Akademos juni 2014

Page 1

Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B-1050 Brussel

België - Belgique

Akademos

REDELIJK EIGENZINNIG INFORMATIEMAGAZINE

Seks, wiskunde en Van Bendegem

Universitaire Associatie Brussel klaar voor toekomst

P.P. / P.B. B-09

JG.17 • N R.3 Z OMER 2014

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

Groot denker ontvangt kleine denker

Brussel als kenniscentrum in kaart gebracht


2

WIST U DAT

•••

••• een VUB-vulkanoloog een beurs won voor zijn ‘roeping’? Sam Poppe, sinds 2012 onderzoeker aan de VUB-vakgroep Geografie, ontving op 19 mei een Vocatio-beurs van 10.000 euro. Jaarlijks reikt de Stichting Roeping (Vocatio) 15 van zulke beurzen uit aan gepassioneerde jonge personen, ter ondersteuning van hun ‘roeping’ of ‘levensproject’. Poppe werkt in het team van prof. Matthieu Kervyn dat zich toespitst op het begrijpen en modelleren van gevaarlijke geologische processen in Afrika. Dit is het enige team in Vlaanderen dat onderzoek doet naar actieve vulkanische processen. Gepassioneerd door vulkanen, focust hij op het modelleren van vervorming op actieve vulkanen via analoge modellen in het lab. Daarnaast voert hij geologische veldstudies uit waarbij hij het ontstaan en de verspreiding van vulkanische gevaren onderzoekt. In Oost-D.R.Congo en Rwanda kon hij zo vulkaanuitbarstingen dateren op minder dan 2000 jaar oud, via de koolstofdateringstechniek. Na een onderzoekscarrière van bijna twee jaar heeft Poppe al minstens drie artikels ingediend of in voorbereiding voor publicatie in internationale wetenschappelijke tijdschriften.

••• windsnelheden op Brusselse torengebouwen vergelijkbaar zijn met die van de Belgische kust?

••• VUB-vakgroep Huisartsengeneeskunde voor het eerst het seksuele gedrag van homoseksuele mannen in kaart bracht? Met de GAy MEn Sex StudieS, een onlinebevraging, willen VUBonderzoekers de medische zorg voor homoseksuele mannen verbeteren. De enquête werd door 1830 Belgische homoseksuele mannen ouder dan 18 jaar ingevuld. Ze blijken een divers en uitgebreid seksleven te hebben, maar vrijen niet altijd op een veilige manier, wat grote risico’s inhoudt voor de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen. Daarnaast gaf bijna zestig procent van de deelnemers minstens één seksueel probleem aan. De mannen hadden hun eerste seksuele ervaring met een man op de leeftijd van 19 jaar, meestal is hun partner dan vier jaar ouder. Bijna 57% verklaarde een vaste relatie te hebben. Hoe ouder ze worden, hoe meer ze op zoek gaan naar seks buiten hun vaste relatie. Van alle respondenten had 65% meer dan 50 seksuele partners.

Het potentieel voor kleine en middelgrote windturbines is zeer groot in Brussel. Dit is het onverwachte resultaat van een haalbaarheidsstudie die VUB, ULB en 3E uitvoerden in opdracht van het Brusselse ministerie van Energie. Op de talrijke Brusselse torengebouwen zijn de windsnelheden vergelijkbaar met die van de Belgische kust op een tiental meter boven de grond. Het plaatsen van een windturbine op een dergelijk gebouw is nu al een aantrekkelijke investering. Ook op andere plaatsen zijn de windomstandigheden gunstig en kan de investering overwogen worden. Van de vier bestudeerde sites biedt The Hotel de beste windomstandigheden, met een gemiddelde windsnelheid van 5,6 m/s op 7 meter boven het dak van de 96 meter hoge toren. De drie andere sites zijn de Elia-site (4,4 m/s), Solboschcampus van de ULB (4,0 m/s) en de Haven van Brussel (3,8 m/s). De tijd is nu rijp om proefprojecten op te zetten.


••• een mindervalide persoon het WK voetbal afgetrapt heeft met behulp van een exoskeleton? Op 12 juni werd het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië afgetrapt met behulp van een uitwendig skelet voor ondersteuning van het lichaam of voor revalidatie. Exoskeletons zijn draagbare robotpakken die met motoren in de gewrichten de gebruiker fysiek ondersteunen. Personen met bijvoorbeeld een spierzwakte of de mindervalide persoon op het WK, kunnen met zo’n exoskeleton weer stappen. De robotica-onderzoeksgroep van de VUB ontwikkelt vergelijkbare

ondersteunende roboticatoepassingen, onder het peterschap van triatleet Marc Herremans. Zo ontwikkelen ze revalidatieexoskeleton ALTACRO, daarnaast werken ze samen met de KU Leuven, Sirris, SpaceApplications en Thomas More Kempen aan een mobiel ondersteunende exoskeleton voor mensen met een spierzwakte. Professor Dirk Lefeber leidt samen met professor Bram Vanderborght het VUB-onderzoeksteam.

••• ongeneeslijk zieke mensen vaker overlijden in het ziekenhuis? Iets meer dan de helft van de mensen die ongeneeslijk ziek waren en die eerder behoefte hadden aan palliatieve dan aan curatieve zorg, overleed in 2008 in een ziekenhuis. Dit blijkt uit een onderzoek van de Onderzoeksgroep Zorg rond het levenseinde van VUB en UGent. Aan de hand van overlijdenscertificaten van het jaar 2008 gingen de onderzoekers na welk percentage van de overlijdens aan een chronische levensbedreigende ziekte plaatsvond bij de overledene thuis (25%), in een ziekenhuis (51%) of een woon- en zorgcentrum (24%). Dit hoge aantal overlijdens in een ziekenhuis stemt tot nadenken. De meeste mensen wensen immers thuis te overlijden als dat kan en de zorg voor stervende mensen in een ziekenhuis is niet altijd optimaal. De onderzoekers pleiten voor een sterkere rol van eerstelijnszorgverleners in de levenseindezorg en de uitbreiding van de capaciteit van palliatieve zorginstituten zoals palliatieve zorgeenheden.

INHOUD

BSI-studie over impact Brusselse hogeronderwijsinstellingen

.....................................................

4

...........................................................................................

7

Jean Paul Van Bendegem: Wiskundige, filosoof en sexpert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

8

Kort nieuws . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10

Søren Kierkegaard lokt EU-president naar VUB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

11

Fablab junior: Spelen met techniek en wetenschap

12

VUB en ULB rukken op naar kazernes

.....................................................................

François Englert: Groot denker ontvangt kleine denker

...............................................................

UAB-beleidsplan: Brusselse associatie met grootstedelijk DNA

13

...................................................

14

Grote alumnidag ‘Kom terug naar d’unief’: Verleden en toekomst vloeien samen op VUB-campus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

16

Nacht van de Verlichting: ULB en VUB vierden samen 180ste/45ste verjaardag

.............................

18

Personalia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

19

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014

3


4

BRUSSELS STUDIES INSTITUTE

“Brussel, word wakker!”

Studie over Brusselse hogeronderwijsinstellingen legt enorm potentieel bloot “Brussel is dé kennisstad van België, maar niemand beseft het.” In tegenstelling tot politici en onderzoekers, beseft VUB-rector Paul De Knop het wel. Hij streed dan ook vurig voor onze beminde metropool, op 23 april tijdens de voorstelling van “Het hoger onderwijs en Brussel”, een onderzoek van het Brussels Studies Institute (BSI). Deze studie is de allereerste poging tot een panoramisch overzicht van de rol en het belang van de instellingen voor het hoger onderwijs (IHO) in Brussel, hun wisselwerking met de stad en de stedelijke ontwikkeling. “Er bestaat maar één ernstige Belgische hoofdstad, maar we gebruiken haar niet ten volle. Brussel heeft als kenniscentrum bovendien alles om Europa te helpen, maar we missen infrastructuur en imago”, waarschuwde De Knop. “We moeten durven dromen van uitbreiding, van campussen in symbiose met de stad. Brussel moet eindelijk ambitie krijgen. Brussel, word wakker!”

BSI bracht daarop de in Brussel aanwezige IHO’s en hun sites, studenten, personeel, onderzoeksactiviteiten, dienstverlening en internationalisering in kaart, interviewde 35 stakeholders en verwerkte de gegevens van twee enquêtes. De publicatie werd gecoördineerd door geograaf Benjamin Waeyens (Université SaintLouis, ULB) en historicus Joost Vaesen (VUB, directeur BSI).

A hell of a job Om de daad bij bovenstaande woorden te voegen, bestelde de rector in 2013 samen met zijn ULB- en USL-B-collega’s een onafhankelijke studie bij het Brussels Studies Institute, een platform van ULB, VUB en Université SaintLouis Brussel voor onderzoek over Brussel. Het

Vaesen vat die opdracht, en dan vooral de zoektocht naar goede vergelijkbare gegevens, samen als “A hell of a job”. Brusselse IHO’s vallen, naargelang hun geografische inbedding en affiliatie, onder de bevoegdheid van verschillende overheden (voornamelijk gewesten en gemeenschappen) en behoren tot verschillende

systemen (universitair en niet-universitair) die telkens werken met eigen statistische en analytische instrumenten. “Omdat twee gemeenschappen bevoegd zijn in Brussel, moeten bepaalde gegevens op territoriale basis geharmoniseerd worden, wat niet altijd evident is”, licht hij toe. “Bovendien hebben niet alle instellingen noodzakelijkerwijs hun hoofdzetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en beschikken sommige Brusselse IHO’s ook over sites buiten het Gewest, waardoor hun interne gegevens opgesplitst moesten worden.” De BSI-zoektocht leidde uiteindelijk naar maar liefst 51 Brusselse IHO’s: 20 gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (goed voor 71% van de studenten aan Brusselse IHO’s), 5 door de

BSI-directeur en VUB-historicus Joost Vaesen


Vlaamse Gemeenschap (28% van de studenten), 2 tweetalige en 24 internationale of private instellingen. De overheden waarmee de IHO’s omgaan voor hun dagelijkse beheer zijn gefragmenteerd. Vaesen illustreert met een voorbeeld: “De verspreiding van gebouwen van IHO’s over verschillende gemeenten maakt het minder evident om bijvoorbeeld maatregelen rond studentenhuisvesting voor het hele Brusselse grondgebied te nemen.” De instellingen staan voor uitdagingen van nieuwe samenwerkingsmechanismen en gemeenschappelijke projecten. “Dit ligt moeilijker dan in universiteitssteden met een kleiner administratief territorium, er bestaat bijvoorbeeld geen gemeenschappelijk communicatieplan voor Brussel als een kennisstad.” Dé studentenstad De 26 Brusselse IHO’s betoelaagd door de Franse en Vlaamse Gemeenschap en de Federale Overheid (dus exclusief de private en internationale instellingen) vertegenwoordigden in 2010 meer dan 86.000 studenten of bijna een vierde van de studentenpopulatie in België. Daarmee is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de eerste studentenstad van het land, ver voor Gent (+63.000) en Leuven (+40.000). De Brusselse studentenpopulatie is bovendien zeer divers. Zo is 57% van de studenten een vrouw. 28% van de studenten is ingeschreven in een Nederlandstalige IHO, 72% in een Franstalige. 23% heeft niet de Belgische nationaliteit en 7% komt niet uit de EU – al heeft een derde van de Brusselse bevolking sowieso niet de Belgische nationaliteit. Voorts heeft bijna 20% een studiebeurs, maar die tussenkomsten blijken onvoldoende: zowat 1.500 studenten krijgen hulp van een Brussels OCMW. Wat huisvesting betreft, verblijft 60% van de universiteitsstudenten tijdens de week ‘op kot’ in een universitaire residentie of een kamer bij een particulier. Met 10.000 à 12.000 koten, 2% van het totale aantal woningen in Brussel, is het aanbod erg beperkt en zijn koten ook niet altijd als zodanig herkenbaar. De universitaire

‘kotstudenten’ in strikte zin maken daardoor ook maar 45% uit van de studenten die niet bij hun ouders wonen. Een groot deel begeeft zich via uiteenlopende samenwoonvormen op de ‘gewone’ Brusselse woningmarkt, waar ze concurreren met andere inwoners die een woonst zoeken. Waarom zien mensen Brussel – ondanks 86.000 studenten – vaak niet als een studentenstad? Joost Vaesen haalt enkele mogelijke redenen aan. “Er is de fragmentatie van het hogeronderwijslandschap, maar ook het relatief beperkte gewicht van 86.000 studenten in een stad van 1,2 miljoen inwoners. Bovendien is 40% van de studenten ingeschreven in een instelling die niet ingebed is op één van de grote campussen in Brussel en woont slechts 37% van de studenten aan Brusselse IHO in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelf.” Kenniscentrum van Europa Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent een lage investeringsgraad in onderzoek en ontwikkeling, vergeleken met de Europese doelstellingen, de situatie in de andere Belgische gewesten en in andere Europese hoofdstedelijke regio’s. Dit heeft volgens Vaesen voornamelijk te maken met de beperktere investeringsgraad in R&D vanuit de private sector, te verklaren door de relatief zwakke inbedding van het (medium) hoogtechnologische industrieel weefsel. Dat laatste hangt dan weer samen met het beperkte en verstedelijkte territorium van Brussel en haar overwegend administratieve functies. 59% van de 15.288 betrokken werknemers in Brussel werkt in de R&D-sector in het academische milieu, waarvan 4000 als onderzoeker aan Brusselse universiteiten. Op het vlak van publicaties, een interessante graadmeter voor onderzoeksactiviteit, scoort Brussel voor 2008-2012 bijzonder sterk als kennisregio. De publicatieactiviteit per 10.000 inwoners is er aanzienlijk hoger dan in Vlaanderen en België, én dan het Europese gemiddelde. Ongeveer 70% van deze publicaties worden gerealiseerd door IHO, de

rest door andere publieke instellingen en organisaties en ondernemingen in economische en industriële sectoren. Klinisch onderzoek, fysica en ingenieurswetenschappen hebben de hoogste publicatieaantallen binnen de IHO. “Drie universitaire ziekenhuizen en drie algemene ziekenhuizen met een universitair karakter zijn actief op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ook dat is een belangrijke troef”, gaat Vaesen verder. “Samen vertegenwoordigen ze 4.200 bedden, dat is de helft van de bedden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 7,8% van de bedden in België.” De ziekenhuizen behandelen 61% van de gehospitaliseerde patiënten in Brussel. 55% van de patiënten die er gehospitaliseerd worden is Brusselaar, 23% Vlaming, 20% Waal en 2% is in het buitenland gedomicilieerd. De IHO zijn zonder twijfel belangrijke werkgevers. “Ze hadden in 2011 meer dan 16.000 mensen in dienst, zelfs meer dan 28.000 als je het personeel van universitaire ziekenhuizen meetelt.” Uitdagingen Deze onderzoeksresultaten brengen meer helderheid, maar wakkeren ook recente debatten over de rol van IHO’s in een regio of stadsgewest aan. Een eerste debat gaat over de productie van kennis. IHO’s bezitten duidelijk niet het monopolie over kennisproductie, maar in Brussel wegen ze nog altijd sterk door. In het gefragmenteerde Brusselse landschap staan ze voor de uitdaging om ‘bruggen’ te bouwen tussen verschillende actoren. Recente initiatieven om de fragmentatie te compenseren zoals de oprichting van het BSI en de vorming van associaties gelden als goede voorbeelden. Een tweede debat focust op globalisering en europeanisering van het hoger onderwijs, met de toenemende internationalisering van studenten, onderzoekers en docenten. Hier ontstaat een mogelijke spanning tussen internationalisering en toegang tot het hoger onderwijs voor jongeren die in Brussel zijn opgegroeid.

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014

5


6

BRUSSELS STUDIES INSTITUTE

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een groot aandeel afgestudeerden uit het hoger onderwijs, maar ook een groot aantal jongeren zonder zelfs een diploma hoger secundair onderwijs. Een derde debat ten slotte, gaat over de rol van IHO’s in de kenniseconomie en kennismaatschappij. Tot op vandaag gaat daarbij te eenzijdig aandacht naar technologietransfer vanuit IHO’s naar ondernemingen, ten koste van maatschappelijke valorisatie van academische kennis en expertise. Gaat het om het aanleveren van ‘universele’ kennis of fungeren IHO’s (ook) als kennisleverancier voor de stad/regio, waarbij bijvoorbeeld wordt ingezet op maatschappelijke uitdagingen? Om het potentieel van die vele

IHO’s te kunnen richten op de maatschappij, is er nood aan een beleidskader en financieringsmechanismen die maatschappelijke valorisatie in Brussel aanmoedigen. De IHO’s moeten maatregelen nemen, tijdsgebrek en beperkte waardering van zulke activiteiten in de academische carrière belemmeren nu nog maatschappelijke valorisatie, maar het onderwijs- en wetenschapsbeleid moeten ook voldoende financiële mogelijkheden bieden voor die valorisatie. Hoe krijgt Brussel nu de eer die haar toebehoort - als grootste studentenstad van het land? Joost Vaesen vestigt de aandacht op de kwestie van studentenhuisvesting. “Er is niet enkel een tekort aan koten, maar ook een gebrek aan een

juridisch statuut, aan controle op kwaliteit en aan regulatie van de huurprijzen.” Brusselse IHO zouden hierdoor in bepaalde gevallen studenten niet kunnen overtuigen om zich in te schrijven. Hij wijst ook op een indirect effect: “Doordat minder Brusselse studenten ‘op kot’ zitten, raken ze ook minder vertrouwd met de stad.” Voor studenten van Nederlandstalige IHO’s werd samen met de Vlaamse Overheid wel BR(IK opgericht, dat studentenkoten in eigen beheer heeft, maar ook kwaliteitslabels toekent aan koten en studenten helpt in hun zoektocht naar en beheer van een kot. Desondanks blijven de uitdagingen groot en verdient de huisvestingsproblematiek een gecoördineerde behandeling, met overleg tussen Frans- en Nederlandstaligen. Vaesen concludeert dat, om het hoger onderwijs in de stad zichtbaarder te maken, eerst belangrijke maatregelen moeten genomen worden op vlakken als bewegwijzering, huisvesting (bijvoorbeeld boven winkels), aanwezigheid en aanbod van handelszaken (voeding, horeca, wasserette…), mobiliteit (vooral ’s nachts) of faciliteiten rond studie en sport. De uitdagingen voor de IHO’s situeren zich in hun verankering in en opstelling ten opzichte van de stad, in samenwerking met andere stedelijke actoren. “De subtiele integratie van IHO’s in een multifunctionele stad kan een belangrijk hefboomeffect hebben, vooral voor creativiteit en innovatie, animatie, en afgeleide economische activiteiten.” Het laatste woord is hier dus nog niet over gezegd of geschreven. Maar alvast één conclusie is kristalhelder: het potentieel dat de ongelooflijke concentratie aan IHO’s in Brussel biedt voor de ontwikkeling van het stadsgewest is nog grotendeels onderbenut. De Knop vat het nog eens overtuigend voor u samen: “Brussel, word wakker!” [jdm]

De synthesenota is gratis te downloaden op http://www.brusselsstudies.be/ Meer info over het BSI: www.bsi-brussels.be VUB-rector Paul De Knop geflankeerd door ULB-rector Didier Viviers en ULB-voorzitter Alain Delchambre


TOEKOMSTPROJECT

VUB en ULB rukken op naar kazernes

De VUB en de ULB barsten uit hun voegen. De laatste jaren zijn de studentenaantallen aan beide Brusselse universiteiten alleen maar toegenomen. De instellingen trekken ook alsmaar meer onderzoekers aan. Maar hoe huisvest je die allemaal? Als antwoord op die vraag richten de VUB en ULB hun blik op de kazernes aan de Generaal Jacqueslaan en de Kroonlaan.

Vandaag de dag zijn de kazernes nog de thuishaven van de federale politie. Maar tegen 2015 komen ze leeg te staan. Daardoor komt op korte termijn 4 ha vrij: een precieus kleinood in een dichtbevolkte stad als Brussel. Voor de federale overheid is de verleiding dan ook groot om te verkopen aan de hoogste bieder. Alleen, in dat geval mogen de VUB en ULB wellicht een kruis maken over hun uitbreidingsplannen. Operatie overtuiging De universiteiten, verenigd in de Brussels University Alliance (BUA), trachten die situatie te vermijden door snel te schakelen. Op het einde van vorig jaar organiseerden ze een symposium over studentenhuisvesting, gewijd aan het schrijnend gebrek aan accomodatie voor studenten. En in april van dit jaar pakten ze uit met de studie die ze samen met de Université Saint-Louis bij het Brussels Studies Institute (BSI) bestelden en waaruit de grote sociaaleconomische impact van hogeronderwijsinstellingen op de Brusselse realiteit naar voren kwam. In beide initiatieven werden de kazernes in de kijker gezet: de eerste keer als gedroomde site voor de huisvesting van (internationale) studenten en onderzoekers - maar ook als katalysator voor duurzame buurtontwikkeling - en de tweede keer in de vorm van een tentoonstelling in het atrium van het Brusselse Academiënpaleis waar de BSI-studie werd voorgesteld. Maquettes en blauwdrukken gaven de bezoekers een blik op hoe de historische gebouwen van de kazernes aangepast en geïntegreerd kunnen worden in het omringende stadsweefsel en de motor kunnen vormen van een heropleving en versterking van de buurt, onder andere door de nabijgelegen verpauperde en gemarginaliseerde zones op te nemen. De voorstellen vormden overigens de weerslag van een project dat rechtstreeks uit het eerste symposium voortvloeide en waaraan maar liefst 170 Brusselse architectuurstudenten, verdeeld over 24 werkgroepen, meewerkten.

Een nijpende situatie Het symposium van 29 november 2013 over studentenhuisvesting toonde het schrijnend gebrek aan onthaalmogelijkheden voor studenten en onderzoekers aan waar de ULB en de VUB mee worstelen. Zo heeft de VUB minstens 300 bijkomende plaatsen nodig. De situatie voor de ULB is nog heel wat penibeler: zij ontvangt elk jaar 7000 aanvragen voor huisvesting, maar heeft er slechts 1800 ter beschikking. Nu zijn er wel projecten lopend om aan de vraag tegemoet te komen, maar daarnaast zouden er nog altijd in totaal minstens 1800 verblijfplaatsen bij moeten komen. Momenteel ontbreken meer dan 5000 eenheden, wat overeenkomst met een oppervlakte van ongeveer 125.000 m2. Kunnen beschikken over de ruimte van de kazernes zou voor beide universiteiten dus heel welkom zijn.

Cité universitaire De tentoonstelling bewees meteen ook de leidende rol die universiteiten, met hun rijkdom aan kennis en onderzoekers, kunnen spelen in de ontwikkeling van een geïntegreerde visie op stadsontwikkeling. Het grote voorbeeld is ‘la cité universitaire internationale’ van Parijs. Waarom het vrijkomen van de kazernes niet aangrijpen om een gelijkaardig Brussels project uit te werken? De ligging is ideaal: vlak bij de VUB en de ULB (uiteraard), maar ook nabij de gebouwen van de Europese instellingen, belangrijke verkeersaders en een station dat goed op weg is om binnenkort het derde belangrijkste van Brussel te worden. Ideeën genoeg: van het vestigen van ambassades en onderdelen van de Europese Commissie op de site over bijkomende verblijfplaatsen voor studenten en onderzoekers tot het integreren van winkels, horecazaken en zelfs sociale woningen die de buurt moeten doen opleven. De vraag is natuurlijk of die visie ook gedeeld zal worden door de politici. Met de tentoonstelling en de verschillende colloquia zijn de Brusselse universteiten er in ieder geval al in geslaagd hun project onder de aandacht te brengen. Zowel op de inhuldiging van de tentoonstelling als tijdens het colloquium in het Academiënpaleis waren tal van politieke persoonlijkheden aanwezig, zoals Philippe Busquin, burgemeester Willy Decourty van Elsene, Annemie Turtelboom, Isabelle Durant, Brigitte Grouwels, Didier Reynders, Guy Vanhengel en Laurette Onkelinx. Die laatste is alvast overtuigd en brak zowel op Télé Bruxelles als in Le Soir al een lans voor de idee om de kazernes te integreren in de stad en er een echte universitaire pool van te maken. One down, maar hoe veel nog te gaan? [gg]

Deze maquette toont alvast het enorme potentieel aan van de kazernes op de hoek van de Generaal Jacqueslaan en de Kroonlaan

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014

7


8

BOEK

Jean Paul Van Bendegem:

Wiskundige, filosoof en sexpert Elke drie seconden, zo heet het jongste boek van filosoof en wiskundige Jean Paul Van bendegem. Een boek over seks (elke drie seconden denkt een man aan…) én tegelijk over wiskunde, want drie seconden is een maat en hoort dus bij de wiskunde. ‘Elke drie seconden’ is in de eerste plaats geschreven om met seks als glijmiddel wiskunde aantrekkelijk te maken, “ook bij mensen die geen rare kwieten zijn.” Op een heilige feestdag mag ik langs bij professor Jean Paul Van Bendegem om over zijn nieuwe boek, ‘Elke drie seconden’, te praten. Omdat we beiden Gentenaren zijn, stelde hij voor dat we het interview bij hem thuis deden. Ik word verwelkomd door boeken, heel veel boeken, een kat en Van Bendegem zelf voor een vrolijke namiddag, ondanks het stormweer. De professor in de wiskunde en wijsbegeerte is op zijn minst een goedlachse man te noemen, beeldt u daarom voor het gemak maar in dat hier na elke zin een (lacht) of in sommige gevallen zelfs een (giechelt) staat. Sinds uw boek gepubliceerd is, mocht u in elk televisie- en radioprogramma de relatie tussen seks en wiskunde gaan uitleggen. Ik neem aan dat u ondertussen een celebritystatus als sexpert hebt bij het brede publiek? “Nee! Toch nog niet in extreme mate. Af en toe word ik wel herkend, vooral op de trein ’s avonds laat kan dat wel eens gebeuren dat mensen vragen of ze er mogen bijzitten. Meestal vind ik dat ook helemaal geen probleem, dan hebben we een leuke babbel. Maar soms heb ik ook echt het gevoel dat mijn hoofd leeg is en dan probeer ik toch wel vriendelijk te weigeren.” Het boek is een succes, seks kan dus zelfs wiskunde verkopen? “Geweldig niet? Ik hoorde net van mijn uitgever dat het boek in de top 10 van De Standaard Boekhandel is binnen gekomen en de eerste druk van 2000 exemplaren is bijna uitverkocht. Voor een boek over wiskunde

is dat echt fantastisch. Het bewijst dat je dus op zo’n manier wiskunde aan de man kan brengen, ondanks de grote uitdaging die dat met zich meebrengt. Want wiskunde aantrekkelijk maken, zodanig dat het zelfs iemand aanspreekt om het te studeren, is heel moeilijk. Het is goed als je het kan koppelen aan iets reëel. Studenten wiskunde die worden nu meteen gedropt in de harde wiskunde, wat vaak niet voldoet aan de verwachtingen. Ik vond dat als student niet erg, maar ik was een rare kwiet. En het kan toch niet de bedoeling zijn dat de wiskunde vol zit met alleen maar rare kwieten?”

“Waar patronen zijn, daar is wiskunde” Oplossing: de wiskunde verbinden met het menselijkste dat u kan bedenken. “Waarvan iedereen spontaan zegt: dat kan absoluut niets met elkaar te maken hebben! Maar het gaat natuurlijk om menselijk gedrag en in menselijk gedrag zitten patronen en waar patronen en structuur zijn, daar is wiskunde! Dat hoeft ook helemaal niet zo bewust te zijn. Op een fuif, bijvoorbeeld, valt je oog op iemand. En dan vorm je al bepaalde ideeën: wie is dat, is hij/zij de moeite waard, … Vanaf dan ga je ook bewuster strategieën opbouwen: wat ga ik doen, welke openingszin ga ik gebruiken … “


Vindt u dat een goede zaak dan? “Ik weet het niet, ik vraag mij af waar hun zingeving dan op is gebaseerd? Misschien simpelweg op de sociale netwerken waarin ze zich bewegen, die sociale netwerken die trouwens vandaag veel intenser beleefd worden omdat er nu zo’n snelle en vooral bijna continue communicatie is. Misschien is het dus wel een goede zaak, dan is de hele kwestie eindelijk voorbij en hoeven we alvast niet meer wakker te liggen van die grote vraag.” Wat betekent dat voor de wijsbegeerte? “Gelukkig is dat niet de enige vraag waar de wijsbegeerte zich mee bezig houdt, we zitten dus nog safe! Bovendien betekent dat ook voor de opleiding filosofie eigenlijk helemaal niets. Wijsbegeerte is ook een ambacht, waarvan je de regels moet doorgeven aan nieuwe generaties.”

Volgens het boek kunnen we zelfs volgens een wiskunde strategie onze ideale partner vinden. “Die strategie bestaat ja, of je ze moet gebruiken is een andere vraag! Hoewel ik moet toegeven dat ik het geweldig vind, dat je in een situatie waarin je zo weinig informatie hebt toch een strategie kan ontwikkelen waardoor je 37% kans hebt om de juiste partner te vinden. Eigenlijk vind ik de strategie dus helemaal zo dom nog niet en ook niet zo verrassend.” Heeft u zelf ooit zo de ideale partner gevonden? “Laten we zeggen, dat ik gevonden ben.” U omschrijft uzelf als een spirituele atheïst, wat mogen we daaronder begrijpen? “Om eerlijk te zijn, sta ik er nu veel minder op om zo genoemd te worden dan vroeger. Met spirituele atheïst, ik gebruik ook wel eens de term ervaringsatheïst, wil ik zeggen dat het atheïsme voor mij geen beredeneerde houding is maar net een beleefde en doorleefde houding. De opmerking die atheïsten vaak te horen krijgen is dat we iets te kort zouden komen of dat we op ons sterfbed er wel anders over zouden denken. Maar dat gaat niet op. Uiteraard weet ik dat ik op mijn sterfbed doodsangsten zal hebben omdat ik nu eenmaal een biologisch wezen ben, maar ik schep geen geruststelling in de gedachte dat er hierna nog iets komt. Integendeel, dat boezemt mij angst in. Ik ben een onderdeel van het universum en ‘ik’ dat is zowel mijn lichaam als mijn geest. De idee dat mijn geest verder leeft in een andere vorm, klopt dus niet want dan zou dat ‘ik’ niet meer zijn. ‘Ik’ verdwijn dus sowieso, en dat is oké. Het klassieke symmetrieargument geldt dus nog steeds voor mij: het mag gerust terug worden zoals toen ik er nog niet was.” Vandaag is er ook zoiets als onverschillige atheïsten. “Inderdaad. Ze hebben zelfs een naam: apatheïsten of the nones, wat uiteraard niets te maken heeft met nonnen. Ik heb er zo een paar in mijn vriendenkring: het kan ze gewoon niet schelen, zelfs de vraagstelling vinden ze niet interessant. Discussiëren over wat er na de dood zou komen, is ergens erkennen dat er iets kan zijn na de dood. Voor deze apatheïsten is zelfs de vraagstelling niet aan de orde, hierover discussiëren is als discussiëren over de fysiologie van een eenhoorn.”

Zolang de wijsbegeerte veilig is, kunnen er nieuwe boeken geschreven worden. “In 2016 zou er een nieuw boek moeten uitkomen, al weet ik nog niet meteen over welk thema. Op dit moment ben ik mateloos gefascineerd door de economie. Zo zag ik onlangs een artikel in de krant waarin stond dat de wereld 100.000 miljard schulden heeft. De wereld heeft schulden aan zichzelf? Mocht ik mezelf 100 euro moeten, zou ik zeggen: ‘Jean Paul, laat maar zitten jongen’. Soms gebeurt het ook effectief dat zoveel miljarden euro’s schuld van een land worden kwijtgescholden. Dat kan, want de economie is eigenlijk een fictief systeem geworden waarin je geld kan maken en doen verdwijnen zonder dat het ooit echt bestaan heeft. Een fictief systeem met reële gevolgen. “Ja, want op het einde van de dag moet de fictie wel materieel worden en voedsel in de magen brengen. Ik blijf de economie fascinerend vinden: het is een fenomeen op wereldschaal dat eigenlijk op niets steunt, maar dat tot nader order blijft werken. Dat zo’n gigantische fictie zoveel menselijk, sociaal en politiek verkeer kan teweeg brengen, vind ik fantastisch. Tegelijkertijd besef ik jammer genoeg ook hoe kwetsbaar ons systeem is. Waar zitten de weerhaken van deze fictie nog vast in de realiteit?” Aan de zeven miljard mensen die eraan vasthouden? “Ja, wel daarnaast verbleekt toch elk geloof en religie!” De komende twee jaar verdiept u zich dus in de economie? “Misschien, alleen vind ik het jammer dat er opnieuw zoveel complexe wiskunde aan te pas komt.” Wil dat zeggen dat u uzelf meer als filosoof ziet en minder als wiskundige? “Beide, ze zijn intrinsiek verbonden met elkaar. Ik moet toegeven dat ik een wiskundige stelling waarin je onder bepaalde veronderstellingen een bepaalde uitkomst moet hebben, iets intrinsieks moois vind. De wereld heeft structuren die dwingend zijn en dat is prachtig. Bij filosofie is de aanpak volledig anders natuurlijk, daar stel je de vraag zelf in vraag... . Ik maak graag het grapje dat ik van de wijsbegeerte hou voor de vragen en van de wiskunde voor de antwoorden.” [sv]

‘Elke drie seconden’ is uitgegeven bij Houtekiet.

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014

9


10

KORT NIEUWS

Internationale Francqui-leerstoel met IceCube-bezieler Francis Halzen Met een inaugurale les door leerstoelhouder prof. Francis Halzen van de University of Wisconsin (VS) is begin mei in U-Residence de Internationale Francqui-leerstoel van start gegaan. Prof. Halzen, van ons land afkomstig, is een wereldautoriteit op het vlak van de elementaire deeltjesfysica. Hij verrichtte niet alleen baanbrekend theoretisch werk en schreef tal van invloedrijke papers, maar hij coördineert ook het internationale megaproject IceCube. IceCube is een gigantische neutrinotelescoop van een kubieke kilometer, die zich onder het ijs van de Zuidpool bevindt en ons via detectie van neutrino’s meer moet vertellen over gebeurtenissen in uithoeken van het heelal. De eerste buitenaardse neutrino’s werden vorig jaar door IceCube gedetecteerd, wat het magazine “Physics World” meteen uitriep tot ‘doorbraak van het jaar’. De inaugurale les was getiteld: ‘Extreme Astrophysics with Neutrinos: IceCube at the South Pole.’ IJskap

IceTop 50 m

IceCube 86 kabels met elk 60 neutrinodetectoren 1450 m

324 m 2450 m 2820 m

Rotsbodem

Europees kwaliteits-label Wielerteam van VUB en UZ Brussel voor opleiding ‘Master of draagt bij tot recordopbrengst ‘1000 km Arts in Translation’ van Kom op tegen Kanker’ De opleiding ‘Master of Arts in Translation’ van de VUBfaculteit van Letteren en Wijsbegeerte is geselecteerd voor het Europese EMT-label. EMT staat voor ‘European Master’s in Translation’, en wordt enkel toegekend aan de beste masteropleidingen voor vertalers in Europa. Dankzij de toekenning van het EMT-label maakt de VUB voor de volgende vijf jaar deel uit van het EMT-netwerk en kan de universiteit rekenen op fondsen voor docenten die de seminaries en conferenties van het netwerk willen bijwonen. Androulla Vassiliou, de Europees commissaris voor opvoeding, cultuur, meertaligheid en jeugd omschrijft de Europese Masters in Translation als dé referentie voor kwaliteit in opleidingen voor vertalers. Studentenvertalers die een opleiding met het EMT-label volgen, zien hun kansen op later werk flink vergroot.

Ruim 2.635.000 euro, dat is het immense bedrag dat werd ingezameld door de 527 deelnemende teams aan de 1000 km van Kom op tegen Kanker, waaronder ook het VUB-UZ-team van acht renners. De acht die van 29 mei tot 1 juni hebben meegefietst zijn Karl Verstrynge (VUB), Patrick Vanroose (VUB), Marc Van den Bossche (VUB), Pieter Jansen (UZ), Sven D’Haese (UZ), Filip Borgers (UZ), Frank Pauwels (UZ) en Ivan Bautmans (UZ/VUB-GF). Rector Paul De Knop fietste deze keer niet mee, omdat hij pas een ingrijpende heupoperatie heeft ondergaan. In de vijf edities van de 1000 km van Kom op tegen Kanker is maar liefst 8.830.000 euro bijeengefietst voor biomedisch kankeronderzoek.


NOBELPRIJSWINNAAR

Groot denker ontvangt kleine denker

Vandaag heb je als wetenschapper aan de universiteit lang niet dezelfde vrijheid als in de jaren ’60. Dat zei Nobelprijswinnaar François Englert toen hij begin mei te gast was op de VUB, op uitnodiging van rector De Knop en het Wetenschappelijk Steunfonds.

Op het programma stond een uitgebreid en uitermate boeiend gesprek met ULB’er prof. Englert door wetenschapsjournalist Koen Wauters (VRT). Niet alleen over zijn werk, maar ook over zijn leven, o.m. hoe Englert als joods kind moest onderduiken om uit handen van de nazi’s te blijven. Of over zijn studie burgerlijk ingenieur aan de ULB. “Het was interessant, maar niet echt iets voor mij”, zei Englert, en hij besloot – met een ingenieursdiploma op zak – om fysica te gaan studeren en vervolgens te doctoreren. Englert had het ook over het huidige academische klimaat, waarin hij niet zou gedijen mocht hij vandaag terug jong zijn. “De publicatiedruk stimuleert de mainstream, terwijl het essentieel is in de fysica om uit de mainstream te geraken.” Hoe hij zich voelde toen hij het bericht kreeg dat hij de Nobelprijs had gewonnen? “Uiteraard was ik niet droevig. Het is leuk om een Nobelprijs te winnen, het gebeurt niet elke dag. Maar wel heel erg jammer dat Robert Brout er niet bij was.” Tot in de jaren ’80 werkte Englert nauw samen met Brout en ze zijn altijd vrienden gebleven, tot de dood van Brout in 2011.

Prof. Fysica Jorgen D’Hondt

“Het heelal is ontstaan in Brussel” Beeldje Na afloop kreeg François Englert uit handen van rector Paul De Knop en VUB-voorzitter Eddy Van Gelder de allereerste miniatuurversie van ‘De Denker in alle staten’. Het gaat om het eerste van een reeks multiples van het voor VUB’ers bekende rode beeld van kunstenaar Willy Van Den Dorpe. Het grote origineel staat al jaren te schitteren op een prominente plaats op campus Etterbeek. Wie ook een kleine denker in huis wil halen, kan een exemplaar kopen bij de dienst Cultuur voor 222 euro. In ruil krijgt u een fiscaal attest.

“Publicatiedruk stimuleert de mainstream” CERN Vooraf had prof. Fysica Jorgen D’Hondt voor een verhelderende inleiding gezorgd over het Brout-Englert-Higgs-deeltje en de rol die het CERN heeft gespeeld om het bestaan van het deeltje aan te tonen. Rector De Knop benadrukte dat de VUB en de ULB, met het Interuniversity Institute for Higher Engergies dat ze in 1972 hebben opgericht, een hechte band hebben met het CERN. “Veel van onze onderzoekers werken daar. Prof. Walter Van Doninck is de vicevoorzitter van de Raad van het CERN, en professor Jorgen D’Hondt is de voorzitter van CMS-experiment, dat aantoonde dat François Englert en Robert Brout het bij het rechte eind hadden.” Volgens rector De Knop is dankzij Englert en z’n toenmalige ULB-collega Brout nu ook het bewijs geleverd dat het heelal is ontstaan in Brussel.

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014

11


12

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE Wim Van Broeck

Fablab junior:

Spelen met techniek en wetenschap Lasercutters, state-of-the-art ontwerpprogramma’s en 3D-printers: het klinkt als materiaal uit een exclusief hightech labo, maar deze zomer is het gewoon allemaal te vinden op tal van speelpleinen in Vlaanderen en Brussel. Onder leiding van het Expertisecentrum wetenschapscommunicatie van de VUB en EhB, trekken experts en vrijwilligers van de Arteveldehogeschool en de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk deze zomer op tournee met tien mobiele fablabs. Een Fablab of een Fabrication Laboratory is een soort van collectief atelier waar je dingen kan uitvinden en ontwikkelen door gebruik te maken van de technische snufjes die erin staan. Met het project Fablab Junior worden die technische snufjes dus uit het atelier gehaald en op de speelpleinen geplaatst waar jonge tieners (van 11 tot 14) er telkens een week naar hartenlust mee kunnen spelen, uittesten en creëren. Coördinator van het project, Wim van Broeck, heeft ondertussen twee try-outs op verschillende speelpleinen achter de rug. “De eerste sessies waren zeer leerrijk. Het is ongelofelijk hoe ontzettend snel kinderen en tieners weg zijn met de toch ingewikkelde software en technologie.” Techniek en creativiteit De tieners krijgen korte opdrachten waarin ze met de techniek leren werken, daarna mogen ze hun creativiteit de vrije loop laten. “Om met machines zoals een lasercutter te mogen werken, moeten de jongeren eerst aantonen dat ze er goed en verstandig mee om kunnen. We vragen ze daarom kleine dingen te maken zoals een sleutelhanger of een naamkaartje. Eens ze dat hebben gedaan worden ze als het ware gecertifieerd, ze krijgen een badge waardoor ze dus verder met het materiaal aan de slag mogen,” legt Van Broeck uit. “Eens ze die fase voorbij zijn willen we ze echt stimuleren om creatief met techniek om te gaan. Niet zomaar hapklare ontwerpen die al te vinden zijn op het internet zoals de vele 3D-ontwerpen voor smartphonehoesjes, maar echt bijzondere en vooral eigen creaties.” Om de tieners te begeleiden staan designers, kunstenaars en vooral veel animatoren van de speelpleinwerking klaar. Zij werden door de VUB en EhB zelf opgeleid op zowel technisch als didactisch vlak.

“Ongelofelijk hoe snel kinderen weg zijn met ingewikkelde software en technologie” “Het is de bedoeling dat de vrijwilligers echt zelf met al het materiaal aan de slag kunnen, dat ze problemen kunnen oplossen en de technologie ook zelf kunnen uitleggen aan de jongeren, anderzijds moeten ze ook jongeren kunnen sturen en didactisch echt kunnen begeleiden.” Jongeren warm maken Door de lokale speelpleinwerking om te toveren tot tijdelijke ‘werkplaatsen’ hoopt Van Broeck dat de jongeren geïnspireerd worden om later zelf techniek en wetenschappen te studeren.

“Europa kampt met een ernstig tekort aan technisch en wetenschappelijk geschoolden, met projecten zoals deze willen we de nieuwe generatie op een leuke en creatieve manier klaarstomen om die jobs te kunnen invullen. Daarnaast heeft onze economie nood aan ingenieurs en technici van allerlei niveaus die innovatieve en goede ideeën uitwerken en commercialiseren tot nieuwe diensten en producten.” [sv]

[W] www.fablabjunior.be


BOEKVOORSTELLING

Søren Kierkegaard lokt EU-president naar VUB “Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd.” Het is een van de vele beroemde citaten van de 19de-eeuwse Deense filosoof Kierkegaard, wiens werk ook aan de VUB op veel belangstelling kan rekenen. Zo is VUB-prof Filosofie en Kierkegaard-kenner Karl Verstrynge lid van de internationale Redactieraad Kierkegaard Werken. Verstrynge werkt mee aan een reeks boekdelen van de Deense filosoof in het Nederlands.

In U-Residence op de VUB-campus vond eind april de voorstelling van het tiende deel plaats: ‘Stadia op de Levensweg’. Eregast op de boekvoorstelling was niemand minder dan de voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy. In z’n jonge jaren was Van Rompuy in de ban van Kierkegaard, die beschouwd wordt als de vader van het existentialisme. Hij mocht het eerste exemplaar van de nieuwe Kierkegaard-vertaling in ontvangst nemen. “Voor mij was Kierkegaard meer dan lectuur,

het was een beleving”, zei Van Rompuy. “Zijn werk sloot aan bij de gevoelens van een jonge twintiger.“ ‘Stadia op de levensweg’ is uitgeven bij Damon, telt 656 pagina’s en kost 52,90 euro.

Rector De Knop, Herman Van Rompuy en Karl Verstrynge

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014 13


14

U N IVER SITA IRE A SSOCIAT IE BRUSSEL

Brusselse associatie met grootstedelijk DNA “Onze associatie is uniek, omdat ze als enige in het Vlaamse hoger onderwijs het grootstedelijke in haar hart draagt.” Volgens voorzitter Caroline Gennez hebben de twee partnerinstellingen van de Universitaire Associatie Brussel (UAB) er alle belang bij om elkaar blijvend te versterken. “De Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel kunnen nog veel voor elkaar betekenen, zelfs nu de integratie van de academische hogeschoolopleidingen binnen de universiteit voltooid is”, vult algemeen coördinator van de UAB Ruddy Verbinnen aan. De associatie pakt alvast uit met een ambitieus beleidsplan 2014-16.

Het team van de Universitaire Associatie Brussel, met vlnr Ruddy Verbinnen, Kelly Snoeck, Elisabeth Van Wilderode en Caroline Gennez

Kritisch, open, verdraagzaam, pluralistisch en geëngageerd. De Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel hebben dezelfde kernwaarden en ze ontplooien dezelfde kernactiviteiten: onderwijs, onderzoek en dienstbetoon. Beide hogeronderwijsinstellingen streven naar een hoger marktaandeel, naar een grotere financiële onafhankelijkheid van de overheid en naar optimale relatie met thuisstad Brussel. Het beleidsplan van de UAB wil ze helpen om hun doel te bereiken. “Wat ik ontzettend belangrijk vind, is dat we de enige associatie zijn met een stedelijke visie”, zegt Caroline Gennez. “Onze biotoop is Brussel. We moeten dat stedelijke, multiculturele en internationale profiel uitspelen als een troef naar toekomstige studenten. Zowel in Brussel zelf – we moeten immers nog meer studenten uit het hoofdstedelijk gewest aantrekken – als

in Vlaanderen. Zo’n stedelijk profiel is immers bijzonder aantrekkelijk voor studenten uit Vlaanderen die weg willen van de kerktorenmentaliteit.” Doorstroom De associatie wil haar universiteit en haar hogeschool stimuleren om het stedelijke imago nog meer uit te spelen, maar ook om ze beter op elkaar af te stemmen. “Als associatie doen we er alles aan om de doorstroom van studenten van EhB naar VUB en omgekeerd te bevorderen”, zegt Ruddy Verbinnen. “Uit een eerste analyse blijkt immers dat nogal wat afgestudeerden van de EhB verder gaan studeren aan de VUB. Omgekeerd zijn er VUB’ers die verder studeren of zich heroriënteren aan de hogeschool. Maar er is hier duidelijk groeimarge, omdat er nog altijd veel VUBen EhB-studenten hun studie verder zetten in

een andere associatie.” Het UAB-beleidsplan zet overigens ook in op zogeheten zij-instromers van andere associaties, studenten die ervoor kiezen om binnen de UAB verder te studeren. Zij kunnen terecht bij de online tool ‘Verder Studeren en Heroriënteren’ en uiteraard bij de studietrajectbegeleiders van VUB en EhB. Het beleidsplan heeft het ook over het onderzoek. “We moedigen aan dat de samenwerking van onderuit zou groeien”, zegt Ruddy Verbinnen. “We willen de wisselwerking tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek bevorderen. De twee instellingen hebben hun eigen know how die op een aantal vlakken mooi op elkaar kan aansluiten. En door de geografische nabijheid van de verschillende campussen kunnen ze zeker ook onderzoeksinfrastructuur delen.”


Leerkrachten vormen Nog een belangrijk gemeenschappelijk domein: zowel de universiteit als de hogeschool leiden de leerkrachten van morgen op. Het beleidsplan streeft naar een gemeenschappelijk instituut voor vorming en opleiding van leerkrachten. Caroline Gennez: “De leerlingenpopulatie in het Brusselse zorgt voor grote uitdagingen. Als je de kloof tussen kansarme en kansrijke leerlingen wil verkleinen, het onderwijs eigentijds wil maken en elke jongere dezelfde kansen wil geven, dan is een goed opgeleid lerarenkorps dat vertrouwd is met de stedelijke context essentieel. Zowel voor de opleiding als de permanente vorming van leraars moeten VUB en EhB de handen in elkaar slaan. We werken trouwens aan een gemeenschappelijk opleidingsonderdeel ‘stedelijkheid’, dat mogelijk al in het academiejaar 15-16 van start zal gaan. En als associatie moeten we ook het voortouw durven nemen in de politieke discussies over de hervorming van de lerarenopleiding.”

UAB stimuleert De associatie wil door overlegorganen op het vlak van onderwijs en onderzoek, communicatie, studentenvoorzieningen, internationalisering, infrastructuur en IT tot een hechte samenwerking tussen universiteit en hogeschool komen. Een bijzondere plaats blijft weggelegd voor de zogeheten platformen: het stadsplatform, het Brussels journalistenplatform en het kunstenplatform. Binnen zo’n platform gericht op een welbepaald domein bundelen VUB’ers en EhB’ers hun krachten en betrekken er het beroepenveld bij. Ruddy Verbinnen: “Het Kunstenplatform is hier een goed voorbeeld van. Er zijn momenteel ongeveer 30 doctorandi die ondersteuning krijgen van het Kunstenplatform bij de praktische en logistieke uitdagingen die een doctoraat in de Kunsten met zich mee brengt.” Strategisch De Brusselse associatie is klein – zeker verge-

leken met de Leuvense kolos die zich over heel Vlaanderen uitstrekt - maar volgens voorzitter Gennez kan je ook als kleine associatie veel bereiken. “Je mag zeker niet de kaas van je brood laten eten. Je moet strategisch te werk gaan en zien waar de gemeenschappelijke belangen met andere associaties liggen. Met Leuven delen we bijvoorbeeld de bekommernis om de Brusselnorm – die gunstig is voor onze financiering - te behouden. Zij hebben daar met de HUB ook belang bij. Met Antwerpen delen we een gelijkaardig profiel van ons studentenpubliek. Op die manier kunnen we het belang van onze eigen associatie telkens weer centraal stellen. Ik vind ook dat de kleinere associaties nauwer zouden moeten samenwerken – zonder daarom front te vormen - om het evenwicht te herstellen. En we moeten altijd het specifieke verhaal van Brussel blijven herhalen, want dat dringt in Vlaanderen veel te weinig door. Daarom moeten we Brussel altijd centraal blijven plaatsen.”

Associatie is wegverbreder Luc Van de Velde, algemeen directeur Erasmushogeschool Brussel is enthousiast over het UAB-beleidsplan “Natuurlijk staan wij achter het beleidsplan van onze associatie. Je moet de UAB eigenlijk zien als een soort wegverbreder die voor de EhB en VUB uitrolt. Op ons eentje geraken we ook wel door de soms smalle straat, maar dankzij de samenwerking binnen de UAB kunnen toch heel wat hindernissen op de weg gezamenlijk worden aangepakt. En zo rijdt het uiteraard een stuk beter!”

Best of both worlds “We hebben met de integratie van de hogeschoolopleidingen een belangrijke periode afgesloten”, zegt VUB-rector Paul De Knop. “Maar dit betekent allerminst dat onze samenwerking hier eindigt. Integendeel. Door samen te werken kunnen we met minder middelen meer doen. We brengen de best of both worlds bijeen, met aan de ene kant de theorie en het onderzoek, en aan de andere kant de praktijk. Ook de mogelijkheden die Brussel biedt, vormen een geweldige uitdaging voor de associatie. Met een centrale rol voor de lerarenopleiding. En ten slotte geloof ik in de kracht van onze nieuwe voorzitter.”

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014 15


16

ALUMNI

Grote alumnidag op 20 september:

Verleden en toekomst vloeien samen op VUB-campus Haast dezelfde aantrekkingskracht als de plek waar mensen zijn opgegroeid, heeft de plaats waar ze zich intellectueel ontwikkeld hebben: hun universiteit. De eerste editie twee jaar geleden van de grote alumnidag ‘Kom terug naar d’unief’ was meteen een schot in de roos. Op 20 september vindt de tweede editie plaats, met een gelijkaardige boeiende mix van activiteiten die het verleden en de toekomst in elkaar doen overvloeien. Een van de blikvangers zijn de Future Talks door prominente VUB-wetenschappers die een tipje van de sluier oplichten van wat ons de volgende decennia te wachten staat. Ligt jouw studententijd al een aantal jaren achter je maar zou je graag nog eens die unieke campussfeer opsnuiven? Of ben je net afgestudeerd maar heb je nu al heimwee naar de VUB, je studiegenoten en je proffen? Voor al onze afgestudeerden, recent of in een ver verleden (misschien zelfs toen de VUB nog één geheel vormde met de ULB), vindt op zaterdag 20 september de grote alumnidag ‘Kom terug naar d’unief’ plaats. Ambassadeurs Volgens VUB-rector Paul De Knop valt de betekenis van een universiteit niet alleen af te meten aan het onderwijs dat ze verschaft

en het onderzoek dat ze verricht, maar vooral ook aan de sporen die haar afgestudeerden in de samenleving achterlaten. “Onze alumni zijn onze beste ambassadeurs”, beaamt alumnicoördinator Tim Peeters. “We organiseren zo’n dag om ervoor te zorgen dat de banden tussen de universiteit en haar afgestudeerden niet verwateren. We organiseren trouwens het hele jaar door alumni-activiteiten – onder meer nocturnes over wetenschappelijke onderwerpen, gekoppeld aan een netwerkingreceptie – maar Kom terug naar d’unief is toch van een ander kaliber. We mikken op minstens 1000 aanwezigen en hopelijk zelfs meer.” Het programma start om 14 uur met een feeste-

lijk onthaal. De hele namiddag staan er tal van boeiende, leerrijke en leuke activiteiten op het programma, in samenwerking met diverse VUBalumniverenigingen, de Oudstudentenbond OSB en de faculteiten. Er is gelegenheid genoeg om bij te praten met je studiegenoten van weleer, om op te scheppen over je job bij je prof van vroeger of om een bezoek te brengen aan je faculteit. En de kids? Breng ze zeker mee, want ze zullen zich op de campus volop kunnen uitleven.

Prof. Fysica Jorgen D’Hondt zal voor vuurwerk zorgen tijdens de Future Talks

De toekomst In Aula Q vinden om 15 uur de Future Talks plaats. Onze samenleving is in volle ontwikkeling. Ontdekkingen en nieuwe inzichten in de exacte wetenschappen, humane wetenschappen en life sciences volgen elkaar in het tempo van een sneltrein op. Onze VUB-experten maken deze ontwikkelingen elke dag van heel dichtbij mee, maar waar gaat deze sneltrein naartoe?


We vroegen het aan drie VUB-alumni die elk een autoriteit in hun vakgebied zijn geworden: prof. Jorgen D’Hondt (deeltjesfysica), prof. Caroline Pauwels (communiocatiewetenschappen) en prof. Karen Sermon (embryologie en medische genetica). Tijdens de Future Talks geven zij hun visie op de jongste ontwikkelingen in hun vakgebied en hoe die onze toekomst zullen bepalen. Het slothoofdstuk van de dag is uiteraard een uitgebreide apero en vanaf 18u30 een diner in het VUB-restaurant.

De eerste editie van ‘Kom terug naar d’unief’ lokte in 2012 meer dan 700 alumni naar de VUB

Kom terug naar d’unief een redelijk eigenzinnige alumnidag

zaterdag 20 september 2014, doorlopend vanaf 14u00 Inschrijven kan via: www.vub.ac.be/alumni/ktu


18

DE NACHT VAN DE VERLICHTING

ULB en VUB pakken uit met groots verjaardagsfeest Met een groots feest op en rond het Paleizenplein voor het Koninklijk Paleis hebben de twee Brusselse vrije universiteiten VUB en ULB samen hun 180ste verjaardag gevierd. Voor de Vrije Universiteit Brussel was het een dubbele verjaardag, want ze bestaat 45 jaar als autonome Nederlandstalige universiteit. De Nacht van de Verlichting / la Nuit des Lumières op vrijdag 9 mei was alvast een succes over de hele lijn, met een door studenten en oud-studenten druk bijgewoonde massacantus op het Paleizenplein, gevolgd door een reeks concerten tot in de vroege uurtjes. Tegelijk vond in het Warandepark een gigantisch banket plaats. Het banket in een grote feesttent lokte meer dan 1400 genodigden met een hart voor beid Brusselse universiteiten. Naast personeelsleden, studenten en alumni waren er ook veel (politieke) prominenten. Een van de hoogtepunten was het gezamenlijk aansnijden van de verjaardagstaart door de rectoren en de voorzitters van VUB en ULB. De volgende grote afspraak wordt ongetwijfeld de viering van 50 jaar VUB!

Het zingen van de VUB- en ULB-liederen is het orgelpunt van een lange avond en nacht

ULB-rector Viviers, VUB-voorzitter Van Gelder, VUB-rector De Knop en ULB-voorzitter Delchambre snijden samen de verjaardagstaart aan


19

PERSONALIA

• Prof. Thierry VandenDriessche, hoofd van het departement Gentherapie en Regeneratieve geneeskunde van de VUB, is verkozen tot lid van de Raad van Bestuur van de American Society of Gene & Cell Therapy, een prestigieuze medische en wetenschappelijke beroepsvereniging voor de ontwikkeling en toepassing van genetische celtherapie. • De vakgroep Communicatiewetenschappen van Universiteit Gent heeft de binnenlandse Francqui leerstoel toegekend aan prof. Caroline Pauwels (communicatiewetenschappen). Prof. Pauwels is directeur van het onderzoekscentrum SMIT, dat sinds 2004 deel uitmaakt van het Vlaams Excellentiecentrum iMinds, gespecialiseerd in de studie van informatie- en communicatietechnologieën. • Prof. dr. ir. Luc De Vuyst, Research Group of Industrial Microbiology and Food Biotechnology, heeft een vermelding gekregen op de Thomson Reuters lijst van “Highly Cited Researchers” • Mathieu Vinken, verbonden aan het Departement Toxicologie (IVTD) van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie, heeft de Prijs Dr. Karel-Lodewijk Verleysen gewonnen. Hij kreeg de onderscheiding ter bekroning van zijn medisch onderzoekswerk getiteld “Connexine en pannexine hemikanalen als biomerkers en farmacologische doelwitten in leverziekte”. • Prof. Lieve Van den Block heeft de Early Researcher Award 2014 gewonnen. De award wordt sinds 2009 jaarlijks uitgereikt door de European Association for Palliative Care en wordt toegekend aan jonge onderzoekers in het domein van palliatieve zorg die een uitzonderlijke bijdrage leveren aan onderzoek en/of academisch onderwijs.

• In de internationale rondes van de Phillip C. Jessup pleitwedstrijd in Washington D.C nam een VUB-team bestaande uit master- en manama-studenten Internationaal en Europees recht (Arno Darcis, Matts Hermans, Nina Koedam, Anastasia Toumanova en Bram Vereecken) het in de internationale rondes van de wedstrijd op tegen teams van Harvard University, Moskou State University, Sri Lanka en de Baltic regions. Het VUB-team behaalde met 3 overwinningen een knappe 33ste plaats op 130 deelnemende teams en greep daarmee net naast een toegangsticket voor de advanced rounds (top 32).

• In het Brusselse justitiepaleis vond op 9 mei de Interuniversitaire NautaDutilh pleitcompetitie plaats. De 4 VUB-studenten die deelnamen (Céline Cancho Grande, Jan Donkers, Junes El-Sayyid en Jennifer Granado Aranzana) presteerden allemaal sterk. Ook in het ‘Concours Charles Rousseau’, een internationale pleitwedstrijd, dit jaar in Montréal in Canada, zetten VUB-rechtenstudenten een sterke prestatie neer door als derde te eindigen. • Emilie Maccarini, studente Communicatiewetenschappen aan de VUB-opleiding New Media and Society, heeft met haar essay ‘Gamification: educating the angry bird?’ de eerste Digital Innovation Challenge van de prestigieuze London School of Economics gewonnen. • Charlotte Muscarella, vorig jaar afgestudeerd als psychologe aan de VUB heeft met haar masterproef ‘Short- and long-term effects of conscious, minimally conscious and unconscious brand logos’ de jaarlijkse Best Thesis Award gewonnen van de Belgian Association for Psychological Science (BAPS). • VUB-student journalistiek Len Buggenhout sleepte tijdens de Nacht van de Journalistiek eind april de prijs van de minister van Media in de wacht, voor zijn artikel ‘Brussel tijdens WOI. Weerwerk tegen Duitsers, de tijd en zichzelf.’

COLOFON Redactie: Sicco Wittermans, Geert Goessaert, Jozefien De Marrée, Sofie Verkest, Peter Van Rompaey Eindredactie: Peter Van Rompaey Medewerkers: Dorien Brouwer Foto’s: Greet De Gendt, Valéry De Smet, Universiteitsarchief VUB, Marcom Opmaak: Gekko Publiciteit Druk: The Factory Brussels

Gedrukt met plantaardige inkten op milieuvriendelijk papier

Redactiesecretariaat: Ingrid Knaepen - Dienst Marketing, Communicatie en Evenementen - Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel [T] +32 (0)2 629 12 98 - [E] marcom@vub.ac.be - [W] www.vub.ac.be Wenst u Akademos thuis te ontvangen, laat ons iets weten. Verantwoordelijke uitgever: Prof. dr. Paul De Knop - Rector Vrije Universiteit Brussel - Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel

AKADEMOS - JG.17 • NR3 • ZOMER 2014 19


ga je studeren?

INSCHRIJVINGEN 2014 Online vanaf 1 juli Op de campus vanaf 18 augustus www.vub.ac.be/inschrijvingen

VUB. Hier gebeurt het.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.