Dropzone maart 2021

Page 1

Tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren

PB- PP

Bataljong · Ossenmarkt 3 · 2000 Antwerpen · P206352 · Afgiftekantoor: 2000 ANTWERPEN Stuivenberg Maart 2021 – jaargang 30 – Nr. 1 · Verschijnt 4x per jaar: maart - juni - september - december

Dropzone BELGIE(N) - BELGIQUE

JO N G E WE G WE T ERS

Mobiliteitsbeleving en verplaatsingsgedrag van jongeren

JEU G D R E G IO ’ S

Toekomstplannen Bataljong

O N L IN E P R O E F T U IN E N

E-participatie in coronatijden


!

?

?

Waarom jeugdregio’s ?

Ook Bataljong ziet hier toekomst in !

Wat is een jeugdregio ?

• Krachten bundelen

• In 2021 kunnen we 10

• 5 à 15 aangrenzende

jeugdregio’s ondersteunen (bestaande + nieuwe)

= meer kunnen realiseren voor kinderen en jongeren • Vlaamse stimulansen naar

• Daarom werven we

samenkomen

regionaal ondersteuners aan

schaalvergroting • Ook jeugddiensten zetten

gemeenten • Minimaal 4x per jaar

• Koppeling aan regionale

• Toewerken naar

ondersteuning rond inclusie en diversiteit

al stappen

gezamenlijke dienstverlening voor kinderen en jongeren

18

13 Colofon Met de medewerking van Cara Allonsius Frauke Baeyens Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Bert Delville Ellen De Grauwe Jolijn De Haene Zita De Pauw Ilse Holvoet Hannes Jossart Imke Pichal Wim Soontjens Filip Stallaert Jurgen Sprangers Hans Theuns Yentl Tobbackx Koen Van Boxem Tieme Verlinde Jimmy Wertelaers Coördinatie Tülin Erkan

REGIO’S VOLGENS SOMERS Westhoek Oostende Brugge, Oostende & Midwest Midwest Zuid-West-Vlaanderen Gent Vlaamse Ardennen Denderregio Waasland

BESTAANDE/GESUBSIDIEERDE JEUGDREGIO’S (ingekleurde vlakken)

Coverfoto Nadine Shaabana via Unsplash Verantwoordelijke uitgever Jurgen Sprangers, Brasschaat Contact Bataljong vzw, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen info@bataljong.be 03 821 06 06 www.bataljong.be

Nieuws uit de pijler beleidsparticipatie

Toekomstplannen Bataljong

Lobbying for Youth Work

Rivierenland

Meetjesland

Halle-Vilvoorde

Pajottenland Noorderkempen

Oost-Brabant

Neteland

Kempen

Beleefproject regio Oost Vlaams-Brabant

Limburg: nog op te splitsen in 3 regio’s

Westhoek

Verder in dit nummer: 4

De rollen van de jeugdambtenaar in de praktijk Jeugdwerker en manager aan het woord

7

Vormgeving hierbenik.be Druk Drukkerij Jansen

Jeugdregio’s

Antwerpen

Jonge Wegweters Mobiliteitsbeleving en verplaatsingsgedrag van jongeren

10

Driehoeksverhouding Het reilen en zeilen in Oudsbergen

22

Nieuws uit de pijler beleidsparticipatie Proeftuinen i.s.m. Tree company

25

Buitenspeeldag 2021 Doet jouw gemeente mee?

26

Stel je vraag 20 jaar KB’s i.f.v. veilig spelen. Wat hebben we vandaag geleerd?

27

Kalender Dit staat binnenkort op de planning


Bataljong groeit in 2021 Van 1,2 naar 1,5 miljoen euro ‘omzet’. Die slagkracht sluit al beter aan bij onze opdracht. Want lokaal jeugdbeleid is al lang veel meer dan subsidiëring van jeugdwerk, de jeugdraad samenroepen en speeltuinen onderhouden. Jeugdbeleid heeft tal van gezichten en wint aan belang. De coronacrisis maakt dat duidelijk. Sterk beleid voor jonge inwoners in 300 diverse steden en gemeenten is ‘a big challenge.’ Vanwaar die extra slagkracht? Vnl. dankzij Vlaamse subsidies: 585.000 euro basissubsidie voor 5 jaar. En twee bijkomende subsidielijnen: • Komm-Af is een werking voor 4 jaar waarin we samen met De Ambrassade, Keki en JINT een ondersteuningsstructuur opzetten voor diverser en inclusiever lokaal jeugdwerk en jeugdaanbod. Voor ruim 150.000 euro subsidie in 2021 zet Bataljong regionale ambassadeurs in die o.a. de dienstverlening van Jeugdwerk Voor Allen continueren. • Minister Dalle geeft ons extra 100.000 euro subsidie om intergemeentelijke samenwerking te bevorderen. Vorming van jeugdregio’s versterkt lokaal jeugdbeleid. In 2021 zetten we de eerste stappen. De toekomst is nog niet gegarandeerd.

Daarnaast lopen er straffe projecten uit verschillende domeinen: Hackathon, Maak Samen Tijd Vrii, Jonge Wegweters, Aanstekers,… Check de middenkatern voor info over extra dienstverlening. Of tune in bij de regionale netwerkmomenten eind april. Toch is de toekomst nog onzeker Groei verankeren is de grote uitdaging. Zal de subsidie voor de jeugdregio’s blijven? Zullen overheidsbesparingen de subsidies voor 2022 en verder structureel ondergraven? Lukt het om nieuwe projecten binnen te halen? En ook: zijn lokale besturen bereid om voor de nieuwe (regionale) dienstverlening meer lidgeld te betalen? Teamwork makes the dream work Bataljong draait op volle toeren om 300 zeer diverse lokale besturen én evenveel jeugdraden te inspireren en verbinden. Team Bataljong en alle ambtenaren, schepenen, jeugdraders en partners in werkgroepen/ commissies verdienen alle lof. Niet alleen strategische keuzes en extra subsidies creëerden de kansen. Vooral de wervelende drive van alle mede-eigenaars maakt Bataljong toonaangevend.

Jurgen Sprangers Directeur Bataljong

facebook.com/Bataljong

Laat ons weten hoe jij werk maakt van #sterkbeleidvoorjongeinwoners

instagram.com/Bataljong @Bataljong linkedin.com/company/Bataljong

3


De rollen van de jeugdambtenaar in de praktijk Hoe pakken zij het aan? Tekst Ilse Holvoet

Illustratie hierbenik.be

Om de brede jeugdreflex werkelijk vorm te geven, is het nodig dat ambtenaren verschillende rollen toegewezen krijgen. Deze rollen kunnen verspreid zijn over verschillende personen en diensten, maar vaak neemt één persoon meerdere rollen op. Deze ambtenaren noemen we ‘jeugdambtenaren’.

Elke jeugdambtenaar vervult meerdere rollen. We focussen ons op de rol waar zij graag iets over delen en nemen voor de laatste keer twee rollen onder de loep: de manager en de jeugdwerker. In de vorige twee edities van Dropzone lieten we al mensen met andere rollen aan het woord.

Rollen van de jeugdambtenaar volgens de visietekst van Bataljong1: Manager: bewaakt en coördineert binnen de administratie het beleid voor kinderen en jongeren. Beleidsmedewerker: inhoudelijk specialist en adviseur op vlak van (een aspect van) de leefwereld van kinderen en jongeren en van het lokale beleid daarrond. Netwerkmanager: bouwt bruggen tussen diensten en mensen op vlak van beleid voor kinderen en jongeren en streeft steeds naar een win-win voor alle betrokken partijen. Jeugdwerker: degene die het gemeentelijk jeugdaanbod organiseert, aanstuurt en uitvoert. Administratieve kracht: verzorgt de formele kant van het beleid. 1

4

https://bataljong.be/sites/default/files/wysiwyg/20200807_visietekst_lokaalbeleidvoorjongeinwoners.pdf


DE ROL VAN MANAGER De manager bewaakt en coördineert binnen de administratie het beleid voor kinderen en jongeren. Het is aan de manager om dit te bewaken, maar het is aan elke individuele ambtenaar om zijn of haar mandaat op te nemen.

Inne Eeckhout jeugddienst stad Aarschot

Hoe breng jij deze rol in de praktijk? Inne: Ik vind het heel belangrijk dat de sfeer in het team goed zit en dat ik van alles goed op de hoogte ben. Ik help vaak knopen doorhakken. Op vlak van beleid helpt het enorm dat wij het traject kindvriendelijke stad doorlopen hebben: we hebben als jeugddienst aan credibiliteit gewonnen bij het bestuur en andere stadsdiensten. Zo maken we sterker jeugdbeleid. Wat ik ook heel vaak doe, is lobbyen. Ik zit in veel overlegplatformen in de stad en klop daar steeds opnieuw op dezelfde nagel. En soms heeft dat resultaat. Zo leerden we bv. dat jongeren zich niet goed voelen in hun vel, en niet weten waarnaartoe. Aarschot had geen fysiek JAC, wel iemand die een dag per week in het sociaal huis kwam werken. Veel drempels dus om te overwinnen voor jongeren. Ik heb dat herhaaldelijk aangekaart en nu zijn er drie JACmedewerkers die zich mogen richten op jongeren, en ook outreachend mogen werken.

Wat vind je een bijzondere meerwaarde aan deze rol? Inne: Leidinggeven zit in mij, en dat is nu ook mijn job. Dat vind ik leuk, ik ben heel gepassioneerd door jeugdwerk. Mijn rol als manager zorgt ervoor dat ik beslissingen kan en mag nemen. Ik vind het heel tof om mijn passie te kunnen omzetten naar de praktijk. En mijn enthousiasme komt voort vanuit liefde voor de job en vanuit de idealist in mij. Ik hoop een steentje te verleggen in de maatschappij. Ik hou ervan om mensen te enthousiasmeren, te inspireren. Ik probeer vooral een talentencoach te zijn en ga pas micromanagen als het fout loopt. Gelukkig is dat niet nodig in ons team, en daar ben ik heel dankbaar voor.

Inne noemt zich een enthousiaste manager, dankbaar voor het team waarmee ze mag werken. “Work hard, play hard” is haar motto.

Voor wie maak je het grootste verschil als je deze rol opneemt? Inne: Ik hoop voor kinderen en jongeren. Ik denk ook voor het team. Zo is bijvoorbeeld de inspraakreflex sterk gegroeid door ons kindvriendelijk traject. We bevragen nu heel vaak kinderen en jongeren. De prioritaire thema’s uit het kindvriendelijk traject zijn verdeeld onder de teamleden: elk heeft een eigen verantwoordelijkheid. Door mijn rol als manager zit ik in veel overlegplatformen. Ik zie veel volk, waardoor ik steeds naar het traject kan verwijzen. Daardoor leeft kind- en jeugdvriendelijkheid in de stad. Een tijdje geleden heeft het diensthoofd ruimtelijke ordening een projectontwikkelaar doorverwezen naar de jeugddienst voor advies over wat kinderen en jongeren willen in de stad. Het is zalig dat andere diensten aan ons denken. Daarnaartoe werken is een gestaag proces. Blijf het belang ervan onderstrepen.

Heb je een boodschap voor anderen die ook deze rol opnemen? Inne: Ik geloof dat heel veel voortkomt uit een soort van warmte, enthousiasme: hou je niet in daarin! Sommige mensen denken dat een vergadering ‘droog’ of ‘serieus’ moet zijn, en soms is dat ook zo, maar enthousiasme helpt om mensen mee te krijgen in het verhaal. Ik zeg soms in het team: ‘work hard, play hard’. Een tof, verbindend moment voorzien tijdens de werkuren geeft achteraf zoveel positief effect. Ik vind dat keibelangrijk. Je moet hard spelen om daarna hard te kunnen werken. En hard werken, dat doen we. Ik mag dan ook veel verwachten van zo’n fantastische mensen. 5


DE ROL VAN JEUGDWERKER De jeugdwerker is degene die het gemeentelijk jeugdaanbod organiseert, aanstuurt en uitvoert. Een lokaal bestuur moet steeds goed afwegen of het wel opportuun is om zelf vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren te voorzien. Aanvulling op de private markt kan, concurrentie is niet wenselijk. De jeugdwerker bewaakt dit evenwicht.

Laure Daniëls jeugddienst Stabroek

Hoe breng jij deze rol in de praktijk? Laure: Ik plan alles in: van Grabbelpas en Swap, tot alle activiteiten voor kinderen en jongeren. Tijdens de vakanties zelf ben ik heel aanwezig op mijn werkingen. Ik probeer er elke dag te passeren en ga soms mee op uitstap. Dat is leuk én ik zie hoe de animatoren omgaan met de kinderen. Zonder de hulp van een goeie animatorenwerking kun je geen goede speelpleinwerking opzetten. Ik probeer altijd met iedereen een babbeltje te doen als ik op de speelpleinwerking kom. Even polsen hoe het gaat. Na de zomervakantie doen we een kleine teambuildingactiviteit. Dat vinden ze heel tof. Je moet veel vorming geven, maar ook momenten voor alleen maar ontspanning en teambuilding voorzien. Dan staan ze ook enthousiast voor de kinderen. Het is ook belangrijk dat je bereikbaar bent. Zo hebben alle animatoren mijn gsmnummer. We hebben een groep van ongeveer veertig actieve animatoren, waarvan er een tiental deel uitmaken van een stuurgroep. Zij helpen mij met beslissingen nemen. Dat gaat van activiteiten voor henzelf tot de aanpak van het speelplein. Zo wilden ze bijvoorbeeld vaker een groter open aanbod. Door corona is deze stap sneller gezet. Na de zomervakantie houden we een evaluatie en bereiden we het komende jaar voor: welke kampen plannen we wanneer? Wanneer sluit de buitenschoolse kinderopvang? Sinds kort volg ik ook de coördinatie en afstemming van het volledige vakantieaanbod van de gemeente mee op.

Wat vind je een bijzondere meerwaarde aan deze rol? Laure: De wisselwerking met de animatoren houdt je jong. 6

Als jeugdwerker vindt Laure een goeie animatorenwerking cruciaal. Door de goeie band met haar vrijwilligers heeft Laure steeds een enthousiaste ploeg die paraat staat om de kinderen de tijd van hun leven te geven.

Het is leuk om iets te kunnen meenemen uit je eigen verleden, en de liefde die je krijgt van de kinderen is fantastisch. Als ik op een werking kom, begin ik mee te doen aan de activiteit. Dat vinden de kinderen heel tof, en het is ook goed voor het kind in mezelf. Zonder jeugdwerker valt de animatorenwerking weg, blijft er enkel computerwerk over. De band met je animatoren, vrijwilligers... is echt belangrijk. Zonder die band vind je niet snel veel vrijwilligers. Voor de kerstvakantie ben ik hen, verkleed, allemaal persoonlijk een cadeautje gaan brengen. Dat hebben ze echt gewaardeerd. Ik vond het belangrijk om hen allemaal even te kunnen spreken. Mijn tip: doe geen pak met glitters aan, of je auto ligt vol glitters!

Voor wie maak je het grootste verschil als je deze rol opneemt? Laure: Ik denk voor de animatoren. Omdat ik hen hun eigen weg laat zoeken binnen een uitgetekend kader. En dat werkt: mensen vinden hun weg en voelen zich er goed. Dat is heel belangrijk voor de vakantiewerking: de rol van animator goed kunnen opnemen. Ook de vriendenkring die daar ontstaat is heel waardevol.

Heb je een boodschap voor anderen die ook deze rol opnemen? Laure: Wees niet te streng. Het moet plezant blijven, voor jezelf en voor de jongeren waarvoor je werkt. Dit is een keitoffe invulling van dit deel van mijn takenpakket. Ik kijk echt uit naar de vakanties. Ik ben dan doodop, maar dat is echt wel de leukste periode van het jaar.


Jonge Wegweters Mobiliteitsbeleving en verplaatsingsgedrag van jongeren Tekst Wim Soontjens en Gisèle Vervoort

Hoe blikken jullie terug op het participatietraject van Jonge Wegweters?

©Jonge Wegweters - Alarmtocht Dilsen-Stokkem

Bataljong en Kind & Samenleving ontwikkelen een toolkit voor steden en gemeenten om het verplaatsingsgedrag van jongeren in kaart te brengen en op een participatieve manier te analyseren welke impact het mobiliteitsbeleid heeft op hun autonome en duurzame verplaatsingen. De steden Dilsen-Stokkem en Peer, beide gelegen in vervoerregio Limburg, werden geselecteerd voor het pilootproject in 2020. Samen met jongeren uit de derde graad van het secundair onderwijs brachten we verplaatsingen op (boven)lokaal niveau in beeld. Deze data vormden de basis voor een participatietraject dat uitmondde in aanbevelingen en indicatoren voor een duurzaam mobiliteitsbeleid op maat van jonge inwoners.

Veerle Aerts, mobiliteitsambtenaar Peer: In Peer hechten we veel belang aan participatie, maar we bereiken altijd dezelfde mensen. Met jongeren hadden we nog nooit rond mobiliteit gewerkt. Het was interessant om hun ideeën te horen. Over bepaalde zaken denken jongeren toch anders dan volwassenen, die veel in de auto zitten. Anouk Thijs, leerling, Agnetencollege Peer: Ik kwam veel nieuws te weten over mobiliteitsprojecten in Peer. Als inwoner was het fijn om te horen dat er veel rond gedaan wordt. Sylvie Bloemen, leerkracht aardrijkskunde, Agnetencollege Peer: Normaal volgen deze leerlingen liefst een gedoceerde les met zo weinig mogelijk eigen input. Ze moesten dus uit hun schulp kruipen. Dat hun mening tot een resultaat zou leiden, motiveerde hen om mee te werken. Ze hebben niet alleen iets bijgeleerd over mobiliteit en beleidsvoering, maar ook over zichzelf. Tara Brouwers, leerkracht gedragswetenschappen, Stedelijke Humaniora Dilsen-Stokkem: Het project was voor de leerlingen een goede manier om kennis te maken met participatie en te ervaren dat hun stem écht telt. Ik merk dat ze daar gevoelig aan zijn.

7


Welke participatiemethodiek sprak jullie het meeste aan? Tara: De alarmtocht, waarin we de mobiliteitsbeleving op het terrein bespraken. Omdat ik hou van hands-on ervaringen. De leerlingen vonden het fijn om uit het klaslokaal te stappen en effectief iets te doen. Ook de laatste sessie waarin we alle input van de leerlingen samen verwerkten was heel activerend. Ferre Van Winkel, leerling, Agnetencollege Peer: Ik zat in de groep van de fietsers. Met je eigen ogen de situatie bekijken, geeft een beter beeld dan op foto. Ot van Gruisen: Ik vond het platform van de Fietsbarometer een interessante tool. De resultaten en gedigitaliseerde routes waren handig om ons fietsplan aan te toetsen. Anouk: We wisten wat we wilden, maar hadden het zonder de methodieken niet zo goed kunnen verwoorden. We kwamen tot goede aanbevelingen en lichtten ze toe in een filmpje voor de stad.

Welke uitspraken van de leerlingen zijn jullie het meest bijgebleven? Veerle: Vooral over de fietsstraten. De leerlingen vinden de fietsstraten heel aangenaam en veilig. En ze vinden het niet erg om af en toe voorbij gestoken te worden. Ot: Sommige leerlingen kiezen altijd voor de snelste fietsroute, zelfs als er veiligere en comfortabelere alternatieven zijn. In Dilsen-Stokkem zetten we net in op het ontwikkelen van alternatieve fietsroutes. Het blijft dus een belangrijke uitdaging om de alternatieven aantrekkelijker te maken voor jongeren en ze te overtuigen dat de snelste route niet altijd de beste is. Veerle: En typisch aan jongeren is dat ze een uitgebreide mening hebben over het openbaar vervoer: feestbussen, nachtbussen …. Ze hebben heel andere behoeften dan ouderen.

8

©Jonge Wegweters – Fietsbarometer Peer

Participatiemethodieken in de kijker Fietsbarometer Voor Jonge Wegweters ontwikkelden de makers van de Fietsbarometer een spin-off waarin leerlingen naast hun woon-schoolroutes, ook verplaatsingen in de vrije tijd kunnen digitaliseren: naar vrienden of familie, hobby’s en tijdens het uitgaan. Ze duiden hun eigen routes aan, beoordelen de (fiets) veiligheid ervan en gaan hiermee aan de slag in een Geografisch Informatie Systeem (GIS). Meer info: fietsbarometer.ugent.be

Alarmtocht Om de mobiliteits- en ruimtelijke beleving van de jongeren te onderzoeken, trekken we in groepjes het terrein op. Elke twee minuten gaat een alarm af en krijgt de groep een opdracht over de omgeving. Ze krijgen stoepkrijt mee om gewenste verkeerssituaties te visualiseren. Als syntheseopdracht maken ze een filmpje waarin ze hun bevindingen als advies formuleren aan de stad.


Hoe gaat het lokale bestuur best aan de slag met de input van de leerlingen? Lies Van Broekhoven, leerling, Agnetencollege Peer: Ze kunnen de meest haalbare punten aanpassen en meedelen aan de school. Zo zien we dat er daadwerkelijk iets mee gebeurt. Veerle: Met verschillende punten uit het rapport gaan we onmiddellijk aan de slag. Een aantal zaken zitten al in de pijplijn. Maar andere voorstellen werden niet weerhouden omdat de leerlingen daar – cru gezegd – de bal misslaan. Ik wil daarover terugkoppelen zodat ze ook beseffen waarom. Tara: Die terugkoppeling zou leuk zijn. Maar liefst faceto-face in een sessie waarin de leerlingen het effectief horen en zien. In de vorm van een verslag gaat het gewoon verloren. Ot: Wij hebben een deel verwerkt in ons fietsplan dat in januari 2021 door de gemeenteraad werd goedgekeurd: De rest nemen we mee naar toekomstige projecten zoals de subsidieaanvragen voor veilige schoolroutes.

Jonge Wegweters kent geen grenzen. Hoe kijken jullie naar verplaatsingen van jongeren over de gemeentegrenzen heen? Tara: Zodra het over verplaatsingen in de vrije tijd en naar fuiven ging, bv. naar omliggende gemeenten of Hasselt en Genk, voelden ze zich meer betrokken. Ook de leerlingen die in andere gemeenten wonen. Veerle: De jongeren denken niet lokaal. Ze maken opmerkingen over verbindingen met Hasselt enz. De stad wil in eerste instantie in kaart brengen wat er voor de stad zelf belangrijk is. Jullie nemen ook het bovenlokale verhaal mee. Als er veel steden en gemeenten aan de slag gaan met de toolkit van Jonge Wegweters, krijg je sowieso een bovenlokale impact.

?

Meer info? wim.soontjens@bataljong.be of gvervoort@k-s.be

Enkele aanbevelingen van de leerlingen uit Dilsen-Stokkem en Peer Verbeter de kwaliteit en het comfort van fietspaden en fietsoversteekplaatsen. Maak kruispunten veiliger voor actieve weggebruikers. Zorg voor een duidelijk leesbare en consequente inrichting. Geef elk vervoersmiddel een duidelijke plaats op de openbare weg. Zorg voor een vlotte doorstroming van het verkeer op drukke plaatsen en tijdstippen. Ontwikkel en test mogelijkheden voor (occasioneel) nachtvervoer. Sensibiliseer alle weggebruikers.

Waarom is Jonge Wegweters een aanrader voor andere gemeenten en hun scholen? Veerle: Jonge Wegweters is een eenvoudige manier om de stem van jongeren te horen. Je hebt er niet veel werk mee en krijgt een rapport met een hoop concrete aanbevelingen. Een ander voordeel is de samenwerking met de school. Het thema ‘verkeer’ valt binnen de eindtermen. Tara: Burgerschap is een belangrijke eindterm. Zeker de aandacht voor het ‘waarom’ van participatie is een interessante insteek voor scholen. Leerkrachten hebben het vaak moeilijk om burgerschap en de overkoepelende eindtermen te integreren in hun lessen. Met dit project sla je de nagel op de kop.

Jonge Wegweters is een driejarig actieprogramma van Bataljong en Kind & Samenleving, met steun van de Vlaamse overheid. Volgende maand lanceren we een oproep om deel te nemen aan jaargang 2.

9


Driehoeksverhouding

Driehoeksverhouding

Oudsbergen

Deze keer brengt de driehoeksverhouding ons in Oudsbergen. Een fusiegemeente in Limburg, ontstaan uit Meeuwen-Gruitrode en Opglabeek, die ongeveer 23.000 inwoners telt. Daar maken we kennis met een redelijk ‘verse’ ploeg die zich inzet voor sterk lokaal jeugdbeleid. We laten Jakke Neyens, de voorzitter van de jeugdraad, Brecht Lieben, de deskundige vrije tijd & jeugd (gestart in september 2020) en de schepen van jeugd, An Knoops (zal starten in januari 2022), aan het woord. Tekst Zita De Pauw

Beeld Gemeente Oudsbergen

V.l.n.r.: Jakke Neyens, voorzitter jeugdraad, Brecht Lieben, deskundige vrije tijd & jeugd en An Knoops, schepen van jeugd – kinderen en jongeren.

“Een gemeente waar jongeren graag wonen, is een gemeente waar iedereen zich thuis kan voelen.” Wat is je ambitie voor het jeugdbeleid? Jakke: Dat we een slagkrachtige jeugdraad in elkaar steken die de stem van alle kinderen en jongeren in Oudsbergen vertegenwoordigt. Momenteel bestaat deze enkel uit mensen die lid zijn van jeugdverenigingen. Zij brengen goede ideeën met zich mee, maar zo gaat de stem van de doorsnee Oudsbergse jeugd verloren. Daarom dat we bezig zijn met de heropbouw van onze jeugdraad met nieuwe gezichten. Op die manier betrekken we buitenstaanders bij ons verhaal en krijgen zij de mogelijkheid om ons tot nieuwe inzichten te brengen. Dankzij een goede wisselwerking met het bestuur en een frisse wind van nieuwe jongeren streven we dus naar meer slagkracht. De weg is nog lang, maar de eerste fundamenten worden al gelegd!

10

Brecht: Mijn grootste uitdaging? Een toegankelijk jeugdbeleid creëren voor alle kinderen en jongeren in Oudsbergen. Samen met hen. Jongeren moeten veel makkelijker de weg vinden naar onze dienst. Momenteel bereiken we vooral georganiseerde jongeren, maar via constante dialoog en participatie moeten alle kinderen en jongeren onze gemeente mee vorm kunnen geven. Hoe we dit gaan aanpakken? Contacten leggen met rondhangende jongeren, een nieuwe invulling geven aan de jeugdraad, samen het fuifbeleid aanpakken, inzetten op inspraak rond (in)formele speel- en sportterreinen, eigen initiatieven ondersteunen en faciliteren, een inclusief vakantieaanbod aanbieden en misschien wel het belangrijkste van al: luisteren naar kinderen en jongeren.

An: Ik hoop een toegankelijke schepen te worden voor kinderen en jongeren. Uiteraard kunnen ze steeds terecht bij onze mensen van de jeugddienst, maar ik hoop ook dat ze mijn deur weten te vinden. Daarnaast zou ik graag een goede band onderhouden met de jeugdverenigingen en jeugdraad in onze gemeente en hen ondersteunen waar mogelijk. Zo kunnen we steunen op een goede samen- en wisselwerking tussen de jongeren in onze gemeente, de jeugddienst en mezelf als schepen van kinderen en jongeren.


Op welke verwezenlijking in het jeugdbeleid ben je trots? Jakke: Nog niet zo lang geleden merkten we met enkele jeugdraders dat het welzijn bij kinderen en jongeren in de gevarenzone terechtkwam. Als reactie hierop bedachten we projecten om hier iets aan te doen. Zo zijn er plannen om het Joekelbos te veranderen, een gametoernooi en een escaperoom te organiseren en kwamen enkele creatievelingen met het initiatief om de straten op te fleuren. Momenteel stomen we de projecten klaar onder de noemer #AllesGoe. Dit laat toch weer zien dat we bezig zijn met wat er leeft binnen de Oudsbergse jeugd.

Brecht: Zelf heb ik nog niet veel kunnen verwezenlijken omdat ik nog maar enkele maanden aan de slag ben. De coronacrisis deed daar ook geen goed aan. Ik ben wel erg trots op het team dat onlangs het label Kindvriendelijke Gemeente in de wacht sleepte. Ik kreeg de eer om samen met onze schepen en jeugdraadsleden onze strategie te gaan verdedigen voor de jury in Brussel. Maar alle credits naar het voorbereidende werk van collega Yves en iedereen van het team. En dan nu, op naar een kindvriendelijke gemeente!

An: Het behalen van het label Kindvriendelijke Gemeente! De samenwerking die hiervoor heeft plaatsgevonden tussen zowel de jongeren zelf (onder meer de jeugdraad), onze gemeentelijke diensten alsook wij, de beleidsmakers, is iets waarop we trots mogen zijn als team. Wat zeker en vast niet wil zeggen dat we de finish al hebben bereikt. Het is eerder een vertrekpunt met als doel een nog aangenamere gemeente voor onze kinderen en jongeren te worden. De kompasnota die we hiervoor hebben ontwikkeld is een goede leidraad om ons de komende jaren op weg te helpen. Want een gemeente waar jongeren graag wonen, is een gemeente waar iedereen zich thuis kan voelen.

Wat was een struikelblok waarvan je toch echt iets leerde? Jakke: In het begin van dit werkjaar kwamen we met het idee voor het welzijnsproject van #AllesGoe. Plots zaten er nieuwe gezichten in de online vergadering. Hier was ik door verrast omdat onze jeugdraad al enkele jaren hetzelfde bleef. Ik was benieuwd wat zij als ideeën hadden. Het resultaat? Een dynamische vergadering met verschillende creatieve ideeën. Op deze manier werd me snel duidelijk dat we een frisse wind door de jeugdraad nodig hebben. Vandaar dat dit nu topprioriteit is binnen onze werkgroep.

?

Brecht: Het thuiswerken is en blijft voor mij een struikelblok om toegankelijk te zijn voor kinderen en jongeren. Ik trek dan wel af en toe de straat op, maar toen ik als jeugdconsulent startte maakte ik vooral kennis met jongeren door ze digitaal te ontmoeten of te bellen. Ook nu nog. Best wel onpersoonlijk allemaal. Ik kijk al uit naar die fysieke babbel, samen dingen bedenken en dat met een frisse pint erbij. Schol!

Meer weten? Contacteer Brecht Lieben, deskundige vrije tijd – jeugd

brecht.lieben@oudsbergen.be

An: De kans om te struikelen heb ik nog niet gehad aangezien mijn ambtstermijn pas in 2022 start. Maar er zijn zeker valkuilen waarvan ik mij bewust ben die we moeten proberen te vermijden… Zoals te snel beleid willen maken zonder eerst naar de mening van kinderen en jongeren zelf te luisteren. Want hoe meer we via hen horen wat er in hun leefwereld speelt, hoe ‘gemakkelijker’ het voor ons is om de juiste accenten te leggen in ons beleid.

11


bespeelbare kunst Bespeelbare kunst, het lijkt een tegenstelling. Immers ‘kunst’ beleef je op afstand want je mag het zelfs niet aanraken. Geen wonder dat kinderen in een museum snel ‘uitgekeken’ zijn. Met bespeelbare kunst ligt dat anders. Door er mee of op te spelen word je als het ware deel van het object. Je fantasie wordt geprikkeld en je ontdekt eigen mogelijkheden om het kunstwerk te verrijken. Het speelse object nodigt uit tot een fysieke exploratie; je kan er omheen lopen, van onder of boven bekijken, van een afstand of heel dichtbij. Dit ruimtelijke aspect nodigt op een spannende manier uit tot ontdekken. Soms refererend aan herkenbare sprookjes, dan weer aan een Peter Pan-achtige avonturenwereld, maar ook aan de dierenwereld met daarin thema’s en tegelijkertijd het spannende, het ‘mild-angstige’. Goede Speelprojecten biedt voor school en kinderdagverblijf unieke speelkunst die naadloos aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Spelen, het zit in onze natuur.

Dwalen met een doel Lokaal kiezen voor kindvriendelijkheid

Kindvriendelijke Steden & Gemeenten is een beweging die internationaal een lange traditie kent. Ook in Vlaanderen bouwen we al verschillende jaren expertise en kennis op over hoe je in alle levens- en beleidsdomeinen het welbevinden van kinderen en jongeren kan hanteren als barometer voor het algemeen welbevinden in de (lokale) samenleving. Het boek inspireert lokale beleidsmakers en andere actoren om aan de slag te gaan met kindvriendelijkheid.

Laat je inspireren en bestel het boek vanaf mei via de website van Bataljong! 12

Redactieteam: Nathalie Van Ceulebroeck, Imke Pichal, Chris Peeters, Didier Reynaert


Bataljong versterkt kinderen en jongeren, politici en ambtenaren in het voeren van meer, beter en breder lokaal beleid voor kinderen en jongeren.

In 2020 diende Bataljong een beleidsnota in bij de Vlaamse overheid, nu is de beheersovereenkomst rond. Onze missie en onze doelgroepen zijn hetzelfde gebleven, onze plannen en dienstverlening zijn verder scherpgesteld. Nieuw is het project rond inclusief en divers jeugdaanbod en de uitbouw van jeugdregio’s als groot project voor 2021.

4 beleidsuitdagingen voor Bataljong 2021-2025 1 / Bataljong verweeft de kinderrechten doorheen haar beleid

zie blz.16

2 / Bataljong als verbinder. In lokale besturen, tussen lokale besturen, tussen bestuursniveaus, met partners 3 / Bataljong als inspirator 4 / Bataljong als toonaangevend in lokaal beleid voor kinderen en jongeren

Voor wie doen we het?

Aanbod en dienstverlening:

• Bataljong telt 303 leden • 290 van de 300 Vlaamse lokale

besturen • Dus 97% is lid van Bataljong

vorming

helpdesk

netwerk & intervisie

belangenbehartiging

kennis

procesbegeleiding

Kerndoelgroepen:

Jeugdraad

Schepen van jeugd

Jeugdambtenaar

events

label & projecten 13


?

!

?

Waarom jeugdregio’s ?

Ook Bataljong ziet hier toekomst in !

Wat is een jeugdregio ?

• Krachten bundelen

• In 2021 kunnen we 10

• 5 à 15 aangrenzende

= meer kunnen realiseren voor kinderen en jongeren • Vlaamse stimulansen naar

schaalvergroting • Ook jeugddiensten zetten

al stappen

jeugdregio’s ondersteunen (bestaande + nieuwe) • Daarom werven we

gemeenten • Minimaal 4x per jaar

samenkomen

regionaal ondersteuners aan • Koppeling aan regionale

• Toewerken naar

ondersteuning rond inclusie en diversiteit

REGIO’S VOLGENS SOMERS Westhoek Oostende Brugge, Oostende & Midwest Midwest Zuid-West-Vlaanderen Gent Vlaamse Ardennen Denderregio Waasland

BESTAANDE/GESUBSIDIEERDE JEUGDREGIO’S (ingekleurde vlakken)

Antwerpen

14

Rivierenland

Meetjesland

Halle-Vilvoorde

Pajottenland

Oost-Brabant

Noorderkempen

Kempen

Neteland

Limburg: nog op te splitsen in 3 regio’s

Westhoek

Beleefproject regio Oost Vlaams-Brabant

gezamenlijke dienstverlening voor kinderen en jongeren


Minister Somers heeft de ambitie om orde te brengen in het lappendeken van regio’s en intergemeentelijke samenwerkingen, met respect voor het bottom-up verhaal. Daarvoor worden ‘referentieregio’s’ uitgewerkt. Wat je hier ziet, is een voorlopige versie. Binnen een referentieregio kunnen ook kleinere regio’s ontstaan: het is dus een ‘matroesjkamodel’. Een jeugdregio zal de grenzen van de referentieregio’s respecteren.

Lokale besturen mandateren steeds meer opdrachten aan een bovenlokaal niveau. Er ontstaan intergemeentelijke samenwerkingen in vele vormen. Ook voor jeugd een belangrijke kans. Het leven van jongeren stopt immers niet aan de gemeentegrens! Na het wegknippen van de provincies bouwt Bataljong zo mee aan het bovenlokale veld via ondersteuning van jeugdregio’s.

Je leert elkaar kennen en samenwerken als schepenen van jeugd. Je doet sneller eens een telefoontje om te vragen hoe anderen bepaalde zaken aanpakken. — Kris Van Looveren, schepen van jeugd Wuustwezel en voorzitter projectvereniging JoNK - Noorderkempen

— Jurgen Sprangers, directeur Bataljong CHE CK A LVAST https://bataljong.be/intergemeentelijkesamenwerking https://bataljong.be/divers-jeugdaanbod ME E R IN F O VO L G15 T


3 kernopdrachten voor een lokaal bestuur, 3 inhoudelijke teams:

Regie vrijetijdsaanbod

Breed jeugdbeleid • Kindvriendelijke steden

• Visietekst schrijven

en gemeenten: label en procesbegeleiding

over de regiefunctie van lokale besturen in het vrijetijdsaanbod

• Meerdaagse uitwisseling

over breed jeugdbeleid

zie blz.13

rond lobbyen, netwerken, overtuigend communiceren

• Visietraject participatieve

grondhouding jeugdambtenaren • 3 ontmoetingsmomenten

• Drie tools ontwikkelen

• Nieuwe trainingsmodules

Beleidsparticipatie

om lokale besturen te ondersteunen in hun regierol

tussen lokale jeugdraders en de Vlaamse jeugdraad • 2 innovatieve

• Werkbezoeken of

toonmomenten waarbij lokale besturen elkaar kunnen inspireren

2021-2025: ambitie om 9 tools te ontwikkelen in de schoot van de teams

groepstrajecten over beleidsparticipatie

En verder: Straffe communicatie, via diverse kanalen Belangenbehartiging op verschillende niveaus Bataljong als aantrekkelijke werkgever

BLIJFT: per kernopdracht een commissie met leden en experten uit andere organisaties

Algemene inkomsten

8%

Eigen inkomsten (vorming, events, begeleiding, winkel)

12%

14%

Lidgelden lokale besturen 13%

Subsidie beheersovereenkomst Subsidie divers en inclusief jeugdaanbod

15%

Subsidie jeugdregio’s ondersteunen en faciliteren

9% 37%

Subsidies projecten Tewerkstellingssubsidies (VIA-middelen + sociale maribel)

Meer details vind je op www.bataljong.be/beleidsnota 16


veel Verbruik je al? teria knutselma tra r krijg je ex ie n a B e D Bij wanneer je g n ti r o k l e e v 0 an 100, 30 d r e e m r o vo koopt. of 500 euro

ee? Speel je m en buitenspell n e n e n in B en klein, voor groot cusgerief, degelijk cir en lschapspell e z e g le e in orig speelgoed. s it te li a w k en evuld ze koffers g n o k e td n O l. te materiaa met het bes

e Ken je onz etten? Creapakk e r knutselide a la k n e tn Een ka n. Inclusief re e d in k 0 2 voor . andleiding h n e l a a ri mate

ACTIE! Leuke sets om de creativiteit te prikkelen. Geniet van een toffe korting vanaf 12 stuks.

debanier.be

17 Schrijf je in op onze nieuwsbrief & volg ons op sociale media:

DeBanierCreatief

de.banier

baniercreatief


Lobbying for Youth Work

Van stoutste droom tot game changing ervaring Tekst Geert Boutsen (coach Lobbying for Youth Work) & Inez Adriaensen (JINT vzw)

Beeld JINT vzw

EUROPE GOES LOCAL ALS KADER VOOR LOBBYING FOR YOUTH WORK JINT is het Nationaal Agentschap voor het Europese subsidieprogramma Erasmus+ Jeugd in Vlaanderen. Vanuit deze rol coördineert JINT het strategisch partnerschap ‘Europe Goes Local: Supporting Youth Work at the Municipal Level’. We werken hiervoor samen met meer dan 25 andere Nationale Agentschappen in Europa en hun partners uit het werkveld op Europees, nationaal en lokaal niveau. In Vlaanderen wordt het project aangestuurd door een nationale werkgroep waarin o.a. Bataljong haar rol opneemt. Een stevige bundeling van krachten om samen te werken aan sterk lokaal jeugdwerk! Eén van de belangrijkste realisaties van dit partnerschap is het Europees Charter voor Lokaal Jeugdwerk dat de uitgangspunten voor kwaliteitsvol jeugdwerk beschrijft. Het Charter vormt een gemeenschappelijk platform om, van lokaal tot Europees niveau, in dialoog te gaan over jeugdwerk. Ook jij kan ermee aan de slag! De bijbehorende interactieve online Changemakers Kit (momenteel enkel in het Engels, vertaling volgt) helpt je hierbij. Het Charter en de Changemakers Kit vind je op: www.europegoeslocal.eu

18

Lobbying for Youth Work in een notendop In 2019-20 organiseerde JINT binnen het ‘Europe Goes Local’ partnerschap de eerste editie van het tweejarig internationaal vormingstraject “Lobbying for Youth Work” i.s.m. de Nationale Agentschappen van Duitsland, Oostenrijk, Letland en Zwitserland. Het doel? De deelnemers versterken in beleidsbeïnvloeding en lobbying om zo meer impact te hebben op lokaal jeugdbeleid. Twintig lokale jeugdambtenaren en jeugdwerkers uit deze landen stapten enthousiast mee aan boord van dit boeiend leertraject. Voor Vlaanderen waren dit Laura Van de Vyver (team Jeugd Sint-Niklaas), Evy Huybrechts (jeugddienst Keerbergen), Bruno Smet (dienst Jeugd en Kinderopvang Evergem), Leen Van Bockstal (jeugddienst Leuven) en Karen Claes (programmamanager speerpunten en Mechelen Kinderstad). Nu de eerste editie is afgerond, zetten we graag de straffe leerresultaten van dit traject in de kijker!


‘De kracht van internationale samenwerking gaf mij telkens opnieuw de goesting om te gaan voor mijn eigen project.’ — Leen Van Bockstal (jeugddienst Leuven)

Ge(s)laagd recept De grote meerwaarde van dit project? Jeugdwerkprofessionals samenbrengen in een langdurig traject waarin ze met elkaar ontwikkelen en leren binnen een internationale context. Wat het alleen maar sterker maakte, is dat elke deelnemer vertrok vanuit een eigen ‘big ask’: een project dat hem/haar helemaal overtuigde, maar waarin het moeilijk is om vooruit te geraken. Een straf idee of strak plan dat hij/zij wilde waarmaken, maar (nog) niet goed wist hoe. Met die ambitie ging elke deelnemer bewust actief aan de slag, stap voor stap. Het traject omvatte een sterke internationale leerlijn: in drie internationale vormingsmodules kregen de deelnemers inspirerende inzichten in onder meer het belang van netwerking en politieke communicatie en werd er ingezet op groepswerk en persoonlijke reflectie. Weg uit de eigen realiteit, met alle focus op de ontwikkeling van het eigen

verhaal, en dat ook kunnen spiegelen aan andere projecten, gaf de deelnemers lucht en inspiratie. Het samenwerken met de andere Vlaamse deelnemers vertrok vaak vanuit herkenbare contexten, maar de uitwisseling met de andere internationale deelnemers accentueerde de diversiteit van het jeugdwerk in Europa. Het hielp de deelnemers hun eigen verhaal in perspectief te plaatsen. Parallel aan het internationale traject zorgde coach Geert in eigen land voor, door de 5 Vlaamse deelnemers erg gewaardeerde, groepsintervisie en persoonlijke coaching. Een juist gebalanceerd recept is gebleken om tot duurzame resultaten te komen.

19


‘Voor het eerst in mijn carrière had ik een echt plan.’ — Evy Huybrechts (jeugddienst Keerbergen)

Een sterk plan geeft focus Doorheen het hele traject stonden drie essentiële pijlers van lobbywerk centraal: een sterk plan, je netwerk en aangepaste communicatie. Eerst en vooral lag de focus op het ontwikkelen van een sterk plan. Het geheim van goed lobbywerk zit hem immers in een gerichte inspanning rond een op voorhand duidelijk vastgelegde ambitie. Deze big ask bepaalt de focus van het lobbywerk. Eens deze scherp en duidelijk is, begint een strategisch proces waarin verschillende stapjes elk op zich aandacht verdienen. Eerst is het belangrijk een stevige omgevingsanalyse te maken waarin de relevante omgevings(f)actoren in beeld worden gebracht, data en personen die straks mee zullen bepalen of je finale doelstelling kan worden gerealiseerd. Deze oefening staat en valt met de open blik om ruime data, die op het eerste zicht niet of minder relevant lijken, toch te verzamelen. Dit levert vaak materiaal op dat later in het proces van pas komt om met autoriteit je zaak te gaan bepleiten of zorgt op zijn minst voor een ruimere blik en nieuwe invalshoeken. Het levert kennis en inzicht op in de onderbouw van je verhaal en geeft de verdere stappen in het proces inhoud. Het is in deze fase eveneens belangrijk om de denkoefening te starten met welke impact je wenst te hebben met je acties.

20

‘Lobbyen is een rollenspel in je hoofd.’ — Karen Claes (Mechelen Kinderstad)

Je netwerk in het vizier Eens de basis van je plan is gelegd, ga je je netwerk haarfijn fileren. Lobbywerk doe je immers nooit alleen. Het komt erop aan wie je kent en hoe je die kan connecteren met jouw big ask. Daarom start goed lobbywerk met een stevige netwerkanalyse. Wie zit er op dit moment reeds in mijn netwerk? Wie heb ik verder nodig om mijn verhaal te realiseren? Wie zijn op dit moment mijn medestanders? En wat hebben de anderen nodig om mee op de kar te springen? Allemaal vragen die helpen een helder beeld te ontwikkelen van iedereen die rondom je big ask circuleert. Wanneer je dan nog eens in staat bent om je te verplaatsen in ‘het perspectief van de ander’, dan ben je gewapend om je in dat netwerk te bewegen en je zaak te bepleiten. Het komt er dan op aan te investeren in duurzame relaties en te zorgen voor wederkerigheid in elke samenwerking, hoe klein de impact van elk contact ook lijkt. Er zit immers vaak heel wat gemeenschappelijkheid in ideeën en toekomstplannen, al moet je er soms hard naar zoeken.


‘Laat anderen shinen!’ — Laura Van de Vyver (team jeugd Sint-Niklaas)

‘It’s all about the window of opportunities. Once the window is closed, you don’t feel any wind in the back anymore.’ — Bruno Smet (dienst Jeugd & Kinderopvang Evergem)

Het belang van communicatie

Juiste mindset als rode draad

Eenmaal je weet wie je kan helpen op weg naar het realiseren van je big ask, komt het erop neer hoe je met elk van hen in communicatie treedt en op welke manier je publiek over de zaak communiceert. Het uitzetten van de juiste communicatie helpt je zaak dus sterk vooruit. In het contact met mensen zoek je naar de juiste toon maar probeer je vooral goed te luisteren. Weten wat er ‘aan de overkant’ speelt, helpt je de juiste stappen zetten in het schaakspel. Inpikken op de story van de ander, helpt je eigen verhaal vooruit. Daarnaast is het publiek maken van een aantal quick wins vaak een hefboom om verder en dieper te gaan in de samenwerking. Communiceer dus regelmatig over de resultaten in je project. Laat hierbij vooral anderen in de schijnwerpers staan. Gun de personen in je netwerk zichtbaarheid en laat ze zo over jouw verhaal nadenken en communiceren naar jouw achterban (die vaak de hunne niet is). Het helpt de wederkerigheid in de relatie ongelofelijk vooruit en zorgt er bovendien voor dat de personen die eerder veraf staan in je netwerk meer opschuiven in de richting van het ‘mee’ realiseren van jouw big ask.

Tot slot leerden de deelnemers ook de juiste mindset ontwikkelen om aan degelijk lobbywerk te doen. Het geloof en de overtuiging dat datgene waarvoor je gaat juist en zinvol is, zorgt voor een enorme drive en passie. Het verhoogt bovendien de geloofwaardigheid van de zaak maar ook van jou als professional en die is hard nodig om mensen te overtuigen. Geloofwaardigheid gekoppeld aan de nodige kritische reflectie en de wil om regelmatig bij te sturen zorgt voor een sterk verhaal.

PROEFT DIT NAAR MEER? Wil jij ook een lobbyist voor jeugdwerk worden? Dat kan! In het najaar 2021 trappen we een tweede internationale editie af, samen met collega’s uit Duitsland, Letland, Kroatië en Frankrijk. Rond de zomer sturen we de oproep de wereld in. Wil je zeker op de hoogte blijven? Stuur dan gerust een e-mail naar inez.adriaensen@jint.be

21


Proeftuinen i.s.m. Tree company Online proeftuinen goed gesmaakt door jeugddienst Mechelen en Dilbeek Tekst Hannes Jossart

Op het moment dat jij deze Dropzone leest, zal het al een jaar geleden zijn dat de coronacrisis ook ons land genadeloos trof. Ik herinner me de eerste dreigende waarschuwingen tijdens de Bataljong tweedaagse nog goed. Jeugdambtenaren die plots zenuwachtige telefoons kregen vanuit de stad of gemeente en onmiddellijk werden teruggeroepen om bij te springen in een onheilspellende crisissituatie. Sprekers die last minute belden om te horen of alles doorging zoals gepland. Newsapps die een hele dag openstonden om het coronanieuws op de voet te volgen. Het was me wat. Het lijstje met superlatieven waarmee corona de geschiedenis zal ingaan, is intussen eindeloos, en terecht. Maar het heeft ook heel wat zaken in beweging gebracht zoals de digitale versnelling van online participatie waarmee steden en gemeenten plots begonnen te schakelen. Om de ambriages niet te oververhitten en de berghoogtes niet uitzichtloos te maken, besloten Bataljong en Tree company om enkele online participatie proeftuintrajecten op te zetten waardoor steden en gemeenten konden proeven van e-participatie maar met een duidelijk doel voor ogen. Voor de proeftuinen werd gewerkt met

22

Bpart, een participatieplatform van Tree company. Aan het stuur zaten de jeugddienst van Mechelen, Genk, Harelbeke en Team Jongeren in Dilbeek. En ondanks het af en toe hobbelige parcours bereikte iedereen tevreden de finish. Jasper Van Meert (jongerenwerker, Team Jongeren Vrije Tijd Dilbeek) en Eva Claes (jeugdambtenaar Mechelen) vertellen hoe zij het hebben ervaren.

“We hebben dankzij de proeftuin ‘online jeugdparticipatie’ iets in gang gezet in onze dienst én in de hele stad.” — Eva Claes (Jeugddienst Mechelen)


Hoe zag het verloop van het project eruit?

Met welk doel voor ogen zijn jullie aan de proeftuinen begonnen? Jasper: Doordat we op dit moment in Dilbeek geen klassieke vorm van jeugdraad hebben, zijn we op zoek naar andere manieren en vormen om de stem van de jongeren te versterken. Deze proeftuinen boden ons de kans om heel gericht te gaan samenwerken.

Eva: Het platform dwingt je ertoe om een zeer transparante aanpak te hanteren waardoor je het ‘commitment’ van de jongeren niet gaat verwaarlozen. De jongeren kunnen aan de hand van een tijdslijn op de website het verloop van het traject duidelijk volgen en zien wanneer welke beslissing wordt genomen en op welk moment er van hen input wordt verwacht. Jasper: De eerste fase was die van de ‘ideation’. Jongeren konden op het platform eigen ideeën posten en foto’s uploaden waarmee ze hun toevoegingen konden visualiseren. Jongeren konden elkaars ideeën becommentariëren en steunen door een like te geven.

Eva: Voor ons was het de ideale gelegenheid om te experimenteren met online participatie. Daar hadden we tot nu nog niet genoeg op ingezet.

Wat voor ideeën kwamen daar zoal uit? Waarrond wilden jullie participatie organiseren? Lag er een bepaalde beleidsuitdaging op tafel? Jasper: Ja, onze projecttitel moest het inspraakterrein wat afbakenen. Wij kozen voor ‘Neem plaats, geef ruimte’. Jongeren konden op ons platform ideeën droppen over hoe zij de ruimte in Dilbeek willen gebruiken, invullen en vormgeven. Eva: Ook wij kozen voor een ruimteproject omdat dit participatie heel tastbaar en concreet maakt. Ons project was zeer afgelijnd. Wij hebben Transit M, een jongerenplek in Mechelen, ingedeeld in een aantal zones die jongeren naar wens konden invullen rekening houdend met de beperkte oppervlakte, ligging, ondergrond, vaststaande voorwerpen…

Jasper: Heel breed: sportterreintjes, chillplekken waar je kan bbq’en, stadstuintjes, goaltjes in het centrum, openbare zwemplekken, studeer- en werkruimte, fuifzaal, plekken om kunstwerken te tonen… noem maar op. Jongeren deden ook meteen suggesties op welke plaatsen ze mogelijkheden zagen. Eva: Dat zijn herkenbare thema’s. Er waren er een paar die eruit sprongen zoals de rage of smash room: een ruimte waarin je objecten zoals defecte toestellen of oud meubilair kan vernielen of trashen bij wijze van therapie. Een Ninja Warrior-parcours is zeer bekend vanop tv. Er was ook het voorstel om op Transit M een parcours voor rolstoelgebruikers te voorzien waar zij op een veilige manier leren rijden. Ook Mechelse kinesisten zouden het dan eventueel kunnen gebruiken.

23


Zijn voor jullie tot nog toe deze proeftuinen geslaagd?

“Ook vanuit andere gemeentediensten kregen we alleen maar positieve reacties.” — Jasper Van Meert (Jeugddienst Dilbeek)

Eva: Absoluut. We zijn erin geslaagd om zo’n 70 bereidwillige jongeren te vinden die graag hun steentje bijdragen aan een Mechelen dat leeft. We hebben intern ook bruggen kunnen slaan en toekomstige samenwerkingen met andere diensten op gang getrokken. We willen jongerenparticipatie nog meer stadsbreed doortrekken. Jasper: Ja, voor ons is het geslaagd. Er is 260 keer gestemd op de ideeën. Heel verrassend vond ik dat ongeveer 140 jongeren zich via het platform ook kandidaat hebben gesteld om mee te werken aan de uitvoering van de projecten. Ook vanuit andere gemeentediensten kregen we alleen maar positieve reacties. Intussen heeft de gemeente Dilbeek een eigen licentie genomen op Bpart. Ook andere diensten zijn nu actief o.a. rond het Klimaatactieplan. Ons zien de Dilbeekse jongeren in de toekomst zeker online terug.

Worden deze ideeën ook uitgevoerd? Jasper: Jongeren konden gedurende een bepaalde periode ideeën inzenden. Nadien werd door een jury, die bestond uit architecten, ambtenaren openbare ruimte en vrijwilligers beslist welke ideeën werden weerhouden. Enkele selectiecriteria waren de creativiteit van het idee, de multifunctionaliteit, de financiële haalbaarheid… Binnenkort wordt met gemeentelijke teams bekeken welke van deze ideeën naar een uitvoeringsplan kunnen doorschuiven. Maar we gaan sowieso een hoop zaken realiseren samen met de jongeren. Eva: Zodra de coronaversoepelingen het toelaten, organiseren we twee fysieke bijeenkomsten met al wie wil om op basis van de ideeën een concreet uitvoeringsplan te maken. De stad heeft ons hiervoor een budget van € 50.000 toegewezen.

24

Zelf een kijkje nemen op de online platformen? Mechelen: transitm.mechelen.be Dilbeek: dilbeek.participeermee.be


Doet jouw gemeente mee? Op 21 april 2021 gaat de 14de editie van de Buitenspeeldag door. Een hoogdag waarop we het belang van buitenspelen in de kijker zetten. Het aantal uur dat kinderen en jongeren buitenspelen gaat echter achteruit en de huidige coronacrisis heeft daarbovenop nog haar eigen uitdagingen met zich meegebracht. Het is dit jaar zeker geen makkelijke opdracht, maar nét daarom willen we in 2021 zoveel mogelijk kinderen en jongeren spelend buiten krijgen!

Vorig jaar dwong corona lokale besturen om de Buitenspeeldag te annuleren of digitale alternatieven te voorzien. Ook dit jaar zal het niet gemakkelijk zijn om iets in elkaar te steken. Wat zeker is, is dat het klassieke beeld van een centraal marktplein waar duizenden kinderen samenkomen op attracties, niet de Buitenspeeldag van 2021 zal typeren. Dat betekent niet dat we onze schouders laten zakken en opgeven. De voorbije maanden vormden een opportuniteit om creativiteit los te laten en de Buitenspeeldag heruit te vinden. Want kinderen en jongeren kunnen ook zonder dat groot plein spelen. Het was enorm

?

motiverend om de goesting bij lokale besturen te zien om deze uitdaging aan te gaan. Sommige jeugddiensten zagen het zelfs als de push die ze konden gebruiken om de Buitenspeeldag te herdenken, zoals in Kontich. Katrijn Vanhauwaert (jeugddienst Kontich) gaf aan: “doordat we de laatste jaren sowieso al meer neigden naar een echte campagne rond buitenspelen en minder een event met attracties, kunnen we nu onze kans grijpen.” De voorbije maanden zagen we talloze vernieuwende invullingen voor de Buitenspeeldag. We zijn enorm benieuwd om de komende weken al deze initiatieven en campagnes te zien verschijnen.

Laat je insp

ireren!:

bataljong.b e/ buitenspee ldag2021

Het omarmen van spelen in bubbels in de tuin, met vriendjes op straat of met familie in een park. Daar zal de Buitenspeeldag dit jaar vooral rond draaien. En wie weet, bieden al deze ideeën inspiratie om de Buitenspeeldag in de komende jaren anders vorm te geven. Wat je ook doet als gemeente of stad, we moedigen iedereen aan om op 21 april te communiceren over de Buitenspeeldag en het belang van buitenspelen voor kinderen en jongeren te benadrukken. We verzamelen de tofste en meest creatieve ideeën op onze website, zodat elke stad of gemeente dit jaar aan de slag kan rond buitenspelen.

Meer info: Voor vragen over de Buitenspeeldag: info@buitenspeeldag.be Voor algemene vragen/ideeën over buitenspelen: cara.allonsius@bataljong.be | 03 740 76 45

25


Stel je vraag Toen ik eind 2020 een stand van zaken opmaakte dacht ik aan de kookshow ‘SOS Piet’. Aan het eind van iedere aflevering kwam de vraag: “wat hebben we vandaag geleerd?” Juist, wat hebben we na 20 jaar Koninklijke Besluiten geleerd? De KB’s zijn er gekomen naar aanleiding van de publicatie van de EN1176 normenreeks. Onze wetgeving, in combinatie met de bestaande normen en de risicoanalyse, zorgt voor de basis waarop we veiligheid inschatten. Deze aanpak houdt rekening met een aantal extra factoren. Zo houden we rekening met de kinderen die gebruik maken van het speelterrein en -toestellen. Onderzoek van Kind en Samenleving geeft ons inzicht in het gedrag van kinderen. De tendens is dat steeds minder kinderen buiten spelen. Tussen 1983 en 2019 zijn dat er 37% minder. In stedelijke context is dat zelfs 50% minder spelende kinderen! Een andere evolutie is dat V R A AG kinderen in 10 jaar tijd vaker richting formele speelruimte opschuiven. Anderzijds, we kennen nog steeds een aangroei van kinderen in België. De laatste 10 jaar zowat 100.000 -18-jarigen.

B’s i.f.v. K r a a j 0 2 len. veilig spe en we Wat hebb erd? gele vandaag Koen De Maertelaere (TECCP | www.teccp.eu)

Vraag het aan Bataljong! Zit je zelf met een vraag of heb je hier of daar nood aan een duwtje in de rug? Laat van je horen via www.bataljong.be/stel-je-vraag

? Meer info? bataljong.be/speelterreinen-reglementitis of contacteer Filip filip.stallaert@bataljong.be

26

Maar hoe zit het nu? Zijn er dan meer kinderen aan het spelen? Daar moeten we het antwoord schuldig blijven. Dan maar een status quo? Hoe zit het met het aantal ongevallen? Ook hierop vinden we geen sluitend antwoord. Ondanks bestaande kennis en IT-mogelijkheden is het gestructureerd verzamelen van ongevallendata zo goed als onbestaande. De data die wel beschikbaar is is ofwel sterk gefragmenteerd of moeilijk bruikbaar. Online zijn voorbeelden te vinden van pogingen in bv. Nederland en de VS. Recente data is evenmin een evidentie. Als kinderen na een ongeval al op de spoedafdeling terechtkomen is het voor de zorgverleners geen prioriteit om gedetailleerd na te vragen wat, hoe en waar het gebeurd is. Ook de overheid, waar de uitbater verplicht aangifte van ongevallen moet doen, maakt geen cijfers beschikbaar. Andere bronnen zijn vaak een allegaartje van diverse onderzoeken. Gevolg is dat we nooit de exacte details hebben om deze data op een correcte wijze te gebruiken. Globaal gezien kunnen we wel stellen dat het aantal ongevallen niet gestegen is. Daartegenover staat dan ook weer dat het aantal ook niet gedaald is. Zullen we dan maar uitgaan van een status quo? Na 20 jaar is het duidelijk dat wat de veiligheid van speeltoestellen betreft we zo goed als blind varen. We kunnen dus niet zomaar stellen dat er meer of minder ongevallen gebeuren. Het gevaar is dat we op basis van vermoedens conclusies formuleren die de werkelijkheid oneer aandoen. Anderzijds, de Europese experten die instaan voor de ontwikkeling van de normen beseffen dat normen op basis van concrete gegevens moeten steunen. Daarom ook dat de volgende herziening van de normen een rationalisatie zal worden op basis van risicoanalyse en bewezen noden. Dat risicoanalyse de kern van de internationale aanpak wordt staat als een paal boven water. Zowel op Europees als internationaal vlak is men bezig met het uitschrijven van de concrete aanpak daarvan. De komende 20 jaar zien er dus goed uit.


In je agenda

Wat staat er de komende maand op de planning? Vanaf 2021 start Bataljong terug met ondersteuning per regio. Kom in april te weten wie jouw regiogezicht is en wat die persoon voor jou kan betekenen! De kennismakingssessies zijn gratis en gaan door via Zoom.

? Meer info? bataljong.be/vormingskalender

Maandag 26 april – 10u-12u – Limburg Maandag 26 april – 13.30u-15.30u – Vlaams-Brabant Dinsdag 27 april – 10u-12u – Oost-Vlaanderen Dinsdag 27 april – 13.30u-15.30u – West-Vlaanderen Woensdag 28 april – 10u-12u – Antwerpen

Maak jij van je jongeren Aanstekers? Bataljong lanceert de webtool Aanstekers om in te spelen op de nood van jeugdraden om met ideeën van jongeren aan de slag te gaan. Geef jongeren de kans om te wegen op het beleid en advies te geven over zaken waar ze echt van dromen en wakker liggen!

Meer info of de webtool uitproberen? ellen.degrauwe@bataljong.be | www.aanstekers.org bataljong.be/project-aanstekers

27


Bedankt aan alle deelnemers van onze Vormingsééndaagse! Het haardvuur in onze Malle Stalle smeult nog na

T️ot volgend jaar! 16-17 maart 2022

#sterkbeleidvoorjongeinwoners www.bataljong.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.