ormingplus Kempen ormingplus Kempen
Handleiding bij het organiseren van fietslessen voor volwassenen
Leren fietsen
Een uitgave van Vormingplus Kempen Samensteller: Christa Truyen Vormgeving en druk: www.gbmaes.be Foto’s: www.bartvandermoeren.com en www.vormingpluskempen.be Publicatiedatum: november 2007 ISBN 9789081162845 D/2007/11.195/4 Verantwoordelijke uitgever: Martine Coppieters, Otterstraat 109/4, 2300 Turnhout
Handleiding bij het organiseren van fietslessen voor volwassenen
Leren fietsen
Inhoud Stap 1 Even stilstaan. Is dit project iets voor ons? Stap 2 Een projectgroep samenstellen Stap 3 Welke concrete resultaten wil je bereiken? Stap 4 Wie wil je bereiken? Wie mag lesgeven/begeleiden? Wie mag de lessen volgen? Stap 5 Een goede voorbereiding is het halve werk Een stappenplan opstellen Een budget opstellen Een meetplan opstellen Stap 6 Uitvoering Stap 7 Nazorg Stap 8 Met dank aan Adressen wegwijs Organisaties die fietscursussen organiseren voor volwassenen Sociale economieprojecten die fietscursussen organiseren Sociale economieprojecten die fietsen verhuren aan groepen Bijlage 1 Checklist fietsproject Bijlage 2 Contactfiche kandidaat-fietsvrijwilliger Bijlage 3 Contactfiche kandidaat-deelnemer Bijlage 4 Fietsonderdelen Bijlage 5 Opvolgingsschema leren fietsen Bijlage 6 Stuurvaardigheidstest op een afgesloten terrein Bijlage 7 Een fietsdiploma Bijlage 8 De flyer
7 8 10 13 14 16 25 26 28 32 37 39 46 51 52 54 58 61 64 65 67 70 71
Waarom een project ‘leren fietsen’? Er zijn nog steeds volwassenen die niet of moeilijk kunnen fietsen. Tot deze groep behoren vooral allochtonen, nieuwkomers, maar ook oudere mensen en jongvolwassen die nooit hebben leren fietsen … Kunnen fietsen, heeft nochtans veel voordelen. Je bent minder afhankelijk van je partner of anderen om zelfstandig op stap te gaan. Het verhoogt je tewerkstellingskansen want als je mobieler bent, kan je gemakkelijker en sneller op je werkplaats geraken. En fietsen is niet alleen plezant maar ook gezond én goed voor het milieu. Leren fietsen als volwassene is verre van vanzelfsprekend. Hoe leer je dat? Bij wie kan je terecht? Jouw organisatie kan deze vragen oplossen. Waarom organiseer je zelf geen fietslessen? Deze brochure gaat je daarbij helpen. Ze beschrijft de verschillende stappen die je moet zetten en bevat een heleboel tips om aan de slag te gaan. Inspiratiebron is het project ‘Leren fietsen’ van Vormingplus Kempen. Die startte in 2006 een fietsproject voor volwassen vrouwen in samenwerking met Prisma, het integratiecentrum van het arrondissement Turnhout, EVA, een organisatie van allochtone vrouwen, en de politie en preventiedienst van de stad Turnhout. Het werd een boeiend verhaal waar leren fietsen belangrijk was, maar waar ook interculturele ontmoetingen een kans kregen en een vrijwilligerswerking floreerde. De organisatie van een fietsproject werd een mooie manier om mee te sleutelen aan de multiculturele dialoog en empowerment. Door bewust allochtonen en autochtonen te betrekken bij de fietslessen werk je onrechtstreeks mee aan de integratie tussen deze twee groepen. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) wil graag goede projecten inzake verkeer en mobiliteit in de rest van Vlaanderen promoten. Vormingplus Kempen had al heel wat ervaringen opgedaan met haar fietsproject. De VSV is ervan overtuigd dat andere organisaties uit deze ervaringen kunnen leren. Ze staat dan ook achter dit initiatief en wil het fietsproject van Turnhout als voorbeeld promoten in de rest van Vlaanderen, zodat ook andere organisaties degelijk onderbouwd aan de slag kunnen als ze een fietscursus voor volwassenen willen organiseren.
UIT WELKE STAPPEN BESTAAT HET PROJECT? Stap 1
Even stilstaan. Is dit project iets voor ons?
Stap 2
Een projectgroep samenstellen
Stap 3
Welke concrete resultaten wil je bereiken?
Stap 4 Wie wil je bereiken? - Lesgevers: wie mag les geven/begeleiden? - Deelnemers: wie mag de lessen volgen? Stap 5 Een goede voorbereiding is het halve werk 1. Een stappenplan opstellen De locatie Het materiaal De lesgevers De deelnemers De concrete activiteiten
2. Een budget opstellen
3. Een meetplan opstellen
Stap 6
Uitvoering
Stap 7
Nazorg
Stap 8
Met dank aan
stap 1 Even stilstaan.
Is dit project iets voor ons?
Denk rustig na over het project. • Is dit iets voor je organisatie? • Is er enthousiasme voor? • Is er vraag naar? • Heb je voldoende zicht op de bevolkingsgroepen bij wie de behoefte leeft om te leren fietsen? • Kan je er voldoende tijd voor vrijmaken? • Zijn er organisaties waarmee je kan samenwerken? • Zijn de financiën aanwezig? • Zijn de praktische voorwaarden haalbaar?
Lees dus het onderstaande stappenplan goed door. Bespreek in welke mate de voorwaarden die in de stappen beschreven staan haalbaar zijn voor jouw organisatie. De checklist in bijlage 1 kan je bij de bespreking helpen.
stap 2 Een projectgroep samenstellen Projecten uitvoeren, doe je niet alleen. Ze worden gedragen door meerdere personen of organisaties. Concreet samenwerken met anderen is net één van de leuke kanten aan projecten. Ga dus op zoek naar mensen die mee de kar willen trekken. De samenstelling van je groep is belangrijk. Ideaal gezien wordt het een diverse groep: denkers en doeners, professionals en vrijwilligers, allochtonen en autochtonen… Het belangrijkste is dat ze gemotiveerd zijn. De groep moet voor dit project ook niet te groot zijn.
De projectgroep bij Vormingplus bestond uit 4 personen: iemand van Vormingplus, Prisma, de politie en preventiedienst van Turnhout en EVA.
Tips • de lokale politie is vaak erg geïnteresseerd in dit soort van projecten; • in elke regio bestaan er organisaties die vertrouwd zijn met het werken met allochtonen. Informeer eens of ze mee willen werken; • centra voor basiseducatie; • integratiediensten en -centra; • allochtonenverenigingen; • verenigingen waar armen het woord nemen; • federale asielcentra.
Maak duidelijke afspraken met alle partners. Goede afspraken maken goede vrienden. Stel een projectleider aan. Er moet iemand zijn die instaat voor de algemene coördinatie. Hij of zij is de stuwende kracht achter het project, stelt de doelstellingen en de timing op en waakt erover dat die gerespecteerd worden.
UIT DE PRAKTIJK
Vormingplus stond in voor de algemene coördinatie en praktische uitwerking van het project. De politie en preventiedienst was verantwoordelijk voor de module ‘Veilig fietsen in het verkeer’ en zorgde voor de materialen. Prisma gaf advies over het omgaan met diversiteit en verschillen in de groep. EVA hielp mee met de werving van de deelnemers.
stap 3 Welke concrete resultaten
wil je bereiken?
Elke projectgroep heeft de neiging deze stap over te slaan. Iedereen staat te popelen om er in te vliegen en concrete activiteiten uit te werken. Maar dat moet nog even wachten. Leg met de groep eerst vast welke concrete resultaten je wil bereiken met het project. Het moet voor iedereen duidelijk zijn waar je naar streeft en hoe hoog je de lat legt. Zeker als er met verschillende organisaties samengewerkt wordt, is het belangrijk om op dezelfde lijn te zitten. Door de verwachte resultaten duidelijk te benoemen, maak je de verdere uitwerking van het project ook veel eenvoudiger. Bovendien ga je, als je deze stap overslaat, achteraf nooit goed kunnen evalueren hoe succesvol je project was. Hieronder staan een aantal voorbeelden van criteria waaraan je concrete resultaten kan koppelen. •
10
Verwachte resultaten in verband met het project. Bepaal wanneer een project voor jou geslaagd is. Voorbeelden Het aantal deelnemers, het profiel (mannen en/of vrouwen, leeftijd …), aanwezigheidsgraad tijdens de lessen, aantal deelnemers dat na afloop goed kan fietsen. Bepaal ook wat goed fietsen is. Is dat slagen in een stuurvaardigheidstest, zelfstandig kunnen fietsen in een rustige buurt, onder begeleiding kunnen fietsen in een druk centrum …?
•
Verwachte resultaten in verband met het verloop van de cursus. Hier beschrijf je hoe de deelnemers de cursus beoordelen. Voorbeelden Vinden ze van zichzelf dat ze kunnen fietsen? Kunnen ze fietsen in een rustige buurt of ook in een druk centrum? Zijn ze tevreden over de lesgevers, over de organisatie van de cursus, over het materiaal?
Ook voor de lesgevers kan je een aantal criteria benoemen. Voorbeelden Zijn ze tevreden over het verloop van het project (organisatie, begeleiding/ondersteuning van de lesgevers)? Zijn ze zelf tevreden over de prestaties van de cursisten? Hebben ze deugd beleefd aan het lesgeven? Hebben ze veel bijgeleerd?
UIT DE PRAKTIJK Voor alle partners was het belangrijk dat alle deelnemers konden fietsen. Niet alleen op een veilig terrein, maar ook in het verkeer. Vooraleer er werd gefietst in het verkeer, moesten de deelnemers slagen in de stuurvaardigheidstest (zie bijlage 6) en de basisverkeersregels kennen. Van bij de start bleek dat het werken met een multiculturele doelgroep extra motiverend was voor de vrijwillige lesgevers. Het samenbrengen van verschillende culturen werd daarom een belangrijke meerwaarde voor Vormingplus. Vormingplus wou met haar project ook ervaring opdoen in het samenwerken met vrijwilligers. Het project was voor Vormingplus geslaagd als alle vrijwilligers achteraf tevreden waren over de begeleiding die ze kregen tijdens het project. Daardoor ging er in het project ook veel aandacht naar de vrijwilligerswerking.
11
Vanaf het begin was het duidelijk dat het om een diverse groep zou gaan. Prisma vond het belangrijk om dit project mee op te volgen: (leren) omgaan met diversiteit is immers haar decretale opdracht. Het samenspel tussen vrijwilliger en deelnemer, allochtoon en autochtoon, vrouw en man, jong en al wat ouder, is boeiend en stimulerend, maar mensen zijn hierin soms toch wat onzeker. Veel verschil in de groep, maar alvast ĂŠĂŠn grote gelijkenis die hen samenbracht: niet kunnen fietsen en het dolgraag willen leren. En vanuit deze gelijkenis ongedwongen leren omgaan met elkaars verschil. Een mooie meerwaarde, voor deelnemers en vrijwilligers, om verder fietsend door het leven te gaan. EVA is in het fietsproject gestapt omdat het goed is dat vrouwen mobieler worden. Sommige vrouwen van andere culturen hebben nooit de kans gehad om te leren fietsen omdat dat in hun cultuur niet zo vanzelfsprekend is. Het zijn meestal de vrouwen die de boodschappen doen of de kinderen naar school brengen en daar soms ver voor moeten gaan. Kunnen fietsen geeft hen meer mogelijkheden om werk te vinden of op hun werk te geraken. Je wint aan tijd, het is gezond, goed voor de conditie en plezant. Voor de politie en preventiedienst van Turnhout is het belangrijk dat alle fietsers veilig fietsen in het verkeer. Bovendien was dit project voor de politie een uitgelezen kans om te helpen sleutelen aan het multicultureel verhaal. Het geeft aan de deelnemers de gelegenheid om op een andere manier in contact te komen met de lokale politiediensten.
12
stap 4 Wie wil je bereiken?
In dit fietsproject zijn er twee groepen die je wil bereiken: de lesgevers die de fietslessen geven én de deelnemers. Lesgevers: wie mag lesgeven/begeleiden? Om de cursus vlot te laten verlopen, bepaal je duidelijk wie je als lesgever wil engageren. Zo voorkom je sneller problemen tijdens de cursus, teleurstellingen bij de lesgever, de deelnemers en jezelf als organisator. Voorbeelden • Beschikbare vrije tijd. Mensen moeten zich gedurende een bepaalde periode vaak kunnen vrijmaken. Zo kan je gemakkelijker zorgen voor de continuïteit. Eenzelfde lesgeversteam schept meer vertrouwen bij de deelnemers. • Graag werken met een multiculturele groep. • Graag fietsen: geen voorwaarde, maar je brengt als lesgever jouw fietsenthousiasme ook over op de deelnemers. • Communicatieve, sociale en emotionele vaardigheden. Niet enkel vlot en duidelijk kunnen praten, is van belang. Ook enige sociale en emotionele vaardigheid is nodig als je met mensen werkt. • Graag samenwerken. Er wordt immers in teamverband lesgegeven. • Leservaring hebben, al of niet in lichamelijke opvoeding, is een pluspunt, maar geen absolute voorwaarde. • Geduldig zijn is een mooie eigenschap. Leren fietsen is een langzaam proces. Dus zeker niet geschikt voor ongeduldige karakters.
13
• •
Basiskennis van fietsherstelling. Handig als er een ketting van een fiets valt. Is er steeds technische bijstand op het terrein? Dan is deze basiskennis niet zo nodig. Bereid zijn om een opleiding ‘train de trainer/leren fietsen’ en een introductie in EHBO te volgen (zie Adressen - Wegwijs).
De criteria zijn een leidraad voor je kennismakingsgesprekken met de kandidaat-lesgevers. Niet alle criteria zijn even belangrijk. Bepaal daarom ook wat voor jou prioritair is. Zie ook Stap 6. Ik wou mijn andere kijk op de wereld niet alleen bij gesprekken houden, maar daadwerkelijk ook iets doen. Daarom ben ik fietsvrijwilliger geworden. Leo - fietsvrijwilliger Ik wou graag allochtonen beter leren kennen en hen vooral een kans bieden zich te integreren in onze maatschappij en door het fietsen meer mogelijkheden te geven. Het was een stap in het onbekende die me zeer goed beviel. Martine - fietsvrijwilliger
Deelnemers: wie mag de lessen volgen? Kies je voor een gemengde groep, mannen of vrouwen? Of exclusief voor vrouwen? Kies je voor deelnemers die in eenzelfde buurt wonen, of heeft dit geen belang? Voorbeelden • Mannen en/of enkel vrouwen. • Communicatie moet mogelijk zijn tussen lesgever en cursist. Als de deelnemer je niet begrijpt, zijn de fietslessen zinloos. Basiskennis van het Nederlands is een vereiste. Lesgeven in een andere taal of een tolk voorzien, is enkel zinvol als alle deelnemers van eenzelfde taalgroep zijn. • Motivatie/noodzakelijkheid. Een sterke motivatie en bereidheid om alle lessen te volgen is zeer belangrijk. Als je één stap/les mist, is het vaak moeilijker om terug in te pikken en loop je achterstand op. Sommige deelnemers willen enkel leren fietsen voor het plezier, maar voor anderen kan het een absolute noodzakelijkheid zijn om een job te krijgen.
14
• • •
Mogelijkheden om thuis zelf met een fiets te oefenen. Het zou ideaal zijn als de deelnemer een eigen fiets koopt. Als dat financieel niet haalbaar is, kan een fiets lenen van familie of vrienden een tijdelijke oplossing zijn. Woonplaats van de deelnemer. De bereikbaarheid van de cursusplaats kan problemen geven als ze ver van de woonplaats ligt. Goede vervoersmogelijkheden zijn dan belangrijk. Kiezen voor deelnemers van eenzelfde wijk kan een goed criterium zijn als ontmoeting, dialoog en samenwerking op wijkniveau de belangrijkste doelen zijn.
Fietslessen worden best in kleine groepjes, maximaal 10 deelnemers, gegeven. Individuele begeleiding is voor het leren fietsen heel belangrijk. Het is mooi meegenomen dat contacten dan vlotter verlopen. “Mijn man kan wel fietsen. Hij heeft dat in Afghanistan geleerd. In Afghanistan mogen moslimvrouwen niet fietsen. Dat vind ik niet goed.” Naghibah - cursist “De cursus was alleen voor vrouwen. Ik vond dat goed. In India krijgen jongens en meisjes ook apart sportlessen en zijn er aparte scholen voor hen.” Daljit - cursist “De cursus was goed om te leren fietsen en om mijn Nederlands te oefenen. Ik heb ook veel gelachen op de cursus. Het was heel plezant”. Malika - cursist
UIT DE PRAKTIJK Vormingplus werkte in haar fietsproject alleen met vrouwelijke deelnemers. In sommige culturen hebben vrouwen niet de gewoonte om te leren fietsen. Daarom zullen een aantal vrouwen niet deelnemen in groepen met mannen. Mannelijke lesgevers waren voor hen geen probleem. Basiskennis van de Nederlandse taal was absoluut noodzakelijk om de les te begrijpen, zeker voor de lessen ‘veilig fietsen in het verkeer’. De vrijwillige lesgevers waren niet verplicht andere talen te kunnen spreken. De fietscursus was meteen een ideale gelegenheid voor sommige deelnemers om hun Nederlands te oefenen. In de contactfiche kandidaat-deelnemer (zie bijlage 3) vind je nog andere voorwaarden.
15
stap 5 Een goede voorbereiding
is het halve werk
1
Een stappenplan opstellen Nu iedereen weet waar de reis naar toe gaat, moet de reisroute opgesteld worden. Een stappenplan is daarvoor het ideale instrument. Zo’n plan, ook draaiboek genoemd, draait rond één centrale vraag: wie doet wat, waar, wanneer en hoe? Een stappenplan is meer dan de opsomming van alle activiteiten. Er staan afspraken in over: • de locatie. Waar vinden de activiteiten plaats? • het materiaal. Welk materiaal is nodig? Wie zorgt ervoor? • de lesgevers. Hoe vind je vrijwilligers? Welke opleiding krijgen ze? Hoe begeleid je ze? • de deelnemers. Hoe vind je de deelnemers? Hoe begeleid je ze? • de concrete activiteiten. Wat ga je precies doen? Wanneer? Je bepaalt zelf hoe gedetailleerd je te werk gaat. Het plan is je leidraad doorheen het project, dus het moet in ieder geval praktisch zijn, werkbaar en een goed overzicht geven over het project.
16
De locatie Waar vinden de activiteiten plaats? Als je fietslessen wil organiseren, zoek dan eerst naar een geschikte locatie. • • • • • •
De locatie moet voor de deelnemers bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De locatie moet geschikt zijn om te leren fietsen: een ruimte met verharde ondergrond, minimum oppervlakte 20 op 25 meter, effen oppervlakte, goed berijdbaar, weinig of geen hindernissen, geen oneffenheden. De locatie moet bovenal veilig zijn, verkeersvrij, ver van alle mogelijke verkeersdrukte en andere afleidingen. Enige privacy is welkom. Het is niet De lessen ‘Leren fietsen’ werden op de vrijgeplezierig om op het dorpsplein, voor maakte parking van de sporthal in het Stadshet oog van iedereen, te leren fietsen. park van Turnhout georganiseerd. Ook handig: een fietsenstalling, een plaats in de buurt om te schuilen bij Pro Velo vzw gaf het advies om een locatie te regen, opbergruimte voor voorzien waar een zeer lichte helling aanwepersoonlijke spullen en toiletten zig was. Dit vergemakkelijkt het leren fietsen. natuurlijk. En als je na de activiteit Eén van de eerste stappen is dat de cursist zijn vlakbij iets kunt drinken, kan dit de balans vindt op de fiets. Als je al peddelend groepsgeest alleen maar bevorderen. vertrekt op een lichte helling, krijg je meteen Een leslokaal binnen een gebouw, een klein beetje vaart. Zet nadien je voeten op bijv. in een openbare sporthal, is de pedalen en je bent vertrokken. daarom ook een goede keuze.
“We leerden fietsen op de parking van de sporthal van het Stadspark van Turnhout. Het was de eerste keer dat ik daar kwam. Het Stadspark is een goede plek om te leren fietsen. Er zijn veel bomen, het is er rustig en er zijn veel paadjes om te fietsen.” Daljit - cursist
UIT DE PRAKTIJK
Fietsvaardigheid werd geoefend in het stadspark en in een rustige woonwijk. Als de groep genoeg fietservaring en -vaardigheid had, werd er gefietst in het stadscentrum. In de vergaderlokalen van de sporthal werd de les over de basisverkeersregels gegeven en de evaluatievergaderingen gehouden.
17
Het materiaal Welk materiaal is nodig? Wie zorgt er voor? • • • • • • • • • • • • •
Zorg zelf voor fietsen. Dat is gemakkelijk voor de deelnemers. Zorg voor geschikte fietsen. Technisch en wettelijk moeten ze in orde zijn en gemakkelijk verstelbaar. Verstelbare zadelpennen zijn onmisbaar. Zorg voor voldoende kleine formaten (kinder- en jeugdfietsen). De cursisten moeten, als ze op hun fiets zitten, met hun voeten plat op de grond kunnen. Een aantal reservefietsen bij de hand hebben, is geen overbodige luxe. Denk aan een fietspomp, aangepaste inbussleutels, los gereedschap en fietsherstelgerief. Fluoveiligheidsjasjes met volgnummer zijn nuttig om de lessen gestructureerd, vlot en veilig te laten verlopen. Fietshelmen zijn absoluut geen overbodige luxe, al dragen weinigen zo’n helm graag. Naamkaartjes voor deelnemers en lesgevers zijn handig om elkaar snel te leren kennen. Er is materiaal nodig (zoals kegels) voor de oefeningen fietsbehendigheid. Vergeet je EHBO-materiaal niet. Zorg voor iemand die er mee kan werken. Voorzie een verzekering lichamelijke ongevallen voor de deelnemers. Ongevalletjes, meestal wat kneuzingen of schaafwonden, zijn haast niet te vermijden. Iedereen die met vrijwilligers werkt, is verplicht om een verzekering voor hen af te sluiten. Meer informatie over vrijwilligersbepalingen vind je in de adressenlijst. Foto’s van de fietslessen kunnen handig zijn als documentatiemateriaal. Ook vele cursisten vinden het leuk als ze een fotootje van zichzelf krijgen. Vraag wel vooraf toestemming. Niet iedereen wil op de foto staan.
Oefening baart kunst. Het is voor de deelnemers een enorme stimulans om ook buiten de cursus te blijven oefenen. Ze moeten dan natuurlijk wel over een eigen fiets beschikken. Kan je organisatie hierin een handje helpen? Of een andere organisatie? Dan moet je dit zeker proberen te doen. Tips • Hoor eens bij je lokale fietshandelaar of politie. Misschien is er in je buurt een sociale werkplaats die tweedehandsfietsen verkoopt. Of doe een oproep naar tweedehands- fietsen in de lokale pers. Let wel op, de kwaliteit blijft belangrijker dan de prijs!
18
•
Cursisten die een fiets willen kopen (nieuw of tweedehands), laten zich bij de keuze best adviseren door een lesgever. Niet alleen de prijs/kwaliteit is van groot belang, maar vooral ook de vorm en de kadergrootte. Een fiets moet passen zoals een schoen. Een blits model met een recht stuur en veel versnellingen is voor beginnende fietsers meestal niet geschikt. Wie in een comfortabele rijhouding kan fietsen, voelt zich zekerder en zal sneller vorderingen maken.
“Wij leerden fietsen op hele mooie, kleine fietsen. Dat was veel gemakkelijker dan op een grote.” Nagibah - cursist “Ik heb op de fietscursus een tweedehandsfiets gekocht. Stevig en van een goed merk. Misschien koop ik later een chique fiets als ik wat geld gespaard heb.” Irina - cursist
UIT DE PRAKTIJK De preventiedienst van de stad Turnhout zorgde voor gratis fietsen, fluojasjes en wegmarkeringmaterialen. De deelnemers kregen een adressenlijst met fietshandelaren uit de buurt. In samenwerking met het Fietsenatelier, een sociale werkplaats in Mol, organiseerde Vormingplus een fietsenverkoop van tweedehandsfietsen tijdens de lessen en tijdens een bezoek aan het Fietsenatelier. Maak duidelijke afspraken met de cursisten over wie zo’n fiets wil kopen en tegen welke prijs.
19
De lesgevers Hoe vind je vrijwilligers? Welke opleiding moeten ze krijgen ? Hoe begeleid je ze ? Werving • Als je met vrijwillige lesgevers werkt, moet je die gaan zoeken. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan: vrijwilligers liggen niet zomaar voor het oprapen. Denk er goed over na. Bepaal eerst naar welk type je precies op zoek bent. Gebruik hiervoor de voorwaarden die je in Stap 4 bepaalde. Beslis dan waar je de vrijwilligers gaat zoeken. Werf je enkel via de leden van je eigen vereniging? Gebruik dan enkel de eigen infokanalen, zoals een ledenblad. Wil je buiten je eigen vereniging vrijwilligers recruteren? Maak dan zo veel en zo ruim mogelijk reclame. Zo maak je het meeste kans dat jouw oproep gelezen of gehoord wordt. Zet de oproep in de lokale pers of het gemeentelijke infoblad. Leg folders op plaatsen waar mensen komen die overdag vrije tijd hebben, bijv. in de sporthal of bij organisaties die cursussen voor volwassenen organiseren. Misschien is er in de regio een vrijwilligerswerking… •
Plan een individueel gesprek met de kandidaten. Dit gesprek is een wederzijdse kennismaking. De kandidaat leert jou, je organisatie en het project kennen en verneemt wat van een vrijwilliger wordt verwacht. Jijzelf leert meer over de kandidaat. Als leidraad voor het gesprek kan je een formulier gebruiken waarbij je zowel administratieve als inhoudelijke gegevens kan noteren (zie bijlage 2 ). Ook als je met lesgevers uit je eigen vereniging werkt, blijft het de moeite om een gesprek te houden.
Opleiding, begeleiding en motivatie • Volwassenen leren fietsen, is niet hetzelfde als kinderen leren fietsen. Voorzie de nodige tijd om je vrijwilligers een opleiding te geven. Er zijn deskundige organisaties die je hierin kunnen helpen. Het is absoluut aan te raden om gebruik te maken van hun kennis. Adressen vind je achteraan in de brochure. •
20
Organiseer ook een les EHBO. Het geeft de lesgevers wat meer vertrouwen in hun taak en – belangrijker – ze ontmoeten elkaar nog eens en leren elkaar beter kennen. Uitstekend voor het groepsgevoel. Lessen EHBO worden gegeven door het Rode Kruis (zie Adressen- Wegwijs ). Of misschien is er in je buurt een verpleegkundige of dokter die deze les wil geven.
•
Plan ruim op tijd een voorbereidingsvergadering. Hier maak je o.a. afspraken over het uurrooster, bespreek je de afsprakennota, schets je het verloop van het project … In Stap 6 vind je meer tips voor deze vergadering.
“ We waren samen een fantastische groep, het was vrijwilliger zijn op een heel bijzondere en leerzame manier. Ik heb mij ook altijd ondersteund gevoeld, niet alleen bij de lessen maar ook daarbuiten.” Lieve – fietsvrijwilliger
UIT DE PRAKTIJK We rekenden op minimaal 4 lesgevers per groep van maximaal 10 fietsers. De lesgevers moesten buiten de organisatie gezocht worden. Op korte tijd kregen we een tiental reacties binnen op onze oproep om fietsvrijwilliger te worden. Na de individuele gesprekken engageerden we 6 vrijwilligers voor de cursus. Niet iedereen bleek geschikt of over voldoende tijd te beschikken. De opleiding ‘train-de-trainer/leren fietsen’ van Pro Velo vzw was absoluut nodig om de lesgevers de knepen van het vak te leren. Ze leerden stap voor stap hoe je volwassenen moet leren fietsen. Dat was moeilijker dan men dacht. Ook de EHBO-les was voor velen een nuttige en aangename opfrisbeurt voor hun EHBO-kennis.
21
De deelnemers Hoe vind je deelnemers? Hoe begeleid je ze? Iedereen die regelmatig activiteiten organiseert, weet het: deelnemers komen niet vanzelf. Bij een project als dit, zeker wanneer je allochtonen wil bereiken, is dit nog meer het geval. Wonderformules zijn er jammer genoeg niet. Maar volgende tips kunnen zeker helpen. • •
Voorzie de nodige tijd om deelnemers te zoeken (zie Stap 6). Zoek hulp bij organisaties die vertrouwd zijn met het werken met allochtonen: centra voor basiseducatie, centra voor volwassenen- onderwijs, integratiediensten en -centra, huizen van het Nederlands, OCMW’s, zelforganisaties, Werkwinkels … Zij weten veel beter dan wie ook waar je moet zijn. Deelnemers vinden, was voor Vormingplus Misschien willen ze zelfs een handje helpen. geen probleem. De cursussen waren zeer snel volzet. Voor de werving zorgden de projectpart• Zorg voor duidelijke promotiemiddelen. Denk ners Prisma, EVA en het Centrum voor Basisedu eraan dat niet iedereen even goed Nederlands catie Noorderkempen. Zij maakten reclame bij kan lezen (of zelfs helemaal niet). En vergeet hun cliënten, cursisten en leden. Een folder met niet dat mond-tot- mondreclame vaak het de basisinfo werd meegegeven aan de geïnte beste wervingsmiddel is. resseerden. • Organiseer een persoonlijke ontmoeting met alle kandidaten vooraleer je ze definitief Een uitvoerig gesprek werd gehouden met als deelnemer inschrijft. Deze manier van de fietskandidaten. Zij kregen extra info over werken is tijdsintensief, maar het zorgt de lessen én de bereikbaarheid van de cur ervoor dat de fietscursus de meeste kans op susplaats. Twee vrijwillige lesgevers werden slagen heeft. Tijdens dit gesprek vraag je o.a. ingeschakeld bij deze gesprekken. Zo leerden naar hun motivatie en kan je hun kennis van zij elkaar al beter kennen. de Nederlandse taal toetsen.
UIT DE PRAKTIJK
De mond-tot-mondreclame zorgde ervoor dat tijdens het hele jaar kandidaten informeerden naar de organisatie van een nieuwe fietscursus.
22
“Als je zo’n fietscursus volgt, is het belangrijk dat je alle lessen volgt. Als je één les mist, kan je de volgende keer minder goed mee. De cursisten die de meeste lessen hebben gevolgd en veel hebben geoefend, konden nadien het beste fietsen.” Naghibah – cursist
De concrete activiteiten Wat ga je precies doen? Wanneer? Tot slot bepaal je welke activiteiten je organiseert, de concrete inhoud ervan en de timing. Je baseert je hiervoor op Stap 3 waar je hebt vastgelegd welke concrete resultaten je wil bereiken. Welke activiteiten? • Wil je de deelnemers de basisvaardigheden van het fietsen leren? Reken dan op minstens 5 samenkomsten. Stelde je ook voorop dat de deelnemers fietsvaardig zijn in het verkeer? Voorzie ook hier minstens 5 lessen voor. • Laat de verschillende lessen redelijk kort op elkaar volgen zodat ze er intensief mee bezig zijn. Bijv. 7 lessen in 3 weken. • Je kan ook activiteiten organiseren die gekoppeld zijn aan ‘leren fietsen’, zoals een basiscursus fietsherstelling of een les over de verkeersregels. Dit laatste is noodzakelijk als je de deelnemers veilig wil leren fietsen in het verkeer. Vraag hiervoor de medewerking van de lokale politie of rijschool. Timing? • Laat niet te veel tijd tussen de voorbereidingsvergadering met de lesgevers en de fietslessen. • Je leert natuurlijk het best fietsen in ideale weersomstandigheden. Sneeuw, ijzel, koude, regen of hittegolf zijn te vermijden. • Bepaal of je de cursus overdag, of in het weekend wil organiseren. Overdag is ideaal voor diegenen die zich gemakkelijk kunnen vrijmaken. Hou dan rekening met het tijdstip van de cursus. Soms moeten kinderen naar school gebracht of opgehaald worden. Het weekend is voor werkende mensen vaak beter, maar dan loopt de lessenreeks over een veel langere periode. Fietslessen tijdens de schoolvakanties trekken soms minder
23
• • •
deelnemers aan. Als je een kinderoppas voorziet, geef je ook kansen aan deelnemers met kleine kinderen. Een fietssessie duurt maximaal drie uren, pauze inbegrepen. Anders is het te vermoeiend voor de deelnemers. Denk tweemaal na voor je ze laat fietsen in het verkeer! Ze moeten vlot kunnen fietsen. Voorzie zeker voldoende lesgevers: een 1 op 1 begeleiding is vaak geen overbodige luxe. Voorzie een aantal weken of maanden oefenruimte zodat de deelnemers thuis zelf kunnen oefenen vooraleer ze deelnemen aan een cursus ‘Fietsvaardigheid in het verkeer’.
Tip Als je een module ‘Fietsvaardigheid in het verkeer’ organiseert, betrek dan de lokale politie. Het is aan te raden om deze dienst sowieso te betrekken bij de projectgroep.
UIT DE PRAKTIJK Vormingplus organiseerde de fietslessen overdag. Er waren verschillende modules. In de lente werden de basistechnieken van het fietsen geoefend. In de nazomer gaf de politie en preventiedienst een les over de verkeersregels. Daarna volgde de module ‘Veilig fietsen in het verkeer’. In de zomerperiode, tussen de sessies, kon men thuis oefenen. Een basiscursus fietsherstelling gegeven door het Fietsenatelier Mol stond ook open voor mensen die niet deelnamen aan de fietscursus. Het enthousiasme en de motivatie van de deelnemers werkten heel aanstekelijk bij de lesgevers. Eén van hen kwam met het voorstel om zelf een fietstocht te organiseren op het einde van de lessenreeks.
24
2
Een budget opstellen Het stappenplan, zeer gedetailleerd of minder, is hoe dan ook al erg concreet. Daarom kan je meteen ook een prijskaartje plakken op het project. Het budget is meestal beperkt, dus dien je goed te bekijken waaraan je je geld besteedt. Elk project kan je zo duur maken als je wil, maar niet zo goedkoop als je zou willen. Er dient altijd een minimum aan geld besteed te worden om goed werk te kunnen afleveren. Tip Stel ook de vraag of je project subsidies kan krijgen. In je gemeente zijn er vast diensten die ‘vernieuwende, sociale of emanciperende initiatieven’ subsidiëren: de sportraad, milieuraad of cultuurraad, verkeers- of mobiliteitsraad of het OCMW bijvoorbeeld. In het arrondissement Turnhout kan Vormingplus Kempen tussenkomen in de kosten van de opleiding voor vrijwilligers. Misschien is er ook budget beschikbaar vanuit het Verkeersboetefonds. Informeer hiervoor bij de Lokale Politiezone. Voorzie zeker budget voor: • opleiding lesgevers Train-de-trainer/Leren fietsen (1 dag) € 250 EHBO (1 dagdeel) € 100 • EHBO-materiaal € 20 • verzekering deelnemers en vrijwilligers € 130 Andere kosten zijn afhankelijk van je mogelijkheden en keuzes: • promotiemateriaal • kopies en secretariaatsmateriaal • fietsen (huren of aankoop) • herstellingskosten • huur lokalen - catering • cursus fietsherstelling
UIT DE PRAKTIJK Vormingplus drukte de kosten door zoveel mogelijk met vrijwilligers te werken. Er werd wel geïnvesteerd in een goede opleiding voor deze mensen (zie Stap 4) en zij kregen een vrijwilligersvergoeding. Aan de deelnemers werd inschrijvingsgeld gevraagd. Niet veel (5 euro voor de hele lessenreeks), maar toch iets om hen te stimuleren om aanwezig te zijn.
25
3
Een meetplan opstellen Het stappenplan kan en zal in de loop van het project veranderingen ondergaan. Dat is volkomen normaal. Je moet flexibel kunnen omgaan met onverwachte situaties, tegenvallers of meevallers. Kort op de bal spelen en het project van dichtbij volgen, is dus aan te raden. Je kan dit best meteen al voorzien in je stappenplan door er een meetplan in op te nemen. Het meetplan doet niet meer dan de momenten vastleggen waarop je verplicht even stilstaat. Momenten waarop je een tussentijdse evaluatie doorvoert. Je vraagt je af: • Zitten we op schema? Gaan we onze resultaten halen? • Zo neen: waar moeten we bijsturen? Beschrijf in je meetplan wie deze evaluatie uitvoert, wat er precies geëvalueerd moet worden en wat er precies met de resultaten ervan gebeurt. De laatste stap van het meetplan is natuurlijk de eindevaluatie (zie Stap 7). Spreek ook met je projectpartners af hoe en wanneer je met elkaar contact houdt tijdens de uitvoering van je project. Via vergaderingen, via mail, of telefoon? Enkel bij problemen of ook om elkaar op de hoogte te houden van het verloop van de activiteiten? Denk er tenslotte aan: spreek duidelijk af wie voor wat zorgt tegen wanneer. De projectleider volgt deze afspraken op. Het zal ondertussen duidelijk zijn dat heel deze Stap 5 niet op één vergadering afgerond is. Dat hoeft ook niet. Neem vooral je tijd. Een goede voorbereiding geeft je later alleen maar meer plezier.
26
UIT DE PRAKTIJK Bij elke belangrijke stap in het fietsproject werden alle projectpartners via mail op de hoogte gebracht. Ook als er problemen of vragen waren, werd er gecommuniceerd. Na elke les evalueerden de lesgevers kort het verloop van de les en het niveau van de cursisten. Een opvolgingsschema per deelnemer diende als leidraad om het fietsniveau te registreren van de deelnemer (zie bijlage 5). Er werd bepaald hoeveel lesgevers de volgende les nodig waren, wie aan wie les gaf en wat er moest ingeoefend worden bij wie. Na de eerste module ‘Leren fietsen’ organiseerde de projectleider een evaluatie met alle lesgevers. Hier kwam o.a. aan bod: • Is iedereen fietsvaardig genoeg om de module ‘Veilig fietsen in het verkeer’ te volgen? Als de groep of een aantal ervan niet voldoende fietsvaardig was, werd de lesinhoud aangepast. • Hoe zit het met de aanwezigheidsgraad van de deelnemers? De oorzaken van afwezigheid werden besproken en gezocht naar mogelijke oplossingen, bijv. door extra motivatiegesprekken met de deelnemers te organiseren. • Werden de praktische afspraken goed opgevolgd? Waar waren er problemen? Hoe oplossen of voorkomen? • Hoe was de begeleiding? Waar zijn er lacunes? Hoe verbeteren? Er werd een eindevaluatie gehouden met: • de cursisten: hoe hebben zij de cursus ervaren? • de lesgevers: bespreking van dezelfde aspecten als bij de tussentijdse evaluatie; • de projectpartners.
27
stap 6 Uitvoering In deze fase voer je uit wat je tijdens de planning hebt afgesproken. Als je alles goed hebt voorbereid, moet het vanzelf gaan. Hieronder toch nog enkele tips. 1. Gesprekken met de kandidaat-deelnemers en opvolging • Overloop gedetailleerd wat er tijdens de activiteiten gaat gebeuren. Bespreek ook de praktische zaken. Vraag hen bijvoorbeeld om geschikte kledij aan te doen (dichte schoenen, smalle broekspijpen, …). In bijlage 3 vind je nog wat items. • Hoofdbedoeling van deze contacten is dat de kandidaten op hun gemak gesteld worden, dat ze het gevoel hebben dat ze welkom zijn. Motiveer ze om te komen. Hou in gedachten dat ze vaak een grote drempel moeten overwinnen. • Vraag een duidelijk engagement om alle lessen te volgen en op korte termijn een fiets te kopen. Op deze manier voorkom je voortijdig afhaken. Je kan eventueel werken met een waarborg die men terugkrijgt als men alle lessen heeft gevolgd. • Als een kandidaat niet voldoet aan de belangrijkste voorwaarden (bijv. geen Nederlands begrijpt of slechts enkele lessen kan volgen), mag je niet aarzelen om hem of haar niet in te schrijven. Motiveer je beslissing goed en probeer de kandidaat te overtuigen om extra inspanningen te doen, bijvoorbeeld door Nederlandse lessen te volgen of op zoek te gaan naar mogelijkheden om steeds aanwezig te zijn. • Spreek af hoe hun aanwezigheid tijdens de cursus wordt opgevolgd. Vaak is een telefoontje of sms de dag voor de start van de lessen geen overbodige luxe.
28
UIT DE PRAKTIJK “Ik heb nooit leren fietsen in Oezbekistan. Ik woonde in een grote stad. Het was daar niet de mode om Stimuleer de deelnemers niet enkel om zelf te te fietsen en het was ook niet nodig. Er was veel oefenen, maar volg dat ook op. Informeer hoe openbaar vervoer: trolleybus, metro, tram. Ik had het gaat, nodig ze uit voor een extra gesprek, ook een auto. Ik wilde nu leren fietsen omdat in organiseer een terugkomdag, een extra oefenBelgië de meeste mensen een fiets gebruiken. Het sessie of een fietstochtje … is gemakkelijk om naar je werk te fietsen. Ik vind Contact houden en de deelnemers motiveren, het ook heel plezant. Mijn schoonzoon heeft mij is een wezenlijk onderdeel van het project. een tijdje geleden een fiets met drie wielen cadeau gegeven. Dat was plezant, maar nu vond ik dat ik klaar was voor de volgende stap. Namelijk een fiets met 2 wielen!” Irina – cursist
2. Vergadering met de lesgevers en opvolging • Maak een afsprakennota voor elke lesgever waarin de data en regelingen i.v.m. de onkosten of vrijwilligersvergoeding worden vastgelegd. Voorzie per lessenreeks steeds hetzelfde duo. Dit duo is verantwoordelijk voor het inhoudelijk en praktisch verloop van de reeks. Zij zorgen voor de continuïteit, de herkenbaarheid en vertrouwdheid bij de cursisten. Bijkomende lesgevers per les kunnen variëren. • Maak een afsprakennota voor elke lesgever waarin de data en regelingen i.v.m. onkosten of vrijwilligersvergoeding vastgelegd worden. • Geef duidelijke informatie over het verloop van het project. Bespreek hun taak als lesgever. Naast het lesgeven zijn ze ook verantwoordelijk voor het onthaal van de cursisten, het invullen van de aanwezigheidslijst, de zorg voor het materiaal, de fietsen, EHBO, een korte evaluatie na elke les, de feedback naar de projectleider, de aanwezigheid op de evaluatievergaderingen … • Zorg voor duidelijke info over wat er moet gebeuren bij een ongeval en welke afspraken met de verzekering zijn gemaakt. • Zorg dat de organisatie vlot verloopt. Volg de vrijwilligers van nabij op. Als projectleider ben je best, zeker als je de cursus een eerste keer organiseert, regelmatig aanwezig op de fietscursus. Zo ondervind je zelf hoe de cursus verloopt en kan je snel bijsturen. Informeer regelmatig hoe de lessen zijn geweest. • Betrek je lesgevers zo veel mogelijk bij de organisatie. Hou rekening met hun suggesties. • Zorg dat ze zich thuis voelen. Vrijwilligerswerk is niet vanzelfsprekend. Waardering krijgen en plezier beleven aan de job zijn belangrijke onderdelen in het project.
29
3. De cursus ‘Leren fietsen’ • De meeste deelnemers weten niet wat een ‘goede’ fiets is. Geef hierover info tijdens de cursus ‘Leren fietsen’. Belangrijke elementen zijn: de juiste framehoogte, goed werkende remmen en verlichting, het zadel, accessoires, het gewicht van de fiets. Maak duidelijk dat een kwaliteitsvolle tweedehandsfiets vaak beter is dan een goedkope blinkende nieuwe fiets. Professionele fietsorganisaties kunnen hier tips geven (zie Adressen-Wegwijs ). • Besteed ook aandacht aan fietsdiefstalpreventie. De aankoop van een goed fietsslot is geen verloren investering. “Als ik op de vergaderingen hoorde hoe de dames op hun tanden moesten bijten had ik alleen maar veel bewondering zowel voor de vrijwilligers die het fietsen aanleerden als voor de dames die het moesten leren. Ze maakten stilaan vorderingen. Ik hoorde allerlei verhalen over evenwicht houden, remmen, vallen, trappen, lachen en vooral volhouden.” Chris- EVA - projectpartner
30
UIT DE PRAKTIJK Neem voldoende tijd om een fietsproject voor te bereiden. Hou er rekening mee dat ook fietsvaardigheid zijn oefentijd vraagt. Het schema van ons eerste fietsproject zag er zo uit: april – augustus: nadenken over het thema: is dit iets voor ons? augustus – oktober: zoeken naar samenwerkingspartners oktober – december: bespreking van de planning in de projectgroep en het maken van afspraken februari – maart: zoeken van vrijwillige lesgevers • promotie • gesprekken maart – mei: opleiding van de lesgevers • train-de-trainer/leren fietsen • EHBO-les april: zoeken van deelnemers • promotie • gesprekken mei – juni: cursus ‘Leren fietsen’ (fietsvaardigheid – 7 sessies) juni: evaluatie juni – augustus: zoeken naar fietsen om thuis te oefenen september: cursus fietsherstelling voor ruim publiek oktober: terugkomdag/oefendag februari: les basisverkeersregels maart: motivatiegesprekken met de cursisten mei – juni: cursus ‘Fietsen in het verkeer’ (verkeersvaardigheid – 5 sessies) juni: uitreiking getuigschrift oktober: recreatieve fietstocht
31
stap 7 Nazorg Met je project wil je bepaalde zaken bereiken. Je wil iets realiseren. Het is niet meer dan normaal dat je, nu de activiteiten achter de rug zijn, gaat kijken of het gelukt is. Hoe preciezer je hebt omschreven welke resultaten je wil bereiken (zie Stap 3), hoe eenvoudiger deze evaluatie wordt. Denk eerst na over wat je precies wil weten. En wees nadien creatief in het bedenken van evaluatiemethodes. Het moet bij voorkeur een plezant moment zijn. Als er zaken fout zijn gelopen, is het van belang de juiste oorzaken op te sporen. Alleen zo kan je echt leren. Focus niet alleen op negatieve ervaringen, het is minstens zo belangrijk aandacht te besteden aan de successen.
32
UIT DE PRAKTIJK Tijdens de eerste fietscursus hadden we de moeilijkheid en de tijd om de deelnemers effectief te leren fietsen erg onderschat. De eindmeet is immers alle deelnemers te leren fietsen. Als we vooraf hadden geweten dat iedereen een eigen leerritme heeft, waren een paar extra vrijwilligers zeker welkom geweest. Het is ook een tijdsintensief project. De tweede fietscursus onderging een aantal fundamentele aanpassingen: • meer sessies voor elke module ‘Leren fietsen’ en ‘Fietsen in het verkeer’; • een uitgebreid gesprek met de kandidaatdeelnemers; • meer lesgevers per les. Minimum 3, maar meestal waren er 4 lesgevers aanwezig. Zo kon de groep vanaf de eerste les opgesplitst worden volgens ieders fietsniveau en kreeg iedereen les op maat. Vormingplus werkte met 6 vrijwillige lesgevers en 1 agent van de politie en preventiedienst stad Turnhout. Van de 20 deelnemers die de cursussen startten, kregen er 8 een getuigschrift voor de beginnende fietser. Zij waren fietsvaardig genoeg om tijdens de laatste les in het druk stadsverkeer te fietsen. Twaalf deelnemers kochten een eigen fiets. Tien ervan gebruiken hem regelmatig om o.a. boodschappen te doen, naar de Nederlandse les te gaan … De aanwezigheidsgraad van de deelnemers was vooral bij de module ‘Fietsen in het verkeer’ laag. Persoonlijke redenen speelden hierin vaak een rol. Toch is het belangrijk om de deelnemers extra te motiveren om ook deze lessen te volgen, willen zij later vlot en veilig in het verkeer fietsen.
33
Naast de resultaten dien je ook het verloop van het project te evalueren. Hoe was de samenwerking binnen de projectgroep, hoe was de communicatie, de vergaderingen, …? Ook de antwoorden op deze vragen kunnen een grote hulp zijn bij toekomstige projecten. Een logisch gevolg hiervan is dat je evalueert met alle betrokkenen. In dit geval zijn dat: de partners waarmee je hebt samengewerkt, je vrijwilligers én je deelnemers. Iedere groep zal je bruikbare informatie kunnen aanleveren.
UIT DE PRAKTIJK
De deelnemers kenden onvoldoende Nederlands om schriftelijke vragen te beantwoorden. Daarom evalueerden zij de cursus na de laatste les tijdens een groepsgesprek. De projectleider begeleidde het gesprek aan de hand van een vragenlijst. Tips • • • •
34
Kies het juiste tijdstip voor je evaluatie. Wacht niet te lang na de laatste les. Hoe langer je wacht, hoe minder fris alles in het geheugen zit. Evalueer het liefst individueel. In groep is men geneigd om sociaal aanvaardbare antwoorden te geven. Als dat niet kan, evalueer dan in kleine groepjes van 3 tot 4 personen. Het is best dat enkel de projectleider aanwezig is bij de evaluatie, zodat de deelnemers vrijer kunnen spreken. Ook bij mondelinge evaluaties kan de te lage kennis van het Nederlands problemen opleveren. Hou hierbij rekening bij het opstellen van je vragen.
De manier waarop je evalueert kan allerlei vormen aannemen. Vragenlijsten, individuele gesprekken of vergaderingen zijn bekende voorbeelden. Probeer een vorm te zoeken die alle betrokkenen het best ligt en die de meest betrouwbare informatie oplevert. Welke vorm je ook kiest, het is van belang dat er iets van op papier komt.
“ Ik vond het plezant om in groep en met de verschillende culturen les te volgen. Verschillende kende ik van de cursus Nederlands bij Basiseducatie. Ik was blij dat we samen konden leren fietsen. Ook in Kameroen mochten alleen mannen en jongens fietsen. In Kameroen wordt de taxi veel gebruikt om ergens naar toe te gaan. Maar toch zouden vrouwen ook moeten kunnen fietsen. Als ik terug naar Kameroen zou gaan, zou ik tegen de vrouwen zeggen dat ze moeten leren fietsen. Het is gemakkelijk om boodschappen te doen of gewoon voor het plezier. Als ik geld had, zou ik heel veel fietsen kopen en in Kameroen fietscursussen organiseren voor vrouwen.” Martha - cursist
UIT DE PRAKTIJK Wat we leerden uit het fietsproject • • • • • •
Leren fietsen is voor volwassenen moeilijker dan je denkt en daarom tijdsintensief. Een opleiding ‘train-de-trainer’/leren fietsen voor de lesgevers is noodzakelijk. Besteed voldoende aandacht aan je communicatie en Nederlandse taal als de deelnemers deze niet vlot beheersen. Persoonlijke contacten en begeleiding van de deelnemers is heel belangrijk voor hun motivatie. Speel kort op de bal, pas de cursus aan naargelang de omstandigheden. Focus niet alleen op het eindresultaat ‘leren fietsen’, maar kijk ook naar wat de deelnemers, de lesgevers en de organisatoren tijdens het project hebben geleerd.
35
“Ik heb veel geleerd van deze groep allochtone vrouwen. Het zijn stuk voor stuk moedige en sterke vrouwen. Op volwassen leeftijd leren fietsen, is niet makkelijk en toch bleven een aantal dames oefenen en gaven niet op. De taal was ook een barrière. Tijdens de eerste lessen was het wat zoeken voor mij om op de juiste golflengte te komen maar al snel voelde ik wel aan dat het klikte. We begrepen elkaar met halve woorden en gebaren. Zou vrouwelijke intuïtie dan toch bestaan? Ze waren ook heel dankbaar naar mij en de andere fietsvrijwilligers. Een fantastische ervaring! Ik heb zo mijn blikveld een stuk kunnen verruimen en ik heb kunnen kennis maken met andere culturen en gebruiken. Ik heb genoten van de vriendschap en solidariteit die er was in de hele groep.” Greet - fietsvrijwilliger “Deze cursus heeft overigens nog eens aangetoond dat ‘leren fietsen’ een bijzonder waardevol project kan zijn omdat het er werkelijk toe bijdraagt dat migrantenvrouwen zich via deze weg nog vlotter maatschappelijk integreren. In vergelijking met andere verkeersprojecten leveren de gemiddelde punten van onze cursisten misschien wel geen vermelding van uitmuntendheid op. ‘t Is evenwel mooi meegenomen dat er onmiskenbaar gescoord werd op het vlak van integratie, ook al valt die verdienste niet in een droog rapportcijfer uit te drukken. Chapeau voor de dames die de fietscursus met volharding en enthousiasme tot een goed einde hebben gebracht. Ik mocht mee genieten van de ingehouden fierheid waarmee ze al trappend Turnhout-city trotseerden en onderweg bijval kregen van omstanders op de stoep. Het was een vorm van wederzijdse appreciatie … en dat is nodig.“ Bart - politie en preventiedienst Turnhout - projectpartner
36
stap 8 Met dank aan Een gouden regel: de motivatie van mensen om aan een project mee te werken, is sterk afhankelijk van de manier waarop een vorig project is afgerond. Zorg er dus voor dat alle betrokkenen een goed gevoel overhouden aan het project. Dit doe je in de laatste stap. Opnieuw dien je hier te zoeken naar de beste methode. Een traktatie voor de deelnemers na de laatste bijeenkomst, een ‘getuigschrift’, … Laat je creativiteit maar werken. Vergeet niet dat alle betrokkenen aandacht verdienen: deelnemers, vrijwilligers, het projectteam, maar misschien ook anderen die je op een of andere manier hebben geholpen.
“Twee weken geleden mocht ik mee naar de diploma-uitreiking van de fietsers. We fietsten met z’n allen nog een paar rondjes door het stadspark. En fietsen konden ze. De dames zaten allemaal fier in het zadel. Ik vind het zeker de moeite om door te gaan met dit project. Er zijn weeral andere dames die me vroegen wanneer dit nog eens doorgaat. Proficiat voor alle dames die leerden fietsen, dank aan de vrijwilligers en Bart die dit in praktijk brachten” Chris - EVA - projectpartner
37
Veel succes ermee! Nog vragen? Graag nog wat meer info? Hulp nodig? Organisaties uit het arrondissement Kempen ondersteunen wij ook financieel. Contacteer hiervoor Vormingplus Kempen. Laat het ons sowieso weten als je een fietsproject wil opstarten. Zo weten wij of ons project inspirerend heeft gewerkt.
38
Adressen - Wegwijs Fietsproject ‘Leren fietsen’ - Turnhout Centrum voor Basiseducatie Noorderkempen Otterstraat 109, bus 1 - 2300 Turnhout Tel: 014 42 27 87 - Fax: 014 55 33 16 - E-mail: marthe.rombouts@basiseducatie.be - www.basiseducatieturnhout.be Contactpersoon: Marthe Rombouts
Het Centrum voor Basiseducatie Noorderkempen is één van de 29 centra voor basiseducatie die in Vlaanderen
onderwijs verstrekken aan laaggeschoolde volwassenen.
Politie Regio Turnhout Preventie en educatie Grote Markt 1 - 2300 Turnhout Tel: 014 44 33 87 - Fax: 014 44 33 47 - E-mail: bart.geuens@turnhout.be - www.turnhout.be Contactpersoon: Bart Geuens
De preventiedienst van Turnhout wil strafbare feiten in Turnhout voorkomen. Binnen haar werking komen de
volgende projecten aan bod: drugpreventie, preventie van winkelcriminaliteit, stadswacht, werkstraffen,
sociale veiligheid sportcomplexen, beveiligingspremies, fietsen merken, verkeerseducatie voor het basis- en
secundair onderwijs en voor volwassenen.
Prisma - Turnhout Sint-Antoniusstraat 24 - 2300 Turnhout Tel: 014 42 06 69 - Fax: 014 43 95 96 - E-mail: infoturnhout@prismavzw.be - www.prismavzw.be Contactpersoon: Griet Gys
Prisma is erkend om het Vlaamse diversiteitsbeleid in de provincie Antwerpen (zonder de stad) vorm te geven.
Prisma is een professionele partner die u begeleidt op maat van uw specifieke situatie en organisatie.
Daarvoor beschikt Prisma over twee afdelingen die elk een ander facet van het diversiteitsbeleid op zich
nemen: het onthaalbureau en het diversiteitscentrum.
39
Sportdienst Stad Turnhout Sportdienst - Campus Blairon 200 - 2300 Turnhout Tel: 014 44 33 32 - Fax: 014 43 92 75 - E-mail: sportdienst@turnhout.be - www.turnhout.be Contactpersoon: Sabine Beckers - sportfunctionaris
De sportdienst wil zoveel mogelijk Turnhoutenaren aanzetten tot beweging. Dit wordt gerealiseerd op drie
verschillende werkniveaus: sportstimulering: langlopende projecten en sportevenementen gericht naar een
bepaalde doelgroep; sportvorming en –informatie en sportsteunbeleid via subsidies, infrastructuur,
organisatoren van sportevenementen begeleiden en ondersteunen en Vlaamse sportpromotionele
campagnes en acties.
vzw EVA Begijnenstraat 39 - 2300 Turnhout GSM 0474 61 30 35 - E-mail: vzw.eva@hotmail.com Contactpersoon: Chris Pijpers
EVA (Eén Voor Allen) vzw – richt zich vooral naar vrouwen van andere origine uit Turnhout en omgeving, maar
Belgische vrouwen die sympathie hebben voor zo’n groep zijn zeker welkom. EVA wil werken aan
emancipatie en participatie van alle vrouwen in de Belgische samenleving en wil het contact tussen de
verschillende culturen bevorderen.
vzw Fietsenatelier Mol Sint Apollonialaan 190 - 2400 Mol Tel: 014 32 14 45 - Fax: 014 32 16 45 - E-mail: info@fietsenatelier.be - www.fietsenatelier.be Contactpersoon: Gust Vos
Het Fietsenatelier Mol is een sociale werkplaats. Je kan er terecht voor onderhoud en herstel van eigen
(bedrijfs-organisatie) fietsen, aankoop tweedehandsfietsen, huur- en onderhoudscontracten registreren,
graveren, (her)schilderen van fietsen, Mobiele fietshersteldienst (Toeristen, scholen, organisaties,...) enz.
vzw Vormingplus Kempen Otterstraat 109 bus 4 - 2300 Turnhout Tel: 014 41 15 65 - Fax: 014 41 05 77 - E-mail: info@vormingpluskempen.be - www.vormingpluskempen.be Contactpersoon: Christa Truyen
40
Vormingplus Kempen is één van de 13 Vlaamse volkshogescholen en organiseert een vormingsaanbod in de
vrije tijd van volwassenen in het arrondissement Turnhout. Vormingplus Kempen begeleidt projecten met
verenigingen, buurten, gemeenten, organisaties rond de thema’s: participatie, duurzaamheid,
interculturaliteit en de Kempen.
Mobiliteit – advies - studie en educatie Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid vzw Haagstesteenweg 1405 - 1130 Brussel Tel: 02 244 15 11 - Fax: 02 216 43 42 - E-mail: info@bivv.be - www.bivv.be
Het BIVV staat ten dienste van de federale overheid, onder meer van de minister van Mobiliteit en van de
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Het BIVV staat in voor de voorbereiding en het in werking
stellen van de politiek op het vlak van de verkeersveiligheid. Het BIVV verleent diensten aan de
overheidsinstellingen die tussenbeide komen in de domeinen met een impact op de verkeersveiligheid.
Het BIVV wenst zich dus te profileren als tussenpersoon en als een instantie voor overleg en coördinatie
tussen de verschillende actoren op het vlak van de verkeersveiligheid, en dit zowel op federaal, gewestelijk,
provinciaal, lokaal of gemeentelijk vlak.
Fietsersbond vzw Boomgaardstraat 22, bus 57 - 2600 Berchem Tel: 03 231 92 95 - Fax: 03 231 45 79 - E-mail: info@fietsersbond.be - www.fietsersbond.be
De Fietsersbond behartigt de belangen van de zwakke weggebruikers en sensibiliseert de publieke opinie.
De Fietsersbond wil het fietsen (vooral het functioneel fietsverkeer) promoten en de verkeersveiligheid van
fietsers vergroten. De activiteiten daartoe zijn: informatieverstrekking van het publiek, beleidsadvisering en
–voorbereiding, onderzoek en lobbying, verkeers- en mobiliteitseducatie, projecten en campagnes.
KOMIMO vzw Kon. Maria Hendrikaplein 65b - 9000 Gent Tel: 09 242 32 35 - Fax : 09 242 32 29 - E-mail: contact@komimo.be - www.komimo.be
De Koepel Milieu en Mobiliteit is een permanent overlegforum van een aantal organisaties die actief zijn in de
milieu- en /of de mobiliteitssector. Ze willen hun inspanningen op het raakvlak tussen milieu en mobiliteit
coördineren.
Mobiel 21 vzw Vital De Costerstraat 67 A - 3000 Leuven Tel: 016 23 94 65 - Fax: 016 29 02 10 - E-mail: info@mobiel21.be - www.mobiel21org
Mobiel 21 is een centrum voor kennisontwikkeling, educatie en gedragsbeïnvloeding. Het zet aan tot
duurzaam en veilig verplaatsingsgedrag, verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek en zet
demonstratieprojecten op. Mobiel 21 geeft ook beleidsadviezen en ondersteunt projecten en organisaties.
41
Pro Velo vzw Londenstraat 15 - 1050 Brussel Tel: 02 502 73 55 - Fax: 02 502 86 41 - E-mail: fietseducatie@provelo.org - www.provelo.org
Pro Velo vzw is een organisatie die het gebruik van de fiets promoot en ondersteunt in Brussel, WalloniĂŤ en
Vlaanderen. Dit door middel van fietseducatie, fietstoerisme, organisatie van evenementen en fietsverhuur.
Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) Bruul 101 - 2800 Mechelen Tel: 015 44 65 50 - Fax: 015 44 65 59 - E-mail: info@verkeerskunde.be - www.verkeerskunde.be
De VSV organiseert en coĂśrdineert opleidingen inzake verkeerskunde en stimuleert wetenschappelijk
onderzoek en universitair onderwijs inzake verkeerskunde. Daarnaast adviseert ze het Vlaams Parlement en
de Vlaamse Regering op het gebied van verkeerskunde.
EHBO Rode Kruis-Vlaanderen Motstraat 40 - 2800 Mechelen Tel: 015 44 33 22 - Fax: 015 44 33 11 - E-mail: info@rodekruis.be - www.rodekruis.be
Het Rode Kruis biedt cursussen EHBO aan. Het Rode Kruis heeft verspreid in Vlaanderen ongeveer 300
afdelingen. In bijna elke gemeente is een Rode Kruisafdeling actief. Deze afdelingen organiseren o.a. vorming
voor de bevolking, eerstehulpactiviteiten en voorlichting gericht op de preventie van ongevallen.
Organisaties die vertrouwd zijn met de doelgroep Centra voor basiseducatie www.basiseducatie.be
42
De 29 centra voor basiseducatie in Vlaanderen verstrekken onderwijs aan laaggeschoolde volwassenen.
Op hun website vind je hun adressen en lees je alles over hun aanbod en de werking van de 29 centra voor
basiseducatie.
Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO) http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/osp/default.htm
In Vlaanderen zijn er ruim 130 Centra voor Volwassenenonderwijs. Vroeger ‘onderwijs voor sociale promotie’ of
‘avondonderwijs’ genoemd. Het is onderwijs, georganiseerd op zowel secundair niveau als op het niveau van
het hoger onderwijs. Meer info: zie het overzicht van alle CVO’s op de website van het Departement Onderwijs.
Integratiecentra en integratiediensten www.binnenland.vlaanderen.be/minderheden/integratiesector.htm
De integratiecentra hebben als kerntaak om het integratiebeleid te analyseren, evalueren, ondersteunen en te
stimuleren. De integratiediensten, opgericht door lokale besturen, hebben als taak het gemeentelijke
integratiebeleid uit te werken, te coördineren en uit te voeren. De contactadressen vind je op bovenstaande
website.
Vlaams Minderhedencentrum Vooruitgangstraat 323/1 - 1030 Brussel Tel: 02 205 00 50 - Fax: 02-205 00 60 - E-mail: info@vmc.be - www.vmc.be
Het Vlaams Minderhedencentrum is een expertisecentrum, gespecialiseerd in samenlevingsvraagstukken.
Zij onderzoeken hoe mensen met een verschillende afkomst of cultuur met elkaar kunnen samenleven en
evenwaardig burger zijn. Het centrum verspreidt deze kennis en expertise naar organisaties en verenigingen
en adviseert de overheid.
Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen www.vlaams-netwerk-armoede.be
In het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, werken een vijftigtal verenigingen
samen met het uiteindelijke doel armoede en sociale uitsluiting uit te bannen. In de verenigingen staan
mensen die in armoede leven centraal. De verenigingen gaan actief op zoek naar mensen die in armoede
leven om hen te betrekken bij de werking, hen het woord te geven, te ondersteunen om meer greep te
krijgen op hun eigen situatie en in actie te komen tegen maatschappelijke onrechtvaardigheden.
43
Welzijnsschakels vzw www.welzijnsschakels.be
Welzijnsschakels gaat met lokale vrijwilligersgroepen de strijd aan tegen armoede en sociale uitsluiting.
Ontmoeting met mensen in armoede, ondersteuning van gezinnen, beleidsbeïnvloeding vanuit hun
ervaringskennis en stimuleren van cultuurparticipatie vormen de pijlers van hun werking.
Vrijwilligerswerking Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw Amerikalei 164 - 2000 Antwerpen Tel. 03 218 59 01 - E-mail: info@vsvw.be - www.vrijwilligersweb.be
Het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk promoot en ondersteunt het vrijwilligerswerk. Zij spitst zich toe
op het informeren van organisaties en vrijwilligers, op communicatie en samenwerking met de overheid en
andere relevante partners en het opvolgen van juridische en sociale ontwikkelingen verwant aan de sector.
Interessante publicaties: http://www.vrijwilligersweb.be/downloads/goedgekend.pdf
De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger – Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk – februari 2007
http://www.provant.be/binaries/8Charters_tcm7-18992.pdf
Vrijwilligers aantrekken is een kunst – Provinciale Steunpunten Vrijwilligerswerk en Het Punt vzw - Brussel
http://www.provant.be/binaries/prikkelen_tcm7-19006.pdf
Vrijwilligers prikkelen is een kunst - Provinciale Steunpunten Vrijwilligerswerk en Het Punt vzw - Brussel
Documentatie over ‘Leren fietsen voor volwassenen’ Handleiding: Volwassenen leren fietsen van A tot Z Een uitgave van de Fietsersbond – Antwerpen – 2005 Kostprijs: 20 euro + verzendkosten. In deze brochure vind je een reductiebon van 5 euro.
44
De handleiding Volwassenen leren fietsen van A tot Z schetst een leerproces gaande van leren fietsen op zich
tot het zich perfectioneren op een moeilijk parcours. De handleiding richt zich niet tot één specifieke
leeftijdsgroep of tot leerling-fietsers van één bepaald niveau, maar geeft de begeleider de kans om
oefeningen telkens weer af te stemmen op de vaardigheden van de groep waarmee hij werkt, van
beginnende fietsers tot gevorderde fietsers. In het tweede deel ‘Preventief fietsen’ staan tien tips voor fietsers
om zich veilig en verantwoord in het verkeer te begeven. Aan de hand van deze tien tips worden enkele
belangrijke begrippen verduidelijkt en aangeleerd. Met deze handleiding zullen begeleiders, educatieve
medewerkers en vormingswerkers in staat zijn om volwassenen op een verantwoorde manier te leren fietsen.
45
Organisaties die fietscursussen organiseren voor volwassenen Professionele fietsorganisaties Fietsersbond vzw Boomgaardstraat 22 bus 57 - 2600 Berchem – Antwerpen Tel: 03 231 92 95 - Fax: 03 231 45 79 - E-mail: info@fietsersbond.be - www.fietsersbond.be Contactpersoon: Bavo Smits
Volwassenen leren fietsen van A tot Z
Volwassenen die nooit hebben leren fietsen of zij die het verleerd zijn, krijgen de kans om dit te leren.
Op vijf halve dagen worden de belangrijkste fietsvaardigheden stap voor stap aangeleerd en worden de
cursisten begeleid bij hun eerste fietspogingen. Na de fietsgewenning volgt er een programma op maat en
wordt er op verschillende niveaus gewerkt. De ene persoon heeft immers alles al wat sneller onder de knie
dan de andere. Dergelijke cursus vindt (meestal) telkens plaats van maandag tot en met vrijdag en dit in de
voor- of namiddag. Het aantal cursisten wordt om praktische en pedagogische redenen beperkt tot 15
personen (per groep/dagdeel). Indien gevraagd kan de Fietsersbond vzw voor deze cursus tegen betaling in
fietsen voorzien. De fietslessen worden gegeven door professionelen al dan niet met bijkomende
ondersteuning vanuit vrijwillige medewerkers van de meewerkende organisaties.
Pro Velo vzw Londenstraat 15 - 1050 Brussel Tel: 02 517 17 69 - Fax : 02 502 86 41 - E-mail: fietseducatie@provelo.org - www.provelo.org contactpersoon: Tommy Geens
46
Dames op de Fiets
Dit project richt zich vooral (maar niet alleen) op vrouwen die (opnieuw) willen leren fietsen om zich zo vrijer
te kunnen verplaatsen.
•
2 uur in een veilige omgeving, de eerste pedaalslagen of oefeningen om het fietsen beter te beheersen.
•
2 uur om te wennen aan het verkeer.
•
Een wat langere tocht in samenspraak met de groep en in functie van wat de deelnemers liefst bijleren.
De module voor beginners leert in 4 fietslessen: fietsgewenning, technische controle, de omgeving
verkennen en gaat men met de fiets de straat op. In de module voor gevorderden leert men coördinatie,
evenwichtsoefeningen en anticiperen op het verkeer.
Pro Velo geeft groepslessen en privélessen voor kinderen en volwassenen. Gedurende heel het jaar worden
deze lessen gegeven. De lesgevers zijn professionelen van Pro Velo.
Op vraag van organisaties geeft Pro Velo een dagopleiding ‘train de trainer/leren fietsen’. Hierin wordt de
lesmethodiek aangeleerd om volwassenen snel en veilig te leren fietsen. Er wordt een handleiding voorzien.
Lokale fietsinitiatieven Diversiteitsdienst Stad Brugge Oostmeers 105 - 8000 Brugge Tel: 050 33 83 15 - Fax: 050 34 61 99 - E-mail: diversiteitsdienst@brugge.be - www.brugge.be Contactpersonen: Myriam Caes (diensthoofd-emancipatieambtenaar), Anje Timmerman (educatief animator diversiteit)
In Brugge worden er sinds 1997 fietslessen gegeven. De diversiteitsdienst Stad Brugge organiseert ism het
OCMW Brugge, het Rode Kruis opvangcentrum voor asielzoekers, de Mobiliteitscel, het Fietsatelier, de vzw
Oranje gehandicaptenzorg jaarlijks (april, mei) de ‘Fietscursus voor volwassenen’. Doelgroep zijn
volwassenen die niet kunnen fietsen; vooral vrouwen en allochtone vrouwen, maar ook mannen, jongeren en
mensen met een handicap maken deel uit van deze groep. In 8 lessen leert men fietsen. De eerste 4 lessen
wordt de techniek van het fietsen aangeleerd in een autovrij park. De volgende 4 lessen wordt er aandacht
besteed aan het fietsen op de openbare weg door kleine fietstochten te houden. De allerlaatste les wordt
door het stadsverkeer gereden. De cursus wordt afgerond met een receptie, een bedanking van de
vrijwilligers en het uitdelen van een ‘fietsdiploma’. De vrijwillige lesgevers volgden een trainersopleiding bij
Pro Velo. Als didactisch materiaal gebruiken zij de cursus ‘Hoe leren fietsen’ van Pro Velo, wegmarkerings-
materiaal, afbeeldingen van verkeersborden en fluorescerende vestjes.
Integratiedienst Leuven – Afdeling vrouwenwerking Diestsesteenweg 42 - 3010 Kessel-Lo Tel. 016 350 950 - E-mail: ingrid.stouffs@leuven.be - www.leuven.be Contactpersoon: Ingrid Stouffs
Sinds 2003 organiseert de Integratiedienst Leuven – afdeling vrouwenwerking i.s.m. de Sportdienst van de
Stad Leuven jaarlijks in de lente en de zomer een cursus ‘Fietslessen voor allochtone vrouwen’.
De lesgevers zijn professionelen van de Sportdienst en de Integratiedienst en vele vrijwilligsters.
47
Lokale politie Bilzen – Hoeselt – Riemst Schureveld 19 - 3740 Bilzen Tel: 089 51 93 05 - Fax: 089 51 93 34 - E-mail: raymond.collings@bilzen.be Contactpersoon: Raymond Collings
Sinds 2006 organiseert de lokale politie Bilzen-Hoeselt-Riemst ism de stadswachten de fietscursus
‘Verkeerseducatieve Route – VERO’ voor + 10 jarigen tot … De verkeersdienst van de politie leert hen omgaan
met complexe fietssituaties in de praktijk. Deze cursus wordt georganiseerd op aanvraag.
OCMW Herentals – Tewerkstellingsdienst Nederrij 115 - 2200 Herentals Tel: 014 24 66 22 - Fax: 014 24 66 96 - E-mail: ericcroegaert@ocmwherentals.be - www.ocmwherentals.be Contactpersoon: Eric Croegaert
Het OCMW Herentals organiseert ism het Lokaal Opvanginitiatief Herentals sinds 2003 jaarlijks de ‘Fietscursus
voor volwassenen’. Ze leren technisch fietsen, verkeersonderricht en fietsen op de openbare weg. Er wordt een
bezoek afgelegd aan het verkeerspark. Het OCMW heeft eigen fietsen, veiligheidsvesten en helmen.
De lessen worden gegeven door een vrijwilligster (kinisiste) en een OCMW-medewerker die een opleiding
kregen van Pro Velo.
OCMW Kontich – Cursuswerking Uit Je Doppen Antwerpsesteenweg 62 - 2550 Kontich Tel: 03 451 14 30 - Fax: 03 451 14 49 - E-mail: marleen.zeuwts@ocmwkontich.be Contactpersoon: Marleen Zeuwts
Sinds 2005 organiseert de cursuswerking Uit Je Doppen van het OCMW Kontich de cursus ‘Leren fietsen’ en
‘Veilig fietsen in het verkeer’. Elke module omvat 4 lessen van 3 uren. In de eerste module leren de deelnemers
fietsen op een oefenterrein. In de tweede module komen de verkeersregels voor de fietser aan bod en gaan
de fietsers de straat op. Voor de deelnemers is er een mapje voorzien. De cursus wordt twee keer per jaar
georganiseerd, in het voor- en najaar. De lesgevers, professionelen van de Sociale dienst, gymbegeleidster en
assistente van de zwemgroep, kregen een opleiding van Pro Velo.
OCMW Mortsel Meerminne 6 - 2640 Mortsel Tel: 03 443 94 45 - Fax: 03 448 34 84 - E-mail: christ.vanherwegen@ocmwmortsel.be - www.mortsel.be Contactpersoon: Christ Van Herwegen
48
Het OCMW Morstel geeft fietslessen aan haar cliënten, als een dienstverlening binnen het algemeen
maatschappelijk werk. De lesgevers, de maatschappelijk werkers, kregen een opleiding bij Pro Velo. Sinds
2005 worden deze lessen gegeven naargelang de individuele vraag.
Open Opvangcentrum voor asielzoekers - Arendonk Grens 77 - 2370 Arendonk Tel: 014 40 52 50 - Fax: 014 40 52 68 - E-mail: truus.boenders@fedasil.be - www.fedasil.be/arendonk Contactpersoon: Truus Boenders
Sinds de opening (2001) van het Open Opvangcentrum voor asielzoekers in Arendonk organiseert het
opvangcentrum ‘fietsinitiatie ‘ voor hun nieuwe bewoners van het centrum. Tweewekelijks wordt de
fietsinitiatie gegeven door 2 vrijwilligers. Ze maken een verkennende toer in de gemeente Arendonk, (post,
gemeentehuis, Aldi, zwembad, … ) krijgen uitleg over de verkeersregels en gaan nadien iets drinken.
Stad Antwerpen / Werk en Economie Meir 21 - 2000 Antwerpen Tel: 03 201 88 47 - Fax: 03 201 98 38 - E-mail: marjolijn.peleman@stad.antwerpen.be - www.antwerpen.be Contactpersoon: Marjolijn Peleman – projectverantwoordelijke mobiliteit
Sinds 2003 organiseert Werk en Economie vzw stad Antwerpen ‘de Fietsschool’ ism de Verkeerspolitie, de
Provinciale Groendomeinen regio Antwerpen en de Hobobikes. De fietslessen zijn bedoeld voor
werkzoekenden uit kansengroepen of personen tewerkgesteld in de sociale economie, waarbij leren fietsen
het jobobstakel mobiliteit verminderd in de zoektocht, of behoud van werk. De cursus is voor inwoners van
Antwerpen en de districten. De cursus bestaat uit 5 halve dagen om de techniek van het fietsen te kennen.
De lessen worden gegeven door 2 vaste vrijwilligers aan de hand van de methodiek: ‘Docentenhandleiding.
Stap op de fiets! De verkeerscursus voor beginnende allochtone fietsers.’ De verkeerspolitie brengt hen al
doende de verkeersregels bij. Na deze cursus dienen de cursisten zelf nog te oefenen om zich veilig op de
openbare weg te begeven. Er worden maximaal 8 cursussen gegeven telkens in de schoolvakanties. Per
cursus worden maximaal 12 personen ingeschreven.
Studentenvoorzieningen K.U.Leuven Van Dalecollege - Naamsestraat 80 - 3000 Leuven Tel: 016 32 93 01 - Fax: 016 32 88 20 - E-mail: greet.vancauwenberge@dsv.kuleuven www.kuleuven.be/huisvesting/duurzaamheid.html Contactpersoon: Greet Van Cauwenberge – adviseur wooncultuur, milieu en mobiliteit Studentenvoorzieningen, K.U.Leuven
Verschillende diensten van K.U.Leuven die betrokken zijn bij het onthaal van internationale studenten
49
organiseerden in 2003 ism de politie Leuven en VELO vzw twee maal de ‘Fiets- en verkeerscursus voor
internationale studenten’. De fietscursus (1 halve dag) bestond uit de beginnerscursus (leren fietsen) en de
behendigheidscursus (hindernissenparcours afleggen). In de verkeerscursus (halve dag) leert men de theorie
van de basiscursus en de verkeersregels in praktijk brengen in het mobiele verkeerspark. Nadien kreeg
iedereen een fietsrijbewijs met de verworven vaardigheden. De cursus werd gegeven door de politie en
vrijwilligers. De studentenagent geeft de verkeerscursus. Momenteel wordt enkel nog de verkeerscursus
georganiseerd.
Verkeerseducatief centrum Mol Molderdijk 27 a - 2400 Mol Tel: 014 31 44 76 - Fax: 014 31 44 76 - E-mail: mol.verkeerspark@belgacom.net - www.gemeentemol.be Contactpersoon: Carine Mertens
Sinds 2003 organiseert het Verkeerseducatief centrum van Mol ism het OCMW jaarlijks de fietscursus:
‘Verkeerslessen vluchtelingen’. Jong en oud met basiskennis van het Nederlands of eventueel een groep
anderstaligen (dezelfde taal) met tolk kunnen deelnemen. De cursus omvat 3 voormiddagen: de wetgeving
theorie en praktijk, fietsherstelling, fietsbehendigheid, fietsroute in het stadscentrum uitstippelen en een
fietstocht in Mol centrum met extra aandacht voor de moeilijke punten.
De lessen worden gegeven door leerkrachten, de politie, het Fietsenatelier Mol en het OCMW.
Verkeerspolitie – lokale politie GAOZ en Dienst mobiliteit Genk Europalaan 27 - 3600 Genk Tel: 089 65 31 72 - Fax: 089 65 34 69 (tav verkeerspolitie) - E-mail: verkeerspolitie@politiezone-gaoz.be www.gaoz.be Contactpersoon: Luc Geerits
50
Sinds 1999 organiseren de verkeerspolitie – lokale politie GAOZ en de dienst mobiliteit ism de stad, de politie
en de sociale dienst van de stad Genk (contact seniorenverenigingen) 2 à 3 keer per jaar de cursus ‘De
fiets in het verkeer. Fietscursus voor senioren.’ Senioren krijgen theorie over de soorten fietsen, de technische
eisen, het verkeersreglement en de plaats op de openbare weg… . Tijdens een fietstocht door Genk centrum
worden een aantal verkeersituaties toegelicht. De lessen worden gegeven door de commissaris van de
verkeerspolitie GAOZ en de fietsambtenaar van de Stad Genk.
Sociale economieprojecten die fietscursussen organiseren (herstel, leren fietsen, behendigheid ‌ ) Niet elke organisatie doet het volledige pakket herstel, leren fietsen, behendigheid ‌ Cyclo
Vlaamsesteenweg 35 1000 Brussel
02 513 95 55
www.recyclo.org
Pro Velo ASBL
Londenstraat 15 1050 Brussel
02 502 73 55
www.provelo.org
De fietsherstelplaats
J Degelaenstraat 3/5 1501 Halle-Buizingen
02 360 25 75
www.groepintro.be/ vlaamsbrabant
Fietsvoorde
E. Blondieaustraat 16 1800 Vilvoorde
02 251 94 64
www.groepintro.be/ vlaamsbrabant
Fietshaven
Tweemontstraat 62 2100 Deurne
03 327 35 40
www.fietshaven.be
Fietsenatelier Mol vzw
Sint-Apollonialaan 190B 2400 Mol
014 32 14 45
www.fietsenatelier.be
Velo
Minderbroederstraat 12 Blok U 3000 Leuven
016 33 74 38
www.velo.be
Velo Aarschot
Statieplein 18a 3200 Aarschot
016 48 23 79
www.velo
Fietsatelier vzw Basis
Kempische Steenweg 197 3500 Hasselt
011 35 27 31
nog niet
Mobiel
Minister Tacklaan 57 8500 Kortrijk
056 24 99 10
www.mobiel.be
Tandem vzw Sociale Werkplaats
Schakelstraat 41 8790 Waregem
056 61 21 63
www.veloods.be
51
Sociale economieprojecten die fietsen verhuren aan groepen Steeds na reservatie
52
Fietspunt Brussel Noord Cyclo
Vooruitgangsstraat 76 1000 Brussel
02 513 95 55
www.recyclo.org
Cyclo
Vlaamsesteenweg 35 1000 Brussel
02 513 95 55
www.recyclo.org
Pro Velo ASBL
Londenstraat 15 1050 Brussel
02 502 73 55
www.provelo.org
De Fietshal
Vandepeereboomstraat 2 1501 Halle-Buizingen
02 360 25 55
www.groepintro.be
De fietsherstelplaats
J Degelaenstraat 3/5 1501 Halle-Buizingen
02 360 25 75
www.groepintro.be/vlaamsbrabant
Fietsvoorde
E. Blondieaustraat 16 1800 Vilvoorde
02 251 94 64
www.groepintro.be/vlaamsbrabant
Fietspunt Antwerpen Centraal - Fietshaven
Fietsenstalling -1 Astridplein 2000 Antwerpen
03 327 35 40
www.fietshaven.be
Fietshaven
Tweemontstraat 62 2100 Deurne
03 327 35 40
www.fietshaven.be
Sociale Werkplaats De Kringwinkel Antwerpen
Deurnsebaan 52 2170 Merksem
03 217 25 10
www.dekringloopwinkelantwerpen.be
Fietsenatelier Mol vzw
Sint-Apollonialaan 190B 2400 Mol
014 32 14 45
www.fietsenatelier.be
Fietspunt Antwerpen Berchem - Fietshaven
Fietsenstalling E Ryckaertplein 2600 Berchem
03 327 35 40
www.fietshaven.be
Atelier Mechelen
Donkerlei 72 2800 Mechelen
015 71 09 58
http://users.skynet.be/ateliermechelen/fietsatel/fietshome.htm
Fietspunt Mechelen ‘t atelier
Achteruitgang station 2800 Mechelen
015 71 09 58
http://users.skynet.be/ateliermechelen/fietsatel/fietshome.htm
Velo
Minderbroederstraat 12 Blok U 3000 Leuven
016 33 74 30
www.velo.be
Fietspunt Leuven - Velo
KBC-gebouw 3000 Leuven
016 33 74 30
www.velo.be
Velo Aarschot
Statieplein 18a 3200 Aarschot
016 48 23 79
www.velo
Fietsatelier vzw Basis
Kempische Steenweg 197 3500 Hasselt
011 35 27 31
nog niet
Fietsatelier van het hergebruikcentrum van West-Limburg vzw
Marktplein 9/10 3550 Heusden-Zolder
011 53 87 97
www.hergebruikcentrumarbeidszorglimburg.be/index.php
Fietsatelier VEDO
Universitaire Campus Blok D 3590 Diepenbeek
011 26 80 69
www.uhasselt.be/algemeen/ administratieve_diensten/ voorzieningen/vedo
BLM
Evence Coppeelaan 91 3600 Genk
089 36 44 45
www.blmgenk.be
Fietspunt Brugge - CVL
Stationsplein 8000 Brugge
050 38 94 97
www.groepintro.be/bruggeoostende/ index.cfm?link=fiestatelier_brugge. cfm
Fietsatelier Centrum voor Levensvorming Brugge
Gistelse Steenweg 223 b 8200 St. Andries Brugge
050 38 94 97
www.groepintro.be/bruggeoostende/ index.cfm?link=fiestatelier_brugge. cfm
Fietsatelier OCMW Oostende
Torhoutsesteenweg 291 8400 Oostende
059 56 10 83
www.oostende.be
Mobiel - fietspunt Kortrijk
Minister Tacklaan 57 8500 Kortrijk
056 24 99 10
www.mobiel.be
Tandem vzw - Sociale Werkplaats
Schakelstraat 41 8790 Waregem
056 61 21 63
www.veloods.be
Ateljee vzw
Vlaamsekaai 10 9000 Gent
09 233 51 91
www.ateljee.info
Max Mobiel / fietspunt Gent
Sint-Niklaasstraat 27 9000 Gent
09 266 83 02
www.maxmobiel.be
Student en mobiliteit
Kattenberg 2 9000 Gent
09 269 18 98
www.studentenmobiliteit.be
Het Verzet bvba
Nieuwstraat 41 9800 Deinze
09 380 27 20
www.hetverzet.be
(veilig ecologisch Diepenbeek op de fiets)
53
Bijlage 1
Checklist fietsproject Stap 1 Even stilstaan • Is dit iets voor je organisatie? • Is er enthousiasme voor? • Is er vraag naar? • Heb je voldoende zicht op bevolkingsgroepen die niet kunnen fietsen? • Kan je er voldoende tijd voor vrijmaken? • Zijn de financiën aanwezig? • Zijn er andere financieringsmogelijkheden? • Zijn de verschillende stappen in dit project haalbaar? Stap 2 Een projectgroep samenstellen • samenstelling • verwachtingen/taakafspraken • projectleider Stap 3 Welke concrete resultaten wil je bereiken? • Verwachte resultaten in verband met het project • Verwachte resultaten over het verloop van de cursus: • voor de deelnemers • voor de lesgevers Stap 4 Wie wil je bereiken? • Lesgevers: wie mag lesgeven/begeleiden? • Deelnemers: wie mag de fietslessen volgen?
54
Stap 5 Een goede voorbereiding is het halve werk stappenplan opstellen
De locatie • bereikbaarheid openbaar vervoer • voldoende ruimte, verharde ondergrond, geen obstakels, zeer lichte helling… • privacy • fietsenstalling • schuilplaats • opbergruimte • toilet • drankgelegenheid
Het materiaal • fietsen • fietsmateriaal: fietspomp, inbussleutels, fietsherstelgerief • fluoveiligheidsjasjes, fietshelm, naamkaartjes • wegmarkeringsmateriaal • EHBO-koffer • verzekering deelnemers • verzekering lesgevers • fototoestel
De lesgevers werving • promotie • contactfiche • individueel gesprek opleiding, begeleiding en motivatie • organisatie van ‘train de trainer/leren fietsen’: opleiding voor fietslesgevers • organisatie van EHBO-introductieles • voorbereidingsvergadering • afsprakennota
55
De deelnemers • organisaties die vertrouwd zijn met het werken met de doelgroep • promotiemiddelen • contactfiche • individueel gesprek De concrete activiteiten • programma • modules • aantal sessies per module • aantal uren per sessie • inhoud • uur • timing • aantal lesgevers Een budget opstellen Kosten • opleiding lesgevers • vergoeding en/of attenties vrijwilligers/lesgevers • fietsen: kopen, huren, lenen • onderhoud en herstellingskosten fietsen • EHBO-materiaal • promotiemateriaal • catering/vergaderingen • huur zalen/lokalen • verzekeringen • vrijwilligers • deelnemers • bijkomende lessen bijv. cursus fietsherstelling • onvoorzien
56
Inkomsten • budget van de (partner)organisaties • subsidies van derden • inschrijvingsgelden deelnemers
Een meetplan opstellen • • • • • •
Hoe hou je contact met je projectpartners? Wie evalueert en wanneer? • deelnemers • lesgevers • projectpartners Wat wordt er geëvalueerd? Hoe ga je dat doen? Wat wordt er gedaan met de resultaten? Eindevaluatie
Stap 6 Uitvoering • Gesprekken met de deelnemers en opvolging • Vergadering met de lesgevers en opvolging • De cursus ‘Leren fietsen’ Stap 7 Nazorg Evaluatie van het resultaat en het proces: zie meetplan
Stap 8 Met dank aan • Wie was er allemaal bij betrokken? • Hoe wil je hen bedanken?
57
Bijlage 2
Contactfiche kandidaat-fietsvrijwilliger
Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Interviewer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Contactgegevens:
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geboortedatum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tel: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GSM: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-mail: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Waarom wil je fietsvrijwilliger worden?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2. Wat is je algemene achtergrond/opleiding/beroep?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3. Heb je ervaring met: Lesgeven: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
58
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Begeleiding van groepen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vrijwilligerswerk: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Iemand leren fietsen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Allochtonen, mensen met andere culturele achtergronden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
EHBO: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Fietstechniek: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4. Van een fietsvrijwilliger wordt het volgende verwacht: • Opleidingen volgen: Train-de-trainer opleiding/leren fietsen EHBO • Fietslessen geven en randtaken: bijv. onthaal van de cursisten, praktische voorbereidingen, vrijwilligersvergadering, evaluaties … 5. Voor welke termijn kan jij je engageren voor het vrijwilligerswerk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6. Wat zijn jouw beschikbare dagen voor vrijwilligerswerk? Voormiddag
Namiddag
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag
59
7. Algemene opmerkingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8. Wat biedt de organisatie aan de vrijwilliger: • Opleidingen • Afsprakennota ivm taken, verzekering en onkostenvergoedingen • ….
Besluit
60
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage 3
Contactfiche kandidaat-deelnemer Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Interviewer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Algemene gegevens Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geboortedatum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lengte:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opleiding: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sportactiviteiten: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beoordeling: kennis van het Nederlands zeer goed - goed - middelmatig - slecht (kan aangetoond worden tijdens het gesprek) motivatie: OK - NOK bereidheid en mogelijkheid om de volledige cursus te volgen OK – NOK eigen fiets, of wil er één kopen OK – NOK toelating (motiveren) OK – NOK cursusgeld betaald OK – NOK
2. Inleidende vragen
1. Hoe weet je dat er een fietscursus wordt georganiseerd?
2. Hoe lang woon je al in België? (indien van toepassing) ……………………………………… jaren / ……………………………………… maanden
61
3. Wat is je moedertaal? (indien van toepassing)
4. Volg je momenteel een cursus Nederlands en waar? Hoe lang? (indien van toepassing) Ja / Nee
5. Heb je op dit moment werk?
6. Hoe is je gezinssituatie? (Deze info kan interessant zijn om een vollediger beeld te krijgen van de kandidaat en hiermee rekening te houden bij de inschrijving en tijdens de lessen)
3. Vragen over motivatie, fietservaring, mogelijkheden, voorwaarden
7. Waarom wil je graag leren fietsen?
8. Heb je ooit al eens gefietst? Ja / Nee (Indien nee ‡ overgaan naar vraag 11)
9. Zo ja, wanneer / hoe lang geleden?
10. Wat vind je moeilijk aan ‘leren fietsen’?
11. Als je ergens naar toe moet? Hoe ga je dan? Met de wagen, te voet, openbaar vervoer?
12. Is er iemand binnen het gezin die kan fietsen? Ja / Nee ‡ Wie?
13. Wil en kan je alle lessen volgen? Het belang om alle lessen te volgen benadrukken. Indien er wordt gekozen om te werken met een waarborg: motiveren waarom. Ja / Nee
62
14. Heb je een eigen fiets? Ja / Nee (Indien ja: ‡ vraag 20)
15. Indien nee ‡ Ben je bereid om een fiets aan te schaffen? (Indien nee, overgaan naar vraag 19)
16. Kies je voor een nieuwe fiets of voor een tweedehandsfiets?
17. Weet je waar je een fiets kan kopen of laten herstellen?
18. Welk bedrag wil je maximaal uitgeven om een fiets te kopen? € ………………………………………
19. Kan je van iemand een fiets lenen? Ja / Nee
20. Als de kandidaat de cursus kan volgen: ‡ Praktische afspraken: • Inschrijvingsgeld of waarborg die wordt terugbetaald als alle lessen worden gevolgd. • Kledijvoorschriften: om veilig te kunnen leren fietsen, is aangepaste kledij nodig (broek met smalle pijpen + dichte schoenen). • Plaats van cursus. Plan + info openbaar vervoer meegeven. • Tijdig aanwezig zijn. • Bij afwezigheid: organisatie verwittigen. • Verwijzen naar herinneringsbrief of telefoon van de organisatie bij de start van de cursus.
63
Bijlage 4
Fietsonderdelen
fietsbel zadel
versnelling stuur rem band
pedaal
fietsketting achterwiel
64
voorwiel staander
Bijlage 5
Opvolgingsschema leren fietsen Naam deelnemer: FASE A : Leren van de fietsbeweging Start
basiskennis van de fiets (zie ook fietsafbeelding)
Stap 1
lopen met de fiets
datum + score onvoldoende
matig
goed
links en rechts naast de fiets stappen fiets stallen rond de fiets wandelen + vasthouden met de fiets aan de hand uitwijken remmen + stappen met de fiets Stap 2
op en van de fiets gaan been over de fiets tillen zitten in het zadel afstappen
Stap 3
bollen van een lichte helling in het zadel met voeten op de grond lichtjes afstoten en voeten heffen bollen en remmen voeten terug op de grond zetten
Stap 4
starten van een lichte helling op de fiets gaan zitten en pedaal 45째 voet op het pedaal en afstoten met de andere voet evenwicht zoeken op de grond
trappen met twee voeten Opmerkingen:........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
65
FASE B Verder inoefenen van de fietsbeweging
datum + score onvoldoende
matig
goed
Controle van de richting, snelheid en remmen infietsen op een lichte helling rechtdoor rijden zonder slingeren remmen- vertragen - doorfietsen zo traag mogelijk rijden zonder het evenwicht tte verliezen een grote bocht naar rechts maken een grote bocht naar links maken slalommen slalommen tussen hindernissen / op één rij Loskomen van de fiets (ogen + handen) achter elkaar fietsen + afstand houden tussen een smalle strook fietsen per twee naast elkaar fietsen reageren op obstakels elkaar kruisen bellen + remmen + doorrijden pedalen loslaten stuur vasthouden met vingertoppen met één hand fietsen met één hand iets aanraken versnellingen veranderen Herhaling + voorbereiding in het verkeer goed gebruik maken van de zintuigen op een correcte manier afslaan stoppen met de voet op de stoep fietsvaardigheidstest binnen een redelijke tijd afleggen Opmerkingen..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
66
Bijlage 6
Stuurvaardigheidstest op een afgesloten terrein Professor Jan Pauwels (K.U. Leuven, Labo voor Motorisch Leren) heeft een proef ontwikkeld om na te gaan of kinderen voldoende stuurvaardig zijn om onder begeleiding te fietsen op de openbare weg. De proef bestaat uit een fietsomloop die zo snel mogelijk moet worden afgelegd met zo weinig mogelijk fouten. De leerlingen krijgen een uitgebreide demonstratie en 1 oefenbeurt met hun eigen fiets. Vervolgens wordt de proef afgenomen. Het testparcours wordt best uitgezet op een verharde vlakke ruimte van 20 bij 20 meter. De test start met een voet op de trappers en het voorwiel achter de startlijn. De tijd gaat in na aftelling: 3,2,1 ‌ START. De tijd loopt vanaf het startsein tot op het moment dat de fiets de eindstreep overschrijdt. De score bestaat uit de gerealiseerde tijd vermeerderd met de opgelopen straftijd. De proefpersoon start en rijdt na 1,5m over een afgebakend vlak van 13m lengte en 0,4m breedte. Daarna neemt hij een bocht naar links en legt een slalom af tussen verkeerskegeltjes. De onderlinge afstand tussen deze kegels wordt geleidelijk aan kleiner. Op het einde van de slalom moet de proefpersoon een bocht naar rechts nemen en diagonaal over het terrein naar een cirkel rijden (straal=3m), terwijl de proefleider een signaal geeft waarop de leerling achteruit moet kijken en een aangegeven kleur (rood of groen) moet benoemen die door de proefleider wordt omhooggestoken. Vervolgens rijdt de proefpersoon via een met verkeerskegels geplaatst poortje binnen op de omtrek van een cirkel. Daar rijdt hij een volledige cirkel en fietst dan via een met kegels geplaatst poortje weer naar buiten. De omtrek van de cirkel is afgebakend met blokjes of kegeltjes. De breedte van deze omtrek bedraagt 0,4m. De proefpersoon rijdt nu verder diagonaal over het terrein, neemt na een vijftal meters een poortje naar links en steekt onmiddellijk daarna de linkerhand uit. Met deze uitgestoken hand (de arm blijft horizontaal) neemt de proefpersoon weer een bocht naar links en rijdt rechtdoor naar de aankomstlijn. De exacte afmetingen zijn aangegeven op de figuur. Eventuele fouten worden geturfd en per fout wordt 1 seconde straftijd aangerekend. Mogelijke fouten zijn: 1. Buiten de met blokjes afgebakende strook fietsen. (een blokje raken wordt niet als een fout aanzien) 2. Een kegel omver fietsen of zodanig raken dat hij zichtbaar wordt verplaatst.
67
3. Tijdens het slalommen een poortje missen. 4. Geen kleur of een foutieve kleur benoemen. 5. Buiten de omtrek van de cirkel fietsen. Een blokje raken is geen fout. 6. De linkerarm niet uitsteken. 7. De linkerhand naar het stuur brengen tijdens het laatste deel van de omloop. 8. Een voet op de grond zetten. Het snel en opeenvolgend plaatsen van een voet op de grond wordt enkel als 1 fout aanzien. De proefpersoon verliest hierdoor immers toch tijd. Indien de test correct wordt afgenomen, geeft de score op een zeer betrouwbare wijze de huidige stuurvaardigheid van de deelnemer weer. De norm werd bepaald op 85 seconden. Wie onder die score blijft, beheerst voldoende zijn fiets om op straat een hoeveelheid dynamische informatie te verwerken. Wie een hogere score haalt, heeft het sturen nog niet geautomatiseerd en moet eerst nog oefenen op evenwicht en arm/been-coรถrdinatie. De proef is ontwikkeld om de stuurvaardigheid te testen van kinderen uit de basisschool. Het is evenwel ook een goeie graadmeter om zich een beeld te kunnen vormen van de stuurvaardigheid van volwassenen die nog maar recent hebben leren fietsen.
68
69
Bijlage 7
Een fietsdiploma
GetuiGschrift
voor de beginnende fietser
Josephine Fall heeft de cursus ‘leren fietsen’ (mei-juni 2007) en ‘fietsen in het verkeer’ (september-oktober 2007) gevolgd in turnhout. vormingplus Kempen
Politie regio turnhout
Prisma
evA
Lesgevers
EVA
70
Bijlage 8
De flyer
Leer fietsen! een cursus voor vrouwen ouder dan 18
18 jaar of ouder? En je wil leren fietsen? Lees dan verder! Leren fietsen (6 Lessen) Je leert fietsen in 6 lessen aan de sporthal in het Turnhoutse Stadspark, Steenweg op Zevendonk 18. Op dinsdag 29 mei, woensdag 30 mei, donderdag 31 mei, maandag 11 juni, dinsdag 12 juni en donderdag 14 juni, telkens van 9 tot 12 uur. Wij zorgen voor fietsen.
Les verkeersregeLs (1 Les) Je leert de verkeersregels. Waar mag ik fietsen? Wanneer moet ik stoppen? Wat betekenen de verkeersborden? Op dinsdag 18 september van 9.30 tot 11.30 uur in het Turnhoutse stadhuis , Grote Markt 1.
Oefendag (1 Les) Op woensdag 26 september van 13.30 tot 15.30 uur in de Vrije basisschool Sint-Victor, Kasteeldreef 2.
fietsen in het verkeer (5 Lessen) We oefenen met de fiets. We fietsen veilig in het verkeer. Telkens een halve dag op dinsdag 2, donderdag 4, vrijdag 5 oktober, maandag 8 en dinsdag 9 oktober.
fietstOcht Een organisatie van Vormingplus Kempen i.s.m. PRISMA, EVA, de politie en de preventiedienst Turnhout
inschrijven Bel of bezorg ons het strookje hieronder ingevuld terug. Vormingplus Kempen, Christa Truyen Otterstraat 109/4, 2300 Turnhout r DISJTUB USVZFO!WPSNJOHQMVTLFNQFO CF Prisma vzw, Marc Bogaerts Sint-Antoniusstraat 24, 2300 Turnhout r NBSD CPHBFSUT!QSJTNBW[X CF
In het najaar is er een fietstocht. Zo maak je kennis met leuke fietsroutes in de streek.
vOOrwaarden? r KF WPMHU EF IFMF SFFLT MFTTFO r KF CFHSJKQU FO TQSFFLU /FEFSMBOET CBTJTLFOOJT
r KF ESBBHU EF KVJTUF LMFEJK MBOHF CSPFL NFU TNBMMF QJKQFO FO EJDIUF TDIPFOFO
r WPPS EF MFTTFOSFFLT AĂąFUTFO JO IFU WFSLFFS CSFOH KF KF eigen fiets mee
Prijs? Voor de hele reeks betaal je 5 euro. ver. uitg. Martine Coppieters, Otterstraat 109/4, 2300 Turnhout
We nodigen je dan uit voor een gesprek. We laten je daarna weten of je kan meedoen.
 inschrijven *L IFC JOUFSFTTF JO EF DVSTVT A-FFS ùFUTFO voornaam ................................................................................... naam ................................................................................... straat ................................................................................... postcode ................................................................................... gemeente ................................................................................... telefoon/gsm ...................................................................................
71
een handleiding om fietslessen te Vormingplus Kempen begeleidt organiseren voor verschillende projecten van verenigingen, buurten, gemeenten, ... volwassenen Uit die ervaringen leren we. En dat willen we niet alleen voor ons houden. Met deze reeks hopen we inspiratie en aanzetten te geven om samen leven prettiger te maken.
Er zijn nog altijd volwassenen die niet of moeilijk kunnen fietsen. Vaak allochtonen, nieuwkomers, maar ook oudere mensen of jongvolwassenen die nooit hebben leren fietsen... Kunnen fietsen heeft veel voordelen. Maar als volwassene leren fietsen, is helemaal niet vanzelfsprekend. Hoe leer je dat? Bij wie kan je terecht? Jouw organisatie kan deze vragen oplossen. Waarom organiseer je zelf geen fietslessen? Deze brochure kan je daarbij helpen. Ze beschrijft de verschillende stappen die je moet zetten en bevat een heleboel tips om aan de slag te gaan.
ormingplus Kempen www.vormingpluskempen.be
ormingplus in samenwerking met Kempen
72