Dropzone april 2009

Page 1

Verantwoordelijk uitgever: VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk Afgiftekantoor 2610 Wilrijk Erkenningsnummer P206352

BELGIË - BELGIQUE P.B. 2610 WILRIJK BC 1697

TIJDSCHRIFT VOOR LOKAAL JEUGDBELEID Jaargang 18 nr. 2 | april 2009 Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec

Buiten spelen in ’t kwadraat Verzelfstandiging ontleed Opvoedingsondersteuning © Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 1


inhoudstafel

jeugdruimte

Buiten spelen is hot! Jeugdruimte en buiten spelen, overal waar je kijkt en de Buitenspeelguerilla heeft het laatste woord.

3

edito

4

over vvj

6

Investeer in de coördinatie van het lokale jeugdbeleid Een stukje van ons verlanglijstje voor de nieuwe minister van jeugd. Nieuwtjes Deze rubriek bestaat enerzijds uit nieuws van de interne keuken van VVJ en uit aankondigingen van eigen activiteiten.

welzijn

Opvoedingsondersteuning Gezocht: netwerker en organisatietalent om het decreet in lokale praktijk te vertalen.

10

jeugdruimte

11

jeugdwerk

Buitenspeeldag 2009! De buitenspeeldag van 171 gemeenten in een fotoflits. Jeugdwerk in de bloemetjes Originele acties om je jeugdwerkvrijwilligers je waardering te tonen.

COLOFON

HOOFDREDACTIE Leen Bartholomeus VORMGEVING IO - Els De Pauw REDACTIE Leen Bartholomeus Bart Derwael Koen Depreitere Ilse Holvoet Marc Ipermans Sofie Marque Koen Steuperaert Nathalie Van Ceulebroeck Katrien Vanhove Kristof Vansteenkiste

p2 •

april 2009

wet(t)enswaardig

jeugdwerk

Jeugdwerk in de bloemetjes Hoe je een extra, persoonlijke touch geeft aan je jeugdwerkondersteuning.

11 13

jeugdruimte

14

jeugdruimte

16

JBP

18

22

Verzelfstandiging

Geraak jij er nog wijs uit?

29 24

cijferboek

29

wet(t)enswaardig

32

de jeugddienst

jeugdruimte

34

voor u bekeken

jeugdwerk

36

uitsmijter

Buiten Spelen Een sfeerverslag van het Colloquium buiten spelen en maak kennis met de Buitenspeelguerilla. Rondhangende jongeren palmen publieke ruimte in Een tipje van de sluier over de campagne die VVJ op gang trekt. Volg je JBP op met rate-a-plan! De uitvoering van je JBP bij houden wordt een makkie dankzij deze nieuwe V!RUS-tool. Kindvriendelijke inrichting van de publieke ruimte Speelruimte-expert Michel Gerits gaat voor subtiel speels. De animatorenploeg: een praktijkvoorbeeld uit Nijlen Een blik op de uitgebreide vakantiewerking en goeddraaiende animatorenwerking in Nijlen.

Wouter Vanvinckenroye Ben Verstreyden Greet Vorsselmans FOTO’S Koen Depreitere Pieter Baert .Fabio Passetti Noisegate Gunther Melis Marc Ipermans Michel Gerits JD Denderleeuw JD Aalst JD Avelgem JD Aarschot

JD Sint-Pieters-Leeuw JD Heusden-Zolder Jeugdraad Hamme Jeugdraad Oudenaarde COVERFOTO De winnaars van het Buitenspeeldaglied in actie - Noisegate EINDREDACTIE Leen Bartholomeus

Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd Het opmerkelijkste uit 307 ingevulde cijferboekenquêtes. Verzelfstandiging IVA’s, EVA’s en AGB’s deskundig voor je ontleed. Uit het dagboek van Benita Vankrunkelsven Loop dagboekgewijs een dagje mee met deze duivel-doet-al uit Heusden-Zolder. Publicaties, initiatieven en websites We stellen jullie een waaier voor van publicaties, initiatieven en websites van derden. Handig, Bondig. Leerrijk. Kruibeke blues…

ALGEMENE INFO Dropzone is een tijdschrift van de

REDACTIE Vijverlaan 53 2610 Wilrijk T: 03-821 06 06 F: 03-821 06 09 E: info@vvj.be

Dropzone is gratis voor jeugddiensten en partners in het jeugdbeleid. Een abonnement kost 12 euro en kan je aanvragen via smarque@vvj.be

DRUKKERIJ Jansen - Hoeselt VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Marc Ipermans

Met steun van

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Investeer in de coördinatie van het lokale jeugdbeleid

| edito

Investeer in de coördinatie van het lokale jeugdbeleid

>> Marc Ipermans

Een maandje nog en we trekken met zijn allen naar de stembus. VVJ is uiteraard vooral benieuwd naar wie de vrijkomende stoel met de titel minister van jeugd zal innemen. Als je deze Dropzone in de bus krijgt, is het politiek debat met de partijen die een minister van jeugd willen leveren op onze driedaagse net achter de rug. We hopen op pittige discussies en ambitieuze plannen voor het toekomstig jeugdbeleid, op Vlaams én lokaal niveau. En zoals je ons kent, hebben we daarvoor al enkele ideeën in petto. Ons memorandum bevat een aantal speerpunten, je kunt dit binnenkort nalezen op onze website. Omdat het lokale jeugdbeleid als containerbegrip ons na aan het hart ligt, kiezen we ervoor om dat hier extra onder de aandacht te brengen. De beleidsaandacht voor kinderen en jongeren is de voorbije jaren onmiskenbaar toegenomen. Op tal van terreinen die met jeugd te maken hebben werden er decreten goedgekeurd (decreet opvoedingsondersteuning, flankerend onderwijsbeleid…) en zijn er beleidsinitiatieven genomen (op het vlak van buiten spelen, jeugdverblijfcentra, cultuureducatie…). Opvallend is dat al deze decreten en initiatieven – zeer terecht overigens – een belangrijke opdracht zien weggelegd voor de gemeentebesturen. Het lokale niveau is nu eenmaal de plek waar het leven van kinderen en jongeren en hun ouders zich afspeelt en bij uitstek dus het beleidsniveau om deze doelstellingen te realiseren. Maar dan hebben die gemeenten daar natuurlijk wel de nodige mensen en middelen voor nodig, en daar ontbreekt het dikwijls nog aan. Daarom een warm pleidooi om de coördinatie van het jeugdbeleid zowel op Vlaams, maar vooral op lokaal niveau veel duidelijker te verankeren en versterken. Om dit te realiseren heb je nood aan een medewerker op voldoende hoog niveau in het organogram die je expliciet de voorbereiding, coördinatie, uitvoeren en evaluatie van het lokale jeugdbeleid toevertrouwt. Iemand die in zijn opdracht expliciet de taak heeft en gemachtigd is om met collega’s en beleidsverantwoordelijken van andere sectoren te gaan samen zitten en hen te bevragen, hen voorstellen en suggesties te doen vanuit het perspectief van kinderen en jongeren. Dit alles uiteraard zonder het jeugdwerkbeleid als belangrijke speerpunt van het jeugdbeleid te veronachtzamen. VVJ vraagt aan de Vlaamse overheid om gemeentebesturen nadrukkelijk aan te moedigen om te investeren in de versterking van de coördinatie van het lokale jeugdbeleid. Bijvoorbeeld door de coördinatie van het lokale jeugdbeleid als prioriteit te erkennen in het kader van de opmaak van nieuwe jeugdbeleidsplannen en er meteen voldoende middelen aan te koppelen om tot concrete realisaties te kunnen komen. Daarnaast willen we benadrukken dat het belangrijk is dat het lokale jeugdbeleid zijn eigen aparte beleidskader blijft behouden. De geoormerkte Vlaamse subsidies hebben in veel gemeenten een bijzondere dynamiek op gang gebracht voor het lokale jeugd- en jeugdwerkbeleid. Een apart beleidskader dus met een eigen decreet, geoormerkte middelen en specifieke kanalen voor inspraak en participatie, zoals de jeugdraad. Een volwaardig jeugdbeleid heeft immers oor naar de verwachtingen, noden en behoeften van kinderen en jongeren in haar beleidsplanning en –uitvoering. Daaraan raken betekent prutsen aan de essentie van een modern interactief bestuur.

“VVJ vraagt de Vlaamse overheid om gemeente­ besturen nadrukkelijk aan te moedigen om te investeren in de versterking van de coördinatie van het lokale jeugdbeleid.”

Marc Ipermans

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 3


over vvj | Nieuwtjes

BEN HALFTIJDS OP OUDERSCHAPSVERLOF Ben Verstreyden, onze papa pur sang, neemt vanaf 1 mei zes maanden halftijds ouderschapsverlof. Tot 31 oktober zal Ben zijn takenpakket vooral in de diversiteitshoek te vinden zijn. De andere provinciale ondersteuners zullen collectief de Oost-Vlaamse jeugddiensten verder ondersteunen.

IN MEMORIAM JESSY VERMEULEN Op dinsdag 24 maart kwam er dramatisch nieuws van de jeugddienst van Wielsbeke. Geheel onverwacht moesten we afscheid nemen van Jessy Vermeulen. Jessy was in dienst bij het gemeentebestuur van Wielsbeke sinds november 2007. Als jeugdconsulente was zij verantwoordelijk voor het brede jeugdwerk

bootje stappen met Jelle. Het noodlot besliste er echter anders over. Zaterdag 28 maart werd zij begraven in Deinze, in de kerk waar ze hun huwelijk gepland hadden. Het werd een emotioneel afscheid met pakkende getuigenissen van haar vroegere kotgenoten (over ‘mama Jessy’), haar zus en

zoals de begeleiding van de jeugdraad maar ook van het Lokaal Overleg Kinderopvang. Op het terrein was Jessy ook de eindverantwoordelijke voor speelpleinwerking en de gemeentelijke kinderopvang. Binnen de Dienst Vrije Tijd was zij een sterke kracht in de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden met sport en de culturele dienst. Op 1 april zou Jessy 26 geworden zijn. Een mooie verjaardag, met een fantastische gebeurtenis in het vooruitzicht: op 6 juni zou ze namelijk in het huwelijks-

haar verloofde. Jessy was algemeen gekend als een vrolijke meid die de kleine dingen in het leven wist te appreciëren. Ook stond ze steeds klaar om anderen te helpen. De job van jeugdconsulent was haar dan ook op het lijf geschreven. VVJ wil bij deze haar medeleven overmaken aan haar familie, verloofde, vrienden en collega’s. Namens de hele staf en het bestuur willen we hen veel sterkte toewensen bij het verwerken van dit grote verlies.

Vormingsagenda

STIP ALVAST DEZE DATA IN JE AGENDA AAN !

MEI 2009

JUNI 2009

08/05

Nitrox studiedag (rondhangende) jongeren in de openbare ruimte

12/05

VVJ Antwerpen - VVJ West-Vlaanderen - VVJ Limburg - VVJ Oost-Vlaanderen - VVJ Vlaams-Brabant

12/05

Het autonome gemeentebedrijf (AGB) in het lokaal cultuur-, jeugd-, sport- en toerismebeleid

19/05

Zelfmanagement voor ervaren jeugdconsulenten

28/05

Opleiding Jeugdconsulent - 3e jaar

i p4 •

Meer info: vorming@vvj.be april 2009

03/06

Basiscursus Speelom - theoriedag 1

04-05/06

Starterscursus

10/06

Basiscursus Speelom - theoriedag 2

11/06

Opleiding Jeugdconsulent - 2e jaar

16/06

Studiedag jeugdlokalen

17/06

Basiscursus Speelom - praktijkdag

18/06

Opleiding Jeugdconsulent - 1e jaar

24/06

Basiscursus Speelom – eindproef

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Nieuwtjes

| over vvj

STAND VAN ZAKEN VVJ’S BELEIDSPLAN VVJ schrijft aan haar beleidsplan 2011-2013. We kwamen daar op deze plek al verschillende keren op terug. Voor het afgelegde parcours verwijzen we dan ook naar de editie van februari. Waar staan we nu?

De stuurgroep formuleerde een aantal hypotheses. Die wilden we aftoetsen bij jullie, en dat gebeurde op de provinciale bijeenkomsten van februari. We gebruikten een tweeledige aanpak. Enerzijds probeerden we te weten te komen hoe jeugddienstmedewerkers verschillende inhoudelijke jeugdbeleidsthema’s tegenover elkaar afwegen. Anderzijds hielden we focusgesprekken over de afstemming van onze dienstverlening op verschillende doelgroepen en over waar jeugddienstmedewerkers de noodzakelijke info halen om hun job te doen. Zo erkennen we starters, ervaren jeugdconsulenten, programmatoren en specialisten als specifiekere doelgroepen. Ook combinatieambtenaren krijgen een plaats in ons verfijnd doelgroepraster. Het centrale thema bij die focusgesprekken vormde de vraag hoe jeugddienstmedewerkers informatie verzamelen en verwerken. Na lezing van de resultaten door de stafmedewerkers en de stuurgroep nemen we een tiental conclusies verder mee in het beleidsplanproces. We presenteren deze met de meeste impact. De allerbelangrijkste en meest gewichtige conclusie: deze oefeningen onderstrepen nogmaals dat er een grote diversiteit bestaat aan noden en behoeften van verschillende jeugddiensten en jeugddienstmedewerkers. Eerdere SWOT- en middelenanalyses, en discussies binnen staf, bestuur en stuurgroep klopten op diezelfde nagel. We konden grote verschillen vaststellen in de antwoordpatronen zowel in de weging, als in de focusgesprekken. Het bevestigt dat jeugdbeleid een lokale inkleuring kent, maar ook dat er een grote verscheidenheid bestaat aan kennis, competenties en vaardigheden onder jeugddienstmedewerkers. De verschillende profielen van starter over ervaren jeugdconsulent, tot themaspecialist zijn er niet vreemd aan. Deze diversiteit vormt voor VVJ meteen de grootst denkbare uitdaging om haar diensten en producten op maat van deze verschillende referentiekaders aan kwaliteit te doen winnen en die kwaliteit te bor-

gen. Het is in elk geval duidelijk dat dit om een meer gedifferentieerde aanpak vraagt in onze lokale ondersteuning, vorming, helpdesk, publicaties… Het gevraagde en noodzakelijke maatwerk vormt een arbeidsintensievere en best wel een complexere opdracht voor onze organisatie. Op de vraag bij wie ze hun info halen, bleek dat jeugddiensten hun informatie vooral halen in de eigen omgeving, dicht bij huis, in eigen persoonlijke netwerken (collega’s van de JD, collega’s van andere diensten, secretaris, schepen, OCMW, buurtgemeenten …). Ze zoeken in deze netwerken concrete antwoorden, uitwisseling, tips, bevestiging… Opvallend is dat jeugddienstmedewerkers in sommige gevallen VVJ meerekenen in dit persoonlijke netwerk. Jeugddienstmedewerkers nemen pas contact op met VVJ als bovenstaande bronnen uitgeput zijn (tenminste in de gevallen waar ze VVJ medewerkers niet tot hun direct netwerk rekenen). Een opvallende conclusie blijkt dat jeugddienstmedewerkers naar VVJ bellen als ze online geen antwoorden vinden op sites als Locomotief, Fuifpunt… We stelden ook vragen naar de informatiebronnen. Jeugddienstmedewerkers blijken echte surfers te zijn en zoeken online naar goede voorbeelden, antwoorden op vragen, visieteksten, ideeën, tips, wetteksten… Een greep uit populaire websites en online informatiebronnen: Vlaamse overheid, VVJ, VVSG, VDS, Locomotief, Fuifpunt, Google, Lopend Vuur … Opvallende afwezigen in hun zoektocht naar informatie zijn de Vlaamse Jeugdraad, het Vlaams informatiepunt Jeugd en Steunpunt Jeugd, alsook de grote jeugdbewegingskoepels. Opvallende aanwezige informatiebronnen binnen de jeugdsector vormen Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, Uit De Marge, Formaat, Arktos, Speelom, Kind & Samenleving en Karuur. Uit deze vaststelling nemen we alvast mee dat we onze helpdesk nog beter moeten organiseren en deze afstemmen, met als sluitstuk een nieuwe en anders gestructureerde website. Kristof Vansteenkiste

WELKOM NATHALIE & ILSE! Ging Lopend Vuur aan je voorbij in maart? Dan maakte je misschien nog geen kennis met onze spiksplinternieuwe en iets minder nieuwe collega! Meet Nathalie en Ilse: Nathalie Van Ceulebroeck is de nieuwste telg van VVJ, bekommerd om tieners en rondhangjongeren. “Misschien net geen tiener meer wat leeftijd betreft (de teller staat op 29), de geest onderging de laatste jaren een permanente verjongingskuur als stafmedewerker bij KSJ-KSA-VKSJ. De specialiteiten waren ‘communicatie’ en ‘diversiteit’, een min of meer noodzakelijk uitvloeisel van studies sociologie en een aanvullende opleiding communicatiewetenschappen. Ook na het werk durven diversiteit en communicatie de dagen te bepalen, als inwoner van het multiculturele Borgerhout (Antwerpen) en fervente fan van ‘sociale verplichtingen’. De appel valt dus niet ver van de boom. Een nieuwe job binnen de jeugdsector met een takenpakket waarin alle ervaringen uit het verleden netjes hand in hand kunnen gaan! Ik heb er zin in!”

Meer weten? Je kan Nathalie bereiken op 03-821 06 00 en nvanceulebroeck@vvj.be. Niet helemaal nieuw op VVJ, maar wel in een nieuwe functie, is Ilse Holvoet: “Na een jaar “cijferboeken”, tabellen maken en analyses uitschrijven, mag ik bij VVJ van pet veranderen en mij toeleggen op de ondersteuning van de Vlaams-Brabantse jeugddiensten. Dit na het vertrek van Karen Sarens, die na 10 jaar trouwe dienst de Vijverlaan inruilt voor een andere job. Daarnaast neem ik het thema participatie voor mijn rekening en volg ik de ontwikkelingen bij Fuifpunt van dichtbij”. Wie Ilse wil bereiken, kan dit op het telefoonnummer 03- 740 76 42 of via iholvoet@vvj.be.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 5


welzijn | Opvoedingsondersteuning

“De laagdrempelige, gelaagde ondersteuning van opvoedingsverantwoordelijken bij de opvoeding van kinderen”. Dat is wat het decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning van 13 juli 2007 definieert als zijnde ‘opvoedingsondersteuning’. Gelukkig zegt het decreet nog heel wat meer en geeft het een aanzet tot de organisatie van een bredere en formelere lokale samenwerking tussen iedereen die betrokken is bij de opvoeding van kinderen en jongeren. Al blijft er na bijna twee jaar nog steeds een beetje mist hangen over de concrete uitvoering en is het op het terrein vaak improviseren geblazen.

Bart Derwael       Pieter Baert & .Fabio

Opvoedingsondersteuning in jouw gemeente: ruimte voor improvisatie en creativiteit “De opvoeding maakte van ons wat we zijn.” Claude Adrien Helvetius, Frans filosoof (1715-1771)

De focus bij het begrip opvoedingsondersteuning ligt, niet geheel verwonderlijk, op de ouders maar legt ook sterk de nadruk op de verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Om een goede samenwerking tussen alle ‘opvoedingsverantwoordelijken’ mogelijk te maken was er volgens de Vlaamse overheid nood aan plaatselijk georganiseerd overleg met de lokale besturen als centrale regisseurs. En zie: het ‘lokaal overleg opvoedingsondersteuning’ was geboren. Wat doet dit lokaal overleg opvoedingsondersteuning nu precies in de praktijk of wat zou het moeten doen? 1. De voorbereiding en de evaluatie van het gedeelte ‘opvoedingsondersteuning’ in het Lokaal Sociaal Beleidsplan (LSB) 2. Acties ontwikkelen over opvoedingsondersteuning die in dit LSB zijn/ worden opgenomen 3. Informatie verstrekken en sensibiliseren over het opvoeden van kinderen en de vroegtijdige detectie van opvoedingsonzekerheid of –problemen 4. Meewerken aan de afstemming op bovenlokaal niveau van het aanbod opvoedingsondersteuning p6 •

april 2009

Er zijn heel wat actoren die - indien actief in de gemeente(n) - minstens uitgenodigd moeten worden op het lokaal overleg opvoedingsondersteuning: het OCMW, de erkende huisartsen, de scholen (van kleuter- tot secundair), de CLB’s, de ouderverenigingen, het maatschappelijk opbouwwerk, diensten voor gezinszorg, de lokale politie, de verenigingen waar armen het woord nemen, Kind en Gezin en het sociaal-cultureel volwassenenwerk dat vorming aanbiedt over opvoeding aan opvoedingsverantwoordelijken. Maar – en niet onbelangrijk – ook jeugdwerkers en monitoren voldoen aan de criteria van opvoedingsverantwoordelijke. Het decreet omschrijft ze als ‘de titularissen van het ouderlijk gezag, de natuurlijke personen die één of meer kinderen op duurzame wijze of op regelmatige basis in feite onder hun bewaring hebben of bij wie het kind geplaatst is door bemiddeling of ten laste van een overheid, en de professionelen of vrijwilligers die op grond van hun activiteiten mee verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van meerdere kinderen’. Jeugdwerkers kunnen dus perfect deel uitmaken van het lokaal overleg!

De lokale coördinator opvoedingsondersteuning Om dit ‘regelmatig’ (het aantal samenkomsten is niet nader omschreven) overleg in goede banen te leiden en om het aanbod aan opvoedingsondersteuning af te stemmen op de lokale behoeften, moet de gemeente een (inter-)gemeentelijke coördinator aanstellen. De Vlaamse overheid voorziet geen financiële tussenkomst voor de gemeente voor een eventuele bijkomende aanwerving van een coördinator. In de praktijk (maar dit hoeft uiteraard niet zo te zijn!) zal de lokale coördinator opvoedingsondersteuning veelal iemand zijn die nu reeds werkt bij een lokaal bestuur. Wie deze taak moet opnemen en hoeveel arbeidstijd hij hieraan mag besteden, bepaalt de gemeente zelf. In de praktijk is de kans reëel dat dit de persoon zal zijn die nu reeds het Lokaal Overleg Kinderopvang coördineert, iemand van de dienst (jeugd)welzijn, onderwijs of sociale zaken of in een aantal gemeenten de jeugdconsulent. Wat zijn de belangrijkste taken van de lokale coördinator opvoedingsondersteuning? 1. Op regelmatige basis het lokaal over-

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Opvoedingsondersteuning

| welzijn

De Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning hebben een sensibiliseringsopdracht naar lokale besturen en nemen ook een rol op bij het afstemmen van het lokale met het bovenlokale aanbod opvoedingsondersteuning. In de opvoedingswinkels hebben de Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning een ondersteunende rol. De provinciale Steunpunten Opvoedingsondersteuning (en de Vlaamse Gemeenschapscommissie) hebben een eigen ondersteuningsaanbod dat gaat van het organiseren van vorming, over het ter beschikking stellen van materialen, tot het concreet steunen van samenwerkingsverbanden. De provinciale ondersteuning werkt nog een beetje met verschillende snelheden. Het Limburgse Steunpunt opvoedingsondersteuning dat reeds 20 jaar bestaat, staat wellicht het verst. Het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning voorziet een permanent vormingsaanbod voor de lokale coördinatoren. Signalen over de noden en de behoeften van lokale actoren worden door het expertisecentrum verzameld. Een vraaggestuurde aanpak moet op termijn leiden tot een degelijk ondersteuningsaanbod. Dit centrum zit nog in een voorbereidingsfase.

leg opvoedingsondersteuning samenroepen 2. De opvoedingsondersteuning coördineren in de gemeente 3. De brug vormen tussen lokaal beleid en lokaal overleg 4. Rapporteren aan het lokaal overleg opvoedingsondersteuning 5. Aanspreekpersoon zijn voor het Vlaams expertisecentrum opvoedingsondersteuning, de Vlaamse coördinator en het Steunpunt Opvoedingsondersteuning

“De ideale coördinator opvoedings­ ondersteuning is iemand die graag netwerkt, en niet alleen een visie heeft maar ook concrete realisaties nastreeft. ” De lokale coördinator opvoedingsondersteuning moet vooral een trekker zijn. Iemand die in staat is de nodige dynamiek op gang te brengen rond het thema en die de juiste mensen rond de tafel weet te krijgen. Iemand die graag netwerkt en samenwerkt en niet alleen een visie en een brede kijk heeft op op-

voedingsondersteuning maar ook concrete realisaties nastreeft.

De mogelijke vormen van het overleg opvoedingsondersteuning Een van de meest gestelde vragen van coördinatoren gaat over de praktische organisatie van het overleg opvoedingsondersteuning. Moet dit een apart vergadermoment zijn of mag dit aansluiten op een bestaand overleg, zoals het Lokaal Overleg Kinderopvang? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de lokale context. Wanneer er in jouw gemeente binnen een andere overlegstructuur dezelfde partners aanwezig zijn als degene die jij voor ogen hebt en waarbij ook nog eens aanverwante of gelijkaardige thema’s besproken worden, kan een koppeling inderdaad zinvol zijn. Op voorwaarde dat je de eigen finaliteit van elke overlegstructuur bewaakt. Enkele voorbeelden.

Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK)

Op het eerste zicht lijkt dit een goede match en dat is het ook, maar… het overleg opvoedingsondersteuning richt zich ook op de iets oudere kinderen

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

en jongeren (tot 18). De voeling met de doelgroep +12 moet gewaarborgd zijn en dus zal je wat ruimer moeten uitnodigen dan je zou doen voor het LOK. Je kan het overleg eventueel wel opsplitsen in twee delen, waarbij je de extra partners (voor het overleg opvoedingsondersteuning) wat later laat aansluiten. Hou er ook rekening mee dat het LOK, in tegenstelling tot het lokaal overleg opvoedingsondersteuning, een officiële adviesraad is.

“Is opvoedingsondersteuning niet of minimaal opgenomen in je lokaal sociaal beleidsplan, start je overleg dan met het opstellen van een strategische planning.” Intergemeentelijke samenwerking

De regelgeving laat lokale besturen toe het overleg opvoedingsondersteuning intergemeentelijk te organiseren. Het is wel belangrijk dat er lokaal een aanspreekpunt blijft en dat de regionale afspraken lokaal steeds getoetst worden. Het grote voordeel van deze samenwerapril 2009 • p 7


welzijn | Opvoedingsondersteuning

In Zwijndrecht worden volgende partners uitgenodigd voor het Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning: • ­ onderwijs: scholen, oudercomités, CLB’s • ­ gemeentediensten: dienst kinderopvang, sociale zaken, jeugddienst, OCMW, politie (cel gezin en jeugd), schepenen van jeugd, kinderopvang en OCMW-voorzitter • ­ kinderopvang: alle kinderopvanginitiatieven, Kind en Gezin • ­ CAW De Terp • ­ Provincie Antwerpen en Afdeling Jongerenwelzijn • ­ Gezinsbond Burcht en Zwijndrecht Alle deelnemers van het Lokaal Overleg Kinderopvang zijn betrokken bij het overleg opvoedingsondersteuning (sterke verwevenheid), aangevuld met een aantal externe partners. Gemiddeld waren er op de twee bijeenkomsten in 2008 per overleg 14 deelnemers. Dit overleg neemt drie prioritaire taken voor zijn rekening: • ­ het aanbod van de partners (meer) op elkaar afstemmen om zo overlapping en hiaten te vermijden • ­ het bestaande aanbod bundelen en hier gezamenlijk rond communiceren • ­ het organiseren van infoavonden voor ouders rond opvoedingsvragen (2x per jaar). Deze infoavonden zijn qua thematiek complementair aan het bestaande aanbod

Belangrijke initiatieven 2009 • ­ Verhuis Kind en Preventie naar een zijgebouw van het jeugdcentrum • ­ Drie infoavonden rond Triple P (Positive Parenting Program) • ­ Samenwerking met CAW De Terp. Elke dinsdagmiddag en dinsdagavond (tussen 13.30 en 20u) kunnen ouders op afspraak terecht voor informatie, advies en hulp • ­ Ook via opvoeding@zwijndrecht.be kunnen ouders vragen stellen aan CAW De Terp • ­ Vijf begeleiders van de buitenschoolse opvang volg(d)en de opleiding van Triple P (level 2-3) In ontwikkeling • ­ Spreekuur voor jongeren ouder dan 14 jaar (eventueel in samenwerking met het jongerenadviescentrum van CAW of de JIP-medewerker) • ­ Twee (vormings)momenten over opvoedingsondersteuning voor jongeren per jaar in samenwerking met de jeugddienst

king is de tijdsbesparing van de cruciale partners wanneer deze regionaal georganiseerd zijn. Minder overlegtijd en een groter bereik kunnen de partners mogelijk makkelijker aan boord houden.

dingsondersteuning nog niet of slechts minimaal is opgenomen in het lokaal sociaal beleidsplan begint het overleg best met het opstellen van een stapsgewijze strategische planning:

Soms is afstemming van verschillende overlegmomenten dus zinvol maar in een aantal gevallen zal het ongetwijfeld makkelijker of meer aangewezen zijn een aparte overlegstructuur op poten te zetten.

1. breng de noden en behoeften in kaart op het vlak van opvoeding(sonder­ steuning) o.b.v. de omgevingsanalyse van het sociaal beleidsplan en vul deze gegevens eventueel aan 2. onderscheid de cruciale partners voor het lokaal overleg 3. welke zijn de sterkten, de zwakten, de kansen en de bedreigingen op het vlak van opvoeding en opvoedingsondersteuning in jouw gemeente(n) 4. leg op basis van deze omgevingsanalyse en met de functies van opvoedingsondersteuning in het achterhoofd, een aantal prioriteiten vast waarop je wil inzetten

Overleg opvoedingsondersteuning & het lokaal sociaal beleid(splan) Het vertrekpunt van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning is voor alle gemeenten verschillend. De lokale coördinator zal (samen met de partners van het overleg) dit vertrekpunt zuiver moeten krijgen. In gemeenten waar opvoep8 •

april 2009

5. bepaal de doelstellingen die je wil bereiken 6. verbind concrete acties aan deze doelstellingen 7. stel resultaten voorop en de wijze waarop je deze wil meten Wanneer je bij dit alles een meerjarenplanning voor ogen houdt met de nodige middelen en nadenkt over de manier waarop je de bevolking en de partners van het lokaal overleg betrekt van start (voorbereiding beleidsplan) tot finish (evaluatie) kan het lokaal beleid(splan) opvoedingsondersteuning perfect als thema geïntegreerd worden in het lokaal sociaal beleid(splan). In ongeveer een kwart van de lokale sociale beleidsplannen 2008-2014 is opvoedingsondersteuning als doelstelling of actie opgenomen. In deze gemeenten is het lokaal overleg dus normaal gezien

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Opvoedingsondersteuning

| welzijn

al goed op weg. Zo kan het bijvoorbeeld aanbevelingen doen aan het lokaal bestuur om het beleidsplan bij te sturen. Gelukkig worden de gemeenten (en hun lokale coördinatoren) niet volledig aan hun lot overgelaten bij het uitvoeren van hun opdracht. Het decreet voorziet in ondersteuning door een aantal Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning, provinciale Steunpunten en de oprichting van een Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning in de schoot van Kind en Gezin (zie kadertje pagina 7).

AAN DE SLAG! Het decreet opvoedingsondersteuning voorziet een aantal minimale opvoedingsondersteunende opdrachten voor de gemeente: • informeren en sensibiliseren over het opvoeden van kinderen. Dit kan individueel, tijdens (ouder-)bijeenkomsten rond bepaalde thema’s of via de media (kan taboedoorbrekend werken, bv. ‘Supernanny’). • vroegtijdige detectie van opvoedingsonzekerheid of opvoedingsproblemen en eventuele doorverwijzing. Maar opvoedingsondersteuning kan ook een veel ruimere invulling krijgen. Wanneer je als lokaal overleg of intergemeentelijk samenwerkingsverband hoog inzet op de verschillende functies van opvoedingsondersteuning en je voldoet aan de voorwaarden van een opvoedingswinkel, kan je een kwaliteitslabel verdienen.

Opvoedingswinkels: pedagogisch verantwoord shoppen Ook de opvoedingswinkels krijgen een plaats in het ‘decreet opvoedingsondersteuning’. De Vlaamse Regering subsidieert lokale samenwerkingsverbanden opvoedingsondersteuning voor de organisatie en de werking van opvoedingswinkels in de centrumsteden mits ze voldoen aan een aantal voorwaarden.

Deze opvoedingswinkels hebben heel wat opdrachten te vervullen: 1. het verstrekken van basisinformatie over het opvoeden van kinderen in diverse levensfasen 2. algemene opvoedingsvragen beantwoorden 3. een vraaggerichte pedagogische adviesfunctie 4. het stimuleren van ontmoeting tussen opvoedingsverantwoordelijken en het creëren van sociale netwerken 5. voorlichtings-, vormings, - opleidings- en/of trainingsactiviteiten 6. ondersteuning bieden bij opvoedingsproblemen 7. vroegtijdige detectie en eventuele doorverwijzing 8. gegevensverzameling Verder kan de Vlaamse Regering ook kwaliteitslabels toekennen aan Opvoedingswinkels in niet-centrumsteden. Deze krijgen hiervoor weliswaar geen extra financiële ondersteuning maar het label is een soort visitekaartje waarmee je duidelijk maakt dat het aanbod van het samenwerkingsverband voldoet aan de kwaliteitseisen. Ouders kunnen dus met om het even welke opvoedingsvragen terecht in een opvoedingswinkel. Ze krijgen er niet alleen instrumentele en informatieve steun (bv. foldertjes) maar ook emotionele.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 9


Koen Depreitere       JD Denderleeuw, JD Aalst, JD Avelgem, JD Aarschot, JD Sint-Pieters-Leeuw, JD Heusden-Zolder, Koen Depreitere

Met 172 gemeenten is de 2de editie van de Buitenspeeldag helaas al weer achter de rug. Maar laat dit de pret niet bederven om buiten te spelen! Wie trouwens in de loop van de komende weken en maanden nog toffe, plezante buitenspeelactiviteiten op touw zet moet zeker bij Goe Gespeeld eens zijn licht opsteken. Wat de Buitenspeeldag betreft, u was een fijn en aangenaam publiek en tot volgend jaar. Wie nog foto’s en of filmpjes heeft van zijn activiteit op de Buitenspeeldag 2009, mag die ons bezorgen via info@buitenspeeldag.be. Meer nog, wil je je mening kwijt over de Buitenspeeldag, vul dan als de bliksem het Buitenspeeldagevaluatieformulier in op www.buitenspeeldag.be.

BUITENSPEELGUERILLA Publiek private samenwerking? “If Microsoft doesn’t, Disney will”, met deze uitspraak gaf Jeff Sanderson, de netwerk manager van Microsoft grif toe dat het in zee gaan met Disney tot doel had om de ouders online te krijgen, net omdat de naam Disney bij ouders vertrouwd en als te vertrouwen in de oren klinkt. Of hoe jaren terug al edutainment zijn plaats kreeg op het internet. De vergelijking gaat niet helemaal op maar het feit dat de Vlaamse overheid met een commerciële instelling als Nickelodeon in zee gaat, heeft niet alleen met geld te maken. Ook hier kunnen we spreken van een zekere vorm van edutainment met aan beide zijden een win-win situatie. Je kan natuurlijk anderzijds ook stellen dat met dit engagement Nickelodeon zijn blazoen poogt op te poetsen, het zijn net zij die er met hun uitzendingen voor zorgen dat kinderen als konijnen naar de TV-lichtbak blijven turen, maar edoch verdient het toch respect dat een commerciële instelling tijd, moeite, geld en personeel wil investeren in een maatschappelijk relevant gegeven als buiten spelen. Zelfs al is het uit eigenbelang.

p 10 •

april 2009

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Jeugdwerk in de bloemetjes

| jeugdwerk

Jeugdwerk in de bloemetjes ✒

Greet Vorsselmans       Marc Ipermans, Gunther Melis

De ondersteuning van het lokaal jeugdwerk is een vaste waarde in elk jeugdbeleidsplan. Dit deel van het plan is zowel een verplichting als een traditie, maar is het ook de beste manier om de vrijwilligers van het jeugdwerk te laten voelen dat je hun inzet apprecieert? Daarvoor is net iets meer nodig. Wij vonden inspiratie in Antwerpen en Nijlen.

’t Stad beloont jeugdige inzet met een spetterend bezoek Antwerpen steunt het engagement dat haar jeugdige bewoners opnemen ten volle. VVJ voelde Sofie Dierickx-Vissers van de jeugddienst van Antwerpen aan de tand over hun bedankinitiatieven voor het jeugdwerk. Hoe kwamen jullie op het idee om iets meer te doen voor het jeugdwerk dan de traditionele ondersteuningsvormen? Als jeugddienst zijn we apetrots op de 3000 enthousiaste, jonge vrijwilligers die week na week klaar staan om meer dan 20 000 Antwerpse kinderen en tieners een leuke vrije tijd te bezorgen in hun jeugdbeweging, het jeugdhuis, het knutselatelier of de tienerclub. Bij de opmaak van het jeugdbeleidsplan kwam de ondersteuning van het vrijwilligersjeugdwerk aan bod. Voor 2008 besloten we een bedankmoment te plannen. Jullie wilden jullie jeugdwerkvrijwilligers op gepaste wijze verwennen. Hoe kwamen jullie tot het bezoekidee? De fantasie op de jeugddienst sloeg meteen op hol: een verwendag in jeugddienst ter Lo met sauna, massages, optredens, lekkere hapjes... Dit zou leuk kunnen worden! Maar dat vroeg dan wel weer een engagement van de vrijwilligers. Ze moesten zich immers verplaatsen naar ter Lo. Dus kwam het voorstel om zelf op de boer te gaan en bij de jeugdverenigingen op bezoek te gaan tijdens een activiteit. We vlogen meteen in de uitwerking van het concept! We kozen een weekend midden oktober om de vrijwilligers van de 212 erkende jeugdverenigingen te bedanken. Tijdens

een muzikaal bezoekje van de jeugddienst overlaadden we hen met ‘echte Aantwaarpse kadokes’ zoals een exclusief marcelleke ontworpen door Femke Hellemans, een jong Antwerps artistiek talent. Verder kregen ze ook een label voor kwaliteitsvol jeugdwerk om in het lokaal op te hangen. De jeugdwerkinitiatieven kregen niet alleen medewerkers van de jeugddienst over de vloer. Klopt. Het feestweekend bracht heel wat mensen op de been: 32 collega’s bezochten 114 jeugdwerkinitiatieven. De deelnemende verenigingen kregen tijdens hun activiteit 2 jeugddienstmedewerkers op bezoek met de nodige muzikale omlijsting. Eén Murga, één dorpsfanfare, drie streetbands, vijf muzikanten met verschillende instrumenten (doedelzak, draailier, contrabas…) werkten mee. Van woensdagmiddag tot zondagavond trokken we op pad met onze geschenken: een pakket Marcellekes (nadien bij te bestellen met juiste aantallen en maten), een kwaliteitslabel met de vermelding ‘Speel de sterren van de hemel’ en de nodige jeugddienstfolders en -brochures. Kregen jullie veel reactie op dit initiatief? De leuke reacties stroomden binnen. Zowel het jeugdwerk als de jeugddienstcollega’s hielden een goed gevoel over aan de actie. De marcellekes zijn intussen een echte hit. We hebben er ruim 2000 verdeeld en ze zijn al gespot op verschillende jongerenevenementen. Wie gezien wordt met één van onze marcellekes maakt trouwens kans op een prijs. Afgelopen zomer lanceerden jullie ook een fotowedstrijd voor het jeugdwerk. Wat was het doel van deze actie?

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 11


jeugdwerk | Jeugdwerk in de bloemetjes

We zochten een manier om het jeugdwerk letterlijk ‘in the picture’ te zetten. De opdracht was om creatief aan de slag te gaan met de stralende A. In de prijzenpot zaten een daguitstap naar de Zoo, een namiddag een privézwembad voor de vereniging of een exclusief bezoek van de Kwibus, een bus vol speelgoed en monitoren, aan de vereniging. De jury, samengesteld uit enkele medewerkers van de jeugddienst, koos begin oktober drie winnaars uit de inzendingen. De verenigingen ontvingen hun prijs uit handen van schepen voor jeugd Leen Verbist. Door hen foto’s te laten maken komen ze op een positieve manier in de aandacht en de prijzen zijn een leuk extraatje voor de jeugdverenigingen.

Jeugddienst Nijlen drukt het jeugdwerk stevig aan de borst In Nijlen weten ze van wanten als het gaat over je waardering uitdrukken voor vrijwilligersengagement. VVJ bracht Gunther Melis van de jeugddienst voor de micro om één en ander toe te lichten. Vanwaar het idee om het jeugdwerk in de bloemetjes te zetten? De gemeente verwacht regelmatig input van het jeugdwerk voor allerhande initiatieven. Denk maar aan de opmaak van het JBP, hun inbreng en medewerking op de jeugdraad, deelname aan initiatieven zoals de speelhappening of een verenigingenmarkt, medewerking aan werkgroepen rond uiteenlopende thema ’s zoals mobiliteit, fuifbeleid, subsidies, speelterreinen… Bij alles wat met ‘jeugd’ te maken heeft, hebben we de jeugdverenigingen graag bij. Toch is het niet vanzelfsprekend dat net het jeugdwerk voor al die initiatieven mee op de kar springt. De vrijwilligers hebben het al zo druk met hun vereniging, school, andere hobby’s, vrije tijd, hun lief …Daarom vinden we het vanuit de jeugddienst en gemeente erg belangrijk om hen te bedanken voor die inzet en het enthousiasme. Op welke manieren laat de gemeente de waardering voor het jeugdwerk zoal blijken? Jongeren die meewerken in een bepaalde werkgroep worden op het einde van het traject altijd bedankt met een leuke attentie. Dit kan gaan van filmtickets voor de lokale cinema in Nijlen, een brooddoos met eerlijke producten van de Wereldp 12 •

april 2009

winkel tot een tas bedrukt met ‘dank u wel’ op vanuit de gemeente. De vrijwilligers weten het steeds te appreciëren. Daarnaast organiseren we jaarlijks de ‘Avond van het Jeugdwerk’. Dat is een fijne feestavond waarop we alle vrijwilligers uit het jeugdwerk uitnodigen. We voorzien elke keer een ander concept en de feestavond is intussen uitgegroeid tot een avond die niemand van het jeugdwerk wil missen. Sinds vorig jaar organiseert de jeugddienst samen met de andere vrijetijdsdiensten ook een ‘Ontbijt van de Vrijwilliger’. Tijdens de Week van de Vrijwilliger begin maart worden op zondagochtend de leiding van het jeugdwerk, maar ook de bestuursleden van alle Nijlense verenigingen en de gemeentelijke vrijwilligers uitgenodigd om te komen ontbijten in het gemeentehuis. Telkens ook een geslaagd en gesmaakt initiatief. Tijdens het ontbijt worden de vrijwilligers bediend door de ambtenaren en de schepenen. Het is eens wat anders! Wat stond er zoal op het programma van de Avond van het Jeugdwerk de afgelopen jaren? Het programma van de afgelopen jaren: 2004: Reuze-barbecue 2005: Bonte Avond met acts van het jeugdwerk en een gratis frietkraam à volonté 2006: Karaoké-avond met nadien afterparty met Frères-Deluxe 2007: Initiatie folkdans, gratis frietkraam en afterparty met lokale DJ 2008: Awards van het Jeugdwerk + gratis dessertenbuffet en afterparty met DJ De jeugdconsulent en de voorzitter van de jeugdraad steken het programma van ‘De Avond van het Jeugdwerk’ in elkaar. Dit jaar hebben we niet minder dan 18 awards uitgereikt aan het jeugdwerk: schoonste chirobabes, beste fuif, lekkerste activiteit, mister jeugdwerk, beste kamplokaal... ze kwamen allemaal aan bod. De avond is steeds gratis voor de vrijwilligers, de drankjes worden aan 1 euro verkocht. Er staat jaarlijks heel wat op het programma in Nijlen om de vrijwilligers te bedanken. Daar kruipt natuurlijk heel wat tijd en werk in, maar de waardering die je ervoor terug krijgt is onbetaalbaar.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Buiten spelen

Sfeerverslag Colloqium Buiten Spelen

| jeugdruimte

BUITENSPEELGUERILLA

VRIJDAG 13 FEBRUARI 2009 ✒

Koen Depreitere

Op vrijdag de dertiende een colloquium over buiten spelen organiseren, een dag waarop er zoveel fout kan gaan, dat is het lot tarten. Een warm pleidooi houden voor meer risico, in tijden waarin veiligheidsmanie hoogtij viert, dat is helemaal durven. Doorheen de presentaties, de debatten en de panelgesprekken werd er veel op de ‘Mag dat wel?’ slappe koord gedanst. Het rapport van Kind en Samenleving illustreerde nog maar eens het nut en belang van buiten spelen. Iets waar we de believers niet van hoeven te overtuigen. Nostalgie hing in de lucht en het aandoenlijke Buitenspeelzakje dat iedere deelnemer kreeg, weekte bij een aantal deelnemers spontaan het korte broek gevoel los. Mooi en aandoenlijk. Maar niet genoeg. We kunnen ondertussen een mooi kamp bouwen met de literatuur en de onderzoeksrapporten die de laatste tijd verschenen zijn. Alleen blijft het verdacht stil aan de overkant waar logge monsters zoals bijvoorbeeld stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening of milieu zich bevinden. Ik hoor het Micha De Winter nog zeggen: “Als we onze kinderen van vandaag willen opvoeden tot volwaardige medeburgers, dan zullen we hen ook nu al als dusdanig moeten behandelen en hen hiervoor niet alleen psychisch maar ook fysiek de ruimte moeten voor geven.” Edoch, dat een colloquium als dit kan en mag plaats vinden onder de auspiciën van de Vlaamse Overheid en een minister zich binnen deze context laat verleiden tot een spelletje ‘1, 2, 3, piano’ in plaats van een nietszeggende slotredevoering, betekent dat ruimte voor kinderen en jongeren toch al op de politieke agenda staat. We hopen dat met dit colloquium ook meteen het startschot is gegeven voor echte actie op het veld.

info De afdeling Jeugd werkt momenteel aan een verslagboek over het colloquium, dat aan alle deelnemers wordt bezorgd. In afwachting kan je alvast het volledige onderzoeksrapport van Kind en Samenleving vzw en KULeuven, en de presentaties van de verschillende sprekers downloaden via www.jeugdbeleid.be. Voor meer informatie over het Colloqium Buiten Spelen kan je terecht bij de Afdeling Jeugd, bij Trees De Bruycker 02-553 42 67 of trees.debruycker@cjsm.vlaanderen.be

Wie is de buitenspeelguerilla? De kritische luis in de pels van het speelruimtedebat, de pittige reflectie die het vuur en de passie voor buiten spelen levend houdt. Zij spuwen hun gal en zetten wat ze appreciëren mee in de verf, met korte stukjes bij artikels doorheen deze Dropzone. Je bent gewaarschuwd!

BUITENSPEELGUERILLA Moet dat nu, buiten spelen? Is dat wel gezond? Is het feit dat kinderen meer binnen zitten ook gewoon niet toe te schrijven aan het feit dat met de komst van de PC, de videogames en het onuitputtelijke aanbod op het kijkkastje het binnen gewoon veel leuker is. En wat is daar nu fout mee? Is democratie ook niet het recht op vrije keuze? Het recht op het leukste, het recht op luiheid, het recht op die zachte zetel, in een warme woonkamer, chips en cola binnen handbereik? Het recht om te ervaren dat wie zich volpropt, helaas het loodje zal moeten leggen bij het hardlopen, maar dan weer in andere dingen goed is? Trouwens, onze kinderen zien ons dag in, dag uit op dat klavier tokkelen. Wie zijn wij dan om hen naar buiten te jagen?

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 13


jeugdruimte | Rondhangende jongeren palmen publieke ruimte in

Tegen de paal of op het podium? RONDHANGENDE JONGEREN PALMEN DE (PUBLIEKE) RUIMTE IN ✒

Nathalie Van Ceulebroeck       Passetti

Kleurt een bende lachende, pratende en vooral rondhangende jongeren het straatbeeld in je gemeente? Of verziekt een groep luidruchtige nozems die niet beters te doen hebben er de pleintjes? Vaak is het een kwestie van perceptie. Is rondhangen een zinloze of zinvolle manier om je tijd in te vullen? ’t Is maar hoe je ’t bekijkt.

VVJ trekt, in samenwerking met elf organisaties, een campagne waarin we een duidelijk standpunt innemen: rondhangen is zinvol! Rondhangen vervult voor jongeren heel wat functies. De straat wordt wel eens het vierde opvoedingsmilieu genoemd, naast het gezin, de school en de georganiseerde vrijetijdsbesteding. Jongeren maken gebruik van de publieke ruimte om er vrienden te treffen en ontdekken daar hun plaats als persoon in een groep en in de ruimere gemeenschap. Mooie woorden op papier! Maar hoe zit het op het veld, in de praktijk? Rondhangende jongeren vormen (minstens) een uitdaging voor jeugdwerkers en jeugddiensten. Hoe bereik je immers dat ongeorganiseerd pubergeweld? Wat antwoord je op hun vragen naar meer/eigen ruimte? En wat zeg je tegen de buren als ze, vaak bij monde van de politie, komen klagen? Want jammer genoeg hebben ze soms gelijk: het zijn niet altijd ‘troetelberen op roze wolken’, die rondhangende jongeren. Met de lancering van een campagne die een positief licht werpt op rondhangjongeren willen we daar onder meer een antwoord op bieden. Want al zijn het niet allemaal doetjes, de grote massa jongeren hoeft niet te boeten omdat enkelingen overlast veroorzaken. Wij willen dat de goegemeente rondhangen opnieuw in het juiste perspectief plaatst, namelijk als een vrijetijdsbesteding van alle tijden en van alle leeftijden. We reiken met de campagne een hand naar drie verschillende doelgroepen. Ten eerste willen we ‘de publieke opinie’ (en nee, nog vager kan moeilijk) bespelen. We proberen pers en publiek te overtuigen om niet enkel jongeren die overlast veroorzaken in beeld te brengen als ‘de jeugd van tegenwoordig’. p 14 •

april 2009

De belangrijkste doelgroepen van de campagne zijn echter de jongeren zelf en iedereen die op lokaal niveau werkt met en voor jongeren (jeugddiensten, straathoekwerkers, buurtwerkers, politie, beleidsverantwoordelijken…). We sporen jongeren aan om op een positieve manier naar buiten te komen. Door kennismaking en dialoog tussen jongeren en de buurt hopen we dat de verstandhouding tussen beide partijen verbetert en er meer begrip en tolerantie groeit. Een paar ideetjes van een gelijkaardige Nederlandse campagne op www.hangaround.nl: “Jongeren willen samen met buurtbewoners hun hangplek tot een veilige, gezellige plek omtoveren. Zo hopen ze dat de relatie tussen hen en de buurt verbetert. De hangplek is bij een sporthal. Ze gaan het groen snoeien samen met de gemeentedienst en de muur van de sporthal overschilderen met mooie graffiti. Hiervoor gaan ze eerst graffitiworkshops volgen. Op de uitvoeringsdag worden de muurschilderingen beoordeeld door een jury die bestaat uit wijkbewoners.” (Hengelo (NL)) “Jongeren gaan een film maken over dingen die ze doen. Ze laten bijvoorbeeld de hangplek zien en waar jongeren samenkomen. Ook de ouderen die wonen in een bejaardenhuis naast hun hangplek krijgen een rol in de film. De film zal getoond worden op hun hangplek.” (Nieuwleusen (NL))

Op de website van de campagne bieden we nog tientallen andere ideeën aan. Via een stappenplan geven we jongeren daarnaast ook een hoop tips over de uitvoering van al die ideeën.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Een V!rus-project dat je doet buiten spelen Op 1 april 2009 speelde heel Vlaanderen buiten tijdens de tweede editie van de Buitenspeeldag. Het jeugdwerk is de Buitenspeeldag zeer genegen. Ze riep dan ook massaal alle lokale bewegingen, groepen, speelpleinen… op om in hun gemeente een handje te helpen tijdens de organisatie van de Buitenspeeldag. Het engagement van het jeugdwerk gaat verder! Onder het motto ‘Goe gespeeld!’ slaan jeugdorganisaties de handen in elkaar om ook na de Buitenspeeldag het thema buiten spelen mee op de kaart te zetten.

Inspiratieboekje

In de eerste plaats krijgen verschillende jeugdorganisaties, jeugdraden en jeugddiensten met het gratis inspiratieboekje Goe gespeeld! een pak tips en informatie. Over ruimte om te spelen, het belang van beweging, spelen in georganiseerd en niet-georganiseerd verband, avontuur, spelen in ’t groen, risico’s, tolerantie en vuile speelkleren.

Instrument voor jeugdraden

Gemeentelijke jeugdraden worden gestimuleerd om het plaatselijke beleid te adviseren over ruimte om te spelen. V!rus ontwikkelt daarom een instrument om het beleid van de gemeente over ruimte voor kinderen en jongeren te evalueren en te voeden. En wat hebben we jou te bieden? Iedereen die met en voor jongeren werkt, willen we stimuleren om op een positieve en proactieve manier aandacht te geven aan deze doelgroep. We schuiven hierbij een aantal principes naar voor: • Praat met jongeren, niet over jongeren. • Denk op lange termijn. • Stap zelf op hen af. Ga op zoek naar rondhangende jongeren en spreek hen zelf aan. • Werk maken van een beleid rond hangjongeren, kan je niet alleen. Betrek ook andere partners (de buurt, een veldwerker, een lokaal beleidsverantwoordelijke, de politie…) in een overleggroep. • Als jongeren, buurtbewoners en lokale (beleids)­ verantwoordelijken elkaar kunnen leren kennen, kan er meer begrip groeien voor elkaar.

Stempel

Het inspiratieboekje en het instrument dragen de stempel van Goe gespeeld!, heel letterlijk zelfs. Jeugddiensten en organisaties kunnen meewerken aan dit project door eigen activiteiten of acties in het kader van buitenspelen het label van Goe gespeeld! te geven. Het logo wordt daarom ter beschikking gesteld van alle organisaties en diensten die onze boodschap willen helpen uitdragen: op affiches, websites, programmaboekjes… Bij Steunpunt Jeugd kan je ook stempels bestellen aan kostprijs: • stempel 4 x 0,9 cm aan 5 euro • stempel 7,3 x 1,6 cm aan 8 euro Of een volledige set om op evenementen of andere activiteiten zelf t-shirts te bestempelen. Zo’n set kost in totaal 140 euro en bestaat uit: • textielstempel 20 x 4,5 cm aan 41 euro • inktkussen 30 x 12 cm aan 79 euro • textielinkt 250 ml aan 20 euro Deze prijzen zijn exclusief de verzendingskosten. Vanaf mei vind je alle informatie op www.goegespeeld.be!

Goe gespeeld!

info Geprikkeld? Veel meer informatie lees je op de campagnewebsite, te bereiken via www.dehangman.be. Meer informatie over de campagne is te verkrijgen bij Nathalie via nvanceulebroeck@vvj.be of 03-821 06 00.

Omdat het een recht is van kinderen en jongeren om in de onmiddellijke omgeving buiten te kunnen spelen, om avontuur op te zoeken, om zich eens goed vuil te kunnen maken tijdens het spel, om met leeftijdsgenoten de natuur te herontdekken en nog zoveel meer redenen… Goe gespeeld! is een V!RUS-project van Steunpunt Jeugd, Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, Ondersteuning Lokale JeugdParticipatie, Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en –consulenten, KLJ en KSJ-KSA-VKSJ. Met steun van de Vlaamse overheid.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 15


JBP | Rate-a-Plan

Volg je JBP op met Rate-a-Plan! ✒

Katrien Vanhove, medewerker bij Karuur Ondersteunt Lokale Participatie       Jeugdraad Oudenaarde, Jeugdraad Hamme Met dank aan de jeugdraden van Oudenaarde en Hamme

Heel wat jeugdraden stonden mee aan de wieg van het jeugdbeleidsplan 2008-2010. Sommigen zaten in de stuurgroep, anderen hielden meer of minder nadrukkelijk de pen vast. Jammer genoeg slagen niet alle jeugdraden er even goed in om het lopende jeugdbeleidsplan goed op te volgen. Daarom stelt V!RUS voor: Rate-a-Plan! Voor jeugdraden is het jeugdbeleidsplan zo’n beetje een leidraad voor de werking. Het bepaalt in belangrijke mate de agenda en de werkzaamheden van de jeugdraad. Maar het lopende jeugdbeleidsplan goed opvolgen loopt niet altijd van een leien dakje. Een jeugdbeleidsplan loopt immers gedurende drie jaar en in de loop van die tijd veranderen jeugdraden en soms ook jeugddiensten grondig van samenstelling. De continuïteit van het jeugdraadwerk en de opvolging van het jeugdbeleidsplan durven hier al eens onder te lijden.

De jeugdraad volgt het JBP op: door een decretale bril Jeugdraden hebben min of meer de plicht om de uitvoering van het jeugdbeleidsplan goed op te volgen. Niet alleen moreel, maar ook als je het decreet lokaal jeugdbeleid en het principe van interactief bestuur erbij neemt. Sinds 2006 is het principe van het interactief bestuur opgenomen in het decreet lokaal jeugdbeleid. Gemeentebesturen moeten de dialoog aangaan met de bevolking en meer bepaald met de kinderen en jongeren die het grondgebied bewonen. Concrete bepalingen zijn er verder niet verbonden aan dit interactief bestuur. Wel bevat het decreet enkele regels die de rol van de jeugdraad met betrekking tot het jeugdbeleidsplan vastleggen. Zo moeten gemeentelijke jeugdraden betrokken zijn bij de opmaak van het jeugdbeleidsplan. Aan het einde van het planningsproces moeten ze een advies geven over het hele plan. Nadien vraagt de gemeente bij elke verantwoordingsnota een advies over de uitvoering van het jeugdbeleidsplan. Jeugdraden hebben er alle belang bij regelmatig een stand van zaken op te maken. Zo gaan ze na hoe ver de uitvoering van de doelstellingen staat en waar er actie moet ondernomen worden. p 16 •

april 2009

V!rus presenteert… Rate-a-Plan! Het samenwerkingsverband V!rus is zich ervan bewust dat de opvolging van het jeugdbeleidsplan niet altijd van een leien dakje loopt, en wil hierop inspelen. Het samenwerkingsverband biedt jeugdraden en ook jeugddiensten een instrument aan dat kan helpen bij het opvolgen van het jeugdbeleidsplan. Maak kennis met Rate-a-Plan! (zie kadertekst) V!rus lanceert Rate-a-Plan in het midden van het huidig jeugdbeleidsplan en aan de vooravond van de start van de opmaak van de nieuwe jeugdbeleidsplannen 2011-2013. De partners van V!rus hopen dan ook dat deze webtool een hulpmiddel zal zijn bij de opmaak van deze plannen. Een goed zicht op de stand van zaken van het lopende plan is immers een ideaal beginpunt voor de opmaak van het volgende plan.

Rate-a-Plan getest! Vooraleer we Rate-a-Plan de wijde wereld in schieten, liet V!rus hem testen door twee jeugdraden. De jeugdraden van Oudenaarde en Hamme waren meteen enthousiast om als eerste Rate-a-Plan uit te proberen. ‘Bij ons lukt de opvolging van het jeugdbeleidsplan goed,’ zegt Jo Van de Weghe, voorzitter van de jeugdraad van Oudenaarde. ‘We gaan het plan regelmatig te lijf met fluostiften, een meetlat en wat pennen. We doorstrepen afgewerkte acties en duiden aan waarrond we actie moeten ondernemen.’ Over Rate-a-Plan was de Oudenaardse jeugdraad kritisch maar wel positief. ‘Bij jeugdraden waar de opvolging van het jeugdbeleidsplan moeizaam verloopt, kan dit instrument zeker een meerwaarde betekenen,’ zegt Jo. ‘Maar voor ons zou de tool eigenlijk al verder mogen gaan,’ vervolgt hij. ‘We zouden dit graag zien evolueren naar een globaal systeem waar-

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Rate-a-Plan

| JBP

Rate-a-Plan uit de doeken In opdracht van V!rus ontwikkelde Jeugdwerknet een webapplicatie, Rate-a-Plan, waarin je alle acties uit het jeugdbeleidsplan 2008-2010 kan invoegen. Bij elke actie kan je aanduiden: • In welk jaar de actie wordt uitgevoerd • Onder welk hoofdstuk (jeugdwerkbeleid of jeugdbeleid) de actie valt • Onder welk thema (bijvoorbeeld jeugdwerkinfrastructuur, jeugdinformatie, fuifbeleid…) de actie valt • Hoe ver de uitvoering van de actie staat • Indien de actie nog niet afgewerkt is, wat er moet gebeuren om de actie af te werken (bijvoorbeeld overleg samenbrengen, een advies schrijven, bijkomende budgetten vragen…) mee je het jeugdbeleidsplan en de bijhorende verantwoordingsnota’s kan opmaken én opvolgen. Dat zou de meerwaarde van het systeem vergroten.’ De jeugdraad van Hamme heeft een heel ander verhaal. Daar gebeurt de opvolging van het jeugdbeleidsplan door de jeugdraad niet zo systematisch als in Oudenaarde. Daarmee is Hamme zeker geen uitzondering. ‘Voor ons is Ratea-Plan echt wel handig,’ zegt voorzitter Saskia Boone. ‘Het kost ons telkens veel moeite om aan de hand van de verantwoordingsnota uit te pluizen wat er al is uitgevoerd en wat niet’ vertelt ze. ‘Dit lijkt ons een gemakkelijk instrument om het jeugdbeleidsplan continu op te volgen. Vanaf wanneer kunnen we het gebruiken? Dan starten we er meteen mee!’ Op dit moment zijn de mogelijkheden van de tool beperkt tot het opvolgen van het lopende jeugdbeleidsplan. Maar de suggestie van de Oudenaardse jeugdraad is niet in dovemansoren gevallen. V!rus ziet groeipotentieel in Rate-aPlan en in de toekomst evolueren we misschien wel naar een globaal systeem waarin het jeugdbeleidsplan, de uitvoering, de opvolging en de evaluatie samengebracht wordt.

Op basis van deze criteria kan je lijstjes maken en krijgt de jeugdraad een goed overzicht van de stand van zaken van de uitvoering van het jeugdbeleidsplan. Deze overzichten kan je voorstellen op de vergaderingen van de jeugdraad en zo de agenda, acties en nieuwe initiatieven plannen voor de verdere looptijd van het plan. Ga zelf aan de slag! Heeft de jeugdraad van jouw gemeente nood aan een instrument om het jeugdbeleidsplan op te volgen? Neem dan contact op met Karuur, de ondersteuningsorganisatie voor jeugdraden en andere vormen van lokale jeugdparticipatie. We bezorgen jou een gebruikersnaam en een wachtwoord voor Rate-a-Plan. Meer heb je niet nodig om zelf aan de slag te gaan en te werken aan een verbeterde opvolging van het jeugdbeleidsplan.

info Meer info? www.rate-a-plan.be info@karuur.be 02-210 61 91

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 17


jeugdruimte | Kindvriendelijke inrichting van de publieke ruimte

Ritme in je betegeling: subtiel speelse inrichting van de publieke ruimte ✒

Leen Bartholomeus       Michel Gerits

Colloquium buiten spelen, buitenspeeldag, studiedag kindvriendelijke ruimte in de stad… Als je de kalender van de jeugdsector er op nakijkt staat jeugd in de publieke ruimte prominent op de agenda, zoveel is zeker. Als kinderen en jongeren verhoudingsgewijs even veel fysieke speelruimte krijgen als het thema aandacht krijgt op studiedagen, dan zijn we minstens op de goede weg. Hoe zet je principes om in de praktijk bij de inrichting van kwalitatieve publieke ruimte? Een bevlogen gesprek met speelruimte-expert Michel Gerits over de subtiele injectie van een speelse toets in de publieke ruimte. p 18 •

april 2009

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Kindvriendelijke inrichting van de publieke ruimte

Kwalitatieve publieke ruimte Hoe kom je tot een inrichting van de openbare ruimte die beantwoordt aan de wensen en behoeften van kinderen en jongeren? Eigenlijk moet je vertrekken van het principe dat je kwalitatieve publieke ruimte wil. Als je dat doet, hou je meteen rekening met de verschillende doelgroepen die gebruik maken van de ruimte. Dan hou je vanzelf rekening met de noden van kinderen en jongeren, kan je niet om speelse elementen in het openbare domein heen. Streven naar kwalitatieve publieke ruimte is nobel. Maar op welke manier breng je dit in de praktijk? Welke criteria hanteer je?

We gebruiken een aantal werkwijzen om plannen voor inrichting van de publieke ruimte aan te toetsen. Veruit de belangrijkste toetssteen voor alle nieuwe projecten die we opzetten in de stad is het STOPprincipe. Dat staat voor Stappers, Trappers, Openbaar Vervoer en Privévervoer, in casu wagens. Bij alle keuzes die we maken, maken we telkens de afweging: komt dit in de eerste plaats stappers ten goede? In de tweede plaats trappers? Enzoverder. Kinderen en jongeren komen hier als zachte weggebruikers meteen mee in beeld.

“De kunst bestaat erin speelse elementen te integreren in de publieke ruimte zonder ze ook als dusdanig te benoemen.”

BUITENSPEELGUERILLA Ieder doelgroepje zijn plekje Wat zien we in het ontwerp van speeltoestellen? Houten speeltoestellen die eerder gedijen in een landelijke omgeving versus metalen speeltoestellen die organisch aansluiten bij een stedelijke structuur. Deze laatste hebben met wat fantasie iets van een ijzeren speelbosje. Helaas kan je er geen takjes afbreken, want dan is het vandalisme. Bij die andere trouwens ook. Evenwel, speelterreinen met speeltoestellen hebben hun nut maar zijn tegelijkertijd een volwassenen zoethoudertje voor de publieke ruimte die we kinderen en jongeren hebben afgenomen. De voorbije decennia werd de resterende publieke ruimte dusdanig gesegmenteerd dat het bij wijlen iets had van een nieuw soort apartheidsregime. De oudjes hun petanquebanen, de kinderen hun speelterreinen, de tieners hun hangplekken en skateparken. En dit alles zonder enige ruimtelijke samenhang of bereikbaarheid. Polyvalent gebruik van beschikbare ruimte was ‘not done’ en vormde meteen een stevige voedingsbodem voor non-communicatie en onverdraagzaamheid tussen de verschillende gebruikers van de openbare ruimte. Eilandjes in de stad of de gemeente waar kinderen en jongeren zich met moeite zelfstandig van plek A naar plek B konden begeven.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

| jeugdruimte

Tussen de opstart en de oplevering van een project gebruiken we op drie ijkmomenten de STOPtoets. Bij de aanvang, om de bestaande toestand in kaart te brengen, als het voorontwerp klaar is en bij het definitieve ontwerp dat de facto de uitvoeringsplannen omvat. Aan de hand van een afvinklijst meten we een aantal zaken, ondermeer of een project voldoende rekening houdt met spelende kinderen. Inmiddels is het STOPprincipe ook in politieke kringen gemeengoed als uitgangspunt voor projecten, een mooie verworvenheid. Dit is uiteraard maar één manier om van bij de opstart rekening te houden met de verschillende doelgroepen die gebruik (kunnen) maken van de openbare ruimte. Jullie werken ook met beeldkwaliteitsplannen. Wat is dat precies? Een beeldkwaliteitsplan legt een aantal richtlijnen vast die je houvast zijn als je een stukje publieke ruimte gaat (her)inrichten in een bepaald gebied. Je maakt afspraken om tot een harmonieus totaalplaatje te komen. Op het vlak van materiaal- en kleurkeuze, maar evengoed neem je er richtlijnen in op hoe je de publieke ruimte kind- en jeugdgericht wil maken. Antwerpen heeft er eentje voor onder meer de binnenstad en het Eilandje. Met de opmaak van zo’n plan voor bijvoorbeeld de speelruimtes in je gemeente kom je als jeugddienst al een heel eind. Het dwingt je om na te denken over een geïntegreerde visie op je speelterreinen en om keuzes te maken. Streef je voor je speelterreinen naar showrooms van de laatste nieuwe speeltoestellen of kies je voor een avontuurlijke harmonieuze totaalaanpak?

Prikkel de fantasie Eigenlijk breng je in je totaalplaatje subtiele elementen aan die aan kinderen en jongeren appelleren zonder van de openbare ruimte een speeltuin te maken. Klopt. De kunst bestaat erin speelse elementen te integreren in de publieke ruimte zonder ze als dusdanig te benoeapril 2009 • p 19


jeugdruimte | Kindvriendelijke inrichting van de publieke ruimte

BUITENSPEELGUERILLA Leve de jungle van beton en staal De betonnen realiteit in onze steden hoeft geen verliespost te zijn. Al wordt ze vanuit de nostalgische reflex naar groene speelruimte vaak zo stiefmoederlijk bekeken. De bebouwing en het wegennet dat deze bebouwde plaatsen met elkaar verbindt, zijn onvermijdelijke producten van onze hedendaagse samenleving en ze zijn echt. Je kan ze niet wegdenken of wegtoveren voor een leuk speelbosje of een grasveld. Voor kinderen en jongeren is onze betonnen doorn in het oog de biotoop waar ze in opgroeien en zich bewegen. Zij stellen zich niet de nostalgische vraag naar groen omdat ze niet anders kennen. En ook beton biedt speelkansen. Een saai grijs voetpad of pleintje krijgt met het aanbrengen van een aantal gekleurde vlakken of tegels al onmiddellijk een andere indruk en de meerkost is verwaarloosbaar. Parkings en trappen om op te skaten. Amsterdammertjes.

men. Niet alleen omdat dit politiek niet verkoopt (zie kadertekst), maar ook omdat hun speelse aantrekkingskracht bijna omgekeerd evenredig is met hun detaillistische uitwerking. Ritme in je betegeling, hoogteverschillen en een betonnen pouffe of twee en je kan kinderen, jongeren én volwassenen aanspreken. Eigenlijk geldt dit net zo goed voor de inrichting van expliciete speelruimte. Als je op een speelplaats een kasteel neerpoot en het als dusdanig benoemt, kan het alleen nog maar een kasteel zijn. Zet er een paar betonnen blokken van verschillende grootte en je creëert een schat aan speelmogelijkheden. Voor de inrichting van expliciete speelruimte voor kinderen moeten we volgens mij af van de klassieke speeltoestellen. Die spreken eigenlijk alleen maar de allerkleinsten aan.

De stem van de jeugd Hoe zorg je dat de jeugdinsteek aan bod komt in de plannen die jullie maken voor de openbare ruimte in de stad? We gebruiken verschillende mechanismen die elkaar versterken. Rechtstreekse inspraak, maar net zo goed het verspreiden van je jeugdvriendelijke visie, zodat ze kan doorwerken in allerlei projecten. De jeugdparagraaf bepaalt dat de stad p 20 •

april 2009

voor alle zaken aangaande het openbare domein verplicht het advies van de jeugdraad moet inwinnen. Ze gaan veelal over heel praktische, concrete zaken: staat die bank daar goed, zodat een mama er veilig voorbij kan met haar kinderwagen? Relevant, maar de adviezen zoals ze nu zijn opgevat bieden niet meteen ideeën of inspiratie of gewicht om extra speelruimte te genereren. De stedelijke jeugddienst bekijkt op welke manier we de adviezen anders kunnen aanpakken zodat ze effectief wat opleveren, voor ons en voor de jongeren.

“Streven naar kwalitatieve publieke ruimte impliceert aandacht hebben voor de noden en behoeften van verschillende doelgroepen.” Onrechtstreeks, op het tweede plan, zijn er de plenaire vergaderingen van de stadsdiensten waar de adviezen van de verschillende diensten doorgepraat worden. De speelruimteambtenaar van de jeugddienst heeft hier een vaste stem. Daarnaast geven we een aantal van onze mensen in de tekenzaal, de zaal waar de ideeën in een ontwerp gegoten worden, een specifieke opleiding. Enerzijds informeren we ze over de veiligheids-

voorschriften inzake speelterreinen. Anderzijds geven we ze een cursus speelruimteontwerp. De bedoeling is om een stuk visie mee te geven die meegenomen wordt in de uitwerking van ontwerp tot realisatie. Zo is bijvoorbeeld het Regenboogpark (Antwerpen-Zuid) ontworpen met een speelruimtebril.

info Wie is Michel Gerits? Michel Gerits is sinds een drietal jaar programmaleider openbaar domein bij de stad Antwerpen. Hij staat mee aan de basis van nieuwe stadsprojecten. Hij tekent de visie uit en ziet er daarnaast op toe dat die visie doorgetrokken wordt in de ontwerpen en realisaties. Michels’ roots liggen op het Antwerpse speelplein. Hij ontdekte er dat je een plek in enkele pennentrekken kan omtoveren tot speelruimte. Michel is architect van opleiding, rolde spelenderwijze in het vak en groeide uit tot specialist speelruimte. Als zelfstandig architect ontwierp Michel alle mogelijke binnen- en buitenruimten die een belangrijke rol spelen in het leven van kinderen, van scholen tot speelplaatsen tot …

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Kindvriendelijke inrichting van de publieke ruimte

| jeugdruimte

De truken van de foor Een ambitieus speelruimteplan opstellen is één ding. Effectief één en ander gerealiseerd krijgen een ander. Omdat je als jeugddienst afhangt van de goodwill van politiek en andere diensten, een aantal verkoopstips op een rijtje. • Tip 1: Kies er een aantal deelprojecten uit die haalbaar zijn om te realiseren. Zij kunnen als hefboomprojecten fungeren, eens ze gerealiseerd zijn kan je van daaruit vertrekken om andere zaken op de rails te krijgen. • Wees creatief met de wet op de overheidsopdrachten. Als je gewoon een opdracht uitschrijft zonder veel poeha zal je waarschijnlijk noodgedwongen moeten kiezen voor de goedkoopste. Werk met het ‘design & build principe’. Laat de aannemer je ontwerpvoorstel doen en kies uit de resem voorstellen de beste prijs-kwaliteit verhouding, op die manier laat je kwaliteit primeren. • De betekenis van het concept speelweefsel wijzigde de afgelopen tien jaar lichtjes: van het netwerk van een jeugddienst tot de realisatie van een bijna tastbaar weefsel. Wij willen toch nog even het belang van dat relationele netwerk in de verf zetten. Bekijk het plaatje speelruimte zo ruim mogelijk. Pin je budget niet vast op de aankoop van nieuwe speeltoestellen, maar ga eens polsen bij de groendienst of er budgetten zijn om de ruimte rond de speeltoestellen harmonieus in te richten. Op die manier kan je de budgetten van andere diensten aanspreken voor de realisatie van speelkansen vanuit de visie van de jeugddienst! • Spelaanleidingen die je wil integreren in de openbare ruimte probeer je zoveel mogelijk een plekje te geven onder andere projecten in het kader van publieke ruimte. Om medewerkers van andere diensten en de politiek mee te krijgen in je verhaal koppel je ze daarbij aan zaken die een veelal hogere politieke prioriteit krijgen: verkeersveiligheid, sociale cohesie...

Aan de slag met Speelweefsel Eén voorbeeld van hoe je aan het speelweefselconcept een concrete toepassing geeft: “Een heel tastbare manier om je speelweefsel vorm te geven is bijvoorbeeld criteria koppelen aan je ‘schoolrijen’. Schoolrijen zijn de rijstructuren waarin schoolkinderen zich in groep verplaatsen. Teken uit welke trajecten schoolrijen afleggen en welke plekken cruciaal zijn. Je kan dan als criterium nemen dat voor het ganse traject minimaal 2 meter voetpadbreedte beschikbaar moet zijn. Daarnaast kan je bijvoorbeeld de cruciale oversteekpunten in de verf zetten. Dat hoeft niet eens met zo’n octopus te zijn, je kan deze punten evengoed markeren met vormgeving die alle doelgroepen aanspreekt. Verder kiest Antwerpen voor de schoolpoorten resoluut voor een extra breed voetpad met banken en wat groen, de auto wordt naar verder in de straat verbannen.”

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 21


jeugdwerk | De animatorenploeg

De animatorenploeg: praktijkvoorbeeld uit Nijlen In de vorige editie van Dropzone penden we een heel dossier over animatoren en de cruciale rol van een animatorenploeg bij de organisatie van je vakantiewerking. Mooi in theorie, maar zoals vaak in de praktijk niet altijd evident. We zochten én vonden een voorbeeld van een gemeentelijke vakantiewerking die steunt op een degelijk gestructureerde werking van de animatorenploeg. Een namiddag lang hingen we aan de lippen van Gunther Melis, de jeugdconsulent van de gemeente Nijlen.

Kan je ons kort een beeld schetsen van de gemeente Nijlen en jullie dienst? Nijlen is een rustige gemeente in het zuiden van de Antwerpse Kempen met iets meer dan 20.000 inwoners. De jeugddienst wordt bevolkt door één jeugdconsulent en een administratief medewerker die ook voor de cultuurdienst werkt. In de zomer staat een jobstudent de jeugdconsulent bij voor de uitwerking van de vakantieprogrammatie.

activiteit voor kleuters waar toch telkens tussen de 30 en 50 kleuters aan deelnemen. Heel wat ouders vragen ook om opvang voor en na. Het gemeentebestuur volgt de visie van de jeugdconsulent dat de Grabbelpas en de speelpleinwerking vrijetijdsinitiatieven zijn en geen opvanginitiatieven.

Hoe ziet die vakantieprogrammatie eruit? Grabbelpas is in Nijlen al jaren een groot succes. Per jaar worden er 500 pasjes verkocht en dit jaar vieren we de vijftiende verjaardag van Grabbelpas. We organiseren Grabbelpas tijdens verschillende vakanties maar het zwaartepunt ligt tijdens de zomervakantie. Op de drukste momenten organiseren we zeven tot acht activiteiten tegelijk. Sommige activiteiten zitten zo snel vol dat we ze verschillende keren programmeren. Voor het merendeel van de activiteiten schakelen we externe organisaties in. Dit zijn veelal verenigingen, bedrijven, particulieren uit de eigen gemeente die een activiteit organiseren voor Grabbelpas. Op externe organisaties die workshops aanbieden doen we zelden beroep. Ze zijn meestal nogal duur en met een beetje creativiteit kan je deze activiteiten vaak zelf organiseren. Daarnaast nemen de animatoren ook een deel voor hun rekening.

“De vergoeding is zeker niet de belangrijkste motivatie voor animatoren, want ze ligt een stuk lager dan wat je als jobstudent kan verdienen.” Daarnaast organiseren we sinds een paar jaar speelpleinwerking in de zomervakantie. Vijf weken lang, op verschillende locaties zodat elke deelgemeente een of meerdere weken een speelpleinwerking heeft. De speelpleinwerking is een stuk kleiner maar kent dan ook een minder lange traditie dan de Grabbelpas. Gemiddeld nemen een vijftigtal kinderen per dag deel. Vorig jaar boden we voor het eerst gedurende één week ook een kleuterwerking aan. Daar is een grote vraag naar en in de toekomst zal deze ene week niet volstaan. Daarnaast organiseren we tijdens de zomervakantie wekelijks een p 22 •

april 2009

Wouter Vanvinckenroye       Gunther Melis

Hoe ziet de gemeente de rol van de animatorenploeg in het geheel van de vakantiewerking? De kracht van de organisatie van de vakantiewerking zit in de centrale positie die de animatorenploeg inneemt. De jeugddienst en het gemeentebestuur kiezen voor een beleid dat de animatoren zo dicht mogelijk bij de vakantiewerking betrekt. De vakantiewerking stopt dan ook niet voor de animatoren op de laatste dag van de vakantie. Hoe vullen jullie die nauwe betrokkenheid van animatoren concreet in? Om de participatie van de animatoren te verhogen bij de organisatie van de speelpleinwerking riepen we een stuurgroep in het leven. Deze stuurgroep bestaat uit een achttal animatoren die vaak al een aantal jaar ervaring hebben binnen de vakantiewerking. De stuurgroep houdt zich vooral bezig met de organisatie van de werking zoals het spelsysteem, inschrijvingssysteem, aankoop materiaal… De stuurgroep heeft een adviserende rol naar de jeugddienst en het gemeentebestuur. Meestal volgt het gemeentebestuur de voorstellen die de stuurgroep formuleert. Daarnaast nodigen we alle animatoren uit voor een werkgroep. De werkgroep bespreekt vooral praktische zaken, zoals de organisatie van 15 jaar Grabbelpas, het voetbaltornooi en animatorenactiviteiten. Alle animatoren krijgen ook het verslag zodat iedereen op de hoogte blijft van wat er gebeurt. De eerste werkgroep na de vakantie is traditioneel een grondige evaluatie van het afgelopen werkjaar. De meeste animatoren zijn dan ook op deze vergadering aanwezig omdat je hier je zegje kan doen over wat we kunnen verbeteren in de werking voor het volgend jaar. Ook al is de inbreng van de Grabbelpasanimatoren minder groot, we betrekken ze ten volle bij de animatorenwerking.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


De animatorenploeg

Hoe werken jullie naar een hechte animatorenploeg? Voor de animatoren van de speelpleinwerking is er in de aanloop naar de zomervakantie een voorbereidingsweekend. Animatoren kunnen elkaar beter leren kennen, we geven er vorming en zetten de voorbereidingen van activiteiten in gang. Voor de Grabbelpasanimatoren is er geen specifieke voorbereiding. We hebben geen aparte werking voor Grabbelpas- en speelpleinanimatoren. Het is één grote animatorenploeg. Om de animatoren al snel in de sfeer te brengen start de vakantie met een plezante dag. Op het einde van de vakantie sluiten we traditioneel af met een barbecue.

“Als jeugddienst probeer je impulsen te geven zodat je een hoge mate van betrokkenheid krijgt van de animatoren op de werking en de zelfredzaamheid van de organisatie stimuleert.” Buiten de vakanties organiseren we af en toe ontspannende activiteiten om de groepsgeest van de ploeg te bevorderen. Dit kunnen uitstapjes zijn maar evengoed een activiteit die een groep animatoren voorbereidt. Tijdens de Paasvakantie is er een voetbaltornooi met andere speelpleinwerkingen. Tenslotte organiseert de jeugddienst jaarlijks een ontbijt en de Avond van het Jeugdwerk voor alle jeugdverenigingen. (zie pagina 12 in deze Dropzone) Uiteraard zijn de animatoren hier ook op uitgenodigd. Ik vind het ook belangrijk om de animatoren regelmatig in de bloemetjes te zetten. Wat je van hen verwacht is niet niks, en je weet dat ze het appreciëren als er af en toe een mooi gebaar komt. Hoe gaan jullie te werk voor de werving van animatoren? In januari, februari starten we de zoektocht naar kandidaten voor de vakantiewerking. We houden een informatieavond waar geïnteresseerden een realistisch beeld krijgen van wat de vakantiewerking inhoudt. Op deze manier stellen zich jaarlijks een tiental mensen kandidaat als animator. We hebben geen problemen om voldoende animatoren te vinden. Jaarlijks zijn er genoeg nieuwe kandidaten en de animatoren die in de werking meedraaien haken meestal niet snel af.

| jeugdwerk

Speelt ervaring een rol bij wie waar ingezet wordt als animator? Iedereen die zich kandidaat stelt krijgt een kans als animator. Nieuwe animatoren draaien niet meteen mee bij de speelpleinwerking, tenzij ze onmiddellijk een basiscursus animator gaan volgen. Wie drie jaar ervaring heeft opgedaan bij de Grabbelpas, kan ook doorstromen naar de speelpleinwerking. We stimuleren de kandidaten ook om een basiscursus animator in het jeugdwerk te volgen. Dit vertaalt zich ook in de vergoeding die animatoren krijgen. Ervaring en het volgen van een cursus bepalen de hoogte van de vergoeding. De vergoeding is zeker niet de belangrijkste motivatie voor animatoren, want ze ligt een stuk lager dan wat je als jobstudent kan verdienen. Als je alle initiatieven op een rij zet, is het duidelijk dat er een stevige rol voor de jeugdconsulent is weggelegd. De rol van de jeugdconsulent is uiterst belangrijk binnen de organisatie van deze vakantiewerking. Je moet als jeugddienst zelf investeren in je animatorenploeg. Ik volg alle vergaderingen, ga mee op uitstap, neem deel aan de evaluaties en passeer even als er een evenement georganiseerd wordt door de animatoren. Het is belangrijk dat je dicht bij de animatoren staat. Ze mogen je niet (alleen) zien als de eindverantwoordelijke van het speelplein maar vooral als iemand die hen coacht en voor hen klaarstaat als het nodig is. Je moet op zoek gaan naar een goed evenwicht. Als jeugdconsulent heb je tenslotte een andere verantwoordelijkheid dan de animatoren. Je probeert impulsen te geven zodat je een hoge mate van betrokkenheid krijgt van de animatoren op de werking en de zelfredzaamheid van de organisatie stimuleert. Anderzijds moet je professionele ondersteuning geven aan de ploeg zonder hen te betuttelen en door hen niet te belasten met administratieve taken. Het is duidelijk: het uitbouwen van een goede werking vraagt veel tijd en energie. Je moet dus van je gemeentebestuur de ruimte krijgen in je takenpakket om je animatorenploeg te laten bloeien!

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 23


cijferboek | Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd

Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd ✒

Ilse Holvoet

Wie zich afvraagt hoe het gesteld is met ’de jeugdconsulent’, het gebruik van de nieuwe media of de samenwerking tussen jeugd, cultuur en sport, kan zich verheugen. Het nieuwe Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2008-2010 is er! Naast de edities van sport en cultuur, is ook het Zoekboek opnieuw van de partij, zij het dan in de vorm van een Adresboekje. Op 22 april werden de publicaties voorgesteld, samen met de website die voor iedereen toegankelijk is.

ABC van het lokale jeugdbeleid Het Cijferboek zoomt in op verschillende aspecten van het lokale jeugdbeleid. Het bekijkt de gemeentelijke jeugddienst en jeugdraad en maakt een stand van zaken op over het particuliere en het gemeentelijke jeugdwerk. Ook de al dan niet aanwezige samenwerking met andere sectoren komt aan bod. Voor heel wat onderwerpen biedt het Cijferboek bovendien interessant vergelijkingsmateriaal met vorige edities. Enkele van de meest opmerkelijke vaststellingen lichten we er hier even uit.

Opmars van de jeugdconsulent Net zoals ‘het kind’ of ’de jongere’ niet bestaat, zo bestaat ook ’de jeugddienst’ niet. Ze zijn er in alle groottes en varip 24 •

april 2009

ëteiten in takenpakketten, op verschillende niveaus en in verschillende diensten. Veel hangt af van de middelen die een gemeente ter beschikking heeft voor de uitbouw van de jeugddienst. Ook de politieke wil moet aanwezig zijn om (meer) te investeren in het lokale jeugdbeleid. Het gebeurt dat deze goede voornemens blijven steken bij de opmaak van de begroting. En waar slechts beperkte middelen voorzien worden in de begroting, is het jeugdbeleid van bij het begin een lastig bestaan beschoren. Toch zien we een duidelijke stijging van het aantal jeugdconsulenten dat werkzaam is in een jeugddienst. Daar waar in 2004 nog 193 jeugdconsulenten tewerkgesteld waren in een jeugddienst, is dat in 2007 opgelopen tot 212 op 307 gemeenten. Daarmee samenhangend is het aantal combinatieambtenaren gedaald van 78 naar 67. Dit geeft aan dat ook de kleinere gemeenten stilaan meer inzetten op jeugdbeleid en een jeugdconsulent aanwerven. Een interessant aspect van de tewerkstelling van jeugdconsulenten, is het functieniveau. Zo zijn slechts 21 personeelsleden van jeugddiensten tewerkgesteld op A-niveau, waarvan het merendeel diensthoofden zijn. Administratieve krachten zijn meestal tewerkgesteld op C-niveau. De jeugdconsulenten zweven daartussen: 81% van de jeugdconsulen-

ten is tewerkgesteld op B-niveau. Dit is een sterke stijging in vergelijking met 2004: toen was dit nog 72%. Die stijging gaat ten nadele van het aantal jeugdconsulenten op C-niveau, wat wijst op een opwaardering van de functie. In tabel 1 zie je een overzicht van het personeel dat tewerkgesteld is op een jeugddienst, ingedeeld naar functie en aanwervingniveau. De cijfers zijn uitgedrukt in percentages per functie. Zo kan uit de tabel afgeleid worden dat 44% van alle personeelsleden op jeugddiensten op B-niveau is tewerkgesteld. Jeugdconsulenten worden steeds minder vast benoemd in hun functie. Het aantal jeugdconsulenten in dit statuut is licht gedaald van 24% in 2004 naar 22% in 2007. Er is een duidelijke verschuiving naar contracten van onbepaalde duur: die gaan van 30% naar 41%. Dit bevestigt de algemene trend dat de gemeentebesturen in sectoren als de jeugdsector steeds minder personeelsleden vast benoemen, maar meer werken met contractuelen. Figuur 1 geeft de cijfers omtrent het statuut van de jeugdconsulent in 2004 en 2007 weer. De verhouding tussen mannen en vrouwen blijft stabiel. We vonden 41% mannen en 59% vrouwen op de jeugddiensten. Figuur 2 toont een vergelijking specifiek voor jeugdconsulenten tussen 2004 en 2007.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd

| cijferboek

Tabel 1 – Personeel op jeugddiensten naar functie en aanwervingniveau – procentueel volgens functie (Vlaams Gewest) Absoluut aantal

A

B

C

D

E

Totaal

Jeugdconsulent

315

4%

81%

14%

1%

1%

100%

Diensthoofd

21

57%

43%

0%

0%

0%

100%

Combinatieambtenaar

76

5%

58%

29%

8%

0%

100%

Personeelslid met thematische inhoudelijke opdracht

33

12%

73%

12%

0%

3%

100%

Programmator / animator / jeugdwerker

188

1%

41%

44%

12%

3%

100%

Administratief

236

0%

3%

74%

23%

1%

100%

Technisch / logistiek

81

0%

1%

10%

41%

48%

100%

Totaal

950

4%

44%

35%

12%

5%

100%

Jeugddienst en managementteam: onbekend, onbemind? Het managementteam is nieuw sinds de vorige editie van het Cijferboek en voor heel wat jeugdconsulenten nog onbetreden terrein. We zien namelijk dat in 55% van de gemeenten geen specifieke vertegenwoordiging voor jeugd is in hun managementteam. Bij kleinere gemeenten is de jeugddienst vaak helemaal niet vertegenwoordigd. Bij grotere steden en gemeenten is de jeugddienst dan weer ingebed in een ruimere dienst en wordt het diensthoofd afgevaardigd naar het managementteam. Blijft dan natuurlijk nog de vraag over de doorstroming van informatie van het managementteam naar de jeugddienst en omgekeerd, want waar de cijfers stoppen, daar beginnen de vraagtekens. Zo is het managementteam lang niet in alle gemeenten op dezelfde manier samengesteld, zijn de voorwaarden anders, en is het niet duidelijk in hoeverre al die elementen invloed hebben op elkaar. Wordt ongetwijfeld vervolgd!

M’n Vlaanderenland, m’n fuivenland Jong Vlaanderen houdt van fuiven en de gemeenten doen ook hun duit in het zakje. Tweederden van de Vlaamse gemeenten heeft één of meerdere eigen fuifza(a)l(en), al dan niet als deel van

Figuur 1 Statuut van de personeelsleden op de jeugddienst, vergelijking met 2004 (Vlaams Gewest)

het jeugdcentrum. In de vorige editie ging het ‘slechts’ over de helft van de gemeenten. Een stijging dus, hoewel fuiven steeds meer onder druk komen te staan door de strenge milieuwetgeving, achterdochtige buren en vooroordelen tegenover fuivende jongeren.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

Fuifzalen hoeven niet noodzakelijk steeds in eigendom van de gemeente te zijn. Een gemeentebestuur kan er ook voor kiezen om particuliere zalen te ondersteunen zodat de jongeren een plek hebben om in eigen gemeente te fuiven. Zo zien we dat er 331 gemeentelijke en maar liefst 500 parapril 2009 • p 25


cijferboek | Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd

Figuur 2 Percentage mannelijke en vrouwelijke jeugdconsulenten, vergelijking 2004 - 2007 (n2004 = 221, n2007 = 313)

ticuliere fuifzalen zijn in 300 gemeenten. Dit betekent een gemiddelde van bijna 3 fuifzalen per gemeente. Desondanks zijn er nog steeds 62 gemeenten – of 21% - waar helemaal geen fuifzaal aanwezig is. Figuur 3 geeft een overzicht van gemeenten zonder fuifzaal, ingedeeld naar het aantal inwoners. Een tendens die in dezelfde lijn ligt, is het feit dat gemeenten nu meer lokalen permanent ter beschikking stellen van het jeugdwerk: 89% van de Vlaamse gemeenten stellen een lokaal ter beschikking op permanente basis aan minstens 1 jeugdwerkinitiatief. In 2004 was dit een stuk minder: toen ging het om 65% van de gemeenten.

Jeugdwerk(index)

Figuur 3 Procentueel aantal Vlaamse gemeenten zonder fuifzaal op hun grondgebied, volgens aantal inwoners

De jeugdwerkindex berekent het aantal jeugdwerkinitiatieven per 1.000 jonge inwoners. Onder ‘jonge inwoners’ verstaan we kinderen en jongeren van 0 tot en met 24 jaar. Het geeft een beeld van de beschikbaarheid van jeugdwerkinitiatieven in een gemeente, provincie of in het Vlaamse Gewest. Voor het Cijferboek zijn twee opdelingen gemaakt: enerzijds particulier versus gemeentelijk initiatief, anderzijds naar gebiedsindeling. De algemene jeugdwerkindex voor Vlaanderen bedraagt 3,7. Er zijn dus 3,7 jeugdwerkinitiatieven per 1.000 jonge inwoners of, ruwweg, 1 jeugdwerkinitiatief per 270 kinderen en jongeren. In 2004 was dit nog 4,14. Bij opsplitsing naar gemeentelijk en particulier initiatief, blijkt dat de daling voornamelijk voorkomt bij de particuliere initiatieven. Enerzijds heeft dit te maken met een reële daling van het aantal initiatieven door onder meer fusies tussen jongensen meisjesgroepen en het wegvallen van initiatieven in moeilijkheden. Anderzijds speelt de striktere definiëring van de antwoordmogelijkheden in de enquête mee. Zo zijn bijvoorbeeld de teken- en muziekacademies deze keer uitdrukkelijk niet meegerekend, terwijl ze in 2004 in sommige gemeenten werden meegeteld als (particuliere) jeugdwerkinitiatieven.

p 26 •

april 2009

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd

| cijferboek

Figuur 4 Kaart van de algemene jeugdwerkindex 2007

Figuur 5 Doelstellingen en acties in het jeugdbeleidsplan voor afstemming op andere beleidsdomeinen?

Van cijfers tot Cijferboek Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, het Cijferboek. Het is een uniek project, dat niet zou kunnen gerealiseerd worden zonder de massale respons van de jeugddiensten. Dat zelfs voor een zesde editie opnieuw 307 gemeenten deelnamen aan de bevraging, is op zijn minst vermeldenswaardig. Bovendien werd voor het eerst sinds 1995 opnieuw een vragenlijst opgesteld voor de sectoren cultuur en sport. Niet enkel de gemeenten uit het Vlaamse Gewest komen aan bod in het Cijferboek, maar ook de gemeenten uit het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, zij het wel telkens in een aparte alinea. Met een respons van 9 op 19 gemeenten is het namelijk niet mogelijk om uitspraken te kunnen doen voor het ganse gewest. Ook vergelijking met het Vlaamse Gewest ligt moeilijk, gezien het decreet lokaal jeugdbeleid niet van toepassing is binnen dit gebied. De Vlaamse overheid ondersteunt evenwel de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) bij het ontwikkelen van een jeugdbeleid aangepast aan de specifieke Brusselse situatie.

Š Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 27


cijferboek | Meten is weten, lokaal jeugdbeleid een stukje ontcijferd De gemeentelijke jeugdwerkindex is voor Vlaanderen ietsje gestegen. Dit betekent dat er iets meer gemeentelijke initiatieven zijn per 1.000 kinderen en jongeren in vergelijking met drie jaar eerder. Deze cijfers zeggen echter niets over de ledenaantallen van de initiatieven. Onderzoek naar de ledenaantallen maakte geen deel uit van het onderzoek voor het Cijferboek, vandaar dat daar geen uitspraken over gedaan worden. Figuur 4 geeft een mooi overzicht van de stand van zaken van de algemene jeugdwerkindex in 2007.

Hoe breed is ’breed jeugdbeleid’? In het kader van het ‘breed jeugdbeleid’ kunnen jeugddiensten op verschillende manieren betrokken zijn bij het beleid en/of de werking van andere sectoren. Zo kunnen in de jeugdbeleidsplannen acties opgenomen zijn om het beleid op de andere sector af te stemmen, zoals weergegeven in figuur 5. Ook kan de jeugdconsulent deel uitmaken van een overleg, dat al dan niet een werkgroep heeft die specifiek op jeugd is gericht. Zo zien we dat in 90% van de gemeenten met een lokaal overleg kinderop-

vang, de jeugdconsulent betrokken is. Ten slotte kunnen de verschillende sectoren ook samenwerken om een activiteit op poten te zetten. Cultuur en sport zijn hierbij de bevoorrechte partners.

Dit en nog veel meer… … vind je uiteraard in het Cijferboek zelf. Iedere jeugddienst krijgt een exemplaar toegestuurd, de Cijferboeken lokaal cultuur- en sportbeleid worden aan de respectievelijke diensten bezorgd. De gegevens zijn ook beschikbaar op deze website: www.cijferboek.be.

Van enquête tot publicatie: de producten • Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2008-2010 In 1989 werd de voorganger van het Cijferboek - de Atlas Gemeentelijk Jeugdbeleid - voor het eerst gepubliceerd. Al gauw ontstond de behoefte om meer te weten over dat lokale jeugdbeleid. Vanaf 1993 werd de Atlas aangevuld met een Cijferboek Gemeentelijk Jeugdwerkbeleid. Ondertussen zijn we toe aan de zesde editie van het Cijferboek. Een opvolger is voorzien voor in 2012. • Lokaal Jeugdbeleid, Adresboekje 2009 De contactgegevens van jeugddiensten, jeugdcentra en jeugdraden zijn voortaan raadpleegbaar op de website van het Cijferboek. Het Zoekboek is daarom gereduceerd tot een Adresboekje. • Publicaties cultuur en sport Ook cultuur en sport zaten niet stil, met het Cijferboek Lokaal Cultuurbeleid, Cijferboek Lokaal Sportbeleid en de Adresboekjes Lokaal Cultuurbeleid en Lokaal Sportbeleid 2009 tot gevolg.

info

• www.cijferboek.be Op deze website kan je een heel aantal cijfers opvragen over het gemeentelijke jeugdbeleid van een gemeente. Ook de cijfers van jouw gemeente vergelijken met de cijfers van een of meerdere andere gemeenten is mogelijk, bijvoorbeeld van gemeenten met ongeveer evenveel inwoners of in dezelfde provincie. Net als vergelijken met het Vlaamse gemiddelde. Op die manier kan je dieper graven dan wat in het Cijferboek zelf staat en je toespitsen op je specifieke lokale situatie. Daarnaast is het ook mogelijk om alle adresgegevens van jeugddiensten en jeugdcentra, de schepenen van jeugd en jeugd­raden op te vragen.

Websites waar je cijfer­materiaal kan vinden op gemeentelijk niveau • www.vlaanderen.be/svr • www.lokalestatistieken.be

Voor ledenaantallen van jeugdverenigingen kan je best terecht bij de nationale koepels: deze aantallen zijn niet opgevraagd voor het Cijferboek.

• www.cijferboek.be • www.statbel.fgov.be

p 28 •

april 2009

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Verzelfstandiging: geraak jij er nog wijs uit?

| wet(t)enswaardig

Marc Ipermans       Pieter Baert

IVA’s en EVA’s, geraak jij er nog wijs uit? Het gemeentedecreet voerde nieuwe regels in met betrekking tot de verzelfstandiging van gemeentelijke entiteiten. Termen als budgethouderschap, IVA en EVA doken op in het gemeentelijk jargon. Maar anno 2009 blijven er vele vragen. We herhalen de belangrijkste aandachtpunten nog een keer en overlopen de voornaamste knelpunten. Er was eens een omzendbrief… In de Nieuwe Gemeentewet (de wet die de organisatie van de gemeenten regelde voor er sprake was van het gemeentedecreet) was er behoudens enkele bepalingen over gemeentebedrijven niets geregeld in verband met het verzelfstandigen van gemeentelijke taken. In 1993 had minister Kelchtermans wel een omzendbrief geschreven waarin hij een aantal regels vastlegde voor wat hij paragemeentelijke vzw’s noemde. Zo’n vzw definieerde hij als volgt: “Als para-gemeentelijke VZW’s worden beschouwd, verenigingen die aan beide hiernavolgende voorwaarden voldoen: a) de bestuursorganen worden samengesteld uit een meerderheid van leden, die deel uitmaken van de gemeenteraad of uit een meerderheid van leden die rechtstreeks worden aangeduid of verkozen door leden van die raad; b) uit de begrotingen of de rekeningen blijkt dat de financiële middelen voor meer dan de helft ten laste vallen van de gemeentebegroting.” Paragemeentelijk vzw’s die meer dan 100.000,- BEF subsidie ontvingen moesten: • de wet op de overheidsopdrachten toepassen • hun personeel op dezelfde manier aanwerven en verlonen als het statutaire gemeentepersoneel en de aanwervingen door de gemeenteraad laten goedkeuren • hun begrotingen en rekeningen door de gemeenteraad laten goedkeuren • zich onderwerpen aan een controle van hun toelage conform de wet van 1983 In de jeugdsector werd deze omzendbrief door vele gemeenten toegepast, ook al plaatsten vele juristen vraagtekens bij de juridische draagwijdte van het document. In 2005 keurde het Vlaams parlement dan het gemeentedecreet goed, waarin een hele titel gewijd is aan verzelfstandiging. Het decreet geeft een kader voor een aantal vormen van verzelfstandiging, maar

legt daar telkens ook strikte regels voor vast. We overlopen.

Budgethouderschap

Geen verzelfstandiging in de strikte zin, maar het past toch in dit rijtje omdat het een eerste vorm is waarbij bepaalde taken en verantwoordelijkheden kunnen gedelegeerd worden. Het college is per decreet budgethouder. Het college kan de secretaris aanstellen tot budgethouder, en de secretaris kan op zijn beurt bepaalde personeelsleden aanstellen tot budgethouder, bv. het diensthoofd van de jeugddienst voor het beheren van het budget van het jeugdcentrum. Het decreet laat zelfs toe het budgethouderschap te delegeren aan wijkcomités en burgerinitiatieven. De budgethouder krijgt een budget ter beschikking om de hem opgelegde doelstellingen te realiseren. Dit houdt rechten maar uiteraard ook plichten in: hij zal zowel financieel als inhoudelijk moeten rapporteren en verantwoording afleggen.

Intern verzelfstandigd agentschap (IVA)

IVA’s zijn diensten zonder eigen rechtspersoonlijkheid die beheerd worden buiten de algemene diensten van de gemeente. De gemeenteraad bepaalt in haar oprichtingsbesluit welk taken het IVA moet uitvoeren en beschrijft de operationele autonomie die aan het IVA wordt gedelegeerd. Deze zaken moeten verder geconcretiseerd worden in een beheersovereenkomst die het college afsluit met het hoofd van het IVA. Deze persoon is automatisch ook budgethouder voor het agentschap, maar hij kan dit indien de beheersovereenkomst dit toelaat, eventueel (gedeeltelijk) delegeren naar andere personeelsleden.

Externe verzelfstandiging

In tegenstelling tot IVA’s hebben extern verzelfstandigde agentschappen wél een eigen rechtspersoonlijkheid. Een ander belangrijk onderscheid is dat extern verzelfstandigde entiteiten niet enkel belast kunnen worden met “welbepaalde uitvoerende taken van gemeentelijk belang”, maar ook betrokken kunnen worden bij de beleidsvoorbereiding. IVA’s kunnen in principe enkel belast worden met uitvoerende taken. Een gemeentebestuur mag niet zomaar een dienst extern verzelfstandigen. Het gemeentedecreet geeft een duidelijk rangorde: 1) Interne verzelfstandiging, 2)AGB en 3)EVA volgens privaatrecht. Bovendien legt het decreet een motiveringsplicht op.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 29


wet(t)enswaardig | Verzelfstandiging: geraak jij er nog wijs uit?

woordiging. De gemeentelijke vertegenwoordigers in de AV moeten gemeenteraadsleden zijn. Zij moeten bovendien de instructies van de gemeenteraad volgen. Het EVA-P sluit een samenwerkingsovereenkomst af met de gemeente over de uitvoering van de toevertrouwde taken waarin o.a. wordt vastgelegd op welke wijze de vzw eventuele overgedragen of ter beschikking gestelde personeelsleden, middelen en infrastructuur mag aanwenden. Nog dit: nieuwe rechtspersonen moeten onmiddellijk volgens de bepalingen van het gemeentedecreet opgericht worden. Voor de bestaande (para)gemeentelijke vzw’s krijgen gemeenten tot 1 januari 2013 tijd om de nodige aanpassingen door te voeren. Het gemeentebestuur zal voldoende moeten aantonen waarom een interne verzelfstandiging niet dezelfde voordelen biedt als externe verzelfstandiging én bovendien, indien men een vzw wil oprichten, waarom de verzelfstandiging in vzw-vorm meer voordelen oplevert dan een verzelfstandiging in AGB-vorm. Hier moeten overtuigende argumenten worden aangebracht, anders kan de Vlaamse overheid de beslissing vernietigen.

Het autonome gemeentebedrijf (AGB)

Een AGB is een publiekrechtelijke rechtspersoon die opgericht wordt door een gemeente en waarin de gemeente de enige participant is. Het AGB wordt geleid door een raad van bestuur. De raad van bestuur sluit een beheersovereenkomst af met het college waarin de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en een hele reeks andere zaken vastgelegd worden. De Raad van Bestuur van het AGB bestaat ten hoogste uit de helft van het aantal leden in de gemeenteraad, maar kan nooit meer dan 12 leden tellen. In principe moet elke fractie een vertegenwoordiger kunnen aanduiden, tenzij dit de meerderheid zou verhinderen om ook in het AGB een meerderheid van de bestuurders te kunnen voordragen. Dit is meteen ook voor de jeugdsector één van de knelpunten: de strak omlijnde samenstelling van de raad van bestuur maakt het nagenoeg onmogelijk om geïnteresseerde jongeren of vertegenwoordigers van de jeugdraad in de raad van bestuur van een AGB op te nemen.

EVA in privaatrechtelijke vorm (EVA-P)

Het gemeentedecreet heeft voorzien in 2 verschillende vormen van extern verzelfstandigde agentschappen: de AGB’s en de EVA’s in privaatrechtelijke vorm. Een EVA-P is dan een verzelfstandigde entiteit met rechtspersoonlijkheid die belast is met welbepaalde beleidsuitvoerende of -voorbereidende taken van gemeentelijk belang en die een privaatrechtelijke vorm (vzw’s, maar het kunnen dus ook stichtingen of vennootschappen zijn) aangenomen heeft. De gemeente moet steeds over de meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering beschikken en moet steeds de meerderheid van de leden van de raad van bestuur voordragen. Die voordracht waarborgt elke fractie een vertegenp 30 •

april 2009

Welbepaalde taken van gemeentelijk belang? Een intrigerende vraag die zich stelt is wat dan wel die “welbepaalde taken van gemeentelijk belang” kunnen zijn waarover zowel in de definitie van een AGB als van een EVA-P sprake is. Het is aan de gemeenteraad om dit vast te stellen. Maar… in het inmiddels beruchte artikel 225 §3 stelt het gemeentedecreet dat er een vermoeden is “dat een rechtspersoon door de gemeente belast is met taken van gemeentelijk belang” (en dus bijgevolg onder de EVA-regels valt) “als hij aan een van de volgende voorwaarden voldoet: 1° een of meer van zijn organen bestaan voor meer dan de helft uit gemeenteraadsleden of leden van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente in kwestie of de leden van de organen worden voor meer dan de helft aangewezen of voorgedragen door die personen; 2° de gemeente of haar vertegenwoordigers beschikken over de meerderheid van de stemrechten in een of meer van zijn organen; 3° zijn financiële middelen vallen voor meer dan de helft ten laste van het gemeentebudget.” In tegenstelling tot de omzendbrief Kelchtermans over de paragemeentelijke vzw waar aan beide voorwaarden tegelijkertijd moest voldaan zijn, wordt er hier dus uitgegaan van een vermoeden als aan één van de voorwaarden voldaan is. Dit vermoeden kan weliswaar door de gemeenteraad weerlegd worden, maar het zou toch verregaande consequenties kunnen hebben. Daarover later meer. Mag een gemeente dan überhaupt niet meer participeren aan een vzw als dit geen EVA-P is? Toch wel, want als er geen sprake is van “gemeentelijk belang” (en de toezichthoudende Vlaamse overheid volgt deze redenering van het gemeentebestuur), dan kan de gemeente volgens artikel 195 wel degelijk een vzw oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen. Voorwaarde is wel dat er geen overdracht of terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel of overdracht van gemeentelijke infrastructuur mag plaatsvinden.

Knelpunten Naarmate het gemeentedecreet beter bekend wordt en de eerste ervaringen met de toepassing van de nieuwe verzelf-

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Verzelfstandiging: geraak jij er nog wijs uit?

standigingsregels beginnen te circuleren, duiken toch wel een aantal bekommernissen en knelpunten op. In een uitgebreide probleemstellende nota heeft de VVJ er bij de bevoegde instanties en politici 4 aangekaart: 1. De samenstelling van de Algemene Vergadering van de gemeentelijke EVA-P’s (art. 246 GD). De voorwaarde dat de gemeente over een meerderheid van de stemmen in de AV moet beschikken en dat deze gemeentelijke vertegenwoordigers enkel gemeenteraadsleden mogen zijn, roept bij veel mensen vragen op of “hun” vzw in de toekomst nog wel goed bestuurd zal kunnen worden en flexibel zal kunnen werken. Er moeten bv. volgens de vzwwet tijdens een AV voldoende stemmen aanwezig of vertegenwoordigd zijn om geldige beslissingen te kunnen nemen; er is vrees dat dit met een meerderheid van overbezette gemeenteraadsleden fout kan lopen. In elk geval stimuleert deze bepaling de – soms moeizaam opgebouwde – betrokkenheid en participatie van jongeren bij het bestuur van de vereniging niet: jongeren kunnen sneller het gevoel krijgen dat als puntje bij paaltje komt ze toch niks te zeggen hebben. 2. Het vermoeden dat een rechtspersoon belast is met welbepaalde taken van gemeentelijk belang indien zijn financiële middelen voor meer dan de helft ten laste van het gemeentebudget vallen (art. 225 GD). Bij het particuliere jeugdwerk dat voor meer dan de helft van zijn financiële middelen afhankelijk is van subsidies van het gemeentebestuur leeft de begrijpelijke bezorgdheid dat ze plots kunnen geconfronteerd worden met een discussie op de gemeenteraad of ze al dan niet taken van gemeentelijk belang uitvoeren. In geval een meerderheid besluit dat de jeugdorganisatie wel degelijk taken van gemeentelijk belang uitvoert, zou een in oorsprong particuliere jeugdorganisatie dus voor een moeilijke keuze kunnen

agenda

| wet(t)enswaardig

komen te staan: ofwel afzien van een belangrijk deel van de subsidie, ofwel instemmen met een overname door het gemeentebestuur. Dit kan toch niet de bedoeling van het gemeentedecreet geweest zijn!? 3. De onduidelijkheid over wat voor de toezichthoudende overheid afdoende argumenten zijn inzake de motiveringsplicht voor de oprichting van een gemeentelijk EVAP (art. 245 § 2 en 3 GD). In de jeugdsector kan het belang om jongeren de gelegenheid te geven te participeren aan het bestuur van het agentschap volgens ons zeker een steekhoudend argument zijn. 4. De onduidelijkheid over aan welke vzw’s de gemeente al dan niet kan deelnemen indien deze niet belast zijn met taken van gemeentelijk belang (art. 195). In hoeverre moeten bv. bepaalde jeugdprojecten als “taken van gemeentelijk belang” worden beschouwd? Op het eerste zicht lijkt het er op dat een participatie van de gemeente in een vzw opgericht volgens artikel 195 die jeugdprojecten uitvoert een perfect legale optie kan zijn op voorwaarde dat aan deze vzw geen gemeentepersoneel ter beschikking wordt gesteld en geen infrastructuur of personeel wordt overgedragen. Maar in de praktijk blijken de meningen van de experten daarover blijkbaar toch sterk uit elkaar te lopen… Concrete antwoorden op deze vragen zijn momenteel nog niet voorhanden, maar we hebben al wel signalen gekregen dat onze vragen onderzocht worden. Benieuwd naar wat dit onderzoek zal opleveren!

Uitgebreide info over verzelfstandiging vind je in ons dossier verzelfstandiging op www.vvj.be.

12 mei: studiedag het autonome gemeentebedrijf (AGB) in het lokaal vrijetijdsbeleid Deze studiedag biedt kennis en inzichten over het AGB aan als verzelfstandigingsvorm in de beleidsdomeinen cultuur, jeugd, sport en toerisme. De recente toename van het aantal autonome gemeentebedrijven in deze domeinen confronteert lokale besturen, organisaties en instellingen met tal van concrete vragen. Alle informatie over het programma vind je in de kalender op www.vvsg.be. Dinsdag 12 mei van 9u30 tot 16u30. Sportoase, Philipssite 6, 3001 Leuven. Meer info bij Hilde Plas, hilde.plas@vvsg.be of 02-211 55 39.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 31


de jeugddienst | Uit het dagboek van Benita Vankrunkelsven

Uit het dagboek van Benita Vankrunkelsven

>> Benita Vankrunkelsven

Benita Vankrunkelsven (30 jaar) is sinds 2001 werkzaam als verantwoordelijke van de afdeling welzijn en lokale economie/team jeugd voor de gemeente Heusden-Zolder (31015 inwoners). Als jongerenwerker ondersteunt ze ondermeer de jeugdhuizen in de gemeente en neemt ze de programmatie van het vrijetijdsaanbod voor zes- tot twaalfjarigen voor haar rekening.

8.00 uur: mail en post doornemen werkdag. Ik open De werkdag begint zoals elke andere ele informatieve Enk tjes. mail mijn Outlook en lees mailtjes trekken mijn aandacht. een berg post. Er Na het mailverkeer zet ik me achter chriften in mijn tijds en jes liggen vaak heel wat boek langer liggen. wat eens al as hela en postvak en ze blijv nemen. Toch ga ik er vandaag een aantal door in ‘Gevat’, een Ik heb een interessant artikel gevonden Formaat is de aat. Form maandelijks tijdschrift van iswerk Vlaandhu jeug voor tie nisa overkoepelende orga wat aandacht aan deren. In deze editie wijdt men heel izen het regelmavrijwilligers. Iets waar onze jeugdhu als jeugdhuizen je vind r tig moeilijk mee hebben. Waa en dat je vrijzorg or ervo je kan je vrijwilligers? Hoe nden weer afhawilligers niet na een paar weken of maa is dus dit is een dhu ken? Zonder vrijwilligers geen jeug vraag me vaak Ik n. staa te belangrijk thema om bij stil met hun vrijzijn g bezi ust bew af of jeugdhuizen wel op de vrijwilliger’ willigersbeleid. In het artikel ‘jacht jeugdhuizen wil die stelt Formaat een methodiek voor . Ik download eleid ersb illig laten stilstaan bij hun vrijw aar de uitbew ik en aat Form van het spel via de site prints onder mijn ‘to do’ list. is het immers Als ondersteuner van de jeugdhuizen die zaken over nken nade mijn taak om hen te laten na te over er r Doo . taan stils bij waar ze zelf minder actie naar de stap denken, zijn ze ermee bezig en dan is zelf die izen dhu ondernemen al weer wat kleiner. Jeug ! voor we n actie ondernemen, daar staa dering ‘ 9.15 uur: opvolging stuurgroepverga Supervlieg’ rgadering ‘SuOp 3 maart vond de eerste stuurgroepve

p 32 •

april 2009

kinderkunstenpropervlieg’ plaats. ‘Supervlieg’ is een 2010 waarbij we mei 30 en 29 ject in onze gemeente op en brengen met will act cont in rs oude kinderen en hun denktank. In een kunst. De stuurgroep fungeert als ie om daarna de mat ram eerste fase bespreken we de prog van het project otie prom de en praktische uitwerking bestaat uit de ep rgro stuu De en. nem onder de loep te cultuurcenhet programmatieverantwoordelijke van , dienstemie acad de it trum, verantwoordelijken vanu 27, een art. vzw de van lid een hoofd afdeling vrije tijd, ging ardi afva een en ek othe bibli de afgevaardigde van vanuit de scholen. deze stuurgroep Ik vertegenwoordig onze afdeling in elijk vrije tijdseent gem het omwille van mijn link met de programvoor e elijk oord ntw vera aanbod. Ik ben eind g van het erkin matie, de promotie en de praktische uitw vrije tijdsaanbod. adering door en Ik neem het verslag van de eerste verg ons vrijetijdsvan ing mm afste de denk al eens na over we bijvoorbeeld aanbod op dit grote project. Zo kunnen paasvakantie en ustijdens activiteiten van de krok . Dit kan slag de aan st kun (2010) al met het thema tot dans. d beel van en iek muz tot ter dan gaan van thea g erkin op poten We kunnen misschien ook een samenw waar ik naar idee zetten tussen jeugd en cultuur? Een r nog eens zeke ing ader verg aanloop van de volgende . over moet nadenken vragen waarop we In het verslag staan ook een aantal moeten formude volgende vergadering een antwoord ik bijvoorbeeld zoek Zo . leren. Ik bereid dit alvast voor gsanalyse en evin omg onze in op een aantal gegevens -Zolder we nog bekijk ik welke organisaties uit Heusden bij dit project kunnen betrekken. met Wendy van Ik maak onmiddellijk een afspraak en en te bekijlicht te toe ect proj vzw Kameleon om het

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Uit het dagboek van Benita Vankrunkelsven

Vzw Kameleon is een ken welke rol zij hier kan in spelen. ende activiteiten orpann onts vereniging die vormende en re kinderen en jontsba kwe lijk appe tsch ganiseert voor maa hun maatschappelijke geren, gericht op het verkleinen van vzw Kameleon door nt achterstelling. Anderzijds ondersteu zinvolle vrijerond n ecte proj vorming, uitwisselingen of het reguliere vrije tijdsbesteding en de doorstroming naar tijdsaanbod. ingsnota 10.00 uur: afwerken verantwoord van de verantwoorWe zijn volop bezig met de opmaak het jeugdbeleidsplan in dingsnota waarin de uitvoering van te ontbrekende ver2008 beschreven wordt. Ik vul de laats ge bijlagen uit. nodi de t antwoordingsstukken aan en prin ta 10.30 uur: mailtje jeugdhuis Jovi dhuizen die ik onderIk krijg een vraag van één van de jeug algemene vergadering steun over de organisatie van hun l moeten invullen en apri 1 en over papieren die ze tegen beroepskracht van De . heid over mse opsturen naar de Vlaa idies van de Vlaamse het jeugdhuis wordt betaald met subs voor moet jaarlijks overheid (vroegere DAC-regeling). Hier opgemaakt en de den wor ier een lijvig verantwoordingsdoss niet altijd raad hier n wete is dhu vrijwilligers uit het jeug een nieuwe beroepsmee. Het jeugdhuis heeft sinds kort maal in thuis. kracht, zij is hier dus ook nog niet hele en via mail en omdat Omdat het wat veel is om uit te legg zijn, maak ik een gaat elijk duid ik vrees dat het dan niet dhuis. Op die manier afspraak om langs te gaan in het jeug ak van de algemene kan ik met de beroepskracht de aanp ten voor de Vlaamse men vergadering bespreken en de docu overheid invullen.

| de jeugddienst

12.00 tot 13.00 uur: middagpauze izenraad 13.00 uur: overleg over de jeugdhu we met twee mensen Vanuit onze afdeling ondersteunen ele begeleiding van de de jeugdhuizen. Naast de individu de jeugdhuizenraad. ook jeugdhuizen, ondersteunen we de vijf jeugdhuizen we gen bren Op dit overlegmoment ijke thema’s te praten, samen om over een aantal inhoudel dhuis te bespreken, eventuele problemen in een bepaald jeug activiteiten te orlijke men ervaringen uit te wisselen, geza ganiseren, enz. op donderdag 16 april Onze eerste samenkomst van dit jaar organisatie van actihandelt over financiële risico’s bij de viteiten. willen bereiken, hoe we Mijn collega en ik bespreken wie we ken we kunnen gegaan communiceren en welke methodie vooral laten nadenken bruiken. We willen de jeugdhuizen besluiten dat we tijWe over hun eigen financieel beleid. gaan stellen. Hebben en vrag veel dens het eerste deel vooral Werken jullie met en? iteit activ voor jullie een jaarbudget een begroting? een begroting? Waarom werken met dhuizen aan het werk In een tweede deeltje gaan we de jeug d activiteit met een beel voor zetten. Ze krijgen van ons een drie bands optreen kom er : eeld oorb aantal gegevens. Bijv bezoeker drinkt gemidden die samen 300 euro kosten, elke aan de jeugdhuizen dan deld 6 à 8 consumpties, enz. Het is deze activiteit. voor en stell om een financieel plan op te odiging krijgen voor Ik zorg dat alle jeugdhuizen een uitn dit overleg en leg de locatie vast.

r het zomer vrije10.40 uur: ideeën sprokkelen voo tijdsaanbod 6 tot 12 jarigen dus hoog tijd om eens De zomervakantie komt dichterbij deze zomer. Net als voor ma ram prog na te denken over het weken van juli en de vorig jaar voorzien we de eerste twee programma van 8 een laatste twee van augustus elke dag meer keuze biers oude en tot 17 uur. We willen kinderen proberen zo ook We tijd. vrije hun den bij de invulling van ng. Vorig jaar was dit een alternatief te bieden voor de opva ing te komen binnen een groot succes. Om tot meer afstemm en betreft, zal de iteit activ van de gemeente wat het aanbod vorm geven. mee n dage al aant een er dienst sport deze zom van andere gemeenIk ga op zoek naar leuke ideetje op sites VVJ en snuister in ten, neem een kijkje in de stapkaft van nisaties. Ik wil orga rne exte de boekjes van verschillende moet een aanHet od. aanb het in vooral gaan voor variatie eren van deze leeftijd. trekkelijk programma zijn voor kind ereld van kinderen. Ik probeer me te verplaatsen in de leefw eraf een selectie te maIk noteer alle leuke ideetjes om acht iteit wil plannen. activ e welk ik ken en te kijken wanneer

saanbod 6 tot 12 15.00 uur: planning zomer vrijetijd jarigen voormiddag aan beIk neem het lijstje ideeën waar ik deze k een selectie uit alle gonnen was, weer voor me. Ik maa eer de overgebleven ideetjes die ik genoteerd heb en prob n. zette te workshops in een kalender op een bepaalde dag Nadat ik voor mezelf de activiteiten nisaties die vrij zijn. heb ingepland, ga ik op zoek naar orga de vraag of ze op met Ik mail heel wat externe organisaties ing hebben. Ik hikk besc ter ever die bepaalde dag nog een lesg voor het vastzijn jk ngri bela die en stel hen een aantal vrag erialen die mat alde leggen van een workshop. Zijn er bepa waarden voor e ifiek we zelf moeten voorzien? Zijn er spec p? ksho wor de van naar locatie? Wat is de kostprijs het wachten op antNa het versturen van alle mailtjes is te leggen of op zoek woord om dan daarna activiteiten vast te gaan naar andere organisaties. g 16.30 uur: einde van mijn werkda 17 uur maar omdat ik Normaal gezien werk ik dinsdag tot dag iets vroeger. Ik een cursus Frans volg, stopt mijn werk in de schoolbandan haast me naar huis om iets te eten en ken te kruipen.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 33


voor u bekeken | Publicaties, initiatieven en websites

Leen Bartholomeus en Koen Depreitere

Jongeren binnenstebuiten Wat houdt jongeren bezig? Het boek ‘Jongeren binnenstebuiten’ beschrijft belangrijke thema`s uit de leefwereld van jongeren en diept ze uit. Zo wordt ingezoomd op hun gevoel van zelfwaarde, hun schoolwelbevinden, hun onveiligheidsgevoelens, de mate waarin ze (zich voornemen om te) participeren in de democratie, hun ICT-gebruik en hun levensloopperspectieven. Voor elk van de thema’s wordt recent empirisch materiaal gekoppeld aan internationale inzichten. Jongeren binnenstebuiten is de derde publicatie van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP). Het JOP is een interdisciplinair en interuniversitair samenwerkingsverband tussen het Leuvens Instituut voor Criminologie (K.U.Leuven), de Vakgroep Sociale Agogiek (Universiteit Gent) en de Onderzoeksgroep Tempus Omnia Revelat (Vrije Universiteit Brussel). Samen werken zij binnen het Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport de onderzoekslijn`jeugdbeleid` uit. Het boek kost 22,5 euro en kan je bestellen via www.acco-site.be. (ISBN 978-90-334-7415-6)

Met vrijwilligers blijf je bezig Heel wat jeugdhuizen zitten met vragen over het aantrekken en behouden van vrijwilligers. Pasklare antwoorden bestaan er jammer genoeg niet, maar het kan wel al helpen even stil te staan bij de jeugdhuiswerking. Daarom ontwikkelde Formaat een spel dat je laat stilstaan bij je vrijwilligersbeleid. Tijdens een kwartetspel krijg je verschillende vragen voorgeschoteld over alle aspecten van je vrijwilligersbeleid: werven, motiveren, belonen ... Je kan het spel gratis downloaden via www.formaat.be.

10 jaar cultuur- en jeugdbeleid in Vlaanderen - door Bert Anciaux Op 2 maart stelden het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, afdeling Jeugd, en Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) het boek 10 jaar cultuur- en jeugdbeleid in Vlaanderen voor. Het boek biedt een weids panorama van het voorbije decennium. Het biedt geen systematische opsomming of een volledige inventaris, maar vertelt grote en kleine verhalen. Zo is deze publicatie vooral een eerbetoon aan de honderdduizenden deelnemers en deelhebbers aan ons cultuur- en jeugdbeleid. Het vormt een erehaag voor de makers en de smakers die in Vlaanderen cultuur- en jeugdprojecten inhoud en vorm geven… verbonden met het verleden maar vooral met veel oog voor een hoopvolle toekomst. Het boek kost 26 euro, is verkrijgbaar bij de boekhandel of kan je bestellen via www.acco-site.be (ISBN 9789033473876). p 34 •

april 2009

Faqtor 4: een virtuele estafette over solidariteit Wat denken jongeren hier en elders over solidariteit en de wereld? En hoe doe je daar iets tof mee? Jeugddienst Globelink biedt jeugdwerkers een gratis Cd-rom met bijbehorend methodiekenboekje om aan de slag te gaan met jongeren vanaf 15 jaar. Vier vragen over solidariteit en de wereld, bedacht door een groepje jongeren, staan centraal. Elke deelnemende groep jongeren krijgt een eigen weblog om te reageren met snedige en pittig vormgegeven antwoorden. Zo ontstaat een virtuele estafette waarin groepen op elkaars bijdrage reageren. Deze virtuele estafette loopt sinds 2005 als een vuurtje door Vlaanderen en de wereld: meer dan 200 jongeren gaven reeds hun antwoord op één van de vier vragen. Bekijk op www. faqtor4.be de antwoorden van groepen zoals de scouts van Bornem, de jongeren van het opvangcentrum in Arendonk, de leerlingen van het centrum voor deeltijds onderwijs in Mechelen of de chirogroep uit Lubumbashi! Meer info op www.faqtor4.be. Je kan het pakketje bestellen via miek@ globelink.be of 02-527 91 94.

Betrekkelijke betrokkenheid: studies in sociale cohesie Sociale cohesie is een actueel thema in het maatschappelijk debat. Er lijkt altijd sprake te zijn van een gebrek aan sociale cohesie. Hoe staat het nu echt met sociale cohesie? In vijftien studies laten medewerkers van het Nederlands Sociaal en Cultureel Planbureau zien hoe sociale cohesie vorm krijgt in families, buurten, verenigingen en kerken, maar ook in de politiek en het onderwijs, op de arbeidsmarkt en bij etnische minderheden. De bindingen die mensen in hun vrije tijd aangaan en de contacten via internet komen eveneens aan bod. Betrekkelijke betrokkenheid: studies in sociale cohesie is een uitgave van het Nederlands Sociaal en Cultureel Planburea. Je kan het downloaden via www.socius.be > meer publicaties > nieuwe publicaties maart 2009.

Betaalbare software via socialware Vind je dat die dure computerprogramma’s ook niets zijn voor het budget van je vereniging? De Verenigde Verenigingen willen iedereen, of je nu veel of weinig van ICT kent, wakker schudden. Daarom promoot ze goedkope software voor verenigingen en vzw’s via SOCIALware vzw. Je verneemt er alles over op www.socialware.be.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Publicaties, initiatieven en websites

| voor u bekeken

Go4Nature op kamp

Smakers, jongeren en cultuur 2008 De derde editie van dit lees- en kijkboek blikt terug op een aantal zaken die in 2008 in de wereld van jongeren (15- tot 25-jarigen) en cultuur kwamen bovendrijven. Je steekt er wat op over hoe jongeren hun ideale date, job en jawel, kleinste kamertje zien. Maar net zo goed wie en wat ze in hun top 5 zetten, van tv-programma’s tot cultfiguren. Een verdienstelijke momentopname van jong zijn in Vlaanderen anno 2008. Een uitgave van CJP(Cultureel Jeugd Paspoort) en de afdeling Jeugd van het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Een exemplaar downloaden of aanvragen kan via www.jeugdbeleid.be of contacteer de afdeling Jeugd via 02-553 41 30 of jeugd@vlaanderen.be.

Spoor jeugdverenigingen aan om hun kamp of jeugdvakantie deze zomer in een natuurvriendelijk kleedje te steken. Vanaf 10 april vind je alles wat je daarvoor nodig hebt op www.go4nature.be: kant en klare natuurspelen, leuke posters met natuurweetjes (ideaal voor op de toiletdeuren), duelspelletjes en kleine opdrachtjes in natuursaus, rode draad kampverhalen à la nature, en natuurlijk ook een heel scala aan links en tips voor een natuurvriendelijk en energiezuinig kamp. Jeugdverenigingen die zich voor 1 juni engageren, krijgen voor 1 juli een Go4Nature-kamppakket toegestuurd met onder meer authentieke Go4Nature-opnaaibadges voor alle leden! Alle info op www.go4nature.be of via 03-202 90 70, info@go4nature.be.

In-Team. Vervolmaak uw vrijwilligersrelatie in 10 stappen Vrijwilligersorganisaties hebben een eigen karakter, een eigen manier van werken en een specifieke structuur. Ze vertonen een aantal gelijkenissen, maar evenveel verschillen. Die verscheidenheid van het vrijwilligerswerk is net het uitgangspunt van ‘In-team’. In tien stappen belichten de auteurs hoe je het vrijwilligersbeleid in je organisatie nog beter kunt aanpakken, rekening houdend met de eigenheid van je organisatie. Dit boek biedt tips, doordenkertjes en waarschuwingen voor valkuilen. Het boek bevat een ruime waaier aan voorbeelden en praktijken en is het resultaat van een samenwerking tussen LOCUS, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, SoCiuS, Steunpunt Vrijwilligerswerk Limburg, het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw, het samenwerkingsverband steunpunten en uitgeverij Politeia. Het boek kost 23,5 euro (excl. verzendingskosten), bestellen kan via uitgeverij Politeia, info@politeia.be of 02-289 26 17. Meer info bij Eva Hambach, eva.hambach@vsvw.be of 03-218 59 01.

Vormingsmap Handicap

Prinsessen en Players Het Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen presenteert de educatieve bundel ‘Prinsessen en Players’. De bundel wil jongeren op een leuke manier doen stilstaan bij stereotiepe rolpatronen in man -vrouwverhoudingen en de manier waarop ze in hun leefwereld binnendringen. Het pronkstuk van de bundel is een interactief dvd-spel, daarnaast bevat Prinsessen en Players ook elf leuke educatieve werkvormen en een handige handleiding. Bestellen kan via www.samv.be. Meer informatie bij Yasemin Yilmaz 02-209 34 68, yasemin. yilmaz@samv.be .

Iedereen met het hart op de juiste plaats en een aantal ‘kapstokken’ in het achterhoofd kan een goede animator zijn voor kinderen met een handicap. Heel wat organisaties die (kader)vorming organiseren in het jeugdwerk willen dit thema integreren in hun cursussen. De vijf provinciale jeugddiensten vinden het belangrijk dat jeugdwerk voor àlle kinderen en jongeren mogelijk moet zijn. Samen lanceren ze de Handicap Vormingsmap die tips en speelse en ervaringsgerichte werkvormen aanbiedt om hiermee aan de slag te gaan in een vormingscursus. De vormingsmap Handicap is tot stand gekomen in samenwerking met de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk vzw, Achilles vzw, Jeugddienst Sjaloom vzw en Ludentia. De 5 provinciale jeugddiensten verspreiden de map naar alle jeugdorganisaties die kadervorming in het jeugdwerk organiseren. Meer info bij de provinciale jeugddienst in jouw provincie.

UITinVlaanderen CultuurNet Vlaanderen lanceert UiTinVlaanderen.be, de opvolger van cultuurweb.be. Met een nieuwe naam en design, verbeterde functionaliteiten en een uitgebreider vrijetijdsaanbod wil UiTinVlaanderen.be dé referentie worden voor cultuur en vrije tijd in Vlaanderen. Neem een kijkje op www.uitinvlaanderen.be.

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be

april 2009 • p 35


over vvj | Nieuwtjes

Kruibeke blues … Je zou misschien denken dat het ons na zoveel jaren niet veel meer doet. Meer dan driehonderd gemeenten, groot of klein, meer dan zeshonderd jeugdconsulenten… Wat betekent dan nog een bericht dat een idealistische jeugdconsulent zijn spikes aan de haak hangt? Wat doet het ertoe: nog eens een lokale actie van een jeugdraad die haar frustraties moet ventileren. Het tegendeel is waar: de berichten uit Kruibeke laten een bittere smaak achter. De politieke stiel laat zich in Kruibeke van zijn zieligste kant zien. Het heeft lang geduurd voor er in Kruibeke een jeugdconsulent kwam. Om dat voor elkaar te krijgen was een koppige schepen nodig die zich niet zomaar schikte naar de geplogenheden in de gemeente. Zes maanden na zijn start houdt Pepijn, een gedreven en getalenteerde jeugdconsulent, het voor bekeken. Hij heeft zich niets te verwijten: in deze omstandigheden kan je niet werken. Een dag later beslist ook de schepen voor jeugd dat het genoeg is geweest. In deze omstandigheden kan je niet werken. Op de website van de jeugdraad (www.9150.be) en via Facebook lees je de standpunten van de jeugdraad. We nodigen jullie uit om dat te doen: het kan je maar sterken in je eigen overtuiging om godverdomme te knokken voor de jeugd. We citeren: “Waarom moet de jeugd, indien ze iets verwezenlijkt wil zien, al te vaak trachten in het gevlei te komen bij bepaalde personen, in plaats van gewoon een standaardprocedure te volgen? Waarom

p 36 •

april 2009

hebben wij zo dikwijls het gevoel dat bepaalde beslissingen eerder het gevolg zijn van persoonlijke willekeur en politiek nepotisme dan van de nood om te voldoen aan basisnoden?” Een jeugdbeleidsplan met daarin doordachte plannen en budgetten wordt structureel gefnuikt. Het is niet de bedoeling dat die budgetten gebrúikt worden. Na 26 jaar leiderschap vindt de burgervader dat de Kruibeekse kinderen en jongeren alles al gekregen hebben en enkel nog nood hebben aan een knuffel. Knuffels krijgen wel een erg wrange bijsmaak als ze steeds gevolgd worden door een paar kletsen rond je oren. Aan de jeugdraad van Kruibeke: onze complimenten bij het advies dat jullie schreven, bij het initiatief dat jullie nemen. We hopen dat jullie een ware storm van bewustwording teweeg brengen bij de bewoners van jullie fijne gemeente. En dat jullie niet té lang moeten wachten op een nieuwe gepassioneerde jeugdconsulent, die hopelijk in betere omstandigheden kan werken.

Ben Verstreyden Stafmedewerker VVJ Oost-Vlaanderen Marc Ipermans Coördinator VVJ

© Dropzone is een publicatie van VVJ - meer info op www.vvj.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.