Tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren
PB- PP
Bataljong · Ossenmarkt 3 · 2000 Antwerpen · P206352 · Afgiftekantoor: 2000 ANTWERPEN Stuivenberg September 2019 - Jaargang 28 - Nr. 3 · Verschijnt 4x per jaar: maart - juni - september - december
Dropzone BELGIE(N) - BELGIQUE
K IN D E R R E CHT E N
In gesprek met kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens
1 + 1 = 3?
12 succesfactoren voor intergemeentelijke samenwerking
10
14
Colofon Met de medewerking van Frauke Baeyens Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Joris Dekkers Ellen De Grauwe Jolijn De Haene Zita De Pauw Ilse Holvoet Hannes Jossart Imke Pichal Annelies Schepers Wim Soontjens Jurgen Sprangers Filip Stallaert Hans Theuns Tieme Verlinde Mieke Vispoel CoĂśrdinatie Mieke Vispoel Vormgeving www.canada-gent.be
Verantwoordelijke uitgever Jurgen Sprangers, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen Contact Bataljong vzw, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen info@bataljong.be 03 821 06 06 www.bataljong.be
Breed jeugdbeleid
Een week in de voetsporen van ‌ Peter Geeraerts
Een lokale blik op het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan (JKP)
Verder in dit nummer: 4
Kinderrechten In gesprek met Caroline Vrijens, gloednieuw kinderrechtencommissaris
7
Beleidsnota Hoe lokaal jeugdbeleid anno 2020 ondersteunen?
Druk Drukkerij Jansen Coverfoto Eli Verheyen
Fotoreportage
8
Decreet Kinderopvang Bataljong stapt mee in een lerend netwerk
12
Praktijkverhaal Hangjongeren in Diepenbeek
16
Omgevingsanalyse Hoe verplaatsen Vlaamse jongeren zich?
18
1+1=3 Intergemeentelijke samenwerking in de praktijk
22
Stel je vraag Hoe trekken we met de jeugdraad (meer) individuele jongeren aan?
24
Driehoeksverhouding Hoe werken schepen, jeugdambtenaar en jeugdraad samen in fusiegemeente Pelt?
26
Kalender Dit staat binnenkort op de planning bij Bataljong
Op naar sterk Vlaams beleid voor alle jonge inwoners! Wij spreken ons vertrouwen uit in de nieuwe regering, de minister van jeugd en de Vlaamse parlementairen om te bouwen aan een warm Vlaanderen op maat van alle kinderen en jongeren. Bataljong reikt hen daarbij de hand en biedt haar expertise aan over het voeren van kindvriendelijk en transversaal beleid. Heel wat steden en gemeenten geven het goede voorbeeld. We leggen graag de leerbrug: Bataljong als musketon tussen Vlaams en lokaal kindvriendelijk beleid. Enkel samen maken we verschil in het leven van 2,5 miljoen jonge inwoners. Bataljong vraagt een slagkrachtig Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan (JKP), met incentives voor lokale besturen in de vijf prioritaire doelen. 30 jeugdambtenaren en Bataljongers bouwden op het Grote Prioriteitendebat al mee aan het JKP. Ook de gloednieuwe kinderrechtencommissaris ijvert voor een kindvriendelijk Vlaanderen en roept de lokale besturen in deze Dropzone op om mee werk te maken van de strijd tegen kinderarmoede, van maximale onderwijskansen en van de participatie van kinderen en jongeren. Bataljong informeert de Vlaamse Regering ook over de situatie van lokaal jeugdbeleid. Door de gemeentelijke autonomie en lokale transities werd het landschap veel diverser. Gevolg: een bredere waaier aan hulpvragen. Van een schreeuw om nabije ondersteuning op plekken waar jeugd dreigt onder te sneeuwen, over noden rond jeugdparticipatie en steun voor jeugdraden, tot meer investering in kindvriendelijk lokaal beleid. Met de tendens naar bovenlokaal werken kloppen ook jeugdregio’s aan met hun vragen. Bataljong doet wat het kan, en vraagt versterking om de ruimer geworden opdracht waar te maken. Zet jij deze boodschap mee kracht bij?
Jurgen Sprangers Directeur Bataljong
facebook.com/Bataljong
Laat ons weten hoe jij werk maakt van #sterkbeleidvoorjongeinwoners
instagram.com/Bataljong @Bataljong linkedin.com/company/Bataljong
3
Kinderrechten
In gesprek met kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens Sinds 1 augustus heeft Vlaanderen een nieuwe kinderrechtencommissaris: Caroline Vrijens. Bataljong was er als de kippen bij om haar te leren kennen en haar onze vragen over lokaal beleid voor kinderen en jongeren voor te schotelen. We maakten kennis met een gemotiveerde, straffe en supersympathieke madam waarmee we de komende jaren graag samen ijveren voor sterk beleid voor jonge inwoners! Tekst Jurgen Sprangers & Imke Pichal
Eerst en vooral: proficiat! Waarom koos je voluit voor deze boeiende uitdaging? In alle bescheidenheid was dit het logische volgende stukje van de puzzel in mijn professionele parcours. Als jurist in het jeugdhulpbeleid hield ik mee de pen vast van het decreet integrale jeugdhulp. Daarmee wilden we een echte doorbraak ontketenen richting het meer
4
Beeld Koen Broos
vraaggericht en vanuit jongeren werken in de jeugdhulp. Daarna voerde ik de theorie ook uit in de praktijk in het agentschap Jongerenwelzijn dat het decreet moest implementeren. Wat betekent die visie achter het decreet nu ĂŠcht voor de gezinnen waarvoor het geschreven werd? Bij SOS Kinderdorpen, mijn volgende werkplek, werkte ik hoofdzakelijk rond belangenbehartiging van kinderen en
jongeren in de jeugdhulp. Zo kon ik écht hun stem naar voren brengen. Toen de functie van kinderrechtencommissaris vrijkwam, voelde ik me meteen aangesproken. Een plek dicht bij de politiek, waar de grote lijnen uitgezet worden. Een plek waar ik nog meer impact kan genereren voor kinderen en jongeren, met hun stem als basis.
Welke opdrachten heeft een lokaal bestuur als het gaat om het garanderen van kinderrechten? Voor mij gaat het er vooral over om kwetsbare doelgroepen niet uit het oog te verliezen. Maak hen zichtbaar en ga met hen in gesprek. Garandeer hen rechtsbescherming én rechtsgelijkheid. Lokale besturen kunnen hiervoor inspiratie opdoen bij organisaties zoals bijvoorbeeld Cachet vzw, met hun ronde door Vlaanderen. Jongeren uit de jeugdhulp trokken van stad naar stad en getuigden er, onder andere voor beleidsmakers van de stad en het OCMW, over hoe het is om uit de jeugdhulp te stromen en terecht te komen bij het OCMW. Daardoor werd duidelijk dat het te strikt volgen van regels voor deze jongeren uit de jeugdhulp soms nefast kan zijn. Wilden enkele jongeren bijvoorbeeld samen een woning huren, om de prijs te drukken én de eenzaamheid tegen te gaan, kregen ze een lagere tegemoetkoming van het OCMW. Door het perspectief, de leefwereld en de verhalen van kinderen en jongeren binnen te brengen bij de beleidsmakers streefde Cachet ernaar om hier een echte verandering door te voeren.
Waarvoor kunnen lokale besturen bij het Kinderrechtencommissariaat terecht? Het Kinderrechtencommissariaat adviseert over kinderrechten op elk levensdomein. We willen er ook over nadenken om onze klachtenlijn meer lokale binding te geven. Bevoegdheden zitten meer en meer lokaal, dus er ligt veel potentieel om daar aanwezig te zijn. Onze klachtenlijn hield in het verleden in enkele centrumsteden spreekuren en organiseerde samenkomsten met verantwoordelijken rond jeugd uit gemeenten om elkaars werking te leren kennen en signalen uit te wisselen. Steden en gemeenten die zoekende zijn rond hun klachtenbeleid voor jongeren of daar iets rond willen organiseren, kunnen bij ons aankloppen als ze hierover van gedachten willen wisselen.
Op welke thema’s moeten steden en gemeenten volgens jou inzetten? In het memorandum dat het Kinderrechtencommissariaat schreef naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in 2018, zijn er drie thema’s die er voor mij uitspringen. Participatie van kinderen en jongeren moet steeds de focus blijven. En dan heb ik het over participatie in de diepte, ervoor zorgen dat die stem echt naar voren komt. Ook het garanderen van maximale onderwijskansen voor kinderen uit alle hoeken van de samenleving is iets waaraan gemeenten kunnen bijdragen. Voor leerlingen die dreigen uit te vallen kan een versterkte samenwerking tussen de school en welzijnsorganisaties een groot verschil maken om hen aan boord te houden. Steden en gemeenten kunnen hier een belangrijke rol in opnemen. En uiteraard ook de strijd tegen kinderarmoede, waar we met z’n allen structurele oplossingen voor moeten bieden. Een gemeente kan niet steeds alle expertise in huis hebben, maar kan door samenwerking kinderarmoede effectief bestrijden. In bepaalde gemeenten gaat men daar ver in en maakt men vanuit verschillende diensten samen een plan rond armoedebestrijding waarbij men voor inwoners en gezinnen effectief bruggen bouwt tussen Wonen, Welzijn, de VDAB … Gemeenten hebben hier sleutels in handen en kunnen veel betekenen als ze investeren in kwaliteitsvolle en toegankelijke basisvoorzieningen en in begeleiding op maat. Samenwerking over beleidsdomeinen en over niveaus heen, dat is de sleutel.
De strijd tegen kinderarmoede wordt ook het focusthema van Bataljong voor het volgende werkjaar. Welke aanbevelingen, naast samenwerking, heb jij daarover voor steden en gemeenten? Ik raad hen aan om met een kritische blik te kijken of het perspectief en het belang van het kind op een meer structurele wijze een plek krijgt binnen de OCMW’s. Dankzij vakantie-, sport- en cultuurparticipatiecheques van OCMW’s kunnen kinderen in armoede, ondanks het krappe gezinsbudget, toch genieten van een uitstap of een vrijetijdsactiviteit. Maar een OCMW kan verder gaan in het vermijden van kinderarmoede. Ons dossier over dak- en thuisloze kinderen en gezinnen toont hoe OCMW’s en lokale besturen, geruggensteund door de Vlaamse en federale overheid, een grote rol kunnen spelen in het voorkomen
5
van dak- en thuisloosheid. Bijvoorbeeld door meer in te zetten op preventieve woonbegeleiding en deze integraal aan te pakken en rekening te houden met kinderen. Door te blijven streven naar voldoende betaalbare woningen met voldoende slaapkamers. Onze klachtenlijn wordt elk jaar gecontacteerd door gezinnen die op zoek zijn naar een woning die groot genoeg is. Of door discussies over welk OCMW verantwoordelijk is als een kwetsbaar gezin er komt aankloppen. Waarom niet meer overleg tussen OCMW’s vanuit het belang van de betrokken kinderen stimuleren? Ik wil ook pleiten om af te wegen of het mogelijk is om een jeugdafdeling te voorzien bij het OCMW, zoals dat ook bij de politie bestaat. Zodra een gezin aanklopt bij het OCMW, brengt de jeugdafdeling meteen in beeld wie de kinderen zijn en waaraan zij nood hebben. Dan is er ook telkens iemand die persoonlijk contact heeft met de kinderen en jongeren en alle expertise bundelt als het gaat over minderjarigen. Tot slot is het belangrijk dat de overheid inzet op automatische rechtentoekenning. We mogen niet van gezinnen verwachten dat ze zelf weten waar ze recht op hebben en hoe ze die rechten kunnen uitputten.
Het Kinderrechtencommissariaat stond mee aan de wieg van kindvriendelijke steden en gemeenten in Vlaanderen. Wat is volgens jou de belangrijkste eigenschap van een kindvriendelijke stad of gemeente? Een kindvriendelijke stad of gemeente vertrekt vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren doorheen haar hele beleid en maakt er werk van om continu met hen in dialoog te gaan. Ook het erkennen van en werken met de diversiteit onder kinderen en jongeren is hierin cruciaal.
6
Op een aantal domeinen hoop ik écht impact te hebben om nadien te kunnen vaststellen: daar hebben we écht een steen verlegd voor kinderen en jongeren in Vlaanderen. Wat zijn jouw belangrijkste ambities als kinderrechtencommissaris? Op een aantal domeinen hoop ik écht impact te hebben om nadien te kunnen vaststellen: daar hebben we écht een steen verlegd voor kinderen en jongeren in Vlaanderen. Daarnaast wil ik de klachtenlijn verder bekend maken en werken aan de positionering ervan. Zo blijven we laagdrempelig en komen de juiste klachten bij ons terecht. Ik wil ook samenwerken met tal van actoren zodat we elkaar kunnen versterken. Ik geloof sterk in internationale samenwerking en het delen van expertise rond kinderrechten. Kinderen en jongeren botsen in verschillende landen in Europa vaak op dezelfde dingen. We kunnen dan veel leren van elkaars regelgevingen en systemen: hoe kan het anders en beter? En uiteraard zal ik pas echt tevreden zijn als ik ervoor heb kunnen zorgen dat er nog meer geluisterd wordt naar de stem van kinderen en jongeren. We wensen je alle succes als kinderrechtencommissaris en willen graag partner zijn in het bereiken van die ambities!
Beleidsnota
Hoe kunnen we het lokaal jeugdbeleid anno 2020 het best ondersteunen? Het antwoord op die vraag vormt de kern van de nieuwe beleidsnota (2021-2025) die we eind juni 2020 indienen. Daarin moet onze ondersteuning aan steden en gemeenten een hefboom zijn op weg naar ‘Sterk beleid voor jonge inwoners’. Vanuit de nota kent Vlaanderen subsidies toe. Momenteel gaat dat jaarlijks om 585.000 euro, ongeveer 6/10de van onze inkomsten. Daarnaast draaien we voor 2/10de op lidgeld en 2/10de op eigen inkomsten (begeleidingen, vormingen ...). Hoe pakken we het aan? FASE 1 Kader, mandaten en werven vastleggen FASE 2 Het planningsproces opstarten FASE 3 Vanuit maatschappelijke context, interne analyse en stakeholderbevraging… Beleidsuitdagingen formuleren JUNI ‘19
JULI ‘19
AUGUSTUS ‘19
6 > Startschot van het proces met voorstelling van de kadernota op de beleidsdag
SEPTEMBER ‘19
OKTOBER ‘19
5 > Eerste stuurgroep
25 > Stuurgroep
NOVEMBER ‘19 Stuurgroep
9 > Eerste stafdag
DECEMBER ‘19 10 > Stafdag Stuurgroep
13 > Groen licht voor het kader op de RVB
FASE 4 Van beleidsuitdagingen naar beleidskeuzes FASE 5 Opmaak doelenkader FASE 6 Zakelijke planning FASE 7 Redactie beleidsplan Deadline indienen: 30 juni JANUARI ‘20 9-10 > Beleidstweedaagse met AV en commissies
FEBRUARI ‘20 18 > Stafdag Stuurgroep
MAART ‘20 24 > Open AV + RVB
APRIL ‘20
MEI ‘20
JUNI ‘20
Stuurgroep
Stuurgroep
9 > Stafdag
23-24 > Staftweedaagse
28 > Beleidsdag met AV en commissies
18 > Finale goedkeuring op de Algemene Vergadering
Stuurgroep
De stuurgroep bestaat uit Astrid Roeges (Halle), Famke Proost (Vosselaar), Klaartje Mariën (Sint-Katelijne-Waver), Kenny Rogiers (Izegem), Naomi Vanhengel (Dilsen-Stokkem), Ben Verstreyden (Demos), David Nassen (ISB), Ines De Geest (Chiro) en drie Bataljongstaffers: Leen, Tieme en Jurgen. Meer weten? Suggesties? Neem contact op met Jurgen Sprangers via 03 821 06 03 of Blijf op de hoogte via www.bataljong.be/beleidsnota
jurgen.sprangers@bataljong.be
7
Decreet kinderopvang
Het nieuwe decreet buitenschoolse kinderopvang onder de loep In april 2019 keurde het Vlaams Parlement het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten goed. Het regelt de organisatie van buitenschoolse opvang (voor kleuter en lager onderwijs) en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten. Voor steden en gemeenten is het een mogelijkheid tot lokaal maatwerk via lokale samenwerking tussen opvangvoorzieningen, scholen en andere vrijetijdsspelers. Deze samenwerking moet kinderen naschools alle kansen geven op ontplooiing en spelen. Tekst Filip Stallaert
Uitdagingen voor het jeugdbeleid Het decreet beïnvloedt de manier waarop lokale besturen kijken naar de vrije tijd van kinderen en de initiatieven die hierin een rol spelen. De vrijetijdssector is daarbij een belangrijke partner en het lokale bestuur heeft hier via haar regierol invloed en impact op. De belangrijkste uitdagingen liggen in: • Een stem geven aan én luisteren naar kinderen en jongeren bij het vormgeven van deze regie. • Het vrijetijdsveld van verenigingen betrekken als gelijkwaardige partner. Als jeugdambtenaar is het belangrijk hierover een visie op te bouwen en deze binnen te brengen in de lokale discussie. Er is nog heel wat afstemming tussen sectoren nodig, maar deze overgangsperiode geeft tijd voor overleg, discussie, experiment en visieopbouw.
Lerend Netwerk ‘Regie Buitenschoolse opvang’ Via een Lerend Netwerk begeleiden we samen met o.a. ISB, VDS en VVSG lokale besturen in het bereiken van
8
deze uitdaging. We brengen steden en gemeenten van allerlei pluimage samen om te informeren en inspireren via praktijkvoorbeelden, verfrissende reflecties en meningen. We bieden inzichten en delen ervaringen met relevante sectoren en wisselen uit over de aanpak, oplossingen en werkwijzen.
Voor wie? Lokale besturen zoeken nog volop bij wie deze opdracht het best terechtkomt. Ook jeugddiensten spelen hierin een rol, al dan niet als trekker. Daarom richt het netwerk zich op alle mogelijke trekkers, los van hun huidige hoofdopdracht, die binnen een lokaal bestuur verantwoordelijk zijn (of worden) voor het realiseren van een samenwerking tussen de diverse partijen (scholen, cultuur-, recreatie-, vrije tijd-, jeugd- en sportinitiatieven …).
Inhoudelijke keuzes Het netwerk vertrekt vanuit de volgende 5 kinderrechten: Recht op vrije keuze: Volwassenen omschrijven vrije tijd als ‘tijd waarin ze doen wat ze willen’. Waarom zou dit voor
kinderen na schooltijd anders zijn? Een kwalitatief aanbod stimuleert deze keuzevrijheid. Heel wat initiatieven zoeken daarom gevarieerde manieren om dit waar te maken. Keuzevrijheid is een rode draad door onze werkingen. We zorgen ervoor dat kinderen zowel in BKO, speelplein en ander spelaanbod veel keuze hebben door open spelaanbod te creëren. In onze Speelmeedagen combineren we de sporthal met massa’s spelmateriaal en workshop. En ook de begeleiding van de kinderopvang volgde reeds een open spelaanbodtraject bij VDS. Suzy van Hooff Coördinator vakantiewerkingen Sint-Katelijne-Waver
uitdagende materialen of toestellen beperken soms de mogelijkheden. Of misschien hanteert de begeleiding een te beschermende houding? In een goede visie maak je heel bewust zowel beweging als rust mogelijk. Dit kan via sport en spel, maar een goed ontworpen buitenruimte en beweegimpulsen dragen hier ook aan bij. Recht op rust: Af en toe hebben kinderen nood aan rust tussen pieken van enthousiast spelen. Bouw daarom structureel voldoende rustmomenten in, maar vergeet ook de rustplekjes niet, waar kinderen even tot zichzelf kunnen komen. Samen met de bib geven we jeugdverenigingen de mogelijkheid om een kampkoffer met boeken mee te nemen. We vinden het belangrijk dat de kinderen/ jongeren de mogelijkheid krijgen om tijdens de siësta of een ander rustig moment even de kampdrukte achter zich te laten en tot rust te komen. Ilona Van Canneyt
jeugdconsulent Maldegem
Recht op ontwikkelen: Ontwikkelen, dat is kansen krijgen en in contact komen met nieuwe zaken. Kinderen laten proeven van verschillende vaardigheden en hen laten ontdekken wat ze leuk vinden of waar ze goed in zijn. Van sociale, creatieve en sportieve vaardigheden tot kansen om te proberen, experimenteren, ervaren of durven. Vanuit allerlei bezorgdheden beperken we soms deze ontwikkeling. Durven we risicovol spelen toestaan om onze kinderen ermee te leren omgaan?
Recht op spelen: Spelen bepaalt de eigenheid en het zijn van kinderen. Zelfs op heel speelarme plaatsen doen ze het automatisch. De maatschappelijke druk om kinderen na schooltijd nog extra vaardigheden te leren, is hoog en zet geregeld de waarde van puur spelen onder druk. Tegelijkertijd is het een hele uitdaging om zoveel mogelijk speelcontexten te creëren en zo weinig mogelijk ‘wachttijd’. Denk maar aan wachten tot je geschminkt wordt, wachten tot de workshop start … Recht op bewegen: We pleiten voor speelcontexten die kinderen de kans op beweging bieden. Een kleine oppervlakte, lage capaciteit van de ruimte, ontbreken van
Vanuit de ontwikkelingspsychologie van kinderen experimenteren we met op leeftijd en ontwikkeling gerichte formats. We laten kinderen proeven van een waaier aan activiteiten en doen hiervoor beroep op externe partners. Onze jeugdwerker coacht de inhoudelijke expert om de inhoud aan te passen naar de kinderen. Bert Nauwynck
JC Tranzit Kortrijk
Alle details over het decreet op www.bataljong.be/decreetkinderopvang-lerend-netwerk
Met andere vragen kan je terecht bij filip.stallaert@bataljong.be
9
Fotoreportage
Een week in de voetsporen van … Peter Geeraerts Tekst Peter Geeraerts & Annelies Schepers
Z O N DAG 3 0 JUNI 2019
Claim Your Space Zondag rustdag? Niet voor mij. Vandaag breng ik een bezoekje aan UP.topia, een vernissage van Clint with Lauve tijdens de braderie in Halle, in de Paterskerk. Dit is één van de projecten van Claim Your Space, een regionaal project waarbij jongeren hun stukje openbare ruimte kunnen claimen én er iets mee doen. Clint en Lauve sloegen de handen in elkaar. Ze koppelen grafisch ontwerp aan stofferen met als basis het grondpatroon van de kerkvloer en het junglethema van de bestaande graffitiwerken in de kerk. Check zeker www.uplab.be!
Het takenpakket van Peter, Deskundige Jeugd en Onderwijs in Stad Halle, in één zin omschrijven is onbegonnen werk. Peter is actief binnen het brede vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren in de stad. Hij organiseert er de tienerwerking, geeft het skatebeleid mee vorm, ondersteunt activiteiten zoals de Buitenspeeldag en denkt mee na over intergemeentelijke projecten zoals de Zennetoer en Up.lab – Claim Your Space. Daarnaast zet Peter zijn schouders onder een stadsvernieuwingsproject rond de Zenne, waarbij hij maar wat graag de kind- en jongerenbril op zijn neus zet. We vliegen een weekje mee met deze bezige bij …
MA A N DAG 1 JU L I 2 0 19
Ouderschapsverlof Lang leve ouderschapsverlof! Zelf heb ik een vrije dag op de eerste dag van de zomervakantie, dus stuur ik snel nog een berichtje om m’n collega succes te wensen op haar eerste speelpleindag. Dan trek ik naar m’n eigen speelplein: met drie eigen kinderen en twee vriendjes die een dagje langskomen is de dag goed gevuld en zo voorbij. 10
Beeld Filip Claessens & Peter Geeraerts
D INSDAG 2 JU LI 20 19
Tienerwerking Vandaag start de tienerwerking. Ik behandel snel nog enkele mailtjes en regel de laatste inschrijvingen. Tussendoor komen er nog heel wat telefoontjes over de speelpleinwerking en popt er een kort overleg over het onthaal van de nieuwe inwoners op. De receptie gaat door in ons jeugdcentrum, waarvoor ik de gebouwen beheer. Daarna is het tijd voor de eerste activiteit van de tienerwerking: BMX op het parcours in Halle. Helm op en knallen maar! Vermoeiend maar oh zo fijn om zelf mee te doen en je (verplicht) jong te blijven voelen : )
D O N D ER DAG 4 JU L I 2 0 19
Burgers & mocktails Weer een dag die om is voor je ‘t weet. Ik snel naar de Colruyt want er staan burgers en mocktails op het tienermenu. Buikje vol en neerploffen in de zetel voor de Playstation. Niet voor mij, want ik bijt me nog even vast in achterstallige administratie en uitleningen van de uitleendienst.
WO ENSDAG 3 JUL I 2019
Stadsvernieuwingsproject Deze ochtend werkgroepoverleg rond het landschapspark Halle. Een groots stadsvernieuwingsproject om de Zenne binnen de stad een meer prominente rol te geven. Met een visie op langere termijn maar ook quick wins die we nu uitwerken. Van de inrichting van een speelbos tot verschillende streetartprojecten. Met een fijne en hardwerkende werkgroep buigen we ons rond de verschillende ingrepen die voor eind 2021 moeten gerealiseerd zijn. In de namiddag is er casino- en spelletjesnamiddag voor de tieners, rustig bureauwerk voor mij.
Ook op zoek naar inspiratie om jouw vrijetijdsaanbod op te krikken? Zak op donderdag 7 november 2019 af naar ’t Bauhuis Sint-Niklaas voor het Plan & Play event! Meer info? Zie pagina 27.
VR IJDAG 5 JU L I 2 0 19
hiphop Drukke dag vandaag. Starten doe ik met een overleg over het project rond het landschapspark. Geven we de resten van het oude stationsgebouw daar een plek of toch ergens anders? In de namiddag staat er een gemeenschappelijke activiteit gepland met de oudste groep van het speelplein en de tienerwerking. Tijdens de workshop hiphop en breakdance maak ik met plezier foto’s. Daarna nog snel de laatste voorbereidingen treffen en documenten verzamelen voor de overlegmomenten rond veiligheid van Spectakulo en FestivHalle, twee (jongeren) festivals op Halse bodem waarbij onze dienst fungeert als tussenpersoon tussen organisatie en stad. Met een gerust hart trek ik de deur achter me dicht en fiets ik met de zon in het gezicht het weekend in!
11
Praktijkverhaal Diepenbeek
Een positieve visie op rondhangen in Diepenbeek Jongeren en rondhangen: ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is niet enkel chillen, lachen en vervelen, maar ook plezant, makkelijk én goedkoop. En omdat het een vrijetijdsgebeuren is, is het ook logisch dat er vanuit de gemeente of stad aandacht is voor deze vorm van vrije tijd. Diepenbeek kreeg enkele jaren terug te maken met hangjongeren, nadat een nieuw gemeenschapscentrum de deuren opende. Samen met het LiSS werkte de gemeente een positief beleid rond hangjongeren uit.
Tekst Erik Vreven (LiSS)
Beeld LiSS
Samentroepen aan De Plak In Diepenbeek opende enkele jaren geleden het nieuwe gemeenschapscentrum De Plak. Een multifunctioneel gebouw in het midden van het centrum, op een binnenplein in de buurt van nieuwbouwwoningen. Vlot toegankelijk met fiets en brommer, vlak bij de winkel en met een klein, overdekt podium. Ook de Diepenbeekse jongeren apprecieerden de nieuwe locatie en nestelden zich op en rond het podium. Al snel komen de eerste klachten (geluid, afval, brommertjes, grote groepen …) tot bij het bestuur. Zowel buurtbewoners, personeel als bestuur doen allerlei voorstellen om het probleem aan te pakken: een hangverbod, ontoegankelijk maken met een hek, politiecontroles, camera’s … “Als jeugdconsulent wilde ik mét jongeren werken, niet tégen.” zegt voormalig jeugdconsulent Valerie Engelen. “Ik besloot daarom contact met hen te zoeken en stelde vast dat ze heel aanspreekbaar zijn. Het was duidelijk dat we een andere aanpak rond hangjongeren nodig hadden. Daarvoor deden we beroep op een externe partner, het Limburgs Steunpunt Straathoekwerk (LiSS).”
12
Een concrete en positieve aanpak In juni 2018 is er een eerste overleg tussen het LiSS en het lokaal beleid waar alternatieven worden voorgesteld en besproken. Vanuit dit overleg krijgt Valerie de opdracht om op een positieve, niet-straffende manier aan de slag te gaan. “Eerst en vooral wilden we een eenduidige lokale visie uitwerken rond hangjongeren. Daarom namen we ‘veldwerk’ mee op in het takenpakket van de jeugdconsulent. Zo krijg je zicht op de leefwereld en behoeften van jongeren, waardoor je op lange termijn ook de overlast kan beperken”. “Met een brede stuurgroep van vertegenwoordigers van de groendienst, dienst vrije tijd, sociale dienst, dienst gebouwen, politie, burgemeester en schepenen schreven we samen met het LiSS een visietekst over rondhangende jongeren. We definieerden de rol van jeugddienst en politie en creëerden duidelijkheid over de opvolging en centralisatie van klachten. Hierdoor wilden we beter zicht krijgen op het rondhangen.” vertelt Valerie.
Voer een beleid dat niet gericht is op problemen, maar vooral op kansen voor kinderen en jongeren. Bruggen bouwen als uitgangspunt Vanaf dan houdt de jeugdconsulent regelmatig halt bij de jongeren en bouwt ze langzaam maar zeker een vertrouwensband met hen op. Door met hen in dialoog te gaan, komt ze onder andere te weten dat de jongeren het jammer vinden hoe buurtbewoners met hen omgaan. Soms gaan rolluiken dicht of gaan mensen liever een blokje om. Terwijl de jongeren eigenlijk alleen maar wat willen hangen. “Ik probeerde aan beide groepen duiding te geven over het hoe en waarom. En het personeel volgde een vorming ‘omgaan met rondhangers’. Het vraagt tijd en doorzettingsvermogen, maar is absoluut de moeite waard!” legt Valerie uit.
staan bij wat jongeren ‘verkeerd’ doen. Maar het belangrijkste is ook dat jongeren, buurtbewoners en personeel meer begrip hebben voor elkaar.” “Als ik nog één belangrijke tip mag meegeven: blijf ook investeren in het beleid als er geen klachten meer zijn en laat de aandacht voor veldwerk niet verloren gaan in de alledaagse drukte.” besluit Erik.
Speerpunten uit de visietekst van Diepenbeek: •
•
•
Blijvende investering Erik Vreven is teambegeleider bij het LiSS en bijzonder fier op de resultaten die Diepenbeek behaalde. “Er zijn heel wat positieve effecten voor alle partijen. Jongeren voelen zich gehoord en niet enkel bekeken, de jeugdconsulent wordt betrokken bij meldingen en leert de jongeren daardoor beter kennen en er is intensiever en beter contact tussen de gemeentelijke diensten. De focus ligt ook meer op verbindende communicatie, in plaats van enkel stil te
?
•
Vertrek vanuit een positief beleid naar rondhangen. Voer een beleid dat niet gericht is op problemen, maar vooral op kansen voor kinderen en jongeren. Rondhangen veronderstelt dat er wederzijds verdraagzaamheid en respect is van alle betrokken actoren. Denk op lange termijn: een efficiënt lokaal beleid vraagt tijd. Streef naar het structureel vrijstellen van een personeelslid om aan veldwerk te doen; enkele uren per week kunnen al een positief effect hebben. Focus op een integrale aanpak, waarbij je de verschillende beleidsdomeinen betrekt. Alle actoren zetten zich gezamenlijk in vanuit de verschillende invalshoeken en nemen hun verantwoordelijkheden op.
Het LiSS (Limburgs Steunpunt Straathoekwerk) is een ondersteuningsdienst voor de thema’s outreachend werken, straathoekwerk en rondhangende jongeren. Meer info? liss@cawlimburg.be
13
Breed jeugdbeleid
Hoe kijken lokale besturen naar het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan? Met meer dan 150 waren ze op het Grote Prioriteitendebat. Experts, jongeren, vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid, actoren uit het middenveld en lokale besturen gingen er met elkaar in gesprek over de grote domeinoverschrijdende uitdagingen in het Vlaams beleid voor kinderen en jongeren. Een belangrijke stap in de opmaak van het nieuw Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan (JKP) voor 2020 – 2024. De aanwezigen rangschikten 13 doelen voor het nieuwe JKP. De volgende Vlaamse regering zal de input gebruiken bij de uitwerking ervan. Tekst Imke Pichal & Jurgen Sprangers
Isabel Van de Velde Themaverantwoordelijke sociale inclusie (Jeugddienst Stad Antwerpen)
Isabel zou het thema Armoede zelf ook op nummer 1 zetten. “In een stad als Antwerpen kampen we met veel te hoge armoedecijfers. Bovendien is die armoede gekleurd én jong. Een op de drie kinderen in Antwerpen wordt geboren in kansarmoede. Om alle kinderen en jongeren maximale ontwikkelingskansen te bieden, moeten de verschillende bestuursniveaus samen structureel de strijd aangaan tegen kinderarmoede.”
23 medewerkers uit lokale besturen en Bataljong kwamen vanuit de lokale context meedenken over het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid. Wij vroegen aan vijf lokale ambtenaren wat volgens hen zeker een plaats moet krijgen in het volgend JKP.
De vijf prioritaire doelen van het JKP: Bart Bergen 1. Het terugdringen van armoede van kinderen en jongeren; 2. Het versterken van het psychisch welbevinden en van positieve identiteitsontwikkeling; 3. Werken aan duurzame en veilige buurten; 4. Het geven van een stem aan kinderen en jongeren in de toekomst van de planeet; 5. Een actieve bijdrage van kinderen en jongeren aan de samenleving.
14
Jeugdfunctionaris en projectcoördinator in Mortsel
Voor Bart is het versterken van het psychisch welbevinden van kinderen en jongeren hét grootste werkpunt. “Ik was onder de indruk van het sterke pleidooi van Ingrid De Jonghe, voorzitter van TEJO. TEJO biedt in Vlaanderen laagdrempelige en gratis therapeutische hulpverlening aan jongeren. Ingrid overtuigde me ervan dat er dringend en prioritair aandacht moet gaan naar het psychisch welbevinden van kinderen en jongeren. De cijfers die aan bod kwamen zijn alarmerend.”
Pieter-Jan Teirlinck Deskundige jeugd en vrije tijd in Laarne
Amber Daniëls Jeugdconsulent in Wuustwezel
“Ik ben blij dat ‘werken aan duurzame en veilige buurten’ de top 3 haalde.” vertelt Amber. “Deze buurten vormen een gezonde, sociale, evenwichtige basis voor kinderen, jongeren en hun ouders. Buiten kunnen spelen in een natuurlijke omgeving, zich veilig en zelfstandig kunnen verplaatsen, sociaal contact kunnen ontwikkelen met leeftijdsgenoten en buren … Het zijn essentiële voorwaarden voor een geslaagde zelfontwikkeling bij kinderen en jongeren.”
Marianne Labre Programmaregisseur kind- en jeugdvriendelijke stad Gent
Marianne legt de nadruk op de verbanden tussen het lokale en het Vlaamse bestuursniveau, om echte impact te genereren: “Er moet in het Vlaams JKP plaats zijn voor de problematieken die een grote lokale impact hebben maar voornamelijk binnen de bevoegdheid van de Vlaamse overheid liggen. Denk maar aan wonen, welzijn, onderwijs … Van daaruit is het belangrijk dat het lokaal en bovenlokaal niveau naar elkaar luistert en elkaar versterkt. En dat op Vlaams niveau deze thema’s ook transversaal opgevolgd worden.”
“Als het JKP impact wil hebben op de leefwereld van kinderen en jongeren, dan moet de Vlaamse overheid de lokale besturen meenemen in het uitvoeren van het JKP” klinkt het ook bij Pieter-Jan. “Zonder link of instrument voor of naar (kleine) lokale besturen zal het moeilijk zijn om met het JKP iets te veranderen aan het leven van kinderen en jongeren.”
Jurgen Sprangers Directeur Bataljong
“In de stuurgroep van het JKP vertegenwoordigen we lokale besturen en ijveren we voor sterk beleid voor jonge inwoners. Per prioritaire doelstelling pleiten we voor krachtige transversale masterplannen mét stevige budgetten. Door lokaal en Vlaams beleid op elkaar af te stemmen, kunnen we pas echt het verschil maken. Daarin moeten we lokale besturen of intergemeentelijke samenwerkingen. Om van het JKP een slagkrachtig instrument te maken, mét impact op het leven van kinderen en jongeren, kan Vlaanderen nog heel wat leren van kindvriendelijke steden en gemeenten. We delen expertise over hoe je de brede jeugdreflex beleidsmatig kan verankeren in een complexe overheid. Voor die leerbrug lokaal-Vlaams zorgt Bataljong.”
Meer over het Grote Prioriteitendebat en het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan http://bit.ly/Vlaams-JKP
15
Omgevingsanalyse
Hoe verplaatsen Vlaamse jongeren zich? Een duik in de resultaten van het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Tekst Miguel Vertriest (Netwerk Duurzame Mobiliteit), Ilse Holvoet (Bataljong) en Peter Bosschaert (De Ambrassade)
Beeld Miguel Vertriest
Op basis van het Onderzoek VerplaatsingsGedrag (OVG 5.3, georganiseerd door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken) onderzocht het Netwerk Duurzame Mobiliteit hoe, hoe vaak, hoe ver en waarom Vlaamse jongeren tussen 6 en 17 jaar zich verplaatsen. Naast interessante cijfers reiken we je vragen aan om in jouw gemeente of vervoerregio een analyse op maat te maken.
Verplaatsing naar school op nummer één
• •
Het zal niemand verbazen dat onderwijs het belangrijkste verplaatsingsmotief is. Bij kinderen van 6 tot 12 jaar is onderwijs goed voor 37% van alle verplaatsingen, bij jongeren van 13 tot 17 jaar zelfs voor 43%. De ruime schoolomgeving verdient dus prioriteit in het verkeersveiliger maken van de gemeente.
Ook het tweede verplaatsingsmotief ‘ontspanning, sport en cultuur’ komt niet onverwacht. Zowel jongeren als volwassenen leggen gemiddeld meer kilometers af voor recreatieve doeleinden dan voor functionele verplaatsingen.
Gemiddeld aantal verplaatsingen per dag
Verplaatsingsmotief jongeren 1,0 0,9 0,8
•
6-12 jaar 13-17 jaar
0,7 0,6
•
0,5 0,4
•
0,3 0,2 0,1 0,0
r n ijs ek en en len tuu rke rw zo gg pp ha cul de be ha We , jo /af rt, On en Op en dsc o d g j o p i r o ren g, s nd ,b gb nin , ro len we an len nke sp de t Wi n n O Wa
16
Hoe ruim wordt ‘schoolomgeving’ geïnterpreteerd? Welke inspanningen zijn al gebeurd, wat zou er nog moeten gebeuren? Wat geven de leerlingen zelf aan over hun schoolomgeving?
en
nst
Die
•
Welke afstanden leggen jongeren af? Naar welke recreatieve bestemmingen? Waar op die routes liggen knelpunten? Vallen die nog binnen de gemeentegrenzen, of bekijk je dit beter vanuit de vervoerregio? (Waarom) gebruiken jongeren hiervoor de fiets? Waarom gaan ze niet met het openbaar vervoer?
Koning Auto regeert, ook onder jongeren
voor respectievelijk 2% en 3% van het aantal kilometer dat ze afleggen. 6- tot 12-jarigen maken weinig gebruik van het openbaar vervoer en al helemaal niet van de trein.
In de hele leeftijdsgroep van 6 tot 17 jaar is de auto het meest gebruikte vervoermiddel. Bij kinderen van 6 tot 12 jaar gaat het om 62% van alle verplaatsingen, bij jongeren van 13 tot 17 jaar is de auto nog goed voor 44% van alle verplaatsingen. Dat volwassenen vaak ingezet worden als chauffeur, bevestigen de cijfers rond de verplaatsingsmotieven van de Vlaming. 11% van die verplaatsingen dient om iemand of iets te halen of te brengen.
Bij de 13- tot 17-jarigen is de dominantie van de auto minder opvallend (en van dezelfde grootteorde als voor de volledige bevolking: 63%). Vooral het openbaar vervoer (bus/tram/metro: 15% van de kilometers en de trein: 15% van de kilometers) scoort opvallend beter dan bij de volledige Vlaamse bevolking (bus/tram/metro: 2% en de trein: 5% van het aantal kilometer). 13- tot 17-jarigen zijn sterk afhankelijk van het openbaar vervoer voor hun verdere verplaatsingen.
Aantal verplaatsingen per dag
Gemiddeld aantal verplaatsingen per dag 1,8
Openbaar vervoer voor langere afstanden
6-12 jaar
1,6
13-17 jaar
1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0
t
e vo Te
s
t Fie
Au
•
•
r)
gie
ssa
pa to(
tro
me
m/
tra
s/ Bu
in Tre
rs
de
An
Wat zijn plaatsen waar kinderen met de auto naartoe gebracht worden? En hoe zit dat bij jongeren? Wat kan daarvan aan de oorsprong liggen? Afstand, (subjectieve) veiligheid, moment van de dag, is het een deel van een ketting van verplaatsingen, gebrek aan openbaar vervoer?
Openbaar vervoer voor de middelbare school 6- tot 12-jarigen zijn sterk afhankelijk van de auto voor lange verplaatsingen: maar liefst 93% van de afgelegde kilometers gebeurt met de auto. Ze doen wel heel wat verplaatsingen te voet (18%) en met de fiets (15%), maar die zorgen maar
• • •
Naar welke bestemmingen reizen de jongeren in jouw regio? Op welk moment? Waar nemen ze de trein, en waarom net daar? Volstaat het aanbod aan openbaar vervoer aan de noden van de jongeren?
Vanaf 13 jaar zien we dat veel jongeren overschakelen op het openbaar vervoer, vaak omdat de afstanden naar school dan langer zijn. 58% van de verplaatsingen van 6- tot 12-jarigen gaat over een afstand van minder dan 3km, voor 13- tot 17-jarigen is dat 29%. Een omgekeerde verhouding zie je voor verplaatsingen verder dan 15km: die vormen 14% van de verplaatsingen van 6- tot 12-jarigen en 26% van de verplaatsingen van 13- tot 17-jarigen. Over het algemeen verplaatsen jongeren zich minder ver dan de actieve (beroeps)bevolking. Het gebruik van de fiets groeit niet sterk met de leeftijd naar aantal verplaatsingen, wel naar afstand.
•
•
• • •
Naar welke bestemmingen nemen jongeren het openbaar vervoer? Alleen om naar school te gaan en terug naar huis of ook naar andere bestemmingen? Zouden de jongeren ook het openbaar vervoer willen nemen naar andere bestemmingen, op andere momenten? Wanneer wordt waar het meest naartoe gefietst? Fietsen de jongeren vooral alleen, of vooral in groep? Zijn er plaatsen waar ze afspreken en van daar samen verder fietsen?
Meer details? www.duurzame-mobiliteit.be/nieuws/ verplaatsingsgedrag-vlamingen-ontrafeldovg-53
17
1 + 1 = 3?
Intergemeentelijke samenwerking in de praktijk Samenwerken werkt! Daarvan zijn verschillende regio’s overtuigd. Hier en daar werken gemeenten en steden al succesvol samen via intergemeentelijke samenwerkingen (IGS). Maar hoe en wanneer is zo’n samenwerking een succesverhaal? Samen met enkele bestaande regio’s formuleerde Bataljong 12 succesfactoren voor intergemeentelijke samenwerkingen voor kinderen en jongeren. Maak kennis met deze succesfactoren, doorspekt met de praktijkervaringen vanuit drie regio’s. Tekst Tieme Verlinde
Beeld Eli Verheyen en @92
Regio JoNK Jeugdregio NoorderKempen Amber Daniëls Jeugdconsulent Wuustwezel
Kris Van Looveren
Jong Dobs West-Vlaanderen Jonas De Soete Jeugdconsulent Damme
Schepen van jeugd Wuustwezel
Regio @92 Oost-Vlaanderen David Levantaci Sport- en jeugdconsulent Wichelen
Celien Roosens Jeugdraadvoorzitter Wichelen
Een duidelijke structuur
1
Er is een natuurlijke afbakening van de regio: gemeentes kunnen zich ermee identificeren en voelen zich volwaardig lid.
David: Onze samenwerking groeide vanuit een informeel overleg tussen de jeugdraden en jeugddiensten van vier gemeentes uit de Denderstreek. Later kwamen er nog drie andere bij. Sinds 2017 gaan we door het leven als @92, een verwijzing naar de eerste twee cijfers van onze postcodes.
18
2
De organisatiestructuur is op maat van de gezamenlijke ambities.
Amber: Wij vormen een interlokale vereniging (ILV) zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Onze intergemeentelijke samenwerking is gebaseerd op een overeenkomst goedgekeurd door de 7 gemeenteraden.
3
Er is een duidelijk financieel model waarover consensus is. De grootte van het budget hangt samen met de werking en gezamenlijke activiteiten.
Amber: De lidgemeenten dragen zelf alle kosten van de werking. Dat budget ligt ongeveer rond de 30.000 euro per jaar.
4
Kies voor een werkbare taakverdeling: financiën, verantwoording, activiteiten plannen, promotie voeren …
Jonas: Bij ons is Damme verantwoordelijk voor het werkingsverslag, Oostkamp voor de financiën en Beernem voor de promotie. We beslisten een tijd terug om vaste taken toe te wijzen, zodat elke gemeente beter kan worden in haar taak.
Relevante inhoud en resultaten
5
Voordelen voor alle gemeenten: een netwerk creëren, meer slagkracht door schaalgrootte, tijdswinst, cofinanciering …
David: Het grootste voordeel is de gezamenlijke kennis en expertise. Elke gemeente kent haar eigenheid en bouwde eigen expertise op, waarvan anderen kunnen leren. Voornamelijk voor startende jeugdconsulenten in onze regio is dit van onschatbare waarde. Kris: We kunnen meer aanbieden dan wanneer we iets alleen zouden doen als gemeente. Dit bijvoorbeeld door samen te werken bij SWAP- of andere activiteiten zoals T-DAY. Celien: Een zeer positief element aan de jeugdradenbijeenkomsten is toch wel de kruisbestuiving. Je leert mensen kennen die zich inzetten voor de jeugd en die activiteiten op poten zetten om de (actievere) jeugd te bedanken, maar ook hoe we hen op een originele manier kunnen bijscholen. Zo zagen wij bijvoorbeeld bij jeugdraad Berlare hun opleiding omtrent brandveiligheid en hiermee gaan wij het komend werkjaar in Wichelen ook aan de slag.
6
De inhoud, prioriteiten en projecten worden bottom-up bepaald vanuit gemeenschappelijke noden rond jeugdbeleid en -aanbod.
Kris: Wij willen de samenwerking van de deelnemende gemeenten verbeteren en hierdoor een meerwaarde creëren voor jongeren. De doelstellingen worden bepaald door de schepenen van jeugd in samenspraak met de jeugdconsulenten. Jonas: De doelstelling is bepaald in onze statuten. Het doel is het organiseren van zomeractiviteiten voor tieners en het integreren van kinderen met een beperking in de gemeentelijke speelpleinwerkingen.
19
7
Er is ruimte voor experiment op intergemeentelijk niveau: cruciaal bij een dynamische en diverse doelgroep van kinderen en jongeren.
David: Elk jaar evalueren we onze werking grondig. Meestal zijn dit geen grensverleggende zaken, maar op die manier houden we wel de vinger aan de pols. Soms proberen we ook iets totaal nieuws en zijn we niet verlegen om het na een jaar al te schrappen als we niet tevreden zijn van het resultaat.
8
Zorg voor een gouden mix van processen (netwerken opbouwen en onderhouden) en producten (aanbod voorzien of onderzoek voeren).
David: Wij komen 6-wekelijks samen met de jeugdconsulenten. Jaarlijks is er ook een jeugdradenbijeenkomst onder de noemer ‘Jeugdraadselscafé’ en een uitwisseling voor schepenen van jeugd, waarbij ook de jeugdraadvoorzitters aansluiten. Daarnaast organiseren wij ook activiteiten voor kinderen en jongeren. Amber: Wij organiseren samen tienerfestival T-DAY en SWAP-activiteiten, ondersteunen de muziekwedstrijd Kamp Noord en leggen een feestbus in tijdens oud op nieuw. Er is ook uitwisseling tussen jeugdambtenaren en jeugdraden.
om onze speelpleinwerking nog sterker te maken. Kris: Onze jeugdambtenaren zijn zeer sterk in de organisatie van T-DAY, een tienerfestival waar er zowel sport, spel, opleiding, creatieve activiteiten en een infomarkt met jeugdwelzijnsorganisaties (bv. Wel Jong Niet Hetero, Awel, JAC, Child Focus …) aan bod komen. Maar ook externe expertise weten we te vinden. Zo ondersteunde Bataljong ons bij de organisatie van de uitwisseling tussen onze jeugdraden.
10
Ga voor een ruime blik: leren van andere regio’s of naburige gemeenten kan zinvol en verruimend zijn.
David: Sinds vorig jaar plannen we jaarlijks een uitstap als groep naar een stad of gemeente met een inspirerend project. Zo trokken we bijvoorbeeld naar Sint-Niklaas om de pop-up speeltuin te bekijken en te luisteren naar de collega’s.
Betrokken mensen
11
Bestuurders en ambtenaren ervaren de meerwaarde van samenwerken en zijn als mede-eigenaar ambassadeurs van de regionale samenwerking.
Kris: Je elkaar leert kennen en samenwerken als schepenen van jeugd. De afstand tussen elkaar is korter waardoor je gemakkelijker eens met elkaar afspreekt of bij bepaalde vragen eens een telefoontje doet om te vragen hoe anderen bepaalde zaken aanpakken.
1
12
Eén of enkele straffe trekkers zijn cruciaal voor de dynamiek en de inhoudelijke lijnen.
David: We hebben het geluk dat we in een sterke regio zitten die elk om de beurt weleens de kar trekken. Zo gooit iedereen eens een balletje op om het geheel draaiende te houden. We vullen elkaar goed aan.
9
Er is inhoudelijke expertise (intern en extern) rond bepaalde thema’s.
Jonas: We volgden een traject met de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS). Ze gaven tips en tricks per gemeente
Alles over visie, subsidiemogelijkheden, erkenning, organisatievormen en ondersteuning van intergemeentelijke samenwerkingen: Op www.bataljong.be/ intergemeentelijkesamenwerking
Meer weten? Steek je licht op bij
tieme.verlinde@bataljong.be
Wist je dat ...? De aanwezigheid van vrouwen en meisjes in de openbare ruimte de belangrijkste graadmeter is voor de kwaliteit ervan? Een buitenruimte die veilig aanvoelt nodigt namelijk uit tot buitenspelen voor jongens én meisjes. Intergenerationele activiteiten en de juiste fysieke en sociale mix bieden ontmoeting en sociale controle. Een kind- en gendervriendelijke fysieke inrichting van het openbare domein is dus noodzakelijk en moet samengaan met sociale activiteiten en toezicht. Tip: Wil je onderzoeken of buitenruimte veilig is? Gebruik dan de aanwezigheid van meisjes als maatstaf. Want net zoals ottertjes in de natuur wijzen op een hoge waterkwaliteit, is de aanwezigheid van meisjes een indicatie van een kwalitatieve openbare ruimte.
Ontwerp & Inrichting speelterreinen | www.speelprojecten.be
Je vindt bij ons een schat aan creatieve producten, een uitgebreide collectie gezelschapspellen, leuk speelgoed en origineel spelmateriaal! Ben je op zoek naar een originele knutselactiviteit? Kies uit tientallen kant-en-klare creapakketten: alles geregeld voor een leuk resultaat. Heb je twee linkerhanden? Niet erg! Wij twee rechter, en komen met plezier de knutselactiviteit begeleiden. Véél creatief materiaal en MEGA LEUKE ideeën! Wij zijn specialist in creativiteit én zitten bomvol inspiratie om te delen. Check onze website voor de laatste nieuwe knutseltips. Nog gemakkelijker ... Schrijf je in op onze nieuwsbrief & volg ons via: DeBanierCreatief
de.banier
baniercreatief
21
Stel je vraag Hallo Ana De vraag die je stelt is een absolute topvraag onder onze helpdeskvragen! Veel kinderen en jongeren leren de jeugdraad kennen via de jeugdbeweging. Bij jongeren die niet in het jeugdwerk zitten, is de jeugdraad dus vaak minder bekend. We geven je graag wat tips om de jeugdraad bekender te maken.
V R A AG
it staat op d e b d a a r gd an “Onze jeu it leden v u l a r o o v n moment oe kunne H . n e g n i enig ren jeugdver ele jonge u d i iv d n i ) we (meer ?” bereiken Ana d Ternat ra d Jeug a
1. Geef je imago een boost! Het is belangrijk dat je de jeugdraad bekend maakt in de stad of gemeente. Zet je op de kaart met een imagocampagne die alle kinderen en jongeren aanspreekt. Denk goed na over je boodschap: Waarvoor staan jullie? Wat wil je als jeugdraad doen? Hoe wil je het klankbord zijn van de kinderen en jongeren in jouw gemeente? • Goede voorbeelden uit o.a. Beveren en Vilvoorde vind je op http://bit.ly/jeugdraad-beveren en http://bit.ly/jeugdraadVilvoorde • De jeugdraad van Oudenaarde haalt geregeld de pers: https://www.jeugdraad-oudenaarde.be/ 2. Zorg voor een boeiende vergadering Een vergadering met enkel jeugdwerkonderwerpen op de agenda zal jongeren die niet uit het jeugdwerk komen weinig bekoren. Zorg daarom voor een leuke setting met onderwerpen die alle jongeren kunnen interesseren of waarover ze een mening kunnen hebben. Bijvoorbeeld: • Hoe kan iedereen veilig door onze gemeente/stad fietsen? • Hoe kunnen we kinderen en jongeren goed laten fuiven? • Waar missen we nog groen in onze gemeente?
Vraag het aan Bataljong! Zit je zelf met een vraag of heb je hier of daar nood aan een duwtje in de rug? Laat van je horen via www.bataljong.be/stel-je-vraag
Leeft deze vraag ook binnen de jeugdraad in jouw stad of gemeente? Boek een vorming op www.bataljong.be of start een coachingtraject om jouw jeugdraad hierin te begeleiden.
22
3. Als de berg niet naar Mozes komt ... Dan gaat Mozes maar naar de berg. Zoek kinderen en jongeren op in hun vertrouwde omgeving. Op school, op het pleintje, op het hoekje van de straat naast de snoepwinkel, aan het skatepark … Wil je hun mening horen? Stel hen dan ter plaatse jouw vraag of nodig hen uit naar een thematische vergadering die meer aansluit bij hun leefwereld. 4. Onderschat de kracht van het jeugdwerk niet Het is normaal dat de jeugdraad vaak enkel bestaat uit vertegenwoordigers van jeugd(werk)initiatieven aangezien zij al samenwerken met de stad of gemeente. Onderschat de kracht van het jeugdwerk dus niet. Probeer echter ook de stemmen van hun leden mee te krijgen want vaak hoor je enkel de vertegenwoordigers. Ga na of de informatie en de participatie ook doorstroomt naar hun leden. Koppelen ze terug naar hun leden over belangrijke gemeentelijke beslissingen? Bevragen ze ook hun leden als de jeugdraad iets wil organiseren? Laten ze hun leden kennismaken met de jeugdraad?
Meer info? Stuur een mailtje naar
ellen.degrauwe@bataljong.be
DAG
E VAN D
BE JEUGD
WEGI
NG
19
foto Jan Van Bostraeten
BER 20 18 OKTO
DAG VAN DE JEUGDBEWEGING Op 18 oktober 2019 is het weer zover: de Dag van de Jeugdbeweging, dé hoogdag voor de jeugdbewegingen. De jeugdbewegingskleren komen uit de kast en leden laten uitbundig zien hoe tof jeugdbewegingen zijn. Maar het zijn niet alleen de kleren waaraan je ziet dat het een hoogdag is. Het jeugdig enthousiasme en engagement van jongeren wordt ook dubbel en dik in de kijker gezet door alle lokale initiatieven die overal uit de grond rijzen: ontbijtacties, vieruurtjes, fuiven, feestjes … Jeugddiensten nemen al jaar en dag hun rol op in de organisatie van de evenementen en de bedanking van alle jeugdbewegingsvrijwilligers. Zowel jeugdbewegingen zelf als jeugddiensten hebben heel wat contacten in de buurt. En net die lokale contacten kunnen heel wat voordelen bieden.
product sponsoren dat jullie nodig hebben. Denk maar aan inkleding van een rusthoekje met geleend kunstgras of loungestoelen uit palletten, of een hoop koffiekoeken van de bakker in de straat. De lokale drukker kan misschien wat materiaal drukken tegen een klein prijsje. De sleutel? Durf te vragen! •
Door bij lokale partners in te kopen, steun je de plaatselijke handelaars. Als je bijvoorbeeld groenten en fruit rechtstreeks van bij de boer haalt, werk je mee aan een korte keten, wat minder transport vraagt en dus een kleinere ecologische voetafdruk betekent. Een aantal ecologische voordelen dus.
•
Door materiaal te lenen of te huren, moet je niet alles zelf aankopen. Denk maar aan herbruikbare bekers of tafels ter beschikking stellen via de uitleendienst van jouw gemeente. Dat heeft positieve financiële gevolgen, maar het staat ook in het teken van duurzaamheid.
•
Je kan voedselverspilling tegengaan door een aantal producten te onderscheppen die bijna zouden vervallen.
LOKALE PARTNERS: WIN-WIN VOOR IEDEREEN •
Door je lokale contacten aan te spreken, kan je heel wat producten gratis of goedkoper op de kop tikken. Je kan zo de kosten drukken en meer investeren in andere aspecten van je actie.
•
Door lokale partners te zoeken, versterk en verruim je je netwerk. Het ons-kent-ons-effect kan je voor de toekomst nog heel wat voordelen opleveren.
•
Spreek de kleine zelfstandigen uit de buurt aan voor sponsoring. Misschien geven zij wel een geldbedrag in ruil voor een banner met reclame of kunnen zij een
Zorg ervoor dat de beslissingen die je neemt ook stroken met de visie die je met je actie wil uitdragen. Wil je een gezond ontbijt in de kijker zetten? Deel dan geen zeer suikerrijke frisdranken uit. Wil je staan voor ecologie en duurzaamheid? Neem dan geen dozen plastic wegwerpbekers aan.
23
Driehoeksverhouding
Driehoeksverhouding
Pelt
Begin 2019 fusioneerden de Limburgse gemeenten Neerpelt en Overpelt tot het gloednieuwe Pelt. Twee gemeenten die op vlak van grondgebied misschien dicht bij elkaar lagen, maar qua werking elk hun eigen aanpak kenden. Het werden boeiende maanden, met de nodige uitdagingen en hindernissen, maar samen zijn ze nu op weg naar een knallend jeugdbeleid. We staken ons licht op bij de drie kernspelers van het lokale beleid voor kinderen en jongeren.
Tekst Wim Soontjens
Beeld Gemeente Pelt
V.l.n.r. Katrien Kenis, schepen van jeugd – Wannes Ceulemans, voorzitter van voormalige jeugdraad Overpelt – Lize Pinxten, jeugdconsulent
We willen er alles aan doen om jongeren te laten uitgroeien tot volwassenen die verantwoordelijkheid kunnen én durven nemen. Wat is je ambitie voor het jeugdbeleid? Lize: “We willen het beste van beide gemeenten combineren om een straf jeugdbeleid uit te werken. Geen beleid waarop enkel wij fier zijn, maar een concreet plan waardoor jongeren ook graag in Pelt wonen. We willen er alles aan doen om jongeren te laten uitgroeien tot volwassenen die verantwoordelijkheid kunnen én durven nemen. De eerste ideeën daarin zijn een speelweefselplan voor de hele gemeente, het opstarten van een ambitieuze jeugdraad en het uitbouwen van een jeugdhuis.”
24
Katrien: “Met het nieuwe jeugdhuis willen we écht ambitieus zijn. Het moet een plek zijn waar alle jongeren zich welkom voelen. Waar ze zelfstandig activiteiten organiseren en daarvoor verantwoordelijkheid kunnen en mogen nemen, een plek vinden om te studeren, ideeën te laten bruisen en ontwikkelen … Dit onderzoeken we samen met verschillende partners die het welzijn van jongeren stimuleren.”
Wannes: “De samensmelting van twee bestaande jeugdraden naar één nieuwe jeugdraad staat met stip op nummer één. Het wordt een hele uitdaging om het beste van twee werelden te combineren, maar met een pak enthousiasme en samenwerking komt dat zeker goed. Toch staat ook het bereiken van meer individuele jongeren hoog bovenaan ons lijstje. Vroeger richtten we ons vooral naar jeugdbewegingen, maar een jeugdraad kan zoveel meer zijn dan dat.”
Op welke verwezenlijking in het jeugdbeleid ben je trots? Lize: “Vorig jaar stapten we samen met Bataljong in een traject naar het label kindvriendelijke gemeente. Die gedeelde ambitie bracht ons tijdens de fusie als nieuw team dichter bij elkaar. Zo ontwikkelden we voor het belevingsonderzoek samen de Droomhuismethodiek. We lieten kinderen tekeningen maken van hun droomhuis, welke de basis vormden voor een gesprek over wonen en woonkwaliteit. We leerden zoveel bij over hoe kinderen en jongeren naar hun huis en woonomgeving kijken.”
Katrien: “Ik startte nog maar pas in mijn functie als schepen, dus ben vooral trots dat ik schepen van jeugd màg zijn in Pelt! Toch is het aanbod dat er al bestaat in beide gemeenten iets om fier op te zijn. De 14 jeugdbewegingen voorzien ieder weekend honderden kinderen van een stevige portie amusement. Maar ook PRAGT, het Perinataal Regionaal Ambulant Gezinstraject, is een knap initiatief. Het is een sterk netwerk waarin kwetsbare moeders, bijvoorbeeld bij tienerzwangerschappen, al van bij de zwangerschap ondersteuning krijgen.”
Wannes: “Vanuit de organisatoren van jeugdfuiven kwamen geregeld vragen over hoe ze het schenken van alcohol aan minderjarigen kunnen aanpakken. We staken de koppen bij mekaar en overwogen verschillende opties. Uiteindelijk kozen we voor de aankoop van gekleurde polsbandjes. Die kunnen organisatoren gratis afhalen op de jeugddienst, samen met de geluidsmeter en oordopjes.”
Wat was een flopmoment, waaruit je toch écht iets leerde? Lize: “Voor we het goed en wel beseften, zaten we middenin een razend drukke fusie waarbij alles prioriteit had. En dat haast en spoed zelden goed is, mochten we aan den lijve ervaren tijdens onze eerste jeugdraadbijeenkomst. Omdat alles snel moest gaan, verstuurden we de uitnodiging naar alle jeugdbewegingen in Overpelt en Neerpelt. We stonden er niet bij stil dat Neerpelt de gewoonte had om ook cultuurverenigingen uit te nodigen op de jeugdraad. Toen ze erachter kwamen dat we hen over het hoofd hadden gezien, konden ze dat natuurlijk niet echt appreciëren …”
?
Katrien: “Achter de schermen werkten we keihard om een succes te maken van onze eerste jeugdraadbijeenkomst. Na een lange voorbereiding, bleef het een spannend moment. Ik stelde me vol trots voor als nieuwe schepen van jeugd, maar kwam er vrij snel achter dat er iemand uitgenodigd en aanwezig was die eigenlijk al niet meer onder deze adviesraad viel. Toch een vrij onhandig en gênant moment ...”
Zin om zelf de Droomhuismethodiek uit te proberen of heb je een andere vraag? Contacteer Lize Pinxten via lize.pinxten@gemeentepelt.be of op het nummer 011 94 93 08
Wannes: “Ik leerde vooral om keuzes te maken. Tot dit jaar werkte onze jeugdraad mee aan het project ‘Mixed Up’. Samen met de jeugdbewegingen werkten we één jaar lang rond een thema en sloten we het project af met een kinderfestival. Voor veel jeugdbewegingen kwam de organisatie bovenop hun andere taken en verantwoordelijkheden. Het festival lag ook dicht bij de Buitenspeeldag en zo werd het wat te veel van het goede. Een evenement kan nog zo succesvol zijn, maar je mag niet onderschatten hoeveel extra werk het met zich meebrengt.”
25
In je agenda
Jongtourage Zin in een inspirerende avond met je jeugdraad en een ontmoetingsmoment tussen collega’s in ons jeugdambtenarencafé? Dan verdient Jongtourage (vroeger Triple Lokaal) zeker een plekje in jouw agenda! We focussen een hele avond op hoe je als jeugdraad je stem kan laten horen en wegen op het lokale beleid. Voor jou als jeugdambtenaar voorzien we een aangepast programma. Maak jij alvast jouw jeugdraad warm om af te zakken naar één van onze vijf locaties? Dinsdag 26 november 2019 @ Antwerpen Woensdag 27 november 2019 @ Gent Donderdag 28 november 2019 @ Hasselt Dinsdag 3 december 2019 @ Kortrijk Woensdag 4 december 2019 @ Leuven
Netwerkmomenten voor jeugdambtenaren Ook in 2020 organiseren we op zes locaties in Vlaanderen netwerkmomenten voor jeugdambtenaren. Bereid je voor op een mix van uitwisseling, praktijkvoorbeelden en vorming. Geen betere manier om nieuwe energie op te doen!
Jongtourage is een gratis evenement voor Bataljong-leden, maar we vragen je wel om vooraf in te schrijven via www.jongtourage.be Vragen? Dan kan je terecht bij Zita via zita.depauw@bataljong.be of 03 821 06 02
Maandag 3 februari 2020 @ Asse Dinsdag 4 februari 2020 @ Lievegem Donderdag 6 februari 2020 @ Mol Maandag 4 mei 2020 @ Roeselare Dinsdag 5 mei 2020 @ Willebroek Donderdag 7 mei 2020 @ Herk-de-Stad
Als Bataljong-lid kom je gratis naar de netwerkmomenten. Inschrijven doe je via www.bataljong.be/vormingskalender Vragen? Frauke helpt je graag verder vorming@bataljong.be of 03 821 06 02
Verder op de planning …
26
30 september - 3 oktober: Studiebezoek Leeds (UK) 9 - 11 oktober: Intercity Youth Congres in Helsinki 13 februari 2020: Vorming nieuw decreet kinderopvang i.s.m. VDS
Welkom op de 3de editie van het Plan & Play inspiratieen netwerkmoment! Dé place to be voor iedereen die bezig is met aanbod voor kinderen en jongeren! • Bezoek tussen 11u en 16u onze beurs en maak kennis met een 65-tal nieuwe aanbieders. • Ontdek een hele resem voorbeelden, hot topics en inspiratie om de programmatie van je gemeentelijk vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren te verrijken. • Neem deel aan boeiende workshops waardoor je 100% geïnspireerd naar huis zal gaan!
Programma
10u30 - 12u30
DOME 1
DOME 2
DOME 3
DOME 4
DOME 5
SESSIEBLOK 1
SESSIEBLOK 2
SESSIEBLOK 3
SESSIEBLOK 4
SESSIEBLOK 5
Buurtsport
Bovenlokale cultuurprojecten
Avontuurlijk spelen
Tien(er)spraak
Plan & Play Vorming Tieneraanbod
› Steunpunt Bovenlokale Cultuur
› Jantje Beton
SESSIEBLOK 6
SESSIEBLOK 7
SESSIEBLOK 8
SESSIEBLOK 9
SESSIEBLOK 10
Popraad e.a.
Creatief ruimtegebruik
Diversiteit ‘UITpas’
Plan & Play Vorming Vrijwilligerswerking
› vzw Toestand
› Publiq
Communicatie met (anderstalige) ouders
› ISB
14u30 - 16u30
› Poppunt
› Kind & Samenleving
› VDS
› Vrijwilligerswerk werkt
› vzw De Rand
Voor wie? • Jeugd- en vrijetijdsambtenaren die instaan voor de organisatie, planning en ondersteuning van gemeentelijk vrijetijdsaanbod of vakantiewerking. • Iedereen die mee het aanbod voor kinderen en jongeren vanuit de gemeente vormgeeft is welkom! Praktisch Donderdag 7 november 2019 in ’t Bauhuis Sint-Niklaas Inschrijven via www.bataljong.be/plan-play-event 40 euro voor leden van Bataljong Annelies 03 821 06 05 of annelies.schepers@bataljong.be
Met de steun van:
27
In Pelt liep de voorbije maanden een intensief belevingsonderzoek. Na afronding van de individuele gesprekken met jongeren rond weerbaarheid en jongerenwelzijn, schreef Kim Schrooten, (ex-jeugdconsulent, nu dienst Welzijn), haar indrukken neer in een gedicht.
ZIJ vertellen Verhalen Verhelderend ZIJ verhullen maar ook Onthullen wat ZIJ denken, bedoelen voelen Pijn, angst, Hoop, Liefde, vriendschap Omgaan met druk Drukke tijden Tijden van presteren Presteren altijd en overal Overal ligt de lat hoog Hoge verwachtingen Verwachten dat ZIJ altijd Mooi zijn Slim zijn Goed zijn Beter zijn Best zijn
Kinderen en jongeren die zeggen: “het is moeilijk” Maar ook zij die zijn: hartelijk, vrolijk, vriendelijk, “gelukkig-lijk” We zijn allemaal anders maar allemaal gelijk We willen geliefd zijn Laat ons lief zijn voor mekaar en voor onszelf Wij zoeken ‘engelen’ en ‘bruggenbouwers’ Ver-trouwers Opbouwers Opbouwend! Laten we opbouwend zijn Laten we behandelen met zorg, met aandacht Elkaar behandelen heel zacht. WIJ MOETEN VERBINDEN Verbonden zijn Maakt van ons allemaal ENGELEN die gezonden zijn.
#sterkbeleidvoorjongeinwoners www.bataljong.be