VUB: 20 jaar Topsport en Studie

Page 1

VIERING 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE 18 april 2008

Prof. Paul De Knop & Prof. Paul Wylleman Dienst Topsport en Studie


Inhoudsopgave

Voorwoord door Prof. Paul de Knop

1

20 jaar Topsport en Studie in de media

8

20 jaar Topsport en Studie in publicaties en presentaties

24

Voordracht Vlaams Topsportmanager Ivo Van Aken

53

20 jaar Topsportstudenten

56

Trainingsgroeten van onze topsporters

70


Voorwoord

In oktober 1987 startte de Vrije Universiteit Brussel op mijn initiatief met ‘Topsport en Studie’. Dit project kwam er als concreet antwoord op het verzoek van toenmalig topzwemmer Koen Vandendurpel om zijn sport te kunnen combineren met universitaire studies in Vlaanderen – en dit als volwaardig alternatief voor het aanbod van een ‘scholarship’ aan een Amerikaans College. De start van het project Topsport en Studie tijdens het academiejaar 1987-1988 ging zeker niet onopgemerkt voorbij. Vijfentwintig ‘topsportstudenten’ (zie foto) werden hier begeleid.

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

-1-


Terwijl de VUB in de media werd toegedicht de topsportstudent te hebben “uitgevonden” (zie ’20 jaar Topsport en Studie in de media’), vertoonde de universitaire gemeenschap een sterke interesse voor dit vernieuwend onderwijsinitiatief, waarbij een specifieke doelgroep binnen de VUB-studentenpopulatie op basis van hun sportieve vereisten een doelgerichte studieflexibilisering “avant la lettre” werd aangeboden. Significant is dat Topsport en Studie van bij aanvang een aantal zeer concrete maatregelen ten voordele van de topsportstudenten heeft gerealiseerd. In eerste instantie werden de topsportstudenten niet alleen binnen het algemeen examenreglement van de VUB als een “bijzondere doelgroep” erkend, maar ze werden ook concrete studieflexibiliteiten aangeboden zoals gewettigde afwezigheid (o.a., voor practische oefeningen, voor labo’s), herhaal- en/of inhaallessen, en het verplaatsen van examendatums. Zowel pro-rector Prof. em. Sylvain Loccufier, Prof. em. Livin Bollaert (voormalig Voorzitter Onderwijsraad),

-2-

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Prof. Michel Magits (toenmalig decaan faculteit Rechtsgeleerdheid) en Willy Pieters (voormalig financieel directeur VUB) hebben zeker hun steentje bijgedragen in het verwezenlijken van deze maatregelen. Het (tijdelijk) individuele studieprogramma dat voor de internationale elite en de Olympiërs werd uitgewerkt, vertoonde toen reeds alle kenmerken van de studieflexibilisering (studiespreiding, semesterialisering, credits, individueel studieprogramma) die nu voor alle studenten beschikbaar is. In tweede instantie bood Topsport en Studie aan de topsportstudenten zowel een dagelijkse permanentie – initieel via mezelf en vervolgens via Paul Wylleman – alsook een secretariaatsondersteuning (Danny Laeremans, Carine Van den Houcke) aan. Deze organisatie verschafte de mogelijkheid om niet alleen op voorhand duidelijk de noden en problemen met de topsportstudenten (en ouders en trainers) op voorhand te bespreken maar ook om de opvolging van studieflexibiliteiten met de betrokken docenten en assistenten en met de sport(wetenschappelijke) begeleiders te verzekeren. Deze werking werd op facultair niveau dan ook nog ondersteund door diverse contactpersonen (o.a., Prof. Eric Degreef


in de faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen, Prof. René Goossens in de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie, ...) die, waar nodig, snel steun en toelichting konden verlenen. Deze facultaire ondersteuning wordt nu sinds een aantal academiejaren op uitstekende wijze door de facultaire studiebegeleiders gerealiseerd.

voedingsexperte Ilse Vaes en op de sportgeneeskundige specialisten van het Brussels Labo voor Inspanning en Topsport (BLITS). Tenslotte bood de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie een waaier aan (top)sportwetenschappelijke experts aan waar topsportstudenten prioritair terecht konden (o.a., biometrie, trainingsfysiologie, biomechanica).

Een derde meerwaarde die Topsport en Studie haar topsportstudenten kon aanbieden, was dat ze, waar mogelijk en vereist, ook beroep konden doen op sportieve en logistieke ondersteuning. Daar een belangrijk deel van deze topsportstudenten toenmalige topzwemmers waren, werd van bij aanvang ook een zwemcoach onder de arm genomen. Initieel via de inbreng van, onder andere, Luc Robion, Dirk Boets, Dirk De Laet, Patrick Teirlynck en in tweede instantie dankzij de gestructureerde samenwerking met de Vlaamse Zwemfederatie onder leiding van Lode Grossen en Dierk Coudenys, heeft Topsport en Studie haar topzwemmers steeds een belangrijke sporttechnische ondersteuning kunnen aanbieden. Daarnaast konden topsportstudenten ook beroep doen op Marcel Reymen als krachttraining- en conditiespecialist, op topsportkiné Frank Dewitte, op sportpsycholoog Paul Wylleman, op

In vierde instantie kon Topsport en Studie van bij aanvang ook steeds rekenen op de constructieve samenwerking met twee cruciale VUB-diensten. Vooreerst heeft de commissie Beheer Sportinfrastructuur in het algemeen en de Sportdienst onder leiding van Ben Vanroelen (Emmy Wouters, Sofie Rousseeuw en Dirk Van De Wiele) in het bijzonder steeds een belangrijke bijdrage geleverd aan het (prioritair) ter beschikking stellen van de sportinfrastructuur (o.a. zwembad, sportzalen, atletiekpiste). Vervolgens kon Topsport en Studie ook rekenen op de medewerking van de Dienst Huisvesting (Willy Emmerechts, Ludo Reuter en Martine Goedgezelschap) in functie van het toekennen van studentenkamers aan topsportstudenten.

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

-3-


De uitreiking van de Lotto-Studiebeurzen in aanloop van de Olympische Spelen 2000 met (vlnr) dhr. Johny Van Steen (toenmalig ASLK), Ann Simons (judo), Prof. Paul De Knop (diensthoofd Topsport en Studie), mevr. Chris Luypaert (Nationale Loterij – Lotto), Roel Janssen (zwemmen), Kathleen Smet (triatlon), Sebastien Godefroid (zeilen), Ingeborg Marx (gewichtheffen), Nele Schouterden (schermen), Nathan Kahan (atletiek) en Prof. Paul Wylleman (coördinator Topsport en Studie).

Tenslotte werd de maatschappelijke meerwaarde van Topsport en Studie ook extern aan de VUB erkend. Zo kon het project rekenen op financiële steun vanwege FORTIS (het toenmalige ALSK) (Johny Van Steen) en van de Nationale Loterij – Lotto (Chris Luypaert) (zie foto) om (Lotto-)studiebeurzen toe te kunnen kennen aan deze topsportstudenten die zowel op studie- als op sportief vlak goede prestaties hadden behaald. Door op gestructureerde wijze studieflexibiliteiten en sport- en logistieke faciliteiten aan te bieden aan onze “topsportstudenten” speelde de Vrije Universiteit Brussel een duidelijke voortrekkersrol in het openen van het hoger onderwijslandschap voor studerende topsporters.

-4-

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


Doorheen de voorbije 20 jaar heeft Topsport en Studie haar plaats verworven binnen de Vlaamse en internationale topsportwereld. Niet alleen werden er samenwerkingsakkoorden afgesloten met 13 topsportfederaties met als doel topsporters een meer optimale transitie van secundair naar hoger onderwijs te kunnen aanbieden, maar diende Topsport en Studie ook als basis voor het ontwikkelen van het Topsportstudentenproject Hoger Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en voor de studiebegeleiding binnen het project Carrièrebegeleiding van Topsport Vlaanderen. Daarnaast fungeerde Topsport en Studie ook als voorbeeld voor de ontwikkeling van gelijkaardige projecten in het buitenland. Zo waren er intensieve contacten met, onder andere, de University of Bath, de University of Exeter en de Rijksuniversiteit Groningen. Deze universiteiten volgden van nabij met meer dan gewone interesse de inspanningen, de organisatie en de werking van Topsport en Studie – en waar mogelijk implementeerden ze deze organisatie en werking ook zelf.

taties met betrekking tot de combinatie van (universitaire) studie en topsport (zie ’20 jaar Topsport en Studie in publicaties en presentaties’). Sinds haar aanvang heeft Topsport en Studie zo’n 600 studerende talentvolle en topatleten (zie ’20 jaar Topsportstudenten’) begeleid uit 56 verschillende sport-takken doorheen hun combinatie binnen acht faculteiten en het Vesalius College. Met een gemiddeld slagingspercentage van 70% – ruim 10% hoger dan het gemiddelde van de totale studentenpopulatie! – kan Topsport en Studie bogen op een succesvolle begeleiding van haar topsportstudenten.

Tenslotte publiceerde Topsport en Studie niet alleen verscheidene artikels en hoofdstukken in gespecialiseerde vakliteratuur, maar verzorgde ze op diverse internationale congressen ook tientallen presen-

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

-5-


Daarnaast vestigden de topsportstudenten veelvuldige topsportprestaties. Naast de veelvuldige Belgische titels, records en nationale selecties werden ook verscheidene Europese, Wereld- en Olympische prestaties neergezet. Tijdens 20 jaar Topsport en Studie werden de volgende topsportstudenten voor Olympische deelname geselecteerd: Sebbe Godefroid (zeilen), Min Dezillie (zeilen), Ann Simons (judo), Kathleen Smet (triatlon), Karla van der Boon (waterpolo), Nathan Kahan (atletiek), Inge Marx (gewichtheffen), Brigitte Becue (zwemmen), Ulla Werbrouck (judo), Heidi Rakels (judo). En uiteraard herinneren we ons de Olympische prestaties van: Sebbe Godefroid met zilver in zeilen tijdens de Olympische Spelen 1996 te Atlanta, Ann Simons met brons in judo tijdens de Olympische Spelen 2000 te Sydney, Kathleen Smet met een vierde plaats in triatlon tijdens de Olympische Spelen 2004 te Athene.

-6-

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Tenslotte zien we uiteraard uit naar de prestaties van Jérôme Truyens (veldhockey) en Dirk Van Tichelt tijdens de komende Olympische Spelen te Beijing. Mogelijkerwijze zal Tom Vangeneugden (zwemmen) zich alsnog bij hen kunnen vervoegen. Terwijl Topsport en Studie tijdens de voorbije 20 jaar een belangrijke motor is geweest in het aanmoedigen en bewerkstelligen van de combinatie hoger onderwijs en topsport, mag het duidelijk zijn dat ze tijdens de komende jaren onder leiding van Paul Wylleman een voortrekkersrol zal blijven spelen in het optimaliseren van de combinatie hoger onderwijs en topsport. In eerste instantie zal dit binnen de Universitaire Associatie Brussel in samenwerking met de Erasmus Hogeschool Brussel gerealiseerd worden door, onder andere, een selectie van studierichtingen met een maximale studie- en examenflexibiliteit aan te bieden – waaronder een Master Lichamelijke Opvoeding (met specialisatie Training en Coaching, Sportmanagement, Fitheid en Gezondheid en Lerarenopleiding), een Master Toegepaste Taalkunde (met specialisatie Tolken, Vertaalkunde, Journalistiek) en een professionele Bachelor Toegepaste Informatica (met specialisatie Multimedia, Network Management, Industriële Informatica en IT Business Management Solutions).


In tweede instantie zal de samenwerking met de topsportfederaties verder ontplooid worden. Zo wordt in samenwerking met de Vlaamse Volleybalbond en onder leiding van topsportcoördinator Marc Spaenjers het project Beloftenteam jongens, gestart in het academiejaar 2007-2008, verder uitgebouwd zodat deze jonge topspelers doorheen hun ontwikkeling naar de internationale top en deelname aan de Olympische Spelen 2012 te London ook hun studies op een succesvolle wijze kunnen starten en voltooien. Ook de samenwerking met de Vlaamse Zwemfederatie, die reeds verschillende academiejaren loopt, zal opnieuw onder leiding van topsportcoördinator Lode Grossen verder uitgebouwd worden met als doel de elitezwemmers doorheen hun studies ook te begeleiden op weg naar de Olympische Spelen 2012 te London. Tenslotte zal in samenwerking met de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie verder gebouwd worden aan een studietraject Lichamelijke Opvoeding specifiek gericht naar topsportstudenten en topsportcoaches. Dit studietraject heeft tot doel zoveel als mogelijk op individuele wijze in te spelen op de vereisten die zich voordoen binnen hun topsportactiviteiten.

Ik zal dan ook niet nalaten om de verdere ontwikkeling van Topsport en Studie van dichtbij te blijven volgen en te ondersteunen. Tenslotte wens ik ook iedereen te danken die hun medewerking aan deze Viering hebben verleend met name Vlaams minister van Sport Bert Anciaux, Vlaams Topsportmanager Ivo Van Aken, Patrick Coulier (AcTVty), Steve Dierckens (HealthCity), Ann en Bart Van Overschee (Qua-3), Louis De Pelsmaeker en Ronny Courtens, Carine Van Den Houcke (dienst Topsport en Studie) en Yannick Germeau (topsportstudent schermen en laatstejaarsstudent Lichamelijke Opvoeding, specialisatie Sportmanagement). Samen met Paul Wylleman heb ik de archieven van Topsport en Studie doorgenomen en een selectie gemaakt van (academische) teksten, foto’s, persartikels, presentaties en andere aandenkens aan de ontwikkeling van Topsport en Studie in het algemeen en aan onze topsportstudenten in het bijzonder. Ik hoop dat dit boekje een een mooie herinnering in woord en beeld is aan de Viering 20 jaar Topsport en Studie. Paul De Knop 18 april 2008

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

-7-


20 jaar Topsport en Studie in de media

-8-

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

-9-


- 10 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 11 -


- 12 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 13 -


20 jaar Topsport en Studie in de media

“Voor topsporters hetzelfde, maar dan anders” Nele Schouterden (schermen, 2000)

“Na samenspraak met Paul Wylleman kon ik ook deelnemen aan het zwemmen met het trainingsschema van Dirk Boets” Tom Landuyt (zwemmen, 1999)

“... de VUB zou zélf een fulltime trainer moeten aanstellen om te tonen dat het menens is met de combinatie van topsport en studie” Brigitte Becue (zwemmen, 2001)

“Met het statuut van topsporters aan de VUB krijgt hij volop de mogelijkheden om professioneel te trainen” Timo Van Vooren (zwemmen, 1999)

- 14 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

“Ik koos voor de VUB omdat er zoveel topsportfaciliteiten aanwezig zijn ... Op de VUB kan ik mijn examens spreiden in functie van mijn sportbeoefening” Sven Wielandt (atletiek)


“Eerst diploma dan Spelen ... Voor de examens zijn ze wel vrij soepel aan de VUB” Bart Geerts (zwemmen)

“Economie en topsport gaan hand in hand. De proffen waren op de hoogte van mijn situatie en hebben altijd veel begrip getoond ... Grote onderscheiding voor haar eerste jaar Toegepaste Economische Wetenschappen aan de VUB ... Aan de VUB zijn ze al drie weken bezig en ik moet nog mijn eerste dag cursus volgen ... Vandaag bronzen medaille, morgen examen economie”

“Ik heb in mijn studies deadlines verschrikkelijk hard nodig ... Misschien is dat ook daar wel de topsporter in mij. Een uitdaging, wat stress en dan voluit” Pat Lauwerys (basketbal, 2000)

“Zolang ik sport en studie kan combineren zal ik blijven zwemmen” Mieke Smet (zwemmen, 1997)

Ann Simons (judo, 1999/2000/2002)

“De combinatie topsportuniversitaire studies is haalbaar, maar vergt bij momenten extra inspanningen ... Haar studies (tweede licentiaatsjaar LO op de VUB) mag ze ook niet verwaarlozen” Leen Dom (judo, 2002/2003)

“Pluymers beëindigde het eerste jaar Rechten aan de VUB met onderscheiding” Helena Pluymers (atletiek, 2003)

“De combinatie wielrennen-studies [kinesitherapie] is niet meteen evident, maar het valt heus wel mee. Zeker omdat ik aan de VUB het statuut van topsporter heb gekregen” Ken Ilegems (wielrennen, 1997)

“De jongste universitairen van ons land. Ik heb voor de VUB gekozen omdat ik hier het statuut van ‘student-topsporter’ kreeg. Ik mag de eerste kandidatuur over twee jaar spreiden, heb voorrang wat het gebruik van de sportinfrastructuur betreft en ik krijg de mogelijkheid tennistornooien te spelen in het buitenland” Manuel Hasaerts (tennis, 1997) 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 15 -


“Voor de 18-jarige studente Lichamelijke Opvoeding aan de VUB is de titelwinst ondergeschikt aan de kwaliteit van haar tumblingreeksen die perspectieven opent voor hogere scores” Natalie De Neef (tumbling)

“Hij doet immers de grote stap naar de VUB in Brussel en heeft er het statuut van topsporter aangevraagd” Dieter Mortier (zwemmen, 2000)

“Kristof spreidde zijn eerste jaar criminologie aan de VUB in Brussel over twee jaar en kan dankzij dit systeem sedert september 25 uur per week trainen” Kristof Verfaillie (artistieke gymnastiek, 1999)

- 16 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

“Ze heeft net haar humaniora achter de rug ... en heeft zich nu ingeschreven aan de Vrije Universiteit Brussel waar ze Germaanse Filologie wil studeren” Martine Engelen (reddend zwemmen, 1998)

“Ikzelf ben geslaagd bij mijn eerste zittijd ‘sportkot’ aan de VUB ... Daar heb ik het voordeel dat ik vooraf een examen sport mocht afleggen, waardoor ik het hele jaar geen sport moest volgen, en dat ik mijn examens gespreid kan afleggen, waardoor ik meer tijd kreeg om te blokken en te trainen” Karen Steurs (triatlon, 1998) “De student [kinesitherapie] aan de VUB in Brussel behaalde vorige week zijn eerste overwinning tijdens de B-veldrit” Paul Van Loon (veldrijden, 1998)

“Ik geniet aan de Brusselse VUB van een sportstatuut met zeer degelijke faciliteiten” Nick Brunet (atletiek, 2003)


“Ik zit in de tweede licentie rechten aan de VUB en geniet het statuut van topsporter. Dat statuut had ik ook al aan de KUL, maar in Leuven laat de begeleiding van sportmensen te wensen over” Bart Roseleth (voetbal, 1998)

“Vorig jaar startte ik in Gent studies “Hij trok naar de VUB omdat ginds de faciliteiten voor topsporters naar Belgische maatstaven optimaal waren en stortte zich met overgave op de krachttraining” Tom Vangeneugden (zwemmen, 2003)

“Mieke koos voor een opleiding aan de VUB omdat de faciliteiten voor de topsporter daar optimaal zijn. Ze kan trainen en toch studeren, aan competitie doen en toch examens afleggen dankzij de soepelheid van de unief wat de spreiding van examens betreft en het volgen van cursussen” Mieke Geens (atletiek, 2002)

psychologie. Mijn topsportstatuut bleek er enkel een papieren ding ... Op de VUB blijkt de combinatie studies-topsport nu een stuk beter te renderen” Sissi Veys (judo, 2000)

“Elke Wauters studeert voor licentiate lichamelijke opvoeding in Brussel” Elke Wauters (korfbal, 1999)

“En ik mag aan de VUB ... het statuut van topsporter hebben” Philippe Cloostermans (Formule 3000)

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 17 -


“Ik koppel mijn verblijf in Noord-Frankrijk aan de opleiding van kinesitherapie, die ik aan de VUB te Brussel wil opstarten. Een profloopbaan lijkt me pas aantrekkelijk als men een diploma achter de hand heeft” Ann Wauters (basketbal, 1999)

“Twee jaar geleden vond ze de tijd aangebroken om alles op het tennis te zetten. Als studente aan de VUB kon het. Tijdens mijn eerste kandidatuur combineerde ik de twee vertelt ze ... die straks haar eerste licentie politieke en sociale wetenschappen aanvat” Iris Ulenaers (tennis, 1999)

“De studente LO aan de VUB in Brussel komt van heel ver terug” Griet Buelens (zwemmen, 2003)

- 18 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


Interview verschenen in UVV-infojan.-feb. 2004 D EEL I: T OPSPORT & S TUDIE S o n n y Va n d e S t e e n e

Interview met

Paul De Knop TOPSPORT

AAN DE

VUB

Sommigen onder ons hebben meer dan één talent. Sommigen blijken naast een intellectuele begaafdheid ook uitmuntend te zijn in sport. Vaak staan ze dan voor een hartverscheurende keuze wanneer ze de humaniora verlaten. Wordt het de studie of wordt het de sport? Ga je voor je droom die door een onnozele kwetsuur ineens uit elkaar kan spatten of kies je voor de met iets meer zekerheid beladen academische carrière?

Z

o een 15 jaar geleden startte de VUB met een voortrekkersproject. Het Topsport en Studie project heeft als doel studenten in staat te stellen om op een doeltreffende manier beide activiteiten met elkaar te combineren. We hadden een gesprek met de bezieler en het huidige diensthoofd van het Topsport & Studie project, docent Paul De Knop, over de meerwaarde van sport in het onderwijs. Welke meerwaarde heeft sport in de opvoeding en in de studie; dus in de ontwikkeling van de mens? We hebben een geest en een lichaam. Normaliter ontwikkel je aan de universiteit je geest. Het is echter niet omdat je over twee talenten beschikt, een intellectuele en een lichamelijke, dat je één van de twee niet zou ontwikkelen. Dat is eigenlijk de optiek van het combineren van topsport en studie. Sport heeft een meerwaarde op maatschappelijk vlak. Op dit moment hebben er enorm veel mensen in een stijgende lijn, zowel actief als passief, interesse in en een betrokkenheid bij sport. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de kerkgang of de interesse en engagement naar politieke partijen toe, die ieder jaar opnieuw achter uit gaat. Het aantal vrijwilligers in de samenleving kent een neergang, terwijl hun aantal in de sport goed standhoudt. Sport heeft duidelijk een sociale betekenis. Mensen ont-

moeten er elkaar, maken er vrienden of vinden er hun partner. De maatschappelijke impact van sport is ook terug te vinden in de alledaagse spreektaal. Denk bijvoorbeeld aan onze vroegere premier die het steeds had over ‘paniekvoetbal’ spelen. Het is een vorm van zich uiten "Windsurfers do it standing up!". Sport heeft ook een economische waarde. Het is een vorm van entertainment. Er is ook een belangrijk gezondheidsfacet verbonden aan sport. Wij bewegen te weinig in deze zittende samenleving. Hoewel nog nooit zoveel mensen zoveel aan sport gedaan hebben, is de bewegingsarmoede zeer groot. Deze uitspraak is niet tegenstrijdig, maar hooguit een beetje paradoxaal. Wij doen tegenwoordig aan e-learning, we maken massaal gebruik van email, we kijken televisie of genieten van muziek met een remote control, we doen aan private banking,… Als we dit koppelen aan ons voedingspatroon, dan is het ook geen wonder dat mensen zwaarlijvig worden. Gebrek aan beweging is de voornaamste oorzaak van zwaarlijvigheid en leidt tot tal van ziekten die door sport kunnen worden vermeden. Niet alles in sport is natuurlijk rozengeur en maneschijn. Sport veroorzaakt ook veel kwetsuren of leidt op het vlak van topsport tot heel wat frustraties. Toch ben en blijf ik ervan overtuigd dat de positieve kanten van sport over het algemeen nog altijd opwegen tegen de negatieve. 15

UVV-info jan.-feb. 2004

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 19 -


I n t e r v i e w m e t Pa u l D e K n o p

Het belang van sport in de samenleving neemt alsmaar toe. De sport, de sportclub, is naast het gezin en de school aan het evolueren naar een derde opvoedingsniveau. Het is de goedkope babysit geworden, waar waarden worden overgebracht. In het secundair onderwijs wordt sport gegeven binnen het officiële lessenpakket. Volstaan, volgens u, die twee uur sport per week? Het aantal uur sport dat leerlingen in het secundair onderwijs krijgen, is eigenlijk een compromis geweest. Enkele decennia geleden kregen de kinderen in het Vrij onderwijs één uur sport en in het Gemeenschapsonderwijs drie uur. Met de komst van het eenheidstype heeft men geopteerd voor twee uur lichamelijke opvoeding. Twee uur lichamelijke opvoeding betekent in onderwijstermen echter twee maal 50 minuten. Daarbij komt dat de leerlingen zich moeten verplaatsten van de ene les naar de sportles en dat ze zich dan nog moeten omkleden en aankleden. Het is dus quasi onmogelijk om in twee uur aan de fysieke conditie te werken, laat staan om een positieve attitude bij te brengen. Nochtans is Vlaanderen een voorloper geweest. Ooit hebben we halve dag systeem projecten gehad. De kinderen gingen hierbij een halve dag naar school en hadden een halve dag ofwel cultuur- ofwel sportopvoeding. In Duitsland hebben ze dit systeem in zijn algemeenheid ingevoerd, terwijl het in Vlaanderen spijtig genoeg een project gebleven is. Als je kijkt naar het aantal uur dat kinderen moeten doorbrengen op school, dan staan wij bovenaan de Europese top. Rekenen we daar ook nog het aantal uren bij dat ze moeten spenderen aan huiswerk, dan kan je eigenlijk stellen dat kinderen meer werken dan de modale werknemer in Vlaanderen. We leggen kinderen dus een systeem op dat we voor volwassenen niet toelaten. Waarschijnlijk ligt hierin ook het succes van de topsportscholen. De topsportschoolkinderen hebben hetzelfde leerplan als hun medeleerlingen in een klassieke school, maar moeten dat in een gereduceerd aantal uren, dus in een hoger tempo, krijgen. Daarbij komen nog eens 12 uren sport per week. In dit ‘zwaardere’ systeem halen de leerlingen goede resultaten. Volgens mij komt dat omdat de leerlingen intrinsiek gemotiveerd zijn en omdat er afwisseling is. Mensen zijn niet gemaakt om enkel te zitten, ze hebben ook beweging nodig. UVV-info jan.-feb. 2004

- 20 -

16

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Valt topsport te rijmen met de leerplicht in het secundair onderwijs? Er is een leerplicht, maar geen schoolplicht. Je mag je kinderen thuis onderwijs geven als je dat wilt. Laatst heb ik een televisie-uitzending gezien waarbij bijvoorbeeld de ouders zelf leerkracht zijn. Dat is volkomen wettelijk. De combinatie topsport en studie is dus ook perfect mogelijk, als je het kan organiseren. Dit werd geregeld door het convenant tussen de minister van Onderwijs en BLOSO. Zowel de leerlingen op de topsportscholen als de leerlingen die het topsportstatuut hebben, maar die niet opteren voor een topsportschool maken daar gebruik van. De laatste groep heeft bijvoorbeeld recht op x-aantal dagen schoolafwezigheid. Het topsportstatuut is wettelijk erkend in het secundair en hoger onderwijs. Wat houdt dit in? Wat zijn de tegemoetkomingen en wat zijn de verplichtingen die aan het statuut hangen? In het secundair onderwijs is er het convenant tussen de minister van Onderwijs, de minister van Sport, BLOSO, de Bond voor Lichamelijke Opvoeding, de sportfederaties en de scholen zelf. In de begeleidingscommissie zitten de vertegenwoordigers van de verschillende partijen. Het secretariaat voorzitterschap wordt waargenomen door BLOSO. Zij bekijken hoe het convenant het best in de praktijk uitgevoerd wordt en zij bereiden al het noodzakelijke voor voor de selectiecommissie. In de selectiecommissie zitten vertegenwoordigers van BLOSO, BOIC en de betrokken sportfederaties. Zoals ik eerder even vermeld heb, kunnen er twee statuten toegekend worden. Het topsportstatuut A is voor leerlingen die in een topsportschool ingeschreven zijn, terwijl het B statuut toegekend wordt aan topsportleerlingen die niet ingeschreven zijn in een topsportschool. Beiden zijn dus topsportstudenten, maar volgen les in een ander systeem. Dit kan enerzijds komen doordat de sporttak nog niet voorzien is in de topsportscholen, of een andere reden kan zijn dat iemand bijvoorbeeld Latijn wil studeren maar dit niet kan op een topsportschool, omdat de richting Sport-Latijn nog niet opgenomen is in het curriculum van die school. Het is de bedoeling dat het aantal topsportscholen in de toekomst gereduceerd wordt tot één per provincie. Zo krijg je een grotere kritische massa en kan je ook meer verwachten van de sportiviteit van de school en zijn leerkrachten. Daarbovenop


kan je dan ook een ruimer studieaanbod organiseren en aanbieden, terwijl dit nu nog beperkt is tot ASO-topsport en TSO-topsport. Tot voor kort hanteerde het Vlaamse hoger onderwijs het VUB-systeem. De minister heeft zich nu akkoord verklaard om een financiële ondersteuning te geven. Eerst was er sprake van een studiebeurs. Vele studenten klussen nu eenmaal bij als ze naar de universiteit of naar een hogeschool gaan. Iemand die aan topsport doet beschikt echter niet over die mogelijkheid. Het nieuwe systeem, dat minister Keulen trouwens nog publiekelijk moet maken, voorziet een budget voor de sportieve begeleiding, de infrastructuur en de trainingsbegeleiding. Daarbij komt ook een basissalaris voor de topsportstudent, op basis van zijn secundair onderwijs diploma. 70 % van dat salaris wordt uitgekeerd, waardoor hij én kan studeren én aan topsport kan doen. De studenten die voor dit elite topsportstatuut in aanmerking komen zijn de olympisch geselecteerde atleten. Daarnaast heb je ook de subelite of de beloftevolle jongeren die echter in het verleden voorlopig nog geen gebruik kunnen maken van zo een geldelijke ondersteuning.

De procedure liep als volgt. Een atleet meldde zich aan, waarop zijn naam doorgespeeld werd aan de federatie. Het was de federatie die als onafhankelijke partij besliste of die student een topsporter is of niet. De VUB doet zelf nooit aan erkenning. In het door de minister goedgekeurde systeem gaan we naar een selectiecommissie voor gans Vlaanderen. Op dit moment gebeurt de selectie door het overlegplatform, dat nu de stuurgroep topsport is geworden van het departement topsport van BLOSO. In dit overlegplatform zitten vertegenwoordigers van BLOSO, de Vlaamse sportfederatie, het BOIC, de afgevaardigde van de minister en de afgevaardigde van departement jeugd en sport. Zij leggen de vooraf opgestelde criteria en het profiel van de kandidaat student naast elkaar, en beslissen op die manier wie tot de elite behoort en wie niet. Dit wordt in het door de minister bekrachtigde nieuwe systeem geobjectiveerd over het gehele hoger onderwijsnet. Alle hoge scholen en universiteiten zullen wat betreft de elite topsportstudenten straks dezelfde normen hanteren. Iedere onderwijsinstelling beslist of ze voor de andere atleten, de subtop wel of niet iets ondernemen. 17

UVV-info jan.-feb. 2004

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 21 -


I n t e r v i e w m e t Pa u l D e K n o p

Wat houdt het Topsport & Studie project in dat in 1988 aan de VUB is opgestart?

UVV-info jan.-feb. 2004

- 22 -

15 jaar geleden ben ik hier aan de VUB begonnen met het topsportproject. Op een bepaald moment werd ik samen met de toenmalige VUB rector, Sylvain Locufier, geconfronteerd met een student die een beurs gekregen had om aan een Amerikaanse universiteit te gaan studeren en daar deel uit te maken van het zwemteam. De rector vroeg zich af waarom die student naar de VS moest gaan. Konden wij niet iets doen? Toen ben ik met dat project begonnen. We kunnen vanuit de VUB weliswaar geen financiële ondersteuning bieden, maar we kunnen er wel voor zorgen dat de studies van de topsportstudent op een flexibele manier georganiseerd worden.

krachttraining of biomechanische analyse. De wetenschappelijke begeleiding is dus volledig voorzien. Er is ook nog een begeleidings- en een infrastructuur probleem. De topsportzwemmer kreeg bijvoorbeeld op vaste tijdstippen, ’s morgens, ’s middags en ’s avonds het zwembad ter beschikking. Toen er nog meer topsportstudenten van deze faciliteit gebruik wilden maken, kwam er een zwembegeleider. Infrastructuur en trainingsbegeleiding alleen is niet genoeg, een topsporter heeft ook huisvesting nodig. Wanneer een zwemmer om zes uur ’s ochtends aan het zwembad moet klaarstaan, dan heb je accommodatie nodig in de nabije omgeving. Een aantal topsporters hebben dan ook een prioriteit gekregen in de keuze van x aantal kamers.

Het grote probleem van een student die studie en topsport combineert, is in de eerste plaats tijd. Daarnaast is er ook nood aan fysiologische en psychologische begeleiding. Daarom hebben we medewerker Paul Wylleman in dienst genomen. Paul Wylleman kreeg de opdracht, als coördinator van het Topsport & Studie project, om zich te scholen in ‘time-management’, tot sportpsycholoog en -pedagoog, zodat de studenten ook kunnen leren hoe ze hun tijd efficiënt kunnen besteden en hoe zij met stress kunnen omgaan. Topsportstudenten kunnen bij collega medewerkers ook terecht voor

Commerciële partners zijn ook broodnodig. Bij het opstarten van het Topsport & Studie project werd die rol ingevuld door de toenmalige ASLK. Ook Lotto steunt ons vooruitstrevend initiatief. Door het systeem van Lottostudiebeurzen kan het inschrijvingsgeld voor een vijftal atleten per jaar terugbetaald worden. Dit gebeurt op de jaarlijkse happening waar we de studenten voorstellen. Verder hebben we aanpassingen gevraagd en gekregen wat betreft het examenreglement en het studentenreglement, waardoor de categorie van topsporters effectief in de reglementen werden erkend. Dit was noodzakelijk, want in het begin hadden we bijvoorbeeld problemen met de faculteit rechten. Als je faciliteiten creëert voor topsporters betekende dit dat niet iedereen meer gelijk is voor de wet. Dit hebben we dan ook reglementair moeten uitwerken en regelen. Op basis daarvan hebben we ook, toen was Patrick Dewael minister van Sport, een symposium met internationale sprekers georganiseerd. We hebben toen voorgesteld om het decreet aan te passen tot een onderwijsdecreet zodat iemand de mogelijkheid heeft om deeltijds te studeren. Zo kan een student een academiejaar in twee jaren splitsen. Dat is reeds enkele malen voorgevallen. In het kader van het ‘Europees Jaar van Opvoeding door Sport’ worden wij ook betrokken bij twee internationale onderzoeksprojecten. We hebben ook onderzoek gevoerd naar hoe de topsport en studie combinatie elders verloopt. Collega Wylleman wordt ook regelmatig als expert gevraagd in het buitenland voor het begeleiden van onderwijsinstellingen die dergelijke projecten willen opzetten of optimaliseren. Al deze initiatieven samen vormen het Topsport & Studie project.

18

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


Hebben topsportstudenten een vrije studiekeuze? Worden ze niet beperkt in hun studiekeuze als ze én willen studeren én topsporter willen zijn? Wij hebben studenten in alle richtingen. Het is echter wel zo dat we meer studenten hebben binnen de faculteit lichamelijke opvoeding en kinesitherapie. Toch is het zo dat er in bijna iedere studierichting een student bezig is met topsport, behalve dan misschien in richtingen zoals filosofie en kunstgeschiedenis. Heeft het feit dat een student aan topsport doet een effect op zijn of haar slaagkansen? De slaagpercentages van de topsportstudenten zijn hoger dan de gemiddelde slaagpercentages. Ik denk niet dat dit komt door het systeem zelf, maar wel doordat een topsportstudent heel bewust kiest voor twee zaken, studie en topsport, en de rest opzij schuift. Een topsporter weet over het algemeen goed wat hij of zij wil en weet ook hoe dat een bepaald aantal dingen moeten georganiseerd en gecombineerd worden. Wij begeleiden hen daar ook in. Dit betekent echter niet dat zij faciliteiten krijgen zoals topatleten in de VS. Het is niet omdat men topsporter is dat men het gemakkelijker krijgt. Eén van onze studenten had bijvoorbeeld tweede zit en ging naar de Olympische Spelen in Seoel. Seoel viel echter midden in de examenzittijd. De student kreeg op ons verzoek van de facultaire raad en de titularis een flexibeler systeem. Ze mocht haar examen vervroegd afleggen. Dit systeem maakte het haar eerder moeilijk dan gemakkelijk, aangezien zij minder tijd had om voor haar examen te studeren. Anderzijds kreeg de student ook een enorm voordeel, aangezien zij geen examens meer moest afleggen op het moment dat zij haar olympische prestatie ging neerzetten. Denkt u niet dat één van de twee carrières automatisch als belangrijker ervaren en beschouwd wordt? Ja, daarom zijn wij ook verder gegaan. Wij denken dat het goed is voor topsport dat iemand niet resoluut enkel en alleen voor topsport kiest, want dan heb je ook alleen maar die sport. We geven studenten de mogelijkheid om organisatorisch voor beiden te kiezen, bijvoorbeeld door halftijds te studeren. Is het aantal topsportstudenten aan de VUB gestegen door het Topsport & Studie project?

Het topsportstudentenaantal is ongeveer stabiel gebleven. Waarschijnlijk komt dit omdat we ons selectiecriterium scherper gesteld hebben, anders zou er een stijging merkbaar zijn. We pogen dan ook om kwantiteit en kwaliteit in goede balans te houden. Op dit ogenblik zijn we bezig om met behulp van externe middelen een heel nieuwe sportinfrastructuur uit te bouwen. Er komt een investering van 150 miljoen oude Belgische franken voor een nieuw grasterrein, een atletiekpiste, verlichting, een fitnesszaal, topsport kine, een aerobicszaal en een rugby trainingsopleidingscentrum voor de jeugd. We willen onze atleten ook op vlak van infrastructuur een optimale begeleiding kunnen geven. Hoe reageert de professionele sportwereld op het Topsport & Studie project? Naar mijn mening té weinig enthousiast. Hoewel het project eigenlijk financieel nadelig is voor de universiteit, denk ik dat de sportwereld ervan uitgaat dat wij er op de één of andere manier een geldelijk voordeel uit halen. Aan de VUB is er bijvoorbeeld ook een begeleidingssysteem voor personen met een handicap. Deze systemen en projecten worden door de universiteit opgestart uit een soort van maatschappelijk engagement. Misschien is het enige profijt dat de VUB uit het project haalt, het feit dat ze de naam van sportuniversiteit heeft. Vaak wordt dat trouwens ook negatief geïnterpreteerd. Men gaat er dan vanuit dat het makkelijker zou zijn aan de VUB. Daarbij wordt vaak naar Amerikaanse toestanden verwezen. Wat dus niet zo is. Wij geloven in die combinatie. Wij geloven dat sport en maatschappij meer en meer met elkaar wordt verweven. Sport die bepaalde problemen in de samenleving kan oplossen, doordat hij met zijn universeel karakter boven maatschappelijke problematieken staat. De vraag kan gesteld worden waarom we dan niets doen voor bijvoorbeeld muzikanten. Als mijn collega’s daar een systeem voor zouden ontwikkelen, dan zou ik dat met groot applaus ontvangen. Het feit dat iemand twee talenten heeft, dat moet je toch gewoon koesteren. Heeft u zelf ooit het topsporterschap geambieerd? Ik heb voetbal gespeeld, negen jaar o.a. met Lozano, tot ik bij de UEFA-juniores van Beerschot was. Toen ben ik gaan studeren aan de universiteit. Dan heb ik die keuze moeten maken. 19

UVV-info jan.-feb. 2004

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 23 -


20 jaar Topsport en Studie in publicaties en presentaties De combinatie van studie en topsport in een maatschappelijke, organisatorische en onderzoekskontekst. Prof. Paul De Knop & Prof. Paul Wylleman Centraal Academische Dienst Topsport en Studie – Vrije Universiteit Brussel

VOORWOORD In 2000 publiceerden Paul De Knop en Paul Wylleman vanuit de dienst Topsport en Studie het artikel “De combinatie van studie en topsport in een maatschappelijke, organisatorische en onderzoekskontekst” in het Nieuw Tijdschrift (jrg 2, 69-96) van de Vrije Universiteit Brussel. Hierin boden ze niet alleen een overzicht van de ontwikkeling van de combinatie van hoger onderwijs en topsport in Vlaanderen en in de ons omringende landen maar werd ook de ontwikkeling, organisatie en werking van Topsport en Studie aan de Vrije Universiteit Brussel gedetailleerd beschreven.

- 24 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

In functie van de Viering 20 jaar Topsport en Studie werden nu onder de hoofding ‘Topsport en Studie aan de VUB: De eerste 10 jaar’ specifieke delen van dit artikel hernomen en vervolgens onder de noemer ‘Topsport en Studie aan de VUB: Enkele ontwikkelingen tot en met het academiejaar 2007-2008’ verder aangevuld met een beschrijving van de belangrijkste aspecten uit de ontwikkeling van Topsport en Studie tot in het academiejaar 2007-2008. Met deze bijdrage hopen we een zo volledig als mogelijke schets te geven van de achtergrond en de ontwikkeling van Topsport en Studie doorheen de voorbije 20 jaar alsook van mogelijke pistes waar Topsport en Studie zich in de toekomst zal op begeven. Tenslotte werd ook ter informatie een overzicht van de belangrijkste (internationale en nationale) publicaties en presentaties toegevoegd.


In functie van de Viering 20 jaar Topsport en Studie werden nu onder de hoofding ‘Topsport en Studie aan de VUB: De eerste 10 jaar’ specifieke delen van dit artikel hernomen en vervolgens onder de noemer ‘Topsport en Studie aan de VUB: Enkele ontwikkelingen tot en met het academiejaar 2007-2008’ verder aangevuld met een beschrijving van de belangrijkste aspecten uit de ontwikkeling van Topsport en Studie tot in het academiejaar 2007-2008. Met deze bijdrage hopen we een zo volledig als mogelijke schets te geven van de achtergrond en de ontwikkeling van STUDIE TopsportAAN en Studie doorheen de voorbije 20 jaar alsook van mogelijke pistes waar TOPSPORT EN DE VUB: Topsport en Studie zich in de toekomst zal op begeven. DE EERSTE 10 JAAR Tenslotte werd ook ter informatie een overzicht van de belangrijkste (internationale en nationale) publicaties en presentaties toegevoegd.

Het onderwijsbestel, zowel het secundair bouw van een beroepsmatige carrière met 10 dejaar vier fasen (initiatie, (SO) als het hoger onderwijs wordt Topsport (HO), en Studie aan de(bovenaan) VUB: De eerste ontwikkeling, perfectie, post-carrière) meer en meer geconfronteerd met de Het onderwijsbestel, zowel het secundair (SO) als het hoger onderwijs (HO), wordt meer en meer (onderaan) die men in de sportcargroeiende belangrijkheid van competigeconfronteerd met de groeiende belangrijkheid van competitiesport als maatschappelijk fenomeen. rière van 13 Vlaamse ex-Olympische tiesport als maatschappelijk fenomeen. Zo geeft Figuur 1 de overlappingen weer die zich voordoen bij het vergelijken van een atleten kan onderscheiden (Wylleman, Zo geeft Figuur 1 deenoverlappingen schoolse/studiecarrière de uitbouw vanweer een beroepsmatige carrière (bovenaan) met de vier fasen 1997; Wylleman & De Knop, 1997a/b; die zich ontwikkeling, voordoen bij perfectie, het vergelijken van (onderaan) die men in de sportcarrière (initiatie, post-carrière) van 13 De Knop, Sillen, 1998). een schoolse/studiecarrière en de uit- Wylleman, Vlaamse ex-Olympische atleten kan onderscheiden (Wylleman, 1997; &Wylleman & De Knop, 1997a/b; Wylleman, De Knop, & Sillen, 1998).

LO

SO

10

15

1 2 INITIATIEFASE

HO

25

30

ONTWIKKELINGSFASE

LFT

6

4 5

3

1 Start Olympische sport 2 Start competities

PROFESSIONELE CARRIERE

20

PERFECTIEFASE

3 Start nationale competities 4 Eerste selectie nationale ploeg

POSTCARRIEREFASE

5 Eerste Olympische selectie 6 Einde topsportsportbeoefening

Figuur 1. Vergelijking tussen het verloop van de academische/beroepsmatige carrière en de ontwikkeling van de sportieve carrière van 13 Vlaamse ex-Olympische atleten (Wylleman, De Knop, & Sillen, 1998) (LO=lager Figuur 1. Vergelijking tussen het verloop van de academische/beroepsmatige carrière en de ontwikkeonderwijs, SO=secundair onderwijs, HO=hoger onderwijs).

ling van de sportieve carrière van 13 Vlaamse ex-Olympische atleten (Wylleman, De Knop, & Sillen, 1998) (LO=lager onderwijs, SO=secundair onderwijs, HO=hoger onderwijs).

Figuur 1 geeft duidelijk weer dat zelfs als talentvolle sporters niet tot het hoger onderwijs doorstoten de basis van hun competitiesportcarrière zeker tijdens de periode van de leerplicht wordt gelegd. Het mag dan ook geen verwondering heten dat het mogelijk maken van de combinatie tussen de schoolse en de sportcarrière ook door sportbeleidsinstanties benadrukt wordt. Zo geeft bijvoorbeeld het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in haar Olympisch manifest aan dat topsporters de mogelijkheden moeten krijgen om een professionele

carrière uit te bouwen tijdens of na hun topsportcarrière (Olympic News, 1994). Indien onze maatschappij het fenomeen “topsport” als waardevol, en het uitbouwen van een topsportcarrière als een na te streven doel aanvaardt, dient er zeker rekening gehouden te worden met de verbondenheid tussen de ontwikkeling van de schoolse/studie- en de topsportcarrière.

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 25 -


DE PROBLEMATIEK VAN “STUDIE EN TOPSPORT” IN VLAANDEREN Talentvolle atleten en spelers die in Vlaanderen trachtten hun topsportbeoefening met de vereisten van het onderwijskundig bestel te combineren, werden tot ongeveer 10 jaar geleden met zeer concrete problemen geconfronteerd. Deze topsporters hadden een gemiddelde van 23-28 uur les/college per week (met een maximum van 36-40 uur/week) en ±30 dagen examens per school-/academiejaar over de verschillende bestaande studierichtingen heen (Wylleman, De Knop, Pluym, & Bogaerts, 1992). Daarbij kwam er vanuit de topsport gemiddeld 20-23 uur training/week, met ruim 18 dagen stages en 20 dagen competities (maximum 60-85 dagen) per school- of academiejaar bij. Wegens een gebrek aan mogelijkheden om topsport en studies te combineren, vielen jonge topatleten weg uit de topsport of startten ze (soms op uitdrukkelijke aanbeveling van de desbetreffende sportfederatie) een professionele legercarrière vanwege de faciliteiten die er werden geboden om topsport te beoefenen (Delecluse, 1986; Wylleman, De Knop, Menkehorst, Theeboom & Annerel, 1993; Wylleman, De Knop, & Sillen, 1998). Terwijl in het secundair onderwijs de leerplicht alsook de strikte administratieve en organisatorische regels de mogelijkheden van competitiesporters belemmerden om op een flexibele wijze aan trainingen, stages en competities deel te nemen, bleek de situatie van de student hoger onderwijs ook problematisch te zijn. Atleten die wensten studies hoger onderwijs aan te vangen kozen - 26 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

veelal een studierichting die hen niet teveel zou belemmeren in het beoefenen van hun topsportactiviteiten, of, omwille van het vermeende positieve verband, startten studies Lichamelijke Opvoeding. Na het kiezen van een studierichting waren deze atleten meestal gedwongen om, indien hun topsportvereisten een afwijking van geldende studie-organisatie of examenregeling veronderstelden, tot een individuele regeling te komen via een docent of via de decaan van de faculteit. Deze regeling hield dan veelal een “officieuze” afwezigheid of een herbepalen van examendata naar een andere zittijd (soms met wegvallen van recht op een herkansing) in. Een dergelijke regeling veronderstelde echter een tijdsintensieve inzet van de atleet--tijd die deze veelal op een meer aangewezen wijze aan studie- en/of sportactiviteiten had kunnen wijden. Naar aanleiding van enkele sportieve successen op Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen tijdens de tachtiger jaren werd er door diverse sportfederaties actief gestreefd naar het optimaliseren van de voorbereiding en begeleiding van hun talentvolle atleten. Specifieke initiatieven zoals de “topsportscholen”, gesteund door het Vlaams Bureau Topsport/BLOSO en waarbij beloftevolle atleten onder begeleiding van een technisch directeur samen werden gebracht voor een meer gerichte technische/fysieke training, of de BOIC-actie “Beste 1000” werden opgestart. Deze hadden tot doel een meer gecentraliseerde en professionele voorbereiding en begeleiding voor talentvolle jongeren te voorzien. Hiermee groeide ook de aan-


dacht voor het belang van de problemen waarmee jonge topatleten werden geconfronteerd in het onderwijs (Redactie, 1991). In functie van haar maatschappelijke taak en betrokkenheid alsook van een concrete vraag van een talentvolle zwemmer initieerde de Vrije Universiteit Brussel in 1988 het project “Topsport en Studie”. Als eerste Vlaamse universiteit bood de VUB hiermee haar studenten de mogelijkheid aan om binnen de structuren en organisatie van de universiteit tot een optimaliseren van hun universitaire studie en competitiesportbeoefening op hoog niveau te komen. In navolging hiervan werden er tijdens de daaropvolgende jaren ook gelijkaardige initiatieven aan de Universiteit Gent (toenmalig RUG) en aan de Katholieke Universiteit Leuven ontwikkeld. Met de VUB in een voortrekkersrol werd in 1990 in samenwerking met de Vlaamse Universitaire Sportfederatie (VUSF) en het Vlaams Bureau Topsport (VBT/BLOSO) een internationaal symposium “Topsport en Studie” georganiseerd. Hierbij kwam niet alleen de problematiek van de topsportstudent op universitair niveau of binnen het hoger-onderwijs-buiten-universiteit (HOBU) aan bod, maar werden ook de toen geldende problemen in het secundair onderwijs besproken (Wylleman, Schiltz & Vanhaeren, 1990). Dit symposium had tot doel de problematiek van de topsportstudenten aan een breder publiek bekend te maken en via het samenbrengen van de betrokken beleidsverantwoordelijken tot voorstellen voor het optimaliseren van de combinatie van studie en topsport te komen. Om een be-

ter licht te kunnen werpen op de situatie in Vlaanderen belichtten diverse sprekers de situatie van topsportstudenten in Wallonië alsook in de ons omringende landen (met name, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Groot-Britannië). In navolging van dit Internationaal Symposium werden er twee concrete ontwikkelingen gerealiseerd voor de onderwijsinstellingen hoger onderwijs. Voor de HOBU’s vaardigde de Vlaamse Gemeenschapsminister voor Onderwijs een decreet uit waarin het statuut van “topsportstudent” wettelijk erkend werd. Dit decreet verleent de HOBU-instellingen een wettelijke basis om topsporters specifieke flexibiliteiten op studievlak te verlenen. Zo kan de directie van een HOBU met de topsportstudent een overeenkomst afsluiten waarin de dagen vermeld worden waarop de student zal afwezig zijn evenals de data waarop stages zullen worden ingehaald. Een sportverantwoordelijke staat in voor de vereiste contacten met de docenten om bijvoorbeeld het lessenrooster aan te passen. Daarnaast kan de directie de toelating verlenen om examens over twee zittijden of één studiejaar over twee jaren te spreiden. Op universitair niveau nam de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VlIR) in 1992 specifieke stappen om een concreet beleid ten aanzien van de topsportstudenten in het universitair onderwijs te ontwikkelen. Een werkgroep “Studie en Topsport” werd geïnstalleerd, met als centrale doelstelling “... het beleid voor een optimale combinatie van studie en topsport voor te bereiden, een combinatie die wegens strakke studiereglementering en een onaangepaste studie-or20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 27 -


ganisatie, zeer moeilijk is”. Een dergelijke interuniversitaire samenwerking bleek volgens de VlIR ook noodzakelijk om een mogelijk opbod tussen de universiteiten te vermijden. Na een inventarisatie van de bestaande initiatieven stelde deze werkgroep een concrete noodzaak vast om het doel van een “studie-topsportsysteem” te omschrijven als een specifieke studie-organisatie voor topsporters die de combinatie van studie en topsport op hoog niveau mogelijk dient te maken, zonder een vermindering van de kwaliteit van studie of een verlaging van de eisen als gevolg. Andere aanbevelingen betroffen ondermeer: • Het oprichten van een interuniversitaire adviescommissie, aangevuld met vertegenwoordigers van de bevoegde sportinstanties, die jaarlijks belast is met (a) het vaststellen van de erkenningscriteria voor het toekennen van het statuut van student-topsporter, (b) het toezicht houden op een degelijke en optimale uitvoering van het studie- en topsportsysteem, en (c) het organiseren van een forum ter informatie en consultatie van alle betrokkenen. • Het opmaken van een type-contract dat als model fungeert voor de universiteiten bij het opstellen van individuele contracten tussen de instelling en de student-topsporters. • Het opstellen van een interuniversitaire brochure die informatie verschaft over de studie- en topsportsystemen. • Het verschaffen van sporttechnische en sportwetenschappelijke begeleiding.

- 28 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

• Het opstellen van een éénvormig pakket studie- en examenflexibiliteiten met, ondermeer, de mogelijkheid tot spreiding van een studiejaar, het verplaatsen van examens, het ter beschikking stellen van collegenota’s, het verschaffen van inhaal- en herhaallessen alsook van studiebegeleiding. Tot op heden werden echter niet alle aanbevelingen van deze werkgroep gerealiseerd. enerzijds omdat de VlIR in die tijd niet alle aanbevelingen kon steunen (bijvoorbeeld, het verplaatsen van examens buiten de zittijd), anderzijds omdat niet alle universitaire instellingen het wenselijk, al dan niet mogelijk achtten deze aanbevelingen in concrete maatregelen om te zetten (bijvoorbeeld, het afsluiten van een contract met de studerende topsporters). Tenslotte bleken de bevoegde sportinstanties niet steeds bereid om op een concrete wijze met de universiteiten samen te werken. Momenteel hebben de Vlaamse universiteiten alsook diverse hoge scholen een (al dan niet uitgebreid) aanbod van studie- en/of sportieve begeleiding opgezet ten voordele van hun competitiesportbeoefenende studenten. Alhoewel er uit dit symposium weinig concrete realisaties voortvloeiden voor het secundair onderwijs, bleken de aanbevelingen die door de desbetreffende werkgroep werden geformuleerd een basis te zullen vormen voor de voorstellen geformuleerd in 1998 door de Vlaamse Gemeenschapsminister van Onderwijs met betrekking tot het oprichten van de “topsportscholen”.


“TOPSPORT EN STUDIE” AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL: DE OPSTARTFASE In 1988 startte de Vrije Universiteit Brussel het project “Topsport en Studie” (kortweg T&S): enerzijds naar aanleiding van de verhoogde belangstelling voor de problematiek van de studerende topsporters; anderzijds in navolging van de vraag van een zwemmer, die een “scholarship” aangeboden had gekregen vanwege een universiteit in de Verenigde Staten, naar de mogelijkheid om aan een Vlaamse universiteit ook topzwemmen en universitaire studie te kunnen combineren. Op vraag van de toenmalige Rector Prof. Sylvain Loccufier, legde Prof. Paul De Knop de basis voor een project dat via een concrete onderwijsgerichte begeleiding studerende topatleten de mogelijkheid zou bieden om universitaire studies en topsport in meer optimale omstandigheden te kunnen combineren (De Knop, Wylleman, & De Maertelaer, 1991). Het installeren en uitwerken van T&S werd in eerste instantie gebaseerd op de aanwezige expertise inzake topsportbegeleiding. Daarna werd de werking van T&S verfijnd op basis van de ervaring met de begeleiding van topsportstudenten en op basis van het door T&S verricht onderzoek naar de specifieke situatie van de topsportstudent in binnen- en buitenland (cfr. De Knop, Wylleman, De Martelaer, Theeboom, & Wittock, 1996; Wylleman & De Knop, 1995b; Wylleman & De Knop, 1996; Wylleman & De Knop, 1997b; Wylleman & De Knop, 1998a; Wylleman, De Knop, Pluym, & Bogaerts, 1992).

Tijdens de daarop volgende jaren werd T&S getransformeerd van de status van project tot deze van een Centraal Academische Dienst (CAD), geaffilieerd aan de Onderwijsraad en bestaande uit een diensthoofd, medewerker en secretariaat. In een eerste stap werd het operationele doel van T&S bepaald. Gezien de fundamentele verschillen in (top)sportstructuren met de NoordAmerikaanse “interscholastic/intercollegiate sports” (Chelladurai & Danylchuk, 1984), werd het doel van T&S omschreven als het verlenen van een studie- en sportgerelateerde begeleiding waardoor topsportstudenten (a) op een succesvolle wijze hun universitaire studie zouden kunnen aanvangen en voltooien in de studierichting van hun eigen keuze en waardoor ze tegelijkertijd (b) hun sportief niveau zouden kunnen behouden, dan wel verbeteren. Hierbij werd, in tegenstelling tot vele Noord-Amerikaanse universiteiten, het streven naar en het behalen van academisch succes benadrukt en voorop geplaatst. Het behalen van sportieve successen werd niet als hoofddoel naar voren geschoven. In navolging hiervan werd bepaald dat de graadmeter van een succesvolle werking van T&S in eerste instantie zou bepaald worden door de slagingspercentages van de topsportstudenten en pas in tweede instantie in functie van de behaalde sportieve prestaties zou geëvalueerd worden. Het belang van de onderwijsgerichte basis werd ook vastgelegd in het structureel raamwerk van T&S (Wylleman, De Knop, Pluym, & Bogaerts, 1992; Wylleman, De 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 29 -


Knop, & Theeboom, 1993). Dit raamwerk houdt in dat T&S wordt geleid door een lid van het zelfstandig academisch personeel (ZAP), hierbij gesteund door een lid van het assisterend academisch personel (AAP). Er werd bewust gekozen om T&S niet onder de werking van de Sportdienst onder te brengen. De argumentatie hiervoor was tweeërlei: enerzijds staat de noodzaak tot het verlenen van een studiebegeleiding centraal bij topsportstudenten, aangevuld, waar mogelijk, met andere vormen van begeleiding. Anderzijds draagt het deel uitmaken van het onderwijzend korps bij tot een flexibele en rechtstreekse communicatie van het diensthoofd met andere leden van het onderwijzend korps, met de onderwijsverantwoordelijken op centraal en op facultair niveau, alsook met de onderwijsbeleidsintanties van de Vlaamse Gemeenschap (bijvoorbeeld, met de VlIR). Het diensthoofd heeft tot taak de beleidslijnen van het project uit te stippelen en staat ook in voor de contacten met (a) de beleidsverantwoordelijken van de universiteit (ondermeer de Rector, de Onderwijsraad, de Decanen) en (b) met externe organisaties (bijvoorbeeld, met sponsors). Het diensthoofd wordt ook bijgestaan door de Commissie Topsport en Studie, gevormd door twee ZAP-leden (met expertise in de begeleiding van topsporters) en de directeur Competitiesport van het BOIC. Deze commissie verleent advies inzake de erkenningscriteria voor het bekomen van het statuut van topsportstudent, alsook inzake specifieke aanvragen waar geen duidelijke criteria voorhanden zijn (bijvoorbeeld, een snowboarder, een professioneel danser). - 30 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

De medewerker staat, onder leiding van het diensthoofd, in voor de dagelijkse coördinatie, het voorbereiden, het ontwikkelen, het verlenen en het evalueren van de begeleiding, vereist voor het aanpakken van de specifieke problemen van topsportstudenten op studie-, sport- en logistiek vlak. Voorts verzorgt deze ook de dag-dagelijkse contacten met (a) de topsportstudenten, hun ouders, hun trainer/coach; (b) de leden van het ZAP (docenten), AAP (assistenten), de desbetreffende faculteitssecretariaten, en de Diensten Onderwijszaken en Studieadvies; (c) de Sportdienst en de begeleiders die instaan voor de sportfaciliteiten; (d) de Dienst Huisvesting inzake de faciliteiten verleend voor studentenhuisvesting; (e) andere instanties en/of personen betrokken bij T&S of haar activiteiten (bijvoorbeeld de Dienst Communicatie en PR, sponsors, de sportfederaties, het BOIC), en/of die geïnteresseerd zijn in de werking van T&S (bijvoorbeeld de media). In derde instantie werd het organisatorisch kader van T&S uitgestippeld. Vooreerst werd bepaald welke de doelpopulatie van T&S zou zijn. In functie van haar operationeel doel bleek dat de begripsbepaling van “topsportstudent” zowel een academisch als een sportief luik inhield. Voor het academische luik werden stappen ondernomen bij de Onderwijsraad en de Raad van Bestuur van de VUB om het statuut van topsportstudent te laten erkennen. Deze erkenning officialiseerde de topsportstudent als behorend tot een bijzondere doelgroep binnen de VUB-studentenpopulatie. Voor het sportieve luik werd in overleg met het BOIC,


het voormalige VBT van BLOSO, en de Vlaamse Sportfederatie (VSF) de erkenningscriteria bepaald voor wat een topsporter of talentvolle competitiesporter (individuele en ploegsporten) inhoudt. Tijdens de daarop volgende jaren werden deze criteria nog verder verfijnd, zoals bijvoorbeeld voor het zwemmen waar momenteel minima in tijd per discipline worden gehanteerd in plaats van behaalde finaleplaats op een Belgisch kampioenschap. Alhoewel het sportieve niveau door de desbetreffende sportfederatie/liga/-bond dient te worden bevestigd, voorziet de VUB de mogelijkheid tot het erkennen van een talentvolle competitiesporter die, alhoewel deze op het moment van de aanvraag nog niet voldoet aan de gestelde criteria, op aanwijzing van de desbetreffende sportfederatie/liga/-bond toch in staat wordt geacht om in de loop van het komende academiejaar het gestelde minimum te kunnen behalen. Hoofdzaak hierbij was dat T&S men deze jongeren toch een zo optimaal mogelijke kans wenst te bieden om tot een hoger sportief niveau door te stoten en alzo nog tijdens het huidige, dan wel het daaropvolgende academiejaar, aan de erkenningscriteria te voldoen. In vierde instantie werd de inhoudelijke werking van T&S in functie van haar operationeel doel ingevuld. De onderwijsgerichte begeleiding dient tot doel te hebben een topsportstudent de mogelijkheid te verlenen om, rekening houdend met de studievereisten (studietijd en -organisatie) op een zo gunstig mogelijke wijze aan de noden van hun topsportcarrière te voldoen--noden die kunnen variëren van enkele trainingen per week tijdens

de avonduren, tot langdurige buitenlandse afwezigheden (bijvoorbeeld, 3 à 4 maanden gespreid over een academiejaar) bij topsportstudenten die op wereldniveau competitiesport beoefenen. De studieflexibiliteiten dienden dan ook enerzijds de dagelijkse problematiek van de combinatie (bijvoorbeeld, dagelijkse namiddagtraining in de sportclub) aan te kunnen pakken, en anderzijds de topsportstudent de mogelijkheid te bieden om voor een langere periode afwezig te zijn (bijvoorbeeld, een één weekdurende BOIC-stage, een één maanddurende judostage te Japan, of een drie maanddurende deelname aan het Europees en Zuid-Amerikaans snowboard-circuit). De studieflexibiliteiten houden dan ook rekening met kortdurende afwezigheden voor colleges, practische en labo-oefeningen, of voor examens binnen de zittijd. Voor een langdurige afwezigheid of een afwezigheid die zich op een regelmatige dag of periode voordoet, wordt er naar een geïndividualiseerde studieorganisatie gestreefd met als studieflexibiliteiten: de spreiding van de duur van de studieperiode (deeltijds studeren), het spreiden van examens over en/of buiten de zittijden, en het verschaffen van individuele studiebegeleiding. Daar het verlenen van studieflexibiliteiten zowel een organisatorisch als een inhoudelijk aspect heeft, werd er per faculteit een begeleider (veelal een lid van het zelfstandig academisch personeel) aangesteld die topsportstudenten bijstaat inzake de inhoudelijke aspecten van cursussen, de spreiding ervan over meerdere academiejaren, enzovoort. Om de toepassing van studieflexibiliteiten inzake 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 31 -


examenregeling te waarborgen, werd in het algemeen examenreglement van de VUB een paragraaf opgenomen die de mogelijkheid tot afwijkingen vrijwaart, en dit na overleg met de desbetreffende facultaire instantie (Dienst Onderwijszaken, 1997). Op vraag van diverse topsportstudenten en sportinstanties of -clubs werd naast de studiebegeleiding ook de mogelijkheid tot sportbegeleiding ingebouwd. Via de sportfaciliteiten kunnen topsportstudenten een beroep doen op sportwetenschappelijke (bijvoorbeeld sportkinésitherapeutische, sportpsychologische, sportmedische begeleiding) of sporttechnische begeleiding (bijvoorbeeld zwemcoach). Voorts kunnen ze na aanvraag bij T&S ook prioritair gebruik maken van de sportinfrastructuur. Gezien de grote belangstelling vanwege talentvolle zwemmers heeft T&S reeds van bij haar start een beroep gedaan op een zwemcoach om in de noodzakelijke sporttechnische begeleiding te kunnen voorzien. In overleg met de persoonlijke of clubtrainer, of met de technisch directeur van de Vlaamse Zwemliga (VZL), wordt bepaald op welke schema’s de zwemmers aan de dagelijkse zwemtrainingen kunnen deelnemen in het VUB-zwembad. Zwemmers categorie A-Internationaal worden toegestaan om op de eigen schema’s te trainen, terwijl de zwemmers categorie A, B of U op een door de VUBzwemcoach (in overleg met de persoonlijke of clubtrainer) vastgelegd schema dienen te trainen. Uiteraard blijft iedere zwemmer lid van de eigen zwemclub. In samenwerking met de Sportdienst worden er dagelijks (morgen, middag en - 32 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

avond) diverse zwembanen voorbehouden voor de topzwemmers. Voorts werd van bij het opstarten van T&S ook groot belang gehecht aan de fysieke conditie, blessurepreventie en revalidatie van de topsportstudenten. Zodoende werd een sportkinesitherapeut aangesteld om in te staan voor de kinesitherapeutische begeleiding en revalidatie, alsook voor het optimaliseren van de fysieke conditie en de krachttraining van de topsportstudenten (in functie van hun categorie). In overleg met de Sportdienst wordt de fitness-/krachttrainingzaal dagelijks (morgen en middag) ter beschikking van de topsportstudenten gesteld: enerzijds op basis van begeleiding verschaft door de sportkinesitherapeut, anderzijds in functie van vrije, niet-begeleide trainingen. Tenslotte kunnen topsportstudenten (in functie van de noodzaak en rekening houdend met hun categorie) beroep doen op de sportmedische en sportpsychologische begeleiding die in de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie aanwezig is. Op logistiek vlak kan een topsportstudent steun verkrijgen bij het zoeken naar studentenhuisvesting. Daar huisvesting op of nabij de campus voor vele topsportstudenten het vermijden van tijdverlies (bijvoorbeeld, verplaatsingen VUB-thuis of VUB-sportclub) inhoudt, verleent T&S, in samenwerking met de Dienst Huisvesting, topsportstudenten de mogelijkheid om een studentenkamer te verkrijgen in het T&S-studentenhuis (naast de campus gelegen). Bij het toekennen van een kamer worden vooral de sportieve noden (bijvoorbeeld, de noodzaak om op de campus te verblijven


om efficiënt te kunnen trainen) alsook ten. Het is belangrijk op te merken dat de sociale achtergrond (bijvoorbeeld, een topsportstudent het statuut niet alafstand VUB-thuis, studiejaar, inkomen leen wordt toegekend voor het eerstvolouders) van de topsportstudent in acht gende academiejaar, maar ook een “regenomen. Tenslotte kan een topsport- servejaar” wordt toegekend. Deze topstudent in aanmerking komen voor een sportstudenten die wegens bijvoorbeeld Lotto-studiebeurs. De Lotto-Studiebeur- tegenvallende prestaties of kwetsuren, zen hebben tot doel topsportstudenten het daarop volgende academiejaar niet aan te moedigen in hun streven naar, aan de gestelde erkenningscriteria kundan wel te belonen voor het behalen van nen voldoen, kunnen toch beroep doen zowel goede studie- en sportieve resul- op een minimum aantal studieflexibilitaten. Met deze beurzen benadrukt de teiten. Dit moet deze topsportstudenten Nationale Loterij - Lotto haar steun voor de kans geven om tijdens dit academiedeze jonge talentvolle atleten en spelers jaar opnieuw tot het vereiste sportieve in hun streven om op een zo optimaal niveau op te klimmen. mogelijke wijze hun universitaire studie De inhoudelijke werking van T&S houdt en sportbeoefening op hoog niveau te als zodanig een continue, dagelijkse begeleiding in van de topsportstudenten, combineren. merken dat een van topsportstudent het statuut niet alleen wordt toegekendvan voorhet het verloop eerstvolgende Het verlenen studieflexibiliteiten, waarbij evaluatie van academiejaar, maar ook een “reservejaar” wordt toegekend. Deze topsportstudenten die wegens sporten logistieke faciliteiten wordt de combinatie gehanteerd wordt om de bijvoorbeeld tegenvallende prestaties of kwetsuren, het daarop volgende academiejaar niet aan de tenslotte vastgelegd in kunnen functievoldoen, van dekunnen begeleiding te doen behouden, dan wel aantal bij te gestelde erkenningscriteria toch beroep op een minimum studieflexibiliteiten. Ditde moet deze topsportstudenten de kans geven om tijdens dit academiejaar sportieve noden van topsportstudensturen.

opnieuw tot het vereiste sportieve niveau op te klimmen. De inhoudelijke werking van T&S houdt als zodanig een continue, dagelijkse begeleiding in van de topsportstudenten, waarbij evaluatie van het verloop van de combinatie gehanteerd wordt EVOLUTIE EN EVALUATIE en spelers begeleid (De Knop & Wylleom de begeleiding te behouden, VAN dan wel bij te sturen.

TOPSPORT EN STUDIE

man, 1998). Tabel 1 geeft de evolutie

Evolutie en evaluatie van Topsport en Studie van het totaal aantal topsportstudenten, Tijdens de voorbije tien academiejaren heeft T&S reeds 322 talentvolle atleten en spelers begeleid Tijdens de&voorbije academiejaren verdeeld over diverse sinds (De Knop Wylleman,tien 1998). Tabel 1 geeft de evolutie van het de totaal aantalfaculteiten topsportstudenten, heeft T&S reeds 322 talentvolle atleten het academiejaar 1988-1989 weer. verdeeld over de diverse faculteiten sinds het academiejaar 1988-1989 weer. FAK.

88-89

89-90

90-91

91-92

92-93

93-94

94-95

95-96

96-97

97-98

In %

ESP GF LK LW PO RG TW WET VC

1 2 9 4 2 6 -

8 4 18 3 3 6 3 5 -

13 2 18 3 2 6 4 4 -

15 3 18 5 1 3 4 4 -

12 2 23 7 2 3 6 5 1

13 1 23 4 4 5 9 7 -

7 1 21 5 7 6 9 6 -

12 3 28 4 7 5 3 2 -

11 2 38 4 4 6 6 4 -

12 4 40 4 4 9 10 10 -

17,4 4,0 39,5 6,5 5,7 8,8 9,3 8,7 0,1

ESP= Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen; GF= Geneeskunde en Farmacie; LK= Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie; LW= Letteren en Wijsbegeerte; PO= Psychologie en Opvoedkune; RG= Rechtsgeleerdheid; TW= Toegepaste Wetenschappen; WET=Wetenschappen; VC= Vesalius College) Tabel 1. Aantal topsportstudenten erkend aan de VUB sinds academiejaar 1988-1989 (in absolute aantallen).

Tabel 1. Aantal topsportstudenten erkend aan de VUB sinds academiejaar 1988-1989 (in absolute Tot op heden vertegenwoordigden deze topsportstudenten ruim 45 verschillende sportdisciplines aantallen). (zie Tabel 2).

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 33 SPORTTAK

aantal

SPORTTAK

aantal

SPORTTAK

aantal


Opvoedkune; RG= Rechtsgeleerdheid; TW= Toegepaste Wetenschappen; WET=Wetenschappen; VC= Vesalius College)

Tabel 1. Aantal topsportstudenten erkend aan de VUB sinds academiejaar 1988-1989 (in absolute aantallen).

Tot op heden vertegenwoordigden deze

Tot op heden vertegenwoordigden deze topsportstudenten ruim 45 verschillende sportdisciplines topsportstudenten ruim 45 verschillende (zie Tabel 2).

sportdisciplines (zie Tabel 2).

SPORTTAK

atletiek basketbal gymnastiek kano kayak korfbal mountain bike roeien rugby ski squash tennis voetbal waterpolo zaalvoetbal

aantal

SPORTTAK

aantal

32 26 6 2 2 10 1 8 3 6 5 20 40 4 5

badminton dans handbal karate kickboxen kungfu paardrijden rolschaatsen schermen softbal tafeltennis triatlon volleybal wielrennen zeilen

1 1 12 2 1 1 1 2 7 1 3 8 21 10 9

aantal

SPORTTAK

ballet golf judo karting klimmen minivoetbal powerlifting rope skipping shorttrack snowboard taekwondo veldhockey waterballet windsurfen zwemmen

1 1 5 1 3 3 2 1 2 5 1 5 4 2 33

Tabel 2. Aantal topsportstudenten erkend aan de VUB sinds academiejaar 1988-1989 per sportdiscipline (in

Tabel 2. aantallen). Aantal topsportstudenten erkend aan de VUB sinds academiejaar 1988-1989 per sportdisciabsolute pline (in absolute aantallen). Het meest markante resultaat is het hoge slagingspercentage van de topsportstudenten doorheen de

dat ruim 10% hoger ligtresultaat dan ruim het gemiddelde van de af--een totale studentenpopulatie. delde slagingspercentage van de totale Het meest markante is71% hetrond hogeslagingspercentage voorbije tien academiejaren: het studiejaar met succes slagingspercentage dat ruim 10% hoger ligt de dangemiddelde het gemiddelde slagingspercentage van de totale studentenpopulatie. Tabellen 3 en 4 geven slagingspercentages van de topsportstudenten weer per studentenpopulatie. Tabellen 3 en 4 gedat ruim 10% hoger ligt dande hettopsportstugemiddelde slagingspercentage van de totale studentenpopulatie. slagingspercentage van Tabellen 3 enper 4 faculteit, geven deper gemiddelde slagingspercentages academiejaar, zittijd en per graadstoekenning. van de topsportstudenten weer per ven de gemiddelde slagingspercentages denten doorheen de voorbije tienenacadeacademiejaar, per faculteit, per zittijd per graadstoekenning. van de topsportstudenten weer per acamiejaren: ruim 71% rond het studiejaar SLAGINGSPERCENTAGE PER ACADEMIEJAAR faculteit, SLAGINGSPERCENTAGE PER met succes slagingspercentage 88-89 af--een 89-90 90-91 91-92 92-93 93-94 demiejaar, 94-95ACADEMIEJAAR 95-96 per 96-97 Gemid. per zittijd en per 91-92 het 92-93 93-94 graadstoekenning. 94-95 95-96 96-97 Gemid. dat ruim88-89 10%89-90 hoger90-91 ligt dan gemid�� �� �� �� �� �� �� �� �� 71 ��

��

��

��

��

��

��

��

��

71

SLAGINGSPERCENTAGE PER FACULTEIT SLAGINGSPERCENTAGE PER ��� ��FACULTEIT �� ��� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� ��� �� �� �� ���������������� ������� ��� �� ��������� �������������� �������������� �� ��������� ��������������� ��������� ����������� �� �������������� ������������� �������������� �� ���������������� ������� ������������������� ��������� �������������� �� ��������� ������������ ��������������������� ������������� �������������� ����������������� ��������������� ��������� �� ��������������� ����������� �� ������������� �������������� �� ������������ ��������������������� �������������� ����� �� ���������� �������������������������������� ��� �� ����������������� ����������������������� ��� �� ��� ����� ������������

��������� ��� ������������ �� ��� �������������van Tabel 3.�� Gemiddelde slagingspercentages topsportstudenten de ����� VUB ������������ sinds acade����� ���������� ������������������� �� de ����������������� ������erkend ��� ��aan ��� ��������� ��� ������������ �� ��� ���������� miejaar 1988-1989 per academiejaar en per faculteit. SLAGINGSPERCENTAGE PER ZITTIJD SLAGINGSPERCENTAGE PER ZITTIJD In 1° Zittijd In 2° Zittijd In 1° Zittijd In 2° Zittijd �� �� �� �� SLAGINGSPERCENTAGE PER GRAADSTOEKENNING SLAGINGSPERCENTAGE PER GRAADSTOEKENNING ��� ��������� �� �������������� ��� ��������� �� ����� �������������� � ��� �������������� �� �������� �������������� ��� ����� �������������� � ��� �������� �������������� � ����� �� ���������� ������������������� ��� �� ����������������� ������ ��� �� ��� ����� ������������ ��������� ��� ������� ��������������������� ��� �������������� ��� �� ����������������� ������ ��� �� ��� ����� ������������ ����� �� ���������� Tabel 4. Gemiddelde van de topsportstudenten erkend aan de VUB sinds acade��������� ��� ������� �� slagingspercentages ��� ��������������

- 34 -

Ook de goede sportieve prestaties van deze topsportstudenten hetenvermelden waard. miejaar 1988-1989 perzijn zittijd per slagingsgraad. Ook de goede van deze topsportstudenten het vermelden waard. Hieronder rekenen we niet alleenprestaties de veelvuldige selecties voor nationalezijn ploegen, maar ook diverse 20 JAAR TOPSPORT ENsportieve STUDIE Hieronder rekenen we niet de veelvuldige selecties nationale ploegen, maar diverse medailles op Europese en alleen Wereldkampioenschappen. Envoor uiteraard denken we hier aanook Sebastien medailles Europese en Wereldkampioenschappen. uiteraard denken aan Sebastien Godefroid,opzilveren medaillewinnaar tijdens de 1996En Olympische Spelen we te hier Atlanta. Nu reeds


Ook de goede sportieve prestaties van deze topsportstudenten zijn het vermelden waard. Hieronder rekenen we niet alleen de veelvuldige selecties voor nationale ploegen, maar ook diverse medailles op Europese en Wereldkampioenschappen. En uiteraard denken we hier aan Sebastien Godefroid, zilveren medaillewinnaar tijdens de 1996 Olympische Spelen te Atlanta. Nu reeds maken diverse topsportstudenten hun opwachting voor een mogelijke preselectie voor de komende Olympische Spelen te Sydney. Uiteraard heeft T&S ook uitvallers gekend, met name topsportstudenten die bij het aanvangen en of het voortzetten van de studies vroegtijdig hebben afgehaakt. Weliswaar blijkt dat door middel van een grondige screening van het dossier van de kandidaat-topsportstudenten een dergelijke uitval vrij beperkt is gebleven. Analyse van de meest belangrijke oorzaken van een dergelijke drop-out heeft aangetoond dat deze hoofdzakelijk te wijten is aan (a) een gebrek aan voorbereiding op universitaire studies in het middelbaar onderwijs, (b) een slechte keuze van studierichting, (c) het professionaliseren van de sportcarrière van de topsportstudent (bijvoorbeeld, onder de vorm van een “profcontract” in basketbal of voetbal), en (d) een gebrek aan steun vanuit het psychosociale milieu (met name de ouders, de trainer) (Wylleman, De Knop, De Martelaer, & Teirlynck, 1991). Een gebrek aan steun vanwege de persoonlijke trainer en/of technisch directeur heeft er toe geleid dat er ook “bekende namen”, die op dat moment deel uitmaakten van de Olympische selectie, hun streven naar het combineren

van studie en topsport hebben gestaakt (bijvoorbeeld Brigitte Becue). INITIATIEVEN ONTWIKKELD IN DE MARGE VAN TOPSPORT EN STUDIE Doorheen de voorbije academiejaren werden er in de begeleiding van topsportstudenten ook nieuwe accenten gelegd en nieuwe initiatieven ontwikkeld. In eerste instantie werd vanuit de VUB steeds overleg nagestreefd met andere universitaire centra, zowel in het binnen- als in het buitenland. Binnen de VUSF werden aspecten specifiek aan de begeleiding van topsportstudenten aan bod gebracht. Op internationaal vlak onderhoudt T&S contacten met universiteiten, die gelijkwaardige topsport en studie-initiatieven hebben ontwikkeld in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en in Canada. Zo heeft T&S zowel met de University of Bath als met de University of Surrey (Groot-Brittannië) informatie en expertise inzake begeleiding uitgewisseld (De Knop & Wylleman, 1996; Wylleman & De Knop, 1998b). Op een dergelijke wijze werd T&S ook gevraagd aan de Rijksuniversiteit Groningen (Nederland) alsook in het “Department Career Development and Counseling” van Springfield College (Verenigde Staten) en het “Institute for the Study of Youth Sport” van Michigan State University (Verenigde Staten). Tenslotte werden contacten met de Universität Leipzig (Duitsland) vertaald in een gezamenlijk onderzoeksproject met betrekking tot de carrièreontwikkeling van talentvolle atleten. 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 35 -


In tweede instantie werd op basis van de dagdagelijkse ervaring met de begeleiding van (topsport)studenten, alsook op basis van onderzoek, de ouders en de trainers/coaches van de topsportstudenten van dichtbij betrokken bij het aanvangen van de combinatie door de student. Bij het combineren van universitaire studies en competitiesport op hoog niveau is het inderdaad belangrijk dat de topsportstudent op steun kan (blijven) rekenen van het familiale en het sportieve milieu. Binnen de familie spelen de ouders dan ook een zeer belangrijke rol: niet alleen op financieel en logistiek vlak maar ook op het emotionele vlak. Om ouders van topsportstudenten te helpen in het steunen van hun zoon of dochter betrekt T&S de ouders reeds van bij de aanvang van de studiekopsportcarrière. Ze worden doorheen het eerste academiejaar meerdere malen uitgenodigd om het verloop van de combinatie studie en topsport van hun zoon of dochter voor te bereiden en te evalueren. Vanuit de sportwereld is de steun van de trainer/ coach ook zeer belangrijk. Daar T&S zich niet in de plaats wenst te stellen van de sportclub, of van de trainer/coach worden deze geïnformeerd over het studeren aan de VUB (programma, collegerooster) en over de wijze waarop de topsportstudent wordt begeleid. Het overleg met ouders en trainers/coaches wordt mogelijk gemaakt door, onder andere: • Flexibiliteiten inzake afspraken (aan de VUB tijdens of buiten de kantooruren, thuis bij de topsportstudent, of in de sportclub); • Rechtstreeks contact (buiten kantooruren) mogelijk te maken met de medewerker; - 36 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

• De topsportstudent tijdens trainingen, stages en/of competities op te volgen; • Ouders en trainer/coaches uit te nodigen voor de jaarlijkse Persvoorstelling. In derde instantie werd beslist de begeleiding van topsportstudenten via het “Studie en Talent Educatief Programma” of STEP uit te breiden. STEP verschaft studenten niet alleen informatie, maar leert hen ook sportieve, studie- alsook sociale vaardigheden aan die hen moeten toelaten op een zo succesvol mogelijke wijze (a) de combinatie van universitaire studies en hun sportief talent te voltooien, en om (b) een postuniversitaire carrière aan te vangen. Doorheen het academiejaar biedt STEP workshops aan met betrekking tot: • Het optimaal voorbereiden van universitaire studies, • Het succesvol aanvangen van het eerste studiejaar, • Een succesvolle overgang naar de tweede cyclus, • Het optimaal voorbereiden van een postacademische professionele carrière, • De noodzaak van het continu bijscholen, • De rol van een gezonde voeding, • Een correcte krachttraining, • Het omgaan met competitieverwachtingen en -stress, • De rol van ouders in de talentontwikkeling, • Omgaan met de media, • Het voorkomen en omgaan met kwetsuren. Een laatste initiatief betreft de nauwe samenwerking van T&S met het BOIC en de Belgische Judofederatie/Vlaamse Ju-


dofederatie (BJB/VJF). Deze samenwerking resulteerde tijdens het academiejaar 1997-1998 in het opstarten van een nationaal trainingscentrum judo (“De Judoschool”). Dit centrum brengt Belgische topjudoka’s (zowel juniors als seniors) samen voor gezamenlijke trainingen op de VUB-campus. De VUB biedt de Judoschool een studentenhuis om judoka’s op internaat te plaatsen. Hierdoor kunnen deze hun universitaire studies aan de VUB aanvangen, of in de nabije omgeving van de VUB school lopen aan een instelling secundair onderwijs of hogeronderwijs-buiten-universiteit. Tenslotte kan de Judoschool beroep doen op de sportwetenschappelijke begeleiding die via T&S ter beschikking gesteld wordt. ONDERZOEK IN FUNCTIE VAN TOPSPORT EN STUDIE Om de begeleiding verschaft door T&S te optimaliseren werden tijdens de voorbije jaren verscheidene onderzoekslijnen ontwikkeld. In een eerste fase werd een inventarisatie opgemaakt van initiatieven gericht op de studerende topsporters, en dit zowel in binnen- als buitenland (De Knop, Wylleman, De Martelaer, Theeboom, & Wittock, 1996; Wylleman & De Knop, 1995a). Hierbij werd de struktureel-organisatorische aanpak van deze initiatieven bestudeerd. Dit overzicht maakte duidelijk welke aanpak er in diverse Europese landen werd ontwikkeld en in welke wijze deze zich ontwikkelden. Voorts werd aandacht besteed aan toenmalige Vlaamse initiatieven, zoals het “Tennis en Studie” (Mortsel) van

de Vlaamse Tennisvereniging (VTV), de voormalige Zwemschool (Eeklo) van de Vlaamse Zwemliga, de Balletschool van Antwerpen en de Basketbal-, Voetbalen Wielerschool van Oostende. Deze lijn van onderzoek zal in de nabije toekomst een vervolg kennen met betrekking tot de werking van de recent gestarte “topsportscholen” in het secundair onderwijs. Zo werd recent meegewerkt aan een nota tot het optimaliseren van de organisatie en begeledeiding binnen deze topsportscholen (Vanden Auweele, Van Assche, De Knop, & Vrijens, 1998). Hierbij werd de aandacht gevraagd van de organiserende beleidsinstanties voor een meer globale visie op het combineren van studie en topsport, gesteund door een “totaal-begeleiding”. In een tweede fase werd gepeild naar de specifieke problemen die studerende topsporters zowel in het secundair als in het hoger onderwijs ervaren, alsook naar de mogelijke oplossingen die deze topsporters voorstelden om deze problemen aan te pakken (Wylleman, De Knop, Pluym, & Bogaerts, 1992). De onderzoeksresultaten brachten aan het licht dat in het middelbaar onderwijs 10% van de studerende topsporters geen concrete oplossing hadden voor hun problemen, 16% verlaagde zijn deelname in sportactiviteiten, 40% trachtte via een schema/ plan studie en topsport te combineren, en 30% stelde andere oplossingen (ondermeer via vrienden) voorop. Deze topsportscholieren wensten in grotere mate afwezig te kunnen zijn (60%), inspraak te krijgen in de planning van lessen (38%), de sportinfrastructuur van de school te gebruiken (38%) en inspraak 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 37 -


te krijgen in de examenplanning (27%). Deze inspraak werd bijna nooit toegekend (respectievelijk 4% en 3%). In het hoger onderwijs wensten studenten hoofdzakelijk afwezig te kunnen zijn van colleges, practische en labo-oefeningen (62%) en examens te spreiden buiten (36%) of binnen een zittijd (34%). Ook ten aanzien van de sport hadden studerende topsporters concrete vragen, met name in het middelbaar onderwijs afwezig te kunnen zijn van trainingen/ stages/competities (39%), inspraak te krijgen in de planning van trainingen en stages (36%) en in competities (32% en een beter overleg tussen de sportfederatie en de school (36%). In het hoger onderwijs wensten topsportstudenten dat de sportfederatie zou overleg plegen met de universiteit of HOBU (35%), dat ze afwezig zouden kunnen zijn van trainingen, stages en competities (30%), inspraak in de trainings- en competitieplanning (20%) en de mogelijkheid om op trainings- en competitieplaatsen te kunnen studeren (20%). Daar in het middelbaar onderwijs atleten nog in de vormingsfase van hun topsportcarrière zitten, bleek een nood aan een grotere flexibiliteit inzake hun dagelijkse aanwezigheid op school te bestaan. In een vervolgonderzoek zal nagegaan worden in welke mate de problematiek in het secundair onderwijs verminderd is na het opstarten van de topsportscholen. In een derde fase werd onderzoek verricht naar de belangrijkheid van de sociale omgeving van studerende topsporters in het succesvol combineren van studie en topsport (Sloore, De Knop, & Wylleman, 1995; Wylleman & De Knop, 1996; - 38 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Wylleman & De Knop, 1997a/b; Wylleman & De Knop, 1998a). Resultaten gaven aan dat T&S, gevolgd door de trainer/coach en door de ouders, als belangrijkste personen/instanties ervaren werden voor de wijze waarop ze hun studies en topsportbeoefening wisten te combineren. Andere personen (bijvoorbeeld, medestudenten) of andere instanties (bijvoorbeeld, BOIC) werden als minder belangrijk geëvalueerd. Voorts beoordeelden de topsportstudenten dat ze op voldoende wijze goede contacten hadden met T&S, en dat ze de houding en invloed van T&S als positief vervaarden, meer bepaald, de raadgevende steun in verband met de studies, alsook de emotionele steun onder de vorm van luisteren en aanmoedigen. Ook de rol van de ouders werd als belangrijk ervaren in het combineren van studie en topsport, met name, in functie van hun financiële, logistieke en emotionele/aanmoedigende steun. Deze onderzoeksresultaten leidden ertoe de ouders van topsportstudenten nauwer te betrekken in het aanvangen van de combinatie van studie en topsport. Tenslotte wordt momenteel in een vierde fase onderzocht op welke wijze talentvolle atleten en spelers doorheen hun sportieve carrière evolueren, welke specifieke problemen zij hierbij ervaren en welke personen/instanties hen hierbij van steun kunnen zijn (Wylleman & De Knop, 1997a/b; Wylleman, De Knop, & Sillen, 1998). Hierbij werd reeds vastgesteld dat topsportstudenten tijdens specifieke momenten of transities in hun sportcarrière (bijvoorbeeld, bij de overgang van SO naar HO) nood hebben aan


beoordeelden de topsportstudenten dat ze op voldoende wijze goede contacten hadden met T&S, en dat ze de houding en invloed van T&S als positief vervaarden, meer bepaald, de raadgevende steun in verband met de studies, alsook de emotionele steun onder de vorm van luisteren en aanmoedigen. Ook de rol van de ouders werd als belangrijk ervaren in het combineren van studie en topsport, met name, in functie van hun financiële, logistieke en emotionele/aanmoedigende steun. Deze onderzoeksresultaten leidden ertoe de ouders van topsportstudenten nauwer te betrekken in het een sociaal omgeving. aanvangen vanondersteunende de combinatie van studie en topsport.aan de VUB) zich verder heeft ontwikmomenteel in een vierde fasekeld. onderzocht welke wijzebesteed talentvolleworden atleten Meer Tenslotte bepaaldwordt werd de belangrijkheid Zo zalop aandacht en spelers doorheen hun sportieve carrière evolueren, welke specifieke problemen zij hierbij van de ouderlijke inbreng voor topsport- aan de wijze waarop deze voormalige ervaren en welke personen/instanties hen hierbij van steun kunnen zijn (Wylleman & De Knop, studenten opnieuw bevestigd: topsportstudenten zich hebben 1997a/b; Wylleman, De Knop, in & vergeSillen, 1998). Hierbij werd reeds vastgesteldweten dat lijking tot niet-studerende topsporters, te oriënteren op, en te integreren in bij de topsportstudenten tijdens specifieke momenten of transities in hun sportcarrière (bijvoorbeeld, de overgang van SO HO) nood hebben aanarbeidsmarkt. een sociaal ondersteunende omgeving. Meer blijven ouders vannaar topsportstudenten Deze onderzoeksbevinbepaald werd de belangrijkheid van de ouderlijke inbreng voor topsportstudenten opnieuw langer een steunende rol spelen. In een dingen zullen gehanteerd worden in het bevestigd: in vergelijking tot niet-studerende topsporters, blijven ouders van topsportstudenten volgend zalspelen. onderzocht wor- onderzoek opzetten een workshop het langer eenonderzoek steunende rol In een volgend zalvan onderzocht worden opomtrent welke wijze de carrière professioneel, als sociaalvoorbereiden vlak) van ex-topsportstudenten den op welke(zowel wijze op de carrière (zowelsportief op optimaal van een postaca(afgestudeerd aansportief de VUB) als zichsociaal verder heeft Zo zal aandacht besteed wordenbinnen aan de professioneel, vlak)ontwikkeld. demische professionele carrière wijze waarop deze voormalige topsportstudenten zich hebben weten te oriënteren op, en te van ex-topsportstudenten (afgestudeerd STEP. integreren in de arbeidsmarkt. Deze onderzoeksbevindingen zullen gehanteerd worden in het opzetten van een workshop omtrent het optimaal voorbereiden van een postacademische professionele carrière binnen STEP.

Topsport en Studie aan de Topsport VUB: en Studietijdens de voorbije 20 jaar meer dan 550 aan de VUB: Enkele ontwikkelingen tot en mettothet talentvolle en topatleten uit Enkele ontwikkelingen en metstuderende het academiejaar 2007-2008 academiejaar 2007-2008 niet minder dan 56 verschillende sportIn aantallen en resultaten takken heeft begeleid (zie Tabel 5) en dit Terugkijkend vanuit het academiejaar 2007-2008 kan gesteld worden dat T&S tijdens de voorbije 20 IN AANTALLEN EN RESULTATEN in vergelijking met de dan 45 sportdisciplines jaar meer dan 550 studerende talentvolle en topatleten uit niet minder 56 verschillende Terugkijkend de periode (zie Tabeluit2).de sporttakken heeftvanuit begeleidhet (zie academiejaar Tabel 5) en dit in uit vergelijking met 1988-1998 de 45 sportdisciplines periode 1988-1998 (zie Tabelworden 2). 2007-2008 kan gesteld dat T&S Sporttak

Aantal

Sporttak

Aantal

Acrobatie 1 Powerlifting 2 Atletiek 46 Reddend zwemmen 4 Badminton 2 Roeien 8 Ballet 1 Rope-skipping 1 Baseball 2 Rugby 7 Basketbal 47 Schermen 12 Boksen 1 Short-track 1 Cricket 2 Skeeleren 2 Dans 6 Ski 12 Duatlon 4 Snowboard 5 Formule 3000 1 Softbal 1 Golf 7 Squash 6 Gymnastiek 7 Synchroon zwemmen 5 Handbal 16 Taekwondo 2 Ijshockey 5 Tafeltennis 3 Judo 24 Tennis 31 Inline Hockey 2 Thaï-boxen 1 Kano 3 Triatlon 11 Karate 4 Veldhockey 12 Kayak 2 Voetbal 74 Kick-boxing 2 Volleybal 53 Klimmen 4 Waterpolo 6 Korfbal 18 Wielrennen 17 Kung-fu 1 Windsurfen 3 Minivoetbal 2 Wushu 3 Motorcross 1 Zaalvoetbal 5 Paardrijden 4 Zeilen 16 Pistoolschieten 1 Zwemmen 56 Tabel 5. Overzicht sporttakken van de topsportstudenten sinds het academiejaar 1988-1989 en tot en met het academiejaar 2007-2008. Tabel 5. Overzicht sporttakken van de topsportstudenten sinds het academiejaar 1988-1989 en tot en

met het academiejaar 2007-2008.

Terwijl de meeste topsportstudenten tijdens de afgelopen 20 jaar het statuut verkregen in voetbal, 20 JAAR TOPSPORT ENformule STUDIE - 39 zwemmen of volleybal waren er ook minder voor de hand liggende sporttakken waaronder 3000, kung-fu, pistoolschieten, thaï-boxen en acrobatie.


Korfbal 18 Wielrennen 17 Kano 3 Triatlon 11 Kung-fu 14 Windsurfen 3 Karate Veldhockey 12 Minivoetbal 2 Wushu 3 Kayak Voetbal 74 Motorcross 12 Zaalvoetbal 5 Kick-boxing Volleybal 53 Paardrijden 4 Zeilen 16 Klimmen Waterpolo 6 Pistoolschieten 1 Zwemmen 56 Korfbal 18 Wielrennen 17 Tabel 5. Overzicht sporttakken van de topsportstudenten sinds het academiejaar 1988-1989 en tot en met Kung-fu 1 Windsurfen 3 het academiejaar Minivoetbal 2007-2008. 2 Wushu 3 Terwijl formule 3000, kung-fu, pistoolschieten, Motorcrossde meeste topsportstudenten 1 Zaalvoetbal 5 Paardrijden 4 staZeilen 16 Terwijl de topsportstudenten de afgelopen 20 jaaren hetacrobatie. statuut verkregen voetbal, tijdens demeeste afgelopen 20 jaar tijdens het thaï-boxen Deze in topsportPistoolschieten 1 Zwemmen 56 zwemmen of volleybal waren er zwemmen ook minder voor hand liggende sporttakken waaronder formule tuut in voetbal, of destudenten werden doorheen hun comTabel verkregen 5. Overzicht sporttakken van de topsportstudenten sinds het academiejaar 1988-1989 en tot en met het 3000, kung-fu, pistoolschieten, thaï-boxen en acrobatie. academiejaarwaren 2007-2008. volleybal er ook minder voor de binatie binnen acht faculteiten (en het

Deze topsportstudenten werden doorheen hun combinatie binnen acht faculteiten (en het Vesalius

hand sporttakken waaronder Vesalius begeleid (zie Tabel 6). College) begeleid Tabel 6). Terwijlliggende de meeste(zie topsportstudenten tijdens de afgelopen 20 College) jaar het statuut verkregen in voetbal,

zwemmen of volleybal waren er ook minder voor de hand liggende sporttakken waaronder formule

Topsportstudenten (in %) Faculteit 3000, kung-fu, pistoolschieten, thaï-boxen en acrobatie. Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen 15,3 Deze topsportstudenten (en het Vesalius Geneeskunde en Farmacie werden doorheen hun combinatie binnen acht faculteiten5,6 College)enbegeleid (zie Tabel 6). Letteren Wijsbegeerte 8,7 Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie 41,2 Psychologie 5,8 Topsportstudenten (in %) Faculteit en Opvoedkunde Rechtsgeleerdheid 9,2 Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen 15,3 Toegepaste Wetenschappen 4,7 Geneeskunde en Farmacie 5,6 Wetenschappen 9,5 Letteren en Wijsbegeerte 8,7 Tabel 6. Aantal topsportstudenten Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie (in %) ingeschreven in een studieprogramma 41,2 in één van Tabel 6. Aantal topsportstudenten (in %) ingeschreven inacademiejaar een studieprogramma acht faculteiten van het academiejaar 1988-1989 tot en met het 2007-2008. in één Psychologie en Opvoedkunde 5,8 van Rechtsgeleerdheid 9,2 acht faculteiten van het academiejaar 1988-1989 tot en met het academiejaar 2007-2008. Toegepastehebben Wetenschappen 4,7 Daarbij tijdens 20 jaar T&S de meeste topsportstudenten een studierichting binnen de Wetenschappen 9,5 faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie gekozen, gevolgd door een opleiding binnen de Het gemiddeld slagingspercentage Daarbij tijdens 20 jaar Tabel 6. hebben Aantal topsportstudenten (inT&S %) de ingeschreven in een studieprogramma in één bevan faculteit Economische, Sociale en Politieke wetenschappen en vervolgens binnen de faculteit acht faculteiten van het academiejaar 1988-1989 tot en met het academiejaar 2007-2008. meeste topsportstudenten een studie- draagt over de periode van 1988-2008

Wetenschappen.

gerekend nog1988-2008 steeds 70% – ruim 10% richting binnen de faculteit Het gemiddeld slagingspercentage bedraagt over topsportstudenten de periode van gerekend nog steeds Daarbij hebben tijdens 20 jaar Lichamelijke T&S de meeste een studierichting binnen de 70% – ruim 10% hoger dan het gemiddelde totaledan studentenpopulatie. Hiermee kantotale T&S hoger het gemiddelde van de Opvoeding en Kinesitherapie gekozen,van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie gekozen, gevolgd door een opleiding binnen de blijven op een succesvolle van haar topsportstudenten (zie Tabel 7). dekan faculteitbogen Economische, Sociale begeleiding enbinnen Politiekede wetenschappen en vervolgens binnen faculteit studentenpopulatie. Hiermee T&S gevolgd door een opleiding Wetenschappen. op een succesvolle begefaculteit Economische, Sociale en Poli- blijven bogenSlagingspercentage Academiejaar Het gemiddeld slagingspercentage bedraagt over de periode van 1988-2008 gerekend nog steeds 1988-1989 60% leiding haar topsportstudenten (zie tieke en bin-van de 70% –wetenschappen ruim 10% hoger dan vervolgens het gemiddelde totale van studentenpopulatie. Hiermee kan T&S 1989-1990 72% Tabel 7). nen debogen faculteit Wetenschappen. blijven op een succesvolle begeleiding van haar topsportstudenten (zie 1990-1991 67% Tabel 7). 1991-1992 59% 1992-1993 81% Academiejaar Slagingspercentage 1993-1994 74% 1988-1989 60% 1994-1995 72% 1989-1990 1995-1996 63% 1990-1991 67% 1996-1997 63% 1991-1992 59% 1997-1998 75% 1992-1993 81% 1998-1999 71% 1993-1994 74% 1999-2000 83% 1994-1995 72% 2000-2001 68% 1995-1996 63% 2001-2002 74% 1996-1997 63% 2002-2003 66% 1997-1998 75% 2003-2004 70% 1998-1999 71% 2004-2005 61% 1999-2000 83% 2005-2006 79% 2000-2001 68% 2001-2002 74% 2002-2003 66% 2003-2004 70% 2004-2005 61% 2005-2006 79% 2006-2007 58% Gemiddeld 70% Tabel 7. Overzicht slagingspercentages sinds het erkennen van het statuut van topsportstudent in het 1 academiejaar 1988-1989 tot en met het academiejaar Tabel 7. Overzicht slagingspercentages sinds het2006-2007 erkennen van het statuut van topsportstudent in het

academiejaar 1988-1989 tot en met het academiejaar 2006-2007 1 1Tenslotte

bleven de topsportstudenten veelvuldige topsportprestaties vestigen. Naast de veelvuldige Bij de berekening voor het academiejaar 2006-2007 dient rekening gehouden te worden met de gewijzigde stuBelgische titels en records, nationale selecties werden ook verscheidene Europese, Wereld- en diefl exibiliseringprestaties (o.a., creditsysteem, Olympische neergezet.model-/individueel Tijdens 20 jaarstudietraject). T&S werden, onder andere, Sebbe Godefroid (zeilen), Min Dezillie (zeilen), Ann Simons (judo), Kathleen Smet (tratlon), Karla van der Boon (Nederlands Olympisch waterpoloteam dames), Nathan Kahan (atletiek), Ingeborg Marx - 40 - 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE (gewichtheffen), Brigitte Becue (zwemmen), Ulla Werbrouck (judo), Heidi Rakels (judo), Brigitte Becue (zwemmen) als topsportstudenten voor Olympische deelname geselecteerd. En uiteraard


deelgenomen (zie foto).

Tenslotte bleven de topsportstudenten veelvuldige topsportprestaties vestigen. Naast de veelvuldige Belgische titels en records, nationale selecties werden ook verscheidene Europese, Wereld- en VUB’ers die deelgenomen hebben aan de OlymOlympische prestaties neergezet. VUB’ers Tijdens die deelgenomen hebben aan de Olympische Spelen 2000 te Sydney (vlnr) dhr. Roger Van Meerbeeck (delegatieleider BOIC), dhr. Eddy Desmedt (Teamleader BOIC), Prof. Pauldhr. De Knop (diensthoofd Topsport en pische Spelen 2000 te Sydney (vlnr) Roger 20 jaar T&S werden, onder andere, SebStudie), dhr. François Narmon (voorzitter BOIC), Ann Simons, Karla van der Boon, Kathleen Smet, Sebastien Van Meerbeeck (delegatieleider BOIC), dhr. Eddy Godefroid, Prof. Ben Van Camp (rector), Min Dezillie en Inge Marx. be Godefroid (zeilen), Min Dezillie (zei(Teamleader BOIC), Prof. Paul De Knop len), Ann Simons (judo), KathleenUiteraard Smetwordt Desmedt er ook uitgezien naar de prestaties van Jérôme Truyens (veldhockey) en Dirk Van (diensthoofd TopsportSpelen en Studie), François worden beide Tichelt tijdens de komende Olympische te Beijing.dhr. Mogelijkerwijze (tratlon), Karla van der Boon (NedertopsportstudentenNarmon nog in Beijing vervoegd BOIC), door TomAnn Vangeneugden (voorzitter Simons, (zwemmen). Karla van lands Olympisch waterpoloteam dames), der Boon, Kathleen Smet, Sebastien Godefroid, Externe en interne samenwerking Nathan Kahan (atletiek), IngeborgTijdens Marx Prof. Ben Van (rector), Minvan Dezillie en Inge topsportstudenten de periode 1998-2008 heeftCamp T&S ook ten voordele haar (kandidaat-) een intensieve samenwerking opgezet met diverse organisaties zowel binnen als buiten de VUB. (gewichtheffen), Brigitte Becue (zwemMarx. Voor de VUB vormt een belangrijk onderdeel van de begeleiding van haar topsportstudenten men), Ulla Werbrouck (judo), Heidi Raniet alleen de gehanteerde erkenningscriteria maar ook de begeleiding tijdens het eerste jaar waarin jonge topsporters starten met hun combinatie van studie en topsport aan de VUB. In functie hiervan kels (judo), Brigitte Becue (zwemmen) Uiteraard wordt er ook uitgezien naar als topsportstudenten voor Olympische de prestaties van Jérôme Truyens (veldBij de berekening voor het academiejaar 2006-2007 dient rekening gehouden te worden met de gewijzigde studieflexibilisering (o.a., creditsysteem deelname geselecteerd. En uiteraard model-/individueel studietraject). hockey) en Dirk Van Tichelt tijdens de herinneren we ons de Olympische pres- komende Olympische Spelen te Beijing. taties van: Mogelijkerwijze worden beide topsport• Sebbe Godefroid met zilver in zeilen studenten nog in Beijing vervoegd door tijdens de Olympische Spelen 1996 te Tom Vangeneugden (zwemmen). Atlanta, • Ann Simons met brons in judo tijdens EXTERNE EN INTERNE de Olympische Spelen 2000 te Syd- SAMENWERKING ney, • Kathleen Smet met een vierde plaat in Tijdens de periode 1998-2008 heeft T&S triatlon tijdens de Olympische Spelen ook ten voordele van haar (kandidaat-) 2004 te Athene. topsportstudenten een intensieve saVermeldenswaardig is dat ook andere menwerking opgezet met diverse orgaVUB alumni of docenten, waaronder di- nisaties zowel binnen als buiten de VUB. verse voormalige topsporters, hebben Voor de VUB vormt een belangrijk onaan de Olympische Spelen als begelei- derdeel van de begeleiding van haar ders van het Belgisch Olympisch Team topsportstudenten niet alleen de gehanwaaronder François Narmon (voorzit- teerde erkenningscriteria maar ook de ter BOIC), Eddy De Smedt (Teamleader), begeleiding tijdens het eerste jaar waarin Renno Roelandt (sportdokter BOIC), jonge topsporters starten met hun comFrank Dewitte (sportkinesist) en Marc binatie van studie en topsport aan de Goossens (logistiek medewerker) deelge- VUB. In functie hiervan werd – onder de nomen (zie foto). vorm van een convenant – een gestruc1

tureerde samenwerking opgezet met 13 topsportfederaties (zie Tabel 8). 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 41 -


niet alleen de gehanteerde erkenningscriteria maar ook de begeleiding tijdens het eerste jaar waarin jonge topsporters starten met hun combinatie van studie en topsport aan de VUB. In functie hiervan werd – onder de vorm van een convenant – een gestructureerde samenwerking opgezet met 13 topsportfederaties (zie Tabel 8).

Tabel 8. Overzicht van de (top)sportfederaties die een convenant afgesloten hebben met de VUB.

Deze convenanten stonden toe om in eerste instantie de erkenningscriteria voor het statuut van topsportstudent zo correct als mogelijk vast te leggen en te hanteren. Door het hanteren van de sportieve maatstaven die door de betrokken topsportfederatie zelf naar voor geschoven worden, kan de kwaliteit van het sportieve niveau van de kandidaattopsportstudenten gegarandeerd worden. Het uiteindelijk toekennen van het statuut wordt dan in overleg binnen de stuurgroep Vrije Universiteit Brussel-topsportfederatie bepaald. Vervolgens was de VUB dankzij deze convenanten ook in staat om topsportfederaties bij te staan die een “topsportschool” beheren en daarbij hun leerlingen/topsport te begeleiden in een meer optimale transitie van secundair onderwijs in de topsportschool naar hoger onderwijs (aan de VUB). Op deze wijze heeft T&S tijdens verscheidene academiejaren in diverse topsportscholen workshops over de vereisten en de mogelijke problemen van de transitie van het secundair naar het hoger onderwijs verzorgd. Dankzij deze convenanten hebben deze (top)sportfederaties een topsportbeleid kunnen voeren waarin op een actieve en gestructureerde wijze aandacht wordt besteed aan het optimaliseren van de combinatie van topsport en universitaire studie voor hun beloftevolle en topsporters. Tijdens de laatste jaren initiëerde T&S ook een nauwere samenwerking met de associatiepartner van de VUB, met name de Eramus Hogeschool Brussel. Op deze wijze werd er binnen de Universitaire - 42 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Vlaamse Yachting Federatie

Vlaamse Handbalvereniging

Vlaamse Atletiekliga

Vlaamse Judofederatie

Vlaamse Volleybalbond

Vlaamse Tennisvereniging

Vlaamse Basketballiga

Vlaamse Zwemfederatie

Vlaamse Schermbond

Vlaamse Ski en Snowboardfederatie

Vlaamse Vereniging voor Golf

Koninklijke Belgische Korfbalbond – Vlaamse Liga

Wielerbond Vlaanderen

����� �� ��������� ��� �� �������������������� ��� ��� ��������� ���������� ������ ��� �� ����

Associatie Brussel niet alleen naar een hanteren van uniforme erkenningscriteria en –procedure gestreefd maar wordt er momenteel ook gewerkt aan het aanbieden van studierichtingen die een maximale studie- en examenflexibiliteit aan topsportstudenten van het hoogste sportieve niveau kunnen aanbieden. Tot deze selectie behoren momenteel reeds vanuit de VUB de Master Lichamelijke Opvoeding (met specialisatie Training en Coaching, Sportmanagement, Fitheid en Gezondheid en Lerarenopleiding) en vanuit de Erasmus Hogeschool Brussel de Master Toegepaste Taalkunde (met specialisatie Tolken, Vertaalkunde, Journalistiek) en de professionele Bachelor Toegepaste Informatica (met specialisatie Multimedia, Network Management, Industriële Informatica en IT Business Management Solutions). Tengevolge van de nauwe samenwerking met topsportfederaties enerzijds en van deze met de Erasmus Hogeschool Brussel anderzijds, werd door T&S de mogelijkheid gecreëerd om niet alleen individuele topsportstudenten te begeleiden maar ook ploegen doorheen hun combi-

Deze convenanten stonden toe om in eerste instantie de erkenningscriteria voor het statuut van topsportstudent zo correct als mogelijk vast te leggen en te hanteren. Door het hanteren van de sportieve maatstaven die door de betrokken topsportfederatie zelf naar voor geschoven worden, kan de kwaliteit van het sportieve niveau van de kandidaat-topsportstudenten gegarandeerd worden. Het uiteindelijk toekennen van het statuut wordt dan in overleg binnen de stuurgroep Vrije


natie van studie en topsport te steunen. Zo werd tijdens het academiejaar 20072008, in samenwerking met de Vlaamse Volleybalbond (VVB) en onder leiding van topsportcoördinator Marc Spaenjers, het project Beloftenteam Volleybal Jongens gestart. Het VVB Beloften Team is een talentontwikkelingsproject in een onderwijsomgeving waarbij spelers tussen 18 en 22 jaar de mogelijkheid krijgen om zich optimaal te ontwikkelen in sport en studie. De VVB heeft sinds een vijftal jaren de beste Vlaamse talenten tussen 14 en 18 jaar onder zijn hoede in de Topsportschool en breide dus vanaf september 2007 een verlengstuk aan die opleiding door met de afgestudeerden van die school een team te vormen in eerste nationale. Met het project Beloftenteam jongens wordt dus de leemte tussen de topsportschool en het volleybal in eredivisie gedicht. De behoefte om een belofteteam op te richten is gegroeid uit de vaststelling dat geen enkele jongere na de topsportschool onmiddellijk bij een professionele club terecht kan. Sommigen starten in een ploeg die beduidend minder traint dan de twintig trainingsuren die de jongens in de topsportschool krijgen. Anderen die wel in een topploeg belanden, verkommeren meestal op de bank. Dit is de sportieve reden waarom de bond dit project opstart. De jongeren van vandaag zijn cruciaal voor de toekomstige nationale ploeg, die zich moet trachten te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2012 en 2016. Daar het ook belangrijk is dat deze talenten verder studeren na het beëindigen van hun humaniorastudies werd dus een nauwe samenwerking met de VUB aangegaan in een project dat op de volgende pijlers steunt: een aangepast studietraject

op hoog niveau, een twintigtal trainingsuren onder leiding van de beste trainers, competitiewedstrijden in 1ste nationale en minimaal 50 wedstrijden (buiten hun internationale wedstrijden als nationaal team) als belangrijke vorm van sportieve opleiding.

(vlnr) Claudio Gewehr (coach), Mathias Van Damme (4), Ruben Van Hirtum (6), Pieter Verhees (9), Leonard De Schrijver (13), Bram Van den Dries (1), Robin De Bont (10), Yves Kruyner (2), Wim Backaert (7), Stefaan De Brabander (3), Matthias Valkiers (5), Simon Van de Voorde (8), Steven Vanmedegael (assistant coach) en Luc De Leenheer (technical coördinator).

Tot op heden behaalde het Beloftenteam jongens niet alleen goede studieresultaten, maar zette ook reeds topprestaties neer (o.a., een 3de plaats op het EK U18 te Wenen, een 6de plaats tijdens het WK U18 te Tijuana). Terwijl het hier individuele toppers betreft, zal ook de Vlaamse Zwemfederatie, die reeds verschillende academiejaren een samenwerking met de VUB had, onder leiding van topsportcoördinator Lode Grossen op eenzelfde wijze een project uitbouwen voor haar elitezwemmers en dit met het doel deze toppers doorheen hun studies te begeleiden op weg naar de Olympische Spelen 2012 te Londen. 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 43 -


Tenslotte heeft T&S tijdens de laatste eigen topsportbeoefening, van de begeacademiejaren ook een nauwe samen- leiding die haar/hem verschaft wordt en werking uitgewerkt met de faculteit Li- van de omgeving waarin hij/zij topsport chamelijke Opvoeding en Kinesitherapie. beoefent. Meer bepaald werd gewerkt aan een stu- In functie van de noden die zich ook dietraject Lichamelijke Opvoeding spe- voordoen binnen de wereld van topcifiek voor topsportstudenten van het coaches gaat T&S ook nagaan op welke hoogste sportieve niveau (categorie A- wijze dit studietraject kan opengesteld internationaal). Dit studietraject wordt worden voor professioneel tewerkgein functie van de vereisten die zich voor- stelde coaches/trainers die aan de topdoen binnen hun topsportactiviteiten sportfederaties verbonden zijn. Op deze zoveel als mogelijk geïndividualiseerd wijze zal T&S in samenwerking met, on(o.a., via zelfstudie, afstandsonderwijs, der andere, de faculteit Lichamelijke Opinhaallessen) aangeboden. Zo is binnen voeding en Kinesitherapie, een aanbod de Bacheloropleiding Lichamelijke Op- kunnen verschaffen voor de groeiende voeding voor bijna 1/3 opleidingson- vraag aan continue vorming en bijschoderdelen (51 SP op een totaal van 180 ling die in het Vlaamse (professionele) SP) specifiek toegankelijk gesteld voor trainerskader leeft. topsporters van het hoogste sportieve niveau. Inhoudelijk wordt binnen deze ALS VOORBEELDFUNCTIE opleidingsonderdelen aangesloten op de topsportbeoefening van de topspor- Doorheen de voorbije academiejaren ters en de topcoaches zelf via 3 modules werd op basis van onderzoek verricht aanbod kunnen verschaffen voor de groeiende vraag aan continue vorming en bijscholing die in het binnen de context van, onder andere, “Topsportspecifi eke trainerskader carrièreplanning” Vlaamse (professionele) leeft. waarbij de topsporter op systematische T&S het oorspronkelijke ontwikkelingsAls voorbeeldfunctie wijze vanuit diverse invalshoeken een model (zie Figuur 1) verder ontwikkeld Doorheen de voorbije academiejaren werd op basis van onderzoek verricht binnen de context van, onderstaande holistisch sportanalyse dientT&S te verrichten van zowel de tot het(zie onder andere, het oorspronkelijke ontwikkelingsmodel Figuur 1) verder ontwikkeld tot het talentontwikkelingsmodel (zie Figuur 2). onderstaande holistisch sporttalentontwikkelingsmodel (zie Figuur 2). Leeftijd Sportieve ontwikkeling Individuele ontwikkeling Psychosociale ontwikkeling

Studie- en beroepscarrière

10 Initiatiefase Schoolkind Ouders Siblings Peers

Lager onderwijs

20

15 Ontwikkelingsfase Puber Peers Trainer Ouders

Secundair onderwijs

25

30

Discontinuatiefase

Perfectiefase Adolescent

35

Jong volwassene

Volwassene

Partner Trainer

Familie (Trainer)

Hoger onderwijs

Professionele carrière

Figuur 2. Holistisch sporttalentontwikkelingsmodel (Wylleman & Lavallee, 2004).

Noot. De leeftijden zijn approximatief en kunnen sportspecifieke verschillen vertonen. 2004). Figuur 2. Holistisch sporttalentontwikkelingsmodel (Wylleman & Lavallee, Noot. De leeftijden zijn approximatief en kunnen sportspecifieke verschillen vertonen.

- 44 -

Dit holistische sporttalentontwikkelingsmodel maakt duidelijk dat de (jonge) topsporter op een wijze EN moet kunnen omgaan met de specifieke vereisten en transities in en uit iedere 20succesvolle JAAR TOPSPORT STUDIE sportontwikkelingsfase. Dit betekent dat een talentvolle jongere niet steeds op eenzelfde wijze kan


Dit holistische sporttalentontwikkelingsmodel maakt duidelijk dat de (jonge) topsporter op een succesvolle wijze moet kunnen omgaan met de specifieke vereisten en transities in en uit iedere sportontwikkelingsfase. Dit betekent dat een talentvolle jongere niet steeds op eenzelfde wijze kan gesteund worden en dat zowel ouders en trainers/coaches flexibel moeten kunnen inspelen op de wisselende noden van de jonge atleet. Zo zullen talentrijke jongeren dankzij hun intrinsieke motivatie en gedrevenheid, familiale steun en transfer van vaardigheden die ze in de sport gebruiken naar het studeren (bijvoorbeeld de vaardigheid om tijd op een efficiënte wijze te beheren) er meestal ook in slagen om topsport en studie goed te combineren. Deze vaardigheden zijn ook zeker belangrijk bij de transitie van secundair naar hoger onderwijs omdat de talentvolle jonge atleet mogelijks ook zal verhuizen (van thuis naar een studentenkamer), met een nieuwe trainingsomgeving zal geconfronteerd worden, en zelfstandiger zal moeten zijn in het dagelijkse studentenleven. Het beschikken over goede psychosociale en leefstijlvaardigheden zullen bijdragen tot het al dan niet succesvol kunnen blijven combineren van topsport en studie in het hoger onderwijs. Zowel dit model als de organisatie en werking van T&S van de VUB hebben als voorbeeld gediend voor de ontwikkeling van specifieke initiatieven. Op basis van dit model werd in eerste instantie de begeleiding van de studerende topsporters aan de VUB tijdens de voorbije jaren door T&S verder ge-

optimaliseerd. Naast het steunen van laatstejaars leerlingen/topsport van topsportscholen in het voorbereiden op en maken van de transitie van het secundair naar het hoger onderwijs, werd ook de aandacht voor de inbreng van de ouders bij de voorbereiding op en het steun geven tijdens het eerste studiejaar aan de VUB van hun studerende topsportbeoefende zoon/dochter geïntensifieerd. Ook de samenwerking met diverse (top )sportwetenschappelijke experts van het Brussels Expertisecentrum voor Sport en Topsport (BEST-sport) van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie werd uitgebreid. In tweede instantie werd de werking van T&S van de VUB in 2003 als ankerpunt genomen door het Vlaamse topsportbeleid bij het ontwikkelen van een initiatief ten gunste van het globale hoger onderwijs in Vlaanderen, met name het “Bloso-Topsportstudentenproject Hoger Onderwijs”. Dit project stelt zich tot doel via het statuut van “topsporters/studenten” maximale kansen te bieden om een studie in het hoger onderwijs aan te vangen en succesvol te voltooien. Het richt zich dan ook naar topsporters afgestudeerd in het secundair onderwijs, erkend als niet-professionele sporters of “nietstatutaire profs” (d.w.z., topsporters die voltijds met sport bezig zijn, maar niet van de sport zelf kunnen leven) en niet in aanmerking komend voor het traject “Tewerkstellingscontract bij de Vlaamse overheid”. Op basis van de organisatie en werking van Topsport en Studie van de VUB werd de belangrijke rol van de onderwijsinstellingen (hogeschool, universiteit) zelf in het optimaliseren van deze 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 45 -


combinatie erkend en onder de noemer “topsportonderwijsinstelling” geoperationaliseerd. Een topsportonderwijsinstelling dient, onder andere, het statuut van topsporter/student aan te bieden, de studieflexibiliteiten waarop topsporters/studenten kunnen beroep doen binnen de onderwijsregeling te specificeren, en een commissie, dienst of departement te voorzien exclusief gericht op het optimaliseren van de combinatie van studie en topsport door topsporters/studenten. Voorts dient er een aanspreekpunt (studiebegeleider topsport) voor topsporters/studenten te zijn waarmee in functie van het individueel trainingstechnisch programma, onder andere, een individueel studietraject kan uitgestippeld worden en nagegaan kan worden wat de meest optimale studiebegeleiding (bijvoorbeeld, gewettigde afwezigheid voor werk- en praktische oefeningen, spreiding en verplaatsen van examendata, bijscholing en inhaallessen) is. De onderwijsinstelling dient in globo dus – zoals het geval is aan de VUB – een duidelijk en concreet intra-scolair “topsportvriendelijk klimaat” aan haar studerende topsporters aan te bieden. Bnnen dit project werd ook rekening gehouden met het feit dat studerende topsporters veelal slechts via een studiespreiding – en dus langere studietijd – tot een optimale combinatie kunnen komen. Daarom voorziet het Topsportstudentenproject Hoger Onderwijs ook in een financiële compensatie van, onder andere, de kosten verbonden aan het uitwerken en begeleiden van een individueel studietraject, van de hogere studiekosten en van het uitstel van een beroepsinkomen. In - 46 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

functie van het sportieve niveau van de topsporter/student worden deze onkosten door het Bloso en het BOIC op sportief en op studievlak vergoed aan zowel de sportfederatie, de topsportonderwijsinstelling als de topsporter/student zelf. Zowel Frederik Vandormael (schermen), Tom Vangeneugden (zwemmen), Corinne Van Hombeeck (acrogym) en Dirk Van Tichelt (judo) hebben op deze wijze tijdens één of meerdere academiejaren op contractuele wijze hun studie met topsport gecombineerd. In derde instantie heeft dit holistisch sporttalentontwikkelingsmodel model ook gediend als basis voor het project Carrièrebegeleiding dat, dankzij financiering door de Vlaamse minister van Sport, door T&S in samenwerking met de vakgroep Sportbeleid en –Management (onderzoeksgroep Sportpsychologie en Mentale Begeleiding) in 2007 werd ontwikkeld en wordt gecoördineerd. Naar analogie met gelijkaardige initiatieven in zowel Australië en Canada als in ons omringende landen (o.a., Groot-Brittannië, Nederland, Duitsland, Frankrijk) beoogt het project “Carrièrebegeleiding” een optimale leefsituatie voor (jonge) topsporters te creëren en hun vaardigheden te maximaliseren zodat ze de eigen leefsituatie kunnen optimaliseren. Zo spitst Kristel Taelman – als voormalig VUBtopsportstudente judo in de opleiding Agogiek – zich als carrièrebegeleider, in samenwerking met de betrokken topsportfederaties en topsportscholen, toe op het voorbereiden en begeleiden van talentvolle jongeren tijdens de diverse transities die zich doorheen hun sportcarrière kunnen voordoen en voorziet


op deze wijze dan ook in wat als “extrasportieve” begeleiding kan betiteld worden. Deze begeleiding, die kan variëren tussen het geven van informatie tot het verschaffen van effectieve persoonlijke ondersteuning, gebeurt zowel op individuele basis als in groep en richt zich, onder andere, op het aanleren van vaardigheden als time management, communicatie vaardigheden, projectmanagement. Daarnaast verzorgt de carrièrebegeleider ook workshops voor leerlingen/topsport, topsporters/studenten, ouders, trainers en andere begeleiders over het belang van carrièreontwikkeling, de transitie

van de (topsport)school naar een (topsp ort)onderwijsinstelling hoger onderwijs, het optimaliseren van de leefsituatie als (jonge) topsporter, studieplanning en studiemethodiek voor leerlingen/topsport en topsporter/studenten. Terwijl T&S tijdens de voorbije 20 jaar een belangrijke motor is geweest in het aanmoedigen en bewerkstelligen van de combinatie hoger onderwijs en topsport, mag het duidelijk zijn dat ze tijdens de komende jaren een voortrekkersrol zal blijven spelen in het optimaliseren van de combinatie hoger onderwijs en topsport.

Referenties • Chelladurai, P., & Danylchuk, K.E. (1984). Operative goals of intercollegiate athletics: Perceptions of athletic administrators. Canadian Journal of Applied Sport Sciences, 9, 33-41. • De Knop, P., & Wylleman, P. (1996). An analysis of the policy of the Vrije Universiteit Brussel concerning the combination of top-level sport and study. Voordracht gehouden tijdens het colloquium “Sport and Higher Education into the 21ste Century”, University of Bath, Bath, UK: 22-24.04.96 • De Knop, P., & Wylleman, P. (1998). 10 Jaar Topsport en Studie. Brussel, Belgium: Vrije Universiteit Brussel. • De Knop, P., Wylleman, P., & De Maertelaer, K. (1991). De combinatie van universitaire studies en topsportbeoefening in Vlaanderen (The combination of university studies and top-level sport in Flanders). In P. Wylleman, G. Schiltz, & N. Vanhaeren (Eds.), Proceedings Internationaal Symposium ‘Top level Sport and Study’ (pp. 58-67). Brussel: VUSF. • De Knop, P., Wylleman, P., De Martelaer, K., Theeboom, M., & Wittock, H. (1996). New management for university sport, European Journal for Sport Management, 3(1), 35-47. • Delecluse, C. (1986). Studie- en beroepsperikelen bij topsporters. Sport, 3, 52-54. • Dienst Onderwijszaken (1997). Examenreglement. Brussel: VUB. • Lanning, W. (1982). The privileged few: special counseling needs of athletes. Journal of Sport Psychology, 4, 19-23. • Nelson, E.S. (1982). The effects of career counseling of freshman college athletes. Journal of Sport Psychology, 4, 32-40. • Olympic News (December, 1994). De 61 aanbevelingen en conclusies van het IOC Conges [The 61 recommendations and conclusions of the IOC Congress], 11-12. • Redactie (1991). Resoluties Congres Sport 2000. Sport, 1, 13-42. • Simon, R.L. (1991). Intercollegiate athletics: do they belong on campus? In J. Andre & D.N., James (Eds.), Rethinking college athletics (pp. 43-68). Philadelphia: Temple University Press.

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 47 -


• Sloore, H., De Knop, P., & Wylleman, P. (1995). Onderzoek naar de invloed van het sociale netwerk en specifieke interpersoonlijke relaties op het combineren van studie en topsport. Brussel: VUB-OZR. • Underwood, C. (1984). The student athlete: Eligibility and academic integrity. Michigan, MI: Michigan State University Press. • Vanden Auweele, Y., Van Assche, E., De Knop, P., & Vrijens, J. (1998). Begeleiding van de jongeren in de topsportscholen. Leuven: FLOK. • Withford, D. (1990). The student athlete: Myth or reality? College Magazine, 2, 37-41. • Wylleman, P,. De Knop, P., Menkehorst, H., Theeboom, M., & Annerel, J. (1993). Van topsporter naar ex-topsporter. De noodzaak tot het optimaliseren van het beëindigen van de topsportcarrière. In Rijsdorp, K. et al. (Red.), Handboek voor Lichamelijke Opvoeding en Sportbegeleiding (pp. IV.3.Wyll.1IV.3.Wyll.24). Deventer: Van Loghum Slaterus. • Wylleman, P. (1997). Talentdetectie en talentbegeleiding: Een sportpsychologisch perspectief. Voordracht gehouden tijdens het Internationaal Symposium ‘Talent in de sport’, Gent: BVLO-UG, 11.10.97 • Wylleman, P., & De Knop, P. (1995a). Athlètes de haut niveau et enseignement: perspective Européenne sur la combinaison d’etude et sport de haut niveau. Voordracht gehouden tijdens het Congres d’Etude et Sport, Montréal, Canada: Université de Montréal-Ecole de Mortagne, 27-29.01.95. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1995b). The influence of the social network on young student-athletes. Voordracht gehouden tijdens het International Congress on Physical Education and Sport of Children, Bratislava, Slovakije: FIEP, 13-16.08.95. • Wylleman, P. & De Knop, P. (1996). Combining academic and athletic excellence: The case of elite student-athletes. Voordracht gehouden tijdens het International Conference of the European Council for High Ability “Creativity and Culture”, Wenen, Oostenrijk: ECHA, 19-22.10.96. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1997a). Elite student-athletes: Issues related to career development and social support. Paper presented at the 12th Annual Conference on Counseling Athletes, Springfield, US: Springfield College, 29.05-01.06.97. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1997b). The role and influence of the psycho-social environment on the career transitions of student-athletes. In Bangsbo et al. (Eds.), Book of abstracts 2nd Annual Congress of the European College of Sports Science (pp. 90-91). Copenhagen: University of Copenhagen. • Wylleman, P. & De Knop, P. (1998a). The role of parents in student-athletes transition into higher education. Voordracht gehouden tijdens het 28th Congress of the International Association of Applied Psychology, San Francisco, US: IAAP-APA, 9-14.08.98. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1998b). The psycho-social needs of student-athletes. Voordracht gehouden tijdens het 3rd International on the Elite scholar/athlete, Guildford, UK: University of Surrey, 27.11.98 • Wylleman, P., & Lavallee, D. (2004). A developmental perspective on transitions faced by athletes. In M. Weiss (Ed.), Developmental sport and exercise psychology: A lifespan perspective (pp. 507-527). Morgantown, WV: Fitness Information Technology. • Wylleman, P., De Knop, P., & Sillen, D. (1998). Former Olympic athletes’ perceptions of retirement from high-level sport. Voordracht gehouden tijdens het 28th Congress of the International Association of Applied Psychology, San Francisco, US: IAAP-APA, 9-14.08.98. • Wylleman, P., De Knop, P., & Theeboom, M. (1993). Academic problems and achievements of elite athletes at university (Elite athletes in higher education). Voordracht gehouden tijdens het FISU/CESU-Conference van de XVII Universiade, Bufallo, United States: University at Bufallo, 0911.07.93. • Wylleman, P., De Knop, P., De Martelaer, K., & Teirlynck, P. (1991). Combining top-level sport and university studies: Problems, possible solutions and the need for an international perspective. In - 48 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


FISU/CESU, Proceedings XVI Universiade - FISU/CESU Conference (pp.399-410). Sheffield, United Kingdom: Sheffield City Polytechnic. • Wylleman, P., De Knop, P., Pluym, T., & Bogaerts, K. (1992). The top-level athlete in secondary and higher education in Flanders. In UNISPORT (Ed.), Proceedings Olympic Scientific Congress - Vol. 2 (p. PED 103). Malaga, Spain: Unisport. • Wylleman, P., Schiltz, G., & Vanhaeren, N. (1990). Proceedings International Symposium ‘Top-level sport and Study’. Brussel, Belgium: BLOSO-VBT/VUSF.

20 Jaar Topsport en Studie in publicaties • De Knop, P., Boutmans, J., & Wylleman, P. (1990). Internationaal Symposium “Topsport en Studie”, Sport, 4, 49-53. • De Knop, P., Boutmans, J., & Wylleman, P. (1990). Internationaal Symposium “Topsport en Studie”, Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer, 100, 31-34. • Wylleman, P., Schiltz, G., & Vanhaeren, N. (1990). Proceedings Internationaal Symposium ‘Topsport en Studie’. Brussel: VUSF-BLOSO, 71p. • De Knop, P., Wylleman, P., & De Maertelaer, K. (1991). De combinatie van universitaire studies en topsportbeoefening in Vlaanderen. In P. Wylleman, G. Schiltz, & N. Vanhaeren (Eds.), Proceedings Internationaal Symposium ‘Top level Sport and Study’ (pp. 58-67). Brussel: VUSF. • Vrijens, J., & Wylleman, P. (1991). Resoluties inzake Topsport en Studie in het Hoger Onderwijs Buiten Universiteit en het Universitair Onderwijs (Resolutions on Top-level sport and Study in the Higher Education level outside of University and at University level). In P. Wylleman, G. Schiltz, & N. Vanhaeren (Eds.), Proceedings Internationaal Symposium ‘Top level Sport and Study’ (pp. 20-21). Brussel: VUSF. • Wylleman, P., De Knop, P., De Martelaer, K., & Teyrlinck, P. (1991). Combining toplevel sport and university studies: Problems, possible solutions and the need for an international perspective. In Proceedings XVI universiade – FISU/CESU Conference. Sheffield. • Wylleman, P., De Knop, P., Pluym, T., & Bogaerts, K. (1992). The top-level athlete in secondary and higher education in Flanders. In UNISPORT (Ed.), Proceedings Olympic Scientific Congress - Vol. 2 (p. PED 103). Malaga, Spain: Unisport. • Wylleman, P., De Knop, P., & De Mulder, E. (1993). De topsportstudent in Vlaanderen, Sportpsychologie Bulletin, 1(4), 13. • Wylleman, P. (1994). Persoverzicht Studie en Topsport, INFO-VUSF, februari. • Wylleman, P. (1994). Persoverzicht Studie en Topsport, INFO-VUSF, september, 12-13. • Wylleman, P. (1995). Studie en topsport: Typisch voorbeeld van het Belgisch amateurisme? (Study and top-level sport: A typical example of Belgian amateurism?), INFO-VUSF, februari, p. 12 • De Knop, P., Wylleman, P., De Martelaer, K., Theeboom, M., & Wittock, H. (1995). A new management for university sport. In EASM (Ed.), Third European Congress on Sport Management (pp. 89-111). Budapest: EASM. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1995). De rol van de ouders en de coach bij het combineren van studie en topsport, INFO-VUSF, mei, 12-13. • De Knop, P., Wylleman, P., De Martelaer, K., Theeboom, M., & Wittock, H. (1996). New management for university sport. European Journal for Sport Management, 3(1), 35-47. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1997). The role and influence of the psycho-social environment on the career transistions of student-athletes. In Bangsbo et al. (Eds.). Book of abstracts 2nd Annual Congress of the European College of Sports Science (pp. 90-91). Copenhagen: University of Copenhagen. 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 49 -


• Wylleman, P. (1998). 10 jaar Topsport en Studie (VUB), INFO-VUSF, 1 (jan), 9. • De Knop, P., Wylleman, P., Van Hoecke, J., & Bollaert, L. (1999). Sports management - A European approach to the management of the combination of academics and elite-level sport. In S. Bailey (Ed.), Perspectives – The interdisciplinary series of Physical Education and Sport Science. Vol. 1. School sport and competition (pp. 49-62). Oxford: Meyer & Meyer Sport. • De Knop, P., & Wylleman, P. (2000). De combinatie van studie en topsport in een maatschappelijke, organisatorische en onderzoekscontext, Nieuw Tijdschrift, 2, 69-96. • Wylleman, P. (2001). Topsportscholen. Abstractenboek Studiedag “Begeleiding van jonge topsporters” (pp. 15-16). Gent: Vereninging voor Kinesiologie – Nederlandse Vereniging Bewegingswetenschappen. • Wylleman, P., & De Knop, P. (2001). Providing quality management in the combination of academics and high level sport. In Book of Proceedings of the 9th European Congress on Sport Management (pp. 364-365). Vitoria-Gasteiz, Spanje: European Association for Sport Management • Wylleman, P., De Knop, P., & Schouterden, N. (2001). Managing elite athletes: A career transitions perspective. In Book of Proceedings of the 9th European Congress on Sport Management (pp. 287288). Vitoria-Gasteiz, Spanje: European Association for Sport Management. • Wylleman, P., De Knop, P., & Schouterden, N. (2002). Combining sport for all and elite sport in higher education: A case study. In Book of abstracts of the 9th World Sport for All Congress 2002. Sport for all and elite sport: rivals or partners? (p. 107). Arnhem, Nederland: IOC – NOC/NSF. • Wylleman, P., De Knop, P. & Schouterden, N. (2002). Combiner le sport pour tous et le sport de haut niveau à l’université: étude de cas. Sport pour Tous et Sport d’élite: adversaires ou partenaires? Livre des résumés – 9è Congrès mondial du sport pour tous (p. 107). Arnhem, Nederland: IOC – NOC/ NSF. • Wylleman, P., De Knop, P., & Schouterden, N. (2002). Managing the combination of higher education and elite sports: Evaluation of services provided to elite student-athletes. In Book of proceedings of the 10th European Congress on Sport Management (pp. 168-169). Jyvaskyla, Finland: European Association Sports Management – Univeristy of Jyvaskyla. • Wylleman, P., De Knop, P. & Taks, M. (2002). Sport en carrièretransitie. In : De Knop, P. & Vanreusel, B., Sportsociologie: het spel en de spelers (pp. 384-392). Amsterdam: Elsevier. • Wylleman, P., Verdet, M-C., Leveque, M., & De Knop, P. (2004). Athlètes de haut niveau, transitions scolaires et rôle des parents, STAPS, 64, 71-87. • De Knop, P. & Wylleman, P. (2004). The policy of the Vrije Universiteit Brussel concerning the combination of top-level and study. In University Sport Bilbao (Ed.), Conference University Sport Bilbao 2004 (pp. 1-35). Bilbao, Spain: University Sport Bilbao. • Eliaerts, P., Van Aken, I., & Wylleman, P. (2006). Topsportscholen. In P. De Knop, J. Scheerder en H. Ponnet, Sportbeleid in Vlaanderen – Volume I : Trends, visies, cases en cijfers (pp. 219-224), Brussel : Publicatiefonds Vlaamse Trainerschool - Bloso. • Wylleman, P., De Knop, P., Maeschalck, J. & Taks, M. (2006). Sport en carrière-ontwikkeling. In De Knop, P., Scheerder, J. & Vanreusel, B. (Eds.), Sportsociologie : Het spel en de spelers (pp. 493-499). Maarssen: Elsevier. • Van Aken, I., Wylleman, P., Taelman, K., De Knop, P. & Clonen, J. (2008). Het recht van een getalenteerd kind om al dan niet sportkampioen te worden. Tijdschrift Jeugd- en Kinderrechten, 2, 101-109.

- 50 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


20 Jaar Topsport en Studie in presentaties • De Knop, P., Wylleman, P., & De Martelaer, K. (1990). De combinatie van universitaire studies en topsportbeoefening in Vlaanderen. Tijdens het Internationaal Symposium Topsport en Studie. Brussel: VUSF – Bloso, 20.10. • Vrijens, J., & Wylleman, P. (1990). Resoluties inzake Topsport en Studie in het hoger onderwijs buiten universiteit en het uninversitair onderwijs. Tijdens het Internationaal Symposium Topsport en Studie. Brussel: VUSF – Bloso, 20.10. • Wylleman, P., De Knop, P., De Martelaer, K., & Teyrlinck, P. (1991). Combining toplevel sport and university studies: problems, possible solutions and the need for an international perspective. Tijdens de FISU/CESU-Conference van de XVI Universiade. Sheffield, United Kingdom: Sheffield City Polytechnic, 15-17.07. • Wylleman, P., De Knop, P., Pluym, T., & Bogaerts, K. (1992). The top-level athlete in secondary and higher education in Flanders (Belgium). Tijdens het Olympic Scientific Congress. Malaga, Spain: Unisport, 14-18.07. • Wylleman, P., De Knop, P., & Theeboom, M. (1993). Academic problems and achievements of elite athletes at university (Elite athletes in higher education). Tijdens de FISU/CESU-Conference van de XVII Universiade. Bufallo, United States: University at Bufallo, 09-11.07. • De Knop, P., De Martelaer, K., Wittock, H. Teyrlinck, P., & Wylleman, P. (1993). Toward a more hedonistic and commercial university sport. Tijdens de FISU/CESU Conference – XVII Universiade. Bufallo, USA: University at Bufallo, 09-11.07. • Wylleman, P. (1995). Athlètes de haut niveau et enseignement: perspective Européenne sur la combinaison d’etude et sport de haut niveau. Tijdens het Congres d’Etude et Sport (Study and Sport). Montréal, Canada: Université de Montréal-Ecole de Mortagne, 27-29.01. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1995). The influence of the social network on young student-athletes. Tijdens het International Congress on Physical Education and Sport of Children. Bratislava, Slovakia: FIEP, 13-16.08. • De Knop, P., De Martelaer, K., Theeboom, M., Wittock, H., & Wylleman, P. (1995). Toward a new management in university sport. Tijdens het 3rd European Congress on Sport Management. Budapest, Hungary: EASM, 21-23.09. • De Knop, P., Wylleman, P. (1996). An analysis of the policy of the Vrije Universiteit Brussel concerning the combination of top-level sport and study. Tijden het Sports Colloquium Sport and Higher Education into the 21st Century. Bath, UK: University of Bath, 22-24.04. • Wylleman, P. & De Knop, P. (1996). Combining academic and athletic excellence: The case of elite student-athletes. Tijdens de International Conference of the European Council for High Ability “Creativity and Culture”. Vienna, Austria: ECHA, 19-22.10. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1997). Elite student-athletes: Issues related to career development and social support. Tijdens de 12th Annual Conference on Counseling Athletes. Springfield, US: Springfield College-Department Career Development and Counseling, 29.05-01.06. • Wylleman, P., De Knop, P., & Van Slembrouck, Y. (1997). The role and influence of the psycho-social environment on the career transitions of student-athletes. Tijdens de 2nd Annual Conference of European Council for Sport and Science. Copenhagen, Denmark: 20-23.08. • Wylleman, P., & De Knop, P. (1998). The role of parents in student-athletes’ transition into higher education. Tijden het 24th International Congress of Applied Psychology “The challenge for applied psychology: Bridging the Millennia”. San Francisco, USA: IAAP, 9-14.08. • De Knop, P., & Wylleman, P. (1998). Topsport en Studie: Maatschappelijke, organisatorische en onderzoekscontext. Tijdens de BOIC-Olympische Academie. De Panne: 11-12.11. 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 51 -


• Wylleman, P., & De Knop, P. (1998). The psycho-social needs of elite student-athletes. Tijdens de 3th International Symposium on Elite Student-Athletes. Guildford, UK: University of Surrey-Academic Sports Scholarship Programme, 27.11. • Wylleman, P. (1999). A career assistance program for elite and student-athletes. Tijdens de Workshop Career Transitions. Copenhagen, Denmark: Olympic Team Denmark, 08.12. • Wylleman, P., & De Knop, P. (2001). Providing quality management in the combination of academics and high level sport. Tijdens het 9th EASM congres. Vitoria-Gasteiz, Spain: EASM, 19-23.09. • De Knop, P., Wylleman, P., & Schouterden, N. (2001). An analyses of the policy of the VUB concerning the combination of top-level sport and study. Tijdens het Fourth Asia-Pacific Congress of Sports and Physical Education University Presidents. Hong Kong, 15-19.12. • Wylleman, P., De Knop, P., & Schouterden, N. (2002). Managing the combination of higher education and elite sports: Evaluation of services provided to elite student-athletes. Tijdens het 10th EASM Congress. Jyvaskyla, Finland: European Association Sports Management – Univeristy of Jyvaskyla, 04-07.09. • Wylleman, P., De Knop, P., & Schouterden, N. (2002). Combining sport for all and elite sport in higher education: A case study. Tijdens het IOC Congress Sport for All. Arnhem, the Netherlands: IOC, 2730.10. • Wylleman, P. (2003). Le support des athlètes de haut niveau en Belgique. Tijdens het 20ème Université Sportive d’Eté. Nantes, France: UNCU, 26.08. • Wylleman, P. (2004). The combination of the athletic and educational career and lifestylemanagement for elite athletes. Tijdens de Conference “Education in Elite Sport in Europe”. Saarbrücken: Deutscher Sportbund, 05-07.07.04. • Parker, R., & Wylleman, P. (2004). Support for elite athletes across Europe. Tijdens het “European Forum on Lifestyle Management for Elite Athletes”. Londen: UK Sport, 27-28.04. • Wylleman, P. & K. Taelman (2007). Carrièrebegeleiding en de combinatie van studie en topsport. Tijdens het 10th ENAS Conference ‘Securing the Future of University Sport’. Ghent Belgium: European Network of Academic Sport Services – Universiteit Gent, 09.11.

- 52 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


Voordracht Vlaams Topsportmanager Ivo Van Aken ter gelegenheid van de Viering 20 jaar Topsport en Studie In 1988 starten met “Topsport en Studie”; daar heb je trendzetters zoals Paul De Knop en Paul Wylleman voor nodig en een universiteit zoals de VUB die creatief is en nieuwe wegen durft in te slaan. Dankzij jullie initiatief heeft de combinatie “topsport en studie” vandaag een volwaardige plaats gekregen; niemand stelt de haalbaarheid en het belang nog in vraag. Een topsportcarrière is immers vrij kort en de na-topsportcarrière wordt dikwijls bepaald door het afgelegde studietraject. De talrijke topsporters die de combinatie met brio hebben beëindigd, hebben aangetoond dat studies niet in de weg hoeven te staan van een topsportcarrière wanneer er rekening wordt gehouden met de sportspecifieke eisen en er voor de studies een individueel traject wordt uitgetekend. Hierin zijn jullie steeds zeer goed geslaagd. Ik herinner me het nog goed; bij de aankondiging van dit project stelden heel wat mensen zich de vraag of “Topsport en Studie” in Vlaanderen wel mogelijk was. Het deed me toen onmiddellijk denken aan mijn start van “Tennis en Studie in het secundair onderwijs in 1982” waar toen ook iedereen meende

dat dit wel succesvol kon zijn in Frankrijk maar 100 km verder in Vlaanderen moeilijk realiseerbaar zou zijn. In 1998 – wanneer Tennis en Studie al enkele toptennissers zoals Sabine Appelmans had afgeleverd - stond Tennis en Studie model voor de start van de Topsportscholen. Zo was het ook met het project “Topsport en Studie van de VUB”; jaren later hebben alle universiteiten en hogescholen een aanbod voor topsporters. Maar we weten allemaal dat een kopie nooit het origineel kan overtreffen en dat trendzetters er steeds voor zorgen enkele passen voor te lopen op de concurrentie. Het volstaat een aantal stappen van jullie project “Topsport en Studie” onder de loep te nemen om te mogen stellen dat de VUB vandaag nog altijd de lijnen uitzet. De VUB deelde de topsporters van bij de start van het project “Topsport en Studie” in categorieën in. Absolute topsporters – medaillekanshebbers en finalisten op grote kampioenschappen – kregen een zeer sportspecifieke en 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 53 -


geïndividualiseerde aanpak. Maar alle andere topsporters kregen ook de kans om hun sporttalenten zo goed als mogelijk te ontplooien. Dit is de aanpak die tot resultaat leidt en ik kan alleen maar hopen dat de VUB niet alleen het hoger onderwijs inspireert maar ook de topsportscholen van het secundair onderwijs. Federaties zijn vandaag nog steeds niet bereid om de brede aanpak van de Nederlandse LOOT-scholen – waar zowel talenten worden gehuisvest van projecten van de federaties als van club- en privaatinitiatieven – over te nemen. De federaties gaven in de audit uitgevoerd door Ernst & Young aan dat gemiddeld maar één op vier talenten naar de topsportschool van de federatie komt waaruit we mogen besluiten dat een meer open aanpak meer dan wenselijk is voor de optimale ontwikkeling van alle talenten. De VUB heeft ook altijd veel aandacht gegeven aan de begeleiding van de topsportstudent. Het volstaat niet om studievoordelen zoals spreiding van academiejaren te geven; de topsportstudent moet individueel gecoacht worden om de combinatie succesvol te kunnen afronden. Dit coachen is erg complex omdat elke sport en elke sporter andere noden heeft. De VUB lukt er telkens in om op maat te coachen.

- 54 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Intussen is jullie begeleidingsaanpak ook de basis van het project “Carrièrebegeleiding” dat de Vlaamse gemeenschap in 2007 heeft opgestart en waar professor Paul Wylleman de leiding over heeft. Met dit project willen we de combinaties “topsport en studie”, “topsport en voorbereiding na-carrière” en “na-carrière” optimaal invullen. De ervaring die jullie in 20 jaar opdeden, is de brede basis waarop Paul samen met Kristel Taelman - zelf voormalig VUB-topsportstudente - als voltijdse kracht van het project verder bouwen. De VUB geeft – daar waar mogelijk en nodig – ook sportfaciliteiten zodat de topsportstudent een aantal van zijn trainingen kan afwerken op de campus en indien gewenst ook sportmedisch en sportwetenschappelijk kan opgevolgd worden. De uitbouw van BEST-sport (het sportmedisch en -wetenschappelijk begeleidingscentrum van de VUB), het fitnesscomplex, de atletiekpiste en het sporthotel dat in de steigers staat, zijn maar een paar elementen die het project “topsport en studie” van de VUB uniek maken. De VUB was ook de eerste universiteit die convenanten afsloot met sportfederaties. Hierdoor werd er grondig nagedacht over de criteria waaraan een top-


sporter, de federatie en de VUB moest voldoen. Ook deze criteria zijn vandaag de referenties voor de andere partners in dit landschap. Maar de VUB beïnvloedt de topsportwereld niet alleen met “Topsport en Studie”; jullie wetenschappelijk onderzoek en de internationale contacten en erkenning hebben een grote invloed op het Vlaamse topsportbeleid en de invulling van de sportwetenschappelijke begeleiding van onze topsporters. Ik grijp deze gelegenheid dan ook met beide handen om de VUB te danken voor de zeer goede samenwerking in de talrijke projecten met de Vlaamse gemeenschap en kan alleen maar hopen dat de samenwerking gestaag zal blijven groeien. Sta me toe om op basis van jullie verwezenlijkingen en jullie toekomstplannen de volgende stappen in de samenwerking verder mee te concretiseren. Ik denk aan het optimaliseren van de ondersteuning van federaties, trainers en atleten door een grotere sturing vanuit het expertisecentrum en door te specialiseren op een aantal sporten waardoor de begeleiding van atleten en trainers zal verbeteren maar ook de opleiding van topcoaches aan bod zal komen. Heel wat federaties zijn niet in staat om coaches op te leiden die grote

talenten en elitesporters kunnen begeleiden; hier is zeker een plaats voor de universiteiten. Vooraan op het prioriteitenlijstje staan ook de evaluaties van het Vlaamse topsportbeleid en de vergelijkingen met succesvolle topsportlanden. De studies van Paul De Knop en Veerle Debosscher hebben een grote invloed gehad op het Vlaamse topsportbeleid en dat moeten we ook zo houden. Specifiek naar Topsport en Studie denk ik aan een volledige opleiding via zelfstudie waardoor voor sporten zoals basketbal, zwemmen, tennis, ... de combinatie met buitenlandse sportopleidingen mogelijk zou worden. Om te eindigen wens ik de VUB nog veel succes met het project “Topsport en Studie”; ik ben er van overtuigd dat jullie nog heel wat initiatieven op de plank hebben en de plaats van trendzetter niet vlug zullen afgeven.

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 55 -


20 jaar Topsportstudenten

- 56 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


Aerenhouts Dirk Aerts Laure Allard Jochen Amersi Brian Amery Ronald Anthoni Kim Asselmans Nele Bachi Evelyne Baetens Wouter Baeyens Karen Ballet Steven Barbier Justine Bastini Saskia Batavier Dimitri Batavier Gregory Bautmans Katrien Becue Brigitte Beek Sandra Beirnaert Kris Bemelmans Ruben Ben Mansour Sarah Berghs Bert Berghs Dennis Berlanger Gregory Bessemans Caroline Beulen Peter Beyne Sophie Bielen Wouter Biset Gilles Block Sophie Blomme Pieter Blondiau Lionel Blondiau Quentin Bockstal Viki Boets Dirk Boon Ann Boonen Dana Boonen Sven Bousard Valerie Bousmans Corine Brouwers Jan Brunet Nick Budde Daniel Buelens Griet Bultinck Alain Burggrave Steve Busain Marc Busschaert Bart Buyens Alain

Skiën Judo Paardrijden Triatlon Atletiek Klimmen Zeilen Atletiek Duatlon Volleybal Volleybal Golf Korfbal Skiën Skiën Volleybal Zwemmen Atletiek Taekwondo Tennis Alpijne Ski Handbal Handbal Zaalvoetbal Handbal Atletiek (Speer en hoogspringen) Dans Handbal Volleybal Judo Voetbal Zeilen Zeilen Zwemmen (redden) Zwemmen Zwemen Basketbal Judo Basketbal Tennis Handbal Atletiek Ijshockey Zwemmen Wielrennen Dans Basketbal Wielrennen Rugby

Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Rechten Business administration Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Rechten Kinesitherapie Geneeskunde Lichamelijke Opvoeding Chemie Geneeskunde Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Rechten Revalidatiewetenschappen Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Rechten Lichamelijke Opvoeding Rechten Lichamelijke Opvoeding Agogische Wetenschappen Kinesitherapie Revalidatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Geografie Sociale Wetenschappen Bio-ingenieurswetenschappen Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Kinesitherapie Tandarts Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Rechten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Wetenschappen Economie Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 57 -


Buyl Ilona Buyl Ronald Caliber Alain Callebaut Kristien Callens Ingrid Cannière Michele Carron Guébli Cauwels Michelle Cauwenbergh Pieter-Jan Cauwenbergh Thomas Ceuppens Audrey Chabert Steven Chalmet Wim Chovanova Hana Christiaens Sofie Christiaens Wouter Christleven Laslo Claes Ronald Claes Steven Claes Xavier Claeys Dries Clerckx Tom Clerix Bart Cleyman Bart Cleymans Erik Cloostermans Philip Coenegrachts Kris Coertjens Heidi Coetermans Sara Collier Mike Collin Frederic Colman Evy Comert Mehmet Compère Benoit Cop Bart Cornelis Isabelle Cornelis Melissa Cornelis Sofie Cosyn Mozes Coudenys Dierk Coudron Marc Crokaert Ilse Croymans Sandy Cumps Elke Cuyx Peter Cypers Nika David Benoit David Jurgen De Backer Guy - 58 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Atletiek Atletiek Basketbal Basketbal Volleybal Voetbal Roeien Squash Inline-hockey Inline-hockey Tennis Voetbal Korfbal Skiën Hockey Basketbal Voetbal Zwemmen Zwemmen Ijshockey Voetbal Handbal Schermen Korfbal Basketbal Karting Volleybal Tennis Volleybal Voetbal Zaalvoetbal Volleybal Taekwondo Tennis Voetbal Triatlon Basketbal Karate Tennis Zwemmen Hockey Volleybal Handbal Basketbal Zaalvoetbal Atletiek Klimmen Wielrennen Korfbal

Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Farmacie Lichamelijke Opvoeding Rechten Politieke en Sociale Wetenschappen Criminologie Handelsingenieur Farmacie Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Geneeskunde Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Informatica Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Germaanse talen Farmacie Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Farmacie Politieke en Sociale Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Criminologie Criminologie Lichamelijke Opvoeding Wetenschappen Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Burgerlijk Ingenieur Kinesitherapie Rechten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Informatica Rechten


De Backer Jeroen De Belder Els De Bock Jelle De Boodt Dries De Brandt Koen De Bruycker Gerd De Buyser Bart De Buysser Matthias De Cleer Dennis De Cloedt Rutger De Cock Olaf De Coster Chris De Craecker Ward De Croock StĂŠphanie De Decker Katrien De Duytsche Thomas De Geus Bart De Graeve Johan De Greef Sven De Haes Winni De Jonck Niels De Knop Yati De Laet Kirstin De Lathauwer Bart De Leu Nico De Loor Karl De Loor Kurt De Maeyer Kjell De Maeyer Kristof De Mets Tim De Mulder Eva De Neef Natalie De Nil Ken De Pauw Jan De Pauw Kevin De Pauw Piet De Proft Sophie De Ridder Fedor De Ridder Kurt De Roeck Bram De Roy Bruno De Ruysscher Ilse De Saedeleer Sven De Schrijver Jan De Vits Jurgen De Vos Steven De Weerdt Olaf De Winter Elien De Witte Astrid

Wielrennen Hockey Voetbal Voetbal Volleybal Voetbal Tennis Atletiek Judo Traitlon Karate Voetbal Zwemmen Atletiek Volleybal Tennis Hockey Schermen Ijshockey Korfbal Voetbal Voetbal Zwemmen Voetbal Voetbal Voetbal (mini-voetbal) Voetbal (mini-voetbal) Voetbal Voetbal Schermen Korfbal Gymnastiek Handbal Korfbal Voetbal Atletiek Atletiek Triatlon Voetbal Rugby Voetbal Tennis Basketbal Kunstschaatsen Volleybal Kajak Tennis Motorcross Volleybal

Rechten Geneeskunde Communicatiewetenschappen Politieke en Sociale Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Economie Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Letteren en Wijsbegeerten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Burgerlijk Ingenieur Tandarts Bio-ingenieurswetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Psychologie Landbouwkunde Geneeskunde Economie Rechten Toegepaste Economische Wetensch. Handelsingenieur Industrieel Architect Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Bio-ingenieurswetenschappen Wetenschappen Communicatiewetenschappen Wetenschappen Communicatiewetenschappen Agogische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Farmacie Lichamelijke Opvoeding Architectuur Geneeskunde Revalidatiewetenschappen Handelsingenieur 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 59 -


De Wulf Filip Dearman Ellen Debecker Pierre Decoster Anja Decoster Sander Dedecker Dimitri Degens Sharon Degrez Michael Delanghe Frederik Delodder Jeroen Denayer Sarah Dendooven Dimitri Depovere Tom Deraedt Christof Derkinderen Gerd Derkoningen Bert Destrebecq Bernard Devriendt Veerle Dezillie Min D'Hanis Bert Dhondt Rutger Dielen Sten Dieussaert Tom Dirickx Frauke Distave Jean-François Dockx Joke Dom Els Dom Leen Dreesen Evelyne Drieghe Davy Droeshout Katerina Duchene Laetitia Duchene Thibault Duerinck Nils Dumonceau Nicolas Elseneer Gilles Emmerechts Corine Engelen Martine Fauvart David Feys Kristel Flore Pascal Fontaine Valérie Francis Stijn Fronhoffs Alistair Fronhoffs Jonathan Gahy Inge Gaukema Gert Gaul Caroline Gauquier Andy - 60 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Tennis Basketbal Waterpolo Rolschaatsen Voetbal Judo Korfbal Voetbal Volleybal Atletiek Volleybal Tennis Voetbal Paardrijden Judo Volleybal Squash Volleybal Zeilen Handbal Golf Handbal Tafeltennis Volleybal Hockey Karate Judo Judo Tennis Atletiek Zwemmen (kunstzwemmen) Tafeltennis Tennis Atletiek Zeilen Tennis Voetbal Zwemmen (reddend zwemmen) Karate Zwemmen Basketbal Golf Voetbal Kano Kano Voetbal Tennis Zeilen Voetbal (mini-voetbal)

Economie Kinesitherapie Kinesitherapie Geografie Psychologie Rechten Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Wetenschappen Handelsingenieur Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Politieke en Sociale Wetenschappen MBA Psychologie Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Bio-ingenieurswetenschappen Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Psychologie Handelsingenieur Bouwkunde Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Farmacie Kinesitherapie Wetenschappen Burgerlijk Ingenieur Toegepaste Economische Wetensch. Handelsingenieur Criminologie Germaanse talen Kinesitherapie Geneeskunde Kinesitherapie Rechten Rechten Geologie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Rechten


Geenen Koen Geens Mieke Geerinckx Kevin Geerts Bart Geerts Fritz Geerts Michael Germeau Yannick Geukens Christophe Geysels Gert Geyssens Sophie Ghewy Didier Ghijsels Annuschka Ghysels Bart Gielen Karolien Gielen Yasmine Gielens Kris Gitsels Els Godefroid Sebastien Goekint Maaike Goethals Jeffrey Goos Bert Goosens Svane Goossens Christopher Goris Luk Goris Walter Groslambert Delphine Grossen Nico Hackethal Ilse Hallemans Yannick Hannes Kim Hanskens Tina Harthoorn Sandra Hasaerts Manuel Heeren Michiel Helin Loïc Hélin Pieter Helsloot Guido Hendrickx Gerda Hendrickx Sofie Hendrix Inge Hermans Sebastiaan Herremans Luk Heymans Sonja Heyninck Wietse Hoebrechts Geert Hofmans Kim Hotton Gwendoline Hufkens David Huygens Yana

Tennis Atletiek Volleybal Zwemmen Voetbal Atletiek Schermen Tennis Volleybal Paardrijden Basketbal Atletiek (zevenkamp) Atletiek (veldlopen) Zwemmen (synchro) Volleybal Zaalvoetbal Zwemmen Zeilen Zwemmen Wielrennen Muurklimmen Handbal Rugby Gymnastiek Wielrennen Schermen Voetbal Basketbal Atletiek (discus) Squash Rugby Zwemmen Tennis Tafeltennis Triatlon Duatlon Zwemmen Handbal Handbal Voetbal Voetbal Volleybal Triatlon Zeilen Voetbal Wushu Roeien Zwemmen Volleybal

Moraalwetenschappen Biomedische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Burgerlijk Ingenieur Psychologie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Rechten Kinesitherapie Rechten Lichamelijke Opvoeding Economie Bio-ingenieurswetenschappen Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Rechten Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Informatica Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Biomedische Wetenschappen Communicatiewetenschappen Agogische Wetenschappen Wetenschappen Rechten Agogische Wetenschappen Bedrijfskunde Bio-ingenieurswetenschappen Geneeskunde Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Economie Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Criminologie Wetenschappen Rechten Burgerlijk Ingenieur Agogische Wetenschappen Psychologie Communicatiewetenschappen 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 61 -


Huylebroeck Kristina Ilegems Ken Jacob Gunter Jacobs Connie Janssen Roel Janssens Andy Janssens Robin Janssens Tim Jassin Ben Joosen Tim Jottier Dimi Julia Horst Demir Kahan Nathan Kelderman Raf Kelderman Roel Keunen Bieke Kloeg Ernest Kompany Vincent Krols Nick Kums Maaike Labeeuw Véronique Laes Bob Lalement Philippe Lambaux Christophe Landuyt Tom Lapierre Max Lauwerijs Patrick Lauwers Dimitri Leemans Sien Lefevre Katrien Lemmens Laura Leten Esther Lindekens Aline Lindekens Tijl Logghe Frank Lorrentop Tom Luyckx Tim Maes Sander Maesschalck Axel Mannaert Vincent Marbais Michael Marchau Digna Mares Linn Marien Sven Martens Jan-Pieter Marx Ingeborg Mast Dirk Mathieu Tine Maus Michel - 62 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Skiën Wielrennen Voetbal Judo Zwemmen Voetbal Skiën Tafeltennis Korfbal Volleybal Tennis Snowboard Atletiek Zwemmen Zwemmen Zwemmen Squash Voetbal Zwemmen Voetbal Judo Tennis Snowboard Kickboksen Zwemmen Handbal Basketbal Basketbal Voetbal Volleybal Volleybal Judo Tennis Judo Rugby Baseball Atletiek Zwemmen (reddend zwemmen) Wushu Voetbal Atletiek Rugby Atletiek Skiën Voetbal Atletiek (speer) Triatlon Volleybal Voetbal

Informatica Kinesitherapie Rechten Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Bedrijfsfiscaliteit Communicatiewetenschappen Psychologie Burgerlijk Ingenieur Kinesitherapie Toegepaste Economische Wetensch. Filosofie Psychologie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Psychologie Tandarts Economie Lichamelijke Opvoeding Psychologie Kinesitherapie Rechten Filosofie Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Kinesitherapie Handelsingenieur Moraalwetenschappen Taal en Letterkunde Germaanse talen Psychologie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Geschiedenis Arts Lichamelijke Opvoeding Rechten Kinesitherapie Rechten Psychologie Lichamelijke Opvoeding Rechten Lichamelijke Opvoeding of Kine. Letteren en Wijsbegeerten Criminologie Rechten


Medard Cédric Meert Cynthia Meeus Inga Mélotte Laurens Mertens Yannick Meseeuw Thomas Mestdagh Tom Meuwsen David Meyers Sepp Michiels Kevin Michiels Marc Michiels Michel Mignolet Elke Mol Bram Mol Philippe Molly Vanessa Monteny Wim Monteyne Martijn Moonens Erik Mortier Dieter Mosselmans Gunther Moyson David Mus Sven Nechelput David Nelen Steven Nelis Marleen Nicula Consuela Nollet Isabelle Nollet Sofie Olbrechts Annik Op De Beeck Soetkin Ostijn Pascal Pannier Jerom Pastijn Peter Peeters Bram Peeters Jef Peeters Kevin Peeters Mathieu Peeters Michiel Peeters Pascal Peeters Tim Persoons Jef Peters Pim Pieters Lieselotte Pinte Droesja Pinte Kevin Plancke Yves Plissart Laurence Pluymers Helena

Voetbal Atletiek Korfbal Voetbal Tennis Rugby Kick-Thaiboks Hockey Triatlon Waterpolo Basketbal Tennis Handbal Volleybal Basketbal Voetbal Zeilen Voetbal Voetbal Zwemmen Atletiek Cricket Roeien Voetbal Korfbal Powerlifting Dans Gymnastiek Gymnastiek Hockey Kunstzwemmen Waterpolo Snowboard Squash Atletiek Wielrennen Waterpolo Wielrennen Ijshockey Windsurfen Volleybal Korfbal Zeilen Golf Zwemmen Zwemmen Cricket Tennis Atletiek

Lichamelijke Opvoeding Criminologie Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Toegepaste Economische Wetensch. Criminologie Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Sociale en Politieke Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Bio-ingenieurswetenschappen Lichamelijke Opvoeding Economie Kinesitherapie Burgerlijk Ingenieur Postgraduaat Sport, economie en com. Lichamelijke Opvoeding Wetenschappen Burgerlijk Ingenieur Letteren en Wijsbegeerten Informatica Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Psychologie Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding ? Fysica Farmacie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Farmacie Communicatiewetenschappen Wetenschappen Sociologie Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Communicatiewetenschappen Revalidatiewetenschappen Ingenieurswetenschappen Burgerlijke Bouwkunde Letteren en Wijsbegeerten (Duits-En.) Rechten 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 63 -


Poesen Gert Poleunis Glenn Ponnet Wim Priem Eva Proot Francis Proot Michel Provinciael Karlijne Putseys Heidi Pycke Gwen Rafi Sheraz Rakels Heidi Ramault Margot Ranquin An Raspe Stijn Reichel Hartmut Remans Leen Renaerts Rob Revijn Richard Reynders Masha Reyntjens Mathieu Reys Mike Riske Jos Robion Ilse Roelands Bart Roelandts Jurgen Roelandts Mario Roelandts Sylvia Roggeman Els Roose Ben Roseleth Bart Rosseels Wouter Rossignol Philippe Rousseaux Gilles Saudemont Tom Schandevyl Bert Scheirlynck Esther Schepens Patricia Schiettecatte Charlotte Schönwetter Kirsten Schops Maarten Schouterden Nele Schram Bram Schreurs Johan Sczepanski Peggy Segers Anneleen Serneels Patricia Serruys Bieke Serruys Stephanie Severens Tine - 64 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Badminton Wielrennen Kayak Volleybal Zeilen Zeilen Dans Atletiek (discus en kogel) Korfbal Cricket Judo Dans Zeilen Volleybal Ballet Volleybal Tennis Atletiek (discus, kogel) Basketbal Voetbal Zwemmen Handbal Zwemmen Voetbal Wielrennen Voetbal Gymnastiek Roeien Indoor klimmen Voetbal Volleybal Zwemmen Volleybal Pistoolschieten Zeilen Tennis Volleybal Vinzwemmen Ijshockey Voetbal Schermen Windsurfen Skiën Volleybal Voetbal Zwemmen Tennis Tennis Wushu

Elektrotechniek Informatica Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Biomedische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Politieke en Sociale Wetenschappen Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Bio-ingenieurswetenschappen Communicatiewetenschappen Agogische Wetenschappen Agogische Wetenschappen Bio-ingenieurswetenschappen Handelsingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Agogische Wetenschappen Burgerlijk Ingenieur Rechten Lichamelijke Opvoeding Politieke en Sociale Wetenschappen Geschiedenis Criminologie Handelsingenieur Biomedische Wetenschappen Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Rechten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Burgerlijk Ingenieur Criminologie Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding


Severyns Jo Sheraz Rafi Simeons Jurgen Simons Ann Sleewaegen Bert Sleven Peter Smeijers Erik Smet Kathleen Smet Mieke Smet Nathalie Smets Michael Smissaert Bart Smolders Ilse Soenens Els Somers Marijke Sorgeloos Daan Stappers Eric Steegmans Mike Sterckx Jimmy Steurs Karen Stevens Filip Stolk Machiel Straetemans Joeri Straga Michel Stragier Pieter Susant Dirk Suys Mieke Taelman Kristel Taurin Wouter Terryn Sara Thielemans Katrien Thielens Davy Timmerman Bram Tortelboom Tijl Tresignie Jonathan Troch Bruno Truyens Jérôme Turcksin Koen Ulenaers Iris Vaesen Daan Vaeyens Kristof Van Acker Patty Van Aeken Tim Van Assche Tom Van Autenboer Maarten Van Autenboer Wout Van Bavel Liesbeth Van Brabant Brigitte Van Breedam Melissa

Tennis Cricket Voetbal Judo Voetbal Voetbal Handbal Zwemmen Zwemmen Voetbal Triatlon Atletiek Atletiek (1500m) Atletiek Basketbal Volleybal Skiën Snowboard Basketbal Triatlon Voetbal Zwemmen Zwemmen Voetbal Judo Basketbal Triatlon Judo Voetbal Zwemmen Basketbal Atletiek Korfbal Voetbal Voetbal Atletiek (meerkamp) Hockey Short-track Tennis Voetbal Voetbal Tennis Voetbal Voetbal Zwemmen Zwemmen Atletiek Softbal Basketbal

Bio-ingenieurswetenschappen Politieke en Sociale Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Biotechnologie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Geschiedenis Farmacie Rechten Psychologie Psychologie Lichamelijke Opvoeding Kunstgeschiedenis Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Politieke en Sociale Wetenschappen Wetenschappen Communicatiewetenschappen Toegepaste Informatica Biomedische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Agogische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Biomedische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Politieke en Sociale Wetenschappen Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Criminologie Politieke en Sociale Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Rechten Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Psychologie Bio-ingenieurswetenschappen Kinesitherapie Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding 20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 65 -


Van Broekhoven Matthias Van Camp Christiaan Van Camp Jelle Van Cleemput Siegfried Van Collie Heidi Van Dam Kurt Van Damme Mathias Van De Parre Elke Van de Parre Krisof Van de Perre Vincent Van de Velde Lise Van de Vliet Joeri Van de Walle Frederik Van Den Bergh Kathy Van den Bosch Jeroen Van Den Bosch Leen Van den Brande Bart Van Den Bruel Geert Van den Dries Bram Van den Haesevelde Sandra Van den Houte Tom Van den Spiegel Tomas Van der Boon Karla Van der Linden Mathias Van der Veken Peter Van der Vloet Sofie Van Dessel Daphne Van Deyck Ken Van Dooren Jonathan Van Doren Ann Van Dorst Wendy Van Droogenbroeck Lander Van Durme Yves Van Ginderachter Jo Van Hecke Wim Van Hoek Marc Van Hombeeck Caroline Van Hombeeck Corinne Van Humbeeck Geert Van Impe Frank Van Impe Thierry Van Iseghem Tom Van Kerckhove Brecht Van Laecke Yves Van Laethem Jeroen Van Loon Paul Van Mechelen Dimitri Van Oekelen Dirk Van Onsem Bart - 66 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Zeilen Zwemmen Voetbal Zaalvoetbal Atletiek Tafeltennis Volleybal Skiën Skiën Powerlifting Volleybal Snowboard Wielrennen Dans Zwemmen Zwemmen Zwemmen Basketbal Volleybal Atletiek Atletiek Basketbal Waterpolo Korfbal Tennis Rope-skipping Basketbal Tennis Atletiek (meerkamp) Basketbal Korfbal Atletiek Squash Waterpolo Waterpolo Hockey Gymnastiek Acrogym Wielrennen Basketbal Atletiek Zwemmen Volleybal Schermen Voetbal Wielrennen Zwemmen Voetbal Voetbal

Computer Engineering Economische, politieke en sociale we. Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Bio-ingenieurswetenschappen Lichamelijke Opvoeding Psychologie Industrieel Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Kinesitherapie Toegepaste Economische Wetensch. Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Biologie Economie Politieke en Sociale Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Rechten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Wetenschappen Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Handelsingenieur Landbouwkundig ingenieur Lichamelijke Opvoeding Informatica Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Agogische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Economie Rechten Kinesitherapie Criminologie Biotechnologie Lichamelijke Opvoeding


Van Ophem Jeremy Van Outryve Frederik Van Pelt Jan Van Renterghem Willem Van Rossen Elke Van Schaftinghen Nicolas Van Schaftinghen Thomas Van Schel Pablo Van Steenbergen Filip Van Steenberghe Joeri Van Thielen Michel Van Thienen Niels Van Thienen Tinneke Van Tichelt Dirk Van Vaerenbergh Karen Van Vooren An Van Vooren Bart Van Vooren Timo Van Wemmel Kelly Van Wering Herbert Van Wettere Gaëlle Van Wichelen Ivo Van Wolputte Annelies Vanbeylen Olivier Vanbuel Nele Vande Gucht Pascal Vandebeek Luc Vanden Berghe Wim Vandenbruwaene Leslie Vandendurpel Koen Vanderborght Bram Vanderhaeghen Vivianne Vanderstraeten Sarah Vandervelde Bart Vandervelden Alexander Vandeven Wim Vandevijvere Laurence Vandormael Frederik Vangeneugden Rob Vangeneugden Tom Vanhoe Rozemarijn Vanhooren Anja Vanmechelen Bert Vanmedegael Steven Vannijvel Joren Vanpachtenbeke Ann Vanroelen Christophe Vanrutten Kim Vansummeren Johan

Atletiek Dans Atletiek Volleybal Volleybal Zeilen Zeilen Atletiek Atletiek (discus en kogel) Waterpolo Zwemmen Basketbal Basketbal Judo Dans Schermen Schermen Zwemmen Atletiek Hockey Golf Basketbal Zwemmen Atletiek Zwemmen Voetbal Handbal Roeien Kayak Zwemmen Zwemmen Atletiek Handbal Voetbal Zwemmen Atletiek Judo Schermen Zwemmen Zwemmen Roeien Basketbal Boksen Volleybal Voetbal Waterballet Rolschaatsen Tennis Wielrennen

Geografie Communicatiewetenschappen Economie Lichamelijke Opvoeding Bio-ingenieurswetenschappen Burgerlijk Ingenieur Burgerlijk Ingenieur Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Geneeskunde Burgerlijk Ingenieur Bio-ingenieurswetenschappen Biomedische Wetenschappen Geneeskunde Rechten Lichamelijke Opvoeding Bio-ingenieurswetenschappen Geschiedenis Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Industrieel ingenieur Kernenergie (VT) Handelsingenieur Handelsingenieur Biologie Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch. Informatica Wetenschappen Kinesitherapie Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Geografie Kunstwetenschappen en Archeologie Communicatiewetenschappen Kinesitherapie Rechten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Politieke en Sociale Wetenschappen Toegepaste Economische Wetensch.

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 67 -


Vantournhout Alexander Vanweddingen Niels Veldema Joke Veldeman Guy Verbanck Simon Verbeeck Kim Verbeek Dieter Verbeek Karen Verbeiren Katrien Verbeke Katrien Verbiest Karen Verbinnen Thiery Verboven Tom Verbruggen Nadia Verbruggen Steven Vercauteren Dax Vereecke Philip Verfaillie Kristof Verhanneman Matthijs Verhavert Ellen Verhavert Paul Verheeke Katrien Verhees Pieter Verhelst Wouter Verhest Quentin Verheyden Ellen Verhoeven Philip Verlinden Katrijn Vermeir Lotte Vermeiren Kathleen Vermeiren Vincent Vermeulen Elke Vermeulen Ilse Vernimmen Vicky Verpoest Maarten Verpoorten Tim Verresen Nico Verreth Geert Verroken Jens Verswijvelen VĂŠronique Vertommen Tine Veys Marie-Elisabeth Vidts Pieter-Jan Vierendeels Joris Vinck Marjan Vleminckx Kim Vyncke Igor Vyncke Peter Waegemans Michael - 68 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE

Circus Basketbal Zwemmen (synchro) Voetbal Roeien Basketbal Wielrennen Wielrennen Triatlon Judo Atletiek Zwemmen Basketbal Atletiek Badminton SkiĂŤn Wielrennen Gymnastiek Volleybal Basketbal Wielrennen Judo Volleybal Volleybal Baseball Volleybal Windsurfen Paardrijden Judo Wielrennen Voetbal Zwemmen Zwemmen Roeien Basketbal Volleybal Kick-Thaiboks Volleybal Voetbal Basketbal Zwemmen Judo Zwemmen Voetbal Zeilen Volleybal Voetbal Voetbal Voetbal

Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Farmacie Criminologie Kinesitherapie Communicatiewetenschappen Communicatiewetenschappen Lichamelijke Opvoeding Toegepaste Economische Wetensch.n Criminologie Biomedische Wetenschappen Politieke en Sociale Wetenschappen Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Toegepaste Economische Wetensch. Criminologie Lichamelijke Opvoeding Geneeskunde Rechten Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Ecologie Informatica Agogische Wetenschappen Burgerlijk Ingenieur Lichamelijke Opvoeding Communicatiewetenschappen Agogische Wetenschappen Lichamelijke Opvoeding Psychologie Bio-ingenieurswetenschappen Toegepaste Economische Wetensch. Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Psychologie Psychologie Lichamelijke Opvoeding Psychologie Wetenschappen Psychologie Handelsingenieur Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Letteren en Wijsbegeerten Landbouwingenieur Kinesitherapie Politieke en Sociale Wetenschappen


Waeytens Jean-Pierre Walravens AngĂŠlique Walravens Koenraad Walravens Mario Walschot Mark Wanter Ann Wastyn Jari Wauters Ann Wauters Elke Wauters Jan Wazniewicz Maja Weidum Helen Wekking Henk Werbrouck Ulla Werner Audrey Wielandt Sven Willems Sigrid Willems Willeke Willemse Marie Winkelmans Anne Witters Kathleen Wojtkowiak Marijke Wouters Jan Wouters Rolf

Basketbal Voetbal Voetbal Voetbal Wushu Zwemmen Snowboarden Basketbal Korfbal Voetbal Parachuting Atletiek (kogel) Triatlon Judo Wielrennen Atletiek Volleybal Voetbal Hockey Basketbal Voetbal Handbal Voetbal Wielrennen

Handelsingenieur Criminologie Kinesitherapie Communicatiewetenschap. Geneeskunde Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Sociale en Economische W. Economie Toegepaste Economische W. Lichamelijke Opvoeding Psychologie Geschiedenis Landbouwingenieur Criminologie Rechten Kinesitherapie Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Wetenschappen Rechten

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 69 -


Trainingsgroeten van onze topsporters...

- 70 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE - 71 -


- 72 -

20 JAAR TOPSPORT EN STUDIE


Met steun van


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.