Tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren
PB- PP
Bataljong · Ossenmarkt 3 · 2000 Antwerpen · P206352 · Afgiftekantoor: 2000 ANTWERPEN Stuivenberg September 2020 - Jaargang 29 - nr. 3 · Verschijnt 4x per jaar: maart - juni - september - december
Dropzone BELGIE(N) - BELGIQUE
G LO E D N IEU WE TO O L S VO O R ST ER K JE U G D B E L EI D
De Koekendoos Een Queeste van Doen A A N HET WO O RD
De rollen van de jeugdambtenaar
JEU G D B EL E ID E N CO R O N A
Een hefboom voor beter jeugdbeleid
14
10
Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.
Colofon Met de medewerking van Frauke Baeyens Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Joris Dekkers Bert Delville Ellen De Grauwe Jolijn De Haene Zita De Pauw Tülin Erkan Ilse Holvoet Hannes Jossart Imke Pichal Wim Soontjens Filip Stallaert Jurgen Sprangers Hans Theuns Tieme Verlinde Coördinatie Tülin Erkan Vormgeving hierbenik.be
Nieuws uit de pijler breed jeugdbeleid
De koekendoos: een hapklare tool voor de brede jeugdreflex
Verantwoordelijke uitgever Jurgen Sprangers, Brasschaat Contact Bataljong vzw, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen info@bataljong.be 03 821 06 06 www.bataljong.be
Ook in crisistijd komt de waarheid uit een kindermond
Verder in dit nummer: 4
In gesprek met Stan Van Hees Throwback naar een volledige loopbaan op de jeugddienst van Turnhout
8
Druk Drukkerij Jansen Coverfoto Alexander Dummer
Corona als hefboom voor beter beleid voor kinderen en jongeren
Nieuws uit de pijler beleidsparticipatie Een Queeste van Doen
18
Project XX Droom groots
20
Mind the Gap Thuisloosheid bij jongvolwassenen voorkomen en beëindigen
22
De rollen van de jeugdambtenaar in de praktijk
Het klinkt weinig geëngageerd, maar dit zinnetje heeft mij de laatste maanden in balans gehouden. Er was immers maar één zekerheid in de hele coronacrisis: niks is zeker. Dat aanvaarden was mijn trucje. Maar ieder vogeltje zingt zoals ie gebekt is, dus ik zag verschillende coping mechanismen. Bij het Bataljongteam én onder de vele jeugddiensten die overspoeld werden met de exitstrategieën (of het gebrek eraan) voor kinderen en jongeren. De vertegenwoordigers van het jeugdbeleid hebben dat fantastisch gedaan en volgehouden. We bewonderen jullie drive, flexibiliteit en veerkracht!
Elke crisis heeft kansen. We grijpen die. Elke crisis heeft (een trein van) opportuniteiten om snel ‘op te springen’. Soms holder-de-bolder, maar de grootste wins komen vaak ongepland. Jullie grepen heel wat kansen om lokaal het verschil te maken voor kinderen en jongeren. Ook Bataljong greep de kans om haar meerwaarde te bewijzen als bovenbouwer én ledenorganisatie van lokale besturen. Een bijzonder dankwoord aan mijn collega’s van Team Bataljong is dan ook op zijn plaats. “Dreamteam, merci!”
Niet terug naar business as usual. Her en der ontstaan er relancecomité’s. We moeten beter kunnen dan terugschakelen naar het oude normaal. Hoe kunnen we de gestegen aandacht voor kinderrechten verankeren? Het groeiend belang van jeugdbeleid verzilveren? De samenwerkingen met andere diensten versterken? De lessen rond digitaal werken verinnerlijken? De aandacht voor kwetsbaarheid scherp houden? Zorgen dat vrije tijd niet zomaar weer een luxegoed wordt? De jonge inwoner op de agenda houden? Challenge jezelf en je dienst en tackle deze uitdagingen, zoals je corona tacklede.
Hoop op regionale verbinding. Om jullie daarbij maximaal te ondersteunen, vroeg Bataljong in haar beleidsnota 21-25 extra middelen aan minister Dalle om opnieuw regionale ontmoeting en werking op te zetten. Zodat jullie met elkaar en over het gemeentemuurtje heen kunnen werken aan sterk beleid voor jonge inwoners. Zonder extra budget kan het niet. Dus we kruisen onze vingers voor een Vlaamse investering op de plek die heeft aangetoond het verschil te maken.
Beleidsmedewerkers en jeugdwerker aan het woord
26
Altijd speeltijd! Speelplaatsen breken open
Jurgen Sprangers Directeur Bataljong
Het belang van jeugdruimte in tijden van corona
30
Deontologische code
32
Driehoeksverhouding Stad Oudenaarde
34
facebook.com/Bataljong
Stel je vraag
Kalender De 10 coronageboden - Dit staat binnenkort op de planning
Laat ons weten hoe jij werk maakt van #sterkbeleidvoorjongeinwoners
instagram.com/Bataljong @Bataljong linkedin.com/company/Bataljong
3
In gesprek met Stan Van Hees Tekst Wim Soontjens
Met pensioen gaan na een volledige loopbaan op de jeugddienst. Dat verdient een dikke shout-out! Stan Van Hees is gepokt en gemazeld op de jeugddienst van Turnhout en stond mee aan de wieg van Bataljong. Vlaamse jeugdconsulenten verenigt u voor het afscheidsinterview met Stan.
WIE IS STAN VAN HEES? Stan, hoe herinner jij jouw eerste dag op de jeugddienst van Turnhout? Aantal jaren op de jeugddienst: Bijna 40 jaar! Ik ben begonnen als stagiair in 1978. In 1980 was ik actief als vrijwilliger. De volgende twee jaar deed ik burgerdienst in de Wollewei en in 1983 en 1984 werkte ik in cultuurcentrum De Warande. Vanaf eind 1984 tot nu terug bij de jeugddienst; als tewerkgestelde werkloze, als gesco en sinds een dikke 10 jaar zelfs als statutaire jeugdconsulent. Beste advies: Blijven lachen!
De eerste dag op de jeugddienst was mijn eerste stagedag van het tweede jaar sociaal-cultureel werk. Jeugdcentrum Wollewei bestond nog niet zo lang. Ik kende Wollewei door er af en toe een pint te gaan drinken. Ik had geen idee wat er allemaal achter zo’n jeugdcentrum zat of wat een stedelijke jeugddienst was of deed.
Jeugddiensten waren toen een nieuw verschijnsel in Vlaanderen? Ja, in de kleinere regionale centrumsteden doken ze het eerst op. Geel, Turnhout, Hasselt, Maasmechelen, Mechelen, Kortrijk, … Dat waren de sterkhouders van toen.
Het eerste tijdschrift van VVJ heette toen ‘De Ambetante Ambtenaar’. En zo voelden wij ons ook. 4
Wat dreef jou om op de jeugddienst van start te gaan? Aan het einde van de jaren ‘70 waren er een paar begeesterende figuren actief rond politiserend vormingswerk. Mijn voorganger, Jan Starckx, was er één van. Het was een soort late alternatieve hippiebeweging en dat sprak me aan. Hun termen in de praktijk brengen binnen een gemeentelijke context vond ik helemaal te gek. Het eerste tijdschrift van VVJ heette toen ‘De Ambetante Ambtenaar’. En zo voelden wij ons ook. Vanuit de jeugddiensten zetten we de toon voor een andere ambtelijke cultuur binnen lokale overheden.
Het is goed dat er telkens bakens worden verzet. Dat betekent dat we als jeugddiensten een verschil hebben gemaakt. Wat waren de grootste verschillen met het jeugdbeleid van vandaag? Er zijn natuurlijk veel verschillen omdat we verder staan dan vroeger. Maar de drie kernopdrachten blijven voor mij nog altijd dezelfde: 1. Een vrijetijdsbeleid voor kinderen en jongeren uitrollen met een ondersteuning van het privaat aanbod en het eigen aanbod. Dat blijft heel belangrijk. Ik blijf daar in geloven. 2. Kinderen, tieners, jongeren, zoveel als mogelijk betrekken bij het lokaal beleid en bij beleidsbeslissingen die belangrijk zijn en een impact hebben op hun leven. 3. De belangenbehartiging. Dit noemen we nu de brede jeugdreflex en is nog altijd hot en actueel. Breed jeugdbeleid wordt anders ingevuld, bijvoorbeeld door de kindvriendelijke steden en gemeenten en het label. Het legt de ambitie weer een stuk hoger. En dat is wat verschilt met vroeger. Het is goed dat er telkens bakens worden verzet. Dat betekent dat we als jeugddiensten een verschil hebben gemaakt.
Lokaal jeugdbeleid was misschien niet altijd de grootste prioriteit doorheen de jaren. Hoe koos je jouw ‘gevechten’? Ik ben eigenlijk nooit de grote ideologische discussies aangegaan. Ik heb altijd gezocht naar het haalbare. Altijd gezien met wie we coalities kunnen aangaan om een verschil te maken om iets meer te kunnen betekenen voor de doelgroep. Soms ging dat goed, soms ook minder, maar eigenlijk hebben we in Turnhout gedurende heel mijn loopbaan ontzettend veel geluk gehad met onze schepenen van jeugd.
Wat vind je jouw grootste verwezenlijking waarop je steeds met trots terugkijkt? Er zijn een aantal dingen die we heel goed doen. Turnhout was één van de eerste die het label kindvriendelijke stad kreeg. Mét een heel goed rapport van de jury. Daar heb ik weinig verdienste aan, maar ik pak er graag mee uit (lacht). Ons jeugdwelzijnsoverleg bestaat nog altijd en wordt door alle deelnemers erg positief geëvalueerd. Dat doet me heel veel plezier. Het model heeft ondertussen zijn nut wel bewezen. Ook hebben we in Turnhout een heel sterk team jeugdwelzijnswerkers in het veld. Het is niet altijd gemakkelijk om dat vanuit een gemeentelijke context te doen, maar de gemeentelijke vzw voor jeugdwelzijnswerk heeft ook z’n voordelen.
5
Hoe herinner jij je de opstart van de Vereniging Vlaamse Jeugdconsulenten? Ahaa! Daar kan ik wel wat over vertellen (lacht). Het was een bende geëngageerde hippies die samen hadden nagedacht over het profiel van de jeugdconsulent en wat jeugddiensten moesten zijn. Van daaruit vonden ze elkaar en werd een zelfhulpgroepje opgestart: een vaktechnische zelfhulpgroep voor uitwisseling van ervaringen, meningen en probeersels. Het profiel van die eerste jeugdconsulenten kwam erg overeen en de schaal van de kleine regionale steden waarin ze werkten sloot mooi aan. In de Vlaamse administratie zaten bovendien een paar mensen die het idee van vereniging genegen waren en mee verdedigden. Bij de start was de Vlaamse Vereniging Jeugdconsulenten een ledenvereniging zonder eigen personeel. Het werk werd gedaan door de mensen die het meest actief waren in de sector. Zo herinner ik me dat May Daems van de stad Geel de eerste penningmeester was. De eerste kost van VVJ was de rekenmachine voor May.
6
Toen VVJ de Vlaamse Cultuurprijs kreeg, zorgde dat voor een boost van de vereniging én van de lokale jeugddiensten. Bataljong kende als organisatie een hele evolutie sinds het ontstaan van VVJ. Welke keuzes heb je toegejuicht en wanneer maakte de organisatie volgens jou een verkeerde keuze? Het grote engagement in het eerste Decreet Lokaal Jeugdbeleid heeft de organisatie heel sterk gemaakt. Guy Redig heeft de organisatie op dat moment in de jaren ’80 op de kaart gezet. Toen VVJ de Vlaamse Cultuurprijs kreeg, zorgde dat voor een boost van de vereniging én van de lokale jeugddiensten. Over de verkeerde keuzes van de organisatie kan ik niet veel zeggen want ik heb zelf bijna 20 jaar in de Raad van Bestuur gezeteld (lacht). Toch blijft het soms een moeilijke zoektocht voor Bataljong als ledenorganisatie naast VVSG, die dezelfde opdracht heeft maar een mandatarissenorganisatie is. Enerzijds is VVSG een heerlijke partner om mee samen te werken. Heel deskundig. Ze hebben middelen om dingen in beweging te zetten in gemeentebesturen. Anderzijds moeten we als jeugddiensten riskeren om af en toe eens de rebel uit te hangen en te zeggen: ‘Foert, wij denken hier anders over.’ Dat is niet altijd gemakkelijk want je bent als organisatie ook afhankelijk van subsidies voor je beleidsplan. Het is soms dansen op een slappe koord.
We moeten als jeugddiensten riskeren om af en toe eens de rebel uit te hangen en te zeggen: ‘Foert, wij denken hier anders over.’ Wat is de grootste uitdaging voor het lokaal jeugdbeleid in de nabije toekomst? De toekomst van de categoriale diensten. Het is een uitdaging die al 10 jaar als een olifant in de kamer staat. Er zijn op Vlaams niveau verschillende zwaargewichten die het doelgroepenbeleid openlijk in vraag stellen. Ik herinner me nog een discussie waarin werd gezegd: ‘Je kan als categoriale dienst niet de knowhow in huis hebben om én deskundig te zijn in bijvoorbeeld ruimtelijke ordening én tegelijkertijd daarin de belangen van je doelgroep verdedigen. Dus moet er in al die sectoren iemand zijn die nadenkt over de impact voor kinderen, voor bejaarden, voor mensen in armoede, voor allochtonen, …’. Als we dat doortrekken, gaat een doelgroepenbeleid heel snel niet meer bestaan of iets pro forma krijgen en dat mag het nooit zijn.
Welke rol zie je weggelegd voor Bataljong om haar leden te ondersteunen in deze uitdaging? Bataljong moet heel strategisch het belang van de stem van kinderen, tieners en jongeren blijven benadrukken. Zoals nu in de recente coronacrisis heeft Bataljong zichzelf perfect geprofileerd. In elke berichtgeving over kinderopvang, over jeugdkampen,… staat Bataljong er vooraan bij. Niet alleen voor de organisatie, maar voor alle gemeentelijke jeugddiensten is dat belangrijk.
Snelvuur Wie was je grootste voorbeeld of inspiratiebron? Jan Starckx en Guy Redig. Dat zijn de klassiekers. Wat zal je het meeste missen van je job? Het dagelijks contact met jonge mensen en het team van jonge enthousiaste medewerkers. Wat is het eerste dat je gaat doen als je met pensioen bent? Een barbecue geven voor de collega’s. Maar dat doe ik elk jaar. En heb je voor de rest nog plannen? We hebben altijd gezegd: ‘Als het er op zit, gaan we in Bretagne wonen.’ Maar met een kleinkind is dat anders. Marjan gaat niet meer mee. Misschien in de Ardennen…
Geniet van je pensioen, Stan. We komen je zeker nog eens tegen. Dan praten we tussen pot en pint en met evenveel vuur verder over het jeugdbeleid van toen en nu.
7
Nieuws uit de pijler beleidsparticipatie
Tekst Hannes Jossart
Voor jeugdraden die graag even willen ontsnappen aan de coronarealiteit en ervan overtuigd zijn dat het vroeger allemaal beter was, is er nu het bordspel ‘Een Queeste van Doen’. Een spel voor jeugdraden waarin ze worden teruggeblazen naar de Middeleeuwen. Niet om het coronavirus klein te krijgen, wel om het gestolen Gouden Vaandel van het koninkrijk Partivarium terug te brengen. Doel van het spel? Een houvast bieden om zelf een succesvol participatietraject op te zetten waarbij samenwerking met het gemeentebestuur en een effectieve impact op het beleid centraal staan.
Welke missies kom je allemaal tegen?
Hoe is het spel tot stand gekomen?
Het spel telt in totaal 8 missies. Dat is niet niks maar het zijn de basisonderdelen die bij elk kwalitatief participatietraject horen: projectlijnen uitzetten, draagvlak zoeken, duidelijke afstemming met gemeentebestuur over de reikwijdte van het traject, kinderen en jongeren actief betrekken, aanbevelingen doen, transparant communiceren…
Voor de spelontwikkeling hebben we samengewerkt met De Aanstokerij. Educatieve spelen ontwerpen en begeleiden is hun corebusiness. Omdat jeugdraden naar een voelbare impact op het beleid streven maar daar niet altijd in slagen, hebben we deze uitdaging in een spelformat gegoten. Een Queeste van Doen was geboren.
Flinke uitdaging… maar niet vanzelfsprekend lijkt me?
Er is ook een online gedeelte?
Klopt. In ‘Een Queeste van Doen’ hoor je ‘een kwestie van doen’. Zo is het met participatie ook. Vaak moet je er gewoon mee beginnen… maar het dan ook wel doen. De jeugdraad gaat echt de handen uit de mouwen moeten steken maar ze weten ook wat er aan de eindmeet ligt. De vragen, obstakels en mooie momenten die ze onderweg tegenkomen, maken deel uit van de leerschool. Tijdens de queeste ontwikkelt de jeugdraad inzichten en visie op participatie en werken ze nauw samen met de stad of gemeente.
Welke functie heeft het spel? Voor wie is het spel bedoeld en waarom moet je het spelen? ‘Een Queeste van Doen’ is een bordspel op maat van jeugdraden dat hen via een speels actieplan vooruithelpt om participatie te organiseren. Het spel gidst je stap voor stap doorheen de queeste en beoogt een participatieve succeservaring. Dat wil zeggen dat wanneer je het spel uitspeelt je een duidelijke impact hebt gehad op het beleid met zichtbare en voelbare resultaten bv. nieuw ingerichte jeugdvriendelijke plaatsen, zichtbare mobiliteitsaanpassingen, een vernieuwend aanbod jeugdcultuur.
8
Het spel gidst je stap voor stap doorheen de queeste en beoogt een participatieve succeservaring.
Het spel fungeert een beetje als coach of begeleider die de jeugdraad doorheen het participatietraject gidst. Tijdens de eerste missie ‘Ontsnappen uit de stad’ gaat de jeugdraad op zoek naar een concreet project waarop zij hun stempel willen drukken (bv. openbare plaatsen mee jeugdvriendelijk maken). Onderweg komen ze heel wat inwoners van het koninkrijk tegen die hen doen nadenken over een aantal zaken. Want in hun tweede missie, ‘De Ronde Tafel’, gaat de jeugdraad hun idee moeten voorleggen aan andere betrokken partijen zoals het lokaal bestuur, ambtenaren, vereniging(en)… Bedoeling is dat de jeugdraad bij aanvang van een nieuwe missie goed voorbereid is. Het spel helpt hen daarbij.
?
Meer info: hannes.jossart@bataljong.be
Inderdaad. Bij het bordspel staat het zoeken naar een gedragen thema en de voorbereiding op het Rondetafelgesprek (gesprek met o.a. betrokken beleidsmakers en ambtenaren) centraal. De rest van de queeste wordt ondersteund met online tools en tips & tricks. Je vindt deze op www.eenqueestevandoen.be.
Kan ik het spel gewoon kopen? Een Queeste van Doen kan je vanaf september 2020 aankopen via de webshop van De Aanstokerij. In de aankoop zit een standaardbegeleiding van missie 1 inbegrepen. Net omdat deze zo belangrijk is en een goeie opstart en vibe van het project cruciaal zijn voor het slagen van de queeste. Je kan ook een train de trainer-sessie* volgen waardoor je het spel aankoopt zonder begeleidende sessie. De kostprijs van het spel (inclusief begeleidende sessie door De Aanstokerij) bedraagt € 155 (excl. verplaatsingskosten).
Koop het spel hier! https://shop.aanstokerij.be/576-een-queeste-van-doen.html
9
Nieuws uit de pijler breed jeugdbeleid
De brede jeugdreflex (BJX) is het automatisme (= reflex) bij alle kernspelers in lokaal beleid; om over beleidsdomeinen heen (= breed) rekening te houden met; alle kinderen en jongeren die in de gemeente wonen en komen (= jeugd). Voorheen spraken we over de ‘categoriale jeugdreflex’. We beslisten om sinds voorjaar 2020 over de brede jeugdreflex of BJX te spreken. Een duidelijker begrip, met dezelfde betekenis.
Gespreksopener De koekendoos is een conversation starter om het gesprek aan te gaan rond de brede jeugdreflex. Met de nodige koekjes en een goeie tas koffie praten over sterk beleid voor jonge inwoners. De koekendoos bevat op elke zijde informatie over de vier centrale vragen die aan bod komen in de visietekst. Wat is de BJX? Waarom zou je aan de BJX werken? Hoe doe je het? Met wie werk je eraan?
Een koekje met een verhaal We doopten onze koekendoos ‘Le Petit Heure’. De koekendoos wil drie zaken vertellen:
Werken aan de brede jeugdreflex? Gebruik de koekendoos! Tekst Tieme Verlinde
Beeld Tülin Erkan
Sterk beleid voor jonge inwoners voer je in heel wat beleidsdomeinen. Daar lees je alles over in onze visietekst over de brede jeugdreflex. Dat klinkt allemaal goed op papier. Maar hoe pak je dat nu aan in de praktijk? We ontwikkelden verschillende tools om als lokaal bestuur aan de slag te gaan met de brede jeugdreflex. Maak kennis met onze recentste tool: de koekendoos.
10
1. De uitleg bij de koekendoos vraagt een ‘klein uurtje’ van je kostbare tijd. Net genoeg om te luisteren naar een verhaal over hoe je kind- en jeugdvriendelijk beleid in de stad of gemeente kan ontwikkelen. 2. Het koekje wekt een positieve emotie op. Het roept blije herinneringen op vanuit de jeugdjaren, brengt je gesprekspartner(s) in de juiste stemming om hem/haar te overtuigen. 3. Het koekje staat symbool voor de brede jeugdreflex. De BJX is een cultuur, een houding, een mindset die je niet meer loslaat en waar je elke dag aan werkt.
“De meerwaarde aan de koekendoos is dat het iets fysiek is. Het geeft op een leuke, ontspannende manier de volledige visie weer op een koekendoos.“ (Jonas Lenaers, verantwoordelijke team welzijn-jeugd Heusden-Zolder)
11
Je hoort het je moeder nog zeggen: ‘in onze tijd ging dat wel anders’… Buitenspelen!
Overtuig eens een collega Met de koekendoos onder de arm open je de ogen van mensen. Je laat hen een stap verder zetten op vlak van de brede jeugdreflex. Dat kunnen beleidsmakers zijn, denk aan het managementteam, diensthoofden of college van burgemeester en schepenen. Ook de jeugdraad of een geïnteresseerde collega kunnen dit koekje ongetwijfeld smaken. Idealiter heeft je gesprekspartner na dit gesprek honger naar meer.
“Met de tools van de brede jeugdreflex willen we iedereen helpen herinneren dat onze dienst voor méér staat dan ‘sport en spel’. Jeugd is niet louter te herleiden naar ‘spel’, maar gaat ook over mobiliteit, welzijn, cultuur, ruimte...” (Leen Van Eetvelde, Dienst jeugd en sport, Lokeren)
“Net nadat we de fantastisch mooie koekendoos ontvangen hadden zijn we in lockdown light gegaan en moesten we telewerken. Via telefoon en videocalls zijn we nu nog meer in contact met andere diensten. De koekendoos heb ik zo al eens visueel getoond en gezegd dat we wel nog eens een babbeltje en koekje zullen uitwisselen zodra alles achter de rug is. Mijn contacten met overkoepelende diensten verlopen echt al goed en worden beter en beter, mede dankzij Bataljong! “ (Pieterjan Beheydt, jeugdconsulent Avelgem)
“Ik testte de formule van de koekendoos uit op enkele collega’s. Ze lijken aandachtiger te luisteren omdat je iets hebt om naar te kijken. Breed jeugdbeleid wordt een beetje meer tastbaar.” (Klaartje Mariën, jeugdconsulent Sint-KatelijneWaver en lid commissie breed jeugdbeleid)
Een productie van de commissie breed jeugdbeleid Eén van de opdrachten van onze commissie breed jeugdbeleid is het omzetten van de visie in hapklare en gebruiksvriendelijke tools. In het voorjaar van 2020 werd de koekendoos opgeleverd. Diverse commissieleden werkten eraan mee: het concept bedenken, de tool uittesten en bijschaven, vormgeven, feedback geven…
Interesse in de andere tools rond de BJX? Ontdek ze op www.bataljong.be/tools-voor-de-bjx
12
www.speelprojecten.be
Toen: Na een woensdagmiddag heerlijk buiten te hebben gespeeld met de buurtkinderen, liep je fluitend terug naar huis. Een spannende wedstrijd zaklopen, in van die scherp geurende jute zakken. Onder de modder kwam je thuis en je wist al wat je moeder zou gaan zeggen. Gelukkig nam je vader het dan nog wel eens voor je op, door te zeggen dat jullie natuurlijk niet voor niets een wasmachine hebben.
“Door de tools te leren kennen verruimt je inzicht als jeugdambtenaar, je legt verbanden en onderdelen van de visietekst worden scherper. Daardoor verdiep je je eigen visie. Dit helpt om de visie te droppen op meer plekken en bij een gevarieerder publiek.” (Filip Stallaert, stafmedewerker Bataljong)
• Leer werken met de koekendoos op het trainingsmoment brede jeugdreflex, op maandag 21 september (13u-16u). Locatie: kantoor Bataljong (Antwerpen). • Inschrijven?: www.bataljong.be/ trainingsmoment-bjx • De commissie breed jeugdbeleid bestaat uit lokale besturen en partnerorganisaties.
?
Interesse? Contacteer tieme.verlinde@bataljong.be
Nu: Als je nu langs een speelplaats loopt, ziet het er rustiger uit dan vroeger. Ook op grasveldjes zie je steeds minder kinderen. Vandaag de dag vertoeft het kroost steeds vaker voor de TV of zit achter de computer … euh tablet of smartphone te chillen. Gelukkig zie je ook nog wel eens kinderen buiten spelen en sporten. Bijvoorbeeld op een coole trampoline. En trampolines zijn niet alleen leuk, maar je oefent ook vaardigheden als lichaamsbeheersing, coördinatie en balans.
Je vindt bij ons een schat aan creatieve producten, een uitgebreide collectie gezelschapspellen, leuk speelgoed en origineel spelmateriaal! Ben je op zoek naar een originele knutselactiviteit? Kies uit tientallen kant-en-klare creapakketten: alles geregeld voor een leuk resultaat. Heb je twee linkerhanden? Niet erg! Wij twee rechter, en komen met plezier de knutselactiviteit begeleiden. Véél creatief materiaal en MEGA LEUKE ideeën! Wij zijn specialist in creativiteit én zitten bomvol inspiratie om te delen. Check onze website voor de laatste nieuwe knutseltips. Nog gemakkelijker ... Schrijf je in op onze nieuwsbrief & volg ons via: DeBanierCreatief
de.banier
baniercreatief
13
Bataljong is trots op de vele jeugdambtenaren, schepenen van jeugd en jeugdwerkers die de boel rechthouden en het verschil maken.
Ook in crisistijd komt de waarheid uit een kindermond Tijdens corona werden 44.000 kinderen bevraagd door Keki, Kireco en het Kinderrechtencommissariaat. Bataljong destilleerde 6 aanbevelingen voor lokale besturen. 1
2
3
Corona als hefboom voor beter beleid voor kinderen en jongeren
4
5
6
Tekst Jurgen Sprangers
In elke crisis zit een kans. En die is er in deze coronacrisis zeker ook voor het jeugdbeleid. Hoe benut je de gestegen aandacht voor de jonge inwoners? Welk duurzaam antwoord formuleer je op de nood aan kennis over die doelgroep en gericht
14
Beeld Snapwire
beleid ervoor? Was je wel eens gefrustreerd over de beperkte status en budgetten die er zijn voor breed beleid voor kinderen en jongeren? Dan ligt hier misschien je kans om de jonge inwoners hoger op de gemeentelijke agenda te zetten.
Vertrek vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren Praat met, niet over, kinderen en jongeren in de coronacrisis Zorg voor concrete, begrijpbare en directe informatie Hou rekening met ‘onzichtbare’ en kwetsbare kinderen en jongeren Voorzie ruimte waar kinderen en jongeren in rust schoolwerk kunnen doen Faciliteer en stimuleer spel en ontmoeting – ook in de publieke ruimte
Meer cijfers en bevindingen lees je op www.bataljong.be/de-waarheid-komt-uit-eenkindermond
In crisistijd laat jeugdbeleid zich van haar sterkste kant zien Meer dan spelen met de kindjes Beleid voor jonge inwoners is veel meer dan ‘spelen met de kindjes’ en blijkt van cruciaal belang tijdens lockdown en corona-exit. Jeugddiensten, -ambtenaren, -schepenen en -raden werden van heel wat zaken de draaischijf: noodopvang in en rond de scholen, communicatie met kinderen en jongeren, bereik van kwetsbare gezinnen, het zomeraanbod voorbereiden in een lange periode van onduidelijkheid, triagecentra ondersteunen, de publieke ruimte voor kinderen en jongeren heropenen (skate-, sport-, speelgelegenheden), beleidsparticipatie opzetten in coronatijden, coronaproof studeerplekken inrichten, jeugdwerk op maat ondersteunen, uitwerken van een goede besteding voor de middelen uit het noodfonds… De jeugddiensten en alle collega’s die expliciet werken voor de jonge inwoners, hun begeleiding en gezinnen… toonden zich vaak heel flexibel en werklustig. Jeugd bleek niet gewoon ‘een aanbod’ dat dreigde stil te vallen, maar toont nu haar ware gelaat: die van een essentiële, kwetsbare maar veerkrachtige groep inwoners in de gemeente. Breed jeugdbeleid als noodzakelijk fundament van een zoekend gemeentelijk beleid in crisis. Bataljong is trots op de vele jeugdambtenaren, schepenen van jeugd en jeugdwerkers die de boel rechthouden en het verschil maken. Een dikke pluim voor jullie engagement!
15
Sterk beleid voor jonge inwoners verdient structureel een betere status Blijf de helpende hand reiken voor projecten van collega’s
Ben je een profiteur als je die verdienste wil omzetten in een structureel betere status in de gemeente? Verre van. Misschien is dat niét willen doen net naïef. Ook veel collegadiensten, leidinggevenden en politici zien hoe belangrijk de aandacht voor kinderen en jongeren is en welk verschil het jeugdbeleid en de jeugdambtenaren maken, ondanks soms beperkte slagkracht. Ook in het federale en Vlaamse beleid werden kinderen en jongeren eerst vergeten. Toch groeide langzaam het besef dat zij niet de dupe mogen worden van deze crisis en in een goede samenwerking tussen middenveld, wetenschap, overheid en leidende politici zijn de belangen van (kwetsbare) kinderen en jongeren steeds hoger op de agenda gekomen. Ook daar biedt corona kansen om kinderrechten en jeugdbeleid structureel beter te verankeren.
Hoe zet ik die tijdelijke aandacht om in duurzame winst? Breng succesverhalen in beeld Zorg ervoor dat je tussentijdse succesjes viert en in beeld brengt, zowel intern (binnen het lokaal bestuur) als extern (naar de burgers). Op die manier zien collega’s wat je relevantie als jeugdambtenaar of jeugddienst is. En wie weet schrijf je je volgende succesverhaal met een dienst waarmee je het nooit voor ogen hield.
Blijf positief geëngageerd Mogelijk speelt de vermoeidheid je parten en voel je ook wel eens wat frustratie over hoe de voorbije maanden gelopen zijn. Maar door klagend en eisend aan de slag te gaan, sla je je eigen ruiten in. Niet doen, ook al heb je strikt genomen ‘het gelijk’ aan je kant. Blijf positief en wervend. Zeg niet: “Wij hebben jullie maanden bijgesprongen, dus nu verwachten wij dat jullie…” Maar zeg: “Blij dat we elkaar beter leerden kennen. Wij hebben zin om nog meer samen te werken rond …”
16
Ook in crisistijd komt de waarheid uit een kindermond.
Spreken = zilver, luisteren = goud. Luister naar de ambities van collega’s en reik een helpende hand. Misschien wil de communicatiedienst nu meer kinderen en jongeren bereiken met de algemene gemeentecommunicatie? Misschien willen je welzijnscollega’s angstige gezinnen uit hun isolement halen en zien ze kinderen als een belangrijke schakel? Of zijn je collega’s van kinderopvang geïnspireerd door jullie creatieve aanpak, en willen ze hun kinderbegeleiders hiermee inspireren? Als expert in de leefwereld van kinderen en jongeren, kan jij hen coachen om ook hun projecten op maat van jonge inwoners waar te maken. Blijf je expertise benoemen en aanbieden. Wees geduldig als een visser. Ook al bijten ze de eerste keren nog niet.
Netwerken is ook werken
Baken enkele heldere doelen af Ga niet met een vage eis voor ‘meer aandacht voor jeugdbeleid’ of met een ellenlange waslijst verwachtingen de boer op. Durf kiezen voor 1 of 2 duidelijk omlijnde projecten. Kies zaken waarbij je een verschil maakt voor kinderen en jongeren, maar die samenwerking en investering van anderen vereisen. Baken eerst met je jeugdcollega’s af wat je exact wil bereiken. Gebruik beelden voor de gewenste situatie. Maak puntsgewijs helder wat je verwacht van bepaalde stakeholders. Ga voor een concreet succes op korte of middellange termijn. Successen breng je opnieuw in beeld. Zo kan de lat langzaam hoger.
Klop aan waar er al energie zit De nukkige tooghangers krijg je niet meteen op de dansvloer. Nodig zij die al wat staan te huppelen uit om samen te swingen. Ga eerst voor samenwerking met diensten en stakeholders waar er al een positieve basis en wat energie is. De dienst met collega’s vol weerstand volgt hopelijk later wel.
Blijven verbinden is de boodschap. Niet elk gesprek met een andere dienst, politieker of partner heeft daarbij altijd een concreet hier-en-nu-project nodig. Vertrekkend vanuit de concrete initiatieven ontstaat soms de kans om eens meer op visieniveau door te praten over jeugdbeleid en de brede jeugdreflex. Bataljong reikt daarvoor enkele helpende tools aan: het voorleesverhaal ‘Franky groeit op’, de kaartjesmethodiek of de koekendoos ‘Petit Heure’ (zie blz. 10).
Spreek altijd vanuit kinderen, jongeren en hun verenigingen In het Engels heet een ambtenaar een ‘civil servant’: dienaar van de burger. Blijf die rol doorheen alles vervullen. Het voeren van permanente dialoog (digitaal dan wel analoog) met kinderen en jongeren is daarom een kernopdracht van een jeugdambtenaar. Ook naar andere collega’s toe gaat het niet om jou, of jouw dienst, maar om het dienen van 30% van je inwoners: de kinderen en jongeren. Jij hebt het beste voor hen voor ogen, doet het voor hun welzijn, voor een gemeente waar het aangenaam opgroeien is en hebt bijzondere aandacht voor de kwetsbaren. Dat consequent uitdragen zal deuren voor je openen…
Verankeren? Successen kunnen snel vervliegen. Verankeren is belangrijk. Dat kan op 2 manieren: in de structuur of in de cultuur van de organisatie. Voorbeelden van structurele verankering breed jeugdbeleid: De jeugddienst krijgt een bredere opdracht in het organigram; Jeugdbeleid vormt een rode draad in het strategische meerjarenplan of andere formele beleidsdocumenten; Er zetelt een expert jeugd in het MAT of de crisiscel corona; Er wordt bijkomend en voldoende budget vrijgesteld voor jeugdbeleid. Voorbeelden van verankering in de cultuur van de organisatie: Collega’s maken op natuurlijke wijze de reflex naar de jonge inwoners; Kinderen en jongeren worden positief benaderd, kwetsbaar maar competent; Bij het bespreken van nieuwe beleidsmaatregelen vraagt men zich af wat de impact op Laïs (10 jaar) zou zijn en wat zij ervan zou vinden; Mandatarissen wenden je expertise aan voor hun projecten.
17
Project XX Droom groots Tekst Ine Van Nuffel en Ella Verhegge
Beeld Project XX
Met Project XX sloegen KSA, Chirojeugd Vlaanderen en jeugddienst Gent de handen in elkaar met vzw Lionshulp in Gent, een jeugdhulpvoorziening voor adolescente meisjes. Het opzet? Hoe kunnen we het verschil maken voor een groep jongeren die vaak vergeten worden binnen vrije tijd: meisjes die in een jeugdvoorziening verblijven? Het resultaat? Kleine acties met grote resultaten.
Het is altijd hét moment De Gentse stadswerkers van KSA en Chirojeugd Vlaanderen waren actieve trekkers van project XX. Doel? Zoveel mogelijk ontmoeting creëren tussen vrijwilligers van de jeugdbewegingen en de meisjes in Lionshulp door het organiseren van gezamenlijke activiteiten. Om de jeugdbewegingen te helpen om de stap te zetten naar een voorziening in de buurt wordt bij de Gentse leidingsploegen een vorming op maat gegeven.
18
De jeugdbewegingen namen ook hun eigen aanbod onder de loep. Lieselot Depredomme, stadsondersteuner KSA: “Er zijn 70 jeugdbewegingen in Gent, maar als je je weg niet kent of niet uit de buurt bent is het niet altijd makkelijk om er te geraken. Dit leidde tot de lancering van Gentsejeugdbewegingen.be: een platform met een overzicht van alle Gentse jeugdbewegingen waarop je een jeugdbeweging op maat kan zoeken. Daarnaast werken we met de vier grote jeugdbewegingskoepels samen. Als we een vraag krijgen van hulpverleners zoeken we samen naar de jeugdbeweging die het best bij de jongere past en helpen we bij het eerste contact.”
Eens de bal aan het rollen gaat... Door twee jaar rond dit thema te werken, organisaties met elkaar in contact te brengen, en het bestaande aanbod goed onder de loep te nemen kon er veel bewegen. Jaarlijks verzamelt de jeugddienst heel wat info over het vrijetijdsaanbod (UiTPAS, kampbrochures, terugbetaling animatorcursus, SNS-pas,...). Maar die info raakt niet altijd tot in de jeugdvoorzieningen. Begeleiders hebben het te druk om zich te informeren, komen niet altijd uit de regio, en er is een groot verloop binnen de sector. Een gekend gezicht maakt een wereld van verschil. Maaike Monsecour, stadsondersteuner Chirojeugd Vlaanderen: “We merken dat persoonlijk contact een enorm verschil maakt. Het zorgt dat toeleiding veel meer kans op slagen heeft. Om dit persoonlijk contact tussen jeugdwerk en jeugdhulp te vergroten organiseerden we eind augustus ’t Moment. Zie het als een speeddate tussen begeleiders en jeugdwerkers, van speelpleinwerk en jeugdbewegingen tot jeugdwelzijnswerk en kamporganisaties.”
Jeugdconsulent Ine Van Nuffel zette mee haar schouders onder het project: “Project XX gaf ons de broodnodige tijd om twee jaar met een projectmedewerker aan de slag te gaan, maar toonde me vooral hoe kleine acties het grootste verschil maken. Nu ik de begeleiders persoonlijk ken kan ik veel sneller informatie doorspelen die anders aan hen zou voorbijgaan. Als lokale ambtenaar kan je snel het verschil maken door de brug te slaan tussen jeugdwerk en jeugdhulp: begeleiders rechtstreeks inlichten over het vrijetijdsaanbod, jeugdwerkers en vrijwilligers een zetje geven om zowel leden in de school als de jeugdvoorziening om de hoek te werven, iedereen aan tafel zetten om het aanbod te verbeteren,... en vooral zelf de reflex kweken om hen als stad en jeugddienst niet te vergeten. En eens de bal aan het rollen was gaat het steeds vlotter. Begeleiders vertellen elkaar dat ze met mij contact kunnen opnemen rond vrije tijd en zo konden we dit jaar heel wat jongeren naar het Gentse jeugdwerk toeleiden.”
?
Meer weten? Check www.ksa.be/themas/project-xx of neem contact op met Ine Van Nuffel
Ine.VanNuffel@stad.gent
“Als lokale ambtenaar kan je snel het verschil maken door de brug te slaan tussen jeugdwerk en jeugdhulp.” Ine Van Nuffel, jeugdconsulent Stad Gent
Teamwork… Lien Pâquet, hoofdbegeleidster Lionshulp vzw: “We raden iedereen aan om het contact met de jeugddienst te versterken. Zo waren we onmiddellijk op de hoogte van een nieuwe vrijetijdssubsidie van de jeugddienst. Of konden we een meisje dat zich verveelde in de zomervakantie laten starten op de speelpleinwerking van de jeugddienst. Deze zomer stond ze zelf als animator op het plein! Ook het rechtstreeks contact met de jeugdbeweging in de buurt gaf resultaat. Zo kon één van onze meisjes mee studeren in het lokaal van de KSA om de hoek. Vrije tijd stond al hoog op onze agenda, maar de resultaten van onze samenwerkingen hebben dit besef nog eens duidelijk gemaakt.” Projectmedewerker Project XX Ella Verhegge: “Bij een experiment weet je nooit wat de uitkomst zal worden. Dat was ook hier het geval. Jeugdwerk is spelend leren, met vallen en opstaan. Vrijwilligers hebben het druk, verdwijnen van de planeet tijdens examenperiodes, meisjes verhuizen, begeleiders veranderen van job. Maar ik ben ongelofelijk fier op het traject dat is afgelegd. Van vrijwilligers die bijles gaven in de woelige coronaperiode, tot een taboedoorbrekende vorming à la ‘Durf te vragen’ over het leven in een jeugdvoorziening. We creëerden een sneeuwbaleffect dat niet meer te stoppen valt.”
19
Mind the Gap
Kracht van lokale samenwerking
Mind the Gap Thuisloosheid bij jongvolwassenen voorkomen en beëindigen Tekst Julie Degrieck (CAW Antwerpen), An Rommel (Opgroeien), Dominick Vosters (Opgroeien)
Nood aan actie Thuisloosheid bij jongvolwassenen is een groot probleem en een onrecht. Eén vierde van alle thuislozen is jonger dan 25 jaar. Bovendien weten we dat dit cijfer een zware onderschatting is. De meeste thuisloze jongvolwassenen melden zich niet aan bij daklozenopvang maar gaan van sofa naar sofa bij vrienden en kennissen. Of blijven in destructieve relaties om niet op straat terecht te komen. Bij ongeveer de helft van deze jongvolwassenen spelen ‘klassieke’ factoren een rol zoals een verleden in de jeugdhulp of opgroeien in armoede. Maar er is ook een groeiende ‘nieuwe’ groep van dakloze jongeren die wordt geconfronteerd met moeilijkheden in de overgang naar volwassenheid, met onbetaalbaar wonen en met de verstrenging in de sociale zekerheid. 40 Antwerpse organisaties (uit zorg, wonen, werk, onderwijs, jeugdwerk, vrije tijd, justitie, lokaal bestuur, burgerinitiatieven, …) beslissen om dit onrecht niet langer te aanvaarden en verenigen zich in Mind the Gap, een coalitie die acties opzet om thuisloosheid bij jongvolwassenen te voorkomen en te beëindigen.
20
Internationaal geïnspireerd: Duty to assist Mind the Gap laat zich inspireren door A Way Home, een beweging opgezet in Canada, maar ondertussen verspreid over Australië, V.S., Denemarken, Wales, Finland, Ierland en… Antwerpen! Het is een beweging gedreven door verandering en een ‘Duty to assist’ om onrecht aan te pakken en een ambitieuze doelstelling te realiseren: thuisloosheid bij jongvolwassenen beëindigen. Een cross-sectorale coalitie bedenkt samen met jongvolwassenen creatieve oplossingen voor jongerenthuisloosheid en implementeert acties die leiden tot transformaties in beleid, planning en praktijk. We maken de omslag van gefragmenteerde acties en resultaten naar collectieve actie en gemeenschappelijke inspanningen binnen verschillende pijlers: zorgcontinuïteit, preventie, vroege detectie en interventie, toegankelijke, kracht- en netwerkgerichte dienstverlening, stabiele huisvesting en het opheffen van barrières tot onderwijs, werk en vrije tijd.
Mind the Gap groeide van onderuit en schrijft een sterk lokaal gezamenlijk verhaal. Vanuit de ‘duty to assist’ bundelen we op zowel individueel als organisatorisch niveau de krachten over sectoren heen. Als gelijkgezinden werken we rond vijf thema’s: zorgcontinuïteit, netwerken, preventie, wonen en dagbesteding. Met veel inzet, kennis en expertise geven we, samen met jongvolwassenen, intersectoraal vorm aan concrete acties. Niet omdat we moeten, maar omdat we verandering willen. Voorbeelden van realisaties zijn het inloophuis, de noodopvang voor jongvolwassenen, de app Heyday, intervisie rond netwerken, … allemaal specifiek gericht op de noden van jongvolwassenen. We worden namelijk geconfronteerd met een enorme maatschappelijke uitdaging: 26% van alle kansarme jongeren in Vlaanderen woont in de stad Antwerpen. Net zoals in de rest van de wereld, worden ze geconfronteerd met grote verwachtingen en uitdagingen. Vanuit Mind the Gap formuleren we daarom een nieuw antwoord en geloven we dat we samen het verschil kunnen maken als we onze eigen belangen overstijgen. We garanderen een resultaatsgerichte aanpak door het werk te organiseren in 5 actiegroepen en te werken met een back office die verantwoordelijk is voor coördinatie, communicatie en dataverzameling. Alle leden komen drie keer per jaar samen in het Mind the Gap collectief, zodat iedereen op de hoogte blijft en input kan geven op de verschillende doelstellingen, acties en resultaten.
Wat zegt de toekomst? Na een succesvolle eerste twee jaar gaat Mind the Gap verder op de ingeslagen weg en wil graag andere lokale samenwerkingsverbanden inspireren. We zijn een samenwerking tussen sociale ondernemingen, jongeren, hogescholen, burgerinitiatieven en de lokale overheid. Vertrekkend vanuit gelijkwaardigheid tussen al deze betrokken partners, een gedeeld eigenaarschap en zonder veel extra middelen slaagt de Antwerpse A Way Home coalitie erin bakens te verzetten. Overal in Vlaanderen en Brussel gaan in de loop van 2020 nieuwe coalities van start die we verbinden met elkaar en met het Europese en internationale A Way Home netwerk en die we ondersteunen met een Vlaamse projectgroep. Om zo te realiseren waar alle jongvolwassenen recht op hebben: een (t)huis, werk, inkomen, onderwijs en een goed en gezond leven.
Meer info: www.awayhome.eu/mind-gap-nl/roadmap-acties
Wil jij je ook engageren in een lokale coalitie? De nieuwe coalities gaan o.a. van start in Kortrijk, Bredene/Oostende, Mechelen, de Kempen, Leuven, Brussel, Noord-Limburg en Sint-Truiden. Een aantal enthousiastelingen uit verschillende hoeken en sectoren zijn de eerste stappen aan het zetten. Wil je als jeugdambtenaar of schepen hier graag meer over horen? Aarzel niet om ons te contacteren.
Mind the Gap groeide van onderuit en schrijft een sterk lokaal gezamenlijk verhaal.
Samen maken we het verschil door onze eigen belangen te overstijgen. ?
Contacteer ons! Julie Degrieck (julie.degrieck@cawantwerpen.be) (CAW Antwerpen) An Rommel (an.rommel@opgroeien.be) | Dominick Vosters (dominick.vosters@opgroeien.be) (Opgroeien)
21
DE ROL VAN BELEIDSMEDEWERKER De beleidsmedewerker is inhoudelijk specialist en adviseur op vlak van (een aspect van) de leefwereld van kinderen en jongeren en van het lokale beleid daarrond. De ambtenaar die deze rol opneemt, voedt zijn leidinggevende/secretaris/college met kennis over kinderen, jongeren en jeugd(werk)beleid. Hij kent hun leefwereld en is het aanspreekpunt voor management, collega’s en derden. Elke dag opnieuw toetst hij zijn kennis en bouwt hij ze verder uit. In kleinere gemeenten zal deze rol vaak samenvallen met deze van manager of netwerker, in grote steden zullen meerdere experts-beleidsmedewerkers nodig zijn.
De rollen van de jeugdambtenaar in de praktijk Hoe pakken zij het aan? Tekst Ilse Holvoet
Illustraties hierbenik.be
Om de brede jeugdreflex werkelijk vorm te geven, is het nodig dat ambtenaren verschillende rollen toegewezen krijgen. Deze rollen kunnen verspreid zijn over verschillende personen en diensten, maar vaak neemt één persoon meerdere rollen op. Deze ambtenaren noemen we ‘jeugdambtenaren’.
Elke jeugdambtenaar vervult meerdere rollen. We focussen ons op de rol waar zij graag iets over delen en spitsen ons toe op twee rollen: de beleidsmedewerker en de jeugdwerker. In toekomstige edities van Dropzone focussen we ons ook op andere rollen.
Greet Claeys
Sien Willemans
beleidsmedewerker Departement beleidsontwikkeling, Directie Mens, Roeselare
stafmedewerker jeugd bij dienst jeugd in Genk
Hoe breng jij deze rol in de praktijk? Greet: Mijn opdracht vat ik als volgt samen: voorbereiden, stimuleren en uitvoeren van een kwalitatief jeugdbeleid i.s.m. alle relevante actoren binnen de stad. Samenwerking en netwerkvorming met alle actoren binnen het jeugdbeleid. Het bestuursakkoord is hierbij het vertrekpunt. Ik volg tendensen in de maatschappij op, bouw een netwerk uit met verschillende actoren, verbind partners, noden en aanbod. Concreet volg ik o.a. de jeugdgerelateerde subsidiereglementen op. Ook trek ik het traject kind- en jeugdvriendelijke stad in een tandemwerking met mijn collega Kimberley uit de strategische cel.
Sien: Ik probeer vooral andere collega’s (zowel binnen de jeugddienst als daarbuiten) te prikkelen en warm te maken voor de thema’s waarvoor ik verantwoordelijk ben (participatie en ruimte). En ik probeer hen hiervoor ook de nodige input en tools te geven. Maar dit natuurlijk ook stadsbreed, om op die manier de belangen van kinderen en jongeren in onze stad op de voorgrond te plaatsen en het feit dat zij als volwaardige burgers ook gehoord moeten worden.
Wat vind je een bijzondere meerwaarde aan deze rol? Rollen van de jeugdambtenaar volgens de visietekst van Bataljong1: Manager: bewaakt en coördineert binnen de administratie het beleid voor kinderen en jongeren. Beleidsmedewerker: inhoudelijk specialist en adviseur op vlak van (een aspect van) de leefwereld van kinderen en jongeren en van het lokale beleid daarrond. Netwerkmanager: bouwt bruggen tussen diensten en mensen op vlak van beleid voor kinderen en jongeren en streeft steeds naar een win-win voor alle betrokken partijen. Jeugdwerker: degene die het gemeentelijk jeugdaanbod organiseert, aanstuurt en uitvoert. Administratieve kracht: verzorgt de formele kant van het beleid. 1
22
https://bataljong.be/sites/default/files/wysiwyg/20200807_visietekst_lokaalbeleidvoorjongeinwoners.pdf
Greet: Zelf ben ik verantwoordelijk voor het doelgroepenbeleid (jeugd, senioren, diversiteit & integratie, personen met een handicap) en opvoeding en kinderopvang. De breedheid van het takenpakket is enerzijds verruimend omdat ik een duidelijk helikopteroverzicht heb. Anderzijds mis ik de tijd om meer in de diepte te werken. Door de breedheid van mijn opdracht, ben ik genoodzaakt om een goed netwerk uit te bouwen en beroep te doen op expertise van anderen. Ik vind het bijzonder en leuk om te wonen in de stad waar ik werk en door mijn job bij te dragen aan een groter verhaal.
Sien: Bij ons op de dienst werken enkele mensen op beleidsniveau en dit in combinatie met andere collega’s die op een uitvoerend niveau werken. Dit zorgt ervoor dat ik (en andere collega’s) voldoende tijd en ruimte krijg om echt specialist te worden in de thema’s waar ik verantwoordelijk voor ben, maar hierdoor ook nog met enkele andere collega’s echt in contact kan staan met de doelgroep. Op die manier kunnen we steeds voldoende aftoetsen met de doelgroep zelf.
23
Voor wie maak je het grootste verschil als je deze rol opneemt? Greet: Rechtstreeks voor de collega’s, de jeugdraad en de lokale actoren. Vanuit mijn helikopterrol betrek ik hen bij het beleid en werken we samen aan een draagvlak. Onrechtstreeks voor alle kinderen en jongeren. Er is een kader en draagvlak uitgewerkt om kinderen en jongeren te betrekken bij het beleid, om met hen te communiceren. Deze opdracht neem ik niet zelf op, maar nemen mijn collega’s op vanuit een gedeelde visie.
Sien: Mijn directe collega’s die rond dezelfde thema’s werken en ik hierdoor kan inspireren en ondersteunen. Collega’s van andere diensten (het managementteam en college) en hopelijk natuurlijk ook voor de kinderen en jongeren in onze stad.
DE ROL VAN JEUGDWERKER De jeugdwerker is degene die het gemeentelijk jeugdaanbod organiseert, aanstuurt en uitvoert. Een lokaal bestuur moet steeds goed afwegen of het wel opportuun is om zelf vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren uit te werken. Aanvulling op de private markt kan, concurrentie is niet wenselijk. De jeugdwerker is degene die dit evenwicht bewaakt. We denken hier niet alleen aan vrijetijdsaanbod, maar ook aan straathoekwerk, (speel)pleinwerk, jeugdopbouwwerken de coaching van animatoren. Vanuit die rol is de jeugdwerker degene die met de voeten in de klei staat, die de expertise heeft om voeling te houden met de leefwereld van kinderen en jongeren en met hen in interactie gaat. De jeugdwerker coördineert het vergaren van kennis over de leefwereld van kinderen en jongeren en deelt deze met de andere rollen.
Heb je een boodschap voor anderen die ook deze rol opnemen? Greet: Neem voldoende tijd om een netwerk uit te bouwen, om te voelen wat er leeft in de stad. Beschouw je netwerk en de expertise van anderen (kinderen, jongeren, lokale actoren) als verrijkende elementen om je rol op te nemen.
24
Sien: Voed jezelf, volg vormingen, haal inspiratie bij andere steden en probeer veel uit bij de doelgroep zelf (zorg dat je zelf een specialist bent of wordt). Zo kom je ook naar andere diensten, het managementteam en het college enthousiast over, waardoor je vaak ook meer of in andere thema’s betrokken wordt.
Bernice Claessens jeugdwerker bij de dienst jeugd in Riemst
Hoe breng jij deze rol in de praktijk?
Voor wie maak je het grootste verschil als je deze rol opneemt?
Bernice: Ik verzorg een ‘cultureel’ programma onder de noemer van ‘Culturodroom’. Deze reist in Riemst rond. Ik probeer elke deelgemeente van Riemst aan bod te laten komen. Tijdens de Culturodroom organiseren we workshops, evenementen, fuiven,... Het is een variërend aanbod voor zowel de mini’s (jongere kinderen), de kids (6-12 jaar) als de jeugd en de jongeren (12+). Ik heb een popraad opgericht om de muzikale jeugd in Riemst te ondersteunen en samen dingen te organiseren. Ook zorg ik voor de SWAPactiviteiten tijdens de zomermaanden en samen met mijn collega Elien Severens voor de goede gang van zaken van de speelpleinwerking.
Bernice: Het doel is om het verschil te maken voor de jeugd. Maar dit is en blijft een moeilijke doelgroep. Ik doe dit werk nu reeds twee jaar en probeer iets op te bouwen. Ik steek nu vooral veel tijd in de kinderen van de lagere school zodat ze me kennen en hopelijk als ze ouder zijn onthouden wat Riemst voor hen in petto heeft. Tijdens mijn SWAP-werking probeer ik ook een band op te bouwen en een babbeltje te slaan met de 12+ om te zien wat zij nodig hebben. Ik merk wel dat de jeugd het niet altijd gewend is dat er naar hen geluisterd wordt.
Wat vind je een bijzonder meerwaarde aan deze rol?
Heb je een boodschap voor anderen die ook deze rol opnemen?
Bernice: Veel variatie in de job, veel sociale contacten, luisteren naar de jeugd en proberen in te spelen op hun noden.
Bernice: Blijven volhouden… Ook al heb je er maar drie bereikt, dat zijn er toch al drie en wees maar zeker dat zij het verder zullen vertellen. Zooooo leerrijk die jeugd.
?
Welke rol neem jij het meeste op als jeugdambtenaar? Vertel je daar graag wat meer over? ilse.holvoet@bataljong.be Neem contact op met Ilse!
25
Altijd speeltijd!
In de exitstrategie jeugdruimte gaven we daarom met Bataljong, De Ambrassade en de jeugdsector een aanzet om meer jeugdruimte te creëren.
1)
Speelplaatsen breken open
2)
Tekst Peter Bosschaert (beleidsmedewerker jeugdruimte en mobiliteit, De Ambrassade)
3)
Het belang van jeugdruimte in tijden van corona We voelen vandaag beter dan ooit wat de waarde van ruimte voor ons betekent en niet in het minst voor kinderen en jongeren. Uit de corona-enquête van het Kinderrechtencommissariaat bleek dat bijna 1 op 4 kinderen en jongeren van de 44.000 deelnemers geen goede plek in de buurt heeft om naar buiten te gaan. Daarnaast speelden kinderen vorig jaar liefst 37% (!) minder buiten dan in 2008. Dat blijkt uit ‘Het grote Buitenspeelonderzoek’ van Kind en Samenleving, waarin ze cijfers vergeleken tussen 1983, 2008 en 2019. Een belangrijk aspect daarin blijkt de inplanting van jeugdvriendelijke ruimtes in een wijk te zijn. Vooral voor kinderen en jongeren in een kwetsbare situatie, in een moeilijke thuissituatie en met weinig ruimte thuis wegen de COVID-richtlijnen zwaar door.
Op vlak van jeugdruimtebeleid ligt er dus heel wat werk op de plank. Want wat corona ons dit jaar vooral geleerd heeft, is dat het goed is om de tijd te nemen om stil te staan bij hoe we onze samenleving organiseren. Na alle drukte, heropstart en exitstrategieën, is het nu hét moment om duurzame toekomstplannen te maken. Een reden te meer om nu de manier waarop we onze ruimte invullen en gebruiken te herdenken zodat deze meer kwaliteitsvolle plekken worden voor en op maat van kinderen en jongeren.
Private of semipublieke ruimten zoals scholen, cafés, winkelcentra of bibliotheken worden vaak eng gebruikt of gedomineerd door een beperkt aantal doelgroepen, terwijl andere groepen door middel van impliciete of expliciete regels, mentale barrières of afsluitingen geweerd worden. Door het gebruik van zulke ruimtes open te breken, kunnen zij evolueren tot collectief gebruikte ontmoetingsruimtes waar ook kinderen en jongeren welkom zijn.
Creëer in de eerste plaats meer publieke ruimte (speelen leefstraten, parkings autovrij maken, fietsstraten, pleinen herwaarderen, …) Stel onderbenutte (semi)publieke ruimten meer open: onderzoek het potentieel in jouw gemeente (scholen en hun speelplaatsen, tuinen van een rusthuis, braakliggende terreinen, leegstand, …). Experimenteer en werk de drempels weg. Creëer binnen die publieke/semipublieke ruimte meer aandacht voor kinderen en jongeren. Laat hen eigenaarschap opnemen om de ruimte mee vorm te geven. Voorzie extra speelimpulsen (informele speelruimte), breng hun wensen als (autonome) weggebruiker onder de aandacht. Kaart hun nood aan om te spelen en te ontmoeten bij openbare ontwikkelingsprojecten. Werk aan een goede dialoog tussen buurtbewoners, jongeren en de politie,...
Speelplaatsen van scholen hebben een groot potentieel om extra en duurzame speelkansen te creëren. Speelplaatsen breken open
De gemeenteschool in Zoersel stapte zelf naar de gemeente met de vraag om het parkje naast de school te kunnen gebruiken als extra speelplek. Het aangrenzende en onderbenutte park presenteerde zich als een ideale uitbreiding voor de speelplaats. Het parkje wordt deels heraangelegd en er komen speeltoestellen.
26
De Ambrassade onderzoekt momenteel op welke manier scholen hun speelplaats kunnen openstellen voor de buurt en het jeugdwerk. We monitoren scholen die deelnamen aan een projectoproep van de Vlaamse Overheid en brengen mogelijke drempels in kaart. Zo startte in 2016 basisschool Sint-Paulus in Kortrijk aan een lang proces rond de herinrichting van de speelplaats. Alles begon met een droom om hun speelplaats van 4.000 m2² te ontharden en meer spel- en leeruitdagingen aan de kinderen te geven d.m.v. een ‘extreme make-over’. Openstelling kwam er nadien bij. Projectoproepen beloonden indieners met een doordachte visie op het gedeeld gebruik van de speelplaats. Cedric Ryckaert, leerkracht Sint-Paulus Kortrijk, licht toe: “Een projectoproep inspireert ook en zorgde bij ons voor een denkoefening rond gedeeld gebruik. Onze school is een speel- en leerplaats. Alles wat in de buurt is, geeft ook leerkansen. Als je impact wil hebben op die buurt, dan is openstelling zeker een meerwaarde.”
Speelplaatsen van scholen hebben een groot potentieel om extra en duurzame speelkansen te creëren. Door de speelplaats te delen of open te stellen voor collectief gebruik, genieten kinderen, jongeren, het jeugdwerk en andere gebruikers niet enkel tijdens de schooluren maar ook na schooltijd, in het weekend en tijdens de vakanties van deze waardevolle plekken. Op die manier ontstaat er extra ruimte én heel wat maatschappelijke winst, zeker in die wijken waar weinige andere speelmogelijkheden zijn.
Omdat er weinig sociale controle is, heeft de school weleens last van inbraak en vandalisme en zijn er weinig mogelijkheden voor een totale openstelling van het schooldomein. Vanuit die beginsituatie werd gekozen om met bepaalde gebruikers gericht afspraken te maken over het gebruik van de speelplaats, elk op verschillende momenten van de week. Zo zal er vanaf dit jaar met een 4-tal gebruikersgroepen (ouders, gedeelde kinderopvang in vakanties, de lokale scoutsgroep en jeugdorganisatie Wildebras) gestart worden.
27
Kort nieuws
Rol van de jeugdconsulent Alhoewel het initiatief en de trekkersrol bij de scholen zelf ligt, kan je als gemeente een belangrijke rol spelen om de juiste dynamiek en een duurzame visie te creëren in dergelijke projecten.
Jonge nieuwkomers informeren en toeleiden naar een passend vrijetijdsaanbod. Hoe doe je dat?
10 tips: Hannes Vanmeenen, jeugdambtenaar en coördinator Kindvriendelijke Stad Kortrijk: “Als stad hebben we in de eerste plaats de rol van stimulator en verbinder gespeeld. Via een intervisiegroep brachten we zowel leerkrachten, directies als ouderraden van verschillende scholen samen. Zo ontstond er een bottom-up dynamiek waarbij scholen elkaar vooruit stuwden in het vergroenen en het openstellen. Voor ons was het belangrijk om de echte drempels te kennen. Om daarna een nieuw ondersteuningsreglement te ontwikkelen op maat van de noden die Kortrijkse scholen zelf aangaven. Die ondersteuning focust op vier verschillende aspecten waar scholen mee worstelen: ontwerp, aanleg, beheer en openstellen.” Sommige scholen zetten een stap verder en breken letterlijk hun muren open. Terug in Kortrijk zal vrije basisschool Sint-Amands Zuid de komende jaren letterlijk haar ‘asfaltvlakte’ openbreken en wordt, na overleg met en inspraak van de buurt, haar speelplaats permanent toegankelijk voor de wijk. Op die manier komt er een extra groene en aangename plek bij in de buurt. Interessante links: www.ambrassade.be/nl/handleidingruimte-delen/wat-is-ruimte-delen www.moev.be/beweeg-mee/aanbodtussen-de-lessen/speelplaats/inrichtingspeelplaats www.klimaatspeelplaats.com/
Op 27 oktober organiseert De Ambrassade in samenwerking met de stad Kortrijk een inspiratiedag rond het delen van speelplaatsinfrastructuur. Meer info: www.ambrassade.be/ nl/kalender/inspiratiedag-open-engedeelde-speelplaatsen
28
1
2 3
4
5 6
7 8
9
10
Vertrek en versterk het geloof van scholen in de meerwaarde van het openstellen. Zo overtuig je hen om zelf de lijnen van het traject uit te zetten en het te trekken naar een oplossing op maat van de school en de buurt. Inspireer scholen om zoveel mogelijk uit de schoolmuren te breken en in relatie te gaan met de buurt. Niet elke vorm van gedeeld gebruik past in elke buurt of bij elke school. Treed op als verbindende (f)actor tussen scholen, de buurt, het jeugdwerk en andere partners om de herinrichting van en het gedeeld gebruik van speelplaatsen mogelijk te maken. Help indien nodig als initiator om scholen samen te brengen. Werk samen met andere diensten (onderwijs, stedenbouw, groenzorg, …). Zorg voor mandaten en maak afspraken tussen diensten hoe je werk kan maken van gedeeld gebruik en openstelling van speelplaatsen.
Vrijetijd: ook voor jonge nieuwkomers?
Online inspiratiemoment om lokaal aan de slag te gaan
Woensdag 28 oktober 2020, van 10u tot 12 u
Communiceer daarom duidelijk naar elke school wie in de gemeente aanspreekpunt is voor het omvormen van speelplaatsen. Werk samen met de scholen en betrokkenen om vanuit hun noden een ondersteuningsfinanciering op maat van zulke projecten uit te werken. Intervisiegroepen bewezen hiervoor reeds hun nut. Formuleer als overheid je engagementen op vlak van onderhoud bij zo’n openstelling voor de buurt. Je kan hierover veel leren uit jurygesprekken met de indieners. Ontwikkel samen met de scholen een kader, waarin de verwachtingen worden afgestemd. De scholen bewaken de haalbaarheid voor de schoolwerking. De stad zoekt de (maatschappelijke) meerwaarde voor de buurt.
• Voorstelling nieuwe info- en inspiratiebundel (een samenwerking tussen Bataljong en Agentschap Integratie en Inburgering). • Aanbevelingen en inspiratie om lokaal aan de slag te gaan. • Praktijkvoorbeelden aan het woord.
Nieuwsgierig? Schrijf je dan zeker in! Meer info en inschrijven: www.bataljong.be of https://integratie-inburgering.be/
De beheersmatige ondersteuning (maaibeheer, keuring speeltoestellen, tussenkomen bij kosten van vandalisme of zelfs aankoop van infrastructuur, …) moet heel duidelijk zijn en giet je in een afsprakennota. Probeer en experimenteer. Werk aan je visie op gedeeld gebruik en collectiviteit vooral vanuit de opportuniteiten die zich voordoen in de gemeente. Werk met proeftrajecten die de verschillende pistes van gedeeld gebruik verkennen: het kan gaan om gedeeld gebruik, tijdelijk gebruik, collectief gebruik, hergebruik of intensivering.
Meer info over programma en inschrijvingen: Joris Dekkers - 03 740 76 45 joris.dekkers@bataljong.be www.bataljong.be
29
Stel je vraag We merken dat jeugdambtenaren soms worstelen met deontologische uitdagingen: Wat als mijn bestuur mij opdraagt om gericht enkele jongeren aan te schrijven om te dreigen met een GAS-boete? Mag de politie gegevens van jongeren opvragen bij onze dienst? Mag ik vertrouwelijke informatie die een jongere mij gaf doorgeven aan derden? …
Deze beide kaders vertrekken vanuit deze uitgangspunten. Daarnaast bevatten ze ook heel wat relevante principes en handvatten omtrent het werken met kinderen en jongeren. Let wel: deze codes gelden voor jeugd(welzijns)werk.
Tekst Tieme Verlinde (Bataljong) & Fleur Van Oyen (Uit De Marge)
Hoe kan ik correct handelen? V R A AG
ogische l o t n o e d Welke op mij n j i z s l e g re sing als s a p e o t n va tenaar? b m a d g u e j
Veel jeugdambtenaren werken rechtstreeks met kinderen en jongeren. Contact met de doelgroep is erg belangrijk. Je bouwt daarbij een vertrouwensrelatie op. Soms kom je daarbij in een moeilijke situatie, waarin het van belang is te weten wat je deontologisch gezien kan, mag of moet doen. Graag reiken we enkele inhoudelijke en wettelijke handvatten aan die je kunnen helpen om te bepalen hoe je in een bepaalde situatie ‘correct’ handelt.
Vier basisprincipes Uit De Marge werkte een deontologische code en handleiding uit voor het jeugdwelzijnswerk. De Ambrassade schreef dan weer een ‘akkoord integer en deontologisch handelen’ voor het jeugdwerk. In beide documenten staan vier uitgangspunten die je steeds in acht moet nemen. Deze zijn gebaseerd op het Kinderrechtenverdrag.
Vraag het aan Bataljong! Zit je zelf met een vraag of heb je hier of daar nood aan een duwtje in de rug? Laat van je horen via www.bataljong.be/stel-je-vraag
? Meer info? www.bataljong.be/deontologie of contacteer Tieme tieme.verlinde@bataljong.be
30
1 Het belang van het kind. Wat is er in het belang van het kind? Dat is niet altijd meteen duidelijk. Je kan daarover van mening verschillen met het kind of de ouders. Ga altijd in dialoog met het kind voor je een beslissing neemt. 2 Het participatieprincipe. Kinderen hebben het recht om hun mening te uiten en het recht dat men met deze mening rekening houdt in elke aangelegenheid of procedure die hen aanbelangt. 3 Het non-discriminatiebeginsel. We discrimineren niet op basis van huidskleur; geslacht; taal; godsdienst; politieke of andere overtuiging; nationale, etnische of maatschappelijke afkomst; welstand; beperking; geboorte of andere eigenschappen of kenmerken van het kind of wettelijke voogd. 4 De vertrouwensrelatie. Door het werk dat je doet en de band die je opbouwt met kinderen en jongeren kom je heel wat te weten. Maar wat is vertrouwelijke informatie? Dit is informatie die je krijgt door de vertrouwensband die je hebt. Het gaat dus niet om zaken die iedereen kan zien of horen.
Deontologische regels en het statuut van medewerkers van lokale besturen verschillen op enkele vlakken dan die van jeugd(welzijns)werkers van particuliere organisaties, zoals vzw’s die lokaal met een convenant actief zijn. Daardoor kunnen professionele jeugd(welzijns)werkers die niet voor een lokaal bestuur werken soms het belang iets harder laten primeren dan de letter van de wet.
De rol van jeugdambtenaren Als jeugdambtenaar is het vooral belangrijk om hier bewust mee bezig te zijn. Het is daarbij enerzijds van belang dat je de ‘geest’ van het deontologisch handelen volgt en hierover reflecteert. Anderzijds is het ook nodig om de ‘letter’ op vlak van wetgeving te kennen of weten te vinden. Veel lokale besturen beschikken over een deontologische code die geldt voor hun medewerkers. Zo’n deontologische code of handelingskader moet kinderen en jongeren garanderen dat hun vertrouwen niet geschonden wordt. Zorg ervoor dat je die code kent, zodat je bij moeilijke kwesties weet welke principes je moet hanteren. Zo sta je stevig in je schoenen om te bouwen aan sterk beleid voor jonge inwoners.
Relevante regelgeving Ambtsgeheim en meldingsplicht Als medewerker van een lokaal bestuur heb je geen beroepsgeheim, maar ben je gebonden aan ambtsgeheim of ambtelijke discretieplicht. Dat is “een algemene gedragsnorm die ambtenaren verbiedt op eigen initiatief mededelingen te doen over zaken die zij in het raam van hun ambt hebben vernomen en waarvan de openbaarmaking niet uitdrukkelijk toegelaten of voorgeschreven is”. Je mag dus niet zomaar eender welke informatie delen.
Je hebt wel een meldingsplicht of ambtelijke aangifteplicht als ambtenaar. Als je iemand een misdaad of wanbedrijf ziet begaan of je krijgt hier kennis van in de uitoefening van je functie, moet je dit wettelijk gezien melden. Dit geldt niet voor een overtreding (de lichtste vorm van een misdrijf). Hier staat strafrechtelijk geen straf op, tenzij er sprake is van schuldig hulpverzuim. Op welke wijze je de feiten te weten kwam zijn hierbij niet van belang. Het kan gaan om eigen vaststellingen, dossiergegevens, feiten die ter kennis zijn gebracht door het slachtoffer of een derde… In praktijk kan deze regel tot loyaliteitsconflicten bij jeugdambtenaren leiden tussen het belang van de doelgroep (kinderen en jongeren) en de wet/werkgever. Op dat moment gaat het over het maken van een inschatting. Idealiter baseer je die op gemaakte afspraken zoals in een deontologische code. De concrete invulling van spreekrechten of -plichten kan worden uitgewerkt in de deontologische code van de gemeente, het arbeidsreglement of de arbeidsovereenkomst. Veelal wordt in de deontologische code of het arbeidsreglement vermeld welke informatie als vertrouwelijk moet worden beschouwd en in welke situatie(s) een persoon die onderworpen is aan een discretieplicht, moet of kan spreken. Ook in de (arbeids)overeenkomst kunnen uitzonderingen worden opgenomen, die toelaten vertrouwelijke informatie bekend te maken. Doordat het ambtsgeheim niet van openbare orde is, zoals het beroepsgeheim, kunnen er bijvoorbeeld in het arbeidsreglement uitzonderingen op voorzien worden, die ervoor zorgen dat bepaalde informatie gedeeld kan of moet worden met een diensthoofd of schepen. Daarnaast zijn er nog enkele andere uitzonderingen die van toepassing zijn op het ambtsgeheim. Check ze op onze website. GDPR Daarnaast is ook de GDPR-wetgeving van belang. Gegevens van burgers mogen niet zomaar bewaard worden. Overheden, bedrijven en organisaties moeten burgers informeren over hoe ze gegevens verzamelen en verwerken. Ze moeten ook duidelijk maken waarom en hoe lang ze gegevens bewaren. Gegevens bewaren of doorspelen, zonder jongeren daarover te informeren of zonder dat ze toestemming gaven, kan niet zomaar.
31
Driehoeksverhouding
Driehoeksverhouding Oudenaarde
In maart ging België in een semi-lockdown. Steden en gemeenten kregen vele opdrachten en jeugddiensten draaiden overuren om alles rond de maatregelen en het aanbod geregeld te krijgen. Wij vroegen aan de stad Oudenaarde hoe zij hiermee omgingen. Oudenaarde is een Oost-Vlaamse gemeente die ruim 31.000 inwoners telt. Jeugdrader Arthur Provoost, jeugdambtenaar Lien De Schryver en schepen van jeugd Carine Portois lichten een tipje van de sluier. Tekst Zita De Pauw
“De weerbaarheid van onze jongeren werd sterk op de proef gesteld.”
Wat was een uitdaging voor het jeugdbeleid tijdens deze coronamaatregelen? Arthur: Het bereiken van jongeren blijft complex, zeker door de huidige coronaproblematiek. Jongeren verdwenen uit het straatbeeld, hadden geen interactie meer met scholen, jeugdverenigingen of jeugdopbouwwerkers. We moesten enkele versnellingen terugschakelen. Activiteiten werden afgelast en iedereen bleef ‘in zijn kot’. We raakten ‘de touch’ met de jeugd kwijt. We merkten dat jongeren kampten met stress, angst en eenzaamheid. Ze zaten niet alleen met vragen maar ook met veel goesting om iets te doen. Hier konden we wel wat mee.
32
Lien: Jeugdcentrum Jotie startte in 2020 met een bijna volledig nieuwe ploeg. Net op het moment dat iedereen bijna zijn plaatsje gevonden had, sloeg corona toe. Op één dag tijd werd onze werking volledig omgegooid. Hoe zet je geannuleerde activiteiten om in een even aantrekkelijk digitaal aanbod? Hoe zorg je ervoor dat jouw vrijwilligers de voeling met de jeugddienst niet verliezen? Hoe ondersteun je leiding van jeugdbewegingen bij al hun vragen rond corona zonder zelf te weten hoe de toekomst er uitziet? Zelfs nu is het soms nog zoeken naar het juiste antwoord.
Carine: Voor mezelf was het een hele uitdaging om, naast mijn ambt als schepen van lokale economie/KMO/ middenstand, het jeugdbeleid niet uit het oog te verliezen. Zelf ben ik voor het eerst actief als schepen van jeugd. De band met de jeugdbewegingen ben ik nog volop aan het opbouwen. Ik vond het belangrijk dat jongeren niet alleen bij de jeugddienst of jeugdraad terecht konden, maar ook bij hun schepen. Streven naar een zo snel mogelijke oplossing, zorgen dat zij niet vergeten werden bij het opleggen van extra lokale maatregelen. Zodat kinderen nog kinderen konden zijn en jongeren alle kansen kregen die ik had toen ik jong was.
Op welke verwezenlijking tijdens de coronamaatregelen ben je het meest trots? Arthur: We wilden jongeren terug een doel geven en samenbrengen. We begonnen een jongereninitiatief waarmee we hulpbehoevende inwoners konden helpen. Al snel stonden meer dan 200 jongeren klaar om de handen uit de mouwen te steken. Boodschappen doen, het gras afrijden, een sociale babbel aan de telefoon,... Ook wilden we jongeren opnieuw samenbrengen. Enkele jeugdraders bedachten een ingenieuze ‘online escape room’. Meer dan 64 ploegen konden vanuit hun eigen kot het raadsel oplossen. Het resultaat was super! Ze stuurden ons erna een berichtje: ‘De leukste avond in lange tijd’, ‘Zalig om terug uitgedaagd te worden’. Daarvoor doen we het!
Lien: Als wij terugkijken naar de afgelopen maanden, zijn er een aantal punten waarop wij best trots zijn. Op één dag tijd een noodopvang op poten zetten voor kinderen van collega’s zodat iedereen aan de slag kon blijven, een online-Buitenspeeldag met het grootste digitale bereik ooit, ouders een alternatief aanbieden voor geannuleerde activiteiten om zo een belangrijke lokale partner te steunen,… Ook ben ik trots op de manier waarop een nieuwe dienst omgegaan is met dit coronatijdperk. Door nauw samen te werken met collega’s van de sportdienst bleven wij onszelf dagelijks uitdagen en heruitvinden. Flexibiliteit en creativiteit waren cruciaal. Trots op mijn team!
Carine: Ik ben enorm trots op de jeugddienst en jeugdraad. Elk op hun eigen manier gooiden ze hun werking om. Het was niet evident om iedere jongere te bereiken. Daarom stonden wij er vanuit het bestuur ook op dat de jeugdopbouwwerker actief aan de slag kon blijven. Ook onze jeugdbewegingen kregen het zwaar te verduren. Activiteiten werden geannuleerd en facturen moesten betaald zonder opbrengsten. Vanuit het beleid werd dan ook snel beslist om zowel logistieke als financiële ondersteuning te voorzien (bv. verdubbelen van subsidies, aankopen hygiënisch materiaal voor de jeugdwerking, …).
Wat heb je geleerd uit deze coronatijd en wat neem je mee voor het maken van sterker beleid voor jonge inwoners? Arthur: Dat de weerbaarheid van jongeren onder druk staat. We moeten waakzaam blijven en nadenken hoe we in de toekomst kunnen omgaan met de hulpvragen van jongvolwassenen, en jongeren in crisissituaties ondersteunen. We missen feedback vanuit de overheden, blijven hameren om bevraagd te worden, en merken keer op keer dat we vergeten worden. De jeugdraad krijgt enorm veel steun vanuit zijn lokale jeugddienst maar mist constructief overleg met andere partners. De Oudenaardse jeugd heeft al vaak laten zien dat ze onvermoeibaar zijn en een stad willen waarin iedereen zich erkend voelt. Ze vinden hun weg naar ons. We zijn bereikbaar en laagdrempelig. We moeten dit koesteren en verder uitbouwen. Liefst van al doen we dit heel snel buiten ons kot.
Lien: Hoe hard je ook inzet op het bereiken van jongeren, toch verlies je er altijd uit het oog. Ondanks de samenwerking met onze jeugdopbouwwerker, hebben wij gemerkt dat heel wat jongeren van onze radar vielen. En dat moeten we in de toekomst vermijden.
?
Carine: Opnieuw is gebleken dat de Oudenaardse jeugd veerkrachtig is. Tal van jongeren hebben zich gegroepeerd en een enorme inzet voor hun medeinwoners getoond. Jeugdbewegingen die met volle moed opnieuw activiteiten lanceerden, die vol enthousiasme het kamp in elkaar boksten. Steeds opnieuw ging de jeugd de uitdaging van de maatregelen aan en bleven ze geduldig wachten tot ook zij meer kansen en vrijheid kregen. Deze jongeren moeten nog meer het gevoel krijgen dat ze welkom zijn in onze stad en dat al hun kunnen gewaardeerd wordt. Dat ook hun stem telt, dat wij naar hen luisteren.
Meer weten? Contacteer Lien De Schryver, stedelijke jeugddienst Oudenaarde lien.deschryver@oudenaarde.be
Ook in coronatijden
In je agenda
een volwaardig aanbod
Beeld cottonbro
ONZE
10
CORONAGEBODEN
Wat de komende maanden ons zullen brengen op vlak van corona is nog niet duidelijk. Dat wij met Bataljong niet stil blijven zitten en dus ook dit jaar voor een mooi pakket aan dienstverlening gaan wel! Om er zeker van te zijn dat alles kan doorgaan, staken we ons hele aanbod in een coronaproof jasje.
1.
Onze vormingen en events gaan door! Hetzij zoals gewoonlijk, hetzij in een andere vorm.
6.
Breng je eigen mondmasker mee en draag het tijdens de vorming.
2.
Jullie en onze veiligheid komt altijd eerst. Dat spreekt voor zich.
7.
3.
Vormingen in kleine groep laten we bij voorkeur fysiek doorgaan. We boekten alvast grotere lokalen met goede ventilatie zodat we veilig kunnen ‘anderhalvemeteren’.
Symptomen die op corona wijzen in de 7 dagen voor de vorming? Dan vragen we je om thuis te blijven.
8.
We hebben een duidelijke procedure mocht er een deelnemer besmet zijn.
Verstrengen de maatregelen of kunnen we de veiligheid niet garanderen? We voorzien voor elk gepland aanbod een digitaal alternatief.
9.
We pasten onze annuleringsvoorwaarden aan, zodat corona nooit een financiële spelbreker zal zijn.
Je zal je voor heel ons aanbod op voorhand moeten inschrijven. Wanneer het in real life doorgaat, houden we de groepsgrootte beperkt. Zo kunnen we garanderen dat er per deelnemer voldoende ruimte is op onze locatie.
10.
4. 5.
Life is about the people you meet and the things you create with them Ook dit werkjaar organiseren we netwerkmomenten voor jeugdambtenaren. Bereid je voor op een mix van uitwisseling, praktijkvoorbeelden en vorming. Geen betere manier om nieuwe energie op te doen. Zet alvast één van de eerste reeks netwerkmomenten in je agenda! Zolang de coronamaatregelen het toelaten organiseren we onze netwerkmomenten live. Mocht dat niet meer veilig lukken, dan hebben we een digitaal alternatief klaarstaan.
Donderdag 8 oktober - Roeselare Maandag 12 oktober - Willebroek Dinsdag 13 oktober - Peer Donderdag 15 oktober - Geraardsbergen
Verder op de planning … 19 oktober 2020: Start Themamodule Gemeentelijk beleid 20 oktober 2020: Event Netwerk Jeugdvriendelijk 28 oktober 2020: Inspiratiemoment vrije tijd voor jonge nieuwkomers
We zijn flexibel: verstrengen de maatregelen of versoepelen ze juist – wij bewegen mee in onze manier van organiseren! We brengen je steeds goed op tijd op de hoogte van de voorzorgsmaatregelen die we treffen.
WAT MET GROTERE EVENEMENTEN? Check www.bataljong.be/ vormingskalender voor het meest actuele overzicht van ons aanbod!
Netwerkmomenten voor jeugdambtenaren
Vormingen en evenementen voor grotere groepen (meer dan 50 personen) plannen we dit jaar niet op de klassieke manier in. We gingen op zoek naar alternatieve manieren om dezelfde doelstellingen te bereiken. Dus geen nood, ook daar zal je ons niet hoeven te missen dit jaar! Bovendien stampen we nog een aantal extra vormingen uit de grond. Hou je (digitale) brievenbus in de gaten, zodra onze plannen klaar zijn hoor je nog van ons!
2e week november 2020: Jongtourage en schepenmoment Als Bataljong-lid kom je gratis naar de Netwerkmomenten. Schrijf je in op www.bataljong.be/vormingskalender Vragen? We helpen je graag verder: vorming@bataljong.be of 03 821 06 06
25 november 2020: Labeluitreiking Kindvriendelijke Steden en Gemeenten 7 december 2020: Start Themamodule Vrije Tijd
Meer weten? Check onze website voor de volledige kalender en meer informatie! www.bataljong.be/vormingskalender
35
BELVUE MUSEUM
Democratie & burgerschap WORKSHOP REPORTER VAN MIJN GEMEENTE In kleine groepjes en samen met een begeleider maken de jongeren een videoreportage waarbij ze de burgemeester, een schepen of een gemeenteraadslid interviewen. Op die manier komen zij meer te weten over de organisatie van hun gemeente en de werking van de lokale democratie. Deze workshop heeft plaats in het gemeentehuis en duurt 1 dag.
WORKSHOP DEMOCRACITY Democracity is een rollenspel. Verdeeld in groepjes vormen de deelnemers een politieke partij. Zij bepalen hun beleidsprioriteiten en stellen een programma op. In een ‘plenaire’ vergadering discussiëren en argumenteren de partijen over de opbouw van een stad. Zij moeten hun prioriteiten verdedigen. Op die manier kan iedereen experimenteren en kennismaken met de spelregels en de uitdagingen van de representatieve democratie en tegelijk iets bijleren over de werking van onze instellingen.
www.belvue.be
uw ops in h s k r o W niseren a g r o e ent tie en a geme r c o em rond d rschap? burge er het e t c a t Con ! BELvue