Akademos juni 2008

Page 1

Verschijnt 5 maal per jaar Afgiftekantoor Antwerpen X P409339

Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B - 1050 Brussel

BelgiĂŤ - Belgique P.B. Gent X BC 9467

agazine

matiem nig infor

-juli enzin g i e - juni k j i .3 l R e N Red l JG.11 e s s u r siteit B r e v i n Vrije U

2008

De tiende rector: Paul De Knop volgt Ben van Camp op Topsportstudenten naar Olympische Spelen 148109_Akademos_juni 2008.indd 1

10-06-2008 10:36:12


wist u dat ... … Rilatine sportprestaties verbetert bij warm weer? Het gebruik van Rilatine, het geneesmiddel om de effecten van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) tegen te gaan, zorgt ervoor dat sporters bij warm weer beter presteren. Tot die conclusie kwam de vakgroep Menselijke Fysiologie van de Vrije Universiteit Brussel tijdens een onderzoek naar de werking en de effecten van Rilatine tijdens inspanning bij normale en warme temperatuur. In het Blits-labo legden enkele wielrenners twee testen (tijdritten) af. Bij normale omgevingstemperaturen veroorzaakte Rilatine geen prestatieverschil in de tijdrit. Bij een temperatuur van 30°C werd dezelfde tijdrit (die in normale omstandigheden ongeveer 30 minuten duurt) maar liefst 7 minuten (16%) sneller afgewerkt. De wielrenners reden niet alleen sneller, ze produceerden ook meer warmte met als gevolg een significante verhoging van de kerntemperatuur (tot boven de 40°C), zonder veranderingen in het inspanningsgevoel en de thermische sensatie van de renners. Dit is natuurlijk niet zonder risico’s, want de sporters kunnen hierdoor oververhit raken, wat kan leiden tot een shock. De resultaten van het onderzoek verschenen onlangs in het gerenommeerde sportwetenschappelijk vakblad Medicine & Science for Sports & Exercise (MSSE).

Nieuwe inzichten in de fixatie van heupprothesen kunnen in de toekomst leiden tot de ontwikkeling van gecementeerde heupprothesen die minder snel loskomen. Dr. Thierry Scheerlinck van de dienst Orthopedie van het UZ Brussel heeft er zijn doctoraat aan gewijd. Heupprothesen worden vaak gebruikt om een beschadigd heupgewricht te vervangen. Hierbij wordt de prothese frequent aan het bot gefixeerd door middel van botcement, een methylmethacrylaat polymeer. In samenwerking met de dienst radiologie van het UZ Brussel en de dienst toegepaste wetenschappen (ETRO) van de Vrije Universiteit Brussel, werd een meetinstrument ontwikkeld om de relatie tussen bot, cement en heupsteel (deel van de prothese die in de mergholte van het dijbeen wordt geplaatst) te onderzoeken. Uit dit onderzoek bleek dat grotere heupstelen mechanisch stabieler zijn dan kleinere exemplaren, maar dat de cementmantel meer defecten vertoont. Hierdoor kunnen toxische slijtageproducten het bot gemakkelijker bereiken, wat kan leiden tot botafbraak en tot het loskomen van de prothese. Welk het beste compromis is tussen de verhoogde mechanische stabiliteit van een massiever implantaat enerzijds, en het beperken van het aantal defecten in de cementmantel anderzijds, is nog niet helemaal duidelijk.

Jan Bernheim en Luc Deliens

2

AKADEMOS

… palliatieve zorg en euthanasie onterecht als tegengesteld worden beschouwd? Zowat overal ter wereld wordt de legalisering van euthanasie en de ontwikkeling van palliatieve zorg als contradictorisch beschouwd: verschillend doel, verschillende prioritaire waarden, verschillende levensbeschouwingen van de zorgverleners. Uit een studie die is verschenen in het gezaghebbend medisch tijdschrift British Medical Journal blijkt nu dat in België euthanasie en palliatieve zorg niet antagonistisch zijn, maar elkaar net wederzijds versterken. Prof. dr. Jan Bernheim voerde het onderzoek in samenwerking met de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde (prof. dr. Luc Deliens) en dr. Arsène Mullie, voorzitter van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. Hun conclusie luidt: “Legalisering van euthanasie is aanvaardbaar en mogelijk geworden door het creëren van een behoorlijk netwerk van zorg aan het levenseinde. Palliatieve zorg heeft de patient -en niet de ziekte of de behandelingsmethode - centraal gesteld, waardoor euthanasie bespreekbaar werd”. In de aanloop naar de legalisering van euthanasie en de groei van het netwerk van palliatieve zorg werden levensverkortende medische ingrepen steeds vaker uitgevoerd en tegelijk namen clandestien geassisteerde overlijdens af. Kortom, het proces van de legalisering van euthanasie en de ontwikkeling van palliatieve zorg waren ethisch, professioneel, politiek en financieel innig met elkaar verbonden.

© Belga

… er nieuwe inzichten zijn in de fixatie van heupprothesen?

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 2

10-06-2008 10:36:16


Onderzoek kort

… kankerpatiëntjes niet langer onvruchtbaar hoeven te blijven? Kinderen die behandeld worden voor kanker worden vaak onvruchtbaar. Dat komt omdat de stamcellen in de zaadbal, die op latere leeftijd tot zaadcellen uitrijpen, mee vernietigd worden. De onvruchtbaarheid die daarop volgt, kan worden verholpen door na genezing stamcellen in de zaadbal ‘in te banken’. Die techniek was bij kinderen tot nog toe zeer omslachtig en moeilijk. Maar onder leiding van prof. dr. Herman Tournaye hebben onderzoekers van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Brussel nu bij muizen een eenvoudigere methode ontwikkeld, die even efficient is voor het heropstarten van de zaadproductie bij kinderen. Die techniek bestaat uit het inbrengen van ingevroren zaadbalweefsel dat stamcellen bevat via een kleine insnede in de zaadbalmassa. Zo kunnen stamcellen opnieuw de zaadvormende buisjes koloniseren (foto). Deze eenvoudige techniek zou men zelfs onder plaatselijke verdoving kunnen uitvoeren.

… een doctoraatsenquête peilt naar de seksualiteit bij homo’s? Homomannen worden uitgenodigd om deel te nemen aan een online-enquête over seksualiteit. Het initiatief gaat uit van dokter Jan Vansintejan, van de vakgroep huisartsgeneeskunde van de Vrije Universiteit Brussel, die hierover een doctoraat schrijft. “Farmaceutische bedrijven leggen zich bij onderzoek uitsluitend toe op heteromannen”, zegt Vansintejan. “Maar homomannen ervaren ook problemen met hun seksualiteit, zoals erectie- en libidostoornissen of orgasmeproblemen. Dat wil ik in kaart brengen.” Vansintejan hoopt met de bevindingen ook clichés over homo’s te kunnen weerleggen. “Onder een groot deel van de bevolking leeft de misvatting dat alle homo’s anale seks hebben en dat ze vaak wisselende partners kiezen en seksverslaafd zijn. Dat beeld geldt niet voor iedere homo. We stellen trouwens niet alleen vragen over seks maar ook over het verlangen en over het welbevinden in relaties. Seks draait immers niet alleen om techniek, intimiteit is zeker zo belangrijk.” Het doctoraat wordt over twee jaar afgerond. Deelnemen aan de enquête kan via www.gamesss.be.

© Belga

... een pas ontdekte molecule kinderverlamming kan uitroeien? Mensen die besmet zijn met het poliovirus lopen grote kans om de ziekte poliomyelitis, beter bekend als kinderverlamming, te ontwikkelen. Door deze ziekte geraken een of meerdere ledematen verlamd met soms de dood tot gevolg. Veel scheikundige stoffen zijn al uitgetest om de vermenigvuldiging van het poliovirus tegen te gaan. Maar die waren slechts werkzaam tegen een of twee serotypes van in totaal drie verschillende serotypes van het poliovirus. Nu is er goed nieuws op dat vlak, want de wereldwijde uitroeiing van kinderverlamming is een stap dichterbij. Onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel hebben een nieuwe antivirale molecule ontdekt die de ontwikkeling van polio tegenhoudt. Hun bevindingen werden reeds gepubliceerd in het toonaangevend tijdschrift Antiviral Research. Op basis van deze molecule kunnen nu nieuwe geneesmiddelen gemaakt worden die ons in staat moeten stellen om de strijd tegen het poliovirus te winnen.

Inhoud Onder rectoren: Paul De Knop en Ben Van Camp ............... Toegepaste Taalkunde Erasmushogeschool naar campus Vrije Universiteit Brussel ............................. Kort nieuws .......................................................

4 8 9

Alumni Michel De Coster en Patrick De Maeseneire ..............................

10

Gediplomeerde topsporters: Topsport en Studie bestaat 20 jaar .......

12

Junior researcher Jikkemien Vertonghen .............................

15

Olympische studenten: 3 topsportstudenten naar Peking .......... Personalia .....................................................

16 19 3

148109_Akademos_juni 2008.indd 3

10-06-2008 10:36:24


Onder rectoren: Paul De Knop en Ben Van Camp “Ik ben de eerste rector ter wereld die uit de Lichamelijke Opvoeding komt”, zegt Paul De Knop. De 53-jarige De Knop wordt de tiende rector van de Vrije Universiteit Brussel. Eind september volgt hij huidig rector Ben Van Camp op. De 61-jarige Van Camp lijkt alvast opgelucht dat hij na acht jaar de fakkel kan doorgeven.

Antwerpenaar Paul De Knop kreeg bij de voorbije rectorverkiezingen 56% van de stemmen achter zijn naam, zijn tegenkandidaat, huidig vicerector Onderzoek prof. Jan Cornelis 44%. Het minste wat je over De Knop kan zeggen is dat hij een bezige bij is. Hij is o.m. decaan van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie, hoogleraar in Tilburg, voorzitter van het Gemeenschapsonderwijs en adjunctkabinetschef van Vlaams minister van Sport Bert Anciaux. De Knop heeft intussen al aangekondigd dat hij al die functies zal overdragen. Om voluit te kunnen gaan voor zijn nieuwe job als rector. De officiële machtsoverdracht vindt pas op 23 september plaats, tijdens de academische openingszitting. Wat gaat u beiden in afwachting nog allemaal doen? Paul De Knop: “Ik ga afwerken waar ik mee bezig ben: het gemeenschapsonderwijs, het kabinet, mijn decanaat, een aantal onderzoeksprojecten. En tegelijk bereid ik mijn rectoraat voor. Ik wil in de eerste plaats een team uitbouwen, dat is essentieel voor de toekomst. Je hebt als universiteit een sterke rector nodig, maar je hebt tevens een sterk team nodig. Daarover moeten goede afspraken gemaakt worden, want je gaat voor vier jaar samenwerken. En voor de rest wil iedereen mij zien, om mij belangrijke zaken te vertellen. Ik ben een luisterend oor, want ik wil

4

AKADEMOS

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 4

10-06-2008 10:36:26


Interview

nog beter weten wat er leeft aan onze universiteit.”

heel filosofisch: de grenzen van het vrij onderzoek.”

Rector Van Camp, zijn er nog mensen die u willen zien? Ben Van Camp: “Ja, om me goeiedag te zeggen. (lacht) Ik heb wel het gevoel dat ik niet te veel vijanden heb gemaakt. Men is vriendelijk tegen mij. De mensen zeggen me dat ze graag samenwerkten en ook dat ze uitkijken naar de nieuwe rector.”

Paul De Knop, hoe heeft u de rectorverkiezingen en de campagne zelf beleefd? Paul De Knop: Het was intensief. Het is een totaal ander soort campagne dan in de politiek. Het draait veel meer om de inhoud, de mensen zijn echt geïnteresseerd in de boodschap. Ik heb weinig last gehad van stress, maar het houdt je wel bezig. Je moet ook alles zelf doen met de middelen die je hebt. Mijn vier kinderen hebben me geholpen, enkele studenten en medewerkers en wat vrienden. Mijn tegenkandidaat probeerde

Wat gaat u nog doen de volgende maanden? Ben Van Camp: “Ik ga eerst twee weken zeilen. Een groot contrast met de voorgaande jaren, want

Ben Van Camp: “Het is zeker niet zo dat je als rector een soort godheid wordt.” rond deze tijd begon ik normaal al te broeden op mijn onderwerp voor de academische openingsrede. De rede moest met onze universiteit te maken hebben, maar ik wilde er ook filosofische beschouwingen bij. En ik ben eigenlijk een slechte schrijver, dus dat was een werk van heel lange adem. Je moet maar aan mijn vrouw vragen wat dat thuis betekende. Ik was daar echt dagen en nachten mee bezig, soms met maar twee zinnen… Maar dat hoef ik nu niet meer te doen en daar ben ik ongelooflijk blij mee.” Paul De Knop: “Ik ben nog niet echt aan mijn openingsrede begonnen. Maar ik denk dat de eerste rede de makkelijkste is. Ik heb net een verkiezing achter de rug en kan er in feite mijn programma voorstellen.” Ben Van Camp: “Ik wil u geen raad geven, maar mijn eerste rede acht jaar geleden ging absoluut niet over het beleid dat ik wilde voeren. Ik zag het in de traditie van een inaugurale les. Het onderwerp was

de mensen te overtuigen met een groot inhoudelijk dossier. Alleen denk ik dat niet alle mensen op die manier met de rectorverkiezingen bezig waren. Ik heb geopteerd voor een kernachtig dossier met een duidelijke korte boodschap, die ik voortdurend herhaald heb. En ik ben pas na de paasvakantie met mijn campagne begonnen. Ik heb toen mijn folder verspreid. Een verschil is ook dat Jan Cornelis al acht jaar vicerector is, iedereen kent hem. Ik kwam meer out of the blue. Op de debatten voor de universitaire gemeenschap namen de mensen eerst een afwachtende houding aan, maar geleidelijk voelde ik me meer en meer gesteund en naar het einde toe was ik er bijna van overtuigd dat ik zou winnen, maar wel niet met zo’n goede score.” Ben Van Camp: “Ik was blij dat er twee mensen bereid waren om kandidaat te zijn. Ik had er even voor gevreesd dat niemand nog zin zou hebben om rector te

worden. De situatie is immers niet gemakkelijk. De universiteit moet strategische keuzes maken en financieel voorzichtig zijn. U zegt eigenlijk: het is een klotejob. Ben Van Camp: “Het is zeker niet zo dat je als rector een soort godheid wordt die eigenlijk niet veel moet doen, behalve buitenlandse reizen maken.” En een chauffeur heeft… Ben Van Camp: “Je kunt niet geloven hoe formidabel dat is, zeker als je elke dag gemiddeld 2,5 uur in de file staat omdat je overal naartoe moet. Als rector word je geleefd en moet je opletten dat je niet volledig opgeslorpt wordt. Je wordt een soort symbool van de universiteit en moet aanwezig zijn op vanalles en nog wat. Als je niet oplet, doe je daarnaast niks meer. Terwijl de job van rector toch meer en meer een managementfunctie geworden is. Management van de universiteit. Ook als er voorstellen van de basis komen, is het de rector die aan de kar moet trekken, anders komt er niets van. Dat er sportinfrastructuur in samenwerking met de privésector is, komt omdat ik het heb toegelaten. Dat het departement Toegepaste Taalkunde van de Erasmushogeschool nu bij ons op de campus zit, is omdat ik dat wou. Is het een klotejob? Nee, het

is een ongelooflijk toffe job omdat je vanalles ziet en veel dingen leert die je nog niet wist. Je spreekt met filosofen, wiskundigen, mensen van de lichamelijke opvoeding… Het zijn allemaal verschillende manieren van denken die op de universiteit samenkomen.” Hoe blikt u terug op de voorbije acht jaar? Ben Van Camp: “Ik ben bijzonder tevreden dat ik een goede ploeg rond mij had. We hebben hier vaak achter gesloten deuren harde discussies gehad, maar het vertrouwen in elkaar was groot. We hebben in de sectoren onderzoek, onderwijs en studentenbeleid werk gemaakt van een efficiëntere administratie. Er is nog een hele weg te gaan, maar er is nu eenmaal een tekort aan middelen. Toch zijn we er als groep in geslaagd om de financiën van de universiteit gezond te maken. Met het financieringsdecreet staan er ons opnieuw zware inspanningen te wachten, maar we vertrekken wel van een break-even, er is geen deficit. Wat ook belangrijk is: de middelen voor onderzoek en innovatie zijn fors gestegen. Er zijn miljoenen euro bijgekomen, we hebben daar een stevige structuur voor uitgebouwd, met een performante administratie. We halen een pak meer geld binnen dan we op basis van onze grootte zouden moeten krijgen.

De rectoren van de Vrije Universiteit Brussel Aloïs Gerlo Roger Van Geen Bart De Schutter Oscar Steenhaut Sylvain Loccufier Jean Renneboog Robert Dejaegere Els Witte Ben van Camp

1969 - 1974 1974 - 1978 1978 - 1982 1982 - 1986 1986 - 1990 1990 - 1991 1991 - 1994 1994 - 2000 2000 - 2008

5

148109_Akademos_juni 2008.indd 5

10-06-2008 10:36:30


En dan is er natuurlijk de Bolognahervorming, dat is het moeilijkste geweest. Maar we zijn erin geslaagd om de nieuwe bachelor-masterstructuur in te vullen met kwaliteit. Nu moet dat ook nog voor de student veel duidelijker gemaakt worden. Zo moet bijvoorbeeld de verwevenheid van verwante bacheloropleidingen verduidelijkt worden, want dat is een grote troef. Paul De Knop: “Een van de grote verwezenlijkingen van de voorbije jaren is voor mij ook de uitbouw geweest van de externe communicatie. “ Ben Van Camp: “Ja, de Vrije Universiteit Brussel heeft nu eindelijk een eigen huisstijl. Het is absoluut niet gemakkelijk geweest om die huisstijl ingang te doen vinden. Men kan tegen de kleuren of tegen het logo zijn, maar wat ik vaststel is dat iedereen de huisstijl is beginnen te gebruiken. Er is nog een laatste zaak waar ik vanaf het begin van mijn rectorschap de nadruk op gelegd heb

en dat is de kwaliteitszorg. Of met andere woorden, kwaliteit in alles wat we doen. Toen ik pas tot rector verkozen was zat ik op een etentje toevallig tegenover André Oosterlinck, die toen nog rector was van de KULeuven. Oosterlinck zei me: ‘u moet iets doen aan uw kwaliteit’. Ik antwoordde: ‘u moet iets doen aan uw kwantiteit, want u hebt veel te veel studenten in bepaalde opleidingen’. Hij heeft woord gehouden, hij is nog groter geworden met zijn associatie. Wij hebben ook woord gehouden met onze kwaliteitszorg. We zijn gestart met ons onderzoek open en bloot te evalueren en daarmee naar buiten te treden. We hebben ook naar het onderwijs gekeken en hebben geprobeerd om de cluster te maken tussen onderzoek en onderwijs en beide onder te brengen in grotere domeinen. Onze visitatierapporten zijn, op enkele uitzonderingen na, bij de beste van Vlaanderen. Dat zijn toch allemaal bewijzen dat we serieus bezig zijn. Daarnaast is er ook de evaluatie van de professoren. Ik denk dat we de universiteit zijn die dat het meest serieus neemt. En er zijn inderdaad negatieve evaluaties van professoren geweest, maar dat was altijd op basis van een dossier en niet op basis van iets anders.” U wil de faculteiten afschaffen en ze vervangen door studiedomeinen… Ben Van Camp : “Het gaat mij niet om de afschaffing van de faculteiten an sich, van mij mogen er twintig zijn. Wat wel klopt is dat ik een groot voorstander ben van clusters van opleidingen en studiegebieden.” Paul De Knop: “Theoretisch is dat een perfect plan. Ik vraag me alleen af of we veel energie moeten stoppen in de hervorming van structuren. En of je integendeel niet beter een grotere autonomie geeft aan de faculteiten. Want nu zitten we regelmatig samen met

Paul De Knop

6

AKADEMOS

allerlei mensen en na drie uur vergaderen hebben we een broodje gegeten en is er nog altijd niets beslist. Waarom niet? De mensen moeten immers met een bepaald voorstel terug naar hun faculteit en de faculteit stuurt hen dan opnieuw terug, of het voorstel wordt teruggefloten door de onderwijsraad... Ik wil vertrekken

aan die plannen meegewerkt. U lijkt dat nu allemaal van tafel te willen vegen. Kan dat zomaar? Paul De Knop: “Neen, ik wil dat niet van tafel vegen, maar wel de minimumnormen terug ter discussie stellen. Je kunt niet van nul af aan beginnen, dat is juist. Maar de hele zaak zal nu wel even

Paul De Knop: “Je hebt als universiteit een sterke rector nodig, maar je hebt tevens een sterk team nodig.” van de begroting en die samen bekijken met de decanen. Ik ben voorstander van een enveloppefinanciering per faculteit. Dat is ook makkelijker als we willen rationaliseren en optimaliseren. We kunnen vertrekken van wat het nieuwe financieringsdecreet voorschrijft en berekenen tot welke financiering dat zou leiden binnen de faculteiten als benchmark. Als je dat zonder meer zou toepassen, dan gebeuren er uiteraard rampen, vandaar dat je moet komen tot een leefbaar allocatiemodel. De basis is transparantie: wat is de kostprijs van een bepaalde opleiding en wat levert ze op? Pleit ik nu voor een zuiver economisch model? Neen. Maar je moet deze informatie wel hebben. Als je dan de keuze maakt om die opleiding verder te zetten, dan weet je dat dit solidariteit vergt. Ik wil dus een kosten-batenanalyse van de opleidingen en een enveloppefinanciering. De bespreking van de begroting moet gebeuren tussen de rector, zijn vicerectoren én de decanen. Desnoods moet je daar twee dagen voor uittrekken.” Het hoger onderwijs in Vlaanderen moet rationaliseren. De Vrije Universiteit Brussel heeft zich constructief opgesteld en

stilvallen, want de verkiezingen zijn in aantocht en tussen dit en een jaar is er een nieuwe Vlaamse regering. Waarom zouden we daar geen gebruik van maken en afspraken maken tussen de universiteiten om samen met een memorandum naar die nieuwe Vlaamse regering te stappen.” Maar is het universitaire landschap niet in een definitieve plooi aan het vallen, met de twee grote assen LeuvenHasselt en Gent-Brussel en het punt Antwerpen? Paul De Knop: “Ik vrees dat dat inderdaad aan het gebeuren is. Antwerpen is in de ogen van het beleid tenminste nog een punt. Wij zijn in gedachten gewoon al weggeveegd. Ben Van Camp: “De bedoeling is altijd geweest om een alliantie te vormen tussen een grote universiteit in Gent en een middelgrote in Brussel. Het woord alliantie komt trouwens van mij. Een alliantie versterkt beide partners, zonder aan eigenheid in te boeten. Ze gaat uit van de sterke punten die beide instellingen hebben en laat toe het academisch aanbod te optimaliseren. Opleidingen die kwalitatief goed zijn maar weinig

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 6

10-06-2008 10:36:30


Interview

studenten tellen, kunnen baat hebben bij een gezamenlijke inrichting met een andere universitaire partner. De alliantie biedt de bijkomende mogelijkheid om op lange termijn een geprivilegieerde institutionele samenwerking uit te bouwen. Als instelling moeten we er wel voor zorgen dat onze identiteit en zelfstandigheid niet in het gedrang komt.” Paul De Knop: “Ik ben natuurlijk niet tegen de alliantie met Gent. Maar ik zal wel op mijn hoede zijn als ik de alliantie straks ga invullen. Als je op de markt gaat en je bent hetzelfde als Gent, welke reden van bestaan heb je dan nog? Je bent de kleinste en je maakt het verschil niet. Ik wil dan ook praten met Antwerpen om niet alles op alles met Gent te moeten zetten. Niet dat ik tegen Gent ben, integendeel, maar als je uitsluitend met één universiteit gaat samenwerken, die daarenboven ook nog veel groter is, dan loop je het risico te worden opgeslorpt.” Wat is die identiteit? Paul De Knop: “Ik denk dat we die vraag moeten voorleggen aan de hele gemeenschap van de Vrije Universiteit Brussel. Dat is wat de Oudstudentenbond momenteel aan het doen is en ik vind dat een goede zaak. Ik moet niet bepalen wat de visie moet zijn, ik denk dat we dat samen moeten bepalen. Voor de katholieke zuil is het alvast duidelijk, voor hen moeten we een vrijzinnige universiteit zijn, want anders hebben ze zelf geen reden van bestaan. “ Mogen we ons in die rol laten duwen ? Paul De Knop: “We zijn opgericht als tegenhanger van de KULeuven. Dat is inderdaad iets waar je bestaansrecht uit haalt. Maar ondertussen is de maatschappij grondig veranderd. Persoonlijk bepleit ik het actief pluralisme. Dat wil zeggen dat je open staat voor

alle filosofieën en levensbeschouwingen en dat je die diversiteit ziet als een meerwaarde, als iets om uit te leren. Dat moeten we ook duidelijk maken aan onze studenten, want die weten niet meer wat dat betekent, een ‘vrije’ universiteit. Als ik de vraag stel in de eerste bachelor, dan zeggen ze: ‘dat is een vrije school, zoals de katholieke scholen’. Weet je, toen ik student was kregen we wijsbegeerte. Ik vond dat bijzonder interessant. Daarom zeg ik: onze studenten moeten geen cursus vrijzinnigheid krijgen, maar wel een cursus wijsbegeerte. En dat past ook in de evolutie naar meer polyvalente en brede bachelors.” Ben Van Camp: “In mijn eerste openingsrede 8 jaar geleden heb ik al voor zo’n cursus gepleit.” (lacht) De universiteit moet meer wegen op het maatschappelijke debat, heeft de nieuwe rector gezegd. Wat bedoelt u daar precies mee? Paul De Knop: “Op het vlak van onderzoek zijn we sterk bezig, mee dankzij het beleid dat vicerector Jan Cornelis heeft gevoerd. Maar ik zou er wel over willen waken dat we bijvoorbeeld in de humane wetenschappen meer kunnen gaan wegen op het maatschappelijke debat. Binnen de Onderzoeksraad zou maatschappelijke relevantie dan ook een criterium moeten worden. Nu word je als onderzoeker beoordeeld op basis van hoe vaak je wordt geciteerd en dergelijke. Wat voor onderzoek je doet heeft geen belang, als je maar geciteerd wordt. Nu is het uiteraard belangrijk om geciteerd te worden, maar daarnaast moet je als redelijk eigenzinnige universiteit meer aanwezig zijn in het maatschappelijke debat. En moeten we dus middelen vrijmaken om mensen te steunen die dat kunnen doen. Sta me toe een voorbeeld te schetsen: mijn eigen vakgroep (SportBeleid en

–Management, n.v.d.r.) is de enige in mijn faculteit die niet exact georiënteerd is. Maar we hebben wel een enorme maatschappelijke impact gehad. Met onze onderzoeken hebben we de sportwereld en het sportbeleid mee helpen veranderen. Ook in het buitenland worden we veel gevraagd en worden onze onderzoeken veel gebruikt. Maar we worden wetenschappelijk gezien - althans met de huidige criteria - minder geciteerd. Natuurlijk, want we doen onderzoek over Vlaanderen. Trouwens, ook met fundamenteel onderzoek kan je maatschappelijk relevant zijn. Een goed voorbeeld is de geneeskunde. De Vrije Universiteit Brussel is baanbrekend geweest op het vlak van fertiliteit of met alles wat met het levenseinde te maken heeft. Daar is de Vrije Universiteit groot geworden, vind ik.” U komt uit de faculteit Lichamelijke Opvoeding. Gaan de studenten daar wat van merken? Paul De Knop: “Wel, in Limburg krijgen de hogeschoolstudenten gratis fitness aangeboden, de rector van de Universiteit Gent biedt de mogelijkheid aan zijn studenten om een keuzevak te volgen om hun fitheid te bepalen en te verbeteren. In de bedrijven is het ook schering en inslag. Waarom zouden wij het hier niet doen? Ik wil dat koppelen aan een aantal studiepunten. Ik ga trouwens ook voorstellen aan onze Onderwijsraad dat studenten die bijvoorbeeld in de Raad van Bestuur zitten, daar een aantal credits voor krijgen. Dat gebeurt in Leuven ook. Ik denk aan drie studiepunten.” Ben Van Camp: “Maar in de 57 punten die overblijven krijg je dan een grotere concentratie van theorie. De studenten zullen klagen. (lacht) Kijk, dat is mijn conclusie. Het is echt wel goed dat het na acht jaar stopt. Want je denkt dat je op alles een antwoord hebt,

Ben Van Camp

maar dat is niet waar. Het is goed dat er opnieuw verfrissend wordt nagedacht over die dingen waar ik acht jaar geleden ook al over nadacht.” Bent u cynisch geworden? Ben Van Camp: “Ik ben altijd een beetje cynisch geweest, zonder negatief te zijn. Maar ik begin altijd met mezelf cynisch te bekijken.” Heeft u nog goede raad voor uw opvolger? Ben Van Camp: “Op tijd en stond naar huis gaan (lacht). Mijn vrouw heeft er mij gelukkig regelmatig - desnoods met een vriendelijke dwang - aan herinnerd dat er nog leven is naast de universiteit. Hoewel ik het dikwijls tot mijn schande vergat, besef ik nu nog meer dat een gezellige thuis belangrijk is om je batterijen op te laden.”

7

148109_Akademos_juni 2008.indd 7

10-06-2008 10:36:31


Associatie

Toegepaste Taalkunde strijkt neer op de campus Etterbeek Het departement Toegepaste Taalkunde (TTK) van de Erasmushogeschool Brussel ruilt deze zomer de Europese wijk voor de campus Etterbeek van de Vrije Universiteit Brussel. De verhuizing moet de samenwerking met de faculteit Taalen Letterkunde (TALK) van de universiteit verder verdiepen en verbreden.

De opleidingen bachelor Toegepaste Taalkunde, master Vertalen en master Tolken van de Erasmushogeschool Brussel verlaten na 50 jaar hun vertrouwde stek aan de Trierstraat om neer te strijken in gebouw E van de

puterlokaal zullen aan de hoogste eisen voldoen.” Ook de verhuizing van de bibliotheek is in volle voorbereiding. “Een selectie van boeken van de TTK-bibliotheek zal worden geïntegreerd in die van de

“Ons vertrekpunt is Brussel, waar meertaligheid, interculturaliteit en communicatie met de dag belangrijker worden.’’ campus Etterbeek. Tenminste voor wat betreft de leslokalen en het secretariaat. De docenten en het departementshoofd van het departement Toegepaste Taalkunde mogen hun bureau inrichten aan de overzijde van de Pleinlaan, waar het Institute for European Studies (IES) is gevestigd. ,,De verhuizing is volop aan de gang’’, zegt Rita Temmerman, hoofd van het departement. ,,Enerzijds vinden we het jammer dat we een stukje verleden moeten achterlaten, maar anderzijds kijken zowel docenten als studenten uit naar de nieuwe locatie. De aangename, studentikoze sfeer op de campus en de moderne infrastructuur met nieuw ingerichte lokalen vormen zeker een meerwaarde. Het talenpracticum, de tolkenlokalen, de ondertitelingsklas en het com-

8

AKADEMOS

universiteit. In het Centrum voor Studie en Begeleiding (CSB) komt een ruimte waar TTK-studenten dagelijks internationale kranten en magazines kunnen inkijken waarmee heel actief wordt gewerkt binnen de opleidingen.’’ Alles begint in Brussel De verhuizing gaat gepaard met een ambitieus plan. ,,Het doel is een nieuw concept rond onderwijs en onderzoek in linguïstiek en toegepaste linguïstiek te ontwikkelen’’, zegt Rita Temmerman. ,,Ons vertrekpunt hierbij is Brussel, onze Europese hoofdstad waar meertaligheid, interculturaliteit en communicatie met de dag belangrijker worden.’’ De eerste projecten van het nieuwe concept zijn volop in ontwikkeling, net als de on-

derlinge afstemming van de opleidingen van TALK en TTK. In het academiejaar 2008-2009 zal voor enkele opleidingsonderdelen van Italiaans, Spaans en Duits al worden samengewerkt. Het academiejaar daarop worden die opleidingsonderdelen effectief gedeeld door beide opleidingen. Ook voor Engels en Frans zal intussen naar samenwerking en synergie worden gestreefd. ,,Een dergelijke samenwerking houdt een sterkere verwevenheid van de opleidingen in, maar tegelijk geeft dit ons de kans om de specificiteit van de opleiding Toegepaste Taalkunde beter te ontwikkelen. Wij leiden mensen op met vakgerelateerde taalcompetenties zoals vertalen, tolken en meertalig communiceren. Hierin verschillen we duidelijk van de universitaire opleidingen Taal- en Letterkunde.’’ Stroomversnelling De samenwerking tussen TALK en TTK is geen verhaal dat nu pas van start gaat. “De samenwerking is zeker niet nieuw, al zijn we nu wel in een stroomversnelling terechtgekomen”, zegt Rita Temmerman. “De associatievorming tussen de universiteit en de hogeschool, de academisering van het hoger onderwijs van het lange type en de keuze voor optimalisering hebben de druk wat opgevoerd.” Naast de samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel, kijkt het departement Toegepaste Taalkun-

Rita Temmerman de ook over de taalgrens. ,,In de nabije toekomst willen we graag een aantal projecten opzetten met onze Franstalige Brusselse tegenhanger: het Institut supérieur de traducteurs et interprètes van de Haute École de Bruxelles’’, zegt Rita Temmerman. “Zo gaat het Centrum voor Vaktaal en Communicatie van TTK nauw samenwerken met het Centre de recherche en linguistique appliquée van de Haute École de Bruxelles. De twee onderzoekscentra zullen binnen Brussel samen onderzoek verrichten naar verschillende aspecten van taal. Door de samenwerking krijgen beide centra bovendien meer slagkracht bij het indienen van projecten.” Het eerste gezamenlijke project was de studiedag ‘Do terms make sense? Terminology and cognition’ die op 16 mei plaatsvond aan de Trierstraat. “Dat was voor ons meteen ook het officieuze afscheid van de oude campus”, besluit Rita Temmerman.

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 8

10-06-2008 10:36:33


Kort nieuws

Campus Jette gaat virtueel Op 16 april werd de nieuwe website www.campusjette.be boven de doopvont gehouden. Dat ging gepaard met een origineel initiatief: in de namiddag kon je via de website een virtueel bezoek brengen aan de campus Jette. Het gespecialiseerde bedrijf Telemak zette drie camera’s en een satellietwagen in om de ‘streaming video’-uitzending te realiseren. Die lokt alvast 800 kijkers. De opnames van 16 april en tal van andere filmpjes staan nog altijd op de website. Het virtuele event was overigens maar een voorsmaakje van het echte Campus Event van zaterdag 26 april. Meer dan 700 geïnteresseerde jongeren (14% meer dan vorig jaar) maakten in een ontspannen sfeer kennis met de faculteit Geneeskunde en Farmacie van de Vrije Universiteit Brussel, de Erasmushogeschool Brussel, het Universitair Ziekenhuis Brussel en het sportcomplex HealthCity. Er vonden doorlopend animaties en demonstraties plaats, je kon een blik werpen in de snijzaal en het operatiekwartier en de groep Yevgueni trad gratis op. Volgend jaar is het Campus Event er opnieuw.

Sportprikkels 2008 lokt 750 scholieren De 17e editie van Sportprikkels heeft 750 laatstejaars uit 10 secundaire scholen naar de Vrije Universiteit Brussel gelokt. Op donderdag 17 april konden de deelnemers proeven van 32 verschillende sporten. Toppers dit jaar waren breakdance, levende kicker, rolstoelbasket, american football en waterpolo. Het hele evenement werd georganiseerd door elf studenten derde bachelor Lichamelijke Opvoeding in het kader van hun opleiding sport –en eventmanagement. Ze waren er sinds november vorig jaar mee bezig, want bij eventmanagement is “voorbereiding 90% van het resulaat”. Tijdens de lunchpauze stond een middagshow op het menu en de dag werd afgesloten met duels op een mechanische stier. Op 28 mei kwam het evenement uitgebreid op televisiezender Vitaliteit.

The World a Global Village Op 9 mei vond de jaarlijkse studiedag van de InterterDisciplinaire vakgroep Lerarenopleiding (IDLO) plaats. Het doelpubliek bestaat uit mensen die professioneel met onderwijs bezig zijn. Dit jaar stond de studiedag in het teken van talenbeleid en hoe talenbeleid kan zorgen voor meer taalvaardigheid in het onderwijs. Zowat 200 deelnemers bogen zich over de centrale vraag of een school zich kan beperken tot een (Nederlands) taalbeleid of dat het werk moet maken van een talenbebeid? Welke aanzetten tot een allesomvattend taalbeleid van de overheid kunnen we vaststellen? Laat het beleid voldoende ruimte voor de noden in de verschillende scholen? Welke stappen werden al gezet om een talenbeleid te implementeren? En hoe kunnen de opleidingsinstituten hier rekening mee houden? Prof. dr. Piet Van De Craen bekeek het Europese taalbeleid door een regionale bril. Na jaren denkwerk zette Europa in 2007 de krijtlijnen uit voor een Europees taalbeleid. Hiermee werd duidelijk het signaal gegeven dat het belang van talenkennis niet meer te miskennen valt. De deelnemers ontvingen alvast het recente boek uit de VUB-PRESSreeks ‘Onderwijs en Samenleving’: “The World a Global Village: Intercultural Competence in English Foreign Language Teaching”, van de hand van Katja Lochtman en Jenny Kappel (2008).

148109_Akademos_juni 2008.indd 9

10-06-2008 10:36:34


Alumni Q&A

Michel De Coster

ssist van rockgroep De

m en ba Topmanager bij Belgaco

Mens

` Leeftijd 46 jaar ` Diploma’s behaald aan de Vrije Universiteit Brussel Licentie Politieke Wetenschappen, richting Openbare Administratie ` Beroep Executive Vice President Enterprise Belgacom ` Eerste job na het behalen van mijn diploma Account Manager Bosch Telecom ` Meest opmerkelijke studententijdmoment De ontmoeting op de gaanderij met Frank Vanderlinden. Met Frank had ik zowel de kleuterschool in Zaventem, lager onderwijs in datzelfde Zaventem en het eerste middelbaar in het KAZ doorlopen, maar na een verhuizing naar Overijse waren we mekaar uit het oog verloren. Toen ik dus in de begindagen van mijn eerste kandidatuur op de gaanderij Frank tegenkwam, was dat eigenlijk het begin van het muzikale avontuur De Mens, want al snel gingen we samen repeteren en vormden we het groepje Never Mind dat jaren later (exact 5) zou uitgroeien tot wat De Mens vandaag betekent. Let dus op wie je op de gaanderij tegenkomt… ` Beste karaktereigenschap gescherpt aan de Vrije Universiteit Brussel Doorzettingsvermogen ` Redelijk eigenzinnigheidsfactor Begrijp dit niet ` Meest memorabele professionele gebeurtenis Het winstgevend maken van BT Benelux: van een toch wel gigantisch verlies in 2001 (in de honderden miljoenen euro’s) tot een licht winstgevend resultaat in 2007. Dat heeft bloed, zweet, tranen maar vooral fantastische inspanningen van alle medewerkers gevraagd en dat te mogen en kunnen aansturen is tot nu toe de meest memorabele professionele gebeurtenis geweest. ` Minst memorabele professionele gebeurtenis Een grote deal bij een grote Nederlandse bank verliezen en daar 3 jaar later nog op aangesproken worden was niet zo funny. ` Mooiste persoonlijk moment Er zijn er gelukkig veel, maar de geboortes en vooral het groot worden van mijn 3 kinderen staat hoog op de lijst. ` Favoriete vrije tijdverblijf De Mens, autoraces, fietsen, family , vanalles ` De droom die ik nog wil nastreven Grootvader worden ` Studeren in Brussel is… niet anders dan ergens anders, denk ik

10

AKADEMOS

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 10

10-06-2008 10:36:46


Patrick De Maeseneir e Topman van chocolade

maker Barry-Callebaut

` Leeftijd 50 jaar ` Diploma‘s behaald aan de Vrije Universiteit Brussel Handelsingenieur aan de Solvay Business School (Nadien heb ik nog verder gestudeerd bij Vlerick, Insead, London Business School en Harvard)

` Beste karaktereigenschap gescherpt aan de Vrije Universiteit Brussel De Vrije Universiteit is een kleine universiteit, je bent er geen nummer. Het is een Vrije Universiteit, waar vrij denken alom aanwezig is. Ik heb er geleerd om ‘nothing for granted’ aan te nemen, veel in vraag te stellen, af te gaan op mijn eigen denken en gevoel. Ik heb er geleerd zelfstandig te zijn.

` Beroep Chief Executive Officer bij chocolademaker Barry-Callbaut (sinds 2002). Daarvoor was ik onder andere manager bij VTM, Adecco, Sun International en Apple. Ik zeg dikwijls: ik werk 3 - 6 - 9. Ik ben geregeld van job veranderd, maar vind dat je minstens drie jaar op dezelfde post moet blijven, anders kan je niks realiseren. Maar als je je doelstellingen bereikt hebt, moet je nieuwe avonturen tegemoet gaan, zoals de Rode Ridder.

` Redelijk eigenzinnigheidsfactor Ik ben vriendelijk koppig.

` Eerste job na het behalen van mijn diploma Ik ben op de campus van de Vrije Universiteit Brussel gerekruteerd voor Arthur Andersen, Andersen Consulting, nu Accenture. Dat was toen een van de beste leerscholen. Nu nog altijd.

` Minst memorabele professionele gebeurtenis Het eerste ontslag dat ik moest geven, bij Apple, waar ik 6 jaar werkte. Het was erger voor de persoon dan voor mezelf, maar ik had een krop in de keel, en kon niet spreken. Ik ken nog altijd de naam van de man, een Franstalige, en zie de persoon nog altijd voor mij zitten. Dat is me nooit meer overkomen, nu bereid ik me daarop voor, binnenin ben ik er nog altijd niet goed van, maar ik toon geen gevoelens, ik lijk compleet immuun. Het hoort bij de job. Team, Trust en Talent, wie daaraan niet voldoet, kan je niet houden.

` Meest opmerkelijke studententijdmoment Ik ben tweemaal praeses geweest, daar heb ik niet alleen goeie en plezante herinneringen aan overgehouden, maar ook veel ervaring opgedaan. Ook in een bedrijf komt het erop aan om goed met mensen te kunnen omgaan, zorgen dat er ambiance is en dat de “evenementen” slagen.

` Meest memorabele professionele gebeurtenis Vorig jaar hebben we bij Barry-Callebaut grote contracten afgesloten met Nestlé en Hersheys in de VS. Ik was daar nauw bij betrokken en was heel trots toen de contracten werden getekend, vooral op onze mensen die dit gerealiseerd hadden. Deze contracten betekenden voor BarryCallebaut een enorme stap vooruit.

` Mooiste persoonlijk moment De geboorte van mijn zoon en dochter en elke keer als ik hen zie, nu met hun lieven. ` Favoriete vrije tijdverblijf Ik heb er geen. ` De droom die ik nog wil nastreven Lang leven en gezond blijven, en mijn familie ook. Een privébedrijf naar de beurs brengen. Boer worden, want succes is heel relatief en vergankelijk. ` Studeren in Brussel is de mooiste periode uit mijn leven, ik wou dat ik er nog zat, inclusief in De Confrater nu bij Frédéric De Gucht!

11

148109_Akademos_juni 2008.indd 11

10-06-2008 10:36:50


Uniek begeleidingsprogramma Topsport en Studie bestaat 20 jaar

Gediplomeerde topsporters Wat hebben judoka Ann Simons, zeiler Sebastien Godefroid, zwemster Brigitte Becue en honderden andere topsporters met elkaar gemeen? Allemaal hebben ze de voorbije twintig jaar aan de Vrije Universiteit Brussel gestudeerd. Dankzij het unieke begeleidingsprogramma Topsport en Studie. In oktober 1987 ging het programma van start op initiatief van prof. Paul De Knop. De aanleiding toen was het verzoek van topzwemmer Koen Vandendurpel om zijn sport te kunnen combineren met universitaire studies. Sindsdien heeft het begeleidingsprogramma meer dan 600 studerende topatleten uit 54 verschillende sporttakken succesvol door de combinatie van topsport en studie geloodst. Akademos sprak met prof. Paul Wylleman, die al vele jaren topsporters begeleidt bij hun studies. Onlangs volgde hij ook Paul De Knop op als coördinator van Topsport en Studie.

Welke filosofie schuilt er achter het begeleidingsprogramma Topsport en Studie? “Topsport en Studie gaat uit van de vaststelling dat topsportstudenten een bijzondere doelgroep zijn die hun studie moeten combineren met een andere activiteit waaraan ze evenveel inspanning en tijd moeten spenderen. Prof. Paul de Knop zag als initiatiefnemer 20 jaar geleden al de nood aan een aangepaste begeleiding van dergelijke studenten. De grootste bekommernis is hoe men het onderwijs voor deze groep van studenten zo flexibel mogelijk kan organiseren, zonder dat ze op studie- of sportgebied in de problemen komen. Zo is er bijvoorbeeld een aanpassing van het examenreglement gebeurd die topsportstudenten toelaat om examens buiten de zittijd af te leggen. Ik zeg bewust flexibiliseren en niet faciliteren. Voor topsportstudenten gelden immers dezelfde normen en vereisten voor wat het slagen in examens en de lesinhoud betreft. Ze moeten dezelfde leerstof verwerken als alle andere studenten maar ze krijgen wel de mogelijkheid om dit anders te organiseren, in functie van hun sportactiviteiten. Daarmee hebben de topsportstudenten ook de garantie dat hun

12

AKADEMOS

diploma evenwaardig is aan dat van reguliere studenten. Dat is trouwens nog altijd een van de belangrijkste taken van Topsport en Studie. Wij zoeken samen met de student, zijn of haar ouders en de docenten naar praktische oplossingen om een lessenrooster en een trainingsschema met elkaar te combineren. Sommige van onze topsportstudenten verblijven soms wekenlang in het buitenland voor een stage of een toernooi. Voor zulke studenten is het onmogelijk om een regulier lessenrooster te volgen.” Wie moeten jullie het meest begeleiden, de student of zijn ouders? “Voor de student is de overgang van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs altijd een scharniermoment en bij topsportstudenten is dat nog veel meer het geval. Ze moeten niet alleen op studiegebied een stap vooruit zetten maar ook op sportief vlak verandert er meestal heel wat. De leeftijd van 18 jaar is voor veel topsporters het ogenblik waarop ze meer en beter beginnen te presteren. Naast een extra studiebelasting komt er dus ook een extra sportieve belasting bij. Het grootste verschil op studiegebied is vooral de omvang van de

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 12

10-06-2008 10:36:52


Topsport en Studie

leerstof en de manier van examens afleggen. Het combineren van sport en studie op zich is voor de meeste studenten geen probleem. Velen onder hen hebben ook in al in het secundair onderwijs een combinatie van topsport en studie gekend. Bij de ouders merken we voornamelijk de nood aan informatie. De meeste ouders zitten met een hoop praktische vragen over het studeren aan de universiteit. Wij proberen hen daarin wegwijs te maken. Soms gaat het om heel banale zaken maar dat neemt niet weg dat ouders er zich toch zorgen over maken. Zo zijn er bijvoorbeeld ouders die zich afvragen of hun zoon of dochter wel aan studentikoze activiteiten mag deelnemen. Wat ons betreft mag dat zeker zolang het met mate gebeurt. Ook topsportstudenten hebben af en toe een uitlaatklep nodig.”

Op basis van welke criteria kan iemand toegelaten worden als topsportstudent? “Dat gebeurt op basis van sportieve criteria die per sporttak bepaald zijn en die in overleg met nu al 13 sportfederaties in een convenant werden vastgelegd. Dat zijn ook de enige criteria die als uitsluitingscriteria kunnen gebruikt worden. De jongste jaren zijn die criteria trouwens verstrengd omdat ook de sportprestaties in het algemeen verbeterd zijn. Naast de sportieve criteria kijken wij ook naar de carrièreplanning van de topsporter zelf, maar dit geldt eigenlijk niet als uitsluitingscriterium. De bedoeling hiervan is om een idee te krijgen van hoe de topsporter zelf denkt te evolueren de komende jaren. Van iemand die

binnen vier jaar mikt op olympisch succes weten we dat hij of zij een erg intense sportieve voorbereiding tegemoet gaat. De voorbereidende jaren, waarbinnen ook de olympische selectie moet gehaald worden, zijn sportief vaak zwaarder dan het olympisch jaar zelf. Dat is voor ons belangrijk om te weten omdat dit sowieso ook een grote impact zal hebben op de studieorganisatie.” Geven jullie ook sportieve begeleiding? “Nee, dat laten we over aan de federaties en de coaches. Wat niet uitsluit dat er soms op onze campus getraind wordt. Dat kan voor een aantal sporten zoals zwemmen en volleybal omdat we hier de nodige infrastructuur hebben.”

600 studenten kozen al met succes voor de combinatie van Topsport en Studie. Wat is jullie geheim ? “Dat is zonder enige twijfel het hoge slaagpercentage. 70% van onze studenten slaagt in zijn of haar opleiding terwijl dat voor de gewone studenten rond de 62% schommelt. Bovendien zijn ook de sportieve prestaties van onze studenten niet van de minste. Verschillende medailles op Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen en zelfs twee op Olympische Spelen. Zeiler Sebastien Godefroid pakte zilver in 1996 en judoka Ann Simons was goed voor brons in 2000. Dat studenten zulke sportieve prestaties kunnen neerzetten terwijl ze studeren,

Paul Wylleman: “70% van onze topsportstudenten slaagt, terwijl dat voor de gewone studenten rond de 62% schommelt.”

13

148109_Akademos_juni 2008.indd 13

10-06-2008 10:36:57


Topsport en Studie

bewijst de waarde van ons begeleidingsprogramma. Ik merk bij onze studenten ook een bepaalde fierheid als ze de combinatie van beide tot een goed eind brengen. In sportmilieus wordt ontzettend veel mond-aan-mondreclame gemaakt voor ons programma. Het meest lovend is men over onze dynamische aanpak. De flexibiliteit waarvan topsportstudenten kunnen genieten spreekt heel erg tot de verbeelding. Dat het nieuwe onderwijsdecreet flexibilisering nu ook voor reguliere studenten mogelijk maakt, opent uiteraard ook meer mogelijkheden voor Topsport en Studie.” Is er een evolutie in sporttakken merkbaar? “De grootste groep studenten komt nog steeds uit de meer klassieke en bekende sporttak-

ken zoals voetbal, zwemmen en atletiek. In de loop der jaren zijn er natuurlijk heel wat sporten bijgekomen. Sinds de start heeft Topsport en Studie topsportstudenten begeleid uit niet minder dan 54 verschillende sportdisciplines. Daar zitten ook heel wat minder bekende sporten bij zoals Formule 3000, Wushu (een Chinese gevechtssport), ropeskipping en zelfs dans. Voor sommige sporten merk ik ook een mentaliteitswijziging. Wielrennen is daar een goed voorbeeld van. Vroeger was een wielrenner die verder studeerde een unicum. In de hoofden van trainers en ploegleiders was het ondenkbaar dat een wielrenner ook nog een diploma zou gaan halen. Tegenwoordig is dat gelukkig helemaal anders.”

U bent sinds kort coördinator van Topsport en Studie. Wat zijn uw plannen? “Met Topsport en Studie als stuwende kracht moeten we onze universiteit verder uitbouwen als topsport-expertisecentrum. Ter illustratie: momenteel verzorg ik de mentale begeleiding van een aantal atleten op weg naar de Olympische Spelen in Peking. We moeten ook onze actieve samenwerking met topsportfederaties op onze campussen zelf verder uitbouwen. Projecten met de Vlaamse zwemfederatie en de Vlaamse volleybalbond bewijzen duidelijk de win-winsituatie voor onze universiteit en voor de betrokken topsportfederatie. Dankzij de vernieuwde sportinfrastructuur op onze twee campussen kan de Vrije Universiteit Brussel deze rol inderdaad op zich nemen.

Ik wil ook graag werk maken van een alumnibeleid voor topsporters. Momenteel wordt een topsportcarrière in de bedrijfswereld nog te weinig gehonoreerd. Topsporters die na hun sportcarrière aan een gewone baan willen beginnen, hebben vaak moeite om werk te vinden. Ze hebben wel een universitair diploma op zak, maar worden toch nog vaak geweerd omdat ze geen echte werkervaring kunnen voorleggen. Ik vind dat een verkeerde redenering. Een topsporter doet juist heel veel praktijkervaring op. Ik ben dan ook van plan om via Topsport en Studie de contacten met de bedrijven nauwer aan te halen.”

Meer informatie: www.vub.ac.be/TS

“Beter op twee paarden wedden” De 1500 meter was haar favoriete afstand, de Amerikaanse Marie Decker was haar grote idool. In de jeugdcategorieën werd ze meermaals Belgisch kampioen. In 1987 belandde ze aan de Vrije Universiteit Brussel, aangetrokken door Topsport en Studie. Ilse Smolders wilde een topatlete worden mét een diploma. Ze behoorde tot de allereerste lichting van Topsport en Studie. Ze studeerde Farmacie en daarnaast deed ze niets anders dan traiIlse Smolders nen. Haar eerste kandidatuur was meteen ook sportief haar sterkste jaar. Ze mocht naar het wereldkampioenschap in Canada. In de finale van de 1500 meter bij de junioren werd ze knap zesde. “Ik heb toen wel niet veel gebruik gemaakt van de mogelijkheden van Topsport en Studie”, zegt ze nu. “De kampioenschappen vielen buiten de examenperiode, bovendien was mijn trainer mijn eigen vader. Hij vond mijn sportieve prestaties natuurlijk belangrijk, maar wilde niet dat mijn studies eronder leden. Hij kon dat goed plannen.” Ilse vond ook steun bij andere topsportstudenten. “Het toffe aan Topsport en Studie was dat je met zielsverwanten kon praten. Want andere studenten begrepen niet altijd waarom je bijvoorbeeld nooit naar een fuif ging.” Volgens Ilse Smolders studeer je overigens beter als je veel loopt. “Het ontspant je en je voelt je fris van geest.” In eerste kandidatuur slaagde ze met glans. In tweede kandidatuur kampte ze met een virale infectie. “Ik moest lange tijd herstellen en daardoor was studeren sowieso geen probleem.” Ilse Smolders was bezig aan een comeback, toen ze in ’92 geblesseerd raakte aan de achillespees. Haar carrière als atlete was definitief voorbij. “Je moet op twee paarden wedden, want als je alles op alles zet voor je sport en je moet afhaken door blessures, dan sta je daar met lege handen.” Ilse Smolders studeerde af met grootste onderscheiding, doctoreerde en is nu professor in de Farmacologie op de campus Jette. En atletiek? “Ik probeer nog wel te gaan lopen, maar het is alweer geleden van in februari wegens geen tijd. Maar na de examens begin ik opnieuw.”

14

AKADEMOS

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 14

10-06-2008 10:37:00


Junior researcher: Jikkemien Vertonghen

Vechtsport bij kinderen: zelfvertrouwen versus agressie Als kinderen van 8 tot 13 jaar een vechtsport beoefenen, leidt dat dan tot agressie of tot meer zelfvertrouwen? Dat wil onderzoekster Jikkemien Vertonghen te weten komen. Ze doet dit door zowel de jonge vechtsporters als hun ouders en trainers te bevragen.

Jikkemien Vertonghen studeerde af in 2006 en werkt voor de vakgroep Sportbeleid en – Management van de Vrije Universiteit Brussel. Ze bereidt haar doctoraat voor onder leiding van prof. Marc Theeboom. “Momenteel bestudeer ik bewust vier verschillende vechtsporten: judo, aikido, kickboksen en thaiboksen”, legt ze uit. “Aikido is een zachte oosterse vechtsport, eerder een krijgskunst, zonder wedstrijden. Kick- en thaiboksen zijn wat wij harde westerse vechtsporten noemen. Judo is dan weer een goed ingeburgerde competitiesport. Gezien deze vechtsporten erg verschillende structurele kwaliteiten hebben, wil ik de vergelijking ook kunnen maken”, zegt Jikkemien. “Ik bestudeer de doelgroep van 8- tot 13-jarigen omdat je met dit soort sporten pas begint als je 6 of 7 bent en omdat ik kinderen met minimaal een jaar vechtsportervaring wil bevragen. De kinderen mogen ook niet ouder zijn dan 13 jaar, omdat pubers een totaal ander profiel hebben en daarom wil ik ze niet in dezelfde steekproef. De proeffase van mijn onderzoek is nu bijna afgerond. In verschillende kickboks-, thaiboks-, judoen aikidoclubs heb ik kinderen, ouders en trainers een vragenlijst voorgelegd. Aan de hand van de resultaten worden de vragenlijsten verfijnd om ze vervolgens op grote schaal af te nemen. Ik zal Vlaamse en mogelijk ook Nederlandse kinderen bevragen. Ik wil weten of

de hypothese al dan niet klopt dat jongeren uit lagere sociale klassen eerder kiezen voor harde sporten en jongeren uit hogere sociale klassen voor zachte sporten.” “Bij vechtsporttrainers kan je drie verschillende benaderingen onderscheiden: de traditionele, de sportieve en de efficiëntiebenadering. Bij de traditionele benadering streeft de trainer naar een eenheid tussen fysieke en spirituele of mentale aspecten. Bij de sportieve benadering speelt het competitieelement een belangrijke rol. Bij de efficiëntiebenadering ligt de nadruk op de efficiënte toepassing van technieken in een echt gevecht”, legt Jikkemien uit. “Om de uiteenlopende benaderingen van de trainers te onderzoeken zal ik eerst een specifieke index ontwikkelen. Het is de bedoeling om met die index in de sportclubs een score te geven aan de vechtsporttrainers. Ik wil immers achterhalen of de benaderingen binnen eenzelfde vechtsport en tussen de vechtsporten onderling kunnen variëren en welk effect dit op de kinderen heeft. Ik wil weten of de traditionele en sportieve benaderingen tot meer zelfvertrouwen en minder agressie leiden.” Zelfbeeld van kinderen “Daarnaast zal ik ook gestandaardiseerde meetinstrumenten uit de psychologie gebruiken om agressie en het zelfbeeld van kinderen te meten. Via de ouders van de kleine vechtsporters wordt de socio-

economische status in beeld gebracht. De ouders krijgen vragenlijsten, maar bij het onderzoek horen ook diepte-interviews. Persoonlijke interviews met de kinderen zelf zijn belangrijk, omdat het om heel jonge kinderen gaat. Ik wil niet alleen weten waarom de kinderen en hun ouders precies kozen voor de vechtsport, maar bijvoorbeeld ook welke sfeer in de gekozen club heerst”, zegt Jikkemien. “Op lange termijn hoop ik een aantal aanbevelingen te kunnen formuleren voor het vechtsportbeleid in Vlaanderen.”

Jikkemien Vertonghen (23) ontdekt al op haar zevende dat sporten haar passie is. Als kleine judoka klimt ze snel op van provinciaal naar nationaal niveau. Ze loopt school in Asse en houdt van wetenschappen en wiskunde. Tijdens haar opleiding Lichamelijke Opvoeding aan de Vrije Universiteit Brussel concentreert ze zich minder op de judocompetitie. Al haar aandacht gaat naar haar studies. Jikkemien kiest bewust voor de richting Sportmanagement omdat die toekomstgericht is. Haar licentiaatsthesis gaat over ‘Sportletsels bij judo, karate en taekwondo’. Meteen na haar studies werkt ze mee aan een project dat de gemeenten helpt bij het uitstippelen van hun sportbeleid. Ze schrijft onder leiding van prof. Marc Theeboom mee aan het ‘Handboek Sportbeleidplanning’. Met haar doctoraat keert ze terug naar haar oude passie, de vechtsporten. In oktober 2007 nam Jikkemien opnieuw deel aan de Belgische kampioenschappen judo. Vandaag geeft ze in haar vrije tijd judotraining aan kinderen en ook zwemles.

15

148109_Akademos_juni 2008.indd 15

10-06-2008 10:37:01


Drie studenten Vrije Universiteit Brussel naar Olympische Spelen in Peking

Olympische studenten Een zwemmer, een hockeyspeler en een judoka. Drie topsportstudenten van de Vrije Universiteit Brussel zien hun ultieme droom in vervulling gaan. Alledrie hebben ze een ticket op zak voor de Olympische Spelen in China. Hun namen: Tom Vangeneugden, Jérôme Truyens en Dirk Van Tichelt.

Zwemmer Tom Vangeneugden uit Overpelt heeft zijn olympisch ticket te danken aan zijn sterke prestatie op het Europees Kampioenschap, dat in maart in Eindhoven plaatsvond. Vangeneugden bereikte er de finale van de 1500 meter vrije slag. Hij werd zevende. Toch was het nog even wachten voor het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) in april met het verlossende nieuws kwam. Wat doet een topzwemmer op zo’n moment? Vooral geen fles champagne kraken. « Ik hou het liever sober », zegt Tom. « Ik heb toen wel meteen een paar vrienden gebeld, en mijn ouders. » Tom Vangeneugden is 25. Hij studeert Kunstwetenschappen en Archeologie. Niet meteen een opleiding die je met topsport in verband zou brengen. “Ik ben de enige in Kunstwetenschappen en Archeologie”, lacht hij. “De studenten in de Kunstwetenschappen zijn nu niet meteen de meest sportieve. Ze waren verbaasd toen ze hoorden dat ik 30 uur per week intensief train. 5 uur per dag, 6 dagen per week.” Tom Vangeneugden had gehoopt om dit jaar af te studeren, maar de Olympische Spelen hebben roet in het eten gegooid. Al zal hij daar niet rouwig om zijn. Tom is het gewoon om zijn studies te plannen in functie van zijn sport en niet omgekeerd. In 2001 begon hij aan de opleiding bio-ingenieur, maar al snel bleek dat hij te veel hooi op zijn vorm nam. “Van de studies kwam niets in huis en van het zwemmen al evenmin.”

16

AKADEMOS

Tom schakelde over op Kunstwetenschappen en Archeologie. Dankzij het programma Topsport en Studie en de begeleiding door Paul Wylleman heeft hij die studies altijd vlot kunnen combineren met het zwemmen. Moderne kunst Tom hecht veel belang aan zijn studies. “Veel topzwemmers studeren niet verder. Buiten het zwemmen doen ze eigenlijk niets, ze kijken veel televisie. Ik vind het belangrijk om niet altijd met mijn sport bezig te zijn, om niet alleen met zwemmers op te trekken. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in cultuur, in film, in kunst van de twintigste eeuw. Ik vind het boeiend hoe mensen waanideeën in kunstwerken omzetten. Veel mensen zeggen dat ze niks van moderne kunst snappen. Ik vind het net een uitdaging om moderne kunst proberen te begrijpen. Mijn masterproef zal handelen over de toegankelijkheid van musea voor een breed publiek.” Voor zijn onderzoek kan Tom in het Van Abbemuseum in Eindhoven terecht, een van de belangrijkste musea voor moderne en hedendaagse kunst in Europa. Tom heeft in Eindhoven overigens zijn tweede thuis gevonden. Bij zwemclub PSV Eindhoven en trainer Marcel Wouda vertoeft hij in een echte topsportomgeving van olympische kampioenen. Zo trekt Tom wel eens een baantje met meervoudig olympisch kampioen Pieter van den Hoogenband. “Ik heb de eerste jaren getraind in het zwembad op de campus in Etterbeek”, zegt Tom. “Tot vorig

jaar zat ik ook vlakbij de campus op kot.” Maar zijn ambities op de 1500 meter brachten hem naar Eindhoven. Daardoor komt Tom nu veel minder naar Brussel. “Dat is spijtig, maar de afstand is te groot. Met de auto ben je al snel twee uur onderweg.”

“Mijn medestudenten waren verbaasd toen ze hoorden dat ik 30 uur per week intensief train.”

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 16

10-06-2008 10:37:05


Olympische Spelen

Hockeyspeler Jérôme Truyens beleefde vorige zomer de dag van zijn leven. Op het Europees Kampioenschap in Manchester scoorde hij het winnende doelpunt tegen wereldkampioen Duitsland. Dat gebeurde in de kleine finale voor de derde en vierde plaats. Dankzij Jérôme pakte de Belgische nationale hockeyploeg niet alleen brons, maar bemachtigde meteen ook het felbegeerde ticket voor de Olympische Spelen in Peking. “Dat was een magisch moment”, zegt Jérôme. “Iedereen was aan het wenen, ons doel was bereikt. We hadden nooit verwacht dat dit mogelijk was.” Jérome Truyens is 21 en komt uit Sint-Stevens-Woluwe. Hij zit in derde bachelor Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur. In tegenstelling tot andere topsportstudenten, kan hij wel de meeste lessen bijwonen. Met zijn hockeyteam, de Royal Racing Club de Bruxelles uit Ukkel, traint hij meestal ’s avonds. Ook de trainingen van de nationale ploeg vallen niet met de lessen samen. Zijn examens moet hij wel verplaatsen. “Onze coach wil absoluut dat we in juni ter beschikking staan van de nationale ploeg.” Jérôme heeft een aantal examens uitgesteld, maar de meeste heeft hij vervroegd afgelegd. Zijn medestudenten vinden dat prima. “Want via mij komen ze te weten wat voor vragen ze zelf kunnen verwachten in juni.” Jérôme is perfect tweetalig en heeft getwijfeld tussen ULB en VUB. Maar het topsportprogramma heeft hem voor de Vrije Universiteit Brussel doen kiezen. “Hockeyspelers die aan andere universiteiten studeren, hebben soms echt problemen om hun examens verplaatst te krijgen.”

band. “Ze steunen mij enorm. Na het EK in Manchester kreeg ik een massa sms’jes. Als ik de volgende dag niet moet trainen, ga ik naar studentenfuiven en drink ik ook bier. Nu is dat wat minder door de Olympische Spelen, maar ik zal dit volgend jaar wel inhalen.” Voor een hockeyspeler is een diploma geen overbodige luxe. Er valt nu eenmaal niet van deze sport te leven. “Als we bij de eerste acht eindigen in Peking – wat we natuurlijk hopen - dan krijgen we een premie van 1250 euro. Dat is mooi meegenomen, maar verge-

leken met andere sporten is dat peanuts. Maar wie weet kunnen wij de wegbereiders zijn voor een professioneler hockey, waar ook iets mee te verdienen valt.”

“Hockeyspelers die aan andere universiteiten studeren, hebben soms echt problemen om hun examens verplaatst te krijgen.”

Geen voorkeursbehandeling Een soepele examenplanning is belangrijk, maar daarnaast wil Jérôme behandeld worden als elke andere student. Met zijn medestudenten heeft hij alvast een goede

17

148109_Akademos_juni 2008.indd 17

10-06-2008 10:37:10


Olympische Spelen

Judoka Dirk Van Tichelt uit Brecht vertrekt naar China met hooggespannen verwachtingen: hij wil terugkeren met een medaille. De 24-jarige student Lichamelijke Opvoeding weet dat het mogelijk is. “Ik kan zowel winnen als in de eerste ronde uitgeschakeld worden. Dat is altijd zo bij judo. We gaan in elk geval ons best doen en knokken voor wat we waard zijn.” Van Tichelt mag de lat ook hoog leggen. In april werd hij Europees kampioen judo in de categorie tot 73 kilogram. Het was al jaren geleden dat er nog eens een Belg goud pakte op een EK. Voorpaginanieuws, zou je dan denken, maar daar stak ene Tom Boonen een stokje voor. Dirk Van Tichelt kan er zich alleen maar bij neerleggen dat judo de duimen moet leggen voor Parijs-Roubaix. “Uiteindelijk vind ik het niet zo erg dat ik op de

Studeren doet Dirk meestal na een groot toernooi. “Na het Europees Kampioenschap kreeg ik van mijn coach twee weken rust, en dat betekent voor mij twee weken

“Judo op topniveau valt niet te combineren met een normaal studietraject” binnenpagina’s sta en Tom Boonen met een kassei boven z’n kop op de eerste pagina.” Dirk Van Tichelt zit intussen in zijn laatste jaar Lichamelijke Opvoeding. “Ik denk niet dat ik aan een andere universiteit zover geraakt zou zijn,” zegt Dirk. “De faciliteiten van Topsport en Studie zijn de reden waarom ik voor de Vrije Universiteit Brussel heb gekozen. Mijn kandidaturen zijn nog min of meer normaal verlopen, maar in eerste licentie begon ik internationaal door te breken en ben ik ook veel intensiever beginnen trainen. Dat valt niet te combineren met een normaal studietraject. Ik heb toen mijn sporten laten vallen en kreeg ik in de plaats een vervangende opdracht. Vanaf de licenties heb ik mijn jaren ook opgesplitst, waardoor mijn studies veel langer duren.”

18

AKADEMOS

blok. Ik probeer dan de verloren tijd in te halen.” Volgens Dirk hebben topsporters het zeker niet makkelijker, omdat professoren al eens iets door de vingers zouden zien. “Neen, je moet hetzelfde kennen. Sommige proffen hebben wel sympathie en ze hebben er geen enkel probleem mee dat je je examens op een ander moment komt afleggen, maar je hebt er ook die denken: daar is weer zo’n lastige die z’n examen op een andere dag komt doen, die zullen we eens een extra vraag stellen. Het heeft zijn voordelen en zijn nadelen. Maar makkelijker is het zeker niet.”

“Veel TD’s heb ik niet meegemaakt, maar als ik ernaartoe ging, dan zakte ik wel goed door. Ik ben ook gedoopt hier. Weet je, als topsporter heb je een heel leven buiten de universiteit en dan kunnen je medestudenten je al snel voor een asociale aanzien. Dat wilde ik niet.” Drinkt hij dan alcohol? “Ik heb meegedaan aan een verkiezing van bierkoning. En als ik ergens aan deelneem, dan wil ik perse ook winnen. Ik heb die verkiezing dus gewonnen.”

Met hoeveel ad fundums ? “Dat weet ik niet meer, maar de volgende dag was er in elk geval geen training.” (lacht) Gaat dat wel samen, topsport en alcohol? “Voor een wielrenner of een langeafstandsloper ligt dat anders, maar in judo kan het. Maar het moet wel in je planning passen.” Wij hopen alvast dat in China de champagne zal knallen. We duimen voor Dirk, Tom en Jérôme.

Bierkoning Dirk Van Tichelt probeert ook wat van het studentenleven mee te pikken.

JG.11 - NR.3 - 06.2008

148109_Akademos_juni 2008.indd 18

10-06-2008 10:37:14


Personalia

Dr. Sandrine Godefroid die de ontwikkeling van spontane vegetatie in stadsecosystemen bestudeert en advies geeft aan beheerders voor een duurzaam gebruik van stadsnatuur, heeft met haar werk de Prijs Lucien De Coninck ontvangen. Sinds meer dan 16 jaar engageert zij zich om sensibiliseringsactiviteiten te ontwikkelen rond natuurwetenschappen. Ze doet dit voornamelijk via publicaties, rondleidingen, lezingen, tentoonstellingen en colloquia. Op deze manier tracht zij de natuurwetenschappen toegankelijk te maken voor het brede publiek.

aspect van de beBEC-finale bestond erin een waterraket, uit louter mechanische onderdelen, zo lang als mogelijk in de lucht te houden. Het parachuteconcept van het VUB-team was simpel van vorm, elegant van uitvoering en erg doeltreffend.

Joachim Cohen, onderzoeker van de Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de Vrije Universiteit Brussel, heeft met zijn proefschrift getiteld “End-of-life decisions and place of death in Europe” de internationale “Prix Elizabeth Kübler-Ross pour jeune chercheur 2008” gewonnen. Het Zwitserse Institut Universitaire Kurt Bösch reikt deze prijs sinds 2001 jaarlijks uit aan bijzonder relevante bijdragen aan onderzoek in het domein van palliatieve zorg, thanatologie, of ethiek van het levenseinde.

Pierre Deligne, doctor honoris causa van de Vrije Universiteit Brussel, heeft samen met twee andere wiskundigen, Griffiths en Mumford, de Wolf-prijs 2008 voor wiskunde behaald. De Wolf-prijzen worden door de Wolf Foundation toegekend aan vooraanstaande wetenschappers en proberen een tegengewicht te vormen voor de Nobelprijzen.

Lawrence Bogaert van het departement Fotonica (faculteit Ingenieurswetenschappen-TONA) werkt momenteel aan een doctoraat betreffende 3D visualisatie projectiesystemen. Hij heeft tijdens het internationaal congres “Microdisplays, Applications, and Optics”, georganiseerd door “The Society for Information Display” aan het Fraunhofer Institut in Jena (Duitsland), de “Student Award” ontvangen voor zijn werk in het domein van projectoren voor stereoscopische toepassingen. De beBEC-finalisten van de Vrije Universiteit Brussel bestaande uit de studenten Arno Bouwens, Bob Andries, Vincent Ginis en Werner Coomans hebben tijdens de nationale ronde van de Belgian BEST Engineering Competition de eerste plaats behaald. Het team behaalde de beste score bij het optellen van de verschillende gequoteerde disciplines: team design, team work, 2 company case studies en de presentatie van het team design. Het technische

Het boek ‘Congo. De impact van de kolonie op België’ van historicus Guy Vanthemsche is genomineerd voor de ABN AMRO Bank prijs voor het beste non-fictie boek van 2007. Het staat momenteel op een shortlist van vijf boeken.

Daisy Hiel, Handelsingenieur 2006-2007, werd voor haar eindwerk ‘Is de eenheid van de Belgische jaarrekening nog langer houdbaar?’ bekroond met de jaarlijkse prijs van het Fonds van het Nationaal College der Accountants van België vzw (NCAB – CNECB). Prof. Eric Brewaeys, van de vakgroep Privaat Recht, werd door de Vlaamse regering aangesteld als voorzitter van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). Deze waakt over de handhaving van de mediaregelgeving binnen de Vlaamse Gemeenschap, treedt op bij het beslechten van geschillen in verband met de mediaregelgeving en reikt de mediaerkenningen en –vergunningen uit. Ir. Thomas Geernaert en ir. Sara Van Overmeire, onderzoekers die momenteel aan een doctoraat in de vakgroep Toegepaste Natuurkunde en Fotonica (IR-TONA) werken, hebben tijdens het SPIE Europe “Photonics Europe 2008” Internationaal Symposium in Straatsburg (Frankrijk), een van de vijf “European Photonics Innovation Village Awards” ontvangen. Thomas Geernaert demonstreerde zijn onderzoek rond optische vezelsensoren in de vorm van flexibele

artificiële optische robothuiden en kreeg hiervoor de “Best Design Award”. Sara Van Overmeire stelde haar onderzoek voor rond de ontwikkeling van geminiaturiseerde plastic detectiesystemen voor “lab-on-a-chip”-toepassingen en ontving hiervoor de “Best Application Award”. Clement Hiel, deeltijds ZAP-lid aan de Vrije Universiteit Brussel en alumnus, heeft onlangs de Charles Pankow Award for Innovation gewonnen voor zijn ontwerp van een brandmuur in VUBONITE. De Charles Pankow Award for Innovation geldt als een belangrijke innovatieprijs. Steven Lowette, doctorandus aan de onderzoeksgroep Elementaire Deeltjes (ELEM), heeft met zijn doctoraat over ‘B-Tagging as a Tool for Charged Higgs Boson Identification in CMS’ in het CERN de CMS Thesis award ontvangen. CERN is het Europees laboratorium voor Deeltjesfysica in Genève. Priscilla Valkeneers, afgestudeerd in 2007 in de richting kunstwetenschappen-archeologie, heeft de Nederlandse tegenhanger van de Vlaamse Scriptieprijs gewonnen. Ze kreeg de Neerlandiaprijs, de Algemeen Nederlands Verbond-prijs voor masterscripties. Professor Christian Koninckx, van de vakgroep Geschiedenis van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, ontving onlangs uit handen van de Ambassadeur van Zweden het ereteken van ‘Commandeur de l’Ordre Royal de l’Etoile Polaire’. Op 2 mei 2008 is de heer Willy Emmerechts na een langdurige ziekte overleden. Hij was 66. Tot aan zijn vertrek eind 2000 was hij het hoofd van de dienst Huisvesting van de Vrije Universiteit Brussel. Micheline De Keyzer won samen met haar zoon Jelle Temmerman de eerste reeks van het populaire VTM-programma ‘Mijn Restaurant’. Micheline werkt in de universiteitsbibliotheek op de campus Etterbeek en heeft loopbaanonderbreking genomen.

COLOFON Redactie: Jeroen De Samblancx, Bernadette Mergaerts, Raf Van Dyck, Peter Van Rompaey Eindredactie: Peter Van Rompaey Verleenden verder hun medewerking: Veerle Magits, Paul Wylleman, Valéry De Smet Foto’s: Bernadette Mergaerts Opmaak: Kunstmaan Druk: erasmus-euroset Gedrukt met plantaardige inkten op 100% gerecycleerd papier

148109_Akademos_juni 2008.indd 19

Redactiesecretariaat: Myriam De Pelseneer Dienst Interne en Externe Communicatie Pleinlaan 2 – B –1050 Brussel Tel.: +32 (0)2 629 21 34 Fax: +32 (0)2 629 12 10 E-mail: ieco@vub.ac.be Web: www.vub.ac.be

Wilt u Akademos thuis ontvangen, laat ons iets weten. Verantwoordelijke Uitgever: Prof. dr. Benjamin Van Camp Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel

Sponsor de toekomst Giften, legaten, schenkingen, sponsoring +32(0)2 629 12 46 of funding@vub.ac.be Meer info: www.vub.ac.be/infoover/fundraising

10-06-2008 10:37:23


Redelijk eigenzinnig

Studeren is meer dan kennis absorberen. Studeren is ook jezelf ontplooien en je eigen(zinnige) mening vormen. Door discussies aan te gaan met studenten uit andere studierichtingen bijvoorbeeld, die allemaal op dezelfde campus zitten. Of door Brussel - de meest opwindende stad van het land - in te trekken.

Infozaterdag 6 september 2008 10u00 - 16u00

De Vrije Universiteit Brussel stimuleert je zelfstandigheid, verruimt je blik en ontwikkelt je kritische geest.

Meer info: www.vub.ac.be 148109_Akademos_juni 2008.indd 20

Campus Jette voor alle medische opleidingen Campus Etterbeek voor alle andere opleidingen 10-06-2008 10:37:24


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.