Verantwoordelijk uitgever: VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk
BELGIË - BELGIQUE P.B.
Afgiftekantoor 2610 Wilrijk Erkenningsnummer P206352
2610 WILRIJK BC 1697
TIJDSCHRIFT VOOR LOKAAL JEUGDBELEID Jaargang 18 nr. 5 | december 2009 Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec
Ga buiten spelen Twintig jaar kinderrechten Hangman beloont december 2009 • p 1
inhoudstafel
twintig jaar kinderrechten
Interview met de kinderrechtencommissaris Reden om te feesten, maar geen reden om op onze lauweren te rusten.
6 3
edito
4
over vvj
6
8
In vuur en vlam Creatief met de prioriteiten voor het nieuwe JBP! Nieuwtjes Deze rubriek bestaat enerzijds uit nieuws van de interne keuken van VVJ en uit aankondigingen van eigen activiteiten.
twintig jaar kinderrechten
Interview met de kinderrechtencommissaris Het kinderrechtenverdrag is jarig. Tijd om de balans op te maken met Bruno Vanobbergen.
COLOFON
HOOFDREDACTIE Leen Bartholomeus VORMGEVING IO - Els De Pauw REDACTIE Leen Bartholomeus Pascal Breugelmans Ellen De Boeck Bart Derwael Koen Depreitere Dominique Goossens Ilse Holvoet Marc Ipermans Sofie Marque Koen Steuperaert
p2 •
Ga buiten spelen Tips om de Buitenspeeldag te laten nazinderen in je toekomstig JBP.
9
december 2009
Hangman op bezoek in Bissegem
Hangman beloont Bissejam met een barbecue en minister Smet zag dat het goed was.
12
9
jeugdruimte
23
welzijn
12
de hangman
28
JBP 2011-2013
32
de jeugddienst
34
voor u bekeken
36
uitsmijter
Ga buiten spelen Handvaten voor een heus speel beleid. Hangman op bezoek in Bissegem Bissejam kaapt met zijn graffitipro ject de hoofdprijs van de campagne weg.
16
JBP 2011-2013
18
prioriteit jeugdcultuur
JBP 2011-2013
Liefste JBP dagboek Vijf jeugdconsulenten laten doorheen deze Dropzone in het dagboek van hun planningsjaar kijken.
de hangman
jeugdruimte
20
To stuurgroep or not to stuurgroep? Kies je voor een stuurgroep of niet? We helpen je beslissen. Cultuurjeugdwerk of jeugdwerkcultuur Wat denkt jeugdwerk over cultuur en cultuur over jeugdwerk? Een paar rake quotes.
Jeugdadviseurs Wie zijn ze, wat doen ze en is het iets voor jouw gemeente? Inspraakacties en kwaliteit Kwaliteit boven kwantiteit is ook hier het motto! Uit het dagboek van Steven Reynaert Combinatieambtenaar jeugd in de kleinste stad van het land. Publicaties, initiatieven en websites We stellen jullie een waaier voor van publicaties, initiatieven en websites van derden. Handig, Bondig. Leerrijk. Bezig
prioriteit brandveiligheid
Een brandschoon beleid Ideeën en handvaten voor een brandveilige jeugdwerkinfrastructuur.
Christoff Van Acker Nathalie Van Ceulebroeck Arnold Vandenbussche Kristof Vansteenkiste Wouter Vanvinckenroye Ben Verstreyden Jitske Verwimp Greet Vorsselmans Sofie Willems FOTO’S Banksy DanielYGo Koen Depreitere Dizid JD Gent
Nathalie Van Ceulebroeck Elly Van den Bergh (In Petto) COVERFOTO Twee jeugdadviseurs, Mattias Goovaerts (Zapmagazine) EINDREDACTIE Leen Bartholomeus
ALGEMENE INFO Dropzone is een tijdschrift van de
REDACTIE Vijverlaan 53 2610 Wilrijk T: 03-821 06 06 F: 03-821 06 09 E: info@vvj.be
Dropzone is gratis voor jeugddiensten en partners in het jeugdbeleid. Een abonnement kost 12 euro en kan je aanvragen via smarque@vvj.be
DRUKKERIJ Jansen - Hoeselt
Met steun van
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Marc Ipermans
In vuur en vlam
| edito
In vuur en vlam
>> Marc Ipermans
Jeugdcultuur en brandveiligheid. Dat dit de twee prioriteiten zullen zijn in het jeugdbeleidsplan 2011-2013 is inmiddels genoegzaam bekend. In ons memo randum gaven we aan dat we jeugdwerkinfrastructuur zelf niet opnieuw naar voor schoven als prioriteit binnen het hoofdstuk jeugdwerkbeleid. De afgelopen jaren hebben heel wat gemeenten immers al fors geïnvesteerd in een jeugdloka lenbeleid, onder meer dankzij de middelen binnen de prioriteiten jeugdruimte en/of jeugdwerkinfrastructuur. In een aantal gemeenten dreigde een nieuwe prioriteit die te maken heeft met jeugdlokalen zijn doel dus voorbij te schieten. We zijn blij dat de overheid naar deze bezorgdheid van de jeugddiensten ge luisterd heeft en een intelligente oplossing gevonden heeft. Het ontwerp van uitvoeringsbesluit zoals het nu, eind november, voorligt, laat gemeenten toe om (een gedeelte van) de subsidies eventueel te gebruiken voor een zelf gekozen prioriteit indien het college kan motiveren dat er geen verdere stappen nodig zijn op het vlak van brandveiligheid. Het belang van een dergelijke optie is niet min. Het is een statement waaruit Vlaams respect voor de gemeentelijke auto nomie blijkt en vertrouwen in de competenties van gemeenten om zelf met ken nis en vakmanschap het gemeentelijk jeugdwerkbeleid vorm te geven. Aan ons, jeugddiensten, om dit respect te waarderen: laat ons deze prioriteit niet vrijblijvend benaderen en samen met stuurgroep en jeugdraad secuur, naar eer en geweten inschatten welke inspan ningen voor het brandveiliger maken van de jeugdlokalen er nog zinvol zijn in onze gemeente. Want brandveiligheid is uiteraard een belangrijk thema, waar rond in veel gevallen toch nog heel wat kan gebeuren, getuige de bij de regelmaat van een klok opduikende krantenknip sels over uitgebrande jeugdlokalen. Een goede screening en opvolging van de installaties en vorming en sensibilisering van jeugdwerkers zijn in het kader van brandpreventie bijvoorbeeld belangrijke acties die eigenlijk nooit kunnen stoppen. Wie aan de slag gaat met zijn brandveiligheidsbeleid, vindt in deze Dropzone alvast een aantal kapstokken. Ook in de prioriteit jeugdcultuur zien we heel wat kansen. We hebben er ver trouwen in dat ook dit uitvoeringsbesluit voldoende vrijheid zal bieden aan de gemeenten om er hun eigen lokale accenten in aan te brengen. Een belangrijk sleutelwoord hier is samenwerking: tussen de jeugddienst en de cultuurdienst en het culturele veld. Verder hopen we natuurlijk dat de prioriteit je kan helpen om lokaal het jeugdcultuurbeleid nog meer in beweging te krijgen. Doelstellin gen en acties die vernieuwing en passie brengen op het vlak van jeugd en cul tuur binnen de gemeente! Dat dit enkel kan lukken met optimale betrokkenheid en inspraak van kinderen en jongeren, staat voor ons buiten kijf. Bij wijze van teaser vind je verder in deze Dropzone alvast sprokkels en flarden van quotes die je laten nadenken over de relatie tussen jeugdwerk en cultuur. En voor wie de twee prioriteiten wil verbinden: misschien is dit het moment om voor de jonge amateur-vuurspuwers in je gemeente een repetitieplek te zoeken;-)?
“Het is een statement waaruit vertrouwen blijkt in de competenties van gemeenten.”
Ik wens je een inspirerend planningsproces toe! Marc Ipermans
december 2009 • p 3
over vvj | Nieuwtjes
VOOR WIE HAAR NOG NIET TEGEN HET LIJF LIEP: MAAK KENNIS MET SOFIE WILLEMS! Sofie was de voorbije drie jaar met veel plezier jeugd consulent van Kasterlee. Daarvoor liep haar pad on der andere langs de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, JES en Jint. Bij VVJ zal ze met even veel plezier de jeugddiensten van de provincie Antwerpen onder steunen en zal ze zich verdiepen in de thema’s jeugd werkinfrastructuur en stedenbeleid. Buiten haar uren vind je haar wel eens op een speelplein(cursus), in de keuken voor een culinair knutselwerk, of in een Vlaamsche parochiezaal met haar quizploegje Barba rella. Meepraten over junk op tv of in de boekjes kan ze ook, net als over een hoop gezelschapsspelletjes. Sofie is te bereiken op 03-740 76 44 en swillems@vvj.be.
VVJ KRIJGT MINDER SUBSIDIES IN 2010 Dat 2010 budgettair geen gemakkelijk jaar ging worden was al lang duidelijk. Toch bezorgden de begrotingscijfers VVJ nog een extra koude douche. We kregen namelijk de boodschap dat onze structurele subsidie voor 2010 een pak teruggeschroefd wordt. We krijgen 16000 euro minder subsidies, dat betekent een inleve ring van nagenoeg 5%. VVJ zal noodgedwongen de riem aanhalen in 2010, maar zal er alles aan doen om de dienstverlening aan de jeugddiensten daar niet onder te laten lijden. VVJ schreef een of ficiële reactie op deze subsidievermindering aan de minister, zijn administratie en de leden van de commissie cultuur, jeugd, sport en media. In deze brief, consulteerbaar op onze website www.vvj.be, wijzen we ondermeer op het gegeven dat het lokaal jeugdbeleid sterk getroffen wordt. En dat in een planningsjaar met lancering van nieuwe prioriteiten en zware uitdagingen voor de boeg, zoals een slagkrachtig lokaal jeugdbeleid na de integratie van de jeugdbeleids plannen in de strategische meerjarenplannen van de gemeenten.
NIEUWJAARSRECEPTIE OP 22 JANUARI! De Vlaamse Jeugdraad, Steunpunt Jeugd, VIP Jeugd, VVJ en JINT slaan opnieuw de handen in elkaar voor een gezamenlijke Nieuw jaarsreceptie. We nemen je mee terug naar de eighties en klinken op een happy 2010! Vrijdag 22 januari van 17u tot 23u in Foyer De Kriekelaar, Brussel. De uitnodiging valt binnenkort in je bus.
Vormingsagenda
STIP ALVAST DEZE DATA IN JE AGENDA AAN !
JANUARI 2010
FEBRUARI 2010
05/01
CO2 Basismodule
02/02
CO2 Basismodule
07/01
Opleiding jeugdconsulent 2e jaar
04/02
Opleiding jeugdconsulent 3e jaar
12/01
CO2 Basismodule
09/02
VVJ Oost-Vlaanderen (regionaal)
13/01
Basiscursus Veiligheid speelterreinen – eindproef
11/02
19/01
CO2 Basismodule
VVJ Antwerpen, VVJ Limburg, VVJ West-Vlaanderen, VVJ Vlaams-Brabant, VVJ Oost-Vlaanderen (regionaal)
21/01
Opleiding jeugdconsulent 1e jaar
26/01
CO2 Basismodule
28-29/01
VVJ starterstweedaagse
p4 •
december 2009
Nieuwtjes
| over vvj
BELEIDSNOTA GOEDGEKEURD DOOR AV
DRIEDAAGSE OP 10, 11 EN 12 MAART!
De Algemene Vergadering van 19 november keurde het VVJbeleidsplan 2011-2013 goed. We berichtten jullie reeds eerder over de verschillende genomen stappen. VVJ moet haar be leidsnota indienen voor 1 januari 2010. In 2010 zal een gesprek hierover met de administratie moeten leiden tot de uiteindelijke beheersovereenkomst. Afhankelijk van de uitkomst van deze besprekingen zal VVJ al dan niet haar beleidsplan bijsturen.
Op 10, 11 en 12 maart 2010 kampeer je samen met VVJ in Malle voor alweer een spetterende vormings driedaagse! Het programma valt begin februari bij je in de bus.
BASISMODULE CO2 VORMING VOOR PROGRAMMATOREN EN COÖRDINATOREN Een speelplein-, grabbelpas- of swapwerking organiseren, er komt heel wat bij kijken. Hoe pak je een werking aan? Hoe werk je aan de uitstraling van je werking? Welke wetgeving moet je volgen? Hoe speel je in op de leefwereld van kleuters of tieners? Hoe ga je om met de begeleidersploeg? Allemaal vragen waar je als programmator of coördinator mee te ma ken krijgt. VVJ en VDS hebben een vormingsaanbod onder de noemer CO2 specifiek voor mensen die hiermee bezig zijn. CO2 is zowel een kwaliteitslabel als een vormingstraject. Dit vormingstraject bestaat uit een basismodule, een aanvullend aanbod en de bustoeren. Als je voldoende sessies volgt kom je in aanmerking voor het CO2-attest. NIEUW is dat je vanaf dit jaar zelf een CO2-sessie op maat kan bestellen. Hierbij kan je vanuit een aantal thema’s zelf je invalshoek bepalen. Vanaf januari starten we opnieuw met een basismodule. Dit zijn vijf sessies in tien dagdelen waarin we de basisaspecten van het programmeren benaderen. Deze sessies vinden plaats in het Cultuurcentrum van Berchem, Driekoningenstraat 126, 2600 Berchem. Het cultuurcentrum lig op 500 meter van het station van Berchem.
Meer info over het vormingsaanbod van CO2? In de CO2 -brochure, die je normaal gezien onlangs hebt ge kregen, kan je uitgebreid informatie vinden over het volledige vormingsaanbod van CO2.
Basismodule Dinsdag 5 januari: Sessie 1: Brillen – Kijk op je vrije tijd Sessie 2: Brillen – Tussen nutteloze speelsheid en speelse nuttigheid Dinsdag 12 januari: Sessie 3: De begeleidersploeg – Animatoren van A tot Z, deel 1 Sessie 4: De begeleidersploeg – Animatoren van A tot Z, deel 2 Dinsdag 19 januari: Sessie 5: Beleid maken – Tussen droom en daad, deel 1 Sessie 6: Beleid maken – Tussen droom en daad, deel 2 Dinsdag 26 januari: Sessie 7: De spelregels volgens de wet, deel 1 Sessie 8: De spelregels volgens de wet, deel 2 Dinsdag 2 februari: Sessie 9: Praktische organisatie – Het runnen van een werking, deel 1 Sessie 10: Praktische organisatie – Het runnen van een werking, deel 2
Inschrijven voor de basismodule? Het inschrijfformulier voor de basismodule is meegestuurd met de CO2-brochure. Inschrijven kan ook via de website: www.CO-2.be. Meer info bij Wouter Vanvinckenroye via CO2@vvj.be of 03-821 06 07.
december 2009 • p 5
twintig jaar kinderrechten | Interview met de kinderrechtencommissaris
Het Internationale verdrag voor de rechten van het kind(IVRK) viert zijn twintigste verjaardag. VVJ nam deze gelegenheid te baat om kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen die in juni werd aangesteld wat beter te leren kennen. Minstens een klein feestje is op zijn plaats voor wat in het zog van het IVRK veranderde, maar er is ook nog heel wat werk aan de winkel.
Twintig jaar kinderrechten:
Een balans met Bruno ✒
Leen Bartholomeus, Ilse Holvoet
De kinderrechten vertalen naar het werkterrein van het lokale jeugdbeleid is geen evidentie. Worstelen jullie zelf met de concretisering van kinderrechten? Wij worstelen hier zeker mee. Wat ik bijvoorbeeld merk is dat de gangbare interpretatie van kinderrechten in het algemeen neigt naar een sterke indivi dualisering van kinderrechten. Kinde ren en jongeren stellen me vragen als: vindt u dat ik recht heb op een ipod? Of ouders die vraagtekens plaatsen bij en zich uitgesloten voelen uit het kinder rechten verhaal, en zich afvragen of er ouderrechten bestaan om tegenover die kinderrechten te plaatsen.
Voor ons ligt de uitdaging in de com binatie van kinderrechten met verant woordelijkheid zonder in een eng discours van rechten en plichten terecht te komen. Welke concrete kansen ziet u voor jeugddiensten als het gaat over kinderrechten? Voor basisscholen hebben we naar aan leiding van de twintigste verjaardag van de kinderrechten de map ‘oprechte deelneming’ heropgefrist. Daarin reiken we allerhande methodieken aan om de participatie van kinderen op school te
bewerkstelligen. We zijn ervan over tuigd dat de ideeën daaruit net zo goed toepasbaar zijn op andere terreinen. (zie kadertekstje)
Waar ligt voor jullie dan de klemtoon? Kinderen en jongeren zijn een groep die sterk afhankelijk is van anderen, op ver schillende terreinen. Maar daarin zijn ze niet alleen, da’s net zo goed het geval voor andere groepen in de samenleving. Het is zaak om hen binnen die afhanke lijkheidspositie via de kinderrechten een sterke, rechtvaardige positie van gelijke behandeling proberen te bieden.
De jeugddienst speelt een belangrijke rol in de uitnodiging aan kinderen en jongeren om te participeren. En in het verheffen van participatie ‘om de vorm’ tot ‘echte’ participatie. Nog al te vaak zien besturen participatieacties als een noodzakelijk kwaad, een te nemen hin dernis of als een instrumenteel iets om de ideeën die er al zijn extra kracht bij te zetten en erdoor te duwen. De jeugd
december 2009
Er zijn al heel wat instanties lokaal zo als een JAC, CLB… waar kinderen en jongeren terecht kunnen, dus een lokale jeugddienst is niet meteen de plek voor een lokale ombudsdienst voor kinderen en jongeren. De functie van de jeugd dienst kan hier vooral ondersteunend zijn, en een doorverwijs- en of signaal functie.
‘Kinderen en jongeren krijgen voor heel wat zaken de stempel ‘niet competent om hier een eigen visie over te hebben’
De klemtoon wordt daarbij gelegd op wat je als individu kan ontlenen aan je rechten. Terwijl kinderrechten voor ons geen instrument zijn om de onafhanke lijkheid of de ontvoogding van kinde ren te bewerkstelligen.
p6 •
dienst kan er mee over waken dat de georganiseerde inspraak daadwerke lijk leidt tot een product dat in samen spraak vorm krijgt.
Idealiter draagt de gemeente in de voorbereiding en uitvoering van haar beleid op de domeinen met impact op kinderen en jongeren de kinderrechten uit. Hoe krijg je je bestuur en andere diensten mee op de kar? Ik vind het vooral belangrijk dat we als kinderrechtenactoren, en daarmee bedoel ik alle partijen die dagdagelijks met en voor kinderen en jongeren wer ken, onze verantwoordelijkheid nemen. Het is een feit dat de media, de poli tiek… een niet onbelangrijke rol spelen in de negatieve beeldvorming van kin deren en jongeren. Maar dan is het zaak
Interview met de kinderrechtencommissaris
voor ons om niet bij de pakken te blijven zitten. We moeten kijken waar onze ver antwoordelijkheid daarin ligt en welke rol wij zelf kunnen spelen om dingen in beweging te zetten om bijvoorbeeld mee werk te maken van die positieve beeldvorming. Gooi als jeugddienst je gewicht in de schaal om het perspectief van kinderen en jongeren in belangrijke beslissingen van het bestuur aan bod te laten komen. Kinderen worden in onze samenleving nog niet op alle terreinen gezien als volwaardige burgers met hun eigen stem. Volg je die vaststelling? We zien toch dat er op heel wat terreinen inspanningen gedaan worden om kin deren en jongeren optimaal inspraak te bieden. In het onderwijs zoekt men naar manieren om de stem van kinderen en jongeren zo goed mogelijk weerklank te geven. Scholen worstelen uiteraard wel met de manier waarop ze invulling kun nen geven aan inspraak en participatie. En ook op het terrein van bijvoorbeeld de inrichting van publieke ruimte ge beurt er heel wat.
Er is de afgelopen 20 jaar al een lange weg afgelegd, maar als je de armoedecijfers bekijkt, is er nog veel werk aan de winkel. Anderzijds klopt het dat er nog heel wat boven de hoofden van kinderen en jon geren beslist wordt. Je kan dit koppelen aan de vaak graduele benadering van kinderrechten. Het uitoefenen van je rechten wordt daarbij sterk gekoppeld aan verschillende stadia van jong zijn: naarmate je ouder wordt, mag je over meer zaken je zeg doen. Als je beantwoordt aan het ideaal van de rationele, autonome competente vol wassene mag je je zeg doen, anders niet. Kinderen en jongeren krijgen daarom voor heel wat zaken de stempel ‘niet competent om hier een eigen visie over te hebben’. Hoe kijk je zelf terug op 20 jaar kinderrechten in België? Wat is er verwe-
zenlijkt? Op welke terreinen is er nog werk aan de winkel? Die vraag is me al een aantal keer ge steld en ik blijf het een moeilijke vinden. Er is al een lange weg afgelegd. De re flex om meteen stil te staan bij de im plicaties van besluiten lijkt bij de over heid, ministers en kabinetten toch meer en meer ingebakken. En die tendens is er niet alleen binnen de context van het beleid maar zien we ook binnen de context van het gezin en de school, een positieve evolutie. Anderzijds vertrekken we bij het na denken over de kinderrechten nog vaak vanuit de middenklasse. We gaan nog te gemakkelijk voorbij aan een aantal
| twintig jaar kinderrechten
objectieve gegevens. Kijk bijvoorbeeld alleen nog maar naar de cijfers van de kinderen en jongeren die in de armoede leven. Kinderrechten zijn mensenrech ten. En terwijl vragen over inspraak en participatie uiteraard aan de orde zijn én belangrijk zijn, ligt er nog heel wat werk om voor een grote groep kinderen en jongeren de bevrediging van simpele basisbehoeften te realiseren.
HERNIEUWDE WERKMAP LEERLINGENPARTICIPATIE Het Kinderrechtencommissariaat en de vzw Doedèskadèn brachten de nieuwe versie uit van de map Oprechte Deelneming - werkmap leerlingenparticipatie voor alle kinderen van de basisschool. De map inspireert en reikt handvatten aan. Je vindt er alle mogelijke methodieken om leerlingen meer te betrekken bij het klas- en schoolleven. Dat zijn gestructureerde overlegvormen zoals leerlingenraad, kringgesprek, gemengde werkgroep of verbetergroep, maar ook kleine methodieken zoals de ‘dit kan anders’-prikkers, de exploratieroos of het evaluatieraster. Grasduin eens in de methodieken, misschien kan je ze wel gebruiken om participatie-acties op te zetten vanuit de jeugddienst! Je kan de map downloaden via www.kinderrechten.be
info Een hele rits websites maken je wegwijs in de wereld van de kinderrechten: www.kinderrechten.be = www.kinderrechtencommissariaat.be www.kinderrechtencoalitie.be www.cjsm.vlaanderen.be/kinderrechten/index.html www.kinderrechtswinkel.be www.kjt.org (kinder- en jongerentelefoon) www.whatdoyouthink.be www.ua.ac.be/kinderrechten (de ‘UNICEF Leerstoel Kinderrechten’)
december 2009 • p 7
twintig jaar kinderrechten | Interview met de kinderrechtencommissaris LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!
LIEFSTE JBP DAGBOEK 12 oktober: deadlines en een planning Ik heb mezelf een deadline opgelegd: 20 oktober is het Plan-Kuren, dan volg ik de dagsessie voor jeugdconsulenten die hun eerste JBP schrijven. Perfect voor mij dus. Woensdag 21 oktober ga ik er, met de bagage die ik de dag ervoor opgedaan heb, helemaal invliegen. Planning opstellen, mensen zoeken voor de stuurgroep, enquêtes maken en verspreiden… Vandaag ben ik toch al gestart met het evalueren van het huidig Jeugdbeleidsplan, nog geschreven door mijn voorganger. Ik doe dit aan de hand van Rate-a-plan. Alle acties ingeven en dan eens checken hoeveel er een oranje of rode status hebben. Op het eerste zicht valt dat zeer goed mee. Maar bij het lezen van het JBP 2008-2010 krijg ik toch heel veel zin om nu mijn eigen plan te schrijven. Mijn eigen accenten leggen, ambities weer iets scherper stellen en vooral mijn jeugd laten participeren. Alleen dat laatste boezemt me wat angst in. De jeugdraad draait hier niet zo geweldig: ik ben dringend op zoek naar een nieuwe voorzitter. Dat voorspelt dus niet veel goeds voor het opstarten van een stuurgroep, want onvermijdelijk kom je weer bij diezelfde mensen uit waar je sowieso al veel van vraagt. En toch heb ik er zin in! 29 oktober: mijn stuurgroep is al bijna compleet Plan-Kuren zit erop. Ik heb in Berchem de sessie voor beginnende planners gevolgd met Greet en Sofie en dat was een zeer leerrijke dag. Als nieuwe planner is het echt goed alle info over het schrijven van een JBP eens op een rijtje te krijgen. Ondertussen heb ik een werkplanning opgesteld, en op één iemand na is de stuurgroep zelfs al samengesteld. De schepen, een bestuurslid van de jeugdraad, een leidster van Chiromeisjes Diegem, de cultuurbeleidscoördinator (met in het achterhoofd natuurlijk de ondertussen officieel aangekondigde prioriteit Jongerencultuur) hebben al toegezegd. Nu nog een speelpleinanimator overtuigen. Ik moet zeggen dat het vlotter gelopen is dan gedacht. Ik had de hele zomer mensen proberen te overtuigen voor het bestuur van de jeugdraad (uiteindelijk heb ik nu wel vier steengoede bestuursleden), dus zag ik het zoeken van mensen voor mijn stuurgroep somber in. Maar wonder boven wonder is dat al bijna in orde. Sinds gisteren heb ik ook een overzicht van alle jeugdthema’s en hun stand van zaken op dit moment. Met dit alles ga ik nu afspreken met de schepen (die hopelijk ergens tijd vindt) en dan kan ik al met een voorstel naar de eerste stuurgroepvergadering. 4 november: Yes! De stuurgroep is samengesteld!
Ellen De Boeck is jeugdconsulente in Machelen, ze schrijft haar eerste JBP.
p8 •
december 2009
KINDERRECHTEN IN BELGIË • De Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind (NCRK) is een samenwerkingsverband tussen alle bestuurlijke niveaus in ons land sinds 2007. Ze ziet toe op de naleving van de kinderrechten en coördineert initiatieven rond kinderrechten in heel België. Dit orgaan rapporteert aan het comité voor de rechten van het kind van de Verenigde Naties. Dit comité oordeelt vervolgens of een land voldoende inspanningen heeft geleverd op het vlak van kinderrechten of niet, en formuleert aanbevelingen. • De gemeenschappen zijn in België bevoegd voor alle persoonsgebonden materies. Kinderrechten is dus duidelijk een bevoegdheid van de Vlaamse gemeenschap, wat de veelheid aan actoren meteen verklaart. - In het decreet van 18 juli 2008 houdende het voeren van een Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid is de basis gelegd voor de nieuwe vorm van het kindeffectrapport dat al dateerde van in 1997: het kind- en jongere-effectrapport (JoKER). Dit betekent dat wetgeving die mogelijk een weerslag kan hebben op het leven van kinderen en jongeren, aan een grondig voorafgaand onderzoek onderworpen wordt. Meer info vind je op www.cjsm.vlaanderen. be/kinderrechten/ker/index.html. - Pascal Smet is de coördinerende minister kinderrechten. - De afdeling Jeugd van het Agentschap sociaal-cultureel werk voor jeugd en volwassenen heeft een reflectiegroep kinderrechten en jeugdbeleid. - Het Kinderrechtencommissariaat is opgericht in 1997. Zijn taak is te zorgen voor de bekendmaking van het IVRK en toe te zien op de naleving ervan. Meer info vind je in het interview met de kinderrechtencommissaris, Bruno Vanobbergen. - De Kinderrechtencoalitie Vlaanderen (Kireco) is een netwerk van niet-gouvernementele organisaties dat wil toezien op de naleving van het IVRK, actief wil bijdragen aan de promotie van de rechten van het kind en actief en constructief wil bijdragen tot het rapportageproces inzake de naleving van het IVRK. - De oprichting van een kenniscentrum Kinderrechten is voorzien voor 2010 en zal de vorm aannemen van een interuniversitaire samenwerking. Het kenniscentrum zal onderzoek over kinderrechten voeren en ontsluiten. Het wordt ook zijn taak om advies te verlenen aan de Vlaamse administratie en de minister.
Ga buiten spelen
| jeugdruimte
✒
Koen Depreitere Koen Depreitere
Ga buiten spelen Met de derde editie van de Buitenspeeldag en de opmaak van het jeugdbeleidsplan in het vooruitzicht, voelen we ons ergens niet meer dan moreel verplicht om in het kader van dat jeugdbeleidsplan het ideeëngoed achter de Buitenspeeldag nog wat verder uit te diepen en waar mogelijk te vertalen naar het lokaal beleid. Het is echter niet onze bedoeling om hieronder de gouden formules aan te reiken. Die zijn er gewoon niet, omdat onder andere het ene lokale beleid het andere niet is en vooral omdat er overal andere mensen zitten. PLEK VOOR JEUGD, IN DE PUBLIEKE RUIMTE ÉN AAN DE ONDERHANDELINGSTAFEL
Spelen is en blijft onlosmakelijk verbonden met de woonfunc tie. De speelplek fungeert als hoeksteen, ze dient behouden Het spelende kind en publieke ruimte kunnen we niet onmid te worden of herschikt, al naargelang de nood. Binnen de pu dellijk twee handen op één buik noemen. De ingrepen van de blieke ruimte vertaalt speelruimte zich naast formele speel laatste decennia in de publieke ruimte hebben de speelruimte plekken ook in speelprikkels, spelaanleidingen of speelgroen. van het kind sterk ingeperkt ten voordele van koning auto Projecten zoals bijvoorbeeld bouwspeelplaatsen hebben zo en keizer baksteen. Woonwijken beschikken in het beste ge wel in binnen- als buitenland reeds hun waarde bewezen als val over een meestal te krap speelterreintje – omdat het nu hefboom voor sociale cohesie in woonwijken. éénmaal moet – maar is in feite Buiten spelen en sporten heeft Er zijn genoeg argumenten pro buiten spelen slechts een lauw excuus voor de ook een positief effect op het en spelen om andere (lokale) beleidsdomeinen publieke ruimte die het spelend voorkomen van vandalisme en kind werd ontnomen. Net zo kleine criminaliteit. te betrekken. als de speelstraat waar het kind We kunnen nog tal van posi even terug wat adem krijgt. Maar zo gauw de afsluiting ver tieve effecten aanhalen die zeker binnen andere beleidsdo dwijnt, ontsnapt het spelende kind nog net aan de bumper meinen van belang zijn. Het gaat er ons hier om aan te tonen van de eerste ongeduldige automobilist die met gierende ban dat wie initiatieven neemt om het buiten spelen en sporten den zijn terrein herovert. te bevorderen, genoeg argumenten op zak heeft om andere Een kind dat speelt heeft ruimte nodig, bedenk maar eens een (lokale) beleidsdomeinen te betrekken en te overtuigen. spelletje dat geen ruimte vraagt. Het kind vraagt echter geen ex clusieve ruimte voor zich alleen, het kind wil die ruimte delen. KWALITEITSVOL BEHEER EN DITO INRICHTING Helaas worden zowel kinderen en jongeren als jeugdconsu VAN PUBLIEKE RUIMTE lenten in deze kwestie nog vaak stiefmoederlijk behandeld door het beleid en moeten ze lijdzaam aan de zijlijn toekijken Het beheer en inrichting van de publieke ruimte is zo één van hoe telkens weer kansen worden gemist. Spel en ruimte zijn die beleidsdomeinen waar jeugd al sinds mensenheugenis voor een gezonde mentale en fysieke ontwikkeling van een stiefmoederlijk wordt behandeld. Inspraak en participatie bij kind essentieel, daar zijn we het over eens. Dan wordt het de inrichting en het beheer van publieke ruimte - als die er hoog tijd dat we het er ook over eens worden dat hiervoor de als is – wordt veelal te laat – lees ‘als de plannen al getekend nodige publieke ruimte wordt voorzien en kinderen en jonge zijn’ – georganiseerd. ren als volwaardige partners aan de onderhandelingstafel van Ook de offertevragen van lokale besturen schieten op dit vlak die publieke ruimte mogen plaatsnemen. meestal te kort terwijl hier de kansen om kwalitatieve voor waarden op te nemen in de offerte voor het grijpen liggen. Dat terwijl een goed doordacht beleid betreffende de publieke ARGUMENTEN ZAT VOOR EEN BUITENSPEELBELEID ruimte met voldoende aandacht voor woon-, leef- en speel Dat spelen en buiten spelen een positieve invloed heeft op kwaliteit een lokaal bestuur een flinke slok op de begrotings de gezondheid, het psychisch en sociaal welzijn en de mo borrel scheelt. Als dit geen doorslaggevend argument is, dan torische ontwikkeling van kinderen en jongeren hoeft geen weten wij het ook niet meer. betoog. Uit onderzoek blijkt echter dat kinderen en jongeren, zeker in stedelijke agglomeraties, minder bewegen. Eén van BURGERZIN ALS KANS de redenen hiervoor is het gebrek aan voldoende geschikte en kwalitatieve sport- en speelruimte in de directe woonom Eén van de doelstellingen van de richtlijnen in Berlijn is om geving van kinderen en jongeren. kinderen en jongeren vroegtijdig en op aangepaste wijze december 2009 • p 9
jeugdruimte | Ga buiten spelen
Veilige speelterreinen bestaan niet Sinds het van kracht worden van de KB’s betreffende de veiligheid van speeltoestellen zijn er niet meer maar ook niet minder ongevallen gebeurd op speelterreinen. Voor je de verkeerde conclusies trekt, het nut van deze veiligheidsvereisten staat buiten kijf. Ze geven de uitbater van een speelterrein een houvast, een zekerheid die er voor zorgt dat het speelterrein op een veilige manier kan worden uitgebaat. Anderzijds zorgen deze veiligheidsvereisten er ook voor dat kinderen eigenlijk alleen door hun eigen schuld armen en benen kunnen breken. Helaas moeten we echter ook hier vaststellen dat de veiligheidsmanie gecombineerd met de ongevallenfobie een klimaat doet ontstaan waarin de argeloze burger zich net als in zijn met airbags en andere veiligheidsnufjes volgepropte auto, de koning te rijk voelt en het idee krijgt dat er niets meer kan fout gaan. Als het dan toch fout gaat, is de uitbater altijd verantwoordelijk en aansprakelijk en zal hij willens nillens het gelag betalen. Wel daar doen wij niet aan mee. Ook aan veiligheid zijn grenzen, zeker actief bij het maatschappelijke leven te betrekken. “Ze moeten leren dat het zinvol is om deel te nemen aan de democratische processen, om zo op te groeien tot onafhankelijke, verantwoordelijke persoonlijkheden met een gezonde dosis burgerzin. Hen vroegtijdig betrekken bij het beleid zal hun kennis en interesse voor de democratische processen, en hun kennis over hun rechten en plichten in de maatschappij enkel maar doen toenemen.” Iedereen heeft de mond vol van inspraak en participatie en we vinden het in quasi elk lokaal, intermediair, Vlaams of fede raal subsidiereglement terug. Geen project dat tot stand komt zonder inspraak en participatie. Maar laat ons hier vooral eer lijk zijn en tegelijkertijd misschien ook eens in eigen boezem tasten. Hoeveel van deze inspraak- en participatieprocessen en/of -trajecten, al niet begeleid door een professionele orga nisatie, zijn de naam inspraak en/of participatie waard? Wat zegt een jeugdparagraaf? Wat is de waarde van een ‘verplicht’ advies van een jeugdraad?
als het over spelen gaat. Wie risicoloos spel wil, zal het op een ander moeten zoeken. In Engeland bijvoorbeeld, waar de veiligheidsnorm zo fanatiek wordt toegepast dat er geen zak meer te beleven valt op de speelterreinen aldaar. Aanvaardbaar risico genereert ervaring. Ervaring die kinderen nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Trouwens, het grootste gevaar op een speelterrein zijn nog steeds de ouders. Bijna haaks op deze neurotische drang naar ‘Veilig, veilig, superveilig’ staat het avontuurlijk spelen en het bouwspelen. Het lijkt bij wijlen wel Ying en Yang. Sinds wanneer mag een kind niet meer uit een boom vallen? Waarom mag een kind niet op zijn vingers kloppen? Pijn is niet alleen een ervaring, het is een levensnoodzakelijke ervaring. Het lijkt er echter meer op dat zero-tolerance doorheen alles het adagium is geworden. Of de mensheid daar beter van wordt? Het enige, overblijvende slachtoffer van de reglementitisplaag is de uitbater.
en nagaan of we de doelgroep(en) zelf er kunnen bij betrekken. Een praktijk die bij ruimte voor senioren bijna vanzelfsprekend is, bij kinderen en jongeren eerder een uitzondering. Zo zijn het in Hasselt bijvoorbeeld de skaters zelf die instaan voor de netheid van het skatepark. De vuilnisbakken worden wel door de stad geleegd maar de court vegen, dienen de skaters zelf te doen. Een ander voorbeeld is de heraanleg van een straat in een Berlijnse woonwijk waarbij de bewoners en hun kinderen de kans kregen om effectief mee te werken aan de herinrichting van de straat, dit onder begeleiding van een lokale kunstenaar. Het feit dat iedereen wel ergens een stukje zelf had gebouwd of aangelegd maakte de verbondenheid met die publieke ruimte groter. Er is dan ook weinig of geen vandalisme.
EEN SPEELBELEID MET AANDACHT VOOR HET PROCES
Speelbeleid gaat verder dan het inplanten van een aantal speeltoestellen op een speelterrein. Beleidsmakers stellen zich meestal niet de vraag hoe kinderen en jongeren spelen waar door speelterreinen er soms ver MOETEN WE DAN MAAR DE laten bij liggen of ten prooi val HELE ZWIK OVERBOORD KIEPEGeïntegreerd werken aan een kindlen aan ‘frustratievandalisme’. REN? en jeugdvriendelijke samenleving Een goed speelterrein is meestal Neen, maar we kunnen het mis niet het peperdure terrein met stelt burgerschapsvorming centraal. schien wel anders aanpakken en de mooiste en nieuwste toestel tegelijkertijd de kans te baat ne len, maar een speelterrein waar men om bij het (her)inrichten van publieke ruimte de betrok spelprikkels kinderen en jongeren inspireren om te spelen. kenheid bij zowel de realisatie als het in stand houden van Een goed speelbeleid ‘speelt’ hier op in en kijkt verder dan het deze publieke ruimte te verhogen. speelterrein, heeft aandacht voor de bereikbaarheid van een Als we deze blauwdruk op de praktijk leggen, kunnen we stel speelterrein, heeft aandacht voor informele speelplekken en len dat wat tot stand komt op veel plaatsen al een product is stimuleert spelen in de nabije woonomgeving waarbij polyva van het beleid en de doelgroep zelf. Helaas stopt het daar ook lent gebruik door verschillende bevolkingsgroepen de nodige vaak, met alle gevolgen van dien. Wanneer we specifieke ruim aandacht verdient. ten voorzien, moeten we ook stilstaan bij het onderhoud ervan Maar alleen visievorming en studie volstaan niet. Het is be p 10 •
december 2009
Ga buiten spelen
langrijk dat er een grondig proces wordt afgelegd om tot een goed ontwerp te komen. Dat kan door de ontwerper een brede taak toe te kennen die zich niet enkel beperkt tot ontwerpen. Hij kan het volledige proces om tot een goed ontwerp te ko men begeleiden. Een procesbegeleider moet er op toe zien dat: • het vooropgestelde stappenplan strikt wordt gevolgd; • tijdens dit traject tussenstappen worden ingelast; • de gemeente geen overhaaste beslissingen neemt; • hij alle vergaderingen bijwoont; • hij in het proces actief aandringt op vergaderingen wanneer nodig; • hij zowel de gemeente als de betrokken doelgroepen coacht.
BESCHERMEN MAG, MAAR MOET DAT ALTIJD? In deze tijden van (over)bescherming waant zowel kind als volwassene zich als het ware ongenaakbaar. Onze auto’s zit vol met airbags, automatische remsystemen en andere onge valpreventie-elektronica, secundaire wegen barsten van ver keersdrempels, asverschuivingen en flitspalen, wandelaars en fietsers lijken door een overdaad aan reflectoren en dito hesjes bij wijlen op een flikkerende kerstboom om dan nog maar te zwijgen over onze superveilige huizen en tuinen. Ik hoop dat al wie de trotse bezitter van een knutselatelier is, ook voldoende heeft geïnvesteerd in de afsluiting van dit risico volle hol waar vervaarlijke elektrische boor-en zaagmachines likkebaardend liggen te wachten op malse kindervingertjes. Maar bedotten we onszelf niet met deze overdaad aan be scherming? Maken we onze kinderen en jongeren niet net zwakker door ze niet bloot te stellen aan risico en gevaar? Wie beschermt wie eigenlijk? En tegen wat? Ik kan het niet laten om even Vitalski – een Antwerps stan dup-comedian - te citeren: “Wat klaagt men over onveilige schoolomgevingen, we hebben ze verdomme zelf gecreëerd met onze verkeersdrempels, zone 30’s en klaarovertjes. Iedereen rijdt er zo traag dat die kinderen niet meer hoeven op te letten. Gedaan, zeg ik, met die ongein. Vanaf morgen geldt er geen snelheidsbeperking meer aan de schoolpoorten. Dan leren kinderen tenminste weer uitkijken als ze de schoolpoort komen uitgerend.” Lees er ook het opiniestukje over veilige speelterreinen op na (zie kadertekst).
| jeugdruimte
SAMENGEVAT We willen lokale besturen, beleidsmakers en beleidsuitvoer ders concrete handvaten geven om buiten spelen en sporten in de onmiddellijke woonomgeving te faciliteren.
We weten dat:
• buiten spelen en sporten een positief effect heeft op kinde ren en jongeren; • buiten spelen en sporten faciliteren geen solo slim is voor het jeugdbeleid maar evenzeer een opdracht is voor andere beleidsdomeinen; • publieke ruimte kansen biedt om aan burgerzin te werken.
Wat stellen vast dat:
• lokale overheden veelal enkel in bakstenen, niet in proces sen investeren; • lokale overheden eerder inzetten op bescherming dan op ruimte voor ervaring; • lokale besturen met de hete media-adem en verkiezings zweet op het voorhoofd, niet altijd doordacht handelen en het moeilijk hebben met langetermijndenken.
We zullen dus:
• Besturen en beleidsmakers er – desnoods met harde bewij zen en onderzoeken – van overtuigen dat de mogelijkheid om buiten te spelen en sporten in de onmiddellijke woon omgeving een win-win situatie is voor zowel de beleidsma ker als de burger (lees kiezer). De argumenten hiervoor heb ben we hierboven uitvoerig uit de doeken gedaan; • Ijveren voor een jeugdbeleid dat verder gaat dan het organi seren van vrijetijdsactiviteiten waarbij we streven naar een optimale afstemming tussen wonen, werken en verkeer om zo een hoge woonkwaliteit te garanderen; • De segmentering van publieke ruimte in functie van doel groepen van de laatste decennia een halt toeroepen voordat het echte ghetto’s worden.
Bronnen De Vries ea, Kinderen in prioriteitswijken: lichamelijke (in)activiteit en overgewicht. Leiden TNO kwaliteit van leven, 2005 www.nuso.nl december 2009 • p 11
de hangman | Hangman op bezoek in Bissegem
DE ROLLEN VERDEELD HANGMAN OP BEZOEK IN BISSEGEM Hangman sloot op 4 november feestelijk zijn deuren met een barbecue in Bissegem (Kortrijk). De Hangman jury koos immers Grafittijam in Bissegem, roepnaam Bissejam, als schoolvoorbeeld voor wat betreft de betrokkenheid en de rol van jongeren in het beleid en de beeldvorming over rondhangende jongeren.
✒
Nathalie Van Ceulebroeck Nathalie Van Ceulebroeck
BISSEJAM HEEFT HET ALLEMAAL! Waarom Hangman deze actie selec teerde? Het initiatief voor de activiteit kwam van de jongeren zelf, maar werd sterk aangemoedigd door verschillende gemeentelijke diensten, de buurt werd uitgenodigd op de actie en het resultaat is een duidelijke ‘handtekening’ van jongeren in het landschap van Bisse gem. Jongeren krijgen dus de kans om op een duurzame manier de (‘hun’) pu blieke ruimte op te frissen. Moeten we meer vertellen? Tijdens deze graffiti-jam bespoot een 40-tal jongeren een muur van meer dan 100m² aan het ontmoetingscentrum. De jongeren waren zelf met het idee naar de jeugddienst gestapt. Jeugddienst Kortrijk en gebiedswerking Bissegem stapten mee in het initiatief en organiseerden eerst een workshop graffiti. Begin juli toonden de jongeren hun kunsten aan alle inwoners van Bissegem, door de muur onder han den te nemen. En met resultaat! Dat lees je in het volgende interview met Kenneth (één van de jongeren die trekker was van Bissejam), Henk (ge biedswerker Bissegem), Koen (jeugd dienstmedewerker Kortrijk), Schepen Jean de Bethune (Schepen van o.a. gebiedsgerichte werking) en Minister Pascal Smet.
GEWOON SAMEN ZIJN, NIKS FORCEREN Wat betekent rondhangen voor jou? Kenneth: Gewoon… ontmoeting, met onze vrienden, in parken of aan het station, of ’t is gelijk waar. Gewoon samen zijn. p 12 •
december 2009
Henk: Op een ongedwongen manier kun
nen samen zijn met maten op de plek die je zelf verkiest. Minister Smet: Rondhangende jongeren zijn die jongeren die als je buitenkomt ergens, tja, ‘rondhangen’, en niks doen, en kijken. Ik woon al veertien jaar in Brussel, en daar zie je heel veel mensen rondhangen. Over het algemeen is dat geen probleem, al kan dat soms een beetje bedreigend zijn. Dat hangt onder andere van het tijd stip af. Op zich vind ik het helemaal niet verkeerd dat jongeren rondhangen. Toen ik klein was, hing ik ook rond. Dan zaten we op een speelterrein, of op een heuvel, in de buurt waar ik woonde. Ik vind dat kinderen en jongeren ruimte moeten heb ben om kind te kunnen zijn, om jong te kunnen zijn. Ze mogen best een plek heb ben waar ze gewoon kunnen ‘zijn’, en kij ken, en dingen kunnen bespreken.
Wapen je als gemeenten tegen een brandblusserspolitiek, formuleer een visie en aanpak. Schepen de Bethune: Ik denk dat wij het al
lemaal wel eens leuk vonden om door de stad of de gemeente te dwalen. Vaak kwam dat omdat er geen activiteiten waren waaraan we konden deelnemen. Ik begrijp dus zeer goed dat jongeren graag samen hangen. Hun energie kun nen we goed gebruiken voor andere dingen, zoals hier vandaag te zien is. Koen: Voor mij is rondhangen ook iets wat ik vroeger veel deed. Samen met vrien den afspreken op een plek waar we om de één of andere reden graag zaten. Daar dan samen wat praten, lachen, skaten …
Moet een gemeentebestuur enkel ingrijpen of een beleid ontwikkelen over rondhangen als het slecht gaat of als er problemen zijn? Kenneth: Vooral niet (lacht)! Waarom? Om jullie te leren kennen, bijvoorbeeld. Of om wat te helpen als er problemen zijn met de buurt. Kenneth: Dat mag wel, maar je mag de jongeren niet forceren om iets te doen. Het werkt alleen als ze zelf bereid zijn om iets te doen… Dat zijn geen domme mensen, hangjongeren. Die gasten, wij, komen gewoon ’s avonds eens buiten, met de vrienden, om op ’t gemak eentje te drinken in ’t park. Gewoon voor de gezelligheid, voor de leute. Henk: Voor mij is het belangrijk dat rond hangen als normaal wordt beschouwd. Als dat leidt tot zogenaamde overlast, moet er in dialoog worden gegaan met de gasten en moeten we kijken op welke manier we de situatie kunnen verbete ren. Dat is hier prachtig gelukt. Wat is begonnen met illegale ‘spuiterij’, is nu een legale gedoogzone. Zo’n aanpak lijkt me de beste manier. Schepen de Bethune: Ik vind het woord ‘in grijpen’ wat verkeerd. Ik vind ook dat we jongeren moeten stimuleren, aan moedigen, uitnodigen om iets te doen. We moeten dat niet met een opgestoken vingertje doen, we moeten niet te con trolerend optreden, dat levert geen po sitieve resultaten op. Minister Smet: Ik denk dat inderdaad best op voorhand een beleid wordt uitgete kend. Als je weet dat je in je gemeente of stad een groep jongeren hebt van een bepaalde leeftijd, dan moet je hen ook
Hangman op bezoek in Bissegem
de ruimte geven om jong te zijn. Maar als je ze ruimte geeft, moeten ze er ook de verantwoordelijkheid over nemen. Het is heel belangrijk dat wanneer je een dorp of stad inricht, dat je ruimtes voorziet om gewoon te kunnen ‘zijn’, je hoeft er daarom geen banken te zet ten. Je moet ze niet wegmoffelen. Uiter aard moet je goed nadenken waar je die plaatsen voorziet. Bijvoorbeeld naast een bejaardentehuis is niet de beste plaats. Je moet daar een beetje over na denken. Je moet hen niet criminaliseren of van ‘hangen’ een probleem maken. Alles hangt af van hoe je je publieke ruimte inricht, en als je dat doet op zo’n manier dat het uitnodigt tot respect, dan is er geen probleem. Ik begrijp daaruit dat u een voorstander bent van een positief, integraal beleid. Minister Smet: Absoluut. Gemeenten moe ten er nu mee bezig zijn, niet wanneer de problemen zich stellen. En als je er op voorhand werk van maakt, voorkom je net problemen. Nu wordt er te veel reac tief gehandeld. Bijvoorbeeld: Als jongeren beginnen rondhangen op een speelplein voor kleine kinderen en dat speelterrein ‘innemen’, kunnen die kinderen daar niet meer spelen en zijn ouders boos. Maar misschien ligt de oorzaak van het pro bleem bij het gebrek aan ruimte voor die jongeren, om gewoon wat te zitten. Dus voorzie gewoon ruimte waar die jongeren kunnen zitten, en ’t probleem is opgelost en iedereen is tevreden. Koen: Een ander probleem is dat deze jon geren voor veel gemeentebesturen nog steeds de ‘grote onbekenden’ zijn. Jonge ren leren kennen is de belangrijkste stap
in een samenwerken met hangjongeren. Je hoeft er niets mee te doen. Het belang rijkste is dat de jongeren je kennen en jij hen kent. Als je eerlijk bent tegenover hen zullen ze sneller respect tonen en bereid zijn tot verandering. Door vanuit de gemeenten een visie te vormen over ‘rondhangen’ en een aanpak te formule ren, nog voor er zich een probleem voor doet, wapen je jezelf en de gemeente te gen een brandjesblusserspolitiek. Wat is jouw rol/verantwoordelijkheid om positief om te gaan met en/of beleid te vormen i.v.m. rondhangen? Kenneth: Gewoon… respect hebben. Dat komt van twee kanten. Zoals in Wevel gem, als wij er – (verveeld) zoals dat iedereen dat noemt – ’hangen’ in het park, kennen wij mensen die er vaak passeren met hun hond. Wel, zij zeggen ons een goeiedag, en wij slaan daar een praatje mee. Maar je hebt er ook andere, en ik kan het van een persoon aflezen… Ze bellen dan soms naar de politie, de politie komt, ze fouilleren ons, nemen ons mee. Echt intimiderend. Henk: Vanuit de gebiedsgerichte werking faciliteren wij dingen voor burgers. Als mensen behoeften hebben aan gemeen schapsvorming, aan projecten, aan in formatie, proberen we daarbij te helpen. Naar jongeren vertaald: die komen bij ons binnen, of we leggen er zelf contact mee. Zo horen we wat er leeft. Dan be kijken we of er een tienerwerking kan opgezet worden, of een speelpleinwer king, of een ander project. Koen: vanuit Team Jeugd willen we wer ken aan mentale en fysieke ruimte voor jongeren. Rondhangen is een recht en
| de hangman
mensen moeten ze leren accepteren zoals ze zijn. Langs de andere kant moeten jon geren ook naar anderen respect hebben. Minister Smet: Er staat dan ook heel expli ciet in mijn beleidsnota dat we ruimte willen geven aan deze jongeren. Wat die ‘ruimte’ is, moeten we nog wel invul len. We kunnen bijvoorbeeld projecten ondersteunen, maar het is ook belang rijk om hier aanwezig te zijn en om po sitieve klanken te laten horen over deze groep. Zo kunnen we mensen doen na denken hierover en initiatieven in de juiste richting laten evolueren. Schepen de Bethune: Ik ben schepen van ge biedsgerichte werking. In die hoedanig heid proberen we alle doelgroepen, dus ook die van de jongeren, te betrekken bij het leven in deze stad, en het beleid van deze stad. We willen alle jongeren een stem geven. We denken dus dat het be langrijk is om ook deze jongeren die stem te geven. Deze jongeren kunnen soms heel goeie dingen doen, maar hebben de middelen of de mogelijkheden niet om het uit te voeren. We willen hen de kans geven om hun tijd goed te gebruiken, en iets te doen voor de gemeenschap. Wat is de slechts denkbare aanpak van deze doelgroep? Henk: De aanpak vertalen vanuit een preventie-perspectief: jeugdreservaten gaan aanleggen, niet meer communice ren maar het oude opgestoken vingertje terug bovenhalen, en van bij het begin al zeggen dat het niet zal lukken omdat ze niet willen. Minister Smet: Hen wegjagen en opjagen, en er een probleem van maken als er geen is. december 2009 • p 13
Schepen de Bethune: Hen verplichten, iets
opleggen. Ik denk dat we van onderuit moeten werken, en hen de kans geven om zichzelf te vinden en te ontwikkelen. Dan heeft het resultaat. Sommige dingen kunnen we wel nadrukkelijk vragen: respect hebben, mooie en verzorgde re sultaten van initiatieven afleveren… Koen: Hen ‘toeleiden’ naar bestaande werkingen, hen absoluut willen berei ken. Dit werkt niet. De meeste rond hangjongeren willen niets doen, toch niet direct. Ze willen gewoon samen zijn en ‘that’s it’.
KANSEN GEVEN ALS VOORSCHRIFT Welk effect merk je van de actie in Bissegem? Kijken mensen, omwonenden anders? Kenneth: Nee, niet te veel mensen weten dat. En ik hoef ’t ook niet van de men sen te weten [wat ze denken]. Het gaat gewoon leuk zijn om nu een muur te hebben waar we mogen gaan spuiten. Veel mensen respecteren het wel. ’t Is al geweest dat er oudere mensen langs de muur passeerden, en dat we er dan even een praatje mee konden slaan. Als de graffiti goed afgewerkt is, dan vinden ze het ook mooi. Maar graffitispuiters moeten niet gewoon hun naam op een muur schrijven. Henk: We hebben een doelgroep binnen gehaald waar we nu ook andere projec ten mee kunnen doen. En we kunnen nu met een geselecteerd team aan de slag in andere projecten, of zelfs in projecten van andere gemeenten. Wij, als gebieds werking, zijn nu de ombudsman van ‘onze gasten’. Over de jongeren zeggen ze hier vaak: “t Zijn rare, maar ze zijn toch goe be zig.” Jongeren gaan zelf met de mensen uit de buurt in dialoog, en daardoor worden mensen wat opgefleurd. Gaan p 14 •
december 2009
deweg vinden we dit project een ver lengstuk van ons ontmoetingscentrum. Schepen de Bethune: Ik denk dat de men sen die hiermee in contact zijn geko men, hoewel ze aanvankelijk vooroor delen hadden, uiteindelijk verrast zijn geweest over het resultaat: over de kleu ren, de stijl,… het esthetische dus. Voor een groot deel zijn ze ervan overtuigd dat dit een zinvol project is. Ik denk dat het project heeft bijgedragen tot een be ter begrip van de mensen over deze jon geren: stereotypen zijn voor een deel de wereld uit geholpen. Wat kunnen andere gemeenten van jullie leren? Kenneth: Veel. We hebben nu een project georganiseerd. En twee of drie dagen ervoor begon iedereen naar elkaar te sms’en. En dan probeer je er het beste van te maken. ’t is niet allemaal kra puul, hé, de jongens die op straat han gen. Ze hebben ook echt talent. Maar ze moeten de kans krijgen om zich te ontwikkelen. Sommige – niet allemaal – zijn misschien laaggeschoold, of komen uit probleemsituaties. Ze [dé mensen] moeten iedereen apart leren bekijken. Maar dat is blijkbaar zo moeilijk. Koen: Dat vindplaatsgericht werken loont. Mijn eerste vijf jaar ben ik zeer actief bezig geweest met jongeren op straat. Ik leerde een zeer ruime groep jongeren kennen, leerde ermee om gaan… Ik leerde spilfiguren kennen en dankzij een jarenlange vertrouwens band kan je dan dergelijke initiatieven snel organiseren. Henk: Het allerbelangrijkste is het ‘bottom-up’ werken. Je mag een cam pagne doen, workshops aanbieden… er zal geen kat op afkomen als de timing slecht is, of ze hebben er geen zin in. Je moet het vooral laten groeien vanuit deze gasten zelf, op hun tempo, op hun
manier. Ik was deze morgen zenuwach tig: als deze gasten niet zouden opdagen, dan viel heel deze avond in het water en dan bakken we er niks van. Maar ze zijn er in geslaagd om tussen vier en zes alles te organiseren. Nu mogen ze er zelf ook trots op zijn, doen ze het niet enkel voor ons of voor de ogen van de minister. Schepen de Bethune: We willen niet de pre tentie hebben dat we de rest van Vlaan deren de les kunnen spelen. Maar je moet positieve krachten in een samen leving kansen geven, dat is belangrijk. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat een aanpak is die overal loont.
IEDER Z’N PLEK Wat vind je de grootste verdienste van de Hangman campagne? Kenneth: Sinds die campagne hebben de jongeren op straat een naam gekregen, ’t zijn nu ’hangjongeren’. Maar ’t zijn gewoon gasten die op straat afspreken. Pff… het helpt toch ook niet als je zegt ‘de Marokkanen’ en ‘de Belgen’. Ge woon ‘jongeren’, een mix door elkaar. Wij zijn ‘jongeren’, die bovendien liever buiten zitten, dan thuis voor de tv of op internet. Maar we zijn goe bezig. Henk: Toen ik voor het eerst de campagne opmerkte, dacht ik “ze willen ‘de jeugd’ terug in een hoekje duwen ‘omdat er weer zoveel overlast is’.” Ik vreesde voor een meer rechtse benadering van jong zijn, zoals in de jaren ’70. Maar toen ik er meer over las, besefte ik dat de aanpak toch aansloot bij onze dagelijkse werking. Omdat we met een deel van onze reguliere werking op die jongeren mikken, dacht ik dat we een mooie kans maakten voor de Hangman wedstrijd. Ik heb dat idee doorgegeven aan Maarten Devos (ex-cultuurfunctiona ris Bissegem) – en alle lof gaat naar hem, Team Jeugd, maar vooral de gasten zelf.
Hangman op bezoek in Bissegem
| de hangman
LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!
LIEFSTE JBP DAGBOEK 23 oktober Gisteren trok ik richting Waregem voor een dagje Plan-Kuren. Voor mij de officiële start voor de opmaak van het nieuwe jeugdbeleidsplan. Net zoals iedereen was ik enorm benieuwd wat de kersvers Minister van Jeugd voor ons in petto had.
Tien jaar geleden deed ik vanuit de jeugddienst ook een graffitiproject. Maar toen was dat normaal, de omgang met deze jongeren was niks vreemds. Dat was geen aparte groep. Dat is veranderd. En door de Mosquito en het debat erna, kon je vanuit het jeugdwerk horen dat deze jongeren nog steeds normaal zijn, en rondhangen ook. Ik hoop dat er een gezond evenwicht kan worden gevon den tussen formalisering enerzijds en vrijheid die aan jongeren wordt gegund. Minister Smet: De campagne probeert voor meer verdraagzaamheid te zorgen, en het gegeven uit de probleemsfeer te halen. We leven in een samenleving waarin mensen heel snel problematise ren, victimiseren. Iedereen moet wel het slachtoffer van iets zijn. En dat vind ik niet goed. We moeten het samenleven bevorderen, en iedereen daarin een waardevolle plek geven. Schepen de Bethune: Ik vind het tof dat het fenomeen zo onder de aandacht wordt gebracht. Bovendien vind ik het ook po sitief dat jongeren er zo toe worden aan gezet om zich creatief en constructief op te stellen. Ik denk dat de campagne navolging verdient, en wens u daar veel succes mee! Koen: Hangman zou moeten blijven be staan! Ik denk er al jaren over om vanuit de stad Kortrijk te werken rond posi tieve beeldvorming van hangjongeren. Dit werd op de lange baan geschoven omdat men bij ons vond dat dit een na tionaal karakter moest hebben. Dankzij Hangman is men daarin geslaagd!
Informatie over het organiseren van een actie met jongeren en een hoop praktijkvoorbeelden blijven beschikbaar op www. dehangman.be.
“Weinig verandering”: kregen we te horen. Al was het dan toch even spannend. Of was het de presentatie van de powerpoint die het spannend maakte? Toen meegedeeld werd dat de prioriteiten nog niet gekend waren. Of waren ze toch al bekend? Klik per klik kwamen we dichter bij een ‘prognose’. En ja hoor, daar was het dan… ‘de brandveiligheid in jeugdverenigingslokalen’ en ‘jeugd en jongerencultuur’. Na een heerlijk kopje koffie trok ik naar de sessie ‘op onderzoek met muis en klavier’. Een jeugdbeleidsplan schrijven start nu eenmaal met het verzamelen van gegevens. Maar waar vind je die gegevens? Je hoeft het helemaal niet ver te zoeken. Andere diensten kunnen ons al een héél eind helpen. Maar ook op internet is héél wat te vinden. Handig om te weten! Vooral wanneer je uw schepen omtrent een bepaalde doelstelling moet overtuigen. Tijd voor broodjes, koffie… en natuurlijk hét belangrijkste van een vorming, de gezellige babbel met de jeugddienstcollega’s. Elke jeugddienst organiseert een vakantiewerking. Speelpleinwerking, tienerwerking… maar hoe is het met de kwaliteit van de werkingen gesteld? Met deze vraag begon de namiddagsessie. Na een korte voorstelling van alle aanwezige vakantiewerkingen en een klein theoretisch kader mochten wij aan de hand van het basisschema van VDS onze eigen werking gaan beoordelen. Handig hulpmiddel trouwens. Een sessie om zeker eens mee te nemen naar de eigen werking en te gebruiken als evaluatie met de eigen animatoren. 28 oktober De Minister van Jeugd bevestigt de prognose van op Plan-Kuren per mail. Ik schiet meteen uit de startblokken. Een telefoontje naar de schepen van jeugd, het opstellen van een powerpoint om het jeugdwerk, de jeugdraad… te informeren en de opmaak van de eerste analyses. Met het schematisch overzicht van de basisopdrachten van een jeugddienst werd het huidig jeugdbeleid bekeken. Een basisdocument dat dan bruikbaar is om mee te nemen in de verdere planning. 7 november Vergadering van de jeugdraad waar we de stuurgroep wilden opstarten en een verdere planning opmaken. Wie in de stuurgroep zal zetelen was echter nog niet duidelijk. Ja, de jeugdconsulent, de voorzitter van de jeugdraad en de schepen van jeugd mogen zeker niet ontbreken. Op een infomoment op 28 november, waar alle betrokken partijen zijn op uitgenodigd, moet de stuurgroep vorm krijgen. En dan zijn we vertrokken… om in de maanden december en januari gegevens te verzamelen, bevragingen te doen, enz.
Arnold Vandenbussche is jeugdconsulent in Hooglede, voor hem wordt het laatste JBP het vierde waar hij de pen vasthoudt.
december 2009 • p 15
JBP 2011 - 2013 | To stuurgroep or not to stuurgroep?
To stuurgroep or not to stuurgroep? ✒
Ilse Holvoet, Greet Vorsselmans
Bij het jeugdbeleid zijn zéér veel actoren betrokken, de zogenaamde ‘stakeholders’. Al deze mensen zijn betrokken bij het lokale jeugdbeleid en verdienen daarom op de één of andere manier een stem in het JBP. Bij de start van het planningsproces is het zinvol om al die betrokkenen in beeld te krijgen en al eens stil te staan bij wat hun rol zou kunnen zijn bij de opmaak van het JBP. Sommigen van hen kunnen mee aan de tekentafel, anderen worden bevraagd, weer anderen worden vertegenwoordigd door deskundigen. Verplicht?
In heel wat gemeenten verzamelt de jeugdconsulent een stuurgroep rond zich die het volledige planningsproces mee opvolgt. Zo’n stuurgroep is niet verplicht, wel aan te raden. Een stuurgroep is een goede manier om mensen samen te brengen die geëngageerd zijn om een goed jeugdbeleidsplan te schrijven en daar ook de nodige parate kennis en motivatie voor hebben. Het uitnodigen van een deskundige als gastve dette kan een verrijking zijn bij discussies over een bepaald aspect van het lokale jeugdbeleid.
Een serieus engagement
Zetelen in de stuurgroep vraagt een niet te onderschatten in spanning van mensen die dit veelal ook in hun vrije tijd doen. Je verwacht dat ze verschillende bijeenkomsten per jaar bij wonen die ze in het ideale geval ook voorbereiden, ze werken mee aan een werkschema en misschien organiseren ze ook in spraakacties. De resultaten van deze acties moeten verwerkt worden, wat veelal opnieuw bij deze mensen komt. Niet min dus!
Op zoek naar de witte raaf?
We zetten hier een aantal voorwaarden op een rijtje waaraan een goed stuurgroeplid best voldoet: • Heeft voeling/ervaring met het lokaal jeugdbeleid; • Kan breed mee denken over lokaal jeugdbeleid; • Zit er niet voor zijn eigen agenda maar in het belang van alle kinderen en jongeren; • Heeft tijd om mee te werken; • Is enthousiast om mee plannen te maken. p 16 •
december 2009
Wanneer is mijn stuurgroep goed samengesteld?
Het is belangrijk om een groepje rond je te verzamelen waar mee je goed kan samenwerken. Daarbij is het belangrijker dat de groep goed kan samenwerken dan dat het evenwicht tus sen verschillende jeugdverenigingen (of eventueel politieke partijen) gerespecteerd wordt.
Wat als je niet de juiste mensen vindt voor je stuurgroep?
Met een stuurgroep werken is een goed plan, maar niet tot elke prijs. Als je niet de (juiste) mensen vindt om een stuur groep mee samen te stellen, dan laat je het stuurgroepplan misschien beter varen. Je zorgt dan beter dat je op een andere manier regelmatig kan terugkoppelen over je jeugdbeleids plan in wording.
Kindvriendelijk is?
Zo kan je gericht een aantal mensen selecteren die een mening hebben over jeugdzaken, of die gespecialiseerd zijn in een project of beleidsdomein dat weerslag heeft op de leefwereld van kinderen en jongeren maar niet rechtstreeks naar hen ge richt is. Je kan hen vragen naar wat zij verstaan onder ‘kind vriendelijk’, of ‘kindonvriendelijk’. Dat geeft meer inzicht in hoe zij redeneren en kan heel wat verklaren over het waarom van bepaalde beslissingen. Als je op die manier een aantal gesprekken kan voeren en me ningen verzamelen van uiteenlopende personen, ben je al een eind op weg naar een goed jeugdbeleidsplan. Op voorwaarde natuurlijk dat je de verkregen gegevens in het juiste daglicht plaatst en daar vervolgens de goede werkpunten uit haalt.
Toets af bij de doelgroep
Eens je deze werkpunten hebt, kan je ze aftoetsen bij de doel groep zelf, bij kinderen en jongeren. Daarbij volstaat het om opnieuw gericht een aantal momenten uit te kiezen waarop je kinderen en jongeren op een informele manier kan aanspre ken. Denk aan vakantieactiviteiten, het skatepark, in de om geving van de schoolpoort, bij de jeugdverenigingen, in het jeugdhuis…
Succes!
LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!
LIEFSTE JBP DAGBOEK 6 oktober: de opstart met de stuurgroep Onze eerste bijeenkomst met de stuurgroep (nog niet voltallig) en de schepen staat voor de deur. We gaan wild en denken breed. We hebben drie opdrachten voor die avond. Op welke manier gaan we de stuurgroep uitbreiden? Welke doelgroepen willen we bevragen? Welke onderwerpen zijn zeker interessant? Het nu nog maagdelijk wit papier ligt klaar, waarop de stuurgroep alles kan schrijven wat ze maar wil. En dat is belangrijk, vanuit het niets kunnen beginnen. 8 oktober: een ambitieuze ploeg De eerste bijeenkomst is voorbij. Zowel met oude vertrouwde gezichten, als met nieuwe mensen hebben we erop los gedacht. Jeugdwerk, milieu, gehoorschade, veiligheid, toegankelijkheid, jeugdparagraaf,… zijn maar enkele thema’s die aan bod zijn gekomen. Alle leeftijdscategorieën willen we betrekken, van een enquête voor scholieren tot een heus kidsdebat, tot een ondervraging van professionals… We gaan ook voor naambekendheid, promo voor onze stuurgroep, want we willen deze zeker nog uitbreiden. En hierbij zeker gebruik maken van de vernieuwde website. Ik ben zelf heel tevreden over de eerste bijeenkomst en de ambities van de jongeren. Die enthousiaste jeugd, daar krijg je toch een boost van! We besluiten met een mooi schema, wat moet er wanneer gebeuren? Dat vind ik zelf super handig, een planning om mee van start te gaan. Ik zou zeggen, he ho, let’s go!!
Ja, nu ik erover nadenk, best wel interessante thema’s. We hebben ze gekregen met rode pepers, vol passie en vuur. Hopelijk gaan we zelf geen brandje moeten blussen? 29 oktober: de JBP lijstjes We bekeken samen met de voorzitter van de jeugdraad hoe we het JBP leven kunnen inblazen op de algemene vergadering van de jeugdraad. We besluiten om in groepjes te werken en vier vragen te stellen. Die misschien heel cliché zijn, maar wel op en top informatie geven die we kunnen gebruiken voor de volgende stuurgroep. - Wat vind je goed aan het huidige jeugdbeleid? - Wat vind je niet goed aan het huidige jeugdbeleid? - Welke prioriteiten moeten er volgens jou gesteld worden voor het nieuwe jbp? - Ik wil zelf, of ik ken wel iemand die zich wil aansluiten bij de stuurgroep. En ja, hier zijn we mee vertrokken. En hier hebben we veel kunnen uithalen: meer subsidies (vragen we niet altijd meer geld?), het plakbeleid blijft een hekel punt, geen lokalen voor een jeugdbeweging, communicatie nog verduidelijken voor het jeugdwerk, afvalbeleid, meer fuifbeleid…. Het is een heel lijstje en zeker en vast voldoende om je terug met beide voeten op de grond te zetten. We zijn goed bezig, daar ben ik van overtuigd, want we krijgen ook vaak een ‘dankjewel‘, maar we hebben ook nog heel wat werk. Praten en vragen stellen aan de jongeren dat is heel belangrijk. Participatie van de kleinste tot de grootste graad, is niet voor niets de missie van ons jeugdcentrum!
28 oktober: de minister laat van zich horen Ja, wij hebben al wild gedacht over mogelijke thema’s , maar in principe wisten we nog niet welke prioriteiten er door de minister gekozen worden. Nu, prioriteiten zijn zeker en vast belangrijk, maar al de andere thema’s mogen we ook niet onderschatten en daarom is onze brainstormsessie zeker niet voor niets geweest. Maar dan ineens in mijn mailbox: een mailtje van de minister, met rode pepers. Brandveiligheid en jongerencultuur, twee thema’s die weldoordacht worden geargumenteerd. Eerlijk gezegd ben ik wel blij dat beide thema’s nog zo breed worden omschreven. Vooral jongerencultuur gaat nog heel ver. We hopen dat dit ook zo blijft in de toekomst. Want volgens mij heeft jongerencultuur ook heel veel te maken met creativiteit en dat is dan wat we hier nog kunnen botvieren.
4 november: op inspiratietocht met de stuurgroep Van overal en van ver, krijg je info over het jeugdbeleidsplan. We besluiten om in te gaan op twee zaken met de stuurgroep. We hebben onze plannen gemaakt: een tochtje naar de provinciale jeugdraad, waar we hopelijk veel gaan bijleren over de Brabantse jongeren. Het programma ziet er alvast veel belovend uit. En natuurlijk ook Trip Lokaal. En daartussen nog een nieuwe stuurgroepbijeenkomst. Jaja, we zijn vertrokken!
Jitske Verwimp is jeugdconsulent in Aarschot en ze neemt voor de tweede keer het JBP onder haar hoede.
december 2009 • p 17
prioriteit jeugdcultuur | Cultuurjeugdwerk of jeugdwerkcultuur
Cultuurjeugdwerk of jeugdwerkcultuur
De vraag naar publiek is no g noo zo groot gewee st.
Jeugdwerk wordt al te vaak gezien als een gemakkelijk te benaderen groep omwille van hun georganiseerd karakter.
Cultuur sluit bod niet aan
ur voeren proJeugdwerk en cultu e doelpubliek: motie via hetzelfd de ouders.
Cultuur kan prikk elen, faciliteren m et infrastructuur, haar aanbod.
✒
Koen Depreitere Banksy
Wat heeft jeugdwerk te bieden aan cultuur en wat heeft cultuur te bieden aan het jeugdwerk? Op deze vraag werd op vrijdag 23 oktober een antwoord gezocht. Op de denk-, doe- en werkdag over de relatie tussen jeugdwerk en cultuur van Steunpunt Jeugd poneerden de aanwezigen heel wat rake quotes, waarvan op deze pagina akte. We geven ze voor wat ze zijn. Het zijn doordenkertjes die je misschien kunnen helpen om je een idee te vormen over hoe je met de prioriteit jeugdcultuur, althans één aspect ervan, kan omgaan.
d en culwerken tussen jeug Beleid mag samen ag : niets moet, alles m tuur niet verplichten
Cultuur is een procesbege leider, maa van leerkracht.
Er zijn al bruggen gebouw d tussen jeugdwerk en cultuur, maar het zijn kla pbruggen. n met k wil samenwerke Wanneer jeugdwer moegroepsmethodiek cultuur zal het zijn el geur is een individue ten herzien. Cultu psgebeuren. geven en geen groe
Wanneer we op zoek gaan naar raak vlakken moeten we onder andere weten op welke manier kinderen en jongeren kunst percipiëren. Kennen jeugdw
erk en kunst elka
ar wel?
levante thema’s Maatschappelijk re zijn een kruispunt.
Aa de be cu pli
Cul jon
Wat denkt cultuur over jeugdwe en omgekeerd?
Zowel jeugdwerk als cultuur hebben ee sche samenleving tot doel, alleen de ma op men hier aan werkt is verschillend .
t, jeugdwerk is procesg Cultuur is productgerich et gerespecteerd word richt. Deze eigenheid mo n. Evenwel kan cultuur als men wil samenwerke compromissen sluiten vlak van producten geen
Samenwerken is meer dan de catering aan het jeugdwerk overlaten.
Jeugdwerk en cultuur hoeven niet te oordelen over elkaar. h sich verbinden zic De sectoren an . niet, wel de inhoud Bruggen zijn voor het leven, statisc h en moet onderhouden wor den, is een veerdi enst tussen jeugdwerk en cultu ur niet meer aang ewezen en ook goedkoper.Het voordeel van een veerdienst is dat men geen op voorhand bepaald tra ject moet afleggen, van de route kan afwijken en zelfs de mist kan invaren.
p 18 •
december 2009
die w ieuwend zijn termen Dynamisch en vern n. s cultuur terugvinde wel binnen jeugd al
Jeugd, cultuur, sport en onderwijs zitten beter onder 1 departement waarbij de ontwikkeling van de mens centraal stond zoals in de jaren ’50.
in de loop der jeugd hebben zich Zowel cultuur als kken. Bij culin hun eigen bara en kk ro et gg ru te jaren oor cultuur en ltuurhuizen waard cu , ea us m t di n zij tuur t dagdagelijkse el uitmaken van he kunst niet langer de n zullen ze deze willen samenwerke leven.Wanneer ze ten verlaten. barakken terug moe
We moeten leren uit de cultuur wel perfect sam
Het jeugdwerk moet enige spelers zijn als veel te lang gijzelen z
maar een facet van z
Cultuurjeugdwerk of jeugdwerkcultuur
| prioriteit jeugdcultuur
oit
geen compromissen, past haar aann omwille van de beoogde doelgroep. Zijn jeugdwerkg roepen wel w elkom in de cultuurhu izen?
ltuur in het jeugdEr gebeurt veel cu neelstukjes, … werk: knutselen, to
angezien cultuurparticipatie een prio riteit is bij e komende jeugdbeleidsplanning zal het jeugdeleidsplan het instrument bij uitstek worden om ulruurparticipatie lokaal te stimuleren, niet te verichten.
ar niet in de rol
ltuurhuizen zijn te weinig open als kinderen en ngeren tijd hebben: na school, in vakantieperiodes.
erk
en harmoni-
anier waar-
geden
r op
n.
commuTaal is maar één mogelijk eft naast nicatiemiddel, cultuur he unicatietaal nog andere comm dans, vimiddelen zoals beeld, twerp. deo, muziek, fotografie, on
De huidige maatschappelijke context met het failliet van de structuursamenleving hoog in het vaandel leent zich momenteel niet tot samenwerking.
rokken wat acts bijeensp Cultuur is meer da ijken. barbecue op te vrol len om de jaarlijkse Cultuur kan een partner zijn bij het realiseren van projec ten. rticipatie e van cultuurpa De meerwaard niet alleen en jongeren is en er nd ki or vo e kind net n tot het lerend de bijdrage erva t tot de sporten bijdraag zoals spelen en jongeren n kinderen en ontwikkeling va en jongexe dat kinderen lu de k oo r aa m kut mogen ltuur nog altijd ren achteraf cu vinden.
Cultuur produceert te consumeren producten, jeugdwerk is een zich ste eds herhalend proces da t geen finaal eindproduct nastreeft, behoudens he t in stand houden van de experimenteer-leerruimt e voor de volgende generat ies.
De jeugdwerkmethodiek accordeert niet met de cultuurmethodiek.
ar riaal wa an mate v r e d ie anb is een a lag kan. Cultuur aan de s e e m k r dwe het jeug
Jeugdwerk moet niets, behalve telkens opnieuw bepalen wat hun maatschappelijke rol is. Dit geldt evenzeer voor cultuur, wat in onze steeds veranderende samenleving de maatschappelijke ontwikkelingswaarde is voor het westerse individu.
k en cultuur wel Moeten jeugdwer samenwerken?
Jeugdwerk en cu ltuur zijn nog nooit zo groot ge weest. Moet er überhaupt worde n samengewerkt?
Jeugdwerk moet ten aanzien van cultuur niet als groep participeren. er en de ur zijn als de bakk ltu cu en k er dw Jeug heeft men en feest wil bouwen m s Al . er uw ho en be welk feest er enkel nog de vraag elkaar nodig. Rest den en voor wie. moet gebouwd wor
Categoriaal de nken werkt niet, het gaat over kinderen en jongeren.
we zo-
Cultuureducatie zit in alle Cultuur heeft de uitdrukkelevendomeinen: gezin, e met w n a sch d oo l of n we ij rk, z vri je tijd jk lijke opdracht om aan het . Alle educatieprocessen en n duideli binnen deze levensdome kinderen meer da g g a in v m jeugdwerk duidelijk te male ine t n versterken of verHe rbe tergrond e cultuu h s r c zw a te akk s e en r elk e aa e r. d ken dat hun deuren open onze w ische an t een etn e m n e r . staan. jonge bereiken iet zullen n f De o p. oe ig gr de in we n het individu, niet Educatie gaat uit va sseur bij het tiviteit in de kiem. gedoodverfde regi e popcultuur waar jeugd en de et groep smoort crea ni is ur ltu Cu r leert af en n. ie leert niet bij maa iseren van projecte mengaan. Traditionele educat ontwikkelen en real wsgierigheid. het beperkt de nieu Nieuwsgierigheid is de motor van cu zich realiseren dat zij niet de ltuur en kunst. Zo nd er ni eu wsgierige, leergier s het over jeugdbeleid gaat. Al ige mens kan er geen sprake zijn va n cultuur of voorui ze het jeugdbeleid terwijl ze er tgang. zijn. december 2009 • p 19
prioriteit brandveiligheid | Een brandschoon beleid
Een brandschoon beleid ✒
Sofie Willems DanielYGo, Dizid
De Vlaamse overheid neemt brandveilige jeugdwerkinfrastructuur als prioriteit op in het hoofdstuk ‘jeugdwerkbeleid’ van de JBP’s 2011-’13. Daarvoor wordt dan ook een aparte subsidie voorzien voor jouw stad of gemeente. Dat geld kan een impuls zijn voor je gemeentebestuur om ambitieuze plannen te maken, of om meer bescheiden doelstellingen in het JBP te zetten. Voor wie het eerste spoor volgt, is er alvast een geruststelling: stevige ingrepen in brandveilige jeugdwerklokalen blijken duurzame investeringen. Voor hen, en voor gemeenten die kiezen voor kleinschaligere acties volgen enkele ideeën en handvaten om een brandveilig jeugdbeleid vorm te geven!
EEN VISIE OP BRANDVEILIGE JEUGDLOKALEN ONTWIKKELEN Het is geen slecht idee om samen met het schepencollege zo snel mogelijk te bepalen hoe ver de doelstellingen in het nieuwe jeugdbeleidsplan zullen moeten gaan. Daarbij is het belangrijk dat niemand van de betrokkenen krampachtig probeert vast te houden aan de doelstelling om tegen eind 2013 alle jeugdwerklokalen brandveilig te hebben gemaakt. Goed mogelijk, immers, dat dat niet mogelijk is. Jeugdver enigingen kunnen hun reguliere werking bedreigd zien door rigoureuze ingrepen, het gemeentebestuur kan niet afdoende geld en personeel voorzien voor grootse plannen… Er mag eerst gerust gedacht worden op lange termijn, voorbij 2013. Een schepencollege dat níet wil dat uiteindelijk alle jeugd werklokalen brandveilig zijn, lijkt vrij onwaarschijnlijk. Im mers, de brandveiligheid van alle gebouwen, ook die van particuliere eigenaars (!), is de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Indien hij weet van de onveilige staat van de jeugdwerklokalen, en bewust geen beleidsmaatregelen treft om er wat aan te doen (desnoods een gebouw sluiten), kan hij aansprakelijk worden gesteld. Hoe dan ook, om ervoor te zorgen dat een brandveiligheids beleid ook effectief wordt uitgevoerd, moet het uitvoerbaar zijn voor alle betrokkenen. Het kan dan gaan over: het sche pencollege, personeel van gemeentebestuur, particuliere of openbare eigenaars van lokalen, begeleiderploeg en leden, externe gebruikers, brandweer en politie… Een doelstelling is uitvoerbaar als ze haalbaar en bij voorkeur gedragen is: ie der moet kúnnen en willen uitvoeren wat van hem verwacht wordt. Daarmee is het belangrijk inspraak te voorzien voor alle belanghebbenden, en het gesprek te laten begeleiden door deskundigen. Verwacht dus niks van een doelstelling die be p 20 •
december 2009
oogt dat de lokale chiro een nieuw lokaal moet kunnen inne men als de chiro helemaal niet wil verhuizen. Debatteer niet over de kosten van de plaatsing van nieuwe branduitgangen als het niet zeker is of dat wel nodig is. En als de leiding van een jeugdvereniging wat lacherig doet over brandveiligheid, brengt het opzetten van een vorming rond brandpreventie zonder voorafgaande sensibilisering geen zoden aan de dijk. Wie op lange termijn denkt, moet dat vervolgens ook doen op korte termijn. Uit een planmatige aanpak zal blijken wat alle partners samen prioritair vinden om de lokalen brandveilig te krijgen. Zijn de lokalen al brandveilig, maar is het gebruik ervan dat niet? Moet een beredeneerde volgorde worden op gesteld in de aan te pakken lokalen (bv. oudste lokalen eerst)? Moet er eerst in branddeuren worden geïnvesteerd?
LOKALEN SCREENEN Om die eerstvolgende acties te bepalen zal het nodig zijn de stand van zaken te kennen. Het gemeentebestuur kan kiezen voor een betrekkelijk provisoire bezichtiging door gespeciali seerde ogen tijdens de onderzoeksfase voor het JBP in 2010. Of ze kan grondige controles als actie opnemen in het nieuwe JBP. Die screening gebeurt sowieso best met experts. Dat kan de lokale brandweer zijn, dat kan een gespecialiseerde firma zijn of dat kan een team van de technische dienst met de ste denbouwkundige zijn. Die keuze hangt af van wat het col lege wil bereiken. Het verslag van de brandweer legt andere accenten dan dat van het multidisciplinaire team. De brand weer brengt een verslag vol brandtechnische bemerkingen, een multidisciplinair team heeft meer oog voor de realiteit van de reguliere werking van de vereniging. Een analyse die beide elementen combineert is wenselijk. Een verslag van de
Een brandschoon beleid
lokale brandweer kan ook onvoorzien vernietigend blijken, en zo’n negatief advies heeft dan ook vaak ruimere, niet te negeren en duurdere implicaties. Door die vaak zeer strenge lokale regelgeving, die nauwelijks ruimte laat voor de eigen heid van het jeugdwerk, schuift het jeugdwerk en/of het col lege die controles liever wat voor zich uit. Je kan de jeugdwerkverenigingen ook aan de slag laten gaan met de checklist van www.jeugdlokalen.be. Ook dit verslag zal veel minder gedetailleerd zijn dan de bovengenoemde, maar sowieso zijn de pijnpunten die naar boven komen uit zo’n nazicht ook al de moeite om aan te pakken. Zo kan het bijvoorbeeld interessant zijn om de jeugdverenigingen te on dersteunen in het verzamelen van alle nodige attesten van de elektriciteit, gasinstallaties, stookketels…
EEN PLAN VAN AANPAK OPSTELLEN Wie klaar is voor een plan van aanpak, wordt verder geholpen op www.jeugdlokalen.be. Hier vind je een stappenplan om tot een realistische planning te komen. Wat zijn mogelijke acties? • brandblusapparaten uitlenen voor evenementen in de buurt van jeugdwerklokalen; • subsidies voor infrastructuuraanpassingen; • kampvuren in de buurt van jeugdwerklokalen veiliger laten verlopen; • schoorstenen laten vegen; • gezamenlijke aankoop van brandalarminstallaties organiseren; • ondersteuning bieden voor het opmaken van een huishou delijk reglement voor alle gebruikers van een jeugdwerklo kaal (over kaarsen, vuurwerk, gebruik open haard, roken, afdekken van verlichtingsarmaturen, afval en rommel stoc keren, slapen voor branduitgangen…);
| prioriteit brandveiligheid
Ondersteuningsinstrumenten jeugdlokalenbeleid in de vitrine! • www.jeugdlokalen.be • Maak het jezelf gemakkelijk, en surf naar www.vvj.be/prioriteit_brandveilige_jeugdwerklokalen voor een eerder artikel over brandveiligheid en jeugdlokalen in de Dropzone van 2008, alle documenten en links uit dit artikel en veel meer. • de resultaten van het onderzoek over de brandveiligheid van (een steekproef van) verenigingslokalen in opdracht van de toenmalige minister van jeugd Anciaux door de Universiteit Gent vind je op www.vvj.be en in de vorige editie van Dropzone vind je een samenvatting. Vooral interessant zijn de aanbevelingen voor een werkbare reglementering!
december 2009 • p 21
prioriteit brandveiligheid | Een brandschoon beleid
• zorgen voor CJT-erkenning als jeugdverblijfscentrum door de aanpassingen voor brandveiligheid met personeel van de technische dienst te ondersteunen; • …
EEN BRANDVEILIGHEIDSPLAN UITVOEREN EN OPVOLGEN
Je kan stappen uit de opsomming van hierboven uitvoeren nog vóór je gemeentebestuur het JBP indient. Je schepencol lege kan een screening laten uitvoeren tijdens de onderzoeks fase, en een plan van aanpak ontwikkelen, waaruit concrete SENSIBILISEREN EN INFORMEREN actiepunten in het JBP verschijnen. Het is echter goed moge Vanzelfsprekend kan je ook sensibiliseringsacties opzetten, of lijk dat daarvoor volgend jaar geen tijd of middelen zijn. Maar infomomenten organiseren als subsidiabele acties in het JBP. ook tijdens de uitvoeringsperiode kan je deze stappen on Heel wat begeleiders uit jeugdwerkverenigingen weten im dernemen. Alleen lijkt het wel aangewezen om een gemeen mers niet wat ze zouden moeten weten over hun aansprake schappelijke visie of langetermijnplan met alle betrokkenen lijkheid en verzekeringen, blus op te stellen, zodat de neuzen sen, evacuatie, het gevaar van Stel een langetermijnplan op met alle betrokkenen, alvast in dezelfde richting staan. rondslingerende hopen afval of Je gemeentebestuur hoeft im zodat de neuzen alvast in dezelfde richting staan mers nog niet exact te weten rommel in of rond het lokaal… Het is niet nodig dat begeleiders waaraan de extra subsidie zal in een kramp schieten, en overal gevaar gaan zien, waardoor worden besteed. De doelstellingen en/of acties kan je zo for alle ruimte voor deugnieterij, experiment en avontuur for muleren dat ze ruim in te vullen blijven. Bijvoorbeeld: ‘Een meel moet worden afgelijnd. Maar een pak gebruikers van jeugdwerksubsidie voor brandveilige infrastructuur wordt jeugdwerklokalen kan wel iets meer gezonde inzichten wor besteed volgens het reglement.’ Of: ‘Een jaarlijks plan opge den bijgebracht. steld door de jeugdraad met drie grote aanpassingswerken en Staat er een hoofdstuk rond brandveiligheid van gebouwen één vorming of sensibiliserings- of informeringsactie wordt in je lokaal politiereglement? Dan is het helaas waarschijnlijk uitgevoerd.’ Jeugdwerkverenigingen, betrokken diensten en onbegrijpelijk voor een lokale vrijwilliger… Het kan de moei het schepencollege moeten mee voor ogen houden dat het ge te waard zijn dit te ‘vertalen’ voor hen! Is zo’n hoofdstuk er meentebestuur elk jaar effectief geld uitgeeft aan brandveilig nog niet? Dan kan je zeker eens informeren of dat in opmaak heid van jeugdwerklokalen, anders loop je de geoormerkte is, en of er nog tijd is voor advies van de jeugdraad! subsidie mis. Een schepencollege dat toch graag specifieker is Op onze website en op de facebook pagina van het JeugdBe in haar acties, en uiteindelijk tijdens de uitvoeringsperiode de leidsPlan vind je trouwens enkele filmpjes die wel een sterke middelen toch anders wil besteden, kan de doelstellingen nog inleiding kunnen vormen wanneer je het onderwerp wil aan bijstellen in de jaarlijkse verantwoordingsnota. snijden. Het is op z’n zachtst gezegd ‘indrukwekkend’ als je de vlam van een kaarsje naar de kerstboom ziet overslaan… p 22 •
december 2009
Jeugdadviseurs
| welzijn
JEUGDADVISEURS: Helpende handen of betweterige wijsneuzen? Jongeren helpen jongeren. Dat is in drie woorden wat het project jeugdadviseurs finaal beoogt. Door hun vriend(inn)en een luisterend oor te bieden, hen raad te geven of hen tijdig en juist door te verwijzen naar de hulpverlening of een Jongerenadviescentrum (JAC), bieden de jeugdadviseurs op een informele manier steun aan hun leeftijdsgenoten. Toch zijn deze jeugdadviseurs geen professionals maar gewone jongeren die, na het volgen van een korte opleiding tot jeugdadviseur, in de eerste plaats jongeren (moeten) blijven. Jeugdadviseurs: wie zijn ze, wat doen ze? Zijn ze de nieuwe missionarissen de flanellen uitbaters van een ‘eenzame harten bureau’ - of gewoon jongeren met een goede inborst die weten hoe ver ze kunnen gaan met het geven van altruïstisch advies aan hun maten. Die aanvoelen waar hun verantwoordelijk heid begint maar ook waar ze eindigt? VVJ sprak met Gee Van den Berghe van In petto (de landelijke jeugddienst voor informatie en preventie), coördinator van het project jeugdadviseurs.
tegengekomen zonder het te beseffen, want ze maken zich niet per se bekend. Je vindt ze overal in Vlaanderen. Ze blij ven gewoon wie ze zijn en krijgen zeker geen speciale rol of functie toebedeeld, want net hun informele rol is voor ons belangrijk. De meesten zijn tussen 15 en 19 jaar, jongen of meisje, allochtoon of autochtoon en volgen uiteenlopende richtingen op school (van bijzonder on
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat zijn jeugdadviseurs precies en wat doen ze? Gee: Jeugdadviseurs zijn gewone alle daagse jongeren zoals Asia, Shana, Lise, Stoffel, Thomas, Mustafa, Leila, Laura, Besna, Jeroen, Kahlid, David… Jongeren die minstens één ding gemeenschappe lijk hebben: een groot hart voor vrien den. Waarschijnlijk ben je er al eentje
derwijs tot Latijnse). Vrienden nemen hen regelmatig in vertrouwen en omdat ze hen zo goed mogelijk willen helpen, volgen ze een opleiding bij een JAC of jeugddienst in de buurt. Jeugdadviseurs helpen door te luisteren, op zoek te gaan naar goede informatie, raad te geven en te confronteren. Na tuurlijk zijn er grenzen aan wat je voor je vrienden kan doen als jeugdadviseur.
De informele rol van jeugd adviseur is voor ons belangrijk.
✒
Bart Derwael Elly Van den Bergh (In Petto)
Als ze merken dat ze meer hulp nodig hebben, verwijzen ze door, meestal naar het JAC (jongeren advies centrum) in de buurt. Hoe is dit project historisch gegroeid? Gee: Het project is ontstaan in 1991 vanuit de vaststelling dat jongeren in de eerste plaats raad vragen aan vrienden. Dat is logisch, en ook goed. Dus werd er op zoek gegaan naar een passende methodiek om dit te stimuleren en te ondersteunen. JAC’s willen jongeren ook in een vroeg stadium bereiken, vooraleer eventuele problemen escaleren. JAC Brussel was pionier. Gelei delijk aan werden meerdere JAC’s betrok ken en werd ook In Petto gevraagd om de methode mee uit te werken. In het begin was het een methode van de JAC ’s, maar na verloop van tijd zijn ook jeugddiensten op vraag van een aantal JAC ’s bij het pro ject betrokken geraakt. Ondertussen is het een sterk ontwikkelde methode in Vlaan deren en zijn er 37 gemeenten en steden actief bij betrokken. december 2009 • p 23
welzijn | Jeugdadviseurs
Hoe word je jeugdadviseur? Hoe verloopt de opleiding en de opvolging nadien? Gee: Jeugdadviseur word je niet, maar ben je al. Dat is het motto van het project. Jongeren die de opleiding volgen, ko men via allerlei kanalen te weten dat er een opleiding in hun buurt wordt geor ganiseerd (voorstellingen op school en op vindplaatsen, posters en flyers, Net log en Facebook, filmpjes, websites). Een doorsnee opleiding bestaat uit een vijftal bijeenkomsten (op woensdag of zaterdag) en een weekend. Nadien zijn er nog op volgbijeenkomsten waar jeugdadviseurs thema’s en situaties kunnen bespreken. Wie traint de trainers? Wie zijn de partners in dit project? Gee: Voor het organiseren van een oplei ding bestaat er een uitgebreid draaiboek. In Petto traint de trainers. Er bestaat een startersopleiding voor nieuwe mede werkers, een veteranenopleiding voor ervaren medewerkers en bijscholingen om in te spelen op nieuwe trends. Twee maandelijks vindt een overleg plaats met de verschillende partners (In Petto, jeugddiensten en JAC’s). Uitwisseling van ervaringen en nieuwe methodieken staan hier centraal. Verder is er op www. jeugdadviseurs.be een ruimte waar bege leiders methodieken kunnen uitwisselen. p 24 •
december 2009
Wat zijn peers of peer groups? Wat zijn de voordelen en nadelen van het werken met peers? Gee: De methode jeugdadviseurs is een vorm van peer-support, wat betekent dat leeftijdsgenoten worden ingeschakeld om elkaar te helpen en te beïnvloeden. De invloed van jongeren op jongeren ervaren volwassenen vaak als iets nega tiefs. Wij bekijken dit anders en geloven net in de kracht die daarvan uitgaat. Een boodschap die leeftijdsgenoten ge ven, heeft immers zoveel meer impact. Op een bepaalde leeftijd gaan jongeren experimenteren en zich distantiëren van de volwassenenwereld. Het is dan ook een geruststelling om te weten dat peers elkaar helpen om niet over de schreef te gaan. Door als organisatie te werken met peers, hou je voeling met wat er leeft bij jongeren en kan je je aanbod hierop afstemmen. Je krijgt ook nieuwe en verfrissende ideeën en kan hen inschakelen in activiteiten waar zij als jongere jouw organisatie veel beter kunnen vertegenwoordigen, zoals bij voorbeeld op festivals. Een nadeel is de tijdsinvestering. Jongeren laten par ticiperen brengt verandering teweeg in jouw organisatie, het moet dan ook een bewuste keuze zijn om hier effectief iets mee te doen.
Wat is het profiel van de jeugdadviseur? Gee: Het profiel van een jeugdadviseur is heel verscheiden. Het zijn allemaal jongeren die niet bang zijn om voor hun mening uit te komen en vrienden aan te spreken. Ze zijn niet op hun mond gevallen maar zeker niet allemaal ge ëngageerd in een jeugdbeweging of jeugdraad of… Jeugdadviseurs waren in het begin vooral meisjes, maar de laatste tijd begint daar verandering in te komen. Op het laatste ontmoetings weekend was één vijfde van de deelne mers een jongen. Hoelang blijft iemand jeugdadviseur? Gee: Jeugdadviseur ben en blijf je voor het leven. Voor ik op In Petto werkte gaf ik zelf opleidingen op het JAC in Ant werpen. Dankzij Facebook heb ik nu nog contact met jeugdadviseurs van 10 jaar geleden, ze blijven betrokken. Leuk om dat te merken! Hoe ervaren In Petto en de JAC’s de samenwerking met de jeugddiensten? Gee: Voor mij betekent een samenwer king een grote meerwaarde, want jeugd diensten en JAC’ s zijn erg complemen tair. Ze botsen wel op sterke verschillen in cultuur. Alles hangt een beetje af van de ruimte die je als medewerker krijgt binnen de organisatie. Flexibel kunnen
Jeugdadviseurs
| welzijn
LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!
LIEFSTE JBP DAGBOEK 21 oktober
12 november
“Hopelijk wordt het een bestseller,” zei ik tegen VVJ Leen die ik op de Plan-Kuren tegen het lijf liep en me vroeg hoe ik naar de opmaak van een eerste beleidsplan uit keek. De dag ervoor had ik mijn eerste stuurgroep JBP -ever-, achter de rug en was het startschot dus officieel gegeven. Ik ben meer dan blij met de interesse voor de stuurgroep, met veel nieuwe jeugdraders die zich na ‘het betere reclamewerk’ spontaan aanboden en met de brainstorm die we er hielden. Na die vliegende stuurgroep start, onderging ik op de Plan-kuren gewillig de onderdompeling in de how, what en when van die bestseller in wording. Toen er gevraagd werd naar mijn aanpak, verduidelijkte ik dat ik het vooral belangrijk vind dat, naast een stevige inhoud, zo’n ‘boek’ leesbaar is voor jongeren zelf. Laat dat nu net mijn voornemen zijn!
Een kleine maand later zijn we alweer op afspraak voor de tweede date met de stuurgroep. We spraken immers af om maandelijks te vergaderen. Op de agenda: de organisatie van de inspraak. Ssssspannend! Met die jonge enthousiaste bende werden de zotste ideeën op tafel gegooid. Nog even kiezen waar we voluit voor willen gaan en huppakee, we hadden onze inspraakmethodieken bij elkaar getoverd. Van promomiddelen als bedrukte servetten, stoepkrijt-messages en ‘n carwash tot bevragingen via een rondreizende enquêtecaravan en een online enquête, een bonte bende originele en hopelijk zeer efficiënte methodiekjes. Nu nog snel in een nota gieten voor het college en dan duimen dat we hun zegen krijgen voor de initiatieven waar we budget voor vragen. Christoff Van Acker is jeugdconsulent in Lochristi, het JBP 20112013 wordt zijn allereerste.
werken is in het project jeugdadviseurs wel een voorwaarde. Qua betrokkenheid zie ik dat sommige jeugddiensten minder aanwezig kunnen zijn op het overleg en de bijscholingen, wat jammer is. Ik hoor kritiek van sommige jeugddiensten dat het vooral een project van de JAC’s blijft. Maar zolang jeugd diensten ondervertegenwoordigd blijven, zal dat niet veranderen, vrees ik. Geluk kig zijn er een aantal actievelingen die de stem van de jeugddiensten goed laten doorklinken. Ikzelf probeer de kloof wat te overbruggen door regelmatig contact te houden met de mensen ter plaatse, omdat ik het belangrijk vind dat zij ook aan hun trekken komen. Ik blijf proberen om hen wat meer uit hun kot te laten komen. Draagt het project jeugdadviseurs bij tot een beter begrip of een betere kennis van de jeugdhulpverlening bij jeugddiensten? Draagt het bij tot een betere samenwerking tussen jeugddiensten en CAW’s en JAC’s? Gee: Een mooi voorbeeld van een goede samenwerking tussen jeugddiensten en JAC is de XXL opleiding van JAC Mid denkust (regio Oostende). Zij geven een opleiding in tandem met een zevental jeugddiensten. Of de jeugddienst van Meeuwen-Gruitrode, die een opleiding geeft in tandem met een jongerenhulp
verlener van het OCMW en daarbij wordt bijgestaan door JAC Hasselt. Lo keren heeft het project lange tijd alleen getrokken, maar start nu weer met een opleiding in tandem met JAC Waasland. Er zijn ook processen die minder goed lopen. Zo was er een samenwerking in de Westhoek die is stopgezet door het CAW. De jeugddiensten hebben samen met de Regionale Welzijnsraad de han den in elkaar gestoken om de opleiding te blijven organiseren, wat niet gemak kelijk is. Gelukkig is JAC Middenkust komen inspringen.
Om jeugdadviseurs goed te kunnen ondersteunen, heb je de ervaring van jongerenhulpverleners nodig. Veel hangt af van de medewerkers ter plaatse. Vanuit het overleg hebben wij recent besloten dat de jeugddiensten enkel een opleiding kunnen organiseren in nauwe samenwerking met een laag drempelige hulpverleningsdienst voor jongeren, bij voorkeur een JAC. Want jeugdadviseurs worden vaak gecon fronteerd met moeilijke vragen en om jeugdadviseurs goed te kunnen onder steunen, heb je de ervaring van jonge renhulpverleners nodig.
Verloopt de training van de jeugdadviseurs altijd op dezelfde manier of werken jullie ook met specifieke doelgroepen? Gee: Naast de standaardopleiding zijn er ook experimenten. Zo zijn er plan nen om een exclusieve opleiding uit te werken voor moslimmeisjes. Dat idee is er gekomen omdat we ervaren hebben dat werken met een gemengde groep en een weekendformule heel wat mos limmeisjes uitsluit. JAC Antwerpen is kandidaat om dit samen met In Petto uit te proberen. Geen weekend, een homo gene groep en uitsluitend vrouwelijke begeleiders maken alvast het verschil. En ook de ondersteuning van In Petto zal intensiever zijn. Dit kan dankzij de extra middelen die we van de Bodyshop hebben gekregen voor dit experiment. Andere experimenten zijn de opleidin gen van JAC Kortrijk en Midden-WestVlaanderen, die hun opleiding hebben vertaald naar jongeren uit het bijzonder onderwijs, geen evidente keuze. Tijd om een blik op de praktijk te wer pen met een aantal mensen die met hun voeten in de klei staan. (zie volgende pagina)
december 2009 • p 25
welzijn | Jeugdadviseurs LORE BASYN Projectmedewerker JAC Delta, Ninove en Asse
FEMKE RINGOOT Jeugdwerker stad Lokeren
Voorstelling
JAC “Delta” werkt sinds 1998 met de methodiek jeugdadviseurs. Aanvankelijk ging het om een project in samenwerking met JAC Aalst. Wij werken altijd samen met de jeugddienst van de gemeente waar de cursus doorgaat
Na de vele goede contacten met JAC Waasland, gingen wij een samenwerkingsakkoord aan. Nu is er een tandem voor jeugdadviseurs: 1 begeleider JAC, 1 begeleider vanuit de jeugddienst.
Aantal opgeleide jeugdadviseurs / jaar
8 à 15
15 à 18
Positieve ervaringen voor jullie zelf
• Jongeren krijgen antwoord op een concrete vraag/nood • Nauw contact met een groep enthousiaste jongeren • Verlaagt de drempel van je organisatie
Vaak stromen jeugdadviseurs door naar andere werkingen binnen onze jeugddienst bv. het wekelijks instuif moment, daar doen zij de bar, waar zij op informele wijze hun “taak” als jeugd@ kunnen uitvoeren, zonder hen te labelen of iets dergelijks
Positieve ervaringen voor de jeugdadviseurs
• Ze leren van elkaar en van de begeleiding, op een toffe manier • Ze merken dat ze er niet alleen voor staan, dat het JAC er altijd is om op terug te vallen • Ze maken toffe nieuwe vrienden
• Uitbereiding van de vriendenkring • Het gevoel zelf ergens heen te kunnen met problemen (van zichzelf of vrienden)
Valkuilen voor jullie
• De cursus gaat elk jaar door op een andere locatie en bijgevolg maar om de 3 jaar in eenzelfde buurt, dus permanente opdracht om de cursus bekend te maken. • Het is een tijdsintensieve werkvorm. Je moet er dus voldoende tijd en medewerkers voor hebben om dit goed te doen. • Het is belangrijk een goede balans te vinden tussen het theoretisch deel en het informele deel.
Grote tijdsinvestering in verhouding tot het aantal deelnemers dat men bereikt in vergelijking van andere werkingen binnen onze jeugddienst.
Valkuilen voor jeugdadviseurs
Inschrijven omwille van een persoonlijke (verborgen) hulpvraag en niet vanuit de motivatie om jeugdadviseur te worden.
• Grote engagementsvraag, men moet er ’veel voor over hebben’ of gewoon veel tijd hebben. Sommigen zeggen dat ze het gewicht van de opleiding nogal eens onderschatten. • De thema’s zijn vaak confronterend.
Hoe verloopt de samenwerking met de partners?
• De samenwerking met de gemeentelijke jeugddienst verschilt van gemeente tot gemeente: van logistieke ondersteuning tot inhoudelijke samenwerking. • Het is een verrijkende ervaring om samen met een gemeente een project uit te werken, dit zorgt voor een win-win
Alles verloopt vlotjes!
Realisaties op het terrein? Werkt deze peergroup methodiek volgens jou?
• Het effect van deze cursus is moeilijk meetbaar. Een jeugdadviseur blijft immers een informele rol opnemen. • Wij geloven zeker dat deze methodiek werkt: jongeren gaan sowieso met vragen en problemen eerst te rade bij hun leeftijdsgenoten. Als deze leeftijdsgenoot een jeugdadviseur is, voelt deze zich daar wat beter tegen gewapend en kan hij/zij adequaat reageren. Dat op zich is een belangrijke stap vooruit!
Deze methode werkt! Je kan hem toespitsen op nagenoeg elke doelgroep! Een goed format!
Hoe zien jullie de toekomst van deze methodiek?
We geloven in de methodiek, maar die moet mee evolueren met zijn tijd.
Elke jaar zijn er kleine aanpassingen, om de opleiding te optimaliseren. Maar voor de rest: “Why change a winning team?”
p 26 •
december 2009
Jeugdadviseurs
| welzijn
RINGO VANDERMEEREN Jeugdwelzijnswerker JAC Middenkust JAC Middenkust organiseert sinds 1992 cursussen waarbij alle gemeenten uit de regio betrokken worden.
In Petto? een veertigtal • • • •
Contact met de doelgroep Schakelfunctie Signaalfunctie Outreachend werken binnen onze regio
In Petto is een landelijke jeugddienst voor informatie en preventie. Jongereninformatie en -participatie is hun corebusiness. In Petto maakt informatief en educatief materiaal voor en mét jongeren en intermediairs. Ze ondersteunen projecten waarin organisaties jongeren willen laten participeren en volgen het reilen en zeilen op van jongereninformatie in Vlaanderen en Europa.
• Veel bijgeleerd • Heel wat vrienden leren kennen • Super weekend
Welke kansen en bedreigingen ziet VVJ in het project? Moeilijk om de doelgroep ‘kwetsbare jongeren’ voldoende te bereiken – blijvende aandacht is hierbij nodig.
Het project jeugdadviseurs biedt je als jeugddienst een aantal mooie kansen:
Het vraagt nog steeds een stuk engagement om Jeugdadviseur te zijn, voor een erg beperkte minderheid draait het vooral om de fun.
Anderzijds schuilen er in het project ook een aantal aspecten die ons stemmen tot een kritische noot:
• Zéér positieve samenwerking met de jeugddiensten en de Schepenen van jeugd van onze regio • Opvolging werd verzekerd via diverse formele en informele evaluatiemomenten.
Jeugdadviseurs geven aan hun vrienden op een betere manier te kunnen ondersteunen door het aanleren van diverse luistertechnieken, kennismaking met het JAC, breder zicht op de sociale kaart…
• Zowel de jeugddienst als de betrokken jongeren maken kennis met de bestaande aanbod van de (jeugd)hulpverlening in hun regio. • Het project kan zorgen voor een structurele link of een bredere samenwerking tussen de jeugddienst en ‘hulpverleners’ van genre JAC en bij uitbreiding tussen jongeren en JAC’s. • Via deze methodiek kan je als jeugdconsulent mogelijk een nieuw doelpubliek aanspreken dat op die manier de jeugddienst leert kennen • Het kan een mooie stimulans vormen voor lokale samenwerking tussen de jeugddienst, welzijnsdienst(en) en aanverwante partners…
• Jeugddienstmedewerkers zijn geen professionele hulpverleners, jongeren evenmin. In de opleiding tot jeugdadviseur wordt dit ook benadrukt, maar percipieert de omgeving waarin de jeugdadviseur zich beweegt dit ook zo? • Voor het geven van de vormingsmomenten heb je bepaalde kwaliteiten nodig die niet vanzelfsprekend zijn. Niet op alle jeugddiensten is deze knowhow aanwezig. • De voorwaarde om dit project op te starten in je gemeente of regio is dat het in samenwerking met een JAC wordt opgezet. Dus zonder JAC in de buurt geen Jeugdadviseursproject. • Het risico bestaat dat je binnen de peergroup ophoudt ‘peer’ te zijn, zodra je een opdracht als jeugdadviseur opneemt, ook al was het jouw overwogen keuze. Je beantwoordt dan immers gewoon niet meer (volledig) aan de klassieke definitie van een ‘peer’. Kan je binnen de vriendengroep (helemaal) dezelfde blijven die je was? • Onderschat de tijdsinvestering die dit project met zich meebrengt niet. Alleen al het rekruteren van jongeren (vaak een taak van de jeugddienst) kan heel wat tijd in beslag nemen. • De continuïteit van het project vergt een stevig engagement voor een langere periode van zowel jeugddienst als JAC. Personeelswissels zorgen vaak voor jojo-effect.
info Vooral verder gaan op hetzelfde pad, blijven bijstellen van een aantal schoonheidsfoutjes.
Meer info? Contacteer Gee Van den Berghe, coördinator van het project jeugdadviseurs bij In Petto, gee@inpetto-jeugddienst.be – 0474-89 73 03 of 03-366 15 20 www.inpetto-jeugddienst.be december 2009 • p 27
JBP 2011-2013 | Inspraakacties en kwaliteit
Inspraakacties en kwaliteit ✒
Ilse Holvoet JD Gent
Iedereen kan zich wel iets voorstellen bij het woord ‘inspraakacties’. Spontaan denk je misschien aan een grootschalige enquête bij zoveel mogelijk kinderen en jongeren. Da’s één optie, maar er zijn tal van andere manieren om inspraak te organiseren. In dit artikel geven we je een aantal tips en voorbeelden mee.
KRACHT EN NUT VAN INSPRAAK EN PARTICIPATIE
Een beleidsplan schrijven in je eentje is perfect mogelijk. Maar er zijn tal van goede redenen om te kiezen voor een op in spraak en participatie gestoeld jeugdbeleidsplan: • Het zorgt voor kwalitatieve doelstellingen, die afgeleid zijn uit de vastgestelde noden en behoeften; • Het resultaat is een gedragen beleid: −− Beslissingen krijgen meer gewicht ten opzichte van de gemeenteraad die het plan moet goedkeuren; −− De keuzes worden gesteund door de kinderen en jonge ren, door ouders, buren... • Inspraak en participatie staan ten dienste van de samenle ving, dienen het algemeen belang; • Dergelijke acties trainen de democratische vaardigheden van kinderen en jongeren en laten hen in contact komen met ‘het beleid’.
KWALITATIEVE INSPRAAK EN PARTICIPATIE BETEKENT KEUZES MAKEN
Als je aan de slag gaat, kan je niet om keuzes maken heen: waarover organiseer je wel acties en waarover niet? Bevraag niet in het wilde weg. Een eerste stap is kijken of de inhoud van een thema zich leent voor een inspraakactie. Thema’s die zeker in aanmerking ko men voor inspraak, zijn kinderthema’s en zogenaamde grote mensenthema’s die effect hebben op kinderen en jongeren. Er zijn evenwel thema’s waarover je kan twijfelen omdat ze een indirect effect hebben op kinderen en jongeren. Schakel dan je jeugddienst-voelsprieten in om te ontdekken of er iets leeft rond dat thema of niet. Een tweede overweging die je best maakt, is of je op dit ogen blik al goed geïnformeerd bent over het thema en wat er hier over leeft bij de kinderen en jongeren in je gemeente en de eventuele andere actoren op dit terrein. Is dat het geval, dan p 28 •
december 2009
in·spraak de; v(m) de mogelijkheid om zijn mening te laten horen par·ti·ci·pa·tie de; v -s het hebben van aandeel in iets; deelname
spits je je middelen en energie voor inspraakacties wellicht beter toe op andere thema’s. Je kan als vertrekpunt de info nemen uit acties die je in de afgelopen jaren opzette. Wellicht heb je hiermee nog niet alle informatie die je nodig hebt en zijn nieuwe acties nodig.
TIP
Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, zowel van ‘hoeveelheid’ onderzoek als van aantal respondenten.
WELKE CONCRETE VRAGEN STEL JE JEZELF VOOR JE EEN PARTICIPATIETRAJECT OPZET?
Dit zijn enkele goede stappen om te bepalen in welke richting je moet denken voor een inspraakactie: • Wat wil ik te weten komen en wat wil ik dus achteraf met de resultaten doen? • Wie is mijn doelgroep? Heb ik een grote respons nodig of volstaat een beperkt aantal deelnemers? • Waar is mijn doelgroep te vinden? • Wanneer komt hen het best uit? • Hoe betrek ik hen? De methode vloeit meestal al voort uit de antwoorden op de vorige vragen.
EEN PARTICIPATIETRAJECT DAT WERKT
Wil je optimaal eruit halen wat erin zit, dan beantwoordt je inspraakproject best aan een aantal algemene principes. Deze principes vinden wij de moeite waard: • Betrokkenheid: zorg voor tastbare vragen over zaken waar mee de deelnemers zich verbonden voelen. Uitdaging sti muleert een goede medewerking; • Vrijwillig: deelnemers werken vrijwillig mee en beschikken over de nodige capaciteiten om op volwaardige wijze te kunnen participeren; • Duidelijk afgelijnde doelgroep (qua leeftijd, onderwijs
Inspraakacties en kwaliteit
vorm, woonplaats, vrijetijdsbesteding,… of een combinatie van meerdere aspecten); • Participatie bij planning, concretisering en uitvoering, maar dit hoeven niet steeds dezelfde mensen te zijn; • Zorg voor terugkoppeling: dat zorgt voor continuïteit en draagvlak; • Denk zelf eerst na over mogelijke antwoorden zodat je de discussies kan sturen en afbakenen.
TIP
Een participatieproces met voorbereiding en analyse achteraf neemt wel wat tijd in beslag. Hou hier rekening mee als je een planning opstelt.
INFORMELE INSPRAAK
Inspraak kan ook op een veel minder formele manier, bijvoor beeld door jongeren die spontaan met vragen naar de jeugd dienst komen, of signalen die de jeugdconsulent opvangt als die zelf naar het jeugdhuis gaat. Het best zorg je voor een ge zonde mix van formele en informele inspraak en participatie. Zo kan je de bevindingen van een inspraakactie toetsen bij een zogenaamde ‘klankbordgroep’: een aantal mensen die je informeel hun mening vraagt over een bepaald onderwerp.
TIP
Zorg voor een gezonde mix van formele en informele inspraak en participatie.
| JBP 2011-2013
WAAR HET HEM OM TE DOEN IS: DE VERTALING NAAR DOELSTELLINGEN EN ACTIES
Uit een inspraakactie kunnen heel wat interessante suggesties komen, maar dan begint pas het echte werk: het onderschei den van hoofdzaak en bijzaak en keuzes maken over wat wel en wat niet in het jeugdbeleidsplan komt. Met de huidige nadruk die gelegd wordt op interactief be leid, is het belangrijk om ook in de doelstellingen en acties te voorzien in mogelijkheden voor kinderen en jongeren om hun stem te laten horen. Probeer daarbij verder te denken dan bij voorbeeld het betrekken van buurtbewoners bij de aanleg van een speelterreintje. Waarmee we natuurlijk niet willen zeggen dat dit achterhaald is en dus niet meer hoeft. Integendeel. Hoe je de verwerking van de gegevens kan aanpakken, welke valkuilen je daarbij best omzeilt en hoe je interactief bestuur een plek geeft in je plan, vind je in de Dropzone van februari 2010.
Participatiewiki Participatiewiki is hét virtueel naslagwerk voor iedereen die het belangrijk vindt dat besluiten, oplossingen en activiteiten gedragen worden. Je vindt er wetenswaardigheden, kennis, nieuwtjes en boeiende weblinks over participatie in brede zin: van participatie in de woonwijk tot de stad of gemeente; maar ook het verenigingsleven, een sociale beweging, de sportclub, het vrijwilligerswerk, een actiegroep, het buurtcentrum, het politieke bestel, ... Je vindt hier ook nuttige informatie over noodzakelijke competenties voor het participeren in al deze verschillende contexten en over de gewenste randvoorwaarden voor overleg en samenwerking. Zeker een bezoekje waard! www.participatiewiki.be
december 2009 • p 29
JBP 2011-2013 | Inspraakacties en kwaliteit
Praktijkvoorbeelden Inspraakacties en participatie in het kader van de opmaak van het jeugdbeleidsplan • ‘Ren je rot’ op de speelplaats Je stelt een aantal meerkeuzevragen op die allemaal hetzelfde aantal mogelijke antwoorden tellen. De leerlingen staan bij het stellen van een vraag in het midden van de speelplaats. Om te antwoorden lopen ze naar de vakken die je op de speelplaats getekend hebt. Zorg voor een begeleider per vak (‘A’, ‘B’, enz.) die het aantal kinderen per vraag turft voor die antwoordmogelijkheid. Vooral de nabespreking is hierbij belangrijk! De eerste stap is hier natuurlijk wel dat je een bezoekje brengt aan de school waar je de actie wil doen. Je legt het proces van de opmaak van het jeugdbeleidsplan uit en vraagt of ze bereid zijn om mee te werken aan een inspraakactie. Zorg dat duidelijk is wie voor wat verantwoordelijk is, wat je van de school verwacht en welke terugkoppeling zij van jou mogen verwachten.
• Spontaan verschafte info Als jeugdconsulent kun je veel te weten komen door je onder de jongeren zelf te begeven. Dat kan door op activiteiten een
p 30 •
december 2009
babbeltje te slaan, maar ook door na de vergadering van de jeugdraad nog samen een pintje te gaan drinken in het jeugdhuis. Of door het wel en wee van de jongeren uit je gemeente te volgen op Facebook en Netlog. Deze fora kunnen het alternatief zijn voor een fysiek ‘kattebelletjesbord’ of een ideeënbus.
• Werken met beeldmateriaal Stel een aantal zaken waarover je de mening van kinderen en jongeren wil horen, voor in een filmpje. Zet het op internet (website van de jeugddienst of de gemeente, YouTube, Facebook, Netlog…) en laat hen reageren. Je kan er ook de boer mee op gaan naar een aantal klassen, het jeugdhuis, de jeugdverenigingen… Zorg dat altijd duidelijk is wat je verwacht van de kijkers.
Liefste JBP dagboek
| JBP 2011-2013
LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!
LIEFSTE JBP DAGBOEK 10 oktober: wilde ideeën en angst om te kiezen
16 november: pauze in de planning
Hoe meer informatie er toekomt, hoe meer wilde ideeën er beginnen te groeien. Ook de angst om de juiste keuzes te maken komt af en toe om de hoek kijken. Want we weten allemaal: kiezen is verliezen. Wat een geluk dat ik omringd zal worden door een enthousiaste bende planners die knopen kunnen doorhakken. En keuzes maken zal zeker nodig zijn, want als ik ontwaak uit dat droombeeld van wilde plannen maken, besef ik dat ik nog steeds gestationeerd ben in een werelddorp dat zich één 12e van het jaar overgeeft aan make-up, pruiken, praalwagens en serpentines. Dit beeld kan ik nergens terugvinden in alle goede voorbeelden die binnenstromen, misschien is dat ook wel een uitdaging voor een volgend vormingsmoment: zoek een gemeente die vergelijkbaar is met ons Stoetersdorp.
Net wanneer ik een planning heb opgesteld, komt daar weer dat beeld van confetti en serpentines en besef ik dat ik een groot gat in mijn planning moet voorzien om het carnavalgebeuren vredig te laten passeren. Misschien de moment om zelf verlof in de plannen of om gewoon het hele gedoe te ondergaan en mee te doen, wie weet wat kom ik zo nog wel te weten over mijn ‘jeugd’? Dat zijn zorgen voor later, eerst de begroting hier gaan verdedigen, wie weet is er wel financiële ruimte te winnen voor een beperkt budget voor de stuurgroep en kunnen we enkele van de wilde plannen toch uitvoeren. Wanneer de chrysanten plaats maken voor kerstballen en jingle bells hoop ik alvast de planning en de stuurgroep op één lijn te hebben… Met liefs,
9 november: tijd voor actie! Ik heb een overdaad aan JBPlectuur verslonden. De tijd is aangebroken om ook daadwerkelijk tot een lichte vorm van actie over te gaan. Dit proces van actie komt langzaam op gang, want mijn agenda kiest er deze maand voor om een eigen leven te leiden en hij heeft weinig ruimte gereserveerd voor een nieuw beleidsplan. We proberen dus maar direct een realistische planning op te maken voor de rest van het jaar, maar dat lijkt alvast een moeilijkere opgave dan gedacht. Toch slagen we erin om een planning op te maken en kunnen we een eerste ‘todo’ van ons todo lijstje schrappen. Deze maand heb ik zoveel te doen dat het ‘opkuisen van todo lijstje’ zelfs deel geworden is van mijn todo lijstje.
Pascal
Pascal Breugelmans is jeugdconsulent in Herenthout, hij pent aan zijn tweede JBP.
december 2009 • p 31
de jeugddienst | Uit het dagboek van Steven Reynaert
Uit het dagboek van Steven Reynaert
>> Steven Reynaert
Steven Reynaert is 34 en sinds oktober 2002 cubeco en bibliothecaris van de kleinste stad van het land. Jeugd is een onderdeel van zijn takenpakket als combinatie ambtenaar. Nog enkele leuke weetjes over Mesen: we tellen een veertiental verenigingen, er is geen jeugdwerk maar er is hoop, normaal gezien start vanaf januari een KAJ werking, er is een redelijk actieve jeugdraad en de laatste speelpleinwerking was samen met de buren van Heuvelland.
8u00
de school. Daarna Ik zet mijn twee pagadders af aan au. Ik ben -voor bure gaat het in een rotvaart naar de mee te nemen eten verg alles de verandering- weer eens probeer ik ssen ertu Ond 0. 8u3 om ing voor de vergader de nodige van del op kruissnelheid te komen door mid ken. ekoe koffi hoeveelheid nicotine, cafeïne en 8u25
voor de PaspartoeIk moet nu echt richting Zonnebeke mijn mails al eens vergadering, maar kan het niet laten glelijke speeltuispuu el, vluchtig te checken. Erfgoedc … boek een voor gen reclame, aanvraag balvelden groot Mesen is een dwerggemeente (385 voet personeelslid elk en een kleine duizend zielen) waar kaartje staat naam mijn polyvalent wordt ingezet. Op othecaris. bibli en ator rdin officieel cultuurbeleidscoö gesubsidieerd door Eigenlijk wil dit zeggen: “volledig takenpakket overde Vlaamse Overheid”. Maar mijn Naast cultuur en s. szin stijgt die jobinhoud dus enig heden, de webhtig plec oed, erfg de bib, heb ik toerisme, jeugd onder mijn site, communicatie, sport en dus ook , mezelf. Het is hoede en ik ben diensthoofd van eeuh schaalgrote van rkte bepe allemaal wel te doen door de kunst- en vliegwat wel kost het mijn werkgever. Maar
p 32 •
december 2009
georganiseerd werk om het overzicht te bewaren, alles stiefmoederlijk in te krijgen en bepaalde taken niet te al te laat voor dus was de hoek te laten liggen. Maar ik en go… auto de in g teru , de vergadering en dus hup 8u40
van mijn stuff Een volle tien minuten te laat, de helft (koffie, sislag hart hoge niet mee en met een veel te ik neer op drop …) idee goed garetten en koeken, geen intergemeentelijke mijn vergaderstoel. Paspartoe is een ere activiteiten orsamenwerking die in hoofdzaak grot voor de jeugdntie vaka e ganiseert in de paas- en grot Daarnaast en. eent kgem thoe Wes werkingen van tien echte inhoudelijke gaan we ook meer en meer naar een agenda vandaag: werking, al is dat echt zoeken. Op de groot project’. ‘het en ntie activiteiten voor de paasvaka meer dan met n koke isch exot , We gaan naar de VRT ’. eeld rton eute gekl ‘ dt wor er 100 gasten en Wij in de WestDan is het tijd voor het grote project. eest…Voor er gew nair hoek zijn altijd een beetje visio , voerden de tuur dcul jeug t ritei sprake was van de prio eentelijke rgem inte de en izen dhu jeug jeugddiensten, en door voor t ojec cultuurvereniging CO7 een kunstpr besten artie nele essio jongeren uit. In ’t kort: jonge prof naar lang jaar een is dhu jeug geleiden jongeren in het
Uit het dagboek van Steven Reynaert
de kans van de gebiedseen creatief eindproduct. We krijgen het dit keer iets grogerichte werking van de Provincie om rond de aanpak van n rme ter aan te pakken en we brainsto samenwerking met e elijk derg der het nieuwe project. Zon activiteiten doen. Te andere gemeenten kan ik geen grotere e doelgroep maken weinig centen, te weinig tijd en te klein samen te werken, door r mijn werk soms onmogelijk. Maa elijke gegeven eent rgem inte het en kunnen de kleintjes binn ‘grotere zaken’ realiseren.
| de jeugddienst
17u00
12u15
een ‘restaurant’ (lees Lunchen met de collega’s jeugd in roddels uit, bespreelen wiss We . nek) frietkot met een dikke hoogstaande ‘klaps’. ken tactieken en verkopen vooral heel 13u00
mails beantwoorden Terug op mijn bureau. Mails checken, jes van vanmorgen. oont telef iste gem de en terugbellen naar 14u15
en flyer voor de ‘grieIk zorg voor de opmaak van een affiche sters’. Ik ben niet mon uter kabo zelwinterwandeling voor het lukt me toch aardig echt het grote grafische talent, maar Ik kopieer de hele mikom iets treffelijks op papier te zetten. kanalen: school, bib, te mak en verspreid ze via mijn geijk ers. tand dens mid le feestzalen en de vier loka
en invoeren in de Tijd om naar de bib te verkassen. Boek mails checken. Ik mijn g catalogus, boeken kaften en teru le ideeën voor enke s cari othe bibli bepreek met mijn collega Is de Mesenaar klaar de bib. Een Facebookske voor de bib? voor web 2.0? 19u
de literatuur, heeft de Bib openhouden. Naast tempel van de functie ‘favoriete bib voor het lokale pubergeweld ook het buskotje rond aan om hangout als het te koud wordt zie ik dit vooral nlijk eige r te hangen’. Irritant? Soms, maa liek te staan. pub doel mijn en tuss als de kans om letterlijk in Mesen. ten ojec Geen enquêtes en grote participatiepr a allemaal bijn ze ik Door het beperkte aantal jongeren, ken r een geDoo . leeft hen bij persoonlijk en weet ik echt wat genoeg er jamm ik kan tijd, ook al voor brek aan middelen en g is. nodi echt nlijk niet realiseren wat ik wil en wat eige rkt bepe hoe iaal, cruc Subsidies en samenwerking zijn dus die ook zijn. 20u
is fakker: ’Fransche’ Na een hoogstaande discussie (wat t van de bib en verdich hiphop of Electro?), trek ik de deur te zijn om mijn tijd op nog lijk trek ik huiswaarts om hope pen… stop te bed twee pagadders in
15u45
site (ja,ja Mesen is ofIk werk verder aan de stedelijke web slabakken door andere laten ficieel een stad). Ik heb het wat rt nu wel heel snel. nade line dead de dringende zaken, maar oor ik heel veel tijd in Door mijn geknoei met de CMS verl halve IT nerd. Het het begin, maar ondertussen ben een gaat vlotjes.
december 2009 • p 33
voor u bekeken | Publicaties, initiatieven en websites
✒ Leen Bartholomeus It’s all in the games
ABC van de kinderopvang
Bijna alle jongeren spelen games en ouders maken zich daar soms zorgen over. Het doel van dit boek is om ouders, leraren en hulpver leners een houvast te bieden bij het begeleiden van jonge gamers tussen de 8 en 25 jaar. De auteurs belichten het gamen van twee kanten. In het gedeelte ‘gamen is geweldig’ vertellen ze over de voordelen en in ‘gamen geeft problemen’ gaan ze in op de nadelen en risico’s van gamen.
Wat is een attest van toezicht en waarom zou ik als lokaal bestuur een dergelijk attest aanvragen? Wat is het IKG-systeem voor zelfstandige kinderopvangvoorzieningen? Hoe kan ik sub sidie krijgen voor een IBO? En wat is het nadeel van het opstar ten van erkende niet-gesubsidieerde kinderopvangplaatsen? Op al deze en nog veel meer vragen krijg je een antwoord in Het ABC van de kinderopvang. Aan de hand van alfabetisch gerangschikte woorden krijg je een goed zicht op de wereld van de kinderopvang in Vlaanderen.
It’s all in the games : gamen is geweldig : gamen geeft problemen : met adviezen voor begeleiders en opvoeders / H. Kisjes; E. Mijland. - Middelbeers : InnoDoks, 2009. - ISBN 9789490484019 Verkrijgbaar voor € 18,95 via www.boekenwerk.nl.
Auteur van deze pocket is Ann Lobijn, stafmedewerker kinderopvang en gelijkekansenbeleid bij de VVSG. ‘Het ABC van de kinderopvang’ is een publicatie van VVSG-Politeia. Bestellen kan via www.politeia.be of via mailto:info@ politeia.be. Prijs VVSG-leden: 21 euro, nietleden 25 euro.
Mediaopvoeding verkend in digitaal dossier Het Nederlands Jeugdinstituut heeft op zijn website een dossier gepubliceerd over mediaopvoeding. Mediaopvoe ding is erop gericht de jeugd te leren media op een zelf standige en verantwoorde manier te gebruiken. Het dos sier belicht de invloed van bijvoorbeeld televisie, games en internet op de ontwikkeling van de jeugd en besteedt aandacht aan de begeleidende rol van ouders en beroeps opvoeders. Het beschrijft hulpmiddelen en initiatieven die opvoeders ondersteunen in de begeleiding, zoals internetfil ters, voorlichtingspakketten en een training tot mediacoach. Het dossier Mediaopvoeding vind je hier: http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=109717
Vernieuwde sociale kaart online Op zoek naar het dichtstbijzijnde JIP of JAC? Of op zoek naar organisaties die zich richten op maatschappelijk kwetsbare jon geren? De sociale kaart heeft de gegevens. Ze is volledig ver nieuwd. De sociale kaart is een initiatief van de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De website kreeg een nieuwe lay-out, een uitgebreid contactformulier, en meerdere pagina’s met projectinformatie. Een belangrijke wijzi ging aan de zoekmodule is dat de bezoeker niet langer één pro vinciaal logo moet kiezen als toegang tot de website. De zoek mogelijkheden werden uitgebreid en bovendien kan je de fiches omzetten naar pdf en doormailen. De sociale kaart wijst je zelfs de weg met een stratenplan en een link naar routeplanner. www.desocialekaart.be
Onderzoek amateurkunstensector De amateurkunstensector is een rijke en veelomvattende sector. Niet alleen naar aantal disciplines en ‘type’ beoefenaars maar ook qua attitudes, deelname aan cultuur en zoveel meer. In 2008-2009 voerden zes wetenschappers van de VUB en UGent (o.l.v. prof. M. Elchardus en prof. J. Lievens) een grootschalig sociologisch onderzoek uit. Hiervoor enquêteerden ze niet minder dan 2.253 Vlamingen en 5.533 leden, amateurkunstenaars die zijn aangesloten bij één van de negen landelijke amateurkunstenorganisaties. Voor al wie meer wil weten over de profielen van de amateurkunstenaars, de plaats van amateurkunsten in de levensloop, de beoefenredenen, de wijze waarop ze zich vormen, kosten en inkomsten bij deze vorm van vrijetijdsbesteding, de deelname aan andere activiteiten en zoveel meer, is dit onderzoek een absolute aanrader. Je kan dit onderzoek downloaden via www.amateurkunsten.be.
p 34 •
december 2009
Ziggi is verliefd Kinderen zijn bezig met relaties en seksualiteit, maar dit is niet altijd even duidelijk. Zij zijn zich meer en meer bewust van de sociale normen rond relaties en seksualiteit, ze voelen aan dat het een ‘geladen’ onderwerp is. Hierdoor zullen ze minder ex pliciet en in het openbaar zo weinig mogelijk seksueel gedrag uiten of vragen stellen. Dit betekent echter niet dat ze minder geïnteresseerd zijn in het onderwerp. ‘Ziggi is verliefd’ wil kin deren prikkelen om op een gelukkige en gezonde manier rela ties en seksualiteit te beleven. Daarnaast wil ‘Ziggi is verliefd’ kinderen laten praten en spelen over gevoelens, graag zien, li chaam en seksualiteit. ‘Ziggi is verliefd’ kost € 16 (excl. verzendkosten) en kan je bestellen bij Jeugd en Seksualiteit vzw. Meer informatie bij Svenja Vergauwen via svenja@jeugdenseksualiteit.be, 015-20 69 68 of www.jeugdenseksualiteit.be.
Publicaties, initiatieven en websites
| voor u bekeken
Gids voor duurzame aankopen De federale overheid heeft een site ontwik keld over duurzame aankopen met tips en criteria die zo in bestekken kunnen worden opgenomen. Ze is bedoeld voor iedereen die aankopen moet doen op basis van over heidsopdrachten, dus ook de jeugddien sten. Tussen de productgroepen staan ook speeltoestellen en onder meer audiovisuele apparatuur, en (fairtrade) catering. www.gidsvoorduurzameaankopen.be
Rapport A La Karte In opdracht van de stad Antwerpen en het MAS (Museum aan de Stroom Antwerpen) voert Ladda vzw het alternatief onderzoek A la karte. Het MAS wil weten hoe jonge ren staan tegenover geschiedenis, op welke manier ze liefst een museum zouden be zoeken, hoe ze bereikt en aangesproken wensen te worden. Ladda ging uit eten met een 25-tal Ant werpse jongeren en voerde aan de hand van de stappen in een menu een gesprek over smaak, stad, leefwereld, geschiedenis, cultuur(beleving) en musea. De gesprek ken werden opgenomen en verwerkt in een rapport.
Speelnatuur in de stad. Hoe maak je dat? Deze publicatie is gericht aan iedereen, die met het maken van speelnatuur aan de slag wil. Op welke schaal, vanuit welke positie dan ook. De afgelopen jaren zijn veel goede voorbeelden van speelnatuur in een stedelijke omgeving gerealiseerd, zowel in Nederland als in het buitenland. Ook is een aantal publicaties over de voordelen van speelnatuur verschenen. Goede voorbeelden inspireren. Maar de stap van in spiratie naar daadwerkelijke realisatie blijkt minder eenvoudig te zetten. Juist die stap krijgt aandacht in deze studie. ‘Speelnatuur in de stad. Hoe maak je dat?’, ontstond in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij en in samenwerking met de GGD Rotterdam-Rijnmond en Wageningen Universiteit en Research. (Rotterdam, 2009) uitgegeven door Jan van Arkel, ISBN 9789062244980. Het boek kost 20 euro, je kan het bestellen bij uitgeverij Epo via www.epo.be/boekenportaal. Je kan het ook helemaal of per hoofdstuk downloaden (wel 41 MB!) via deze link: http://www.speeldernis.nl/publicaties/speelnatuurindestad/index.html
Meer info www.ladda.be/alakarte
Jeugdhulpwijzer in nieuw jasje!
www.jeugdbeleidsplan.be www.jeugdbeleidsplan.be helpt lokale jeugdwerkers en leden van stuurgroepen aan waardevolle informatie, stimulerende teksten en mogelijke thema’s om zelf mee aan de slag te gaan. Hapklaar en geschikt voor zowel leiders en monitoren die voor het eerst meewerken aan het lokaal jeugdbeleidsplan als voor de ervaren rot. Theoretische stukken worden afgewisseld met praktijkvoorbeelden en filmpjes die iedereen moeten aanzetten tot plannen. www.jeugdbeleidsplan.be
Integrale Jeugdhulp (IJH) heeft haar databank met alle mogelijke wegwijzers naar de jeugdhulpverlening vernieuwd en nog makkelijker raadpleegbaar gemaakt. Op www.jeugdhulpwijzer.be kan je via een zoekwoord, per sector, op regio, per type voorziening en nog veel meer criteria snel en eenvoudig je weg vinden binnen een enorme waaier aan info over alles wat met jeugdhulp en jeugdhulpvoorzieningen te maken heeft. Wil je weten welk aanbod er is aan hulpverleningsinstanties voor jongeren in jouw gemeente of in jouw provincie? Klik gewoon op het bijhorende menu op de website of geef een zoekterm in. Je vindt onmiddellijk een overzicht met alle voorzieningen en hun contactgegevens. Maar dat is nog niet alles. Je kan verschillende zoekfuncties en deelmenu’s combineren zodat je erg gericht kan zoeken naar exact de informatie die jij nodig hebt. Op zoek naar voorzieningen in Limburg uit de sector van de Bijzondere Jeugdbijstand die ook werken rond het probleemdomein ‘opleiding en tewerkstelling’? Geen probleem. Binnen enkele seconden heb je een lijstje op je scherm. Ga zeker eens een kijkje nemen. Je zal verbaasd staan van wat er allemaal bestaat in jouw buurt! Via www.jeugdhulpwij zer.be kan je ook doorklikken naar deelsites van de Meldpunten crisis, Integrale Jeugdhulp, Signaallijst problematische opvoedingssituaties en Rechtspositie van de Minderjarige in de Jeugdhulp. Een handige tool dus voor de jeugdconsulent die graag een stapje verder gaat! december 2009 • p 35
over vvj | Nieuwtjes
Bezig ✒
Koen Depreitere
Druk, druk, druk, druk, druk, overvolle agenda’s, moordende deadlines, we moeten nog eens afspreken, maar ja wanneer. Ik trek de werkdeur achter me dicht en ga op hetzelfde elan verder. Vlug de kinderen halen, vlug boodschappen doen, vlug eten, vlug nog een streepje actualiteit meepikken en daarna nog wat cultuur proe ven op één van de honderden digitale kanalen die via de digitale televisie de woonkamer binnenstromen. Opmerking terzijde doch niet onbelangrijk: één van de grote voordelen van digitale televi sie is de pauzeknop. Eén druk op deze knop zorgt er ten huize van ondergetekende voor dat er terug samen gegeten wordt aan de keukentafel, ‘s morgens, ‘s middags en ’s avonds. Wat terug ruimte creëert voor planning en overleg. Maar zoals al gezegd, dit geheel terzijde. Want ondertussen zijn er mails binnengelopen op de iPhone en hebben virtuele vrienden gereageerd op Facebook posts. Vlug naar het fitnesscentrum, snel de sauna in en daarna snel een pint pakken met de fitnessvrienden. Vergadering van het buurtcomité, mosselfestijn op de school en toneelvoorstelling van de vrienden op dezelfde dag in ‘t verschiet, boze buurman aan de deur want de katten hebben nog maar eens hun gevoeg in de zandbak gedaan. En waarom niet, daar komen de schoonouders nog onverwachts het huis binnengestruind. De afwerking van de badkamer zal nog even moeten wachten. SMS van een collega: ge kluisterd aan de pot en zal morgen schitteren door afwezigheid. Aanloggen en plan B – als dat er al is – in werking stellen. De klok tikt vervaarlijk tegen middernacht aan. “Vanavond niet schat!” Een hels gekrijs snijdt als een mes door de nacht. Zoonlief lacht je met zijn braakselmondje toe als je het licht aanknipt om halfvijf, de rest van zijn bedstee spreekt boekdelen. Wel, ik doe niet meer mee. Bezig, mijn agenda, deadlines, we spreken af morgen om 12u00, iets eten. Gedaan met werken, ik ga de kinderen halen, we zingen liedjes in de bakfiets, stoppen aan de winkel voor boodschappen. Eénmaal thuis maak ik eten voor iedereen, luister naar het nieuws op de radio, check mijn mail tijdens het koken van de aardappelen en bouw een Tupperware-toren met de oudste. Etenstijd, de TV gaat op pauze en telefoontjes worden niet beantwoord. Na het eten is het badtijd en bedtijd. Ondertussen is de wederhelft ook thuis. De binnengelopen berichten even checken, damn, ik sta er alleen voor morgen. First things first, de reeds opgemaakte planning wordt aangepast en kijk wie we daar hebben, de schoonouders. “Past het?” “Wel eigenlijk niet maar ik klaar ondertussen wel nog een klusje en ik moet helaas nog wat zaken voor het werk regelen morgen, zieke collega.” Inschatting maken of het kan wachten tot morgenvroeg, ja, het kan wachten. Tijd voor kwaliteitstijd (u mag dit verder zelf invullen). Halfvijf, een wenende zoon, ziek, de stak ker en heel zijn bed onder het braaksel, maar hij lacht. Opruimen die handel, troosten die zoon en wanneer hij in slaap valt van de gelegenheid gebruik maken om plan B in gang te steken en lekker wat facebooken. Gewoon bezig. Druk, dat is voor de anderen. Het is aan u. Succes! p 36 •
december 2009