Tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren
PB- PP
Bataljong · Ossenmarkt 3 · 2000 Antwerpen · P206352 · Afgiftekantoor: 2000 ANTWERPEN Stuivenberg Juni 2019 · Jaargang 28 - Nr. 2 · Verschijnt 4x per jaar: maart - juni - september - december
Dropzone BELGIE(N) - BELGIQUE
B EL E VIN G SO N D E R ZO E K
Jong geweld in ’t Meetjesland SL IM G ER EG EL D
In 9 stappen naar een helder subsidiereglement MO B IL IT EI T
Kindvriendelijke mobiliteit in de praktijk
8
14
Colofon Met de medewerking van Frauke Baeyens Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Joris Dekkers Ellen De Grauwe Jolijn De Haene Zita De Pauw Ilse Holvoet Hannes Jossart Imke Pichal Annelies Schepers Wim Soontjens Jurgen Sprangers Filip Stallaert Hans Theuns Tieme Verlinde Mieke Vispoel Coรถrdinatie Mieke Vispoel
Ik organiseer
Beleidsparticipatie
Neem je lokaal evenementenbeleid onder de loep
Verhoog je kansen op een succesvolle lobbyactie
Verder in dit nummer: 4
Vormgeving www.canada-gent.be Druk Drukkerij Jansen Coverfoto Wildebras Verantwoordelijke uitgever Jurgen Sprangers, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen Contact Bataljong vzw, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen info@bataljong.be 03 821 06 06 www.bataljong.be
Praktijkverhaal belevingsonderzoek Hoe beleven 15- en 16-jarigen het Meetjesland?
10
Milieu en kinderrechten Kinderen hebben recht op een gezond milieu!
12
Praktijkverhaal Turnhout Kindvriendelijke mobiliteit in de praktijk
16
Participatie Hoe gaan steden en gemeenten aan de slag met het participatiereglement?
18
Slim geregeld In 9 stappen naar een helder subsidiereglement
21
Stel je vraag Fiscale attesten voor kinderopvang
22
Driehoeksverhouding Hoe werken schepen, jeugdambtenaar en jeugdraad samen in Beveren?
25
365 dagen buitenspelen Zeg ja tegen avontuur en risico!
De toekomst van lokaal beleid lijkt … bovenlokaal Lokale besturen mandateren steeds meer opdrachten aan een bovenlokaal niveau. Er ontstaan intergemeentelijke samenwerkingen (IGS) in vele vormen. Ook voor cultuur en jeugd een belangrijke kans! Na het wegknippen van de provincies creëert Vlaanderen immers een bovenlokaal veld. Het decreet bovenlokale cultuurwerking doet IGS-en ontstaan om binnenkort structurele subsidiëring te krijgen. De projectoproep van 7,5 miljoen euro is ook voor jeugdpartners een grote kans. Jouw bovenlokaal graffitiproject, tienerfestival … kan er voor maximaal drie jaar lang subsidie krijgen, zolang je aandacht besteedt aan transversaal werken, socio-demografische uitdagingen en/of verdieping van eigen expertise. De volgende deadline om in te dienen is 15 november 2019. Cultuur krijgt bovendien een eigen steunpunt: www.cultuurbovenlokaal.be Het decreet ‘bovenlokaal jeugd’ heeft dan weer vier sporen. Het financiert 1) jeugdhuizen, 2) werkingen met maatschappelijk kwetsbare jeugd, én 3) werkingen voor jeugd met een handicap. Ook hier kunnen 4) lokale besturen een IGS vormen! Als ‘projectvereniging’ (juridische vorm) kan je vanaf 2020 structurele middelen aanvragen voor 2021. Steeds meer jeugddiensten werken bovenlokaal samen. In deze Dropzone vind je een prachtig voorbeeld met het bovenlokale onderzoeksproject ‘Jong Geweld in ’t Meetjesland’ van de regionale jeugddienst Meetjesman. Bataljong bouwt mee aan het bovenlokale veld en gaat met jullie in dialoog, schrijft een visie en weegt op de uitwerking van de concrete leidraad. Vragen? Opmerkingen? Contacteer tieme.verlinde@bataljong.be en grijp de kans die het nieuwe bovenlokale niveau biedt!
Jurgen Sprangers Directeur Bataljong
facebook.com/Bataljong
Laat ons weten hoe jij werk maakt van #sterkbeleidvoorjongeinwoners
instagram.com/Bataljong @Bataljong linkedin.com/company/Bataljong
3
Praktijkverhaal belevingsonderzoek
Jong geweld in ’t Meetjesland Tekst Mieke Vispoel
Hoe kijken jongeren naar de gemeente? En hoe beleven ze de ruimere omgeving? Slaan ze hun vleugels uit of bouwen ze hun eigen nest ook onder de kerktoren? Met de opmaak van het meerjarenplan wilden de verschillende gemeenten van het Meetjesland daar meer over weten. Een geknipte job voor de Meetjesman (Regionale Jeugddienst Meetjesland), die de verschillende gemeenten ondersteunt. Het onderzoek resulteerde in een regionaal rapport én een uitgebreide analyse met beleidsaanbevelingen voor elke gemeente. En hoewel die elk hun eigen specifieke aandachtspunten hebben, zijn er ook regionale uitdagingen, zoals bv. mobiliteit en evenementenbeleid. Want jongeren blijven niet binnen de grenzen van hun gemeente.
Jongeren tussen 15 en 16 jaar De verbondenheid van jongeren met hun gemeente/regio
4
Beeld Meetjesman
werd het uitgangspunt van het onderzoek. En dat gebeurde vanuit drie invalshoeken: vrije tijd, wonen en mobiliteit, met een specifieke focus op jongeren tussen 15 en 16 jaar. Daarvoor zijn er drie belangrijke redenen: • Het is een leeftijd waarop jongeren hun vrije tijd veelal zelf mogen invullen. • Jongeren van deze leeftijd verplaatsen zich vaker individueel binnen de regio (uitgaan, hobby’s, vrienden die verder weg wonen …) • Lokale besturen en organisaties kunnen hen moeilijk bereiken, vooral de groep die geen lid is van een jeugdbeweging of sportclub. Via een online survey, die 1 496 jongeren invulden en verdiepingssessies, waarbij nogmaals 320 jongeren werden bevraagd, bereikte het onderzoek maar liefst 37% van alle 15- en 16-jarigen in de regio. De doelgroep was zo divers en representatief mogelijk: zowel geografisch, volgens onderwijsniveau, met aandacht voor kwetsbare jongeren …
Wegen op het beleid De komende maanden wil de Meetjesman de beleidsmakers bereiken door de rapporten in elke gemeente toe te lichten.
Identikit Meetjesland • Landelijke regio in Oost-Vlaanderen tussen Gent en Brugge • Groepeert tien gemeenten • 164 039 inwoners verspreid over 646,42 km2
Hoe kijken experts naar de resultaten? Meetjesman Niels Berlé: “Beleidsdomeinen als mobiliteit, wonen, communicatie … hebben een grote impact op de leefwereld van jongeren. Daarom is het ook belangrijk om hun beleving mee te nemen in het beleid. Het zijn zij die de fietspaden in hun buurt gebruiken of het openbaar vervoer nemen. Maar het zijn ook zij die de plekken uit hun kindertijd zien verdwijnen … “
Bij de presentatie van het eindrapport vroeg de Meetjesman drie experts om te reflecteren over de resultaten.
Ben Verstreyden Stafmedewerker Lokale Netwerken bij Demos vzw, nam ‘Vrije tijd’ voor zijn rekening
Als groene schepen vind ik het belangrijk dat jongeren de fiets zien als hét vervoersmiddel om de stad te doorkruisen. Maar we moeten ook werk maken van een veiliger en groener centrum door goede oversteekplaatsen en kwaliteitsvolle fietspaden. — Isaura Calsyn Schepen van Jeugd Eeklo
“Betrek burgers als mede-eigenaars van je beleid” “1 op 3 van de bevraagde jongeren voelt zich niet verbonden met de gemeente, 3 op 10 wil later elders wonen. Wat er nodig lijkt om hen te ‘houden’ en gelukkig te maken, lijkt duur en onhaalbaar: betere verkeers- en vervoersinfrastructuur, een divers en nabij aanbod aan vrije tijd en liefst ook overdekte ontmoetingsruimte. Hoe kan je in deze context toch verbondenheid realiseren? Door veel initiatief te nemen: voor ontmoeting, voor dialoog, voor plezier. Door initiatieven van burgers en groepen te stimuleren, te ondersteunen en te koesteren. Door burgers te betrekken als aandeelhouder en mede-eigenaar van je beleid, en niet als ‘klanten’. Sommige diensten zitten opgesloten in het primaat van het aanbod. Programmeren, aanbieden, uitnodigen, de infrastructuur en de middelen liefst 105% opvullen en inzetten. Met als mogelijk gevolg bijzonder weinig ruimte voor burgers om een eigen verhaal of project uit te werken. Waarom niet infrastructuur, tijd en ruimte voor ondersteuning en coaching ter beschikking stellen van burgers, zónder op voorhand lijnen in het zand te trekken? Het resultaat zou weleens kunnen zijn dat jongeren voelen en ervaren dat ze het vertrouwen en de steun krijgen om hun eigen verhaal te schrijven. Wát er in de gemeente en de regio kan worden ontwikkeld, kan ons verrijken en opnieuw ideeën geven, want alles wat je aandacht geeft … groeit.”
5
Kris Peeters Maakte als Mobiliteitsveranderaar maar wat graag de balans op rond ‘Mobiliteit’
“Een prachtig cadeau voor de gloednieuwe vervoersregio’s”
Johan Meire Onderzoeker bij Kind & Samenleving, zoomde dieper in op ‘Wonen’
“Een visie over publieke ruimte in de regio dringt zich op” “Ik woon hier graag, want het is niet te druk en wel mooi.” Dat horen we verrassend vaak van jongeren, en zeker in het Meetjesland. Er is erg veel waardering voor het landelijke karakter, de rust en kleinschaligheid. De keerzijde daarvan verrast niet: er zijn best wat jongeren die hun gemeente saai vinden. En zij vinden dat een probleem: er gebeurt niets, en er zijn weinig voorzieningen en ontmoetingsplekken voor tieners. Jongeren uit de kleinere deelkernen voelen zich wat geïsoleerd. 31% van de tieners wil later verhuizen, 30% twijfelt. Daarbij komt dat het stedelijke centrum van het Meetjesland, Eeklo, volgens jongeren zijn broodnodige centrumfunctie niet volledig kan waarmaken. Alles is er wel dichtbij, maar ook Eeklo ontbeert een positief imago en wordt als saai aanzien. Een visie over de publieke ruimte in de regio dringt zich dus op: hoe het gewaardeerde landelijke karakter van de streek behouden maar toch inzetten op een versterkt tienerweefsel van bereikbare knooppunten van voorzieningen? Een regionale uitdaging!”
6
“Verfrissend in z’n eenvoud. Dat was het ‘Jong Geweld’onderzoek voor mij. De meeste mobiliteitsonderzoeken komen niet verder dan een focus op wie al mobiel is, met als direct gevolg een onevenredige aandacht voor het fileprobleem. Dit project stelde dé vraag die er echt toe doet: “Geraak je overal waar je wil geraken vanuit je gemeente?” Het resultaat was ontluisterend: meer dan 22% ervaart mobiliteitsarmoede, met lokale uitschieters tot 55%. Dus wie de jeugd haar bewegingsvrijheid gunt, weet wat te doen: zorg voor veilige fietsroutes en een openbaar vervoersaanbod die naam waardig. De onderzoeksresultaten zijn een prachtig cadeau voor de gloednieuwe vervoersregio’s: ze kunnen gebruikt worden als een roadbook voor de komende jaren. Mooi daarbij is dat het niet alleen ‘problemen’ laat zien, maar meteen ook de mogelijkheden. In de grote auto-afhankelijkheid die kenmerkend is voor het Meetjesland, schuilt een kans om zowel de taxi-ouders als de achterbankgeneratie te bevrijden. In het feit dat jongeren trouwe gebruikers van De Lijn zijn, schuilt een gouden schat. Stel je maar eens voor dat De Lijn gebruik zou maken van de ervaringsdeskundigheid van haar jonge publiek en zichzelf zou heruitvinden vanuit een jongerenperspectief. Van suf sardienenblik naar een ontmoetingsplek op wielen. Niet alleen rijdend op de schooluren maar ook in de vrije tijd van jongeren (woensdagnamiddag, weekendnachten …), handig voortbordurend op het klimaatdraagvlak bij die generatie? Wie weet wordt het Meetjesland in no time een exportproduct rijker.”
Snuisteren door de resultaten? www.meetjesman.be/pagina/ jong-geweld-t-meetjesland-0
5 gouden tips voor belevingsonderzoekers Wil je ook onderzoeken hoe kinderen hun leefwereld benaderen en er betekenis aan geven? Hou dan deze vijf tips achter de hand! Tekst Imke Pichal
Weet wat je wil weten
1
Bepaal vooraf over welk thema, knelpunt, dossier … je input wil. Kies je thema’s op basis van vaststellingen, signalen of analyses. • Zijn er plannen om de winkelstraat te vernieuwen en wil jij daarin kinderen en jongeren betrekken? • Was er al veel betrokkenheid rond mobiliteit maar ontbreekt de blik van kinderen en jongeren? • Bestaan er cijfers over spijbelen en wil je te weten komen hoe ze er zelf over denken?
Hou het thema ruim
2
Geef kinderen en jongeren de kans om hun eigen focus te leggen binnen het thema. Wil je écht weten hoe ze een thema beleven? Sta dan open voor hún invulling. • Breng breed in beeld wat kinderen en jongeren belangrijk vinden aan een thema; • Ga dieper in op vragen en aspecten die kinderen en jongeren zelf aanbrengen; • Eindig breed en geef hen de kans om aan te vullen, prioriteiten te bepalen …
Maatwerk
3
Kies voor een methodiek die afgestemd is op: • De doelgroep: Gebruik – zeker bij jongere kinderen – creatieve methodieken. Daarmee spreek je hen op meer dan enkel verbale competenties aan. Laat kleuters werken met actiefiguurtjes of stuur jongeren op pad met een Instax om de gemeente in beeld te brengen. • De context: In een klas kan je een debat voeren, op de Buitenspeeldag werkt een kortere, fysieke methodiek misschien beter. • Het thema: Gevoelige onderwerpen, zoals pesten, bevraag je beter in een kleine, vertrouwde groep of via een-op-een diepte-interviews.
Beleving troef!
4 5
Wil je zicht krijgen op hoe kinderen hun omgeving beleven, focus dan op de totaalbeleving: • Vermijd ja-neevragen of sturende vragen als “Vind je het veilig om in je gemeente te fietsen?” • Kies voor open vragen die focussen op beleving: “Vertel eens over fietsen in de gemeente, hoe gaat dat?”, “Wat gebeurde er toen?”, “Hoe voel je je daarbij?”.
Kwaliteit boven kwantiteit Je komt verder met 20 diepgaande gesprekken met zeer diverse profielen dan met korte, efficiënte bevragingen bij 100 jongeren uit de 2de graad van eenzelfde middelbare school. Sta stil bij de diversiteit binnen de groep, de context en de methodiek én de vrijheid om zelf thema’s aan te brengen.
Bataljong helpt, coacht, ondersteunt, begeleidt en verbindt gemeenten en steden bij belevingsonderzoek. Zelf ook interesse? Neem contact op met wim.soontjens@bataljong.be
7
Ik organiseer
Neem je lokaal evenementenbeleid onder de loep Tekst Valerie Vonck (Formaat)
Evenementen. Ze laten je gemeente bruisen, zorgen voor leven in de brouwerij en brengen inwoners dichter bij elkaar. Lokale organisatoren (verenigingen, jongeren, jeugdbewegingen …) die zich achter de organisatie scharen, zoeken op dat moment vaak naar hapklare informatie en ondersteuning. Een duidelijk kader van de gemeente of stad is hiervoor onmisbaar. Welke afspraken zijn er? Waar kan je terecht met welke vraag? Waar gooi je een wild idee op tafel? Wie werk wil maken van een sterk en positief evenementenbeleid, kan sinds kort terecht op www.ikorganiseer.be In de toolbox vind je een downloadbare evaluatietool. Dé gespreksstarter om samen met je lokale organisatoren het huidige beleid in kaart te brengen en actiepunten voor de toekomst te bepalen. De tool laat je nadenken over 5 belangrijke aspecten van goed lokaal evenementenbeleid.
Beeld Nikki Lucy Photo & Valerie Vonck
1. Ondersteuning van de organisatoren Ga eens kijken naar de manier waarop organisatoren kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente. Hoe laagdrempelig is je aanspreekpunt? Is het duidelijk wie welke dienst coördineert? Is er een onderscheid tussen de ondersteuning voor jeugdwerk en andere organisatoren? Heb je nagedacht over het aanbieden van infrastructuur en materiaal, bijvoorbeeld via de uitleendienst? ikorganiseer.be/organiseren/lokale-ondersteuning/
2. Regels en wetgeving Niet enkel de Vlaamse en federale wetgeving leggen regels op voor organisatoren. Ook steden en gemeenten hebben specifieke bevoegdheden die je moet opnemen binnen de lokale context. Leg je zelf eigen regels en administratie op? Ga dan na hoe streng alles verloopt. Zijn er duidelijke procedures en zijn ze transparant voor de organisatoren? Denk maar aan de regelgeving rond security. Soms verplichten lokale besturen hun organisatoren om (dure) securityfirma’s in te huren, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig is. ikorganiseer.be/organiseren/bevoegdheden-lokale-overheid/
3. Evenementenloket Heeft de gemeente een (digitaal) evenementenloket waar
8
Een gids voor elke organisator Op www.ikorganiseer.be vind je betrouwbare en kwalitatieve informatie om je evenement van A tot Z te coördineren. Van wetgeving rond geluidsnormen tot taakverdeling van medewerkers. Je doet er ook inspiratie op om een evenement naar een hoger niveau te tillen.
de organisator zijn aanvraag voor zijn evenementen kan voltooien? Aan welke noden beantwoordt dit loket en welke voorzieningen biedt het? Een goed evenementenloket vermindert het papierwerk voor de organisator en bundelt zoveel mogelijk administratie. ikorganiseer.be/organiseren/evenementenloket/
Stad Lommel werkt sinds enkele jaren met een evenementenloket. Annelies Schepers (Bataljong) ging langs bij Bram Bernaerdts om te zien hoe dat werkt: ikorganiseer.be/inspiratie/hetevenementenportaal-van-de-stad-lommel/
4. Gedragen beleid Een goed evenement begint bij goede afspraken met je partners. Naast de organisatoren hou je best ook rekening met politie en brandweer, zaaluitbaters, buurtbewoners … Hebben zij ook inspraak in je beleid en staan ze achter de keuzes die je maakt? Door regelmatig te overleggen en iedereen voldoende te betrekken zorg je ervoor dat het evenementenbeleid door al deze partners gedragen is. ikorganiseer.be/organiseren/positief-evenementenbeleid/
Als (jeugd)ambtenaar en beleidsmaker kan je op het platform terecht voor informatie en inspiratie om op lokaal niveau in te zetten op een sterk evenementenbeleid of om je organisatoren op de juiste manier te informeren. ikorganiseer.be is een website van Formaat en werd vormgegeven samen met zeven structurele partners die elk vanuit hun expertise inzetten op een positief evenementenklimaat en het duidelijk en correct informeren van hun doelgroep. Bataljong is een van die partners, samen met de Ambrassade, Chiro, KLJ, KSA, Scouts & Gidsen Vlaanderen en Poppunt.
5. Resultaten Door grondig na te denken over bovenstaande pijlers kan je in gesprek gaan over de sterktes en de pijnpunten van het huidige evenementenbeleid. Geef het beleid een score en beantwoord de vraag: “Wat moeten we doen om het evenementenbeleid volgend jaar één punt beter te laten scoren?” Maar ook dromen mag: wat is in de ideale wereld (van jezelf én je organisatoren) het perfecte evenementenbeleid voor jouw stad of gemeente?
Download de tool via ikorganiseer.be/toolbox/evalueer-jeevenementenbeleid/ Voor een optimaal gebruik print je best op A3. Succes!
Meer weten over dit thema? annelies.schepers@bataljong.be
9
Milieu en kinderrechten
Kinderen hebben recht op een gezond milieu! Tekst Ellen Van Vooren (Kenniscentrum Kinderrechten vzw (KeKi))
Je kan er niet omheen: overal staan jongeren op de barricade voor een gezonde leefomgeving. Ze maken zich serieuze zorgen over de toekomst van onze planeet. En terecht, want een gezond milieu is een voorwaarde om hun kinderrechten te realiseren. In oktober 2018 onderzocht KeKi tijdens Research on Stage hoe milieu en kinderrechten verbonden zijn. Bert Morrens (UAntwerpen), onderzoeker bij het Steunpunt Milieu en Gezondheid, inspireerde met nieuwe inzichten. “Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Ze zijn bijzonder gevoelig aan de gevolgen van milieuvervuiling.”
Bert Morrens (UAntwerpen) Onderzoeker bij het Steunpunt Milieu en Gezondheid
Bert Morrens: “Het Steunpunt meet sinds 2002 milieuvervuiling in het lichaam (bloed, urine, adem, haar, nagels ...) van meer dan 3 000 jongeren via de techniek
10
Beeld Jordan Whitt - Unsplash
‘humane biomonitoring’. Uit onderzoek blijkt dat niet enkel jongeren wonende in de buurt van industrie of langs drukke wegen hoge waarden van vervuilende stoffen in hun lichaam hebben. Ook in landelijke gebieden vinden we vervuiling terug. Het is dus geen zwart-wit verhaal waarbij de ene stad of gemeente vervuilend is en de andere niet. Het gaat van meer tot minder vervuild en over diverse vervuilende stoffen.” Naast woonplaats speelt ook gedrag een belangrijke rol. Vervuilende stoffen komen ook via voeding of consumptiegoederen in ons lichaam terecht. Bert verduidelijkt: “Gedrag dat op het eerste zicht ‘gezond’ lijkt, zoals vaak vis of rijst eten, kan zorgen voor een hogere blootstelling. Vaak verluchten en ventileren creëert dan weer een gezond binnenhuismilieu waardoor schadelijke stoffen zich niet kunnen opstapelen.” Tot slot zien beleidsmakers en onderzoekers de invloed van sociaaleconomische en sociaal-culturele factoren dikwijls over het hoofd. “We kijken vooral naar gemiddelde concentraties en bekende risicogroepen zoals ouderen of zwangere vrouwen. Mensen in armoede of laaggeschoolden vormen de verborgen risicogroepen. Net zij hebben minder toegang tot informatie om zich te beschermen tegen milieuvervuiling en worden minder bereikt door onderzoek en sensibilisatiecampagnes.”
Milieu en kinderrechten? Kinderen ondervinden een negatieve impact van veranderingen in het milieu en moeten beschermd worden. De basis hiervoor is het Kinderrechtenverdrag. Het Verdrag verwijst in twee artikelen (art. 24 en art. 29) expliciet naar milieurechten. Maar een gezonde en veilige leefomgeving is ook een voorwaarde voor de realisatie van heel wat kinderrechten, zoals het recht om zich optimaal te ontwikkelen, gezondheidszorg, een toereikende levensstandaard, vrije tijd en spel ...
4. Participatie • Betrekken we kinderen bij milieubeslissingen? • Welk gewicht geven we nadien aan deze stem(men)? • Hoe focussen we op de allerjongsten, met een verhoogde kwetsbaarheid?
Richtlijnen voor lokaal milieubeleid
Alle overheden in België zijn verplicht om de bepalingen uit het Verdrag te realiseren. Er is dus een verantwoordelijkheid van steden en gemeenten om een gezond leefmilieu te garanderen en te bewaken. En er is bovenal nood aan een beleid dat de stem van kinderen en jongeren laat klinken in een thema dat hen zo sterk aanbelangt.
1. Gebruik (bestaand) wetenschappelijk onderzoek en verzamel zoveel mogelijk gegevens en kennis. Investeer in onderzoek dat de impact van milieu en klimaat op kinderen in kaart brengt en hun beleving erover centraal stelt. 2. Verzamel goede praktijkvoorbeelden en veranker ze structureel in de lokale (beleids)context.
Maak ook in jouw gemeente of stad werk van een sterk lokaal milieubeleid
3. Laat kinderen betekenisvol participeren.
Vanuit vier kernprincipes van het Kinderrechtenverdrag stel je de nodige vragen om milieu en kinderrechten te verbinden.
4. Verwerk de bepalingen van het Kinderrechtenverdrag in wetgeving en beleidsplannen. 5. Werk aan het bewustmaken en informeren van kinderen én ouders.
1. Leven, overleven en ontwikkeling • Volstaan de gezondheidsnormen in mijn gemeente om kinderen te beschermen tegen (chronische) gezondheidsproblemen door milieuvervuiling? • Zijn de voorzieningen, infrastructuur en omgeving voldoende afgestemd op hun ontwikkelingsbehoeften?
6. Wees aandachtig voor kwetsbare groepen en voorzie een aangepast aanbod. 7. Verrijk het debat en verenig milieu- en kinderrechtenperspectieven door uit te wisselen met kinderrechtenactoren, zoals onderzoekers en praktijkmedewerkers werkzaam rond milieu.
2. Belang van het kind • Nemen we alle publieke en private beslissingen (bv. gebruik van industriële grond, woningkwaliteit, mobiliteit, locatie van scholen, invulling van parken …) met het oog op de belangen van de kinderen? • Hoe kennen we de impact van de beslissingen op hun leefwereld?
Lees het uitgebreide rapport op www.keki.be/nl/research-stage
3. Non-discriminatie • Hebben alle kinderen in mijn gemeente een voordeel bij het lokale milieubeleid, ongeacht leeftijd, geslacht, bekwaamheid, religie, etnische achtergrond? • Welke kwetsbare groepen vallen uit de boot?
of ontdek meer op www.milieu-en-gezondheid.be
?
Meer weten of begeleiding op maat? ellen.vanvooren@keki.be
11
Praktijkverhaal Turnhout
Kindvriendelijke mobiliteit in de praktijk Een kindvriendelijke stad kan niet zonder kindvriendelijke publieke ruimte. Stad Turnhout vertaalde haar Kindvriendelijke visie naar het lokale mobiliteitsbeleid en deelde de stad op in mobiliteitskamers. Het doel? Ervoor zorgen dat kinderen en jongeren meer en betere vrije bewegingsruimte hebben doorheen hun stad. Adviseur mobiliteit Wouter Verhaert legt uit hoe zo’n mobiliteitskamer precies werkt en wat de meerwaarde ervan is voor kinderen en jongeren. Tekst Ilse Holvoet
Wouter Verhaert Adviseur mobiliteit
Beeld Wouter Verhaert
vertaalden we dat idee naar onze context. De grote verkeersassen zijn de kanalen, de eilanden de autoluwe mobiliteitskamers. De bruggen daartussen zijn de veilige oversteken voor voetgangers en fietsers.”
Een mobiliteitskamer: wat is dat precies? “Mobiliteitskamers zijn buurten waarin lagereschoolkinderen zich vrij kunnen verplaatsen en zelfstandig kunnen oversteken. Drukke verkeersassen en kruispunten steken daar vaak een stokje voor en vormen de grenzen van de mobiliteitskamers. Daarom bekijken we waar we die grenzen oversteekbaar kunnen maken. Ligt zo’n aangepaste oversteekvoorziening ook op een belangrijke schoolfietsroute, dan is dat een dubbel voordeel. Zo kunnen en mogen kinderen zich zelfstandig verplaatsen van de ene mobiliteitskamer naar de andere. En kunnen ze zelfstandig naar school in de andere mobiliteitskamer.” Waar haalde de stad haar inspiratie? “In Venetië kunnen kinderen zich autonoom verplaatsen op de autovrije eilanden. Het gemotoriseerde verkeer is er letterlijk gekanaliseerd. Bruggen vormen er voor kinderen en andere voetgangers de link tussen de eilanden. Venetië bewijst daarmee dat een stad kan functioneren mét veilige autonomie voor kinderen. Met de mobiliteitskamers
12
Hoe vertaal je dat naar nieuwe verkavelingen in Turnhout? “Voor nieuwe verkavelingen dwingen we al in de vergunningsfase af dat je er met de auto niet doorheen mag kunnen. Ze krijgen geen klassieke rasterstructuur, waar auto’s overal kunnen doorrijden, maar een doodlopende boomstructuur zonder sluipweg. De auto-ontsluitingsstraten
zijn zone 30 (geel). Dat is de veiligste snelheid voor straten waar auto’s en fietsers de rijweg moeten delen. De zijtakken zijn doodlopende bespeelbare woonerven (groen). En we creëren zoveel mogelijk autovrij gebied (blauw). Van de verkaveling maken we dus een mobiliteitskamer.” Wat betekent dat voor bestaande wijken? “Zoek samen met de buurtbewoners wat de beste oplossing is om het sluipverkeer te weren en de straten veiliger te maken voor fietsers en spelende kinderen. Dat kan bijvoorbeeld door een straat te ‘knippen’ of ‘filteren’: de straat onderbreken op een strategische plek zodat auto’s er niet meer door kunnen maar fietsers nog wel. Je kan dat in proefopstelling doen en die dan samen evalueren.”
Lagereschoolkinderen Zij leren dat ze mogen oversteken als er geen auto aankomt, als de auto stopt of bij groen licht. Een straat is voor hen oversteekbaar als er geen auto aankomt. Deze groep heeft nood aan een veilig en continu voetnetwerk en aan bespeelbare zones op wijkniveau.
Hoe sluiten deze principes aan op de noden en behoeften van kinderen en jongeren? “In het verkeer hebben kinderen nog niet dezelfde vaardigheden als volwassenen, die ontwikkelen ze geleidelijk aan. We onderscheiden vier vaardigheidsgroepen, met elk hun eigenheid, noden en behoeften:
Peuters Kinderen jonger dan drie jaar kun je niet alleen laten. Voor hen is het belangrijk dat de infrastructuur toegankelijk is voor buggy’s, fietskarren, bakfietsen en dat er hiervoor de nodige opbergplaatsen zijn.
Kleuters Het eerste wat zij leren? “Blijf op de stoep!” Kleuters kun je niet alleen laten waar auto’s rijden. In deze periode leren ze ook fietsen en is er nood aan autovrije bespeelbare ruimte, aansluitend aan hun woning.
• Een ‘autoluwe’ straat is ‘oversteekbaar voor lagereschoolkinderen’ als er minder dan 150 à 350 auto’s per uur passeren. • Een ‘autoarme’ straat is ‘bespeelbaar’ als er minder dan 20 à 40 auto’s per uur passeren. Dat kan een doodlopende straat zijn of een lus, liefst ingericht als woonerf. Jongeren Deze leeftijdsgroep is aangewezen op openbaar vervoer en fiets en heeft nood aan een veilig en continu fietsnetwerk. Een fietsnetwerk is veel veiliger als het zo ver mogelijk verwijderd is van de auto’s, ‘ontvlochten’, bijvoorbeeld via een autovrije fietsweg, een tunnel onder een gewestweg of door een autoluwe wijk.”
Wil jij de stem van kinderen en jongeren een plaats geven in je lokale (en regionale) mobiliteitsbeleid? Dan kan je terecht op bataljong.be/boost-je-kennis/mobiliteit-doorde-ogen-van-kinderen-en-jongeren
Meer weten over het thema mobiliteit? ilse.holvoet@bataljong.be
13
Beleidsparticipatie
Wegen op het beleid? Maak werk van je lobbyskills! Wil je als jeugdambtenaar meer wegen op het beleid voor kinderen en jongeren? Dan tover je best straffe lobbyskills uit je hoed. Via lobbying bepaal je mee de veranderingen in het beleid en breng je onderbelichte aspecten van een debat gericht onder de aandacht. Om daar dieper op in te gaan, nodigden we Liesbeth De Winter uit op onze Vormingstweedaagse. Als directeur extern beleid en communicatie bij De Federatie komt zij geregeld in contact met politiek en beleid. Ze deelt met plezier enkele tips om van elke lobbyactie een succes te maken. Tekst Ellen De Grauwe en Liesbeth De Winter
Mensen maken het beleid Mensen kijken op heel uiteenlopende manieren naar dezelfde kwesties. De harde feiten spelen een belangrijke rol. Maar ook je achtergrond, studies en ervaring, persoonlijke contacten, media en actualiteit beïnvloeden de manier waarop je naar iets kijkt. Bovendien is er ook niet één persoon die het beleid maakt. Meerdere spelers hebben invloed, denk maar aan politieke partijen, media, belangengroepen, bedrijven ... Pluis daarom uit hoe mensen naar een bepaalde kwestie kijken en wat de verschillende argumenten zijn. Verdedig je de belangen van kinderen en jongeren? Zorg er dan voor dat je uitspraken door hen gedragen zijn. Verdiep je in de groep waarvoor je spreekt en weet waar zij echt van wakker liggen. Bevraag en betrek hen vooraf en onderbouw je conclusies met onderzoek en cijfers.
14
Beeld Karen Claes
Een goede lobbyist werkt vanuit een gericht strategisch plan. Probeer niet meteen alles te veranderen, maar spits je toe op een concrete actie. Met deze 8 tips spring je al een heel eind ver.
1. Bepaal duidelijk het beleidsthema Kies gericht. Je hebt vast over veel dingen een mening, maar misschien is niet elke mening even goed onderbouwd. De geloofwaardigheid van je expertise is daarbij belangrijk. Een thema waarbij het verband tussen jou en je expertise duidelijk is, is meestal makkelijker te verdedigen.
2. Stel doelen op korte én lange termijn Waar wil je binnen 3 tot 5 jaar staan met je beleid? Wat wil je bereikt hebben en welke stappen moet je dan zetten? Maak van je probleem een probleem van iedereen. Zo sta je zelden alleen en kan je rekenen op een groter draagvlak. Kunnen kinderen niet veilig naar school? Dan is dat een probleem voor (groot)ouders, scholen …
3. Kijk naar je omgeving Wat beweegt er (lokaal en bovenlokaal) rond je thema? Politieke visies, beleidsverklaringen en -nota’s, de pers, wetenschappelijk onderzoek, de publieke opinie: weet wat er leeft. Wees geduldig. Soms is de tijd nog niet rijp om te
6. Hou rekening met timing en sleutelmomenten
Regel nummer één? Ga voor duurzame relaties met mensen die het beleid bepalen. Wees een geloofwaardige en deskundige partner. Jouw veldkennis en dossierexpertise maken het verschil.
In welke fase zit de besluitvorming? Welke deadlines zijn belangrijk? Grote langetermijndoelen vragen om een reeks aan acties, onderzoek, gegevensverzameling en gesprekken. Maak een goed overzicht van de mijlpalen en weet wanneer je er moet staan.
7. Ga voor win-windeals Geef en gun om tot consensus te komen en investeer in duurzame relaties. Snelle ‘gecontesteerde’ winst op korte termijn betekent vaak verlies op lange termijn. Een kleine toegift heeft soms een groter en duurzamer effect.
8. Communiceer op elk moment van het proces Al lijkt het logisch, het gebeurt nog veel te weinig. Communiceer voor, tijdens en na je acties over de resultaten. Toon respect en dankbaarheid voor hen die mee het succes maakten.
— Liesbeth De Winter Directeur extern beleid en communicatie bij De Federatie
springen. Denk maar aan het thema klimaat. Nu actueler dan ooit bij kinderen en jongeren, terwijl een jaar geleden nog maar hier en daar iets borrelde.
4. Traceer je bondgenoten Breng je speelveld in kaart. Wie zijn je medestanders, waar zitten tegenstanders? Op wie kan je steunen? Zijn dat collega’s, doelgroepen, betrokkenen? Het is belangrijk te weten waarin jullie overeenstemming vinden en wat de gedeelde interesses en belangen zijn. Stel daarbij de vraag: “Wat vinden we samen belangrijk?” Via profiel- en invloedanalyses ontdek je welke betrokkenen er zijn en wat hun verhouding is tot je onderwerp.
5. Bepaal je target Communiceer je naar iedereen? Dan richt je je tot niemand. Focus en personaliseer: wie moet welke boodschap horen? Toon daarbij aandacht en respect voor je gesprekspartner en geef blijk van betrokkenheid, kennis en draagvlak (op basis van cijfers, bevragingen, verslagen, medestanders …) Tip: vertel het verhaal eens vanuit het standpunt van je target. Meer weten over lobbyen of het internationale traject? ellen.degrauwe@bataljong.be
Internationaal lobbytraject via Europe Goes Local De komende twee jaar nemen twee Duitse proffen 24 deelnemers mee in een lobby-bad. Vlaanderen vaardigde vijf jeugddiensten af die het traject mee doorlopen. Onder begeleiding van Geert Boutsen gaan ze met een zelfgekozen doelstelling aan de slag. Via theorie, voorbeelden, webinars en feedback in de Vlaamse groep proberen ze dat doel te bereiken tegen 2020.
Volg hun traject via bataljong.be/over-bataljong/ internationaal
15
Participatiereglement
Hoe gaan steden en gemeenten aan de slag met … Het participatiereglement Tekst Hannes Jossart
De voorbije maanden kropen lokale ambtenaren en mandatarissen in de pen om de lijnen van hun gemeentelijk participatiereglement uit te zetten. Het decreet lokaal bestuur vraagt immers aan de gemeenteraad om ‘bij reglement te bepalen hoe inspraak van de burger wordt vormgegeven’. We polsten bij enkele steden en gemeenten naar de stand van zaken.
Stijn Dujardin Coördinator bewonersplatform (en oud-VVJ’er) in stad Diksmuide (West-Vlaanderen)
KATLEEN JACOBS
Fase van het proces Coördinator afdeling welzijn, vrije tijd, cultuur (WVC) in stad Dilsen-Stokkem (Limburg)
We schreven al een stadsbrede visietekst over beleidsparticipatie waarvoor het MAT, het college en alle adviesraden en overlegstructuren intussen groen licht gaven. Daarin focussen we sterk op de vraag “Waarom doen we aan beleidsparticipatie?” Participatie vertrekt niet vanuit methodieken, maar vanuit een intentie. Het is een visie op samenwerken.
Zo pakken wij het aan Dat klinkt ongeveer zo: “We nemen het voortouw om vanuit gedeeld leiderschap en samenwerking te streven naar een solidaire, rechtvaardige en veerkrachtige samenleving waarin elke burger zijn of haar eigen weg naar of manieren om verantwoordelijkheid in de samenleving op te nemen, verkent en realiseert.”
Ons participatiereglement wordt opgesteld i.s.m. alle ondersteuners van de adviesraden werkzaam binnen de afdeling WVC, de bevoegde schepen voor inspraak, de adjunct-algemeen directeur en mezelf. Vooraf werd een groot inspraakmoment georganiseerd met alle leden uit de verschillende adviesraden.
Mijn rol
Sneak peek
De neuzen in dezelfde richting krijgen. Ik zie het als een uitdaging om ook de non-believers van beleidsparticipatie mee aan boord te hijsen.
•
Zo betrekken we de burger We zijn nu bezig met de ontwikkeling van een participatieplatform. Hier komen burgers en administratie samen om co-creatief te denken en werken. Het is de plek waar via een impactskader zal worden beslist voor welke beleidsplannen participatie van de burger is gewenst. stijn.dujardin@diksmuide.be
16
•
We willen een stadsapplicatie ontwikkelen om ideeën en suggesties van burgers te verzamelen. Het betrekken van burgers in kwetsbare posities vormt een belangrijk onderdeel in ons participatiebeleid. Daarom zetten we in op: >> Aangepaste communicatiestrategieën; >> Inventariseren van behoeften via informele gesprekken met burgers en outreachend werken >> Investeren in het uitbouwen en versterken van sociale netwerken van vertrouwde figuren. katleen.jacobs@dilsen-stokkem.be
Veranker de stem van kinderen en jongeren structureel in je beleid!
TIMO SCHOUKENS Schepen van participatie in gemeente Ternat (Vlaams-Brabant)
Ook druk bezig met de opmaak van jouw participatiereglement? Vergeet dan vooral de kinderen en jongeren niet! Met deze checklist garandeer je hun structurele betrokkenheid bij de opmaak én de uitvoering van je beleid.
Fase van het proces Op de gemeenteraad van september stellen we het nieuwe participatiereglement voor. We willen sterk inzetten op een nieuw participatieplatform. Wie hier allemaal kan inzitten en met welke financiële middelen zijn we nog volop aan het bekijken.
Sneak peek Met wat verbeelding mag je het participatiereglement zien als een peloton met de schepen van participatie als koersdirecteur. De burgers zijn het peloton. De spurters maken deel uit van het participatieplatform en gaan actief aan de slag met de signalen uit het peloton en vormen projectgroepen. De bestaande adviesraden en commissies blijven thematisch werken. Zij vormen de kopgroepen. De burgers kunnen mee de koers bepalen.
VLUCHTERS (PROJECTGROEPEN)
ONLINE PLATFORM
PARTICIPATIEPLATFORM
BURGERS (PELOTON)
BELEID ADVIESRADEN (KOPGROEPEN)
De gebruikte (online) participatieplatformen zijn vlot toegankelijk voor jongeren. De erkenning van de jeugdraad krijgt een belangrijke plaats en er bestaan goede afspraken over hun rol. Er is een afwegingskader om de kwaliteit van beleidsparticipatie te bewaken. We voorzien in ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren en werken op die manier participatie in de hand. Minstens één van de doelstellingen gaat over het betrekken van nietgeorganiseerde kinderen en jongeren. Participatieprojecten en burgerinitiatieven krijgen genoeg ruimte en ondersteuning. Maatschappelijk kwetsbare groepen krijgen éxtra aandacht.
Om burgers online te betrekken werken we samen met de makers van de Stad-app (sterk in informeren) en Hoplr (sterk in community). Zij bundelen de krachten om een sterke app te ontwikkelen om zo burgers en gemeente dichter bij elkaar te brengen.
We voorzien ruimte om kinderen en jongeren, op hun maat, te informeren over het beleid.
timo.schoukens@ternat.be
Meer weten? hannes.jossart@bataljong.be
17
Slim geregeld
In 9 stappen naar een helder subsidiereglement Stugge erkenningsprocedures, archaïsche teksten en administratieve overlast … Is ook jouw subsidiereglement aan een update toe? Maak kennis met ‘Slim Geregeld’. Een stappenplan en wegwijzer om een flexibel en gebruiksvriendelijk reglement vanaf de basis op te bouwen. Geïnspireerd door de ervaringen en do’s-and-don’ts van lokale besturen, bundelde de Verenigde Verenigingen aanbevelingen en suggesties voor een doeltreffend resultaat. Tekst Inge Geerardyn
STAP 1
STAP 2
Sta stil bij de vraag: heb je nood aan een reglement?
Formuleer je doelstelling Start altijd met dé basisvraag: wat willen we met dit reglement bereiken? Het antwoord op die vraag vormt niet alleen het fundament voor het volledige schrijfproces, maar dient ook als toetssteen voor de toekomst. Doet je reglement nog altijd waarvoor het geschreven is? Een doelstelling kan breed of eng zijn. Zo kan je als lokaal bestuur de gevestigde jeugdverenigingen zo goed mogelijk ondersteunen of net ruimte laten voor experiment en nieuwe initiatieven. Elke doelstelling is gerechtvaardigd en vraagt een eigen aanpak.
18
STAP 3
Bepaal je doelgroep Bijna tegelijk met de doelstelling, bepaal je ook de gewenste doelgroep. Deze heeft een grote invloed op de vorm van je reglement en vormt bovendien je klankbord doorheen het proces. Denk dus goed na over wie je wil bereiken en hoe je dat wil doen. Zo kan je reglement zich richten op alle jeugdverenigingen in je gemeente of enkel die jeugdverenigingen die werken rond cultuureducatie.
Misschien verrassend, maar daarom niet minder belangrijk. Er zijn verschillende situaties te bedenken waarin je géén reglement nodig hebt. Misschien hebben de verenigingen in jouw gemeente vooral baat bij het gratis huren van infrastructuur? Dan kan een formulier voldoende zijn. Speel vooral in op jouw lokale doelgroep om te bepalen hoe je afspraken maakt. Blijft een reglement in jouw situatie toch onmisbaar? Op naar de volgende stap!
STAP 4
STAP 5
Weet op welke erkenning je mikt
STAP 6
Kies het juiste soort subsidiereglement
Beperk je tot de essentie
Elk type subsidiereglement heeft zijn eigen voor- en nadelen, of je nu voor een puntensysteem, basisfinanciering, convenanten of nominatieve subsidies kiest. Slimgeregeld.be zet de pro’s en contra’s van elk systeem op een rijtje, zodat je geïnformeerd en doelbewust een keuze kan maken.
Verenigingen moeten vaak heuse dossiers ter verantwoording indienen. Een aanzienlijk deel van de administratieve last schuilt dus ook in deze fase. Hou daarom goed voor ogen: verantwoording is een instrument, geen doel. Herleid verantwoording tot de essentie. Niet alleen is dat eenvoudiger en helderder, je bouwt ook aan de vertrouwensband met je verenigingen.
In veel steden en gemeenten krijg je pas subsidies na erkenning. Ook hier sta je best even stil bij een aantal vragen. Heb je überhaupt een erkenning nodig om je doelstelling te halen? Hoe krijg je die dan? Via een erkenningsreglement of adviesraad? Zijn er voordelen die enkel aan een erkenning gekoppeld worden? Afhankelijk van het antwoord op deze en andere vragen zal je wel of niet een erkenning opzetten. Aan elke keuze hangen pro’s en contra’s vast. Bovendien hoeft wat voor het ene lokaal bestuur werkt niet de beste oplossing voor ieder ander te zijn.
STAP 7 Schep klare taal en ga in dialoog Screen je reglement op onnodige woorden en ingewikkelde zinsconstructies. Sta ook even stil bij hoe je het contact met de verenigingen wil realiseren en onderhouden. Een puur administratieve en schriftelijke relatie kan tot communicatieproblemen leiden tussen bestuur en verenigingen. Persoonlijk contact met de verenigingen in je gemeente is daarom altijd een plus. De verenigingen appreciëren dit en jij houdt een vinger aan de pols.
STAPPEN 8 & 9
En hoe zit dat dan met de GDPR?
Testen & Evalueren Laat een steekproef van verenigingen je ontwerpreglement uitproberen. Luister hierbij naar hun bezorgdheden en suggesties (zeker als ze om vereenvoudiging vragen), maar laat je niet in de verleiding brengen om toch hier en daar uitzonderingsregels toe te voegen. Een reglement is nooit perfect, maar maak er geen plakboek van. Vergeet ook niet om je reglement periodiek te evalueren.
Op www.slimgeregeld.be vind je verschillende goede voorbeelden van lokale besturen.
Wil je weten of je subsidiereglement GDPR-proof is? Breng dan eens een bezoek aan je lokale Data Protection Officer (DPO). Sinds de start van de vernieuwde GDPRwetgeving is elke gemeente of stad verplicht een DPO aan te stellen. Het is zijn of haar taak om je te informeren en adviseren over alles wat GDPR in je gemeente betreft. bataljong.be/boost-je-kennis/bredejeugdwerkondersteuning/gdpr
Ga je liever wat dieper op de materie in, dan kan je het boek ‘Slim Geregeld’ bestellen via www.politeia.be
Andere vragen? annelies.schepers@bataljong.be helpt je op weg!
19
ADVERTORIAL
WAT ALS...
© Marie-Françoise Plissart
JE EEN KUNSTENAAR VRAAGT EEN SPEELOMGEVING TE BEDENKEN?
Dan krijg je iets onverwachts: EEN STROBALENFORT. Net zoals kunstenaars zoeken kinderen vrijheid op. Ze zijn gedreven om te experimenteren, zaken voor zichzelf uit te zoeken en grenzen te verleggen. Dit gebeurt tijdens het spelen. “Play is the highest form of research” zei Albert Einstein. In 2016 lanceerde de Jeugddienst van de stad Oostende een oproep aan architecten en kunstenaars om speelaanleidingen te ontwerpen. Het mocht niet gaan om de klassieke speeltoestellen op een afgebakend terrein, maar een opeenvolging van speelse interventies in de publieke ruimte: HET KINDLINT. Het strobalenfort sprong het meest in het oog. De constructie is 3 meter hoog en nodigt uit om te klimmen, te springen, te ravotten of rustig van het landschap te genieten. Ja, spelen houdt risico’s in. Ze zijn een belangrijk onderdeel van het spel. Risico’s gaan over het zien van mogelijkheden en het benutten van kansen. Willen we kinderen helpen opgroeien tot capabele en verantwoordelijke mensen, dan is het nooit te vroeg hen te leren hoe het voelt om op eigen benen te staan en risico’s te nemen: RISICOVREUGDE! Jan De Coninck, architect - kunstenaar. www.jandeconinck.com
Stel je vraag
Dag Wouter, We zetten het graag eens op een rijtje!
V R A AG
onze “Een van agt toren vra a s i n a g r or kampo testen vo t a le a c s j fi en. ons of hi ag uitreik m g n a v ie niet kinderop isaties, d n a g r o e n, mag Welk erk valle w d g u je oor et fficieel v binnen h o e t n e e gem n?” je daar als at dat da a g e o h n ?E erkennen aele Vandem Wouter m nst Izege jeugddie
Vraag het aan Bataljong! Zit je zelf met een vraag of heb je hier of daar nood aan een duwtje in de rug? Laat van je horen via www.bataljong.be/stel-je-vraag
Als je surft naar financien.belgium.be/nl/particulieren/ gezin/kinderopvang/voorwaarden#q6 vind je de voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen om een fiscaal attest te mogen uitschrijven. Sowieso is er altijd een erkenning nodig door een van de daar genoemde instellingen (bv. Kind & Gezin). De gemeente of stad is ook een van de instellingen die zo’n erkenning kan geven. Binnen het jeugdwerk geef je die erkenning misschien al aan Grabbelpas, de speelpleinwerking, jeugdkampen, kinderateliers, amateuristische kunstbeoefening … Als gemeente kan je ook verenigingen of initiatieven die géén erkend jeugdwerk of erkende sportvereniging zijn, erkennen als kinderopvang. Commerciële organisatoren vallen in principe uit de boot (cfr. circulaire dd. 20/7/2006, waarin ze als niet-bedoelde opvangvorm vermeld worden). Denk maar aan binnen- en buitenspeeltuinen, fitnesscentra … Een commerciële organisator van sportkampen kan je echter wel erkennen, ook al is het doel om winst te maken (“broodwinning”). Hoe erken je de organisaties als stad of gemeente? Maak werk van een apart erkenningskader. Gebruik daarvoor dezelfde logica en voorwaarden die je gebruikt voor de erkenning van jeugdwerk en sportverenigingen, zoals: • Kunnen aantonen dat er groepsgericht en binnen een opvoedkundig kader gewerkt wordt; • Zicht kunnen krijgen op welke activiteiten geprogrammeerd worden; • De garantie dat de begeleiders/animatoren kwalitatief werken; • Het hebben van een brandverzekering en een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid; • … Veel succes ermee!
Filip Stallaert, Bataljong
Ontdek hoe Stad Gent het aanpakt: stad.gent/onderwijs-kinderopvang/kinderopvang/buitenschoolseopvang/hoe-als-opvanginitiatief-een-erkenning-aanvragen 21
Driehoeksverhouding
Driehoeksverhouding
Beveren
In januari schoten de gloednieuwe bestuursploegen over heel Vlaanderen uit hun startblokken. In het Oost-Vlaamse Beveren nam schepen Katrien Claus na 6 jaar afwezigheid het domein jeugd opnieuw voor haar rekening. Een blij weerzien met jeugdconsulent Jeroen Kersschot, intussen al 9 jaar op post, én een kennismaking met een straffe bende jeugdraadvrijwilligers. We polsen naar hun plannen om het jeugdbeleid in Beveren een boost te geven.
Tekst Mieke Vispoel
Beeld Gemeente Beveren
V.l.n.r.: Jeroen Kersschot, jeugdconsulent – Emma Staut, voorzitter van de jeugdraad – Katrien Claus, Schepen van Jeugd
Hoe verliep de bestuurswissel in Beveren? Jeroen: “Bij de start legden Katrien en ik onze speerpunten voor de komende beleidsperiode open op tafel. Al snel werd duidelijk dat we helemaal op dezelfde golflengte zitten. We blokkeren nu tweewekelijks een moment in onze agenda’s om de stand van zaken door te nemen.”
Katrien: “Ik vond het heel fijn om de enthousiaste ploeg jeugdraadvrijwilligers te leren kennen en deel te mogen uitmaken van hun interne veranderingstraject. Ik probeer daarom ook zoveel mogelijk aanwezig te zijn op vergaderingen.”
Emma: “Samen met de jeugddienst schreven we vorig jaar een memorandum, met daarin de belangrijkste thema’s voor de komende bestuursperiode. Alle partijen ontvingen dit document en deden er hun ding mee. We voelen dat de huidige bestuursploeg echt vooruit wil en nieuwe dingen teweegbrengt.”
Welke richting wil je uit met het jeugdbeleid in Beveren? Jeroen: “In de komende legislatuur willen we meer inzetten op breed jeugdbeleid. We moeten een evenwicht vinden tussen het operationele (jeugdwerk, jeugdhuizen, eigen activiteiten …) en het beleidsmatige (mobiliteit, participatie, diversiteit …). Streven naar het label ‘Kindvriendelijke gemeente’ is een goed begin. En vooral het proces ernaartoe: we dagen onze diensten uit om na te denken met een jeugdbril op.”
22
Katrien: “Ik wil met Beveren graag het label ‘Kindvriendelijke gemeente’ halen. En omdat ruimte voor jeugd de belangrijkste ambitie in deze bestuursperiode is, actualiseren we nu ook het bestaande jeugdruimteplan. Daarnaast blijven we onze talrijke jeugdbewegingen verder ondersteunen.”
Emma: “Met het veranderingstraject voor de jeugdraad focussen we meer op de niet-georganiseerde jeugd. We willen de rechtstreekse schakel zijn tussen de jongeren in onze gemeente en het beleid. Zonder de vele jeugdbewegingen uit het oog te verliezen natuurlijk.”
Waarop ben je écht trots? Jeroen: “Binnen ons team van zeven collega’s is het niet eenvoudig om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Daarom richtte ik een jaarlijks strategisch overleg op, waarop we met z’n allen een hele dag de lijnen van onze jeugddienst uittekenen. We trekken erop uit zodat we niet gestoord worden, maar tegelijk geeft het onze groepsdynamiek een boost. Ook met de jeugdraad bepalen we tijdens een groepsweekend waar we dat jaar voor willen gaan. Zo fijn om te zien hoe we al 9 jaar lang zoveel jongeren kunnen warm maken én houden.”
Katrien: “Het originele jeugdruimteplan dat we momenteel vernieuwen en de uitgebreide materiële en financiële ondersteuning die we aan onze jeugdbewegingen bieden. Maar ook de initiatieven die de jeugddienst neemt om de niet-georganiseerde jeugd te betrekken bij het beleid. Zo loopt er op dit moment een belevingsonderzoek naar alle kinderen en jongeren in Beveren.”
Emma: “In 2018 liep een grote campagne rond overmatig alcoholgebruik in samenwerking met de jeugddienst en de preventiedienst. We confronteerden jongeren met hun eigen drankverbruik tijdens fuiven en schonken tijdens het Galabal (stiekem) alcoholvrij bier. Twee geslaagde evenementen! Maar ik ben ook fier op de manier waarop de stuurgroep ons veranderingstraject momenteel uitvoert. Ik heb er alle vertrouwen in.”
We dagen onze diensten uit om na te denken met een jeugdbril op. Wat liep ooit minder goed en wat leerde je eruit? Jeroen: “Een 5-tal jaar geleden startten we ‘Hangmaar’, een nieuwe tienerwerking. Een ruimte ingericht voor én door tieners, waar ze tijdens de zomervakantie vrij kunnen rondhangen, deelnemen aan activiteiten, iets drinken … Hoewel het idee voor een eigen, vrije plek van de jongeren zelf kwam, lijkt te veel vrijheid voor de tieners in onze gemeente niet te werken. Om het deze zomer helemaal anders aan te pakken, organiseerden we in mei een inspraakmoment.”
?
Katrien: “Enkele jaren terug wilden we samen met de scholen een kindergemeenteraad oprichten. Jammer genoeg kwam er erg weinig reactie en staat het project on hold, maar het leerde ons wel dat we inspraak helemaal anders moeten organiseren.”
Meer weten? Jeroen Kersschot, Diensthoofd Jeugd Lees het memorandum: jeugdraadbeveren.com
jeroen.kersschot@beveren.be
Emma: “Hoewel we vroeger veel grootse plannen hadden, werkten we zowel beleidsmatig als evenementieel te weinig echt uit. We focussen nu op één thema per jaar, waardoor het ons beter lukt om projecten af te werken. Ook onze relatie met het gemeentebestuur was vrij oppervlakkig. Dit willen we met Katrien op een andere manier aanpakken!”
23
Wist je dat? Of je nu vier of twaalf jaar bent, spelen in een uitdagende, natuurlijke omgeving en zelf op ontdekking gaan is super leuk. Volwassenen zijn daar soms minder enthousiast over omdat ze bang zijn dat er iets kan gebeuren. Waar ligt die grens tussen veiligheid en uitdaging? De speelomgevingen anno nu zijn aan strenge veiligheidsregels gebonden, waarbij zowel de toestellen als de omgeving een risicoanalyse ondergaan. Dat neemt niet weg dat speelomgevingen er ook natuurlijk en avontuurlijk uit kunnen zien. Tip: Laat kinderen rustig op onderzoek gaan naar hun mogelijkheden en beperkingen zonder ze op een toestel te helpen (waar ze dan misschien ook niet meer af durven). En houd bij de kleintjes rustig een oogje in het zeil.
Ontwerp & Inrichting speelterreinen | www.speelprojecten.be
Je vindt bij ons een schat aan creatieve producten, een uitgebreide collectie gezelschapspellen, leuk speelgoed en origineel spelmateriaal! Ben je op zoek naar een originele knutselactiviteit? Kies uit tientallen kant-en-klare creapakketten: alles geregeld voor een leuk resultaat. Heb je twee linkerhanden? Niet erg! Wij twee rechter, en komen met plezier de knutselactiviteit begeleiden. Véél creatief materiaal en MEGA LEUKE ideeën! Wij zijn specialist in creativiteit én zitten bomvol inspiratie om te delen. Check onze website voor de laatste nieuwe knutseltips. Nog gemakkelijker ... Schrijf je in op onze nieuwsbrief & volg ons via: DeBanierCreatief
24
de.banier
baniercreatief
365 dagen buitenspelen
Boeiend buitenspelen? Zeg ja tegen avontuur en risico! Welk kind vindt het niet heerlijk om te ravotten in het bos of kampen te bouwen in de tuin? En ja, af en toe hoort daar al eens een paar kapotte knieën bij. Toch brengt avontuurlijk en risicovol buitenspelen ook een pak positieve gevolgen met zich mee. Kinderen mogen vrijuit ontdekken en leren risico’s beter in te schatten. En dat geeft een boost aan hun zelfredzaamheid én zelfvertrouwen. Tekst Joris Dekkers
Experimenteren met ...
Beeld Wildebras & de Speeldernis
... materiaal
... hoogte
Met de zomervakantie in ’t vizier delen we graag enkele tips om zelf te experimenteren met risicovolle speelkansen. Kinderen werken graag met gereedschap om eigenhandig of met hulp dingen in elkaar te knutselen. Takken slijpen met een zakmes, houten palletten zagen en een hut timmeren, schieten met pijl en boog … Met goede afspraken kan het allemaal!
... Risico’s
... tempo
Hou kinderen niet weg van gevaarlijke plaatsen, maar leer hen omgaan met de risico’s. Ga bijvoorbeeld eens koken op een zelfgemaakt kampvuur of spelen in de buurt van water of vuur.
Waan jezelf een ware Tarzan en slinger over het water en tussen de bomen. Verder in het rijtje: bomen klimmen, balanceren op een muurtje of speeltoestel …
... natuur
Experimenteer met snelheid. Steppen op de openbare weg maak je nog spannender door de snelheid op te drijven of over een zelfgemaakte ramp te jumpen.
Zoek het avontuur op in de natuur. Ga op zoek naar plaatsen waar je vrij kan spelen, met zo min mogelijk voorwaarden of beperkingen.
Meer speeltips? www.goegespeeld.be
Meer weten? Dan ben je bij
joris.dekkers@bataljong.be of
annelies.schepers@bataljong.be aan ‘t goede adres!
25
Kort nieuws
Save the date! D O N D ERDAG
7 novEMBER
Kampcharter: tips voor een vlekkeloze kampzomer!
Ben jij in jouw gemeente bezig met het aanbod voor kinderen en jongeren? Mis dan het Plan & Play inspiratie-event niet.
•
Overwoog jouw (nieuw) bestuur al om jeugdwerkkampen en –weekends vrij te stellen van toeristenbelasting? Doen!
Op donderdag 7 november gooien we de deuren van ’t Bauhuis in Sint-Niklaas voor je open en sturen we je met tonnen inspiratie terug naar huis.
•
Hanteer één centraal e-mailadres (bv. welkomopkamp@gemeente.be) en laat één persoon de vragen dispatchen. Zo vermijd je dat kampgangers zelf moeten zoeken welke dienst waarvoor verantwoordelijk is.
•
GDPR blijft hot! Adviseer je jeugdwerk om in hun communicatie naar de kampplek een adres te vermelden zonder persoonlijke naam. Dit adres mag wel doorgegeven worden aan derden (gemeente, musea, sportcentra, domeinen …) zodat ze nuttige info kunnen bezorgen.
D IN SDAG
19 novEMBER Op dinsdag 19 november is iedereen welkom op de kick-off van het Vlaams Netwerk Kind- en Jeugdvriendelijke steden en gemeenten. Een dag volledig in het teken van de kinderrechten in een lokale context. Kom mee netwerken en inspiratie opdoen. Meer weten? Volg het netwerk op Facebook (@NetwerkKJV) of contacteer jolijn.dehaene@bataljong.be
Voorbeeld: Chiroksa Scoutem Bareeldreef 2 Havelgem Op Den Berg
Lerend netwerk Buitenschoolse kinderopvang Met het nieuwe decreet Buitenschoolse kinderopvang komt de regie voor de organisatie van buitenschoolse opvang bij het lokaal bestuur terecht. Het decreet zal invloed hebben op je vrijetijds -en algemene jeugdbeleid. Bataljong volgt daarom alle ontwikkelingen op en informeert je via onze Dropzone, nieuwsbrief en website. Samen met VVSG, VDS en ISB werkt Bataljong ook aan een Lerend Netwerk dat 4 keer zal samenkomen in de periode 2019 - 2020.
Meer info of zelf deelnemen? www.vvsg.be/vormingen/lerend-netwerk-regie-buitenschoolse-opvang-in-samenwerking-met-vele-partners
26
s Lee tips
!
B OEK
P U B L ICA T IE
Jongeren in cijfers en letters
Inspiratiegids Jongeren en gezondheid
In dit boek vind je een schat aan recent cijfermateriaal over het leven van jongeren. Een inspiratiebron voor al wie over jongeren denkt, met hen werkt of zijn kennis over de jeugd in Vlaanderen en de grootsteden wil verruimen.
Als jeugdambtenaar wil je een beleid en acties opzetten voor de jeugd in je gemeente. Je wil participatie van kinderen en jongeren stimuleren en ervoor zorgen dat ze zich fysiek en mentaal goed voelen. De instrumenten van Gezonde Gemeente, de gezondheidsambtenaar en partners uit de gezondheidssector kunnen jou ondersteunen om het welbevinden en de gezondheid van de jongeren te verhogen. En als jeugdambtenaar kan je bijdragen aan gezondere inwoners. Een duidelijke win-win voor jeugd- en gezondheidsbeleid.
In 2018 voerde het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) drie studies uit met als doel de leefwereld, de levensomstandigheden en het gedrag van jongeren in Vlaanderen en Brussel in kaart te brengen. Meer dan 11 000 jongeren tussen 10 en 25 jaar werden bevraagd over een breed palet aan thema’s: schoolbeleving, dader- en slachtofferschap, interetnische relaties, politiek, vrijetijdsbesteding, genderidentiteit ‌ Waar mogelijk legt het boek de verbinding met de resultaten uit vorige afnames van de JOP-monitor en de JOP-schoolmonitor.
Download de publicatie op www.gezondleven.be/files/gemeente/jeugden-gezondheid.pdf
Te koop via www.acco.be
Zelf ook een boek, site of publicatie gespot die niemand mag missen? Laat het ons weten, we delen ze graag! mieke.vispoel@bataljong.be 27
Boost je kennis Maak jij ook al plannen voor dit najaar? Blijven leren, inspiratie opdoen, je netwerk verruimen en mensen ontmoeten kunnen we je alleen maar aanraden! Daarom ondersteunen we je met een straf aanbod van vormingen, uitwisselingen en activiteiten. We lichten alvast een tipje van de sluier op!
Starterstweedaagse
ICY-conferentie
Werk je nog maar pas op een jeugddienst en wil je je basiskennis verdiepen? Dan is de starterstweedaagse zeker iets voor jou! We dompelen je twee dagen lang onder in de wondere wereld van de jeugddienst.
Het InterCity Youth-netwerk waarvan Bataljong deel uitmaakt organiseert jaarlijks een conferentie. Na de editie in Leuven (2017) en Thessaloniki (2018) is Helsinki dit jaar de gaststad voor de 8ste ICY-conferentie met als hoofdthema participatie.
19 en 20 september 2019 in Merelbeke
9 tot en met 11 oktober 2019 in Helsinki
Plan & Play beurs
Trip(le) Lokaal in ‘t nieuw
Is de programmatie voor je gemeentelijk jeugdaanbod helemaal jouw ding? In november ben je welkom in ’t Bauhuis Sint-Niklaas voor de 3de editie van de Plan & Play beurs: het netwerk- en inspiratiemoment voor programmatoren.
Dit najaar komen we naar jullie toe met een avond vol inspiratie en vormingen voor jeugdraders. De focus? Beleidsparticipatie, je stem laten horen en netwerken met elkaar. Trip(le) Lokaal in een nieuw jasje!
7 november 2019 in Sint-Niklaas
Vijf avonden in november & december, verspreid over Vlaanderen
#sterkbeleidvoorjongeinwoners www.bataljong.be