Akademos april 2011

Page 1

Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B-1050 Brussel

België - Belgique

Akademos

Redelijk eigenzinnig informatiemagazine

P.P / P.B. B-06

JG.14 • NR.2 APRIL - MEI 2011

vrije universiteit brussel

Jonathan Holslag over China en Europa

Doctoraat in duo over het NIR

Studenten op handelsmissie in Indonesië

Marleen Temmerman Ronald Levy Costas Soukoulis Donald L. Horowitz Eddy Merckx

Eredoctoraten Honorary Doctorates

2011


2

w i st u dat

••• VUB-ingenieurs de sprekende computer een gezicht geven?

We krijgen in het dagelijks leven steeds vaker te maken met spraakcomputers. Van telefoniediensten tot gps-systemen en gesproken tekstberichten, we geraken er stilaan aan gewend dat een computer ons toespreekt. Toch blijkt uit onderzoek dat het niet alleen aangenamer is voor de luisteraar, maar ook een stuk doeltreffender als de computerstem ook een gezicht krijgt. Daarom hebben ingenieurs van de Vrije Universiteit Brussel een automatisch systeem ontwikkeld voor audiovisuele synthese waarbij aan het woord ook een beeld gekoppeld wordt. Totnogtoe werd vooral geëxperimenteerd met 3D-animatie, zoals die ook gebruikt wordt in animatiefilms van pakweg Pixar en Disney. Het grote nadeel van 3D-animatie is echter dat het uitermate arbeidsintensief is omdat er achter elk beeld een gigantisch programmeerwerk schuilgaat. Ingenieur Wesley Mattheyses van de Vrije Universiteit Brussel heeft nu samen met enkele collega’s een alternatief systeem voor audiovisuele spraaksynthese ontworpen. Het gaat om een animatie in 2D, waarbij een audiovisuele gegevensbank wordt samengesteld met zinnen en woorden die gefilmd zijn terwijl ze door een echte persoon worden uitgesproken. Het is de eerste keer dat audio en video samen worden verwerkt in de synthese, wat een veel realistischer effect geeft dan bij andere systemen die de beelden pas achteraf toevoegen aan de audio. Dankzij deze synthesizer hoeft men later eenvoudigweg een nieuwe tekst in te geven om een nieuw gesproken bericht te genereren. Door de beelden vloeiend in elkaar te laten overlopen, zorgt de nieuwe techniek ervoor dat het beeld er veel natuurlijker en realistischer uitziet dan een 3D-animatie. En dat is belangrijk, want hoe realistischer de video, hoe doeltreffender de communicatie verloopt.

••• ••• gebruik van elektronische media tot slaaptekort bij adolescenten leidt? Adolescenten die ’s avonds nog computergames spelen, op het internet surfen of met hun gsm bezig zijn, riskeren slaaptekort. Het gebruik van elektronische media voor het slapen gaan, kan namelijk in verband gebracht worden met een verlaat tijdstip om naar bed te gaan, langer wakker liggen in bed en een kortere slaapduur. Dat is de hoofdconclusie van een nieuwe studie uitgevoerd door onderzoekers van de vakgroep Experimentele en Toegepaste Psychologie bij 1298 adolescenten in Vlaanderen. Slaap wordt als bijzonder belangrijk beschouwd voor deze leeftijdsgroep omwille van zijn rol bij het leren, het geheugen en de regulatie van emoties, waardoor slaapproblemen zich kunnen vertalen in een verminderde schoolprestatie. De studie onderzocht het slaap/waak patroon en de mogelijke rol van het gebruik van elektronische media op de slaap bij jongeren van 14 tot 20 jaar. Opvallend is de algemene vaststelling dat de helft van de jongeren (49,7%) een tekort aan slaap aangeeft. Ruim 30% kampt met veel tot heel veel sla-

perigheid tijdens de les. Verder is er een grote discrepantie wat betreft de mate van uitgerustheid tijdens de week versus het weekend. Zo menen slechts 11% van de adolescenten uitgerust te zijn in de week, dit in vergelijking met 63% in het weekend. In het weekend gaan de adolescenten dan ook langer slapen om de slaapschuld die ze in de loop van de week hebben opgebouwd, in te halen. Daarnaast stelden we vast dat vier op de tien jongeren een televisie op de kamer heeft, vijf op de tien een computer, acht op de tien een gsm, drie op de tien een Playstation en tenslotte zeven op de tien een mp3-speler. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat vooral het gebruik van internet, gsm en computer- of videospelletjes, en in mindere mate het gebruik van televisie, tot een tekort aan slaap en een verhoogde slaperigheid overdag leidt.

••• twee VUB-vorsers de prestigieuze Prijs Ignace Vanderschueren hebben gekregen? In maart vond de uitreiking van de Prijs ‘Ignace Vanderschueren 2010’ plaats. De prestigieuze prijs bekroont om de zes jaar een vorser die met zijn of haar doctoraatsonderzoek een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de evolutie van het wetenschappelijk onderzoek. Dit keer zijn er uitzonderlijk twee laureaten. Op voorstel van de Onderzoeksraad gaat de Prijs Ignace Vanderschueren 2010 voor Humane Wetenschappen naar Anne Winter voor haar doctoraatsproefschrift “Patterns of Migration and Adaptation in the Urban Transition: newcomers to Antwerp, 1760 – 1860” én naar Lieve Van den Block voor haar doctoraat “End-of-life care and medical decision-making in the last phase of life”. Centraal in het proefschrift van Anne Winter staat een als “klassiek” beschouwd vraagstuk uit de sociaal-economische geschiedenis, met name de relatie tussen migratie en verstedelijking tijdens de overgang van preïndustriële naar industriële samenleving.

Winter toont aan dat stedelijke migratie in de negentiende eeuw geen nieuw fenomeen was, maar voortbouwde op netwerken, stromen en circuits van migratie die reeds in het ancien régime waren uitgebouwd. In haar doctoraat in de Sociale Gezondheidswetenschappen heeft Lieve Van den Block de zogeheten SENTI-MELC studie uitgevoerd, bedoeld om de zorg en medische beslissingen aan het levenseinde van patiënten in kaart te brengen aan de hand van de ‘Huisartsenpeilpraktijken’. Dat is een surveillance netwerk van huisartsen representatief voor België, gecoördineerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. De studie geeft op overtuigende wijze weer dat we via retrospectieve bevraging van de huisarts zeer waardevolle gegevens kunnen verzamelen over het zorgtraject in de laatste maanden en weken voor het overlijden.


••• de mechanismen achter huidvernieuwing zijn blootgelegd? Dermatologen van de Vrije Universiteit Brussel hebben ontdekt welke elementen en mechanismen een rol spelen in de vorming van de huidbarrière. Die huidbarrière beschermt het lichaam tegen mechanische beschadiging, chemicaliën, UV-licht, pathogene micro-organismen en vochtverlies. De onderzoekers maakten gebruik van barrièrebeschadiging: door een aantal hoorncellen of corneocyten te verwijderen, wordt de ‘gewone’ huidvernieuwing versneld. Op die manier konden ze bestuderen welke elementen bij dit herstel betrokken zijn en welke processen plaatsvinden tijdens de gewone

fysiologische vernieuwing van de hoornlaag. De bevindingen zijn vooral belangrijk voor het verder ontrafelen van de fysiologische mechanismen die betrokken zijn bij de vorming van de huidbarrière onder normale condities. Maar ook bij heel wat huidaandoeningen speelt een verstoorde huidbarrière een belangrijke rol, zoals bij ichthyosis, eczeem en het Netherton-syndroom. De huidbarrière is ook uiterst belangrijk in atopisch eczeem, een aandoening die zowat een op de vijf West-Europese kinderen treft. Een herstel van de huidbarrière door de huid dagelijks te hydrateren is dan ook de eerste stap

in de behandeling van deze aandoeningen. De onderzoeksresultaten leiden tot nieuwe therapeutische mogelijkheden in deze aandoeningen.

••• een nieuwe methode grondwatervervuiling in de stad beter kan voorspellen? Polluenten in de bodem kunnen door infiltrerend neerslagwater naar het grondwater uitgespoeld worden, maar ook de kwaliteit van het oppervlaktewater bedreigen. Vooral in stedelijke omgevingen is dit proces moeilijk te voorspellen. Hydrologen van de Vrije Universiteit Brussel hebben in samenwerking met het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) een methode ontwikkeld om een betere inschat-

ting te kunnen maken van de verspreiding van polluenten van grote verontreinigde sites, in het jargon brownfields genoemd. De onderzoekers concluderen dat een betere inschatting van de verspreiding van polluenten van vervuilde sites in het grond- en oppervlaktewater mogelijk is door de bestaande hydrologische modellering te koppelen aan gedetailleerde aardobservatie. Dat is vooral belangrijk in stedelijke omgevin-

gen, waar door het complexe landgebruik een betrouwbare inschatting louter op basis van theoretische modellen quasi onmogelijk is. Dankzij een betere inschatting wordt het mogelijk om de verspreiding van polluenten in de bodem en in het grondwater beter te voorspellen, en dus de risico’s in te schatten. Zo kunnen er efficiëntere maatregelen getroffen worden voor de remediëring van vervuilde sites en grondwater.

i n ho u d

Jonathan Holslag over China en de nieuwe wereldorde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

4

VUB-vrouwennetwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

7

Eredoctoraten / Honorary Doctorates 2011 .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

8

Kort nieuws. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10

Campus Liefcycleproject steeds concreter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

12

Prinses Astrid bezoekt Experimentele Farmacologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

13

Junior onderzoekers Lien De Cang en Lieselotte Goessens Doctoraat in duo over het NIR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

14

Studenten Handelsingenieur naar Indonesië .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

16

Erasmushogeschool Brussel: Kunst en activisme in tijden van globalisering.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

18

Personalia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

19

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011

3


4

IN T E R V I E W

“Europa is aan het rentenieren geslagen” VUB-expert Jonathan Holslag over China en de nieuwe wereldorde Hij mag beleidsmakers en diplomaten uit alle hoeken van de wereld tot zijn gesprekspartners rekenen. Toch blijft VUB-onderzoeker Jonathan Holslag er bescheiden bij: de invloed van analyses van academici op de internationale politiek, hoe druk gelezen ook, blijft volgens hem beperkt. Met zijn doctoraat heeft deze China-kenner in ieder geval aandacht gekregen. “China’s Regional Dilemma: An inquiry into the limits of China’s economic and military power”, zo luidt de titel van zijn doctoraatsthesis voluit, een thesis waarmee hij zich sinds kort doctor in de politieke wetenschappen mag noemen. Jonathan Holslag, de schoenmakerszoon uit het Limburgse Hamont-Achel, heeft in korte tijd een lange weg afgelegd. Nog niet zo lang geleden stond hij in Neerpelt voor de klas als leraar geschiedenis. Vandaag doen Time, Newsweek en het Chinese persbureau Xinhua een beroep op zijn expertise. Ook onze afspraak wordt met een uurtje vervroegd, hij moet nog aan tafel met een Chinese viceminister. Holslag is een bezige bij. Nog voor hij een paar weken geleden zijn doctoraatsthesis verdedigde, werkte hij volop mee aan de ontwikkeling van het Brussels Institute of Contemparary Chinese studies (BICCS), een academische denktank die zich internationaal in de kijker heeft weten te werken. Toch behoorde China aanvankelijk niet tot zijn interesse. Toen hij in 2003, in zijn honger naar kennis, internationale betrekkingen ging studeren aan de Vrije Universiteit Brussel handelden zijn eerste papers over Afrika. De interesse voor China kwam er mede dankzij professor Gustaaf Geeraerts met wie hij in 2007 ‘China: mythe of macht’ schreef. Een gesprek over de nieuwe wereldorde die op ons afkomt. U stelt dat China minder snel op weg is om een economische en militaire grootmacht te worden dan wordt gedacht. Dat vergt enige uitleg. Holslag: “Veel mensen veronderstellen dat China de plaats van de Verenigde Staten als absolute supermacht gaat overnemen, ik ben er echter van overtuigd dat we veeleer op weg zijn om te vervallen in een multipolaire wereld met ver-

schillende fragiele grootmachten - China, de VS, India, Brazilië, Japan en deels ook Europa – die elkaar argwanend bekijken. Grootmachten die weliswaar een groot potentieel bezitten, maar kampen met grote interne onzekerheden. Nu het relatieve gewicht van de Verenigde Staten afneemt, heeft China hoegenaamd meer armslag in het internationale diplomatieke verkeer, maar net nu blijken andere staten meer dan ooit op hun hoede voor toenemende Chinese invloed en wordt de Volksrepubliek steevast uitgespeeld tegen andere protagonisten. Eén van de gevolgen van deze internationale herverkaveling is dat alles een stuk volatieler wordt en dat het uiterst moeilijk blijkt om te komen tot een consensus over de nieuwe internationale spelregels.” Dat China niet de dominante supermacht wordt, is dus niet zomaar goed nieuws voor Europa en de VS. Holslag: “Er is vooreerst de intense economische wedloop. Onze belangen komen onder druk door de nieuwe industriële kampioenen zoals China die een langetermijnvisie voor hun economische ontwikkeling hebben uitgetekend én inzetten op technologische vernieuwing. We moeten er ons echter voor hoeden om alle schuld op de groeimarkten af te schuiven en in eigen boezem kijken. De jongste decennia hebben we onze concurrentiepositie veel te weinig in het oog gehouden, we zijn aan het rentenieren geslagen. Onze welvaartstaat komt daardoor in het gedrang. We moeten zeer goed beseffen dat het

scheppen van banen ook elders meer dan ooit een kwestie is van staatsbelang en dat structurele problemen in de productieve en financiële markten de competitie om welvaart, jobs en groei alleen maar zullen doen toenemen. ” “Ook onze politieke invloed taant. Zelfs de minst ontwikkelde landen spelen op een heel geraffineerde manier Europa tegen andere internationale spelers uit. Daardoor wordt het voor Europa steeds moeilijker om concessies af te dwingen. Ondanks het Lissabon Verdrag, zie ik te weinig vooruitgang in het creëren van een gesofisticeerd buitenlandbeleid met een deficiënte inzet van politieke en economische hefbomen. ” “Tegelijk is er ook een normatief opbod bezig tegen het liberale politieke discours. De principes ervan worden niet aangevochten, maar de ontwikkelingslanden zeggen kordaat dat we niet het recht hebben om hen ons model op te leggen. De waarden die Europa beweerde te verdedigen worden wel naar waarde geschat, maar tegelijk wordt Europa als te zwak aanzien om bijvoorbeeld de welvaartstaat nog te verdedigen. We genieten niet langer aanzien omwille van onze sociale verworvenheden. In het diplomatieke verkeer gaat het over belangen die niet langer gecamoufleerd worden door waarden en idealen.” Hoe moeten wij omgaan met die nieuwe realiteit? Uw uitleg klinkt behoorlijk pessimistisch. Holslag: “Niet noodzakelijk, wel moeten we grondig nadenken hoe wij ons gaan aanpassen


AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011

5


6

IN T E R V I E W

aan de schaarser wordende grondstoffen. We moeten onze economie moderniseren en ons samenlevingsmodel herconcipiëren, rekening houdend met een nieuwe internationale realiteit. We hebben de jongste decennia te gelukzalig geleefd op onze postmoderne wolk, ook moeten we er ons voor hoeden niet door te schieten in een verbitterde Realpolitik en strak protectionisme, want ook dat leidt ons nergens heen.” Mag ik dat vertalen als: de periode na WOII was in het Westen een uitzonderlijke periode in de wereldgeschiedenis. Holslag: “Wat de levensstandaard betreft en de sociale normen heeft deze periode inderdaad haar gelijke in de geschiedenis niet gekend. Maar we zijn welvaart en welzijn te zeer als verworvenheden gaan beschouwen, de kloof tussen consumptie en productie is in Europa en de VS sinds de jaren 1970 steeds maar toegenomen. Om de levensstandaard te behouden hebben de overheden zich in Europa in de schulden gestoken, in Amerika waren dat de gezinnen met bijvoorbeeld hun grote hypotheekleningen. De financiële crisis was er het gevolg van. Wie schulden aangaat moet ze op een dag terugbetalen. Wat me hier in België zorgen baart is dat we naast een overheidstekort nu ook een negatieve handelsbalans hebben. Waarmee ik niet wil gezegd hebben dat we op een algehele verarming afstevenen, wel dat er correcties zullen doorgevoerd worden.” Volgens professor-emeritus Etienne Vermeersch is het grootste probleem op wereldniveau de overbevolking. Holslag: “Studies hebben aangetoond dat de aarde negen miljard monden kan voeden, maar die negen miljard mensen gaan natuurlijk niet dezelfde levensstandaard hebben als de Europeanen en de Amerikanen de voorbije decennia. “ “In de groeilanden neemt het milieubewustzijn ook toe, de wetenschap dat de draagkracht van de aarde beperkt is. Het frustrerende voor landen als India en China die het consumerisme ingevoerd hebben, is om met die beperkingen geconfronteerd te worden. India en China kampen beide met een watertekort en al komen er wel nieuwe technieken om water te ontzilten, de technologie kan de vraag naar rijkdom niet volgen. In India staat de overheid onder zware demografische druk en omdat er de zero sum perceptie leeft, daarom neemt de wedloop om zo snel mogelijk zoveel mogelijk natuurlijke

rijkdommen veilig te stellen een hoge vlucht. Gevolg: het diplomatiek spel wordt steeds harder gespeeld. Toen ik de laatste keer in Peking was hebben Indiase diplomaten me onomwonden gezegd dat als China rivieren omlegt dat een aanleiding kan zijn voor een gewapend conflict. Nieuwe oorlogen vallen helemaal niet uit te sluiten. Samenlevingen passen zich weliswaar aan schaarste aan, maar dat gaat steeds gepaard met sociale en politieke spanningen. Als die plaatsvinden in een sfeer van nationalisme en patriottisme wordt het gevaarlijk. ” India en China worden vaak in één adem genoemd. Hoe ver reiken de gelijkenissen? Holslag: “Het zijn beide zeer bevolkingsrijke landen, maar daar houdt de vergelijking op. De Chinese markt is vijf keer zo groot als de Indiase. China kampt ook met een grote industriële overcapaciteit, in tegenstelling tot het Westen overtreft de productie in China de consumptie. De Chinese groei is een investeringsgroei, de inlandse consumptie neemt amper toe, wat inhoudt dat China de komende jaren nog meer afhankelijk zal zijn van de buitenlandse markten .”

“Academici moeten deelnemen aan het publieke debat” “De groei heet in India duurzamer te zijn omdat ze gebaseerd is op binnenlandse consumptie, maar de omvang blijft zoals gezegd beperkt. De komende 20 jaar moet India 500 miljoen nieuwe banen scheppen, 300 miljoen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt en 200 miljoen voor wie nu geen werk heeft of ondertewerkgesteld is. Industrialisering is geen optie voor India, de industrie is niet meer zo arbeidsintensief als toen Deng Xia Ping in de jaren 1970 zijn vier moderniseringen doorvoerde. In India is een ware ratrace bezig tussen deelstaten om jobs binnen te halen. “ “De Indiase groei is deficitair, India heeft grote overheidstekorten en een groot handelstekort en de middenklasse steekt zich in de schulden om te consumeren. En dan zijn er nog de zeer diepe religieuze breuklijnen en het geweld. Je mag ook niet vergeten dat India omringd is door een gordel van instabiliteit: Nepal, Bangladesh en Pakistan.”

“Zowel de eenpartijstaat in China als de democratie in India staan de komende decennia onder druk. Er wordt vaak op de daadkracht van de eenpartijstaat China gewezen, maar de obsessie met de industrie van de communistische partij en het economisch nationalisme vergroten de excessen. Ook wordt de samenleving steeds heterogener: hoe gaat China zijn problemen aanpakken?” “India daarentegen dreigt politiek te fragmenteren en veel te traag aan zijn economie te werken. Hier luidt de vraag anders: hoe gaan India’s dominante partijen, de Congrespartij en de BJP, daar op inspelen? Met nog meer nationalisme? Belangrijke vragen voor de rol die deze landen de komende decennia gaan spelen, niet alleen voor de politiek, maar ook voor onze bedrijven.” U wordt ’s werelds souffleur van topdiplomaten genoemd. Wat doet zoiets met iemand van nog geen dertig? Holslag: “Ik vind dat een mooie titel, maar we moeten bescheiden blijven. In mijn vak blijft de kruisbestuiving tussen academisch werk en beleidsgericht werk zeer belangrijk. Wetenschappelijk moet ik proberen de internationale realiteit op een objectieve manier in woorden, concepten en analyses te vatten, liefst zonder strategische belangen van het een of ander land. Anderzijds is het, om de vinger aan de pols te houden, enorm belangrijk om contact te hebben met politici en diplomaten, zonder die samenwerking had ik een aantal artikels nooit kunnen afronden. “ “Academici moeten hun nek uitsteken, ze moeten deelnemen aan het publieke debat en de kennis delen met het beleid en de bedrijfswereld en ik stel vast dat de belangstelling hiervoor toeneemt. Dat is zeer nuttig om zelf toegang te hebben tot relevante informatie. Maar toch is in de internationale politiek de invloed van thought leaders zeer beperkt. Het is zeer zelden dat academische ideeën beleid maken; beleidsmakers kiezen de argumenten in functie van de eigen belangen of van de toestand van de samenleving zoals zij die zien. Een voorbeeld. Ik ben van in het begin zeer sceptisch geweest over het Europees beleid ten aanzien van Azië en de mate waarin we zouden komen tot een strategisch partnership met die landen. Eurocommissarissen en eurocraten hadden het zeer moeilijk met mijn scepcis. Nu dat project tegenvalt en er zelfs een zekere Azië-aversie optreedt, is er opeens wel heel veel belangstelling voor mijn argumenten en mijn realisme. Zo is dat.” [dv]


Prof. Catherine De Clercq

“Vrouwennetwerk is nodig aan de universiteit”

Op dinsdag 8 maart vond de honderdste Internationale Vrouwendag plaats en die dag is op een wel erg bijzondere manier gevierd aan de Vrije Universiteit Brussel. Vrouwelijke onderzoekers uit diverse domeinen pakten uit met een volledig vrouwelijke versie van CAMPUSTALKS. De voordrachten verliepen in het intussen ingeburgerde pecha kucha-formaat, waarbij elke spreker 20 slides mag gebruiken die elk 20 seconden mogen duren. Mannen waren overigens ook welkom, maar alleen in het publiek. Het evenement was meteen het eerste grote wapenfeit van het kersverse VUB-vrouwennetwerk, met prof. Catherine De Clercq van de vakgroep Fysica als grote bezieler. “Vorig jaar hadden we naar aanleiding van Vrouwendag een gemeenschappelijk middagmaal georganiseerd met de vrouwelijke medewerkers van de faculteiten Wetenschappen en (Bio-)Ingenieurswetenschappen. Dat is toen enorm goed in de smaak gevallen”, vertelt prof. Catherine De Clercq. “Dat kwam omdat we voor een keer, in een professionele context onder vrouwen zaten. Dat was op zich uniek! Het is pas op zo’n moment dat je beseft dat je daar echt behoefte aan hebt. Je doet onderzoek, je geeft les, je doet bij wijze van spreken je job als een man en je staat daar allemaal niet bij stil. Maar ik vond het vreemd en bijzonder om met alleen maar vrouwen aan tafel te zitten.” Wat is dan eigenlijk de meerwaarde? “De herkenning”, zegt prof. De Clercq kordaat. “Mannen begrijpen dat niet altijd, maar ze bevinden zich

CAMPUSTALKS naar aanleiding van de honderdste Internationale Vrouwendag

dan ook niet in onze situatie. Het is nodig om af en toe onder gelijken te zitten. Er is dan empathie, je zit op dezelfde golflengte.”

Samen sterker Worden vrouwen miskend aan de universiteit? “Formeel worden de vrouwen op de VUB precies op gelijke voet behandeld als de mannen.” Volgens prof. De Clercq zijn de vrouwen ook inhoudelijk alvast heel sterk. “Ook onze CAMPUSTALKS was fantastisch. Een brede waaier aan onderwerpen, van de humane tot de exacte wetenschappen, allemaal zeer hoogstaand en enorm boeiend. Toch is het aan de universiteit zo dat vrouwen vaak het gevoel hebben niet gezien te worden, ook bij mijn studenten merk ik dat soms. Als je daar dan kan over praten met anderen die datzelfde gevoel hebben, dan voel je je sterker. Ik ben actief bij het Interuniversitair Instituut voor Hogere Energieën. We zijn met een 20 procent vrouwen maar we zien elkaar nooit, want we hebben geen tijd.” Tijdens de voorbereidingen van CAMPUSTALKS is het VUB-vrouwennetwerk ontstaan. “We zullen elk jaar op Vrouwendag iets organiseren”, aldus prof. De Clercq. “Maar ik weet niet of het elk jaar zo groots zal zijn. We zullen niet altijd op zoveel sponsoring kunnen rekenen als nu, naar aanleiding van

de honderdste Vrouwendag. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om nog eens te zeggen hoe zeer ik de steun van de rector, alle vicerectoren, decanen en vakgroepsvoorzitters en -voorzitsters heb gewaardeerd.” Zal het vrouwennetwerk ook tijdens de rest van het jaar actief zijn? “Dat is nog niet zo duidelijk. Het moet natuurlijk geen Dolle Mina-groep worden. Die tijd is voorbij. Maar we hopen wel dat we alle mannen meer attent zullen maken op wat vrouwen allemaal kunnen, zodat er bijvoorbeeld meer aandacht komt voor het onderzoek dat vrouwen verrichten, en voor waardering van deze activiteiten in hun loopbaanbegeleiding.” Is de evolutie al bij al positief? “Onze universiteit geeft de nodige impulsen. Maar het is ook belangrijk dat vrouwen andere vrouwen coachen, wat trouwens ook door de Europese Unie gestimuleerd wordt. Ik steun studentes, doctorandi, vrouwelijke collega’s. We moeten elkaar helpen om in de spotlights te komen. Die steun is heel belangrijk. Wij werken de hele dag, komen thuis, moeten dan vaak nog voor onze kinderen en het huishouden zorgen. De vrouwen moeten daarom hun man aan de afwas zetten, zodat ze hun cv kunnen bijwerken om promotie te vragen. En daarom is het VUB-vrouwennetwerk zo belangrijk. Vooral oudere collega’s zien dit in.”

Reageren kan via e-mail naar vubvrouwennetwerk@vub.ac.be

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011

7


8

eredoctorate n

Vrije Universiteit Brussel awards five honorary doctorates At the end of May, the Vrije Universiteit Brussel will award five honorary doctorates. Gynaecologist and politician Marleen Temmerman, Prof. Ronald Levy (Medicine), Prof. Costas Soukoulis (Engineering Sciences), Prof. Donald L. Horowitz (Human Sciences) and former sports champion Eddy Merckx will be presented with an honorary doctorate in recognition of their achievements in the academic, scientific or social field.

Gynaecologist Prof. Dr. Marleen Temmerman is Gynaecology-Obstetrics Head of Department at the Ghent University Hospital and Director of the International Centre for Reproductive Health (Ghent University), but, at the same time, she finds time for social commitments and for her political career. As a physician and gynaecologist, she is continuously confronted with the uncertainty of human life and with distressing situations, such as violence towards women or rape. Prof. Marleen Temmerman is convinced of the need for solidarity and better health care for the more vulnerable groups of our society. She published more than 300 scientific articles and books. Her work has won major awards, including the Lifetime Achievement Award from the renowned British Medical Journal. Prof. Dr. Ronald Levy is a pioneer in the field of monoclonal antibody applications in medicine. He is the Chief of Division of Oncology at the Stanford University (USA) and laureate of numerous international scientific distinctions. He set up his own laboratory at Stanford University in 1975, where he developed the production of monoclonal antibodies against cancer cells. Ronald Levy was one of the first to produce these antibodies to use them in therapeutic applications. This led to an initial breakthrough with the production of personalised monoclonal antibodies targeting non-Hodgkin lymphoma cells. His laboratory is currently carrying out new developments in the passive immunotherapy. It is quite probable that this research will lead to new breakthroughs.

Prof. Dr. Costas Soukoulis of the Iowa State University (USA) and the University of Crete (Greece) is a top scientist in the field of Engineering Sciences. He is an expert in the development of models for wave propagation in complex media such as photonic crystals, metamaterials, random lasers, non-linear systems and amorphous semiconductors. His most recent breakthroughs are in the area of metamaterials; these are new types of materials in which atoms are replaced by larger structural units in order to obtain material properties that are not found in natural materials. Prof. Soukoulis’ research was awarded with major prizes in both Europe and the United States of America. Prof. Dr. Donald L. Horowitz is professor at Duke University (USA). During his long career, his research established him as globally recognised expert on ethnical conflicts, but also on federalism and the democratisation of society. He is the author of the book “Ethnic Groups in Conflict”, which is still considered to be the most important classic in the field of research into ethnic conflicts more than a quarter of a century after its first publication. Today, Prof. Horowitz is studying constitutional reforms from a comparative perspective. He also

continues to pay a lot of attention to the Belgian federalism, and its importance for other federal models.

© foto Belga

The award ceremony will take place on Wednesday, 25 May, a few days before the “dies natalis” (28 May) of the Vrije Universiteit Brussel. “All five are inspiring personalities who each excel in their field”, says VUB Rector Paul De Knop. “Excellence linked to involvement in the community.”

Eddy Merckx is the embodiment of the Belgian athlete of the twentieth century, with a record of achievements in cycling that has not yet found its equal. One of the core values of the Vrije Universiteit Brussel is the “formation of, and respect for, the holistic person”, and the physical aspect should certainly not be missing here. In the case of Eddy Merckx, there is more than only his exceptional athletic performance; he also has a great social significance. Eddy Merckx will be awarded an honorary doctorate for his contribution to the democratisation and popularisation of the (cycling) sport, for his winning mentality founded in the belief in his own abilities, for his warm, human personality, and for the way in which he promotes our country abroad. Eddy Merckx has not been offered an honorary doctorate before.


Vrije Universiteit Brussel reikt vijf eredoctoraten uit Eind mei reikt de Vrije Universiteit Brussel vijf eredoctoraten uit. Gynaecologe en politica Marleen Temmerman, prof. Ronald Levy (geneeskunde), prof. Costas Soukoulis (ingenieurswetenschappen), prof. Donald L. Horowitz (humane wetenschappen) en gewezen sportkampioen Eddy Merckx krijgen een eredoctoraat omwille van hun grote verdiensten op academisch, wetenschappelijk of maatschappelijk vlak. De uitreiking vindt plaats op woensdag 25 mei, enkele dagen voor de dies natalis (28 mei) van de Vrije Universiteit Brussel. “Het gaat om vijf inspirerende persoonlijkheden die elk in hun domein excelleren”, zegt VUB-rector Paul De Knop. “Excellentie gekoppeld aan maatschappelijke betrokkenheid.”

© foto Guy Goossens, Belgische Senaat

Gynaecologe prof. dr. Marleen Temmerman is diensthoofd Gynaecologie-Verloskunde van het UZ Gent en directeur van het International Centre for Reproductive Health (UGent), maar ze is tegelijk een maatschappelijk geëngageerde vrouw en politica. Als arts en gynaecologe wordt ze voortdurend geconfronteerd met de onzekere realiteit van een mensenleven en met schrijnende toestanden zoals geweld op vrouwen of verkrachting. Marleen Temmerman is overtuigd van de nood aan solidariteit en een betere gezondheidszorg voor de zwakkeren in onze samenleving. Zij publiceerde meer dan 300 wetenschappelijke artikels en boeken. Haar werk werd bekroond met belangrijke prijzen waaronder de Lifetime Achievement Award van het gereputeerde British Medical Journal.

Prof. dr. Ronald Levy is een pionier op het gebied van de toepassingen van monoclonale antilichamen in de geneeskunde. Hij is chief of division of oncology aan de Stanford University

amorfe halfgeleiders. Zijn meest recente doorbraken situeren zich in het domein van de metamaterialen, dit zijn nieuwe types materialen waarbij atomen vervangen worden door grotere structurele eenheden om materiaaleigenschappen te bekomen die niet voorkomen in natuurlijke materialen. Het onderzoek van prof. Soukoulis werd bekroond met belangrijke prijzen in Europa en de Verenigde Staten.

(VS) en laureaat van talloze internationale wetenschappelijke onderscheidingen. In Stanford startte hij in 1975 met zijn eigen labo, waar hij de productie van monoclonale antistoffen tegen kankercellen ontwikkelde. Ronald Levy was een van de eersten die deze antistoffen produceerde met het oog op therapeutische toepassingen. Dit leidde tot een eerste doorbraak met de productie van gepersonaliseerde monoclonale antistoffen gericht tegen non-Hodgkin lymfoom cellen. Momenteel worden in zijn labo nieuwe ontwikkelingen in de passieve immuuntherapie verder uitgewerkt. De kans is groot dat dit tot nieuwe doorbraken zal leiden. Prof. dr. Costas Soukoulis van de Iowa State University (VS) en de University of Crete (Griekenland) is een topwetenschapper in het domein van de ingenieurswetenschappen. Hij is een expert in de ontwikkeling van modellen voor golfvoortplanting in complexe media zoals fotonische kristallen, metamaterialen, random lasers, niet-lineaire systemen en

Prof. dr. Donald L. Horowitz is hoogleraar aan de Duke University (VS). In de loop van zijn lange loopbaan groeide hij uit tot een wereldwijd erkend expert inzake onderzoek over etnische conflicten, maar ook over federalisme en democratisering van de samenleving. Hij is de auteur van het boek Ethnic Groups in Conflict, dat ruim een kwarteeuw na zijn eerste publicatie nog steeds geldt als de belangrijkste klassieker op het vlak van onderzoek over etnische conflicten. Prof. Horowitz bestudeert vandaag constitutionele hervormingen vanuit een vergelijkend perspectief. Hij heeft ook steeds aandacht gehad voor het Belgisch federalisme en het belang hiervan voor andere federale modellen. Eddy Merckx is dé Belgische sportman van de twintigste eeuw, met een palmares in de wielersport dat niet te evenaren valt. Een van de kernwaarden van de Vrije Universiteit Brussel is “vorming van en respect voor de totale persoon”. Het lichamelijke aspect mag hierbij niet ontbreken. En in het geval van Eddy Merckx gaat het om meer dan zijn uitzonderlijke sportprestaties alleen. Hij heeft immers ook een grote maatschappelijke betekenis. Eddy Merckx verdient een eredoctoraat voor zijn bijdrage tot de democratisering en popularisering van de (wieler)sport, voor zijn winnaarsmentaliteit waarbij hij altijd uitgaat van zijn eigen kunnen, voor zijn humanistische warme persoonlijkheid en voor de wijze waarop hij ons land in het buitenland promoot. Eddy Merckx kreeg nooit eerder een eredoctoraat aangeboden.

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011

9


10

K O R T NI E UW S

Surinaamse kunstenaar ‘in residence’ Op uitnodiging van KultuurKaffee resideerde de Surinaamse kunstenaar Kurt Nahar gedurende zes weken (15 februari - 31 maart) in de KK Gallery’ van de Vrije Universiteit Brussel. Gedurende deze periode werkte hij er aan een tentoonstelling met als titel ‘Misschien, Maybe’ waarbij hij zich liet inspireren door de Belgische actualiteit. Vooral de schandalen in de kerk die recent boven water kwamen, trokken daarbij zijn aandacht. Het residentieproject werd opgevat als een open atelier. Iedereen kon binnen en buiten lopen gedurende de hele periode en het gesprek aangaan met de kunstenaar. Daar bovenop presenteerde Nahar ook nog eens een overzicht met bestaand werk. De tentoonstelling kwam tot stand met de hulp van een groep eerstejaarsstudenten Agogische Wetenschappen. Samen met de kunstenaar gingen ze aan de slag. Bedoeling is om toekomstige culturele agogen inzicht te geven in de manier waarop creatieve processen tot stand komen, belangrijke kennis die beter via de weg van de

praktijk dan via leerboeken kan worden doorgegeven. Tegelijkertijd zorgde de samenwerking voor een ruime culturele uitwisseling tussen de Surinaamse en de Belgische cultuur. Het uitgangspunt was immers dat beide culturen veel van elkaar kunnen leren, bijvoorbeeld inzake belangrijke humanistische waarden als mensenrechten en gelijkwaardigheid, twee thema’s die als een rode draad doorheen het oeuvre van Kurt Nahar lopen. Een andere doelstelling van dit artist in residence programma was om concreet gestalte te geven aan internationalisation at home, door studenten die ervoor kiezen om niet in het buitenland te gaan studeren, toch in contact te brengen met andere culturen

Opening Karel Van Miert gebouw op 27 mei Op 27 mei is het zo ver: dan wordt het nieuwe Karel Van Miert gebouw aan Pleinlaan 5 (tegenover campus Etterbeek) officieel geopend. Het gebouw telt ruim 10.000 m² kantoorruimte en laat toe om iedereen die met internationalisering bezig is onder een dak te brengen. Het gaat o.m. over het International Relations and Mobility Office (IRMO), het Institute for European Studies (IES) en het Vesalius College. Ook de vakgroepen Sociologie en Politieke Wetenschappen, UCOS en Close The Gap verhuizen naar Pleinlaan 5. De Vrije Universiteit Brussel heeft het gebouw vorig jaar aangekocht voor ruim 22 miljoen euro en kon daarbij rekenen op steun van de Vlaamse overheid. Het gebouw draagt de naam van de in 2009 overleden politicus Karel Van Miert, die een nauwe band had met de Vrije Universiteit Brussel. In de jaren ‘70 was Karel Van Miert assistent in de rechtenfaculteit bij prof. Frans De Pauw. Vanaf de jaren ‘80 tot 2001 doceerde Karel Van Miert aan de Vrije Universiteit Brussel o.a. Ontstaan en ontwikkeling van

de Europese Gemeenschappen en Bijzondere vraagstukken uit het materieel recht van de Europese Unie.

tijdens hun studies. Naast het artistieke luik, was er ook een educatief programma, met o.m. een lezing door de kunstenaar, een seminarie over ontwikkelingssamenwerking en een gesprek tussen Kurt Nahar en Koen Vanmechelen over de rol van de kunstenaar in de maatschappij.

Acht VUB’ers op de fiets tegen kanker Van 2 tot 5 juni 2011 organiseert de Vlaamse Liga Tegen Kanker de tweede editie van “de 1.000 km van Kom op tegen kanker”. De Vrije Universiteit Brussel, die maatschappelijk engagement als een kernwaarde heeft aangenomen, heeft besloten om net als vorig jaar opnieuw deel te nemen aan deze actie. Het is gelukt om twee teams te vormen die elk 1.000 km zullen fietsen, met dus acht VUBrenners in het totaal: rector Paul De Knop, Marc Van den Bossche, Lieven Annemans, Karl Verstrynge, Bart Van Kerkhove, Patrick Vanroose, Maarten Colette en Hans De Canck. Het is de bedoeling om 10.000 euro ‘inschrijvingsgeld’ (5.000 euro per team) via allerlei acties en sponsoring bijeen te krijgen. Het volledige bedrag gaat integraal naar Kom op Tegen Kanker. www.vub.ac.be/1000km


Studenten doen mee aan Shell Eco-marathon

De Shell Eco-marathon is een internationale competitie die studenten wereldwijd uitdaagt om de meest energiezuinige wagen te ontwerpen, te bouwen en te testen. Dit keer doet ook een groep masterstudenten van de Vrije

Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel mee. De Europese finale vindt eind mei plaats op het EuroSpeedway Lausitz Racing Circuit in Duitsland. Aan de Shell Eco-marathon doen hon-

Alles voor de wiskunde Op de jongste pi-dag (14 maart) vond op campus Etterbeek de grote finale van de Wiskunnend Wiske Wedstrijd plaats. Liefst 110 klassen van het vierde, vijfde en zesde jaar secundair hadden vooraf zes prikkelende opdrachten in klasverband moeten oplossen. De klassieke wiskunde van breuken, cosinus en sinus, integralen en limieten, kwam hier niet echt bij te pas. Wél leidden de opdrachten zoals een foute Rubik kubus de leerlingen binnen in een fascinerende wereld vol raadsels en ontdekkingen. De klassen die de opdrachten tot een goed einde wisten te brengen, mochten op 14 maart 2011 naar de finale van de Wiskunnend Wiske Wedstrijd, in aanwezigheid van prof. Ingrid Daubechies. De beroemde natuur- en wiskundige én VUB-alumna had de wedstrijd immers bedacht. De leerlingen van de 34 klassen die de finale haalden, kregen vier doe-opdrachten voorgeschoteld, waarbij hun jeugdige breinen tot het uiterste gedreven werden.

De leerlingen van 6 WetenschappenWiskunde uit het Sint-Jozefinstituut in Essen (op de foto met Ingrid Daubechies en rector Paul De Knop) hebben de Wiskunnend Wiske Wedstrijd gewonnen. Ze gingen naar huis met prachtige prijzen. www.wiskunnendwiske.be

derden teams uit heel Europa mee, sommigen hebben al aardig wat ervaring opgebouwd. Dit jaar is er evenwel een nieuwe categorie toegevoegd aan de competitie voor elektrisch aangedreven voertuigen. Het VUB- en EhB-team zal deelnemen met een prototype aangedreven door een elektromotor en batterijen. Hierdoor kunnen de studenten hun gebrek aan ervaring enigzins compenseren, aangezien de universiteit in dit domein al heel wat expertise heeft. De wagen bestaat uit een ligfiets met een composieten carrosserie die wordt omgebouwd tot een volwaardig elektrisch voertuig. De studenten hebben hun theoretische kennis in de praktijk omgezet in het dimensioneren van de aandrijving, de ophanging en het stuursysteem van de wagen. De aandrijving bestaat uit een op batterijen lopende elektromotor. Het team wil met z’n deelname vooral jongere studenten stimuleren om volgend jaar het project verder te zetten en het voertuig te verbeteren. Hiervoor wordt er op 11 mei een promo-evenement georganiseerd waarop de wagen wordt voorgesteld.

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011

11


12

CALI

Campus Lifecycleproject steeds concreter “Het CALI-project zit op schema en het enthousiasme van alle betrokkenen is er nog altijd.” Aan het woord is Chris Beirens, projectmanager van CALI of Campus Lifecycle, het toekomstige informatiesysteem voor de studenten- en onderwijsadministratie dat in juli 2012 operationeel wordt. In het voorjaar vonden cruciale simulatieweken plaats waar zowat 40 leden van het kernteam aan deelnamen. Meteen werd CALI een stuk concreter voor de medewerkers van Studentenbeleid, Onderwijszaken, Internationale Relaties (IRMO) en de faculteiten.

“De mensen die straks met CALI zullen moeten werken, hebben voor het eerst echt kunnen proeven van het systeem”, zegt Chris Beirens. Met CALI zal de universiteit haar studenten kunnen volgen vanaf het moment dat ze informatie aanvragen over VUB-opleidingen tot wanneer ze afgestudeerd zijn. Kortom CALI zal ervoor zorgen dat de universiteit haar studenten- en onderwijsadministratie veel efficiënter zal kunnen beheren. In de toekomst zullen bijvoorbeeld alle professoren en docenten hun punten rechtstreeks in het nieuwe studenteninformatiesysteem inbrengen. Tijdens de simulatieweken kon het kernteam kennis maken met het systeem en de basisbegrippen aanleren.” Ze kregen toelichting over de bouwstenen en de concepten van PeopleSoft Campus Solutions (dat de basis vormt van CALI) en leerden wat de gevolgen zijn van de vernieuwde concepten op proces-, organisatorisch en systeemniveau. “Een cruciale vraag tijdens de simulatieweken

was: wat betekenen die proces- en organisatieverbeteringen voor mij? Het gaat dan over processen als inschrijven, registreren, examens, deliberaties enz..” Na afloop van de simulatieweken vond een plenaire evaluatiesessie plaats, waarbij de deelnemers hun zeg konden doen over het CALI-project. Een greep uit de opmerkingen: “De meerwaarde is duidelijk”; “CALI is eindelijk concreter geworden”; “de Student Self Service zal voor veel verandering zorgen, de nadruk gaat verschuiven van controle naar begeleiding”; “er zal veel administratieve last wegvallen.”

“Op basis van de evaluatie kan men stellen dat de toepasbaarheid – ondanks de complexiteit – van het systeem PeopleSoft Campus Solutions algemeen ondersteund wordt door het kernteam”, luidt de conclusie. Volgens Chris Beirens is het wel belangrijk dat ook de studenten bij het project betrokken worden. De student zal van thuis uit zijn studiepakket kunnen samenstellen. “Ze komen in een self service systeem, we moeten weten of ze vanuit hun achtergrond andere inzichten over CALI hebben. Om dezelfde reden moeten we ook de docenten er nauw bij betrekken, want ook zij worden verantwoordelijk voor wat ze zelf allemaal in het systeem zullen invoeren.” Chris Beirens vergelijkt CALI met een Zwitsers uurwerk. “Je hebt allemaal radertjes die in elkaar moeten passen. Het is een state-of-the-art systeem dat een groot verschil zal maken als het werkt. Maar het werkt perfect in andere instellingen, dus moet het aan de Vrije Universiteit Brussel ook zeker lukken.” Meer info? www.vub.ac.be/CALI

Medewerkers van Studentenbeleid, Onderwijszaken, Internationale Relaties (IRMO) en de faculteiten vormen het CALI-kernteam


Prinses Astrid onder de indruk van Experimentele Farmacologie

foto: Benny De Vos

Prinses Astrid heeft op 5 april een bezoek gebracht aan de onderzoeksgroep Experimentele Farmacologie van de faculteit Geneeskunde en Farmacie op campus Jette. Het bezoek kaderde in de financiering van het onderzoek door de Geneeskundige Stichting Koningin Elisabeth (GSKE) en van de Prijs ‘Burggravin Valine de Spoelberch’ die de onderzoeksgroep van prof. dr. Yvette Michotte eerder kreeg. Prof. Michotte begroet prinses Astrid.

Neurotransmitters De onderzoeksgroep is internationaal erkend voor zijn expertise in het gebruik van intracerebrale in vivo microdialyse, gekoppeld aan gesofisticeerde analysemethodes. Dit laat toe om verschillende belangrijke stoffen in de hersenen, neurotransmitters genaamd,

waaronder dopamine, serotonine, acetylcholine, glutamaat, GABA en bepaalde neuropeptides, in ratten en muizen te meten. Afwijkingen op het niveau van de concentratie van deze neurotransmitters in bepaalde hersendelen, liggen vaak aan de basis van de aandoening. Het meten ervan in de hersenen van proefdieren waarin de ziekte wordt “nagebootst”, laat toe om de aandoening en de invloed van geneesmiddelen hierop te bestuderen.

alle neurowetenschappelijke onderzoeksactiviteiten aan de Vrije Universiteit Brussel en het Universitair Ziekenhuis Brussel te coördineren en te optimaliseren. Onderzoeksthema’s van het “Center for Neuroscience” zijn: de ziekte van Parkinson, epilepsie, neurovirologie, multipele sclerose, herseninfarct, affectieve aandoeningen en centrale regulatie van perifere aandoeningen.

Center for Neuroscience De onderzoeksgroep is multidisciplinair samengesteld en omvat apothekers, artsen, biologen, biomedici, scheikundigen en gespecialiseerde technici. Voor het ogenblijk zijn er zeven professoren, drie postdoctorale onderzoekers, vijftien doctoraatsstudenten en vijf technici op de verschillende projecten werkzaam. “Alleen wordt de financiering steeds moeilijker omdat de overheid moet besparen”, aldus prof. Michotte. Om dit op te vangen, is er schaalvergroting nodig. De onderzoeksgroep maakt dan ook deel uit van het “Center for Neuroscience”, dat tot doel heeft om

foto: Marie-Noëlle Cruysmans

Prinses Astrid kreeg eerst een uiteenzetting over het onderzoek dat binnen Experimentele Farmacologie verricht wordt en ze nam daarna uitgebreid de tijd om enkele laboratoria te bezoeken. De projecten binnen de onderzoeksgroep Experimentele Farmacologie hebben betrekking op onderzoek naar neurologische aandoeningen, waarbij de onderzoekers gebruik maken van diermodellen. Meer bepaald worden de ziekte van Parkinson, epilepsie en beroerte bestudeerd, en meer recent ook cognitie en depressie. Het doel is wijzigingen op verschillende niveaus in de hersenen te bestuderen en zo te komen tot innovatieve aangrijpingspunten voor nieuwe behandelingen.

Witte Jassen Ceremonie Eind maart organiseerde de Vrije Universiteit Brussel voor de tweede keer een Witte Jassen Ceremonie voor de studenten Geneeskunde. Het gaat om studenten - zowel huisartsen als specialisten in spe - die hun bachelor al op zak hebben en nu aan de vooravond staan van hun praktijkopleiding die maar liefst 33 maanden omvat van de masteropleiding. Door plechtig een doktersjas te overhandigen aan de studenten in dit stadium van hun opleiding, wil de universiteit het grote belang benadrukken van het contact tussen de student en

de patiënt en van de vele mogelijkheden die hiertoe geboden worden. Uit een onderzoek blijkt overigens dat de afgestudeerde studenten Geneeskunde van de Vrije Universiteit Brussel

zeer tevreden zijn over hun praktijkervaringen verworven tijdens hun opleiding en dat ze zich goed voorbereid voelen om volledig zelfstandig aan de slag te gaan.

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011 13


14

j u n i or o n der z oeker

De vroege Nederlandstalige publieke radio en de constructie van een Vlaamse culturele identiteit Een doctoraatsthesis maken ‘in duo’ over het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR) met in het bijzonder het Groot Symfonisch Orkest (GSO), dat klonk Lien De Cang en Lieselotte Goessens begin januari 2009 als muziek in de oren. Beide dames vertrekken elk van een eigen invalshoek en zorgen zo voor de nodige stereogeluiden die uiteindelijk zullen uitmonden in twee doctoraten. Waar Lien zich toelegt op artistieke en publieksaspecten (1930-1953, zonder WO2), onderzoekt Lieselotte de bijdrage van de verschillende omroepverenigingen tot de constructie van een Vlaamse culturele identiteit (1929-1939). Het unieke aan radio in die tijd was het live aspect. Tal van radio-orkesten waren toen actief en voor hen was de relatie met het publiek van groot belang. Hoe dacht het management in die tijd over zijn radiopubliek? Wat waren de noden van het publiek en hoe ging de Nederlandstalige publieke radio hier mee om? Hoe gaven zij gestalte aan de ‘public service’? En hoe vertaalden zij dit naar een artistiek beleid? Dat zijn de vragen waar Lien De Cang momenteel antwoorden op zoekt in de vele beleidsdocumenten van de Raad van Bestuur en het Dagelijks Bestuur, plus de correspondentie tussen de directeuren en de dirigenten. De hypothese is dat een symfonisch omroeporkest pas gedragen wordt wanneer het een goed management heeft en rekening houdt met zijn luisteraars. “In het beginstadium kende de radio een versnipperd muziekbeleid”, zegt Lien De Cang. “De verschillende orkesten waren samengesteld uit een pool van muzikanten waarbij ieder orkest een divers repertoire bracht. Vanaf 1935 gaat het Groot Symfonisch Orkest zich toeleggen op zijn educatieve en informatieve functie en wordt het als voornaam omroeporkest gepercipieerd. Aangezien ook entertainment, of het lichtere klassieke genre, belangrijk bleek te zijn voor het publiek, werden ook de andere orkesten ingeschakeld om een pluriform muziekbeleid te garanderen.”

Ideologische conflicten Om de relatie tussen het muziekbeleid aan de vroege Vlaamse publieke radio en de Vlaamse culturele emancipatie te bepalen, richt Lieselotte zich op de vier omroepverenigingen die toen actief waren: een katholieke, een socialistische, een liberale en een Vlaams-nationalistische. Gezien de grote ideologische verschillen, zorgde dit voor heel wat conflicten. Ieder had immers zijn eigen idee over culturele identiteit. Het NIR heeft zich altijd neutraal gehouden en vermeed zo een politieke mediaoorlog. Lieselotte Goessens: “Het begin van de Vlaamse radio is te situeren in een periode dat de Vlaamse emancipatie in volle opgang was. Ik wil graag weten hoe die radio werd ingeschakeld in deze Vlaamse emancipatie. Welke Vlaamse culturele identiteit stonden deze omroepverenigingen voor en hoe uitte zich dat in hun muziekprogrammering?” Er lijkt bovendien een duidelijke kloof geweest te zijn tussen de invalshoek van het NIR, die vooral een esthetische kwaliteitsnorm hanteerde om de Vlaamse cultuur naar een hoger niveau te tillen, en van de omroepverenigingen, die zich naast professionele Vlaamse muzikanten ook richtten op lokale Vlaamse amateurcultuur. In 1945, na de tweede wereldoorlog, verdeelde het NIR de zendtijd niet langer onder zichzelf en de omroepverenigingen maar werkte voortaan alle uitzendingen zelf uit. Alleen zo kon het NIR de kwaliteit

van de uitzendingen voldoende garanderen en politiek-ideologische conflicten vermijden. Deze combinatie van muziekbeleid- en management met musicologie is een nieuw gegeven voor de vakgroep Communicatiewetenschappen. Lien De Cang en Lieselotte Goessens willen de geschiedenis van de omroep, bekeken vanuit de twee verschillende invalshoeken, dan ook samenbrengen in het boek dat ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van het voormalige Vlaamse Radio Orkest (het huidige Brussels Philharmonic) wordt uitgegeven. Om de erfgoedfunctie aan een zo breed mogelijk publiek mee te kunnen geven, zorgen ze ook voor een treffende afsluiter: een concert van het Brussels Philharmonic dat in voorjaar 2013 wordt verwacht. [cv]

Onderzoeksassociatie Beide doctoraten worden ondersteund door de onderzoeksassociatie tussen de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel. Promotoren zijn prof. Katia Segers (Vrije Universiteit Brussel), dr. Kristin Van Den Buys (Koninklijk Conservatorium van Brussel) en prof. Francis Maes (Universiteit Gent).


Na het behalen van een professionele bachelor in Communicatiemanagement, studeerde Lien De Cang (links op foto) in 2008 af als master in de Culturele Agogische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel met een masterscriptie over opera-educatie in basisscholen, in samenwerking met de Munt. Sinds 2009 is ze lid van CeMeSO (het Centrum voor Media en Cultuurstudies) en werkt ze aan een doctoraat over het institutionele-, artistieke- en publieksbeleid van het Groot Symfonisch Orkest van het Nationaal Instituut voor de RadioOmroep. Dit voor de periodes 1930-1940 en 1945-1953. Ook in haar vrije tijd is Lien gepassioneerd door klassieke muziek. Ze is celliste bij het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel en bij het Leuvens Alumni Orkest. Lieselotte Goessens studeerde kunstwetenschappen en archeologie aan de Universiteit Gent, waarin zij zich specialiseerde in musicologie. Ze studeerde af in 2008 met een thesis die een kritische studie bevatte van de wederzijdse invloeden van literatuur, musicologische studies en hedendaagse ensceneringen van de opera Don Giovanni. Momenteel voert zij het eerste interdisciplinaire doctoraatsonderzoek uit aan de Vrije Universiteit Brussel, in samenwerking met het Koninklijk Conservatorium van Brussel, een departement van de Erasmushogeschool, naar de relatie tussen de Vlaamse culturele emancipatie en het muziekbeleid van de vroege Vlaamstalige publieke radio van 1929 tot 1939. Ook Lieselotte kent de liefde voor muziek: ze is tweede sopraan bij het Gents Universitair Koor, het kamerkoor Koriolis in Gent en bij het vocaal ensemble Escarot.

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011 15


16

HANDELSMISSIE

Studenten Handelsingenieur ontdekken internationale bedrijfsleven in Indonesië Wie? 19 masterstudenten Handelsingenieur van de Vrije Universiteit Brussel Wat? Onder leiding van prof. Michael Dooms trokken de studenten een maand lang richting Indonesië om te ervaren hoe een handelsingenieur in de praktijk werkt. Ze vertegenwoordigden er elk een Belgisch bedrijf dat de handelsmogelijkheden met Indonesië wil onderzoeken. Hoe? Aan deze trip ging heel wat voorbereiding vooraf. De studenten gingen zelf op zoek naar geïnteresseerde Belgische bedrijven. Elke student kreeg zijn vaste contactpersoon binnen het bedrijf waarvoor hij een opdracht uitvoerde. Na hun trip brengen ze verslag uit aan hun bedrijf en geven ze daar ook een presentatie. Waarom? Deze handelsmissie is een uitgelezen kans voor de studenten om internationale handelservaring op te doen. Voor de bedrijven biedt deze missie de mogelijkheid om een buitenlandse markt te laten scannen op handelsmogelijkheden.

Overvloed aan ervaring Op vraag van Hydrogenics onderzocht Kevin Missoorten de markt van waterstofproductie: wie zijn de spelers op de Indonesische markt en welke bedrijven hebben nood aan waterstofproductie, meer bepaald voor brandstofcellen. Hij legde de eerste contacten waar Hydrogenics verder op kan bouwen. Tijdens zijn onderzoek kon Kevin gelukkig beroep doen op een Indonesische student die hem vergezelde als tolk. Dat bleek broodnodig want lang niet iedereen spreekt Engels. Voor Kevin was de buitenlandse missie een onbetaalbare ervaring.

Internationale ervaring smaakt naar meer Cnext, een IT service bedrijf dat zich vooral toelegt op de integratie van business processen, vroeg aan Cédric Votquenne om te peilen naar de interesse in hun producten bij banken, telecom- en nutsbedrijven. Cédric ging allereerst zijn licht opsteken bij expats uit de Benelux en de contacten die daaruit voortvloeiden bezorgden hem een vlotte introductie bij flink wat bedrijven. Hij onderzocht de IT-strategie van deze bedrijven en bekeek wat Cnext voor hen kan doen. Hij kwam al snel tot de conclusie dat het bedrijf best via partnerschap werkt omdat het anders te moeilijk zaken doen is. Na een maand ter plaatse had Cédric drie mogelijke partners gevonden. Hij levert dus een stevige basis af waar Cnext verder mee aan de slag kan. Wat Cédric zelf betreft: die heeft geproefd van het internationale zakenleven en het smaakt absoluut naar meer.

Afstand Indonesië-België voortaan kleiner Op vraag van een Belgische speelgoedfabrikant, gespecialiseerd in brain puzzels, de Indonesische markt onderzoeken en het distributienetwerk analyseren: dat was de missie van Jerina Demolon. Ze analyseerde ter plaatse niet alleen het aanbod van de verschillende speelgoedwinkels maar trok, gewapend met een tolk, ook met haar product naar de consumenten zelf. Jakarta telt heel wat winkelcentra en die bleken hiervoor de gedroomde plaats. Voor Jerina was dit het leukste deel van heel de missie: “Er is voor mij echt een nieuwe wereld opengegaan. Het directe contact met de Indonesiërs zelf was zeer leerrijk. Indonesië is het grootste moslimland ter wereld en hoewel de verschillen tussen België en Indonesië groot zijn, heeft deze handelsmissie de afstand tussen Indonesië en België voor mij absoluut verkleind.”


Emerging economy Naast deze drie voorbeelden was er nog een hele waaier aan opdrachten: meubels, textiel, juwelen en diamanten, watervoorzieningen, serres, rubber, cosmetica, kippenvoeding, industriële wasmachines: bedrijven uit tal van sectoren lieten de Indonesische markt onderzoeken en verkennen door de studenten van de Vrije Universiteit Brussel. Indonesië is immers een van de emerging economies: de wereldwijde economische crisis zorgde in Indonesië maar voor een kleine vertraging van de economische groei en momenteel groeit de economie er met meer dan 6 procent per jaar. Een groeiende verwerkingsindustrie, een overvloed aan natuurlijke bronnen, een groeiende lokale markt, een gezonde financiële sector en een stabiel politiek klimaat: het zijn allemaal factoren die ertoe bijdragen dat de economie van Indonesië kan uitgroeien tot een van de sterkste ter wereld.

Business en fun Tijdens hun verblijf in Indonesië wisselden de studenten de ‘business’ natuurlijk ook geregeld af met ‘fun’. Ze bezochten Yogyakarta, de culturele hoofdstad van Java met de prachtige tempels Borobudur en Prambanan als belangrijkste trekpleisters. Ook trokken ze naar Kepulauan Seribu, oftewel de Duizendeilanden, een groep van 105 Indonesische eilanden in de Javazee, vlak voor de kust bij Jakarta. Deze eilanden vormen een uniek ecosysteem en zijn een nationaal park van meer dan 1000 km2.

Waar moet je op letten als je zaken wil doen in Indonesië? • ‘Elastieken tijd’: zakendoen in Indonesië gaat er toch iets anders aan toe dan bij ons. Indonesiërs zijn zeer flexibel met hun afspraken. Te laat komen voor een afspraak of soms helemaal niet komen opdagen, gebeurt meer dan eens. ‘Jam karet’ noemen de Indonesiërs dat, elastieken tijd: met die tijd kan je alle kanten op want die laat zich uitrekken als een elastiekje. Dat vereist dan ook het nodige geduld. • Neem de tijd, veel tijd: je zal veel tijd moeten investeren om je Indonesische zakenpartner te leren kennen. Een sterke persoonlijke relatie is veel belangrijker dan het contract of de deal zelf.

Met dank aan • Christiaan Tanghe, Belgisch ambassadeur in Indonesië en oud-student van de Vrije Universiteit Brussel, voor de organisatie van een netwerkingreceptie op de Belgische ambassade. • Dominique Vanderhaeghen, Economisch en Commercieel Attaché van de Belgische ambassade in Indonesië, voor zijn hulp en medewerking. • Kris Bossaerts, ereconsul van Indonesië, die een presentatie aan de studenten gaf over ‘hoe zaken doen in Indonesië’. • Deloitte, de sponsor van Inisol, wiens kantoren in Jakarta de studenten tijdens hun verblijf mochten gebruiken. [cv]

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011 17


18

E rasm u shogeschool B r u ssel

Kunst en activisme in tijden van globalisering Zijn kunstenaars vandaag nog (politiek) activistisch? Vaak wel. Maar nemen ze dat activisme ook mee in hun werk? Zelden. Cultuurfilosoof Lieven De Cauter en cultuur- en theaterwetenschappers Ruben De Roo en Karel Vanhaesebrouck van het Rits gingen licht ontgoocheld op zoek naar geslaagde kruisbestuivingen tussen kunst en activisme. De ontgoocheling sloeg echter over naar enthousiasme en mondde uit in het boek Art and Activism in the Age of Globalisation. Een bundeling van teksten over en van activistische kunstenaars. Waar vindt het boek Art and Activism in the Age of Globalisation zijn oorsprong? Ruben: “Het boek is voortgevloeid uit een onderzoeksproject aan het Rits. Tussen 2006 en 2008 deden we onderzoek naar subversieve kunst. Daaruit is een lexicon gegroeid van een tweehonderdtal pagina’s. Karel (Vanhaesebrouck, red.) kwam toen met het idee om een boek te schrijven met teksten die dieper zouden ingaan op begrippen uit het lexicon. Essays dus, die de begrippen verder zouden uitwerken. Het was een werk van lange adem, maar we zijn erg blij met de publicatie.’’ Karel: “Aan de basis van het boek lag ook een soort ontgoocheling. Veel artiesten gebruiken het woord activisme, al staat daar zelden een interessante praktijk tegenover. Maar door met steeds meer voorbeelden in contact te komen, werd mijn stelling ontkracht. Er bleken best wel wat artiesten te zijn die kunst maken die artistiek interessant is en tegelijk meer doet dan een deuk in een pakje boter slaan.’’ Geeft jullie boek een stand van zaken rond kunst en activisme of lichten jullie er enkele voorbeelden uit? Ruben: “Het is een heel breed boek, waarin we de spanningsverhouding tussen kunst en activisme bespreken. We zijn op wereldniveau willen nagaan hoe wordt omgesprongen met activistische kunst.’’ Lieven: “De cartografie is zeker één van de lagen. Het boek geeft een overzicht van activistische kunst in Latijns-Amerika, Azië, … Maar daarnaast is er een andere laag, die thematisch is opgebouwd. Zo hebben we het bijvoorbeeld over Urban Activism en activisme in tijden van terreur. Het is een essaybundel die met verhalen een beeld schetst van activisme en kunst op wereldniveau. Door al die verhalen krijg je een polyfonie, en net dat hebben we aangewakkerd. Zo staan in het boek ook heel wat kritieken op het activisme.’’

Zoals? Lieven: “Het hoofdstuk over Urban Activism start bijvoorbeeld met een aantal ‘good practices’, zoals City Mine(d) in de Brusselse Leopoldswijk, maar sluit af met een tekst die heel dit stadsactivisme op de korrel neemt. De stadsactivistkunstenaar die in moeilijke wijken intervenieert, loopt namelijk het risico om een soort glijmiddel te worden voor het stadsbestuur of ontwikkelaars. Wat hij dan doet, is de sociale pijn en het verzet wegmasseren.’’ Karel: “Eigenlijk krijg je dan ongewilde collaboratie, net als bij ngo’s. Documentairemaker Renzo Martens, waar Ruben over schrijft, stelt dit hard aan de kaak. Ngo’s bestrijden armoede, maar hebben tegelijk ontwikkelingslanden nodig om zelf te leven en dus maken ze van armoede een product met een logo. Renzo Martens slingert die realiteit in ons gezicht. Hij gebruikt daarbij geen kritische ondertoon in z’n werk of intervenieert niet actief. Net dat maakt het zo sterk.’’ Wat is er zo moeilijk aan daadwerkelijk activistische kunst? Karel: “Richard Schechner, de bompa van de Amerikaanse avant-garde, geeft een mooi argument in z’n tekst. Ik vind die zin trouwens ook heel typerend voor het hoger onderwijs, vandaag. ’Where excellence is high, innovation is low.’ Hoe meer excellentie er is, op economisch en pedagogisch vlak, hoe minder innovatief en out of the box we denken. En dat is een trend die we ook zien bij de hogescholen en universiteiten, waar de vraag van de arbeidsmarkt voorrang krijgt op innovatie en kritisch denken.’’ Lieven: “In de kunsten vloeit die excellentie voor een stuk voort uit de officialisering van de kunsten. Neem bijvoorbeeld een fenomeen als underground cinema. In vergelijking met vroeger is die cinema bijzonder goed uitgerust en gedocumenteerd. Er wordt universitair onderzoek naar gedaan, er zijn ateliers, artists in residence en

noem maar op. Maar daartegenover staat: it’s as dead as a dodo. Volgens filmmaker Duncan Reekie waren de geheime wapens van de underground cinema armoede, slechte smaak en incompetentie. De slagkracht van het amateurisme is weg.’’ Karel: “Kunst is heel technisch virtuoos geworden in activistisch zijn, zo stelt Schechner, en dus is men eigenlijk niet meer activistisch, want where excellence is high, innovation is low.’’ Lieven: “Toch wil dit boek geen pleidooi zijn om alle kunst activistisch te maken. Wel zijn we op zoek gegaan naar de gelukte kruisbestuivingen tussen kunst als autonome praktijk en politiek activisme.’’ Karel: “Ik vind het trouwens een typisch boek van een kunstschool. Het is geen boek van een aantal kunstfilosofen die uitleggen wat de artiesten niet zien. Neen, het vertrekt vanuit een nieuwsgierigheid naar de praktijk en vanuit de wetenschap dat die praktijk moeilijk is en dat het niet aan ons is om zomaar kaders en oplossingen aan te brengen.’’ Lieven: “Bovendien komen zowel jong als oud aan bod, gekende ‘reuzen’ en jonge wolven, zoals Thomas Bellinck, die bij de redactie van het boek nog niet was afgestudeerd. Thomas brengt trouwens één van de mooiste stukken. Hij nam de tekst die hij voorlas op z’n artistiek event op het Muntplein, een aantal jaren terug, om aandacht te vragen voor immigranten die illegaal in ons land verblijven.’’ Karel: “Vanuit z’n artistieke verbeelding stampte hij een event uit de grond dat zowel artistiek als activistisch was. Hulp van docenten, de hogeschool of andere organisaties had hij niet nodig. Op zo’n moment kunnen studenten je met beide voeten op de grond plaatsen. Maar is net dat niet de kracht van het lesgeven?’’ Art and Activism in the Age of Globalisation (334 pagina’s, 22,50 euro) werd uitgegeven door NAi Uitgevers (www.naipublishers.nl).


19

P erso n al i a

Cajsa Tonoli van de vakgroep Menselijke fysiologie (MFYS) heeft de aanmoedigingsprijs van het peer reviewed tijdschrift ‘Geneeskunde & Sport” gewonnen met het artikel ‘Running related injuries in long-distance running; Incidence, risk factors and prevention’. Svetlana Verbruggen van de vakgroep Mechanics of Materials and Constructions (MEMC) werd onlangs geselecteerd in de ‘SAMPE Benelux Student Meeting 2011’ om de Society for the Advancement of Material and Process Engineering (Sampe) Benelux te vertegenwoordigen op de Sampe Europe Student Conference 2011. Zij behaalde deze selectie met een presentatie getiteld ‘Textile reinforced cement as an externally bonded reinforcement for concrete beams’. Dr. Sebastiaan Eeltink, van de vakgroep Chemische Ingenieurstechnieken en Industriële Scheikunde (CHIS), werd genomineerd voor de Emerging Leader in Chromatography prijs 2011, die de verwezenlijkingen van getalenteerde, jonge wetenschappers op het vlak van chromatografische toepassingen en technieken bekroont. Lieselot Peeters, Handelsingenieur 2010, ontving voor haar masterproef ‘Mergers and Acquisitions by Quoted European Companies (2005-2007): Are the Bidders’ Schareholders Winners or Losers?’ de Gutt Memorial Prize uitgereikt door de Université Libre de Bruxelles. Wendy Van Moer (FWO post doc en ZAP) ontving vanwege het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) Instrumentation and Measurement Society de ‘2010 Outstanding Associate editor recognition’. Sinds 2007 is zij associate editor voor deze organisatie. Wendy Van Moer is sinds 1997 werkzaam bij de vakgroep Algemene Elektriciteit en Instrumentatie (ELEC) van de faculteit Ingenieurswetenschappen. Sinds 2010 leidt zij het onderzoeksteam M2ESA dat zich richt op signaalverwerkingsproblemen binnen de medische wereld. Dr. Ann Desmedt van de dienst Neurologie UZ Brussel (dat deel uitmaakt van het Center for Neurosciences van de Vrije Universiteit Brussel) ontving van de Vlaamse Vereniging voor Neurologie (VVN) de Eli Lilly Prijs 2010 voor haar werk getiteld ‘Insulin-like growth factor I serum levels influence ischemic stroke outcome’. Dit werk wordt binnenkort ook gepubliceerd in het tijdschrift “Stroke”. Prof. Paul Wylleman trad onlangs in het Europees Parlement op als expert tijdens de Hearing on Sport. Tijdens deze Hearing werd het belang van sport binnen de Europese Unie in het algemeen, en de specificiteit van (top)sport binnen het Verdrag van Lissabon in het bijzonder,

besproken. Prof. Wylleman gaf onder andere toelichting over de begeleiding van topsportstudenten aan de Vrije Universiteit Brussel via de dienst Topsport en Studie, de wijze waarop doorheen Europa talentvolle elite-atleten hun sportcarrière combineren met een school- of academische carrière of met tewerkstelling, de vereisten in de carrièrebegeleiding van voormalige topsporters en specifieke beleidsaanbevelingen wat betreft ‘Dual career in elite sport in Europe’. Prof. em. André Van Steirteghem, een van de pioniers op het vlak van vruchtbaarheidsonderzoek, kwam onlangs uitgebreid aan bod in de prestigieuze reeks ‘Alles voor de wetenschap’ op Canvas. Samen met prof. Paul Devroey startte hij begin jaren ‘80 met het toepassen van in vitro fertilisatie. De jaren daarna verbaasden ze de wereld met verschillende nieuwe technieken. De grootste doorbraak kende Van Steirteghem in 1992 met de ontwikkeling van ICSI, de Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie, waarmee vooral onvruchtbare mannen konden worden geholpen. Onder zijn leiding groeide het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel uit tot een wereldautoriteit.

In dezelfde reeks ‘Alles voor de wetenschap’ over spraakmakende Belgische wetenschappers, zat ook een aflevering over VUB-alumna Ingrid Daubechies, een van de grootste wiskundigen van onze tijd. De Daubechies wavelets zijn naar haar genoemd. Deze wiskundige formules zijn van groot belang in de beeldcompressie en liggen aan de basis van heel wat dagdagelijkse toepassingen, zoals de digitale cinema. Zelfs de FBI deed een beroep op haar kennis voor de ontwikkeling van een nieuw systeem om vingerafdrukken te herkennen. ‘Alles voor de wetenschap’ trok naar de gerenommeerde Amerikaanse Universiteit van Princeton waar ze tot eind 2010 werkte. Nu zet ze haar indrukwekkende carrière verder aan de Duke University. Tijdens de Winter Universiade die in Erzurum (Turkije) plaatsvond werden twee studenten van de Vrije Universiteit Brussel geselecteerd om deel te nemen. Selim Tanrikulu, bachelorstudent Toegepaste Economische Wetenschappen, kwam uit voor Turkije binnen de discipline shorttrack. Kai Alaerts, bachelorstudent Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen, nam deel aan de skicompetitie waar hij een vijfde plaats behaalde op de slalom.

COLOFON Redactie: Karolien Merchiers, Chantal Verelst, Andrea Luyckx, Bram Esposito, Heleen van Schooneveld, Peter Van Rompaey Eindredactie: Peter Van Rompaey Medewerkers: Danny Vileyn, Valéry De Smet, Veerle Magits Foto’s: Saskia Vanderstichele, Bernadette Mergaerts, Chantal Verelst, Marie-Noëlle Cruysmans, Benny De Vos Opmaak: Gekko Publiciteit Druk: Albe De Coker Gedrukt met plantaardige inkten op milieuvriendelijk papier Redactiesecretariaat: Myriam De Pelseneer, Ingrid Knaepen Dienst Interne en Externe Communicatie Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel [T] +32 (0)2 629 21 34 [F] +32 (0)2 629 12 10 [E] ieco@vub.ac.be [E] www.vub.ac.be Wenst u Akademos thuis te ontvangen, laat ons iets weten. Verantwoordelijke uitgever: Prof. dr. Paul De Knop Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel

Sponsor De Toekomst

Giften, legaten, schenkingen, sponsoring +32 (0)2 629 12 46 of fundraising@vub.ac.be

Meer info:

www.vub.ac.be/infoover/fundraising Vanaf 40 euro fiscaal aftrekbaar

Het minimale bedrag om giften voor goede doelen fiscaal aftrekbaar te maken, bedraagt intussen 40 euro in plaats van 30 euro.

AKADEMOS - JG.14 • NR2 • APRIL - MEI 2011 19


l e s s u r #B R E E D U T S ! E LIV EN G A D O INF 9 /0 3 0 & 5 08/0

Van politiek over economie tot geneeskunde, welke studierichting je ook kiest, in Brussel beleef je wat je leert.

Kom naar de infodag voor bachelors en masters en studeer live!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.