Activiteitenoverzicht 2011-2012
Foto: Jimmy Kets
‘In een wereld met meer mensen en schaarse grondstoffen moeten we herontdekken hoe we voedsel produceren en consumeren.’
Luuk Zonneveld (L)
foto: Layla Aerts
Van papier naar praktijk Kijk, op papier is het simpel. We weten dat tweederde van de armen op de wereld in een boerenfamilie leeft. We weten dat landbouw een grote druk legt op de planeet en mede verantwoordelijk is voor klimaatverandering. En we weten dat we straks 9 miljard mensen moeten voeden. Oplossing: zorg ervoor dat die boerenfamilies een goed inkomen verdienen door op een duurzame wijze aan landbouw te doen. Drie problemen opgelost voor de prijs van één. Juist? Op papier wel. Maar papier laat zich makkelijker beschrijven dan de werkelijkheid. In de werkelijkheid zijn deze boeren vaak ongeschoold, zijn ze slecht georganiseerd, hebben ze geen kapitaal. Voedingsbedrijven hebben goede redenen om geen zaken met hen te doen: de kwaliteit van de oogsten is ondermaats, de toelevering al even twijfelachtig. Geen wonder dat overheden, maar ook jonge mensen zelden een mooie toekomst zien in de landbouw.
Hebben ze gelijk? Ja. En nee. Want elk van die problemen kan en moet verholpen worden. Omdat armoede en honger niet te verdragen zijn. Maar ook omdat we in een wereld met meer mensen, een veranderend klimaat en schaarse grondstoffen moeten herontdekken hoe we voedsel produceren en consumeren. Dat doe je door klein te beginnen. Door een product onder de loep te nemen van producent tot consument. Koffie, rijst, bonen,... Te kijken waar het misloopt en mensen samen te brengen die daar iets aan kunnen verhelpen: boeren, bedrijfsleiders, wetenschappers, ambtenaren en politici. Glorieus is het niet, veeleer lastig: oude gewoonten veranderen, gevestigde belangen overstijgen. Op papier is het simpel. Zo simpel als enkele pijlen op een krijtbord. In Afrika, Azië, Latijns-Amerika en hier bij ons gooit Vredeseilanden de vensters open om van het papier naar de praktijk te gaan met klinkende samenwerkingen. In dit activiteitenoverzicht vertellen mijn collega’s hoe ze dat het voorbije jaar deden.
Luuk Zonneveld
Directeur Vredeseilanden
3
BelgiĂŤ
Niger
Mali Honduras
Senegal
Nicaragua
Gambia Burkina-Faso
Benin Uganda
Togo
Ecuador Peru Congo
4
Tanzania
In 2011 ondersteunde Vredeseilanden 115 organisaties in 15 landen in Afrika, LatijnsAmerika en Azië. Dat zijn vooral boerenorganisaties. Ongeveer 58.500 mannen en 93.000 vrouwen kregen zo de steun van Vredeseilanden. We verkenden ook de mogelijkheden om samen te werken met rijstboeren in Mali. Dit is echter maar de helft van het verhaal. Een essentieel onderdeel van onze strategie is om andere organisaties en overheden ertoe aan te zetten om onze succesvolle ervaringen op grotere schaal te repliceren en hun beleid bij te sturen. Opdat een veelvoud aan boerenfamilies ook een kans krijgen op een beter leven. Dit zijn de producten die centraal staan in onze werking:
Vietnam
Indonesië Cacao
Ecuador
koffie, bananen, groenten
Peru
koffie, quinoa
Nicaragua
groenten, bonen, suiker, bananen
Honduras
groenten, cashewnoten
Senegal
bananen, fonio, sesam, rijst
Gambia
sesam
Benin
rijst, maniok
Togo
maïs
Burkina Faso
niébé, rijst
Niger
rijst
Oeganda
pindanoten, maïs
Tanzania
maniok, uien, geiten, zonnebloemen
DR Congo
rijst , aardappelen, kippen, maïs
Indonesië
cacao, pindanoten, biologische rijst, koffie
Vietnam
gezonde groenten, verse thee
5
Senegal
‘Wie iets van zichzelf geeft, krijgt veel terug.’
Emmanuel Sarr
Foto: Kris Pannecoucke
Senegal In een hogere versnelling November 2011. 30 Belgische mountainbikers fietsen van Dakar naar het Senegalese platteland. Een ontmoeting tussen moderniteit en traditie. Tussen blank en zwart, jong en oud. Ook deze laatste editie van de Senegal Classic was een intens moment van delen, uitwisselen en tegenstellingen overstijgen. Terwijl ik de bezoekers uit België in de weer zag met hun fietsen, dacht ik aan Ismaëla Sadio uit Koussy. Ismaëla is een timmerman, 45 jaar oud en vader van zes. Hij groeide op in Sédhiou en verhuisde dan naar Koussy. De productie van fonio - een fijne graansoort - floreert er. Maar Ismaëla zag hoe de boerinnen van Koussy amper tijd hadden om hun product naar de markt te brengen. De productie stapelt zich dan op, vruchteloos wachtend op kopers die Koussy niet weten liggen. “Zonde,” dacht Ismaëla, “ik ken genoeg mensen in Sédhiou die staan te springen voor een bord fonio.” Hij deed de test. Ismaëla bond een zak fonio op zijn fiets en trok er mee naar zijn kennissen in Sédhiou. In geen tijd was hij uitverkocht.
Telkens Ismaëla naar Sédhiou moest, deed hij hetzelfde. Het nieuws over de fonio uit Koussy verspreidde zich als een lopend vuurtje. De bestellingen stroomden binnen. Met de hulp van Ismaëla organiseren de boerinnen zich om de orders te verwerken. Honderden kilo’s worden per fiets geleverd in en rond de stad. Ismaëla had geen winst op het oog toen hij die eerste zak fonio op zijn fiets bond. Maar nu is het zonneklaar dat er voor iedereen een groot potentieel zit in de verkoop van fonio. Volgende stap? Zoeken hoe fonio efficiënter kan gewassen worden om de kwaliteit te verhogen. Wie iets van zichzelf geeft, krijgt veel terug. Dat geldt voor Ismaëla, dat geldt voor de bikers van de Senegal Classic. Met het sponsorgeld dat ze inzamelden, delen ze in het succes van de fonio-vrouwen in Koussy. Langs de weg worden ze aangemoedigd door de oude man op de foto. Zijn krachtige, opgestoken hand is een aanmoediging aan jonge mensen om door te gaan. Om onze handen in de klei te steken en het leven van boerenfamilies te verbeteren. Si jeunesse savait, si vieillesse pouvait.
Emmanuel Sarr 7
Indonesië
‘Een label is de sleutel die de deur opent naar nieuwe markten’ Imam Suharto
Foto: Jelle Goossens
Indonesië Kwaliteit (h)erkend “Nationaal Standaard Certificaat”. Een voorblad met een grote titel gevolgd door bladzijden kleine lettertjes - droge kost. Niks spectaculairs? Toch hebben de boeren van Appoli op het Indonesische eiland Java hier lang naar uitgekeken. Het is de sleutel die de deur opent naar nieuwe markten. Nationaal én internationaal. Van dit lokale biowinkeltje in de stad Solo tot in de winkels in Europa. Biocert, de nationale instantie die biologische velden controleert, kende het certificaat in oktober 2011 toe aan 270 boeren. Een bekroning voor hun doorgedreven inspanningen: om zich te organiseren, samen biologisch te telen en iedere stap van het productieproces te controleren. Binnen afzienbare tijd kunnen de meer dan 3.000 andere leden van Apolli ook het certificaat krijgen. Vredeseilanden hielp de boeren en boerinnen bij het ontwikkelen van een systeem voor kwaliteitscontrole. Elke boer, iedere boerin moet dezelfde standaarden hanteren. Want als één boer niet voldoet, wordt heel de oogst afgekeurd.
Dankzij het certificaat worden die inspanningen erkend, en nu ook door de consument herkend. De boeren van Appoli verkopen hun rijst aan het fastfoodrestaurant KFC, aan de Bina Bakat coöperatieve en aan de biowinkels in de straten van Solo. Appoli gaat inmiddels nog een stap verder: met een extra label willen ze binnenkort de Europese markt verkennen. Het contract met exportbedrijf PT Bloom Agro is al getekend. 18 ton premium rijst zal via distributeur Biofresh in Belgische winkels en restaurants verkocht worden. Boeren zijn niet altijd makkelijk te overtuigen van het nut om een label te behalen. Met het voorbeeld van Appoli hebben mijn collega’s en ik een krachtig bewijs in handen dat de inspanningen echt wel lonen om nieuwe markten open te breken. En de kennis die de boeren en boerinnen van Appoli opbouwden over systemen voor kwaliteitscontrole is bovendien van goudwaarde voor boeren die nog aan het begin van deze weg staan.
Imam Suharto 9
Congo
‘Eindelijk krijgt de Congolese landbouw een glimp van erkenning’ Théo Mbagho en Ivan Godfroid
Foto: Ivan Godfroid
Een landbouwwet voor Congo Rusten is voor later Een vallei, uitgeslepen door erosie. De dure rekening van kortetermijndenken: massale houtkap voor snelle winst. Gezonde bodems vragen goede zorg en kennis van het ecosysteem. Kennis die de boeren beginnen toe te passen. Op de velden verschijnen meer bomen die de erosie stoppen en de bodem vruchtbaar houden. Waarom lachen de meisjes? Misschien zien ze ondanks de problemen hier in Oost-Congo toch hoop. Zien zij zichzelf ooit als boerin met een eigen landbouwbedrijf? Wie weet... Want eindelijk krijgt de gezinslandbouw in Congo een glimp van de erkenning die ze verdient. Op 3 mei 2011 werd de eerste nationale kaderwet voor landbouw gestemd. Een land waar 70 procent van de bevolking van landbouw leeft, had geen landbouwwet. Congo zou een groot deel van Afrika kunnen voeden, maar moet nu zelf voedsel importeren. Een schande die miljoenen boeren en boerinnen willen ongedaan maken. De wet gestemd krijgen, was een processie van Echternach. Met de steun van Vredeseilanden en vijf andere Belgische
ngo’s konden boerenleiders permanent in de hoofdstad blijven om de druk op de ketel te houden. Dat waren ze niet gewend in Kinshasa. In de gangen van het parlement vroegen ze zich wel eens af “wat die boeren hier komen doen”. De wet voorziet een landbouwkadaster en de oprichting van nationale en provinciale landbouwadviesraden. Elke provincie moet verplicht een budget voorzien voor aanleg en onderhoud van ontsluitingswegen en andere landbouwinfastrastructuur. Er komt een fonds voor landbouwontwikkeling, landbouwinputs worden vrijgesteld van invoerrechten en op landbouwproducten worden de uitvoerrechten afgeschaft. Zijn onze problemen nu opgelost? Verre van. De wet is een compromis waar vele gaten in zijn geschoten. Ze kan ook pas realiteit worden als er uitvoeringsbesluiten komen. De prille boerenbeweging in Congo moet nu doorzetten. In 24 bijeenkomsten over gans het land gaan boerenleiders na op welke kwesties ze zich moeten concentreren. Rusten is voor later.
Théo Mbagho en Ivan Godfroid
11
Peru
‘De coöperatieve van Satipo staat voor een grote uitdaging. Niet door een dalende vraag, maar door vergrijzing.’ Paola Andrea Mercado Salas
Foto: Tim Deweerdt
Peru Generatiewissel op een kier “Deze is goed gestructureerd.” “Hmm, een volle body in combinatie met een florale geur.”
Jonge koffieboeren worden uitgedaagd om nieuwe ideeën voor te stellen.
Wie deze mannen van ver bezig hoort, zou denken dat ze een vrouw beschrijven. Het is iets onschuldiger, maar niet minder belangrijk: de ‘cupping’. De smaak van de koffie wordt beoordeeld. Een delicaat werk, waarbij alle zintuigen in stelling worden gebracht. Ik geniet elke keer opnieuw van de overgave waarmee ze hun werk doen.
Na een jaar is de frisse wind voelbaar. Langzamerhand krijgen de jongeren een plaats binnen de organisatie met een eigen lokaal en een jongerencomité. Gissela werd verkozen tot de verantwoordelijke van de jongeren van de coöperatieven van de Selva Central.
Dat jonge boeren deze taak vervullen in de coöperatieve is opmerkelijk. Want de coöperatieve van Satipo, een stadje in het Peruaanse oerwoud, staat voor een grote uitdaging. Niet door slecht weer of een dalende vraag naar koffie, maar door vergrijzing. De gemiddelde leeftijd in de coöperatieve ligt boven de 55 jaar. Weinig jongeren zijn geneigd in te stappen. De structuren zijn stroef en bieden hen weinig kansen.
Ook Rolando kan als voorbeeld gelden voor andere boeren en boerinnen. Toen hij 17 jaar oud was, trok hij weg uit zijn stad om in de koffieteelt te werken. Na twee jaar had hij genoeg geld gespaard om zijn eigen boerderij te starten. Hij slaat geen enkele workshop over. Hij weet hoe belangrijk kennis is. Via de coöperatieve kon hij al enkele bijscholingen volgen. Nu produceert hij een bekroonde kwaliteitskoffie: hij werd eerste in een wedstrijd voor biologische koffies in de Selva Central.
Daarom sloegen SOS Faim en Vredeseilanden de handen in elkaar om de generatiewissel een duw in de rug te geven. Het bestuur van de coöperatieve bedacht een plan om de opvolging te garanderen. Met de scholen in de streek worden lespakketten rond koffie en ondernemerschap uitgewerkt.
Een generatiewissel kan je niet forceren, maar hier staat de deur op een kier. Tussen oude eiken schieten jonge beuken wortel.
Paola Andrea Mercado Salas 13
Vietnam
‘In ruil voor volumes en kwaliteit krijgen de theeboeren een stabiele prijs en opleiding’ Dang Dinh Thanh
Foto: Caroline Huyghe
Vietnam Straffe thee Stil en verlegen. Dat was mijn eerste indruk toen ik Tai Do Trang voor het eerst ontmoette in 2009. Hij aarzelde om het woord te nemen en de andere boeren toe te spreken. Maar in het weinige dat hij zei, sprak een enorme passie voor thee en het werk dat ze als boeren verrichten. Vandaag is Tai Do de toegewijde leider van een groep van theeboeren in Luong Son. Hij werd afgevaardigd om een intensieve training te volgen: de laatste technieken om thee te verbouwen, maar ook hoe je een bedrijf beheert. Regelmatig nodigt hij de leden van zijn groep thuis uit om die kennis door te geven. Zijn verlegenheid heeft hij overwonnen, zijn bedachtzame, luisterende houding heeft hij behouden. Tai Do is zich bewust van de verantwoordelijkheid die op zijn schouders rust. Samen met zeven andere boerengroepen uit de streek hebben ze zich in het avontuur gestort: de oprichting van hun coรถperatieve LUSOTEC. 300 boeren en boerinnen brengen hun thee samen op de markt.
Dat heeft alles te maken met de overeenkomst die ze sloten met de theefabriek Phu Ha. Om de nodige volumes te halen, moeten ze samenwerken en de kwaliteit van hun thee sterk verbeteren. In ruil biedt de theefabriek hen een stabiele prijs en technische opleiding. De samenwerking rendeert. De opbrengst steeg de voorbije jaren van 4 ton naar 7.5 ton per hectare. De winst ging van 400 dollar naar 1200 dollar per hectare. Chemische bemesting en pesticiden worden vervangen door ecologische oplossingen. Nu meer boeren zich aansluiten bij de coรถperatieve, kunnen de boeren en boerinnen van Luong Son denken aan nieuwe contracten. Hun succes bij die zoektocht zal niet alleen afhangen van de begeleiding van Vredeseilanden, maar vooral van de inzet van lokale, integere leiders als Tai Do Trang. Mensen die ambitie combineren met omzichtige daadkracht.
Dang Dinh Thanh 15
Benin
‘Voor steeds meer boerinnen is rijst voorkoken een springplank naar een beter inkomen’ Kosi Agbéwonu Davo
Foto: Jimmy Kets
Benin Femmes étuveuses, riz majestueux Iedereen kent ze hier als les femmes étuveuses: de rijstboerinnen die rijst voorstomen. Als je op bezoek gaat, zijn ze doorgaans druk in de weer met thermometers, weegschalen, kommen en zakken. In grote potten stomen ze de rijst voor. Zo is de rijst rijker aan voedingsstoffen en sneller klaar te maken. Voor steeds meer boerinnen is het een springplank naar een beter inkomen.
De zaken draaien. “In 2010 verkochten we 13,8 ton rijst. In 2011: 25 ton.” Elisabeth runt inmiddels een klein bedrijf. “Ik betaal vrouwen om water te halen en om me te helpen de onzuiverheden uit de rijst te halen. Ondertussen organiseer ik ook cursussen voor andere vrouwen die met het voorkoken willen beginnen.”
Eén van die vrouwen is Elisabeth Maffon, voorzitster van een groep in de streek Les Collines die zich specialiseert in het voorkoken van rijst. Noem haar gerust een pionier. Elisabeth was er in 2004 al bij toen Vredeseilanden de eerste vorming organiseerde. Sindsdien heeft ze niet stilgezeten.
Wat Elisabeth met haar winst doet? “Ik betaal er het schoolgeld voor de kinderen mee. Er zit er zelfs één aan de universiteit. Mijn ouders die 20 km verderop wonen, kan ik ook nog iets toestoppen.”
“We investeren, ieder jaar een beetje”, vertelt Elisabeth. “In 2010 maakten we een sprong door met de hand de slechte rijstkorrels uit de rijst te halen en te verpakken. De meerprijs overtreft ruimschoots het extra werk. In 2011 legden we een betonnen vloer aan van 3 meter bij 12 meter. Daar kan de ongepelde rijst op drogen in de zon. Vroeger gebruikten we daar een zeil voor, maar dan komen er veel zandkorrels en steentjes in de rijst terecht.” “Door professioneler te werken, trokken we nieuwe klanten aan. Twee ziekenhuizen kopen onze rijst al. Maar ook restaurants, hotels en handelaars vinden vlot de weg.”
Ik zie iedere dag hoe de lokale rijst op de markt moet knokken voor haar reputatie tegen de importrijst. Met hun riz majestueux bewijzen les femmes étuveuses dat kwaliteit made in Benin mogelijk is. De niet-voorgestoomde rijst ligt overigens nog altijd in de rekken van de Belgische supermarkt Colruyt. En uit de ervaring in Benin groeiden ondertussen samenwerkingen met boerenorganisaties in andere landen waarmee Colruyt haar toeleveringsketens wil verduurzamen.
Kosi Agbéwonu Davo 17
Benefietdiner in een dansstudio Daniel Linehan komt op. Hij draait rond zijn as. Steeds sneller. Een half uur lang. Ondertussen vertelt hij waarover dit niet gaat. This is not about everything. Maar aldoende slingert hij een spervuur van thema’s naar zijn publiek. Linehan studeerde aan P.A.R.T.S. - de dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker. 120 genodigden lieten er zich op 13 oktober 2011 op uitnodiging van Vredeseilanden verbazen door het uitzonderlijke talent waar deze school op steunt. Een benefietdiner combineren met een inspirerende beleving... De mensen van P.A.R.T.S. maakten het waar.
Hannelore Tyskens
18
Eten = Togetherness 9 juni 2011, een donderdagnamiddag tijdens de bioweek. Honderden biologisch afbreekbare ballonnen met daarin zonnebloemzaadjes stijgen op boven Den Bell, het Antwerpse stadsrestaurant. Aan de ballon hangt een kaartje met een vraag aan de vinder: plant deze zaadjes. Schitterend wat zo’n kleurrijke bol helium met een mens doet: de ambtenaren en bezoekers die het restaurant binnenkwamen, glimlachten spontaan bij het zicht van al die ballonnen tegen het plafond. Even was iedereen weer 8 jaar. Wie weet hoeveel mooie bloemen er al uit zijn gegroeid... Met Togetherness liet kunstenares Nathalie Hunter mensen zich verbonden voelen met iedereen die een handje toestak bij het maken van hun eten. De persoon die het zaad oogstte, de boer die het zaaide. Iemand reed met de tractor naar de veiling of naar de markt. En wie bedacht de lekkere receptjes? Wie toverde het tot dit heerlijke gerecht, en wie wast mijn bord schoon?
Katharina Beelen
19
Campagneweekend Investeren in boerenfamiles werkt. En het effect daarvan reikt veel verder dan een beter inkomen: er is meer en gevarieerder eten, kinderen gaan naar school, er worden huizen gebouwd, er komt tijd voor ontspanning,... Stuk voor stuk “Farmer Effecten”, een belegging voor de toekomst die rendeert op alle vlakken. Rijstboerin Léontine Batcho uit Benin is er een krachtig bewijs van. Fotograaf Jimmy Kets ging bij haar op bezoek en legde de vooruitgang vast die ze met haar familie maakte. Met Léontine als campagnegezicht vroegen ook dit jaar zo’n 12.000 vrijwilligers op straat steun aan het Vlaamse publiek tijdens het campagneweekend in januari. Inmiddels was Léontine een Bekende Beniner in Vlaanderen geworden dankzij haar gastrol in de vtm-serie Familie. In aanloop naar het campagneweekend bracht ze zo een week lang iedere dag het verhaal van de Beninse rijst in de Vlaamse huiskamer.
Hannelore Tyskens
20
Een duurzaam kantoorgebouw Wat houdt Fons Vaes, de voorzitter van Vredeseilanden, hier in de lucht? En waarom staat de Leuvense schepen voor Ontwikkelingssamenwerking, Mohamed Ridouani, daar bij te applaudisseren? Is het een winnend Subito-lot? Of het strikje van Elio Di Rupo? Zoek het niet te ver: het is een stukje lint. Een stukje uit het feestelijk lint dat doorgeknipt werd bij de opening van ons verbouwde huis. Nu levert de zon ons elektriciteit, worden de wc’s doorgespoeld met regenwater, worden de kantoren klimatologisch verwarmd en afgekoeld, ligt er een mooie bamboevloer en werken wij anders. Anders en beter, meer met minder. In open ruimtes, meer betrokken op elkaars werk en transparant naar buiten. Welkom.
Marianne Vergeyle
21
Campagnes en lobbywerk Vanuit Leuven werkt Vredeseilanden rond nationale en internationale thema’s die het leven van boerenfamilies wereldwijd beroeren. Via gerichte acties gaan we de dialoog aan met bedrijfsleven en politiek. Enkele voorbeelden. Voedselcrisis De voedselcrisis bleef nieuws in 2011. De Hoorn van Afrika kreunt onder een hongersnood en de wereldvoedselmarkten gedragen zich als een jojo. Samen met de Coalitie tegen de Honger organiseerde Vredeseilanden in februari 2011 een hoorzitting in het parlement: “Mogelijke oplossingen voor de nieuwe voedselcrisis”. Een volle zaal luisterde onder meer naar de visie van professor Olivier De
22
Schutter, VN-rapporteur voor het recht op voedsel.
om ervaringen uit te wisselen en nieuwe contacten te leggen.
In de daaropvolgende maanden werkten parlementsleden resoluties uit met aanbevelingen om speculatie op de voedselmarkten en landroof aan te pakken.
Een nieuw (en beter?) landbouwbeleid voor de EU Het Europese landbouwbeleid voor de periode 2014-2020 krijgt vorm. Vredeseilanden wringt zich met tal van andere organisaties tussen de agenda’s van beleidsmakers om de voorstellen in de richting te duwen van een duurzame landbouw en een beleid dat geen negatieve effecten heeft op ontwikkelingslanden. Op 3 februari 2011 riepen we een conferentie samen in het Europees Parlement over de toekomst van onze boerderijen en ons voedsel.
Hoe kan de private sector familiale landbouw in het Zuiden versterken? Waar en hoe werken bedrijven in de voedingssector succesvol samen met familiale landbouwbedrijven in het Zuiden? En wat kunnen ngo’s en de overheid doen om dat te bevorderen? Op 22 september 2011 brachten we politici en mensen uit de bedrijfswereld samen in het parlement rond die vragen. Een vruchtbaar moment
The New Food Frontier Schaarste van grondstoffen, energie en water, de klimaatproblematiek, ongezonde voeding,... Ook Vlaanderen kampt met grote vragen over landbouw en voeding. Vredeseilanden is mede-initiatiefnemer van een pre-transitieproces dat de eerste scheuten moet planten voor een duurzaam landbouw- en voedingssysteem. 50 mensen die van ver of dichtbij bij landbouw en voeding betrokken zijn, kwamen in 2011 en 2012 vijf keer samen om concrete en gedurfde ideeën te verkennen. Komen zij tot een gedeelde visie op basis waarvan de eerste experimenten opgezet kunnen worden? Volg het op www.thenewfoodfrontier.be
23 foto: Jelle Goossens
Cijfers In 2011 bedroeg onze omzet 12.509.709 euro. Vredeseilanden sloot het boekjaar af met een positief resultaat van 60.107 euro dat overgedragen werd naar 2012. Gelet op het uiteindelijke resultaat, het eigen vermogen en de beperkte schuldenlast, is Vredeseilanden een financieel gezonde organisatie.
Inkomsten 2% 8%
14%
Overheidssubsidies
5%
NGO’s, stichtingen en bedrijven 14%
De verdeling van de uitgaven en inkomsten loopt gelijk met vorig jaar. 87% van onze middelen gaat naar programma-activiteiten. Het zwaartepunt van onze bestedingen ligt in Oeganda, Tanzania en Congo. De kosten voor algemeen beheer bedragen 8% van het budget. We streven er steeds naar dit onder de 10% te houden. De uitgaven voor fondsenwerving beslaan 5% van het budget.
70%
14%
24
87%
Financiële en diverse opbrengsten
Uitgaven
2%
Het voornaamste deel van de middelen komt uit overheidssubsidies. Toch zijn de particuliere giften essentieel voor Vredeseilanden. Ener14% zijds om onze onafhankelijkheid te bewaren, anderzijds omdat zonder die giften de ontwikkelingsprogramma’s 70% ook niet in aanmerking zouden komen voor overheidssubsidies. Zonder onze duizenden donateurs in België, geen Vredeseilanden.
Particuliere opbrengsten
8%
5%
Programma-activiteiten Algemeen beheer 87%
Fondsenwerving
25 foto: Kris Goossenaerts
Het innovatiefonds Snel inspelen op kansen Ondernemende boerenorganisaties moeten snel kunnen inspelen op nieuwe kansen in de markt. Vredeseilanden moet hen daarbij soepel kunnen ondersteunen. Daarom besloot de Algemene Vergadering voortaan jaarlijks een bedrag te reserveren voor een innovatiefonds. In 2011 werd er 91.853 euro besteed. Enkele voorbeelden. Senegalese bananenboeren maakten een studiereis naar Peru. Daar leerden ze van hun collega-bananenboeren hoe een coรถperatieve kan samenwerken met een exportbedrijf. De opgedane inzichten passen ze vandaag toe bij de opstart van een nieuwe bananenplantage in samenwerking met het Nederlandse bedrijf Agrofair. In Vietnam doen onze partners onderzoek naar ecologische verpakking voor groenten. Die worden doorgaans verpakt in plastic zakjes die dan op straat rondslingeren.
26
Een klare kijk
Meer dan vertrouwen
Vertrouwen moet je verdienen. Daarom wil Vredeseilanden dat haar communicatie en rapportering beantwoorden aan de maatschappelijke verwachtingen en de vragen van ons publiek. Vredeseilanden is lid van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF) en onderschrijft de deontologische code van de vereniging (meer info: www.vef-aerf.be). Als donateur beschikt u over het recht op informatie. Dit houdt in dat schenkers, medewerkers en personeelsleden tenminste jaarlijks op de hoogte gebracht worden van wat met de verworven fondsen gedaan werd.
Het financieel jaarverslag is een eindproduct van een intensief proces van controles:
Vredeseilanden werkt ook mee aan www.donorinfo.be en www.ngo-openboek.be, twee initiatieven die meer transparantie in de ngo-sector willen garanderen. Dit boekje is een verkorte versie van het uitgebreide jaarverslag, dat opnieuw volgens de duurzaamheidscriteria van het Global Reporting Initiative is opgesteld. In 2011 werd ons jaarverslag finalist bij de Award for Best Belgian Sustainability Report, die uitgereikt wordt door Business & Society.
• De financiële dienst op het hoofdkantoor controleert de jaarrapporten van de regiokantoren in het Zuiden een eerste maal, stelt vragen, en ondersteunt waar nodig. • Daarna worden de boekhouding en het jaarrapport voor elk regiokantoor afzonderlijk extern geauditeerd door KPMG. • Uiteindelijk, nadat ook het hoofdkantoor aan een grondige controle is onderworpen, maakt het college van commissaris-revisoren, bestaande uit Clybouw Bedrijfsrevisoren en KPMG, hun definitief verslag op. U kunt hun “verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud” nalezen op www.vredeseilanden.be/ jaarverslag.
U kunt ons jaarverslag met gedetailleerde informatie over onze financiën en onze ontwikkelingsprogramma’s raadplegen via www.vredeseilanden.be/jaarverslag. We sturen het u ook graag op per post. Mail daarvoor naar info@vredeseilanden.be of bel naar 016/31.65.80. 27
Blijde Inkomststraat 50 | B-3000 Leuven Tel: 016/31.65.80 | Rekeningnr: BE64 0000 0000 5252 info@vredeseilanden.be
VREDESEILANDEN NIEUWS | TWEEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN VREDESEILANDEN MAGAZINE - MAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN VERSCHIJNT IN JANUARI, APRIL, AUGUSTUS, | EDITIE AUGUSTUS VERSCHIJNT NIET INJUNI, JANUARI, FEBRUARI, OKTOBER JULI EN AUGUSTUS - NOVEMBER 2005| JAARGANG 25 NR. 7 - AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK 1-2° AFD - P108038| JAARGANG 32 NR. 7 | AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK 1-2°AFD | P108038 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JAN AERTSEN, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LUUK ZONNEVELD, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN
België/Belgique PB/PP BC 6712
Blijde Inkomststraat 50 | B-3000 Leuven
Krijg je niet genoeg van Vredeseilanden? Volg ons op www.facebook.com/vredeseilanden Of schrijf je in op onze e-nieuwsbrief op www.vredeseilanden.be
Als je genoeg te eten hebt overleef je, Heb je een inkomen, dan leef je.
Foto: Jimmy Kets
191 landen ondertekenden een akkoord om tegen 2015 de armoede in de wereld te halveren. Voer samen met de Vlaamse Noord-Zuidbeweging actie om de politici aan hun belofte te herinneren én de lat hoger te leggen. www.detijdloopt.be Armoede moet de wereld uit!