Leven in armoede schendt de Kinderrechten
Leven in armoede heeft een kwalijke invloed op alle facetten van het leven van een kind. Verschillende Kinderrechten komen in het gedrang: het recht op informatie (art. 17), op gezondheidszorg (art. 24), op sociale zekerheid (art. 26), op onderwijs en financiële toegankelijkheid (art. 28), op vrije tijd, ontspanning en culturele activiteiten met speciale aandacht voor gelijke kansen (art. 31). Een kind uit een arm gezin kent bijvoorbeeld op zijn vierde gemiddeld twee keer minder woorden dan een kind uit een welgesteld gezin. Later zal dat het leren lezen vertragen. Gemiddeld duurt het vijf generaties om de vicieuze cirkel van generatiearmoede te doorbreken. Onderzoek wijst uit dat inzetten op de jongste doelgroep hiervoor het meeste rendeert. Dat maakt duidelijk dat de jongste kinderen de prioritaire doelgroep zijn van armoedebeleid.
Verleg een steen, doe het niet alleen Een beleid uittekenen voor een doelgroep doe je best samen mét deze doelgroep. Daarom is het belangrijk om de doelgroep op te zoeken en te leren kennen. Een bestuur kan zich hierin best laten bijstaan door andere actoren die al contact hebben met gezinnen en meer specifiek gezinnen in (kans)armoede. Als de krachten op een goede manier gebundeld worden, kan een effectief beleid uitgetekend worden. Met een goed werkend netwerk is de stap naar een duidelijk aanspreekpunt voor gezinnen makkelijker gezet.
Ga naar de doelgroep toe: opzoeken – informeren – begeleiden Gezinnen, kinderen en jongeren in armoede ondervinden heel wat drempels om gebruik te maken van waar ze recht op hebben: het aanbod is niet gekend, is te veraf, te duur, er rust een stigma op de plaats… Gemeentebesturen kunnen proactief naar deze gezinnen op zoek gaan om hen te informeren over hoe ze welke rechten kunnen opnemen, en hen daar ook bij begeleiden. 14
“Middelen die worden ingezet voor armoede moet men zien als een investering, niet als een kost.” — KBS, 2019
Middenveld helpt om signalen te detecteren Personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming zijn bekend bij de sociale dienst. Daarbuiten zijn er veel gezinnen die balanceren op het randje van de armoede, die alle rekeningen wel kunnen betalen, maar die in de problemen zouden komen als de kosten voor medische zorg plots zouden oplopen bijvoorbeeld. Gezinnen die een extraatje wel kunnen gebruiken, maar zelf de stap niet zetten naar diensten die hen daarbij kunnen helpen. Om te detecteren over welke gezinnen het gaat, kan het gemeentebestuur zelf initiatief nemen: Begeleiders van vrijetijdsactiviteiten wapenen met kennis over armoedeproblematieken Outreachend werken met jeugdwelzijnswerkers, jongerencoaches, straathoekwerkers… Werken met brugfiguren in het onderwijs of de kinderopvang. Daarnaast zijn er nog actoren die mee de voelsprieten kunnen uitzetten: Kinderopvanginitiatieven K&G in de consultatieruimte en bij plaatsbezoeken Organisaties als Welzijnsschakels, Samenlevingsopbouw, ... waarmee je als bestuur een samenwerkingsovereenkomst kan afsluiten. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen stad Antwerpen en organisaties als Betonne Jeugd, Recht-Op en Habbekrats.
’Armoede’ vraagt levensbrede aanpak
(Kinder)armoede raakt de hele leefwereld van mensen in armoede en heeft dus net als jeugdbeleid raakvlakken met vele beleidsdomeinen. Dat betekent dat ‘armoede’ een bril is die je kan opzetten om te kijken naar initiatieven van het lokale beleid. Bijvoorbeeld: Ruilinitiatieven, repair cafés,… zijn hip. Ze bieden voordelen voor kopers en ruilers én bieden kansen voor tewerkstelling. Mensen krijgen er de kans om te werken aan hun competenties om vervolgens door te stromen naar het reguliere arbeidscircuit. Een gemeentebestuur kan kleine experimenten opzetten en succesvolle initiatieven ‘upscalen’. Een gezonde levensstijl en leefomgeving zijn heel belangrijk. Kinderen van kansarme moeders hebben van bij de geboorte een genetische achterstand, dus ook het gemeentelijke gezondheidsbeleid en het mobiliteitsbeleid dragen hun steentje bij aan het verbeteren van de levenskwaliteit van gezinnen, kinderen en jongeren in armoede.
Zorg dat je netwerk werkt Of het netwerk nu vorm krijgt in een jeugdwelzijnsoverleg of in een Huis van het Kind, de succesfactoren die Uit De Marge uit hun ervaring met het jeugdwelzijnsoverleg heeft geleerd zijn belangrijk: Het overleg moet actiegericht zijn en de acties moeten effectief iets betekenen voor de kwetsbare kinderen en jongeren zélf Je hebt mensen nodig met mandaat om engagement op te nemen Focus op de doelgroep, niet op de eigen organisatie De sterkte ligt in het samenbrengen van verschillende domeinen en het binnenbrengen van leefwereldperspectief Beleidsbeïnvloeding als uiteindelijke doel
Geef gezinnen een duidelijk aanspreekpunt Er is een grote variatie van organisaties en dienstverleners, waardoor het voor gezinnen niet altijd duidelijk is waarvoor ze bij wie terecht kunnen, en of er wel iets of iemand is die kan helpen. Het is dus belangrijk dat die actoren elkaar onderling kennen, zodat er vlot doorverwezen kan worden. In het ideale geval werk je volgens het principe ‘één gezin, één plan’ en heeft elk gezin een uniek aanspreekpunt. Deze persoon volgt het gezin in het hele parcours van dienstverlening. Inspiratie hiervoor vind je bij het GOteam in Mechelen. In het MISSION project in Kortrijk is bevestigd dat deze aanpak werkt.
Meer weten? www.kindengezin.be/cijfers-en-rapporten/cijfers/ kansarmoede Definitie ‘kansarmoede’ en cijfers volgens de kansarmoede-index van Kind & Gezin www.vvsg.be/kennisitem/vvsg/kinderarmoededag; Inspirerende praktijken voor gemeenten in actie tegen kinderarmoede, onderzoek volgens de lijst van 17 items www.kbs-frb.be/nl/kinderarmoede_inkaart www.kinderrechtencommissariaat.be/advies/eenkinderrechtenkijk-op-kinderarmoede; Standpunt van het Kinderrechtencommissariaat.
expoo.be/sofagesprek-kinderarmoede Sofagesprek over o.a. het GO-team in Mechelen en het MISSION project in Kortrijk www.uitdemarge.be/kalender/lerend-netwerkjeugdwelzijnsoverleg/ www.mobiel21.be/assets/documents/Inzicht-32_ Zonder-auto-Geen-job.pdf Jaarboek Armoede en sociale uitsluiting 2019, uitg. acco
15