu al dat we niet te optimistisch moeten zijn. De impact van de Oekraïnecrisis op de arbeidsmarkt is wel degelijk een feit, alleen wordt dat vooral vanaf begin 2023 duidelijk. De stijgende energiekosten als gevolg van de oorlog was de eerste uitdaging, maar de inflatie en bijgevolg de automatische stijging van de lonen heeft een veel grotere impact. Dit remt de groei van de bedrijven af en daardoor neemt het aantal vacatures af. Tegelijkertijd zien we het aantal werkzoekenden groeien, zowel in Vlaanderen als in Limburg. De spanning op de arbeidsmarkt nam iets af, vooral omdat het aantal vacatures sneller daalt dan het aantal werkzoekenden, maar goed nieuws is dit niet. Desalniettemin is de krapte op de arbeidsmarkt nog altijd de hoogste in jaren.

Als we kijken naar het onderwijs zien we positieve signalen. Het aantal studenten in het hoger onderwijs nam opnieuw (licht) toe in Limburg, maar het aantal studenten dat ervoor kiest om zich in Limburg in te schrijven in een hogeschool of de UHasselt bleef wel eerder status quo. We moeten dus proberen de komende jaren meer mensen in eigen streek te laten studeren én studenten van buitenaf naar hier te laten komen om de braindrain te stoppen. UHasselt berekende dat in 2021 (de meest recente cijfers) 2.539 20-29 jarigen naar Limburg trokken, maar tegelijkertijd trokken 2.776 jongeren weg. Het belang van wetenschappelijke en technische profielen mag niet onderschat worden. Daarom kijken we ook naar leerlingen die in het secundair kiezen voor de zogenaamde STEM-opleidingen. Voor alle studierichtingen (doorstroomfinaliteit, dubbele finaliteit en beroepsfinaliteit) zien we daar opnieuw een stijging. We blijven daar wel een historische achterstand hebben t .o.v. de rest van Vlaanderen. Daarom blijft het belangrijk om al op jonge leeftijd leerlingen bekend te maken met de bestaande wetenschappelijke en technische opleidingen en beroepen.

Deelindicator talent

Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

42
Grafiek 17- Deelindicator talent
Limburg Vlaanderen Lineair (Limburg) Lineair (Vlaanderen) 150,00 140,00 130,00 120,00 110,00 100,00 90,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Aanbevelingen talent

1. Zet meer in op arbeidsmigratie

Ondanks de oorlog in Oekraïne en de indirecte negatieve effecten voor onze Limburgse ondernemers zien we dat de krapte op de arbeidsmarkt een groot probleem blijft In het verleden pleitten we al eerder om vooral het aantal inactieven te verminderen en zieken sneller te re-integreren, maar zelfs dan nog zullen we altijd nood hebben aan internationale werknemers om aan de vraag te voldoen en om onze bedrijven verder te helpen groeien. Naast een versnelde procedure voor het verkrijgen van een Single Permit zijn aangepaste huisvesting en een systeem van flexwonen zoals in Nederland belangrijke randvoorwaarden, denk bv. aan de honderden arbeiders die nodig zijn om de NoordZuid verbinding aan te leggen.

2. Stimuleer interregionale mobiliteit

Er zit een enorm arbeidspotentieel in de provincie Luik, maar vandaag is de arbeidsmobiliteit richting onze provincie eerder beperkt. Daarom moet, in navolging van de overeenkomst VDAB-ACTIRIS, er een zelfde samenwerking komen tussen VDAB en FOREM. Die overeenkomst moet uitmonden in duidelijk meetbare objectieven met een groeipad naar substantiële verhoging van interregionale mobiliteit. Een jaarlijkse opvolging meet de voortgang. Indien de werkloze daar niet aan mee werkt ondanks begeleiding en taalondersteuning, moet dat passend gevolg krijgen conform de beschikbaarheidsvereisten. De taalgrens is niet langer een reden om niet te activeren.

3. Activeer werklozen en niet-werkenden

De werkloosheidsuitkering moet worden hervormd en kent nog hoogstens twee maar snellere en beduidend grotere dalingen om na twee jaar helemaal te eindigen. Op die manier worden mensen sterker geprikkeld om werk te zoeken. Daartegenover staat een performantere arbeidsbemiddeling. Hiermee aligneren we ons op de omliggende landen en de Scandinavische toppers die een hoge werkzaamheidsgraad kennen.

4. Neem Talencenters structureel op in het overheidsbeleid

Voka – KvK Limburg investeerde samen met PXL als innovatoren in een Talentcenter dat jongeren aan het begin van het secundair onderwijs een extra tool in handen geeft om aan de hand van een wetenschappelijk onderbouwd talentenrapport een weloverwogen studiekeuze te maken. Wie goed kiest, voelt zich beter op school en zal betere resultaten halen. Talencenters moeten structureel opgenomen worden, zodat iedere leerling er gebruik van kan maken.

5. Organiseer meer STEM-opleidingen aan de UHasselt.

Vandaag telt de UHasselt 52 opleidingen. Ter vergelijking: KU Leuven telt 260 opleidingen. Het is dus niet onredelijk dat de Limburgse universiteit meer opleidingen zou mogen aanbieden. Vooral als je weet dat de gestage uitbreiding van het opleidingsaanbod de participatie van Limburgse jongeren aan het universitaire onderwijs heeft bevorderd de afgelopen jaren. Meer masteropleidingen betekent ook minder jongeren die naar een andere provincie moeten gaan om hun opleiding af te maken waardoor de braindrain kan verminderen. Dit geldt ook voor doctoraatsstudenten. Om onze kenniseconomie verder vorm te geven zijn deze opleidingen noodzakelijk. Naast de aanvraag voor een master geneeskunde, een master sociale wetenschappen en opleidingen in STEM-disciplines gelooft Voka – KvK Limburg dat de opleiding van burgerlijk ingenieur een grote toegevoegde waarde zou hebben.

43

Interview

BOTS DIEDERIK CEO van Digitalum

Een exemplarische, holistische aanpak van talent. Dat is de reden waarom het Hasseltse IT-huis Digitalum in deze Toekomstindicator zijn zegje mag doen over de manier waarop je met je werknemers kunt omgaan. “We maken tijd en budget vrij om onze mensen toe te laten meerdere rollen in de organisatie op te nemen die in lijn liggen met hun persoonlijke interesses, talenten en ambities”, vertelt CEO Diederik Bots. “In feite splitsen we een functie op in meerdere rollen. Zo kan het zijn dat je als programmeur ook het wagenpark beheert of instaat voor de organisatie van het personeelsfeest. De vrijheid en het vertrouwen dat onze collega’s krijgen om die taken op te nemen, zorgen voor een bijzondere dynamiek en een hoge retentiegraad.”

Een innovatieve HR-aanpak. Hoe begin je daar aan?

“Toen ik samen met Serge Craeghs deze onderneming ben gestart, hadden we allebei al de duidelijke wens om een vlakke organisatie zonder veel hiërarchie op te zetten”, vertelt Diederik Bots.

“Onze visie en strategie zijn gebaseerd op het uitspelen van ieders expertise, en niet om via micro-management iedereen nauwgezet op te volgen en met het vingertje te wijzen. We hebben

daarom gekozen om onze collega’s niet op te delen in functies of profielen, maar hen wel meerdere rollen toe te vertrouwen. Uiteraard heeft eenieder een basisrol, zeg maar een kerncompetentie, waar de focus van de werkzaamheden ligt. Maar daarnaast staat het iedereen vrij om bijkomende rollen op te nemen. Het zijn verantwoordelijkheden die zich in een totaal ander domein kunnen situeren dan de basisrol die ze opnemen. Zo kan een echte IT-er bijvoorbeeld ook in de marketing een taak uitoefenen, als webmaster fungeren of nieuwkomers gaan opleiden. Allemaal optioneel, wel te verstaan. Het moet dus niet per sé. Iemand die alleen zijn basisrol wil vervullen: dat is perfect OK.”

En hoe werkt dat concreet?

“De rollen zijn concreet omschreven en worden logisch gegroepeerd in cirkels, die de thema’s een beetje bij elkaar houden. Denk aan Sales, Growth, Development, enzovoort. Iedereen kan zich kandidaat stellen voor een rol in deze cirkels. Wie ze opneemt, krijgt daar het gepaste budget en de nodige tijd voor. En heel belangrijk: ook de autonomie om die rol tot een goed einde te brengen. Het is niet de bedoeling dat Serge of ik voor elk detail ons gedacht of toestemming moeten geven. Nee, zolang

het past in onze strategie en bijdraagt aan de realisatie van onze doelstellingen, kan de medewerker in alle vrijheid beslissingen nemen. Er zijn uiteraard krijtlijnen die de strategie van het bedrijf bewaken. Stel dat de fleetmanager beslist dat iedereen een Ferrari krijgt als bedrijfswagen: ja, dan zal de budget-steward daar wel een stokje voor steken (lacht). Maar voor de rest: doe maar! We moedigen die autonomie aan.”

En is het nog altijd de bedrijfsleiding die het kader bepaalt?

“Ja en nee. De lange termijn strategie wordt nog steeds bepaald door Serge en mezelf, maar hoe we deze strategie willen realiseren, wordt jaarlijks uitgetekend door een team van medewerkers die deze rol opnemen en zelf ook een heel goede feeling hebben met wat klanten nodig hebben en hoe die noden het best op de werkvloer kunnen ingevuld worden. Ieder kwartaal wordt onze strategie aangescherpt, ook op basis van de input die bij alle medewerkers wordt verzameld. De hele groep is dus betrokken bij het reilen en zeilen van dit bedrijf, en dat is essentieel. Iedereen weet heel goed waar we naartoe willen en ze bepalen mee de richting die we hiervoor uitgaan. Die verbondenheid

45
Iedereen die hier werkt wil het beste voor het bedrijf

maakt dat iedereen achter de strategie staat en met volle goesting meewerkt aan de realisatie van de doelstellingen. Het zorgt ook voor duidelijkheid en eensgezindsheid binnen de teams. Er is niemand die zegt dat ze de beslissingen niet begrijpen omdat ze niet betrokken waren…”

Het resultaat gaat dus verder dan doelstellingen qua omzet of winst?

“Ja, uiteraard zijn financiële objectieven ook onderdeel van een gezonde bedrijfsvoering en daar wordt heel transparant over gecommuniceerd naar de medewerkers. Deze aanpak heeft vooral een positief effect op de motivatie,

dynamiek en sfeer bij Digitalum”, zegt Diederik Bots. “We hebben een erg laag personeelsverloop en kunnen dankzij de positieve mond-tot-mondreclame de juiste nieuwe collega’s rekruteren. Dat we heel hoog scoren op de index van Happy at Work (officieel vastgesteld na uitgebreide externe bevraging), gaat snel rond in de sector en spreekt nieuwkomers aan. Als we aan sollici-

46

tanten vertellen hoe we hier te werk gaan, hebben we meteen een stevige streep voor op de concullega’s die ook met interessante aanbiedingen staan te zwaaien.”

En wat als het invullen van die rollen tegenvalt?

“Als iemand een rol niet graag meer doet, is dat geen enkel probleem en stellen we de rol opnieuw open voor andere kandidaten. En die komen soms uit onverwachte hoek. Het gebeurt steeds vaker dat collega’s rollen opnemen die buiten hun comfortzone liggen, maar hen uiteindelijk op het lijf geschreven zijn. Zo hebben sommigen zich echt ontpopt tot specialisten in andere materies, of hun persoonlijkheid verder ontwikkeld. We zien stille krachten die zich door een bijkomende rol op te nemen, uitgroeien tot echte trekkers. Mooi om te zien! Zij pakken de doorgroeikansen met beide handen, ook al zijn die horizontaal en niet verticaal in de hiërarchie.”

Wat raad je aan voor andere bedrijven die met zo’n concept willen starten?

“Het loont zeker de moeite om een ervaren coach aan te stellen die je helpt bij het opzetten van het traject”, vertelt de CEO. “Omdat dit model bij onze Noorderburen meer is ingeburgerd, hebben wij geopteerd voor een samenwerking met Soople in Nederland. Om de diverse rollen te definieren en het team hiervoor klaar te stomen, is de inbreng van experts geen overbodige luxe. En je zult zien, eens het allemaal op punt staat, wordt de organisatie zelfsturend. Dan geven de mensen zelf aan wat goed loopt en waar het beter of anders kan. Ons bedrijf is een soort community geworden, waarin iedereen vrij kan praten over zijn visie en wensen. Dat schept een enorm vertrouwen. Het is belangrijk dat iedereen die hier werkt ervan uitgaat dat zijn collega’s het beste voor hebben met het bedrijf en zich engageren om daar een steentje toe bij te dragen. Het resultaat is dat niet alleen het bedrijf maar ook elk individu er beter van wordt, en dat is het ideale scenario.”

47
Het loont zeker de moeite om een ervaren coach aan te stellen die je helpt bij het opzetten van het traject.

Deel 3

DE BLIK VAN HANS BEVERS

48

EEN KORTE REFLECTIE OVER (ARTIFICIËLE) INNOVATIE

Stilstaan en innovatie (van het Latijnse ‘innovare’ of vernieuwen), dat gaat niet samen. Toch wil ik precies dat doen, even temporiseren tussen al dat innoveren. Zo kunnen we, vanuit macroeconomische standpunt, de premisse verduidelijken waarop deze Voka Toekomstindicator steunt: innovatie is niet alleen noodzakelijk vanuit individueel bedrijfsstandpunt maar ook cruciaal en allicht zelfs een garantie voor de welvaart van onze (achter)kleinkinderen.

Van de uitvinding van het wiel en het schrift in Mesopotamië, via het gebruik van metaal in de bronstijd, tot de irrigatiesystemen in het oude Egypte en de indrukwekkende klassieke Griekse inzichten op vlak van wetenschap, politiek en architectuur: innovatie is zo oud als de straat. Intussen is ook het simpele beeld van de middeleeuwen als een donkere tijd van verval al lang

bijgesteld. Nieuwe landbouwtechnieken, astronomie, oprichting van de universiteiten, uitvinding van de boekdrukkunst, iemand? En toch zullen de meeste lezers innovatie eerder associëren met de nooit aflatende stroom van technologische vernieuwingen sinds de moderne tijd. Dat hoeft niet te verwonderen. Het moderne westerse wereldbeeld wordt niet meer geïnspireerd door een zoektocht naar de betekenis van de dingen in een hiërarchisch gegeven kosmische orde. De moderne tijd is onttoverd, onze rationaliteit een middel om de wereld als een ‘geoliede machine’ te beheersen en te veranderen. Aldus leidde de ‘mechanisering van het wereldbeeld’, een cultuurhistorische gebeurtenis die niet zomaar terug te draaien valt en waaraan velen een sterk vooruitgangsoptimisme ontlenen, tot een kometenregen van wetenschappelijke ontdekkingen en technologische innovaties.

Adam Smith, in volle bewondering voor Isaac Newton en getuige van de stoommachine van James Watt, schreef met ‘The Wealth of Nations’ (1776), het eerste grote werk over hoe arbeidsdeling en nieuwe technieken de economische efficiëntie konden verbeteren. Dat de arbeidsproductiviteit en daarmee de welvaart van vele landen in de daaropvolgende eeuwen zo sterk zou toenemen, ligt volledig in het verlengde van zijn verlichtingsdenken. Smith benadrukte ook het belang van (internationale) marktwerking en concurrentie bij het stimuleren van innovatie, zonder uit het oog te verliezen dat de markt kan falen (denk aan vervuiling of overdreven marktmacht) en innovatie ongunstig kan uitpakken voor werknemers (denk aan werkloosheid, uitbuiting of vervreemding).

Chief Economist Bank Degroof Petercam HANS BEVERS

Twee industriële revoluties later hamerde Joseph Schumpeter op het belang van ondernemers als een disruptieve (en niet slechts een drijvende) kracht achter innovatie en groei. Het concept van ‘creatieve destructie’, waarbij nieuwe ideeën oude bedrijfsmodellen veranderen, stond centraal in zijn opvatting dat de kapitalistische economie zich in een schokkerige lijn naar boven beweegt. De (maatschappelijke) instabiliteit die daarmee gepaard ging, zag Schumpeter eerder als een noodzakelijk kwaad, de Grote Depressie als ‘iets dat moest gebeuren’. Tijdgenoot John Maynard Keynes protesteerde fel. De overheid moest zelf actie ondernemen om de ‘harde wetten van de economie’ te verzachten via sociale uitgaven en overheidsinvesteringen. Maar ook Keynes etaleerde een sterk geloof in de kracht van technologische verandering zoals blijkt uit zijn essay ‘Economic Possibilities for our Grandchildren’.

Het (materiële) welvaartsniveau in de samenleving van onze (achter)kleinkinderen zal onze huidige westerse levensstandaard opnieuw overtreffen. Dat is geen naïef vooruitgangsoptimisme maar eerder een veilige gok die economisch te onderbouwen valt via een korte vergelijking tussen de inzichten van de Nobelprijswinnaars Robert Solow en Paul Romer. Ze toont ook hoe het naoorlogse denken over de relatie tussen technologische vernieuwing en economische groei veranderd is. Solow ging in tegen de heersende opvatting dat landen rijker werden naarmate ze meer infrastructuur bouwden. Hij toonde aan dat deze kapitaalinveste-

ringen in fabrieken en havens slechts tijdelijk meer groei zouden opleveren. Voor groei op de lange termijn had een land in de eerste plaats nood aan voortdurende technologische innovatie. Solows inzicht was belangrijk maar verklaarde niet waar deze innovaties vandaan kwamen. In zijn model was technologie ‘exogeen’, een soort mysterieuze kracht die ons bezoekt in het holst van de nacht.

Romer van zijn kant ontwikkelde in de jaren tachtig een endogene groeitheorie, alsof we zelf de ‘masterminds’ zijn die innovatie kunnen ontketenen. Technologische vernieuwingen worden gestimuleerd door een gunstig institutioneel en ondernemersklimaat, structurele investeringen in onderzoek en ontwikkeling, naast een breed toegankelijk en kwaliteitsvol onderwijs. Het gaat om kenniscreatie door menselijke inspanning. Romer zette ook het belang van actief en gericht overheidsbeleid in de verf (om bijvoorbeeld zeer risicovolle projecten te ondersteunen) en toont ons dat technologische kennis, eens ze eenmaal ontdekt is en mits een performante omkadering, steeds opnieuw kan gebruikt en uitgebreid worden.

Op het eerste gezicht lijkt artificiële intelligentie een beetje de spot te drijven met bovenstaand denkkader. Langs de ene kant is AI een product van menselijke inspanningen en wordt het gevoed door data en algoritmen die door mensen zijn ontworpen. Langs de andere kant brengt de complexiteit en duizelingwekkende snelheid van de AI-ontwikkeling een gevoel van (buitenaards) mysterie

met zich mee. En dit is vast nog maar het begin. AI zal weldra volledig nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen zodat onze menselijke intelligentie, dé belangrijkste bron voor innovatie doorheen de geschiedenis, straks de tweede viool zal spelen. We moeten ons bekommeren over de ethische, sociale en geopolitieke implicaties van deze revolutie. We moeten ons zorgen maken over de impact van AI op de publieke sfeer en de liberale democratie (die volgens velen vandaag al in crisis verkeert).

Daar staat dan weer tegenover dat AI ons allicht op talloze manieren zal kunnen helpen met het vinden van innovatieve oplossingen voor grote uitdagingen die al lang aanslepen, denk bijvoorbeeld aan nieuwe kankerbehandelingen, hyperefficiënte platformen voor de deeleconomie, of remedies voor de klimaat- en milieucrisis. Zolang deze ideeën zich voldoende efficiënt en gelijkmatig doorheen onze economie en maatschappij verspreiden, mogen we ervan uitgaan dat de productiviteitsgroei en daarmee de rijkdom van onze (achter)kleinkinderen zal blijven toenemen (alle discussies over ‘degrowth’ en ‘beyond growth’ ten spijt). De vraag of dit ook voor hun geluk geldt, laat ik hier gemakshalve onbeantwoord.

Tot slot hoop ik dat mijn summiere reflecties hierboven niet de indruk wekken dat het allemaal wel vanzelf gaan, dat de zoete vruchten van de vooruitgang ons zomaar in de mond zullen vliegen. Dat risico bestaat gezien het theoretische en historische langetermijnperspectief dat ik in deze bijdrage hanteer (ik ben dan ook geen innova-

50

tieve ondernemer). Een andere reden is dat ik de link tussen innovatie en economische vooruitgang hier niet heb toegepast op België, nochtans geen overbodige luxe. Eerder dan te spreken over een ‘tijdperk van verandering’ staan we vandaag aan het begin van een ‘verandering van tijdperk’. Tegen de achtergrond van demografische verschuivin-

gen smeken structurele kwesties – denk aan de energie- en milieutransitie, de fragmentatie van de wereldeconomie en de digitale revolutie – om duurzame antwoorden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons onderwijssysteem (opnieuw) op punt staat? Hoe kunnen we ons energiebeleid, onze fiscaliteit, en onze sociale zekerheid op een performante en recht-

vaardige leest schoeien? Hoe kunnen we er voor zorgen dat het ondernemingsklimaat inspireert tot innovatieve oplossingen? Nee, stilstaan en innovatie, dat gaat niet samen. Want terwijl we kort stilstonden bij enkele indrukwekkende inzichten uit het verleden, is het niet ondenkbaar dat de grootste innovaties nog voor ons liggen.

Uw troeven bij Degroof Petercam?

Als multidisciplinair investeringshuis gespecialiseerd in privaat én zakelijk vermogensbeheer, werken wij voor u een allesomvattende aanpak op maat uit. Uw kapitaal beschermen en laten aangroeien, vermogensplanning, middelen uit uw vennootschap halen of beleggen in de vennootschap, een family charter opstellen, … wat uw noden als ondernemer ook zijn, wij vertalen ze in gemoedsrust en ontzorgen u. Kom vrijblijvend langs en ontdek wat wij voor u kunnen betekenen.

GUY GEENS, regiodirecteur Limburg bij Degroof Petercam:

“Onze Private Bankers stellen zich op als uw sparringpartner. Ze denken met u mee, kaarten belangrijke thema’s aan, loodsen u langs valkuilen en reiken u totaaloplossingen aan.”

51

Deel 4

CONCLUSIES

TOEKOMSTINDICATOR

De finale conclusie is dat Limburg het crisisjaar van 2022 goed is doorgekomen. Voor onze provincie zijn er bijna 10 punten op de Toekomstindicator bijgekomen, de grootste groei in de afgelopen drie jaren en dat terwijl er een oorlog in Europa woedt. Opvallend is dat de cijfers voor Vlaanderen negatiever liggen en dat, net zoals in het coronajaar, de Toekomstindicator daar wel daalt.

De stijging in Limburg heeft vooral te maken met de uitzonderlijke goede cijfers inzake buitenlandse investeringen. Met 48 investeringen doen we het 37% beter dan het jaar voordien en stijgt het aandeel binnen Vlaanderen naar 17%. In Vlaanderen zien we daarentegen een behoorlijke daling. Naast het aantal buitenlandse investeringen die onze provincie wist aan te trekken, wisten we ook een mooi bedrag van de totale innovatiesteun binnen te halen. We haalden nog eens meer dan 20 miljoen euro binnen, maar met 10,48% van het aandeel in Vlaanderen mogen we nog ambitieuzer zijn. Voor Vlaanderen was hier wel opnieuw een daling op te meten. Tot slot zagen we ook binnen de deelindicatoren van talent heel wat positieve zaken. De arbeidsmarkt hield stand want het aantal werklozen daalde opnieuw in 2022 en tegelijkertijd steeg het aantal vacatures. Ook voor onderwijs zien we dat meer Limburgse

jongeren de weg naar het hoger onderwijs vonden en ook steeds meer leerlingen naar de STEM-opleidingen binnen het secundair onderwijs.

Daarmee is niet gezegd dat alles goed ging in 2022. Het aantal certificaten van oorsprong daalden en ook de waarde van de verhandelde goederen. Het wegvallen van de handel met Rusland ligt natuurlijk aan de basis. Ook het aantal starters blijft maar dalen in Limburg, maar ook in de rest van Vlaanderen. De onzekere (economische) tijden zijn geen goede voedingsbodem voor een bloeiend startersklimaat. Aandachtspunten blijven natuurlijk de zeer hoge loonkost als gevolg van de automatische indexering die zich ook al doorheen 2022 liet voelen. Dit is niet goed voor onze (internationale) concurrentiekracht en bedrijven zullen door de gestegen kosten ook minder geneigd zijn om uit te breiden of te innoveren. Daarnaast, moeten we ondanks de goede score op innovatie er ook voor zorgen dat we de producten meer kunnen valoriseren hier in Limburg om ook echt (economische) waarde te creëren en eveneens moeten we zorgen dat alle Limburgse bedrijven mee zijn met innovatie. Vandaag zijn dit nog te veel enkel de grote internationale spelers.

Voor bepaalde indicatoren kunnen we ook al een inzicht geven voor 2023. Deze

indicatoren staan allemaal op dieprood. Om te beginnen zet de negatieve trend van het aantal oorsprongscertificaten zich verder waardoor het bijna onmogelijk is om niet te eindigen met de slechtste resultaten in jaren. Ook het aantal starters blijft de verkeerde kant uitgaan waardoor we nogmaals moeten benadrukken hoe belangrijk het is om met de juiste beleidskeuzes te komen die de drempels wegwerken om te starten met ondernemen. Op vlak van talent leek er geen einde te komen aan het aantal dalende werklozen en bijkomende vacatures. Echter, de trend die we op het einde van het jaar in Vlaanderen al zagen dalen, zien we begin 2023 ook in Limburg. Het aantal werklozen neemt opnieuw toe en het aantal vacatures af. We kunnen niet negeren dat de stijging van de loonkost in januari 2023 de druppel te veel was voor heel veel bedrijven.

Tot slot, hebben we in 2023 een nieuw woord leren kennen: ‘polycrisis’. Het gevoel dat we van de ene crisis in de andere overgaan. Echter, als we naar onze Toekomstindicator gaan kijken, zien we dat we al door heel wat watertjes gezwommen hebben en dat zal ook nu het geval zijn. Ondanks de uitdagingen houden de Limburgse ondernemers hun rug recht en gaan we vooruit, maar niettegenstaande vrezen we voor een vuurrode Toekomstindicator 2024.

52

Grafiek 19Toekomstindicator 2023

Reële economische groei Vlaanderen

Wanneer we verder dan deze indicatoren kijken, zien we dat de reële economische groei van het Vlaamse bruto binnenlands product (bbp) in 2023 wordt geraamd op +1,4%. In vergelijking: tussen 2014 en 2019 bedroeg de groei telkens bijna 2% (enkel in 2015 net boven 2%). In 2020 was er sprake van een sterke negatieve groei door de Covid-19-crisis (-4,9%). In 2021 (+6,7%)

Grafiek 20Reële economische groei

herstelde de economie zich van de Covid-19-inzinking. Dat herstel ging nog voort in 2022 (+3,3%), ondanks de oorlog in Oekraïne en de stijgende energieprijzen. De voorspelde groei van 2023 is dus eerder beperkt vergeleken met de afgelopen jaren, maar de Vlaamse economische groei ligt wel boven het +1,0% gemiddelde van de EU27. De zakelijke diensten, de bouwsector en

de productie van uitrustingsgoederen zijn het meest verantwoordelijk voor deze groei. In 2024 wordt verwacht dat de reële bbp-groei in het Vlaamse Gewest uitkomt op +1,7% door een verbetering van de internationale conjunctuur. Dat zal vooral zorgen voor een groeiversnelling in de industrie.

De grafiek hierboven geeft aan dat we terug op weg zijn om naar 2% groei te gaan in Vlaanderen. Echter, het blijft daarbij belangrijk om te kiezen voor

Bron: Statistiek Vlaanderen – Verwerking: Voka – Kamer van Koophandel Limburg

een ‘ondernemingsvriendelijk’ klimaat in Vlaanderen. Doorheen deze publicatie deden we vijftien aanbevelingen over hoe dit concreet kan. We roepen

de verschillende overheden op om ditmaal écht te kiezen voor hervormingen door hiermee aan de slag te gaan.

53
Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 170,00 160,00 150,00 140,00 130,00 120,00 110,00 100,00 90,00 80,00 70,00 Vlaanderen Limburg 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 90,26 95,42 96,21 94,92 100,00 103,92 106,76 109,82 122,01 128,92 127,90 140,86 136,30 96,76 93,64 92,79 94,09 100,00 115,04 116,13 118,57 125,71 145,06 140,45 147,37 157,07 2014: Index = 100

Deel 5

AANBEVELINGEN

54

We moeten nu een versnelling hoger schakelen, willen we de komende jaren niet achter de feiten aanlopen. Vooral omdat we weten dat de cijfers van 2023 alles behalve rooskleurig zullen zijn. Voka – Kamer van Koophandel Limburg heeft daarom een checklist met aanbevelingen klaar op basis waarvan we onze economie écht kunnen transformeren en aansluiting zoeken bij Europese topregio’s.

INTERNATIONALISERING

1. Verhoog Belgische concurrentiekracht

2. Zet in op Europees competitiviteit

3. Teken een Vlaams industriebeleid uit

4. Versterk Limburg als aantrekkelijke regio om te investeren

5. Intensiveer interregionale samenwerking

INNOVATIE

6. Haal de Einsteintelescoop naar Limburg

7. Maak van Limburg een anker- en broedplaats voor snelle groeiers

8. Valoriseer onze Limburgse innovaties meer

9. Werk digitale kloof tussen grote en kleine bedrijven weg

10. Zorg voor een gelijk speelveld in Europa inzake staatssteunregels

TALENT

11. Zet meer in op arbeidsmigratie

12. Stimuleer interregionale mobiliteit

13. Activeer werklozen en niet-werkenden

14. Neem Talentcenters structureel op in het overheidsbeleid

15. Organiseer meer STEM-opleidingen aan de UHasselt

55

Vlaanderen Aantal exportcertificaten

Exportwaarden (in miljard €)

Internationalisering

Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Vlaanderen

Index Aantal exportcertificaten

Exportwaarden

Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Vlaanderen

Vlaanderen

Limburg Aantal exportcertificaten

Exportwaarden (in miljard €)

Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Limburg

Index Aantal exportcertificaten

Exportwaarden

Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Limburg

Limburg

Innovatie

Vlaanderen Human Resources in Science and Technology,

Evolutie totale IWT-bedrijfssteun (go + KMO) Vlaanderen (in miljoen €)

Startende ondernemingen Vlaanderen

Octrooiaanvragen Vlaanderen

Index

Human Resources in Science and Technology, Vlaanderen

Evolutie totale innovatiesteun (go + KMO) Vlaanderen (in miljoen €)

Startende ondernemingen in Vlaanderen

Octrooiaanvragen

Vlaanderen

Limburg Human Resources in Science and Technology, Limburg

Evolutie totale IWT-bedrijfssteun naar Limburgse bedrijven (go + KMO) (in miljoen €)

Startende ondernemingen Limburg

Octrooiaanvragen Limburg

Index

Human Resources in Science and Technology, Limburg

Evolutie totale innovatiesteun (go + KMO) (in miljoen €)

Startende ondernemingen Limburg

Octrooiaanvragen Limburg

Limburg

56
Bijlage 1 OVERZICHT CIJFERS
57 20122013201420152016201720182019202020212022 233.864251.416265.757268.258282.183292.809330.250364.860357.856371.899334.993 26,0120,8420,5918,9617,7019,2927,4622,7526,3027,0132,24 159191184227198215234258224295278 88,0094,60100,00100,94106,18110,18124,27137,29134,66139,94126,05 126,35101,23100,0092,1085,9893,67133,37110,51127,73131,16156,60 86,41103,80100,00123,37107,61116,85127,17140,22121,74160,33151,09 100,2599,88100,00105,4799,92106,90128,27129,34128,04143,81144,58 165941871119.99221.51721.11323.64525.52526.66925.24526.62221.709 0,910,961,170,950,810,870,991,201,051,221,23 1421192630312137353548 83,0093,59100,00107,63105,61118,27127,68133,40126,28133,16108,59 77,2681,49100,0081,2769,0773,7184,41101,9289,11104,08104,65 73,68110,53100,00136,84157,89163,16110,53194,74184,21184,21252,63, 77,9895,20100,00108,58110,86118,38107,54143,35133,20140,49155,29 20122013201420152016201720182019202020212022 1.685,21.689,71.752,41.744,21.774,11.898,71.909,01.930,92.006,22.111,12.180,4 104,6119,2140,5152,4156,9137,9198,3256,0283,8269,3194 39.76636.30443.91745.22350.26653.07256.56464.54664.30273.16370.616 514507645665740662586643620573476 96,1796,42100,0099,53101,24108,35108,94110,19114,48120,47124,42 74,4584,84100,00108,47111,6798,15141,14182,23201,99191,67138,08 90,5582,67100,00102,97114,46120,85128,80146,97146,42166,59160,79 79,6978,60100,00103,10114,73102,6490,8599,6996,1288,8473,80 85,2185,63100,00103,52110,52107,49117,43134,77139,75141,89124,27 211,9200,3210,7219,7215,9227224,2234,1242252,4276,3 10,38,38,418,712,19,916,119,223,819,820,3 4.0103.8704.1755.1185.9156.1967.1888.2218.4839.4699.123 4144706079698686504759 100,5795,06100,00104,27102,47107,74106,41111,11114,86119,79131,13 122,0399,33100,00223,16143,83118,20191,22228,57283,33235,71241,67 96,0592,69100,00122,59141,68148,41172,17196,91203,19226,80218,51 58,5762,86100,0085,71112,8698,57122,86122,8671,4367,1484,29 94,3187,49100,00133,93125,21118,23148,16164,86168,20162,36168,90

Talent

Vlaanderen Werkzoekenden zonder werk (gemiddelde werkloosheid) Vlaanderen

Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Vlaanderen

Vlaamse hogeschool- en universiteitsstudenten

Studenten ASO (STEM) in Vlaanderen

Doorstromingscoëfficient Vlaanderen

Index NWWZ (gemiddelde werkloosheid) Vlaanderen

Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Vlaanderen

Vlaamse hogeschool- en universiteitsstudenten

Studenten ASO (STEM) in Vlaanderen

Doorstromingscoefficient Vlaanderen

Index talent Vlaanderen

Limburg Werkzoekenden zonder werk (gemiddelde werkloosheid) Limburg

Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Limburg

Limburgse hogeschool- en universiteitsstudenten

Studenten ASO (STEM) in Limburg

Doorstromingscoëfficient Limburg

Index NWWZ (gemiddelde werkloosheid) Limburg

Werkaanbod (zonder uitzendopdrachten, rechtstreeks aan VDAB gemeld) Limburg

Limburgse hogeschool- en universiteitsstudenten

Studenten ASO (STEM) in Limburg

Doorstromingscoefficient Limburg

Index talent Limburg

Samengestelde indicator

Vlaanderen

Limburg

58
59 20122013201420152016201720182019202020212022 229.127246.922247.501242.645229.631218.095205.996197.773211.081177.522179.796 158.505138.227142.376159.613200.373228.714256.013265.418219.540327.528348.903 247.130255.326260.770265.441268.500271.276274.862277.661298.721310.591314.142 29.59329.81030.06830.19430.66831.31131.73832.00031.82432.71632.948 92,5091,3489,7787,7485,7383,4381,5279,7778,7178,0778,80 108,02100,23100,00102,00107,78113,48120,15125,14117,25139,42137,66 111,3397,09100,00112,11140,74160,64179,81186,42154,20230,04245,06 94,7797,91100,00101,79102,96104,03105,40106,48114,55119,11120,47 98,4299,14100,00100,42102,00104,13105,55106,43105,84108,81109,58 103,22101,89100,0097,5695,6793,0190,7988,7987,6887,0187,46 103,1599,25100,00102,78109,83115,06120,34122,65115,91136,88140,04 20122013201420152016201720182019202020212022 33.60936.19335.02934.92832.27029.08527.87926.73827.99123.26323.017 19.57715.92015.23017.67923.93528.19329.51033.51128.04438.11643.323 28.94729.48630.14330.18330.47829.31129.52429.16131.88133.07433.209 3.6233.6103.7793.7763.8063.8573.8583.8483.8003.8673.945 87,9085,8683,3180,5977,8875,1672,8270,8569,7569,1870,10 104,2396,78100,00100,29108,55120,44125,65131,01125,14150,58152,19 128,54104,53100,00116,08157,16185,11193,76220,03184,14250,27284,46 96,0397,82100,00100,13101,1197,2497,9596,74105,77109,72110,17 95,8795,53100,0099,92100,71102,06102,09101,83100,56102,33104,39 105,51103,06100,0096,7493,4890,2187,4085,0483,7283,0483,85 105,6399,97100,00102,35110,44115,76117,28121,53115,95132,24147,01 20122013201420152016201720182019202020212022 96,2194,92100,00103,92106,76109,82122,01128,92127,90140,86136,30 92,7994,09100,00115,04116,13118,57125,71145,06140,45147,37157,07
60 Grafiek 1 - Toekomstindicator 15 Grafiek 2 - Index export 17 Grafiek 3 - Index exportwaarden 18 Grafiek 4 - Index buitenlandse investeringen 19 Grafiek 5 - Deelindicator internationalisering 20 Grafiek 6 - Index human resources in science and technology 26 Grafiek 7 - Index VLAIO-bedrijfssteun (grote ondernemingen en KMO’s) 27 Grafiek 8 - Starters 28 Grafiek 9 - Index octrooiaanvragen 29 Grafiek 10 - Deelindicator innovatie 30 Grafiek 11 - Index niet-werkende werkzoekenden 36 Grafiek 12 - Index werkaanbod 37 Grafiek 13 - Ratio werkaanbod-werkloosheid 37 Grafiek 14 - Doorstromingscoëfficiënt 38 Grafiek 15 - Index hogeschool- en universiteitsstudenten 38 Grafiek 16 - Index ASO-leerlingen (STEM) 41 Grafiek 17 - Deelindicator talent 42 Grafiek 18 - Wereldhandel in goederen en diensten 51 Grafiek 19 - Toekomstindicator 53 Grafiek 20 - Reële economische groei 53 Bijlage 2 OVERZICHT GRAFIEKEN
61 Tabel 1 - Aantal buitenlandse investeringen 18 Tabel 2 - VLAIO-innovatiesteun 27 Tabel 3 - Aantal startende ondernemingen 28 Tabel 4 - Aantal octrooiaanvragen 29 Tabel 5 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten 38 Tabel 6 - Aantal universiteits- en hogeschoolstudenten (per vestiging) 39 Tabel 7 - Aantal BSO- en TSO-leerlingen in ‘harde’ richting 40 Tabel 8 - Aantal leerlingen ASO (STEM) 41 Bijlage
OVERZICHT
3
TABELLEN

Meer weten over de Toekomstindicator van

Voka - Kamer van Koophandel

Limburg ?

Johann Leten

Gedelegeerd bestuurder

Johann.j.l.leten@voka.be

+32 11 56 02 11

Jonas De Raeve

Directeur Belangenbehartiging

Jonas.deraeve@voka.be

+32 473 76 65 07

Philippe Reyners

Adviseur Belangenbehartiging

Philippe.reyners@voka.be

+ 32 479 93 57 70

Menno van Gemeren

Adviseur Belangenbehartiging

Menno.vangemeren@voka.be

+32 487 98 16 31

in samenwerking met: met dank aan onze partners:

Tom Vandeput

Gedeputeerde van economie – voorzitter POM

Tom.vandeput@limburg.be

+32 11 23 70 42

De overname van teksten uit de Toekomstindicator wordt aangemoedigd, mits bronvermelding.

Verantwoordelijke uitgever:

Karin Van De Velde

Voorzitter Voka – Kamer van Koophandel Limburg

www.voka.be/limburg

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.