Dropzone december 2010

Page 1

Verantwoordelijk uitgever: VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk

BELGIË - BELGIQUE P.B.

Afgiftekantoor 2610 Wilrijk Erkenningsnummer P206352

2610 WILRIJK BC 1697

TIJDSCHRIFT VOOR LOKAAL JEUGDBELEID Jaargang 19 nr. 5 | december 2010 Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec

Stedenbanden en jeugdbeleid Belgisch voorzitterschap jeugd BBC december 2010 • p 1


inhoudstafel

internationaal

Stedenbanden en lokaal jeugdbeleid

28 edito

4

over vvj

6

7

10

Het projectteam van de afdeling Jeugd maakt de balans op van een half jaar voorzitten.

BBC luidt een nieuwe aanpak van strategische meerjarenplanning in.

Nieuwtjes Deze rubriek bestaat enerzijds uit nieuws van de interne keuken van VVJ en uit aankondigingen van eigen activiteiten.

over Dropzone

De resultaten van de enquête! Lees wat 116 jeugddienstmedewerkers van ons tijdschrift vinden…

vrijetijdsbeleid

Buurtsport Een sportieve tekening die binnen de lijntjes heel verschillend kan worden ingekleurd.

12

Antwerpen Europese Jongerenhoofdstad 2011 Een vooruitblik met coördinator Axel Dingemans.

VORMGEVING IO - Els De Pauw REDACTIE Leen Bartholomeus Lieve Caluwaerts Roel Ceyssens Ellen De Boeck Koen Depreitere Annelies Dreesen Johan Geeraerts Dominique Goossens Ilse Holvoet Marc Ipermans

december 2010

Nood aan andere beleidsvisie bestrijding kinderarmoede Hoog tijd om kinderarmoede in een ruimer perspectief te plaatsen.

de jeugdraad

19

internationaal

31

subsidieinstrumenten

34

welzijn

36

de jeugddienst

38

voor u bekeken

40

uitsmijter

Tips om je jeugdraad aan te zwengelen Huis-, tuin- en keukentips van drie jeugdconsulenten. Het Belgisch EU-Voorzitterschap Jeugd Lieve Caluwaerts schetst de intenties en de realisaties van het voorzitterschap Jeugd.

22

beleidsplanning

25

prioriteit jeugdcultuur

28

22

2010: europees jaar armoede

16

interview

HOOFDREDACTIE Leen Bartholomeus

De beleids- en beheerscyclus

19

Jaaroverzicht In lijstjes over 2010 en in wensen voor het nieuwe jaar!

COLOFON

p2 •

beleidsplanning

Het Belgisch EU-Voorzitterschap Jeugd

Genk en Essen verzusteren met Afrikaanse steden, ook op vlak van jeugdbeleid!

3

internationaal

De beleids- en beheerscyclus Hoe zit BBC in elkaar? En wat heb je er als jeugddienst mee te maken? CultuurMicrOOb in de kijker Een prikkelend cultuurparticipatieproject voor kinderen en jongeren in Meeuwen-Gruitrode.

Projectsubsidies Minder paparassen, meer projecten: praktijkvoorbeelden en tips! Aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen in lokaal jeugdbeleid Uit De Marge ging in acht gemeenten met JBP’s en hun aandacht voor maatschappelijke kwetsbaarheid aan de slag. Uit het dagboek van Katrien Kellens Kersvers jeugdconsulente in Halen. Publicaties, initiatieven en websites We stellen jullie een waaier voor van publicaties, initiatieven en websites van derden. Handig, Bondig. Leerrijk. Roeland kleurt je dag Voor sommige dingen kom je gewoon graag je zetel uit.

internationaal

Stedenbanden en lokaal jeugdbeleid Lees hoe jeugdbeleid een plek krijgt in de stedenband van twee Vlaamse en Afrikaanse steden.

Katrien Kellens Jan Leroy Sofie Marque Toon Michiels Kris Mondelaers Filip Stallaert Koen Steuperaert Nathalie Van Ceulebroeck Robrecht Vandenabeele Piet Van der Sypt Wouter Vanvinckenroye Jitske Verwimp Sofie Willems

GC Meeuwen-Gruitrode Gemeente Essen Horton Group ISB JD Evergem JD Kalmthout JD Meeuwen-Gruitrode Jeugdraad Geel Lusi Stad Genk © Stampmedia – Tom Clabots Tine Bogaerts We love Osschot

FOTO’S Eric Van Cauter

COVERFOTO Gemeente Essen

EINDREDACTIE Leen Bartholomeus ALGEMENE INFO Dropzone is een tijdschrift van de

REDACTIE Vijverlaan 53 2610 Wilrijk T: 03-821 06 06 F: 03-821 06 09 E: info@vvj.be DRUKKERIJ Jansen - Hoeselt

Dropzone is gratis voor jeugddiensten en partners in het jeugdbeleid. Een abonnement kost 12 euro en kan je aanvragen via smarque@vvj.be Met steun van

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Marc Ipermans


Jaaroverzicht

| edito

Het jaaroverzicht Half December. De periode waarin lijstjes het traditioneel goed doen. De pechen geluksvogels van het jaar, de stukgelopen relaties, de grootste modeblunders en ga zo maar door. Een format die heel wat mogelijkheden biedt, dus waarom hem ook niet gebruiken voor een jaaroverzicht van het lokale jeugdbeleid? Een kleine greep uit een bewogen jaar… Het jaar van de planning In het najaar bevielen jeugddiensten van een nieuw jeugdbeleidsplan. Wellicht het laatste aparte JBP in de familie, maar één dat zeker niet moet onderdoen voor zijn broers en zussen. In veel gemeenten gaat het om een stevige brok, vol ambitie, zeker op vlak van jeugdcultuur en brandveiligheid jeugdlokalen. Ook Vlaanderen was mee zwanger, van zijn derde Vlaams Jeugdbeleidsplan. We wachten in spanning op de nakende geboorte, maar de echo’s beloven alvast veel aandacht voor het lokale jeugdbeleid.

>> Marc Ipermans

Het (Groen)boek van 2010 Minister Daerden leerde ons de terminologie kennen, maar halfweg 2010 keurde de Vlaamse regering zijn eigen Groenboek over de interne staatshervorming Vlaanderen goed. Een eerste concrete stap van het veranderingsproces om de bestuurlijke organisatie op het Vlaamse, provinciale en lokale niveau te optimaliseren. Het Groenboek zorgde voor grote schokgolven, niet in het minst omdat het provinciale jeugdbeleid er de facto in wordt afgeschaft.

“We hopen dat de grote veranderingen die zich in 2010 aankondigden in 2011 en verder voor win-win situaties zorgen.”

De fundamenten voor ommezwaai richting strategische meerjarenplanning In juni keurde de regering het besluit goed dat de invoering regelt van de nieuwe beleids- en beheerscyclus – het nieuwe systeem van planning gekoppeld aan financieel beheer dat gemeenten, OCMW’s en provincies moeten gaan toepassen. Inmiddels liggen alle modellen voor de beleidsrapporten vast zodat de pilootgemeenten volgend jaar van start kunnen gaan. Twintig lokale besturen gaan werken met de instrumenten en regels, zodat die waar nodig kunnen bijgestuurd worden tegen dat iedereen er mee aan de slag moet in 2014. Het jeugdbeleid bespaart mee Ook de jeugdsector ontsnapte niet aan de besparingsgolf waar de Vlaamse overheid door de economische crisis op af is gestevend. De saldi van de gemeentelijke en provinciale trekkingsrechten voor 2010 kwamen op de lijst van de geblokkeerde kredieten terecht. De kans is groot dat de resterende 10% van de trekkingsrechten niet zal worden uitbetaald. Ook de VVJ mocht het ook aan den lijve ondervinden: de subsidies voor 2010 vielen meer dan 4 % lager uit dan het jaar voordien… en voor 2011 gaat de dalende subsidielijn verder. Bij die eindejaarslijstjes zitten ook steevast een aantal wensen voor het nieuwe jaar. We hopen alvast dat de grote veranderingen die zich in 2010 aankondigden in 2011 en verder uiteindelijk voor win-win situaties kunnen zorgen als het gaat over het lokale jeugdbeleid en de jeugddiensten. Maar dat zal enkel lukken op voorwaarde dat er voldoende financiering gegarandeerd blijft en dat competenties van jeugddienstmedewerkers naar waarde worden geschat. Prettig eindejaar en alvast een geweldig 2011! Marc Ipermans

december 2010 • p 3


over vvj | Nieuwtjes

VORMINGSDRIEDAAGSE 2011 OP 16, 17 EN 18 FEBRUARI Als deze Dropzone in je bus valt, is het programma van onze vormingsdriedaagse klaar! In januari mag je de uitnodiging in je bus verwachten. Maar om jullie niet helemaal op jullie honger te laten zitten geven we al enkele teasers mee! Verwacht je aan vorming, training en uitwisseling over volgende thema’s: jeugdwerk organiseren, werken op een jeugddienst, communicatie, leefwereld en welzijn, ruimte, vrije tijd… ook de prioriteiten van het nieuwe JBP: jeugdcultuur en brandveiligheid, staan in de kijker. Verder kiezen we ook dit jaar voor een stevig debat op woensdag. Het thema geven we hier al prijs: jeugdwerkondersteuning door gemeentebesturen. Daarnaast hebben we een aanbod op maat voor programmatoren en presenteren we ook competentieworkshops. Op zoek naar nieuwe workshops, creatieve activiteiten of een spetterende voorstelling? Tijdens de middagpauze organiseren we onze tweejaarlijkse animatiebeurs. We stellen jullie een palet van organisaties voor die het beste van zichzelf en laten zien wat ze in huis hebben. We hebben hierbij aandacht voor zowel kleuters, kinderen als tieners. En raad op basis van dit beeld maar eens wat het thema van onze driedaagse dit jaar wordt! VVJ ziet haar vormingsdriedaagse als een uniek moment voor jeugddienstmedewerkers om inspiratie op te doen, nieuwigheden te ontdekken, andere jeugddiensten te ontmoeten en met hen uit te wisselen. Hopelijk ben jij ook van de partij! Meer info in de uitnodiging die na de kerstvakantie in je bus valt en vanaf 10 januari op www.vvj.be!

Vormingsagenda

STIP ALVAST DEZE DATA IN JE AGENDA AAN !

JANUARI 2011

FEBRUARI 2011

11/01

CO2 Basismodule

01/02

CO2 Basismodule

13-14/01

Starterstweedaagse - Malle

03/02

Opleiding Jeugdconsulent - 3e jaar

14/01

Leiding geven: the basics - dag 2

16-18/02

VVJ Vormingsdriedaagse

18/01

CO2 Basismodule

19/01

Speelom seminar Avontuurlijk spelen en veiligheid

20/01

Opleiding Jeugdconsulent - 2e jaar - CO2 Basismodule

21-22/01

VVJ Bestuurstweedaagse

25/01

CO2 Basismodule

27/01

Opleiding jeugdconsulent - 1e jaar

28/01

Nieuwjaarsreceptie

p4 •

december 2010

MAART 2011 03/03

Opleiding Jeugdconsulent - 3e jaar

15/03

VVJ Limburg, VVJ Vlaams-Brabant

17/03

VVJ Antwerpen, VVJ Oost-Vlaanderen, VVJ West-Vlaanderen

24/03

Opleiding Jeugdconsulent - 1e jaar

30/03

Traject Medewerkers competentiegericht coachen - dag 1

31/03

Opleiding Jeugdconsulent - 2e jaar


Nieuwtjes

| over vvj

NEEM JE SCHEPEN OP SLEEPTOUW

MAAK KENNIS MET FILIP!

Parallel aan onze vormingsdriedaagse gaat voor de derde keer onze ‘Inspiratie-, Denk- en Uitwisselingsdag voor schepenen van jeugd’ door. Er staan twee schepensessies op het programma, binnen het thema ‘Jeugdwerk en ondersteuning: de rol van de gemeente: ‘vrijwilligers of jobstudenten’ en ‘opvang of jeugdwerk’. Daarnaast staat ook het debat voor hen open. Ze krijgen hiervoor een aparte uitnodiging in de bus. Bij deze alvast een warme oproep om woensdag samen met je schepen naar Malle af te zakken!

“15 jaar speelpleinervaring, 10 jaar VDS instructor, 5 jaar toneel voor kinderen, 12 jaar in een instelling voor bijzondere jeugdzorg (als leerkracht) en 6 jaar jeugddienst Buggenhout vormen samen met de pakken sneeuw en heel veel jeugdbeleidsgoesting, de inhoud van mijn materiaalkoffer waarmee ik op 1 december, net voor de sint, bij VVJ arriveerde. Nen Aulambak vol, zegt men in de Scheldestreek.

ONTWERP SUBSIDIEOVEREENKOMST Op 1 januari 2011 start VVJ met de uitvoering van haar beleidsplan 2011-13. Inmiddels kregen we een ontwerp van subsidieovereenkomst van de afdeling Jeugd. Bij het verschijnen van deze Dropzone zullen de besprekingen van deze overeenkomst achter de rug zijn, meer nieuws daarover in Lopend Vuur van januari.

WELKOM OP DE WERELD EMMA! Onze Ilse zette op 5 oktober een flinke dochter op de wereld: Emma. Proficiat Ilse en Bart! Ilse geniet momenteel nog van enkele maanden thuis zijn met haar baby’tje. Vanaf half maart komt ze vier vijfde werken om er weer helemaal tegenaan te gaan voor de Vlaams-Brabantse jeugddiensten en de thema’s die ze onder haar hoede heeft.

Vanuit VVJ en vanuit het plekje waar mijn hutje staat, Buggenhout, hoop ik de Oost-Vlaamse jeugddiensten een stevig jeugdbeleidshart te kunnen serveren. ‘k Ben enorm nieuwsgierig te zien hoe men ter plekke zal vorm geven aan het snel veranderende jeugddienstlandschap. Dit breng mij naadloos bij de andere boterham waar ik mijn tanden mag inzetten: jeugdruimte. De steeds kleiner wordende ruimte, psychisch en fysisch, ook voor kinderen en jongeren toegankelijk maken is al een grote uitdaging voor heel wat besturen en jeugddiensten. Over ruimte gesproken. Het zal nog wel een tijdje duren vooraleer Ben’s stoel niet zo leeg meer zal voelen en mijn billen er goed op passen maar ’t is alleszins een fijn gevoel vast te stellen dat er een warm plekje achterbleef;-).” Je kan Filip contacteren via fstallaert@vvj.be of 03-8210608.

NIEUWE ADMINISTRATIEFORGANISATORISCHE MEDEWERKER BIJ VVJ Onze administratieve medewerkster Dominique zal VVJ eind december verlaten. We bedanken Dominique voor haar inzet en wensen haar veel succes in haar verdere carrière! Daarom schreef VVJ een vacature uit voor een voltijdse administratief-organisatorische medewerk(st)er. Tussen het schrijven en verschijnen van deze Dropzone zal de procedure afgerond worden. Samen met, en onder leiding van, de administratieve teamverantwoordelijke Sofie zal deze nieuwe collega instaan voor de administratieve en organisatorische taken binnen VVJ. De nadruk ligt enerzijds op administratieve en organisatorische taken bij vormingsmomenten en anderzijds op de logistieke ondersteuning van de gemeentelijke jeugdwerkprojecten (bv. Grabbelpas, Buitenspeeldag) die VVJ op Vlaams niveau coördineert.

december 2010 • p 5


over Dropzone | De resultaten van de enquête!

116 JEUGDDIENSTMEDEWERKERS VULDEN DE DROPZONE ENQUÊTE IN, BEDANKT! Je hoorde het wellicht al waaien: VVJ werkt achter de schermen aan een nieuwe website en dito huisstijl. Dé gelegenheid om meteen ook ons tijdschrift Dropzone eens onder de loep te nemen. In oktober namen 116 jeugddienstmedewerkers de moeite om onze enquête volledig in te vullen. Benieuwd naar wat er uit de bus kwam? We presenteren je de resultaten van de enquête in een notendop! Over de respondenten

• 116 mensen vulden de enquête volledig in, 5 gedeeltelijk. • 59 mannen vulden de enquête in, tegenover 62 vrouwen. • Van de respondenten zijn er 28 werkzaam op Antwerpse jeugddiensten, 18 op Limburgse jeugddiensten, 21 op OostVlaamse, 18 op Vlaams-Brabantse en 27 op West-Vlaamse jeugddiensten. • De jongste die de enquête invulden is 21 jaar, de oudste 56. De helft van de mensen die de enquête invulde is tussen 23 en 30 jaar oud, 37% valt in de groep 31 tot 40 jaar, 10 % is tussen de 41 en 48 jaar oud. • 15% werkt 1,5 jaar of minder lang op de jeugddienst. 60% van de respondenten werkt 5 jaar of minder op de jeugddienst, 25% heeft tussen 6 en 10 jaar ervaring, 16% tussen 10 en 15 jaar, 6,5% werkt meer dan 15 jaar op de jeugddienst.

Over Dropzone in globo

• Dropzone in zijn totaliteit wordt positief beoordeeld: 80% geeft 7 of 8 op 10. 10% van de respondenten geeft meer dan 8 en 10% 6 of minder. • Er heerst verdeeldheid over de appreciatie van de huidige vormgeving en aantrekkelijkheid van Dropzone: voor de ene ziet Dropzone er prima uit, voor de andere kan de vormgeving een restyling gebruiken. • 70% van de respondenten acht Dropzone bruikbaar voor zijn kerntaken en 87% kant zich tegen de stelling dat een tijdschrift als Dropzone niet nodig is. • 83% van de respondenten vindt Dropzone geen moeilijk magazine en eenzelfde percentage vindt de taal die Dropzone hanteert vlot leesbaar.

Over de inhoudelijk artikels

• Meer dan 60% van de respondenten vindt artikels in Dropzone niet te lang, voldoende concreet en bruikbaar. • 42 respondenten noteren in de motivering van het globale cijfer dat ze Dropzone geven dat ze tevreden zijn over de inhoud. Die wordt beschouwd als kwaliteitsvol en interessant, en de keuze van de thema’s zit goed. • De respondenten liggen niet wakker van de stellingen dat de artikels te veel zouden toegespitst zijn op visie, dat ze strakker mogen qua format en structuur en dat ze vaker door VVJ-ers zouden moeten geschreven worden. Ruim een derde van de respondenten kiest hier voor de neutrale antwoordoptie ‘noch akkoord noch niet akkoord’.

Over de vaste rubrieken

• 10% vindt dat er te weinig vaste rubrieken zijn in Dropzone, 40% vindt van niet. • De Edito en Uitsmijter worden eerder weinig gelezen: door 1/3 van de respondenten Van alle vaste rubrieken zijn er twee die sterk scoren: • 65% leest ‘over VVJ’ • De helft van de respondenten leest voor u bekeken, en nog eens 20% daar bovenop neemt deze pagina’s diagonaal door. De helft van de respondenten leest de artikels waarin het verhaal van andere jeugddiensten centraal staat, zoals ‘Dagboek van een jeugdconsulent’ en ‘Liefste JBP dagboek’. Benieuwd naar het volledige rapport? Of wil je zelf nog iets kwijt over Dropzone? Stuur een mailtje naar Leen via lbartholomeus@vvj.be.

En verder?

De resultaten zijn besproken en vertaald tijdens de Algemene Vergadering in november, en we maken ook met de staf nog een grondige evaluatie van Dropzone. Op basis van deze analyses gaan we aan de slag om Dropzone nog te verbeteren. Voila!

p6 •

december 2010


Buurtsport

| vrijetijdsbeleid

Piet Van der Sypt, medewerker sportparticipatie bij ISB ISB vzw

Buurtsport: sport in je voortuin De jeugddienst en de sportdienst van de stad Lokeren maken de Buurtsportfilosofie al een aantal jaar waar in de praktijk. Een praktijkvoorbeeld van een geslaagde kleinschalige samenwerking tussen de jeugddienst en de sportdienst! Hoe het allemaal begon

We schrijven 2005, in een zeer dichtbebouwde sociale woonwijk in Lokeren. Er is geen grasterrein of andere outdoor sportaccommodatie in die wijk aanwezig, dus het is niet zo eenvoudig om sport en bewegingsspelen aan te bieden. Op de koop toe is er een ‘voetbalverbod’ op de binnenkoer van de woonblokken. Een buurtwerker van de toenmalige preventiedienst biedt op woensdagmiddag creatieve momenten aan in een centraal huisje in de wijk. Met de hulp van een vrijwilliger van de jeugddienst groeide dit uit tot een degelijke en regelmatige activiteit. De buurtwerker en de vrijwilliger wijken af en toe uit naar sportaccomodaties in de buurt, maar merken al snel dat het niet zo evident is om daar de kinderen, en de ouders, warm voor te maken.

Het buurtproject floreert

Het buurtproject groeit en gaat vanaf 2008 volwaardig deel uitmaken van de werking van de jeugddienst. Het aanbod wordt uitgebreid naar andere pleinen en buurten in de stad. De jeugddienst zet meer personeelsleden en vrijwilligers in om een regelmatig aanbod te voorzien. Spelletjes, creatieve momenten en toeleidingsacties naar Grabbelpas/SWAP slaan aan. Het sportaanbod blijft tot dan toe meestal beperkt tot voetbal. De jeugddienstmedewerkers proberen er variatie in te brengen, maar omdat ze geen specifieke en gekwalificeerde sportopleiding genoten hebben, is dit niet evident.

Jeugddienst en sportdienst verankeren samenwerking in SBP

De jeugddienst was dit project zeer genegen, maar ook de sportdienst wou inzetten op Buurtsport. In het hoofdstuk rond andersgeorganiseerd sporten van het sportbeleidsplan 2008-2013 schrijft de sportdienst daarom een operationele doelstelling en actie neer die rechtstreeks gelinkt wordt aan de jeugddienst: ”De sportdienst zet een campagne op om zoveel mogelijk jongeren toe te leiden naar sportbeoefening.” De actie die de doelstelling concreet maakt luidt: “Vanaf 2009 werkt de sportdienst in samenwerking met de jeugddienst een Buurtsport actie uit.” Er is jaarlijks ook € 5.000 vanuit de sportdienst gebudgetteerd om tot de realisatie van dit doel te komen. De puzzelstukjes vielen mooi in elkaar, maar er was nog één probleem. Zowel de sportdienst als de jeugddienst beschikten niet over een sportgekwalificeerd personeelslid dat tijd kon vrijmaken om dit project ook effectief uit te voeren. Om dit euvel te verhelpen, werd er een beroep gedaan op de diensten van het Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding vzw, kortweg Vlabus. Die vzw heeft als hoofddoel om officiële tewerkstelling te creëren in de sportsector in Vlaanderen.

Het sportaanbod in een hogere versnelling

In het voorjaar van 2009 werd er gestart met het aanbieden van meer diverse sporttakken. Eerst gebeurde dit op maandelijkse basis op één locatie van de buurtwerking. Dit verliep december 2010 • p 7


vrijetijdsbeleid | Buurtsport

redelijk goed, maar door de geplande afbraak van enkele appartementsgebouwen in een bepaalde wijk, en de daarmee gepaarde exodus, diende de werking uit te wijken naar een andere buurt. Voor de sportief geschoolde Vlabus lesgevers is hun taak in deze werking ook een aanscherping van hun competenties. Het omgaan met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren is relatief nieuw voor hen. Ook het spontaan komen en gaan van deelnemers, wat toegelaten wordt vanuit de filosofie van de werking, is een factor die men in sportmiddens niet zo gewoon is.

En vandaag?

Sinds september van dit jaar wordt er nog meer ingezet op de sportieve inkleding van de buurtwerking. Eénmaal per maand wordt er een aanbod voorzien op een nieuwe locatie. In de wijk waar er al sinds 2005 een aanbod is, wordt er zelfs om de twee weken gesport. Door de specifieke eigenschappen van die buurt, is het een hele uitdaging voor de jeugddienstmedewerkers en de Vlabuslesgevers. Ze combineren hun aanbod met het prikkelen van de kinderen in de buurt om ook zonder de aanwezigheid van de buurtwerking samen te sporten en te spelen. Want sporten en spelen, dat werkt!

p8 •

december 2010

SPORTPARTICIPATIE: HET DECREET KADERT, ISB ONDERSTEUNT Het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw (ISB) gaat voor een kwaliteitsvol en waardevol lokaal en regionaal sport- en recreatiebeleid. ISB is, net als VVJ, een ledenvereniging maar dan voor sportdiensten en een kenniscentrum dat vanuit zijn opdracht ondersteuning biedt om tot een echt Sport voor Allen-beleid te komen. Het decreet over de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allenbeleid heeft ervoor gezorgd dat meer dan 290 steden en gemeenten een sportbeleidsplan hebben opgemaakt. Naast een hoofdstuk over de ondersteuning van sportclubs en een hoofdstuk over de infrastructuur moest het sportbeleidsplan ook een hoofdstuk over ‘andersgeorganiseerd sporten’ en over ‘diversiteit & toegankelijkheid’ bevatten. ISB behandelt de thema’s die vallen onder de laatstgenoemde hoofdstukken onder de globale noemer ‘sportparticipatie’.


Buurtsport

| vrijetijdsbeleid

Buurtsport: herkomst, missie en doelen De term ‘Buurtsport’ werd in Vlaanderen voor het eerst gehanteerd in het jaar 2000. Toen de Koning Boudewijnstichting bekend maakte dat ze de actie ‘Buurtbal’, die ze gedurende tien jaar had ondersteund, niet langer zou voortzetten, nam de Vlaamse overheid het initiatief over. Die overheid gaf het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw (ISB) de opdracht in samenwerking met de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten (VVJ) de campagne ‘Buurtsport Vlaanderen’ te coördineren via de installatie van een secretariaat. Die koerswijziging lag voor de hand, aangezien het begrip ‘Buurtbal’ niet langer de inhoud dekte: de klemtoon lag niet enkel meer op de populaire balsporten voetbal, volleybal, basketbal, maar bij uitbreiding op alle sporten. Ook het sportief bewegen werd meer in de verf gezet.

De missie is sterk in zijn eenvoud. Steden en gemeenten en particuliere initiatieven stellen een programma samen om doelgroepen aan het sporten te krijgen. Er wordt vrijheid en ruimte gegeven om dit naar eigen vermogen in te vullen. ISB ziet Buurtsport dan ook meer en meer als een merknaam voor een buurtgericht sport- en beweegaanbod. Een sportieve tekening die binnen de lijntjes heel verschillend kan worden ingekleurd. Momenteel wordt er in heel wat gemeenten een aanbod voorzien dat kadert binnen dit sportieve gebeuren. Kinderen, jongeren, hun ouders en zelfs senioren behoren tot doelgroepen die ‘geholpen’ worden door Buurtsport.

Door Buurtsport aan te bieden, kan je de drempel ‘mobiliteit’ zeker en vast al verlagen. Want er zijn kinderen/jongeren die niet participeren Sinds begin 2008 heeft aan het lokale jeugd- en/of "Buurtsport is meer en meer een merknaam voor Buurtsport een vaste sportaanbod omdat ze zich een kwaliteitsvol buurtgericht sporten beweegaanbod." plaats gekregen in de moeten verplaatsen naar algemene werking van een ‘moeilijk’ bereikbaar het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebe- sport/jeugdcentrum. Ook andere drempels die participaleid vzw (ISB). ISB ziet in Buurtsport een unieke vorm om tie verhinderen, kunnen door het gebruik van deze vorm op een 'andersgeorganiseerde manier' aan sport te doen van andersgeorganiseerd sporten met een vraaggerichte met uitgelezen mogelijkheden om iedereen te laten parti- aanpak overwonnen worden. ciperen. Met deze manier van sporten doelen ze op al het sportief gebeuren buiten het gekende georganiseerde sportclubcircuit. De lokale overheid beschikt over de autonomie om Buurtsport te organiseren volgens de aard van de gemeente, volgens de noden en behoeften van de bewoners. Gezien de aard van het onderwerp is het volgens ISB dan ook logisch dat de lokale sportdienst een centrale rol opneemt. Het opnemen van deze taak, kan een sportdienst het best in een netwerk met andere gemeentelijke diensten als de jeugddienst, welzijnsdienst… Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de sportdienst zorgt voor de omkadering, locatie en budget voor het aanbod, maar dat het effectieve aanbod mee ingevuld wordt door een jeugddienst, een vzw… De kracht van dit aanbod is net die samenwerking over verschillende sectoren heen, samen voor hetzelfde doel.

info

Meer info? www.isbvzw.be www.isbkennisbank.be

december 2010 • p 9


interview | Antwerpen Europese Jongerenhoofdstad 2011

Nathalie Van Ceulebroeck Tom Clabots © StampMedia

AEYC Allright! Antwerpen is Europese Jongerenhoofdstad 2011 Antwerpen is de eerste Belgische stad die een jaar lang de titel Europese jongerenhoofdstad mag dragen. In maart van volgend jaar schieten de festiviteiten en de activiteiten officieel in gang, en wij blikken in een gesprek met coördinator Axel Dingemans nu al even vooruit op wat er te gebeuren staat.

Wat is de centrale doelstelling van waaruit jullie concrete programma vorm krijgt? Onze centrale doelstelling is de creatie van extra fysieke en mentale ruimte voor jongeren in de stad. We proberen om die doelstelling te vertalen in een programma met projecten voor en door jongeren, via evenementen maar ook via beleidsmatige acties opgezet in samenwerking met verschillende stadsdiensten, externe partners en jongeren. Daarbij komt een waaier aan thema’s aan bod: cultuur, feesten, openbare ruimte, toerisme… Welke elementen uit jullie dossier overtuigden volgens jou de jury om Antwerpen te kiezen? Onze sterkte ligt in het brede programma: we zetten in op zowel kinderen als jongeren, en we stippelen een meerlagig programma uit, met zowel leuke, kleine acties als duurzame beleidsmaatregelen, en dit voor een breed spectrum aan thema’s. De jury was ook gecharmeerd door de sterke participatie van jongeren die in het dossier verweven zit. Hoe vullen jullie die participatie concreet in? Participatie is één van onze speerpunten in het ganse project. Van bij de opmaak van het dossier zijn kinderen en jongeren betrokken via inspraakmomenten en de jeugdraad. We kunnen intussen rekenen op een 17-tal jongerenambassadeurs, met wie we maandelijks over­ leggen. We willen jongeren ook intensief betrekken in de communicatie over de Europ 10 •

december 2010

pese Jongerenhoofdstad. We richten een jongerencommunicatiebureau op, ‘Generatie A’, dat de campagne volledig zal gaan vorm geven. We starten binnenkort de recruteringscampagne op om hiervoor jongeren onder de 25 jaar aan te trekken. We kiezen ook bewust voor een aanpak waarbij heel wat projecten van jongeren zelf komen. Jongeren kunnen zelf projectvoorstellen indienen via onze website. Daarnaast proberen we ook zelf naar jongeren toe te stappen om ze te betrekken, niet iedereen vindt immers vanzelf de weg naar ons. We werken daarvoor onder meer samen met MKJ-werkingen.

"De stadscamping, Het Steen als speelplek, de jeugdculturele zone en projecten van de jongeren zelf... zoveel om naar uit te kijken." De projectoproep via jullie website loopt al een tijdje. Wat voor voorstellen dienen jongeren zoal in? Jongeren dienen nu reeds heel wat projecten in. Zo zijn er een aantal jongeren die een theaterproject hebben ingediend, is er een jonge dame die een reportage maakt waarin zij talentvolle jongeren in beeld brengt, is er een jonge gast die samen met anderen onder begeleiding zijn eerste feest wil organiseren... De vragen zijn zeer divers. We willen zoveel mogelijk jongeren kansen bieden en zullen hier in 2011 dan ook fel in investeren. Hoe gaan jullie aan de slag met de ingediende voorstellen?

We krijgen projectvoorstellen binnen van jongeren met heel uiteenlopende profielen. Het gaat zowel om jongeren die geen ervaring hebben met organiseren, als om jongeren die al actief zijn in het jeugdwerk en van daaruit al heel wat ervaring en organiserende competenties hebben. Als jongeren een project indienen, gaan we met hen aan tafel zitten en begeleiden we hen om hun project zo concreet mogelijk te maken. We bekijken ook de bestaande projectreglementen van de stad Antwerpen. Zo gaan we op zoek naar manieren om ondersteuning en begeleiding te bieden. Het is ook onze bedoeling om deze subsidiekanalen bekender te maken, en andere jongeren te inspireren door voorbeelden naar voor te schuiven. Wat is de verhouding met de jeugddienst? Is dit een project van de jeugddienst? Het team van Antwerpen Jongerenhoofdstad maakt deel uit van de jeugddienst met de expliciete taak het programmabureau te zijn van dit project. Die integratie binnen de jeugddienst is een bewuste keuze om een zo duurzaam mogelijk resultaat te krijgen. Twee medewerkers van de jeugddienst maken ook deel uit van het Jongerenhoofdstadteam om de expertise daarna mee te nemen binnen de jeugddienst. Naast de projecten die jongeren zelf aanreiken en initiatieven vanuit de jeugddienst, gaan jullie ook voor een breed geïntegreerde aanpak binnen de stadsdiensten. Hoe betrekken jullie


Antwerpen Europese Jongerenhoofdstad 2011

andere stadsdiensten bij Antwerpen Jongerenhoofdstad? Het college keurde een facilitaire doelstelling omtrent Europese Jongerenhoofdstad goed. Dit is een doelstelling waaraan alle stadsdiensten horen mee te werken. We zien het project Antwerpen Jongerenhoofdstad als een aanleiding om andere diensten te betrekken op het lokale jeugdbeleid. De boodschap die we andere diensten meegeven is dat zij expert zijn op hun domein, en dat AEYC en de jeugddienst expertise in huis hebben over kinderen en jongeren. We moedigen hen aan om projecten voor en met jongeren op te zetten, zo kunnen andere diensten kennis maken met deze doelgroep en fungeert wat onder de AEYC vlag gebeurt ook als bewustmaking. We hopen dat 2011 een tof jaar wordt voor jongeren, maar dat we ook een duurzaam effect kunnen creëren op toekomstige beleidsdoelstellingen, en dat over verschillende beleidsdomeinen. Wat zit er zoal in de pijplijn vanuit andere diensten? De financiele dienst gaat werken rond financieel bewustzijn, de dienst wonen zet een initiatief op rond co-housing, de dienst algemeen onderwijsbeleid gaat projectfondsen voor de verbetering van de onderwijsomgeving openstellen voor leerlingen… Welke initiatieven met Europese reikwijdte staan er op het programma? We dienden een aantal dossiers in die inzetten op Europese uitwisseling van jeugdwerkers en kennisdeling. Zo

organiseert Villanella in Antwerpen een spin-off van hun Kunstbende voor 11 Europese landen, met een toonmoment. We plannen in samenwerking met Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen een expertiseuitwisseling van jeugdhuiswerkers uit heel Europa. Er staat ook een Europees congres over werkingen maatschappelijk kwetsbare jongeren op stapel om ervaringen en ideeën uit te wisselen. Een aantal Europese vrijwilligers maken deel uit van ons team en draaien mee bij partnerorganisaties. Zij zorgen er mee voor dat we initiatieven in een Europees perspectief zetten.

"Twee medewerkers van de jeugddienst maken deel uit van het Jongerenhoofdstadteam om de expertise ook na dit jaar binnen de jeugddienst te houden." Wat doen jullie met de ervaringen en expertise die jullie opdoen bij de realisatie van dit project in de toekomst? We willen met AEYC impulsen geven op het gebied jongerenparticipatie. De focusgroepen bij organisaties en de ambassadeurswerking zijn experimenten om jongeren gericht, op een in de tijd afgebakende manier, te betrekken rond een bepaald thema. Verder hopen we dat we de meerwaarde van samenwerken over beleidsthema’s heen kunnen aantonen, en samenwerking kunnen aanwakkeren. De noden van kinderen en jongeren stoppen niet bij het werk van de jeugddienst.

| interview

We zullen onze positie op het gebied van talentherkenning verder versterken. We focussen onder ander op de talentontwikkeling in de Antwerpse Urban scène (dans, muziek, theater...). We willen dit aanstormend talent toonkansen en extra artistieke ondersteuning bieden. Tot slot zullen we in 2011 een aantal locaties voor jongeren openen: de jeugd culturele zone: een plek waar jongeren ruimte krijgen om hun ding te doen, het Steen: het oudste gebouw van onze stad wordt een toffe speelplek voor de jongsten... AEYC gaat bruisen, dat staat vast. Naar welke activiteiten kijk je nu zelf al uit? Ik kijk uit naar vele zaken. Ons startfeest in Antwerpen Centraal op 4 en 5 maart wordt een straffe opener, de stadscamping die we gedurende 75 dagen zullen openhouden wordt zeker een place to be. Maar ook de buitenspeelevenementen voor kinderen en het openingfeest van het Steen wordt een absoluut hoogtepunt. Naast onze eigen evenementen kijk ik vooral uit naar de vele acties van jongeren zelf. Het is hun jaar. Ze moeten de kansen die we hen bieden vooral grijpen!

info Meer info? www.aeyc2011.be december 2010 • p 11


2010: europees jaar armoede | Nood aan andere beleidsvisie bestrijding kinderarmoede

Nood aan een andere beleidsvisie voor de bestrijding van kinderarmoede ✒

Robrecht Vandenabeele       Lusi,Horton Group via Stockexchange

De Europese Commissie riep 2010 uit tot het Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Er is dit jaar heel wat te doen geweest rond armoede. Op alle beleidsniveaus heeft men nagedacht over initiatieven om de strijd tegen armoede aan te gaan. Dit resulteerde in onderzoek, educatie en bewustmaking. En in heel wat initiatieven die concreet werk maken van de strijd tegen armoede in Europa, België, Vlaanderen, jouw provincie, stad, gemeente en zelfs jouw buurt. Maar op vlak van kinderarmoede blijven de uitdagingen groot.

p 12 •

december 2010


Nood aan andere beleidsvisie bestrijding kinderarmoede

Tijdens een lezing "Kinderarmoede in kinderrechten­ perspectief”, georganiseerd door de Onderzoeksgroep ‘Pedagogiek van het Sociaal Werk’ van de Associatie UGent op 14 oktober in Gent hield kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen een pleidooi om de bestrijding van kinder­ armoede in een ruimer perspectief te plaatsen. Een pleidooi waar we ons in kunnen vinden en waar we graag nog wat dieper op willen ingaan. Kinderarmoede lijkt moeilijk vatbaar voor directe oplossingen als je het niet koppelt aan een gebrek aan middelen bij de ouders. Maar de bestrijding van kinderarmoede is meer dan dat. Kinderarmoede is een uitvergroting van het structurele armoedeprobleem. De grond hiervan is een scheef getrokken herverdelingsmechanisme, namelijk het mattheuseffect: tal van concrete beleidsmaatregelen (dienstencheques, kinderopvang…) missen hun effect omdat ze vooral de mensen ten goede komen die het minder nodig hebben. Daarom is er meer focus nodig op het indirecte beleid; namelijk het versterken van sociale grondrechten, zodat er een evenwicht komt in de herverdeling. Je mag kinderarmoede dus niet enkel beperken tot een gebrek aan geld bij de ouders. Het is onlosmakelijk verbonden met sociale uitsluiting en heeft een weerklank in alle levensdomeinen. Een belangrijk argument om de strijd tegen kinderarmoede centraal te zetten is dat de strijd tegen culturele uitsluiting bij kinderen in armoede het krachtigste wapen is om de cyclus van generatiearmoede te breken. Tot slot wijst bijvoorbeeld Vlaams armoede expert Jan Vrancken ook nog op een strategisch argument. Aangezien kinderen niet zelf verantwoordelijk worden geacht voor hun leefsituatie, ontmantelt dit het argument van ‘eigen schuld’ in het armoededebat. Kinderrechten gaan over gelijke successen, en dus niet alleen over gelijke toegang. Dit uitgangspunt maakt de strijd tegen kinderarmoede tot een centrale praktijk in de verwezenlijking

| 2010: europees jaar armoede

van kinderrechten. Om gelijke successen te bereiken leggen kinderrechten dan ook niet enkel een focus op de mogelijkheden en voorzieningen voor kinderen in de samenleving (provisie), maar ook een focus op de bescherming van kinderen en hun deelname aan de samenleving (protectie en participatie). Armoedebestrijding op lokaal niveau is in de eerste plaats de ‘taak’ van het lokaal sociaal beleid. Dit beleid vertrekt vanuit een versterking van de sociale grondrechten. Dit uitgangspunt omhelst de verplichting om met lokaal sociaal beleid zoveel mogelijk de ongelijkheid voor de burgers weg te werken. Toegespitst op kinderen en jongeren is dit dan ook een ‘zaak’ van het lokale jeugdbeleid. Bovendien is op Vlaams niveau het jeugdbeleid reeds decretaal gekoppeld aan een kinderrechtenbeleid. Er zijn dus voldoende aanwijzingen om te stellen dat het lokaal jeugdbeleid minstens een gedeelde verantwoordelijkheid draagt in de versterking van de sociale grondrechten van kinderen en jongeren in de gemeente.

Wat na 2010? 2011 kan niet meer het jaar van de Europese strijd tegen armoede zijn want die strijd werd dit jaar reeds geleverd. Dit is natuurlijk onzin. Die strijd zal wellicht nog langer meegaan dan de Europese Unie zelf. Maar er was zeker nood aan een opfrissing van die strijd. Heel wat bestaande initiatieven kregen nieuwe impulsen en frisse ideeën door dit initiatief en er werden verschillende nieuwe tijdelijke en permanente projecten en activiteiten gelanceerd. Het is nu vooral belangrijk niet opnieuw in te dommelen en deze hernieuwde aandacht voor armoede vast te houden en te bestendigen in het beleid. De Vlaamse jeugdbewegingen houden het thema in ieder geval warm. Zij zijn momenteel druk bezig met de voorbereiding van een nieuw gezamenlijk jaarthema voor het werkjaar 20112012 … ‘armoede bij ons’. december 2010 • p 13


2010: europees jaar armoede | Nood aan andere beleidsvisie bestrijding kinderarmoede

Evaluatieonderzoek lokale netwerken Relatief weinig steden en gemeenten tekenen in op de kansen die het participatiedecreet voorziet voor het uittekenen van een lokaal beleid voor vrijetijdsparticipatie. Demos voerde dit jaar een kwalitatief onderzoek ter ondersteuning en evaluatie van de lokale netwerken. Hoewel het decreet verschillende kansen biedt om overleg over armoede te stimuleren zijn er nog heel wat knelpunten die moeten worden weggewerkt: • De voorwaarden die gesteld worden zijn niet bijzonder groot, maar de toelage die een lokaal netwerk krijgt is dat ook niet. De plan- en vergaderlast staat niet in verhouding tot de resultaten. Bovendien moeten gemeente en OCMW nog aardig wat bijleggen (elk nogmaals het gesubsidieerde bedrag). Een lokaal netwerk vraagt dus heel wat meer financiële lokale hefbomen dan de vereiste afsprakennota doet uitschijnen. • Voor kleine gemeentes is het niet (meer) aantrekkelijk om de organisatie van een lokaal netwerk op te nemen. Het decreet voorziet geen ruimte voor (personeels)omkadering en communicatie in het deel van de middelen die de gemeentes zelf moeten inbrengen. • Er zijn heel wat verschillen in cultuur tussen de werking van een gemeente en een OCMW, en de verenigingen die met mensen in armoede werken. Zo stelt men in het onderzoek geregeld een broze vertrouwensrelaties vast tussen armoedeverenigingen en het OCMW: de administratieve invulling die OCMW’s geven aan hun taak matcht niet altijd met de leefwereld van de cliënten. ‘De taal die ze spreken is verschillend’. Het volledige onderzoeksrapport kan je raadplegen op www.demos.be.

p 14 •

december 2010


Nood aan andere beleidsvisie bestrijding kinderarmoede

| 2010: europees jaar armoede

De werkpunten die de Europese Commissie naar voor schoof voor het jaar 2010

Het Belgische EU-voorzitterschap en armoedebestrijding. Spreek je OCMW erover aan!

• het stimuleren van politieke betrokkenheid; • het inspireren van burgers in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting; • aandacht besteden aan de zorgen en behoeften van mensen die leven in armoede; • betrokken zijn op de samenleving; • de stigmatisatie van armoede tegengaan; • het promoten van een samenleving die een goede levensstandaard ontwikkelt; • solidariteit aanmoedigen.

Met het Belgisch voorzitterschap, had België een voortrekkersrol te vervullen in het kader van dit jaar tegen armoede. De federale regering nam in dit kader enkele noemenswaardige initiatieven: • Op een EU-conferentie in het Waalse Marche-en-Famenne stelde het voorzitterstrio (België, Spanje, Hongarije) op initiatief van de Belgische regering, Unicef, Eurochild en de Europese Commissie , de bestrijding van kinderarmoede voorop als prioriteit. • Een ander initiatief in dit kader is de extra injectie van 4 miljoen euro bovenop de 7 miljoen euro middelen die de OCMW’s van de federale overheid krijgen om hun cliënten te laten participeren aan vrijetijdsinitiatieven. Deze extra 4 miljoen is zelfs zeer specifiek gericht op de bestrijding van kinderarmoede. Het gevolg hiervan is dat heel wat OCMW’s dit semester de banden met de gemeentelijke vrijetijdsdiensten nauwer aanhaalden om die middelen een nuttige bestemming te geven. Hier liggen dan ook veel kansen om de lokale netwerken aan te spreken die zijn opgericht in het kader van het Vlaamse participatiedecreet voor het uitwerken van een lokaal beleid voor vrijetijdsparticipatie voor mensen die leven in armoede. Door de extra middelen voor de bestrijding van kinderarmoede komt ook de jeugdconsulent nadrukkelijker in beeld om betrokken te worden in de opmaak van een afsprakennota voor dit vrijetijdsparticipatiebeleid. Spreek je OCMW erover aan!

De aandachtige lezer ziet in deze engagementen vooral sensibiliserende doelstellingen. Dit was uiteraard te verwachten. De Europese Commissie staat zeer ver af van de burger in armoede op de straat. Directe ingrepen in concrete lokale armoedesituaties kan je van hen niet verwachten. Toch is deze aandacht voor armoede niet nutteloos. Er sijpelt heel wat door, over de verschillende bestuursniveaus, tot in die concrete lokale armoede-situatie. De aandacht voor armoede zorgde voor zowel het ontspruiten van nieuwe praktijken, instrumenten en projecten, als voor de opwaardering van reeds bestaande initiatieven.

december 2010 • p 15


de jeugdraad | Tips om je jeugdraad aan te zwengelen

Huis-, tuin- en keukentips voor het aanzwengelen van je jeugdraad ✒

Toon Michiels (JD Geel), Kris Mondelaers (JD Tessenderlo), Johan Geeraerts (JD Scherpenheuvel-Zichem) Jeugdraad Geel

In de afgelopen decennia werd er op vlak van jeugdparticipatie heel wat verwezenlijkt. De aanwezigheid van jeugdraden in bijna elke gemeente is daarvan een mooi bewijs. Jeugdraden mogen dan al talrijk zijn, je hoort regelmatig signalen dat het niet in elke gemeente even goed draait. Omdat alle kleine beetjes (kunnen) helpen: een blik op hoe de jeugddiensten van Geel, Scherpenheuvel en Tessenderlo met een aantal kleine acties inspanningen doen om hun jeugdraad aan te zwengelen. Heel gewone dingen die misschien ook voor jouw jeugdraad dat tikkeltje extra kunnen betekenen…

In de praktijk is er vaak sprake van jeugdwerk-raden. Om de eenvoudige reden dat jeugdwerkinitiatieven en andere klassiek georganiseerde werkingen een groot belang hebben om vertegenwoordigd te zijn (dienstverlening, informatie, subsidies…). De werkmethodes zijn hen bekend en qua vorm en inhoud op hun leest geschoeid. 'Niet-georganiseerde' jeugd of mensen met een etnisch cultureel diverse achtergrond vinden moeilijker hun weg naar de jeugdraad. Wat de vraag oproept in welke mate een jeugdraad echte participatiekansen biedt voor alle lokale jeugd? En hoe kan je werken aan het verbreden van het bereik van je jeugdraad? Een eenduidig, gemakkelijk antwoord is er niet op deze vragen. Wat we je wel kunnen bieden is een bloemlezing uit eigen ervaring!

Spreekt de administratieve reus de taal van klein duimpje? Kinderen en jongeren hebben hun eigen manieren en kanalen van communiceren. Het afgelopen decennium vond een ware aardverschuiving plaats in de mogelijkheden, de mobiliteit en p 16 •

december 2010

de snelheid van communicatie. Tienerturbotaal, Gsm, iPod, internet, sociale netwerksites en alle andere multimediatoepassingen hebben een stempel gedrukt op de manier waarop kinderen en jongeren communiceren en participeren. En daar knelt het schoentje soms. Waar medewerkers van openbare diensten niet altijd beschikken over de modernste mogelijkheden of mee zijn met trends en gadgets, verliezen ze soms de voeling met deze doelgroep. In feite is het niet meer dan een nood aan afstemming. Het is niet zozeer een gebrek aan interesse van jongeren omdat ’de jeugd van tegenwoordig’ moeilijk te bereiken is! Het is op de eerste plaats zoeken naar de manier waarop je de jeugd best aanspreekt als je hun aandacht wil trekken.

Stap naar ze toe De rol van een gemeentelijke jeugdraad en jeugddienst is hierbij cruciaal. Zij vormen immers een directe link met de jeugd en daarbij speelt de afstand en de manier van communicatie tussen beiden een doorslaggevende rol. De eerste stap om kinderen en jongeren actief te laten participeren is hen rechtstreeks bereiken. Door persoonlijk contact of via hun favoriete kanalen. Jeugddiensten staan op de eerste rij om de lokale jeugd te bereiken maar de drempel is soms hoog en de mogelijkheden zijn niet altijd breed genoeg bekend. Waarom zouden kinderen en jongeren actief participeren aan iets waarvan ze amper weten hoe het werkt of welk nut het heeft voor hun dagelijks leven en hun toekomst? Treed zelf in contact met kinderen en jongeren. Ga naar plaatsen waar zij aanwezig zijn. Scholen, park, skateplein, zwembad of bibliotheek, allemaal plaatsen waar je jeugd vindt en ermee kan communiceren.


Tips om je jeugdraad aan te zwengelen

Laat zien wie jij bent en waarvoor ze bij jou terecht kunnen Tijdens de ontbijtactie van de Dag van de Jeugdbeweging bemannen de Geelse jeugdraad en jeugddienst de ontbijtstand op de Markt, staat het JAC met een promotiebusje en voert het jeugdhuis actie voor ledenwerving en hun activiteitenaanbod. Na afloop trekken 'flitsteams' naar de scholen om de jeugd in uniform te fotograferen en een gadget te geven. Wedden dat iedereen achteraf z’n foto op de website van de jeugdraad gaat zoeken?... En zo meteen ook meer te weten komt over de jeugddienst, uitleendienst of andere activiteiten voor de jeugd? Het is een eenvoudig voorbeeld van hoe je snel en accuraat een heleboel jongeren bereikt, op een manier die voor de doelgroep en de jeugddienst aantrekkelijk is. Geef dus een gezicht aan de dienstverlening want een persoonlijke band kan de participatie bij jongeren enkel verhogen!

Participatie voor je communicatie Is het logo van de jeugdraad achterhaald en voorbijgestreefd, aarzel niet om het op te frissen! De jeugddienst van Scherpenheuvel-Zichem kruipt niet zelf achter de tekentafel, maar zet een grootscheepse participatieactie op waarbij alle jongeren uit de stad/gemeente de kans krijgen om creatief te werk te gaan. Ze zetten zelf de krijtlijnen uit, maar laten het aan de jongeren zelf over om iets ludiek in elkaar te steken. Wie een ontwerp maakt, moet dat persoonlijk afleveren op de jeugddienst, zo maken ze kennis met de mensen van de jeugddienst en krijgen ze meteen een idee wat die jeugddienst nu eigenlijk allemaal te bieden heeft. De jeugddienst koppelt ook enkele leuke prijzen aan al dat intensieve werk, en zal tijdens één van de activiteiten van de jeugddienst/jeugdraad het nieuwe

| de jeugdraad

logo officieel voorstellen. Het nieuwe logo zal gebruikt worden op leuke T-shirts, gadgets… en in de communicatie van activiteiten die de jeugdraad op poten zet, zodat het meteen in het oog springt dat de jeugdraad eigenlijk het brein is achter al dat leuks.

Breng je jeugdraad tot aan hun voordeur, of wissel van locatie Wil je zoveel mogelijk jongeren actief betrekken bij de werking? Ga dan de boer op. Wissel je vergaderlocaties af. Dan eens in het jeugdcentrum, dan weer in lokalen van het jeugdwerk, de gemeenteraadszaal, het cultureel centrum of op het oude militair domein… En waarom in de zomer eens niet in openlucht met een barbecue en een concert erbij? De locatie heeft een grote invloed op het publiek dat je aantrekt en de manier van werken. In Tessenderlo hechten ze veel belang aan de informele kant van de zaak. De ondervinding leert er dat de opkomst voor de vergaderingen groter is naargelang de leden elkaar beter kennen en goed met elkaar overweg kunnen. De pot en de pint na de algemene vergadering is dus minstens even belangrijk als de vergadering zelf! Of organiseer activiteiten met de jeugdraad, daarbij leren leden elkaar ook beter kennen. Bovendien laat je daarmee aan de buitenwereld zien dat de jeugdraad leeft. Een kindertheatervoorstelling, zeepkistenrace, bitterballenboef, survivaltocht of kayakafvaart. Het moet natuurlijk niet allemaal ver, duur of spectaculair zijn om succes te hebben! Een zoektocht, megaspeeldag of voetbaltornooi slaan net zo zeer aan. En wat gedacht van een origineel stads- of bosspel of een goeie ouderwetse dropping… dat blijven toppers! december 2010 • p 17


de jeugdraad | Tips om je jeugdraad aan te zwengelen

Ook variatie brengen in de agenda kan helpen om een groter en breder publiek aan te spreken. Voorzie een bezoek van de burgemeester, las een schepenkwartiertje in en breng gastsprekers van andere diensten of organisaties om zaken toe te lichten. Zo viel het uitnodigen van de programmator van Gemeenschapscentrum ‘Den Egger’ in goeie aarde bij de jeugdraad van Scherpenheuvel-Zichem. De jongeren kregen bij zijn bezoek ondermeer de kans om voorstellen te doen voor de programmatie in het Gemeenschapscentrum, al dan niet alleen voor jongeren. Breng vooral ook wat ontspanning en maak het boeiend. Begin met een plezant onthaalspel, voorzie wat lekkers om de pauze te versnaperen en zorg ervoor dat je tijdig afrondt want lange vergaderingen zorgen voor lange gezichten. Ook in Scherpenheuvel-Zichem zijn collega’s van andere beleidsdomeinen welkom op de jeugdraad.

En zelfs al doe je dat allemaal, dan zit je soms nog met een halflege zaal! Participatie krijg je nu eenmaal niet op bestelling en kinderen en jongeren kan je niet bevelen om mee te spelen. Participatie is een proces, een voortdurende opdracht waar je als jeugddienst en jeugdraad aan moet willen werken. Het ene moment is er een geweldige opkomst met fantastische interactie en de volgende keer is het maar pover gesteld. Zo werkt het nu eenmaal! De goede zaken onthouden en de mindere dingen omvormen en opkrikken. Participatie is immers een bruisend, golvend gegeven en vallen en opstaan, hoort nu eenmaal ook bij ‘t leven!

p 18 •

december 2010


Het Belgisch EU-Voorzitterschap Jeugd

| internationaal

Lieve Caluwaerts, afdeling Jeugd Erik Van Cauter, Tiny Bogaerts

Balans van het Belgisch Voorzitterschap Jeugd (1 juli 2010 – 31 december 2010)

Op 1 juli 2010 werd België voor 6 maanden voorzitter van de Europese Unie. Het projectteam van het Belgisch EU Voorzitterschap Jeugd in de schoot van de afdeling Jeugd blikt tevreden terug op de afgelopen zes maanden. Of het Voorzitterschap zijn vruchten heeft afgeworpen? De geschiedenis zal het uitwijzen. Of heel dit Europees voorzitterschap invloed heeft op het lokale niveau? Oordeel zelf!

BELGISCH EU-VOORZITTERSCHAP JEUGD KIEST RESOLUUT VOOR KRACHTENBUNDELING Om wat meer continuïteit in dat Europees beleid te steken, wordt er voor het wisselende voorzitterschap van de EU sinds het Verdrag van Lissabon gewerkt met Trio’s. België lag in het midden van het bed, samen met Spanje en Hongarije. België was voor de twaalfde keer voorzitter. Met 27 lidstaten wordt het na dit jaar heel wat langer wachten voor we nog eens mogen. Je wilt dus optimaal van het momentum gebruik maken om een aantal zaken die jij belangrijk vindt op de agenda te zetten of door te drukken. Maar er is ook de ‘rolling agenda’, initiatieven van de Europese Commissie of actuele gebeurtenissen waarmee je rekening moet houden of die de eigen agenda overhoop kunnen gooien. Om maar te zeggen dat je niet zomaar doet wat je wilt. En in België zeker niet, want naast de Vlaamse Gemeenschap zijn er nog twee gemeenschappen die hun zegje willen doen en waarmee je overeenstemming moet bereiken. Daarnaast zijn er nog heel wat andere actoren die aan je mouw trekken en je vragen hen niet te vergeten. We hebben geprobeerd om al die krachten te bundelen en een voorzitterschap neer te zetten dat van betekenis is voor de ontwikkeling van jeugdwerk- en jeugdbeleid in Europa, in België en in Vlaanderen. We kozen er heel bewust voor om dit traject niet alleen met de ministers en hun administraties te rijden maar ook met de nationale agentschappen en de jeugdraden

uit de drie gemeenschappen. Daarnaast was het van bij het begin de intentie om jeugdonderzoekers, het Europees Jeugdforum, de Europese Commissie en jeugdactoren van de Raad van Europa heel nauw te betrekken bij alle werkzaamheden, van voorbereiding over uitvoering tot evaluatie.

JEUGDWERK, WERKGELEGENHEID EN KINDERRECHTEN CENTRAAL Jeugdwerk, ‘jongeren en werkgelegenheid’ en de internationale agenda’s voor of over kinderen, jeugd en kinderrechten, waren de drie thema’s die België als rode draad naar voor schoof tijdens zijn voorzitterschap in het beleidsdomein Jeugd.

JEUGDWERK OP DE EUROPESE AGENDA

Het nieuwe kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018) dat in november 2009 werd aanvaard door de lidstaten, legt een specifieke rol weg voor jeugdwerk (zie Dropzone jg 19,nr 1). Dat lijkt vanzelfsprekend, maar het was de eerste keer dat jeugdwerk in een officieel EU document genoemd en beschreven werd. Gezien onze lange en stevige traditie als het over jeugdwerk gaat, was dit een geweldige opportuniteit om te proberen jeugdwerk stevig op de Europese jeugdbeleidsagenda te zetten, vandaar de keuze om er een eerste rode draad en voorzitterschapsprioriteit van te maken. december 2010 • p 19


internationaal | Het Belgisch EU-Voorzitterschap Jeugd

Dubbelconferentie jeugdwerk

Begin juli was het dan zo ver: de aftrap van het voorzitterschap met een dubbelconferentie waarin jeugdwerk centraal stond: • In de ‘1st European Conference on the history of youth work and youth policy’, keken we naar het verleden en de betekenis ervan voor het huidige beleid. • De ‘1st European Youth Work Convention’ bracht het heden in kaart en wierp een blik op de toekomst van het jeugdwerk in Europa op lange termijn. Een week lang werd de Gentse Vooruit overspoeld door jeugdwerkers in al hun diversiteit vanuit alle windstreken van Europa en daarbuiten. Ook beleidsmakers, onderzoekers en jeugdambtenaren waren op het appèl. Er werden niet alleen thema’s besproken, studies en diverse praktijken voorgesteld; de deelnemers bezochten ook jeugdwerkpraktijken in Gent. Elk evenement eindigde met aanbevelingen gebaseerd op de input van de deelnemers. Deze documenten kunnen de basis vormen voor verdere politieke discussies, voor de start van een agenda en plan van aanpak, en voor een maatschappelijke en politieke erkenning van de rol die jeugdwerk in Europa kan, mag of moet spelen.

Europese resolutie over jeugdwerk

Op Europees niveau was het resultaat alvast een resolutie over jeugdwerk die door de Raad van Ministers werd aangenomen op 19 november. Politiek hoopt het Belgisch Voorzitterschap hiermee het startschot te geven voor een langetermijnproces in Europa. Bovendien wil het voorzitterschap een draagvlak creëren en (blijvende) steun bewerkstelligen voor jeugdwerk. Nieuw is dat in de resolutie niet alleen de lidstaten en de Commissie uitgenodigd worden om hieraan mee te werken, maar dat ook het maatschappelijk middenveld wordt aangesproken. Het is dus een taak voor alle betrokken actoren in het jeugdveld om rond jeugdwerk aan de slag te gaan of blijven en de vlam op alle niveaus brandend te houden.

Mag ook het gemeentelijke jeugdbeleid zich aangesproken voelen?

Zeer zeker. In de resolutie wordt het lokale niveau heel expliciet genoemd als zéér belangrijk. Als je de resolutie leest of de verklaring van Gent eens tegen het licht houdt, zal er je heel wat bekend in de oren klinken. Maar er is meer...Misschien is het jeugdwerk in je gemeente naar Europese normen wel meer divers dan je denkt? En wat kan jeugdwerk in al zijn vormen betekenen voor de ontwikkeling van jeugdbeleid in je gemeente? Er is heel wat inspiratie te halen uit wat hierover de afgelopen maanden is bijeengeschreven. (zie kadertekst) p 20 •

december 2010

JONGEREN IN DIALOOG MET EUROPA OVER WERKGELEGENHEID Gestructureerde dialoog over werk

Een tweede prioriteit tijdens het voorzitterschap was jongeren en werkgelegenheid. Het Trio Voorzitterschap SpanjeBelgië-Hongarije stippelde in het kader van de gestructureerde dialoog een traject van 18 maanden uit. Gestructureerde dialoog, dat is eigenlijk de communicatieve planning op EU niveau: jongeren en beleidsmakers die samen discussiëren over politiek actuele thema’s. In drie rondes worden er nationale bevragingen georganiseerd door de lidstaten, die telkens uitmonden in een EU Jeugdconferentie georganiseerd door het zittend voorzitterschap. Daar komen jongeren en beleids­ verantwoordelijken samen om aan de slag te gaan met de resultaten van al die nationale bevragingen.

40 aanbevelingen voor jongerenwerkgelegenheid

België nam het middenstuk in dit parcours voor zijn rekening. Na het identificeren van prioritaire uitdagingen onder Spaans Voorzitterschap, werd de EU Jeugdconferentie in Leuven afgesloten met gezamenlijke aanbevelingen. In Vlaanderen heeft dit hele traject vorm gekregen door de Jongerenambassadeurs. De Vlaamse Jeugdraad is trekker van het geheel. Jongerenambassadeurs zijn de boer op gegaan en erin geslaagd om enkele honderden jongeren te betrekken en te bevragen rond het thema werkgelegenheid. De EU Jeugdconferentie in Leuven resulteerde in 40 gemeenschappelijke aanbevelingen om de situatie van jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren. Op de Raad van 19 november 2010 heeft België de tussentijdse resultaten van dit proces voorgelegd aan alle bevoegde ministers om zo de weg vrij te maken voor het Hongaars voorzitterschap, dat het traject zal afronden met een politiek resultaat.

KINDERRECHTEN ALS DERDE RODE DRAAD De derde rode draad was de internationale agenda aangaande kinderen, jongeren en kinderrechten. Het voorzitterschap maakte een nota die een overzicht geeft van alle Europese en internationale agenda’s over kinderrechten en organiseerde een expertenconferentie. In Raadsconclusies wordt geprobeerd om de lidstaten aan te moedigen om verder naar synergieën en mogelijke samenwerking te zoeken. In Vlaanderen is de minister bevoegd voor jeugd, ook bevoegd voor kinderrechten en wordt al een tijdje geprobeerd


Het Belgisch EU-Voorzitterschap Jeugd

| internationaal

Meer weten?

om deze afstemming in goede banen te leiden. In heel wat andere lidstaten is dit echter niet het geval en kan deze nota een start zijn om het gesprek op gang te brengen.

EN VERDER? Tijdens het voorzitterschap hadden we ook de kans om te reageren op een studie van de Commissie over de toegang van jongeren tot cultuur. De relatie tussen jongeren en cultuur, en de toegang van jongeren tot cultuur, is iets wat België steeds weer aanbrengt in de verschillende Raadsdiscussies. Met korte Raadsconclusies waarin de essentiële elementen vanuit Jeugd worden bijeen gebracht, staat dit onderwerp weer wat steviger op de Europese agenda en kan het als inspiratie dienen voor de toekomst. Belangrijk is de erkenning dat toegang van jongeren tot cultuur twee aspecten bevat: jongeren als gebruikers, kopers, consumenten, publiek en jongeren als actief betrokken deelnemers aan en scheppers van kunst en cultuur. Onze minister, die ook Brusselse aangelegenheden in zijn bevoegdheidspakket heeft, zette ook de discussie rond jongeren in grootstedelijke context op de agenda. Dit deed hij door een internationale praktijkdag in Brussel te organiseren en de ministers van Jeugd tijdens de Raad uit te nodigen tot een gedachtewisseling rond het thema. Ook hiermee hoopt het voorzitterschap de politieke agenda van nu en de toekomst te hebben beïnvloed.

VOORUIT OP EUROPEES NIVEAU, EN (N)U? Op de Europese jeugdbeleidsagenda heeft dit voorzitterschap mooie stappen vooruit gezet. Of er ook verdere verankering is in de dagelijkse realiteit van jeugdwerkers, beleidsmakers aller landen, hangt niet langer van dit voorzitterschap af. Beschouw dit als een warme oproep aan iedereen om aan de slag te gaan met de documenten, ideeën en resultaten van de conferenties en de ministerraad.

Over heel België werden verschillende evenementen, conferenties of seminaries georganiseerd. Jongeren, jeugdwerkers, jeugdonderzoekers en beleidsmakers uit alle windstreken maakten kennis met Gent, Antwerpen, Leuven, Louvain-la-neuve, Brussel, Bütgenbach en Namen. En natuurlijk met de rijkdom van onze jeugdwerkcultuur. Alle officiële documenten, maar ook foto’s en sfeerverslagen zijn terug te vinden op de website www.youtheutrio.be: • Lees de verklaring van Gent. Doorklikken naar Europese jeugdwerk conventie. • Wie in zijn gemeente kinderrechten ter harte neemt, kan de publicatie die hierover is uitgebracht eens doornemen. Doorklikken naar Europe de l’enfance. Of lees het in Coyote, het Europese tijdschrift voor jeugdwerkers: • Het 16de nummer van Coyote focust op de kracht van jeugdwerk. Het vat de resultaten en ervaringen samen van de conferenties in Gent (focus op jeugdwerk) en Leuven (focus op jongeren en werkgelegenheid) onder het Belgische EU-voorzitterschap Jeugd. In het tijdschrift wordt teruggeblikt op de conferenties, maar worden ook ideeën aangereikt voor toekomstige initiatieven. • Een extra editie van Coyote is specifiek gewijd aan de thema's die op de evenementen in Gent aan bod kwamen: - de eerste Europese Conferentie over de Geschiedenis van het jeugdwerk en jeugdbeleid (5-7 juli '10) - de eerste Europese Jeugdwerkconventie (7-10 juli '10). Beide edities kunnen een bron van inspiratie zijn voor alle jeugdwerkers en beleidsmensen in Vlaanderen. Alleen van de extra editie kun je ook een papieren exemplaar opvragen bij de afdeling Jeugd. Benieuwd naar de aanbevelingen voor Europa over werkgelegenheid geformuleerd door de jongerenambassadeurs? Neem een kijkje op www.jongerenambassadeurs.be/ werk.

december 2010 • p 21


beleidsplanning | De beleids- en beheerscyclus

Planning en beleid op een nieuwe leest DE BELEIDS- EN BEHEERSCYCLUS: VOER VOOR JEUGDCONSULENTEN?

Jan Leroy, stafmedewerker financiën Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)

Echt goed bekken doet het natuurlijk niet, die beleids- en beheerscyclus (BBC). Toch zal wie politieke of ambtelijke verantwoordelijkheid draagt in een gemeente er de komende jaren ongetwijfeld mee te maken krijgen. Dropzone neemt je mee in een wereld van planning, budgetten en andere boekhoudfantasieën.

Wat vooraf ging

Toen het Vlaamse parlement in 2005 het Gemeentedecreet goedkeurde, had het niet alleen een reeks politieke vernieuwingen voor ogen. Het decreet vindt dat gemeenten zich meer moeten gedragen volgens de principes van het ‘new public management’: met aandacht voor planning, bevoegdheidsdelegatie, verantwoording, interne controle, audit, enz. Een deel van die artikels uit het Gemeentedecreet bleef bij gebrek aan uitvoeringsbesluit echter dode letter. Daar kwam in juni 2010 verandering in, toen de Vlaamse regering de regels over de beleids- en beheerscyclus goedkeurde.

Wanneer komt BBC eraan?

Ten laatste tegen 2014 moet elke gemeente BBC toepassen. Concreet moeten de gemeenten dus in de loop van 2013 hun meerjarenplan voor de periode 2014-2019 al op de nieuwe manier opstellen. Ook het budget 2014 krijgt dan een volledig nieuw kleedje. Besturen die dat willen, kunnen zich kandidaat stellen om al eerder van start te gaan. Vanaf 2011 is dat al het geval voor twaalf Vlaamse gemeenten. Ook in 2012 en 2013 zullen een aantal pioniers de toelating krijgen om er vóór de grote groep mee te beginnen. p 22 •

december 2010

Waarom?

Natuurlijk komt BBC er in uitvoering van het Gemeentedecreet. Maar er zijn ook een reeks inhoudelijke redenen. Het begrotings- en financieel systeem dat gemeenten vandaag toepassen, voldoet eigenlijk niet. De hervorming van 1995, toen er voor de gemeenten verplicht een algemene boekhouding bijkwam, heeft nooit de verwachte resultaten opgeleverd. Het blijkt immers onmogelijk om twee zo verschillende systemen (een kasboekhouding voor de budgetbewaking met daarnaast een algemene boekhouding) te integreren. Bovendien hebben besturen nu zelf nauwelijks vrijheden om budget en boekhouding aan te passen aan het eigen organogram of de eigen informatiebehoeften. Een groot deel van de indelingen (de zogenaamde functionele codes bijvoorbeeld) liggen immers zo goed als vast. Bovendien kunnen gemeenten amper specifieke, bijkomende informatie halen uit het systeem, tenzij ze dit zelf helemaal apart gaan organiseren. Een ander belangrijk nadeel is dat gemeente en OCMW, als twee zeer nabije besturen, toch een totaal verschillend budget en financieel systeem hebben. Dat maakt het voor lokale mandatarissen zeer moeilijk om te volgen.


De beleids- en beheerscyclus

Voor wie?

BBC geldt voor alle Vlaamse gemeenten en OCMW’s, en hun intern verzelfstandigde agentschappen. Verder vallen ook de Antwerpse districten en de provincies eronder. Voor de autonome gemeentebedrijven is het wat complexer. In principe is BBC op hen van toepassing, maar welke regels precies gelden is mede afhankelijk van hun omvang. Andere organisaties, zoals gemeentelijke vzw’s, moeten dan weer niet voldoen aan BBC. Dat zijn immers wat men noemt privaatrechtelijke organisaties.

Wat omvat BBC precies?

BBC legt vooral regels vast voor de beleidsplanning, het budget, de boekhouding en de jaarrekening. Veel van de onderdelen zijn zeer financieel-technisch, en daar gaan we dan ook niet verder op in. Toch willen we stilstaan bij een reeks belangrijke uitgangspunten. Ten eerste maakt BBC een onderscheid tussen beleidsrapporten (meerjarenplan (met hun jaarlijkse aanpassingen), het budget (en de budgetwijzigingen) en de jaarrekeningen) en beheersrapporten. Beleidsrapporten vergen een expliciete goedkeuring door de gemeenteraad. Omdat raadsleden niet zelf rapporten kunnen opstellen, krijgen ze via BBC

een soort bescherming. Het besluit legt immers een reeks minimale regels op waaraan de beleidsrapporten moeten voldoen, inclusief de informatie die ze ten minste moeten bevatten, opdat de gemeenteraad een weloverwogen beslissing zou kunnen nemen. Om de documenten niet te zwaar te maken, bevatten ze ook een uitgebreide toelichting, die niet moet worden goedgekeurd. Beheersrapporten zijn alle andere rapporten die binnen het bestuur worden opgesteld, bv. op vraag van het managementteam of het college. Hierover staan er in het besluit geen of nauwelijks regels, omdat de behoeften te sterk verschillen tussen de besturen. Ten tweede laat het besluit veel ruimte om de beleidsrapporten te structureren op basis van de eigen situatie en noden. Er zijn wel verplichte beleidsvelden (‘jeugd’ is er één van, met code 0750), maar die kan het bestuur groeperen in ruimer samengestelde en volledig zelf gekozen beleidsdomeinen, die bijvoorbeeld beter aansluiten bij het eigen organogram (met bijvoorbeeld een afdeling vrije tijd of welzijn). Het is ook mogelijk om de beleidsvelden naar eigen goeddunken verder op te splitsen in beleidsitems (bijvoorbeeld: jeugdwerk en overig jeugdbeleid).

| beleidsplanning

Ten derde legt het besluit een stevig verband tussen beleid en financiën. BBC is dus veel meer dan gewoon een nieuwe boekhouding. Het meerjarenplan en het budget zullen elk een beleidsmatig deel bevatten (met de doelstellingen die de gemeente wil bereiken, en de actieplannen en/of acties om die te realiseren) en een financieel deel (met de noodzakelijke budgetten om dat allemaal te doen, en de overige financiële gevolgen). De jaarrekening heeft dezelfde opbouw. Het beleidsmatige luik zal terugblikken op de mate van realisatie van die doelstellingen en informatie bevatten over welke acties werden uitgevoerd. Daarnaast bevat de jaarrekening natuurlijk ook financiële gegevens.

En het jeugdbeleidsplan dan?

Er is al lang veel te doen over planlastvermindering. Gemeenten klagen over het feit dat aan de meeste (vooral Vlaamse) subsidies plannings- en rappor­ teringsverplichtingen vasthangen. Lapi­ dair klinkt het dat medewerkers soms meer tijd steken in het schrijven van plannen en rapporten, dan dat ze met beleidsvoorbereiding en -uitvoering bezig kunnen zijn. De vraag wat er met al die documenten die gemeenten naar Brussel sturen gebeurt, kreeg eigenlijk nooit een antwoord. Bovendien spreekt Vlaanderen helemaal niet met één stem, december 2010 • p 23


beleidsplanning | De beleids- en beheerscyclus

maar richt elke sector zijn eigen planningsmethodiek (timing, voorwaarden …) richting gemeenten. De Vlaamse regering heeft de planlastvermindering expliciet in haar programma ingeschreven. Nog dit najaar zou er hierover een ontwerpdecreet komen. BBC zelf zorgt niet voor planlastvermindering, maar maakt ze wel mogelijk. Het systeem is immers zo opgebouwd dat het ook andere dan de verplichte beleidsrapporten voor de raad kan aanleveren. Uiteraard voor zover besturen in de fase van de planning en de uitvoering verwijzingen naar dat specifieke plan of die specifieke subsidie in het systeem opnemen. Een druk op de spreekwoordelijke knop kan dan volstaan om het vereiste rapport te generen. Betekent dat dan dat het jeugdbeleidsplan zal verdwijnen? Dat ligt nog helemaal niet vast. Zo goed als zeker wel in de huidige vorm. Maar aandacht besteden aan lokaal jeugdbeleid zal even goed (en misschien nog beter want geïntegreerd in de rest) kunnen in de planning en budgettering volgens BBC. p 24 •

december 2010

Voer voor jeugdconsulenten?

BBC is natuurlijk (ook) een zeer technisch verhaal. We hopen echter dat jullie je er niet door laten afschrikken. Ook al werk je in een bestuur dat pas in 2014 start, dan nog kan je het denken binnen de gemeente over bv. de indeling in beleidsdomeinen mee voeden. Ook meewerken aan het formuleren van de beleidsdoelstellingen voor jeugd binnen het bredere gemeentelijke geheel, wordt een hele uitdaging. Werk genoeg op de plank dus de komende tijd.

info Meer informatie: • http://binnenland.vlaanderen.be/bbc • http://www.vvsg.be/Werking_Organisatie/Financien/Pages/default.aspx (> Beleids en beheerscyclus) • www.vvj.be > dossier BBC


CultuurMicrOOb in de kijker

| prioriteit jeugdcultuur

Roel Ceyssens, Annelies Dreesen       JD Meeuwen-Gruitrode, GC Meeuwen-Gruitrode

Cultuur werkt aanstekelijk!

CULTUURMICROOB PRIKKELT KINDEREN MET CULTUUR Het gemeenschapscentrum van Meeuwen-Gruitrode (Cultuur­ punt) werkte samen met de bibliotheek, jeugddienst en de basisscholen het programma CultuurMicrOOb uit. Daarbinnen organiseren ze sedert 2008 heel wat activiteiten met één duidelijk doel: kinderen prikkelen met aanstekelijke cultuur­ activiteiten. In een dubbelinterview met cubeco Roel en jeugdconsulent Annelies zoomen we in op de verschillende projecten en wat het geheim van hun succes zou kunnen zijn. Wat zijn de ingrediënten die maken dat CultuurMicrOOb werkt? Roel: Het programma CultuurMicrOOb ontstond naar aanleiding van het participatiedecreet. Gemeenschapscentra werden uitgedaagd om de cultuurparticipatie van kansengroepen te versterken. Samen met de jeugddienst, scholen en bibliotheek hebben we ons gefocust op kinderen en jongeren. Uitgangspunten waren participatie in de breedte en in de diepte. Die participatie in de breedte bereiken we door samenwerking met de zes kleuter- en lagere scholen in onze gemeente en met het jeugdwerk. Participatie in de diepte betekent voor ons dat kinderen zelf de handen uit de mouwen steken en maximaal geprikkeld worden om hun eigen creativiteit in de projecten te steken. En dat werkt: cultuur werkt vooral aanstekelijk als kinderen er hun eigen ding mee kunnen doen. Welke rol nemen de jeugddienst en het gemeenschapscentrum op? Roel: Het gemeenschapscentrum verzorgt de coördinatie en zoekt de nodige middelen. De jeugddienst, scholen en bib werken in belangrijke mate mee aan de uitvoering op het terrein. Dat terrein is hun eigen terrein. De activiteiten gaan vooral door op de jeugdkampen en in de scholen, in hun eigen biotoop. Annelies: De jeugddienst vulde in overleg met het jeugdwerk

en de jeugdraad een eigen luik in binnen de doelstellingen van CultuurMicrOOb. Vorig jaar waren dat ondermeer meespeeltheater op de kampen, een project rond ‘kampvuur­ nummers’ met Guy Swinnen en cultuurworkshops in het

kader van Grabbelpas en SWAP. Het gaat zowel om gemeentelijk als particulier jeugdwerk waarbinnen CultuurMicrOOb een plaats krijgt. Kan je wat meer vertellen over de projecten waarbij de jeugddienst betrokken was? Annelies: Om het jeugdwerk en hun leden te bereiken, organiseerden we een dag meespeeltheater op de kampplaats. Leden en leiding speelden zelf mee. Het werd zodanig gesmaakt dat er een vervolgverhaal van komt volgende zomer. Het kampvuurproject omvatte verschillende acties. Er was een wedstrijd rond de beste kampfoto waarmee jeugdbewegingen konden aantonen hoe zij het ‘Meeuwen-Gruitrodegevoel' op en rond hun kampplaats overbrachten. Ook het jeugdwerk dat niet op kamp gaat, deed mee. Zij werkten mee aan de samenstelling van een kampvuurboekje. De verenigingen konden hun persoonlijke top 10 van meezingers/ kampvuurliedjes bezorgen aan de jeugddienst. Alle nummers werden gebundeld in een meezingboekje, dat nadien ook ter beschikking werd gesteld aan de verenigingen. De laatste actie bestond uit het inzenden van een kampvuurlied over Meeuwen-Gruitrode. Jeugdverenigingen schreven zelf teksten. Guy Swinnen verwerkte twee teksten van jeugdbewegingen tot één nummer en zette die op muziek. Het nummer werd door Guy gezongen tijdens een groot kampvuur, wat we om praktische redenen koppelden aan het jaarlijkse Sint-Maartensvuur aan het jeugdhuis. december 2010 • p 25


prioriteit jeugdcultuur | CultuurMicrOOb in de kijker

Het gemeenschapscentrum ging voor een poëzieproject ook te. Bij een schoolvoorstelling in een theaterzaal bereik je 200 in zee met de bib en de scholen. Hoe liep dat? kinderen ineens. Hier ligt dat anders. De bibliotheek zorgde Roel: Het voorbije schooljaar werkten we rond poëzie. We wilden voor de praktische coördinatie van de klasbezoeken. alle kinderen van de kleuter- en lagere scholen aan de slag krijgen. Cruciaal daarbij is uiteraard de mede­werking van Wat gebeurde er met de resultaten? de scholen. Die is niet evident. Ook scholen worden stevig Roel: Na de workshops hadden we een rijke oogst aan gebevraagd. Gelukkig konden we voortbouwen op een traditie dichten. Vanzelfsprekend groeide de vraag bij onszelf hoe we die vooral door de bibliotheek werd uitgebouwd in de voor- met dit materiaal naar buiten konden komen. Daarvoor hebbije jaren. Zo kunnen de scholen jaarlijks rekenen op heel wat ben we drie acties uitgewerkt. Een eerste: aan elk van de 11 ondersteuning uit de bib: meerdere klasbezoeken, boeken- schoolgebouwen plaatsen we één gedicht op een groot spanpakketten, voorleessessies in de klas en vorming voor leer- doek, gemaakt door de kinderen van die school. Dat zorgt krachten. Daaruit groeide stilaan voor een blijvende zichtbaarheid. vertrouwen en het inzicht dat die samenwerking een win-win situVan juni tot en met augustus or" We willen kinderen maximaal prikkelen om hun ganiseerden we de expo ‘Poëzie atie oplevert voor alle partijen. eigen creativiteit in de projecten te steken." Die ervaringen van de bib en de in het Boenderbos’. De beeldenscholen leveren een stevige basis tuin en –bos van een lokale kunvoor nieuwe projecten. stenaar waren een ideale locatie. Om de gedichten te presenteren kregen alle klassen het noWaaruit bestond het poëzieproject concreet? dige materiaal om een vogelkastje te bouwen en te versieren. Roel: Het uitgangspunt voor het poëzieproject was om kindeWij zorgden ervoor dat al die vogelkastjes voorzien werden ren zelf poëzie te laten maken en het op die manier te ontdek- van een transparante achterwand met daarop een gedicht van ken. We zijn toen op zoek gegaan naar expertise en vonden elke klas. De bezoekers konden op die manier meer dan 65 die bij de organisatie ‘Jeugd en Poëzie’ en Sandrine Lambert. gedichten ‘ontdekken’, langs een twee kilometer lange wanIn overleg met de scholen zetten we een traject op met work- delroute in het bos. We koppelden er ook een wedstrijd aan shops in de klassen. Voor de lagere scholen waren dat twee voor de mooiste gedichten en mooist versierde nestkastjes, bezoeken van Jeugd en Poëzie. In een eerste workshop werden zodat er een extra stimulans was om het bos te bezoeken met de kinderen op weg geholpen om een eigen gedicht te schrijven. de (groot)ouders. Heel wat klassen brachten in juni een klasBij een vervolgworkshop enkele maanden later werden de bezoek aan het Boenderbos en in totaal passeerden meer dan gedichten van de kinderen verder afgewerkt. De kleuterklassen 2000 bezoekers gedurende heel de zomer. maakten een klassikaal gedicht tijdens een workshop van Sandrine Lambert. Als laatste actie hebben we van elke klas één gedicht opgenomen in de dichtbundel ‘Poëzie met Pretoogjes’. Een illustratrice De praktische en financiële organisatie was niet zo evident. In voorzag de gedichten van leuke illustraties op kindermaat. Het totaal gaat het om meer dan 60 klassen, dus het aantal work- is verwonderlijk hoeveel leuke gedichten de kinderen zelf hebshops en de bijbehorende kosten lopen aardig op. Da’s na- ben geschreven, vanuit hun eigen leefwereld en kinderlogica. tuurlijk de consequentie van actieve participatie in de breedp 26 •

december 2010


CultuurMicrOOb in de kijker

Voor een groot deel van de middelen doen jullie beroep op het participatiedecreet voor kansengroepen in gemeenschapscentra. Roel: Klopt. CultuurMicrOOb is ontstaan vanuit het participatiedecreet. De jury wist de aanpak te smaken, waardoor we in 2009 en 2010 konden rekenen op de maximale subsidie van 25.000 euro. Die grootorde van middelen is cruciaal om dergelijke brede projecten te kunnen dragen. Zonder participatiedecreet was er geen CultuurMicrOOb. We zijn dus blij dat het participatiedecreet ons de middelen biedt. Eigenlijk verdient CultuurMicrOOb een structurele plaats in ons lokaal cultuurbeleid. Dat lees je ook in beleidsanalyses over de samenwerking tussen cultuur en onderwijs. Jammer genoeg staan de middelen in het participatiedecreet los van het cultuurbeleidsplan en de daaraan verbonden middelen. Op zich is er niks mis met een impulsbeleid. Het kan krachtige effecten hebben en prioriteiten op de kaart zetten, maar dit kan best verankerd worden in het lokale cultuurbeleid. Wat wel problematisch is, is het projectmatige karakter. Zo weten we pas eind november of en hoeveel middelen er zijn om het komende jaar in te zetten. Het belemmert een degelijke voorbereiding en zeker de samenwerking met scholen, waarbij je ruim vóór de grote vakantie de contouren moet uitzetten voor een volgend schooljaar. Wat de middelen van het participatiedecreet betreft, moeten we dus blind rijden en vertrouwen dat de middelen er opnieuw zullen komen. Een alternatief is er niet: wachten tot na de goedkeuring om in actie te schieten, is hopeloos te laat. Dat is niet ernstig. Wat staat er voor het schooljaar 2010-2011 op stapel? Annelies: Dit schooljaar organiseert de jeugddienst opnieuw cultuuractiviteiten binnen de vakantiewerking en komt er weer een actie met de jeugdkampen. Daarnaast bereiden we nog acties voor binnen de nieuwe prioriteit jeugdcultuur in het jeugdbeleidsplan.

| prioriteit jeugdcultuur

Roel: Samen met de scholen en de bib organiseren we het pro-

ject ‘Vreemde Vogels’. 13 illustratoren van kinderboeken nemen de ruim 1200 kleuters en kinderen mee in hun leefwereld en dagen hen uit om zelf een verhaal te illustreren. Concreet krijgen alle klassen bezoek van een illustrator. Gerry De Mol schreef voor dit project de tekst Poes en Pluis, die de kinderen zelf gaan illustreren. We zetten maximaal in op de leefwereld van de kinderen en laten hen zelf aan de slag gaan. Alle ondersteuning is klaar, zoals boekenpakketten voor de scholen, een Vreemde Vogels boekenstand in de bib, de blog www.vreemdevogels.be... Nu volgen de klasbezoeken van de illustratoren en daarna gaan de klassen zelf aan de slag. In mei volgt een overzichtstentoonstelling met werken van de illustratoren en de kinderen. Wij kijken er alvast naar uit. Wil je mee volgen, neem dan regelmatig een kijkje op de blog.

info Meer info Vreemde Vogels: www.vreemdevogels.be Poëzieproject: http://www.flickr.com/photos/ccmg/sets/ 72157624390755986/ Fotomateriaal jeugddienst op facebook: http://www.facebook.com/profile.php?id=1539320310&v=wall&sb=28 december 2010 • p 27


internationaal | Stedenbanden en lokaal jeugdbeleid

Lokaal jeugdbeleid binnen Noord-Zuid stedenbanden Op 4 en 5 oktober organiseerde de VVSG – samen met de lokale besturen met een stedenband in Zuidelijk Afrika – een regionale conferentie in Bloemfontein (ZuidAfrika) onder de titel: Winning through Twinning. Naast de opmaak van een stand van zaken van de stedenbanden stond deze conferentie in het teken van samenwerking op het vlak van lokaal jeugdbeleid tussen noordelijk en zuidelijke partners. We nemen de stedenband tussen twee Vlaamse en Afrikaanse steden onder de loep.

STEDENBANDEN TUSSEN HET NOORDEN EN HET ZUIDEN

Lokale besturen staan meer en meer in de belangstelling van andere overheden als nieuwe en belangrijke speler op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Zowel de Vlaamse en federale overheid en nu ook de Europese Unie bieden ondersteuning aan de lokale besturen om het beleidsdomein ‘ontwikkelingssamen­ werking’ verder uit te bouwen. De grootste klemtoon ligt op ‘het zuiden’, maar er is ruimte voor sensibilisatie in ‘het noorden’. Binnen een decretaal kader kunnen gemeentebesturen een convenant afsluiten met de Vlaamse overheid met een looptijd van drie jaar om een aantal vastgelegde doelstellingen te realiseren. Ook de federale overheid ondersteunt gemeentebesturen. Dit relatief nieuwe programma legt andere accenten. In tegenstelling tot het Vlaamse programma wordt enkel de directe samenwerking tussen de gemeenten ondersteund en niet het geheel van het gemeentelijke Noord-Zuidbeleid. De gemeenten die instappen in het federale programma concentreren zich op de thema’s jeugd, milieu en lokale economie. p 28 •

december 2010

Essen en Genk hebben met respectievelijk Witzenberg en Francistown een stedenband met een stad uit het Zuidelijk deel van Afrika. Zij stapten in het verleden in zowel het Vlaams als het federaal programma. Jeugdbeleid is een essentieel onderdeel van hun samenwerking.

STEDENBAND ESSEN – WITZENBERG (ZUID-AFRIKA)

Sinds 2002 heeft Essen een stedenband met Witzenberg uit de West-Kaapprovincie van Zuid-Afrika, met ontwikkelingssamen­ werking als doel. De stedenband van Essen en Witzenberg wordt ondersteund door de Vlaamse en federale overheid. Ondanks het feit dat er relatief veel werkgelegenheid is in de streek hebben kinderen en jongeren weinig mogelijkheden voor een goede opleiding en gaan ze vaak maar tot hun 14 jaar naar school. De scholen kampen er met heel wat problemen: veel vroege schoolver-

Wouter Vanvinckenroye       Gemeente Essen, stad Genk

laters, tienerzwangerschappen, alcoholisme… Bovendien zijn er weinig ontspanningsmogelijkheden. De ontwikkelingsprojecten van de stedenband focussen enerzijds op welzijn via de opstart van een crèche, en anderzijds op jeugd door de opstart van een jeugdcentrum. Acht jaar na de start van de stedenband werd al heel wat gerealiseerd. Om de ontplooiingskansen van de jongeren in de wijk te vergroten en extra opleidingen te kunnen aanbieden aan de vroege schoolverlaters, werd er een nieuw jeugdcentrum gebouwd. Naast twee opleidingsruimten waar o.a. vormingen kunnen doorgaan over landbouw, solliciteren… zal er ook een JACpunt komen (jongerenadviescentrum) en een ruimte voor ontspanning. In 2011 zal het gebied rond de twee gebouwen verfraaid worden met bomen, struiken enz. De jongeren zullen zelf de vergroening uitvoeren in samenwerking met de gemeente. Om de jeugdwerking in goede banen te leiden werd eind 2009 een jeugdwerker aangenomen in Witzenberg. Die wordt twee jaar lang betaald door Essen via het federale programma.


Stedenbanden en lokaal jeugdbeleid

Hij begeleidt de jongeren van het jeugdcentrum en is het aanspreekpunt voor de lokale jeugdraad. De jeugdwerkers van buurtgemeenten delen regelmatig hun ervaringen op het vlak van jeugdcentra, JAC-punten… Tijdens de Wereld­beker voetbal trok een vrijwilligster naar Witzenberg om samen met de kinderen en jongeren van het jeugdcentrum een vakantieprogramma uit te werken voor de kinderen; de scholen waren op dat moment gesloten. De jeugddienst van Essen werd tijdens de zomer van 2009 betrokken bij de opmaak van het meerjarenprogramma. In de schoot van de Essense jeugdraad is in 2009 een werkgroep Zuid-Afrika opgericht om de Witzenbergse jeugdorganisaties te ondersteunen bij hun toekomstig ontspanningsaanbod in Witzenberg. Die werkgroep is in 2009 tweemaal bijeengekomen en werd vooral geïnformeerd. De volgende stap is om deze werkgroep ook mee een ondersteuningsrol te laten spelen.

Sinds enkele jaren hebben drie Essense scholen een scholenband (=vriendschapsband) met een school in Witzenberg. De scholen waren vragende partij om ervaringen en materiaal uit te wisselen op het niveau van leerlingen, leerkrachten en directie. Er zijn reeds uitwisselingen geweest met de leerkrachten maar de mogelijkheden worden onderzocht om in de toekomst ook uitwisselingen te doen met leerlingen. Meer info? Kirsten Vanhooydonck, NoordZuid ambtenaar Essen, www.essen.be

STEDENBAND GENK EN FRANCISTOWN (BOTSWANA)

Genk en Francistown zijn 'gelijk(w)aardige' steden. De zustersteden delen een mijnverleden, ze hebben ook allebei een regionale functie en een grote etnische diversiteit onder hun inwoners. In 2004, onder impuls van Vlaamse subsidies, is er een samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen

| internationaal

Genk en Francistown. Na een intensieve evaluatie in 2009 over de diverse domeinen werd de overeenkomst vernieuwd tot 2014. In eerste instantie was de samenwerking vooral toegespitst op technische zaken: de afvalwaterzuivering, het afvalbeleid en het beheer van het rioleringsnetwerk. Dit loopt nog steeds, maar er zijn ondertussen enkele sociale beleidsdomeinen aan toegevoegd zoals jeugd, wijkontwikkeling, onderwijs en ook gezondheidszorg. Ook externe partners (middelbare en hoge scholen, ziekenhuizen, wijkvertegenwoordigers…) werken mee aan de verschillende programma’s. Sinds 2009 is er een jeugdambtenaar aangesteld in Francistown, maar zoals alle ambtenaren valt deze nog steeds onder de verantwoordelijkheid van een centraal ministerie, wat het ‘lokale’ karakter minder evident maakt. Toch zijn er vanuit deze insteek een aantal projecten gegroeid die langzaam maar zeker resultaten boeken. Spijtig genoeg zijn er enkel ad hoc projecten en is er nog geen sprake van een beleidsplan, al is dit wel één van de doelstellingen in 2011 en dit december 2010 • p 29


internationaal | Stedenbanden en lokaal jeugdbeleid

in samenwerking met de jeugddienst van Genk. Een van de projecten op vlak van jeugdbeleid is De Cosmogolem. Dit is een kunstbeeld van Koen Vanmechelen dat in 2008 gebouwd en gevuld werd met kinderen en jongeren in Genk. Francistown pikte dat idee op en sinds dit jaar staat ook aan het jeugdcentrum in Francistown zo'n prachtig beeld, eveneens geassembleerd door kinderen en jongeren en van inhoud voorzien. Het is een symbool voor de samenwerking tussen jongeren, maar past ook binnen een groter geheel, een internationaal project. Er staan golems in steden over heel de wereld. Binnen het jeugdbeleid in de meeste landen in Afrika staat jeugdwerkloosheid centraal. Veel jongeren vragen om extra training en vorming. Binnen de stedenband zijn er twee experimenten gelanceerd, ze zijn relatief succesvol. Zo bezorgde een basisopleiding computer laaggeschoolde jongeren een extra troef op de arbeidsmarkt of een voorbereiding op een meer formele opleiding. Daarnaast vond er een workshop fotografie plaats in het jeugdcentrum met een twintigtal jonge creatievelingen. p 30 •

december 2010

Die workshop liep twee weken en verliep gedeeltelijk in samenwerking met jongeren van een Genkse opleiding. Het resultaat was een tentoonstelling over Genk en Francistown. Meer info? Wim Govaerts, Noord-Zuid ambtenaar Genk, of www.cosmogolemgenk.be.

JEUGDBELEID IN EEN NOORD-ZUID RELATIE: GEEN EVIDENTIE MAAR HEEL WAT KANSEN

Het is heel moeilijk, of misschien wel onmogelijk om het jeugdbeleid uit het Noorden te vergelijken met de interpretatie van lokaal jeugdbeleid in een Afrikaanse context. Jongeren uit het Zuiden ervaren beduidend meer economische en sociale problemen. In ons Vlaams jeugdbeleid staan jeugdwerkbeleid, participatie en een breder jeugdbeleid centraal. We merken dat in Afrika andere thema’s aan de orde zijn. We moeten de plaatselijke prioriteiten aanvoelen en respecteren, en dat vereist een degelijke kennis van de context. Het maakt het er niet gemakkelijker op om gezamenlijke projecten op te zetten. Structuren en lokale cultuur zijn vaak anders opgebouwd en dit maakt de communicatie niet altijd evident.

Tegelijk is het een serieuze uitdaging om vanuit het Noorden onze ogen te openen en zelf open te staan voor de creativiteit en de mogelijkheden die vanuit een lokaal beleid in het Zuiden geopperd worden. Belangrijk is dat gemeentebesturen open staan voor de wederkerigheid in de partnerrelatie. Het kan zijn dat een gemeente vanuit een oprechte gedrevenheid het ‘arme’ Zuiden technische, financiële of ander hulp wil bieden. Dit is niet negatief te beoordelen maar er zijn zoveel kansen om van elkaar te leren. Het zou zonde zijn om dit te laten liggen. Jongeren, zowel in het Noorden als in het Zuiden, moeten vooral hierin een uitdaging vinden. Meer informatie over stedenbanden vind je op de website van VVSG: www.vvsg.be/ internationaal.


Projectsubsidies

| subsidieinstrumenten

Jitske Verwimp       JD Kalmthout, We love Osschot

Projectsubsidies: Een minimum aan papierwerk, een maximum aan actie! Projectsubsidies zijn een dankbaar kanaal om op in te zetten voor de prioriteit jeugdcultuur 2011-2013. Deze vorm van subsidiëring laat toe om snel in te spelen op nieuwe initiatieven, en een publiek aan te spreken dat ruimer gaat dan het verenigingsleven. Hoe bed je projectsubsidies in in de werking van je jeugddienst en jeugdraad? Hoe zorg je ervoor dat jongeren de weg weten te vinden naar je subsidiepotje? En tot welke andere potjes kunnen jongeren met ideeën hun toevlucht nemen? We schotelen je ter inspiratie drie praktijkvoorbeelden voor.

‘Jeuk For You’ Jeuk is kort voor Jeugdraad Kalmthout. ‘Jeuk for You’ moet de verzamelnaam worden voor alle jeugdcultuurprojecten waarbij er op één of andere manier een samenwerking tot stand komt tussen de gemeente/jeugdraad en jongeren en/ of jeugdverenigingen. Het concept is even eenvoudig als geniaal: jongeren en/of jeugdverenigingen mogen ideeën indienen voor projecten in Kalmthout, de jeugddienst en jeugdraad gaan na of ze in samenwerking met de gemeente of jeugdraad kunnen gerealiseerd worden. De jeugdraad en de jeugddienst werken in overleg een voorstel tot ondersteuning van het ingediende project uit, dat door het College moet goedgekeurd worden. De ondersteuning die de gemeente biedt kan naargelang de noden financieel, organisatorisch, logistiek of promotioneel van aard zijn en kan opgenomen worden door jeugddienst of jeugdraad. De nadruk ligt op samenwerking. Voor dit project is er een logo ontwikkeld, met de doelstelling om dit concept herkenbaar en bekend te maken, de hele marketing mo-

len kan beginnen draaien. In 2011 zal de gemeente heel wat promomateriaal aankopen (vlaggen, banners, petjes en T-shirts). Op de begroting staat in 2011 een werkingsbudget om de aanvragen te financieren. Tijdens het festival Straatfeesten te Kalmthout hebben een aantal jongeren onder deze noemer een skateproject georganiseerd. De jongeren hebben heel de contest uitgewerkt (jury, wedstrijd, dj’s, randanimatie…). De gemeente heeft de ramp betaald en laten plaatsen. Op deze manier ondersteunde de gemeente de jongeren op een financiële en logistieke manier maar het project werd gedragen door de skaters zelf. Voordeel is ook dat in een kleine jeugddienst er zo toch een heel aantal projecten kunnen worden gerealiseerd. Meer info: Jeugddienst Kalmthout, Stefan Beyers, jeugd@kalmthout.be

december 2010 • p 31


subsidieinstrumenten | Projectsubsidies

'Alles Kan’ Alles kan is een initiatief van de jeugddienst Gent dat kinderen, jongeren (tot 26 jaar) en organisaties die in Gent bezig zijn met film, mode, dans, video, multimedia, beeldende kunst, muziek, literatuur, theater, mime, enz. wil ondersteunen. Iedere jonge creatieve duizendpoot die een financieel duwtje in de rug nodig heeft, kan van ‘Alles Kan’ gebruik maken. Hoe creatiever het idee, hoe beter, luidt het motto. Het idee van ‘Alles kan’ bestaat al sinds 2005, maar sinds 2009 zit het geesteskind van de jeugddienst in een nieuw kleedje. De basisvisie van het reglement blijft dezelfde: op een laagdrempelige manier individuele jongeren en jeugdwerk aanzetten om in hun vrije tijd hun creativiteit los te laten en artistieke en/ of culturele jongerenprojecten op poten te zetten. Wat er is veranderd? De communicatieve aanpak: een transparant reglement, aantrekkelijk promotiemateriaal in de vorm van een affiche, een leuke website met filmpje en aanwezigheid op de sociale netwerken, zoals facebook en netlog. Dit alles moet ervoor zorgen dat niets de jongeren in de weg staat bij het verwezenlijken van hun artistieke en creatieve droom. In 2009 werden in totaal 150 dossiers ingestuurd waarvan ongeveer de helft financiële steun ontving en vond er een editie van het Alles Kan Festival plaats. Kinderen en jongeren kunnen niet alleen intekenen op een financiële steun, maar kunnen ook rekenen op andere vormen van ondersteuning: gebruikmaken van de stedelijke uitleendiensten, gratis gebruikmaken van de accommodatie van de Stad Gent… De jeugddienst zet bewust in op de communicatie met jongeren en stemt wat ze doet met zorg af op de doelgroep. “Alles kan! Misschien ook voor jou! “ is letterlijk hun oproep. Meer info: Jeugddienst Gent, Albane Van­ gheluwe -- info@alles-kan.be of http://www. alles-kan.be

p 32 •

december 2010

Welke dingen zijn verplicht op te nemen in een projectsubsidiereglement? We bekijken dit even van naderbij voor terminologie, doelgroep, aard van de projecten, timing en controleprocedure.

Begrip project­ subsidies?

Belangrijk om weten is dat je wettelijk niet verplicht bent om het begrip ‘projectsubsidies’ te gebruiken. Plak er dus gerust een andere term op.

Voor wie?

Individuele jongere(n), groepjes vrienden, organisaties… Alles kan, de enige afbakening is dat de doelgroep binnen de leeftijdsgrenzen (jeugd) valt.

Welke projecten?

Vaak worden voorwaarden gesteld om af te bakenen welke projecten in aanmerking komen. Hoe meer voorwaarden, hoe complexer. Weeg goed af of je al dan niet strakke voorwaarden afbakent en op welke manier. Het enige typische aan projecten is, dat het beperkt moet zijn in tijd (begin- en eindpunt moet bepaald worden).

Timing?

Wanneer moet de aanvraag binnen zijn? Wanneer wordt bevestiging gegeven? Wanneer volgt de uitbetaling? Deze aspecten hebben betrekking op de praktische timing. Jongeren werken graag last-minute. Dus kort op de bal spelen met de timing: indienen tot kort voor het initiatief; controle/verslag snel na het initiatief.

Controleprocedure?

Elke overheid heeft de wettelijke verplichting om te controleren of de subsidie wel wordt gebruikt waarvoor ze werd toegekend. Aangezien de projectsubsidie vaak over een beperkt bedrag gaat, is het ook aangewezen om een beperkte controleprocedure op te stellen.


Projectsubsidies

| subsidieinstrumenten

‘We love Osschot’ Dit project is ontstaan vanuit de jeugdraad van Aarschot. Enkele jongeren wilden het imago van Aarschot opkrikken. Via een projectaanvraag bij 'Youth in Action' van Jint vzw, kregen de jongeren een budget om met een groep ‘Osschotse’ jongeren tussen 16 en 30 jaar te werken om de 'liefde voor onze stad' om te zetten in een heus project met promo, een logo, maar vooral ook met activiteiten voor én door de ‘Osschotse jeugd!’. De doelstellingen in 't kort? Jongeren die trots zijn op het feit dat ze in ‘Osschot’ wonen, werken of naar school gaan, warm maken voor het trotse gevoel. Hoe? Door activiteiten te organiseren voor jongeren uit verschillende groepen.

Om te beginnen is er een zoektocht gestart naar extra jongeren met ideeën en talenten. Vier jongeren lagen aan de basis, intussen is de groep uitgegroeid tot een ganse bende. Er is een logo gemaakt door een jongere zelf. De eerste actie draaide om het logo bekend te maken, de standbeelden van Aarschot hebben een nieuw kleedje gekregen. Daarnaast werden lollies uitgedeeld met ‘we love Osschot’ als logo, op jongerenevenementen. Er is ook een heus ‘we love Osschot’ lied geschreven en hiervan zijn er filmpjes gemaakt. Verder is de grote markt ingepalmd met een gezelschapsspelendag… en plannen de jongeren nog verschillende acties.

Meer info: http://www.wix.com/weloveosschot/weloveosschot of http://www.youthinaction.be

Toegankelijke projectsubsidies Heel wat gemeenten werken nu al met projectsubsidies, maar merken dat er niet altijd even gretig gebruik van wordt gemaakt. Hoe vergroot je de toegankelijkheid van je projectsubsidies voor jongeren? We zoomen hier in op de aanpak van de aanvraagformulieren en op welke vormen van begeleiding je kan bieden.

Aanvraagformulier documenten:

Begeleiding voorzien van geïnteresseerde jongeren vanuit je opdracht als jeugddienst.

– We stimuleren duidelijke, beknopte formulieren en bewijsstukken met enkel de hoognodige informatie. Wat moet er in het aanvraagformulier aanwezig zijn? Wie (contactgegevens), rekeningnummer, wat wil je doen, timing (begin en einddatum), hoeveel gaat dat kosten? Deze begeleiding kan verschillende vormen aannemen: - Maak je projectsubsidie bekend; - Gebruik duidelijke en eenvoudig taal in je documenten; - Wees actief en alert, pik ideeën op tijdens informele momenten en ga ermee aan de slag; - Speel je rol van jeugddienst als contactpunt uit: ‘Heb je een idee, kom dan naar de jeugddienst’; - Coach jongeren bij hun aanvraag en eventuele herkansing, zodat ze kans maken om voor een subsidie in aanmerking te komen Kortom… zet dus in op begeleiding op maat.

december 2010 • p 33


welzijn | Aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen in lokaal jeugdbeleid

Robrecht Vandenabeele       JD Evergem

Een plan voor alleman?! OP ZOEK NAAR DE PLAATS VAN MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE KINDEREN EN JONGEREN IN HET LOKAAL JEUGDBELEID

In opdracht van de provincie Oost-Vlaanderen voerde Uit De Marge een onderzoek over de aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen in lokaal jeugdbeleid. Uit De Marge kwam de resultaten en de aanbevelingen presenteren op de Plan-kuren in Waregem. VVJ vat voor jou de belangrijkste bevindingen samen van het onderzoek en geeft de eerste reacties mee.

Mede dankzij middelen van de provincie konden de gemeentes van Oost-Vlaanderen de afgelopen planningsperiode intekenen op een aanbod om hun lokaal jeugdbeleid uitgebreid te laten onderzoeken door Uit De Marge. Vervolgens analyseerde Uit De Marge het lokale jeugdbeleid van de deelnemende gemeentes op de aanwezigheid van en de aandacht voor, maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Acht gemeentes gingen in op dit aanbod. Hoewel dit geen voorwaarde was om hierop in te tekenen, kwamen alle acht gemeentes in aanmerking voor de middelen van de Vlaamse overheid die voorzien worden voor het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. De deelnemende gemeenten kennen dan ook elk een specifieke complexiteit aan maatschappelijke problemen en dit maakt de afstemming hierop van hun jeugdbeleid zeer relevant. Wat opvalt is dat vier van de acht gemeentes in de voorgaande planningsperiode 20082010 niet in aanmerking kwamen voor bijzondere trekkingsrechten voor het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Het gaat hier dus niet noodzakelijk om gemeenten met een hardnekkige geschiedenis van maatschappelijk kwetsbare jeugd of met een stevig uitgebouwde visie op diversiteit in het lokaal jeugdbeleid.

OPZET VAN HET ONDERZOEK In hun onderzoek screende Uit De Marge de jeugdbeleidsplannen van de gemeenten en aanvullend daarop kozen ze voor gerichte interviews. Bovendien koppelden ze dit aan een grondige terreinverkenning ter plaatse. Het analysemodel dat de onderzoekers hanteerden om die informatie te verwerken, verdient alvast een aparte vermelding. Uit De Marge ontwikkelde een overzichtelijke matrix die de essentie van elk jeugdbeleid p 34 •

december 2010

omvat. In deze matrix staan drie componenten voor lokaal jeugdbeleid centraal: de doelgroep, het aanbod en de relatie met de omgeving. Het categoriseren van lokaal jeugdbeleid in deze drie componenten geeft de beleidsmaker een overzicht hoe zij zich in zijn gemeente tot elkaar verhouden. Voor elk van de drie componenten ging Uit De Marge na wat de huidige situatie was (observatie en onderzoek), waar de kansen en beperkingen lagen (analyse en reflectie) en wat zij dan konden adviseren om op te nemen in het nieuwe lokale jeugdbeleidsplan (acties en doelen).

TENDENSEN Het is niet eenvoudig algemene conclusies te trekken uit de optelling van de acht specifieke contexten. Toch kon Uit De Marge enkele algemene patronen terugvinden in de informatie die ze verzamelden. Een algemene vaststelling van Uit De Marge was dat er in de onderzochte beleidsplannen weinig ruimte was voor visieontwikkeling over maatschappelijke kwetsbaarheid in de gemeente. Dit doet hen vermoeden dat er initiatieven rond maatschappelijke kwetsbaarheid worden genomen zonder fundamenten. Over het algemeen lag de focus vooral op toegankelijkheid en toeleiding naar het bestaande aanbod door het wegnemen van financiële drempels. De doelgroep zelf was ook vaak ongekend en er bleek vaak geen specifiek aanbod voor hen te zijn. Bovendien waren de specifieke projecten voor de doelgroep vaak maar éénmalig of in tijd beperkt, en niet structureel ingebed. Er bleek ook vaak een gebrek aan samenwerking tussen de verschillende partners die zich richten op de doelgroep. En tot slot waren er zelden beschikbaar aanwezige ankerfiguren voor de doelgroep te vinden. In hun


Aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen in lokaal jeugdbeleid

| welzijn

beschikbaar en aanwezig zijn voor de doelgroep, werken zij aan een vertrouwensrelatie en slaan ze vanuit die relatie samen met de doelgroep bruggen naar de maatschappij. Ze maken een dubbele vertaalslag, enerzijds van doelgroep naar maatschappij en anderzijds van maatschappij naar doelgroep. In enkele gevallen nam een wijkagent enigszins deze rol op, maar dan trad er geregeld rolverwarring op of zat deze vast in een rolconflict tussen ankerfiguur én ordehandhaver.

En niet elke lokale overheid ‘wil’ die problematiek in haar gemeente zien. Dit resulteert dan in maatregelen die bedoeld zijn om de problematiek weer te verstoppen (bijvoorbeeld een nultolerantiebeleid), zonder de kern van de problemen aan te pakken. Bovendien blijft in een armoedebeleid de focus vaak liggen op het gebrek aan middelen bij ouders. Kinderarmoede en de maatschappelijke kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren komen hierdoor nauwelijks aan de oppervlakte. Verder werd gesteld dat een jeugdwelzijnsoverleg niet altijd even goed werkt. Hierop werd gesuggereerd dat een jeugdADVIEZEN VOOR ONDERSTEUNING VAN DE DOELGROEP, welzijnsoverleg ook bijvoorbeeld het preventieoverleg van BESTAAND EN SPECIFIEK AANBOD de bijzondere jeugdzorg kan zijn. Het belangrijkste is dat er Op basis van deze vaststellingen werkte Uit de Marge voor overlegd wordt tussen de partners die betrokken zijn op het de acht gemeenten zeer concrete adviezen uit, gericht op welzijn van de jongere. Verder suggereert Uit De Marge nog de specifieke lokale context. Hoewel er tal van inspirerende dat een jeugdopbouwwerker een centrale rol kan spelen om suggesties en concrete adviezen zijn aangebracht, gaan we dit overleg voldoende draagkracht te geven. hier niet verder op in. We willen deze adviezen niet strippen Ook de maatregelen om speelpleinwerkingen toegankelijker van hun lokale context. Maar Uit De Marge geeft ook enkele te maken, werden op de korrel genomen. Inspanningen voor algemene adviezen mee om maatde toegankelijkheid van speelschappelijk kwetsbare kinderen pleinen leidt in bepaalde geval" In een armoedebeleid blijft de focus vaak liggen len tot onbedoelde neveneffecten. en jongeren een plaats te geven in het lokaal jeugdbeleid. Meer algeHet speelplein wordt een concenop het gebrek aan middelen bij ouders." meen pleit Uit De Marge voor een tratiespeelplein van maatschapondersteuning op drie niveaus. pelijk kwetsbaren en de andere Op het niveau van de doelgroep adviseert Uit De Marge om kinderen blijven weg. Het is niet eenvoudig de ideale mix te ontmoetingskansen te scheppen met aansluitend daarop een vinden en te behouden (en bestaat die wel?). Maar het pleit aangepast beleid voor open ruimte en het ondersteunen van voor een andere benadering van diversiteit, niet als een te ankerfiguren. Anderzijds stelt Uit De Marge adviezen voor bereiken streefdoel, maar als een onderdeel van een continu op het niveau van ondersteuning van het aanbod. Ze pleiten proces. Handvatten om met dit probleem om te gaan worden hier voor een versterking van de toegankelijkheid van het gezocht in het gebruiken van een mobiel speelplein om alle bestaande aanbod, maar niet alleen wat het jeugdwerkaanbod buurten te betrekken of door te werken aan de vorming en de betreft, maar ook voor onder andere sport en jeugdhulp­ samenstelling van de monitorenploeg. verlening. Verder pleit Uit De Marge voor de uitbouw van een specifiek aanbod voor kwetsbare doelgroepen. Het bestaande WERK AAN DE WINKEL! mainstream aanbod is beperkt in haar draagkracht om een aanbod voor deze specifieke doelgroepen uit te werken. Tot In deze confrontatie van onderzoek, beleid en praktijk blijkt slot formuleert Uit De Marge adviezen op het niveau van de nogmaals dat de drie elkaar kunnen versterken. Het onderrelatie van de kinderen en jongeren met de maatschappelijke zoek van Uit De Marge biedt met de analyse-matrix gemeeninstituties en sociale voorzieningen. Ze pleiten voor een ten een concreet instrument om de maatschappelijk kwetsbare jeugdwelzijnsoverleg dat breder gaat dan enkel het jeugd- kinderen en jongeren in hun gemeente een plaats te geven werk. Deze overlegformule moet leiden tot een activering in het lokale jeugdbeleid. En verder geeft dit onderzoek ook van de bestaande voorzieningen en instituties, een effectieve richting aan de jeugddiensten die met dit beleid aan de slag signaalfunctie naar het beleid en een actieve beïnvloeding van moeten. In de confrontatie van onderzoek en praktijk blijkt dat beleid. echter dat er nog heel wat knelpunten zijn in het ruimere beleidsveld om aan te werken. Zo vormen het beleid rond verdoken armoede, de methode van het jeugdwelzijnsoverleg TOETS AAN DE JEUGDDIENSTPRAKTIJK en de diversiteit in jeugdwerkingen uitdagingen waar we nog Tijdens een sessie op onze Plan-kuren kreeg dit onderzoek even zoet mee zijn. een klankbord van jeugddienstmedewerkers. Een eerste bedenking was dat een beleid voor maatschappelijk kwetsbaren niet leeft in kleine gemeenten, zeker wanneer er geen extra middelen aan zijn verbonden. Wat hier bij aansluit is dat daar armoedeproblemen vaak niet gezien worden. En wat onzichtbaar is, is geen onderwerp van beleid. Dit fenomeen Meer info? van verdoken armoede is echter een realiteit in Vlaanderen. www.uitdemarge.be

info

december 2010 • p 35


de jeugddienst | Uit het dagboek van Katrien Kellens

Uit het dagboek van Katrien Kellens Katrien Kellens is sinds 1 juni aan de slag als jeugdconsulente in Halen. Ze is verantwoordelijk voor de uitvoering van het jeugdbeleidsplan, de ondersteuning van alle jeugdverenigingen en de ontwikkeling van een aanbod op maat voor alle kinderen en jongeren van de gemeente. Dat doet ze niet alleen van achter haar bureautje. Ze trekt ook de straat op om de zogenaamde ‘nietgeorganiseerde’ jongeren te betrekken bij het jeugdbeleid.

13.00

8.00

over de avondEerst kort overleggen met de collega’s ben alleen als Ik dag. ge vergaderingen van de vori een bureau deel en e eent gem de jeugdconsulente in oren en seni ijn, met de verantwoordelijken van welz andere een met kinderopvang. Ook al werkt iedereen me in nt rsteu onde e entj doelgroep, zo een feedbackmom mijn werk. t en zoek ik mijn Ondertussen is de computer opgestar Ik heb inschrijvinmails tussen de vele spamberichten. ooi en maak een torn tbal gen binnen voor het minivoe de te winnen met lijst een en wedstrijdplanning op er door iederdat en zorg te or ervo eer prijzen. Ik prob ragen voor aanv ge een iets te winnen valt. Nog de nodi kan mijn ik en n ture bestelbonnen opmaken en vers dagen ende volg de en vond vergaderingen voor vana voorbereiden. ut voor de website Ondertussen krijg ik de nieuwe layo designer. Ziet er web e doorgestuurd van een vrijwillig t eerst nog voormoe stel voor schitterend uit, maar het de post zitten heel gelegd worden aan de jeugdraad. Bij want overmorwat subsidie-aanvragen. Schitterend, even de vereninog gen moet alles binnen zijn. Ik mail heb. n ange ontv s niet gingen waarvan ik nog ht over een verDe politie komt binnen en heeft een klac hen daarover deze eniging. Samen bekijken we hoe ik kan de politie nog t, avond aanspreek. Als dit niet help het al middag en is f, bese langsgaan. Voor ik het goed om een hapje te huis ting rich fiets spring ik op mijn eten.

p 36 •

december 2010

financiën te reEerst langs de ontvanger om nog wat jongere. Het is een van gelen. Hier krijg ik een sms s het sportlang ik of gt vraa hij woensdagnamiddag en oet hem samen terrein kom. Ik neem de fiets en ontm We babbelen over met enkele vrienden aan de bank. e met een klasruzi t school. Eén van de jongens heef na school te gen mor om ken spro genoot. Hij heeft afge en hem bewust te vechten. Ik probeer hem te sussen ppeld zal worden. maken van de straf die hieraan geko t ter sprake. Ze kom en, Ook hun hobby, het freerunn worden wegger maa af en ltuig springen van de spee eren komen kind hun met hier die rs jaagd door oude y kunnen hobb hun spelen. Ze hebben geen plek waar ze schepen de met eens dit uitoefenen. Ik vraag hen of ze eren reag ze en n reke besp en van jeugd en sport will een en mak en pen sche de n belle We heel enthousiast. afspraak voor volgende week. nieuwe speeltuig Samen gaan we nog kijken naar het . Ze vinden het eren kind de dat de stad plaatste voor w toestel gekrenieu een weer eren spijtig dat de kind agd en nergens gen hebben en dat zij worden weggeja tuigen dat ze, over te terechtkunnen. Ik probeer hen nen krijgen. kun plek hang een mits een goed plan, ook . Ik neem zijn t moe dit wat over na en We denken sam g langs teru week afscheid en spreek af om volgende kant en de aan fiets te komen. Iets verder zet ik mijn lees ook Ik rek. gesp het van schrijf ik een kort verslagje skaters de met g oetin ontm mijn van het laatste verslag . terug en begeef mij naar de sporthal


Uit het dagboek van Katrien Kellens

| de jeugddienst

>> Katrien Kellens

15.00

skaters rond. We Aan de sporthal hangen er een tiental maken voor een het aan zijn al enkele weken plannen boek met skaeen en hebb Ze nieuw skateterrein hier. gemaakt van het tetoestellen gekregen en een 3D plan maken we een en skateterrein van hun dromen. Sam ende stappen. volg de we kostenraming op en bekijken etoestellen en skat van n rme dsno We bekijken de veilighei en. Om 16.00 uur praten over school, uitgaan en skat huis waar ik nog laat ik hen verder skaten en fiets ik naar ijf. Dit is beschr g oetin een kort verslag van deze ontm te pikken. op g teru d draa de week langrijk om volgende 20.00

met een werkgroep Ik kom aan in het KSJ lokaal waar we gaan voorbereilife’ for van de jeugdraad, de ‘Kestmêt oners van Hainw alle voor rkt tma den. Dit is een kers naar Music for life len waarvan de opbrengst integraal g met het Rode erkin gaat, de actie van stubru in samenw ten komen, moe er djes stan Kruis. We bekijken welke een draaien mak we en den wor t hoeveel er besteld moe maakt opge he affic boek op voor de helpers. Ook wordt de en we prat ien Nad n. en de promotiecampagne besproke chilvers de van n zeile en n nog even bij over het reile worn ente mom le rme info deze Op . lende verenigingen dan in een formeel den er vaak meer thema’s aangekaart pot en pint zeer en overleg. Ik vind dit bijbabbelen tuss hangen. Het zal even nog ik waardevol en daarom blijf den. wor t weer een korte nach

december 2010 • p 37


voor u bekeken | Publicaties, initiatieven en websites

✒ Leen Bartholomeus Brochure jeugdlokalen en overeenkomsten

Doet iedereen mee?

Zijn er in je gemeente verenigingen die momenteel geen of enkel een mondelinge overeenkomst hebben met de eigenaar van hun lokaal? Of wiens overeenkomst een update kan gebruiken? De nieuwe brochure jeugdlokalen en overeenkomsten zet hen op weg. Een contract ondertekenen doe je niet zomaar. Het is een verbintenis die gevolgen heeft. In deze brochure krijg je een overzicht van verschillende overeenkomsten die je kan afsluiten bij het kopen, huren, gebruiken of verhuren van een jeugdlokaal. De brochure behandelt koopcontracten, huurovereenkomsten, convenanten, gebruiksovereenkomsten, recht van opstal, recht van erfpacht, vruchtgebruik en concessies. Daarnaast is er in de brochure ook aandacht voor de rol van de notaris in dit verhaal en wordt kort de plaats van een vzw of feitelijke vereniging toegelicht.

In 'Doet iedereen mee?' neemt Karuur de jeugdraad in het vizier. Ze vertrekken vanuit de vaststelling dat jeugdraden er moeilijk in slagen daadwerkelijk een afspiegeling te zijn van het jonge segment van de bevolking. De meningen van heel wat kinderen en jongeren worden zelden gehoord via de jeugdraad. 'Doet iedereen mee?' geeft enkele handvaten om eerste stapjes te zetten richting een meer uitgebalanceerde jeugdraad. Met uitgebalanceerd bedoelen ze daarom niet dat het doel is om maatschappelijk kwetsbare jongeren effectief op de jeugdraad te krijgen. Maar wel dat de stem van deze kinderen en jongeren op een of andere manier een plek krijgt binnen de werking van de jeugdraad richting het gemeentebestuur.

Een exemplaar kost 5 euro inclusief btw en verzendkosten, en kan je bestellen via Steunpunt Jeugd, www.steunpuntjeugd.be.

De brochure werd in het najaar van 2010 bezorgd aan alle Oost-Vlaamse jeugdraden. Wil jij ook een exemplaar? Mail dan naar info@karuur.be.

Post van Chirojeugd Vlaanderen Elk jaar verzendt Chirojeugd Vlaanderen een infopakket naar alle jeugddiensten. Met deze publicatie willen ze de samenwerking tussen jeugddiensten en de Chiroploeg (zowel beroepskrachten als vrijwilligers ploegen) bij het ondersteunen van hun groepen verbeteren. In de publicatie vind je de contactgegevens terug van het nationaal secretariaat, maar ook van de regionale medewerkers. Daarnaast geven ze informatie over hoe zij hun groepen ondersteunen, en waar jeugddiensten bij kunnen helpen. Elke jeugddienst kreeg een pakketje in de bus. Als extraatje kan je je gratis abonneren op hun leidingtijdschrift, surf naar http://www. chiro.be/node/61487.

Nieuwe online gids helpt bij mediaopvoeding

Kennismakingsfolder Lokaal Overleg Kinderopvang

Mediasmarties geeft informatie over de inhoud en geschiktheid van televisieprogramma's, dvd's, websites en games. De gids is ingedeeld op onderwerp, thema, commercieel of nietcommercieel, en leeftijdsindicatie. Op dit moment richt Mediasmarties zich op producten geschikt voor kinderen tot 6 jaar, in 2011 is ook de beoordeling van media voor oudere kinderen beschikbaar. Mediasmarties helpt ouders en beroepskrachten een keuze maken uit het grote en onoverzichtelijke media-aanbod om media te vinden die bij de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind passen.

Kind en Gezin stelt een folder ter beschikking van lokale besturen en van het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK). Deze folder kan je ondermeer gebruiken om het LOK bekend te maken binnen je gemeente en om nieuwe leden aan te trekken. Je kan de folder aanpassen aan je lokale situatie. Je vult de folder ondermeer aan met een opsomming van de leden van het LOK, met een lijst van de plaatselijke verwezenlijkingen en toekomstige plannen, met de coördinatoren van de voorzitter, secretaris en schepenen, en met een eventueel adres van de gemeentelijke website. Nadien kan je de folder tweezijdig afdrukken.

Alle informatie op www.mediasmarties.nl.

p 38 •

december 2010

Je kan de folder downloaden via de website van Kind en Gezin: http:// www.kindengezin.be/Professioneel/Kinderopvang/lokaal_overleg/ werkinstrumenten/lokfolderl.jsp.


Publicaties, initiatieven en websites

| voor u bekeken

Nieuwe publicaties Brede School De Brede School is in Vlaanderen geen nobele onbekende meer. Onder impuls van de beleidsdomeinen Onderwijs en Jeugd gingen (gaan) proefprojecten met het concept aan de slag. En daarnaast trekken ook lokale overheden, organisaties en scholen meer en meer de kaart van de Brede School. Maar ondanks (of dankzij) deze groei blijft het vaak onduidelijk waar een Brede School nu precies voor staat. Om hieraan tegemoet te komen, ontwikkelde het Steunpunt Diversiteit en Leren een referentiekader dat wil zorgen voor afbakening, maar tegelijk voldoende ruimte biedt voor een lokale invulling van Brede School. Geen enkele Brede School is immers dezelfde omdat haar werking mee wordt bepaald door de context waarbinnen ze functioneert. Met dit kader willen ze een leidraad bieden zowel voor nieuwe Brede Scholen als voor Brede Scholen met jarenlange ervaring. Gedurende drie jaar, van 2006 tot 2009, konden 17 proefprojecten in Vlaanderen en Brussel aan de slag gaan met het concept Brede School. Wat brachten die proefprojecten Brede School nu eigenlijk teweeg? Welke sectoren waren er bij betrokken? Welke doelstellingen streefden ze na? Welke dynamiek zetten ze in gang? Wie coördineerde ze en met welke middelen? Droegen ze bij aan het creëren van gelijke kansen? Om tegemoet te komen aan deze en andere vragen organiseerde het Steunpunt GOK in de laatste projectfase een impactbevraging. In een eerste stap vroegen we aan coördinatoren om hun Brede School in kaart te brengen. Deze ‘projectfoto’ moest een stand van zaken opleveren aangaande doelen, inhoud en organisatie van het samenwerkingsverband na drie jaar (of meer) werking. In een tweede stap bevroegen we alle coördinatoren en partners over hoe zij de impact van (hun) Brede School ervaren. Het Steunpunt Diversiteit en Leren bundelde deze info in een brochure, wie meer wil lezen kan het onderzoeksrapport opsnorren. Wat is een Brede School? Een referentiekader en de impact van Brede School, een verkennend onderzoek zijn te bestellen via info@diversiteitenleren.be of te downloaden via http://www.diversiteitenleren.be > materiaal > brede school.

Groen? Doen! Steunpunt Jeugd bundelde haar 'groen' aanbod voor het jeugd(werk). Je vindt er interessante vormingen, pakketten, projecten, publicaties, websites... van Steunpunt Jeugd en Natuurpunt, de Vereniging voor Bos in Vlaanderen, Green Belgium, Ecolife, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Departement LNE van de Vlaamse overheid en andere partners. Je kan de brochure Groen? Doen! gratis downloaden. Deze publicatie wordt regelmatig geactualiseerd op www.steunpuntjeugd.be/publicatie/detail/10151.

Buiten Benen Boek: handboek voor natuurvriendelijk spelen Buiten Benen is een uitgave van Inverde met de steun van de Vlaamse overheid. Het is een vrolijk en compact boek boordevol kant en klare spelen in bos en natuur, weetjes over planten en dieren, originele kooktips, doe-ideeën die inspiratie geven voor natuurvriendelijke activiteiten in de vier seizoenen. Voor 7 euro (incl. verzendingskosten) kan je dit boek bestellen bij Inverde via http://www.inverde.be/inverde/buitenbenenboek.

december 2010 • p 39


over vvj | Nieuwtjes

Roeland kleurt je dag ✒

Sofie Willems

Ik had een nestje gebouwd in de zetel. Theepot, Jacques Biscuité 400 cappucinosmaak, laptop, drie Humo’s (want ik stond achter). De nieuwe van Buurman op de achtergrond. Een kijkboek over pralines. De afstandsbediening ernaast, mocht ik zin krijgen in een zwart-witfilm. En Puzzel de poes in een bolletje gekruld op mijn schoot. Iets beters kreeg ik van deze grijze zondag niet meer gemaakt. De bel. Met tegenzin slenter ik uit mijn nest. In de hal besef ik dat ik de thermostaat onverantwoord hoog heb gezet. Ik doe open, en blijf een stukje achteruit staan, zodat de regen me niet raakt. Daar staan enkele jongens, een jaar of 12, in donkerblauwe KSJhemdjes. In de regen, de gietende regen. En dat raakt me wèl. De linkse stoot de middelste aan met zijn elleboog. Het blijkt om een dorpsspel te gaan, en meer specifiek over een ei dat ze moeten terugbrengen naar de leiding, die lekker knus in het buskotje wat verderop zit. Ik trippel naar de keuken, haal het ei, en dring nog aan om ze nog wat anders te geven dat ze nodig hebben. Maar ze bedanken me uitgebreid en beleefd, en wanneer de jongens de spurt inzetten naar het bushokje, zie ik in een flits een gezicht dat ik ken, en waarvan ik de naam zelfs ken. Roeland. Toen ik jeugdconsulent was, was Roeland één van de kinderen op de allereerste dag van ‘mijn’ nieuwe speelpleinwerking. Éen van de vele kinderen die dag die van de indrukwekkende zandberg rolde, die de technische dienst voor ons had uitgestort. Maar wel de enige wiens blote voetje langs een scherpe steen passeerde. Opeens hing er een schijfje vlees van Roelands voet, werd een kruiwagen een rolstoel, en werd de zwaailichtauto van de technische dienst onze ambulance. We lieten onze eerste vakantiedag niet verknallen, o nee. Vijf uur hebben we op de spoedafdeling gewacht. Raadseltjes verzonnen. Babyspeelgoed creatief gehanteerd. Onvolledige strips doorbladerd (en de mankerende stukken zelf ingevuld). Fotoshoot van de horrorwonde met mijn gsm. Met mama gebeld. Kwisjes – hij won. En toen de wond verzorgd werd, moest ik stoer doen en durven kijken, om ‘m gerust te stellen, maar ontdekte ik weer een werkpunt. Ja, Roeland en ik, wij hebben een degelijke herinnering samen. En Roeland staat in de annalen van het speelplein als de reden dat er op de tweede speelpleindag meteen een nieuwe regel werd ingevoerd door de animatoren: geen blote voeten op de zandberg. Dik tegen mijn zin en die van Roeland, want zand in je schoenen is lastig, en sandalen zijn stom. p 40 •

december 2010

Maar goed, ondertussen lig ik alweer in mijn nest. En moet ik er nog twee keer uitkomen, voor andere groepjes knimmers. Suiker, en mijn laatste bussen melk, geef ik mee. Ik ben gesignaleerd als die-van-het-speelplein, en dat werkt drempelverlagend, vermoed ik. De vierde keer staat het eerste groepje daar weer. Met Roeland vooraan. “Dag Roeland, hoe is het?” “Goed,’ zei hij vrolijk, “en met mijn voet ook!” “Fijn! Zeg het eens, waarmee kan ik helpen?” Opeens springen er langs links en rechts nog twee meisjes ten tonele. “Wel… we moeten pannenkoeken bakken…” Een fractie van een seconde aarzel ik om vijf natte, luide wezens met hun vuile voeten in mijn coconnetje binnen te laten. Maar de fractie erna besef ik dat ze eigenlijk al lang in mijn coconnetje zitten, en sta ik met hen in de keuken. Ik doe aan wat materiële en logistieke ondersteuning, en mag dan op de achtergrond gaan staan. Ze willen het zelf doen. Ik kijk toe, en sta er samen met de twee meisjes wat mentaal ondersteunend te wezen, zoals we dat meestal doen tijdens zogenaamd ingewikkelde technische klussen. Terwijl de jongens vooral spelend vinden dat we in de weg staan, zoals ze dat meestal vinden. De meisjes blijken de enige twee meisjes te zijn in een grote groep jongens. Dus bespreken we wat dat betekent op amoureus gebied. (Niet veel, helaas.) En terwijl Roeland het projectje totaal in handen neemt, luister ik naar stoere reclame voor hun fuif (waar ze nog niet naartoe mogen), en toon ik de foto’s van zijn voet van enkele jaren ervoor. En nog meer opwinding wanneer de bel gaat. Wel een keer of vijf. Want de andere groepjes willen ook van mijn faciliteiten gebruik maken. De sous-chefs van mijn ploegje mogen ze telkens speels arrogant lachend verder sturen. Terwijl chef Roeland als een kleine Jamie Oliver pannenkoeken creëert. De rollen waren perfect verdeeld. Een uurtje later is de schotel pannenkoeken klaar en sta ik te wuiven in het deurgat. Ik doe de deur dicht. De keuken is in alle dimensies gedecoreerd met bloem, suiker en kladden pannenkoekendeeg. En opeens zie ik op de keukentafel één pannenkoek op een bordje… perfect gebakken, net bruin genoeg, net dun genoeg. Met ‘voor Sofie’ erop, in siroop. Ik kruip ermee in mijn nestje, en houd heel erg van de loop der dingen. Met iets beters had deze grijze zondag mij niet kunnen verrassen, hij had kleur gekregen…


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.